FRATERS CMM
| Afscheid van Suriname | Historische dag in Namibië ... - Fraters
| Afscheid van Suriname | Historische dag in Namibië ... - Fraters
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
FRATERS CMM
2/12
| Afscheid van Suriname | Historische dag in
Namibië | ‘Geweldige ervaring’ | Protestantse
gasten | Markant gebouw gesloopt | 50 jaar
Colégio Padre Eustáquio
Inhoud
column van de
rond frater
andreas
algemene overste 4 5
Mission statement
Barmhartigheid is van alle tijden en plaatsen.
Barmhartigheid staat centraal in alle
wereldgodsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme,
jodendom, christendom en islam.
De beweging van barmhartigheid heeft een
spoor getrokken in de geschiedenis.
De verschillende vormen waarin zij verschijnt,
zijn uitdrukking van de samenleving waarin zij
ontstond en van de spiritualiteit die haar draagt.
De Congregatie van de Fraters van Onze Lieve
Vrouw, Moeder van Barmhartigheid is geworteld
in de christelijke barmhartigheid.
Colofon
Fraters CMM (voorheen Ontmoetingen) is het driemaandelijks
contactblad van de Congregatie van de
Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid
(‘Fraters van Tilburg’ of ‘Fraters CMM’).
Een abonnement is gratis (aanvragen via adres
hieronder). ISSN 1574-9193
Redactie: Rien Vissers (hoofdredacteur), frater
Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, frater
Lawrence Obiko, frater Ronald Randang, frater
Jan Smits, Peter van Zoest (eindredacteur)
Ontwerp
en opmaak: Heldergroen
www.heldergroen.nl
Druk:
DekoVerdivas, Tilburg
Contact: Fraters CMM, Gasthuisring 54
5041 DT Tilburg
tel.: 013 5432777 (Rien Vissers)
fax: 013 5441405
e-mail: magazine@cmmbrothers.nl
website: www.cmmbrothers.org
Een vrijwillige bijdrage als tegemoetkoming
in de kosten is welkom op ING-bankrekening
106 85 17 t.n.v. Fraters CMM Tilburg
Foto omslag voor: Frater Laurenti Verhoeven neemt
afscheid van een van zijn dierbaren in Suriname.
Verloren zoon, Rembrandt
Foto omslag achter: Mariabeeld op gevel
Utrechts Conservatorium aan de Mariaplaats,
gevestigd in het voormalige ziekenhuis St.
Joannes de Deo (foto: Peter van Zoest).
2
afscheid van suriname
historische
6 dag in namibië 10 kort nieuws 12
Van de redactie
Vreugde en verdriet liggen soms dicht bij elkaar.
Iedereen kan daarover meepraten. Ook in het
congregationele CMM-leven is dit het geval.
In deze editie van Fraters CMM komt dat verschillende
keren duidelijk naar voren. Zo is er verdriet
over het vertrek van de fraters uit Suriname.
Vanaf 1902 zijn 101 fraters er lange of korte tijd
actief geweest. Op 19 februari vond het afscheid
plaats in de Sint-Petrus en -Pauluskathedraal
van de hoofdstad Paramaribo. Niet lang daarna,
3 maart, werd op hetzelfde Latijns-Amerikaanse
continent met veel blijdschap in Belo Horizonte,
Brazilië, het gouden jubileum gevierd van de
lagere en middelbare school, het Colégio Padre
Eustáquio. De feestvreugde werd drie dagen later
echter overschaduwd door het overlijden van
frater Sjaak Staats, de eerste directeur van deze
onderwijsinstelling. Vreugdevol is aan de andere
kant de oprichting op 11 februari 2012 van een
nieuwe communiteit in Suai, Oost-Timor. Vanwege
het overlijden van frater Aquiles Monteiro, werd
de communiteit echter pas 1 maart betrokken. Hij
overleed 9 februari op 27-jarige leeftijd. Vorig
jaar begeleidde hij nog Oost-Timorese jongeren,
die als ‘Ambassadeurs van een wereldwijde
broederschap’ werden uit gezonden naar vormingsdagen
in Nederland en de Wereldjongerendagen
in Madrid in 2011. Na terugkeer openbaarde zich
een ernstige ziekte die hem fataal werd. En dan
was er op 21 april weer een dag vol blijde gebeurtenissen
in Namibië. De CMM-regio bloeit er
onverwacht op en frater Hermenegildus Beris
kreeg een pauselijke onderscheiding. Soms loopt
er maar een dun lijntje tussen vreugde en verdriet.
‘geweldige
ervaring’
14
Markant gebouw gesloopt
Protestantse
gasten
In Memoriam
15
17
20
50 jaar Colégio
Padre Eustáquio
19
bronnen
23
3
Column
VAn de algemene overste
Zaterdag 21 april was een vreugdevolle dag voor de fratergemeenschap in Namibië. Een drievoudig
feest: de professie van een achttal fraters, de uitreiking van een pauselijke onderscheiding aan
frater Hermenegildus Beris en de inzegening van de nieuwe kapel van het fraterhuis in de hoofdstad
Windhoek. Ik mocht er getuige van zijn.
In oktober 2010 nam de congregatie officieel de
leiding over van het Children’s Education Centre in
Usakos, Namibië. Een straatkinderenproject dat helemaal
past bij onze zending. Fraters CMM 1/11 berichtte
erover. Je kunt enthousiast een project overnemen dat
voorziet in een nood. Maar dat het vervolgens niet
altijd lukt, hebben we de afgelopen tijd helaas moeten
constateren. Intussen zijn er maatregelen genomen,
zodat het project gelukkig wel voortgang kan vinden.
Voor de nog kleine regio van Namibië was het een
pijnlijke ervaring. Het tekent de kwetsbaarheid van de
kleine gemeenschap daar, maar ook die van de congregatie
als geheel.
Daarom was het goed om op die zaterdag te ervaren
dat er hoop en perspectief is! Drie jongemannen legden
op die dag hun eerste tijdelijke geloften af, terwijl
vijf andere Namibische fraters hun geloften voor een
jaar hernieuwden. Na de terugloop van het aantal
missionarissen uit Nederland en België een hoopvol
nieuw begin!
Om nog een andere reden was het feest: de enige
nog werkzame frater-missionaris uit Nederland, frater
Hermenegildus Beris, werd de pauselijke onderscheiding
‘Pro Ecclesia et Pontifice’ uitgereikt. Een onderscheiding
die hij meer dan verdiend heeft! Ruim veertig
jaar heeft hij zich ingezet voor de kerk van Namibië:
als directeur van een katholieke middelbare school, als
secretaris-generaal van de bisschoppenconferentie in
Namibië, als kerkhistoricus die de kerkgeschiedenis van
Namibië heeft beschreven, als docent aan het seminarie
en als regionale overste van de fraters.
Ten slotte was het feest omdat de nieuwe kapel van
het fraterhuis aan de Jan Jonkerweg werd ingezegend
door aartsbisschop Liborius Nashenda van Windhoek.
Die fraaie en ruime kapel mogen we zien als een symbool
van de groei van de regio. De kapel is nu groot
genoeg om de komende vijfentwintig jaar de uitbreiding
van het aantal fraters op te vangen: alle fraters
van de regio kunnen er samen hun lief en leed uitzeggen
en uitzingen voor de God die al dat lief en leed
voor lief neemt en die hen bemoedigt om in voor- en
tegenspoed eensgezind de weg van barmhartigheid en
broederschap te gaan.
frater Broer Huitema
4
ond frater andreas
Bliksemgebed
De eerste algemene overste van de fraters, Franciscus Salesius de Beer, noemde kloosters
wel de “bliksemafleiders van de duivel”. Ze waren bakens aan de horizon, hadden een
‘verheven’ positie in kerk en maatschappij en vormden met hun gebed een soort voorpost
van de hemel, waar mensen in direct contact met God stonden. Maar het waren
ook plaatsen waar kerkelijke en maatschappelijke conflicten in alle hevigheid zichtbaar
werden en waar soms de bliksem insloeg.
