Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
D E<br />
A F V A L<br />
."DER<br />
NEDERLANDEN.
268 LM<br />
G E S C H I E D E N I S<br />
V A N D E N<br />
A F V A L<br />
D E R<br />
V E R E E N I G D E<br />
NEDERLANDEN<br />
V A N DE<br />
SPAANSCHE REGERING,<br />
UIT HET HOOGDUITSCH<br />
V A N<br />
FREDRIK SCHILLER.<br />
( Dienende tot opheldering van dit vak in de<br />
Viderlandfche Historie, )<br />
E E R S T E D E E L .<br />
*<br />
TE AMSTERDAM, BY<br />
JOHANNES ALLART.<br />
MDCCX.CI.
GESCHIEDENIS<br />
VAN DEN<br />
A F V A L<br />
DER<br />
[VERENIGDE NEDERLANDEN;<br />
SPAANSCHE REGERING.<br />
E E R S T E BOEK.<br />
I N L E I D I N G .<br />
Onder de merkwaardige gebeurenisfen, I.<br />
welke de Zestiende Ecu zo zeer boven BOEK.<br />
andere hebben doen uitblinken, verdient, »<br />
mijns bedunkens, de Grondvesting der<br />
Nederlandfche Vrijheid een aanzienlijke<br />
plaats. Immers, indien de fchitterende<br />
daden van eergierigheid en verderflijke<br />
heerschzügt regtmatige aanfpraak óp onze<br />
verwondering hebben, hoe veel meer dan<br />
ene gebeurenis, waarin men de verdrukte<br />
mcnfchclijkheid ziet worftelen om hare<br />
edellte regten te befchermen; terwijl mef<br />
I. DEEL. A<br />
VAN DE
ï.<br />
BOEK.<br />
fl DE AFVAL DEft,<br />
de goede zaak zig ongewone kragten ver«<br />
enigen, en de hulpmiddelen van beradeii<br />
wanhoop over de gedugte kunften der<br />
dwingelandij in enen ongelrjken ftrijd zegevierem<br />
Groot en bemoedigend is het<br />
gedagt, dat 'er tegen de trotfchc aanmatigingen<br />
van Vorstelijke magt eindelijk nog<br />
ene hulp voorhanden is 5 dat derzelver<br />
best overlegde ontwerpen tegen de menfchelijke<br />
vrijheid in duigen kunnen fpatten;<br />
dat een kloekmoedige tegenftand den<br />
opgeheven arm eens Geweldenaars kan<br />
doen bukken, en manlijke Itandvastigheid<br />
deszelfs fchriklijke hulpmiddelen ten laat*<br />
•ften uitputten. Nooit trof mij deze waarheid<br />
zo levendig r als bij de Gefchiedenis<br />
van dien gedenkwaardigen Opfland, waardoor<br />
de Verenigde Nederlanden voor altoos<br />
van de Spaanfche Kroon wierden afgefcheurd;<br />
en het fcheen mij wel der 7<br />
moeite waardig te beproeven , dit fchone<br />
gedenkteken van burgerlijke kragt voor<br />
het oog der wereld op te rigten ; ten<br />
einde in het hart mijner Lezeren een aangenaam<br />
gevoel van zig zeiven te verwekken<br />
, en een nieu, onwedeifpreeklijk bewijs<br />
aan den dag te brengen , wat menfchen<br />
voor de goede zaak durven wagen.,<br />
en door eendragt in ftaat zijn uit te voeten.<br />
't Is geenszins het buitengewone,. of<br />
het eigenlijk zo genoemde heldhaftige dezer<br />
gebeurenis, dat mij noopte om dezelve<br />
te befchrijven. De Jaarboeken<br />
des menschdoms hebben ons meer ondeï~
KEDÉRLANDrER 5<br />
nemingen van dien aart nagelaten, welke<br />
zig in den aanleg nog ftouter, en in<br />
de uitvoering nog glansrijker vertonen.<br />
Men zag meer dan énen Staat met enen<br />
gedugten flag nederploffcn , en andere<br />
met ene verheven vlugt oprijzen; Men<br />
verwagte hier ook gene van die zeldfame,<br />
reusagtige menfchen, gene dier ver-<br />
Dazende daden, welke in de Gefchiedenis<br />
van vroeger tijden zo menigvuldig<br />
Voorkomen. Die tijden zijn geweest;<br />
zulke menfchen zyn 'er niet meer. In<br />
den zagten fchoot der bcfchaafdheid zijn<br />
die kragtcn in flaap geraakt ^ welke in die<br />
oude tijden werkten, en voor dezelve<br />
noodzakelijk waren. Met vernederende<br />
verwondering btfchonwcn wij tans die<br />
reuzen-beelden, even als een verzwakte<br />
grijzaart de manlijke oefeningen der jeugd<br />
tóchout. Maar zo is het niet gelegen<br />
met de Gebeurenis, waarvan wij fpreken*<br />
Her Volk, dat wij hier op het toneeJ<br />
zien verfchijnen, was het vrcedfaamfte<br />
•cart den aardbodem, en minder, dan alle<br />
zijne naburen, vatbaar voor dien heldengeest<br />
, die zelfs aan de geringfte bedrijven<br />
een verhevener vlugt geeft. De<br />
nooddwang der omftandigheden deed het<br />
zijn eigen kragt gevoelen , en voor<br />
enen rijd ene grootheid aannemen,<br />
welke het anders niet zoüde gehad<br />
hebben, en .mogelijk nimmer zal wederkrijgen.<br />
De kragt derhalven, waarmede<br />
hetzelve gewerkt heeft, is onder<br />
«ns niet verloren; de gelukkige uitflagy<br />
A *<br />
t<br />
BOEK,
4 DE AFVAL DER<br />
l waarmede deszelfs hachlijke onderneming<br />
6 O EK. bekroond wierd, is ook ons niet ontzegd,<br />
wanneer eens zulke tijden wederkeerden,<br />
en gelijke omftandigheden ons tot gelijke<br />
daden riepen. Het is dus juist het mangel<br />
aan heldengrootheid, welk deze Gebeurenis<br />
bijzonder en leerzaam doet zijn;<br />
en daar anderen hun werk 'er van maken<br />
, om de overmagt van het vernuft<br />
boven het geval te betogen, heb ik<br />
mij voorgefteld een tafereel op te han-*<br />
gen, waarin de nood aan het vernuft leven<br />
gaf, en het geval helden vormde.<br />
Had men ooit vrijheid, om in menfchelijke<br />
zaken ene hoger Voorzienigheid<br />
te brengen, men had die zekerlijk<br />
bij deze gefchiedenis: zo zeer fchijnt<br />
dezelve tegen alle rede en tegen alle<br />
ondervinding aan te lopen. FILIPS DE<br />
T w E D E , de magrigfle Vorst van zijnen<br />
tijd; wiens gedugte overmagt geheel Europa<br />
dreigde te verflinden ; wiens fchatten<br />
den verenigden rijkdom van • alle<br />
Christen - Mogendheden overtroffen; wiens<br />
vloten in alle zcën het meeflerfchap voerden<br />
; — een Vorst, aan wiens gevaarlijke<br />
oogmerken talrijke legers ten dienfte<br />
tonden; legers, welke door lange en<br />
bloedige oorlogen, en door ene Romein-<br />
"che krijgstugt gehard, door enen geest<br />
/an volks - hoogmoed gedreven , en door<br />
i le herinnering aan behaalde overwinnin<br />
I gen aangefpoord, op eer en buit vlam-<br />
» len , en zig onder den ondernemenden<br />
;eest van hunne. Hoofden als gedienfiige<br />
i
NEDERLANDEN. S<br />
leden beweegden: — deze gedugte Vorst,<br />
onveranderlijk overgegeven aan één halftarrig<br />
, voornemen ; aan éne onderneming,<br />
die den rustelozen arbeid van zijne<br />
gehele regering uitmaakte; en alle deze<br />
fchrikbarende middelen op een enig<br />
doel gerigt, 't welk hij nogtans ten laatften<br />
, aan den avond yan zijn leven, zonder<br />
het bereikt te hebben , moet opgeven!<br />
— Dezen FILIPS DE TWEDE zien<br />
wij met ene zwakke Natie in enen oorlog,<br />
welken hij niet kan ten einde brengen.<br />
En met welk ene Natie? Hier, een<br />
vredelievend Volk van Visfchers en Herders,<br />
neêrgezeten in enen vergeten hoek van<br />
Europa, welken het met grote moeite<br />
den golven ontweldigd heeft; een volk,<br />
voor welk de Zee zijn beftaan, zijn rijkdom<br />
, en zijne plaag is; welks hoogde<br />
goed zijne vrijwillige armoede, welks<br />
roem zijne deugd is. Daar, een goedaartig,<br />
befchaafd , handeldryvcnd Volk,<br />
in ruimte levende van de welige vrugten<br />
ener gezegende vlijt; wakende voor wetten<br />
, welke hunne weldocnfters waren.<br />
Te midden van de gelukkige rust des<br />
voorfpoeds begeven zij zich buiten den<br />
kleinen kring hunner behoeften , en beginnen<br />
naar hoger voldoening te haken.<br />
De nieuwe waarheid, welke tans over Europa<br />
begon op te dagen, fchiet enen<br />
yrugtbaarmakenden ftraal in deze gunstige<br />
lugtftreck, en met blijdfehap ontvangt<br />
de vrije burger het licht, waarvoor<br />
onderdrukte , treurige Haven zig verfchui»<br />
A 3<br />
I.<br />
BOEK.
6 DE AFVAL DER.<br />
t len. Een losfe vrolijkheid, veelal her<br />
flOEK. gevolg van overvloed en vrijheid, noopc<br />
hen om het gezag van verjaarde begrippen<br />
te toetfen , en enen fchandelijken keten<br />
te verbreken. De harde tugtroede<br />
der Dwingelandij wankt boven hunne hoofden<br />
; een willekeurig geweld dreigt de<br />
grondzuilen van hun geluk om ver te<br />
fmijten; hij, die de Handhaver hunner<br />
wetten moest zijn, wordt hun Tijran.<br />
Eenvoudig in hunne ftaatkunde, zo wel<br />
als in hunne zeden, durven zy het wagen<br />
Dm zig op een verouderd verdrag te beroepen,<br />
en den Heer der beide Indien om<br />
bet regt der Natuur aan te fpreken. Een<br />
ïaam beflist de geheele uitkomst der dingen.<br />
Men noemde te Madrid oproer,<br />
vat te Brusfel flegts ene wettige handelvijze<br />
heette : de bezwaren van Braband<br />
'orderden enen wijzen Staatsman tot middeaar;<br />
FILIPS DE TWEDE zond enen beul;<br />
n daarmede werd het teken tot den oor-,<br />
3g gegeven. Een dwingelandij zonder<br />
*\ oorbeeld tast leven en bezittingen aan.<br />
1 )e wanhopige burger , wien flegts tusf<br />
:hen twe zoorten van dood de keus werd<br />
É elaten, kiest den edelen dood op het<br />
1 agveld. Een welvarend, vrolijk Volk<br />
E emint den vrede, maar het wordt oori<<br />
)gzugtig, wanneer het arm wordt. Het<br />
b ekommert zig nu niet langer om een iev<br />
:n, dat alles, wat begerenswaardig is,<br />
JT oet derven. De woede des oproers flaat<br />
O' rer tot in de verst afgelegen gewesten;<br />
«del en verkering Haan ffilj de fchepe*<br />
5i;
NEDERLANDEN. ?<br />
^ontwijken de havens; de handwerksman<br />
yerlaat zijn werkplaats, de landman de<br />
verwoeste velden. Duizenden nemen de<br />
vlugt naar vreemde landen ; duizenden<br />
laten hun leven op het moordfchavot,<br />
en nieuwe duizenden vervangen dezelven:<br />
Godlijk tog moet ene leer zijn , waarvoor<br />
men zo rustig kan fterven. 'Er ontbreekt<br />
nu nog de laatfte hand, om het werk<br />
te voltoojen : de verlichte, ondernemendegeest,<br />
welke met dit gewigtige tijdftip<br />
weet voordeel te doen, en de vrugt van<br />
?<br />
t geval tQt een plan van wijsheid ce<br />
vormen.<br />
WILLEM, DE ZWIJGER, een twede<br />
MÜTUS, trekt zig de grote zaak der Vrijheid<br />
aan. Boven een vreesagtig eigenbelang<br />
verheven, zegt hij den troon alle ftrafbaare<br />
pligten op; ontdoet zig van den luister<br />
zijns Vorftelijken rangs; vernedert zig tot<br />
ene vrijwillige armoede, en is niets meer<br />
*lan een Burger der Wereld. Pe goede<br />
zaak wordt aan den hachlijken kans des<br />
oorlogs gewaagd: maar een opgeraapte<br />
hoop huurelingen is tegen de gedugte aanvallen<br />
ener geoefende krijgsmagt niet heiland.<br />
Twemaal voert hij zijne moedeloze<br />
benden tegen den Dwingeland aan 3<br />
twemaal begeven zij hem; maar zijn moed<br />
begeeft hem niet. FILIPS zendt hem<br />
telkens zo veel verfterking toe , als zij<br />
ne gruwelijke fchraapzugt bedelaars maakt,<br />
Ballingen, uit hun vaderland gevlugt, zoe<<br />
ken een ander vaderland ter zee, en verzadiging<br />
van wraak en honger ann de,<br />
A 4<br />
1.<br />
EOEICo
t<br />
8 DE AFVAL DER<br />
fchepen van hunnen vijand. Weldra wor<br />
TOEK den Zeefchuimers in Zeehelden hervormd-<br />
, uit eenen hoop Rooffchcpen ontflaat een<br />
Zeemagt; en uit Moerasfen verheft zig<br />
ene Republiek. Zeven Gewesten verbreken<br />
te gelijk hunne banden , en maken<br />
enen nieuwen jeugdigen Staat uit,<br />
magtig door eendragt, door zijne wateren<br />
en door wanhoop. Een plegtige uitfpraak<br />
der Natie ontzet den Dwingeland<br />
van den troon ; de Spaanfche naam verdwijnt<br />
uit alle wetten. Nu is 'er een<br />
ftap gedaan, waarvoor gene vergiffenis<br />
meer te vinden is; de nieuwe Republiek<br />
wordt gedugt, om dat zij niet weder te<br />
rug kan gaan. Partijfchappen rukken hare<br />
banden los ; zelfs haar vreeslijk element,<br />
de Zee, met haren Onderdrukker<br />
als t ware zamenfpannende , dreigt<br />
Jaar zwak begin enen vroegtijdigen on-<br />
( iergang. Zij gevoelt hare kragten voor<br />
'< le overmagt haars Vijands bezwijken , en<br />
1 verpt zig biddende neder voor de mag.<br />
\ igfte Tronen van Europa, om ene op-<br />
1 >ermagt weg te fchenken, welke zij niet<br />
m befchermen. Na vele vrugteloze aan<br />
1 keken, (zo veragtelijk was deze Repu-<br />
»hek m hare opkomst, dat zelfs de heb-<br />
l ugt van andere Koningen die jonge<br />
»loem verfmaadde,) gelukt het haar ein-<br />
l elijk , hare gevaarlijke Kroon enen<br />
t Vreemdeling op te dringen. Nieuwe ftra-<br />
! ;n van hoop beuren haren kwijnenden<br />
I i©ed weder op: maar het noodlot gaf<br />
r aar in dezen nieuwen Landsvader enen<br />
i
NEDERLANDEN, 9<br />
Verrader; en in den dringendften nood,<br />
terwijl de onverbidlijke vijand voor de<br />
poorten Is, tast KAREL VAN ANJOU de<br />
vrijheid aan, tot welker befcherming hij<br />
was ingeroepen. Daarceboven wordt door<br />
een moorddadige hand de Stuurman van<br />
het roer gerukt. Nu fchijnt haar noodlot<br />
beflist; in WILLEM VAN ORANJE haar<br />
enige Schuts-Engel verloren: maar het<br />
fchip vliegt tegen den itorm in , en heeft<br />
des Stuurmans hulpe niet meer nodig.<br />
FILIPS ziet de vrugt verloren van ene<br />
daad, welke hem zijn Vorflelijke eer<br />
kostte , en misfchien niet weinig de hei.<br />
melijke trotschheid van zijn gemoed<br />
vernederde. Hardnekkig en met enen<br />
twijfelagtigen uitflag worftelt de Vrijheid<br />
met de Dwingelandij; 'er vallen bloedige<br />
veldflagen voor; een edele rij van Hek<br />
den vervangt elkander op het veld der<br />
eer; Vlaanderen en Braband waren de<br />
fchool, welke voor de volgende eeuwen<br />
veldheren kweekte. Een langdurige verderflijke<br />
oorlog verwoestte den zegen der<br />
velden ; overwinnaar en overwonnenen<br />
vernielden elkander, terwijl de opkomende<br />
Water-Staat de vlugtende nijverheid in<br />
zijnen fchoot lokte, en op de puinhopen<br />
zijner naburen het heerlijke gebou zijner<br />
grootheid vestigde. Veertig jaren duurde<br />
een oorlog, wiens gelukkig einde het<br />
dervend oog van FILIPS niet verheugde; die<br />
een Paradijs in Europa vernielde, en uit<br />
deszelfs puinhopen een ander deed opkomen;<br />
die den bloem der krijgshaftige<br />
A 5<br />
r.<br />
BOEK,
I.<br />
BOEK.<br />
I© DL' AFVAL DEK.<br />
jeugd bedorf, een geheel wereld-deel verrijkte<br />
, en den bezitter van het goudrijke<br />
Peru arm maakte. Deze Vorst, welke,<br />
.zonder zijn land te drukken, negen honderd<br />
tonnen gouds jaarlijks konde verfpillen;<br />
die nog veel meer door de kunften der<br />
dwingelandij afperste; bezwaarde zijn ontvolkt<br />
land met een fchuld van honderd en<br />
veertig millioenen dukaten. Een onverzoenlijke<br />
haat tegen de vrijheid ver-<br />
flond alle die fchatten, en krenkte nutteloos<br />
zijn Koninglijk leven ; maai -<br />
de<br />
Hervorming groeide aan onder de verwoestingen<br />
van zijn zwaard, en de nieuwe<br />
Republiek Hak uit burgerbloed hare<br />
zegevanen om hoog. Deze ongewone<br />
zwaai der dingen fchijnt zeer nabij<br />
aan een wonder te komen; doch vele<br />
omftandigheden liepen 'er te zamen, om<br />
de magt des Konings te fnuiken, en de<br />
opkomst van den nieuwen Staat te begunfti*<br />
gen. Ware het gehele gewigt van zijne<br />
magt op de Verenigde Gewesten nedergeftort,<br />
het zonde met hunnen Godsdienst<br />
en hunne Vrijheid gedaan zijn geweest.<br />
Doch zijne eigene eergierigheid kwam hunne<br />
zwakheid te hulp, daar deeze hein noodzaakte<br />
zijne magt te verdelen. Door de kostba?<br />
re ftaatkunde, om in alle Kabinetten van<br />
Europa verfpieders te onderhouden ; door<br />
het onderfteunen van de Franfcbe Ligue;<br />
door den opffand der Moren in Granada;<br />
de Verovering van Portugal, en den bon<br />
?an het pragtige Eskuriaal, werden zij*<br />
AS, zo het fcheen, onmetelijke fchattea
NEDERLANDEN. ft<br />
aitgeput, 't welk hem buiten ftaat ftelde<br />
om niet ernst en nadruk in het veld te E<br />
handelen. De Duitfche en ltaliaanfche „<br />
krijgsbenden, welke zig alleen op hoop<br />
van buit onder zijne banieren hadden begeven<br />
, floegen aan het muiten, omdat<br />
men ophield met haar te betalen, en<br />
verlieten troulooslijk hunnen Veldheer in<br />
het beflisfende ogenblik , toen zij hem van<br />
dienst moesten zijn. Deze gedugte werktuigen<br />
der onderdrukking keerden nu<br />
hunne gevaarlijke magt tegen hem zclvai,<br />
en woedden vijandlijk in die Gewesten<br />
, welke hem getrou gebleven waren.<br />
De ongelukkige uitrusting tegen Groot-<br />
Bnttanje , waaraan hij, als een dolle fpeïer,<br />
het gehele vermogen van zijn Rijk<br />
Waagde , voltooide zijne verzwakking ;<br />
niet de Onvcrwinnelijke Vloot gingen de<br />
fchattingen der beide Indien , en de kern<br />
der Spaanfche Kri'gsmagt verloren.<br />
Dog juist naarmate dat de Spaanfche<br />
magt verzwakte , nam de Republiek toe<br />
in kragt en bloei, Het verlies, welk de<br />
nieuwe Godsdienst, de dwingelandij der<br />
Inquifitie, de woedende roofzugt der<br />
zoldaten , de verwoestingen van enen<br />
langdurigen oorlog , onophoudelijk in<br />
Braband , Vlaanderen en Henegouwen,<br />
de wapenplaatfcn en voorraadkamers van<br />
dezen kostbaren Oorlog, veroorzaakten,<br />
maakte het natuurlijkerwijze van jaar<br />
tot jaar bezwaarlijker, de legermagt te<br />
onderhouden en aan te vullen. De<br />
Katholijke Nederlanden hadden reeds een<br />
sniUioen burgers verloren, en de plat-<br />
g<br />
OEIC,
SOEK<br />
13 DE AFVAL DER<br />
getrapte velden verfchaften geen onderhoud<br />
meer aan hunne bouwers. Span-<br />
, je zelf kon weinig volk meer leveren.<br />
Dit Land, fchielijk tot voorfpoed op.<br />
genegen, waarvan ledigheid een gevolg<br />
was, had zeer veel in zijne bevolking<br />
geleden, en kon de verzendingen van men.<br />
fchen naar de Nieuwe Wereld en de Nederlanden<br />
niet lang uithouden. Weinigen<br />
van deze menfchen zagen hun Vaderland<br />
weder ; en deze weinigen hadden hetzelve<br />
als jongelingen verlaten, en kwamen<br />
nu als verzwakte grijzaarts weder. Het<br />
goud, gemener geworden, maakte de zolda.<br />
ten fteeds duurder. De hand over hand toenemende<br />
bekoorelijkheid der weelde maakte<br />
de tegengeftelde deugden fchaarfer. Ge.<br />
heel anders was het met de Nederlanders<br />
gelegen. Alle die duizenden, welken de<br />
wreedheid van 'sKonings Stadhouder uit<br />
de Zuidelijke Nederlanden, de vervolging<br />
der Hugenoten uit Frankryk , en de gewetensdwang<br />
uit andere landen van Euro.<br />
pa verdreyen, kwamen tot hun over. De<br />
gantfche Christen-wereld was hunne werf.<br />
plaats. De geestdrijverij zo wel van den<br />
vervolger, als van de vervolgden, werkte<br />
hun in de handen. De geestvervoeren.<br />
de drift ener nieu verkondigde Leer, de<br />
wraakzugt, de honger en de wanhoop<br />
trokken uit alle oorden van Europa geluk,<br />
zoekers onder hunne banieren. Alles,<br />
wat voor de Nieuwe Leer gewonnen was;<br />
wat van overheerfching geleden, of in<br />
het toekomende daarvoor te vreezen had,<br />
was ene wezenlijke aanwinst voor deze
NEDERLANDEN.<br />
nieuwe Republiek. Elke mishandeling, I.<br />
van enen Dwingeland geleden, gaf het BOEK.'<br />
Burgerregt in Holland. Alles vloeide toe<br />
naar een land, waar de Vrijheid haren<br />
heuchlijken ftanderd had geplant, waar<br />
de gebannen Godsdienst op agting, veiligheid,<br />
en wraak aan zijne onderdrukkers<br />
ftaat konde maken. Wanneer wij den toevloed<br />
van alle Volken in het tegenwoordige<br />
Holland befchouwen, welke bij hunne<br />
intrede binnen deszelfs grondgebied hunne<br />
regten als menfchen wederkrijgen, dan<br />
kan men zig verbeelden , hoe het toen<br />
gefield was, toen het gehele overige Europa<br />
nog onder enen beklaaglijken gewetensdwang<br />
zugtte; toen Amflerdam bijna<br />
de enige vrijplaats voor alle gevoelens<br />
was. Vele honderden huisgezinnen borgen<br />
hunne rijkdommen in een Land, dat<br />
door den Oceaan en de Eendragt tevens<br />
befchermd werd. Het Republikeinfche Leger<br />
werd voltallig, zonder dat men nodig<br />
had handen aan den ploeg te onttrekken.<br />
Te midden van het gedruis der<br />
wapenen bloeiden handel en nering, en<br />
de geruste burger genoot bij voorraad alle<br />
de vrugten der vrijheid, die met vreemd<br />
bloed eerst bevogten wierd. Ten zelfden<br />
tijde, toen de Republiek nog worflelde<br />
om tot fland te komen, breidde zij<br />
de grenzen van haar gebied over dei]<br />
Oceaan uit, en boude in flilte aan hare<br />
Oost-Indifche tronen.<br />
Nog meer: Spanje voerde dezen oorlog<br />
met onvrugtbaar, dood goud, dat niet<br />
weêr te rug kwam in de hand van hem ;
.<br />
*4 DE AFVAL DER<br />
die het uitgaf, maar dat den prils van alle<br />
BOEK . noodwendigheden in Europa deed fteige-<br />
- ren. De fchatkamcren der Republiek waren<br />
Nijverheid en' Koophandel. Het eerfte<br />
Verminderde, de laatfh vermeerderde door<br />
den tijd. , Juist naarmate dat de hulpbronnen<br />
der Regering bi} den langdurigen<br />
oorlog uitgeput werden, begon de<br />
Republiek eigenlijk haren oogst in tezamelen.<br />
Het was een gezaai, dat wel<br />
wat laat, maar' honderdvoudig wedergaf;<br />
de boom daartegen , van welken<br />
FILIPS zig vrugten afrukte, was een afgehouwen<br />
tronk , die nooit weder groende.<br />
Het ongunlrigë noodlot van FILIPS wiU<br />
de, dat juist alle die fchatten , welken hij<br />
ten ondergang der Nederlanden verfpilde ,<br />
dienden om dezelven nog rijker te maken.<br />
De ftceds vlietende llfoom van het Spaanfche<br />
goud had rijkdom en weelde door<br />
geheel Europa verfprcid; maar Europa<br />
ontving zijne vermeerderde benodigdheden<br />
grotendeels uit de handen der Nederlanders<br />
, welke destijds van den handel der<br />
gehele wereld meester waren, en den prijs,<br />
van alle waren bepaalden. FILIPS was niet<br />
in Haatom, gedurende dezen oorlog- r<br />
den handel der Republiek met zijne<br />
Qnderdaanen te beletten; zelfs was dit<br />
zijn zaak niet. Hij zelf betaalde hun<br />
ie kosten Van hunne verdediging; want<br />
:1e oorlog» welke hen verderven moest,<br />
vermeerderde den aftrek hunner waaren.<br />
De ontzaehlijke zoramen, welke aan<br />
ïijne vloten en legers beftccd werden*-
NEDERLANDEN. 15<br />
kwamen merendeels in de fchatkamer van<br />
de Republiek , die met de Vlaamfche<br />
en Brabandfche Handelfteden verbonden<br />
was. Al wat FILIPS tegen de Nederlanders<br />
ondernam , werkte middelbaar<br />
vóór bun. Hij vermogt niets tegen dezen<br />
Vijand, om dat hij deszelfs land<br />
niet door enen muur konde affluiten. Alle<br />
die onnoemelijke fehatten, in enen<br />
veertigjarigen oorlog verfpild, waren in de<br />
vaten der Danaïden gegoten, en in een'<br />
grondelozen put verzonken.<br />
De trage voordgang van dezen oorlog<br />
deed den Koning van Spanje even zo veel<br />
fchade, als zij den Nederlanderen voordeel<br />
aanbragt. Zijne legermagt was voor het<br />
grootfle gedeelte zamengefteld uit het<br />
overblijffel van die overwinnende benden,<br />
welke onder KAREL DEN VIJFDEN<br />
hunne laurieren geplukt hadden. Een veeljarige<br />
dienst gaf hun regt tot rust: velen<br />
hunner, weiken de oorlog verrijkt<br />
had, verlangden vol ongedulds hunne<br />
feaardfteden weder te Zien, en de overige<br />
dagen van een afgefloofd leven in<br />
gemak te eindigen. Hun vorige ijver»<br />
hun heldenvuur en hunne krijgstugt, verfiaauden,<br />
naarmate dat zij rekenden aan<br />
eer en pligt voldaan te hebben, en de<br />
vrugten van zo vele veldtogten eindelijk<br />
begonnen in te zamelen. Hier kwam bij,<br />
dat lieden, welke gewoon waren, door de<br />
Woede hunner aanvallen eiken tegenfland<br />
te overwinnen, verdriet moesten krijgen<br />
h\ enen oorlog, die meer tegen elemen*<br />
r.<br />
BOEKi
I.<br />
H O E K<br />
IS OE AFVAL DËR<br />
ten, dan tegen menfchen gevoerd wierdi<br />
. meer het geduld oefende, dan de begeerte<br />
- naar roem verzadigde ; waarbij men minder<br />
met gevaar, dan met zwarigheden<br />
en gebrek te itrijden had. Noch hun<br />
moed, noch hunne langdurige ondervinding<br />
konden hun te ftade komen in eert<br />
Land, welks natuurlijke gefteldheid vaak<br />
den lafharrigften der inborelingen voordelen<br />
op hun deed behalen. Op enert<br />
vreemden bodem eindelijk, kwam één nederlaag<br />
hun duurder te Haan, dan vele<br />
overwinningen op enen vijand, welke<br />
hier t'huis was, hun voordeel konden<br />
doen. Bij de Nederlanders had juist het<br />
tegengeftelde plaats. In enen zo langdungen<br />
oorlog, waarin geen beflisfende flag<br />
voorviel, moest de zwakker vijand ten<br />
jaatften van den flerker leren; moesten<br />
kleine nederlagen hen aan het gevaar gewennen<br />
, kleine overwinningen hunnen<br />
moed aanvuren. Bij den aanvang van den<br />
burger-oorlog had de legermagt der Republiek<br />
zig naaulijks voor de Spaanfche in<br />
t veld durven vertonen; maar de langdurigheid<br />
van denzelven oefende haren moed<br />
en hare kragten. Gelijk 'sKonings legers<br />
verdriet in het ftrijden kregen, zo nam<br />
het vertrouwen der Nederlanderen met hunne<br />
verbeterde krijgstugt en ondervinding<br />
toe. Eindelijk , na dat een halve eeu<br />
verlopen was, gingen meesters en leerlingen,<br />
zonder overwonnen te hebben,<br />
als gelyke Kampvechters, uit elkander.<br />
Ook
NEDERLANDEN. \y<br />
Ook Werd 'er in den gehelen loop de- ï.<br />
èes oorlogs van den kant der Nederlande BOES.<br />
ren meer geregeld en eenftemmig gehandeld,<br />
dan van den kant des Koning.?.<br />
Voor dat de eerstgenocmden hun eerite<br />
Hoofd verloren, was het beftuur der Nederlanden<br />
door niet minder dan vijf verfcheidene<br />
handen gegaan. De- befluiteloosheid<br />
der Hcrtoginnc VAN PA^MA bragt het<br />
Kabinet van Madrid in verwarring, en liet<br />
hetzelve binnen korten tijd bijna alle ftaatsregelen<br />
doorlopen. Dc onbuigfame gcllrenghcid<br />
des Hertogen van A L B A , dc zagtheid<br />
van zijnen opvolger REQUESENS, de listen<br />
en ftreken van Don j u AN VAN OOS<br />
TENRIJK, en de levendige en krijgshaftige<br />
geest desPrinfen VAN PARMA, gaven aan<br />
dezen oorlog even Zo vele tegenflrijdige lig*<br />
tingen ; terwijl het ontwerp' des Afvals in<br />
het enige hoofd, waarin het klaar cn duidelijk<br />
huisvestte, ilceds het zelfde bleef.<br />
De grootfte misflag was, dat men altoos het<br />
tijdftip verzuimde, waarin men van zijne<br />
grondregels gebruik moest maken. In 't.<br />
begin van den opftand, toen de overmagt<br />
ogenfchijnlijk nog aan de zijde des Ko~<br />
nings was; toen een fpoedig befluit eit<br />
manlijke ftandvastigheid deii opltand in<br />
zijne geboorte hadden kunnen fmoren,<br />
liet men den teugel des beftuurs in<br />
de handen ener vrouwe flaplijk heen en<br />
tveder flingeren. Nadat de opftand<br />
werkelijk Was uitgeborfren , de kragten<br />
des Konings en der Tegenpartij reeds<br />
meer elkander evenaarden , en ene ver*<br />
I. DEEL, g
I.<br />
*OEK.<br />
l8 DE AFVAL DËtt<br />
ftandige toegeeflijkheid alleen den nakerm<br />
den burger-oorlog konde afweren, viet<br />
het Stadhouderfchap enen man te beurt ?<br />
wien juist deze enige deugd tot dien post<br />
ontbrak. Enen zo waakzamen opziener,<br />
als WILLEM DE ZWIJGER was, ontging<br />
geen van die voordelen , welke hem<br />
door de verkeerde flaatkunde zijns vijands<br />
aangeboden werden, en met ilille<br />
naarftigheid ftreefde hij langfaam naar<br />
het doel van zijne grote onderneming.<br />
Maar waarom verfcheen FILIPS DE<br />
TWEDE niet zelf in de Nederlanden ?<br />
Waarom wilde hij liever alle onnatuurlijke<br />
middelen uitputten, om flegts het enige<br />
niet te beproeven, dat niet misfen konde?<br />
Om de bukenfporïge magt des Adels<br />
te fnuiken, was 'er geen natuurlijker<br />
middel , dan de perfoonlijke tegenwoordigheid<br />
van den Heer. Bij de Hoogheid<br />
zelve moest alle grootheid van bijzondere<br />
perfonen dalen , alle ander aanzien<br />
verdwijnen. In plaats dat nu de<br />
waarheid door zo vele onzuivere kanalen<br />
langfaam en troebel naar den ver afgelegen<br />
troon vloeide , en de dralende<br />
tegenweer aan het werk des gevals tijd<br />
gunde om tot een werk van verftand<br />
te rijpen , zoude zijn eigen fcherpziend<br />
oog waarheid van dwalingen hebben<br />
•onderfcheiden; niet zijne menschlievendheid,<br />
maar alleen bedaarde Staatkunde<br />
zou den lande een millioen Burgers befpaard<br />
hebben. De Plakaten, hoe nader<br />
2ij aan hunne bron waren, zouden des
NEDERLANDEN; ïa<br />
ïe kragtiger zijn geweest, en de pijlen<br />
des opflands, hoe nader aan hun doel, BOEK.<br />
waren des te kragtelozer en zagter neergekomen.<br />
Het kost oneindig meer het<br />
kwaad, dat men tegen enen afwezigen<br />
vijand ligtelyk beftaan kan, hem in<br />
het aangezicht toe te brengen. De<br />
opfland fcheen in den beginne zelfs<br />
voor zijnen eigen naam te fchrikken , eh<br />
bediende zig enen tijdlang van het kunftig<br />
verzonnen voorwcndfcl, dat men de<br />
zaak van den Souvercin tegen de willekeurige<br />
aanmatigingen zyns Stadhouders<br />
handhaafde. De verfchijning van<br />
FILIPS in Brusfel had op éénmaal van dit<br />
gochelfpel een einde gemaakt. Men had<br />
dan zyn voorgeven moeten nakomen, of<br />
het masker affmijten-, en zig door zijne<br />
ware gedaante veroordelen^ En welke<br />
verligting ware het niet voor de Nederlanden<br />
geweest, bij aldien zijne tegenwoordigheid<br />
hen flegts voor die onheilen<br />
had gefpaard, waarmede zij buiten<br />
zijn weten en tegen zynen wil gedrukt<br />
werden! Welk een voordeel voor<br />
hem zclvcn, al had die tegenwoordigheid<br />
tot niets anders gediend, dan om<br />
het oog te hebben op de uitgave dier<br />
onnoemelijke zommen,- welke, tot de<br />
benodigdheden van den Oorlog onregtmatiglijk<br />
geheven ^ onder de handen zijner<br />
bedienden te zoek raakten! Het geen zijne<br />
Vertegenwoordigers door het onnatuurlijke<br />
middel yan vrees moesten afperfen, h&A<br />
de Vorst in aller gemoederen reeds gef<br />
B 2
ï.<br />
BOEK.<br />
tfö DE AFVAL DÉR<br />
reed gevonden. Het gene de eerstgenoemde!*'<br />
tot voohverpen van haat maakte , had hem,<br />
op zijn hoogst, gevreesd gemaakt: want<br />
het misbruik van aangeboren magt drukt op<br />
Verre na zo fmei'telijk tiiet, als het misbruik<br />
van gegeven magt. Zijne tegenwoordigheid<br />
zou" duizenden behouden<br />
hebben , al ware hij niets anders dan<br />
een huishoudelijk Despoot geweest; en<br />
fchoon hij ook zelfs dat niet ware geweest<br />
, zou dc vrees voor zijnen per-,<br />
foon hem een Landfchap behouden hebben<br />
, dat door den haat en de minagting<br />
voor zijne werktuigen verloren<br />
ging.<br />
Even zo wel, als de onderdrukking<br />
van het Nederlaridfche Volk de gemene<br />
zaak werd van alle menfchen , welke<br />
hunne regten gevoelden , is het te denken<br />
, dat ook de ongehoorzaamheid en<br />
afval dezes Volks alle Vorsten waakfaam<br />
zouden hebben gemaakt, om in de regten<br />
Van hunnen Nabuur hunne eigene te befchermen.<br />
Maar de nijd tegen Spanje<br />
behield voor dit maal het overwigt ovct<br />
het Staatkundige medegevoel , en de voorhaamfte<br />
Mogendheden van Europa begunstigden<br />
, meer of min, 't zy Openbaar of<br />
heimelyk, de zaak der Vrijheid. Keizer<br />
M A X I M I L I A A N D E T W E D E , fcllOOU<br />
door banden van bloedverwantfchap aan<br />
het Huis van Spanje verknogt, gaf billijke<br />
reden tot de befchuldiging, van de<br />
partij der Afvalligen heimelijk toegedaan<br />
te zijn. Door het aanbod van zijne
NEDERLANDEN. Ot<br />
bemiddeling, erkende hij ftilzwijgend enig ï.<br />
regt in hunne bezwaren, 't welk hen j<br />
moest aanmoedigen , om destc ilijver .<br />
daarop te blijven liaan, Onder enen<br />
Keizer, welke het Spaanfche Hof oprcgtclijk<br />
genegen ware geweest, zoude<br />
de Prins VAN ORANJE niet ligtclijk zo<br />
veel manfehap en geld uit Pujtschland<br />
gekregen hebben. Frankrijk , zonder<br />
openlijk en uitdrukkelijk den vrede te<br />
breken , {lelde enen Prins van den bloq?<br />
de aan het hoofd der Nederlanderen,<br />
en de krijgsverrigtingen van dezen werden<br />
grotendeels met Fransch geld en.<br />
volk uitgevoerd. ELIZABET van Engeland<br />
oefende flegts ene gcregtc wraak<br />
en wedervergelding , met de wederfpannigen<br />
tegen hunnen wettigen Heer in hare<br />
befcherming te nemen; en fchoon<br />
eigenlijk hare geringe hulp ten hoogften<br />
daartoe kon dienen , om den gehelen ondergang<br />
der Republiek te verhoeden, was<br />
dit evenwel reeds oneindig veel in een<br />
tijdilip, waarin hui} uitgeputte moed<br />
door hoop alleen nog kon ftaande blijven.<br />
Met deze beide Mogendheden ilond<br />
FILIPS toenmaals nog in een verbond van<br />
Vrede, en beide werden zij zijne Verraders.<br />
Tusfchcn den Herken en den zwakken<br />
is opregtheid dikwijls geen deugd;<br />
m e<br />
hem , die gevreesd wordt, k° n zelden<br />
die fijner banden te ftade, welke gelijken<br />
met huns gelijken verenigen. FILIPS<br />
had zelf de waarheid uit den ftaatkundigen<br />
omgang verbannen , de zedelijkheid 1<br />
B 3<br />
BOEK.
22 DE AFVAL DER<br />
ï. tusfchcn Koningen vernietigd, en List tot-<br />
BOEK, de Godheid van het Kabinet gemaakt.<br />
Zonder zig ooit regt over zijne meerderheid<br />
te verheugen, moest hij zijn gehele<br />
leven worftélen met den nijd, welken zij<br />
hem bij anderen verwekte. Europa liet<br />
Jhem boeten voor het misbruik van een<br />
magt, waarvan hij inderdaad nooit het<br />
yolkomen gebruik had gehad,<br />
Wanneer men tegen de ongelijke magt<br />
van beide Partijen, welke ons in den<br />
eerden opflag zo zeer verbaast, alle de<br />
toevallen in rekening brengt, welke ten<br />
j ladele van deze, en ten voordele van<br />
;ene werkten, zo verdwijnt het Boven,<br />
latuurlijke van deze gebeurenis, maar<br />
iet Buitengemene blijft; en dan heeft<br />
pen enen juisten maatdaf gevonden , om<br />
Ie eigenlijke verdiende dezer Republieks-.<br />
jezinden, ten aanzien hunner Vrijheid, te<br />
;unnen opgeven. Men moet egter niet<br />
lenken, dat ene zo naaukeurige berc-<br />
i ening der kragten de onderneming zelve<br />
1: ; voorafgegaan, of dat zij, reeds bij<br />
l et afdeken in deze gevaarlijke zee,<br />
e kust hebben geweten , waaraan zij vcr-<br />
V olgens landden. Met die rijpheid , dout-<br />
h cid en heerlijkheid, waarin dit werk bij<br />
z jne voltoojing praalde, vertoonde het<br />
z g geenszins in-, het plan van zijnen<br />
O ntwerper, even zo weinig als ene vol-,<br />
k amen fcheuring in 't Geloof zich voor-<br />
4 :n geest van L UT HER vertoonde,-toen<br />
ij tegen de Aflaatskraarri opkwam. Welk<br />
m onderfcheid tusfehen den nederigen<br />
I<br />
ï
NEDERLANDER 53*<br />
optogt dier Geuzen te Brusfel , die<br />
om een menschlievende behandeling, als<br />
om een genade, fineken, en de gedugte<br />
Majefteit van enen Vrijen Staat, die<br />
met Koningen, als met zijns gelijken,<br />
in onderhandeling treedt, en in minder<br />
tijds dan een ecu' den troon zijner vorige<br />
Dwingelanden wegfehenkt! De onzigtbare<br />
hand van het noodlot dreef den afgclchoten<br />
pijl in enen hoger kring, en in ene<br />
geheel andere {trekking voord, dan hem<br />
bij het affcMeten gegeven was. In den<br />
fchoot van het gelukkige Braband werd<br />
de Vrijheid geboren , welke, als een<br />
pasgeboren kind aan hare Moeder ontrukt<br />
, het veragtc Holland gelukkig moest<br />
maken. Dog, de onderneming zelve moei<br />
ons daarom niet kleiner toefchijnen, on<br />
dat zij anders uitviel, dan de bedoeling<br />
was geweest. Van deze dwaasheid moes'<br />
ons een gemeenzame omgang met d<<br />
tegenwoordige en verleden wereld ge<br />
nezen hebben. De mensen bewerkt<br />
befchaaft en vormt den ruwen iteen<br />
welken de tijden aanvoeren; tot hem be<br />
hoort het ogenblik en tijdftip, maar he<br />
geval rolt de gebeurenisfen. Indien d<br />
driften, welke zig bij deze gebeuren,<br />
werkfaam betoonden , flegts het wer<br />
niet onwaardig waren, waaraan zij, zor<br />
der het te weten , dienstbaar waren<br />
indien de kragten, welke dezelve hie<br />
pen uitvoeren, en dc enkelde bedrijven<br />
uit welker vereniging dezelve op en<br />
wonderbare wijze ontllond* flegts o<br />
B 4<br />
t<br />
BOEK»<br />
»<br />
i<br />
e P<br />
s '•> i
H DÉ AFVAL DER<br />
zig zelve edele kragten, fchone en gro-<br />
SOEK , te bedrijven waren, dan i s de gebeu-<br />
. rems groot, gewigtig en nuttig voor ons,<br />
en mogen wij over de ftoutc geboorte<br />
van het geval verbaasd ftaan, 0f een<br />
hoger verftand daarin eerbiedigen<br />
De Gefchiedenis der Wereld is zig<br />
zelve gelyk , even als de wetten der Natuur,<br />
en eenvoudig, even als de ziel des<br />
menfchen. De zelfde gegeven onhandigheden<br />
brengen de zelfde verfcnijnfelen<br />
weder voort Op dien eigen grond,"<br />
waarop tans de Nederlanders aan hunne<br />
fcpaanlche Dwingelanden het hoofd boden,<br />
hadden voor vyftienhonderd jaren<br />
Jiunne ftamvaders, de Batavieren en Belgen,<br />
tegen hunne Romeinfche Geweldenaars<br />
geftreden. Dezen, even als genen<br />
onwillig onder enen trotfehen Overheerfcher<br />
ftaande en op gelyke wijze<br />
van roofzugtige Landvoogden mishandeld,<br />
wierpen met gelijke koenheid het flaaf-<br />
[chc juk af, en waagden den kans in<br />
sen even ongelijken ftrijd. De zelfde<br />
! rotschheid van Veroveraars, de zelfde<br />
3 loge vlugt der Natie had plaats in de<br />
i Spanjaarden der zestiende, en in de Ro-<br />
] nemen der eerftc eeu; de zelfde dappcr-<br />
;i ïeid en krijgstugt in beide legers: de<br />
:elfde vrees voor hunne wapenen. Daar.<br />
:icn wij, even als hier, list met over-'<br />
nagt kampen, e n ftandvastigheid, door<br />
'endragt onderfteund, ene ontzaglijke magt<br />
fmatten vvelke zig door verdeling ve?wakt<br />
had. Daar, zo wel als hier,
NEDERLANDEN. &5<br />
ïaa"de bijzondere haat de Natie in het<br />
harnas: een enkeld mensch, voor zijnen<br />
tijd geboren, ontdekt haar het gevaarlijke<br />
geheim harer fterkte, en doet haar verkropt<br />
misnoegen tot ene bloedige verklaring<br />
uitbersten. „ Bekent het Batavieren!"<br />
dus fprak CLAUDIUS CIVILIS zijne medeburgers<br />
in het heilige woud aan, „worden<br />
„ wij van deze Romeinen nog, gelijk voor<br />
„ heen, als Bondgenoten en Vrienden,<br />
* of niet veel meer als Haven behandeld 1<br />
I.<br />
BOE K.<br />
?<br />
" Wij zijn aan hunne Amtenaren en Stc-<br />
„ dehouders overgeleverd, die , nadat zi<br />
'„ zig met ons goed en bloed verzadigc [<br />
i hebben, van anderen worden vervangen<br />
die de zelfde geweldenarij, flegts onde:<br />
„ andere namen , herhalen. Komt 'e<br />
, al eens een Opperbevelhebber, dez<<br />
',' drukt ons door zijn pragtig en kostbaa l<br />
„ gevolg, en door zijnen nog ondraaghj<br />
'„ ker hoogmoed. De wervingen ftaai 1,<br />
weder voor de deur , die Kinders va 1<br />
hunne Ouders, Broeders van elkander<br />
voor altoos af fchcuren, en uwe wal<br />
kere jonge manfehap aan de Romeir<br />
£ fche geilheid ten prooie geven. Tam T<br />
• Batavieren ! is de tijd voor u geborei !.<br />
" Nooit ftond het met Rome zo veeg<br />
als op dit ogenblik. Laat u door di e<br />
„ namen van Legioenen genen fchrik aar i-<br />
jaagen: in hunne Legers vindt men ni< !t<br />
^ dan oude lieden en buit. Wij hebbe n<br />
,', Voetvolk en Ruiterij. De Germane n<br />
„ zijn op onze hand, en de Gallen zij n<br />
gezind om met ons het juk af te werpej h<br />
i 5
ï,<br />
KOEK,<br />
DE AFVAL DER<br />
„ Laat Syrië, en Azie, cn het Oosten,<br />
„ waar men Koningen van noden heeft<br />
hun dienen, 'Er zijn nog onder ons,<br />
„ die geboren zijn, vóór dat men den<br />
„ Romein fchatring betaalde. De Goden<br />
„ houden het met de dapperfteri." Door<br />
enen plegtigen eed wordt de zamenzwemg<br />
gewijd, even als het Verbond der<br />
Geuzen; zij vermomt zig ook looslijk, gelijk<br />
dit, met den grijns van onderdanigheid,<br />
en fchuilt agter de Majefteit eens groten<br />
mams. De benden van CIVILIS zweren<br />
bij den Rhijn trou aan VESPASIAAN<br />
in Syne, gelijk het Bondgenootfchap aan<br />
riLips DEN TWEDEN. De zelfde<br />
ftnjdplaats geeft het zelfde bellek van<br />
verdediging, de zelfde toevlugt voor de<br />
wanhoop aan de hand Beiden vertrouwen<br />
hun weifelend geluk aan een gunftig<br />
element. Iu gelijke benaaudheid redt<br />
CIVILIS door een gemaakte overftromhig<br />
zijn Eiland, gelijk vijftienhonderd jaren later<br />
WILLEM VAN ORANJE de Stad Leijden.<br />
De dapperheid der Batavieren bragt<br />
de zwakheid van de Heren der Wereld aan<br />
den dag, even gelijk de loflijke moed hunner<br />
Naneven de pragtige uittering van<br />
het Spaanfche Rijk voor het OOP- van geheel<br />
Europa ontdekte. De zelfde vindingrijke<br />
geest bij de Legerhoofden van beide<br />
tijdperken doch den Oorlog even zo<br />
hardnekkig voordduren, en bijna even zo<br />
twijfelagtig eindigen. Eén onderfcheid<br />
is -hier egter te vinden: de Romeinen<br />
en Batavieren oorloogden raenfch©.
