Toelichting - Gemeente West Maas en Waal
GEMEENTE WEST MAAS EN
WAAL
Bestemmingsplan Beneden Leeuwen, Park
Zijveld
Toelichting
131-029 vastgesteld 4 april 2013
INHOUD
BLZ
1. INLEIDING................................................................................. 3
1.1. Aanleiding....................................................................................... 3
1.2. Begrenzing plangebied................................................................... 3
1.3. Juridisch kader ............................................................................... 4
1.4. Leeswijzer ...................................................................................... 4
2. BESTAANDE SITUATIE........................................................... 6
2.1. Algemeen ....................................................................................... 6
2.2. Ruimtelijke structuur....................................................................... 6
2.3. Functionele structuur...................................................................... 7
2.4. Bestaande situatie locatie .............................................................. 7
3. BELEIDSKADERS .................................................................... 9
3.1. Europees en rijksbeleid.................................................................. 9
3.2. Provinciaal en gemeentelijk beleid............................................... 11
3.3. Gemeentelijk beleid...................................................................... 13
4. PLAN ....................................................................................... 14
4.1. Stedenbouwkundig plan............................................................... 14
4.2. Verkeer en parkeren..................................................................... 14
5. ONDERZOEK / VERANTWOORDING................................... 15
5.1. Bedrijven en milieuzonering ......................................................... 15
5.2. Geurhinder en Veehouderij .......................................................... 16
5.3. Geluidhinder (wegverkeerslawaai)............................................... 17
5.4. Luchtkwaliteit................................................................................ 19
5.5. Externe veiligheid ......................................................................... 20
5.6. Bodem- en asbestonderzoek ....................................................... 21
5.7. Landschap.................................................................................... 22
5.8. Archeologische en cultuurhistorische waarden............................ 22
5.9. Watertoets .................................................................................... 24
5.10. Flora en fauna........................................................................... 24
6. JURIDISCHE PLANOPZET .................................................... 32
6.1. Inleiding ........................................................................................ 32
6.2. Opbouw van de regels ................................................................. 32
6.3. Bestemmingen ............................................................................. 32
7. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID ................................. 35
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 1
8. OVERLEG EN INSPRAAK ..................................................... 36
8.1. Overleg......................................................................................... 36
8.2. Inspraak........................................................................................ 36
8.3. Zienswijzen................................................................................... 36
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 2
1. INLEIDING
1.1. Aanleiding
Het onderhavige bestemmingsplan wordt in procedure gebracht om de
planologische basis te leggen voor woningbouwplannen voor de locatie
Van Heemstraweg 84 in Beneden-Leeuwen, inclusief de ontsluiting over
het perceel vanaf de Zijveld. Het plan omvat de realisatie van een viertal
(zorggeschikte) twee-onder-één-kapwoningen en een (zorggeschikte)
vrijstaande woningen. De bestaande woning, eveneens onderdeel van
het bestemmingsplan, blijft gehandhaafd.
1.2. Begrenzing plangebied
Ligging plangebied
Het plangebied is gelegen binnen de kern Beneden-Leeuwen en betreft
het perceel Van Heemstraweg 84, gesitueerd op de hoek Van
Heemstraweg met de Zijveld.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 3
1.3. Juridisch kader
Voor het plangebied vigeert het bestemmingsplan “Kom Beneden-
Leeuwen” dat is vastgesteld op 7 april 2011.
De gronden in het plangebied vallen binnen de bestemming ‘Wonen-1’.
Het aantal woningen conform onderhavige ontwikkeling past niet in de
vigerende regeling. Om de ontwikkeling mogelijk te maken is het nodig
om het geldende bestemmingsplan gedeeltelijk te herzien ex artikel 3.1
Wro.
Uitsnede vigerend plan
1.4. Leeswijzer
De voorliggende toelichting is als volgt opgebouwd:
inleiding
Voorgaande beschrijving van de ligging van het plangebied, de vigerende
bestemmingsplanregelingen en een motivering van het
bestemmingsplan;
bestaande situatie
In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de bestaande
situatie;
beleidskader
Een samenvatting van de relevante beleidskaders op landelijk,
provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau ten aanzien van
voorliggend bestemmingsplan;
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 4
planbeschrijving
Het planconcept wordt kort toegelicht en vervolgens volgt een
beschrijving van het voorgenomen initiatief in het plangebied;
Onderzoek / verantwoording
In dit hoofdstuk komen de relevante randvoorwaarden – bijvoorbeeld:
aanwezige bedrijvigheid, bodemgesteldheid, landschap en archeologie
Vervolgens wordt nader ingegaan op de waterhuishouding, flora en
fauna, luchtkwaliteit en externe veiligheid. De voorgenoemde aspecten
kunnen namelijk leiden tot beperkingen voor de bouw- en
gebruiksmogelijkheden;
Juridische planopzet
Een toelichting op de opzet en inhoud van de verbeelding en de regels,
ofwel het juridisch plan;
economische uitvoerbaarheid
Een financieel-economische toelichting bij het voorliggende
bestemmingsplan;
Overleg en inspraak
Dit hoofdstuk behandelt de maatschappelijke haalbaarheid van het
project.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 5
2. BESTAANDE SITUATIE
2.1. Algemeen
De gemeente West Maas en Waal ligt in het Gelders rivierengebied en
wel in het meest zuidelijke deel ervan. De rivieren de Maas en de Waal
vormen de zuidelijke en de noordelijke natuurlijke begrenzing van de
gemeente. De gemeente is sinds 1984 ontstaan door samenvoeging van
de gemeenten Appeltern, Dreumel en Wamel en heeft ongeveer 18.300
inwoners.
Verspreid door de gemeente liggen de dorpen Alphen, Altforst, Appeltern,
Beneden-Leeuwen, Boven Leeuwen, Dreumel, Maasbommel en Wamel.
Elk dorp heeft zo haar eigen karakteristiek, die voornamelijk bepaald
wordt door de rivier waaraan ze liggen. Het Waaldorp Beneden-Leeuwen
ligt direct ten zuiden van de Waalbandijk waarachter ten noorden een
uitgestrekt uiterwaardengebied ligt. Aan de zuidzijde van de kern vormen
de komgronden, voornamelijk bestaande uit agrarische kavels en enkele
boomgaarden, de begrenzing.
Van oudsher vormt de Van Heemstraweg de verbinding in oostwest
richting. De weg, vroeger de Koningsweg, was een belangrijke verbinding
over land tussen de handelssteden Tiel en Nijmegen.
2.2. Ruimtelijke structuur
Karakteristiek voor Beneden-Leeuwen zijn de oost-west lopende lijnen.
Met name de Waalbandijk en de Zandstraat worden gekenmerkt door
historische lintbebouwing, die in de loop der jaren is verdicht. Aan de
Zandstraat is het dorpscentrum met voorzieningen gelegen. Bijzondere
elementen aan de Zandstraat zijn de kerk, de molen, het voormalig
gemeentehuis en enkele beeldbepalende en karakteristieke panden (Tboerderijen
en villa’s).
Vanaf de Waalbandijk heeft men zicht op de rivier en over een deel van
de kern. Opvallend zijn de wielen met het daarbij gelegen groen, die de
kern lucht en ruimte geven.
Een derde structurerende oost-west lopende lijn/weg is de Van
Heemstraweg. Deze weg vormt momenteel de zuidelijke begrenzing van
de kern, met de (toekomstige) realisatie van Het Leeuwse Veld zal het
centraler in het dorp komen te liggen. Na de doortrekking van de N322
heeft de van Heemstraweg de functie als doorgaande route door het
Land van Maas en Waal verloren en is de verkeersintensiteit verminderd.
De Van Heemstraweg bestaat uit een gevarieerde lintbebouwing. Dit is
zichtbaar in de ruimtelijke uitstraling met onder andere verspringende
rooilijnen, wisselende bouwmassa’s en architectonische vormgeving.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 6
2.3. Functionele structuur
De Van Heemstraweg, gelegen aan de zuidzijde van de
ontwikkelingslocatie, wordt aan beiden zijden geflankeerd door een
gevarieerde bebouwing die een zekere afwisseling en menging van
functies kent als (zakelijke) dienstverlening, (agrarische) bedrijvigheid en
wonen. De Van Heemstraweg (N322) heeft momenteel een breed profiel
met weinig groen. Door de aanleg van het nieuw tracé voor de
provinciale weg N322 (Maas en Waalweg), zal de Van Heemstraweg een
lokale functie krijgen en kan dan een herprofilering ondergaan, waarbij
ook meer ruimte voor groen wordt gecreëerd. De bereikbaarheid en
zichtbaarheid vanaf deze weg heeft voor een belangrijk deel bijgedragen
aan de ontwikkeling van diverse functies erlangs.
