VT_1859_02.pdf - Volkstellingen 1795-1971

*
UITKOMSTEN
DKU
VIERDE TIENJARIGE VOLKSTELLING
IN HKT
KONINGRIJK DER NEDERLANDEN
OP DKX
EEN EN DERTIGSTEN DECEMBER 1859.
UNIVERSITATIS
RONINQANA = I
BIBUOTHECA.
TK 'SGRAVENHAGE, BIJ
WEELDEN U MISGELEN
EN BIJ HUNNE CORRESPONDENTEN.
1864.

UK DRUKT TI'IR AI.GKMKKNE J-ANDSDttUKKKKH.
INLEIDING.
Dit tweede deel er volkstelling, in twee gedeelten gesplitst, geeft in het eerste gedeelte de indeeling der
feitelijke of getelde m der werkelijke bevolking naar den ouderdom of het geboortejaar en den burgerlijken
staat, in het tweede de indeeling van beide soorten van bevolking naar de beroepen of middelen van bestaan.
Achter dit deel zijl als bijlage gevoegd de uitkomsten der volkstelling op 1 Januarij 1830 in het Nederlandsche
gedeelte d toenmalige provincie Limburg en de indeeling der bevolking naar den ouderdom en
den burgerlijken sta. volgens de uitkomsten dier telling, vroeger niet uitgegeven. Voorts is tevens van die
gelegenheid gebruikgemaakt om de in de staten naar den ouderdom en burgerlijken staat voor de tweede
tienjarige volkstelling bestaande leemten aan te vullen, zoodat hierdoor thans de indeeling naar den ouderdom
en den burgerlijken taat voor de vier volkstellingen door den druk is bekend gemaakt.
EERSTE GEDEELTE.
Even als bij de irige werd op nieuw bij deze telling, niet van den ouderdom maar van den dag, de
maand en het jaar er geboorte opgave verlangd. Daar deze telling heeft plaats gehad op den laatsten dag
van het jaar, zoo S>lgt hieruit dat alle personen geboren in 1859 zich in het eerste, die in 1858 in het
tweede levensjaar er., bevinden. Bij deze telling werden de staten naar het geboortejaar en naar den
ouderdom niet slechi opgemaakt voor de getelde of feitelijke bevolking, maar tevens voor de werkelijke;
terwijl voor de voor aamste gemeenten en voor elke provincie de indeeling naar den ouderdom afzonderlijk
werd opgemaakt vooi de tijdelijk aanwezigen, wonende binnen het Rijk, in eene der Nederlandsche koloniën
en in den vreemde en voor de afwezigen binnen het Rijk, in eene der Nederlandsche koloniën, in den
vreemde en op zee,/als ook voor hen wier verblijf onbekend is gebleven en die later gebleken zijn niet als
aanwezig in de teling te zijn opgenomen. Vooral het onderzoek naar het geboortejaar der afwezigen ging
met veel moeijelijkhlden gepaard, daar die opgave ontbrak op de billetten en derhalve voor al de afwezigen,
niet als aanwezig biàien het Rijk teruggevonden, het geboortejaar moest worden opgevraagd.
1. Onderzoek naar den graad van volledigheid der telling.
De juistheid der uitkomsten van eene volkstelling kan voor de eerste levensjaren, gedurende welke jaren
verhuizingen zeldzaa ï zijn, eenigzins worden nagegaan door van de in elk jaar geborenen de tot aan den
dag der volkstelling verledenen af te trekken. Die aftrekking geeft echter slechts eene berekening bij bena-
dering, daar men hi rbij van de vooronderstelling uitgaat dat b.v. alle overledenen binnen het jaar betrekking
hebben tot de in de jaar geborenen, terwijl vooral in de eerste maanden van het jaar een groot getal dier
overledenen geboren was in het voorafgaande jaar ; hetzelfde geldt voor de overledenen van één tot twee,
van twee tot drie en van meer jaren. Het verschil tusschen de berekende en de getelde (feitelijke en wer-
kelijke) bevolking m et bij eene naauwkeurige telling het grootst zijn voor het eerste levensjaar, of voor het

Î*WH.
11 I'
jaar der telling (1859), dewijl voor dat jaar een groot deel der in den ouderdom van milder dan twaalf maanden
overledenen behoort tot de geborenen in het vorige jaar (1858). Zoo zijn b.v. geboren in 1858, alle
overledenen in Januarij 1859, met gedeeltelijke uitzondering van hen die binnen de maand na de geboorte
zijn overleden, alle overledenen in Februarij 1859, met uitzondering van de overledenen binnen de maand
en gedeeltelijke uitzondering van hen, die binnen de tweede maand na de geboorte zjn overleden, alle overledenen
in Maart 1859, met uitzondering van de overledenen binnen de twee maaiden na de geboorte en
gedeeltelijke uitzondering van hen, die in den ouderdom van twee tot drie maanden zjn overleden. Diezelfde
uitzonderingen gelden voor de overige maanden, telkens met opklimming van éénè maand, zoodat van de
overledenen binnen het jaar na de geboorte in de maand December, allen behooren |)t de geborenen in het
jaar van hun overlijden, met gedeeltelijke uitzondering van heu, die in den oudeüom van elf tot twaalf
maanden zijn overleden. Wij laten thans eenen staat volgen, waarin de geborenen n de tien jaren, welke
de telling voorafgaan, na aftrek der sterfte in de tien eerste levensjaren voor 1850 ,| de negen eerste voor
1851 enz., enhet
eerste levensjaar voor 1859 voor elk geslacht, vergeleken worden : iet de uitkomsten der
telling:
Ge-
boorte-
jaar.
(Annia da
naiatane*.)
ia»
1856
1«W
1886
18SS
nta
1858
1852
1851
1850
Totaal
Geborenen.
do
levenloos
aangegovenen
met medegerekend.
(NaUuncaa non
ramprta I« pré-
HBtM MM Vil.) V/au l Janiut
IIMra.)
69307
54800
B794O
54480
530.56
584'67
58568
56475
54994
54145
552216
Sterfte
tot
1 Jaa.
1800.
14280
164861
18280
Ï6574
ÏÏ528
It79ï*
18146
19583
18282
17140
MANNELIJKE BEVOLKING-.
(Population maiculina.)
•
Be-
rekende.
(CalraKo.)
45025
38328
807110
37904
35508
3567Ö
35417
36892
S6712
87005
Feite-
lijke.
4901O
39511
39906
37865'
86767
85912
35662
36774
86089
36120
174050 378166 382346
BEVOLKING.
(Pupulaliun.)
Veraohil
in meer der
getolde
bevolking.
(DifKnnca on
plllt P tt ir )• pohlllal.
Met.*..)
S985
1188
196
— 249
249
242
245
— 118
— 678
— 885.
4180
Werlra-
Ujko.
49032
S9625
89928
87674
3577S
35930
36690
86794
36068
36142
382555
Verschil
in meer
der werkelijke
bevolking.
(Difftranco en
plut uour U
Vopala». rtilli)
4007
1202
218
— 230
264
260
273
— 98
— 644
— «63
4889
Geborenen,
de
levenloos
aangegevenen
niet medegerekend.
56262
52037
55486
51528
49779
60777
5Ó734
53592
52875
51193
523763
VROUWELIJKE BEVOLJ
Sterf'to
tot
1 Jan.
1860.
11993
14169
15860
14418
15175
15808
16060
17207
16098
15208
Be-
rekende.
44269
37868
89626
87115
34604
84969
34674
86385
86277
85985
(Population film nlm.)
Feite-
lijke.
48220
89071
39721
87842
86t)05
85320
35163
36203
35452
85159
151991 371772 876656
isa.
JÏVOLI ING,
Vprst* 1 Verschil
in meer
geteld
ar
in meer
Werkederwerke-
Hjko.
lijke
bevolkii
bevolking.
t
l
3961
12OI
«r
22}
403
SB!
48t
— 18S
— 82f
— 82(
488,
4821S
89099
39786
87368
85024
35832
86181
86238
35478
85190
876856
3946
ïasi
110
248
430
863
507
— 147
— 799
— 795
5084
domajaut
op
31 Deo.
1850.
(AB"iu
lltMc.lMe)
Op doBeïi staat is van de geborenen in 1850/59 het geheele getal overledenen in defcien eerste levensjaren,
*n duB een te groot getal afgetrokken. Van de overledenen in 1859, op den ouderdotïï van 9 tot 10 jaren is
een gedeelte of nagenoeg de helft geboren in 1849; terwijl van de overledenen binnen let jaar na de geboorte
ia 1850 een gedeelte behoort tot de geborenen in 1868, en van de geborenen in 1(869 een gedeelte eerst
in den loop van 1860 sterft binnen het jaar na de geboorte. Dit betoog wordt vercuidelijkt door de voligende
voorstelling:
Va (geboren in 1849 en 1850) = gemiddeld getal geborenen gedurende één jaa;,
waarvan de gemiddelde dagteekening ; . 1 Januarij 1850.
aftrekking der overledenen beneden het jaar na de geboorte in 1850.
blijft gemiddeld getal levenden volle één jaar oud op '. |. 1 Januarij 1851.
Va (geboren in 1850 en 1851) = gemiddeld getal geborenen gedurende één jaar,
waarvan de gemiddelde dagteekening 1 Januarij 1851.
aftrekking der overledenen beneden het jaar na de geboorte in 1851.
blijft gemiddeld getal levenden volle één jaar oud op . 1 Januarij 1852
Waaruit volgt:
geboren in 1850 = gemiddeld getal geborenen gedurende één jaar, waarvan de gemiddelde
dagteekening . .>• 1 Julij 1850.
aftrekking Va (overledenen beneden het jaar na de geboorte in 1850 en 1851).
blijft van de geborenen in 1850 gemiddeld getal levenden volle één jaar oud op 1 Julij 1851.
O- 1
ï- a
8- O
8- 4
4- 5
B- «
e- 7
7- 8
8- 9
9-10
•

der overledenen beschouwd als behoorende tot de één jaar vroeger geborenen, Die berekening geeft de volgende
uitkomsten:
STERFTE-
JAREN.
(AnnA» if Aèdt.)
1850
1861
1858
1858
1854
1855
1856
1867
1858
1858
Geboortejaar
der
overledenen.
(Annfe de iwlManef
il«i i
n
n
»
»
»
Levensjaren
tydenB het overladen.
(Aon à l'époque an dèoei.)
.Beneden het jaar.
(Au dctiou» il'uti in.)
Van 1 tot 2 jaren.
» 2 » 3 n
n 8 n 4 »
» 4 u 5 »
» 5 » 6 »
n 6 » 7 n
» 7 » 8 n
n 8 » 9 »
» 9 » 10 »
OVERLEDENEN.
(WtfcUi.)
Jongens.
(Garçon »«)
2789
940
423
296
213
223
156
141
182
132
Meisjes.
(Flllei.)
2838
910
429
308
211
232
162
181
127
136
Geboorte»
jaren der
overledenen.
1850
1850/&1
1850/52
1850/J3
1850/54
1860/6fi
1850/56
1850/5,
1860/58
18»0/69
Levensjaren
tydens het overladen.
Beneden het jaar.
Van 0 tot 2 jaren.
» 0 » 3 »
» 0 » 4 n
n 0 « 5 »
» 0 » 6 ii
» 0 n 7 n
» 0 n 8 n
» 0 » 9 »
» 0 n 10 n
Geheele sterfte in de jaren 18S0/M van de levendgeborenen in 18&nlution inuaimUnc wta on 1841, do 18 ii 19 un» ii Wpoijuc du reoenncmcnt.)
Feitelijke.
(HCCCMl'c.)
4040
3978
5569
4994
1785
1566
2696
2418
2029
979
1957
31956
Verschil in minder
voor de feiteUjke.
Différence en moins pour
lit population recense.)
133
178
868
278
4- 9
7
69
4- 79
201
1171
Werkolüke.
(IWcllo.)
4060
8998
5782
5201
1768
1581
2756
2449
2115
999
2016
82678 (')
Verschil in minde
voor de werkel.
Différence en maint potin
la populntion rikllc.)
Daar de telling een paar weken vroeger dan de inschrijving heeft plaats gehad, zou bij eene volledige telling
de mannelijke bevolking, geboren in 1841, iets hooger moeten zijn dan het getal ingeschrevenen. De verkregen
uitkomst is derhalve een gevolg van leemten in de telling. De leemten zijn het grootst voor Limburg,
Noordbrabant, Gelderland, Zuid- en Noordholland. Hieruit kan echter niet de gevolgtrekking worden gemaakt
dat juist in die provinciën de telling met de minste naauwkeurigheid geschied is, daar bij deze telling aan het
woord woonplaats eene beteekenis werd gegeven verschillend van die bij de inschrijving aangenomen. Zoo
worden bijv. bij de telling leerlingen op kostscholen beschouwd als werkelijk wonende in de gemeente, waar
die school zich bevindt, terwijl zij worden ingeschreven in de gemeente waar hunne ouders of voogden wonen.
Op tien duizend ingeschrevenen geeft het cijfer der mannelijke bevolking van 18 tot 19 jaren, naar de feitelijke
bevolking een te kort van 353, naar de werkelijke van 135, 8.58 en 1.85 op de honderd.
$ 2. Vergelijking der vier tienjarige volkstellingen.
Door de aanvulling der vroeger bestaande leemten in de staten naar'den ouderdom en den burgerlijken
staat voor de beide eerste volkstellingen, op 1 Januarij 1830 en. 1 Januarij 1840, (zie bijlage bladz. 407 volg.
van dit deel) is eene vergelijking van de uitkomsten der vier tienjarige volkstellingen naar den ouderdom en
den burgerlijken staat doenlijk geworden. De staat A, achter deze inleiding gevoegd, geeft hiervan naar de
volgende negen levenstijdperken 0—5, 5—10, 10—12, 12—16, 16—20, 20—80, 30—50, 50—75 jaren
en 75 jaren en daarboven een algemeen overzigt. Daar voor de eerste volkstelling de ouderdom van de militairen,
met hunne gezinnen en van de gevangenen in Noordbrabant onbekend is gebleven, zijn die personen naar de
verschillende levenstijdperken op den staat ingedeeld naar den maatstaf van hunne indeeling volgens de uitkomsten
der laatste of vierde tienjarige volkstelling. Bij de drie vorige volkstellingen werden de personen
gescheiden van echt niet afzonderlijk opgegeven, doch gevoegd bij de ongehuwden, terwijl enkel bij de twee,
laatste tellingen melding wordt gemaakt van de personen wier burgerlijke staat onbekend is gebleven. Op den,
staat À zijn voor de beide laatste tellingen deze personen voor elk geslacht bij het totaal gevoegd.. Deze staat
leert den toestand en het betrekkeliik aandeel van elk bestanddeel der bevolking kennen geclnrende het dertig-
(') Waaronder 3 wiet' woonplaats onbekend is gebleven.
118
148
205
66
42
8
9
110
22
49
142
449

VI
jarig tijdperk of' van 1 Januarij 1830 tot en met 31 December 1859. Zoo ÏB bijv. het getal personen op
den leeftijd van 80 tot 50 jaren op 31 December 1859, het in leven gebleven overschot van het getal personen
beueden de 20 jaren op 1 Januarij 1830. Wanneer vestiging uit en vertrek naar het buitenland, zoo
als hier te lande, geenen grooten invloed op den loop der bevolking gedurende eene reeks van jaren uitoefenen,
kan dus, door vergelijking der gegevens van vroegere met latere tellingen, de betrekkelijke mate van
het overschot der bevolking op bepaalde leeftijden of van het getal overleden en, na verloop van 10, 20 en 80
jaren, van de personen op bepaalden leeftijd tijdens de vorige tellingen worden berekend, en kan men tevens
door vergelijking van twee of drie opvolgende tellingen nagaan of de afsterving van die personen betrekkelijk
is af- of toegenomen.
Jongens
Jongens
Jongens
geboren in
(0. vtuw llél en 1 HBO/111.
geboren in
geboren in
Meisjes geboren in
|Pi)l» n(«i «i 1B1O/IÜ.
Meisje»
Meisjes
Jongens
Meisjes
geboren in
geboren in
geboren in
geboren in
1820/29 . . .
1830/30 . . .
1840/49 . . .
1820/29 . . .
1830/39 . . .
18%49 . . .
1810/29 . . .
1810/29
(
I
Ond O tot 1O Jaren.
(Agi! lia 0 t 10 uu.)
op
op
op
op
op
op
Ond1
O tot 30 jaren.
op
1 January 1830.
(au 1 J.nïlor IHJO.)
329408
ioo70
1 Januarü 1840.
348087
ioo70
19 Nov. 1849.
348491
1 January 1880.
321865
1007,
1 Jatiuary 1840.
841742
1007.
19 Nov. 1849.
342312
ioo7o
1 January 1830.
588765
100°/„
574967 ' {
ioo7„ i
1
Oud 10 tot 30 Jaren.
op 1 January 1840.
293391
88.07 70
op 19 Nov. 1849.
808807
88.5770
op 81 Deo. 1859.
feitelijke 317151
91.0170
werkel. 320416
91.947O
op 1 January 1840.
289832
90.O570
op 19 Nov. 1849.
304791
89.107„
op 31 Dec. 1859.
feitelijke 313833
91.687O
werkel. 314987
Oud 80 tot 5O jaren.
op 31 Dec. 1859.
feitel^ke 402910
68.027,,
werkel. 406338
89.617,,
feitelijke 420258
werkel. 420575
78.157O
Ond 3O tot 8O Jaren.
op 19 Nov. 1849.
261962
79.58°/„
op 81 Deo. 1859.
foitelyke 268845
werkel. 278954
TlcnJ. vermindering.
(Diminution ilévciinaiii.1
81840
8.89 7O
28075
8.087o
op 19 Nov. 1849.
270891
84.ie/o
op 81 Dec. 1859.
feitel^ke 282177
82.577C
werkel. 283224
82.887O
Twintigjarige
vermindering.
(Diminution VICOMIBIO.}
67446
79242
22.767,
74138
21.807o
50974
15.847,
59565
17.48%
58518
17.12%
Tienjarige vermindering.
28479
8.sa7o
27875
87O
Dertigjarige vermindering.
(Diminution trocennnlu.)
180856
80.8870
177427
80.897,
154709
28.817O
154892
26.8570
Jongens
Jongens
Meisjes
Meisjes
geboren in
geboren in
geboren in
geboren in
180O j9 . . . •
1810/29 . . .
l80O.,9 . . .
181Ü/2U . . .
1
Ond 10 tot 3O Jaren.
op
op
op
op
1 January 1880.
468929
100"/,
1 Jannarü 1840.
522332
1O07 j
1 Junuarü 1830.
471923
ïoo 70
l Januarjj l«40.
580914
10O°/o
1
Oud 30 tot 5O Jaren.
op 19 Nov. 1849.
858760
77.887,,
op 81 Deo. 1859.
feïteiyke 402910
77.147
werkol. 406388
77.79/o
op 19 Nov. 1849.
876818
7O.857O
op 31 Dec. 1859.
feitelijke 420258
79.16 '/o
werkel. 420575
79.22 7O
Twintigjarige vermindering.
105179
22.67 %
119422
22.tt«70
115994
22.217„
95110
20.15 /„
110656
20.847,
110889
20.7870
Men ziet b.v. uit dit overzigt, dat voor beide geslachten de tienjarige afsterving der bevolking vanO—10 jaren
het grootst is geweest van de tweede op de derde volkstelling of van 1840 tot 19 November 1849, tot welk
tijdvak de jaren van schaarste van levensmiddelen 1846 en 1847 en van het heerschen van den asiatischen
braakloop behooren, het kleinst van de derde op de vierde volkstelling of van" 19 Nov. 1849 tot 31 Dec. 1859.
Wij gaven in de inleiding tot het eerste deel bladz. IV en V, een overzigt van de vermeerdering der bevolking
naar de kunne; het is van meer belang te weten in welke mate de bevolking van eiken leeftijd in
de vermeerdering gedeeld heeft en tevens welken invloed zij op de indeeling der personen naar den burgerlijken
staat heeft uitgeoefend, üe volgende staat geeft de dertigjarige vermeerdering (van I Jnnuarij 1880 tot
31 December 1859) der bevolking naar den burgerlijken en naar de negen op staat A voorkomende levenstijdperken.
De berekening is voor de laatste telling gemaakt op de werkelijke bevolking.
LEVENSTIJDPERKEN.
Mrimln il. U »i«.l
( Getal. ......
0—5 jaren { (N.!..)
i,n..) ( Beden op 100.
• (lU|iporl uur IVIII.)
R—10 »
10—12
12—16
, Getal
Reden
, Getal
Beden .
Getal. .
Beden
, Getal.
16—20 n . Beden
20—8O i
. Getal.
Beden
Ongehuwd.
(CcUluiulroi.)
30918
18.05
22229
14.08
12014
21.60
17460
16.82
36775
40.28
64879
41.77
MANNELIJK GESLACHT.
(Sciti .tiiintuulin.)
Gehuwden. A'eduwenaars.
iv.ui..)
— 206
— 49.04
5
0.01
8
80
40
4.04
TOTAAL.
(Tot.1.)
80918
18.05
22229
14.08
12014
21.00
17462
16.82
86563
88.89
64382
80.72
VROUWELIJK GESLACHT.
(SIM ftminln.)
Ongehuwd. Gehuwden. Weduwen. TOTAAL.
32228
18.27
22768
14.72
12020
22.22
16862
16.06
33593
80.88
57078
89.80
— 18
— 88.42
— 620
— 88.80
7281
9.91
9
82.14
10
0.62
VU
82223
19.27
22768
14.72
12020
22.22
16849
16.04
82966
85.08
64403
29.48

