Detector Magazine 85 - De Detector Amateur
Detector Magazine 85 - De Detector Amateur
Detector Magazine 85 - De Detector Amateur
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Vondst van het jaar<br />
<strong>De</strong> rol van munten<br />
in Angelsaksisch<br />
Engeland<br />
Vondstberichten<br />
Op pad met...<br />
Als ik zo eens terug<br />
denk...<br />
Varia<br />
V E R E N I G I N G S B L A D V A N<br />
‘ D E D E T E C T O R A M A T E U R ’<br />
<strong>85</strong><br />
maart 2006<br />
<strong><strong>De</strong>tector</strong><br />
magazine
4<br />
Inhoud<br />
maar t 2006<br />
• Vondstberichten 6<br />
• <strong>De</strong> rol van munten in Angelsaksisch<br />
Engeland 8<br />
• Op pad met.... 14<br />
• Als ik zo eens terug denk... 18<br />
• Ringedingetjes 21<br />
• Vondst van het jaar 26<br />
• Gebruikerservaring 32<br />
• Raad de foto 33<br />
• Vraagbaak 37<br />
• Varia 41<br />
Colofon<br />
<strong><strong>De</strong>tector</strong> magazine is het verenigingsblad van<br />
‘<strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong>’ en verschijnt 6 keer per jaar.<br />
Sluitingsdatum kopij en advertenties: 5 april 2006.<br />
Redactie<br />
M. Ho mann (eindredacteur)<br />
C.B. Leenheer<br />
J. Koning, W. van den Brandhof, K. Bot, J. Bosma (fotogra e)<br />
Medewerkers redactie:<br />
J. Zijlstra, H.J.E. van Beuningen, M.A. Holtman, L.C. Mijderwijk, A. van Herwijnen,<br />
K. van Santvoord<br />
Redactieadres<br />
<strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong>, Hanebalken 153, 9205 CL Drachten,<br />
e-mail: redactie@detectoramateur.nl<br />
Advertenties<br />
Het bestuur behoudt zich het recht voor advertenties zonder opgave van redenen te weigeren.<br />
Door het opnemen van advertenties doet de redactie van het <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Magazine</strong> c.q.<br />
de vereniging <strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong> geen aanbeveling van de daarin vermelde producten of<br />
diensten.<br />
Advertentieaquisitie<br />
Advertentievoorwaarden- en tarieven op aanvraag bij Gra sch bureau Creatype.<br />
E-mail: studio@creatype.nl<br />
Vormgeving en layout<br />
Gra sch bureau Creatype, Drachten, (0512) 54 52 40, www.creatype.nl<br />
Druk:<br />
<strong>De</strong> Marne, Leens<br />
ISSN: 1386-5935<br />
© Copyright: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door<br />
middel van druk, fotogra e, micro lm, internet of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande,<br />
Bestuur (voorkeur e-mail)<br />
Voorzitter<br />
Roy Hutters<br />
Tel. (0571) 29 11 45<br />
wcr.hutters@detectoramateur.nl<br />
Penningmeester/secretariaat<br />
Natasja Verburgh<br />
Tel. 06-13835002<br />
n.d.verburgh@detectoramateur.nl<br />
Eindredactie magazine<br />
Mart Ho mann<br />
Tel. (015) 21 36 298<br />
m.ho mann@detectoramateur.nl<br />
Algemeen/externe betrekkingen<br />
Martin de Witte<br />
Kapelweg 57, 3818 BE Amersfoort<br />
Tel. 06 26 694 987<br />
m.de.witte@detectoramateur.nl<br />
Ledenadministratie<br />
Opgave van leden, opzeggingen, adreswijzigingen, ledenpas, vragen<br />
over de contributie enz.<br />
Natasja Verburgh<br />
Postbus 2729, 7301 EE Apeldoorn<br />
Tel. 06-13835002, e-mail: administratie@detectoramateur.nl<br />
Redactie <strong>Magazine</strong><br />
Kopij en inzendingen voor het magazine<br />
Hanebalken 153, 9205 CL Drachten, e-mail: redactie@detectoramateur.nl<br />
Activiteitencommissie<br />
Voor vragen, suggesties enz. over zoekdagen, determinatiedagen kunt u terecht<br />
bij: G. Lukassen, Meerpaal 218, 9732 AM Groningen,<br />
Tel. (050) 5413396, e-mail: zoekdag@detectoramateur.nl<br />
Ledenpas<br />
Voor het verkrijgen van een ledenpas van de vereniging dient u een pasfoto op<br />
te sturen met op de achterzijde vermeld uw naam en adres aan de ledenadministratie<br />
van de vereniging.<br />
Lidmaatschap<br />
Het lidmaatschap van deze vereniging loopt altijd per kalenderjaar<br />
en wordt zonder opzegging altijd stilzwijgend verlengd met een<br />
jaar.<br />
<strong>De</strong>genen die in de loop van het jaar toetreden, ontvangen alle reeds<br />
eerder verschenen nummers van het lopende jaar. Opzegging dient<br />
uiterlijk op 1 november schriftelijk binnen te zijn.<br />
<strong>De</strong> contributie bedraagt per 1 januari 2006:<br />
Leden binnenland 30,—, via incasso 29,—<br />
Steunleden 8,—<br />
Leden buitenland 35,—.<br />
Algemeen postadres:<br />
Postbus 2729, 7301 EE Apeldoorn<br />
Bank:<br />
Rabobank 10.76.81.048 t.n.v. <strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong> te Amersfoort<br />
Postbank 1675000 t.n.v. <strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong> te Amersfoort
Bestuur<br />
Van de voorzitter<br />
Op het moment van dit schrijven vriest het<br />
buiten 7 graden, geen enkele reden om als<br />
zoeker vrolijk te zijn. Maar er komen vast weer<br />
betere tijden.<br />
Een beter bericht is dat de zoekdag voor het<br />
komende voorjaar bekend is. <strong>De</strong>ze zal plaats<br />
vinden te Nijkerk.Verdere info volgt in dit<br />
magazine.<br />
Na een toch wel rumoerig 2005 hoopt het bestuur dat we<br />
met wat extra mankracht dit jaar toch weer met een voltallig<br />
bestuur kunnen gaan draaien. Er zijn wat aanmeldingen maar<br />
echt storm loopt het niet. Wij hebben u nodig om de vereniging<br />
draaiende te houden dus als u tijd en interesse heeft meld<br />
dit dan bij een van de bestuursleden.<br />
Ik wens u een heel goed zoekjaar met bijzondere vondsten en<br />
ik hoop u allen te ontmoeten op 25 maart in Nijkerk.<br />
Roy Hutters, voorzitter<br />
Jaarvergadering<br />
Datum: 8 april 2006<br />
Plaats: The Saloon, Bandijk 60, 7396 TC Terwolde<br />
Aanvang: 11.00 uur<br />
Agenda: Opening<br />
Notulen jaarvergadering 2005<br />
Mededelingen<br />
Ingekomen stukken<br />
Financieel verslag boekjaar 2005<br />
Verslag kascontrolecommissie<br />
Bestuurssamenstelling<br />
Rondvraag<br />
Afsluiting<br />
Data magazines<br />
Uiterste aanleverdata<br />
kopij (artikelen)<br />
2 februari 2006<br />
5 april 2006<br />
2 juni 2006<br />
7 augustus 2006<br />
3 oktober 2006<br />
24 november 2006<br />
Verschijningsdata<br />
magazine<br />
6 maart 2006<br />
6 mei 2006<br />
6 juli 2006<br />
7 september 2006<br />
4 november 2006<br />
27 december 2006<br />
Van de redactie<br />
Beste leden, allereerst nog de beste wensen voor het<br />
nieuwe jaar. Wij hopen dan ook dat u dit jaar fraaie<br />
vondsten aan de bodem kunt ontfutselen, die mogelijk<br />
ons magazine kunnen sieren.<br />
Er is een fraai zoekverhaal van Matthijs Rutten die een<br />
overzicht geeft van zijn vondsten van het afgelopen jaar.<br />
Er zijn zeven inzendingen voor de ‘vondst van het jaar’.<br />
Van Leon Mijderwijk hebben we een fraai artikel ontvangen<br />
over Engelse munten uit de Angelsaksische periode.<br />
Hierop haakt heel mooi het artikel van Jan Zijlstra over<br />
een bracteaat in. Ook is er een ‘Op pad met..’ van Koen<br />
van Santvoort die ons langs de rivieren voert. Uiteraard<br />
staan er ook de vaste rubrieken in die u van ons gewend<br />
bent.<br />
Op 8 april houden we de jaarlijkse ledenvergadering. Zijn<br />
er dingen die u wilt vertellen of duidelijk maken over het<br />
magazine dan is dit DE mogelijkheid, daar we u dan persoonlijk<br />
te woord kunnen staan. Uiteraard kan het ook op<br />
de zoekdag, mocht u voor de ledenvergadering verhindert<br />
zijn, we zijn immers leden voor leden.<br />
Doordat er minder advertenties zijn verkocht werden we<br />
helaas genoodzaakt het aantal pagina’s terug te brengen<br />
naar 44 (was 48). Het was wel mogelijk om de 48 pagina’s<br />
aan te houden, maar dan zou het kleurgedeelte komen te<br />
vervallen of zouden we van een mindere kwaliteit papier<br />
gebruik moeten maken. Met deze maatregel merkt u als<br />
lezer het minst van de verandering.<br />
Om u als lid op de hoogte te houden van het verschijnen<br />
van het magazine staan er hiernaast de data afgedrukt<br />
waarop u het magazine in huis kunt verwachten. Tevens<br />
staan hier de data voor het inleveren van de kopij.<br />
Wij als redactie hopen dat u het blad met veel plezier zult<br />
lezen.<br />
Langs deze weg wil ik iedereen die de artikelen heeft aangeleverd<br />
evenals de vaste redacteuren en de medewerkers<br />
van de opmaak hartelijk danken.<br />
Met vriendelijke groet,<br />
Mart Hoffmann, eindredacteur <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Magazine</strong><br />
DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />
5
6 [ Tekst: Jan Zijlstra / Foto’s: Jan Zijlstra ]<br />
Vondstberichten<br />
Een Friese<br />
vondst met<br />
een Engelse<br />
‘Parallel’
In nummer 70 (september 2003) van ons magazine werd<br />
uitgebreid aandacht besteed aan een te Wijnaldum<br />
gevonden gouden bracteaat van een raadselachtig type.<br />
Het stuk past technisch en eigenlijk ook iconogra sch<br />
niet goed in de Scandinavische series; het zou een<br />
continentale (Friese?) of insulaire achtergrond kunnen<br />
hebben.<br />
Niet zo lang geleden werd in het Engelse<br />
Kent een soortgelijk maar beter<br />
bewaard gebleven stuk gedetecteerd.<br />
Hoewel zeker niet identiek, vertoont<br />
het globaal een aantal vergelijkbare<br />
Van het Wijnaldumer exemplaar (linkerfoto en tekening-<br />
reconstructie midden-onder) is nog een middenfragment terug-<br />
gevonden; het is hier goudkleurig ingevuld.<br />
Rechts het Engelse exemplaar. Ons redactielid Johan koning<br />
ziet daarop een zittende of tronende guur; een interessante<br />
mogelijkheid. Symboliseert het kleine “podium”tussen de benen der<br />
koning(?) van het Wijnaldumer stuk misschien een zetel of troon?<br />
(iconografi sche) karakteristieken,<br />
afgezien van technische aspecten die<br />
van een foto moeilijk te beoordelen<br />
zijn. Een dansende? menselijke fi guur<br />
die ons aankijkt en ondefi nieerbare attributen.<br />
Daar omheen twee sier- en of<br />
pseudo-tekstbanden, alles gevat in een<br />
kabelrand van gouddraad en voorzien<br />
van een draagoog. <strong>De</strong> uitvoering der<br />
voorstelling is in beide gevallen uiterst<br />
primitief en werkt associaties op met<br />
bijv. Afrikaanse e tnografi ca (waarmee<br />
het uiteraard niets mee te maken<br />
heeft). <strong>De</strong> stilistische verwantschap<br />
van de twee bracteaten ten opzichte<br />
van elkaar is opvallend. Alleen al de<br />
boom- of takachtige confi guraties<br />
(bij het Friese exemplaar links van de<br />
menselijke fi guur) laten een zekere<br />
overeenkomst zien, evenals de sfeer en<br />
de algemene indruk. Overigens is het<br />
Kentse stuk afgezien van de benen der<br />
menselijk fi guur meer symmetrisch<br />
dan het Friese. Het is dan ook goed<br />
mogelijk dat dezelfde godheid of vorst<br />
is afgebeeld. Er bestonden in de vroege<br />
middeleeuwen tussen Zuidoost-<br />
Engeland, Northumbria en Friesland<br />
zeer nauwe banden. Inzake Kent en<br />
East Anglia blijkt dit onder meer uit<br />
studies met betrekking tot sieraden;<br />
deze komen in grote mate overeen, zij<br />
het dat de Friese sieraden technisch<br />
vaak iets minder verfi jnd zijn.<br />
<strong>De</strong> twee hier besproken bracteaten<br />
bevestigen dat nog eens.<br />
In boven aangehaald artikel (DDA<br />
70) schreef ik o.a.: “Het wachten is<br />
op nieuwe vondsten en voortschrijdend<br />
inzicht”. Wat betreft het eerste<br />
wordt ik dus op mijn wenken bediend,<br />
maar ook het inzicht wordt door deze<br />
nieuwe vondst verdiept en verbreed.<br />
Wellicht hebben we hier het begin van<br />
een aparte groep of subgroep.<br />
Met dank aan Tjamme Valk uit<br />
Hallum die mij op het Engelse stuk<br />
attendeerde.<br />
Tijdens het redactioneel klaarmaken<br />
van het stuk door Johan Koning attendeerde<br />
hij mij er op dat hij geen<br />
dansende menselijke fi guur op het<br />
stuk zag maar eerder een iets scheef<br />
zittende fi guur op een troon met de<br />
benen naar links.<br />
Zie ook: Johan Nicolay; Nieuwe bewoners van<br />
het Terpengebied en hun rol bij de opkomst<br />
van Fries Koningsschap.<br />
<strong>De</strong> betekenis van gouden bracteaten en<br />
bracteaatachtige hangers uit Friesland (vijfde-<br />
zevende eeuw na Chr.)<br />
In: <strong>De</strong> Vrije Fries no. <strong>85</strong> (2005), Leeuwarden,<br />
ISBN 90 6171 0014<br />
Oproep Geld- en Bankmuseum, Utrecht<br />
Het Geld- en Bankmuseum welke deze gouden munt: van de zoekdag<br />
te Nederweert heeft gedetermineerd: Halve gouden reaal van<br />
Philips II (1555-1598), geslagen in Vlaanderen (Brugge) in de periode<br />
1560-1567 heeft ons gevraagd of de vinder de vindplaats aan hen<br />
bekend wil maken.<br />
(Met vermelding van; onder nummer 1054241)<br />
Drs. J.E.L. (Jan) Pelsdonk<br />
Telefoon (algemeen): 030-2910492<br />
Postbus 2407<br />
3500 GK Utrecht<br />
DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />
7
8 [ Tekst: Leon C. Mijderwijk ]<br />
<strong>De</strong> rol van munten<br />
in Angelsaksisch Engeland<br />
Van Beowulf tot<br />
Athelstan<br />
<strong>De</strong>genen die een detectorreis naar Engeland hebben ondernomen,<br />
kennen het brede scala aan tijd en verscheidenheid bij mogelijke<br />
muntvondsten. Al in de Late IJzertijd werden er munten geslagen en het<br />
vertrek van de Romeinen betekende geenszins het einde van de munt.<br />
In de geschiedenis van Angelsaksisch Engeland (zesde tot elfde eeuw na<br />
Christus) is duidelijk een ontwikkeling te zien hoe er tegen munten werd<br />
aangekeken. Dit artikel handelt over deze ontwikkeling in de eeuwen<br />
dat de Angelsaksen zich vestigden totdat voor het eerst een koning de<br />
macht over heel Engeland in handen had.<br />
<strong>De</strong> schat van de draak<br />
“Een lang tijdperk van vrede brak nu voor<br />
de Gauten aan, want Beowulfs roem als<br />
held had zich overal verbreid. Niemand<br />
waagde het, een land aan te vallen waarvan<br />
de heerser het monster Grendel en diens<br />
moeder had overwonnen en ook in talloze<br />
gevechten zijn kracht en moed had<br />
getoond. Met wijsheid regeerde Beowulf<br />
over de Gauten; hij was geliefd en geëerd<br />
door zijn volk en bereikte een hoge leeftijd.<br />
Reeds vijftig jaren duurde zijn bewind toen<br />
de gelukkige tijd van vrede plotseling werd<br />
onderbroken en een groot onheil over de<br />
Gauten kwam. Middenin een steile, slechts<br />
langs een smal pad bereikbare rotswand<br />
lag de ingang van een hol, waarin vele,<br />
vele jaren geleden een grijsaard, de laatste<br />
van zijn stam, een kostbare schat had<br />
verborgen. Tenslotte stierf ook hij en nam<br />
zijn geheim mee in het graf. Op zekere dag<br />
echter ontdekte een rondzwervende draak<br />
de schat en nestelde zich in het hol. Hij<br />
behoedde de schat driehonderd jaar lang<br />
onbetwist, tot het toeval een vluchteling<br />
die op afgelegen wegen probeerde aan de<br />
toorn van zijn heer te ontkomen, naar de<br />
schatkamer voerde. Toen de ongelukkige<br />
de kostbare schat zag, nam hij daarvan een<br />
met edelstenen bezette gouden beker, een<br />
prachtig kunstwerk uit lang vervlogen tij-<br />
den, mee. Met deze beker keerde hij terug<br />
naar zijn heer om er diens gunst opnieuw<br />
mee te verwerven. <strong>De</strong>ze had nog nooit zo´n<br />
uitzonderlijk kleinood gezien; zijn woede<br />
bedaarde en hij schonk de brenger van de<br />
kostbare gave opnieuw zijn gunst.” 1<br />
Helaas, dit is niet het einde van het verhaal.<br />
<strong>De</strong> draak bemerkte dat zijn schat was<br />
aangetast en spuwde vuur over de Gauten<br />
om zijn ongenoegen kenbaar te maken.<br />
Beowulf wist hem tenslotte te doden, maar<br />
dit gevecht zou zijn laatste zijn. <strong>De</strong> held was<br />
dodelijk gewond en nadat hij zijn dienaar<br />
Wiglaf had opgedragen de veroverde schat<br />
uit het hol naar het licht te dragen, stierf<br />
hij. Het heldendicht Beowulf speelt zich af<br />
in Zweden en <strong>De</strong>nemarken. Het is echter samengesteld<br />
in de achtste of vroege negen-<br />
de eeuw in het Oud-Engels. <strong>De</strong> dichter en<br />
zijn publiek leefden in Angelsaksisch Engeland<br />
en in het gedicht zijn sporen te vinden<br />
van hoe de Angelsaksen tegen bepaalde<br />
zaken aankeken. Wat uit bovenstaande<br />
frase uit Beowulf in ieder geval blijkt, is dat<br />
zij een schat wisten te waarderen. <strong>De</strong> draak<br />
die de kostbaarheden bewaakte, gaf het<br />
verkrijgen van de schat een nog grotere<br />
waarde. Niet alleen in de poëzie zijn draken<br />
als schatbewaarders overgeleverd. Ook<br />
plaatsnamen in Engeland verwijzen hiernaar,<br />
zoals Drakelow, waarbij low vertaald<br />
kan worden als een grafheuvel. <strong>De</strong> plaatsen<br />
Hurdlow Town en Hordley beloven in hun<br />
naam een schat (hoard) te herbergen, maar<br />
er is geen sprake van een draak. In Hordley<br />
werd in 1950 inderdaad een Romeinse<br />
muntschat gevonden. 2<br />
Nog steeds spreken schatten tot de<br />
verbeelding. Geen archeoloog zal ooit<br />
ontsnappen aan de vraag of hij er al één<br />
gevonden heeft. Waarschijnlijk zal hij<br />
beroepsgetrouw antwoorden dat voor hem<br />
alleen de geschiedkundige waarde van<br />
zijn vondsten telt. Voor het bestuderen van<br />
de muntgeschiedenis van Angelsaksisch<br />
Engeland hebben we de schat in beide<br />
gedaanten nodig, namelijk als verzameling<br />
kostbaarheden waartoe juwelen, gouden<br />
en zilveren penningen en munten behoren<br />
en als een rijke schat aan informatie over de<br />
samenleving.<br />
Wie waren de Angelsaksen<br />
<strong>De</strong> naam Angelsaksen is een verzamelterm<br />
voor diverse volken waarvan groepen in de<br />
vijfde en zesde eeuw naar Engeland trokken.<br />
Tot die volken behoorden de Angelen<br />
en de Saksen, maar ook Juten, Friezen en<br />
Franken trokken over de Noordzee. Op<br />
den duur vielen zij niet alleen het land<br />
binnen, maar vestigden zij zich er ook.