NEDERLANDEN. %J<br />
lijk, want zij voerden geen'. Oorlog om<br />
den Godsdienst. (*)<br />
Eer wij ons in deze grote Omwenteling<br />
verder begeven, moeten wij enige<br />
fchreden in de oude Gefchiedenis des<br />
Lands te rug gaan, om dien (laat van<br />
zaken, welken wij ten tijde dezer merkwaardige<br />
verandering aantreffen, te zien,<br />
geboren worden.<br />
Het ogenblik, waarin dit Volk in de<br />
Gefchiedenis der Wereld zijne intrede doet,<br />
is het tijdffip van deszelfs ondergang: het<br />
verkreeg zijn Staatkundig beftaan van zij.ne<br />
Overwinnaars. Dit üitgeftrektc gewest,<br />
dat ten Oosten door Duitschland, ten<br />
Zuiden door Frankrijk, ten Noorden en<br />
Westen door de Noordzee bepaald wordt,<br />
De Rhyn<br />
maakte deszelfs grensfeheiding uit. Tei<br />
linkerhand van die Rivier woonden de Belgen:;<br />
aan hare regter hand de Friezen:<br />
en de Batavieren op het Eiland , 't wel!<br />
hare beide armen ten dien tijde met der l<br />
£*) TACITUS. Hiftor. L. IV. V,<br />
(f) J. C/ESAR de Bello GaU. L. ï, TACIÏ<br />
de Mori'bus German. en Hist. L. IV.<br />
BOEK
DE AFVAL DER<br />
ï. Oceaan, vormden (*} Alle deze Natiën<br />
BOEK, werden, de ene na de andere, aan de<br />
Romeinen onderworpen: ondertusfehen geven<br />
hare overwinnaars zelve ons de loffelvk,<br />
fte getmgenisfen van derzelver dapperheid,<br />
De Belgen, fchnjft CAESAR (ö7 warei<br />
de emgften onder de Galjifchc Volken<br />
Welke de inrukkende Tcutonen en Cimbren<br />
van hunne grenzen weerden. De Batavieren<br />
zegt TACXTÜS Cf), overtroffen<br />
m heldenmoed alle volken omftreeks<br />
den R W Dit woeste Volk betaalde<br />
zijne fchatting in zoldaten , en werd van<br />
zijne Overwinnaars, gelijk zwaard, en<br />
P'jl, flegts tot den flag bewaard. De<br />
Romeinen zelve verklaarden de Bataafse<br />
Ruiterij voor het beste gedeelte<br />
ran hun leger. Langen tijd waren zij, ge s f<br />
1<br />
1<br />
1<br />
<<br />
t<br />
ta<br />
»? de Zwitfers, de Lijfwagt der<br />
xomein che Keizers; hun wilde \ioed<br />
rerfchnk/e den Dader , daar zij in volle<br />
vapenmsnng over den Donau zwommen,<br />
Je zelfde Batavieren hadden AGRICOM<br />
»P fijnen togt naar Brittanje verzeld',<br />
n hem in de verovering van dit eiland ge-<br />
C*) Over de oude verdeling dezer landen<br />
raadplege de weetgrage Lezer het voortrede<br />
7*J1A A , l Eerwaardigen Engelberts , ^enaamd<br />
: Aloude Staat en Gefchiedenis der V>r<br />
cenigde Nederlanden. ^<br />
CS) De Bello Gal!,<br />
U) Hisr. L. IV. c. i2.
tiÉ'DERLANDEfi. 2 0<br />
holpen ( * ). Dc Friezen werden het laatst<br />
van allen overwonnen , en heriïelden zig ,<br />
het eerst weder in de vrijheid. De moe- .<br />
rasfen , waarin zij woonden , maakten de<br />
Veroveraars later belust, cn kwamen hun<br />
duurder te ftaan. De Romein D R U S U S ,<br />
Welke in deze oorden den krijg voerde,<br />
«roef een kanaal van den Rhijn m de<br />
Flevo, tans de Zuiderzee, waardoor dc<br />
Romeinfche vloot in dc Noordzee doordrong,<br />
en Uit deze door dc monden vart<br />
de Eems en dc Wczer een' gemakhjker<br />
weg naar het binnenfte van Duitschland<br />
vond (f).<br />
Vier ecuwen lang vinden wij de Batavieren<br />
in de legers der Romeinen, dog<br />
na de tijden van HONORIÜS verdwijnt<br />
dcrzelver naam Uit de Gefchiedenis. Wij<br />
Zien hun eiland overftroomd van dc Franken<br />
, welke zig vervolgens weder in het<br />
naburige Bclgien verliezen. De Friezen<br />
hebben het juk van hunnen verafgelegen<br />
en magtelozen Beheerfchcr verbroken 3<br />
cn komen weder te voorfchijn als ceii vrij<br />
Völk, dat zelf veroveringen maakt, zig<br />
door zijne eigene gebruiken en een over<br />
fchot van Romeinfche wetten beftuurt.<br />
en zijne grenzen tot over den linke)<br />
oever des Rhijns uitbreidt. In 't algemeci<br />
(*)DIONCASS. S. LXIX. TAC. Agric. C. %6.<br />
TAC. Annal. II. 15. .<br />
C§) TACIT. Annnl. II. 8. Su#rbN. P<br />
©aud. Cap. 1. YS» 3,<br />
h<br />
I O K K .<br />
I
3° DÈ AFVAL DElt<br />
i. heeft Friesland onder alle de Gewesten<br />
BOEK . van Nederland het minst van de inval-<br />
• Icn van vreemde volken, van vreemde<br />
gewoonten en wetten geleden* en, eeuwen.<br />
kng, fporen van zijne oorfpronkehjke<br />
gedeldheid , zijnen volksgeest<br />
en zijne zeden behouden, welke noe<br />
ten huidigen dage niet geheel verdwenen<br />
zijn,<br />
Het tijdperk der Volksverhuizingen<br />
Vernietigt den oorfpronkelijken vorm vande<br />
meeste dezer Natiën ; 'er ontdaan andere<br />
vermengingen, en andere inrigtingen-<br />
De deden en legerplaatfen der Romeinen<br />
verdwijnen in de algemene Verwoesting,<br />
en met dezen zo vele gedenktekens van<br />
hunne grote kunst van regeren, door de<br />
Vlijt van vreemde handen voltooid. De<br />
verlatene dijken moeten weder voor de<br />
woede der dromen en den indringenden<br />
Oceaan zwigten. De Wonderen van<br />
menfchen handen , de kundige kanalen-<br />
I Irogen weder uit; de wateren veranderen<br />
ïunnen loop ; het vaste land en de zee<br />
) 'erwarren hunne grenzen * en de natuur<br />
an den grond verandert met zijne be-<br />
j roners. De zamenhang van beide tijden<br />
i :hijnt vernietigd , en met een nieu ge^<br />
{ agt van menfchen begint ene nieuwe<br />
g efchiedenisi<br />
Het Rijk der Franken, dat uit de<br />
P uinhopen van het Romeinfche Galliè'n<br />
O pkwam , had in de zesde en zevende<br />
e ;u alle Nederlandfche gewesten ingeü<br />
M , cn het Christelijke geloof in deze
NEDERLANDEN. gt<br />
Janden gevestigd. Friesland , het' laatite T.<br />
van allen, werd na enen hardnekkigen oor BOEK,<br />
log eindelijk door KAREL MARTEL,<br />
die voor het Euangelie met zijne wapenen<br />
den weg baande , der Frarikifche krone onderworpen.<br />
KAREL DÉ GROTE verenigde<br />
alle dezen landen, welke van toen af eert<br />
deel uitmaakten van die uitgebreide Mo-»<br />
narchie, welke deze Veroveraar uitDuitschland,<br />
Frankrijk ert Lombardijen ichiep.<br />
Toen naderhand dit grote Rijk onder deszelfs<br />
nakomelingen weder verdeeld wicrd,<br />
werden ook de Nederlanden, nu eens tot<br />
Duitfche, dan eens tót Frankifche, dan<br />
weder tot Lotharingfche Provinciën gemaakt<br />
, en eindelijk vinden wij dezelve<br />
onder de beide namen van Friesland en<br />
Neder-Lotharingen.<br />
Met de Franken kwam ook de Leenregering,<br />
een vrugt van Noordfchen grond,<br />
in deze landen, en ontaartte zo wel hier*<br />
als overal elders. De vermogendile Leenmannen<br />
onttrokken zig van tijd tot tijd<br />
aan de Kroon , en de Koninglijke<br />
Amtenaren fleepten de landfehappen,<br />
welken zij befchermen moesten , als een<br />
Wettig erfgoed naar zig. Dan deze afvallige<br />
Leenmannen konden zig niet,<br />
dan met hulp van hunne Onderhorigen,<br />
tegen den Vorst ftaande houden, en de bij-<br />
Hand , welken dezen verleenden , moest<br />
door nieuwe Lenen gekogt worden.<br />
De Geestlijkheid werd door vrome veroveringen<br />
en gefchenken magtig, en vcrworf<br />
zig weldra een onafhan.kc.1 ijk bc«
ï.<br />
& O E!',<br />
3* DË AFVAL DE^<br />
ilaan in hare Abtdijen cn Bisfchoplijka<br />
zetels. Op die wijze waren de Ne*<br />
, derlanden in de tiende , elfde , twaalfde<br />
cn dertiende eeuwen in verfcheidene kleine<br />
onafhankelijke Staten gefplitst, welker<br />
Heren nu eens aan liet Duitfche Keizerrijk,<br />
dan eens aan de Frankifche Koningen<br />
hulde deden. Door koop, huwelijk<br />
ken, verwantfehap, of ook door overhering,<br />
werden vaak 't grootst gedeelte van dezelven<br />
weder onder een' hoofdfiam verenigd; en<br />
•in de vijftiende eeu zien wij het Huis<br />
van Bourgondiën in bezit van het grootfte<br />
gedeelte der Nederlanden (*). FILIPS DE<br />
GOEDE, Hertog van Bourgondiën, had,<br />
met meer of minder regt, airede elf Gewesten<br />
onder zijn gebied gebragt, welke door<br />
KAREL DEN STOUT EN, zijnen zoon,<br />
door magt van wapenen met nog twe<br />
nieuwe vermeerderd wierden. Dus ontftond<br />
ongemerkt een nieuwe Staat in Europa,<br />
waaraan niets meer dan de naam ontbrak,<br />
om het bloeiendfte Koningrijk van dit Werelddeel<br />
uit te maken. Deze uitgeftrekte<br />
bezittingen maakten den Bourgondifchen<br />
Hertog tot enen gedugtcn nabuur voor<br />
Frankrijk , en bragt den (routen , onrustïgen<br />
geest van KAREL in verzoeking, om<br />
het ontwerp ener verovering te maken, welr<br />
ke het gehele ingefloten land van de Zuiderzee<br />
en den mond des Rhijns af tot in den<br />
Elzas toe zoude bevatten. Dc onuitputtelijke<br />
C*) Grat. Annal. L. L p. 2. 3.
&ÏEDERLANDE1N. gg<br />
ïïjke middelen van dezen Vorst kunnen f.<br />
énigszins deze vermetele herfenfchim goed- BOEK*<br />
maaken: een gëdugfe legermagt dreigde<br />
dezelve tot dadelijkheid te brengen.<br />
Reeds beefde Zwitferland voor zijne vrijheid<br />
, maar het trouloze geluk verliet<br />
KAREL in drie vreeslijke veldflagert, en<br />
de dolle Veroveraar raakte onder dc levenden<br />
cn de doden verloren<br />
De enige erfgenaam van KAREL DEM<br />
STOUTEN, MARIA, de rijkiïe Prinfes<br />
van dien tijd, en de rampzalige HELENE,<br />
die het ongeluk over deze Landen<br />
bragt, hield tans de gehele wereld<br />
ih verwagting opgetogen, Twe magtigê'<br />
(*) Een Hofjonker, welke hem had zie»<br />
vallen , en de Overwinnaars , enige dagen na<br />
den flag , op de plaats verleide, redde hem nog<br />
uit ene veragtelijke vergetelheid. Men trok<br />
zijin lijk, naakt en door wonden deerlijk misvormd<br />
, uit een moeras, waarin het vast gevroren<br />
was , en herkende hem nog met vele<br />
moeite aan enige tanden, welken hij milie, en<br />
aan de nagelen van zijne vingers, welken hij<br />
gewoon was langer , dan andere mentenen,<br />
te dragen. Dat 'er evenwel, onaangezien deze<br />
kenmerken , nog fteeds dezulken zijn geweest<br />
, welke aan zijnen dood twijfelden, en<br />
zijne wederverfchyning te gemoete zagen, blijkt<br />
uit een plaats in den brief, waarin LODEWYK<br />
DE ELFDE van de Bourgondifche Staten vorderde,<br />
dat zij weder onder de kroon van Frankrijk,<br />
zouden terug keeren. „ Ingevalle," dus luidt die<br />
plaats, „ Hertog KAREL nog in leven is ,<br />
„ zijt gij van uwen eed aan mij weder ontfla-<br />
„ gen." C OM IN ES T. III. Preuves desMemoires<br />
4P5, 497-<br />
I. DEEL. Q
I<br />
BOEK.<br />
$4 DÊ AFVAL DEK.<br />
Vorsten, L O D E W Y K D E E L F D E , Koning<br />
van Frankrijk, voor den jongen<br />
Daufijn, zijnen Zoon, en M A X I MI LI A A N<br />
V A N O O S T E N R Y K , Zoon van Keizer<br />
F R E D E R I K D E N D E R D E N , deden zig<br />
op als mededingers naar haar bezit. Hij,<br />
wien zij hare hand zou fchenken , moest<br />
de magtiglte Vorst van Europa worden,<br />
en nu begon dit werelddeel voor 't<br />
eerst te vrezen voor zijn evenwigt.<br />
L O D E W Y K , de magtigfte van beiden,<br />
konde zijn aanfpraak door de kragt der<br />
wapenen onderfteunen ; maar het Nederlandfche<br />
Volk , dat over de hand van zijne<br />
Vorstin befchikte, ging dezen gedugteiï<br />
Nabuur voorbij, en befloot ten voordele van<br />
M A X I M I L I A A N , wiens afgelegene Staten<br />
en bepaalde magt voor 's Lands vrijheid<br />
min gevaarlijk fchenen : ene bedrieglijke<br />
ftaatkunde, welke door ene zonderlinge<br />
fchikking des Hemels het ongeluk verhaastte<br />
, in plaats van hetzelve voortekomen!<br />
FILIPS DE S C H O O N E , Zoon van<br />
M A R I A en M A X I M I L I A A N , geraakte<br />
door zijne Spaanfche Bruid in het<br />
bezit van dat uitgeftrekte Rijk, dat onlangs<br />
door F E R D I N A N D en I S A B E L L A<br />
geftigt was ; en zijn Zoon, K A R E L<br />
V A N OOSTENRIJK, was geboren Heer<br />
van het Koningrijk Spanje, de beide<br />
Siciliën, dc nieuwe Wereld en de Nederlanden.<br />
Het gemeen raakte hier,, vroeger<br />
dan in de overige Leenrijken, van zij-
HP lijflijke flavemij öntflagën, en verkreeg<br />
wel ras een eigen burgerlijk be- BOEKi<br />
ftaan. De gunstige ligging des Lands<br />
aan de Noordzee en groote bevaarbare<br />
wateren, deed fpoedig den Koophandel<br />
opkomen, welke de menfchen<br />
in Steden bijeen verzamelde, de nijverheid<br />
opwekte * vreemdelingen lokte, en<br />
Welvaart en overvloed onder hen verfpreidde:<br />
Hoe veragtelijk ook dë borlogzugtige<br />
Itaatkunde dier tijden op elke<br />
nuttige handtering nederzag, konden<br />
egter de Landsheren de wezenlijke<br />
voordelen, welke hun daaruit toevloeiden<br />
; niet miskennen. De toenemende<br />
bevolking hunner Landen , de menigvuldige<br />
giften, welke zij onder de verfchillende<br />
benamingen van Tol, Weggeld,<br />
Bruggeld, Markt - geld, enz. vati<br />
inlanders en uithecmfchen afpersten, waren<br />
voor hun te zoete lokazen;<br />
dan dat zij onverfchillig zouden gebleeven<br />
zijn omtrent de Oorzaken, waaraan<br />
zij die te danken hadden. Hunne<br />
eigen hebzugt maakte hen tot voorftanders<br />
van den Koophandel, en de<br />
onkunde zelve, gelijk meermalen gebeurt<br />
, holp zo lang, tot dat eindelijk<br />
ene gezonde ftaatkunde in derzeïver plaats<br />
kwam; In vervolg van tijd zogten zij<br />
zelfs de Lombardifche Kooplieden aan,><br />
befchonken de Steden met grote voorregten<br />
en een eigen regtsgebied,- waardoor'<br />
deze in aanzien en invloed grootlijks<br />
toenamen; De gedurige oorlogen/<br />
e 2<br />
ïi
BOEK.<br />
'5* 5>E AFVAL DER<br />
welken de Graven onder elkander erï<br />
met hunne naburen voerden, maakten<br />
hen afhankelijk van de gunst der Steden<br />
, welke zig door haren rijkdom belangrijk<br />
maakten, en die voor de onderftand-gelden,<br />
door haar verleend, aanzienlijke<br />
voorregten wisten te bedingen.<br />
Van tijd tot tijd groeiden de Voorregten<br />
der Gemeenten aan, toen dc Kruistogten<br />
den Adel tot ene kostbare uitrusting<br />
noodzaakten, toen de voortbrengfels van<br />
het Oosten langs enen nieuwen weg in<br />
Europa kwamen, en de inrukkende weelde<br />
den Vorftcn nieuwe behoeften veroorzaakte.<br />
Zo vinden wij reeds in de<br />
elfde cn twaalfde eeu enen gemengden<br />
regeringsvorm in deze landen, waar de<br />
magt van den Vorst door den invloed<br />
van de Standen , te weten den Adel,<br />
de Geestelijkheid, en de Steden , merkelijk<br />
bepaald is. Deze , welke Staten<br />
genaamd werden , kwamen zo dikwijls<br />
te zamen, als het belang der Provincie<br />
zulks vorderde. Zonder hunne toeftemming<br />
golden gene nieuwe wetten, mogt<br />
geen oorlog gevoerd, gene nieuwe tollen<br />
geheven, gene verandering in de<br />
munt gemaakt, en geen vreemdeling tot<br />
enig deel van het ftaatsbeftuur toegelaten<br />
worden. Deze Voorrechten hadden alle<br />
Landfchappen met elkander gemeen; ander<br />
• i waren verfchillende naar de onderfcheidene<br />
Gewesten. De regering was<br />
erflijk, maar de Zoon trad niet in de<br />
regten des Vaders, dan na alvorens de
NEDERLANDEN. 37<br />
Staatsgeftcldhcid plcgtig bezworen te heb I.<br />
ben (*). , SOEK,<br />
Nood is de eerfte wetgever; alle .<br />
noodzakelijkheden, welken men in deze<br />
ftaatsgeltcldheid ontmoet, zijn oorfpronkelijk<br />
noodzakelijkheden van den Koophandel<br />
geweest. Dus is de gehele inrigting<br />
van de Republiek op Koophandel gegrond<br />
, en hare wetten zijn later dan<br />
haar handel. Het laatfte Artiekcl van deze<br />
ftaatsinrigting, waardoor Uitlandcrs buiten<br />
bedieningen gefloten worden, is een<br />
natuurlijk gevolg van alle de voorgaande.<br />
Eene zo ingewikkelde en kunflige betrekking<br />
van den Vorst tot het Volk,<br />
welke in elke Provincie , en dikwijls in<br />
elke enkelde Stad nog weer bijzonder<br />
was , vorderde mannen , welke den<br />
vurigften ijver voor de onderhouding van<br />
's Lands vrijheden met de grondigfte<br />
kennis van dezelve verenigden: beide zaken<br />
, die niet wel in enen vreemdeling<br />
konden öhderfteld worden. Deze wet<br />
gold voor het overige voor elk Landfchap<br />
in 't bijzonder, zo dat in Braband<br />
geen Vlaming , in Zeeland geen<br />
Hollander mogt worden aangeltcld , en<br />
zij bleef ook naderhand nog ftand houden,<br />
na dat reeds alle deze Gewesten<br />
onder één Hoofd verenigd waren.<br />
Van alle de overigen genoot Braband<br />
de ruimfte vrijheid. Deszelfs Voorregten<br />
C*0 GROTIUS L. I. 3.<br />
C g
|i O EK.<br />
3§ DE AFVAL DER<br />
werden op zo hogen prijs gefchat, dac<br />
vele moeders uit de aangrenzende landfchappen<br />
tegen den tijd van hare verlosfing<br />
derwaards trokken, om daar hare<br />
kinders te baren, en dezelven hierdoor,<br />
alle de Voorregten van dit gelukkige<br />
Land ;< deelagtig te maken; „ op dezelfde<br />
„ wijze," zegt STRADA, „ als men ge-<br />
„ wasfen van een ongunftige lijgtftreek<br />
„ in enen beter grond veredelt (*)."<br />
Na dat het Huis yan Bourgondie verfcheidene<br />
Gewesten onder zijne heerfchappij<br />
verenigd had, werden de bijzondere<br />
Provinciale Gerechtshoven, welke<br />
tot dus verre onafhankelijke rcgtbanken<br />
waren geweest, naar een algemeen<br />
Gerechtshof te Mechclen gewezen ,<br />
k welk de onderfcheidcne leden tot een<br />
enkeld lighaam verbond, en alle burgerlijke<br />
en lijfftraffelijke zaken door een<br />
onherroepelijke uitfpraak befliste. De<br />
Souvereiniteit der enkelde Provinciën werd<br />
weggenomen , en de Oppermagt had<br />
tans zijnen zetel in den Raad van<br />
Mechelen.<br />
Na den dood van KAREL DEN STOU-<br />
TEN verzuimden de Staten niet, hun<br />
voordeel te doen met de verlegenheid<br />
hunner Hertoginne, die door de wapenen<br />
van Frankrijk bedreigd zijnde tans van<br />
(*) De faeüo Belg.Dec. I. L. II. 34. GUICCI-<br />
ARDINI. Descr. Belg. " • •' " :
NEDERLANDEN, tg<br />
hun afhankelijk was (*). De Staten L<br />
van Holland en Zeeland noodzaakten i<br />
haar, een groot Privilegie te onder- .<br />
tekenen, welk hun de gewigtigfte regten<br />
der Souvereiniteit verzekerde. De<br />
ftoutheid der Gentenaren ging zo ver,<br />
dat zij de gunftelingen van MARIA,<br />
welke het ongeluk hadden gehad hun te<br />
mishagen , op eigen gezag voor hunnen<br />
regtbank fleepten, en onder het oog<br />
yan deze Vorflin onthalsden.<br />
Gedurende de korte regering der Herto«-inne<br />
MARIA tot aan haar huwelijk,<br />
verkreeg de Gemeente een vermogen ,<br />
't welk haar al zeer nabij aan enen<br />
vrijen Staat deed komen. Na het affterven<br />
van zijne Gemalin nam MAXIMILI<br />
AAN op eigen gezag, als Voogd over<br />
zijnen Zoon, de Regering op zig. De<br />
Staten , door deze inbreuk in hunne<br />
regten beledigd, wilden zijn gebied niet<br />
erkennen , cn konden ook niet verder<br />
o-ebragt worden, dan om hem enen bepaalden<br />
tijd, en onder beëdigde voor=<br />
waarden , als Stadhouder te dulden.<br />
MAXIMILIAAN verbeeldde zig, na<br />
dat hij Roomsch Koning geworden was.<br />
de flaatsgefteldheid te kunnen overtreden<br />
Hij leide den Gewesten buitengewoon<br />
belastingen op, gaf bedieningen aan Bour<br />
gondiërs en Duitfchcrs, en bragt vreem<br />
r<br />
de Krijgsbenden in het Land. Maa<br />
(<br />
met de magt van den Regent was oo<br />
(*; Memoires de PHILIPPE DE CPWINE i<br />
C 4<br />
lOEK.
.<br />
« O E K,<br />
4* BE AFVAL DER.<br />
dc yverzugt dezer Republieksgezinden<br />
toegenomen. Hce Volk vatte de wapenen<br />
op, toen hij met een fterk gevolg<br />
van Vreemdelingen binnen BruS»<br />
zijne intrede deed; maakte zig meester<br />
van zijnen perfoon, en zettede hem op<br />
het Slot gevangen. In wêerwil der vermogende<br />
voorfprake van het Keizerlijke<br />
en Roomfchc Hof, verwierf hij zine<br />
vrijheid niet weder, voor dat men der<br />
Natie wegens dc punten in verfchil,<br />
verzekerdheid had gegeven.<br />
De veiligheid van leven en goederen,<br />
welke uit zagter wetten, en ene gelijke<br />
handhaving van het regt ontftond? had<br />
de nijverheid en vlijt jp deze Landen<br />
aangewakkerd. In enen- geftadigen Üriid<br />
met den Oceaan en buiten hunne oevers<br />
rijzende ftroomen , welke tegen het lager<br />
land woedden, en wier geweld door<br />
dammen en kanalen gebroken moest' worden<br />
had dit Volk al vroeg geleerd ,<br />
op de Natuur rondom zig te letten<br />
een magtige hoofdftof door vlijt en<br />
ftandvastigheid te trotfeeren , en, even<br />
als de Egyptenaar, die den Nijl tot zijnen<br />
leermeester had, in enen kunstrijken<br />
tegenweer zijne vindingskracht en fchranderheid<br />
te oefenen. De natuurlijke<br />
vrugtbaarheid van het Land, welke door<br />
den akkerbou en de veeteelt bevorderd<br />
werd, vermeerderde tevens de bevolking.<br />
Deszelfs gelukkige liggmg a a n de<br />
£ee en de groote bevaarbare Rivieren<br />
yan Duitschland en Frankrijk, welke ^
NEDERLANDEN, 4r<br />
deekelijk hier in de Zee vallen; zo ve I.<br />
le kundige Kanalen, welke het Land 5 BOEK<br />
heen en weder doorfnijden , gaven leven .<br />
aan de Scheepvaart; en dc naauwer<br />
gemeenfchap der Provinciën, welke daardoor<br />
zo gemakkelijk werd gemaakt, wekte<br />
ras enen geest van Koophandel in<br />
deze Volken op.<br />
De naburige kusten van Brittanje en<br />
Denemarken waren de eerfte, die zij met<br />
hunne fchepen bezogten. Dc Engelfche<br />
wol, door dezen medegebragt, verfchaftc<br />
werk aan duizend vlijtige handen<br />
in Brugge , Gent en Antwerpen, en<br />
reeds in het midden der twaalfde<br />
ecu werd in Frankrijk en Duitschland<br />
Vlaamsch linnen gedragen. ïn de elfde<br />
eeu vinden wij reeds Friefche Schepen<br />
in de Belt , en zelfs in de Lcvantfche<br />
Zee. Ja, dit ondernemende Volk waagde<br />
het, om , zonder kompas, onder<br />
den Noor<strong>dpo</strong>ol door, tot aan den Noordelijken<br />
punt van Rusland, te ftevencn.<br />
Van de Wendifche Steden kregen de<br />
Nederlanden een deel des Levantfchen<br />
handels , welke destijds nog uit de Zwarte<br />
Zee door het Rusfifche Rijk naar de<br />
Oostzee ging. Toen deze in de dertiende<br />
eeu begon ten gronde te gaan ;<br />
toen de Kruistogten enen nieuwen weg<br />
door de Middellandfche Zee voor de Indifche<br />
waren openden, de Italiaanfche<br />
Steden dezen vrugtbaren tak van handel<br />
naar zig trokken, en in Duitschland het<br />
grote Hanze-vcrbond<br />
C 5<br />
werd opgerigt,
BOEK.<br />
4^ PE AFVAL DER<br />
werden de Nederlanden de gewigtige<br />
Stapelplaats tusfchen 't Noorden en Zuiden.<br />
Het gebruik van 't kompas was<br />
nog niet algemeen, en men zeilde nog<br />
langfaam en niet zonder omwegen langs<br />
de kusten. De Havens van de Oostzee<br />
waren in de wintermaanden grotendeels<br />
toegevroren, en voor gene vaartuigen<br />
toegankelijk. Die fchepen derhalven<br />
, welke dep verren weg van de<br />
Middellandfche Zee en de Belt, in een<br />
zelfde jaargetijde, niet wel konden afleggen,<br />
kozen geredelijk ene plaats van<br />
vereniging, in het midden van beide delen<br />
gelegen. Agter zig een onmetelijk<br />
vast land hebbende, waarmede zij door<br />
de vaarbare Aromen verbonden waren ,<br />
terwijl tegen het Westen en Noorden<br />
de Oceaan door veilige Havens voor<br />
hun geopend was, fchenen deze Gewesten<br />
opzettelijk tot een verzamelplaats<br />
der Volken, en tot een middenpunt van<br />
den Handel gefchapen. De voornaamfte<br />
Nederlandfche Steden werden tot Stapelplaatfen<br />
gemaakt. Portugezen , Spanjaarden<br />
, Italianen , Franfchen , Britten ,<br />
Duitfchers, Decnen en Zweden vloeiden<br />
hier zamen met voortbrengfels uit alle<br />
oorden der wereld. De menigte en<br />
naarijver der verkoperen verminderden den<br />
prijs der waaren ; de nijverheid werd<br />
aangewakkerd, dewijl de markt voor de<br />
deur was. Met den noodzakelijken omloop<br />
van geld kwam de wisfelhandel op,<br />
welke ene nieuwe vrugtbare bron yafl
NEDERLANDEN. 43<br />
rijkdom opeqde. Dc Lands - Vorsten , I.<br />
die eindelijk hun waar belang beter begonnen<br />
te kennen, moedigden den Koop<br />
SOEli.<br />
man door de grootfte vrijheden aan, en<br />
wisten hunnen handel door voordelige<br />
verdragen met buitenlandfche Mogendheden<br />
te befchermen. Toen in de vijftiende<br />
ecu dc meeste enkelde Provinciën zig<br />
onder énen Heer vereenigden , hielden<br />
pok derzelver fchadelijke oorlogen tegen<br />
elkander op , en derzelver gcfchcidcne<br />
voordelen werden thans door ene gemcenfchappelijke<br />
Regering naauwcr verbonden.<br />
Haar handel en welvaart<br />
groeiden aan in den fchoot van enen<br />
ïangdurigen Vrede, waartoe de overmagt<br />
harer Vorsten de naburige Koningen<br />
noodzaakte. De Bourgondifche vlag werd<br />
in alle Zeen geëerbiedigd (*) ; het<br />
aanzien van den Vorst gaf aan de onderneemingen<br />
der Ingezetenen nadruk ;<br />
en maakte dien van elk bijzonder perfoon<br />
tot de aangelegenheid van enen<br />
gedugtcn Staat. Een zo magtige befcherming<br />
(telde hen weldra in (laat,<br />
om zelfs het Hanze - verbond te verlaten<br />
cn dezen trotfehen Vijand door<br />
alle Zeën te vervolgen. De Hanzcfche<br />
Koopvaarders, welken dc Spaanfche Kust<br />
toegefloten werd, moesten ten laatften<br />
tegen hunnen wil in Vlaanderen te<br />
markt komen, en de Spaanfche waaren<br />
pp Nederlandfchen (lapel ontvangen.<br />
(*) Memoires de COMINES L. III, Ch. 5,
4v DE AFVAL DER<br />
I. Brugge in Vlaanderen was in de veer<br />
SOEK. tiende en vijftiende eeu het middenpunt<br />
van den gehelen Europifchen handel ,<br />
en de grote markt van alle Natiën.<br />
In 't jaar 1468 telde men honderd en<br />
vijftig Koopvaardij fchepen , welke op<br />
eenmaal dc haven van Sluis binnenliepen.<br />
Behalveh het rijke Magazijn van<br />
het Hanzc-verbond, waren hier nog vijftien<br />
Genootfchappen van Koophandel met<br />
hunne Kantoren, benevens vele Factorijen<br />
en Handelhuizen uit alle Landen van Europa.<br />
Hier was dc ftapêl van alle Noordfche<br />
voordbrengfels voor het Zuiden, en<br />
van alle Zuidelijke en Levantfche voor het<br />
Noorden. Deze gingen met Hanzcfche<br />
Schepen door de Zond, en over den<br />
Rijn naar O'pper-Duitschlahd , of werden<br />
op wagens ter zijde af naar Bronswijk<br />
en Lunenburg vervoerd.<br />
Het is de zeer natuurlijke loop der<br />
menfchelijke zaken , dat deze welvaartvan<br />
ene buitenfporige dertelheid gevolgd<br />
werd. Het verleidende voorbeeld van<br />
FILIPS DEN SCHONEN konde dit tijdperk<br />
flegts verhaasten. Het Hof der<br />
Bourgondifche Hertogen was het wellus-»<br />
tigfte en pragtigfte van Europa, zelfs<br />
Italië niet uitgezonderd. Dc kostbaare<br />
kleding der Groten , welke vervolgens<br />
tot een model voor de Spaanfche verftrekte<br />
, en eindelijk met de Bourgondifche<br />
gebruiken tot het Oostcnrijkfche<br />
Hof overging,<br />
Volk ? en de<br />
kwam welras onder het<br />
geringfte burger kleedde
N E D E R L A N D E N . *5<br />
tig in zijden ftoffen (.*> „ Op den<br />
„overvloed," zegt c o MINES , ( een ] iOEK<br />
Schrijver, die omtrenc het midden der .<br />
vijftiende eeu de Nederlanden doorgereisd<br />
heeft) „ was de hoogmoed ge-<br />
„ volgd. De pragt en praal in kleding<br />
„ werd van beiderlcie kunne tot de bui-<br />
,', tenfporigfte verkwisting gedreven. Toe<br />
„ zo hogen trap, als hier, was de weel-<br />
(*) FILIPS DE GOEDE was te groot een<br />
verkwister , om fchatten te vergaderen : des<br />
met tegengaande vond KAREL DE STOUTE<br />
in deszelfs nalatenfchap, aan tafelgereedfchap „<br />
kleinoodién, boeken, tapijten en lijnwaat, een<br />
erooter voorraad opeengehoopt , dan drie rijke<br />
Vorftëlijke huizen toenmaals te zamen bezaten<br />
, en bovendien nog enen fchat van driemaal<br />
honderd duizend Daalders in baren gelde.<br />
De rijkdom van dezen Vorst en het Bourgondifche<br />
Volk lag op de flagvelden bij Granfon<br />
, Murten en Nancy ten toon gefpreid.<br />
Hier'trok een zoldaat van de Zwitfers KAREI,<br />
DEN STOUTEN den beroemden Diamant van<br />
den vinger, welke langen tijd voor den grootflen<br />
van Europa is doorgegaan, die nog lieden<br />
als de twed'e aan de Franfche Kroon<br />
prijkt, cn die toen door den onkundigen vinder<br />
voor enen gulden verkogt werd. De<br />
Zwitfers verruilden het gevonden Zilver tegen<br />
Tin, het Goud tegen Koper, en fcheurden de<br />
kostbaarfte tenten van goudftof in ftukken.<br />
De waarde van den buit , welke aan Zilver,<br />
Goud en edele Geftecnten gemaakt werd,<br />
•wordt op drie millioenen gefchat. KAREI.<br />
en zijn leger waren niet als vijanden , die<br />
vegten willen , maar als overwinnaars, die zig<br />
na behaalde zege optooijen , ten (Wijde geicokken.<br />
COMINES I. 253. 259. 265.<br />
L
t<br />
SOEK<br />
4& DE AFVAL DER,<br />
„ de der tafel nog bij geen ander Volff<br />
„ geftegen. De zedeloze .gemeenfchap<br />
„ van beide geflagten in Badftoven eri<br />
„ foortgelijke plaatfen van bijeenkomst i<br />
„ welke den wellust aanprikkelen , had<br />
„ alle fchaamte verbannen: en het is<br />
„ niet de gewoone dertelheid der Gro-<br />
„ ten, waarvan wij hier fpreken ; de<br />
„ geringde Vrouwen gaven zig onbepaald<br />
aan deze buitenfporighedeti<br />
„ over (*)."<br />
Dan , hoe veel aangenaamer is nier<br />
zelfs deze buitenfpoorighëid voor den'<br />
menfehenvriend, dan de treurige ingetogenheid<br />
des gebreks, en de barbaarfche<br />
deugd der domheid, welke toenmaals<br />
geheel Europa ter neder drukten!<br />
Het Bourgondifche tijdvak fchijnt weldadig<br />
tusfehen die duistere eeuwen door,<br />
gelijk een aangename lentedag tusfehen<br />
het nog gure weder van den afgaanden<br />
winter.<br />
Maar juist deze bloeiende welvaart<br />
bragt eindelijk de Vlaamfche Staten ten<br />
val. Gent en Brugge , dronken vari<br />
vrijheid en overvloed, kondigen den<br />
Beheerfcher van elf Provinciën, FILIPS<br />
DEN GOEDEN, den Oorlog aan, welke<br />
zo ongelukkig geëindigd , als vermetel<br />
ondernomen werd. Gent alleen verloor<br />
in den flag bij Havre vele duizenden<br />
Volks, en moest den toorn<br />
van zijnen Overwinnaar met ene Geld-<br />
(*) Memoires de M. PHILIPPE DE COMINES<br />
T. h L. I, C. L. V. C. p. S
NEDERLANDEN, 4?<br />
boete van viermaal honderd duizend<br />
Goudguldens verzoenen; alle de Leden<br />
der Regering en de voornaamfte Burgers<br />
van de Stad, ten getale van twe<br />
duizend, moesten in het blote hemd,<br />
barrevoets, en met ongedekten hoofde,<br />
den Hertog een Franfche mijl verre te<br />
gemoet gaan , en hem op de kniën om<br />
genade fmeken. Bij deze gelegenheid<br />
werden hun enige dierbaare Voorregten<br />
ontnomen , 't welk een onherftelbaar<br />
verlies was voor hunnen gehelen toekomenden<br />
handel. Niet veel gelukkiger<br />
oorloogden zij, in 't jaar 1482, tegen<br />
M A X I M I L I A A N V A N O O S T E N R Y K ,<br />
om hem de Voogdijfchap over zijnen<br />
Zoon te ontweldigen, welke hij zig<br />
wederregtelijk had aangematigd : de Stad<br />
Brugge zettede in 't jaar 1487 den Aartshertog<br />
zeiven gevangen, en liet enigen<br />
zijner voornaamfte Staatsdienaren ter dood<br />
brengen. Keizer F R E D E R I K D E D E R D E<br />
rukte, om zijnen Zoon te wreeken, met<br />
een Leger binnen hun grondgebied, en<br />
hield de haven van Sluis tien jaren<br />
lang gefloten , waardoor hun Handel<br />
ganfchelijk geftremd werd. Amfterdam<br />
en Antwerpen, welke reeds lang den<br />
bloei der Vlaamfche Steden met nijdige<br />
ogen hadden aangezien, verleenden hem<br />
hierin den gewigtigften bijftand. _ De Italianen<br />
begonnen hunne eigene zijden waren<br />
naar Antwerpen te koop te brengen,<br />
en de Vlaamfche Linnenwevers, welke<br />
zig in Engeland hadden neergezet, zonden<br />
insgelijks hunne waren derwaards.<br />
i<br />
B O E ff.
I.<br />
BOEK.<br />
4§ DE AFVAL DER<br />
waardoor de Stad Brugge twe voorname<br />
takken van Handel verloor. Hare<br />
hooggaande trotschheid had reeds lang<br />
het Hanze-verbond beledigd, 't welk<br />
haar nu ook verliet , en zijn Magazijn<br />
naar Antwerpen overbragt. In 't jaar<br />
1516 vertrokken alle vreemde Kooplieden,<br />
zodat 'er flegts enige weinige Spanjaarden<br />
overbleven : doch haar welvaart<br />
verkwijnde langfaam , even als dezelve<br />
was opgekomen.<br />
Antwerpen kreeg in de zestiende eeu<br />
den handel, welke door de dertelheid<br />
der Vlaamfche Steden verdreven was ,<br />
Weder; en onder de Regering van<br />
KAREL DEN VIJFDEN was zij de levendigfte<br />
en aanzienlijkfte Stad in de Christenwereld.<br />
Een Rivier als de Schelde ,<br />
welker naburige wijde mond eb en vloed<br />
met de Noordzee gemeen heeft, en die<br />
in ftaat is om de zwaarfte Schepen tot<br />
onder de muren te brengen, maakte<br />
haar tot de natuurlijke verzamelplaats<br />
van alle Schepen, welke deze kusten bezogten.<br />
Hare Vrijmarkten trokken handelaars<br />
uit alle Landen. (*) De nijverheid<br />
der Natie was in den aanvang dezer<br />
eeu tot den hoogflen bloei gerezen»<br />
De Akker- en Vlasbou, de Veeteelt,<br />
de Jagt en de Visfcherij verrijkten den<br />
Landman; Kunsten, Handwerken en Handel<br />
(*) Twee zulke Markten, duurden veertig<br />
dagen, en alle waaren welken aldaar geveild<br />
Werden, waren tolvrij."
