02.05.2013 Views

Opportuun maart 2006 - Openbaar Ministerie

Opportuun maart 2006 - Openbaar Ministerie

Opportuun maart 2006 - Openbaar Ministerie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

03<br />

openbaar ministerie jaargang 12 nummer 3 <strong>maart</strong> <strong>2006</strong><br />

Thema:<br />

Zedencriminaliteit<br />

Alles afwegende: het authentieke meisje<br />

Wet, webcam en waarheidsvinding


Inhoud<br />

Alles afwegende 3<br />

“Ik ben bang voor papa,” laat het meisje via<br />

een briefje weten. Het is het begin van een<br />

ernstige zedenzaak waarin officier van justitie<br />

Marjoleine ten Velde moeite heeft om<br />

met distantie te blijven puzzelen.<br />

OR-trofee 5<br />

De Medezeggenschapsraad van het OM<br />

heeft de OR-trofee <strong>2006</strong> in de wacht<br />

gesleept.<br />

Kinderporno 6<br />

De Twentse rechercheurs Felix Zanderink<br />

en Gerrit Vleerbos speuren dagelijks naar<br />

kinderporno. Bij inbeslagname van materiaal<br />

is hun motto “Niets hoeft te zijn wat<br />

het lijkt.”<br />

WaarOM? 9<br />

De Helpdesk van het Landelijk Parket<br />

schept duidelijkheid over ‘stelselmatige<br />

observatie’.<br />

Zedendriedaagse 10<br />

Wet, webcam en waarheidsvinding. De in<br />

Arnhem gehouden Zedendriedaagse sloeg<br />

een brug tussen technologie en jurisprudentie.<br />

Recensie 13<br />

Courtroom 302: a year behind the scenes in<br />

an American criminal courthouse.<br />

Digitale opsporing 14<br />

Er wordt niet veilig genoeg digitaal opgespoord.<br />

Talloze mogelijkheden die de technologie<br />

biedt, worden onvoldoende benut.<br />

Tegenspraak 16<br />

‘Spookrijders zonder schade’ en ‘advocaten<br />

van de duivel’ moeten zorgen voor kritische<br />

tegenspraak. Tijdens drie congresdagen<br />

‘Versterking opsporing en vervolging’ luisterde<br />

het OM naar adviezen uit de praktijk.<br />

Jo Peeters 18<br />

Hardlopen is zijn grootste passie. En collega’s<br />

die niet verder willen kijken dan hun<br />

neus lang is, ergeren hem. Elf vragen aan de<br />

Maastrichtse parketsecretaris Jo Peeters.<br />

FC Utrecht - PSV 20<br />

“Nu allemaal de trap op, stewards,” hoort<br />

voetbalofficier Fred Bijlsma in het commandocentrum.<br />

Woedende voetbalsupporters<br />

hebben zojuist in woord en gebaar<br />

duidelijk gemaakt dat de grensrechter niet<br />

had moeten vlaggen. Reportage uit de<br />

Galgenwaard.<br />

Personalia 22<br />

Agenda 23<br />

Website Eurojustice 24<br />

Column 24<br />

Droge boterham<br />

Beleid en regels 25<br />

Internationaal 26<br />

Verkeer 27<br />

AchterOM 28<br />

OPPORTUUN<br />

tijdschrift voor het<br />

openbaar ministerie<br />

jaargang 12<br />

nummer 3<br />

<strong>maart</strong> <strong>2006</strong><br />

Verschijningsdatum nr. 4: 6 april <strong>2006</strong>.<br />

<strong>Opportuun</strong> is het tijdschrift van en voor<br />

het <strong>Openbaar</strong> <strong>Ministerie</strong>. Het blad wordt<br />

gratis verstrekt aan de medewerkers van<br />

het OM en andere geïnteresseerden. Het<br />

blad verschijnt tien keer per jaar.<br />

De redactie is verantwoordelijk voor de<br />

inhoud van het blad. Aan de in <strong>Opportuun</strong><br />

verstrekte informatie kunnen geen rech-<br />

ten worden ontleend. Overname van arti-<br />

kelen met bronvermelding is toegestaan.<br />

Suggesties, opmerkingen, artikelen:<br />

Bel of mail de eindredacteur.<br />

Eindredactie: Pieter Vermaas,<br />

070 – 3399840 of p.vermaas@om.nl.<br />

Redactieadres: Voorlichtingsdienst<br />

OM, Parket-Generaal, kamer 423, Prins<br />

Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH<br />

Den Haag. Telefoon: 070 – 3399840.<br />

Abonnementenadministratie:<br />

Wijzigingen? Stuur de adreswikkel met<br />

de aangebrachte wijzigingen naar het<br />

redactieadres, of mail de wijzigingen naar<br />

opportuun@om.nl.<br />

Redactieraad: Ryan Lievaart, Heleen<br />

Rutgers, Hans Wesselink, Marcel Wolters.<br />

Vaste medewerkers: Lianne Bertens,<br />

Linda Bregman, Mirelle Herlfterkamp,<br />

Anne Hoeksema, Angela Kaptein, Karin<br />

Mensink, Michael Nieuwenhuis, Manon<br />

Nooteboom, Juriaan Simonis, Koos Spee.<br />

Aan dit nummer werkten verder mee:<br />

Linda van Bruggen, Mary Hallebeek, Jan<br />

Hoekman, Olga Hoekstra, Miek Smilde,<br />

Harry Willems, familie Zwijgers.<br />

Foto omslag: Lianne Bertens<br />

Ontwerp: Fabrique, Delft<br />

Druk: Zijlstra Drukwerk, Rijswijk<br />

Oplage: 6.900<br />

OPPORTUUN Nummer 3 – <strong>2006</strong> Alles afwegende 5<br />

Marjoleine ten Velde: “Ik was hoe dan ook niet in appèl gegaan.” Foto's: Onno Kummer<br />

Het authentieke<br />

meisje<br />

Humor is voor Marjoleine ten Velde een middel om afstand te<br />

houden. Want ze ziet niet alleen nare maar ook zotte zaken en<br />

dus moet de Arnhemse zedenofficier vaak lachen. Vervolgens<br />

kan ze met distantie puzzelen aan haar zaak. “Ik ben echt een<br />

puzzelaar, altijd bezig met de waarheidsvinding, maar heel soms<br />

lukt dat niet zo goed. Dit was zo’n zaak: een oprecht, authentiek<br />

meisje, dat lange tijd niet beter wist dan dat het normaal was<br />

wat haar vader met haar deed. De gelatenheid waarmee Angela<br />

sprak, maar ook de leuke dingen die ze over haar vader vertelde.”<br />

“Ik ben bang van papa.” Het is juni 2002 als<br />

de dan 9-jarige Angela* een briefje met deze<br />

tekst onder de wc-deur doorschuift binnen<br />

de crisisopvang Stichting Passade, waar zij<br />

met haar moeder verblijft. Enige jaren terug,<br />

in 1997, waren Angela’s vader en moeder uit<br />

elkaar gegaan. Angela woonde doordeweeks<br />

bij haar moeder, en in het weekend bij haar<br />

vader. Vanaf 2000 woont ze, op eigen verzoek,<br />

bij haar vader. Maar in mei 2002 wil ze<br />

dat niet meer en korte tijd later belandt ze<br />

met haar moeder in de crisisopvang.<br />

Ga uw dochter niet ‘uithoren’, krijgt Angela’s<br />

moeder te horen van de psychologe van<br />

de crisisopvang. Laat haar alleen vertellen<br />

wat ze zelf wil vertellen. Beloon haar niet<br />

voor wat ze zegt, maar toon wel aandacht.<br />

Angela’s moeder volgt het advies op. En ze<br />

doet kort daarna aangifte van jarenlange<br />

mishandeling en verkrachting van haar<br />

dochter.<br />

Zedenofficier Ten Velde zit er bovenop. Via<br />

haar aansluiting op het bedijfsprocessensysteem<br />

van de politieregio Gelderland-<br />

Zuid volgt en stuurt ze alle opsporingshandelingen<br />

in deze zaak. Hoewel er in<br />

voorgaande jaren nooit bij instanties aan<br />

de bel was getrokken, kleuren verklaringen<br />

van de moeder, buurtbewoners en leraren<br />

op Angela’s school, het plaatje van misbruik<br />

in. Angela sliep bij vader in bed, had regelmatig<br />

blauwe plekken, en was onverzorgd.<br />

Op school kon ze niet meekomen en was ze<br />

vermoeid. Ten Velde: “In het gezin was het<br />

sex, drugs en rock and roll – en dan zeg ik<br />

het heel gezellig.”<br />

Verdachte vader S. erkent veel zaken. Zijn<br />

cocaïnegebruik fokte hem op en oxazepam<br />

kalmeerde hem weer. Door gebruik van<br />

deze uppers en downers had hij minder tijd<br />

en geld om aan Angela te besteden; daardoor<br />

wilde Angela weer naar haar moeder.<br />

Een prettig verleden had S. evenmin: veroordelingen<br />

voor diefstal en afpersing en<br />

ook tweemaal voor verkrachting.<br />

In augustus 2002 wordt Angela in de studio<br />

gehoord door een ervaren zedenrechercheur.<br />

Het meisje begint telkens te tekenen<br />

als ze pijnlijke vragen krijgt, maar verklaart<br />

gedetailleerd over het misbruik: “Dan hield<br />

ik een kussen voor mijn hoofd, want dan<br />

dacht hij dat ik het langer vol zou kunnen<br />

houden. Maar dat was niet zo.”


6<br />

De advocaat wil meer weten over de wijze<br />

waarop het studioverhoor heeft plaatsgevonden.<br />

Op zijn verzoek benoemt de<br />

rechter-commissaris prof. dr. Merckelbach<br />

tot getuige-deskundige die de verhoren<br />

bekijkt en het gehele dossier leest.<br />

“Het verhoor is volgens de regels der kunst<br />

uitgevoerd,” rapporteert Merckelbach in<br />

januari 2003. Hij acht de betrouwbaarheid<br />

van Angela’s belastende verklaringen groot,<br />

want haar verhaal is consistent, volledig<br />

en accuraat. Angela's verklaring komt zelfs<br />

voor een belangrijk deel overeen met die<br />

van S. Zo geeft S. bijvoorbeeld aan dat hij<br />

zijn dochter wel eens sloeg en dat hij, in<br />

aanwezigheid van Angela, masturbeerde en<br />

seks met andere vrouwen had.<br />

“Een geweldig rapport vond ik het,” blikt<br />

Marjoleine ten Velde terug. “Ook op de zitting<br />

van 1 april 2003 gaf Merckelbach duidelijk<br />

aan dat het een schoolvoorbeeld van een<br />

studioverhoor was. Merckelbach liet zich<br />

ook niets ontfutselen op terreinen waarop<br />

hij niet deskundig was. Daardoor werd het<br />

deskundige karakter van zijn verklaring juist<br />

versterkt.”<br />

Begin 2003 verschijnt ook een door Ten<br />

Velde gevraagd rapport van twee onderzoekers<br />

van de Forensisch Psychiatrische<br />

Dienst. Zij pleiten daarin voor observatie<br />

van S. in het Pieter Baan Centrum. Opdat<br />

recidivegevaar, behandelnoodzaak en toerekeningsvatbaarheid<br />

van de verdachte in<br />

kaart kan worden gebracht. Op de zitting<br />

van 1 april 2003 besluit de meervoudige<br />

kamer tot deze observatie.<br />

Veel meer dan een betrouwbare verklaring<br />

en een dubieuze verdachte is er nog niet.<br />

Ook het technisch bewijs is mager. Een speciale<br />

kinderarts stelt na onderzoek van het<br />

meisje wel vast dat aan de vaginale opening<br />

afwijkingen waren te zien die een aanwijzing<br />

konden zijn voor meerdere malen seksueel<br />

misbruik.<br />

Dan volgt een pijnlijke periode voor Angela.<br />

Op de zitting van 2 december 2003 hoort de<br />

advocaat de broer van de verdachte. Deze<br />

broer zaait twijfel over misbruik in het toilet<br />

in de woning van S., waarover Angela had<br />

verklaard. Kán helemaal niet, verklaart de<br />

de broer, want die wc is te klein om de door<br />

Angela verwoorde handelingen te kunnen<br />

uitvoeren. Op 20 januari 2004 besluit de<br />

rechtbank tot een nieuw studioverhoor van<br />

Angela en een aanvullend onderzoek over<br />

deze wc. De door de verdediging gevraagde<br />

reconstructie wordt vooralsnog geweigerd.<br />

Onderzoek van de technische recherche<br />

leert dat de wc niet klein is: met een lengte<br />

van 97 centimeter is sprake van een standaardbouwmaat.<br />

Ook stelt de TR vast dat<br />

de deur van deze wc op een andere plek<br />

zat dan door de broer was aangegeven. Dat<br />

betekent dat deze getuigenverklaring niet<br />

meer van waarde kan zijn voor het bewijs.<br />

Maar het hakt erin bij Angela. Het meisje<br />

begrijpt het niet: ze hád alles toch al een<br />

keer verteld? Waarom wordt ze nu niet<br />

geloofd? En Ten Velde krijgt er buikpijn van.<br />

“Moest dat kind vanwege die stomme wc<br />

verdorie wéér de studio in, bijna anderhalf<br />

jaar na haar eerste studioverhoor! Ik<br />

voelde me er heel vervelend onder dat ik<br />

dat niet kon tegenhouden, terwijl de politie<br />

het meisje eerder had beloofd dat ze één<br />

keer het hele verhaal zou moeten vertellen<br />

en dat ze dan op alle vragen antwoord<br />

zou moeten geven, en daarna niet meer.<br />

Bovendien had Merckelbach al verklaard<br />

dat haar eerste verklaring betrouwbaar<br />

was. Op dat moment besloot ik dat ik,<br />

ongeacht het vonnis van de rechter, niet<br />

in appèl zou gaan. Want Angela was er zo<br />

ernstig aan toe dat ze direct na het tweede<br />

studioverhoor in een gesloten inrichting<br />

opgenomen moest worden. Deze opname<br />

mocht niet verder vertraagd worden door<br />

justitie-onderzoeken.”<br />

Tijdens het tweede studioverhoor herhaalt<br />

Angela haar eerdere verhaal over de wc; ze<br />

blijft zeer consistent. Maar aan het einde<br />

van dit tweede studioverhoor verklaart ze<br />

over een kampeerweekend waarin haar<br />

stiefopa ontucht met haar en met een jongetje<br />

zou hebben gepleegd.<br />

Door deze nieuwe feiten ruikt de advocaat<br />

van S. kansen. Is het niet toevallig dat het<br />

weer Angela overkomt? Zijn haar verklaringen<br />

echt betrouwbaar, of is dit een klassiek<br />

geval van een fantaserend kind wiens verklaringen<br />

‘radicaliseren’. Maar de rechtbank<br />

acht de verklaring van het meisje, ondersteund<br />

door de verklaring van het jongetje,<br />

opnieuw betrouwbaar. Het nieuwe onderzoek<br />

schaadt de zaak tegen S. niet.<br />

Op 1 juni 2004, twee jaren na het eerste<br />

briefje van Angela, vindt de negende en<br />

laatste zitting plaats. Ter zitting worden<br />

twee deskundigen van het Pieter Baan<br />

Centrum alsmede een op verzoek van de<br />

raadsman benoemde contradeskundige<br />

gehoord door de Rechtbank. De deskundigen<br />

van het PBC constateren dat S. verminderd<br />

toerekeningsvatbaar is, dat het gevaar<br />

voor recidive groot is, en dat een behandeling<br />

noodzakelijk is.<br />

“Vijf jaar terreur” heeft Angela ondergaan,<br />

rondt officier Ten Velde haar requisitoir af.<br />

Eis: vijf jaar met tbs met dwangverpleging.<br />

De rechtbank veroordeelt S. tot drie jaar en<br />

tbs met dwangverpleging. S. legt zich erbij<br />

neer.<br />

Deze zaak, blikt Ten Velde terug, leidde in<br />

Arnhem tot een OM-zedenoverleg, met<br />

vaste zedenofficieren en -secretarissen,<br />

voor de politieregio’s Arnhem, Nijmegen,<br />

Zutphen en de KMAR. Deze ‘samenspraak’,<br />

waarin de zedenzakenlijst wordt bekeken,<br />

de wetenswaardigheden van een zitting<br />

worden besproken en de juiste tenlastelegging<br />

wordt geformuleerd, vormt een<br />

ideaal klankbord zegt Ten Velde. “Juist in<br />

zedenzaken is het vaak doorslaggevend dat<br />

je helder blijft denken, dat je niet betrokken<br />

raakt bij het leed van anderen, maar afstand<br />

houdt en de kwaliteit van het onderzoek<br />

voorop stelt.”<br />

Tekst: Pieter Vermaas<br />

* De naam van het slachtoffer is vanwege<br />

privacyaspecten gefingeerd.<br />

OPPORTUUN Nummer 3 – <strong>2006</strong> OR-trofee <strong>2006</strong> 7<br />