2.4. Bestaande situatie locatie
Het plangebied wordt gevormd door een circa 2.500 m 2 groot terrein dat
voornamelijk uit tuin bestaat en voor een klein deel uit openbare ruimte.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 7
De tuin bestaat voor een belangrijk deel uit gazon en geitenwei
(oostzijde). Verspreid door de tuin staat enige opgaande begroeiing in de
vorm van struiken en vrij jonge bomen. Langs de zuidwest- en westrand
staat een droge sloot met daarlangs een groene singel met berk, zwarte
els, es en esdoorn en ondergroei van struiken. In de zuidoosthoek
bevinden zich een schuur die is opgebouwd uit enkelsteens muren met
een golfplaten dak zonder beschot of isolatie en een carport. Langs de
singel loopt buiten het plangebied een ondiepe sloot. De openbare ruimte
in de noordwesthoek van het plangebied bestaat uit een geasfalteerd
fietspad met grasberm.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 8
3. BELEIDSKADERS
3.1. Europees en rijksbeleid
Nota Ruimte
In de Nota Ruimte, die in werking is getreden op 27 februari 2006, staan
de uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland
beschreven. In de nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven,
waarin ontwikkelingsplanologie, de ruimtelijke hoofdstructuur van
Nederland (RHS), een ‘basis kwaliteit’ en de lagenbenadering een
belangrijke rol spelen.
Een aantal ruimtelijke structuren en netwerken dat in belangrijke mate
ruimtelijk structurerend is voor Nederland als geheel (van nationaal
belang), vormt samen de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur (RHS). Het
rijk zal zich intensief bemoeien met de uitwerking van het beleid voor
deze gebieden. Tot de RHS behoren onder andere de zes stedelijke
netwerken, de mainports, natuurbeschermingsgebieden en de EHS.
Buiten deze RHS zal het rijk zich terughoudend en selectief opstellen en
wordt een generieke basiskwaliteit nagestreefd.
Voor alle ingrepen binnen en in de nabijheid van de groene contour die
mogelijk bestaande waarden en wezenlijke kenmerken aantasten geldt
het ‘nee-tenzij’ principe.
Uitsnede kaart RHS, water, natuur, landschap
De projectlocatie is niet gelegen binnen de RHS
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 9
Flora- en faunawet
In deze wet wordt de wettelijke bescherming van in het wild levende
planten en dieren geregeld. Dit is met name van belang voor
natuurwaarden die buiten de EHS en de beschermde natuurgebieden
voorkomen. Dit betekent dat handelingen waarmee beschermde dieren
worden verontrust, verjaagd, gevangen of gedood, zijn verboden. Ook
het verontrusten en beschadigen van rust- en voortplantingsplaatsen van
beschermde dieren is verboden.
Natuurbeschermingswet
Om te voldoen aan de internationale richtlijnen is in 1998 een nieuwe
Natuurbeschermingswet opgesteld, welke in 2005 in gewijzigde vorm in
werking is getreden. Deze Natuurbeschermingswet richt zich alleen op de
gebiedsbescherming; de verplichtingen voor soortbescherming zijn
vastgelegd in de Flora- en faunawet. Met het in werking treden van de
(nieuwe) nationale wetgeving verdwijnen de Europese Vogel- en
Habitatrichtlijn naar de achtergrond.
De bescherming van Natura 2000 gebieden volgens de
Natuurbeschermingswet is vergelijkbaar met de bescherming volgens
artikel 6 van de Habitatrichtlijn. Nederland past een vergunningenstelsel
toe om een zorgvuldige afweging te waarborgen rond projecten die
mogelijk gevolgen hebben voor de afspraken als vastgelegd in Natura
2000. De betreffende vergunningen kunnen worden verleend door de
provincie. Daarnaast zal Nederland in de komende jaren voor alle
gebieden die samen Natura 2000 vormen, beheerplannen opstellen.
Hiermee wordt duidelijk welke activiteiten wel en niet mogelijk zijn in en
om die gebieden.
Onderstaande afbeelding geeft de EHS weer zoals deze is vastgesteld
door provinciale staten in juli 2009. Het plangebied (rood omcirkeld) ligt
niet in de EHS.
Atlas Groen Gelderland
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 10
3.2. Provinciaal en gemeentelijk beleid
De Wet ruimtelijke ordening
Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. Deze
wet verandert niets aan de inhoud van het Streekplan ‘Gelderland 2005’.
Het enige is dat de term ‘streekplan’ niet meer gebruikt wordt. Daarvoor
in de plaats heet het streekplan ‘structuurvisie’. Dit op basis van de
invoeringswet Wro.
Streekplan Gelderland 2005
De provincie beschrijft in het Streekplan Gelderland 2005, aangemerkt
als structuurvisie in het kader van de Wro, de ruimtelijke kenmerken en
kwaliteiten van Gelderland in nationaal perspectief en van de
samenstellende regio's. De provincie onderkent in haar plan de
landschappelijke diversiteit en de regionale verscheidenheid, die hebben
geleid tot een structureel verschillende, ruimtelijke opbouw. De
structuurvisie geeft – in provinciaal perspectief – op hoofdlijnen aan waar
welke ontwikkelingen gewenst zijn. De ruimtelijke kenmerken en
kwaliteiten spelen daarbij een bepalende rol. Daarbij zijn kwetsbare
kwaliteiten aan de orde, die bescherming behoeven of een specifieke
ontwikkeling, maar het gaat ook om het geleiden van hoogdynamische
ontwikkelingen om de kansen op maatschappelijke meerwaarde te
vergroten en nieuwe kwaliteiten toe te voegen.
Het plangebied maakt op de provinciale beleidskaart ruimtelijke structuur
onderdeel uit van het multifunctionele gebied met de nadere aanduiding
'Bebouwd gebied 2000'. Hierop is geen specifieke provinciale sturing
gericht.
Inmiddels heeft de provincie de Ruimtelijke Verordening Gelderland
(RVG) vastgesteld en is deze in werking getreden. De verordening
betekent geen verandering in het ruimtelijk beleid van de provincie, maar
is de ‘juridische vertaling’ van de structuurvisie.
Ruimtelijke verordening Gelderland
Op 15 december 2010 hebben Provinciale Staten van Gelderland de
Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG) vastgesteld en deze is op 2
maart 2011 in werking getreden. In een provinciale ruimtelijke
verordening ex artikel 4.1 Wro worden regels gesteld ten aanzien van de
inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen. De RVG
vormt een beleidsneutrale vertaling van het in het Streekplan Gelderland
2005 en de beleidsuitwerkingen daarvan verwoorde beleid. Hier is verder
geen nieuw beleid aan toegevoegd.
In artikel 2.2 van de RVG is opgenomen dat nieuwe bebouwing ten
behoeve van wonen en werken in een bestemmingsplan slechts is
toegestaan:
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 11
innen bestaand bebouwd gebied;
binnen de zoekzones bedrijventerreinen van de Stadsregio Arnhem-
Nijmegen;
binnen de zoekzones wonen en werken uit de Streekplanuitwerking
Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking, zoals
opgenomen in bijlage 8;
binnen de zoekrichting woningbouw van de Stadsregio Arnhem-
Nijmegen, mits 90% van de woningen wordt gebouwd in de
betaalbare huur en/of koopsector, met dien verstande dat voor de
gemeente Doesburg een percentage van 70 geldt.
Op onderstaande uitsnede van de kaart 'Verstedelijking' behorende bij de
RVG is te zien dat het plangebied behoort tot het 'bestaand bebouwd
gebied' (grijze arcering). Hierbinnen is nieuwe bebouwing ten behoeve
van wonen en werken toegestaan.