Ook de religieuzen zelf leken soms een soort wandelende
bliksemafleiders vanwege hun intense verbinding
met het hogere. Dat gevoel hadden mensen
bijvoorbeeld bij frater Andreas: “Als men hem ergens
ontmoette, kon men niet anders denken dan: hij is met
God bezig”, vertelde een van zijn leerlingen. Het leven
van frater Andreas was in stilte en gebed verankerd.
Dat gebedsleven had allerlei aspecten: er was het
‘officie’ dat in die periode nog enkele uren per dag
vulde. Er was de ‘stille tijd’ die streng gehandhaafd
werd. Er waren het brevier- en rozenkransgebed waar
frater Andreas een stille beoefenaar van was. Maar er
was ook een cultuur van schietgebedjes. Op allerlei
momenten zond een religieus een spoedberichtje naar
de hemel: als hij met iets nieuws begon en als hij het
afrondde, als hij iemand tegenkwam die in de problemen
leek of als hij een plotselinge inval kreeg van de
nabijheid van Christus of Maria. Die kleine gebedjes
werden ook wel ‘bliksemgebedjes’ genoemd en dat
verklaart mede de uitdrukking dat het klooster een
bliksemafleider was. De meest populaire gebedjes bij
de fraters waren: ‘Mijn Jezus barmhartigheid’ en
‘Sint Jozef zorg ...’ aangevuld met een gebedsintentie.
Toen later in de eeuw de telegraaf werd uitgevonden,
raakte het beeld van de bliksemafleider uit de mode.
Het werd vervangen door iets anders: de antenne!
Kloosters waren een plaats waar hemelse signalen
werden opgevangen en uitgezonden. Ook dat was een
beeld waarin men frater Andreas herkende: want hij
was een stille zender en ontvanger van God.
Charles van Leeuwen
Kapel van internaat Ruwenberg in Sint-Michielsgestel,
waar frater Andreas een halve eeuw onderwijzer was.
Op de internaten werden die schietgebedjes steeds
meer gecultiveerd, zodat ze hun eigenheid verloren. Van
de Christelijke Broeders namen de fraters de gewoonte
over om een leerling telkens voor te houden: ‘Vive
Jésus dans nos cœurs’ (‘Leve Jezus in onze harten’).
Met dat gebed moest ieder werk beginnen en eindigen.
Ook bij het opstaan werd dit gebed in de slaapzalen
gezongen. De jongens werden dan geacht te antwoorden:
‘A jamais’ (‘Tot in eeuwigheid’). Erg populair werd
dit op Ruwenberg, het internaat waar frater Andreas
werkte, niet. Na enkele jaren werd het afgeschaft.
5
suriname
Frater Laurenti Verhoeven neemt afscheid van een van zijn dierbaren.
afscheid
van Suriname
De CMM-regio Suriname is opgeheven. Vanaf 1902 zijn 101 fraters lange of korte tijd actief geweest in het Latijns-
Amerikaanse land dat in 1975 onafhankelijk werd van Nederland. Ze werkten voornamelijk in het onderwijs. Het
begon met een weeshuis, dat tevens de basis vormde voor het ontstaan van een drukkerij en een bouwbedrijf. Op
19 februari vond in de Sint-Petrus en -Pauluskathedraal van de hoofdstad Paramaribo een druk bezochte plechtige
afscheidsviering plaats.
De eucharistie bij deze gelegenheid werd gecelebreerd
door bisschop Wim de Bekker van Paramaribo. Onder
de aanwezigen bevonden zich mgr. Aloys Zichem,
emeritus-bisschop van Paramaribo, de algemene CMMoverste
frater Broer Huitema, de drie laatste fraters in
Suriname, Johannes van Berkel, Lambertus Berkers en
Laurenti Verhoeven, die respectievelijk 44, 42 en 51
jaar in Suriname hun sporen verdienden, en frater Guillaume
Caubergh, die na 24 jaar in Suriname werkzaam
te zijn geweest al was teruggekeerd naar België.
‘Prachtig resultaat’
Bisschop De Bekker bedankte in de viering de fraters
voor hun grote inzet en voegde er aan toe: “Een werk
is voltooid en met weemoed kijken ze terug, maar ook
met nieuw elan kijken ze voorwaarts, rekening houdend
met hun leeftijd. Een prachtig resultaat hebben
zij gevestigd in ons land en nu hebben lokale mensen
hun taken overgenomen.” Hij noemde in dit verband
de scholen, bouwbedrijf Timin/Remas, drukkerij Leo
Victor, het Christoforusinternaat en het Christelijke
6
V.l.n.r. op de voorste bank de fraters Broer Huitema, Lambertus
Berkers, Laurenti Verhoeven, Johannes Berchmans van Berkel,
Guillaume Caubergh.
Wim de Bekker, bisschop van Paramaribo,
tijdens zijn toespraak.
Beeld van de drukbezochte afscheidsviering
in de kathedraal van Paramaribo met rechts
vooraan de emiritus-bisschop van Paramaribo,
Aloys Zichem.
Pedagogisch Instituut, een oecumenische opleiding
voor leerkrachten.
De algemene overste, frater Broer Huitema, blikte
in een toespraak terug op 110 jaar Fraters CMM in
Suriname. “In december 1901 verzocht de toenmalige
bisschop van Paramaribo, mgr. Wulfingh, aan de algemene
overste van de fraters, om fraters voor het jongensweeshuis.
Op dat verzoek werd welwillend gereageerd.
De overste schreef een brief aan alle fraters in
Nederland waarin hij vroeg om geïnteresseerden voor
deze missie. Negentig fraters reageerden en toonden
interesse! Dat was toen zo’n tien procent van het totale
aantal fraters. Er was dus vanaf het begin veel belangstelling
om te werken in Suriname. Of die zich alle
om vrome motieven meldden en of er ook avonturiers
tussen zaten, dat vermeldt de kroniekschrijver niet.
Misschien was het wel een samengaan van beide!” Op
31 augustus 1902 kwamen de eerste vijf fraters aan:
Augustinus van Dooren, Bertrandus Maane, Concordius
van der Zanden, Julius van Beek en Theobaldus Elings.
De laatste frater die naar Suriname vertrok was Guillaume
Caubergh. “Hij was de eerste van het tweede
honderdtal”, aldus frater Broer Huitema. “Helaas is het
bij de eerste gebleven!”
‘Dubbel gevoel’
“We denken met respect en eerbied, met hoogachting
en waardering aan alle fraters die in dit mooie land
hebben gewerkt”, sprak de algemene overste. “Ze hebben
niet gewerkt omwille van zichzelf; nee, ze hebben de
zending van de congregatie waar willen maken. Zoals
onze Constituties dat aangeven: ‘door onderwijs en
andere vormen van begeleiding mensen helpen, met
name de jonge mens, in de wereld van morgen hun
weg te vinden.’ In dankbaarheid mogen we terugzien
op wat wij in Suriname hebben mogen geven én
ontvangen.”
Hij stak niet onder stoelen of banken met een “dubbel
gevoel” naar het afscheid te zijn gekomen: “Aan de ene
kant, een gevoel van dankbaarheid, aan de andere kant
een gevoel van een zekere droefheid. Dankbaarheid
voor 110 jaar aanwezigheid van de congregatie in
Suriname, droefheid om het feit dat we als fraters
afscheid moeten nemen van de Surinaamse gemeenschap.