vlll
LEVENSTIJDPERKEN.
80—60 » etal
( Beden
«0-75 . i Getal
{ Beden
{ Getal
75 EN MEER { ( Beden
ONBEK. 0UDERD.| Getal
GEHEELE VER- ( Getal
MEERDERIKG j Bede„
^ ' i^^~——i. i . — . . . — — . . _ . - w —
Ongehuwd.
33038
54.88
5394
80.68
— 407
— 22.80
400
222200
37.19
SSSSfiSSS
MANNELIJK
Gehuwden.
78877
8S.se
35204
27.58
— 677
— 8.82
142
118348
27.70
" ' " - ' • — ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^
GESLACHT.
Weduwenaurs.
4008
87.01
10814
84.08
299
au
21
15085
28.59
TOTAAL.
116082
88.98
51519
29.16
— 785
— 4.42
645
351029
27.47
— ^
Ongehuwd.
24878
87.84
9961
42.40
4
0.15
409
209791
25.82
VROUWELIJK GESIiACHT.
Q-ehuwdeu.
72270
81.88
84031
32.77
— 287
— 7.18
BSSBSBSSsBssssa
•SBSSS5B •sssasss •BBBI SBSSSSB
152
112814
27.54
Weduwen.
8924
15.11
17032
28.48
619
8.90
104
21680
18.85
TOTAAL.
101320
81.74
61220
80.61
340
1.68
692
344801
Uit dit overzigt volgt dat het getal mannen, volstrekt en betrekkelijk, gedurende de dertig jaren meer dan
dat der vrouwen is toegenomen. De volstrekte vermeerdering was veel grooter voor de ongehuwde mannen
dan voor de ongehuwde vrouwen. De weduwenaars zijn wel is waar in getal veel minder, in betrekkelijke
reden echter veel meer dan de weduwen toegenomen. Naar de leeftijden was de betrekkelijke vermeerdering
voor beide geslachten het kleinst voor den leeftijd van 5 tot 10 jaren, het grootst voor het mannelijke geslacht
voor dien van 30 tot 50, met welke vermeerdering voor dat geslacht die van den leeftijd van 16 tot 20 jaren
zeer weinig verschilt. Voor het vrouwelijke geslacht voor dien van 16 tot 20 jaren ; aan welken leeftijd die
van 80 tot 50 voor dat geslacht het meest nabij komt. De leeftijd van 75 en meer jaren geeft vermindering
voor het mannelijke en slechts eene zeer onbeduidende vermeerdering voor het vrouwelijke geslacht. Het
geringer getal mannen boven de 75 jaren op 31 December 1859 dan op 1 Januari) 1830, niettegenstaande
de mannelijke bevolking in dat tijdsverloop met meer dan één. vierde of 27.47 ten honderd is toegenomen,
kan geenszins bevreemden, wanneer men overweegt, dat de personen geboren in 1784 en vroegere jaren zich
gedurende de voor ons vaderland zoo noodlottige laatste jaren der vorige en eerste van deze eeuw in den
mannelijken leeftijd van 20 tot 40 jaren bevonden, en dat hunne gelederen vooral door de bloedige oorlogen
van den toenmaligen tijd zijn getroffen. Wanneer men de vermeerdering voor eiken burgerlijken staat afzonderlijk
nagaat, dan vindt men de grootste vermeerdering voor de ongehuwden van het mannelijke geslacht
op den leeftijd van 30 tot 50, voor die van het vrouwelijke op dien van 16 tot 20 jaren. Groot was vooral
de vermindering der ongehuwde mannen boven de 75 jaren. Opmerkelijk is de aard der vermeerdering voor
de gehuwden. Volstrekt en betrekkelijk is voor beide geslachten het getal gehuwden beneden de 20 jaren
aanmerkelijk afgenomen, waaruit volgt dat thans de huwelijken op lateren leeftijd dan vóór 30 jaren worden
voltrokken. Die invloed doet zich bij het mannelijke geslacht nog op den leeftijd van 20 tot 80 jaren gevoelen,
op welken het getal gehuwden op beide tijdstippen nagenoeg gelijk staat. Voor de gehuwde mannen
was de vermeerdering betrekkelijk het grootst op den leeftijd van 30 tot 50, voor de gehuwde vrouwen iets
grooter dan op dezen leeftijd op dien van 50 tot 75 jaren. De vermindering van het getal weduwenaars beneden
den leeftijd van 30 en van dat der weduwen beneden dien van 20 jaren is hiervan het onvermijdelijk
gevolg. De eersten zijn het meest toegenomen voor den leeftijd van 30 tot 50, de laatste voor dien van
50 tot 75 jaren. De vermeerdering voor den leeftijd van 75 jaren en meer is voor beide geslachten van
weinig belang.
De staat A geeft voor de daarop voorkomende leeftijden niet slechts het getal personen bij elke telling
aanwezig maar tevens de reden op honderd voor eiken leeftijd, met onderscheiding zoowel van het geslacht
als van den burgerlijken staat. Het is van belang naar die reden de uitkomsten der vier tellingen te vergelijken.
Wij voegen hierbij de opmerking dat voor elk levenstijdperk het teeken +, vóór de betrekkelijke
reden geplaatst, te kennen geeft dat voor die telling vergeleken met de drie overige, hst grootste, het
teeken — dat. het kleinste betrekkelijk aandeel wordt verkregen. De volgende staat geeft, met vermelding
25.82
van de geboortejaren onder de reden, van dit tweede gedeelte van staat A. voor elk van beide geslachten,
zonder onderscheid van burgerlijken staat, een beknopt overzigt.
TIJDSTIPPEN
DER
TELLINGEN.
(BJIOCIUOIII» racnntemenu.)
1 January 1880.
(J.n.lor.)
1 January 1840.
19 Nov. 1849. .
81 Deo.
1859.
feitelijke
(pop. raconito.]
werkel.
(|iu|>. rMli.)
O tot 10 jaren.
(o ik 10 an«.)
M.
(Hummot.)
v.
(Pomme)
•4-25.775 -f-24.10
1820/29
24.842 23.415 -1-20.944+19.857 — 16.84 16.518
1830/3J
— 28.26 —21.97
18*0/49
23.658 22.456 —19.617 —18.734
1880/59
23.49 22.44
1880/59
10 tot 20 jaren.
M. V.
19.905 18.96
1810/1,
1820/29
20.56 19.56 -4- 17.48 -(-17.89
1830/39
18-«V49
19.66 18.74
1840/49
20 tot 80 jaren.
M. V.
16.40 —16.89
1800/og
l«io/10
1820/29
16.63 16.82
1830/39
16.82 16.86
1830/39
80 tot 60 jaren.
M. V.
— 22.71 —28.91
1780/180„
28.44 28.99 — 13.084—14.607
WW/1810
23.94 24.18
1790/1820
24.93 4-25.06 -)- 14.08 -f-15.57
1800/30
4- 24.94 25.08
1809/30
50 tot 75 jaren.
M. V.
13.82 14.98 4-1.89 4-1.66
1755/80
1765/so
13.539 15.84
1775/180O
1785/1810
14.01 15.55 — 1.04 —1.84
1785/1810
75 j. endaarb.
M. V.
1755 enz.
1.81 1.61
1765 enz.
1.23 1.554
1775 enz.
1.05 1.84
1785 enz.
1785 enz.
Uit dit overzigt volgt dat het betrekkelijk aandeel betrekkelijk het grootst was bij beide geslachten voor
de bevolking beneden de 10 en boven de 75 jaren op 1 Januari] 1880, voor die van 10 tot 20 jaren' op
1 Januarij 1840, van 20 tot 30 jaren op 19 November 1849, van 80 tot 50 en 50 tot 75 jaren op 81
December 1859; betrekkelijk het kleinst voor beide geslachten, voor de bevolking van 0 tot 10 jaren op
19 November 1S49, voor die van 10 tot 20 op 81 December 1859, van 20 tot 30 voor het mannelijke
geslacht op 1 Januarij 1840, voor het vrouwelijke op 1 Januarij 1830, voor beide geslachten van 80 tot 50
op 1 Januarij 1830, van 50 tot 75 op 1 Januarij 1840, van 75 en daarboven op 81 December 1859. Dit
verschil in aandeel van de tot-elk levenstijdperk behoorende gedeelten der bevolking, op het tijdstip van elke
telling, moet geenszins aan toevallige omstandigheden of aan meerdere of mindere naauwkeurigheid der telling
worden toegeschreven. Het kleinste aandeel is meestal in overeenstemming met geboortejaren of onderhevig
geweest aan toestanden, welke op het tijdens de telling overgebleven cijfer nadeelig hebben gewerkt. De
geborenen in 1785 en vorige jaren en ook een gedeelte der geborenen van 1780 tot 1800 bevonden zich
in den leeftijd van 20 tot 40 jaren gedurende het voor ons vaderland zoo noodlottig tijdperk 1795 tot 1815.
Van dit gedeelte der bevolking, vooral van het mannelijke gedeelte, werd toen een groot deel het slagtoffer
der bloedige oorlogen. De gevolgen hiervan hebben nadeelig gewerkt zoowel op het betrekkelijk aandeel der
bevolking van 30 tot 50 jaren op 1 Januarij 1880, als op dat van de bevolking van 75 en meer jaren op
81 December 1859. Het te kort was dan ook op beide tijdstippen voor die levenstijdperken grooter voor
het mannelijke dan voor het vrouwelijke geslacht, dewijl het te kort voor het laatste enkel het gevolg was
van een kleiner getal geboorten in het laatst der vorige eeuw, zoowel door de afwezigheid der mannelijke
bevolking in den bloei des levens als door de mindere welvaart. Het te kort voor de bevolking van 50 tot
75 jaren, geboren in 1765 tot 1790 en tusschen 1785 en 1810 20 tot 40 jaren oud, is een gevolg van de
tijdsomstandigheden gedurende dit laatste tijdperk. Dit te kort was dan ook veel grooter voor het mannelijke
dan voor het vrouwelijke geslacht. Het te kort op 19 November 1849 voor de bevolking van 0 tot 10 jaren,
geboren in 1840/49, waarmede in overeenstemming dat voor de bevolking van 10 tot 20 jaren op 81
December 1859, is een gevolg van de schaarschte der levensmiddelen in 1846 en 1847 en van den Aziatischen
braakloop in 1848 en 1849, welke zoowel op het geboorte- als op het sterftecijfer der kinderen een nadeeligen
invloed hebben uitgeoefend.
Het getal personen van hoogen leeftijd is in ons vaderland betrekkelijk gering. Naar de laatste volkstelling
op 81 December 1859 telde men voor de werkelijke bevolking op honderd duizend mannen slechts 888, op een
gelijk getal vrouwen 510, die den tachtigjarigen leeftijd bereikt hebben; de provinciën, te beginnen met die
waar het getal personen van tachtig en meer jaren het grootst is, laten zich rangschikken in de volgende orde:
Limburg.
Noordbrabant.
Utrecht.
Gelderland.
Overijssel.
Hot Ryk.
MANNEN.
Zuidholland.
Groningen.
Drenthe.
Friesland.
Zeeland.
Noordholland.
Utrecht.
Limburg.
Noordbrabant.
II
VROUWEN. il
Zuidholland.
Gelderland.
Overijssel.
Het Rfc'k.
Groningen.
Friesland.
1
Zeeland. II
Drenthe. 1
Noordholland. II

Bij deze telling werden drie personen opgegeven van honderd en meer jaren, tegen vier bij de vorige telling.
Van deze drie personen, twee mannen en ééne vrouw, laten wij, even als bij de vorige telling,, een kort
levensberigt volgen.
Battus Krans, geboren te Frankfort aan den Main op 17 April 1759, kwam in zijne jeugd te Hilversum
als kleedermakersknecht en huwde op 1 November 1798 met Maria Lichtenberg, bij welke hij twee zoons
en vier dochters verwekte. Tot den leeftijd van vier en tachtig jaren vond hij in het kleedermakers handwerk
een middel van bestaan. Zijne vrouw overleed 5 December 1857 in den ouderdom van negen en tachtig
jaren. In de acht laatste jaren van zijn leven kon hij niet meer gaan en was zijn gezigt aanmerkelijk verzwakt.
Overigens heeft hij het gebruik der overige zintuigen en van zijne verstandelijke vermogens tot aan zijnen
dood behouden. In de laatste jaren van zijn leven door zijne kinderen verpleegd, stierf hij omstreeks honderd
één jaren en vijf maanden oud te Westbroek op 16 September 1860.
Jacob Former geboren op Ameland op 8 Maart 1758, thans (in 1864) nog in leven, was steeds ongehuwd,
op meer jeugdigen leeftijd zeevarende, later waker op schepen, is met uitzondering van het gehoor*
vermogen in het volle bezit zijner zintuigen en zo^nder bijzondere ligchaamsgebreken, terwijl ook de verstandelijke
vermogens voor dien leeftijd niet beter kunnen verlangd worden, zoodat hij zich de voorvallen zijner
jeugd nog zeer goed herinnert.
Goedje Philips, geboren te Warndorf in Pruissen op 2 Januarij 1759. Op haar zeventiende jaar werd zij
dienstmeid en huwde in 1796 te Coevorden met Levi Mechiel Roos van beroep slager j uit welk huwelijk
zeven kinderen zijn geboren, waarvan zes nog in leven. Haar echtgenoot stierf op 7 October 1S51 in den
ouderdom van 85 jaren. Grootmoeder van twee en twintig klein- en overgrootmoeder van vijftien achterkleinkinderen,
woonde zij gedurende haar laatste levensjaren bij haar jongste dochter, gehuwd doch zonder kinderen
en tot den gegoeden burgerstand behoorende. Zij stierf aldaar aan gevatte koude op 14 Maart 1862 in
den ouderdom van honderd drie jaren, twee maanden en twaalf dagen en was tot op het laatst van haar
leven in het volle bezit van zintuigen en verstandelijke vermogens, terwijl zij zich dagelijks bezig hield met
naai- of breiwerk en in den tuin verkeerde.
t 3. Feitelijke en werkelijke bevolking.
In § 2 der inleiding tot het vorige deel werd het algemeen verschil opgegeven tusschen beide soorten
van bevolking. Wij gaan thans over tot het nagaan van den invloed van dit verschil op de indeeling der
bevolking naar levenstijdperken. Deze beschouwing bepaalt zich enkel tot de personen op den dag der telling
binnen het Rijk aanwezig, wonende in eene der Nederlandsche koloniën en in den vreemde en tot de afwezigen
in eene der Nederlandsche koloniën, in den vreemde en op zee, tot hen wier verblijf is onbekend
gebleven en die niet als binnen het Rijk aanwezig zijn terug gevonden. Van die opgaven geeft de volgende
staat een overzigt in vijfjarige levenstijdperken tot aan het 60ste jaar en voor de leeftijden 60 tot 75 en
75 tot 95, boven welken leeftijd geene tijdelijk aan- en afwezigen zijn opgegeven.
OUDERDOM.
Van O tot 5 jaren. ( iHomm...)
(Do I .mi.) ( V. . ,
» 5 n 10
(Fommc«.)
(M. ..
(
10 » 15 »
.» is » ao
•< ao » as , f
» 25 » 8O n
•i 80 H 85
(V. .
M. .
V. .
M .
V. .
M. .
V. .
M..
{M.
72
81
04
53
78
51
338
93
387
111
297
51
138
27
TIJDELIJK AANWEZIGEN
(Tom|«trmitomeiii |ti«»nu.)
2
2
15
22
51
42
102
3fi
" 6 T
Pi «IJ
72
81
64
53
78
51
840
95
I
1 I 404
10
11
361
95
255
67
1
164
159
181
175
622
849
8020
894
8878
». I 183 813
1744
297
784
186
TIJDELIJK AFWEZIGEN.
(Temporairement abunu.)
I
15
6
187
50
568
105
882
82
8.9
3
1
10
5
28
7
1
1
14
1
20
8
13
164
159
181
175
622
349
3086
901
8582
865
2342
410
1660
226
i
PI.
92
78
117
122
549
298
2696
806
8128
732
1981
815
1405
159
TIJDELIJK AANWEZIGEN.
TIJDELIJK AFWEZIGEN.
Naar den burgerlijken staat verkrijgt men voor de afwezigen van elk geslacht, de volgende overmaat:
Mannen .
(Homtnoi.)
Vrouwen
(Fommoi.)
•assBssassss
Ongehuwd.
((Xltbwiim.)
8728
2446
• B B B S B S B S Ê B S Ê B S
Gehuwd.
(M.tW..)
8716
256
asaass
Personen
in
•woduwenstaat.
(En v«mva(jfl>)
121
127
^^=
Gescheiden
van
echt.
(DWorrf».|
5
2
———===^=
\\
Burgerlijke
staat
onbekend.
(État civil inconnu.)
108
42
isssssssssss
De volgende bevolkingtafelen, waarop elke van beide bevolkingen tot honderd duizend is teruggebragt, geven
voor elk van beide geslachten, naar levenstijdperken bij opklimming van jaar tot jaar tot aan het tiende levensjaar
en vervolgens vijfjarig, het betrekkelijk verschil tusschen beide soorten van bevolking te kennen Uit dien
staat büikt dat voor de geheele bevolking op elke honderd duizend zielen de werkelijke bevolking 153 mannen
meer en 153 vrouwen minder geeft dan de feitelijke. Voor de feitelijke bevolking is het betrekkelijk aandeel
voor de beide geslachten vereenigd grooter dan voor de werkelijke voor den leeftijd van 0 tot 20 jaren; het
grootste verschil in meer geeft de leeftijd van 0 tot 15 jaren, waaruit volgt dat voor den leeftijd van 15 jaren
en meer de werkelijke bevolking de feitelijke het meest overtreft. Het groote verschil tusschen de tijdelijk
aan- en afwezigen begint dan ook op den vorigen staat met den leeftijd van 15 tot 20 jaren. Voor he
mannelijke geslacht is het betrekkelijk aandeel voor de feitelijke bevolking grooter dan voor de werkelijke tot
aan den leeftijd van 35 jaren. Het grootste verschil in meer geeft hier op nieuw de leeftnd van 0 tot 15
jaren, zoodat ook hier voor den leeftijd van 15 en meer jaren de werkelijke bevolking de feitelijke het meest
overtreft Voor dat gedeelte der bevolking wordt het betrekkelijk aandeel op nieuw meer voor de feitelijke
bevolking op den leeftijd van 40 en meer jaren. Wanneer men met deze uitkomst vergelijkt de overmaat
der afwezige mannen, dan verkrijgt men voor den leeftijd van 0 tot 15 jaren eene overmaat van 758, voor
dien van 15-40 van 10974, van 40 en daarboven van 1630, zoodat het getal afwezige mannen op den

XII
leeftijd van 15 tot 40 op de vermeerdering van het cijfer der mannelijke werkelijke bevolking den grootsten
invloed uitoefent. Voor de vrouwelijke bevolking, voor welke zoowel het getal aan- en afwezigen als hun
verschil veel geringer is dan voor de mannelijke, is op eiken leeftijd het betrekkelijk aandeel kleiner voor de
werkelijke dan voor de feitelijke bevolking. Het verschil, het grootst voor den leeftijd van 0 en meerjaren,
vermindert, op een paar uitzonderingen na, op eiken hoogeren leeftijd.
OUDERDOM.
(Aflo.)
0 en meer jaren.
(•M ol au ilolA.)
1 II 11 II
SS » » »
8 » » »
4 » n »
5 » » n
6 » » »
7 n » n
8 » » »
8 » » »
10 » n n
15 » » »
80 M n n
25 » » »
80 » » »
85 n » »
40 » » »
45 n » n
50 » n »
55 ii n »
60 » M »
65 » » n
70 » » n
75 » » »
80 » n »
85 u » »
90 » » »
95 n n »
100 » » »
FEITELIJKE BEVOLKING.
(Population rcccnstfo.)
Mannen.
(Ilomma.)
49076
47588
46389
45175
44038
42948
41856
40772
89657
38561
37464
32654
27881
28406
19665
16146
12752
9875
7428
5420
3587
2189
1142
515
189.5
56
9.99
1.73
0.06
Vrouwen.
(Vcmmci.)
50924
49458
48271
47065
45981
44868
48795
42726
41628
40551
39483
84761
29950
25334
21880
17686
14181
11220
8614
6453
4418
2763
1505
685
260
81.5
15.34
2.64
0.03
Buide
geslachten.
(Les deux icitcs.)
100000
97046
94660
92240
89964
87816
85651
83498
81285
79112
76947
67415
57781
48740
41045
33832
26933
21095
16042
11878
8005
4902
2647
1200
449.5
137.5
25.88
4.87
0.09
WEBKBLIJKB BEVOLKING.
(Population riiollc.}
Mannen.
49229
47747
46551
45344
44205
43124
42038
40958
39846
38755
87663
32859
27977
23478
19695
16150
12741
9859
7411
5405
8575
2131
1137
513
189
55.75
9.98
1.72
0.06
Vrouwen.
50771
49313
48181
46929
45800
44742
43675
42611
41515
40442
89877
34669
29857
25241
21295
17618
14123
11174
8580
6427
4401
2752
1499
682
259
81.11
15.27
2.63
0.08
Beide
geslachten.
100000
97060
94682
92273
90005
87866
85718
88569
81861
79197
77040
67528
57884
48719
40990
88768
26864
21038
15991
11832
7976
4888
2686
1195
448
136.86
25.25
4.35
0.09
BETBBKKBL1JX VERSCHIL VOOR OS
•WEHKBMJKE. BEVOLKING.
(Différence proportionele pour U populnt. rùcllc.)
Mannen.
•+ 153
-+ 159
•+ 162
-+• 169
-t- 172
-+• 176
-t- 182
-t- 186
-t- 189
-f- 194
•+• 199
-+• 205
•+• 146
+ 72
+ 30
-1- 4
- 11
— 16
— 17
- 15
— 12
— 8
— 5
— 2
— 0.5
— 0.25
— 0.01
— 0.01
»
Vrouwen.
— 158
— 145-
— 140
— 186
— 181
— 126
— 120
— 115
— 118
— 109
— 106
— 92
— 93
— 93
— 85
— 78
— 58
— 46
— 84
— 26
— 17
- 11
— 6
— 8
— 1
— 0.89
— 0.07
— 0.01
»
Beide
geslachten.
n
•+- 14
-H 22
-1- 33
-h 41
•+- 50
-f- 62
4- 71
+• 76
•+- 85
+• 98
•+• 118
-f- 58
— 21
— 55
— 69
— 69
— 62
— 51
— 41
— 29
— 19
— 11
— 6
— 1.5
— 0.64
— 0.08
— 0.02
Den invloed van het verkeer tusschen het moederland en de koloniën, op de tijdelijke aanwezigheid van
personen uit de koloniën in het moederland en de tijdelijke afwezigheid uit het moederland naar de koloniën,
geeft de volgende staat, met onderscheiding van den burgerlijken staat voor elk geslacht, naar vijfjarige
levenstijdperken te kennen.
»
OUDERDOM.
Vtin O tot B jaren
(tin 1. "«'•)
II 5 II 10 H
ii 10 ii 15 »
» 15 » 20 »
20 ii 25 n
n 25 » 80 »
» 80 » 85 »
85 » 40 »
» 40 n 45 n
45 » 50 »
n 50 » 55 »
60 n 75 »
M
Onbekende ouderd. . l
(A(5O inconnu.) I » •
(•Mi-U ( V
TIJDELIJK AFWEZIGEN.
TIJDELIJK AANWEZIGEN (Tom|n.t.lrein.M alnetiu dmu U» solo»t« fUnluuUW)
(T«mPor.l..m.«. prlin.»
XIII
2852 I 2643
51 I — 89
iw A. larftiid van 15 tot 46 iaten, vooral voor het mannelijke geslacht, venweg het grootste aandeel
heS"inde Itiglidnit 1 «eid naar de koionien, Mjkt ait de volgende aamentrektag tot dne
levenstijdperken.
O —15 jaren
15 — 45 »
45 — 75 »
MANNEN.
Verschil
in meer voor de
afwezigen.
VROUWEN.
Verachil in
minder voor de
afwezigen. •

