26.03.2013 Views

Detector Magazine 85 - De Detector Amateur

Detector Magazine 85 - De Detector Amateur

Detector Magazine 85 - De Detector Amateur

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Vondst van het jaar<br />

<strong>De</strong> rol van munten<br />

in Angelsaksisch<br />

Engeland<br />

Vondstberichten<br />

Op pad met...<br />

Als ik zo eens terug<br />

denk...<br />

Varia<br />

V E R E N I G I N G S B L A D V A N<br />

‘ D E D E T E C T O R A M A T E U R ’<br />

<strong>85</strong><br />

maart 2006<br />

<strong><strong>De</strong>tector</strong><br />

magazine


4<br />

Inhoud<br />

maar t 2006<br />

• Vondstberichten 6<br />

• <strong>De</strong> rol van munten in Angelsaksisch<br />

Engeland 8<br />

• Op pad met.... 14<br />

• Als ik zo eens terug denk... 18<br />

• Ringedingetjes 21<br />

• Vondst van het jaar 26<br />

• Gebruikerservaring 32<br />

• Raad de foto 33<br />

• Vraagbaak 37<br />

• Varia 41<br />

Colofon<br />

<strong><strong>De</strong>tector</strong> magazine is het verenigingsblad van<br />

‘<strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong>’ en verschijnt 6 keer per jaar.<br />

Sluitingsdatum kopij en advertenties: 5 april 2006.<br />

Redactie<br />

M. Ho mann (eindredacteur)<br />

C.B. Leenheer<br />

J. Koning, W. van den Brandhof, K. Bot, J. Bosma (fotogra e)<br />

Medewerkers redactie:<br />

J. Zijlstra, H.J.E. van Beuningen, M.A. Holtman, L.C. Mijderwijk, A. van Herwijnen,<br />

K. van Santvoord<br />

Redactieadres<br />

<strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong>, Hanebalken 153, 9205 CL Drachten,<br />

e-mail: redactie@detectoramateur.nl<br />

Advertenties<br />

Het bestuur behoudt zich het recht voor advertenties zonder opgave van redenen te weigeren.<br />

Door het opnemen van advertenties doet de redactie van het <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Magazine</strong> c.q.<br />

de vereniging <strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong> geen aanbeveling van de daarin vermelde producten of<br />

diensten.<br />

Advertentieaquisitie<br />

Advertentievoorwaarden- en tarieven op aanvraag bij Gra sch bureau Creatype.<br />

E-mail: studio@creatype.nl<br />

Vormgeving en layout<br />

Gra sch bureau Creatype, Drachten, (0512) 54 52 40, www.creatype.nl<br />

Druk:<br />

<strong>De</strong> Marne, Leens<br />

ISSN: 1386-5935<br />

© Copyright: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door<br />

middel van druk, fotogra e, micro lm, internet of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande,<br />

Bestuur (voorkeur e-mail)<br />

Voorzitter<br />

Roy Hutters<br />

Tel. (0571) 29 11 45<br />

wcr.hutters@detectoramateur.nl<br />

Penningmeester/secretariaat<br />

Natasja Verburgh<br />

Tel. 06-13835002<br />

n.d.verburgh@detectoramateur.nl<br />

Eindredactie magazine<br />

Mart Ho mann<br />

Tel. (015) 21 36 298<br />

m.ho mann@detectoramateur.nl<br />

Algemeen/externe betrekkingen<br />

Martin de Witte<br />

Kapelweg 57, 3818 BE Amersfoort<br />

Tel. 06 26 694 987<br />

m.de.witte@detectoramateur.nl<br />

Ledenadministratie<br />

Opgave van leden, opzeggingen, adreswijzigingen, ledenpas, vragen<br />

over de contributie enz.<br />

Natasja Verburgh<br />

Postbus 2729, 7301 EE Apeldoorn<br />

Tel. 06-13835002, e-mail: administratie@detectoramateur.nl<br />

Redactie <strong>Magazine</strong><br />

Kopij en inzendingen voor het magazine<br />

Hanebalken 153, 9205 CL Drachten, e-mail: redactie@detectoramateur.nl<br />

Activiteitencommissie<br />

Voor vragen, suggesties enz. over zoekdagen, determinatiedagen kunt u terecht<br />

bij: G. Lukassen, Meerpaal 218, 9732 AM Groningen,<br />

Tel. (050) 5413396, e-mail: zoekdag@detectoramateur.nl<br />

Ledenpas<br />

Voor het verkrijgen van een ledenpas van de vereniging dient u een pasfoto op<br />

te sturen met op de achterzijde vermeld uw naam en adres aan de ledenadministratie<br />

van de vereniging.<br />

Lidmaatschap<br />

Het lidmaatschap van deze vereniging loopt altijd per kalenderjaar<br />

en wordt zonder opzegging altijd stilzwijgend verlengd met een<br />

jaar.<br />

<strong>De</strong>genen die in de loop van het jaar toetreden, ontvangen alle reeds<br />

eerder verschenen nummers van het lopende jaar. Opzegging dient<br />

uiterlijk op 1 november schriftelijk binnen te zijn.<br />

<strong>De</strong> contributie bedraagt per 1 januari 2006:<br />

Leden binnenland 30,—, via incasso 29,—<br />

Steunleden 8,—<br />

Leden buitenland 35,—.<br />

Algemeen postadres:<br />

Postbus 2729, 7301 EE Apeldoorn<br />

Bank:<br />

Rabobank 10.76.81.048 t.n.v. <strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong> te Amersfoort<br />

Postbank 1675000 t.n.v. <strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong> te Amersfoort


Bestuur<br />

Van de voorzitter<br />

Op het moment van dit schrijven vriest het<br />

buiten 7 graden, geen enkele reden om als<br />

zoeker vrolijk te zijn. Maar er komen vast weer<br />

betere tijden.<br />

Een beter bericht is dat de zoekdag voor het<br />

komende voorjaar bekend is. <strong>De</strong>ze zal plaats<br />

vinden te Nijkerk.Verdere info volgt in dit<br />

magazine.<br />

Na een toch wel rumoerig 2005 hoopt het bestuur dat we<br />

met wat extra mankracht dit jaar toch weer met een voltallig<br />

bestuur kunnen gaan draaien. Er zijn wat aanmeldingen maar<br />

echt storm loopt het niet. Wij hebben u nodig om de vereniging<br />

draaiende te houden dus als u tijd en interesse heeft meld<br />

dit dan bij een van de bestuursleden.<br />

Ik wens u een heel goed zoekjaar met bijzondere vondsten en<br />

ik hoop u allen te ontmoeten op 25 maart in Nijkerk.<br />

Roy Hutters, voorzitter<br />

Jaarvergadering<br />

Datum: 8 april 2006<br />

Plaats: The Saloon, Bandijk 60, 7396 TC Terwolde<br />

Aanvang: 11.00 uur<br />

Agenda: Opening<br />

Notulen jaarvergadering 2005<br />

Mededelingen<br />

Ingekomen stukken<br />

Financieel verslag boekjaar 2005<br />

Verslag kascontrolecommissie<br />

Bestuurssamenstelling<br />

Rondvraag<br />

Afsluiting<br />

Data magazines<br />

Uiterste aanleverdata<br />

kopij (artikelen)<br />

2 februari 2006<br />

5 april 2006<br />

2 juni 2006<br />

7 augustus 2006<br />

3 oktober 2006<br />

24 november 2006<br />

Verschijningsdata<br />

magazine<br />

6 maart 2006<br />

6 mei 2006<br />

6 juli 2006<br />

7 september 2006<br />

4 november 2006<br />

27 december 2006<br />

Van de redactie<br />

Beste leden, allereerst nog de beste wensen voor het<br />

nieuwe jaar. Wij hopen dan ook dat u dit jaar fraaie<br />

vondsten aan de bodem kunt ontfutselen, die mogelijk<br />

ons magazine kunnen sieren.<br />

Er is een fraai zoekverhaal van Matthijs Rutten die een<br />

overzicht geeft van zijn vondsten van het afgelopen jaar.<br />

Er zijn zeven inzendingen voor de ‘vondst van het jaar’.<br />

Van Leon Mijderwijk hebben we een fraai artikel ontvangen<br />

over Engelse munten uit de Angelsaksische periode.<br />

Hierop haakt heel mooi het artikel van Jan Zijlstra over<br />

een bracteaat in. Ook is er een ‘Op pad met..’ van Koen<br />

van Santvoort die ons langs de rivieren voert. Uiteraard<br />

staan er ook de vaste rubrieken in die u van ons gewend<br />

bent.<br />

Op 8 april houden we de jaarlijkse ledenvergadering. Zijn<br />

er dingen die u wilt vertellen of duidelijk maken over het<br />

magazine dan is dit DE mogelijkheid, daar we u dan persoonlijk<br />

te woord kunnen staan. Uiteraard kan het ook op<br />

de zoekdag, mocht u voor de ledenvergadering verhindert<br />

zijn, we zijn immers leden voor leden.<br />

Doordat er minder advertenties zijn verkocht werden we<br />

helaas genoodzaakt het aantal pagina’s terug te brengen<br />

naar 44 (was 48). Het was wel mogelijk om de 48 pagina’s<br />

aan te houden, maar dan zou het kleurgedeelte komen te<br />

vervallen of zouden we van een mindere kwaliteit papier<br />

gebruik moeten maken. Met deze maatregel merkt u als<br />

lezer het minst van de verandering.<br />

Om u als lid op de hoogte te houden van het verschijnen<br />

van het magazine staan er hiernaast de data afgedrukt<br />

waarop u het magazine in huis kunt verwachten. Tevens<br />

staan hier de data voor het inleveren van de kopij.<br />

Wij als redactie hopen dat u het blad met veel plezier zult<br />

lezen.<br />

Langs deze weg wil ik iedereen die de artikelen heeft aangeleverd<br />

evenals de vaste redacteuren en de medewerkers<br />

van de opmaak hartelijk danken.<br />

Met vriendelijke groet,<br />

Mart Hoffmann, eindredacteur <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Magazine</strong><br />

DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />

5


6 [ Tekst: Jan Zijlstra / Foto’s: Jan Zijlstra ]<br />

Vondstberichten<br />

Een Friese<br />

vondst met<br />

een Engelse<br />

‘Parallel’


In nummer 70 (september 2003) van ons magazine werd<br />

uitgebreid aandacht besteed aan een te Wijnaldum<br />

gevonden gouden bracteaat van een raadselachtig type.<br />

Het stuk past technisch en eigenlijk ook iconogra sch<br />

niet goed in de Scandinavische series; het zou een<br />

continentale (Friese?) of insulaire achtergrond kunnen<br />

hebben.<br />

Niet zo lang geleden werd in het Engelse<br />

Kent een soortgelijk maar beter<br />

bewaard gebleven stuk gedetecteerd.<br />

Hoewel zeker niet identiek, vertoont<br />

het globaal een aantal vergelijkbare<br />

Van het Wijnaldumer exemplaar (linkerfoto en tekening-<br />

reconstructie midden-onder) is nog een middenfragment terug-<br />

gevonden; het is hier goudkleurig ingevuld.<br />

Rechts het Engelse exemplaar. Ons redactielid Johan koning<br />

ziet daarop een zittende of tronende guur; een interessante<br />

mogelijkheid. Symboliseert het kleine “podium”tussen de benen der<br />

koning(?) van het Wijnaldumer stuk misschien een zetel of troon?<br />

(iconografi sche) karakteristieken,<br />

afgezien van technische aspecten die<br />

van een foto moeilijk te beoordelen<br />

zijn. Een dansende? menselijke fi guur<br />

die ons aankijkt en ondefi nieerbare attributen.<br />

Daar omheen twee sier- en of<br />

pseudo-tekstbanden, alles gevat in een<br />

kabelrand van gouddraad en voorzien<br />

van een draagoog. <strong>De</strong> uitvoering der<br />

voorstelling is in beide gevallen uiterst<br />

primitief en werkt associaties op met<br />

bijv. Afrikaanse e tnografi ca (waarmee<br />

het uiteraard niets mee te maken<br />

heeft). <strong>De</strong> stilistische verwantschap<br />

van de twee bracteaten ten opzichte<br />

van elkaar is opvallend. Alleen al de<br />

boom- of takachtige confi guraties<br />

(bij het Friese exemplaar links van de<br />

menselijke fi guur) laten een zekere<br />

overeenkomst zien, evenals de sfeer en<br />

de algemene indruk. Overigens is het<br />

Kentse stuk afgezien van de benen der<br />

menselijk fi guur meer symmetrisch<br />

dan het Friese. Het is dan ook goed<br />

mogelijk dat dezelfde godheid of vorst<br />

is afgebeeld. Er bestonden in de vroege<br />

middeleeuwen tussen Zuidoost-<br />

Engeland, Northumbria en Friesland<br />

zeer nauwe banden. Inzake Kent en<br />

East Anglia blijkt dit onder meer uit<br />

studies met betrekking tot sieraden;<br />

deze komen in grote mate overeen, zij<br />

het dat de Friese sieraden technisch<br />

vaak iets minder verfi jnd zijn.<br />

<strong>De</strong> twee hier besproken bracteaten<br />

bevestigen dat nog eens.<br />

In boven aangehaald artikel (DDA<br />

70) schreef ik o.a.: “Het wachten is<br />

op nieuwe vondsten en voortschrijdend<br />

inzicht”. Wat betreft het eerste<br />

wordt ik dus op mijn wenken bediend,<br />

maar ook het inzicht wordt door deze<br />

nieuwe vondst verdiept en verbreed.<br />

Wellicht hebben we hier het begin van<br />

een aparte groep of subgroep.<br />

Met dank aan Tjamme Valk uit<br />

Hallum die mij op het Engelse stuk<br />

attendeerde.<br />

Tijdens het redactioneel klaarmaken<br />

van het stuk door Johan Koning attendeerde<br />

hij mij er op dat hij geen<br />

dansende menselijke fi guur op het<br />

stuk zag maar eerder een iets scheef<br />

zittende fi guur op een troon met de<br />

benen naar links.<br />

Zie ook: Johan Nicolay; Nieuwe bewoners van<br />

het Terpengebied en hun rol bij de opkomst<br />

van Fries Koningsschap.<br />

<strong>De</strong> betekenis van gouden bracteaten en<br />

bracteaatachtige hangers uit Friesland (vijfde-<br />

zevende eeuw na Chr.)<br />

In: <strong>De</strong> Vrije Fries no. <strong>85</strong> (2005), Leeuwarden,<br />

ISBN 90 6171 0014<br />

Oproep Geld- en Bankmuseum, Utrecht<br />

Het Geld- en Bankmuseum welke deze gouden munt: van de zoekdag<br />

te Nederweert heeft gedetermineerd: Halve gouden reaal van<br />

Philips II (1555-1598), geslagen in Vlaanderen (Brugge) in de periode<br />

1560-1567 heeft ons gevraagd of de vinder de vindplaats aan hen<br />

bekend wil maken.<br />

(Met vermelding van; onder nummer 1054241)<br />

Drs. J.E.L. (Jan) Pelsdonk<br />

Telefoon (algemeen): 030-2910492<br />

Postbus 2407<br />

3500 GK Utrecht<br />

DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />

7


8 [ Tekst: Leon C. Mijderwijk ]<br />

<strong>De</strong> rol van munten<br />

in Angelsaksisch Engeland<br />

Van Beowulf tot<br />

Athelstan<br />

<strong>De</strong>genen die een detectorreis naar Engeland hebben ondernomen,<br />

kennen het brede scala aan tijd en verscheidenheid bij mogelijke<br />

muntvondsten. Al in de Late IJzertijd werden er munten geslagen en het<br />

vertrek van de Romeinen betekende geenszins het einde van de munt.<br />

In de geschiedenis van Angelsaksisch Engeland (zesde tot elfde eeuw na<br />

Christus) is duidelijk een ontwikkeling te zien hoe er tegen munten werd<br />

aangekeken. Dit artikel handelt over deze ontwikkeling in de eeuwen<br />

dat de Angelsaksen zich vestigden totdat voor het eerst een koning de<br />

macht over heel Engeland in handen had.<br />

<strong>De</strong> schat van de draak<br />

“Een lang tijdperk van vrede brak nu voor<br />

de Gauten aan, want Beowulfs roem als<br />

held had zich overal verbreid. Niemand<br />

waagde het, een land aan te vallen waarvan<br />

de heerser het monster Grendel en diens<br />

moeder had overwonnen en ook in talloze<br />

gevechten zijn kracht en moed had<br />

getoond. Met wijsheid regeerde Beowulf<br />

over de Gauten; hij was geliefd en geëerd<br />

door zijn volk en bereikte een hoge leeftijd.<br />

Reeds vijftig jaren duurde zijn bewind toen<br />

de gelukkige tijd van vrede plotseling werd<br />

onderbroken en een groot onheil over de<br />

Gauten kwam. Middenin een steile, slechts<br />

langs een smal pad bereikbare rotswand<br />

lag de ingang van een hol, waarin vele,<br />

vele jaren geleden een grijsaard, de laatste<br />

van zijn stam, een kostbare schat had<br />

verborgen. Tenslotte stierf ook hij en nam<br />

zijn geheim mee in het graf. Op zekere dag<br />

echter ontdekte een rondzwervende draak<br />

de schat en nestelde zich in het hol. Hij<br />

behoedde de schat driehonderd jaar lang<br />

onbetwist, tot het toeval een vluchteling<br />

die op afgelegen wegen probeerde aan de<br />

toorn van zijn heer te ontkomen, naar de<br />

schatkamer voerde. Toen de ongelukkige<br />

de kostbare schat zag, nam hij daarvan een<br />

met edelstenen bezette gouden beker, een<br />

prachtig kunstwerk uit lang vervlogen tij-<br />

den, mee. Met deze beker keerde hij terug<br />

naar zijn heer om er diens gunst opnieuw<br />

mee te verwerven. <strong>De</strong>ze had nog nooit zo´n<br />

uitzonderlijk kleinood gezien; zijn woede<br />

bedaarde en hij schonk de brenger van de<br />

kostbare gave opnieuw zijn gunst.” 1<br />

Helaas, dit is niet het einde van het verhaal.<br />

<strong>De</strong> draak bemerkte dat zijn schat was<br />

aangetast en spuwde vuur over de Gauten<br />

om zijn ongenoegen kenbaar te maken.<br />

Beowulf wist hem tenslotte te doden, maar<br />

dit gevecht zou zijn laatste zijn. <strong>De</strong> held was<br />

dodelijk gewond en nadat hij zijn dienaar<br />

Wiglaf had opgedragen de veroverde schat<br />

uit het hol naar het licht te dragen, stierf<br />

hij. Het heldendicht Beowulf speelt zich af<br />

in Zweden en <strong>De</strong>nemarken. Het is echter samengesteld<br />

in de achtste of vroege negen-<br />

de eeuw in het Oud-Engels. <strong>De</strong> dichter en<br />

zijn publiek leefden in Angelsaksisch Engeland<br />

en in het gedicht zijn sporen te vinden<br />

van hoe de Angelsaksen tegen bepaalde<br />

zaken aankeken. Wat uit bovenstaande<br />

frase uit Beowulf in ieder geval blijkt, is dat<br />

zij een schat wisten te waarderen. <strong>De</strong> draak<br />

die de kostbaarheden bewaakte, gaf het<br />

verkrijgen van de schat een nog grotere<br />

waarde. Niet alleen in de poëzie zijn draken<br />

als schatbewaarders overgeleverd. Ook<br />

plaatsnamen in Engeland verwijzen hiernaar,<br />

zoals Drakelow, waarbij low vertaald<br />

kan worden als een grafheuvel. <strong>De</strong> plaatsen<br />

Hurdlow Town en Hordley beloven in hun<br />

naam een schat (hoard) te herbergen, maar<br />

er is geen sprake van een draak. In Hordley<br />

werd in 1950 inderdaad een Romeinse<br />

muntschat gevonden. 2<br />

Nog steeds spreken schatten tot de<br />

verbeelding. Geen archeoloog zal ooit<br />

ontsnappen aan de vraag of hij er al één<br />

gevonden heeft. Waarschijnlijk zal hij<br />

beroepsgetrouw antwoorden dat voor hem<br />

alleen de geschiedkundige waarde van<br />

zijn vondsten telt. Voor het bestuderen van<br />

de muntgeschiedenis van Angelsaksisch<br />

Engeland hebben we de schat in beide<br />

gedaanten nodig, namelijk als verzameling<br />

kostbaarheden waartoe juwelen, gouden<br />

en zilveren penningen en munten behoren<br />

en als een rijke schat aan informatie over de<br />

samenleving.<br />

Wie waren de Angelsaksen<br />

<strong>De</strong> naam Angelsaksen is een verzamelterm<br />

voor diverse volken waarvan groepen in de<br />

vijfde en zesde eeuw naar Engeland trokken.<br />

Tot die volken behoorden de Angelen<br />

en de Saksen, maar ook Juten, Friezen en<br />

Franken trokken over de Noordzee. Op<br />

den duur vielen zij niet alleen het land<br />

binnen, maar vestigden zij zich er ook.


