27.05.2016 Views

Toyota Toyota Touch & Go - PZ490-00331-*0 - Toyota Touch & Go - Toyota Touch & Go Plus - Dutch - mode d'emploi

Toyota Toyota Touch & Go - PZ490-00331-*0 - Toyota Touch & Go - Toyota Touch & Go Plus - Dutch - mode d'emploi

Toyota Toyota Touch & Go - PZ490-00331-*0 - Toyota Touch & Go - Toyota Touch & Go Plus - Dutch - mode d'emploi

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

"<strong>Touch</strong> & <strong>Go</strong>"<br />

"<strong>Touch</strong> & <strong>Go</strong> <strong>Plus</strong>"<br />

Instructieboekje


Voorwoord<br />

Voorwoord<br />

ALGEMENE AFBEELDINGEN VOOR ALLE VOERTUIGMODELLEN<br />

In deze handleiding werden illustraties voor de typische “<strong>Touch</strong> & <strong>Go</strong> (<strong>Plus</strong>)”<br />

lay-out, USB-poort en locatie van de achteruitkijkcamera, enz. gebruikt. Het actuele<br />

design en de positie van de knop kunnen verschillen naargelang het voertuig.<br />

Voor de correcte locatie van deze items kunt u terecht in Sectie 3 en de<br />

beeldindex van de “Gebruikershandleiding”.<br />

NAMEN EN MODI VAN DE MOTORSCHAKELAAR<br />

Deze handleiding werd geschreven met een voertuig met een benzinemotor<br />

(zonder een slim invoer- & startsysteem) als voorbeeld. Voor voertuigen met<br />

een slim invoer- en startsysteem en hybride voertuigen, zie de volgende tabel<br />

om de naam en modus van de motorschakelaar te bevestigen.<br />

Voertuigsysteem<br />

Voertuigen zonder<br />

een slim invoer- &<br />

startsysteem<br />

Naam en modus van de schakelaar<br />

Motorschakelaar ACC ON OFF (LOCK)<br />

Voertuigen met een<br />

slim invoer- & startsysteem<br />

“ENGINE START<br />

STOP”-schakelaar<br />

ACCESSORY<br />

IGNITION<br />

ON<br />

OFF<br />

Hybride voertuigen<br />

“POWER”-schakelaar<br />

ACCESSORY ON OFF<br />

i


Voorwoord<br />

IN AFBEELDINGEN GEBRUIKTE SYMBOLEN<br />

Veiligheidssymbool<br />

Het symbool van een cirkel met een streep door betekent “Niet doen”,<br />

“Doe dit niet”, of “Laat dit niet gebeuren”.<br />

Pijlen die een actie aangeven<br />

Geeft de actie aan (drukken, draaien, enz.)<br />

die nodig is om de knoppen en andere<br />

apparaten te bedienen.<br />

Geeft het resultaat van de actie aan<br />

(bv. deksel gaat open).<br />

HOE DEZE HANDLEIDING LEZEN<br />

Nr. Naam Beschrijving<br />

Actieontwerpen<br />

Hoofdacties<br />

Verwante acties<br />

Informatie<br />

Het ontwerp van een actie wordt uitgelegd.<br />

De stappen van een actie worden uitgelegd.<br />

Bijkomende acties bij de hoofdactie worden beschreven.<br />

Nuttige informatie voor de gebruiker wordt beschreven.<br />

ii


Voorwoord<br />

iii


Voorwoord<br />

iv


INHOUDSTAFEL<br />

INHOUDSTAFEL<br />

1 BEKNOPTE HANDLEIDING 9<br />

2 NAVIGATIESYSTEEM 19<br />

3 TOEPASSING 79<br />

4 AUDIOSYSTEEM 99<br />

5 Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM 145<br />

6 SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM 175<br />

7 VOERTUIGINFORMATIE 179<br />

8 SETUP 185<br />

9 ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM 205<br />

INDEX 213<br />

1


Inleiding<br />

Inleiding<br />

“<strong>Touch</strong> & <strong>Go</strong> (<strong>Plus</strong>)”-GEBRUIKERSHANDLEIDING<br />

Deze handleiding verklaart de bediening van het “<strong>Touch</strong> & <strong>Go</strong> (<strong>Plus</strong>)”. Lees<br />

voor correct gebruik deze handleiding aandachtig door. Bewaar deze handleiding<br />

te allen tijde in uw voertuig.<br />

De schermafdrukken in dit document en de feitelijke schermen van het “<strong>Touch</strong><br />

& <strong>Go</strong> (<strong>Plus</strong>)” verschillen al naargelang de functies en/of er een contract bestond<br />

en de kaartgegevens die op het tijdstip waarop dit document werd opgesteld,<br />

beschikbaar waren.<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

Het Navigatiesysteem is één van de meest technologisch geavanceerde voertuigaccessoires<br />

die ooit zijn ontwikkeld. Het systeem ontvangt satellietsignalen van<br />

het Globale Positioneringssysteem (GPS) dat door het ministerie van Defensie<br />

van de VS wordt geëxploiteerd. Door gebruik te maken van deze signalen en<br />

andere voertuigsensoren geeft het systeem uw huidige locatie aan en helpt het<br />

u bij het lokaliseren van een gewenste bestemming.<br />

Het navigatiesysteem is ontworpen om efficiënte routes van uw huidige startlocatie<br />

tot uw bestemming te selecteren. Het systeem is eveneens ontworpen om<br />

u op een efficiënte manier naar een voor u onbekende bestemming te brengen.<br />

Het systeem is ontwikkeld door “Harman International” door gebruik te maken<br />

van “Navteq”-kaarten. De berekende routes zijn niet noodzakelijk de kortste<br />

noch de meest verkeersvrije. Uw persoonlijke lokale kennis of “kortere weg”<br />

kunnen soms sneller zijn dan de berekende routes.<br />

De databank van het navigatiesysteem bevat Nuttige Plaatsen (= POI, Point Of Interest)<br />

waardoor u gemakkelijk bestemmingen zoals restaurants en hotels kunt<br />

selecteren. Als de bestemming niet in de databank zit, kunt u het adres of een<br />

groot kruispunt in de buurt ingeven, en het systeem zal u in de juiste richting leiden.<br />

Het systeem voorziet zowel een visuele kaart als gesproken instructies. De gesproken<br />

instructies kondigen de resterende afstand en de richting waarin u bij<br />

een kruispunt moet inslaan, aan. Deze gesproken instructies helpen u om uw<br />

ogen op de weg te houden en zijn getimed zodat u genoeg tijd heeft om te manoeuvreren,<br />

van rijstrook te veranderen of te vertragen.<br />

Gelieve er rekening mee te houden dat alle huidige voertuignavigatiesystemen<br />

bepaalde begrenzingen hebben die hun correcte werking kunnen beïnvloeden.<br />

De accuraatheid van de positie van het voertuig is afhankelijk van de toestand<br />

van de satelliet, de wegconfiguratie, de toestand van het voertuig en andere<br />

omstandigheden. Voor meer informatie over de begrenzingen van het systeem<br />

kunt u terecht op pagina 73.<br />

2


Inleiding<br />

BELANGRIJKE INFORMATIE OVER DEZE HANDLEIDING<br />

Om veiligheidsredenen geeft deze handleiding items die bijzondere aandacht<br />

vereisen, met de volgende tekens aan.<br />

WAARSCHUWING<br />

● Dit is een waarschuwing voor alles wat verwondingen aan mensen kan veroorzaken als<br />

de waarschuwing wordt genegeerd. U wordt op de hoogte gebracht van wat u moet of<br />

niet moet doen om het risico op verwondingen aan uzelf en anderen te beperken.<br />

BERICHT<br />

● Dit is een waarschuwing voor alles wat schade aan het voertuig of de uitrusting kan veroorzaken<br />

als de waarschuwing wordt genegeerd. U wordt op de hoogte gebracht van wat<br />

u moet of niet moet doen om het risico op schade aan uw voertuig of de uitrusting te vermijden<br />

of te beperken.<br />

3


Inleiding<br />

VEILIGHEIDSINSTRUCTIE<br />

Volg alle veiligheidstips hieronder op om<br />

het systeem op een zo veilig mogelijke<br />

manier te gebruiken.<br />

Dit systeem is bedoeld om u te helpen uw<br />

bestemming te bereiken en kan dit doen<br />

indien het correct wordt gebruikt. De bestuurder<br />

is als enige verantwoordelijk voor<br />

het veilige gebruik van het voertuig en de<br />

veiligheid van de passagiers.<br />

Gebruik geen enkele functie van dit systeem<br />

in die mate dat uw aandacht erdoor<br />

wordt afgeleid en de veiligheid tijdens het<br />

rijden in gevaar komt. Tijdens het rijden<br />

moet het veilige gebruik van het voertuig<br />

altijd de eerste prioriteit zijn. Houd u tijdens<br />

het rijden aan alle verkeersregels.<br />

Voordat u dit systeem daadwerkelijk gaat<br />

gebruiken, moet u eerst leren hoe het<br />

werkt en goed vertrouwd zijn met alle functies<br />

van het systeem. Lees de volledige<br />

gebruikershandleiding van “<strong>Touch</strong> & <strong>Go</strong><br />

(<strong>Plus</strong>)” om zeker te zijn dat u de werking<br />

van het systeem begrijpt. Sta niet toe dat<br />

anderen dit systeem gebruiken voordat ze<br />

de instructies in deze handleiding gelezen<br />

en begrepen hebben.<br />

Voor uw veiligheid zijn sommige functies<br />

mogelijk niet beschikbaar tijdens het rijden.<br />

Onbeschikbare schermtoetsen worden<br />

dof weergegeven.<br />

WAARSCHUWING<br />

● Uit veiligheidsoverwegingen mag de<br />

bestuurder het navigatiesysteem niet<br />

bedienen tijdens het rijden. Onvoldoende<br />

aandacht voor de weg en het<br />

verkeer kan een ongeval veroorzaken.<br />

● Houd u tijdens het rijden altijd aan de<br />

verkeersregels en houd steeds rekening<br />

met de verkeerssituatie. Als een verkeersbord<br />

is gewijzigd, is het mogelijk<br />

dat de routebegeleiding niet beschikt<br />

over de geüpdatete informatie zoals de<br />

rijrichting van een eenrichtingsstraat.<br />

Luister tijdens het rijden zoveel mogelijk<br />

naar de gesproken instructies en bekijk het<br />

scherm kortstondig en alleen wanneer dit<br />

veilig is. Vertrouw echter niet blindelings<br />

op de gesproken begeleiding. Gebruik ze<br />

gewoon als hulpmiddel. Als het systeem<br />

de huidige positie van het voertuig niet<br />

juist kan bepalen, bestaat de kans dat de<br />

gesproken instructies onjuist zijn of te laat<br />

of helemaal niet worden gegeven.<br />

De gegevens in het systeem kunnen soms<br />

onvolledig zijn. Wegomstandigheden, inclusief<br />

rijbeperkingen (verbod om links af<br />

te slaan, afgesloten straten, enz.), veranderen<br />

regelmatig. Kijk daarom, voordat u<br />

een instructie van het systeem volgt, of dit<br />

veilig kan gebeuren en in overeenstemming<br />

is met de verkeersregels.<br />

Dit systeem kan u niet waarschuwen voor<br />

zaken als de veiligheid van een bepaald<br />

gebied, de toestand van wegen of de beschikbaarheid<br />

van hulpdiensten. Rijd niet<br />

in een gebied als u niet zeker weet dat dit<br />

veilig is. Dit systeem vervangt geenszins<br />

het persoonlijke oordeel van de bestuurder.<br />

Gebruik dit systeem alleen op plaatsen<br />

waar dit wettelijk is toegestaan.<br />

4


Inleiding<br />

5


INHOUDSTAFEL<br />

1 BEKNOPTE HANDLEIDING<br />

1. BEDIENINGSELEMENTEN<br />

EN FUNCTIES ............................... 10<br />

OVERZICHT KNOPPEN ....................... 10<br />

INDEX SYSTEEMFUNCTIES ............... 12<br />

BEDIENING AANRAAKSCHERM......... 14<br />

2 NAVIGATIESYSTEEM<br />

1. BEDIENING NAVIGATIE................. 20<br />

SNELLE REFERENTIE......................... 20<br />

INDEX<br />

NAVIGATIESYSTEEMFUNCTIES ..... 22<br />

BEDIENING KAARTSCHERM .............. 24<br />

KAARTICONEN .................................... 28<br />

2. BESTEMMING ZOEKEN................. 35<br />

BESTEMMING ZOEKEN ...................... 35<br />

3. ROUTEBEGELEIDING.................... 43<br />

ROUTEBEGELEIDING STARTEN........ 43<br />

ROUTEBEGELEIDING ......................... 45<br />

DE ROUTE INSTELLEN<br />

EN VERWIJDEREN............................ 47<br />

4. MIJN BESTEMMINGEN .................. 55<br />

EEN INVOER REGISTREREN ............. 55<br />

DE INVOERINFORMATIE<br />

WEERGEVEN EN BEWERKEN......... 61<br />

OPGESLAGEN CONTACTPERSONEN<br />

NAAR EEN USB-GEHEUGEN<br />

STUREN ............................................. 63<br />

5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN .......... 65<br />

KAARTINSTELLINGEN ........................ 65<br />

ROUTE-INSTELLINGEN....................... 69<br />

INSTELLINGEN VOOR<br />

VERKEERSBERICHTEN ................... 71<br />

6. INFORMATIE INZAKE<br />

HET NAVIGATIESYSTEEM.......... 73<br />

BEPERKINGEN VAN HET<br />

NAVIGATIESYSTEEM........................ 73<br />

UPDATES IN DE<br />

KAARTENDATABANK........................ 75<br />

KAARTINFORMATIE............................. 76<br />

3 TOEPASSING<br />

1. BEDIENING TOEPASSINGEN ....... 80<br />

SNELLE REFERENTIE ......................... 80<br />

FOTOSLIDESHOW ............................... 81<br />

E-MAIL................................................... 83<br />

KALENDER ........................................... 85<br />

2. AANGESLOTEN SERVICE ............ 86<br />

OVERZICHT AANGESLOTEN<br />

SERVICE ............................................ 86<br />

VÓÓR EEN AANGESLOTEN<br />

SERVICE TE GEBRUIKEN................. 89<br />

NAVIGATIEFUNCTIE BEDIENEN<br />

DOOR MIDDEL VAN<br />

AANGESLOTEN SERVICE ................ 92<br />

EEN TOEPASSING BEDIENEN<br />

DOOR MIDDEL VAN<br />

AANGESLOTEN SERVICE ................ 96<br />

4 AUDIOSYSTEEM<br />

1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM..... 100<br />

SNELLE REFERENTIE ....................... 100<br />

BASISINFORMATIE ............................ 102<br />

RADIOBEDIENING.............................. 104<br />

BEDIENING CD-SPELER ................... 108<br />

BEDIENING USB-GEHEUGEN/iPod.... 114<br />

BEDIENING AUX-APPARAAT ............ 121<br />

BEDIENING Bluetooth ® -AUDIO .......... 123<br />

STUURKNOPPEN............................... 131<br />

BEDIENINGSTIPS VOOR HET<br />

AUDIOSYSTEEM.............................. 134<br />

6


5<br />

Bluetooth ® -<br />

HANDSFREESYSTEEM<br />

1. BASISINFORMATIE VÓÓR<br />

HET IN WERKING STELLEN ..... 146<br />

SNELLE REFERENTIE ....................... 146<br />

HANDSFREESYSTEEM...................... 150<br />

EEN Bluetooth ® -TELEFOON<br />

AANSLUITEN.................................... 153<br />

EEN INVOER REGISTREREN............ 157<br />

2. BEDIENING VAN<br />

DE TELEFOON ........................... 162<br />

BELLEN MET EEN<br />

Bluetooth ® -TELEFOON..................... 162<br />

OPROEPEN ONTVANGEN MET<br />

EEN Bluetooth ® -TELEFOON ............ 166<br />

PRATEN AAN EEN<br />

Bluetooth ® -TELEFOON..................... 167<br />

3. FUNCTIE VOOR<br />

KORTE BERICHTEN .................. 170<br />

FUNCTIE VOOR KORTE<br />

BERICHTEN...................................... 170<br />

8 SETUP<br />

1. BEDIENING SETUP...................... 186<br />

SNELLE REFERENTIE....................... 186<br />

ALGEMENE INSTELLINGEN ............. 187<br />

INSTELLINGEN WEERGEVEN .......... 190<br />

Bluetooth ® -INSTELLINGEN................ 193<br />

TELEFOONINSTELLINGEN ............... 200<br />

AUDIO-INSTELLINGEN...................... 201<br />

VOERTUIGINSTELLINGEN................ 204<br />

9<br />

ACHTERUITKIJKMONITOR-<br />

SYSTEEM<br />

1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />

..................................................... 206<br />

WERKING VAN HET<br />

ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />

.......................................................... 206<br />

VOORZORGSMAATREGELEN<br />

BIJ HET RIJDEN<br />

(MET RICHTLIJNEN VOOR<br />

DE ACHTERUITKIJKMONITOR) ..... 210<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

6<br />

SPRAAKOPDRACHTEN-<br />

SYSTEEM<br />

INDEX<br />

8<br />

1. BEDIENING VAN HET<br />

SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM<br />

..................................................... 176<br />

SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM .... 176<br />

1. ALFABETISCHE INDEX ............... 214<br />

9<br />

7 VOERTUIGINFORMATIE<br />

1. VOERTUIGINFORMATIE ............. 180<br />

SNELLE REFERENTIE ....................... 180<br />

BRANDSTOFVERBRUIK .................... 181<br />

WAARSCHUWINGSSYSTEEM VOOR<br />

BANDENSPANNING......................... 183<br />

7


8


1<br />

BEKNOPTE HANDLEIDING<br />

1<br />

2<br />

1<br />

BEDIENINGSELEMENTEN EN<br />

FUNCTIES<br />

1. OVERZICHT KNOPPEN................ 10<br />

2. INDEX SYSTEEMFUNCTIES ........ 12<br />

3. BEDIENING<br />

AANRAAKSCHERM ................... 14<br />

BEDIENING INVOERSCHERM ............ 14<br />

BEDIENING LIJSTSCHERM................. 17<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

9


1. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES<br />

1. OVERZICHT KNOPPEN<br />

• Het actuele design en de positie van de knop kunnen verschillen naargelang het voertuig.<br />

Voor details, zie sectie 3 van de “Gebruikershandleiding”.<br />

Nr. Naam Functie Pagina<br />

Aanraakscherm<br />

Cd-sleuf<br />

Afstemmings-/<br />

scrolknop<br />

-knop<br />

“CAR”-knop*<br />

“SETUP”-knop<br />

“MAP NAV”-knop<br />

Door het scherm met uw vinger aan te raken, kunt<br />

u de geselecteerde functies controleren.<br />

Steek een cd in deze sleuf. De cd-speler start automatisch.<br />

Draai aan deze knop om radiostation, groepen,<br />

nummers en bestanden te selecteren. De knop kan<br />

ook worden gebruik om een keuze uit de lijstweergave<br />

te maken.<br />

Druk op deze knop om het Bluetooth ® -handsfreesysteem<br />

en de -toepassingen te openen.<br />

Druk op deze knop om het voertuiginformatiesysteem<br />

te openen.<br />

Druk op deze knop om de functie-instellingen te<br />

personaliseren.<br />

Druk op deze knop om het navigatiesysteem te<br />

openen.<br />

14<br />

108<br />

102<br />

79, 145<br />

179<br />

185<br />

19<br />

10


1. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES<br />

Nr. Naam Functie Pagina<br />

Zoek-/Nummerknop<br />

“MEDIA”-knop<br />

-knop*<br />

-knop<br />

Druk op de “ ”- of “ ”-knop om omhoog of omlaag<br />

een radiostation te zoeken, of om een gewenst<br />

nummer of bestand af te spelen.<br />

Druk op deze knop om het audiosysteem te openen.<br />

Het audiosysteem wordt geopend in de laatst<br />

gebruikte modus.<br />

Druk op deze knop om het afspelen van de muziek<br />

te pauzeren of te hervatten.<br />

Druk op deze knop om het audiosysteem aan en uit<br />

te zetten en draai om het volume aan te passen.<br />

105, 110,<br />

112, 117,<br />

129<br />

100, 102,<br />

103<br />

-knop Druk op deze knop om een cd uit te werpen. 108<br />

—<br />

102<br />

1<br />

BEKNOPTE HANDLEIDING<br />

*: Indien uitgerust<br />

11


1. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES<br />

2. INDEX SYSTEEMFUNCTIES<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

Om het navigatiesysteem te openen, drukt<br />

u op de “MAP NAV”-knop. Elke keer u op<br />

“MAP NAV”-knop drukt, verandert het<br />

scherm tussen het kaartscherm en het<br />

“Navigatie”-menuscherm. Voor details, zie<br />

pagina 19.<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

Om het audiosysteem te openen, drukt u op<br />

de “MEDIA”-knop. Het audiobedieningsscherm<br />

wordt weergegeven. Audiobronnen:<br />

radio, cd's, iPod, USB, AUX en Bluetooth ® -<br />

audio. Voor details, zie pagina 99.<br />

TOEPASSINGSSYSTEEM<br />

Om het toepassingssysteem te openen,<br />

drukt u op de -knop. Elke keer u op<br />

-knop drukt, verandert het scherm<br />

tussen het “Telefoon”-menuscherm en het<br />

“Extra's”-menuscherm. De bestuurder kan<br />

de toepassingen gebruiken. Voor details,<br />

zie pagina 79.<br />

Bluetooth ®<br />

-HANDSFREESYSTEEM<br />

Om het Bluetooth ® -handsfreesysteem te<br />

openen, drukt u op de -knop. Elke<br />

keer u op -knop drukt, verandert<br />

het scherm tussen het “Telefoon”-menuscherm<br />

en het “Extra's”-menuscherm. De<br />

bestuurder kan bellen of oproepen ontvangen<br />

zonder zijn handen van het stuurwiel<br />

te halen. Voor details, zie pagina 145.<br />

12


1. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES<br />

SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM<br />

Om het spraakopdrachtensysteem te activeren,<br />

drukt u op de -knop op het<br />

stuurwiel. De bestuurder kan het “touchscreen”<br />

bedienen door een opdracht te<br />

geven. Voor details, zie pag. 175.<br />

SETUP<br />

Om de functie-instellingen te personaliseren,<br />

drukt u op de “SETUP”-knop. Vanuit<br />

het setupmenu kunt u ook de interfacetaal<br />

veranderen. Voor details, zie pagina 185.<br />

1<br />

BEKNOPTE HANDLEIDING<br />

VOERTUIGINFORMATIE<br />

(INDIEN UITGERUST)<br />

Om het voertuiginformatiesysteem te openen,<br />

drukt u op de “CAR”-knop. U kunt het<br />

brandstofverbruik en de bandenspanning<br />

controleren. Voor details, zie pagina 179.<br />

ACHTERUITKIJKMONITOR-<br />

SYSTEEM<br />

Als u naar “R”-positie schakelt, wordt automatisch<br />

het zicht achter het voertuig op het<br />

scherm getoond. Voor details, zie pagina 205.<br />

13


1. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES<br />

3. BEDIENING AANRAAKSCHERM<br />

Het systeem wordt hoofdzakelijk door<br />

de schermtoetsen bediend.<br />

• Om schade aan het scherm te voorkomen,<br />

raakt u de schermtoetsen zachtjes aan met<br />

uw vinger. Als u een schermtoets aanraakt,<br />

weerklinkt een piepgeluid. (Om een piepgeluid<br />

in te stellen, zie pagina 187).<br />

• Gebruik enkel uw vinger om het scherm<br />

aan te raken.<br />

BERICHT<br />

● Om te voorkomen dat de batterij van 12<br />

volt leeg raakt, laat u het systeem best<br />

niet langer dan nodig aan als de motor<br />

niet draait.<br />

BEDIENING INVOERSCHERM<br />

Als u een adres of naam zoekt, kunt u<br />

letters en cijfers via het scherm invoeren.<br />

LETTERS EN CIJFERS<br />

INGEVEN<br />

1 Raak de toetsen rechtstreeks aan om<br />

letters of cijfers in te geven.<br />

INFORMATIE<br />

● Als het systeem niet reageert op een<br />

aanraking van een schermtoets, haalt u<br />

uw vinger van het scherm en raakt u het<br />

opnieuw aan.<br />

● Dof weergegeven schermtoetsen kunnen<br />

niet worden bediend.<br />

● Wrijf vingerafdrukken af met een glasreinigende<br />

doek. Gebruik geen chemische<br />

reinigingsmiddelen om het aanraakscherm<br />

te reinigen.<br />

● Het weergegeven beeld kan donker worden<br />

en bewegende beelden kunnen licht<br />

worden vervormd als het scherm koud is.<br />

● Onder extreem koude omstandigheden<br />

is het mogelijk dat het scherm niet wordt<br />

weergegeven en dat de gegevens, die<br />

door een gebruiker zijn ingevoerd, worden<br />

verwijderd. De schermtoetsen kunnen<br />

ook harder dan normaal zijn om in te<br />

drukken.<br />

● Als u door gepolariseerd materiaal, zoals<br />

een gepolariseerde zonnebril, naar het<br />

scherm kijkt, is het scherm mogelijk donker<br />

en moeilijk te zien. Kijk in dat geval<br />

vanuit verschillende hoeken naar het<br />

scherm of pas de scherminstellingen aan<br />

(Zie “INSTELLINGEN WEERGEVEN” op<br />

pagina 190), of neem uw zonnebril af.<br />

: Druk om één letter te verwijderen.<br />

Druk en houd ingedrukt om letters te blijven<br />

verwijderen.<br />

2 Raak “OK” aan.<br />

INFORMATIE<br />

● Als een karakter wordt ingegeven, verschijnt<br />

een tip die een mogelijke overeenkomst<br />

voor het te zoeken woord<br />

weergeeft.<br />

● Op dit moment onbeschikbare schermtoetsen<br />

worden dof weergegeven.<br />

● Als een invoer te lang is om in het<br />

invoerveld te worden weergegeven,<br />

wordt het laatste deel van de ingegeven<br />

tekst weergegeven en wordt het begindeel<br />

als “...” weergegeven.<br />

14


1. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES<br />

■WISSELEN TUSSEN KLEINE LET-<br />

TERS EN HOOFDLETTERS<br />

1 Raak of aan.<br />

: Druk om een kleine letter in te geven.<br />

■SYMBOLEN INGEVEN<br />

1 Raak ( ) of<br />

aan.<br />

( ) lay-out van het toetsenbord<br />

1<br />

BEKNOPTE HANDLEIDING<br />

: Druk om een hoofdletter in te geven.<br />

lay-out van het toetsenbord<br />

• Elke keer u of aanraakt,<br />

wisselt de invoer tussen hoofdletter en<br />

kleine letter.<br />

INFORMATIE<br />

● In de volgende situaties wisselt de<br />

invoermodus automatisch tussen hoofdletter<br />

en kleine letter.<br />

• Als de lay-out van het toetsenbord<br />

naar de invoer van hoofdletters verandert,<br />

zal de lay-out automatisch<br />

naar de invoer van kleine letters<br />

overschakelen nadat één letter werd<br />

ingegeven.<br />

•Als u “/”, “&”, “.” of “(” ingeeft, zal<br />

de lay-out van het toetsenbord automatisch<br />

naar de invoer van hoofdletters<br />

overschakelen.<br />

• Als alle karakters worden verwijderd,<br />

zal de lay-out van het toetsenbord<br />

automatisch naar de invoer van<br />

hoofdletters overschakelen.<br />

2 Raak de symbooltoetsen rechtstreeks<br />

aan om symbolen in te geven.<br />

15


1. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES<br />

■DE LAY-OUT VAN HET TOETSEN-<br />

BORD VERANDEREN<br />

1 Raak aan.<br />

INGEVEN VANUIT DE LIJST<br />

MET MOGELIJKE OVEREEN-<br />

KOMSTEN<br />

Op bepaalde schermen wordt een kandidaat-invoertekst<br />

of woordvoorspelling<br />

op basis van de ingevoerde letters,<br />

weergegeven. Het gewenste item kan<br />

worden geselecteerd en ingevoerd.<br />

1 Geef letters in.<br />

2 Raak het gewenste item aan.<br />

• Als een kandidaat-invoertekst die in het<br />

invoerveld wordt weergegeven, het<br />

gewenste is, raakt u “OK” aan.<br />

( ): Latijnse karakters, “ABC”-<br />

lay-out<br />

( ): Latijnse karakters,<br />

“QWERTY”-lay-out<br />

( ): Latijnse karakters,<br />

“QWERTZ”-lay-out<br />

( ): Latijnse karakters,<br />

“AZERTY”-lay-out<br />

• Door aan te raken, wordt de lijst<br />

met kandidaat-invoerteksten weergegeven.<br />

Het aantal overeenstemmende items<br />

wordt getoond. Er kunnen tot 300 items<br />

worden weergegeven.<br />

• De lijst wordt automatisch weergegeven<br />

als het aantal overeenstemmende invoermogelijkheden<br />

5 of minder is.<br />

2 Raak het gewenste item aan.<br />

( ): Cyrillische karakters<br />

( ): Griekse karakters<br />

16


1. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES<br />

BEDIENING LIJSTSCHERM<br />

Als een lijst wordt weergegeven, kunt u<br />

de corresponderende schermtoets gebruiken<br />

om door de lijst te scrollen.<br />

SPRINGTOETSEN VOOR<br />

KARAKTERS IN LIJSTEN<br />

Sommige lijsten bevatten karaktertoetsen,<br />

“A-C”, “D-F” enz., die u de mogelijkheid<br />

bieden om direct naar de<br />

ingevoerde gegevens met dezelfde letter<br />

als de karaktertoets te springen.<br />

1 Raak één van de karaktertoetsen aan.<br />

1<br />

BEKNOPTE HANDLEIDING<br />

of : Druk om naar de volgende of<br />

vorige pagina over te gaan.<br />

• Door deze schermtoets aan te raken en<br />

ingedrukt te houden, kunt u omhoog of<br />

omlaag scrollen. Het scrollen stopt automatisch<br />

als u het begin/einde van de lijst<br />

bereikt.<br />

: Dit geeft de positie van het weergegeven<br />

scherm aan.<br />

INFORMATIE<br />

● Elke keer u dezelfde karaktertoets aanraakt,<br />

wordt de lijst die begint met het<br />

daaropvolgende karakter, weergegeven.<br />

17


1 BEDIENING NAVIGATIE<br />

1. SNELLE REFERENTIE.................. 20<br />

2. INDEX<br />

NAVIGATIESYSTEEMFUNCTIES<br />

..................................................... 22<br />

3. BEDIENING KAARTSCHERM ...... 24<br />

OM KAARTSCHERM<br />

WEER TE GEVEN.............................. 24<br />

BEDIENING KAARTSCHERM .............. 24<br />

4. KAARTICONEN............................. 28<br />

VERSCHILLENDE<br />

INFORMATIE OP DE KAART<br />

WEERGEVEN .................................... 28<br />

ICONEN VOOR NUTTIGE<br />

PLAATSEN*........................................ 29<br />

VERKEERSBERICHTEN ...................... 32<br />

2 BESTEMMING ZOEKEN<br />

3 ROUTEBEGELEIDING<br />

1. ROUTEBEGELEIDING<br />

STARTEN.................................... 43<br />

SCHERM VOOR HET STARTEN<br />

VAN DE ROUTEBEGELEIDING......... 43<br />

DE ROUTE INSTELLEN........................ 44<br />

2. ROUTEBEGELEIDING ................. 45<br />

ROUTEBEGELEIDINGSSCHERM........ 45<br />

GESPROKEN BEGELEIDING............... 46<br />

3. DE ROUTE INSTELLEN EN<br />

VERWIJDEREN .......................... 47<br />

INSTELLEN VIA HET<br />

“Opties”-SCHERM............................... 47<br />

BESTEMMINGEN TOEVOEGEN.......... 50<br />

EEN SEGMENT OP DE ROUTE<br />

OMLEIDEN ......................................... 52<br />

DE ROUTE HERBEREKENEN<br />

VIA DE VERKEERSBERICHTEN ....... 54<br />

1. BESTEMMING ZOEKEN ............... 35<br />

BESTEMMING ZOEKEN VIA HET<br />

“Bestemming”-SCHERM..................... 35<br />

BESTEMMING ZOEKEN VIA HET<br />

“Bestemming”-SCHERM..................... 37<br />

18


2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

1<br />

2<br />

4 MIJN BESTEMMINGEN 5 NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />

1. EEN INVOER REGISTREREN...... 55<br />

EEN NIEUWE INVOER<br />

REGISTREREN .................................. 55<br />

2. DE INVOERINFORMATIE<br />

WEERGEVEN<br />

EN BEWERKEN.......................... 61<br />

DE INVOERINFORMATIE<br />

WEERGEVEN EN BEWERKEN ......... 61<br />

3. OPGESLAGEN<br />

CONTACTPERSONEN NAAR<br />

EEN USB-GEHEUGEN<br />

STUREN...................................... 63<br />

OPGESLAGEN<br />

CONTACTPERSONEN NAAR EEN<br />

USB-GEHEUGEN STUREN ............... 63<br />

1. KAARTINSTELLINGEN ................ 65<br />

DE KAART INSTELLEN........................ 65<br />

2. ROUTE-INSTELLINGEN ............... 69<br />

DE ROUTEOPTIES<br />

INSTELLEN ........................................ 69<br />

3. INSTELLINGEN VOOR<br />

VERKEERSBERICHTEN ............ 71<br />

INSTELLINGEN VOOR<br />

VERKEERSBERICHTEN ................... 71<br />

6<br />

INFORMATIE INZAKE HET<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

1. BEPERKINGEN VAN HET<br />

NAVIGATIESYSTEEM ................ 73<br />

2. UPDATES IN DE<br />

KAARTENDATABANK ............... 75<br />

KAART UPDATEN ................................ 75<br />

3. KAARTINFORMATIE .................... 76<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

Sommige functies kunnen niet worden bediend tijdens het rijden.<br />

*: Nuttige Plaats = POI<br />

19


1. BEDIENING NAVIGATIE<br />

1. SNELLE REFERENTIE<br />

Om het “Navigatie”-menuscherm weer te geven, raakt u “NAV” op de kaart aan of<br />

drukt u op de “MAP NAV”-knop. Als u “NAV” aanraakt of op de “MAP NAV”-knop<br />

drukt, keert u terug naar het scherm dat het laatst werd weergegeven. Raak<br />

aan om het “Navigatie”-menuscherm weer te geven. Vanuit dit scherm kunnen bestemmingen<br />

worden ingegeven en kunnen routegerelateerde instellingen worden<br />

gewijzigd.<br />

“Navigatie”-menuscherm<br />

Nr. Functie Pagina<br />

Druk om het “Bestemming”-scherm weer te geven.<br />

U kunt een bestemming ingeven door een item van de lijst van opgeslagen<br />

bestemmingen, laatste bestemmingen of adressen uit het telefoonboek<br />

35<br />

van de aangesloten telefoon te selecteren.<br />

Druk om het “Bestemming”-scherm weer te geven.<br />

U kunt een bestemming ingeven via het adres, een Nuttige Plaats of<br />

door gebruik te maken van geavanceerde opties. De bestemming kan<br />

37, 50<br />

ook als een Viapunt naar een bestemming worden toegevoegd.<br />

Druk om het “Verkeersberichten”-scherm weer te geven.<br />

Het bevat een lijst van verkeersberichten met betrekking tot de ingestelde<br />

32<br />

route, alle verkeersberichten en waarschuwingen.<br />

Druk om het “Route-opties”-scherm weer te geven.<br />

De routevoorkeuren en ontwijkingscriteria kunnen worden ingesteld.<br />

69<br />

Raak het corresponderende icoontje aan om het “Bestemming”, “Bestemming”,<br />

“Verkeersberichten” of “Route-opties”-scherm te wijzigen.<br />

32, 35, 37,<br />

50, 69<br />

20


1. BEDIENING NAVIGATIE<br />

Overzicht begeleidingsscherm<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

Nr. Functie Pagina<br />

Dit symbool geeft een kaartlay-out aan. Door dit symbool aan te raken,<br />

verandert u de kaartlay-out.<br />

Toont de afstand, de geschatte reistijd tot de bestemming, of de geschatte<br />

aankomsttijd op de bestemming.<br />

26<br />

45<br />

Toont verkeersinformatie op de route. 34<br />

Toont de afstand tot de volgende bocht met een pijl die de draairichting<br />

aangeeft.<br />

45<br />

Druk om het “Opties”-scherm weer te geven. 47<br />

Toont de huidige straatnaam. 45<br />

Druk om het “Navigatie”-menuscherm weer te geven. 20<br />

Druk om de gesproken begeleiding te horen en/of het volume van de<br />

gesproken begeleiding aan te passen.<br />

46<br />

Druk om de schaal van de kaart te wijzigen. 26<br />

21


1. BEDIENING NAVIGATIE<br />

2. INDEX NAVIGATIESYSTEEMFUNCTIES<br />

Kaart<br />

Kaarten weergeven<br />

Pagina<br />

Kaartscherm bekijken 24<br />

Huidige positie van het voertuig weergeven 24<br />

Buurtkaart van de huidige positie van het voertuig bekijken 25<br />

Schaal wijzigen 26<br />

Kaartlay-out wijzigen 26<br />

Uiteenlopende informatie op de kaart weergeven 28<br />

Iconen voor Nuttige Plaatsen weergeven 29<br />

Verkeersberichten bekijken 32<br />

Bestemming zoeken<br />

Pagina<br />

Bestemming zoeken 35<br />

In het systeem geregistreerde invoer als de bestemming instellen 35<br />

Routebegeleiding<br />

Vóór de routebegeleiding te starten<br />

Pagina<br />

Route herberekenen 44<br />

Alternatieve routes bekijken 43<br />

Routebegeleiding starten 43<br />

Vóór de routebegeleiding te starten of tijdens de routebegeleiding<br />

Pagina<br />

Route bekijken 47<br />

Bestemmingen toevoegen 50<br />

Route herberekenen 48<br />

Scherm voor geschatte reis-/aankomsttijd wijzigen 67<br />

Tijdens de routebegeleiding<br />

Pagina<br />

Routebegeleiding stoppen 47<br />

Volume van de routebegeleiding aanpassen 46<br />

Volledige routekaart weergeven 47<br />

22


1. BEDIENING NAVIGATIE<br />

Geheugenpunt<br />

Geheugenpunt<br />

Pagina<br />

Invoer registreren 55<br />

Invoer bewerken 61<br />

Invoer vanuit externe apparaten laden 59<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

