Thesis Ethiek in Gastvrijheid, of Gastvrijheid in Ethiek? - Saxion ...
Thesis Ethiek in Gastvrijheid, of Gastvrijheid in Ethiek? - Saxion ...
Thesis Ethiek in Gastvrijheid, of Gastvrijheid in Ethiek? - Saxion ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
V<strong>in</strong>cent van Gogh –Terrasse du café le soir, 1888<br />
<strong>Thesis</strong><br />
<strong>Ethiek</strong> <strong>in</strong> <strong>Gastvrijheid</strong>, <strong>of</strong><br />
<strong>Gastvrijheid</strong> <strong>in</strong> <strong>Ethiek</strong>?<br />
Een effectieve organisatie van<br />
onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong><br />
de hospitality sector<br />
Kim Meijer
<strong>Ethiek</strong> <strong>in</strong> gastvrijheid, <strong>of</strong> gastvrijheid <strong>in</strong> ethiek?<br />
Een effectieve organisatie van onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality<br />
sector<br />
Auteur en<br />
studentnummer<br />
•Kim Meijer<br />
•2416814<br />
Onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g<br />
en opleid<strong>in</strong>g<br />
•<strong>Saxion</strong> Hogescholen<br />
•Hoger Hotelonderwijs<br />
Plaats en datum<br />
•Deventer<br />
•7 januari 2011<br />
Lectoraat en<br />
opdrachtgever<br />
•Lectoraat <strong>Ethiek</strong> en<br />
Maatschappelijk<br />
Verantwoord<br />
Ondernemen<br />
•Ruud Welten<br />
Exam<strong>in</strong>atoren<br />
•1e exam<strong>in</strong>ator:<br />
Gerrit Schreiber<br />
•2e exam<strong>in</strong>ator:<br />
Hans Breuker<br />
“Codes hebben een factor <strong>in</strong> de <strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g van ethiek en MVO <strong>in</strong> organisaties, door een bepaalde<br />
manier van handelen ontstaat een patroon, ontstaat een code. Niet op papier maar er is een code”<br />
(J. Wempe, persoonlijke communicatie, 22 oktober 2010)
Voorwoord<br />
Ik kijk nu ik dit voorwoord schrijf, met weemoed terug op een enerverende ervar<strong>in</strong>g waarbij ik<br />
ontzettend veel heb geleerd met betrekk<strong>in</strong>g tot de vele toepass<strong>in</strong>gen van ethiek. Het onderwerp<br />
ethiek is een ‘means without an end’ gebleken. Die eigenschap houdt het onderwerp levend. Het feit<br />
dat ethiek mede voorkomt uit een 2500 jaar oude filos<strong>of</strong>ische strom<strong>in</strong>g die actueel gezien nog steeds<br />
onbeantwoorde vragen als nalatenschap heeft, maakt het tot een uitdagend onderwerp. De nietbeantwoorde<br />
vragen van filos<strong>of</strong>en als Aristoteles dienen, mijns <strong>in</strong>ziens, nog even onbeantwoord te<br />
blijven. Op die manier blijven ze prikkelen tot verdere uitdiep<strong>in</strong>g. Dit rapport is tot stand gekomen<br />
door een samenloop van omstandigheden. Waarbij het belang wat ik hecht aan een prikkelende<br />
maar leerzame afsluit<strong>in</strong>g van mijn opleid<strong>in</strong>g leidend is geweest.<br />
De optimale afstudeeropdracht moest voldoen aan vele voorwaarden, waaronder de mogelijkheid<br />
tot verdiep<strong>in</strong>g van kennis en de transformatie van student naar ‘expert’ op een specifiek deelgebi ed.<br />
Daarnaast moest de afstudeeropdracht uitnodigen tot creativiteit, <strong>in</strong> de onderzoeksmethodologie, <strong>in</strong><br />
de selectie van de respondenten en ten laatste een creatieve manier van de verwerk<strong>in</strong>g van een<br />
grote hoeveelheid aan <strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> een coherent beleidsadvies. Met dit pakket aan wensen was het<br />
allerm<strong>in</strong>st eenvoudig een passende opdracht te v<strong>in</strong>den. Echter heeft het schrijven van deze thesis<br />
aan al mijn enigsz<strong>in</strong>s ‘hoogdravende’ verwacht<strong>in</strong>gen voldaan. Daarmee hoop ik ook dat het lezen van<br />
deze thesis aan de verwacht<strong>in</strong>gen van de lezer voldoet.<br />
Een verkennend onderzoek naar de toepass<strong>in</strong>g van een pluriform onderwerp als ethiek is allerm<strong>in</strong>st<br />
eenvoudig te noemen. De mate waar<strong>in</strong> ik een bevredigend antwoord kon verschaffen op de vraag<br />
van de opdrachtgever is deels afhankelijk van externe factoren. De verzadig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> kennis wordt wel<br />
bevorderd door het opstellen van een duidelijke methodologie, maar bij kwalitatief onderzoek blijft<br />
<strong>in</strong> zekere z<strong>in</strong> altijd de vraag bestaan <strong>of</strong> de gekozen respondenten wel de juiste zijn en <strong>of</strong> de<br />
<strong>in</strong>formatie die zij kunnen verschaffen relevant is voor de beantwoord<strong>in</strong>g van de beleidsvraag. Ik<br />
merkte tijdens de voortgang van mijn onderzoek, dat hoe meer respondenten ik sprak, hoe meer het<br />
onderwerp van de thesis tot leven kwam. Dit was bij voorhand niet te reseceren en dat maakte het<br />
<strong>in</strong>zicht op de voortgang van het onderzoek, voor iemand met een <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van praktische aard , vrij<br />
lastig. Met tevredenheid kan ik achteraf stellen dat de selectie voor een breed gemêleerd gezelschap<br />
aan respondenten, heeft geleid tot een evenredig brede beantwoord<strong>in</strong>g van de beleidsvraag.<br />
Omdat ik me terdege besef dat deze thesis niet tot stand had kunnen komen zonder externe <strong>in</strong>put,<br />
v<strong>in</strong>d ik het belangrijk om een dankwoord uit te spreken, dit dankwoord <strong>in</strong> de eerste plaats gericht tot<br />
mijn beide exam<strong>in</strong>atoren. Dankbaar ben ik, voor de pr<strong>of</strong>essionaliteit waarmee de heer Gerrit<br />
Schreiber advies verschaft en kaders schetst. Daarnaast ben ik de heer Hans Breuker dankbaar voor<br />
zijn <strong>in</strong>put tijdens het proposal defence en voor de <strong>in</strong>troductie bij het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO.<br />
Een speciaal dankwoord spreek ik uit richt<strong>in</strong>g mijn opdrachtgever, Ruud Welten, die mij op<br />
verscheidene manieren een ‘kijkje <strong>in</strong> de keuken van de ethiek’ heeft verschaft, de ke uken van het<br />
verleden, maar ook van de toekomst, dank voor uw behulpzaamheid en <strong>in</strong>zicht. Een volgend dank-<br />
woord wil ik bij deze ook richten aan alle respondenten die mij, tijdens de diepte <strong>in</strong>terviews op<br />
enthousiaste en <strong>in</strong>spirerende wijze te woord hebben gestaan. Ik heb het veldonderzoek als zeer<br />
<strong>in</strong>teressant en leerzaam ervaren en wil bij deze mijn hoop uitspreken dat deze communicatie recht<br />
aan wordt gedaan b<strong>in</strong>nen de thesis. Ten laatste wil ik mijn dank betuigen richt<strong>in</strong>g Johan Wempe,<br />
voor de <strong>in</strong>spirerende manier waarop hij mij kennis heeft doen maken met de verschillende facetten<br />
van bedrijfsethiek door middel van een cursus en met de actuele situatie van maatschappelijke<br />
verantwoord<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het beroepenveld.<br />
Deventer, 7 januari 2010, Kim Meijer<br />
“se - ren - di - pi` teit [«Engels] de -woord (vrouwelijk) het doen van een vondst waarnaar men niet zocht”<br />
(Nederlands Woordenboek, 2010)
Management samenvatt<strong>in</strong>g<br />
Deze thesis is geschreven <strong>in</strong> opdracht van het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en Maatschappelijk Verantwoord<br />
Ondernemen. 1 Met als directe opdrachtgever Ruud Welten. De wens van de opdrachtgever om vanaf<br />
februari 2011 te beg<strong>in</strong>nen met onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector vormt de<br />
aanleid<strong>in</strong>g voor deze thesis, echter is het lectoraat niet de enige kaper op de kust met ethisch<br />
gerelateerd onderzoek <strong>in</strong> de ‘aanbied<strong>in</strong>g’. Er bestaan verschillende collega-<strong>in</strong>stituten waarmee het<br />
lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO rekenschap dient te houden. Alle voorgenoemde <strong>in</strong>stituten hebben een<br />
geëigende methodiek van het organiseren en verrichten van onderzoek. Gebaseerd op een<br />
langstrekkende lead-time aan ervar<strong>in</strong>g, een specifieke onderzoekomgev<strong>in</strong>g, een specifieke onderzoek<br />
doelstell<strong>in</strong>g en ten laatste een specifiek gebied van <strong>in</strong>teresse, wat veelal bepalend is voor het kader<br />
waarb<strong>in</strong>nen het onderzoek wordt verricht. Ruud Welten is op zoek naar een manier waarop hij<br />
voorgenoemde methodieken eigen kan maken. Naast het besef van de organische groei waarmee<br />
het opzetten van een onderzoekslijn gezegend is, is het van belang de onderzoekslijnen, waarmee<br />
het lectoraat zich vanaf februari zal vestigen op de markt op een zo effectief mogelijke wijze te<br />
organiseren. Effectiviteit heeft <strong>in</strong> dit tekstueel verband betrekk<strong>in</strong>g op de mate waar<strong>in</strong> het beoogde<br />
doel van het verrichten van onderzoek wordt behaald (van Dale, 2010).<br />
Het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO is onderdeel van het kenniscentrum Bus<strong>in</strong>ess Development &<br />
Hospitality, wat geschaard is onder <strong>Saxion</strong> Hogescholen als ‘kennis<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g’. Het lectoraat gaat zich<br />
met betrekk<strong>in</strong>g tot deze achtergrond, voornamelijk, maar niet volledig richten op de toepass<strong>in</strong>g van<br />
bedrijfsethiek en maatschappelijke verantwoord<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen de hospitality sector. Een <strong>in</strong>strument<br />
waarmee maatschappelijke verantwoord<strong>in</strong>g verankerd kan worden b<strong>in</strong>nen organisaties en sectoren<br />
is de ethische code. Deze omvat een comb<strong>in</strong>atie van streef- en grens bepal<strong>in</strong>gen (Luijk, 1993), die<br />
representatief zijn voor de ambities met betrekk<strong>in</strong>g tot gedrag b<strong>in</strong>nen organisaties (A.Nijh<strong>of</strong>,<br />
persoonlijke communicatie, 1 november, 2010). De uitdag<strong>in</strong>g voor het lectoraat is om vast te stellen<br />
<strong>in</strong> hoeverre ethische codes momenteel worden geïmplementeerd <strong>in</strong> de hospitality sector, daarbij is<br />
het <strong>in</strong>teressant om een kritische houd<strong>in</strong>g aan te nemen ten aanzien van de functionaliteit van de<br />
ethische code b<strong>in</strong>nen de hospitality sector. Het kan immers zo zijn dat een ethische code, <strong>in</strong><br />
strategische termen, niet per def<strong>in</strong>itie de functie heeft van generaal om zodoende de vlag<br />
(representatief voor de beoogde bedrijfscultuur) te kunnen veroveren. Een ethische code kan<br />
evengoed lager <strong>in</strong> rang gepositioneerd staan naast een effectief communicatie beleid <strong>of</strong> het bieden<br />
van <strong>in</strong>tegriteits tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gen.<br />
De kritische houd<strong>in</strong>g ten opzichte van de ethische code als zijnde het juiste <strong>in</strong>strument ter vorm<strong>in</strong>g<br />
van de beoogde bedrijfscultuur b<strong>in</strong>nen de hospitality sector, was de aanleid<strong>in</strong>g tot het stellen van de<br />
centrale vraag b<strong>in</strong>nen het onderzoek voor deze thesis. Om te kunnen vaststellen <strong>of</strong> een ethische<br />
code past bij het beoogde gedrag van een organisatie én b<strong>in</strong>nen de cultuur en tijdsgeest van de<br />
verschillende ‘bloedgroepen’ b<strong>in</strong>nen de hospitality sector, is een effectieve methode van onderzoe k<br />
benodigd. Praktijkgericht onderzoek vanuit een lectoraat verbonden aan een hogeschool, specifiek<br />
naar ethische codes b<strong>in</strong>nen de hospitality sector is nog geen gebruikelijke gang van zaken. De<br />
aanleid<strong>in</strong>g van het onderzoek voor deze thesis heeft geleid tot het formuleren van de beleidsvraag<br />
om daarmee een effectieve onderzoekmethodologie te kunnen garanderen. Daartoe is onderstaande<br />
beleidsvraag geformuleerd. Deze beleidsvraag heeft een breed en methodologisch karakter, passend<br />
bij de geest van het onderzoek:<br />
“Hoe kan het lectoraat ethiek en maatschappelijk verantwoord ondernemen onderzoek naar ethische<br />
codes b<strong>in</strong>nen de hospitality sector op effectieve wijze organiseren zodat studenten van de Hospitality<br />
Bus<strong>in</strong>ess School deze onderzoeken <strong>in</strong> de toekomst kunnen uitvoeren?”<br />
1 Maatschappelijk Verantwoord ondernemen zal <strong>in</strong> het vervolg van deze thesis afgekort worden tot MVO.
De beantwoord<strong>in</strong>g van de beleidsvraag behartigt verschillende belangen. Deze kunnen vanuit<br />
tweeledig perspectief worden toegelicht. Ten eerste vanuit dat van <strong>Saxion</strong> Hogescholen, waarbij<br />
beantwoord<strong>in</strong>g van de beleidsvraag leidt tot de aanvang van onderzoek met een effectieve<br />
onderzoeksmethodologie voor het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO. De effectiviteit draagt bij aan een<br />
onderscheidende vestig<strong>in</strong>g van het lectoraat op de onderzoekmarkt, een vestig<strong>in</strong>g die parallel loopt<br />
aan de positioner<strong>in</strong>g van het kenniscentrum Bus<strong>in</strong>ess Development & Hospitality. Wanneer de ‘kop’<br />
van het lectoraat, door middel van vernieuwend onderzoek uitsteekt boven het ‘maaiveld’ van zowel<br />
potentiele opdracht gevers als collega-<strong>in</strong>stituten, draagt voorgenoemde positie bij aan de mate<br />
waar<strong>in</strong> het lectoraat <strong>in</strong>teressante onderzoekslijnen kan opzetten. De onderzoekslijn draagt daarmee<br />
direct bij aan de kennisontwikkel<strong>in</strong>g van de student, de vernieuw<strong>in</strong>g van onderwijscurricula die<br />
docenten <strong>in</strong> staat stelt de student beter voor te bereiden op het beroepenveld. Dit door het schetsen<br />
van een reëel beeld van de pr<strong>of</strong>essie en door de valorisatie van kennis voortkomend uit het<br />
onderzoek door een praktijkgerichte benader<strong>in</strong>g, passend bij onderzoek vanuit een hogeschool .<br />
Beantwoord<strong>in</strong>g van de beleidsvraag draagt <strong>in</strong> maatschappelijk verantwoord opzicht tevens bij aan de<br />
veranker<strong>in</strong>g van ethiek b<strong>in</strong>nen de hospitality sector. De conclusies uit dit onderzoek vormen<br />
gezamenlijk de ”kiem” voor de bepal<strong>in</strong>g van de ethisch juiste, al dan niet <strong>in</strong>strumentele,<br />
toepass<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen de hospitality sector. Waarmee de nalev<strong>in</strong>g en belev<strong>in</strong>g van de kernwaarde van<br />
de hospitality sector; namelijk gastvrijheid, geborgd wordt. Borg<strong>in</strong>g van gastvrijheid door de<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g en implementatie van een passende methode om gewenst gedrag bij het management<br />
en medewerkers te faciliteren.<br />
De weg naar het antwoord op de beleidsvraag <strong>of</strong>wel de onderzoeksopzet, had een overeenkomend<br />
effectief karakter als de beoogde onderzoeksmethodologie. Ten eerste is gekozen voor een<br />
uitgebreide literatuurstudie. Het literatuuronderzoek verschafte kaders voor het veldonderzoek,<br />
nieuwe <strong>in</strong>zichten en hiaten <strong>in</strong> de kennis die vervolgens bevestigt, ontkracht <strong>of</strong> aangevuld konden<br />
worden door veldonderzoek. Het veldonderzoek had een kwalitatief karakter. Hiervoor is gekozen<br />
omdat zowel het onderzoeksonderwerp als de onderzoeksomgev<strong>in</strong>g relatief nieuw zi jn. Daarnaast is<br />
ook vanuit de wens om als onderzoeker mee te kunnen groeien met het onderzoek gekozen voor een<br />
kwalitatieve benader<strong>in</strong>g met diepte- <strong>of</strong> “expert-<strong>in</strong>terviews”. De <strong>in</strong>terviews zijn allen verwerkt tot<br />
transcripten, ter verhog<strong>in</strong>g van het begrip van de onderzoeker van de <strong>in</strong>formatie die de <strong>in</strong>terviews<br />
opbrachten. Daarna zijn alle transcripten verwerkt tot samenvatt<strong>in</strong>gen, waar<strong>in</strong> relevante uitspraken<br />
de leidraad vormden. De samenvatt<strong>in</strong>gen hebben bij de beantwoord<strong>in</strong>g van de deel-, onderzoek-, en<br />
zoekvragen een grote rol gespeeld evenals bij het def<strong>in</strong>iëren van verschillende causale verbanden die<br />
transformeerden tot aanbevel<strong>in</strong>gen.<br />
De mogelijkheid om als onderzoeker, kortdurend mee te kunnen gaan <strong>in</strong> de gedachteschool van elke<br />
respondent/expert heeft geresulteerd <strong>in</strong> een grote hoeveelheid aan kennis. Uit de <strong>in</strong>terviews bleek<br />
als een van de meest kenmerkende resultaten zowel cohesie als pluriformiteit <strong>in</strong> de belev<strong>in</strong>g van<br />
bedrijfsethiek, ethische codes en hun toepass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de hospitality sector door verschillende experts.<br />
De aanbevel<strong>in</strong>gen hebben betrekk<strong>in</strong>g tot de meest effectieve wijze van de opbouw van het netwerk<br />
van het lectoraat en tot een verhoogd bewustzijn en effectief ‘gebruik’ van de lectorale omgev<strong>in</strong>g.<br />
Verder hebben de aanbevel<strong>in</strong>g betrekk<strong>in</strong>g tot de meest effectieve vormgev<strong>in</strong>g van het onderzoek en<br />
ten laatste de meest effectieve onderzoeksmethodologie. De onderzoeksmethodologie vormt het<br />
belangrijkste resultaat van het onderzoek, daarom is de methodologie gegoten <strong>in</strong> de ‘mal’ van het<br />
lectoraat en <strong>in</strong>zichtelijk gemaakt <strong>in</strong> een implementatieadvies.<br />
De thesis verschaft de lezer een verfrissende <strong>in</strong>kijk <strong>in</strong> situationele trends en ontwikkel<strong>in</strong>gen van<br />
<strong>in</strong>strumentele (bedrijfs)ethiek gebaseerd op de belev<strong>in</strong>g van gerenommeerde bedrijfsethici, lectoren,<br />
universitair ho<strong>of</strong>ddocenten, onderzoekers en vertegenwoordigers uit de hospitality sector.
Inhoudsopgave<br />
1. ALGEMENE INLEIDING ............................................................................................................... 5<br />
1.1 ACHTERGROND PROJECT ................................................................................................................ 5<br />
1.1.1 LECTORAAT ETHIEK EN MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN.............................................................................. 5<br />
1.1.2 ETHISCHE CODES ................................................................................................................................................................... 5<br />
1.1.3 MISSIE, VISIE EN STRATEGIE ................................................................................................................................................... 6<br />
1.2 PROJECTDOELSTELLING .................................................................................................................. 6<br />
1.3 RANDVOORWAARDEN ................................................................................................................... 7<br />
1.4 WORK BREAKDOWN STRUCTURE ..................................................................................................... 7<br />
2. ONDERZOEK .............................................................................................................................. 8<br />
2.1 INLEIDING ONDERZOEK .................................................................................................................. 8<br />
2.2 DEELONDERZOEKEN...................................................................................................................... 9<br />
2.2.2 LITERATUURONDERZOEK ....................................................................................................................................................... 9<br />
2.2.3 VELDONDERZOEK .................................................................................................................................................................. 9<br />
2.3 DOELSTELLING ONDERZOEK ...........................................................................................................10<br />
2.4 VALIDITEIT ................................................................................................................................10<br />
2.5 BETROUWBAARHEID ....................................................................................................................11<br />
2.6 DEEL-, ONDERZOEK- EN ZOEKVRAGEN...............................................................................................11<br />
2.6.1 VRAGEN BEANTWOORD DOOR MIDDEL VAN LITERATUUR- EN VELDONDERZOEK.......................................................................12<br />
2.7 ONDERZOEKSRESULTATEN .............................................................................................................13<br />
2.7.1 KRITISCH LITERATUUROVERZICHT..........................................................................................................................................13<br />
2.8 METHODOLOGISCHE VERANTWOORDING; ONDERBOUWING AANPAK VELDONDERZOEK ..................................19<br />
2.9 KWALITATIEVE ANALYSE ONDERZOEK ................................................................................................19<br />
2.10 MEETINSTRUMENT....................................................................................................................19<br />
2.10.1 SAMENVATTINGEN ............................................................................................................................................................20<br />
3. CONCLUSIES .............................................................................................................................21<br />
3.1 BEANTWOORDING DEEL- EN ONDERZOEKVRAGEN ................................................................................21<br />
3.1.1 ONDERZOEKVRAGEN............................................................................................................................................................21<br />
3.1.1.1 ONDERZO EKVR AAG 1 ............................................................................................................................................................ 21<br />
3.1.1.2 ONDERZO EKVR AAG 2 ............................................................................................................................................................ 24<br />
3.1.1.3 ONDERZO EKVR AAG 3 ............................................................................................................................................................ 25<br />
3.1.2 DEELVRAGEN .....................................................................................................................................................................28<br />
3.1.2.1 DEELVR AAG 1 ...................................................................................................................................................................... 28<br />
3.1.2.2 DEEL VRAAG 2 ...................................................................................................................................................................... 29<br />
3.1.2.3 DEELVR AAG 3 ...................................................................................................................................................................... 30
3.1.2.4 DEELVR AAG 4 ...................................................................................................................................................................... 30<br />
3.1.2.5 DEELVR AAG 5 ...................................................................................................................................................................... 32<br />
3.2 RESULTATEN LITERATUUR, ZOEK-, ONDERZOEK-, EN DEELVRAGEN.............................................................36<br />
3.3 DISCUSSIE .................................................................................................................................36<br />
3.3.1 VALIDITEIT ACHTERAF ..........................................................................................................................................................36<br />
3.3.2 BETROUWBAARHEID ACHTERAF............................................................................................................................................36<br />
3.4 CONCLUSIE ZOEK-,ONDERZOEK- EN DEELVRAGEN .................................................................................37<br />
3.5 VAN CONCLUSIE NAAR ADVIESFORMULERING......................................................................................37<br />
3.6 INLEIDING MANAGEMENT PROBLEEM ...............................................................................................37<br />
3.6.1 HERHALING BELEIDSVRAAG ..................................................................................................................................................38<br />
3.7 CONCLUSIE BELEIDSVRAAG ............................................................................................................38<br />
3.8 DOELSTELLING BELEIDSADVIES ........................................................................................................39<br />
3.9 RANDVOORWAARDEN ..................................................................................................................39<br />
3.9.1 TOETSING ...........................................................................................................................................................................39<br />
3.9.2 INLEIDING AANBEVELINGEN..................................................................................................................................................39<br />
4. ADVIES ....................................................................................................................................40<br />
4.1 AANBEVELINGEN ........................................................................................................................40<br />
4.1.1 DEELONDERWERPEN............................................................................................................................................................40<br />
4.2 DEELONDERWERP 1: OPBOUW NETWERK ..........................................................................................41<br />
4.2.1 ALLIANTIES..........................................................................................................................................................................41<br />
4.2.2 MARKETING ........................................................................................................................................................................42<br />
4.2.3 SYMPOSIUM........................................................................................................................................................................44<br />
4.3 DEELONDERWERP 2: LECTORALE OMGEVING ......................................................................................44<br />
4.3.1 OPZET KENNISKRING ............................................................................................................................................................44<br />
4.3.2 WERVING EN SELECTIE STUDENTEN ......................................................................................................................................45<br />
4.4 DEELONDERWERP 3: VORMGEVING ONDERZOEK .................................................................................47<br />
4.4.1 ONDERZOEKOMGEVING .......................................................................................................................................................47<br />
4.4.4.1 HOSPITALITY SECTOR ............................................................................................................................................................. 47<br />
4.4.2 ONDERZOEKVRAGEN............................................................................................................................................................48<br />
4.5 DEELONDERZOEK 4: ONDERZOEKMETHODOLOGIE................................................................................49<br />
4.5.1 EFFECTIEF ONDERZOEK.........................................................................................................................................................49<br />
4.5.2 METHODOLOGIE .................................................................................................................................................................49<br />
5. IMPLEMENTATIE.......................................................................................................................51<br />
5.1 STAPPENPLAN ............................................................................................................................51<br />
5.1.1 ONDERZOEKMETHODOLOGIE ...............................................................................................................................................51
5.2 PLAN VAN AANPAK .................................................................................................................56<br />
6 LIMITATIE EN REFLECTIE ............................................................................................................57<br />
6.1 LIMITATIE .................................................................................................................................57<br />
6.2 REFLECTIE .................................................................................................................................57<br />
7 GASTVRIJHEID EN ETHIEK ...........................................................................................................58<br />
7.1 ACHTERGROND ONDERZOEKER .......................................................................................................58<br />
7.2 ONDERZOEKSLIJN ETHIEK EN GASTVRIJHEID ........................................................................................58<br />
BIBLIOGRAFIE ..............................................................................................................................59<br />
NAWOORD .....................................................................................................................................<br />
BIJLAGEN ........................................................................................................................................<br />
NOTULEN BIJEEKOMST OPDRACHTGEVER........................................................................................ I<br />
ONDERZOEKPROGRAMMA LECTORAAT .......................................................................................... II<br />
BEANTWOORDING ZOEKVRAGEN.................................................................................................. III<br />
INTERVIEW GUIDES ...................................................................................................................... IV<br />
CD-ROM TRANSCRIPTEN................................................................................................................ V<br />
INTERVIEW SAMENVATTINGEN..................................................................................................... VI<br />
TOETSING AANBEVELINGEN......................................................................................................... VII<br />
PLAN VRIJE COMPETENTIES ........................................................................................................ VIII<br />
RELATIES KENNISCENTRUM .......................................................................................................... IX<br />
VOORBEELD MARKETING............................................................................................................... X<br />
ONDERZOEKVRAGEN LECTORAAT ................................................................................................. XI<br />
PLANNING THESIS ....................................................................................................................... XII<br />
FORMULIER BEOORDELING THESIS.............................................................................................. XIII<br />
INTERVIEWS VELDONDERZOEK ................................................................................................... XIV
1. Algemene <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g<br />
In ho<strong>of</strong>dstuk 1 wordt de achtergrond van het thesis project en het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO omschreven dit aan de hand<br />
van de missie, visie en strategie <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 1.1. In ho<strong>of</strong>dstuk 1.2 wordt de projectdoelstell<strong>in</strong>g uiteengezet. Deze<br />
projectdoelstell<strong>in</strong>g moet echter voldoen aan een aantal randvoorwaarden, beschreven <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 1.3. In ho<strong>of</strong>dstuk 1.4<br />
volgt de Work Breakdown Structure, deze fungeerde als leidraad voor de onderzoeksmethodologie.<br />
1.1 Achtergrond project<br />
Deze thesis is geschreven <strong>in</strong> opdracht van het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en Maatschappelijk Verantwoord<br />
Ondernemen (hierna geduid als <strong>Ethiek</strong> en MVO). Het lectoraat is onderdeel van het kenniscentrum<br />
Bus<strong>in</strong>ess Development & Hospitality en tevens onderdeel van de Hospitality Bus<strong>in</strong>ess School die zijn<br />
herkomst v<strong>in</strong>dt b<strong>in</strong>nen <strong>Saxion</strong> Hogescholen. Het kenniscentrum richt zich op bedrijfskundige<br />
vraagstukken over <strong>in</strong>novatie van processen en producten, <strong>in</strong> het bijzonder <strong>in</strong> de dienstverlenende<br />
sector. De onderzoeksagenda van het kenniscentrum wordt gevuld vanuit de verschillende lectoraten<br />
(<strong>Saxion</strong>, 2010). Vanuit verschillende <strong>in</strong>valshoeken blijkt dat de functie van een lectoraat voor een<br />
hogeschool de volgende onderwerpen behelst; Het genereren van kennis voor de onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g,<br />
waarmee de onderzoekscapaciteiten van docenten en studenten verbeterd worden en het verkrijgen<br />
van <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> actuele vraagstukken uit het beroepenveld. Door het verrichten van onderzoek staat de<br />
docent dichter bij de pr<strong>of</strong>essie en kan kennis vervolgens worden geïntegreerd <strong>in</strong> de onderwijs-<br />
curricula (E. Cavagnaro, J. Wempe, persoonlijke communicatie, 2010).<br />
1.1.1 Lectoraat <strong>Ethiek</strong> en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen<br />
Het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO is opgezet <strong>in</strong> maart 2010 en heeft Ruud Welten als lector. Het doel van<br />
het lectoraat is om samen met participanten uit het werkveld de specifieke maatschappelijke<br />
verantwoordelijkheid van het beroepenveld te stimuleren en onderzoeken (Welten, persoonlijke<br />
communicatie, 2010). Tijdens de eerste periode, waarbij de focus voornamelijk lag op de opzet van<br />
het lectoraat, werd onder andere gewerkt aan het vestigen van het lectoraat, zowel <strong>in</strong>tern b<strong>in</strong>nen de<br />
Hospitality Bus<strong>in</strong>ess School en extern bij collega lectoraten. Daarnaast werd de onderzoeksomgev<strong>in</strong>g<br />
verkend en werden contacten gelegd b<strong>in</strong>nen het beroepenveld. Na deze periode is het de <strong>in</strong>tentie<br />
van de heer Welten om vanaf februari 2011 te beg<strong>in</strong>nen met het verrichten van onderzoek. Vanuit<br />
de wens om van start te gaan met onderzoek is het van belang om de onderzoeken die uitgevoerd<br />
gaan worden vanuit het lectoraat zo effectief mogelijk te organiseren.<br />
1.1.2 Ethische codes<br />
Een van de thema’s waarb<strong>in</strong>nen wenselijk onderzoek verricht gaat worden is het thema ethische<br />
codes, verschillende partijen hebben belang bij deze onderzoekslijn. Een voorbeeld hiervan zijn de<br />
branche organisaties, die door de toenemende vraag naar transparantie uit de maatschappij worden<br />
verplicht tot het beter faciliteren van ethisch gedrag, met de keus tussen verdere reguler<strong>in</strong>g, <strong>of</strong><br />
dereguler<strong>in</strong>g (KPMG, 2010). Hiertoe is verdiep<strong>in</strong>g van de kennis benodigd met betrekk<strong>in</strong>g tot de<br />
functie en het effect van een ethische code, de verschillende verschijn<strong>in</strong>gsvormen en <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong><br />
verschillende methodes van implementatie en auditer<strong>in</strong>g. De beoogde onderzoekslijn, waarvoor<br />
deze thesis mogelijkerwijs het fundament vormt, richt zich dan ook op de specifieke plaats die<br />
ethische codes <strong>in</strong>nemen <strong>in</strong> de hospitality sector, een sector die zich niet alleen bev<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> een<br />
enorme dynamiek maar tevens midden <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g staat. Zodoende wordt de sector vanuit<br />
verschillende hoeken beoordeeld maar ook veroordeeld (Wempe, persoonlijke communicatie, 2010).<br />
Wat is nu, gezien de voorgenoemde pr<strong>of</strong>ielschets van de sector, een effectieve methode om<br />
onderzoek uit te voeren naar ethische codes <strong>in</strong> deze hospitality sector? Hierbij duidt effectief op de<br />
mate waar<strong>in</strong> het beoogde doel van het onderzoek voor het lectoraat behaald wordt (van Dale, 2010),<br />
namelijk het vaststellen van de z<strong>in</strong> <strong>of</strong> onz<strong>in</strong> van de ethische code. Voorgestelde vragen, die bijna<br />
overeenkomstig zijn aan de beleidsvraag, vormen de achtergrond van en tevens de aanleid<strong>in</strong>g voor<br />