Er gingen nog enkele decennia voorbij,<br />

maar ten slotte was een groot deel van<br />

het eiland verdeeld in gebieden die onder<br />

de invloedssfeer van Germaanse koningen<br />

vielen. Zij deelden het eiland met de<br />

Britse volken in het zuidwesten en Wales<br />

en Picten en Schotten in het noorden. <strong>De</strong><br />

verbondenheid met het vasteland was<br />

door de volksverhuizing niet verbroken.<br />

Het huidige geschiedkundige standpunt is<br />

dat de koninkrijken rond de Noordzee door<br />

intensieve handels- en sociale contacten<br />

veel overeenkomsten kenden in cultureel,<br />

ideologisch en politiek opzicht. 3<br />

Goud<br />

<strong>De</strong> Angelsaksische koninkrijken kenden<br />

aanvankelijk geen geldeconomie. Aan een<br />

economie waarin de munt als betaalmiddel<br />

werd gebruikt, was een einde gekomen na<br />

het vertrek van de Romeinen in het eerste<br />

decennium van de vijfde eeuw. Munten waren<br />

echter niet onbekend onder Germaanse<br />

volken. Romeinse munten werden gebruikt<br />

als hal abrikaat voor juwelen zoals hangers.<br />

Ook zijn gouden bracteaten, hangers<br />

waarin een reliëfstempel is aangebracht,<br />

gevonden. <strong>De</strong> voorstelling op deze hangers,<br />

die geslagen zijn in Scandinavië, zijn<br />

vaak gebaseerd op laat-Romeinse munten.<br />

<strong>De</strong> tekening is veelal een gestileerde weergave<br />

van het Romeinse voorbeeld. 4 Munten<br />

in de ware zin van het woord kwamen ook<br />

van het continent.<br />

<strong>De</strong> meeste hiervan kwamen uit de Merovingische<br />

koninkrijken, die het gebied van<br />

het huidige België en een groot gedeelte<br />

van Frankrijk omvatten. <strong>De</strong> gouden munten<br />

kenden twee denominaties: de solidus en<br />

de tremissis. <strong>De</strong> laatstgenoemde was een<br />

derde in gewicht van de solidus. <strong>De</strong>ze gro-<br />

Koninkrijken en steden in Angelsaksich Engeland, zevende eeuw.<br />

J. Campbell red., The Anglo-Saxons (Londen 1991) 52.<br />

tere munt van ruim 4 gram was zeldzaam.<br />

<strong>De</strong> tremissis kwam algemener voor.<br />

In de schatvondst in 1939 van het ‘koningsgraf’<br />

op het grafheuvelveld van Sutton Hoo<br />

werd een buidel met 37 gouden munten,<br />

drie gouden schij es en twee goudstaa es<br />

aangetro en. In verhouding tot de rijkdom<br />

die de andere vondsten, zoals zilveren schalen,<br />

met goud en email ingelegde schoudergespen<br />

en een gouden gesp van ruim<br />

14 centimeter, in dit scheepsgraf (Mound<br />

1) vertegenwoordigen, gaat het om een<br />

luttel bedrag. Mogelijk is de veronderstelling<br />

juist dat niet de goudwaarde maar de<br />

symbolische waarde van het aantal munten<br />

groot was. Zo zou het aantal van 40 (37 en<br />

3 blanke schij es) hebben kunnen dienen<br />

als betaling voor de roeiers van het schip.<br />

<strong>De</strong> goudstaa es zouden voor de scheepsof-<br />

cieren bedoeld zijn. 5 Zo’n betaling zou het<br />

heidense karakter van de overleden vorst<br />

bevestigen. Zo simpel ligt het echter niet.<br />

Ook zijn er diverse voorwerpen gevonden<br />

die op christelijke invloeden wijzen. Twee<br />

zilveren lepels met de namen Saulos-Paulos<br />

verwijzen expliciet naar de overgang van<br />

heidendom naar christendom (uitleg). Alle<br />

munten op drie na tonen op de keerzijde<br />

een kruis. <strong>De</strong>ze vondsten hebben uiteraard<br />

gezorgd voor uiteenlopende interpretaties<br />

over de religiositeit van de begravene.<br />

<strong>De</strong> samenstelling van de muntvondst roept<br />

ook vragen op. Zo zijn er geen twee munten<br />

uit eenzelfde Merovingisch munthuis<br />

afkomstig. Waarschijnlijk is de schat al op<br />

het continent gevormd toen de verschil-<br />

Goudschat uit de Sutton Hoo-vondst (1939).<br />

J.P.C. Kent en K.S. Painter, Wealth of the Roman world AD 300-700<br />

(Londen 1977) 72.<br />

9


10<br />

lende munthuizen onder het gezag van één<br />

Merovingische koning vielen. 6 <strong>De</strong> munten<br />

waren mogelijk als diplomatieke gift aan<br />

een vorst in Engeland geraakt. Het zuiden<br />

van Engeland had in deze tijd nauwe<br />

contacten met Gallië. Het lijkt erop dat de<br />

Merovingische vorsten zich actief bezighielden<br />

met de politiek in het zuiden van<br />

Engeland. 7 Het munten kreeg in ieder geval<br />

navolging onder Angelsaksische vorsten.<br />

Zij gingen hun eigen thrymsas slaan. <strong>De</strong><br />

eerste munten uit Kent werden waarschijnlijk<br />

in de late zesde eeuw geslagen. Uit de<br />

vroege zevende eeuw zijn munten bekend<br />

die beter determineerbaar zijn. Enkele<br />

dragen de naam van koning Eadbald van<br />

Kent (616-640); de naam van de muntmeester<br />

of de naam van de plaats. <strong>De</strong> meeste<br />

munten volgden continentale of Romeinse<br />

voorbeelden.<br />

<strong>De</strong> munten waren niet bedoeld als betaalmiddel.<br />

Daarvoor was de hoge waarde<br />

ongeschikt. Het draaide om het materiaal:<br />

goud. Gouden munten waren bijvoorbeeld<br />

geschikt als relatiegeschenk. Geschenken<br />

geven en ontvangen verhoogden<br />

het prestige van zowel de gever als de<br />

ontvanger. Ook hier is de Beowulf een rijke<br />

bron van informatie. In zijn jonge jaren<br />

trok Beowulf naar het land der <strong>De</strong>nen om<br />

koning Hrodgar van enkele ongenode<br />

gasten te verlossen. Na het verslaan van<br />

het monster Grendel en diens niet minder<br />

monsterlijke moeder werd Beowulf door<br />

Hrodgar overladen met kostbaarheden.<br />

Hij “schonk hem een gouden banier, een<br />

harnas, een helm en een zwaard. Bovendien<br />

kreeg Beowulf een kostbaar zadel en acht<br />

prachtige paarden.”<br />

Het vervolg van het verhaal is eveneens<br />

interessant: “Voor de Gaut die Grendel ten<br />

o er was gevallen, werd een schadeloosstelling<br />

in goud betaald.” 8 <strong>De</strong>ze schadeloosstelling<br />

wijst erop dat aan een persoon een<br />

waarde werd toegekend. <strong>De</strong>ze waarde voor<br />

personen is ook bekend uit wetten omtrent<br />

misdaden. Het zogenaamde weergeld<br />

(wergild) was de nanciële compensatie<br />

die moest worden betaald aan nabestaanden<br />

als een moord was gepleegd. Het<br />

geld moest dan voorkomen dat er een<br />

vergelding zou volgen waardoor een vete<br />

zou kunnen ontstaan. In zevende-eeuwse<br />

wetsteksten uit Kent staan diverse waarden<br />

die gerelateerd waren aan de sociale stand:<br />

een edelman was 300 shilling (scillingas)<br />

waard, een gewone vrije man 100 shilling.<br />

<strong>De</strong> genoemde bedragen hadden tot doel<br />

moorden en vetes te voorkomen, niet om<br />

numismaten te behagen. <strong>De</strong> genoemde<br />

munteenheden in wetten waren namelijk<br />

mogelijk slechts vastgestelde eenheden<br />

goud en hoefden niet gerelateerd te zijn<br />

aan munten die in omloop waren. 9 Moest<br />

er tot betaling worden overgegaan, besloot<br />

men misschien wel een ander ruilmiddel<br />

aan te bieden. Kortom, het noemen van<br />

geld in teksten hoeft geen weerspiegeling<br />

te zijn van het werkelijk gebruik van<br />

munten.<br />

<strong>De</strong> gouden standaard werd langzaam maar<br />

zeker losgelaten. Het goud werd zowel in<br />

Gallië als in Kent vermengd met zilver totdat<br />

in de late zevende eeuw, rond 670, volledig<br />

op zilveren munten werd overgegaan.<br />

Het tijdperk van de sceattas brak aan.<br />

Sceatta’s<br />

<strong>De</strong> sceat is de numismatische term voor de<br />

penny (Oud-Engels: pening). <strong>De</strong>ze munten<br />

kwamen qua grootte, gewicht en uiterlijk<br />

overeen met hun gouden voorgangers. In<br />

tegenstelling tot de gouden munten die<br />

slechts zelden als losse vondst worden<br />

aangetro en en waarvan de kennis dus<br />

grotendeels afhankelijk is van schatvondsten<br />

zoals die van Sutton Hoo, worden sceatta’s<br />

regelmatig aangetro en. Overigens<br />

niet alleen in Engeland. <strong>De</strong> sceat was een<br />

internationaal geaccepteerde munt. In<br />

meerdere landen rond de Noordzee werd<br />

hij geslagen. Dit geldt voor Gallië, maar<br />

ook voor Friesland en <strong>De</strong>nemarken. Dat<br />

de munt in meerdere koninkrijken werd<br />

geslagen, heeft aan historicus Ian Wood<br />

de veronderstelling ontlokt dat de sceatta<br />

“looks like a coinage of a trading nexus.” Niet<br />

de koningen maar de handelaren zouden<br />

de stimulerende kracht zijn achter deze<br />

muntslag. 10 <strong>De</strong> eenheid van munt moest<br />

het handelsverkeer vereenvoudigen en<br />

bespoedigen. <strong>De</strong> beeldenaar op de munt<br />

diende als ‘keurmerk’; het garandeerde een<br />

vast gewicht aan zilver. 11 Dankzij de bloeiende<br />

Noordzeehandel kennen sommige<br />

sceatta’s een groot verspreidingsgebied.<br />

In de schatvondst die bij archeologisch<br />

onderzoek in Vleuten-<strong>De</strong> Meern (2004) is<br />

aangetro en, bevonden zich naast de vele<br />

Friese sceatta’s ook twee exemplaren die in<br />

Engeland zijn geslagen. 12<br />

Naast de handelaren die voordeel ondervonden<br />

van de munten, waren het ook<br />

politieke leiders in verschillende koninkrijken<br />

onder wiens auspiciën munten werden<br />

geslagen. Ook zij zagen nanciële kansen in<br />

het bevorderen van handel in hun gebied.<br />

Eveneens konden de sceatta’ s worden<br />

ingezet als politiek statement. Het munten<br />

door een koning kon zijn onafhankelijkheid<br />

weergeven in een tijd dat de vorming<br />

en usurpatie van rijken in Angelsaksisch<br />

Engeland nog in volle gang was. <strong>De</strong> keus<br />

voor een bepaalde beeldenaar moest het<br />

standpunt kracht bij zetten. Als voorbeeld<br />

dient een munt uit Essex. Hier sloegen de<br />

Oostsaksische koningen een munt geïmiteerd<br />

naar een munt van Cunobelin met de<br />

beeldenaar van een s nx. Cunobelin was<br />

in de eerste helft van de eerste eeuw leider<br />

van de stam van de Catuvellauni die in het<br />

gebied leefden dat grofweg overeenkwam<br />

met Essex. Niet alleen wist Cunobelin<br />

diverse gebieden op buurstammen te<br />

veroveren, ook onderhield hij contacten<br />

met de Romeinen. Kortom, iemand in wie<br />

de koningen een voorbeeld zagen van een<br />

leider van een zelfstandig Essex. Met de<br />

uitgave van een munt verklaarden zij hun<br />

zelfstandigheid ten aanzien van Mercia. 13<br />

Naast handelaren en koningen zijn er ook<br />

aartsbisschoppen van York en Canterbury<br />

geweest die muntten. Overigens zijn de<br />

muntheren niet erg behulpzaam geweest<br />

om tot een eenvoudige determinatie<br />

van muntplaats en -heer te komen. In de<br />

periode voor 760 stond slechts zelden een<br />

naam van een muntheer op de munt. Door<br />

bestudering van munten met vergelijkbare<br />

beeltenissen kan de vermoedelijke<br />

herkomst en muntheer worden bepaald.<br />

Hiervoor kan ook de vindplaats van belang<br />

zijn want er zijn diverse types sceatta’ s die<br />

veelal worden teruggevonden in de nabijheid<br />

van de plaats waar zij zijn geslagen.<br />

<strong>De</strong>ze moeten gediend hebben voor de<br />

lokale geldomloop.<br />

O a’s munthervorming en de Northumbrische<br />

styca<br />

Ook de sceat bleek niet onaantastbaar voor<br />

verlaging van het gehalte aan edelmetaal.<br />

Het zilver werd vermengd met goedkopere<br />

metalen. Een munthervorming die<br />

plaatsvond rond 760 moest deze intrinsieke<br />

waardedaling stoppen. <strong>De</strong> pennies die nu<br />

werden gemunt, volgden de Frankische<br />

denarii na. Het gewicht was nagenoeg<br />

gelijk aan dat van de vroegere munt, maar<br />

de muntschijf was groter en dunner dan de<br />

sceat. <strong>De</strong> verandering zat niet alleen in het<br />

materiaal, alswel in de gewoonte voortaan<br />

de naam van de vorst en de muntmeester<br />

weer te geven. Het is de vorst die zich meer<br />

en meer het slaan van en het toezicht op<br />

munten toeeigent. Met de naam van één<br />

koning is de hervorming onlosmakelijk<br />

verbonden: O a; hoewel mogelijk anderen<br />

voor hem al de nieuwe penny lieten slaan.<br />

O a was koning van Mercia van 757 tot<br />

796, maar zijn invloedssfeer spreidde zich<br />

uit tot over de grenzen van zijn koninkrijk.<br />

Zijn muntpolitiek lag in het verlengde van<br />

zijn dynastieke politiek. Niet alleen<br />

sloeg O a munten met zijn eigen naam,<br />

ook muntte hij op naam van zijn vrouw,<br />

koningin Cynethryth. Op de voorzijde<br />

van deze munt staat de naam van de<br />

muntmeester Eoba en een portret, op de<br />

keerzijde de tekst: Cynethryth regina M,<br />

Cynethryth koningen van Mercia. <strong>De</strong>ze uitgave<br />

op naam van een vrouw, de koningin


Munt van O a met de<br />

naam van zijn vrouw,<br />

Cynetryth.<br />

J. Campbell red., The Anglo-<br />

Saxons (Londen 1991) 63.<br />

van Mercia, was uniek voor<br />

Europa. Mogelijk dienden<br />

oude Romeinse,<br />

of juist eigentijdse<br />

Byzantijnse munten<br />

als voorbeeld. In<br />

Byzantium was op dat<br />

moment namelijk een<br />

vrouw aan de macht<br />

keizerin Irene.<br />

Hoewel de rol van handelaren bij het munten<br />

leek uitgespeeld, groeide de rol van de<br />

handel zelf gestaag. Schriftelijke bronnen<br />

lichten slechts spaarzaam een tip van de<br />

sluier op over de internationale handel.<br />

Er zijn gelukkig nog andere bronnen,<br />

bijvoorbeeld munten. Schattingen over het<br />

aantal munten dat circuleerde in Engeland<br />

rond 790 komen uit op vijf miljoen stuks.<br />

Voor dit aantal pennies is een aanzienlijk<br />

gewicht aan zilver nodig. Een grondstof<br />

die niet rijkelijk aanwezig is op het eiland.<br />

Dit moest dus geïmporteerd worden in ruil<br />

voor een product of producten waarover<br />

de Angelsaksen beschikten zoals geweven<br />

sto en. 14<br />

O a stimuleerde de handel mede door de<br />

muntslag aan te passen. Rond 790 verhoogde<br />

hij het gewicht van de penny. Hij volgde<br />

daarmee de nieuwe standaard die Karel de<br />

Grote had geïntroduceerd. O a’s blik bleef<br />

echter niet beperkt tot het Frankische rijk.<br />

Hij bracht ook een gouden munt uit die een<br />

imitatie was van een islamitische dinar.<br />

In het noordelijke gedeelte van Engeland<br />

werd de verlaging van het zilvergehalte<br />

van de sceat op een andere wijze tegemoet<br />

getreden dan met de munthervorming die<br />

in het zuiden plaatsvond. In Northumbrië,<br />

ten noorden van rivier de Humber, werd de<br />

munt door de koningen en aartsbisschoppen<br />

van York gehandhaafd.<br />

<strong>De</strong> achtste en negende eeuw vormden een<br />

Gouden dinar van O a met Arabische inscripties.<br />

L. en J. Laing, Britain’s European heritage (Stroud 1995) fotopa-<br />

gina 5 tussen pag. 104-105.<br />

woelige periode in de politieke geschiedenis<br />

van het Northumbrië. Rivaliserende<br />

families streden onophoudelijk om het<br />

koningschap. Van 705 tot 806 regeerden<br />

veertien koningen van wie er vier werden<br />

vermoord; enkele anderen werden afgezet,<br />

verbannen of in een klooster geplaatst. Ook<br />

externe factoren zorgden voor onrust. In<br />

793 begon de reeks van Vikingaanvallen op<br />

de kust van Northumbrië. <strong>De</strong>ze aanvallen<br />

namen in getal en hevigheid toe in de<br />

negende eeuw. Dit had zijn weerslag op<br />

de muntslag die tijdelijk instortte in het<br />

laatste decennium van de achtste en het<br />

eerste decennium van de negende eeuw.<br />

Eanred, die in 810 koning werd en wiens<br />

regeerperiode dertig jaar duurde, hervatte<br />

het munten. Echter de zilverwaarde van de<br />

sceat werd minder totdat het zilver geheel<br />

verdwenen was. <strong>De</strong> koperen munten die<br />

van dit proces het gevolg waren, worden<br />

numismatisch betiteld als stycas. Niettemin<br />

hoeft de intrinsieke waardedaling van de<br />

munt niet direct verband te houden met<br />

een weinig e ciënt monetair beleid. Het<br />

kan juist een teken zijn van een positieve<br />