23


1. BEDIENING NAVIGATIE<br />

3. BEDIENING KAARTSCHERM<br />

OM KAARTSCHERM WEER<br />

TE GEVEN<br />

1 Druk op de “MAP NAV”-knop.<br />

BEDIENING KAARTSCHERM<br />

SCHERM MET HUIDIGE<br />

VOERTUIGPOSITIE<br />

Als het navigatiesysteem wordt gestart,<br />

wordt eerst de huidige positie<br />

weergegeven. Het scherm toont de<br />

huidige voertuigpositie en een kaart<br />

van het omliggende gebied.<br />

• Als u op de “MAP NAV”-knop drukt, wordt<br />

één van de “Navigatie”-schermen weergegeven,<br />

druk nogmaals op de “MAP NAV”-<br />

knop.<br />

2 Raak “Bevestigen” aan.<br />

• Het teken voor de huidige voertuigpositie<br />

verschijnt in het midden van het<br />

kaartscherm.<br />

• Na enkele seconden schakelt het waarschuwingsscherm<br />

automatisch over naar<br />

het kaartscherm.<br />

INFORMATIE<br />

● Het waarschuwingsscherm zal worden<br />

weergegeven als het scherm voor de<br />

eerste keer nadat de motorschakelaar in<br />

de “ACC”- of “ON”-positie is gezet, naar<br />

het kaartscherm overschakelt.<br />

INFORMATIE<br />

● Tijdens het rijden staat het teken van de<br />

huidige voertuigpositie vast en beweegt<br />

de kaart.<br />

● De huidige positie wordt automatisch<br />

ingesteld als het voertuig signalen van<br />

de GPS (Globaal Positioneringssysteem)<br />

ontvangt. Als de huidige positie<br />

niet correct is, zal die automatisch worden<br />

verbeterd nadat het voertuig signalen<br />

van de GPS ontvangt.<br />

● Na het loskoppelen van de batterij van<br />

12 volt, of op een nieuw voertuig, is het<br />

mogelijk dat de positie niet correct is.<br />

Zodra het systeem signalen van de GPS<br />

ontvangt, wordt de correcte, huidige<br />

positie weergegeven.<br />

24


1. BEDIENING NAVIGATIE<br />

■HUIDIGE LOCATIE<br />

EN GPS-INFORMATIE<br />

Huidige locatie, geo-coördinaten en<br />

GPS-informatie worden weergegeven.<br />

1 Raak “Opties” op de kaart aan.<br />

2 Raak "Locatie en GPS-informatie"<br />

aan.<br />

3 Een informatiescherm verschijnt.<br />

• Op dit scherm wordt de volgende informatie<br />

weergegeven.<br />

Nr.<br />

Informatie<br />

De getoonde informatie varieert<br />

al naargelang de weg waarop u<br />

momenteel rijdt, een autoweg of<br />

een straat is.<br />

Breedtegraad en lengtegraad<br />

Aantal beschikbare satellieten<br />

en de hoogte.<br />

HOE SCROLLEN PER SCHERM<br />

Als u een punt op de kaart aanraakt,<br />

beweegt dat punt naar het midden van<br />

het scherm en wordt het door de cursor<br />

aangetoond .<br />

• Als u uw vinger op het scherm houdt, zal<br />

de kaart in die richting blijven scrollen tot u<br />

uw vinger verwijdert.<br />

• Er wordt een straatnaam of geo-coördinaten<br />

getoond, afhankelijk van de schaal<br />

van de kaart.<br />

• Nadat het scherm is gescrold, blijft de<br />

kaart op de geselecteerde locatie gecentreerd<br />

tot er een andere functie wordt<br />

geactiveerd. Het teken van de huidige<br />

voertuigpositie blijft langs uw huidige route<br />

bewegen en kan zelfs van het scherm verdwijnen.<br />

Als u aanraakt, keert het<br />

teken van de huidige voertuigpositie terug<br />

naar het midden van het scherm. De kaart<br />

beweegt naarmate het voertuig de aangeduide<br />

route volgt.<br />

• Als u de scrolfunctie gebruikt, kan het<br />

teken van de huidige voertuigpositie van<br />

het scherm verdwijnen. Raak aan<br />

om de huidige voertuigpositie op het<br />

kaartscherm weer te geven.<br />

• Als u “<strong>Go</strong>” aanraakt, wordt het scherm<br />

voor het starten van de routebegeleiding<br />

weergegeven. (Zie pagina 43.)<br />

• Als u “Bewaar” aanraakt, wordt de<br />

plaats in de “Opgesl.”-lijst op het<br />

“Bestemming”-scherm geregistreerd.<br />

(Zie pagina 57.)<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

25


1. BEDIENING NAVIGATIE<br />

KAARTCONFIGURATIES<br />

De volgende kaartconfiguraties kunnen<br />

worden geselecteerd.<br />

■KAARTSCHAAL<br />

1 Raak “+” of “-” aan om de schaal van<br />

het kaartscherm te wijzigen.<br />

■KAARTLAY-OUT<br />

De kaartlay-out kan worden gewijzigd<br />

vanuit “3D richting”, “2D richting” of<br />

“2D noord”.<br />

1 Raak of aan.<br />

2 Raak de gewenste kaartlay-out aan.<br />

INFORMATIE<br />

● De schaal varieert van 10 m tot 500 km.<br />

● Nadat de schaal is gewijzigd, wordt de<br />

nieuwe schaalindicator een tijdje bovenaan<br />

links op het scherm weergegeven.<br />

“3D richting”: Druk om de 3D-kaart weer<br />

te geven. De richting waarin het voertuig<br />

rijdt, is altijd naar boven.<br />

“2D richting”: Druk om de 2D-kaart weer<br />

te geven. De richting waarin het voertuig<br />

rijdt, is altijd naar boven.<br />

“2D noord”: Druk om de 2D-kaart weer te<br />

geven. Ongeacht de richting waarin het<br />

voertuig rijdt, het noorden is altijd naar boven.<br />

26


1. BEDIENING NAVIGATIE<br />

3D-richting<br />

2<br />

2D-richting<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

2D noord<br />

• De kaartlay-out kan ook worden gewijzigd<br />

via “Kaartinstellingen”. (Zie pagina 65.)<br />

27


1. BEDIENING NAVIGATIE<br />

4. KAARTICONEN<br />

VERSCHILLENDE<br />

INFORMATIE OP DE KAART<br />

WEERGEVEN<br />

Op de kaart kan verschillende informatie<br />

worden weergegeven.<br />

■HISTORISCHE MONUMENTEN IN 3D<br />

(INDIEN UITGERUST)<br />

Historische monumenten kunnen in 3D<br />

op de kaart worden weergegeven.<br />

■SNELHEIDSBEPERKINGEN<br />

De snelheidsbeperking van de weg<br />

waarop u momenteel rijdt, kan worden<br />

weergegeven.<br />

■SNELHEIDSCAMERA'S<br />

Snelheidscamera's kunnen als iconen<br />

op de kaart worden weergegeven.<br />

■GEBOUWEN IN 3D<br />

(INDIEN UITGERUST)<br />

Gebouwen kunnen in 3D op de kaart<br />

worden weergegeven.<br />

• Het weergeven van de bovenstaande<br />

items kan worden uitgeschakeld. (Zie<br />

pagina 65.)<br />

INFORMATIE<br />

● De bovenstaande items zullen afhankelijk<br />

van de kaartschaal worden weergegeven.<br />

● De bovenstaande items zullen afhankelijk<br />

van de beschikbare kaartgegevens worden<br />

weergegeven.<br />

28


1. BEDIENING NAVIGATIE<br />

ICONEN VOOR NUTTIGE<br />

PLAATSEN<br />

■LIJST VAN ICONEN VOOR<br />

NUTTIGE PLAATSEN<br />

Openbaar<br />

ICONEN VOOR NUTTIGE<br />

PLAATSEN WEERGEVEN<br />

Nuttige Plaatsen zoals tankstations en<br />

restaurants kunnen op het kaartscherm<br />

worden weergegeven. Hun locatie<br />

kan ook als bestemming worden<br />

ingesteld.<br />

• Iconen voor Nuttige Plaatsen worden op<br />

de kaart weergegeven.<br />

Icoon<br />

Bibliotheek<br />

Naam<br />

Hogeschool/Universiteit<br />

School<br />

Toeristische dienst<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

Kerkhof, begrafenisondernemer<br />

Overheidsgebouw, instituut, stadhuis,<br />

gemeenschapsgebouw<br />

Gemeenschap<br />

• U kunt een bepaald soort Nuttige Plaats<br />

dat op het scherm wordt weergegeven,<br />

selecteren. (Zie pagina 65.)<br />

Rechtbank<br />

Gebedshuis<br />

Accommodatie, hotel/motel<br />

Apotheek<br />

Congrescentrum, tentoonstellingscomplex<br />

Financiering, bank<br />

Geldautomaat<br />

Postkantoor<br />

Zaken, algemeen, gebouw<br />

29


1. BEDIENING NAVIGATIE<br />

Icoon<br />

Naam<br />

Icoon<br />

Naam<br />

Medisch, doctor, gezondheidszorg<br />

Autoverhuur, -faciliteit, -parking<br />

Ambulance, ziekenhuis/polikliniek<br />

Ferryterminal<br />

Brandweer<br />

Parking, open parking, algemene<br />

parking<br />

Politie<br />

Parkeergarage<br />

Telefoon, communicatie<br />

Open parking P+R (Park & Ride)<br />

Tandarts<br />

Picknickterrein<br />

Dierenarts<br />

Motororganisatie, autoclub<br />

Verkeer<br />

Verhuizer, verhuisbedrijf<br />

Icoon<br />

Naam<br />

Autodealer/hersteller, herstelfaciliteit,<br />

algemene herstellingen,<br />

carwash, bandenherstel<br />

Uitgaansleven<br />

Motordealer<br />

Autodealer<br />

Uitrit autoweg<br />

Luchthaven, vertrek/aankomst, terrein,<br />

internationaal, nationaal<br />

Bus, terminal, bushalte, transport,<br />

openbaar transport halte, algemeen<br />

transport<br />

Station<br />

Icoon<br />

Naam<br />

Meerdere Nuttige Plaatsen<br />

Café, nachtleven<br />

Ontspanning, cultureel centrum,<br />

theater, muziekcentrum, concertzaal<br />

Bioscoop<br />

Metro<br />

Casino<br />

Tankstation<br />

Café/bar, café<br />

30


1. BEDIENING NAVIGATIE<br />

Icoon<br />

Naam<br />

Icoon<br />

Naam<br />

Sport<br />

Icoon<br />

Restaurant, Frans, Belgisch,<br />

Chinees, Duits, Grieks, vegetarisch,<br />

fastfood, grill, zeevruchten,<br />

broodjes, steak, ...<br />

Naam<br />

Sport, sport algemeen, sportactiviteiten<br />

<strong>Go</strong>lfterrein<br />

Renbaan<br />

Toeristenattracties, belangrijke toeristenattracties<br />

Park/recreatiedomein<br />

Jachthaven, haven<br />

K<strong>amp</strong>eerterrein<br />

Kruidenier<br />

Historisch monument<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

Stadion, sportcentrum, hippodroom<br />

Woonwagenterrein,<br />

k<strong>amp</strong>eerterrein<br />

Watersporten<br />

Boekenwinkel<br />

Bowling<br />

Kapper<br />

& schoonheidsspecialiste<br />

Skigebieden<br />

Fotografie<br />

Ontspanning<br />

Icoon<br />

Naam<br />

Schoenwinkel<br />

Wijn & sterkedrank<br />

Recreatiepark<br />

Wijndomein<br />

Kledij<br />

Reinigen & wassen<br />

Museum<br />

Shopping, markt, winkelcentrum,<br />

fabriekswinkel<br />

Winkel, warenhuis, drankwinkel<br />

31


1. BEDIENING NAVIGATIE<br />

INFORMATIE INZAKE NUTTIGE<br />

PLAATSEN WEERGEVEN<br />

1 Raak het icoontje van de gewenste<br />

Nuttige Plaats op de kaart aan.<br />

2 Raak aan.<br />

Eén Nuttige Plaats<br />

VERKEERSBERICHTEN<br />

VERKEERSBERICHTEN<br />

WEERGEVEN<br />

1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />

op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />

weer te geven.<br />

• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />

wordt weergegeven, raakt u<br />

tot het wordt weergegeven.<br />

2 Raak “Verkeersberichten” aan.<br />

aan<br />

Meerdere Nuttige Plaatsen<br />

3 Informatie inzake Nuttige Plaatsen zal<br />

worden weergegeven.<br />

• Het “Verkeersberichten”-scherm kan worden<br />

weergegeven door op één van<br />

de “Navigatie”-schermen aan te raken.<br />

3 Raak “Op route”, “Alles” of<br />

“Waarsch.” aan om de gewenste lijst<br />

te selecteren.<br />

• Als u “<strong>Go</strong>” aanraakt, wordt het scherm voor<br />

het starten van de routebegeleiding weergegeven.<br />

(Zie pagina 43.)<br />

• Als u "Bewaar" aanraakt, wordt de plaats in<br />

de “Opgesl.”-lijst op het “Bestemming”-<br />

scherm geregistreerd. (Zie pagina 57.)<br />

• Als u aanraakt, wordt het geregistreerde<br />

telefoonnummer gebeld.<br />

“Op route”: Tijdens de routebegeleiding<br />

worden de verkeersberichten met betrekking<br />

tot de ingestelde route weergegeven.<br />

“Alles”: Alle verkeersberichten worden<br />

weergegeven.<br />

“Waarsch.”: De verkeersberichten met<br />

waarschuwingen worden weergegeven.<br />

32


1. BEDIENING NAVIGATIE<br />

4 Raak het gewenste bericht aan.<br />

5 Het verkeersbericht wordt weergegeven.<br />

2<br />

• Op dit scherm wordt de volgende informatie<br />

weergegeven.<br />

Nr.<br />

Wegnummer<br />

Informatie<br />

Routesegment<br />

Als het routesegment niet beschikbaar<br />

is, wordt informatie zoals<br />

huisnummer, stad, regio of<br />

land weergegeven.<br />

: Icoon voor een incident<br />

of : Druk om het volgende of vorige<br />

verkeersbericht weer te geven.<br />

∗<br />

• Als u aanraakt, wordt het verkeersbericht<br />

voorgelezen. Om deze<br />

functie te annuleren, raakt u<br />

aan.<br />

• Raak “Omweg” aan om om te rijden of<br />

om de omleiding te annuleren. (Zie<br />

pagina 53.)<br />

∗<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

: Icoon voor een incident<br />

op de route<br />

: Icoon voor een incident<br />

op de omgeleide route<br />

Afstand tot incident<br />

∗ : Indien uitgerust<br />

33


1. BEDIENING NAVIGATIE<br />

■LIJST VAN ICONEN VOOR VER-<br />

KEERSBERICHTEN<br />

Icoon<br />

Naam<br />

Glad<br />

Slecht weer<br />

Wind<br />

Sneeuw<br />

Verkeer<br />

File<br />

Ongeval<br />

Wegenwerken<br />

Versmalde rijstrook<br />

Waarschuwing<br />

Geen inrit<br />

Veiligheidscontrolepunt<br />

Informatie<br />

34


2. BESTEMMING ZOEKEN<br />

1. BESTEMMING ZOEKEN<br />

BESTEMMING ZOEKEN VIA<br />

HET “Bestemming”-SCHERM<br />

Er zijn verschillende manieren om een<br />

bestemming te zoeken.<br />

(a)Bestemming zoeken via opgeslagen<br />

bestemmingen<br />

(b)Bestemming zoeken via laatste bestemmingen<br />

(c)Bestemming zoeken via het telefoonboek<br />

van de aangesloten telefoon<br />

1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />

op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />

weer te geven.<br />

• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />

BESTEMMING ZOEKEN VIA<br />

“Bewaard”<br />

Bestemmingen kunnen worden geselecteerd<br />

uit de bestemmingen die in<br />

het systeem zijn geregistreerd. Om<br />

deze functie te gebruiken, is het noodzakelijk<br />

om de invoer te registeren.<br />

(Zie pagina 55.)<br />

1 Raak “Bewaard” op het “Bestemming”-scherm<br />

aan.<br />

2 Raak de gewenste invoer aan.<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

wordt weergegeven, raakt u<br />

tot het wordt weergegeven.<br />

2 Raak “Bestemming” aan.<br />

aan<br />

• Druk op om de invoerinformatie<br />

weer te geven en te bewerken.<br />

(Zie pagina 61.)<br />

• Het “Bestemming”-scherm kan worden<br />

weergegeven door op één van de<br />

“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />

3 Raak de tabtoets aan voor de gewenste<br />

methode.<br />

3 Het scherm voor het starten van de<br />

routebegeleiding zal worden weergegeven.<br />

(Zie pagina 43.)<br />

INFORMATIE<br />

● Als “Thuis” niet is geregistreerd, zal<br />

een bericht worden weergegeven en<br />

zal het instellingsscherm automatisch<br />

verschijnen. (Zie pagina 56.)<br />

• Gelieve de volgende pagina's te raadplegen<br />

voor een beschrijving van elke handeling.<br />

35


2. BESTEMMING ZOEKEN<br />

BESTEMMING ZOEKEN VIA<br />

“Vorige”<br />

Een bestemming kan worden geselecteerd<br />

uit de lijst van vorige bestemmingen.<br />

1 Raak “Vorige” op het “Bestemming”-<br />

scherm aan.<br />

2 Raak de gewenste invoer aan.<br />

BESTEMMING ZOEKEN VIA<br />

“Telefoonboek”<br />

Een bestemming kan worden ingesteld<br />

door het adres van een contactpersoon<br />

uit het telefoonboek van een aangesloten<br />

gsm te gebruiken.<br />

Vóór u deze functie kunt gebruiken,<br />

moet u een Bluetooth ® -telefoon met<br />

een telefoonprofiel aansluiten.<br />

(Zie pagina 194.)<br />

Als een contactpersoon geen opgeslagen<br />

adres heeft, zal de invoer dof worden<br />

weergegeven.<br />

1 Raak “Telefoonboek” op het “Bestemming”-scherm<br />

aan.<br />

2 Raak de gewenste invoer aan.<br />

• Druk op om de invoerinformatie<br />

weer te geven en te bewerken.<br />

(Zie pagina 61.)<br />

3 Het scherm voor het starten van de<br />

routebegeleiding zal worden weergegeven.<br />

(Zie pagina 43.)<br />

INFORMATIE<br />

● De lijst kan maximaal 100 ingevoerde<br />

bestemmingen bevatten. Als het maximum<br />

bereikt is, wordt de oudste<br />

bestemming verwijderd, waardoor<br />

plaats wordt gemaakt voor de nieuwe<br />

bestemming die in de lijst wordt opgeslagen.<br />

• Raak “Contact zoeken” aan om via de<br />

naam van de contactpersoon te zoeken.<br />

• Druk op om de invoerinformatie<br />

weer te geven en te bewerken.<br />

(Zie pagina 61.)<br />

3 Het scherm voor het starten van de<br />

routebegeleiding zal worden weergegeven.<br />

(Zie pagina 43.)<br />

36


2. BESTEMMING ZOEKEN<br />

BESTEMMING ZOEKEN VIA<br />

HET “Bestemming”-SCHERM<br />

Er zijn verschillende manieren om een<br />

bestemming te zoeken.<br />

(a)Bestemming zoeken via adres<br />

(b)Bestemming zoeken via Nuttige<br />

Plaatsen<br />

(c)Bestemming zoeken via geavanceerd<br />

1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />

op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />

weer te geven.<br />

• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />

BESTEMMING ZOEKEN VIA<br />

“Adres”<br />

Een bestemming kan worden gezocht<br />

via de naam van een stad of postcode.<br />

1 Raak “Adres” op het “Bestemming”-<br />

scherm aan.<br />

2 Raak “Land” aan.<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

wordt weergegeven, raakt u<br />

tot het wordt weergegeven.<br />

2 Raak “Bestemming” aan.<br />

aan<br />

3 Geef het gewenste land in.<br />

• Het “Bestemming”-scherm kan worden<br />

weergegeven door op één van de<br />

“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />

3 Raak de tabtoets aan voor de gewenste<br />

methode.<br />

4 Raak “Plaats” of “Code” aan om de<br />

naam van de stad of de postcode in te<br />

geven.<br />

• Gelieve de volgende pagina's te raadplegen<br />

voor een beschrijving van elke handeling.<br />

• Als een “Plaats” of “Code” wordt ingegeven,<br />

wordt de andere automatisch ingegeven.<br />

37


2. BESTEMMING ZOEKEN<br />

5 Raak “Straat” aan om de straatnaam<br />

in te geven.<br />

6 Raak “Nr.” of “Kruispunt” aan om<br />

een huisnummer of naam van een<br />

kruispunt in te geven.<br />

• Het is niet mogelijk om tezelfdertijd een<br />

huisnummer en kruispunt in te geven.<br />

7 Raak “Start berekening” aan.<br />

8 Het scherm voor het starten van de<br />

routebegeleiding zal worden weergegeven.<br />

(Zie pagina 43.)<br />

INFORMATIE<br />

● “Start berekening” kan worden geselecteerd<br />

zodra er een “Plaats” of<br />

“Code” werd ingegeven. Als u “Start<br />

berekening” aanraakt als enkel een<br />

“Plaats” of “Code” werd ingegeven,<br />

start een routezoektocht met het centrum<br />

van de ingegeven stad als bestemming.<br />

● Als u<br />

aanraakt, zullen<br />

ingevoerde gegevens behalve “Land”<br />

worden verwijderd.<br />

BESTEMMING ZOEKEN VIA<br />

“POI”<br />

Nuttige Plaatsen in een bepaald gebied<br />

kunnen worden gezocht via categorie,<br />

naam of op de kaart.<br />

■“Op categorie” ZOEKEN<br />

1 Raak “POI” op het “Bestemming”-<br />

scherm aan.<br />

2 Raak “Op categorie” aan.<br />

3 Raak het gewenste item aan om het<br />

gebied te doorzoeken. (Zie pagina 40.)<br />

4 Raak de gewenste categorie aan.<br />

38


2. BESTEMMING ZOEKEN<br />

5 Raak aan voor het gewenste item.<br />

• Als u het gewenste item hebt aangeraakt,<br />

wordt het scherm voor het starten van de<br />

routebegeleiding onmiddellijk weergegeven.<br />

(Zie pagina 43.)<br />

6 Raak “<strong>Go</strong>” aan.<br />

■“Op naam” ZOEKEN<br />

1 Raak “POI” op het “Bestemming”-<br />

scherm aan.<br />

2 Raak “Op naam” op het “POI”-scherm<br />

aan.<br />

3 Raak het gewenste item aan om het<br />

gebied te doorzoeken. (Zie pagina 40.)<br />

4 Geef de naam van de Nuttige Plaats in.<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

• Als u “Bewaar” aanraakt, wordt de<br />

plaats in de “Bewaar”-lijst op het<br />

“Bestemming”-scherm geregistreerd.<br />

(Zie pagina 57.)<br />

• Als u aanraakt, wordt het geregistreerde<br />

telefoonnummer gebeld.<br />

7 Het scherm voor het starten van de<br />

routebegeleiding zal worden weergegeven.<br />

(Zie pagina 43.)<br />

INFORMATIE<br />

● De lijst met zoekresultaten voor Nuttige<br />

Plaatsen wordt gerangschikt op afstand tot<br />

de Nuttige Plaats. De afstand kan op de<br />

volgende manieren worden gerangschikt:<br />

• Als het zoekgebied op “Op huidige<br />

positie”, “Rond” of “Langs de<br />

route” wordt ingesteld, wordt de<br />

afstand berekend van de huidige positie<br />

tot de Nuttige Plaats.<br />

• Als het zoekgebied op “Op bestemming”<br />

wordt ingesteld, wordt de<br />

afstand berekend van de bestemming<br />

tot de Nuttige Plaats.<br />

5 Raak “OK” aan.<br />

6 Volg de stappen “Via “Op categorie”<br />

ZOEKEN” vanaf “STAP 5”.<br />

(Zie pagina 38.)<br />

■“Op de kaart” ZOEKEN<br />

1 Raak “POI” op het “Bestemming”-<br />

scherm aan.<br />

2 Raak “Op de kaart” op het “POI”-<br />

scherm aan.<br />

3 Raak het gewenste item aan om het gebied<br />

te doorzoeken. (Zie pagina 40.)<br />

4 Raak het icoontje van de gewenste Nuttige<br />

Plaats op de kaart aan.<br />

5 Volg de stappen “Via “Op categorie” ZOE-<br />

KEN” vanaf “STAP 5”. (Zie pagina 38.)<br />

INFORMATIE<br />

● Afhankelijk van de huidige schaal van<br />

de kaart zijn niet alle icoontjes voor<br />

Nuttige Plaatsen beschikbaar om te<br />

worden geselecteerd.<br />

39


2. BESTEMMING ZOEKEN<br />

■HET ZOEKGEBIED SELECTEREN<br />

1 Raak “Op categorie”, “Op naam” of<br />

“Op de kaart” aan.<br />

“Omstreeks”-gebied selecteren<br />

Als u “Bewaar” selecteert, raakt u<br />

“Definiëren” aan om het gewenste<br />

zoekgebied te selecteren.<br />

1 Raak “Land” aan om een land te selecteren.<br />

2 Raak het gewenste item aan om het<br />

gebied te doorzoeken.<br />

2 Raak “Plaats” of “Code” aan om de<br />

naam of postcode in te geven.<br />

3 Raak “Definiëren als zoekgebied”<br />

aan.<br />

“Op huidige positie”: In de buurt van de<br />

huidige positie.<br />

“Rond”: In de buurt van het gedefinieerde<br />

land (Zie pagina 40.)<br />

“Op bestemming”: In de buurt van de<br />

hoofdbestemming<br />

“Langs de route”: Langs de huidige route<br />

INFORMATIE<br />

● Als een “Plaats” of “Code” wordt ingegeven,<br />

wordt de andere automatisch<br />

ingegeven.<br />

● Als u<br />

aanraakt, zullen<br />

ingevoerde gegevens behalve “Land”<br />

worden verwijderd.<br />

INFORMATIE<br />

● Als de routebegeleiding niet wordt<br />

gebruikt, kunnen “Op bestemming” en<br />

“Langs de route” niet worden geselecteerd.<br />

● Als u “Op bestemming” selecteert, zullen<br />

Nuttige Plaatsen in de buurt van de<br />

bestemming worden gezocht. Nuttige<br />

Plaatsen in de buurt van viapunten zullen<br />

niet worden gezocht.<br />

40


2. BESTEMMING ZOEKEN<br />

BESTEMMING ZOEKEN VIA<br />

“Meer”<br />

1 Raak “Meer” op het “Bestemming”-<br />

scherm aan.<br />

2 Raak de gewenste manier om de bestemming<br />

te zoeken, aan.<br />

• Gelieve de volgende pagina's te raadplegen<br />

voor een beschrijving van elke handeling.<br />

■PUNT OP DE KAART SELECTEREN<br />

1 Raak “Selecteer punt op de kaart”<br />

op het “Meer”-scherm aan.<br />

2 Raak het gewenste punt op de kaart<br />

aan.<br />

• Als u “Bewaar” aanraakt, wordt de<br />

plaats in de “Bewaard”-lijst op het<br />

“Bestemming”-scherm geregistreerd.<br />

(Zie pagina 57.)<br />

4 Het scherm voor het starten van de<br />

routebegeleiding zal worden weergegeven.<br />

(Zie pagina 43.)<br />

■GEO-COÖRDINATEN INGEVEN<br />

Geo-coördinaten kunnen in DMS-formaat<br />

(Graden°, Minuten’, Seconden”)<br />

worden ingegeven. Enkel coördinaatwaarden<br />

die mogelijk bestaan, kunnen<br />

worden ingegeven. Onmogelijke coördinaatwaarden<br />

en hun relevante<br />

schermtoetsen zullen dof worden<br />

weergegeven.<br />

1 Raak “Coördinaten invoeren” op het<br />

“Geavanceerd”-scherm aan.<br />

2 Raak “N” of “S” aan.<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

3 Raak “<strong>Go</strong>” aan.<br />

3 Geef de breedtegraad in (Graden°, Minuten’,<br />

Seconden”).<br />

4 Raak “W” of “E” aan.<br />

5 Geef de lengtegraad in (Graden°, Minuten’,<br />

Seconden”).<br />

6 Raak “OK” aan.<br />

41


2. BESTEMMING ZOEKEN<br />

7 Raak “<strong>Go</strong>” aan.<br />

• Als u “Bewaar” aanraakt, wordt de<br />

plaats in de “Bewaard”-lijst op het<br />

“Bestemming”-scherm geregistreerd.<br />

(Zie pagina 58.)<br />

8 Het scherm voor het starten van de<br />

routebegeleiding zal worden weergegeven.<br />

(Zie pagina 43.)<br />

INFORMATIE<br />

● Als er een bestemming wordt ingegeven<br />

die niet op een weg is gelegen, zal het<br />

voertuig worden begeleid naar een<br />

plaats op een weg die het dichtste bij de<br />

bestemming ligt.<br />

■ONLINE ZOEKEN<br />

Een bestemming kan worden geselecteerd<br />

via een aangesloten service.<br />

Voor gedetailleerde informatie over<br />

aangesloten services, zie pagina 86.<br />

42


3. ROUTEBEGELEIDING<br />

1. ROUTEBEGELEIDING STARTEN<br />

SCHERM VOOR HET STAR-<br />

TEN VAN DE ROUTEBEGE-<br />

LEIDING<br />

Nadat u de bestemming hebt gezocht, wordt<br />

het scherm voor het starten van de routebegeleiding<br />

weergegeven.<br />

Naargelang de instelling zal ofwel het normale<br />

scherm of het scherm met routealternatieven<br />

worden weergegeven. (Zie pagina 69.)<br />

WAARSCHUWING<br />

● Zorg ervoor dat u de verkeersreglementen<br />

opvolgt en houd tijdens het rijden rekening met<br />

de wegomstandigheden. Als een verkeersbord<br />

op de weg werd gewijzigd, is het mogelijk dat<br />

de routebegeleiding dergelijke gewijzigde informatie<br />

niet aangeeft.<br />

NORMAAL SCHERM<br />

De aanbevolen route wordt op de kaart<br />

weergegeven.<br />

1 Raak “<strong>Go</strong>” aan.<br />

INFORMATIE<br />

● De standaard aanbevolen route kan worden<br />

gewijzigd. (Zie pagina's 44 en 69.)<br />

● De aankomsttijd of de resterende tijd wordt<br />

in de rechterbovenhoek van de kaart weergegeven.<br />

Elke keer het gebied wordt aangeraakt,<br />

wisselt het scherm tussen de<br />

aankomsttijd en de resterende tijd.<br />

● De afstand van de volledige route wordt op<br />

de kaart weergegeven.<br />

● Het scherm voor het starten van de routebegeleiding<br />

wordt altijd in 2D Noord weergegeven.<br />

SCHERM MET ROUTEALTER-<br />

NATIEVEN<br />

Op de kaart worden drie aanbevolen<br />

routes weergegeven.<br />

1 Raak één van de drie aanbevolen routes<br />

aan om ze te selecteren.<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

• “Voorkeuren”: Druk om de routevoorkeuren aan<br />

te passen vóór de routebegeleiding te starten.<br />

(Zie pagina 44.)<br />

• “Vermijd”: Druk om de ontwijkingscriteria aan te<br />

passen vóór de routebegeleiding te starten. (Zie<br />

pagina 44.)<br />

2 Start de routebegeleiding.<br />

(Zie pagina 45.)<br />

• “Vermijd”: Druk om de ontwijkingscriteria<br />

aan te passen vóór de routebegeleiding<br />

te starten. (Zie pagina 44.)<br />

2 Start de routebegeleiding.<br />

(Zie pagina 45.)<br />

INFORMATIE<br />

● De aankomsttijd en afstand van de volledige<br />

route worden in de lijst weergegeven.<br />

● Het scherm voor het starten van de routebegeleiding<br />

wordt altijd in 2D Noord<br />

weergegeven.<br />

43


3. ROUTEBEGELEIDING<br />

DE ROUTE INSTELLEN<br />

DE ROUTEVOORKEUREN<br />

INSTELLEN<br />

1 Raak “Voorkeuren” op het scherm<br />

voor het starten van de routebegeleiding<br />

aan.<br />

DE ONTWIJKINGSCRITERIA<br />

INSTELLEN<br />

1 Raak “Vermijd” op het scherm voor<br />

het starten van de routebegeleiding<br />

aan.<br />

2 Raak het gewenste item aan.<br />

2 Raak het gewenste item aan.<br />

“Snelle route”: Druk om de snelste route<br />

te berekenen.<br />

“Korte route”: Druk om de kortste route te<br />

berekenen.<br />

“Ecologische route”: Druk om een ecologische<br />

route te berekenen.<br />

3 De route wordt herberekend.<br />

“Snelwegen vermijden”: Druk om<br />

snelwegen te vermijden.<br />

“Tolwegen vermijden”: Druk om tolwegen<br />

te vermijden.<br />

“Tunnels vermijden”: Druk om tunnels<br />

te vermijden.<br />

“Veerboot / autotrein vermijden”:<br />

Druk om veerboten / autotreinen vermijden.<br />

3 Raak aan.<br />

4 De route wordt herberekend.<br />

INFORMATIE<br />

● Het instellen van de routevoorkeuren en<br />

ontwijkingscriteria kan ook worden<br />

gewijzigd via het “Route-opties”-scherm.<br />

(Zie pagina 69.)<br />

44


3. ROUTEBEGELEIDING<br />

2. ROUTEBEGELEIDING<br />

ROUTEBEGELEIDINGS-<br />

SCHERM<br />

Terwijl de route wordt begeleid, wordt<br />

het volgende scherm weergegeven.<br />

■WEGWIJZERS<br />

Als u een bocht nadert, wordt automatisch<br />

een wegwijzer weergegeven.<br />

2<br />

• Op dit scherm wordt de volgende informatie<br />

weergegeven.<br />

Nr.<br />

Informatie<br />

■AANBEVOLEN RIJSTROOK<br />

Als u een manoeuvre nadert, wordt de<br />

aanbevolen rijstrook automatisch<br />

weergegeven.<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

Afstand en reis-/aankomsttijd tot de<br />

bestemming<br />

Verkeersbericht op de route (Zie pagina<br />

34.)<br />

Het gekleurde deel van de balk vermindert<br />

naarmate het voertuig de<br />

volgende bocht nadert<br />

Afstand tot de volgende bocht met<br />

een pijl die de draairichting aangeeft<br />

Naam van de weg waarop u momenteel<br />

rijdt<br />

Huidige positie<br />

Begeleidingsroute<br />

■AUTOMATISCHE ZOOM<br />

Bij het naderen van een kruispunt zal<br />

de kaart automatisch inzoomen.<br />

INFORMATIE<br />

● Als het voertuig van de begeleide route<br />

afwijkt, wordt de route herberekend.<br />

● Voor bepaalde gebieden werden de<br />

wegen niet volledig in onze databank<br />

gedigitaliseerd. Vandaar dat de routebegeleiding<br />

een weg kan selecteren<br />

waarop u beter niet rijdt.<br />

● De bovenstaande items zullen afhankelijk<br />

van de kaartschaal worden weergegeven.<br />

● Het weergeven van de bovenstaande<br />

items kan worden uitgeschakeld. (Zie<br />

pagina 65.)<br />

45


3. ROUTEBEGELEIDING<br />

GESPROKEN BEGELEIDING<br />

De gesproken begeleiding geeft verschillende<br />

berichten naarmate u een<br />

kruispunt, of een andere plaats waar u<br />

een manoeuvre moet uitvoeren, nadert.<br />

• Als u aanraakt terwijl de routebegeleiding<br />

actief is, wordt de laatste navigatieaankondiging<br />

herhaald.<br />

• Nadat u hebt aangeraakt, raakt u<br />

“+” of “-” aan om het volumeniveau van<br />

de navigatieaankondigingen aan te passen.<br />

• Nadat u “+” of “-” hebt aangeraakt, wordt<br />

er kort en hoorbaar informatie gegeven<br />

om het huidige volumeniveau te controleren<br />

(bv. luider/stiller).<br />

INFORMATIE<br />

● Het is mogelijk dat de gesproken begeleiding<br />

door de beperkingen van de<br />

tekst-naar-spraak-functie bepaalde<br />

straatnamen niet correct of duidelijk kan<br />

uitspreken.<br />

● Op autowegen, internationale wegen of<br />

andere snelwegen met hogere snelheidsbeperkingen<br />

zal de gesproken<br />

begeleiding vroeger gebeuren dan op<br />

stadswegen zodat u meer tijd hebt om<br />

een manoeuvre uit te voeren.<br />

● Als het systeem niet in staat is om de<br />

huidige positie van het voertuig correct<br />

te bepalen (in geval van een slechte ontvangst<br />

van GPS-signalen) kan de<br />

gesproken begeleiding te vroeg of te<br />

laat gebeuren.<br />

WAARSCHUWING<br />

● Zorg ervoor dat u de verkeersreglementen<br />

opvolgt en houd rekening met de<br />

wegomstandigheden, vooral als u op<br />

wegen rijdt die nog niet volledig in onze<br />

databank zijn gedigitaliseerd. Het is<br />

mogelijk dat de routebegeleiding nog<br />

niet over de geüpdatete informatie,<br />

zoals de richting van een eenrichtingsstraat,<br />

beschikt.<br />

KNOOPPUNTWEERGAVE<br />

• Bij het naderen van een knooppunt op een<br />

snelweg kan het knooppunt weergegeven<br />

worden.<br />

46


3. ROUTEBEGELEIDING<br />

3. DE ROUTE INSTELLEN EN VERWIJDEREN<br />

Routes kunnen tijdens de routebegeleiding<br />

worden gecontroleerd, gewijzigd<br />

en herberekend.<br />

Nr.<br />

Functie<br />

Druk om de instelling van de kaart te<br />

wijzigen. (Zie pagina 65.)<br />

INSTELLEN VIA HET<br />

“Opties”-SCHERM<br />

Het controleren en instellen van routes<br />

gebeurt meestal op het “Opties”-<br />

scherm.<br />

1 Raak “Opties” aan.<br />

2 Raak de gewenste items aan.<br />

Druk om de huidige routebegeleiding<br />

te stoppen.<br />

Druk om de routevoorkeuren en ontwijkingscriteria<br />

voor de routeberekening<br />

in te stellen. (Zie pagina 48.)<br />

Druk om een lijst met de verschillende<br />

segmenten van de route weer te<br />

geven. Het is ook mogelijk om een<br />

omleiding te definiëren. (Zie pagina<br />

48.) (De huidige status wordt rechts<br />

van het item weergegeven.)<br />

Druk om de volledige route weer te<br />

geven.<br />

Druk om een vaste afstand op de af<br />

te leggen weg te blokkeren. (Zie pagina<br />

49.) (De huidige status wordt<br />

rechts van het item weergegeven.)<br />

Druk om de huidige locatie, geo-coördinaten<br />

en GPS-informatie weer te geven.<br />

(Zie pagina 25.)<br />

Druk om de informatie van de bestemming<br />

weer te geven. (Zie pagina<br />

49.)<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />

worden uitgevoerd.<br />

47


3. ROUTEBEGELEIDING<br />

ROUTEVOORKEUREN OF<br />

ONTWIJKINGSCRITERIA<br />

INSTELLEN<br />

1 Raak “Route-opties voor huidige<br />

route” op het “Opties”-scherm aan.<br />

2 Raak het gewenste item om de routeinstelling<br />

te wijzigen, aan.<br />

DE ROUTELIJST WEERGEVEN<br />

Een lijst met de verschillende segmenten<br />

van de route kan worden weergegeven.<br />

1 Raak “Routelijst” op het “Opties”-<br />

scherm aan.<br />

2 Raak het gewenste item aan om het<br />

segment weer te geven.<br />

“Voorkeuren”: Druk om de routevoorkeuren<br />

aan te passen. (Zie pagina 44.)<br />

“Vermijd”: Druk om de ontwijkingscriteria<br />

aan te passen. (Zie pagina 44.)<br />

3 De route wordt herberekend.<br />

• Begeleidingspijl, straatnaam, afstand tot<br />

de plaats worden weergegeven.<br />

3 Het detail van het segment wordt weergegeven.<br />

of : Druk om het volgende of vorige<br />

segment weer te geven.<br />

• Raak “Omweg” aan om het gewenste<br />

segment om te leiden. (Zie pagina 52.)<br />

48


3. ROUTEBEGELEIDING<br />

AF TE LEGGEN WEGBLOKKE-<br />

RING<br />

Een vaste afstand op de af te leggen<br />

weg kan worden geblokkeerd.<br />

1 Raak “Deze weg blokkeren” op het<br />

“Opties”-scherm aan.<br />

2 Raak het gewenste item aan om de gewenste<br />

omleidingsafstand te selecteren.<br />

INFORMATIE OVER DE BE-<br />

STEMMING WEERGEVEN<br />

Informatie over de bestemming wordt<br />

weergegeven.<br />

1 Raak “Bestemmingsinformatie” op<br />

het “Opties”-scherm aan.<br />

2 Het scherm met de informatie over de<br />

bestemming verschijnt.<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

“Wegblokkering uitschakelen”: Druk om<br />

de functie te deactiveren.<br />

“Volgende 2 km blokkeren” ~ “Volgende<br />

20 km blokkeren”: Druk om de volgende<br />

2 km ~ 20 km van de huidige route<br />

(weg) om te leiden.<br />

• “Wegblokkering uitschakelen” kan worden<br />

geselecteerd als het blokkeren van de<br />

af te leggen weg is geactiveerd.<br />

3 De route wordt herberekend.<br />

• Een geblokkeerde route zal op de kaart<br />

worden aangeduid.<br />

• Nadat de geblokkeerde route is omgeleid,<br />

zal het blokkeren van de af te leggen weg<br />

automatisch worden gedeactiveerd.<br />

• Op dit scherm wordt de volgende informatie<br />

weergegeven.<br />

Nr.<br />

Informatie<br />

Adres van bestemming<br />

Geselecteerde routevoorkeur<br />

Geselecteerde ontwijkingscriteria<br />

Aankomsttijd, resterende tijd en<br />

afstand tot bestemming<br />

Adres van elke tussenstop (indien<br />

ingegeven)<br />

49


3. ROUTEBEGELEIDING<br />

BESTEMMINGEN TOEVOE-<br />

GEN<br />

Bestemmingen kunnen worden toegevoegd<br />

en de route wordt dienovereenkomstig<br />

gewijzigd.<br />

1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />

op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />

weer te geven.<br />

• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />

wordt weergegeven, raakt u<br />

tot het wordt weergegeven.<br />

2 Raak “Bestemming” aan.<br />

aan<br />

Als u de bestemming via “Voer adres<br />

in” zoekt<br />

5 Raak “Tussenstop toevoegen” aan.<br />

Als u de bestemming via “Selecteer<br />

punt op de kaart” of “Coördinaten invoeren”<br />

zoekt<br />

5 Raak “Toevoegen” aan.<br />

Als u de bestemming via andere manieren<br />

zoekt<br />

5 Raak de gewenste invoer aan.<br />

6 Raak “Tussenstop invoegen” aan<br />

om de positie van de tussenstop te selecteren.<br />

• Het “Bestemming”-scherm kan worden<br />

weergegeven door op één van de<br />

“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />

3 Raak “Viapunt” op het “Bestemming”-scherm<br />

aan.<br />

4 Raak de gewenste manier om de bestemming<br />

te zoeken, aan.<br />

7 De route wordt herberekend.<br />

INFORMATIE<br />

● Naast de hoofdbestemming kunnen<br />

maximaal 4 tussenstops worden ingesteld.<br />

● De hoofdbestemming wordt aangeduid<br />

door<br />

, de tussenstops worden aangeduid<br />

door .<br />

• Voor gedetailleerde informatie over het<br />

zoeken naar de bestemming op de kaart,<br />

zie pagina 35.<br />

50


3. ROUTEBEGELEIDING<br />

BESTEMMINGEN BEWERKEN Nr. Functie<br />

1 Raak “Toon bestemminglijst” op het<br />

“Viapunt”-scherm aan.<br />

Druk om de plaats in de “Bewaard”-<br />

lijst op het “Bestemming”-scherm te<br />

registreren. (Zie pagina 58.)<br />

Druk om de volgorde van de bestemmingen<br />

te wijzigen. Raak<br />

2<br />

2 Raak de bestemming die u wenst te<br />

bewerken, aan.<br />

of aan om de bestemming naar<br />

boven of naar onder in de volgorde<br />

die op het volgende scherm wordt<br />

weergegeven, te bewegen.<br />

Druk om de bestemming te verwijderen.<br />

Druk om alle tussenstops te verwijderen.<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