OR-trofee <strong>2006</strong> voor OM<br />

Leiders moeten weer leiding geven<br />

De Medezeggenschapsraad van het OM (MROM) heeft de<br />

OR-trofee <strong>2006</strong> in de wacht gesleept. De MROM is er volgens de<br />

jury in geslaagd allerlei belangen binnen het OM tegen elkaar<br />

af te wegen.<br />

“Een erkenning van veel anoniem werk.” Zo<br />

beziet voorzitter Paul de Jong de OR-trofee<br />

<strong>2006</strong> die zijn MROM op 25 januari kreeg<br />

uitgereikt.<br />

In een traject van de ingrijpende OM-reorganisatie<br />

heeft de MROM “onder zeer grote<br />

tijdsdruk zeer deskundig geadviseerd,” zo<br />

staat vermeld op de bij de trofee behorende<br />

oorkonde. En: “De MROM heeft de moeilijke<br />

taak gehad om de belangen van het<br />

personeel, de belangen van die OM-onderdelen<br />

en de belangen van het totale OM<br />

tegen elkaar af te wegen.”<br />

De Jong, die op 10 januari de voorzittershamer<br />

overnam van Roland Wijmenga, is er<br />

best “een beetje trots” op dat de MROM, die<br />

vertegenwoordigers uit alle 31 OM-onderdelen<br />

telt, in staat is gebleken het OM-belang<br />

vanuit de concern-gedachte te dienen en<br />

niet alleen oog had voor de lokale belangen.<br />

“We hebben afgesproken dat we samen zouden<br />

optrekken tot het eind en in dat proces<br />

zijn we als MROM in zijn geheel gegroeid.”<br />

Hoofdlijnen<br />

De MROM koos de afgelopen jaren niet<br />

voor rechtspositioneel gekneuter op de<br />

Paul de Jong neemt de trofee in ontvangst. Foto: Nelleke Dadema<br />

vierkante centimeter. Hoofdlijnen stonden<br />

centraal. Door het over de inhoud te hebben<br />

en daarbij duidelijk de ondergrens aan<br />

te geven, is redelijk wat invloed uitgeoefend,<br />

denkt De Jong.<br />

Twee, drie jaar geleden vond de MROM de<br />

grootschalige verschuivingen in de organisatie<br />

niet nodig. De medezeggenschapsraad<br />

benadrukte toen juist tegenover zijn<br />

bestuurder het belang van cultuur en leiderschap<br />

en de verbeteringen die daarbij in de<br />

bestaande structuur nog konden worden<br />

aangebracht: leiders moeten niet knijpen<br />

als het fout gaat, maar echt leidinggeven;<br />

doen wat je zegt en zeggen wat je doet, met<br />

meer aandacht voor de individuele medewerkers.<br />

Wijzigingen in de OM-structuur kwamen<br />

er toch, maar de MROM-voorzitter constateert<br />

nu dat het College het belang van<br />

cultuur en leiderschap wel een prominente<br />

plaats heeft gegeven in het overleg. Nu met<br />

de komst van Geografisch Georiënteerde<br />

Eenheden de afhankelijkheden binnen het<br />

OM toenemen, wordt dat belang alleen<br />

maar groter, meent De Jong, want het vereist<br />

nog meer dan vroeger het maken van<br />

duidelijke onderlinge afspraken met bijbehorende<br />

verantwoordelijkheden.<br />

De kracht van de huidige MROM zit in de<br />

sfeer, denkt De Jong. Nieuwe MROM-leden<br />

komen in een ‘warm bad’. Onzekere mensen<br />

worden juist uitgenodigd om hun mening<br />

te geven en commentaar te geven op de<br />

mening van andere MROM-leden. Ook het<br />

overleg met de bestuurder, PG Herman<br />

Bolhaar, is openhartig, zegt Paul de Jong.<br />

“We hebben bijvoorbeeld ook heel open,<br />

met een lach en een traan, met het College<br />

kunnen spreken. En een half uur nadat wij<br />

de OR-trofee in handen kregen, feliciteerde<br />

Herman Bolhaar mij vanaf zijn vakantieadres.<br />

Dat is tekenend voor de sfeer.”<br />

Afgrond<br />

Leiders moeten weer leiding geven en<br />

investeren in ál hun medewerkers, is het<br />

parool van de MROM. Ze moeten aanwezig<br />

zijn, want het personeel wil gehoord<br />

worden. De Jong: “Als je daarin investeert,<br />

krijg je gemotiveerde medewerkers terug,<br />

en die vormen het kapitaal onze organisatie.<br />

Niet dat je iedereen maar gelijk moet<br />

geven, maar je moet wel luisteren – en niet<br />

ondertussen je koffertje inpakken voor de<br />

volgende vergadering.”<br />

De Jong wil zich op zijn beurt verplaatsen<br />

in leidinggevenden. Soms geldt inderdaad<br />

dat mensen niet moeten zeuren, maar een<br />

stapje harder moeten lopen. Maar maak<br />

wel onderscheid, stelt De Jong. “Nu zie ik<br />

dat mensen die al met hun nagels aan de<br />

afgrond hangen, er wéér een taak bij krijgen.<br />

Dit geldt voor alle geledingen binnen het<br />

OM. Het OM is goed in delegeren en dóórdelegeren,<br />

nietwaar? Maar uiteindelijk komt<br />

de last toch op de werkvloer terecht.”<br />

Tekst: Pieter Vermaas


8<br />

OPPORTUUN Nummer 3 – <strong>2006</strong> Kinderporno 9<br />

‘Niets hoeft te zijn wat het lijkt’<br />

Twentse rechercheurs gaan tot het uiterste voor<br />

slachtoffers van kinderporno<br />

Foto: Lianne Bertens<br />

Elk onderdeel van hun werkkamer heeft een betekenis.<br />

De vrolijk geelgekleurde muren, het afgeschermde ‘kijkhoekje’,<br />

de weggedraaide monitoren en zelfs de kerstboom en kerstverlichting<br />

boven hun bureaus. Alles moet voorkomen dat de collega’s<br />

die binnenwandelen direct worden geconfronteerd met het<br />

dagelijks werk van Felix Zanderink (47) en Gerrit Vleerbos (49),<br />

regionale coördinatoren kinderpornografie.<br />

De computer is gevuld met soms walgelijke<br />

plaatjes. Kleine naakte meisjes en<br />

jongetjes in onnatuurlijke, erotisch getinte<br />

houdingen flitsen over het scherm. In een<br />

sneltreinvaart bekijkt en categoriseert<br />

Felix Zanderink de beelden. Dat is wel kinderporno,<br />

dit niet. Hier is sprake van een<br />

volwassen vrouw en hier hebben we het<br />

over een meisje van nog geen zeven jaar.<br />

Ieder plaatje wordt geregistreerd met een<br />

‘k’ van kinderporno, ‘geen’ als de afbeelding<br />

geen kinderporno is of een ‘m’ die staat voor<br />

‘maakt deel uit van een serie, maar is geen<br />

kinderporno’.<br />

Aan de overkant zit collega Gerrit Vleerbos.<br />

Hij is bezig oude videobanden in een antieke<br />

recorder te drukken. “Pedoseksuelen<br />

bewaren alles,” weten de politiemannen<br />

van korps Twente. Daarom beschikken zij<br />

naast moderne computers die mediafiles<br />

kunnen afspelen en dvd-spelers ook over<br />

een diaprojector, een ‘video2000’-systeem<br />

en zelfs over materiaal dat 8mm-film kan<br />

afspelen.<br />

Randstadproblematiek?<br />

In oktober 1996 werd de Enschedese eenheid<br />

kinderporno, waar de twee rechercheurs<br />

deel van uitmaken, opgericht.<br />

Aangezien de strafmaat van artikel 240B van<br />

het Wetboek van Strafrecht werd verhoogd<br />

naar maximaal zes jaar gevangenisstraf,<br />

werd er meer mogelijk in de opsporing<br />

van kinderporno. “De Wet Bob werd van<br />

toepassing. Dit bood mogelijkheden voor<br />

bijvoorbeeld de toepassing van voorlopige<br />

hechtenis of het werken met taps,” aldus<br />

Zanderink. Overtuigd van de mogelijkheden<br />

van een speciaal team voor de opsporing<br />

van kinderporno stapte Zanderink,<br />

die toen als rechercheur bij de afdeling<br />

Zeden werkte, naar zijn chef. “Die vond<br />

het ‘randstadproblematiek’ en meende dat<br />

dit soort dingen niet voorkwamen in ons<br />

mooie Twente. Ik zei toen dat ik een team<br />

nodig had, zodat ik kon aantonen dat het<br />

hier ook wel degelijk speelde.” Samen met<br />

Vleerbos, die van Algemene Justitiële zaken<br />

(AJZ) afkwam, werd hij vrijgemaakt om zich<br />

te specialiseren in de schimmige wereld van<br />

de kinderporno.<br />

Het team bleek een succes. In het eerste jaar<br />

dat het draaide, spoorde het acht verdachten<br />

op. “En we hebben er dat eerste jaar 45<br />

slachtoffers uitgehaald,” vertelt Vleerbos.<br />

Knokken<br />

Beide rechercheurs zijn het erover eens:<br />

de speciale eenheid voor kinderporno in<br />

Twente is uniek in zijn soort. “Ik ken geen<br />

andere afdeling die zo te werk gaat,” schat<br />

Zanderink in.<br />

Doordat de twee speciaal zijn vrijgemaakt<br />

voor de opsporing van kinderporno, hebben<br />

Vleerbos en Zanderink de kans zich te<br />

richten op het onderzoek. Zanderink: “Bij<br />

de ‘gewone’ afdeling jeugd en zeden heb<br />

je niet de tijd en de ruimte om specifiek<br />

Hulp digitale recherche noodzakelijk<br />

Zonder de collega’s van de digitale recherche zou het werk van Felix Zanderink en Gerrit<br />

Vleerbos niet mogelijk zijn. Coert Blok en Jelle Berkhout zorgen ervoor dat de in beslag<br />

genomen computers worden veiliggesteld. Zij maken een kopie van de harde schijf en zorgen<br />

ervoor dat alle data op de schijf aan het licht komen. Kinderporno staat soms gewoon in<br />

handig gelabelde bestanden – ‘Lolita under fourteen’ – maar vaker komt het voor dat de verdachte<br />

‘dacht’ zijn schijf opgeschoond te hebben. Ook deze weggegooide data worden door<br />

de digitale recherche gevonden. “Zolang data niet overschreven is, kunnen we het terughalen,”<br />

zegt Jelle Berkhout.<br />

Met een speciaal programma, KPIXlite, worden na het veilig stellen van de harde schijf alle<br />

fotobestanden nagegaan. Het programma geeft elk plaatje een unieke waarde. Tegelijkertijd<br />

vergelijkt het programma de plaatjes met al gelabelde bestanden en kan het direct herkennen<br />

of een bestand kinderporno bevat of niet. Het nut van het programma is simpel.<br />

Berkhout: “Het voorkomt dat Felix en Gerrit plaatjes bekijken die ze al eerder beoordeeld<br />

hebben.” Dit geldt alleen voor bestanden die al herkend zijn als zijnde ‘g’, geen kinderporno.<br />

De afbeelding die al wel gecategoriseerd zijn als ‘k’, kinderporno, worden altijd nogmaals<br />

handmatig gecontroleerd. Plaatjes die niet herkend zijn, worden alsnog doorgeschoven naar<br />

beide rechercheurs om te worden beoordeeld.<br />

Voor bewegende beelden is overigens nog geen vergelijkbaar systeem, maar dit is wel in<br />

de maak.


10 OPPORTUUN Nummer 3 – <strong>2006</strong> Helpdesk 11<br />

Illustratie: Linda van Bruggen<br />

onderzoek te doen. Als er vier aangiftes liggen,<br />

blijven de normale onderzoeken logischerwijs<br />

vaker liggen.”<br />

Juist in de duistere wereld van de kinderporno<br />

moet de politie het hebben van grondig<br />

onderzoek. Veelal begint de zoektocht<br />

met een aangifte of een tip. Ook worden de<br />

rechercheurs soms benaderd door collega’s<br />

die met een ander onderzoek bezig zijn en<br />

het vermoeden hebben dat de verdachte<br />

ook bezighoudt met kinderporno. Als er<br />

genoeg concrete aanwijzingen zijn volgt een<br />

huiszoeking waarbij alles draait om de inbeslagname<br />

van zoveel mogelijk materiaal. Bij<br />

de doorzoeking geldt namelijk het motto:<br />

‘Niets hoeft te zijn wat het lijkt.’<br />

Zanderink en Vleerbos zijn kinderporno<br />

tegengekomen op originele banden van<br />

Disney, op cd’s van Michael Jackson, op dia’s<br />

en zelfs op memorysticks waarvan in eerste<br />

instantie werd gedacht dat het een ‘gewone’<br />

pen was. Soms moeten de rechercheurs<br />

knokken om het materiaal mee te kunnen<br />

krijgen. Dan ziet de rechter-commissaris<br />

niet in waarom ook de op het eerste oog<br />

‘origineel’ lijkende band van Jungle Book<br />

zeer zeker mee moet. En dat niet alleen de<br />

gewone pc en laptop van de verdachte mee<br />

moeten, maar ook de spelcomputer. Want<br />

die kan omgebouwd zijn.<br />

Juist die onwetendheid van sommige rechters-commissarissen<br />

en rechters is de beide<br />

mannen een doorn in het oog. “Er hoeft<br />

maar één onwetend iemand in de keten<br />

te zitten”, verzucht Gerrit. Deskundigheid<br />

moet voorop staan, zeker als het gaat om<br />

zulke ingrijpende misdrijven als kindermisbruik<br />

en kinderporno.<br />

Doordat het tweetal al tien jaar bezig is,<br />

hebben beide rechercheurs deskundigheid<br />

opgebouwd. Juist die gespecialiseerde<br />

blik missen ze af en toe bij de rechterlijke<br />

macht. “Een rechter heeft de ene dag een<br />

zaak waarin een vader zijn dochter heeft<br />

misbruikt en de andere dag heeft hij de hele<br />

dag drankzittingen,” verduidelijkt Gerrit<br />

Vleerbos. “Maar we weten niet eens of het<br />

wel mogelijk is om zo een gespecialiseerde<br />

kinderpornorechter aan te stellen.” Die<br />

wens blijft er echter wel, maar wordt onmiddellijk<br />

gerelativeerd door Felix Zanderink:<br />

“Wij zien de dingen net iets anders en dan<br />

word je direct gebombardeerd tot ‘specialist’.<br />

Wie zegt dat wij gelijk hebben?”<br />

Toch is het even slikken als de rechter ter<br />

zitting plaatjes, waarvan beide rechercheurs<br />

hebben geoordeeld dat het om kinderporno<br />

gaat, wil teruggeven aan de verdachte.<br />

Omdat juist deze rechter het betwiste<br />

plaatje geen kinderporno vindt. “Je hebt<br />

geen idee wat het is om het dan terug te<br />

moeten geven,” verheft Zanderink zijn stem<br />

enigszins.<br />

Ondanks dat de frustratie soms opspeelt,<br />

blijven beiden doorgaan met het werk.<br />

Beiden weten dondersgoed waar ze het voor<br />

doen: voor de slachtoffers, die ze ‘eruit willen<br />

trekken’. “Er is één ding dat je op de been<br />

houdt. Gedrevenheid.”<br />

Tekst: Olga Hoekstra<br />

‘Commerciële kinderporno is keiharde<br />

georganiseerde misdaad’<br />

Officier van justitie Inge Schepers van arrondissementsparket Arnhem onderscheidt globaal<br />

drie groepen van mensen die kinderporno vervaardigen, bezitten en verspreiden. “Als<br />

opspoorder en vervolger van kinderporno heb je allereerst te maken met de ‘zielige’ man<br />

die via zijn pc in aanraking komt met kinderporno en dit vervolgens downloadt.” Volgens<br />

Schepers zijn dit de eenvoudige en makkelijk op te lossen zaken. Onder invloed van bijvoorbeeld<br />

stress of een echtscheiding zoekt de dader als seksuele uitlaatklep kinderpornoplaatjes<br />

op het net. Dit soort daders bekent in veel gevallen en wil ook echt gebruik maken van de<br />

hulp die hen wordt aangeboden op psychologisch en psychiatrisch gebied.<br />

Een tweede groep betreft de netwerken van pedofielen die kinderporno als een kostbaar<br />

bezit zien. “Deze groep is niet commercieel maar wel heel slim bezig,” aldus Schepers.<br />

Zij benut alle (digitale) mogelijkheden om de groep en daarbij behorende cultuur verborgen<br />

te houden voor de buitenwereld.<br />

De derde groep is wél commercieel met kinderporno bezig is. In deze wereld draait het vooral<br />

om het grote geld. Om een idee te krijgen hoeveel geld er omgaat in de schimmige wereld<br />

van de kinderporno: tien minuten opname van een bepaalde tape levert in het circuit een<br />

bedrag op van circa 3000 euro. Banden met opnames van seksuele handelingen met kinderen<br />

van veertien jaar gaan over de toonbank voor bedragen van ruim 175 tot 200 euro per band.<br />

Schepers betreurt het dat niet meer capaciteit wordt vrijgemaakt om de pedofielennetwerken<br />

en commerciële kinderpornonetwerken aan te pakken. “Dit is zware internationaal georganiseerde<br />

misdaad.” Zij beveelt aan om op landelijk niveau een afdeling te formeren die zich<br />

bezig houdt met de opsporing van commerciële kinderpornonetwerken.<br />

Ze ziet een tendens om vanuit verdedigingsperspectief al het in beslaggenomen kinderpornografisch<br />

materiaal te betwisten. “Zelfs als het gaat om evidente kinderporno, zoals bijvoorbeeld<br />

een baby die door een volwassen man seksueel wordt gepenetreerd.” Deze tendens<br />

heeft tot gevolg dat alle gegevensdragers die als bewijs worden gebruikt, opnieuw moeten<br />

worden bekeken. “Concreet betekent dit dat er een ‘kinderpornokamer’ wordt ingericht bij de<br />

politie of het OM en dat er acht uur per dag, dagen, lang materiaal wordt bekeken.” Dit vraagt<br />

veel extra capaciteit van politie en justitie.<br />

Soms moeten de banden ook ter zitting worden getoond. De rechter moet immers de knoop<br />

doorhakken of iets kinderporno is of niet. Dit heeft tot gevolg dat niet alleen de rechter, maar<br />

ook de verdachte opnieuw het materiaal kan bekijken. Schepers bepleit in ieder geval om<br />

het in beslag genomen materiaal achter gesloten deuren in de zittingszaal te vertonen. Dat<br />

de banden ter zitting worden vertoond, heeft een voordeel. De zittende magistratuur wordt<br />

zo direct geconfronteerd met de veelal schokkende beelden. Dit geeft de ernst van het delict<br />

vaak beter weer dan een plastische omschrijving van het misbruik in het proces-verbaal.<br />