XIV
$ 4. Bcvolklngtnfclen.
Op de bevolkingtafelen (staat Ji achter deze inleiding), voor elke provincie en voor elk geslacht opgemaakt
uit de ouderdomstaten naar de werkelijke bevolking, is de bevolking van elke kunne zoowel voor dö
provinciën als voor het Rijk tot honderd duizend teruggebragt. Op deze tafelen geeft elk jaar te kennen het
getal personen, hetwelk op honderd duizend zielen, tijdens de volkstelling, dat jaar en een hoogeren leeftijd
bereikt heeft. Uit die staten kan door aftrekking dadelijk worden opgemaakt het getal personen op honderd
duizend op een bepaald levenstijdperk aanwezig. Aan den voet van den staat is die aftrekking gemaakt in
vijfjarige levenstijdperken tot aan den ouderdom van tachtig jaren.
Uit die tafelen blijkt, dat van de elf provinciën het grootste betrekkelijk aandeel op 100,000 zielen geven:
bij het mannelijk geslacht voor den leeftijd van 1 tot en met 30 en meer jaren Noordbrabant, voor dien
van 35 en meer jaren Noordbrabant en Limburg, van 40 tot en met 85 en meer jaren Limburg, van 90 en
meer Utrecht, van 95 en meer Noordbrabant en Gelderland; bij het vrouwelijke voor dien van 1 tot en met
45 en meer jaren Noordbrabant, van 50 tot en met 75 en meer jaren Limburg, van 80 en 85 en meer
Utrecht, van 90 en meer Zuidholland, van 95 en meer Gelderland. Het betrekkelijk aandeel is daarentegen
het kleinst in de volgende provinciën: voor hef mannelijk geslacht in Zuidholland op den leeftijd van 1 tot
en met 8 en meer jaren, Noordholland op de leeftijden van 9 en meer, 40 tot en met 70 en 80 en meer
jaren, Groningen op die van 10 tot en met 25 en meer, Friesland op die van 30 en 85 en meer, Zeeland
op die van 75, 85 en 90 en meer jaren, Zeeland en Drenthe op dien van 95 en meer jaren ; voor het
vrouwelijke geslacht in Drenthe van 1 tot en met 70 en meerjaren, in Noordholland op de leeftijden van 75,
80 en 85 en meer en in Zeeland op die van 90 en 95 en meer.
De volgende staat, getrokken uit'de reden afgeleid uit de bevolkingtafelen, geeft in vijfjarige levenstijdperken
voor elk geslacht de provincie, waar het betrekkelijk aandeel voor elk levenstijdperk het grootst en het kleinst is.
O— fi jaren.
S —10 »
10—15 .»
15 — 80 .,
ao — as >.
85 — 80 »
80—as >•
85 — 40 >.
40 — 45
45 — 50 »
60 — 55 )•
58 — 60 ». .
80 — 65 ..
65 — 70 «
70 — 75 »
75 — 80 .. .
80 en daarboven
LEVENSTIJDPERKEN.
HET GB0OT8T.
Zuidholland.
Groningen.
Friesland.
Groningen.
Zeeland.
Friesland.
Noordholland.
Noordholland.
Zeeland.
Gelderland.
Limburg.
Noordbrabant.
Limburg.
Gelderland.
Limburg.
Limburg.
Limburg.
MANNEN.
HET KLEINST.
Noordbrabant.
Noordbrabant.
Utrecht.
Limburg.
Limburg.
Noordholland.
Groningen.
Limburg.
Gelderland.
Utrecht.
Zeeland.
Noordholland.
Noordholland.
Noordholland.
Noordholland.
Zeeland.
Noordholland.
HET GROOTST.
Limburg.
Friesland.
Drenthe.
Groningen.
Zeeland.
Drenthe.
Noordholland.
Noordholland,
Noordbrabant.
Noordbrabant.
Noordbrabant.
Limburg.
Limburg.
Noordbrabant.
Limburg.
Limburg.
Utrecht.
VRO1 J W E N.
EET KLEIN8T.
Noordbrabant.
Noordbrabant.
Zuidholland.
Zuidholland.
Limburg.
Limburg.
Limburg.
Groningen.
Utrecht.
Drenthe.
Friesland.
Drenthe.
Drenthe.
Drenthe.
Drenthe.
Zeeland..
Noordholland.
Elke provincie geeft voor elke kunne een gelijk zielental of op honderd duizend zielen, vijftig duizend beneden
en boven de volgende levensjaren :
Noordbrabant
Limburg . , .
Over^fsset. . .
Golderland . .
Utrecht. . . .
Drenthe. . . .
25.27460 jaar.
24.7125 .,
24.1425 »
24.0495 .,
24.0355 ,.
23.8330 „
Het Rjjk. . .
Zuidholland .
NoordhoHand
Zeeland. . . .
Groningen . .
Friesland . . .
23.78725 jaar,
23.4815 »
23.440 »
28.1275 »
22.8370 »
22.7720 .,
Noordbrabant
Limburg . . .
Utrecht. . . .
Zuidholland .
Noordholland
Het Kflk . . .
26.5545 jaar.
25.4975 »
25.4870 »
25.1220 »
25.0455 .,
24.8430 »
Gelderland
Overijssel. .
Zeeland. . ,
Friesland. .
Groningen .
Drenthe . .
24.5765 jaar.
24.4482 »
24.0695 »
28,6486 >,
23.6250 .r
28.3115 »
Op bladz. XJ1 der inleiding tot het eerate deel gaven wij voor elke provincie zonder onderscheid van
ouderdom de reden tusechen beide kunne. Wij laten thans in den volgenden staat die rede volgen bij Vijfjarige
levenstijdperken tot aan den ouderdom van tachtig jaar en voor den leeftijd van taôhtig en meer jaren.
De staat geeft voor elke provincie het getal vrouwen op honderd mannen, het teeken —, op dezen en de
overige staten voor het cijfer geplaatst, geeft te kennen dat de reden beneden de gemiddelde voor het Rijk
is gebleven, terwijl voor het cijfer der provincie welke de hoogste reden geeft het teeken + geplaatst is.
LEVENS-
TMDPBKKEN.
(IMtloJol ile 1» >!i.)
0- 5 jaar.
5-10 »
10-15 »
15 - 20 ii
20 - 25 »
25-80 »
80 - 85 n
85 - 40 •<
40-45 •>
45-50 n
50 - 55 o
55-60 »
60-65 »
65 - 70 n
70-75 «
75 - 80 ii
80 en meer j.
(An* et au rialtfi.)
Noord-
brnhnnl.
Gelderland. Zuiilliollund.
Noorrt-
holland.
Zeeland. Utrecht. Fiïcsluml. Overijssel. (ivoningen.
Vrouwen op honderd mannen. (Femmes sur cent hommes.)
Drenthe. Limburg.
— 97.79 — 97.20 -f-101.17 100.72 99.48 99.49 — 96.19 — 97.07 — 98.65 — 96.77 — 96.84
98.68 — 97.08 +101.66 98.85 101.54 — 96.94 — 96.45 — 94.82 — 95.96 — 95.18 — 96.70
— 96.55 — 95.91 + 100.22 100.04 S9.89 98.51 — 98.01 — 96.51 99.11 — 96.86 — 93.41
— 95.89 — 96.97 +102.48 101.15 100.44 98.94 99.81 — 92.16 100.93 — 92.58 — 95.91
— 96.60 — 97.30 107.98 + 111.76 — 99.69 —100.56 — 101.57 102.62 104.58 — 97.66 — 94.16
—100.13 — 99.27 110.55 + 112.00 —102.95 104.89 — 99.73 — 98.68 104.42 — 98.52 — 100.68
—101.06 — 96.20 109.84 +112.61 — 103.67 104.50 —100.77 —100.17 105.84 — 94.74 — 95.25
103.22 — 98.01 +109.94 108.90 102.61 102.93 — 96.75 — 98.62 — 99.18 — 89.95 — 96.40
—101.68 — 100.76 + 109.23 106.29 — 99.80 —100.27 — 99.42 — 95.61 —102.26 — 91.58 — 97.89
—104.45 — 98.17 -f-114.47 111.81 107.68 113.21 —108.25 — 98.57 106.36 — 92.27 — 99.22
—104.94 —100.19 116.25 + 119.35 108.50 108.48 107.86 — 96.05 107.78 — 86.87 — 96.00
—102.52 —102.02 123.58 +127.04 114.98 110.80 —109.25 — 98.88 112.55 — 87.47 —102.34
— 110.21 —108.49 127.72 +188.00 115.52 119.38 — 111.85 — 97.22 — 112.20 — 84.19 — 100.68
—117.87 — 110.70 144.50 + 148.41 140.08 181.62 180.53 —106.88 —118.29 — 88.44 —120.24
— 119.63 —114.88 147.51 + 162.24 150.65 141.80 185.89 — 106.8Q —127.46 — 96.08 —115.92
—126.78 — 111.02 154.47 155.62 + 157.68 186.16 133.52 —108.89 131.02 — 95.84 — 115.83
—120.27 —120.56 169.62 171.95 + 172.17 146.19 139.09 —119.56 —129.41 — 99.44 — 111.21
XV
Het Rijk.
(Le Itaytumo.)
98.76
98.23
98.02
98.57
102.61
104.30
103.85
102.40
102.81
105.96
107.29
110.77
114.12
126.20
180.75
130.58
137.20
Uit dezen staat blijkt dat slechts in de provincie Drenthe het getal mannen op eiken leeftijd dat der vrouwen
overtreft, hetgeen hoofdzakelijk aan de bevolking der bedelaarsgestichten moet worden toegeschreven. Het
getal vrouwen overtreft dat der mannen op eiken leeftijd in Zuid- en Noordholland, in de laatste provincie
met eene niet belangrijke uitzondering voor den leeftijd van 5 tot 10 jaren. Voor Noordbrabant en Limburg
geven de 25, voor Gelderland de 40, voor Zeeland en Groningen de 15, Utrecht, Friesland, Overijssel en
het Rijk de 20 eerste levensjaren eene overmaat voor de mannen. Van af voornoemde levensjaren behouden
de vrouwen steeds de overmaat in Noordbrabant, Utrecht en het Rijk. In Gelderland geven de mannen op
nieuw eene overmaat op den leeftijd van 45 tot 50, in Zeeland op die van 20 tot 25 en van 40 tot 45, in
Friesland op die van 25 tot 30 en van 35 tot 45, in Overijssel op die van 25 tot 30 en van 35 tot 65,
in Groningen op dien van 35 tot 40 en in Limburg op dien van 30 tot 55. Bij klimmenden leeftijd neemt
in de meeste provinciën de overmant toe VOOT het vrouwelijk geslacht; het meest in Zuid- en Noovdholland,
Zeeland, Utrecht, Friesland en Groningen. De volgende staat, naar leeftijden telkens klimmende rüet tien
jaren ingedeeld, geeft hiervan een duidelijk overzigt:
LEEFTIJDEN.
(A50 tlo «ilrvlu.)
Oenmeor j. —100.86 — 98.72
10 » n —101.56 — 99.20
20 n »
80 H »
40 » »
80 n »
60 » »
70 n n
Noordbrabant.
Geldei'limil.
—108.37 —100.15
—105.44 —100.92
— 107.0G —102.95
—109.79 —105.17
—116.12 — 109.18
—121.78 — 114.89
Zuidhollnml. Noordhollaml.
Zcolnml. Utroclil. Friesland. Overijssel. Groningen.
Vrouwen op honderd mannen. (Femmes sur cent hommes.)
109.03 +109.05
111.58 + 112.01
114.99 + 116.15
117.49 + 118.00
121.99 + 122.47
129,67 + 184.20
140.66 +147.86
153.80 + 161.68
104.04
105.17
106.92
109.68
113.34
121.89
183.37
155.42
104.16 — 101.07 — 97.36 —102.86 — 98.91 — 97.87
105.91 —102.63 — 97.77 104.68 — 98.26 — 98.18
108.80 —104.09 — 98.98 —106.40 — 92.78 — 99.89
110.83 —105.65 — 98.27 —107.26 — 90.60 —100.28
114.77 —109.49 — 98.95 —109.92 — 89.61 —102.24
120.47 116.08 —100.24 —114.42 — 88.08 —104.70
129.86
140.96
Drenthe.
Limburg.
123.95 —103.20 —118.99 — 89.09 —110.42
135.76 —107.57 —128.72 — 96.88 —115.02
Hel Rijk.
103.18
104.55
106.72
108.12
110.84
115.77
128.09
181.75

Vi\
Uit dezen staat blijkt dat in alle provinciën, met uitzondering van Drenthe, voor den leeftijd van 50 en
meer jaren het getal vrouwen dat der mannen overtreft" en wel in die mate dat gemiddeld in het Rijk op
100 mannen 115 à 116 vrouwen van dien leeftijd worden aangetroffen. De provincie Noordholland geeft op
eiken leeftijd de grootste overmaat voor het vrouwelijke geslacht. Eene zeer onbeduidende uitzondering maakt
die van 80 en meer jaren, op welken leeftijd de overmaat het grootst is voor de provincie Zeeland. In Drenthe
daarentegen blijft op eiken leeftijd de reden het minst gunstig voor het vrouwelijke geslacht en worden de
vrouwen steeds in getal door de mannen overtroffen. De overmaat voor het mannelijk geslacht is voor die
provincie het grootst op den leeftijd van 50 en meer jaren. In Overijssel begint de overmaat voor het vrouwelijke
geslacht eerst met het 50ste jaar, in Limburg rnet het 30ste en in Gelderland met het 20ste, terwijl
in de zeven overige provinciën reeds met 0 en meer jaren het getal vrouwen grooter is dan dat der mannen.
Wij gaven in de inleiding tot het eerste deel, bladz. XVIII, voor elk geslacht en voor elke provincie de
reden naar den burgerlijken staat zonder onderscheid van ouderdom. Men vindt thans op staat C achter deze
inleiding die reden voor elk geslacht naar vijfjarige levenstijdperken van den leeftijd van 15, beneden welken
leeftijd allen ongehuwd zijn, tot aan dien van 80 jaren; terwijl daarenboven de reden is opgemaakt voor
de personen van 15, 20, 80 en meer jaren. Uit dien staat is getrokken het volgende overzigt, hetwelk
voor elk levenstijdperk te kennen geeft in welke provincie voor elk geslacht het grootste en kleinste evenredig
aandeel voor eiken burgerlijken staat wordt verkregen:
LEVENSTIJDPERKEN.
15 — 20 jaren . .
8O — 25 » . .
85 — 80 » . .
80 — 85 » . .
85 —«O » . .
4O — « » . .
45 — 80 » . .
5O —55 .. . .
55 — 60 » . .
60 — 65 » . .
65 — 70 » . .
VO — 75 » . .
75 — 80 » . .
80 en daarboven
15 en daarboven
20 en daarboven
15 — 20 jaren. .
20 — 25 » . .
25 — 80 n . .
80 — 85 » . .
85 — 40 » . .
40 — 45 » . .
4« —50 » . .
50 — 55 » . .
55 — 60 »
60 — 65 » . .
86 — 70 » . .
70 — 75 » . .
75 — 80 » . .
80 en daarboven
15 en daarboven
20 en daarboven
ON GE III Wit.
HET GROOTST. BET KLEINST.
Noordbrabant.
id.
id.
Zuidholland.
id.
id.
Friesland.
Noordholland.
id.
id.
id.
Zeeland.
Groningen.
Zeeland.
Noordholland.
Zeeland.
Zuidholland.
id.
id.
Mannen»
GEHUWD.
HET GROOTST. HET KLEINST.
Zuidholland.
id.
id.
id.
Noordholland.
id.
Zeeland.
Noordhollnnd.
Zeeland.
Zuidholland.
id.
id.
id.
id.
id.
id.
Vrouwen.
Zeeland.
id.
Friesland.
Drenthe.
id.
id.
id.
Gelderland.
id.
Drenthe.
Limburg.
Gelderland.
id.
Limburg.
Drenthe.
id.
Noordbrabant.
id.
id.
id.
id.
id.
Utrecht.
Noordbrabant,
id.
PERSONEN IN WEDUWENSTAAT.
HET GROOTST. HET KLEINST.
Noord-en Zuidholland.
Friesland.
id.
id.
id.
id.
Drenthe.
id.
Overyssol.
Zeeland.
id.
Noordholland.
Zeeland.
Limburg.
Overijssel.
Zuidholland.
Groningen.
id.
id.
Noordholland.
id.
id.
id.
id.
Noordholland
en Zeeland.
Zeeland.
id.
Friesland.
id.
Zuidholland.
Friesland.
Limburg.
Noordbrabant
en Limburg.
Noordbrabant.
Gelderland.
id.
id.
id.
id.
id.
Zuidholland.
Gelderland.
Zuidholland.
Gelderland.
Zeeland.
id.
Gelderland
Limburg.
id.
id.
Drenthe.
Limburg.
id.
id.
ï <
id.
id.
id.
id.
id.
Drenthe.
id.
Uit dien staat blijkt dat voor beide geslachten, met uitzondering van den leeftijd van 60 tot 65 voor het
mannelijke en van 70 en meer jaren voor het vrouwelijke geslacht, het evenredig aandeel het grootst is
voor de ongehuwden in Noordbrabant, terwijl in die provincie dit aandeel over het algemeen voor beide geslachten
het kleinst is voor de gehuwden; voor de mannen maakt hierop uitzondering de leeftijd van 50 tot 60,
voor de vrouwen die van 50 jaren en daarboven. Het getal ongehuwden is betrekkelijk het kleinst -. voor
de mannen over het algemeen en op de leeftijden van 15 tot 30 jaren en van 80 en meer in Zuidholland,
op die van 35 tot 56 en van 70 tot 75 in Noordholland, van 30 tot 35 in Friesland, van 55 tot 60,
65 tot 70 en 75 tot 80 in Zeeland en van 60 tot 65 in Groningen; voor de vrouwen over het algemeen
en op den leeftijd van 25 tot 45, 50 tot 60, 80 en daarboven in friesland, op dien van 15 tot 25 in
Zeeland, van 45 tot 50, 65 tot 80 in Drenthe en van 60 tot 65 in Groningen. Dat der gehuwden is betrekkelijk
het grootst voor de mannen over het algemeen en op de leeftijden van 15 tot 85 en 60 en daarboven
in Zuidholland, op die van 35 tot 45 en 50 tot 55 in Noordholland, van 45 tot 50 en van 55 tot
60 in Zeeland. Voor de weduwenaars is het betrekkelijk aandeel over het algemeen het grootst van 20 jaren
af in Overijssel; naar de verschillende levenstijdperken van 20 tot 25 jaren in Zuid- en Noordholland, van
25 tot 50 in Friesland, van 50 tot 60 in Drenthe, van 60 tot 65 in Overijssel, van 65 tot 75 en van 80
en daarboven in Zeeland, van 75 tot 80 in Noordholland. Slechts in Zuidholland trof men weduwenaars op
den leeftijd van 15 tot 20 jaren; hun aandeel was betrekkelijk het kleinst over het algemeen in Zeeland, voor
den leeftijd van 20 tot 25 jaren in Limburg, voor dien van 25 tot 80 in de laatste provincie en in Noordbrabant,
van 30 tot 35 in Noordbrabant, van 35 tot 65, 70 tot 75, 80 en daarboven in Gelderland, van 05 tot 70
en van 75 tot 80 in Zuidholland. Voor de weduwen was betrekkelijk het aandeel het grootst over het
algemeen in Zuidholland, van 20 jaren af in Friesland; naar de verschillende leeftijden van 15 tot 20 jaren
in Zuidholland en Friesland, van 20 tot 25 in Zuidholland, van 25 tot 40 in Groningen, van 40 tot 60 in
Noordholland, van 60 tot 65 in Noordholland en Zeeland, van 65 tot 75 in Zeeland, van 75 en meer in
Friesland. In vier provinciën Noordbrabant, Overijssel, Groningen en Drenthe waren geene weduwen beneden
de 20 jaren. Haar getal was over het algemeen betrekkelijk het kleinst in Drenthe ; voor den leeftijd van 20
tot 25 jaren in Gelderland, van 25 tot 40, 45 en daarboven in Limburg en van 40 tot 45 in Drenthe.
De uitkomst, welke Limburg opgeeft als de proviucie waarin het betrekkelijk aandeel voor de weduwenaars
over het algemeen het grootst is, Zeeland als die waar dit aandeel het kleinst is, zal welligt bevreemden,
daar voor de enkele levenstijdperken noch de eerste provincie met het grootste, noch de laatste met het kleinste
aandeel een enkel maal voorkomt. Van die schijnbare tegenstrijdigheid moet de oplossing hierin gezocht worden,
dat in Limburg betrekkelijk veel meer, in Zeeland daarentegen veel minder personen van hoogen leeftijd
worden aangetroffen en dat juist op de hoogere leeftijden het betrekkelijk aandeel der weduwenaars het grootst is.
Men telde op honderd duizend mannen in Limburg 2986, in Zeeland slechts 1711 van 70 en meer jaren.
Sedert 1850 worden jaarlijks staten opgemaakt der huwelijken naar den ouderdom van elk der beide echt-
. genooten tijdens het voltrekken van het huwelijk. Uit de opgaven der volkstelling kan enkel worden nagegaan
hoeveel gehuwde mannen en gehuwde vrouwen op eiken leeftijd aanwezig zijn en in welke provincie het
aandeel der gehuwde personen op jeugdigen en meer gevorderden leeftijd het grootst is, geenszins hoeveel
mannen van bepaalden leeftijd met vrouwen van bepaalde leeftijden en omgekeerd op den dag der telling
te zamen door den echt waren verbonden. Het is niettemin van belang na te gaan het getal gehuwde mannen
en vrouwen in elke provincie naar bepaalde levenstijdperken. De volgende staat geeft dit overzigt in vijfjarige
levenstijdperken van 15 tot 80 jaren en voorts voor de gehuwde personen van 80 en meer jaren. De
berekening is gemaakt voor elke provincie en van het Rijk op lü,UOü gehuwden van elk geslacht.
(') Cetto table contient par provinces et pour le Royaume lo nombre proportionnel des mariés a chaque période de lu vie sur dix
chaque sexe pour la population totale ou sans distinction àe périodes.
Wil

XVIII
LEVENS-
TIJDPERKEN.
(M.
4O-4S » | v
l M.
«5-60 .. j ^
(M.
50—65 n j
( M.
55—80 » j
(M.
00—65 i) J
65—70 »
( M.
(M.
TO—75 » |
i M.
75—80 >» |
80 en meer j M.
jaren. ( y.
Noord-
lirobont.
— 1483
— 1558
1478
4-1466
+ 1365
+ 1314
1185
+ 1090
+ 1082
900
749
633
466
866
244
179
109.6
65
42.2
20.7
Gelderland Zuidholland.
— 1568
— 1600
— 1898 — 1878
1897 — 1820
1297
1198
1090
986
925
802
728
581
+ 478
857.1
4- 260
176.4
113
69
45.6
22.4
1659
1668
— 1160
— 1100
— 941
— 862.6
— 808
— 718
— 581.4
— 478
— 361
— 292
— 195
— 140
— 88.2
53.8
38.7
21.8
Noord-
hollnnd.
+ 1742
+ 1714
1517
1895
— 1219
— 1145
— 924
— 887.5
— 749
— 656
— 515.7
— 433
— 325
— 261
— 156
— 113
— 59
— 32.5
— 19.4
— 11.9
Zeeland.
1626
1636
+ 1581
1421
1817
12»7
— 881
— 789
— 822
— 679
— 619
— 466
— 841
— 264
— 161.2
— 112
— 60.2
— 40.1
— 19
— 11.9
Utrecht.
1644
1624
— 1857
— 1272
— 1202
1201
1036
959
989
808
671
544
416
342
212
153.1
99.6
58.7
42.7
19.6
Friesland.
1463 — 1897
1406 — 1384
— 1208 1272
— 1180 — 1174
— 874
— 801
— 822.2 894 — 863 — 848.6
— 716 — 741 — 754 — 695
— 603
— 481.7
— 351.5
— 297
— 198
— 185
— 72.9
— 87.2
— 81.2
— 15.6
Overijssel.
1068
935.4
440
3»0
224
146
107.»
52.6
42
23.2
(•rollingen.
1670 —1605.4 — 1618
— 1613 — 1584 — 1576
1501 — 1400.6
1461 — 1887
1270
1208
— 921.6 —1004.7
— 822.4 — 872
— 206
— 132
— 76 — 87.5
— 41.4 — 42.6
38.8
— 18
Drenthe.
1660.6
1622
— 1219
— 1141
— 878 398 445
— 296.2 — 271 + 399
208.9
— 119
— 28.5
— 16.6
Limburg.
— 1486
— 1495
— 1481
1428.6
1812
1236
+ 1197
1064.5
1054
+ 916
665 — 627 649 + 818
— 501 — 497 — 477 + 660
258
+ 186
+ 129
+ 78.2
+ 58.8
+ 30.9
Uit dit overzigt volgt dat van de elf provinciën: voor de gehuwde mannen het aandeel het kleinst is voor
de leeftijden van 15 tot 30 en 35 tot 40 in Noordbrabant, van 30 tot 35 in Limburg, van 40 tot 45 in
Utrecht, van 45 tot 50 in Zuidholland, van 50 tot 55 in Friesland, van 55 tot 80 in Noordholland en
voor 80 en meer jaren in Zeeland; het grootst voor de leeftijden van 15 tot 20 en 30 tot 35 in Zuidholland,
van 20 tot 25 en 40 tot 45 in Zeeland, van 25 tot 30 in Friesland, van 35 tot 40 in Noordholland, van
45 tot 50 en 55 tot 60 in Nooidbrabant, van &0 tot 55, 60 tot 65 en voor 75 en meer jaren in Limburg,
van 65 tot 75 in Gelderland; voor de gehuwde vrouwen het kleinst voor de leeftijden van 15 tot 30 jaren
in Noordbrabant, van 30 tot 40 in Limburg, van 40 tot 45 in Utrecht, van 45 tot 50 in Zuidholland,
van 50 tot 55 en van 70 tot 75 in Zeeland, van 55 tot 70 en van 75 tot 80 in Noordholland, voor de
jaren 80 en meer in Noordholland en Zeeland; het grootst voor de leeftijden van 15 tot 25 in Zeeland,
25 tot 30 in Friesland, 30 tot 40 in Noordholland, 40 tot 55 in Noordbrabant, 55 en meer in Limburg.
Uit den voorgaanden staat volgt dat men voor elke provincie de helft der gehuwde personen of op 10,000
van elk geslacht 5000 verkrijgt beneden en boven het volgende levensjaar. Op den volgenden staat is die
provincie het eerst geplaatst waar het getal gehuwde personen op jeugdigen leeftijd het grootst, terwijl de
provincie waar dit getal het kleinst is den laatsten rang bekleedt. Uit den staat volgt dus dat bij beide
geslachten in Noordholland op den minst, bij het mannelijke geslacht in Limburg, bij het vrouwelijke in
Noordbrabant op dèn meest gevorderden leeftijd de huwelijken werden voltrokken.
Noordholland.
Zuidholland
Friesland. . .
Zeeland....
Groningen . .
Drenthe .
G E HUWDE
liiQü tm.yuli ik'. 1 iintnifi in*rii'*.)
41.5955 jaren.
1»»..)
41.9825 »
42.115 ..
42.4545 ».
42.9865 »
42.998 »
MANNEN.
Het Ryk . . .
(Lu Rnyaitnio.)
Utrecht....
Overyssel. . .
Gelderland . .
Noordbrnbant
Limburg . . .
43.2585 jaren.
43.5935 »
43 9715 »
44.735 ».
45.8895 »
45.9975 ».
Noordholland.
Drenthe. . . .
Zuidholland .
Zeeland. . . .
Friesland. . .
Groningen . .
GEHUWDE
(àya moyuu IIGH
89.6645jaren.
39.91 »
39.929 »>
39.971 .»
40.06985 »
40.77 »
VROUWKN
fltmiu'ft tniiriiVN.)
Overijssel. . .
Hot Rijk . . .
il.a lliiyuuniv.)
Utrecht. . . .
Gelderland . .
Limburg . . .
Nonrdbrabun t
•
Het
Rijk.
1614
1622
1441
1885
1249
1177
1005
910
87Ö
75&
640
517
394
813
208
145.3
90
51.6
36
19.8
40.889 juron.
40.9865 »>
41.36575 „
42.108 .»
48.497 .»
43.525 .»
Uit dezen staat volgt dat gemiddeld de leeftijd der gehuwde mannen hooger was dan die der gehuwde
vrouwen in :
Noordholland.
Friesland . . .
Zuidholland. .
Groningen. . .
1.981 jaren.
2.04565 '/
2.0535 //
2.1665 »
Utrecht 2.22775 jaren.
Het Rijk .... 2.272 //
Noordbrabant. . 2.3645 «
Zeeland 2.4835 »
Limburg .
Gelderland
Overijssel .
Drenthe. .
2.5005
2.627
3.0825
3.088
De volgende staat geeft naar zes verschillende leeftijden, waarvan de eerste reeks 0 en meer jaren de reden
der geheele bevolking of- zonder onderscheid van jaren, het betrekkelijk aandeel op honderd (met weglating
der punten op honderd duizend) zielen voor elk geslacht en eiken burgerlijken staat naar de uitkomsten van
elke der vier volkstellingen, voor de laatste tevens afzonderlijk voor de feitelijke en werkelijke bevolking.
O en meor jnron
(An«
ft on meer jaren
10 en moor jaren
9O en meerjaren
5O en meor jnron
J5 on moer jaron
1 Januarij 1830
1 Januarij 1840. .....
< Januarij 1830. .....
1 Januari) 1840
10 Novomb. 1840
( feitelijk
SI Docember 1850 (
(workoi.
/ 1 Januarij 1830.
l Januarij 1810.
10 Novorab. 1840.
( feitelijk
December 1850 ?
( werkol.
1 Januarij 1830.
1 Januarij 1840.
10 Novomb. 1840.
31 December
1 Januarij 1830
1 Januarij 1840
10 Noverab. 18*1)
(feitelijk
( workel.
(feitelijk
31 December 1851) ( I workel.
I Jammvij 1830.
1 Januarij 1840.
10 Novomb. 1840.
31 December 1850 loitclijk
werkel.
MANNELIJK GESLACHT.
lüet* IIMRtiutln.)
Ongeh. Gehuwd
(Muite.)
— 31.905
31.572
10 Novorab. 18*0 + 31.730 — 15.918
(Nuvutnl.re)
( feitelijk 31.980 15.758
31 Dooembor 1850 < II»T- '"•••>
(uêvemimi {workel.
(|«.|i. tMk.,'
31.400 + 15.701
— 98.307
38.004
90.309 — 17.313
98.040
98.707
— 10.815 + 34.040
90.538
4-31.507 — 93.013
31.187
31.050
— 10.008 + 98.102+ 3.550
10.485
+ 17.878 — 90.093
17.309
17.140
4.088 + 39.4*0
+ i.70
— 4.480 — 31.700
4.038
4.03
4.5BC + 18.115 — 21.008
4.37
3.01
— 3.58
3.581
15.(158 — 1.081
15.503
17.080
1.843
3.087
3,030
8.030
8.970
17.037 — 8.133
8.385
17.019+ 8.308
17.010
3.300
34.U07 — 9.013
31.075
34.195
98.093 — 3.390
27.253
37.430
33.005 — 0.300
32.037
32.080
11.73'
11.188
— 10.05 + 23.07
10.00
Wod.
3.150
3.135
3.000
3.000
3.535
3.507
3.510
9.533
0.44
0.01
0.010
31.08'
33.087
23.00S
(itfchcirlmi
'uu echt uu
Hm[