3 Raak het gewenste item aan.<br />

INFORMATIE<br />

● Als de hoofdbestemming wordt verwijderd,<br />

wordt de laatste tussenstop vóór<br />

de verwijderde bestemming de nieuwe<br />

hoofdbestemming.<br />

• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />

worden uitgevoerd.<br />

51


3. ROUTEBEGELEIDING<br />

EEN SEGMENT OP DE ROUTE<br />

OMLEIDEN<br />

EEN SEGMENT VAN DE ROU-<br />

TELIJST OMLEIDEN<br />

■HET OMGELEIDE SEGMENT ANNULEREN<br />

1 Toon de routelijst. (Zie pagina 48.)<br />

2 Raak “Detours” aan.<br />

Als u een segment omleidt, kan de omleidingsroute<br />

worden gewijzigd.<br />

■HET SEGMENT OMLEIDEN<br />

1 Toon de routelijst. (Zie pagina 48.)<br />

2 Raak het segment dat u wenst om te<br />

leiden, aan.<br />

3 Raak “Omweg uit” aan.<br />

3 Raak “Omweg” aan.<br />

• Als er meer dan één plaats om om te leiden<br />

is, wordt een lijst van plaatsen om om<br />

te leiden, weergegeven. Selecteer plaatsen<br />

uit de lijst om het omleiden ervan te<br />

annuleren.<br />

4 De route wordt herberekend.<br />

of : Druk om het volgende of vorige<br />

segment weer te geven.<br />

4 De route wordt herberekend.<br />

52


3. ROUTEBEGELEIDING<br />

EEN SEGMENT UIT EEN LIJST<br />

VAN VERKEERSBERICHTEN<br />

OMLEIDEN<br />

Als een verkeersbericht betrekking<br />

heeft op de route waarop u zich bevindt,<br />

kan het gewenste segment worden<br />

omgeleid.<br />

■HET SEGMENT OMLEIDEN<br />

1 De lijst met verkeersinformatie weergeven.<br />

(Zie pagina 32.)<br />

2 Raak “Op route” aan.<br />

3 Raak het segment dat u wenst om te<br />

leiden, aan.<br />

5 De route wordt herberekend.<br />

• Het teken van het TMC op het “Op route”-<br />

scherm verandert in .<br />

■HET OMGELEIDE SEGMENT ANNULEREN<br />

1 Raak het omgeleide segment op het<br />

“Op route”-scherm aan.<br />

2 Raak “Omweg uit” aan.<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

of : Druk om het volgende of vorige<br />

bericht weer te geven.<br />

4 Raak “Omweg” aan.<br />

• Als u<br />

∗<br />

aanraakt, wordt het verkeersbericht<br />

voorgelezen. Om deze<br />

functie te annuleren, raakt u<br />

aan.<br />

3 De route wordt herberekend.<br />

• Het teken van het TMC op het “Op route”-<br />

scherm verandert in .<br />

∗<br />

of : Druk om het volgende of vorige<br />

bericht weer te geven.<br />

∗<br />

• Als u aanraakt, wordt het verkeersbericht<br />

voorgelezen. Om deze<br />

functie te annuleren, raakt u<br />

aan.<br />

∗<br />

∗ : Indien uitgerust<br />

53


3. ROUTEBEGELEIDING<br />

DE ROUTE HERBEREKENEN<br />

VIA DE VERKEERSBERICH-<br />

TEN<br />

• Als u op "Toon omweg" drukt, wordt visuele<br />

informatie over uw omleidingsroute<br />

gegeven. Bovenaan wordt informatie over<br />

de tijdsbesparingen en de omleiding (in<br />

km) gegeven.<br />

Op de route wordt u op de hoogte gebracht<br />

van relevante verkeersberichten<br />

door een pop-upscherm.<br />

Een pop-upscherm kan verschillen<br />

naargelang de instellingen van de verkeersberichten.<br />

(Zie pagina 71.)<br />

ALS U “Automatisch” SELEC-<br />

TEERT<br />

1 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />

2 De route wordt automatisch herberekend.<br />

ALS U “Handmatig” SELEC-<br />

TEERT<br />

1 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />

54


4. MIJN BESTEMMINGEN<br />

1. EEN INVOER REGISTREREN<br />

EEN NIEUWE INVOER REGIS-<br />

TREREN<br />

5 Geef het invoeradres in. (Zie pagina<br />

37.)<br />

Met dit systeem kunt u tot 200 bestemmingen<br />

registreren.<br />

2<br />

REGISTREREN VANUIT HET<br />

“Bestemming”-SCHERM<br />

1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />

op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />

weer te geven.<br />

• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />

wordt weergegeven, raakt u<br />

tot het wordt weergegeven.<br />

2 Raak “Bestemming” aan.<br />

aan<br />

6 Raak “Bewaar nieuw item” aan.<br />

7 Geef de invoernaam in.<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

• Het “Bestemming”-scherm kan worden<br />

weergegeven door op één van de<br />

“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />

3 Raak “Bewaard” op het “Bestemming”-scherm<br />

aan.<br />

4 Raak “Nieuw item maken” aan.<br />

8 Raak “OK” aan.<br />

9 De invoer wordt opgeslagen in de “Bewaard”-lijst.<br />

• Raak aan om de invoerinformatie<br />

weer te geven en te bewerken. (Zie<br />

pagina 61.)<br />

55


4. MIJN BESTEMMINGEN<br />

■“Thuis” REGISTREREN<br />

Als “Thuis” nog niet is geregistreerd,<br />

kunt u door “Thuis” aan te raken, een<br />

thuisadres registreren.<br />

1 Raak “Thuis” aan.<br />

2 Raak “Ja” aan.<br />

Als u de bestemming via “Voer adres<br />

in” zoekt<br />

4 Raak “Thuisadres opslaan” aan.<br />

Als u de bestemming via “Selecteer<br />

punt op de kaart” of “Coordinaten invoeren”<br />

zoekt<br />

4 Raak “Bewaar” aan.<br />

Als u de bestemming via andere manieren<br />

zoekt<br />

4 Raak de gewenste invoer uit de lijst<br />

aan.<br />

5 De invoer wordt geregistreerd als<br />

“Thuis” in de “Bewaard”-lijst.<br />

• Raak aan om de invoerinformatie<br />

weer te geven en te bewerken. (Zie<br />

pagina 61.)<br />

3 Raak de gewenste manier om de<br />

plaats te zoeken, aan.<br />

• Voor gedetailleerde informatie over het<br />

zoeken naar de plaats op de kaart, zie<br />

pagina 35.<br />

56


4. MIJN BESTEMMINGEN<br />

REGISTREREN VAN OP DE<br />

KAART<br />

1 Raak de gewenste plaats op de kaart<br />

aan.<br />

2 Raak “Bewaar” aan.<br />

3 Volg de stappen “REGISTREREN<br />

VANUIT HET “Bestemming”-SCHERM”<br />

vanaf “STAP 7”. (Zie pagina 55.)<br />

REGISTREREN VANUIT DE<br />

LIJST<br />

■REGISTREREN VANUIT DE LIJST<br />

OP HET “Vorige”- OF “Telefoonboek”-SCHERM<br />

1 Zoek de plaats via “Laatste” of “Telefoonboek”.<br />

(Zie pagina 36.)<br />

2 Raak aan naast het gewenste<br />

item.<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

REGISTREREN VANUIT NUTTI-<br />

GE PLAATSEN<br />

1 Zoek de plaats via “POI”. (Zie pagina's<br />

32 en 38.)<br />

2 Raak “Bewaar” aan.<br />

3 Raak “Toevoegen aan bewaarde<br />

contacten” aan.<br />

3 Volg de stappen “REGISTREREN<br />

VANUIT HET “Bestemming”-SCHERM”<br />

vanaf “STAP 7”. (Zie pagina 55.)<br />

4 Volg de stappen “REGISTREREN<br />

VANUIT HET “Bestemming”-SCHERM”<br />

vanaf “STAP 7”. (Zie pagina 55.)<br />

INFORMATIE<br />

● Als de contactinformatie een adres en<br />

telefoonnummer bevat, worden deze<br />

opgeslagen in de “Bewaard”-lijst op het<br />

“Bestemming”-scherm en “Contacten”-<br />

scherm. (Zie pagina's 55 en 157.)<br />

57


4. MIJN BESTEMMINGEN<br />

■REGISTREREN VANUIT DE LIJST<br />

MET BESTEMMINGEN<br />

1 Toon het “Toon bestemminglijst”-<br />

scherm. (Zie pagina 51.)<br />

2 Raak de gewenste bestemming aan.<br />

REGISTREREN VANUIT GEO-<br />

COÖRDINATEN<br />

1 Zoek de plaats via “Coördinaten invoeren”.<br />

(Zie pagina 41.)<br />

2 Raak “Bewaar” aan.<br />

3 Raak “Toevoegen aan bewaarde<br />

contacten” aan.<br />

3 Volg de stappen “REGISTREREN<br />

VANUIT HET “Bestemming”-SCHERM”<br />

vanaf “STAP 7”. (Zie pagina 55.)<br />

4 Volg de stappen “REGISTREREN<br />

VANUIT HET “Bestemming”-SCHERM”<br />

vanaf “STAP 7”. (Zie pagina 55.)<br />

58


4. MIJN BESTEMMINGEN<br />

REGISTREREN VANAF EEN<br />

EXTERN APPARAAT<br />

Met “CSI” geformatteerde gegevens<br />

kunnen vanaf een USB-geheugen<br />

naar dit systeem worden overgezet.<br />

Overgezette adressen en nummers<br />

worden opgeslagen in de “Bewaard”-<br />

lijst op het “Bestemming”-scherm en<br />

“Contacten”-scherm. (Zie pagina's 55<br />

en 157.)<br />

■ADRESSEN LADEN VIA EEN USB-<br />

GEHEUGEN<br />

1 Open de afdekking van de USB-/AUXpoort<br />

en sluit een USB-geheugen aan.<br />

3 Raak “Bestemming” aan.<br />

• Het “Bestemming”-scherm kan worden<br />

weergegeven door op één van de<br />

“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />

4 Raak “Meer” op het “Bestemming”-<br />

scherm aan.<br />

5 Raak “Contacten laden vanaf USB”<br />

aan.<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

• De USB-/AUX-poort bevindt zich op het<br />

instrumentenpaneel, of in het middenpaneel<br />

of handschoenkastje, enz. De locatie<br />

en het design verschillen naargelang het<br />

voertuig. Voor details, zie de Beeldindex<br />

van de “Gebruikershandleiding”.<br />

2 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />

op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />

weer te geven.<br />

• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />

wordt weergegeven, raakt u<br />

tot het wordt weergegeven.<br />

aan<br />

6 Het volgende scherm wordt weergegeven<br />

terwijl de gegevens worden geladen.<br />

• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />

“Annuleren” aan.<br />

59


4. MIJN BESTEMMINGEN<br />

7 Het volgende scherm wordt weergegeven<br />

als het laden is afgelopen.<br />

8 De invoer wordt geregistreerd in de<br />

“Bewaard”-lijst op het “Bestemming”-<br />

scherm en het “Contacten”-scherm.<br />

(Zie pagina's 55 en 157.)<br />

■ADRESSEN VANUIT EEN SERVER<br />

LADEN<br />

Adressen en nummers kunnen worden<br />

toegevoegd door ze van een internetserver<br />

te downloaden. Ze worden<br />

opgeslagen in de “Bewaard”-lijst op<br />

het “Bestemming”-scherm en het<br />

“Contacten”-scherm. (Zie pagina's 55<br />

en 157.) Voor gedetailleerde informatie<br />

over aangesloten services, zie pagina<br />

86.<br />

BERICHT<br />

● Schakel de motor niet uit tijdens het<br />

downloaden.<br />

INFORMATIE<br />

● Het downloaden is in de volgende gevallen<br />

mogelijk niet correct beëindigd:<br />

• Als de motorschakelaar tijdens het<br />

downloaden werd uitgeschakeld<br />

• Als het USB-geheugen werd verwijderd<br />

vooraleer het downloaden werd<br />

beëindigd<br />

● Als een bericht zoals het onderstaande<br />

wordt weergegeven, verwijder X item(s)<br />

in de “Bewaard”-lijst op het “Bestemming”-scherm<br />

of het “Contacten”-<br />

scherm om plaats te maken voor de<br />

nieuwe bestemming(en). (Zie pagina's<br />

61 en 159.)<br />

60


4. MIJN BESTEMMINGEN<br />

2. DE INVOERINFORMATIE WEERGEVEN EN BEWERKEN<br />

DE INVOERINFORMATIE<br />

WEERGEVEN EN BEWERKEN<br />

Het scherm met invoeropties van de<br />

“Telefoonboek”-lijst.<br />

Gedetailleerde informatie van de invoer<br />

in de lijst kan worden weergegeven<br />

of bewerkt.<br />

2<br />

1 Raak naast het gewenste item<br />

op het “Bestemming”-scherm aan.<br />

• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />

worden uitgevoerd.<br />

Nr.<br />

Functie<br />

Druk om de details van de invoerinformatie<br />

weer te geven. (Zie<br />

pagina 62.)<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

Het scherm met invoeropties van de<br />

“Bewaard”-lijst.<br />

Het scherm met invoeropties van de<br />

“Vorige”-lijst.<br />

Druk om de invoernaam te wijzigen.<br />

(Zie pagina 62.)<br />

Druk om het adres te bewerken.<br />

(Zie pagina 62.)<br />

Druk om de invoer te verwijderen.<br />

Druk om alle ingevoerde gegevens<br />

te verwijderen.<br />

Druk om de invoer in de “Bewaard”-lijst<br />

op het “Bestemming”-<br />

scherm en het “Contacten”-<br />

scherm te registreren. (Zie pagina<br />

57.)<br />

61


4. MIJN BESTEMMINGEN<br />

TOON DETAILS VAN DE IN-<br />

VOER<br />

1 Raak “Toon details” aan.<br />

2 Dit scherm wordt weergegeven.<br />

HET ADRES BEWERKEN<br />

1 Raak “Adres bewerken” aan.<br />

2 Geef het nieuwe adres in. (Zie pagina<br />

37.)<br />

• Het adres wordt aangeduid op de kaart.<br />

• Het adres en, indien beschikbaar, een foto<br />

van de contactpersoon uit het telefoonboek<br />

van het systeem wordt weergegeven.<br />

• Als u “<strong>Go</strong>” aanraakt, wordt het scherm<br />

voor het starten van de routebegeleiding<br />

weergegeven.<br />

3 Raak “Wijzigingen opslaan” aan.<br />

INFORMATIE<br />

● Als een invoer die uit een gsm is overgezet,<br />

wordt bewerkt, zal die wijziging<br />

effect hebben op de “Bewaard”-lijst op<br />

het “Bestemming”-scherm en het “Contacten”-scherm.<br />

(Zie pagina's 55 en 157.)<br />

DE INVOERNAAM WIJZIGEN<br />

1 Raak “Hernoem XX” aan.<br />

2 Geef de nieuwe naam in.<br />

3 Raak “OK” aan.<br />

62


4. MIJN BESTEMMINGEN<br />

3. OPGESLAGEN CONTACTPERSONEN NAAR EEN USB-GEHEUGEN STUREN<br />

OPGESLAGEN CONTACT-<br />

PERSONEN NAAR EEN USB-<br />

GEHEUGEN STUREN<br />

3 Raak “Algemeen” aan.<br />

De invoergegevens die in de “Bewaard”-lijst<br />

op het “Bestemming”-<br />

scherm en het “Contacten”-scherm zijn<br />

opgeslagen (Zie pagina's 55 en 157),<br />

kunnen naar een USB-geheugen worden<br />

overgezet.<br />

1 Open de afdekking van de USB-/AUXpoort<br />

en sluit een USB-geheugen aan.<br />

4 Raak “Backup opgesl. cont. op<br />

USB” aan.<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

• De USB-/AUX-poort bevindt zich op het<br />

instrumentenpaneel, of in het middenpaneel<br />

of handschoenkastje, enz. De locatie<br />

en het design verschillen naargelang het<br />

voertuig. Voor details, zie de Beeldindex<br />

van de “Gebruikershandleiding”.<br />

2 Druk op de “SETUP”-knop.<br />

5 Het volgende scherm wordt weergegeven<br />

terwijl de gegevens worden verstuurd.<br />

• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />

“Cancel” aan.<br />

6 Het volgende scherm wordt weergegeven<br />

als het versturen van de gegevens<br />

naar het USB-geheugen afgelopen is.<br />

63


4. MIJN BESTEMMINGEN<br />

INFORMATIE<br />

● Het downloaden is in de volgende gevallen<br />

mogelijk niet correct beëindigd:<br />

• Als de motorschakelaar tijdens het<br />

downloaden werd uitgeschakeld<br />

• Als het USB-geheugen werd verwijderd<br />

vooraleer het downloaden werd<br />

beëindigd<br />

64


5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />

1. KAARTINSTELLINGEN<br />

DE KAART INSTELLEN<br />

1 Raak “Opties” aan.<br />

2<br />

2 Raak “Kaartinstellingen” aan.<br />

• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />

worden ingesteld.<br />

Nr.<br />

Functie<br />

Druk om de lay-out van de kaart<br />

te wijzigen. (Zie pagina 26.)<br />

Druk om het scherm met de<br />

icooncategorieën van de Nuttige<br />

Plaatsen in te stellen.<br />

(Zie pagina 66.)<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

3 Raak het item aan dat moet worden ingesteld.<br />

Druk om het scherm naar de<br />

“Dag” of “Nacht”-kaart te wijzigen.<br />

(Zie pagina 67.)<br />

Druk om de geschatte tijd tussen<br />

“Aankomstinformatie” en<br />

“Resterende tijd” tot de bestemming<br />

te wisselen.<br />

(Zie pagina 67.)<br />

Druk om de functie voor snelheidsbeperkingen<br />

in te stellen.<br />

(Zie pagina 68.)<br />

Druk om het weergeven van het<br />

automatisch inzoomen op de<br />

kaart aan of uit te zetten. (Zie pagina<br />

45.)<br />

Druk om het weergeven van de<br />

routebegeleidingspijl aan of uit te<br />

zetten. (Zie pagina 45.)<br />

Druk om het weergeven van de<br />

naam van de straat waarop u<br />

momenteel rijdt, aan of uit te zetten.<br />

(Zie pagina 45.)<br />

65


5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />

Nr. Functie NUTTIGE PLAATSEN OP DE<br />

Druk om het weergeven van gebouwen<br />

KAART<br />

in 3D aan of uit te zetten.<br />

*<br />

(Zie pagina 28.)<br />

De categorieën van Nuttige Plaatsen<br />

die op de kaart worden weergegeven,<br />

kunnen worden geselecteerd.<br />

*<br />

Druk om het weergeven van historische<br />

monumenten aan of uit<br />

te zetten. (Zie pagina 28.)<br />

Druk om het weergeven van<br />

wegwijzers aan of uit te zetten.<br />

(Zie pagina 45.)<br />

Druk om de knooppuntweergave<br />

te tonen. (Zie pagina 46.)<br />

Druk om het weergeven van de<br />

aanbevolen rijstrook aan of uit te<br />

zetten. (Zie pagina 45.)<br />

1 Raak “POI's op de kaart” op het<br />

“Kaartinstellingen”-scherm aan.<br />

2 Selecteer de categorieën van Nuttige<br />

Plaatsen.<br />

*: Indien uitgerust<br />

Druk om het weergeven van de<br />

iconen van verkeersberichten<br />

aan of uit te zetten.<br />

(Zie pagina 45.)<br />

Druk om het weergeven van de<br />

iconen van snelheidscamera's<br />

aan of uit te zetten.<br />

(Zie pagina 28.)<br />

INFORMATIE<br />

● De huidige instelling van elk item wordt<br />

rechts ervan weergegeven.<br />

● Het aan te kruisen vakje van het geselecteerde<br />

item zal veranderen in<br />

als het item is geselecteerd. Alle geselecteerde<br />

items worden simultaan geactiveerd.<br />

• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />

worden uitgevoerd.<br />

Nr.<br />

3 Raak aan.<br />

Functie<br />

Druk om alle categorieën weer te<br />

geven.<br />

Druk om alle iconen te verbergen.<br />

Druk om de geselecteerde iconen<br />

weer te geven.<br />

66


5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />

DAG-/NACHTKAART<br />

Het scherm kan worden veranderd in<br />

dagmodus of nachtmodus.<br />

1 Raak “Dag-/nachtmodus” op het<br />

“Kaartinstellingen”-scherm aan.<br />

2 Raak het gewenste item aan.<br />

INFORMATIE INZAKE<br />

AANKOMST<br />

De geschatte tijd tot de bestemming<br />

kan worden veranderd van aankomsttijd/afstand<br />

naar resterende tijd/afstand.<br />

Het kan ook worden<br />

uitgeschakeld.<br />

1 Raak “Aankomstinformatie” op het<br />

“Kaartinstellingen”-scherm aan.<br />

2 Raak het gewenste item aan.<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

“Automatisch”: Druk om het scherm te<br />

veranderen in dag- of nachtmodus afhankelijk<br />

van de positie van de kopl<strong>amp</strong>knop.<br />

“Dag”: Druk om de kaart altijd in dagmodus<br />

weer te geven.<br />

“Nacht”: Druk om de kaart altijd in nachtmodus<br />

weer te geven.<br />

3 Raak aan.<br />

“Uit”: Druk om de geschatte tijd/afstand<br />

uit te schakelen.<br />

“Aankomsttijd/afstand”: Druk om de<br />

aankomsttijd in de rechterbovenhoek van<br />

de kaart weer te geven. De afstand tot de<br />

bestemming wordt ook weergegeven.<br />

“Resterende tijd/afstand”: Druk om de<br />

resterende tijd tot de bestemming in de<br />

rechterbovenhoek van de kaart weer te<br />

geven. De afstand tot de bestemming<br />

wordt ook weergegeven.<br />

3 Raak aan.<br />

67


5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />

SNELHEIDSBEPERKINGEN<br />

De functies inzake snelheidsbeperkingen<br />

kunnen worden gewijzigd.<br />

1 Raak “Maximumsneelheid” op het<br />

“Kaartinstellingen”-scherm aan.<br />

2 Raak het gewenste item aan.<br />

“Toon op de kaart”: Druk om de snelheidsbeperkingen<br />

op de kaart weer te geven.<br />

“Signaal bij overschrijden limiet met”:<br />

Druk om een gesproken waarschuwing te<br />

ontvangen, ingeval de snelheidsbeperking<br />

met een zeker bereik wordt overschreden.<br />

68


5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />

2. ROUTE-INSTELLINGEN<br />

DE ROUTEOPTIES<br />

INSTELLEN<br />

4 Raak het gewenste item aan.<br />

DE ROUTEBEREKENING<br />

INSTELLEN<br />

2<br />

De routevoorkeuren voor de routeberekening<br />

kunnen worden ingesteld.<br />

1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />

op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />

weer te geven.<br />

• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />

wordt weergegeven, raakt u<br />

tot het wordt weergegeven.<br />

2 Raak “Route-opties” aan.<br />

aan<br />

• Het “Route-opties”-scherm kan worden<br />

weergegeven door op één van de<br />

“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />

3 Raak “Voorkeuren” aan.<br />

“Type route”: Druk om het routetype te<br />

selecteren uit “Snelle route”, “Korte route”<br />

en “Ecologische route”.<br />

“Gebruik verkeerspatronen”*: Druk om<br />

de verkeersinformatie in de routeberekening<br />

op te nemen.<br />

“Toon alternatieve routes”: Druk om 3<br />

routes (snelste, kortste en ecologisch) op<br />

de kaart na een routeberekening weer te<br />

geven.<br />

“Een rondreis maken”: Druk om de route<br />

automatisch te herberekenen naar het<br />

startpunt nadat de ingevoerde bestemming<br />

werd bereikt.<br />

• Ingevoerde tussenstops zullen ook op de<br />

weg terug naar het startpunt in beschouwing<br />

worden genomen.<br />

5 Raak aan.<br />

INFORMATIE<br />

● “Toon alternatieve routes” en “Een<br />

rondreis maken” kunnen niet tezelfdertijd<br />

worden geselecteerd.<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

∗ : Indien uitgerust<br />

69


5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />

DE ONTWIJKINGSCRITERIA<br />

VOOR DE ROUTEBEREKENING<br />

INSTELLEN<br />

4 Raak het gewenste item aan.<br />

De ontwijkingscriteria voor de routeberekening<br />

kunnen worden ingesteld.<br />

1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />

op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />

weer te geven.<br />

• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />

wordt weergegeven, raakt u<br />

tot het wordt weergegeven.<br />

2 Raak “Route-opties” aan.<br />

aan<br />

“Snelwegen vermijden”: Druk om snelwegen<br />

te vermijden.<br />

“Tolwegen vermijden”: Druk om tolwegen<br />

te vermijden.<br />

“Tunnels vermijden”: Druk om tunnels te<br />

vermijden.<br />

“Veerboot / autotrein vermijden”: Druk<br />

om veerboten / autotreinen te vermijden.<br />

5 Raak aan.<br />

• Het “Route-opties”-scherm kan worden<br />

weergegeven door op één van de<br />

“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />

3 Raak “Vermijd” aan.<br />

70


5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />

3. INSTELLINGEN VOOR VERKEERSBERICHTEN<br />

INSTELLINGEN VOOR<br />

VERKEERSBERICHTEN<br />

1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />

op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />

weer te geven.<br />

• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />

wordt weergegeven, raakt u<br />

tot het wordt weergegeven.<br />

2 Raak “Verkeersberichten” aan.<br />

aan<br />

“Radiusfilter” INSTELLEN<br />

Als de radiusfilter is ingesteld, worden<br />

enkel verkeersberichten binnen de radius<br />

in de lijst met verkeersberichten<br />

weergegeven.<br />

1 Raak “Radiusfilter” op het “TMC inst.”-scherm<br />

aan.<br />

2 Raak het gewenste item aan.<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

• Het “Verkeersberichten”-scherm kan worden<br />

weergegeven door op één van<br />

de “Navigatie”-schermen aan te raken.<br />

3 Raak “TMC inst.” aan.<br />

“Uit”: Druk om de functie te deactiveren.<br />

“10 km” ~ “100 km”: Druk om de radius<br />

in te stellen tussen 10 km en 100 km.<br />

3 Raak aan.<br />

• Gelieve de volgende pagina's te raadplegen<br />

voor een beschrijving van elke instelling.<br />

71


5. NAVIGATIE-INSTELLINGEN<br />

“Dynamische nieuwe route”<br />

INSTELLEN<br />

De manier van omleiden kan worden<br />

ingesteld.<br />

1 Raak “Dynamische nieuwe route”<br />

op het “TMC inst.”-scherm aan.<br />

2 Raak het gewenste item aan.<br />

“TMC-radiostation” INSTELLEN<br />

De afstelling van het TMC-radiostation<br />

kan worden ingesteld.<br />

1 Raak “TMC-radiostation” op het<br />

“TMC inst.”-scherm aan.<br />

2 Raak het gewenste item aan.<br />

“Uit”: Druk om het ontvangen van verkeersberichten<br />

uit te schakelen en er<br />

wordt geen omleiding berekend.<br />

“Automatisch”: Druk om relevante verkeersberichten<br />

op de route als pop-upscherm<br />

weer te geven en activeer de<br />

automatische omleidingsberekening.<br />

“Handmatig”: Druk om relevante verkeersberichten<br />

op de route als pop-upscherm<br />

weer te geven maar deactiveer de<br />

automatische omleidingsberekening. De<br />

gebruiker beslist of een omleidingsberekening<br />

al dan niet wenselijk is.<br />

3 Raak aan.<br />

“Automatisch”: Druk om het systeem automatisch<br />

op het TMC-station met de beste<br />

ontvangst af te stellen.<br />

“Handmatig”: Druk om het TMC-station<br />

manueel af te stellen door of aan<br />

te raken.<br />

INFORMATIE<br />

● Als het manueel gekozen station niet<br />

langer kan worden ontvangen, wordt het<br />

station met de beste ontvangst geselecteerd<br />

en wordt het manueel afgestelde<br />

station dof weergegeven. Als het<br />

manueel afgestelde station opnieuw kan<br />

worden ontvangen, wordt het als TMCsta-tion<br />

gebruikt.<br />

72


6. INFORMATIE INZAKE HET NAVIGATIESYSTEEM<br />

1. BEPERKINGEN VAN HET NAVIGATIESYSTEEM<br />

Dit navigatiesysteem berekent de huidige<br />

positie van het voertuig door gebruik<br />

te maken van satellietsignalen,<br />

verschillende voertuigsignalen, kaartgegevens,<br />

enz. Het is echter mogelijk<br />

dat er geen accurate positie kan worden<br />

getoond naargelang de satellietomstandigheden,<br />

wegconfiguratie,<br />

toestand van het voertuig of andere<br />

omstandigheden.<br />

Het Globale Positioneringssysteem<br />

(GPS), ontwikkeld en beheerd door het<br />

Amerikaanse ministerie van Defensie,<br />

geeft een accurate, huidige positie van het<br />

voertuig weer en gebruikt hiervoor normaal<br />

gezien 4 of meer satellieten en in<br />

sommige gevallen 3 satellieten. Het GPSsysteem<br />

heeft een zekere mate van onnauwkeurigheid.<br />

Hoewel deze meestal<br />

door het navigatiesysteem worden gecompenseerd,<br />

zijn occasionele positiefouten<br />

tot 100 m te verwachten. Over het algemeen<br />

worden positiefouten binnen enkele<br />

seconden gecorrigeerd.<br />

Een fysieke belemmering van het GPSsignaal<br />

kan een onnauwkeurige weergave<br />

van de positie van het voertuig op de kaart<br />

veroorzaken. Tunnels, hoge gebouwen,<br />

vrachtwagens of zelfs de aanwezigheid<br />

van voorwerpen op het dashboard kunnen<br />

GPS-signalen belemmeren.<br />

Ten gevolge van reparaties of verbeteringen<br />

aan GPS-satellieten is het mogelijk<br />

dat deze tijdelijk geen signalen uitzenden.<br />

Ook als het navigatiesysteem zuivere<br />

GPS-signalen ontvangt, kan in sommige<br />

gevallen de positie van het voertuig onnauwkeurig<br />

worden weergegeven of kan<br />

de routebegeleiding onjuist zijn.<br />

BERICHT<br />

● Getinte ruiten kunnen GPS-signalen<br />

belemmeren. De meeste getinte ruiten<br />

bevatten metaal, waardoor de ontvangst<br />

van GPS-signalen door de antenne<br />

wordt verstoord. Wij raden het gebruik<br />

van getinte ruiten af voor voertuigen die<br />

zijn uitgerust met een navigatiesysteem.<br />

• In de volgende gevallen is het mogelijk dat<br />

de huidige positie van het voertuig niet<br />

accuraat wordt weergegeven:<br />

• Als u over een smalle hoekige weg in de<br />

vorm van een Y rijdt.<br />

• Als u over een weg met haarspeldbochten<br />

rijdt.<br />

• Als u over een gladde weg zoals zand,<br />

gravel, sneeuw, enz. rijdt.<br />

• Als u over een lange rechte weg rijdt.<br />

• Als een snelweg en straat parallel lopen.<br />

• Als u zich op een overzetboot of voertuigdrager<br />

bevindt.<br />

• Als een lange route wordt gezocht terwijl<br />

u aan hoge snelheid rijdt.<br />

• Als u rijdt zonder de huidige positiekalibrering<br />

correct in te stellen.<br />

• Na het herhalen van een verandering<br />

van richting door vooruit en achteruit te<br />

rijden, of door te draaien op een draaiplaat<br />

in een parkeerplaats.<br />

• Als u een overdekte parkeerplaats of<br />

parkeergarage verlaat.<br />

• Als een bagagedrager op het dak is<br />

geïnstalleerd.<br />

• Als u met sneeuwkettingen rijdt.<br />

• Als de banden versleten zijn.<br />

• Na het vervangen van één of meerdere<br />

banden.<br />

• Als u banden gebruikt die smaller of breder<br />

zijn dan de fabrieksspecificaties.<br />

• Als de bandendruk in een van de vier<br />

banden niet correct is.<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

73


6. INFORMATIE INZAKE HET NAVIGATIESYSTEEM<br />

• In de volgende gevallen kan onnauwkeurige<br />

routebegeleiding optreden:<br />

• Als u op een kruispunt de aangewezen<br />

routebegeleiding verlaat.<br />

• Als u meer dan één bestemming instelt,<br />

maar er één van overslaat, zal de automatische<br />

omleiding een route weergeven<br />

die leidt naar de bestemming die<br />

werd overgeslagen.<br />

• Als u op een kruispunt, waarvoor geen<br />

routebegeleiding is, afslaat.<br />

• Als u op een kruispunt, waarvoor geen<br />

routebegeleiding is, passeert.<br />

• Tijdens het automatisch omleiden is het<br />

mogelijk dat de routebegeleiding voor de<br />

volgende bocht naar rechts of links niet<br />

beschikbaar is.<br />

• Het kan lang duren om het automatisch<br />

omleiden te bedienen als u met hoge<br />

snelheid rijdt. Bij automatisch omleiden<br />

kan een omleidingsroute worden weergegeven.<br />

• Na het automatisch omleiden kan de<br />

route niet worden gewijzigd.<br />

• Een onnodige bocht van 180° kan worden<br />

weergegeven of aangekondigd.<br />

• Een locatie kan meerdere namen hebben<br />

en het systeem kondigt een of meerdere<br />

aan.<br />

• Sommige routes worden niet gezocht.<br />

• Als de route naar uw bestemming gravel,<br />

onverharde wegen of stegen bevat, is<br />

het mogelijk dat de routebegeleiding niet<br />

wordt getoond.<br />

• Uw bestemming kan aan de andere kant<br />

van de straat worden weergegeven.<br />

• Als een deel van de route aan reglementen<br />

is onderworpen waardoor de toegang<br />

per voertuig tijdelijk of per seizoen<br />

of wegens andere redenen verboden is.<br />

• De in het navigatiesysteem opgeslagen<br />

weg- en kaartgegevens zijn mogelijk niet<br />

volledig of niet de meest recente versie.<br />

INFORMATIE<br />

● Dit navigatiesysteem gebruikt bandomwentelingsgegevens<br />

en is ontworpen<br />

om met fabrieksgespecificeerde banden<br />

voor het voertuig te werken. Het<br />

installeren van banden die breder of<br />

smaller zijn dan de origineel uitgeruste<br />

diameter kunnen een onjuiste weergave<br />

van de huidige voertuigpositie veroorzaken.<br />

De bandendruk beïnvloedt eveneens<br />

de diameter van de banden. Zorg<br />

er dus voor dat de bandendruk van alle<br />

vier banden correct is.<br />

74


6. INFORMATIE INZAKE HET NAVIGATIESYSTEEM<br />

2. UPDATES IN DE KAARTENDATABANK<br />

KAART UPDATEN<br />

2 Raak “Ja” aan.<br />

Kaartgegevens kunnen worden geüpdatet<br />

door gebruik te maken van een<br />

USB-geheugen dat kaartupdates bevat.<br />

Voor meer details kunt u terecht bij een<br />

<strong>Toyota</strong>-dealer of surf naar de portaalsite<br />

van <strong>Toyota</strong> (www.my.toyota.eu).<br />

1 Open de afdekking van de USB-/AUXpoort<br />

en sluit een USB-geheugen aan.<br />

3 Raak “Bevestigen” aan.<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

4 Het updaten zal starten.<br />

• De USB-/AUX-poort bevindt zich op het<br />

instrumentenpaneel, of in het middenpaneel<br />

of handschoenkastje, enz. De locatie<br />

en het design verschillen naargelang het<br />

voertuig. Voor details, zie de Beeldindex<br />

van de “Gebruikershandleiding”.<br />

• Het volgende scherm wordt automatisch<br />

weergegeven als de gegevens voor het<br />

updaten van de kaart worden gevonden.<br />

BERICHT<br />

● Zorg ervoor dat u de volgende voorzorgsmaatregelen<br />

naleeft als u de kaartgegevens<br />

updatet.<br />

• Verwijder het media-apparaat met de<br />

updategegevens niet tot het updateproces<br />

afgelopen is.<br />

• Schakel de motorschakelaar niet uit tot<br />

het updateproces afgelopen is.<br />

INFORMATIE<br />

● De tijd die nodig is om het updateproces<br />

af te ronden, hangt af van de grootte van<br />

de gegevens.<br />

75


6. INFORMATIE INZAKE HET NAVIGATIESYSTEEM<br />

3. KAARTINFORMATIE<br />

VOORWAARDEN EINDGEBRUIKER<br />

De gegevens (“Data”) zijn enkel voor persoonlijk,<br />

intern gebruik en niet voor de<br />

wederverkoop. Ze worden beschermd<br />

door copyright en zijn onderworpen aan de<br />

volgende voorwaarden die enerzijds door u<br />

en anderzijds door Harman (“Harman”) en<br />

zijn licentiegevers (inclusief hun licentiegevers<br />

en leveranciers) worden overeengekomen.<br />

© 2011 NAVTEQ B.V., © Bundesamt für<br />

Eich- und Vermessungswesen, © Euro-<br />

Geographics, source: © IGN 2009 - BD<br />

TOPO ® , Die Grundlagendaten wurden mit<br />

Genehmigung der zustaendigen Behoerden<br />

entnommen, Contains Ordnance Survey<br />

data © Crown copyright and database<br />

right 2010 Contains Royal Mail data ©<br />

Royal Mail copyright and database right<br />

2010, Copyright Geomatics Ltd., Copyright<br />

© 2003; Top-Map Ltd., La Banca Dati Italiana<br />

è stata prodotta usando quale riferimento<br />

anche cartografia numerica ed al<br />

tratto prodotta e fornita dalla Regione Toscana.,<br />

Copyright © 2000; Norwegian Mapping<br />

Authority, Source: IgeoE – Portugal,<br />

Información geográfica propiedad del<br />

CNIG, Based upon electronic data Ó National<br />

Land Survey Sweden., Topografische<br />

Grundlage: Ó Bundesamt für Landestopographie..<br />

Alle rechten voorbehouden.<br />

VOORWAARDEN<br />

GELIEVE DEZE LICENTIEOVEREEN-<br />

KOMST AANDACHTIG TE LEZEN<br />

VOORALEER DE NAVTEQ-DATABANK<br />

TE GEBRUIKEN<br />

BERICHT AAN DE GEBRUIKER<br />

DIT IS EEN LICENTIEOVEREENKOMST -<br />

EN GEEN OVEREENKOMST VOOR VER-<br />

KOOP - TUSSEN U EN NAVTEQ B.V.<br />

VOOR UW KOPIE VAN DE NAVIGEERBA-<br />

RE KAARTENDATABANK VAN NAVTEQ,<br />

INCLUSIEF VERWANTE COMPUTER-<br />

SOFTWARE, MEDIA EN VERKLARENDE,<br />

DOOR NAVTEQ GEPUBLICEERDE,<br />

SCHRIFTELIJKE DOCUMENTATIE (GEZA-<br />

MENLIJK “DE DATABANK”). DOOR GE-<br />

BRUIK TE MAKEN VAN DE DATABANK<br />

AANVAARDT U ALLE VOORWAARDEN<br />

VAN DEZE LICENTIEOVEREENKOMST<br />

VOOR DE EINDGEBRUIKER (“OVEREEN-<br />

KOMST”) EN GAAT U ERMEE AKKOORD.<br />

ALS U NIET AKKOORD GAAT MET DE<br />

VOORWAARDEN VAN DEZE OVEREEN-<br />

KOMST, STUURT U DE DATABANK, SA-<br />

MEN MET ALLE ANDERE<br />

VERGEZELLENDE ITEMS, TERUG NAAR<br />

UW LEVERANCIER VOOR EEN TERUG-<br />

BETALING.<br />

EIGENDOM<br />

De databank en de copyrights en intellectuele<br />

eigendom of naburige rechten zijn het<br />

eigendom van NAVTEQ of zijn licentiegevers.<br />

De media waarop de databank zijn<br />

vervat, zijn eigendom van NAVTEQ en/of<br />

uw leverancier tot u de verschuldigde bedragen<br />

aan NAVTEQ en/of uw leverancier<br />

volledig hebt betaald overeenkomstig deze<br />

overeenkomst of gelijkaardige overeenkomst(en)<br />

waaronder de goederen aan u<br />

worden geleverd.<br />

76


6. INFORMATIE INZAKE HET NAVIGATIESYSTEEM<br />

TOEKENNEN VAN LICENTIE<br />

NAVTEQ kent u een niet-exclusieve licentie<br />

toe om de databank voor persoonlijk gebruik<br />

of, indien van toepassing, voor het gebruik bij<br />

interne operaties in uw zaak, te gebruiken.<br />

Deze licentie omvat niet het recht om sublicenties<br />

toe te kennen.<br />

BEPERKINGEN OP HET GEBRUIK<br />

Het gebruik van de databank wordt beperkt<br />

tot het specifieke systeem waarvoor hij werd<br />

gecreëerd. Indien expliciet toegelaten door<br />

dwingend recht (bv. nationale wetten op basis<br />

van de Europese Softwarerichtlijn (91/<br />

250) en de databankrichtlijn (96/6)), mag u<br />

geen substantiële onderdelen van de inhoud<br />

van de databank aanhalen of opnieuw gebruiken.<br />

U mag ook geen enkel onderdeel<br />

van de databank weergeven, kopiëren, wijzigen,<br />

aanpassen, vertalen, disassembleren,<br />

decompileren, reverse engineer. Als u informatie<br />

inzake interoperabiliteit, zoals bedoeld<br />

in (de nationale wetten op basis van) de Europese<br />

Softwarerichtlijn wenst te bekomen,<br />

zult u NAVTEQ een redelijke gelegenheid<br />

toekennen om dergelijke informatie te verschaffen<br />

volgens redelijke voorwaarden, inclusief<br />

kosten, die door NAVTEQ worden<br />

bepaald.<br />

OVERDRAGEN VAN DE LICENTIE<br />

U mag de databank niet overdragen aan derde<br />

partijen, behalve indien geïnstalleerd in<br />

het systeem waarvoor hij werd gecreëerd of<br />

als u geen kopie van de databank behoudt,<br />

en op voorwaarde dat de overnemer akkoord<br />

gaat met alle voorwaarden van deze<br />

overeenkomst en dit schriftelijk aan NAV-<br />

TEQ bevestigt. Sets met meerdere schijven<br />

mogen enkel worden overgedragen of verkocht<br />

als een volledige set zoals die door<br />

NAVTEQ worden voorzien en niet als een<br />

deelverzameling ervan.<br />

BEPERKTE WAARBORG<br />

NAVTEQ garandeert dat, behoudens de<br />

waarschuwingen hieronder, gedurende een<br />

periode van 12 maanden na aankoop van<br />

uw kopie van de databank, hij substantieel<br />

zal presteren in overeenstemming met de<br />

Criteria voor Accuraatheid en Volledigheid<br />

van NAVTEQ, die van kracht waren op de<br />

dag dat u de databank aankocht; deze criteria<br />

zijn op uw verzoek beschikbaar bij NA-<br />

VTEQ. Als de databank niet presteert in<br />

overeenstemming met deze beperkte waarborg<br />

zal NAVTEQ redelijke inspanningen leveren<br />

om uw niet in overeenstemming zijnde<br />

kopie van de databank te herstellen of vervangen.<br />

Als deze inspanningen niet leiden<br />

tot een prestatie van de databank in overeenstemming<br />

met de hier vermelde waarborgen,<br />

heeft u de keuze om ofwel een<br />

redelijke terugbetaling voor de prijs die u<br />

voor de databank heeft betaald, te ontvangen,<br />

of om deze overeenkomst ongedaan te<br />

maken. Dit is de volledige aansprakelijkheid<br />

van NAVTEQ en uw enige maatregel tegen<br />

NAVTEQ. Indien uitdrukkelijk vermeld in<br />

deze sectie, geeft NAVTEQ geen garanties<br />

noch maakt het opmerkingen inzake het gebruik<br />

van de resultaten van het gebruik van<br />

de databank wat zijn juistheid, accuraatheid,<br />

betrouwbaarheid of ander betreft. NAVTEQ<br />

garandeert niet dat de databank foutloos is of<br />

zal zijn. Geen enkele mondelinge of schriftelijke<br />

informatie of mondeling of schriftelijk advies<br />

door NAVTEQ, uw leverancier of<br />

eender welke persoon zal een garantie creëren<br />

of op een of andere manier de reikwijdte<br />

van de hierboven beschreven garantie uitbreiden.<br />

De beperkte garantie die in deze<br />

overeenkomst wordt beschreven, heeft geen<br />

invloed op noch berokkent ze schade aan<br />

eender welk statutaire wettelijke bevoegdheid<br />

die u volgens de wettelijke garantie tegen<br />

verborgen defecten hebt.<br />

2<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

77


6. INFORMATIE INZAKE HET NAVIGATIESYSTEEM<br />

Als u de databank niet rechtstreeks van<br />

NAVTEQ heeft verkregen, hebt u statutaire<br />

rechten tegen de persoon van wie u<br />

de databank hebt verkregen, naast de<br />

rechten die hieronder in overeenstemming<br />

met de wetgeving van uw rechtsgebied<br />

door NAVTEQ worden toegekend.<br />

De bovenstaande garantie van NAVTEQ<br />

zal geen invloed hebben op dergelijke<br />

statutaire rechten en u mag dergelijke<br />

rechten, naast de garantierechten die<br />

hier worden toegekend, opeisen.<br />

BEPERKING VAN AANSPRAKELIJKHEID<br />

De prijs van de databank omvat geen enkele<br />

tegenprestatie voor de aanname<br />

van risico van gevolgschade, onrechtstreekse<br />

of onbeperkte rechtstreekse<br />

schade die kan optreden in verband met<br />

het gebruik van de databank. Dienovereenkomstig<br />

zal NAVTEQ in geen enkel<br />

geval aansprakelijk zijn voor gevolgschade<br />

of indirecte schade, inclusief<br />

zonder beperking, verlies van inkomsten,<br />

gegevens, of gebruik die werd veroorzaakt<br />

door u of een derde partij als<br />

gevolg van het gebruik van de databank,<br />

hetzij bij de uitvoering van het contract of<br />

in een onrechtmatige daad of gebaseerd<br />

op een garantie, zelfs als NAVTEQ op<br />

de hoogte werd gebracht van de mogelijkheid<br />

van dergelijke schade. In elk geval<br />

is de aansprakelijkheid van NAVTEQ<br />

voor directe schade beperkt tot de prijs<br />

van uw kopie van de databank.<br />

DE BEPERKTE GARANTIE EN BE-<br />

PERKING VAN AANSPRAKELIJKHEID<br />

DIE IN DEZE OVEREENKOMST WOR-<br />

DEN BESCHREVEN, HEBBEN GEEN<br />

INVLOED OP NOCH BEROKKENEN<br />

ZE SCHADE AAN UW STATUTAIRE<br />

RECHTEN ALS U DE DATABANK AN-<br />

DERS DAN BIJ DE UITOEFENING VAN<br />

EEN COMMERCIËLE ACTIVITEIT<br />

HEBT AANGEKOCHT.<br />

WAARSCHUWINGEN<br />

De databank kan onjuiste of onvolledige<br />

informatie bevatten als gevolg van het<br />

verstrijken van tijd, veranderende omstandigheden,<br />

gebruikte bronnen en de<br />

manier waarop alomvattende geografische<br />

gegevens werden verzameld, wat<br />

allemaal kan leiden tot onjuiste resultaten.<br />

De databank bevat geen informatie<br />

noch geeft hij informatie over - onder andere<br />

- buurtveiligheid; rechtshandhaving;<br />

noodhulp; wegenwerken; afsluiten<br />

van wegen of rijstroken; voertuig- of<br />

snelheidsbeperkingen; hellingen; brughoogte,<br />

-gewicht of andere beperkingen;<br />

weg- of verkeersomstandigheden; speciale<br />

gebeurtenissen; files; of reistijd.<br />

TOEPASSELIJK RECHT<br />

Deze overeenkomst ressorteert onder de<br />

wetten van het rechtsgebied waar u op de<br />

datum van aankoop van de databank verblijft.<br />

Als u op dat moment buiten de Europese<br />

Unie of in Zwitserland woont, is de wet<br />

van het rechtsgebied binnen de Europese<br />

Unie of Zwitserland waar u de databank<br />

kocht, van toepassing. In alle andere gevallen,<br />

of als het rechtsgebied waar u de databank<br />

kocht, niet kan worden gedefinieerd,<br />

zijn de wetten van Nederland van toepassing.<br />

De bevoegde rechtbanken in uw residentie<br />

op het moment dat u de databank<br />

kocht, hebben jurisdictie over eender welk<br />

dispuut dat volgt uit, of betrekking heeft tot<br />

deze overeenkomst, zonder afbreuk te doen<br />

aan het recht van NAVTEQ om klacht neer te<br />

leggen in uw toenmalige plaats van verblijf.<br />

78


3<br />

TOEPASSING<br />

1<br />

2<br />

1 BEDIENING TOEPASSINGEN 2 AANGESLOTEN SERVICE<br />

1. SNELLE REFERENTIE................. 80<br />

2. FOTOSLIDESHOW ....................... 81<br />

DE FOTO'S WEERGEVEN.................... 81<br />

FOTOSLIDESHOWS<br />

AFSPELEN.......................................... 82<br />

3. E-MAIL .......................................... 83<br />

POP-UPSCHERM VOOR<br />

EEN NIEUWE E-MAIL......................... 83<br />

E-MAILS LEZEN .................................... 83<br />

4. KALENDER................................... 85<br />

KALENDER CONTROLEREN ............... 85<br />

1. OVERZICHT AANGESLOTEN<br />

SERVICE ..................................... 86<br />

2. VÓÓR EEN AANGESLOTEN<br />

SERVICE TE GEBRUIKEN ......... 89<br />

EEN PORTAALSITEACCOUNT<br />

VERKRIJGEN..................................... 89<br />

INLOGPROCES AANGESLOTEN<br />

SERVICES.......................................... 91<br />

3. NAVIGATIEFUNCTIE BEDIENEN<br />

DOOR MIDDEL VAN<br />

AANGESLOTEN SERVICE......... 92<br />

ONLINE ZOEKEN ................................. 92<br />

ADRESSEN LADEN.............................. 94<br />

4. EEN TOEPASSING BEDIENEN<br />

DOOR MIDDEL VAN<br />

AANGESLOTEN SERVICE......... 96<br />

EEN TOEPASSING DOWNLOADEN<br />

NAAR HET SYSTEEM ....................... 96<br />

EEN TOEPASSING BEDIENEN ........... 97<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