De laatste drie fraters zullen binnenkort
Suriname verlaten, voorgoed. Het is een realiteit
dat onze frater gemeenschap in Nederland sterk
is teruggelopen; versterking van die kant is al
vele jaren niet meer mogelijk. We hebben
moeten leren leven met die beperking, die
grote consequenties heeft. Helaas heeft het
7
niet zo mogen zijn dat Surinaamse jongeren tot onze
gemeenschap zijn toegetreden. Dat betekent dat onze
aanwezigheid in Suriname eindig is. Spoedig zullen
de laatste drie fraters zijn vertrokken. Als fratergemeenschap
spijt het ons zeer dat we niet langer onze
diensten kunnen aanbieden aan de Surinaamse kerk en
samenleving.”
‘Vruchtbaar’
Hij vervolgde: “Misschien moeten we niet te droevig
zijn: de zaadjes die door de vele fraters de afgelopen
110 jaar zijn gezaaid, hebben vrucht gedragen en
worden vruchtbaar gemaakt door anderen. Het is ook
waar: binnen de kerk hebben leken een veel prominentere
plaats ingenomen dan vroeger. We hebben er dan
ook vertrouwen in, dat het werk van de fraters niet
vergeefs is geweest, maar vrucht draagt via de vele
leken die nu actief zijn binnen kerk en samenleving,
ook hier in Suriname. Toch neemt dat niet weg dat we
met enige droefheid afscheid nemen. Het is niet alleen
een afscheid van het werk, het is ook een afscheid
van de talloze vrienden die zijn gemaakt. En dat geldt
in het bijzonder de drie fraters die zovele jaren in
Suriname zijn geweest. Maar wie weet: ofschoon zij
fysiek afscheid nemen van de vele vrienden hier, zullen
ze misschien zich meer wagen aan de virtuele wereld
van internet, Facebook, Twitter en wat al niet meer en
met regelmatig Google-en contacten onderhouden!”
in het voetspoor van Jezus Christus, barmhartigheid en
broederschap zullen beoefenen. Onze missie is immers
niet exclusief. Onze missie is niet anders dan wat voor
iedere christen geldt: bouwen aan het koninkrijk Gods,
bouwen aan het Rijk van God, gebaseerd op het
evangelie. Oog en oor zijn voor elkaar, elkaar handen
en voeten geven en zo elkaar genezing aanreiken,
in geloof.”
Frater Broer Huitema bedankte tot slot de Surinaamse
gemeenschap, de beide aanwezige bisschoppen,
Aloys Zichem en Wim de Bekker, en de vertrekkende
fraters Johannes van Berkel, Lambertus Berkers en
Laurenti Verhoeven.
Peter van Zoest
Communiteit van de fraters, 1907 in Paramaribo.
‘Dankbaarheid’
“Er is droefheid, maar die wordt overheerst door dankbaarheid”,
zo verzekerde frater Huitema zijn gehoor.
“Dankbaarheid, op de eerste plaats aan God die vele
fraters heeft geroepen om de dienst van barmhartigheid
te beoefenen in de Surinaamse kerk en samenleving.
110 jaar lang hebben fraters zich kunnen en
mogen inzetten, tot heil van de mensen tot wie ze
waren gezonden. Dat was vooral op het terrein van
onderwijs en opvoeding, maar ook in de bedrijven
die door fraters zijn opgericht.”
“Natuurlijk is niet alles in die 110 jaar goed gegaan.
We hebben onze zending, onze missie vervuld, met
alle beperkingen die we hadden, met al onze tekorten.
Voor al die keren dat we tekort geschoten zijn, willen
wij onze excuses aanbieden. We vragen u om vergeving
voor de fouten die zijn gemaakt. We zijn vooral
blij voor al die keren dat het wel is gelukt; dat we onze
zending van barmhartigheid en broederschap waar
hebben kunnen maken. En we hopen dat we na die
110 jaar iets goeds mogen achterlaten; iets waarop
u verder kunt bouwen. En misschien mogen we ook
zeggen: onze missie is voltooid en we hebben alle
vertrouwen dat de huidige generatie en de volgende
8
Belgische frater Guillaume Caubergh blikt
terug op afscheid van Suriname
“In 2011 kwam er bericht dat de drie nog aanwezige
fraters begin 2012 Suriname zouden verlaten. Door
onze algemene overste werd ik, als oud-Surinaamse
frater missionaris, uitgenodigd om bij dat afscheid
aanwezig te zijn. Voor mij was dat ook een gelegen
heid afscheid te nemen van mensen met wie ik mocht
samenwerken of die ik leerde kennen tijdens mijn 24
jaren Suriname. Ik was wel benieuwd wat en wie ik zou
terugzien. Op het eerste gezicht waren veel zaken nog
hetzelfde als voorheen; nog steeds hartelijke mensen
die je direct een thuisgevoel geven bij je medebroeders.
Het klimaat vroeg om iets meer tijd van aanpassing.
In de stad en op de wegen was het wel een stuk
drukker geworden en kreeg je de indruk dat eenieder
een auto had. Ik voelde er niets voor om weer achter
het stuur te zitten in dit verkeer. Ik was benieuwd naar
mijn oude werkplekken en de mensen die ik daar zou
ontmoeten. Taman Putro, het internaat voor Javaanse
kinderen waar ik de twee eerste jaren werkte, was al
lang omgebouwd tot Asewa Otono, het vormingscentrum
van het bisdom. Het functioneert nog net als tien
jaar geleden. Een aantal faciliteiten is aanmerkelijk verbeterd.
Bij de afscheidsviering in de kathedraal kwam
me een jongeman groeten: hij had op het internaat
gezeten en bewaarde daar goede herinneringen aan.
Het Catechetisch Centrum, waar ik vijf jaar mocht
werken, is nu een onderafdeling van de Dienst voor
Geloof, Cultuur en Communicatie van het bisdom
Paramaribo. Slechts twee mensen die daar nu aan
verbonden zijn, werkten voorheen op het Catechetisch
Centrum. Op de Kennedystichting, het doveninstituut
waar ik twaalf jaar algemeen directeur was, werd ik uitgenodigd
voor een ontmoeting met het bestuur. Ik sprak
mensen met wie ik jarenlang mocht samenwerken. Men
vertelde mij dat de school en het internaat nog goed
draaiden. Bij een rondleiding op school en internaat zag
ik veel nieuw personeel maar toch ook nog enkele oudgedienden.
Bij alle ontmoetingen met oud-medewerkers
en kennissen werden veel goede herinneringen naar
voren gehaald. Ik hoorde heel veel dankbare woorden
en meermaals werd gezegd hoe jammer men het vond
dat de fraters Suriname verlieten. Dankbaar, in Suriname
te hebben mogen wonen en dienstbaar te mogen zijn,
vertrok ook ik weer richting België.”
Het oude fraterhuis Sint Alphonsus in
de Wanicastraat, Paramaribo.
Foto boven: Paramaribo, 1923: de communiteit van de
fraters bij gelegenheid van het bezoek van de algemene
overste frater Eligius Eligh (midden, pal onder Heilig Hartbeeld).
Foto links: Paramaribo 1913: de fraters voor het eerst in
witte toog bij gelegenheid van bezoek algemene overste
pater Barnabas Verhoeven, midden rechts met zwarte
toog, met naast hem frater Chrysologus Willems,
generaal assistent.
9
namibië
historische dag
in Namibië
Zaterdag 21 april is voor de CMM-regio Namibië de boeken in gegaan als een historische dag. In aanwezigheid
van de algemene CMM-overste, frater Broer Huitema, zegende aartsbisschop Liborius Nashenda van Windhoek
de nieuwe kapel van het fraterhuis aan de Jan Jonker Road te Windhoek in, drie novicen deden hun eerste
professie, vijf Namibische fraters hernieuwden hun tijdelijke professie en frater Hermenegildus Beris kreeg een
pauselijke onderscheiding.
Het pand aan de Jan Jonker Road, tevens het hoofdkwartier
van de regio Namibië, is grondig gerenoveerd.
