Views
2 years ago

Teacher manual Foundations III

  • Text
  • Leerlingen
  • Laat
  • Woorden
  • Foundations
  • Engels
  • Forword
  • Leerling
  • Gaan
  • Goed
  • Manual
  • Www.sterkengels.nl
Teacher manual Foundations III

FOUNDATIONS

FOUNDATIONS III – CHAPTER 4 - TRANSPORT Part A – Speaking A1. Laat de leerlingen rondlopen in het lokaal en elkaar vragen stellen over vervoer. Part C – Listening C1. Laat de leerlingen naar het fragment luisteren en de vragen beantwoorden. A2. De leerlingen schrijven de informatie op die zij te horen krijgen van hun klasgenoten. A3. Vraag een aantal leerlingen wat zij te weten zijn gekomen over hun klasgenoten. Part B – Vocabulary B1. De leerlingen combineren de woorden met het bijpassende plaatje. 1 woord wordt niet gebruikt. 1. Bicycle 2. Train 3. Plane Car B2. Er worden in twee ronden 10 van de 15 woorden duidelijk uitgesproken. Zorg ervoor dat iedere leerling het goed heeft kunnen horen. Controleer het invulformulier om na te gaan of de leerling de klank – teken koppeling goed heeft gemaakt. Task 1 full name others ever done far large open possible play Task 2 yet women social possible play others left far ever already B3. Fill in the correct word that match with the picture. 1.Kerosine 3. Gasoline 2. Wind 4. Electricity Laat de leerlingen inloggen op Fast ForWord en laat hen Fast ForWord reading level 1 Bear Bags spelen. 1. false 2. true 3. true 4. true C2. Laat de leerlingen nogmaals naar naar het fragment luisteren en de vragen beantwoorden. 1. C 2. Je paspoort en je instapkaart 3. B C3. Stel vragen over treinreizen en laat de leerlingen zoveel mogelijk in het Engels antwoorden. Laat de leerlingen inloggen op Fast ForWord en laat hen Fast ForWord reading level 1 Bedtime Beasties spelen. Part D – Forms of “to Be” D1. De vormen van to be gaan de leerlingen veel moeten gebruiken in het Engels. Niet alleen in de letterlijke betekenis maar ook bij verschillende grammaticale vormen. Hieronder een overzicht van de verschillende vormen van to be en de betekenis. SUBJECT PRESENT PAST TENSE TENSE (T.T.) (V.T.) I (ik) am (ben) I am happy. was (was) I was happy. You (jij) are (bent) You are happy. were (was) You were happy. He / She / It (hij / zij / het) is (is) He is happy. was (was) He was happy. 20 STERK ENGELS | FOUNDATIONS - III | TEACHER MANUAL

SUBJECT PRESENT PAST TENSE TENSE (T.T.) (V.T.) We (wij) are (zijn) were (waren) We are happy. We were happy. You are (zijn) were (waren) (jullie) You are happy. You were happy. They (zij) are (zijn) were (waren) They are happy. They were happy. D2. De leerlingen vullen de juiste vorm van to be in. Tussen haakjes staat of de zin in de tegenwoordige of verleden tijd staat. a. She is always at school at 8 o’clock. (present tense) b. They are my parents, this is my mom that is my dad. (present tense) c. She was my favourite teacher in first grade. (past tense) d. I was on holidays in the US last year. (past tense) e. We are celebrating my birthday today. (present tense) f. Mary is a nice person. (present tense) g. My friends were on TV last night. (past tense) h. You are always happy to come over, right? (present tense) i. John and Mary are at school today. (present tense) j. The moon is up in the air tonight. (present tense) Part E – Word Focus Bij word focus gaan de leerlingen kennis maken met verschillende soorten woorden. Hierin leren zij aan dat woorden meerdere vormen kan hebben en dat zij dan in betekenis een klein beetje verschillen. Leg de verschillen tussen werkwoorden, zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden uit. Advise (to) advise Advise Advised 21 E1. Laat de leerlingen de woorden omcirkelen die een afgeleide zijn van het zelfstandig naamwoord: advise. 1. Advise - Aanraden 2. Advise - Wijze 3. Advised - Overwogen 4. Advised - Adviseerde E2. Laat de leerlingen de omcirkelde woorden zelf omschrijven. Wat denken zij dat het betekent in deze zin. Part F – Reading Assistant Plus F1. Voordat de leerlingen de tekst gaan lezen moeten zij eerst naar de titel het plaatje (voorkant van het boek) kijken dat bij de tekst hoort. Laat hen opschrijven waar zij denken dat de tekst over gaat. Ga met de leerlingen online naar Reading Assistant Plus. Klik op Map my neighbourhood en laat de leerlingen de instructies volgen. F2. De leerlingen maken nu zelf een kaart van de omgeving waar zij wonen. Het is een 2D kaart dus alleen met de wegen en belangrijke plekken zoals hun huis, de school, de winkels etc. Part G - Writing G1. De leerlingen kijken naar de kaart van hun klasgenoot en geven aanwijzingen naar belangrijke plekken zoals bijvoorbeeld de school. Bekijk de pijlen hieronder voor mogelijke hulp. Bijvoorbeeld: “Turn left, and then at the 3rd street turn right. Go straight and you will arrive at school” G2. Laat de leerlingen de kaart zien aan de rest van de klas en laat hen aanwijzingen geven in het Engels van het huis naar een andere plek. STERK ENGELS | FOUNDATIONS - III | TEACHER MANUAL