WaarOM?<br />

De helpdesk van het Landelijk Parket beantwoordt<br />

vragen over (bijzondere) opsporingsbevoegdheden,<br />

internet, telecom, DNA,<br />

internationale zaken en de aandachtsgebieden<br />

van de Nationale Recherche.<br />

Vraag 1: Wanneer is observeren stelselmatig en wanneer<br />

moet er een bevel stelselmatige observatie worden<br />

afgegeven ?<br />

Antwoord:<br />

De bevoegdheid tot stelselmatige observatie (artt. 126g/o Sv) is<br />

-na het opnemen van telecommunicatie- de meest gebruikte bijzondere<br />

opsporingsbevoegdheid. Toch blijkt er in de praktijk veel<br />

onduidelijkheid te bestaan over het begrip ‘stelselmatig’. Als gevolg<br />

hiervan wordt er in de praktijk in veel gevallen een bevel tot stelselmatige<br />

observatie afgegeven terwijl dat niet noodzakelijk is omdat<br />

de observatieactiviteiten kunnen worden gelegitimeerd op grond<br />

van art. 2 Politiewet en de artt. 141 en 142 Sv. Bij politie en justitie<br />

bestaat echter toch de neiging om ook in deze gevallen met een<br />

bevel te werken, teneinde “gedekt” te zijn.<br />

Het begrip stelselmatige observatie laat zich niet vatten in een definitie.<br />

Dit begrip zal dan ook ingevuld moeten worden aan de hand<br />

van de feitelijke omstandigheden van het geval. Hierbij geldt als<br />

uitgangspunt dat pas sprake is van stelselmatige observatie indien er<br />

“een min of meer volledig beeld van bepaalde aspecten van iemands<br />

leven” wordt verkregen. Om vast te stellen of er sprake is van het<br />

verkrijgen van zo’n beeld, is een aantal elementen van belang: de<br />

duur van de observatie, de plaats, de intensiteit, de frequentie of het<br />

toepassen van een technisch hulpmiddel dat meer biedt dan alleen<br />

versterking van de zintuigen. Elk voor zich, maar met name in combinatie,<br />

zijn deze elementen bepalend voor de beantwoording van<br />

de vraag of er sprake is (geweest) van stelselmatige observatie.<br />

Op grond van jurisprudentie (zie Hoofdstuk 1.2 Observatie van<br />

het Handboek voor de opsporingspraktijk) kan worden gesteld dat<br />

observatieactiviteiten niet zo snel tot gevolg hebben dat er “een min<br />

of meer volledig beeld van bepaalde aspecten van iemands leven”<br />

wordt verkregen.<br />

Of voorgenomen observatiewerkzaamheden als stelselmatig kunnen<br />

worden aangemerkt (en er een bevel stelselmatige observatie<br />

moet worden afgegeven) zal aan de hand van de voornoemde elementen<br />

beoordeeld moeten worden. Indien op voorhand onduidelijk<br />

of niet te voorzien is of voorgenomen observatiewerkzaamheden<br />

uiteindelijk als stelselmatig kunnen worden aangemerkt,<br />

kan ook worden volstaan met een mondelinge toestemming van<br />

de officier van justitie in plaats van een schriftelijk bevel. Mocht<br />

achteraf echter blijken dat er sprake is geweest van stelselmatige<br />

observatie dan kan het niet op schrift stellen van een bevel stelselmatige<br />

observatie toch worden gelegitimeerd. Er zal dan wel<br />

sprake moeten zijn van een uitgebreide schriftelijke verslaglegging<br />

door de politie. Daarnaast zal ook uit het proces-verbaal van<br />

de politie moeten blijken dat de officier van justitie toestemming<br />

heeft gegeven en dat de uitgevoerde observatiewerkzaamheden<br />

in overleg met (en onder toezicht van) hem hebben plaatsgevonden<br />

(zie hieromtrent rechtbank Den Haag van 31 <strong>maart</strong> 2004<br />

(LJNnr. AO6670)).<br />

Vraag 2: Op grond van welke bevoegdheid kan een foto uit<br />

het vreemdelingenregister worden opgevraagd ?<br />

Antwoord:<br />

Foto’s die zijn opgenomen in het vreemdelingenregister zijn niet vrij<br />

opvraagbaar voor opsporingsambtenaren van politie. Het vreemdelingenregister<br />

valt namelijk niet onder de Wet politieregisters.<br />

Een foto van een persoon die is opgeslagen in een bepaald register<br />

kan worden aangemerkt als een persoonsgegeven in de zin van de<br />

Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Vanaf 01 januari <strong>2006</strong><br />

kunnen persoonsgegevens slechts op grond van de Wet bevoegdheden<br />

vorderen gegevens (artt. 126nc/uc-126ng/ug Sv) van derden<br />

worden opgevraagd. Aangezien een foto niet gezien kan worden<br />

als een identificerend gegeven in de zin van de artt. 126nc/uc Sv zal<br />

zo’n foto op grond van een vordering van de officier van justitie tot<br />

verstrekking van andere dan identificerende gegevens (art. 126nd/<br />

ud Sv) opgevraagd moeten worden.<br />

Tekst: Michael Nieuwenhuis<br />

De helpdesk is te bereiken op:<br />

helpdesk-lexpo@rotarr.drp.minjus.nl


Wet, webcam en<br />

waarheidsvinding<br />

Zedendriedaagse slaat brug tussen technologie<br />

en jurisprudentie<br />

Informatie- en communicatietechnieken zoals webcams,<br />

chatrooms en MSN, stellen nieuwe eisen aan het opsporen en<br />

vervolgen van zedenmisdrijven. Met veel creativiteit en volharding<br />

proberen zedenofficieren moderne misstanden onder het<br />

bestaande wettelijke instrumentarium te brengen. Tijdens de<br />

Zedendriedaagse in Arnhem legden gespecialiseerde officieren<br />

aan de politie uit hoe wetsgeschiedenis, wet en jurisprudentie<br />

in elkaar zitten.<br />

Vijftien maanden cel waarvan vijf voorwaardelijk<br />

eiste officier van justitie Kupers<br />

eind januari tegen de twintigjarige Brian N.<br />

N. legde via een chatprogramma contact<br />

met jonge meisjes, verleidde hen zich uit te<br />

kleden voor een webcam en chanteerde hen<br />

vervolgens met de gemaakte pornografische<br />

opnamen. Kupers legde onder andere<br />

kinderpornografie (art. 240 Sr) en aanranding<br />

(art. 246 Sr) ten laste, en subsidiair het<br />

aanwezig zijn bij seksshows waarbij een<br />

minderjarige is betrokken. De rechtbank<br />

veroordeelde de man tot twaalf maanden<br />

gevangenisstraf waarvan drie maanden<br />

voorwaardelijk, voor het vervaardigen, in<br />

bezit hebben en verspreiden van kinderporno<br />

en voor de feitelijke aanranding van<br />

de meisjes. Van het opzettelijk aanwezig zijn<br />

bij een seksshow met een minderjarige als<br />

bedoeld in art. 248s Sr. werd de verdachte<br />

vrijgesproken, omdat volgens de rechter<br />

de wet hiervoor vereist dat iemand lijfelijk<br />

aanwezig is.<br />

De zaak is een sprekend voorbeeld van de<br />

invloed die moderne technologie heeft op<br />

de ontwikkeling van zedenzaken. Waar ooit<br />

de potloodventer en de aanrander nog de<br />

deur uit moesten, is het inmiddels mogelijk<br />

om ontucht te plegen via de digitale<br />

snelweg, zonder ooit een slachtoffer aan<br />

te raken, en zonder dat iemand weet wie je<br />

bent. Vooral de anonimiteit die gepaard gaat<br />

met internet bemoeilijkt de opsporing van<br />

daders. Bovendien is de werkelijkheid niet<br />

altijd makkelijk in de bestaande delictsomschrijvingen<br />

te passen. “Het is veel lezen,<br />

puzzelen en interpreteren,” zei Marjoleine<br />

ten Velde, zedenofficier in Arnhem en één<br />

van de initiatiefneemsters van de zedendriedaagse.<br />

Ten Velde vertelde dat het<br />

strafrechtelijke zedenterrein de laatste jaren<br />

sterk is uitgebreid met aanwijzingen, wetswijzigingen<br />

en inzichten omtrent opsporing<br />

en vervolging. Ook projecten als ‘Het OM<br />

Verandert’ en ‘Het Verbetertraject’ hebben<br />

gevolgen voor de werkwijze en samenwerking<br />

tussen de diverse ketenpartners.<br />

Tijdens de driedaagse werden zedenrechercheurs<br />

uit de politieregio’s Arnhem,<br />

Nijmegen, Zutphen en van de Koninklijke<br />

Marechaussee op de hoogte gebracht van<br />

alle nieuwe ontwikkelingen. Ten Velde<br />

legde uit dat het Arnhemse en Zutphense<br />

parket samen een regio zullen vormen,<br />

wat betekent dat de zedenofficieren meer<br />

gaan overleggen en samenwerken, vooral<br />

als sprake is van complexe zedenzaken.<br />

Daartoe is een zogeheten ‘werkwijzer’<br />

ontworpen, en zal het OM in de toekomst<br />

werken met zedenzakenlijsten en vaste<br />

coördinatoren. Ten Velde besprak ook de<br />

gevolgen die het Verbetertraject heeft. Dat<br />

traject is het directe gevolg van de bevindingen<br />

van de commissie-Posthumus die de<br />

Schiedammer parkmoord onderzocht, en<br />

bevat onder andere aanbevelingen op het<br />

gebied van de verslaglegging en de verhoren,<br />

die - veel vaker dan tot nu toe gebruikelijk<br />

was - auditief en in voorkomende<br />

gevallen ook audiovisueel moeten worden<br />

opgenomen. Dat geldt niet alleen voor de<br />

verhoren van verdachten, maar ook voor die<br />

van aangevers, getuigen en deskundigen.<br />

Officier van justitie Inge Schepers ging in<br />

haar betoog uitgebreid in op de wetgeschiedenis<br />

en de actuele jurisprudentie inzake<br />

verkrachting en aanranding. Schepers wees<br />

er om te beginnen op dat juist op het gebied<br />

van zeden de sociaal-ethische opvattingen<br />

heel bepalend zijn. De wetgever van 1886<br />

formuleerde strafbaarstellingen in het<br />

Victoriaanse tijdperk, waarin het huwelijk<br />

nog de hoeksteen van de samenleving was<br />

en seksueel geweld binnen het huwelijk niet<br />

strafbaar. Bij verkrachting ging het destijds<br />

dus om ‘geslachtsgemeenschap onder<br />

invloed van geweld’ buiten het huwelijk.<br />

In de jaren zestig en zeventig van de vorige<br />

OPPORTUUN Nummer 3 – <strong>2006</strong> Zedendriedaagse 13<br />

Foto’s: Lianne Bertens<br />

eeuw voltrok zich een seksuele revolutie en<br />

werden vrijwel alle taboes doorbroken. De<br />

commissie-Melai kreeg opdracht te onderzoeken<br />

hoe de bestaande zedenwetgeving<br />

kon worden aangepast aan de nieuwe<br />

tijdgeest en er volgden een aantal wetswijzigingen.<br />

Een woord als bijvoorbeeld<br />

‘geslachtsgemeenschap’ werd vervangen<br />

door ‘seksueel binnendringen’.<br />

Schepers wees de zedenrechercheurs erop<br />

dat zij bij het opbouwen van het procesverbaal<br />

nauwgezet de delictsomschrijving<br />

in de gaten moeten houden. Zij moeten<br />

zich steeds afvragen welke bestanddelen in<br />

de wet staan en welke bewijzen daarvoor<br />

nodig zijn. Schepers gaf een voorbeeld. “Bij<br />

verkrachting gaat het om het seksueel binnendringen<br />

van het lichaam. Ook bij een<br />

tongzoen kan daarvan sprake zijn, maar dat<br />

moet dan wel uit het proces verbaal blijken.<br />

Alleen opmerken dat een tong in de mond<br />

van een ander is gebracht onder invloed van<br />

geweld, is niet genoeg. De geweldscomponent<br />

en de seksuele intentie moeten zijn<br />

gespecificeerd: bijvoorbeeld het beetpakken<br />

bij de billen, het krachtig vasthouden<br />

en een dreigende houding aannemen. Pas<br />

op dat moment is voldoende aannemelijk<br />

gemaakt dat sprake is van seksueel binnendringen<br />

onder invloed van geweld en/of een<br />

andere feitelijkheid.”<br />

Een ander voorbeeld dat de officier te<br />

berde bracht, betrof het inmiddels steeds<br />

problematischer wordende fenomeen<br />

van de groepsverkrachting. “Een serieus<br />

probleem,” benadrukte Schepers. Om succesvol<br />

tegen de plegers én medeplegers<br />

van een groepsverkrachting op te kunnen<br />

treden, is het van belang dat uit het proces<br />

verbaal blijkt dat sprake is van dubbel opzet.<br />

Schepers: “Uit het proces verbaal moet naar<br />

voren komen dat de jongens bewust het<br />

plan hadden samen een meisje te pakken<br />

én dat vervolgens ook echt samen hebben<br />

gedaan. De samenwerking moet dus blijken<br />

uit het plan en het doen.” Ook iemand die<br />

zich niet zelf aan het slachtoffer vergrijpt,<br />

maar er wel bij blijft staan en zich niet distantieert<br />

van de verkrachting, kan als medepleger<br />

worden veroordeeld. “Hoe meer<br />

details in het proces-verbaal, hoe beter,”<br />

‘Hoe meer details in het proces-<br />

verbaal, hoe beter’<br />

benadrukte de officier. “En controleer en<br />

verifieer deze details zoveel mogelijk.”<br />

Schepers herhaalde in haar betoog steeds<br />

opnieuw dat het in zedenzaken erg van de<br />

context afhangt of een bepaalde gedraging<br />

strafbaar is. De vraag of een moeder die kennis<br />

draagt van incest kan worden vervolgd<br />

wegens passieve medeplichtigheid, is daarom<br />

ook niet bij voorbaat te beantwoorden.<br />

Feitelijke omstandigheden zijn bepalend.<br />

Het verzamelen van dit soort feitelijke gege-<br />

vens en andere bewijzen om een zaak rond<br />

te krijgen, vergt heel wat capaciteit, creativiteit<br />

en doorzettingsvermogen van de zijde<br />

van politie en <strong>Openbaar</strong> <strong>Ministerie</strong>. Hoe<br />

bewijs je bijvoorbeeld dat iemand een ander<br />

heeft aangerand zonder zijn slachtoffer aan<br />

te raken? Volgens Schepers is zelfs verkrachting<br />

zonder aanraking mogelijk. Zij wees in<br />

dat kader op de zaak waarin een volwassene<br />

een kind dwong een pollepel in zijn anus te<br />

steken en op een neer te bewegen. Tot slot<br />

passeerde artikel 239 Sr (openbare schennis<br />

van de eerbaarheid) de revue. Schepers stelde<br />

dat dit artikel uitkomst kan bieden bij de<br />

bestrijding van seks in het openbaar, zoals<br />

bijvoorbeeld op homo-ontmoetingsplaatsen<br />

in openbare parken of parkeerplaatsen<br />

langs de autosnelwegen.<br />

Jeugdofficier Sandra Wiarda behandelde<br />

in haar verhaal onder andere het verschil<br />

tussen art. 244 (het seksueel binnendringen<br />

van een kind jonger dan 12 jaar) en art. 242<br />

(verkrachting). Het ‘voordeel’ van vervolging<br />

op grond van art. 244 is dat niet bewezen<br />

hoeft te worden dat sprake is geweest<br />

van dwang. Bovendien wordt de leeftijd<br />

(jonger dan twaalf) als een objectief gegeven<br />

beschouwd. Het is niet van belang van<br />

wie het initiatief is uitgegaan, en het doet er<br />

ook niet toe of het kind toestemming heeft<br />

gegeven. Die objectieve leeftijdsgrens geldt<br />

overigens ook als het gaat om ‘ontuchtige<br />

handelingen die bestaan of mede bestaan<br />

uit het seksueel binnendringen van het<br />

lichaam’ van een kind tussen twaalf en<br />

zestien (art. 245). Wel moet het gaan om<br />

ontuchtige handelingen die in strijd zijn


14 OPPORTUUN Nummer 3 – <strong>2006</strong> Recensie 15<br />

met de sociaal-ethische norm. De Hoge<br />

Raad bepaalde dat het ontuchtige karakter<br />

kan ontbreken, als die handelingen vrijwillig<br />

plaatsvinden tussen personen die slechts<br />

in geringe mate in leeftijd verschillen (HR 24<br />

juni 1997, NJ 1997, 676).<br />

Voor het optreden tegen webcamseks met<br />

minderjarigen kan art. 248a uitkomst bieden,<br />

legde Wiarda verder uit. Dit artikel<br />

maakt het mogelijk om iemand te bestraffen<br />

die zich op internet als een ander voordoet<br />

en daardoor een minderjarige opzettelijk<br />

beweegt ontuchtige handelingen te plegen<br />

met bijvoorbeeld zichzelf. Probleem met<br />

art. 248a is dat er een leemte is ten aanzien<br />

van de strafbaarheid van degene die de<br />

16- of 17-jarige minderjarige misleidt om<br />

ontucht door een derde te dulden. Deze<br />

persoon is niet strafbaar op grond van art.<br />

248a, noch op grond van art. 247 (de minderjarige<br />

dient dan tussen de 12 en de 16<br />

jaar oud te zijn).<br />

De Zutphense officier van justitie Erna<br />

Vrijhoeven behandelde de artikelen waarin<br />

het gaat om misbruik van verstandelijk<br />

gehandicapte, bewusteloze of anderszins<br />

‘onmachtige’ slachtoffers (artt. 243 en 247).<br />

Evenals Schepers wees Vrijhoeven erop<br />

hoe bepalend de heersende maatschappelijke<br />

cultuur is als het gaat om zedenza-<br />

ken. “Victoriaanse tijden zijn Talpa-tijden<br />

geworden,” zei Vrijhoeven. Daarmee doelde<br />

ze op de vanzelfsprekendheid waarmee seks<br />

tegenwoordig een plek lijkt te krijgen in de<br />

publieke ruimte. Met alle verwarring van<br />

dien, bij daders én slachtoffers.<br />

‘Victoriaanse tijden zijn Talpa-<br />

tijden geworden’<br />

De officier benadrukte in dit kader dat het<br />

niet haar ambitie is om elke zaak die ruikt<br />

naar seks koste wat het kost voor de rechter<br />

te brengen. “Het OM moet zich niet bemoeien<br />

met een dochter van veertien die uit vrije<br />

wil een vriendje van achttien mee naar huis<br />

neemt, ook niet als de ouders er tegen zijn,”<br />

legde Vrijhoeven uit. “Het strafrecht is er<br />

niet om meningsverschillen tussen ouders<br />

en kinderen op te lossen.” Het strafrecht is<br />

er echter wel om een taxichauffeur te vervolgen<br />

die een verstandelijk gehandicapt<br />

meisje van twintig jaar zoent en vingert en<br />

zich vervolgens verdedigt met het argument<br />

dat hij ‘geen idee’ had dat het meisje gehandicapt<br />

was. “Zorg er in zo’n geval voor dat je<br />

alle informatie verzameld waaruit blijkt dat<br />

hij beter had moeten weten,” motiveerde<br />

Vrijhoeven haar gehoor. “Deze man reed<br />

dagelijks gehandicapte mensen rond. Het<br />

meisje had de uiterlijke kenmerken van<br />

een verstandelijk gehandicapte vrouw. Er<br />

was een rapport over het slachtoffer waarin<br />

stond dat zij functioneerde op het niveau<br />

van een zevenjarige. En de verdachte had<br />

zich tijdens een verhoor laten ontvallen dat<br />

hij wilde kijken hoe ver hij met haar kon<br />

gaan. Op basis van die informatie kan ik een<br />

eis motiveren.”<br />

Tekst: Miek Smilde<br />

Aanwijzing opsporing en vervolging<br />

“Een opsporingsambtenaar die niet speciaal is belast met de behandeling van zedenzaken<br />

laat zich niet verder in met de zaak dan strikt noodzakelijk is.” Dat staat in de Aanwijzing<br />

opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik die sinds 15 februari 2005 van kracht is. De<br />

zogenaamde ‘50 procent norm’ is een van de belangrijke punten uit de aanwijzing, zei officier<br />