Sommige functies kunnen niet worden bediend tijdens het rijden.<br />

79


1. BEDIENING TOEPASSINGEN<br />

1. SNELLE REFERENTIE<br />

De toepassingen kunnen worden geopend door op de<br />

-knop te drukken.<br />

Elke keer u op -knop drukt, verandert het scherm tussen het “Telefoon”-menuscherm<br />

en het “Extra's”-menuscherm.<br />

Als u op de -knop drukt, keert u terug naar het scherm dat het laatst werd<br />

weergegeven. Raak aan om het “Extra's”-menuscherm weer te geven.<br />

“Extra's”-menuscherm<br />

Nr. Functie Pagina<br />

Druk om toegang te krijgen tot het online zoeken. 92<br />

Druk om foto's op een USB-geheugen te bekijken. 81<br />

* Druk om de e-mails van de aangesloten telefoon weer te geven. 83<br />

*<br />

Druk om de kalender, taken en aantekeningen van de aangesloten telefoon<br />

te openen.<br />

85<br />

Druk om de toepassingen te openen. 97<br />

*: Indien uitgerust<br />

80


1. BEDIENING TOEPASSINGEN<br />

2. FOTOSLIDESHOW<br />

Als het voertuig stilstaat, kunnen de foto's<br />

die op een USB-geheugen zijn opgeslagen,<br />

worden bekeken.<br />

2 Druk op de -knop om het<br />

“Extra's”-menuscherm weer te geven.<br />

3<br />

INFORMATIE<br />

● Tijdens het rijden kunnen de foto's niet<br />

worden bekeken.<br />

● Als het voertuig start terwijl er foto's worden<br />

bekeken, verschijnt een popupscherm<br />

en kunnen de foto's niet worden<br />

weergegeven. Raak “Vorig” aan<br />

om naar het vorige scherm terug te<br />

keren.<br />

● Beschikbaar gegevensformaat voor<br />

foto's: JPEG, PNG en BMP<br />

• Als het “Extra's”-menuscherm niet wordt weergegeven,<br />

drukt u op -knop tot het<br />

wordt weergegeven.<br />

3 Raak “Afbeeldingen” aan.<br />

TOEPASSING<br />

DE FOTO'S WEERGEVEN<br />

1 Open de afdekking van de USB-/AUXpoort<br />

en sluit een USB-geheugen aan.<br />

4 De slideshow start automatisch.<br />

: Druk om de slideshow te stoppen.<br />

• De USB-/AUX-poort bevindt zich op het<br />

instrumentenpaneel, of in het middenpaneel<br />

of handschoenkastje, enz. De locatie<br />

en het design verschillen naargelang het<br />

voertuig. Voor details, zie de Beeldindex<br />

van de “Gebruikershandleiding”.<br />

INFORMATIE<br />

● Alle leesbare foto's op het apparaat worden in<br />

chronologische volgorde weergegeven. De slideshow<br />

wordt herhaald als hij ten einde is.<br />

● De foto's veranderen om de zoveel seconden.<br />

81


1. BEDIENING TOEPASSINGEN<br />

FOTOSLIDESHOWS<br />

AFSPELEN<br />

U kunt een slideshow afspelen, pauzeren<br />

en u kunt de gewenste foto's selecteren.<br />

INFORMATIE<br />

● Als de slideshow aan het afspelen is,<br />

verdwijnen de pauzetoets en de toets<br />

voor het overslaan van het scherm automatisch<br />

na enkele seconden.<br />

1 Raak aan.<br />

2 De bedieningstoetsen worden weergegeven.<br />

: Druk om de slideshowopties te<br />

sluiten.<br />

: Druk om de slideshow te pauzeren.<br />

: Druk om de slideshow opnieuw<br />

af te spelen.<br />

: Druk om de vorige foto weer te<br />

geven.<br />

: Druk om de volgende foto weer<br />

te geven.<br />

82


1. BEDIENING TOEPASSINGEN<br />

3. E-MAIL ∗ 1 Druk op de -knop om het<br />

Inkomende e-mails naar een<br />

aangesloten Bluetooth ® -telefoon<br />

kunnen worden gedownload. Vóór u<br />

deze toepassing kunt gebruiken, moet<br />

u een Bluetooth ® -telefoon met een<br />

telefoonprofiel aansluiten.<br />

(Zie pagina 194.)<br />

E-MAILS LEZEN<br />

“Extra's”-menuscherm weer te geven.<br />

3<br />

INFORMATIE<br />

● Afhankelijk van de telefoon is het<br />

mogelijk dat deze toepassing niet<br />

beschikbaar is.<br />

● Met deze functie kunnen geen e-mails<br />

worden verstuurd.<br />

● Het downloaden wordt mogelijk niet<br />

correct beëindigd als de<br />

motorschakelaar tijdens het downloaden<br />

wordt uitgeschakeld.<br />

• Als het “Extras”-menuscherm niet wordt<br />

weergegeven, drukt u op de -<br />

knop tot het verschijnt.<br />

2 Raak “E-mails” aan.<br />

TOEPASSING<br />

POP-UPSCHERM VOOR EEN<br />

NIEUWE E-MAIL<br />

Als er een nieuwe e-mail binnenkomt,<br />

verschijnt er een pop-upscherm op het<br />

scherm.<br />

• Als het downloaden van een e-mail is<br />

beëindigd, wordt de lijst met e-mails<br />

weergegeven.<br />

3 Raak de gewenste e-mail aan.<br />

• Deze functie kan “Aan” of “Uit” worden<br />

gezet. (Zie pagina 200.)<br />

∗ : Indien uitgerust<br />

83


1. BEDIENING TOEPASSINGEN<br />

• De status van een e-mail wordt door de<br />

volgende icoontjes weergegeven.<br />

: Ongelezen e-mail<br />

: Gelezen e-mail<br />

: Belangrijke e-mail<br />

4 De tekst van de e-mail wordt<br />

weergegeven.<br />

• Als u aanraakt, wordt het e-<br />

mailbericht voorgelezen. Om deze<br />

functie te annuleren, raakt u<br />

aan.<br />

84


1. BEDIENING TOEPASSINGEN<br />

4. KALENDER ∗<br />

Kalendernotities, taken en<br />

aantekeningen van een aangesloten<br />

Bluetooth ® -telefoon kunnen worden<br />

gedownload. Vóór u deze toepassing<br />

kunt gebruiken, moet u een Bluetooth ® -<br />

telefoon met een telefoonprofiel<br />

aansluiten. (Zie pagina 194.)<br />

• Als het “Extras”-menuscherm niet wordt<br />

weergegeven, drukt u op de -<br />

knop tot het verschijnt.<br />

2 Raak “Kalender” aan.<br />

3<br />

INFORMATIE<br />

● Afhankelijk van de telefoon is het<br />

mogelijk dat deze toepassing niet<br />

beschikbaar is.<br />

● Met deze functie kunnen de<br />

kalendernotities niet worden bewerkt.<br />

● Het downloaden is mogelijk niet correct<br />

beëindigd als de motorschakelaar tijdens<br />

het downloaden wordt uitgeschakeld.<br />

• Als het downloaden van de kalender<br />

beëindigd is, worden de kalendernotities<br />

van de actuele dag weergegeven.<br />

3 Als u een weergegeven notitie<br />

aanraakt, wordt de gedetailleerde<br />

informatie van de notitie weergegeven.<br />

TOEPASSING<br />

KALENDER CONTROLEREN<br />

1 Druk op de -knop om het<br />

“Extra's”-menuscherm weer te geven.<br />

: Druk om het programma van de<br />

vorige dag weer te geven.<br />

: Druk om het programma van de<br />

volgende dag weer te geven.<br />

: Druk om de taken van de actuele<br />

dag weer te geven.<br />

: Druk om de aantekeningen weer te<br />

geven.<br />

∗ : Indien uitgerust<br />

85


2. AANGESLOTEN SERVICE<br />

1. OVERZICHT AANGESLOTEN SERVICE<br />

De volgende services zijn beschikbaar als u het navigatiesysteem met een gsm via<br />

het internet op de portaalsite van <strong>Toyota</strong> aansluit.<br />

• Online zoeken: Nieuwe etablissementen, zoals restaurants, bars, enz., die niet in<br />

het navigatiesysteem zijn geregistreerd, kunnen als bestemming worden ingesteld.<br />

• Plaatsen importeren: Etablissementen die door middel van een computer werden<br />

gezocht, kunnen als bestemming worden ingesteld en kunnen in de “Bewaard”-lijst<br />

op het “Bestemming”-scherm en het “Contacten”-scherm worden geregistreerd. (Zie<br />

pagina's 55 en 157.)<br />

• Toepassing: Verschillende functies kunnen worden toegevoegd door via een USBgeheugen<br />

toepassingen te downloaden.<br />

Online zoeken<br />

Nr. Naam Actie<br />

Navigatie<br />

<strong>Toyota</strong>-centrum<br />

Geef een sleutelwoord in.<br />

Het sleutelwoord wordt naar de zoekmachine gestuurd, de resultaten<br />

worden ontvangen en daarna naar het navigatieformaat<br />

omgezet.<br />

86


2. AANGESLOTEN SERVICE<br />

Geheugenpunten importeren: Downloaden via een gsm<br />

3<br />

Geheugenpunten importeren: Downloaden van een USB-geheugen<br />

TOEPASSING<br />

Nr. Naam Actie<br />

Uw persoonlijke computer<br />

en de portaalsite*<br />

van <strong>Toyota</strong><br />

<strong>Toyota</strong>-centrum<br />

Navigatie<br />

USB-geheugen<br />

De portaalsite openen en Nuttige Plaatsen zoeken.<br />

De Nuttige Plaatsen worden in het <strong>Toyota</strong>-centrum opgeslagen.<br />

Via het internet worden de Nuttige Plaatsen naar het navigatiesysteem<br />

gedownload.<br />

Via de USB worden de Nuttige Plaatsen naar het navigatiesysteem<br />

gedownload.<br />

De Nuttige Plaatsen worden op een USB opgeslagen.<br />

*: Voor details over de portaalsite van <strong>Toyota</strong> kunt u terecht op www.my.toyota.eu.<br />

87


2. AANGESLOTEN SERVICE<br />

Toepassing<br />

Nr. Naam Actie<br />

Uw persoonlijke computer<br />

en de portaalsite*<br />

van <strong>Toyota</strong><br />

USB-geheugen<br />

Navigatie<br />

Inhoudaanbieder<br />

De portaalsite openen en de toepassing downloaden.<br />

De gedownloade toepassing wordt op een USB opgeslagen.<br />

Via de USB wordt de toepassing naar het navigatiesysteem<br />

gedownload.<br />

Activeert toepassingen op het navigatiesysteem.<br />

Via gsm ontvangen inhoud.<br />

*: Voor details over de portaalsite van <strong>Toyota</strong> kunt u terecht op www.my.toyota.eu.<br />

88


2. AANGESLOTEN SERVICE<br />

2. VÓÓR EEN AANGESLOTEN SERVICE TE GEBRUIKEN<br />

EEN PORTAALSITEACCOUNT<br />

VERKRIJGEN<br />

Vóór u aangesloten services gebruikt,<br />

moet u eerst via een persoonlijke computer<br />

de portaalsite van <strong>Toyota</strong><br />

(www.my.toyota.eu) openen en een<br />

account aanmaken.<br />

Om een account aan te maken, zijn het<br />

identificatienummer van het toestel en<br />

van het voertuig (VIN) vereist. Controleer<br />

de identificatienummers vóór u de<br />

portaalsite van <strong>Toyota</strong> opent.<br />

• Om deze service te gebruiken, heeft u een<br />

Bluetooth ® DUN/PAN geschikte gsm met<br />

een geldig gegevensplanabonnement<br />

nodig.<br />

• Bij het gebruik van de aangesloten services<br />

kunnen, afhankelijk van uw telefoonabonnement,<br />

verwante kosten van<br />

toepassing zijn.<br />

• Als u een gsm gebruikt om te roamen (als<br />

u zich buiten het geografische dekkingsgebied<br />

van een mobiele netwerkprovider<br />

bevindt) zullen de aansluitingskosten<br />

hoger liggen.<br />

INFORMATIE<br />

● Dit systeem ondersteunt de volgende<br />

service.<br />

• Bluetooth ® Specificatie<br />

Ver. 1.1 of hoger<br />

(Aanbevolen: Ver. 2.1 + EDR of hoger)<br />

• Profielen<br />

HFP (Hands Free Profile)<br />

Ver. 1.0 of hoger<br />

(Aanbevolen: Ver. 1.5 of hoger)<br />

DUN (Dial-Up Networking Profile)<br />

Ver. 1.1 of hoger<br />

PAN (Personal Area Network)<br />

Ver. 1.0<br />

PBAP (Phone Book Access Profile)<br />

Ver. 1.0 of hoger<br />

MAP (Message Access Profile)<br />

• Toepassing<br />

PIM (Personal Information Manager)<br />

● Als uw gsm geen HFP ondersteunt, kunt<br />

u de Bluetooth ® -telefoon niet registreren<br />

of DUN/PAN of PBAP-profielen individueel<br />

gebruiken.<br />

● Als de aangesloten Bluetooth ® -telefoonversie<br />

ouder is dan aanbevolen of<br />

incompatibel is, kan deze functie niet<br />

worden gebruikt.<br />

3<br />

TOEPASSING<br />

89


2. AANGESLOTEN SERVICE<br />

■APPARAATIDENTIFICATIE<br />

CONTROLEREN<br />

1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />

• “Kopieer naar USB”: Druk om de systeeminformatie<br />

naar het op het toestel<br />

aangesloten USB-geheugen te kopiëren.<br />

■HET VOERTUIGIDENTIFICATIE-<br />

NUMMER CONTROLEREN<br />

Voor details, zie de voertuigspecificaties<br />

van de “Gebruikershandleiding”.<br />

2 Raak “Algemeen” aan.<br />

3 Raak “Systeeminformatie” aan.<br />

4 De identificatie van het apparaat wordt<br />

weergegeven.<br />

90


2. AANGESLOTEN SERVICE<br />

INLOGPROCES AANGESLO-<br />

TEN SERVICES<br />

4 Raak “Wachtwoord” aan.<br />

1 Raak de gewenste provider voor online<br />

zoeken of “Adressen laden vanaf<br />

server” aan. (Zie pagina's 92 en 94.)<br />

• Als het waarschuwingsscherm voor kosten<br />

of roamen wordt weergegeven, raakt u<br />

“Verdergaan” aan. Deze functie kan aan<br />

of uit worden gezet. (Zie pagina 199.)<br />

2 Raak “Gebruikersnaam” aan.<br />

5 Geef het paswoord van de server in en<br />

raak “OK” aan.<br />

6 Raak “Inloggegevens bevestigen”<br />

aan.<br />

3<br />

TOEPASSING<br />

• Als “Wachtwoord onthouden” aan is, wordt<br />

de ingevoerde inloginformatie van de<br />

gebruiker onthouden voor elk inlogproces.<br />

3 Geef de gebruikersnaam van de server<br />

in en raak “OK” aan.<br />

91


2. AANGESLOTEN SERVICE<br />

3. NAVIGATIEFUNCTIE BEDIENEN DOOR MIDDEL VAN AANGESLOTEN SERVICE<br />

ONLINE ZOEKEN<br />

Een bestemming kan worden geselecteerd<br />

via een aangesloten service.<br />

Online zoeken is niet in alle landen beschikbaar.<br />

Vóór u deze functie kunt gebruiken, moet u<br />

een Bluetooth ® -telefoon met een internetprofiel<br />

aansluiten. (Zie pagina 194.)<br />

1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />

op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />

weer te geven.<br />

• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />

• Als er meer dan één provider voor online<br />

zoeken beschikbaar is, worden deze providers<br />

weergegeven.<br />

• Als u “Providers updaten” aanraakt,<br />

worden beschikbare providers aan de lijst<br />

toegevoegd.<br />

• Als “Online zoeken” wordt weergegeven,<br />

raakt u “Online zoeken” aan en selecteert<br />

u de provider voor online zoeken.<br />

• De gewenste provider voor online zoeken<br />

kan worden geselecteerd op het “Extra's”-<br />

menuscherm. (Zie pagina 80.)<br />

5 Inloggen op aangesloten services. (Zie<br />

pagina 91.)<br />

6 Raak “Zoekgebied” aan.<br />

wordt weergegeven, raakt u<br />

tot het wordt weergegeven.<br />

2 Raak “Bestemming” aan.<br />

aan<br />

7 Selecteer het gewenste zoekgebied.<br />

• Het “Bestemming”-scherm kan worden<br />

weergegeven door op één van de<br />

“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />

3 Raak “Meer” op het “Bestemming”-<br />

scherm aan.<br />

4 Druk om de gewenste provider, “Online<br />

zoeken op G”, enz. te selecteren.<br />

92<br />

“Op huidige positie”: Druk om het gebied<br />

op de huidige positie te definiëren.<br />

“Defineren”: Druk om het gebied via de<br />

naam van de stad te definiëren. Geef de<br />

naam van de stad in en raak “OK” aan.<br />

“Van kaart”: Druk om het gebied op de<br />

kaart te definiëren. Raak de gewenste stad<br />

op de kaart aan en raak daarna “Selecteer”<br />

aan.<br />

“Op bestemming”: Druk om het gebied<br />

rond de hoofdbestemming te definiëren.<br />

Als de routebegeleiding niet wordt ge-


2. AANGESLOTEN SERVICE<br />

bruikt, kan “Op bestemming” niet worden<br />

geselecteerd.<br />

11Raak “<strong>Go</strong>” aan.<br />

8 Raak “Zoekterm invoeren” op het<br />

scherm voor online zoeken aan.<br />

9 Geef de zoekterm in en raak “OK”<br />

aan.<br />

10De zoekresultaten worden weergegeven.<br />

Raak het gewenste item aan.<br />

“Details”: Druk om de details van de<br />

plaatsinformatie weer te geven.<br />

: Druk om het geregistreerde telefoonnummer<br />

te bellen.<br />

12Het scherm voor het starten van de<br />

routebegeleiding zal worden weergegeven.<br />

(Zie pagina 43.)<br />

3<br />

TOEPASSING<br />

INFORMATIE<br />

• Bij het uitvoeren van een onlinezoekopdracht<br />

worden tot 20 items gezocht.<br />

“Ad:”: Toont gesponsorde links<br />

“Meer downloaden”: Druk om tot 20<br />

nieuwe items te zoeken. Tot 60 niet-gesponsorde<br />

links kunnen worden gedownload.<br />

“Vorige resultaten”: Druk om het vorige<br />

resultaat weer te geven.<br />

“Volgende resultaten”: Druk om het volgende<br />

resultaat weer te geven.<br />

● geeft aan of de onlineverbinding<br />

actief is of niet. Na een time-out van 1<br />

minuut wordt een actieve onlineverbinding<br />

automatisch beëindigd.<br />

93


2. AANGESLOTEN SERVICE<br />

ADRESSEN LADEN<br />

Adressen en nummers kunnen worden<br />

toegevoegd door ze van een internetserver<br />

te downloaden. Ze worden<br />

opgeslagen in de “Bewaard”-lijst op<br />

het “Bestemming”-scherm en het<br />

“Contacten”-scherm. (Zie pagina's 55<br />

en 157.)<br />

Vóór u deze functie kunt gebruiken,<br />

moet u een Bluetooth ® -telefoon met<br />

een internetprofiel aansluiten. (Zie pagina<br />

194.)<br />

DOWNLOADEN VIA EEN GSM<br />

1 Raak “NAV” op de kaart aan of druk<br />

op de “MAP NAV”-knop om het “Navigatie”-menuscherm<br />

weer te geven.<br />

• Als het “Navigatie”-menuscherm niet<br />

3 Raak “Meer” op het “Bestemming”-<br />

scherm aan.<br />

4 Raak “Adressen laden vanaf server”<br />

aan.<br />

5 Inloggen op aangesloten services. (Zie<br />

pagina 91.)<br />

6 Het volgende scherm wordt weergegeven<br />

terwijl de gegevens worden geladen.<br />

wordt weergegeven, raakt u<br />

tot het wordt weergegeven.<br />

2 Raak “Bestemming” aan.<br />

aan<br />

• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />

“Annuleren” aan.<br />

7 Het volgende scherm wordt weergegeven<br />

als het laden is afgelopen.<br />

• Het “Bestemming”-scherm kan worden<br />

weergegeven door op één van de<br />

“Navigatie”-schermen aan te raken.<br />

8 De invoer wordt geregistreerd in de<br />

“Bewaard”-lijst op het “Bestemming”-<br />

scherm en het “Contacten”-scherm.<br />

(Zie pagina's 55 en 157.)<br />

94


2. AANGESLOTEN SERVICE<br />

BERICHT<br />

● Schakel de motor niet uit tijdens het<br />

downloaden.<br />

DOWNLOADEN VAN EEN USB-<br />

GEHEUGEN<br />

Voor details inzake downloaden van<br />

een USB-geheugen, zie pagina 59.<br />

INFORMATIE<br />

● Het downloaden is mogelijk niet correct<br />

beëindigd als de motorschakelaar tijdens<br />

het downloaden werd uitgeschakeld.<br />

● Als de “Auto. download van adressen”-<br />

functie aan is, worden de adressen van<br />

de server automatisch gedownload. (Zie<br />

pagina 199.)<br />

● Als een bericht zoals het onderstaande<br />

wordt weergegeven, verwijder X item(s)<br />

in de “Bewaard”-lijst op het “Bestemming”-scherm<br />

of het “Contacten”-<br />

scherm om plaats te maken voor de<br />

nieuwe bestemming(en). (Zie pagina's<br />

61 en 159.)<br />

3<br />

TOEPASSING<br />

95


2. AANGESLOTEN SERVICE<br />

4. EEN TOEPASSING BEDIENEN DOOR MIDDEL VAN AANGESLOTEN SERVICE<br />

EEN TOEPASSING DOWN-<br />

LOADEN NAAR HET<br />

SYSTEEM<br />

Om een toepassing te downloaden, is<br />

een USB-geheugen dat de toepassing<br />

bevat, vereist. Voor details over een toepassing<br />

kunt u terecht op de portaalsite<br />

van <strong>Toyota</strong> (www.my.toyota.eu).<br />

1 Open de afdekking van de USB-/AUXpoort<br />

en sluit een USB-geheugen aan.<br />

3 Raak “Bevestigen” aan.<br />

• Het downloaden zal starten.<br />

4 Als het downloaden is afgelopen, verschijnt<br />

een pop-upscherm. Raak “OK”<br />

aan.<br />

• De USB-/AUX-poort bevindt zich op het<br />

instrumentenpaneel, of in het middenpaneel<br />

of handschoenkastje, enz. De locatie<br />

en het design verschillen naargelang het<br />

voertuig. Voor details, zie de Beeldindex<br />

van de “Gebruikershandleiding”.<br />

• Het volgende scherm wordt automatisch<br />

weergegeven als de toepassingsgegevens<br />

worden gevonden.<br />

2 Raak “Ja” aan.<br />

• Het scherm keert terug naar het vorige<br />

scherm.<br />

• De gedownloade toepassingen worden op<br />

het “Extra's”-menuscherm weergegeven.<br />

BERICHT<br />

● Schakel de motor niet uit tijdens het<br />

downloaden.<br />

INFORMATIE<br />

● Het downloaden is in de volgende gevallen<br />

mogelijk niet correct beëindigd:<br />

• Als de motorschakelaar tijdens het<br />

downloaden werd uitgeschakeld<br />

• Als het USB-geheugen werd verwijderd<br />

vooraleer het downloaden werd<br />

beëindigd<br />

96


2. AANGESLOTEN SERVICE<br />

EEN TOEPASSING BEDIENEN<br />

Vóór u gedownloade toepassingen kunt gebruiken,<br />

moet u de Bluetooth ® -telefoon met<br />

een internetprofiel aansluiten. (Zie pagina<br />

194.) Als een Bluetooth ® -verbinding met een<br />

internetprofiel op dit moment niet actief is, zullen<br />

de gedownloade toepassingen dof worden<br />

weergegeven.<br />

Voor details over het bedienen van de toepassing<br />

kunt u terecht op www.my.toyota.eu.<br />

EEN TOEPASSING OPENEN<br />

1 Druk op de -knop om het<br />

“Extra's”-menuscherm weer te geven.<br />

3 De toepassing wordt geopend.<br />

(op sommige toepassingen): Druk om<br />

de gegevens te updaten.<br />

: Druk om de bedieningstoets weer te<br />

geven.<br />

: Druk om de toepassing te sluiten.<br />

3<br />

TOEPASSING<br />

• Als het “Extra's”-menuscherm niet wordt<br />

weergegeven, drukt u op -knop<br />

tot het wordt weergegeven.<br />

2 Raak de gewenste toepassing aan.<br />

97


2. AANGESLOTEN SERVICE<br />

EEN TOEPASSING VERWIJDE-<br />

REN<br />

1 Raak aan de rechterkant van de<br />

te verwijderen toepassing aan.<br />

2 Het volgende bevestigingsscherm<br />

wordt weergegeven. Raak “Ja” aan.<br />

• De geselecteerde toepassing wordt verwijderd<br />

en u keert terug naar het “Extra's”-<br />

menuscherm.<br />

98


4<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

1<br />

1 BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

1. SNELLE REFERENTIE............... 100<br />

2. BASISINFORMATIE ................... 102<br />

HET AUDIOSYSTEEM AAN- OF<br />

UITZETTEN....................................... 102<br />

BEDIENINGEN DOOR<br />

MIDDEL VAN DE<br />

AFSTEMMINGS-/SCROLKNOP ....... 102<br />

AUDIOBRON VERANDEREN ............. 103<br />

3. RADIOBEDIENING ..................... 104<br />

OVERSCHAKELEN<br />

NAAR RADIOMODUS....................... 104<br />

EEN STATION VOORINSTELLEN...... 104<br />

EEN STATION SELECTEREN ............ 105<br />

RDS (RADIO DATA SYSTEM) ............ 106<br />

4. BEDIENING CD-SPELER ........... 108<br />

EEN CD INBRENGEN<br />

OF UITWERPEN............................... 108<br />

OVERSCHAKELEN<br />

NAAR CD-MODUS............................ 109<br />

EEN AUDIOCD AFSPELEN ................ 109<br />

EEN MP3/WMA-SCHIJF<br />

AFSPELEN........................................ 111<br />

5. BEDIENING<br />

USB-GEHEUGEN/iPod ............ 114<br />

EEN USB-GEHEUGEN OF<br />

iPod AANSLUITEN............................ 114<br />

OVERSCHAKELEN NAAR<br />

USB- OF iPod-MODUS ..................... 115<br />

EEN USB-GEHEUGEN<br />

OF iPod AFSPELEN ......................... 115<br />

6. BEDIENING AUX-APPARAAT ... 121<br />

EEN DRAAGBAAR AUDIOAPPARAAT<br />

AANSLUITEN ................................... 121<br />

OVERSCHAKELEN NAAR<br />

AUX-MODUS.................................... 122<br />

EEN DRAAGBAAR<br />

AUDIOAPPARAAT AFSPELEN ....... 122<br />

7. BEDIENING<br />

Bluetooth ® -AUDIO ................... 123<br />

OVERSCHAKELEN NAAR<br />

Bluetooth ® -AUDIOMODUS............... 124<br />

Bluetooth ® -AUDIO AANSLUITEN....... 124<br />

Bluetooth ® -AUDIO AFSPELEN........... 127<br />

8. STUURKNOPPEN ....................... 131<br />

STUURKNOPPEN<br />

(MET STUURKNOP<br />

IN TWEE RICHTINGEN) .................. 131<br />

STUURKNOPPEN<br />

(MET STUURKNOP<br />

IN VIER RICHTINGEN) .................... 132<br />

9. BEDIENINGSTIPS VOOR HET<br />

AUDIOSYSTEEM ...................... 134<br />

RADIO-ONTVANGST ......................... 134<br />

iPod ..................................................... 135<br />

USB-GEHEUGEN ............................... 136<br />

ZORG DRAGEN VOOR<br />

UW CD-SPELER EN CD'S ............... 136<br />

MP3/WMA-BESTANDEN .................... 138<br />

CD-R- EN CD-RW-SCHIJVEN............ 139<br />

VOORWAARDEN ............................... 139<br />

Gracenote ® ......................................... 141<br />

Sommige functies kunnen niet worden bediend tijdens het rijden.<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

99


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

1. SNELLE REFERENTIE<br />

Om het audiosysteem te openen, drukt u op de “MEDIA”-knop. Het audiosysteem<br />

wordt geopend in de laatst gebruikte modus.<br />

• Het actuele design en de positie van de knop kunnen verschillen naargelang het voertuig.<br />