XX
het betrekkelijk aandeel toeneemt voor het vrouwelijke, afneemt voor het mannelijke geslacht, en dat de
toeneming voor eerstgenoemd geslacht het grootst is voor de hoogste leeftijden. Naar de indeeling naar den
burgerlijken staat hebben de ongehuwden het grootste aandeel voor den leeftijd van 0 en meer jaren of voor
de geheele bevolking en voor dien van 5 en meer jaren. Het aandeel van het mannelijk geslacht in de
ongehuwden is op die beide leeftijden en voor elke telling grooter dan dat van het vrouwelijke geslacht.
Van af den leeftijd van 1(1 en meer jaren wordt het aandeel in de ongehuwden het grootst voor het vrouwelijke
geslacht en wordt de overmaat voor dat geslacht grooter naarmate men tot een hoogeren leeftijd
opklimt. Het grootste aandeel hebben voor elk geslacht en voor elke telling de gehuwden op de leeftijden
van 16, 20, 50 en meer jaren, de personen in weduwenstaat op dien van 75 en meerjaren en wel zoo dat
het vrouwelijke geslacht in dit laatste aandeel deelt voor iets minder dan twee, het mannelijke slechts voor
ruim één derde. Terwijl op de leeftijden van 1(5 en meer, 20 en meer, zoo als van zelf spreekt, het betrekkelijk
aandeel voor de gehuwde mannen en vrouwen nagenoeg gelijk is, hebben op de leeftijden van 50 en
vooral van 75 en meer jaren de gehuwde mannen een veel grooter aandeel in de bevolking dan de gehuwde
vrouwen, een gevolg zoowel van het later trouwen der mannen dan de vrouwen als van het meer hertrouwen
der weduwenaars dan de weduwen, van waar dan ook de groote overmaat der laatste boven de eersten op
eiken leeftijd en vooral op de hoogere.
§ 6, Reden der geboren hinderen tot de vrouwen In den leeftijd van IA tot ft» Jaren.
Het jaarlijk8ch getal wettige en onechte geboorten en hunne onderlinge reden geven de staten van den
loop der bevolking, opgenomen in het Statistisch Jaarboek uitgegeven door het Departement van Binnenlandsche
Zaken. In het eerste gedeelte van de tiende en elfde jaargangen, bladz. 66 en 68, vindt men voor
elke provincie het tienjarig overzigt (1850 tot 1859) dier geboorten, en bladz. 98 een tienjarig overzigt van
de wettig en onecht levend geborenen in de voornaamste gemeenten. De reden tot het bevolkingcijfer jaarlijks
uit die gegevens opgemaakt geeft niet met volkomen juistheid den graad van zedelijkheid eener bevolking
te kennen, dewijl op haar het grooter of kleiner aandeel van het vrouwelijk geslacht op vruchtbaren leeftijd,
waartoe als uiterste grenzen 15 tot en met 54 jaren werden aangenomen, een grooten invloed uitoefent.
Uit dien hoofde hebben wij het niet ondienstig geacht het getal vrouwen van 15 tot en met 54 jaren voor
elk der beide laatste tellingen naar den burgerlijken staat afzonderlijk op te maken. Ter verkrijging van de
reden der wettig geboren kinderen tot de gehuwde vrouwen en van de onecht geborenen tot de ongehuwde
en tot de ongehuwde en weduwen is het tienjarig cijfer der wettig geborenen gedeeld in vijfmaal de som der
gehuwde vrouwen, het tienjarig cijfer der onecht geborenen in vijfmaal de som der ongehuwde en der ongehuwde
vrouwen en weduwen van 15 tot en met 54 jaren naar de uitkomsten van beide tellingen. Die dee-
Hng geeft zoo na mogelijk de gemiddelde tienjarige reden der geboren kinderen, wettig en onecht, tot het
getal vrouwen, gehuwd en niet of niet meer door den huwelijksband verbonden, te kennen. Op den volgenden
staat is de provincie het eerst geplaatst waar, in de reden tot de ongehuwde vrouwen en weduwen, het getal
onechte geboorten het grootst is, de volgende in afdalende orde. Ter aanduiding der volgorde van de reden
der wettig geboren kinderen tot de gehuwde vrouwen is een volgnummer gebezigd. Het cijfer 1 Zeeland
geeft de provincie te kennen, waar de huwelijken het vruchtbaarst zijn of uit het kleinste getal gehuwde
vrouwen een duizendtal kinderen wordt geboren.
PROVINCIËN.
(Pruvim-i-i.)
Zuidholland . .
Zeelund
Noordholland .
Utrecht
Groningen . . .
Gelderland , . .
Drenthe . . . .
Ovoryssel. , \ .
Friesland....
Limburg ....
Noord brnbant .
HET RIJK . .
(l.u Unyuunii'.)
Ongehuwde vrouwen Gclmwdc vrouwen Weduwen
van IS lol en met 84 j. von 16 tot en wel Bij. van IE! tot en met M j.
[hmtnci nlaricei
(Vau.u.
do 15 ii 54 uni y L-otnjtrU.) ilo 15 A Rl aim y L-iini|iriii.)
(Femme* i-elibitiiru»
i IQ ii 54 iua y cMtnpri».)
Tolling
in

Wil
beide tellingen, als het gemiddelde cijfer tier bevolking op elk levensjaar gedurende het tienjarig tijdperk.
De tienjarige som der bevolking naar den ouderdom werd vervolgens voor elk levensjaar gedeeld door de tienjarige
sterfte naar den ouderdom. De tafels zijn opgemaakt naar de wijze van bewerking destijds door Moser
aangeprezen en later door Bernoulli, Quetelet, Fair en andere beoefenaars der bevolkingstatistiek gevolgd.
De vergelijking van beide tafelen doet zien, dat voor beide geslachten het onderscheid in sterfte het grootst
is voor het eerste levensjaar of van 0 tot I. jaar en dat ten dien aanzien de tienjarige tafel bij de twaalfjarige
ongunstig afsteekt. Voor de drie volgende jaren daarentegen is voor beide geslachten de betrekkelijke sterfte
kleiner gedurende het tienjarig tijdperk. Het aantal levenden was grooter en derhalve de sterfte geringer
gedurende het twaalfjarig tijdperk bij het mannelijk geslacht gedurende de 28, bij het vrouwelijke gedurende
de 49 eerste levensjaren. Voor het mannelijk geslacht is op den tienjarigen staat (1850—1859) het
getal levenden grooter van 24 tot 88 jaren, kleiner op de hoogere levensjaren; voor het vrouwelijke geslacht
staan beide tafelen gelijk op den leeftijd van 50 jaren en geven beide 40565 personen in leven. Ven 59
tot 74 jaren is voor het vrouwelijk geslacht de tienjarige tafel min gunstig; van dien leeftijd af tot aan den
ouderdom van 80 jaren wordt zij gunstiger, zij wordt op nieuw min gunstig op de hoogere levensjaren.
De volgende staat geeft voor elke van beide sterftestaten een overzigt van het getal overledenen op honderd
levenden in het eerste levensjaar en vervolgens naar vijfjarige levenstijdperken. De bijgevoegde berekening
van het verschil tusschen beide tafelen doet zien dat voor het mannelijke geslacht de betrekkelijke sterfte op
de leeftijden van 0 tot 1, 31 tot 85, 51 tot G5 en 81 tot 95, voor het vrouwelijke op die van 0 tot 1,
11 tot 15, 26 tot 40, 51 tot 70, 76 tot 95 grooter was naar den tienjarigen sterftestaat 18 B0 /B9 dan naar
den twaalfjarigen 18 40 /51.
LEVENSTIJDPERKEN.
(Nrinln J. U vlo.)
O— 1 jaar
1 — fi n
6—10 »
11 -- lfl »
16— 20 »
ai— ac »
ae— 80 »
81—35 >
86—40 »
41 — 48 -
46— BO ..
BI — 5fi »
56— 60 ..
61 — 6fi »
66—70 »
71— 75 »
76— 80 n
81—85
86— S)O «
91— 85 »
08 —10» «
«ETAL OVERLEDENEN 01> 110.M)EIII) LEVENDE»! VOOR ELK LEVEN8TUDPKRK.
(Morlnlitù uur 100 vivants i% uhitjuu pdriodo ilo U vin.)
184«/5i.
24.457
3.723
0.821
0.511
0.836
1.156
1.087
1.160
1.405
1.774
2.036
2.506
8.855
4.516
6.988
10.879
15.141
22.646
29.802
85.218
58.842
MANNELIJK GESLACHT.
(SOM nutciitin,)
1850/59.
25.787
3.607
0.788
0.488
0.747
0.991
1.008
1.166
1.217
1.6515
1.897
2.681
8.888
4.558
6.931
9.718
15.131
28.118
32.744
39.750
48.668
Verschil
in minilor voor
(UitTéranro an mui»»
|n>ur lftB(l/ft(>.)
-f- 1.330
0.116
0.038
0.028
0.089
0.165
0.084
-4- O.OOC
0.18H
0.218
0.139
-1- 0.175
•4- 0.083
-I- 0.042
0.052
1.161
O.OIO
-!- 0.472
-t- 2.942
-+- 4.587
5.174
1840/M.
20.680
3.691
0.829
0.558
0.748
0.880
1.040
1.248
1.446
1.576
1.602
2.003
2.729
8.845
6.818
10.116
18.975
22.197
28.817
32.879
50.642
VKOUWELIJK GXESLA0HT.
(Saxa féminin.)
1850/59.
21.741
8.539
0.799
0.588
0.699
0.855
1.081
1.842
1.472
1.497
1.479
2.048
2.752
4.130
6.480
9.500
14.290
22.373
29,376
86.852
47.574
Verschil
in minder voor
I8BO/59.
-1- 1.061
0.152
0.080
-h 0.085
0.049
0.025
-t- 0.041
+ 0.094
-+- 0.026
0.079
0.128
4- 0.045
-f- 0.023
-f- 0.285
•4- 0.112
0.616
•4- 0.315
-4- 0.176
4- 0.559
+. 8.973
Gedurende elk van beide tijdperken hebben voorspoedige en noodlottige jaren op de sterftecijfers invloed
uitgeoefend. Tot de voorspoedige jaren behooren de tijdperken 18 4 %.6 en 18 5O /B4, vooral de beide jaren 1850
en 1851; tot de noodlottige 1846 en 1847 door schaarschte van levensmiddelen, 1848 en vooral 1849 door
het heerschen van den aziatischen braakloop, 1855 door de groote sterfte onder de kinderen als gevolg der
mazelen en onder de volwassenen door kwaadaardige koortsen, typhus en aziatischen braakloop, 1857 vooral
door buitengewone sterfte onder de kinderen, 1858 en vooral 1859 door pokken en kwaadaardige koortsen,
waarbij zich in het laatste jaar de aziatische braakloop voegde.
8.068
De gemiddelde en waarschijnlijke leeftijd bij de geboorte geven voor beide geslachten, naar de uitkomsten
van beide tafelen, een niet noemenswaardig verschil. Beiden zijn op de tienjarige tafel iets langer voor h©t
mannelijke, iets korter voor het vrouwelijke geslacht. De gemiddelde leeftijd der vrouwen overtreft dien van
het mannelijke geslacht op den twaalfjarigen staat met 2.80, op den tienjarigen sleohts met 2.31; da waarwaarschijnlijke
op den eersten staat met 5.54, op den tweeden slechts met 4.16 jaren.
f ». Vergelijkende beschouwing der bevolking- en sterftetofelen.
Wij hebben naar aanleiding van deze telling zoowel bevolking- als sterftetafelen opgemaakt. Een juist
begrip van het verschil tusschen beide soorten van tafelen vormt zich slechts een hoogst gering getal personen.
Wij achten ons dus verpligt ter voorkoming van het verkeerde gebruik, hetwelk men van die staten pleegt
te maken, het verschil tusschen en de strekking van beiden eenigzins nader toe te lichten.
De bevolkingtafel geeft de som der levenden en wordt dus verkregen door op de ouderdomstaten het getal
levenden op eiken ouderdom op te sommen; het getal levenden 0 en meer jaren oud op de bevolkingtafel is,
de geheele bevolking. Verlangt men eene bevolkingtafel van en boven een bepaalden ouderdom, dan behoeft
men slechts het getal levenden van dien ouderdom bij die van alle hoogere ouderdomsjaren te tellen. Zoo
wordt bijv. eene bevolkingtafel van de bevolking 20 en meer jaren oud verkregen door bij het getal levenden
op den ouderdom van 20 jaar het getal levenden 21, 22 enz. jaren oud tot aan het laatste levensjaar te tellen.
Het verschil tusschen de bevolkingtafel van af het twintigste levensjaar en de bevolkingtafel voor de geheele
bevolking geeft het aandeel der bevolking beneden 20 jaren. Men ziet dus hieruit dat het vervaardigen van
eene bevolkingtafel vooral hiertoe dient om het betrekkelijk aandeel der bevolking op elk ouderdomsjaar en op elk
levenstijdperk in de geheele bevolking te kennen, om bijv. te weten hoeveel op eene bevolking zich bevinden
in den leeftijd van 10 tot 20 of van 20 tot 50 jaren. Ter vergelijking van verschillende bevolkingtafelen,
hetzij van gedeelten des Rijks, zoo als in staat B voor elke provincie en voor het Rijk, hetzij van bevolkingen
op verschillende tijdstippen, zooals in staat A voor de uitkomsten der vier tellingen, worden de tafels tot
een bepaald tientallig cijfer tien-, honderdduizend of hooger teruggebragt. Bevolkingtafelen, opgemaakt op
verschillende tijdstippen of uit eene reeks van volkstellingen, leeren den vóór- of achteruitgang, het grooter
of kleiner aandeel op het eene dan op het andere tijdstip van elk gedeelte der bevolking boven en beneden
bepaalde levensjaren kennen. Zoo leert men bijv. uit staat A achter deze- inleiding dat op tien duizend
mannen op 1 Januarij 1880 8011, op l Januarij 1840 8978, op 19 November 1849 4142 en op 81 December
1859 naar de feitelijke bevolking 4150, naar de werkelijke 4176 waren op den leeftijd van 20 tot
50 jaren en dat derhalve het betrekkelijk aandeel voor dat gedeelte der mannelijke bevolking sedert 1 Januarij
1830 is toegenomen. Eveneens geeft staat B te kennen dat op 100,000 personen van het mannelijk
geslacht men voor Zeeland verkrijgt 48,147 oud 20 tot 50 jaren tegen 40,040 voor Limburg.
Op de Bterftetafel is het aantal levenden op elk ouderdomsjaar steeds het overschot van een jaarlijks terugkeerend
onveranderlijk getal geborenen (honderd duizend op staat D achter deze inleiding). Eene sterftetafel,
op honderdduizend jaarlijks geborenen over honderd jaren of tot aan de uiterste grens van het menschelijke
leven berekend, geeft dus het getal levenden of in leven gebleven personen van 100 x 100,000 of tien millioen
geborenen. Op de sterftetafel geeft dus de som der levenden of het getal jaren, welke honderd duizend
geborenen te zamon te leven hebben, het bedrag der gelijktijdig levende bevolking. Men dient echter hierop
te letten, dat de overledenen tusschen twee opvolgende jaren op die tafel verondersteld worden allen het hoogste
van beide jaren ten volle te hebben bereikt, terwijl werkelijk een gedeelte gestorven is even boven het laagste
jaar, anderen op andere tijdstippen tusschen beide jaren. Tot gemak der berekening wordt verondersteld,
dat 'zij gemiddeld slechts het halve jaar op den dag van hun overlijden bereikt hadden, bijv. de overledenen
van 0 tot 1 jaar worden verondersteld te zijn gestorven gemiddeld één half jaar, die tusschen 1 en 2 jaren
gemiddeld één en één half jaar oud enz. Hieruit volgt dat ter opmaking van eene bevolkingtafel uit de som
der levenden of uit het getal jaren nog te leven men voor de geheele bevolkingtafel of de bevolking van 0 en;
meer jaren van honderd duizend vooraf de helft {vijftig duizend) dient af te trekken, terwijl men op gelijke wijze
te werk gaat met het getal levenden op den ouderdom van 20 jaren, wanneer men eene bevolkingtafel voor de
bevolking van 20 en meer jaren wenscht te maken. De bevolkingtafel uit eene sterftetafel opgemaakt geeft
tevens te kennen het getal jaren hetwelk het getal levenden op den ouderdom van welken de bevolkingtafel
uitgaat, te zamen nog te leven hebben. Ter verkrijging van den gemiddelden leeftijd van eiken persoon op dien
ouderdom of van het getal jaren, hetwelk elk dier personen nog te leven heeft, behoeft men slechts het geheele
getal jaren of op de bevolkingtafel de geheele bevolking door het getal levenden op dien ouderdom te deelen.
Indien bijv. volgens staat D, mannelijke sterftetafel voor 18 5O /50 honderd duizend levenden bij de geboorte te
zamen gemiddeld te leven hebben 3,362,465 jaren, dan heeft één levende te leven '100^000 i aren of 33.62465
jaren. Zoo hebben bijv. volgens dienzelfden staat op 20jarigen leeftijd 56,287 levenden te zamen nog te leven
2,125,325 jaren, waaruit volgt dat elk levende op 20jarigen ouderdom nog te leven heeft 56'287 of 37.7587
jaren en dus gemiddeld op een leven van 20 4- 37.7587 of 57.7587 jaren mag rekenen.
XXIII

Het getal levenden op elk ouderdomsjaar van eene bevolkingtafel, afgeleid uit den ouderdomstaat eener
volkstelling of eener getelde bevolking, welk getal verkregen wordt door aftrekking der overlevenden op een
hooger ouderdomsjaar van de overlevenden op het daaraan onmiddellijk voorafgaande lagere, is het overschot
van voor elk geboortejaar verschillende geboortecijfers; terwijl dit getal levende op de bevolkingtafel, afgeleid
uit de sterftetafel, telkens het overschot is van hetzelfde getal geborenen, honderd duizend op de sterftestaten
voorkomende op staat ü. Wanneer, zoo als hier te lande, het geboortecijfer in den regel jaarlijks toeneemt,
zal op de bevolkingtafel uit de sterftetafel opgemaakt het getal overlevenden van af 1 en meer jaren steeds
grooter zijn dan dat op de bevolkingtafel afgeleid uit den ouderdomstaat eener volkstelling, zooals blijkt uit
de volgende vergelijking van de bevolkingtafelen voor elk geslacht, afgeleid uit de twaalf- en tienjarige sterftetafelen,
met die ontleend aan den ouderdomstaat der werkelijke bevolking op 31 December 1859.
OUD
(Au' 1 J«!
0 en meer jaren
(una cl plua.)
20 « » M
80 » » »
DE STERFTETAFEL
1840/51.
(Ia lablo ,l> morlalilt IMO/ll.i
M.
(llnminti.)
100000
62539
46521
32231
10168
527.5
V.
(Pommoa )
100000
63718
47969
33878
11571
690.3
BEVOLKINGTAFELEN AFGELEID UIT:
(Titbloa ils population .Uluilc. Jo •)
DE STERFTETAFEL
1850/59.
(Ia tablo ile mnrlalils !»»»/>».)
M.
100000
63207
47287
32984
10471
559.4
V.
100000
63720
47925
33858
11512
677.5
DE WERKELIJKE BEVOLKING
NAAR DEN
OUDERDOM OF 31 DEO. 1859.
(Ia population ritcWo par lp au ai D«r. !«»».)
M.
100000
56831
40007
25882
7262
383
V.
100000
58809
41943
27816
8668
. 510
De helft der bevolking of op honderd duizend vijftig duizend boven en vijftig duizend beneden eenen bepaalden
leeftijd wordt verkregen: voor de mannelijke bevolking op de bevolkingtafel afgeleid uit de twaalfjarige
sterftetafel (18 40 /B1) op den leeftijd van 27.7S28 jaren, op die uit de tienjarige (18 50 /B9) op dien van
28.224, op de bevolkingtafel, welke de werkelijke bevolking naar den ouderdom op 31 December 1859 tot
grondslag heeft, op 23.73725 jaren, voor de vrouwelijke bevolking op elk der drie tafelen op 28.2603, 28.71
en 24.843 jaren.
De helft der bevolking wordt dus op de bevolkingtafel uit de volkstelling afgeleid voor de mannelijke
bevolking verkregen op een jongeren leeftijd van 8.99555 jaren dan op de bevolkingtafel afgeleid uit de
twaalfjarige en van 4.48675 dan op die uit de tienjarige sterftetafel; voor de vrouwelijke op een jongeren
van 3.4173 en 3.867 jaren.
Wanneer jaarlijks niet slechts de bevolking toeneemt maar tevens het geboortecijfer grooter wordt, is het
getal overgebleven personen op den hoogsten leeftijd het overschot van het kleinste geboortecijfer. De bevolkingtafel
afgeleid uit de volkstelling zal dan, vergeleken met die afgeleid uit de sterftetafelen, het grootste
verschil in minder geven op de hoogste leeftijden. Dat zulks in ons vaderland het geval is blijkt uit de
volgende berekening op honderd, afgeleid uit den voorgaanden staat.
O en meer jaren
(•ni et nu ileU)
20 « » »
80 ii » ii
40 » » »
80 » H »
OUD
Overlevenden nnar do licvolkingtofd afgeleid uil de volkstelling op honderd overlevenden op eiken
leeftijd naar do bcvolkingtafclcn afgeleid uit boide sterftetafolen.
(Nt'inbrr

XXVI
men op honderd duizend mannen ten platten lande van Gelderland 04,516, ten platten lande van Zeeland
slechts 01,549, op honderd duizend vrouwen ten platten lande van Friesland 64,440, ten platten lande van
Zeeland slechts 62,674 die den twintigjarigen leeftijd bereikt hadden. De voormalige steden van Noordhollaad
geven op voornoemd getal 57,231 mannen. de voormalige steden van Zuidholland 63,841 vrouwen van en
boven twintig jaren. Men ziet dus hieruit, dat. verlenging van den gemiddelden levensduur door verbetering
van den gezondheidtoestand of het wegruimen van schadelijke invloeden vooral in de eerste levensjaren niet
slechts bijdraagt tot vermeerdering eener bevolking, maar tevens tot meerdere ontwikkeling van hare kracht
of tot vermeerdering van het betrekkelijk aandeel van het volwassen gedeelte der bevolking en dat het beait
van sterftetafelen een krachtig hulpmiddel is ter bevordering der kennis van den toestand eener bevolkiuff
en ter opsporing der middelen ter verbetering van dien toestand.
TWEEDE GEDEELTE.
De opgave der beroepen of middelen van bestaan heeft ook bij deze telling te wenschen overgelaten Op
het inschryvingbillet waren voor de invulling van de maatschappelijke betrekking
Kleeding
Gebouwen en scheepsbouw . . . . . . .
Huisraad •
Leder- en tuïgwerk
Mannfàkturen
Papierbereiditig, boek- en ateendrukkei'ü
Scheikundige voortbrengselen
Metalen (gewone)
Metalen (edele)
Houtbewerking
Verschillende takken van nijverheid. .
Eet- en drinkwaren
Kleedingstoffen
Metalen
Handel.
Tusschenhandel •
Vervoer
Handel van verschillenden attrd ....
Algemeen beatuür en algemceno dienst
Regts- en poEtiewezen
Eerediensten
Ondorwys
Kunsten en Wetenschappen i . .
Geneeskundige dfenst '.'....
Krygs- en zeörnagt
Grondeigenaars y gepensioneerden, rehténiei's
HuiBdienst • . . .
Verschillende beroepen
Zonder beroep en onbekenden ..
AANDEEL DIÎR MANNEN.
Lirnburg.
Utrecht.
GROOTST.
Notodholland.
Utrecht.
Utrecht.
Limburg.
Noórdbrabam.
Overyasel.
Noordholland.
Zeeland.
Noórdholland.
Noórdholland.
Noordholland.
Noórdhollund.
Noordholland.
Groningen.
Groningen.
Noordholland.
Noórdholland.
Noórdholland.
Zeeland.
"Utrecht.
Limburg.
Groningen.
Nodrdholland,
Utrecht.
Zeeland.
Gelderland.
Drebthe.
Zeeland.
Zuidholland.
HBT KLBIKST.
Zuidholland.
Gelderland.
Drenthe.
Friesland.
Drenthe.
Zeeland.
Drenthe.
Zeeland.
Drenthe.
Drenthe.
Drenthe.
Gelderland.
Limburg,
Zeeland.
Drenthe.
Zeeland.
Noordbrabant.
Drenthe.
Limburg.
Overijssel.
Friesland.
Gelderland.
Zuidholland.
Zuidholland.
Zeeland.
Drenthe.
Drenthe.
Friesland.
Zeeland.
Noordholland.
Groningen.
AANDEEL DER VROUWEN.
HET GROOTST.
Noordbrabant.
Utrecht.
Overyasel.
Utreoht.
Zuidholland.
Overgssel.
Noordbrabant,
Overysael.
Limburg.
Friesland.
Groningen.
Noordbrabant.
Utrecht.
Zuidholland.
Zeeland.
Groningen.
Gelderland.
Noordholland.
Groningen.
Utrecht.
Overyssel,
Utïtfcht.
Limburg.
Groningen.
Noordholland.
Limburg.
Limburg.
Groningen.
Zeeland.
Zuidholland.
t
HET KLEINST.
Zuidholland.
'Overijssel.
Zeeland.
Gelderland.
Zeeland.
Gelderland>
Gelderland.
Friesland.
Utrecht.
Noordbrabaht en
Gelderland.
Zuidholland.
Friesland.
Gelderland.
Golderlandi
Friesland.
Zuidholland.
Noordholland.
Gelderland. '
Zeeland,
Overijssel.
Groningen en
Limburg.
kroningen.
Gelderland.
Noordholland.
Gelderland.
Friesland.
Drenthe.
Overijssel.
Noordholland.
Groningen.