N E D E R L A N D E N ! *ö<br />
del de Steden. Het duurde niet lang,<br />
öf men zag de vrugten van den Vlaam- ;<br />
fchcn en Brabandfchen vlijt in Arabiën , .<br />
in Perziën en Indiën. Hunne fchepen<br />
bedekten den Oceaan , en wij zien dezelve<br />
in de Zwarte Zee met de Genuezen<br />
om het meesterfchap ftrijden. Die<br />
eigenaartige onderfcheidde den Nederlandfchen<br />
Zeeman , dat hij in alle tijden<br />
van 't jaar onder zeil ging, en niec<br />
overwinterde.<br />
Na dat de nieuwe weg om het Voorgebergte<br />
van Afrika was uitgevonden „<br />
en de Portugeefche Oostindifche handel dcii<br />
Levaritfchch ondermijnde, ontvingen de*<br />
Nederlanden dc wonde niet, welke hierdoor<br />
aan de Italiaanfche Staten werd<br />
toegebragt; de Portugezen zettedën ïrt<br />
Braband hunnen (tapel op, en de Specerijen<br />
van Kalikuta pronkten thans op 1<br />
de markt van Antwerpen (*). Herwaards<br />
vloeiden de Wcst-indifche waren 4<br />
waarmede de trotfehc traagheid der<br />
Spanjaarden de Ncderlaridfché nijverheid<br />
betaalde. De Oost-indifche ftapel trok<br />
de beroemdfte Huizen van koophandel<br />
uit' Florence, Lucca en Genua; eri uic<br />
Augsburg de Fuggërs en Welzcrs, herwaards.<br />
Hcrwaards bragt ook tans hec<br />
Hanzë-verbönd zijne Noórdfche waaren<br />
( * ) De waarde der Specerijen en Apotckerswaaren<br />
, welke van Lisfabon derwaarös verzonden<br />
werden , zouden , volgens opgave van<br />
GuicciARDiNi, een millioen kronen belopersl<br />
hebbeii.<br />
I; DEET, D<br />
SOEK;
50 DE AFVAL DER<br />
,<br />
I, en de Engelfche Maatfchappij zettede zig<br />
BOEK. hier neder. Natuur en kunst fchenen<br />
hier haren gehelen rijkdom ten toon te<br />
fpreiden. Het was een pragtig fchoutoneel<br />
van de werken des Scheppers en<br />
der menfchen.<br />
Hun roem verbreidde zig weldra de<br />
gehele wereld door, Op het einde dezer<br />
een verzogt een gezelfchap van<br />
Turkfche Kooplieden de vrijheid om zig<br />
hier neder te zetten, en de voortbrengfels<br />
van het Oosten over Griekenland<br />
herwaards te brengen. Met den handel<br />
der waaren nam ook de geldhandel toe.<br />
Hunne wisfelbrieven waren aan alle hoeken<br />
der aarde gangbaar. Men wil, dal:<br />
Antwerpen toenmaals in minder tijd dan<br />
een maand meer en groter handel deed,<br />
dan Venetiën , gedurende hare beste<br />
tijden, in twe gehele jaren.<br />
In het jaar 1491 hield het gehele<br />
I lanze-verbond in deze Stad zijne pleg-<br />
:ige Vergadering , welke te voren nergens<br />
dan in Lubek was gehouden. In<br />
£<br />
A A R<br />
J 153 T werd de Beurs geboud,<br />
destijds de pragtiglte van geheel Europa,<br />
i ïïi welke aan haar trotsch opfchrift bemtwoordde.<br />
Huizen, welke een eeu vroe-<br />
I rer voor honderd kronen verhuurd wer-<br />
I len, waren nu tot agthonderd en duilend<br />
in prijs gefteigerd'. De Stad tel-<br />
4 le nu honderd duizend Inwoners. Hec<br />
i ;ewoel, en de menigte van menfchen,<br />
i relke zig hier in 't oneindige zamen-<br />
4 rong, gaat alle geloof te boven. Twee
Ï\ T<br />
E HERLANDEN. *r<br />
tot derdehalf honderd masten werden f.<br />
meermalen te gelijk in hare havens ge BOEK,<br />
zien ; geen dag verliep 'er, dat 'ër<br />
niet vijfhonderd fchepen kwamen en<br />
afgingen; öp marktdagen liep het getal<br />
tot agt- en negen-honderd. Dagelijks reden<br />
twehonderd en meer Karosfen door<br />
hare poorten ; meer dan tweduizend,<br />
vragtwagens zag men ieder week uic<br />
Duitschland, Frankrijk cn Lotharingen<br />
aankomen , zonder de boerenkarren cn<br />
korenwagens mede te rekenen , wier<br />
getal gewoonlijk tot tienduizend beliep.<br />
Dertigduizend handen werden alleen door<br />
de Engelfche maatfchappij van Kooplieden<br />
in deze Stad bezig gehouden.<br />
Aan markrgelden, tollen en cijnzen won<br />
de Regering jaarlijks bij de twe millioenen;<br />
een fom 4 welke in die tijden nog veel<br />
meer dan thans betekende. Wij kunnen<br />
Ons van het vermogen der Natie een derfM<br />
beeld maken, wanneer wij horen, dat de<br />
buitengewone fchattingen, welke zij aan<br />
K A R E L DEN VfjFDEN tot zijne veelvuldige<br />
oorlogen moest opbrengen, op veertig<br />
millioenen gouds gerekend worden.<br />
Dezen bloeienden welvaart hadden de<br />
Nederlanders even zo zeer aan hunne<br />
vrijheid, als aan de natuurlijke ligging<br />
des Lands te danken. Onzekere wetten en<br />
het willekeurige beftuur van enen roofzugtigen<br />
Vorst zouden alle voordelen<br />
vernietigd hebben, welken erie gunftige<br />
gefteldheid in zo ruime mate óver dezelve<br />
had verfpreid. Alleen de ón-<br />
D a
DE AFVAL DER<br />
i fchendbare heiligheid der wetten kan cfeti<br />
BOE K. burger van de vrugten zijns vlijts verze-<br />
. keren , en hem dat gelukkige vertrouwen<br />
inboezemen, dat<br />
le werkzaamheid.<br />
de ziel is van al<br />
Het vernuft dezer Natie, door den<br />
geest des koophandels en den omgangmet<br />
zo vele Volken ontwikkeld, blonk<br />
uit in nuttige uitvindingen: in den fchoot<br />
des overvloeds en der vrijheid kwamen<br />
alle edele kunften tot rijpheid. Uit her<br />
verlichte Italiën, waar cos MUS DE ME<br />
DICI s in korten tijd de goudene eeu herfteld<br />
had, bragten de Nederlanders de Schilderkunst,<br />
de Boukunst, de Houtfneê- en<br />
Graveer-kunst in hun Vaderland over, wel •<br />
ke hier in enen nieuwen grond nieuwen<br />
bloei verkregen. De Nederlandfche fchool,<br />
ene Dogter der Italiaanfche, dong wel<br />
dra met hare Moeder naar den prijs,<br />
en ftelde, in gemeenfehap met deze,<br />
de wet aan de fchone kunften in geheel<br />
Europa. De Fabrijken en kunften,<br />
waarop de Nederlanders hunnen welvaars<br />
voornamelijk geboud hebben, en gedeeltelijk<br />
nog bouwen, hebben gene verdere<br />
melding van noden. Het tapijtenweven, het<br />
fchilderen met olijverw,. de kunst om op<br />
^las te fchilderen, zelfs de zak- en zon-uuriverken,<br />
zijn, volgens de fteüing van GUIO<br />
I : i A R D i N i, oorfpronkelijk Nederlandfche<br />
i litvindingen; ook heeft men aan hun<br />
( le verbetering van het Kompas te<br />
< lanken , welks fïreken nu nog onder Nelerlandfche<br />
namen bekend zijn. In 'r
NEDERLANDEN. 53<br />
jaar 1428. werd de Boek-drukkunst in I.<br />
Haarlem uitgevonden, en het lot wil BOEK.<br />
de dat deze nuttige kunst een eeu<br />
later haar Vaderland met de Vrijheid<br />
befchenken moest. Met het vrugtbaarfte<br />
vernuft tot nieuwe uitvindingen paarden<br />
zij een gelukkig talent, om vreemde<br />
cn reeds in wezen zijnde dingen te verbeteren<br />
: men zal weinige kimden en<br />
handwerken vinden , welke niet of op<br />
dezen grond geteeld, of altans tot groter<br />
volkomenheid gebragt zijn.<br />
Tot dus verre maakten deze Gewesten<br />
den benijdenswaardigften Staat van Europa<br />
uit Geen der Bourgondifche Hertogen<br />
had in 't hoofd gekregen, de ftaatsgcfleldheid<br />
omver te floten; zelfs de ondernemende<br />
geest van KARE L DEN STOUTEN,<br />
welke enen butenlandfchen vrijen Staat de<br />
flavernij bereidde, had haar ongerept gelaten.<br />
Alle deze Vorften groeiden in gene<br />
hoger verwagting op, dan pm over een<br />
Republiek te gebieden , en geep hunner<br />
Landen konde hun ene andere ondervinding<br />
opleveren, Behalven dat bezaten<br />
deze Vorsten niets, dan wat de Nederlanden<br />
hun gaven ; gene legers, dan<br />
welke de Natie voor hun in het veld<br />
bragt; gene rijkdommen, dan welke de<br />
Staten hun inwilligden. Maar nu veranderde<br />
alles van gedaante. Nu waren<br />
zij in handen van enen Heer geraakt,<br />
wien andere werktuigen en andere hulpmiddelen<br />
ten dienfte ftonden; die ene<br />
D 3
ï.<br />
SOEK.<br />
54 DE AFVAL DER<br />
vreemde magt tegen hen in de wapenen<br />
konde brengen (*). KAREL DE VIJFDE<br />
(*) De onnatuurlijke vereniging van twe zo<br />
tegenftrijdige Natiën , als de Nederlanders en<br />
Spanjaarden zijn , konde nimmer gelukkig uitvallen.<br />
Ik kan mij niet bedwingen, van hier de<br />
vergelyking te plaatfen , welke GROTIUS in<br />
ene kragtige taal tusfehen deze beiden heeft<br />
gemaakt. „Met de n-burige volken, zegt hij,<br />
„konden de Nederlanders ligtlijk in vriendfehap<br />
„ leven , daar deze van enen zelfden oorfprong<br />
„met hun, en door de zelfde wegen en middelen<br />
groot geworden waren. Maar de Spanjaar-<br />
„den en Nederlanders weken in de meeste din-<br />
„ gen van elkander af," en daar, waar zij overeenkwamen,<br />
botften zij te fterker tegen een.<br />
„Beiden hadden van eeuwen her in den oorlog<br />
„uitgeblonken alleen de laatften waren thans<br />
„ door de rust aan de wapenen ontwend , terwijl<br />
„de eerften door hunne veldtogten in Italiën<br />
„en Africa in oefening gehouden waren. De<br />
„zugt tot gewin maakte den Nederlander meer<br />
„tot den vrede genegen, maar egter niet ongevoelig<br />
voor beledigingen. Geen volk is min-<br />
„ der gezet op het maken van veroveringen<br />
„maar ook geen verdedigt beter zijn eigendom'<br />
„Van hier dat aantal van Heden in enen oord<br />
„opeengepakt, eerst aan de zee en de rivieren<br />
„ verlterkt , en vervolgens met vreemde aanko-<br />
„ melingen en eigene bevolking opgevuld. Dus<br />
„zijn zij agt honderd jaren na de Noordfehe<br />
„ Volksverhuizing beveiligd gebleven , zonder door<br />
„ vreemde wapenen overwonnen of beroofd te<br />
„worden. Spanje daarentegenverwisfelde meermalen<br />
„van Heren, cn had, totn het eindelijk in de<br />
„handen der Gothcn viel, vrij veel door het karakter<br />
en de zeden van hunne overwinnaars<br />
„geleden. Bij het flot van alle die vermengiu
NEDERLANDEN. £5<br />
gebood willekeurig in zijne Spaanfche<br />
Staten; in de Nederlanden was hij niet<br />
meer dan de eerde Burger. De volkomenfte<br />
onderwerping in het Zuidelijke ge-<br />
„gen wordt dit volk ons befchreven als het ge-<br />
"duldigfte bij den arbeid, het onverfchrokkenlte<br />
in gevaren, even zeer belust op rijkdom als<br />
op eer , trotsch genoeg om anderen te verag-<br />
„ten, opmerkfaam en erkentelijk voor weldaden<br />
„van anderen , maar tevens zo wraakgierig en<br />
„uitgelaten in overwinningen, als of tegen den<br />
„vijand noch eer , noch geweten golden. Van<br />
„dit alles hebben de Nederlanders niets; zij zijn.<br />
„ flim, doch niet bedrieglijk ; in het midden tusfehen<br />
Frankrijk en Duitschland gelegen , hebben<br />
zij door ene zagter mengeling de gebreken<br />
en deugden dier beide volken verenigd; zij la-<br />
„ten zig niet ligtelijk bedriegen, noch ftraffe-<br />
„loos beledigen. Ook in Godsdienltigheid ge-<br />
„ ven zij den Spanjaarden niet toe : het Chris-<br />
„ tendom eenmaal aangenomen hebbende, waren zij<br />
„door de wapenen der Noormannen niet wedet<br />
„daarvan af te trekken; geen gevoelen, dooi<br />
„ de Kerk veroordeeld, had tot dus verre dc<br />
„ zuiverheid van hun geloof befmet. Ja zo vei<br />
„ging hunne vrome milddadigheid , dat mer<br />
" genoodzaakt was de hebzugt hunner Geestelij<br />
"ken door wetten te beteugelen. Eerbied et<br />
", onderdanigheid aan de Landsheren warci bei<br />
"de volken aangeboren; alleen met dit onder<br />
" fcheid , dat bij de Nederlanders de Wet meer l<br />
" dan de Vorst. De Kastilianen willen voorzichtige<br />
"dan de overige Spanjaarden geregeerd worden,<br />
"maar zij gunnen niet gaarne aan anderen dh<br />
"vrijheden, waartoe zij zig zeiven geregtig< i<br />
„ agten. Hierom was het een zo moeilijke zaal<br />
"voor een' gemenen Heer van die onderfchei<br />
",dene volken , de oplettendheid en zorg tus<br />
"fchen beiden zodanig te verdeler., dat noch d i<br />
„voorrang der Kastilianen den Nederlanderen \ I<br />
D 4<br />
ï.<br />
BOEK.
50 DE AFVAL DER<br />
I decltc van zijn gebied moest hem klef»,<br />
SOEK. agting voor de regten van den onderdaan<br />
inboezemen; maar hier leerde men hem<br />
dezen te ontzien. Hoe meer hij aldaar<br />
het vermaak van een onbepaalde magt<br />
genoot, en hoe hooger het gevoelen<br />
was, 't welk hem van zig zeiven werd<br />
gegeven, des te minder moest het hem<br />
fmaken, zig hier tot de befcheidene<br />
menschlijkheid te vernederen; des te<br />
meer moest hij zig geneigd gevoelen,<br />
om dezen hinderpaal uit den weg te<br />
ruimen. 'Er wordt reeds een grote deugd<br />
vereischt, om dc magt, welke tegen onze<br />
meest geliefde wenfehen gekant is,<br />
niet als vijandig te beftrijden. Eer wij<br />
ons naar de blinde noodzakelijkheid<br />
fchikken, veranderen wij haar liever in<br />
een vrijwerkend wezen , 't welk wij<br />
kunnen te keer gaan ; hoe veel meer<br />
ian, wanneer het de Vrijheid is, welke<br />
mze Vrijheid beperkt?<br />
De ovennagt van KAREL maakte<br />
\ evens het wantrouwen , altoos een<br />
i re volg van zwakheid, bij de Nedcr-<br />
] anders gaande. Nooit hadden zij fter-<br />
1 ;er voor hunne ftaatsgefteldheid geijverd,<br />
1 looit meer zwarigheden tegen de reg<br />
t en van hunnen Vorst gemaakt; nooit<br />
\ /aren zij omflagtiger in hunne verdraen<br />
geweest. Wij vinden onder zijne<br />
}) de ogen ftak , noch de gelijkheid van dezen<br />
r> den hoogmoed der Kastilianen beledigde. Gitoi.<br />
i TIUS. Annal. Belg. L. i.
NEDERLANDEN, 57<br />
regering de hevigfte uitbarftingen van den<br />
Republickeinfchen geest, en de eifchen ,<br />
der Natie vaak gedreven tot een mis- .<br />
bruik, dat aan de Happen, door de<br />
Koningrijke magt gedaan , enen glimp<br />
van billijkheid konde geven. Een Vorst<br />
befchouwt ftc-eds de burgerlijke vrijheid<br />
als een gedeelte vap zijn gebied,<br />
dat hem ontvreemd is, en dat hij<br />
moet tragten te herwinnen. Voor den<br />
Burger is de Oppcrheerfchappij een geweldige-<br />
vloed, welke zijne regten overftroomt.<br />
De Nederlanders dekten zig tegen<br />
hunne zee door dijken, en tegen<br />
hunne Vorlten door grondwetten. De gehele<br />
Wereldlijke gefchiedenis is een<br />
fteeds herhaalde ftrijd tusfehen dc heersenzugt<br />
cn dc vrijheid om deze» betwisten<br />
plek gronds, gelijk derzelver Natuurlijke<br />
gefchiedenis niets anders is, dan een ftrijd<br />
tusfehen de Elementen cn de lighamen<br />
om dc ruimte.<br />
De Nederlanders gevoelden wel ras,<br />
dat zij de Provincie van ene Monarchie<br />
geworden waren. Zo lang hunne vorige<br />
Heren geen hoger doel hadder., dan<br />
voor hunnen welftand te zorgen, geleek<br />
hun Staat naar het ftille geluk van een<br />
verenigd huisgezin, welks hoofd de<br />
Vorst was. KAREL DE VIJFDE voer-,<br />
de hen op het toneel der ftaatkundige<br />
wereld. Nu maakten zij een lid uit<br />
van dat reusagtige Üglitwpn , dat door<br />
de eerzugt van énen tot zijn werktuig<br />
gebruikt werd. Zij hielden op het doe}<br />
O 5<br />
I.<br />
10 E K.
ï.<br />
BOEK<br />
ft<br />
58 DE AFVAL DER<br />
van zig zclven te zijn ; het middenpunt<br />
van hun beflaan was in de ziel van<br />
hunnen Vorst verplaatst. Daar zijne gehele<br />
regering flegts éne beweging naar<br />
buiten, of één Staatkundig bedrijf was,<br />
moest hij voor alle andere dingen meester<br />
van zijne leden zijn , om zig met nadruk<br />
en fpoed daarvan te kunnen bedienen.<br />
Hij kon zig dus met gene mogelijkheid<br />
met het omflagtige kunstwerktuig van<br />
hun inwendig burgerlijk leven bemoejen,<br />
of hunne eigendommelijke voorregten<br />
met die naaugezette opmerkfaamheid<br />
behartigen, welke hunne Republiek infche<br />
omflagtigheid vorderde, Met den<br />
ftouten flap van enen Aljeenheerfcher<br />
vertrapte hij het kunflige gebou van<br />
ene wormen-wereld. Hij moest zig het<br />
gebruik van hunne kragten gemaklijker<br />
maken door eenheid. De Raad tc<br />
Mechelen was tot hier toe een onafhankelijke<br />
Vierfchaar geweest; tans onderwierp<br />
hij denzelven aan een Koninglijk<br />
Geregtshof, dat hij te Brusfel vestigde,<br />
en dat het werktuig van 's Vorsten wil<br />
was. In het hart van hun Staatsber<br />
ftuur voerde hij vreemdelingen in ,<br />
Welken hij de gewigtigfle bedieningen in<br />
handen gaf. Lieden, die alleen van<br />
s<br />
s Konings genade afhingen, moesten noodwendig<br />
flegte handhavers zijn van regten,<br />
Welke hun behalven dat weinig bekend<br />
waren. De toenemende onkosten zijner<br />
oorlogzugtige regering noodzaakten hem<br />
zijne hulpmiddelen te vermeerderen. Met
NEDERLANDEN. $9<br />
yerfmading van de heiligfte Voorregten, I.<br />
legde hij den Landen ongewone bclastin- • SOEK.<br />
gen op. De Staten moesten, om bun .<br />
aanzien te bewaren, dat gene wel bewilligen<br />
, wat hij zo befchciden was<br />
geweest van niet met geweld te willen<br />
invorderen: de gehele Gefchiedenis der<br />
regeering van dezen Vorst in de Nederlanden<br />
is genoegzaam een aaneengeschakeld<br />
verflag van gevraagde, geweigerde,<br />
cn eindelijk evenwel ingewilligde fchattingen.<br />
Tegen de Staatsgefteldhcid voerde hij<br />
vreemd Krijgsvolk in hun Land, liet in<br />
de Provinciën werven voor zijne legers<br />
, en wikkelde haar in oorlogen,<br />
welke voor haar belang onvcrfchillig,<br />
zo niet fchadelijk waren , cn waarin zij<br />
niet hadden toegeftemd. Hij ftrafte als<br />
Monarch de misftappen van enen vrijen<br />
Staat, cn de gedugte ftraf der Gentenaren<br />
vertoonde hun de grote verandering,<br />
welke hunne ftaatsgelteldheid airede geleden<br />
had. Zommige gefchiedfehrijvers<br />
befchuldigen hem, dat hij getragt zoude<br />
hebben, de gewigtigftc Vrijbrieven der<br />
Provinciën uit de kloosters cn vertrekken,<br />
waar dezelve bewaard werden, heimelijk<br />
te laten opligten: een lage cn<br />
veragtelijke daad voor enen zo groten<br />
Vorst, maar tevens een bewijs»,<br />
deze brieven nog vreesde!<br />
dat hij<br />
De welvaart des Lands was voor z
€9 DE AFVAL DE li<br />
I. KAREL'S verftandige Staatkunde den ge-<br />
r-OEK. zondheidsregel des Jighaams zekerlijk niet<br />
overtrad, waaraan hij nodig vond zig<br />
ftiptelijk te houden. Gelukkig treffen<br />
•vaak de tegenftrijdige bedoelingen der<br />
heerschzugt en der belangeloze menschlievendheid<br />
het zelfde wit, en de burgerlijke<br />
welvaart, welke het doel is van<br />
enen M A R C U S A U R E L I U S , wordt<br />
onder enen LODEWIJK en AUGUS<br />
TUS toevalligerwijze bevorderd. De<br />
regering van enen denkenden Despoot<br />
heeft daarom niet zelden de fehone<br />
buitenzijde van dat gezegende land,<br />
waarvan een Wijsgeer de Wetgever was;<br />
en deze betoverende fchijn is in ftaat<br />
om het oordeel des Gefchiedfchrijvers<br />
te misleiden. Maar laat hem dk bevallige<br />
bekleedfel opligten, zo zal een nader<br />
inzien hem leren, hoe weinig bij<br />
de magt van d.en Staat het welzijn der<br />
ingezetenen ter harte genomen is, cn<br />
hoe veel nog een bloejend rijk van<br />
een gelukkig rijk verfchilt. K A R E L<br />
D E VIJFDE was volkomen overtuigd,<br />
dat Koophandel de fterkte der Natie<br />
Was, en vrijheid de grondflag van ha^<br />
ren Koophandel. Hij ontzag hare vrijheid,<br />
om dat hij hare fterkte nodig had.<br />
Staatkundiger, maar niet regtvaardiger,<br />
dan zijn Zoon, onderwierp hij zijne<br />
grondftellingen aan de noodzaaklijkheid<br />
van plaats en omftandigheden, en trok<br />
te Antwerpen ene verordening in, welke<br />
hij met magt en geweld te Madrid en
NEDERLANDEN, ót<br />
Lisfabon zoude hebben ftaande gehouden. ï.<br />
Het gene de regeering van KAREL BOEK*<br />
» BEN VIJFDEN voor de Nederlanden<br />
bijzonder merkwaardig maakt, is de grote<br />
Geloofs - omwenteling , welke onder<br />
hen voorviel , en met welke wij ons,<br />
als de voorname oorzaak van den namaals<br />
gevolgdcn oplrand, wat omftandiger<br />
zullen bezie; houden: deze Geloofsomwenteling<br />
baande het eerst den toegang<br />
voor het willekeurig gezag tot<br />
het binnenfte heiligdom der Nederlandfche<br />
daatsgedcldheid, bragt dit gezach in<br />
verzoeking om een mecsterftuk van zyn<br />
bekwaamheid te vertoonen, en gaf het<br />
zekere houding van wettigheid, terwijl<br />
het, ten zelfden tyde, den Republiekeinfchen<br />
geest op een gevaarlijke deilte<br />
plaatde. Even gelijk dees laatde in anarchie<br />
en oproer ontaarte, beklom de<br />
eerde , het monarchaal geweld namelyk,<br />
den hoogden top van het despotismus.<br />
Niets is natuurlijker, dan de overgang,<br />
van burgerlijke vrijheid tot vrijheid van<br />
geweten. De mensch, of het volk ,<br />
dat door ene gelukkige Staatsgedeldheid<br />
eenmaal de waardij der menschheid heeft<br />
leren kennen; dat de wet, die over<br />
hetzelve uitfpraak moet doen, gewoon<br />
is geworden te beoordelen , of zelf<br />
daarvan de rnker is; welks geest door<br />
werkfaamheid opgeklaard; welks gevoel<br />
door het genot des levens gaande gemaakt;<br />
welks natuurlijke moed door inwendige<br />
veiligheid en welvaart verheven
& D'Ë AFVAL DER<br />
t is geworden; zulk een volk en zulk eer!<br />
BOEE. niensch zullen zig niet zo gemaklijk als<br />
anderen aan de blinde heerfchappij vart<br />
een willekeurig geloof overgeven , en zig<br />
eer dan anderen daarvan weder ontdaan.<br />
Nog ene andere omftandigheid moest dén<br />
voortgang van den nieuwen Godsdienst<br />
in deze Landen begunftigen. Italicn,<br />
toenmaals de zetel van de grootfte befchaafdheid<br />
des Geestes, een land, waar<br />
anders altoos de hevigfte partijfchappen<br />
van Staat gewoed hebben , waar een<br />
hete lugtsgefteldheid het bloed tot de<br />
buitenfporigfte driften verhit; Italiën ,•<br />
zoude men kunnen tegenwerpen, bleef<br />
bijna onder alle Europifche landen het<br />
meest bevrijd van deze nieuwigheid.<br />
Maar voor een Romanesk volk, 't welk<br />
foor enen warmen en lieflijken hemel ,<br />
ioor ene welige, immer jeugdige en<br />
mraer lachende Natuur , en door de<br />
neest verfcheidene betoveringen der Kunst<br />
n een eeuwigdurend genot der zinnen<br />
verd gehouden, paste beter een Gods-<br />
( lienst, wiens pragt en ftaatfie de zin-<br />
i ïen boeit, wiens geheimvolle raadfelen<br />
i :oor de verbeelding een oneindig veld<br />
>pcnen, wiens voornaamfte leringen doof<br />
: childeragtige gedaanten op ene aange-<br />
i ïame wijze tot de ziel indringen. Een<br />
i rolk daarentegen, dat door de bezig-<br />
] ïeden des burgerlijken levens tot ene<br />
4 mdigterlijke werkfaamheid afgedaald, meer<br />
] H duidelijke denkbeelden dan in beelden<br />
] eeft, en zijn menfehenverftand ten ko
NEDERLANDEN.<br />
te der verbeeldingskragt befchaaft; zulk I.<br />
een volk zal meer behagen vinden in BOEK.<br />
een geloof, dat het onderzoek minder<br />
vreest, dat minder op Verborgenheden<br />
dan op Zedenleer aandringt, minder door<br />
het oog gezien dan door het verftand<br />
begrepen kan worden; met één woord:<br />
de Katholijke Godsdienst zal over het<br />
geheel beter voor een volk van Kunitenaars,<br />
de Proteflantfche beter voor<br />
een volk van Kooplieden pasfen.<br />
Dit vooronderfteld zijnde , moest de<br />
nieuwe Leer, welke door LUTHER in<br />
Duitschland, en door KALVYN in Zwitferland<br />
verbreid werd , in dc Nederlanden<br />
den gunftigftcn grond aantreffen.<br />
De weg, waardoor zij derwaards geraakte<br />
, was de. zelfde , waardoor de<br />
Pest uit het Oosten komt , waardoor<br />
wijsheid en dwaasheid tot ons komen,<br />
de weg des Koophandels. De eerfte<br />
zaden derzelve werden door de Proteftantfche<br />
Kooplieden, welke te Amfterdam<br />
en Antwerpen bijeen kwamen *<br />
in de Nederlanden geftrooid. De Duitfche<br />
en Zwitferfche Krijgsbenden, door<br />
KAREL in deze landen gebragt, en<br />
de grote menigte van Franfche, Duitfche<br />
en Engeifche vlugtelingen, welke<br />
het zwaard der vervolging, dat in hun<br />
Vaderland op hen wagtte^, in de<br />
vrijheden van Vlaanderen zogtèn te ontvlieden<br />
, bevorderden derzelver verfpreiding.<br />
Een groot deel des Nederlandfchen<br />
Adels ftudeerde desüjds nog te
f.<br />
H ï>]t AFVAL DER<br />
Geneve, terwijl de Hoge School vari<br />
BOEK . Leuven toen nog genen opgang had<br />
. gemaakt, en die van Douai nog eerst<br />
geftigt moest worden; de ftudercndc<br />
jeugd bragt de nieuwe Godsdienstbegrippen,<br />
welke daar openlijk geleerd<br />
werden, in hun Vaderland met zig te<br />
rug. Bij een onvermengd befloten volk<br />
konden deze eeriïe zaden verdrukt worden.<br />
De toevloed van zo vele en zo<br />
ongelijke Natiën in de Höllandfche eri<br />
Brabandfche Stapelplaatfen moest derzelver<br />
eer/len wasdom voor het Oog der<br />
Regering ongemerkt laten , cn.<br />
1<br />
&<br />
onder<br />
het dekkleed der verborgenheid verhaasten.<br />
^ Ene verfcheidenheid in gevoelens<br />
kon ligtlijk veld winnen, waar geen algemeen<br />
Volkskarakter , gene eenheid<br />
van zeden en wetten was. In een<br />
land, eindelijk, waar arbeidfaamheid dc'<br />
meest geroemde deugd, en bedelarij<br />
de veragtelijkfte ondeugd was, moest<br />
een Orde van lediglopers , de Monnikenftand<br />
, voorlang ergernis gegeven<br />
hebben. De nieuwe Godsdienst, welke<br />
daartegen ijverde, won dus reeds onbegnjplijk<br />
veel daardoor, dat hij in dif<br />
fluk het gevoelen des völks op zijn<br />
zijde had. Schötichriften., vol van bitterheid<br />
eh fpottemij, welke door de<br />
Dnlangs uitgevonden Drukkunst enen"<br />
neller omloop kregen; gelijk mede vercheidene,<br />
toenmaals de Provinciën rondrwervende,<br />
Redenaarsbenden , Rederijers<br />
genaamd, welke in Toneelfpelen<br />
i<br />
of
!<br />
NEDERLANDEN, 3?<br />
of gezangen dc misbruiken van hunnen<br />
.tijd befpottelijk maakten , bragtcn niet<br />
weinig toe, om het gezag der Roomfche<br />
Kerk te ondermijnen, cn der nieuwe<br />
Lerc enen gundigen ingang in dc<br />
gemoederen des volks te bereiden.<br />
Het ging.met de eerde voordelen, welken<br />
zij behaalde, ongemeen ,fncl, en het'<br />
getal der ^enen, welke in korten tijd,<br />
voornamelijk in de Noordelijke Provinciën,<br />
zig voor de nieuwe Sekte verklaarden<br />
, is verbazend : maar de Buitenlanders<br />
wonnen het daarin nog verre van<br />
de geboren Nederlanders. KAREL DE<br />
VYFDE, welke bij deze grote gcloofs-fchcuring<br />
de partij had genomen,<br />
welke een Defpoot voldrekt moet nemen,<br />
delde de derkde middelen in<br />
het werk, om dezen aanwasfenden vloed<br />
te keren. Tot geluk voor den verbeterden<br />
Godsdienst was de Staatkundige<br />
geregtighcid aan de - zijde van<br />
zijnen vervolger. Dc dam,- welke dc<br />
mcnfchclijke rede zo vele eeuwen lang<br />
van de waarheid afgehouden had, was<br />
te fchielijk weggebroken, dan dat de losgelaten<br />
droom de hein aangewezene<br />
oevers niet zou overtreden hebben.<br />
De herlevende geest van vrijheid en onderzoek,<br />
welke zig binnen de palen van<br />
Godsdiendige punten had moeten houden,<br />
onderzogt tans ook dc regten der Koningen.<br />
Daar men in den beginne<br />
ilegts ijzeren ketens verbrak , wilde<br />
men ten laatdcn ook de billijkdc<br />
en noodzakelijkilc banden verfcheuren.<br />
L DEEL. L"<br />
I.<br />
BOEK»
66 DE AFVAL DER<br />
i De boeken der H. Schrift , welke<br />
ÜOEK. meer en meer algemeen geworden waren<br />
, moesten tans zo wel vergif aan<br />
de fporeloosfte dweperij, als licht en<br />
voedfel aan de opregtfte waarheidsliefde<br />
verfchaffen. De goede zaak moest<br />
den verkeerden weg van oproer kiezen<br />
, en dit had die gevolgen, welken<br />
het immer hebben zal, zo lang<br />
menfchen menfchen zullen blijven. Ook<br />
de kwade zaak, welke met de andere<br />
niets dan het onwettige middel<br />
gemeen had, door deze verwantfchap<br />
driester geworden, vericheen in gezelfchap<br />
van deze, en werd met haar<br />
verwisfeld. LUTHER had tegen het<br />
aanbidden van de Heiligen geijverd;<br />
nu heette elke baldadige guit, die in<br />
de Kerken en Kloosters brak , en dc<br />
Altaren beroofde, een Lutheraan. Partijfchap<br />
, roofzugt , woestheid, ontugt,<br />
ftaken zig in zijn kleed; de godloosfte<br />
booswigten verklaarden voor den<br />
regter tot zijne Sekte te behoren.<br />
De Hervorming had den Bisfchop van<br />
Rome tot dei; ftaat van een' mensch,<br />
die dwalen kan, vernederd; nu wilde<br />
een razende bende", door honger aangedreven<br />
, alle onderfcheid van ftand<br />
vernietigd hebben. Natuurlijk was het,,<br />
dat een leer, welke zig aan den<br />
Staat alleenlijk van hare nadelige zijde<br />
vertoonde , enen Vorst niet met zig<br />
konde bevredigen, die reeds vele redenen<br />
had, om haar te verdelgen ;<br />
en geen wonder dus, dat hij de wa-
.NEDERLANDEN. tf?<br />
ftenen tegen haar gebruikte, welken zij<br />
zelve hem had opgedrongen.<br />
KAREL moet zig in de Nederlanden<br />
reeds als enen vrijmagtigen Vorst<br />
bcfchoud hebben, daar hij de geloofsvrijheid<br />
, welke hij in Duitschland veroorloofde<br />
, niet mede tot deze landen<br />
uiritrekte. Terwijl hij, door de kragtdadige<br />
tegenweer der Duitfche Vorften<br />
genoodzaakt , den nieuwen Godsdienst<br />
aldaar ene vreedfame oefening<br />
verleende, liet hij denzelvcn hier door<br />
de wreedlïe Plakaten vervolgen. Het<br />
lezen der Euangelistcn cn Apostelen,<br />
alle openbare en heimelijke bijeenkomften<br />
, welke maar enigszins tot den<br />
Godsdienst betrekking hadden, alle gefprekken<br />
van deze foort, 't huis cn<br />
over tafel, werden in deze Plakaten<br />
onder ftrenge .ftraffen verboden. In alle<br />
Provinciën des Lands werden bijzondere<br />
regtbanken ingefteld, om voor de uitvoering<br />
der Plakaten te waken Al<br />
wie onregtzinnige gevoelens aankleefde,<br />
wierd, zonder aanzien van rang, uit<br />
zijn amt gezet. Al wie bewezen wierd<br />
Kctterfche lcerftellingen verbreid, of ook<br />
flegts de geheime zamenkomften dei-<br />
Hervormers bijgewoond te hebben ,<br />
werd ter dood veroordeeld; de mannen<br />
onthalsd, en de vrouwen levende begraven.<br />
Wederafvallende Ketters werden<br />
ten vure gedoemd. Zelfs kon de<br />
herroeping van den misdadigen deze gedugte<br />
vonnisfen niet vernietigen. Wie<br />
zijne dwaling afzwoer, had niets daar-<br />
E 2<br />
I.<br />
BOEK.
I<br />
'BOEK<br />
m AFVAL DER<br />
bij gewonnen, dan, ten hoogden, een<br />
zagter foort van dood. (*.) -<br />
De leengoederen- van de veroordeelden<br />
vervielen aan- de fehatkist, tegen<br />
alle regten. des Lands, volgens<br />
welke het. den- erfgenamen vrijflond<br />
dezelven voor weinig gelds te losfen.<br />
Tegen een uitdrukkelijk dierbaar voorregt<br />
van den Nederlandfchen burger,<br />
volgens welk hij nier, buiten zijne Provincie<br />
kon te regt gefield worden ,<br />
werden de fchuldigen buiten de grenzen<br />
van hun vaderlandsch regtsgebied gevoerd<br />
, en door vreemde vierfcharen<br />
veroordeeld. Zo moest Godsdienst<br />
de hand der Dwingelandije beltieren<br />
om vrijheden , welke voor den<br />
wereldlijken arm beveiligd waren, met<br />
heilige klaauvven zonder gevaar en<br />
tegenfpraak aantetasten..<br />
KAREL DE VYFDE, door den<br />
voorfpoed zijner wapenen in Duitschland<br />
flout geworden, meende nu ' alles<br />
te kunnen wagen, en was ernflig daarop<br />
bedagt, om de Spaanfche Inquifitie<br />
in de Nederlanden te planten.<br />
Alleen de fchrik voor dien naam bragt<br />
reeds te Antwerpen plotslijk enen fin-<br />
Hand iii den handel te wege. De voorr<br />
naamfle vreemde kooplieden waren van<br />
gedagten de Stad te verlaten. 'Er werd<br />
niets meer gekogt of verkogt. De prijs<br />
der .huizen daalde, de handwerken, fronr<br />
(*) THUAN. Hist. p. i. :L. VI. 300.<br />
N E D E R L A N D E R<br />
'den ffil. Het geld verdween uit de I.<br />
handen des burgers. De ondergang BOER.<br />
dezer bloeiende koopfiad ware onvermijdelijk<br />
geweest, bijaldien KAREL,<br />
door de voorflellingen der Landvoogdesfe<br />
overgehaald, deze gevaarlijke onderneming<br />
niet had laten varen. Men beval<br />
dan dit Geregtshof, met uitlandlche<br />
kooplieden oogluiking te gebruiken, en<br />
dc Inquifitie kreeg den naam van Geestelijke<br />
Regters: Dog in de overige<br />
Provinciën ging deze regtbank voord<br />
te woeden met de onmenfchelijkfte<br />
dwingelandij, welke hem eigen is. Men<br />
heeft berekend , dat, gedurende de regering<br />
van KAREL DEN V.YFDEN, vijftig<br />
duizend menfchen, alleen ter zake<br />
van den Godsdienst, door beuls handen<br />
zijn omgebragt. (*)<br />
Slaat men het oog op de geweldige<br />
handelwijze van deezen Vorst, zo kan<br />
men kwalijk begrijpen , wat den opftand,<br />
welke onder de volgende regeringmet<br />
zo veel woede uitborst, onder<br />
zijn beftuur in bedwang hebhe gehou-<br />
(*) VAN METEREN I. D. Boek 56, 57.<br />
GROTius .Ann. Belg. I. 12. de laatfte noemt<br />
honderd duizend. S.<br />
Gegrond is hieromtrent de aanmerking vnn den<br />
oordeelkundigen Schrijver van: De Opkomst en<br />
B'loèi der Vereenigde Nederlanden : „ Onder de-<br />
„zen, zëgthij, zijn ook buiten twijfel vele op-<br />
Iroerigen geweest, die de godvrugt, ja misfehien<br />
de dweperij, llegt's' tot een' dekmantel gebruikten,<br />
om heimelijk hunne gevaarlijke aanflagen<br />
i te fmeden. De mislukte ondernemingen det
,<br />
KOEK<br />
7-0 DE AFVAL DER<br />
den. Ene nadere opheldering zal deza<br />
omftandigheid verklaren. KAREL'S gedugte<br />
overmagt in Europa had den<br />
fSederlandfchen handel tot ene hoogte<br />
gebragt, welke door denzelven nooit te voren<br />
bereikt was. Het ontzag voor zijnen<br />
naam ze.ttede alle havens voor hunne<br />
Schepen open, maakte alle Zeën voor<br />
hun lehoon-, en bezorgde hun de voordehgfte<br />
verdragen van koophandel met<br />
bmtcnlandfchc Mogendheden. Voomaamlijk<br />
door hem maakten zij een einde van<br />
de opperhecrfchappij van het Hanzeverbond<br />
in de Oostzee. De Nieuwe Wereld,<br />
Spanje, Italië, Duitschland, welke<br />
van nu voordaan énen Heer inet<br />
hun gemeen hadden, konden even als<br />
Provinciën van hun eigen Vaderland<br />
gerekend worden , en lagen alle voor<br />
hunne onderneemingen open. Hij had<br />
verder de nog overige zes Provinciën<br />
met de Bourgondifche ervcnis verenigd,<br />
en dezen Staat ene uitgebreidheid, een<br />
ftaatkundig gewigt gegeven, waar door<br />
dezelven een plaats naast de ecrile Rijken<br />
van Europa bekleedde. (*) Ilier-<br />
„Herdoperen, zo wel te Amfterdnm als te Mun-<br />
„ïter, vertonen een ijslijk mengfel van bijgeloof,<br />
„ fchijnheiligheid, en ontugt. VEXT.<br />
(*) Hij had ook eens het voornemen , om<br />
hen tot een Koningrijk te verheffen ; maar het<br />
wezenlijke verfchil der Provinciën tusfehen el- '<br />
kander 't welk zig van de ftaatsgelïeldheid<br />
cn zeden tot de maten en gewigten uitllrekte,<br />
deden hem van dit voornemen afzien. Van<br />
jaeer belang voor hun had de dienst kunnea'
NEDERLANDEN. 7 1<br />
door vleide hij den nationalen hoog l<br />
moed van dit volk. Na dat Gelder BOF, K.<br />
land, Utrecht, Friesland en Groningen<br />
aan zijn gebied gevoegd waren hielden<br />
alle binnenlandfche oorlogen in dese<br />
Provinciën op, welke zo langen tijd<br />
derzelver handel ontrust hadden: een<br />
onafgebroken vrede van binnen het<br />
haai- alle de vrugten van hare arbeidfaamheid<br />
inzamelen. KAREL was dus<br />
een weldoener dezer volken. levens<br />
had de glans zijner overwinningen<br />
hunne ogen verblind; de roem van<br />
hunnen Opperheer, welke ook op hun<br />
-afdaalde, had hunne republieksgezmde waakfaamheid<br />
in flaap gewiegd; de gedugte<br />
luister van onverwinnelijkheid, waarmede<br />
de Beheerfcher van Duitschland, Frankrijk,<br />
Italië cn Afrika omgeven<br />
bragt de fchrik onder de partijen.<br />
was :<br />
Li • -<br />
behalven dat, wie weet niet, hoe vee ij<br />
zijn , welken hij bun door het Bourgondifch<br />
verdrag bewees, waarin hunne betrekking tot he t<br />
Duitfche Rijk werd vastgelteld. Volgens d: t<br />
verdras; moesten de zeventien Provinden tot d<br />
gemene behoeften des Duitfchen Rijks twems» 1<br />
zo veel als een Keurvorst , en tot enen Turl<br />
fchen oorlog driemaal zo veel opbrengen -, do g<br />
daarvoor zouden zij de vermogende befchermn, g<br />
van dat Rijk genieten, en in geen van hum- e<br />
bijzondere voorregten benadeeld worden. E e<br />
omwenteling, welke onder zijnen Zoor. h :t<br />
• Staatswezen der Provinciën veranderde maak :e<br />
dit verdrag weder te niet , welk uit hoof< le<br />
van het geringe nut , daaruit voordgefprooter ><br />
gene verdere melding verdient.<br />
E 4<br />
S.
.<br />
SOEK<br />
van KAREL m deze landen, welke<br />
hïj volgens Zijn eigen getuigenis, tot<br />
tien ondcrfcheidene leren-<br />
1<br />
l<br />
3<br />
i<br />
<<br />
j<br />
1<br />
i<br />
t<br />
6<br />
bezogt 'had<br />
hielden de misnoegden in toom; "de her*<br />
haalde vertoningen van ftreng en vaardig<br />
regt hielden den fchrik voor het<br />
oppermagtig g e z a g "lëvendfe KAREL<br />
emdehjk, was in de Nederlanden gel<br />
boren, -on beminde hef volk, m welks<br />
iehoor hy- opgevoed was. "Hunne zcdert<br />
gevielen hem; .het- natuurlijke van hun<br />
karakter en hunnen' omgang' verfchafte<br />
hem ene aangename Vwisfcling van<br />
de ftrcnge Spaanfche 'deftigheid. Hit<br />
[prak hunne taal, 'en fchikte zig in zijn<br />
ponder lemr: naar hunne gebruiken,<br />
let lastige Ceremonieel,' een • onnatuur,<br />
üjke fcbeidsmuur tusfehen Koning en<br />
/ode, was uit Brusfer verbannen. Geer*<br />
ïorfchc en trotfehc vreemdeling beletede<br />
hun den toegang tot hunnen Vorstle<br />
weg tot hem liep door hunne eirene<br />
landsoeden, aan welken, hij zijlen<br />
perfoon vertroude.<br />
m gaarne met hun;<br />
Hij fmk veel<br />
zijn vóórkomen<br />
vas bevallig zijne redenen innemend/<br />
)ezc kleine kunstgrepen verwierven henl<br />
iunne hefdc, en. inmiddels.: dat zijne<br />
oofgienge handen bezig waren in hune-<br />
bezittingen te wroeten, zijne Je ers hunne koornvelden vertrapten, zijne^<br />
I<br />
Ï<br />
7* DE AFVAL DER<br />
ff " ,en<br />
5 h<br />
> hi<br />
> zi<br />
) b<br />
»rgcr of Vorst<br />
•Hg durft onderwinden, dien het £3<br />
' Sff,<br />
1 S<br />
e<br />
' T.<br />
ver<br />
wondering ' tot zi* te
NEDERLANDEN. f)<br />
Stadhouders presten , en zijne beulen<br />
flflgtten, wist hij zig door ene vriendlijke<br />
houding van hunne harten te verzekeren.<br />
• Gaarne' had KAREL gezien, dat deze<br />
genegenheid der Natie op zijnen Zoon<br />
EILIPS ware overgeërfd; om geene<br />
andere redert liet hij hem, nog in<br />
zijne jeugd ,, uit Spanje komen ,• en<br />
vertoonde hem in Brusfel zijn toekomend<br />
volk. Op den plegtigcn dag<br />
van zijnen afftand, beval hij hem deze<br />
Landen aan als de kostelijkfte parels aan<br />
Zijne kroon, en vermaande hem ernflelijk,<br />
hunne' 'ftaa'tsgeitcldheid te ontzien.<br />
FILIPS DE TWEDE was in alles ^<br />
Wat menschlijk is, het tegenbeeld van zijnen<br />
Vader. Eerzugtig, gelijk deze, maar<br />
minder bekend met menfchen en derzelver'<br />
waarde, had hij zig een denkbeeld van<br />
de koninglijke magt gevormd, dat de menfchen<br />
flegts als fiaaffche werktuigen<br />
der willekeur behandelt , en door eiken<br />
ilap van vrijheid beledigd wordt. In<br />
Spanje geboren , en onder de ijzeren<br />
tugtroedc der Monniken opgevoed, cischre<br />
hij ook van anderen de droevige<br />
eenvormigheid en den dwang , welke<br />
afjjn' karakter uitmaakten. De vrolijke<br />
ftouthcid der Nederlanders was<br />
niet minder aanllotelijk voor zijne gemocdsgefteldheid<br />
, " dan hunne regten<br />
zy'ne "foeerschzugt griefden. Hij- fprak<br />
gene andere dan de Spaanfche taal,<br />
ckilde rondom zig genen dan Spanjaarden<br />
, en was ftijfzinnig aan hunne<br />
>"•'•' E 4 v<br />
I.<br />
BOEK
74 BE AFVAL DER<br />
I.<br />
gebruiken gchegt. IIcc was te ver<br />
BOEK. geefs, dat het vindingrijke vernuft van<br />
alle Vlaamfche fteden, wetten hij doortrok,<br />
zig om ftrijd beijverde om zijne<br />
tegenwoordigheid door kostbare feesten<br />
te veréren Q*% FILIPS aanfehoude<br />
d« alles met een donker gelaat; al<br />
de verkwistende pragt, alle luide uitboezemmgen<br />
van de betamclijkfte vr&uode<br />
waren niet in ftaat om enen cnkelden<br />
lach van welgevallen op zijn<br />
aangezigt te lokken.<br />
KAREL miste gansch cn al zijn<br />
oogmerk , met zijnen Zoon aan de<br />
Vlamingen voor te ftelicn. Zij zouden<br />
deszelfs juk in 't vervolg veel minder<br />
drukkend gevonden hebben , bij aldien<br />
lij zijnen voet nooit in hun Land had<br />
?ezet; maar zijn gelaat kondigde hun<br />
i ictzelvc aan; zijne intrede in Brusfel-<br />
l leed hem alle harten verliezen. Des<br />
J ÈeiÉers vriendelijke infchikkelijkheid met"<br />
I lit volk diende tans alleenlijk daar.<br />
t oe, om den hoogmoedigen ernst van<br />
5 ijnen<br />
i en..<br />
Zoon des te hatelijker te maa-<br />
Tans hadden zij het voorwerp<br />
£ ezien, dat naderhand oorzaak van hun<br />
£ jden werd. Die heilige fchrik, welken<br />
C nbekendheid eu verre afftand hem zouen<br />
verfchaft hebben, was met zijne verè<br />
:hijning verdwenen. Hij vertoonde zich<br />
aor hun geheugen als een mensch gelijk<br />
v<br />
('*) Dè Stad Antwerpen alleen verfpilde ter<br />
^zer gelegenheid tweemaal honderd en zestig dui-<br />
Zi ihd goudguldens. VVN METEIIEN, I. D. i. B.