Er gingen nog enkele decennia voorbij,<br />
maar ten slotte was een groot deel van<br />
het eiland verdeeld in gebieden die onder<br />
de invloedssfeer van Germaanse koningen<br />
vielen. Zij deelden het eiland met de<br />
Britse volken in het zuidwesten en Wales<br />
en Picten en Schotten in het noorden. <strong>De</strong><br />
verbondenheid met het vasteland was<br />
door de volksverhuizing niet verbroken.<br />
Het huidige geschiedkundige standpunt is<br />
dat de koninkrijken rond de Noordzee door<br />
intensieve handels- en sociale contacten<br />
veel overeenkomsten kenden in cultureel,<br />
ideologisch en politiek opzicht. 3<br />
Goud<br />
<strong>De</strong> Angelsaksische koninkrijken kenden<br />
aanvankelijk geen geldeconomie. Aan een<br />
economie waarin de munt als betaalmiddel<br />
werd gebruikt, was een einde gekomen na<br />
het vertrek van de Romeinen in het eerste<br />
decennium van de vijfde eeuw. Munten waren<br />
echter niet onbekend onder Germaanse<br />
volken. Romeinse munten werden gebruikt<br />
als hal abrikaat voor juwelen zoals hangers.<br />
Ook zijn gouden bracteaten, hangers<br />
waarin een reliëfstempel is aangebracht,<br />
gevonden. <strong>De</strong> voorstelling op deze hangers,<br />
die geslagen zijn in Scandinavië, zijn<br />
vaak gebaseerd op laat-Romeinse munten.<br />
<strong>De</strong> tekening is veelal een gestileerde weergave<br />
van het Romeinse voorbeeld. 4 Munten<br />
in de ware zin van het woord kwamen ook<br />
van het continent.<br />
<strong>De</strong> meeste hiervan kwamen uit de Merovingische<br />
koninkrijken, die het gebied van<br />
het huidige België en een groot gedeelte<br />
van Frankrijk omvatten. <strong>De</strong> gouden munten<br />
kenden twee denominaties: de solidus en<br />
de tremissis. <strong>De</strong> laatstgenoemde was een<br />
derde in gewicht van de solidus. <strong>De</strong>ze gro-<br />
Koninkrijken en steden in Angelsaksich Engeland, zevende eeuw.<br />
J. Campbell red., The Anglo-Saxons (Londen 1991) 52.<br />
tere munt van ruim 4 gram was zeldzaam.<br />
<strong>De</strong> tremissis kwam algemener voor.<br />
In de schatvondst in 1939 van het ‘koningsgraf’<br />
op het grafheuvelveld van Sutton Hoo<br />
werd een buidel met 37 gouden munten,<br />
drie gouden schij es en twee goudstaa es<br />
aangetro en. In verhouding tot de rijkdom<br />
die de andere vondsten, zoals zilveren schalen,<br />
met goud en email ingelegde schoudergespen<br />
en een gouden gesp van ruim<br />
14 centimeter, in dit scheepsgraf (Mound<br />
1) vertegenwoordigen, gaat het om een<br />
luttel bedrag. Mogelijk is de veronderstelling<br />
juist dat niet de goudwaarde maar de<br />
symbolische waarde van het aantal munten<br />
groot was. Zo zou het aantal van 40 (37 en<br />
3 blanke schij es) hebben kunnen dienen<br />
als betaling voor de roeiers van het schip.<br />
<strong>De</strong> goudstaa es zouden voor de scheepsof-<br />
cieren bedoeld zijn. 5 Zo’n betaling zou het<br />
heidense karakter van de overleden vorst<br />
bevestigen. Zo simpel ligt het echter niet.<br />
Ook zijn er diverse voorwerpen gevonden<br />
die op christelijke invloeden wijzen. Twee<br />
zilveren lepels met de namen Saulos-Paulos<br />
verwijzen expliciet naar de overgang van<br />
heidendom naar christendom (uitleg). Alle<br />
munten op drie na tonen op de keerzijde<br />
een kruis. <strong>De</strong>ze vondsten hebben uiteraard<br />
gezorgd voor uiteenlopende interpretaties<br />
over de religiositeit van de begravene.<br />
<strong>De</strong> samenstelling van de muntvondst roept<br />
ook vragen op. Zo zijn er geen twee munten<br />
uit eenzelfde Merovingisch munthuis<br />
afkomstig. Waarschijnlijk is de schat al op<br />
het continent gevormd toen de verschil-<br />
Goudschat uit de Sutton Hoo-vondst (1939).<br />
J.P.C. Kent en K.S. Painter, Wealth of the Roman world AD 300-700<br />
(Londen 1977) 72.<br />
9
10<br />
lende munthuizen onder het gezag van één<br />
Merovingische koning vielen. 6 <strong>De</strong> munten<br />
waren mogelijk als diplomatieke gift aan<br />
een vorst in Engeland geraakt. Het zuiden<br />
van Engeland had in deze tijd nauwe<br />
contacten met Gallië. Het lijkt erop dat de<br />
Merovingische vorsten zich actief bezighielden<br />
met de politiek in het zuiden van<br />
Engeland. 7 Het munten kreeg in ieder geval<br />
navolging onder Angelsaksische vorsten.<br />
Zij gingen hun eigen thrymsas slaan. <strong>De</strong><br />
eerste munten uit Kent werden waarschijnlijk<br />
in de late zesde eeuw geslagen. Uit de<br />
vroege zevende eeuw zijn munten bekend<br />
die beter determineerbaar zijn. Enkele<br />
dragen de naam van koning Eadbald van<br />
Kent (616-640); de naam van de muntmeester<br />
of de naam van de plaats. <strong>De</strong> meeste<br />
munten volgden continentale of Romeinse<br />
voorbeelden.<br />
<strong>De</strong> munten waren niet bedoeld als betaalmiddel.<br />
Daarvoor was de hoge waarde<br />
ongeschikt. Het draaide om het materiaal:<br />
goud. Gouden munten waren bijvoorbeeld<br />
geschikt als relatiegeschenk. Geschenken<br />
geven en ontvangen verhoogden<br />
het prestige van zowel de gever als de<br />
ontvanger. Ook hier is de Beowulf een rijke<br />
bron van informatie. In zijn jonge jaren<br />
trok Beowulf naar het land der <strong>De</strong>nen om<br />
koning Hrodgar van enkele ongenode<br />
gasten te verlossen. Na het verslaan van<br />
het monster Grendel en diens niet minder<br />
monsterlijke moeder werd Beowulf door<br />
Hrodgar overladen met kostbaarheden.<br />
Hij “schonk hem een gouden banier, een<br />
harnas, een helm en een zwaard. Bovendien<br />
kreeg Beowulf een kostbaar zadel en acht<br />
prachtige paarden.”<br />
Het vervolg van het verhaal is eveneens<br />
interessant: “Voor de Gaut die Grendel ten<br />
o er was gevallen, werd een schadeloosstelling<br />
in goud betaald.” 8 <strong>De</strong>ze schadeloosstelling<br />
wijst erop dat aan een persoon een<br />
waarde werd toegekend. <strong>De</strong>ze waarde voor<br />
personen is ook bekend uit wetten omtrent<br />
misdaden. Het zogenaamde weergeld<br />
(wergild) was de nanciële compensatie<br />
die moest worden betaald aan nabestaanden<br />
als een moord was gepleegd. Het<br />
geld moest dan voorkomen dat er een<br />
vergelding zou volgen waardoor een vete<br />
zou kunnen ontstaan. In zevende-eeuwse<br />
wetsteksten uit Kent staan diverse waarden<br />
die gerelateerd waren aan de sociale stand:<br />
een edelman was 300 shilling (scillingas)<br />
waard, een gewone vrije man 100 shilling.<br />
<strong>De</strong> genoemde bedragen hadden tot doel<br />
moorden en vetes te voorkomen, niet om<br />
numismaten te behagen. <strong>De</strong> genoemde<br />
munteenheden in wetten waren namelijk<br />
mogelijk slechts vastgestelde eenheden<br />
goud en hoefden niet gerelateerd te zijn<br />
aan munten die in omloop waren. 9 Moest<br />
er tot betaling worden overgegaan, besloot<br />
men misschien wel een ander ruilmiddel<br />
aan te bieden. Kortom, het noemen van<br />
geld in teksten hoeft geen weerspiegeling<br />
te zijn van het werkelijk gebruik van<br />
munten.<br />
<strong>De</strong> gouden standaard werd langzaam maar<br />
zeker losgelaten. Het goud werd zowel in<br />
Gallië als in Kent vermengd met zilver totdat<br />
in de late zevende eeuw, rond 670, volledig<br />
op zilveren munten werd overgegaan.<br />
Het tijdperk van de sceattas brak aan.<br />
Sceatta’s<br />
<strong>De</strong> sceat is de numismatische term voor de<br />
penny (Oud-Engels: pening). <strong>De</strong>ze munten<br />
kwamen qua grootte, gewicht en uiterlijk<br />
overeen met hun gouden voorgangers. In<br />
tegenstelling tot de gouden munten die<br />
slechts zelden als losse vondst worden<br />
aangetro en en waarvan de kennis dus<br />
grotendeels afhankelijk is van schatvondsten<br />
zoals die van Sutton Hoo, worden sceatta’s<br />
regelmatig aangetro en. Overigens<br />
niet alleen in Engeland. <strong>De</strong> sceat was een<br />
internationaal geaccepteerde munt. In<br />
meerdere landen rond de Noordzee werd<br />
hij geslagen. Dit geldt voor Gallië, maar<br />
ook voor Friesland en <strong>De</strong>nemarken. Dat<br />
de munt in meerdere koninkrijken werd<br />
geslagen, heeft aan historicus Ian Wood<br />
de veronderstelling ontlokt dat de sceatta<br />
“looks like a coinage of a trading nexus.” Niet<br />
de koningen maar de handelaren zouden<br />
de stimulerende kracht zijn achter deze<br />
muntslag. 10 <strong>De</strong> eenheid van munt moest<br />
het handelsverkeer vereenvoudigen en<br />
bespoedigen. <strong>De</strong> beeldenaar op de munt<br />
diende als ‘keurmerk’; het garandeerde een<br />
vast gewicht aan zilver. 11 Dankzij de bloeiende<br />
Noordzeehandel kennen sommige<br />
sceatta’s een groot verspreidingsgebied.<br />
In de schatvondst die bij archeologisch<br />
onderzoek in Vleuten-<strong>De</strong> Meern (2004) is<br />
aangetro en, bevonden zich naast de vele<br />
Friese sceatta’s ook twee exemplaren die in<br />
Engeland zijn geslagen. 12<br />
Naast de handelaren die voordeel ondervonden<br />
van de munten, waren het ook<br />
politieke leiders in verschillende koninkrijken<br />
onder wiens auspiciën munten werden<br />
geslagen. Ook zij zagen nanciële kansen in<br />
het bevorderen van handel in hun gebied.<br />
Eveneens konden de sceatta’ s worden<br />
ingezet als politiek statement. Het munten<br />
door een koning kon zijn onafhankelijkheid<br />
weergeven in een tijd dat de vorming<br />
en usurpatie van rijken in Angelsaksisch<br />
Engeland nog in volle gang was. <strong>De</strong> keus<br />
voor een bepaalde beeldenaar moest het<br />
standpunt kracht bij zetten. Als voorbeeld<br />
dient een munt uit Essex. Hier sloegen de<br />
Oostsaksische koningen een munt geïmiteerd<br />
naar een munt van Cunobelin met de<br />
beeldenaar van een s nx. Cunobelin was<br />
in de eerste helft van de eerste eeuw leider<br />
van de stam van de Catuvellauni die in het<br />
gebied leefden dat grofweg overeenkwam<br />
met Essex. Niet alleen wist Cunobelin<br />
diverse gebieden op buurstammen te<br />
veroveren, ook onderhield hij contacten<br />
met de Romeinen. Kortom, iemand in wie<br />
de koningen een voorbeeld zagen van een<br />
leider van een zelfstandig Essex. Met de<br />
uitgave van een munt verklaarden zij hun<br />
zelfstandigheid ten aanzien van Mercia. 13<br />
Naast handelaren en koningen zijn er ook<br />
aartsbisschoppen van York en Canterbury<br />
geweest die muntten. Overigens zijn de<br />
muntheren niet erg behulpzaam geweest<br />
om tot een eenvoudige determinatie<br />
van muntplaats en -heer te komen. In de<br />
periode voor 760 stond slechts zelden een<br />
naam van een muntheer op de munt. Door<br />
bestudering van munten met vergelijkbare<br />
beeltenissen kan de vermoedelijke<br />
herkomst en muntheer worden bepaald.<br />
Hiervoor kan ook de vindplaats van belang<br />
zijn want er zijn diverse types sceatta’ s die<br />
veelal worden teruggevonden in de nabijheid<br />
van de plaats waar zij zijn geslagen.<br />
<strong>De</strong>ze moeten gediend hebben voor de<br />
lokale geldomloop.<br />
O a’s munthervorming en de Northumbrische<br />
styca<br />
Ook de sceat bleek niet onaantastbaar voor<br />
verlaging van het gehalte aan edelmetaal.<br />
Het zilver werd vermengd met goedkopere<br />
metalen. Een munthervorming die<br />
plaatsvond rond 760 moest deze intrinsieke<br />
waardedaling stoppen. <strong>De</strong> pennies die nu<br />
werden gemunt, volgden de Frankische<br />
denarii na. Het gewicht was nagenoeg<br />
gelijk aan dat van de vroegere munt, maar<br />
de muntschijf was groter en dunner dan de<br />
sceat. <strong>De</strong> verandering zat niet alleen in het<br />
materiaal, alswel in de gewoonte voortaan<br />
de naam van de vorst en de muntmeester<br />
weer te geven. Het is de vorst die zich meer<br />
en meer het slaan van en het toezicht op<br />
munten toeeigent. Met de naam van één<br />
koning is de hervorming onlosmakelijk<br />
verbonden: O a; hoewel mogelijk anderen<br />
voor hem al de nieuwe penny lieten slaan.<br />
O a was koning van Mercia van 757 tot<br />
796, maar zijn invloedssfeer spreidde zich<br />
uit tot over de grenzen van zijn koninkrijk.<br />
Zijn muntpolitiek lag in het verlengde van<br />
zijn dynastieke politiek. Niet alleen<br />
sloeg O a munten met zijn eigen naam,<br />
ook muntte hij op naam van zijn vrouw,<br />
koningin Cynethryth. Op de voorzijde<br />
van deze munt staat de naam van de<br />
muntmeester Eoba en een portret, op de<br />
keerzijde de tekst: Cynethryth regina M,<br />
Cynethryth koningen van Mercia. <strong>De</strong>ze uitgave<br />
op naam van een vrouw, de koningin
Munt van O a met de<br />
naam van zijn vrouw,<br />
Cynetryth.<br />
J. Campbell red., The Anglo-<br />
Saxons (Londen 1991) 63.<br />
van Mercia, was uniek voor<br />
Europa. Mogelijk dienden<br />
oude Romeinse,<br />
of juist eigentijdse<br />
Byzantijnse munten<br />
als voorbeeld. In<br />
Byzantium was op dat<br />
moment namelijk een<br />
vrouw aan de macht<br />
keizerin Irene.<br />
Hoewel de rol van handelaren bij het munten<br />
leek uitgespeeld, groeide de rol van de<br />
handel zelf gestaag. Schriftelijke bronnen<br />
lichten slechts spaarzaam een tip van de<br />
sluier op over de internationale handel.<br />
Er zijn gelukkig nog andere bronnen,<br />
bijvoorbeeld munten. Schattingen over het<br />
aantal munten dat circuleerde in Engeland<br />
rond 790 komen uit op vijf miljoen stuks.<br />
Voor dit aantal pennies is een aanzienlijk<br />
gewicht aan zilver nodig. Een grondstof<br />
die niet rijkelijk aanwezig is op het eiland.<br />
Dit moest dus geïmporteerd worden in ruil<br />
voor een product of producten waarover<br />
de Angelsaksen beschikten zoals geweven<br />
sto en. 14<br />
O a stimuleerde de handel mede door de<br />
muntslag aan te passen. Rond 790 verhoogde<br />
hij het gewicht van de penny. Hij volgde<br />
daarmee de nieuwe standaard die Karel de<br />
Grote had geïntroduceerd. O a’s blik bleef<br />
echter niet beperkt tot het Frankische rijk.<br />
Hij bracht ook een gouden munt uit die een<br />
imitatie was van een islamitische dinar.<br />
In het noordelijke gedeelte van Engeland<br />
werd de verlaging van het zilvergehalte<br />
van de sceat op een andere wijze tegemoet<br />
getreden dan met de munthervorming die<br />
in het zuiden plaatsvond. In Northumbrië,<br />
ten noorden van rivier de Humber, werd de<br />
munt door de koningen en aartsbisschoppen<br />
van York gehandhaafd.<br />
<strong>De</strong> achtste en negende eeuw vormden een<br />
Gouden dinar van O a met Arabische inscripties.<br />
L. en J. Laing, Britain’s European heritage (Stroud 1995) fotopa-<br />
gina 5 tussen pag. 104-105.<br />
woelige periode in de politieke geschiedenis<br />
van het Northumbrië. Rivaliserende<br />
families streden onophoudelijk om het<br />
koningschap. Van 705 tot 806 regeerden<br />
veertien koningen van wie er vier werden<br />
vermoord; enkele anderen werden afgezet,<br />
verbannen of in een klooster geplaatst. Ook<br />
externe factoren zorgden voor onrust. In<br />
793 begon de reeks van Vikingaanvallen op<br />
de kust van Northumbrië. <strong>De</strong>ze aanvallen<br />
namen in getal en hevigheid toe in de<br />
negende eeuw. Dit had zijn weerslag op<br />
de muntslag die tijdelijk instortte in het<br />
laatste decennium van de achtste en het<br />
eerste decennium van de negende eeuw.<br />
Eanred, die in 810 koning werd en wiens<br />
regeerperiode dertig jaar duurde, hervatte<br />
het munten. Echter de zilverwaarde van de<br />
sceat werd minder totdat het zilver geheel<br />
verdwenen was. <strong>De</strong> koperen munten die<br />
van dit proces het gevolg waren, worden<br />
numismatisch betiteld als stycas. Niettemin<br />
hoeft de intrinsieke waardedaling van de<br />
munt niet direct verband te houden met<br />
een weinig e ciënt monetair beleid. Het<br />
kan juist een teken zijn van een positieve<br />
invloed op de economie door de Northumbrische<br />
koninklijke muntheer. Het gebruik<br />
van minder waardevol metaal zou namelijk<br />
kunnen betekenen dat het gebruik van<br />
geld als ruilmiddel werd uitgebreid. Ook<br />
goedkopere goederen konden worden<br />
betaald met klinkende munt. Archeologische<br />
vondstplaatsen lijken deze hoge mate<br />
van geldcirculatie te bevestigen. 15 Van de<br />
Angelsaksische munten is de styca degene<br />
waarvan in getal de meeste zijn overgeleverd.<br />
Een al te positieve kijk op de Northumbrische<br />
geldeconomie lijkt echter ongegrond.<br />
Misslagen en anonieme uitgaven<br />
wijzen op een afnemende controle. Vanaf<br />
het midden van de negende eeuw kwamen<br />
emissies slechts zelden voor. Waarschijnlijk<br />
is dit te wijten aan nieuwe interne machtsstrubbelingen.<br />
Het doek voor de styca viel<br />
de nitief in 867, het jaar waarin de Vikingen<br />
de Northumbrische leiders versloegen.<br />
Dit verlies betekende het einde van het<br />
koninkrijk van <strong>De</strong>ira, het zuidelijke deel van<br />
Northumbrië. In het noordelijke deel van<br />
Northumbrië, Bernicia, bleven autochtone<br />
koningen regeren als stromannen.<br />
Vikingmunten<br />
<strong>De</strong> strijders van de Great Heathen Army<br />
(865), het grote heidense leger der Vikingen,<br />
waren geen plunderaars. Zij waren<br />