XXVIII
De volgende staat geeft voor de feitelijke en werkelijke bevolking van elk geslacht het aandeel in elke
beroepsklasse der personen van elk der vijf leeftijden, waarin de beroepstaat is ingedeeld.
BEROEPEN OF MIDDELEN VAN BESTAAN.
(Agrioulture, élève du "bétail.)
(IWeMioni nu oontllllom.)
Delfstoffen
(Exploitation deB mines, tourtières etc.)
Voeding •
(Nourriture.)
Kleeding
(Habillement.)
NMVEBHEID. (Industrie.)
Gebouwen en scheepsbouw
(Construction de bâtiments et de navires.)
(Ameublement.)
Leder- on tuigwerk
(InduBtrio des cuire, earosserie, sellerie.)
Manufakturen.
(Manufactures.)
Pnpierbareiding, boek- en steendrukkery
(Papeterie, imprimerie, lithographie.)
Scheikundige voortbrengselen
(Produits chimiques.)
Metalen (gewone)
(Métaux ordinaires.)
Metalen (edele)
(Métaux précieux.)
(Menuiserie.)
Verschillende takken van nijverheid. .
(Industries diverses.)
Eet- en drinkwaren
(Comestibles et boissons.)
Kleedingstofien
(V«tements.)
HANDEL. (Commerce.)
Metalen
Feitel. bev.
(Métaux.) 1 Werkel. bev.
Ij Tusschonhandel )
II (Banques, courtiers. chnnpeui'R de monnaies* etc.)
jFeitel. bev.
. (PnituUlion receméo)
! Werkel. bev.
(Poful.lion réollo.)
[ Feitel. bev.
! Werkel. bev.
Feitel. bev.
Werkel. bev.
Feitel. bev.
| Werkel. bev.
\ Feitel. bev.
I Werkel. bev.
Feitel. bev.
Werkel. bev.
, Feitel. bev.
Werkel. bev.
Feitel. bev.
Werkel. bev.
Feitel. bev.
Werkel. bev.
Feitel. bev.
Werkel. bev.
Feitel. bev.
Werkel. bev.
Feitel. bev.
Werkel. bev.
Feitel. bev.
Werkel, bev.
Feitel. bev.'
Werkel. bev.
Feitel. bev.
Werkel. bev.
Feitel. bev.
Werkel. bev.
Feitel. bev.
Werkel. bev.
Personen
van
0 tot 10 jaren.
Port. da 0 h 10 «m.)
Mann.
(Hommel.)
Bedon
100,000.
(IUjijiorl tur
100,000.)
30.1
30.3
»
1.6
1.6
2.6
2.6
3.9
8.9
8.9
8.9
14.1
14
48
48
0.8
0.8
»
0.5
0.5
1.3
1.3
1.6
1.6
7.8
7.8
»
»
»
»
»
Vrouw.
{Femntoi.}
Beden
100,000.
19.9
19.9
»
0.3
0.3
18.8
18.7
0.8
0.3
1.1
1
»
»
24.7
24.6
0.8
0.8
»
»
n
»
1.6
1.6
t 1.1
1
0.8
0.8
»
»
»
Personen
van
10 en il jaron.
M.
Beden
100,000.
727
728.9
n
»
107
110.9
163
162.6
246
245
278
270.6
327.8
826.7
635.4
684
124.4
124.2
11.8
11.8
101
100.5
69.6
69.5
230
280.'6
258.3
252.8
»
»
1.5
1.5
1.5
V.
Beden
op
100,000.
271
271
»
»
1.5
1.5
580
529
6.1
6
31.8
31.8
1.5
1.5
888
887.2
21.2
21.2
M
))
»
10.6
10.6
6.1
6
25.7
25.7
»
»
M
1)
II
1)
n
»
Personen
van
12 lot 16 jaren.
M.
Beden
op
100,000.
7902
7868
52.5
52.2
1787
1796
1530
1526
2013
2002
1562
1555
2118
2110
2120
2110
699.8
695
124
128.7
1356
1350
407
404.9
8247
3232
1060
1054
40.4
41.8
4
4
80.7
30.5
»
V.
Bedon
100,000.
1519.3 16965
1525.2 16655
»
»
4.9
4.9
2724.4
2718
14
13.9
104
103.4
12.3
12.3
1085
1038.2
58.4
58.2
n
»
»
51
50.9
8.2
8.2
52.6
52.6
4.1
4.1
0.8
0.8
H
))
II
II'
Personen
van
16 toi 23 jaren.
M.
Beden
100,000. 100,000.
146
145
3685
3665
2128
2097
3548
8507
1897
1867
2671
2626
2868
2816
785
725
215.8
215
2209
2179
564.3
558
4775
4701
1183
1165
226.4
226.8
81.5
31.8
52.3
51.8
19.9
20.4
V.
Beden
2651.5
2649
1.8
1.8
24.6
24.5
4080.5
4018
25.5
25.4
98.4
97.8
28.2
28.1
1416
1410
59.7
59.3
0.5
0.9
3.6
4.1
64.2
68.9
8.2
8.2
68.3
68.4
82.3
32.2
18.2
18.1
0.5
0.5
n
»
Personen
von
23 jaren en daarb,
M.
Beden
op
100,000.
20680
20505
176.2
175.3
4556
4540
2640.8
2622
4247
4239
1591
1582
2971
2949
2488,
2412
539.4
537
289.2
291
1698
1686
407.4
407
4760
4781
718.3
710
1202
1197
127.4
180
67.1
66.7
205.4
204
V.
Bedon
op
100,000.
3108.9
3105
3.7
8.7
226
225.3
4014.8
4012
32.6
82.5
55.4
55.5
25.6
25.7
798.8
798
14.8
14.9
2.1
2.3
18.7
18.6
33.4
33.8
22
22.1
39
89
893
893.2
37.9
38.3
2.4
2.3
5.3 II
5.3 II
BEROEPEN OF MIDDELEN VA1I
BESTAAN.
(Transport.)
Handel van verschillenden aard . .
(Autres branches de commerce.)
( Feitol. bov.
( Workol. bov.
( Feitel. bev.
' ' ( Werkel. bev.
, . j. . ( Foitol. bev.
Algemeen bestuur en algemoone dienst )
(Administration générale.) ( Werkel. bov.
(Justice et police judiciaire)
(Ouïtes.)
(Instruction.)
TCiinatnn on wot.pnRGÏmntiQii
(Beaux-nrfce et sciences.)
f-rAïinpaicimrlifVf) flïtïnst
(Service médical.)
(Armée do torro ot de mor.)
i Feitel. bov,
( Werkol. bov.
( Feitel. bov.
j Werkel. bov.
( Foitol. bev.
(Werkol. bov.
( Feitel. bev.
( Werkel. bov.
j Feitol. bev.
( Werkel. bav.
( Feitel. bev.
( Werkol. bov
„ , . . . . ( Feitel. bev.
Grondoigen., gepensioneerden, rontewers )
(Propriétaires, pensionnés. rentiers.) ( Werkol. bev
(Services domestiques.)
(Professions diverses.)
7,t}Yii\f*v \\m*m\Yï nu nu npkon (liili
/JUIIUUI Uvl UUU UU Uil UIMSUW-'H • •
(San» profession et inconnus.)
j Feitel. bov.
( Werkel. bov
t Fuitel. bev
) Werkel. bav
( Feitel. buv
j Werkel. bev
Personen
vnn
) lol 10 jaren.
M.
lieden
op
00,000.
3.9
6.2
1
0.3
0.3
1)
))
»
1)
II
1)
35030
35026
0.5
0.5
n
»
n
»
»
5.
5.
20.
20. c
64811.
64820
V.
Heden
O])
1110,000.
«
i,
ti
»
»
n
»
»
»
32091
82090
0.5
0.3
«
»
»
»
18.
14
21.
21.
67809
67810
Personen
van
10 en tl jnrcti.
M.
îodon
op
00.000.
100
128.6
40
89.9
n
»
»
65922
65882
22.2
22.2
M
))
1.5
3
»
110
118
441
443.
30093
30091.
V.
Scdeu
op
00,000.
1.5
1.5
3
4.5
»
i)
»
n
57715
57673
»
1.
n
»
n
n
»
500
510
224
225
40263
40293
Personen
vnn
12 lot 16 jaren.
M.
loden
np
00.000.
201
1411
1018
1028
12.9
12.9
11.8
11.2
10.5
10.4
24566
24583
293
294
1.6
1.6
243
252
0.8
0.8
1558
1620
5714
5689
39822
39186
v.
Reden
op
100,000.
1.6
1.6
123
123.1
»
ii
n
n
2.5
2.5
17501
17506
2.5
2.5
0.8
0.8
))
1)
1.6
1.6
6980
7038.E
1797
1796. 1 12617
; r12422
68001
67941
Personen
van
16 lot 25 jaren.
M.
Heden
O|l
100,000.
3687
45G5
2702
2722
125
124.8
38.9
89
40.8
44
3023
3189
656.5
653.3
69.4
74.9
4747
4759
10.
12.7
4093
4226
24821
23967
V.
leden
00,000.
5.5
5.9
461
465.5
»
0.5
0.5
67.4
67.9
1421.8
1442
10.9
10.4
8.
3.
tl
I)
7.
7.
28815
28959
3398
3393.
62277
62134
XXIX
Personen
van
3jarcnciid!ini'1),
M.
ïodon
op
00,000.
5705
6178
4892
4894
1522
1509
757.3
752
632.8
629
724.2
727
580
577
352
856
1728
1747.5
865
859
2358
2374.
19860
19282
11225
11186
V.
lodnn
op
00,000.
69.81
69.7
1653.6
1653
Uit dien staat blijkt dat op den leeftijd van 0 tot 10 jaren op de honderd jongens 35 , op honderd meisjes
82 onderwijs genoten en dat van de duizend jongens 1.5, van de duizend meisjes 1 ambachten of beroepen
\iitoefenden, welke zich hoofdzakelijk tot de manufakturen, den landbouw en de huisdienst bepaalden. Op
den leeftijd van 10 en 11 jaren genoten op de honderd jongens nagenoeg 65.9, op de honderd meisjes 57.7
onderwijs, terwijl van de eersten 4 van de laatste 2 verschillende beroepen uitoefenden. Zij hadden voor
de jongens hoofdzakelijk betrekking tot den landbouw, de manufakturen, leder- en tuigwerk en verschillende
beroepen; voor de meisjes tot kleeding en manufakturen en de huisdienst. Op dien van 12 tot 16 jaren
ontvingen op de honderd jongens 24.5, op de honderd meisjes 17.5 onderwijs, terwijl van de eersten nagenoeg
86, van de laatste 14.6 in een ambacht of beroep werkzaam waren. Op dien leeftijd betroffen de beroepen
door de jongens uitgeoefend voor meer dan één vijfde den landbouw, van de overige beroepsklassen hadden
het grootste aandeel de houtbewerking, de verschillende beroepen, leder- en tuigwerk, manufakturen en gebouwen
en scheepsbouw, terwijl van de meisjes nagenoeg de helft huisdiensten vemgtten en van de overige
de meesten tot vervaardiging van kleedingstoften of in manufakturen werden gebezigd. Op de leeftijden van
16 tot 23 en van 23 jaren en daarboven maken landbouw en veeteelt het voornaamste middel van bestaan
uit voor het mannelijke geslacht 16.7 en 20.5 op de honderd; hierop volgen het vervoer 4.6 en 6.2, de
houtbewerking 4.7 en 4.7, de voeding 3.7 en 4.5, gebouwen en scheepsbouw 3.5 en 2.4, krijgs- en zeemagt
4.6 en 1.7, huisdienst 4.2 en 2.4 op de honderd. Onder de middelen van bestaan der vrouwen bekleedt de
7.3
7.8
186
1.3
1.8
186.3
177
180.1
12.6
11.7
73.9
74
»
124
124.8
8087
8111.S
4267.6
4264
76516
76500

XXX
huisdienat op die leeftijden de voornaamste plaats; op dien van 10 tot 23 jaren 24, op dien van 28 en
en meer jaren 8.1 op de honderd. Van de overige beroepsklassen geven voor elk van beide leeftijden kleeding
4, landbouw 2.6 en 3,1, verschillende beroepen 3.4 en 4.3 op do honderd. De volgende staat geeft
voor elk geslacht het betrekkelijk aandeel der personen van elk der vijf levenstijdperken, waarin de beroepstaat
is ingedeeld in elke beroepsklasse. Ten einde het overzigt gemakkelijker te maken zijn de beroepsklassen
voor het mannelijke geslacht in dier voege gerangschikt dat die klassen het eerst geplaatst zijn, waarin de
personen op de jongste leeftijden het grootste aandeel hebben, terwijl voor het vrouwelijke geslacht die rangschikking
door een volgnummer is aangewezen.
(Instruction.)
Zonder beroep en onbekenden .
(Sans profession ot inconnus,)
Manufakturen
(Manufactures.)
Verschilt, takken van n^verheid.
(Industries diverses.)
Huisraad
(Ameublement.)
Lader- en tuigwerk .......
(Industrie des cuirs, oarossorie. sellerie.)
Edele metalen
(Métaux préoioux.)
Huisdienst
(Services domestiques.)
Landbouw en veeteelt
(Agriculture élevé du bétail,)
Papierber., boek- en steendrukk.
(Papeterie, imprimerie, lithographie.)
Verschillende beroepen
(Professions diverses,)
Kleeding
(Habillement.)
Gebouwen en scheepsbouw . . .
(Construct, do t il timon ts et de navires.)
Vervoer
(Transport.)
Kunsten en wetenschappen . . .
(Beaux-arts ot sciences.)
Voeding
(Nourriture.)
Houtbewerking
(Menuiserie.)
Gewone metalen
(Métaux ordinaires.)
Handel van verschillenden aard
(Autres branches de commerce)
Scheikundige voortbrengselen . .
(Produits chimiques.)
Handel in metalen
(Commerce en métaux.) <
Handel in kleedingstoffen . . . .
(Commerce en vêtements.)
0-10
60.837
53.533
0.626
0.800
0.175
0.162
0.096
0.070
0.058
0.O48
0.O41
0.035
0.088
0.O82
0.080
0.O18
O.OU
0.010
0.002
10-M
20.065
4.394
1.451
0.940
0.664
0.908
0.256
0.226
0.154
0.386
0.868
0.137
0.226
0.155
0.289
0.830
0.056
0.261
0.141
0.086
MANNEN.
12-16
18.750
10.530
8.886
9.944
9.788
6.458
4.491
8.627
6.665
2.770
5.520
7.450
8.155
2.646
5.080
5.367
0.431
16-25
8.116
11.404 20.189 100.000
20.994
21.142
28.755
14.024 82.154 100.000
15.868 81.198 100.000
21.716 72.508 100.000
19.188
23 cnz.
Totaal,
2.782 100.000
68.043 100.000
1.711 13.124 25.678 59.187 100.000
67.799 100.000
7.890 17.895 78.889 100.000 ie
65.508 100.000
29.819 68.397 100.000 16
16.880 78.400 100.000 11
1.195 12.303 22.742 63.717 100.000
16.218 76.701 100.000 13
5.446 16.893 77.265 100.000 10
4.682 16.741 78.459 100.000 14
78.062 100.000
15.961 78.581 100.000
8
68.206 100.000 27
12.467 84.829 100.000 18
15.480 79.229 100.000 25
6.040 93.448 100.000 19
0-10
65.800
21.539
0.787
0.514
0.464
1.167
0,040
0.210
0.852
0.170
0.107
0.271
0.752
0.048
1.709
10-H
20.589
2.245
0.325
0.251
0.501
VROUWEN.
(Femme.)
8.977 20.171 37.217 37.788 100.000
0,810
0.722
1.084
0.156
0.752
0.048
1.709
0.019
12-16
11.522
6.980 11.565 57.671 100.000
4.870
6.382 89.358 58.969 100.000
5.208
4.558
6.835
4.607
0.813
2.255 17.293 78.948 100.000
0.288
4.274
0.989
0.260
46-25
1.719
20.180 74.675 100.000
16.878 77.718 100.000
15.595 79.367 100.000
18.304 74.082 100.000
15.177 78.861 100.000
2.084
2.594
7.698 84.615 1O0.O0C
6.870
6.439 92.608 100.00(
8.696 91.304 100.00(
4.545
25 cnz. Total.
0.870 100.000
2.167 10.657 26.359 60.080 100.000
2.911 10.959 25.856 59.760 100.000
2.433 14.600 25.029 57.474 100.000
1.362 12.062 27.482 57.977 100.000
97.497 100.00C
97.022 100.00C
93.130 1O0.O0C
95.455 100.00C
10.417 89.328 100.00C
Krygs- en zeerhngt
(Armée do terre ot do mar.)
Delfstoffen
(Exploitation des mines, tourbières etc.)
Handel in eet- on drinkwnron .
(Commorco on comeatibloB et boissons.)
Eerediensten
(Cultes.)
Régis- en polUiewezen
(Justice ot police judiciaire.)
Algem. bestuur en algem. dienst.
(Administration générale)
Geneeskundige) dienst
(Sorvioe médical.)
Grondeigen., gepension., renten.
(Propriétaires, pensionnés, rentiers.)
Tussohonhandel
(Banques, court., chang. de monnaÎB etc.)
o-w
MANNEN.
«-16
0.008 1.241
8.519
0.494
0.248
0.220
0.124
0.06.
,0.01
41.880
17.826
43 ont.
4.745 94.761
1.811
1.349
2.13!
5.26:
0.88
2.57
.7.421
9.155
97.946
98.43
97,74
94.67:
99.59'
97.42
Totaal.
00.0001 »
00.0001 24
00.000
00.000
28
21
100.000 28
IOOJOOOJ 28
100.000 22
100.000 20
100.000 88
0-40 10-U 11-16
VROUWE N.
0.189
0.165
0.14!
0.17
16-»
10.811 89.189
1.976
8.246
7.692
1.19
1.501
48 eni.
97.885
91.589
92.808
100.00C
98.65
98.321
100.00(
XXXI
Totaal.
00.C
00.0
OO.O
100.00C
Op bladz. 404 en volgende van dit deel is de indeeling naar de beroepen of middelen van bestaan jan de
op den dag der telling tijdelijk aanwezigen, wonende in eene der Nederlandsche koloniën en m ^n vreemde
afzonderlek opgemaakt Uit dien staat blijkt, dat van de mannen wonende in den vreemde de grootste heKt
1174 op 2081 in den handel een middel van bestaan vond, waaronder 979 schippersj en koopvaardijmatrozen
Van de 209 mannen wonende in de koloniën waren 86 ambtenaren en 86 krijgslieden, vermoedelijk met
tijdelijk verlof hier te lande aanwezig. De tijdelijk aanwezige vrouwen zijn voor verreweg het grootste gedeelte
zonder beroep opgegeven.
100.0
100.00
100.0C

XXXII
Staat 4.
Ongehuwden 1 Jan. 1830 . . . .
(Célibaulm.) (J.n.i.r.)
» 1 Jan. 1840 . . . .
19 Nov. 1849
(Novembre)
31 Dec. 1859
(Otambrt)
feitel.
(FT- 's>»/,„
54098
18»/»
58868
l«»/w
67294
'»«"/«
66031
66118
6.68
6.59
7.02
— 6.49
17.408 — 6.49
juren.
""VIT
105020
l8»/„
119052
18«/„
125416
lS«/„
121563
121882
12.97
13.322
18.08
11.96
11.95
10 toi 20
jnrcn.
lS'»/,3
92339
ia*»/»
110315
18»/M
111200
18«/«
125239
125932
20 lot 30
jnrcn.
148410
H»°/l»
161013
18»/»
195600
"» M /j9
199540
200488
— 11.41 — 17.72 \
12.84
11.60
12.317
12.86
18.02
-r- 20.405
Getal. Getal.
54248
54973
is»/»
51506
18»/»,
53614
54253
17"°/»
219348
i»"A»
249441
is»/,,
261167
18'°/»
295694
298225
IÏ"/T»
127897
!»»/•
182871
17'»/»
146646
i»«A«»
162572
168101
1764 onz.
7264
1704 onz.
7414
1774 onz.
7821
1784 onz.
6581
6587
1
19
23
145
143
•
40917611 Gehuwden 1 Jan. 1880
III (M.rié...)
445188 1 „ l Jan. 1840
1
466846 1
1 518808 1
„ 19 Nov. 1849.
. . .
feitel.
1
5225241
» 31 Dec. 1859
werk.
Reden op honderd. Ucden op honderd.
II
II
II
II
0.0004
0.10
-f- 0.104
— 0.039
0.04
0.041
-1- 13.26
12.85
11.083
—10.83
— 58.61
56.03
10.883 -t- 57.075
55.943 -f-31.41
56.99
81.26
— 29.847
31.34
-4- 1.77
1.665
1.57
1.27
81.213 — 1.261
0.0002
0.004
0.005
0.03
0.027
100.00
100.00 |
100.00 ]
100.00
Gehuwden 1 Jan. 1830
» 1 Jan. 1840
» 19 Nov. 1849
» 31 Dec. 1859
• • •
. . . .
. . . .
feitel.
work.
n
»
»
»
• »
»
»
»
M
II
II
n
il
il
il
»
ii
. ii
il
n
»
19
ls«V„
5
1
5
6
-f- 0.006
0.001
18'»/u
1598
18»/»
1572
18»/»
861
18«/„
975
978
— 0.0002 — 0.18
0.001
0.001
•+• 0.39
0.353
0.19
0.19
19.62
19.67
is 00 /»
73491
•s'»/„
78383
•s»/»
73113
is»/»
80681
80772
-1- 17.94
17.62
15.626
—15.45
15.46
50 lot IiO
jnrcn.
66616
""/uw
78048
is»/,.
82702
18">/B
91314
91489
80 lot 7b'
jnrcn.
17»/*
23462
17"/»
26976
17»/»
81155
l?«»/lTO
38411
33423
75 jnrcn
en
daarboven,
|*S4 enz.
2607
1704 enz.
2676
1774 OM.
2870
1784 onz.
2609
2611
8,23 — 2.899+ 0.32
— 8.174
8.63
8.98
8.976
226664
!»-/»
250966
18»/l»
264159
H»/»
298821
298984
— 55.84
3.018
8.25
8.286
3.28
17»/7o
103856
n«/M
109913
17»/»
125674
17"/ITO,
187828
187887
56.406 —24.70
56.46
+ 57.23
57.22
25.85
-f- 26.86
26.39
26.39
0.299
0.299
0.257.
0.256
1764 onz.
8989
17H4 onz.
4071
1774 onz.
4076
1784 O1UI.
8708
8702
-h 0.974
0.915
0.871
— 0.709
0.71
Ouderdom
onbekend.
6
27
58
405
415
0.001
0.003
0.006
0.04
0.04
n
22
15
162
152
1)
0.005
0.008
0.08
0.029
XXXIII
Totaal.
*
809423
893717
958607
1,016768
1,019214
100.00
100.00
100.00
100.00
100.00
409617
444982
467898
522175
522431
100.00
100.00
100.00
100.00
100.00