het verrichten van onderzoek ten behoeve van de adviesformuler<strong>in</strong>g van dit thesisproject.<br />
5
De beleidsvraag die de basis heeft gevormd tot het onderzoek b<strong>in</strong>nen deze thesis wordt onderstaand<br />
weergegeven:<br />
“Hoe kan het lectoraat ethiek en maatschappelijk verantwoord ondernemen onderzoek naar ethische<br />
codes b<strong>in</strong>nen de hospitality sector op effectieve wijze organiseren zodat studenten van de Hospitality<br />
Bus<strong>in</strong>ess School deze onderzoeken <strong>in</strong> de toekomst kunnen uitvoeren?”<br />
1.1.3 Missie, visie en strategie<br />
De missie, visie en strategie van het lectoraat zijn kenbaar gemaakt aan de onderzoeker tijdens een<br />
bijeenkomt op 8 september. De notulen van deze bijeenkomst zijn te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> bijlage I. Tijdens deze<br />
bijeenkomst is tevens een omschrijv<strong>in</strong>g van het onderzoekprogramma van het lectoraat beschikbaar<br />
gesteld aan de onderzoeker. De bijeenkomst en het document fungeerden als basis voor het<br />
onderzoek. In bijlage II is de omschrijv<strong>in</strong>g van het onderzoekprogramma van het lectoraat ethiek en<br />
MVO te v<strong>in</strong>den. De omschrijv<strong>in</strong>g omvat de missie, visie en strategie van het lectoraat en is opgesteld<br />
door Ruud Welten.<br />
Missie:<br />
“Het lectoraat beoogt primair de wetenschappelijke pr<strong>of</strong>iler<strong>in</strong>g van het begrip bedrijfsethiek”<br />
(Onderzoeksprogramma voor het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen,<br />
2010). Wanneer voorgenoemde missie van het lectoraat wordt gekoppeld aan de missie van het<br />
onderzoek voor deze thesis, kan een duidelijk verband tussen beide missies geconstateerd worden.<br />
De methodologische vraag, gesteld b<strong>in</strong>nen dit onderzoek draagt bij aan de wetenschappelijke<br />
pr<strong>of</strong>iler<strong>in</strong>g van bedrijfsethiek waar het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO naar streeft. Dit omdat de<br />
aanbevel<strong>in</strong>gen worden gebaseerd op bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen uit het literatuuronderzoek, we lke worden<br />
gestaafd met de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen uit het veldonderzoek.<br />
Visie:<br />
De visie van het lectoraat is gericht op “de <strong>in</strong>terne drijfveer bij MVO, de <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke motivatie van een<br />
organisatie om een bijdrage te leveren aan een humane maatschappij”. Het onderzoek b<strong>in</strong>nen deze<br />
thesis sluit aan bij de visie van het lectoraat ethiek en MVO omdat het onderzoek is gericht op de<br />
organisatie van onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector. Onderzoek naar de<br />
aanwezigheid van- <strong>of</strong> de noodzaak voor een ethisch <strong>in</strong>strument zoals een code b<strong>in</strong>nen de hospitality<br />
sector, schept verduidelijk<strong>in</strong>g met betrekk<strong>in</strong>g tot de bijdrage die een organisatie kan leveren aan een<br />
humane maatschappij, wanneer deze bijdrage bestaat uit de <strong>in</strong>stitutionaliser<strong>in</strong>g van ethisch en<br />
gewenst gedrag <strong>in</strong> een code.<br />
Strategie:<br />
De strategie van het lectoraat kan worden omschreven aan de hand van de ho<strong>of</strong>dvraag van het<br />
lectoraat: “op welke manier leveren de branches b<strong>in</strong>nen de Hospitality Bus<strong>in</strong>ess een ethisch<br />
verantwoorde bijdrage aan de maatschappij en hoe kan deze bijdrage gestimuleerd worden?“. De<br />
ho<strong>of</strong>dvraag is opgesplitst <strong>in</strong> vier <strong>in</strong>valshoeken, één van die <strong>in</strong>valshoeken is de ethische code. Het<br />
lectoraat wil een bijdrage leveren aan: “de ontwikkel<strong>in</strong>g van een effectieve en gelo<strong>of</strong>waardige<br />
ethische code”. Het onderzoek van deze thesis levert een effectieve methode van organisatie van<br />
onderzoeken naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector op, daarmee verschaft het onderzoek een<br />
plan van aanpak richt<strong>in</strong>g de beantwoord<strong>in</strong>g van de ho<strong>of</strong>dvraag van het lectoraat. Daarnaast is het<br />
onderzoek een <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van de specifieke benader<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>valshoek, de ethische code.<br />
1.2 Projectdoelstell<strong>in</strong>g<br />
Het doel van het onderzoek is om <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> een zo effectief mogelijke organi satiemethode<br />
van onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector. De maximalisatie van effectiviteit is<br />
essentieel voor de onderzoeken die <strong>in</strong> februari 2011 van start gaan omdat de <strong>in</strong>itiële onderzoek<br />
resultaten representatief zijn voor de kwaliteit van het lectoraat en daarmee de vestig<strong>in</strong>g van het<br />
6
lectoraat op positieve wijze kunnen beïnvloeden richt<strong>in</strong>g de markt. Effectiviteit van onderzoek, <strong>of</strong> de<br />
mate waar<strong>in</strong> het beoogde doel van de <strong>in</strong>itiële onderzoeken behaald wordt (van Dale, 2010), draagt<br />
bij aan de ‘vliegende start’ die het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO kan maken. De doelstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het<br />
onderzoek is om een effectieve methode van organisatie te adviseren aan het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en<br />
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, met betrekk<strong>in</strong>g tot het uitvoeren van onderzoek naar<br />
ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector. Dit advies wordt gegeven <strong>in</strong> de vorm van een beleidsadvies.<br />
Het is hierbij van belang om de focus te leggen op verschillende dee londerwerpen om zodoende <strong>in</strong><br />
brede z<strong>in</strong> te kunnen bijdragen aan de funder<strong>in</strong>g van het lectoraat. Vanuit ethisch oogpunt is het<br />
<strong>in</strong>teressant om kennis vanuit verschillende <strong>in</strong>valshoeken te verzamelen, dit gegeven kan worden<br />
gemotiveerd met de volgende stell<strong>in</strong>g: “je kijkt niet sec naar één handel<strong>in</strong>g, maar naar de hele<br />
constellatie, daarna vel je je oordeel” (J. Wempe, persoonlijke communicatie, 22 oktober, 2010).<br />
De constellatie bestaat, <strong>in</strong> dit verband, uit de organisatie methodieken van vergelijkbare onderzoek<br />
<strong>in</strong>stituten <strong>in</strong> hogescholen, universiteiten en b<strong>in</strong>nen het beroepenveld. Tevens is het vanuit de <strong>in</strong>steek<br />
van ‘een lectoraat dicht bij de pr<strong>of</strong>essie’, verstandig om beeldvorm<strong>in</strong>g te creëren van de organisatie<br />
methodieken met betrekk<strong>in</strong>g tot onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> het beroepenveld. Het <strong>in</strong>zichtelijk<br />
maken van de organisatie methodieken van voorgenoemde <strong>in</strong>stanties gaat gepaard met het<br />
verkrijgen van <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de prioriter<strong>in</strong>g die bedrijfsethiek <strong>in</strong> de hospitality sector geniet. Het<br />
vaststellen van de ‘motivatie en bereidwilligheid’ voor de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de ethische code vanuit de<br />
hospitality sector, en de aanleid<strong>in</strong>g voor deze factoren vormt hét fundamentele onderdeel van de<br />
deelonderwerpen. Immers bestaat er zonder relevante vraag vanuit het beroepenveld, geen aanbod<br />
van het lectoraat (T. Thijssen, Persoonlijke communicatie, 2 november, 2010).<br />
1.3 Randvoorwaarden<br />
Het overkoepelende doel voor het schrijven van deze thesis is het <strong>in</strong> kaart brengen van en het<br />
reken<strong>in</strong>g houden met de wensen van de belanghebbenden, betrokken bij de uitkomst van de thesis.<br />
Op deze manier wordt de doelstell<strong>in</strong>g van deze thesis behaald. De opdrachtgever Ruud Welten is de<br />
eerste belanghebbende van de thesis, daarnaast is het kenniscentrum Bus<strong>in</strong>ess Development &<br />
hospitality een tweede belanghebbende. Als derde belanghebbende is er het hospitality werkveld en<br />
ten laatste is de student zelf een belanghebbende omdat deze een wezenlijk verschil hoopt te maken<br />
<strong>in</strong> de organisatiemethodiek van het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO. Dit op basis van uitgebreid onderzoek,<br />
het toepassen van kennis vanuit verschillende <strong>in</strong>valshoeken en het geven van een bruikbaar advies<br />
met betrekk<strong>in</strong>g tot de beleidsvoer<strong>in</strong>g van het lectoraat <strong>in</strong> het eerste half jaar na aanvang van de<br />
onderzoeken.<br />
1.4 Work Breakdown structure 2<br />
Explorerend / Explanatief onderzoek<br />
Literatuuronderzoek<br />
Kritisch literatuur overzicht<br />
Veldonderzoek<br />
Diepte <strong>in</strong>terviews / Cursus ethiek / Observatie MVO certificer<strong>in</strong>g<br />
Analyse resultaten / Conclusie<br />
Formuleren aanbevel<strong>in</strong>gen<br />
Onderzoek rapportage / Beleidsadvies / Implementatie<br />
Effectieve organisatie van onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector<br />
2 De Work Breakdown Structure is geformuleerd <strong>in</strong> het <strong>Thesis</strong> Proposal Defence. De Work Breakdown Structure<br />
is leidend geweest voor de aangehouden volgorde van onderzoek b<strong>in</strong>nen deze thesis.<br />
7
2. Onderzoek<br />
In dit ho<strong>of</strong>dstuk wordt de onderzoeksmethodologie besproken. Voorgegaan door een <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 2.1 worden<br />
vervolgens de deelonderzoeken besproken <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 2.2. Daarna wordt <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 2.3 de doelstell<strong>in</strong>g van de<br />
deelonderzoeken toegelicht. Daarna volgt een besprek<strong>in</strong>g van de maatregelen die zijn getr<strong>of</strong>fen met betrekk<strong>in</strong>g tot de<br />
validiteit en betrouwbaarheid van het onderzoek <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 2.4 t/m 2.5. Vervolgens wordt <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 2.6 verwezen<br />
naar de onderzoek-, en deelvragen van het onderzoek. Om het ho<strong>of</strong>dstuk onderzoek ten laatste af te sluiten met het<br />
kritisch literatuur overzicht wat wordt besproken <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 2.7.<br />
2.1 Inleid<strong>in</strong>g onderzoek<br />
In dit ho<strong>of</strong>dstuk worden de onderzoeksmethodieken gebruikt voor de totstandkom<strong>in</strong>g van het<br />
beleidsadvies beschreven. De opzet voor het onderzoek is reeds geformuleerd <strong>in</strong> het thesis proposal<br />
en vormde hiermee het kader waarb<strong>in</strong>nen het onderzoek plaatsv<strong>in</strong>dt. De onderzoek opzet wordt<br />
nader toegelicht aan de hand van de “onderzoeksproces-ui” van Saunders, Lewis, & Thornhill, 2003.<br />
De filos<strong>of</strong>ie van het onderzoek<br />
De buitenste laag van de “ui” heeft te maken met de onderzoeksfilos<strong>of</strong>ie die staat voor de manier<br />
waarop er over de ontwikkel<strong>in</strong>g van kennis gedacht wordt. De onderzoeksfilos<strong>of</strong>ie van het onderzoek<br />
heeft betrekk<strong>in</strong>g op het <strong>in</strong>terpretivisme, deze observeert de sociale wetenschap (de subjectieve<br />
betekenis die mensen en hun <strong>in</strong>stituties aan iets geven <strong>of</strong> ondernemen) door het te onderscheiden<br />
van de natuurlijke wetenschappen (objectief waarneembaar) en door de verschillen te reflecteren<br />
(Bryman, 2004). B<strong>in</strong>nen een onderzoek toegespitst op een verkenn<strong>in</strong>g van een ethische situatie <strong>in</strong><br />
een bepaalde sector is de volgende stell<strong>in</strong>g van Remenyi (Remenyi, 1998) van belang: “de noodzaak<br />
om erachter te komen wat de details van de situatie zijn om de werkelijkheid te leren begrijpen <strong>of</strong><br />
misschien een achterliggende werkelijkheid die de situatie bepaalt”. Het onderzoeksonderwerp is<br />
nieuw en om die reden is er we<strong>in</strong>ig literatuur beschikbaar met betrekk<strong>in</strong>g tot de specifieke situatie<br />
van onderzoeken naar ethische codes vanuit een lectoraat.<br />
De onderzoeksmethode<br />
Bovengenoemde vormt de <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g tot de volgende laag van de ui, de onderzoeksmethode. Met<br />
betrekk<strong>in</strong>g tot het uitgevoerde onderzoek is deze eerder <strong>in</strong>ductief dan deductief te noemen. Het is<br />
bijvoorbeeld bij het veldonderzoek belangrijk om te weten te komen welke betekenis de<br />
respondenten aan begrippen toekennen, en <strong>of</strong> tussen die toegekende betekenis verschillen <strong>of</strong><br />
overeenkomsten bestaan. Ook is er een ger<strong>in</strong>ger belang om de onderzoeksresultaten te kunnen<br />
generaliseren omdat er gestreefd wordt naar een verkenn<strong>in</strong>g van de mogelijkheden (Saunders et al,<br />
2003).<br />
De strategie van het onderzoek<br />
De hierop volgende laag heeft betrekk<strong>in</strong>g op de onderzoeksstrategie die is toegepast, een case study<br />
waarbij het verschijnsel van ethische codes, b<strong>in</strong>nen de empirie van lectoraten, universiteiten en het<br />
bedrijfsleven b<strong>in</strong>nen de actuele context onderzocht is. Een case study is volgens Schreuder Peters<br />
(2005) een uitgebreid onderzoek van één <strong>of</strong> meerdere gevallen met bijzondere eigenschappen die<br />
zich <strong>in</strong> een bijzondere situatie bev<strong>in</strong>dt. Vertaald naar het onderzoek voor de thesis is ‘het geval’ <strong>in</strong> dit<br />
perspectief het onderzoeken van ethische codes, de bijzondere eigenschappen hebben te maken met<br />
de mogelijkheden van het lectoraat en de bijzondere situatie is zowel het lectoraat als het hospitality<br />
werkveld.<br />
Het tijdsperspectief van het onderzoek<br />
Het tijdsperspectief waarb<strong>in</strong>nen het onderzoek wordt uitgevoerd is gekoppeld aan de volgende laag.<br />
Het onderzoek is uitgevoerd tussen 6 september 2010 en 1 december 2010, dit beteken t dat het<br />
onderzoek een doorsnedenonderzoek is omdat het bestuderen van het verschijnsel ethische codes<br />
b<strong>in</strong>nen een bepaalde tijdspanne verricht moest worden.<br />
“We moeten de wetenschappelijke methodologie zien voor wat ze werkelijk is, een manier om te voorkomen dat ik mezelf<br />
voor de gek houd met betrekk<strong>in</strong>g tot mijn creatief gevormde subjectieve vermoedens,<br />
die ontstaan zijn uit de verhoud<strong>in</strong>g tussen mij en mijn materiaal” (Rogers, 1961)<br />
8
Het doel van het onderzoek<br />
De volgende laag van de ui heeft te maken met het onderzoeksdoel, dit is verkennend. Vanuit het<br />
lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO was onvoldoende bekend over de onderzoeksempirie. Hierbij is gebruik<br />
gemaakt van wat Saunders et al (2003) noemt als de drie voornaamste manieren van het uitvoeren<br />
van verkennend onderzoek namelijk, een literatuuronderzoek; praten met experts op het<br />
desbetreffende gebied en het houden van diepte-<strong>in</strong>terviews. Hiermee zijn alle lagen van de<br />
onderzoeksproces-‘ui’ beschreven behalve de kern, de dataverzamel<strong>in</strong>gsmethode. Deze wordt <strong>in</strong> het<br />
ho<strong>of</strong>dstuk deelonderzoeken nader beschreven.<br />
2.2 Deelonderzoeken<br />
Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van een comb<strong>in</strong>atie van bronnen, secundaire bronnen <strong>in</strong> het<br />
literatuuronderzoek en primaire bronnen <strong>in</strong> het veldonderzoek, de observatie en een cursus ter<br />
verdiep<strong>in</strong>g van de kennis van de onderzoeker. Door gebruik te maken van deze comb<strong>in</strong>atie is er<br />
sprake van triangulatie, door het gebruiken van verschillende bronnen en verschillende methodes<br />
van dataverzamel<strong>in</strong>g. Volgens Saunders et al, (2003) is dit een manier om verschillende methodes<br />
van dataverzamel<strong>in</strong>g te gebruiken b<strong>in</strong>nen één onderzoek. Deze verschillende methodes hebben<br />
allemaal verschillende effecten, zodoende wordt het “methode-effect” opgeheven. Het methodeeffect<br />
treedt op wanneer bepaalde kennis vanuit één methode van dataverzamel<strong>in</strong>g gevaloriseerd<br />
wordt. De daadwerkelijke valorisatie van deze kennis wordt mogelijk gemaakt door het toepassen<br />
van een comb<strong>in</strong>atie van dataverzamel<strong>in</strong>gsmethodes.<br />
2.2.2 Literatuuronderzoek<br />
Het literatuuronderzoek is vormgegeven vanuit verscheidene <strong>in</strong>valshoeken. Het literatuuronderzoek<br />
is ten eerste gebaseerd op een viertal relevante zoektermen die zijn gedistilleerd uit de beleidsvraag.<br />
De zoektermen die richt<strong>in</strong>g gaven aan het literatuuronderzoek luiden als volgt; ethiek, bedrijfsethiek,<br />
gedragscodes en maatschappelijke verantwoord<strong>in</strong>g. Het gebruik van deze zoektermen verhoogde het<br />
begrip van de onderzoeksomgev<strong>in</strong>g. Bij aanvang van het literatuur onderzoek bleek dat er ruim keus<br />
bestaat uit literatuur met betrekk<strong>in</strong>g tot (bedrijfs)ethiek en gedragscodes. Bij het maken van een<br />
geëigende keus uit de literatuur was het van belang om alleen de relevante literatuur voor dit<br />
specifieke onderzoek te raadplegen. Om deze relevantie te borgen is de literatuurlijst zoals verschaft<br />
door het lectoraat ethiek en MVO gebruikt als basis. Deze literatuurlijst vormde, volgens het<br />
“sneeuwbaleffect” de aanleid<strong>in</strong>g tot het raadplegen van overige literatuur. Het kritisch literatuur<br />
overzicht zoals te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 2.7.1, is representatief voor de analyse van de literatuur, op<br />
basis van de gestelde zoektermen.<br />
2.2.3 Veldonderzoek<br />
B<strong>in</strong>nen het veldonderzoek is gebruik gemaakt van verschillende methoden. Het voeren van diepte<strong>in</strong>terviews<br />
vormt het meest omvattende deel van het veldonderzoek. Het verkennende karakter van<br />
het onderzoek en de brede stell<strong>in</strong>g van de beleidsvraag vraagt om een even verkennende en brede<br />
<strong>in</strong>steek bij de keus voor de respondenten, de respondenten zijn geselecteerd op basis van de<br />
hoeveelheid relevante kennis die zij konden bijdragen aan het onderzoek, er is gestreefd naar een<br />
zekere mate van expertise. Het raadplegen van experts transformeert de diepte-<strong>in</strong>terviews naar<br />
“expert-<strong>in</strong>terviews”, welke kunnen worden <strong>in</strong>gezet ter verkenn<strong>in</strong>g <strong>of</strong> oriëntatie van een nieuw<br />
werkveld <strong>of</strong> om hypotheses te kunnen genereren (Flick, 2009). Dit past bij het karakter van het<br />
algehele onderzoek ten behoeve van deze thesis en is daarom meest effectieve methode van<br />
dataverzamel<strong>in</strong>g te noemen. De bronvermeld<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>terviews is te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> bijlage XIV.<br />
De uite<strong>in</strong>delijke selectie van de respondenten verliep zowel bewust als op verwijz<strong>in</strong>g. Ter illustratie is<br />
een expert op het gebied van onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> het beroepenveld bewust benaderd<br />
naar aanleid<strong>in</strong>g van het literatuuronderzoek <strong>of</strong> op verwijz<strong>in</strong>g, op basis van de expertise van Ruud<br />
Welten. Ook zijn experts op het gebied van het organiseren van onderzoek vanuit een lectoraat<br />
bewust benaderd, ten behoeve van het bepalen van <strong>in</strong>terne en externe lectorale kaders. Ten laatste<br />
9
zijn vertegenwoordigers van een branche organisatie en een ethisch gerelateerde sticht<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen de<br />
hospitality sector bewust geraadpleegd als experts. Bovendien hebben enkele gerenommeerde<br />
bedrijfsethici <strong>in</strong> Nederland het onderzoek voorzien van een actueel en wetenschappelijk onderlegd<br />
kader. Het is tijdens de selectie van respondenten enkele malen voorgekomen dat een respondent<br />
verwees naar de volgende respondent omdat deze respondent over aanvullende deskundigheid<br />
beschikt met betrekk<strong>in</strong>g tot een relevant onderwerp voor het onderzoek. Zo is de selectie van<br />
respondenten naast de bewuste selectie op de mate van expertise ook op organische wijze tot stand<br />
gekomen.<br />
Observatie:<br />
Een niet-participerende kwalitatieve observatie heeft plaatsgevonden tijdens een vergader<strong>in</strong>g tussen<br />
de opdrachtgever en een <strong>in</strong>novatieve partij uit het werkveld te weten Lloyds Register Quality<br />
Assurance te Rotterdam. Deze “certificeerder” draagt op actieve wijze bij aan de <strong>in</strong>stitutionaliser<strong>in</strong>g<br />
van maatschappelijke verantwoord<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het beroepenveld door het afgeven van certificaten op basis<br />
van de MVO-prestatieladder. Het vervaardigen van een kwalitatieve beschrijv<strong>in</strong>g had het opstellen<br />
van een diagnose van een trend geconstateerd <strong>in</strong> het literatuuronderzoek als doel (Schreuder Peters,<br />
2005). Deze observatie was relevant met betrekk<strong>in</strong>g tot het onderzoek omdat certificer<strong>in</strong>g wellicht<br />
een nieuwe vorm is van de <strong>in</strong>stitutionaliser<strong>in</strong>g van processen <strong>of</strong> gedrag, niet <strong>in</strong> een code maar <strong>in</strong><br />
meetbare prestatie <strong>in</strong>dicatoren, die <strong>in</strong> positief geval leiden tot certificer<strong>in</strong>g. De samenvatt<strong>in</strong>g van<br />
deze kwalitatieve observatie is te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de <strong>in</strong>terview samenvatt<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> bijlage VI.<br />
Cursus bedrijfsethiek<br />
Er is tijdens het thesis proces door de student deelgenomen aan een cursus bedrijfsethiek gegeven<br />
door Johan Wempe en Frans Eijkelh<strong>of</strong>. Deze cursus heeft <strong>in</strong> grote mate bijgedragen aan de<br />
persoonlijke verdiep<strong>in</strong>g van de student <strong>in</strong> het kernonderwerp van de the sis. Deze cursus bracht de<br />
actualiteiten van het onderwerp bedrijfsethiek tot leven en leverde bruikbare <strong>in</strong>formatie en<br />
vernieuwende <strong>in</strong>valshoeken op, welke ten goede kwamen aan de thesis.<br />
2.3 Doelstell<strong>in</strong>g onderzoek<br />
De doelstell<strong>in</strong>g van het onderzoek bestaat uit meerdere onderdelen. Ten eerste is het belangrijk om<br />
doelgericht en betrouwbaar antwoord te kunnen geven op de vragen die gesteld zijn vanuit de<br />
opdrachtgever. Ook verschaft het onderzoek <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de meest effectieve wijze van het uitvoeren<br />
van onderzoeken naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector. Hierbij wordt vanuit verschillende<br />
perspectieven geredeneerd. Allereerst vanuit het perspectief van de lectoraten verbonden aan<br />
<strong>Saxion</strong> hogescholen, aangevuld met kennis vanuit het perspectief van collega lectoraten en<br />
universiteiten. Een ander perspectief is gericht op de methodieken die worden gehanteerd <strong>in</strong> het<br />
bedrijfsleven, breed benaderd van mult<strong>in</strong>ationals tot MKB. Er is ho<strong>of</strong>dzakelijk onderzoek verricht<br />
b<strong>in</strong>nen Nederland maar tevens is uitgeweken naar het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk en Amerika. Ook de<br />
huidige situatie van de onderzoeksempirie (de hospitality sector) is <strong>in</strong> kaart gebracht.<br />
2.4 Validiteit<br />
De <strong>in</strong>terne validiteit van dit onderzoek heeft betrekk<strong>in</strong>g op de juistheid van de getrokken conclusies<br />
op basis van de data <strong>in</strong> het onderzoek. De <strong>in</strong>terne validiteit <strong>in</strong> dit onderzoek wordt gewaarborgd door<br />
datatriangulatie zoals besproken <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 2.2. De externe validiteit heeft betrekk<strong>in</strong>g op de mate<br />
waar<strong>in</strong> de resultaten en conclusies uit het veldonderzoek gelden voor andere situaties (Creswell,<br />
2003). Omdat dit verkennende onderzoek op betrekk<strong>in</strong>g heeft op een relatief nieuw onderzoekgebied<br />
en geen generaliseerbare resultaten als doelstell<strong>in</strong>g heeft is de externe validiteit beperkt.<br />
De keuzes met betrekk<strong>in</strong>g tot de onderzoeksmethodologie zijn bepaald aan de hand van de<br />
onderzoeksproces-ui, zoals benoemd <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 2.1. Dit verzekert een gefundeerde opzet van de<br />
onderzoeksmethodologie en maakt het mede daardoor mogelijk om relevante respondenten te<br />
benaderen met het oog op het verkennende karakter van het onderzoek.<br />
10
De validiteit wordt door voorgenoemd gegeven verhoogd omdat validiteit volgens Saunders et al,<br />
(2004) te maken heeft met de mate waar<strong>in</strong> de onderzoeker toegang krijgt tot de kennis en ervar<strong>in</strong>g<br />
van de respondenten en <strong>in</strong> staat is te bepalen wat de deelnemer bedoelt met datgene wat deze<br />
heeft gezegd. Door het opstellen van relevante deel-, onderzoek- en zoekvragen, <strong>in</strong> overleg met de<br />
opdrachtgever is gegarandeerd dat hetgeen dat gemeten wordt ook bijdraagt aan de beoogde<br />
verzamel<strong>in</strong>g van kennis. De validiteit van de diepte <strong>in</strong>terviews wordt verhoogd door het gebruiken<br />
van ad-hoc <strong>in</strong>terview guides op basis van een achtergrond studie van de respondent en op de mate<br />
van stur<strong>in</strong>g die de <strong>in</strong>terviewer heeft. Tijdens de diepte <strong>in</strong>terviews is het mogelijk om men<strong>in</strong>gen nader<br />
te onderzoeken, onderwerpen vanuit verschillende perspectieven te benaderen en vragen aan de<br />
respondenten te verduidelijken. Ook is het mogelijk om met vergaarde kennis vanuit eerdere<br />
<strong>in</strong>terviews bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen te staven. Bovenstaande verhoogt de mate van validiteit van het onderzoek.<br />
2.5 Betrouwbaarheid<br />
Er zijn verschillende methodes van dataverzamel<strong>in</strong>g gebruikt, zoals beschreven <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 2.2. De<br />
toegepaste triangulatie van data- en methoden verhoogt de betrouwbaarheid b<strong>in</strong>nen het onderzoek<br />
door het gebruik van overlappende methoden. De betrouwbaarheid van het literatuuronderzoek is<br />
verhoogd door het schrijven van een kritisch literatuuroverzicht. Kritisch verwijst daarbij naar het<br />
oordeel wat wordt uitgeoefend, op het geven van een gedetailleerde en gerechtvaardigde analyse op<br />
de sterke en zwakke punten van de literatuur (Saunders et al. 2003). Het kritisch literatuur overzicht<br />
draagt bij aan het ontwikkelen van een grondig begrip van eerder onderzoek dat te maken heeft met<br />
de gestelde deel- en onderzoekvragen (Saunders et al. 2003). Het onderzoek wordt door het kritisch<br />
literatuuroverzicht <strong>in</strong> een context geplaatst. Het verhogen van de betrouwbaarheid van de diepte<strong>in</strong>terviews<br />
vereist een andere benader<strong>in</strong>g. De diepte <strong>in</strong>terviews die gehouden zi jn ten behoeve van<br />
dit onderzoek hebben resultaten opgebracht <strong>in</strong> complexe en dynamische omstandigheden. Het is<br />
daarom niet zo dat de onderzoeksresultaten herhaald kunnen worden. Een waardevol aspect van de<br />
gehanteerde onderzoeksmethode is echter wel dat de complexiteit van het onderwerp op flexibele<br />
wijze onderzocht is. De onderwerpen konden gestuurd worden en de hoeveelheid te verkrijgen<br />
<strong>in</strong>formatie hiermee geoptimaliseerd (Saunders et al. 2003). Ter vergrot<strong>in</strong>g van de betrouwbaarheid<br />
van de gevoerde <strong>in</strong>terviews zijn de volgende maatregelen getr<strong>of</strong>fen om bronnen van bias <strong>in</strong> de<br />
diepte-<strong>in</strong>terviews te vermijden:<br />
- Het ontwikkelen van ad hoc <strong>in</strong>terview guides voor elk afzonderlijk <strong>in</strong>terview;<br />
- Het verschaffen van een topic lijst voor de respondent ten behoeve van de voorbereid<strong>in</strong>g;<br />
- Het herhalen van antwoorden ter bevestig<strong>in</strong>g van de juiste <strong>in</strong>terpretatie;<br />
- Het opnemen, transcriberen en samenvatten van <strong>in</strong>terviews;<br />
- Een geïnteresseerde en leergierige houd<strong>in</strong>g tijdens <strong>in</strong>terviews.<br />
- Het bieden van de mogelijkheid tot een member check 3 aan respondenten<br />
2.6 Deel-, onderzoek- en zoekvragen<br />
Tijdens het beg<strong>in</strong> van het onderzoeksproces zijn deelvragen, onderzoekvragen en zoekvragen<br />
opgesteld met verschillende doelstell<strong>in</strong>gen. Deze vragen staan weergegeven <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 2.6.1.<br />
Het is terdege van belang dat het onderzoek wat wordt uitgevoerd leidt tot een zo volledig mogelijke<br />
beantwoord<strong>in</strong>g van de beleidsvraag, om daarmee het overkoepelende doel van de thesis te behalen.<br />
Daartoe is allereerst de beleidsvraag opgesteld, zoals weergegeven <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 1. Vervolgens is<br />
deze beleidsvraag opgedeeld <strong>in</strong> vier verschillende aspecten namelijk: het lectoraat ethiek & MVO,<br />
ethische codes, de hospitality sector en het organiseren van onderzoek. Voor elk van deze vier<br />
aspecten zijn vervolgens aparte deelvragen opgesteld. Dit ter bevorder<strong>in</strong>g van de validiteit van de<br />
3 bij een member check worden gegevens en <strong>in</strong>terpretaties voorgelegd aan respondenten om vast te stellen <strong>of</strong> de reconstructie van de<br />
werkelijkheid zoals die de onderzoeker voor ogen staat voor hen herkenbaar is (Mann<strong>in</strong>g, 1997).<br />
11
deelvragen, waardoor hetgeen wat de onderzoeker daadwerkelijk wil meten, gemeten wordt.<br />
Zo ontstaat een parallel tussen de formuler<strong>in</strong>g van de deelvragen en de benodigde kennis. Na de<br />
formuler<strong>in</strong>g van de deelvragen is uit elke deelvraag een onderzoeksvraag voortgevloeid. Op basis van<br />
het streven naar een verduidelijk<strong>in</strong>g van de kennis die de deelvragen opbrengen en tevens om<br />
eventuele samenhang <strong>of</strong> verschillen tussen de aspecten te kunnen vaststellen. Ten laatste zijn de<br />
verschillende begrippen b<strong>in</strong>nen de gestelde vragen ter verduidelijk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zoekvragen opgenomen.<br />
Het literatuuronderzoek maakte (mede) het beantwoorden van de zoekvragen mogelijk. De deel-,<br />
onderzoek-, en zoekvragen zijn naar aanleid<strong>in</strong>g van het thesis proposal defence zodanig aangepast<br />
dat zij beter passen b<strong>in</strong>nen de kaders van het onderzoek. Op gerichte wijze door het stellen van<br />
relevante onderzoek- vragen. Dit verhoogt de effectiviteit van het onderzoek voor deze thesis. Alle<br />
onderzoekvragen zijn vervolgens ter controle voorgelegd aan de opdrachtgever. Na goedkeur<strong>in</strong>g van<br />
de opdrachtgever is begonnen met het verrichten van onderzoek.<br />
De deel-, en onderzoekvragen zijn voornamelijk beantwoord door middel van de resultaten die het<br />
veldonderzoek heeft opgeleverd, daarbij was het van belang om, wanneer diepte <strong>in</strong>terviews het<br />
middel zijn om het beoogde doel, namelijk de beantwoord<strong>in</strong>g van de beleidsvraag te behalen, over<br />
adequate voorkennis met betrekk<strong>in</strong>g tot het onderwerp te beschikken. Deze voorkennis is vergaard<br />
door het literatuuronderzoek en werd tevens vergroot wanneer respondenten verwezen naar een<br />
potentieel, <strong>in</strong>teressante respondent. In ho<strong>of</strong>dstuk 2.6.1 wordt verwezen naar de vragen welke de<br />
“ruggengraat” vormden voor het verrichten van onderzoek b<strong>in</strong>nen deze thesis.<br />
2.6.1 Vragen beantwoord door middel van literatuur- en veldonderzoek<br />
De deel-, onderzoek-, en zoekvragen die zijn opgesteld <strong>in</strong> het thesis proposal zijn onderstaand te<br />
v<strong>in</strong>den. Deze vragen kunnen gezien worden als een constante herformuler<strong>in</strong>g van de beleidsvraag,<br />
omdat de vragen door hun specifieke <strong>of</strong> aspecifieke benader<strong>in</strong>g van de begrippen b<strong>in</strong>nen de<br />
beleidsvraag bijdragen aan de doelstell<strong>in</strong>g van het onderzoek.<br />
Deelvragen:<br />
1 ) In hoeverre en <strong>in</strong> welke vormen worden ethische codes geformuleerd b<strong>in</strong>nen de hospitality<br />
sector?<br />
2 ) Op welke manier kan het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen<br />
bijdragen aan een verbeterd bedrijfsethisch klimaat door middel van onderzoek naar ethische codes<br />
<strong>in</strong> de hospitality sector?<br />
3 )In welke mate en waarom v<strong>in</strong>den bedrijven uit de hospitality sector het belangrijk om ethische<br />
codes te formuleren?<br />
4) Wat ervaren bedrijven b<strong>in</strong>nen de hospitality sector als problematisch met betrekk<strong>in</strong>g tot de<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g, de formuler<strong>in</strong>g en de toepass<strong>in</strong>g van ethische codes?<br />
5) Op welke wijze worden onderzoeken naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector georganiseerd <strong>in</strong><br />
organisaties vergelijkbaar met het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen?<br />
Onderzoekvragen:<br />
1) Welke mogelijkheden heeft het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen<br />
om een onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector te organiseren?<br />
2) Welke <strong>in</strong>strumenten bestaan er om de functionaliteit van het ethische beleid b<strong>in</strong>nen een bedrijf<br />
te kunnen meten en hoe effectief zijn deze <strong>in</strong>strumenten?<br />
3) Wat is de gewenste benaderwijze van bedrijven b<strong>in</strong>nen de hospitality sector wanneer onderzoek<br />
gedaan wordt naar de ethische code?<br />
Zoekvragen:<br />
1) Wat is ethiek?<br />
2) Wat is <strong>in</strong>tegriteit?<br />
3) Wat is bedrijfsethiek?<br />
12
4) Wat omvat de term hospitality sector?<br />
5) Wat is een ethische code?<br />
6) Welke aspecten omvat de ethische code?<br />
7) Waar hebben ethische codes betrekk<strong>in</strong>g op?<br />
8) Wanneer is er sprake van een levende ethische code?<br />
9) Hoe zijn de ethische codes tot stand gekomen?<br />
10) Hoe worden ethische codes gehandhaafd?<br />
11) Wat is effectief <strong>in</strong> termen van onderzoeksmethodologie?<br />
Verdiep<strong>in</strong>g <strong>in</strong> materie<br />
De deelvragen zijn gebaseerd op de verschillende onderwerpen b<strong>in</strong>nen de beleidsvraag zoals reeds<br />
beschreven <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 2.6. De deelvragen vertegenwoordigen hiertoe de kernvragen b<strong>in</strong>nen dit<br />
onderzoek. De antwoorden op de deelvragen worden weergegeven <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 3.1.2. De onderzoek<br />
vragen zijn vervolgens opgesteld ter verduidelijk<strong>in</strong>g van de deelvragen, de beantwoord<strong>in</strong>g hiervan is<br />
te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 3.1.1. De beantwoord<strong>in</strong>g op de zoekvragen, met de beoogde natuur van<br />
begripsdef<strong>in</strong>iër<strong>in</strong>g is te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> bijlage III.<br />
Er is gestreefd naar een hoge betrouwbaarheid b<strong>in</strong>nen de beantwoord<strong>in</strong>g van de verschillende<br />
vragen b<strong>in</strong>nen dit onderzoek. Tijdens het formuleren van de beantwoord<strong>in</strong>g is gebruik gemaakt van<br />
een “catalogus” bestaande uit verschillende databronnen voor elke specifieke vraag, zoals relevante<br />
literatuur, transcripties en <strong>in</strong>terview samenvatt<strong>in</strong>gen. Dit vereiste een gedegen kennis van de<br />
onderzoeker met betrekk<strong>in</strong>g tot de <strong>in</strong>houd van deze catalogus. Dan pas kon effectief “geswitcht”<br />
worden tussen het kritisch literatuuroverzicht, de <strong>in</strong>terview samenvatt<strong>in</strong>gen en (ter verduidelijk<strong>in</strong>g)<br />
de transcripten. Het volgende voorbeeld dient ter illustratie: Bij de beantwoord<strong>in</strong>g van een vraag<br />
kwam het meerdere malen voor dat niet alleen de literatuur geraadpleegd kon worden bij de<br />
beantwoord<strong>in</strong>g maar óók de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen uit bijvoorbeeld vier <strong>in</strong>terviews van nut konden zijn .<br />
Achteraf is gebleken dat het opstellen van het kritisch literatuuroverzicht en het opstellen van de<br />
<strong>in</strong>terview samenvatt<strong>in</strong>gen een positief effect hadden op het <strong>in</strong>zicht van de onderzoeker met<br />
betrekk<strong>in</strong>g tot de catalogus aan <strong>in</strong>formatie en kennis zoals verzameld tijdens de deelonderzoeken.<br />
Causale verbanden<br />
Het switchen tussen verschillende bronnen van <strong>in</strong>formatie vereiste een zekere mate van flexibiliteit<br />
bij het raadplegen en samenvoegen van data uit verschillende bronnen. Door telkens de “who said<br />
what?” en “who else said this?” vraag te stellen, werd de onderzoeker <strong>in</strong> de mogelijkheid gesteld om<br />
causale verbanden te kunnen constateren tussen verschillende stell<strong>in</strong>gen van respondenten en<br />