Uitsnede plankaart verstedelijking
Tevens moet bij nieuwe woningen voldaan worden aan het bepaalde in
artikel 3 over 'Wonen'. In dit artikel is opgenomen dat nieuwe
woonlocaties en de daar te bouwen woningen dienen te passen in het
geldende, door Gedeputeerde Staten vastgestelde Kwalitatief
Woonprogramma (KWP) voor de betreffende regio en het daarin
opgenomen regiototaal aan woningen. Op dit moment is het KWP3 van
toepassing.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 12
3.3. Gemeentelijk beleid
Ontwikkelingsvisie Wonen & Werken (2002)
Met de in juni 2000 vastgestelde partiële streekplanherziening van het
streekplan Gelderland, heeft de provincie ruimtelijk beleid in gang gezet
dat gericht is op het benutten van inbreidingslocaties voor woningbouw.
De provincie heeft in dit kader alle gemeenten in Gelderland gevraagd
een visie op te stellen inzake de ontwikkeling van het stedelijk gebied.
Daarop heeft de gemeenteraad in 2002 de “Ontwikkelingsvisie wonen en
werken” vastgesteld. Met deze ontwikkelingsvisie wordt inzicht gegeven
in de te ontwikkelen locaties voor woningbouw en bedrijven tot 2010 met
een doorkijk naar de langere termijn.
In de ontwikkelingsvisie wordt aangegeven wat de integrale ruimtelijke
afweging voor de ontwikkeling van woon- en werklocaties binnen de
gemeente op korte en middellange termijn, in en aansluitend aan het
bestaand stedelijke gebied (bebouwde kom) is. Verder wordt een
kwantificering en de verwachte uitvoeringstermijn van de te ontwikkelen
woon- en werklocaties aangegeven.
Bij de keuze voor de verschillende locaties is het behoud en de
versterking van de bestaande waarden en kwaliteiten uitgangspunt
geweest voor het stedelijk gebied en haar directe omgeving. De
gemeente West Maas en Waal onderschrijft het principe om zoveel
mogelijk te streven naar inbreiding. Een efficiënt gebruik van de (open)
ruimte in de kernen wordt nagestreefd mits daardoor het karakter van de
landelijke kern niet verloren gaat. Onderhavig plangebied is onderdeel
van het bestaande bebouwde gebied van de kern.
Door de huidige economische crisis en de stand van zaken van de
ontwikkeling van woningbouw in de gemeente, is het bestaande beleid,
waaronder deze “Ontwikkelingsvisie wonen en werken” tegen het licht
gehouden. De te verwachten woningbouw tot 2020 is 845 woningen.
Naar aanleiding hiervan heeft de gemeenteraad besloten geen nieuwe
woningbouwprojecten meer in ontwikkeling te nemen. De in ontwikkeling
zijnde woningbouwprojecten lopen wel door, waaronder onderhavig plan.
Onderhavig plan past binnen het door de Raad vastgestelde
woningbouwprogramma.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 13
4. PLAN
4.1. Stedenbouwkundig plan
Het voornemen bestaat om de woonkavel te splitsen ten behoeve van de
nieuwbouw van vijf woningen. De bestaande woning inclusief een deel
van de tuin aan de voor- en achterzijde van de woning blijft behouden.
De schuur en de carport zullen worden gesloopt. Het stuk openbare
ruimte zal worden gebruikt om een toegangsweg aan te leggen. De
watergang wordt aan de westzijde verbreed om ruimte te bieden aan
(extra) waterberging.
Het programma bestaat, naast het handhaven van de bestaande woning,
uit de realisatie van een (zorggeschikte) vrijstaande en 4 halfvrijstaande
(zorggeschikte) woningen. De vrijstaande woning is daarbij georiënteerd
op de Van Heemstraweg. De andere woningen worden ontsloten via het
Zijveld.
4.2. Verkeer en parkeren
Het verkeer van het plan zal worden ontsloten op de Van Heemstraweg
en het Zijveld. De verkeersgeneratie levert gezien het geringe aantal
woningen geen belemmeringen op.
Parkeren
Voor het bepalen van de parkeerbehoefte van de nieuwe woningen in het
plan is met behulp van de parkeernormen uit bijlage 4 van de op 19
januari 2011 door de raad vastgestelde Nota Parkeren een
parkeerbalans opgesteld. De parkeerbehoefte voor de bestaande woning
wordt geheel op eigen terrein opgelost.
Tabel:
parkeerbehoefte
Woningtype Norm eenheid Aantal Behoefte
Duur 2,1 Per woning 1 2,1 pp
Midden duur 1,85 Per woning 4 7,4 pp
Totaal 9,5 pp.
Het benodigd aantal parkeerplaatsen bedraagt 10 parkeerplaatsen.
Het plan biedt de volgende parkeercapaciteit:
Eigen terrein
Parkeerhof
Totaal
2 pp.
8 pp.
10 pp.
Hiermee beschikt het plan over voldoende parkeermogelijkheden.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 14
5. ONDERZOEK / VERANTWOORDING
5.1. Bedrijven en milieuzonering
De Van Heemstraweg en de Zijveld kenmerken zich van oudsher door
veel bedrijvigheid langs deze lokale ontsluitingswegen (zie ook
afbeelding bedrijven). Daarnaast kan opgemerkt worden dat de
verkeersintensiteit op beide wegen dusdanig hoog is en dat de beide
wegen dusdanig van belang zijn in verkeersstructuur van Beneden-
Leeuwen dat hier sprake is van een lokale hoofdstructuur. Derhalve kan
het aangemerkt worden als een gemengd gebied. Dit wordt ook
bevestigd doordat voor alle woningen een hogere grenswaarde
procedure ten gevolge van de Van Heemstraweg moet worden
doorlopen. Doordat gesteld kan worden dat het gebied als gemengd
gebied kan worden getypeerd, kan voor de milieucategorieën één
afstandsstap worden verlaagd.
In bijgaande afbeelding “Inventarisatie bedrijven t.g.v. website Mijn
Leefomgeving” zijn de omliggende bedrijven weergegeven binnen een
straal van 150 meter rondom het plangebied.
Afbeelding: Inventarisatie bedrijven t.g.v. website Mijn Leefomgeving
Aan de hand van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie
2009) zijn de hindercategorieën en hinderafstanden van de weergegeven
bedrijven weergegeven. In onderstaande tabel zijn voor de bedrijven de
sbi-code (2008), hindercategorie en hinderafstand, inclusief één
afstandsstap verlaging i.v.m. gemengd gebied, weergegeven.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 15
Tabel: Bedrijven en milieuzonering
Nr Naam Adres Type bedrijf Sbi Cat. afstand
1 Van den Hurk Zijveld 71 Meubelmakerij 31.09 3.2 50 m, geluid
2 Knip- en stikbedrijf Zondag Zijveld 67 Meubelstoffering 9524.2 1 0 m, geluid
3 RV Motoren Van Heemstraweg 67 Grhdl. en rep. auto's 451 2 10 m, geluid
4 Theo Lemmers Van Heemstraweg 67 Grhdl. en rep. auto's 451 2 10 m, geluid
5 Sanden Machines Van Heemstraweg 67 Grhdl. machines 46.14 1 0 m, geluid
6 Paint Partners Zijveld 83 Schildersbedrijf 43.34 1 0 m, geluid
7 Geo Collection Van Heemstraweg 84 Meubelstoffeerderij 9524.2 1 0 m, geluid
Overige bedrijven, die op de kaart zijn weergegeven zijn vergelijkbare
bedrijven (tot max. cat. 2 en maximaal dus een hinderafstand van 10
meter) en kennen geen overlap met het plangebied.
De afstandscontour van de meubelmakerij loopt tot aan twee
geprojecteerde woningen (tweekapper westzijde). Voor de meubelmakerij
geldt bovendien dat tussen het bedrijf en de geprojecteerde woningen al
twee woningen aanwezig zijn. Daarnaast zijn direct tegenover het
plangebied (ter hoogte van Zijveld 60 en 62) zeer recentelijk nieuwe
woningen gerealiseerd, op minder dan 20 meter afstand van het bedrijf.
Ten gevolge van de showroom en de werkplaats voor motoren, loopt de
hinderafstand tot aan de Van Heemstraweg en kent derhalve geen
overlap met het plangebied.