invloed op de economie door de Northumbrische<br />

koninklijke muntheer. Het gebruik<br />

van minder waardevol metaal zou namelijk<br />

kunnen betekenen dat het gebruik van<br />

geld als ruilmiddel werd uitgebreid. Ook<br />

goedkopere goederen konden worden<br />

betaald met klinkende munt. Archeologische<br />

vondstplaatsen lijken deze hoge mate<br />

van geldcirculatie te bevestigen. 15 Van de<br />

Angelsaksische munten is de styca degene<br />

waarvan in getal de meeste zijn overgeleverd.<br />

Een al te positieve kijk op de Northumbrische<br />

geldeconomie lijkt echter ongegrond.<br />

Misslagen en anonieme uitgaven<br />

wijzen op een afnemende controle. Vanaf<br />

het midden van de negende eeuw kwamen<br />

emissies slechts zelden voor. Waarschijnlijk<br />

is dit te wijten aan nieuwe interne machtsstrubbelingen.<br />

Het doek voor de styca viel<br />

de nitief in 867, het jaar waarin de Vikingen<br />

de Northumbrische leiders versloegen.<br />

Dit verlies betekende het einde van het<br />

koninkrijk van <strong>De</strong>ira, het zuidelijke deel van<br />

Northumbrië. In het noordelijke deel van<br />

Northumbrië, Bernicia, bleven autochtone<br />

koningen regeren als stromannen.<br />

Vikingmunten<br />

<strong>De</strong> strijders van de Great Heathen Army<br />

(865), het grote heidense leger der Vikingen,<br />

waren geen plunderaars. Zij waren<br />

veroveraars die het land wilden koloniseren<br />

en besturen. Het gebied waar de Vikingen<br />

domineerden, wordt de Danelaw<br />

genoemd. Dit was geen politieke<br />

eenheid met een duidelijke grens.<br />

Er waren echter diverse kenmerken<br />

in wet en gewoonte die de <strong>De</strong>ense<br />

gebieden onderscheidden van de Angelsaksische<br />

gebieden in het zuiden. Een van<br />

die kenmerken was een eigen muntslag,<br />

bij uitstek een geschikt middel om de onafhankelijkheid<br />

te tonen.<br />

<strong>De</strong> Vikingen kenden evenals de Angelsaksen<br />

vanouds het geld als een uiting van<br />

prestige. In de loop van de negende eeuw<br />

nam ook voor de Scandinavische volken<br />

het belang van de handel toe. Het was<br />

zaak om over een geschikt betaalmiddel te<br />

beschikken. Er was in Scandinavië nog geen<br />

politieke organisatie zoals in Angelsaksisch<br />

Engeland, waar na de munthervorming van<br />

760, een koning het gewicht en gehalte<br />

van het metaal in munten garandeerde.<br />

<strong>De</strong> Vikingen kenden geen muntgeldeconomie<br />

maar een gewichtsgeldeconomie;<br />

niet het aantal maar het gewicht telde. 16<br />

Zilver diende als ruilmiddel. In welke<br />

vorm dat was, deed niet ter zake. Om aan<br />

het gewenste gewicht te komen werden<br />

armbanden, zilverbaren en munten in<br />

gewenste ‘denominaties’ gehakt. Uit de<br />

Vikingperiode zijn vele schatvondsten in<br />

Noordwest-Europa bekend. <strong>De</strong>ze zijn lang<br />

niet alle van angstige locals die vreesden<br />

voor hun have en goed. Ook de Vikingen<br />

vertrouwden de bodem schatten toe als<br />

bewaarplaats, als depot. Blijkbaar kwam het<br />

er meermaals niet van om de kostbaarheden<br />

op te halen. <strong>De</strong> vondst die in 1840 in<br />

Zilverschat van Cuerdale.<br />

J. Campbell red., The Anglo-Saxons (Londen 1991) 146.<br />

DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />

11


12<br />

Cuerdale (Lancashire) werd gedaan is daarvan<br />

een opzienbarend voorbeeld. Een schat<br />

met een gewicht van 88 Engelse ponden,<br />

bestaande uit 1100 zilveren items en zo´n<br />

7500 munten, werd aangetro en. Verreweg<br />

de meeste munten (5000) kwamen uit het<br />

gebied van de Danelaw. Maar ook Frankische,<br />

Arabische en Angelsaksische munten<br />

waren aanwezig.<br />

Ondanks dat zij dus niet van ‘huis uit’ aan<br />

een koninklijke muntslag gewend waren,<br />

pasten de Vikingen in Engeland zich op dit<br />

gebied aan. In het zuidelijke gebied van de<br />

Danelaw startte Vikingleider Guthrum (d.<br />

890), koning van East-Anglia, met munten.<br />

Guthrum was in 878 door koning Alfred<br />

van Wessex verslagen. Onderdeel van het<br />

vredesverdrag was dat Guthrum zich liet<br />

dopen. Hij nam de christelijke doopnaam<br />

Athelstan aan. Onder deze naam gaf hij<br />

munten uit. Voor de beeltenissen dienden<br />

munten van Alfred als voorbeeld. In East-<br />

Anglia zijn van ca. 890 tot 910 ook munten<br />

uitgegeven op naam van Sint Edmund. Op<br />

het moment van productie van de munten<br />

was koning Edmund al twintig jaar dood.<br />

Een vredig einde had hij niet gekend. Of<br />

de koning van East-Anglia in gevecht of<br />

in gevangenschap stierf, is niet bekend.<br />

Zeker is dat zijn bloed aan <strong>De</strong>ense handen<br />

kleefde. Dat de <strong>De</strong>ense leiders van East<br />

Anglia enkele decennia later een uitgave<br />

deden van de munten die Edmund tijdens<br />

zijn leven had uitgebracht, is een duidelijk<br />

teken van hun bekering tot het christelijke<br />

geloof. 17 Sce Eadmunde Rex (heilige koning<br />

Edmund), zoals hij wordt aangeduid op<br />

de munten, is gestorven als een ware<br />

martelaar en werd als zodanig vereerd. Dat<br />

de uitgave van de gedenkmunten op grote<br />

schaal geschiedde, bewijst het aantal van<br />

1800 stuks die aangetro en werden in de<br />

schat van Cuerdale.<br />

Het noordelijke deel van de Danelaw werd<br />

geregeerd vanuit York, dat in 866 door de<br />

Vikingen werd ingenomen en de naam<br />

Jorvik kreeg. Naast vele andere ambachtslieden<br />

die in de stad werkten, waren er<br />

ook muntmeesters te vinden. <strong>De</strong> munten<br />

die zij voor de Scandinavische koningen<br />

sloegen, waren origineler van ontwerp dan<br />

de imitaties die de koningen in het zuiden<br />

van de Danelaw lieten slaan. Ook in<br />

York werd via de beeltenis kenbaar<br />

gemaakt dat de Vikingen zich tot<br />

Herdenkingsmunt Sint Edmund, uitgave<br />

<strong>De</strong>nen van East Anglia.<br />

S. Lyon, ‘The coinage of Edward the Elder’<br />

(Londen 2001) 70.<br />

Munt Sint Pieter, uitgave Vikingen in York.<br />

S. Pollington, The warrior’s way, England in the Viking Age<br />

Londen 1989) 175.<br />

het christelijke geloof hadden bekeerd. Dat<br />

zij in navolging van Christus ook vredelievend<br />

van aard werden, is te veel gezegd.<br />

Dit blijkt uit een penny met de afbeelding<br />

van Sint Pieter, patroonheilige van de stad<br />

York. Op de munt met de eerste apostel<br />

staat ook een zwaard en de hamer van Thor<br />

afgebeeld. Mogelijk dachten ze dat die van<br />

pas zouden komen bij lastige klanten aan<br />

de hemelpoort.<br />

<strong>De</strong> heerschappij van de Vikingen over<br />

York duurde, met enkele korte onderbrekingen,<br />

tot 954. Van enkele leiders is de<br />

naam slechts bekend dankzij munten. Over<br />

de laatste koning, Eric Bloodaxe, is meer<br />

bekend. Hij regeerde tweemaal. Nadat hij<br />

de tweede maal werd verdreven, werd hij<br />

om het leven gebracht. Eric regeerde een<br />

stad die bol stond van de industriële en<br />

commerciële activiteiten. Archeologisch<br />

onderzoek in de stad toont dit aan: afval<br />

wijst op productieplaatsen van textiel- en<br />

leerbewerkers, maar ook metaal en glas<br />

werd gemaakt. Vele uitheemse producten<br />

getuigen van een levendige overzeese<br />

handel. Minstens zes muntmeesters in<br />

York werkten voor Eric Bloodaxe. 18 Twee<br />

verschillende pennies zijn van hem bekend;<br />

in beide regeerperiodes één. Met het einde<br />

van Eric Bloodaxe in 954 kwam er ook een<br />

absoluut eind aan de Vikingheerschappij<br />

over York.<br />

Engeland onder één koning<br />

<strong>De</strong> Angelsaksische koning Athelstan (reg.<br />

924/5-939) die een einde maakte aan de<br />

bezetting door de Vikingen was na de overwinning<br />

de enige koning in Engeland. Zo<br />

gaven de invallen en de kolonisatie van de<br />

Vikingen -achteraf gezien- een constructieve<br />

bijdrage aan de vorming van Engeland<br />

onder het gezag van één koning. In de<br />

negende eeuw hadden de Vikingen immers<br />

meerdere koningen verdreven. Zij hadden<br />

zelf geregeerd of stromannen neergezet.<br />

Alleen Alfred, koning van Wessex, had<br />

zich weten te handhaven en had zijn<br />

machtsgebied over andere koninkrijken<br />

uitgebreid.<br />

<strong>De</strong> vernietiging van politieke<br />

eenheden maakte ook een einde aan de<br />

monetaire eenheid die sinds de negende<br />

eeuw bestond in enkele van de koninkrijken.<br />

<strong>De</strong> koningen van Wessex en Mercia<br />

en de aartsbisschoppen van Canterbury<br />

kwamen in het jaar 860 immers overeen<br />

een munt uit te geven met eenzelfde<br />

beeldenaar. Het einde van een zelfstandig<br />

Mercia zorgde ervoor dat de samenwerking<br />

zich beperkte tot de Westsaksische koning<br />

en de aartsbisschop. <strong>De</strong>ze standaardisering<br />

van uiterlijk en de daarmee gepaard<br />

gaande vergroting van het gebied waar<br />

de munt kon circuleren, is illustratief voor<br />

de groeiende controle die uitging van de<br />

regerende vorst. <strong>De</strong> weg die munten gaan,<br />

wordt echter niet volledig beperkt door de<br />

politieke werkelijkheid. <strong>De</strong> verspreiding van<br />

de munten bleef voortgaan en de Vikingen<br />

in de zuidelijke Danelaw sloten zich ongevraagd<br />

aan bij de muntunie. Zij imiteerden<br />

immers de munten van Alfred, zij het dat de<br />

munten een lager gewicht hadden.<br />

<strong>De</strong> positie die Alfred innam voor zijn<br />

overwinning op Guthrum in 878 was<br />

wankel. Zijn koninkrijk omvatte niet meer<br />

dan moerassig land in Somerset. <strong>De</strong> Slag<br />

bij Edington in 878 was een keerpunt. Er<br />

werd een vredesverdrag gesloten met de<br />

Vikingen. Guthrum trok zich terug in East<br />

Anglia. Met de gedachte dat vele van zijn<br />

rivalen door de Vikingen onschadelijk waren<br />

gemaakt, kon Alfred gaan denken aan<br />

uitbreiding van zijn gebied. Een belangrijke<br />

stap daarin is zijn machtsovername van<br />

Londen. Londen was de belangrijkste handelsstad<br />

in Engeland; handelaren van het<br />

continent voeren met allerhande goederen<br />

de rivier de Theems op. Helaas kenden ook<br />

de Vikingen deze waterweg en herhaaldelijke<br />

keren vielen zij de stad aan. Londen<br />

behoorde tot het koninkrijk Mercia. Nadat<br />

de Vikingen dit in handen kregen, lieten zij<br />

de regering over het oostelijke deel hiervan<br />

aan Ceolwulf II. Zijn naam komen we ook<br />

tegen op een munt, geslagen in Londen in<br />

ca. 880. Op deze zelfde munt is ook Alfred<br />

afgebeeld. Dit lijkt erop te wijzen dat Alfred<br />

Munt van Alfred. Het monogram van Londen geeft aan<br />

dat de stad binnen het machtsgebied van de koning van<br />

Wessex ligt.<br />

M. Wood, In search of the Dark Ages (BBC Classics edition: Londen<br />

1991) 122.


al enige macht had in de stad. 19 <strong>De</strong> bezetting<br />

van 886 maakte hem alleenheerser in<br />

de stad. Een munt met aan de voorzijde<br />

Alfred en op de keerzijde het monogram<br />

van Londen (Londinium) bevestigt dit.<br />

<strong>De</strong> opmars die Alfred inzette, werd voortgezet<br />

onder zijn nazaten, allereerst zijn zoon<br />

Edward the Elder. <strong>De</strong> uitbreiding van zijn<br />

invloedssfeer is af te lezen aan de plaatsen<br />

waar zijn munten werden geslagen en<br />

het aantal muntmeesters die hij van werk<br />

voorzag. In het eerste decennium van<br />

zijn regeerperiode (899-924) waren zo´n<br />

25 meesters werkzaam in het zuiden van<br />

Engeland en vijf à zes in Mercia dat binnen<br />

zijn invloedssfeer lag. Dit aantal nam<br />

exceptioneel toe, mede doordat na 915 ook<br />

in het heroverde gedeelte van de Danelaw<br />

27 meesters aan de slag konden. Enkele<br />

muntplaatsen bleven onbereikbaar voor<br />

Edward: Lincoln, Norwich en York. 20<br />

Zijn zoon en opvolger Athelstan (924/5-<br />

939) was de eerste koning van Wessex<br />

die zijn macht werkelijk in het noorden<br />

kon doen laten gelden. Zoals eerder werd<br />

beschreven, slaagde hij erin de Vikingen in<br />

het noorden te verslaan. Op zijn munten<br />

werd de tekst REX TO BRI (Rex Totius Britanniae),<br />

koning van heel Brittannië, geslagen.<br />

<strong>De</strong> munt met deze tekst werd, waarschijnlijk<br />

niet toevallig, in York geslagen. <strong>De</strong>ze<br />

stad had Athelstan in 927 ingenomen. <strong>De</strong><br />

muntmeesters die voor hem aan de slag<br />

gingen hebben hun sporen achtergelaten.<br />

Bij opgravingen in het Coppergate-gebied,<br />

het commerciële centrum van de stad in de<br />

negende en tiende eeuw, werd een stempel<br />

gevonden waarmee Athelstans munt werd<br />

geslagen. <strong>De</strong> eenheid van het land liet hij<br />

niet alleen in muntschrift uitdrukken, ook in<br />

wetteksten kwam deze tot uitdrukking. In<br />

de muntwetten die Athelstan uitvaardigde,<br />

werd vastgesteld hoeveel muntmeesters<br />

er per stad mochten zijn. Per streek waren<br />

er weliswaar verschillen toegestaan.<br />

Gewicht en zilvergehalte stonden echter<br />

vast. Aan de overtreding van de wetten<br />

werden zware stra en verbonden. Om<br />

controle te verbeteren, en dus overtreders<br />

te kunnen pakken, werd de muntplaats op<br />

de keerzijde geslagen. <strong>De</strong> macht van de<br />

koning van Wessex was niet zo standvastig<br />

als het opschrift ‘koning van heel Brittannië’<br />

wil doen geloven. Andermaal zouden<br />

York en Northumbrië in <strong>De</strong>ense handen<br />

vallen. Zoals eerder beschreven, gingen de<br />

heersers van York ook weer over tot een<br />

eigen muntslag.<br />

Niettemin is de REX TO BRI-munt een<br />

mijlpaal in de ontwikkeling van de munt in<br />

Angelsaksisch Engeland… en de politieke<br />

eenwording van Engeland. Immers, een<br />

Stempel voor munt van Athelstan, archeologische vondst,<br />

York. Links munt van deze stempel, rechts munt van Olaf<br />

Guthfrithson die na Athelstans dood York wederom in<br />

Vikinghanden bracht.<br />

J. Campbell red., The Anglo-Saxons (Londen 1991) 167.<br />

Muntplaatsen ten tijde van de regeerperiode van Edward the Elder.<br />

S. Lyon, ‘The coinage of Edward the Elder’, N.J. Higham en D.H. Hill, Edward the<br />

Elder 899-924 (Londen 2001) 67-78, aldaar 72.<br />

eenheidsmunt uitgeven die een goede<br />

administratie en een scherpe controle<br />

vraagt, is bovenal een vertoon van macht<br />

van de koning. Munt en macht zijn in de<br />

Angelsaksische periode onlosmakelijk met<br />

elkaar verbonden.<br />

1 E. Mudrak, Noorse mythen en sagen (Utrecht 1965) 80.<br />

2 M. Gelling, Signposts to the past, placenames and the history of<br />

England (London 1978) 141-142.<br />

3 B. Myhre, ´Germanic kingdoms bordering on two empires´, E.<br />

Kramer, I. Stoumann en A. Greg ed., Kings of the North Sea, AD<br />

250-<strong>85</strong>0 (Leeuwarden 2000) 41-54, aldaar 53.<br />

4 K.S. Painter, ‘Gold and silver from the Late-Roman world, 6th-7th<br />

centuries, J.P.C. Kent en K.S Painter ed., Wealth of the Roman world<br />

AD 300-700 (London 1977) 116-157, aldaar 139.<br />

5 Painter, ‘Gold and silver’, 135.<br />

6 I. Wood, The Merovingian kingdoms 450-751 (London 1994) 177.<br />

7 e B. Yorke, Kings Kings Kings and kingdoms kingdoms kingdoms of early early early Anglo-Saxon Anglo-Saxon Anglo-Saxon England England England (1 (1 druk<br />

1990; London 1997) 41 en 65; Wood, Merovingian kingdoms, 177-<br />

178; B. Myhre, ‘Germanic kingdoms’, 51.<br />

8 Mudrak, Noorse mythen, 73-74.<br />

9 e J. Campbell, The Anglo-Saxons (1 druk 1982 London 1991) 59.<br />

10 Wood, Merovingian kingdoms, 301-302.<br />

11 P. Wormald, ‘The age of O a and Alcuin’, J. Campbell, The Anglo<br />

Saxons (1e druk 1982 London 1991) 101-131, aldaar 119.<br />

12 E. Graafstal en A. Pol, ‘Een schatvondst uit de tijd van Bonifatius’,<br />

<strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong> <strong>Magazine</strong> 77 (november 2004) 11-14, aldaar<br />

