Aufbau John Deere R43V - Operator's Manual - John Deere

w2. Algemene veiligheidsvoorschriften voor
handbediende cirkelmaaiers (benzine)
– Voor uw eigen veiligheid en voor een zo optimaal
mogelijke werking van uw machine raden wij u aan
deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door te lezen.
Neem de tijd om kennis te nemen van de bedieningselementen
en de machine juist te gebruiken.
– Wij wijzen u erop dat de bestuurder of gebruiker
van de machine aansprakelijk is voor het in gevaar
brengen van andere personen, hun eigendommen
en ongevallen waarbij deze betrokken zijn.
– Laat nooit kinderen en personen onder 16 jaar
en andere personen die geen kennis hebben
genomen van de gebruiksaanwijzing de machine
gebruiken. Wij wijzen u op het volgende:
De minimumleeftijd van gebruikers kan regionaal
verschillen.
– Deze gebruiksaanwijzing hoort bij de maaier en
moet bij eventuele verdere verkoop aan de
nieuwe eigenaar worden overhandigd.
– Wijs iedereen die met het apparaat gaat werken
op de mogelijke gevaren en hoe ongevallen
kunnen worden vermeden.
– Sla de maaier veilig op. Niet gebruikte maaiers
moeten in een droge, gesloten ruimte buiten
bereik van kinderen worden bewaard.
– De maaier is alleen bedoeld voor het onderhouden
van grasvelden en gazons. Bij gebruik in
openbare plantsoenen, parken, op sportvelden,
langs de weg en op land- en bosbouwbedrijven
moet u bijzonder voorzichtig te werk gaan.
– Het is niet toegestaan accessoires of aanbouwapparatuur
van externe leveranciers te gebruiken.
In dergelijke gevallen vervalt elke typegoedkeuring
en elke aanspraak op garantie.
– De maaier mag niet worden gebruikt voor het
snoeien van bosjes, hagen en struiken, het
snoeien van klimgewassen, begroeiing op daken
en in balkonbloembakken of het afzuigen of
schoonblazen van voetpaden.
– Maai nooit in het bijzijn van andere personen, met
name kinderen, of dieren.
Voorbereidende maatregelen
– Draag tijdens het maaien altijd stevige schoenen
en een lange broek. Maai nooit met blote voeten
of met sandalen.
– Controleer voor en tijdens het maaien het te bewerken
gebied en verwijder alle stenen, stokken,
kabels en andere voorwerpen.
WAARSCHUWING
– Benzine is zeer licht ontvlambaar.
w – Bewaar benzine alleen in de daarvoor bedoelde
tanks.
– Tank alleen in de open lucht met een koude
motor.
NL
Tijdens tanken zijn roken en open vuur verboden.
– Tank benzine voordat u de motor start. Open
de tankdop niet en tank geen benzine bij een
draaiende motor of als het apparaat heet is.
– Probeer de motor niet te starten als u benzine
heeft gemorst.Verwijder in plaats daarvan
het apparaat van de met benzine vervuilde
plek en veeg de overgelopen brandstof
van de motor af.
Probeer de motor niet te starten voordat de
benzinedampen zijn vervlogen.
– Sluit benzine tank en jerrycan om veiligheidsredenen
weer volledig af.
– Vervang bij beschadiging de benzinetank,
de tankdop en de uitlaatdemper.
– Controleer voor gebruik altijd visueel of de messen,
de bevestigingsbouten en de gehele snijeenheid
versleten of beschadigd zijn.
Vervang versleten of beschadigde messen en bevestigingsbouten
ter voorkoming van onbalans.
Gebruik
– Laat de verbrandingsmotor niet draaien in
afgesloten ruimten waarin zich gevaarlijke
verbrandingsgassen kunnen ophopen. Gevaar
voor vergiftiging!
– Dragers van pacemakers mogen bij draaiende
motor geen motoronderdelen aanraken die
onder spanning staan.
– De motor/uitlaat wordt zeer warm: raak deze
onderdelen niet aan.
– Gebruik alleen de in de gebruiksaanwijzing
aangegeven soort brandstof.
– De motorrem is om veiligheidsredenen wettelijk
verplicht.
– Maai alleen bij daglicht of met voldoende licht.
– Zorg ervoor dat u op hellingen altijd goed staat.
– Bestuur de machine stapvoets.
– Maai op een helling in dwarsrichting, nooit naar
boven of naar beneden.
– Wees bijzonder voorzichtig als u op een helling
van rijrichting verandert.
– Maai niet op zeer steile hellingen
– Wees bijzonder voorzichtig als u de maaier
omkeert of deze naar u toe trekt.
– Bij achterwaartse bewegingen met de maaier
kunt u struikelen.
Vermijd achteruitlopen.
– Vermijd abnormale lichaamshoudingen. Zorg ervoor
dat u stevig staat en niet uw evenwicht verliest.
– Houd de door de lengte van de duwstang
bepaalde veilige afstand aan.
– Wanneer u de maaier voor transport moet
optillen, wanneer u met de maaier andere terreinen
dan grasvelden moet oversteken of wanneer
u de maaier van en naar het te maaien terrein
moet transporteren, zet u de motor af en wacht
tot de snijeenheid tot stilstand is gekomen.
– Til de machine nooit op en draag deze nooit met
draaiende motor.
27