De kamers van de fraters gingen op de schop, de keuken
en de refter werden uitgebreid en er verrees een
nieuwe kapel. Door de toename van het aantal fraters
in Namibië waren de bestaande gebedsruimte en refter
te klein geworden voor regionale bijeenkomsten met
alle fraters.
Ex- en interieur van de nieuwe kapel.
Verrassing
Drie novicen van de regio Namibië, de fraters Nestor
Mwinoma Lita, Lawrence Banda en Juliano Mulenga,
spraken na twee jaar noviciaat hun eerste tijdelijke
professie uit in tegenwoordigheid van de algemene
overste, frater Huitema. Tevens hernieuwden
vijf Namibische fraters hun tijdelijke geloften.
De regio Namibië maakt een gestage groei door. Rond
het jaar 2000 was het aantal Nederlandse en Belgische
fraters teruggelopen tot drie. Op dit moment zijn er
twaalf fraters in de regio. Hoogtepunt van de dag was
een plechtige eucharistieviering in de nieuwe kapel,
gecelebreerd door aartsbisschop Nashenda. Tijdens de
viering vonden de professies plaats. Aan het einde was
er een verrassing voor de kleine honderd aanwezigen:
frater Huitema reikte aan de regionale overste, frater
Hermenegildus Beris, de pauselijke onderscheiding ‘Pro
Ecclesia et Pontifice’ uit. De aartsbisschop sprak een
bijzondere zegen uit over frater Hermene gildus. Mgr.
Nashenda memoreerde diens bijzondere verdiensten
voor de kerk van Namibië gedurende meer dan veertig
jaar, waarvoor hij de onderscheiding kreeg. Hij was
10
Links boven: Aartsbisschop Liborius Nashenda van Windhoek (midden) tijdens de eucharistieviering. Links onder: Eerste
tijdelijke professie van frater Lawrence Banda. Rechts boven: Frater Broer Huitema speldt frater Hermenegildus Beris de
pauselijke onderscheiding op. Rechts onder: De fraters van de regio Namibië.
schooldirecteur, secretaris-generaal van de
bisschoppenconferentie in Namibië, seminarie-docent
en publiceerde onder meer de geschiedschrijving van
de missie in Namibië, boeken over de geschiedenis
van het bisdom Keetmanshoop en een boek over de
geschiedenis van de congregatie van de Fraters CMM
in Namibië.
‘Vreugde’
“Bij mijn aantreden als algemene overste in 2002, had
ik nooit verwacht dat nu acht fraters hun professie
zouden doen in Namibië”, sprak frater Broer Huitema
tijdens de viering. “Het is niet slechts een dag van
vreugde voor de regio, maar voor de hele congregatie.”
Hij wees erop dat het tegenwoordig niet gemakkelijk
is om te kiezen voor een leven als frater. “Veel mensen
begrijpen het niet. En als een jongeman er voor gaat,
weet hij amper welke uitdagingen hem wachten. Maar,
zoals onze stichter Joannes Zwijsen heeft geschreven:
we moeten vertrouwen op God.” Jonge fraters weten
zich daarnaast gesteund door de gemeenschap waarin
zij leven, aldus de algemene overste. “Onze broederschap
wortelt in het gemeenschapsleven en vanuit de
gemeenschap treden we naar buiten om onze missie te
vervullen. In de gemeenschap dienen en bemoedigen
wij elkaar en delen wij lief en leed. We bidden, eten en
recreëren samen. En we corrigeren elkaar als dat nodig
is. Deze ‘broederlijke correctie’ is belangrijk voor ons
gemeenschapsleven”, hield hij de fraters voor. “Ga er
onbevangen mee om. We bouwen echt geen gemeenschap
op door dingen te verzwijgen. Integendeel, dat
kan destructief zijn. Ik wil jullie aansporen als broeders
open een eerlijk tegenover elkaar te zijn.”
Hoop
De algemene overste besloot zijn toespraak met het
uitspreken van de hoop “dat in regio Namibië de
CMM-missie van broederschap en barmhartigheid mag
groeien”, zo vatte hij samen. “We kunnen terugkijken
op een traditie van vijftig jaar in Namibië, op het
gebied van onderwijs. Zonder te overdrijven kan ik
zeggen dat de fraters een grote bijdrage hebben
geleverd aan de ontwikkeling van dit land door het
verzorgen van goed onderwijs. Het is onze hoop en
verwachting dat de komende generatie van de
Namibische fraters deze traditie voortzet, zodat
hun voorouders trots op hen kunnen zijn.”
Peter van Zoest
11
kort nieuws
Frater Sjaak Staats.
De kracht van
kwetsbaarheid
Krachtenbundel: de kracht van kwetsbaarheid is de titel
van een uniek boekje met twintig levensverhalen van
twintig mensen, opgetekend door medewerkers van
twintig organisaties die actief zijn op het vlak van zorg en
begeleiding van mensen met een afstand tot maatschappij
en arbeidsmarkt. De eind vorig jaar verschenen uitgave is
een productie van Reëlle Communicatie in Valkenswaard
(www.reelle.nl). Inga de Bruijn, locatiesecretaresse van
woonzorgcentrum Joannes Zwijsen in Tilburg, tekende
het levensverhaal op van frater Sjaak Staats, die niet
lang daarna, op 6 maart 2012, overleed. Ze schrijft in
een toelichting: “Wat frater Staats een leven lang voor
de jeugd, de toekomstige volwassenen, heeft gedaan,
dwingt respect af. De ingetogen en bescheiden manier
waarop hij dat vertelt, maakt de toehoorder nederig.”
Bij de tekst is een foto afgedrukt van de frater bij een
aquarium in het woonzorgcentrum. “Vissen verzorgen
in het aquarium is nu nog mijn hobby”, vertelt hij. “De
mooiste vissen zag ik op Curaçao. Op vrije zaterdagen
ging ik met mijn medefraters altijd zwemmen tussen de
koralen. Dat was een mooie, gezellige tijd, lang geleden.”
Van Curaçao verhuisde hij naar Belo Horizonte, Brazilië,
waar de fraters in 1962 het ‘Colégio Padre Eustáquio’
startten. Frater Sjaak werd er de eerste directeur van
deze school. Dertien jaar had hij er de leiding van. “We
begonnen met nul leerlingen”, blikt hij terug. “Toen we
daar weggingen waren dat er achttienhonderd. Als je me
nou zou vragen of ik ergens echt trots op ben, dan denk
ik aan wat in Belo Horizonte is neergezet. Ja, dat was
mooi. En nog steeds, want het heeft nu zelfs drieduizend
leerlingen.” Na zijn terugkeer naar Nederland in 1981 en
enkele verhuizingen, kwam hij naar woonzorgcentrum
Joannes Zwijsen. Hij besluit: “Vooruitkijkend weet ik dat
mijn lichaam steeds zwakker wordt. Na mijn hersenstaminfarct
een paar jaar geleden, heb ik altijd pijn aan mijn
benen. Het lopen gaat steeds moeilijker. Ik zie op tegen
de tijd dat ik meer hulp nodig heb. Maar tot die tijd
zal ik, zolang ik kan, genie ten van die mooie, kleurrijke
onderwaterwereld in het aquarium. Het is goed zo.
Als ik maar niet meer hoef te verhuizen.”