NEDERLANDEN. 75<br />
zij, en als een klein mensch. In<br />
zijn aangezigt hadden zij den verdervelijken<br />
aanflag tegen hunne vrijheid<br />
gelezen, . welke reeds toen in zijn<br />
hart woelde. Zij waren voorbereid om<br />
enen Dwingeland in hem te vinden,<br />
en gereed om hem het hoofd te<br />
bieden.<br />
Qe Nederlanden waren de eerfte<br />
troon, van welken KAREL DE VIJFDE<br />
afftapte. In ene plegtige Vergadering re<br />
Brusfel, ontfloeg hij de Algemene Staten<br />
van hunnen eed, en droeg hun<br />
FILIPS, zijnen Zoon, op. „Bijaldien<br />
„ mijn dood," dus fprak hij bij het<br />
flot tot dezen, „ u in het bezit<br />
„ dezer Landen gefteld had, moest zulk<br />
„ een rijke ervenis mij reeds een<br />
„ regtmatige aanfpraak op uwe dank-<br />
„ baarheid, geven. Maar nu, daar ik u<br />
„ dezelve uit ene vrije keuze affta,<br />
, daar ik den dood vooruitloope, om u<br />
„ te fpoediger het genot van dezelve te<br />
„ bezorgen, nu begere ik van u, dat gij<br />
„ aan dit volk betaalt, wat gij oordeelt<br />
„ mij daarvoor verder fehuldig te zijn,<br />
„ Andere Vorsten achten zig gelukkig<br />
hunne kinderen met de kroon, well,<br />
ke de dood hun afvordert, te ver-<br />
„ blijden; deze vreugde wil ik nog<br />
„ zelf genieten; ik wil u zien le-<br />
„ ven en regeren. Weinigen zijn mij<br />
„ hierin voorgegaan; weinigen zullen<br />
„ mijn voorbeeld volgen. Maar mijn<br />
„ gedrag zal prijslijk, zijn, wanneer<br />
I.<br />
B QEKJ
76 DE AFVAL DEÏè<br />
L „ uw coekomend leven mijn vertrou-<br />
S OEI; . „ wen billijkt; wanneer gij nooit af-<br />
-„wijkt van de wijsheid, welke gij<br />
* dusverre beleden hebt; wanneer M<br />
„ onveranderlijk volhardt in de zuiver-<br />
„ heid vaö geloof , welke de fterkfte<br />
*» "eunpuaar uws troons is. Ik eindige<br />
met den wensch , dat de I Je~<br />
B mei u ook enefl Zoon fchenke<br />
» aan wien gij het gebied kunt, maar*<br />
si niet behoeft afteflaan."<br />
Nadat de Keizer geëindigd had, viel<br />
FILIPS voor hem op de knieën, drukte<br />
zijn aangezigt op deszelfs hand,<br />
en ontving den vaderlijken zegen Zijne<br />
ogen waren tans voor de laatfte<br />
maal met tranen bcvogtigd. Alles ween,<br />
dc, wat 'er omtrent wast Het was een<br />
onvergetelijk ogenblik (*).<br />
Op dit aandoenlijke -guichclfpcl vols-"<br />
de dadelijk een ander. FILIPS ont-<br />
Jing van de vergaderde Staten de<br />
hulde; hij zelf leidc den eed af ,<br />
welke hem in de volgende woorden<br />
werd voorgehouden: „Ik, FILIPS, door<br />
„ Gods genade Prins van Spanje, bei-<br />
„ de Siciliën enz: belove cn zwere<br />
« d a r ik i n d e<br />
T banden , Graaffchap-'<br />
pen, Hertogdommen enz. een o-ocd<br />
„ en regtvaardig Heer zal zijn ; b<br />
das<br />
, ik allen Edelen, Steden, Gemeen»<br />
, ten en' Onderdanen hunne Privilegiën<br />
(*) STRADA Dec. I. L. ï. 4,5. VA'N ma4<br />
J<br />
- THUA.\ Hifi:. P. L L. XVL
NEDERLANDEN. 7?<br />
uilen Vrijheden, hun van mijne Voori,<br />
zaten verleend, en verder hunne<br />
gewoonten, herkomens, gebruiken eii<br />
„ wetten, welken zij tans allen in t<br />
„ gemeen, en ieder in 't bijzonder,<br />
l] hebben en bezitten, getrouwelijk zal<br />
houden en doen onderhouden ; en<br />
5' verder al dat gene doen, wat een<br />
„ goed en regtvaardig Vorst en Heer<br />
„ van regtswegen te doen verfchuldigd<br />
], is. Zo waarlijk hclpe mij God en<br />
„ alle zijne Heiligen!"<br />
De vrees, welke de willekeurige<br />
hcerfchappij des Keizers had ingeboezemd<br />
, en het wantrouwen der Landsfténden<br />
op zijnen Zoon, zijn reeds<br />
duidelijk te zien in dit formulier van<br />
den eed, welk met veel meer behoedfaamheid<br />
en bepaling was ontworpen.,<br />
dan dat, waarmede KAREL DE<br />
VIJFDE zelf, en alle Bourgondifche<br />
Hertogen 's Lands regten bezworen hadden:<br />
FILIPS moest nu ook de onderhouding<br />
hunner gebruiken en gewoonten<br />
beloven, 't welk vóór hem nooit<br />
gevergd was. In den eed , welken<br />
de Staren hem zwoeren, werd hen-<br />
•gene andere gehoorfaamheid beloofd.<br />
dan die met de regten des Land:<br />
bellaanbaar was. Zijne Amtenaren mog<br />
ten alleenlijk dan onderwerping en hulp(<br />
verwagten , wanneer zij de hun op<br />
gedragen amten gemoedelijk waarnamen<br />
Eindelijk werd FILIPS in dezen hul<br />
digingseed der Staten alleenlijk d<br />
L<br />
3 O EK
BOEK<br />
7% DE AFVAL 'DER<br />
Natuurlijke, de Geboren Vorst, en niet<br />
U v e r e m<br />
• ,f<br />
, o f<br />
Heer genoemd, gelijk de<br />
. Keizer wel gewenscht had. Bewijzen<br />
genoeg, hoe gering de vcrwagtingen<br />
waren welken men had aangaande de<br />
regtvaardigheid en grootmoedigheid van<br />
den nieuwen Landsheer!<br />
Na het aflopen van dit laatfte be<br />
drijf verliet KAREL DE VIJFDE Z I J N E<br />
komnglijke woning te Brusfel, en betrok<br />
een gemeen huis, tot dat hij<br />
de reize naar zijne voorgemelde wijkplaats<br />
konde aannemen. Daarheen bragt<br />
hij zijne eerzugt in veiligheid, dewijl<br />
de nieuwe ftrijd met den tegenfpoed<br />
voor dezelve te hachelijk was Het<br />
onzigtbare Wezen, dat dc gebeurtenisien<br />
der wereld beftuurt, vindt fomajds<br />
goed met den hoogmoed der mensenkinderen<br />
t e f<br />
P°"en, en in zijne<br />
chaal te wegen wat wij voortrefljjk<br />
(<br />
* godhjk heten. Dat merkwaardige<br />
]<br />
even, t welk der Gefchiedenis voor<br />
•ele eeuwen haren loop voorfchreef,<br />
t<br />
mdigde met een armhartige klooster-<br />
t<br />
igt. bne kmderagtige boete was het<br />
| )on van zo vele lastige jaren, en<br />
d e ondankbaarheid van hem, voor wien-<br />
a leen zij befteed waren.<br />
FILIPS DE TWEDE ontving de Ne<br />
d erlanden in den fterkften bloei van<br />
b mne welvaart. Hij was de eerfte<br />
v; n derzelver Vorsten, die hen volta<br />
Ihg aanvaardde. Zij beftonden van<br />
m i af me zeventien landfehappen: de
NEDERLANDEN. 79-<br />
Vier Hertogdommen Braband, Limburg, r.<br />
Luxemburg, Gelder; de zeven Graaf- SOEK.<br />
fchappen Artois, Henegouwen , Vlaanderen<br />
, Namen, Zutfen, Holland cn<br />
Zeeland; het Markgraaffchap Antwerpen<br />
, en de vijf Heerlijkheden Friesland,<br />
Mechelcn, Utregt, Ovenjsfel en<br />
-Groningen, welke verenigd enen groten<br />
en magtigen Staat uitmaakten, me,<br />
ten opzigtc van inwendig leven en<br />
rijkdom, met de eerfte Koningrijken<br />
van Europa naar den prijs konden<br />
dingen. Hun handel had tans het<br />
hoogfte toppunt bereikt. Hunne goud<br />
mijnen waren boven den grond, maarzij<br />
waren onuitputtclijker en rijker dan<br />
alle mijnen van zijn Amerika. Deze<br />
zeventien Provinciën , welke te zamen genomen<br />
naaulijks het vijfde deel van Italië<br />
uitmaken , cn zig niet boven driehonderd<br />
Vlaamfche mijlen uitftrekken, bragten haren<br />
Bcheerfcher niet veel minder op,<br />
dan geheel Brittanje zijnen Koningen,<br />
vóórdat dezen nog dc geestlijke goederen<br />
aan hunne kroon getrokken hadden.<br />
Driehonderd en vijftig Steden , door genot<br />
en arbeid levendig, waaronder vele<br />
fterk zonder bolwerken, en gefloten zonder<br />
muren; zesduizend en driehonderd<br />
grote vlekken; kleiner dorpen, meierijën en<br />
Merkten zonder tal, verenigen dit gebied<br />
tot een enig bloeiend landfchap (*). Tan<<br />
(*) STRADA Dcc.<br />
8<br />
i. L. I. i- 5i » TnuAf<br />
II. 482.
v<br />
BOEIi<br />
•<br />
8 0<br />
DE AFVAL DER<br />
had dc Natie juist den middag van<br />
. haren uister bereikt: vlijt en over-<br />
• vloed hadden het vernuft des burgers<br />
verheven,. zij u e denkbeelden opgeklaard'<br />
zijne neigingen veredeld; elke bloei<br />
van den geest kwam met den bloei<br />
des Lands te voorfchijn. Een bedaarder<br />
bloed , door ene ureneer lugtssefteldheid<br />
bekoeld, laat dc drifter? hier<br />
minder woeden : bedaardheid van geest<br />
matigheid,' cn ftandvastig geduld, ge'<br />
ichenken van dezen noordelijker aardgordel<br />
; redelijkheid, regtvaardigheid en<br />
goede rrou , noodzakelijke deugden<br />
voor zijnen handel, cn de lieflijke<br />
vrugten zijner vrijheid ; waarheid, goedwilligheid<br />
cn patriotfche hoogmoed,<br />
fpelen hier in zagter mengelingen met<br />
menschlijkc ondeugden. Geen volk ter<br />
wereld wordt gemakhjker beheerscht<br />
door enen verftandigen Vorst, en geen<br />
moeilijker door enen bedrieger of<br />
Dwingeland. Nergens is de volks-ftem<br />
ene zo onfaalbarc beoordeclfter der<br />
regering als hier. Ware Staatkunde<br />
Kan geen roemrugtiger proefftuk ondernemen<br />
en zwakke , kunftige<br />
politiek heeft geen dimmer te vrezen.<br />
Een Staat als deze kon met reuzenfterkte<br />
handelen en volhouden ,<br />
wanneer de dringende nood deszelfs<br />
kragt opëischte; wanneer een<br />
verftandig en .wel overlegd beftuur<br />
deszelfs bronnen opende. KAREL I>E<br />
VIJF-
NEDERLANDEN fct<br />
V I J F D E liet zijn Zoon erie magt in<br />
deze landen, welke niet veel van j<br />
éne gematigde Alieenheerfching vcrfchil- ,<br />
de. Het koninglijke gezag had zig<br />
merkelijk boven het vrije ftaatsbeftuur<br />
verheven, en dit zamengeftelde kunstwerktuig<br />
konde nü bijna even zo fnel<br />
en zeker in beweging gebragt wordèn<br />
j als een geheel onderworpen.<br />
Staat. Dë talrijke, , anders zo vermogende<br />
Adel, volgde tans den Vorst<br />
gewillig in zijne oorlogen, of vrijde<br />
ter verkrijging van bedieningen in<br />
tijden van vrede om den vriende-<br />
•lijken lach der Majefteit. De loze<br />
Staatkunde van de Kroon had nieuwe<br />
goederen der inbeelding gefchapen ,<br />
waarvan zij alleen de uitdeling had.<br />
Nieuwe driften en nieuwe denkbeelden<br />
van geluk verdrongen eindelijk de<br />
ruwe eenvoudigheid der Rtpublieksgezinde<br />
deugd. Hoogmoed week voor praalzugt,<br />
vrijheid voor eer i bekrompen<br />
onafhankelijkheid voor ene wellustige<br />
lachende flavernij. Als onbepaald Landvoogd<br />
van enen önbepaalden Heer<br />
het Land te onderdrukken , öf te<br />
plunderen, was een vermogender aanlokfel<br />
voor de fchraap- en eerzugt<br />
der Groten, dan het honderdfte en<br />
düizendfte deel der Oppermagt op den<br />
rijksdag met hem te delen. Een groot<br />
gedeelte van den Adel was daarenboven<br />
ih armoede cn zware fchülden<br />
gedompeld. Onder het fchoonfehijnend<br />
I; D E E E. F<br />
t<br />
IOEK*
B O E K .<br />
#2 0E AFVAL DE K<br />
voonvendfel van eerbewijzingen , had<br />
K A R E L D E V I J F D E reeds de gevaarlijkfte<br />
Leenmannen van de Kroon, door<br />
kostbare gezantfchappcn aan vreemde<br />
Hoven, gekortwiekt. Dus werd W I L L E M<br />
V A N O R A N J E met de Keizerlijke<br />
Kroon naar Duitschland, en de Graaf<br />
V A N E G M O N D naar Engeland gezonden<br />
, om de huwelijksverbindnisfen<br />
vm FILIPS met Koningin M A R I A te<br />
fluiten. Beiden verzelderi ook vervolgens<br />
den Hertog V A N A L B A naar<br />
Frankrijk , om den vrede • tusfehen de<br />
i Msfcfe Kronen en de nieuwe verbind-<br />
] n's van hunnen Koning met Mada-<br />
I ne<br />
t 3n<br />
E L I Z A B E T<br />
van deze<br />
te<br />
reis<br />
fluiten. De kosbeliependriemaal-<br />
I onderd-duizend guldens, waarvan de<br />
}• .oning hun genen penning vergoed-<br />
è e. Toen de Prins van Oranje, in<br />
P laats van den Hertog van Savoyen,<br />
\ eldheer was geworden y moest hij:<br />
leen de kosten dragen , welken deze<br />
•aardigheid noodzakelijk medebragt. —<br />
V /anneer 'er vreemde Gezanten of<br />
V orsten te Brusfel kwamen , moesten<br />
d ; Nederlandfche Groten de eer van<br />
h innen Koning ophouden, die alleen<br />
ff ijsde , en voor niemand open tafel<br />
hi eid. De Spaanfche Staatkunde had<br />
m >g kunstiger middelen uitgevonden<br />
OJ i de rijkfte geflagten des Lands<br />
ki igfamerhand te fnuiken. Alle jaren<br />
ve rfcheen een der Kastiliaanfche Gro-<br />
rei t te Brusfel, welke daar enen ftaac<br />
vc erde en verteringen maakte, die zijn
NEDERLANDEN. ff*<br />
Vermogen verre te boven gingen. Hierin<br />
vöor hem onder te doen , ware in<br />
Brusfel voor ene onuitwischbare fchande<br />
gerekend. Om ftrijd beijverde zig<br />
elk om hem te overtreffen , en verfpilde<br />
in dezen kostbaren wedftrijd zijn<br />
vermogen; terwijl de Spanjaard nog<br />
in tijds naar huis keerde, en de<br />
verkwisting van een enkeld jaar door<br />
ene vierjarige zuinigheid weder goed<br />
maakte. Met eiken aankomeling om<br />
den prijs van rijkdom te kampen ,<br />
was' het zwak van den Ncderlandfcheu<br />
Adel , waarvan dc Regering voor zig<br />
een zeer goed gebruik wist te maken.<br />
Evenwel hadden deze kunstenarijen<br />
geenszins dat gelukkige gevolg, welk<br />
men zig daarvan beloofd had; want<br />
juist die drukkende last van fchulden<br />
maakte den Adel te fterker op elke<br />
nieuwigheid belust, daar hij, die alles<br />
verloren had, in ene algemene verwoesting<br />
niets • dan voordeel had te<br />
Wagten (*).<br />
De Geestelijkheid was vaii oudsher<br />
een fteun der Koninglijke magt, en<br />
dit moest zij zijn. Zij had haren<br />
gouden tijd, wanneer 's menfchen<br />
geest gekluisterd was, en wij zien<br />
haar , evctt als die, van kleinmoedigheid<br />
en zinlijkheid enen rijken oogst<br />
inzamelen. Burgerlijke onderdrukking<br />
maakt den Godsdienst noodzakelijker' éri<br />
Q"j RtiD ANUS L. 1. 2:<br />
F a<br />
l<br />
BOËKi
t<br />
) O E Ki<br />
84 DE AFVAL DES.<br />
dierbaarder; blinde overgeving aan het<br />
geweld eens Dwingelands bereidt de<br />
• gemoederen tot een blind, gemakkelijk<br />
geloof, en de Wereldlijke dwingelandij<br />
krijgt hare dienlten van dc<br />
Geestelijke met woeker weder betaald.<br />
De Bisfchoppen cn Prelaten in het<br />
Parlement waren ijverige handhavers der<br />
Koninglijke magt, en fteeds bereid om<br />
de belangen des Burgers aan het nut<br />
van de Kerk en aan het Staatsbelang^<br />
van den Vorst opteofferen.<br />
Talrijke en dappere Bezettingen hielden<br />
de Steden in vrees, welke tevens<br />
door Godsdienfh'ge knibbelarijen<br />
en partijfchappen verdeeld 3 en van<br />
hare magtigfte fteunfels zo onzeker<br />
waren. Hoe weinig was 'er derhalven<br />
nodig, om dit overwigt te bewaren<br />
, en hoe onbegrijpelijk groot<br />
moest de misflag zijn, waardoor hetzelve<br />
verloren trina; !<br />
Zo groot als de invloed van FI<br />
LIPS in deze Landen was, zo groot<br />
was het aanzien , welk het Spaanfche<br />
Rijk ten dien tijde in geheel Europa ver^<br />
worven had. Geen Staat durfde op<br />
het flagvcld een' kans met hetzelve<br />
wagen. Frankrijk, deszelfs gevaarlijkfle<br />
nabuur, door enen zwaren oorlog,<br />
en nog meer door inwendige partijfchappen<br />
, welke onder ene kindfche<br />
regering het hoofd opftaken, verzwakt,<br />
fnelde reeds met rasfe fchreden<br />
ftaar het ongelukkige tijdperk, welk
NEDERLANDEN.<br />
hetzelve, bijna een halve eeu iang,<br />
tot een toneel van gruwelen en jam- ,<br />
mer heeft gemaakt. ELizA-BET VAN ,<br />
ENGELAND had genoeg te doen om<br />
haren eigen, nog wankelen, troon tegen<br />
de aanvallen der Partijen , en<br />
hare nieuwe, nog niet bevestigde, Kerk<br />
tegen de heimelijke aanflagen der uitgedrevenen<br />
te befchermen. Op hare<br />
fcheppende ftem moest deze Staat eerst<br />
uit de duisternis te voorfchijn komen,<br />
en de levende kragt, waarmede hij<br />
zijnen mededinger onder den yoet<br />
wierp, van de verkeerde Staatkunde<br />
van dezen ontvangen. Het Duitfche<br />
Keizerlijke huis was door de dubbelde<br />
banden van bloed cn ftaatsbelang<br />
aan het Spaanfche verknogt; en het<br />
toenemende krijgsgeluk van so LIMAN<br />
trok zijne aandagt meer naar het Oosten<br />
, dan naar het Westen van Europa<br />
; dankbaarheid en vrees verzekerden<br />
FILIPS van de Italiaanfche Vorr<br />
ften, en zijne Creaturen regeerden het<br />
Conclave. De Noordfche Rijken lagen<br />
nog in enen nagt van woestheid,<br />
of begonnen pas ene gedaante<br />
te ontvangen, cn het Staatkundige ftelfel<br />
van Europa kende dezelven niet.<br />
De bekwaamde Krygsbevelhcbbers, talrijke<br />
legers, aan overwinnen gewoon,<br />
ene gedugte Zeemagt, en de rijke<br />
goudbron, welke nu eerst regt begon<br />
geregeld en zeker uit de West-,<br />
indiën toe te vloeien — welke fchqk-<br />
F 3<br />
I.<br />
SOEK.
I<br />
BOEK.<br />
P -BE AFVAL DEÏ\<br />
barende werktuigen in de vaste en<br />
zekere hand van enen verdandigen<br />
Vorst! Onder zulk een gunfh'g ge*<br />
fternte aanvaardde FILIPS de regering.<br />
Voor dat wij hem zien handelen°,'<br />
moeten wij met een viugtig oog in<br />
zijne ziele zien, om daar enen den,<br />
tel tot zijn daatkundig leven te zoeken.<br />
Vrolykheid en goedwilligheid<br />
ontbraken in- dit hart. Zijn bloed<br />
en zijne eerde fombere jaren hadden<br />
hem de eerstgenoemde geweigerd, en<br />
gene menfchen konden hem °de 'laatje<br />
geven, daar hem de lieflijkde en<br />
lerkde band der gezelligheid ontbrak<br />
rwe denkbeelden, zijn Ik, en 't geen<br />
i Joven dezen Ik was, vervulden zij<br />
I len bekrompen geest : Eigenbaat en<br />
Godsdienst waren de inhoud en het<br />
( •pfchrift van zijn gehele leven. Hij<br />
\ ras Koning en Christen , en beiden<br />
V /as hij degt; mensch voor menfchen<br />
V 'as hij nooit, om dat hij van zig<br />
2 elven alleenlijk naar boven, nooit<br />
n aar beneden klom. Zijn geloof was<br />
f< >mber en wreed , want zijn Godheid<br />
V as<br />
3 ;ze<br />
een verfchrikkclijk wezen.<br />
had hij niets meer te<br />
Van<br />
ont-<br />
Vi mgen, maar wel te vrezen. Den<br />
é :nngen man verfchijnt de Godheid<br />
al 5 trooster, als verlosfer; voor hem<br />
w is dezelve een opgeregt fchrikbeeld,<br />
ee n droevige vernederende beperking<br />
va n zijn menschlijk alvermogen. Zim<br />
tzag voor dezelve was ^te diepU
NEDERLANDEN.<br />
toe minder het zig op andere wezens<br />
verdeelde: hij beefde flaafsch BOEK»<br />
voor God, omdat God het eenigfte<br />
was, waarvoor hij behoefde te beven.<br />
KAREL DE VIJFDE ijverde<br />
voor den Godsdienst , omdat de Godsdienst<br />
voor hem arbeidde ; FILIPS<br />
deed het , omdat hij werkelijk aan<br />
denzelven geloofde. De eerfte Het,<br />
om lecrfhikken, te vuur cn te zwaard<br />
tegen duizenden woeden; en hij<br />
zelf dreef in den perfoon van den<br />
Paus, zijnen gevangen, den fpot met<br />
het leerftelfel, waaraan hij menfchenbloed<br />
opofferde: FILIPS befloot niet<br />
dan met tegenzin en gewetensangst<br />
tot den regtvaardigflen oorlog tegen<br />
dezen, en gaf alle vrugten zijner overwinning<br />
over , even als een beronhebbend<br />
kwaaddoener zijnen roof. De<br />
Keizer was een Barbaar door uitzigt<br />
op voordeel ; zijn Zoon uit gevoel<br />
De eerfte was een fterke en vei<br />
lichte geest, maar misfchien een des<br />
te flegter mensch ; de andere was<br />
een bekrompen en zwak hoofd, maar<br />
hij was regtvaardiger.<br />
Beiden egter zouden, mijns bedunkens<br />
, beter menfchen hebben kunnen<br />
zijn dan zij werkelijk waren,<br />
en evenwel in 't geheel naar de<br />
zelfde .maatregels gehandeld hebben.<br />
Dat gene, wat wij aan het karakter<br />
des perfoons wijten, is zeer dikwijls<br />
de zwakheid, de noodzakelijk<br />
F 4
I.<br />
SOEK.<br />
8<br />
$ DE AFVAL DÉR<br />
afwijking der algemene menschlijfce m<br />
tuur. Een gebied Van deze uitgeftrektneid<br />
was ene al te fterke verzoeking<br />
voor den menschlijken hoogmoed<br />
, en een ai te zware taak<br />
voor menschlijke kragten. Algemeen<br />
fit 'in - 'J?<br />
, 1 0<br />
( i e v r i<br />
°S<br />
h e i d<br />
i<br />
van<br />
eik m t bijzonder te paren, is het<br />
werk van- den oneindigen Geest, die<br />
zig over alle delen alomtegenwoordig<br />
Verfpreidt Maar hoe redt de menscfc<br />
zig m het geval van den Schepper?<br />
De mensen komt de bepaaldheid van<br />
zijn verftand door foortverdeling te hulpeven<br />
als de Natuur-ondcrzoekcr Mi<br />
hij kenmerken en enen regel<br />
welke voor zijn zwak oog het<br />
V3§t,<br />
over,<br />
nen gemakhjker. maakt, én tot wel-<br />
j ce alle denkbeelden moeten gebrast wor-<br />
I fen; dezen geeft de Godsdienst hem<br />
tan de hand. Zij vindt hoop en<br />
«es in elk menschüjk hart gezaaid.<br />
Ferwijl zy Zig m d e z e 4<br />
t en verzekert , deze hartstogten<br />
i _en voorwerp dienstbaar maakt,<br />
am<br />
heeft<br />
2 ij milhoenen zelffhmdige wezens in<br />
C en eenvormig Algemeen veranderd.<br />
ï *u wordt de Beheerfcher niet meer<br />
C oor de oneindige vcrfcheidenheid der<br />
r mensehlijke willekeur in verwarring<br />
z ebragt; nu is Vr een algemeen<br />
V. waad, en een algemeen goed, \<br />
v 'elk hïj tonen en wegnemen kan:<br />
'i welk OOK daar, waar hij niet i s,<br />
e ytfemmig met hem werkt; nu %\
NEDERLANDEN,<br />
?<br />
er ene<br />
Vrijheid<br />
grènsfcheiding , waarbij • de I,<br />
ftüitaat; een eerwaardige hei BOE*<<br />
lige ïijn , naar welke alle itrijdige<br />
bewegingen van den wil zig ten laatften<br />
moeien bepaalen. Het gemene doel<br />
van den Dwingeland en van het Priesterdom<br />
is Eenvormigheid; en Eenvormigheid<br />
is een noodzaaklijk huipmiddef<br />
voor de armoede en beperktheid<br />
van den mensch. FILIPS moest<br />
meer Dwingeland zijn, dan. zijn Vader<br />
, naar maate zijn geest bekrompener<br />
was ; of, met andere woorden,<br />
hij moest zig des te zorgvuldiger _ aan<br />
algemene regels houden, hoe mindei<br />
hij tot de foorten en eenlingen kor<br />
afdalen. Wat volgt n« uit ai<br />
alles? FILIPS DE TWEDE kor I<br />
niets meer ter harte gaan dan d<<br />
gelijkvormigheid in 't Geloof en ii 1<br />
de Staatsgeflcldheid, omdat hij zonde t<br />
die niet kon rcgcrai.<br />
En<br />
met<br />
egter zoude<br />
meer zagtheid<br />
hij<br />
en<br />
zijne regerin; •><br />
toegeeflijkhci 1<br />
begonnen hebben , bijaldien hij tiezei<br />
re vroeger had aanvaard. In h< t<br />
oordeel, dat men gewoon is ovc r<br />
dezen Vorst te vellen, fchijnt me n<br />
niet genoeg op ene omllandigheid i e<br />
letten , welke nogtans bij de g<<br />
fchiedenis van zijnen g^est en vs n<br />
zijn hart billijkerwijze in aanmerkir g<br />
dient genomen te worden. FILII 5<br />
telde bijna dertig jaren, toen hij dc n<br />
Spaanfcacu troon beklom, en zi.<br />
F 5
BOEK<br />
9» DE AFVAL DER<br />
r. vroeg-rijp verftand had vóór den tijd<br />
zijne meerderjarigheid verhaast. Een<br />
geest als de zijne, welke zijne rijp.<br />
heid gevoelde, e n m a a r ajte £<br />
meenfaam met grote uitzigten was<br />
geworden kon het juk van kinderlijke<br />
onderwerping niet anders dan<br />
met tegenzin dragen; de iterker geest<br />
des Vaders en de willekeur des<br />
Aüeenheerfchers moest den met zig<br />
zeiven ingenomen hoogmoed van de-<br />
St Z<br />
A°°<br />
i<br />
|<br />
1<br />
l<br />
l<br />
li<br />
•<br />
e<br />
i\<br />
b<br />
k<<br />
k<<br />
dj<br />
bi<br />
nc<br />
tb<br />
°P<br />
n ,, d<br />
r ukken<br />
' Het aandeel,<br />
welk den Vader hem aan het rijks'<br />
beftuur toeftond, was juist toereikende<br />
om zijnen geest van lager<br />
driften • aftetrekken, en den ifrengen<br />
:rnst van zijn karakter te bewaen,<br />
maar ook gering genoeg om<br />
'J n<br />
verlangen naar de onbepaalde<br />
nagt deste . rterker gaande te maen.<br />
Joen hij dezelve -werkelijk in<br />
ander kreeg had zij het bekoor-<br />
Jke der meuheid voor hem verlot<br />
Die zoete dronkenfchap van<br />
ien jongen Vorst , die mee de hooge<br />
raagt verrast wordt; die vrolijke<br />
ïdwelmmg, welke de ziel voor el,<br />
t e<br />
• fê aandoening opent, en weli<br />
de menschheid reeds menige welige<br />
fligring heeft afgetroggeld, was<br />
! p hem<br />
oit bij<br />
federt lang<br />
hem geweest.<br />
voorbij , 0f<br />
Zijn karak-<br />
' was gezet, toen het geluk hem<br />
deze zware proef ftelde, en ziibevestigde<br />
grondftellingen wedei
NEDERLANDEN.<br />
ftonden deze weldadige roering. Hij<br />
had vijftien jaren tijds gehad , om<br />
zig "tot dezen • overgang vuuia.ue- .<br />
reiden; en in plaats van bij de tekenen<br />
van zijnen nieuwen ftand', naar de<br />
wijze der jeugd, opgetogen te blijven<br />
ftaan, of den morgen van zijne regering<br />
in den roes eener ledige ijdelheid<br />
doortebrengen , bleef hij- gelaten<br />
en ernsthafrig genoeg, om<br />
daadlijk in het grondige bezit van zijne<br />
magt te treden , en door het<br />
volkomenfte gebruik van dezelve z :<br />
g over<br />
het lang gemis daarvan te w-vken.<br />
FILIPS DE TWEDE zag zig niet<br />
zo dra, door den vrede van Chateau in<br />
CambrHis, in het geruste bezit van<br />
zijn Rijk , of hij gaf zig geheel<br />
en al aan het grote werk der Geloofs-zuivering<br />
over, en bevestigde de<br />
vrees, welke zijne Nederlandfche onderdanen<br />
reeds had bevangen. De<br />
Plakaten, welke zijn Vader tegen de<br />
Ketters had laten uitgaan, werden in<br />
volle kragt vernieud, en fchrikkelijke<br />
Regtbankcn , waaraan niets dan de<br />
naam der Inquifïtie ontbrak , zorgden<br />
, dat dezelve wierden nagekomen.<br />
Doch bij fcheen zijn werk nog maar<br />
ten halven voltooid te hebben , zo<br />
lang hij de Spaanfche Inquifitie niet<br />
in hare ganfche gedaante in deze<br />
landen konde overbrengen ; een onderneming<br />
, welke den Keizer r<br />
I.<br />
BOEK.<br />
ecdg<br />
^eerlijk mislukt was,
ï.<br />
ftOEK.<br />
99 BE AFVAL DEü<br />
. De Spaanfche Inquifitie is ene in<br />
ngting yan enen geheel nieuwen aar<br />
en en e b i J z dere fQJ ^ « ^<br />
1<br />
]<br />
c<br />
i<br />
i<br />
z<br />
g<br />
d<br />
li<br />
h<br />
dc<br />
te<br />
he<br />
M<br />
m<br />
g c<br />
gehelen omloop der rijden geen voo2<br />
beeld wordt gevonden / en lelke met<br />
gene geestelijke, gene wereldlijke vSrï<br />
fchaar kan vergeleken worden. I n q uiime<br />
is er geweest, federt dat de reden<br />
zig aan het heilige waagde; federt dat<br />
er twijfelaars en hervormers geweest<br />
mi maar eerst in het midden van<br />
de dertiende eeu, na dat enige voo"<br />
beelden van afval aan de GeesteSe<br />
nagt enen fchrik hadden aangejaagd<br />
Igtte INNOCENTIUS DE S i<br />
aar ene eigene Regtbank, en fcheur!<br />
e<br />
op ene onnatuurlijke wijze het<br />
,eestl,jke opzigt en onderwijs<br />
rei<br />
Rc<br />
Sp<br />
gei<br />
J<br />
van de<br />
raffende magt. Om te beter ver!<br />
ekerd te zijn, dat geen menfehen-<br />
V<br />
°wr PI n f ne<br />
, in<br />
iP raak<br />
^r Natuur<br />
? wrede- itrengheid van hare inftel-<br />
Jgen zou verijdelen, onttrok hij<br />
ar aan d c Bisichoppen en de We-<br />
Idhjke Geestelijkheid , welke door<br />
handen des burgerlijken levens nog<br />
veel aan de menfchlijkheid g egt<br />
was, en droeg haar op aan<br />
oimiken ; ene basterdfoort ?<br />
van<br />
mfcfaen, die de heilige aandoenin-<br />
" der Natuur hebben afgezwoi,<br />
dienstbare Creaturen van den<br />
-omfchen ifoel. Duitschland, Italië<br />
mje Portugal en Frankrijk oS<br />
i haar: een Franciskaner Monnik
N E D E R L A N D E N ; 9$<br />
zat bij het gëdugte oordeel over de<br />
Tempelheren als regter ; aan _ enige , SOEK*<br />
weinige Staten gelukte het haar buiten te ,<br />
fluiten, of aan de Wereldlijke Hoogheid<br />
te onderwerpen. De Nederlanden<br />
waren tot aan de regering vart<br />
KAREL DEN VIJFDEN van dezelve<br />
verfchoond gebleven; hunne Bisicnoppen<br />
oefenden de geestelijke ragt, en<br />
in buitengewone gevallen vervoegde<br />
men zig bij vreemde Inquifitie-gengten<br />
, de Franfche Provinciën te<br />
Parys , en de Duitfche te Keulen.<br />
(*) j|l u„.<br />
Maar de Inquifitie, welke hier bedoeld<br />
wordt, kwam uit het Westen<br />
van Europa, zijnde anders in haren<br />
oorfprong en anders van gedaante.<br />
De laatrte Moorfche troon was m<br />
de vijftiende eeu in Granada gevallen,<br />
cn de Saraceenfche Godsdienst<br />
had eindelijk voor de overmagt vart<br />
den Christelijken moeten wijken. Maar<br />
het Euangelij was in dit jongtte<br />
Christelijke rijk nog nieü en niet<br />
bevestigd, en in de troebele vermenging<br />
van ongelijke wetten en zeden,<br />
hadden de Godsdienilen zig nog<br />
niet vaneen gefcheiden. Het zwaard der<br />
vervolging had wel vele duizenden<br />
van huisgezinnen naar Afrika gedreven<br />
, maar een veel groter aantal.<br />
(*) HOPPER Memoires des foubleï d*<br />
ftrys-Bas. in vit» VigU *5«<br />
i.
1<br />
êOEK<br />
i loei HPC « • Koomfche<br />
i e t<br />
i<br />
genoeg, dit wev<br />
o l k<br />
2r? «ö« den uitwenden<br />
i<br />
o m vaü een nieu geloof te dwin-<br />
£ e" , or hetzelve door de zwakke<br />
t<br />
d TZeZeTT^ P^hedeTtt<br />
k<br />
e zegepialende kerk te verenigen- hor<br />
*P 'er o p a a n, o m<br />
V;<br />
rc<br />
g enen ouden Godsdienst uit te<br />
g»* en ene hardnekkige gezind!<br />
hi<br />
«' te overwinnen, welke doS t<br />
Ja<br />
igfaamwèrkende kragt va„ ? .<br />
in<br />
v a n<br />
deqzplfc 4 ^ T eeuwen<br />
W:<br />
deszelfs zeden, fpraak e n<br />
du<br />
? '"gedrukt, en door', den lord<br />
fel<br />
renden invloed van den vaderknl"<br />
oe<br />
en grojid en hemel i„ IZSl<br />
vo<br />
emng bleef. Wilde de Kerk ene<br />
kei<br />
kome zegen over den %£i<br />
we<br />
J<br />
\ Godsdienst behalen, e n ,J e .<br />
zeJ<<br />
gro<br />
OUC<br />
Êm *m<br />
s<br />
t?Ë AFVAL fiËH<br />
g c J f e f d e<br />
<br />
d e<br />
«he im<br />
te dienen. Zo lano- w "<br />
ftStfË Wa<br />
f, n
NEDERLANDEN<br />
den vorm van het zedelijke karakter,<br />
waaraan het ten fterkften fcheen<br />
eeheo-t te zijn , geheel in ftukken<br />
flaan. &<br />
Zij moest in de inwendigfte<br />
diepten der ziele deszelfs geheime<br />
wortelen uitgraven, alle deszelfs fporen<br />
in den kring des huislijken levens<br />
en der burger-wereld uitwisfchen;<br />
alle herinnering aan denzelven laten<br />
uitfterven, en, ware het mogelijk,<br />
zelfs het gevoel voor deszelfs indrukken<br />
doden. Vaderland en bloedverwanten<br />
, geweten en eer, het heilige<br />
gevoel der maatfchappij en dei<br />
Natuur zijn fteeds de eerften en de<br />
naasten, met welke de Godsdienfter<br />
zig vermengen, van welken zij fterk<br />
te ontvangen, en aan welken zij dii<br />
geven. Deze verbindnis moest ni \<br />
verbroken, de oude Godsdienst moe=<br />
BOEK»<br />
van de heilige aandoeningen der Na<br />
tuur met geweld losgefcheurd wor<br />
den; al zoude het ook de heiligheid<br />
dezer aandoeningen zelve kosten. Zo<br />
danig werd de Inquifitie ingerigt, wel i<br />
ke wij, om haar van de meer mer<br />
fchelijke vierfcharen van dien naai<br />
to onderfcheiden, de Spaanfche no<<br />
men. De oprigting van dezelve vu<br />
voor onder het beftuur van den Kaï<br />
dinaal XIMENES; een Domimkanc ï<br />
Monnik, TORQUEMADA, openc<br />
het eerst dit afgrijslijke Geregts-hof r<br />
grondvestte deszelfs verordeningen, € e<br />
bragt daardoor over zijne Ordende »<br />
n<br />
n<br />
!<br />
C
t<br />
fcOEK.<br />
i<br />
1 e nquifice g af h e m d e n flcu^<br />
\<br />
<<br />
N<br />
^<br />
'et werktuï ' zi<br />
Z l p e<br />
Ie fterke i r c r K e L<br />
band<br />
J<br />
was,<br />
t e v e n<br />
J ?<br />
e n<br />
waardoor<br />
'<br />
hii<br />
e verinogendcn vasthield. De Z e ReS<br />
t<br />
i<br />
2<br />
V e r e m g d e<br />
ü erlX ht ^ ^ twe<br />
g t e<br />
Het v.ïï i " S^hvaagd wierd.<br />
Z><br />
- onder een blind geloof te doen<br />
b<br />
«Ken en de vrijheid Van den<br />
g<<br />
est door ene dode eenvormigheid<br />
te<br />
ë<br />
*• DÊ AFVAL DËt<br />
2Jr<br />
V / e r d<br />
dit werktuig van we-<br />
ski ^ k<br />
?"« ~<br />
verklaren der goederen in de koninglij-<br />
aarlS ff<br />
g e<br />
^ eE<br />
, n ; r<br />
k W a m e ö<br />
h<br />
' ^ een g<br />
gi-<br />
e t d o e i<br />
' ^ doo;<br />
• seftgt beoogd Werd; de werktuigen<br />
da<br />
f c h l i k è n<br />
H breL^-- ' fthande.<br />
;t bre dde z,jn onnatuurlijk rechtsge-<br />
bii<br />
uil FV\<br />
d C § C h e i m f t e<br />
gedagfen<br />
E l k e<br />
fol d harstogc Hond in zijne<br />
%: vnendfehap, huwelijksliefde \ n<br />
all<br />
neigingen der Natuur wist het toe<br />
zijl<br />
va] üaSTt^ \ ?^ lev<br />
fiiê<br />
zig<br />
feh<br />
kCn;<br />
«* Waar het t^T^<br />
^ B n d e ^ e «<br />
van iet geweten door vrees- een<br />
emeraehdg geloof aan zijne" overal<br />
' ^<br />
ge#
NEDERLANDEN. $*)<br />
•genwoordigheid kluisterde de vrijheid 1.<br />
van den wil , zelfs in het binnenfte BOEK.<br />
der ziele. Het deed alle ingevingen<br />
der menschlijkheid bukken onder het<br />
formulier van een willekeurig geloof;<br />
alle aanfpraak op zijn geflagt was voor<br />
enen Ketter verfpeeld; met de geringfte.<br />
ontrou aan de Kerk , had hij<br />
zijn geflagt verloren. Den aangeborenen<br />
afkeer, waarmede de Schepper ons<br />
wijslijk tegen onnatuurlijke zonden gewapend<br />
heeft, droeg het willekeurig<br />
op een ellendig Priesterwerk over; een<br />
zedig twijfelen aan dc onfeilbaarheid<br />
van den Paus werd geftraft als vadermoord<br />
, en gefchandvlekt als fodomy.<br />
Geen toeval kon hetzelve van<br />
zijn offer ontzetten ; deszelfs vonnisfen<br />
werden aan lijken en fchilderijen uitgevoerd<br />
; het graf zelf was geen<br />
fchuilplaats voor den arm der Inquifitie<br />
, cn dc fchuld des vaders bleef<br />
voordleven<br />
geflagten.<br />
in dc ellende van gehele<br />
De vermetelheid van de vonnisfen<br />
der Inquifitie kan alleen overtroffen<br />
worden door de onmenschlijkheid ?<br />
waarmede zij dezelve uitvoert. Zij<br />
valt de zinnen aan met nieuwe, uk*<br />
gezogtc, en onderaardfche verfchrikkingen,<br />
ontleend van de fpoken , welken<br />
zij zelve in ecne kranke en kinderagtige<br />
verbeelding gevestigd heeft ;<br />
cn vermengt de wezenlijke ontzetting<br />
over het tegenwoordige met een gufe<br />
I. DEEL. G
9« DE AFVAL DER.<br />
t chelfpel uit toekomende werelden. Ter<br />
BOEK wijl zij het belachelijke met het verfchrikkelijke<br />
verenigt, en door enen<br />
misfehjken opfchik het oog vermaakt.»<br />
maakt zij de deelnemende aandoening<br />
kragtloos door de kitteling van ene<br />
andere: zij verdrinkt het medelijden<br />
m fpot en veragting. In enen plegtigen<br />
optogt wordt de misdadige naar<br />
de geregtsplaats gevoerd; een rode<br />
bloedvlag waait voorop; het verenigde<br />
gebrom van alle klokken verzelt<br />
den trein ; vooraf gaan Priesters in<br />
nisgewaad, en zingen een geestlijk<br />
] ied; op dezen volgt de gedoemde<br />
Zondaar, gekleed in een geel ge-<br />
1 vaad , met zwarte Duivels - beelden bei<br />
'childerd; op zijn hoofd draagt hij<br />
< ne papieren muts, welke in een<br />
I aenschlijke figuur uitloopt, om wel-<br />
1 e vlammen vuurs flikkeren, en afrijsiijke<br />
helfchc geesten heen vliegen;<br />
et beeld des Gekruiligden wordt" af-<br />
i<br />
ekeerd van den eeuwig verdoemde,<br />
edragen; voor hem geldt de verlosng<br />
niet meer; zijn ftervelijk lijf i s<br />
i<br />
en vure, en zijne onftervelijke ziel<br />
i sr helfche vlammen gewijd; de mond<br />
d hem toegeftopt, om te beletten,<br />
d it hij zijne fmert niet door een<br />
is :rzagtend klagen koele, het verdor<br />
d st medelijden door zijne aandoen-<br />
v ke _ gefchiedenis opwekke , en de<br />
Vi :heimen van het heilige gerigt aan<br />
Üj<br />
O dag brenge. Hem volgt de Geestg<<br />
è
NEDERLANDEN^ 99<br />
iïjkheid in ftaatfij - klederen, de Over t<br />
heid en de Adel ; de Vaders, wel- i OEK<br />
ke hem geoordeeld hebben , fluiten -<br />
den affchuwelijken trein. Men zou zig<br />
Verbeelden een lijk te zien , dat ten<br />
grave gebragt wordt, en het is een<br />
levend mensen, wiens ongelukken thans<br />
het volk op ene zo wrede _ wijze<br />
moeten vermaken. Gewoonlijk zijn^ deze<br />
regtsoefeningen voor hoge Feesten<br />
beflemd, waar toe men een bepaald<br />
getal van zulke ongelukkiger!<br />
in de gevangenisfen van het heilige<br />
Huis befpaartj, om door de menigte<br />
Van offers aan het bedrijf meer luister<br />
bij te zetten , en dan zijn zelfs<br />
de Koningen tegenwoordig : deze zitten<br />
met ongedekten hoofde op enen<br />
lager' ftoel» dan de Opper - Inqüifitie*<br />
meester , aan wien zij op zulk een' dag<br />
den rang afftaan: cn wie zou niet<br />
beven voor een Vierfchaar, waar voor<br />
de Oppermagt zelve moet onderdoen? (*)<br />
De grote Gcloofs - Omwenteling door<br />
tuïHEii en KALVIJN veroorzaakt » bragt de<br />
noodzakelijkheid Weder te voorfchijn, welke<br />
aan dit Geregts - Hof zijn beflaan had ge^<br />
geven; en 't geen oorfpronkelijk alleen<br />
was uitgevonden om het kleine<br />
Koningrijk Granada van de zwakk?<br />
(*) BURGUND. Hist. Belg. 126. 127. HOPPER.<br />
65. 66. 67. GROT. Annal. Belg. L. i< Esfay W<br />
les meeuw/Tom. III. Inquifition.<br />
G s
tam DE AFVAL DER<br />
I. overblijffels der Joden en Saracenen te<br />
BOEK, zuiveren , werd thans een noodzaakelijk<br />
middel voor de ganfche Katholijke<br />
Christenheid Alle Inquifitie - Hoven<br />
in Portugal, Italië , Duitschland<br />
en Frankrijk namen den vorm van<br />
het Spaanfche aan ; dit volgde de Europeanen<br />
naar de Indien, en vestigde<br />
te Coa een Vierfchaar, welker<br />
onmenschlijke rechtsplegingen ons nog, bij<br />
het lezen van de befchrijving daarvan, ene<br />
rilling door de leden jagen. Overal<br />
volgde de verwoesting haar op den<br />
voet ; maar in geen oord van de wereld<br />
heeft zy ooit zo fterk als in Spanje<br />
gewoed: de doden , door haar<br />
geofferd, raken in vergetelheid,- de<br />
^eflagtcn der menfchen worden weer<br />
aeriteld, en ook de landen, door<br />
ïaar overweldigd en ontvolkt, krijgen<br />
3 ncttertijd hunnen bloei weder; maar<br />
I ;euwen zullen 'er verlopen, 'eer ha-<br />
1 e fporen uit het karakter der Spanjaar-<br />
< len zijn uitgewischt. Ene vurige, voor-<br />
t reflijke Natie heeft zij midden op den we«-<br />
t er volmaking gefluit, het vernuft uit ene<br />
1 lemeïsftreek, waar het te huis hoor-<br />
C e , verbannen, en ene fomberheid,<br />
t veo als die op graflieden rust, agter ge<br />
]; iten in den geest eens volks , 't<br />
V reik boven vele andere, die dit 'vVer<<br />
:ld - deel bewonen, tot vreugde o-e. li :hapen was.<br />
ir<br />
De eerfte Inquifitie - Meester werd<br />
het Jaar 1522 door KAREL OEN
NEDERLANDEN. ï*f<br />
VIJFDEN in Braband aangefteld. Eni I.<br />
ge Priesters werden hem als hel- B DEK.<br />
pers toegevoegd ; doch hij zelf was _<br />
een Wereldlijke. Na den dood • van<br />
ADRIAAN DEN ZESDEN, befchikte deszelfs<br />
Opvolger, CLEMENS DE ZE<br />
V E N D E , drie ïnqmfiteurs voor alle<br />
Nederlandfche Provinciën, en pAULUS<br />
DE DERDE bragt dit getal weder<br />
tot twe , welke tot aan het, begin<br />
der onrust ftand hielden. In 't Jaar<br />
1530 werden, met voorkennis en goedvinden<br />
der Staten , de Plakaten tegen<br />