Voor details, zie sectie 3 van de “Gebruikershandleiding”.<br />

Nr. Naam Functie Pagina<br />

Scherm voor de<br />

audiobediening<br />

Cd-sleuf<br />

Steek een cd in deze sleuf. De cd-speler start automatisch.<br />

“Signaalbron”/<br />

Afstemmings-<br />

/scrolknop<br />

Draai om radiostation, groepen, nummers en bestanden<br />

te selecteren. De knop kan ook worden<br />

gebruik om een keuze uit de lijstweergave te maken.<br />

Zoek-/Nummerknop<br />

Een geselecteerde audiobron wordt weergegeven.<br />

Het kan worden bediend met de bedieningstoetsen<br />

van het aanraakscherm.<br />

Druk om uw gewenste audiobronnen te selecteren.<br />

Het scherm voor het selecteren van de audiobron<br />

zal worden weergegeven.<br />

Druk op de “ ”- of “ ”-knop om omhoog of omlaag<br />

een station te zoeken, of om een gewenst nummer<br />

of bestand af te spelen.<br />

—<br />

108<br />

103<br />

102<br />

105, 110,<br />

112, 117,<br />

129<br />

100


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

Nr. Naam Functie Pagina<br />

“MEDIA”-knop<br />

-knop*<br />

-knop<br />

Druk om het audiobedieningsscherm weer te geven.<br />

Het audiosysteem wordt geopend in de laatst<br />

gebruikte modus.<br />

Druk om het afspelen van de muziek te pauzeren<br />

of te hervatten.<br />

Druk om het audiosysteem aan en uit te zetten en<br />

draai om het volume aan te passen.<br />

102, 103<br />

—<br />

102<br />

-knop Druk om een cd uit te werpen. 108<br />

*: Indien uitgerust<br />

4<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

101


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

2. BASISINFORMATIE<br />

Deze sectie beschrijft een aantal basiskenmerken<br />

van het audiosysteem.<br />

Sommige informatie is niet van toepassing<br />

op uw systeem.<br />

Uw audiosysteem wordt geactiveerd<br />

als de motorschakelaar in de “ACC”- of<br />

“ON”-positie wordt gezet.<br />

BERICHT<br />

● Om te voorkomen dat de batterij van 12<br />

volt leeg raakt, laat u het audiosysteem<br />

best niet langer dan nodig aan als de<br />

motor niet draait.<br />

BEDIENINGEN DOOR<br />

MIDDEL VAN DE AFSTEM-<br />

MINGS-/SCROLKNOP<br />

Radiomodus<br />

Met deze knop kunt u manueel radiostations<br />

zoeken.<br />

Andere modi dan radio<br />

Met deze knop kunt u nummers of bestanden<br />

selecteren.<br />

HET AUDIOSYSTEEM AAN-<br />

OF UITZETTEN<br />

“MEDIA”-knop: Druk op deze knop om de<br />

schermtoetsen voor het audiosysteem<br />

weer te geven.<br />

-knop: Druk op deze knop om het audiosysteem<br />

aan of uit te zetten. Draai aan<br />

deze knop om het volume aan te passen.<br />

Het systeem wordt geopend in de laatst<br />

gebruikte modus.<br />

Als een lijst wordt weergegeven<br />

Als een lijst op het scherm wordt weergegeven,<br />

draait u aan de Afstemmings-/<br />

Scrolknop om de cursor te bewegen om<br />

een gewenst item uit de lijst te selecteren.<br />

Als u op de knop drukt, zal het nummer<br />

worden gespeeld. Het nummer dat wordt<br />

gespeeld, wordt helder weergegeven.<br />

INFORMATIE<br />

● Als het volume wordt aangepast terwijl<br />

de muziek gepauzeerd of gedempt is,<br />

wordt de pauze of demping geannuleerd.<br />

102


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

AUDIOBRON VERANDEREN<br />

3 Raak de gewenste audiobron aan.<br />

1 Druk op de “MEDIA”-knop.<br />

• Het audiosysteem wordt geopend in de<br />

laatst gebruikte modus.<br />

2 Raak “Signaalbron” of<br />

aan of druk op de “MEDIA”-knop om<br />

het selectiescherm voor audiobronnen<br />

weer te geven.<br />

USB-geheugen-/iPod- en Bluetooth ® -<br />

audiomodi<br />

INFORMATIE<br />

● Dof weergegeven schermtoetsen kunnen<br />

niet worden geselecteerd. Sluit het<br />

audioapparaat aan vóór u het selecteert.<br />

4<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

Andere modi dan USB-geheugen/iPod<br />

en Bluetooth ® -audio<br />

103


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

3. RADIOBEDIENING<br />

OVERSCHAKELEN NAAR<br />

RADIOMODUS<br />

1 Druk op de “MEDIA”-knop.<br />

EEN STATION VOORINSTEL-<br />

LEN<br />

1 Stem de radio af op het gewenste station.<br />

2 Raak één van de kanaalselectietoetsen<br />

(1-6) aan en houd deze ingedrukt<br />

tot u een piepgeluid hoort. Dit stelt de<br />

vooringestelde frequentie op de<br />

schermtoets in. De frequentie van het<br />

station wordt op de schermtoets weergegeven.<br />

• Het audiosysteem wordt geopend in de<br />

laatst gebruikte modus.<br />

2 Raak “Signaalbron” of<br />

aan of druk op de “MEDIA”-knop om het<br />

selectiescherm voor audiobronnen weer<br />

te geven.<br />

• Om het vooringestelde station naar een<br />

ander station te veranderen, volgt u<br />

dezelfde procedure.<br />

3 Raak “AM” of “FM” op het scherm aan.<br />

• Als uw voertuig met een digitaal audio-uitzendsysteem<br />

is uitgerust, verschijnt “DAB*”<br />

en kan het worden geselecteerd.<br />

*: DAB-radio vereist een DAB-tuner.<br />

Neem contact op met uw <strong>Toyota</strong>-dealer<br />

of -hersteller, of een andere gekwalificeerde<br />

professional.<br />

104


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

EEN STATION SELECTEREN<br />

Stem de radio af op het gewenste station<br />

op één van de volgende manieren.<br />

Afstemmen op een vooringesteld station:<br />

Raak één van de kanaalselectietoetsen<br />

aan om het gewenste station te<br />

selecteren. De schermtoets wordt helder<br />

weergegeven en de frequentie van het station<br />

verschijnt op het scherm.<br />

Manueel afstemmen: Zoek een gewenst<br />

radiostation door aan de Afstemmings-/<br />

Scrolknop te draaien.<br />

Zoeken: Druk op “ ” of “ ” van de Zoek-/<br />

Nummerknop. De radio zoekt naar boven<br />

of naar beneden naar een station met de<br />

dichtstbijzijnde frequentie en stopt als het<br />

station wordt gevonden. Elke keer u de<br />

knop indrukt, worden de stations automatisch<br />

één voor één gezocht.<br />

FM-stationlijst: Raak één van de kanaalselectietoetsen<br />

aan.<br />

FM-STATIONLIJST<br />

De FM-stationlijst zoekt automatisch<br />

naar FM-uitzendingen via een bandscan<br />

om zo een lijst van beschikbare<br />

radiostations op te stellen.<br />

1 Raak “Zenderlijst” aan.<br />

2 Raak één van de kanaalselectietoetsen<br />

aan.<br />

Met enkele tuner<strong>mode</strong>llen<br />

• FM-uitzendingen worden niet automatisch<br />

gezocht als er op een radiostation<br />

wordt afgestemd.<br />

• Om de FM-stationlijst te updaten, raakt u<br />

“Update” aan en houdt u deze ingedrukt<br />

tot u een piepgeluid hoort.<br />

• Als de FM-stationlijst geen bijkomende<br />

stations vindt, blijft de lijst dezelfde als<br />

vóór de update.<br />

4<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

• Om naar het scherm met voorinstellingen<br />

terug te keren, raakt u “vkz” aan.<br />

105


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

RDS (RADIO DATA SYSTEM)<br />

FM ALTERNATIEVE FREQUEN-<br />

TIE (AF)<br />

Het systeem zal automatisch op een<br />

betere ontvangstfrequentie van hetzelfde<br />

uitzendprogramma afstemmen<br />

als de huidige ontvangst slechter<br />

wordt.<br />

• Deze functie kan door de gebruiker worden<br />

veranderd naar “Aan” of “Uit” in de<br />

radio-instellingen. Zie “RADIO-INSTEL-<br />

LINGEN” op pagina 203.<br />

FM-VERKEERSBERICHTEN<br />

(TA)<br />

De radiotuner zoekt automatisch stations<br />

die regelmatig verkeersinformatie<br />

uitzenden alsook stations die enkel uitzenden<br />

als er verkeersinformatie is.<br />

• Deze functie kan door de gebruiker worden<br />

veranderd naar “Aan” of “Uit” in de<br />

radio-instellingen. Zie “RADIO-INSTEL-<br />

LINGEN” op pagina 203.<br />

VERANDERING IN REGIONALE<br />

CODE<br />

OFF-modus: Om over te schakelen naar<br />

een station in hetzelfde RDS-netwerk;<br />

handig om de juiste stations in een grote<br />

regio te volgen.<br />

ON-modus: Om over te schakelen naar<br />

een station binnen hetzelfde lokale programmanetwerk.<br />

• Deze functie kan door de gebruiker worden<br />

veranderd naar “On” of “Uit” in de<br />

radio-instellingen. Zie “RADIO-INSTEL-<br />

LINGEN” op pagina 203.<br />

■BIJ HET ONTVANGEN VAN FM-RA-<br />

DIO-UITZENDINGEN<br />

• “TP” (Verkeersprogramma) verschijnt op<br />

het scherm. In de TP-modus zoekt de<br />

radiotuner radiostations die verkeersinformatie<br />

uitzenden. Als de tuner een verkeersinformatieprogramma<br />

vindt, ver-schijnt<br />

de programmanaam op het scherm.<br />

• Als een TA-uitzending wordt ontvangen,<br />

schakelt de radio automatisch over naar<br />

die verkeersinformatie. Als het programma<br />

is afgelopen, keert de radio terug<br />

naar de gepauzeerde uitzending.<br />

EON (Enhanced Other Network)-systeem:<br />

Als een RDS-station (met EON-gegevens)<br />

dat u beluistert, in de TA-modus geen verkeersinformatieprogramma<br />

uitzendt, schakelt<br />

de radio automatisch over naar een<br />

verkeersinformatie-uitzending door middel<br />

van de EON AF-lijst. Als het verkeersinformatieprogramma<br />

is afgelopen, stemt de<br />

radio automatisch opnieuw af op de uitzending<br />

die u ervoor aan het beluisteren<br />

was.<br />

106


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

■ALS EEN ANDERE AUDIOMODUS<br />

ACTIEF IS<br />

• Zelfs als er cd's of iPod's worden afgespeeld,<br />

zoekt de tuner stations die verkeersinformatie<br />

uitzenden.<br />

• Als een verkeersbericht start, wordt het<br />

automatisch ontvangen en wordt de huidige<br />

audiomodus onderbroken. Als het<br />

verkeersbericht is afgelopen, wordt de<br />

gepauzeerde audio hernomen.<br />

■VOLUME VAN VERKEERSBERICH-<br />

TEN<br />

Het volumeniveau van een ontvangen<br />

verkeersbericht wordt in het geheugen<br />

opgeslagen.<br />

• Het bereik van het volumegeheugen is<br />

beperkt. Als het voorheen ontvangen<br />

volume onder het minimum ligt, zal het<br />

minimumvolume worden gebruikt.<br />

4<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

107


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

4. BEDIENING CD-SPELER<br />

De cd-speler kan audiocd's, cd text en<br />

MP3/WMA-schijven afspelen.<br />

(a)Audiocd, cd text (zie pagina 109)<br />

(b)MP3/WMA-schijf (zie pagina 111)<br />

Voor geschikte cd's voor deze speler,<br />

zie “BEDIENINGSTIPS VOOR HET<br />

AUDIOSYSTEEM” op pagina 134.<br />

EEN CD INBRENGEN OF UIT-<br />

WERPEN<br />

EEN CD INBRENGEN<br />

1 Breng een cd in met het label naar boven.<br />

BERICHT<br />

● Breng nooit twee cd's tezelfdertijd in, dit<br />

veroorzaakt schade aan de cd-speler.<br />

Breng altijd één cd per keer in.<br />

● Probeer nooit om een onderdeel van de<br />

cd-speler uit elkaar te halen of olie aan<br />

te brengen. Plaats geen andere voorwerpen<br />

dan een cd in de sleuf.<br />

EEN CD UITWERPEN<br />

1 Druk op de -knop.<br />

• Als een cd correct in de sleuf is ingebracht,<br />

zal de cd-speler automatisch het<br />

eerste nummer of het eerste bestand van<br />

de eerste map op een cd afspelen.<br />

INFORMATIE<br />

● Als het label naar beneden is gericht,<br />

verschijnt “Controleer cd” op het<br />

scherm.<br />

● De speler kan enkel worden gebruikt<br />

voor cd's van 12 cm. Om cd's van 8 cm<br />

af te spelen, hebt u een adapter nodig.<br />

• De cd wordt uitgeworpen.<br />

108


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

OVERSCHAKELEN NAAR<br />

CD-MODUS<br />

EEN AUDIOCD AFSPELEN<br />

1 Druk op de “MEDIA”-knop.<br />

• Het audiosysteem wordt geopend in de<br />

laatst gebruikte modus.<br />

2 Raak “Signaalbron” of<br />

aan of druk op de “MEDIA”-knop om<br />

het selectiescherm voor audiobronnen<br />

weer te geven.<br />

• Als een CD-TEXT-schijf wordt ingebracht,<br />

wordt de titel van het nummer en cd, die<br />

op dit moment wordt afgespeeld, weergegeven.<br />

: Druk om het nummer te pauzeren.<br />

: Druk om het nummer verder af te spelen.<br />

INFORMATIE<br />

● De vooruitgangsbalkindicator komt niet<br />

altijd overeen met de actueel verstreken<br />

afspeelpositie.<br />

4<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

3 Raak “Disc” op het scherm aan.<br />

VOORUIT- EN TERUGSPOELEN<br />

1 Druk op “ ” of “ ” van de Zoek-/<br />

Nummerknop en houd deze ingedrukt<br />

om vooruit of terug te spoelen. Als u de<br />

knop loslaat, begint de speler vanaf<br />

deze positie af te spelen.<br />

INFORMATIE<br />

● Als er geen cd in de sleuf steekt, kan<br />

“Disc” niet worden geselecteerd.<br />

Plaats een cd in de sleuf.<br />

109


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

EEN GEWENST NUMMER<br />

SELECTEREN<br />

Selecteer een gewenst nummer op<br />

één van de volgende manieren.<br />

• Raak een gewenst nummer aan. De speler<br />

zal het geselecteerde nummer vanaf<br />

het begin afspelen.<br />

• Raak of aan om in de lijst te scrollen.<br />

Zoek-/Nummerknop: Druk op “ ” of “ ”<br />

van de Zoek-/Nummerknop om een gewenst<br />

nummer te selecteren.<br />

Afstemmings-/Scrolknop: Draai aan<br />

deze knop om een gewenst nummer te selecteren.<br />

De knop kan ook worden gebruikt<br />

om een keuze uit de lijstweergave te maken.<br />

Nummerlijst: Een gewenst nummer kan<br />

uit een lijst worden geselecteerd.<br />

• Als rechts van de titels verschijnt, zijn<br />

de volledige titels te lang om weer te<br />

geven. Raak deze schermtoets aan om in<br />

de titels te scrollen.<br />

• Raak “Nummers” op het scherm aan. De<br />

lijst wordt weergegeven.<br />

110


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

HERHALEN EN IN WILLEKEU-<br />

RIGE VOLGORDE AFSPELEN<br />

EEN MP3/WMA-SCHIJF AF-<br />

SPELEN<br />

(Herhaalmodus): Gebruik dit om<br />

automatisch het nummer, dat u op dit moment<br />

beluistert, opnieuw af te spelen.<br />

• De herhaalmodus verandert als volgt elke<br />

keer u de schermtoets aanraakt.<br />

: Het nummer herhalen<br />

:UIT<br />

(Willekeurige modus): Gebruik<br />

dit om de nummers automatisch willekeurig<br />

te selecteren.<br />

• De willekeurige modus verandert als volgt<br />

elke keer u de schermtoets aanraakt.<br />

: Nummers afspelen in willekeurige<br />

volgorde<br />

:UIT<br />

• De titel van het bestand en de map, die op<br />

dit moment wordt afgespeeld, wordt weergegeven.<br />

: Druk om het bestand te pauzeren.<br />

: Druk om het bestand verder af te spelen.<br />

INFORMATIE<br />

● De vooruitgangsbalkindicator komt niet<br />

altijd overeen met de actueel verstreken<br />

afspeelpositie.<br />

VOORUIT- EN TERUGSPOELEN<br />

1 Druk op “ ” of “ ” van de Zoek-/<br />

Nummerknop en houd deze ingedrukt<br />

om vooruit of terug te spoelen. Als u de<br />

knop loslaat, begint de speler vanaf<br />

deze positie af te spelen.<br />

4<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

111


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

EEN GEWENST BESTAND SE-<br />

LECTEREN<br />

Selecteer een gewenst bestand op<br />

één van de volgende manieren.<br />

EEN GEWENSTE MAP SELEC-<br />

TEREN<br />

1 Raak “Mappen” op het scherm aan.<br />

De maplijst wordt weergegeven.<br />

Zoek-/Nummerknop: Druk op “ ” of “ ” van<br />

de Zoek-/Nummerknop om een gewenst bestand<br />

te selecteren.<br />

Afstemmings-/Scrolknop: Draai aan deze<br />

knop om een gewenst bestand te selecteren.<br />

De knop kan ook worden gebruik om een keuze<br />

uit de lijstweergave te maken.<br />

Bestandslijst: Een gewenst bestand kan uit<br />

een lijst worden geselecteerd.<br />

• Raak “Bestand selecteren” op het scherm<br />

aan. De lijst wordt weergegeven.<br />

2 Raak de gewenste map uit de lijst aan.<br />

De bestandslijst van de map wordt<br />

weergegeven.<br />

• Als u een gewenst bestand aanraakt, zal<br />

de speler het bestand afspelen.<br />

• Raak of aan om in de lijst te scrollen.<br />

• Als rechts van de titels verschijnt, zijn<br />

de volledige titels te lang om weer te<br />

geven. Raak deze schermtoets aan om in<br />

de titels te scrollen.<br />

• Raak een gewenst bestand aan. De speler zal<br />

het geselecteerde bestand vanaf het begin<br />

afspelen.<br />

• Raak of aan om in de lijst te scrollen.<br />

• Als rechts van de titels verschijnt, zijn de<br />

volledige titels te lang om weer te geven.<br />

Raak deze schermtoets aan om in de<br />

titels te scrollen.<br />

112


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

HERHALEN EN IN WILLEKEU-<br />

RIGE VOLGORDE AFSPELEN<br />

(Herhaalmodus): Gebruik dit om<br />

automatisch het bestand of de map, die u<br />

op dit moment beluistert, opnieuw af te<br />

spelen.<br />

• De herhaalmodus verandert als volgt elke<br />

keer u de schermtoets aanraakt.<br />

: Het bestand herhalen<br />

4<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

: De map herhalen<br />

:UIT<br />

(Willekeurige modus): Gebruik<br />

dit om de bestanden automatisch willekeurig<br />

te selecteren.<br />

• De willekeurige modus verandert als volgt<br />

elke keer u de schermtoets aanraakt.<br />

: Bestanden van de map in<br />

willekeurige volgorde afspelen<br />

:Bestanden van alle mappen<br />

in willekeurige volgorde<br />

afspelen<br />

:UIT<br />

113


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

5. BEDIENING USB-GEHEUGEN/iPod<br />

Het systeem geeft gebruikers de kans<br />

om te genieten van muziek op een<br />

USB-geheugen of iPod via de luidsprekers<br />

van het voertuig.<br />

WAARSCHUWING<br />

● Bedien de speler niet of sluit geen USBgeheugen<br />

of iPod aan terwijl u rijdt.<br />

EEN USB-GEHEUGEN OF<br />

iPod AANSLUITEN<br />

1 Open de afdekking van de USB-/AUXpoort<br />

en sluit een USB-geheugen of<br />

een iPod met behulp van een iPod-kabel<br />

aan.<br />

BERICHT<br />

● Laat uw draagbare speler niet achter in<br />

het voertuig. De binnentemperatuur kan<br />

zodanig stijgen dat uw draagbare speler<br />

kan worden beschadigd.<br />

● Druk niet op de draagbare speler of<br />

oefen er geen onnodige druk op uit terwijl<br />

hij is aangesloten. Dit kan schade<br />

veroorzaken aan de draagbare speler of<br />

de aansluiting.<br />

● Breng geen vreemde voorwerpen in de<br />

USB-poort in. Dit kan schade veroorzaken<br />

aan de draagbare speler of de aansluiting.<br />

INFORMATIE<br />

● Het systeem beschikt over een oplaadfunctie<br />

voor iPod's.<br />

● Als het batterijniveau van een iPod heel<br />

laag is, is het mogelijk dat de iPod niet<br />

werkt. Indien dat het geval is, moet u de<br />

iPod vóór gebruik opladen.<br />

● Afhankelijk van de draagbare speler die op<br />

het systeem is aangesloten, zijn bepaalde<br />

functies mogelijk niet beschikbaar. Als een<br />

functie onbeschikbaar is wegens een storing,<br />

kan het afsluiten en opnieuw aansluiten<br />

van uw draagbare speler het probleem<br />

oplossen.<br />

● Als een iPod niet werkt, kunt u de software<br />

van de iPod naar de laatste versie updaten<br />

en opnieuw proberen. Voor ondersteunde<br />

<strong>mode</strong>llen en softwareversies, zie pagina<br />

135.<br />

● Dit systeem ondersteunt MPT-apparaten.<br />

• De USB-/AUX-poort bevindt zich op het<br />

instrumentenpaneel, of in het middenpaneel<br />

of handschoenkastje, enz. De locatie<br />

en het design verschillen naargelang het<br />

voertuig. Voor details, zie de Beeldindex<br />

van de “Gebruikershandleiding”.<br />

• Zet het USB-geheugen of iPod aan als dat<br />

nog niet is gebeurd.<br />

• Als een USB-geheugen of iPod wordt aangesloten,<br />

zal het automatisch beginnen<br />

afspelen. Zodra het klaar is om af te spelen,<br />

verschijnt het audiobedieningsscherm<br />

automatisch.<br />

114


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

OVERSCHAKELEN NAAR<br />

USB- OF iPod-MODUS<br />

1 Druk op de “MEDIA”-knop om het audiobedieningsscherm<br />

weer te geven.<br />

EEN USB-GEHEUGEN OF<br />

iPod AFSPELEN<br />

EEN LIED AFSPELEN<br />

De titel van het album, het lied en de<br />

naam van de artiest van het lied dat op<br />

dit moment wordt gespeeld, worden<br />

weergegeven.<br />

■AFSPELEN EN PAUZEREN<br />

4<br />

• Het audiosysteem wordt geopend in de<br />

laatst gebruikte modus.<br />

2 Raak “Signaalbron” of<br />

aan of druk op de “MEDIA”-knop om<br />

het selectiescherm voor audiobronnen<br />

weer te geven.<br />

: Druk om het lied te pauzeren.<br />

: Druk om het lied verder af te spelen.<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

3 Raak “USB” of “iPod” aan.<br />

INFORMATIE<br />

● De vooruitgangsbalkindicator komt niet<br />

altijd overeen met de actueel verstreken<br />

afspeelpositie.<br />

● Enkel USB-geheugen: Als de gegevens<br />

van het lied geen ID3-tag bevatten,<br />

wordt de naam van het bestand en de<br />

map weergegeven in plaats van de titel<br />

van het lied en het album. Merk op dat<br />

de bestandsnaam niet de extensie van<br />

het bestand omvat.<br />

• Als er geen USB-geheugen of iPod is aangesloten,<br />

kan “USB” of “iPod” niet worden<br />

geselecteerd. Sluit een USBgeheugen<br />

of iPod aan op de USB-poort.<br />

115


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

■VOORUIT- EN TERUGSPOELEN<br />

1 Druk op “ ” of “ ” van de Zoek-/<br />

Nummerknop en houd deze ingedrukt<br />

om vooruit of terug te spoelen. Als u de<br />

knop loslaat, begint de speler vanaf<br />

deze positie af te spelen.<br />

3 Raak de gewenste lijst aan.<br />

• Raak het gewenste item aan om de lijst<br />

weer te geven. Blijf de toepasselijke<br />

schermtoets aanraken tot de liedjeslijst<br />

wordt weergegeven.<br />

4 Raak het gewenste lied aan.<br />

EEN GEWENST LIED SELEC-<br />

TEREN<br />

■EEN PLAYLIST SELECTEREN<br />

Liedjes kunnen worden gerangschikt<br />

en uit verschillende playlists worden<br />

geselecteerd.<br />

1 Raak “Opties” aan.<br />

INFORMATIE<br />

● Enkel USB-geheugen: Bestanden die<br />

geen titel van het lied en/of albuminformatie<br />

bevatten, worden als “Onbekend”<br />

in de “Artiest”- en/of “Album”-lijst weergegeven.<br />

● Terwijl de media worden gesynchroniseerd,<br />

verschijnt een pop-upscherm. Als<br />

de synchronisatie is beëindigd, wordt<br />

een pop-upscherm weergegeven en is<br />

de functie beschikbaar. Raak “OK” aan<br />

om naar het vorige scherm terug te<br />

keren.<br />

2 Raak “Naar muziek zoeken” aan.<br />

116


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

■SELECTEREN OP TITELLIJST<br />

Het gewenste lied kan uit de huidige<br />

playlist worden geselecteerd.<br />

■EEN GEWENST LIED SELECTEREN<br />

MET DE ZOEK-/NUMMERKNOP OF AF-<br />

STEMMINGS-/SCROLKNOP<br />

1 Raak “Opties” aan.<br />

4<br />

2 Raak “Titellijst” aan.<br />

Zoek-/Nummerknop: Druk op “ ” of “ ”<br />

van de Zoek-/Nummerknop om een gewenst<br />

lied te selecteren.<br />

Afstemmings-/Scrolknop: Draai om een<br />

gewenst lied te selecteren.<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

3 Raak het gewenste lied aan.<br />

117


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

HOESFUNCTIE<br />

Het album, waarop het momenteel afgespeelde<br />

lied staat, wordt opgeroepen<br />

zodat een lied ervan kan worden geselecteerd.<br />

1 Raak de hoes aan.<br />

DE “Speel meer van dit”-<br />

FUNCTIE AFSPELEN<br />

(INDIEN UITGERUST)<br />

Het systeem creëert een nieuwe playlist<br />

met liedjes die lijken op het liedje<br />

dat op dit moment wordt beluisterd.<br />

1 Raak “Speel meer van dit” aan.<br />

2 Een lijst met alle liedjes van het album<br />

wordt weergegeven.<br />

• Tot de nieuwe playlist is gecreëerd, verschijnt<br />

er een pop-upscherm. Als u op<br />

scherm “Annuleren” aanraakt, wordt het<br />

creëren van een nieuwe playlist geannuleerd.<br />

3 Raak het gewenste lied aan.<br />

INFORMATIE<br />

● Als een ander lied dan dat waar u op dit<br />

moment naar luistert, wordt geselecteerd,<br />

wordt de huidige lijst geüpdatet en<br />

zal ze alle liedjes van het beluisterde<br />

album bevatten.<br />

● Het kan even duren om de hoes van de<br />

iPod weer te geven. Enkel een iPodhoes<br />

die in JPEG-formaat werd opgeslagen,<br />

kan worden weergegeven.<br />

● Als u Audio book- of Podcast-afspeelmodi<br />

selecteert, is deze functie niet<br />

beschikbaar.<br />

118


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

■“Speel meer van dit”-INSTELLING<br />

De omvang van de playlist met gelijkaardige<br />

liedjes kan worden ingesteld.<br />

1 Raak “Opties” aan.<br />

HERHALEN EN WILLEKEURIG<br />

AFSPELEN<br />

De herhaal- en willekeurige afspeelfuncties<br />

zijn beschikbaar.<br />

■VANUIT HET AUDIOBEDIENINGS-<br />

SCHERM<br />

1 Raak of aan.<br />

4<br />

2 Raak “Speel meer van dit”-instellingen<br />

aan.<br />

(Herhaalmodus): Gebruik dit om automatisch<br />

het lied, dat u op dit moment beluistert,<br />

opnieuw af te spelen.<br />

• De herhaalmodus verandert als volgt elke<br />

keer u de schermtoets aanraakt.<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

3 Raak de gewenste omvang van de<br />

playlist aan.<br />

: Het lied herhalen<br />

:UIT<br />

4 Raak aan.<br />

(Willekeurige modus): Gebruik dit<br />

om de huidige playlist willekeurig te rangschikken.<br />

• De willekeurige modus verandert als volgt<br />

elke keer u de schermtoets aanraakt.<br />

: Liedjes afspelen in willekeurige<br />

volgorde<br />

:UIT<br />

119


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

■VANUIT HET “OPTIES” -SCHERM<br />

1 Raak “Opties” aan.<br />

2 Raak “Willekeurig” of “Track herhalen”<br />

aan.<br />

• Om de functies herhalen of willekeurige<br />

volgorde uit te schakelen, raakt u nogmaals<br />

“Willekeurig” or “Track herhalen”<br />

aan.<br />

INFORMATIE<br />

● Als “Willekeurig” aan is, kunnen de<br />

liedjes van de huidige playlist in willekeurige<br />

volgorde worden afgespeeld.<br />

120


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

6. BEDIENING AUX-APPARAAT<br />

Het aansluiten van een draagbaar audioapparaat<br />

met de AUX-poort geeft<br />

gebruikers de kans om via de luidsprekers<br />

van het voertuig van muziek te genieten.<br />

WAARSCHUWING<br />

EEN DRAAGBAAR AUDIOAP-<br />

PARAAT AANSLUITEN<br />

1 Open de afdekking van de USB-/AUXpoort<br />

en sluit een draagbaar audioapparaat<br />

aan.<br />

● Sluit geen draagbaar audioapparaat aan<br />

of bedien het apparaat niet tijdens het<br />

rijden.<br />

BERICHT<br />

4<br />

● Laat het draagbare audioapparaat niet<br />

achter in het voertuig. Hoge temperaturen<br />

in het voertuig kunnen het apparaat<br />

beschadigen.<br />

● Druk niet op het draagbare audioapparaat<br />

of oefen er geen onnodige druk op<br />

uit terwijl het is aangesloten. Dit kan<br />

schade veroorzaken aan het apparaat of<br />

de aansluiting.<br />

● Breng geen vreemde voorwerpen in de<br />

AUX-poort in. Dit kan schade veroorzaken<br />

aan het draagbare audioapparaat of<br />

de aansluiting.<br />

• De USB-/AUX-poort bevindt zich op het<br />

instrumentenpaneel, of in het middenpaneel<br />

of handschoenkastje, enz. De locatie<br />

en het design verschillen naargelang het<br />

voertuig. Voor details, zie de Beeldindex<br />

van de “Gebruikershandleiding”.<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

121


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

OVERSCHAKELEN NAAR<br />

AUX-MODUS<br />

1 Druk op de “MEDIA”-knop.<br />

INFORMATIE<br />

● Als er geen draagbaar audioapparaat<br />

werd aangesloten, kan “Aux” niet worden<br />

geselecteerd. Sluit het draagbare<br />

audioapparaat aan op de AUX-poort.<br />

EEN DRAAGBAAR AUDIOAP-<br />

PARAAT AFSPELEN<br />

• Het audiosysteem wordt geopend in de<br />

laatst gebruikte modus.<br />

2 Raak “Signaalbron” of<br />

aan of druk op de “MEDIA”-knop om<br />

het selectiescherm voor audiobronnen<br />

weer te geven.<br />

• Enkel het volume kan worden aangepast<br />

met de bedieningselementen van het<br />

audiosysteem. De andere bedieningselementen<br />

moeten op het draagbare audioapparaat<br />

zelf worden bediend.<br />

3 Raak “Aux” op het scherm aan.<br />

122


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

7. BEDIENING Bluetooth ® -AUDIO<br />

Het Bluetooth ® -audiosysteem zorgt ervoor<br />

dat gebruikers via draadloze communicatie<br />

kunnen genieten van<br />

muziek van een draagbare speler via<br />

de luidsprekers van het voertuig.<br />

Als uw draagbare speler Bluetooth ®<br />

niet ondersteunt, zal het Bluetooth ® -<br />

audiosysteem niet werken.<br />

WAARSCHUWING<br />

● Bedien de speler niet of maak geen aansluiting<br />

op het Bluetooth ® -audiosysteem<br />

terwijl u rijdt.<br />

BERICHT<br />

● Laat het draagbare audioapparaat niet<br />

achter in het voertuig. Hoge temperaturen<br />

in het voertuig kunnen de draagbare<br />

audiospeler beschadigen.<br />

INFORMATIE<br />

● Onder de volgende omstandigheden is<br />

het mogelijk dat het systeem niet werkt.<br />

• De draagbare audiospeler staat uit.<br />

• De draagbare audiospeler is niet<br />

aangesloten.<br />

• De batterij van de draagbare<br />

audiospeler is bijna leeg.<br />

● Afhankelijk van de draagbare audiospeler<br />

die op het systeem is aangesloten,<br />

zijn bepaalde functies mogelijk niet<br />

beschikbaar.<br />

● Het kan even duren, de telefoonaansluiting<br />

wordt uitgevoerd tijdens het afspelen<br />

van Bluetooth ® -audio.<br />

Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk<br />

van Bluetooth SIG, Inc.<br />

INFORMATIE<br />

● Draagbare audiospelers moeten voldoen<br />

aan de volgende specificaties om<br />

op het Bluetooth ® -audiosysteem te worden<br />

aangesloten. Merk echter op dat<br />

sommige functies, afhankelijk van het<br />

soort draagbare audiospeler, beperkt<br />

kunnen zijn.<br />

• Bluetooth ® Specificatie<br />

Ver. 1.1 of hoger<br />

(Aanbevolen: Ver. 2.1+EDR of hoger)<br />

• Profiel<br />

A2DP (Advanced Audio Distribution<br />

Profile) Ver. 1.0 of hoger<br />

(Aanbevolen: Ver. 1.2 of hoger)<br />

AVRCP (Audio/Video Remote Control<br />

Profile) Ver. 1.0 of hoger<br />

(Aanbevolen: Ver. 1.4 of hoger)<br />

4<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

123


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

OVERSCHAKELEN NAAR<br />

Bluetooth ® -AUDIOMODUS<br />

1 Druk op de “MEDIA”-knop om het audiobedieningsscherm<br />

weer te geven.<br />

• Als er geen Bluetooth ® -audioapparaat is aangesloten,<br />

verschijnt het aansluitende Bluetooth<br />

® -audioscherm automatisch. (Zie pagina<br />

125.)<br />

Bluetooth ® -AUDIO AANSLUI-<br />

TEN<br />

• Het audiosysteem wordt geopend in de<br />

laatst gebruikte modus.<br />

2 Raak “Signaalbron” of<br />

aan of druk op de “MEDIA”-knop om<br />

het selectiescherm voor audiobronnen<br />

weer te geven.<br />

3 Raak “Bluetooth” aan.<br />

Om het Bluetooth ® -audiosysteem te<br />

gebruiken, moet u een draagbare speler<br />

paren en het audioprofiel (A2DP) op<br />

het systeem aan te sluiten. (In deze<br />

handleiding verwijst paren naar een<br />

Bluetooth ® -apparaat dat op het systeem<br />

wordt aangesloten. Aansluiten<br />

verwijst naar het profiel (de profielen)<br />

van het gepaarde apparaat dat op het<br />

systeem wordt aangesloten.)<br />

Zodra u een apparaat met audioprofiel<br />

(A2DP) hebt aangesloten, kunt u op<br />

het audiosysteem van het voertuig genieten<br />

van uw muziek.<br />

Als u nog geen draagbare speler met<br />

audioprofiel (A2DP) hebt aangesloten,<br />

moet u eerst een draagbare speler met<br />

audioprofiel (A2DP) aansluiten en dat<br />

volgens de volgende procedures. Sluit<br />

uw draagbare speler met audioprofiel<br />

(A2DP) aan als het voertuig volledig<br />

stilstaat.<br />

• Zie “Bluetooth ® -INSTELLINGEN” op<br />

pagina 193 van bijkomende registratie<br />

bij het registreren.<br />

∗ : Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk<br />

van Bluetooth SIG, Inc.<br />

124


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

Bluetooth ® -AUDIO AANSLUI-<br />

TEN<br />

5 Raak het apparaat dat moet worden gepaard,<br />

aan.<br />

■AANSLUITEN VANUIT HET SYSTEEM<br />

1 Overschakelen naar Bluetooth ® -audiomodus.<br />

(Zie pagina 124.)<br />

2 Raak “Bluetooth ∗ -Setup” aan.<br />

3 Raak “Zoek Bluetooth ∗ -Toestellen”<br />

aan.<br />

• Aansluitbare Bluetooth ® -apparaten worden<br />

op het scherm weergegeven.<br />

6 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />

4<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

• Als er op dit moment een Bluetooth ® -<br />

apparaat is aangesloten, wordt een popupscherm<br />

weergegeven. Om het apparaat<br />

af te sluiten, raakt u “Ja” aan.<br />

∗ : Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk<br />

van Bluetooth SIG, Inc.<br />

4 Tijdens het zoeken naar een Bluetooth ® -<br />

apparaat, wordt het volgende scherm<br />

weergegeven.<br />

• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />

“Annuleren” aan.<br />

7 Bevestig de PIN.<br />

Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />

Pairing) ondersteunt<br />

• Bevestig de PIN die op het scherm wordt<br />

weergegeven en raak daarna “Accepteren”<br />

aan.<br />

Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />

Pairing) niet ondersteunt<br />

• Geef de op het scherm weergegeven PIN<br />

in op uw draagbare speler.<br />

• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />

“Annuleren” aan.<br />

125


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

8 Het volgende scherm wordt weergegeven<br />

als het koppelen is afgelopen.<br />

■AANSLUITEN VANUIT HET APPA-<br />

RAAT<br />

1 Overschakelen naar Bluetooth ® -audiomodus.<br />

(Zie pagina 124.)<br />

2 Raak “Bluetooth ∗ -Setup” aan.<br />

9 Het systeem wacht op aansluitingsverzoeken<br />

vanuit het gekoppelde apparaat.<br />

Alle verzochte profielen worden<br />

automatisch aangesloten.<br />

3 Raak “Maak dit systeem identificeerbaar”<br />

aan.<br />

• Als de automatische aansluiting mislukt,<br />

wordt het volgende scherm weergegeven.<br />

Raak “Verbinden voor muziek” aan.<br />

• Als er op dit moment een Bluetooth ® -<br />

apparaat is aangesloten, wordt een popupscherm<br />

weergegeven. Om het apparaat<br />

af te sluiten, raakt u “Ja” aan.<br />

4 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />

• Als een draagbare speler is aangesloten,<br />

wordt hij automatisch aangesloten zodra<br />

de motorschakelaar in de “ACC” of “ON”-<br />

positie wordt gezet.<br />

INFORMATIE<br />

● Voor details over het opsporen van een<br />

apparaat en de werking van een draagbare<br />

speler kunt u terecht in de handleiding<br />

die bij de draagbare audiospeler<br />

wordt geleverd.<br />

• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />

“Annuleren” aan.<br />

∗ : Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk<br />

van Bluetooth SIG, Inc.<br />

126


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

5 Bevestig de PIN.<br />

Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />

Pairing) ondersteunt<br />

• Bevestig de PIN die op het scherm wordt<br />

weergegeven en raak daarna “Accepteren”<br />

aan.<br />

Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />

Pairing) niet ondersteunt<br />

• Geef de op het scherm weergegeven PIN<br />

in op uw draagbare speler.<br />

Bluetooth ® -AUDIO AFSPELEN<br />

EEN LIED AFSPELEN<br />

De titel van het lied, het album en de<br />

naam van de artiest van het lied dat op<br />

dit moment wordt gespeeld, worden<br />

weergegeven.<br />

■AFSPELEN EN PAUZEREN<br />

Bluetooth ® -AUDIO OPNIEUW<br />

AANSLUITEN<br />

4<br />

Als een draagbare speler wordt afgesloten<br />

door een slechte ontvangst van<br />

het Bluetooth ® -netwerk als de motorschakelaar<br />

in de “ACC”- of “ON”-positie<br />

staat, zal het systeem de draagbare<br />

speler automatisch opnieuw aansluiten.<br />

• Als het Bluetooth ® -apparaat met opzet<br />

wordt afgesloten, bijvoorbeeld als het<br />

werd uitgeschakeld, gebeurt dit niet. Sluit<br />

het manueel opnieuw aan op één van de<br />

volgende manieren:<br />

• Selecteer opnieuw een draagbare speler.<br />

(Zie pagina 197.)<br />

• Sluit het audioprofiel aan. (Zie pagina<br />

198.)<br />

: Druk om het lied te pauzeren.<br />

: Druk om het lied verder af te spelen.<br />

INFORMATIE<br />

● De vooruitgangsbalkindicator komt niet<br />

altijd overeen met de actueel verstreken<br />

afspeelpositie.<br />

● Als de gegevens van het lied geen ID3-<br />

tag bevatten, wordt de naam van het<br />

bestand en de map weergegeven in<br />

plaats van de titel van het lied en het<br />

album. Merk op dat de bestandsnaam<br />

niet de extensie van het bestand omvat.<br />

● Het Bluetooth ® -audioscherm kan,<br />

afhankelijk van uw apparaat, verschillen.<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

127


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

■VOORUIT- EN TERUGSPOELEN<br />

1 Druk op “ ” of “ ” van de Zoek-/<br />

Nummerknop en houd deze ingedrukt<br />

om vooruit of terug te spoelen. Als u de<br />

knop loslaat, begint de speler vanaf<br />

deze positie af te spelen.<br />

3 Raak de gewenste lijst aan.<br />

• Raak het gewenste item aan om de lijst<br />

weer te geven. Blijf de toepasselijke<br />

schermtoets aanraken tot de liedjeslijst<br />

wordt weergegeven.<br />

4 Raak het gewenste lied aan.<br />

EEN GEWENST LIED SELEC-<br />

TEREN<br />

■EEN PLAYLIST SELECTEREN<br />

Liedjes kunnen worden gerangschikt<br />

en uit verschillende playlists worden<br />

geselecteerd.<br />

1 Raak “Opties” aan.<br />

INFORMATIE<br />

● Bestanden die geen titel van het lied<br />

en/of albuminformatie bevatten, worden<br />

als “Onbekend” in de “Artiest”- en/of<br />

“Album”-lijst weergegeven.<br />

● Afhankelijk van uw draagbare audiospeler<br />

is deze functie mogelijk niet beschikbaar.<br />

2 Raak “Naar muziek zoeken” aan.<br />

128


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

■VIA LIJST SELECTEREN<br />

Het gewenste lied kan uit de huidige<br />

playlist worden geselecteerd.<br />

1 Raak “Opties” aan.<br />

■EEN GEWENST LIED SELECTE-<br />

REN MET DE ZOEK-/NUM-<br />

MERKNOP OF AFSTEMMINGS-/<br />

SCROLKNOP<br />

4<br />

2 Raak “Titellijst” aan.<br />

Zoek-/Nummerknop: Druk op “ ” of “ ”<br />

van de Zoek-/Nummerknop om een gewenst<br />

lied te selecteren.<br />

Afstemmings-/Scrolknop: Draai om een<br />

gewenst lied te selecteren.<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

3 Raak het gewenste lied aan.<br />

INFORMATIE<br />

● Afhankelijk van uw draagbare audiospeler<br />

is deze functie mogelijk niet beschikbaar.<br />

129


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

HERHALEN EN WILLEKEURIG<br />

AFSPELEN<br />

■VANUIT HET “OPTIES” -SCHERM<br />

1 Raak “Opties” aan.<br />

De herhaal- en willekeurige afspeelfuncties<br />

zijn beschikbaar.<br />

■VANUIT HET AUDIOBEDIENINGS-<br />

SCHERM<br />

1 Raak of aan.<br />

2 Raak “Willekeurig” of “Track herhalen”<br />

aan.<br />

(Herhaalmodus): Gebruik dit om automatisch<br />

het lied, dat u op dit moment beluistert,<br />

opnieuw af te spelen.<br />

• De herhaalmodus verandert als volgt elke<br />

keer u de schermtoets aanraakt.<br />

: Het lied herhalen<br />

:UIT<br />

• Om de functies herhalen of willekeurige<br />

volgorde uit te schakelen, raakt u nogmaals<br />

“Willekeurig” or “Track herhalen”<br />

aan.<br />

INFORMATIE<br />

● Als “Willekeurig” aan is, kunnen de<br />

liedjes van de huidige playlist in willekeurige<br />

volgorde worden afgespeeld.<br />

(Willekeurige modus): Gebruik dit<br />

om de huidige playlist willekeurig te rangschikken.<br />

• De willekeurige modus verandert als volgt<br />

elke keer u de schermtoets aanraakt.<br />

: Liedjes afspelen in willekeurige<br />

volgorde<br />

:UIT<br />

130


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

8. STUURKNOPPEN<br />

Sommige onderdelen van het audiosysteem<br />

kunnen worden aangepast<br />

met de knoppen op het stuurwiel.<br />

STUURKNOPPEN (MET<br />

STUURKNOP IN TWEE RICH-<br />

TINGEN)<br />

• Het design en de positie van de knop kunnen<br />

verschillen naargelang het voertuig.<br />

Voor details, zie de Beeldindex van de<br />

“Gebruikershandleiding”.<br />

• Details van de specifieke knoppen, bedieningselementen<br />

en kenmerken worden<br />

hieronder beschreven.<br />

Nr.<br />

Knop<br />

Volumebedieningsknop<br />

“ ” “ ” -knop<br />

“MODE”-knop<br />

Volumebedieningsknop<br />

• Druk op de “+”-kant om het volume te<br />

verhogen. Het volume blijft stijgen zolang<br />

u de knop blijft indrukken.<br />

• Druk op de “-”-kant om het volume te verlagen.<br />

Het volume blijft dalen zolang u de<br />

knop blijft indrukken.<br />

“ ” “ ”-knop<br />

Radio<br />

Om een vooringesteld station te selecteren:<br />

Druk op de “ ”- of “ ” -knop.<br />

Om een radiostation te zoeken: Druk op<br />

de “ ”- of “ ” -knop en houd deze ingedrukt<br />

tot u een piepgeluid hoort. Als u in de<br />

zoekmodus ofwel op de “ ”- of “ ” -knop<br />

drukt, wordt de zoekmodus geannuleerd.<br />

Cd-speler<br />

Om een gewenst nummer of bestand te<br />

selecteren: Druk op de “ ”- of “ ” -knop.<br />

Om een gewenste map (MP3/WMA) te<br />

selecteren: Druk op de “ ”- of “ ” -knop<br />

en houd deze ingedrukt tot u een piepgeluid<br />

hoort.<br />

USB-geheugen/iPod<br />

Om een gewenst lied te selecteren: Druk<br />

op de “ ”- of “ ” -knop.<br />

Vooruit- en terugspoelen: Druk op de<br />

“ ”- of “ ” -knop en houd deze ingedrukt<br />

tot u een piepgeluid hoort.<br />

Bluetooth ® -audiospeler<br />

Om een gewenst lied te selecteren: Druk<br />

op de “ ”- of “ ” -knop.<br />

Vooruit- en terugspoelen: Druk op de<br />

“ ”- of “ ” -knop en houd deze ingedrukt<br />

tot u een piepgeluid hoort.<br />

“MODE”-knop<br />

• Druk op de “MODE”-knop om een audiomodus<br />

te selecteren. Elke druk verandert<br />

de opeenvolgende modi als de gewenste<br />

modus gebruiksklaar is.<br />

• Om het audiosysteem aan te zetten, drukt<br />

u op de “MODE”-knop.<br />

• Druk op de “MODE”-knop en houd deze<br />

ingedrukt tot u een piepgeluid hoort en de<br />

muziek zal worden gepauzeerd of<br />

gedempt. Door dezelfde actie wordt de<br />

functie afgezet.<br />

4<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

131


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

STUURKNOPPEN (MET<br />

STUURKNOP IN VIER RICH-<br />

TINGEN)<br />

• Het design en de positie van de knop kunnen<br />

verschillen naargelang het voertuig.<br />

Voor details, zie de Beeldindex van de<br />

“Gebruikershandleiding”.<br />

• Details van de specifieke knoppen, bedieningselementen<br />

en kenmerken worden<br />

hieronder beschreven.<br />

Volumebedieningsknop<br />

• Druk op de “+”-kant om het volume te<br />

verhogen. Het volume blijft stijgen zolang<br />

u de knop blijft indrukken.<br />

• Druk op de “-”-kant om het volume te verlagen.<br />

Het volume blijft dalen zolang u de<br />

knop blijft indrukken.<br />

“ ” “ ” “ ” “ ”-knop<br />

Radio<br />

Om een vooringesteld station te selecteren:<br />

Druk op de “ ” of “ ” -kant van de<br />

knop. Herhaal dit om het volgende vooringestelde<br />

station te selecteren.<br />

132<br />

Nr.<br />

Knop<br />

Volumebedieningsknop<br />

“ ” “ ” “ ” “ ” -knop<br />

“MODE/HOLD”-knop<br />

Terug-knop<br />

Enter-knop<br />

Om een station te zoeken: Druk op de<br />

“ ”- of “ ”-kant van de knop en houd deze<br />

ingedrukt tot u een piepgeluid hoort. Herhaal<br />

dit om het volgende station te zoeken.<br />

Als één van de kanten van de knop tijdens<br />

de zoekmodus wordt ingedrukt, wordt het<br />

zoeken geannuleerd.<br />

Om de FM-stationlijstpagina te veranderen:<br />

De FM-stationlijstpagina kan worden<br />

veranderd door op de “ ”- of “ ”-kant<br />

van de knop te drukken.<br />

Cd-speler<br />

Om een gewenst nummer of bestand te<br />

selecteren: Druk op de “ ”- of “ ”-kant<br />

van de knop tot het gewenste nummer of<br />

af te spelen bestand wordt geselecteerd.<br />

Om terug te keren naar het begin van het<br />

huidige nummer of bestand, drukt u eenmaal<br />

snel op de “ ”-kant van de knop.<br />

Om een gewenste map (MP3/WMA) te<br />

selecteren: Druk op de “ ”- of “ ”-knop<br />

om naar de volgende of vorige map over te<br />

schakelen.<br />

USB-geheugen/iPod<br />

Om een gewenst lied te selecteren: Druk<br />

op de “ ”- of “ ”-knop tot het gewenste<br />

lied wordt geselecteerd.<br />

Vooruit- en terugspoelen: Druk op de<br />

“ ”- of “ ” -knop en houd deze ingedrukt<br />

tot u een piepgeluid hoort.<br />

Bluetooth ® -audiospeler<br />

Om een gewenst lied te selecteren: Druk<br />

op de “ ”- of “ ”-kant van de knop tot het<br />

gewenste lied wordt geselecteerd.<br />

Vooruit- en terugspoelen: Druk op de<br />

“ ”- of “ ” -knop en houd deze ingedrukt<br />

tot u een piepgeluid hoort.