def<strong>in</strong>ities <strong>in</strong> de literatuur. Concluderend kan gesteld worden dat de beantwoord<strong>in</strong>g van de deel-,<br />
onderzoek- en zoekvragen heeft bijgedragen aan de wezenlijke verdiep<strong>in</strong>g van de onderzoeker <strong>in</strong> de<br />
materie van het kernonderwerp van de thesis: onderzoek naar de toepass<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>strumentele<br />
bedrijfsethiek <strong>in</strong> de hospitality sector. Ten gevolge van deze verdiep<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de materie konden<br />
betrouwbare conclusies worden getrokken en gefundeerde aanbevel<strong>in</strong>gen worden opgesteld.<br />
De conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen zijn allen geworteld <strong>in</strong> het literatuuronderzoek. Het literatuur-<br />
onderzoek heeft niet alleen bijgedragen aan het traceren van trends en ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het<br />
beroepenveld maar ook aan het opstellen van relevante <strong>in</strong>terview-guides, welke een effectieve<br />
beantwoord<strong>in</strong>g en een maximalisatie van de te verkrijgen <strong>in</strong>formatie van de verschillende<br />
respondenten ten gevolge hadden. De beschrijv<strong>in</strong>g van deze “wortels” van het onderzoek wordt<br />
gegeven <strong>in</strong> het volgende ho<strong>of</strong>dstuk.<br />
2.7 Onderzoeksresultaten<br />
2.7.1 Kritisch literatuuroverzicht<br />
Het kritisch literatuuroverzicht is opgesteld ter beantwoord<strong>in</strong>g van de deel-, onderzoek- en<br />
zoekvragen. Het kritisch literatuuroverzicht geeft <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> verbanden tussen begrippen en daarnaast<br />
geeft het kritisch literatuuroverzicht aanleid<strong>in</strong>g tot het staven van theorieën ontstaan uit het<br />
13
literatuuronderzoek b<strong>in</strong>nen het veldonderzoek. Het kritisch literatuuroverzicht is opgedeeld <strong>in</strong><br />
verschillende ho<strong>of</strong>dstukken waarbij de focus telkens ligt op één begrip. Ter afsluit<strong>in</strong>g van elk<br />
ho<strong>of</strong>dstuk wordt een deelconclusie opgesteld, waarbij de mate waar<strong>in</strong> de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de<br />
literatuur antwoord geven op de gestelde vragen wordt weergegeven. Ook worden vragen die<br />
voortkomen uit het literatuuronderzoek <strong>in</strong> de deelconclusies benoemd.<br />
<strong>Ethiek</strong> en filos<strong>of</strong>ie<br />
Zoals White (1993) stelt is ethiek de tak van filos<strong>of</strong>ie die de natuur van morele waarde verkent en<br />
menselijk gedrag evalueert. Wanneer deze def<strong>in</strong>itie aangevuld wordt met de Aristotische (1926)<br />
denkwijze die stelt dat ethiek een praktische en daarom geen ex acte wetenschap is, is de<br />
complexiteit van het onderwerp ethiek bevestigd en de vertal<strong>in</strong>g van ethiek naar bedrijfsethiek niet<br />
moeilijk te maken. Weiss (2009) stelt dat bedrijfsethiek een toegepaste vorm van algemene ethiek is,<br />
waarbij men zich bezighoudt met de reflectie op morele waarden van een organisatie. <strong>Ethiek</strong> kijkt<br />
niet sec naar een handel<strong>in</strong>g, maar naar de hele constellatie rond een handel<strong>in</strong>g en velt dan een<br />
oordeel, volgens Johan Wempe, (Wempe, 2010). Er worden volgens Vijver (1998) echter vele<br />
kritische vragen gesteld bij de noodzaak voor een ethisch beleid door organisaties, een bekende<br />
tegenwerp<strong>in</strong>g voor deze vragen is dat men pretendeert goed op de hoogte zijn van ‘hoe het moet’<br />
maar dat een dergelijke stell<strong>in</strong>g geen verzeker<strong>in</strong>g is voor ethisch gedrag.<br />
Deelconclusie 1: Door het raadplegen van literatuur met betrekk<strong>in</strong>g tot filos<strong>of</strong>ie, ethiek en MVO<br />
wordt duidelijk vanuit welke “atmosfeer” het lectoraat opereert. Het lectoraat gaat de uitdag<strong>in</strong>g<br />
aan om ethiek, een begrip wat nog we<strong>in</strong>ig gevestigde toepass<strong>in</strong>gen kent, te weven <strong>in</strong> de structuur<br />
van de hospitality sector, welke wordt gedom<strong>in</strong>eerd door menselijke toepass<strong>in</strong>gen (Brotherton,<br />
2003). Concluderend kan gesteld worden dat ethiek past b<strong>in</strong>nen de hospitality sector omdat<br />
ethiek is gebaseerd op het verkennen van het menselijk gedrag, wat <strong>in</strong> hoge mate bepalend is<br />
voor de belev<strong>in</strong>g van gastvrijheid b<strong>in</strong>nen deze sector.<br />
Humanistiek<br />
Volgens Aristoteles (The Nichomachean ethics, 350 v. Chr.), redeneert een mens vanuit <strong>in</strong>tellect en<br />
karakter en is de mens <strong>in</strong> staat om morele waarden te ontwikkelen, de Utilist stelt dat men zich<br />
dusdanig moet gedragen zodat geluk bevorderd wordt en leed verm<strong>in</strong>derd. Immanuel Kant<br />
(Funder<strong>in</strong>g voor de metafysica van de zeden, 1785) redeneert echter dat een mens zich dusdanig<br />
hoort te gedragen als<strong>of</strong> de keuzes die hij <strong>of</strong> zij maakt, zo juist zijn dat ze opgenomen kunnen worden<br />
als universele wet. De voorgenoemde theorieën geven echter st<strong>of</strong> tot nadenken, is een mens <strong>of</strong> een<br />
organisatie wel <strong>in</strong> staat tot het zelfstandig v<strong>in</strong>den van een balans tussen goed en kwaad wanneer het<br />
gaat over ethisch <strong>of</strong> onethisch gedrag? Wetten en regelgev<strong>in</strong>g verschaffen richtlijnen wanneer een<br />
besliss<strong>in</strong>g gemaakt moet worden <strong>in</strong> een moeilijk situatie maar geven deze genoeg handvaten voor de<br />
complexe situaties die er heden ten dage kunnen ontstaan? Volgens Mami c (2004) leiden<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gen zoals globalisatie en marktliberalisatie tot een <strong>in</strong>stabiel, constant veranderende<br />
scene van het <strong>in</strong>ternationale bedrijfsleven. Bovenstaande ontwikkel<strong>in</strong>gen vormen een vraag die<br />
beantwoordt dient te worden door het bedrijfsleven, namelijk: op welke wijze handhaven wij, als<br />
zijnde bedrijf onze sociale en pr<strong>of</strong>essionele waarden <strong>in</strong> een wereld die constant onderhevig is aan<br />
technologische ontwikkel<strong>in</strong>g, globalisatie en <strong>in</strong>dividualisme?<br />
Deelconclusie 2: Bovenstaande geeft ten eerste gedeeltelijk antwoord op de wijze waarop ethische<br />
codes tot stand zijn gekomen. Er kan geconcludeerd worden dat de totstandkom<strong>in</strong>g van ethische<br />
codes ten grondslag ligt aan ontwikkel<strong>in</strong>gen van de maatschappij. Ten tweede kan, wanneer de<br />
bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van deelconclusie 1 samengevoegd worden met de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van deelconclusie 2<br />
gesteld worden dat ethische codes een betere na- en belev<strong>in</strong>g van gastvrijheid kunnen faciliteren<br />
b<strong>in</strong>nen de hospitality sector. Het <strong>in</strong>ternationale karakter van vele organisaties b<strong>in</strong>nen de hospitality<br />
sector verhoogt de noodzaak tot het opstellen van streef- en grensbepal<strong>in</strong>gen (Luijk, 1993) met<br />
betrekk<strong>in</strong>g tot het beoogde gedrag b<strong>in</strong>nen de operatie.<br />
14
Bedrijfsethiek<br />
Volgens Vijver (1998) blijken wetten en regelgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met morele waarden niet<br />
toereikend wanneer gekeken wordt naar de stur<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gedrag van mensen en organisaties. Er<br />
kunnen ook vanuit eigen <strong>in</strong>itiatief afspraken en regels worden opgesteld om cohesie te creëren<br />
tussen de morele waarden en de bedrijfscultuur. Deze afspraken en regels liggen ten grondslag aan<br />
de morele waarden van de organisatie. De term organisatie omvat <strong>in</strong> deze context de raad van<br />
bestuur, de managers, de medewerkers en alle stakeholders <strong>of</strong>wel belanghebbenden van een<br />
organisatie. Morele waarden worden veelal opgenomen <strong>in</strong> de missie en visie van een bedrijf. De<br />
missie en visie vormen volgens Kapte<strong>in</strong> (1998) het ‘leitmotiv’ van een bedrijf en geven weer waar het<br />
bedrijf voor staat. De meest effectieve manier om zorg te dragen voor nalev<strong>in</strong>g van en aff<strong>in</strong>iteit voor<br />
de missie en de visie door de medewerkers van een organisatie blijkt een vraagstuk waarmee veel<br />
organisaties heden ten dage worstelen.<br />
Deelconclusie 3: Uit bovenstaande tekst kan worden geconcludeerd dat de verantwoordelijkheid<br />
voor het handhaven van de morele waardes en <strong>in</strong>tegriteit van niet alleen de mens maar ook<br />
organisaties, bij de mens <strong>of</strong> organisaties zelf liggen. Er kan gesteld worden dat moreel gedrag<br />
geen vanzelfsprekend <strong>of</strong> universeel karakter heeft. Deze stell<strong>in</strong>g gekoppeld aan de vorige<br />
deelconclusies werpt licht op de noodzaak voor de juiste verdel<strong>in</strong>g van verantwoordelijkheden<br />
met betrekk<strong>in</strong>g tot gedrag b<strong>in</strong>nen organisaties. Deze worden bepaald <strong>in</strong> overleg met <strong>in</strong>terne- en<br />
externe stakeholders, om vervolgens op basis van voldoende draagvlak te worden toegekend aan<br />
de organisatie, het management en de medewerkers.<br />
Gedragscodes<br />
Een <strong>in</strong>strument om de gewenste bedrijfscultuur te kunnen handhaven is een gedragscode, <strong>of</strong>wel<br />
ethische code. Volgens Luijk (1993) is een ethische code: “een verzamel<strong>in</strong>g van b<strong>in</strong>nen de<br />
organisatie doordachte ethisch geïnspireerde uitgangspunten, waar<strong>in</strong> gedragsregels worden<br />
geformuleerd voor werknemers en waar<strong>in</strong> de organisatie filos<strong>of</strong>ie en de verantwoordelijkheid worden<br />
omschreven ten opzicht van groepen van belanghebbenden”. Volgens Fennel (2006) v<strong>in</strong>dt de ethische<br />
code zijn oorsprong <strong>in</strong> de vijfde eeuw, <strong>in</strong> de vorm van de medische Hippocratische ede. Ethische<br />
codes hebben zich echter pas werkelijk ontwikkeld vanaf de 19 e eeuw. De eerste formele corporate<br />
code <strong>of</strong> conduct, geautoriseerd door de <strong>in</strong>ternationale kamer van koophandel verscheen <strong>in</strong> 1937 en<br />
had betrekk<strong>in</strong>g op beperk<strong>in</strong>g van ‘schade’ aan het milieu <strong>of</strong> de samenlev<strong>in</strong>g door concurrentie tussen<br />
bedrijven. (Mamic, 2004, p.36). Volgens het rapport ‘Bus<strong>in</strong>ess codes <strong>of</strong> the global 200’ van KPMG<br />
(2010) hebben ethische codes de volgende doelstell<strong>in</strong>gen:<br />
1. Voldoen aan wetten en regelgev<strong>in</strong>g;<br />
2. Het creëren van een gezamenlijke bedrijfscultuur;<br />
3. Beschermen en verbeteren van de reputatie van het bedrijf.<br />
Zelfbescherm<strong>in</strong>g lijkt naar aanleid<strong>in</strong>g van de drie doelstell<strong>in</strong>gen op de vorige pag<strong>in</strong>a het beoogde<br />
resultaat, bescherm<strong>in</strong>g van de eigen organisatie ten opzichte van <strong>in</strong>terne en externe stakeholders<br />
zoals het management en de medewerkers, de overheid, de maatschappij en de concurrentie.<br />
Ethische codes verschijnen <strong>in</strong> verschillende vormen, onder verschillende benam<strong>in</strong>gen en hebben een<br />
grote variatie aan <strong>in</strong>houd. Fennel (2006) noemt bijvoorbeeld het verschil tussen een ‘ethische code’,<br />
een ‘code <strong>of</strong> practise’ en een ‘code <strong>of</strong> conduct’. Waarbij de eerstgenoemde vooral betrekk<strong>in</strong>g heeft<br />
op filos<strong>of</strong>ische ideeën en ideeën gebaseerd op waardes en de laatstgenoemden vooral toepasbaar<br />
zijn en gespecificeerd op situaties die zich voor kunnen doen.Mamic (2004) stelt dat ethische codes<br />
verschijnen als; company codes, Multi-stakeholder <strong>in</strong>itiatives, Intergovernmental codes en<br />
framework agreements. Ethische codes kunnen volgens Fennel (2006) van grote <strong>in</strong>vloe d zijn op de<br />
cultuur <strong>in</strong> een bedrijf. Volgens KPMG (2010) fungeert een ethische code als de hoeksteen van een<br />
organisatie maar alleen als de code ‘leeft’. Een levende ethische code is volgens KPMG (2010)<br />
15
ontwikkeld op basis van actuele dilemma’s, authentiek en onderhevig aan periodieke auditer<strong>in</strong>g.<br />
De onderwerpen die het meest genoemd worden <strong>in</strong> ethische codes zijn volgens KPMG (2010) :<br />
1. Omgang met vertrouwelijke bedrijfs<strong>in</strong>formatie<br />
2. Meld<strong>in</strong>g van fraude (Klokkenluidersregel<strong>in</strong>g)<br />
3. Bescherm<strong>in</strong>g van bezitt<strong>in</strong>gen <strong>of</strong> activa van het bedrijf<br />
Ethische codes zijn <strong>in</strong> een maatschappij die altijd onderhevig is aan technologische ontwikkel<strong>in</strong>g en<br />
globalisatie nog altijd <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g. Zo ook <strong>in</strong> de dynamische hospitality sector. Er kan gesteld<br />
worden dat termen als ethisch gedrag, omgangsnormen en het v<strong>in</strong>den van een balans tussen goed<br />
en kwaad <strong>in</strong> een sector waar concurrentie hevig is, zeer van toepass<strong>in</strong>g zijn op de dagelijkse<br />
operations van de hospitality sector.<br />
Deelconclusie 4: De zojuist benoemde gegevens geven een def<strong>in</strong>itie van ethische codes en gaan<br />
dieper <strong>in</strong> op de geschiedenis van gedragscodes. Er kan na het lezen van bovenstaande <strong>in</strong>formatie<br />
geconcludeerd worden dat ethische codes verschillende verschijn<strong>in</strong>gsvormen hebben en ook<br />
verschillende toepass<strong>in</strong>gen kennen. Ethische codes zijn, naar aanleid<strong>in</strong>g van bovenstaande stell<strong>in</strong>g<br />
op zijn m<strong>in</strong>st bruikbaar te noemen <strong>in</strong> de hospitality sector omdat zij een positief cultuurvormende<br />
functie hebben (R. Jeurissen, persoonlijke communicatie, 2 november, 2010). Als toevoeg<strong>in</strong>g op<br />
deelconclusies 1, 2 en 3 wordt de stell<strong>in</strong>g dat ethische codes een positief effect hebben op de<br />
belev<strong>in</strong>g van gastvrijheid <strong>in</strong> hospitality sector versterkt. Tevens nodigt deze stell<strong>in</strong>g uit tot meer<br />
verdiep<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het begrip voor gastvrijheid, <strong>of</strong> hospitaliteit.<br />
Hospitaliteit<br />
De hospitality sector omvat volgens UK prospects (2010) alle ondernem<strong>in</strong>gen die eten en/<strong>of</strong> dr<strong>in</strong>ken<br />
en/<strong>of</strong> accommodatie aanbieden, al dan niet <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met enterta<strong>in</strong>ment. De literatuur toont<br />
aan dat de hospitality sector een aspect is van menselijke activiteit die een sociale dimensie heeft,<br />
zowel tussen gasten onderl<strong>in</strong>g als tussen medewerkers en gasten. Deze dimensie gaat volgens<br />
Brotherton (2003) vaak gepaard met de psychologische vereisten van onderdak en lichamelij k<br />
comfort. Lugosi (2008) noemt niet twee dimensies zoals Brotherton (2003) maar vult de dimensies<br />
van eten, dr<strong>in</strong>ken en enterta<strong>in</strong>ment en voorgenoemde ten behoeve van sociale <strong>of</strong> politieke<br />
contacten aan met het gegeven metahospitality. Deze dimensie van hospitality heeft betrekk<strong>in</strong>g op<br />
de emotionele ervar<strong>in</strong>g die een gast van een hospitality organisatie ondergaat. Door deze ervar<strong>in</strong>g<br />
creëert een persoon een sociale entiteit. Het gegeven metahospitality kan <strong>in</strong> verband gebracht<br />
worden met de missie en visie van een organisatie die de ethische gedrag<strong>in</strong>gen van het pe rsoneel<br />
dusdanig kan reguleren zodat een gast een emotionele ervar<strong>in</strong>g opdoet b<strong>in</strong>nen het bedrijf en op die<br />
manier optimaal wordt betrokken <strong>in</strong> alle dimensies die een hospi tality organisatie te bieden heeft.<br />
Deelconclusie 5: Niet alleen maakt bovenstaande duidelijk wat precies wordt verstaan onder het<br />
begrip hospitality sector maar bovenstaande tekst impliceert tevens een duidelijk verband tussen<br />
de manier waarop een gast zijn bezoek aan een bedrijf ervaart met betrekk<strong>in</strong>g tot gastvrijheid en<br />
de manier waarop een hospitality organisatie het gedrag van haar personeel reguleert. Er kan<br />
gesteld worden dat de belev<strong>in</strong>g van de gast beïnvloedt kan worden door de prioriter<strong>in</strong>g van<br />
gastvrijheid b<strong>in</strong>nen gedragscodes, immers draagt een verhoogde focus op gastvrijheid bij aan een<br />
positieve gastbelev<strong>in</strong>g. Een belangrijke vraag die gesteld kan worden met betrekk<strong>in</strong>g tot<br />
bedrijfsethiek <strong>in</strong> de hospitality sector is: Zijn morele waardes bepalend voor de mate waar<strong>in</strong> een<br />
organisatie gastvrij is, <strong>of</strong> kan zijn? Wanneer deelconclusies 1 tot en met 5 worden samengevoegd<br />
wordt het resultaat van de belangrijke en cultuurvormende functie van bedrijfsethiek, toegepast op<br />
de ‘juiste’ manier b<strong>in</strong>nen de hospitality sector duidelijk. Hiermee wordt ook de paradox, toegekend<br />
aan ethiek <strong>in</strong> organisatieverband ontkracht. Onderstaand schema is een visualisatie van het<br />
beoogde resultaat van de van de ethische code, wanneer deze zijn toepass<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt b<strong>in</strong>nen de<br />
hospitality sector.<br />
16
Inzichten<br />
Naast het genereren van deelconclusies is het literatuuronderzoek geresulteerd <strong>in</strong> de vorm van<br />
nieuwe <strong>in</strong>zichten. Deze hebben vervolgens aanleid<strong>in</strong>g gegeven tot verdere verdiep<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de literatuur<br />
ook fungeerden de <strong>in</strong>zichten als <strong>in</strong>spirator voor het opstellen van de <strong>in</strong>terview guides.<br />
Nieuw <strong>in</strong>zicht 1: De zoektocht naar maatschappelijke verantwoord<strong>in</strong>g<br />
Door de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de maatschappij, het beroepenveld en door de toegenomen<br />
maatschappelijke roep om ethiek (R. Welten, persoonlijke communicatie, 8 september, 2010)<br />
ontstaan meer <strong>in</strong>stituten die zich specialiseren op het gebied van toegepaste bedrijfsethiek. Door<br />
een grote verscheidenheid aan onderzoeks<strong>in</strong>stituten ontstaat ook een grote verscheidenheid aan de<br />
wijze waarop onderzoeken naar ethische vraagstukken worden verricht. Zo hanteert KPMG Integrity<br />
services de Integriteitsthermometer en de ‘code cockpit’ om het ethisch beleid van een bedrijf <strong>in</strong><br />
kaart te brengen <strong>of</strong> te auditeren. Andere organisaties zoals EBIS (Ethics & Bus<strong>in</strong>ess Integrity Services)<br />
bieden ad hoc, stappen programma’s ter ontwikkel<strong>in</strong>g van een <strong>in</strong>tegriteitbeleid, gecomb<strong>in</strong>eerd met<br />
tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gen voor het management en de medewerkers op het gebied van ethiek. Wat dat opvalt na<br />
het literatuuronderzoek is dat toegepaste bedrijfsethiek schuil gaat onder een grote diversiteit aan<br />
benam<strong>in</strong>gen. Ligt de focus bijvoorbeeld op het bevorderen van <strong>in</strong>tegriteit, <strong>of</strong> op persoonlijke ethiek?<br />
En <strong>in</strong> hoeverre overlappen voorgenoemde termen elkaar? Volgens Liedekerke en Dubb<strong>in</strong>k (2008)<br />
ondergaat bedrijfsethiek een ware zonsverduister<strong>in</strong>g door het steeds sterker opkomende MVO -<br />
pr<strong>in</strong>cipe. Bedrijfsethiek heeft een re <strong>in</strong>ventarisatie nodig en nieuwe toepass<strong>in</strong>gen om over 20 jaar<br />
nog steeds recht van bestaan te hebben. Deze ‘roep’ om re <strong>in</strong>ventarisatie kan aanleid<strong>in</strong>g vormen<br />
voor de onderzoeken die zullen worden uitgevoerd door het lectoraat, ook vormt bovengenoemde<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g aanleid<strong>in</strong>g tot verdere uitdiep<strong>in</strong>g door middel van empirisch onderzoe k.<br />
Er kan naar aanleid<strong>in</strong>g van bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen uit de literatuur gesteld worden dat er een klo<strong>of</strong> is<br />
ontstaan tussen de wil van organisaties om bedrijfscultuur te creëren met behulp van ethisch<br />
beleid en de wijze waarop dit beleid kan worden ontwikkeld, geïmpl ementeerd en geauditeerd.<br />
Deze klo<strong>of</strong> kan gedicht worden door het <strong>in</strong>volveren van onderzoeks<strong>in</strong>stituten zoals het lectoraat<br />
ethiek en MVO. Echter ontbreekt kennis betreffende de wijze waarop deze onderzoeken moeten<br />
worden georganiseerd en verricht. Dit geeft aanleid<strong>in</strong>g tot een verdere uitdiep<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het<br />
veldonderzoek naar de wijze waarop collega <strong>in</strong>stituten deze onderzoeken organiseren.<br />
Nieuw <strong>in</strong>zicht 2: Welk type <strong>in</strong>stituut betrekken organisaties bij bedrijfsethische vraagstukken?<br />
Er kan gesteld worden dat door een grote diversiteit aan het aanbod van en de aanwezigheid van<br />
MVO/ethisch specialisten: zoals lectoraten b<strong>in</strong>nen hogescholen en universiteiten (<strong>Saxion</strong><br />
hogescholen, Stenden hogescholen, Hogeschool Arnhem en Nijmegen, Universiteit Nijmegen,<br />
Rotterdam, Leuven, Tilburg, Nyenrode university) en onderzoeks<strong>in</strong>stituten b<strong>in</strong>nen het beroepenveld<br />
(KPMG, IBE, EBIS, EIBE), de keus voor een bedrijf om een <strong>in</strong>stituut aan zich te b<strong>in</strong>den bemoeilijkt. De<br />
verschillende benam<strong>in</strong>gen van bedrijfsethiek en de verwarr<strong>in</strong>g tussen bedrijfsethiek en MVO is<br />
tevens een verwarrende actor <strong>in</strong> het geheel. Dit kan een aanleid<strong>in</strong>g zijn voor de beoogde afwezigheid<br />
van een branche specifieke code <strong>in</strong> de hospitality sector vanuit bijvoorbeeld de Kon<strong>in</strong>klijke Horeca<br />
Nederland (hierna benoemd als KHN).<br />
Na het doorgronden van literatuur, websites en artikelen kan door de onderzoeker worden<br />
geconcludeerd dat er verwarr<strong>in</strong>g is ontstaan met betrekk<strong>in</strong>g tot de begrippen bedrijfsethiek en<br />
MVO maar ook met betrekk<strong>in</strong>g tot het op effectieve manier opzetten van een bedrijfsethisch<br />
beleid. Voornamelijk <strong>in</strong> de hospitality sector wordt duidelijk dat veel organisaties een eigen<br />
<strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g geven aan dit beleid en dat branche gerelateerde codes zoals de IIQEST (International<br />
Institute for Quality and Ethics <strong>in</strong> Service and Tourism) niet alleen gedateerd is maar ook<br />
bestaansrecht verloren heeft. Naar aanleid<strong>in</strong>g van ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de maatschappij, de politiek<br />
en de technologie behoort de code te worden geactualiseerd. Onderzoek bij hospitality<br />
organisaties kunnen voor geformuleerde theorie ontkrachten <strong>of</strong> bevestigen.<br />
17
Nieuw <strong>in</strong>zicht 3: Governance, Risk and Compliance<br />
Door het literatuuronderzoek op het gebied van bedrijfsethiek kwamen de begrippen compliance<br />
management, risk management en corporate governance veelvuldig naar voren. Deze begrippen<br />
worden voornamelijk gehanteerd <strong>in</strong> het Amerikaanse bedrijfsleven. Dit als gevolg van de sterke<br />
nadruk die wordt gelegd op het naleven van compliance programma’s gebaseerd op Amerikaanse<br />
wetgev<strong>in</strong>g. Een voorbeeld hiervan is de Sarbanes-Oxley act (2002), opgesteld als antwoord op de<br />
vertrouwenscrisis die door het Enron-schandaal <strong>in</strong> gang is gezet (KPMG, 2008). De SOx-act heeft<br />
vanaf 2002 grote gevolgen gehad voor bedrijven die genoteerd staan op de Amerikaanse beurs. Het<br />
belangrijkste doel van de wet is volgens KPMG (2008) dat het management expliciet de<br />
verantwoordelijkheid neemt voor de f<strong>in</strong>anciële rapportage van de organisatie. Ook de Bribery-act<br />
(april, 2010), die <strong>in</strong> 2010 wordt geïmplementeerd <strong>in</strong> het Engelse wet en regelgev<strong>in</strong>g systeem moet<br />
bijdragen aan het bestrijden van corruptie en omkop<strong>in</strong>gsschandalen <strong>in</strong> de publieke- en private sector<br />
(M<strong>in</strong>istry <strong>of</strong> Justice, 2010). Volgens een recent gepubliceerd rapport van KPMG (Trust Rules, 2009)<br />
leiden bovengenoemde juridische restricties uite<strong>in</strong>delijk tot een situatie waar<strong>in</strong> organisaties worden<br />
‘geh<strong>in</strong>derd’ door de manier waarop wetten en regels het nemen van eigen verantwoordelijkheid<br />
afremmen. Hiermee worden de creatieve processen, het out <strong>of</strong> the box denken, het nemen van<br />
risico’s en al die factoren die onderhevig zijn aan goed ondernemerschap uit angst voor ‘noncompliance’<br />
<strong>in</strong> de kiem gesmoord. KPMG pleit <strong>in</strong> dit rapport voor een systeem waarbij er balans<br />
wordt gecreëerd tussen vertrouwen en regelgev<strong>in</strong>g. Hierbij speelt de eigen verantwoordelijkheid die<br />
organisaties nemen een essentiële rol. Het rapport verschaft een optimistische kijk op de toekomst.<br />
Waarbij de maatschappij, organisaties en overheden niet enkel reageren op gestelde wetten en<br />
regelgev<strong>in</strong>g, maar reageren vanuit een besef van de eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van<br />
bijvoorbeeld de stakeholders.<br />
Uit bovenstaande tekst kan geconcludeerd worden dat het systeem waar<strong>in</strong> wetten en regelgev<strong>in</strong>g<br />
met betrekk<strong>in</strong>g tot ethisch gedrag door de reger<strong>in</strong>g worden opgesteld leiden tot een reactie op basis<br />
van compliance vanuit het beroepenveld. Echter kan ook geconcludeerd worden dat de wens om te<br />
voldoen aan wetten en regelgev<strong>in</strong>g vanuit het bedrijfsleven belangrijker wordt dan de wens om<br />
vanuit <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke motivatie te voldoen. Deze tekst werpt licht op de manier waarop organisaties<br />
balans v<strong>in</strong>den tussen de extr<strong>in</strong>sieke motivatoren (compliance) en <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke motivatoren (missie).<br />
Samenvatt<strong>in</strong>g kritisch literatuur overzicht: Het kritisch literatuur overzicht heeft vijf afzonderlijke<br />
deelconclusies opgeleverd. Deelconclusie 1 dient ter duid<strong>in</strong>g van het begrip ethiek, deelconclusie<br />
2 werpt licht op het gegeven dat ethiek veelal draait om menselijk gedrag. Hierbij wordt duidelij k<br />
dat ethiek en humanistiek onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Deelconclusie 3 is een<br />
weergave van de wijze waarop ethiek kan worden geïntegreerd <strong>in</strong> het beroepenveld. Waarbij de<br />
overgang van ethiek naar bedrijfsethiek wordt getoond aan de hand van he t voorbeeld de<br />
ethische code. De ethische code wordt <strong>in</strong> deelconclusie 4 uiteengerafeld aan de hand van de<br />
algemene motieven voor- en de onderwerpen b<strong>in</strong>nen de code. Dit maakt duidelijk dat een<br />
ethische code zich richt op dilemma’s die ook <strong>in</strong> de hospitality sector voorkomen. Dillema’s die<br />
veelal te maken hebben met menselijk gedrag. Literatuur van onder andere Brotherton (2003),<br />
met betrekk<strong>in</strong>g tot gastvrijheid en van Kapte<strong>in</strong> (2008) met betrekk<strong>in</strong>g tot ethische codes samen-<br />
gevoegd leiden tot de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> deelconclusie 5, waarbij de kernwaarde van de hospitality<br />
sector, gastvrijheid, wordt benoemd. De overkoepelende conclusie van de deelconclusies leidt tot<br />
de stell<strong>in</strong>g dat ethiek <strong>in</strong>geweven kan worden <strong>in</strong> de hospitality sector, ge<strong>in</strong>strumentaliseerd <strong>in</strong> een<br />
ethische code, welke (mits juist geïmplementeerd) kan leiden tot een verbeterde na- en belev<strong>in</strong>g<br />
van gastvrijheid. De drie <strong>in</strong>zichten zijn een logisch vervolg op de deelconclusies omdat zij<br />
randvoorwaarden stellen aan de implementatie van de ethische code. Randvoorwaarden met<br />
betrekk<strong>in</strong>g tot de vorm waar<strong>in</strong> het lectoraat deze ‘dienst’ kan gaan aanbieden (gebaseerd op<br />
externe voorbeelden), randvoorwaarden met betrekk<strong>in</strong>g tot het benoemen van wat<br />
daadwerkelijk geïmplementeerd gaat worden; ethiek, <strong>in</strong>tegriteit <strong>of</strong> maatschappelijke<br />
verantwoord<strong>in</strong>g. De laatste randvoorwaarde heeft betrekk<strong>in</strong>g op de actuele trend <strong>in</strong> het<br />
18
eroepenveld welke gebaseerd is op compliance, dus verdere reguler<strong>in</strong>g <strong>of</strong> juist dere guler<strong>in</strong>g<br />
door het toekennen van verantwoordelijkheden. Het kritisch literatuur overzicht geeft aanleid<strong>in</strong>g<br />
tot het staven van opgedane theorieën <strong>in</strong> het beroepenveld. Daartoe zijn respondenten met<br />
relevante kennis met betrekk<strong>in</strong>g tot de theorieën geselecteerd. Deze theorieën zijn vervolgens<br />
gestaafd door ze <strong>in</strong> te voegen <strong>in</strong> de <strong>in</strong>terview guides, te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> bijlage IV.<br />
2.8 Methodologische verantwoord<strong>in</strong>g; onderbouw<strong>in</strong>g aanpak veldonderzoek<br />
Het onderzoek dat is verricht ten behoeve van het vervaardigen van deze thesis is kwalitatief<br />
onderzoek. Hiervoor is gekozen omdat het onderzoek ten eerste een exploratief en vervolgens een<br />
explanatief karakter heeft. De onderzoek omgev<strong>in</strong>g is nieuw en de vereiste methodologische aanpak<br />
van de onderzoeken die verricht gaan worden door het lectoraat is nog niet bepaald. Het gebruik<br />
maken van diepte-<strong>in</strong>terviews stelt de onderzoeker <strong>in</strong> staat om causale verbanden tussen begrippen<br />
te v<strong>in</strong>den (Saunders et al, 2004). Tijdens de diepte-<strong>in</strong>terviews is een fenomenologische benader<strong>in</strong>g<br />
gebruikt, waarbij het doel was om de betekenis die de verschillende respondenten aan verschillende<br />
verschijnselen geven beter te begrijpen, om de funder<strong>in</strong>g van het uite<strong>in</strong>delijke advies te verstevigen.<br />
Hierbij behoorde ook het voorleggen van <strong>in</strong>terpretaties van eerder bevraagde respondenten aan<br />
later bevraagde respondenten. Dit heeft een gedetailleerde verzamel<strong>in</strong>g aan gegevens opgeleverd.<br />
2.9 Kwalitatieve analyse onderzoek<br />
Om een effectief analyse proces <strong>in</strong> gang te zetten is gebruik gemaakt van de dimensies van<br />
kwalitatieve analyse van Saunders et al (2004). Eerst is gekeken naar de mogelijkheden om de diepte<strong>in</strong>terviews<br />
gestructureerd <strong>of</strong> m<strong>in</strong>der gestructureerd te analyseren. De diepte-<strong>in</strong>terviews die zijn<br />
afgenomen ten behoeve van de thesis hebben zoals beschreven <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 2.10 geen van allen een<br />
overeenkomstige opzet en de <strong>in</strong>houd en uitkomst is afhankelijk van de expertise van de respondent.<br />
De <strong>in</strong>terviews vereisen om deze reden een m<strong>in</strong>der structurele aanpak omdat de <strong>in</strong>terpretatie van de<br />
onderzoeker van belang is.<br />
De visie van de onderzoeker <strong>in</strong>noveerde naar mate meer <strong>in</strong>terviews werden afgenomen, zodoende<br />
werd de onderzoeker <strong>in</strong> de mogelijkheid gesteld om theorieën geponeerd door de ene respondent<br />
aan een andere respondent voor te leggen. Zo werd <strong>of</strong>wel bevestig<strong>in</strong>g <strong>of</strong> nieuw <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> een topic<br />
gecreëerd. Dit refereert sterk aan een <strong>in</strong>ductief gestuurde analyse waarbij volgens Saunders et al<br />
(2004) wordt gewerkt zonder vooropgestelde codes <strong>of</strong> categorieën. Het derde onderdeel van de<br />
dimensies van kwalitatieve analyse sluit aan bij de <strong>in</strong>terpretivistische onderzoek filos<strong>of</strong>ie zoals<br />
benoemd <strong>in</strong> de <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g. De kwalitatieve analyse kan door de diversiteit aan type respondenten, de<br />
ad hoc opgestelde <strong>in</strong>terview guides (beschreven <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 2.10) en bijbehorende uitkomsten niet<br />
procedureel uitgevoerd worden. Dit omdat een procedurele structuur ten koste kan gaan aan de<br />
waardevolle <strong>in</strong>formatie die de <strong>in</strong>terviews opleveren. Deze waardevolle <strong>in</strong>formatie was <strong>in</strong> essentie het<br />
doel van het houden van diepte-<strong>in</strong>terviews met een breed scala aan respondenten die allen over een<br />
eigen specialisme beschikken. Het doel van de kwalitatieve analyse is het kunnen genereren van een<br />
theorie rond het centrale thema, de methodologie die hiertoe is gehanteerd om causale verbanden<br />
en theorieën te kunnen waarnemen, is het opstellen van samenvatt<strong>in</strong>gen (Saunders et al, 2003).<br />
Beschreven <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 2.10.1. De samenvatt<strong>in</strong>gen zijn te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> bijlage VI.<br />
2.10 Meet<strong>in</strong>strument<br />
Het meet<strong>in</strong>strument wat gebruikt is ten behoeve van de dataverzamel<strong>in</strong>g is de <strong>in</strong>terview guide. Deze<br />
guides hebben een essentiële rol gespeeld bij de uitkomsten van de <strong>in</strong>terviews. Elke <strong>in</strong>terview guide<br />
is ad hoc geformuleerd, na een korte achtergrondstudie van de respondent. De vragen gesteld <strong>in</strong> het<br />
<strong>in</strong>terview zijn geformuleerd op basis van de kennis en <strong>in</strong>formatie die een respondent mogelijk zou<br />
kunnen geven. Voor deze methode is gekozen ter verhog<strong>in</strong>g van de betrouwbaarheid van de<br />
<strong>in</strong>terviews, ter maximalisatie van de <strong>in</strong>formatie verschaff<strong>in</strong>g van de respondenten en ten laatste om<br />
de onderzoekvragen met succes te kunnen beantwoorden. De <strong>in</strong>terviewguides zijn per respondent te<br />
19
v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> bijlage IV. De betrouwbaarheid van de <strong>in</strong>terviews is, naast het gebruik van de <strong>in</strong>terview<br />
guides, tevens verhoogd door het opnemen van elk <strong>in</strong>terview, met toestemm<strong>in</strong>g van de respondent.<br />
Dataregistratie-apparatuur is volgens Baarda, Goede & Meer Middelburg (2000) een goede manier<br />
om de betrouwbaarheid van het onderzoek te verhogen, omdat het de onderzoeker <strong>in</strong> de<br />
mogelijkheid stelt om de opnames opnieuw te beluisteren. De opnames zijn allen verwerkt <strong>in</strong><br />
transcripties (te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de bijgevoegde Cd-rom <strong>in</strong> bijlage V). Dit maakt het mogelijk om de<br />
kwaliteit van het <strong>in</strong>terview nadien te controleren. Naast het opnemen van de <strong>in</strong>terviews en de<br />
verwerk<strong>in</strong>g van de opnames tot transcripten zijn ook aanteken<strong>in</strong>gen gemaakt, met toestemm<strong>in</strong>g van<br />
de respondent, deze aanteken<strong>in</strong>gen verschaffen <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> non-verbale reacties welke de, door de<br />
respondent geponeerde stell<strong>in</strong>gen kracht bij zette. De aanteken<strong>in</strong>gen zijn tevens waardevol geweest<br />
bij het parafraseren, <strong>of</strong> “converteren” van transcripten en opnames <strong>in</strong> de <strong>in</strong>terview samenvatt<strong>in</strong>gen.<br />
De <strong>in</strong>terview samenvatt<strong>in</strong>gen, en de motivatie voor het gebruik daarvan wordt nader toegelicht <strong>in</strong><br />
ho<strong>of</strong>dstuk 2.10.1.<br />
2.10.1 Samenvatt<strong>in</strong>gen<br />
Het is voor de onderzoeker, en ten behoeve van het resultaat van de thesis van groot belang dat de<br />
verkregen <strong>in</strong>formatie uit de diepte-<strong>in</strong>terviews recht aan gedaan wordt door een passende analyse. Er<br />
is gekozen om de <strong>in</strong>terviews eerst afzonderlijk te analyseren. Zo ontstonden samenvatt<strong>in</strong>gen waarbij<br />
de onderzoeker vertrouwd raakte met de belangrijkste thema’s, ontsprongen uit de <strong>in</strong>terviews.<br />
Zodoende kon bepaald worden hoe deze thema’s <strong>in</strong> een volgend <strong>in</strong>terview gevoegd <strong>of</strong> gestaafd<br />
konden worden. Ook werden verbanden tussen thema’s zichtbaar. Daarna is gezocht naar<br />
corresponderende stell<strong>in</strong>gen van respondenten zodat gegevens van verschillende samenvatt<strong>in</strong>gen<br />
kunnen worden vergeleken. Zodoende is verdiep<strong>in</strong>g aangebracht <strong>in</strong> de kwalitatieve analyse.<br />
Ten behoeve van de kwalitatieve analyse zijn voorafgaand aan het veldonderzoek respondent types<br />