veroveraars die het land wilden koloniseren<br />
en besturen. Het gebied waar de Vikingen<br />
domineerden, wordt de Danelaw<br />
genoemd. Dit was geen politieke<br />
eenheid met een duidelijke grens.<br />
Er waren echter diverse kenmerken<br />
in wet en gewoonte die de <strong>De</strong>ense<br />
gebieden onderscheidden van de Angelsaksische<br />
gebieden in het zuiden. Een van<br />
die kenmerken was een eigen muntslag,<br />
bij uitstek een geschikt middel om de onafhankelijkheid<br />
te tonen.<br />
<strong>De</strong> Vikingen kenden evenals de Angelsaksen<br />
vanouds het geld als een uiting van<br />
prestige. In de loop van de negende eeuw<br />
nam ook voor de Scandinavische volken<br />
het belang van de handel toe. Het was<br />
zaak om over een geschikt betaalmiddel te<br />
beschikken. Er was in Scandinavië nog geen<br />
politieke organisatie zoals in Angelsaksisch<br />
Engeland, waar na de munthervorming van<br />
760, een koning het gewicht en gehalte<br />
van het metaal in munten garandeerde.<br />
<strong>De</strong> Vikingen kenden geen muntgeldeconomie<br />
maar een gewichtsgeldeconomie;<br />
niet het aantal maar het gewicht telde. 16<br />
Zilver diende als ruilmiddel. In welke<br />
vorm dat was, deed niet ter zake. Om aan<br />
het gewenste gewicht te komen werden<br />
armbanden, zilverbaren en munten in<br />
gewenste ‘denominaties’ gehakt. Uit de<br />
Vikingperiode zijn vele schatvondsten in<br />
Noordwest-Europa bekend. <strong>De</strong>ze zijn lang<br />
niet alle van angstige locals die vreesden<br />
voor hun have en goed. Ook de Vikingen<br />
vertrouwden de bodem schatten toe als<br />
bewaarplaats, als depot. Blijkbaar kwam het<br />
er meermaals niet van om de kostbaarheden<br />
op te halen. <strong>De</strong> vondst die in 1840 in<br />
Zilverschat van Cuerdale.<br />
J. Campbell red., The Anglo-Saxons (Londen 1991) 146.<br />
DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />
11
12<br />
Cuerdale (Lancashire) werd gedaan is daarvan<br />
een opzienbarend voorbeeld. Een schat<br />
met een gewicht van 88 Engelse ponden,<br />
bestaande uit 1100 zilveren items en zo´n<br />
7500 munten, werd aangetro en. Verreweg<br />
de meeste munten (5000) kwamen uit het<br />
gebied van de Danelaw. Maar ook Frankische,<br />
Arabische en Angelsaksische munten<br />
waren aanwezig.<br />
Ondanks dat zij dus niet van ‘huis uit’ aan<br />
een koninklijke muntslag gewend waren,<br />
pasten de Vikingen in Engeland zich op dit<br />
gebied aan. In het zuidelijke gebied van de<br />
Danelaw startte Vikingleider Guthrum (d.<br />
890), koning van East-Anglia, met munten.<br />
Guthrum was in 878 door koning Alfred<br />
van Wessex verslagen. Onderdeel van het<br />
vredesverdrag was dat Guthrum zich liet<br />
dopen. Hij nam de christelijke doopnaam<br />
Athelstan aan. Onder deze naam gaf hij<br />
munten uit. Voor de beeltenissen dienden<br />
munten van Alfred als voorbeeld. In East-<br />
Anglia zijn van ca. 890 tot 910 ook munten<br />
uitgegeven op naam van Sint Edmund. Op<br />
het moment van productie van de munten<br />
was koning Edmund al twintig jaar dood.<br />
Een vredig einde had hij niet gekend. Of<br />
de koning van East-Anglia in gevecht of<br />
in gevangenschap stierf, is niet bekend.<br />
Zeker is dat zijn bloed aan <strong>De</strong>ense handen<br />
kleefde. Dat de <strong>De</strong>ense leiders van East<br />
Anglia enkele decennia later een uitgave<br />
deden van de munten die Edmund tijdens<br />
zijn leven had uitgebracht, is een duidelijk<br />
teken van hun bekering tot het christelijke<br />
geloof. 17 Sce Eadmunde Rex (heilige koning<br />
Edmund), zoals hij wordt aangeduid op<br />
de munten, is gestorven als een ware<br />
martelaar en werd als zodanig vereerd. Dat<br />
de uitgave van de gedenkmunten op grote<br />
schaal geschiedde, bewijst het aantal van<br />
1800 stuks die aangetro en werden in de<br />
schat van Cuerdale.<br />
Het noordelijke deel van de Danelaw werd<br />
geregeerd vanuit York, dat in 866 door de<br />
Vikingen werd ingenomen en de naam<br />
Jorvik kreeg. Naast vele andere ambachtslieden<br />
die in de stad werkten, waren er<br />
ook muntmeesters te vinden. <strong>De</strong> munten<br />
die zij voor de Scandinavische koningen<br />
sloegen, waren origineler van ontwerp dan<br />
de imitaties die de koningen in het zuiden<br />
van de Danelaw lieten slaan. Ook in<br />
York werd via de beeltenis kenbaar<br />
gemaakt dat de Vikingen zich tot<br />
Herdenkingsmunt Sint Edmund, uitgave<br />
<strong>De</strong>nen van East Anglia.<br />
S. Lyon, ‘The coinage of Edward the Elder’<br />
(Londen 2001) 70.<br />
Munt Sint Pieter, uitgave Vikingen in York.<br />
S. Pollington, The warrior’s way, England in the Viking Age<br />
Londen 1989) 175.<br />
het christelijke geloof hadden bekeerd. Dat<br />
zij in navolging van Christus ook vredelievend<br />
van aard werden, is te veel gezegd.<br />
Dit blijkt uit een penny met de afbeelding<br />
van Sint Pieter, patroonheilige van de stad<br />
York. Op de munt met de eerste apostel<br />
staat ook een zwaard en de hamer van Thor<br />
afgebeeld. Mogelijk dachten ze dat die van<br />
pas zouden komen bij lastige klanten aan<br />
de hemelpoort.<br />
<strong>De</strong> heerschappij van de Vikingen over<br />
York duurde, met enkele korte onderbrekingen,<br />
tot 954. Van enkele leiders is de<br />
naam slechts bekend dankzij munten. Over<br />
de laatste koning, Eric Bloodaxe, is meer<br />
bekend. Hij regeerde tweemaal. Nadat hij<br />
de tweede maal werd verdreven, werd hij<br />
om het leven gebracht. Eric regeerde een<br />
stad die bol stond van de industriële en<br />
commerciële activiteiten. Archeologisch<br />
onderzoek in de stad toont dit aan: afval<br />
wijst op productieplaatsen van textiel- en<br />
leerbewerkers, maar ook metaal en glas<br />
werd gemaakt. Vele uitheemse producten<br />
getuigen van een levendige overzeese<br />
handel. Minstens zes muntmeesters in<br />
York werkten voor Eric Bloodaxe. 18 Twee<br />
verschillende pennies zijn van hem bekend;<br />
in beide regeerperiodes één. Met het einde<br />
van Eric Bloodaxe in 954 kwam er ook een<br />
absoluut eind aan de Vikingheerschappij<br />
over York.<br />
Engeland onder één koning<br />
<strong>De</strong> Angelsaksische koning Athelstan (reg.<br />
924/5-939) die een einde maakte aan de<br />
bezetting door de Vikingen was na de overwinning<br />
de enige koning in Engeland. Zo<br />
gaven de invallen en de kolonisatie van de<br />
Vikingen -achteraf gezien- een constructieve<br />
bijdrage aan de vorming van Engeland<br />
onder het gezag van één koning. In de<br />
negende eeuw hadden de Vikingen immers<br />
meerdere koningen verdreven. Zij hadden<br />
zelf geregeerd of stromannen neergezet.<br />
Alleen Alfred, koning van Wessex, had<br />
zich weten te handhaven en had zijn<br />
machtsgebied over andere koninkrijken<br />
uitgebreid.<br />
<strong>De</strong> vernietiging van politieke<br />
eenheden maakte ook een einde aan de<br />
monetaire eenheid die sinds de negende<br />
eeuw bestond in enkele van de koninkrijken.<br />
<strong>De</strong> koningen van Wessex en Mercia<br />
en de aartsbisschoppen van Canterbury<br />
kwamen in het jaar 860 immers overeen<br />
een munt uit te geven met eenzelfde<br />
beeldenaar. Het einde van een zelfstandig<br />
Mercia zorgde ervoor dat de samenwerking<br />
zich beperkte tot de Westsaksische koning<br />
en de aartsbisschop. <strong>De</strong>ze standaardisering<br />
van uiterlijk en de daarmee gepaard<br />
gaande vergroting van het gebied waar<br />
de munt kon circuleren, is illustratief voor<br />
de groeiende controle die uitging van de<br />
regerende vorst. <strong>De</strong> weg die munten gaan,<br />
wordt echter niet volledig beperkt door de<br />
politieke werkelijkheid. <strong>De</strong> verspreiding van<br />
de munten bleef voortgaan en de Vikingen<br />
in de zuidelijke Danelaw sloten zich ongevraagd<br />
aan bij de muntunie. Zij imiteerden<br />
immers de munten van Alfred, zij het dat de<br />
munten een lager gewicht hadden.<br />
<strong>De</strong> positie die Alfred innam voor zijn<br />
overwinning op Guthrum in 878 was<br />
wankel. Zijn koninkrijk omvatte niet meer<br />
dan moerassig land in Somerset. <strong>De</strong> Slag<br />
bij Edington in 878 was een keerpunt. Er<br />
werd een vredesverdrag gesloten met de<br />
Vikingen. Guthrum trok zich terug in East<br />
Anglia. Met de gedachte dat vele van zijn<br />
rivalen door de Vikingen onschadelijk waren<br />
gemaakt, kon Alfred gaan denken aan<br />
uitbreiding van zijn gebied. Een belangrijke<br />
stap daarin is zijn machtsovername van<br />
Londen. Londen was de belangrijkste handelsstad<br />
in Engeland; handelaren van het<br />
continent voeren met allerhande goederen<br />
de rivier de Theems op. Helaas kenden ook<br />
de Vikingen deze waterweg en herhaaldelijke<br />
keren vielen zij de stad aan. Londen<br />
behoorde tot het koninkrijk Mercia. Nadat<br />
de Vikingen dit in handen kregen, lieten zij<br />
de regering over het oostelijke deel hiervan<br />
aan Ceolwulf II. Zijn naam komen we ook<br />
tegen op een munt, geslagen in Londen in<br />
ca. 880. Op deze zelfde munt is ook Alfred<br />
afgebeeld. Dit lijkt erop te wijzen dat Alfred<br />
Munt van Alfred. Het monogram van Londen geeft aan<br />
dat de stad binnen het machtsgebied van de koning van<br />
Wessex ligt.<br />
M. Wood, In search of the Dark Ages (BBC Classics edition: Londen<br />
1991) 122.
al enige macht had in de stad. 19 <strong>De</strong> bezetting<br />
van 886 maakte hem alleenheerser in<br />
de stad. Een munt met aan de voorzijde<br />
Alfred en op de keerzijde het monogram<br />
van Londen (Londinium) bevestigt dit.<br />
<strong>De</strong> opmars die Alfred inzette, werd voortgezet<br />
onder zijn nazaten, allereerst zijn zoon<br />
Edward the Elder. <strong>De</strong> uitbreiding van zijn<br />
invloedssfeer is af te lezen aan de plaatsen<br />
waar zijn munten werden geslagen en<br />
het aantal muntmeesters die hij van werk<br />
voorzag. In het eerste decennium van<br />
zijn regeerperiode (899-924) waren zo´n<br />
25 meesters werkzaam in het zuiden van<br />
Engeland en vijf à zes in Mercia dat binnen<br />
zijn invloedssfeer lag. Dit aantal nam<br />
exceptioneel toe, mede doordat na 915 ook<br />
in het heroverde gedeelte van de Danelaw<br />
27 meesters aan de slag konden. Enkele<br />
muntplaatsen bleven onbereikbaar voor<br />
Edward: Lincoln, Norwich en York. 20<br />
Zijn zoon en opvolger Athelstan (924/5-<br />
939) was de eerste koning van Wessex<br />
die zijn macht werkelijk in het noorden<br />
kon doen laten gelden. Zoals eerder werd<br />
beschreven, slaagde hij erin de Vikingen in<br />
het noorden te verslaan. Op zijn munten<br />
werd de tekst REX TO BRI (Rex Totius Britanniae),<br />
koning van heel Brittannië, geslagen.<br />
<strong>De</strong> munt met deze tekst werd, waarschijnlijk<br />
niet toevallig, in York geslagen. <strong>De</strong>ze<br />
stad had Athelstan in 927 ingenomen. <strong>De</strong><br />
muntmeesters die voor hem aan de slag<br />
gingen hebben hun sporen achtergelaten.<br />
Bij opgravingen in het Coppergate-gebied,<br />
het commerciële centrum van de stad in de<br />
negende en tiende eeuw, werd een stempel<br />
gevonden waarmee Athelstans munt werd<br />
geslagen. <strong>De</strong> eenheid van het land liet hij<br />
niet alleen in muntschrift uitdrukken, ook in<br />
wetteksten kwam deze tot uitdrukking. In<br />
de muntwetten die Athelstan uitvaardigde,<br />
werd vastgesteld hoeveel muntmeesters<br />
er per stad mochten zijn. Per streek waren<br />
er weliswaar verschillen toegestaan.<br />
Gewicht en zilvergehalte stonden echter<br />
vast. Aan de overtreding van de wetten<br />
werden zware stra en verbonden. Om<br />
controle te verbeteren, en dus overtreders<br />
te kunnen pakken, werd de muntplaats op<br />
de keerzijde geslagen. <strong>De</strong> macht van de<br />
koning van Wessex was niet zo standvastig<br />
als het opschrift ‘koning van heel Brittannië’<br />
wil doen geloven. Andermaal zouden<br />
York en Northumbrië in <strong>De</strong>ense handen<br />
vallen. Zoals eerder beschreven, gingen de<br />
heersers van York ook weer over tot een<br />
eigen muntslag.<br />
Niettemin is de REX TO BRI-munt een<br />
mijlpaal in de ontwikkeling van de munt in<br />
Angelsaksisch Engeland… en de politieke<br />
eenwording van Engeland. Immers, een<br />
Stempel voor munt van Athelstan, archeologische vondst,<br />
York. Links munt van deze stempel, rechts munt van Olaf<br />
Guthfrithson die na Athelstans dood York wederom in<br />
Vikinghanden bracht.<br />
J. Campbell red., The Anglo-Saxons (Londen 1991) 167.<br />
Muntplaatsen ten tijde van de regeerperiode van Edward the Elder.<br />
S. Lyon, ‘The coinage of Edward the Elder’, N.J. Higham en D.H. Hill, Edward the<br />
Elder 899-924 (Londen 2001) 67-78, aldaar 72.<br />
eenheidsmunt uitgeven die een goede<br />
administratie en een scherpe controle<br />
vraagt, is bovenal een vertoon van macht<br />
van de koning. Munt en macht zijn in de<br />
Angelsaksische periode onlosmakelijk met<br />
elkaar verbonden.<br />
1 E. Mudrak, Noorse mythen en sagen (Utrecht 1965) 80.<br />
2 M. Gelling, Signposts to the past, placenames and the history of<br />
England (London 1978) 141-142.<br />
3 B. Myhre, ´Germanic kingdoms bordering on two empires´, E.<br />
Kramer, I. Stoumann en A. Greg ed., Kings of the North Sea, AD<br />
250-<strong>85</strong>0 (Leeuwarden 2000) 41-54, aldaar 53.<br />
4 K.S. Painter, ‘Gold and silver from the Late-Roman world, 6th-7th<br />
centuries, J.P.C. Kent en K.S Painter ed., Wealth of the Roman world<br />
AD 300-700 (London 1977) 116-157, aldaar 139.<br />
5 Painter, ‘Gold and silver’, 135.<br />
6 I. Wood, The Merovingian kingdoms 450-751 (London 1994) 177.<br />
7 e B. Yorke, Kings Kings Kings and kingdoms kingdoms kingdoms of early early early Anglo-Saxon Anglo-Saxon Anglo-Saxon England England England (1 (1 druk<br />
1990; London 1997) 41 en 65; Wood, Merovingian kingdoms, 177-<br />
178; B. Myhre, ‘Germanic kingdoms’, 51.<br />
8 Mudrak, Noorse mythen, 73-74.<br />
9 e J. Campbell, The Anglo-Saxons (1 druk 1982 London 1991) 59.<br />
10 Wood, Merovingian kingdoms, 301-302.<br />
11 P. Wormald, ‘The age of O a and Alcuin’, J. Campbell, The Anglo<br />
Saxons (1e druk 1982 London 1991) 101-131, aldaar 119.<br />
12 E. Graafstal en A. Pol, ‘Een schatvondst uit de tijd van Bonifatius’,<br />
<strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong> <strong>Magazine</strong> 77 (november 2004) 11-14, aldaar<br />
13.<br />
13 D.M. Metcalf, ‘Anglo-Saxon coins I: seventh to ninth centuries’<br />
(Picture essay four), J. Campbell, The Anglo Saxons (1e druk 1982<br />
London 1991) 62-63.<br />
14 R. Fletcher, Who’s who in Roman Britain and Anglo-Saxon England<br />
(London 1989) 111.<br />
15 Yorke, Kings and kingdoms, 97.<br />
16 J.C. Besteman, ´Scandinavische gewichtsgeld in Nederland in de<br />
Vikingperiode´, E.H.P. Cordfunke en H. Sarfatij, Van solidus tot euro,<br />
Geld in Nederland in economisch/historisch en politiek pespectief<br />
(Hilversum 2004) 21 40, aldaar 24.<br />
17 G. Jones, A history of the Vikings (revised edition: Oxford 1984) 5.<br />
18 Fletcher, Who’s who, 160.<br />
19 M. Wood, In search of the Dark Ages (BBC Classics edition: Londen<br />
1991) 121.<br />
20 S. Lyon, ‘The coinage of Edward the Elder’, N.J. Higham en D.H. Hill,<br />
Edward the Elder 899-924 (Londen 2001) 67-78, aldaar 77.<br />
DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />
13
14<br />
OP OP PAD PAD MET...<br />
MET...<br />
“Als je Romeins vindt, ben je<br />
de eerste na 2000 jaar die dat<br />
voorwerp in handen heeft.<br />
In deze a evering van ‘Op pad met…’ trekken we eropuit met Onno<br />
de Vries (32) uit Arnhem. Na eerst zijn bodemvondsten te hebben<br />
bewonderd gaan we de winterse kou in. Langs de oevers van de Waal<br />
doen we nog een aardige vondst.<br />
Zoals zoveel detectoramateurs raakte<br />
ook Onno de Vries al vroeg met het<br />
zoekvirus besmet. Zijn interesse voor<br />
geschiedenis en archeologie heeft hij<br />
van zijn moeder. Op de akker achter de<br />
boerderij van zijn opa en oma zocht hij<br />
met haar naar scherven en pijpenkopjes.<br />
Later ging hij met een jeugdvriend<br />
op pad, die over een metaaldetector<br />
beschikte. “Daarna kwam de klad er<br />
een beetje in”, zegt Onno. “Ik moest<br />
kiezen tussen een brommer en een<br />
detector; het werd de brommer. En als<br />
je ouder wordt, wordt uitgaan weer<br />
belangrijker. Jaren ben ik niet gaan<br />
zoeken, maar zes jaar geleden heb ik<br />
de hobby weer opgepakt. Steeds als ik<br />
iemand met een metaaldetector zag<br />
lopen, dacht ik: dat wil ik ook!”<br />
Onno besloot een detector te kopen.<br />
Hij had geen idee van merken en types<br />
en kocht er eentje voor veertig gulden<br />
bij het Kruidvat. Hij kan er nog om lachen.<br />
“Ik kwam thuis met dat ding, begroef<br />
mijn sleutelbos in de tuin en die<br />
heb ik vervolgens niet meer teruggevonden.<br />
Althans, niet met die detector.<br />
Ik heb nog uren lopen zoeken voordat<br />
ik mijn sleutels weer terug had.”<br />
Hij verdiepte zich in de materie en<br />
kocht een tweedehands Tesoro Golden<br />
Sabre, die hij nog steeds gebruikt.<br />
Later kocht hij ook nog een XP Advensis.<br />