XXXIV
Slaat A vervolg.
Weduwenaars 1 Jan. 1830 ....
(V.uf..)
n 1 Jan. 1880 ....
19 Nov. 1849
81 Deo. 1859 < t feitel.
' werk.
Weduwenaars 1 Jan. 1880 • • •
Totaal
(Total.)
1 Jan. 1840 • • •
19 Nov. 1849
feitel.
31 Dec. 1859
werk.
1 Jan. 1880 ..
1 Jan. 1840
19 Nov. 1849 ..
(fcilel.
31 Dec. 1859?
( werk.
Totaal 1 Jan. 1880 ....
0 lot il
jaren.
1 Jan. 1840 .... 4- 13.59
19 Nov. 1849 ....
31 Dec 1859
feitel.
werk.
18»/,,
»
II
I)
II
II
»
»
n
»
171018
!«»/..
190445
i««/«
178499
•""/.»
201839
201931
5 tot 10 40 tot 12
jaren.
l8*>/l»
II
II
»
II
1)
»
»
»
»
158395
1BW/M
157642
is«y«
174992
18«0/„
180507
180624
13.381 4- 12.894
— 11.58
12.49
12.40
11.252
11.68
11.168
— 11.09
jaren.
n
»
II
II
»
»
n
»
»
m»/„
55623
i»»/»
60672
18»/!
II
II
l» 14 /l7
107012
i«"/n
122400
127906
123705
124474
8.378
4- 8.74
8.53
7.65
— 7.64
16 tot 20
jaren.
is»/*
10
7
18»/„
5
18«/„
2
2
20 tot 30
jaren.
Octal.
»»«/„
1212
18"/»
956
18"/»
1235
i»»/».
1154
1163
30 tot 50
jaren.
10880
«»"/i«»
11011
18»/,,
14990
ui»/,,
14776
14838
Reden op honderd.
-f- 0.02
0.018
0.008
— 0.008 — 1.729
— 0.003
is"/»
91722
18«0/B
110819
18»/»
112149
!««/«
125980
128285
4- 2.34
1.814 — 20.894
1.993 4- 24.19
1.74
Getal.
20.92
22.14
22.194
Reden op honderd.
— 7.18
209572
lflio/,,
228941
18»/»
261962
i*»/a.
268845
273954
4- 7.874 — 16.84
7.48
7.79
7.87
16.40
4-17.48
16.68
16.82
•;»/„
290256
»»"/iw
328422
858750
402910
406388
— 22.71
23.44
23.94
24.93
4- 24.94
KO tol 75
jaren.
>»•»/*
81057
n«VM
81656
'"'/»
36381
lï"/im»
41820
41871
59.99
60.07
— 58.621
-f- 62.67
62.63
I?»/J»
176662
i ?•»/,»
183316
i"»/»
202769
>7"/w»
227575
228181
13.82
—18.084
18.529
4- 14.08
14.01
78 jaren
en
daarboven,
17S4 era.
8660
1704 OM.
9065
1774 OM.
9410
1784 dB.
8959
8959
16.78
4- 17.202
15.18
18.425
—18.401
• 754 ent.
17749
1704 ont.
18308
1774 ent.
18397
1784 OIW.
16957
16964
-f- 1.89
1.31
1.23
1.05
— 1.04
Ouderdom
onbekend.
»
4
5
22
21
n
0.007
0.008
0.088
0.032
2
589
135
573
647
0.0002
0.04
0.001
0.085
0.04
Totaal,
51769
52699
619761
66738
66854
100.00
100.00
100.00
100.00
100.00
1,27800611
1,401004|
1,498811 f
1,61685711
1,6290.35
100.00
100.00
100.00
100.00
100.00
Weduwen
(Vauvoi.)
1)
II
II
1 Jan. 1830 .
1
19
31
Jan.
Nov.
Deo.
1840 .
1849 .
18591
Weduwen 1 Jnn. 1880
1 Jan. 1840
19 Nov. 1849
» 31 Deo. 1859
Totaal
(Tol.1.)
» • •
> * •
feilel
werk
1 Jan. 1880 ..
1 Jan. 1840
. . .
. . .
feitel.
werk.
19 Nov. 1849 . . . .
feitel.
31 Doe. 1859
werk.
Totaal 1 Jan. 1830 ....
n 1 Jan. 1840 . . . .
O tot li
jaren.
»
n
n
M
n
»
n
»
n
is"/»
167214
"»/»
187626
18«/«
171028
u»/»
199359
199487
» 19 Nov. 1849 .... —10.98
81 Dec. 1859
feitel.'
werk.
12.52
> tot 10 10 tot 12
jaren.
II
»
II
II
II
n
»
IS«°/M
154651
I*»/M
154116
l«/„
177297
177419
4- 12.855 —10.56
11.886
11.87
4- 11.58
10.99
10.57
10.57
jaren.
11
II
II
1)
II
IRl»/,,
»
M
II
l>
1)
54098
18»/»
58868
18»/»
67294
l8«/«
66081
66118
4.05
4.08
-1- 4.82
8.94
— 3.93
1210116
jaren.
II
H
II
II
H
II
II
11
II
11
18"/,,
105089
U«/„
119057
l8 M /n
125417
18«/„
121568
121888
7.87
4- 8.157
8.05
— 7.248
7.25
16 tot 20
jaren.
isio/u
28
18«/n
20
la»/»
19
19
19
20 tot 30
jaren.
«ctol.
1920
is»/,.
1685
i»"/»
2175
18»/»
1926
1980
30 tot 60
jaren.
25975
i'«/iw
26183
18»/,,
29950
i» 1 "/»
29874
29899
Reden op honderd.
4- 0.024 4- 1.652
0.017 — 1.894 — 21.61
— 0.014
— 0.014
— 0.014
I8>»/|J
93965
is»/»
111907
is»/»
112080
18«/«
126234
126931
1.65
1.40
1.40
«ctal.
is»/»
218821
lsio/,„
241081
IK"/»»
270891
282177
283224
22.344
H- 22.77
21.68
80 tot 78
jaren.
72706
»»"/•
76312
17"/»
82126
89645
89788
62.54
68.12
— 62.48
65.05
78 jaren
en
daarboven.
1714 enz.
15623
1704 eni.
16755
1774 enx.
17262
17M enz.
16287
16242
13.44
+. 18.858
18.122
11.781
21.677 4- 65.058 — 11.776
>"»/»
319255
850147
18»/l,
376813
1810/,,
420258
420575
Reden op lionderd.
— 7.04
4- 7.67
7.19
7.526 —16.82
7.56
16.39
16.518
4- 17.39
16.86
— 28.91
28.99
24.18
4- 25.06
25.03
17»/*
200024
17»/»
213201
17'Vw
238956
17/l«»
261069
261244
14.98
—14.607
15.34
4-15.57
15.55
1764 OM.
22219
17«4 onz.
28502
1774 OM.
24208
17x4 onz.
22553
22559
4- 1.66
1.61
1.554
— 1.34
— 1.34
Ouderdom
onbekend.
n
1
18
104
104
»
O.OOl
0.014
O.075
0.075
6
50
97
674
698
0.O0O4
0.O08
0.006
0.04
0.04
ffiV
Totaal.
116252
120906
131550
137805
187932
100.00 II
100.00
100.00
100.00
100.00
1,385292
1,459555
1,558068
1,677220
1,680098
100.00
100.00
100.00
100.00
11
100.00

XXXVI
Staal II.
OUD
(Ai).', .lu)
0 en meer jaren.
1 « » »
2 n » »
3 ii » n
4 » ii n
ti n n »
6 » n »
7 II » »
8 n » »
8 » » "
10 » » »
18 » » »
20 n •• »
28 ii » »
30 M » »
35 II n D
40 » » »
46 •• n ii
60 » ii n
65 » » »
60 » » n
65 ii n >i
70 » ii »
75 » » n
80 ii » »
86 >• » »
90 •• n 'i
95 » » II
100 » » »
LEVENSTIJDPERKEN.
(Viri.iJc. lit U vio.)
Van 0 tot en met 4 jaren
(De 0 ji 4 un. y i:»mprii.)
n 5 n 9 n
•i 10 •> 14 »
» 15 » 19 D
ii 20 n 24 n
>• 25 ii 3» ii
» 30 n 34 »
» 85 » 39 •>
» 40 » 44 »
n 45 » 49 ii
» 50 n 54 n
» 55 » 59 »
» 60 » 64 »
n 65 ii 69 »
» 70 » 74 »
» 75 » 79 »
80 jaren en meer.
(in. ci «n IIBII'I.)
Noord-
brnlmnt.
100.000
4- 97.443
4- 95.804 — 94.504 — 94.053
4-93.150 — 92.076 — 91.428
4- 91.182
4- 89.290
4- 87.854
4- 85.402
4- 88.347
4- 81.896
4- 79.396
-|- 69.902
4- 59.990
4- 50.410
4-42.943
4- 85.661
28.969
22.862
17.588
12.893
8.496
5.149
2.784
1.299
— 10.710 —12.878 4-13.332 —12.394
— 9.894 —10.852
— 9.494 — 9.727 — 9.528
— 9.912 — 9.772 — 9.598
9.580 — 8.977
— 7.467 — 7.879
7.282
— 6.692 — 6.758
6.107 — 4.567 — 5.784
4- 4.397
3.347
2.365 4- 2.559 — 1.848 — 1.707 — 1.741
1.485 — 1.261 — 1.200 — 999 — 1.038
796
503
Gelderland. /.uidliollnml.
100.000
97.008 — 96.(V70 — 96.842 — 96.760 — 96.928
89.808 — 89.020
87.622 — 86.668
85.448 — 84.850 — 85.280 — 85.150
83.284 — 82.108 — 82.865 — 82.952
81.096 — 79.782 — 80.527 — 80.744
78.950 — 77.557 — 76.862 — 78.422
76.770 — 75.822 — 75.798 — 76.143
67.048 — 65 799 — 65.817 — 66.484
57.271 — 56.201 — 55.610 — 56.351
48.294 — 47.082 — 46.677 — 46.208
40.915 — 89.321 — 39.690 — 38.241
33.586 — 31.794 — 81.283 — 81.414
26.828 — 24.685 — 28.959 — 24.496 — 25.859 — 24.270
22.261 —18.951 —17.858 —18.343
16.244 —14.199 —12.918 —18.204
12.006 —10.258 — 9.128 — 9.648
8.242 — 6.770 — 5.848 — 6.231
5.091 — 4.059 — 8.890 — 8.452
2.532 — 2.211 — 1.683 — 1.711
1.271 — 1.011 — 684 — 678
7.329
100.000
11.846
Roord-
hollimd.
9.169 — 8.933 4-10.148
7.711 — 6.987
Zeeland. Utrecht.
Dlannciyk geslacht.
(Scxu nmmiliti.)
100.000
94.630 — 94.142 — 94.504
7.527 4- 8.407 — 6.827
7.109 4- 7.324 — 6.918
5.324 4- 6.017 — 4.752 — 4.940 5.139 — 4.742 — 4.834
4.645 4.238 — 3.941 — 3.795 — 3.556 4.138 — 8.560
8.764 — 3.488 — 3.280 — 3.417
3.151 — 2.711 — 2.453 — 2.779
92.242 — 91.690 — 92.102 — 91.918
89.865 — 89.250
87.606 — 87.240
11.818
818 — 631 — 465 — 435
453 — 380 — 219 — 238
9.976 — 9.709 — 9.895 4-10.170 — 9.628
10.207
100.000
12.760 — 12.308
11.001 — 10.662
10.083 — 9.859
7.962
100.000
89.800 — 89.422
87.692 — 87.120
85.613 — 84.804
88.508 — 82.502
81.312 — 80.083
79.18C — 77.768
77.080 — 75.428
67.635 — 65.258
57.776 — 55.140
48.141 — 45.868
40.281 — 37.710
82.856 — 31.144
20.261 —18.488
15.519 —18.599
11.386 —10.089
7.559 — 6.552
4.577 — 8.771
2.483 — 1.956
1.207 — 825
9.685
Friuslnml.
100.000
97.108
94.576
7.860 4- 8.158 — 7.557
7.425 — 6.566
6.997 — 6.874 — 6.898 — 6.617
6.101 4- 6.153 — 5.598 — 5.887 — 5.667
8.827 — 8.487
2.982 — 2.781
2.094 — 1.815
1.276 — 1.181
12.880 —12.156
787 — 519
470 — 306
BEVOLKINGTAFELEN VOOR ELKEI PROVINCIE EN VOOR HET RIJK.
(Tnblra do popululion ,],• clmqu» province et du lloyaume.)
11.692 — 10.942 4- 11.886 — 10.842 —10.514
10.118
Overijssel.
100.000
97.046
94.638
Groningen.
100.000
92.282 — 91.888 — 91.798
90.066 — 89.380 — 89.382
87.844 — 87.012 — 87.212
85.694 — 84.682 — 85.026
83.545 — 82.412 — 82.828
81.272 — 79.958 — 80.644
79.040 — 77.546 — 78.580
76.902 — 75.126 — 76.370
67.279 — 64.995 — 66.651
57.164 — 54.751 — 56.754
48.517 — 45.742
40.960 — 37.916
38.676 — 31.441
26.778 — 24.824
21.111 — 18.910
16.077 —13.978
11.749 —10.322
7.920 — 6.773
4.837 — 3.994
2.585 — 2.082 — 2.250 4- 2.986
1.184 — 901 — 1.017 4- 1.459
503 453 — 880 — 219 — 238 470 — 306 417 — 865 — 861 4- 549
142 189 118 — 67 — 60 145 — 87 120 — 110 — 96 4- 157
28 24 23 — 10 — 9 4- 31 20 — 16 21 — 12 26
4- 6 4- 6 4 — 2 » 6 — 1.47 4 4 » — 0.92
» » 0.84
n
1.28
n »
n
10.115 4-10.244 — 9.897 — 9.550
9.272 — 8.647 — 9.009 — 8.810 — 8.541
7.284 — 6.475
5.084 — 4.982 — 4.875
4.328 — 8.656
3.829 — 3.549
3.088 — 2.779
2.252 — 1.912
Drcnllic.
B E
100.000
97.128 — 96.818
94.586 — 94.280
47.944
40.213
Limburg.
32.894 4- 85.661
25.962 4- 29.098
20.378 4- 23,165
15.503 4-18.010
11.235 4-18.254
7.412 4- 8.864
4.381 4- 5.212
1.401 — 1.181 — 1.233 4- 1.527
767 — 536 — 656 4- 910
417 — 365 — 361 4- 549
1
Ilet Itijk.
r O L K I N Q
100.000
97.278
94.864
92.496
90.808
88.180
86.096
84.052
81.928
79.785
77.666
67.600
58.050
49.509
42.342
(Tulilc i|c
îoo.ooni
96.988
94.560
. 92.108
89.794
87.600
85.392
83.200
80.942
78.726
76.507
66.748
56.881
47.692
40.007
32.806
25.882
20.028
15.054
10.978
7.262
4.328
2.311
1.042
383
118
20
8.5
0.12
BEDEK AFGELEID ITIT
12.988
10.181 — 9.719
7.826
5.914 — 5.584
12.788 — 11.820
7.731 — 7.167
.7.319 — 6.681
6.932 — 6.568
4.268 4- 4.756
3.823
3.081 4- 3.652
2.081
10.066
5.928
5.155
4.890
2.226
12.400
11.098
9.759
9.917
9.189
7.685
7,201
6.924
. 5.854
4.974
4.076
3.716
2.984
2.017
1.269
659
388
Noordbrnbont.
Gelderland.
TAFEL. -
population.)
100.000
4-97.560 — 96.984 — 96.988
+ 95.455 — 94.574 — 94.488
+ 98.384 — 92.180 — 92.042
4-91.428 — 89.908 — 89.752
4- 89.615 — 87.810 — 87.682
4- 87.788 — 85.660 — 85.500
4- 85.828 — 88.586 — 88.400
+•88.792 — 81.849 — 81.214
4-81.864 — 79.241 — 79.113
4-79.945 — 77.148 — 77.051
4- 70.858 — 67.694
4-61.481 — 58.099
4-52.805 — 49.250
4-44.891 — 41.829
4-37.596 — 84.687
4-80.748
4- 24.597
19.088
14.252
9.781
6.116
3.862
1.600
600
170
100.000
27.977 — 27.621 — 26.908 — 26.687
22.294 — 21.877 — 20.961 — 20.785
17.806 —16.888 —15.897 — 15.829
13.004
9.U5
5.812
3.216
1.478
558
186
ïuidholland.
100.000
68.295
59.274
50.191
42.371
Noord-
liollnnd.
100.000
Zcolnnd.
100.000
97.172 — 96.888
95.092 — 94.860
92.880 — 91.896
90.624 — 89.745
88.554 — 87.798
86.428 — 85.780
84.830 — 83.598
82.149 — 81.444
79.989 — 79.221
77.847 — 76.968
68.694 — 67.646
59.229 — 57.912
50.074 — 48.191
41.969 — 40.814
84.790 — 84.221 — 88.512
12.686 —11.744 —11.761
8.784 — 7.923 — 7.986
5.558 — 4.818 — 4,901
8.108 — 2.495 — 2.557
1.485 — 1.009 — 1.058
591 — 846 — 894 4- 659 — 421
202 — 99 — 106 4- 222 — 181 — 158 — 141 — 128
35 36 4- 43 — 15 — 9
6 4- 9 5 — 2 — 1
» n n »
DE BETOLKINGTAFEL.
la table do population.)
j—10.885
- 9.670
- 9.092
- 9.872
9.176 — 8.849 — 9.088
- 7.414 — 7.421
7.295 — 7.142
- 6.848 — 6.710
-f- 6.151—
5.688 — 5.744
•+• 5.514—
4.988 — 4.989 — 5.064 — 4.956
H- 4.881
4.471 — 8.889 — 8.952 — 8.821 — 8.778
3.665
+ 2 754
1.762
1.000
600
12.190
10.667
9.449 — 8.756 — 9.158
9.595 — 9.021 — 9.465
4.302 — 4.202 — 4.158 — 4.068
8.803 — 8.17G — 8.10E — 8.08E
2.596 — 2.45C — 2.82Ï — 2.344
1.743
92C
558
12.368 —11.446
10.581
7.820
7.581 4- 7.748 — 6.802
7.169 4- 7.813 — 6.825
1.62S
10.707
9.155 4- 9.721
8.105
5.947
— 1.486 — 1.504
894 — 66Ï — 65£
12.202 —11.755
10.880 — 9.922 -1- 11.158
9.822 — 8.884
9.784 — 9.366
7.877
5.902 — 5.886 — 5.741 — 5.566
591 — 846 -, 894 4- (555)—
42
Ulredit. Friesland. Overijssel. Groningen. Drcntlie. Limburg.
100.000
97.168
94.982
Vrouwelijk geilacht.
(Sexo Hnilnln.)
92.626 — 92.874 — 92.828 — 92.096 — 91.612
90.848 — 90.024 — 90.070 — 89.688 — 89.190
88.245 — 87.748 — 87.880 — 87.544 — 86.826
86.284 — 85.466 — 85.765 — 86.884 — 84.782
84.310 — 88.278 — 88.582 — 88.158 — 82.530
82.318 — 81.080 — 81.465 — 80.858 — 80.818
80.850 — 78.791 — 79.888 — 78.587 — 78.072
78.823 — 76.590 — 77.225 — 76.452 — 75.842
69.489 — 66.780 — 67.687 — 66.690 — 65.817
60.078 — 56.786 — 58.111 — 56.687 — 56.068
60.771 — 47.469 — 48.995 — 47.488 — 46.906
42.858 — 89.418 — 41.848 — 89.587 — 88.794
85.408 — 32.872 — 38.848 — 82.906 — 81.411
28.498 — 26.292 — 27.215 — 26.529 — 24.771
28.105 — 20.551 — 21.649 — 20.650 — 19.829
17.948 — 15.618 —16.558 —15.850 — 14.589 4- 19.267
13.495 — 11.829 —12.284 — 11.719 —10.692 4-14.592
9.423 — 8.085 — 8.895 — 7.886 — 7.081 4-10.000
6.006 — 4.972 — 5.816 — 4.805 — 4.268 4- 6.244
8.860 — 2.627 — 2.856 — 2.605 — 2.809 4- 8.510
1.623 — 1.107 — 1.827 — 1.142 — 1.048 4- 1.701
36
5
»
9.302
7.91S
100.000
97.295 — 97.050 — 97.110 — 96.720
94.940 — 94.628 — 94.718 — 94.126
80
K
U
II
12.252
9.860
9.944
9.817
7.45C — 6.546
100.000
511 — 460 — 882
32 — 25 — 24 — 27
7 — ,4 — 4
n
12.120
10.655
9.538
8.051 — 7.652
. 100.000
9.576 4-10.058
9.116
7.495 — 6.681
100.000
2
100.000
97.800
94.812
92.580
90.378
88.806
86.192
84.150
82.016
79.942
77.917
68.810
58.950
50.788
48.864
86.861
80.891
24.494
623
198
6.91E — 6.58C1—
6.688 — 6.377 — 6.640 —• 6.470
5.157 — 4.9861—
5.096 — 5.10C — 4.790
4.45J — 8.784\
4.258 — 8.881 — 8.947
4.07Îi—
3.794l—
8.888 — 8.88S — 8.561 4- 4.592
8.411'—
8.06Î1—
8.078 — 8.031 — 2.768 4- 3.76É
511 — 'I6C — 882
7
»
12.456 4-18.174 —11.694
11.092
9.762 4-10.025
9.154
7.946 4- 8.112 — 7.869
5.879 — 5.442
2.64( )— 2.84Î)—
2.46( — 2.20f — 1.958
10.984 —10.889
9.607
9.749 — 9.860
9.162 — 8.217
7.888 — 6.508
5.897
5.227
4.678
2.784
1.78'f—
1.52( )— 1.52E — 1.46f — 1.261 4- 1.80Ï
96i[~
68< 5— 81C — 685 — 66e 4- 1.07Î
62Î
Het Rijk.
100.000
97.180
94.800
92.432
90.208
88.126
86.022
83.926
81.770
79.666
77.558
68.284
68.809
49.714
41.948
84.692
27.816
22.009
16.899
12.659
8.668
5.421
2.962
1.343
610
160
80
5
0.06
11.874
10.568
9.274
9.475
9.096
7.771
7.251
6.876
5.807
5.110
4.24C
8.991
8.247
2.46S
1.60Ï
882
51(
ODD
0 en meer jaren.
1 n II »
S u n n
8 n n n
4 « n n
S n n n
0 n n n
7 n n if
8 n » n
8 i» » n
10 u n n
18 il » t
20 » n »
as » » »
80 ii n »
88 n n n
40 » » n
48 » n »
80 » n n
68 » » ••
80 n n »
86 n n n
XXXYII
70 » n » .
78 » il n
80 n » n
88 n n »
80 » » »
98 n » n
100 » » n
LEVENSTUDPBBKBN.
Van 0 tot en met 4 jaren
n S n 8 »
K 10 » 14 n
ii 18 » 18 »
n 80 » 84 n II
» as » as ii II
« 80 n 84 » ||
« 88 » 88 n II
» 40 » 44 n
» 46 u 48 n
» 60 n 64 n
» 66 » 68 n
n 60 » 84 ••
n 86 n 68 n
» 70 » 74 n II
n 76 » 78 » II
80 jaren en meer. Il
10