de Ketters uitgegeven , welke tot alle<br />
volgende den grond leiden , en waarin<br />
uitdrukkelijk melding van de Inquifitie<br />
gemaakt werd. In 't Jaar 1550 zag<br />
K A R E L DE VITFDE Zjg door den<br />
fnellen aanwas fier fckten genoodzaakt<br />
deze Plakaten tc vernieuwen en fcherpcr<br />
te maken; en bij deze gelegenheid<br />
was het, dat de ftad Antwerpen<br />
zig tegen dc Inquifitie verzettede , cn<br />
ook gelukkig van dezelve vrij raakte.<br />
Maar de geest van deze Nederlandfche<br />
Inquifitie was naar den aart<br />
des Lands menschlijker , dan in het<br />
Spaanfche gebied, en geen uitlander,<br />
veel minder een Dominikaan , had tot<br />
nog toe dezelve bediend. Tot rigtfnoer<br />
dienden haar de Plakaten, welken<br />
ieder kende ; en juist daarom vond<br />
men haar minder hatelijk, om dat<br />
zij, hoe ftreng ook in het vonnisfen<br />
, nogtans minder willekeurig fcheen ,<br />
* C 3
i<br />
|OEK.<br />
r<br />
ï©a DÊ AFVAL DER.<br />
en zig niet, gelijk de Spaanfche<br />
Inquifitie, , in het kleed der geheimenis<br />
verftak.<br />
Maar juist deze laatfte zogt ri-.<br />
LIPS in de Nederlanden in te voeren<br />
, om dat zij hem het gefchiktfte<br />
werktuig fchcen te zijn om den<br />
geest dezes Volks te bederven, en<br />
tot ene willekeurige Regering voor<br />
te bereiden. Hij maakte een begin<br />
met de Geloofsverordeningen zijns<br />
Vaders ftrenger te maken , de magt<br />
der Inquifitie - Meesters hoe langer hoe<br />
meer uit te breiden, hun gezag wik<br />
lekeuriger , en van het burgerlijke<br />
beltuur onafhangelijker te maken.<br />
Binnen kort ontbrak aan deze Vierfchaar<br />
weinig meer van de Spaanfche<br />
Inquifitie, dan de naam en Dotninikanen.<br />
Bloot vermoeden was geloeg<br />
om enen Burger uit den fchoot<br />
ier openbare ruste, en uit den kring<br />
/an zijn huisgezin weg te rukken %<br />
< ;n het zwakfte getuigenis gaf regt<br />
| )m hem op de pijnbank te bren-<br />
I ren. Wie in dezen afgrond neder-,<br />
'iel, kwam nooit weder; alle wek<br />
< laden der wetten hielden voor hem<br />
< >p : de moederlijke zorg der Gereg--<br />
| igheid liet hem varen: aan gene<br />
| ijde van de wereld oordeelde hem<br />
1 loosheid en dolheid naar wetten, wel-<br />
i e voor menfchen niet gelden: de<br />
t misdadiger vernam nooit wie zijn aanklaer,<br />
; en. zeer zelden wat zijn misdrijf was j<br />
I
NEDERLANDEN. «°S<br />
een helfche kunstgreep , welke den<br />
rampzaligen noodzaakte naar zijn ver BOEK.'<br />
grijp te raden, en door de bedwelming<br />
der pijnen , of uit verdriet van zo<br />
lano- levend begraven te zijn, wanbedrijven<br />
te belijden, welke mogelijk nooit<br />
begaan , of altans den Regter niet bekend<br />
geworden waren : de goederen der<br />
gedoemden werden verbeurd verklaard,<br />
en de aanbrenger door vergiffenis - brieven<br />
en beloningen aangemoedigd: generhande<br />
voorregt, gene burgerlijke geregtigheid<br />
, gold tegen dit heilig geweld; wien<br />
het aantastte, die wasvoorden wereldlijken<br />
arm verloren : dezen had het geen verder<br />
aandeel aan zijne regtsplegingen gelaten<br />
, dan met eerbiedige onderwerping<br />
de vonnisfen ter uitvoer te brengen.<br />
De gevolgen van zodanige inftelling moesten<br />
onnatuurlijk en ij slijk zijn: het gantfche<br />
tijdlijke geluk, ja zelfs het leven<br />
van den onbefproken man was nu in d<<br />
hand van eiken gewetenlozen deugnie<br />
gefteld. Elk verborgen vijand, elk be<br />
nijder werd tans tot ene onzigtbare ei I<br />
zekere wraak uitgelokt. Het was me t<br />
veiligheid van bezittingen, met troü 11 l<br />
de verkering gedaan. Alle banden vai 1<br />
voordeel, van bloed en van liefde wa<br />
ren verbroken; een aanftekend wantrou<br />
wen vergiftigde het gezellige leven; d<br />
gevreesde tegenwoordigheid van den ene 1<br />
of anderen verfpieder ftuitte den opfla r<br />
-><br />
in het oog, en de ftem in de kee<br />
1,<br />
Men geloofde aan geen eerlijk mensc<br />
tl<br />
G 4
104 DE AFVAL DER<br />
i. meer, en werd zelf niet meer voor zo-<br />
BOEK . d a n i<br />
g gehouden. Goede naam, landge-<br />
. nootfchap , broederfchap , de eed zelfs ,<br />
en alles, wat van menfchen voor heilig<br />
gehouden wordt, had zijne waarde<br />
verloren. Aan dit noodlot gaf men ene<br />
grote bloeijende Koopftad over, waarin<br />
honderdduizend bezige menfchen door<br />
den enigen band van vertrouwen zamen<br />
woonden: ieder onontbeerlijk voor den<br />
anderen, en ieder dubbelhartig, verdagt:<br />
allen door den geest der winzugt<br />
tot elkander getrokken , en uit elkander<br />
gedreven door vrees; alle grondzuilen<br />
der gezelligheid omver gerukt, waar<br />
gezelligheid de grond is van alle leven en<br />
duurfaamheid. (*)<br />
t Geen wonder, dat een zo onnatuurlijke<br />
regtbank, welke zelfs voor den lijdzamen<br />
geest der Spanjaarden onverdraagelijk<br />
was geweest, enen vrijen Staat in oproer<br />
bragt. Doch de fchrik, welken deze inboezemde<br />
, werd nog vermeerderd dooide<br />
Spaanfche krijgsmagt, die, ook na<br />
de herftelling van den vrede , op de been<br />
werd gehouden, en, tegen de grondwetten<br />
des Lands, de grensfteden vervul<br />
de. Men had KAREL DEN VIJFDEN deze invoering<br />
van vreemde legers vergeven,<br />
zo lang men de noodzakelijkheid daar van<br />
konde zien , en meer Haat maakte op<br />
Zijne goede gezindheid. Maar tans zag<br />
O GROTIUS L. I,
NEDERLANDEN. 105<br />
men in deze benden niets anders dan de 1.<br />
gedugte toerustingen der onderdrukking, j<br />
en de werktuigen ener gehate geestelijke .<br />
dwingelandij. Ene aanzienlijke ruiterij,<br />
uit in borelingen opgerigt, was tot beicherming<br />
des Lands toereikend, en<br />
maakte deze uitlanders onnodig. De losbandigheid<br />
en roofzugt dezer Spanjaarden,<br />
welke' nog veel agterftallige foldij te vorderen<br />
hadden , en zig op kosten van<br />
den burger betaling verichaften , voltooiden<br />
de verbittering des Volks, en<br />
vervoerden den gemencn man tot wanhoop.<br />
Toen vervolgens het algemene gemor<br />
de Regering bewoog , hen van de<br />
grenzen zamen te trekken , en op de<br />
Zeculche Eilanden te verplaatfen, waaide<br />
Schepen tot hunnen aftogt werden uitgerust<br />
, ging hun moedwil zo verre ,<br />
dat de inwoners hunnen arbeid aan de<br />
dijken Haakten , cn liever hun Vaderland<br />
aan de Zee ten prooic wilden ge IO EK.<br />
ven , dan langer de bcestagtigc onbefchofthcidgen.<br />
van dit razende volk verdra<br />
Zeer gaarne had FILIPS deze Spanjaarden<br />
in het land gehouden, om doo:<br />
middel van dezelve aan zijne Plakatei<br />
meer kragts bij te zetten , en de nieuw<br />
inrigtingen te onderlteunen , welke lr<br />
voornemens was in het Nederlandfch<br />
Staatswezen , te maken. Zij waren voc<br />
hem zo veel als waarborgen van de a<br />
gemene rust, en een keten , waaraa<br />
hij de Natie gekluisterd hield. Daaroi<br />
G<br />
5<br />
1 a i r a
i<br />
I.<br />
3<br />
<<br />
]<br />
j<br />
3<br />
C<br />
C<br />
|<br />
a<br />
i 1<br />
liet hij ook niets onbeproefd, om den<br />
aanhoudenden aandrang van 's Lands Staten<br />
, welke deze Spanjaarden verwijderd<br />
wilden hebben , te ontgaan, en nam<br />
alle gelegenheden en alle middelen van<br />
list en overreeding bij de hand. Dan eens<br />
vreesde hij enen onvervvagten aanval van<br />
Frankrijk, dat ondertusfchen door woedende<br />
partijfchappcn jammerlijk verfcheurd ,<br />
üaaulijks in ftaat was om het tegen enen inandfchen<br />
vijand uit te houden ; dan eens<br />
noesten zij zijnen zoon Don KARLOS aan<br />
Ie grenzen inhalen , terwyl hij nooit van<br />
ms was hem uit Kastiliën te laten gaan,<br />
iun onderhoud zou der Natie niet tot last<br />
*jn; hij zelf wilde uit zijn eigen Kas<br />
Me kosten daarvan draagen. Om hen met<br />
es te beter fchijn in het land te houen<br />
, hield hij opzettelijk hunne agterallige<br />
foldij te rug, daar hij hen rog<br />
nders aan de inlandfche krijgsbenden,<br />
melken hij volkomen voldoening gaf,<br />
S<br />
ewisfelijk zoude voorgetrokken hebben.<br />
C >m de vrees der Natie in flaap te wie-<br />
g sn, en het algemene misnoegen te be<br />
v ëdigen , wilde hij het opperbevel over<br />
i :ze benden aan de beide lievelingen des<br />
V olks, den Prinfe van Oranje, en den<br />
G rave van Egmond opdragen; doch bei-<br />
d< in wezen dit aanbod van de hand , met<br />
d< : edelmoedige verklaring, dat zij nim-<br />
m sr befluiten zouden tegen de wetten des<br />
L: mds te dienen. Hoe meer de Koninf<br />
n verlangen liet blijken om zijne Spat£<br />
%<br />
jas rden in het land te houden , des te<br />
HOEK.<br />
io5 DE AFVAL DER
NEDERLANDEN.<br />
fterker bleven de Staten op derzelver verwiidering<br />
aandringen. Op de eerst volgen- ,<br />
de Staten-Vergadering te Gent moest hij, •<br />
midden in den kring zijner hovelingen, dc<br />
volgende vrije taal der waarheid horen:<br />
Waar toe vreemde handen ter onzer befcherming?"<br />
voegde de Sijndicus van<br />
Gent hem toe. „ of is het misfchien<br />
„ daarom, op dat de overige Wereld<br />
ons voor tc zwak, of wel voor te<br />
„lafhartig houde , om ons zeiven te<br />
verdedigen? waar toe vrede gemaaKt ,<br />
" zo de lasten van den oorlog ons ook<br />
" nog in vrede drukken? In den oor-<br />
" log fcherpte de nood ons geduld , m<br />
* den vrede zugten wij onder deszelfs lrjden.<br />
Of zullen wij dit losbandige<br />
" Krijgsvolk in -toom houden , daar uwe<br />
" ei-ene tegenwoordigheid zo veel met<br />
heeft vermogt? Hier ftaan uwe onder-<br />
" danen uit Kamerik en Antwerpen, en<br />
" klagen over ceweld. Thionvüle en Ma-<br />
" rienburg liggen woest ; en daartoe<br />
" hebt gij on! tog den vrede niet gege-<br />
" ven op dat onze fteden tot woestij<br />
" nen zouden worden, gelijk zij nood<br />
" wendig worden moeten, mdien gi<br />
" haar niet van deze plonderaars verlost<br />
" Of wilt gij u misfehien tegen enen on<br />
" verwagten aanval onzer naburen in d<br />
" weer ftellen ? deze voorzorg is wijs<br />
f m a a r het gerugt van hunne toerustin<br />
" zal ver genoeg hunne wapenen vooruii<br />
;; &en. Waarom met zware koste<br />
„ vreemdelingen in foldij gehouden , cü<br />
I.<br />
SOEK<br />
\ T 1<br />
•y e
i°8 DE AFVAL DER<br />
t ,, eert land niet zullen verfchonen , dat<br />
BOEK. ,, zij morgen weer verlaten moeten ? No-<br />
3, Jaan dappere Nederlanders tot uwen<br />
„ dienst, aan welken uw Vader, in<br />
„ veel hachlijker tijden , de Republiek<br />
„ betroude: waarom zoudt gij tans<br />
„ twijfelen aan de trou van lieden , die<br />
»<br />
(<br />
1<br />
(<br />
9<br />
t<br />
2<br />
2<br />
C<br />
f<br />
1<br />
z<br />
33<br />
33<br />
33<br />
33<br />
33<br />
33<br />
33<br />
33<br />
33<br />
z o v e l c<br />
eeuwen lang aan uwe Voorva-<br />
» d e r e n<br />
.<br />
r r o u<br />
gf<br />
z[<br />
P gebleven ? zouden<br />
„ zij niet in ftaat zijn om den oorlog zo<br />
, a n<br />
S g<br />
u k<br />
te houden , tot dat uwe<br />
:, bondgenoten zig bij h imns vanen voeg;-<br />
, den, of gij zelf uit de nabuurfchap<br />
„ hulpe zond ?" Deze taal was voor<br />
len Koning al te ongewoon , en hare<br />
vaarheid al te blijkbaar, dan dat hij<br />
tezelve dadelijk konde beantwoorden:<br />
i Ik _ben ook een Uitlauder," riep hij<br />
indelijk uit, „ waarom niet liever mij<br />
elven ten lande uitgejaagd?" Met dce<br />
woorden rees hij van zijnen ftoel<br />
p, en verliet de vergadering; doch den<br />
Jreker. werd zijne iloutheid vergeven,<br />
we dagen later liet hij aan de Staten<br />
jnentwege de verklaring doen , „ dat,<br />
bij aldien hij eerder geweten had , dat<br />
deze Krijgsbenden hun tot last ftrekten,<br />
hij reeds toeftel zoude gemaakt hebben,<br />
om dezclven met zig naar Spanje<br />
te nemen; dit was nu te laat, om<br />
dat zij zonder betaling niet zouden<br />
vertrekken ; maar hij beloofde hun op<br />
het heiligfte, dat deze last hen niet<br />
langer^dan vier maanden meer drukken<br />
zoude." Dan, niet tegenllaande deze
NEDERLANDEN. i°9<br />
belofte, bleef dit volk, in plaats van<br />
vier, nog agttien maanden in het land ,<br />
en zij zouden denkelijk nog langer gebleven<br />
zijn , zo niet de omftandigheden<br />
des Rijks hen in een ander werelddeel<br />
noodzakelijk hadden gemaakt. (*)<br />
De gewcldadigc invoering van Vreemden<br />
in de voornaamfte Amten des Lands, gaf<br />
ftof tot nieuwe klagten tegen de Regering.<br />
Van alle dc voorregten der Nederlanden<br />
ftak geen den Spanjaarden zo zeer<br />
in de ogen , als dat , waar door Vreemdelingen<br />
buiten bedieningen gefloten waren<br />
; en geen van allen hadden zij ijveriger<br />
gepoogd te ondermijnen, (t) Italië,<br />
de beide Indien , en alle Provinciën var<br />
deze uitgeftrekte Monarchie ftonden vooi<br />
hunne fchraapzugt en eerzugt open; al<br />
leen van de rijkften onder allen waren zi<br />
door een onveranderlijke grondwet uitge<br />
floten. Men wist den Koning te overtui<br />
gen , dat zijne Könihglijke magt in dez<br />
landen nimmer bevestigd konde worden<br />
zo lang hij zig niet van vreemde werk<br />
tuigen daartoe mogt bedienen. Reec 1<br />
L<br />
B O E ff.'<br />
I<br />
»<br />
S<br />
was de Bisfchop van Atrecbt , een Boui<br />
gondiër van geboorte, den Vlaminge n<br />
wederregtelijk opgedrongen , en tans zot 1-<br />
de ook dc Graaf van Feria , een Kastil i*<br />
aan , zitting en ftem in den Raad va n<br />
(*) BURGÜÜND, L. i. p. 38. 39- 4°-<br />
DAN. L. I. P. I. METEREN, D. I. B. 47.<br />
(•() RE ID AN , L. 1. p. 1.<br />
R e i<br />
'
tto DE AFVAL DER<br />
I Staten bekomen. Maar deze ondenurtnine<br />
vond kragtiger tegenfland , dan de vleiers<br />
des Komngs hem hadden voorgelleld en<br />
zijne willekeurige magt zag zig ditmaal<br />
door de flnnheid des Prinfen van Oranje<br />
en de flandvastigheid der Staten . te leur<br />
gefield (*) ' ^<br />
Met deze voortekens begon FILIPS<br />
zijn bcftuur over de Nederlanden, en<br />
Zodanig waren derzelver bezwaren , toen<br />
hij van zins was dezelve te verlaten.<br />
Reeds lang verdroot het hem in een land',<br />
Waar hij een vreemdeling was ; waar zo<br />
vele voorwerpen zijne neigingen beledigden,<br />
_ en zijn heerschzugtigen geest zo<br />
dikwijls met grote vrijpostigheid aan de<br />
wetten der vrijheid herinnerd werd. De<br />
vrede met Frankrijk vergunde hem'eindelijk<br />
zijn vertrek ; de toerustingen van s o-<br />
LIMAN trokken hem naar het Zuiden, en<br />
m begon ook Spanje zijnen Heer te mis-<br />
1 en. De keuze van enen Opper - Landvoogd<br />
over de Nederlanden was de grote<br />
i<br />
aak j welke hem nu nog bezig hield<br />
<<br />
>edert het ontflag van Koningin MARIA<br />
an Hongarijen , had E M A N U E L P H I-<br />
\<br />
IBERT van Savoijen deze plaats be<br />
L<br />
leed, welke egter, zo lang de Ko-<br />
k<br />
mg in de Nederlanden zelf tegenwoordig<br />
n<br />
as, meer aanzien dan wezenlijken invloed<br />
w<br />
if- 's Konings afwezigheid maakte de-g<br />
;lve tot het gewigtigrte Amt, en he£<br />
Zl<br />
O GROT. Annal. L. i. p. 13.
NEDERLANDEN. i n<br />
roemrijkite doel, waarnaaf de cerzugt I.<br />
eens Burgers kon ftreven. Zij ftond tans JOEC.<br />
:<br />
ledig door het vertrek van den Hertog , •<br />
welke door den vrede van Chateau in<br />
Cambrefis weder in 't bezit van zijne landen<br />
was gefteld. Het bijna onbepaalde<br />
gezag, dat den Landvoogd moest gegeven<br />
worden; de bekwaamheden en kundigheden ,<br />
welken een zo omflagtige en netelige post<br />
vorderde; en vooral de gewaagde aanflagen<br />
der Regering tegen de Vrijheid des<br />
Lands, welker uitvoering van hem moest<br />
afhangen, maakten noodwendig deze<br />
keus ten hoogden moeijclijk. De wet,<br />
welke Uitlanders buiten bedieningen floot,<br />
maakte in den Opper - Landvoogd ene<br />
uitzondering. Daar hij niet uit alle zeventien<br />
Provinciën tevens geboortig konde<br />
Zijn , behoefde hij tot gene van allen te<br />
behoren; want de nayver eens Brabanders<br />
zoude aan enen Vlaming, die een halve<br />
mijl van zijne grenzen t* huis hoorde,<br />
geen groter regt daarop hebben toegeftaan,<br />
dan aan enen Siciliaan, die in<br />
een ander land, en onder enen anderen<br />
hemel woonde. Egter fchecn het belang<br />
van de Kroon zelf, in dit geval, voorenen<br />
Nederlandfchen burger te zijn. Een geboren<br />
Brabander, bij voorbeeld, wiens<br />
Vaderland zig met een onbepaald vertrouwen<br />
aan hem overgaf, konde , bij aldien<br />
hij een verrader ware , den dodelijken<br />
ilag reeds ten halven volbragt hebben<br />
, eer dat een Uitlander op het nieuwe<br />
fpeeltuig had geleerd te fpelen ,
I.<br />
"2 DE AFVAL DER<br />
O EK,<br />
R • """.<br />
<<br />
t<br />
1<br />
\<br />
n<br />
d<br />
«<br />
r<br />
d<br />
vr<br />
L<br />
•J<br />
LL<br />
J VGH<br />
upiettenct was. Had<br />
de Regering m éne Provincie hare oogmerken<br />
doorgezet, zo was de tegenkanting<br />
der ovengen ene ftoutheid, welke<br />
zij regt had om ten ftrengften te ftraffen.<br />
in het gemeenfchaplijke geheel, welk de<br />
Provinciën tans uitmaakten, 'waren de<br />
bijzondere inngtingen van ieder als 't ware<br />
verfmolten ; de gehoorfaamheid van ene<br />
enkelde was een wet voor elke der ovengen,<br />
en het voorregt, dat één niet<br />
m Haat was te bewaren ,<br />
dc anderen verloren.<br />
was voor alle<br />
Onder de Nederlandfche Groten , wel-<br />
^<br />
G r<br />
°PP - L a<br />
"dvoogdij konden<br />
togen, was de verwagting en wensch<br />
Ier Natie verdeeld tusfehen den Graaf<br />
*n Egmond cn den Prins van Oranje<br />
velke door even aanzienlijke geboorte<br />
laar toe geroepen , door gelijke verdiensen<br />
daartoe geregtigd , endoor gelijke<br />
d e s V o k s<br />
«* dezen post welkom<br />
aien een luisterrijke rang had beiden<br />
aast den troon geplaast, cn wanneer<br />
Vorsten oog in de eerfte plaats onder<br />
e waardigften zogt, moest het noodenoig<br />
0p enen van deze beiden vallen<br />
'aar wij in 't vervolg van deze Gefchiemis<br />
die twe namen meermalen zullen<br />
oeten aanhalen, kan de aandagt des<br />
ezers niet te vroeg op dezelven gevesi<br />
rd worden.<br />
WILLEM D E EERSTE, Prins van<br />
O<br />
ranje, was gefproten uit het Vorst-
NEDERLANDEN, lij<br />
lijke huis van Nasfau, Welk reeds<br />
agt eeuwen gebloeid, met dat van j !OEK»<br />
Oostenrijk enen tijd lang om den ,<br />
voorrang geftreden , en aan het Duitfche<br />
Ryk enen Keizer gegeven had.<br />
Behalven vele rijke bezittingen in de<br />
Nederlanden, welke hem tot enen<br />
Burger van dezen Staat 9 en geboren<br />
leenman van Spanje maakten , bezat<br />
hij in Frankrijk nog het orffhangelijke<br />
Vorstendom Oranje, 't welk RE-<br />
NATUS VAN CHALON hem bij uitenten<br />
wille had nagelaten (*). WIL<br />
L E M werd in 't jaar 1533 te Dillenburg<br />
, in het Graaffchap Nasfau,<br />
van ene Gravinne S T O L L B E R G , geboren.<br />
Zijn Vader, de Graaf van Nasfiiu,<br />
van den zelfden naam , had den<br />
Protestantfchen Godsdienst aangenomen,<br />
en liet ook zijnen zoon daarin op-<br />
Voeden ; maar K A R E L DE V Y F D E ,<br />
die den knaap reeds vroeg genegen<br />
was , nam hem, nog zeer jong zijnde,<br />
aan zijn Hof, en liet hem in<br />
den Roomfchcn Godsdienst opwasfen.<br />
Deze Vorst , welke reeds in het<br />
Deze RENATUS VAN CHALON , was<br />
een volle Neef van VVILLEM, en een Zoon van<br />
Graaf IIENDEIK VAN NASSAU, welke met de<br />
erfgename van den Huize van CIIALON op eene<br />
reis, door hem nis gezant naar Frankryk gedaan,<br />
gehuwd was. Hy kwam by de belegering van<br />
St. Didier om 't leven , en zyne Weduwe, Prinfes<br />
ANNA VAN LOTHARINGEN, was de gene, die<br />
den jongen WILLEM voor het eerst te Brusfel<br />
kragt.<br />
I. DEEL. II<br />
L
ïï"4 DE AFVAL DER<br />
kind den toekomenden groten man onc-<br />
BOEK , dekte , hield hem negen jaren in<br />
. zijn gezelfchap , verwaardigde hem<br />
mee zijn eigen onderwijs in zaken<br />
van regeling, cn vereerde hem met<br />
een vertrouwen boven zijne jaren.<br />
Hem alleen was het vergund bij<br />
den Keizer te blijven , wanneer deze<br />
aan vreemde gezanten gehoor gaf:<br />
een .bewijs, dat hij reeds in zijn<br />
vroege jeugd moet begonnen hebben<br />
den roemrijken naam van ZWYGER te<br />
verdienen. Zelfs fchaamde de Keizer<br />
zig niet, openlijk te bekennen , dat<br />
deze jongeling hem meermalen raadflagen<br />
had opgegeven, die aan zijne<br />
eigene fchranderheid ontglipt waren.<br />
Wat mogt men niet verwagten van<br />
den geest eens mans , die in zodanige<br />
fchool gevormd was % en wat<br />
niet van het hart van dien man ,<br />
welke reeds als kind, zo nabij- den<br />
troon, niet had opgehouden een goed<br />
mensch te zijn !<br />
W I L L E M was drie-en . twintig jaren<br />
oud, toen KAREL afftand van<br />
de regering deed, en had reeds twe<br />
openbare bewijzen der hoogfle agting<br />
van dezen ontvangen. Hem was met<br />
uitfluiting van alle de Groten aan<br />
het Hof, den hoogstaanzienlijken post<br />
opgedragen, om de keizerlijke Kroon aan<br />
FERDINAND overtebrengen. Toen de<br />
Hertog van Savojen, welke over het<br />
Keizerlijke leger in de Nederlanden
NEDERLANDEN. Jïïf<br />
het bevel voerde, door zaken van<br />
zijn eigen land naar Italië geroepen<br />
wierd, vertroude de Keizer aan hem<br />
het Opperbevel over deze krijgsbenden<br />
; en zulks in wêerwil der tegenbedenking<br />
van zijnen gehelen Krijgsraad<br />
, wien het al te veel gewaagd<br />
fcheen , den ervaren Franfchen Veldheer<br />
enen jongeling tot opvolger te<br />
geven. Hem , die afwezig en generhande<br />
aanbeveling had, gaf de Vorst<br />
de voorkeur boven de gelauwerde fchaar<br />
zijner helden, en de uitkomst gaf<br />
hem geen redeïi om zig dezer keuze<br />
te beklagen.<br />
De buitengewone gunst, waarin deze<br />
Prins bij den Vader gellaan had, zoude<br />
alleen reeds een gewigtige reden<br />
zijn geweest, om hem van het ver*<br />
trouwen des Zoons uit te fluiten.<br />
Het fcheen dat FILIPS zig tot een<br />
wet gemaakt had , den Spaanfchen Adel<br />
aan den Nederlandfchen te wreken<br />
wegens den voorrang, welken KAREL<br />
DE VYFDE fteeds aan den laatstgenoemden<br />
gegeeven had. Maar van meeï<br />
gewigt waren de geheime beweegredenen,<br />
welken hem van den Prins afke<br />
rig maakten. WILLEM VAN ORANJE<br />
Was een van die fchrale en bleke<br />
menfchen, gelijk CAESAR hen noemt,<br />
welke 's nagts niet flapen , en te<br />
veel denken; die ook de onverfchrokkendfle<br />
harten aan 't wankelen kunnen<br />
brengen. De ftille rust van een<br />
Ha<br />
I<br />
BOEK»
I<br />
ROEK.<br />
NEDERLANDEN,' 117<br />
dat zij werkelijk kwamen. Zo zeer L<br />
als zijn gemoed boven fchrik cn vreug- ] BOEK.'<br />
de verheven was, zo zeer was het .<br />
aan de vrees onderworpen; maar zijfie<br />
vrees kwam vroeger dan het gevaar<br />
, en hij was bedaard in den<br />
iiood, om dat hij in de rust gebeefd had.<br />
Met volle handen ltrooide WILLEM zyn<br />
jreld, maar als het den tijd betrof, was hij<br />
gierig op een ogenblik. Het uur van den<br />
maaltijd was zijn enigfte uur van uitfpanjjing,<br />
maar dit behoorde ook geheel aan zijn<br />
hart, zijn gezin en zijne vrienden : een<br />
•redelijke tijdkorting, welke hij het Vaderland<br />
aftrok. Hier ontfronfelde hij<br />
zijn gelaat bij den wijn, welke door<br />
een vrolijk hart en door matigheid gekruid<br />
werd, en de ernftigfte zorg kon<br />
hier de gulle vrolijkheid van zijnen geest<br />
niet benevelen. Zijne hofhouding was<br />
pragtig; een talrijke ftoet van bedienden<br />
, de menigte, en het aanzien der genen<br />
, welke zijnen perfoon omringden,<br />
deden zijne woonplaats naar het hof van<br />
enen onaf hanklijken Vorst gelijken. Ene gulle<br />
gastvrijheid, het grote tovermiddel<br />
der Demagogen , was de Godin van zijn i<br />
Palcis. Vreemde Prinfen en Gezanten |<br />
vonden hier ' een onthaal, welk alles<br />
overtrof, wat het weelderige Nederlanc' l *<br />
hun kon opleveren. Ene ootmoedige onderwerping<br />
aan de Regering nam de berisping<br />
en het vermoeden weg , 't well I<br />
deze levenswijze omtrent zijne oogmerken<br />
konde verwekken. Maar deze ver<br />
kwistingen hielden de eer zijns naams O]<br />
H 3
I.<br />
SOEK.<br />
Il8 DE AFVAL DER<br />
bij het Volk, dat nooit fterker gekit*<br />
teld wordt, dan wanneer het de fc batten<br />
van zijn land voor vreemdelingen<br />
ten toon gefpreid ziet; en de hoge<br />
top van geluk, waarop men hem<br />
zag, vermeerderde de waardij der<br />
gemeenfaamheid, tot welke hij zig<br />
vernederde. Geen mensen was meer<br />
tot het hoofd ener zamenzwering ge<br />
boren , dan WILLEM DE ZWIJGER.<br />
Een doordringend gevestigd gezigt op het<br />
verledene, het tegenwoordige, en het<br />
toekomende, het geredelijk aangrijpen<br />
van elke gelegenheid, heerfchappij over<br />
de harten der menfchen , verbazende<br />
ontwerpen, welke den befc.houwer van<br />
verre niets dan gedaante en evenredigheid<br />
vertonen , ftome berekeningen,<br />
ivelke tot beneden aan den langen<br />
keten der toekomst aflopen, Honden<br />
?nder het beftuur ener verlichte en<br />
mje deugd, welke zelfs nog op<br />
len rand met ftevigen tred blijft<br />
van delen.<br />
Een mensch als deze, kon voor zij<br />
1 len gehelen leeftijd ondoorgrondelijk<br />
Slijven, maar niet voor den grootften<br />
] cenner der gemoederen, niet voor den<br />
vantrouwenden geest<br />
•4 DE TWEDE<br />
zijner eeu.<br />
zag fpoedig<br />
Fien<br />
liep in een karakter, welk, onder-<br />
^ Ie goedaartigen , naast aan zijn eigen<br />
] ;wam. Had hij hem niet zo gron-<br />
< lig doorkeken, 'er zou geen re<br />
c ien uittedenken zip, waarom hij zijn<br />
\ ertrouwen onthield aan enen man*
NEDERLANDEN.' Hg<br />
in wicn bijna alle eigenfchappen zig<br />
verenigden , welken hij hec hoogst BOEK.<br />
fehattede en best wist te waarderen.<br />
Doch 'er was tusfehen W I L L E M en<br />
FILIPS nog een ander punt van overeenkomst,<br />
dat van meer gewigt was.<br />
WILLEM had zijne ftaatkunde bij<br />
den zelfden meester geleerd, en was,<br />
gelijk te vrezen ftond , een bekwamer<br />
leerling geweest. Hij was bekend<br />
geworden met die gevaarlijke<br />
kunften , waardoor tronen vallen cn<br />
oprijzen: niet om dat hij den Vorst<br />
van MACHIAVEL tot zijné ftudie had<br />
gemaakt , maar om dat hij hét levendige<br />
onderwijs van enen Vorst had<br />
genooten , welke denzelven indedaad<br />
oefende. FILIPS had hier met een partij te<br />
doen, die op zijne ftaatkunst was<br />
afgeregt , en dien bij ene goede<br />
zaak ook de hulpmiddelen der kwade<br />
ten dienlte ftonden. En juist deze<br />
laatftc omftandigheid geeft ons de reden<br />
aan de hand, waarom hij on<br />
der alle menfchen van zijnen tijd<br />
dezen op het onverzocnelijkfte haatte<br />
en zo onnatuurlijk vreesde. Ongeluk<br />
kie hadt de Keizer ten zelfden tij<br />
de toen hij voor zijnen Zoon d<<br />
kostelijke bloem plantte, ook teven I<br />
den worm opgekweekt, welke dcrzel<br />
ver bloesfem afknaagde.<br />
De argwaan,<br />
teeen den Prins<br />
welken men<br />
hadt opgevat,<br />
reed I<br />
wcr i<br />
vermeerderd door de twijfelagtige U<br />
H 4
L<br />
BOE K<br />
tM DE AFVAL, DER><br />
grippen omtrcnc zijnen Godsdienst. WIL.<br />
, LEM geloofde aan den Paus , zo<br />
• lang de Keizer , zijn weldoener,<br />
leefde; maar men was met reden<br />
bedugc, dat ' de zugt voor de Hervormde<br />
leer , welke hem in zijn<br />
jeugd was ingeboezemd, hem niet geheel<br />
en al verlaten had. Aan welke<br />
Kerk hij ook in zekere tijdperken<br />
van zijn leven de voorkeur gegeven<br />
_ hebbe, zo konden zij tog<br />
alle zig daar mede vergenoegen, dat<br />
met een hem geheel had gehad.<br />
Wij zien hem in latere jaren bijna<br />
met even zo weinig bedenking dc<br />
leer van CALVIJN omhelzen, als hij<br />
in zijn vroege jeugd het Roomfche<br />
geloof met het Lutherfche verwisfcld<br />
had: hij verdedigde tegen dc Spaanfche<br />
dwingelandij mesr de menschlijk;<br />
regten der Proteftantcn, dan hunne<br />
gevoelens; niet hun geloof, maar<br />
hun lijden had hem tot hunnen broeder<br />
gemaakt (<br />
Deze algemeene gronden van wantrouwen<br />
fchijnen gebillijkt te worden<br />
door ene toevallige ontdekking, welke<br />
zijne ware gevoelens aan den dag<br />
bragt. WILLEM was als gijzelaar<br />
Jcs, vredes van Chateau in Cambre-<br />
C) STRADA Dec. f. L. f. p. 24. & L. in<br />
p. 55. fq. GROT. Ann. L. I. REIDAN. L. IK '<br />
p. 59. MEURS Guliel. Auriac. L. I. p. 2 fa'<br />
.|iüRG, 65. 66,<br />
1 h
NEDERLANDEN. 121<br />
fis, waaraan hij zelf mede<br />
had, in Frankrijk gebleeven,<br />
gearbeid J,<br />
en had B O EK.<br />
door de onvoorzigtigheid van HEN- _<br />
DIUK DEN TWEDEN, welke meende<br />
met enen vertrouweling des Konings<br />
van Spanje te fpreken, enen<br />
heimelijken aanilag vernomen, welken<br />
het Franfche Hof met het Spaanfche<br />
tegen de Proteftantcn van beide Rijken<br />
beraamd had. In aller ijl ging<br />
de Prins deze gewigtige tijding aan<br />
zyne vrienden te Brusfel, welken dezelve<br />
zo van nabij betrof, bekend<br />
maaken, en de brieven, daarover gcwisfcld,<br />
vielen ongelukkig den Koning<br />
van Spanje in handen FI<br />
LIPS werd minder verrast door deze<br />
beflisfende verklaring van WILLEM'S<br />
gezindheid, dan onthutst door het<br />
verijdelen van zijnen aanflag; maar de<br />
Spaanfche Groten, welke het ogenblik<br />
nog niet hadden vergeten , toen de<br />
grootfte der Keizers by het laatfte<br />
bedrijf zijns levens op de fchouders<br />
van dezen Prins leunde, verzuimden<br />
deze gunftige gelegenheid niet, om<br />
den verrader van een ftaatsgeheim<br />
geheel en al buiten de gunst van<br />
bannen Koning te fluiten.<br />
Van geen minder edele afkomst<br />
dan WILLEM, was LAMORAL, Graaf<br />
van Egmond en Prins van Gavre,<br />
(*3 STRADA Dec. h L. III. p. 56. THUAN,.<br />
J, -ioio. REID. L. L p. 2,<br />
H 5
l<br />
ifi* DE AFVAL DER<br />
zijnde een aframmeling van de Her<br />
V. O E K. togen van Gelderland, wier dapperheid<br />
in den oorlog de wapenen van<br />
het Huis van Oostenrijk had afgemat.<br />
Zijn geflagt pronkte in 's Lands<br />
Jaarboeken: een zijner voorouderen had<br />
reeds onder MAXIMILIAAN het Stadhouderfchap<br />
van Holland bekleed. Zijn<br />
huwelijk met de Hertogin SA BI NA<br />
VAN BEIEREN vermeerderde den luister<br />
zijner geboorte, en maakte hem<br />
magtig door aanzienlijke verbindenisfen.<br />
KAREL DE VIJFDE had hem in 't<br />
jaar 1546 te Utrecht, Ridder van het<br />
Gulden Vlies geflagen. De oorlogen<br />
van dezen Keizer waren de fchool<br />
van zijnen toekomenden roem, en de<br />
ilag bij Sint Quintin, en die bij<br />
Grevelingen, maakten hem tot den Held<br />
van zijne ecu. Elke zegen des vre»<br />
des, welke door handeldrijvende volken<br />
op het dankbaarfte gevoeld wordt,<br />
was ene herinnering aan de overwinning<br />
, waardoor dezelve verworven<br />
was; en de Vlaamfche . hoogmoed<br />
ftofte, gelijk een trotfche moeder, op<br />
den heerlijken Lands-Zoon, die de<br />
verwondering van geheel Europa to:<br />
zig trok. Negen kinders, welke onder<br />
de ogen zijner medeburgeren opgroeiden<br />
, vermeerderden en verftcrlcen<br />
de banden tusfehen hem cn zijn Vaderland<br />
, en de algemeene liefde voor<br />
hem oefende zig in het befchouwen<br />
van hun, die hem her, dierbaarfte
NEDERLANDEN. 123<br />
waren. Elke openbare verfchijning<br />
van EGMOND 'was een zegepraal;<br />
ieder oog, dat op hem geflagen was,<br />
verhaalde zijn leven; in de grootfpraken<br />
over zijne Krijgsgevaren leefden zijne daden<br />
; de moeders hadden hem bij<br />
Ridderlijke fpelen aan hare kinders getoond;<br />
weigemanierdheid, ene edele<br />
houding en gemeenfaamheid, de beminnenswaardige<br />
1<br />
I.<br />
ÏOEK,<br />
deugden der Ridderfchap,<br />
gaven bevalligheid aan zijne verdicnften<br />
; door enen vriendelijken groet<br />
of handdruk verbond zig zijn overlopend<br />
hart aan eiken burger ; op een<br />
ongedwongen gelaat vertoonde zig zijne<br />
vrije ziel ; zijne openhartigheid ontzag<br />
even zo min zijne geheimen, als zijne<br />
milddadigheid zijne goederen , eft<br />
elke gedagte, welke de zijne was,<br />
behoorde dadelijk aan allen : zijn<br />
Godsdienst was zagt en menschlijk,<br />
maar niet zeer gezuiverd, om dat<br />
dezelve niet van het verfland maar<br />
van het hart zijn licht ontving; het<br />
was een zinlijke, gemaklijke Godsdienst;<br />
een Soldaten-geloof, getrou<br />
aan de Kerk , gelijk zijn degen aan<br />
den Koning; om dat het zelve bij<br />
der hand moest zijn in den nood<br />
van 't gevegt, en om dat men gereder<br />
vrugten plukt van het geheugen,<br />
dan van het oordeel. EGMOND bezat<br />
meer geweten dan gronden; zijn<br />
hoofd had zig zijn Wetboek niet<br />
zelf gegeven % maar flegts ingeprent j
I<br />
SOEK.<br />
I<br />
Ï24 DE AFVAL DER<br />
hierom kon de blote naam van een<br />
daad hem de daad verbieden. De menfchen<br />
waren bij hem liegt of goed; een<br />
mengeling van beiden kende hij niet;<br />
m zijne zedenlere vond tusfehen goed<br />
en kwaad geen middenweg plaats,<br />
daarom was by hem ene enkele goede<br />
zijde vaak genoeg om ten voordeele van<br />
iemand te befiisfen: hij verenigde alle:<br />
gaven, die den Held uitmaaken;<br />
hy was beter foldaat dan de Prins<br />
van Oranje, maar als Staatsman was<br />
hij ver beneden dezen; Oranje zag<br />
de wereld, zo als ze werklijk was,<br />
maar EGMOND in den tover-fpiegel<br />
yan ene verfraaide verbeelding. Menfchen,<br />
welke door het geluk verrast<br />
ivorden met ene beloning, waarvoor<br />
dj genen natuurlijken grond in hunie<br />
bedrijven vinden,<br />
j ijk verzogt, om<br />
worden zeer ligt-<br />
het noodzakelijke<br />
'erband tusfehen oorzaak cn uitwer-<br />
j dng uit het oog te verliezen, en<br />
i n de . natuurlijke gevolgen der din<br />
i gen die hoger wonderkragt te vin-<br />
» len, waarop zij ten laatften, drest<br />
< :n dol, gelijk een CJESAR op zijn<br />
i jcluk, Vertrouwen. Van dit flag van<br />
: nenfehen was<br />
'an verdienften,<br />
EGMOND : dronken<br />
welken de dankbaar-<br />
] ïeid jegens hem te ver gedreven had,<br />
< Iwaalde hij in dit zoete gevoel ,<br />
I ven als in ene aangename wereld<br />
r<br />
an dromen, onbezorgd daar heen,<br />
lij vreesde niets, om dat hij op het on-
N E D E R L A N D E N . -<br />
135<br />
wïsfe onderpand vertroude, welk het L<br />
lot hem in de algemene liefde had ] SOEK.<br />
gegeven , en hij geloofde aan regt- ,<br />
vaardigheid, omdat hij gelukkig was.<br />
Zelfs de fchrikkelijkfte ondervinding<br />
der Spaanfche trouloosheid was niet<br />
in ftaat om dit vertrouwen in 't<br />
vervolg uit zijne ziel te verbannen,<br />
en op het moordfchavot was hoop<br />
nog zijn laatfte gevoel. Ene tedere<br />
bezorgdheid voor zijn gezin hield<br />
zijnen patriotfchen moed aan kleiner<br />
pligten gekluisterd : dewijl hij voor<br />
goed en leven te vrezen had, konde<br />
hij voor de Republiek niet veel<br />
wagen. WILLEM VAN ORANJE zeide<br />
zijnen Vorst de hulde op , omdat<br />
het willekeurige geweld zijnen hoogmoed<br />
gaande maakte ; hij gaf vrijheid,<br />
niet om dat hij van eerzugt<br />
vrij was, maar om dat zijn hoger<br />
eerzugt veragtte dezelve te ontvangen.<br />
EGMOND bezat ijdele verwaandheid,<br />
daarom ftelde hij prijs op Vorllelijke<br />
gunst. De eerfte was een Burger<br />
van de wereld , de laatfte niet meer<br />
dan een Vlaming (*)•<br />
FILIPS DE TWEDE ftond bij den<br />
Overwinnaar van St. Quintin nog in de<br />
fchuld, en de Opper-Landvoogdij over de<br />
Nederlanden fcheen de enige waardige<br />
beloning voor zo fchitterende verdien-<br />
(*) GROT. Annal. L. I. pg. 7. STRADAL. I,<br />
23. & . III. 84.
345 DE AFVAL DEU<br />
I. ften te zijn. Geboorte en aanzien*,<br />
BOEK. de ftemme des volks en perfoonlijke<br />
bekwaamheid, fpraken even zo luid<br />
ten voordeele van EGMOND als van<br />
ORANJE, en bijaldien deze voorbijgegaan<br />
wierd, kon niemand dan de<br />
eerfte hem in den weg geftaan hebben.<br />
Twe mededingers, zo gelijk van<br />
verdienften, hadden FILIPS bij zijne<br />
keuze verlegen kunnen maken, indien<br />
het hem anders in den zin gekomen<br />
ware, zig voor enen: van de. beiden<br />
te verklaaren. Maar juist die<br />
voorregten , waardoor zij hun regt<br />
laarop onderfteunden, waren de reden<br />
waarom hij hen buiten floot; en juist<br />
ioor het vurig verlangen der Natie, om<br />
len tot dien post verheven te zien, had-<br />
i len zij hunne aanfpraak op denzelven om»<br />
] ïerftelbaar verloren. FILIPS kon in<br />
I le Nederlanden genen Landvoogd heb-<br />
1 >en, welken de goede wil en de<br />
1 aagt des volks ten dienste ftonden,<br />
e n welken het door ene zo lcven-<br />
c ige genegenheid aan zig verbonden<br />
t ad. EGMOND'S afkomst van de Gel-<br />
i erfche Hertogen, maakte hem tot<br />
e tien geboren vijand van het Huis<br />
v m Spanje; en de hoogfte magt fcheen<br />
g evaarlijk in de handen van enen<br />
n ian, die het eens in 't hoofd zou<br />
k innen _ krijgen , dc onderdrukking van<br />
e; ïen zijner voorouderen, aan den zoon<br />
V! m den onderdrukker te wreken. Het
NEDERLANDEN. 12?<br />
voorbijgaan van deze lievelingen des<br />
volks, kon noch de Natie noch hen<br />
zeiven beledigen, want het heette,<br />
dat de Koning beiden voorbij ging, om<br />
dat hij genen den anderen mogt<br />
voortrekken. (*)<br />
Dc te leurgeftelde hoop op de Landvoogdij<br />
, benam den Prins van Oranje<br />
nog niet alle hoop om zijnen invloed<br />
in de Nederlanden beter te vestigen.<br />
Onder de overigen , welke tot<br />
deze waardigheid in aanmerking kwamen,<br />
was mede CHRISTINA, Hertogin<br />
van Lotharingen , en Moei des Ko<br />
nings, welke als middelares van den<br />
vrede van Chateau in Cambrefis, zig<br />
bij de Kroon ten hoogden verdienstelijk<br />
had gemaakt. WILLEM had hei<br />
OOP" op de Dogter van deze, er<br />
hoopte door een kragtdadige voorfpraal<br />
voor de Moeder zijn oogmerk te bereiken<br />
: maar hij begreep niet , da<br />
hij juist door zijne voorfpraak har<<br />
zaak bedorf. De Hertogin CHRISTINi<br />
moest agterftaan, niet zo zeer, ge<br />
liik men voorgaf, om dat de afhange<br />
lijkheid harer landen van Frankrijk haa<br />
bij het Spaanfche Hof verdagt maak<br />
te , als wel , om dat zij bij he<br />
Volk van Nederland en den Prins va 1<br />
r.<br />
BOEK.<br />
i<br />
f<br />
t<br />
i<br />
Oranje welkom was. (f)<br />
(*) STRADA, Dec. i. L. i. 24.<br />
C R 0<br />
' i<br />
Aunal. p. 12.<br />
(f)BURGUND. L. I. 23. fq. STRADA DCl<br />
ï. L. 1. •24. 25.