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

“MODE/HOLD”-knop<br />

• Druk op de “MODE/HOLD”-knop om een<br />

audiomodus te selecteren. Elke druk verandert<br />

de opeenvolgende modi als de<br />

gewenste modus gebruiksklaar is.<br />

• Om het audiosysteem aan te zetten, drukt<br />

u op de “MODE/HOLD”-knop.<br />

• Druk op de “MODE/HOLD”-knop en houd<br />

deze ingedrukt tot u een piepgeluid hoort<br />

en de muziek zal worden gepauzeerd of<br />

gedempt. Door dezelfde actie wordt de<br />

functie afgezet.<br />

Terug-knop<br />

• Druk op de terug-knop om naar het vorige<br />

scherm terug te keren.<br />

4<br />

Enter-knop<br />

• In de radiomodus keert u met een druk op<br />

de enter-knop terug naar het scherm met<br />

voorinstellingen.<br />

• In de mediamodus keert u met een druk<br />

op de enter-knop terug naar het lijstscherm.<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

133


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

9. BEDIENINGSTIPS VOOR HET AUDIOSYSTEEM<br />

BERICHT<br />

● Om schade aan het audiosysteem te<br />

vermijden:<br />

• Pas op dat u geen drankjes op het<br />

audiosysteem morst.<br />

• Breng enkel geschikte cd's in de cdsleuf<br />

in.<br />

INFORMATIE<br />

● Het gebruik van een gsm in of bij het<br />

voertuig kan geluid uit de luidsprekers of<br />

uit het audiosysteem dat u beluistert,<br />

veroorzaken. Dit duidt echter niet op een<br />

storing.<br />

RADIO-ONTVANGST<br />

Een probleem met de radio-ontvangst<br />

betekent meestal niet dat er een probleem<br />

met uw radio is — dit is gewoon<br />

het resultaat van omstandigheden buiten<br />

het voertuig.<br />

Nabijgelegen gebouwen en terrein bijvoorbeeld<br />

kunnen de FM-ontvangst<br />

storen. Elektriciteitsleidingen of telefoonlijnen<br />

kunnen AM-signalen storen.<br />

En natuurlijk, radiosignalen hebben<br />

een beperkt bereik en hoe verder u van<br />

het station verwijderd bent, hoe zwakker<br />

het signaal zal zijn. En aangezien<br />

uw voertuig in beweging is, veranderen<br />

de ontvangstomstandigheden constant.<br />

Hieronder vindt u enkele vaak voorkomende<br />

ontvangstproblemen die waarschijnlijk<br />

niet wijzen op een probleem<br />

met uw radio.<br />

FM<br />

Wegvallende en afwijkende stations: Algemeen<br />

gesproken is het effectieve bereik van<br />

FM ongeveer 40 km. Eenmaal buiten dit bereik<br />

kunnen stations wegvallen en afwijken, wat<br />

toeneemt naarmate u zich verder van de radiozender<br />

bevindt. Dit komt vaak samen met storing<br />

voor.<br />

Multipad: FM-signalen zijn reflecterend waardoor<br />

het mogelijk is dat twee signalen tezelfdertijd<br />

uw antenne bereiken. Als dit gebeurt<br />

zullen beiden signalen elkaar annuleren, wat<br />

tijdelijke flutter of verlies van ontvangst veroorzaakt.<br />

Geruis en flutter: Dit komt voor als signalen<br />

door gebouwen, bomen of andere grote objecten<br />

worden geblokkeerd. Het basniveau verhogen<br />

kan geruis en flutter beperken.<br />

Stations wisselen: Als het FM-signaal waarnaar<br />

u luistert, wordt onderbroken of verzwakt<br />

en er is een ander sterk station op de FM-band<br />

in de buurt, is het mogelijk dat uw radio op het<br />

tweede station afstemt tot het originele signaal<br />

opnieuw kan worden opgepikt.<br />

AM<br />

Wegvallen: AM-uitzendingen worden door de<br />

bovenste atmosfeer gereflecteerd — vooral 's<br />

nachts. Deze gereflecteerde signalen kunnen<br />

de signalen die direct van een radiostation worden<br />

ontvangen, storen, waardoor het radiostation<br />

afwisselend hard en zacht klinkt.<br />

Stationinterferentie: Als een gereflecteerd<br />

signaal en een signaal dat direct van een radiostation<br />

wordt ontvangen, ongeveer dezelfde<br />

frequentie hebben, kunnen ze elkaar storen,<br />

waardoor het moeilijk wordt om de uitzending<br />

te beluisteren.<br />

Geruis: AM wordt gemakkelijk beïnvloed door<br />

externe bronnen van elektrisch geluid, zoals<br />

hoogspanningslijnen, bliksem of elektrische<br />

motoren. Dit resulteert in geruis.<br />

134


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

iPod<br />

• “Gemaakt voor iPod” en “Gemaakt voor<br />

iPhone” betekent dat een elektronisch<br />

accessoire werd ontworpen om specifiek<br />

op respectievelijk een iPod of iPhone aan<br />

te sluiten en dat het door de ontwikkelaar<br />

werd gecertificeerd om te voldoen aan de<br />

prestatienormen van Apple.<br />

• Apple is niet verantwoordelijk voor de werking<br />

van dit apparaat of het naleven van<br />

de veiligheids- en regelgevende normen.<br />

Merk op dat het gebruik van dit accessoire<br />

met een iPod of iPhone de draadloze<br />

prestatie kan beïnvloeden.<br />

• iPhone, iPod, iPod classic, iPod nano en<br />

iPod touch zijn handelsmerken van Apple<br />

Inc., geregistreerd in de VS en andere landen.<br />

COMPATIBELE MODELLEN<br />

De volgende iPod ® -, iPod nano ® -, iPod<br />

classic ® -, iPod touch ® - en iPhone ® -toestellen<br />

zijn compatibel met dit systeem.<br />

Gemaakt voor<br />

• iPod touch (4e generatie)<br />

• iPod touch (3e generatie)<br />

• iPod touch (2e generatie)<br />

• iPod touch (1e generatie)<br />

• iPod classic<br />

• iPod with video<br />

• iPod nano (6e generatie)<br />

• iPod nano (5e generatie)<br />

• iPod nano (4e generatie)<br />

• iPod nano (3e generatie)<br />

• iPod nano (1e generatie)<br />

• iPhone 4<br />

• iPhone 3GS<br />

• iPhone 3G<br />

• iPhone<br />

Afhankelijk van de verschillen tussen <strong>mode</strong>llen<br />

of softwareversies, enz. zijn sommige<br />

van de bovenstaande <strong>mode</strong>llen<br />

mogelijk niet compatibel met dit systeem.<br />

4<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

135


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

USB-GEHEUGEN<br />

• USB-geheugen dat kan worden gebruikt<br />

voor het afspelen van MP3 en WMA.<br />

• USB-communicatieformaten: USB 2.0<br />

FS (12 Mbps)<br />

• Bestandsformaten: FAT 16/32<br />

(Windows ® )<br />

• Correspondentieklasse: Massaopslagklasse<br />

ZORG DRAGEN VOOR UW<br />

CD-SPELER EN CD'S<br />

• Uw cd-speler kan enkel worden gebruikt<br />

voor cd's van 12 cm. Om cd's van 8 cm af<br />

te spelen, hebt u een adapter nodig.<br />

• Extreem hoge temperaturen kunnen<br />

ervoor zorgen dat uw cd-speler niet werkt.<br />

Op warme dagen gebruikt u best uw airconditioning<br />

om de binnenkant van uw<br />

voertuig af te koelen vóór u naar een cd<br />

luistert.<br />

• Hobbelige wegen of andere trillingen zorgen<br />

ervoor dat de cd-speler doorslaat.<br />

• Als er vocht in uw cd-speler terechtkomt,<br />

is het mogelijk dat u niets hoort alhoewel<br />

uw cd-speler lijkt te werken. Verwijder de<br />

cd uit de cd-speler en wacht tot het<br />

opdroogt.<br />

Audiocd's<br />

• Gebruik enkel de cd's met bovenstaande<br />

labels. De volgende producten kunnen<br />

mogelijk niet worden afgespeeld met uw<br />

cd-speler.<br />

•SACDs<br />

• dts CDs<br />

• Tegen kopie beschermde cd's<br />

• Videocd's<br />

Cd's in speciale vorm<br />

Transparante/doorschijnende cd's<br />

WAARSCHUWING<br />

● De cd-speler maakt gebruik van een<br />

onzichtbare laserstraal die blootstelling<br />

aan gevaarlijke straling kan veroorzaken<br />

als de laserstraal buiten de unit wordt<br />

gericht. Zorg ervoor dat u de cd-speler<br />

correct gebruikt.<br />

136


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

Cd's van slechte kwaliteit<br />

Juist<br />

Fout<br />

Gelabelde cd's<br />

BERICHT<br />

● Gebruik geen cd's met een speciale<br />

vorm, transparante/doorschijnende cd's,<br />

cd's van slechte kwaliteit of gelabelde<br />

cd's zoals op de afbeeldingen wordt<br />

getoond. Het gebruik van dergelijke cd's<br />

kunnen de speler beschadigen, of het is<br />

mogelijk dat de cd niet kan worden uitgeworpen.<br />

● Het systeem is niet ontworpen om Dual<br />

Disc te gebruiken. Gebruik Dual Disc<br />

niet omdat het uw speler kan beschadigen.<br />

• Wees voorzichtig met cd's, vooral als u ze<br />

inbrengt. Houd ze vast aan de rand en<br />

plooi ze niet. Vermijd vingerafdrukken op<br />

de cd, vooral op de heldere kant.<br />

• Vuil, krassen, vervormingen, gaatjes of<br />

andere beschadigingen aan uw cd kunnen<br />

ervoor zorgen dat uw cd-speler doorslaat<br />

of een deel van een nummer herhaalt.<br />

(Om gaatjes op te sporen, houdt u de cd<br />

tegen het licht.)<br />

• Verwijder cd's uit de cd-speler als u er niet<br />

naar luistert. Bewaar ze in hun plastic<br />

doosjes, weg van vocht, hitte en direct<br />

zonlicht.<br />

• Om een cd te reinigen: Wrijf erover met<br />

een zachte, pluisvrije doek die met water<br />

werd bevochtigd. Wrijf in een rechte lijn<br />

van het midden naar de rand van de cd<br />

(niet in een cirkel). Gebruik geen conventionele<br />

platenreiniger of antiruisapparaat.<br />

4<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

137


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

MP3/WMA-BESTANDEN<br />

• MP3 (MPEG Audio Layer 3) en WMA<br />

(Windows Media Audio) zijn audiocompressienormen.<br />

• De MP3/WMA-speler kan MP3- en WMAbestanden<br />

op cd-rom, cd-R- en cd-RWschijven<br />

afspelen.<br />

De unit kan schijfopnamen die compatibel<br />

zijn met ISO 9660 niveau 1,2 (Romeo<br />

Jolie) en het UDF (2.01 of lager)-<br />

bestandssysteem afspelen.<br />

• Bij het benoemen van een MP3- of WMAbestand,<br />

voegt u de juiste bestandsextensie<br />

toe (.mp3 of .wma).<br />

• De MP3/WMA-speler speelt bestanden<br />

met bestandsextensies .mp3 of .wma als<br />

MP3- of WMA-bestanden. Om geruis en<br />

afspeelfouten te voorkomen, moet u de<br />

juiste bestandsextensies gebruiken.<br />

• De speler kan met multisessiecompatibele<br />

cd's enkel de eerste sessie afspelen.<br />

• MP3-bestanden zijn compatibel met ID3<br />

Tag Ver. 1.0-, Ver. 1.1-, Ver. 2.2-, en<br />

Ver. 2.3-formaten. De unit kan de titel van<br />

de cd en het nummer en de naam van de<br />

artiest in andere formaten niet weergeven.<br />

• USB-geheugen: MP3-bestanden zijn compatibel<br />

met ID3 Tag Ver. 1.0-, Ver. 1.1-,<br />

Ver. 2.2-, Ver. 2.3-, en Ver. 2.4-formaten.<br />

De unit kan de titel van het nummer en de<br />

naam van de artiest in andere formaten<br />

niet weergeven.<br />

• WMA-bestanden kunnen een WMA-tag<br />

bevatten die op dezelfde manier als een<br />

ID3-tag wordt gebruikt. WMA-tags bevatten<br />

informatie zoals de titel van het nummer<br />

of de naam van de artiest.<br />

• De geluidskwaliteit van MP3/WMAbestanden<br />

verbetert algemeen gezien bij<br />

hogere bitsnelheden. Om een redelijk<br />

niveau van geluidskwaliteit te bereiken,<br />

worden bestanden die met een bitsnelheid<br />

van minstens 128 kbps werden opgenomen,<br />

aangeraden.<br />

SAMPLINGFREQUENTIE<br />

MP3-bestanden:<br />

MPEG 1 AUDIO LAYER 3 — 32, 44.1,<br />

48 kHz<br />

MPEG2 AUDIO LAYER3 — 16, 22.05,<br />

24 kHz<br />

WMA-bestanden voor WMA-speler:<br />

Ver. 7, 8, 9 CBR — 32, 44.1, 48 kHz<br />

WMA-bestanden voor USB-geheugen:<br />

Ver. 7, 8, 9 — HIGH PROFILE 32, 44.1,<br />

48 kHz<br />

AFSPEELBARE BITSNELHE-<br />

DEN<br />

MP3-bestanden voor MP3-speler:<br />

MPEG1 LAYER3 — 32 tot 320 kbps<br />

MPEG2 LSF LAYER3 — 8 tot 160 kbps<br />

MP3-bestanden voor USB-geheugen:<br />

MPEG 1 AUDIO LAYER 2, 3 — 32 tot<br />

320 kbps<br />

MPEG 2 AUDIO LAYER 2, 3 — 8 tot<br />

160 kbps<br />

WMA-bestanden voor WMA-speler:<br />

Ver. 7, 8 CBR — 48 tot 192 kbps<br />

Ver. 9 CBR — 48 tot 320 kbps<br />

WMA-bestanden voor USB-geheugen:<br />

Ver. 7, 8, 9 CBR — 48 tot 320 kbps<br />

• M3u-playlists zijn niet compatibel met de<br />

audiospeler.<br />

• MP3i- (MP3 interactive) en MP3PRO-formaten<br />

zijn niet compatibel met de<br />

audiospeler.<br />

• De speler is compatibel met VBR (Variable<br />

Bit Rate).<br />

• Bij het afspelen van bestanden die als<br />

VBR (Variable Bit Rate)-bestanden zijn<br />

opgenomen, zal de afspeeltijd niet correct<br />

worden weergegeven bij het vooruit- en<br />

terugspoelen.<br />

• Het is niet mogelijk om mappen te bekijken<br />

die geen MP3/WMA-bestanden<br />

bevatten.<br />

138


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

• MP3/WMA-bestanden in mappen tot 8<br />

niveaus diep kunnen worden afgespeeld.<br />

Het starten van het afspelen kan echter<br />

worden vertraagd als u cd's gebuikt die<br />

verschillende mapniveaus bevatten.<br />

Daarom raden we aan om cd's te maken<br />

met niet meer dan 2 mapniveaus.<br />

• WMA-bestanden Ver. 9 is afhankelijk van<br />

“Windows Media ® Audio Standard”.<br />

001.mp3<br />

002.wma<br />

Map 1<br />

003.mp3<br />

Map 2<br />

004.mp3<br />

005.wma<br />

Map 3<br />

006.mp3<br />

• De afspeelvolgorde van de cd met een<br />

structuur zoals hier links wordt voorgesteld,<br />

is als volgt:<br />

001. mp3 002. wma. . . 006. mp3<br />

• MP3/WMA-speler: Het is mogelijk om tot<br />

192 mappen of 255 bestanden op één cd<br />

af te spelen.<br />

• USB-geheugen:<br />

Maximaal aantal mappen in het apparaat:<br />

3000<br />

Maximaal aantal bestanden in één map:<br />

255<br />

Maximaal aantal bestanden in het apparaat:<br />

9999<br />

• De volgorde verandert naargelang de pc<br />

en MP3/WMA-codeersoftware die u<br />

gebruikt.<br />

CD-R- EN CD-RW-SCHIJVEN<br />

• Cd-R/cd-RW die nog niet zijn onderworpen<br />

aan het “afrondend proces” (een proces<br />

dat ervoor zorgt dat cd's op een<br />

conventionele cd-speler kunnen worden<br />

gespeeld) kunnen niet worden afgespeeld.<br />

• Het kan zijn dat het afspelen van cd-R/cd-<br />

RW-schijven die op een cd-recorder of<br />

personal computer zijn opgenomen, niet<br />

mogelijk is wegens schijfeigenschappen,<br />

krassen of vuil op de cd, of vuil, condensatie,<br />

enz. op de lens van de unit.<br />

• Het kan zijn dat het afspelen van cd's die<br />

op een personal computer zijn opgenomen,<br />

niet mogelijk is afhankelijk van de<br />

toepassingsinstellingen en de omgeving.<br />

Gebruik het juiste formaat bij het opnemen.<br />

(Voor details kunt u contact opnemen<br />

met de geschikte producenten van<br />

de toepassingen.)<br />

• Cd-R/cd-RW-schijven kunnen worden<br />

beschadigd door directe blootstelling aan<br />

zonlicht, hoge temperaturen of andere<br />

opslagomstandigheden. Het is mogelijk<br />

dat de unit sommige beschadigde schijven<br />

niet kan afspelen.<br />

• Als u een cd-RW-schijf in een MP3/WMAspeler<br />

steekt, begint het afspelen trager<br />

dan met een conventionele cd of cd-Rschijf.<br />

• Opnames op cd-R/cd-RW kunnen met het<br />

DDCD (Double Density CD)-systeem niet<br />

worden afgespeeld.<br />

VOORWAARDEN<br />

PAKKETSCHRIJVEN<br />

• Dit is een algemene term die het proces<br />

beschrijft van het op aanvraag schrijven<br />

van gegevens naar cd-R, enz., op<br />

dezelfde manier dat gegevens op diskettes<br />

of een harde schijf worden geschreven.<br />

4<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

139


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

ID3-TAG<br />

• Dit is een manier om nummergerelateerde<br />

informatie in een MP3-bestand op te<br />

slaan. Deze opgeslagen informatie kan de<br />

titel van het nummer, de naam van de<br />

artiest, de titel van het album, het muziekgenre,<br />

het jaar van productie, commentaar<br />

en andere gegevens bevatten. De<br />

inhoud kan vrij worden bewerkt door middel<br />

van software met ID3-tag-bewerkingsfuncties.<br />

Alhoewel de tags beperkt zijn<br />

qua aantal karakters, kan de informatie<br />

worden bekeken als het nummer wordt<br />

gespeeld.<br />

WMA-TAG<br />

• WMA-bestanden kunnen een WMA-tag<br />

bevatten die op dezelfde manier als een<br />

ID3-tag wordt gebruikt. WMA-tags bevatten<br />

informatie zoals de titel van het nummer<br />

of de naam van de artiest.<br />

MP3<br />

• MP3 is een audiocompressienorm die<br />

door een werkgroep (MPEG) van het ISO<br />

(International Standard Organization)<br />

werd bepaald. MP3 comprimeert audiogegevens<br />

tot ongeveer 1/10 van de grootte<br />

van conventionele cd's.<br />

WMA<br />

• WMA (Windows Media Audio) is een<br />

audiocompressieformaat dat door<br />

Microsoft ® werd ontwikkeld. Het comprimeert<br />

bestanden tot een grootte die kleiner<br />

is dan die van MP3-bestanden. De<br />

decodeerformaten voor WMA-bestanden<br />

zijn Ver. 7, 8, en 9.<br />

ISO 9660-FORMAAT<br />

• Dit is de internationale norm voor het formatteren<br />

van cd-rom-mappen en -bestanden.<br />

Voor het ISO 9660-formaat zijn er<br />

twee regelniveaus.<br />

• Niveau 1: De bestandsnaam is in 8.3-formaat<br />

(bestandsnaam van 8 karakters met<br />

een bestandsextensie van 3 karakters.<br />

Bestandsnamen moeten worden gevormd<br />

door hoofdletters en getallen van één<br />

byte. Het “_”-symbool kan ook worden<br />

inbegrepen.)<br />

• Niveau 2: De bestandsnaam kan tot 31<br />

karakters hebben (inclusief het leesteken<br />

“.” en de bestandextensie). Elke map mag<br />

niet meer dan 8 hiërarchieën bevatten.<br />

m3u<br />

• Playlists die werden opgesteld met behulp<br />

van “WINAMP”-software hebben een<br />

bestandsextensie voor playlists (.m3u).<br />

140


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

Gracenote ®<br />

• Gracenote ® levert de muziekherkenningstechnologie<br />

en verwante gegevens.<br />

Gracenote zet de industrienorm<br />

op het vlak van muziekherkenningstechnologie<br />

en het leveren van verwante<br />

inhoud. Voor meer informatie kunt u<br />

terecht op www.gracenote.com.<br />

• Gracenote ® -licentieovereenkomst<br />

voor de eindgebruiker<br />

Deze toepassing of dit toestel bevat<br />

software van Gracenote, Inc. uit<br />

Emeryville, California (“Gracenote”).<br />

Dankzij de software van Gracenote<br />

(de “Gracenote-software”) is deze<br />

toepassing in staat om een cd en/of<br />

een bestand te herkennen en muziekgerelateerde<br />

informatie op te roepen,<br />

zoals naam, artiest, nummer en titelinformatie<br />

(“Gracenote-gegevens”) vanuit<br />

onlineservers of ingesloten<br />

databanken (gezamenlijk “Gracenoteservers”)<br />

en om andere functies uit te<br />

voeren. U mag de Gracenote-gegevens<br />

enkel door middel van de bedoelde<br />

eindgebruikerfuncties van deze<br />

toepassing of dit toestel gebruiken.<br />

U stemt ermee in om de Gracenote-gegevens,<br />

de Gracenote-software en de Gracenote-servers<br />

enkel voor persoonlijke, nietcommerciële<br />

doeleinden te gebruiken. U<br />

stemt ermee in om de Gracenote-software<br />

of Gracenote-gegevens niet aan een derde<br />

partij over te dragen, te kopiëren, te<br />

overhandigen of door te geven. U STEMT<br />

ERMEE IN OM GRACENOTE-GEGE-<br />

VENS, DE GRACENOTE-SOFTWARE<br />

OF GRACENOTE-SERVERS NIET TE<br />

GEBRUIKEN OF TE BENUTTEN, BE-<br />

HALVE ZOALS UITDRUKKELIJK HIERIN<br />

VERMELD.<br />

U stemt ermee in dat uw niet-exclusieve licentie<br />

om de Gracenote-gegevens, de<br />

Gracenote-software en Gracenote-servers<br />

te gebruiken, wordt beëindigd als u deze<br />

bepalingen overtreedt. Als uw licentie<br />

wordt beëindigd, stemt u ermee in om elk<br />

gebruik van de Gracenote-gegevens, de<br />

Gracenote-software en Gracenote-servers<br />

te staken. Gracenote behoudt zich alle<br />

rechten van de Gracenote-gegevens, de<br />

Gracenote-software en de Gracenote-servers,<br />

inclusief alle eigendomsrechten,<br />

voor. Onder geen enkele omstandigheid is<br />

Gracenote aansprakelijk voor een betaling<br />

aan u voor informatie die u heeft verschaft.<br />

U stemt ermee in dat Gracenote, Inc. onder<br />

deze overeenkomst zijn rechten tegen<br />

u direct in eigen naam kan afdwingen.<br />

De Gracenote-dienst maakt gebruik van<br />

een uniek herkenningssysteem om, voor<br />

statistieke doeleinden, vragen op te volgen.<br />

Het doel van een willekeurig toegekend<br />

numeriek herkenningssysteem is om<br />

de Gracenote-dienst de mogelijkheid te<br />

bieden om vragen te tellen zonder te weten<br />

wie u bent. Voor meer informatie kunt<br />

u terecht op de website voor het Gracenote-privacybeleid<br />

voor de Gracenote-dienst.<br />

4<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

141


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

De vergunning voor de Gracenote-software<br />

en voor elk item van de Gracenotegegevens<br />

wordt als “AS IS” aan u toegekend.<br />

Gracenote legt geen verklaring af<br />

en geeft geen garantie, uitdrukkelijk of<br />

impliciet, met betrekking tot de juistheid<br />

van Gracenote-gegevens in de Gracenote-servers.<br />

Gracenote behoudt zich<br />

het recht voor om gegevens uit de Gracenote-servers<br />

te verwijderen of om gegevenscategorieën<br />

te wijzigen voor<br />

eender welke reden die voor Gracenote<br />

toereikend is. Er wordt geen garantie gegeven<br />

dat de Gracenote-software of de<br />

Gracenote-servers foutloos zijn of dat de<br />

Gracenote-software of de Gracenoteservers<br />

ononderbroken zullen werken.<br />

Gracenote is niet verplicht om u nieuwe<br />

verbeterde of bijkomende gegevenstypes<br />

of -categorieën te verschaffen<br />

die Gracenote in de toekomst kan<br />

leveren en het staat Gracenote vrij om<br />

op eender welk moment zijn diensten<br />

stop te zetten.<br />

GRACENOTE NEEMT AFSTAND VAN<br />

ALLE UITDRUKKELIJKE OF IMPLICIE-<br />

TE GARANTIES, INCLUSIEF, MAAR<br />

NIET BEPERKT TOT GARANTIES IN-<br />

ZAKE VERHANDELBAARHEID, HET<br />

GESCHIKT ZIJN VOOR EEN BE-<br />

PAALD DOEL, TITEL EN NIET-IN-<br />

BREUK. GRACENOTE STAAT NIET IN<br />

VOOR DE RESULTATEN DIE U DOOR<br />

HET GEBRUIK VAN DE GRACENOTE-<br />

SOFTWARE OF EEN GRACENOTE-<br />

SERVER ZAL VERKRIJGEN. IN GEEN<br />

GEVAL ZAL GRACENOTE AANSPRA-<br />

KELIJK ZIJN VOOR GEVOLG- OF SE-<br />

CUNDAIRE SCHADE OF VOOR<br />

GEDERFDE WINSTEN OF GEDERF-<br />

DE INKOMSTEN.<br />

copyright © 2000 tot vandaag Gracenote<br />

142


1. BEDIENING AUDIOSYSTEEM<br />

4<br />

AUDIOSYSTEEM<br />

143


1<br />

BASISINFORMATIE VÓÓR HET<br />

IN WERKING STELLEN<br />

1. SNELLE REFERENTIE............... 146<br />

2. HANDSFREESYSTEEM ............. 150<br />

DE TELEFOONKNOP<br />

GEBRUIKEN ..................................... 151<br />

OVER HET TELEFOONBOEK<br />

IN DIT SYSTEEM.............................. 152<br />

ALS U UW WAGEN AFSTAAT............ 152<br />

3. EEN Bluetooth ® -TELEFOON<br />

AANSLUITEN ........................... 153<br />

EEN Bluetooth ® -TELEFOON<br />

AANSLUITEN.................................... 153<br />

4. EEN INVOER REGISTREREN.... 157<br />

EEN NIEUWE INVOER<br />

REGISTREREN ................................ 157<br />

DE INVOERINFORMATIE<br />

WEERGEVEN EN BEWERKEN ....... 159<br />

OPGESLAGEN CONTACTPERSONEN<br />

NAAR EEN USB-GEHEUGEN<br />

VERSTUREN .................................... 161<br />

144


5<br />

Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />

1<br />

2 BEDIENING VAN DE<br />

1. BELLEN MET EEN Bluetooth ® -<br />

TELEFOON............................... 162<br />

DOOR HET NUMMER TE VORMEN .... 162<br />

VIA DE “Bewaard”-LIJST OP HET<br />

“Contacten”-SCHERM....................... 162<br />

VIA HET TELEFOONBOEK................. 163<br />

VIA OPROEPLIJSTEN ........................ 164<br />

BELLEN VIA EEN KORT BERICHT .... 165<br />

BELLEN VIA NUTTIGE PLAATSEN.... 165<br />

2. OPROEPEN ONTVANGEN MET<br />

EEN Bluetooth ® -TELEFOON .... 166<br />

3. PRATEN AAN EEN Bluetooth ® -<br />

TELEFOON............................... 167<br />

HET VOLUME VAN DE<br />

ONTVANGER AANPASSEN............. 168<br />

TOETSEN VERSTUREN..................... 168<br />

EEN TWEEDE NUMMER VORMEN ... 168<br />

3<br />

FUNCTIE VOOR KORTE<br />

BERICHTEN<br />

1. FUNCTIE VOOR KORTE<br />

BERICHTEN.............................. 170<br />

POP-UPSCHERM VOOR NIEUWE<br />

KORTE BERICHTEN<br />

(INDIEN UITGERUST) ..................... 170<br />

ONTVANGEN KORTE<br />

BERICHTEN LEZEN ........................ 170<br />

VERSTUURDE KORTE<br />

BERICHTEN LEZEN ........................ 171<br />

NIEUWE KORTE BERICHTEN<br />

VERSTUREN.................................... 172<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

Sommige functies kunnen niet worden bediend tijdens het rijden.<br />

*: Nuttige Plaats<br />

145


1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />

1. SNELLE REFERENTIE<br />

-knop te drukken, krijgt u toegang tot het “Telefoon”-menu-<br />

Door op de<br />

scherm.<br />

Elke keer u op -knop drukt, verandert het scherm tussen het “Telefoon”-menuscherm<br />

en het “Extra's”-menuscherm.<br />

Als u op de -knop drukt, keert u terug naar het scherm dat het laatst werd<br />

weergegeven. Raak aan om het “Telefoon”-menuscherm te tonen.<br />

“Telefoon”-menuscherm<br />

• Het actuele design en de positie van de knop kunnen verschillen naargelang het voertuig.<br />

Voor details, zie sectie 3 van “Gebruikershandleiding”.<br />

Nr. Functie Pagina<br />

Druk om het “Kies nummer”-scherm weer te geven.<br />

U kunt iemand opbellen door het nummer te vormen.<br />

Druk om het “Contacten”-scherm weer te geven.<br />

U kunt een invoer uit de lijst van contactpersonen in het “Bewaard”-<br />

en “Telefoonboek”-scherm selecteren en opbellen.<br />

Druk om het “Bellijsten”-scherm weer te geven.<br />

U kunt een invoer uit de gemiste, ontvangen of opgebelde oproeplijst<br />

selecteren en opbellen.<br />

148, 162<br />

162, 163<br />

164<br />

146


1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />

Nr. Functie Pagina<br />

Druk om het “Berichten”-scherm weer te geven.<br />

Een lijst van ontvangen en verzonden korte berichten en een menu<br />

om nieuwe korte berichten te creëren, kan worden weergegeven.<br />

Druk om het “Telefoon”-menuscherm weer te geven. Elke keer u op<br />

deze knop drukt, verandert het scherm tussen het “Telefoon”-menuscherm<br />

en het “Extra's”-menuscherm.<br />

170<br />

—<br />

5<br />

Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />

147


1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />

Om het scherm voor het vormen van een nummer weer te geven, raakt u “Kies<br />

nummer” op het “Telefoon”-menuscherm, of op één van de “Telefoon”-schermen<br />

aan. Het scherm voor het vormen van een nummer kan ook worden weergegeven<br />

door op de -knop op het stuurwiel te drukken.<br />

“Kies nummer”-scherm<br />

Nr. Naam Functie<br />

Sneltoetsen<br />

Telefoonnaam<br />

en provider<br />

Cijfertoetsen<br />

Schermtoets<br />

voor het opslaan<br />

van het nummer<br />

Deleteschermtoets<br />

“Van de haak”-<br />

schermtoets<br />

Raak het corresponderende icoontje aan om het “Kies nummer”-,<br />

“Contacten”-, “Bellijsten”- of “Berichten”-scherm te wijzigen.<br />

De telefoonnaam en provider weergeven. Afhankelijk van de telefoon<br />

is het mogelijk dat deze informatie niet wordt weergegeven.<br />

Druk om een telefoonnummer in te geven.<br />

Druk om een telefoonnummer te registreren.<br />

Druk om een ingevoerd telefoonnummer te verwijderen.<br />

Druk om te bellen.<br />

148


1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />

Nr. Naam Functie<br />

Het ontvangstgebied<br />

Resterende batterijlading<br />

Het ontvangstniveau<br />

“R” wordt weergegeven bij het ontvangen in een roamgebied.<br />

• Afhankelijk van de telefoon is het mogelijk dat het ontvangstgebied<br />

niet wordt weergegeven.<br />

De zes balkjes tonen het opladingsniveau van de telefoonbatterij.<br />

• De weergegeven hoeveelheid komt niet altijd overeen met de<br />

hoeveelheid die op de gsm wordt weergegeven. Afhankelijk van<br />

de telefoon is het mogelijk dat de hoeveelheid resterende batterijlading<br />

niet wordt weergegeven. Het systeem beschikt niet over<br />

een oplaadfunctie.<br />

• Als deze informatie niet beschikbaar is van de aangesloten telefoon,<br />

wordt het icoontje met een vraagteken getoond.<br />

De vijf balkjes tonen het ontvangstniveau.<br />

• Het ontvangstniveau komt niet altijd overeen met het niveau dat<br />

op de gsm wordt weergegeven.<br />

• Afhankelijk van de telefoon is het mogelijk dat het ontvangstniveau<br />

niet wordt weergegeven.<br />

• Als deze informatie niet beschikbaar is van de aangesloten telefoon,<br />

wordt het icoontje met een vraagteken getoond.<br />

5<br />

Bluetooth ® -aansluiting<br />

Informatie over<br />

korte berichten<br />

Informatie over<br />

gemiste oproepen.<br />

Het icoontje geeft een actieve BT-aansluiting aan.<br />

Toont informatie over korte berichten.<br />

Toont informatie over gemiste oproepen.<br />

INFORMATIE<br />

● In het instrumentenpaneel is een antenne voor de Bluetooth ® -aansluiting ingebouwd. Het<br />

systeem werkt mogelijk niet als u de Bluetooth ® -telefoon onder de volgende omstandigheden<br />

en op de volgende plaatsen gebruikt:<br />

• Als de gsm door bepaalde objecten wordt gehinderd (bijvoorbeeld als hij achter de zetel<br />