XXXVIII
i
ï 1S
loora
'à
|
S
Ia
"B
Si
0
à
|
S
e
•
1
a
u
1
Staat (i,
Ongehuwd. . . .
(MurMi.)
In weduwenBtaat
(Vraft.)
GcBchoid. v. echt
en onbekond. .
(Dlvurct» et Ain civil inconnu.)
4» Efi
Ongehuwd. . . .
Gehuwd
In weduwenstaat
Geschoid. v. ooht
. on onbekend .
In woduwenstaat
Gescheid. v. eoht
on onbekond .
In weduwonstaat
Gescheld, -v. echt
on onbekend .
Ongehuwd. • . .
Gehuwd
In woduwenstaat
Gescheid. v. ocht
en onbokend ,
f Ongehuwd. . . .
t Gehuwd
In weduwenstaat
Goscheid. v. ooht
en onbekond .
Ongehuwd. • • .
Gehuwd
In weduwenstaat
GeBohoid.v. ocht
en onbekond .
Ongehuwd. . . .t. — 09.81 04.00
Gehuwd
0.10 — 5.83
In weduwonstaat
Geschoid. v. ocht
en onbokend .
Ongehuwd. . . .
Gehuwd
In woduwonstaat
Geschoid. v. ocht
on onbekend .
1 Ongehuwd. . . .
Gehuwd
In wcduwenstaat
Geschoid. v. eoht
en onbekend .
Ongehuwd. . . .
Gehuwd
In weduwonstaat
Goscheid. v. echt
en onbekend .
Ongehuwd. . . .
Gehuwd
In weduwenstaat
Goacheid. v. echt
on onbekend .
18-20.
+ 90.07
— 0.03
— 99.85
0.15
»
0.007 + 0.17
»
0.164
0.004
09.01
— 0.00
— 09.88
0.18
»
00.03
— 0.07
»
<
»
90.00
— 0.10
00.04
— 0.00
00.05
— 0.05
90.800
0.133
0.001
20-28.
+ 00.06
— 3.00
— 0.04
«
05.83
— 4.71
— 0.05
0.01
0.08
7.00
+ 0.17
0.09
— Rl.74
8.13
0.11
0.08
04.50
— 5.37
— 0.07
— 93.24
11.01
0.14
0.01
0.10
0.01
— 03,50
0.37
0.18
"
D3.0Ö
— 5.07
— 0.05
0.02
1)5.05
— 4.02
— 0.08
'•
, 93.58
B.30
0.11
U.D1
28-50.
+ 78.80
— 30.81
— 0.39
«
71.74
— 87.84
— 0.41
0.01
0.01
0.03
43.41
1.05
0.03
— 57.08
41.88
— 0.74
0.00
07.97
— 89.03
—. 0.08
0.09
— 54.00
43.09
+ 1.28
0.04
08.58.
0.80
0.03
— 59.07
39.00
1.02
0.01
05.30
— 33.50
1.03
0.08
73.05
25,00
— 0.39
03.31
35.87
0.80
0.02
OUDERDOMSJAREN DER MANNEN
(4|jc di» hommes)
op honderd van elk tevenstijdperk.
(»ur cont de cliaquo période.)
30-ÖÖ.
+ 58.01
— 40.08
— 1.00
0.01
43.18
— 1.18
0.03
9.04
0.03
70.30
8.83
0.07
— 31.55
00.71
— 1.74
•
37.87
— 00.38
— 1.78
0.05
— 80.31
71.13
+ 8.53
0.04
39.24
— 1.74
0.03
— 30.84
00.03
9.50
0.03
35.70
— 09.80
1.98
0.03
47.34
— 51.74
— 1.00
0.08
35.50
02.00
1.78
0.03
38-40.
+ 80.70
— 01.05 — 08.90
— 9.95
tt
96.14
— 9.11
0.02
Ongehuwd. . . . — 09.708 — 90.01 — 54.34 — 90.74 - 10.45
+ O.S25 + 8.00 + 44.78 + 71.19 80.55
- 9.03
0.07
+ 80.75
3.48
0.19
—10.41
77.75
— 3.79
0.05
33.05
— 74.40
— 3.55
»
— 10.38
79.54
+ 4.07
O.Ol'
34.45
— 8.90
0.04
— 17.89 — 13.38 — 10.30 — 8.98
78.03
4.00
0.03
23.16
— 73.01
3.38
•
31.58
— 05.01
— 8.51
•
32.24
74.70
2.90
0.04
«0-45.
+ 87.83
— 3.80
0.01
19.14
- 3.31
0.03
-18.00
88.94
- 4.30
Ongehuwd. • . . — 09.833 — 01.85 — 55.51 — 97.50 — 15.05 -10.50
0.07
+ 84.45
4.05
0.04
—13.48
88.80
- 4.83
0.00
10.03
— 70.75
— 4.30
0.03
- 18.03
88.07
+ 5.87
0.03
18.54
4.58
0.01
81,93
5.34
0.05
17.74
— 77.08
5.11
0.07
33.13
— 73.83
— 4.05
»
10.50
78.05
4.42
0.04
45-50.
+ 80.08
— 73.05
— 0.20
0.01
14.71
— 55.03 — 71.73 — 77.03 — 80.85
— 5.00
0.O4
— 9.58
84.38
— 0.07
0.07
— 0.01
83.75
7.14
0.10
— 0.47
+ 84.75
— 5.76
O.02
13.84
— 80.25
— G.38
O.03
— O.OO
81.85
+ 8.38
0.08
14.38
0.80
0.03
82.41
7.37
0.02
10.00
- 70.84
0.48
0.08
17.74
— 70.70
— 5.50
»
12.95
80.58
6.42
0.05
8O-8S.
+ 17.81
78.00
— 9.49
0.01
18.57
70.78
— 7.01
0.04
— 8.10
83.39
— 9.35
0.07
— 7.87
+ 88.08
9.90
0.06
— 8.33
81.93
0.71
0,03
— 11.11
70.35
— 9.48
0.00
— 8.38
80.38
11.40
»
13.03
— 30.53 — 58.00 — 72.01 — 70.03 — 78.86 — 77.03
10.30
0.04
80.71
10.30
0.05
10.09
— 78.85
+ 11.51
0.05
14.95
75,88
— 9.17
11.31
70.06
9.50
O.04
5S-6O.
+ 15.03
70.18
— 18.87
0.05
11.34
70.87
—13.30
0.00
— 7.50
70.43
— 13.01
0.00
— 7.00
77.58
15.37
0.10
— 0.40
+ 70.01
— 13.95
O.04
— 0.13
77.70
— 13.10
0.07
— 7.41
77.22
15.88
0.09
18.70
— 78.70
14.43
0.03
— 7.09
77.84
14.48
0.00
15.35
— 07.80
+ 10.84
0.11
13.00
72,41
13.03
»
10.34
75.04
13.90
0.00
60-65.
14.84
03.04
83.18
U.04
71.15
—17.81
»
— 0.87
+ 74.01
— 10.04
0.08
— 0.47
71 37
88.09
0.07
- 0.28
73.05
— 10.08
0.09
9,03
71.84
—19.13
H
— 0.98
70.00
22.08
0.10
10.40
67.88
+ 29.23
0.03
— 0.22
78,90
2155
0.03
+ 15.08
— 04.75
- 80.17
•
12.30
07.00
20.05
9.49
00.62
20.55
0.04
65-70.
+ 14.57
50.81
80.10
0.08
10.33
03.43
— 80.34
»
— 0.52
+ 07.43
— 35.04
0.11
— 5.80
04.04
89.51
0.05
— 4.73
04.78
+ 30.35
0.14
0.30
08.83
— 27.85
0.06
— 0.83
03.40
30.33
0.04
10.18
00,08
38.90
*
— 0.84
03.38
29.83
0.05
13.03
— 58.70
— 88.01
0.80
11.34
00.34
88.33
»
9.04
08.06
38.25
0.05
70-76.
+ 18.70
40.70
39.43
0.03
0.75
53.50
— 30.78
0.03
— 0.U7
+ 50.07
— 37.15
0.11
— 5.00
53.10
40.83
0.08
— 0.87
— 51.30
+ 48.37
»
10.40
58.60
— 37.00
»
— 0.04
55.87
— 38.03
0.00
10.25
— 49.94
39.81
•
— 0.37
55.01
— 37.78
9.58
— 53.07
— 38.85
»
10.39
50.90
38.50
0.00
8.85
53.57
38.53
0.05
78-80.
+18.00
30,20
— 47.08
9.03
— 43.87
48.10
-
— 5.50
+ 48.30
— 40.18
•
— 0.35
— 43.43
+ 50.32
#
— 4.84
45.70
50.00
tt
— 8.13
— 43.73
40.14
— 5.80
45.07
48.33
»
8.07
43.87
— 47.10
- 4.08
45.03
40.45
»
13.11
— 40.99
— 46.00
•'
0.07
42.74
48.10
8.20
43.78
48.02
tt
80
ondaarb,
+13.42
23,00
03.08
»
0.90
31.33
— 58.87
t,
— 5.80
+ 35.17
— 58.97
•
— 0.74
30,05
03.81
»
0.19
30.80
+ 07.01
II
— 7.07
38,80
04.13
»
— 0.78
33.33
— 50.05
H
8.07
31.45
— 59.88
»
— 5.88
33.90
— 00.10
»
0.01.
— 84.39
06.10
•
0.87
QQ nn
— lo.QV
— 00.53
«
8.08
on DO
OVtOO
01.05
15
ondaarb. ondaarb.
+ 58.00
40,77
0.50
0.01
47.05
— 40.87
— 5.70
0.02
— 41.70
+ 53.45
— 5.78
0.04
- 42.46
51.50
— 8.00
0.05
— 44.67
40.79
— 6.51
0.03
47.13
40,80
— 0.04
0.03
— 43.84
50.18
0.55
0.03
40.00
— 40,38
0.70
0.09
— 44.38
40.35
0.45
0.02
47.23
40.11
0.03
0.04
48.033
44 Mi
+ 0.753
0.003
45.77
48.06
6.15
0.02
20
+ 44.85
A7 un
7.04
0.01
30.00
— 54.14
— 0.75
0.02
— 81.80
+ 01.37
— 0.09
0.05
— 81.02
61.03
— 0.99
0.00
— 34.78
58.08
— 0.50
0.04
38.14
— R4 in
— 7.07
0.08
— 38.84
50.37
7.70
0.03
37.54
— 54.55
+ 7.80
0.03
— 33.87
58.45
7.05
0.03
38.04
54.13
7.78
0.05
40,180
7.865
0.003
30.32
en in
7.92
0.03
r1 i
1 j
1 |s
||
1 c
11
1 Û
• fl
S B
•à B
«s
1S i
£
X te
I ÀJn
S
S9
i
g
e
« 5
À
B •M
i
Ongehuwd. . . .
(CriïitiAtntriMu}
(Miirtâut.j
In weduwonstaat
(Volimi.)
Gescheid. v. eoht
on onbekend .
£e> at AtAt rWtl liicunnu.)
Ongohiiwil. . . .
Gehuwd
In weduwenstaat
Goschoid. v, echt
en ondokond .
Ongehuwd. . . .
In weduwenstaat
Gesohoid. v. echt
on onbekend .
Ongehuwd. . . .
ÖsKuwcl
In weduwenstaat
Gescheid. v. echt
en onbekend .
Ongehuwd. . . .
Gohuwd
In weduwonstaat
Gescheld, v. echt
en onbekend .
Gescheid. v. eoht
en onbekend .
Ongehuwd. . . .
In woduwonstaat
Gesohoid. v. echt
en onbokend .
Ongehuwd. . . .
Gehuwd
V . Ï J 1 I I I . V U . . . . .
In weduwenstaat
Gesohoid. v. eoht
en onbekend .
Ongehuwd. . .
Gohuwd
In wetluwenstnnt
Goschoid. v. echt
on onbaUond .
Ongehuwd. . . .
1 Inweduwenstaat
Goscheid v. ocht
on onbekend .
Ongohuwd. . . .
G h l
1 In woduweustaat
Goscheid. v. echt
en onbekend .
Ongehuwd. . .
Geli d
' In weduwenstaat
Gescheid. v. eohi
en onbokond
15-20.
4- 00.00
— 0.34
.
00.433
- 0.508
— 0.005
tt
- 00.10
0.87
+ 0.03
•
OSU90 -84.13
0.500
— O.004
O.004
— 00.08
+ 0.90
O.08
•
0.01
09 00
— 0.37
+ 0.03
tt
— 98.35
0.05
»
— 00.30
0.04
M
— 09.35
0.05
•
09.37
ft A3
l/.U.
— 0.01
09.3
0 0
0.0
0.0
20-28.
03.05
7.80
0.15
„
87.07
18.30
0.18
0.01
83.53
17.00
0.40
0.01
15.00
0.80
0.01
— 81.00
+18.05
— 0.85
0.01
0.01
— 88.07
10.04
0.30
— 84.94
14.81
— 0 95
»
— 83.82
15.87
0.30
0.01
— 83.1)0
15.83
— 0.10
»
88.24
li en
*-~ 1 l.Ou
— 0.17
»
85.30
14.34
0.30
0.01
25-Ô0.
4-00.57 -f44.90
-4-38.03
* 4-35.10
— 30.00 --53.13
•-04.14
--
67.48
- 0.70 --
1.00 --
8.88 --
7.48
0.01
58.18
- 41.08
- 0.78
0.01
- 40.10
49.37
1.55
0.08
— 50.88
47.75
1.30
0.01
- 40.03
51.70
1.88
0.01
0.03
— 43.53
+ 54.07
1.48
0.08
— 51.47
47.48
— 1.00
0.02
— 50.50
47.78
+ 1.00
0.00
— 47.04
51.30
- 0.83
0.03
02.18
37,15
— 0.06
0.01
53.70
45.10
1.18
0.02
30-58.
0.01
OUDERDOMSJAREN DER VROUWEN
(itfic ttc» femme»)
op honderd van elk levcnst|)dperfc.
32.82 •-91.98
--15.53
-05.30
- l.OO
0.03
- 88.33
07.08
3.08
0.07
- 39.32
07.38
3.31
0.09
— 80.40
70.58
3.80
0.07
0.03
— 23.53
73.31
3.14
0.02
— 80.08
08.28
— 2.03
003
— 25.08
70.24
+ 3.88
0.03
0.09
30.72
01.59
— 1.74
0.09
31.14
00.03
8.70
0.04
58-40.
0.01
74.90
- 3.70
0.03
- 80.07
73.78
0.11
0.10
— 91.11
— 73.85
5.00
0.08
-17.08
70.38
5.78
0.08
0.04
— 15.01
78.87
0.05
0.07
— 10.88
70.32
— 4.45
0.01
— 10 30
77.01
+ 0.03
0.10
0.10
85.50
71,44
— 3.00
31.4
73.3
5.1
0.0
40-48.
77.80
7.15
0.03
10.99
78.77
10.14
0.10
— 10.30
— 78.91
+10.07
0.16
— 13.13
70.57
10.88
0.08
0.04
— U.38
78.84
0,75
0.03
70.58
— 7.04
0.02
— 13.07
77.45
9.38
0.10
0.04
18.01
74.00
— 0.40
H
10.94
74.10
8.84
0.00
48-50.
4-81.15 -4-
18.70
- 07.40
XXXIX
-11.43 •-17.50
--
95.38 --33
54 --40.33
--55.82
•-00.93
--74.84
--H.49
--
13.34
0.08
-13.81
75.58
-11.33
0.05
-14.34
— 00.83
15.74
0.10
— 13.35
— 70.88
+ 10.86
0.13
— 11.84
78.31
15.83
0.13
0.12
—10.78
73.65
15.47
0.10
73.05
—13.00
0.05
— 10150
73.54
15.79
0.07
"
15.98
73.14
—10.04
44.31
71.05
13.05
O.09
80-88.
-03.80 --50.08
--48.85
--
31.00
H
-10.85 --10.97
f-73.07 •4-
04.87
-17.00 --94.11
--
33.75
0.08
13.84
— 05.03
80.00
0.17
13.40
— 68.00
+ 83.80
0.11
— 10.38
07.64
31.98
M
0.00
— 0.39
08.17
38.38
0.00
70.08
—18.57
0.00
— 10.80
00 93
38.04
0.15
•
13.00
70.40
—15.94
•'
13.15
00.73
30.04
0.08
85-60.
1-17.70 -h
17.58 -4-10.17
f
tt
o.oa
13.10
-57.18
30.54
0.00
43.58
— 53.40
+ 33.88
0.14
— 11.08
— 57.83
31.00
0.00
O.09
— 8.39
60.73
80,85
0.13
60.80
— 27.54
0.04
— 8.76
00.50
30.59
0.15
•
14.31
01.09
— 24.10
»
12.70
58.82
28.40
0.08
60-68.
0.03
-10.83 •-12.05
•-11.05
55.30
0.00
13.20
- 47.28
30.38
0.14
14.30
-43.41
+ 48.35
0.08
— 0.01
— 47.09
+ 48.35
0.15
0.04
— 8.80
50.62
41.01
0.07
— 15.70 — 13.04 — 11.35 — 11.53 -*• 10.38 —10.00
53.00
— 87.60
0.03
— 8.34
51.10
40.54
o.li
— 33.87 — 10.30 — 13.00 — 10.24 — 0.73 — 0.80 — 8.41
+ 73.60 + 70.01 + 80.00 + 77.00 71.90 03.03 + 50.84
— 8.38 — 3.00 - 0.30 — 18.10 — 18.31 — 87.18 — 35.37
0.08
13.03
54.38
— 31.74
o.oa
12.06
49.48
37.78
0.08
68-70.
»
43,85
- 44.04
O.OO
14.00
- 37.75
- 47.50
0.00
14.60
— 34.03
50.37
0.18
— 8.87
— 85.77
+ 55.31
0.05
0,14
— 7.18
40.77
58.08
0.03
43.83
- 47.04
0.07
— 8.55
41.07
40.40
0.08
- 0.31
45.07
48.40
0.32
18.75
+ 45.08
— 42.17
12.04
39.48
47.81
0.07
70-75.
15.38
38.74 --18.43
--
9.77 --39.91
--
45.05
O.OO
4-31.89
- 57.10
0.03
13.07
-87.32
— 58.69
0.09
+15.40
— 83.64
60.73
0.17
—10.91
— 23.72
+ 66.07
m
0.21
— 8,17
28.50
03.13
0.14
- 0.81
30.81
80.63
0.00
— 0.80
— 38.03
65.01
— 4.00
80.81
04.80
tt
15.39
31.81
— 58.80
13.50
28.09
89.38
0.07
78-80.
14.05
1
t ndaarb. c
- 8.40 --10.11
•4- 83.43
-08.06
0.05
13.30
— 10.05
— 67.65
H
+10.37
—15.83
— 08.51
*
— 0.50
10.35
71.15
— 0.78
—17.48
+ 75.74
»
— 0.05
80.63
60.43
*
- 6.41
—18.04
74.65
m
— 5.54
30.85
73.01
H
11.75
38.45
— 65.71
O.OO
11.64
19.85
69.09
0,02
80
15.30 -t-48.50
-4-
40.80
n
12.78
77.17 •-10.04
Ongehuwd. . . . 00.44 87.00 58.13 33.61 83.78 90.93 15.95 14.08 13.85 14.37 13.53 13.08 —10.03 — 10.78 43.80
Gehuwd — 0.54 18.33 — 40.09 — 04.83 — 71.70 — 79.13 — 71.22 — 05.79 00.80 — 48.80 — 30.44 — 98.04 —17.03 — 9.11 — 44.08
In woduwenstaat — 0.01 — 0.10 — 0.03 ••»• 3.53 - 4.48 — 7.00 —18.71 80.13 — 80.77 — 30.00 — 46.90 — 50.17 73.04 70.03 13.09
U
11.09
-11.08
- 70.33
+ 15.47
-10.70
— 73.78
0.10
— 0.38
— 0.58
81.14
*
0.18
— 4.08
11.90
+ 83 48
tt
— 9.44
14.50
— 70.06
¥
— 5.58
12.10
88.38
— 0.83
14.30
78.08
H
14.13
+ 15.34
— 70.58
11.46
11.70
76.70
0.03
15 30
ndaarb, < ndaarb.
0.01
43.57
46.40
0.03
-40.78
40.30
+ 18.76
0.07
- 48.18
— 45.36
19.55
— 0.07
— 40.31
47.01
12.04
0.04
0.03
— 89.18
48.23
13.61
0.04
— 41.48
47.39
— 11.83
0.02
— 40.04
40.73
19.57
0.06
— 40.32
+ 40.53
— 10.13
0.04
43.86i
84.70C
— 45.205
— 58.354
— 11.168
—18.031
0.00 5 0.00
43.40
45.55
13.03
0.03
0.01
- 33.18
84.04
- 13.75
0.08
-31.01
53.31
14.70
0.08
— 38.07
— 53.40
14.55
O.OB
— 80.44
54.75
14.77 II
II
0.04 II
85.19 II
— 50.70 II
13.07
0.05
— 88.53
56.03
+14.81 ||
0.04 1
— 31.88 1
54.80 ||
—18.80 ||
||
0,03 II
— 30.31 ||
54.02
14.80
0.07
— 30.00
+ 58.08
— 11.88
0.04
33.81 ||
53.70 ||
13.95 II
0.05 II
II

XL
Staat 0. STERFTETAFELEN VOOR HET
(Tablet do mortalité poui
O0OERD0BL
(Ad»')
0 jaar (•»). ,
1 » . . ,
2 jaren («•>•)
8 » . .
4 » . .
5 n . .
6 » . .
T » . .
8 » .
8 » . .
10 » . .
11 » . .
12 » . .
18 » . .
14 »
15 >i . .
18 « . .
19 .. . .
18 >. . .
18 « . .
20 « , .
21 v . .
22 » . .
28 « . .
24 « . .
25 « . .
28 n ..
27 o . .
28 » . .
28 ii . .
80 « . .
81 » ..
82 n . .
88 » . .
84 » ..
86 » . .
86 n . .
87 » . .
88 » . .
88 » . .
40 >• . .
41 » . .
42 « . .
48 ii ..
44 » . .
45 .» . .
48 » . ..
47 >i . .
48 » ..
49 » . .
50 » . .
8TBBPTB OP
100,000.
[Morulltà 1(10,000.)
MANNELIJK GESLACHT.
(flou tttitcuUn.)
AANTAL
LBVBNDBN.
GEMIDDELDE
LEEFTIJD.
(Vla moyanno.)
Jaren.
(.„..)
1840/51 1860/59 1840/a 18»0/69 1840/81 1850/J9 1840/61 1850/89 184O/51 1850/50 1840/H 1850/59 1840/81
24457 25787 100000 100000 83.38
6274 6102 75548 74213 42.96
8301 2866 69269 68111 45.80
1740 1649 65968 65245 47.07
1101 1117 64228 63596 47.88
824 825 63127 62479 47.46
682 643 62303 61654 46.76
626 582 61671 61011 46.24
454 462 61045 60429 45.71
451
854
852
289
287
293
292
488
484
4SI
428
664
656
649
641
634
575
569
563
556
551
565
558
552
546
. 540
633
025
616
608
600
768
755
741
729
878
817
810
316
240
259
292
355
860
415
448
555
587
610
482
512
552
545
547
501
522
490
559
689
524
537
610
506
639
436
538
648
642
670
677
60591
60140
59786
59434
59145
58858
58565
58278
57835
57401
56970
56542
55878
55222
54578
53932
53298
52728
52154
51591
51085
50484
49919
49361
48809
48263
47723
47090
4646
45849
45241
44641
48878
48118
42377
59967
59594
59277
58967
58651
58411
58152
57860
57505
57145
56780
56287
55782
55145
54535
54053
53541
52989
52444
51897
51896
50874
50884
49825
49186
48662
48125
47515
46949
46810
45874
45841
44693
44051
48381
45.05
44.38
48.64
42.90
42.10
41.81
40.51
89.71
89.01
88.30
87.58
36.86
36.30
85.72
85.14
84.55
33.96
88.82
32.68
82.08
81.88
30.71
30.05
29.89
28.71
28.04
27.35
26.71
26.06
25.40
24.74
24.06
23.48
22.88
716 681 41648 42704 22.27
816 699 40932 4202; 21.65
799 675 40116 41824 21.02
788 747 89817 40649 20.44
768 721 38534 89902 19.84
752 799 87766 89181 19.24
818 838 37014 3888! 18.62
17.98
33.62
45.17*
47.04
48.09
48.32
48.18
47.81
47.81
46.76
46.12
45.41
44.65
43.88
43.11
42.29
41.47
40.68
39.93
89.18
38.46
87.76
87.18
36.52
35.92
35.24
84.57
38.92
83.27
82.62
31.98
81.25
80.55
29.89
29.27
28.58
27.89
27.25
26.57
25.98
25.17
24.46
•23.81
28.15
22.50
21.85
21.19
20.54
19.88
19.21
18.58
17.96
LEEFTIJD.
(Vin preMile.)
jaren.
•
81 »
82 •
88 n
84 »
85 »
86 »
87 «
88 •>
89 »
90 n
91 ii
92 »
93 n
94 »
95 »
96 •>
97 »
98 »
99 »
100 »
STERFTE OP
100,000.
800
782
936
911
886
995
964
934
1074
1084
996
1132
1082
1085
1304
1226
1452
1347
1278
1179
1379
1251
1411
1248
1221
1065
1121
948
887
708
773
610
517
400
854.6
262.8
224.7
157.i
96.'
101.S
72.E
82.S
21.S
18.
12.
7.
4.
2.
2.
2.
880
901
868
1092
1031
1005
1010
1078
1004
1092
1057
1028
1188
1162
1807
1813
1279
1427
1283
1341
1208
1289
1335
1172
1128
1158
1165
1072
856
860
873
632
619
MANNELIJK GESLACHT.
452
862.
819.
195.
200.
97.
120.
62.
80,
17.
14,
7.
3,
2,
2.
0,
1
AANTAL
LEVENDEN.
840/51
6196
5396
4614
8678
2767
1881
0886
9922
8988
7914
6880
5884
24752
28670
22635
21881
20105
18658
17806
16033
14854
18475
12224
10818
9565
8344
7279
6158
5210
4373
3670
2897
2287
1770
1870
1015.4
752.fi
527.9
370.3
273.4
171.C
99.
66.8
45.
81.
19.
11.
6.
4.
2.
7549
6669
5768
4900
3808
2777
1772
0762
9684
8680
7588
6531
25503
24315
23153
21846
20533
19254
17827
16594
15253
14045
12756
11421
10249
9126
7968
6803
5781
4875
4015
8142
2510
1891
1439
1076.5
756.9
561.8
861.1
263.6
148.6
81.5
51.0
88.8
19.2
11.3
7.9
5.2
2.6
1.9
GEMIDDELDE
LEEFTIJD.
18»0/51
jiircn.
17.38
16.76
16.13
15.56
14.98
14.38
18.83
13.26
12.67
12.14
11.59
11.02
10.50
9.95
9.88
8.93
8.44
8.06
7.65
7.22
6.75
6.89
5.99
5.71
5.89
5.10
4.78
4.56
4.29
4.02
8.69
3 55
a.S6
3.19
2.98
2.85
2.67
2.59
2.48
2.18
2.18
2.40
2.32
2.1
1.90
1.78
1.67
1.44
0.98
0.50
850/59
17.85
10.75
16.16
15.55
15.04
14.49
13.94
18.37
12.84
12.28
11.74
11.19
10.62
10.12
9.60
0.14
8.70
8.24
7.86
7.41
7.01
6.57
6.19
5.8i
5.36
5.08
4.74
4.47
4.21
3.86
3.58
3.4
3.17
8.05
2.8
2.6f
2.5
2.2R
2.23
1.86
1.9!)
2.12
2.10
1.94
2.0
2.0
1.7.
1.8
1.2,
0.5
WAAII.sctlM.VM.IKK
LEEFTIJD.
jaren.
17.41
16.71
16.00
15.87
14.72
14.08
13.50
12.91
12.26
11.65
11.03
10.43
9.88
9.28
8.64
8.1-2
7.61
7.20
«.75
f>.31
5.86
5.48
5.05
4.79
4.51
4.29
4.04
3.76
3.48
S.19
2.87
2.80
2.6-1
2.50
2.80
2.13
1.9fi
2.09
1.87
1.48
1.4
1.8
1.88
1 72
1.45
1.3S
1.4
1.4
O.9C
O.5C
17.34
16.64
15.96
15.31
14.75
14.15
13.53
12.90
12.84
11.76
11.19
10.60
10.00
9.45
8.88
8.42
7.99
7.55
7.18
6.72
6.29
5.81
5.40
5.0:
4.71
4.86
4.04
3.70
3.44
8.12
2.8
2.71
2.51
2.41
2.19
2.12
1.9
1.82
1.0'
1.1'
1.8
1.5
1.5
1.3
•1.5
1.8
1.4
1.0
1.3
0.5
STERFTE OP
100,000.
8-XV51
722
709
818
800
783
929
905
881
982
958
925
1151
1108
1066
1382
1267
1602
1497
1455
1356
1618
1473
1657
1480
1465
1292
1364
1170
1049
898
10(11
842
706
551.;
511.'
878:
319.
225.
126.
145.
113.
43.
29.
24.
17.
11.
8.
5.
4.
5.
VROUWELIJK GESLACHT.
721
759
804
818
814
826
899
104!)
870
1035
960
1149
1174
1223
1437
1341
1407
1564
1247
1599
1871
1526
1515
1859
1361
1403
1387
1222
917
1038
1074
856
76-i
516
446
417
263
247
121
134
102
62
25
22
12
7,
9
2
1
4
AANTAL
LEVENDEN.
«•to/51 1850/: 59
9880
9108
8399
7581
6781
5998
5069
4164
3288
2801
1348
0428
9272
8164
7098
5766
14499
12897
11400
9945
18589
6976
5503
18846
12866
10901
9609
8245
7075
6026
5133
4072
3230
2524
1972.
1460.
1081.
762.
587.
410.
204.
151.
107.
77.
58'.
35.
23.
15.
9.-
5.
9885
9114
8855
7551
6738
5919
5093
4194
8145
12275
11240
7957
6734
5297
8956
2549
10985
9788
8189
.6768
.5242
3727
2368
11007
9604
8267
7045
6128
n090
401 (5
8160
2396
1880
1434
1016
752
505
384
249
147
85
59
37
24,
17
8
5.
4
QEMIDDELDE
LEEFTIJD.
840/, 51
jaren.
18.69
18.03
17.35
16.72
16.07
15.41
14.80
14.18
13.54
12.94
12.32
11.68
11.12
10.50
9.93
9.42
8.88
8.47
8.02
7.57
7.09
6.71
6.31
6.00
5.66
5.35
5.00
4.75
4.45
4.14
8.77
8.62
3.44
3.26
3.03
2.9
2.77
2.72
2.65
2.3
2.3
2.66
2.5
2;8
2.1
2.0(
1.7
1.4
1.0
0.5
850/59 1840/B1
18.32
17.90
17.2&
16.61
15.96
15.82
14.66
14.04
18.47
12.81
12.22
11.59
11.08
10.47
9.93
9.47
8.97
8.50
8.09
7.57
7.19
6.74
6.37
6,01
5.62
5.25
4.95
4.68
4.89
fl.97
.'1.68
8.58
8.85
3.26
8.02
2.80
2.75
2.53
2.58
2.17
2.07
2.15
2.86
2.15
2.12
1.96
1.55
1.78
1.23
O.50
LEEFTIJD.
jaren.
19.02
18.29
17.55
16.85
16.12
15.87
14.65
18.98
13.23
12.56
11.88
11.18
10.52
9.86
9.20
8.65
8.08
7.68
7.16
6.72
6.23
5.82
5.42
5.14
4.85
4.64
4.81
8.95
8.63
3.81
2.9
2.88
2.70
2.52
2.30
2.1
1.9Î
2.2C
1.9
1.52
1.4
2.0'
1.91
1.81
1.7
1.7(
1.5
1.4
1.0:
0.5
u
XLI
850/89
18.86
18.11
17.85
16.60
15.86
15.18
14.48
18.76
13.18
12.41
11.75
11.07
10.45
9.88
9.26
8.79
8.29
7.79
7.37
6.81
6.40
5.91
5.53
5.20
4.94
4.60
4.27
3.89
3.58
8.20
2.80
2.75
2.67
2.57
2.29
2.15
1.99
2.06
1.98
1.57
1.86
1.45
1.77
1.60
1.84
1.56
0.94
2.03
1.31
0.50