Marjoleine ten Velde tijdens de Zedendriedaagse. Deze norm bepaalt dat een deskundige<br />

rechercheur die tenminste voor vijftig procent van een volledige werkweek is belast met<br />

zedenzaken, de opsporing voor zijn of haar rekening moet nemen.<br />

Nu het College van PG’s de norm zo expliciet heeft geformuleerd, moeten de politie en KMAR<br />

er aan voldoen. Alleen in uitzonderingssituaties kan er gemotiveerd van worden afgeweken.<br />

Een rechter<br />

en zijn dispo’s<br />

Zittingzaal 302 van de rechtbank van Cook<br />

Country, Illinois is het domein van Dan<br />

Locallo. Deze hardwerkende, ambitieuze<br />

rechter is een jaar lang gevolgd door journalist<br />

Steven Bogira. Niet alleen heeft Bogira<br />

alle zittingen bijgewoond in zaal 302, maar<br />

hij heeft ook uitgebreid gesproken met verdachten,<br />

aanklagers, advocaten, getuigen,<br />

juryleden en met rechter Locallo zelf.<br />

Natuurlijk komt in Courtroom 302 het soort<br />

strafproces aan bod dat we van de televisieseries<br />

kennen. Een van doodslag verdacht<br />

19-jarige meisje verschijnt in een Winnie<br />

the Pooh-trui en met vlechtjes in het haar op<br />

de zitting om haar kinderlijke onschuld te<br />

benadrukken. Als tegenzet wil de aanklager<br />

de jury een foto tonen van de pornografische<br />

tatoeage op de kuit van het meisje.<br />

Maar in zittingzaal 302 speelt zich niet<br />

alleen zulk juridisch theater af. Locallo<br />

behandelt strafzaken in alle soorten en<br />

maten: een enkele grote, maar vooral heel<br />

veel kleintjes. Daardoor biedt het boek een<br />

dwarsdoorsnede van de Amerikaanse strafrechtspleging.<br />

‘Cook County, Illinois’ klinkt misschien landelijk,<br />

maar het is het district van de metropool<br />

Chicago. De rechtbank heeft daarom<br />

volop te maken heeft met de criminaliteit<br />

en de drugsproblematiek van de grote stad.<br />

Voor Locallo en zijn collega-rechters is het<br />

stevig aanpoten om het dagelijkse zaaksaanbod<br />

te verwerken. Hun hoofddoel is<br />

om zo veel mogelijk dispo’s (afgehandelde<br />

zaken) te scoren. Iedere week verspreidt<br />

de rechtbank lijsten met daarop het aantal<br />

dispo’s per rechter. Hoe meer dispo’s, hoe<br />

groter de kans van een rechter op promotie.<br />

Het klassieke juryproces is tijdrovend – en<br />

dus slecht voor de ‘dispo-score’.<br />

Rechters doen er daarom alles aan om<br />

verdachten daarvan af te houden. Locallo<br />

handelde in een jaar ruim duizend zaken af.<br />

Daar zaten slechts achttien processen voor<br />

een jury bij. Bogira beschrijft een onderhandeling<br />

over een plea bargain. Locallo zegt<br />

nog net niet hardop dat de verdachte een<br />

hogere straf krijgt wanneer hij zo stom is om<br />

een juryproces te kiezen, maar hij doet er<br />

verder alles aan om die suggestie te wekken.<br />

Ook de andere juridische professionals, de<br />

aanklagers en de verdediging, zijn vooral<br />

bezig te met het zo snel mogelijk afhandelen<br />

van zaken. De aanklagers proberen zoveel<br />

mogelijk tot een plea bargain te komen ,<br />

maar ook de advocaten zijn er veelal niet bij<br />

gebaat om het onderste uit de kan te halen.<br />

Een public defender moet al snel een paar<br />

dozijn cliënten per dag verdedigen. Dan is<br />

het zelfs al een luxe als er tijd is om het dossier<br />

te lezen.<br />

Ook de executie van straffen heeft te lijden<br />

onder capaciteitsgebreken. Wij kennen<br />

de Verenigde Staten dan wel als het land<br />

van lock ‘em up and throw away the key,<br />

maar in de dagelijkse praktijk blijken de<br />

Amerikanen zeker zo soepel te zijn bij<br />

de tenuitvoerlegging van straffen als in<br />

Nederland. Zo geldt in Illinois het day-forday-stelsel.<br />

Voor iedere dag die een ver-<br />

oordeelde in detentie heeft doorgebracht,<br />

wordt een extra dag van de nog uit te zitten<br />

straf afgetrokken. Ook taakstraffen worden<br />

niet erg voortvarend ten uitvoer gelegd.<br />

Bogira beschrijft hoe een taakgestrafte<br />

steeds weer uitstel krijgt om zijn uren alsnog<br />

vol te maken.<br />

Locallo moet bij zijn werk zijn herverkiezing<br />

als rechter steeds in het achterhoofd houden.<br />

Wanneer in een zaak de jury niet langer<br />

nodig is, omdat er een deal is gesloten, belt<br />

hij persoonlijk alle juryleden op om ze te<br />

bedanken voor hun medewerking.<br />

Locallo legt uit: ‘That’s fourteen people that,<br />

assuming you don’t act like an asshole, are<br />

going to be your supporters.’ Daarbij moet<br />

hij ook nog eens de advocatuur te vriend<br />

houden. Niet alleen omdat de balie een<br />

stem heeft bij de voordracht van rechters,<br />

maar ook omdat het juist advocaten zijn die<br />

een financiële bijdrage leveren aan de verkiezingskas<br />

van strafrechters.<br />

De conclusie dringt zich op dat de<br />

Amerikaanse juryrechtspraak zo gek nog<br />

niet is. Niet zozeer omdat daardoor uitspraken<br />

rechtvaardiger zouden worden,<br />

maar eenvoudigweg omdat de juryleden<br />

in dit boek eigenlijk de enigen zijn die met<br />

aandacht en zonder eigenbelang naar een<br />

strafzaak kijken. De rechters, aanklagers<br />

en advocaten hebben het daar veel te druk<br />

voor: zij moeten het systeem draaiende zien<br />

te houden.<br />

Tekst:Juriaan Simonis<br />

Steve Bogira, Courtroom 302: a year behind<br />

the scenes in an American criminal courthouse,<br />

Vintage Paperback, <strong>2006</strong>, ISBN<br />

0679752064.


16<br />

Een stap richting<br />

de toekomst<br />

Interregionaal project internet-recherche maakt veilige<br />

opsporing op het web mogelijk<br />

Er wordt niet veilig genoeg digitaal opgespoord en de talloze<br />

mogelijkheden die de technologie biedt, worden onvoldoende<br />

benut. Hoog tijd om de moderne rechercheur de 21e eeuw binnen<br />

te loodsen, meent Peter de Beijer. “Ook het OM kan baat<br />

hebben cursussen internet-recherche.”<br />

“Er zat een gat in de opsporing,” meent<br />

Peter de Beijer van regiopolitie Gelderland-<br />

Zuid. Internet speelt een steeds grotere rol<br />

in politieonderzoek, maar het gros van de<br />

rechercheurs heeft nog onvoldoende kennis<br />

van de techniek. Terwijl de verdachte steeds<br />

omvangrijkere delen van zijn handel en<br />

wandel verplaatst naar de digitale wereld,<br />

blijft de agent traditioneel rechercheren,<br />

weet de projectleider Internet Recherche<br />

Oost-Nederland.<br />

De Beijer geeft een voorbeeld. Daar waar<br />

het onderzoeksteam vóór het digitale tijdperk<br />

nog fysiek een tap kon plaatsen om<br />

telefoongesprekken van een verdachte af<br />

te luisteren, is het zetten van een tap nu<br />

meestal een loze inspanning. “Tappen is<br />

een aflopende zaak,” stelt De Beijer simpel.<br />

Het ouderwetse telefoongesprek heeft<br />

plaatsgemaakt voor telefoneren over het<br />

net, Skype, of chatten via vooral bij de jeugd<br />

bekende programma’s als MSN. Het is niet<br />

mogelijk om fysiek een tap te zetten tussen<br />

twee internetverbindingen. Daarbij stipt<br />

De Beijer nog een probleem aan: “Skype is<br />

van begin tot eind versleuteld. Het complete<br />

verkeer kan niet worden gelezen, ook al<br />

wordt het getapt.”<br />

Dit zijn enkele van de technische problemen<br />

waar de moderne rechercheur in zijn<br />

werk tegenaan loopt. Daarnaast speelt het<br />

probleem dat te weinig agenten voldoende<br />

kennis hebben van het net. Ook hier heeft<br />

De Beijer een sprekend voorbeeld van.<br />

Onder de kop ‘Kijk daar is de politie’ werd<br />

een dodelijk artikel op internet geplaatst.<br />

Een dienstdoende agent surfte vijf uur lang<br />

op een site, onwetend van het feit dat hij een<br />

enorm spoor achterliet. De agent maakte<br />

namelijk gebruik van de internettoegang<br />

van de politie, met de hostname ‘smurf.<br />

politie.nl’. Deze hostname, de unieke naam<br />

van een PC die is aangesloten op het internet,<br />

kan door de eigenaar van de site gezien<br />

worden. “Het is alsof je met een politieauto<br />

met striping over het internet rijdt,” aldus<br />

De Beijer.<br />

Veilig<br />

De Beijer vergelijkt het onkundig gebruikmaken<br />

van Internet door een rechercheur<br />

met het besturen van een auto zonder rijopleiding.<br />

“Je rijdt wel, maar of het veilig is en<br />

of je de plaats van bestemming ongeschonden<br />

bereikt, mag je betwijfelen.”<br />

Om zowel op technisch als op kennisniveau<br />

het gebruik van internet in de opsporing<br />

te verbeteren, startte De Beijer samen met<br />

collega Henry Mensink in 2004 het interregionale<br />

project Internet-recherche in<br />

Nijmegen. “In feite faciliteren wij twee<br />

dingen: de internettoegang met de bijbehorende<br />

techniek en de kennis. We geven<br />

opleidingen en support aan rechercheurs:<br />

hoe gedraag je je op internet. We ontwikkelen<br />

als het ware een nieuw opsporingsmiddel<br />

voor de recherche.”<br />

Internet-recherche is, in tegenstelling tot<br />

de afdeling Digitale recherche, geen specialisme,<br />

benadrukt De Beijer. “Digitale recherche<br />

houdt zich bezig met de hardware,<br />

met alles wat je kunt vastpakken. Internetrecherche<br />

is een onderdeel waarmee iedere<br />

rechercheur te maken kan krijgen.” Het<br />

moet een ‘gewoon’ onderdeel van het klas-<br />

OPPORTUUN Nummer 3 – <strong>2006</strong> Internet-recherche 17<br />

Digitaal rechercheren moet onderdeel worden van klassiek opsporingsonderzoek. Foto: Lianne Bertens<br />