Gouden jubileum
St. Paul’s College, Windhoek
Op 1, 2 en 3 maart 2012 waren ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum van het St. Paul’s College in
Windhoek, Namibië, bijeenkomsten georganiseerd voor oud-leraren, oud-leerlingen, ouders en leerlingen van
de voormalige school van de fraters. De officiële viering vond op 2 maart plaats in aanwezigheid van vier
oud-directeuren, onder wie frater Hermenegildus Beris, overste van de CMM-regio Namibië. Ook in Nederland
werd aandacht geschonken aan het jubileum. De fraters die in Namibië hebben gewoond en gewerkt werden
op het generalaat in Tilburg uitgenodigd voor een feestelijk samenzijn. De algemene overste, frater Broer
Huitema, constateerde in zijn toespraak dat in vergelijking met andere missiegebieden waar de fraters hebben
gewerkt, Namibië meer oud-missionarissen heeft die nu nog leven dan welk ander gebied ook. Hij sprak zijn
dankbaarheid uit voor wat de fraters door hun scholen, clubs, en andere activiteiten hebben bijgedragen aan
de ontwikkeling van het land. Hij toonde zich ook verheugd over de regelmatige instroom van jonge Namibische
fraters, die rond het jaar 2000 is begonnen.
12
Terugblik op renovatie
‘dak van frater Andreas’
Hans Korthout van ‘J.P. Korthout Dakbeheer B.V.’ uit
Udenhout, liet 25 april in een schrijven aan het generaal
bestuur weten met voldoening en trots terug te
blikken op de renovatie van het koepeldak van de kapel
van het CMM-generalaat in Tilburg. De gebedsruimte
kampte al geruime tijd met hardnekkige vochtvlekken.
Deze bleken te ontstaan door condens ten gevolge
van een slechte isolatie en te weinig ventilatie in de
dak constructie. Het Udenhoutse bedrijf adviseerde
om het koepeldak grondig onderhanden te nemen.
Er werd een ‘dampremmende’ laag aangebracht, de
juiste isolatie en een nieuwe koperen dakbedekking die
goed kan ventileren. Nadat de offerte was goedgekeurd
werd half februari 2011 gestart met de werkzaamheden.
Begin juni was de renovatie afgerond.
Het gerenoveerde koepeldak van de kapel
van het generalaat.
“Het leuke is”, zo schrijft Hans Korthout, “dat een
bedrijf uit Udenhout, dat al meer dan 175 jaar bestaat,
een dak maakt waar frater Andreas onder begraven
ligt. Hij kwam zelf ook uit Udenhout.”
Nieuwe communiteit
in Oost-Timor
Op 11 februari 2012 werd in Suai, Oost-Timor, een nieuwe communiteit opgericht, genaamd: Mater
Misericordia. De fraters hebben er het internaat ‘Padre Dewanto SJ’ van de jezuïeten overgenomen.
In het nieuwe huis is ook tijdelijk het postulaat van de CMM-regio Oost-Timor gevestigd. Vanwege
het overlijden van frater Aquiles Monteiro werd de communiteit pas op 1 maart 2012 betrokken.
De gemeenschap bestaat uit de fraters Anselmus Weka Udjan (overste), Antonius Sipahutar (plaatsvervangend
overste/postulantenmeester) en Arcanjo Fereira (econoom).
Geassocieerden
op retraite
De geassocieerde CMM-leden en enkele kandidaat-leden
waren op 27 en 28 april 2012 op retraite in Klaarland
Bochholt. Zij werden begeleid door de fraters
Wim Verschuren (vierde van links) en Jan Koppens
(zesde van links), provinciaal CMM-overste
van Nederland.
13
nederland
Esmee de Bekker (rechts) en Vera Terra, klaar voor
hun vertrek naar ‘De Vuurhaard’ bij het Provinciehuis
van Noord-Brabant in ’s-Hertogenbosch.
‘geweldige
ervaring’
Op 1 en 2 maart 2012 waren Esmee de Bekker uit
Sint Michielsgestel en Vera Terra uit Amsterdam,
beiden 19 jaar oud, te gast in de Udenhoutse CMMcommuniteit
‘De Vuurhaard’. In het fraterhuis worden
vluchtelingen opgevangen. Het bezoek van het
tweetal was bedoeld als voorbereiding op een verblijf
in Malawi, bemiddeld door de organisatie ‘Dare2Go’,
het vroegere ‘Jongeren & Missie’. Ze berichten erover
voor ‘Fraters CMM’.
Van april tot juni 2012 gaan wij ontwikkelingswerk
doen in Malawi bij de Broeders van Maastricht (F.I.C.).
Zij zetten zich daar in voor de ontwikkeling van dorpsgemeenschappen
en voor kinderen met een handicap.
Hier werken we op een kostschool met tweehonderd
dove kinderen in de leeftijd van zes tot twintig jaar.
Wij wonen dan samen met de zusters die verantwoordelijk
zijn voor de dagelijkse zorg. Om ons hier goed
op voor te bereiden wil Dare2Go dat wij ons kunnen
inleven in een leefsituatie van anderen. We hebben
ervoor gekozen om naar het fraterhuis ‘De Vuurhaard’
te gaan. Het heeft grote indruk gemaakt op ons hoe
gastvrij de fraters waren. We kregen uitleg, we zijn
meegenomen naar de Drunense Duinen en gingen naar
een tentoonstelling over de geschiedenis van de fraters.
We hebben respect gekregen voor hun manier van
leven. Zeker ook omdat ze zich vrijwillig inzetten voor
de vluchtelingen. Hiervan is het eetcafé een hartstikke
mooi initiatief en we zijn blij dat wij daar een steentje
aan bij hebben mogen dragen. Samen hebben wij met
de vluchtelingen een vijfgangendiner gekookt, het was
een fijne manier om in contact te komen met hen. Voor
het eerst beseften wij hoe moeilijk vluchtelingen het
hebben in Nederland.
’s Avonds konden we slapen bij fraters in Tilburg. Ook
hier werden wij gastvrij ontvangen en kregen meteen
een rondleiding door heel het huis. We kregen allebei
een eigen slaapkamer en hebben nog lang met de
fraters ervaringen uitgewisseld. Ze luisterden naar
onze verhalen en wij vonden hun reisverhalen indrukwekkend.
Vrijdag 2 maart stonden we heel vroeg op
om mee te gaan bidden. We hebben nog nooit zo iets
bijzonders meegemaakt en waren ontroerd toen we
ineens hoorden dat er gebeden werd voor ons, dat ons
niks overkomt in Malawi en dat we er een mooie tijd
zullen hebben. Als dank voor al deze mooie ervaringen
hebben we voor de avondmaaltijd in ‘De Vuurhaard’
gezorgd. We hebben gekookt met een aantal vluchtelingen
voor de fraters en de rest van de vluchtelingen.
We hebben ook nog tijd gehad om spelletjes te doen,
zodat we nog lekker hebben kunnen lachen met elkaar.
Wij vonden het mooi om te zien dat we de vluchtelingen
aan het lachen maakten zodat ze even hun
zorgen vergaten. Wij willen iedereen bedanken voor
deze geweldige ervaring en we hopen dat ‘De Vuurhaard’
nog lang blijft bestaan!
Esmee de Bekker en Vera Terra
14
nederland
Protestantse
studenten te gast
Volgens een nog prille traditie ontvangen de fraters in Tilburg jaarlijks een groep studenten van de Pabo
van de Driestar Hogeschool te Gouda. Deze opleiding tot leraar basisonderwijs heeft een protestantschristelijke
grondslag. De studenten maken in Tilburg op het generalaat en bij de Elim-communiteit kennis
met een katholieke gemeenschap van religieuzen die zich vanaf 1844 richt op onderwijs en opvoeding in
gebieden over de hele wereld. Ewald Kloosterman en Rick Lekkerkerk blikken terug op het laatste bezoek
van de studenten op 11 april.
Frater Edward Gresnigt houdt een inleiding voor de
studenten over de Fraters CMM in de kapittelzaal
van het generalaat.
Frater Pieter-Jan van Lierop leidt de studenten rond
in het Fratermuseum.