Derhalve ontstaat milieukundig geen onaanvaardbare situatie voor
onderhavige woningbouwontwikkeling. Er ontstaat ook geen
belemmering voor de bedrijven.
5.2. Geurhinder en Veehouderij
In de omgeving ligt een aantal veehouderijen. Formeel is van toepassing
de Wet geurhinder en veehouderij. De gemeente West Maas en Waal is
niet gelegen binnen de concentratiegebieden Zuid of Oost. De locatie is
binnenstedelijk gelegen. De geurnorm bedraagt 2,0 ou E /m 3 . De gemeente
West Maas en Waal heeft op 1 juli 2010 de gebiedsvisie voor de
geurverordening, vastgesteld. Voor de onderhavige locatie zijn hierin
geen andere geurnormen opgenomen. De afstand van een geurgevoelig
object tot een veehouderij waar dieren worden gehouden van een
diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissie
geldt, bedraagt 100 meter.
In de afbeeldingen veehouderijen zijn de omliggende veehouderijen
weergegeven.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 16
Afbeelding: omliggende veehouderijen
In onderstaande tabel zijn de gegevens van de relevante omliggende
bedrijven opgenomen. Tevens is met het programma V-stacksvergunningen
een quick-scan gemaakt van de geurbelasting op de
geurgevoelige objecten.
Tabel veehouderijen
Adres Geuremissie Geurbelasting afstand
1 Van Heemstraweg 59 11.990 ou E /s 0,9 ou E /m 3 320m
2 Van Heemstraweg 61 10.230 ou E /s 1,2 ou E /m 3 253m
3 Bonderweg 8 0 ou E /s n.v.t. 403m
4 Zijveld 90 1103 ou E /s 0,0 ou E /m 3 410m
5 Liesterstraat 5 0 ou E /s n.v.t. 700m
Uit de tabel blijkt dat de geurnorm van 2,0 ou E /m 3 niet wordt
overschreden. In dit kader kan verwacht worden dat er geen
belemmeringen voor dit aspect zijn.
De bedrijven aan de Van Heemstraweg (59 en 61) vallen binnen het
concept-bestemmingsplan Beneden-Leeuwen Zuid. Bij mogelijke
ontwikkeling van het genoemde bestemmingsplan zullen deze twee
bedrijven verdwijnen.
5.3. Geluidhinder (wegverkeerslawaai)
Ingevolge de Wet Geluidhinder moet bij vaststelling of herziening van een
bestemmingsplan een akoestisch onderzoek gedaan worden naar de
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 17
geluidbelasting van geluidgevoelige objecten als gevolg van wegen,
spoor-, tram- en metrowegen en industrieterreinen.
In de Wet geluidhinder (Wgh, art. 74 lid 1) is bepaald dat elke weg
van rechtswege een zone heeft. Een zone is het akoestisch
aandachtsgebied. Bij vaststelling van een bestemmingsplan (art.
3.1 Wet ruimtelijke ordening) dient voor alle wegen waarvan de
zone een overlap met het plangebied kent, een akoestisch
onderzoek te worden verricht (art.76 lid 1 Wgh). De breedte van
deze zone is afhankelijk van het aantal rijstroken en de status van
de weg.
De wettelijke voorkeursgrenswaarde voor nieuw te bouwen
woningen bedraagt 48 dB, de maximaal te ontheffen
geluidsbelasting bedraagt in een binnenstedelijke situatie 63 dB.
In opdracht van Project Consult uit Veenendaal, is door Pouderoyen
Compagnons, Vormgeving van Stad en Land b.v. een akoestisch
onderzoek uitgevoerd ten behoeve van het bestemmingsplan Park Zijveld
aan de Van Heemstraweg 84 te Beneden – Leeuwen, gemeente West
Maas en Waal (131-029, mei 2012). Het plan voorziet de realisatie van
twee twee-onder-kap woningen en één vrijstaande woning.
De woningen komen binnen de geluidszones te liggen van de Van
Heemstraweg en de Zijveld. Ten tijde van het uitgevoerde akoestische
onderzoek was de Van Heemstraweg nog een provinciale weg.
Overigens is de gemeente in onderhandeling met de provincie ten
aanzien van het overdragen van het eigendom. De wegen zijn
binnenstedelijk gelegen en hebben maximaal twee rijstroken; de zone
bedraagt 200 meter. De verkeersgegevens zijn ontleend aan het
verkeersmodel Van Heemstraweg 2015, modelsnelheid 47 km/uur.
De wettelijke voorkeursgrenswaarde voor nieuw te bouwen woningen ten
gevolge van een weg bedraagt 48 dB, de maximaal te ontheffen
geluidsbelasting bedraagt in een binnenstedelijke situatie 63 dB (daar de
woningen binnen de bebouwde kom liggen).
Uit het akoestisch onderzoek dat met standaard rekenmethode II
(conform reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006) en met het
programma Geomilieu 1.81, blijkt dat de geluidsbelasting op alle
woningen ten gevolge van de Van Heemstraweg de wettelijke
voorkeursgrenswaarde overschrijdt (geluidsbelasting bedraagt maximaal
56 dB). Ten gevolge van de Zijveld wordt op één gevel van één woning
de wettelijke voorkeursgrenswaarde met 1 dB overschreden. In alle
gevallen is één gevel geluidsluw.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 18
Uit de maatregelenstudie is gebleken dat er bezwaren rijzen uit
verkeerskundig, stedenbouwkundig en financieel oogpunt, t.a.v. bron- en
overdrachtsmaatregelen.
Gelet op bovenstaande kan het project alleen gerealiseerd worden als
het college van Burgemeester en Wethouders van West Maas en Waal
hogere grenswaarden vaststellen voor alle woningen ten gevolge van de
Van Heemstraweg en voor één woning ten gevolge van de Zijveld. De
overschrijding bedraagt maximaal 8 dB ten gevolge van de Van
Heemstraweg en 1 dB ten gevolge van de Zijveld. De procedure hogere
grenswaarden wordt opgestart bij de ter visie legging van het
ontwerpbestemmingsplan.
5.4. Luchtkwaliteit
Alle ontwikkelingen van de afgelopen jaren op het gebied van
luchtkwaliteit hebben geleid tot een aanpassing van de Wet milieubeheer
met betrekking tot luchtkwaliteitseisen. Daarnaast zijn het Besluit en de
Regeling “Niet In Betekenende Mate bijdrage” op 15 november 2007 in
werking is getreden. Het Besluit luchtkwaliteit 2005 is hiermee komen te
vervallen. Deze wetswijziging brengt de volgende veranderingen met zich
mee:
Uitsluiting van het stand-still beginsel. Het stand-still beginsel houdt
in dat een situatie die voldoet aan de normen, toch niet mag
verslechteren tot aan de norm. Uitsluiting van dit beginsel ten
aanzien van luchtkwaliteit betekent dat de luchtkwaliteit mag worden
‘opgevuld’ tot aan de grenswaarde.
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit bij (dreigende)
overschrijding grenswaarden. Hiertegen is geen beroep mogelijk.
Niet in betekenende mate verslechteren; een verslechtering van de
luchtkwaliteit is toegestaan, mits dit niet in betekende mate is.
Hiervoor wordt een grens van 3% gehanteerd.
Per 1 augustus 2009 is het NSL in werking getreden.
VROM heeft de definitie van 'in betekenende mate' vastgelegd in een
algemene maatregel van bestuur (AMvB). Projecten die de concentratie
NO 2 of fijn stof met meer dan 3% verhogen, dragen in betekenende mate
bij aan de luchtvervuiling.
Dit criterium is een 'of-benadering'. Als een project voor één stof de 3%-
grens overschrijdt, dan verslechtert het project 'in betekenende mate' de
luchtkwaliteit. De 3%-norm betekent concreet:
woningbouw: 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg, 3.000
woningen bij 2 ontsluitende wegen;
infrastructuur: 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten
gecorrigeerd voor minder congestie).
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 19
Het onderhavige project (realisatie van 5 woningen) is aan te merken als
een project dat ‘niet in betekenende mate’ bijdraagt aan de verslechtering
van de luchtkwaliteit. Daaruit kan geconcludeerd worden dat voldaan
wordt aan het aspect luchtkwaliteit.