sieke opsporingsonderzoek worden.<br />

Om veilig internet-rechercheren voor iedere<br />

agent mogelijk te maken, ontwikkelden<br />

De Beijer en Mensink een omgeving – het<br />

internet-recherche netwerk – waardoor de<br />

agent het internet op kan zonder dat een<br />

hostname als ‘smurf.politie.nl’ zichtbaar is.<br />

De rechercheur maakt gebruik van een ‘particuliere’<br />

internetaansluiting.<br />

Het netwerk is een ‘voorportaal’, waar de<br />

rechercheur opkomt, voordat hij het internet<br />

op kan. De Beijer: “Op deze manier kun<br />

je de veiligheidsrisico’s aanpassen. Het<br />

hangt van het onderzoek af met welke verbinding<br />

je het internet opgaat.”<br />

Alle handelingen die een rechercheur verricht<br />

met het nieuwe netwerk, worden<br />

gekoppeld aan het onderzoek waarop hij<br />

inlogt. Ook worden alle handelingen vastgelegd.<br />

Dit is vooral van belang voor het bewijs.<br />

Ook zijn er in het nieuwe systeem zoals De<br />

Beijer het noemt ‘handige dingen’ inge-<br />

bouwd. Zoals het track en trace-systeem,<br />

waarbij handelingen van een verdachte op<br />

internet kunnen worden gevolgd. Ook is het<br />

mogelijk met speciaal ontwikkelde software<br />

actief informatie over verdachten en hun<br />

gedrag op internet te verzamelen. Deze<br />

software levert dan voor de rechercheur<br />

nieuwe informatie op over de gedragingen<br />

van een verdachte. Zo wordt de opsporing<br />

vergemakkelijkt. “Maar dit wordt tot nu<br />

toe alleen gebruikt in de testomgeving,”<br />

benadrukt De Beijer, “want technisch kun<br />

‘We proberen ze op chatforums eerst<br />

te remmen: ‘praat’ niet direct mee,<br />

lees eerst het taalgebruik’<br />

je heel veel bedenken, dat je op dit moment<br />

juridisch nog niet mag gebruiken. Vooraf<br />

alles vastleggen in een proces-verbaal kan<br />

niet bij internet. Een oplossing zou liggen<br />

in flexibele wetgeving, de rechercheur moet<br />

achteraf verantwoording kunnen afleggen.”<br />

Opleiding<br />

Naast het verder ontwikkelen en onderhouden<br />

van het netwerk, leiden De Beijer en<br />

Mensink sinds 1 januari <strong>2006</strong> ook collega’s<br />

op tot internetrechercheurs. “We willen een<br />

rechercheur die in burger op het internet<br />

loopt.” De eerste groep van zes rechercheurs<br />

heeft de opleiding net afgerond. “We leren<br />

hun hoe ze zich moeten gedragen op internet,<br />

op chatforums. We proberen ze eerst af<br />

te remmen. Ga niet direct meepraten, maar<br />

kijk eerst eens naar het taalgebruik van<br />

anderen. Ook leren we de groep hoe ze slim<br />

moeten zoeken op internet, bijvoorbeeld<br />

door het gebruik van geavanceerd zoeken<br />

met zoekmachines. De deelnemers zijn tot<br />

nu toe laaiend enthousiast. We zitten met<br />

tweehonderd aanmeldingen voor de cursus<br />

tot medio 2008 vol.”<br />

De Beijer wil niet alleen rechercheurs opleiden<br />

tot volleerd internetgebruiker. Ook<br />

leden van het <strong>Openbaar</strong> <strong>Ministerie</strong> zouden<br />

volgens hem baat hebben bij de cursus.<br />

Door de moderne techniek zijn de mogelijkheden<br />

voor de opsporing op internet eindeloos.<br />

Ook de vervolging profiteert van goed<br />

inzicht om veilig onderzoek te doen op het<br />

web. Toch zal deze klus niet één-twee-drie<br />

geklaard zijn, voorspelt De Beijer. “Bij politie<br />

en justitie zal er nog wel een generatie<br />

overheen gaan voordat alles goed loopt.”<br />

Tekst: Olga Hoekstra


18 OPPORTUUN Nummer 3 – <strong>2006</strong> Tegenspraak 19<br />

Gezocht: ‘spookrijders zonder schade’<br />

Tegenspraak moet tunnelvisie voorkomen<br />

Beatrixpark, Schiedam Foto: Pieter Vermaas<br />

Tegenspraak wordt een van de instrumenten waarmee de<br />

opsporing werkt aan waarheidsvinding, zo bleek tijdens het<br />

congres Versterking opsporing en vervolging. Politie en justitie<br />

speuren naar “spookrijders zonder schade”, naar “advocaten van<br />

de duivel” en naar een frisse blik die blindstaren voorkomt.<br />

Dat er fouten worden gemaakt in de opsporing<br />

van ernstige misdaden, is een les uit<br />

de Schiedammer Parkmoord die niet snel<br />

wordt vergeten. Vergeten is ook niet de<br />

bedoeling, verbeteren is de essentie. Met<br />

het ‘Verbeterprogramma versterking opsporing<br />

en vervolging’ voert het OM de aanbevelingen<br />

van de commissie-Posthumus<br />

uit. Input vanuit het werkveld is daarbij<br />

onmisbaar. Vandaar dat de makers van het<br />

rapport met drie congressen de boer opgingen<br />

om te luisteren naar aanbevelingen uit<br />

de praktijk.<br />

“We willen verbeteren omdat we verantwoordelijk<br />

zijn voor een eerlijke en<br />

waarheidsgetrouwe waarheidsvinding. De<br />

Schiedammer Parkmoord is de aanleiding<br />

geweest voor verbetering, maar niet de<br />

oorzaak.” Voorzitter van het College van<br />

procureurs-generaal Harm Brouwer benadrukt<br />

dat hij ondanks de felle kritiek vanuit<br />

de media vertrouwen heeft in ‘zijn’ OM. Als<br />

dagvoorzitter van het congres ‘Versterking<br />

opsporing en vervolging’ op 23 januari in<br />

Eindhoven maakt hij duidelijk dat het werk<br />

bij het OM ook mensenwerk is. En waar<br />

gehakt wordt, vallen spaanders. “Fouten<br />

maken mag, het is mensenwerk. Het mag<br />

omdat niemand bij waarheidsvinding de<br />

waarheid in pacht heeft. Maar we doen er<br />

alles aan om fouten te voorkomen.”<br />

Brouwer benadrukt het belang van kennisoverdracht<br />

door praktijkmensen. “Spreek<br />

je uit en laat je ervaring gelden. Wij zullen<br />

luisteren, dat verzeker ik je,” liet hij de ongeveer<br />

honderd aanwezigen in de zaal weten.<br />

Net zo goed bezocht werden de congressen<br />

in Zwolle (16 januari, dagvoorzitter PG<br />

Herman Bolhaar) en Utrecht (20 januari,<br />

dagvoorzitter PG Herco Uniken Venema).<br />

Cultuur<br />

Een van de kernpunten uit het<br />

Verbeterprogramma waar de aanwezige<br />

politiemensen en officieren zich over<br />

konden uitspreken, was ‘tegenspraak’.<br />

Gastspreker en zelfbenoemd criticus Cyril<br />

Fijnaut schetste krachtig waar het bij tegenspraak<br />

en review om moet gaan: “Men moet<br />

in verband met het geweldsmonopolie van<br />

politie en het OM gewoon hard zijn tegen<br />

elkaar.”<br />

Tegenspraak en review vragen om andere<br />

cultuuraccenten binnen justitie. Het met<br />

kritische blik opnieuw bezien van het<br />

gehele onderzoeksproces, vereist volgens<br />

het verbeterprogramma een werkcultuur<br />

waarin transparantie van onderzoeksmethoden<br />

en reflectie voorop staan.<br />

De tegenspreker dient de ‘advocaat van<br />

de duivel’ te spelen. Hij stelt zich op het<br />

standpunt van de verdediging. Kan het zijn<br />

dat deze verdachte het misdrijf niet heeft<br />

gepleegd? Is het mogelijk om de bewijsmiddelen<br />

anders te lezen, waardoor een andere<br />

verdachte in beeld komt? Door het stellen<br />

van de juiste kritische vragen, wordt tunnelvisie<br />

voorkomen.<br />

Tegenspraak is intern georganiseerd en<br />

wordt uitgevoerd door niet bij het onderzoek<br />

betrokken medewerkers. Hierin zit<br />

het verschil met reflectie, dat dagelijks<br />

plaats dient te hebben bij grootschalige<br />

onderzoeken. Reflectie bevat bijvoorbeeld<br />

het dagelijks overleg met de teamleider of<br />

de zaaksofficier. Partijen die direct bij het<br />

onderhavige onderzoek betrokken zijn.<br />

Waar tegenspraak intern en tijdens het<br />

onderzoek plaatsvindt, heeft review altijd<br />

extern en achteraf plaats. En dan alleen<br />

in gevallen waarin het onderzoek is vastgelopen<br />

of dreigt vast te lopen, of als er<br />

problemen zijn met het rond krijgen van<br />

het bewijs. Een speciaal team samengesteld<br />

uit leden van de politie en het OM, soms<br />

aangevuld met externe wetenschappelijke<br />

krachten, voert de review uit.<br />

Voorstellen<br />

Tegenspraak en review moeten structureel<br />

worden ingebed bij complexe en<br />

grootschalige onderzoeken, zo meldt het<br />

Verbeterprogramma. Maar op welke wijze?<br />

Tijdens de congres-workshop ‘Tegenspraak’<br />

werden legio voorstellen gedaan om van<br />

tegenspraak en review daadkrachtige<br />

hulpmiddelen te maken. Allereerst kan<br />

worden gekeken naar de persoon van de<br />

rechercheur. Moet dit een oude rot zijn die<br />

het klappen van de zweep kent, of een jong<br />

‘broekie’ met een frisse kijk op zaken? De<br />

geroutineerde rechercheur draagt ervaring<br />

met zich mee, maar wandelt wellicht via<br />

de geijkte paden de tunnel in. Een ‘junior’<br />

heeft het voordeel dat deze met frisse blik<br />

kijkt naar het politiewerk. Dit kan leiden tot<br />

nieuwe inzichten. Maar door zijn gebrek<br />

aan ervaring ziet hij misschien weer essentiele<br />

onderzoekselementen over het hoofd.<br />

Een ander discussiepunt bevindt zich<br />

op het gebied van de organisatiecultuur.<br />

Wordt het gepikt dat een jonge agent of een<br />

jonge zaaksofficier de ervaren collega op<br />

de vingers tikt? “Kortom, er moet vertrouwen<br />

en kunde zijn. De boodschap moet<br />

vakinhoudelijk zijn, maar ook aankomen.<br />

Wat nodig is, is een spookrijder die geen<br />

schade maakt,” vat hoofdofficier van parket<br />

Maastricht Jacques van Eck samen. De houding<br />

van de persoon en de manier waarop<br />

deze tactisch een mening kan overbrengen,<br />

is minstens zo belangrijk als zijn kennis en<br />

kunde op juridisch en onderzoeksgebied.<br />

Daarnaast speelt het punt dat tegenspraak<br />

niet mag worden verward met dagelijkse<br />

reflectie. “De tegenspraak moet zuiver<br />

gehouden worden.” Dit kan alleen als<br />

tegenspraak altijd apart gedaan wordt. Dus<br />

naast de dagelijkse reflectie, of nadat deze<br />

Adviezen en aanbevelingen<br />

uit de praktijk<br />

heeft plaatsgevonden. Ditzelfde geldt ook<br />

voor review, waar dit probleem waarschijnlijk<br />

minder speelt omdat dit op een ander<br />

moment in het onderzoek wordt gedaan.<br />

Het ‘zuiver houden’ houdt ook in dat tegenspraak<br />

niet moet verzanden in een kakofonie<br />

van verschillende meningen. Van Eck:<br />

“Uitspraken moeten goed gekanaliseerd<br />

en gestructureerd worden. Uiteindelijk is<br />

het de korps- en parketleiding die de knoop<br />

doorhakt.”<br />

Er zijn verschillende mogelijkheden om<br />

tegenspraak te organiseren, maar één ding<br />

moet te allen tijde voorkomen worden.<br />

Bureaucratische overkill. Dat is dodelijk,<br />

volgens Van Eck: “Er moet geen protocollisering<br />

van recherchewerk ontstaan.”<br />

Tekst: Olga Hoekstra<br />

Ook de andere vier pijlers van het Verbeterprogramma kwamen ruimschoots aan bod op het<br />

congres in Eindhoven.<br />

Op het gebied van forensische opsporing is de conclusie dat veel sporen en materiaal niet<br />

onderzocht worden. Een plaats delict moet sneller afgeschermd worden om contaminatie van<br />

sporen te voorkomen. Verder moet de rol van de betrokken officier beter worden omschreven.<br />

Wat dient hij wel te weten en wat niet? Gepleit wordt voor landelijke uniformiteit, zonder<br />

dat wordt vervallen in ‘eenheidsworst’.<br />

In het werkveld van teams grootschalige opsporing (TGO) klinkt een roep om ontwikkeling<br />

van leiderschap en specialisme. Ook hier speelt dezelfde tegenstrijdigheid: de roep om<br />

uniformiteit versus het risico van eenheidsworst.<br />

De rode draad op het gebied van opleidingen en certificering is de vraag naar betere<br />

loopbaanbegeleiding. Er moet niet alleen gekeken worden naar het opleidingsniveau, maar<br />

ook naar de ervaring en kunde. Hierbij speelt ‘training on the job’ een grote rol. De oudere<br />

geroutineerde agent die de jongere collega onder zijn hoede neemt en hem het vak leert.<br />

Noodzakelijk is dan ook dat oudere agenten leren lesgeven.<br />

Tot slot het gezag en de eisen aan de opsporing. De vraag is wanneer wat besproken<br />

dient te worden. Er heerst het beeld dat de officier eigenlijk geen functionele rol heeft bij de<br />

briefing. Dit geldt ook voor zijn positie op een plaats delict. Het verzamelen van sporen en het<br />

optreden op een plaats delict is met name politiewerk. Hier tegenover staat dat ook de officier<br />

op de hoogte moet zijn. Hij dient immers het verzamelde bewijsmateriaal te beoordelen en af<br />

te wegen. De officier dient de sfeer te proeven op zowel een briefing als een onderzoek ter<br />

plaatse. Maar de officier dient ook kwaliteitseisen te stellen aan de politie die de plaats delict<br />

in beeld brengt.


20<br />

Maastricht,<br />

milieuzaken en<br />

mountainbiken<br />

Elf vragen aan parketsecretaris Jo Peeters<br />

Mountainbiken en hardlopen over de<br />

Limburgse heuvels zijn zijn passie. Trots is hij<br />

op het OM. En collega’s die hem willen ergeren,<br />

moeten niet verder kijken dan hun neus lang is.<br />

Profiel van parketsecretaris Jo Peeters.<br />

Jo Peeters is geboren op Eerste Kerstdag in 1957 in Swalmen.<br />

Toen Jo ongeveer één jaar oud was vertrok het gezin Peeters naar<br />

Meerssen waar vader filiaalhouder werd van de onderneming die<br />

tegenwoordig bekend is van de “hamsterweken”. Carnavalsdinsdag<br />

1980 leerde Peeters, net enkele maanden werkzaam op het parket,<br />

zijn vrouw Marina kennen. Een aantal jaren later zijn ze getrouwd<br />

en nu wonen zij en de kinderen Niels en Danique in de wijk Amby,<br />

gemeente Maastricht.<br />

Na de lagere school en het voortgezet onderwijs moest Peeters in<br />

mei 1978 in militaire dienst. Na een opleiding van drie maanden<br />

in Ossendrecht werd hij gelegerd in Celle (Duitsland), ongeveer<br />

twee kilometer verwijderd van het voormalige concentratiekamp<br />

Bergen-Belsen. Een zeer gedenkwaardige plek waar het hem opviel<br />

dat er bijna niets wilde groeien. Enkel heideplanten en berken.<br />

Peeters was korporaal bij het kazerne-commando. Na elf maanden<br />

verliet hij de militaire dienst en ging op zoek naar werk. Hij kon<br />

toen direct kiezen uit drie banen: burgerambtenaar in dienst van<br />

Defensie In Duitsland; postmedewerker bij de PTT; of parketambtenaar<br />

bij het parket Maastricht. De keuze viel uiteindelijk op het<br />

parket. Na een sollicitatiegesprek en het verplichte dictee (er werd<br />

gekeken of je wel kon typen) werd hij aangenomen.<br />

Op maandag 6 augustus 1979 begon Peeters als administratief<br />

medewerker bij het parket van de Officier van Justitie te Maastricht.<br />

Een van zijn eerste bezigheden was het typen van acceptgirokaarten.<br />

Acceptgiro’s met een grijze (eerste transactie) of groene bovenrand<br />

(aanmaning) en – toentertijd heel belangrijk – drie stempels<br />

op de achterzijde. Een leerzame maar ook leuke tijd. Peeters heeft<br />

de invoering van de automatisering binnen het parket vanaf het<br />

begin meegemaakt. Een tijd geleden heeft hij nog enkele nieuwe<br />

collega’s meegenomen naar het archief om hen te laten zien hoe<br />

men jaren geleden zonder computer de zaken registreerde in grote<br />

boeken. Jo volgde vervolgens diverse cursussen en is nu werkzaam<br />

in de functie van parketsecretaris. Hij is onder meer belast met de<br />

afhandeling van milieu- en economiezaken.<br />

Hardlopen, mountainbiken en wandelen zijn zijn passies. Als lid<br />

van de atletiekvereniging Maastricht neemt hij regelmatig deel aan<br />

hardloopwedstrijden. Afgelopen jaar heeft hij onder andere deelgenomen<br />

aan de 15 km-wedstrijd van Maastrichts Mooiste. Hier<br />

maakte hij deel uit van een van de twee teams van de rechtbank<br />

Maastricht. Gelukkig heeft hij toen als parketmedewerker maar<br />

één rechtbankcollega (een snelle rechter) moeten laten voorgaan.<br />

Zondag 11 juni <strong>2006</strong> is de volgende Maastrichts Mooiste en Jo hoopt<br />

dat wellicht parketcollega’s uit het land naar Maastricht komen om<br />

hem te helpen om ook die snelle rechter in te halen.<br />

Om Jo Peeters beter te leren kennen stelde <strong>Opportuun</strong> hem de volgende<br />

vragen:<br />

Omschrijf jezelf in vier woorden.<br />

Na enige aarzeling: “Vrolijk, collegiaal, hardwerkend en sportief.”<br />

Wat zijn je dagelijkse activiteiten?<br />

“Na een welverdiende nachtrust en een goed ontbijt vertrek ik om<br />

7.00 uur met de fiets richting Rechtbank. Na ongeveer vijfenhalve<br />

kilometer fietsen bereik ik het Gerechtsgebouw waar ik om 07.30 uur<br />

met mijn dagelijkse werkzaamheden begin. Deze werkzaamheden<br />

bestaan voornamelijk uit het beoordelen van strafzaken. Daarnaast<br />

lees ik veel vakgebonden literatuur om zo mijn kennis terzake op peil<br />

te houden. Ook ben ik lid van de arbo-commissie van het parket en<br />

de beveiligingscommissie in het arrondissement Maastricht. Sinds<br />

1 januari 2004 ben ik tevens hoofd van de BHV. Structureel vergt dat<br />

natuurlijk tijd. Zo ben ik belast met het regelen van cursussen, het<br />

opzetten en organiseren van oefeningen. Bij calamiteiten kom ik,<br />

samen met de overige BHV’ers, in actie. Ik neem de leiding en zorg<br />

voor opvang van hulpdiensten. Na een calamiteit vindt evaluatie<br />

plaats en zorg ik voor verslaglegging ten behoeve van het bestuur.”<br />

OPPORTUUN Nummer 3 – <strong>2006</strong> Vragen aan... 21<br />

“Op vakantie gaan de hardloopspullen mee.” Foto: Fotostudio CL<br />

Trots dat je bij het OM werkt?<br />

Volmondig: “Ja. Op die manier ben ik in staat een steentje bij te dragen<br />

aan een veiligere samenleving. Dit geeft mij voldoening.”<br />

De vorige baan buiten het OM was leuker?<br />

“Neen, zeker niet leuker, zegt Jo, maar wel gezonder. Ik was toen<br />

hulpkracht postbesteller. Je was de hele dag buiten en liep vaak kilometers<br />