In twee groepen die halverwege de dag wisselden,
kregen wij, protestantse jongeren, een indruk van wat
een frater is en hoe het met de fraters in Nederland en
daarbuiten gesteld is. In het generalaat stond de informatie
over de fraters centraal. Hierdoor werd het voor
ons duidelijk waar ze voor staan en hoe ze dat invullen.
Prachtig was het om te zien hoe trots de fraters zijn op
hun gemeenschap tijdens het rondleiden door het huis.
Trots en betrokkenheid, maar ook heel veel eenvoud
kwamen naar voren tijdens deze ontmoeting in het
generalaat.
Goede gesprekken
Naast de kennis die we vooral kregen in het generalaat,
hebben we ook de praktijk gezien in de Elim-communiteit.
Daar werden we ook zeer gastvrij ontvangen
door de fraters. Na een meditatieve introductie volgde
een duidelijke uitleg over het leven van de fraters. De
leefregel werd toegelicht, en ook de bijbel als inspiratiebron
belicht.
Aansluitend volgde een rondleiding door het fraterhuis,
waarbij gesprek centraal stond. Zo waren er in meerdere
groepen goede gesprekken waarbij wederzijds
contact en uitwisseling van geloofs belevingen centraal
stonden. Er werd gesproken van hart tot hart. Hierbij
kwamen zowel verschillen als overeenkomsten aan het
licht.
Wij leerden vooral van de meditatieve en rustige,
sobere levensstijl van de fraters in de Elim-communiteit.
Ze leven in de maatschappij en leveren een actieve
bijdrage aan de parochie. Maar toch staat meditatie
en het op God gericht-zijn bij hen hoog in het vaandel.
Wij als protestanten kunnen hier veel van leren. Voor
we het weten worden we vaak opgeslokt door de waan
van de dag en zijn stilte en meditatie aan ons hart
voorbijgegaan.
Geest en daad
Aan het einde van deze morgen werd een gebedsbijeenkomst
gehouden. Samen zongen we nog wat liederen
uit de bundel die we bij ons hadden. Aansluitend
werden de overeenkomsten tussen protestanten en
katholieken op het bord gezet. Op belangrijke
punten raken wij elkaar in geest en daad.
15
nederland
Echter op cruciale punten is er sprake van een verschillende
omgang met de bijbel. Ook loopt de kijk op het
verlos singswerk van Christus uiteen.
Eerbied
Bij de focus op overeenkomsten kwamen ook ‘vorm’ en
‘liturgie’ naar voren. Voor ons zijn dat ook aandachtspunten
en wij werden door de houding van de fraters
beschaamd wat betreft de eerbied voor alles wat met
God en Zijn dienst te maken heeft. Aandacht voor de
liturgie, de symboliek en de vieringen is waardevol en
heeft veel goeds in zich. Met de reformatie zijn wij
soms te veel hiervan kwijtgeraakt. Voor ons was het
ook wel weer leuk om te horen dat een frater opmerkte
ook van Luther geleerd te hebben. Zo worden we van
beide kanten door elkaar aangescherpt. Jezus is voor
de fraters het grootste voorbeeld dat ze volgen.
Deze benadering van Jezus als voorbeeldfunctie, zien
wij als eenzijdig, maar zet ons ook aan het denken.
Tenslotte was Hij het die ons heeft voorgeleefd, die
aandacht toonde voor armen, zwakken, ellendigen,
zieken en hulpelozen. Zo mogen wij als arme en schuldige
zondaren alleen onze redding zoeken in Hem, totdat Hij
Zijn eeuwige zondaarsliefde uitstort in ons hart, en wij
door het geloof, bewerkt door Zijn Geest, opnieuw een
levende relatie met Hem hebben.
Ewald Kloosterman en Rick Lekkerkerk
Foto links: Frater Joop van Dooremaal in gesprek met een
van de studenten in het Fratermuseum.
Foto onder: De studenten tijdens de gebedsdienst in de kapel
van het generalaat.
16
nederland
‘Uitgeverij Zwijsen’, 1933
Markant gebouw
Uitgeverij Zwijsen
gesloopt
In het voorjaar van 2012 werd het leegstaande gebouw gesloopt waar tot 2005 ‘Uitgeverij Zwijsen’
in was gehuisvest. Het kenmerkende pand langs de spoorlijn was een van de laatste restanten van de
oude bebouwing op het kleine stukje Tilburg, waar de congregatie van de Fraters CMM tot wasdom
kwam. Wat er nog van blijft is een deel van de oude kloostermuur die het domein van de fraters vroeger
afschermde van de buitenwereld.
Pal naast het generalaat van de fraters, tegenover het
slooppand, startte in 2006 de bouw van het woonzorgcentrum
Joannes Zwijsen. Het verving het 1974 in
gebruik genomen gelijknamige kloosterverzorgingshuis.
Op 26 maart 2009 vond de officiële opening plaats.
Het complex is gebouwd door woningcorporatie TBV
Wonen, in samenwerking met zorginstelling de Wever
en de congregatie van de Fraters CMM. Op de vierde
en vijfde verdieping zijn veertig appartementen
voor fraters.
Het woonzorgcentrum staat op historische grond,
zoals Charles van Leeuwen, studiesecretaris van de
Fraters CMM, met een PowerPoint-presentatie liet
zien. “Lange tijd was dit gebiedje, ongeveer in het
midden gelegen tussen de kernen van ’t Heike en ’t
Goirke, een onbebouwd stuk land gebleven, waar nog
wat natuur en frisse lucht te vinden was. Daarom werd
de plek in de volksmond ook wel ‘De Locht’ genoemd.
Er lagen enkele uitspanningen en in 1829 verrees er
in deze groene en rustige omgeving ook het eerste
gasthuis (ziekenhuis, red.) van de zich snel ontwikkelende
stad. De weg die ernaartoe leidde, heette dan ook al
gauw ‘Gasthuisstraat’ en zou later ‘Gasthuisring’ worden
genoemd. Naast het gast huis, waar de verpleging in
handen was van enkele katholieke zusters, werd in het
voorjaar van 1845 een klein statig kloostertje gebouwd
voor een nieuwe congregatie van fraters. Het was
een mooie locatie voor een religieuze gemeenschap,
niet ver van de zusters, tamelijk centraal gelegen en
toch enigszins buiten.”
17
nederland
Links: Het generalaat van de fraters met ernaast de nieuwbouw van woonzorgcentrum Joannes Zwijsen.
Midden en rechts: Restanten van de oude tuinmuur die het complex van de Fraters CMM omgaf, met Mariabeeld
van frater André Boss (1902-1973).
Enorm complex
De studiesecretaris schetste vervolgens de ontwikkelingen
in de begintijd van de congregatie: “Al in september
van datzelfde jaar trokken de eerste drie fraters
in het nog naar verf riekende pand. Er was niemand
die toen kon voorzien wat er op datzelfde kloosterterrein
allemaal nog zou ontstaan. De fraters begonnen
meteen al met de opvang van enkele weesjongens in
hun huis. Na enkele jaren waren er zoveel weeskinderen,
wel dertig of veertig, dat er naast het klooster een
apart weeshuis moest worden gebouwd. De jongens
kregen van de fraters niet alleen onderwijs, maar
werden ook aan het werk gezet in een kleine drukkerij
en uitgeverij die ‘Drukkerij RK Jongensweeshuis’ werd
genoemd en later tot de bekende ‘Uitgeverij Zwijsen’
zou worden omgedoopt. De fraters begonnen ook met
onderwijs voor andere kinderen, maar hun scholen
bouwden ze niet op deze buitenplaats maar midden in
de stadskernen van onder meer ’t Heike en ’t Goirke.
Het aantal scholen groeide snel en er ontstond dus
behoefte aan onderwijzers. Zo begonnen de fraters
in de spreekkamers van hun klooster met een kweekschool,
die al snel uitgroeide tot een opleiding met
elk jaar wel vijftig kwekelingen, waarvoor een aparte
vleugel en later een eigen gebouw werd ingericht.”