opgesteld die allen <strong>in</strong> groepen onderverdeeld zijn. De respondent types zijn: Lectoren en<br />
Wetenschappers/Universitair ho<strong>of</strong>ddocenten, toebedeeld aan de groep Onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. De<br />
volgende respondenten zijn Onderzoekers en Organisaties, toebedeeld aan de groep Beroepenveld.<br />
Ten laatste het type Sticht<strong>in</strong>g en Brancheorganisatie, toebedeeld aan de Hospitality sector. De<br />
respondent typer<strong>in</strong>g <strong>of</strong> groeps<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g is niet leidend geweest voor de volgorde waarop de<br />
<strong>in</strong>terviewsamenvatt<strong>in</strong>gen zijn opgesteld, de resultaten waren daarbij leidend.<br />
20
3. Conclusies<br />
In ho<strong>of</strong>dstuk 3 worden de antwoorden op de deelvragen en onderzoekvragen weergegeven <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 3.1.1 en 3.1.2.<br />
In ho<strong>of</strong>dstuk 3.2 t/m 3.5 worden de conclusies en resultaten van het onderzoek besproken, gevolgd door een discussie.<br />
In ho<strong>of</strong>dstuk 3.6 t/m 3.9 wordt de lezer als het ware begeleid door het proces van het trekken van conclusies naar het<br />
daadwerkelijk opstellen en toetsen van aanbevel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 3.9.1.<br />
3.1 Beantwoord<strong>in</strong>g deel- en onderzoekvragen<br />
Onderstaand wordt de beantwoord<strong>in</strong>g van de deel- en onderzoekvragen weergegeven waarop de<br />
beantwoord<strong>in</strong>g van de beleidsvraag volgt. De beantwoord<strong>in</strong>g van de zoekvragen is te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong><br />
bijlage III en draagt bij aan de begripsvaliditeit van de beleids-, deel- en onderzoekvragen.<br />
3.1.1 Onderzoekvragen<br />
3.1.1.1 Onderzoekvraag 1<br />
1. Welke mogelijkheden heeft het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen om<br />
een onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector te organiseren?<br />
Het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO is onderdeel van het kenniscentrum Bus<strong>in</strong>ess Development &<br />
Hospitality. Dit kenniscentrum bestaat uit vier lectoraten welke toegespitst zijn op een onderdeel uit<br />
de hospitality sector. Tegelijkertijd maakt het kenniscentrum onderdeel uit van een groter<br />
kenniscentrum b<strong>in</strong>nen <strong>Saxion</strong> Hogescholen dat op zijn beurt uit 40 lectoraten bestaat. Er kan<br />
geconcludeerd worden dat het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO over een grote achterban beschikt van<br />
<strong>Saxion</strong> en docenten met connecties <strong>in</strong> specifieke werkvelden (<strong>Saxion</strong>, 2010).<br />
Mogelijkheden netwerk lectoraat<br />
De eerste mogelijkheid die een dusdanige achterban verschaft is de mogelijkheid tot het optimaal<br />
gebruik maken van het netwerk. Dit gegeven wordt versterkt door Ronald Jeurissen, directeur EIBE<br />
(R. Jeurissen, persoonlijke communicatie, 2 november, 2010)wanneer hij benadrukt optimaal gebruik<br />
te maken van de goodwill die de ‘naam’ van <strong>Saxion</strong> heeft opgebouwd <strong>in</strong> het beroepenveld. Thomas<br />
Thijssen, lector Experience <strong>in</strong> Hospitality & leisure, voegt hieraan toe dat het kenniscentrum over een<br />
lijst van 50 contacten beschikt waar het lectoraat ethiek en MVO direct gebruik van kan maken (T.<br />
Thijssen, persoonlijke communicatie, 2 november, 2010). Verschillende contacten uit deze lijst<br />
hebben aangegeven specifieke vraagstukken te hebben met betrekk<strong>in</strong>g tot ethiek en MVO. Dit wordt<br />
weergegeven <strong>in</strong> onderstaande uitsnede uit tabel 1, vragen <strong>in</strong> hospitality bus<strong>in</strong>ess, gepubliceerd <strong>in</strong> de<br />
lectorale rede van Thomas Thijssen (2010):<br />
Tabel 1 Lectorale rede, Thomas Thijssen, 2010<br />
Deze uitsnede vormt de uitdag<strong>in</strong>g tot het aanhaken op concrete aanknop<strong>in</strong>gspunten aangegeven<br />
door relaties die reeds opgebouwd zijn vanuit het kenniscentrum. Het opbouwen van relaties en het<br />
daarmee versterken van het netwerk wordt door verschillende respondenten benoemd als<br />
essentieel. Zowel Johan Wempe, lector Governance, als Elena Cavagnaro, lector Service Studies (E.<br />
Cavagnaro, persoonlijke communicatie, 20 oktober, 2010) (J. Wempe, persoonlijke communicatie ,<br />
22 oktober, 2010) stellen dat relaties b<strong>in</strong>nen het netwerk organisch groeien. Bij ontmoet<strong>in</strong>gen<br />
worden wederzijds <strong>in</strong>teresses en belangen besproken en zodanig wordt besloten tot participatie aan<br />
onderzoeken. Elena Cavagnaro heeft door het bezoeken van congressen en het ‘opschudden’ van het<br />
netwerk van Stenden Hogescholen haar netwerk opgezet. Ronald Jeurissen heeft zijn netwerk<br />
opgebouwd via de connecties van docenten, met wie hij teams vormt. Door zijn langgerekte leadtime<br />
aan ervar<strong>in</strong>g heeft hij veel kennissen opgebouwd en het vertrouwen van deze kennissen<br />
21
gewonnen. “Er zal een onderzoeks- en advieslijn moeten worden opgebouwd en dat duurt een paar<br />
jaar, maar de goodwill van de school is je sterkste uitzet”. Johan Wempe vertelt dat het bij de<br />
organisatie van zijn eigen lectoraat en lectoraten <strong>in</strong> het algemeen, niet de <strong>in</strong>steek moet zijn om<br />
adviesopdrachten voor organisaties te verrichten. Studenten moeten bezig zijn met longitud<strong>in</strong>aal<br />
onderzoek en fundamentele vraagstukken die wanneer de studenten de praktijk <strong>in</strong> gaan nog steeds<br />
bestaan. Hiertoe vormt Johan Wempe relaties met “Organisaties waar onze studenten terecht<br />
komen”.<br />
Mogelijkheden studenten, begeleid<strong>in</strong>g<br />
Uit <strong>in</strong>terviews met Thomas Thijssen, Johan Wempe en Elena Cavagnaro blijkt dat studenten een<br />
cruciale rol <strong>in</strong>nemen bij het verrichten van onderzoek. Echter niet altijd op positieve wijze vertelt<br />
Elena Cavagnaro. Niet alle studenten hebben hetzelfde niveau met betrekk<strong>in</strong>g tot het uitvoeren van<br />
onderzoek. Het is belangrijk hierop te anticiperen. Bijvoorbeeld door een structurele day-to-day<br />
begeleid<strong>in</strong>g van studenten door de kenniskr<strong>in</strong>g. Studenten die willen participeren aan onderzoek<br />
vanuit het lectoraat Service Studies worden eerst onderworpen aan een selectieproces waarbij Elena<br />
Cavagnaro tracht het ‘kaf van het koren’ te scheiden door het vragen naar de motivatie en het begrip<br />
van de student met betrekk<strong>in</strong>g tot het onderzoek. Zij stelt hiertoe ook brief<strong>in</strong>gs op waarbij de<br />
randvoorwaarden voor het project verduidelijkt worden. De waarde van transparantie richt<strong>in</strong>g de<br />
opdrachtgever wordt door Elena Cavagnaro belicht wanneer zij vertelt over ervar<strong>in</strong>gen die zij heeft<br />
gehad met onbetrouwbare enquêter<strong>in</strong>gen en het verlengen van de onderzoeksperiode. Johan<br />
Wempe heeft hierop een andere visie, hij wijst de <strong>in</strong>zet en de motivatie van studenten aan die voor<br />
hem doorslaggevend zijn. Het kan immers zo zijn dat projecten onvoldoende worden afgerond,<br />
organisaties moeten daartoe niet dezelfde eisen aan studentonderzoek stellen als aan onderzoek<br />
vanuit adviesbureaus. “Daar willen we ook niet mee concurreren”. Johan Wempe v<strong>in</strong>dt de<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g van het kenniscentrum belangrijker dan de ontwikkel<strong>in</strong>g van ee n eventueel<br />
monitor<strong>in</strong>gsysteem. Dit leidt tot het vastleggen van zaken <strong>in</strong> contracten, tot het op basis daarvan,<br />
verrichten van tevredenheidsonderzoeken en uite<strong>in</strong>delijk tot “manipuleerbare grootheden”.<br />
Thomas Thijssen vertelt aanvullend over de gezamenlijke verantwoordelijkheden van de coproductie.<br />
Volgens hem is de pr<strong>of</strong>essional uit het werkveld net zo belangrijk voor het resultaat als de student<br />
zelf. Hij spreekt van ‘learn<strong>in</strong>g by shar<strong>in</strong>g’ waarbij projectteams bestaan waar<strong>in</strong> onderzoekers, zowel<br />
als pr<strong>of</strong>essionals en studenten sitt<strong>in</strong>g nemen. Zodoende zijn de verantwoordelijkheden gelijk.<br />
Gegeven deze drie voorbeelden is het verstandig een eigen koers te varen wanneer het gaat o m de<br />
begeleid<strong>in</strong>g van studenten, op basis van het ‘gezond verstand’.<br />
Mogelijkheden studenten, verdiep<strong>in</strong>g <strong>Ethiek</strong> & MVO<br />
Na het verrichten van literatuur- en veldonderzoeken is het uiterst waardevol gebleken verdiep<strong>in</strong>g<br />
aan te brengen <strong>in</strong> de kennis van de student met betrekk<strong>in</strong>g tot de basiskennis betreffende<br />
onderwerpen als ethiek en MVO. Wanneer een student onderzoek uitvoert voor het lectoraat <strong>Ethiek</strong><br />
& MVO is hij <strong>of</strong> zij tegelijkertijd ook representatief voor de kwaliteit en betrouwbaarheid van het<br />
lectoraat. De werv<strong>in</strong>g en selectie methodiek van studenten wordt verder uitgewerkt <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk<br />
4.3.2.<br />
Mogelijkheden allianties<br />
Tijdens het veldonderzoeken hebben verschillende mogelijkheden tot allianties zich voorgedaan.<br />
Veelal vanuit een <strong>in</strong>teresse van de respondent tot een verenig<strong>in</strong>g van krachten, onderstaand worden<br />
de mogelijkheden tot allianties schematisch weergegeven. Deze allianties worden uitgewerkt <strong>in</strong><br />
ho<strong>of</strong>dstuk 4.2.1.<br />
Sticht<strong>in</strong>g ECH / KHN<br />
Jac Wezenbeek van de Sticht<strong>in</strong>g ECH is een bevlogen<br />
ondernemer met het een passie voor ethiek. Deze passie wil<br />
hij graag <strong>in</strong> de praktijk brengen. Ook is het zijn doel om ethiek<br />
op de agenda van ondernemend horeca Nederland te<br />
plaatsen. Jac Wezenbeek geeft aan dat de sticht<strong>in</strong>g ECH<br />
KHN<br />
Sticht<strong>in</strong>g<br />
ECH<br />
Lectoraat<br />
<strong>Ethiek</strong> en<br />
MVO<br />
22
subsidier<strong>in</strong>g en bekendheid nodig heeft om te kunnen groeien (persoonlijke communicatie, 27<br />
oktober, 2010). Wanneer gekeken wordt naar het onderdeel subsidier<strong>in</strong>g kan de KHN betrokken<br />
worden. Voor het onderdeel bekendheid kan samengewerkt worden met het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en<br />
MVO. Er ontstaat voor het lectoraat een kans omdat Jac Wezenbeek en de sticht<strong>in</strong>g kennis en<br />
<strong>in</strong>formatie bezitten met betrekk<strong>in</strong>g tot het horeca beroepenveld, hier ontstaan kansen voor het<br />
netwerk en voor het vullen van de onderzoeksagenda. Voor de KHN ontstaan mogelijkheden tot een<br />
wederzijdse alliantie met de onderzoeksmogelijkheden van het lectoraat enerzijds, en connectie met<br />
de sticht<strong>in</strong>g ECH anderzijds.<br />
EIBE / Hospitality sector<br />
Ronald Jeurissen heeft tijdens het <strong>in</strong>terview duidelijk<br />
aangegeven <strong>in</strong>teresse te hebben voor onderzoeken <strong>in</strong> de<br />
hospitality sector (persoonlijke communicatie, 2 november,<br />
2010). Hierbij rijst een nieuwe alliantie mogelijkheid naar het<br />
oppervlak. Het lectoraat ethiek en MVO heeft door een<br />
samenwerk<strong>in</strong>g van dit karakter toegang tot de ervar<strong>in</strong>g, het<br />
netwerk en de ontwikkelde <strong>in</strong>strumenten van Nyenrode zoals<br />
de Integrityscan®. EIBE kan pr<strong>of</strong>iteren bij de samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
de z<strong>in</strong> van de connecties die het lectoraat ethiek en MVO<br />
heeft op het gebied van de hospitality sector. Ten derde kan<br />
de hospitality sector gebaat zijn bij een mogelijke verenig<strong>in</strong>g<br />
van ‘krachten’. Waarbij specifieke ervar<strong>in</strong>g, de beschikk<strong>in</strong>g<br />
over <strong>in</strong>strumenten en de toegang tot de hospitality sector de<br />
‘sleutels tot succes’ kunnen vormen.<br />
Lectoraat Techniek en Economie<br />
Het MVO onderdeel van het lectoraat ethiek en MVO, kan<br />
wanneer deze opgenomen gaat worden <strong>in</strong> een onderzoeks- en<br />
advieslijn vanuit meerdere aspecten onderzocht worden.<br />
Enerzijds kunnen technische en economische aspecten belicht<br />
worden en anderzijds kunnen de menselijke- <strong>of</strong> management<br />
aspecten onderzocht worden. Hiertoe kan een alliantie<br />
aangegaan worden met een technisch en economisch lectoraat<br />
b<strong>in</strong>nen <strong>Saxion</strong>. Elena Cavagnaro geeft aan dat deze allianties<br />
helpend kunnen zijn bij het verkrijgen van subsidie voor de<br />
onderzoeken en bij de uitleg naar organisaties over de impact<br />
van het onderzoek (persoonlijke communicatie, 20 oktober,<br />
2010).<br />
Mogelijkheden <strong>in</strong>steek onderzoek<br />
Uit <strong>in</strong>terviews met Marcel Becker, wetenschapper aan het centrum van ethiek te Nijmegen, en Wim<br />
Dubb<strong>in</strong>k, universitair ho<strong>of</strong>ddocent, is gebleken dat het <strong>in</strong>teressant kan zijn om onderzoeken vanuit<br />
het filos<strong>of</strong>ische perspectieven te verrichten (M. Becker, persoonlijke communicatie, 13 oktober), (W.<br />
Dubb<strong>in</strong>k, persoonlijke communicatie, 21 oktober, 2010). Zo hanteert Marcel Becker een Aristotische<br />
denkwijze bij het verrichten van onderzoek waarbij momenteel de kard<strong>in</strong>ale deugd Dapperheid<br />
wordt gehanteerd tijdens onderzoeken bij defensie. Wim Dubb<strong>in</strong>k hanteert een Neokantiaanse<br />
<strong>in</strong>steek om ethische dilemma’s te benaderen. Zo kan het lectoraat ethiek en MVO ook <strong>in</strong>haken op<br />
verschillende filos<strong>of</strong>ische opvatt<strong>in</strong>gen tijdens het benaderen van vraagstukken. Echter wel op<br />
<strong>in</strong>teractieve wijze, zo kan een vraagstuk uiteengelegd worden vanuit de vier kard<strong>in</strong>ale deugden van<br />
Aristoteles die luiden: Matigheid, Dapperheid, Rechtvaardigheid en Wijsheid. Deze deugden zijn ook<br />
van toepass<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen de hospitality sector. Wanneer geconcludeerd wordt vanuit verschillende<br />
EIBE<br />
Lectoraat<br />
economie<br />
Hospitality<br />
sector<br />
Lectoraat<br />
techniek<br />
Lectoraat<br />
<strong>Ethiek</strong> en<br />
MVO<br />
Lectoraat<br />
<strong>Ethiek</strong> en<br />
MVO<br />
23
<strong>in</strong>terviews dat deze voornamelijk wordt gevormd door persoonlijke deugden van het bestuur, h et<br />
management en de medewerkers.<br />
Deelconclusie onderzoekvraag 1: De mogelijkheden waarover het lectoraat beschikt met betrekk<strong>in</strong>g tot<br />
het organiseren van onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector blijken vanuit meerdere<br />
<strong>in</strong>valshoeken benaderd te kunnen worden. Naast de waardevolle achterban van het kenniscentrum<br />
en <strong>Saxion</strong> Hogescholen, bestaat er veel vraag naar MVO gerelateerd onderzoek vanuit het<br />
beroepenveld. Een positief gegeven met betrekk<strong>in</strong>g tot de vraaggerichte benader<strong>in</strong>g van het<br />
kenniscentrum. Ook bestaan er verschillende mogelijkheden met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>in</strong>teressante<br />
allianties waarmee het lectoraat zich onderscheidend kan positioneren op de markt. Het hanteren<br />
van een specifieke ‘thematische’ <strong>in</strong>steek van het onderzoek draagt ook bij aan de positioner<strong>in</strong>g.<br />
3.1.1.2 Onderzoekvraag 2<br />
2. Welke <strong>in</strong>strumenten bestaan er om de functionaliteit van het ethische beleid b<strong>in</strong>nen een bedrijf te<br />
kunnen meten en hoe effectief zijn deze <strong>in</strong>strumenten?<br />
Er bestaan verschillende <strong>in</strong>strumenten om de functionaliteit van het ethische beleid b<strong>in</strong>nen<br />
organisaties te meten. Onderstaand worden twee van die <strong>in</strong>strumenten toegelicht.<br />
1. KPMG Integrity Services – The code cockpit, Integriteits thermometer<br />
Figuur 1 Muel Kapte<strong>in</strong>, The liv<strong>in</strong>g code, 2008, p.10, fig. 1.1.<br />
Ten eerste zal dieper <strong>in</strong>gegaan worden op bovenstaande methode. Muel Kapte<strong>in</strong> benadrukt daarbij<br />
dat de gebruikte <strong>in</strong>strumenten sterkt afhangen van het type organisatie en de context (M. Kapte<strong>in</strong>,<br />
persoonlijke communicatie, 13 oktober, 2010). Bovenstaand model is de zogenoemde ‘code cockpit’<br />
van KPMG Integrity Services. Centraal hierbij staan de elementen van de ethische code, deze omvat<br />
de normen en regels, verantwoordelijkheden tegenover de stakeholders, kernwaarden en missie en<br />
visie. Deze moeten moreel te rechtvaardigen zijn, begrijpelijk en te managen. Daaromheen staan de<br />
zeven voorwaarden voor een levende ethische code weergegeven <strong>in</strong> de vorm van een ster. Deze<br />
bestaan uit helderheid, goed voorbeeld geven, toewijd<strong>in</strong>g, haalbaarheid, transparantie, mogelijkheid<br />
tot discussie en de implementatie. De KPMG Integriteits thermometer® wordt vervolgens <strong>in</strong>gezet om<br />
alle zeven condities te meten. Dit <strong>in</strong>strument genereert een breed beeld van de huidige situatie van<br />
de ethische code (Kapte<strong>in</strong>, 2008, p. 143).De effectiviteit van dit <strong>in</strong>strument kan geduid worden door<br />
de verhoogde kwaliteit van de geleverde producten en diensten, de verhoogde productiviteit van het<br />
personeel en het verbeterde vertrouwen van aandeelhouders. Daarnaast heeft de toepass<strong>in</strong>g van<br />
deze modellen effect op de f<strong>in</strong>anciële prestatie van een organisatie. Zo worden onder meer de<br />
kosten met betrekk<strong>in</strong>g tot diefstal, personeelsverloop en rechtszaken gedrukt (Kapte<strong>in</strong>, 2008, p.<br />
146).<br />
24
2. Nyenrode, Integrityscan®<br />
Volgens Andre Nijh<strong>of</strong>, universitair ho<strong>of</strong>ddocent Nyenrode, is de Integrityscan® niet alleen gericht is<br />
op de implementatie van een gedragscode maar meer op de wijze waarop <strong>in</strong>tegriteit leeft b<strong>in</strong>nen<br />
een organisatie (persoonlijke communicatie, 1 november, 2010). Het <strong>in</strong>strument stelt managers <strong>in</strong> de<br />
mogelijkheid tot het uitvoeren van een snelle enquêter<strong>in</strong>g van de ethische attitude van de<br />
organisatie. Er kan <strong>in</strong> kaart gebracht worden <strong>in</strong> hoeverre het personeel zich (on)ethisch gedraagt<br />
tegenover de organisatie <strong>of</strong> de stakeholders. Deze bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen kunnen vervolgens verklaard worden<br />
door de factoren <strong>in</strong> de organisatie die effect hebben op ethisch gedrag. Zodoende zijn managers<br />
uitgerust om doelgerichte <strong>in</strong>terventies uit te voeren om de organisatorische <strong>in</strong>tegriteit te promoten<br />
en de risico’s te verkle<strong>in</strong>en (Nyenrode EIBE, 2010).<br />
Ronald Jeurissen wijst tijdens het <strong>in</strong>terview op onderzoek wat hij ooit <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met de<br />
makelaarsbranche heeft verricht, waarbij de Integrityscan® is toegepast (Net werken en netwerken,<br />
2009). Hij ziet hierbij de mogelijkheid om een vergelijkbaar onderzoek uit te voeren om de <strong>in</strong>tegriteit<br />
van de hospitality sector <strong>in</strong> kaart te brengen (persoonlijke communicatie, 2 november, 2010).<br />
Deelconclusie onderzoekvraag 2: De Integriteits thermometer en de Integrityscan van KPMG en EIBE zijn<br />
twee <strong>in</strong>strumenten die gebruikt worden door gerenommeerde <strong>in</strong>stituten <strong>in</strong> de onderzoek- en<br />
advisory sector. De effectiviteit van deze <strong>in</strong>strumenten heeft betrekk<strong>in</strong>g op de frequentie waar<strong>in</strong> de<br />
<strong>in</strong>strumenten <strong>in</strong> de actuele situatie worden toegepast en de mate waar<strong>in</strong> ervaren onderzoekers als<br />
Muel Kapte<strong>in</strong>, Ronald Jeurissen en Andre Nijh<strong>of</strong> aangeven dat het beroepenveld daadwerkelijk<br />
geholpen is, met betrekk<strong>in</strong>g tot de vorm<strong>in</strong>g van het gewenste bedrijfsklimaat.<br />
3.1.1.3 Onderzoekvraag 3<br />
3. Wat is de gewenste benaderwijze van bedrijven b<strong>in</strong>nen de hospitality sector wanneer onderzoek<br />
gedaan wordt naar de ethische code?<br />
Inzet docenten<br />
De benaderwijze van de hospitality sector is effectief <strong>of</strong>wel doeltreffend, wanneer reken<strong>in</strong>g<br />
gehouden wordt met de cultuur van de beroepsgroep, verteld Thomas Thijssen (persoonlijke<br />
communicatie, 2 november, 2010). Wanneer hij samenwerk<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>itieert tussen het kenniscentrum<br />
en het beroepenveld probeert hij altijd een docent <strong>in</strong> te zetten die representatief is voor zowel het<br />
kenniscentrum als het beroepenveld. Bij onderzoeken b<strong>in</strong>nen de hotelsector zet hij daartoe Gerrit<br />
Schreiber <strong>in</strong>. De ervar<strong>in</strong>g die de heer Schreiber heeft met betrekk<strong>in</strong>g tot de hotelsector is essentieel<br />
voor het maken van de juiste <strong>in</strong>druk met kennis van de sector en door het wederzijdse begrip.<br />
Bepal<strong>in</strong>g Unit <strong>of</strong> Observation<br />
De vaststell<strong>in</strong>g van de specifieke Unit <strong>of</strong> Observation (T. Thijssen, persoonlijke communicatie, 2<br />
november, 2010) speelt ook een belangrijke rol bij het verrichten van onderzoek. Als de Unit een<br />
hospitality bedrijf is dan behoort het als zodanig <strong>in</strong>geschreven te staan bij de Kamer van Koophandel.<br />
Het is tevens verstandig zaken te doen op corporate level. “Want alles wat daartussen zit is zeer<br />
arbeids<strong>in</strong>tensief”, aldus Thomas Thijssen. Voorzichtigheid is echter wel geboden wanneer<br />
samengewerkt wordt met <strong>in</strong>termediairs. “Je gaat dan een driehoekshuwelijk aan”. Vanuit het<br />
lectoraat worden bij voorkeur ‘conventionele’ huwelijken gesloten met organisaties. Zodoende<br />
wordt direct contact gelegd met de CEO’s van bedrijven waar studenten uite<strong>in</strong>delijk komen te<br />
werken. Het is daarbij wel zaak om vast te stellen dat het ho<strong>of</strong>dkantoor van een organisatie achter de<br />
onderzoeksopzet staat en bereidwillig is tot samenwerk<strong>in</strong>g. Elena Cavagnaro hanteert een andere<br />
werkwijze, zij is van men<strong>in</strong>g dat samenwerk<strong>in</strong>g met MKB een grotere sociale impact heeft en daarom<br />
“more excit<strong>in</strong>g” is dan onderzoek bij grote organisaties. Grootschalige organisaties nemen eerder<br />
contact op met Nyenrode <strong>of</strong> de Universiteit Twente. “De top-down situatie is niet de beste situatie<br />
om verander<strong>in</strong>gen teweeg te brengen” (E. Cavagnaro, persoonlijke communicatie, 20 oktober, 2010).<br />
25
Steun teamleiders<br />
Zowel Elena Cavagnaro als Thomas Thijssen geven aan dat voor het opzetten van een onderzoekslijn<br />
de steun van de teamleider essentieel is. Het is van belang dat de onderzoekslijn relevant is voor, en<br />
<strong>in</strong>gevoegd kan worden <strong>in</strong> de onderwijscurricula voor de komende jaren. De rol van een lector kan<br />
vergeleken worden met die van een jongleur. Alle onderdelen (de onderzoekslijn, de opdrachtgevers,<br />
de studenten, de modules en de onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g) moeten gelijktijdig hooggehouden worden en<br />
daarnaast moeten ze de ‘revue’ van het lectoraat parallel aan elkaar <strong>of</strong> achtereenvolgend passeren.<br />
Benader<strong>in</strong>g organisaties<br />
Het onderwerp <strong>Ethiek</strong> en MVO blijkt uit het veldonderzoek lastig te duiden, vervolg onderzoek naar<br />
de begripsdef<strong>in</strong>itie van verschillende termen is hierbij aan te bevelen. <strong>Ethiek</strong> wordt niet alleen vanuit<br />
verschillende <strong>in</strong>valshoeken gepraktiseerd, ethiek is onderhevig aan verschillende def<strong>in</strong>iër<strong>in</strong>gen. Naast<br />
de begripsverwarr<strong>in</strong>g bestaat ook verwarr<strong>in</strong>g met betrekk<strong>in</strong>g tot de <strong>in</strong>houd van het onderwerp. Dit<br />
kan volgens Thomas Thijssen een probleem opleveren wanneer de onderzoekslijn gepresenteerd<br />
wordt aan het beroepenveld. De uitdag<strong>in</strong>g van het vertalen van wetenschappelijke vraagstukken<br />
naar organisatorische oploss<strong>in</strong>gen komt hierbij nogmaals aan het oppervlak. Thomas Thijssen vertelt<br />
daartoe over het nut van het ‘dialogical process’ waarbij vanuit het ‘vroedvrouw-methode’ pr<strong>in</strong>cipe<br />
getracht kan worden om kennis <strong>of</strong> vraagstukken met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>in</strong>tegriteit <strong>of</strong> ethiek boven tafel<br />
te krijgen. Vervolgens kan vanuit de dialoog rondom dat begrip, tot vraagarticulatie gekomen<br />
worden. Hiertoe is goed luisteren, duiden en gericht voorlicht<strong>in</strong>g geven toepasselijk (T. Thijssen<br />
persoonlijke communicatie, 2 november, 2010).<br />
De verschillende uitspraken betreffende een effectieve wijze van benader<strong>in</strong>g van organisaties staan<br />
schematisch weergegeven <strong>in</strong> onderstaand overzicht:<br />
Respondent: Uitspraak:<br />
Elena Cavagnaro<br />
“Bedrijven benaderen ons, en wij hen, het is 50-50”<br />
(Persoonlijke communicatie,<br />
20 oktober, 2010)<br />
Thomas Thijssen<br />
(Persoonlijke communicatie,<br />
2 november, 2010)<br />
Muel Kapte<strong>in</strong><br />
(Persoonlijke communicatie,<br />
13 oktober, 2010)<br />
“Als je bezig bent met ethiek <strong>of</strong> duurzaamheid, dan<br />
moet je echt heel transparant ten opzichte van je<br />
opdrachtgever zijn”<br />
“Toen vroeg ik haar: wat zou voor jou waardevol<br />
zijn, wat zou jij willen meenemen uit zo’n project?<br />
Wat is voor jou belangrijk op dit moment, voor de<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g van het bedrijf waar je <strong>in</strong>zit?, en zo<br />
groeit het”<br />
“dit verlaagt het risico van je bedrijf en dit verhoogt<br />
de motivatie van je personeel”<br />
“Vraaggerichte benader<strong>in</strong>g”<br />
“Dan gaan we de dialoog aan”<br />
“Dan zou ik gebruik maken van de opgebouwde<br />
contacten met de brancheverenig<strong>in</strong>gen”<br />
“Je huidige relaties, dat je die niet uitsluit en dan<br />
weer naar nieuwe relaties gaat”<br />
“Enerzijds heb je modellen en concepten waarmee<br />
je organisaties benadert en verschillende<br />
uitgangspunten die je daarbij hanteert”<br />
“De wijze waarop je een bedrijf benaderd is<br />
natuurlijk cruciaal voor deelname <strong>of</strong> participatie”<br />
“De onderzoeken zijn uite<strong>in</strong>delijk niet bedoeld om<br />
aan te tonen hoe slecht ze zijn”<br />
26
Johan Wempe<br />
(Persoonlijke communicatie,<br />
22 oktober, 2010)<br />
Ronald Jeurissen<br />
(Persoonlijke communicatie,<br />
2 november, 2010)<br />
“Dat je deelnemende bedrijven het gevoel geeft, er<br />
zit iets voor ons <strong>in</strong> en het helpt ons, <strong>in</strong> onze<br />
vraagstukken <strong>of</strong> <strong>in</strong> het organiseren waar we mee<br />
bezig zijn <strong>of</strong> wat we doen”<br />
“Onderzoeken naar ethiek roepen heel vaak<br />
angstgevoelens op, dus geef de attractiviteit en<br />
betrouwlijkheid op”<br />
“Op een bepaald moment heb je ervar<strong>in</strong>g met, <strong>of</strong><br />
dan heb je op een bepaald moment dat je contacten<br />
hebt en dan heb je op een bepaald moment een<br />
idee <strong>of</strong> wat dan ook, en je probeert op een bepaald<br />
moment die contacten wat structureler te maken”<br />
“Je nodigt mensen uit voor een bijeenkomst”<br />
“Dat gaat vanzelf, dat gaat <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> heel organisch”<br />
“Er is veel <strong>in</strong>teresse voor de maatschappelijke rol<br />
van bedrijven, op dat vlak zitten een heleboel<br />
<strong>in</strong>teressante vragen en die kom je aan de lopende<br />
band, op een praktische manier tegen”<br />
“Ik heb twee <strong>in</strong>gangen, de ene <strong>in</strong>gang is dat ik dit<br />
vak al heel lang doe, dat ik oud studenten heb<br />
<strong>in</strong>middels die mij gewoon bellen”<br />
“Wij doen dit onderzoek, en dat publiceer je, dan<br />
wordt je bekend en gaan mensen Googlen, dan<br />
moet je ook wat op je website hebben staan, Dat is<br />
ook belangrijk”<br />
“Je kunt mensen altijd verleiden met een pilot, en je<br />
kunt mensen ook altijd verleiden met een congres.<br />
Dus ik zou eens een congres opzetten met ethiek en<br />
de hotelsector”<br />
“Dan breng je mensen op ideeën, want je moet de<br />
mensen dus aan het denken zetten, en dat duurt<br />
even”<br />
Actiepuntenlijst benaderwijze potentiele opdrachtgevers hospitality sector:<br />
De uitspraken van bovenstaande experts samengevat resulteren <strong>in</strong> een actiepuntenlijst. Deze kan<br />
worden gebruikt ten behoeve van de aanbevel<strong>in</strong>gen:<br />
Transparantie doel onderzoek Niet forceren, streef naar organische groei<br />
Vraaggerichte benader<strong>in</strong>g, dialoog Vertrouwen creëren<br />
Benaderen met concepten <strong>of</strong> modellen Publicaties, congres, symposium<br />
Steun bieden Tastbaar maken van ontastbaar begrip<br />
Maak contacten structureler Toegankelijkheid website<br />
Deelconclusie onderzoekvraag 3: De juiste benaderwijze van de hospitality sector, wanneer het doel is<br />
om onderzoek te verrichten naar ethische codes wordt bepaald door de i nzet van het juiste type<br />
docenten en de benader<strong>in</strong>g van een relevante Unit <strong>of</strong> Observation, voorafgegaan door het<br />
verkrijgen van de steun van teamleiders met betrekk<strong>in</strong>g tot de beoogde onderzoekslijn. Daarna<br />
kunnen organisaties, met gebruik van de vraaggerichte benader<strong>in</strong>g die kenmerkend is voor de stijl<br />
van het kenniscentrum benaderd worden. Het veldonderzoek levert draagvlak voor een specifieke<br />
wijze van benader<strong>in</strong>g. Uitspraken uit het veldonderzoek samengevoegd, leiden tot bovenstaande<br />
actiepuntenlijst, welke verder wordt uitgewerkt <strong>in</strong> de aanbevel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 4.<br />
27
3.1.2 Deelvragen<br />
3.1.2.1 Deelvraag 1<br />
1. In hoeverre en <strong>in</strong> welke vormen worden ethische codes geformuleerd b<strong>in</strong>nen de hospitality sector?<br />
Ethische codes komen voornamelijk <strong>in</strong> grootschalige <strong>in</strong>ternationale, organisaties b<strong>in</strong>nen de<br />
hospitality sector voor. En zijn b<strong>in</strong>nen deze organisaties volgens Arjen van den Dool, beleidsadviseur<br />
van de Kon<strong>in</strong>klijke Horeca Nederland, beter op hun plaats. Hij vertelt dat 80% van de leden van de<br />
KHN een bedrijfssamenstell<strong>in</strong>g hebben die kle<strong>in</strong>er is dan 10 medewerkers. “Het vastleggen van<br />
systemen, certificaten en keurmerken is bij die bedrijven niet proportioneel”. Arjen van den Dool<br />
geeft aan dat hij gelo<strong>of</strong>t dat voorgenoemde <strong>in</strong>strumenten beter op hun plek zijn b<strong>in</strong>nen<br />
<strong>in</strong>ternationale organisaties (persoonlijke communicatie, 11 november, 2010). Er kan daarbij gedacht<br />
worden aan de ethische code van hotelketens, zoals Accor (Accor Corporate Governance, 2010),<br />
waar<strong>in</strong> onderscheid gemaakt wordt tussen EGO prioriteiten (zoals de bescherm<strong>in</strong>g van k<strong>in</strong>deren) en<br />
ECO prioriteiten (zoals biodiversiteit). Ook de ethische code van Starbucks (Starbucks Responsability,<br />
2010) is imponerend. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen verantwoordelijkheden richt<strong>in</strong>g de<br />
samenlev<strong>in</strong>g, het milieu, ethische bronnen, welzijn en diversiteit. Voorgenoemde voorbeelden zijn<br />
typische, <strong>in</strong>ternationaal georiënteerde organisaties, gepositioneerd aan de top <strong>of</strong> b<strong>in</strong>nen de top vijf<br />
van de branche. Deze organisaties hebben een voorbeeldfunctie richt<strong>in</strong>g de branche en de<br />
maatschappij. Door de opkomst van compliance <strong>of</strong> de toegenomen reguler<strong>in</strong>g (KPMG, Trust Rules,<br />
2009) worden organisaties verplicht te voldoen aan toenemende <strong>in</strong>ternationale standaarden.<br />
Stephen Molen, director <strong>of</strong> sales van het Amerikaanse bedrijf EthicsPo<strong>in</strong>t vertelt dat door de<br />
Sarbanes-Oxley act (2002) en de Foreign Corrupt Practises Act (1977) organisaties als het ware<br />
worden gedwongen tot het opzetten van een ethisch beleid (persoonlijke communicatie, 26 oktober,<br />
2010).<br />
Een ethische code vormt vaak de enige vorm van verdedig<strong>in</strong>g die een organisatie heeft, vertelt<br />
Judith Irw<strong>in</strong>, onderzoekster bij het Institute <strong>of</strong> Bus<strong>in</strong>ess Ethics te Londen. De Bribery act heeft<br />
verstrekkende gevolgen voor organisaties die onethisch gedrag vertonen. De Bribery act zal leiden<br />
tot een meer serieuze ontwikkel<strong>in</strong>g van ethische codes (persoonlijke communicatie, 15 oktober,<br />
2010). “Organisaties worden zich steeds bewuster van de consequenties, door verhonderdvoudig<strong>in</strong>g<br />
aan opgelegde boetes <strong>in</strong> de afgelopen twee jaar” verteld Stephen Molen. Tevens bestaat de<br />
mogelijkheid die een juridisch onderdeel b<strong>in</strong>nen een ethische code biedt ter reducer<strong>in</strong>g van een<br />
eventuele sanctie. Voorgenoemde motivatoren zijn veelal extr<strong>in</strong>siek. Het is volgens zowel Stephen<br />
Molen als Judith Irw<strong>in</strong> afhankelijk per bedrijf <strong>of</strong> de <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke <strong>of</strong> extr<strong>in</strong>sieke motivatoren de doorslag<br />
geven. Wim Dubb<strong>in</strong>k, universitair ho<strong>of</strong>ddocent, legt uit dat de overheid een belangrijke rol heeft <strong>in</strong><br />
het “faciliteren van moraliteit” (persoonlijke communicatie, 21 oktober, 2010). De SOx-act, de FCPA<br />
en de Bribery act zijn hiervan voorbeelden. Ethische codes verschijnen wanneer ze een juridische<br />
functie hebben veelal <strong>in</strong> geschreven vorm volgens Andre Nijh<strong>of</strong>. “Zo worden de gestelde ambities<br />
helder voor een ieder” (persoonlijke communicatie, 1 november, 2010. De morele pr<strong>in</strong>cipes van<br />
organisaties zijn volgens Muel Kapte<strong>in</strong>, veelal terug te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de missie, visie en de kernwaarden<br />
van de organisatie (persoonlijke communicatie, 13 oktober, 2010. De regels en standaarden van<br />
organisaties vormen ook onderdeel van een ethische code. Deze komen bij nagenoeg alle<br />
organisaties b<strong>in</strong>nen de hospitality sector voor vertelt Jac Wezenbeek van Sticht<strong>in</strong>g ECH. “In de vorm<br />
van een HACCP regelement” (persoonlijke communicatie, 27 oktober, 2010).<br />
Deelconclusie deelvraag 1: Ethische codes worden voornamelijk pr<strong>of</strong>essioneel geïmplementeerd <strong>in</strong><br />
grootschalige, <strong>in</strong>ternationaal georiënteerde organisaties. De motivatie hiertoe is door middel van<br />
toenemende wetgev<strong>in</strong>g te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de extr<strong>in</strong>sieke hoek. De ethische code verschijnt, door zijn<br />
juridische functie op schrift. Dit verschaft duidelijkheid en een vorm van juridische verdedig<strong>in</strong>g. De<br />
Nederlandse wetgev<strong>in</strong>g is echter <strong>in</strong> de huidige situatie m<strong>in</strong>der “bedreigend” als <strong>in</strong> Amerika en het<br />
Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk. Dat creëert ruimte voor een creatieve verschijn<strong>in</strong>g van de ethische code.<br />
28
3.1.2.2 Deelvraag 2<br />
2. In welke mate en waarom v<strong>in</strong>den bedrijven uit de hospitality sector het belangrijk om ethische<br />
codes te formuleren?<br />
De hospitality sector is een brede sector en omvat alle ondernem<strong>in</strong>gen die eten, en/<strong>of</strong> dr<strong>in</strong>ken, en/<strong>of</strong><br />
onderdak al dan niet <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met enterta<strong>in</strong>ment bieden (UK Prospects 2010). De hospitality<br />
sector bev<strong>in</strong>dt zich volgens Johan Wempe, midden <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g, en genereert door deze<br />
centrale positie een grote hoeveelheid aan men<strong>in</strong>gen (persoonlijke communicatie, 22 oktober, 2010).<br />
Om die reden is een ethische code op zijn plaats <strong>in</strong> de hospitality sector. Ronald Jeurissen sluit zich<br />
hierbij aan. Vanuit het perspectief van de hotellerie bekeken, stelt hij zich voor dat deze operatie<br />
volgens het ‘Delight the customer’ pr<strong>in</strong>cipe wil reguleren. De hotellerie moet hiertoe optimaal<br />
<strong>in</strong>gericht zijn. “Gedragscodes zijn daarbij een centraal <strong>in</strong>strument, dit pr<strong>in</strong>cipe moet kunnen<br />
doorvloeien tot <strong>in</strong> de haarvaten van de organisatie”. De ethische code heeft dan een ‘positief cultuur<br />
vormende functie’(persoonlijke communicatie, 2 november, 2010). De ‘breedheid’ van de sector is<br />
echter een bemoeilijkende factor voor een eventuele code volgens Arjen van den Dool (persoonlijke<br />
communicatie, 11 november, 2010). De diversiteit b<strong>in</strong>nen de sector is één van de drie redenen dat de<br />