of in het handschoenkastje of in het middenpaneel zit).<br />

• Als de gsm metalen materialen aanraakt of erdoor wordt bedekt.<br />

Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />

149


1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />

2. HANDSFREESYSTEEM<br />

Met het Bluetooth ® -handsfreesysteem<br />

kunt u, door uw gsm aan te sluiten, bellen<br />

of oproepen ontvangen zonder uw<br />

handen van het stuurwiel te halen.<br />

Dit systeem ondersteunt Bluetooth ® .<br />

Bluetooth ® is een draadloos gegevenssysteem<br />

waarmee u kunt bellen<br />

zonder dat uw gsm met een kabel of<br />

via een gsm-houder is aangesloten.<br />

Het bedienen van het systeem wordt in<br />

deze sectie uitgelegd.<br />

• Voor het registreren en instellen van de<br />

telefoon, zie “Bluetooth ® INSTELLIN-<br />

GEN” op pagina 193.<br />

WAARSCHUWING<br />

● Gebruik een gsm enkel of sluit de Bluetooth<br />

® -telefoon enkel aan als het veilig<br />

en toegestaan is.<br />

BERICHT<br />

● Laat uw gsm niet achter in het voertuig.<br />

De binnentemperatuur kan hoog<br />

oplopen en de telefoon beschadigen.<br />

● Als de Bluetooth ® -telefoon te dicht bij<br />

het systeem is, kan de geluidskwaliteit<br />

verslechteren en kunnen de aansluitingsomstandigheden<br />

afnemen.<br />

INFORMATIE<br />

● Als uw gsm Bluetooth ® niet ondersteunt,<br />

zal het systeem niet werken.<br />

● Afhankelijk van het gsm-<strong>mode</strong>l kunnen<br />

sommige functies beperkt zijn.<br />

● Onder de volgende omstandigheden is<br />

het mogelijk dat het systeem niet werkt.<br />

• De gsm staat uit.<br />

• De huidige positie ligt buiten het communicatiegebied.<br />

• De gsm is niet aangesloten.<br />

• De batterij van de gsm is bijna leeg.<br />

• Als het uitgaande wordt gecontroleerd<br />

door druk verkeer op de telefoonlijnen,<br />

enz.<br />

• Als de gsm zelf niet kan worden<br />

gebruikt<br />

• Als u de telefoonboekgegevens uit de<br />

gsm overzet<br />

● Als u Bluetooth ® -audio en handsfree<br />

tezelfdertijd gebruikt, kunnen de volgende<br />

problemen optreden.<br />

• De Bluetooth ® -aansluiting kan worden<br />

afgesloten.<br />

• Geruis kan worden gehoord bij het<br />

afspelen van Bluetooth ® -audio.<br />

● De Bluetooth ® -telefoonbatterij zal snel<br />

leeg raken als hij op Bluetooth ® is aangesloten.<br />

150


1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />

DE TELEFOONKNOP<br />

GEBRUIKEN<br />

Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk<br />

van Bluetooth SIG, Inc.<br />

INFORMATIE<br />

● Dit systeem ondersteunt de volgende<br />

service.<br />

• Bluetooth ® Specificatie<br />

Ver. 1.1 of hoger<br />

(Aanbevolen: Ver. 2.1+EDR of hoger)<br />

• Profiel<br />

HFP (Hands Free Profile)<br />

Ver. 1.0 of hoger<br />

(Aanbevolen: Ver. 1.5 of hoger)<br />

DUN (Dial-Up Networking Profile)<br />

Ver. 1.1 of hoger<br />

PAN (Personal Area Network)<br />

Ver. 1.0<br />

• PBAP (Phone Book Access Profile)<br />

Ver. 1.0 of hoger<br />

MAP (Message Access Profile)<br />

• Toepassing<br />

PIM (Personal Information Manager)<br />

● Als uw gsm geen HFP ondersteunt, kunt<br />

u de Bluetooth ® -telefoon niet registreren<br />

of DUN/PAN of PBAP-profielen individueel<br />

gebruiken.<br />

● Als de aangesloten Bluetooth ® -telefoonversie<br />

ouder is dan aanbevolen of<br />

incompatibel is, kan deze functie niet<br />

worden gebruikt.<br />

Het actuele design en de positie van<br />

de knop kunnen verschillen naargelang<br />

het voertuig. Voor details, zie de<br />

Beeldindex van de “Gebruikershandleiding”.<br />

• Door op de telefoonknop te drukken, kunt<br />

u een oproep ontvangen of inhaken zonder<br />

uw handen van het stuurwiel te halen.<br />

5<br />

Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />

• Door op de volumeknop te drukken, kunt u<br />

het volume aanpassen.<br />

151


1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />

OVER HET TELEFOONBOEK<br />

IN DIT SYSTEEM<br />

• Voor elke geregistreerde telefoon worden<br />

de volgende gegevens opgeslagen. Als er<br />

een andere telefoon wordt aangesloten,<br />

kunt u de geregistreerde gegevens niet<br />

lezen.<br />

• Telefoonboekgegevens<br />

• Alle voorgaande oproepen<br />

• Als u telefoneert, kunt u de microfoon<br />

gebruiken.<br />

INFORMATIE<br />

● De stem van de andere partij komt uit de<br />

luidspreker vooraan. Als u een oproep<br />

ontvangt of bij ontvangen stemoutput zal<br />

de audio van het audiosysteem worden<br />

gedempt.<br />

● Spreek afwisselend met de andere partij<br />

aan de telefoon. Als u tezelfdertijd<br />

spreekt, is het mogelijk dat uw stemmen<br />

elkaar niet bereiken. (Dit is geen defect.)<br />

● Houd het volume van de ontvangen<br />

stem laag. Anders weerklinkt een echo<br />

en kan de ontvangende stem buiten het<br />

voertuig worden gehoord. Als u telefoneert,<br />

moet u duidelijk in de richting van<br />

de microfoon spreken.<br />

● In de volgende situaties is het mogelijk<br />

dat uw stem de andere partij niet bereikt.<br />

• Op een onverharde weg rijden. (Te<br />

wijten aan verkeersgeluiden.)<br />

• Aan hoge snelheid rijden.<br />

• Er staat een raam open.<br />

• De luchtgaten van de airconditioning<br />

zijn naar de microfoon gericht.<br />

• Het geluid van de airconditioningventilator<br />

is luid.<br />

• Er is een effect van het gsm-netwerk.<br />

INFORMATIE<br />

● Als u de telefoon verwijdert, worden ook<br />

de bovenvermelde gegevens verwijderd.<br />

ALS U UW WAGEN AFSTAAT<br />

Als u het handsfreesysteem gebruikt,<br />

worden er veel persoonlijke gegevens<br />

geregistreerd. Als u uw wagen afstaat,<br />

moet u uw gegevens initialiseren. (Zie<br />

“PERSOONLIJKE GEGEVENS VER-<br />

WIJDEREN” op pagina 189.)<br />

• U kunt de volgende gegevens in het systeem<br />

initialiseren.<br />

• Telefoonboekgegevens<br />

• Gegevens inzake oproepgeschiedenis<br />

• Bluetooth ® -telefoongegevens<br />

• Volume-instelling<br />

• Bluetooth ® -instelling<br />

INFORMATIE<br />

● Als u het systeem initialiseert, komt de<br />

vroegere toestand nooit meer terug.<br />

Wees voorzichtig bij het initialiseren van<br />

de gegevens.<br />

152


1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />

3. EEN Bluetooth ® -TELEFOON AANSLUITEN<br />

EEN Bluetooth ® -TELEFOON<br />

AANSLUITEN<br />

Om het handsfreesysteem te gebruiken,<br />

moet u de telefoon paren en het<br />

telefoonprofiel (HFP) op het systeem<br />

aansluiten. (In deze handleiding verwijst<br />

paren naar een Bluetooth ® -apparaat<br />

dat op het systeem wordt<br />

aangesloten. Aansluiten verwijst naar<br />

het profiel (de profielen) van het gepaarde<br />

apparaat dat op het systeem<br />

wordt aangesloten.)<br />

Als het profiel is aangesloten, kunt u<br />

handsfree bellen.<br />

Als u nog geen enkele Bluetooth ® -telefoon<br />

met telefoonprofiel (HFP) hebt<br />

aangesloten, moet u eerst uw telefoon<br />

met telefoonprofiel (HFP) aansluiten<br />

en dat volgens de volgende procedure.<br />

Sluit uw Bluetooth ® -telefoon met telefoonprofiel<br />

(HFP) aan als het voertuig<br />

volledig stilstaat.<br />

• Zie “Bluetooth ® -INSTELLINGEN” op<br />

pagina 193 van bijkomende registratie<br />

bij het registreren.<br />

EEN Bluetooth ® -TELEFOON<br />

AANSLUITEN<br />

■AANSLUITEN VANUIT HET SYSTEEM<br />

1 Druk op de -knop.<br />

2 Raak “Bluetooth ∗ -Setup” aan.<br />

3 Raak “Zoek Bluetooth ∗ -Toestellen”<br />

aan.<br />

5<br />

Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />

• Als er op dit moment een Bluetooth ® -<br />

apparaat is aangesloten, wordt een popupscherm<br />

weergegeven. Om het apparaat<br />

af te sluiten, raakt u “Ja” aan.<br />

∗ : Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk<br />

van Bluetooth SIG, Inc.<br />

153


1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />

4 Tijdens het zoeken naar een<br />

Bluetooth ® -apparaat, wordt het<br />

volgende scherm weergegeven.<br />

• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />

“Annuleren” aan.<br />

5 Raak het apparaat aan dat moet worden<br />

gepaard.<br />

7 Bevestig de PIN.<br />

Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />

Pairing) ondersteunt<br />

• Bevestig de PIN die op het scherm wordt<br />

weergegeven en raak daarna “Accepteren”<br />

aan.<br />

Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />

Pairing) niet ondersteunt<br />

• Geef de op het scherm weergegeven PIN<br />

in op de telefoon.<br />

8 Het volgende scherm wordt weergegeven<br />

als het paren is afgelopen.<br />

• Aansluitbare Bluetooth ® -apparaten worden<br />

in de lijst weergegeven.<br />

6 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />

9 Het systeem wacht op aansluitingsverzoeken<br />

vanuit het gepaarde apparaat.<br />

Alle verzochte profielen worden automatisch<br />

aangesloten.<br />

• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />

“Annuleren” aan.<br />

• Als de automatische aansluiting mislukt,<br />

wordt het volgende scherm weergegeven.<br />

Raak “Verbinden voor telefoon”<br />

aan.<br />

154


1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />

3 Raak “Maak dit systeem identificeerbaar”<br />

aan.<br />

• Als de Bluetooth ® -telefoon is aangesloten,<br />

wordt hij automatisch aangesloten zodra<br />

de motorschakelaar in de “ACC”- of “ON”-<br />

positie wordt gezet.<br />

INFORMATIE<br />

● Voor details over het opsporen van een<br />

apparaat en de werking van uw gsm, zie<br />

de handleiding die bij uw gsm wordt<br />

geleverd.<br />

• Als er op dit moment een Bluetooth ® -<br />

apparaat is aangesloten, wordt een popupscherm<br />

weergegeven. Om het apparaat<br />

af te sluiten, raakt u “Ja” aan.<br />

4 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />

5<br />

■AANSLUITEN VANUIT HET APPARAAT<br />

1 Druk op de -knop.<br />

2 Raak “Configuratie Bluetooth ∗ ” aan.<br />

• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />

“Annuleren” aan.<br />

5 Bevestig de PIN.<br />

Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />

Pairing) ondersteunt<br />

• Bevestig de PIN die op het scherm wordt<br />

weergegeven en raak daarna “Accepteren”<br />

aan.<br />

Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />

Pairing) niet ondersteunt<br />

• Geef de op het scherm weergegeven PIN<br />

in op de telefoon.<br />

Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />

∗ : Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk<br />

van Bluetooth SIG, Inc.<br />

155


1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />

DE Bluetooth ® -TELEFOON OP-<br />

NIEUW AANSLUITEN<br />

Als een Bluetooth ® -telefoon wordt afgesloten<br />

door een slechte ontvangst<br />

van het Bluetooth ® -netwerk als de motorschakelaar<br />

in de “ACC”- of “ON”-positie<br />

staat, zal het systeem de<br />

Bluetooth ® -telefoon automatisch opnieuw<br />

aansluiten.<br />

• Als de Bluetooth ® -telefoon met opzet<br />

wordt afgesloten, bijvoorbeeld als hij werd<br />

uitgeschakeld, gebeurt dit niet. Sluit hem<br />

manueel opnieuw aan op één van de volgende<br />

manieren:<br />

• Selecteer de Bluetooth ® -telefoon opnieuw.<br />

(Zie pagina 197.)<br />

• Sluit het telefoonprofiel aan. (Zie pagina<br />

198.)<br />

156


1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />

4. EEN INVOER REGISTREREN<br />

EEN NIEUWE INVOER REGIS-<br />

TREREN<br />

Met dit systeem kunt u tot 200 nummers<br />

registreren.<br />

4 Selecteer één van de 4 telefoontypes<br />

(“Mobiel”, “Thuis”, “Werk” of “Overige”)<br />

en geef een nummer in.<br />

REGISTREREN VANUIT HET<br />

“Contacten”-SCHERM<br />

1 Raak “Contacten” aan.<br />

: Druk om één nummer te verwijderen.<br />

Druk en houd ingedrukt om nummers<br />

te blijven verwijderen.<br />

• U kunt voor elke telefoontype een nummer<br />

ingeven.<br />

5<br />

• Het “Contacten”-scherm kan worden<br />

weergegeven door op één van de<br />

“Telefoon”-schermen aan te raken.<br />

2 Raak “Bewaard” op het “Contacten”-<br />

scherm aan.<br />

3 Raak “Nieuw item maken” aan.<br />

5 Raak aan.<br />

6 Geef de invoernaam in.<br />

7 Raak “OK” aan.<br />

8 De invoer wordt geregistreerd in de<br />

“Bewaard”-lijst.<br />

Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />

• Druk op om de invoerinformatie<br />

weer te geven en te bewerken. (Zie<br />

pagina 159.)<br />

157


1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />

REGISTREREN VANUIT HET<br />

“Kies nummer”-SCHERM<br />

1 Raak “Kies nummer” op het “Telefoon”-menuscherm<br />

aan.<br />

• Het “Kies nummer”-scherm kan worden<br />

weergegeven door op één van de<br />

“Telefoon”-schermen aan te raken.<br />

• U kunt ook op de -knop op het stuurwiel<br />

drukken om het “Kies nummer”-<br />

scherm weer te geven.<br />

2 Geef de nummers in.<br />

3 Raak aan.<br />

4 Volg de stappen “REGISTREREN<br />

VANUIT HET “Contacten”-SCHERM”<br />

vanaf “STAP 6”. (Zie pagina 157.)<br />

INFORMATIE<br />

● Het telefoontype wordt geregistreerd als<br />

“Mobiel”.<br />

REGISTREREN VANUIT HET<br />

“Telefoonboek”-SCHERM<br />

1 Zoek de invoer via “Telefoonboek”.<br />

(Zie pagina 163.)<br />

2 Raak aan voor het gewenste<br />

item.<br />

3 Raak “Toevoegen aan Bewaarde<br />

telefoonnummers” aan.<br />

4 Volg de stappen “REGISTREREN<br />

VANUIT HET “Contacten”-SCHERM”<br />

vanaf “STAP 6”. (Zie pagina 157.)<br />

INFORMATIE<br />

● Het telefoontype wordt geregistreerd als<br />

“Mobiel”.<br />

● Als de contactinformatie een adres en<br />

telefoonnummer bevat, worden deze<br />

opgeslagen in de “Bewaard”-lijst op het<br />

“Bestemming”-scherm en “Contacten”-<br />

scherm. (Zie pagina's 55 en 157.)<br />

REGISTREREN VANUIT HET<br />

“Bellijsten”-SCHERM<br />

1 De invoer zoeken via “Bellijsten”. (Zie<br />

pagina 164.)<br />

2 Raak aan naast het gewenste<br />

item.<br />

3 Volg de stappen “REGISTREREN<br />

VANUIT HET “Contacten”-SCHERM”<br />

vanaf “STAP 6”. (Zie pagina 157.)<br />

INFORMATIE<br />

● Het telefoontype wordt geregistreerd als<br />

“Mobiel”.<br />

158


1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />

REGISTREREN VANAF EEN<br />

EXTERN APPARAAT<br />

Met “CSI” geformatteerde gegevens<br />

kunnen vanaf een USB-geheugen<br />

naar dit systeem worden overgezet.<br />

Overgezette adressen en nummers<br />

worden opgeslagen in de “Bewaard”-<br />

lijst op het “Bestemming”-scherm en<br />

“Contacten”-scherm. (Zie pagina's 55<br />

en 157.)<br />

DE INVOERINFORMATIE<br />

WEERGEVEN EN BEWERKEN<br />

Gedetailleerde informatie van de invoer<br />

in de lijst kan worden weergegeven<br />

of bewerkt.<br />

1 Raak naast de gewenste invoer<br />

op het “Contacten”-scherm aan.<br />

5<br />

Scherm met invoeropties van de “Bewaard”-lijst<br />

Scherm met invoeropties van de “Telefoonboek”-lijst<br />

Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />

• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />

worden uitgevoerd.<br />

159


1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />

Nr.<br />

Functie<br />

Druk om de details van de invoerinformatie<br />

weer te geven.<br />

• Raak de gewenste invoer aan<br />

om op deze te bellen.<br />

Druk om de invoernaam te wijzigen.<br />

(Zie pagina 160.)<br />

Druk om telefoonnummers te bewerken.<br />

(Zie pagina 160.)<br />

Druk om de invoer te verwijderen.<br />

Druk om alle ingevoerde gegevens<br />

te verwijderen.<br />

TELEFOONNUMMERS BEWER-<br />

KEN<br />

1 Raak “Telefoonnummers bewerken”<br />

aan.<br />

2 Selecteer één van de 4 telefoontypes<br />

en geef een nummer in.<br />

Druk om de invoer in de “Bewaard”-lijst<br />

op het “Bestemming”-<br />

scherm en het “Contacten”-<br />

scherm te registreren. (Zie pagina<br />

158.)<br />

DE INVOERNAAM WIJZIGEN<br />

1 Raak “Hernoem XX” aan.<br />

2 Geef de invoernaam in.<br />

: Druk om één nummer te verwijderen.<br />

Druk en houd ingedrukt om nummers<br />

te blijven verwijderen.<br />

• U kunt voor elke telefoontype een nummer<br />

bewerken.<br />

3 Raak aan.<br />

INFORMATIE<br />

● Als een invoer die uit een gsm is overgezet,<br />

wordt bewerkt, zal die wijziging<br />

effect hebben op de “Bewaard”-lijst op<br />

het “Bestemming”-scherm en het “Contacten”-scherm.<br />

(Zie pagina's 55 en<br />

157.)<br />

3 Raak “OK” aan.<br />

160


1. BASISINFORMATIE VÓÓR HET IN WERKING STELLEN<br />

OPGESLAGEN CONTACT-<br />

PERSONEN NAAR EEN USB-<br />

GEHEUGEN VERSTUREN<br />

De invoergegevens die in de “Bewaard”-lijst<br />

op het “Bestemming”-<br />

scherm en het “Contacten”-scherm zijn<br />

opgeslagen, kunnen naar een USBgeheugen<br />

worden overgezet. (Zie pagina<br />

63.)<br />

5<br />

Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />

161


2. BEDIENING VAN DE TELEFOON<br />

1. BELLEN MET EEN Bluetooth ® -TELEFOON<br />

Nadat een Bluetooth ® -telefoon is aangesloten,<br />

kunt u bellen met behulp van<br />

het handsfreesysteem. Er zijn verschillende<br />

manieren waarop u kunt bellen.<br />

Deze worden hieronder beschreven.<br />

4 Het scherm om verbinding te maken,<br />

wordt weergegeven.<br />

DOOR HET NUMMER TE VOR-<br />

MEN<br />

U kunt bellen door het telefoonnummer<br />

in te geven.<br />

1 Druk op de -knop op het stuurwiel.<br />

• Het “Kies nummer”-scherm kan worden<br />

weergegeven door “Kies nummer” op<br />

het “Telefoon”-menuscherm of op<br />

één van de “Telefoon”-schermen aan te<br />

raken.<br />

2 Raak de gewenste toets aan om het telefoonnummer<br />

in te geven.<br />

• Om de oproep te annuleren, raakt u<br />

“Einde gespr ...” aan.<br />

VIA DE “Bewaard”-LIJST OP<br />

HET “Contacten”-SCHERM<br />

U kunt bellen via de “Bewaard”-lijst op<br />

het “Contacten”-scherm. Om deze<br />

functie te gebruiken, is het noodzakelijk<br />

om de invoer te registreren. (Zie pagina<br />

157.)<br />

1 Raak “Contacten” aan.<br />

: Druk om één nummer te verwijderen.<br />

Druk en houd ingedrukt om nummers<br />

te blijven verwijderen.<br />

• Als u aanraakt, wordt het nummer<br />

in de “Bewaard”-lijst op het “Contacten”-<br />

scherm geregistreerd. (Zie pagina 158.)<br />

• Het “Contacten”-scherm kan worden<br />

weergegeven door op één van de<br />

“Telefoon”-schermen aan te raken.<br />

2 Raak “Bewaard” op het “Contacten”-<br />

scherm aan.<br />

3 Raak aan.<br />

162


2. BEDIENING VAN DE TELEFOON<br />

3 Raak de gewenste invoer aan.<br />

• Druk op om de invoerinformatie<br />

weer te geven en te bewerken. (Zie<br />

pagina 159.)<br />

• Als er 2 of meer telefoonnummers zijn,<br />

raakt u het gewenste nummer in de lijst<br />

aan.<br />

VIA HET TELEFOONBOEK<br />

U kunt bellen via de telefoonboekgegevens<br />

van de aangesloten gsm. Het<br />

telefoonboek verandert naargelang de<br />

telefoon die is aangesloten.<br />

Als een contactpersoon geen opgeslagen<br />

telefoonnummer heeft, zal de invoer<br />

dof worden weergegeven.<br />

U kunt de telefoonboeklijst updaten.<br />

(Zie pagina 200.)<br />

1 Raak “Contacten” aan.<br />

5<br />

4 Het scherm om verbinding te maken,<br />

wordt weergegeven.<br />

• Om de oproep te annuleren, raakt u<br />

“Einde gespr ...” aan.<br />

• Het “Contacten”-scherm kan worden<br />

weergegeven door<br />

op één van de<br />

“Telefoon”-schermen aan te raken.<br />

2 Raak “Telefoonboek” op het “Contacten”-scherm<br />

aan.<br />

3 Raak de gewenste invoer aan.<br />

Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />

• Als er 2 of meer telefoonnummers zijn,<br />

raakt u het gewenste nummer in de lijst<br />

aan.<br />

• Raak “Contact zoeken” aan om via de<br />

naam van de contactpersoon te zoeken.<br />

• Druk op om de invoerinformatie<br />

weer te geven en te bewerken. (Zie<br />

pagina 159.)<br />

163


2. BEDIENING VAN DE TELEFOON<br />

4 Het scherm om verbinding te maken,<br />

wordt weergegeven.<br />

• Om de oproep te annuleren, raakt u<br />

“Einde gespr ...” aan.<br />

INFORMATIE<br />

● Als een telefoon voor de eerste keer<br />

wordt aangesloten, moet het telefoonboek<br />

worden gedownload. Als het telefoonboek<br />

niet kan worden gedownload,<br />

verschijnt een pop-upscherm.<br />

VIA OPROEPLIJSTEN<br />

U kunt bellen door gebruik te maken<br />

van één van de 4 oproeplijstfuncties.<br />

1 Raak “Bellijsten” aan.<br />

2 Raak de gewenste lijst aan.<br />

“Alles”: Druk om alle nummers weer te<br />

geven (gemiste, ontvangen en opgebelde).<br />

“Gemist”: Druk om de gemiste oproepen<br />

weer te geven.<br />

“Ontvangen”: Druk om de ontvangen oproepen<br />

weer te geven.<br />

“Gebeld”: Druk om de gebelde nummers<br />

weer te geven.<br />

• De status van een oproep wordt door de<br />

volgende icoontjes weergegeven.<br />

: Gemist<br />

: Ontvangen<br />

: Gebeld<br />

• Het “Bellijsten”-scherm kan worden weergegeven<br />

door op één van de “Telefoon”-schermen<br />

aan te raken.<br />

• Als u aanraakt, wordt de invoer in<br />

de “Bewaard”-lijst op het “Contacten”-<br />

scherm geregistreerd. (Zie pagina 158.)<br />

3 Raak de gewenste invoer aan.<br />

4 Het scherm om verbinding te maken,<br />

wordt weergegeven.<br />

• Om de oproep te annuleren, raakt u<br />

“Einde gespr ...” aan.<br />

164


2. BEDIENING VAN DE TELEFOON<br />

BELLEN VIA EEN KORT BE-<br />

RICHT<br />

U kunt naar het telefoonnummer van<br />

de verzender van een kort bericht bellen.<br />

(Zie pagina 170.)<br />

1 Raak “Bel afzender” aan.<br />

BELLEN VIA NUTTIGE<br />

PLAATSEN<br />

U kunt een Nuttige Plaats opbellen als<br />

de gegevens op het scherm worden<br />

weergegeven. (Zie pagina's 32 en 38.)<br />

1 Raak aan.<br />

5<br />

2 Het scherm om verbinding te maken,<br />

wordt weergegeven.<br />

• Om de oproep te annuleren, raakt u<br />

“Einde gespr ...” aan.<br />

2 Het scherm om verbinding te maken,<br />

wordt weergegeven.<br />

• Om de oproep te annuleren, raakt u<br />

“Einde gespr ...” aan.<br />

Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />

165


2. BEDIENING VAN DE TELEFOON<br />

2. OPROEPEN ONTVANGEN MET EEN Bluetooth ® -TELEFOON<br />

Als u een oproep ontvangt, wordt dit<br />

scherm weergegeven en hoort u een<br />

geluid.<br />

Wachtende oproep<br />

2 Het lopende scherm wordt weergegeven.<br />

(Zie pagina 167.)<br />

1 Druk op de -knop op het stuurwiel.<br />

“Accepteren”: Druk om de oproep aan te<br />

nemen.<br />

“Weigeren”: Druk om de oproep te weigeren.<br />

• De lay-out van het scherm voor inkomende<br />

oproepen kan verschillen naargelang<br />

de informatie die beschikbaar is op<br />

de aangesloten telefoon.<br />

• De ringtoon en het volume van de ringtoon<br />

kunnen worden ingesteld. (Zie<br />

pagina's 187 en 200.)<br />

• De eerste oproep wordt in de wachtstand<br />

gezet en de informatie van de partij wordt<br />

dof weergegeven.<br />

• De informatie van de tweede oproep wordt<br />

onder de informatie van de eerste oproep<br />

weergegeven.<br />

INFORMATIE<br />

● Tijdens internationale oproepen is het<br />

mogelijk dat, afhankelijk van de gsm die<br />

u gebruikt, de naam van de andere partij<br />

niet correct wordt weergegeven.<br />

Enkele oproep<br />

2 Het lopende scherm wordt weergegeven.<br />

(Zie pagina 167.)<br />

166


2. BEDIENING VAN DE TELEFOON<br />

3. PRATEN AAN EEN Bluetooth ® -TELEFOON<br />

Als u aan een Bluetooth ® -telefoon<br />

praat, wordt het lopende scherm weergegeven.<br />

Op dit scherm kunnen de<br />

hieronder vermelde acties worden uitgevoerd.<br />

Enkele oproep<br />

Nr.<br />

Functie<br />

Druk om uw stem te dempen.<br />

Om het dempen van uw stem te<br />

annuleren, raakt u “Geluid uit”<br />

aan.<br />

Druk om de oproep door te schakelen.<br />

Raak “Doorverbinden”<br />

aan om van een handsfreeoproep<br />

naar een gsm-oproep over<br />

te schakelen. Raak “Handsfreemodus”<br />

aan om van een gsmoproep<br />

naar een handsfreeoproep<br />

over te schakelen.<br />

Wachtende oproep<br />

• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />

worden uitgevoerd.<br />

Nr.<br />

Functie<br />

Druk om de telefoon in te haken.<br />

• U kunt ook op de -knop op<br />

het stuurwiel drukken om de<br />

telefoon in te haken.<br />

Druk om een tweede nummer te<br />

vormen. (Zie pagina 168.)<br />

Druk om een toon te versturen.<br />

(Zie pagina 168.)<br />

Druk om een oproep in de wachtstand<br />

te zetten. Om deze functie<br />

te annuleren, raakt u “Gesprek<br />

in wacht” aan.<br />

Toont de duur van een oproep.<br />

Druk om het stemvolume van de<br />

andere partij aan te passen. (Zie<br />

pagina 168.)<br />

Toont de naam, het nummer en<br />

een foto van de andere partij. De<br />

hier getoonde informatie kan verschillen<br />

van de informatie op uw<br />

telefoon.<br />

Druk om partijen te veranderen.<br />

Druk om over te schakelen naar<br />

een conferentiegesprek.<br />

INFORMATIE<br />

● Als u van een gsm-oproep naar een<br />

handsfreeoproep overschakelt, wordt<br />

het handsfreescherm weergegeven en<br />

kan de oproep op het scherm worden<br />

bediend.<br />

● De manieren om oproepen door te schakelen,<br />

zullen verschillen naargelang het<br />

soort gsm u gebruikt.<br />

● Voor de bediening van uw telefoon, zie<br />

de handleiding die bij uw gsm wordt<br />

geleverd.<br />

5<br />

Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />

167


2. BEDIENING VAN DE TELEFOON<br />

HET VOLUME VAN DE ONT-<br />

VANGER AANPASSEN<br />

1 Raak aan.<br />

TOETSEN VERSTUREN<br />

1 Raak “Toetsen” aan.<br />

2 De nummers ingeven.<br />

2 Raak “-” of “+” aan om het stemvolume<br />

van de andere partij aan te passen.<br />

• Ingevoerde nummers worden onmiddellijk<br />

als tonen verstuurd.<br />

• Raak “Stop” aan om naar het vorige<br />

scherm terug te keren.<br />

EEN TWEEDE NUMMER VOR-<br />

MEN<br />

1 Raak “Kiezen” aan.<br />

• Het volume van de ontvanger kan ook<br />

via de knop op het stuurwiel worden<br />

aangepast.<br />

2 Raak de gewenste manier om te bellen,<br />

aan.<br />

Als u “Kies nummer” selecteert<br />

3 Geef het nummer in en raak aan.<br />

168


2. BEDIENING VAN DE TELEFOON<br />

Als u “Kies uit bewaarde contacten”<br />

selecteert<br />

3 Raak eerst de gewenste manier en<br />

daarna de gewenste invoer aan.<br />

■PARTIJEN VERANDEREN<br />

1 Raak “Wissel gesprek” aan.<br />

• Elke keer u “Wissel gesprek” aanraakt,<br />

verandert de partij die in de wachtstand<br />

staat.<br />

■OVERSCHAKELEN NAAR EEN CONFE-<br />

RENTIEGESPREK<br />

1 Raak “Koppel gespr.” aan.<br />

Als u “Kies uit alle bellijsten” selecteert<br />

3 Raak eerst de gewenste lijst en daarna<br />

de gewenste invoer aan.<br />

INFORMATIE<br />

● Als uw gsm niet HFP Ver. 1.5 compatibel<br />

is, kan deze functie niet worden<br />

gebruikt.<br />

● Het onderbreken van oproepen kan verschillen<br />

naargelang uw telefoonmaatschappij<br />

en uw gsm.<br />

5<br />

4 Het scherm om verbinding te maken,<br />

wordt weergegeven.<br />

• Om de oproep te annuleren, raakt u<br />

“Einde gespr ...” aan.<br />

5 Als een nieuwe oproep tot stand wordt<br />

gebracht, wordt het volgende scherm<br />

weergegeven.<br />

Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />

• De eerste oproep wordt in de wachtstand<br />

gezet en de informatie van de partij wordt<br />

dof weergegeven.<br />

• De informatie van de tweede oproep wordt<br />

onder de informatie van de eerste oproep<br />

weergegeven.<br />

169


3. FUNCTIE VOOR KORTE BERICHTEN<br />

1. FUNCTIE VOOR KORTE BERICHTEN<br />

Ontvangen korte berichten kunnen van<br />

de aangesloten Bluetooth ® -telefoon<br />

worden doorgestuurd, waardoor u ze<br />

met dit systeem kunt lezen en beantwoorden.<br />

ONTVANGEN KORTE<br />

BERICHTEN LEZEN<br />

1 Raak “Berichten” aan.<br />

POP-UPSCHERM VOOR<br />

NIEUWE KORTE BERICHTEN<br />

(INDIEN UITGERUST)<br />

Als er een nieuw kort bericht binnenkomt,<br />

verschijnt er een pop-upscherm<br />

op het scherm.<br />

• Deze functie kan “Aan” of “Uit” worden<br />

gezet. (Zie pagina 200.)<br />

• Het “Berichten”-scherm kan worden weergegeven<br />

door op één van de “Telefoon”-schermen<br />

aan te raken.<br />

2 Raak “Postvak” op het “Berichten”-<br />

scherm aan.<br />

3 Raak het gewenste korte bericht aan.<br />

• De status van een bericht wordt door de<br />

volgende icoontjes weergegeven.<br />

: Nieuw bericht<br />

: Gelezen bericht<br />

: Ongelezen bericht<br />

170


3. FUNCTIE VOOR KORTE BERICHTEN<br />

4 Het korte bericht wordt getoond.<br />

VERSTUURDE KORTE BE-<br />

RICHTEN LEZEN<br />

• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />

worden uitgevoerd.<br />

Nr.<br />

Functie<br />

1 Raak “Berichten” op het “Telefoon”-<br />

menuscherm aan.<br />

• Het “Berichten”-scherm kan worden weergegeven<br />

door op één van de “Telefoon”-schermen<br />

aan te raken.<br />

2 Raak “Verz.” op het “Berichten”-scherm<br />

aan.<br />

3 Raak het gewenste korte bericht aan.<br />

Raak aan om het korte bericht<br />

te laten voorlezen. Om deze<br />

functie te annuleren, raakt u<br />

5<br />

aan.<br />

Druk om de zender te bellen.<br />

Druk om het korte bericht via<br />

vrije tekst te beantwoorden.<br />

Druk om het korte bericht via<br />

template te beantwoorden.<br />

KORTE BERICHTEN BEANT-<br />

WOORDEN<br />

1 Raak “Antw. vrije tekst” of “Antw.<br />

sjabloon” aan.<br />

2 Geef het korte bericht in.<br />

3 Raak “OK” aan.<br />

4 Het korte bericht wordt verstuurd.<br />

4 Het korte bericht wordt getoond.<br />

• Als u * aanraakt, wordt het korte<br />

bericht voorgelezen. Om deze functie te<br />

annuleren, raakt u * aan.<br />

Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />

∗ : Indien uitgerust<br />

171


3. FUNCTIE VOOR KORTE BERICHTEN<br />

NIEUWE KORTE BERICHTEN<br />

VERSTUREN<br />

1 Raak “Berichten” op het “Telefoon”-<br />

menuscherm aan.<br />

• Het “Berichten”-scherm kan worden weergegeven<br />

door op één van de “Telefoon”-schermen<br />

aan te raken.<br />

2 Raak “Nieuwe SMS” op het “Berichten”-scherm<br />

aan.<br />

3 Raak “Bericht opstellen” of “Sjabloon<br />

gebruiken” aan.<br />

6 Selecteer het gewenste nummer/de<br />

gewenste contactpersoon waarnaar<br />

het bericht moet worden verstuurd.<br />

• “Kies nummer”, “Contact selecteren” en<br />

een lijst van vorige ontvangers wordt<br />

weergegeven.<br />

Als u “Kies nummer” selecteert<br />

7 Geef het nummer in.<br />

4 Geef het korte bericht in. (Zie pagina<br />

173.)<br />

8 Raak aan.<br />

9 Het korte bericht wordt verstuurd.<br />

Als u “Contact selecteren” selecteert<br />

7 Raak de gewenste lijst aan.<br />

5 Raak “OK” aan.<br />

8 Raak de gewenste contactpersoon<br />

aan.<br />

9 Het korte bericht wordt verstuurd.<br />

172


3. FUNCTIE VOOR KORTE BERICHTEN<br />

Als een ontvanger wordt geselecteerd<br />

7 Het korte bericht wordt onmiddellijk<br />

verstuurd.<br />

2 Bewerk het korte bericht.<br />

NIEUWE KORTE BERICHTEN<br />

CREËREN<br />

■VANUIT HET “Bericht opstellen”-<br />

SCHERM<br />

1 Geef het korte bericht in.<br />

2 Raak “OK” aan.<br />

■VANUIT HET “Sjabloon gebruiken”-<br />

SCHERM<br />

1 Raak de gewenste template aan.<br />

3 Raak “OK” aan.<br />

INFORMATIE<br />

● De positie van de cursor kan worden<br />

bewogen door de gewenste locatie op<br />

het invoerscherm aan te raken. Raak<br />

of aan om het invoerscherm<br />

omhoog of omlaag te scrollen.<br />

● Korte berichten kunnen tot 160 karakters<br />

bevatten. Als de ingevoerde tekst<br />

het voor één kort bericht beschikbare<br />

aantal karakters overschrijdt, begint er<br />

automatisch een nieuw kort bericht. Dit<br />

wordt aangegeven door een scheidingslijn<br />

en een icoontje in het invoerveld, dat<br />

wordt getoond zodra er slechts 10<br />

karakters overblijven voor een kort<br />

bericht.<br />

5<br />

Bluetooth ® -HANDSFREESYSTEEM<br />

: Druk om de template te verwijderen.<br />

• Er werden reeds 10 berichten op het<br />

berichttemplatescherm geregistreerd.<br />

● Het resterende aantal karakters voor<br />

een kort bericht wordt weergegeven.<br />

● Er kunnen achtereenvolgens maximaal<br />

6 korte berichten worden geschreven.<br />

● De functie voor het invoeren van tekst is<br />

niet beschikbaar terwijl het voertuig in<br />

beweging is.<br />

173


3. FUNCTIE VOOR KORTE BERICHTEN<br />

NIEUWE TEMPLATES REGIS-<br />

TREREN<br />

U kunt nieuwe templates creëren. Er<br />

kunnen tot 15 templates worden geregistreerd.<br />

1 Raak “Sjabloonbericht maken” aan.<br />

2 Geef het korte bericht in.<br />

3 Raak “OK” aan.<br />

4 Het bericht wordt in de templatelijst op<br />

het “Sjabloon gebruiken”-scherm geregistreerd.<br />

174


6<br />

SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM<br />

1<br />

1<br />

BEDIENING VAN HET<br />

SPRAAKOPDRACHTEN-<br />

SYSTEEM<br />

2<br />

3<br />

1. SPRAAKOPDRACHTEN-<br />

SYSTEEM.................................. 176<br />

HET SPRAAKOPDRACHTEN-<br />

SYSTEEM GEBRUIKEN .................. 176<br />

BEDIENING VAN HET<br />

SPRAAKOPDRACHTEN-<br />

SYSTEEM......................................... 177<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

175


1. BEDIENING VAN HET SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM<br />

1. SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM ∗<br />

Dankzij het spraakopdrachtensysteem<br />

is het mogelijk om de navigatie-, audioen<br />

handsfree systemen via<br />

spraakopdrachten te bedienen.<br />

INFORMATIE<br />

● De taal van de stemherkenning kan<br />

worden gewijzigd. (Zie “EEN TAAL<br />

SELECTEREN” op pagina 188)<br />

● Deze functie is compatibel met de<br />

volgende talen:<br />

• Nederlands<br />

• Engels<br />

• Frans<br />

•Duits<br />

• Italiaans<br />

• Portugees<br />

•Russisch<br />

• Spaans<br />

• Zweeds<br />

STUURKNOPPEN VOOR HET<br />

SPRAAKOPDRACHTENSYSTE<br />

EM<br />

Type A (stuurknop in twee richtingen)<br />

Type B (stuurknop in vier richtingen)<br />

HET SPRAAKOPDRACHTEN-<br />

SYSTEEM GEBRUIKEN<br />

Het actuele design en de positie van<br />

de knop kunnen verschillen<br />

naargelang het voertuig. Voor details,<br />

zie de Beeldindex van de<br />

“Gebruikershandleiding”.<br />

Spreekknop<br />

• Druk op de spreekknop om het<br />

spraakopdrachtensysteem te starten.<br />

• Druk op de spreekknop en houd deze<br />

ingedrukt om het spraakopdrachtensysteem<br />

uit te schakelen.<br />

Terug-knop<br />

• Druk op de terug-knop om naar het vorige<br />

scherm terug te keren.<br />

∗ : Indien uitgerust<br />

176


1. BEDIENING VAN HET SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM<br />

MICROFOON<br />

Het is niet nodig om direct in de<br />

microfoon te spreken als u een<br />

opdracht geeft.<br />

INFORMATIE<br />

● Wacht op de bevestigingspieptoon<br />

vooraleer u een opdracht geeft.<br />

● Het is mogelijk dat spraakopdrachten<br />

niet worden herkend als:<br />

• Ze te snel worden uitgesproken.<br />

• Ze te luid of te stil worden<br />

uitgesproken.<br />

• De ramen openstaan.<br />

• De passagiers praten als er een<br />

spraakopdracht wordt gegeven.<br />

• De airconditioning te hoog staat.<br />

• De luchtgaten van de airconditioning<br />

naar de microfoon gericht zijn.<br />

● Onder de volgende omstandigheden is<br />

het mogelijk dat het systeem de<br />

opdracht niet goed begrijpt en het<br />

gebruik van spraakopdrachten niet<br />

mogelijk is:<br />

• De opdracht is fout of onduidelijk. Merk<br />

op dat bepaalde woorden, accenten of<br />

spraakpatronen voor het systeem<br />

moeilijk te herkennen zijn.<br />

• Er is te veel achtergrondlawaai, zoals<br />

windgeruis.<br />

BEDIENING VAN HET<br />

SPRAAKOPDRACHTEN-<br />

SYSTEEM<br />

1 Druk op de spreekknop.<br />

• Het spraakopdrachtensysteem<br />

is geactiveerd.<br />

• Druk op de spreekknop om de huidige<br />

afgespeelde prompt te stoppen en naar<br />

de volgende dialoogstap over te gaan.<br />

• Ingeval een geactiveerde spraakherkenner<br />

op input wacht, drukt u op de<br />

spreekknop om de spraakherkenner<br />

opnieuw te starten. (De herkenner vergeet<br />

de vorige input en wacht op nieuwe<br />

input van de gebruiker.)<br />

2 Nadat het piepgeluid weerklinkt, geeft<br />

u de gewenste opdracht of raakt u de<br />

gewenste opdracht aan.<br />

: Dit icoontje wordt weergegeven als<br />

de gebruiker een opdracht geeft.<br />

: Druk om het volume van de<br />

gesproken begeleiding aan te passen.<br />

6<br />

SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM<br />

177


1. BEDIENING VAN HET SPRAAKOPDRACHTENSYSTEEM<br />

■HET OPDRACHTENLIJSTSCHERM<br />

WEERGEVEN<br />

Mediaopdrachten<br />

1 Zeg “Meer opdrachten” of raak<br />

“Meer opdrachten” aan op het<br />

hoofdmenuscherm van de<br />

spraakopdrachten.<br />

2 Geef de gewenste opdracht of raak de<br />

gewenste opdracht aan.<br />

3 Geef de gewenste opdracht of raak de<br />

gewenste opdracht aan.<br />

Navigatieopdrachten<br />

Telefoonopdrachten<br />

Radio-opdrachten<br />

• De opdrachtenlijst wordt voorgelezen en<br />

de overeenkomstige opdracht wordt<br />

helder weergegeven. Om deze functie te<br />

annuleren, drukt u op de spreekknop.<br />

178


7<br />

VOERTUIGINFORMATIE<br />

1<br />

2<br />

1 VOERTUIGINFORMATIE<br />

1. SNELLE REFERENTIE ............... 180<br />

2. BRANDSTOFVERBRUIK............ 181<br />

BRANDSTOFVERBRUIK<br />

(VOERTUIGEN MET EEN<br />

HYBRIDE SYSTEEM) ...................... 181<br />

BRANDSTOFVERBRUIK<br />

(VOERTUIGEN ZONDER<br />

HYBRIDE SYSTEEM) ...................... 181<br />

3. WAARSCHUWINGSSYSTEEM<br />

VOOR BANDENSPANNING ..... 183<br />

HET bandenspanningsscherm<br />

TONEN ............................................. 183<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

179


1. VOERTUIGINFORMATIE<br />

1. SNELLE REFERENTIE<br />

Informatie inzake brandstofverbruik en de Bandenspanningswaarden kunnen<br />

worden weergegeven. Om het voertuiginformatiesysteem te openen, drukt u op de<br />

“CAR”-knop.<br />

• Het actuele design en de positie van de knop kunnen verschillen naargelang het voertuig.<br />

Voor details, zie sectie 3 van de “Gebruikershandleiding”.<br />

• Het hierboven afgebeelde “Informatie”-scherm wordt weergegeven als het voertuig is<br />

uitgerust met een waarschuwingssysteem voor zowel het brandstofverbruik als de<br />

bandenspanning.<br />

Nr. Naam Functie<br />

Pagina<br />

“Brandstofverbruik”*<br />

Toont het “Reisinformatie”-, “Eerdere gegevens”-<br />

en “Energiemonitor”-scherm.<br />

181<br />

“Bandenspanning”* Toont het “Bandenspanning”-scherm. 183<br />

“CAR”-knop*<br />

*: Indien uitgerust<br />

Druk op deze knop om het voertuiginformatiesysteem<br />

te openen.<br />

181,<br />

183<br />

180


1. VOERTUIGINFORMATIE<br />

2. BRANDSTOFVERBRUIK ∗<br />

BRANDSTOFVERBRUIK<br />

(VOERTUIGEN MET EEN<br />

HYBRIDE SYSTEEM)<br />

Het brandstofverbruik, zoals hieronder<br />

wordt afgebeeld, kan op het scherm<br />

worden weergegeven. Voor details, zie<br />

sectie 1-1 van de “Gebruikershandleiding”.<br />

• Energiemonitor<br />

• Reisverbruik<br />

• Vorig record<br />

BRANDSTOFVERBRUIK<br />

(VOERTUIGEN ZONDER<br />

HYBRIDE SYSTEEM)<br />

1 Druk op de “CAR”-knop.<br />

• Als het “Reisinformatie”-scherm niet wordt<br />

weergegeven, raakt u “Reisinformatie”<br />

aan.<br />

Nr.<br />

REISINFORMATIE<br />

Naam<br />

Gemiddelde snelheid<br />

Verstreken tijd<br />

Cruisebereik<br />

Vorig brandstofverbruik<br />

per minuut<br />

Huidig brandstofverbruik<br />

per minuut<br />

7<br />

2 Raak “Brandstofverbruik” aan.<br />

“Wissen”: Reisinformatiegegevens kunnen<br />

worden verwijderd door deze schermtoets<br />

aan te raken.<br />

“Eerdere gegevens”: Het “Eerdere gegevens”-scherm<br />

kan worden weergegeven<br />

door deze schermtoets aan te raken.<br />

INFORMATIE<br />

● Het reisinformatiescherm geeft de algemene<br />

rijomstandigheden aan. De accuraatheid<br />

varieert naargelang de<br />

rijgewoonten en de wegomstandigheden.<br />

VOERTUIGINFORMATIE<br />

• Het “Reisinformatie”- of “Eerdere gegevens”-scherm<br />

wordt weergegeven.<br />

• Het “Informatie”-scherm wordt niet weergegeven<br />

als het voertuig niet is uitgerust<br />

met een waarschuwingssysteem voor de<br />

bandenspanning.<br />

∗ : Indien uitgerust<br />

181


1. VOERTUIGINFORMATIE<br />

EERDERE GEGEVENS<br />

• Als het “Eerdere gegevens”-scherm niet<br />

wordt weergegeven, raakt u “Eerdere<br />

gegevens” aan.<br />

Nr.<br />

Naam<br />

Vorig<br />

brandstofzuinigheidsrecord<br />

Huidige brandstofzuinigheid<br />

Beste waargenomen<br />

brandstofzuinigheid<br />

• De gemiddelde brandstofverbruiksgeschiedenis<br />

wordt met kleur verdeeld in<br />

vorige gemiddelden en het gemiddelde<br />

brandstofverbruik sinds de laatste reset.<br />

“Wissen”: Vorige recordgegevens kunnen<br />

worden verwijderd door deze schermtoets<br />

aan te raken.<br />

“Update”: Reset het gemiddelde brandstofverbruik<br />

om het huidige brandstofverbruik<br />

opnieuw te meten.<br />

Voertuigen met multi-informatiescherm<br />

Als u “Update” aanraakt, wordt het gemiddelde<br />

brandstofverbruik dat op het<br />

multi-informatiescherm wordt weergegeven,<br />

tezelfdertijd gereset.<br />

“Reisinformatie”: Het “Reisinformatie”-<br />

scherm kan worden weergegeven door<br />

deze schermtoets aan te raken.<br />

182


1. VOERTUIGINFORMATIE<br />

3. WAARSCHUWINGSSYSTEEM VOOR BANDENSPANNING ∗<br />

Voertuigen die zijn uitgerust met een<br />

waarschuwingssysteem voor de bandendruk<br />

zullen naast een waarschuwingsindicator<br />

op de meter, een<br />

waarschuwingsscherm weergeven als<br />

de bandendruk te laag is. Voor informatie<br />

over het waarschuwingssysteem<br />

voor de bandendruk kunt u terecht in<br />

de “Gebruikershandleiding”.<br />

2 Raak “Bandenspanning” aan.<br />

3 De bandenspanningswaarde van elke<br />

band wordt weergegeven.<br />

Type A<br />

• Om de bandenspanningswaarden te<br />

bevestigen, raakt u “Ja” aan. Om te<br />

annuleren en naar het vorige scherm<br />

terug te keren, raakt u “Nee.” aan. (Dit<br />

scherm zal niet worden getoond als het<br />

bandenspanningsscherm al wordt weergegeven.)<br />

Type B<br />

7<br />

HET BANDENSPANNINGS-<br />

SCHERM TONEN<br />

De bandenspanningswaarde van elke<br />

band kan via het bandenspanningsscherm<br />

worden bevestigd.<br />

1 Druk op de “CAR”-knop.<br />

• Lage bandenspanningswaarden worden<br />

in het oranje weergegeven.<br />

• Het schermpatroon varieert naargelang<br />

het voertuig. Sommige voertuigen tonen<br />

de spanning in de reserveband niet.<br />

VOERTUIGINFORMATIE<br />

∗ : Indien uitgerust<br />

183


1. VOERTUIGINFORMATIE<br />

184


8<br />

SETUP<br />

1<br />

2<br />

1 BEDIENING SETUP<br />

1. SNELLE REFERENTIE ............... 186<br />

2. ALGEMENE INSTELLINGEN ..... 187<br />

SCHERMEN VOOR ALGEMENE<br />

INSTELLINGEN................................ 187<br />

3. INSTELLINGEN WEERGEVEN .... 190<br />

SCHERM UITZETTEN ........................ 190<br />

VERANDEREN TUSSEN DAG-<br />

EN NACHTMODUS .......................... 191<br />

CONTRAST/HELDERHEID<br />

AANPASSEN.................................... 191<br />

4. Bluetooth ® -INSTELLINGEN....... 193<br />

Bluetooth ® FUNCTIE AAN/UIT ........... 193<br />

EEN Bluetooth ® -APPARAAT<br />

PAREN ............................................. 194<br />

DE LIJST MET APPARATEN<br />

WEERGEVEN .................................. 197<br />

PIN INSTELLEN.................................. 198<br />

DE INTERNETAANSLUITING<br />

INSTELLEN ...................................... 199<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

5. TELEFOONINSTELLINGEN ....... 200<br />

6. AUDIO-INSTELLINGEN .............. 201<br />

GELUIDSINSTELLINGEN................... 201<br />

RADIO-INSTELLINGEN...................... 203<br />

7. VOERTUIGINSTELLINGEN ........ 204<br />

Sommige functies kunnen niet worden bediend tijdens het rijden.<br />

185


1. BEDIENING SETUP<br />

1. SNELLE REFERENTIE<br />

Om de functie-instellingen te personaliseren, drukt u op de “SETUP”-knop.<br />

• Het actuele design en de positie van de knop kunnen verschillen naargelang het voertuig.<br />