Op het terrein verrees een grotere kapel en later ook
een eigen kerk, de zogeheten Paterskerk. Ook kwam
er een ambachts- en een zondagschool, om ook de
werkende jeugd nog aanvullende scholing te bieden,
en het eerste Tilburgse gymnasium. Het klooster had
zich inmiddels ontwikkeld tot een enorm complex,
waar honderdvijftig fraters woonden en zo’n tweehonderd
jongeren in de leer waren.
Achteraanzicht van het CMM-moederhuis met
kerk, kapel en tuin met kerkhof (1925),
In 1846 werd de ‘Drukkerij RK Jongensweeshuis’ opgericht.
In 1931-1933 bouwde de congregatie voor
de drukkerij/uitgeverij in de Fraterstraat een fraai
pand (zie pagina 17), ontworpen door de architect
Constant Panis (1891-1972). De drukkerij/uitgeverij
heette vanaf 1958 ‘Uitgeverij Zwijsen’. Tot 2005
bleef deze gevestigd in het kenmerkende gebouw.
In dat jaar werden de bovenste vier verdiepingen
betrokken van het nieuwe kantorengebouw ‘Het
Laken’, gelegen op een steenworp afstand van de
Fraterstraat. In het voorjaar van 2012 is het leegstaande
oude gebouw gesloopt (zie foto onder).
Peter van Zoest
18
azilië
50 jaar
Colégio Padre Eustáquio
In aanwezigheid van de algemene overste, frater Broer Huitema, werd op 3 maart 2012 in Belo
Horizonte, Brazilië, het gouden jubileum gevierd van de lagere en middelbare school, het Colégio
Padre Eustáquio. De eucharistieviering bij die feestelijke gelegenheid werd gecelebreerd door
hulpbisschop Joaquim Giovanni Mol Guimarães van het aartsbisdom Belo Horizonte.
Bisschop Joaquim Giovanni Mol Guimarães geeft de
algemene overste een warme Braziliaanse omhelzing
tijdens de eucharistieviering.
Gasten tijdens de jubileumviering.
Zo’n achtduizend mensen waren afgekomen op de
jubileumviering, die tegelijkertijd ook een reünie was.
Frater Nicácio Huiskamp stond, zoals hij dat nog dagelijks
doet, bij de voordeur van de school om iedereen te
begroeten. Verschillende bands, voornamelijk bestaande
uit leerlingen, oud-leerlingen en leraren, luisterden
de viering muzikaal op.
‘Geest van de congregatie’
Frater Broer Huitema memoreerde in zijn jubileumtoespraak
dat de school vanaf het begin, in 1962,
onder leiding van fraters heeft gestaan. De eerste
helft van het bestaan hadden de fraters ook de dagelijkse
leiding. “We denken hier met respect aan frater
Inócencio (Sjaak) Staats. Hij was de eerste directeur;
hij stond aan het begin van een vruchtbare ontwikkeling
van deze school. Als pionier heeft hij de basis
gelegd van het huidige succes. Dat is doorgezet door
zijn opvolger, frater Nicácio Huiskamp. De frater die
alle leerlingen persoonlijk bij naam kende. Zo heeft
hij duizenden leerlingen leren kennen. Hij heeft een belangrijk
stempel op de school gedrukt. Als congregatie
zijn we dankbaar voor zijn grote verdiensten voor de
school. Door zijn sterk persoonlijke benadering heeft
hij op een natuurlijke manier laten zien, dat een school
veel meer is dan een plek waar academische prestaties
worden geleverd, hoe belangrijk dat overigens ook is!
Beide fraters hebben niet anders gedaan dan zich in de
geest van de congregatie in te zetten voor de school,
de leraren en de leerlingen. Na frater Nicácio werd er
de eerste lekendirecteur benoemd. De mogelijkheden
om een frater opnieuw te benoemen werden steeds
beperkter, maar we mogen ons gelukkig prijzen dat
de achtereenvolgende directeuren in de geest van
de congregatie de school en de schoolbevolking
hebben gediend.”
‘Trots’
De algemene overste dankte de lekendirecties die zich
hebben ingespannen om de band met de congregatie
te behouden en zorg te hebben voor leerlingen, leraren,
onderwijsondersteunend personeel, administratieve
en secretariële medewerkers, de technische staf, de
bewakers en het kantinepersoneel. “Zij allen bepalen
de sfeer van de school; gezamenlijk bepalen zij of
leerlingen zich thuis voelen, op hun gemak,
19
IN MEMORIAM
geaccepteerd. En dat is mijn ervaring, al die jaren dat
ik de school binnenloop, dat leerlingen een klimaat
aantreffen waarin ze zich kunnen ontplooien, academisch,
religieus én als mens die op weg is naar volwassenheid.
Bij gelegenheid van dit jubileum wil ik u
daarvoor dank zeggen en u van harte gelukwensen.
We zijn trots op u en op uw voorgangers. En ik hoop
dat u in dezelfde geest verder gaat.”
Frater Broer Huitema feliciteerde en dankte tenslotte
ook de fraters van de CMM-regio Brazilië en hun
voorgangers. Hij besloot: “Vijftig jaar geleden zijn
de fraters met Colégio Padre Eustáquio begonnen.
Veel fraters uit Nederland en België hebben er hun
beste krachten aan gegeven. Geleidelijk hebben de
Nederlandse fraters zich terug moeten trekken uit de
directe zorg voor de leerlingen en zich moeten beperken
tot een bestuurlijke inzet. We zijn echter blij dat
nu, na vijftig jaar, opnieuw enkele fraters concreet
betrokken zijn bij de school, zoals onze Braziliaanse
fraters Alan Robert Aparecido Benevenuto en Craudeci
Moreira en frater Damasus Dobat uit Indonesië.”
Op 6 maart, enkele dagen na de jubileumviering,
werden de feestelijkheden rond het jubileum overschaduwd
door het overlijden in Tilburg van de
eerste directeur van het Colégio Padre Eustáquio,
frater Inócencio (Sjaak) Staats. Aan de vooravond
van het gouden feest kreeg hij door leden van het
generaal bestuur van de congregatie nog een mooie
bos bloemen aangeboden.
Frater Nicácio Huiskamp met bezoekers van
de jubileumviering.
Frater
William (W.C.J.) Verheijen
Hij werd geboren te Goirle op 28 september 1925 en
trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve
Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op
29 augustus 1942. Hij legde zijn professie voor
het leven af op 15 augustus 1947. Hij overleed op
6 november 2011 in het St. Elisabeth Ziekenhuis in
Tilburg en werd begraven op het kerkhof van
de fraters op landgoed ‘Huize Steenwijk’ in Vught.
Via opleiding en vorming bij de fraters groeide frater
William uit tot een man van de gemeenschap. Hij behaalde
enkele akten en was werkzaam op basisscholen
in ‘s-Hertogenbosch en ‘s-Gravenhage, later op Mavoscholen
in Deurne en Oss. In 1964 deed de congregatie
een beroep op hem om te gaan werken in Californië.
Hij vertrok samen met enkele medebroeders naar
de nieuwe stichting. Aan de Loyola University in
Los Angeles behaalde hij achtereenvolgens een graad
in wis- en natuurkunde, opvoedkunde en theologie.
Zijn liefde ging uit naar wiskunde. Die bevlogenheid
probeerde hij over te dragen aan de studenten van de
‘Santa Clara High School’ in Oxnard, waar hij meer dan
dertig jaar werkzaam was. Nadat de communiteit van
Oxnard was opgeheven, keerde frater William in 2002
terug naar Nederland. Hij werd lid van de communiteit
in Reusel. In 2008 werd die communiteit gesloten en
verhuisde hij opnieuw, nu naar woonzorgcentrum
Joannes Zwijsen in Tilburg. Tijdens feestelijke gelegenheden
konden Williams medebroeders rekenen op een
puzzel van zijn hand. Langzaam maar zeker begon hij
het leven los te laten. Hij keek er met voldoening op
terug. Vrij onverwacht riep de Heer van het Leven
hem op.