“Het voordeel van de Tesoro is dat<br />
hij op alle terreinen goed te gebruiken<br />
is. <strong>De</strong> XP gaat twee keer zo diep, maar<br />
is vooral geschikt voor schone grond.<br />
Op akkers gebruik ik mijn XP en op<br />
een gronddepot meestal mijn Tesoro.”<br />
Onno zoekt gemiddeld één keer per<br />
week. “Maar als ik een mooie plek<br />
heb gevonden, dan ben ik daar het<br />
hele weekend te vinden. Dan vertrek<br />
ik om acht uur ’s ochtends en blijf ik<br />
tot het donker wordt. Dan is het echt<br />
uren maken. M’n vriendin gaat soms<br />
mee. Dat is natuurlijk erg gezellig, ze<br />
wil alleen altijd eerder naar huis dan<br />
ik. Soms ga ik ook met mijn moeder<br />
zoeken; ze heeft al eens een Romeinse<br />
munt gevonden.”<br />
[ Tekst: Koen van Santvoord / Foto’s: Ludo Both ]<br />
<strong>De</strong> ko e is op, het is tijd om de deur<br />
uit te gaan. We stappen de auto in<br />
en rijden naar een buitenwijk van<br />
Arnhem waar een nieuwbouwproject<br />
in volle gang is. Onno volgt berichten<br />
over nieuwbouwprojecten nauwlettend<br />
in de lokale media. Vaak wordt bij<br />
dergelijke projecten grond gestort of<br />
afgegraven en dat is natuurlijk interessant.<br />
Thuis heeft hij een kaart waarop<br />
hij precies kan zien waar de Romeinen<br />
vroeger gewoond hebben. Zeker als in<br />
die gebieden wordt gebouwd, is hij er<br />
als de kippen bij.<br />
Het is waterkoud buiten en de wind<br />
waait hard. Het is verre van ideaal<br />
zoekweer, maar we laten ons niet<br />
afschrikken. Onno zoekt geconcentreerd,<br />
de koptelefoon op het hoofd,<br />
en steekt behendig zijn pioniersschep<br />
in de grond als hij een piepje hoort.<br />
Een uur zijn we bezig, maar de vondsten<br />
blijken tegen te vallen. Op papier<br />
zag deze zoekstek er prima uit, maar in<br />
de praktijk blinkt er van alles, behalve<br />
goud. We vinden vooral veel afval. We<br />
zoeken de warmte van de auto weer<br />
op en rijden door naar de Waal bij<br />
Oosterhout, ongeveer een kwartier<br />
verderop. Aan de strandjes langs het<br />
water deed Onno enkele goede vondsten<br />
– onder andere een ruggenwervel<br />
van een mammoet – dus wie weet<br />
hebben we daar meer geluk.<br />
<strong>De</strong> vondsten alleen zijn niet het<br />
belangrijkst voor Onno. “Ik werk als debiteurenbeheerder,<br />
dat vind ik erg leuk<br />
om te doen, want ik hou van cijfers.<br />
Maar ik zit wel de hele dag binnen.<br />
Dan is het lekker om in het<br />
weekend naar buiten te gaan. Het is<br />
mooi om fazanten en hazen te zien,<br />
en roofvogels. En wat de vondsten be-
treft: het liefst vind ik Romeins, maar<br />
ik ben blij met alles wat ik tegenkom.<br />
Zolang het maar oud is en in goede<br />
staat verkeert. Als je Romeins vindt,<br />
ben je de eerste na 2000 jaar die dat<br />
voorwerp in handen heeft. Dat is toch<br />
prachtig?”<br />
Aan vondsten heeft Onno trouwens<br />
geen gebrek. Eén van zijn pronkstukken<br />
is een ijzeren dolk uit de<br />
dertiende of veertiende eeuw. Hij<br />
zag een houten handvat uit de grond<br />
steken en tot zijn verbijstering zat er<br />
een puntgave dolk aan vast. Ook het<br />
hout was nog helemaal intact. Het<br />
voorwerp komt uit een diepe kleilaag<br />
waar weinig lucht bij is gekomen.<br />
Andere topvondsten zijn een zilveren<br />
denarius uit 77 voor Christus, een<br />
goudnugget van 9 gram (waarschijnlijk<br />
een verbrande ring of munt) en<br />
een omega armband uit de Bronstijd.<br />
“Die heeft vier jaar in m’n rommelbak<br />
gelegen. Pas op een schervenavond<br />
van de AWN (de vereniging voor amateur-archeologen)<br />
kwam ik erachter<br />
wat het was.”<br />
Tijdens de werkzaamheden voor<br />
de Betuweroute vond hij een gaaf<br />
Romeins kannetje van brons. Hij liet<br />
het voorwerp zien aan een handelaar,<br />
en die adviseerde hem om de vondst<br />
vooral maar niet aan te melden bij de<br />
ROB, omdat dat veel te lang duren.<br />
“Hij wilde het overnemen voor een<br />
zacht prijsje”, zegt Onno. “Die man was<br />
duidelijk alleen maar geïnteresseerd in<br />
handel, niet in archeologie. Ik ben natuurlijk<br />
niet op zijn aanbod ingegaan.”<br />
Op de open dag van de AWN nam hij<br />
het kannetje mee, waar werd vastgesteld<br />
dat het inderdaad Romeins was,<br />
want daar twijfelde Onno aanvankelijk<br />
nog aan. Daarna meldde hij de vondst<br />
alsnog aan bij de ROB, wat hij sindsdien<br />
met al zijn vondsten doet. “Je<br />
bent je vondsten inderdaad soms een<br />
paar weken of maanden kwijt, maar<br />
daar krijg je een uitgebreide beschrijving<br />
van je vondst voor terug. Tegelijkertijd<br />
helpt zo’n vondst de archeologen<br />
om hun kennis uit te breiden.<br />
Het is bovendien wettelijk verplicht<br />
om alles voor 1600 van archeologische<br />
waarde aan te melden, dan moet je<br />
dat ook doen, vind ik.”<br />
Terug naar onze zoektocht. We staan<br />
inmiddels op een prachtige plek langs<br />
de Waal. <strong>De</strong> wind waait hier pal langs<br />
het water nog guurder dan zojuist,<br />
maar het uitzicht vergoedt alles. We<br />
kijken uit over het water, waar grote<br />
schepen voorbij varen die een inke<br />
golfslag teweegbrengen op de strandjes<br />
waarover we lopen. Onno vindt<br />
dit een jne zoekplek; het is lekker<br />
rustig en er zijn geen pottenkijkers.<br />
Het water staat laag voor de tijd van<br />
het jaar en het strand ligt bezaaid<br />
met schelpen, steentjes en ook afval<br />
van passerende schepen. Hopelijk ligt<br />
onder de oppervlakte iets moois op<br />
Zilveren schrijfstift<br />
ons te wachten.<br />
Opnieuw lijkt de bodem weinig prijs te<br />
geven. <strong>De</strong> Tesoro van Onno doet het<br />
inderdaad prima op deze vervuilde<br />
grond; onze XP moeten we daarentegen<br />
ink ‘dichtdraaien’ om niet te veel<br />
last te hebben van verstoringen. Toch<br />
is het uiteindelijk de XP die een alleraardigst<br />
voorwerp blootlegt. Pal onder<br />
de oppervlakte vinden we een oude<br />
sleutel, aan de baard te zien is het<br />
er eentje uit de late Middeleeuwen,<br />
denkt Onno. <strong>De</strong> sleutel is van ijzer en<br />
vertoont helaas wat roestplekken.<br />
Toch is het een aardige vondst zo op<br />
een verloren zondagmiddag.<br />
We praten nog wat na, voordat we<br />
op huis aangaan. Onno vertelt dat<br />
hij actief lid is van de AWN. Enkele<br />
keren per jaar zoekt hij als vrijwilliger<br />
mee bij archeologische opgravingen.<br />
“Afgelopen zomer hebben we met<br />
twintig AWN-ers een gracht uit de<br />
zeventiende eeuw blootgelegd in<br />
Arnhem. Het was mijn taak om met de<br />
metaaldetector te zoeken, gegevens te<br />
verzamelen en zaken op te meten. Het<br />
is schitterend om aan mee te werken.<br />
Dat je iets tastbaars opgraaft van onze<br />
voorouders, dat vind ik het mooist aan<br />
deze hobby.”<br />
IJzeren sleutel uit de middeleeuwen<br />
DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />
15
16<br />
IJzeren speerpunt<br />
IJzeren dolk, 13-14e eeuw<br />
Zilveren hanger, middeleeuws<br />
Bronzen Romeins kannetje, 1e eeuw<br />
Zilveren muntje 13e eeuw uit Duitsland
18<br />
Als ik zo eens<br />
terug denk.....<br />
Tussen kerst en nieuwjaar had ik een dag<br />
vrijgenomen (had er toch nog genoeg),<br />
om lekker eens een hele doordeweekse<br />
dag te zoeken. <strong>De</strong> weersverwachting was<br />
al niet al te best en er lag nog sneeuw van<br />
eerder die week. Na een uurtje rondrijden<br />
met Martin (mijn zoekmaat) op zoek naar<br />
een akker hadden we al snel gezien dat<br />
het helemaal niets zou gaan worden. Alles<br />
was met een witte deken van sneeuw<br />
bedekt. Een beetje teleurgesteld besloten<br />
we maar om naar huis te gaan.<br />
Thuis zit je dan met een bakje ko e een<br />
beetje warm te worden en toch ook wel<br />
te balen dat je voor niets een vrije dag<br />
hebt genomen. Op dat moment zat ik te<br />
denken aan de verhalen die op Internet<br />
staan en in het DDA blaadje te lezen zijn.<br />
Vaak lees je over werkelijke topvondsten,<br />
diverse zilveren voorwerpen op een dag<br />
of zelfs een heuse schatvondst. Ik hoop<br />
dan altijd dat ik ook een keer een dergelijke<br />
werkelijke topdag mag meemaken.<br />
Toen zat ik eens te denken aan de vondsten<br />
die ik afgelopen jaar heb gedaan…….<br />
In januari hoorde ik dat men eindelijk<br />
was begonnen met het uitgraven van<br />
een gigantische bouwput midden in het<br />
centrum van een oude stad. Het was al<br />
heel lang bekend dat men hier zou gaan<br />
bouwen en vanwege de locatie had ik<br />
hoge verwachtingen van de grond.<br />
Het gebeurt niet vaak in dit deel van het<br />
land dat je de bouwputten zomaar kan<br />
betreden als de bouwvakkers naar huis<br />
zijn. Dat was in dit geval wel zo, sterker<br />
nog er bleek tegelijkertijd een opgraving<br />
plaatst te vinden. Dat kon ik echter niet<br />
maken maar, door ter plaatse even te<br />
vragen was ik er wel snel achter waar de<br />
grond gestort werd. En daar is het zoeken<br />
vaak wel toegestaan.<br />
Ik zag er de hele week al naar uit om er<br />
in het weekend te gaan zoeken. Toen het<br />
vrijdagmiddag niet zo druk was op mijn<br />
werk kon ik echter niet langer wachten,<br />
ik heb toen vrij genomen en ben er gelijk<br />
heen gereden.<br />
Onderweg naar de stort vroeg ik me af<br />
of het wel zo slim was geweest om vrij<br />
te nemen, het regende behoorlijk en dat<br />
had het de dagen ervoor ook al gedaan.<br />
Meestal is de verse stortgrond dan niet te<br />
belopen. Toen ik aankwam miezerde het<br />
slechts nog een beetje wat ik helemaal<br />
niet erg vond. Ik had al snel gevonden<br />
waar de grond precies gestort was. En<br />
er was helemaal niemand! Zoals ik al<br />
verwacht had, zakte ik tot ver boven mijn<br />
enkels weg in de blubbermassa; wel even<br />
uitkijken dus zo helemaal alleen.<br />
Na wat rommel gevonden te hebben<br />
trok ik ineens een lepel uit de blubber.<br />
Dit was nu een van de dingen die ik nog<br />
graag wilde vinden; een complete tinnen<br />
lepel met ronde bak. Toen ik de blubber<br />
er af spoelde bleek het helemaal geen tin<br />
maar geel koper te zijn (foto 1). Die had<br />
ik eigenlijk nog nooit gezien, en eigenlijk<br />
baalde ik een beetje dat het geen tinnen<br />
was. Een kwartiertje later werd ik ineens<br />
geroepen door een andere zoeker welke<br />
blijkbaar ook net was aangekomen. Hij<br />
vroeg of ik al wat gevonden had, waarop<br />
ik de koperen lepel liet zien en erbij zei<br />
dat ik het jammer vond dat het geen<br />
tinnen betrof. In het daarop volgende gesprek<br />
gaf hij aan dat hij wel wilde ruilen<br />
tegen een tinnen lepel. Op dat moment<br />
had ik door dat het misschien toch wel<br />
een interessante vondst betrof. Ik ken<br />
deze collegaspeurder, hij zoekt al langer<br />
dan ik oud ben. En die ruilt niet omdat hij<br />
je een plezier wil doen.<br />
Thuis eerst in de boeken gekeken, blijkt<br />
het een zogenoemde Engelse lepel te<br />
zijn, vermoedelijk uit de 14e eeuw. Veel<br />
leuker dan een tinnen lepel dus, maar<br />
toch wou ik er nog steeds een vinden.<br />
Een paar weken later, februari ondertussen<br />
had ik een nieuwbouwterrein vlakbij<br />
mijn huis ontdekt. Na rondgelopen te<br />
hebben ontdekte ik een soort verhoging<br />
vlak langs de weg met daaromheen een<br />
droge greppel. Aan een zijde het verst bij<br />
de weg vandaan lagen er wat scherven<br />
foto 1<br />
>>
foto 7<br />
foto 5<br />
foto 2<br />
foto 9<br />
foto 8<br />
foto 10<br />
foto 3<br />
DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />
>><br />
19
20<br />
>><br />
in. Wat ik toen al vermoedde, bleek later<br />
waar te zijn toen ik er oude kaarten<br />
op na keek; er had ooit een boerderij<br />
gestaan. Vermoedelijk had men het afval<br />
in het verleden in de sloot achter het<br />
huis gegooid, die in de loop der tijd was<br />
dichtgeslibd tot er slechts een ondiepe<br />
greppel overbleef. Ik ben hier maar eens<br />
begonnen met zoeken. Toen de schop de<br />
eerste maal de grond inging in de greppel<br />
viel het gelijk al op dat er ook dieper<br />
grote scherven lagen. Op dat moment<br />
ben ik systematisch de 30 cm laag met<br />
scherven om gaan scheppen en heb de<br />
scherven apart gehouden. Thuis heb ik<br />
hieruit een aantal leuke voorwerpen kunnen<br />
samenstellen, helaas niks compleet.<br />
Een bord van Nederrijns aardewerk met<br />
afbeelding van hoofd erop is toch wel het<br />
leukste wat eruit kwam. Het is 35 cm in<br />
diameter en uit de 18e eeuw (foto 2).<br />
Na een aantal maanden niets bijzonders<br />
gevonden te hebben, was ik in juni weer<br />
de gelukkige. Van een collega hoorde ik<br />
dat er vlakbij zijn huis een tijd geleden<br />
een boerderij was afgebroken en dat de<br />
grond nog steeds braak lag. Er bleek nog<br />
een hele puinlaag te liggen, met hiertussen<br />
veel metaaltroep. Ik ben als eerste<br />
gaan zoeken in wat ooit de voortuin was.<br />
Vlak naast het pad vond ik een hele grote<br />
koperen munt. Toen ik wat beter keek<br />
zag ik dat er wel iets van reliëf op zat.<br />
Een eigentijdse vervalsing dacht ik op<br />
dat moment. Van het bestaan van zulke<br />
grote en dunne koperen munten wist<br />
ik namelijk niets af. Soms is er op rotte<br />
duiten nog wat reliëf terug te krijgen<br />
door ze een tijdje in kalkreiniger of een<br />
ander zuur te leggen, zodat determinatie<br />
toch nog mogelijk is. Met deze munt was<br />
ik erg benieuwd wat deze vervalsing ooit<br />
geweest was, en heb dat dus ook maar<br />
geprobeerd. Na een kwartiertje geweekt<br />
te hebben leek er toch hier en daar nog<br />
een dun zilverlaagje aanwezig. Toch nog<br />
maar even terug in het zuur gestopt. Een<br />
kwartiertje later kwam er steeds meer<br />
zilver tevoorschijn en bleek het toch<br />
een zilveren munt te zijn. Na zorgvuldig<br />
schoonmaken kwam er een mooie Friese<br />
roosschelling onder vandaan (foto 3).<br />
Eindelijk weer eens een grote zilveren<br />
munt.<br />
Begin juli hoorde ik dat het laatste beetje<br />
grond uit de bouwput zou gaan waar ik<br />
ook de Engelse lepel had gevonden. Op<br />
de stort eerst maar eens rondgelopen<br />
om te kijken waar ik de meeste kans zou<br />
hebben en wat de collega’s al gevonden<br />
hadden. Aan de kuiltjes bovenop te zien<br />
was er al veel gezocht. Tijdens het kijken<br />
naar de scherven zag ik iets uitsteken,<br />
dat direct mijn aandacht had. En ik trok<br />
vervolgens een compleet mes uit de<br />
16 e eeuw uit de klei (foto 1). Omdat hij<br />
rechtop stond had er waarschijnlijk geen<br />
detector op gereageerd. Uit deze grond<br />
haalde ik in de weken erna onder andere<br />
een duit met een klop. Het is een afbeelding<br />
van een ketel met daarboven de<br />
letters RVB (foto 4). Als iemand nadere<br />
informatie heeft, hoor ik dit graag. Ook<br />
vond ik hier weer een tinnen lepel. Dit<br />
was nu al mijn derde lepel met ronde bak<br />
dit jaar (foto 1).<br />
Verder vond ik hier mijn eerste insigne.<br />
Omdat ik hem niet terug kon vinden in<br />
mijn boeken heb ik hem aangemeld bij<br />
de stichting “Heilig en Profaan”. Hiervan<br />
kreeg ik de reactie dat het nog het meest<br />
lijkt op “Justitia” en dan in de vorm van<br />
Michaël de zielenweger (foto 5). Alle<br />
tot heden bekende exemplaren hebben<br />
echter geen vleugels. Omdat hij niet<br />
compleet is, was verdere determinatie<br />
niet mogelijk. Voor mij maakte dit echter<br />
weinig uit; dit was toch wel weer een van<br />
de vondsten waar ik lange tijd op kan<br />
teren. Mijn zoekmaat Martin vond hier<br />
verder nog een gave 16 e eeuwse tinnen<br />
beker.<br />
<strong>De</strong> hele maand juli was ik hier toch een<br />
paar keer per week te vinden. Je komt<br />
dan ook vaak dezelfde mensen tegen.<br />
Tegen het eind van de maand viel het me<br />
op dat er een paar zoekers ineens niet<br />
meer kwamen. <strong>De</strong> vondsten liepen wel<br />
terug, maar zolang er nergens anders<br />
goede plekken zijn, blijven ze meestal<br />
toch wel komen. Toen maar eens rond<br />
gaan vragen, en er bleek ergens ook<br />
grond gestort te worden. <strong>De</strong> eerste dagen<br />
dat ik hier zocht, waren voor mij niet<br />
echt bijzonder. Maar er waren wel leuke<br />
dingen gevonden door anderen. Op een<br />
gegeven moment heb ik een dag vrij<br />
genomen in de hoop dat er die dag verse<br />
grond gebracht zou worden. ’s Ochtends<br />
bleek er veel grond verplaatst in de dag<br />
dat ik niet geweest was. Al vrij snel achter<br />
elkaar had ik 2 leuke dingen gevonden;<br />
een zilver voorwerpje voorstellende<br />
een soort duivelskop, waarschijnlijk het<br />
middendeel van een bandeliersluiting<br />
(foto 6). En een tinnen speldje (foto 7).<br />
<strong>De</strong> rest van de dag vond ik eigenlijk niets<br />
bijzonders. Aan het eind van de middag<br />
was ik het eigenlijk een beetje zat en<br />
wilde naar huis gaan. Een andere zoeker<br />
zei dat hij nog even bij dat hoopje in de<br />
hoek ging zoeken omdat daar afgelopen<br />
week leuke dingen waren gevonden. Ook<br />
was het een beetje verplaatst door een<br />
graafmachine, dus toch nog maar even<br />
proberen. Het zag er niet echt heel interessant<br />
uit. In vergelijking met de andere<br />
bergen niet veel scherven en behoorlijk<br />