KHN tot nu toe nog geen branche specifieke code heeft gelanceerd. Een tweede reden is het feit dat<br />
de <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g met betrekk<strong>in</strong>g tot het opstellen van een ethische code disproportioneel is gegeven<br />
het feit dat bij 80% van de leden van de KHN de bedrijfssamenstell<strong>in</strong>g kle<strong>in</strong>er is dan tien<br />
medewerkers. Ten derde noemt hij de negatieve ervar<strong>in</strong>g met de overheid die een dergelijke code<br />
als eis gaat stellen. Een branche die zich wel geroepen zag tot het opstellen van een ethische code is<br />
de ANVR. Deze organisatie heeft volgens Thomas Thijssen, tien jaar geleden een code gelanceerd<br />
(persoonlijke communicatie, 2 november, 2010).<br />
Andre Nijh<strong>of</strong> vertelt dat deze code een waardevolle casus kan vormen voor codes <strong>in</strong> vergelijkbare<br />
branches <strong>of</strong> b<strong>in</strong>nen onderzoek (persoonlijke communicatie, 1 november, 2010). Wanneer deze casus<br />
voorgelegd wordt aan Arjen van den Dool legt hij uit dat de KHN een verenig<strong>in</strong>g is die een reflectie is<br />
van zijn ondernemers. Een ethische code creëert mogelijkerwijs afstand tussen de verenig<strong>in</strong>g en zijn<br />
leden. Daarmee zou een averechts effect bereikt worden. Dit gegeven wordt versterkt door een<br />
stell<strong>in</strong>g van Peter Cornelissen, Manager LRQA Nederland, “een code kan opgevat worden als<br />
prescriptief en om die reden uitnodigen tot marchanderen” (persoonlijke communicatie, 12<br />
november, 2010). Volgens Arjen van den Dool is de hospitality sector als een gastheer voor de<br />
samenlev<strong>in</strong>g en leeft deze bij de <strong>in</strong>teractie tussen de medewerkers en de gasten. Zodoende kunnen<br />
veel ondernemers het zich niet veroorloven om niet maatschappelijk verantwoord te zijn. “Omdat de<br />
branche leeft van gastvrijheid is MVO een vanzelfsprekendheid”. Voorgenoemde bewer<strong>in</strong>gen vanuit<br />
de KHN vormen echter <strong>in</strong> de praktijk aanleid<strong>in</strong>g tot een gemis van bedrijfsethiek b<strong>in</strong>nen de sector. Zo<br />
ook bij Jac Wezenbeek van sticht<strong>in</strong>g ECH. Hij stelt dat de KHN structureel te we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>itieert met<br />
betrekk<strong>in</strong>g tot bedrijfsethiek. “Dat is pas een ethisch probleem”. Van de 25.000 leden van de KHN<br />
zijn 100 bedrijven daadwerkelijk lid. “De rest doet het vanwege de kort<strong>in</strong>gen”. Veel ondernemers<br />
ervaren het vastleggen van gedrag <strong>in</strong> codes als beperkend, wanneer zij verplicht worden gesteld om<br />
geen alcohol te schenken aan m<strong>in</strong>derjarigen omdat dit kan leiden tot omzetverlies. Een kritische<br />
kantteken<strong>in</strong>g hierbij is de vraag <strong>of</strong> de economie moet blijven b<strong>in</strong>nen de grenzen van ethiek, <strong>of</strong> moet<br />
ethiek blijven b<strong>in</strong>nen de grens van de economie?<br />
Deelconclusie deelvraag 2: De opkomst van wetgev<strong>in</strong>g op het gebied van MVO maakt duidelijk dat<br />
organisaties verplicht worden gesteld tot het ontwikkelen van ethische codes. Dit verkle<strong>in</strong>t het<br />
risico op imagoschade en boetes. Nederland ‘loopt relatief achter’ met betrekk<strong>in</strong>g tot reguler<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
contrast met het buitenland. Wanneer gesteld wordt dat maatschappelijke verantwoord<strong>in</strong>g beg<strong>in</strong>t<br />
waar wetten en regelgev<strong>in</strong>g ophouden, ontstaat een zogenoemd speelveld. Wanneer gewenst,<br />
<strong>in</strong>tr<strong>in</strong>siek <strong>of</strong> vanuit de druk van de maatschappij kan dit speelveld kan gebruikt worden door<br />
brancheorganisaties om <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g te geven aan MVO die op maat gemaakt is b<strong>in</strong>nen de sector.<br />
“Laws without the sword, are but words”<br />
(Hobbes, 1651)<br />
29
3.1.2.3 Deelvraag 3<br />
3. Wat ervaren bedrijven b<strong>in</strong>nen de hospitality sector als problematisch met betrekk<strong>in</strong>g tot de<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g, de formuler<strong>in</strong>g en de toepass<strong>in</strong>g van ethische codes?<br />
Er zijn verschillende redenen aan te voeren die bijdragen aan de problematiek die de hospitality<br />
sector ervaart met betrekk<strong>in</strong>g tot het <strong>in</strong>voeren van ethische codes, echter niet zozeer b<strong>in</strong>nen de<br />
toeristische sector. Daar worden bepaalde vraagstukken deels gevat <strong>in</strong> de branche code van de<br />
ANVR. Toch vertelt Thomas Thijssen dat b<strong>in</strong>nen het toerisme, de hotellerie, het eventmanagement<br />
en b<strong>in</strong>nen facilitymanagement verschillende MVO gerelateerde vraagstukken kenbaar zijn gemaakt<br />
aan het kenniscentrum (persoonlijke communicatie, 2 november, 2010). Ethische codes kunnen een<br />
waardevol <strong>in</strong>strument zijn bij adresser<strong>in</strong>g van deze vraagstukken volgens Andre Nijh<strong>of</strong>. In het<br />
verleden heeft hij vele onderzoeken uitgevoerd naar ethische codes en de implementatie daarvan<br />
(persoonlijke communicatie, 1 november, 2010). Jac Wezenbeek representeert het beroepenveld<br />
wanneer hij vertelt: “Onbewust doen mensen het wel, ethisch werken, maar het jezelf opleggen <strong>of</strong><br />
het verwoorden daarvan <strong>in</strong> een regelement <strong>of</strong> <strong>in</strong> een code, doen niet veel mensen” (persoonlijke<br />
communicatie, 27 oktober, 2010). Met deze stell<strong>in</strong>g wordt de essentie van de problematiek van een<br />
prescriptieve ethische code belicht. Niet alleen is beperk<strong>in</strong>g een factor, daarnaast vormt de<br />
stakeholder dialoog volgens Wim Post, projectmanager van LRQA, een uitdag<strong>in</strong>g. “Het vaststellen van<br />
primaire processen met stakeholders is nog tot daar aan toe, maar het vragen naar de men<strong>in</strong>g<br />
omtrent het MVO- <strong>of</strong> ethisch beleid is doodeng” (persoonlijke communicatie, 12 november, 2010).<br />
Het is namelijk de vraag <strong>of</strong> organisaties die men<strong>in</strong>g wel willen horen en <strong>of</strong> ze zich willen conformeren<br />
naar de eisen van stakeholders. Maarten de Jong, manag<strong>in</strong>g partner van EBIS (Ethics & Bus<strong>in</strong>ess<br />
Integrity), werpt licht op een ander probleem. Tijdens tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gssessies (momenteel bij de Europese<br />
Commissie) vragen deelnemers: “waarom zit ik hier?” Maarten de Jong antwoord als volgt wanneer<br />
hij stelt dat het neerzetten van een positieve ethische cultuur effect kan hebben op de tevredenheid<br />
van de <strong>in</strong>terne- en externe stakeholders (persoonlijke communicatie, 28 oktober, 2010). Muel<br />
Kapte<strong>in</strong> voegt hier de diversiteit <strong>in</strong> cultuur aan b<strong>in</strong>nen de hospitality sector aan toe. “<strong>Ethiek</strong> wordt op<br />
verschillende manieren beleefd wanneer verschillende culturen samenkomen”. Ook vertelt hij dat<br />
tijdsdruk een grote rol speelt bij het naleven van de ethische code. Deze druk bemoeilijkt het maken<br />
van de juiste keuze. “Er is een omgev<strong>in</strong>g, maar er is ook een na-belev<strong>in</strong>g van de code om die<br />
omgev<strong>in</strong>g mogelijk te maken” (persoonlijke communicatie, 13 oktober, 2010).<br />
Deelconclusie deelvraag 3: De typer<strong>in</strong>g van de problematiek, die wordt ervaren door de hospitality<br />
sector omvat de ‘beperk<strong>in</strong>g’ die een code met zich mee kan brengen, de consequenties van de<br />
prescriptieve aard van gedragscodes die zich averechts kunnen manifesteren, de complexiteit van<br />
een goede stakeholder dialoog, de culturele diversiteit b<strong>in</strong>nen de hospitali ty sector en ten laatste<br />
de tijdsbeperk<strong>in</strong>g bij het maken van de juiste keuzes <strong>in</strong> de hospitality sector.<br />
3.1.2.4 Deelvraag 4<br />
4. Op welke wijze worden onderzoeken naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector georganiseerd <strong>in</strong><br />
organisaties vergelijkbaar met het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen?<br />
Volgens Ronald Jeurissen wordt een effectieve methode van onderzoek naar ethische codes<br />
getypeerd door een stappenplan. De eerste stap is die van conceptueel onderzoek, waarbij getracht<br />
wordt een begripsdef<strong>in</strong>itie van ‘gedragscode’ te v<strong>in</strong>den. Het is verstandig daartoe literatuur van Muel<br />
Kapte<strong>in</strong> (The liv<strong>in</strong>g code, 2008) <strong>of</strong> Henk van Luijk (Om redelijk gew<strong>in</strong>, 1993) te raadplegen. Deze<br />
literatuurstudie moet gericht zijn op het ontwikkelen van een theoretisch model van elementen die<br />
<strong>in</strong> een ethische code omvat en wat met deze elementen beoogd wordt (persoonlijke communicatie,<br />
2 november, 2010). Andre Nijh<strong>of</strong> sluit zich aan bij het belang om erachter te komen waarom een<br />
code wordt opgesteld “Als dat het middel is, wat is dan het achterliggende doel?’’ (persoonlijke<br />
communicatie, 1 november, 2010).<br />
30
Vervolg antwoord deelvraag 4:<br />
Vervolgens kan een beg<strong>in</strong> gemaakt worden met het stellen van onderzoeksvragen, op twee niveaus:<br />
beschrijvende onderzoeksvragen zoals onderzocht door Muel Kapte<strong>in</strong> en meer diepgaande vragen<br />
die betrekk<strong>in</strong>g hebben op het effect van een gedragscode. Muel Kapte<strong>in</strong> geeft aan dat het<br />
belangrijkste vraagstuk van ethische codes betrekk<strong>in</strong>g heeft op de omgev<strong>in</strong>g die de nalev<strong>in</strong>g van de<br />
code mogelijk maakt (persoonlijke communicatie, 13 oktober, 2010). Ronald Jeurissen vertelt dat het<br />
<strong>in</strong>teressant kan zijn om vervolgens systematisch codes per segment <strong>in</strong> kaart te brengen. Zodoende<br />
kan de onderzoeksgroep gedef<strong>in</strong>ieerd worden. Hij benadrukt dat het essentieel is dat de<br />
onderzoeksmethode volgt uit de vraagstell<strong>in</strong>g. Uit <strong>in</strong>terviews met Johan Wempe en Elena Cavagnaro,<br />
blijkt die volgorde eveneens. Na de def<strong>in</strong>itie van de onderzoeksgroep en het verzamelen van<br />
gedragscodes volgt een <strong>in</strong>houdsanalyse per gedragscode. Wanneer de onderzoeksvraag gericht is op<br />
het effect van een code op het gedrag van de medewerkers kunnen hiertoe convenanten met grote<br />
ketens worden gesloten. Hierbij kan bijvoorbeeld blijken dat eenzelfde code, b<strong>in</strong>nen meerdere<br />
vestig<strong>in</strong>gen, anders wordt beleefd. Dit proces kan vervolgens herhaald worden bij verschillende<br />
ketens waarna vergelijk<strong>in</strong>gen tussen ketens getrokken kunnen worden. De theorie van het<br />
stappenplan wordt gevisualiseerd <strong>in</strong> onderstaand zandloper model. In dit model wordt weergegeven<br />
dat het onderzoek breed begonnen wordt (conceptueel), zich vervolgens toespitst op bepaalde<br />
onderdelen (specifiek). Om vervolgens met de opgedane gespecificeerde kennis toegepast te kunnen<br />
worden op een breder perspectief (keten vergelijk<strong>in</strong>g).<br />
Inventarisatie ketens per branche<br />
Inventarisatie gedragscode per branche<br />
Inhoudsanalyse gedragscode<br />
Vergelijk<strong>in</strong>g gedragscode b<strong>in</strong>nen één keten<br />
Vergelijk<strong>in</strong>g gedragscodes ketens<br />
Figuur 2 Zandlopermodel stappenplan<br />
Wanneer aan verschillende respondenten gevraagd wordt naar de onderzoeksmethodologie bij<br />
onderzoeken naar ethische codes blijkt dat organisaties zelf verantwoordelijk worden gehouden voor<br />
het opstellen van een ethische code. De onderzoeken die worden verricht vanuit het bedrijfsleven<br />
hebben voornamelijk betrekk<strong>in</strong>g op “de veranker<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>tegriteit <strong>of</strong> MVO”, zoals Andre Nijh<strong>of</strong> stelt<br />
(persoonlijke communicatie, 1 november, 2010). Uit het <strong>in</strong>terview met Muel Kapte<strong>in</strong> blijkt dat het<br />
hebben van een ethische code als vanzelfsprekendheid wordt beschouwd. De focus ligt nu meer op<br />
de wijze van implementatie van de ethische code. Uit de verschillende <strong>in</strong>terviews blijkt dat<br />
organisaties veelal vragen om hulp bij de implementatie. KPMG hanteert hiertoe de Integriteit-<br />
thermometer®, waarmee het beleidslandschap wordt bepaald wat onder medewerkers is uitgezet.<br />
EIBE hanteert een Integrityscan® om ethisch gedrag <strong>in</strong> kaart te brengen. Wanneer de code irrelevant,<br />
<strong>in</strong>effectief blijkt, biedt KPMG het zogenoemde ‘Cards on the table’ spel waarbij de relevante<br />
dilemma’s van een organisatie wél boven tafel komen. Het <strong>in</strong> kaart brengen van de dilemma’s is een<br />
proces is wat transparantie en eerlijkheid vereist van de betrokkenen. Het ‘Cards on the table’ spel<br />
kan hierbij helpen omdat de zwaarte van het proces op <strong>in</strong>teractieve wijze, wordt ‘verlicht’.<br />
Vervolgens, na het <strong>in</strong> kaart brengen van de <strong>in</strong>tegriteit van de medewerkers en de relevante<br />
dilemma’s van een organisatie is het van belang een passende ethische code op te stellen. Passend<br />
heeft <strong>in</strong> deze context betrekk<strong>in</strong>g op de <strong>in</strong>houd en de verschijn<strong>in</strong>gsvorm van de ethische code. Deze<br />
verschijn<strong>in</strong>g behoeft niet altijd te worden vastgelegd <strong>in</strong> ‘geschreven tekst op papier’, zo vertellen<br />
Johan Wempe en Andre Nijh<strong>of</strong>. Johan Wempe voegt toe: “In elke organisatie zijn er standaarden<br />
waarmee je keuzes maakt, en door een bepaalde manier van handelen ontstaat een patroon, een<br />
code, niet op papier maar er is een code” (persoonlijke communicatie, 22 oktober, 2010).<br />
31
Deelconclusie deelvraag 4: Onderzoeken naar ethische codes worden door zowel onderzoeks<strong>in</strong>stituten<br />
als organisaties uit het beroepenveld georganiseerd met de onderzoeksvraag als uitgangspunt. Op<br />
basis daarvan worden de onderzoeksteams samengesteld, de juiste <strong>in</strong>strumenten geselecteerd en<br />
de onderzoekslijn bepaald (kortlopend <strong>of</strong> longitud<strong>in</strong>aal). Opvallend is dat alle onderzoeks<strong>in</strong>stituten<br />
en organisaties geëigende methodologieen en <strong>in</strong>strumenten hanteren waarmee zij zichzelf<br />
trachten te onderscheiden ten opzichte van ‘concullega ’s’.<br />
3.1.2.5 deelvraag 5<br />
5. Op welke manier kan het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen bijdragen<br />
aan een verbeterd bedrijfsethisch klimaat, door middel van onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> de<br />
hospitality sector?<br />
Deelvraag vijf is een van de belangrijkste vragen b<strong>in</strong>nen dit onderzoek. Om die rede n is de<br />
beantwoord<strong>in</strong>g van deze breed gestelde deelvraag met een vergelijkbaar brede <strong>in</strong>steek beantwoord.<br />
Er is bij de beantwoord<strong>in</strong>g van deze deelvraag gekozen om een weergave te geven van de manier<br />
waarop de verschillende respondenten, verbonden aan verschillende <strong>in</strong>stituten, bijdragen aan een<br />
verbeterd bedrijfsethisch klimaat van het beroepenveld waaraan zij dienstbaar zijn. Uit al deze “Best<br />
Practises” wordt <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 5 een geëigende Best Practise gedistilleerd voor de opdrachtgever.<br />
Lectoraten v<strong>in</strong>den weer plaats <strong>in</strong> het hoger onderwijs en hebben de functie gepast onderzoek terug<br />
te brengen <strong>in</strong> het onderwijs. HBO onderzoek is volgens Thomas Thijssen diep geworteld <strong>in</strong> de praktijk<br />
daarnaast is het <strong>in</strong>terdiscipl<strong>in</strong>air, dat houdt <strong>in</strong> dat de methodiek afhankelijk is van het type vraagstuk<br />
(persoonlijke communicatie, 2 november, 2010). Onderzoek brengt verdiep<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de functie van de<br />
docent, dit komt ten goede aan de relevantie van het onderwijscurriculum, immers wordt met<br />
actuele praktijkvraagstukken gewerkt. Elena Cavagnaro ziet de lectoraat functie als een driehoek van<br />
het genereren van kennis voor het onderwijs, met studenten en een daarbij behorende curriculum<br />
vernieuw<strong>in</strong>g. Door het verrichten van onderzoek <strong>in</strong> het beroepenveld wordt tevens de connectie met<br />
de pr<strong>of</strong>essie versterkt (persoonlijke communicatie, 20 oktober, 2010). Door de resultaten te<br />
publiceren wordt het beroepenveld met wetenschappelijke artikelen geholpen. De conclusie hieruit<br />
is dat onderzoek docenten en studenten dichter bij de pr<strong>of</strong>essie brengt en dat de pr<strong>of</strong>essie toegang<br />
heeft tot praktijkvraagstukken. Johan Wempe benadrukt dat onderzoek vanuit een lectoraat een<br />
brug kan leggen tussen universitair onderzoek wat zich voornamelijk op fundamentele vraagstukken<br />
richt en de mate waar<strong>in</strong> de uitkomsten van dit type onderzoek beroepsbeoefenaren daadwerkelijk<br />
bereikt. “De valorisatie van kennis is een probleem geworden bij univ ersiteiten” (persoonlijke<br />
communicatie, 22 oktober, 2010).<br />
Aan de hand van deze ontwikkel<strong>in</strong>gen is het mogelijk een kans te constateren voor het lectoraat<br />
ethiek en MVO. Het onderwerp ethiek is volgens Wim Dubb<strong>in</strong>k “volstrekt onaantastbaar”<br />
(persoonlijke communicatie, 21 oktober, 2010), er kan op basis van deze stell<strong>in</strong>g geconcludeerd<br />
worden dat universitair onderzoek naar ethiek een vergelijkbaar karakter heeft. Door ethische<br />
vraagstukken te adresseren b<strong>in</strong>nen het kader van de pr<strong>of</strong>essie kan het lectoraat zichzelf op unieke<br />
wijze pr<strong>of</strong>ileren <strong>in</strong> de markt van het HBO onderzoek. Tijdens het veldonderzoek is gebleken dat<br />
collega lectoraten zich voornamelijk richten op MVO. Wanneer gekeken wordt naar de bijdrage die<br />
het lectoraat kan leveren aan het verbeteren van het bedrijfsethisch klimaat, fungeren de resultaten<br />
geboekt door de organisaties waaraan de respondenten gebonden zijn een <strong>in</strong>teressante casus. Deze<br />
<strong>in</strong>stituten hebben allen een dienstverlenende <strong>in</strong>steek en verlenen organisaties die vraagtekens<br />
zetten bij de opzet en <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van hun ethiek-, <strong>in</strong>tegriteit-<strong>of</strong> MVO-beleid concrete hulp, concreet<br />
duidt daarbij op het stapsgewijze plan van aanpak dat bij nagenoeg elke ‘opdracht’ <strong>in</strong> wordt gezet.<br />
32
KPMG Integrity services<br />
Muel Kapte<strong>in</strong> vertelt dat organisaties worden benaderd met modellen en concepten (persoonlijke<br />
communicatie, 13 oktober, 2010). Welke modellen gebruikt worden is afhankelijk van het type<br />
organisatie en de context. Er wordt eerst gekeken naar de issues die spelen, vervolgens worden deze<br />
op volgorde van importantie gelegd. Het uitgangspunt is altijd dat het <strong>in</strong>strument het gedrag moet<br />
bepalen wat door het management is vastgesteld. Het stappenplan loopt vervolgens langs een spoor<br />
van hard controls, die zich richten op de procedurele- en systematische kant (sanctieregel<strong>in</strong>g) en s<strong>of</strong>t<br />
controls, die zich richten op het handhaven van de gewenste bedrijfscultuur en het klimaat. Hard - en<br />
s<strong>of</strong>t controls moeten altijd met elkaar <strong>in</strong> balans zijn, elkaar versterken (M. Kapte<strong>in</strong>, persoonlijke<br />
communicatie, 13 oktober, 2010). KPMG hanteert hiertoe de eerder benoemde <strong>in</strong>strumenten als de<br />
Integriteitsthermometer® en het ‘Cards on the table’ spel. Tevens wordt een breed gemêleerd<br />
gezelschap van adviseurs <strong>in</strong>gezet, waaronder bedrijfskundigen, juristen, <strong>in</strong>terventiespecialisten,<br />
accountants en mensen met hospitality achtergrond. Muel Kapte<strong>in</strong> motiveert deze samenstell<strong>in</strong>g als<br />
volgt: “Bij het vraagstuk van een code gaat het niet alleen om juridische vraagstukken, ook over<br />
sociaalpsychologische vraagstukken, communicatievraagstukken en vraagstukken die betrekk<strong>in</strong>g<br />
hebben op organisatiekunde”. Het uitgangspunt van de dienstverlen<strong>in</strong>g van KPMG is het creëren van<br />
bewustzijn, attitude en een stukje motivatie. Bepaald door de code. Organisaties worstelen met het<br />
implementatievraagstuk van de code, met betrekk<strong>in</strong>g tot dit onderwerp heeft Muel Kapte<strong>in</strong> uitvoerig<br />
onderzoek verricht. Het resultaat hiervan is leesbaar <strong>in</strong> zijn publicatie van The liv<strong>in</strong>g code (2008).<br />
Waarmee ethiek wordt <strong>in</strong>gebed <strong>in</strong> de “organisatorische DNA structuur”.<br />
European Institute <strong>of</strong> Bus<strong>in</strong>ess Ethics, Nyenrode University<br />
Ethische codes dragen volgens Ronald Jeurissen bij aan moreel leiderschap, moderne vormen van<br />
management en heeft een code een positief cultuurvormende functie (persoonlijke communicatie, 2<br />
november, 2010). Dit kan concreet vertaald worden als de bijdrage die onderzoek kan leveren aan<br />
het bedrijfsethisch klimaat. Zijn collega Andre Nijh<strong>of</strong> draagt hier aan bij dat een code representatief<br />
is voor de ambities van een organisatie en dat medewerkers zich door het ondertekenen van een<br />
code committeren aan deze ambities (persoonlijke communicatie, 1 november, 2010). Tegelijkertijd<br />
kan gesteld worden dat medewerkers zich hiertoe mede committeren aan de organisatie. Andre<br />
Nijh<strong>of</strong> benadrukt echter wel dat een ethische code een onderdeel is van een palet. “Van de manier<br />
waarop een bedrijf bezig is met het verankeren van <strong>in</strong>tegriteit <strong>of</strong> MVO”. De code wordt <strong>in</strong>gezet naast<br />
tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gen, de stakeholderdialoog en audits. Uit de literatuur (Silljé, 2010) blijkt dat wetenschappers<br />
denken <strong>in</strong> termen van vraagstukken en managers veelal denken <strong>in</strong> termen van oploss<strong>in</strong>gen. Ronald<br />
Jeurissen is het hiermee eens en vertelt dat EIBE hierop <strong>in</strong>speelt doordat zij “oploss<strong>in</strong>gen aanreiken”.<br />
Hiertoe wordt eerst <strong>in</strong> kaart gebracht <strong>in</strong> welke fase de sector zich bev<strong>in</strong>dt.<br />
Wanneer organisaties nog worstelen met de term<strong>in</strong>ologie (<strong>in</strong>tegriteit, ethiek) dan is de benader<strong>in</strong>g<br />
filos<strong>of</strong>isch, “wat meer beschouwend”. Managers willen problemen gericht kunnen oplossen. EIBE ziet<br />
hierbij een kans, daartoe is Ronald Jeurissen, <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met Maarten de Jong van EBIS, bezig<br />
met de ontwikkel<strong>in</strong>g van een certificer<strong>in</strong>g voor <strong>in</strong>tegriteit. Gebaseerd op de MVO prestatieladder<br />
ontwikkeld door LRQA, KIWA en DNV. Met deze certificer<strong>in</strong>g wordt <strong>in</strong>tegriteit tastbaar, auditeerbaar,<br />
vergelijkbaar en aan te tonen met een certificaat. Ronald Jeurissen vertelt dat er steeds meer<br />
knelpunten worden geconstateerd omdat steeds meer geleerd wordt over de <strong>in</strong>tegriteit <strong>in</strong> bedrijven.<br />
Mede door de toegenomen uitwissel<strong>in</strong>g van kennis met andere vakgebieden. Zoals de samenwerk<strong>in</strong>g<br />
met L<strong>in</strong>da Trev<strong>in</strong>o, organisatiepsychologe. Zij verricht onderzoek op het gebied van factoren die<br />
<strong>in</strong>tegriteit kunnen helpen <strong>of</strong> h<strong>in</strong>deren b<strong>in</strong>nen organisaties. Ronald Jeurissen vertelt: “Ik ontdek ook<br />
steeds meer dat communicatie heel belangrijk is voor <strong>in</strong>tegriteit”. Andre Nijh<strong>of</strong> vertelt dat hij<br />
onderzoek naar ethische codes kortlopend via self-assessments heeft verricht. Deze leveren<br />
reflectierapportages op en worden vervolgens gebruikt ter bepal<strong>in</strong>g van de relevantie van de code.<br />
Tevens heeft hij, over een longitud<strong>in</strong>ale lijn impact analyses uitgevoerd. “In hoeverre leidt een code<br />
<strong>in</strong> een keten daadwerkelijk tot gedragsverander<strong>in</strong>g?”. Het longitud<strong>in</strong>ale karakter van dit onderzoek<br />
duidt op de tweejaarlijkse cyclus van onderzoek. “Zo kan de trend <strong>in</strong> kaart gebracht worden”. EIBE<br />
33
hanteert drie onderzoeksmethodieken, ten eerste de Integrityscan® die zich richt op <strong>in</strong> hoeverre<br />
<strong>in</strong>tegriteit leeft <strong>in</strong> een organisatie. Ten tweede wordt perceptieonderzoek verricht waarbij de<br />
voorgenoemde self-assessments centraal staan en ten derde een longitud<strong>in</strong>ale vorm van onderzoek<br />
die zich richt op de <strong>in</strong>houdelijke implicaties van de code. Een vraag die hierbij gesteld kan worden is<br />
bijvoorbeeld: “In hoeverre voldoen hotelketens bij een reis zich aan de ISO 14000 norm?”. Dat kan<br />
vervolgens per jaar <strong>in</strong> kaart gebracht worden, waarbij positieve <strong>of</strong> negatieve trends geconstateerd<br />
kunnen worden. Wanneer het EIBE organisaties ondersteunt met betrekk<strong>in</strong>g tot de ethische code<br />
geven zij een impuls <strong>in</strong> de bewustword<strong>in</strong>g ten aanzien van <strong>in</strong>tegriteits- <strong>of</strong> duurzaamheidsthema’s, en<br />
creëren zij daarnaast <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met organisaties een vast referentiepunt <strong>in</strong> de vorm van een<br />
code. Onderzoeken van EIBE worden verricht door teams die samengesteld zijn vanuit verschillen de<br />
specialismes: bedrijfskundigen, economen, filos<strong>of</strong>en, theologen, anglisten en ook NGO’s”. Ronald<br />
Jeurissen voegt hieraan toe: “het gaat niet zozeer om je studie, maar om je antecedenten”. Hij geeft<br />
aan dat teamleden tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g over ervar<strong>in</strong>g moeten beschikken. Hieruit kan geconcludeerd worden dat<br />
het onderzoek team van het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO gebaat zou zijn bij het volgen van een “tra<strong>in</strong><br />
the tra<strong>in</strong>er” dilemmaworkshop aan Nyenrode.<br />
Ethics & Bus<strong>in</strong>ess Integrity Services<br />
EBIS hanteert een stappenplan bestaande uit vier stappen, weergegeven <strong>in</strong> figuur 3:<br />
Figuur 3 Ethics & Bus<strong>in</strong>ess Integrity, Stappenplan, 2010<br />
Maarten de Jong omschrijft het stappenplan als een longitud<strong>in</strong>aal proces wat betrokkenheid,<br />
<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g en kosten vergt van een organisatie (persoonlijke communicatie, 28 oktober, 2010).<br />
Hierover is hij altijd helder richt<strong>in</strong>g zijn klanten. “Het vliegt niet als een gebraden duifje <strong>in</strong> je mond”.<br />
Maarten de Jong stelt dat management en medewerkers van organisaties worden geëngageerd <strong>in</strong><br />
het proces. Maarten de Jong heeft veel geleerd van zijn werkzaamheden met betrekk<strong>in</strong>g tot de<br />
implementatie van <strong>in</strong>tegriteit bij de Wereldbank <strong>in</strong> Amerika. “Toen hadden ze buitengewoon<br />
<strong>in</strong>teressante tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gscurricula”. Het <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> cultuur en waarden en organisatorische <strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g<br />
miste echter. Door deze te voegen <strong>in</strong> stap 1 en stap 4 van het plan wordt de implementatie<br />
problematiek zoals ervaren door vele organisaties aangepakt. Er wordt vanuit EBIS gewerkt met<br />
cultuur en structuur componenten, welke onder geen bed<strong>in</strong>g vergeleken dienen te worden met de<br />
hard- en s<strong>of</strong>t controls van KPMG. “Het zijn geen controls, en ze zijn zeker niet s<strong>of</strong>t”. EBIS draagt bij<br />
aan het bedrijfsethische klimaat door organisaties naar een hoger punt te brengen op het gebied van<br />
het toepassen van waarden. Waardoor medewerkers beter <strong>in</strong> hun vel komen te zitten en zodoende<br />
beter presteren. Daarnaast creëert de organisatie een positieve bre<strong>in</strong>positie bij zowel <strong>in</strong>te rne- als<br />
externe stakeholders.<br />
Institute <strong>of</strong> Bus<strong>in</strong>ess Ethics<br />
Het IBE is opgezet voor en door organisaties. Het <strong>in</strong>stituut assisteert organisaties achter de schermen<br />
met betrekk<strong>in</strong>g tot de implementatie van ethisch beleid. Judith Irw<strong>in</strong> benadrukt hierbij dat het aan<br />
de organisaties zelf is om de kernwaarden vast te stellen (persoonlijke communicatie, 15 oktober,<br />
34
2010). Daarna moet een stakeholderanalyse verricht worden en de verantwoordelijkheden ten<br />
opzichte van deze stakeholders <strong>in</strong> kaart gebracht worden. “De organisatie is zelf verantwoordelijk<br />
voor het eerste onderdeel van het proces”. Daarnaast is het van essentieel belang om de<br />
medewerkers tijdens dit proces te <strong>in</strong>volveren. Zodanig wordt de reële situatie geschetst, vanuit<br />
breed perspectief. Deze resultaten worden vervolgens door het IBE beoordeeld, en op basis daarvan<br />
doet het IBE een terugkoppel<strong>in</strong>g met verbeterpunten omtrent bijvoorbeeld de ‘best practise’ <strong>in</strong> een<br />
bepaalde <strong>in</strong>dustrie <strong>of</strong> de samenlev<strong>in</strong>g. Het IBE assisteert tevens omtrent tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g, communicatie en<br />
auditer<strong>in</strong>g van het ethische programma. Organisaties verkrijgen op deze manier reële beeldvorm<strong>in</strong>g<br />
met betrekk<strong>in</strong>g tot het ethische beleid dat zij voeren, <strong>in</strong> contrast met het ethische beleid van<br />
vergelijkbare organisaties.<br />
EthicsPo<strong>in</strong>t<br />
De dienstverlen<strong>in</strong>g van EthicsPo<strong>in</strong>t kan gezien worden als een antwoord op de vraag vanuit het hoger<br />
management van organisaties naar concrete cijfers, tabellen en grafieken met betrekk<strong>in</strong>g tot de<br />
resultaten van bedrijfsethisch beleid. EthicsPo<strong>in</strong>t maakt dit <strong>in</strong>zichtelijk door middel van een s<strong>of</strong>tware<br />
programma. Er worden databases van issues gecreëerd door de <strong>in</strong>stallatie van hotl<strong>in</strong>es, desgewenst<br />
anoniem. Internationale organisaties verkrijgen zodoende <strong>in</strong>zicht op de concrete issues die spelen <strong>in</strong><br />
bepaalde landen. EthicsPo<strong>in</strong>t visualiseert deze issues vervolgens <strong>in</strong> een database. De issues worden<br />
weergegeven en de implicaties hiervan worden <strong>in</strong>zichtelijk gemaakt door deze naast percentages van<br />
medewerker tevredenheid, van het aantal tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gen wat gegeven wordt maar ook naast de<br />
w<strong>in</strong>stgevendheid te presenteren. De dienst van EthicsPo<strong>in</strong>t is een uitkomst te noemen, een brug die<br />
de oxymoron van bedrijfsethiek iets verder dicht. Organisaties kunnen nu daadwerkelijk iets met<br />
ethiek, krijgen <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de f<strong>in</strong>anciële uitkomst van de ethische <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen. Maar ook op de<br />
implicaties die het ethisch beleid, <strong>of</strong> het ontbreken daaraan heeft op de algemene tevredenheid.<br />
Door het verzamelen van <strong>in</strong>formatie op consistente wijze en het verwerken van deze <strong>in</strong>formatie <strong>in</strong><br />
grafieken en tabellen speelt EthicsPo<strong>in</strong>t <strong>in</strong> op de ontwikkel<strong>in</strong>g die KPMG vaststelt <strong>in</strong> het rapport Trust<br />
Rules (2009), waar<strong>in</strong> wordt geponeerd dat door de ontwikkel<strong>in</strong>g van technologie een e<strong>in</strong>deloze<br />
stroom aan <strong>in</strong>formatie wordt gecreëerd maar tegelijkertijd ook verloren gaat. Stephen Molen haakt<br />
hierop <strong>in</strong> door te vertellen over de resultaten van recent onderzoek waaruit blijkt dat enkel 6% van<br />
relevante <strong>in</strong>formatie het management bereikt (persoonlijke communicatie, 26 oktober, 2010).<br />
EthicsPo<strong>in</strong>t rekent de 10 grote hotelketens <strong>in</strong> de wereld en een zodanige 150 organisaties <strong>in</strong> ’leisure<br />
en hospitality’ tot haar klantenbestand. EthicsPo<strong>in</strong>t helpt organisaties door relevante van irrelevante<br />
<strong>in</strong>formatie te scheiden en door kwalitatieve gegevens te kwantificeren.<br />
Deelconclusie deelvraag 5: Na bovenstaande <strong>in</strong>ventarisatie blijkt de bijdrage die het lectoraat ethiek en<br />
MVO kan leveren met betrekk<strong>in</strong>g tot het verbeteren van het bedrijfsethisch klimaat van<br />
organisaties te baseren op bovenstaande voorbeelden uit het bedrijfsleven. Deze voorbeelden<br />
kunnen geïnterpreteerd worden als ‘Best Practise’ op het gebied van dienstverlen<strong>in</strong>g vanuit<br />
onderzoeks<strong>in</strong>stituten en organisaties. De bijdrage die deze onderzoek<strong>in</strong>stituten en organisaties<br />
leveren aan een verbeterd bedrijfsethisch klimaat b<strong>in</strong>nen organisaties bestaat te n eerste uit het<br />
creëren van een gezamenlijk bewustzijn van de pr<strong>in</strong>cipes <strong>of</strong> normen en waarden van de organisatie<br />
(cohesie). Ten tweede dragen onderzoekers bij aan het bepalen van het gewenste bedrijfsklimaat<br />
wat past <strong>in</strong> de cultuur, tijd en geest van de organisatie (determ<strong>in</strong>atie), ook worden organisaties<br />
geassisteerd met het opstellen van een juiste ethische code, welke voldoet aan de pr<strong>in</strong>cipes van de<br />
organisaties en blijft b<strong>in</strong>nen de kaders van de wet. Ten derde wordt het bedrijfsethisch klimaat<br />
verbeterd door het opstellen van ambities <strong>in</strong> de ethische code, welke vervolgens kunnen worden<br />
gemeten op korte en lange termijn (duurzaamheid). De organisaties worden gesteund door de<br />
<strong>in</strong>zet van <strong>in</strong>strumenten, ontwikkeld door de <strong>in</strong>stituten en door de kennis waarover specialisten<br />
b<strong>in</strong>nen deze <strong>in</strong>stituten beschikken. Concluderend kan gesteld worden dat het <strong>in</strong> gang zetten van<br />
het proces met als doel het verbeteren van het bedrijfsethisch klimaat de bijdrage is die<br />
organisaties vergelijkbaar met het lectoraat ethiek en MVO leveren aan organisaties (<strong>in</strong>itiatie).<br />
35
3.2 Resultaten literatuur, zoek-, onderzoek-, en deelvragen<br />
De verschillende vragen uit het onderzoek zoals te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 2.6.1 vormen, zoals eerder<br />
benoemd, gezamenlijk de ruggengraat van de thesis. De zoekvragen leverden het basis <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de<br />
kernonderwerpen van het onderzoek. Gezamenlijk met het literatuuronderzoek maakten de<br />
zoekvragen het mogelijk om de connectie waar te nemen tussen ethiek en de wijze waarop de<br />
belev<strong>in</strong>g van gastvrijheid b<strong>in</strong>nen de hospitality sector beïnvloed kan worden. Het bleek naar<br />
aanleid<strong>in</strong>g van het literatuuronderzoek en de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen uit de zoekvragen dan ook niet langer de<br />
vraag <strong>of</strong> ethiek <strong>in</strong> de hospitality sector past, maar eerder hoe ethiek <strong>in</strong> de hospitality sector past?<br />
Het beantwoorden van de onderzoek- en deelvragen bracht de onderzoeker dichter bij een<br />
antwoord op bovenstaande vraag. De onderzoek-, en deelvragen zijn toegespitst op de organisatie<br />
van onderzoeken naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector. Alle vragen zijn met breed draagvlak,<br />
succesvol beantwoord. Het draagvlak is zelfstandig gecreëerd door het raadplegen van relevante<br />
literatuur en de selectie van respondenten op basis van de expertise die zij bezitten met betrekk<strong>in</strong>g<br />
tot het onderzoek.<br />
3.3 Discussie<br />
De mate waar<strong>in</strong> de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen uit het onderzoek valide en betrouwbaar zijn wordt onderstaand<br />
besproken.<br />
3.3.1 Validiteit achteraf<br />
Kwalitatief onderzoek is valide wanneer het bestudeerd heeft wat het bedoeld heeft te bestuderen<br />
(Bergsma, 2003). In het geval van dit onderzoek kan de validiteit achteraf vanuit verschillende<br />
<strong>in</strong>valshoeken bevestigd worden. Ten eerste door het feit dat de onderzoeker door de verzamelde<br />
gegevens <strong>in</strong> staat was alle vragen, gesteld b<strong>in</strong>nen dit onderzoek volledig te beantwoorden. Ten<br />
tweede is de betrokkenheid van de respondenten, welke allen experts zijn op ethisch vakgebied, van<br />
cruciaal belang bij het bevestigen van de validiteit b<strong>in</strong>nen dit onderzoek. Ter verhog<strong>in</strong>g van de<br />
validiteit hebben enkele respondenten steekproefsgewijs een member-check van de <strong>in</strong>terview<br />
transcripten en samenvatt<strong>in</strong>gen uitgevoerd. Ten laatste is gebruik gemaakt van verschillende vormen<br />
van triangulatie, om aan te kunnen tonen dat een bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g wordt ondersteund door meerdere,<br />
