TOPSPORT AMSTERDAM

Column Nick Driebergen
Je zult toch een roeier zijn. Dan heb je het niet makkelijk hoor, in het leven. Wel eens op een
koude vrijdagochtend in november langs de Amsterdamse Bosbaan gelopen? De harde
en ijskoude wind waait de miezerbuien rechtstreeks je nek in. Verschrikkelijk. Moet je toch
nagaan hoe het is wanneer je op een boot op het water zit.
Toevalligerwijs heb ik op een koude vrijdagochtend in november wel
eens langs de Amsterdamse Bosbaan gelopen. Ik was onderweg naar
het Olympisch trainingscentrum, alwaar de beste roeiers van Nederland
een aantal fysiologische testen ondergingen. Zelf was ik vroeger nooit zo
van de testjes. Eigenlijk vond ik het maar ingewikkeld en onoverzichtelijk.
Uit de testen kwamen cijfertjes waar zelfs Einstein moeite mee zou
hebben. Daarom heeft de roeibond een aantal superslimme
wetenschappers ingehuurd om dit uit te voeren en uiteindelijk die
cijfertjes begrijpelijk over te brengen aan de coaches.
Mathijs Hofmijster, embedded scientist, lector aan de Hogeschool
van Amsterdam en onderzoeker aan de Vrije Universiteit, is één van hen.
Hij vangt me op en legt me uit wat ze precies aan het doen zijn.
De roeiers moeten zevenmaal vier minuten lang op een ergometer
roeien of fietsen. Elke herhaling neemt de weerstand toe, de hartslag
gaat omhoog en na elke herhaling geven ze een score tussen één en
tien om aan te geven hoe zwaar ze het vonden. Ondertussen worden
ze als valse honden gemuilkorfd. Het mondkapje dat ze om hebben
vangt de ademhaling op, waarin hele bruikbare informatie zit. Zo kan
de maximale zuurstofopname gemeten worden. Als klap op de vuurpijl
prikken ze na elke herhaling je oorlel nog lek ook om een klein beetje
bloed af te nemen. Hiermee kunnen ze zien hoe hoog de verzuring is
opgelopen. Leuk voor hun, maar die sporters lopen dagenlang met
paarse oorlelletjes en verzuurde benen rond.
Uiteindelijk komt daar natuurlijk een enorme bak aan informatie uit.
Informatie die voor de trainers bruikbaar is om te bepalen op welk
gebied de roeiers nog winst kunnen behalen. De één
zal nog meer aan z’n uithoudingsvermogen moeten
werken, de ander heeft misschien juist meer rust
nodig. Of dacht je soms dat het natte vinger werk was
voor de trainers? Steeds meer zal de sport gebaseerd
worden op en gedomineerd worden door cijfertjes.
Denk maar aan de wielerploeg van Sky, dat is een
rekenkundige sportmachine.
Eigenlijk vond ik dat die roeiers het zo slecht nog niet
hadden. De test was immers binnen, dus ze hoefden
een keer dat koude water niet op. Daarnaast zat
er tijdens de test geen teamgenoot in hun nek te
hijgen die de avond ervoor iets te veel knoflook had
gegeten. Ze hoefden ook eens een keer niet zo’n mal
roeipakje aan (is daar niets mooiers op te verzinnen?).
Rio is niet ver meer. Nog pakweg vier keer zo’n test
in het vooruitzicht. Nog pakweg vier keer paarse
oorlelletjes voor de sporters. We winnen geen goud
door het beste materiaal. We winnen geen goud door
een goed trainingskamp. We winnen geen goud door
een leuke teamsfeer.
We winnen goud door het muilkorven. •
30
Topsport Amsterdam Magazine