5.5. Externe veiligheid
De risiconormen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in het “Besluit
externe veiligheid inrichtingen” (Bevi). In dit besluit zijn
milieukwaliteitseisen op het gebied van externe veiligheid geformuleerd.
De bij het besluit behorende ministeriële regeling “Regeling externe
veiligheid inrichtingen” (Revi) werkt de afstanden, de referentiepunten en
de wijze van berekenen van het plaatsgebonden risico en het
groepsrisico verder uit ter uitvoering van het Bevi.
Het Bevi verplicht het bevoegd gezag op basis van de Wet milieubeheer
om veiligheidsafstanden aan te houden tussen gevoelige objecten en
risicovolle bedrijven. In het besluit zijn gevoelige objecten gedefinieerd
als kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. De te realiseren woning is
een kwetsbaar object.
Plaatsgebonden risico (PR)
In het Bevi zijn normen opgenomen voor de kans dat één persoon buiten
het inrichtingsterrein overlijdt als gevolg van een calamiteit bij het bedrijf
(plaatsgebonden risico).
Groepsrisico (GR)
In het Bevi zijn normen opgenomen voor de kans dat meerdere personen
buiten het inrichtingsterrein overlijden als gevolg van een calamiteit bij
het bedrijf (groepsrisico). Voor het groepsrisico wordt een
oriëntatiewaarde gegeven en geldt voor nieuwe situaties een
verantwoordingsplicht voor het bevoegd gezag.
Om eventuele risicovolle inrichtingen te achterhalen is de provinciale
risicokaart geraadpleegd. Hieronder is hiervan een uitsnede opgenomen:
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 20
In de omgeving van het plangebied vindt geen transport van gevaarlijke
stoffen plaats, niet door een buisleiding al ook als ook niet over de weg.
De woningen worden gerealiseerd binnen een overstromingsgebied. Dit
betekent dat in geval van een calamiteit het plangebied onder water kan
komen te staan. Echter, doordat de waterstanden voortdurend in de
gaten worden gehouden, is er in principe voldoende tijd is voor
maatregelen en alarmering. De ligging in een overstromingsgebied is
geen belemmering voor de voortgang van het project.
Tot slot dient vermeld te worden dat met de realisatie van de woningen
kwetsbare objecten worden toegevoegd. Gezien het ontbreken van
risicocontouren in de omgeving, levert het toevoegen van deze
kwetsbare objecten geen beperkingen op voor de inrichtingen in de
omgeving. Hieruit blijkt dat uit het oogpunt van externe veiligheid er geen
belemmeringen bestaan voor de vervangende nieuwbouw.
5.6. Bodem- en asbestonderzoek
Voor de locatie is een verkennend bodemonderzoek (NEN 5740) en een
verkennend asbestonderzoek (NEN-5707) uitgevoerd (BOOT
organiserend ingenieursbureau BV Vestiging Elst, Kenmerk P10-0454-
025 d.d. 17 juni 2011). De onderzoekshypothese (onverdachte locatie)
blijkt door de lichte verhogingen in boven -en ondergrond van enkele
onderzochte parameters formeel onjuist te zijn. Er is echter geen sprake
van een verontreinigingsituatie, waardoor de voorgenomen bouw kan
worden goedgekeurd. De verhoogde concentraties betreffen namelijk
licht verhoogde waarden, welke geen aanleiding geven tot nader
onderzoek. De toetsingswaarden voor respectievelijk grond en
grondwater worden niet overschreden. De kwaliteit van de onderzochte
bodem vormt geen belemmering voor het beoogde gebruik (wonen met
tuin en toegangsweg).
Uit het asbestonderzoek in de bodem blijkt dat er geen verhoogde
concentratie is aangetroffen op de locatie. Er is geen sprake van een
verontreinigingssituatie waardoor de beoogde bestemmingswijziging en
de voorgenomen bouw kan worden goedgekeurd.
Voorts is opdracht gegeven voor een asbestinventarisatie conform SC-
540, type A in de aangebouwde schuur en 3 losstaande gebouwtjes aan
de Van Heemstraweg 84 te Beneden-Leeuwen (BOOT organiserend
ingenieursbureau BV Vestiging Elst, Kenmerk P10-0454-020 d.d. 24 mei
2011). Op basis van de visuele inspecties en de analyseresultaten van
de genomen monsters is een beeld ontstaan van de aanwezigheid van
asbesthoudende materialen. Op basis van het uitgevoerde onderzoek is
er een redelijk vermoeden dat er naast de in het rapport genoemde
elementen (gevelkachel en dakbeplating) meer, niet redelijkerwijs direct
waarneembare asbesthoudende elementen in het gebouw aanwezig
kunnen zijn. Een aanvullend, destructief, onderzoek zal moeten aantonen
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 21
of op de verdachte locaties asbesthoudende elementen aanwezig zijn.
Geadviseerd wordt direct voorafgaande aan de sloop- of
verbouwwerkzaamheden een aanvullend, destructief onderzoek te laten
uitvoeren op de betreffende locaties. Dit aspect heeft echter geen
doorwerking in het bestemmingsplan, maar zal als voorschrift in de
sloopvergunning worden opgenomen.
Dit aspect geeft geen belemmering voor de voorgenomen
woningbouwontwikkeling.
5.7. Landschap
Het plan is gelegen in bestaand stedelijk gebied en ondervindt geen
belemmeringen van landschappelijke aard.
5.8. Archeologische en cultuurhistorische waarden
Binnen het plangebied kan de Van Heemstraweg worden aangeduid als
een oude belangrijke historische lijn. Voorts zijn er weinig tot geen
herkenbare historische elementen in het gebied gelegen. Monumenten
zijn niet aanwezig.
Archeologie
Het beleid met betrekking tot archeologische waarden dient er op gericht
te zijn archeologisch belangrijke terreinen zoveel mogelijk te ontzien. In
het geval dat dit niet mogelijk is, dient voldoende ruimte te zijn voor het
uitvoeren van verantwoord archeologisch onderzoek, zodat de informatie
in het deel van het bodemarchief dat verloren gaat, ook verantwoord kan
worden vastgelegd.
Onderzoek
Door ADC ArcheoProjecten is een “Bureauonderzoek en Inventariserend
Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend
booronderzoek”uitgevoerd (ADC Rapport 2775, 16 november 2011). De
gestelde onderzoeksvragen kunnen aan de hand hiervan als volgt
worden beantwoord:
Is er in het plangebied een intact potentieel vondst- en/of sporenniveau
aanwezig en zo ja, komt dit overeen met het op basis van het
bureauonderzoek verwachte niveau?
Er zijn geen holocene bedding-, oever- en/of crevasseafzettingen
aangetroffen. In het plangebied is onder een opgebracht zandpakket
komklei aangetroffen. De top van het pakket komklei is omgewerkt, hier
is geen sprake van een intact archeologisch niveau. Onder het
komkleipakket is op een diepte van 525 cm –mv een pleistocene
geulafzetting aangetroffen. De oevers van deze geul waren aantrekkelijk
voor bewoning en worden beschouwd als een potentieel intact
archeologisch niveau.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 22
Zijn er (aanwijzingen voor) archeologische waarden in het plangebied
aanwezig en, zo ja, wat is
naar verwachting de omvang, ligging, aard, datering en waardestelling
hiervan?
Zoals hierboven vermeld kunnen op de oevers van de pleistocene geul
archeologische resten uit het Laat Paleolithicum tot en met de Bronstijd
voorkomen, dergelijke oeverafzettingen zijn niet aangetroffen maar de
aanwezigheid hiervan wordt niet uitgesloten. De oeverafzettingen worden
naast de geul verwacht.
In welke mate worden deze waarden verstoord door realisatie van de
geplande bodemingreep?
Aangezien de mogelijke resten zich op een diepte van ca. 5,25 m –mv
bevinden zullen deze resten in zeer beperkte mate worden verstoord
door de heipalen.
Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden
beperkt?
Planaanpassing wordt niet noodzakelijk geacht.
Indien de eventuele archeologische waarden niet kunnen worden
behouden: Welke vorm van nader onderzoek is nodig om de
aanwezigheid van archeologische waarden en hun omvang, ligging, aard
en datering voldoende te kunnen bepalen om te komen tot een
selectiebesluit?