13.<br />

13 D.M. Metcalf, ‘Anglo-Saxon coins I: seventh to ninth centuries’<br />

(Picture essay four), J. Campbell, The Anglo Saxons (1e druk 1982<br />

London 1991) 62-63.<br />

14 R. Fletcher, Who’s who in Roman Britain and Anglo-Saxon England<br />

(London 1989) 111.<br />

15 Yorke, Kings and kingdoms, 97.<br />

16 J.C. Besteman, ´Scandinavische gewichtsgeld in Nederland in de<br />

Vikingperiode´, E.H.P. Cordfunke en H. Sarfatij, Van solidus tot euro,<br />

Geld in Nederland in economisch/historisch en politiek pespectief<br />

(Hilversum 2004) 21 40, aldaar 24.<br />

17 G. Jones, A history of the Vikings (revised edition: Oxford 1984) 5.<br />

18 Fletcher, Who’s who, 160.<br />

19 M. Wood, In search of the Dark Ages (BBC Classics edition: Londen<br />

1991) 121.<br />

20 S. Lyon, ‘The coinage of Edward the Elder’, N.J. Higham en D.H. Hill,<br />

Edward the Elder 899-924 (Londen 2001) 67-78, aldaar 77.<br />

DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />

13


14<br />

OP OP PAD PAD MET...<br />

MET...<br />

“Als je Romeins vindt, ben je<br />

de eerste na 2000 jaar die dat<br />

voorwerp in handen heeft.<br />

In deze a evering van ‘Op pad met…’ trekken we eropuit met Onno<br />

de Vries (32) uit Arnhem. Na eerst zijn bodemvondsten te hebben<br />

bewonderd gaan we de winterse kou in. Langs de oevers van de Waal<br />

doen we nog een aardige vondst.<br />

Zoals zoveel detectoramateurs raakte<br />

ook Onno de Vries al vroeg met het<br />

zoekvirus besmet. Zijn interesse voor<br />

geschiedenis en archeologie heeft hij<br />

van zijn moeder. Op de akker achter de<br />

boerderij van zijn opa en oma zocht hij<br />

met haar naar scherven en pijpenkopjes.<br />

Later ging hij met een jeugdvriend<br />

op pad, die over een metaaldetector<br />

beschikte. “Daarna kwam de klad er<br />

een beetje in”, zegt Onno. “Ik moest<br />

kiezen tussen een brommer en een<br />

detector; het werd de brommer. En als<br />

je ouder wordt, wordt uitgaan weer<br />

belangrijker. Jaren ben ik niet gaan<br />

zoeken, maar zes jaar geleden heb ik<br />

de hobby weer opgepakt. Steeds als ik<br />

iemand met een metaaldetector zag<br />

lopen, dacht ik: dat wil ik ook!”<br />

Onno besloot een detector te kopen.<br />

Hij had geen idee van merken en types<br />

en kocht er eentje voor veertig gulden<br />

bij het Kruidvat. Hij kan er nog om lachen.<br />

“Ik kwam thuis met dat ding, begroef<br />

mijn sleutelbos in de tuin en die<br />

heb ik vervolgens niet meer teruggevonden.<br />

Althans, niet met die detector.<br />

Ik heb nog uren lopen zoeken voordat<br />

ik mijn sleutels weer terug had.”<br />

Hij verdiepte zich in de materie en<br />

kocht een tweedehands Tesoro Golden<br />

Sabre, die hij nog steeds gebruikt.<br />

Later kocht hij ook nog een XP Advensis.<br />

“Het voordeel van de Tesoro is dat<br />

hij op alle terreinen goed te gebruiken<br />

is. <strong>De</strong> XP gaat twee keer zo diep, maar<br />

is vooral geschikt voor schone grond.<br />

Op akkers gebruik ik mijn XP en op<br />

een gronddepot meestal mijn Tesoro.”<br />

Onno zoekt gemiddeld één keer per<br />

week. “Maar als ik een mooie plek<br />

heb gevonden, dan ben ik daar het<br />

hele weekend te vinden. Dan vertrek<br />

ik om acht uur ’s ochtends en blijf ik<br />

tot het donker wordt. Dan is het echt<br />

uren maken. M’n vriendin gaat soms<br />

mee. Dat is natuurlijk erg gezellig, ze<br />

wil alleen altijd eerder naar huis dan<br />

ik. Soms ga ik ook met mijn moeder<br />

zoeken; ze heeft al eens een Romeinse<br />

munt gevonden.”<br />

[ Tekst: Koen van Santvoord / Foto’s: Ludo Both ]<br />

<strong>De</strong> ko e is op, het is tijd om de deur<br />

uit te gaan. We stappen de auto in<br />

en rijden naar een buitenwijk van<br />

Arnhem waar een nieuwbouwproject<br />

in volle gang is. Onno volgt berichten<br />

over nieuwbouwprojecten nauwlettend<br />

in de lokale media. Vaak wordt bij<br />

dergelijke projecten grond gestort of<br />

afgegraven en dat is natuurlijk interessant.<br />

Thuis heeft hij een kaart waarop<br />

hij precies kan zien waar de Romeinen<br />

vroeger gewoond hebben. Zeker als in<br />

die gebieden wordt gebouwd, is hij er<br />

als de kippen bij.<br />

Het is waterkoud buiten en de wind<br />

waait hard. Het is verre van ideaal<br />

zoekweer, maar we laten ons niet<br />

afschrikken. Onno zoekt geconcentreerd,<br />

de koptelefoon op het hoofd,<br />

en steekt behendig zijn pioniersschep<br />

in de grond als hij een piepje hoort.<br />

Een uur zijn we bezig, maar de vondsten<br />

blijken tegen te vallen. Op papier<br />

zag deze zoekstek er prima uit, maar in<br />

de praktijk blinkt er van alles, behalve<br />

goud. We vinden vooral veel afval. We<br />

zoeken de warmte van de auto weer<br />

op en rijden door naar de Waal bij<br />

Oosterhout, ongeveer een kwartier<br />

verderop. Aan de strandjes langs het<br />

water deed Onno enkele goede vondsten<br />

– onder andere een ruggenwervel<br />

van een mammoet – dus wie weet<br />

hebben we daar meer geluk.<br />

<strong>De</strong> vondsten alleen zijn niet het<br />

belangrijkst voor Onno. “Ik werk als debiteurenbeheerder,<br />

dat vind ik erg leuk<br />

om te doen, want ik hou van cijfers.<br />

Maar ik zit wel de hele dag binnen.<br />

Dan is het lekker om in het<br />

weekend naar buiten te gaan. Het is<br />

mooi om fazanten en hazen te zien,<br />

en roofvogels. En wat de vondsten be-


treft: het liefst vind ik Romeins, maar<br />

ik ben blij met alles wat ik tegenkom.<br />

Zolang het maar oud is en in goede<br />

staat verkeert. Als je Romeins vindt,<br />

ben je de eerste na 2000 jaar die dat<br />

voorwerp in handen heeft. Dat is toch<br />

prachtig?”<br />

Aan vondsten heeft Onno trouwens<br />

geen gebrek. Eén van zijn pronkstukken<br />

is een ijzeren dolk uit de<br />

dertiende of veertiende eeuw. Hij<br />

zag een houten handvat uit de grond<br />

steken en tot zijn verbijstering zat er<br />

een puntgave dolk aan vast. Ook het<br />

hout was nog helemaal intact. Het<br />

voorwerp komt uit een diepe kleilaag<br />

waar weinig lucht bij is gekomen.<br />

Andere topvondsten zijn een zilveren<br />

denarius uit 77 voor Christus, een<br />

goudnugget van 9 gram (waarschijnlijk<br />

een verbrande ring of munt) en<br />

een omega armband uit de Bronstijd.<br />

“Die heeft vier jaar in m’n rommelbak<br />

gelegen. Pas op een schervenavond<br />

van de AWN (de vereniging voor amateur-archeologen)<br />

kwam ik erachter<br />

wat het was.”<br />

Tijdens de werkzaamheden voor<br />

de Betuweroute vond hij een gaaf<br />

Romeins kannetje van brons. Hij liet<br />

het voorwerp zien aan een handelaar,<br />

en die adviseerde hem om de vondst<br />

vooral maar niet aan te melden bij de<br />

ROB, omdat dat veel te lang duren.<br />

“Hij wilde het overnemen voor een<br />

zacht prijsje”, zegt Onno. “Die man was<br />

duidelijk alleen maar geïnteresseerd in<br />

handel, niet in archeologie. Ik ben natuurlijk<br />

niet op zijn aanbod ingegaan.”<br />

Op de open dag van de AWN nam hij<br />

het kannetje mee, waar werd vastgesteld<br />

dat het inderdaad Romeins was,<br />

want daar twijfelde Onno aanvankelijk<br />

nog aan. Daarna meldde hij de vondst<br />

alsnog aan bij de ROB, wat hij sindsdien<br />

met al zijn vondsten doet. “Je<br />

bent je vondsten inderdaad soms een<br />

paar weken of maanden kwijt, maar<br />

daar krijg je een uitgebreide beschrijving<br />

van je vondst voor terug. Tegelijkertijd<br />

helpt zo’n vondst de archeologen<br />

om hun kennis uit te breiden.<br />

Het is bovendien wettelijk verplicht<br />

om alles voor 1600 van archeologische<br />

waarde aan te melden, dan moet je<br />

dat ook doen, vind ik.”<br />

Terug naar onze zoektocht. We staan<br />

inmiddels op een prachtige plek langs<br />

de Waal. <strong>De</strong> wind waait hier pal langs<br />

het water nog guurder dan zojuist,<br />

maar het uitzicht vergoedt alles. We<br />

kijken uit over het water, waar grote<br />

schepen voorbij varen die een inke<br />

golfslag teweegbrengen op de strandjes<br />

waarover we lopen. Onno vindt<br />

dit een jne zoekplek; het is lekker<br />

rustig en er zijn geen pottenkijkers.<br />

Het water staat laag voor de tijd van<br />

het jaar en het strand ligt bezaaid<br />

met schelpen, steentjes en ook afval<br />

van passerende schepen. Hopelijk ligt<br />

onder de oppervlakte iets moois op<br />

Zilveren schrijfstift<br />

ons te wachten.<br />

Opnieuw lijkt de bodem weinig prijs te<br />

geven. <strong>De</strong> Tesoro van Onno doet het<br />

inderdaad prima op deze vervuilde<br />

grond; onze XP moeten we daarentegen<br />

ink ‘dichtdraaien’ om niet te veel<br />

last te hebben van verstoringen. Toch<br />

is het uiteindelijk de XP die een alleraardigst<br />

voorwerp blootlegt. Pal onder<br />

de oppervlakte vinden we een oude<br />

sleutel, aan de baard te zien is het<br />

er eentje uit de late Middeleeuwen,<br />

denkt Onno. <strong>De</strong> sleutel is van ijzer en<br />

vertoont helaas wat roestplekken.<br />

Toch is het een aardige vondst zo op<br />

een verloren zondagmiddag.<br />

We praten nog wat na, voordat we<br />

op huis aangaan. Onno vertelt dat<br />

hij actief lid is van de AWN. Enkele<br />

keren per jaar zoekt hij als vrijwilliger<br />

mee bij archeologische opgravingen.<br />

“Afgelopen zomer hebben we met<br />

twintig AWN-ers een gracht uit de<br />

zeventiende eeuw blootgelegd in<br />

Arnhem. Het was mijn taak om met de<br />

metaaldetector te zoeken, gegevens te<br />

verzamelen en zaken op te meten. Het<br />

is schitterend om aan mee te werken.<br />

Dat je iets tastbaars opgraaft van onze<br />

voorouders, dat vind ik het mooist aan<br />

deze hobby.”<br />

IJzeren sleutel uit de middeleeuwen<br />

DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />

15


16<br />

IJzeren speerpunt<br />

IJzeren dolk, 13-14e eeuw<br />

Zilveren hanger, middeleeuws<br />

Bronzen Romeins kannetje, 1e eeuw<br />

Zilveren muntje 13e eeuw uit Duitsland


18<br />

Als ik zo eens<br />

terug denk.....<br />

Tussen kerst en nieuwjaar had ik een dag<br />

vrijgenomen (had er toch nog genoeg),<br />

om lekker eens een hele doordeweekse<br />

dag te zoeken. <strong>De</strong> weersverwachting was<br />

al niet al te best en er lag nog sneeuw van<br />

eerder die week. Na een uurtje rondrijden<br />

met Martin (mijn zoekmaat) op zoek naar<br />

een akker hadden we al snel gezien dat<br />

het helemaal niets zou gaan worden. Alles<br />

was met een witte deken van sneeuw<br />

bedekt. Een beetje teleurgesteld besloten<br />

we maar om naar huis te gaan.<br />

Thuis zit je dan met een bakje ko e een<br />

beetje warm te worden en toch ook wel<br />

te balen dat je voor niets een vrije dag<br />

hebt genomen. Op dat moment zat ik te<br />

denken aan de verhalen die op Internet<br />

staan en in het DDA blaadje te lezen zijn.<br />

Vaak lees je over werkelijke topvondsten,<br />

diverse zilveren voorwerpen op een dag<br />

of zelfs een heuse schatvondst. Ik hoop<br />

dan altijd dat ik ook een keer een dergelijke<br />

werkelijke topdag mag meemaken.<br />

Toen zat ik eens te denken aan de vondsten<br />

die ik afgelopen jaar heb gedaan…….<br />

In januari hoorde ik dat men eindelijk<br />

was begonnen met het uitgraven van<br />

een gigantische bouwput midden in het<br />

centrum van een oude stad. Het was al<br />

heel lang bekend dat men hier zou gaan<br />

bouwen en vanwege de locatie had ik<br />

hoge verwachtingen van de grond.<br />

Het gebeurt niet vaak in dit deel van het<br />

land dat je de bouwputten zomaar kan<br />

betreden als de bouwvakkers naar huis<br />

zijn. Dat was in dit geval wel zo, sterker<br />

nog er bleek tegelijkertijd een opgraving<br />

plaatst te vinden. Dat kon ik echter niet<br />

maken maar, door ter plaatse even te<br />

vragen was ik er wel snel achter waar de<br />

grond gestort werd. En daar is het zoeken<br />

vaak wel toegestaan.<br />

Ik zag er de hele week al naar uit om er<br />

in het weekend te gaan zoeken. Toen het<br />

vrijdagmiddag niet zo druk was op mijn<br />

werk kon ik echter niet langer wachten,<br />

ik heb toen vrij genomen en ben er gelijk<br />

heen gereden.<br />

Onderweg naar de stort vroeg ik me af<br />

of het wel zo slim was geweest om vrij<br />

te nemen, het regende behoorlijk en dat<br />

had het de dagen ervoor ook al gedaan.<br />

Meestal is de verse stortgrond dan niet te<br />

belopen. Toen ik aankwam miezerde het<br />

slechts nog een beetje wat ik helemaal<br />

niet erg vond. Ik had al snel gevonden<br />

waar de grond precies gestort was. En<br />

er was helemaal niemand! Zoals ik al<br />

verwacht had, zakte ik tot ver boven mijn<br />

enkels weg in de blubbermassa; wel even<br />

uitkijken dus zo helemaal alleen.<br />

Na wat rommel gevonden te hebben<br />

trok ik ineens een lepel uit de blubber.<br />

Dit was nu een van de dingen die ik nog<br />

graag wilde vinden; een complete tinnen<br />

lepel met ronde bak. Toen ik de blubber<br />

er af spoelde bleek het helemaal geen tin<br />

maar geel koper te zijn (foto 1). Die had<br />

ik eigenlijk nog nooit gezien, en eigenlijk<br />

baalde ik een beetje dat het geen tinnen<br />

was. Een kwartiertje later werd ik ineens<br />

geroepen door een andere zoeker welke<br />

blijkbaar ook net was aangekomen. Hij<br />

vroeg of ik al wat gevonden had, waarop<br />

ik de koperen lepel liet zien en erbij zei<br />

dat ik het jammer vond dat het geen<br />

tinnen betrof. In het daarop volgende gesprek<br />

gaf hij aan dat hij wel wilde ruilen<br />

tegen een tinnen lepel. Op dat moment<br />

had ik door dat het misschien toch wel<br />

een interessante vondst betrof. Ik ken<br />

deze collegaspeurder, hij zoekt al langer<br />

dan ik oud ben. En die ruilt niet omdat hij<br />

je een plezier wil doen.<br />

Thuis eerst in de boeken gekeken, blijkt<br />

het een zogenoemde Engelse lepel te<br />

zijn, vermoedelijk uit de 14e eeuw. Veel<br />

leuker dan een tinnen lepel dus, maar<br />

toch wou ik er nog steeds een vinden.<br />

Een paar weken later, februari ondertussen<br />

had ik een nieuwbouwterrein vlakbij<br />

mijn huis ontdekt. Na rondgelopen te<br />

hebben ontdekte ik een soort verhoging<br />

vlak langs de weg met daaromheen een<br />

droge greppel. Aan een zijde het verst bij<br />

de weg vandaan lagen er wat scherven<br />

foto 1<br />

>>


foto 7<br />

foto 5<br />

foto 2<br />

foto 9<br />

foto 8<br />

foto 10<br />

foto 3<br />

DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />

>><br />

19


20<br />

>><br />

in. Wat ik toen al vermoedde, bleek later<br />

waar te zijn toen ik er oude kaarten<br />

op na keek; er had ooit een boerderij<br />

gestaan. Vermoedelijk had men het afval<br />

in het verleden in de sloot achter het<br />

huis gegooid, die in de loop der tijd was<br />

dichtgeslibd tot er slechts een ondiepe<br />

greppel overbleef. Ik ben hier maar eens<br />

begonnen met zoeken. Toen de schop de<br />

eerste maal de grond inging in de greppel<br />

viel het gelijk al op dat er ook dieper<br />

grote scherven lagen. Op dat moment<br />

ben ik systematisch de 30 cm laag met<br />

scherven om gaan scheppen en heb de<br />

scherven apart gehouden. Thuis heb ik<br />

hieruit een aantal leuke voorwerpen kunnen<br />

samenstellen, helaas niks compleet.<br />

Een bord van Nederrijns aardewerk met<br />

afbeelding van hoofd erop is toch wel het<br />

leukste wat eruit kwam. Het is 35 cm in<br />

diameter en uit de 18e eeuw (foto 2).<br />

Na een aantal maanden niets bijzonders<br />

gevonden te hebben, was ik in juni weer<br />

de gelukkige. Van een collega hoorde ik<br />

dat er vlakbij zijn huis een tijd geleden<br />

een boerderij was afgebroken en dat de<br />

grond nog steeds braak lag. Er bleek nog<br />

een hele puinlaag te liggen, met hiertussen<br />

veel metaaltroep. Ik ben als eerste<br />

gaan zoeken in wat ooit de voortuin was.<br />

Vlak naast het pad vond ik een hele grote<br />

koperen munt. Toen ik wat beter keek<br />

zag ik dat er wel iets van reliëf op zat.<br />

Een eigentijdse vervalsing dacht ik op<br />

dat moment. Van het bestaan van zulke<br />

grote en dunne koperen munten wist<br />

ik namelijk niets af. Soms is er op rotte<br />

duiten nog wat reliëf terug te krijgen<br />

door ze een tijdje in kalkreiniger of een<br />

ander zuur te leggen, zodat determinatie<br />

toch nog mogelijk is. Met deze munt was<br />

ik erg benieuwd wat deze vervalsing ooit<br />

geweest was, en heb dat dus ook maar<br />

geprobeerd. Na een kwartiertje geweekt<br />

te hebben leek er toch hier en daar nog<br />

een dun zilverlaagje aanwezig. Toch nog<br />

maar even terug in het zuur gestopt. Een<br />

kwartiertje later kwam er steeds meer<br />

zilver tevoorschijn en bleek het toch<br />

een zilveren munt te zijn. Na zorgvuldig<br />

schoonmaken kwam er een mooie Friese<br />

roosschelling onder vandaan (foto 3).<br />

Eindelijk weer eens een grote zilveren<br />

munt.<br />

Begin juli hoorde ik dat het laatste beetje<br />

grond uit de bouwput zou gaan waar ik<br />

ook de Engelse lepel had gevonden. Op<br />

de stort eerst maar eens rondgelopen<br />

om te kijken waar ik de meeste kans zou<br />

hebben en wat de collega’s al gevonden<br />

hadden. Aan de kuiltjes bovenop te zien<br />

was er al veel gezocht. Tijdens het kijken<br />

naar de scherven zag ik iets uitsteken,<br />

dat direct mijn aandacht had. En ik trok<br />

vervolgens een compleet mes uit de<br />

16 e eeuw uit de klei (foto 1). Omdat hij<br />

rechtop stond had er waarschijnlijk geen<br />

detector op gereageerd. Uit deze grond<br />

haalde ik in de weken erna onder andere<br />

een duit met een klop. Het is een afbeelding<br />

van een ketel met daarboven de<br />

letters RVB (foto 4). Als iemand nadere<br />

informatie heeft, hoor ik dit graag. Ook<br />

vond ik hier weer een tinnen lepel. Dit<br />

was nu al mijn derde lepel met ronde bak<br />

dit jaar (foto 1).<br />

Verder vond ik hier mijn eerste insigne.<br />

Omdat ik hem niet terug kon vinden in<br />

mijn boeken heb ik hem aangemeld bij<br />

de stichting “Heilig en Profaan”. Hiervan<br />

kreeg ik de reactie dat het nog het meest<br />

lijkt op “Justitia” en dan in de vorm van<br />

Michaël de zielenweger (foto 5). Alle<br />

tot heden bekende exemplaren hebben<br />

echter geen vleugels. Omdat hij niet<br />

compleet is, was verdere determinatie<br />

niet mogelijk. Voor mij maakte dit echter<br />

weinig uit; dit was toch wel weer een van<br />

de vondsten waar ik lange tijd op kan<br />

teren. Mijn zoekmaat Martin vond hier<br />

verder nog een gave 16 e eeuwse tinnen<br />

beker.<br />

<strong>De</strong> hele maand juli was ik hier toch een<br />

paar keer per week te vinden. Je komt<br />

dan ook vaak dezelfde mensen tegen.<br />

Tegen het eind van de maand viel het me<br />

op dat er een paar zoekers ineens niet<br />

meer kwamen. <strong>De</strong> vondsten liepen wel<br />