Voor details, zie sectie 3 van de “Gebruikershandleiding”.<br />

Nr. Naam Functie Pagina<br />

“Algemeen”<br />

“Bluetooth* 1 ”<br />

“Display”<br />

“Telefoon”<br />

“SETUP”-knop<br />

“Voertuig”* 2<br />

“Audio”<br />

Er zijn instellingen beschikbaar voor taalselectie,<br />

bedieningsgeluiden, enz.<br />

Het registreren, verwijderen, aansluiten en afsluiten<br />

van Bluetooth ® -apparaten en instellingen<br />

zijn beschikbaar voor Bluetooth ® .<br />

Er zijn instellingen beschikbaar voor contrast en<br />

helderheid van het scherm.<br />

Er zijn instellingen beschikbaar voor telefoongeluid,<br />

telefoonboek, enz.<br />

Druk op deze knop om het “Setup”-scherm<br />

weer te geven.<br />

Er zijn instellingen beschikbaar voor het personaliseren<br />

van uw voertuig.<br />

Er zijn instellingen beschikbaar voor geluidsaanpassingen<br />

en radio.<br />

187<br />

193<br />

190<br />

200<br />

187, 190, 193,<br />

200, 201, 204<br />

204<br />

201<br />

* 1 : Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.<br />

* 2 : Indien uitgerust<br />

186


1. BEDIENING SETUP<br />

2. ALGEMENE INSTELLINGEN<br />

Er zijn instellingen beschikbaar voor<br />

taalselectie, bedieningsgeluiden, enz.<br />

1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />

SCHERMEN VOOR ALGEME-<br />

NE INSTELLINGEN<br />

2 Raak “Algemeen” aan.<br />

3 Raak de items aan die moeten worden<br />

ingesteld.<br />

8<br />

• Op dit scherm zijn de volgende functies<br />

operationeel.<br />

Nr.<br />

Functie<br />

SETUP<br />

4 Raak “OK” aan.<br />

U kunt de taal veranderen. (Zie<br />

“TAAL SELECTEREN” op pagina<br />

188.)<br />

“Aan” of “Uit” kunnen worden<br />

geselecteerd om piepgeluiden te<br />

laten weerklinken.<br />

De persoonlijke gegevens kunnen<br />

worden verwijderd. (Zie<br />

“PERSOONLIJKE GEGEVENS<br />

WISSEN” op pagina 189.)<br />

187


1. BEDIENING SETUP<br />

Nr. Functie EEN TAAL SELECTEREN<br />

Druk om invoergegevens die de<br />

lang zijn om binnen het huidige<br />

veld te passen, automatisch van<br />

rechts naar links te scrollen.<br />

Druk om de afstandseenheid op<br />

“Kilometer” of “Mijl” in te stellen.<br />

Druk om het volume van de navigatieaanwijzingen<br />

in te stellen.<br />

De gewenste taal kan worden geselecteerd.<br />

1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />

2 Raak “Algemeen” op het “Setup”-<br />

scherm aan.<br />

3 Raak “Taal” aan.<br />

Druk om het telefoonvolume in te<br />

stellen.<br />

Druk om het ringtoonvolume in te<br />

stellen.<br />

Druk om het spraakvolume in te<br />

stellen.<br />

De invoergegevens die in de<br />

“Bewaard”-lijst op het “Bestemming”-scherm<br />

en het “Contacten”-scherm<br />

zijn opgeslagen (zie<br />

pagina's 55 en 157) kunnen naar<br />

een USB-geheugen worden<br />

overgezet. (Zie “OPGESLAGEN<br />

CONTACTPERSONEN NAAR<br />

EEN USB-GEHEUGEN STU-<br />

REN” op pagina 63.)<br />

Met “CSI” geformatteerde gegevens<br />

kunnen vanaf een USB-geheugen<br />

naar dit systeem worden<br />

overgezet. Overgezette adressen<br />

en nummers worden opgeslagen<br />

in de “Bewaard”-lijst op<br />

het “Bestemming”-scherm en<br />

“Contacten”-scherm.<br />

(Zie “ADRESSEN LADEN VIA<br />

EEN USB-GEHEUGEN” op pagina<br />

59.)<br />

4 Raak de gewenste schermtoets aan.<br />

• Het vorige scherm wordt weergegeven.<br />

5 Raak “OK” aan.<br />

Druk om de systeeminformatie<br />

weer te geven.<br />

188


1. BEDIENING SETUP<br />

PERSOONLIJKE GEGEVENS<br />

VERWIJDEREN<br />

1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />

2 Raak “Algemeen” op het “Setup”-<br />

scherm aan.<br />

3 Raak “Persoonlijke gegevens wissen”<br />

aan.<br />

4 Raak “Wissen” aan.<br />

8<br />

INFORMATIE<br />

● De volgende persoonlijke gegevens<br />

kunnen worden verwijderd of terug naar<br />

hun originele instellingen worden gezet:<br />

• Telefoonboekgegevens<br />

• Gegevens inzake oproepgeschiedenis<br />

• Gegevens van Bluetooth ® -apparaten<br />

• Telefoongeluidsinstellingen<br />

•Bluetooth ® -instellingen<br />

• Audio-instellingen<br />

SETUP<br />

189


1. BEDIENING SETUP<br />

3. INSTELLINGEN WEERGEVEN<br />

U kunt het contrast en de helderheid<br />

van het scherm aanpassen. U kunt het<br />

scherm ook uitzetten.<br />

1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />

SCHERM UITZETTEN<br />

1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />

2 Raak “Display” op het “Setup”-<br />

scherm aan.<br />

3 Raak “Scherm uit” aan.<br />

2 Raak “Display” aan.<br />

• Het scherm wordt uitgezet. Om het aan te<br />

zetten, drukt u op de “MEDIA”-, “CAR”-<br />

of “SETUP”-knop.<br />

3 Raak de items aan die moeten worden<br />

ingesteld.<br />

• Gelieve voor elke instelling de volgende<br />

pagina's te raadplegen.<br />

190


1. BEDIENING SETUP<br />

VERANDEREN TUSSEN DAG-<br />

EN NACHTMODUS<br />

Afhankelijk van de positie van de kopl<strong>amp</strong>schakelaar<br />

verandert het scherm<br />

naar dag- of nachtmodus.<br />

1 Om het scherm in dagmodus weer te<br />

geven, zelfs met de kopl<strong>amp</strong>schakelaar<br />

op aan, raakt u “Dagmodus” op<br />

het aanpassingscherm voor helderheid<br />

en contrast aan.<br />

CONTRAST/HELDERHEID<br />

AANPASSEN<br />

1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />

2 Raak “Display” op het “Setup”-<br />

scherm aan.<br />

3 Raak “Algemeen” of “Camera” aan,<br />

waarin u een aanpassing wilt aanbrengen.<br />

INFORMATIE<br />

● Als het scherm, met de kopl<strong>amp</strong>schakelaar<br />

op aan, op dagmodus is ingesteld,<br />

wordt dit onthouden, zelfs als de motor<br />

uit staat.<br />

4 Selecteer “Contrast” of “Helderheid”<br />

met of .<br />

8<br />

5 Pas het contrast of de helderheid aan<br />

met “+” of “-”<br />

SETUP<br />

Schermtoets<br />

“Contrast” “+”<br />

“Contrast” “-”<br />

“Helderheid” “+”<br />

“Helderheid” “-”<br />

Functie<br />

Versterkt het contrast<br />

van het scherm<br />

Verzwakt het contrast<br />

van het scherm<br />

Verheldert het scherm<br />

Verduistert het scherm<br />

191


1. BEDIENING SETUP<br />

6 Nadat u het scherm hebt aangepast,<br />

raakt u “OK” aan.<br />

192


1. BEDIENING SETUP<br />

4. Bluetooth ® -INSTELLINGEN<br />

Om een Bluetooth ® -apparaat in te stellen.<br />

1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />

Bluetooth ® FUNCTIE AAN/UIT<br />

De Bluetooth ® -functie kan aan en uit<br />

worden gezet.<br />

1 Raak “Bluetooth ∗ aan” of “Bluetooth<br />

∗ uit” aan.<br />

2 Raak “Bluetooth ∗ ” aan.<br />

INFORMATIE<br />

● As de Bluetooth ® -functie is uitgezet,<br />

worden “Zoek Bluetooth*-Toestellen”,<br />

“Maak dit systeem identificeerbaar”,<br />

“Gekoppelde toestellijst”, “PIN<br />

instellen voor koppelen” en “Internetverbinding”<br />

dof weergegeven.<br />

3 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />

∗ : Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk<br />

van Bluetooth SIG, Inc.<br />

8<br />

SETUP<br />

• Gelieve voor een beschrijving van elke<br />

instelling de volgende pagina's te raadplegen.<br />

193


1. BEDIENING SETUP<br />

EEN Bluetooth ® -APPARAAT<br />

PAREN<br />

3 Raak het apparaat aan dat moet worden gepaard.<br />

Er kunnen tot 4 Bluetooth ® -apparaten worden<br />

gepaard. Een gepaard apparaat kan op één van<br />

zijn ondersteunde profielen zoals telefoon<br />

(HFP), muziek (A2DP) en/of internet (DUN/<br />

PAN) worden aangesloten.<br />

AANSLUITEN VANUIT<br />

HET SYSTEEM<br />

1 Raak “Zoek Bluetooth ∗ -Toestellen”<br />

aan.<br />

• Aansluitbare Bluetooth ® -apparaten worden in de lijst<br />

weergegeven.<br />

4 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />

• Als er op dit moment een Bluetooth ® -apparaat is<br />

aangesloten, wordt een pop-upscherm weergegeven.<br />

Om het apparaat af te sluiten, raakt u “Ja”<br />

aan.<br />

2 Tijdens het zoeken naar een Bluetooth ® -<br />

apparaat, wordt het<br />

volgende scherm weergegeven.<br />

• Om deze functie te annuleren, raakt u “Annuleren”<br />

aan.<br />

5 Bevestig de PIN.<br />

Als het apparaat SPP (Secure Simple Pairing) ondersteunt<br />

• Bevestig de PIN die op het scherm wordt weergegeven<br />

en raak daarna “Accepteren” aan.<br />

Als het apparaat SPP (Secure Simple Pairing) niet<br />

ondersteunt<br />

• Geef de op het scherm weergegeven PIN in op het<br />

apparaat.<br />

6 Het volgende scherm wordt weergegeven als<br />

het paren is afgelopen.<br />

• Om deze functie te annuleren, raakt u “Annuleren”<br />

aan.<br />

∗ : Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van<br />

Bluetooth SIG, Inc.<br />

194


1. BEDIENING SETUP<br />

7 Het systeem wacht op aansluitingsverzoeken<br />

vanuit het gepaarde apparaat.<br />

Alle verzochte profielen worden automatisch<br />

aangesloten.<br />

• Het internetprofiel wordt niet automatisch<br />

aangesloten. Voor details over het aansluiten<br />

van een internetprofiel, zie<br />

“INLOGPROCES INTERNETINFORMA-<br />

TIE” op pagina 196.<br />

• Als de automatische aansluiting mislukt,<br />

wordt het volgende scherm weergegeven.<br />

Raak het profiel aan dat u wenst aan<br />

te sluiten.<br />

INFORMATIE<br />

● Voor details over het opsporen van een<br />

apparaat en de werking van uw Bluetooth<br />

® -apparaat, zie de handleiding die<br />

bij uw Bluetooth ® -apparaat wordt geleverd.<br />

● De muziekprofielen die het gepaarde<br />

apparaat ondersteunt, kunnen, als u dat<br />

wenst, individueel worden aangesloten.<br />

Voor sommige apparaten is het niet<br />

mogelijk om individuele profielen aan te<br />

sluiten. In dat geval verschijnt een popupscherm.<br />

8<br />

“Verbinding voor telefoon”: Druk om het<br />

telefoonprofiel aan te sluiten.<br />

“Verbinding voor muziek”: Druk om het<br />

muziekprofiel aan te sluiten.<br />

“Verbinden voor Internet”, “Meer”: Druk<br />

om het internetprofiel aan te sluiten. Het<br />

scherm schakelt over naar het inlogproces.<br />

(Zie pagina 196.)<br />

“Alle verbindingen”: Druk om alle ondersteunde<br />

profielen aan te sluiten.<br />

• Als u het Bluetooth ® -apparaat hebt aangesloten,<br />

wordt hij automatisch aangesloten<br />

zodra de motorschakelaar in de<br />

“ACC”- of “ON”-positie wordt gezet.<br />

SETUP<br />

195


1. BEDIENING SETUP<br />

AANSLUITEN VANUIT HET AP-<br />

PARAAT<br />

1 Raak “Maak dit systeem identificeerbaar”<br />

aan.<br />

INLOGPROCES VOOR INTER-<br />

NETPROFIEL<br />

Als u “Verbinden voor Internet” selecteert<br />

1 Raak “Verbinden voor Internet” aan.<br />

• Als er op dit moment een Bluetooth ® -<br />

apparaat is aangesloten, wordt een popupscherm<br />

weergegeven. Om het apparaat<br />

af te sluiten, raakt u “Ja” aan.<br />

2 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />

2 Raak de gewenste provider aan.<br />

• Dit scherm wordt enkel weergegeven als u<br />

voor het eerst de aansluiting maakt.<br />

Als u “Meer” selecteert.<br />

• Om deze functie te annuleren, raakt u<br />

“Annuleren” aan.<br />

3 Bevestig de PIN.<br />

1 Raak “Meer” aan.<br />

Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />

Pairing) ondersteunt<br />

• Bevestig de PIN die op het scherm wordt<br />

weergegeven en raak daarna “Accepteren”<br />

aan.<br />

Als het apparaat SPP (Secure Simple<br />

Pairing) niet ondersteunt<br />

• Geef de op het scherm weergegeven PIN<br />

in op het apparaat.<br />

196


1. BEDIENING SETUP<br />

2 Raak “Wachtwoord onthouden” aan.<br />

DE LIJST MET APPARATEN<br />

WEERGEVEN<br />

Apparaten kunnen worden afgesloten en<br />

de status van elke profielverbinding kan<br />

met “Gekoppelde toestellijst” worden gewijzigd.<br />

U kunt tot 4 apparaten tezelfdertijd paren.<br />

• De inloginformatie van de gebruiker kan<br />

op dit scherm worden gewijzigd.<br />

INFORMATIE<br />

● Als u voor het eerst de aansluiting<br />

maakt, wordt “Meer” niet weergegeven.<br />

● Als de “Inloggegevens”-functie aan is,<br />

wordt de ingevoerde inloginformatie van<br />

de gebruiker voor elk inlogproces onthouden.<br />

(Zie pagina 199.)<br />

1 Raak “Gekoppelde toestellijst” aan.<br />

2 Raak het gewenste apparaat aan.<br />

8<br />

• De schakering van de icoontjes toont welke<br />

profielen door het apparaat worden ondersteund.<br />

(Dof weergegeven icoontjes zijn niet<br />

beschikbaar.)<br />

• De op dit moment aangesloten profielen van<br />

het apparaat worden helder weergegeven.<br />

3 Het volgende scherm wordt weergegeven.<br />

SETUP<br />

• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />

worden uitgevoerd.<br />

197


1. BEDIENING SETUP<br />

DE NAAM VAN HET APPARAAT<br />

WIJZIGEN<br />

1 Raak “Hernoem XX” aan.<br />

2 Geef de naam van het apparaat in.<br />

3 Raak “OK” aan.<br />

PIN INSTELLEN<br />

Om de PIN te wijzigen.<br />

1 Raak “PIN instellen voor koppelen”<br />

aan.<br />

EEN GEPAARD APPARAAT<br />

VERWIJDEREN<br />

1 Raak “Verwijder koppeling” aan.<br />

2 Raak “Ja” aan.<br />

PROFIELEN AANSLUITEN OF<br />

AFSLUITEN<br />

2 Geef het gewenste nummer in.<br />

De profielen van een gepaard apparaat<br />

kunnen individueel worden aangesloten<br />

of afgesloten.<br />

1 Raak het profiel aan dat u wenst aan of<br />

af te sluiten.<br />

• Een PIN van 4 tot 8 cijfers kan worden<br />

geselecteerd.<br />

3 Raak “OK” aan.<br />

“Alle verbindingen”: Druk om alle ondersteunde<br />

profielen aan te sluiten.<br />

“Alle verbindingen verbreken”: Druk om<br />

alle ondersteunde profielen af te sluiten.<br />

198


1. BEDIENING SETUP<br />

DE INTERNETAANSLUITING<br />

INSTELLEN<br />

Om de internetinstellingen te wijzigen<br />

1 Raak “Internetverbinding” aan.<br />

2 Raak de items aan die u wenst in te<br />

stellen.<br />

Nr.<br />

Functie<br />

Druk om de functie voor het tonen<br />

van de kostenwaarschuwing<br />

aan of uit te zetten.<br />

Als deze functie is geactiveerd,<br />

verschijnt na het selecteren van<br />

ofwel laad adressen van de server<br />

of online zoeken, een popupscherm.<br />

Druk om de functie voor het tonen<br />

van de roamwaarschuwing<br />

aan of uit te zetten. Als deze<br />

functie is geactiveerd, verschijnt<br />

na het selecteren van ofwel laad<br />

adressen van de server of online<br />

zoeken, een pop-upscherm.<br />

Druk om de functie voor het onthouden<br />

van de inloginformatie<br />

van de gebruiker aan of uit te zetten.<br />

Als deze functie is geactiveerd,<br />

wordt de ingevoerde inloginformatie<br />

van de gebruiker voor elk<br />

inlogproces van de gebruiker<br />

onthouden.<br />

• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />

worden ingesteld.<br />

Nr.<br />

Functie<br />

Druk om de functie voor het automatisch<br />

downloaden van adressen<br />

aan of uit te zetten.<br />

Als deze functie is geactiveerd,<br />

worden de adressen van de server<br />

automatisch gedownload en<br />

in de “Bewaard”-lijst op het “Bestemming”-scherm<br />

en het “Contacten”-scherm<br />

opgeslagen. (Zie<br />

pagina's 55 en 157.) Als u deze<br />

functie selecteert, verschijnt een<br />

pop-upscherm. Raak “Verdergaan”<br />

aan om deze functie aan<br />

te zetten.<br />

Druk om de functie voor het automatisch<br />

synchroniseren met de<br />

serverinstellingen aan of uit te<br />

zetten.<br />

INFORMATIE<br />

● Als “Automatische download van<br />

adressen” is geactiveerd, worden “Toon<br />

kostenwaarschuwing” en “Toon<br />

roaming-waarschuwing” dof weergegeven.<br />

8<br />

SETUP<br />

199


1. BEDIENING SETUP<br />

5. TELEFOONINSTELLINGEN<br />

Er zijn instellingen beschikbaar voor<br />

de keuze van een ringtoon, het aankondigen<br />

van inkomende korte berichten<br />

en e-mails en “Opgeslagen”-lijsten.<br />

1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />

2 Raak “Telefoon” aan.<br />

Nr.<br />

*<br />

*<br />

Functie<br />

Druk om een ringtoon te selecteren.<br />

Geen ringtoon, de ringtoon<br />

van de telefoon en de 4 ringtonen<br />

van het systeem kunnen<br />

worden geselecteerd.<br />

Druk om de aankondigingsfunctie<br />

voor inkomende korte berichten<br />

“Aan” of “Uit” te zetten.<br />

Druk om de aankondigingsfunctie<br />

voor inkomende e-mails<br />

“Aan” of “Uit” te zetten.<br />

Druk om het telefoonboek van de<br />

aangesloten telefoon te updaten.<br />

De geüpdatete lijst verwijst naar<br />

de “Bewaard”-lijst op het “Bestemming”-scherm<br />

en het “Contacten”-scherm.<br />

(Zie pagina's 55<br />

en 157.)<br />

*: Indien uitgerust<br />

3 Raak de items aan die u wenst in te<br />

stellen.<br />

• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />

worden ingesteld.<br />

200


1. BEDIENING SETUP<br />

6. AUDIO-INSTELLINGEN<br />

U kunt de geluidstoon en -balans aanpassen.<br />

Het niveau van de automatische geluidslevelizer<br />

kan worden ingesteld.<br />

1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />

GELUIDSINSTELLINGEN<br />

1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />

2 Raak “Audio” op het “Setup”-scherm<br />

aan.<br />

3 Raak “Geluidsinstellingen” aan.<br />

2 Raak “Audio” aan.<br />

4 Raak “Geluid” of de “DSP”-tab op het<br />

scherm aan.<br />

3 Raak de items aan die moeten worden<br />

ingesteld.<br />

8<br />

SETUP<br />

• Gelieve voor elke instelling de volgende<br />

pagina's te raadplegen.<br />

201


1. BEDIENING SETUP<br />

DSP-BEDIENING<br />

1 Raak de “DSP”-tab aan om dit scherm<br />

weer te geven.<br />

Zonder JBL-geluidssysteem<br />

■AUTOMATISCHE GELUIDSLEVELIZER<br />

(ASL)<br />

Afhankelijk van de snelheid van het<br />

voertuig maakt het systeem een aanpassing<br />

naar het optimale volume en<br />

de optimale toonkwaliteit om verhoogd<br />

voertuiglawaai te compenseren.<br />

Zonder JBL-geluidssysteem<br />

1 Raak “Hoog”, “Middentonen” of<br />

“Laag” voor “ASL automatische equalizer”<br />

aan.<br />

Met JBL-geluidssysteem<br />

2 Raak “OK” aan.<br />

Met JBL-geluidssysteem<br />

1 Raak “Aan” voor “ASL automatische<br />

equalizer” aan.<br />

2 Raak “OK” aan.<br />

2 Raak de gewenste schermtoets aan.<br />

■SURROUNDFUNCTIE<br />

(INDIEN UITGERUST)<br />

1 Raak “Aan” voor “Surround” aan.<br />

2 Raak “OK” aan.<br />

■TOON<br />

TOON EN BALANS<br />

Hoe goed een audioprogramma klinkt,<br />

wordt grotendeels bepaald door de mix<br />

van hoge tonen, middentonen en lage<br />

tonen. Het is zelfs zo dat verschillende<br />

soorten muziek en vocale programma's<br />

gewoonlijk beter klinken met een<br />

verschillende mix van hoge tonen,<br />

middentonen en lage tonen.<br />

202


1. BEDIENING SETUP<br />

■BALANS<br />

Een goede balans van de linker- en<br />

rechterstereokanalen en van de geluidsniveaus<br />

vooraan en achteraan is<br />

ook belangrijk.<br />

Houd er rekening mee dat bij het beluisteren<br />

van een stereo-opname of -<br />

uitzending het veranderen van de<br />

rechter-/linkerbalans het volume van<br />

één groep geluiden zal doen toenemen<br />

terwijl het volume van een andere<br />

groep zal afnemen.<br />

1 Raak de “Geluid”-tab aan om dit<br />

scherm weer te geven.<br />

RADIO-INSTELLINGEN<br />

1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />

2 Raak “Audio” op het “Setup”-scherm<br />

aan.<br />

3 Raak “Radio-instellingen” aan.<br />

4 Raak de items aan die moeten worden<br />

ingesteld.<br />

2 Raak de gewenste schermtoets aan.<br />

“Hoge tonen” “+” of “-”: Om hoge tonen<br />

aan te passen.<br />

“Middentonen” “+” of “-”: Om medium<br />

tonen aan te passen.<br />

“Lage tonen” “+” of “-”: Om lage tonen<br />

aan te passen.<br />

“Voor” of “Achter”: Om de geluidsbalans<br />

tussen de luidsprekers vooraan en achteraan<br />

aan te passen.<br />

“L” of “R”: Om de geluidsbalans tussen<br />

de luidsprekers links en rechts aan te passen.<br />

3 Raak “OK” aan.<br />

INFORMATIE<br />

● De toon van elke modus kan worden<br />

aangepast.<br />

• Op dit scherm kunnen de volgende functies<br />

worden uitgevoerd.<br />

Nr.<br />

Functie<br />

“Aan” of “Uit” kunnen worden<br />

geselecteerd voor FM-verkeersberichten.<br />

“Aan” of “Uit” kunnen worden<br />

geselecteerd voor FM-alternatieve<br />

frequentie.<br />

“Aan” of “Uit” kunnen worden<br />

geselecteerd voor veranderingen<br />

in de regionale code.<br />

• Voor details van elke instelling, zie “RDS<br />

(RADIO DATA SYSTEM)” op pagina 106.<br />

5 Raak “OK” aan.<br />

8<br />

SETUP<br />

203


1. BEDIENING SETUP<br />

7. VOERTUIGINSTELLINGEN ∗<br />

De instellingen voor het personaliseren<br />

van het voertuig kunnen worden<br />

gewijzigd.<br />

1 Druk op de “SETUP”-knop.<br />

2 Raak “Voertuig” aan.<br />

3 Raak de items aan die u wenst in te<br />

stellen.<br />

• Voor een lijst van instellingen die kunnen<br />

worden gewijzigd, zie de “Gebruikershandleiding”.<br />

4 Nadat u de instellingen hebt gewijzigd,<br />

raakt u “OK” aan.<br />

• Er verschijnt een bericht dat aangeeft dat<br />

de instellingen worden opgeslagen. Voer<br />

geen andere handelingen uit terwijl dit<br />

bericht wordt weergegeven.<br />

∗ : Indien uitgerust<br />

204


9<br />

ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />

1<br />

2<br />

1 ACHTERUITKIJKMONITOR-<br />

SYSTEEM<br />

1. WERKING VAN HET<br />

ACHTERUITKIJKMONITOR-<br />

SYSTEEM.................................. 206<br />

RICHTLIJNEN VOOR DE<br />

ACHTERUITKIJKMONITOR<br />

(INDIEN UITGERUST) ..................... 207<br />

GEBIED DAT OP HET SCHERM<br />

WORDT WEERGEGEVEN............... 208<br />

DE ACHTERUITKIJKMONITOR-<br />

SYSTEEMCAMERA ......................... 208<br />

2. VOORZORGSMAATREGELEN<br />

BIJ HET RIJDEN<br />

(MET RICHTLIJNEN VOOR<br />

DE ACHTERUITKIJKMONITOR)<br />

................................................... 210<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

205


1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />

1. WERKING VAN HET ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />

Het achteruitkijkmonitorsysteem helpt<br />

de bestuurder door bij het achteruitrijden<br />

een beeld van het zicht achter het<br />

voertuig weer te geven.<br />

1 Om het zicht achteruit op het scherm<br />

weer te geven, is de versnellingspook<br />

in de “R”-positie als de motorschakelaar<br />

in de “ON”-positie staat.<br />

• Als u de versnellingspook uit de “R”-positie<br />

haalt, keert het scherm terug naar het<br />

vorige scherm.<br />

WAARSCHUWING<br />

● Vertrouw bij het achteruitrijden nooit volledig<br />

op het achteruitkijkmonitorsysteem.<br />

Wees er altijd zeker van dat uw<br />

geplande traject vrij is.<br />

Wees voorzichtig, net zoals bij het achteruitrijden<br />

met eender welk voertuig.<br />

● Rijd nooit achteruit terwijl u enkel naar<br />

het scherm kijkt. Het beeld op het<br />

scherm verschilt van de actuele omstandigheden.<br />

Afgebeelde afstanden tussen<br />

objecten en platte oppervlakten verschillen<br />

van de actuele afstanden. Als u achteruitrijdt<br />

terwijl u enkel naar het scherm<br />

kijkt, kunt u een voertuig, persoon of<br />

object raken. Zorg er bij het achteruitrijden<br />

voor dat u visueel achter en rond<br />

het voertuig en met uw spiegels controleert<br />

vóór u verdergaat.<br />

● Gebruik het systeem niet als de achterdeur,<br />

de koffer of de achterlaadbak niet<br />

volledig gesloten is.<br />

● Gebruik uw ogen om de omgeving van<br />

het voertuig te controleren. De weergegeven<br />

afbeelding kan namelijk wazig of<br />

donker worden, en bewegende beelden<br />

kunnen vervormd of niet volledig zichtbaar<br />

zijn als de buitentemperatuur laag<br />

is. Zorg er bij het achteruitrijden voor dat<br />

u visueel achter en rond het voertuig en<br />

met uw spiegels controleert vóór u verdergaat.<br />

● Gebruik het systeem niet in de volgende<br />

gevallen:<br />

• Op ijzige of gladde wegoppervlakten,<br />

of in sneeuw.<br />

• Als u met sneeuwkettingen of reservebanden<br />

rijdt.<br />

• Op een oneffen weg, zoals een helling.<br />

Met richtlijnen voor de achteruitkijkmonitor<br />

(indien uitgerust)<br />

• Controleer altijd de omgeving van het<br />

voertuig, aangezien de richtlijnen hulplijnen<br />

zijn.<br />

• De richtlijnen zijn hulplijnen en veranderen<br />

niet, zelfs niet als u aan het<br />

stuurwiel draait.<br />

206


1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />

BERICHT<br />

● Als de achterkant van het voertuig wordt<br />

geraakt, kunnen de positie en montagehoek<br />

van de camera veranderen. Zorg<br />

ervoor dat u de positie en de montagehoek<br />

laat controleren door een geautoriseerde<br />

<strong>Toyota</strong>-dealer of door een<br />

andere gekwalificeerde en uitgeruste<br />

professional.<br />

● Aangezien de camera een waterdichte<br />

constructie heeft, mag u deze niet ontkoppelen,<br />

demonteren of modificeren.<br />

Dit zou een onjuiste werking kunnen<br />

veroorzaken.<br />

● Als de temperatuur snel verandert, zoals<br />

wanneer u bij koud weer warm water<br />

over het voertuig giet, is het mogelijk dat<br />

het systeem niet normaal functioneert.<br />

● Wrijf niet te hard over de cameralens.<br />

Als er een kras op de cameralens is, kan<br />

deze geen duidelijk beeld doorsturen.<br />

● Breng geen organisch oplosmiddel,<br />

autowas, raamreinigingsmiddel of glaslaag<br />

op de camera aan. Als dat toch<br />

gebeurt, moet u er dat zo snel mogelijk<br />

af wrijven.<br />

● Als de grootte van de banden verandert,<br />

kan het op het scherm weergegeven<br />

gebied veranderen.<br />

● Spuit bij het wassen van het voertuig<br />

geen intensieve waterstralen op of rond<br />

de camera. Dit kan ervoor zorgen dat de<br />

camera niet correct functioneert.<br />

INFORMATIE<br />

● Als de cameralens vuil wordt, kan ze<br />

geen duidelijk beeld doorsturen. Als er<br />

waterdruppels, sneeuw of modder op de<br />

lens komen, spoelt u ze best met water<br />

en wrijf ze af met een zachte doek. Als<br />

de lens extreem vuil is, wast u ze best<br />

met een milde reiniger en spoelt u ze af.<br />

RICHTLIJNEN VOOR DE<br />

ACHTERUITKIJKMONITOR<br />

(INDIEN UITGERUST)<br />

De richtlijnen worden op het scherm<br />

weergegeven.<br />

• De getoonde richtlijnen verschillen van<br />

deze die op het actuele scherm worden<br />

getoond.<br />

Richtlijnen voor de voertuigbreedte<br />

(blauw)<br />

• Deze lijnen geven de geschatte voertuigbreedte<br />

aan.<br />

Richtlijn voor de afstand (blauw)<br />

• Deze lijn geeft een positie op de grond<br />

aan die zich ongeveer 1 m achter de achterbumper<br />

van het voertuig bevindt.<br />

Richtlijn voor de afstand (rood)<br />

• Deze lijn geeft een positie op de grond<br />

aan die zich ongeveer 0,5 m achter de<br />

achterbumper van het voertuig bevindt.<br />

Richtlijnen voor het centrum van het<br />

voertuig (blauw)<br />

• Deze lijnen geven het geschatte centrum<br />

van het voertuig op de grond aan.<br />

207<br />

9<br />

ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM


1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />

GEBIED DAT OP HET<br />

SCHERM WORDT WEERGE-<br />

GEVEN<br />

Het beeld wordt ongeveer waterpas op<br />

het scherm weergegeven.<br />

INFORMATIE<br />

● Het op het scherm weergegeven gebied<br />

kan verschillen naargelang de oriëntatie<br />

van het voertuig of de wegomstandigheden.<br />

DE ACHTERUITKIJKMONI-<br />

TORSYSTEEMCAMERA<br />

De achteruitkijkmonitorsysteemcamera<br />

bevindt zich zoals op de afbeelding<br />

wordt getoond.<br />

Hoeken van de bumper<br />

INFORMATIE<br />

● Het gebied dat door de camera wordt<br />

getoond, is beperkt. De camera ziet<br />

geen objecten die zich te dicht bij één<br />

van de hoeken van de bumper of onder<br />

de bumper bevinden.<br />

• De actuele cameralocatie kan, afhankelijk<br />

van het voertuig, verschillen. Voor details,<br />

zie de Beeldindex van de “Gebruikershandleiding”.<br />

208


1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />

INFORMATIE<br />

● De camera maakt gebruik van een speciale<br />

lens. De afstand van het beeld dat<br />

op het scherm verschijnt, verschilt van<br />

de actuele afstand.<br />

● In de volgende gevallen kan het moeilijk<br />

zijn om de beelden op het scherm te<br />

zien, zelfs als het systeem functioneert.<br />

• In het donker (bijvoorbeeld 's nachts)<br />

• Als de temperatuur in de buurt van de<br />

lens hoog of laag is<br />

• Als er zich waterdruppels op de<br />

camera bevinden, of als de vochtigheid<br />

hoog is (bijvoorbeeld bij regen)<br />

• Als er zich vreemde materie (bijvoorbeeld<br />

sneeuw of modder) op de<br />

camera bevindt<br />

• Als er krassen of vuil op de camera<br />

zijn<br />

• Als de zon of de straal van kopl<strong>amp</strong>en<br />

direct in de cameralens schijnen<br />

● Als de camera wordt gebruikt onder fluorescerend<br />

licht, natriumlicht of kwiklicht,<br />

enz., lijkt het alsof de lichten en de verlichte<br />

gebieden flikkeren.<br />

Op sommige <strong>mode</strong>llen<br />

Als een helder licht (bijvoorbeeld zonlicht<br />

dat door de carrosserie wordt gereflecteerd)<br />

door de camera wordt waargenomen,<br />

kan het smeereffect* dat eigen is aan<br />

de camera, optreden.<br />

*: Smeereffect — Een fenomeen dat zich<br />

voordoet als een helder licht (bijvoorbeeld<br />

zonlicht dat door de carrosserie wordt gereflecteerd)<br />

door de camera wordt waargenomen;<br />

als de lichtbron door de camera<br />

wordt doorgestuurd, lijkt het alsof er een<br />

verticale streep boven en onder deze lichtbron<br />

is.<br />

9<br />

ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />

209


1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />

2. VOORZORGSMAATREGELEN BIJ HET RIJDEN (MET RICHTLIJNEN VOOR DE ACHTERUITKIJKMONITOR)<br />

In de volgende situaties is er een foutenmarge<br />

tussen de richtlijnen op het<br />

scherm en de actuele afstand/traject<br />

op de weg.<br />

• Als de helling achter het voertuig scherp<br />

omlaaggaat, lijken objecten dichter dan ze<br />

in werkelijkheid zijn.<br />

• Als de helling achter het voertuig scherp<br />

omhooggaat, lijken objecten verder verwijderd<br />

dan ze in werkelijkheid zijn.<br />

• Als een deel van het voertuig doorzakt<br />

door het aantal passagiers of door de verdeling<br />

van de lading, is er een foutenmarge<br />

tussen de richtlijnen op het scherm<br />

en de actuele afstand/traject op de weg.<br />

210


1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />

Ongeveer 0,5 m<br />

De afstand tussen driedimensionale voorwerpen<br />

(zoals voertuigen) en platte oppervlakten<br />

(zoals de weg) die op het scherm<br />

verschijnt, en de actuele afstand verschillen<br />

als volgt.<br />

• In werkelijkheid is = < ( en<br />

zijn even ver verwijderd; is verder<br />

dan en ). Op het scherm echter<br />

lijkt de situatie zo: < < .<br />

• Op het scherm lijkt het alsof de vrachtwagen<br />

ongeveer 0,5 m verwijderd is. Als<br />

u in werkelijkheid echter achteruitrijdt tot<br />

punt , zal u de vrachtwagen raken.<br />

9<br />

ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />

211


1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM<br />

212


INDEX<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

213


ALFABETISCHE INDEX<br />

ALFABETISCHE INDEX<br />

A<br />

Aangesloten service ................................. 86<br />

“Adres”...................................................... 37<br />

Adressen laden......................................... 94<br />

Afbeeldingen............................................. 81<br />

Afstandsbedieningen voor audio<br />

(stuurknoppen).................................... 131<br />

Afstemmings-/scrolknop ......................... 102<br />

Achteruitkijkmonitorsysteem................... 205<br />

“Algemeen”............................................. 187<br />

Algemene instellingen ............................ 187<br />

Als u uw wagen afstaat........................... 152<br />

“AM”........................................................ 104<br />

Audiobron veranderen............................ 103<br />

Audiosysteem........................................... 99<br />

B<br />

Bediening navigatie .................................. 20<br />

Bediening toepassingen ........................... 80<br />

Bedieningen door middel van<br />

de afstemmings-/scrolknop................. 102<br />

Bedieningstips voor het audiosysteem... 134<br />

Cd-R- en cd-RW-schijven ................... 139<br />

iPod..................................................... 135<br />

MP3/WMA-bestanden......................... 138<br />

Radio-ontvangst.................................. 134<br />

USB-geheugen ................................... 136<br />

Voorwaarden....................................... 139<br />

Zorg dragen voor uw cd-speler<br />

en cd's ............................................. 136<br />

Beknopte handleiding ................................. 9<br />

Bellen met een Bluetooth ® -telefoon ....... 162<br />

Bellen via een kort bericht................... 165<br />

Bellen via Nuttige Plaatsen ................. 165<br />

Door het nummer te vormen ............... 162<br />

Via de “Bewaard”-lijst op het<br />

“Contacten”-scherm......................... 162<br />

Via het telefoonboek ........................... 163<br />

Via oproeplijsten.................................. 164<br />

Bellen via Nuttige Plaatsen..................... 165<br />

“Bellijsten”............................................... 164<br />

Beperkingen van het navigatiesysteem.... 73<br />

“Bestemming” ............................... 35, 37, 55<br />

Bestemming zoeken ................................ 35<br />

Op het “Bestemming”-scherm ......... 35, 37<br />

Bestemmingen toevoegen........................ 50<br />

Bluetooth ® .............................. 123, 145, 193<br />

Bluetooth ® -audio .................................... 123<br />

Een Bluetooth ® -audiospeler<br />

aansluiten ........................................ 124<br />

Een Bluetooth ® -audiospeler<br />

afspelen ........................................... 127<br />

Geluidsinstellingen.............................. 201<br />

Overschakelen naar Bluetooth ®<br />

-audiomodus.................................... 124<br />

Bluetooth ® -audio aansluiten ................... 124<br />

Bluetooth ® -audio afspelen...................... 127<br />

Een gewenst liedje selecteren ............ 116<br />

Herhalen en in willekeurige<br />

volgorde afspelen ............................ 130<br />

Bluetooth ® -Handsfreesysteem ............... 145<br />

214


Bluetooth ® -instellingen ........................... 193<br />

Bluetooth ® -functie AAN/UIT................ 193<br />

De lijst met apparaten weergeven ...... 197<br />

Een Bluetooth ® -apparaat paren.......... 194<br />

Pin instellen......................................... 198<br />

Brandstofverbruik ................................... 181<br />

Reisinformatie..................................... 181<br />

C<br />

CAR-knop............................................... 180<br />

Cd........................................................... 108<br />

Contrast/helderheid aanpassen.............. 191<br />

D<br />

“Dag-/nachtmodus”................................... 65<br />

De Bluetooth ® -telefoon opnieuw<br />

aansluiten............................................ 156<br />

De invoerinformatie weergeven<br />

en bewerken ................................. 61, 159<br />

De route herberekenen via<br />

de verkeersberichten ............................ 54<br />

De route instellen..................................... 44<br />

De telefoonknop gebruiken..................... 151<br />

DSP-bediening ....................................... 201<br />

Automatische geluidslevelizer<br />

(ASL) ............................................... 201<br />

E<br />

Een audiocd afspelen ............................. 109<br />

Een gewenst nummer selecteren........ 110<br />

Herhalen en in willekeurige<br />

volgorde afspelen ............................ 111<br />

Een Bluetooth ® -telefoon aansluiten........ 153<br />

Een cd inbrengen of uitwerpen............... 108<br />

Een cd inbrengen................................ 108<br />

Een cd uitwerpen ................................ 108<br />

Een invoer registreren ...................... 55, 157<br />

De invoerinformatie weergeven<br />

en bewerken .............................. 61, 159<br />

Een nieuwe invoer registreren ...... 55, 157<br />

Opgeslagen contactpersonen naar<br />

een USB-geheugen versturen........... 63<br />

Een MP3/WMA-schijf afspelen ............... 111<br />

Een gewenst bestand selecteren........ 112<br />

Een gewenste map selecteren............ 112<br />

Herhalen en in willekeurige<br />

volgorde afspelen ............................ 113<br />

Een nummer vormen .............................. 162<br />

Een segment op de route omleiden.......... 52<br />

Een station selecteren ............................ 105<br />

Een station voorinstellen......................... 104<br />

Een taal selecteren ................................. 188<br />

215


ALFABETISCHE INDEX<br />

Een USB-geheugen/iPod afspelen......... 115<br />

Een gewenst liedje selecteren ............ 116<br />

Herhalen en in willekeurige<br />

volgorde afspelen............................ 119<br />

Eject-knop............................................... 108<br />

E-mail ...................................................... 83<br />

E-mail lezen ......................................... 83<br />

Pop-upscherm voor<br />

een nieuwe e-mail ............................ 83<br />

F<br />

“FM”........................................................ 104<br />

Fotoslideshow........................................... 81<br />

De foto's weergeven ............................. 81<br />

Fotoslideshows afspelen....................... 82<br />

Functie voor korte berichten................... 170<br />

Een nieuw kort bericht versturen ........ 172<br />

Ontvangen korte berichten lezen........ 170<br />

Pop-upscherm voor<br />

een nieuw kort bericht .................... 170<br />

Verstuurde korte berichten lezen........ 171<br />

Functie-index............................................ 12<br />

G<br />

“Geavanceerd”.......................................... 41<br />

Gesproken begeleiding............................. 46<br />

Gsm........................................................ 145<br />

H<br />

Het audiosysteem aan- of uitzetten ........ 102<br />

Het scherm voor de bandenspanning<br />

tonen ................................................... 183<br />

I<br />

Icoon voor Nuttige Plaatsen...................... 29<br />

Informatie”-scherm.................................. 180<br />

Instellingen voor verkeersberichten.......... 71<br />

Invoerscherm............................................ 14<br />

iPod................................................. 114, 135<br />

Compatibele <strong>mode</strong>llen ........................ 135<br />

iPod-hoes................................................ 118<br />

K<br />

Kaartendatabank updaten ........................ 75<br />

Kaart updaten........................................ 75<br />

Kaarticonen............................................... 28<br />

Iconen voor Nuttige Plaatsen................ 29<br />

Verkeersberichten ................................. 32<br />

Kaartinformatie ......................................... 76<br />

Kaartinstellingen ....................................... 65<br />

Kaartlay-out .............................................. 26<br />

Kaartscherm ............................................. 24<br />

“Kalender”................................................ 85<br />

Kalender controleren............................ 85<br />

Knop om in te zoomen.............................. 26<br />

Knop om uit te zoomen............................. 26<br />

216


L<br />

Lijstscherm ............................................... 17<br />

M<br />

“MAP NAV”............................................... 20<br />

“MEDIA” -knop........................................ 100<br />

MP3 ................................................ 111, 138<br />

MP3/WMA-bestanden ............................ 138<br />

Afspeelbare bitsnelheden ................... 138<br />

S<strong>amp</strong>lingfrequentie............................. 138<br />

N<br />

“Navigatie”-instellingen ............................. 65<br />

“Navigatie”-menuscherm .......................... 20<br />

Navigatiesysteem ..................................... 19<br />

O<br />

Om kaartscherm weer te geven................ 24<br />

Online zoeken........................................... 92<br />

Oproepen met de Bluetooth ®<br />

-telefoon ontvangen ............................ 166<br />

“Opties” -knop ........................................... 47<br />

Overschakelen naar AUX-modus ........... 122<br />

Overschakelen naar Bluetooth ®<br />

-audiomodus ....................................... 124<br />

Overschakelen naar cd-modus............... 109<br />

Overschakelen naar radiomodus............ 104<br />

Overschakelen naar USB- of<br />

iPod-modus......................................... 115<br />

Overzicht begeleidingsscherm.................. 21<br />

Overzicht knoppen en “Extra's”<br />

-menuscherm ........................................ 80<br />

P<br />

Persoonlijke gegevens verwijderen ........ 187<br />

“Pieptoon” ............................................... 187<br />

Play/Pauzeknop...................................... 100<br />

“POI” ......................................................... 29<br />

Praten aan een Bluetooth ® -telefoon....... 167<br />

Een tweede nummer vormen.............. 168<br />

Het volume van de ontvanger<br />

aanpassen....................................... 168<br />

Tonen versturen.................................. 168<br />

217


ALFABETISCHE INDEX<br />

R<br />

Radio-ontvangst ..................................... 134<br />

AM....................................................... 134<br />

FM....................................................... 134<br />

Radiogegevenssysteem ......................... 106<br />

RDS........................................................ 106<br />

Route-instellingen..................................... 69<br />

“Route-opties”........................................... 69<br />

Routebegeleiding...................................... 45<br />

Routebegeleidingsscherm........................ 45<br />

Routevoorkeuren................................ 44, 69<br />

S<br />

Setup ...................................................... 185<br />

SETUP-knop........................................... 186<br />

“Setup”-scherm....................................... 186<br />

Scherm uitzetten..................................... 190<br />

Scherm voor het starten van<br />

de routebegeleiding .............................. 43<br />

Schermen voor algemene instellingen ... 187<br />

Persoonlijke gegevens verwijderen .... 189<br />

Sms-bericht ............................................ 170<br />

Spraakopdrachtensysteem.................... 175<br />

Stuurknoppen ......................................... 131<br />

T<br />

“Taal” ...................................................... 187<br />

Telefoon.................................................. 145<br />

Telefoon (handsfreesysteem<br />

voor gsm) ............................................ 145<br />

Als u uw voertuig verkoopt<br />

of wegdoet....................................... 152<br />

De telefoonknop gebruiken ................. 151<br />

Over het telefoonboek in<br />

dit systeem ...................................... 152<br />

“Telefoon” ............................................... 146<br />

Telefoonboek.......................................... 163<br />

Telefoonboekgegevens .......................... 152<br />

Telefooninstellingen................................ 200<br />

Thuis......................................................... 55<br />

Thuis als de bestemming instellen............ 35<br />

Thuis registreren....................................... 55<br />

Toepassing downloaden........................... 96<br />

Toepassing bedienen............................ 97<br />

Toepassing downloaden ....................... 96<br />

Toon en balans....................................... 202<br />

Balans ................................................. 202<br />

Toon.................................................... 202<br />

Tussenstop ............................................... 50<br />

218


U<br />

USB-geheugen....................................... 136<br />

USB-geheugen/iPod............................... 114<br />

Een USB-geheugen of iPod<br />

aansluiten........................................ 114<br />

Een USB-geheugen/iPod afspelen ..... 115<br />

Geluidsinstellingen.............................. 201<br />

Overschakelen naar USB- of<br />

iPod-modus......................................... 115<br />

W<br />

WMA............................................... 111, 140<br />

Z<br />

Zoek-/Nummerknop ................................ 100<br />

V<br />

Verkeersberichten ............................ 32, 106<br />

Voertuiginformatie .................................. 179<br />

Volumeaanpassing................... 46, 168, 187<br />

Voorwaarden .......................................... 139<br />

ID3-tag ................................................ 140<br />

ISO 9660-formaat ............................... 140<br />

m3u..................................................... 140<br />

MP3..................................................... 140<br />

Pakketschrijven................................... 139<br />

WMA ................................................... 140<br />

WMA-tag............................................. 140<br />

Vorig record............................................ 182<br />

219


ALFABETISCHE INDEX<br />

220


Certificaat<br />

221


222


223


PZ49X00332EN<br />

PZ49X00332E<br />

PZ49X00332DE<br />

PZ49X00332P<br />

PZ49X00332DA<br />

PZ49X00332H<br />

PZ49X00332FR<br />

PZ49X00332C<br />

PZ49X00332IT<br />

PZ49X00332S<br />

PZ49X00332ES<br />

PZ49X00332R<br />

PZ49X00332PT<br />

PZ49X00332T<br />

Publication no. AOM 001 541-1<br />

PZ49X00332NL<br />

PZ49X00332B<br />

PZ49X00332NO<br />

www.toyota-europe.com<br />

PZ49X00332E<br />

Printed in UK

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!