Niet van toepassing.
ADC ArcheoProjecten adviseert om het terrein vrij te geven voor de
voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat
binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten
voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het
grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij
het bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de
Monumentenwet.
Selectiebesluit
De Gemeente West Maas en Waal onderschrijft de interpretatie van de
gegevens, de conclusies en het door ADC afgegeven selectieadvies dat
vervolgonderzoek niet noodzakelijk is.
Tegelijk onderschrijft de gemeente dat mochten tijdens de geplande
werkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen, er
conform artikel 53 van de Monumentenwet uit 1988 een meldingsplicht
geldt bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (de
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: ARCHIS-meldpunt, telefoon 033-
4227682), de gemeente West Maas en Waal of de provincie Gelderland.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 23
Cultuurhistorie
Om een stabiele en meer structurele basis te geven aan de borging van
cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening, zal per 1 januari 2012 aan
artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) worden toegevoegd
dat gemeenten bij het vaststellen van bestemmingsplannen niet alleen
rekening moeten houden met cultuurhistorische waarden onder de grond,
maar ook met waarden boven de grond. Dat betekent dat gemeenten een
analyse moeten maken van de cultuurhistorie in een
bestemmingsplangebied, en daar conclusies aan moeten verbinden die
in het bestemmingsplan verankerd worden.
In of in de directe omgeving van het plangebied is geen sprake van
monumentale bebouwing. Tevens is onderhavige ontwikkeling niet in een
molenbiotoop gelegen. De bebouwing langs de Van Heemstraweg en de
Zijveld wordt in het algemeen gekenmerkt door een grote mate van
variatie in schaal, bebouwingsdichtheid, bouwhoogte, bouwperiode,
functie, uitstraling en situering. Ook in de directe omgeving van het
plangebied is sprake van deze differentiatie. Zo staan direct ten zuiden
enkele woningen op korte afstand van de openbare ruimte.
De bestaande woning op de Van Heemstraweg 84 blijft gehandhaafd,
waarbij de bestaande opstal wordt gesloopt. De voorgenomen
woningbouwontwikkeling bestaat uit de realisatie van enkele
(half)vrijstaande woningen. Ten aanzien van de schaal e.d. wordt
aangesloten op de gebiedskarakteristieken van de omgeving.
De geplande woning in de zuidwesthoek van het plangebied richt zich op
de Van Heemstraweg, zodat deze zich met de representatieve zijde op
oriënteert. Voor het overige zijn de woningen met name aan de
noordzijde van het plangebied gesitueerd.
5.9. Watertoets
Algemeen
Op grond van de afspraak uit de startovereenkomst WB21 dienen
decentrale overheden in de toelichting op ruimtelijke plannen een
waterparagraaf op te nemen. In die paragraaf dient te worden
uiteengezet wat voor gevolgen het plan in kwestie heeft voor de
waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het
oppervlaktewater. Deze waterparagraaf bevat zowel het wateradvies als
enkele randvoorwaarden waaraan het plan moet voldoen.
Beschrijving plangebied
Het plangebied betreft de locatie ‘van Heemstraweg 84’ te Beneden-
Leeuwen. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 2.480 m 2 . In de
huidige situatie is het verhard oppervlak circa 485 m 2 . In de nieuwe
situatie is het verhard oppervlak circa 1.325 m 2 . De toename van het
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 24
verhard oppervlak (met inachtneming van 500 m 2 reductie conform beleid
waterschap) bedraagt hiermee circa 340 m 2 . Daarnaast dient conform het
beleid van de gemeente voor de vrijstelling van het waterschap (500 m 2 )
een compensatie te worden gerealiseerd van (500 m 2 x 20 mm =) 10 m 3 .
Bestaande geohydrologische gesteldheid
Om de toestand van de bodem in beeld te krijgen is door ASC Sports &
Water een geohydrologisch onderzoek uitgevoerd (rapportage
“Hydrologische adviezen betreffende plan Van Heemstraweg 84 te
Beneden-Leeuwen”, d.d. september 2011).
De conclusies van dit onderzoek zijn als volgt:
• De bestaande maaiveldhoogte is ingemeten op ca. 5,60 à 6,40 m
+NAP. Vloerpeilen van bestaande bebouwing is ingemeten op ca.
6,58 m +NAP;
• Vanaf het maaiveld is een toplaag aanwezig van zand tot een diepte
van 0,5 à 1,0 m -maaiveld. Daaronder is een kleilaag tot een diepte
van 5,0 à 6,0 m –maaiveld aanwezig.
• Aan de zuidwestzijde van het plangebied is een droogvallende
greppel aanwezig, welke in de huidige situatie geen afvoer heeft.
• Het peilbeheer in de primaire watergang ten zuiden van de Van
Heemstraweg wordt gehandhaafd met een zomerpeil op 4,85 m
+NAP en een winterpeil op 4,35 m +NAP.
• Voor de freatische grondwaterstand in het afdekkende pakket kan
een gemiddeld hoogste grondwaterstand worden aangehouden van
5,00 m +NAP (1,0 m –maaiveld) en een gemiddeld laagste
grondwaterstand van 3,80 m +NAP (2,20 –maaiveld).
Op grond van bovenstaande criteria wordt het infiltreren van het
hemelwater in de bodem niet wenselijk geacht. Er bestaat wel de
mogelijkheid om het hemelwater (vertraagd) af te voeren naar het
oppervlaktewater.
Beleid
Het algemene waterbeleid dat op het plangebied van toepassing is, staat
beschreven in de Vierde Nota Waterhuishouding van de rijksoverheid,
het Waterhuishoudingsplan Gelderland van de provincie Gelderland en
het Beheersplan van het waterschap Rivierenland.
Op Europees, nationaal en stroomgebiedsniveau wordt gewerkt aan de
Kaderrichtlijn Water (KRW). De KRW streeft naar duurzame en robuuste
watersystemen. Basisprincipes van het nationaal en Europees beleid zijn:
meer ruimte voor water, voorkomen van afwenteling van de
waterproblematiek in ruimte of tijd en stand-still (géén verdere
achteruitgang in de huidige (2000) chemische en ecologische
waterkwaliteit).
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 25
Het bovenstaande resulteert in twee drietrapsstrategieën die zijn
vastgelegd in de Nota Ruimte (2006):
• Waterkwantiteit (vasthouden, bergen, afvoeren)
• Waterkwaliteit (schoonhouden, scheiden, zuiveren)
De trits voor waterkwantiteit betekent dat neerslag bij voorkeur wordt
vastgehouden op de plaats waar het valt. Indien vasthouden niet mogelijk
is, wordt neerslag geborgen in oppervlaktewater. De trits voor
waterkwaliteit houdt in dat gestreefd moet worden naar het voorkomen
van verontreinigingen. Indien schoonhouden niet mogelijk is, worden
schone en vervuilende bronnen gescheiden.
Met ingang van 22 december 2009 is het Waterbeheerplan 2010-2015
van waterschap Rivierenland 'Werken aan een veilig en schoon
rivierenland' bepalend voor het waterbeleid. Dit plan gaat over het
waterbeheer in het hele rivierengebied en het omvat alle watertaken van
het waterschap: waterkeringen, waterkwantiteit, waterkwaliteit en
waterketen.
Daarnaast beschikt het waterschap over een verordening: de Keur voor
waterkeringen en wateren. Hierin staan de geboden en verboden die
betrekking hebben op watergangen en waterkeringen. De geboden
geven de verplichtingen aan om deze waterstaatswerken in stand te
houden. De verboden betreffende die handelingen en gedragingen die in
principe onwenselijk zijn voor de constructie of de functie van
watergangen en waterkeringen. Van alle verboden werken en/of
werkzaamheden die niet voldoen aan de criteria van de algemene regels,
kan vergunning worden aangevraagd. Duidelijke en vastgestelde
uitgangspunten hierbij zijn geformuleerd en vastgelegd in beleidsregels.
Initiatieven voor (bouw)werkzaamheden in of nabij de watergangen en
waterkeringen worden hieraan getoetst.
