Feikje Groenhof Ronald Wilmink Boudewijn Kollen Marjolein Berger

In dit jaarverslag van het Registratie Netwerk Groningen (RNG) komen een aantal
belangrijke aspecten aan de orde betreffende de geleverde patiëntenzorg in 2011. Hiervoor
is gebruik gemaakt van de zorggegevens die gedurende dit kalenderjaar zijn geregistreerd
door de huisartsen en andere praktijkmedewerkers, kortweg de zorgverleners, van de
Academische Huisartspraktijk Groningen (AHG), de groepspraktijk Hoogezand-Sappemeer
Oost en de huisartsengroepspraktijk van gezondheidscentrum ‘De Weide’ in Hoogeveen.
Het verslag geeft een indruk van verschillende kwantitatieve en kwalitatieve aspecten van de
zorg. Het perspectief dat in de presentatie van het cijfermateriaal impliciet wordt gehanteerd
is dat van de zorg-epidemiologie, waarbij de getoonde gegevens alleen op een indirecte
manier iets zeggen over morbiditeitspatronen en –trends in de populatie.
Reden hiervoor is dat wat wordt geobserveerd voortkomt uit de keuze van de patiënt om
zorg te vragen en van de zorgverlener in de huisartsenpraktijk om deze zorgvraag op een
bepaalde manier te registreren en daarop te handelen. De geregistreerde gegevens moeten
daarom worden geïnterpreteerd als een uitvloeisel van meerdere factoren, waarbij het beeld
wordt bepaald door de interactie tussen patiënten en zorgverleners. Het is belangrijk om te
beseffen dat de dagelijkse gebeurtenissen in de praktijk wat betreft hun karakter, frequentie
en patroon voortkomen uit de kenmerken van zowel de ingeschreven populatie als ook van
de zorgverleners en praktijkorganisatie. Daarnaast spelen ook verschillen tussen
zorgverleners in de registratie van de morbiditeit en het medisch handelen en regionale en
sociaal-economische gezondheidsverschillen ongetwijfeld een rol. Een groot deel van deze
heterogeniteit wordt niet gemeten, en kan bovendien moeilijk in maat en getal worden
uitgedrukt.
De tabellen die in dit verslag zijn opgenomen leveren bruikbare maar tegelijkertijd ook
beperkte informatie voor de registrerende praktijken. Gegevens over morbiditeit, het
voorschrijven, de verwijzingen en over praktijkverschillen worden op populatieniveau
getoond, en niet op het niveau van de individuele patiënt en de daarbij horende zorgrelatie
met de huisarts en andere praktijkmedewerkers.
De verslaglegging in dit jaarverslag betreft één kalenderjaar en heeft als beperking dat niet
volledig recht wordt gedaan aan het longitudinale karakter van veel zorgprocessen en van de
registratie hiervan. Wat er in één jaar in de praktijk gebeurt is voor een deel een functie van
de doorgaande geschiedenis van al langer ingeschreven patiënten. Om toch iets te laten zien
van de procesmatige kant van de zorg worden gegevens getoond betreffende de verhouding
tussen de in 2011 nieuw geregistreerde zorgepisoden en de reeds eerder begonnen
episoden. Bovendien wordt in een aantal tabellen een vergelijking gemaakt met de gegevens
over 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010.
Verder wordt er ook in dit jaarverslag opnieuw aandacht besteed aan diabeteszorg in de
huisartspraktijk.
1