onafhankelijk van elkaar verkregen waarnem<strong>in</strong>gen. Dit door bronnen triangulatie (literatuur,<br />
respondenten), methodetriangulatie (<strong>in</strong>terviews, observatie) en datatype triangulatie (kwalitatieve<br />
tekst, <strong>in</strong>terview opnamen, transcripten en samenvatt<strong>in</strong>gen). Vanuit kritisch oogpunt kan de validiteit<br />
van de diepte-<strong>in</strong>terviews enigsz<strong>in</strong>s <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g raken door het raadplegen van experts, met elite -<br />
bias ten gevolge. 4<br />
3.3.2 Betrouwbaarheid achteraf<br />
De betrouwbaarheid b<strong>in</strong>nen kwalitatief onderzoek heeft te maken met de mate waar<strong>in</strong> de verkregen<br />
onderzoeksresultaten verstoord worden door veronderstell<strong>in</strong>gen <strong>of</strong> door fouten (Bergsma, 2003). De<br />
betrouwbaarheid achteraf kan bevestigd worden door het feit dat alle <strong>in</strong>terviews zijn afgenomen op<br />
basis van <strong>in</strong>terview-guides. Deze <strong>in</strong>terview guides zijn te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> bijlage IV en garanderen bij<br />
herhal<strong>in</strong>g van onderzoek, door gespecificeerde vraagstell<strong>in</strong>g, overeenkomstige resultaten. Een<br />
kritische kantteken<strong>in</strong>g hierbij heeft betrekk<strong>in</strong>g op het feit dat de betrouwbaarheid van de diepte<strong>in</strong>terviews<br />
aangetast kan worden door het onderzoeker effect. 5<br />
4 Het verzamelde <strong>in</strong>terviewmateriaal is afkomstig van mondige, goed geïnformeerde en vooraanstaande<br />
respondenten. Dit materiaal heeft zwaar meegewogen <strong>in</strong> de bewijsvoer<strong>in</strong>g, dit heeft als keerzijde dat<br />
<strong>in</strong>formatie van m<strong>in</strong>der mondige en vooraanstaande respondenten <strong>in</strong> deze thesis onder vertegenwoordigd is<br />
5 Bij kwalitatief onderzoek heeft de onderzoeker <strong>in</strong>vloed op de onderzochte en vice versa. Daarbij is het<br />
onoverkomelijk dat een onderzoeker andere effecten heeft op de onderzochte dan de andere onderzoeker.<br />
Het onderzoeker effect is dan ook persoonlijk.<br />
36
3.4 Conclusie zoek-, onderzoek- en deelvragen<br />
De beantwoord<strong>in</strong>g van de zoek-, onderzoek-, en deelvragen heeft geresulteerd <strong>in</strong> verschillende<br />
deelconclusies die allen worden weergegeven <strong>in</strong> bijlage III met betrekk<strong>in</strong>g tot de zoekvragen en <strong>in</strong><br />
ho<strong>of</strong>dstukken 3.3.1 en 3.1.2 met betrekk<strong>in</strong>g tot de onderzoek- en deelvragen. Het literatuur-<br />
onderzoek leverde vele aanknop<strong>in</strong>gspunten en <strong>in</strong>zichten op. Kortgezegd daagde de verdiep<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />
literatuur van het verleden en het heden de onderzoeker uit tot het staven van deze kennis <strong>in</strong> het<br />
veldonderzoek. Op basis van de actuele reflectie die de respondenten op verschillende onderwerpen<br />
konden geven. De zoek-, onderzoek-, en deelvragen hebben beeldvorm<strong>in</strong>g verschaft op basis van een<br />
breed draagvlak met betrekk<strong>in</strong>g tot de verschillende facetten van de organisatie van onderzoek naar<br />
ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector. Alle vragen zijn beantwoord op basis van bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen ui t het<br />
literatuuronderzoek <strong>of</strong> gebaseerd op de “Best Practises” uit het werkveld van ethisch onderzoek,<br />
aangevuld met <strong>in</strong>formatie ontvangen van respondenten uit het veldonderzoek.<br />
Het beantwoorden van alle vragen stelt de onderzoeker <strong>in</strong> de mogelijkheid om een breed en<br />
welgefundeerd advies te kunnen verschaffen aan de opdrachtgever. Bedrijfsethiek wordt veelal <strong>in</strong><br />
wetenschappelijke sfeer onderzocht, om toch de vertal<strong>in</strong>g naar praktijkgericht onderzoek te maken<br />
wordt <strong>in</strong> deze thesis een brug gelegd tussen wetenschappelijk ethisch onderzoek en praktijkgericht<br />
ethisch onderzoek, waarmee ethiek (al dan niet <strong>in</strong>strumenteel) toegankelijk gemaakt wordt voor het<br />
beroepenveld. Daarmee wordt een verhoogde kennisvalorisatie bereikt door de ‘ger<strong>in</strong>ge’ afstand<br />
tussen praktijkgericht onderzoek en de pr<strong>of</strong>essie. Tevens kan de opdrachtgever vanaf februari op<br />
gerechtvaardigde wijze aanvangen met het verrichten van onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> de<br />
hospitality sector omdat deze thesis de mogelijkheden daartoe uitgebreid <strong>in</strong> kaart brengt.<br />
3.5 Van conclusie naar adviesformuler<strong>in</strong>g<br />
Het is voor de onderzoeker een ware uitdag<strong>in</strong>g geweest om de “krachten” opgeleverd door het<br />
onderzoek te bundelen <strong>in</strong> een relevant advies waarmee de belangen van de opdrachtgever optimaal<br />
worden behartigd. Om die reden is er gekozen om <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 3.6, op basis van relevante literatuur<br />
met betrekk<strong>in</strong>g tot het opstellen van beleidsadviezen (Jans , 2001), de kern van de thesis te<br />
omschrijven. Ter opfriss<strong>in</strong>g van het geheugen van de lezer en om deze een gedegen <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g op de<br />
aanbevel<strong>in</strong>gen te verschaffen. De kern van de thesis wordt omschreven aan de hand van het<br />
managementprobleem en door het beantwoorden van de beleidsvraag.<br />
De beantwoord<strong>in</strong>g van de beleidsvraag <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 3.7 omvat enkel een stuk tekst, toch staat deze<br />
tekst voor vier maanden aan grondig onderzoek, gemotiveerd door een persoonlijk enthousiasme<br />
voor het kernonderwerp ethiek wat steeds sterker werd naarmate het onderzoek vorderde .<br />
Enthousiasme wat hopelijk aanstekend werkt voor de lezer.<br />
3.6 Inleid<strong>in</strong>g managementprobleem<br />
Het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO is een nieuwe onderzoeks-actor <strong>in</strong> de wereld van lectoraten,<br />
universitaire <strong>in</strong>stituten en ondernem<strong>in</strong>gen. Het doel van Ruud Welten, lector <strong>Ethiek</strong> en MVO en<br />
tevens de opdrachtgever voor deze thesis is om het lectoraat te positioneren b<strong>in</strong>nen het<br />
onderzoeksveld. Vanaf februari 2011 wordt begonnen met het verrichten van onderzoek. Een<br />
onderdeel van de onderzoeksagenda gaat zich richten op de z<strong>in</strong> <strong>of</strong> onz<strong>in</strong> van de ethische code.<br />
Daarbij wordt een kritische reflectie van de effecten van een code nagestreefd.<br />
Wanneer het onderzoeksonderwerp ethische codes wordt vertaal d naar delen van de hospitality<br />
sector, blijkt dat hierover reeds we<strong>in</strong>ig bekend is. Deze constater<strong>in</strong>gen vormen de directe aanleid<strong>in</strong>g<br />
voor het schrijven van deze thesis. Het doel van het onderzoek ten behoeve van de thesis is om door<br />
middel van explorerend- en explanatief onderzoek antwoord te kunnen geven op de beleidsvraag,<br />
weergegeven op de volgende pag<strong>in</strong>a.<br />
37
3.6.1 Herhal<strong>in</strong>g beleidsvraag<br />
“Hoe kan het lectoraat ethiek en maatschappelijk verantwoord ondernemen onderzoek naar ethische<br />
codes b<strong>in</strong>nen de hospitality sector op effectieve wijze organiseren zodat studenten van de Hospitality<br />
Bus<strong>in</strong>ess School deze onderzoeken <strong>in</strong> de toekomst kunnen uitvoeren?”<br />
3.7 Conclusie beleidsvraag<br />
Voor een effectieve organisatie van onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector bestaan<br />
voor het lectoraat ethiek en MVO, zoals blijkt uit onderzoek, talloze mogelijkheden. Het verkennen<br />
van deze mogelijkheden en het vaststellen <strong>of</strong> deze al dan niet passen b<strong>in</strong>nen de missie, visie en<br />
strategie van het lectoraat draagt <strong>in</strong> grote mate bij aan de effectiviteit van de organisatie van het<br />
onderzoek. Het lectoraat is ten eerste gebaat met het kenniscentrum Bus<strong>in</strong>ess Development &<br />
Hospitality en <strong>Saxion</strong> Hogescholen als achterban. Deze connectie heeft een positieve <strong>in</strong>vloed op de<br />
bre<strong>in</strong>positie van het lectoraat bij potentiele opdrachtgevers, zonder dat het lectoraat hiervoor<br />
noemenswaardige moeite hoeft te doen. Er wordt door de onderzoeker geadviseerd om de markt te<br />
benaderen <strong>in</strong> nauwe samenwerk<strong>in</strong>g met de verschillende onderdelen van het kenniscentrum<br />
Bus<strong>in</strong>ess Development & Hospitality. Ten behoeve van een holistische en duurzame benader<strong>in</strong>g<br />
(welke aansluit bij het “Cont<strong>in</strong>uity management” pr<strong>in</strong>cipe) van de markt.<br />
Concreet gezien houdt dit <strong>in</strong> dat de band tussen het lectoraat en <strong>Saxion</strong> Hogescholen, het<br />
kenniscentrum, de collega-lectoraten, de bestaande relaties van het kenniscentrum, de team leiders,<br />
de docenten uit de kenniskr<strong>in</strong>g en de studenten goed onderhouden dient te worden. Hiermee wordt<br />
de effectiviteit van de achterban van het lectoraat verhoogd. Een achterban die het lectoraat een<br />
rijke goodwill verschaft ten opzichte van haar ‘concullega ’s.<br />
De hospitality sector vereist door zijn pluriformiteit een benader<strong>in</strong>g van hetzelfde kaliber. Het is<br />
hierbij aan te raden om eerst een ‘scan’ te maken uit de bestaande relaties van het kenniscentrum<br />
alvorens nieuwe contacten aangeboord worden. Dit draagt bij aan de effectiviteit van de<br />
benaderwijze van potentiele opdrachtgevers uit het beroepenveld omdat hierbij gemeden wordt ‘het<br />
wiel opnieuw uit te v<strong>in</strong>den’. Wanneer nieuwe contacten worden gelegd is het verstandig om de bron<br />
van organisaties te benaderen zoals brancheorganisaties <strong>of</strong> ketens. Zo wordt breed draagvlak<br />
gecreëerd bij de <strong>in</strong>itiële onderzoekslijn. Het is aan te raden het beroepenveld daarbij te benaderen<br />
met een lid van de kenniskr<strong>in</strong>g die afkomstig is uit, <strong>of</strong> begrip heeft voor de specifieke ‘bloedgroep’<br />
van de organisatie.<br />
De onderzoeken naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector vereisen, <strong>in</strong> het kader van een effectieve<br />
onderzoeksmethodologie een stappenplan. Waarbij de onderzoekslijn loopt van conceptueel, relatief<br />
oppervlakkig kortdurend onderzoek, tot diepgaand, longitud<strong>in</strong>aal onderzoek. Er wordt geadviseerd<br />
om ten behoeve van de effectiviteit van het onderzoek de volgorde van het stappenplan als le idraad<br />
te hanteren. Op deze manier creëert een voorgaande stap het fundament voor de volgende stap.<br />
Ten laatste wordt geadviseerd om de functie van het lectoraat <strong>in</strong> ogenschouw te houden, gekoppeld<br />
aan die van de onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g: het optimaal voorbereiden van de student op zijn <strong>of</strong> haar plek <strong>in</strong><br />
de pr<strong>of</strong>essie. Door de driehoeksverhoud<strong>in</strong>g tussen de student, het lectoraat en de pr<strong>of</strong>essie als<br />
leidmotief te gebruiken. Een driehoeksverhoud<strong>in</strong>g waarbij deze entiteiten niet alleen <strong>in</strong> elkaar<br />
overvloeien maar elkaar gelijktijdig versterken. De student bekleedt een centrale positie <strong>in</strong> deze<br />
driehoeksverhoud<strong>in</strong>g. De kennis die wordt opgedaan door de onderzoeken vanuit het lectoraat vloeit<br />
via verschillende wegen terug naar deze student. Door onderzoek op basis van praktijkgerichte<br />
vragen uit de pr<strong>of</strong>essie wordt niet alleen de vaardigheid en kennis van de docent verbeterd, het<br />
onderzoek resulteert tevens <strong>in</strong> de actualiser<strong>in</strong>g van de onderwijscurricula. Ter optimalisatie van het<br />
aanbod van de onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g richt<strong>in</strong>g de student.<br />
38
3.8 Doelstell<strong>in</strong>g beleidsadvies<br />
Het beleidsadvies wordt met betrekk<strong>in</strong>g tot deze thesis <strong>in</strong> brede z<strong>in</strong> besproken. Om die reden is er<br />
gekozen voor een duidelijke splits<strong>in</strong>g per onderwerp. Dit verhoogt de leesbaarheid van het<br />
adviesgedeelte en draagt bij aan een zo effectief mogelijke beantwoord<strong>in</strong>g van de beleidsvraag, het<br />
doel van de thesis.<br />
Het nieuwe beleid heeft verschillende situaties ten gevolge. Ten eerste zal het lectoraat zich op<br />
gefundeerde wijze kunnen vestigen. Mede gebaseerd op ervar<strong>in</strong>gen van onderzoeks<strong>in</strong>stituten van<br />
hogescholen, universiteiten en het beroepenveld kan het lectoraat een eigen identiteit ontwikkelen.<br />
Ten tweede kan het lectoraat op effectieve wijze onderzoek gaan verrichten, met een relevante<br />
onderzoek populatie, actuele onderzoek topics en volgens een methodologie die aansluit op de<br />
identiteit van het lectoraat. Ten derde bestaan <strong>in</strong>teressante opties voor allianties b<strong>in</strong>nen het<br />
beroepenveld en vergelijkbare <strong>in</strong>stituten, deze worden <strong>in</strong> het beleidsadvies opgenomen en vormen<br />
mede het fundament voor de vestig<strong>in</strong>g van het lectoraat. Het onderzoeksprogramma te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong><br />
bijlage II vormt een weergave van de missie, visie, doelen en strategie van het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en<br />
MVO en wordt tijdens het opstellen van de aanbevel<strong>in</strong>gen gebruikt als leidmotief.<br />
3.9 Randvoorwaarden<br />
De doelstell<strong>in</strong>gen van het beleid worden uiteengezet aan de hand van de deelonderwerpen. Daarna<br />
worden randvoorwaarden gesteld aan de te behalen beleidsdoelen. Deze randvoorwaarden zijn te<br />
v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> het volgende ho<strong>of</strong>dstuk. De aanbevel<strong>in</strong>gen worden getoetst aan de hand van de<br />
randvoorwaarden. Ten laatste wordt het advies <strong>in</strong> de vorm van aanbevel<strong>in</strong>gen geformuleerd.<br />
De randvoorwaarden zijn samengesteld vanuit het beoordel<strong>in</strong>gsformulier zoals weergegeven <strong>in</strong> de<br />
semestergids (Semestergids <strong>Thesis</strong> 2010-2011):<br />
1. De aanbevel<strong>in</strong>gen passen geheel b<strong>in</strong>nen missie, doelen, visie en strategie van het lectoraat;<br />
2. De haalbaarheid van de aanbevel<strong>in</strong>gen is correct weergegeven;<br />
3. Er is een sterke bijdrage geleverd aan draagvlak bij relevante partijen <strong>in</strong> de organisatie;<br />
4. Er is volledig aangegeven hoe het besluit <strong>in</strong> PCDA geïmplementeerd kan worden;<br />
3.9.1 Toets<strong>in</strong>g<br />
De bovenstaande randvoorwaarden worden op basis van elke aanbevel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 4.2 t/m 4.5<br />
<strong>in</strong>gezet om de aanbevel<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> het beleidsadvies worden gepresenteerd te toetsen. Er is<br />
gekozen voor deze vorm van toets<strong>in</strong>g op basis van relevante literatuur met betrekk<strong>in</strong>g tot het<br />
schrijven van beleidsadviezen. Een andere motivator voor het toetsen van de aanbevel<strong>in</strong>gen aan de<br />
hand van een matrix heeft te maken met het feit dat de aanbevel<strong>in</strong>g niet eenduidig is. Deze bestaat<br />
uit vier deelonderwerpen welke allen twee á drie subcategorieën hebben. Dit kan voor de lezer<br />
verwarrend zijn, om deze verwarr<strong>in</strong>g te ondervangen wordt de methode van het toetsen van de<br />
separate deelonderwerpen toegepast. Dit door middel van een matrix waarbij de aanbevel<strong>in</strong>gen<br />
worden getoetst aan de hand van de randvoorwaarden. De matrix geeft weer <strong>in</strong> welke mate de<br />
aanbevel<strong>in</strong>gen voldoen aan de randvoorwaarden (Jans , 2001), de matrix is te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> bijlage VII. 6<br />
3.9.2 Inleid<strong>in</strong>g aanbevel<strong>in</strong>gen<br />
De conclusies van het literatuur- en veldonderzoek en het antwoord op de beleidsvraag vervloeien <strong>in</strong><br />
ho<strong>of</strong>dstuk 4 tot concrete aanbevel<strong>in</strong>gen voor het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO. Er is gekozen om de<br />
concrete aanbevel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de vorm van een beleidsadvies te presenteren. Een beleidsadvies maakt<br />
het mogelijk voor de beleidsmaker om een verantwoordelijke besliss<strong>in</strong>g te nemen (Jans, 2001, p. 8).<br />
6 De toets<strong>in</strong>g van de thesis aan de hand van de vrije competenties is te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> bijlage VIII.<br />
39
4. Advies<br />
Ho<strong>of</strong>dstuk 4.1 bevat een weergave van de wijze waarop de aanbevel<strong>in</strong>gen gepresenteerd worden aan de lezer, daarna<br />
wordt <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 4.1.1 gevisualiseerd op welke wijze de deelonderwerpen en sub onderwerpen zijn onderverdeeld.<br />
Vervolgens worden de aanbevel<strong>in</strong>gen per deelonderwerp <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 4.2 t/m 4.5 omschreven. Elke aanbevel<strong>in</strong>g kan<br />
door de lezer separaat getoetst worden aan de hand van de toets<strong>in</strong>gsmatrix welke te v<strong>in</strong>den is <strong>in</strong> bijlage VII.<br />
4.1 Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />
De aanbevel<strong>in</strong>gen zijn opgesplitst <strong>in</strong> deelonderwerpen. Deze splits<strong>in</strong>g maakt het mogelijk om op<br />
brede schaal advies te kunnen geven. De splits<strong>in</strong>g is gebaseerd op de verschillende onderwerpen die<br />
de beleidsvraag omvat. De splits<strong>in</strong>g wordt onderstaand <strong>in</strong>zichtelijk gemaakt:<br />
Figuur 4 Schema deelonderwerpen<br />
Deelonderwerp<br />
1<br />
Deelonderwerp<br />
2<br />
Deelonderwerp<br />
3<br />
Deelonderwerp<br />
4<br />
4.1.1 Deelonderwerpen<br />
Bovenstaande splits<strong>in</strong>g wordt verder uiteengezet <strong>in</strong> onderstaande cyclusmatrix: Met behulp van de<br />
cyclusmatrix wordt <strong>in</strong>zichtelijk gemaakt hoe een advies met betrekk<strong>in</strong>g tot een zo effectief mogelijke<br />
wijze organiseren van onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector tot stand komt en hoe<br />
de verschillende deelonderwerpen verband houden. Het vaststellen van de deelonderwerpen draagt<br />
tevens bij aan een volledige beantwoord<strong>in</strong>g van de beleidsvraag.<br />
•Allianties<br />
•Market<strong>in</strong>g<br />
•Symposium<br />
•Effectief<br />
onderzoek<br />
•Methodologie<br />
•Stappenplan<br />
Figuur 5 Cyclus matrix deelonderwerpen<br />
Opbouw<br />
netwerk<br />
Onderzoek<br />
methodologie<br />
Opbouw<br />
netwerk<br />
Lectorale<br />
omgev<strong>in</strong>g<br />
Onderzoek<br />
methodologie<br />
Vormgev<strong>in</strong>g<br />
onderzoek<br />
Lectorale<br />
omgev<strong>in</strong>g<br />
Vormgev<strong>in</strong>g<br />
onderzoek<br />
-Allianties<br />
-Market<strong>in</strong>g<br />
-Symposium<br />
-Opzet<br />
kenniskr<strong>in</strong>g<br />
-Werv<strong>in</strong>g en<br />
<strong>in</strong>zet studenten<br />
-Effectiviteit<br />
onderzoek<br />
-Methodologie<br />
-Stappenplan<br />
-Onderzoek<br />
omgev<strong>in</strong>g<br />
-Onderzoek<br />
vragen<br />
•Opzet<br />
kenniskr<strong>in</strong>g<br />
•Werv<strong>in</strong>g en<br />
selectie<br />
studenten<br />
•Onderzoek<br />
omgev<strong>in</strong>g<br />
•Onderzoek<br />
vragen<br />
40
4.2 Deelonderwerp 1: Opbouw netwerk<br />
Het opbouwen van een netwerk heeft een positieve <strong>in</strong>vloed op de<br />
bekendheid van een lectoraat, de kwaliteit van de onderzoeken,<br />
de reikwijdte van de publicaties en op de vestig<strong>in</strong>g van het<br />
lectoraat. Het lectoraat is onderdeel van het kenniscentrum<br />
Bus<strong>in</strong>ess Development & Hospitality en die connectie vormt de<br />
eerste kans voor de opbouw van een netwerk. Via de 50 relaties<br />
die het kenniscentrum als dusdanig heeft opgebouwd, te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong><br />
bijlage IX. Thomas Thijssen geeft aan dat bij verschillende branches<br />
vraagstukken liggen met betrekk<strong>in</strong>g tot Maatschappelijke Verantwoord<strong>in</strong>g. De aanvang van de<br />
netwerkopbouw vormt naar aanleid<strong>in</strong>g van bovenstaande, het maken van een <strong>in</strong>ventarisatie van de<br />
verschillende branches aan de ‘relatie-boom’ van het kenniscentrum. Wanneer de top van deze<br />
‘relatie-boom’ vervolgens bereikt is, heeft het lectoraat beschikk<strong>in</strong>g over een rijk uitzicht over d e<br />
andere branches. Het vormen van allianties bij het verrichten van onderzoek is vanuit verschillende<br />
<strong>in</strong>terviews een <strong>in</strong>teressante optie gebleken. Deze alliantie-mogelijkheden worden beschreven <strong>in</strong> de<br />
beantwoord<strong>in</strong>g van de deelvragen en onderstaand concreet vertaald <strong>in</strong> de vorm van aanbevel<strong>in</strong>gen.<br />
4.2.1 Allianties<br />
Alliantie 1: Samenwerk<strong>in</strong>g lectoraat, Sticht<strong>in</strong>g Ethisch Centrum Horeca en de KHN<br />
Om de huidige situatie van- en de toekomstige mogelijkheden met betrekk<strong>in</strong>g tot ethische codes <strong>in</strong><br />
de hospitality sector <strong>in</strong> kaart te brengen vormt een samenwerk<strong>in</strong>g met een branche organisatie als<br />
KHN een goede kans. Uit het <strong>in</strong>terview met Arjen van den Dool, beleidsadviseur, is gebleken dat de<br />
KHN worstelt met de keuze voor <strong>of</strong>wel een branche gerelateerde code, <strong>of</strong> het <strong>in</strong>voeren van een<br />
kwalificerend lidmaatschap <strong>of</strong> ten laatste het ontwikkelen van een certificaat. Het kan een uitdag<strong>in</strong>g<br />
genoemd worden om <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met de KHN onderzoek te verrichten naar de juiste<br />
toepass<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen de sector. Daarbij is het <strong>in</strong>voeren van ethische codes niet per def<strong>in</strong>itie de<br />
ho<strong>of</strong>dvraag maar ligt de focus <strong>in</strong> algemene z<strong>in</strong> op de juiste toepass<strong>in</strong>g van ethiek <strong>of</strong> MVO. Arjen van<br />
den Dool benadrukt hierbij dat de onderzoeksresultaten moeten aansluiten bij de karakteristiek van<br />
de ondernemer, waar de KHN als organisatie een weerspiegel<strong>in</strong>g van wenst te zijn. Een nauwe<br />
samenwerk<strong>in</strong>g gericht op het formuleren van Best Practises is hierbij het meest wenselijk. Een<br />
voorbeeld van een sticht<strong>in</strong>g die gemotiveerd is om de ethische discussie onder de aandacht te<br />
brengen van horeca ondernemer is de Sticht<strong>in</strong>g ECH. Een alliantie tussen het lectoraat en de KHN kan<br />
mogelijkerwijs leiden tot de positioner<strong>in</strong>g van de Sticht<strong>in</strong>g met betrekk<strong>in</strong>g tot het <strong>in</strong>bedden van<br />
ethiek en MVO <strong>in</strong> de horeca.<br />
Alliantie 2: Samenwerk<strong>in</strong>g lectoraat en het European Institute for Bus<strong>in</strong>ess Ethics<br />
Ronald Jeurissen is directeur van EIBE en bekleed daarnaast de positie van hoogleraar bedrijfsethiek<br />
aan Nyenrode University. Ronald Jeurissen heeft al 20 jaar ervar<strong>in</strong>g met het verrichten van ethisch<br />
gerelateerde onderzoeken <strong>in</strong> verschillende beroepenvelden. Vanuit EIBE is een <strong>in</strong>strument<br />
ontwikkeld om de <strong>in</strong>tegriteit b<strong>in</strong>nen organisaties te kunnen meten, de Integrityscan® (een toelicht<strong>in</strong>g<br />
op dit <strong>in</strong>strument wordt gegeven <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 3.1.1). Tijdens het <strong>in</strong>terview met Ronald Jeurissen<br />
bleek dat bij een samenwerk<strong>in</strong>g de sterke punten van beide <strong>in</strong>stanties verenigd kunnen worden.<br />
Enerzijds heeft Ronald Jeurissen naast ervar<strong>in</strong>g op het gebied van ethische gerelateerde onderzoeken<br />
beschikk<strong>in</strong>g over een <strong>in</strong>strument waarmee de <strong>in</strong>tegriteit van organisaties op concrete wijze <strong>in</strong> kaart<br />
gebracht kan worden (De vertal<strong>in</strong>g van wetenschappelijke vraagstukken kan zodoende gemaakt<br />
worden naar actiegerichte oploss<strong>in</strong>gen, gewenst vanuit het beroepenveld). Anderzijds verschaft het<br />
lectoraat, door de verbondenheid aan het kenniscentrum Bus<strong>in</strong>ess Development & Hospitality<br />
toegang tot de hospitality sector. Een alliantie met EIBE verzekert een kwalitatief hoogstaande,<br />
effectieve wijze van onderzoek waarmee het lectoraat een ‘vliegende start’ kan maken door zich op<br />
onderscheidende wijze <strong>in</strong> de markt te plaatsen.<br />
41
Alliantie 3: Samenwerk<strong>in</strong>g lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO, Techniek en Economie<br />
Het <strong>in</strong>terview met Elena Cavagnaro vormde de <strong>in</strong>spiratie voor de derde alliantie mogelijkheid. MVO<br />
wordt regelmatig onderverdeeld <strong>in</strong> People, Planet en Pr<strong>of</strong>it. Opdrachtgever Ruud Welten vertelt<br />
hiertoe dat bij MVO veelal gekeken wordt naar verduurzam<strong>in</strong>g op het gebied van Planet en Pr<strong>of</strong>it en<br />
dat het People onderdeel daarmee achtergesteld wordt. Om dit op te heffen kan het gegeven People<br />
op de kaart gezet worden naast Planet en Pr<strong>of</strong>it door een alliantie aan te gaan met een lectoraat <strong>of</strong><br />
onderzoeks<strong>in</strong>stituut verbonden aan een hogeschool, zo mogelijk b<strong>in</strong>nen <strong>Saxion</strong> Hogescholen.<br />
Wanneer verduurzam<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen de hospitality sector onderzocht wordt kan een technisch lectoraat<br />
de Planet gerelateerde toepass<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> kaart brengen, een economisch lectoraat kan zich toeleggen<br />
op de f<strong>in</strong>anciële implicaties (Pr<strong>of</strong>it) en het lectoraat ethiek en MVO kan zich richten op de People<br />
aspecten. Dan kan gesproken worden van een driehoeks-alliantie die een holistische benader<strong>in</strong>g van<br />
de markt mogelijk maakt. Een dergelijke alliantie neemt dan onderstaande vorm aan.<br />
Figuur 6 Alliantie<br />
People<br />
Planet<br />
Pr<strong>of</strong>it<br />
Lectoraat<br />
<strong>Ethiek</strong> en<br />
MVO<br />
Lectoraat<br />
Techniek<br />
Lectoraat<br />
Economie<br />
Holistische<br />
benader<strong>in</strong>g<br />
markt<br />
Motivatie allianties<br />
De allianties zoals omschreven <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 4.2.1 zijn allen gebaseerd op de stakeholders van het<br />
lectoraat ethiek en MVO. Stakeholders <strong>in</strong> de vorm van potentiele opdrachtgevers <strong>in</strong> het hospitality<br />
werkveld, stakeholders <strong>in</strong> de vorm van concullega ’s <strong>in</strong> ethisch onderzoek en <strong>in</strong>terne stakeholders<br />
b<strong>in</strong>nen <strong>Saxion</strong> hogescholen. Door het aangaan van deze allianties positioneert het lectoraat zich<br />
gedegen op de markt, door een verhoogd bewustzijn van <strong>in</strong>terne - en externe mogelijkheden.<br />
4.2.2 Market<strong>in</strong>g<br />
Het kenniscentrum Bus<strong>in</strong>ess Development & Hospitality is bezig met een krachtige positioner<strong>in</strong>g op<br />
de onderzoeksmarkt. Het symposium van 18 november 2010 is een sterk voorbeeld. De lectoraten en<br />
de pr<strong>of</strong>essionele aanpak van vraagarticulatie vanuit het kenniscentrum wordt duidelijk kenbaar<br />
gemaakt richt<strong>in</strong>g de markt. Uit verschillende <strong>in</strong>terviews is gebleken dat deze positioner<strong>in</strong>g een<br />
belangrijke rol speelt bij de netwerkopbouw (Elena Cavagnaro, Ronald Jeurissen, persoonlijke<br />
communicatie, 2010). Volgens Thomas Thijssen is het verwerven van de status significante speler,<br />
het doel van elk lectoraat b<strong>in</strong>nen het kenniscentrum. Om deze status te kunnen verwerven is<br />
<strong>in</strong>spiratie opgedaan uit het veldonderzoek, hieruit blijkt dat positioner<strong>in</strong>g bij onderzoek <strong>in</strong> de<br />
ethische <strong>of</strong> filos<strong>of</strong>ische sfeer veelal ‘<strong>in</strong>gekleurd’ wordt door het hanteren van een specifieke ethische<br />
strom<strong>in</strong>g als uitgangspunt. Marcel Becker, wetenschapper aan het centrum voor ethiek te Nijmegen<br />
benadert vraagstukken veelal vanuit Aristotische denkwijze (M. Becker, persoonlijke communicatie,<br />
13 oktober, 2010).<br />
Wim Dubb<strong>in</strong>k werkt vanuit Neo-Kantiaans strom<strong>in</strong>g, een heroplev<strong>in</strong>g van de kritische filos<strong>of</strong>ie van<br />
Immanuel Kant. Echter kan geconcludeerd worden dat het verrichten van universitair onderzoek<br />
veelal gebaseerd is op fundamentele vraagstukken en dat onderzoek vanuit hogescholen gericht is op<br />
de praktijk. Toch kunnen beide <strong>in</strong>stituten verenigd worden. Hogescholen kunnen leren van<br />
fundamentele vraagstukken en longitud<strong>in</strong>ale onderzoeks opzet en universiteiten kunnen op hun<br />
42
eurt de valorisatie van kennis waarborgen door onderzoek aantrekkelijker te maken voor het<br />
beroepenveld. Deze ler<strong>in</strong>g versterkt de HBO-onderzoekslijn omdat universitaire <strong>in</strong>zichten kunnen<br />
worden vertaald naar de praktijk om zodoende aan te tonen dat deze <strong>in</strong>zichten antwoord geven op<br />
de praktische en fundamentele vragen vanuit het beroepenveld. Uit de <strong>in</strong>terviews blijkt een gat<br />
tussen universitair onderzoek en de mate waar<strong>in</strong> deze kennis het beroepenveld bereikt. Dit gat kan<br />
opgevuld worden door praktijkgericht onderzoek vanuit hogescholen. Met voorgenoemde<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> ogenschouw wordt geadviseerd aan te haken op deze strom<strong>in</strong>g uit het onderzoekberoepenveld<br />
door als lectoraat onderzoek te verrichten vanuit een bepaalde <strong>in</strong>valshoek zoals<br />
wetenschappers dat doen, op praktijkgerichte wijze. Een concreet voorbeeld van deze aanbevel<strong>in</strong>g<br />
voor een specifieke <strong>in</strong>steek voor het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO wordt beschreven <strong>in</strong> bijlage X.<br />
Rethiek, een re <strong>in</strong>ventie van ethiek<br />
Bedrijfsethiek en MVO zijn, zo blijkt uit het veldonderzoek enorm <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. Dit vormt de<br />
aanleid<strong>in</strong>g voor ethiek om met deze ontwikkel<strong>in</strong>gen, trends en beweg<strong>in</strong>gen mee te groeien. Met als<br />
doel om humanitaire <strong>in</strong>- en output van gedrag te positioneren naast de <strong>in</strong>strumentele <strong>in</strong>- en output.<br />
Uit het literatuur- en veldonderzoek is gebleken dat ethiek last onderv<strong>in</strong>dt van haar ‘synoniemsyndroom’,<br />
<strong>in</strong>terdiscipl<strong>in</strong>air gebruik van termen als ethiek, <strong>in</strong>tegriteit en maatschappelijke<br />
verantwoord<strong>in</strong>g is op zijn m<strong>in</strong>st verwarrend te noemen. Zo ook bij ethische codes. B<strong>in</strong>nen het<br />
veldonderzoek viel op dat er vijf verschillende benam<strong>in</strong>gen voor ethische codes werden gebruikt<br />
b<strong>in</strong>nen een groep van 14 respondenten. Het artikel van Dubb<strong>in</strong>k en Liedekerke (2008) vormde, naast<br />
het veldonderzoek en de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de markt, de <strong>in</strong>spiratie voor de aanbevel<strong>in</strong>g met<br />
betrekk<strong>in</strong>g tot de re-<strong>in</strong>ventie, re-vitalisatie, re-<strong>in</strong>stallatie en ten laatste het wederzijdse re-spect waar<br />
het bij ethiek allemaal om draait. <strong>Ethiek</strong> behoeft geen vernieuw<strong>in</strong>g, ethiek behoeft toevoeg<strong>in</strong>g. Een<br />
eenduidige benam<strong>in</strong>g kan voor de maatschappij, het beroepenveld, het management en<br />
medewerkers zorgen voor een verbeterd begrip van de <strong>in</strong>houd.<br />
Dit vormt een kans voor het lectoraat om zich op unieke wijze te positioneren <strong>in</strong> de markt. Omdat<br />
ethiek een levend begrip is vormt Re-het beg<strong>in</strong> van elk onderdeel en duidt zodoende de ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
van de wereld, maatschappij, organisatie en de mens. Rethiek draait ten eerste om respect, om de<br />
vorm<strong>in</strong>g van de beoogde bedrijfscultuur en het daarbij behorende gedrag. Ten tweede focust Rethiek<br />
zich op de Revitalisatie van <strong>in</strong>strumenten en toepass<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen organisaties. Ten derde is het<br />
belangrijk dat ethiek gere-<strong>in</strong>tegreerd wordt <strong>in</strong> het beroepenveld. Als actueel onderwerp naast<br />
verduurzam<strong>in</strong>g en w<strong>in</strong>stgevendheid. Ten laatste is het begrip ethiek onderhevig aan ontwikkel<strong>in</strong>gen<br />
en zodoende moet het begrip structureel opnieuw uitgevonden worden.<br />
Het lectoraat vaart mee <strong>in</strong> de koers naar marktpositioner<strong>in</strong>g met<br />
het kenniscentrum. Daarbij is de vraag articulerende benader<strong>in</strong>g<br />
van de markt leidend. Echter kunnen voorbeelden uit de<br />
universitaire ’wereld’ ter harte genomen worden bij de vestig<strong>in</strong>g<br />
van het lectoraat, zonder daarmee het veelal st<strong>of</strong>fige imago van<br />
bedrijfsethiek te versterken. Het is juist het doel om dit imago te<br />
actualiseren door te benadrukken dat de vragen die zich 2500 jaar<br />
geleden leefden, nog altijd onbeantwoord zijn. Dat maakt nieuwe<br />
toepass<strong>in</strong>gen zoals Rethiek en de toepass<strong>in</strong>g van oude denkwijzen<br />
op de actuele situatie <strong>in</strong>teressant.<br />
Figuur 7 Rethiek<br />
Motivatie Market<strong>in</strong>g<br />
In ho<strong>of</strong>dstuk 4.7.2 zijn verschillende market<strong>in</strong>gstrategieën geponeerd. Met het hanteren van een<br />
specifieke ethische strom<strong>in</strong>g <strong>of</strong> de vernieuw<strong>in</strong>g van ethiek <strong>in</strong> Rethiek, blijft het lectoraat enerzijds<br />
dicht bij haar missie van de ‘wetenschappelijke pr<strong>of</strong>iler<strong>in</strong>g’ van bedrijfsethiek en onderscheidt het<br />
lectoraat zich anderzijds op prikkelende wijze <strong>in</strong> de onderzoeksmarkt.<br />
43
4.2.3 Symposium<br />
Uit het veldonderzoek is gebleken dat lectoren diverse manieren hebben om de opbouw van het<br />
netwerk te bespoedigen. Naast de organische groei van het netwerk, waarbij relaties tot stand<br />
komen bestaan ook andere mogelijkheden. Elke lector hanteert daarbij zijn <strong>of</strong> haar eigen methode,<br />
deze ‘methodes’ zijn ieder verschillend maar dienen één gezamenlijk doel. Het positioneren van het<br />
lectoraat, de zoektocht naar geïnteresseerde én <strong>in</strong>teressante partners en het prikkelen van het<br />
beroepenveld met een attractieve onderzoekslijn. Dit vormt de aanleid<strong>in</strong>g tot de laatste aanbevel<strong>in</strong>g<br />
met betrekk<strong>in</strong>g tot de opbouw van het netwerk. Deze aanbevel<strong>in</strong>g kan echter alleen gepraktiseerd<br />
worden na het opzetten- en uitvoeren van de <strong>in</strong>itiële onderzoekslijn. Op basis van de eerste<br />
onderzoeksresultaten kan vervolgens gepubliceerd worden. Dit genereert bekendheid, potentiele<br />
opdrachtgevers en <strong>in</strong>teresse vanuit het beroepenveld.<br />
Aansluitend is het uitdagend te noemen om <strong>Saxion</strong> Hogescholen, het kenniscentrum Bus<strong>in</strong>ess<br />
Development & Hospitality, het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO, de lector, de onderzoekslijn en de eerste<br />
onderzoeksresultaten te presenteren <strong>in</strong> een symposium. Een attractieve naam zoals ‘Ethics and<br />
hotelmanagement’ is een belangwekkende trekpleister. Bij het organiseren van symposia is het van<br />
belang om niet alleen wetenschappers en consultants uit te nodigen maar ook mensen uit het<br />
beroepenveld. Een uitnodig<strong>in</strong>g voor het symposium kan tevens gezien worden als een eerste<br />
uitnodig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het netwerk van het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO.<br />
Motivatie Symposium<br />
Het organiseren van een symposium is dé manier om de transparantie van het aanbod van het<br />
lectoraat te verhogen. Een symposium geeft de bezoeker <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de onderzoekslijnen van het<br />
lectoraat met de daarbij behorende eerste onderzoeksresultaten welke opdrachtgevers zo mogelijk<br />
kunnen prikkelen tot participatie <strong>in</strong> vervolgonderzoek. Een symposium <strong>in</strong>itieert de communicatie<br />
lijn tussen het lectoraat en de buitenwereld.<br />
4.3 Deelonderwerp 2: Lectorale omgev<strong>in</strong>g<br />
Een juiste <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van de lectorale omgev<strong>in</strong>g vormt een van de<br />
voorwaardes voor het effectief verrichten van onderzoek. Een lector<br />
is <strong>in</strong> grote mate afhankelijk van de docenten en studenten waarmee<br />