terug, maar zolang er nergens anders<br />

goede plekken zijn, blijven ze meestal<br />

toch wel komen. Toen maar eens rond<br />

gaan vragen, en er bleek ergens ook<br />

grond gestort te worden. <strong>De</strong> eerste dagen<br />

dat ik hier zocht, waren voor mij niet<br />

echt bijzonder. Maar er waren wel leuke<br />

dingen gevonden door anderen. Op een<br />

gegeven moment heb ik een dag vrij<br />

genomen in de hoop dat er die dag verse<br />

grond gebracht zou worden. ’s Ochtends<br />

bleek er veel grond verplaatst in de dag<br />

dat ik niet geweest was. Al vrij snel achter<br />

elkaar had ik 2 leuke dingen gevonden;<br />

een zilver voorwerpje voorstellende<br />

een soort duivelskop, waarschijnlijk het<br />

middendeel van een bandeliersluiting<br />

(foto 6). En een tinnen speldje (foto 7).<br />

<strong>De</strong> rest van de dag vond ik eigenlijk niets<br />

bijzonders. Aan het eind van de middag<br />

was ik het eigenlijk een beetje zat en<br />

wilde naar huis gaan. Een andere zoeker<br />

zei dat hij nog even bij dat hoopje in de<br />

hoek ging zoeken omdat daar afgelopen<br />

week leuke dingen waren gevonden. Ook<br />

was het een beetje verplaatst door een<br />

graafmachine, dus toch nog maar even<br />

proberen. Het zag er niet echt heel interessant<br />

uit. In vergelijking met de andere<br />

bergen niet veel scherven en behoorlijk<br />

zanderig. Na wat stukjes tin en andere<br />

frummeltjes gevonden te hebben, had ik<br />

weer eens een glimmende gele rekenpenning.<br />

Altijd leuk om te vinden in die<br />

staat. Toen ik echter wat beter keek, kreeg<br />

ik het idee dat het wel eens iets anders<br />

dan een rekenpenning kon zijn. Het bleek<br />

inderdaad om een gouden munt te gaan,<br />

mijn eerste!! (foto 8). Op het Belgische<br />

muntenforum is hij als volgt gedetermineerd:<br />

Savoye, Italië. Scudo, geslagen<br />

door Carlo II (1504-1553).<br />

Als ik zo eens terugdenk aan wat ik dit<br />

jaar heb gevonden, mag ik helemaal niet<br />

klagen. Er zaten een aantal topvondsten<br />

tussen die misschien in waarde weinig<br />

voorstellen maar die ik al lang hoopte te<br />

vinden. Volgende keer als ik weer eens een<br />

verhaal lees over een topvondst, zal ik eerst<br />

eens denken aan de vondsten die ik zelf heb<br />

gedaan.<br />

Tekst en foto’s: Matthijs Rutten


Ringedingetjes 10<br />

Sedert lange tijd vingen de mensen met netten in<br />

Sedert lange tijd vingen de mensen met netten in<br />

het wild levende vogels. Door de eeuwen heen is<br />

deze jachtmethode blijven bestaan.<br />

Het “wilsterfl appen” (het vangen van goudplevieren)<br />

is nog een overblijfsel uit lang vervlogen<br />

tijden. <strong>De</strong> attributen die voorheen werden<br />

gebruikt bestaan nog. Vooral in de weilanden<br />

langs de kusten worden en werden veel<br />

“wilsters”gefl apt. <strong>De</strong> goudplevierenvangst is<br />

nooit iets geweest van de grote heren, het was<br />

vaak een noodzakelijk vermaak voor de kleine<br />

man. Een oud gezegde is: dat men eerst goed<br />

moet kunnen fl uiten om een goudplevier te<br />

vangen. Bovendien moet men veel geduld hebben,<br />

behoorlijk goed tegen de kou kunnen en op<br />

het goede moment toeslaan. Men dient immers<br />

de vogel niet over het net te laten vliegen. Het<br />

waren geen herenjagers, het waren mensen die in<br />

het najaar en winter nog hun brandstof, kleding<br />

of de huur met fl appen moesten verdienen. Uitmuntende<br />

veldkenners, ze vingen ook mollen,<br />

bunzingen en hermelijnen, weer anderen visten<br />

op het wad of in binnenwateren. Vaak werd<br />

er armoede geleden, als de vogels niet op tijd<br />

waren. <strong>De</strong> fl appers hadden geen jachtakte nodig,<br />

ze konden volstaan met een kleine jachtakte, die<br />

maar een fractie van de grote jachtakte kostte.<br />

<strong>De</strong> vogels werden onder meer verkocht aan<br />

smulpapen in Engeland. <strong>De</strong> Jachtwet van 1978<br />

verbood de vangst met netten wat soms een<br />

strop was voor de “wilsterfl apper”!<br />

Toen de materiële noodzaak aan het verdwijnen<br />

was (dus vóór 1978) ringden ook tegen het einde<br />

van het jaar en winter sommige fl appers de<br />

vogels. Ze kregen van het Vogeltrekstation een<br />

ringvergunning. Menige plevier werd geringd.<br />

<strong>De</strong> fl appers zagen dat de vogels van het noorden<br />

(hun broedgebied) trokken naar het zuiden (bijv.<br />

van Rusland naar Italië). Ze ontdekten weer<br />

middels ringonderzoek dat de vogels soms in het<br />

zuiden geschoten werden.<br />

Van Anne de Boer uit Sneek ontving ik een ring<br />

(Vogeltrekstation Arnhem, Holland 1130860),<br />

die hij uit de grond opgediept had met de<br />

metaaldetector. <strong>De</strong> ring kwam uit de buurt van<br />

Pingjum, gevonden op 15 september 2005.<br />

Het Vogeltrekstation deelde mij mede, dat deze<br />

detectorvondst toebehoorde aan een goudplevier.<br />

<strong>De</strong>ze plevier was geringd op 18 september<br />

1974 in de buurt van het Friese Schettens door<br />

een familie uit de buurt van Elahuizen. <strong>De</strong> vogel<br />

was met een net gevangen, alvorens hij de vrijheid<br />

kreeg. Kwam de vogel jaren daarna weer<br />

naar dezelfde plaats? <strong>De</strong> afstand bedroeg slechts<br />

4 kilometer (Pingjum-Schettens), de verstreken<br />

tijd: 11259 dagen.<br />

Na 1978 moesten de goudpleviervangers in<br />

ieder geval het gevangen wild de vrijheid geven.<br />

Heel vlug leek dit oude beroep ten gronde te<br />

gaan. Gelukkig hebben enkele enthousiastelingen<br />

gedaan gekregen, dat een opvolger mag<br />

worden aangetrokken. Natuurlijk wordt er niet<br />

meer voor de dood gevangen. <strong>De</strong> vogels worden<br />

geringd en dan weer vrij gelaten.<br />

Eén van de mooiste ringervaring was voor mij,<br />

dat we op een warme meiavond (30 mei 1990)<br />

jonge kauwen ringden, die zaten in een popu-<br />

lierenlaan van kasteel “Boschrijk” onder Zwolle.<br />

<strong>De</strong> sloteigenaar gaf toestemming en was zelf ook<br />

aanwezig. Veertien holen controleerden wij. We<br />

ringden 3 à 4 jongen per populier. Mijn maat<br />

klom in de boom en haalde de jongen eruit en<br />

plaatste ze later geringd weer terug. <strong>De</strong> kasteeleigenaar<br />

was trots op zijn kolonie kauwen en nam<br />

het vele lawaai voor lief. Er volgden hierop helaas<br />

geen spectaculaire terugmeldingen.<br />

Van A. Koerts, Dronten ontving ik een vogelring:<br />

Vogeltrekstation Arnhem, Holland 3.469.966<br />

gevonden op een stuk grond onder Elburg op<br />

15 mei 2005. Navraag bij het vogeltrekstation<br />

leverde het gegeven op, dat het een ring was van<br />

een kauw. Geringd door A.V. Egteren, Nunspeet<br />

op 29 mei 1993 als jonge vogel in de kolonie te<br />

Doornspijk. Afstand: 5 kilometer. Verstreken tijd:<br />

4369 dagen.<br />

Aan het einde van het jaar trekken heel veel<br />

roeken uit Noord- en Oost-Europa door naar<br />

Engeland en de rest blijft hier. Die periode<br />

vertoeven de roeken dikwijls samen met de<br />

kleinste verwant, de kauw of torenkraai. Iedereen<br />

kent deze vogels, vooral door hun gekras in de<br />

winterstilte, soms tientallen, soms honderdtallen.<br />

Het kauwtje is veel sierlijker van bouw dan de<br />

andere kraaien (roek, zwarte kraai, bonte kraai).<br />

Hij lijkt veel zachter met zijn lichte ogen, maar<br />

niet ontgaat hem. Kauwen vliegen in groepen<br />

bijv. om de toren in het dorp.<br />

<strong>De</strong> voortplantingsdrift in het voorjaar drijft<br />

hen naar hun eigen “huis”, ze blijven bij elkaar,<br />

maar ieder voor zich. In torens, konijnenholen,<br />

schoorstenen, holle bomen en nestkasten bouwt<br />

hij zijn nest van klei en takjes. Er dreigt nu wel<br />

gevaar want ze mogen beschoten worden. <strong>De</strong><br />

minister van Landbouw en Natuurbeheer heeft<br />

met ingang van april 2004, de vogels op een<br />

vrijstellingslijst gezet. <strong>De</strong> vrijstelling houd in dat<br />

de boer de vogels mag bestrijden om schade aan<br />

gewassen te voorkomen.<br />

Van W. Faber uit Drachten ontving ik een ring:<br />

Vogeltrekstation Arnhem, Holland 3.601.743,<br />

welke hij gevonden had met een metaaldetector<br />

op een perceel in de buurt van Ureterp op 15 juli<br />

2005. Bij navraag leverde het dit gegeven op, dat<br />

de ring van een kokmeeuw was. <strong>De</strong> vogel was<br />

geringd (in zijn eerste jaar) op 9 december 2002<br />

in Drachten (<strong>De</strong> Haven). Afstand: 7 kilometer.<br />

Verstreken tijd: 949 dagen. Waarschijnlijk is het<br />

een noordelijke doortrekker in ons land.<br />

<strong>De</strong> vogel heeft een gevaar ontweken in Noorwegen.<br />

Waarom? Een restauranteigenaar op het<br />

Noorse eiland Bolaerne schotelde kokmeeuwen<br />

voor aan zijn gasten. Hij schoot de meeuwen<br />

langs de kust. Hij vertelde in de Telegraaf van<br />

12 november 2005 dat de beesten een delicatesse<br />

waren. Ze smaakten naar wild en kostten met<br />

aardappelen en groente 25 euro…<br />

Ondergetekende wil gaarne ringen ontvangen<br />

van lezers. Bij voorbaat mijn dank. Jullie krijgen<br />

bericht terug.<br />

Jaap de Vries<br />

Meezenstraat 30, 9271 EX Zwaagwesteinde<br />

Tel. (0511) 444216<br />

C O L U M N<br />

Dagjesmens<br />

Zo, hè hè, eindelijk is het<br />

weer eens zover. Eindelijk<br />

weer eens een keer zoeken.<br />

<strong>De</strong>cember; drukke maand<br />

hoor, niet alleen voor mij<br />

maar voor velen. Zo staan<br />

we voor de haard, uit volle<br />

borst Sinterklaas toe te zingen<br />

.. liggen we volgepropt uit te buiken, onder<br />

de kerstboom .. en dan als toetje .. oliebollen<br />

happen .. ja, ja, goed voor de calorietjes, de<br />

decembermaand. En in mijn geval, her en der<br />

nog een verjaardagsfeestje er tussendoor. Het<br />

is welletjes .. moet al bijna weer shoppen voor<br />

nieuwe broeken met een maatje meer .. dus<br />

enig zoekwerk zal verlichting brengen .. even<br />

het overtollige vet eraf lopen en graven.<br />

Tja, daar staan we dan voor het zoekveld. Mijn<br />

maatje en ik mogen ons eindelijk weer eens<br />

zoekers noemen. Vol verwachting zijn onze<br />

hartjes weer, als we het veld betreden. <strong>De</strong> boer<br />

vertelde ons van te voren over grote hoeveelheden<br />

pijpenkopjes en scherven, dus onze<br />

verwachtingen waren hoog gespannen. Na een<br />

tijdje lopen, kom ik tot de ontdekking dat ik<br />

echt weer even de zwaaislag te pakken moet<br />

krijgen. Tja we worden ouder. Maar net als bij<br />

het zwemmen; de eerste slagen zijn beroerd,<br />

maar verleren doe je het nooit. <strong>De</strong> eerste piep<br />

brengt ons een vertrouwde duit van gladde<br />

kwaliteit. Maar goed, leuk voor de schatkist,<br />

want die moet nog vol. Al gaandeweg begin ik<br />

toch wat te bibberen van de kou. Tja, we worden<br />

ouder denk ik dan bij mezelf. Hoe langer ik<br />

zoek des te kouder word ik. Tja, lieve zoekvrienden,<br />

ons aller Klaas plaagt zijn maatjes vaak met<br />

hun leeftijd. Ze zijn allemaal een stukkie ouder<br />

dan ik. Dagjesmensen roep ik ze dan toe, maar<br />

langzamerhand merk ik dat ik me ook al bijna<br />

zo voel. Tjonge, jonge, wat koud zeg! Nog even<br />

en ik sta hier stil als bevroren standbeeld. <strong>De</strong><br />

vingers voel ik al niet meer, de spieren worden<br />

strammer bij elke bukbeweging. Ik heb echt het<br />

gevoel dat ik al aan het afsterven ben en dat<br />

noemen we nog hobby ook. en dat voor een<br />

halve vingerhoed en een paar gladde duiten.<br />

Een paar jaar terug interesseerde dat me niks,<br />

regen, sneeuw, wind en kou, tja, ik lachte er om.<br />

Zoeken was het motto, dat dan het liefst zoveel<br />

mogelijk. Tja, ik ook altijd met mijn grote mond<br />

tegen over mijn maatjes, nu ben ik zelf aan de<br />

Klaas Bot<br />

beurt. Help ik word ook een dagjesmens.<br />

DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006


Zoekdag Nijkerk<br />

zaterdag 25 maart Nijkerk<br />

Aan de rand van de Noord-West Veluwe en<br />

de Gelderse Vallei, ligt Nijkerk, een stad met<br />

een rijke historie. Er wordt al vroeg vermeld<br />

dat de Evangelieprediker Ludger in deze<br />

streek heeft rondgetrokken Wellicht is alhier<br />

toen een kapel gesticht. <strong>De</strong>ze zou getrof-<br />

fen zijn door de veenbrand, die in 1222 in<br />

Vunnilo uitbrak. Toen is een nieuwe kerk<br />

gebouwd, waaraan de plaatsnaam Nijkerk<br />

is ontleend.<br />

Het kerkdorp, onbeschermd tegen de<br />

zeevloeden van de toenmalige Zuiderzee,<br />

vraagt om het land met een dijk te mogen<br />

beschermen: 28 maart 1356 wordt hiertoe<br />

een vergunning verleend. Het beschermde<br />

land draagt de naam Erckemede, later<br />

Arkemheen. Als grensplaats tussen het bisdom<br />

Utrecht en het Hertogdom Gelre heeft<br />

Nijkerk veel te lijden van oorlogsgeweld en<br />

in 1412 wordt het dorp verwoest. Hertog<br />

Reinolt IV van Gelre verleent Nijkerk als vergoeding<br />

voor de schade op 27 maart 1413<br />

stedelijke vrijheid en rechten.<br />

Nijkerk, nu een Gelderse stad, wordt na enige<br />

tijd met een gracht omringd. Drie poorten<br />

geven toegang tot de Vest, voor stadsmu-<br />

ren heeft vermoedelijk het geld ontbroken.<br />

Spoedig daarna moet Nijkerk het ontgelden<br />

in de Utrechts-Gelderse oorlogen en brandt<br />

in 1421 de kerk af. Het duurt tot 1461 voor-<br />

dat men kan beginnen met de herbouw. Na<br />

periodes van oorlog en vrede treft de stad in<br />

1540 een nieuwe ramp: bij een stadsbrand<br />

gaan bijna alle huizen in vlammen op.<br />

Maar het jaar 1636 wordt ook gekenmerkt<br />

door de pest waaraan ongeveer de helft van<br />

de bevolking sterft.<br />

Er kan dus genoeg worden gevonden door<br />

de zoekers.<br />

Hallo beste leden eindelijk is het weer zo ver.<br />

Een leuke zoekdag in het mooie Gelderlandse landschap.<br />

We zijn te gast in de:<br />

Gasterij <strong>De</strong> Roode Schuur<br />

Oude Barneveldseweg 98<br />

3862 PS Nijkerk<br />

Tevens is er die dag ook<br />

weer een determinatieteam<br />

aanwezig om uw vondsten<br />

te bekijken:<br />

<strong>De</strong>terminatieteam:<br />

Jos Benders<br />

Rio Holtman<br />

Evert Kramer<br />

Jan Zijlstra<br />

Danny Dijs<br />

Jan Pelsdonk (SGBM)<br />

Eva Kars (ADC)<br />

Michel Hendriks<br />

Arie van Herwijnen<br />

Programma<br />

09.00 Zaal open<br />

10.00 Opening voorzitter<br />

10.30 1e zoekwedstrijd<br />

12.30 Kinderwedstrijd tot 12 jaar<br />

14.00 2e wedstrijd<br />

16.30 Prijsuitreiking


26<br />

vondst<br />

jaar<br />

V A N H E T<br />

2005 2005 2005<br />

Een kadootje…<br />

Een hellehond<br />

uit de klei<br />

Eindelijk was het zover, we konden weer<br />

eens zoeken, na lange tijd alleen de<br />

vondsten van anderen op het Internet en<br />

in de bladen te hebben bewonderd.<br />

Tjonge hoe kan het toch, dat het lijkt dat<br />

iedereen mooie vondsten doet, en mijn<br />

zoekmaat Richard en ik de keren dat we<br />

op zoek naar akkers zijn, enkel veel benzine<br />

verbruiken en vervolgens bijna altijd<br />

ook nog teleurgesteld terug komen.<br />

13 november, de dag voor mijn verjaardag<br />

stonden we oog in oog met een<br />

enorme akker. Even later lopen we te<br />

piepen tussen de maïsstoppels. Goh, wat<br />

is het toch warm, de zon is ondertussen<br />

gaan schijnen en we zijn veel te warm<br />

aangekleed. Het zweet loopt me onder<br />

de muts vandaan. Tja, november wie<br />

verwacht nog zo’n zomerse dag!<br />

Eindelijk na een tijdje gezwaaid te hebben,<br />

een piepje, verdikkeme een minus-<br />

Om mee te doen met de ‘Vondst van het jaar’ dient u een verhaal, van<br />

tenminste 150 woorden, te schrijven over het door u gevonden object.<br />

Natuurlijk stuurt u duidelijke foto’s van het voorwerp mee. Voorwerpen<br />

van archeologische waarde (vóór 1500) dienen te worden aangemeld.<br />

2005<br />

cuul stukje van een zilveren stuiverstuk!<br />

Kijk dat geeft de burger moed, zeker<br />

als ik even later nog een duit vind. Dat<br />

betekent ieder geval dat we eindelijk op<br />

een akker zijn, waar wat ligt!<br />

Ik roep Richard en vertel hem mijn<br />

bevindingen, hij heeft nog steeds niks<br />

gevonden maar dat verwondert me<br />

niks. Hij staat als hij een piep heeft, altijd<br />

zolang te mieren om een stukje metaal<br />

te vinden!<br />

Ik loop gauw weer verder om geen tijd<br />

te verdoen en even later, ja hoor een<br />

forse piep! Ik steek mijn schep in de klei<br />

en haal er een inke bonk uit en ga er<br />

met de schotel over, niets! Dan moet het<br />

dieper zitten waardoor ik gelijk denk dat<br />

het een blikje zal zijn, want ik ben dicht<br />

bij een weg, en uit ervaring weet ik dat<br />

er nogal wat blikjes door mensen het<br />

land worden opgegooid.<br />

Maar goed geen gezeur, opgraven dat<br />

ding, wat het ook moge zijn! Hup nog<br />

een stuk klei er uit en ja hoor piep, hier<br />

zit het in. Ik breek het vochtige stuk klei<br />

open en zie dat het een donkergroen<br />

voorwerp is. Ik neem het in mijn handen<br />

en haal er wat meer klei af. Potverdikkeme,<br />

ik heb in de loop der tijden genoeg<br />

Romeins gezien, om te zien<br />

dat wat ik nu in mijn handen heb<br />

uit die periode komt! Mijn hart<br />

gaat te keer bij het zien van 3 hondenkoppen<br />

die mij aankijken. Ik ren<br />

naar Richard en laat het hem zien. “Kijk<br />

dan een hellehond, Romeins”. Richard die<br />

zijn enthousiasme altijd meesterlijk weet<br />

te verbergen zegt alleen: “leuk…….”.<br />

Kortom, we hebben daarna nog even<br />

doorgezocht maar niks meer gevonden.<br />

Thuis gekomen heb ik het beeldje onder<br />

de kraan gehouden en de rest van de klei<br />

afgespoeld. Het bleek dat het beeldje<br />

helemaal compleet was. Ongelofelijk dat<br />

het na jaren van ploegen zo uit de grond<br />

kwam. Dit was op mijn verjaardag natuurlijk<br />

mijn mooiste cadeau!<br />

Ik heb het beeldje uiteraard aangegeven.<br />

<strong>De</strong> o ciële benaming van deze hond is<br />

een ‘Cerberus’ en hij dateert vermoedelijk<br />

uit de 4e eeuw na Christus. Het lijkt erop<br />

dat dit het enige gevonden exemplaar in<br />

Nederland is.<br />

Voor mij was dit de ‘vondst van mijn<br />

leven’ en daarom wil ik meedingen naar<br />

de ‘Vondst van het jaar 2005’.<br />

Erik Jacobson, Arnhem<br />

Kerberos (Lat.: Ceberus), in de Griekse mythologie<br />

de gruwelijke veelkoppige hellehond,<br />

een kind van de reus Typhoon en het gedrocht<br />

Echidna. Hij verwelkomt de nieuwkomers in<br />

het dodenrijk zeer vriendelijk maar bewaakt<br />

de toegang tot de onderwereld (Hades) zodat<br />

niemand daar uit kan terugkomen. Alleen Orpheus<br />

slaagt er in om met zijn hemelse muziek<br />

Kerkebos in slaap te sussen en Herakles voert<br />

als laatste van zijn twaalf zware opdrachten de<br />

hond naar de aarde.