zanderig. Na wat stukjes tin en andere<br />
frummeltjes gevonden te hebben, had ik<br />
weer eens een glimmende gele rekenpenning.<br />
Altijd leuk om te vinden in die<br />
staat. Toen ik echter wat beter keek, kreeg<br />
ik het idee dat het wel eens iets anders<br />
dan een rekenpenning kon zijn. Het bleek<br />
inderdaad om een gouden munt te gaan,<br />
mijn eerste!! (foto 8). Op het Belgische<br />
muntenforum is hij als volgt gedetermineerd:<br />
Savoye, Italië. Scudo, geslagen<br />
door Carlo II (1504-1553).<br />
Als ik zo eens terugdenk aan wat ik dit<br />
jaar heb gevonden, mag ik helemaal niet<br />
klagen. Er zaten een aantal topvondsten<br />
tussen die misschien in waarde weinig<br />
voorstellen maar die ik al lang hoopte te<br />
vinden. Volgende keer als ik weer eens een<br />
verhaal lees over een topvondst, zal ik eerst<br />
eens denken aan de vondsten die ik zelf heb<br />
gedaan.<br />
Tekst en foto’s: Matthijs Rutten
Ringedingetjes 10<br />
Sedert lange tijd vingen de mensen met netten in<br />
Sedert lange tijd vingen de mensen met netten in<br />
het wild levende vogels. Door de eeuwen heen is<br />
deze jachtmethode blijven bestaan.<br />
Het “wilsterfl appen” (het vangen van goudplevieren)<br />
is nog een overblijfsel uit lang vervlogen<br />
tijden. <strong>De</strong> attributen die voorheen werden<br />
gebruikt bestaan nog. Vooral in de weilanden<br />
langs de kusten worden en werden veel<br />
“wilsters”gefl apt. <strong>De</strong> goudplevierenvangst is<br />
nooit iets geweest van de grote heren, het was<br />
vaak een noodzakelijk vermaak voor de kleine<br />
man. Een oud gezegde is: dat men eerst goed<br />
moet kunnen fl uiten om een goudplevier te<br />
vangen. Bovendien moet men veel geduld hebben,<br />
behoorlijk goed tegen de kou kunnen en op<br />
het goede moment toeslaan. Men dient immers<br />
de vogel niet over het net te laten vliegen. Het<br />
waren geen herenjagers, het waren mensen die in<br />
het najaar en winter nog hun brandstof, kleding<br />
of de huur met fl appen moesten verdienen. Uitmuntende<br />
veldkenners, ze vingen ook mollen,<br />
bunzingen en hermelijnen, weer anderen visten<br />
op het wad of in binnenwateren. Vaak werd<br />
er armoede geleden, als de vogels niet op tijd<br />
waren. <strong>De</strong> fl appers hadden geen jachtakte nodig,<br />
ze konden volstaan met een kleine jachtakte, die<br />
maar een fractie van de grote jachtakte kostte.<br />
<strong>De</strong> vogels werden onder meer verkocht aan<br />
smulpapen in Engeland. <strong>De</strong> Jachtwet van 1978<br />
verbood de vangst met netten wat soms een<br />
strop was voor de “wilsterfl apper”!<br />
Toen de materiële noodzaak aan het verdwijnen<br />
was (dus vóór 1978) ringden ook tegen het einde<br />
van het jaar en winter sommige fl appers de<br />
vogels. Ze kregen van het Vogeltrekstation een<br />
ringvergunning. Menige plevier werd geringd.<br />
<strong>De</strong> fl appers zagen dat de vogels van het noorden<br />
(hun broedgebied) trokken naar het zuiden (bijv.<br />
van Rusland naar Italië). Ze ontdekten weer<br />
middels ringonderzoek dat de vogels soms in het<br />
zuiden geschoten werden.<br />
Van Anne de Boer uit Sneek ontving ik een ring<br />
(Vogeltrekstation Arnhem, Holland 1130860),<br />
die hij uit de grond opgediept had met de<br />
metaaldetector. <strong>De</strong> ring kwam uit de buurt van<br />
Pingjum, gevonden op 15 september 2005.<br />
Het Vogeltrekstation deelde mij mede, dat deze<br />
detectorvondst toebehoorde aan een goudplevier.<br />
<strong>De</strong>ze plevier was geringd op 18 september<br />
1974 in de buurt van het Friese Schettens door<br />
een familie uit de buurt van Elahuizen. <strong>De</strong> vogel<br />
was met een net gevangen, alvorens hij de vrijheid<br />
kreeg. Kwam de vogel jaren daarna weer<br />
naar dezelfde plaats? <strong>De</strong> afstand bedroeg slechts<br />
4 kilometer (Pingjum-Schettens), de verstreken<br />
tijd: 11259 dagen.<br />
Na 1978 moesten de goudpleviervangers in<br />
ieder geval het gevangen wild de vrijheid geven.<br />
Heel vlug leek dit oude beroep ten gronde te<br />
gaan. Gelukkig hebben enkele enthousiastelingen<br />
gedaan gekregen, dat een opvolger mag<br />
worden aangetrokken. Natuurlijk wordt er niet<br />
meer voor de dood gevangen. <strong>De</strong> vogels worden<br />
geringd en dan weer vrij gelaten.<br />
Eén van de mooiste ringervaring was voor mij,<br />
dat we op een warme meiavond (30 mei 1990)<br />
jonge kauwen ringden, die zaten in een popu-<br />
lierenlaan van kasteel “Boschrijk” onder Zwolle.<br />
<strong>De</strong> sloteigenaar gaf toestemming en was zelf ook<br />
aanwezig. Veertien holen controleerden wij. We<br />
ringden 3 à 4 jongen per populier. Mijn maat<br />
klom in de boom en haalde de jongen eruit en<br />
plaatste ze later geringd weer terug. <strong>De</strong> kasteeleigenaar<br />
was trots op zijn kolonie kauwen en nam<br />
het vele lawaai voor lief. Er volgden hierop helaas<br />
geen spectaculaire terugmeldingen.<br />
Van A. Koerts, Dronten ontving ik een vogelring:<br />
Vogeltrekstation Arnhem, Holland 3.469.966<br />
gevonden op een stuk grond onder Elburg op<br />
15 mei 2005. Navraag bij het vogeltrekstation<br />
leverde het gegeven op, dat het een ring was van<br />
een kauw. Geringd door A.V. Egteren, Nunspeet<br />
op 29 mei 1993 als jonge vogel in de kolonie te<br />
Doornspijk. Afstand: 5 kilometer. Verstreken tijd:<br />
4369 dagen.<br />
Aan het einde van het jaar trekken heel veel<br />
roeken uit Noord- en Oost-Europa door naar<br />
Engeland en de rest blijft hier. Die periode<br />
vertoeven de roeken dikwijls samen met de<br />
kleinste verwant, de kauw of torenkraai. Iedereen<br />
kent deze vogels, vooral door hun gekras in de<br />
winterstilte, soms tientallen, soms honderdtallen.<br />
Het kauwtje is veel sierlijker van bouw dan de<br />
andere kraaien (roek, zwarte kraai, bonte kraai).<br />
Hij lijkt veel zachter met zijn lichte ogen, maar<br />
niet ontgaat hem. Kauwen vliegen in groepen<br />
bijv. om de toren in het dorp.<br />
<strong>De</strong> voortplantingsdrift in het voorjaar drijft<br />
hen naar hun eigen “huis”, ze blijven bij elkaar,<br />
maar ieder voor zich. In torens, konijnenholen,<br />
schoorstenen, holle bomen en nestkasten bouwt<br />
hij zijn nest van klei en takjes. Er dreigt nu wel<br />
gevaar want ze mogen beschoten worden. <strong>De</strong><br />
minister van Landbouw en Natuurbeheer heeft<br />
met ingang van april 2004, de vogels op een<br />
vrijstellingslijst gezet. <strong>De</strong> vrijstelling houd in dat<br />
de boer de vogels mag bestrijden om schade aan<br />
gewassen te voorkomen.<br />
Van W. Faber uit Drachten ontving ik een ring:<br />
Vogeltrekstation Arnhem, Holland 3.601.743,<br />
welke hij gevonden had met een metaaldetector<br />
op een perceel in de buurt van Ureterp op 15 juli<br />
2005. Bij navraag leverde het dit gegeven op, dat<br />
de ring van een kokmeeuw was. <strong>De</strong> vogel was<br />
geringd (in zijn eerste jaar) op 9 december 2002<br />
in Drachten (<strong>De</strong> Haven). Afstand: 7 kilometer.<br />
Verstreken tijd: 949 dagen. Waarschijnlijk is het<br />
een noordelijke doortrekker in ons land.<br />
<strong>De</strong> vogel heeft een gevaar ontweken in Noorwegen.<br />
Waarom? Een restauranteigenaar op het<br />
Noorse eiland Bolaerne schotelde kokmeeuwen<br />
voor aan zijn gasten. Hij schoot de meeuwen<br />
langs de kust. Hij vertelde in de Telegraaf van<br />
12 november 2005 dat de beesten een delicatesse<br />
waren. Ze smaakten naar wild en kostten met<br />
aardappelen en groente 25 euro…<br />
Ondergetekende wil gaarne ringen ontvangen<br />
van lezers. Bij voorbaat mijn dank. Jullie krijgen<br />
bericht terug.<br />
Jaap de Vries<br />
Meezenstraat 30, 9271 EX Zwaagwesteinde<br />
Tel. (0511) 444216<br />
C O L U M N<br />
Dagjesmens<br />
Zo, hè hè, eindelijk is het<br />
weer eens zover. Eindelijk<br />
weer eens een keer zoeken.<br />
<strong>De</strong>cember; drukke maand<br />
hoor, niet alleen voor mij<br />
maar voor velen. Zo staan<br />
we voor de haard, uit volle<br />
borst Sinterklaas toe te zingen<br />
.. liggen we volgepropt uit te buiken, onder<br />
de kerstboom .. en dan als toetje .. oliebollen<br />
happen .. ja, ja, goed voor de calorietjes, de<br />
decembermaand. En in mijn geval, her en der<br />
nog een verjaardagsfeestje er tussendoor. Het<br />
is welletjes .. moet al bijna weer shoppen voor<br />
nieuwe broeken met een maatje meer .. dus<br />
enig zoekwerk zal verlichting brengen .. even<br />
het overtollige vet eraf lopen en graven.<br />
Tja, daar staan we dan voor het zoekveld. Mijn<br />
maatje en ik mogen ons eindelijk weer eens<br />
zoekers noemen. Vol verwachting zijn onze<br />
hartjes weer, als we het veld betreden. <strong>De</strong> boer<br />
vertelde ons van te voren over grote hoeveelheden<br />
pijpenkopjes en scherven, dus onze<br />
verwachtingen waren hoog gespannen. Na een<br />
tijdje lopen, kom ik tot de ontdekking dat ik<br />
echt weer even de zwaaislag te pakken moet<br />
krijgen. Tja we worden ouder. Maar net als bij<br />
het zwemmen; de eerste slagen zijn beroerd,<br />
maar verleren doe je het nooit. <strong>De</strong> eerste piep<br />
brengt ons een vertrouwde duit van gladde<br />
kwaliteit. Maar goed, leuk voor de schatkist,<br />
want die moet nog vol. Al gaandeweg begin ik<br />
toch wat te bibberen van de kou. Tja, we worden<br />
ouder denk ik dan bij mezelf. Hoe langer ik<br />
zoek des te kouder word ik. Tja, lieve zoekvrienden,<br />
ons aller Klaas plaagt zijn maatjes vaak met<br />
hun leeftijd. Ze zijn allemaal een stukkie ouder<br />
dan ik. Dagjesmensen roep ik ze dan toe, maar<br />
langzamerhand merk ik dat ik me ook al bijna<br />
zo voel. Tjonge, jonge, wat koud zeg! Nog even<br />
en ik sta hier stil als bevroren standbeeld. <strong>De</strong><br />
vingers voel ik al niet meer, de spieren worden<br />
strammer bij elke bukbeweging. Ik heb echt het<br />
gevoel dat ik al aan het afsterven ben en dat<br />
noemen we nog hobby ook. en dat voor een<br />
halve vingerhoed en een paar gladde duiten.<br />
Een paar jaar terug interesseerde dat me niks,<br />
regen, sneeuw, wind en kou, tja, ik lachte er om.<br />
Zoeken was het motto, dat dan het liefst zoveel<br />
mogelijk. Tja, ik ook altijd met mijn grote mond<br />
tegen over mijn maatjes, nu ben ik zelf aan de<br />
Klaas Bot<br />
beurt. Help ik word ook een dagjesmens.<br />
DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006
Zoekdag Nijkerk<br />
zaterdag 25 maart Nijkerk<br />
Aan de rand van de Noord-West Veluwe en<br />
de Gelderse Vallei, ligt Nijkerk, een stad met<br />
een rijke historie. Er wordt al vroeg vermeld<br />
dat de Evangelieprediker Ludger in deze<br />
streek heeft rondgetrokken Wellicht is alhier<br />
toen een kapel gesticht. <strong>De</strong>ze zou getrof-<br />
fen zijn door de veenbrand, die in 1222 in<br />
Vunnilo uitbrak. Toen is een nieuwe kerk<br />
gebouwd, waaraan de plaatsnaam Nijkerk<br />
is ontleend.<br />
Het kerkdorp, onbeschermd tegen de<br />
zeevloeden van de toenmalige Zuiderzee,<br />
vraagt om het land met een dijk te mogen<br />
beschermen: 28 maart 1356 wordt hiertoe<br />
een vergunning verleend. Het beschermde<br />
land draagt de naam Erckemede, later<br />
Arkemheen. Als grensplaats tussen het bisdom<br />
Utrecht en het Hertogdom Gelre heeft<br />
Nijkerk veel te lijden van oorlogsgeweld en<br />
in 1412 wordt het dorp verwoest. Hertog<br />
Reinolt IV van Gelre verleent Nijkerk als vergoeding<br />
voor de schade op 27 maart 1413<br />
stedelijke vrijheid en rechten.<br />
Nijkerk, nu een Gelderse stad, wordt na enige<br />
tijd met een gracht omringd. Drie poorten<br />
geven toegang tot de Vest, voor stadsmu-<br />
ren heeft vermoedelijk het geld ontbroken.<br />
Spoedig daarna moet Nijkerk het ontgelden<br />
in de Utrechts-Gelderse oorlogen en brandt<br />
in 1421 de kerk af. Het duurt tot 1461 voor-<br />
dat men kan beginnen met de herbouw. Na<br />
periodes van oorlog en vrede treft de stad in<br />
1540 een nieuwe ramp: bij een stadsbrand<br />
gaan bijna alle huizen in vlammen op.<br />
Maar het jaar 1636 wordt ook gekenmerkt<br />
door de pest waaraan ongeveer de helft van<br />
de bevolking sterft.<br />
Er kan dus genoeg worden gevonden door<br />
de zoekers.<br />
Hallo beste leden eindelijk is het weer zo ver.<br />
Een leuke zoekdag in het mooie Gelderlandse landschap.<br />
We zijn te gast in de:<br />
Gasterij <strong>De</strong> Roode Schuur<br />
Oude Barneveldseweg 98<br />
3862 PS Nijkerk<br />
Tevens is er die dag ook<br />
weer een determinatieteam<br />
aanwezig om uw vondsten<br />
te bekijken:<br />
<strong>De</strong>terminatieteam:<br />
Jos Benders<br />
Rio Holtman<br />
Evert Kramer<br />
Jan Zijlstra<br />
Danny Dijs<br />
Jan Pelsdonk (SGBM)<br />
Eva Kars (ADC)<br />
Michel Hendriks<br />
Arie van Herwijnen<br />
Programma<br />
09.00 Zaal open<br />
10.00 Opening voorzitter<br />
10.30 1e zoekwedstrijd<br />
12.30 Kinderwedstrijd tot 12 jaar<br />
14.00 2e wedstrijd<br />
16.30 Prijsuitreiking
26<br />
vondst<br />
jaar<br />
V A N H E T<br />
2005 2005 2005<br />
Een kadootje…<br />
Een hellehond<br />
uit de klei<br />
Eindelijk was het zover, we konden weer<br />
eens zoeken, na lange tijd alleen de<br />
vondsten van anderen op het Internet en<br />
in de bladen te hebben bewonderd.<br />
Tjonge hoe kan het toch, dat het lijkt dat<br />
iedereen mooie vondsten doet, en mijn<br />
zoekmaat Richard en ik de keren dat we<br />
op zoek naar akkers zijn, enkel veel benzine<br />
verbruiken en vervolgens bijna altijd<br />
ook nog teleurgesteld terug komen.<br />
13 november, de dag voor mijn verjaardag<br />
stonden we oog in oog met een<br />
enorme akker. Even later lopen we te<br />
piepen tussen de maïsstoppels. Goh, wat<br />
is het toch warm, de zon is ondertussen<br />
gaan schijnen en we zijn veel te warm<br />
aangekleed. Het zweet loopt me onder<br />
de muts vandaan. Tja, november wie<br />
verwacht nog zo’n zomerse dag!<br />
Eindelijk na een tijdje gezwaaid te hebben,<br />
een piepje, verdikkeme een minus-<br />
Om mee te doen met de ‘Vondst van het jaar’ dient u een verhaal, van<br />
tenminste 150 woorden, te schrijven over het door u gevonden object.<br />
Natuurlijk stuurt u duidelijke foto’s van het voorwerp mee. Voorwerpen<br />
van archeologische waarde (vóór 1500) dienen te worden aangemeld.<br />
2005<br />
cuul stukje van een zilveren stuiverstuk!<br />
Kijk dat geeft de burger moed, zeker<br />
als ik even later nog een duit vind. Dat<br />
betekent ieder geval dat we eindelijk op<br />
een akker zijn, waar wat ligt!<br />
Ik roep Richard en vertel hem mijn<br />
bevindingen, hij heeft nog steeds niks<br />
gevonden maar dat verwondert me<br />
niks. Hij staat als hij een piep heeft, altijd<br />
zolang te mieren om een stukje metaal<br />
te vinden!<br />
Ik loop gauw weer verder om geen tijd<br />
te verdoen en even later, ja hoor een<br />
forse piep! Ik steek mijn schep in de klei<br />
en haal er een inke bonk uit en ga er<br />
met de schotel over, niets! Dan moet het<br />
dieper zitten waardoor ik gelijk denk dat<br />
het een blikje zal zijn, want ik ben dicht<br />
bij een weg, en uit ervaring weet ik dat<br />
er nogal wat blikjes door mensen het<br />
land worden opgegooid.<br />
Maar goed geen gezeur, opgraven dat<br />
ding, wat het ook moge zijn! Hup nog<br />
een stuk klei er uit en ja hoor piep, hier<br />
zit het in. Ik breek het vochtige stuk klei<br />
open en zie dat het een donkergroen<br />
voorwerp is. Ik neem het in mijn handen<br />
en haal er wat meer klei af. Potverdikkeme,<br />
ik heb in de loop der tijden genoeg<br />
Romeins gezien, om te zien<br />
dat wat ik nu in mijn handen heb<br />
uit die periode komt! Mijn hart<br />
gaat te keer bij het zien van 3 hondenkoppen<br />
die mij aankijken. Ik ren<br />
naar Richard en laat het hem zien. “Kijk<br />
dan een hellehond, Romeins”. Richard die<br />
zijn enthousiasme altijd meesterlijk weet<br />
te verbergen zegt alleen: “leuk…….”.<br />
Kortom, we hebben daarna nog even<br />
doorgezocht maar niks meer gevonden.<br />
Thuis gekomen heb ik het beeldje onder<br />
de kraan gehouden en de rest van de klei<br />
afgespoeld. Het bleek dat het beeldje<br />
helemaal compleet was. Ongelofelijk dat<br />
het na jaren van ploegen zo uit de grond<br />
kwam. Dit was op mijn verjaardag natuurlijk<br />
mijn mooiste cadeau!<br />
Ik heb het beeldje uiteraard aangegeven.<br />
<strong>De</strong> o ciële benaming van deze hond is<br />
een ‘Cerberus’ en hij dateert vermoedelijk<br />
uit de 4e eeuw na Christus. Het lijkt erop<br />
dat dit het enige gevonden exemplaar in<br />
Nederland is.<br />
Voor mij was dit de ‘vondst van mijn<br />
leven’ en daarom wil ik meedingen naar<br />
de ‘Vondst van het jaar 2005’.<br />
Erik Jacobson, Arnhem<br />
Kerberos (Lat.: Ceberus), in de Griekse mythologie<br />
de gruwelijke veelkoppige hellehond,<br />
een kind van de reus Typhoon en het gedrocht<br />
Echidna. Hij verwelkomt de nieuwkomers in<br />
het dodenrijk zeer vriendelijk maar bewaakt<br />
de toegang tot de onderwereld (Hades) zodat<br />
niemand daar uit kan terugkomen. Alleen Orpheus<br />
slaagt er in om met zijn hemelse muziek<br />
Kerkebos in slaap te sussen en Herakles voert<br />
als laatste van zijn twaalf zware opdrachten de<br />
hond naar de aarde.