van brievenbus naar brievenbus. Wandelen is immers een<br />

hobby van mij.”<br />

Een heel leven bij het OM werken. Schrikbeeld?<br />

“Werken bij het OM levert geen schrikbeelden. Om vastroesten te<br />

voorkomen is het echter geboden regelmatig van werkzaamheden<br />

en/of functie te wisselen. Een must om jezelf te ontwikkelen. Voor<br />

de organisatie is het ook beter omdat je deze breder georiënteerd<br />

van dienst kunt zijn.<br />

Helaas is het zo dat het Maastrichtse parket in de uiterste uithoek<br />

van Nederland is gevestigd waardoor een overstap naar een ander<br />

parket minder interessant wordt: meer reizen en dus minder tijd<br />

voor gezin en hobby. Deze laatste twee zijn voor mij echter zéér<br />

belangrijk. Verhuizen is ook geen optie omdat mijn gezin en ik nogal<br />

honkvast zijn. Daarom probeer ik mij binnen het Maastrichtse parket<br />

verder te ontplooien.”<br />

Je grootste passie?<br />

“Hardlopen. Ik ben dan lekker bezig in de toch al zo mooie Zuid-<br />

Limburgse natuur en kan eens lekker uitwaaien en nieuwe energie<br />

op doen. Hardlopend door het heuvelland zijn voor mij mooie<br />

momenten voor mijzelf. Ik geniet daar dan ook intens van. Ook op<br />

vakantie gaan de hardloopspullen mee.”<br />

Dit jaar wil ik zeker ...<br />

“...zowel de staatsloterij als de postcodeloterij winnen. Neen, alle<br />

gekheid op een stokje. We hebben thuis net een verbouwing achter<br />

de rug. Nu ligt de tuin er troosteloos bij en verdient zeker een<br />

opknapbeurt. Een tweede terras, een waterpartij en sfeerverlichting.<br />

Dat wil ik zeker dit jaar, in ieder geval voor de herfst, realiseren.<br />

En daarna, lekker genieten met mijn gezin.”<br />

Wat verdient dit jaar meer aandacht?<br />

“Het publiek meer bewust maken van onze werkzaamheden. Dit kan<br />

door de burgers meer en vaker te informeren over de afhandeling<br />

van persgevoelige zaken en de regel- en wetgeving die daarbij in acht<br />

genomen moet worden. Vaak worden de burgers eenzijdig en onvolledig<br />

door de pers geïnformeerd waarbij emoties soms zwaarder<br />

wegen dan de wijze waarop een zaak strafrechtelijk is afgedaan. Een<br />

programma zoals “16 miljoen rechters” verdient zeker navolging.”<br />

Krijg je waardering voor je werk?<br />

“Ongetwijfeld. Tot ongeveer een jaar geleden hadden we in<br />

Maastricht nog een team Bijzondere Taken. Een klein team waarin<br />

saamhorigheid en een goede verstandhouding de boventoon<br />

voerde. Vaak werden door collega’s, ook officieren, waarderingen<br />

uitgesproken en complimenten uitgedeeld over de wijze waarop<br />

zaken werden aangepakt en afgehandeld. Ik heb dat altijd als zeer<br />

aangenaam ervaren. Ik ben niet zo materialistisch aangelegd. Soms<br />

doen woorden meer dan een cadeaubon of iets dergelijks.”<br />

Grootste ergernis in je werk?<br />

“De grootste ergernis is als mensen bij de behandeling van zaken<br />

niet verder kijken dan hun neus lang is. Door net iets verder te<br />

gaan of te denken, kun je handelingen besparen voor je collega. Dit<br />

bevordert niet alleen de doorlooptijd, maar beïnvloedt ook de werkdruk<br />

bij die collega.<br />

Liever had ik als vraag gehad: Wat is je grootste ergernis in het<br />

dagelijks leven? Airmiles, Dukaten, Rocks, Bonuskaarten en meer<br />

van dat soort onzinnige dingen. Als je hiervan gebruik wil maken<br />

moet je wel over een heel grote beurs beschikken om al die pasjes te<br />

bewaren. Ze liggen meestal thuis en als je ze dan in een winkel wilt<br />

gebruiken heb je ze niet bij je. Waarom niet gewoon de producten in<br />

prijs verlagen?”<br />

Wat wil je over vijf jaar hebben bereikt?<br />

“Dat ik nog altijd met plezier en in goede gezondheid werkzaam ben<br />

binnen het parket in Maastricht en zeker eenmaal een marathon<br />

heb gelopen.”<br />

Tekst: Harry Willems


22<br />

‘B-wedstrijd’<br />

FC Utrecht - PSV<br />

Voetbalofficier Fred Bijlsma tussen gele hesjes<br />

en blauwe petten<br />

250 gele hesjes op de tribune. 125 man ‘blauw’ buiten het stadion<br />

en officier van justitie Fred Bijlsma in het commandocentrum<br />

in stadion Galgenwaard. <strong>Opportuun</strong> volgde de ‘B-wedstrijd’<br />

FC Utrecht - PSV.<br />

“Ik geef niets om voetbal,” zegt voetbalofficier<br />

Fred Bijlsma, “maar alles eromheen<br />

maakt het aantrekkelijk.” Op woensdag<br />

8 februari is hij, zoals gebruikelijk bij risicowedstrijden,<br />

present in het commandocentrum,<br />

hoog onder de gedeeltelijke<br />

overkapping van het Utrechtse stadion<br />

Galgenwaard. De B-wedstrijd – een kwalificatie<br />

die niets zegt over de kwaliteit van het<br />

voetbal maar over het geweldsrisico – tussen<br />

PSV en FC Utrecht levert geen aanhoudingen<br />

op. Wel een verlies voor de FC.<br />

Dat er geen aanhoudingen nodig zijn is zeker<br />

te danken aan de uitstekende samenwerking<br />

tussen gemeente, politie, OM en FC Utrecht.<br />

In het commandocentrum zijn ze allemaal<br />

te vinden en coördineren ze de activiteiten<br />

voor hun eigen onderdeel. Voor de wedstrijd<br />

is het vooral de verkeerscoördinator van<br />

politie die de verkeersregelaars buiten het<br />

stadion en daarmee de verkeersdrukte in de<br />

buurt coördineert. Een ander legt mogelijke<br />

incidenten vast in een logboek. Een derde<br />

staat in contact met de diverse eenheden: de<br />

ME, de bereden politie, de politie met honden,<br />

de bikers en de gewone ‘platte petten’.<br />

Bij deze wedstrijd, die slechts een beperkt<br />

risico met zich mee brengt, zijn toch maar<br />

liefst 125 man politie op de been. Bij echte<br />

risicowedstrijden kan dat aantal oplopen tot<br />

boven de vierhonderd.<br />

Traangas<br />

Ook de gemeente is aanwezig, veelal in de<br />

persoon van burgemeester Annie Brouwer.<br />

“Daarmee is de hele driehoek aanwezig,”<br />

legt Fred Bijlsma uit, die het OM hierbij<br />

vertegenwoordigt. “Bij ernstige calamiteiten<br />

kunnen we snel bijeenkomen en beslissen.<br />

Dan moet je denken aan het stilleggen van<br />

de wedstrijd, het ontruimen van het stadion<br />

of de inzet van geweldsmiddelen zoals<br />

traangas. Een dergelijke drastische beslissing<br />

heb ik nog niet hoeven nemen, maar in<br />

principe ben ik hiervoor aanwezig.”<br />

Ook in groten getale aanwezig - 250 man -<br />

zijn de vele beveiligers in dienst van<br />

FC Utrecht. Met 32 camera’s in het stadion<br />

en zes monitoren in het commandocentrum<br />

worden de risicoplekken in de gaten<br />

gehouden. Een aantal monitoren houdt<br />

de Bunnik-side, het vak van de Utrechtse<br />

harde kern, in de gaten. Een camera staat<br />

vast ingesteld op het bezoekersvak, dat<br />

deze 8ste februari indrukwekkend stil is.<br />

Contact tussen de bezoekende supporters<br />

en de Bunnik-side is bijna niet mogelijk. De<br />

bezoekers worden met bussen aangevoerd<br />

die opengaan als ze voor de tunnel staan<br />

die uitkomt in het uitvak. Tussen de vakken<br />

van de bezoekende en thuissupporters is<br />

een afscheiding waardoor oogcontact of<br />

het gooien van objecten naar elkaar niet<br />

mogelijk is. Aan de linkerkant van het uitvak<br />

is een vak leeg en tussen de bezoekende<br />

supporters en dit lege vak staat een cordon<br />

stewards in gele hesjes.<br />

Grensrechter<br />

“Nu allemaal de trap op,” klinkt het in het<br />

commandocentrum als woedende supporters<br />

naar beneden stormen om de grensrechter<br />

duidelijk te maken dat ze het niet<br />

met zijn beslissing eens zijn. De stewards<br />

reageren gelijk op dit signaal in hun oortjes<br />

en stellen zich tactisch op. Mogelijk geweld<br />

wordt zo gelijk de kop ingedrukt. “De<br />

stewards hebben geen middelen tot hun<br />

beschikking,” zegt Fred Bijlsma. “Het zijn<br />

vaak loyale supporters, die veel van voetbal<br />

houden en met hun rustige uitstraling de<br />

opvlammende emoties proberen te beheersen.”<br />

Ze mogen dan van veel van voetbal<br />

houden, veel zien ze er niet van. Het grootste<br />

deel van de wedstrijd staan ze met hun<br />

rug naar het veld en houden ze het publiek<br />

in de gaten.<br />

Tot aan de deuren van het stadion is de politie<br />

verantwoordelijk is voor de orde en veiligheid,<br />

daarbinnen de club. Deze afspraak<br />

is vastgelegd in een convenant. In stadion<br />

Galgenwaard is dan ook geen agent te zien.<br />

Een handjevol zit ongezien te coördineren in<br />

het commandocentrum; binnenin is de orde<br />

in handen van vriendelijke voetbalminnende<br />

gele hesjes, die je als woedende supporter<br />

niet zo snel te lijf gaat als een blauwe pet.<br />

Maar als het nodig is, kunnen de gele hesjes<br />

rekenen op de hulp van de politie.<br />

Ook achter de schermen vinden er diverse<br />

overleggen plaats. “Daags voor elke wed-<br />

OPPORTUUN Nummer 3 – <strong>2006</strong> Voetbalofficier 23<br />

Bijlsma: “Als er veel aanhoudingen zijn, kan het laat worden.” Foto: Martin van Thiel<br />