Topdag in<br />

IJmuiden<br />

In maart 2005 ben ik in IJmuiden wezen<br />

zoeken op een stuk grond waar 2 jaar geleden<br />

een duinenrij is uitgevlakt, en wat<br />

ooit het oude strand van IJmuiden was.<br />

Het stuk strand bleek al tijden braak te<br />

liggen en heel veel afgezocht te zijn,<br />

maar ik wilde het er toch even proberen.<br />

Overal waar ik liep lag oud afval en bossen<br />

prikkeldraad en kogelhulsen. Dan<br />

eindelijk een leuke piep, een leeuwencent<br />

en daar bleef het niet bij, want ik<br />

vond er gelijk een oud koperen ringetje<br />

naast.<br />

Na een uurtje had ik al een stuk of 8<br />

leeuwen centen, 2 zilveren kwartjes en<br />

een ring.<br />

Een paar motorcrossers hadden inke<br />

geulen in het zand gereden dus haalde<br />

ik er even mijn detector tussen door.<br />

Ik kreeg de ene piep na de andere, dus<br />

schoof ik met mijn voet het zand weg en<br />

vond 1, 2, 3, 4, 5, 6...... leeuwen centen.<br />

Ze bleven maar komen en het piepen<br />

hield niet op dus schoof ik weer wat zand<br />

weg en toen kwam het mooiste naar<br />

boven.<br />

Daar lag een half vergaan leren buideltje<br />

vol met muntjes. Wauw dacht ik, dit is<br />

echt een topper.<br />

In het buideltje zat nog een hele stapel<br />

centen, 3 x 2 1/2 centen, 2 halve centen,<br />

1 zilveren kwartje en 2 zilveren dubbeltjes.<br />

<strong>De</strong> muntjes zijn uit de periode 1884<br />

t/m 1919, dus het buideltje is van voor<br />

WO II.<br />

Het drukknoopje, gemaakt van een halve<br />

cent met aan de drukkant een H van<br />

Henk gegraveerd, zat er nog op.<br />

<strong>De</strong>ze dag kon voor mij niet meer stuk,<br />

wat een mooie vondst. Daarom zou ik<br />

met deze vondst mee willen doen met de<br />

‘vondst van het jaar’.<br />

Alex Rusche<br />

vondst<br />

V A N H E T<br />

jaar<br />

2005 2005 2005<br />

Zeeuwse<br />

keelknoopjes<br />

Toen ik een tijd terug een artikel in de<br />

krant las over Wilco Rook en zijn ‘vondst<br />

van het jaar’, leek het mij ook geweldig<br />

om zelf te gaan ‘schatzoeken’. Ik heb toen<br />

ook daadwerkelijk mijn eerste detector<br />

aangeschaft. Natuurlijk eerst een boel<br />

oud ijzer opgegraven, maar later begin<br />

je toch echt leuke en soms waardevolle<br />

dingen te vinden. Na een poosje werd er<br />

een betere detector gekocht en heb ik<br />

ook in Frankrijk gezocht en enkele leuke<br />

munten gevonden. Maar nu blijkt dat je<br />

voor de grootste vondsten niet eens ver<br />

van huis hoeft.<br />

Op een doordeweekse dag na het werk<br />

wilde ik nog even met m’n detector het<br />

land in. Ik had deze regio al een tijdje in<br />

de gaten gehouden, wachtend totdat<br />

de mais werd gemaaid. Na een uurtje<br />

zoeken begon het al aardig donker te<br />

worden en besloot ik maar weer thuis te<br />

gaan kijken. Op weg terug naar mijn auto<br />

hield ik mijn detector nog wel even over<br />

de grond. Toen ik vlakbij de auto was<br />

gearriveerd kreeg ik toch nog een mooie<br />

piep en besloot toch maar even te kijken<br />

of dit inderdaad iets was. Na de eerste<br />

spit had ik gelijk door dat ik echt iets<br />

DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />

27


28<br />

vondst<br />

V A N H E T<br />

jaar<br />

2005 2005 2005<br />

gevonden had, al had ik geen auw idee<br />

wat het was. Ik dacht, het zal wel iets van<br />

zilver wezen en omdat het ondertussen<br />

al behoorlijk donker was, stopte ik het in<br />

mijn zak om er thuis maar te kijken.<br />

Onderweg naar huis had ik toch wel het<br />

idee dat het iets unieks kon zijn. Dus eenmaal<br />

thuis gekomen, riep ik mijn vriendin<br />

en zei: “Volgens mij heb ik iets bijzonders<br />

gevonden”, en gaf haar het nog smerige<br />

voorwerp in handen. Na er eens goed<br />

naar te hebben gekeken riep ze: “Dit is<br />

goud!!”. Ik kreeg het voorwerp weer in<br />

handen en heb het gelijk onder de kraan<br />

met een tandenborstel gereinigd. Toen<br />

zag ik zelf ook dat het inderdaad goud<br />

was! Mijn eerste goud in acht jaar!! Het<br />

waren nog in perfecte staat kerende<br />

knoopjes. En ze zaten ook nog netjes<br />

aan elkaar. Na op Internet te hebben<br />

gekeken, bleken het gouden, mannelijke<br />

Zeeuwse keelknoopjes te zijn. <strong>De</strong>ze<br />

werden in de 19e eeuw gedragen met de<br />

klederdracht voor speciale gelegenheden<br />

en/of zondags naar de kerk. Na acht jaar<br />

zoeken heb ik natuurlijk best veel leuke<br />

en bijzondere dingen gevonden maar dit<br />

is toch wel mijn topvondst!. Zeker omdat<br />

het mijn eerste goud is en mensen altijd<br />

zeggen dat je je eerste goud binnen zes<br />

jaar vindt, dus werd het ook wel tijd!<br />

Met deze vondst wil ik graag meedoen<br />

met de vondst van het jaar 2005!<br />

Herman Nijenhuis<br />

Op zoek naar<br />

een kachel en<br />

thuis komen<br />

met een<br />

Romeinse munt<br />

Enkele weken geleden was ik op zoek<br />

naar een gaskachel en vond ik er een via<br />

Internet. Maar de eigenaar woonde wel<br />

in Nijmegen. Vanaf Eindhoven, ondanks<br />

het nieuwe stuk A50, toch nog altijd een<br />

uur rijden. Daar aangekomen was het<br />

wel wat ik zocht en we werden het eens<br />

over de prijs. Dus zou je denken dat het<br />

een kwestie was van inladen. Maar... ik<br />

had mijn XP detector en de rest van de<br />

uitrusting nog achterin liggen en had<br />

eigenlijk geen plaats. Dus afgesproken<br />

dat ik hem de volgende dag zou komen<br />

halen.<br />

Maar omdat ik toch ook geen zin had<br />

om rechtsomkeer te maken, besloot ik<br />

eens op de kaart te kijken om ergens te<br />

gaan zoeken. Zo vaak zoek ik niet in de<br />

Betuwe dus was dit een kans. Ik besloot<br />

richting Elst te rijden en pakte het eerste<br />

beste akkertje waar ik scherven tegenkwam.<br />

Na anderhalf uur had ik niets<br />

bijzonders gevonden en besloot naar<br />

een andere akker te gaan kijken. Daar<br />

lagen geen scherven maar toch wilde ik<br />

er eens overheen lopen. Het enige wat ik<br />

vond was een afgebroken bula.<br />

Het werd al laat en ik besloot om het<br />

laatste uur op de akker ernaast te zoeken<br />

omdat die van dezelfde boer was. Opeens<br />

kreeg ik een signaal zo helder als<br />

een pas gestemde piano. Wat een mooi<br />

geluid! Het kostte niet veel moeite om<br />

meteen te zien dat het om een mooie zilveren<br />

Romeinse munt ging. <strong>De</strong> tekst die<br />

er op staat is P.Clodia en de munt dateert<br />

van ongeveer 48 voor Christus.<br />

Maar ik heb nog iets anders over gehouden<br />

aan deze mooie dag; ik handel<br />

sindsdien in kachels!<br />

Na determinatie blijkt het te gaan om<br />

een munt uit de tijd van de republiek.<br />

<strong>De</strong> determinatie is als volgt:<br />

Zilveren denarius van de gens Claudia uit<br />

42 voor Christus.<br />

Voorzijde: Gelauwerde kop van Apollo<br />

naar rechts, met daarachter een lier.<br />

Keerzijde: Naar rechts staande Diana met<br />

pijl en boog over de schouder. In beide<br />

handen heeft ze een brandende fakkel.<br />

P CLODIUS rechts, M F links. <strong>De</strong>ze munt<br />

werd geslagen onder verantwoordelijkheid<br />

van de muntmeester P Clodius van<br />

het geslacht Claudia.<br />

Met dit verhaal wil ik graag meedoen<br />

met de vondst van het jaar 2005.<br />

Wil Dignouts, Eindhoven<br />

Een pop op<br />

mijn schop!!<br />

Tijdens een middagje zoeken op een paar<br />

zeer leuke akkertjes hier in de omgeving<br />

van het Gooi brak het stekkertje alsmede<br />

een paar stroomdraadjes in de kabel van<br />

de schotel naar het kastje van mijn Gar-


ett. <strong>De</strong> detector<br />

deed natuurlijk<br />

niets meer en reageerde<br />

nergens<br />

meer op.<br />

Daar sta je dan...Dag<br />

middag met je mooie<br />

weer, wat moeten we nu?<br />

Gelukkig had mijn maat Gerard een<br />

DDA blad in de auto liggen. We<br />

vonden het dichts bijzijnde<br />

adres en besloten naar Bunschoten<br />

te rijden om te kijken<br />

of het euvel verholpen kon<br />

worden. We werden met open<br />

armen ontvangen.<br />

Hoewel Midholland geen Garrett<br />

in zijn assortiment voert, had Wilhelm<br />

nog wel toevallig een Garrett kabel comcompleet met stekkertje ergens in een hoekje<br />