BOEK.<br />
ia8 DE AFVAL DER<br />
Terwijl elk nog in verwagting waê<br />
opgetogen , wie in 't vervolg over<br />
het lot der Nederlanden befchikken<br />
zoude, verfchijnt op de grenzen des<br />
Lands de Hertogin MARGAREET V A N<br />
PARMA , door den Koning uit het<br />
afgelegen Italië ontboden , om het beftuur<br />
over deze Gewesten te voeren.<br />
MARGAREET was een natuurlijke<br />
i<br />
dogter van KAREL DEN VIJFDEN,<br />
uit ene Nederlandfche Freule VAN<br />
GEEST, in 't jaar 1522 geboren. Om<br />
dc eer van haar huis te verfchonen ,<br />
werd zij in den beginne in 't verborgen<br />
opgevoed; doch hare Moeder 3<br />
welke meer trotsheid dan eer bezat,<br />
gaf zig luttel moeite om het geheim<br />
van hare afkomst bewaard te<br />
houden, en ene Koninglijke opvoeding<br />
verried des Keizers dogter. Nog<br />
een kind zijnde, werd zij aan de<br />
Landvoogdes MARGAREET, hare Oudmoei,<br />
naar Brusfel ter opvoeding gezonden<br />
, welke haar, toen zij agt<br />
(aren oud was, ontviel, en door<br />
I vi AR IA , Koningin van Hongarijen,<br />
i jen Zuster van den Keizer, vervangen<br />
werd. Haar Vader had haar<br />
•eeds in haar vierde jaar aan enen<br />
ö<br />
rins van Ferrara verloofd; doch toen<br />
leze verbindenis in vervolg van tijd<br />
1 e nicte liep, werd zij ter gemalinne<br />
^eftemd voor ALEXANDER DE MEj<br />
MCIS, den nieuwen Hertog van Flo-<br />
1 ence, welk huwelijk ook na de ze-
NEDERLANDEN. ta£<br />
gepralende wederkomst des Keizers uit I.<br />
Afrika werkelijk te Napels voltrokken BOElC<br />
werd. Reeds in het eerfte jaar van<br />
enen ongelukkigen egt verloor zij, door enen<br />
geweldigen dood, dezen gemaal, welken<br />
zij niet beminnen konde, en voor de<br />
derde maal moest hare hand voor<br />
haars Vaders ftaatkunde woekeren. Oc-<br />
TAVIUS FARNESE, een Prins van<br />
dertien jaren , en neef van PA LI-<br />
LUS DEN D E R D E N , verkreeg met<br />
haar de Hertogdommen van Parna<br />
en Piacenza ten bruidfchat, en MAR<br />
GAREET werd, door een zonderling<br />
noodlot, nu hare jaren hebbende, uitgetroud<br />
aan een kind , gelijk zij<br />
voorheen als kind aan eenen man verhandeld<br />
was. Haar weinig vroulijke geest<br />
maakte deze laatfte verbindenis nog<br />
onnatuurlijker , want hare neigingen<br />
waren manlijk , en hare gehele wijze<br />
van leven was een befpotting<br />
van haar geflagt. In navolging van<br />
hare voedftermoeder , de Koningin van<br />
Hongaryen, cn van hare oud-moei,<br />
de Hertogin MARIA VAN BOURGON-<br />
DiëN, welke in deze liefhebberij<br />
den dood vond , beminde zij met<br />
drift dc jagt, en had haar lichaam<br />
hierin dermate gehard, dat zij alle<br />
de ongemakken en vermoeinisfen aan<br />
dat leven eigen, trots enen man,<br />
konde verduren. Haar gang zelfs bragt<br />
zo weinig vroulijke bevalligheid mede<br />
,- dat men eer in de verzoeking<br />
I, DEEL. I
t$o DE AFVAL DER<br />
I. kwam om haar voor enen verkleden<br />
BOEK man , dan voor ene manlijke vrou<br />
te houden; en de Natuur, mee welke<br />
zij door deze aartverplaatfing gefpot<br />
had, wreekte zig eindelijk ook aan<br />
haar door ene manlijke ziekte, het<br />
voeteuvel. Deze zo zonderlinge eigenfehappen<br />
gingen gepaard met een<br />
dom Monniken-geloof, welk IGNATIus<br />
LOYOLA, haar biegtvader en<br />
leermeester , de eer had gehad in<br />
hare ziel te planten: onder de liefdewerken<br />
en boetdoeningen, waarmede<br />
zij hare trotsheid kruifigde , is<br />
ene van de merkwaardigften, dat zij<br />
in de vasten - avond - week van ieder<br />
iaar zeker aantal van armen, welken<br />
op het ftrengfte verboden werd zig voorif<br />
te reinigen , eigenhandig de voelen<br />
wiesch-, hun aan tafel als een<br />
lienstmaagd bediende, en hen met rij-<br />
H te gefchenken onthaalde.<br />
'Er is niet veel meer dan deze laatfte<br />
| rek Uit haar karakter noodig, om te begrijpen,<br />
waarom de Koning aan haar boven<br />
I ille mededingfters de voorkeur gaf; want<br />
1 )ij deze keus had hij altans niets<br />
r •I an de liefde der Natie te vrezen :<br />
( log deze zijne voorkeur werd tevens<br />
< bor de beste gronden der Staatkun-<br />
( le gebillijkt. MARGAREET was in<br />
c e Nederlanden geboren, en ook daarin<br />
i pgevoed; zij had hare eerfte jeugd<br />
t hdcr dit volk gefleten, en veel van<br />
è eszelfs zeden aangenomen. Twe Land-
NEDERLANDEN. 131<br />
voogdesfen , onder wier oogen zij I.<br />
was opgegroeid, hadden haar van tijd BOEK<br />
tot tijd bekend gemaakt met de ilaats-,<br />
regelen, naar welke dit vrije volk . best<br />
beituurd wierd , en konden haar daarin<br />
1 ten voorbedde , dienen : het ontbrak<br />
haar niet aan geest en enen<br />
bijzonderen lust tot het beftuur van<br />
zaken, dat zij hare voedftermoeders afgezien<br />
en vervolgens , in de Italiaanfche<br />
fchoole tot groter volkomenheid<br />
gebragt had. De Nederlanders<br />
waren fints verfcheidene jaren aan het<br />
bewind van vrouwen gewoon, en FI<br />
LIPS vleide zig misfehien, dat het<br />
fcherpe werktuig der Dwingelandije,<br />
waarvan • hij zig nu tegen - hen wilde<br />
bedienen, in de handen van ene<br />
yrou zagter fhijden zoude. Men wil,<br />
dat het • believen van zijnen vader 4<br />
welke destijds nog in leven en voor<br />
deze dogter ingenomen was, bij deze<br />
keus min of meer in aanmerking<br />
is gekomen ; gelijk het ook waarfchijnelijk<br />
is, dat hij den Hertog van<br />
Panna, wien hij toen ter tijd een<br />
verzoek moest afïlaan, door deze eer,<br />
aan deszelfs Gemalin bewezen , heeft<br />
willen paaien. Daar dc landerijen der<br />
Hertoginne door zijne Italiaan fche ftaten<br />
omringd , en ten allen tijde aan<br />
zijne wapenen blootgefteld waren, konde<br />
hij tevens met zo veel minder<br />
gevaar, de hoogfte magt in hare handen'<br />
vertrouwen : en tot zijne volkomene<br />
I.' 2
t<br />
BOEK.<br />
i*z DE A F V A L DER<br />
gerustheid bleef nog ALEXANDEK<br />
FARNESE, haar Zoon, als een on-<br />
i derpand van hare trou, aan zijn Hof.<br />
Alle deze redenen te zamen waren<br />
gewigtig genoeg, om 's Konings keus<br />
op haar te bepalen , en zij waren<br />
zelfs volkomen beflisfend , dewijl zij<br />
door den Bisfchop van Atrecht en<br />
den Hertog van Alba onderfteund werden<br />
: de laatfte fcheen dit te doen,<br />
omdat hij alle overige mededingers<br />
haatte of benijdde; de eerfte, omdat<br />
zijne heerschzugt waarfchijnelijk reeds<br />
toen de grote voldoening in 't oog<br />
had, welke in de zwakke ziel van<br />
deze Vorstin voor hem gereed lag (*).<br />
FILIPS ontving de nieuwe Landvoogdes<br />
met een pragtig gevolg aan<br />
de grenzen des lands , en voerde<br />
haar in grote ftaatfij naar Gent, waar<br />
de Algemene Staten vergaderd waren.<br />
Daar hij niet voornemens was, om<br />
fpoedig weer in de Nederlanden te<br />
komen , wilde hij, nog eer hij dezelve<br />
geheel verliet, der Natie door<br />
ene plegtige Dagvaart genoegen geven<br />
, en zijne gemaakte fchikkingen<br />
op ene wettige wijze nader bekragtigen.<br />
Hier vertoonde hij zig voor<br />
de laatfte maal aan zijne Nederlan-<br />
(*) BURGUND. L. I. 23. STRADA Dec. L<br />
L. I. 24. VAN MET EREN, II. 61. Recueil<br />
& Memorial des troubles des Pays-bas. fautfo-<br />
re H O P F E R O ) T. II. Vita YIGLI 118. 1^.
NEDERLANDEN. 133<br />
ders, welke van nu voordaan hun I.<br />
lot uit de verborgene verheid, even 30EK.<br />
als uit de handen der onderaardfehen ,<br />
te wagten hadden. Om dezen . plegtigen<br />
dag des te meer luisters bytezetten<br />
, floeg hij elf nieuwe Ridders<br />
van het Gulde Vlies, liet zijne<br />
Zuster op enen ftocl nevens zig<br />
zitten, cn toonde haar den volke<br />
als deszelfs toekomflige Voogdes. Alle<br />
bezwaren des volks over de geloofs-plakaten<br />
, de Inquifitie , het agterlaten<br />
van de Spaanfche foldaten,<br />
de opgelegde lasten, en de wederregtelijke<br />
invoering van vreemdelingen<br />
in 's lands bedieningen , kwamen op<br />
dezen Land-dag ter bane, en werden<br />
wederzijds met drift verhandeld; enigen<br />
op ene listige wijze afgewezen<br />
of in fchijn opgeheven , anderen<br />
door magtfpreuken afgeflagëri. Dewijl<br />
de Koning in de lands-taal een<br />
vreemdeling was, fprak hij door den mond<br />
des Bisfchops van Atrecht tot de Natie;<br />
telde haar met veel grootfpraak alle de<br />
weldaden van zijn beftuur op, verzekerde<br />
haar van zijne genade voor het<br />
toekomende, en beval den Staten nog<br />
eenmaal op het ernftigfte de handhaving<br />
des Katholijken geloofs, en de<br />
uitroejing der Ketterij. Hij beloofde<br />
hun, dat het Spaanfche Krijgsvolk<br />
binnen weinige maanden de Nederlanden<br />
zoude ruimen , indien men<br />
hem flegts tijd wilde<br />
I 3<br />
vergunnen, dat
I.<br />
BOEK.<br />
DE AFVAL DÉR<br />
hij zig van de menigvuldige uitgaven<br />
des laatfieh ooriogs hciTrelde \<br />
om aan deze benden 'de agterftallige<br />
foldij te kunnen betalen : hunne<br />
landswetten ' zouden ongefchonden blijven<br />
, de belastingen hen niet boven<br />
vermogen drukken, en de Inquifitie<br />
zoude haar amt met regtvaardighcid<br />
en gematigdheid waarnemen. Hij voegde<br />
hierbij, dat hij in de keuze van<br />
ene Landvoogdesfe voornaamlijk met den<br />
wensch der natie • was te 1<br />
rade gegaan<br />
, en zig tot ene inboreling bepaald<br />
had, welke in derzelver zeden<br />
en gewoonten ingewijd, en uit Vaderlandsliefde<br />
haar genegen was : hij<br />
vermaande haar des, zijne keus door<br />
hare dankbaarheid te • vereren , en aan<br />
zijne Zuster, de Hertoginne, even als<br />
aan hem zeiven te gehoorzamen. Bijaldien<br />
, zeide hij ten befluite •, onverwagte<br />
belctfelen zijne terugkomst<br />
mogten tegenhouden, zo beloofde hij<br />
hun, Prins KAREL, zijn' zoon, in<br />
zijne plaatfe te zenden, die in Brusfel<br />
zijn verblijf zoude memen (*).<br />
Enige kloekmoedige leden dezer Vergadering<br />
waagden nog een laatfte poging<br />
voor de vrijheid - van geweten.<br />
Elk volk, dus was hun gevoelen,'<br />
moest naar zijn eigen Nationaal karakter,<br />
even als ieder mensch naar zijne lichaams<br />
- gefteldheid , behandeld worden;<br />
(*) BURG. L. I. 34. 37. STRADA L. 32.
NEDERLANDEN. 135<br />
dus zoude men, bij voorbeeld, het L<br />
Zuiden onder enen zekeren graad van BOEK.<br />
dwang nog voor gelukkig houden,<br />
welke voor het Noorden onverdraagelijk<br />
zoude zijn. Nimmer, voegden<br />
zij 'er bij, zouden de Vlamingen<br />
in een juk bewilligen, waaronder<br />
de Spanjaarden misfchien geduldig bukten,<br />
en, zo men hun hetzelve wilde opdringen<br />
, zouden zij liever het uiterfte<br />
wagen. Dit voorftel werd door eenigen<br />
van 's Konings Raden onderfteund,<br />
welke met ernst op verzagting van<br />
die fchrikkelijke Geloofs-plakaten aandrongen;<br />
maar FILIPS bleef onverbiddelijk:<br />
„ liever niet heerfchen," was<br />
zijn antwoord , „ dan over Ketters<br />
„ heerfchen (*)."<br />
Volgens ene " inrigting, reeds door<br />
KAREL DEN VIJFDEN gemaakt, waren<br />
der Landvoogdesfe drie Raadsvergaderingen<br />
of Kamers, toegevoegd, welke de waarne<br />
ming der Staatszaken onder zig verdeelden<br />
Zo lang FILIPS zelf in de Nederlandei j<br />
tegenwoordig was , hadden deze dri<<br />
Vergaderingen zeer veel van hare mag<br />
verloren, en de eerfte van dezelven<br />
de Raad van State, had bijna ge<br />
heel ftilgezeten: tans, nu_ hij he l<br />
hegt der regering weder uit de han<br />
den gaf, verkregen zij haar vorij<br />
aanzien weder. In den Raad vat<br />
State, welke over oorlog en vrede<br />
(*) BENTIVOCL. L. I. p. io„<br />
\ 4<br />
j
I.<br />
BOEK.<br />
136 DE AFVAL DE li<br />
en de veiligheid van buiten het opzigt<br />
had, zaten de Bisfchop van<br />
Atrecht , de Prins van Oranje, de<br />
Graaf van Egmond , de Prelident<br />
van den Geheimen Raad , VIGLIUS<br />
VAN ZUICHEM, VAN AIJTTA, en de<br />
Graaf van Barlaimont, Prefident van<br />
den Raad der Geldmiddelen. Alle de<br />
Ridders van het Gulden Vlies , alle<br />
de leden van den Geheimen Raad<br />
en den Raad der Geldmiddelen, gelijk<br />
ook die van den groten Raad<br />
te Mechelen , welke reeds door K A-<br />
R.EL DEN VIJFDEN aan den Geheimen<br />
Raad te Brusfel onderworpen<br />
was, hadden zitting en Hem in den<br />
Raad van State , wanneer zij van<br />
de Landvoogdesfe uitdrukkelijk daar geroepen<br />
werden, Het befluur van 'sKonings<br />
inkomften en Domeinen behoorde<br />
aan den Raad der Geldmiddelen,<br />
en de Geheime Raad hield zig bezig<br />
met het Regts-wezen en de burgerlijke<br />
orde, en verleende brieven van<br />
vrijdom en vergiffenis. De ledigffaande<br />
Stadhouders-plaatzen in de Provinciën<br />
werden of van nieus vervuld,<br />
of de ouden bevestigd: Vlaanderen en<br />
Artois behield de Graaf van Egmond;<br />
Holland, Zeeland, Utregt en<br />
Westfriesland met het Graaffchap Bourgondië<br />
de Prins van Oranje ; de<br />
Graaf van Aremberg, Oost - Friesland<br />
Overysfel en Groningen ; de Graaf<br />
ran Mansveld, Luxemburg;' Bnrkimont,
NEDERLANDEN. 137<br />
Namur ; de Marquis van Bergen L<br />
Henegouwen , Chateau in Cambrefis BOEK,<br />
en Valencyn ; de Baron van Montigny,<br />
Doornik en het Doornikfchc:<br />
andere Provinciën werden aan anderen<br />
gegeven , welke onzer opmerking minder<br />
waardig zijn. FILIPS VA IS MOKT-<br />
MOREN c IJ, Graaf van Hoorn, wien<br />
de Graaf van Megen in het Stadhouderfchap<br />
over Gelderland cn Zutfen<br />
was opgevolgd, werd als Admiraal<br />
der Nederlandfche Zeemagc<br />
aangefteld. Elke Provinciale Stadhouder<br />
was tevens Ridder van het Gulden<br />
Vlies, en Medelid van den Raad<br />
van State. Elk had in de Provincie,<br />
welke hij beftuurde, het bevel<br />
over het krijgsvolk, welke dezelve<br />
dekte, en het hoofd-opzigt over dc Burgerlijke<br />
regering , en het regts-wezen:<br />
uitgenomen alleen Vlaanderen ; waai<br />
de Stadhouder<br />
zeggen had.<br />
in regtszaken niets te<br />
Braband alleen ftonc i<br />
onmiddelijk onder de Landvoogdes,<br />
welke, volgens oud gebruik , te Brus<br />
fel haar beften dig verblijf nam. Da<br />
6<br />
r<br />
de Prins van Oranje als Stadhoude<br />
r<br />
was aangefteld, was eigenlijk ftrijdi; ><br />
met<br />
wijl<br />
de<br />
hij<br />
Conftitutie des Lands, dc<br />
een vreemdeling was; , maa r<br />
enige landgoederen,<br />
Provinciën hier en<br />
welke hij in d<br />
daar bezat, c<br />
f<br />
als Voogd over zijnen Zoon l>eftuui<br />
de, een langdurig verblijf in dit land i<br />
en voornaamlijk 'het<br />
ï 5<br />
onbepaalde ve:
D E A F V A L D.ER<br />
L trouwen der Natie in zijne denkwij<br />
R OEIt. ze , vergoedden aan wezenlijke bevoegdheid<br />
, wat hem aan ene toevallige<br />
ontbrak (*).<br />
De nationale magt der Nederlanderen,<br />
welke wanneer zij voltallig was, uit<br />
drieduizend paarden moest beftaan, dog<br />
tans niet veel over de tweduizend<br />
beliep, werd in veertien benden verdeeld<br />
, over welke, behalvcn de Stadhouders<br />
der Provinciën, nog de Hertog<br />
van Aarfchot, de Graven van<br />
Hoogftraten, Bosfu, Roeux en Brederode<br />
het opperbevel voerden. Deze<br />
ruiterij , welke door alle zeventien<br />
Provinciën verdeeld was , moest<br />
alleen maar. voor onverwagte toevallen<br />
gereed ftaan: hoe weinig zij<br />
ook tot grote ondernemingen toereikend<br />
ware, was zij nogtans ter bewaringe<br />
. van de binnenlandfche rust<br />
^enoegfaam. Zij v/as van enen beproefden<br />
moed, en de vorige oor-<br />
j ogen hadden den roem van hare<br />
i iapperheid door geheel Europa ver<br />
1 breid (f). Behalven deze moest 'er<br />
1 ïog voetvolk worden aangenomen, dog<br />
1 vaartoe de Staten tot hier toe niet<br />
] :onden befluiten. Van de buitenland-<br />
i che troepen waren nog enige Duit-<br />
(*) VAN METEREN L D. L Boek 46.<br />
1 iLRGUND. L. I. p. 7. 25. 30. 34. STRAD.A<br />
I .. I. 20.<br />
(f) BURGUND. L. I. 26. STRADA L.<br />
I 21. HOPPER ig, 19. THUAN. T. II. 489,
NEDERLANDEN. i39<br />
fche Regimenten in dienst, welke ï.<br />
op hunne betaling wagtten. De vier ROEK<br />
duizend Spanjaarden, over welke zo<br />
veel bezwaar gemaakt werd, ftonden<br />
onder twe Spaanfche Bevelhebbers,<br />
MENDOZA en ROMERO, en lagen<br />
in de crensfteden in bezetting.<br />
Onder de Nederlandfche Groten,<br />
welken de Koning bij de begeving<br />
van deze plaatfcn boven anderen uitkipte<br />
, Haan de namen des Graven<br />
van Egmond en des Prinfen van<br />
Oranje boven aan. Hoe diep ook<br />
toen reeds de haat tegen deze beiden<br />
, en bijzonderlijk tegen den laatften,<br />
bij hem geworteld ware , gat<br />
hij hun evenwel nog deze openbare<br />
blijken van zijne gunst, omdat zijne<br />
wraak nog niet rijp was, en hel<br />
volk hen bijna afgodisch vereerde.<br />
Beider goederen werden vrij van be<br />
festingen verklaard; (*) dc voordcliglh<br />
Stadhouderfchappen werden hun gege<br />
ven; door het aangeboden bevel oye<br />
de agtergcblevene Spanjaarden, ftreeld*<br />
hij hen met een vertrouwen, well<br />
hi zeer verre af was van wezen<br />
lijk in hun te Hellen: maar tei l<br />
zelfden tijde, dat hij den Prins doo f<br />
deze openbare bewijzen zijner ^ agtin; r<br />
verpligtte, wist hij hem in 't ge<br />
heim des te gevoeliger te kwetfer<br />
Uit vrees, dat ene verbmdtems mc t<br />
(*) Als mede die van den Graye van Hoorn»
BOEK.<br />
140 DE AFVAL DE 11<br />
het magtige Huis van Lotharingen<br />
dezen verdagcen Leenman tot (louter<br />
aanflagen mogt verleiden, ftremde hij<br />
het huwelijk, dat tusfehen dezen en<br />
ene Prinfes uit dat Huis Hond aangegaan<br />
te worden, en verijdelde deszelfs<br />
hoop, welke zo nabij hare<br />
vervulling was : een grievende fpijt,<br />
Welke de Prins hem nooit vergeven<br />
heeft (*). De haat tegen W I L L E M<br />
vermeesterde éénmaal geheel en al<br />
zijne aangeborene kunst van veinzen,<br />
en deed hem enen flap begaan, waar<br />
in wij FILIPS DEN T WED EN geheel<br />
niet meer herkennen. Toen hij<br />
te Vlisfingen aan boord ging, en de<br />
Groten des lands zig op het ftrand<br />
rondom hem fchaarden, vergat hij<br />
Zig zeiven zo ver, dat hij den Prins<br />
op ene onbefchofte wijze bejegende,<br />
en hem openlijk voor de oorzaakder<br />
Vlaamfche onlusten uitkreet. De<br />
Prins antwoordde op ene bedaarde<br />
wijze , dat 'er niets gebeurd was,<br />
't welk de Staten niet uit eigene<br />
seweeging en uit de billijkte oorza-<br />
j ten gedaan hadden. „ Neen," zeide<br />
'ILIPS , terwijl hij 's Prinfen hand<br />
rreep , en dezelve hevig fchudde ,<br />
, niet de Staten, maar gij, gij, gij|«<br />
Je Prins flond verflomd, en zonder<br />
e wagten, tot dat de Koning aan<br />
loord was , wenschte hij hein een<br />
(*) WATSON T. 1. 137-<br />
I
NEDERLANDEN. 14*<br />
goede reis, en ging naar de Stad<br />
te rug (*). Zo maakte perfoonlij- j<br />
ke haat de verbittering ongeneesbaar,<br />
welke deze regtfchapen en edele man<br />
reeds voor lang tegen den onderdrukker<br />
van een vrij volk in zijnen boezem<br />
droeg; en deze dubbelde ter.<br />
ging bragt ten laatflen die grote onderneming<br />
tot rijpheid, welke der<br />
Spaanfche Krone op zeven van hare<br />
edelfte ftenen te ftaan kwam.<br />
FILIPS had zijn waar karakter<br />
niet weinig verzaakt, daar hij de<br />
Nederlanden nog met zo veel goedertierenheid<br />
verliet. De wettige vorm<br />
ener dagvaart , de bereidwilligheid om<br />
zijne Spanjaarden uit het 1<br />
L<br />
land te<br />
voeren , de infchikkelijkheid om_ in<br />
de gewigtigfte lands-amten de lievelingen<br />
des volks te zetten , eindelijk,<br />
de opoffering, welke hij aan hunne<br />
ftaatsgefteldheid deed, door den Graaf<br />
van Feria weêr uit den Raad van<br />
State te nemen, waren oplettendheden<br />
, waaraan zijne groothartigheid zig<br />
nooit weder fchuldig maakte ; dog<br />
hij had tans meer dan ooit de genegenheid<br />
der Staten nodig, ten einde<br />
met hunne hulp, ware het mo-<br />
(*) Vie £? Genéalogie de Guillaume I.<br />
Prime d'Orange. Dit boek , welk ik niet<br />
meer in handen heb , en waarvan ik den<br />
tytel niet nader kan opgeven, is onder Koning<br />
WILLEM DEN DERDEN van Engeland<br />
gefchreven, en ook aan hem opgedragen.<br />
IOEK.
I.<br />
BOK K.<br />
r#é DE A F Y A L D E R<br />
gelijk, den zwaren last van fchulderi<br />
weg te nemen ,. welke nog van dc vorige<br />
oorlogen op de Nederlanden rustte<br />
: met zig door kleine opofferingen<br />
aangenaam bij hen te maken,<br />
hoopte hij misfchien zijne onregtvaardige<br />
handelwijze te vergoeden. Hij<br />
tekende zijn affcheid met blijken van<br />
genade , want hij wist , in welke<br />
handen hij hen liet: de vreeslijke<br />
tonelen des doods , welke hij dit<br />
ongelukkige volk had toegedagt, moesten<br />
den helderen glans der Majefteit<br />
niet verduisteren , die , gelijk de<br />
Godheid, hare voetftappen alleen met<br />
weldoen tekent; die fchrikkelijke roem<br />
was voor zijne Plaatsbekleders befternd.<br />
Evenwel werd door de herïfelling<br />
van den Raad van State de<br />
Nederlandfche Adel meer gevleid, dan<br />
hij werkelijkcn invloed daardoor kreeg."<br />
De Gefchiedfchrijver STRADA, welke<br />
van alles , wat de Landvoogdes betrof,<br />
uit de eigene papieren van<br />
deze best konde onderrigt zijn, (*) heeft<br />
ons enige punten bewaard uit het<br />
geheime narigt, welke haar door de<br />
Spaanfche Regering werd gegeven. Wanïeer<br />
zij merkte, vindt men onder<br />
inderen hierin , dat de Raden' door<br />
sartijfchappen verdeeld,. of, 't geen<br />
i<br />
] log erger was, door geheime on-<br />
< lerhandelingen', vóór de zitting, af-<br />
.(*) STRADA' L. IL 49. & L. ï- 31,
NEDERLANDEN. 143<br />
fpraak met elkander gemaakt hadden, I.<br />
. .. „:: J« 13 nn/-Icwr>r
L<br />
BOEK.<br />
»44 DE AFVAL DER.<br />
het gelijke regt der ftemmen, de<br />
meerderheid niet zelden op de zijde<br />
van het onverftand weten te krijgen.<br />
Een twede regel, door cle Landvoogdes<br />
waartenemen, was, den zodamgen<br />
leden van den Raad , welke<br />
tegen ene fchikking geftemd hadden<br />
, ^ nadrukkelijk voortehouden , dat<br />
zij die fchikking , in gevalle dezelve<br />
kwame doortegaan, even zo bereidwillig<br />
moesten bevorderen , als<br />
of zij de ijveriglte voorftanders van<br />
dezelve geweest waren ; daardoor zouden<br />
zij niet alleen het volk omtrent<br />
den bewerker van zodanige wet in het<br />
onzekere laten , maar ook de kibbelarijen<br />
onder de leden doen ophouden<br />
, en bij het ftemmen ene grote<br />
vrijheid invoeren (*).<br />
Ongeagt alle deze voorzorgen, had<br />
FILIPS de Nederlanden niet gerust<br />
tunnen verlaten , zo lang hij wist<br />
| lat de overmagt in den Raad van<br />
t a t e<br />
l „ en de gehoorfaamheid der Pro<br />
i vinciën in handen van den verdagten<br />
j \del was. Om dus ook van dezen<br />
1 :ant ^ zijne vrees te doen bedaren,<br />
< « zig tevens van de Landvoogdesfe<br />
I e verzekeren, onderwierp hij haar<br />
I :elve, en in haar alle Lands-zaken<br />
| an het opper-toezigt van den Bis<br />
{ shop van Atrecht, in welken enigen<br />
man<br />
(*) STRADA Dec. I. L. L 31.
NEDERLANDEN. '145<br />
man hij den gedugtflen aanhang een<br />
genoegfaam tegenwigt gaf. Naar dezen<br />
werd de Hertogin , als naar een<br />
onfeilbaar orakel der Majefteit, gewezen,<br />
en in hem had zij enen ltrengen<br />
waarnemer van haar beftuur. Onder<br />
alle ftervelingen van dien tijd maakte<br />
GRANVELLE de enigfte uitzondering,<br />
welken het wantrouwen van FILIPS<br />
DEN TWEDEN fchijnt geleden te<br />
lebben; verzekerd dat deze in Brusfel<br />
was , kon hij" in Segoviën flapen.<br />
Hij vertrok uit de Nederlanden<br />
in September des jaars 1559. Een<br />
ftorm deed zijn vloot vergaan, terwijl<br />
hij zelf bij Laredo in Biscajcn<br />
behouden aan land kwam; en zijne<br />
fombere blijdfchap dankte den God des<br />
behouds door ene affchuwelijke gelofte.<br />
Het gevaarlijke beftuur der Nederlanden<br />
was in de handen van enen<br />
Priester en ene vrou gegeven, en de<br />
laffe Dwingeland vlood van het kwaad,<br />
dat hij had uitgevoerd, en ontdook<br />
in zijnen bid-floel te Madrid dc beden<br />
, de klagten en de vervloekin*<br />
gen van zijn volk.<br />
# *<br />
I. DEEL, K<br />
I.<br />
BOEIT.
n.<br />
BOEK.<br />
T W E D E B O E K .<br />
LANDVOOGDIJ VAN MARGAREET<br />
VAN P A R M A.<br />
A<br />
Jt^-NTONIUS PERENOT, Bisfchop<br />
van Atrccht , naderhand Aartsbisfchop<br />
van Mechelen , cn Opper - kerkvoogd<br />
der Verenigde Nederlanden, dien de<br />
haat zijner tijdgenoten ons onder den<br />
naam van Kardinaal GRANVRLLE vereeuwigd<br />
heeft , werd in den jare<br />
1516 te Befancon in het Graaffchap<br />
Bourgondië geboren. Zijn Vader, N 1 KO<br />
LA A s PERENOT, de Zoon van enen<br />
fmid (*), was door eigen verdienfte<br />
tot den rang van Geheimfchrijver der<br />
Hertoginne MARGAREET VAN SA-<br />
(*) Dit is eer verdigtfel, dn, uit den<br />
algemenen ha?t tegen den Krrdinrrl gefproten<br />
, zig langen tijd , en genoegfaam tot<br />
in onze dfgen heeft voordgeplrnt. Men<br />
weet tpns uit egte befcheiden, dut GR AN<br />
TE LLE'S Vader in Franfche Comté uit een<br />
aanzienlijk geflagt, oorfpronklijk van Genua,<br />
gefproten was. VÏRT.
DE AFVAL DER NEDERLANDEN. '147<br />
VOJE , toenmaals Landvoogdes der ÏT.<br />
Nederlanden , opgeklommen: hier werd 3 0EK.<br />
hij aan KAREL DEN VIJFDEN als<br />
een bekwaam Staatsman bekend, welke<br />
hem in zijnen dienst nam , en bij de<br />
gewigtigfte onderhandelingen gebruikte.<br />
Twintig jaren arbeidde hij in het Kabinet<br />
des Keizers, bekleedde * de waardigheid<br />
van deszelfs Geheimraad cn<br />
Zegelbewaarder, deelde in alle de<br />
ftaatsgcheimen van dezen Vorst, en<br />
verworf zig een groot vermogen (*).<br />
ANTONIUS PERENOT erfde de waardigheden<br />
, den invloed, en de Staatkunde<br />
van dezen zijn' Vader, en gaf<br />
reeds in zijne vroege jeugd blijken van<br />
de grote bekwaamheid, welke hem<br />
namaals ene zo roemrijke loopbaan geopend<br />
heeft. Hij had op verfcheidene<br />
Hoge Scholen de talenten befchaafd,<br />
waarmede hij zo mildelijk van de Natuur<br />
begiftigd was , en in beide deze<br />
opzigten had hij veel vooruit boven<br />
zijnen Vader. Weldra toonde hij in<br />
Haat te zijn, om zig door eigen<br />
kragt ltaande te houden op de plaats,<br />
waarop eens anders verdienften hem gefield<br />
hadden. Hij was vier en twintig<br />
jaren oud, toen hij van den Keizer<br />
, als deszelfs Gevolmagtigde, naar<br />
de Kerkvergadering van Trente werd<br />
gezonden , cn hier vertoonde hij de<br />
eerfte proeven zijner welfprekendheid,<br />
f*) VAN MÏTEREN CO. JTRABA 47»<br />
K a
•548 DE AFVAL DER<br />
II. welke hem in 't vervolg zulk een' magtigen<br />
. invloed op twe Koningen verfchafte.<br />
.KAREL gebruikte hem nog in verfcheidene<br />
moeilijke Gezantfchappen, welken<br />
hij tot groot genoegen van zijnen<br />
Meester uitvoerde; en toen eindelijk<br />
deze Keizer den fcepter aan zijnen Zoon<br />
afitond, maakte hij dit kostbare gefchenk<br />
volkomen , door hem enen Staatsdienaar<br />
toetevoegen,<br />
fcepter hielp voeren.<br />
welke hem dien<br />
GRANVELLE opende zijne nieuwe<br />
loopbaan daadlijk met het grootfte meesterltuk<br />
van zijn ftaatkundig vernuft,<br />
met namelijk uit de gunst van zulk een'<br />
BOEK Vader in de gunst van zulk een' Zoon<br />
zo gemaklijk over te glijden. Spoedig<br />
gelukte het hem, dezelve inderdaad<br />
te verdienen. Bij de geheime<br />
onderhandeling, welke de Hertogin van<br />
Lotharingen tusfehen de Franfche en<br />
Spaanfche Ministers in Peronne bewerkt<br />
had, beraamde hij met den Kardinaal<br />
van Lotharingen de zamenzwering tegen<br />
de Protelïanten , welke naderhand<br />
te Chateau in Cambrefis , waar hij<br />
mede aan de vredes - onderhandelingen<br />
arbeidde , tot rijpheid gebragt , maar<br />
ook aldaar verraden werd.<br />
Een doordringend, veelbevattend verftand,<br />
ene ongemene vaardigheid in<br />
grote ingewikkelde zaken , en de uitgebreidfte<br />
geleerdheid was met enen<br />
lastdragenden vlijt, en een onvermoeid<br />
1558. geduld; de ondernemendfte geest met
NEDERLANDEN. 149<br />
ene alles wikkende voorzigtigheid, in n.<br />
dezen man op ene wonderlijke wijze 1<br />
verenigd. Bij dag en bij nagt, flaap- .<br />
loos en nugtercn, werkte hij voor den<br />
Staat; het gewigtige en het geringe<br />
werd bij hem met dezelfde gemoedhjke<br />
zorgvuldigheid overwogen, en men<br />
kon met waarheid van hem zeggen ,<br />
dat hij den last des Rijks op manlijke<br />
fchouders torste. Niet zelden<br />
hield hij vijf Geheimfchrijvers te gelijk<br />
bezig, en allen in verfchillende<br />
talen, waarvan hij gezegd wordt zeven gefproken<br />
te hebben. Het geen door een<br />
wèlwikkend verlland langfaam tot rijpheid<br />
was gebragt, verkreeg kragt en bevalligheid<br />
in zijnen mond; en de waarheid<br />
door ene vermogende tovertaal verzeld,<br />
fleepte alle Hoorders met geweld weg.<br />
Zijn trou was onkrenkbaar , omdat<br />
gene der driften , welke den^ enen<br />
mensch van den anderen afhangelijk maken<br />
, ooit zijn gemoed in verzoeking<br />
bragt. Hij had flegts een enig mensch<br />
van noden , en, om dezen enigen<br />
fchat te bewaren, waagde hij het gehele<br />
mcnschdom. Met ene verwonderlijke<br />
fcherpheid van geest had hi;<br />
de ziel vah zijnen Meester befpied, er [<br />
hij kende vaak reeds in de wezenstrek<br />
ken de gehele rij der gedagtcn , cvei<br />
als in de eerfte fchaduwtrekken he<br />
beeld, dat nog ftaat gevormd te wor<br />
den.<br />
dezen<br />
Met hulprijke kunst, kwam hi i<br />
trager geest te gemoet; vorm<br />
K 3<br />
iOEK.
I?o DE AFVAL DER<br />
II. de de onrijpe vrugr , die nog op<br />
BOEK deszelfs lippen was , tot volkomene<br />
gedagten, en gunde hem grootmoedig<br />
het zoete zelfbedrog van eigene vinding?<br />
hij verftond de moeilijke kunst van<br />
zijn eigen verftand te verkleinen, en<br />
zijn vernuft aan enen ander toeteeigenen.<br />
Gelijk ene onnatuurlijke moeder<br />
die haar eigen kind verzaakt,<br />
deed hij aflland van de geda°ten<br />
waarvan hij zelf de uitvinder was'<br />
om dezelve aan zijnen Heer, als des-<br />
Zelfs oorfpronglijk eigendom toetekennen.<br />
Das heerschte hij over FILIPS, omdat<br />
hij zijne heerfchappij verborg, en op<br />
deze wijze alleen kon FILIPS beheerscht<br />
worden. Te vreden met ene ftille<br />
naar wezenlijke magt, haakte hij 'niet<br />
( mverzadefijk naar nieuwe tekenen van<br />
lezelve, welke gewoonlijk het wenfehe-<br />
] ïjkfte doel zijn van kleine geesten ;<br />
1 naar elke nieuwe waardigheid paste<br />
} tem, als of zij nooit van hem ge-<br />
ƒ bheiden ware geweest. Geen wonder,<br />
C at zulke buitengemene hoedanigheden<br />
l em de gunst van zijnen Heer verwier<br />
V en : doch een nog gewigtiger erf-<br />
I eel van flaatkundige geheimen en on-<br />
d ervindingen, welken KAREL D E VIJF-<br />
I E in een bij uitflek bezig leven op<br />
g gaan en in dit hoofd ter bewaringe<br />
g :legd had, maakte hem voor zijnen<br />
OJ wolger volftrekt onontbeerelijk. Hoe<br />
Z( er ook deze laatfte, met zig zeiven<br />
jn genomen, gewoon was op zijn eigen
NEDERLANDEN. ï5*<br />
rerftand te vertrouwen, zo noodzaaklijk II.<br />
was het evenwel voor zijne fchroonv i 01K.<br />
a£tige, kruipende Staatkunde, enen fter- -<br />
ker *eest in den arm te nemen, en<br />
haar "efren befluiteloosheid door gezag,<br />
eens anders voorbeeld, en raadopvolsing<br />
te gemoet te komen. Generhande<br />
Staatszaken, gene dingen, welke<br />
'sKonings huis betroffen , kwamen ,<br />
zo lang FILIPS in de Nederlanden<br />
tegenwoordig was, tot ftand , zonder<br />
da* GRANVELLE 'er deel in had;<br />
en toen de Koning de reis naar Spanje<br />
ftond aantenemen, liet hij aan de<br />
nieuwe Landvoogdesfe in dezen Dienaar<br />
een even zo gewigtig gefchenk<br />
na, als hem zeiven van den Keizer,<br />
zijnen Vader , in hem was nagelaten.<br />
Hoe gewoonlijk men ook willekeurige<br />
Vorsten hun vertrouwen ziet fchenken<br />
aan zodanigen van hunne fchepfels,<br />
die door htm uit het Hof zijn opgebeurd,<br />
en wier vormers zij zijn, werder<br />
'er nogthans zulke uittekende gaven ver<br />
eischt, om de agterhoudende eigenliefde var I<br />
een karakter, als dat van FILIPS was<br />
zo verre te overwinnen , dat dezelve n I<br />
vertrouwen , ja in een volkomen ver<br />
trouwen overging. . Het genngfe bhjl<br />
van de billijkfre eigenliefde, wsurdoo r<br />
hij zijn eigendom aan ene gedagte ><br />
welke doodden Koning eenmaal al s<br />
de zijne was aangenomen , fchee .1<br />
weêroii te eifchen , zou den Diena r<br />
zijnen gehelen invloed gekost hebbes i.<br />
K 4
II.<br />
BOE K.<br />
*S* DE AFVAL DER<br />
Het ftond dezen vrij aan de laagte<br />
driften van wellust, gierigheid, wrik!<br />
mSr' A - V<br />
n tm<br />
T<br />
cl t e<br />
S<br />
maar de _ emgfte , welke hem inderdaad<br />
b c z i e l d e j d e a a n g e n a m e b e w u s [_<br />
Heid van eigene voortreflijkheid en vermogen<br />
, moest hij zorgvuldiglijk voor<br />
het agterdogtige oog van den Vorst<br />
verbergen. Vrijwillig' ftond hij af van<br />
alle voorregten, welken hij in eigendom<br />
bezat, om dezelve van de grootmoedigheid<br />
des Konings andermaal te<br />
ontvangen. Zijn geluk mogt uit o-een andere bron dan deze voordvloefen •<br />
geen ander mensch mogt aanfpraak op<br />
zijne dankbaarheid hebben. Het Pur<br />
>er hem uit Rome toegezonden , wil<br />
(<br />
le hy „iet aannemen, voor dat hij<br />
s Konings toeftcmming uit Spanje be-<br />
1 comen had: terwijl hij hetzelve aan<br />
< len voet van den troon nedcrleide,<br />
i cheen hij het als 't ware eerst ui<br />
C e handen van den Vorst te ontvan-<br />
I en (*). Minder Staatsman dan hij,<br />
r gtte de Hertog van Alba zig te Ant<br />
v werpen een ftandhceld op , en fchreef<br />
z jnen eigen naam onder de zegetekens<br />
v 'eiken hij als een werktuig der Kroone<br />
b ehaald had; maar A L B A ging m e t d e<br />
O igenade van zijnen Heer ten grave- hu<br />
h id met ene roekeloze hand in het Regaal<br />
V m de Kroon getast , door onmiddehïk<br />
Ui t de bron der onfterflijkheid te fcheppen.<br />
(,*) STRADA 65.<br />
vieren;
NEDERLANDEN; 153<br />
Driemaal verwisfelde GRANVELLE II.<br />
van Heer, en driemaal gelukte het j 10 EK.<br />
hem tot de hoogde gunst opteklim- •<br />
men. Even gcmaklijk, als .hij den<br />
diep gewortelden trots van enen zelfheerfcher,<br />
en het ftijve Egoïsmus van<br />
enen Despoot had weten te beduren,<br />
wist hij ook de zwakke verwaandheid<br />
ener Vrouwe ftaande te houden. Zijne<br />
verrigtingen met de Landvoogdesfe<br />
werden gewoonlijk , ook dan, wanneer<br />
zij in één huis bij elkander waren ,<br />
door briefjes afgedaan; een gebruik,<br />
dat men zegt uit de tijden van AU<br />
GUSTUS en TIBERIUS herkomftig te<br />
zijn. Wanneeer de Landvoogdes m 't<br />
naau was gebragt , werden zodanige<br />
briefjes tusfehen den Dienaar cn haar,<br />
vaak van uur tot uur, gewisfeld. Waarfchijnelijk<br />
verkoos hij dit middel , om<br />
den waakfamen nijd des Adels te bedriegen<br />
, welke zijnen invloed op de<br />
Landvoogdes niet geheel moest kennen;<br />
misfehien dagt hij ook langs dien weg<br />
zijne raadflagen voor de aatstgenoemde<br />
duurfamer te maken, en zig in<br />
geval van nood met de fchriftelijke<br />
blijken tegen befchuldiging te dekken.<br />
Maar de waakfaamheid van den Adel<br />
ftelde deze voorzigtigheid te leur, en<br />
weldra werd het in alle Provinciën<br />
bekend, dat niets<br />
dienaar gefchiedde.<br />
zonder den Staats<br />
GRANVELLE bezat alle hoedanigheden<br />
eens volmaakten Staatsmans voor<br />
K 5
154 DE AFVAL DER<br />
11. Rijken, die tot een eigendunklijk be<br />
BOEK. ltuur overhellen : maar volftrekt p-enen<br />
yoor vrije Staten, die Koningen hebben.<br />
Opgevoed tusfehen den troon<br />
en den biegritoel kende hij gene andere<br />
betrekkingen tusfehen menfchen,<br />
lan heerfchappij en onderwerping, en<br />
] iet inwendige gevoel van zijn eigen<br />
I neerderheid boezemde hem menfehen-<br />
1 reragting in. Het ontbrak zijner ftaat-<br />
1 mn.le aan zagtheid, de enige deugd,<br />
velke haar hier onontbeerelijk was. Nooit<br />
1 veek zij af van haar eens gezette<br />
3 igtfnoer , dewijl zij zig reeds in<br />
( le jeugd van zijnen geest had ge-<br />
^ ormd , en dewijl het bezwaarlijk valt,<br />
an enen vroeg ontvangen indruk te<br />
{ :heiden. Hij was oplopend en woest<br />
\ an aart, en wapende met de koning-<br />
1 jke volmagt de natuurlijke heftigheid<br />
x an zijn gemoed, en de driften van zijen<br />
geestlijken (land. Onder het be-<br />
i mg van de Kroon bewimpelde hij<br />
2 ijn eigen eerzugt , en maakte de<br />
erwijdering tusfehen de Natie en den<br />
* honing onherftelbaar, dewijl hij dan<br />
V oor dezen onontbeerelijk bleef. Hij zogt<br />
a m den Adel zijne eigene geringe afk<br />
:>mst te wreeken, en ftelde , gelijk al-<br />
le die genen , welke het geluk door<br />
# :rdienften gedwongen hebben , de<br />
ïorregten van geboorte beneden die,<br />
Vv aardoor hij tot aanzien geftegen<br />
f \ Proteftanten erkenden hem<br />
mnen onverzoenlijkiten vijand ;<br />
was.<br />
voor<br />
alle<br />
1
NEDERLANDEN. 155<br />
lasten, welke het land drukten, wer II.<br />
den aan hem toegefchrcven, en allen , lOEK»<br />
drukten des te onverdraagelijker, om- .<br />
dat zij van hem kwamen; ja zelfs<br />
wordt hij . befchuldigd, :de zagter gezindheden,<br />
welke het dringend aanhouden<br />
der Staten den Vorst eindelijk hadden<br />
afgeperst, tot Ürengheid te rug<br />
gebragt te hebben. De Nederlanden<br />
vervloekten hem , als den gedugtften<br />
vijand hunner vrijheid, en de eerfte<br />
oorzaak van al den jammer, welke<br />
hun namaals is overgekomen (*)<br />
Klaarblijklijk had FILIPS de Provinciën<br />
nog* te vroeg verlaten. De nieu<br />
'559*<br />
we maatregelen der Regering waren<br />
voor dit volk nog te vreemd , en<br />
konden door hem alleen gezag en nadruk<br />
verkrijgen ; de nieuwe Kunstwerktuigen<br />
, welken hij liet fpelen , moesten<br />
door een gedugte fterke hand<br />
aan den gang gebragt, derzelver eerfte<br />
bewegingen vooraf geholpen, en<br />
door gehoorfaamheid eerst bevestigd<br />
worden. Tans ftelde hij dezen Staatsdienaar<br />
bloot aan alle driften, welke<br />
in ééns ophielden de banden der<br />
Koninglijke tegenwoordigheid te gevoelen<br />
; liet aan den zwakken arm van<br />
enen onderdaan een werk over, waaronder<br />
de Hoogheid zelve met hare<br />
(*) STRADA Dec. I. L. Ü. 47. 4*«<br />
49V 50. THUAN. L. VI. 301. BURGUN*<br />
BIU.1.
