DOKTER IN THE HOUSEJaren na de plaatsing van een heupprothesekrijgt een vrouw koorts en heuppijn. In hunzoektocht naar de oorzaak stoten debehandelende artsen en het lab klinischebiologie op een verrassend beestje.ZeldzaambeestjeKlinisch bioloog Stijn Jonckheere:“Opmerkelijk hoeveel boeiendepathologieën we in onsziekenhuis tegenkomen.”Patiënt S. is 61 jaar.Zeven jaar geledenwerd bij haar eenrechterheupprothesegeplaatst. In delente van 2023 krijgt ze lastvan koorts, rillingen enpijn in de heup. Na tweedagen meldt ze zich aan opde spoedafdeling.Klinisch bioloog StijnJonckheere (laboratoriumklinische biologie):“De patiënt heeft geenbijzondere medischevoorgeschiedenis. Enkeleweken eerder heeft ze wellast gehad van misselijkheiden diarree.”DADER GEZOCHTOmdat beeldvorming etterrond het gewricht onthulten een bloed afname eenverhoogd CRP van 177 mg/Ltoont, wordt een punctiegenomen. Celtelling bevestigtdat er sprake is van eeninfectie. Van de gewrichtsprothese,vermoeden deartsen, en ze beslissen omeen chirurgischde bridement en eenspoeling uit te voeren.Dat gebeurt op dag tweevan de opname. Hetver dachte weefsel wordtweggesneden, de prothesegereinigd en gespoeld.Jonckheere: “Tijdensde ingreep worden vijfweefsel biopten en eensynoviale punctie genomenvoor verder onderzoek.Intussen hebben we in hetlab de schuldige bacteriegevonden in een hemocultuurdie bij opnamewas afgenomen: Campylobactercoli. Analyse vande per operatieve stalenen van een stoelgangstaalbe vestigen de aanwezigheidvan die bijzondere kiem.”OPEN MONDENDat resultaat doet tochenkele monden openvallen:een infectie zevenjaar na de plaatsing vaneen heupprothese is opzich al zeldzaam, hettype bacterie is helemaaluitzonderlijk.Stijn Jonckheere:“Campylobacter coli is eenkiem die gastro-enteritisveroorzaakt. Bij patiënt S.moet die zich via de bloedbaanop de prothesegenesteld hebben. Het ispas de derde keer datCampylobacter colibe schreven is in eenprothese-infectie.”De patiënt krijgt een aangepasteantibioticakuurvan drie maanden en magna tien dagen naar huis.De infectie komt niet meerterug. Klinisch bioloog StijnJonckheere wijdt samenmet vier Ieperse artsen entwee onderzoekers van deULB een artikel aan de casein het wetenschappelijktijdschrift Pathogens.Jonckheere: “Ik vind hetbelangrijk om wetenschappelijkeinteresse teblijven tonen, ook in eenperifeer ziekenhuis. Het isopmerkelijk hoeveelboeiende pathologieën wein ons ziekenhuis tegenkomen.”14
MeteendoorverwijzenDe kans op een postoperatieve infectie na een heupprotheseis minder dan 1 procent. Meestal gaat het danom een Stafylokok die ondanks voorzorgsmaatregelentoch naar binnen dringt, kort na de ingreep.Dokter Jens Vanbiervliet (orthopedie): “Geneest dewonde slecht of komt er vocht uit, dan mag de huisartsniet twijfelen: meteen doorverwijzen. Een heup protheseinfectieis moeilijk behandelbaar. De prothese bestaatuit lichaamsvreemde materialen, waarop bacteriëngedijen en antibiotica niet goed werkt. De behandelingbestaat steeds uit twee delen: de juiste antibioticaen chirurgie om de prothese proper te maken of tevervangen. Als de infectie minderdan een maand geleden ontstaan is,hoeven de vaste delen meestal nietverwijderd te worden. Dat was hiergelukkig het geval.”dokter Jens VanbiervlietOppassen metantibioticaProthese-infecties worden in het ziekenhuis multidisciplinairbehandeld. De boodschap van de infectioloogaan de huisarts: start zelf geen antibioticakuur op,maar stuur de patiënt naar het ziekenhuis als je eeninfectie van een prothese vermoedt.Dokter Wim Terryn (infectiologie): “De behandelingstaat of valt met een juiste analyse van de kiem: wewillen zeker weten om welk type bacterie het gaat,zodat we de gepaste antibioticakunnen toedienen. In dit geval was datlevoflaxacine. Blind behandelen is uitden boze: de patiënt dreigt voor jarenin een sukkelstraatje te belanden.”dokter Wim Terryn15
Loading...
Loading...