Proces van de watertoets
Er hebben vooroverleggen plaatsgevonden met zowel initiatiefnemer,
gemeente West Maas en Waal als waterschap Rivierenland. De hieruit
voortvloeiende afspraken en ruimtelijke gevolgen voor de benodigde
waterberging zijn vastgelegd in ‘Notitie advies waterhuishouding’ van
BOOT organiserend ingenieursburo. De belangrijkste aspecten zijn
genoemd in deze paragraaf.
Eventueel benodigde vergunningen worden niet met deze waterparagraaf
geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten
worden.
Hemelwater en riolering
Binnen het plangebied zijn geen mogelijkheden voor het infiltreren van
het hemelwater naar de bodem.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 26
Het hemelwater, afkomstig van de verharde oppervlakken binnen het
plangebied, zal doelmatig worden afgevoerd via een aan te leggen HWAstelsel
naar de bestaande uit te breiden greppel aan de westzijde van het
plangebied.
Uitgangspunt vanuit het beleid van de gemeente is het hemelwater
bovengronds af te voeren. De exacte vormgeving van het HWA-stelsel
binnen het plangebied zal in een later stadium, in overleg met de
gemeente, nader uitgewerkt worden.
Het vuilwater zal worden aangesloten op het bestaande gemengde
rioolstelsel van de gemeente in het Zijveld.
Grondwater
Het plan is niet gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied. In en om
het plangebied is geen grondwateroverlast bekend. Ingrepen
voortkomend uit dit plan zullen geen bodemlagen aantasten als gevolg
waarvan het grondwatersysteem verandert.
Door de aanwezigheid van een afdekkende kleilaag, zal de
daadwerkelijke kwel ook ten tijde van relatief hoge stijghoogten van het
diepe grondwater niet noemenswaardig zijn. Relatief hoge
grondwaterstanden in de top zandlaag zullen met name door de neerslag
situatie worden bepaald alsmede door lokale omstandigheden en
ontwikkelingsmaatregelen.
Gezien de vastgestelde GHG is voldoende ontwatering voorzien ter
plaatse van de toekomstige wegen en bebouwing.
Oppervlaktewater
Het plan ligt niet binnen de kern- of beschermingzone van een
waterkering. Het is daarom niet te verwachten dat het plan van invloed
zal zijn op de veiligheid van een waterkering.
Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Wel is langs
de zuidwestzijde direct grenzend aan het plangebied een droogvallende
greppel aanwezig. Aan de westzijde van het Zijveld en aan de zuidzijde
van de Van Heemstraweg zijn watergangen aanwezig, welke onderdeel
uitmaken van het watersysteem van het waterschap.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 27
Afbeelding leggerkaart planlocatie
planlocatie
Legenda status watergangen
Voortvloeiend uit de planontwikkeling neemt het verharde oppervlak toe.
Vanwege de toename van het verharde oppervlak is compensatie van de
waterberging noodzakelijk.
In overleg met alle partijen is besloten dat het noordelijke gedeelte van
de bestaande L-vormige greppel aan de westzijde van het plangebied zal
gaan fungeren als waterberging. Hiervoor dient de greppel aan de
noordwestzijde aan de zijde van het plangebied her geprofileerd te
worden. Ook zal de watergang middels een leiding onder het Zijveld door
in verbinding komen te staan met het primaire watersysteem. Het
wateroppervlak van het noordwestelijke gedeelte van de toekomstige C-
watergang, welke benut kan worden ten behoeve van berging vanuit het
plangebied, bedraagt 95 m 2 . Hiermee wordt aan de waterbergingsopgave
voldaan.
De groenvoorziening, bestaande uit het talud van de uit te breiden
greppel, zal in eigendom van de aangrenzende perceeleigenaren komen
met onderhoudsplicht tot aan de kadastrale grens (midden van de nieuwe
watergang).
In verband met de te verwachten hoge grondwaterstanden wordt
kruipruimte loos bouwen aangeraden.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 28
De gemeente streeft ernaar om het gebruik van uitlogende
bouwmaterialen te voorkomen. Het plan veroorzaakt geen nadelige
gevolgen voor of door het oppervlaktewatersysteem in de omgeving.
Natuur
Het plan ligt niet in een gebied met bijzondere natuurwaarden. Verstoring
van natuurwaarden als gevolg van het plan worden daarom niet
aannemelijk geacht, zie ook de navolgende paragraaf.
5.10. Flora en fauna
Vogel- en/of Habitatrichtlijn
Om de Europese biodiversiteit te behouden en te herstellen wordt
gestreefd naar de ontwikkeling van een groot Europees netwerk van
beschermde natuurgebieden, ‘Natura 2000’. Hiervoor zijn onder meer de
Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992) opgesteld. Op basis van
deze Europese richtlijnen is Nederland verplicht om beschermde
habitats, soorten en hun leefgebieden in stand te houden of te herstellen.
Daarvoor worden gebieden aangewezen waar deze soorten en habitats
voorkomen.
Voor deze aangewezen gebieden, veelal reeds onderdeel uitmakend van
de Ecologische Hoofdstructuur, geldt een speciaal beschermingsregime.
Bij uitbreiding of verandering van bestaande ruimtelijke activiteiten dan
wel bij nieuwe ruimtelijke activiteiten in of in de nabijheid van deze
gebieden moet er getoetst worden of er significante, negatieve gevolgen
zijn te verwachten van de voorgenomen activiteiten op de te beschermen
natuurwaarden van de aangewezen gebieden.
Indien een initiatief significante gevolgen heeft op de te beschermen
natuurwaarden binnen de beschermde gebieden kan het initiatief alleen
worden toegestaan als er een dwingende reden van groot openbaar
belang is, EN er geen alternatieven voor het project zijn EN er
compenserende maatregelen worden gerealiseerd.
Ecologische Hoofdstructuur
Het plangebied ligt niet in de EHS. Daarnaast is. Gezien de omvang van
de locatie en de afstand van het plangebied tot de EHS, de voorgenomen
ontwikkeling hier niet van invloed op.
Flora- en Faunawet
Op basis van de Vogel- en Habitatrichtlijn moeten tevens een groot
aantal inheemse bedreigde dier- en plantsoorten beschermd worden.
Deze soortenbescherming is in Nederland geïmplementeerd in de Flora
en Faunawet (april 2002).
De Flora- en faunawet is bedoeld om soorten te beschermen, niet
individuele planten of dieren. Het uitgangspunt van de wet is dat geen
schade mag worden gedaan aan beschermde dieren of planten, tenzij dit
uitdrukkelijk is toegestaan (het “nee, tenzij”- principe). Dit betekent in de
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 29
praktijk dat het gaat om het effect van de activiteiten op beschermde
soorten. Om deze kwetsbare soorten te beschermen bevat de Flora- en
faunawet een aantal verbodsbepalingen, zoals het verbod op het doden
of verontrusten van beschermde dieren.
Onderzoek
In het kader van het voorgenomen plan is een zogenaamde quick-scan
uitgevoerd naar de beschermde natuurwaarden in en rond het
plangebied (Bureau Bleijerveld, ‘Flora- en faunaonderzoek Van
Heemstraweg 84/Beneden-Leeuwen’, 30 mei 2011). Er dient namelijk
rekening te worden gehouden met beschermde soorten en gebieden.
Wet- en regelgeving omtrent deze soorten en gebieden is vastgelegd in
de Flora- en faunawet (Ff-wet), Natuurbeschermingswet (NB-wet) en het
Streekplan. Hierna volgt de weergave van de resultaten van dit
onderzoek.
Gebiedsbescherming (toetsing Natuurbeschermingswet en EHS)
Het plangebied ligt niet in of in de omgeving van beschermde gebieden.
Een negatief effect op beschermde gebieden ten gevolge van het plan is
uitgesloten.
Flora (toetsing Flora- en faunawet)
Er zijn geen bedreigde of beschermde plantensoorten aangetroffen.
Het voorkomen van bedreigde en strikter beschermde soorten is uit
te sluiten.
Fauna (toetsing Flora- en faunawet)
De ingreep kan een negatief effect hebben op algemene zoogdieren
en amfibieën van tabel 1. Voor soorten van tabel 1 geldt een
algemene vrijstelling in geval van ruimtelijke ingrepen.