'156 DE AFVAL DER<br />
II. magtige fteunfels zou hebben kunnen be<br />
BOEK. zwijken , en maakte enen ftaatkundigen<br />
misflag tot ene misdaad in de verkeerde<br />
keuze van zijnen dienaar.<br />
Het land bloeide inderdaad, en een<br />
algemene welvaart fcheen te getuigen<br />
van het geluk des vredes, welken het<br />
voor korten tijd deelagtig was geworden<br />
; het uitwendige voorkomen van<br />
rust bekoorde het oog : maar het<br />
was niet dan blote fchijn , en van<br />
binnen fmeulde de gevaarlijkfte twedragt.<br />
Wanneer de Godsdienst in een<br />
land aan 't wankelen is, wankelt hij<br />
niet alleen; de moedwil had met het<br />
heilige begonnen, en eindigde met het<br />
onheilige. De gelukte aanval tegen<br />
de Gecstlijke overheerfching, had lust<br />
en floutheid ingeboezemd om alle gezag<br />
in 't gemeen aantetasten, en wetten<br />
zo wel als Icerftcllingen , pligten<br />
zo wel als gevoelens, te onderzoeken.<br />
Deze dweepagtige moed , dien men<br />
m zaken , de eeuwigheid betreffende,<br />
had geleerd te oefenen , kon zijn<br />
roorwerp veranderen ; deze kleinagting<br />
van leven en goederen, kon van vreesigtige<br />
burgers dolle oproermakers maten.<br />
Ene vroulijke regering van bij-<br />
I ia veertig jaren, had aan' de Natie<br />
i gelegenheid gegeven , om hare regten<br />
I e doen gelden ; aanhoudende oorlo<br />
i gen , waarvan de Nederlanden het to-<br />
I leel waren , hadden ene zekere los<br />
\ bandigheid ingevoerd, en het regt van
NEDERLANDEN. 157<br />
den flerkflen voor burgerlijke orde in II.<br />
de plaats gefield; de Provinciën wa ÏOEK.<br />
ren opgevuld met vreemde gelukzoekers<br />
en vlugtelingen, louter menfchen,<br />
die aan geen vaderland, geen geflagt,<br />
geen eigendom meer gebonden waren,<br />
en die nog het zaad des oproers uit<br />
hun ongelukkig land herwaards overbragten.<br />
De gedurige tonelen van<br />
foltering en dood hadden de tedere<br />
banden der zedelijkheid verbroken, en<br />
aan het karakter der Natie ene onnatuurlijke<br />
ongevoeligheid gegeven. Door<br />
alle de verfchrikkingen der menschlijke<br />
natuur op deze moordtonelen blootteftellen,<br />
en de gemoederen met dezelve<br />
gemeenfaam te maken , verloor<br />
de Regering haar meest vermogend<br />
behoedmiddel, den fchrik voor het onbekende.<br />
Nu waren 'er voor het misdruk<br />
gene verfchrikkingen meer agtergehouden ;<br />
het oog telde dezelve , de gewoonte<br />
benam haar de kragt , en het verftand<br />
was in ftaat gefield om dezelve te wegen.<br />
.<br />
Dan, met dit alles Zou<br />
[<br />
de opkanc<br />
nog fchroomagtig zijn gebleven , er :<br />
langs den grond gekropen hebben<br />
had hij niet in den Adel enen fleur<br />
gevonden , waarmede hij zig op eet 1<br />
gedugte wijze verhief. KAREL DI<br />
VIJFDE had de Nederlandfche Grotei 1<br />
verw end, daar hij hen tot deelgenote! 1<br />
van zijnen roem maakte, hunnen volks<br />
hoogmoed voedde door den voorrang<br />
>
158 DE AFVAL DEK.<br />
II. welken hij hun boven den Kasriliaan»<br />
BOEK. fchcn Adel gaf, en in alle delen zijns<br />
Rijks voor hunne eerzugt een veld<br />
opende. In den laatften Franfchen<br />
oorlog hadden zij aan zijnen Zoon dezen<br />
voorrang wezenlijk verdiend ; de<br />
voordelen , welken de Koning uit den<br />
vrede van Chateau in Cambrefis inoogstte<br />
, waren grotendeels het werk van<br />
hunne dapperheid geweest, en nu waren<br />
zij op ene gevoelige wijze verftoken<br />
van den dank, waarop zij<br />
met zo veel reden ftaat gemaakt hadden.<br />
Hier kwam bij , dat door de<br />
affcheiding des Duitfchen Keizerrijks<br />
van het Spaanfche rijk, en den min<br />
krijgshaftigen geest der nieuwe Regering,<br />
hun werkkring over het geheel<br />
kleiner geworden , en 'er buiten hun<br />
Vaderland weinig meer voor hun te<br />
vinnen was. FILIPS Melde tans zijie<br />
Spanjaarden aan, waar KAREL<br />
>E VIJFDE Nederlanders gebruikt had.<br />
UI* die hartstogten, welken de voige<br />
Regering bij hun verwekt en<br />
verkfaam gemaakt had, hadden zij tans<br />
1 den vrede bij zig behouden ; en deze<br />
ssbandige driften, die het aan haar regt-<br />
r ïatig voorwerp ontbrak, vonden on-<br />
I elukkig in de bezwaren des Vader*<br />
1; tnds een ander. Nu haalden zij die<br />
a mfpraken, welke enen tijd lang door<br />
n ieuwe driften verdrongen waren, uit<br />
d f vergetelheid te voorfchijn. Bij de<br />
Ia atfte vervulling der openftaande plaat
NEDERLANDEN. *59<br />
fen had de Koning genoegfaam niet<br />
dan misnoegden gemaakt ; want zelfs<br />
die genen, welke met amten waren<br />
begunfligd, waren weinig beter te vreden<br />
dan die, welken hij had voorbijgegaan,<br />
omdat zij op beteren hadden<br />
ftaat gemaakt. WILLEM VAN ORAN-<br />
J E had vier Stadhouderfchappen , zonder<br />
nog andere kleineren medeterekenen,<br />
die te zamen genomen de<br />
waarde van een vijfde beliepen; maar<br />
WILLEM had zijn uitzigt op Braband<br />
en Vlaanderen gevestigd. Hij en de<br />
Graaf van Egmond zagen voorbij,<br />
wat hun werkelijk ten dele was gevallen<br />
, en dagten flegts daaraan , dar<br />
de Landvoogdij hun was ontgaan. Het<br />
grootfte gedeelte van den Adel had<br />
zig zelf in fchulden geftoken, of zig<br />
door de Regering daartoe laten vervoeren.<br />
Tans, daar hun de hoop<br />
benomen was, om zig door voordelige<br />
amten te herftellen , zagen zij<br />
zig op eenmaal aan gebrek blootgefteld,<br />
dat hun te gevoeliger fmcrt<br />
veroorzaakte , hoe meer de pragtige<br />
levenswijze van den welgezeten burger<br />
hetzelve deed in 't oog lopen. In<br />
den uiterften nood, waartoe het met<br />
hun gekomen was, hadden velen zelfs<br />
tot een misdrijf de band geboden:<br />
hoe zouden zij dus de verleidende<br />
aanbiedingen der Kalvinisten hebbes<br />
kunnen wederftaan, welke hunne voorfpraak<br />
en befchcrming met zware fom-<br />
IL<br />
SOES,
II.<br />
BOEK.<br />
l5o DE AFVAL DER<br />
men betaalden? Velen eindelijk, voor<br />
wien gene redding meer overig was,<br />
vonden hunne laatfte tocvlugt in de<br />
algemene verwoesting, en Honden elk<br />
oogenblik gereed , om den brand in<br />
de Republiek te Heken. (*)<br />
Deze gevaarlijke gefteldheid der gemoederen<br />
werd door de ongelukkige<br />
nabuurfchap van Frankrijk nog meer<br />
verergerd. Het gene FILIPS voor de<br />
Nederlanden te vrezen had, was daar<br />
reeds werkelijk gebeurd. In het lot<br />
van dit Rijk kon hij het lot zijner<br />
Nederlanden afgebeeld zien, en de<br />
geest des oproers kon aldaar een verleidend<br />
voorbeeld vinden. Gelijke toevallen<br />
hadden onder FRANCISCUS DEN<br />
EERSTEN en HENDRIK DEN TWE-<br />
DEN de zaden van verandering in dit<br />
Rijk geftrooid; ene gelijke razernij der<br />
vervolgingen, en een gelijke geest van partijfchap<br />
hadden deszelfs wasdom bevorderd<br />
, en die tedere vrugt tot enen<br />
reus aangekweekt. Tans worstelden Hugenoten<br />
en Katholijken in enen zeer<br />
twijfelagtigen ftrijd ; woedende partijen<br />
rukten dit gehele Rijk uit zijne gewrigten,<br />
en fleepten dezen magtigen Staat<br />
met geweld tot op den oever van zijnen<br />
Ondergang. Hier , zo wel als<br />
daar , konden eigenbelang , heerschzugt<br />
en<br />
C) Vita VIGLII T. II. Recueil des troubles<br />
des Pays-bis, P. HOPPER 22. STRA<br />
DA 47.
NEDERLANDEN. tSi<br />
«h geest van partij fchap zig in het<br />
kleed van godsdienst en vaderlandsliefde<br />
vermommen, en de driften van enige<br />
weinige burgers de gehele Natie<br />
in de wapens brengen: de grenzen<br />
van beide landen lopen in Fransch<br />
Vlaanderen in één; het oproer kan,<br />
gelijk een verbolgen zee, töt hier<br />
toe zijne golven werpen ; zou de<br />
overgang aan hetzelve belet worden<br />
door een land, welks taal, zeden ert<br />
geaartheid tusfehen Galliën en Belgiën<br />
als in 't midden ftond ? Tot nog<br />
toe had de Regering geen onderzoek<br />
naar hare Proteftantfche onderdanen<br />
in deze landen gedaan ; maaf<br />
zij weet, dat deze nieuwe fekte eeti<br />
zamenhangende grote republiek is, welke<br />
hare wortelen . door alle Rijken<br />
der Christenheid verfpreidt; ert de geringfte<br />
fchudding daadlijk in alle hare<br />
delen gevoelt. Het zijn dreigende<br />
Volkanen, die ^ door onderaardfche<br />
wegen verbonden , zig in ene gedugtë<br />
Sympathie ten gelijken tijde aahfteken.<br />
De Nederlanden moesten vöor alle<br />
Volken openftaan , omdat zij van alle<br />
volken leefden. Kon zij enen handeidrijvenden<br />
ftaat zo gemaklijk fluiten<br />
als hare Spaanfche Staten ? Bijaldieri<br />
zij deze Gewesten van hunne dwa ;<br />
ling in 't geloof Wilde zuiveren;<br />
zo moest zy beginnen met haar ip<br />
Frankrijk uitteroeicn (*).<br />
C*) STRADA L. III. 71. 72. 73,<br />
I. DEEL. L<br />
BOEK»
BOEK.<br />
1(5ï DE AFVAL DEIl<br />
Jtt 'Zodanig' vond GRANVELLE de Ne*<br />
derlanden,<br />
aanvaardde.<br />
toen hij zijne bediening<br />
I56o. De eenvormigheid van het Pausdom<br />
in deze Landen terug te brengen, het<br />
gezag van den Adel en de Staten te<br />
fnuiken, en op de puinhopen der republikeinfche<br />
vrijheid de Koninglijke<br />
magt te verheffen , was de grote bedoeling<br />
der Spaanfche Staatkunde , en<br />
de last van den nieuwen Staatsdienaar.<br />
Maar deze onderneming vond hinderpalen,<br />
ter wegneminge van welke, nieuwe<br />
middelen uitgedagt, nieuwe kunstwerktuigen<br />
in beweging gebragt moesten<br />
worden. De Inquifitie en de<br />
Bloed-plakaten fchenen wel genoegfaam<br />
te zijn, om de befmetting der ketterij<br />
tegen te gaan; maar dezen ontbrak<br />
het aan toezieners, en gene aan<br />
voldoende werktuigen van haar uitgebreid<br />
regtsgebied. Hier te Lande hield<br />
he oorfpronklijke Kerk-inrigting van<br />
vroegere tijden , toen de Provinciën<br />
nin volkryk waren , de Kerk nog ene<br />
ilgemene rust genoot, en het toezigt op<br />
lezelve gemakkelijker was, nog 'ftand.<br />
ien reeks van eeuwen, welke de gelele<br />
inwendige gefteldheid dezer Gewesten<br />
veranderd had, had dezen vorm<br />
ran het Geestelijke beftuur onveranderd<br />
ïelaten, die behalven dat, door de<br />
Privilegiën der Provinciën tegen de<br />
willekeur van. derzelver beheerfchers gedekt<br />
was. Alle de zeventien Provinciën
NEDERLANDEN. I'S'*<br />
.waren onder vier Bisfchoppen ver ft<br />
deeld, welke te Atrecht, Doornik, BOEK,<br />
Kamerijk en Utrecht hunnen ftoél<br />
hadden, en aan de Aartsftiften van<br />
Rheims en Keulen ondergefchikt waren.<br />
FILIPS DE GOEDE, Hertog van<br />
Bourgondië, was wel, bij de toenemende<br />
bevolking dezer Landen , op<br />
ene uitbreiding van de Geestelijke<br />
magt bedagt geweest , maar had dit<br />
ontwerp in de dronkenfchap van een<br />
vrolijk leven weder vergeten. KA<br />
REL DE STOUTE werd door eet*<br />
zugt en lust tot veroveringen, van de<br />
inwendige belangen zijner Landen afgetrokken<br />
j en MAXIMILIAAN had<br />
reeds te vele vérfchillen met de Staten<br />
, om ook nog dezen ftrijd te wagen;<br />
Ene onftuimige regering belettede KA<br />
REL DEN VIJFDEN de Uitvoering<br />
van dit uitgeftrekte plan, dat FILIPS<br />
DE TWEDE tans als een erfenis var<br />
alle deze Vorften overnam (*). Nu<br />
was het tijdftip gekomen, dat de<br />
dringende nood der Kerke deze nieu<br />
wigheid verfchonen, en de ftilte var<br />
den vrede derzelver uitvoering begün<br />
ftigen konde. Met de verbazende<br />
Volksmenigte , welke zig uit allé oorden<br />
van Europa in de Nederlandfche<br />
Steden te Zameh pakte, was ene vermenging<br />
van Godsdienften en gevoe I<br />
lens ontftaan, welke door zo Weinig* I<br />
.f*) BURCÜND. 45* STRADA 42*.<br />
La<br />
l
n.<br />
BOEK.<br />
164 DE AFVAL DER<br />
ogen onmogelijk meer gade geflagen<br />
konden worden. Daar het getal der<br />
Bisfchoppen zo klein was, moest derzelver<br />
gebied zig veel te ver uitftrekken,<br />
en vier menfchen waren niet<br />
langer in ftaat, om voor de zuiverheid<br />
van geloof in een zo wyd uitgeftrekt<br />
gebied te waken. Het regtsgebied,<br />
dat de Aartsbisfchoppen van Keulen en<br />
Rheims in de Nederlanden oefenden, was<br />
reeds lang een aanftoot voor de Regering<br />
geweest, welke dit Land nog<br />
niet als haar eigendom kon befchouwen<br />
, zo lang het gewigtigfte gedeelte<br />
i Ier magt in vreemde handen was.<br />
l Om hun deze magt te ontweldigen, de<br />
I jeloofs-onderzoeken door nieuwe kragt-<br />
) iadige werktuigen te verlevendigen, en<br />
i evens het getal van zijne aanhange-<br />
1 ingen op den Rijksdag te vergroten,<br />
| rond men geen beter middel, dan her<br />
;etal der Bisfchoppen te vermeerderen.<br />
| /Iet dit plan beklom FILIPS DE TWE-<br />
I E den troon ; maar ene verandering<br />
ii 1 het Geestelijke gebied moest bij<br />
d e Staten den fterkften tegenftand vin-<br />
d en , zonder welke dezelve tog niec<br />
v 'el kon ondernomen worden. Men<br />
k on wel voorzien , dat de Adel nim-<br />
| ter m ene inftelling zou bewilligen,<br />
v 'aardoor 's Konings partij enen zo<br />
11 erken aanwas bekwam, en hun zei-<br />
V ;n de' overmagt in de Staten - ver-<br />
g idering benomen wierd. De inkomen,<br />
waarvan deze nieuwe Bisfchop-
NEDERLANDEN. iSg<br />
pen leven zonden, moesten den Ab ir.<br />
ten en Monniken worden afgenomen, JOEK;<br />
en deze maakten een aanzienlijk gedeelte<br />
der Landsflenden uit: wij zwijgen<br />
, dat hij alle de Proteftanten te<br />
vrezen had, welke niet in gebreke<br />
zouden gebleven zijn, om , op den<br />
Landsdag, hem heimelijk tegen te werken.<br />
Te weinig gewoon den regten<br />
weg der waarheid en geregtigheid inteflaan<br />
, wanneer voor de logen<br />
nog een klein fluippad open was,<br />
nam hij ook nu zijne toevlugt tot bedrog<br />
, en het gehele werk werd te<br />
Rome op de heimelijklle wijze be-<br />
lloken. FRANS SONNOY, een Priester<br />
uit Leuven, en welafgerigt dienaar<br />
van GRANVELLE, verftheen voor<br />
PAÜLUS DEN VIERDEN, en gaf<br />
hem te kennen, hoe uitgellrekt deze<br />
Landen waren, hoe gezegend en volkrijk<br />
, hoe vrolijk in hun geluk. Maar,<br />
zeide hij verder , in het onmatige<br />
genot der vrijheid wordt het ware<br />
geloof verwaarloosd , en de Ketters<br />
komen op. Om dit kwaad te fluiten<br />
, moet de Roomfche ftoel een<br />
buitengewoon middel te werk ftellen.<br />
Het viel niet moeielijk den Bisfchop<br />
van Rome tot ene nieuwigheid te bewegen<br />
, die den kring van zijn eigen<br />
regtsgebied zou vergroten, PAU-<br />
LUS DE VIERDE Helde daarop een<br />
regtbank aan van zeven Kardinalen ,<br />
welke deze gewigtige zaak in oyer-<br />
l
\6ê DE AFVAL DER<br />
II. weging moesten nemen; dog 't geen<br />
SOEI ;. de dood hem belettede, werd door<br />
r zijnen opvolger PIUS DEN VIERDEN<br />
voltooid (*). De Koning ontving de<br />
heimelijke tijding nog in Zeeland, voor<br />
dat hij naar Spanje onder zeil ging,<br />
en de Staatsdienaar werd in 't geheim<br />
met de gevaarlijke uitvoering be-<br />
> last. Het nieuwe Geestelijke gebied<br />
wordt bekend gemaakt; by de tegenwoordige<br />
vier Bisdommen zijn dertien<br />
nieuwe bijgevoegd, naar de zeventien<br />
Gewesten des Lands, en vier derzelven<br />
tot Aartsftiften verheven. Zes van<br />
die Bisfchoplijke zetels , namelijk die<br />
van Antwerpen, 's Hertogenbosch, Gent,<br />
Yperen , en Roermonde ftaan onder<br />
het Aartsftift van Mechelen; vijf andere<br />
, Haarlem , Middelburg, Leeuwarden<br />
, Deventer en Groningen , onder<br />
het Aartsftift van Utregt; en de<br />
vier overigen, Atrecht, Doornik, St.<br />
Omer en Namen , welke nader aan<br />
Frankrijk liggen , en taal, geaartheid<br />
en zeden met dat Land gemeen hebben<br />
, onder het Aartsftift van Kamerijk.<br />
Mechelen , in 't midden van<br />
Braband en van alle zeventien Provinciën<br />
gelegen , is de Hoofdzetel van alle<br />
de overigen , en, benevens verfcheidene<br />
rijke Abtdijen , de beloning van<br />
GRANVELLE. De inkomften der nieu-<br />
OOBURGUND. 46. VAN METEREN «ar.<br />
Vita vict. T. ï. 34..
N E D E R L A N D E N .<br />
167<br />
we Bisdommen worden uit de fchac- II.<br />
ten der Kloosters en Abtdijen geno BOEK<br />
men , welke door vrome liefdadigheid<br />
federt eeuwen hier zijn opgeftapeld.<br />
Zommige Abten verkrijgen zelfs de<br />
Bisfchoplijke waardigheid, die met het<br />
bezit van hunne Klooster- en Prelaatfchappen<br />
ook de Item ter Staten-vergadering<br />
behouden , welke aan dezen<br />
gehegt is. Met elk Bisdom zijn<br />
te gelijk negen Prebenden verbonden,<br />
welke aan de bekwaamfte Regtsgeleerden<br />
en Godgeleerden gefchonken worden<br />
, om de Inquifitie en den Bisfchop<br />
in hun geestelijk amt te onderfteunen.<br />
Twe van dezen, die zig<br />
door kundigheid, ondervinding en onbefproken<br />
wandel dezen voorrang waardig<br />
gemaakt hebben, zyn werkelijke<br />
Inquifiteurs, en hebben de eerfte fteni<br />
in die vergaderingen, Den Aartsbisfchop<br />
van Mechelen, als Opperkerk<br />
voogd- van alle zeventien Provinciën ,<br />
is de volmagt gegeven om Aartsbis<br />
fchoppen naar welgevallen aantcftel<br />
Jen en aftezetten, en de Roomfch<<br />
ftoel geeft alleenlijk de goedkeuring (*)<br />
In alle andere tijden zoude d<<br />
Natie ene zodanige verbetering in he t<br />
(fl BURGUND. 49- 5°' DlNOTH. de<br />
bello civili Belg. L. !. 8. GROT. 15.<br />
E I D<br />
Vit. VIGL. 34- STRADA 23. R '<br />
HOPPER Recueil des troubles des Pays-bas,<br />
ÜB vita VIGL. T. II. 23. 28, 0<br />
L 4<br />
6<br />
"
ïï.<br />
té* DE AFVAL DER<br />
Kerkwezerj met dankbare goedkeuring<br />
SOEK . aangenomen hebben, daar dezelve door<br />
. de noodzakelykheid intefchikken , ea<br />
voor den Godsdienst en ter . verbeteringe<br />
der Monniken geheel 'onontbeerlijk<br />
was. Tans gaven de omftandigheden<br />
der tijden haar dc hatclijkfte<br />
gedaante. Algemeen was het misnoegen<br />
, waar mede zij ontvangen wierd.<br />
De Conftitutie, riep men, is de bodem<br />
ingeflagen, de regten des volks<br />
en de bijzondere voorregten der enkelde<br />
ftanden gefchonden , de Inquifitie<br />
ftaat voor de deur, die haar<br />
bloedgerigt van nu af hier, gelijk<br />
in Spanje , zal openen. Met beven<br />
bcfchout het volk deze nieuwe<br />
dienaars der willekeur en der vervolging.<br />
_ De Adel ziet de Koninklijke<br />
magt in de Staten-vergadering door<br />
veertien magtige Hemmen' verfterkt, en<br />
den fterkften ftut der Volks-vrijheid,<br />
het evenwigt tusfehen de Koninglijke<br />
en burgerlijke magt, weggenomen. De<br />
Dude^ Bisfchoppen beklagen zig over<br />
vermindering van hunne goederen , en<br />
beperking van hun regtsgebicd; de Ab^<br />
ien en Monniken hebben hunne magt en<br />
inkomften tevens verloren , en daar re°en<br />
Irenge opzieners over hun gedrag betomen.<br />
Adel en Volk , Priesters en<br />
] _*eken, komen te zamen tegen deze<br />
i remene vijanden<br />
i roor een klein<br />
op, en terwijl alles<br />
eigenbelang in de<br />
veer is, fchijnt ene gedugte ftem,
NEDERLANDEN. %S(f<br />
i eT Vaderlandsliefde gehoord te wor-<br />
den C * )<br />
C<br />
Van alle Provinciën is Braband het<br />
fterkfte hier tegen gekant. Dc onfchendbaarheid<br />
van hare Kerklijke inr<br />
rigtino- is een der voorregten , welken<br />
zi? zig in den merkwaardigen Vrijheids-brief<br />
der Blijde Inkomfte heeft<br />
voorbehouden; grondwetten, die de Vorst<br />
niet kan fchenden, zonder de INatie<br />
van hare gehoorfiamheid jegens hem<br />
te ontdaan. Te vergeefs beweerde de<br />
Hogcfchool te Leuven , dat in onftuimige<br />
tijden der Kerke een Privilege<br />
zijne kragt verloor, dat haar in<br />
vreedfame tijden gegeven was. Door de<br />
invoering der nieuwe Bisdommen werd hei<br />
ganfche gebou van hare vrijheid gefchud<br />
De Prelaatfchappcn, welke nu aan de<br />
Bisfchoppen kwamen, moesten van m BOEK<br />
af enen anderen regel volgen , dat<br />
het welzijn der Provincie, waarvan zi<br />
de ftenden waren. Uit vrije Vader<br />
land-lievende burgers ontftonden tans werk<br />
tuiden van den Roomfchen ftoel, ei<br />
afhangelingen van den Aarts-bisfehop<br />
die nog daarenboven, als eerfte Pre<br />
laat van Braband (f), bijzonderlijk ove<br />
hun te gebieden had. Het was me<br />
de vrijheid van ftemmen gedaan, de<br />
wijl de Bisfchoppen, als de gedier<br />
(*) GROT. I$- feq.. Vita VIGL. T. I<br />
28. feq.<br />
' (t) Abt van Affligem.<br />
V §<br />
[.<br />
» r t<br />
II.
H.<br />
BOEK.<br />
t?» DE AFVAL DER<br />
flige verklikkers van het Hof, elk<br />
befchroomd maakten. „ Wie," zeide<br />
men, „ zal het voordaan wagen, in<br />
„ tegenwoordigheid van zulke verfpie-<br />
„ ders, ter vergadering de Item te<br />
„ verheffen , of de regten der Na-<br />
„ tie tegen de roofgierige aanvallen<br />
„ der Regering in befcherming te ne-<br />
„ men? Zij zullen de hulpbronnen<br />
„ der ^ Provinciën opfporen , en de<br />
„ geheimen, van onze vrijheid en van<br />
„ onzen eigendom aan de Kroon ver-<br />
„ raden. Den weg tot alle eeramten<br />
„ zullen zij affluiten; weldra zullen<br />
„ wij hen van zijne Hovelingen zien<br />
„ gevolgd worden ; de kinders van bui-<br />
„ tenlanders zullen voordaan den Raad<br />
„ innemen, en het belang hunner be-<br />
„ gunftigers zal hunne gehuurde ftemmen<br />
„ befturen." „ Welk een geweld !"<br />
rervoigden de Monniken , „ de heili-<br />
„ ge ftigtingen der Godvrugt om<br />
„ te keren , den onfehendbaren wil<br />
, der ftervenden te verbreken , en,<br />
, 't geen vrome milddadigheid in de-<br />
I , ze bewaarplaatfcn voor ongelukkigen<br />
5 , had weggelegd, voor de dartelheid<br />
3 , dezer Bisfchoppen te laten dienen ,<br />
) , en de trotfche pragt van dezen<br />
i , met den roof der armoede te verr<br />
J , groten!" Niet alleen de Abten en<br />
ï /Ionniken, welken het ongeluk wer-,<br />
l elijk trof, van door deze ver<br />
r andering te lijden, maar alle fami-<br />
1 ën, die tot in de laatsttoekomende
NEDERLANDEN, Ï7*<br />
Seflagten zig met enigen fchijn van<br />
hoop konden vleiën om dat voordeel<br />
eenmaal te genieten, gevoelden dit verlies<br />
van hunne hoop niet wfcw *<br />
dan of zij het werkelijk geleden hadden<br />
, en het leed van enige Prelaten<br />
werd de zaak van gehele ge-<br />
flagten (*), . . . . , a n<br />
In deze algemene beweging hebben<br />
de Gefchiedfchrijvers ons de heimelyke<br />
gangen van Prins WILLEM laten waarnemen<br />
, die zijn best deed om deze<br />
ondereen woelende driften op een zeker<br />
doel te rigten. Door aanfloking<br />
van hem gefchiedde het, dat de Brabanders<br />
de Landvoogdes om enen voor<br />
fbraak en befchermer verzogten , de<br />
wijl zij alleen onder alle de overig.<br />
Nederlandfche onderdanen het ongelul<br />
hadden, van in den zelfden pertoo; |<br />
hunnen Bezorger en Heer te verem<br />
eren Hunne keus kon op meman d<br />
andèrs , dan op den Prins van Oranje<br />
vallen. Maar de flimheid van GRAP •<br />
VELL E wist dezen ftrik te brekei 1.<br />
„ Wie dit amt verkrijgt," gaf hij i n<br />
den Raad van Staten te verftaan •><br />
zal, hope ik, begrijpen dat 1 'ij<br />
Braband met den Koning van Spai 1-<br />
" ie deelt (+>" Het lang uitblijven vs n<br />
'sPaufen open-brief, die door misve r-<br />
{*) BÜRGUND. 55' 5
II.<br />
HOEK<br />
V?% DE AFVAL DER<br />
Jand tusfehen het Roomfche en Spaanfche<br />
Hof te Rome op de lange<br />
baan werd gefchoven, gaf den misnoegden<br />
tijd, om zig tot één doel<br />
te verenigen. Zeer heimelijk vaardigden<br />
de Staten van Braband enen bui<br />
tengewonen Gezant af, aan PIUS DEN<br />
VIERDEN<br />
i<br />
]<br />
t<br />
i<br />
i<br />
1<br />
, om te Rome zelve hunne zaak<br />
te bevorderen. Deze Gezant werd met<br />
gewigtige brieven van aanbeveling van<br />
den Prins van Oranje voorzien , en<br />
kreeg aanzienlijke geldfommen mede,<br />
om zig tot den Vader der Kerke<br />
den weg te banen. Te gelijk ging<br />
van de Stad Antwerpen een open<br />
brief af aan den Koning van Spanje<br />
waarin hem de nadruklijkfte voordellen<br />
werden gedaan, om deze bloeiende<br />
Koopftad van die nieuwigheid te<br />
verfehonen. 'Zij erkennen daarin, dat'<br />
s Vorllen oogmerk het beste, en de<br />
aanllelhng der nieuwe Bisfchoppen tot<br />
het in ftand houden van den waren<br />
Godsdienst, zeer prijslijk is; dog hiervan<br />
konde men de Buitenlander-s niet<br />
overtuigen, van welken tog de bloei<br />
dunner ftad afhing. De ongegrondfb<br />
;erugten waren in dit opzigt even<br />
zo gevaarlijk als de waaragtiglle. Het<br />
:erfle gezantfehap werd nog tijdig geïoeg<br />
door de Landvoogdes ontdekt<br />
:n verijdeld ; op het twede verkreeg<br />
le Stad Antwerpen zo veel', dat zij,<br />
ot aan de perfoonlijke overkomst des'<br />
[onings, gelijk het heette, van ha-
NEDERLANDEN. m<br />
ren Bisfchop verfchoond zoude blij<br />
ven (*). i<br />
Het voorbeeld en de goede uitflag .<br />
van Antwerpen was voor alle overige<br />
Steden , welken een Bisfchop was<br />
toegedagt, de leus tot tegenkanting.<br />
Het is een merkwaardig bewijs, hoe<br />
ver destijds de haat tegen de Inquifitie<br />
, en de eendragt der Nederlandfche<br />
Steden gegaan is, dat zij liever<br />
van alle voordelen wilden afzien,<br />
welke de zetel eens Bisfchops voor<br />
hunne inwendige zaken gewislijk moest<br />
medebrengen, dan dien gehaten regtbank<br />
door hare toeftemming bevorderen<br />
, en het voordeel van 't geheel<br />
tegenwerken. Deventer, Roermonde en<br />
Leeuwarden verzetteden zig ftandvastiglijk,<br />
en dreven het ook gelukkig<br />
door; den overigen lieden werden de<br />
Bisfchoppen, in weerwil van alle tegenfpraak,<br />
met geweld opgedrongen.<br />
Utregt, Haarlem, St Omer, en Middelburg<br />
waren de eerften , welke hun<br />
de poorten openden; de overige lieden<br />
volgden het voorbeeld van dezen<br />
; maar te Mechelen en 's Hertogenbosch<br />
werden de Bisfchoppen met<br />
zeer weinig agting ontvangen. Toen<br />
GRANVELLE in de eerstgenoemde ftad<br />
zijne plegtige intrede deed, kwam<br />
(*) BURGUND. 60, 61. VAN METE<br />
REN 59. Vita VIGL. T. 29, 30. STRADA<br />
III. 79. THÜAN. II. 488.<br />
II.<br />
iOEK
li.<br />
BOEK.<br />
ï?4 «E AFVAL DE II<br />
zelfs nier een der . Edelen te vöorfchijn<br />
, en aan zijne zegepraal ontbrak<br />
alles, dewijl die genen uitbleven,<br />
over welken dezelve gevierd werd (*)!<br />
Inmiddels was ook de beftemde<br />
tijd verlopen, binnen welken de Spaanfche<br />
zoldaten het Land moesten ruimen<br />
, en 'er was nog geen fchijn<br />
van_ hun aanftaande vertrek. Met<br />
fchrik ontdekte men de ware oorzaak<br />
van dit dralen, ert de vreesagdge<br />
argwaan bragt hetzelve met<br />
de Inquifitie in een ongelukkig verband.<br />
Het verlengde verblijf van dit<br />
Krijgsvolk maakte den Staatsdienaar<br />
alle overige nieuwigheden moeielijker,<br />
dewijl de Natie daardoor waakfaam<br />
en wantrouwend gemaakt wierd;<br />
en evenwel wilde hij zig niet gaarne<br />
van dezen magtigen bijftand beroven<br />
, welke hem in een Land, waarin<br />
alles hem haatte , en bij de uitvoering<br />
van enen last , waarbij alles<br />
hem regenfprak, onontbeerlijk fcheen.<br />
Dog eindelijk zag de Landvoogdes<br />
zig door het algemene gemor genoodzaakt,<br />
ernfHg bij den Koning op het<br />
terug roepen van dit Krijgsvolk aantedringen.<br />
Zij fchreef naar Madrid,<br />
dat de Provinciën eenftemmig verklaard<br />
hadden, zig nimmer weder te zullen<br />
laten dwingen, om aan de Regering<br />
(*) Vita VIGL. T. II. Uecueil des trou*<br />
bles des Pays-Bs«, par HOPPER 24.
NEDERLANDEN. 175<br />
de gevraagde buitengewone lasten in*<br />
tewilligen , zo lang men _ haar in<br />
dit opzigt geen woord hield. ^ Het<br />
gevaar van enen opfland was vrij - wat<br />
dringender, dan dat van enen inval<br />
der Franfche Protedanten; en bijaldien<br />
in de Nederlanden een oproer ontftond,<br />
waren deze benden evenwel te<br />
zwak, om hen in toom te houden,<br />
en in de fchatkist was geen geld<br />
genoeg om nieuwen te werven. Nog<br />
zogt de Koning, door uitftel van antwoord<br />
, ten minden tijd te winnen,<br />
en de herhaalde aanzoeken der Landvoogdesfe<br />
zouden nog vrugteloos zijn<br />
gebleven, had niet, tot geluk der<br />
Provinciën , een verlies , kort te voren<br />
van de Turken geleden, hem<br />
genoodzaakt dit Krijgsvolk in de Middellandfche<br />
Zee te gebruiken. Hij bewilligde<br />
dan eindelijk in derzelver vertrek:<br />
zij werden in Zeeland ingefcheept,<br />
en het vreugde - gejuich van<br />
alle Provinciën volgde hunne kielen<br />
(*).<br />
Intusfchen heerschte GRANVELLE<br />
met een bijna onbepaald gezag in<br />
den Raad van State. Alle amten j<br />
wereldlijke en geestelijke, werden dooi<br />
hem begeven ; zijn goedvinden golc l<br />
tegen de verenigde dem der geheh<br />
Vergadering. De Landvoogdes zelv<<br />
(*) STRADA 61, 62, 63*<br />
II.<br />
SOEK.
Ut<br />
BOEK<br />
*?6 D E A F V A L D E R<br />
hing van hem af. Hij had het m<br />
weten te befchikken, dat haar het<br />
bewind flegts voor twe jaren was<br />
opgedragen; door welken kunstgreep<br />
hij haar altoos onder zijne magt<br />
hield (*> Zelden gebeurde het, dat<br />
aan de overige leden enige zaak van<br />
belang in, overweging wierd gegeven ,<br />
en zo dit al gebeurde ; waren het<br />
zaken „ die reeds lang befloten waren,<br />
en waartoe men alleen de nutloze<br />
plegtigheid van hunne toeftem^<br />
mmg wilde hebbem Wanneer een<br />
brief aan den Koning voorgelezen wierd *<br />
had VIGLIUS last, om zodanige pkuu><br />
fen over te flaan * welke door den<br />
Staatsdienaar ondcrflreept waren: Het<br />
gebeurde namelijk meermalen, dat deze<br />
brieven de naaktheid van den ftaat;<br />
of de verlegenheid van de Landvoogdesfe<br />
openbaarden j 't welk men niet<br />
gaarn bekend had gemaakt aan leden,<br />
op wier trou geen ftaat was te maken.<br />
Kwam het geval, dat de partijen<br />
den Staatsdienaar meester wierden i<br />
en met nadruk op een punt bleven<br />
taan , dat hij niet wel meer afflaan<br />
konde , dan zond hij hetzelve aan<br />
het Kabinet van Madrid ter beflisfinge<br />
waardoor hij ten minften tijd won -j<br />
en verzekerd Was van onderfteuning te<br />
raden (f> Wanneer men den Graaf<br />
van<br />
C) V A N METEREN 6t. BURGUND. 37,<br />
W VAN METEREN 6U
NEDERLANDEN.<br />
Van BARLAIMÖNT , den Prefident VIG- Ik<br />
-MUS en weinige anderen uitzonderd , BOEK.<br />
kan men zeggen, dat alle de overige<br />
Staatsraden ene ijdele vertoning<br />
maakten , en zijn . gedrag met hun<br />
fehikte zig naar den geringen prys,<br />
welken hij op hunne vricndfchap en<br />
onderdanigheid ftelde. Geen wonder,<br />
dat menfchen, wier trotschheid door de<br />
vlciendfte onderfcheidingen van oppermagtige<br />
Vorftcn zo ten fterkften vertroeteld<br />
was; die ene verwaandheid,<br />
welke den Vorst ten vriend houdt,<br />
met Ariflokratifche fierheid verenigden:<br />
en wien de eerbiedvolle onderdanigheid<br />
hunner medeburgeren als Goden des<br />
Vaderlands wierookte 5 over deze trotschheid<br />
van een mensch van gemene<br />
afkomst ten hoogllcn gebelgd waren<br />
Velen van hun had GRANVELLI<br />
perfoonüjk beledigd. Het was der t<br />
Prins van Oranje niet onbekend, da<br />
hij zijn huwelijk met de Prinfesfe vai l<br />
Lotharingen verhinderd had , en en<<br />
andere verbindenis met de Prinfesfi<br />
van Saxen hadt getragt te fluiten<br />
Den, Grave. van Hoorn had hij he f<br />
Stadhouderfchap over Gelderland e;<br />
t<br />
Zutfcn ontnomen, cn ene Abtdij, wel<br />
ke dc Graaf van Egmond voor cnei<br />
l<br />
zijner bloedverwanten begeerd had<br />
><br />
voor zig behouden. Van zijne over<br />
magt verzekerd, agtte hij het nie<br />
8 '*•<br />
eens tier moeite waardig , voor dei (<br />
Adel de klcinagting te verbergen, wel<br />
I; DEEL. M
II.<br />
BOEK<br />
[f9 DE AFVAL DER<br />
ke het rigtfnoer van zijn gehele befiuur<br />
was: de Prins van Oranje was<br />
de enigfte $ dien hij nog zijne veinzerij<br />
waardig keurde. Al ware het<br />
dat hij zig werkelijk boven alle wetten<br />
der vrees en welvoegelijkheid verheven<br />
rekende, zo bedroog hem tog<br />
hierin zijne roekeloze trotschheid, en<br />
hij beging geen' minder' misflag tegen<br />
de lïaatkunde, dan hij tegen de<br />
befcheidenheid zondigde. 'Er kon in<br />
den tocnmaligen ftaat van zaken naaulijks<br />
een flegter regel door 'de Regering<br />
gevolgd worden, dan die van<br />
den Adel te verftoten. Zij had in<br />
hare magt derzelver neigingen te vleien<br />
, hen door list en ongemerkt<br />
voor haar plan te winnen, cn de<br />
vrijheid der Natie door hun zeiven<br />
te laten onderdrukken. Tans herinnerde<br />
zij hen geheel ontijdig aan<br />
hunne pb'gten, hunne waardigheid en<br />
hunne magt, noopte hen zelfs om<br />
Patriotten te worden , en ene eerzugt<br />
, welke zij onbedagt afwees, naar<br />
de zijde der ware grootheid te fttren.<br />
Om de Gcloofsverordeningen doortezetten,<br />
had zij den kragtiafter: bij-<br />
•ftand der Stadhoudcren nodig ; maar<br />
geen wonder, dat dezen weinig ij vers<br />
betoonden om haar deze hulp te<br />
bewijzen. Het is veeleer hoogstwaarfdhïjnlijk,<br />
dat zij in ftilte hun best<br />
deden , om de zwarigheden voor den<br />
Staatsdienaar te vermeerderen, en zij-
NEDERLANDEN.' 179<br />
ne maatregels te verijdelen , ten einde<br />
door zijnen tegcnfpoed het ver- } lOÊK,<br />
trouwen des Konings te wraken, en ,<br />
zijn beftuur aan de Spotternij prijs<br />
te geven. Ongetwijfeld moest aan de<br />
flaauheid van hunnen ijver de fnelle<br />
voortgang worden toegefchreven, welken<br />
de Hervorming, in fpijt der bloed-plakaten<br />
, gedurende zijn beftuur, in de<br />
Nederlanden gemaakt heeft. Van den<br />
Adel verzekerd, had hij de woede des<br />
volks kunnen veragten, welke kragteloos<br />
op den gedugten voormuur des<br />
troons afftuit. Het verdriet van den<br />
Burger toefde langen tijd tusfehen tranen<br />
en ftille zugten , tot dat de<br />
kunften cn het voorbeeld der Edelen<br />
hetzelve deden uitberften (*).<br />
Intusfchen werden door de menig 156U<br />
te der nieuwe arbeiders de geloofsonderzoeken<br />
met nieuwe werkfaamheid<br />
voordgezet, en de plakaten tegen de<br />
Ketters met ene gedugte gehoorfaamheid<br />
uitgevoerd. Dog dit afgrijslijke<br />
middel had het tijdflip laten voorbijgaan<br />
, waarin het moest aangewend<br />
worden ; de Natie was reeds ,te edel<br />
om ene zo bcestagtige behandeling te<br />
Verdurem De nieuwe Godsdienst konde<br />
nu al niet anders, dan door den<br />
dood van alle zijne belijders , uitgeroeid<br />
wórden. Alle die ftrafoefenin-<br />
GROT, .8—14. STRADA, 5-JJ<br />
M a
II.<br />
BOEK<br />
idd t)È - AFVAL DElt<br />
gen waren tans zo vele bekorende'<br />
tonelen van zijne voortreffelijkheid, zo<br />
vele fchouplaatfen van zijné zegepraal en<br />
van zijne fchitterende deugd. De heldhaftigheid<br />
, waarmede de lijders dert<br />
dood ondergingen , won harten voor het<br />
geloof, waarvoor zij ftierven. Uit het<br />
bloed van énen omgebragtcn ontftonden<br />
tien nieuwe belijders. Niet flegts in<br />
fteden en dorpen, maar op de openbare<br />
wegen en ftratcn , in fchepen<br />
en op wagens , werd over . het gezag<br />
van den Paus , over dc Heiligen,<br />
over het Vagevuur, over den Aflaat<br />
getwist; werden preken gehouden<br />
en menfchen bekeerd. Van het<br />
platte land en uit de ftcden kwam<br />
het gemeen toefchietcn, om de gevangenen<br />
der Inquifitie uit de handen<br />
der Geregtsdienarcn te fcheuren; en<br />
de Overheid, welke het waagde haar<br />
gezag door geweld te handhaven ,<br />
werd met ftenen begroet. Bij hopen<br />
verzelde men de Proteftantfche<br />
leeraars, welke door de Inquifitie<br />
vervolgd werden , droeg hen op<br />
de fchouders naar de Kerk en uit<br />
de Kerk, en verborg hen, met levensgevaar,<br />
voor hunne vervolgers. De<br />
eerfte Provincie, welke van den tuimel<br />
des oproers werd aangetast, was,gelijk<br />
men gevreesd had , Fransch<br />
Vlaanderen. Een Franfche Kalvinist,<br />
LAUNOI genaamd, ftond te Doornik<br />
op als een wonderdoener, betaalde
NEDERLANDEN. l8t<br />
enige vroulicdcn , op dat zij zouden II.<br />
voorgeven ziekten te hebben, en bege BOEK»<br />
ren van hem genezen te worden. Hij<br />
predikte in de bosfehen buiten de<br />
ftad, trok het gemeen met gehele fcharen<br />
derwaards, en ontltak het vuur<br />
van opftand in de gemoederen. Het<br />
zelfde gefchiedde te Lille en Valencijn<br />
, in welke laatfte Had die Apostels<br />
door de Overheid in verzekering werden<br />
genomen. Dog terwijl men draalde<br />
met hen te ftraffen, groeide hun<br />
aanhang dermate aan , dat hij fterk<br />
genoeg was, om de gevangenis open<br />
te breken , en het Gcregt zijnen prooi<br />
met geweld te ontrukken. Eindelijk<br />
bragt dc Regering Krijgsvolk in de<br />
ftad, dat de rust hcrftelde. Dan ; dit<br />
weinigbeduidende voorval had op éénmaal<br />
het kleed des gcheims, waaronder de<br />
aanhang der Proteftanten dusverre was<br />
verborgen geweest, weggenomen , en<br />
den Staatsdienaar hun verbazend aantal<br />
laten opmaken. Te Doornik alleen<br />
had men vijfduizend van dezelve, bij<br />
zulk een preek, tegenwoordig gezien,<br />
en te Valencijn niet veel minder,<br />
Wat kon men niet van de Noordelijke<br />
Provinciën verwagten, waar de<br />
vrijheid groter, en de Regering verder<br />
van de hand was , en waar de<br />
nabijheid van Duitschland en Denemarken<br />
de bronnen der befmettüig vermeerderde?<br />
Een enkele wenk had de-<br />
'2e gedugte menigte uit de duisterni;<br />
M 3
*82 DE AFVAL D E11<br />
II te voprfchijn gebragt. Hoe veel gró-<br />
BOEK, ter was misfchïèn het getal van dié<br />
. genen, welke in hun hart der nieuwe<br />
fekte waren toegedaan , en flegts op<br />
een gunftiger ogenblik wagtten, om 'er<br />
openlijk voor uit te komen (*)?<br />
Deze ontdekking bragt de Land-,<br />
voogdes in de uitcrfte ongerustheid. De<br />
flegte handhaving der Plakaten, een uitgeputte<br />
fchatkist, die haar noodzaakte<br />
nieuwe lasten uittefchrijven, en de verdagte<br />
bewegingen der Hugenoten aan<br />
de Franfche grenzen,, maakten hare bekommering<br />
nog groter. Tevens ontving<br />
zij bevel van Madrid , om tweduizend<br />
Nederlandfche ruiters tot vcrfterking van<br />
het leger der Koninginne Moeder naar<br />
Frankrijk te zenden, welk* in de benaaudheid<br />
van den Religie - oorlog hare<br />
tOevlugt tOt FILIPS DEN TWEDEN<br />
had genomen. Elke geloofs-zaak, tot<br />
wat land zij ook behoorde, was voor<br />
FILIPS zijne eigen zaak. Hij nam<br />
dezelve zo na ter harte, als enig<br />
toeval van zijn eigen huis, eh ftond<br />
in zulken gevalle altoos gereed, om<br />
rijn eigendom, ten behoeve van vreemlen,<br />
opteofferen. Was het eigenbelang',<br />
( lat hem hierin beftuurde , het was ten<br />
\ ninften Koninglijk en groot, en het<br />
(*) BURG U N D, 53. 5 S. STRXD A<br />
L. III. • 75- 7*. 77- DiNOTH. d e byio<br />
C»y, Bel?. L. I. 25.