VLIt XLIII
Staat E. REDEN VAN ELKE BEROEPSKLASSE OP HONDERD I DUIZEND VAN ELK GESLACHT VOOR ELKE PROVINCIE
(Hupport de ulioqu* cuutaorle do profcttloni sur cent mille par provinces et par nexus.)
Landbouw en veeteelt. .
(Agriculture, élève du bétail,)
Delfstoffen
(Exploitation des mines, tourbières etc.)
Voeding. .
(Nourriture.)
Kleeding . •
(Habillement )
Gebouwen en scheepsbouw
(ConBtruotion de b&timnnta et de navires.)
Huisraad . . .
(Ameublement.)
Leder- en tuigwerk
(Industrie dos cuirs, onrcmsorie, sellerie.)
Manufak turen.
(Manufacturée.)
Fapierbereiding, boek- en steendrukkerü
- (Papeterie, imprimerie, lithographie.)
' Scheikundige voortbrengselen
(Produits chimiqueB.)
Metalen (gewone)
(Métaux ordinaires.)
N1JVEB1IEID. (Industrie.)
Feitelijke bevolking
(Por-ulillon reefln.óo)
Werkelijke bevolking
(Popal.llou ri.ll>.)
Feitelijke bevolking
Werkeljjke bevolking
Feitelijke bevolking
Werkeüjke bevolking
Feitelijke bevolking
Werkekjke bevolking
Feitelijke bevolking
Werkel\jke bevolking
Feitelijke bevolking
Werkelyke bevolking
Feitelijke bevolking
Werkelyke bevolking
Feite^ke bevolking
Werkelijke bevolking
FeiteUjke bevolking
Werkelyke bevolking
Feiteiyke bevolking
Werke^ke bevolking
Feitelijke bevolking
Werkeiyke bevolking
Mannon. .
tilmmnn.)
Vrouwen.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M. . . ,
V. ...
M. . . .
V. ...
M. . . .
V. ...
M. . . .
V. ...
M. . . .
V. ...
M. . . .
V. ...
Noordbrabnnt.
19785
+ 7957
19749
-f- 7958
2107
77.3
2101
76
1489
2767
1492
2762
2024
17.6
2024
17.6
741.5
92.5
742
98
4082.5
87
4028
86
3918
1251
3913
1252
189.2
2.4
190
2.4
74
0.5
74.9
0.5
992
11.7
989
11.7
Gelderland.
13620
1179.4
13588
1184
0.5
»
0.5
2166.1
55.6
2159
55.9
1787
1407
1780
1899
2498.4
2489
1257.1
8.5
1253
3.5
1613
1.5
1609
1.5
1140
830
1129
829
484
20.5
486
20.9
185
0.5
135
0.5
1116.2
n
1115
Zuidholland.
— 2921
— 88.9
— 2897
*— 39«o
•+-
88.7
88.7
n
3422
82.5
3449
82.6
1869
4179
1851
4197
3587
55.3
8616
55.4
1303
5.2
1299
5.6
1598
1.8
1584
1.9
1005
845
996
845.7
548
2.2
546
2.2
220
1.2
219
1.9
1340
1.9
1832
2.2
Noordholland.
4-
8292
274
8208
278.7
85.6
1.8
88.8
1.8
4642
208.2
4685
208.6
2180
3518
2120
3522
3888
12.8
3879
12.8
1580
9.9
1565
9.9
1917
5.9
1901
6.2
1238.4
629
1219
629
863
9.5
854.7
9.5
335
1.5
332
1.5
-f- 1758.1
7,8
+ 1748
7.3
Zeeland.
12664.4
903
12500
866.6
2498
— 84.8
2502
— 84.2
1574.4
1427
1565
1481
2908
— 1.2
2909
— 1.2
— 489
— 490
1642.8
16.6
1632
16.5
— 209
287.5
— 205
286.9
249.4
2.4
249
2.4
•4- 846
1.2
4- 878
1.2
1101.4
7.1
1092
7.1
Utrecht.
10457
1249
10428
1247.4
611
80.7
616
30.6
2758
222
2745
2884
4912
2380
4897
4149
18.5
4125
13.5
1469
86.8
1466.5
86.7
2170
18.5
2161
13.5
1792
781
1789.1
780
519
1.2
513
1.2
231
2.5
235
2.4
1639
11
1684
11
Friesland. Overijssel. (inningen.
15947
601
15848
601.9
174.8
174
2815
102.5
2795
108.7
1174.5
2624
1164
2622.8
2291
21.8
2275
21.8
900.4
10.2
900
10.2
1748
18.9
1740
18.9
301.8
86.5
299
86.8
195
5.1
194.8
5.1
154.4
2.9
151
2.9
886.9
14.5
884.3
14.5
•4-
4-
4-
22889
6748
22803
6737
118
1.7
115.8
1.7
•2794
242.8
2790
242.2
1691
1878
1684
1875
1949
25.1
1946
25
998
255.8
990
255.2
1407
6
1399
6
6997
3494
6976
3487
298.3
13.8
299.6
13.8
125
0.9
127.6
1.7
1111
6.9
1104.5
6.9
-t-
4-
17472
646.7
17126
642
113.6
1.9
110.4
1.9
8898
151.9
3825
151
2000
2045
1963
2038
2801
21
2247
17.1
1107
89.2
1085
88.9
2414
85.3
•2864
35.1
662.9
94.6
658.4
97.8
327.9
8.8
321
3.8
154
1.9
151.4
1.9
1291
24.8
1266
24.7
Drenthe. Limburg.
19607
2550
19426
2580
218
6.6
218
6.5
1835
45;9
1814
45.5
1414
196&.9
1899
1948
1266
10.9
1248
10.8
547
18.1
538
10.8
— 1325
6.6
— 1818
6.5
1138
959
1126
952
— 125.8
— 126
76
— 73.8
— 798.2
4.4
— 788
4.8
24990
8715
24821
3696
417
419.8
1964
154.6
1968
158.7
1496
1502
2608
2084
23.6
2033
28.4
+ 2122
221
-4- 2114
220
4-
4-
2066
6.6
2061
6.6
1665
159.3
1658
157
255
228
256
226.9
101
108
n
1570
8.5
1569
8.4
Hel Hi]k.
(l.o IUIJ.UUIU.I
18488
2128
13389
2127
118.7
'2.2
113
2.2
-2965
124
124
1759
2888
1760
2885
2812
22
2809
22
1200
N
61.4
1198
51.4
2056
18.8
18.8
1828
704
1816
703.2
438
20.9
431.6
21
187
1.2
188
1.4
1272
7.8
1265
7.8

XL1\
Metalen (edele)
(Métaux préoieux.)
Houtbewerking . . .
(Menuiserie.)
Verschillende takken van n^erheid
(Industries diverses.)
Eet- en drinkwaren
(Comestibles et DOISBOIIS.)
Kleedingstoffen
(Vfitoments.)
Metalen
(Métaux.)
Tusschenhandel
(BanqueB, oourtiers, changeurs de monnaies etc.)
Vervoer
(Transport.)
Handel van verschillenden aard
(AutrpB branches de oommerce.)
Algemeen bestuur en algemeene dienst .
(Administration générale.)
R e g t s - en politiewezeti . , . < • • • . < <
(Justioe «t police judiciaire.)
HANDEL. (Commerce.)
FeiteUjke bevolking
Werkeiyke bevolking
Feitelyke bevolking
WerkeUJke bevolking
Feitelijke bevolking
Werkeiyke bevolking
Feiteiyke bevolking !
Werkeiyke bevolking
Feitelyke bevolking
Werkeiyke bevolking
Feitelyke bevolking
Workelyke bevolking
Feitelyke bevolking
Werkeiyke bevolking
Feitehjke bevolking
Werkeiyke bevolking
Feiteüjke bevolking
Werke^ke bevolking
Feiteiyke bevolking
Werkelyke bevolking
( Feiteiyke bevolking
f WerkeUjke bevolking
M
V
M
IV
1 v
; M
! v
1 M
(V
i v
M
V
M
V
M
V
i M
t v
i M
i v
1 M
i v
| M
( V
| M
i V
( M
i v
( M
( V
t M
i v
l M
\ v
i M
1 v
S M
{ v
| M
i V
(M. ...
) V. ...
Noordbrabant.
196
247
195.3
2495
19.6
2489
19.5
546
20.1
544
20
551
217
550
217
38
18.6
88.9
19
_ 0.5
— 0.5
»
16.8
2
16.7
2
1400
23.5
1502
24.4
1725
903
1785
905
699.5
5.4
698
5.4
413
— 1
414
1
(ieldcrland.
_ 60.4
»
— 51.2
3862.3
— 1.5
4-
n
1.5
516
»
518
0.5
789.4
119.1
787
118.7
128.1
42.6
123
42.4
55
7
54.2
4- 7
46.5
— 0.5
45.8
— 0.5
2228.4
81.5
2874
34.5
1798.4
585.1
1787
532.6
853.2
1.5
846
1.5
— 244.2
— 245
Zu'ulholland.
278.7
2.2
273
2.2
8079
1.9
3069
1.9
787
129.7
779
180
586
228.7
585.6
223.5
0.3
»
4
0.8
57.2
n
56.7
n
174
8.7
172
8.7
4236
17.6
4704
16.4
3868
1067
8371
1067.9
940
1.5
986
1.5
368
n
365
Noordhollaad.
-+- 1088.2
9.9 |
4- 1083
9.9
4- 4289
11.8 i
-+- 4212
11.8
4- 1208
_. 5.1
-+• 1202
5.1
II f 975
II 320
II 4- 976.8
II 319.8
II
II
II
II
17 ' 8
19#4
2 ° 19 ' 4
46.4
"0.7
46.7
H _ 0.7
H -f- 364
H -+- 8.8
1 4- 361.9
1 -f~ 8.8
1 -f 6486
1 57.4
1 -f- 7001
54.9
-f- 5913
1109
4- 5960
1116
765
6.2
757
1 6.2
406
1.5
403.8
1.5
Zeeland.
65.4
47.8
65
47.2
2575
4.7
2556
4.7
— 185.2
»
— 183
1)
604
-f- 899.8
603.1
4- 399
1.2
n
1.2
»
»
»
38.8
ii
34.4
2728
— 15.4
2992
18
2686.4
1074
2689.7
1076
4- 1284.2
1.2
4- 1280
1.2
453.2
»
452
1
i
Utrecht.
141
8.7
136.4
8.7
3832
4- 41.7
3820
4- 41.6
940
27
941.1
26.9
704.5
249
704
250
62.6
2.5
62.5
2.4
ii
»
»
il .
53.7
2.5
54.8
2985
2.4
54
3017
52.6
2970
4- 1536
2958
4- 1519
785
12.3
731
12.2
4- 587
4- 7.4
4- 581.5
4- 7.S
Friesland.
299.2
— 0.7
297.7
— 0.7
3848
28.3
3825
28.8
309.5
II
308
n
436
— 111,2
434.8
— 110.9
7.4
— 0.7
8.1
0.7
8.7
M
8.7
n
21.4
0.7
23.5
0.7
4048
71.2
4688
79.8
3431
1349.2
3488
1344
— 547
3.6
— 589
423
423
8.6
n
Overijssel.
61.5
5.2
62.9
5.2
3296
25.1
3291
25
406.2
5.2
408.7
5.2
474.5
122.7
472.5
122.4
297.5
78.5
297
78.8
tfl
4.8
90.6
4.3
16
II
15.9
n
2908
25.1
8053
25
— 1087
— 170
— 1050
— 168.1
624.5
4- 8.6
628.6
4- 8.6
372.5
1)
371.8
(ironingon.
291
5.7
284
5.7
3692
26.7
3621
26.6
382
19.1
326
19.9
548
160.5
538
160.5
4- 316
4- 86.9
4- 316
4- 87.4
4- 176.8
»
4- 178
n
56.8
1
55.7
0.9
5152
4- 92.7
6607
4- 87.4
2847
1155
2808
1154
660
1
647
— 0.9
389
— 1
380
— 0.9
Drenthe.
90.4
6.6
91.6
2727
6.5
4.4
2714
4.3
195.2
195
6.6
4.3
— 240.4
124.6
— 236
" 128.G
»
2.2
2
2.2
n
»
ii
»
— 4.1
• — 4.1
»
2610
21.9
8201
28.2
2065
675
2058
665.6
614.4
615
378
2.2
2.2
»
371
n
Limburg.
182
19.8
188
19.7
— 2048
17
— 2089
16.9
1
275
58.7
276
53.4
719
285
714
235
24
22.7
26.6
23.4
20.3
0.9
20.2
0.9
23.1
1.9
22.9
— 778
1.9
17
— 776
16.9
1582
757
1605
767
935.8
— 0.9
924
— 0.9
488
»
48!t
t)
Ilet Itijk.
XLV
818 II
80.6 II
318 II
80.6 II
3831 II
14 II
3315 ||
18.9 M
616
84.8
614
34.8
648
214
646.6
214
69.7
22.7
71.1
22.9
43.7
1.3
48.5
108
107
1.8
2.8
2.8
3501
37.8
3892
38
2948
950
2954
950.2
796
791
398
391
3.9
8.9
0.8
0.8

V
'h
^erediensten
(CiiHw.)
(InBtrftOtion.)
Kunsten en wetenschappen.
(Beaux-arts et sciences.)
Geneeskundige dienst
(Service médical.)
s- en zeemagt . . .
(Armée de terre et de mor.)
grondeigenaars, gepensioneerden, renteniers
(Propriétaires, pensionnés, rentiers.)
Huisdienst
(Services domestiques.)
Verschillende beroepen
(Professions diverses.)
Zonder beroep en onbekenden
(Sans profession et inconnus.)
Feitelijke bevolking <
Werkeiyke bevolking <
Feitelijke bevolking \
Werkeiyke bevolking
Werkelyke bovolking
Feitelijke bevolking
Werkelijke bevolking
Feitelijke bevolking )
Werkelijke bevolking \
FeiteUjke 'bevolking
Werkelijke bevolking
Feitehjke bevolking
Workeljjke bevolking
l Feitelijke bevolking >
M.
V.
M.
V.
| M..
| V. .
M. .
V. .
M.
i M
Werkelijke bevolking ]
Feiteljjke bevolking
Werkelyke bevolking
M. . . . .
V
M. . . . .
M
y
M. . . . .
y
M
M. .
V
(M
i V M
V
M
V
M, . . . .
V
M
V
) M
( V
NourtforAtnt.
889
106.2
392
107
12308
10376
12281
10360
268
6.4
257
1.5
145
34.7
147
34.7
2061
»
2056
)1
668
205.5
665
206
4354
7737
4358
7749
11637
4727
11686
4718
24685
63137
24670
63156
liiMnliml. HMJMNond.
4-
4-
254
4
250.6
4
12669
11064.4
12683
11080
555.1
0.5
556
1
149.8
54.1
153
53.9
1371.8
t)
1869
779.1
51.1
786.7
51.9 !
j
2487
5571.1
2582
5708
16045
8585
16015
8587.7
29306
75938
29230
75830
— 203
89.9
— 207
90.4
— 11547
8880.7
— 11554
8906
515.5
18.9
522
14.9
180.6
25.9
184
26
2077
»
2158
1)
275
18
275
14.2
1015
7132
1006
7139
10O97
291.6
10O40
292
4- 42374
4- 77893
4- 41921
•+• 77336
Noordliollnml.
4-
4-
4-
399
150.4
892.7
160
18030
8817
12902
8822
565.4
19.8
580
20.1
255
51.6
259.8
51.2
1534.1
»
1617.8
823
9.5
312
9.1
961
9806
960
9338
7386
65.5
7838
67.7
27369
75853
27118
75811
Zoolnml.
806.2
81.9
307
32
13389
9854
13313
9865
— 196.3
10.6
— 187.7
4.7
•289
26
289.7
26
4- 2184.4
M
-I- 2304
264.3
30.8
261.6
83.1
— 452
8277
— 460.6
8800
•4- 21803
4- 14548
4- 21765
14526
26868
63004
26783
63025
_i
litrcclit.
279
164.8
275.4
165.8
17779
15588
18049
15570
422
9.8
899.1
3.7
349
29.4
372.4
30.6
2118
1917
598.2
17.2
594.2
15.9
5645
10451
5645
10486
11951
3252
Ï1908
3244.1
19674
61834
19751
61811
Fricsliiml. Overijssel. (•ruilingen.
274
39.2
278
89.2
14535
11810
14388
11315.7
304
1.5
299.1
1.5
178
28.2
170.1
28.2
555
568
146
42.1
144.4
42.1
496
9494
525
9514.5
16624
3053
16489
3036
26981
70984
26885
70971
253
91
251.8
91.4
14398
12633
14301
12611
212
O.9
210.7
1.7
158
30.2
154
30.2
1215
»
1212
î)
380
11.2
381
12.1
1037
4977
104fi
4982
807f)
1165
«095
1166
24825
67979
•24376
68017
302
82.9
296
82.6
19818
16839
19020
16780
818
4.8
309
4.7
198
63
191
64
451
449 I»
426
107
416.1
107.8
564
10857
581
10799
15084
5891.6
14786
5860
17702
62089
17639
62256
Dventhn.
282
41.5
279
41.2
17479
16358
17870
16309
240
I)
240
2.2
— 127
26.2
— 124
26
— 160
— 141
268
— 4.4
261
— 4.3
4- 5899
7786
4- 5852
7747
14593
3396
14403
3361
23688
65979
23778
66163
Limburg.
4- 804
4- 486
4- 808
4- 482
4-
14098
11785
18996
11753
890
3.8
385
5.6
121
69.7
118
69.4
1710
»
1715
701.8
4- 298
699
4- 288
912
8161
1897
8582
8823
2226
8814
2217
26700
68761
26499
68467
llcl Itijk.
\LVII
329.9
108
329
108.8
18694
11028
13632
11028
408
8.5
407
7.9
190
39.9
192
39.9
1537
»
1558
n
444
67.1
442
67.8
1875
7954
1917
8001.1
12050
-2862
11984
2860
28591
70652
28435
70616

EERSTE GEDEELTE
INDEELIM
(IHVIHIOV)
DEK
(DB I.»)
FEITELIJKE OF GETELDE EN DER WERKELIJKE BEVOLKING,
(POPULITIUN IIKCENSÉK ET
MAR DEN OUDERDOM OF HET GEBOORTEJAAR
IKS l.'riliK Illl I.'ANN^K tlK N
K N 1) R K
(KI)
IHIK.hULMKKX STAAT.
(l.'KTAT Civil..)

(') Hieronder I gescheiden. Hieronder 1 burgerlijke stnat onbekend.
s
11
0
1
a
8
4
5
6
7
8
8
10
11
ia
18
14
15
18
17
18
18
20
21
28
28
24
25
28
27
28
29
80
81
82
88
84
85
86
87
88
89
40
41
42
48
44
45
46
47
48
49
50
PROVINCIE NOCRDBRABANT.
il
ji
1859
58
57
56
55
54
58
52
51
50
49
48
47
48
45
44
48
42
41
40
89
88
87
86
85
84
88
82
81
80
29
28
27
26
25
24
28
22
21
20
19
18
17
16
15
14
18
12
11
10
, 9
FEITELIJKE OF GETELDE BEVOLKING.
(Population récemea.)
Onge-
huwden
(om-
balairei.)
290
244
257
265
200
212
229
218
288
196
240
170
155
164
188
197
198
202
204
235
350
292
246
246
217
169
188
116
111
125
84
78
81
75
59
63
46
51
41
49
29
22
25
28
19
16
24
16
17
15
11
MANNELIJK OESLAOHT.
(Sexo mm-ulln.)
Ge-
huwden
(Mariti.)
>1
))
t)
»
))
M
M
))
H
»
))
H
H
))
J|
)»
n
M
»
1
7
4
13
21
83
41
46
43
67
74
96
90
109
106
114
114
91
109
76
114
116
91
99
99
96
80
108
104
89
106
"Wedu-
wonnnrs
(v.ur..)
»
»
n
il
n
il
n
ii
»
n
»
il
n
»
»
ii
»
H
»
n
1
n
»
il
»
il
n
»
»
1
2
1
2
8
2
2
2
»
7
1
5
4
5
3
4
7
6
8
3
TOTAAL.
(Tnl.l.)
290
244
257
265
200
212
229
218
238
196
240
170
155
164
188
197
193
202
204
, 235
i 351
299
251
259
238
202
179
162
154
192
158
175
178
185
167
180
162
144
152
125
150
139
121
181
123
(*) 116
108
181
127
112
120
Onge-
huwden
(rail-
Wuljp.)
293
250
254
231
223
216
213
269
227
221
200
167
172
191
204
195
214
199
213
195
209
222
208
204
187
148
138
101
106
102
102
94
69
94
54
60
57
58
51
46
29
46
47
41
28
28
84
37
28
22
22
VROUWELIJK GESLACHT.
(Se.» «mirtln.1
Ge-
huwden
(Mariéaa.)
Il
II
II
n
n
n
il
ii
»
»
ii
»
il
»
ii
»
il
2
6
, 8
15
28
26
36
,41
47
61
53
90
94
118
115
116
108
115
103
95
101
110
106
102
88
102
95
98
96
77
99
90
68
Wedu-
wen.
(Vjllll.a.)
Il
II
II
II
II
II
II
II
II
II
1'
II
II
1)
I)
II
II
1)
II
II
II
II
1)
II
II
II
1
2
3
4
2
3
6
1
8
7
10
1
11
5
9
16 .
11
13
11
16
18
13
11
26
17
TOTAAL.
(Total.)
293
250
254
231
223
216
213
269
227
221
20P
167
172
191
204
195
214
199
215
201
217
287
236
280
223
189
186
164
162
196
198
215
190
211
170
182
170
154
163
161
144
164
141
156
129
187
148
127
188
138
107
huwden
(cm-
. halalr...)
298
244
257
267
197
210
22.7
221
239
198
288
172
156
166
189
200
195
193
197
236
358
801
250
240
214
159
136
113
111
128
80
78
88
75
55
61
45
52
40
50
28
21
25
28
22
16
23
16
17
15
12
WERKELIJKE BEVOLKING.
(Population réelle.)
MANNELIJK OESLAOIIT.
(8«ie maiculin.)
Ge-
huwden
(M.rié..)
Il
II
11
1)
11
11
II
11
11
II
1)
II
11
11
1}
II
II
I)
II
II