Topdag in<br />
IJmuiden<br />
In maart 2005 ben ik in IJmuiden wezen<br />
zoeken op een stuk grond waar 2 jaar geleden<br />
een duinenrij is uitgevlakt, en wat<br />
ooit het oude strand van IJmuiden was.<br />
Het stuk strand bleek al tijden braak te<br />
liggen en heel veel afgezocht te zijn,<br />
maar ik wilde het er toch even proberen.<br />
Overal waar ik liep lag oud afval en bossen<br />
prikkeldraad en kogelhulsen. Dan<br />
eindelijk een leuke piep, een leeuwencent<br />
en daar bleef het niet bij, want ik<br />
vond er gelijk een oud koperen ringetje<br />
naast.<br />
Na een uurtje had ik al een stuk of 8<br />
leeuwen centen, 2 zilveren kwartjes en<br />
een ring.<br />
Een paar motorcrossers hadden inke<br />
geulen in het zand gereden dus haalde<br />
ik er even mijn detector tussen door.<br />
Ik kreeg de ene piep na de andere, dus<br />
schoof ik met mijn voet het zand weg en<br />
vond 1, 2, 3, 4, 5, 6...... leeuwen centen.<br />
Ze bleven maar komen en het piepen<br />
hield niet op dus schoof ik weer wat zand<br />
weg en toen kwam het mooiste naar<br />
boven.<br />
Daar lag een half vergaan leren buideltje<br />
vol met muntjes. Wauw dacht ik, dit is<br />
echt een topper.<br />
In het buideltje zat nog een hele stapel<br />
centen, 3 x 2 1/2 centen, 2 halve centen,<br />
1 zilveren kwartje en 2 zilveren dubbeltjes.<br />
<strong>De</strong> muntjes zijn uit de periode 1884<br />
t/m 1919, dus het buideltje is van voor<br />
WO II.<br />
Het drukknoopje, gemaakt van een halve<br />
cent met aan de drukkant een H van<br />
Henk gegraveerd, zat er nog op.<br />
<strong>De</strong>ze dag kon voor mij niet meer stuk,<br />
wat een mooie vondst. Daarom zou ik<br />
met deze vondst mee willen doen met de<br />
‘vondst van het jaar’.<br />
Alex Rusche<br />
vondst<br />
V A N H E T<br />
jaar<br />
2005 2005 2005<br />
Zeeuwse<br />
keelknoopjes<br />
Toen ik een tijd terug een artikel in de<br />
krant las over Wilco Rook en zijn ‘vondst<br />
van het jaar’, leek het mij ook geweldig<br />
om zelf te gaan ‘schatzoeken’. Ik heb toen<br />
ook daadwerkelijk mijn eerste detector<br />
aangeschaft. Natuurlijk eerst een boel<br />
oud ijzer opgegraven, maar later begin<br />
je toch echt leuke en soms waardevolle<br />
dingen te vinden. Na een poosje werd er<br />
een betere detector gekocht en heb ik<br />
ook in Frankrijk gezocht en enkele leuke<br />
munten gevonden. Maar nu blijkt dat je<br />
voor de grootste vondsten niet eens ver<br />
van huis hoeft.<br />
Op een doordeweekse dag na het werk<br />
wilde ik nog even met m’n detector het<br />
land in. Ik had deze regio al een tijdje in<br />
de gaten gehouden, wachtend totdat<br />
de mais werd gemaaid. Na een uurtje<br />
zoeken begon het al aardig donker te<br />
worden en besloot ik maar weer thuis te<br />
gaan kijken. Op weg terug naar mijn auto<br />
hield ik mijn detector nog wel even over<br />
de grond. Toen ik vlakbij de auto was<br />
gearriveerd kreeg ik toch nog een mooie<br />
piep en besloot toch maar even te kijken<br />
of dit inderdaad iets was. Na de eerste<br />
spit had ik gelijk door dat ik echt iets<br />
DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />
27
28<br />
vondst<br />
V A N H E T<br />
jaar<br />
2005 2005 2005<br />
gevonden had, al had ik geen auw idee<br />
wat het was. Ik dacht, het zal wel iets van<br />
zilver wezen en omdat het ondertussen<br />
al behoorlijk donker was, stopte ik het in<br />
mijn zak om er thuis maar te kijken.<br />
Onderweg naar huis had ik toch wel het<br />
idee dat het iets unieks kon zijn. Dus eenmaal<br />
thuis gekomen, riep ik mijn vriendin<br />
en zei: “Volgens mij heb ik iets bijzonders<br />
gevonden”, en gaf haar het nog smerige<br />
voorwerp in handen. Na er eens goed<br />
naar te hebben gekeken riep ze: “Dit is<br />
goud!!”. Ik kreeg het voorwerp weer in<br />
handen en heb het gelijk onder de kraan<br />
met een tandenborstel gereinigd. Toen<br />
zag ik zelf ook dat het inderdaad goud<br />
was! Mijn eerste goud in acht jaar!! Het<br />
waren nog in perfecte staat kerende<br />
knoopjes. En ze zaten ook nog netjes<br />
aan elkaar. Na op Internet te hebben<br />
gekeken, bleken het gouden, mannelijke<br />
Zeeuwse keelknoopjes te zijn. <strong>De</strong>ze<br />
werden in de 19e eeuw gedragen met de<br />
klederdracht voor speciale gelegenheden<br />
en/of zondags naar de kerk. Na acht jaar<br />
zoeken heb ik natuurlijk best veel leuke<br />
en bijzondere dingen gevonden maar dit<br />
is toch wel mijn topvondst!. Zeker omdat<br />
het mijn eerste goud is en mensen altijd<br />
zeggen dat je je eerste goud binnen zes<br />
jaar vindt, dus werd het ook wel tijd!<br />
Met deze vondst wil ik graag meedoen<br />
met de vondst van het jaar 2005!<br />
Herman Nijenhuis<br />
Op zoek naar<br />
een kachel en<br />
thuis komen<br />
met een<br />
Romeinse munt<br />
Enkele weken geleden was ik op zoek<br />
naar een gaskachel en vond ik er een via<br />
Internet. Maar de eigenaar woonde wel<br />
in Nijmegen. Vanaf Eindhoven, ondanks<br />
het nieuwe stuk A50, toch nog altijd een<br />
uur rijden. Daar aangekomen was het<br />
wel wat ik zocht en we werden het eens<br />
over de prijs. Dus zou je denken dat het<br />
een kwestie was van inladen. Maar... ik<br />
had mijn XP detector en de rest van de<br />
uitrusting nog achterin liggen en had<br />
eigenlijk geen plaats. Dus afgesproken<br />
dat ik hem de volgende dag zou komen<br />
halen.<br />
Maar omdat ik toch ook geen zin had<br />
om rechtsomkeer te maken, besloot ik<br />
eens op de kaart te kijken om ergens te<br />
gaan zoeken. Zo vaak zoek ik niet in de<br />
Betuwe dus was dit een kans. Ik besloot<br />
richting Elst te rijden en pakte het eerste<br />
beste akkertje waar ik scherven tegenkwam.<br />
Na anderhalf uur had ik niets<br />
bijzonders gevonden en besloot naar<br />
een andere akker te gaan kijken. Daar<br />
lagen geen scherven maar toch wilde ik<br />
er eens overheen lopen. Het enige wat ik<br />
vond was een afgebroken bula.<br />
Het werd al laat en ik besloot om het<br />
laatste uur op de akker ernaast te zoeken<br />
omdat die van dezelfde boer was. Opeens<br />
kreeg ik een signaal zo helder als<br />
een pas gestemde piano. Wat een mooi<br />
geluid! Het kostte niet veel moeite om<br />
meteen te zien dat het om een mooie zilveren<br />
Romeinse munt ging. <strong>De</strong> tekst die<br />
er op staat is P.Clodia en de munt dateert<br />
van ongeveer 48 voor Christus.<br />
Maar ik heb nog iets anders over gehouden<br />
aan deze mooie dag; ik handel<br />
sindsdien in kachels!<br />
Na determinatie blijkt het te gaan om<br />
een munt uit de tijd van de republiek.<br />
<strong>De</strong> determinatie is als volgt:<br />
Zilveren denarius van de gens Claudia uit<br />
42 voor Christus.<br />
Voorzijde: Gelauwerde kop van Apollo<br />
naar rechts, met daarachter een lier.<br />
Keerzijde: Naar rechts staande Diana met<br />
pijl en boog over de schouder. In beide<br />
handen heeft ze een brandende fakkel.<br />
P CLODIUS rechts, M F links. <strong>De</strong>ze munt<br />
werd geslagen onder verantwoordelijkheid<br />
van de muntmeester P Clodius van<br />
het geslacht Claudia.<br />
Met dit verhaal wil ik graag meedoen<br />
met de vondst van het jaar 2005.<br />
Wil Dignouts, Eindhoven<br />
Een pop op<br />
mijn schop!!<br />
Tijdens een middagje zoeken op een paar<br />
zeer leuke akkertjes hier in de omgeving<br />
van het Gooi brak het stekkertje alsmede<br />
een paar stroomdraadjes in de kabel van<br />
de schotel naar het kastje van mijn Gar-
ett. <strong>De</strong> detector<br />
deed natuurlijk<br />
niets meer en reageerde<br />
nergens<br />
meer op.<br />
Daar sta je dan...Dag<br />
middag met je mooie<br />
weer, wat moeten we nu?<br />
Gelukkig had mijn maat Gerard een<br />
DDA blad in de auto liggen. We<br />
vonden het dichts bijzijnde<br />
adres en besloten naar Bunschoten<br />
te rijden om te kijken<br />
of het euvel verholpen kon<br />
worden. We werden met open<br />
armen ontvangen.<br />
Hoewel Midholland geen Garrett<br />
in zijn assortiment voert, had Wilhelm<br />
nog wel toevallig een Garrett kabel comcompleet met stekkertje ergens in een hoekje<br />
liggen. <strong>De</strong> boel werd opengeschroefd en<br />
alle draden werden keurig aan de ‘nieuwe’<br />
stekker gesoldeerd. En ja hoor... de<br />
Garrett was weer springlevend. Wat een<br />
service! Nogmaals dank Wilhelm!<br />
Dus kon en ben ik weer eens teruggegaan<br />
naar het dijkje waarop ik al diverse<br />
leuke dingen had gevonden, zoals een 30<br />
stuiver stuk van Daventriae 1686.<br />
Het was alsof ze wisten dat ik zou komen,<br />
want ze hadden net het gras/onkruid<br />
gemaaid. Na een paar meter gelopen te<br />
hebben kreeg ik al een mooi signaal. Na<br />
enig gegraaf had ik de (onleesbare) duit<br />
te pakken. Maar die had ik dus wel mooi<br />
gemist tijdens het eerdere gezoek. Dat<br />
gaf de burger weer moed. Ik besloot om<br />
wat lager aan de dijk te gaan zoeken en<br />
vond daarna nog een musketkogel en<br />
wat onde nieerbare stukjes lood. Even<br />
verderop had ik toch weer een duit van<br />
Gelria te pakken. Niet echt mooi, maar<br />
toch...<br />
En toen, even later kreeg ik een geweldig<br />
mooi geluid... Het voorwerp zat behoorlijk<br />
diep... Daar was het... een grote<br />
zwarte plak, maar een ieder kon reeds<br />
zien dat dit wel zeer interessant was!<br />
Na de ergste modder met wat water te<br />
hebben weggespoeld, zag ik de dame<br />
opdoemen die ik al zo vaak op munten<br />
in ons mooie clubblad en diverse boeken<br />
was tegen gekomen! Nu had ik er ook<br />
een! <strong>De</strong> godin Pallas Athene, steunend op<br />
de bijbel! Wat een poepie dat popje***...<br />
dat ik nog verliefd kon<br />
worden op mijn leeftijd!<br />
Toen ik de munt thuis<br />
verder schoonmaakte, bleek<br />
dat het ging om een zilveren<br />
gulden van Utrecht 1687! Een<br />
jaar jonger dan de munt van <strong>De</strong>-<br />
venter... Zouden deze<br />
munten verloren<br />
zijn door één<br />
en dezelfde<br />
persoon? Wat<br />
zal die zich<br />
rot hebben<br />
gevoeld dan,<br />
maar ach...<br />
ach... helaas, we<br />
zullen het nooit<br />
weten....<br />
Gaarne ding ik met de munt mee naar de<br />
‘vondst van het jaar 2005’.<br />
Frederik Draaijer, Muiden<br />
*** Men dacht ook wel dat het hier om de<br />
Nederlandse maagd ging. Ze werd oneerbiedig<br />
met pop of poppetje aangeduid. Hiervan<br />
is waarschijnlijk de bijnaam pop voor gulden<br />
afgeleid.<br />
(Bron: het boek Klinkende Munt, geschiedenis<br />
van het geld in de lage landen. Uitgever<br />
Elsevier.<br />
Beginnersgeluk.....??<br />
Een gouden<br />
dinar<br />
Begin juli 2005 ben ik begonnen te<br />
zoeken met een metaaldetector. Jaren<br />
terug wilde ik er al mee beginnen, maar<br />
door drukte kwam er niets van. Tot er<br />
een nieuwe bewoner bij ons in de straat<br />
kwam wonen. Die zag ik er regelmatig<br />
op uit trekken met zijn detector. We<br />
kregen steeds meer contact met elkaar. Ik<br />
vondst<br />
V A N H E T<br />
jaar<br />
2005 2005 2005<br />
vertelde hem dat ik ook wel interesse had<br />
in een metaaldetector. Een paar dagen<br />
later kwam hij met een stapel <strong><strong>De</strong>tector</strong><br />
<strong>Magazine</strong>s aan. Dat kwam voor mij goed<br />
uit, want ik had nog vele vragen. Mijn eerste<br />
vraag was, welk merk detector moet<br />
ik kopen. Mijn buurman Tjibbe Noppert<br />
adviseerde mij een beginnersdetector te<br />
kopen. Een paar dagen later had ik een<br />
Black Knight in huis voor slechts 79 euro.<br />
Regelmatig gingen wij zoeken met z’n<br />
drieën. Het gebied waar wij wonen, bezit<br />
nog veel wierden zodat wij niet ver hoeven<br />
te reizen. Op een plaats waar in de<br />
oorlog veel is gevochten, vonden we veel<br />
granaatscherven en ander oorlogsmateriaal,<br />
maar de grote klapper bleef nog even<br />
uit. Totdat ik een loden gewichtje vond,<br />
dat was mijn eerste interessante vondst.<br />
Daarna volgden nog vele leuke vondsten<br />
zaols o.a. leerbeslag, lakenloodjes,<br />
munten enz.<br />
Op dinsdag 11 oktober waren we met<br />
z’n drieën al vroeg op pad gegaan. Vol<br />
goede moed begonnen we te zoeken in<br />
de buurt van een wierde. Na een tijdje<br />
kreeg ik een hoge piep. Ik dacht aan een<br />
groot stuk ijzer en begon op de plek te<br />
graven. Op ongeveer 10 cm diepte wipte<br />
ik een goudkleurig voorwerpje omhoog.<br />
Eerst dacht ik dat het de achterkant van<br />
een kroonkurk was. Maar toen ik beter<br />
keek en het iets had schoongemaakt, leek<br />
het veel op een gouden munt. Snel stak<br />
DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />
29
30<br />
vondst<br />
V A N H E T<br />
jaar<br />
2005 2005 2005<br />
ik mijn detector in de lucht en kwamen<br />
mijn maten toegesneld. Nadat we de<br />
gouden munt goed hadden bekeken,<br />
dacht Tjibbe dat het misschien een bula<br />
was. Later op de dag vonden wij nog 2<br />
schij es met een scharnier en naaldschede<br />
van onbekend materiaal, waarvan de<br />
versiering niet meer goed zichtbaar was.<br />
Een paar dagen later hebben we contact<br />
gezocht met de provinciaal archeoloog.<br />
Hij dacht ook zonder de munt gezien te<br />
hebben, dat het een bula was. Hij wilde<br />
de gouden bula graag zien en nodigde<br />
ons drieën uit voor een bezoek aan het<br />
provinciehuis in Groningen. Na het bezoek<br />
kregen wij een paar weken later een<br />
mailtje dat de munt een Almohadische<br />
dinar (dobla) was uit de 12 - 13e eeuw. In<br />
het kustgebied van Friesland en Ostfriesland<br />
zijn op verschillende plaatsen<br />
gouden dinars gevonden. <strong>De</strong>ze munten<br />
kwamen vooral uit N.W. Afrika, Andalusie<br />