hij <strong>of</strong> zij samenwerkt. Verschillende respondenten geven het belang<br />
aan van het ‘<strong>in</strong>terne netwerk’. De <strong>in</strong>directe lectorale omgev<strong>in</strong>g<br />
bestaat uit <strong>Saxion</strong> Hogescholen en het kenniscentrum Bus<strong>in</strong>ess<br />
Development & Hospitality. Deze <strong>in</strong>directe omgev<strong>in</strong>g heeft grote<br />
<strong>in</strong>vloed op het onderzoek van het lectoraat ethiek & MVO, Thomas<br />
Thijssen en Elena Cavagnaro geven aan dat het uitzetten van de onderzoekslijn <strong>in</strong> lijn moet lopen met<br />
de ontwikkel<strong>in</strong>g van de toekomstige onderwijscurricula. Nauwe samenwerk<strong>in</strong>g met teamleiders van<br />
het onderwijs leidt tot een vruchtvolle samenwerk<strong>in</strong>g met de onderwijstell<strong>in</strong>g. De aanbevel<strong>in</strong>gen met<br />
betrekk<strong>in</strong>g tot de lectorale omgev<strong>in</strong>g worden uiteengezet aan de hand van twee partijen die daarbij<br />
beide een significante rol spelen; de kenniskr<strong>in</strong>g en de studenten.<br />
4.3.1 Opzet kenniskr<strong>in</strong>g<br />
De kenniskr<strong>in</strong>g bestaat uit de docenten vanuit verschillende opleid<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen die verbonden aan<br />
het lectoraat onderzoek verrichten. Ook kunnen promovendi onderdeel uitmaken van de kennis-<br />
kr<strong>in</strong>g. De selectie van de kenniskr<strong>in</strong>g blijkt uit het veldonderzoek een precaire aangelegenheid. De<br />
kwaliteit van de kenniskr<strong>in</strong>g heeft namelijk direct effect op de kwaliteit van de onderzoeken. Met de<br />
kenniskr<strong>in</strong>g wordt een onderzoeksteam samengesteld. Dit onderzoeksteam, zo bleek uit het<br />
veldonderzoek, bestaat veelal uit docenten <strong>of</strong> onderzoekers met verschillende specialismes. Muel<br />
44
Kapte<strong>in</strong> (KPMG) wijst op de aanwezigheid van juridische vraagstukken, sociaal psychologische- en<br />
communicatieve vraagstukken bij onderzoeken naar ethische codes. “Bedrijfskunde <strong>in</strong> de breedste<br />
z<strong>in</strong> van het woord”. Vanuit het lectoraat wordt onderzoek verricht <strong>in</strong> de hospitality sector, een sector<br />
met specifieke eisen. Thomas Thijssen benadrukt dat het belangrijk is om ondersch eid te maken<br />
tussen de verschillende ‘bloedgroepen’ b<strong>in</strong>nen de sector. Op basis van die bloedgroepen kunnen<br />
vervolgens passende docenten worden geselecteerd. Onderstaand wordt de aanbevel<strong>in</strong>g met<br />
betrekk<strong>in</strong>g tot de opzet van de kenniskr<strong>in</strong>g verder toegelicht, gebaseerd op een afweg<strong>in</strong>g van<br />
verschillende alternatieven zoals waargenomen tijdens het veldonderzoek en vervolgens passend<br />
gemaakt b<strong>in</strong>nen de kaders van het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO.<br />
<strong>Saxion</strong> hogescholen beschikt over een grote variëteit aan opleid<strong>in</strong>gen en docenten. Om die reden<br />
heeft het lectoraat ruim keus uit verschillende specialismes bij de samenstell<strong>in</strong>g van de kenniskr<strong>in</strong>g.<br />
Bij onderzoek naar de ethische codes b<strong>in</strong>nen een organisatie is het van belang de CEO, <strong>of</strong> een lid uit<br />
de raad van bestuur te betrekken bij het onderzoek. Immers vergroot deze het draagvlak van de<br />
onderzoeken heeft een helder beeld van de stakeholders en de actuele dilemma’s b<strong>in</strong>nen de<br />
organisatie. Een relevante samenstell<strong>in</strong>g van de kenniskr<strong>in</strong>g bij onderzoek naar ethische codes i n de<br />
hospitality sector zou tenm<strong>in</strong>ste de volgende specialismes moeten omvatten; hospitality<br />
management, bedrijfskunde, organisatiepsychologie, Recht (bedrijf, arbeid, sociaal), een ethicus <strong>of</strong><br />
filoso<strong>of</strong> en ten laatste een management functionaris van de te onderzoe ken organisatie. Er kan ten<br />
laatste ook gedacht worden aan een selectieproces vóór toelat<strong>in</strong>g tot de kenniskr<strong>in</strong>g. Leden van de<br />
kenniskr<strong>in</strong>g gaan op lange termijn zelfstandig onderzoek verrichten. Het selectieproces kan licht<br />
werpen op de taak die docenten zich gesteld zien en op de ‘resources’ die zij mogelijkerwijs kunnen<br />
mobiliseren voor het lectoraat.<br />
Motivatie Opzet kenniskr<strong>in</strong>g<br />
De samenstell<strong>in</strong>g van de kenniskr<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> grote mate bepalend voor de onderzoekskwaliteit. Deze<br />
samenstell<strong>in</strong>g blijkt een precaire aangelegenheid welke met zorg uitgevoerd dient te worden. Een<br />
breed gemêleerd gezelschap van docenten, passend bij de ‘bloedgroep’ van opdrachtgevers, is als<br />
‘Best Practise’ gebleken en is dan ook aan te raden voor het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO.<br />
4.3.2 Werv<strong>in</strong>g en selectie studenten<br />
De werv<strong>in</strong>g en selectie van studenten heeft evenals het samenstellen van een kenniskr<strong>in</strong>g <strong>in</strong>vloed op<br />
het verrichten van effectief onderzoek. De attractiviteit van het onderwerp ethiek is niet voor<br />
iedereen een vaststaand feit, zo blijkt uit het veldonderzoek. Het is belangrijk om zeker te stellen <strong>of</strong><br />
studenten die op basis van bijvoorbeeld het voorgenoemde symposium <strong>of</strong> via het kenniscentrum<br />
afstuderen bij het lectoraat ethiek en MVO goed op de hoogte zijn van de onderwerpen <strong>Ethiek</strong> en<br />
MVO, de doelstell<strong>in</strong>gen van het lectoraat en de <strong>in</strong>houd van de onderzoekslijn. Er zijn twee<br />
voorbeelden te noemen die bijdragen aan een effectieve werv<strong>in</strong>g en selectie van studenten.<br />
Brief<strong>in</strong>g<br />
Ten eerste is een brief<strong>in</strong>g voorafgaand aan elk onderzoek een goede ‘tool’ geweest voor Elena<br />
Cavagnaro om het begrip voor de <strong>in</strong>houd van het onderzoek en de onderzoeksomgev<strong>in</strong>g te<br />
verzekeren. Ook is verdiep<strong>in</strong>g van kennis betreffende het kernonderwerp van het lectoraat<br />
essentieel. Daarnaast spelen enthousiasme en <strong>in</strong>teresse een belangrijke rol. Enthousiasme en<br />
<strong>in</strong>teresse dragen bij aan een <strong>in</strong>tensieve voorbereid<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het literatuuronderzoek en aan een zo<br />
effectief mogelijke uitvoer<strong>in</strong>g van het veldonderzoek.<br />
Houd<strong>in</strong>g veldonderzoek<br />
Een actieve, <strong>of</strong> <strong>in</strong>actieve houd<strong>in</strong>g heeft tijdens <strong>in</strong>terviews een direct effect op de mogelijke<br />
uitkomsten en resultaten. Het is van belang dat de <strong>in</strong>terviewer op de hoogte is van relevante<br />
begripsdef<strong>in</strong>ities, ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het vakgebied, vooraanstaande functionarissen <strong>in</strong> het vakgebied<br />
en dient de <strong>in</strong>terviewer altijd te streven naar een maximalisatie van de kennis die verkregen kan<br />
45
worden. Immers zijn de respondenten met betrekk<strong>in</strong>g tot ethiek vaak wetenschappelijk onderlegd en<br />
vereisen een respectvolle benader<strong>in</strong>g. Een juiste achtergrondstudie van de respondent voorkomt een<br />
negatieve reflectie op het lectoraat.<br />
Basisvoorwaarden student:<br />
De meest effectieve wijze van het uitvoeren van onderzoek<br />
voor een student beg<strong>in</strong>t met het fundament van een oprechte<br />
<strong>in</strong>teresse voor het vakgebied ethiek en MVO. Vervolgens moet<br />
een student bereid zijn om deze <strong>in</strong>teresse te ‘voeden’<br />
gebaseerd op de Aristotische (1134) gedachteschool waarbij<br />
morele ontwikkel<strong>in</strong>g mogelijk is. Kennis kan vergaard worden<br />
enerzijds door het raadplegen van literatuur en het volgen van<br />
relevante cursussen, anderzijds door het <strong>in</strong>zichtelijk maken<br />
van de verschillende optieken ten aanzien van ethiek en MVO.<br />
Ten laatste volgt een effectieve wijze van toepass<strong>in</strong>g, waarbij<br />
effectief betrekk<strong>in</strong>g heeft op het bereiken van het beoogde<br />
doel (Van Dale, 2010).<br />
Figuur 8 De 'juiste' <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g<br />
Toepass<strong>in</strong>g<br />
"Vrije wil"<br />
Kant, 1785<br />
Verdiep<strong>in</strong>g<br />
"Morele ontwikkel<strong>in</strong>g" N.E.,<br />
1134<br />
Interesse<br />
"Er zit een beetje ethiek <strong>in</strong><br />
iedereen" Jeurissen, 2010<br />
Onderzoeksmethodiek student:<br />
Verschillende respondenten benadrukken dat de methodiek voort moet komen uit de vraagstell<strong>in</strong>g.<br />
Daaraan kan op Kantiaanse wijze (1785) toegevoegd worden dat de onderzoeksmethodiek tevens<br />
moet passen bij de geprefereerde <strong>in</strong>steek van een student, passen bij de vrije wil, die veelal past bij<br />
de talenten van de student. Voorafgaand aan het onderzoek is het van belang duidelijk te stellen <strong>of</strong><br />
de student een kwalitatieve <strong>of</strong> kwantitatieve onderzoeksmethode prefereert. Niet met het oog op de<br />
uiteenlopende studiebelast<strong>in</strong>g, maar met het oog gericht op het uitvoeren van onderzoek wat dicht<br />
bij de <strong>in</strong>teresse van de student staat. Zodoende wordt de motivatie van de student optimaal<br />
geprikkeld en kunnen mogelijkerwijs betere resultaten kunnen worden gegenereerd.<br />
Cursus:<br />
<strong>Ethiek</strong> en MVO maken <strong>in</strong> de actuele situatie een beperkt onderdeel uit van de onderwijscurricula.<br />
Volgens Thomas Thijssen worden deze onderwerpen <strong>in</strong> toenemende wijze <strong>in</strong> de toekomstige<br />
onderwijscurricula <strong>in</strong>gebed. Tot die tijd is het zaak voor studenten die met betrekk<strong>in</strong>g tot ethiek <strong>of</strong><br />
MVO willen afstuderen om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op hun onderzoeken do or<br />
verdiep<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de veelomvattende kernonderwerpen van het lectoraat. Tijdens de afstudeerperiode<br />
is aan de student de mogelijkheid geboden tot het volgen van een cursus bedrijfsethiek, aangeboden<br />
door Johan Wempe en Frans Eijkelh<strong>of</strong>. Deze cursus vormde ee n waardevolle aanvull<strong>in</strong>g op de<br />
m<strong>in</strong>icolleges die aan het beg<strong>in</strong> van het thesissemester werden geboden. Deze cursus omvatte een<br />
<strong>in</strong>teractieve, vijf wekelijkse bijeenkomst van 2,5 uur per week. Tijdens de cursus was er veel ruimte<br />
voor discussie, dit is <strong>in</strong>spirerend geweest voor de thesis. Het opzetten van een gelijkwaardige cursus<br />
verbetert niet alleen de basiskennis van de student maar daagt de student uit tot meer reflectie op<br />
het afstudeeronderwerp om zodoende een kwalitatief hoogstaande thesis te schrijven.<br />
Motivatie Werv<strong>in</strong>g en selectie studenten<br />
Bij de werv<strong>in</strong>g en selectie is het zaak om te sturen op de <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke motivatie van de student. De<br />
student beschikt over een ‘frisse blik’ op- en een geëigend beeld van de hospitality sector,<br />
eigenschappen welke van grote waarde zijn voor het onderzoek. De haalbaarheid met betrekk<strong>in</strong>g<br />
tot de aanbevel<strong>in</strong>g ‘werv<strong>in</strong>g en selectie’ van studenten is erg groot, dit omdat ethiek en MVO meer<br />
terre<strong>in</strong> w<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> het beroepenveld en omdat ethiek <strong>in</strong> de toekomst <strong>in</strong>gevoegd gaat worden <strong>in</strong> de<br />
onderwijscurricula van <strong>Saxion</strong> Hogescholen. (J. Wempe, persoonlijke communicatie, 22 oktober<br />
2010).<br />
46
4.4 Deelonderwerp 3: Vormgev<strong>in</strong>g onderzoek<br />
De vormgev<strong>in</strong>g van het onderzoek wordt beschreven voorafgaand aan<br />
de onderzoeksmethodologie <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 4.5. Er is gekozen om te<br />
beg<strong>in</strong>nen met het afbakenen van de ‘omgev<strong>in</strong>g’ van het onderzoek.<br />
Deze afbaken<strong>in</strong>g maakt het mogelijk een passende methodologie te<br />
kunnen presenteren. Deze keus is mede gebaseerd op de stell<strong>in</strong>g dat<br />
de onderzoeksvraag altijd de aanleid<strong>in</strong>g vormt voor de te hanteren<br />
methodologie. De vormgev<strong>in</strong>g van het onderzoek wat vanaf februari<br />
2011 van start gaat wordt <strong>in</strong> grote mate beïnvloed door de onderzoeksomgev<strong>in</strong>g en door de<br />
vraagstukken die de onderzoeksagenda vullen. De onderzoeksomgev<strong>in</strong>g moet tevens bijdragen aan<br />
de effectiviteit van de organisatie van onderzoeken naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector.<br />
Onderzoek is effectief wanneer het beoogde doel van het onderzoek wordt behaald (van Dale,2010).<br />
Wanneer effectiviteit wordt vertaald naar het beoogde doel van onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> de<br />
hospitality sector is het doel om uite<strong>in</strong>delijk de z<strong>in</strong>, <strong>of</strong> onz<strong>in</strong> van ethische codes te kunnen vaststellen.<br />
Om dit doel te bereiken wordt de onderzoeksomgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> dit ho<strong>of</strong>dstuk omschreven aan de hand van<br />
het kenniscentrum, de lectorale functie, de onderzoekvragen die tijdens het onderzoek zijn ontstaan<br />
en ten laatste wordt de onderzoek omgev<strong>in</strong>g van de hospitality sector omschreven.<br />
4.4.1 Onderzoekomgev<strong>in</strong>g<br />
De onderzoeksomgev<strong>in</strong>g van het lectoraat ethiek en MVO wordt bepaald b<strong>in</strong>nen de kaders van het<br />
kenniscentrum Bus<strong>in</strong>ess Development & Hospitality. Door <strong>Saxion</strong> Hogescholen is een strategische<br />
visie <strong>in</strong> het kader van kennis<strong>in</strong>novatie en onderzoek opgesteld. Deze vormt naast de kennis opgedaan<br />
vanuit het veldonderzoek de aanleid<strong>in</strong>g tot het advies met betrekk<strong>in</strong>g tot de onderzoeksomgev<strong>in</strong>g.<br />
De strategische visie wordt via drie, zogenoemde scharnierpunten uitgewerkt en versterkt:<br />
onderzoek moet antwoord geven op de vragen uit de markt om <strong>Saxion</strong> te kunnen pr<strong>of</strong>ileren als<br />
partner. Daarnaast moet de keuze voor het onderzoek passen bij de aard en positie van <strong>Saxion</strong>:<br />
betekenisvol en betrouwbaar. Ten laatste wil <strong>Saxion</strong> zich verder ontwikkelen als doelgerichte<br />
organisatie waar<strong>in</strong> onderwijs en onderzoek elkaar versterken. De functie van een lectoraat wordt<br />
gevisualiseerd <strong>in</strong> onderstaande driehoek en geeft de uitgangspunten voor de vorm<strong>in</strong>g van het<br />
lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO aan:<br />
Student<br />
De student heeft een centrale positie bij praktijkgericht<br />
onderzoek. Diverse respondenten benadrukken dat een<br />
lectoraat onderdeel is van een onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g. Om<br />
deze reden ligt de focus van een lectoraat op de kennis<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g van de student.<br />
Praktijk gericht onderzoek<br />
Deze vorm van onderzoek draagt bij aan de onderzoek<br />
vaardigheid van studenten, tevens komen studenten via<br />
deze vorm van onderzoek dicht bij de pr<strong>of</strong>essie en<br />
houden zij zich bezig met vraagstukken die, wanneer zij<br />
het beroepenveld <strong>in</strong>gaan, nog steeds relevant zijn.<br />
Daarnaast wordt de pr<strong>of</strong>essie ‘geholpen’ met actuele<br />
vraagstukken. Praktijkgericht onderzoek draagt bij aan<br />
de actualiser<strong>in</strong>g en valorisatie van kennis.<br />
Kennis<br />
vloeit terug<br />
<strong>in</strong> curricula<br />
Figuur 9 Lectoraat<br />
Praktijk<br />
gericht<br />
Student<br />
Vraagstuk<br />
uit<br />
pr<strong>of</strong>essie<br />
47
Kennis vloeit terug <strong>in</strong> Curricula:<br />
De kennis die wordt opgedaan door het verrichten van praktijkgericht onderzoek draagt bij aan de<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g van de onderwijscurricula. De onderzoeken moeten aansluiten bij de toekomstige<br />
onderwijscurricula. Daarom worden onderzoekslijnen opgezet <strong>in</strong> goed overleg met de teamleiders.<br />
De resultaten van het onderzoek kunnen <strong>in</strong> ‘casuïstieke vorm’ opgenomen worden voor het<br />
onderwijs. Docenten hebben hierbij het voordeel, direct uit de pr<strong>of</strong>essie te kunnen doceren en<br />
studenten worden via onderwijs voorbereid op de actuele vraagstukken uit de pr<strong>of</strong>essie.<br />
Vraagstuk uit de pr<strong>of</strong>essie:<br />
Het verrichten van onderzoek naar vraagstukken direct uit de pr<strong>of</strong>essie is draagt bij aan de pr<strong>of</strong>essie<br />
en aan de functie van docenten en studenten. De pr<strong>of</strong>essie steunt op praktijkgericht onderzoek<br />
omdat het op concrete manier antwoord geeft op actuele vraagstukken. De functie van docenten<br />
wordt verbeterd door de toename van kennis op het gebied van onderzoek en de actuele situatie van<br />
het beroepenveld. Zodoende kunnen docenten meedenken over de vernieuw<strong>in</strong>g van het onderwijs<br />
met als doel de student optimaal te kunnen voorbereiden op het beroepenveld. Dit komt ten goede<br />
aan de kwaliteit van het onderwijs en het imago van de onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g. Studenten hebben baat<br />
bij het behandelen van vraagstukken uit de pr<strong>of</strong>essie omdat zij zich op deze wijze kunnen oriënteren<br />
op de actuele situatie b<strong>in</strong>nen het beroepenveld en op de rol die zij daar <strong>in</strong> de toekomst zelf <strong>in</strong> spelen.<br />
4.4.1.1 Hospitality sector<br />
Er is nog een fl<strong>in</strong>ke slag te slaan op het gebied van bedrijfsethiek toegepast b<strong>in</strong>nen bepaalde<br />
onderdelen van de hospitality sector (J. Wempe, R. Jeurissen, persoonlijke communicatie, 2010).<br />
Vanuit kritisch oogpunt kan men zich afvragen: is het <strong>in</strong> deze sector niet cruciaal om op basis van de<br />
missie en visie te streven naar een gezamenlijk doel bij het realiseren van een optimale gastvrijheid -<br />
belev<strong>in</strong>g? Het vaststellen van dit doel blijkt <strong>in</strong> de praktijk lastig te zijn. Vaak richten ethische codes<br />
zich enkel op de regels en standaarden van het bedrijf en worden de ambities met betrekk<strong>in</strong>g tot de<br />
eigen pr<strong>in</strong>cipes en de daaraan verbonden gedrag<strong>in</strong>gen niet benoemd, er wordt enkel aan gerefereerd<br />
b<strong>in</strong>nen de missie en visie waarb<strong>in</strong>nen gastvrijheid een regelmatig terugkerende term is . Uit het<br />
veldonderzoek blijkt dat bij de KHN een toenemende aandacht is ontstaan voor de juiste <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g<br />
van ethisch beleid. Dit gegeven is de basis voor de aanbevel<strong>in</strong>g voor het lectoraat om bij de aanvang<br />
van de onderzoeken bij de KHN <strong>in</strong> februari, onderzoek te verrichten met als doel: een passende<br />
<strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van het ethisch beleid <strong>in</strong> de horeca sector, met het oog op de verschillende ‘bloedgroepen’<br />
b<strong>in</strong>nen de sector en de praktische output van het beleid.<br />
Motivatie onderzoekomgev<strong>in</strong>g<br />
Het model zoals weergegeven <strong>in</strong> figuur 9 is het significante voorbeeld van de onderzoeksomgev<strong>in</strong>g<br />
van het lectoraat ethiek en MVO. Bewustzijn van de onderzoeksomgev<strong>in</strong>g verschaft het lectoraat<br />
naast kaders ook te exploreren mogelijkheden bij het opzetten van een onderzoekslijn <strong>in</strong> de<br />
hospitality sector.<br />
4.4.2 Onderzoekvragen<br />
Tijdens het literatuur- en het veldonderzoek zijn verschillende onderzoekvragen ontstaan. Deze<br />
vragen zijn ontstaan vanuit de actuele literatuur en naar aanleid<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>zichten die verworven zijn<br />
tijdens het veldonderzoek. Deze onderzoekvragen zijn opgenomen <strong>in</strong> de aanbevel<strong>in</strong>gen omdat ze bij<br />
kunnen dragen aan een ‘effectieve organisatie’ van de beleidsvraag. De vragen hebben enkel<br />
betrekk<strong>in</strong>g op de actuele situatie. De onderzoekvragen zijn te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> bijlage XI.<br />
Motivatie Onderzoekvragen<br />
De onderzoeksagenda van het lectoraat behoeft opvull<strong>in</strong>g (R. Welten, persoonlijke communicatie,<br />
8 september, 2010). De onderzoekvragen voorzien <strong>in</strong> de ‘behoefte’ van het lectoraat. De vragen<br />
representeren actuele vraagstukken geselecteerd na <strong>in</strong>ventarisatie van vraagstukken opgeleverd<br />
door het literatuur- en veldonderzoek, gekozen op actualiteit en relevantie.<br />
48
4.5 Deelonderzoek 4: Onderzoekmethodologie<br />
De resultaten van het literatuuronderzoek zijn samengevoegd met<br />
de uitkomsten van het veldonderzoek om de deel- , onderzoek- en<br />
zoekvragen te kunnen beantwoorden. Bij het opstellen van de<br />
aanbevel<strong>in</strong>gen wordt deze <strong>in</strong>formatie samengevoegd. Om ten e<strong>in</strong>de<br />
tot een wel gefundeerde aanbevel<strong>in</strong>g met betrekk<strong>in</strong>g tot de meest<br />
effectieve onderzoek methodologie bij het verrichten van onderzoek<br />
naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector te kunnen presenteren.<br />
Onderzoeken naar ethische codes richten zich <strong>in</strong> de actuele situatie<br />
niet zozeer op de aanwezigheid van de ethische code maar op de implementatie van een ethische<br />
code en het effect wat een ethische code heeft op het gedrag, zo stellen Muel Kapte<strong>in</strong> (persoonlijke<br />
communicatie, 13 oktober, 2010) en Andre Nijh<strong>of</strong> (persoonlijke communicatie, 1 november, 2010).<br />
4.5.1 Effectief onderzoek<br />
Een belangrijke factor bij het verrichten van effectief onderzoek, waarbij effectief doelt op de mate<br />
waar<strong>in</strong> het doel van het onderzoek behaald wordt, is het vaststellen van een passende<br />
methodologie. Deze draagt bij aan het behalen van het gestelde doel. Tijdens het veldonderzoek zijn<br />
de onderzoeksmethodieken van verschillende onderzoeks<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> kaart gebracht. De<br />
geselecteerde onderzoekspopulatie ter beantwoord<strong>in</strong>g van het methodologische onderdeel van de<br />
beleidsvraag bestond uit de volgende deelpopulaties: lectoraten verbonden aan hogescholen,<br />
universitaire onderzoeks<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, onderzoeks- en advies<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen uit het bedrijfsleven en ten<br />
laatste een <strong>in</strong>ternationaal onderzoeks<strong>in</strong>stituut. De brede onderzoekspopulatie maakt het mogelijk<br />
om een vergelijk<strong>in</strong>g te kunnen maken van meerdere methodieken, hieruit kunnen vervolgens een<br />
aantal Best Practises gedistilleerd worden om deze ten laatste samen te kunnen voegen tot één<br />
betrouwbaar advies. Een advies gebaseerd op verschillende <strong>in</strong>valshoeken wat betrekk<strong>in</strong>g heeft op de<br />
actuele praktijk.<br />
4.5.2 Methodologie<br />
Uit het veldonderzoek is gebleken dat het verrichten van onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> de<br />
hospitality sector nog niet vanzelfsprekend is. Het is van belang deze factor <strong>in</strong> ogenschouw te<br />
houden bij de aanvang van het onderzoek. Het verschaft naast de vrijheid om de methodologie naar<br />
eigen <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> te vullen ook de valkuil om voor de verkeerde <strong>in</strong>valshoek te kiezen. Om die reden is<br />
het verstandig om de onderzoeksmethodologie bij onderzoek naar ethische codes toegepast <strong>in</strong><br />
andere sectoren als blauwdruk te gebruiken. Ook moeten de randvoorwaarden vanuit het<br />
kenniscentrum <strong>in</strong> ogenschouw gehouden worden, het onderzoek moet <strong>in</strong> de praktijk geworteld zijn<br />
en gebaseerd op vraag- articulatie vanuit de markt (<strong>Saxion</strong>, 2010), (T. Thijssen, persoonlijke<br />
communicatie, 2 november, 2010).<br />
Het veldonderzoek heeft het mogelijk gemaakt om een breed <strong>in</strong>zicht te verkrijgen betreffende de<br />
actuele ‘Best Practises’ van onderzoeks<strong>in</strong>stituten met betrekk<strong>in</strong>g tot de onderzoeksmethodologie.<br />
Tijdens <strong>in</strong>terviews met verschillende respondenten kwamen zowel verschillen als overeenkomsten<br />
van de gehanteerde onderzoeksmethodologie naar het oppervlak. Deze worden weergegeven <strong>in</strong><br />
vergelijk<strong>in</strong>g 1.1 op de volgende pag<strong>in</strong>a. Uit deze vergelijk<strong>in</strong>g blijkt dat elke lector <strong>of</strong> universitair<br />
ho<strong>of</strong>ddocent zijn <strong>of</strong> haar lectorale omgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong>vult naar eigen <strong>in</strong>zicht. De persoonlijke visie op de<br />
organisatie van onderzoek is voor de verschillende respondenten leidend wanneer besloten wordt<br />
tot een bepaalde methodologie.<br />
Wat opvallend is dat er <strong>in</strong> enkele gevallen een groot verschil bestaat tussen de mate van controle op<br />
de voortgang van het onderzoek door de lectoren. Een strakke controle, waarbij docenten en<br />
studenten pas worden betrokken bij een onderzoek na een selectieprocedure, en waarbij studenten<br />
zich daadwerkelijk committeren aan projecten door het ondertekenen van een contract is volgens<br />
Elena Cavagnaro van belang ter bevorder<strong>in</strong>g van de kwaliteit van de onderzoeken.<br />
49
Vervolg methodologie<br />
De kwaliteit van onderzoek is mogelijk <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g omdat het onderzoek wordt verricht door de<br />
‘nog onervaren’ student. Johan Wempe hanteert hierbij een andere methode, voor hem is de<br />
‘<strong>in</strong>teresse en <strong>in</strong>put’ van de student belangrijk, het objectiveren van deze subjectieve grootheden <strong>in</strong><br />
contracten en strakke procedures is daarbij eerder beperkend dan verrijkend. Onderstaande<br />
vergelijk<strong>in</strong>g maakt de implementatie (<strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 5) van een geëigende onderzoeksmethodologie<br />
door het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO op basis van onderstaande blauwdruk van vergelijkbare en<br />
gerenommeerde onderzoeks<strong>in</strong>stituten mogelijk.<br />
Onderstaande vergelijk<strong>in</strong>g is een horizontale weergave van gehanteerde onderzoeksmethodologie<br />
en tevens een verticale weergave van de verschillen <strong>of</strong> overeenkomstigheden tussen respondenten:<br />
Lector<br />
Elena<br />
Cavagnaro<br />
Thomas<br />
Thijssen<br />
Johan Wempe<br />
Ronald<br />
Jeurissen<br />
Andre Nijh<strong>of</strong><br />
Vergelijk<strong>in</strong>g 1.1<br />
Opbouw netwerk<br />
Netwerk<br />
stenden<br />
Research<br />
sem<strong>in</strong>ar<br />
congres<br />
Netwerk <strong>Saxion</strong><br />
Symposia<br />
Bra<strong>in</strong>storm<br />
Ronde tafel<br />
gesprek<br />
Netwerk<br />
Nyenrode<br />
lead time<br />
ervar<strong>in</strong>g<br />
Pilot / Sem<strong>in</strong>ar<br />
Opdracht<br />
brancheorganis<br />
atie<br />
Opdrachtgevers<br />
MKB<br />
Samenwerk<strong>in</strong>g<br />
NHL<br />
Ziekenhuizen<br />
Gemeentes<br />
Branceorg.<br />
Niche spelers<br />
MKB<br />
Prov<strong>in</strong>cies<br />
Consortia<br />
Waterschap<br />
Makelaars<br />
Bestuur van<br />
ondernem<strong>in</strong>g<br />
Banken<br />
Collectief<br />
NGO<br />
Europese Unie<br />
Tijdsduur<br />
onderzoek<br />
B<strong>in</strong>nen kaders<br />
onderzoek<br />
moduul<br />
B<strong>in</strong>nen kaders<br />
<strong>Saxion</strong> en<br />
opdrachtgever<br />
Opzet<br />
longitud<strong>in</strong>ale<br />
onderzoekslijn<br />
Longitud<strong>in</strong>aal<br />
Longitud<strong>in</strong>aal<br />
en kortlopend<br />
Motivatie Onderzoekmethodologie<br />
De onderzoekmethodologie is op ethische verantwoorde wijze passend gemaakt b<strong>in</strong>nen de cultuur<br />
van het lectoraat en de hospitality sector, b<strong>in</strong>nen de tijd van de actualiteit van het kenniscentrum<br />
Bus<strong>in</strong>ess Development & Hospitality, en b<strong>in</strong>nen de geest van hedendaagse ethiek, zoals beleefd<br />
door experts. De methodologie welke wordt geïntroduceerd <strong>in</strong> het volgende ho<strong>of</strong>dstuk bedient<br />
daarmee de ethiek van de hospitality sector, de ethische kennis van het lectoraat, de reputatie van<br />
het kenniscentrum, de valorisatie van de kennis en de toegang tot deze kennis voor de student.<br />
Het doel van de ethiek is om daar zo goed mogelijk een antwoord op te geven. Die past <strong>in</strong> de tijd, <strong>in</strong> de cultuur en<br />
de tijd. Het is een reflectie.<br />
(M. de Jong, persoonlijke communicatie, 28 oktober, 2010)<br />
Type onderzoek<br />
Kwalitatief en<br />
Kwantitatief<br />
Praktijkgericht<br />
onderzoek<br />
Vraagarticulati<br />
e buitenkant<br />
Kwalitatief<br />
positivistisch<br />
Interpretatief<br />
Kwalitatief<br />
Conceptueel<br />
Verdiepend<br />
Kwalitatief<br />
Kwantitatief<br />
Perceptueel<br />
Onderzoeksteam<br />
Kenniskr<strong>in</strong>g<br />
Afstudeerders<br />
Studenten<br />
Kenniskr<strong>in</strong>g<br />
Afstudeerders<br />
Studenten<br />
Kenniskr<strong>in</strong>g<br />
Promovendi<br />
Afstudeerders<br />
Econoom,<br />
organisatiepsyc<br />
holoog, anglist,<br />
theoloog,<br />
emprirische<br />
bedrijfsethiek<br />
Onderzoekers,<br />
NGO,<br />
vertegenwoordi<br />
ger code<br />
50
5. Implementatie<br />
In dit ho<strong>of</strong>dstuk wordt de implementatie van de onderzoeksmethodologie gepresenteerd.<br />
5.1 Stappenplan<br />
Een advies fungeert als praktisch handvat wanneer een gedegen overgang wordt gemaakt van advies<br />
naar implementatie. De kennis opgeleverd uit het literatuur- en veldonderzoek heeft tijdens het<br />
onderzoek proces telkens gefungeerd als bouwsteen voor onderstaande implementatie. Deze<br />
implementatie vormt het laatste, essentiële onderdeel van de volledige beantwoord<strong>in</strong>g van de<br />
beleidsvraag, immers is de gehanteerde onderzoeksmethodologie <strong>in</strong> grote mate bepalend voor de<br />
effectiviteit van het te organiseren onderzoek.<br />
Na het opstellen van vergelijk<strong>in</strong>g 1.1 zijn de resultaten ‘gegoten <strong>in</strong> de mal van het lectoraat’. Hiermee<br />
is de organisatie van onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector op maat gemaakt. Een<br />
passende onderzoeksmethodologie is hieruit vervolgens gedistilleerd. De methodologie is op basis<br />
van verschillende criteria geselecteerd. Ten eerste gaf de vraag van de opdrachtgever, gesteld tijdens<br />
een bijeenkomst op 8 september jl. weergegeven <strong>in</strong> bijlage I, naar de manier waarop het lectoraat<br />
een onderzoek naar de ethische code het beste kan organiseren, de doorslag om een praktische<br />
handleid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de vorm van een stappenplan te ontwikkelen. Hierop is dan ook bewust gestuurd<br />
tijdens de <strong>in</strong>terviews. Daarnaast is tijdens het veldonderzoek het bewustzijn van de lector voor de<br />
functie van zijn lectoraat essentieel gebleken<br />
In ho<strong>of</strong>dstuk 4.4.1 is de functie van een lectoraat gevisualiseerd <strong>in</strong> een driehoek-model (Figuur 9<br />
Lectoraat). Het is van belang dat onderstaand stappenplan de verschillende functies van het lectoraat<br />
als het ware bedient. Het stappenplan omvat hiertoe alle facetten van de vierledige functie van een<br />
lectoraat. Elke vorm van onderzoek <strong>in</strong> het stappenplan kan worden verricht <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met de<br />
student, welke op gedegen wijze wordt voorbereid op zijn <strong>of</strong> haar toekomst. Dit door het adresseren<br />
van vraagstukken uit de pr<strong>of</strong>essie door middel van praktijkgericht onderzoek wat kenmerkend is voor<br />
de stijl van het kenniscentrum. De kennis opgedaan uit elke vorm van onderzoek <strong>in</strong> het stappenplan<br />
vloeit terug <strong>in</strong> het onderwijs en genereert vervolgens aanleid<strong>in</strong>g tot vervolg onderzoek verricht door<br />
een volgende licht<strong>in</strong>g studenten. Zo is de cirkel niet alleen rond, maar ook zelfvoorzienend <strong>in</strong> de<br />
manier waarop hij door het genereren van kennis, oproept tot vervolg- onderzoek.<br />
5.1.1 Onderzoekmethodologie<br />
De methodologie bestaat uit zes stappen, deze worden onderstaand weergegeven en vervolgens <strong>in</strong><br />
detail toegelicht.<br />
Figuur 10 Stappenplan<br />
51
Stap 1: Conceptueel onderzoek<br />
Een vraag <strong>of</strong> een probleem is de <strong>in</strong>itiator voor elk onderzoek. Uit het veldonderzoek blijkt dat het<br />
verstandig is om de onderzoeksmethodologie te bepalen aan de hand van de vraagstell<strong>in</strong>g. (E.<br />
Cavagnaro, R. Jeurissen, A. Nijh<strong>of</strong>, J. Wempe, Persoonlijke communicatie, 2010). De eerste vraag die<br />
gesteld kan worden bij de aanvang van onderzoek naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector is<br />
welke vorm deze ethische code aanneemt b<strong>in</strong>nen de hospitality sector. Er kan dan gesproken worden<br />
van conceptueel onderzoek. Gebaseerd op eerdere onderzoeken van Muel Kapte<strong>in</strong> (Kapte<strong>in</strong>, The<br />
liv<strong>in</strong>g code, 2008), is het verstandig om eerst te kijken naar de prioriteiten van organisaties b<strong>in</strong>nen de<br />
hospitality sector met betrekk<strong>in</strong>g tot de veranker<strong>in</strong>g van ethiek <strong>of</strong> MVO. Is de veranker<strong>in</strong>g van ethiek<br />
hierbij het veld van <strong>in</strong>teresse <strong>of</strong> ligt de focus op MVO? En <strong>in</strong> hoeverre overlappen deze twee elkaar <strong>in</strong><br />
de hospitality sector? Zoals persoonlijke prioriteiten kunnen variëren, variëren de prioriteiten van<br />
organisaties ook. Deze prioriteiten worden, zo blijkt uit onderzoek gemotiveerd door het willen <strong>of</strong><br />
moeten voldoen aan wetten en regelgev<strong>in</strong>g (The convergence challenge, 2010).<br />
Met de <strong>in</strong>vloed van compliance moet reken<strong>in</strong>g gehouden worden bij het <strong>in</strong> kaart brengen van<br />
verschillende branches van een sector. Tijdens stap 1 ligt de focus op wat een ethische code nu<br />
precies is en <strong>in</strong>houdt, de ethische code van de ANVR kan hierbij als voorbeeld dienen: een ethische<br />
code die is geïmplementeerd b<strong>in</strong>nen de sector, welke effect heeft op verschillende onderdelen van<br />
de hospitality sector (ANVR, 2010). Ook kan een theoretisch model ontwikkeld worden op basis van<br />
de onderzoekbare elementen van de <strong>in</strong>houd van ethische codes. Dit op basis van publicaties van<br />
Henk van Luijk (Om redelijk gew<strong>in</strong>: Oefen<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> bedrijfsethiek, 1993) en Ronald Jeurissen<br />
(Bedrijfsethiek: Een goede zaak, 2006). Na het uitvoeren van stap 1 is <strong>in</strong> kaart gebracht wat een<br />
ethische code nu precies is, uit welke elementen een ethische code bestaat, hoe , en met welke<br />
motivatie ethische codes b<strong>in</strong>nen de branche momenteel worden geïmplementeerd. En ten laatste<br />
wordt <strong>in</strong> kaart gebracht welke prioriteit het implementeren van ethische codes heeft voor de<br />
verschillende onderdelen van de branche. Wordt deze prioriteit <strong>in</strong>tern vanuit de pr<strong>in</strong>cipes van een<br />
organisatie gemotiveerd, <strong>of</strong> extern, op basis van het willen voldoen aan wetten en regelgev<strong>in</strong>g<br />
(compliance).<br />
Verdiep<strong>in</strong>g stap 1: Trends en ontwikkel<strong>in</strong>gen<br />
Belangrijke actuele trends en ontwikkel<strong>in</strong>gen op het gebied van reguler<strong>in</strong>g <strong>of</strong> dereguler<strong>in</strong>g dienen <strong>in</strong><br />
ogenschouw gehouden te worden bij onderzoek naar ethische codes. Immers is een ethische code<br />
een vorm gedragsreguler<strong>in</strong>g, een “manier om gedrag te <strong>in</strong>stitutionaliseren <strong>in</strong> een code” (Wempe,<br />
2010). Echter vraagt de maatschappij volgens KPMG (2010) om meer transparantie. Verdere<br />
reguler<strong>in</strong>g vormt daarbij vaak de eerste oploss<strong>in</strong>g. Echter kan hierbij de kritische vraag gesteld<br />
worden <strong>of</strong> dereguler<strong>in</strong>g, door middel van het verhogen van het bewustzijn van organisaties ten<br />
opzichte van hun verantwoordelijkheden ten opzichte van de maatschappij, deze gewenste mate van<br />
transparantie wellicht beter kan faciliteren? (Trust rules, 2010). Wanneer de ethische code door het<br />
licht van deze trend bekeken wordt kan men zich afvragen <strong>of</strong> het nog effectief en nodig is om een<br />
<strong>in</strong>stitutioneel kader te geven aan een regel <strong>in</strong> de vorm van een ethische code? (Wempe, 2010). Deze<br />
vraag roept om vervolg onderzoek waarbij reguler<strong>in</strong>g <strong>of</strong> dereguler<strong>in</strong>g centraals staan.<br />
Dereguler<strong>in</strong>g op organisatorisch niveau kan hierbij ook worden geconcretiseerd naar dere guler<strong>in</strong>g op<br />