Het voorkomen van broedvogels zonder vaste nestplaats is
waarschijnlijk, met name wat de singel betreft.
Het voorkomen van vogels met een vaste broedplaats is uitgesloten.
Het voorkomen van verblijfplaatsen van vleermuizen op de plaats van
de ingreep is uitgesloten. Het plan is niet van invloed op vlieg- en
foerageerroutes.
Een negatief effect op beschermde soorten van overige soortgroepen
is uitgesloten.
Uit het onderzoek komen naar voren dat onderhavig initiatief niet van
invloed is op de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. Er
dient alleen rekening gehouden te worden met broedvogels zonder vaste
nestplaats. Dit betekent dat de kap van bomen en het rooien van groen
buiten het broedseizoen dient plaats te vinden. Het broedseizoen loopt
van circa half maart tot half juli. Latere en eerdere broedgevallen komen
voor, bijvoorbeeld van duiven (zie natuurkalender van Ministerie van
landbouw). In de periode november – februari is de kans op broedsels
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 30
nihil. Zoals reeds aangegeven, heeft het plan ook geen invloed op de
EHS.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 31
6. JURIDISCHE PLANOPZET
6.1. Inleiding
De beleidsdoelstellingen zijn juridisch vertaald in de regels en de
bijbehorende verbeelding. De basis voor de verbeelding is een recente
kadastrale ondergrond, aangevuld met topografische gegevens. Op de
verbeelding is de grens van het bestemmingsplangebied aangegeven.
Uitgangspunt voor de regels is het Handboek bestemmingsplannen van
de gemeente West Maas en Waal, welke is opgesteld conform de
Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008).
Daarnaast is voor de regels ook aansluiting gezocht bij de op 1 juli 2008
in werking getreden Wet ruimtelijke ordening, onder meer met betrekking
tot de anti-dubbeltelbepaling en het overgangsrecht, alsmede bij de op 1
oktober 2010 in werking getreden Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (Wabo).
6.2. Opbouw van de regels
De regels zijn opgedeeld in vier hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 bevat de begrippen (artikel 1) en een bepaling over de wijze
van meten (artikel 2); deze worden opsommingsgewijs in alfabetische
volgorde gegeven en dienen als referentiekader voor de overige regels.
Hoofdstuk 2 bevat de bestemmingen “Verkeer – Verblijfsgebied”, “Water”
en ”Wonen”.
Hoofdstuk 3 bevat enkele algemene regels, zoals de antidubbeltelbepaling,
algemene bouwregels en algemene afwijkings- en
wijzigingsregels.
Hoofdstuk 4 bevat tenslotte het overgangsrecht en de slotregel, met
daarin de titel van het bestemmingsplan.
6.3. Bestemmingen
Hoofdstuk 1: Inleidende regels
Begrippen
In artikel 1 is een aantal begrippen nader gedefinieerd teneinde
onduidelijkheid te voorkomen. Voor een gedeelte van de begrippen is
aansluiting gezocht bij de SVBP 2008, de rest is afkomstig uit het
handboek en zijn in de gemeente gebruikelijke definities.
Wijze van meten
In artikel 2 wordt aangegeven op welke wijze gemeten moet worden bij
het beoordelen of de maatvoering in overeenstemming is met de regels.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 32
Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels
In het plan zijn de volgende bestemmingen opgenomen:
Verkeer – Verblijfsgebied
De geplande ontsluitingswegen, alsmede kleine groenvoorzieningen,
parkeervoorzieningen etc, zijn bestemd als “verkeer – verblijfsgebied”.
Water
De watergang aan de westzijde van het plangebied is bestemd als
‘Water’.
Wonen - 1
Deze bestemming is toegekend aan de woningen in het plangebied. Op
de verbeelding is aangeduid of binnen het bouwvlak vrijstaande
woningen of twee-aaneen woningen (halfvrijstaand) zijn toegestaan. De
maximaal toegestane goot- en bouwhoogte van de woningen wordt op de
verbeelding begrensd door middel van de aanduiding ‘maximale goot- en
bouwhoogte’.
De bestemming is bedoeld voor de woonfunctie (met de daarbij
behorende tuinen, erven en parkeervoorzieningen), al dan niet in
combinatie met kamerbewoning en/of de uitoefening van een aan-huisverbonden
beroep.
Voor hoofdgebouwen geldt dat deze uitsluitend binnen de op de
verbeelding aangegeven bouwvlakken mogen worden gebouwd. Voor
bijbehorende bouwwerken geldt dat deze zowel binnen het bouwvlak als
ter plaatse van de aanduiding ‘bijgebouwen’ mogen worden gebouwd.
Binnen gronden met de aanduiding ‘tuin’ zijn uitsluitend uitbouwen
toegestaan, mits niet gesitueerd aan de zijgevel.
In de regels is een afwijking opgenomen voor aan huis gebonden
bedrijven. Deze activiteiten kunnen in hoofdgebouw of bijbehorend
bouwwerk plaatsvinden, mits de woonfunctie als hoofdfunctie behouden
blijft en er geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat
plaatsvindt en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het
woonkarakter van de wijk of buurt. Ten slotte is eveneens een
afwijkingsbepaling opgenomen ten behoeve van inwoning uit het oogpunt
van mantelzorg. Hieraan zijn nadere voorwaarden verbonden.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 33
Hoofdstuk 3: Algemene regels
Anti-dubbeltelbepaling
Deze bepaling wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens
een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer
dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het
opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een
ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.
Algemene bouwregels
Onder deze algemene regels zijn onder meer bepalingen opgenomen
voor ondergronds bouwen en ondergeschikte bouwdelen.
Algemene afwijkingsregels
Het gaat hierbij om een afwijkingsmogelijkheid van de in de regels
gegeven maten en normen met betrekking tot het bouwen, alsmede een
afwijkingsmogelijkheid voor een bed & breakfast.
Algemene wijzigingsregels
In dit artikel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van
kleine overschrijdingen van bestemmingsvlakken.
Hoofdstuk 4: Overgangsrecht en slotregel
Overgangsrecht
In dit artikel is een regeling opgenomen voor bestaande zaken en rechten
die niet in overeenstemming zijn met de overige regelingen in dit
bestemmingsplan.
De regels voor het overgangsrecht zijn overgenomen uit het nieuwe
Besluit ruimtelijke ordening, waarin standaard overgangsrecht voor
bestemmingsplannen is opgenomen.
Slotregel
De slotregel bevat de titel van het bestemmingsplan.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 34
7. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
De ontwikkeling van de locatie en de daarmee samenhangende kosten,
incl. planvoorbereiding geschieden voor rekening en risico van de
ontwikkelende partij. Het plan wordt in opdracht en voor rekening van
Project Consult Projectontwikkeling (Veenendaal) uitgevoerd. Eventuele
planschade wordt voor rekening van de initiatiefnemer genomen. Voor de
gemeente West Maas en Waal verloopt het plan budgettair neutraal.
De gemeente West Maas en Waal acht de economische uitvoerbaarheid
van de plannen voldoende verzekerd.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 35
8. OVERLEG EN INSPRAAK
8.1. Overleg
Artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) geeft aan dat de
gemeente bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg moet
plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en
met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor
ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke
in het plan in het geding zijn.
In het kader van het vooroverleg is het bestemmingsplan daarom
gestuurd naar de volgende instanties:
- Waterschap Rivierenland;
- Brandweer;
- Gasunie.
De opmerkingen van deze instanties geven geen aanleiding om het
bestemmingsplan aan te passen.
8.2. Inspraak
Het voorontwerp-bestemmingsplan is op grond van de gemeentelijke
inspraakverordening vanaf 14 juni 2012 gedurende zes weken voor een
ieder ter inzage gelegd.
In deze periode zijn geen inspraakreacties tegen het voorontwerp
ingediend.
8.3. Zienswijzen
Het ontwerp-bestemmingsplan heeft op grond van afdeling 3.4 van de
Algemene wet bestuursrecht in het kader van de zienswijzen vanaf 13
september 2012 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage
gelegen.
In deze periode zijn geen zienswijzen tegen het plan ingediend.
Gemeente West Maas en Waal bestemmingsplan Beneden-Leeuwen, Park Zijveld toelichting 36