strijd is er een extra driehoeksoverleg op<br />

het stadhuis,” vertelt Fred Bijlsma, “waarin<br />

gekeken wordt of en wat de extra risico’s<br />

zijn. Daarnaast is er een strategisch beraad<br />

waarin de driehoek met het bestuur van FC<br />

Utrecht overlegt over maatregelen om ongeregeldheden<br />

te voorkomen. Ten slotte is er<br />

het veiligheidsberaad waar ook de brandweer<br />

aan deelneemt en waarin we het hebben<br />

over praktische zaken zoals de toegankelijkheid.<br />

Zo is bijvoorbeeld besloten dat al<br />

het losliggende materiaal van de omliggen-<br />

de bouwterreinen wordt weggehaald. Deze<br />

afspraken liggen vast in het draaiboek dat<br />

voor elke wedstrijd wordt gemaakt. Daarin<br />

staat precies wat de regels zijn en wat ieders<br />

taken en verantwoordelijkheden zijn.”<br />

Sarren<br />

Het is allemaal zo goed voorbereid dat ook<br />

deze 8ste februari geen supporters worden<br />

aangehouden. Het broeit wel op de<br />

beruchte Bunnik-side, in tegenstelling tot<br />

het rustige uitvak. Op de camera’s is te zien<br />

hoe sommigen elkaar staan te sarren, te<br />

duwen of te slaan. Een meisje haalt een jongen<br />

aan, zoent hem en slaat hem een paar<br />

seconden later hard op zijn hoofd. Er ontstaat<br />

onrust. Je vraagt je af of ze eigenlijk wel<br />

voor het voetbal komt. Op een andere plek,<br />

een ingang die eigenlijk vrij moet blijven<br />

van de brandweer, dringen de Utrecht-supporters<br />

naar voren. Maar veel meer gebeurt<br />

er niet voor de wakende ogen van camera’s<br />

en stewards. Geen vuurwerk, geen openlijke<br />

geweldpleging, geen ordeverstoring. En dus<br />

geen werk voor onze officier.<br />

Een meisje zoent een jongen,<br />

en slaat hem hard op zijn hoofd<br />

“Als er wel supporters worden aangehouden,”<br />

vertelt Fred Bijlsma, “dan worden ze<br />

in arrestantenbusjes overgebracht naar<br />

Bureau Paardenveld. Daar worden ze voorgeleid<br />

aan de hulpofficier en krijgen ze van<br />

mij een transactie. Natuurlijk sturen we aan<br />

op gelijk betalen, het is per slot van rekening<br />

lik-op-stuk beleid. Van te voren zijn de tolerantiegrenzen<br />

in het draaiboek vastgelegd.<br />

Ik heb zodoende altijd een lijstje bij me van<br />

strafbare feiten waar we tegen optreden en<br />

welke sancties daarbij horen.”<br />

“Gaat het om zwaardere feiten zoals ernstig<br />

openlijk geweld, dan besluit ik tot inverzekeringstelling,<br />

en zal de verdachte mogelijk<br />

worden voorgeleid en uiteindelijk gedagvaard.”<br />

Al met al kost het behoorlijk wat tijd, voetbalofficier<br />

zijn. “Dat kan ik niet ontkennen,”<br />

beaamt Fred Bijlsma. “Als er veel aanhoudingen<br />

zijn, dan kan het laat worden. Maar<br />

bij C-wedstrijden met een hoog risico doen<br />

we het met z’n tweeën. Ik zit dan in het stadion<br />

en Richard Swan, de voetbalsecretaris,<br />

zit op het bureau. Hij doet dan vast de zaken<br />

af die voortkomen uit de ongeregeldheden<br />

die aan de wedstrijd voorafgaan, en tijdens<br />

de wedstrijd hebben we contact. Bij B-wedstrijden<br />

doe ik het alleen en bij A-wedstrijden,<br />

met weinig tot geen risico, wordt de<br />

piketofficier gebeld als zich iets voordoet<br />

waarbij het OM nodig is. Ja, het kost veel<br />

tijd, maar het is leuk werk als je ziet wat de<br />

goede samenwerking oplevert. Maar voetbal,<br />

nee, daar let ik niet zo op.”<br />

Anders is dat bij de vele security-medewerkers<br />

van FC Utrecht. Als tegen het einde van<br />

de wedstrijd de stand van 1-1 verandert in<br />

1-2 in het voordeel van PSV is de teleurstelling<br />

bij het security-personeel in het commandocentrum<br />

goed te horen. Alles veilig,<br />

maar helaas verloren.<br />

Tekst: Mary Hallebeek


24<br />

Personalia<br />

CVOM<br />

In januari zijn voormalig BVOM’ers Carina<br />

Smids (zittingsvertegenwoordiger), administratief<br />

juridisch medewerkers Tamara<br />

Bontan, André Boone en Klaas Jonkers<br />

en administratief medewerkster Dineke<br />

Dethmers gestart bij de CVOM. Ook administratief<br />

medewerkers Jeroen Bakker (van<br />

parket Amsterdam) en Anny Gravelandvan<br />

Bijsterveld zijn aan de slag gegaan. De<br />

zittingsvertegenwoordigers zijn: Marije<br />

Straathof-Polkamp (van parket Zutphen)<br />

en Caroline Putman (van hof Amsterdam).<br />

Naseer Khosal-Achak (van parket Zwolle),<br />

Davina Mantel (van parket Haarlem),<br />

Naomi Bakker (van parket Groningen)<br />

en Karin Middelkoop-Storm en Kim<br />

Miltenburg zijn aan de slag gegaan als<br />

administratief medewerker.<br />

BVOM<br />

In dienst: Jeroen van Leeuwen is per 1<br />

februari in dienst gekomen als adviseur projectontwikkeling.<br />

Uit dienst: Annet van den Berg en Ruckiye<br />

Turhan zijn per 1 februari <strong>2006</strong> begonnen<br />

bij de CVOM in Utrecht.<br />

Assen<br />

Betty Trip begint op 1 <strong>maart</strong> als medewerker<br />

algemene zaken en Esther van Tricht<br />

wordt medewerker bedrijfsinformatie bij<br />

het parket Groningen.<br />

Officier van justitie Meint Geerds wordt<br />

advocaat-generaal op het ressortsparket in<br />

Leeuwarden.<br />

Hoofd bedrijfsvoering Harry Dijkstra<br />

gaat terug naar parket Groningen en het<br />

nieuwe hoofd bedrijfsvoering wordt Henk<br />

Matthezing<br />

Zutphen<br />

Drie nieuwe RAIO’s zijn begonnen bij het<br />

parket Zutphen: Lonneke Bosch, Xandra<br />

Tromp en Peter de Boer.<br />

Amsterdam<br />

Hilda Horst is team 7 komen versterken als<br />

administratief medewerker; Carla van Aert<br />

is als secretaris verkeer bij team 8 gekomen;<br />

Nori Bouza in dienst bij team 2 en ook Klaas<br />

Tuip is team 2 komen versterken.<br />

Paulien Figge, Noor Witteveen en Dorien<br />

van den Berg Hessels hebben het parket<br />

verlaten.<br />

Ressortsparket Amsterdam<br />

In dienst zijn getreden: Cynthia de Jong<br />

als advocaat-generaal (zij was officier van<br />

justitie in Alkmaar); Conny van Gerrevink is<br />

begonnen als personeelsadviseur.<br />

Uit dienst zijn getreden: Karola van Nie is<br />

naar parket Utrecht gegaan; Stef van Gend<br />

(advocaat-generaal), is als raadsheer bij het<br />

Hof Den Haag gaan werken; Roel Terpstra<br />

(advocaat-generaal), is thans overgestapt<br />

naar het ressortsparket Den Haag.<br />

Ressortsparket Den Haag<br />

Monique van den Hurk (administratief<br />

medewerker) vertrekt naar het gerechtshof<br />

Den Haag in de functie van coördinator<br />

administratie civiel; Eva Koonings (administratief<br />

medewerker) vertrekt naar het<br />

gerechtshof Den Haag als secretaris/griffier.<br />

Ton van der Schans (advocaat-generaal)<br />

vertrekt naar de Nederlandse Antillen in de<br />

functie van advocaat-generaal.<br />

Parket-Generaal<br />

Els Oosterbaan, nu nog projectsecretaris<br />

bij GPS, komt naar het PaG waar zij bij<br />

de afdeling P&O zal komen te werken als<br />

Procescoördinator Talentontwikkeling.<br />

DVOM/F<br />

Op de locatie Amsterdam zijn de volgende<br />

personen aan de slag gegaan: Michael Smit,<br />

Rina Kanhai, Sophie Nijmeijer, Corrie<br />

Bastinck-Kappers, Angel Lam, Monique<br />

Hopman, Hans Terhorst, T.J. Zwarthoed.<br />

Op de locatie Zwolle zijn de volgende personen<br />

aan de slag gegaan: Herman Zelle,<br />

Mustafa Yildirim, Cristel Baggerman, Tiny<br />

Bredewout-Snijder, Rens van Overbeeke,<br />

Ronald Zernitz.<br />

Op de locatie Den Bosch zijn de volgende<br />

personen aan de slag gegaan: Gerda<br />

Dona-Scheers, Nelly de Werd-Moonen,<br />

Jacqueline Wolfs.<br />

Op de locatie Dordrecht zijn de volgende<br />

personen aan de slag gegaan: Anita van<br />

der Waal, Shardha Oedjaghir, David<br />

Louwers, dhr. Gavran, Chi Kan, Martha<br />

Janssens-Pronk, Asha Raghoebir en Magda<br />

Verwater.<br />

Haarlem<br />

Juultje Olthuis is in dienst getreden als<br />

archiefmedewerker bij het stafbureau; Paul<br />

Sluijters in januari begonnen als archiefmedewerker<br />

bij het stafbureau.<br />

Leonie van der Mije (personeelsmanagementadviseur)<br />

is uit dienst getreden.<br />

Groningen<br />

Esther van Tricht (medewerker BI) is overgekomen<br />

van het parket Assen; Yvonne<br />

Lourens (administratief medewerker) verruilt<br />

het parket Groningen voor het ressortsparket<br />

Leeuwarden.<br />

Functioneel Parket<br />

In Rotterdam is Danielle van Roosendaal<br />

begonnen als administratief medewerker.<br />

Ruud van den Berg is begonnen als<br />

accountmanager en R. Visser begint 13<br />

<strong>maart</strong> als parketsecretaris.<br />

Utrecht<br />

Administratief medewerkster Chantal<br />

Echten verruilde parket Assen voor het<br />

Utrechtse parket. HBO-rechten student<br />

Keith de Jong is aan de slag gegaan bij<br />

het standaardzakenteam in oprichting.<br />

Controller Carolien Scholten is aan de slag<br />

gegaan, ze komt van parket Den Haag. Tiny<br />

Korssen en Anita Verwoerd zijn gestart op<br />

de P&O-administratie.<br />

Uit dienst: Controller Marjolein Koopmans<br />

heeft het parket verlaten. Ze is gaan werken<br />

bij Hogeschool Windesheim. Ook administratief<br />

medewerker Philip Sekeris heeft het<br />

parket per 1 februari verlaten.<br />

Carina Mangnoesing heeft de P&O administratie<br />

achter zich gelaten. Ze is als secretaresse<br />

gestart bij DJI.<br />

OPPORTUUN Nummer 3 – <strong>2006</strong> Agenda 25<br />

Registratiebeoordelaar Harriëtte Campen<br />

verruilde het parket voor de gemeente<br />

Ede. Facilitair medewerkster Bianca Kooij<br />

verlaat het parket half februari. Officier<br />

Gabriëlle Hoppenbrouwers verlaat het<br />

parket per 1 <strong>maart</strong> om aan de slag te gaan<br />

bij Omroep Gelderland. Officier Eltjo<br />

Roelofs is per februari gaan werken bij<br />

het Functioneel Parket in Den Bosch.<br />

Teamleider van het Overtredingenteam<br />

Roelanda Nijmeijer is per januari aan de<br />

slag gegaan bij de SSR.<br />

Samenstelling: Karin Mensink<br />

Agenda<br />

Georganiseerde misdaad en de Derde Wereld<br />

15 <strong>maart</strong><br />

In dit seminar wordt gekeken naar georganiseerde<br />

misdaad die doorgaans buiten het Westerse blik-<br />

veld valt. Daarom veel aandacht voor georgani-<br />

seerde criminaliteit in Derde wereldlanden.<br />

Locatie: Agora-zaal, VU, Amsterdam<br />

Kosten: € 150.-<br />

Informatie: VU secretariaat sectie Strafrecht<br />

en Criminologie via telefoon 020 598 6231 of via<br />

www.ciroc.nl<br />

Tien jaar na Van Traa<br />

23 <strong>maart</strong><br />

In de ruim tien jaar na ‘Van Traa’ is er op het terrein<br />

van opsporing en vervolging van de georgani-<br />

seerde criminaliteit veel veranderd. Ook de wereld<br />

veranderde; nieuwe wetgeving met betrekking tot<br />

terrorismebestrijding betekende een belangrijke<br />

extra impact op het werk van politie en <strong>Openbaar</strong><br />

<strong>Ministerie</strong>.<br />

Locatie: Congrescentrum Engels – Rotterdam<br />

Kosten: € 465,- excl. btw per persoon € 435,-<br />

excl. btw per persoon bij gelijktijdige aanmelding<br />

van twee of meer personen uit één en dezelfde<br />

organisatie.<br />

Informatie: Studiecentrum Kerckebosch telefoon<br />

030 6984222 of via e-mail studiecentrum@kerck<br />

ebosch.nl of www.kerckebosch.nl<br />

Overheidsaansprakelijkheid<br />

4 april<br />

Strafrechtelijke aansprakelijkheid van de staat, is<br />

een discussie die het afgelopen jaar alleen maar<br />

mee op gang is gekomen. Tijdens deze dag komen<br />

er antwoorden op vragen als: Wat zijn de jongste<br />

politieke ontwikkelingen? Wat zijn de argumenten<br />

van voor- en tegenstanders? Wat betekent straf-<br />

rechtelijke aansprakelijkheid concreet voor de<br />

overheidsorganisatie?<br />

Locatie: Musis Sacrum, Arnhem<br />

Kosten: € 899,- (excl. BTW)<br />

Informatie: SBO Klantenservice telefoon<br />

040-2 974 980 of via www.sbo.nl<br />

Managing and Maintaining Compliance:<br />

Closing the gap between science and practice<br />

10/11 april<br />

De Belastingdienst organiseert in samenwerking<br />

met het ministerie van Justitie op 10 en 11 april<br />

<strong>2006</strong> deze internationale conferentie. Het doel van<br />

de conferentie is een stap te zetten in het slechten<br />

van de kloof tussen wetenschappelijke inzichten<br />

omtrent compliance en de praktijkkennis en erva-<br />

ringen op de werkvloer .<br />

Locatie: Holiday Inn, Leiden<br />

Kosten: € 150.-<br />

Informatie: Meer informatie is te vinden op: www.<br />

belastingdienst.nl/conferencecompliance<br />

De Nieuwe Bestuurlijke Boete<br />

26 april<br />

De volgende thema’s komen aan de orde: daad-<br />

werkelijke invulling en reikwijdte Bestuurlijke<br />

Boete en OM-afdoening voor kleine en grote<br />

gemeenten; rol van de politie; Implementatieplan<br />

Bestuurlijke Boete; Criteria die bepalen of de OM-<br />

afdoening óf Bestuurlijke Boete het meest oplevert.<br />

Locatie: Holiday Inn, Leiden<br />

Kosten: € 749,- (excl. BTW)<br />

Informatie: SBO Klantenservice telefoon<br />

040-2 974 980 of via www.sbo.nl<br />

Bevolkingssamenstelling, levensloop<br />

en criminaliteit<br />

11 mei<br />

Het congres gaat niet alleen over vraagstukken<br />

die de criminologie en de demografie betreffen.<br />

Een belangrijk deel is gewijd aan de vraag wat<br />

vergrijzing, verkleuring en het huidige beleid voor<br />

invloed hebben op het gebruik van justitie-<br />

voorzieningen.<br />

Locatie: De Reehorst, Ede<br />

Kosten: onbekend<br />

Informatie: WODC Congrescommissie WODC via<br />

e-mail wodc@minjus.nl of via www.wodc.nl<br />

Tekst: Mirelle Herlfterkamp<br />

Uitgebreide congresinformatie vindt u op OMtranet<br />

2G via Actueel > Agenda > Congresagenda


26<br />

Eurojustice<br />

website<br />

Criminaliteit kent geen grenzen. Zeker niet in de Europese Unie<br />

(EU). Voor politie en justitie wordt grensoverschrijdende samenwerking<br />

daarom steeds belangrijker. Daarvoor is vertrouwen nodig<br />

en kennis van de eigenaardigheden van de wederzijdse organisaties<br />

en rechtssystemen.<br />

Om daaraan bij te dragen besloot Eurojustice, de jaarlijkse conferentie<br />

van EU-PG’s, tot het bouwen van de Eurojustice website.<br />

Deze bevat vergelijkende informatie over de taken en bevoegdheden<br />

van de OM-organisaties in de 25 EU-lidstaten. Voor wie wil<br />

weten of het Nederlandse opportuniteitsbeginsel echt zo uniek is.<br />

Of hoe het zit met de onafhankelijkheid van het Italiaanse OM.<br />

De site werd vanuit het Parket-generaal ontwikkeld, met financiele<br />

steun van de Europese Commissie. De site bevat de resultaten<br />

van een onderzoek dat is opgezet door prof. Peter Tak (Universiteit<br />

Nijmegen) en onder zijn verantwoordelijkheid is uitgevoerd door<br />

deskundigen van alle 25 EU-lidstaten.<br />

Zie: www.eurojustice.org<br />

Column<br />

Droge<br />

boterham<br />

Niet zo lang geleden woonde ik in Deventer. Daar is een eetcafé<br />

dat ‘Dikke van Dale’ heet. Niet geheel verrassend staan de wanden<br />

van het café volgestouwd met boeken. Tussen de boeken is her en<br />

der wat ruimte overgelaten. Daar prijken enkele vage schilderijen<br />

van het kroonprinselijk echtpaar. We aten daar regelmatig. Volgens<br />

mijn dochter is de Dikke van Dale het op één na leukste eetcafé van<br />

Nederland.<br />

Mijn dochter is negen. Ze vindt uit eten leuk, maar dan moet ze<br />

wel wat te lezen mee. Al dat gepraat aan tafel... Onlangs was dat de<br />

Taptoe. Ze las er iets uit voor, waar het woord ‘vals’ in voorkwam.<br />

Mijn vrouw en ik verstonden ‘fallus’ en schoten in de lach.<br />

Ze wilde weten waarom. Dat legden we uit. Zij vond het niet leuk<br />

en misschien was het ook niet grappig. Maar we moesten er toch<br />

om lachen.<br />

Ik moest ook lachen toen ik kort daarna een proces-verbaal las.<br />

Daarin werd een vrouw de vraag gesteld of ze ‘hem’ kon tekenen.<br />

Dat kon ze wel, zei ze. Maar ze beschreef ‘hem’ ook: ‘Hij glom<br />

behoorlijk. Hij had een hele grote. Ik zit de hele tijd naar die van jullie<br />