liggen. <strong>De</strong> boel werd opengeschroefd en<br />

alle draden werden keurig aan de ‘nieuwe’<br />

stekker gesoldeerd. En ja hoor... de<br />

Garrett was weer springlevend. Wat een<br />

service! Nogmaals dank Wilhelm!<br />

Dus kon en ben ik weer eens teruggegaan<br />

naar het dijkje waarop ik al diverse<br />

leuke dingen had gevonden, zoals een 30<br />

stuiver stuk van Daventriae 1686.<br />

Het was alsof ze wisten dat ik zou komen,<br />

want ze hadden net het gras/onkruid<br />

gemaaid. Na een paar meter gelopen te<br />

hebben kreeg ik al een mooi signaal. Na<br />

enig gegraaf had ik de (onleesbare) duit<br />

te pakken. Maar die had ik dus wel mooi<br />

gemist tijdens het eerdere gezoek. Dat<br />

gaf de burger weer moed. Ik besloot om<br />

wat lager aan de dijk te gaan zoeken en<br />

vond daarna nog een musketkogel en<br />

wat onde nieerbare stukjes lood. Even<br />

verderop had ik toch weer een duit van<br />

Gelria te pakken. Niet echt mooi, maar<br />

toch...<br />

En toen, even later kreeg ik een geweldig<br />

mooi geluid... Het voorwerp zat behoorlijk<br />

diep... Daar was het... een grote<br />

zwarte plak, maar een ieder kon reeds<br />

zien dat dit wel zeer interessant was!<br />

Na de ergste modder met wat water te<br />

hebben weggespoeld, zag ik de dame<br />

opdoemen die ik al zo vaak op munten<br />

in ons mooie clubblad en diverse boeken<br />

was tegen gekomen! Nu had ik er ook<br />

een! <strong>De</strong> godin Pallas Athene, steunend op<br />

de bijbel! Wat een poepie dat popje***...<br />

dat ik nog verliefd kon<br />

worden op mijn leeftijd!<br />

Toen ik de munt thuis<br />

verder schoonmaakte, bleek<br />

dat het ging om een zilveren<br />

gulden van Utrecht 1687! Een<br />

jaar jonger dan de munt van <strong>De</strong>-<br />

venter... Zouden deze<br />

munten verloren<br />

zijn door één<br />

en dezelfde<br />

persoon? Wat<br />

zal die zich<br />

rot hebben<br />

gevoeld dan,<br />

maar ach...<br />

ach... helaas, we<br />

zullen het nooit<br />

weten....<br />

Gaarne ding ik met de munt mee naar de<br />

‘vondst van het jaar 2005’.<br />

Frederik Draaijer, Muiden<br />

*** Men dacht ook wel dat het hier om de<br />

Nederlandse maagd ging. Ze werd oneerbiedig<br />

met pop of poppetje aangeduid. Hiervan<br />

is waarschijnlijk de bijnaam pop voor gulden<br />

afgeleid.<br />

(Bron: het boek Klinkende Munt, geschiedenis<br />

van het geld in de lage landen. Uitgever<br />

Elsevier.<br />

Beginnersgeluk.....??<br />

Een gouden<br />

dinar<br />

Begin juli 2005 ben ik begonnen te<br />

zoeken met een metaaldetector. Jaren<br />

terug wilde ik er al mee beginnen, maar<br />

door drukte kwam er niets van. Tot er<br />

een nieuwe bewoner bij ons in de straat<br />

kwam wonen. Die zag ik er regelmatig<br />

op uit trekken met zijn detector. We<br />

kregen steeds meer contact met elkaar. Ik<br />

vondst<br />

V A N H E T<br />

jaar<br />

2005 2005 2005<br />

vertelde hem dat ik ook wel interesse had<br />

in een metaaldetector. Een paar dagen<br />

later kwam hij met een stapel <strong><strong>De</strong>tector</strong><br />

<strong>Magazine</strong>s aan. Dat kwam voor mij goed<br />

uit, want ik had nog vele vragen. Mijn eerste<br />

vraag was, welk merk detector moet<br />

ik kopen. Mijn buurman Tjibbe Noppert<br />

adviseerde mij een beginnersdetector te<br />

kopen. Een paar dagen later had ik een<br />

Black Knight in huis voor slechts 79 euro.<br />

Regelmatig gingen wij zoeken met z’n<br />

drieën. Het gebied waar wij wonen, bezit<br />

nog veel wierden zodat wij niet ver hoeven<br />

te reizen. Op een plaats waar in de<br />

oorlog veel is gevochten, vonden we veel<br />

granaatscherven en ander oorlogsmateriaal,<br />

maar de grote klapper bleef nog even<br />

uit. Totdat ik een loden gewichtje vond,<br />

dat was mijn eerste interessante vondst.<br />

Daarna volgden nog vele leuke vondsten<br />

zaols o.a. leerbeslag, lakenloodjes,<br />

munten enz.<br />

Op dinsdag 11 oktober waren we met<br />

z’n drieën al vroeg op pad gegaan. Vol<br />

goede moed begonnen we te zoeken in<br />

de buurt van een wierde. Na een tijdje<br />

kreeg ik een hoge piep. Ik dacht aan een<br />

groot stuk ijzer en begon op de plek te<br />

graven. Op ongeveer 10 cm diepte wipte<br />

ik een goudkleurig voorwerpje omhoog.<br />

Eerst dacht ik dat het de achterkant van<br />

een kroonkurk was. Maar toen ik beter<br />

keek en het iets had schoongemaakt, leek<br />

het veel op een gouden munt. Snel stak<br />

DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />

29


30<br />

vondst<br />

V A N H E T<br />

jaar<br />

2005 2005 2005<br />

ik mijn detector in de lucht en kwamen<br />

mijn maten toegesneld. Nadat we de<br />

gouden munt goed hadden bekeken,<br />

dacht Tjibbe dat het misschien een bula<br />

was. Later op de dag vonden wij nog 2<br />

schij es met een scharnier en naaldschede<br />

van onbekend materiaal, waarvan de<br />

versiering niet meer goed zichtbaar was.<br />

Een paar dagen later hebben we contact<br />

gezocht met de provinciaal archeoloog.<br />

Hij dacht ook zonder de munt gezien te<br />

hebben, dat het een bula was. Hij wilde<br />

de gouden bula graag zien en nodigde<br />

ons drieën uit voor een bezoek aan het<br />

provinciehuis in Groningen. Na het bezoek<br />

kregen wij een paar weken later een<br />

mailtje dat de munt een Almohadische<br />

dinar (dobla) was uit de 12 - 13e eeuw. In<br />

het kustgebied van Friesland en Ostfriesland<br />

zijn op verschillende plaatsen<br />

gouden dinars gevonden. <strong>De</strong>ze munten<br />

kwamen vooral uit N.W. Afrika, Andalusie<br />

en uit christelijke staatjes op het Iberische<br />

schiereiland. Het goudgehalte van de<br />

munt is 23 karaat, de diameter 28 mm en<br />

het gewicht is 5,6 gram.<br />

Met deze vondst wil graag meedoen met<br />

de vondst van het jaar 2005<br />

Marten Bolt, Spijk<br />

Een geschiede-<br />

nis(f)lesje.....<br />

Een week nadat ik de Utrechtse gulden<br />

had gevonden, zag ik op dezelfde dijk<br />

aan de overkant van de sloot iets in de<br />

walkant schitteren. Omdat ik toch wel<br />

nieuwsgierig was, en de sloot te breed<br />

was om er overheen te springen, ben ik<br />

een eind verder gelopen om daar over<br />

een hek te klimmen. Waarschijnlijk zou<br />

het wel een stuk glas zijn dacht ik nog.<br />

Dat was het dus ook, maar... toen ik dit<br />

stuk glas uit de modder wou trekken, gaf<br />

het mooi niet mee! Dat werd graven met<br />

beleid!<br />

Het zou toch niet waar zijn?! Maar het<br />

was hemel zij dank wel waar! <strong>De</strong> es was<br />

heel! Met een lange hals,<br />

oud, puntgaaf en naar later bleek prachtig<br />

geiriseerd. En... wat nog veel mooier<br />

was.. er stond een glaszegel op!<br />

Na hem voorzichtig in de sloot afgespoeld<br />

te hebben kon ik op het zegel<br />

de naam Constantia wyn lezen. Wat een<br />

vondst! Ik zag hem al in de vitrine staan!<br />

Op eieren lopend dus naar huis waar ik<br />

de es verder heb schoongemaakt.<br />

Het is een plaatje en ik ben er dan ook<br />

dolblij mee. Ik had natuurlijk wel meer<br />

scherven gevonden, maar nooit iets<br />

heels... Maar deze es in zo’n goede staat<br />

is natuurlijk wel crème de la crème!<br />

Vanzelfsprekend ben ik de boeken ingedoken<br />

om uit te zoeken waar Constantia<br />

wyn voor staat. Welnu, Constantia is een<br />

van de wijngebieden op de Kaap in Zuid-<br />

Afrika. Daar arriveerde in 1679 Simon van<br />

der Stel, bevelhebber van de Kaap Kolonie.<br />

Simon van der Stel plantte de eerste<br />

druiven op de Kaap. <strong>De</strong> wijn gemaakt van<br />

deze druiven werd zeer gewaardeerd en<br />

verkocht en geexporteerd naar hen die<br />

zich dat konden veroorloven. Zo stond<br />

bijvoorbeeld Napoleon erop dat hij Constantia<br />

wijn kreeg gedurende zijn laatste<br />

dagen op Sint-Helena. Constantia werd<br />

vernoemd naar Constance, de vrouw van<br />

gouverneur van der Stel.<br />

<strong>De</strong> es door mij gevonden dateert uit<br />

ongeveer 1780. <strong>De</strong> wijngaard bestaat nog<br />

steeds en is een van de beroemdste ter<br />

wereld. Nu ga ik natuurlijk niet net zoals<br />

Napoleon erbij lopen, maar ik heb mezelf<br />

toch wel even op de borst geklopt<br />

vanwege deze zeer mooie, toch niet<br />

alledaagse vondst. En hoe komt zo’n es<br />

nou weer in die prutsloot terecht vraag<br />

je je af....Wat is het toch merkwaardig en<br />

interessant allemaal....<br />

Gaarne ding ik met de wijn es mee naar<br />

de ‘vondst van het jaar 2005’.<br />

Frederik Draaijer, Muiden<br />

<strong>De</strong> metamorfose<br />

van een<br />

roestige,<br />

kromme spijker<br />

Al bladerend in het ‘logboek’ van onze<br />

vaarvakantie van afgelopen zomer,<br />

komen allerlei beelden van die mooie<br />

periode weer boven. Het is net een lm,<br />

waarin je soms gureert en dan weer een<br />

hoofdrol speelt.<br />

Zo ook op die voor mij gedenkwaardige<br />

dag waarop het noodlot of de voorzienigheid<br />

bepaalde dat wij die avond geen<br />

ligplaats in Grouw konden vinden, of wij<br />

moesten genoegen willen nemen met<br />

het drie of vier rijen dik afmeren.<br />

Maar om dan ’s nachts door aan ‘Bachus<br />

o erende’ jongelui uit de slaap te worden<br />

gehouden of gehaald, zagen wij eigenlijk<br />

ook niet zitten. Dus zijn wij uitgeweken<br />

naar een vlakbij Grouw gelegen aanmeerplaats<br />

van de Marrekrite aan de Peanster<br />

Ee.<br />

Na die nacht prima geslapen te hebben<br />

ging ik de volgende morgen met Jordy,<br />

één van de kleinkinderen van mijn zwager<br />

de ‘pieper’ uitlaten. Jordy, is 10 jaar<br />

en echt een bijdehandje, je moet in ieder


geval scherpe ogen en een razend snelle<br />

reactie hebben wil je als eerste de vondst<br />

in handen hebben, hij is meestal net even<br />

vlugger.<br />

Zo ging het ook deze morgen, na een<br />

aantal leuke vondsten vlak bij de afmeerplaats,<br />

liepen wij daarna, via een pad<br />

door het weiland, naar een tegenover<br />

liggende aanlegplaats om daar ons geluk<br />

ook nog even te beproeven. Zo piepend<br />

die kant oplopend, kreeg ik inééns een<br />

goed signaal op mijn Garrett, ‘zwart op<br />

zeven’ en dus metéén bukken en graven.<br />

Maar voor ik ook maar iets had gezien,<br />

had Jordy het al te pakken en hield een<br />

klein roestig ‘gevalletje’ omhoog. Zelf-<br />

vondst<br />

jaar<br />

V A N H E T<br />

2005 2005 2005<br />

Win de<br />

DDA-bodywarmer<br />

Stuur de antwoordkaart op!!<br />

verzekerd zei hij: “Een roestige kromme<br />

spijker”, en hij zou hem met een zwaai<br />

weggooien. “Ho Ho!!!, laat eens zien” riep<br />

ik. ‘Zwart op zeven’ kan geen spijker zijn<br />

en bij het beter bekijken zag ik dan ook<br />

hier en daar wat groens tussen de bruine<br />

korst van dat kromme ding schemeren.<br />

Ik zei: “Zie je wel, dit is vast geen spijker,<br />

maar meenemen en straks schoonmaken,<br />

weggooien kunnen wij het altijd nog”.<br />

Later bij de boot, héél, maar dan ook<br />

héééél voorzichtig met hamer en staalborstel,<br />

de oxydelaag verwijderd en wat<br />

bleek, in plaats van een kromme spijker,<br />

zat er een bula in verborgen. Thuis na<br />

determinatie bleek het een Romeinse<br />

Vondst van<br />

het jaar<br />

2005<br />

D.m.v. het invullen van de<br />

antwoordkaart kunt u de<br />

winnaars kiezen. Graag<br />

inzenden voor 1 april a.s.<br />

U kunt de kaart ook inleveren<br />

op de zoekdag in<br />

Nijkerk.<br />

Onder de inzenders van<br />

de kaarten wordt een<br />

‘DDA-bodywarmer’<br />

verloot.<br />

In het volgende<br />

magazine worden<br />

de prijswinnaars van<br />

de ‘vondst van het jaar<br />

2005’ en de kaartenactie<br />

bekend gemaakt.<br />

Vondst van<br />

het jaar<br />

2006<br />

Om mee te doen met de<br />

‘Vondst van het jaar’ dient u<br />

een verhaal van tenminste<br />

150 woorden te schrijven<br />

over het door u gevonden<br />

object.<br />

Natuurlijk stuurt u duidelijke<br />

foto’s van het object<br />

mee. Inzending één object<br />

per keer. Voorwerpen van<br />

archeologische waarde (alles<br />

van vóór 1500) dienen te<br />

zijn aangemeld.<br />

Voor de categorie<br />

metaalvondsten zijn er<br />

5 prijzen beschikbaar.<br />

<strong>De</strong> hoofdprijs van 90 euro<br />

wordt dit jaar ter beschik-<br />

z.g.n. kap bula te zijn uit de 1e eeuw na<br />

Christus. Fantastisch toch zo’n vondst<br />

en nog wel op een plaats waar je zoiets<br />

helemaal niet verwacht. Je vraagt je later<br />

dan ook af, hoe zou die daar terecht zijn<br />

gekomen?<br />

Het enige antwoord dat ik kan bedenken<br />

is, dat hij misschien met terpgrond of<br />

zoals je in Groningen zegt met wierde<br />

grond, welke begin vorige eeuw als<br />

bemesting op slechte gronden werd gebruikt,<br />

op deze plek verzeild is geraakt.<br />

Misschien ligt hier nog een uitdaging<br />

voor zoekers uit Grouw en omgeving om<br />

dat alsnog op te helderen. Zou het echt<br />

zo zijn gegaan dan moet er natuurlijk<br />

meer liggen en wie weet, wat voor moois<br />

er dan nog kan liggen.<br />

Voor mij was dit mijn eerste bula en<br />

daarmee dan ook “<strong>De</strong> vondst van het<br />

jaar”.<br />

Tjibbe Noppert, Spijk<br />

vondst<br />

V A N H E T<br />

jaar<br />

2005 2005 2005<br />

king gesteld door de rma<br />

Creatype. Daarnaast stelt<br />

de vereniging nog 3 prijzen<br />

(DDA-bonnen) van 50 euro<br />

beschikbaar.<br />

Voor de mooiste ‘bijvondst’<br />

is er een DDA-bon van 50<br />

euro.<br />

DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />

31


32 [ Tekst: Mart Ho mann ]<br />

gebruikerservaring<br />

<strong>De</strong> draadloze WS1 hooftelefoon van XP<br />

Mijn voorkeur ging<br />

altijd uit naar analoge<br />

metaaldetectors, aan-<br />

zetten en gaan.<br />

Oké, wel wat aan de<br />

grondbalans draaien<br />

voor de juiste instelling,<br />

maar daar houdt het<br />

wel mee op. Een tijdje<br />

had ik een detector<br />

waarbij van alles was in<br />

te stellen, maar het liep<br />

uit op een grote teleur-<br />

stelling. Het was voor<br />

mij niet de detector.<br />

Er is de afgelopen jaren echter<br />

een hoop aan ontwikkeling<br />

gedaan op het gebied van<br />

metaaldetectors. Door nieuwe<br />

technologieën werden detectors<br />

lichter en beter hanteerbaar.<br />

<strong>De</strong> laatste tijd richt men zich<br />

ook op de koptelefoon voor<br />

zoekers. En dat was ook wel<br />

nodig, want een dure detector<br />

aanscha en en dan met een<br />

goedkope hoofdtelefoon rondlopen,<br />

die binnen ‘no time’ de<br />

geest kon geven, is geen optie.<br />

Allereerst waren er de zwaardere<br />

hoofdtelefoons die goed tegen<br />

een stootje konden en die<br />

de signalen perfect doorgaven.<br />

Het enige nadeel was (en is) het<br />

stugge snoer dat (zeker als die<br />

nieuw is) soms net te kort is.<br />

En daar is nu een oplossing op<br />

gevonden, namelijk draadloos<br />

zoeken.<br />

Bij XP heeft men een concept<br />

bedacht waarbij het zendergedeelte<br />

(3 gram) op de printplaat<br />

van de XP metaaldetector is te<br />

plaatsen, en het ontvangstgedeelte<br />

fraai is verwerkt in een<br />

lichtgewichte hoofdtelefoon.<br />

In detectormagazine 83 (hier<br />

staan ook de technische gegevens)<br />

werd het al aangekondigd<br />

in ‘<strong><strong>De</strong>tector</strong>nieuws’, en in de<br />

tussentijd ben ik er een tijdje<br />

mee op pad geweest om het te<br />

testen. Het systeem was in dit<br />

geval verwerkt in een XP adx<br />

200, een jne metaaldetector<br />

voor beginners of een back-up<br />

detector voor gevorderden.<br />

<strong>De</strong> eerste tests werden gedaan<br />

op een weiland dat net was<br />

omgeploegd en daarna weer<br />

geëgaliseerd ten behoeve van<br />

rioolaanleg. Eerst werd het<br />

bereik tussen de adx 200 en<br />

de hoofdtelefoon gemeten.<br />

Dit was in een rustige omgeving<br />

(geen storende gsm- of<br />

elektriciteitsmasten) ongeveer<br />

een goede 6 meter. Tijdens de<br />

zoekactie werden geen echt<br />

bijzondere vondsten gedaan<br />

(daar was het ook niet de<br />

locatie voor), maar het leverde<br />

wel een goed gevoel over de<br />

adx 200 op. <strong>De</strong> adx 200 gaf de<br />

voorwerpen (recente rommel)<br />

die er in de grond lag er goed<br />

aan met een helder signaal. Ook<br />

was de eventuele diepte van de<br />

voorwerpen goed te bepalen<br />

met de toonvariatie. Wat vooral<br />

opviel was dat het wel heel snel<br />

went, zo zonder kabel.<br />

Ook in het park was het jn en<br />

goed zoeken en hoewel daar<br />

weinig mensen komen en ik<br />

er weinig verwachtte, leverde<br />

het toch nog een leuk resultaat<br />

op. Helaas is het me niet gelukt<br />

(door tijdgebrek, en geen<br />

opgravingen) om de adx 200<br />

te testen waar ik dat het liefste<br />

doe, op een grondstort of bij<br />

een opgraving.<br />

Wie, wat en waar?<br />

<strong>De</strong> vrijheid die een draadloze<br />

metaaldetector oplevert is groter<br />

dan men in eerste instantie<br />

kan bedenken. Men kan de<br />

metaaldetector te allen tijde<br />

even naast zich neer leggen om<br />

even een voorwerp uit een kuil<br />

te halen zonder dat je rekening<br />

hoeft te houden met waar je de<br />

detector precies neerlegt (wat<br />

met een kabel vaak niet mogelijk<br />

is). Nu zal dat in een weiland<br />

niet zo snel een probleem zijn,<br />

maar voor stortzoekers is het<br />

een uitkomst. Men kan een stuk<br />

afsteken en daarna de detector<br />

langs de wand halen en de<br />

uitgestreken grond afzoeken<br />

zonder de hoofdtelefoon af te<br />

hoeven zetten.<br />

Het is ook een perfecte manier<br />

om mensen die net met de<br />

hobby zijn begonnen te begeleiden,<br />

want het systeem is op<br />

diverse manieren te gebruiken.<br />

Was men vroeger afhankelijk<br />

van een plug die gesplist was,<br />

nu kan men er naast lopen en<br />

de beginner met een eigen<br />

hoofdtelefoon laten zoeken, u<br />

kunt gemakkelijk mee luisteren<br />

en zo de beginneling instructies<br />

geven zonder dat u ‘aan elkaar’<br />

vast zit.<br />

Een ander voordeel van het<br />

systeem is dat het gedeelte<br />

dat de signalen ontvangt, los<br />

te koppelen is en d.m.v. een<br />

verloopplug op een grote<br />

hoofdtelefoon is aan te sluiten.<br />

Men heeft dan wel weer met<br />

een kabel te maken, maar<br />

deze kan men eenvoudig in<br />

een borstzak wegwerken en<br />

daardoor kan men ‘los’ met de<br />

detector lopen. Persoonlijk geef<br />

ik aan deze keuze mijn voorkeur<br />

daar de hoofdtelefoon van de<br />

XP toch veel omgevingsgeluid<br />

oplevert. In het bijzonder de<br />

zachte signalen (kleine of diepe<br />

gelegen voorwerpen) zouden<br />

dan gemist kunnen worden.<br />

Helaas heb ik te weinig gebruik<br />

kunnen maken van de detector<br />

om er een uitgebreid verslag<br />

van te kunnen maken. Ook<br />

ben ik geen andere zoekers<br />

tegen gekomen die het zelfde<br />

systeem in hun XP hadden<br />

ingebouwd, dit om te kijken<br />

hoe ze op elkaar zouden reageren.<br />

Volgens de importeur<br />

is de kans nagenoeg nul dat<br />

twee detectors met hetzelfde<br />

zender/ontvanger systeem<br />

elkaars signalen zouden kunnen<br />

oppikken.<br />

Kort samengevat is dit voor mij<br />

het eerste draadloze hoofdtelefoonsysteem<br />

waar men jn<br />

(licht) mee kan zoeken en dat<br />

de mogelijkheid biedt om ook<br />

uw oude hoofdtelefoon te kunnen<br />

blijven gebruiken.


Raad de foto<br />

Kennisgeving<br />

Per oktober 2005 is <strong><strong>De</strong>tector</strong>shop te Musselkanaal niet langer meer onze o ciële dealer van White’s metaaldetectors en<br />

White’s accessoires. Na overleg met de DDA en de fabrikant, White’s Electronics Ltd., hebben wij besloten dat alle Whites<br />

detectoren welke voor 10 oktober 2005 zijn gekocht bij voornoemde dealer de garantie bij ons, <strong>De</strong>tection Systems Holland,<br />

kunnen claimen. Wij zullen de eventuele klachten dan oplossen op de manier die u van ons gewend bent.<br />

<strong>De</strong>tection Systems Holland, o cieel importeur White’s<br />

[ Tekst / Foto’s: Johan Koning ]<br />

Raad de Foto [84]<br />

In Raad de Foto 84 lieten we een stukje van een benen<br />

kam zien. <strong>De</strong> datering kunnen we plaatsen in de vroege<br />

middeleeuwen. Je kunt zien waar 1 van de ijzeren beves-<br />

tigingspennetjes heeft gezeten om de delen van de kam,<br />

waar tussen de strook met ingezaagde tanden zit, aan<br />

elkaar te verbinden.<br />

Leuke boeken waarin vele benen of hoornen voorwerpen<br />

te vinden zijn;<br />

V.T. van Vilsteren, Het Benen Tijdperk, Tijdperk Gebruiksvoorwerpen<br />

van been, gewei, hoorn en ivoor 10.000 jaar geleden tot<br />

heden, 1987, ISBN 90-70884-15-1<br />

A. Roes, Bone and Antler Objects from the Frisian Terp-<br />

Mounds, 1963.<br />

Winnaar van Raad de Foto 84 is geworden: Bert Broekhart<br />

uit Hattem. Een boek is naar hem onderweg.<br />

Raad de Foto [<strong>85</strong>]<br />

Ook nu hebben we weer een object voor de rubriek ‘Raad<br />

de Foto’.<br />

Door middel van een e-mail of brief(kaartje) kan hierop<br />

worden gereageerd door leden van onze vereniging. Onder<br />

de goede inzenders zal een boek worden verloot.<br />

Reacties kunnen naar: e-mail j.koning@detectoramateur.nl<br />

of J. Koning, Roodborststraat 20, 8916 AG Leeuwarden.<br />

Het nieuwe koperen/ijzeren voorwerp is dus danig plat<br />

gereden op de akker dat het geheel is vervormd. Ra Ra Ra<br />

wat was het enz.<br />

We vragen een zo duidelijk mogelijke beschrijving inclusief<br />

datering. Dit vergemakkelijkt de keuze voor de winnaar.<br />

<strong>De</strong> inzendtermijn sluit op 1 april 2006<br />

Zend je in per e-mail vermeld dan ook even je naam en<br />

adres.<br />

Er komt voorlopig geen nieuwe ‘Raad de foto’ meer.<br />

Niet alleen het aantal inzendingen liep snel achteruit,<br />

ook het vinden van geschikt materiaal in de eigen collectie<br />

wordt steeds moeilijker.<br />

DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />

33


Aanmelden van muntvondsten<br />

Zoals u waarschijnlijk wel weet is er een hoop aan het<br />

gebeuren op het gebied van het aanmelden van munten en<br />

penningen. Het aanmelden gaat het handigste vanuit uw luie<br />

stoel, via e-mail (numis@sgbm.n<br />

numis@sgbm.nl) of via de site van<br />

de Stichting Geld- en Bankmuseum (GBM):<br />

www.geldmuseum.n<br />

www.geldmuseum.nl.<br />

Op deze site komt u automatisch NUMIS tegen (het staat in<br />

het midden bovenaan de pagina), waar de vondst kan worden<br />

gemeld. Vrijwel direct na de melding krijgt u dan een<br />

bevestiging terug. Zo spoedig mogelijk volgt de uiteindelijke<br />

determinatie, samen met het NUMIS-nummer. Door het<br />

gebrek aan mankracht loopt de wachttijd soms op tot twee<br />

maanden.<br />

Gedetermineerd materiaal wordt aan NUMIS toegevoegd.<br />

<strong>De</strong> internetversie van dit bestand is anoniem en exacte<br />

vindplaatsen zijn achterwege gelaten. Als u daar toestemming<br />

voor verleent is het mogelijk om uw melding ook op<br />

het Internet terug te vinden.<br />

Eventueel is het ook mogelijk om op afspraak langs te<br />

komen, per telefoon (030-2910492) of per post te melden<br />

(postbus 2407, 3500 GK Utrecht).<br />

Mocht u een aanmelding hebben gedaan en vervolgens nog<br />

geen reactie hebben ontvangen en vermoedt u dat het niet<br />

Haecbussen &<br />

donrecruyt<br />

goed is gegaan, wilt u dat dan aan mij laten weten.<br />

Het is niet de bedoeling dat u mij de eventuele vondstgegevens<br />

en dergelijke toe gaat sturen. Het enige dat we willen<br />

bereiken is, een overzicht te krijgen hoe vaak er iets mis gaat<br />

en WAAR. Dit om het in de toekomst te kunnen voorkomen.<br />

Het enige dat ik u dan wil vragen is uw lidmaatschapnummer<br />

en het eventuele probleem.<br />

LET OP:<br />

Muntvondsten dienen ook altijd via het ARCHIS-formulier<br />

te worden aangemeld bij de provinciaal archeoloog<br />

of ROB.<br />

Als u een munt of penning aanmeldt bij het GBM<br />

kunnen zij, als u dat toestaat, de gedetermineerde<br />

vondst doormelden naar ARCHIS. Dit bespaart u dus<br />

een tweede melding.<br />

Namens het bestuur,<br />

Mart Hoffmann<br />

Met hartelijke dank aan: drs J.E.L. Pelsdonk<br />

In het volgende magazine o.a.:<br />

Rekenpenningen<br />

DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />

35


vraagbaak<br />

VRAGEN KUNT U OPSTUREN NAAR:<br />

J. KONING, ROODBORSTSTRAAT 20,<br />

8916 AG LEEUWARDEN.<br />

E-MAIL: VRAAGBAAK@DETECTORAMATEUR.NL<br />

Aan deze vraagbaak werkten mee: J. Zijlstra, A. van Herwijnen, J.E.L. van Pelsdonk, J. Koning, D. Eekhof, D. Dijs, J. Kuipers<br />