en uit christelijke staatjes op het Iberische<br />
schiereiland. Het goudgehalte van de<br />
munt is 23 karaat, de diameter 28 mm en<br />
het gewicht is 5,6 gram.<br />
Met deze vondst wil graag meedoen met<br />
de vondst van het jaar 2005<br />
Marten Bolt, Spijk<br />
Een geschiede-<br />
nis(f)lesje.....<br />
Een week nadat ik de Utrechtse gulden<br />
had gevonden, zag ik op dezelfde dijk<br />
aan de overkant van de sloot iets in de<br />
walkant schitteren. Omdat ik toch wel<br />
nieuwsgierig was, en de sloot te breed<br />
was om er overheen te springen, ben ik<br />
een eind verder gelopen om daar over<br />
een hek te klimmen. Waarschijnlijk zou<br />
het wel een stuk glas zijn dacht ik nog.<br />
Dat was het dus ook, maar... toen ik dit<br />
stuk glas uit de modder wou trekken, gaf<br />
het mooi niet mee! Dat werd graven met<br />
beleid!<br />
Het zou toch niet waar zijn?! Maar het<br />
was hemel zij dank wel waar! <strong>De</strong> es was<br />
heel! Met een lange hals,<br />
oud, puntgaaf en naar later bleek prachtig<br />
geiriseerd. En... wat nog veel mooier<br />
was.. er stond een glaszegel op!<br />
Na hem voorzichtig in de sloot afgespoeld<br />
te hebben kon ik op het zegel<br />
de naam Constantia wyn lezen. Wat een<br />
vondst! Ik zag hem al in de vitrine staan!<br />
Op eieren lopend dus naar huis waar ik<br />
de es verder heb schoongemaakt.<br />
Het is een plaatje en ik ben er dan ook<br />
dolblij mee. Ik had natuurlijk wel meer<br />
scherven gevonden, maar nooit iets<br />
heels... Maar deze es in zo’n goede staat<br />
is natuurlijk wel crème de la crème!<br />
Vanzelfsprekend ben ik de boeken ingedoken<br />
om uit te zoeken waar Constantia<br />
wyn voor staat. Welnu, Constantia is een<br />
van de wijngebieden op de Kaap in Zuid-<br />
Afrika. Daar arriveerde in 1679 Simon van<br />
der Stel, bevelhebber van de Kaap Kolonie.<br />
Simon van der Stel plantte de eerste<br />
druiven op de Kaap. <strong>De</strong> wijn gemaakt van<br />
deze druiven werd zeer gewaardeerd en<br />
verkocht en geexporteerd naar hen die<br />
zich dat konden veroorloven. Zo stond<br />
bijvoorbeeld Napoleon erop dat hij Constantia<br />
wijn kreeg gedurende zijn laatste<br />
dagen op Sint-Helena. Constantia werd<br />
vernoemd naar Constance, de vrouw van<br />
gouverneur van der Stel.<br />
<strong>De</strong> es door mij gevonden dateert uit<br />
ongeveer 1780. <strong>De</strong> wijngaard bestaat nog<br />
steeds en is een van de beroemdste ter<br />
wereld. Nu ga ik natuurlijk niet net zoals<br />
Napoleon erbij lopen, maar ik heb mezelf<br />
toch wel even op de borst geklopt<br />
vanwege deze zeer mooie, toch niet<br />
alledaagse vondst. En hoe komt zo’n es<br />
nou weer in die prutsloot terecht vraag<br />
je je af....Wat is het toch merkwaardig en<br />
interessant allemaal....<br />
Gaarne ding ik met de wijn es mee naar<br />
de ‘vondst van het jaar 2005’.<br />
Frederik Draaijer, Muiden<br />
<strong>De</strong> metamorfose<br />
van een<br />
roestige,<br />
kromme spijker<br />
Al bladerend in het ‘logboek’ van onze<br />
vaarvakantie van afgelopen zomer,<br />
komen allerlei beelden van die mooie<br />
periode weer boven. Het is net een lm,<br />
waarin je soms gureert en dan weer een<br />
hoofdrol speelt.<br />
Zo ook op die voor mij gedenkwaardige<br />
dag waarop het noodlot of de voorzienigheid<br />
bepaalde dat wij die avond geen<br />
ligplaats in Grouw konden vinden, of wij<br />
moesten genoegen willen nemen met<br />
het drie of vier rijen dik afmeren.<br />
Maar om dan ’s nachts door aan ‘Bachus<br />
o erende’ jongelui uit de slaap te worden<br />
gehouden of gehaald, zagen wij eigenlijk<br />
ook niet zitten. Dus zijn wij uitgeweken<br />
naar een vlakbij Grouw gelegen aanmeerplaats<br />
van de Marrekrite aan de Peanster<br />
Ee.<br />
Na die nacht prima geslapen te hebben<br />
ging ik de volgende morgen met Jordy,<br />
één van de kleinkinderen van mijn zwager<br />
de ‘pieper’ uitlaten. Jordy, is 10 jaar<br />
en echt een bijdehandje, je moet in ieder
geval scherpe ogen en een razend snelle<br />
reactie hebben wil je als eerste de vondst<br />
in handen hebben, hij is meestal net even<br />
vlugger.<br />
Zo ging het ook deze morgen, na een<br />
aantal leuke vondsten vlak bij de afmeerplaats,<br />
liepen wij daarna, via een pad<br />
door het weiland, naar een tegenover<br />
liggende aanlegplaats om daar ons geluk<br />
ook nog even te beproeven. Zo piepend<br />
die kant oplopend, kreeg ik inééns een<br />
goed signaal op mijn Garrett, ‘zwart op<br />
zeven’ en dus metéén bukken en graven.<br />
Maar voor ik ook maar iets had gezien,<br />
had Jordy het al te pakken en hield een<br />
klein roestig ‘gevalletje’ omhoog. Zelf-<br />
vondst<br />
jaar<br />
V A N H E T<br />
2005 2005 2005<br />
Win de<br />
DDA-bodywarmer<br />
Stuur de antwoordkaart op!!<br />
verzekerd zei hij: “Een roestige kromme<br />
spijker”, en hij zou hem met een zwaai<br />
weggooien. “Ho Ho!!!, laat eens zien” riep<br />
ik. ‘Zwart op zeven’ kan geen spijker zijn<br />
en bij het beter bekijken zag ik dan ook<br />
hier en daar wat groens tussen de bruine<br />
korst van dat kromme ding schemeren.<br />
Ik zei: “Zie je wel, dit is vast geen spijker,<br />
maar meenemen en straks schoonmaken,<br />
weggooien kunnen wij het altijd nog”.<br />
Later bij de boot, héél, maar dan ook<br />
héééél voorzichtig met hamer en staalborstel,<br />
de oxydelaag verwijderd en wat<br />
bleek, in plaats van een kromme spijker,<br />
zat er een bula in verborgen. Thuis na<br />
determinatie bleek het een Romeinse<br />
Vondst van<br />
het jaar<br />
2005<br />
D.m.v. het invullen van de<br />
antwoordkaart kunt u de<br />
winnaars kiezen. Graag<br />
inzenden voor 1 april a.s.<br />
U kunt de kaart ook inleveren<br />
op de zoekdag in<br />
Nijkerk.<br />
Onder de inzenders van<br />
de kaarten wordt een<br />
‘DDA-bodywarmer’<br />
verloot.<br />
In het volgende<br />
magazine worden<br />
de prijswinnaars van<br />
de ‘vondst van het jaar<br />
2005’ en de kaartenactie<br />
bekend gemaakt.<br />
Vondst van<br />
het jaar<br />
2006<br />
Om mee te doen met de<br />
‘Vondst van het jaar’ dient u<br />
een verhaal van tenminste<br />
150 woorden te schrijven<br />
over het door u gevonden<br />
object.<br />
Natuurlijk stuurt u duidelijke<br />
foto’s van het object<br />
mee. Inzending één object<br />
per keer. Voorwerpen van<br />
archeologische waarde (alles<br />
van vóór 1500) dienen te<br />
zijn aangemeld.<br />
Voor de categorie<br />
metaalvondsten zijn er<br />
5 prijzen beschikbaar.<br />
<strong>De</strong> hoofdprijs van 90 euro<br />
wordt dit jaar ter beschik-<br />
z.g.n. kap bula te zijn uit de 1e eeuw na<br />
Christus. Fantastisch toch zo’n vondst<br />
en nog wel op een plaats waar je zoiets<br />
helemaal niet verwacht. Je vraagt je later<br />
dan ook af, hoe zou die daar terecht zijn<br />
gekomen?<br />
Het enige antwoord dat ik kan bedenken<br />
is, dat hij misschien met terpgrond of<br />
zoals je in Groningen zegt met wierde<br />
grond, welke begin vorige eeuw als<br />
bemesting op slechte gronden werd gebruikt,<br />
op deze plek verzeild is geraakt.<br />
Misschien ligt hier nog een uitdaging<br />
voor zoekers uit Grouw en omgeving om<br />
dat alsnog op te helderen. Zou het echt<br />
zo zijn gegaan dan moet er natuurlijk<br />
meer liggen en wie weet, wat voor moois<br />
er dan nog kan liggen.<br />
Voor mij was dit mijn eerste bula en<br />
daarmee dan ook “<strong>De</strong> vondst van het<br />
jaar”.<br />
Tjibbe Noppert, Spijk<br />
vondst<br />
V A N H E T<br />
jaar<br />
2005 2005 2005<br />
king gesteld door de rma<br />
Creatype. Daarnaast stelt<br />
de vereniging nog 3 prijzen<br />
(DDA-bonnen) van 50 euro<br />
beschikbaar.<br />
Voor de mooiste ‘bijvondst’<br />
is er een DDA-bon van 50<br />
euro.<br />
DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />
31
32 [ Tekst: Mart Ho mann ]<br />
gebruikerservaring<br />
<strong>De</strong> draadloze WS1 hooftelefoon van XP<br />
Mijn voorkeur ging<br />
altijd uit naar analoge<br />
metaaldetectors, aan-<br />
zetten en gaan.<br />
Oké, wel wat aan de<br />
grondbalans draaien<br />
voor de juiste instelling,<br />
maar daar houdt het<br />
wel mee op. Een tijdje<br />
had ik een detector<br />
waarbij van alles was in<br />
te stellen, maar het liep<br />
uit op een grote teleur-<br />
stelling. Het was voor<br />
mij niet de detector.<br />
Er is de afgelopen jaren echter<br />
een hoop aan ontwikkeling<br />
gedaan op het gebied van<br />
metaaldetectors. Door nieuwe<br />
technologieën werden detectors<br />
lichter en beter hanteerbaar.<br />
<strong>De</strong> laatste tijd richt men zich<br />
ook op de koptelefoon voor<br />
zoekers. En dat was ook wel<br />
nodig, want een dure detector<br />
aanscha en en dan met een<br />
goedkope hoofdtelefoon rondlopen,<br />
die binnen ‘no time’ de<br />
geest kon geven, is geen optie.<br />
Allereerst waren er de zwaardere<br />
hoofdtelefoons die goed tegen<br />
een stootje konden en die<br />
de signalen perfect doorgaven.<br />
Het enige nadeel was (en is) het<br />
stugge snoer dat (zeker als die<br />
nieuw is) soms net te kort is.<br />
En daar is nu een oplossing op<br />
gevonden, namelijk draadloos<br />
zoeken.<br />
Bij XP heeft men een concept<br />
bedacht waarbij het zendergedeelte<br />
(3 gram) op de printplaat<br />
van de XP metaaldetector is te<br />
plaatsen, en het ontvangstgedeelte<br />
fraai is verwerkt in een<br />
lichtgewichte hoofdtelefoon.<br />
In detectormagazine 83 (hier<br />
staan ook de technische gegevens)<br />
werd het al aangekondigd<br />
in ‘<strong><strong>De</strong>tector</strong>nieuws’, en in de<br />
tussentijd ben ik er een tijdje<br />
mee op pad geweest om het te<br />
testen. Het systeem was in dit<br />
geval verwerkt in een XP adx<br />
200, een jne metaaldetector<br />
voor beginners of een back-up<br />
detector voor gevorderden.<br />
<strong>De</strong> eerste tests werden gedaan<br />
op een weiland dat net was<br />
omgeploegd en daarna weer<br />
geëgaliseerd ten behoeve van<br />
rioolaanleg. Eerst werd het<br />
bereik tussen de adx 200 en<br />
de hoofdtelefoon gemeten.<br />
Dit was in een rustige omgeving<br />
(geen storende gsm- of<br />
elektriciteitsmasten) ongeveer<br />
een goede 6 meter. Tijdens de<br />
zoekactie werden geen echt<br />
bijzondere vondsten gedaan<br />
(daar was het ook niet de<br />
locatie voor), maar het leverde<br />
wel een goed gevoel over de<br />
adx 200 op. <strong>De</strong> adx 200 gaf de<br />
voorwerpen (recente rommel)<br />
die er in de grond lag er goed<br />
aan met een helder signaal. Ook<br />
was de eventuele diepte van de<br />
voorwerpen goed te bepalen<br />
met de toonvariatie. Wat vooral<br />
opviel was dat het wel heel snel<br />
went, zo zonder kabel.<br />
Ook in het park was het jn en<br />
goed zoeken en hoewel daar<br />
weinig mensen komen en ik<br />
er weinig verwachtte, leverde<br />
het toch nog een leuk resultaat<br />
op. Helaas is het me niet gelukt<br />
(door tijdgebrek, en geen<br />
opgravingen) om de adx 200<br />
te testen waar ik dat het liefste<br />
doe, op een grondstort of bij<br />
een opgraving.<br />
Wie, wat en waar?<br />
<strong>De</strong> vrijheid die een draadloze<br />
metaaldetector oplevert is groter<br />
dan men in eerste instantie<br />
kan bedenken. Men kan de<br />
metaaldetector te allen tijde<br />
even naast zich neer leggen om<br />
even een voorwerp uit een kuil<br />
te halen zonder dat je rekening<br />
hoeft te houden met waar je de<br />
detector precies neerlegt (wat<br />
met een kabel vaak niet mogelijk<br />
is). Nu zal dat in een weiland<br />
niet zo snel een probleem zijn,<br />
maar voor stortzoekers is het<br />
een uitkomst. Men kan een stuk<br />
afsteken en daarna de detector<br />
langs de wand halen en de<br />
uitgestreken grond afzoeken<br />
zonder de hoofdtelefoon af te<br />
hoeven zetten.<br />
Het is ook een perfecte manier<br />
om mensen die net met de<br />
hobby zijn begonnen te begeleiden,<br />
want het systeem is op<br />
diverse manieren te gebruiken.<br />
Was men vroeger afhankelijk<br />
van een plug die gesplist was,<br />
nu kan men er naast lopen en<br />
de beginner met een eigen<br />
hoofdtelefoon laten zoeken, u<br />
kunt gemakkelijk mee luisteren<br />
en zo de beginneling instructies<br />
geven zonder dat u ‘aan elkaar’<br />
vast zit.<br />
Een ander voordeel van het<br />
systeem is dat het gedeelte<br />
dat de signalen ontvangt, los<br />
te koppelen is en d.m.v. een<br />
verloopplug op een grote<br />
hoofdtelefoon is aan te sluiten.<br />
Men heeft dan wel weer met<br />
een kabel te maken, maar<br />
deze kan men eenvoudig in<br />
een borstzak wegwerken en<br />
daardoor kan men ‘los’ met de<br />
detector lopen. Persoonlijk geef<br />
ik aan deze keuze mijn voorkeur<br />
daar de hoofdtelefoon van de<br />
XP toch veel omgevingsgeluid<br />
oplevert. In het bijzonder de<br />
zachte signalen (kleine of diepe<br />
gelegen voorwerpen) zouden<br />
dan gemist kunnen worden.<br />
Helaas heb ik te weinig gebruik<br />
kunnen maken van de detector<br />
om er een uitgebreid verslag<br />
van te kunnen maken. Ook<br />
ben ik geen andere zoekers<br />
tegen gekomen die het zelfde<br />
systeem in hun XP hadden<br />
ingebouwd, dit om te kijken<br />
hoe ze op elkaar zouden reageren.<br />
Volgens de importeur<br />
is de kans nagenoeg nul dat<br />
twee detectors met hetzelfde<br />
zender/ontvanger systeem<br />
elkaars signalen zouden kunnen<br />
oppikken.<br />
Kort samengevat is dit voor mij<br />
het eerste draadloze hoofdtelefoonsysteem<br />
waar men jn<br />
(licht) mee kan zoeken en dat<br />
de mogelijkheid biedt om ook<br />
uw oude hoofdtelefoon te kunnen<br />
blijven gebruiken.