20
Frater
Aquiles (D.) Monteiro
Frater
Gummarus (J.A.) van Gils
Hij werd geboren te Fatulia, Oost-Timor, op 3 februari
1985 en trad in de Congregatie van de Fraters van
Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te
Tomohon op 30 april 2006. Hij legde zijn eerste
professie af op 10 april 2008. Hij overleed op 9
februari 2012 in het ziekenhuis te Dili en werd
begraven op het kerkhof van Santa Cruz in Dili.
Na zijn noviciaatstijd in Indonesië werd frater Aquiles
in 2008 verplaatst naar Dili om daar te helpen zijn
geboorteland Oost-Timor mee op te bouwen. Hij werd
onderwijzer aan de op de basisschool van de parochie
Becora en ging in Dili Portugees studeren, de officiële
taal van Oost-Timor. Vanwege zijn goede contacten
met de jeugd werd hij uitgekozen Oost-Timorese
jongeren te begeleiden die als ‘Ambassadeurs van een
wereldwijde broederschap’ werden uitgezonden naar
vormingsdagen in Nederland en de Wereldjongerendagen
in Madrid in 2011. Teruggekeerd in Dili voelde hij
zich ziek. Medisch onderzoek wees uit dat hij leed aan
een ernstige nierziekte. Hiervoor werd hij maandenlang
verpleegd in Surabaya, Indonesië, en in Dili. Op 7
februari verergerde zijn kwaal en op 9 februari overleed
hij. Frater Aquiles was een geziene frater met wie
men graag te doen had. Hij was bescheiden, vrolijk en
humoristisch. Opdrachten voerde hij met enthousiasme
en verantwoordelijkheidsgevoel uit. Toen hij ziek werd,
aanvaardde hij zijn lot vol hoop op genezing en bleef
tot het einde toe de blije frater die hij altijd is geweest.
Wij vinden troost in de overtuiging dat frater Aquiles
is als een graankorrel die in de aarde valt en sterft om
duizendvoudig vrucht te gaan dragen.
Hij werd geboren te Made en Drimmelen op 16 augustus
1922 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze
Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op
19 maart 1943. Hij legde zijn professie voor het leven af
op 15 augustus 1947. Hij overleed op 29 februari 2012 in
de communiteit van Joannes Zwijsen in Tilburg en werd
begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed
‘Huize Steenwijk’ in Vught.
Hij was een man van aanpakken binnen de communiteit
van het Moederhuis in Tilburg en later in Goirle.
In 1945 verhuisde hij naar ‘Huize De La Salle’ in Boxtel.
Als surveillant zorgde hij drie jaar voor de jongens aan
zijn zorgen toevertrouwd. In 1948 werd hij gevraagd
zich in te gaan zetten op Curaçao. Daar werkte frater
Gummarus op ‘Huize Scherpenheuvel’, waar jongens
opgevangen werden, naar school gingen of een vak
leerden. Een kwart eeuw zette hij zich in voor kansarme
jongeren. Tien jaar lang was hij plaatsvervangend
overste van de communiteit van Scherpenheuvel en
regionaal bestuurslid. Eind 1995 keerde hij samen met
zijn medebroeders, terug naar Nederland. Na drie jaar
Udenhout werd hij lid van de communiteit Joannes
Zwijsen in Tilburg. In beide plaatsen had hij een werkwinkel.
Hij vond er zijn weg, bracht humor. Langzaam
namen zijn krachten af en in de laatste jaren kwam er
een sluier over zijn geest. De laatste jaren werd frater
Gummarus met liefde verzorgd in woonzorgcentrum
Joannes Zwijsen. Hij was een man van gemeenschap
en hartelijke relaties. Hij hield van zijn familie.
Wij geloven dat God hem nu in liefde heeft
ontvangen.
21
in memoriam
Frater
Sjaak (J.J.S.) Staats
Frater
Stefano (M.B.) Bulkens
Hij werd geboren te Hillegom op 21 januari 1923 en
trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve
Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op
29 augustus 1939. Hij legde zijn professie voor het
leven af op 15 augustus 1944. Hij overleed op 6 maart
2012 in het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg en werd
begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed
‘Huize Steenwijk’ in Vught.
Nadat hij in 1943 zijn onderwijzersdiploma had behaald,
werkte hij op enkele basisscholen in Tilburg en
Zwolle. In 1951 werd frater Sjaak uitgezonden naar de
Nederlandse Antillen. Hij kreeg de leiding toevertrouwd
van het college in Willemstad. Na acht jaar werd hij
verzocht te verhuizen naar een nieuwe stichting van de
fraters in Belo Horizonte, Brazilië. In 1962 startten de
fraters daar het ‘Colégio Padre Eustáquio’. Frater Sjaak
werd er de eerste directeur. Dertien jaar leidde hij het
college. Hij wist van aanpakken, samenwerken en ondernemen,
voelde zich verantwoordelijk zowel voor het
personeel als voor de kinderen aan zijn zorgen toevertrouwd.
Waar hij kon droeg hij ook bij aan de opbouw
van zijn religieuze gemeenschap. Hij diende die als
regionale overste, communiteitsoverste of als lid van
het regionaal bestuur. Eind 1981 keerde frater Sjaak
terug naar Nederland. Hij zette zich in voor onder
meer missionair en sociaal werk en onderhield goede
contacten met zijn familie en met zijn Braziliaanse
vrienden. Een acute verslechtering van zijn gezondheid
zorgde ervoor dat hij vanuit woonzorgcentrum Joannes
Zwijsen opgenomen moest worden in het ziekenhuis,
waar hij overleed. Frater Sjaak hoopte God van aangezicht
tot aangezicht te kunnen ontmoeten. Mag hem
dat nu gegeven zijn.
Hij werd geboren te Escharen op 23 oktober 1920 en
trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve
Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 29
augustus 1941. Hij legde zijn professie voor het leven
af op 15 augustus 1946. Hij overleed op 30 maart
2012 in de communiteit van Joannes Zwijsen te Tilburg
en werd begraven op het kerkhof van de fraters op
landgoed ‘Huize Steenwijk’ in Vught.
Na het noviciaat werd hij gevraagd om op diverse
plaatsen - in meestal grote keukens - te gaan werken.
In 1949 vertrok hij naar Suriname. Daar zette frater
Stefano zich in voor zijn medebroeders en voor de
jongens van het Bonifaas-internaat. In grote trouw
en broederschap was hij aanwezig. Vier jaar lang was
hij plaatsvervangend overste van de communiteit.
Zijn optimistische levenshouding en zijn gulle lach
zorgden ervoor dat men graag met hem van doen
had. In 1992 keerde hij terug naar Nederland. Hij nam
zijn intrek in de communiteit van Joannes Zwijsen.
Ook daar was hij een man van de gemeenschap. Zijn
glimlach en positieve instelling waren alom bekend
en werden zeer gewaardeerd. De laatste tijd ging zijn
gezondheid sterk achteruit. Veel waardering had hij
voor verpleegkundigen en verzorgenden die hem hielpen
in deze fase van zijn leven. Langzaam brandde zijn
levenskaars op. In grote eenvoud had frater Stefano
geleefd, in grote eenvoud vertrouwde hij zich toe aan
God die Liefde is. We zijn dankbaar dat we hem zeventig
jaar in ons midden mochten hebben. We vertrouwen
hem toe aan de Barmhartige, die in Jezus liet
zien dat de dood het einde niet is.
22