Geachte heer Koning,<br />

Hierbij een aantal voorwerpen waarvan ik erg benieuwd ben naar de<br />

datering en het gebruik.<br />

Foto 1 is een kruisje? Het is van<br />

messing en verguld en heeft<br />

de maten van 2,5 bij 2,4 cm.<br />

Het lijkt erop dat het oogje is<br />

afgebroken.<br />

Foto 2 lijkt mij een armenpenning.<br />

Het is van lood met een<br />

doorsnede van ongeveer 2 cm. en een dikte<br />

van 0,4 cm. <strong>De</strong> keerzijde is glad.<br />

Foto 3 lijkt mij<br />

ook een armenpenning (met de sleutels van<br />

Leiden). Het is van lood en heeft een doorsnede<br />

van ongeveer 2 cm. Aan één zijde zit<br />

een breukvlak. Ook hier is de keerzijde glad.<br />

Foto 4 betreft een rechthoekig klein loodje<br />

met de maten 1,3 bij 1,1 bij 0,3 cm. Ook<br />

hier staan twee<br />

sleutels op (Leiden?). <strong>De</strong> keerzijde is glad. Ik<br />

heb ergens gezien dat dit een gewichtje zou<br />

kunnen zijn.<br />

Ik hoop dat u mij hier verder mee kunt helpen<br />

en bij voorbaat mijn hartelijke dank.<br />

Paul de Groot, Purmerend<br />

Antwoord:<br />

[ Redactie: Johan Koning ]<br />

Foto 1: Dit is geen kruisje (religieus<br />

voorwerp) maar een onderdeel van een<br />

messenlegger uit de 19e eeuw (zie foto<br />

messenlegger)<br />

Foto 2: is een stuk lastiger. Ongetwijfeld<br />

ook een loden penning, de meest waarschijnlijke<br />

datering is 1350-1425. Helaas<br />

kan ik niets van de afbeelding maken.<br />

NUMIS 1054459. Dit soort penningen is voor veel verschillende doeleinden<br />

gebruikt: van speelpenning tot lokaal kleingeld. Gebruik als<br />

armenpenning is minder waarschijnlijk.<br />

Foto 3: Cruciaal bij dit stuk is de rand: bestaat de penning/loodje<br />

uit twee delen dan moet je het zoeken in de<br />

Leidse lakennijverheid, deelbewerkingsloodje.<br />

Foto 4: wordt in het boekje Pennincxkens van Loode,<br />

geschreven door de drs. J.E.L van Pelsdonk, nu werkzaam<br />

bij het Geld- en Bankmuseum te Utrecht omschreven als<br />

een Armenpenning met hierachter een vraagteken, 16e<br />

eeuws, catalogus: Pelsdonk 50, NUMIS 1054456.<br />

Vraag 2:<br />

Hallo, mijn naam is Richard Dulos ik kom uit de Betuwe.<br />

Ik ben een detectoramateur en heb een vreemde steen<br />

gevonden op een akker. Mijn detector piepte op de steen<br />

in de grond en ik dacht: wat raar. Ik heb hem thuis schoon<br />

gemaakt en zag dat er puntjes in zaten. Er zitten ook glasachtige<br />

ronde zwart puntjes in en het glinstert een beetje. Ik<br />

heb er een magneet bij gehouden en die blijf lichtjes hangen.<br />

Op de akker lag verder geen enkele steen. Nu zeggen ze<br />

dat het wel eens een steenmeteoriet kon zijn? Ik hoop dat u<br />

me verder kan helpen. Bedankt, Richard.<br />

Antwoord:<br />

Zonder het zelf in de hand te hebben gehad zijn er twee<br />

oplossingen die bij me op komen. Het kan dat je een stuk<br />

cokes (verbrande restant van steenkool) hebt opgepiept<br />

of een stuk steen die in aanraking geweest is bij het<br />

gieten/smelten van metalen. Op zich is het niet verkeerd<br />

om cokes op te piepen, daar het in hetzelfde gebied zit<br />

waarin ook vaak zilver wordt gedetecteerd. Schakel je dit<br />

uit dan bestaat er een kans dat je kleine of dunne zilveren<br />

muntjes/voorwerpen gaat missen.<br />

Meteorieten bevinden zich normaal gesproken niet aan<br />

de oppervlakte maar slaan een krater in de grond. Alleen<br />

een geoloog (bodem/steenkundige) zou hierover uitsluitsel<br />

kunnen geven.<br />

DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />

37


38<br />

Vraag 3: Hallo,<br />

Ik heb een tijdje geleden een zegelring gevonden en ik vraag<br />

me al geruime tijd af hoe oud deze is, wie dit gemaakt heeft<br />

en wat het voor moet stellen.<br />

Misschien kunt u dit achterhalen aan de hand van de<br />

merktekens, het kan ook Duits zijn omdat ik het vlak bij de<br />

Duitse grens (Bentheim, Oldenzaal over de grens) gevonden<br />

heb.<br />

Groetjes, Frans Saalmann<br />

Antwoord 3:<br />

Dit is een Duits<br />

signet, opengewerkt<br />

handvat<br />

aan horlogeketting<br />

met een<br />

heraldische uitstraling<br />

met elementen<br />

als helm,<br />

vleugels, maan en<br />

ster. <strong>De</strong> merktekens<br />

bestaande<br />

uit drie verschillende<br />

(Franse)<br />

lelieblaadjes kunnen<br />

we nog niet<br />

thuisbrengen.<br />

Vraag 4:<br />

Beste DDA,<br />

Ik heb dit vrijwel onbekende voorwerp gevonden. Kunnen<br />

jullie misschien zeggen waar het voor gediend heeft, hoe<br />

oud het is en waar het wapen voor staat. <strong>De</strong> afmetingen<br />

zijn: 3 cm lang, 2,4 cm breed, 0,3 cm dik.<br />

Het andere voorwerp lijkt een beetje op kastbeslag of klokbeslag,<br />

maar dat weet ik ook niet zeker.<br />

Ik hoop dat dit in jullie blad komt. Ik heb er namelijk nog<br />

nooit in gestaan.<br />

Hoop spoedig van jullie te horen, vriendelijke groet, Ton<br />

Wolf.<br />

Antwoord 4:<br />

Het voorwerp met het wapen<br />

lijkt gezien de bevestigingspuntjes<br />

een mesheftbekroning<br />

te zijn. Verschillende<br />

steden hebben de adelaar in<br />

hun wapen, al dan niet met<br />

een dubbele kop. Middelburg<br />

heeft een enkele kop.<br />

Nijmegen heeft een dubbele<br />

maar het wapen klopt niet.<br />

Van o.a. Naarden, Bleiswijk, <strong>De</strong> Drie Rijkssteden (Kampen,<br />

<strong>De</strong>venter, Zwolle), stad Groningen en Groninger Ommelanden<br />

is een wapen bekend.<br />

Het kan net zo goed<br />

van een wapen van<br />

een adellijk geslacht<br />

zijn. <strong>De</strong> vindplaats<br />

kan een optie zijn<br />

in welke richting je<br />

moet gaan zoeken.<br />

Het beslag kan overal op hebben gezeten, denk maar eens aan hand/<br />

steekwapens.<br />

<strong>De</strong> andere voorwerpen zijn versierselen van een kast (klok). Datering<br />

19e - 20e eeuw.<br />

Vraag 5:<br />

Hallo Johan<br />

Ik zou u willen vragen of u voor mij deze slotplaat kunt dateren. Ik heb<br />

hem gevonden op een plek waar vondsten werden gedaan van middeleeuws<br />

tot 18e-eeuws. Ik vind het zelf een mooi stuk en zou graag willen<br />

weten hoe oud het ongeveer is.<br />

<strong>De</strong> slotplaat is 7.5 cm bij 22 mm groot en er ontbreekt een gedeelte van.<br />

Er zit nog een restant op van een ijzeren bevestigingspunt.<br />

Om het voorwerp goed te kunnen bekijken, heb ik de foto’s iets lichter<br />

gemaakt. Het originele patina is zwart. Gezien de lengte van de slotplaat<br />

neem ik aan dat dit een kastbeslag is, of zit ik dan fout??? Het materiaal<br />

is koper.<br />

Mvg, Danny Sanders<br />

Antwoord 5: Danny, je geeft zelf al het<br />

antwoord. <strong>De</strong>ze koperen slotplaat,<br />

die gerekend wordt onder de noemer<br />

kastbeslag, valt te dateren als eind 19e,<br />

begin 20e eeuw. Wat jij ziet als ijzeren<br />

bevestigingspunt, is eigenlijk het restant<br />

van een ijzeren schroef. Op de foto kun<br />

je drie gaten zien waar schroeven in hebben gezeten. Het bovenste<br />

met de ijzeren schroef, de middelste die open is en de onderste in het<br />

midden van de onderkant. Hier kun je dus ook duidelijk zien dat daar<br />

iets is afgebroken.<br />

Vraag 6:<br />

Beste Johan Koning,<br />

Ik ben al 2 jaar een enthousiast zoeker en lezer van ons mooie magazine.<br />

Zo nu en dan komen er mooie vondsten bij mijn verzameling. Er zijn een<br />

paar vondsten bij die ik niet thuis kan brengen. Ik ben ze ook nog niet<br />

tegengekomen op determinatiepagina’s op het net. Ik hoop dat jij hierbij<br />

kunt helpen.<br />

<strong>De</strong> vondsten zijn<br />

gedaan in Arnhem<br />

en omgeving, voornamelijk<br />

in kleigrond.<br />

Woongebied<br />

van de Bataven.<br />

(Noordgrens van<br />

het Romeinse rijk<br />

foto 1


40<br />

foto 2<br />

foto 3<br />

aan de Rijn). Het kunnen wellicht ook middeleeuwse of<br />

oude gebruiksvoorwerpen van boeren zijn die daar in de<br />

loop van de eeuwen hebben gewoond. Het is mij een raadsel.<br />

Diepte ongeveer 30 a 40 cm.<br />

Bij deze wens ik je tevens fi jne kerstdagen en veel mooie<br />

vondsten toe in het nieuwe jaar!<br />

Met vriendelijke groeten, Eric Centen<br />

Antwoord:<br />

Al je voorwerpen zitten aardig onder de roest wat determinatie<br />

moeilijker maakt, maar we proberen het. Tracht<br />

ook wat meer scherpte in het voorwerp op de foto`s te<br />

krijgen. Is een foto scherp dan kunnen we deze gemakkelijk<br />

vergroten wat weer een betere determinatie mogelijk<br />

maakt.<br />

foto 1: ijzeren voorwerp,<br />

niet te determineren.<br />

foto 2: ijzeren voorwerp,<br />

nagelvormig met bolronde/platte<br />

kop en taps<br />

toelopende brede punt.<br />

foto 3: samengestelde<br />

voorwerp bestaande uit<br />

een holachtige ring (koper?)<br />

met een koperen?,<br />

gespvormig, niet ronde<br />

vorm, voorwerp.<br />

Al je vondsten hebben<br />

naar alle waarschijnlijkheid<br />

te maken met het leven en werken op het platte<br />

land. We zien toch duidelijk voorwerpen die gezien hun<br />

conserveringtoestand in de laatste twee eeuwen te plaatsen<br />

zijn.<br />

Niet alle foto’s kunnen<br />

worden afgedrukt.<br />

foto 4: de helft van een<br />

ijzeren hoe jzer duidelijk<br />

te herkennen aan de<br />

opstaande rand en smalle<br />

afgeronde gedeelte.<br />

foto 4<br />

Gelukkig zijn er steeds meer leden die ook gaan reageren<br />

op wat er in de vraagbaak besproken wordt. Ook nu<br />

kregen we weer een reactie binnen en wel als volgt:<br />

Hallo, in jullie vraagbaak van december 2005 nummer 84,<br />

staat een ring afgebeeld, daarover heb ik iets meer informatie.<br />

Het is een zogenaamde Claddagh ring.<br />

<strong>De</strong> Franse lelie boven het hart waarover hij schreef is waarschijnlijk<br />

een kroon. <strong>De</strong> ring bestaat uit een gekroond hart<br />

dat gedragen word door twee handen. Het hart staat voor<br />

liefde de handen voor vriendschap en de kroon voor loyaliteit.<br />

Aan de manier hoe mensen de ring dragen kun je zien<br />

of de drager verloofd getrouwd of alleenstaand<br />

is. Aan de rechter hand met<br />

punt van je hart naar je toe betekent<br />

dat je verloofd bent. Aan de rechte<br />

hand met punt van je af betekent vrijgezel.<br />

Aan linker hand met punt naar<br />

je toe, dan betekent het dat je gelukkig<br />

getrouwd bent. Voor nog meer info kun je kijken op: http://nl.wikipedia.<br />

org/wiki/Claddagh-rin<br />

org/wiki/Claddagh-ring<br />

Ik denk dat je er zo aardig wat meer over kunt vertellen.<br />

Vriendelijke groeten, Roald Kleinlugtenbelt<br />

Hier nog even wat reacties op het lodenkopje uit nummer 84 en zullen dit<br />

item voorlopig laten rusten.<br />

Hallo Mart.<br />

Ik kwam in mijn oude mails nog een opmerking tegen van een klant over<br />

de kopjes waar vaker vragen over zijn. Als ik me goed kan herinneren<br />

heeft hier laatst een vraag over in het clubblad gestaan.<br />

Wilhelm Bos<br />

Ik heb een afbeelding gevonden van een compleet kopje. Het is geen beste<br />

kwaliteit (slechte druk) maar het principe is duidelijk. <strong>De</strong> kopjes waren<br />

kinderspeelgoed. Zie het maar als een soort klappertjes pistool! Door<br />

het oogje in<br />

te drukken<br />

kon tussen<br />

de kaken een<br />

klappertje<br />

geplaatst<br />

worden. Wanneer<br />

de kaken<br />

weer gesloten<br />

waren en het<br />

kopje met kracht tegen een steen of muur werd gegooid gaf het een knal.<br />

Aan het oogje werd een touwtje vastgemaakt zodat het kopje altijd met<br />

de werper verbonden bleef. Dit zodat niet na elke worp een uur gezocht<br />

moest worden. Ik denk dat het staafje met onderkaak en oogje niet echt<br />

sterk was, daarom worden er waarschijnlijk maar weinig complete exemplaren<br />

gevonden. Vrijwel alle kopjes zijn dubbelzijdig, maar een enkel<br />

gevonden exemplaar is slechts enkelzijdig versierd. Ik hoop dat je hier wat<br />

mee kunt.<br />

Met vriendelijke groet Alexander<br />

Hallo determinatieteam,<br />

In nr. 84 zag ik een stukje staan over een loden kopje. Ik heb ook zo’n<br />

kopje. een jaar of 15 geleden gevonden en ik vraag me nog steeds af waarvoor<br />

het gediend heeft. Om met een klappertje op de grond te smijten,<br />

lijkt mij niet, dan kan je hem maar eventjes gebruiken i.v.m. de vervorming<br />

van het zachte materiaal. Zelf denk ik meer aan een gewichtje, maar<br />

waarvan?? Op de achterkant van het petje staat een tekst, helaas moeilijk<br />

te zien en voor mij onleesbaar. Hopelijk is dit een kleine bijdrage voor het<br />

loden kopjes mysterie.<br />

Groeten, Marchel Boonstra


v a r i a<br />

aJohan /<br />

Leerbeslag<br />

Koper<br />

17e eeuw<br />

Dirham<br />

Zilver, Arabisch<br />

8e eeuw<br />

Riemuiteinde<br />

Brons<br />

14e-15e eeuw<br />

Sceatta<br />

Zilver, Rune-type<br />

rond 700<br />

[ Redactie: Koning Foto’s: Johan Bosma ]<br />

Vogel bula<br />

Brons, achterzijde onbekend,<br />

vermoedelijk Merovingisch<br />

Ruiterspoor met 7 puntig wiel<br />

Koper<br />

na 1800<br />

Boog bula<br />

Brons met goudinleg (en glaspasta?) 9e-10e<br />

eeuw<br />

Handvat van een sleutel<br />

Brons<br />

Romeins<br />

Onderdeel van een reislamp<br />

Brons<br />

Romeins<br />

DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />

41


v a r i a<br />

42 [ Redactie: Johan Koning / Foto’s: Johan Bosma ]<br />

Knoop<br />

Zilver, bovenstuk opengewerkt<br />

18e eeuw<br />

Fibula<br />

Brons met goud ingelegd<br />

Merovingisch / Karolingisch<br />

Gouden rijder 1623<br />

geslagen in Zeeland (Middelburg)<br />

Pendant, voorstellend omkijkend<br />

fabeldier<br />

Brons<br />

±13e-14e eeuw<br />

Riempassant, merken van de goud/zilver-<br />

smid niet goed leesbaar.<br />

Goud met stenen<br />

1800, maar mogelijk<br />

ook eerder<br />

Leerbeslag<br />

Brons (wordt ook wel van gezegd dat het<br />

behoorde bij een stijgbeugel)<br />

9e eeuw<br />

Kruisje, kan als boeksluiting zijn gebruikt<br />

Zilver<br />

(laat)<br />

middeleeuws<br />

Kledinghaakje<br />

Zilver, ligrain uitgevoerd<br />

rond 1800<br />

Gespdoorn (schilddoorn van een gesp)<br />

Brons<br />

Merovingisch, 6e-7e eeuw<br />

Vogel bula<br />

Brons, achterzijde onbekend<br />

Vermoedelijk Merovingisch<br />

Beslagstuk<br />

Brons<br />

eind 1e- 2e eeuw


Wordt nu lid van<br />

<strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong><br />

Wordt nu lid en krijg<br />

het nieuwste<br />

<strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Magazine</strong> om<br />

de twee maanden<br />

in de bus!<br />

Kijk voor meer<br />

informatie op<br />

www.detectoramateur.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!