Raad de foto<br />
Kennisgeving<br />
Per oktober 2005 is <strong><strong>De</strong>tector</strong>shop te Musselkanaal niet langer meer onze o ciële dealer van White’s metaaldetectors en<br />
White’s accessoires. Na overleg met de DDA en de fabrikant, White’s Electronics Ltd., hebben wij besloten dat alle Whites<br />
detectoren welke voor 10 oktober 2005 zijn gekocht bij voornoemde dealer de garantie bij ons, <strong>De</strong>tection Systems Holland,<br />
kunnen claimen. Wij zullen de eventuele klachten dan oplossen op de manier die u van ons gewend bent.<br />
<strong>De</strong>tection Systems Holland, o cieel importeur White’s<br />
[ Tekst / Foto’s: Johan Koning ]<br />
Raad de Foto [84]<br />
In Raad de Foto 84 lieten we een stukje van een benen<br />
kam zien. <strong>De</strong> datering kunnen we plaatsen in de vroege<br />
middeleeuwen. Je kunt zien waar 1 van de ijzeren beves-<br />
tigingspennetjes heeft gezeten om de delen van de kam,<br />
waar tussen de strook met ingezaagde tanden zit, aan<br />
elkaar te verbinden.<br />
Leuke boeken waarin vele benen of hoornen voorwerpen<br />
te vinden zijn;<br />
V.T. van Vilsteren, Het Benen Tijdperk, Tijdperk Gebruiksvoorwerpen<br />
van been, gewei, hoorn en ivoor 10.000 jaar geleden tot<br />
heden, 1987, ISBN 90-70884-15-1<br />
A. Roes, Bone and Antler Objects from the Frisian Terp-<br />
Mounds, 1963.<br />
Winnaar van Raad de Foto 84 is geworden: Bert Broekhart<br />
uit Hattem. Een boek is naar hem onderweg.<br />
Raad de Foto [<strong>85</strong>]<br />
Ook nu hebben we weer een object voor de rubriek ‘Raad<br />
de Foto’.<br />
Door middel van een e-mail of brief(kaartje) kan hierop<br />
worden gereageerd door leden van onze vereniging. Onder<br />
de goede inzenders zal een boek worden verloot.<br />
Reacties kunnen naar: e-mail j.koning@detectoramateur.nl<br />
of J. Koning, Roodborststraat 20, 8916 AG Leeuwarden.<br />
Het nieuwe koperen/ijzeren voorwerp is dus danig plat<br />
gereden op de akker dat het geheel is vervormd. Ra Ra Ra<br />
wat was het enz.<br />
We vragen een zo duidelijk mogelijke beschrijving inclusief<br />
datering. Dit vergemakkelijkt de keuze voor de winnaar.<br />
<strong>De</strong> inzendtermijn sluit op 1 april 2006<br />
Zend je in per e-mail vermeld dan ook even je naam en<br />
adres.<br />
Er komt voorlopig geen nieuwe ‘Raad de foto’ meer.<br />
Niet alleen het aantal inzendingen liep snel achteruit,<br />
ook het vinden van geschikt materiaal in de eigen collectie<br />
wordt steeds moeilijker.<br />
DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />
33
Aanmelden van muntvondsten<br />
Zoals u waarschijnlijk wel weet is er een hoop aan het<br />
gebeuren op het gebied van het aanmelden van munten en<br />
penningen. Het aanmelden gaat het handigste vanuit uw luie<br />
stoel, via e-mail (numis@sgbm.n<br />
numis@sgbm.nl) of via de site van<br />
de Stichting Geld- en Bankmuseum (GBM):<br />
www.geldmuseum.n<br />
www.geldmuseum.nl.<br />
Op deze site komt u automatisch NUMIS tegen (het staat in<br />
het midden bovenaan de pagina), waar de vondst kan worden<br />
gemeld. Vrijwel direct na de melding krijgt u dan een<br />
bevestiging terug. Zo spoedig mogelijk volgt de uiteindelijke<br />
determinatie, samen met het NUMIS-nummer. Door het<br />
gebrek aan mankracht loopt de wachttijd soms op tot twee<br />
maanden.<br />
Gedetermineerd materiaal wordt aan NUMIS toegevoegd.<br />
<strong>De</strong> internetversie van dit bestand is anoniem en exacte<br />
vindplaatsen zijn achterwege gelaten. Als u daar toestemming<br />
voor verleent is het mogelijk om uw melding ook op<br />
het Internet terug te vinden.<br />
Eventueel is het ook mogelijk om op afspraak langs te<br />
komen, per telefoon (030-2910492) of per post te melden<br />
(postbus 2407, 3500 GK Utrecht).<br />
Mocht u een aanmelding hebben gedaan en vervolgens nog<br />
geen reactie hebben ontvangen en vermoedt u dat het niet<br />
Haecbussen &<br />
donrecruyt<br />
goed is gegaan, wilt u dat dan aan mij laten weten.<br />
Het is niet de bedoeling dat u mij de eventuele vondstgegevens<br />
en dergelijke toe gaat sturen. Het enige dat we willen<br />
bereiken is, een overzicht te krijgen hoe vaak er iets mis gaat<br />
en WAAR. Dit om het in de toekomst te kunnen voorkomen.<br />
Het enige dat ik u dan wil vragen is uw lidmaatschapnummer<br />
en het eventuele probleem.<br />
LET OP:<br />
Muntvondsten dienen ook altijd via het ARCHIS-formulier<br />
te worden aangemeld bij de provinciaal archeoloog<br />
of ROB.<br />
Als u een munt of penning aanmeldt bij het GBM<br />
kunnen zij, als u dat toestaat, de gedetermineerde<br />
vondst doormelden naar ARCHIS. Dit bespaart u dus<br />
een tweede melding.<br />
Namens het bestuur,<br />
Mart Hoffmann<br />
Met hartelijke dank aan: drs J.E.L. Pelsdonk<br />
In het volgende magazine o.a.:<br />
Rekenpenningen<br />
DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />
35
vraagbaak<br />
VRAGEN KUNT U OPSTUREN NAAR:<br />
J. KONING, ROODBORSTSTRAAT 20,<br />
8916 AG LEEUWARDEN.<br />
E-MAIL: VRAAGBAAK@DETECTORAMATEUR.NL<br />
Aan deze vraagbaak werkten mee: J. Zijlstra, A. van Herwijnen, J.E.L. van Pelsdonk, J. Koning, D. Eekhof, D. Dijs, J. Kuipers<br />
Geachte heer Koning,<br />
Hierbij een aantal voorwerpen waarvan ik erg benieuwd ben naar de<br />
datering en het gebruik.<br />
Foto 1 is een kruisje? Het is van<br />
messing en verguld en heeft<br />
de maten van 2,5 bij 2,4 cm.<br />
Het lijkt erop dat het oogje is<br />
afgebroken.<br />
Foto 2 lijkt mij een armenpenning.<br />
Het is van lood met een<br />
doorsnede van ongeveer 2 cm. en een dikte<br />
van 0,4 cm. <strong>De</strong> keerzijde is glad.<br />
Foto 3 lijkt mij<br />
ook een armenpenning (met de sleutels van<br />
Leiden). Het is van lood en heeft een doorsnede<br />
van ongeveer 2 cm. Aan één zijde zit<br />
een breukvlak. Ook hier is de keerzijde glad.<br />
Foto 4 betreft een rechthoekig klein loodje<br />
met de maten 1,3 bij 1,1 bij 0,3 cm. Ook<br />
hier staan twee<br />
sleutels op (Leiden?). <strong>De</strong> keerzijde is glad. Ik<br />
heb ergens gezien dat dit een gewichtje zou<br />
kunnen zijn.<br />
Ik hoop dat u mij hier verder mee kunt helpen<br />
en bij voorbaat mijn hartelijke dank.<br />
Paul de Groot, Purmerend<br />
Antwoord:<br />
[ Redactie: Johan Koning ]<br />
Foto 1: Dit is geen kruisje (religieus<br />
voorwerp) maar een onderdeel van een<br />
messenlegger uit de 19e eeuw (zie foto<br />
messenlegger)<br />
Foto 2: is een stuk lastiger. Ongetwijfeld<br />
ook een loden penning, de meest waarschijnlijke<br />
datering is 1350-1425. Helaas<br />
kan ik niets van de afbeelding maken.<br />
NUMIS 1054459. Dit soort penningen is voor veel verschillende doeleinden<br />
gebruikt: van speelpenning tot lokaal kleingeld. Gebruik als<br />
armenpenning is minder waarschijnlijk.<br />
Foto 3: Cruciaal bij dit stuk is de rand: bestaat de penning/loodje<br />
uit twee delen dan moet je het zoeken in de<br />
Leidse lakennijverheid, deelbewerkingsloodje.<br />
Foto 4: wordt in het boekje Pennincxkens van Loode,<br />
geschreven door de drs. J.E.L van Pelsdonk, nu werkzaam<br />
bij het Geld- en Bankmuseum te Utrecht omschreven als<br />
een Armenpenning met hierachter een vraagteken, 16e<br />
eeuws, catalogus: Pelsdonk 50, NUMIS 1054456.<br />
Vraag 2:<br />
Hallo, mijn naam is Richard Dulos ik kom uit de Betuwe.<br />
Ik ben een detectoramateur en heb een vreemde steen<br />
gevonden op een akker. Mijn detector piepte op de steen<br />
in de grond en ik dacht: wat raar. Ik heb hem thuis schoon<br />
gemaakt en zag dat er puntjes in zaten. Er zitten ook glasachtige<br />
ronde zwart puntjes in en het glinstert een beetje. Ik<br />
heb er een magneet bij gehouden en die blijf lichtjes hangen.<br />
Op de akker lag verder geen enkele steen. Nu zeggen ze<br />
dat het wel eens een steenmeteoriet kon zijn? Ik hoop dat u<br />
me verder kan helpen. Bedankt, Richard.<br />
Antwoord:<br />
Zonder het zelf in de hand te hebben gehad zijn er twee<br />
oplossingen die bij me op komen. Het kan dat je een stuk<br />
cokes (verbrande restant van steenkool) hebt opgepiept<br />
of een stuk steen die in aanraking geweest is bij het<br />
gieten/smelten van metalen. Op zich is het niet verkeerd<br />
om cokes op te piepen, daar het in hetzelfde gebied zit<br />
waarin ook vaak zilver wordt gedetecteerd. Schakel je dit<br />
uit dan bestaat er een kans dat je kleine of dunne zilveren<br />
muntjes/voorwerpen gaat missen.<br />
Meteorieten bevinden zich normaal gesproken niet aan<br />
de oppervlakte maar slaan een krater in de grond. Alleen<br />
een geoloog (bodem/steenkundige) zou hierover uitsluitsel<br />
kunnen geven.<br />
DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />
37
38<br />
Vraag 3: Hallo,<br />
Ik heb een tijdje geleden een zegelring gevonden en ik vraag<br />
me al geruime tijd af hoe oud deze is, wie dit gemaakt heeft<br />
en wat het voor moet stellen.<br />
Misschien kunt u dit achterhalen aan de hand van de<br />
merktekens, het kan ook Duits zijn omdat ik het vlak bij de<br />
Duitse grens (Bentheim, Oldenzaal over de grens) gevonden<br />
heb.<br />
Groetjes, Frans Saalmann<br />
Antwoord 3:<br />
Dit is een Duits<br />
signet, opengewerkt<br />
handvat<br />
aan horlogeketting<br />
met een<br />
heraldische uitstraling<br />
met elementen<br />
als helm,<br />
vleugels, maan en<br />
ster. <strong>De</strong> merktekens<br />
bestaande<br />
uit drie verschillende<br />
(Franse)<br />
lelieblaadjes kunnen<br />
we nog niet<br />
thuisbrengen.<br />
Vraag 4:<br />
Beste DDA,<br />
Ik heb dit vrijwel onbekende voorwerp gevonden. Kunnen<br />
jullie misschien zeggen waar het voor gediend heeft, hoe<br />
oud het is en waar het wapen voor staat. <strong>De</strong> afmetingen<br />
zijn: 3 cm lang, 2,4 cm breed, 0,3 cm dik.<br />
Het andere voorwerp lijkt een beetje op kastbeslag of klokbeslag,<br />
maar dat weet ik ook niet zeker.<br />
Ik hoop dat dit in jullie blad komt. Ik heb er namelijk nog<br />
nooit in gestaan.<br />
Hoop spoedig van jullie te horen, vriendelijke groet, Ton<br />
Wolf.<br />
Antwoord 4:<br />
Het voorwerp met het wapen<br />
lijkt gezien de bevestigingspuntjes<br />
een mesheftbekroning<br />
te zijn. Verschillende<br />
steden hebben de adelaar in<br />
hun wapen, al dan niet met<br />
een dubbele kop. Middelburg<br />
heeft een enkele kop.<br />
Nijmegen heeft een dubbele<br />
maar het wapen klopt niet.<br />
Van o.a. Naarden, Bleiswijk, <strong>De</strong> Drie Rijkssteden (Kampen,<br />
<strong>De</strong>venter, Zwolle), stad Groningen en Groninger Ommelanden<br />
is een wapen bekend.<br />
Het kan net zo goed<br />
van een wapen van<br />
een adellijk geslacht<br />
zijn. <strong>De</strong> vindplaats<br />
kan een optie zijn<br />
in welke richting je<br />
moet gaan zoeken.<br />
Het beslag kan overal op hebben gezeten, denk maar eens aan hand/<br />
steekwapens.<br />
<strong>De</strong> andere voorwerpen zijn versierselen van een kast (klok). Datering<br />
19e - 20e eeuw.<br />
Vraag 5:<br />
Hallo Johan<br />
Ik zou u willen vragen of u voor mij deze slotplaat kunt dateren. Ik heb<br />
hem gevonden op een plek waar vondsten werden gedaan van middeleeuws<br />
tot 18e-eeuws. Ik vind het zelf een mooi stuk en zou graag willen<br />
weten hoe oud het ongeveer is.<br />
<strong>De</strong> slotplaat is 7.5 cm bij 22 mm groot en er ontbreekt een gedeelte van.<br />
Er zit nog een restant op van een ijzeren bevestigingspunt.<br />
Om het voorwerp goed te kunnen bekijken, heb ik de foto’s iets lichter<br />
gemaakt. Het originele patina is zwart. Gezien de lengte van de slotplaat<br />
neem ik aan dat dit een kastbeslag is, of zit ik dan fout??? Het materiaal<br />
is koper.<br />
Mvg, Danny Sanders<br />
Antwoord 5: Danny, je geeft zelf al het<br />
antwoord. <strong>De</strong>ze koperen slotplaat,<br />
die gerekend wordt onder de noemer<br />
kastbeslag, valt te dateren als eind 19e,<br />
begin 20e eeuw. Wat jij ziet als ijzeren<br />
bevestigingspunt, is eigenlijk het restant<br />
van een ijzeren schroef. Op de foto kun<br />
je drie gaten zien waar schroeven in hebben gezeten. Het bovenste<br />
met de ijzeren schroef, de middelste die open is en de onderste in het<br />
midden van de onderkant. Hier kun je dus ook duidelijk zien dat daar<br />
iets is afgebroken.<br />
Vraag 6:<br />
Beste Johan Koning,<br />
Ik ben al 2 jaar een enthousiast zoeker en lezer van ons mooie magazine.<br />
Zo nu en dan komen er mooie vondsten bij mijn verzameling. Er zijn een<br />
paar vondsten bij die ik niet thuis kan brengen. Ik ben ze ook nog niet<br />
tegengekomen op determinatiepagina’s op het net. Ik hoop dat jij hierbij<br />
kunt helpen.<br />
<strong>De</strong> vondsten zijn<br />
gedaan in Arnhem<br />
en omgeving, voornamelijk<br />
in kleigrond.<br />
Woongebied<br />
van de Bataven.<br />
(Noordgrens van<br />
het Romeinse rijk<br />
foto 1
40<br />
foto 2<br />
foto 3<br />
aan de Rijn). Het kunnen wellicht ook middeleeuwse of<br />
oude gebruiksvoorwerpen van boeren zijn die daar in de<br />
loop van de eeuwen hebben gewoond. Het is mij een raadsel.<br />
Diepte ongeveer 30 a 40 cm.<br />
Bij deze wens ik je tevens fi jne kerstdagen en veel mooie<br />
vondsten toe in het nieuwe jaar!<br />
Met vriendelijke groeten, Eric Centen<br />
Antwoord:<br />
Al je voorwerpen zitten aardig onder de roest wat determinatie<br />
moeilijker maakt, maar we proberen het. Tracht<br />
ook wat meer scherpte in het voorwerp op de foto`s te<br />
krijgen. Is een foto scherp dan kunnen we deze gemakkelijk<br />
vergroten wat weer een betere determinatie mogelijk<br />
maakt.<br />
foto 1: ijzeren voorwerp,<br />
niet te determineren.<br />
foto 2: ijzeren voorwerp,<br />
nagelvormig met bolronde/platte<br />
kop en taps<br />
toelopende brede punt.<br />
foto 3: samengestelde<br />
voorwerp bestaande uit<br />
een holachtige ring (koper?)<br />
met een koperen?,<br />
gespvormig, niet ronde<br />
vorm, voorwerp.<br />
Al je vondsten hebben<br />
naar alle waarschijnlijkheid<br />
te maken met het leven en werken op het platte<br />
land. We zien toch duidelijk voorwerpen die gezien hun<br />
conserveringtoestand in de laatste twee eeuwen te plaatsen<br />
zijn.<br />
Niet alle foto’s kunnen<br />
worden afgedrukt.<br />
foto 4: de helft van een<br />
ijzeren hoe jzer duidelijk<br />
te herkennen aan de<br />
opstaande rand en smalle<br />
afgeronde gedeelte.<br />
foto 4<br />
Gelukkig zijn er steeds meer leden die ook gaan reageren<br />
op wat er in de vraagbaak besproken wordt. Ook nu<br />
kregen we weer een reactie binnen en wel als volgt:<br />
Hallo, in jullie vraagbaak van december 2005 nummer 84,<br />
staat een ring afgebeeld, daarover heb ik iets meer informatie.<br />
Het is een zogenaamde Claddagh ring.<br />
<strong>De</strong> Franse lelie boven het hart waarover hij schreef is waarschijnlijk<br />
een kroon. <strong>De</strong> ring bestaat uit een gekroond hart<br />
dat gedragen word door twee handen. Het hart staat voor<br />
liefde de handen voor vriendschap en de kroon voor loyaliteit.<br />
Aan de manier hoe mensen de ring dragen kun je zien<br />
of de drager verloofd getrouwd of alleenstaand<br />
is. Aan de rechter hand met<br />
punt van je hart naar je toe betekent<br />
dat je verloofd bent. Aan de rechte<br />
hand met punt van je af betekent vrijgezel.<br />
Aan linker hand met punt naar<br />
je toe, dan betekent het dat je gelukkig<br />
getrouwd bent. Voor nog meer info kun je kijken op: http://nl.wikipedia.<br />
org/wiki/Claddagh-rin<br />
org/wiki/Claddagh-ring<br />
Ik denk dat je er zo aardig wat meer over kunt vertellen.<br />
Vriendelijke groeten, Roald Kleinlugtenbelt<br />
Hier nog even wat reacties op het lodenkopje uit nummer 84 en zullen dit<br />
item voorlopig laten rusten.<br />
Hallo Mart.<br />
Ik kwam in mijn oude mails nog een opmerking tegen van een klant over<br />
de kopjes waar vaker vragen over zijn. Als ik me goed kan herinneren<br />
heeft hier laatst een vraag over in het clubblad gestaan.<br />
Wilhelm Bos<br />
Ik heb een afbeelding gevonden van een compleet kopje. Het is geen beste<br />
kwaliteit (slechte druk) maar het principe is duidelijk. <strong>De</strong> kopjes waren<br />
kinderspeelgoed. Zie het maar als een soort klappertjes pistool! Door<br />
het oogje in<br />
te drukken<br />
kon tussen<br />
de kaken een<br />
klappertje<br />
geplaatst<br />
worden. Wanneer<br />
de kaken<br />
weer gesloten<br />
waren en het<br />
kopje met kracht tegen een steen of muur werd gegooid gaf het een knal.<br />
Aan het oogje werd een touwtje vastgemaakt zodat het kopje altijd met<br />
de werper verbonden bleef. Dit zodat niet na elke worp een uur gezocht<br />
moest worden. Ik denk dat het staafje met onderkaak en oogje niet echt<br />
sterk was, daarom worden er waarschijnlijk maar weinig complete exemplaren<br />
gevonden. Vrijwel alle kopjes zijn dubbelzijdig, maar een enkel<br />
gevonden exemplaar is slechts enkelzijdig versierd. Ik hoop dat je hier wat<br />
mee kunt.<br />
Met vriendelijke groet Alexander<br />
Hallo determinatieteam,<br />
In nr. 84 zag ik een stukje staan over een loden kopje. Ik heb ook zo’n<br />
kopje. een jaar of 15 geleden gevonden en ik vraag me nog steeds af waarvoor<br />
het gediend heeft. Om met een klappertje op de grond te smijten,<br />
lijkt mij niet, dan kan je hem maar eventjes gebruiken i.v.m. de vervorming<br />
van het zachte materiaal. Zelf denk ik meer aan een gewichtje, maar<br />
waarvan?? Op de achterkant van het petje staat een tekst, helaas moeilijk<br />
te zien en voor mij onleesbaar. Hopelijk is dit een kleine bijdrage voor het<br />
loden kopjes mysterie.<br />
Groeten, Marchel Boonstra
v a r i a<br />
aJohan /<br />
Leerbeslag<br />
Koper<br />
17e eeuw<br />
Dirham<br />
Zilver, Arabisch<br />
8e eeuw<br />
Riemuiteinde<br />
Brons<br />
14e-15e eeuw<br />
Sceatta<br />
Zilver, Rune-type<br />
rond 700<br />
[ Redactie: Koning Foto’s: Johan Bosma ]<br />
Vogel bula<br />
Brons, achterzijde onbekend,<br />
vermoedelijk Merovingisch<br />
Ruiterspoor met 7 puntig wiel<br />
Koper<br />
na 1800<br />
Boog bula<br />
Brons met goudinleg (en glaspasta?) 9e-10e<br />
eeuw<br />
Handvat van een sleutel<br />
Brons<br />
Romeins<br />
Onderdeel van een reislamp<br />
Brons<br />
Romeins<br />
DETECTOR MAGAZINE <strong>85</strong> / MAART 2006<br />
41
v a r i a<br />
42 [ Redactie: Johan Koning / Foto’s: Johan Bosma ]<br />
Knoop<br />
Zilver, bovenstuk opengewerkt<br />
18e eeuw<br />
Fibula<br />
Brons met goud ingelegd<br />
Merovingisch / Karolingisch<br />
Gouden rijder 1623<br />
geslagen in Zeeland (Middelburg)<br />
Pendant, voorstellend omkijkend<br />
fabeldier<br />
Brons<br />
±13e-14e eeuw<br />
Riempassant, merken van de goud/zilver-<br />
smid niet goed leesbaar.<br />
Goud met stenen<br />
1800, maar mogelijk<br />
ook eerder<br />
Leerbeslag<br />
Brons (wordt ook wel van gezegd dat het<br />
behoorde bij een stijgbeugel)<br />
9e eeuw<br />
Kruisje, kan als boeksluiting zijn gebruikt<br />
Zilver<br />
(laat)<br />
middeleeuws<br />
Kledinghaakje<br />
Zilver, ligrain uitgevoerd<br />
rond 1800<br />
Gespdoorn (schilddoorn van een gesp)<br />
Brons<br />
Merovingisch, 6e-7e eeuw<br />
Vogel bula<br />
Brons, achterzijde onbekend<br />
Vermoedelijk Merovingisch<br />
Beslagstuk<br />
Brons<br />
eind 1e- 2e eeuw
Wordt nu lid van<br />
<strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong><br />
Wordt nu lid en krijg<br />
het nieuwste<br />
<strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Magazine</strong> om<br />
de twee maanden<br />
in de bus!<br />
Kijk voor meer<br />
informatie op<br />
www.detectoramateur.nl