te kijken, maar dat ding van Mano was veel groter.’<br />

Leuke bezigheid soms, processen-verbaal lezen. Zo verhaalde een<br />

agent eens dat hij aan de ogen van iemand had gezien, dat die man<br />

echt niet meer kon autorijden. Hij schreef: ‘Ik zag aan de pupillen<br />

van de man, dat deze waren verwijderd’’. Inderdaad, dan komt er<br />

van sturen niet veel meer.<br />

Ook verdachten doen zo af en toe merkwaardige uitspraken. Vooral<br />

spreekwoorden blijken lastig. Een verdachte die ik trakteerde op een<br />

forse boete riep mij eens toe: ‘Zoveel? Ik heb al moeite genoeg een<br />

droge boterham boven water te krijgen’. Lijkt me waarlijk lastig, ja.<br />

Oh trouwens, dat behoorlijk glimmende grote ding van Mano? Een<br />

vuurwapen. Mevrouw was overvallen.<br />

Tekst: Jan Hoekman<br />

OPPORTUUN Nummer 3 – <strong>2006</strong> Beleid en regels 27<br />

beleid en regels<br />

Voor complete teksten, bel de<br />

documentatie van het Parket-Generaal,<br />

070-3399813 of 070-3399812.<br />

Ontucht door een turntrainer / LJN AU6285<br />

Hoge Raad 17 januari <strong>2006</strong>, 00545.05<br />

Veroordeeld is terzake seksueel binnendringen<br />

van iemand jonger dan twaalf jaar en ontucht met<br />

een aan zijn zorg, opleiding en waakzaamheid<br />

toevertrouwde minderjarige, tot vijf jaar gevange-<br />

nisstraf en zeven jaar ontzetting uit het beroep.<br />

Klacht is dat het Hof blijk geeft van een onjuiste<br />

rechtsopvatting over het begrip beroep.<br />

De Hoge Raad overweegt dat de opvatting van<br />

de verdediging, te weten dat van een beroep in<br />

de zin van de artikelen 251.2, 28.5, 247 en 249 Sr<br />

slechts sprake kan zijn als het een hoofdwerk-<br />

zaamheid betreft, onjuist is.<br />

Beroep verworpen. (DB)<br />

Ontucht door masseur/hypno-therapeut;<br />

art. 249.2 Sr<br />

Hoge Raad 17 januari <strong>2006</strong>, 00354.05<br />

Verdachte, masseur/hypno-therapeut, is veroor-<br />

deeld is terzake ontucht met een cliënt die bij<br />

hem in therapie was, tot vijftien maanden waar-<br />

van vijf maanden voorwaardelijk.<br />

Geklaagd wordt over het bewijs dat verdachte in<br />

de gezondheidszorg werkzaam was. Verdachte<br />

ressorteert immers niet onder het bereik van art.<br />

3 Wet op de beroepen in de individuele gezond-<br />

heidszorg (Wet BIG).<br />

Uit de MvT bij die wet volgt dat tegenover de<br />

opheffing van het verbod tot onbevoegde uitoe-<br />

fening van de geneeskunst de invoering van een<br />

stelsel van titelbescherming staat.<br />

De erkenning van deskundigheid vormt een<br />

kwaliteitswaarborg voor de hulpzoekende cliënt.<br />

Nevendoelen zijn invoering van tuchtrecht en<br />

het voorbehouden van bepaalde handelingen<br />

aan erkende beroepsbeoefenaren.<br />

De Wet BIG beperkt zich niet tot de geregi-<br />

streerde beroepsbeoefenaren. Zij heeft betrek-<br />

king op iedereen die handelingen verricht op het<br />

terrein van de individuele gezondheidszorg. Art.<br />

96 bevat een strafbepaling gericht tegen degene<br />

die, niet geregistreerd zijnde, buiten zijn deskun-<br />

digheidsgebied treedt. De wetgever streeft naar<br />

een duidelijke begrenzing van het gebied van<br />

de individuele gezondheidszorg (art 1). Het gaat<br />

om verrichtingen die rechtstreeks betrekking<br />

hebben op een persoon en ertoe strekken diens<br />

gezondheid te bevorderen of te bewaken.<br />

Niet is in de eerste plaats van belang wie<br />

de handeling verricht (een arts, een in art. 3<br />

genoemde, of een andere beroepsbeoefenaar).<br />

De aard van de handeling is veeleer bepalend.<br />

De paramedicus die sportmassage verricht han-<br />

delt niet in de zin van de Wet BIG. Wel de para-<br />

medicus die zelfstandig handelingen verricht,<br />

niet op het gebied van de geneeskunst, zonder<br />

voorschrift van een arts, voor zover die hande-<br />

ling gericht zijn op het bevorderen of bewaken<br />

van de gezondheidstoestand van een persoon.<br />

Uit de MvT bij art. 249 Sr volgt dat het ontbreken<br />

van de mogelijkheid van tuchtrechtelijk optreden<br />

een argument was voor uitbreiding van dit arti-<br />

kel. De vrijheid van de patiënt zijn heil te zoeken<br />

bij niet erkende beroepsbeoefenaren betekent<br />

niet dat hij aan de wolven is overgeleverd. De<br />

wetgever heeft deze patiënten geen bescherming<br />

van de strafwet willen onthouden. Het gevolg van<br />

de Wet BIG is dat allerhande niet aan regulering<br />

onderworpen beoefenaren van de gezondheids-<br />

zorg op de medische markt zijn toegelaten. De<br />

bescherming van art. 249 Sr zal zich ook tot deze<br />

alternatieve genezers moeten richten. De opvat-<br />

ting dat art. 3 Wet BIG bepalend is voor de uitleg<br />

van het begrip gezondheidszorg vindt geen steun<br />

in het recht. ’s Hofs oordeel is onjuist noch onbe-<br />

grijpelijk. Beroep verworpen. (Am)<br />

Verschoningsrecht advocaat<br />

Hoge Raad 24 januari <strong>2006</strong>, 00157.05 B / LJN<br />

AU4666<br />

Het klaagschrift strekkende tot opheffing van het<br />

beslag op een dagboek is gegrond verklaard en<br />

teruggave is gelast.<br />

Klager is raadsman van een minderjarige, ver-<br />

standelijk gehandicapte jongen, verdacht van<br />

een zedenmisdrijf begaan ten aanzien van een<br />

zesjarig meisje. Het dagboek behoort toe aan de<br />

moeder van verdachte en is op het kantoor van<br />

de raadsman is beslaggenomen zonder diens<br />

toestemming. Klager heeft zich beroepen op zijn<br />

verschoningsrecht.<br />

De Hoge Raad overweegt dat de Rechtbank tot<br />

uitdrukking heeft gebracht dat ook de informatie<br />

die de moeder aan klager verstrekte heeft te gel-<br />

den als wetenschap die aan klager in het kader<br />

van zijn beroepsuitoefening is toevertrouwd.<br />

Dit oordeel is niet onjuist.<br />

De stelling dat onder het verschoningsrecht<br />

uitsluitend brieven en andere geschriften val-<br />

len door of aan de geheimhouder als zodanig<br />

geschreven, vindt in haar algemeenheid geen<br />

steun in het recht, gelet op de strekking van art.<br />

98 Sv jo. 218 Sv.<br />

Beroep verworpen. (Rb Br)<br />

Tekst: Angela Kaptein<br />

Zie verder op OMtranet:<br />

• Overmacht, verwerping verweer<br />

Hoge Raad 10 december <strong>2006</strong>,<br />

01103.05 / LJN AU7135<br />

• Meineed door politieagent? Bewijs<br />

opzet. Verwijzing ten tweede male...<br />

Hoge Raad 7 februari <strong>2006</strong>, 03223.04 /<br />

LJN AU5756<br />

• Getuige (ingeschreven AZC)<br />

geweigerd<br />

Hoge Raad 10 januari <strong>2006</strong>, 01202.05 /<br />

LJN AU7139<br />

• Beslag(ring) van verdachte of<br />

bestolene: bewaren, teruggeven?<br />

Hoge Raad 10 januari <strong>2006</strong>, 03557.04<br />

/LJN AU 5785<br />

• Verkeersongeval, strafmotivering<br />

Hoge Raad 17 januari <strong>2006</strong>, 00155.05<br />

• Hopper<br />

Hoge Raad 17 januari <strong>2006</strong>, 00326.05<br />

• Onttrekking aan het verkeer van<br />

affiches<br />

Hoge Raad 17 januari <strong>2006</strong>, 00581.05<br />

• Appèlmemorie verplicht?<br />

Hoge Raad 17 januari <strong>2006</strong>, 00867.05 /<br />

LJN AU6319<br />

• Herziening zaak Bouterse: verzoek<br />

afgewezen<br />

Hoge Raad 31 januari <strong>2006</strong>, 02212.05 H<br />

/ LJN AV0613<br />

• Wijziging telastelegging na verwijzing<br />

Hoge Raad<br />

Hoge Raad 31 januari <strong>2006</strong>, 00213.05 J<br />

/ LJN AU6253<br />

• Getuigen afgewezen: vooruitgelopen<br />

op inhoud?<br />

Hoge Raad 31 januari <strong>2006</strong>, 00421.05 /<br />

LJN AU6762<br />

• Gevonden of verduisterd?<br />

Hoge Raad 31 januari <strong>2006</strong>, 00420.05 /<br />

LJN6747<br />

• Belaging, oogmerk de ander tot iets<br />

te dwingen<br />

Hoge Raad 31 januari <strong>2006</strong>, 00126.05 /<br />

LJN AU7080<br />

• Betekening, tien dagen termijn<br />

Hoge Raad 31 januari <strong>2006</strong>, 03367.04<br />

• Café-verbod als bijzondere<br />

voorwaarde<br />

Hoge Raad 31 januari <strong>2006</strong>, 01867.05<br />

• Telefoontap (en verlenging na geen<br />

tap-resultaat) onrechtmatig?<br />

Hoge Raad 31 januari <strong>2006</strong>, 01738.05 /<br />

LJN 8292


28<br />

internationaal<br />

Bureau Internationale Rechtshulp in<br />

Strafzaken, telefoon 070-37 07 468.<br />

Waardering naar Nederlandse recht van<br />

Amerikaans sepot<br />

Hoge Raad, 17 januari <strong>2006</strong>-02-10<br />

De opgeëiste persoon (o.p.) is in de Verenigde<br />

Staten veroordeeld voor moord. Deze veroorde-<br />

ling is daarna, wegens een processuele fout,<br />

ongeldig verklaard met recht op een nieuw<br />

proces. Gedurende dit nieuwe proces bleek de<br />

belangrijkste getuige onvindbaar en is de zaak<br />

voorwaardelijk geseponeerd, onder voorbehoud<br />

van opsporing van deze getuige. De o.p., inmid-<br />

dels in Nederland, stelt in de Nederlandse uit-<br />

leveringsprocedure dat het Amerikaanse sepot<br />

naar Nederlands recht is te kwalificeren als een<br />

bewijssepot, waardoor de zaak enkel weer kan<br />

worden vervolgd als er sprake is van nieuwe<br />

getuigenverklaringen; dat is hier niet aan de<br />

orde. De rechtbank overweegt dat geen sprake is<br />

van een onvoorwaardelijk bewijssepot maar van<br />

een voorwaardelijk sepot, waarbij door het vin-<br />

den van de getuige is voldaan aan de voorwaarde<br />

voor verdere vervolging. Aldus is geen blijk van<br />

een beletsel als bedoeld in artikel 5, aanhef en<br />

onder b Uitleveringsverdrag NL/VS. De Hoge<br />

Raad is van oordeel dat de rechtbank geen blijk<br />

geeft van een onjuiste rechtsopvatting.<br />

Overlevering naar Frankrijk geweigerd<br />

wegens schending 6 EVRM<br />

Rechtbank Amsterdam, 4 januari <strong>2006</strong><br />

De o.p. (die niet de Franse nationaliteit heeft)<br />

heeft in 1989 misdrijven gepleegd in Frankrijk en<br />

is hiervoor in 1991 bij verstek veroordeeld (6 jaar<br />

wegens drugshandel). Op 6 juni 2005 wordt door<br />

Frankrijk een EAB uitgevaardigd. De raadsman<br />

stelt dat verdediging voeren na 16 jaar niet meer<br />

goed mogelijk is, schending van artikel 6 EVRM.<br />

De rechtbank moet eerst bepalen of inwilliging<br />

van het overleveringsverzoek leidt tot een fla-<br />

grante schending van de fundamentele rechten<br />

van het EVRM (11 OLW). Daarvan is sprake als<br />

het tijdverloop zodanig is, dat dit niet langer<br />

gecompenseerd kan worden in de strafmaat<br />

en geen andere consequentie dan verval van<br />

het recht op vervolging kan volgen. Tussen het<br />

arrestatiebevel en het EAB zit een periode van<br />

ruim 14 jaar. De rechtbank overweegt dat met<br />

een dergelijke termijn naar Nederlandse maat-<br />

staven de redelijke termijn van artikel 6 EVRM is<br />

overschreden. Nu niet kan worden uitgesloten<br />

dat uit het Franse recht andere maatstaven<br />

volgen, is aan Frankrijk om toelichting gevraagd<br />

betreffende het tijdverloop. De rechtbank con-<br />

stateert, mede naar aanleiding van de reactie<br />

van Frankrijk, dat sprake is van een flagrante<br />

schending: de o.p. is in 1989 gehoord en stond<br />

toen dus ter beschikking van de Franse autori-<br />

teiten, gedurende een periode van 14 jaar is door<br />

de Franse autoriteiten niets ondernomen om<br />

hem actief op te sporen, terwijl er al voor inwer-<br />

kingtreding van het EAB verdragen bestonden<br />

op grond waarvan hij internationaal gesigna-<br />

leerd had kunnen worden.<br />

Voorts moet de rechtbank bepalen of deze<br />

flagrante schending in de weg staat aan over-<br />

levering. Daarbij weegt zwaar of aan de o.p. in<br />

Frankrijk een “effective remedy” ter beschikking<br />

staat. Nu Frankrijk is aangesloten bij het EVRM<br />

kan men daar een rechtstreeks beroep op het<br />

EVRM doen en is sprake van een remedy. Voor<br />

de vraagt of deze effective is, is het onderscheid<br />

tussen een dreigende schending en een onon-<br />

omkeerbare schending van belang. In het geval<br />

van de o.p. is sprake van een bestaande schen-<br />

ding. Elke dag die de onzekerheid voor de o.p.<br />

persoon omtrent zijn veroordeling voortduurt,<br />

is voortzetting van deze schending. De Franse<br />

autoriteiten hebben aangegeven dat de o.p., bij<br />

aankomst in Frankrijk, binnen 2 maanden in ver-<br />

zet zal kunnen gaan (tegen het verstekvonnis).<br />

Onbekend is echter wanneer het eigenlijke straf-<br />

proces zal aanvangen. De rechtbank overweegt<br />

dat de o.p. in Frankrijk, voor vooralsnog onbe-<br />

kende duur, in voorlopige hechtenis zal worden<br />

genomen. Aldus is geen sprake van een “effecti-<br />

ve remedy”. Dat de o.p. in Frankrijk een aanvraag<br />

tot invrijheidsstelling zal kunnen indienen, zoals<br />

de Franse autoriteiten hebben aangegeven, doet<br />

daaraan niet af.<br />

Celmateriaal baby Donna mag naar België<br />

Rechtbank Utrecht, 28 december 2005<br />

In het kader van een Belgische strafzaak hebben<br />

de Belgische autoriteiten, d.m.v. een rechtshulp-<br />

verzoek (Benelux uitleverings- en rechtshulp-<br />

verdrag), gevraagd om celmateriaal van een<br />

in Nederland aanwezige baby. De rechtbank<br />

dient zich uit te spreken over inwilligbaarheid<br />

van dit verzoek. Zij stelt vast dat het verzoek is<br />

gedaan met het oog op waarheidsvinding in een<br />

Belgisch strafrechtelijk onderzoek. De vraag of<br />

het celmateriaal van belang is voor dit Belgisch<br />

strafrechtelijk onderzoek komt enkel toe aan de<br />

Belgische onderzoeksrechter. De grieven van de<br />

advocaat omtrent toelaatbaarheid van het DNA-<br />

onderzoek dienen, gelet op het voorgaande,<br />

ingebracht te worden in de Belgische strafpro-<br />

cedure. Aan de eis van dubbele strafbaarheid is<br />

voldaan (minimaal 6 maanden). Op grond van<br />

artikel 195a, lid 1, Sv kan het celmateriaal alleen<br />

worden afgenomen met schriftelijke toestem-<br />

ming van de betrokkene. In deze zaak is de<br />

voorlopige voogdij en daarmee het gezag over<br />

de baby in handen van een voogdij-instelling.<br />

Namens deze instelling is door een van diens<br />

medewerkers schriftelijke toestemming gege-<br />

ven. Aldus is het verzoek volgens de rechtbank<br />

voor inwilliging vatbaar.<br />

verdragen<br />

www.minbuza.nl/buitenlandsbeleid/verdragen<br />

- Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de<br />

overbrenging van gevonniste personen<br />

(Straatsburg, 18-12-1997).<br />

Inwerkingtreding voor Griekenland op 01-01-<strong>2006</strong><br />

- Verdrag van de Verenigde Naties tegen grens-<br />

overschrijdende georganiseerde misdaad<br />

(New York, 15-11-2000).<br />

Inwerkingtreding voor de Democratische<br />

Republiek Congo op 27-11-2005<br />

Inwerkingtreding voor de Verenigde Staten van<br />

Amerika op 03-12-2005<br />

- Protocol inzake de voorkoming, bestrijding en<br />

bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder<br />

vrouwenhandel en kinderhandel, tot aanvulling<br />

van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen<br />

grensoverschrijdende georganiseerde misdaad<br />

(New York, 15-11-2000)<br />

Inwerkingtreding voor de Democratische<br />

Republiek Congo op 27-11-2005<br />

Inwerkingtreding voor de Verenigde Staten van<br />

Amerika op 03-12-2005<br />

- Protocol tegen de smokkel van migranten over<br />

land, over zee en door de lucht, tot aanvulling<br />

van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen<br />

grensoverschrijdende georganiseerde misdaad<br />

(New York, 15-11-2000)<br />

Inwerkingtreding voor Cambodja op 11-01-<strong>2006</strong><br />

Inwerkingtreding voor de Democratische<br />

Republiek Congo op 27-11-2005<br />

Inwerkingtreding voor de Verenigde Staten van<br />

Amerika op 03-12-2005<br />

- Internationaal Verdrag ter bestrijding van de<br />

financiering van terrorisme<br />

(New York, 09-12-1999)<br />

Inwerkingtreding voor de Bahamas op 01-12-2005<br />

- Facultatief Protocol inzake de verkoop van kin-<br />

deren, kinderprostitutie en kinderpornografie bij<br />

het Verdrag inzake de rechten van het kind<br />

(New York, 25-05-2000)<br />

Inwerkingtreding voor Thailand op 11-02-2000<br />

Tekst: Linda Bregman<br />

OPPORTUUN Nummer 3 – <strong>2006</strong> Verkeer 297<br />

verkeer<br />

Bureau Verkeershandhaving OM.<br />

Voor complete teksten, bel 0346-333310<br />

Onjuistheden in inleidende beschikking of<br />

bewezenverklaring; denaturering?<br />

Hoge Raad Strafkamer 10 januari <strong>2006</strong>,<br />

nr. 00124/05 en Gerechtshof Leeuwarden in<br />

WAHV 05/01234, 01402 en 01450<br />

In genoemde uitspraken leidt de omstandigheid<br />

dat de bewezenverklaring of inleidende beschik-<br />

king een onjuistheid zou bevatten, niet tot ver-<br />

nietiging van de beschikking of een niet naar<br />

behoren met redenen omklede bewezenverkla-<br />

ring. Bijvoorbeeld: een verkeerde straatnaam<br />

(Industriestraat i.p.v. Schifferheidestraat (HR)<br />

en Rijksstraatweg i.p.v. Rijksweg – 05/01402),<br />

verkeerde aanduiding van hectometerpaal (er<br />

zou geen paal 1.7 of 1.8 bestaan – 05/05/01234)<br />

of verkeerd tijdstip (16.21 i.p.v. 10.21 uur<br />

– 05/01450). Vgl. HR 20 april 1993, VR 1993 /<br />

109 en Hof Leeuwarden 21 mei 2003, WAHV<br />

03/00068, LJN: AI0969.<br />

Verhouding tussen overheid en burger<br />

Gerechtshof Leeuwarden 5 januari <strong>2006</strong>,<br />

WAHV 05/01355<br />

De betrokkene voert aan – kort samengevat<br />

– dat de verhouding tussen de overheid en de<br />

burger gestoeld behoort te zijn op vertrouwen<br />

en dat het vereiste van zekerheidstelling hier<br />

tegen in gaat , omdat de behandeling van het<br />

beroep afhankelijk maakt van betaling van de<br />

sanctie vóóraf. Het Hof is van oordeel dat het de<br />

rechter niet is toegestaan de innerlijke waarde<br />

of de billijkheid van de wet te beoordelen (art.<br />

11 Wet Algemene Bepalingen). Dat het stellen<br />

van zekerheid als bedoeld in art. 11 WAHV in<br />

strijd is met de vertrouwensrelatie tussen de<br />

overheid en de burger, zoals de betrokkene stelt,<br />

kan de rechter er derhalve niet toe brengen het<br />

bepaalde in art. 11, eerste lid, WAHV opzij te zet-<br />

ten. Volgt bevestiging van de beslissing van de<br />

kantonrechter tot niet-ontvankelijk verklaren van<br />

het beroep.<br />

Het niet-tonen van de snelheidsmeting met<br />

een lasergun<br />

Gerechtshof Leeuwarden 20 januari <strong>2006</strong>,<br />

WAHV 05/01151<br />

Betrokkene bestrijdt dat hij de toegestane snel-<br />

heid in de aangegeven mate (meer dan 20 km/h<br />

t/m 25 km/h) heeft overschreden. Ondanks her-<br />

haalde vragen van betrokkene heeft de verbali-<br />

sant niet het resultaat van de snelheidsmeting<br />

aan de betrokkene laten zien. Uit de verklaring<br />

van de verbalisant blijkt dat de gereden snelheid<br />

is vastgesteld d.m.v. een op correcte wijze uitge-<br />

voerde meting en dat inderdaad aan de betrok-<br />

kene niet de uitlezing van de gemeten snelheid<br />

op de display van de lasergun heeft getoond.<br />

Het hof overweegt dat dit echter geenszins leidt<br />

tot de conclusie dat de snelheidsmeting onjuist<br />

zou zijn gedaan of dat de door de verbalisant<br />

genoemde snelheid onjuist zou zijn. Overigens<br />

valt in het algemeen niet in te zien, oordeelt het<br />

hof, waarom aan een staandegehouden bestuur-<br />

der niet de gemeten snelheid zou kunnen wor-<br />

den getoond. Volgt bevestiging van de beslissing<br />

van de kantonrechter tot ongegrond verklaring<br />

van het beroep.<br />

Smoezen die het niet haalden...<br />

- “... het was noodzakelijk dat ik over de vlucht-<br />

strook reed, want mijn benzinemeter gaf al<br />

geruime tijd aan dat de benzine op was en ik was<br />

in een file terecht gekomen...” Hof Leeuwarden<br />

11 januari <strong>2006</strong>, WAHV 05/01369: geen noodge-<br />

val in de zin van art. 43, derde lid, RVV 1990<br />

- “...de gedraging is verricht door de mij bekende<br />

A., die het voertuig op dat moment onrecht-<br />

matig in gebruik had van mij als kentekenhou-<br />

der....” Hof Leeuwarden 11 januari <strong>2006</strong>, WAHV<br />

05/01004: ...door het kenteken op zijn naam te<br />

laten registreren terwijl hij wist dat een ander<br />

op dat moment de beschikkingsmacht over<br />

het voertuig had, heeft betrokkene het risico<br />

aanvaard dat met dat voertuig overtredingen<br />

zouden worden begaan waarvoor hij als kente-<br />

kenhouder aansprakelijk zou kunnen worden<br />

gesteld. Onder deze omstandigheden komt de<br />

betrokkene geen beroep toe op de exceptie van<br />

art. 8 WAHV<br />

- “Ik heb geen zekerheid gesteld omdat ik<br />

onvoldoende vertrouwen heb dat het open-<br />

baar ministerie het betreffende bedrag tijdig<br />

zal terugstorten bij gegrondverklaring van het<br />

beroep” Hof Leeuwarden 12 januari <strong>2006</strong>, WAHV<br />

05/01285: Hetgeen de betrokkene aanvoert is<br />

niet een omstandigheid die zou kunnen leiden<br />

tot het oordeel dat de betrokkene redelijkerwijs<br />

niet geacht kan worden in verzuim te zijn m.b.t.<br />

het stellen van zekerheid<br />

- “Ik was te laat voor een belangrijke bijeen-<br />

komst en heb het rode verkeerslicht te laat<br />

opgemerkt. Gezien de omstandigheden was<br />

het beter het rode licht te negeren dan om te<br />

stoppen. In het algemeen ben ik van mening dat<br />

het rode licht een waarschuwingsfunctie heeft<br />

en dat in bepaalde gevallen de bestuurder het<br />

signaal moet kunnen negeren. Ik verwijs naar de<br />

verschillende hulpdiensten die onder bepaalde<br />

voorwaarden het rode licht kunnen nege-<br />

ren”. Hof Leeuwarden 20 januari <strong>2006</strong>, WAHV<br />

05/01228: Gelet op het absolute karakter van<br />

het betreffende verbod (art. 62 ivm 68 RVV90)<br />

kunnen de door de betrokkene aangevoerde<br />

omstandigheden en beschouwingen er niet toe<br />

leiden dat moet worden afgezien van een sanctie<br />

dan wel dat het bedrag van de opgelegde sanc-<br />

tie gematigd moet worden<br />

- “In de maand juli was ik in het buitenland en<br />

heb niets ontvangen over de zekerheidstel-<br />

ling”. Hof Leeuwarden 19 januari <strong>2006</strong>, WAHV<br />

05/01541: Dit betoog faalt omdat de tweede<br />

zekerheidsbrief op 26 juli is verzonden en de<br />

betrokkene daarbij in de gelegenheid is gesteld<br />

om binnen 30 dagen na de dag van de verzending<br />

van deze brief de vereiste zekerheid te stellen.<br />

Tekst: Koos Spee


Op 23 januari hebben de gezamenlijke reclasseringsinstellingen een Ketenpartnerdag georganiseerd voor de eigen medewerkers,<br />

samen met de collega’s van OM en ZM. Er werd o.a. een rechtszitting nagespeeld aan de hand van een casus.<br />

Hierbij kwamen de rollen en verantwoordelijkheden maar ook de verwachtingen van alle betrokken professionals aan de<br />

orde. Een bijzonder geslaagd initiatief. Foto: Bert Janssen.<br />

Op 9 februari vond voor de eerste<br />

keer de eedaflegging plaats bij de<br />

CVOM, onder begeleiding van een<br />

heuse filosoof. Rukiye Turhan-Bakir<br />

behoorde tot de groep die het spits<br />

mocht afbijten.<br />

Op 26 januari heeft Harm Brouwer het parket Amsterdam bezocht. Hij is bijgepraat<br />

over de stand van zaken rondom de pilot GPS-Loopzaken in Amsterdam.<br />

Op de foto staan vlnr: Albert Tuijp, Hein Tuijp, Willebrord Freijsen, Harm Brouwer,<br />

Peter van den Bosch en Leo de Wit.<br />

Een groep medewerkers van het parket Alkmaar was op 9 februari aanwezig bij<br />

de opname van Zestien miljoen rechters. Na afloop gingen ze natuurlijk op de foto<br />

samen met Astrid Joosten!<br />

Veiligheidshuiscollega’s van de ketenpartners<br />

reclassering, Raad voor de<br />

Kinderbescherming en politie zijn 8<br />

en 15 februari voor een inkijkstage op<br />

bezoek bij parket Utrecht.<br />

Op woensdag 15 februari werd in<br />

Breda het Veiligheidshuis geopend.<br />

Burgemeester Peter van der Velden,<br />

staande naast hoofdofficier van<br />

justitie Theo Hofstee, droeg een<br />

karabijnketen die de samenwerking<br />

tussen de verschillende organisaties<br />

symboliseert.<br />

Ressortsparket Arnhem speelt vals<br />

aan roulettetafel tijdens maffiafeest in<br />

Heino op vrijdag de dertiende.<br />

Samenstelling: Anne Hoeksema

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!