<strong>in</strong>dividueel niveau. Hierbij kan het helpend zijn om het bewustzijn van managers en medewerkers te<br />
verhogen met betrekk<strong>in</strong>g tot de positie die zij <strong>in</strong>nemen b<strong>in</strong>nen de organisatie. Daartoe is het ten<br />
eerste belangrijk om volgens ethische pr<strong>in</strong>cipes van Aristoteles (The Nichomachean ethics, 350 v.<br />
Chr.), het <strong>in</strong>dividu te stimuleren om zijn <strong>of</strong> haar visie op de persoonlijke deugden en plichten <strong>in</strong><br />
organisatorisch verband <strong>in</strong> kaart te brengen. Vervolgens kunnen deze persoonlijke deugden en<br />
plichten vergeleken worden met de deugden en plichten van de organisatie, hiermee kan worden<br />
bepaald <strong>of</strong> het ethos, logos en pathos (de Jong, 2010) van de organisatie en de manager <strong>of</strong><br />
medewerker overeenkomstig zijn. Dit om een match <strong>of</strong> mis-match te kunnen vaststellen. Een logisch<br />
vervolg is het opstellen van een persoonlijke stakeholder analyse. Hierbij worden de <strong>in</strong>terne- en<br />
52
externe stakeholders bepaald om vervolgens de verantwoordelijkheden van de manager <strong>of</strong><br />
medewerker te concretiseren richt<strong>in</strong>g elke afzonderlijke stakeholder. De manager <strong>of</strong> medewerker is<br />
vervolgens vrij <strong>in</strong> de manier waarop hij <strong>of</strong> zij zich gedraagt. De bewustword<strong>in</strong>g die voorafgaand aan<br />
deze ‘vrije <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van gedrag’ plaats v<strong>in</strong>dt kan zodoende leiden tot ‘automatisch’ ethisch <strong>of</strong><br />
gewenst gedrag. Gesterkt en gemotiveerd door de opbouw van een ‘vertrouwensrelatie’ tussen de<br />
organisatie en de managers en medewerkers. Deze relatie behelst een wederzijds begrip van de<br />
positie van de organisatie en het <strong>in</strong>dividu b<strong>in</strong>nen deze organisatie, <strong>in</strong> de maatschappij, een beter<br />
begrip van Maatschappelijke Verantwoordelijkheid. Op basis van dit verhoogde begrip kan<br />
vervolgens een passende uit<strong>in</strong>gsvorm <strong>of</strong> vorm van conformer<strong>in</strong>g worden bepaald. Onderstaand<br />
schema is een weergave van de gevolgen van reguler<strong>in</strong>g, versus de gevolgen van dereguler<strong>in</strong>g:<br />
Top down<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g code<br />
Geen<br />
codeondersteunend<br />
beleid<br />
Top down<br />
implementatie<br />
tekstueel<br />
Onbegrip voor <strong>in</strong>houd<br />
Figuur 11 Reguler<strong>in</strong>g/Dereguler<strong>in</strong>g<br />
Creeer besef van<br />
verantwoordelijkheid<br />
Is dit te ondervangen?<br />
<strong>in</strong>tr<strong>in</strong>siek motiveren<br />
Ofwel conformisme<br />
moreel<br />
Leidt tot <strong>of</strong>wel<br />
marchanderen<br />
immoreel<br />
Bewustzijn positie <strong>in</strong><br />
organisatie<br />
Eigen maken ethische<br />
code<br />
Verantwoordelijkheid<br />
Cohesie <strong>in</strong><br />
bedrijfscultuur<br />
Stap 2: Inventariserend onderzoek<br />
Na het conceptueel onderzoek kan worden bepaald bij welke branches b<strong>in</strong>nen de hospitality sector<br />
ethische codes bestaan en <strong>in</strong> welke mate ethische codes belangrijk zijn voor de ze organisaties. Een<br />
volgende stap is <strong>in</strong>ventariserend onderzoek. Waarbij ethische codes, b<strong>in</strong>nen verschillende<br />
onderdelen van de hospitality sector systematisch <strong>in</strong> kaart worden gebracht. Het verhogen van de<br />
betrouwbaarheid van deze <strong>in</strong>ventarisatie erg belangrijk (R. Jeurissen, persoonlijke communicatie, 2<br />
november, 2010). Consistentie <strong>in</strong> de methode van dataverzamel<strong>in</strong>g en het verrichten van<br />
<strong>in</strong>ventariserend onderzoek op brede schaal zijn hierbij belangrijke factoren.<br />
Stap 3: Inhoudsanalyse<br />
Na de <strong>in</strong>ventarisatie van ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector zoals omschreven bij stap 2 is een<br />
<strong>in</strong>houdsanalyse van de verzamelde ethische codes een logisch vervolg. Er kan hierbij, wederom op<br />
basis van eerder verricht onderzoek van Muel Kapte<strong>in</strong> (The liv<strong>in</strong>g code, 2008) sec gekeken worden<br />
naar de <strong>in</strong>houd van de ethische code. Hierbij kunnen vaststell<strong>in</strong>gen gedaan worden van opvallende<br />
overeenkomstigheden <strong>of</strong> verschillen tussen ethische codes. De <strong>in</strong>houdsanalyse kan op verschillende<br />
niveaus verricht worden. Sector specifiek, keten specifiek en b<strong>in</strong>nen ketens. Een grootschalige vorm<br />
van het verrichten van onderzoek volgens stap 3 is het maken van een vergelijk<strong>in</strong>g tussen ketens.<br />
Welke ketens zijn volgens market<strong>in</strong>g term<strong>in</strong>ologie ‘early adopters’ en welke ketens zijn ‘laggards’?<br />
Het is een kans zijn om juist bij deze ‘early adopters’ onderzoek te verrichten, omdat zij zowel<br />
voorlopers als voorbeelden voor hun organisatorische omgev<strong>in</strong>g zijn (T. Thijssen, persoonlijke<br />
communicatie, 2 november, 2010).<br />
53
Stap 4: Implementatieanalyse<br />
Bij deze stap wordt overgegaan van een veelal empirische,<br />
relatief oppervlakkige vorm van onderzoek naar het<br />
verrichten van onderzoek met meer diepgaand karakter.<br />
Een vorm van onderzoek die volgens Muel Kapte<strong>in</strong> (Director<br />
KPMG Integrity, 2010) gangbaar is <strong>in</strong> de actuele situatie. De<br />
implementatie is volgens Muel Kapte<strong>in</strong> ook hetgeen waar<br />
organisaties het meest mee worstelen. Het verrichten van<br />
onderzoek naar de verschillende onderwerpen die vallen<br />
onder de implementatie kan helpen bij het formuleren van<br />
een antwoord op de vraag waarom organisaties worstelen<br />
met de implementatie van een ethische code, daarnaast rijst<br />
de vraag naar de z<strong>in</strong> <strong>of</strong> onz<strong>in</strong> van de ethische code ook bij<br />
het vaststellen van deze worstel<strong>in</strong>g, is een code wel de<br />
juiste uit<strong>in</strong>gsvorm? Bij de implementatie analyse kan<br />
worden <strong>in</strong>gezoomd op de volgende vier separate<br />
onderwerpen:<br />
Figuur 12 Implementatie<br />
Bij onderzoek naar de 1 verschijn<strong>in</strong>gsvorm van ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector kan men zich<br />
afvragen <strong>of</strong> een code altijd als geschreven tekst op papier verschijnt? Volgens Andre Nijh<strong>of</strong> is dit niet<br />
altijd het geval. Daarnaast kan men zich afvragen <strong>of</strong> een ethische code het meest tot zijn recht komt<br />
<strong>in</strong> de vorm van geschreven tekst. Misschien is het juist zo dat ethische codes gebaseerd op regels en<br />
standaarden wél <strong>in</strong> de vorm van geschreven tekst dienen te verschijnen, waarbij een manager <strong>of</strong><br />
medewerker zich committeert door middel van het ondertekenen van dát deel van de ethische code.<br />
Bij ethische codes die 2 ambities stellen met betrekk<strong>in</strong>g tot gewenst gedrag op basis van de pr<strong>in</strong>cipes<br />
van een organisatie heeft een andere vorm van verschijn<strong>in</strong>g mogelijkerwijs meer impact. Een<br />
voorbeeld hiervan is het <strong>in</strong>voegen van gedragsambities b<strong>in</strong>nen het communicatie beleid van de<br />
organisatie. Waarbij de eerste 3 kennismak<strong>in</strong>g plaats v<strong>in</strong>dt tijdens de sollicitatieprocedure en deze<br />
kennisnem<strong>in</strong>g van de op pr<strong>in</strong>cipes gebaseerde code transformeert tot “ankerpunt <strong>in</strong> een lopende<br />
discussie” (Nijh<strong>of</strong>, 2010). Deze lopende discussie is daarbij gebaseerd op het creëren van wederzijds<br />
begrip, zoals benoemd <strong>in</strong> de verdiep<strong>in</strong>g van stap 1, het ‘levend’ houden van de code door middel van<br />
regelmatige auditer<strong>in</strong>g (top-down, én down-top) en het reviseren van de code op basis van<br />
auditer<strong>in</strong>g. Om de nalev<strong>in</strong>g van de pr<strong>in</strong>cipes te faciliteren, kan een 4 meld<strong>in</strong>g- en sanctieregel<strong>in</strong>g een<br />
onderdeel zijn van de procedurele <strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g van gewenst gedrag, er van uitgaande dat “de<br />
hoeveelheid ethiek <strong>in</strong> een mens beperkt is” (Jeurissen, 2010). Met als kantteken<strong>in</strong>g de Aristotische<br />
overtuig<strong>in</strong>g dat de hoeveelheid ethiek <strong>in</strong> een mens kan worden ontwikkeld, zoals een mens <strong>in</strong> staat is<br />
fysieke vaardigheden te ontwikkelen (The Nichomachean ethics, 350 v. Chr.).<br />
Stap 5: Effect analyse<br />
Het is bij de effect analyse verstandig om het effect te<br />
meten met <strong>in</strong>achtnem<strong>in</strong>g van de hiërarchie b<strong>in</strong>nen een<br />
organisatie. Dit omdat het effect van een top-down<br />
geïmplementeerde ethische code waarschijnlijk anders<br />
beleefd wordt door het management dan door de<br />
medewerkers, en vice-versa. Bij de effect analyse worden<br />
verschillende elementen van het ontstaan van de ethische<br />
code onder de loep genomen. Zo kan het effect van de<br />
<strong>in</strong>houd van de ethische code op het management en de<br />
medewerkers beoordeeld worden aan de hand van de<br />
<strong>in</strong>houdsanalyse van stap 3.<br />
4Meld<strong>in</strong>g<br />
& Sanctie<br />
Amibities<br />
1 Verschij<br />
n<strong>in</strong>gsvor<br />
m<br />
Impleme<br />
ntatie<br />
3Implem<br />
entatiewi<br />
jze<br />
Figuur 13 Effect ethische code<br />
Ethische<br />
code<br />
2 Gesteld<br />
e<br />
Ambities<br />
54
Hierbij wordt de <strong>in</strong>houd van de ethische code van een organisatie vergeleken met de <strong>in</strong>houd van<br />
ethische codes <strong>in</strong> de branche. Daarnaast kan beoordeeld worden <strong>in</strong> welke mate het (ethische)<br />
beleidslandschap wat is uitgezet door het management bepalend is voor het gedrag van managers en<br />
medewerkers b<strong>in</strong>nen een organisatie (Kapte<strong>in</strong>, 2010). De effect analyse geeft <strong>in</strong> overkoepelende z<strong>in</strong><br />
antwoord op de vraag <strong>in</strong> hoeverre het beoogde gedrag b<strong>in</strong>nen organisaties is gerealiseerd met<br />
behulp van de ethische code en de implementatie daarvan.<br />
Stap 6: Audit analyse<br />
Na het uitvoeren van een audit analyse kunnen uitspraken gedaan worden over de ‘houdbaarheid’<br />
van de ethische code. In hoeverre is deze nog relevant te noemen met betrekk<strong>in</strong>g tot de huidige<br />
dilemma’s b<strong>in</strong>nen een organisatie? Welke rol speelt de stakeholder dialoog bij revisie van de ethische<br />
code en is de ethische code wel voldoende onderhevig aan trends en ontwikkel<strong>in</strong>gen? Bij een audit<br />
analyse wordt het causale verband tussen de gestelde ambities en de behaalde ambities bepaald. De<br />
audit analyse van stap 6 is gebaseerd op de <strong>in</strong>tegriteitsthermometer van KPMG (2010) en de<br />
Integrityscan van het European Institute for Bus<strong>in</strong>ess Ethics (2010). Deze <strong>in</strong>strumenten leggen de<br />
brug tussen de veelal wetenschappelijk georiënteerde vraagstukken van bedrijfsethiek en de vraag<br />
naar <strong>in</strong>strumentele oploss<strong>in</strong>gen vanuit het beroepenveld.<br />
Hier kan het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO op <strong>in</strong>spelen. Het is op zijn m<strong>in</strong>st <strong>in</strong>teressant te noemen om een<br />
onderzoek te <strong>in</strong>itiëren waarbij ‘de zoektocht naar het juiste <strong>in</strong>strument om <strong>in</strong>tegriteit te meten<br />
b<strong>in</strong>nen de hospitality sector’ het kernonderwerp is.<br />
Deze onderzoekslijn draagt tevens bij aan een effectieve organisatie van onderzoek naar ethische<br />
codes <strong>in</strong> de hospitality sector. Door het ontwikkelen van een gebruiksvriendelijk <strong>in</strong>strument, waarbij<br />
antwoord gegeven wordt gegeven op de veelal praktische vragen vanuit het beroepenveld. Met het<br />
distilleren van ‘Best Practise’ als uitgangspunt zou, met <strong>in</strong>achtnem<strong>in</strong>g van de vraag articulerende<br />
benader<strong>in</strong>g van de markt worden voldaan aan de randvoorwaarden van het kenniscentrum Bus<strong>in</strong>ess<br />
Development & Hospitality én aan de randvoorwaarden van branche organisaties zoals de<br />
Kon<strong>in</strong>klijke Horeca Nederland. De doelstell<strong>in</strong>g van de audit analyse is het <strong>in</strong> kaart brengen van de<br />
‘houdbaarheid’ van de ethische code, zo mogelijk met behulp van een passend <strong>in</strong>strument. Wanneer<br />
blijkt dat de ‘houdbaarheidsdatum’ reeds verstreken is kan de ethische code worden gerevisee rd met<br />
behulp van een heropstart van de stakeholderdialoog, het <strong>in</strong>itiëren van self -assessments (zoals<br />
omschreven <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 3.1.2.5, deelvraag 5) onder het management en de medewerkers en het<br />
vergelijken van de ethische codes met die van vergelijkbare organisaties. De revisie van de ethische<br />
code v<strong>in</strong>dt vanzelfsprekend plaats b<strong>in</strong>nen de kaders van de wet, anders is er geen sprake van moreel<br />
juist <strong>of</strong> ethisch gedrag. Het willen voldoen aan wetgev<strong>in</strong>g vanuit mens en organisatie, omdat dat het<br />
juiste is, heeft te maken met moraliteit.<br />
Samenvatt<strong>in</strong>g stappenplan<br />
Het stappenplan zoals omschreven <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 5.1.1 vormt de aanleid<strong>in</strong>g tot het opzetten van een<br />
kostbare en longitud<strong>in</strong>ale onderzoekslijn welke het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO vanaf februari 2011 kan<br />
implementeren. Daarmee vormt het stappenplan, <strong>in</strong> de vorm van praktisch handvat, antwoord op de<br />
beleidsvraag gesteld door de opdrachtgever. Het stappenplan maakt het mogelijk om op effectieve<br />
wijze onderzoek te verrichten naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector. Het stappenplan levert<br />
een breed scala aan onderzoeken van waaruit opdrachtgevers, op basis van hun eigen ethische<br />
vaardigheid en positie keus kunnen maken. Zo staat het stappenplan ten dienste van het lectoraat,<br />
het kenniscentrum, de student en ten laatste een breed deel van de hospitality sector.<br />
Unieke<br />
methodol<br />
ogie<br />
Breed<br />
aanbod<br />
onderzoek<br />
Vraag<br />
vanuit de<br />
hospitality<br />
markt<br />
Optimale<br />
en<br />
effectieve<br />
start 2011
5.2 Plan van Aanpak<br />
Vervolg opdrachtgever<br />
Op basis van de aanbevel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 4 en de implementatie van de onderzoeksmethodologie<br />
<strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 5 maakt deze thesis het voor de opdrachtgever mogelijk om vanaf februari 2011 op<br />
effectieve wijze van start te gaan met onderzoeken naar ethische codes <strong>in</strong> de hospitality sector.<br />
Onderstaand is een weergave te zien van de <strong>in</strong>terne- en externe borg<strong>in</strong>g van de methodologie, voor<br />
aanvang van de onderzoekslijn. Ter verhog<strong>in</strong>g van de onderzoekseffectiviteit.<br />
1. Presentatie onderzoekslijn aan teamleiders<br />
De onderzoeksmethodologie zoals gepresenteerd <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 5 kan alleen worden toegepast met<br />
goedkeur<strong>in</strong>g van de teamleider van het onderwijs, <strong>in</strong> het geval van het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO is dat<br />
Bastienne Bernasco. Bij de presentatie van methodologie kan de wijze waarop de methodologie de<br />
lectorale functie versterkt, doorslaggevend zijn voor goedkeur<strong>in</strong>g van de teamleider.<br />
2. Aangaan allianties<br />
Om de <strong>in</strong>itiële onderzoeken te voorzien van een onderscheidende factor is het aangaan van de<br />
verschillende allianties ten zeerste aan te raden (ho<strong>of</strong>dstuk 4.2.1). De verschillende onderzoeken uit<br />
het stappenplan lenen zich uitstekend benader<strong>in</strong>g samen met een alliantiepartij.<br />
3. Vaststellen market<strong>in</strong>gstrategie<br />
Om de markt op een prikkelende wijze te benaderen is het raadzaamom een geëigende market<strong>in</strong>g<br />
strategie te ontwikkelen, op basis van de voorbeelden uit ho<strong>of</strong>dstuk 4.4.2.<br />
4. Interne selectie<br />
Alvorens de markt te benaderen met de onderzoekslijn, allianties en een geëigende market<strong>in</strong>g<br />
strategie dient de opdrachtgever eerst een <strong>in</strong>terne selectie te starten. De selectie van passende<br />
docenten voor de kenniskr<strong>in</strong>g en studenten met een juist pr<strong>of</strong>iel voor het verrichten van ethisch<br />
onderzoek draagt <strong>in</strong> grote mate bij aan de effectiviteit van de te verrichten onderzoeken.<br />
5. Bewustzijn creëren<br />
De onderzoekslijn dient geopend te worden met bewustzijn van de functie van het lectoraat. De<br />
lector dient <strong>in</strong> ogenschouw te houden dat de onderzoekslijn zicht richt op de actuele pr<strong>of</strong>essie,<br />
waarmee de vaardigheden en kennis van zowel de student als de kenniskr<strong>in</strong>g vergroot worden en dat<br />
de opgedane kennis ten laatste terug kan vloeien <strong>in</strong> de onderwijscurricula. Het bewustzijn over deze<br />
basisfunctie van het lectoraat dient door zowel de lector, de leden van de kenniskr<strong>in</strong>g als de<br />
studenten als ‘rode draad door de onderzoekslijn’ gezien te worden.<br />
6. Toepass<strong>in</strong>g stappenplan<br />
Het stappenplan zoals gepresenteerd <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 5 (implementatie), kan na <strong>in</strong>terne borg<strong>in</strong>g zoals<br />
bovenstaand weergegeven, ook extern geborgd worden. Stap 1 t/m 3 kunnen veelal <strong>in</strong>tern worden<br />
verricht (studenten begeleid door de kenniskr<strong>in</strong>g). Stap 4 t/m 6 van de onderzoeksmethodologie<br />
hebben betrekk<strong>in</strong>g op een diepgaande vorm van onderzoek. 7<br />
7. Organiseren symposium<br />
De prikkelende resultaten welke kunnen worden behaald door toepass<strong>in</strong>g het stappenplan en het<br />
aangaan van <strong>in</strong>teressante allianties vragen om een passende presentatie. Dit <strong>in</strong> de vorm van een<br />
symposium. Het symposium dient ter presentatie van het lectoraat, de onderzoekslijn en de eerste<br />
onderzoeksresultaten, welke uitnodigend kunnen zijn voor opdrachtgevers en studenten.<br />
7 Uit het <strong>in</strong>terview met Thomas Thijssen blijkt het de <strong>in</strong>tentie van <strong>Saxion</strong> Hogescholen om studenten vroeger <strong>in</strong> de opleid<strong>in</strong>g<br />
kennis te laten maken met het verrichten van “lichte” vormen van onderzoek. De onderzoeken van stap 1 t/m 3 lenen zich<br />
uitstekend voor deze <strong>in</strong>tentie (T. Thijssen, persoonlijke communicatie, 2 november, 2010).<br />
56
6 Limitatie en reflectie<br />
In dit ho<strong>of</strong>dstuk worden de limitaties van het onderzoek besproken <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 6.1. Daarop volgend wordt een reflecti e<br />
op het onderzoek weergegeven <strong>in</strong> ho<strong>of</strong>dstuk 6.2.<br />
6.1 Limitatie<br />
De limitaties bij dit onderzoek hebben betrekk<strong>in</strong>g op verschillende onderwerpen. Ten eerste was er<br />
sprake van een limitatie met betrekk<strong>in</strong>g tot de hoeveelheid tijd die besteedt kon worden aan het<br />
onderzoek. Als dit onderzoek nogmaals geïnitieerd zou worden met de kennis die de onderzoeker nu<br />
bezit, zou de focus van de literatuurstudie en de <strong>in</strong>terviews meer gericht zijn op de hospitality sector.<br />
Het onderzoek is door één persoon verricht, om die reden kon een beperkt aantal respondenten<br />
worden bevraagd. De <strong>in</strong>vloed van deze limitatie op het onderzoek is te omschrijven aan het<br />
gedeeltelijk <strong>in</strong> kaart brengen van de onderzoeksempirie. Zo kunnen bijvoorbeeld meer partijen<br />
b<strong>in</strong>nen de hospitality sector worden benaderd. Dan wordt meer draagvlak gecreëerd tijdens de<br />
zoektocht naar de (juiste) implementatie van de ethische code <strong>in</strong> de hospitality sector. Er kan ook<br />
gedacht worden aan het <strong>in</strong>itiëren van een samenwerk<strong>in</strong>g tussen de grote hotelketens <strong>in</strong> Nederland<br />
bij deze zoektocht. Daarnaast is het raadzaam om vervolg onderzoek te verrichten naar de mate<br />
waar<strong>in</strong> de Nederlandse wetgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong>vloed heeft op de ethische code. Zo kunnen ethische codes niet<br />
alleen op maat van de organisatie gemaakt worden (morele pr<strong>in</strong>cipes), maar ook op maat van de<br />
overheid (juridische ‘beperk<strong>in</strong>gen’).<br />
Ten laatste is het aan te bevelen om onderzoek te verrichten naar de motivatie, ontwikkel<strong>in</strong>g,<br />
implementatie en reflectie achteraf van de ANVR op de door deze organisatie geïmplementeerde<br />
code. Wanneer deze gegevens verzameld worden kan de alliantie met de KHN, zoals aanbevolen <strong>in</strong><br />
ho<strong>of</strong>dstuk 4.2.1, op verantwoorde wijze worden aangegaan. De resultaten uit dit vooronderzoek<br />
leiden dan tot aanknop<strong>in</strong>gspunten voor het bepalen van het juiste ethische <strong>in</strong>strument voor de KHN.<br />
6.2 Reflectie<br />
Het verrichten van kwalitatief onderzoek met een brede beleidsvraag is achteraf een uitdagende reis<br />
gebleken. Het lijkt <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> als<strong>of</strong> de onderzoeker een reis gaat maken zonder vooraf bepaalde<br />
plaats van bestemm<strong>in</strong>g. Erg lastig <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met de praktische <strong>in</strong>steek van de hospitality student.<br />
Dit geeft <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van het onderzoek onzekerheid, van het benaderen van de juiste<br />
respondenten, tot het stellen van de juiste vragen. Om uite<strong>in</strong>delijk te kunnen overgaan tot een<br />
gerechtvaardigde analyse welke idealiter leidt tot een compleet antwoord op de beleidsvraag. Toch<br />
kan men tijdens het verrichten van kwalitatief onderzoek niet anders dan te beg<strong>in</strong>nen aan de reis.<br />
Met als vertrekpunt de literatuur. Naarmate de reis vordert wordt de onderzoeksomgev<strong>in</strong>g beter<br />
zichtbaar en wordt het voor de onderzoeker beter mogelijk de juiste respondenten te selecteren. Na<br />
deze selectie is het essentieel om ook daadwerkelijk afspraken te maken met de respondenten. Dit<br />
vereiste soms overred<strong>in</strong>gskracht, flexibiliteit en niet ten m<strong>in</strong>ste mobiliteit. De <strong>in</strong>terviews ten behoeve<br />
van dit onderzoek zijn van “Roosendaal tot Schipluiden” uitgevoerd, waarbij <strong>in</strong> enkele gevallen ook is<br />
uitgeweken naar het buitenland (hoewel telefonisch).<br />
De grote bereidheid van de respondenten en de mate waar<strong>in</strong> zij alleen ontzettend enthousiast zijn en<br />
over expertise beschikken voor het onderwerp ethiek is bepalend geweest voor de resultaten van dit<br />
onderzoek. Nu de reis ten e<strong>in</strong>de is gekomen kijkt de onderzoeker terug op een periode waar<strong>in</strong> veel<br />
kennis is opgedaan en waarbij vele <strong>in</strong>trigerende mensen zijn ontmoet. De plaats van bestemm<strong>in</strong>g is<br />
uite<strong>in</strong>delijk, gelukkig bereikt. In de vorm van de conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen van de thesis. In het<br />
volgende ho<strong>of</strong>dstuk wordt bovenstaande reflectie verder uiteengezet.<br />
57
7 <strong>Gastvrijheid</strong> en ethiek<br />
In dit ho<strong>of</strong>dstuk worden de persoonlijke bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van de onderzoeker omschreven naar aanleid<strong>in</strong>g van de thesis.<br />
7.1 Achtergrond onderzoeker<br />
In deze thesis zijn de achtergrond van het thesisproject, de achtergrond van het onderzoek en de<br />
achtergrond van de aanbevel<strong>in</strong>gen besproken. Daarbij is de achtergrond van de onderzoeker <strong>in</strong> het<br />
formele deel van de thesis achterwege gelaten. Deze achtergrond is, <strong>in</strong> de meeste gevallen ook niet<br />
relevant voor de wijze waarop een thesis tot stand komt en vormgegeven wordt. Echter is dit laatste<br />
onderdeel van de thesis tot stand gekomen juist door de achtergrond van de onderzoeker. Namelijk<br />
de achtergrond <strong>in</strong> hospitality. Menselijke <strong>in</strong>teractie b<strong>in</strong>nen én buiten deze sector is s<strong>in</strong>ds jonge<br />
leeftijd een <strong>in</strong>trigerend onderwerp geweest voor de onderzoeker.<br />
“Een groep van 100 mensen staat te wachten op de aankomst van de tre<strong>in</strong> na een langdurige<br />
vertrag<strong>in</strong>g, één persoon rekt zich uit en kijkt naar l<strong>in</strong>ks, vervolgens rekken 20 anderen zich uit om ook<br />
naar l<strong>in</strong>ks te kijken”. Geen sprake van een naderende tre<strong>in</strong> bemerkt door een forens, enkel van een<br />
verhoogde cohesie <strong>in</strong> het gedrag van mensen wanneer zij zich tot een groep wachtenden scharen.<br />
Wanneer aan elk afzonderlijk lid van de bovenstaande groep wachtenden zou worden gevraagd wat<br />
hun leidmotief is op het moment dat zij ‘besluiten’ de blik van de oplettende forens te volgen, zullen<br />
20 verschillende belev<strong>in</strong>gen mogelijkerwijs de revue passeren. Ieder persoon heeft een andere<br />
achtergrond, cultuur, manier van doen en <strong>in</strong>steek, dat maakt ieder persoon uniek en dat draagt<br />
tevens bij aan de uniciteit van de ethiek. Deze wordt door ieder mens, op unieke wijze <strong>in</strong>gevuld. Wat<br />
voor één persoon een volstrekt <strong>in</strong>tegere manier van handelen is kan door de ander worden beleefd<br />
als het tegenovergestelde. De veelal lastige taak van de hospitality- <strong>of</strong> gastvrijheidssector is het zijn<br />
van een gastheer voor al deze verschillende verlangens en belangen vanuit de samenlev<strong>in</strong>g.<br />
7.1.1 Persoonlijke beleidsvraag<br />
Is het mogelijk om op basis van voorgestelde, subjectieve bewer<strong>in</strong>gen de totale markt tevreden te<br />
stellen vanuit één missie, visie en strategie? Een uitdag<strong>in</strong>g op zich. De ervar<strong>in</strong>gen die opgedaan zijn <strong>in</strong><br />
de hospitality sector vormden een veelal basale weergave van menselijk gedrag. De belev<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen<br />
deze sector wordt gedom<strong>in</strong>eerd door de gastvrijheid van medewerkers. Verschillende mensen +<br />
verschillende belangen / een gezamenlijk belang is hét recept voor het ontstaat van dilemma’s. Deze<br />
komen <strong>in</strong> alle takken van de maatschappij en het beroepenveld voor maar zijn nooit zo direct<br />
merkbaar als <strong>in</strong> de hospitality sector. Het is naar aanleid<strong>in</strong>g van het onderzoek voor deze thesis<br />
duidelijk geworden dat er een belangrijke samenhang is tussen de termen gastvrijheid en ethiek. Er<br />
kan gesteld worden dat gastvrijheid steunt op het begrip en de toepass<strong>in</strong>g van ethiek en dat ethiek<br />
steunt op de het verkennen van de natuur van gastvrijheid. <strong>Ethiek</strong> is daarbij het cement voor de<br />
funder<strong>in</strong>g van gastvrijheid waarop een organisatie kan voortbouwen.<br />
7.2 Onderzoekslijn ethiek en gastvrijheid<br />
De verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen ethiek en gastvrijheid is door deze thesis gelegd. De persoonlijke reflectie van<br />
de onderzoeker <strong>in</strong> dit ho<strong>of</strong>dstuk is een weergave van de verschuiv<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de persoonlijke “m<strong>in</strong>dset”<br />
tijdens het proces van het schrijven van deze thesis. Er is gebleken dat er vele mogelijkheden zijn<br />
voor de veranker<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>tegriteit <strong>in</strong> organisaties en dat deze veelal op creatieve wijze worden<br />
ontworpen met de organisatiestructuur als blauwdruk. De kwaliteit van een organisatie <strong>in</strong> de<br />
hospitality sector staat en valt met de mate waar<strong>in</strong> een organisatie gastvrijheid faciliteert. Op basis<br />
van de verantwoordelijkheden die een organisatie kan toekennen aan haar management en<br />
medewerkers bij het verhogen van de gastvrijheidsbelev<strong>in</strong>g van de gast. De mate waar<strong>in</strong> de<br />
faciliter<strong>in</strong>g van gastvrijheid een ethische code kan vervangen blijkt een <strong>in</strong>teressante casus voor<br />
vervolgonderzoek.<br />
58
Bibliografie<br />
ANVR. (2010). Opgeroepen op oktober 20, 2010, van ANVR: www.anvr.nl<br />
Nederlands Woordenboek. (2010). Opgeroepen op december 10, 2010, van<br />
http://www.woorden.org/woord/serendipiteit<br />
<strong>Saxion</strong>. (2010). Opgeroepen op oktober 1, 2010, van Kenniscentrum Bus<strong>in</strong>ess Development &<br />
Hospitality: http://www.saxion.nl/bus<strong>in</strong>essdevelopmenthospitality/welkom<br />
Trust rules. (2010). Opgeroepen op november 6, 2010, van KPMG:<br />
http://www.kpmg.com/NL/nl/IssuesAndInsights/Integriteit-en-vertrouwen/Pages/Trustrules.aspx<br />
van Dale. (2010). Opgeroepen op november 20, 2010, van onl<strong>in</strong>e woordenboek: www.vandale.nl<br />
Aristoteles. (350 v. Chr.). The Nichomachean ethics. Suffolk: St. Edmundsbury Press Ltd.<br />
Becker, M. (2010, oktober 13). Wetenschapper. (K. Meijer, Interviewer)<br />
Bergsma, M. (2003, november). Betrouwbaarheid en validiteit van kwalitatief georienteerde<br />
Operational Audits. Opgeroepen op december 28, 2010, van<br />
http://www.iia.nl/Sitefiles/PDF/betrouwbaarheiden%20Validiteit.pdf<br />
Brotherton, B. (2003). The <strong>in</strong>ternational hospitality <strong>in</strong>dustry: Structure, characteristics and issues.<br />
Oxford: Elsevier science.<br />
Bryman, A. (2004). Social Research Methods. Oxford: Oxford University Press.<br />
Cavagnaro, E. P. (2010, oktober 20). Lector Service Studies. (K. Meijer, Interviewer)<br />
Cornelissen, P. (2010, november 12). Manager LQRA. (K. Meijer, Interviewer)<br />
Creswell, J. (2003). Research design, Qualitative, Quantitative and mixed methods approaches.<br />
California: Sage publications Inc.<br />
de Jong, M. (2010, oktober 28). Voorzitter NBN, Manag<strong>in</strong>g partner EBIS. (K. Meijer, Interviewer)<br />
Dubb<strong>in</strong>k, W. (2010, november 21). Universitair ho<strong>of</strong>ddocent. (K. Meijer, Interviewer)<br />
Fennel, D. (2006). Tourism ethics. Clevedon: Channel view publications.<br />
Hobbes , T. (1651). Leviathan. Oxford: Oxford World's Classics.<br />
Irw<strong>in</strong>, J. (2010, oktober 15). Onderzoeker. (K. Meijer, Interviewer)<br />
Jans , R. (2001). Het schrijven van beleidsadviezen. Soest: Uitgeverij H. Nelissen B.V.<br />
Jeurissen. (2010, november 02). Universitair ho<strong>of</strong>ddocent, directeur EIBE. (K. Meijer, Interviewer)<br />
Jeurissen, R. (2006). Bedrijfsethiek: Een goede zaak. Assen: van Gorcum.<br />
Kant, I. (1785). Funder<strong>in</strong>g voor de metafysica van de zeden. Amsterdam: Boom.<br />
59
Kapte<strong>in</strong>, M. (1998). Ethics management: Audit<strong>in</strong>g and develop<strong>in</strong>g the ethical content <strong>of</strong><br />
organizations. Rotterdam: Erasmus universiteit.<br />
Kapte<strong>in</strong>, M. (2008). The liv<strong>in</strong>g code. Sheffield: Greenleaf Publish<strong>in</strong>g.<br />
Kapte<strong>in</strong>, M. (2010, oktober 13). Director KPMG Integrity. (K. Meijer, Interviewer)<br />
KPMG. (2010). The convergence challenge. KPMG International: KPMG.<br />
Lugosi, P. (2008). Consumer encounters and affective experiences <strong>in</strong> hospitality. Oxford: Blackwell<br />
Publish<strong>in</strong>g.<br />
Luijk, H. v. (1993). Om redelijk gew<strong>in</strong>: Oefen<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> bedrijfsethiek. Amsterdam: Boom.<br />
Mamic, I. (2004). Implement<strong>in</strong>g codes <strong>of</strong> conduct: How bus<strong>in</strong>esses manage social performance <strong>in</strong><br />
Global Supply Cha<strong>in</strong>s. Sheffield: Greenleaf Publish<strong>in</strong>g.<br />
Mann<strong>in</strong>g, K. (1997). Authenticity <strong>in</strong> constructivist enquiry: Methodological considerations without<br />
prescriptions.<br />
Molen, S. (2010, oktober 26). Director <strong>of</strong> Sales. (K. Meijer, Interviewer)<br />
Nijh<strong>of</strong>, A. (2010, november 1). Universitair ho<strong>of</strong>ddocent. (K. Meijer, Interviewer)<br />
Post, W. (2010, november 12). Projectmanager LQRA. (K. Meijer, Interviewer)<br />
Powers, T. (2006). Introduction to management <strong>in</strong> the hospitality <strong>in</strong>dustry. New Jersey: John Wiley &<br />
Sons Inc.<br />
Remenyi, D. W. (1998). Do<strong>in</strong>g research <strong>in</strong> bus<strong>in</strong>ess and management: An <strong>in</strong>troduction to process and<br />
method. London: Stage.<br />
Saunders, M., Lewis, P., & Thornhill, A. (2003). Methoden en technieken van onderzoek. Amsterdam:<br />
Pearson Education Benelux.<br />
Thijssen, T. (2010, november 2). Lector Experience <strong>in</strong> Hospitality & Leisure. (K. Meijer, Interviewer)<br />
van den Berg, M., & Rispens, I. (2010-2011). Semestergids <strong>Thesis</strong> 2010-2011. Opgeroepen op<br />
augustus 28, 2010, van http://sxn-lx12.saxion.nl/static/Homepag<strong>in</strong>a/Ifh/thesis/<strong>in</strong>dex.htm<br />
van den Dool, A. (2010, november 11). Beleidsadviseur KHN. (K. Meijer, Interviewer)<br />
Welten, R. (2010, september). Lector Corporate Social Responsibility <strong>in</strong> Hospitality Bus<strong>in</strong>ess. (K.<br />
Meijer, Interviewer)<br />
Welten, R. (2010). Onderzoeksprogramma voor het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en Maatschappelijk Verantwoord<br />
Ondernemen. Deventer: <strong>Saxion</strong> Hogescholen.<br />
Wempe, J. (2010, oktober 22). Lector Governance. (K. meijer, Interviewer)<br />
Wezenbeek, J. (2010, oktober 27). Secretaris Sticht<strong>in</strong>g Ethisch Centrum Horeca. (K. Meijer,<br />
Interviewer<br />
60
Nawoord<br />
In dit nawoord wil ik de lezer allereerst bedanken voor het lezen van mijn thesis. Ik hoop dat het een<br />
leerzaam en prikkelend rapport is geweest.<br />
Als ik terugkijk op de totstandkom<strong>in</strong>g van de thesis blijkt dat de resultaten bij kwalitatief onderzoek<br />
<strong>in</strong> grote mate afhangen van de ‘assistentie’ van de respondenten. Achteraf is gebleken dat de<br />
persoonlijke passie van elk van de respondenten voor het onderwerp ethiek cruciaal was voor het<br />
formuleren van de aanbevel<strong>in</strong>gen en de implementatie.<br />
Tijdens het onderzoek zijn persoonlijke <strong>in</strong>zet en flexibiliteit als belangrijkste eigenschappen voor een<br />
onderzoeker gebleken. Ik heb dan ook geleerd dat de <strong>in</strong>zet van de student, gelijk staat aan de <strong>in</strong>zet<br />
van de respondent. Naast de ler<strong>in</strong>g met betrekk<strong>in</strong>g tot de belangrijkste persoonlijk eigenschappen<br />
heb ik ook ontzettend veel geleerd met betrekk<strong>in</strong>g tot bedrijfsethiek. Daarmee is een wereld voor<br />
mij opengegaan. Een wereld die uitnodigt tot verdere verdiep<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het onderwerp ethiek.<br />
Het transcriberen van alle <strong>in</strong>terviews, en de verwerk<strong>in</strong>g van de transcripten <strong>in</strong> samenvatt<strong>in</strong>gen is een<br />
tijdrovende klus geweest. Toch is het opmerkelijk dat de transcripties en samenvatt<strong>in</strong>gen geen van<br />
allen op dezelfde plek zijn verwerkt. Ik zie mezelf nog zitten <strong>in</strong> de tre<strong>in</strong> naar Rotterdam, De lft,<br />
Roosendaal, Deventer <strong>of</strong> Utrecht met mijn laptop en voice recorder. Het terugluisteren van de<br />
<strong>in</strong>terviews heeft van mij hopelijk een betere <strong>in</strong>terviewer gemaakt, waar mijn vragen <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> een<br />
zodanige vijf m<strong>in</strong>uten <strong>in</strong>gekleed werden en begeleid door talloze voorbeelden, wist ik de<br />
vraagstell<strong>in</strong>g tijdens de laatste <strong>in</strong>terviews toch redelijk <strong>in</strong> te korten. Ik heb geleerd om sneller to the<br />
po<strong>in</strong>t te komen.<br />
Het is dan ook, na een <strong>in</strong>tensief onderzoek proces, mijn hoop dat het literatuur- en veldonderzoek<br />
hebben geresulteerd <strong>in</strong> bruikbare aanbevel<strong>in</strong>gen voor de opdrachtgever. Mijns <strong>in</strong>ziens vormde het<br />
verrichten van dit onderzoek en het schrijven van deze thesis een mooie afsluit<strong>in</strong>g voor een opleid<strong>in</strong>g<br />
waar ik op terug kan kijken met tevredenheid.<br />
Ik hoop dat deze thesis ontsnapt aan het, zoals vele disfunctionele ethische codes, welbekende<br />
bureaulade gevaar. Ik hoop ook niet dat het de kwalificatie van papieren tijger bereikt. Waar ik wel<br />
op hoop is dat de resultaten van dit onderzoek een wezenlijk verschil maken <strong>in</strong> de onderzoekslijn van<br />
het lectoraat <strong>Ethiek</strong> en MVO.<br />
Ik hoop dat alle lezers van deze thesis deze laatste bladzijde omslaan met een aangewakkerd<br />
optimisme en enthousiasme over het terre<strong>in</strong> wat bedrijfsethiek gaat veroveren <strong>in</strong> het bedrijfsleven.