NEDERLANDEN. 183<br />
ftoutmoedig uithouden van dezen grondregel<br />
wint weder zo zeer onze bewondering,<br />
als de fchadelijkheid van<br />
denzelven onze goedkeuring verloren<br />
heeft. ,<br />
De Landvoogdes gaf in den Raad<br />
van State 's Konings begeerte te kennen<br />
, waar zij van den kant des<br />
Adcls den fterklïen tegenftand ontmoette.<br />
De Graaf van Egmond en de<br />
Prins van Oranje zeiden , dat het<br />
tans geheel en al ten ontijde was,<br />
om de Nederlanden van Krijgsvolk<br />
te ontbloten, daar 'er veeleer alle<br />
reden was , om nieu volk te werven.<br />
De naburige bewegingen var<br />
Frankrijk dreigden elk ogenblik ener<br />
aanval , en de inwendige gistingen dei<br />
Provinciën ried de Regering tans mee<br />
dan ooit op hare hoede te zijn<br />
Tot hier toe , zeiden zij verder, Ü)\ I<br />
de Duitfche Proteitanten ledige aan<br />
fchouwers van den ftrijd hunner ge<br />
loofsbroederen geweest, maar zullen z j<br />
dit ook dan blijven, wanneer wij d 2<br />
magr hunner vijanden door onze hul<br />
verfterken? Zullen wij niet hunn S<br />
wraak tegen ons gaande maken, en hunn I<br />
wapenen in het Noorden tier Nedei<br />
landen roepen? Genoegfaam de g<<br />
hele Raad van State verenigde zi l<br />
met dit gevoelen ; de voorftelhnge n<br />
waren nadrukkelijk en niet te wede<br />
leggen. De Landvoogdes zelve, gehj k<br />
ook de Staatsdienaar, moesten de waa<br />
M 4<br />
II.<br />
BOEK.
B OE K<br />
i§4 ©E AFVAL DER.<br />
II. heid daar van gevoelen, en hun eigen<br />
belang fcheen hun de uitvoering van<br />
's Konings bevel te verbieden. Zouden<br />
zij, door de verwijdering van hec<br />
grootite gedeelte der Krijgsmagt, de Inquifitie<br />
van haren enigen lleun beroven,<br />
en zig zeiven , zonder bij*<br />
itand, in een oproerig land, aan de<br />
willekeur van enen trotfehen Adel weerloos<br />
overgeven? Terwijl de Landvoogdes,<br />
tusfehen den wil des Konings, den<br />
aandrang van hare Raden, en haar<br />
eigen vrees verdeeld , in 't geheel geen<br />
bcflisfend befluit' durft nemen , ftaat<br />
de Prins van Oranje op, en ftelt<br />
voor, de algemene Staten bijeen te<br />
roepen. Geen dodelijker flag 'had het<br />
gezag van den Koning kunnen lijden ,<br />
dan dit inroepen der " Natie, een in<br />
het tegenwoordige tijdftip zo verleidende<br />
herinnering aan haar magt cn<br />
hare regten. De Staatsdienaar begreep.<br />
;eer wel het gevaar, dat hem bo-<br />
/en het hoofd hing; hij gaf der<br />
i dertoginne enen wenk, om de raad<br />
]<br />
pleging aftebreken en de Vergadering<br />
e fcheiden. Hij fchrcef naar Ma-<br />
Irid , dat de Regering, niet verlerflijker<br />
tegen zig zelve konde haulelen,<br />
dan met toeteftaan dat de<br />
Ugemene Staten vergaderden. Zulk<br />
en ftap ware ten allen tijde onoegelijk,<br />
aangezien zij de Natie in ver-<br />
i oeking brengt, om de regten van<br />
i e Kroon te onderzoeken en te be*
NEDERLANDEN. 1B5<br />
paaien; maar tans ware dezelve meer II.<br />
dan ooit , te verwerpen ; rans, nu BOEK,<br />
de geest van oproer zig reeds alomme<br />
had vertoond; tans, nu de<br />
Abten , getergd door het verlies hunner<br />
inkomften , niets onbeproefd zouden<br />
laten, om het gezag der Bisfchoppen<br />
te fnuiken; nu de gantfche<br />
Adel en alle gevolmagdgden van (le<br />
Steden door dc kunsten van den Prins<br />
van Oranje beftuurd wierden , en de<br />
misnoegden op den hijrtand der Natie<br />
vasten ftaat konden maken. Dit<br />
voorftel , waaraan ten minften gene<br />
bondigheid ontbrak , kon niet niisfen<br />
de verwagte uitwerking op \s Konings<br />
gemoed te hebben. Dc Vergadering<br />
der Staten werd eens voor altoos<br />
afgeflagen , de ftraf bedreigingen tegen<br />
de Ketters met alle fcherpheid verr<br />
nieud , cn dc Landvoogdes aangemaand<br />
pm de verzogte hulpbenden fpocdig<br />
over te zenden.<br />
Dan, hiertoe was dc Raad van<br />
State niet te bewegen. Alles, wat<br />
deze toeftond, was, in plaats van hulpbenden<br />
, geld aan de Koninginne Moeder<br />
te zenden, dat haar in het tegenwoordige<br />
tijdftip nog ruim zo welkom<br />
was, Om evenwel de Natie<br />
met een fchaduw-beeld van Republikeinfche<br />
vrijheid te verblinden, befchreef<br />
zij de Stadhouders der Provinciën<br />
, en de Ridders van het Gulden<br />
Vlies tot ene buitengewone ver<br />
M 5
II.<br />
BOEK.<br />
"(*) BURGUND. 63. 65. Vita VIGL.<br />
1. II. 2§. 26. STXABA 82.<br />
v I<br />
\ e<br />
I»ö DE AFVAL DER<br />
gadering te Brusfel , om over de tegenwoordige<br />
gevaren en behoeften van<br />
den Staat te raadplegen. Na dat de<br />
Prefident VIGLIUS hun het onderwerp<br />
van die bijeenkomst had opengelegd,<br />
werden hun drie dagen tijds ter overweginge<br />
vergund. In dien tusfchentijd<br />
nep de Prins van Oranje hen<br />
in zijn Mof bijeen , en ftelde hun de<br />
noodzakelijkheid voor, om zig nog vóór<br />
de zitting te verenigen , en gezamenlijk<br />
de maatregels te beramen , naar<br />
welke bij het tegenwoordige gevaar<br />
Van den Staat gehandeld moest worden.<br />
De meesten Hemden dit voordel<br />
toe; dog B A R L A I M O N T , met enfee<br />
weinige aanhangers van den Kardinaal<br />
J R A N V E L L E , had' moeds genoeg om<br />
In deze bijeenkomst de Kroon en<br />
len Staatsdienaar voortefpreken. „ Het<br />
„ was," zeide hij , „ hunne zaak<br />
, niet , zig in het beftuur van de<br />
, Regering t e ft eken . e n d e z e v Q o^<br />
, lopige vereniging der ftemmen ware<br />
, ene onwettige en ftrafbare aanma-<br />
> tiging, waaraan hij zig niet be-<br />
, geerde fchuldig te maken." Ene<br />
erklaring, waardoor de gehele bijenkomst<br />
vrugteloos eindigde '(*). De<br />
.andvoogdes ,' door den Graaf' van<br />
iarlaimont van dit voorval onderrigt,<br />
ffst de Ridders, gedurende hun ver-
NEDERLANDEN. 187<br />
blijf in de ftad , zo kunftig bezig<br />
te houden , dat zij tot verdere onderhandelingen<br />
genen tijd konden vinden.<br />
Rgter werd met hare toeftemming<br />
nog in die zitting beflotcn,<br />
dat FLORENTIUS VAN M ONT MO<br />
RE NC IJ, Heer van Montignij , ene<br />
reis naar Spanje zou doen , om den<br />
Koning van den tegenwoordigcn ftaat<br />
van zaken te onderrigten. Maar de<br />
Landvoogdes zond hem enen anderen<br />
geheimen bode vooruit, die den Koning<br />
vooraf van alles verwittigde, wat<br />
bij die zamenroeping tusfehen den Prms<br />
van Oranje en de Ridders verhandeld<br />
was. De Vlaamfche Afgevaardigde werd<br />
te Madrid gevleid met dc ij dele verzekering<br />
van 's Konings gunst , cn zijne<br />
vaderlijke genegenheid omtrent de Nederlanden<br />
; de Landvoogdes kreeg last .<br />
om de geheime verbindenisfen var<br />
den Adel met alle magt te belet<br />
ten , en zo veel mogelijk onenigheid<br />
onder deszelfs voornaamfte I leder<br />
te verwekken (*).<br />
Naijver, eigenbelang en l<br />
verfchil var<br />
Godsdienst hadden velen der Groten lan<br />
gen tijd van een gefcheiden ; he<br />
gemene lot van hun verminderd ge<br />
zag, en de haat tegen den Staats<br />
dienaar had hen weder verenigd. Z< I<br />
lang de Graaf van Egmond cn d<<br />
Prins van Oranje mededingers naar d<br />
(*) STRADA L. III. 84.<br />
II.<br />
B O t X.
188 DE AFVAL DER<br />
II. Landvoogdij waren , kon het niet mis,<br />
KOEK. jen, of zij moesten op de onderscheidene<br />
wegen, welken elk van hun<br />
daartoe infloeg, e ] k a n d e r z b m t i j d s h i n_<br />
derhjk zijn. Beiden hadden elkander<br />
op het pad des roems en bij den<br />
troon ontmoet; beiden ontmoetten elkander<br />
weder in de Republiek, waar<br />
zij naar denzelfden prijs, namelijk de<br />
gunst van hunne medeburgers, dongen.<br />
Karakters, welke zo zeer tegen elkander<br />
gekant waren moesten zig vaak van<br />
elkander fcheiden, maar de kragtige<br />
overecnfl-emming van den nood bran<br />
hen even zo ras weder bijeen. Elk<br />
hunner was onontbeerlijk voor den<br />
mder , en de behoefte lcide tusfehen<br />
leze twe menfchen enen band, welken<br />
i urn hart niet zoude gelegd hebben (*)<br />
Jog juist op deze ongelijkheid hun-<br />
| te? gemoederen grondde dc Landvoogdes<br />
haar plan; en gelukte het haar,<br />
ezen te fcheiden, zo had zij te*<br />
ens den gehelen Nederlandfchen Adel<br />
i twee partijen verdeeld. Door ge<br />
f denken en kleine oplettendheden,<br />
V /aarmede zij deze beiden bij uitflui-<br />
t: ng vereerde, zogt zij den nijd en<br />
h et wantrouwen der overigen tegen<br />
h in gaande te maken; en terwijl zij<br />
& 31 Grave van Egmond enen voor-<br />
rr ng boven den Prins van Oranje<br />
fc heen te geven , hoopte zij zijne<br />
(*) BüRGUND. 45. ?TRA»A S3. $4.
NEDERLANDEN. l§o<br />
trou bij den laatstgenoemden verdagt II.<br />
te maken. Het geval wilde , dat SOEK,<br />
zij juist omtrent dezen tijd enen buiteno-ewonen<br />
Gezant naar Frankfort, ter<br />
verkiezing van enen Roomfchen Koning,<br />
moest zenden; hiertoe verkoos zij den<br />
Hertog van Aarfchot, den openbaren<br />
vijand van den Prins, om in hem<br />
als 't ware een voorbeeld te geven,<br />
'hoe luisterrijk men den haat tegen<br />
den laatstgenoemden beloonde.<br />
De aanhang van Oranje had, in plaats<br />
van enige vermindering te lijden, een<br />
gewigtige aanwinst gekregen, in den<br />
Graaf van Hoorn , die als Admiraal<br />
van de Nederlandfche Zee-magt den<br />
Koning naar Biscayen had verzeld<br />
cn tans weder zitting in den Raad<br />
van State had genomen. De onrustige<br />
Republiekeinfche geest van HOORN<br />
kwam de ftoute ontwerpen van ORAN<br />
TE cn EGMOND te ge moet, cn weldra<br />
vormde zig tusfehen deze drie<br />
vrienden een gedugt Dricmanfchap, dat<br />
de Koninglijke magt in dc Nederlanden<br />
aan 't wankelen bragt, maar aie<br />
op dezelfde wijze voor alle drie ein<br />
digde.<br />
Intusfchen was ook MONTIGNI<br />
van zijn Gezantfchap terug gekomen ><br />
en bragt<br />
gunftigfte<br />
den Raad van State d<br />
gevoelens van den Konin: j<br />
r<br />
mede. Maar dc Prins van Ofanj<br />
had door een geheim kanaal tijdinge<br />
i<br />
uit Madrid ontvangen , die veel mee<br />
f
Ii<br />
JiOEK.<br />
190 DE AFVAL DER<br />
geloof verdienden, en dat berigt geheel<br />
tcgenfpraken. Hierdoor werd hij 011derrigt<br />
van aile de kwade treken , welken<br />
G R A N V E L L E hem en zijne vrienden<br />
aan het Hof gefpceld had, en<br />
de hatelijke benamingen, waarmede<br />
het gedrag van den Nederlandfchen<br />
Adel beftempeid wierd. '£ r was geen<br />
hulp voor handen, zolang deze Staatsdienaar<br />
niet buiten bewind was cr e-<br />
i , V-,,<br />
d i t o n t<br />
werp, hoe ftout<br />
I<br />
•(<br />
l<br />
i<br />
t<br />
t<br />
X<br />
V<br />
V<br />
O<br />
te<br />
&<br />
en<br />
hachelijk hetzelve ook fcheen te zijn,<br />
hield hem tans geheel bezig. 'Er<br />
werd tusfehen hem cn de Graven<br />
ran Hoorn en Egmond befloten, op<br />
iaam van den gehelen Adel enen airemenen<br />
brief aan den Koning afevrtardigcn,<br />
den Staatsdienaar daarin<br />
litdrukkelijk aanteklagen , en ten<br />
lerkften op deszelfs verwijdering aandringen.<br />
De Hertog van Aarfchot<br />
nen deze voorflag door den Graaf<br />
an Egmond werd medegedeeld, ver»<br />
nerp denzelven , met de trotfche<br />
srkkriHg, ' dat hij niet gezind was<br />
M<br />
n<br />
zig<br />
te<br />
van<br />
laten<br />
Egmond of Oranje wet-<br />
voorfchrijven ; dat hij<br />
Vi >or zig niets tegen G R A N V E L L E<br />
h:<br />
te<br />
K<br />
zi<br />
g c<br />
id meebrengen, en dat het buindicn<br />
zeer vermetel zoude zijn den<br />
oning voortefchrijven , wat hij met<br />
ne Dienaars moest doen. Een foorthjk<br />
antwoord ontving<br />
de n Graaf van Aremberg.<br />
Oranje van<br />
Het zij nu<br />
da t het zaad van wantrouwen, door
N E D E R L A N D E N . IQ*<br />
de Landvoogdes tusfehen den Adel<br />
gezaaid, reeds wortelen had gefchofen,<br />
of dat de vrees voor de magt<br />
van' den Staatsdienaar zwaarder woog,<br />
dan de afkeer van zijn beltuur, zeker<br />
is het dat de gehele Adel befchroomd<br />
en zonder te befluiten op dezen voorflag<br />
terug week. Deze mislukte verwagtwe<br />
floeg nogtans hunnen moed niet<br />
ter°neder: de brief werd gefchrevcn, en<br />
door hun alle drie ondertekend ( ).<br />
GRANVELLE komt daar in voor<br />
als de eerfte oorzaak van alle bewegingen<br />
in de Nederlanden. Zij verklaren<br />
, dat, zolang de hoogfte magt<br />
in zo fchuldige handen was, zij met<br />
in Haat waren , om de Natie en<br />
den Koning met vrugt te dienen.<br />
Daarentegen zoude alles weder in de vo-<br />
ÏVTQ ruste komen, alle tegenftand ophouden,<br />
en het volk weder liefde<br />
voor de Regering krijgen, zodra zij BOEK.<br />
ne Majefteit goedvond dezen man het<br />
roer van ftaat uit de handen te nemen.<br />
Ia dat geval, voegden zij ei<br />
bij , zoude het hun noch aan invloed,<br />
noch aan ijver haperen, om het ge<br />
zag des Konings, en de zuiverheu<br />
des Geloofs, die hun niet minde:<br />
hcü> waren, dan den Kardinaal GRAN<br />
VELLE, in deze Landen te handha<br />
ven (t)-<br />
C*) STRADA 85. 86.<br />
Cf) BURG. L. I. 67. HOPPER 3<<br />
STRADA 87. THUAN II. ^9-<br />
I<br />
m
ir.<br />
192 DÉ AFVAL DÉ li<br />
Hoe heimelijk deze brief ook wierd<br />
BOEK: algezonden , bekwam evenwel de Hertogin<br />
nog tijdig genoeg narigt daarvan<br />
, om de uitwerking, welke dezelve<br />
, tegen alle vermoeden , op<br />
s Konings gemoed misfchien maken<br />
konde, door enen anderen, dien zij<br />
m allerijl vooruit zond, te verijdelen.<br />
Enige maanden verliepen, voor<br />
dat het antwoord uit Madrid kwam<br />
opdagen. Dit was zagt, dog onbepaald.<br />
„ De Koning," dus luidde het,<br />
,-, was met gewoon zijne Staatsdienaars ^<br />
„ op de aanklagte van vijanden, onver-<br />
„ hoord te veroordelen. Zelfs de een-<br />
„ voudige natuurlijke billijkheid vorderde,<br />
i, dat de aanklagers van den Kardinaal van<br />
„ algemene befchuldigingcn tot enkelde<br />
bewijzen overgingen , en zo zij genen<br />
lust hadden om dit fchriftliik<br />
„ te doen, dan mogt één uit hun<br />
„ midden naar Spanje overkomen, waar<br />
,, bij met alle behoorlijke befcheidenheid<br />
zoude behandeld worden (*)"<br />
Behalvert dezen brief, welke aan alle<br />
drie tevens gerigt was, ontving<br />
EGMOND nog voor zig enen eio-enhandigen<br />
brief van den Koning, waarin<br />
deze te kennen gaf , dat het<br />
hem aangenaam zou zijn, in 't bijzonder<br />
pan hem onderrigt te worden omtrent<br />
(*) Vit: VIGL; T. U. 3 2. 33. GROT;<br />
!0. JiURGUND. 68.
NEDERLANDEN. 1&$<br />
ttent<br />
brief<br />
roerd.<br />
het gene in dien algemenen<br />
ÏT.<br />
flegts oppervlakkig was aange- .<br />
OËK;<br />
Ook Was aan de Landvoog-..<br />
desfe ftiptlijk voorgefchreven, wat zij aan "<br />
alle drie tevens, en aan den Graaf<br />
van Egmond in 't bijzonder, moest<br />
antwoorden. De Koning kende zijne<br />
lieden. Hij wist, hoe gemaklijk men iet<br />
op den Graaf van Egmond kon verwinnen<br />
, wanneer men met hem alleen te<br />
doen had , daarom zogt hij hem naar<br />
Madrid te lokken , waar hij van het oog<br />
cn beftuur van een meer verlicht hoofd<br />
verwijderd was. Hij wist, dat men van<br />
dit karacïer meer kon verkrijgen , wanneer<br />
men hem liet zien , dat men meer<br />
van hem vcrwagtte ; daaröm keerde hij<br />
zier in 't bijzonder tot hem. Naardien<br />
hij hem met dit vleiende bewijs van vertrouwen<br />
boven zijne beide vrienden onderfchcidde<br />
, maakte hij de betrekkingen<br />
ongelijk., waarin zij alle drie tot den<br />
troon ftonden. Hoe konden Zij nu zig<br />
lang met gelijken • ijver tot het zelfde<br />
doel vereënigen , daar hunne drangredcnen<br />
hiertoe . niet meer de zelfde bleven ?<br />
De waakfitamheid van ORANJE verijdelde,<br />
'c is waar, voor deze reis dit plan;<br />
maar het gevolg van deze gefchiedenis<br />
zal doen zien , dat het zaad, welk hier<br />
geftrooid werd, niet geheel was veriaren<br />
gegaan. (*)<br />
(*) STRADA. 88;<br />
I. D U L , N
ï94 DE AFVAL DElt<br />
II. De drie verbondene vrienden namerl<br />
I! O E K. in 's Konings antwoord geen genoegen<br />
, en waagden het ene twede<br />
proef te nemen. „ Het had hun", fchrevcn<br />
zij, „ niet weinig bevreemd , dat<br />
„ zijne Majefteit hunne voorftellen zo<br />
„ luttel aandagts had waardig gekeurd.<br />
,-, Niet als aanklagers van den Staatsdie-<br />
„ naar, maar als Raden van zijne Maje-<br />
„ fteit, wier pligt het was, hunnen<br />
„ Heer van den toeftand zijner Staten te<br />
„ onderrigten , hadden zij dien brief aan<br />
„ hem gefchi'even. Het was hun niet te<br />
„ doen , om den Staatsdienaar ongeluk-<br />
„ kig te maken : veeleer zouden zij met<br />
„ vermaak hem aan elk ander oord<br />
>, der Wereld , buiten de Nederlanden ,<br />
„ vergenoegd cn gelukkig zien. Dog<br />
„ daarvan waren zij volkomen overtuigd ,<br />
„ dat de tegenwoordigheid van dezen<br />
„ Staatsdienaar met de algemene rust volftrekt<br />
onbellaanbaar was. De tegen-<br />
,, woordige gevaarlijke toeftand des Va-<br />
, derlands liet genen hunner toe hetzelve<br />
i, te verlaten, en om G R A N V E L L E ' S wil<br />
, een verre reis naar Spanje te doen.<br />
, Bijaldien derhalven zijne Majesteit niet<br />
, goedvond huu fchriftelijk verzoek aan-<br />
, tpnemen ,• verzogten zij voordaan ver-<br />
i , 1'choond te zijn van de Vergadering biji<br />
, tewonen, waar zij flegts het verdriet<br />
J , hadden van den Staatsdienaar aante-<br />
1 , treffen, buiten ftaat om of den Ko.<br />
i , ning, of den Lande van enig nut te<br />
, zijn, en dus veragtelijk jn hunne eigene<br />
i
NEDERLANDEN. *95"<br />
ij offen waren. Ten bëfluke vcrzogten zij,<br />
H dat zijne Majefteit hunne onopgefmukte<br />
ft eenvoudigheid een beste moge nemen ,<br />
„ naardien "luiden van hun flag meer prijs<br />
, daarop ftelden, om regt te handelen ,<br />
?<br />
„ dan om iierlijk te ipreektn. (*)" Dit was<br />
ook de inhoud eens bijzonderen briefs van<br />
E G M O N D , waarin hij voer den brief<br />
van -s Konings hand zijnen dank betuigde.<br />
Op dit twede fchrijven kwam tot<br />
antwoord: „ Men zoude hunne voorftellen<br />
„ in overweging nemen \ inmiddels ver-<br />
9, zogt men, dat zij mogten voordgaan de<br />
„ Vergaderingen van den Raad van Staten<br />
als voorheen bij te wonen."<br />
" Het bleek duidelijk , dat de Koning in<br />
't minste niet gezind was om hun verzoek<br />
ïntewilligen ; "hierom bleven zij ook van<br />
nu af uit de Vergadering, en ve nokken<br />
zelfs uit Brusfel. Op ccne wettige<br />
wijze den Staatsdienaar te verwijderen ,<br />
was hun niet gelukt \ zij beproefden dit<br />
nu op ene andere manier, waarvan beter<br />
gevolg te wagten was. Bij alle gelegenheden<br />
bewezen zij cn hun aanhang<br />
hein in 't openbaar die vcragting, welke<br />
zij voor hem gevoelden , en wisten alles<br />
, wat hij ondernam, belachlijk te maken.<br />
Door die vernederende behandeling<br />
hoopten zij den hoogmoed van dezen<br />
Priester te kwellen , en van zijne gekwetfte<br />
eigenliefde misfehien dat gene te verwer-<br />
(*-) Vit» vi*L. T. Kt 34- 3?.<br />
ffr<br />
B O K £
II.<br />
HOEK.<br />
EfE AFVAL DER.<br />
ven , wat hun door andere middelen<br />
mislukt was. Zij bereikten dit oogmerk<br />
. wel niet, maar het middel , door hun<br />
uitgedagt, bragt tog eindelijk den Staatsdienaar<br />
ten val.<br />
De ftemme des Volks liet zig luider<br />
tegen hem horen , zodra men vernam ,<br />
dat hij de agting van den Adel verloren<br />
had , cn dat mannen, welken men gewoon<br />
was blindeling na te volgen, in.<br />
de veragting vart dezen Staatsdienaar voorgingen.<br />
De lage manier, waarop de<br />
Adel hem behandelde, wijdde hem , om<br />
zo te ipreken , aan de algemene veragting<br />
, en gaf den laster, die zelfs het<br />
heilige niet verfchoont, volmagt om zijn eer<br />
aantetasten. De verandering in het<br />
Kerkelijke beftuur, de hoofdklagte der<br />
Natie , had den t grond, gelegd tot zijn<br />
geluk: dit was een misdaad, waarvoor gene<br />
verfchoning gevonden kon worden. Het<br />
algemene misnoegen zogt zig in haat tegen<br />
hem te ontlasten , en alle geheime en<br />
openbare lijders kwamen aan deze algemene<br />
bron te zamen. Elk nieuw<br />
fchoufpel van ftrafoefening , waarmede<br />
de Inquifitie maar arte mild was,<br />
hield den haat tegen hem in ene vcrfchrikkelijke<br />
werking, en eindelijk werden<br />
alle rampen, ook die hunnen oorfprong<br />
aan oude herkomens en gewoonten verfchuldigd<br />
waren , op zyn reekening gefteld.<br />
Vreemdeling in een Land , waar hij met geweld<br />
was ingedrongen ; alleen, onder<br />
duizenden van vijanden ; van alle zijne<br />
werktuigen onzeker," van den afwezi-
NEDERLANDEN. *S7<br />
gen Vorst flegts met enen zwakken Ha<br />
arm onderfteund; met de Natie , wel BOEK.<br />
ke hij moest gewinnen , door louter<br />
trouloze leden verbonden ; alleen menfchen<br />
, wier hoogfte belang het_ was ,<br />
zfme daden te vcrvalfchcn — en eindelijk<br />
toegevoegd aan ene Vrou, die den last van<br />
den algemenen vloek niet met hem delen<br />
konde, ftond hij daar, blootgefteld<br />
aan den moedwil, den ondank, de<br />
partij zugt , den nijd , en aan alle drft-<br />
•ten van een tomeloos ,, losgelaten<br />
volk; een voorbeeld, dat in de Gefchiedenis<br />
nog niet vertoond was, Het<br />
is aanracréenswaaidig , dat de haat s<br />
«hen hij zig op den hals haalde , de<br />
hefchuldigingen verre overtreft, welke<br />
tegen hem konden ingebragt worden;<br />
dat het voor zijn befchuldigers zwaar, ja<br />
onmogelijk was, door enkclde bewijzen<br />
het vonnis van veroordeling te regtvaardigen<br />
, 't welk algemeen over hen I<br />
geveld werd. Voor en na hem fleepw<br />
de dweperij hare offers naar het al<br />
taar; voor en na hem ftroomde bur<br />
gerbloed, werden de regten der men<br />
fchen met voeten getreden , en vee 1<br />
jammes aangeregt. Onder KAREL DEI l<br />
VIJFDEN had de dwingelandij door har<br />
nieuwheid gevoeliger<br />
onder den Hertog van<br />
tot enen veel hoger<br />
moeten treffen j<br />
ALBA werd zj |<br />
trap van onm<br />
tuurlijkhcid gebragt , zo dat het bf<br />
ftuur van GRANVELLE, m vergel!<br />
Jting van dat zijns opvolgers ,<br />
N 3<br />
nc g
II.<br />
BOEK.<br />
19$ D E A F V A L D E K<br />
genadig was ; en egter vinden wijnergens,<br />
dar de luiden van dien tijd<br />
de perfoonlijke verbittering en veragting<br />
in 't openbaar tegen dezen laat.<br />
ften zo ver gedreven hebben , als zij<br />
zig tegen deszelfs Voorzaat véroorloofden.<br />
Om zijne lage geboorte door den<br />
glans van hoger aanzien te bedekken,<br />
en hem door enen verhevenor ftand<br />
veelligt ook tegen den moedwil zijner,<br />
vijanden te befchutten, had dc Landvoogdes<br />
te Rome bewerkt, dat hij<br />
met het 'Kardinaals purper bekleed<br />
wierd; maar juist die zelfde waardigheid<br />
, welke hem naauwcr aan het<br />
Roomfche Hof verbond, maakte hem<br />
des te meer vreemdeling in de Nederlanden.<br />
' Dit purper was een nieuwe<br />
misdaad te Brusfel , en een gehate<br />
dragt, welke als 't ware openlijk<br />
de beweeggronden aan den dag leide,'<br />
volgens welke hij in 't vervolg ftond<br />
te handelen. Noch zijn eerwaardige<br />
rang, welke alleen vaak den fchendigften<br />
booswigt heilig maakt; noch zijne<br />
hoge bedieningen ; noch zijne agtingswaardige<br />
talenten; zelfs niet eens<br />
zijn gedugt vermogen , dat zig dagelijks<br />
door zo bloedige proeven liet zien ,<br />
waren in ftaat om hem tegen fmadelykc<br />
beledigingen te beveiligen. Schrik en fpefci<br />
terny, het vreeslijke en het belachelijke,<br />
waren in zijn voorbeeld, op enq
NEDERLANDEN. l')Q,<br />
©nnatuurlijke wijze verenigd (*). Hatelijke<br />
gèrugten brandmerkten zijne eer;<br />
men tijgde hem moorddadige aanflagen<br />
aan tegen het leven van EG<br />
MOND en ORANJE : het ongelooflijkfte<br />
vond geloof; de fehrikkelijkfte.<br />
dingen , wanneer ze hem golden,<br />
baarden gene verwondering meer. De<br />
Natie was reeds tot dien trap van<br />
verwildering gekomen , waardoor de<br />
tegenftrijdigfte aandoeningen elkander<br />
verdragen ,' cn de fijne fcheidlijncn van<br />
betamelijkheid cn redelijkheid vernietigd<br />
worden. Dit geloof aan buitengewone<br />
misdrijven is meest altoos een<br />
C *) De Adel liet , op het voorbeeld<br />
des Grr.ven van E G M O N D , hunne bedienden<br />
een gemene liverei dragen, wierop eéï<br />
zotskap gedikt was. Geheel Brusfel verklaarde<br />
dien voor den Kardinaals - hoed , er<br />
elke verfchijning van zodanige bediender<br />
gaf nieuwe ftof tot gelach. Deze z.otskaj<br />
werd naderhand , om dat het Hof zij<br />
daaraan ergerde , in enen bondel pijlen ver<br />
anderd : een toevallige fpotternij, die eet BOEK<br />
zeer ernftig einde nam, en waaruit wa;r<br />
fchijnlijk het wapen Y?D de Republiek ge<br />
boren b. {fita VIGL. T. IL 35 THÜAN<br />
489.) Het aanzien des Kardinaals zon]<br />
eindelijk tot die laagte, dat men hem open<br />
lijk een fpotprent in de hand ftak, welkhem<br />
vertoonde, zittende op eieren , waarui<br />
Bisfchoppen werden uitgebroed. Boven hen<br />
zweefde een Duivel, met dit omichrift<br />
Deze is mijn Zoon , hoort hem",<br />
N 4<br />
V<br />
li.
BOEK.<br />
2oO DE A F V A L D E R<br />
gewisfe voorbode van derzelver nabij<br />
zijnde verfchijning (* ).<br />
Dog in dat zelfde zeldfame lot van<br />
dezen man vindr men te gelijk iets<br />
groots, iets verhevens, dat den onpartijdigen<br />
befchouwer vermaak en,<br />
verwondering baart.' Hij ziet hier ene<br />
Natie, die, door genen fchijn verbünd,<br />
door gene vrees teruggehouden, ftand'<br />
vastig, onverbiddelijk V en zander affpraak<br />
eenftemmig, het misdrijf Üraft,<br />
dat door de gewelddadige "invoeringvan<br />
dezen vreemdeling ' tegen hare<br />
waardigheid begaan was. Eeuwig onvermengd,<br />
en eeuwig alleen, zien wij<br />
hem , gelijk een vreemd, tegenftrijlig<br />
lighaam, over de oppervlakte zyve-<br />
/en, welke weigert hein aantencmen.<br />
£elfs de fterke hand van den Vorst,<br />
lie zijn vriend en befchermer is , be-<br />
*mdt zig onvermogend om hem tegen<br />
len wil der Natie te behouden, 'nu<br />
leze eenmaal beflotcn heeft hem te<br />
•erfioten. Hare ftem is' zo verfehrikelijk,<br />
dat zelfs het eigenbelang zijen<br />
gewisfen buit veragt; dat zijne<br />
weldaden gefchuwd worden , als vrugsn<br />
van enen vervloekten boom. Geik<br />
een vergiftige, lugt, hegt de<br />
:hande. der algemene verfoeijing op<br />
era. De dankbaarheid oordeek zig<br />
an hare pligcen jegens hem onrilagen;<br />
ijne aanhangers mijden hem , zijne<br />
i C) HOPPER, L. I. 35.
NEDERLANDEN. 201<br />
vrienden zijn tot zwijgen gebragt. Zo<br />
vreeslijk wreekte het volk zijne<br />
Edelen en zijne gekwetfte hoogheid aan<br />
den grootftcn Vorst van den aardbodem.<br />
De Gefchiedenis heeft dit zonderlinge<br />
voorbeeld flegts een enkelde keer<br />
in den Kardinaal MAZARIN herhaald,<br />
maar het was naar den geest_ van beide<br />
tijden en Natiën verfcheiden. De<br />
ppperfte Magt kon genen van beiden<br />
tegen de befpotting beveiligen \ dog<br />
Fiankrijk gevoelde verligting , als het<br />
om zijnen Pantalon lachte , daar de<br />
Nederlanden door het gelach tot op-<br />
Hand werden gebragt. Het eerfte zag<br />
zig uit ene langdurige flavernij, _ onder<br />
het beftuur van RICHELIEU, in ene<br />
plotfelijke ongewone vrijheid gefteld:<br />
de laatften gingen uit ene lange cr<br />
aangeborene vrijheid in ene ongewone<br />
flavernij over: het was natuurlijk, da<br />
le 1'ronde (*) weder in on denver<br />
«hg , en de Nederlandfche onlusten ii l<br />
llcpublicksgezinde vrijheids - ijver eindig<br />
len. De opftand der Parijzcnaars wa<br />
;en vrugt der armoede ; uitgelaten ><br />
naar niet dapper; baldadig zonde<br />
r<br />
•;ragt; onedel cn laag, gelijk de bron<br />
J<br />
waaruit hij voortvloeide. Het morrci 1<br />
der Nederlanderen was de trotfche ei ï<br />
vermogende ftem des rijkdoms. Moed<br />
wil en honger bezielden de eerften<br />
(*) Dus noemt men die partij der Parijfenasri<br />
\Yflke zich tegen den Kardinaal MAZARIN ve<br />
konden had.<br />
N 5<br />
II.<br />
B O E R<br />
\
202 DE AFVAL DER<br />
II. wraak , bezittingen, leven en GooV<br />
BOEK . dienst de laatfien. Hebzugt was de<br />
- drijfveer vau MAZARIN; °hecrschzugt<br />
die van GRANVELLE. Gene was menfchelijk<br />
en zagt; deze ongevoelig en<br />
wreed. De Franfche Stadsdienaar zogt<br />
in dc genegenheid zijner Koninginne ene<br />
toevlugt tegen den haat der Groten en,<br />
de woede des Volks ; de Nederlandfche<br />
Staatsdienaar tartte den haat van<br />
een gehele Natie, om énen te behagen.<br />
Tegen MAZARIN waren alleen<br />
Partijen en het Graan, dat door dezelven<br />
gewapend werd; tegen GRANVELLE<br />
de gehele Natie. Onder den eerften<br />
zogt het Parlement heimelijk tot een<br />
magt tc geraken , op welke het geen<br />
regt had; onder den laatfien {treed<br />
het voor een regtmatige magt, welke<br />
hij op een listige wijze poogde te vernietigen.<br />
Gene" had met de Prinfen<br />
van den bloede en de Pairs van het<br />
Rijk, gelijk deze met den inlandfchen<br />
Adel en de Standen te worftclen: maar<br />
daar de eerstgenoemden hunnen gemeden<br />
vijand, alleen daarom, den voet<br />
zogten te ligten, om zig zeiven in<br />
djne plaats te zetten, wilden de<br />
aatften de plaats zelve vernietigen,<br />
m een magt verbreken, die geen<br />
i mkeld<br />
i lebben.<br />
mensch alleen in handen moest<br />
Terwijl dit onder het volk omging,<br />
1 >egon ^ de Staatsdienaar aan het Hof<br />
r<br />
an de Landvoogdesfe te 'wankelen.
NEDERLANDEN. 3tf<br />
Dc herhaalde bezwaren over zijl*<br />
magt moesten haar tog eindelijk aan BOEK-<br />
't veriland gebragt hebben , hoe<br />
weinig men hare magt erkende. Dat<br />
men den Staatsdienaar , en met<br />
haar, zijne Gebiedercs, vreesde, mx>est<br />
hare trotschheid beledigen : de vloek<br />
zelfs, dien hij op zig laadde, moest<br />
haren nijd en hare ijvcrzugt gaande<br />
maken. Misfchicn was . zij ook wel<br />
bedugt, dat de algemene afkeer, welke<br />
hem betoond werd, tegen naar<br />
zelve irogt gekeerd worden, of dat<br />
zijn langduriger verblijf den geercigden<br />
opftand eindelijk mogt doen ïosberftcn.<br />
De lange verkering met hem , zijne<br />
onderrigting en zijn voorbeeld, hadden<br />
haar eindelijk in ftaat gefield,<br />
om zonder hem te regeren. _ Zijn gezag<br />
begon haar lastig te zijn, naarmate<br />
hij min noodzakelijk voor haai<br />
werd; cn zijne misflagen , voor wel<br />
ke hare gunst, dus verre, tot cel<br />
dekkleed had geftrekt, werden zigt<br />
baar, naarmate deze verkoelde. Zi<br />
was nu even zo zeer geneigd , on<br />
deze gebreken- optczocken , en ten breed<br />
ften ïmtcmeten, als zij voorheen gewees<br />
was om dezelve te bedekken. In deze z<<br />
ongunftige gclleldheid voor den Kardi<br />
naai , begor.ncn de menigvuldige e<br />
dringende vertogen des Adels eindelij<br />
ingang bij baar te vinden , 't welk des t<br />
gemakkelijker gefchiedde , daar zij tf<br />
Vens hare vrees daarin wisten te mei;
ÏL<br />
R O E K .<br />
-04 DE AFVAL DER<br />
gen. „ Men kon zig niet begrijpen",<br />
zeide onder anderen de Graaaf van E G <br />
M O N D , „dat de Koning, ten gevalle<br />
„ van énen mensch, die zelfs geen<br />
„ Nederlander was , en van wien men<br />
„ dus _ wist dat zijn geluk' met het<br />
„ welzijn dezer landen niets te doen<br />
„ had, alle zijne Nederlandfche onderda-<br />
„ nen konde laten lijden; ten gevalle<br />
„ van enen vreemdeling, dien zijne ge-<br />
„ boorte tot enen onderdaan des Kei-<br />
„ zers , zijn purper tot een fchepfel<br />
„ van het lloomfche Hof maakte. Hem<br />
„ alleen", voegde de Graaf 'er bij,<br />
„ had G R A N V E L L E het te danken ,<br />
„ dat hij zig nog onder de levenden<br />
„ bevond ; dog voortaan zoude hij deze<br />
zorg aan de Landvoogdcsfe overla-<br />
,, ten, en wilde hiermede haar gewaar-<br />
, fchuvvd hebben." Dewijl het grootfte<br />
ledeelte van den Adel, uit verdriet<br />
jver de minagting, welke hun daar<br />
setoond werd , van tijd tot tijd uit de<br />
vergadering van den Raad van State<br />
I e rug bleef, verloor het willekeurige<br />
redrag des Staats-dienaars ook nog den<br />
i<br />
j aatflen Republiekfchen fchijn , welke het-<br />
:elve tot hier verzagt had, en de le-<br />
( ligheid in den Raad ffelde zijne trot-<br />
i che hcerfchappij in hare volle hatelijk-<br />
1 leid ten toon. De Landvoogdes on-<br />
( iervond nu , dat zij enen Heer boven<br />
2 ig had, en van dit ogenblik af was<br />
C e verwijdering van den Staatsdienaar<br />
efloten» Zij vaardigde ten dien einde<br />
\
NEDERLANDEN. 205<br />
haren Geheim - fchrijver , THOMAS AR II.<br />
M E N TE ROS, naar Spanje af, om den BOEK<br />
Koning van alles , wat den Kardinaal<br />
betrof, te onderrigten , hem aile die<br />
duidelijke verklaringen van den Adel<br />
voorteleggen , en op deze wijze hem<br />
wit zig zeiven het befluit tot deszelfs<br />
verwijdering te doen nemen. Het gene<br />
zij in haren brief niet durfde vertrouwen<br />
, Was ARMENTEROS gelast , Op<br />
ene bekwame manier te laten invloeien,<br />
in het mondelijk berigt , 't welk de<br />
Koning waarfchijnelijk van hem zoude<br />
vragen. ARMENTEROS volvoerde zijnen<br />
last met alle bekwaamheid van<br />
enen volmaakten Hoveling; doch, een<br />
mondgefprek van vier uren, kon het<br />
werk van vele jaren, de goede gedagten<br />
van FILIPS aangaande zijnen Dienaar<br />
, in zijn gemoed niet omver floten.<br />
Langen tijd ging deze Vorst met<br />
de flaatkunde en zijn vooroordeel te rade,<br />
tot dat eindelijk GRANVELLE zelf<br />
zijn dralend befluit te gemoet kwam,<br />
en uit zig zeiven zijn ontflag verzogt,<br />
welk hij vreesde niet langer te kunnen<br />
ontgaan. Het geen de haat der gehele<br />
Nederlandfche Natie niet vermogt had,<br />
werd door de vcragtelijke behandeling<br />
des Adels uitgewerkt; hij kreeg eindelijk<br />
tegenzin in ene magt, welke<br />
niet meer gevreesd werd , en hem<br />
meer aan fchandc, dan aan nijd<br />
blootflelde. Veelligt was hij, gelijk<br />
zommigen gemeend hebben, bedugt
II.<br />
BOEK.<br />
aoö DE AFVAL DER<br />
voor zijn leven , dat zekerlijk met een mee?<br />
dan ingebeeld gevaar gedreigd werd ; veelligt<br />
wilde hij zijn ontflag liever ónder<br />
den naam van een gefchenk , dan als<br />
een bevel van den Koning ontvangen,<br />
en zijnen val , die onvermijdelijk was, naar<br />
het voorbeeld van enen beroemden Romein,<br />
met eer doen. FILIPS zelf, wilde,<br />
zo het fchijnt, den Nederlanderen liever<br />
tans grootmoedig ene | bede toeftaan,<br />
dan dezelve naderhand als ene eisch<br />
afgeven , en met enen flap, waartoe<br />
de nood hem dwong, ten minften nog<br />
dank bij hun verdienen. Zijne vrees<br />
won het van zijne eigenzinnigheid, cn<br />
de voorzigtigheid zegepraalde over zijnen<br />
hoogmoed.<br />
GRANVELLE behoefde geen ogenblik<br />
te twijfelen, hoe het befluit des<br />
Konings was uitgevallen. Weinige dagen<br />
na de terugkomst van ARMENTEROS<br />
zag hij het ontzag cn de vleierij verdwijnen<br />
van de weinige gezigten , die<br />
hem tot dus verre nog dienstvaardig<br />
hadden toegelachen ; het laatfte kleine<br />
hoopjen van • baatzoekende ögendienaars<br />
verliet zijnen perfoon ; zijn dorpel werd<br />
verlaten ; hij zag, dat de vrugtbaarmakende<br />
warmte hem begeven had.<br />
De laster, die hem gedurende zijn gehele<br />
beftuur zo mishandeld had , verfchoonde<br />
hem ook niet in het ogenblik<br />
, toen hij het zelve hederleide.<br />
Men durft beweren, dat hij kort te
NEDERLANDEN. 207<br />
Voren , eer hij van zijne bediening afihmd<br />
deed, gcwcnscht zoude hebben<br />
zig mee ORANJE cn EGMOND te<br />
verzoenen , en zelfs aangeboden _ hebben<br />
, bij aldicn hij tot dien prijs op<br />
hunne vergiffenis hopen mogt, enen<br />
knieval voor hun te doen (*> Het<br />
is laag en vcragtelijk, de gedagtems<br />
* van cenen meer dan gentenen man met<br />
zulk een voorgeven te bezwalken ; maar<br />
het is nog veragteiijker en lager hetzelve<br />
aan de n'akomclingfchap overteleveren.<br />
G R A N V E L L E onderwierp zig<br />
aan 's Konings bevel met ene betamelijke<br />
gelatenheid. Reeds ccnigc maanden<br />
te voren had hij naar Spanje aan<br />
den Hertog van A L B A gefchrevcn , dat<br />
deze hem , in gevalle hij de Nederlanden<br />
ruimen moest, ene wijkplaats<br />
te Madrid wilde gereed maken. Langen<br />
tijd ftond ALBA in overweging,<br />
of het raadïir.m ware, cr.cn zo gevaarlijken<br />
mededinger van 's Konings gunst<br />
bij zig te nemen, of enen zo gewigtigen<br />
vriend, een zo kostelijk werktuig<br />
°van zijnen ouden haat tegen de<br />
Nederlandfche Groten , afcewijzen. De<br />
wraak zegepraalde over zijné vrees, en<br />
hij onderllcundc nadrukkelijk de bclangei<br />
van GRANVELLE bij den Koning. Maai<br />
zijn aangewende dienst bleef vrugteloos<br />
AR ME NT EROS had den Koning overtuigd<br />
CO REI DAN. 4.<br />
II.<br />
BOEK.
II.<br />
BOEK<br />
sa>3 DE AFVAL DER<br />
dat het verblijf van dezen Staatsdienaar<br />
te Madrid alle de bezwaren der<br />
• Nederlandfche Natie , waaraan men hem<br />
had opgeofferd, weder heviger zou doen<br />
opkomen , dewijl men voordaan de<br />
„ bron zelve, waarvan hij tot hiertoe<br />
„ de wateren flegts bedorven had ,<br />
„ door hem vergiftigd zoude agten." Hij<br />
werd dan naar het Graaffchap Bourgondic<br />
, zijn Vaderland, gezonden, waartoe<br />
zig juist een gefchikt voorvvendfel opdeed.<br />
De Kardinaal gaf aan zijn vertrek<br />
uit Brusfel den fchijn van een kleine<br />
reis, waarvan hij eerstdaags ftond terug<br />
te komen. Dog ten zelfden tijde<br />
kregen alle de leden van den Raad,<br />
welke zig onder zijn beftuur van de<br />
Vergadering hadden onthouden , bevel<br />
van 't Mof, om zig daar weder te<br />
laten vindem Offchoon nu deze laatfte<br />
omftandigheid zijne terugkomst in 't geheel<br />
niet waarfchijnlijk maakte , en men<br />
dezen vond flegts voor een armhartige<br />
trotschheid aanzag , floeg egter de verst<br />
afzijnde mogelijkheid van zijne wederkomst<br />
de vreugde zeer ter neder , welke<br />
over zijn vertrek gevierd werd. De<br />
Landvoogdes zelve fchijnt in twijffel te<br />
zijn geweest, wat zij van dit gerugt<br />
geloven moest, want zij vernieude in<br />
enen Brief aan den Koning alle voorftellen<br />
en redenenen , welke hem te<br />
rug moesten houden, om dezen Staatsdienaar<br />
te laten wederkomen. GRAN<br />
VELLE zelf zogt in zijne Briefwisfe-<br />
ling
NEDERLANDEN. Sfi^<br />
Kng mee BARLAIMONT en VIGLIUS n.<br />
dit gerugt levendig te houden, cn zij BOEK;<br />
ne vijanden ten minften nog door ijdele<br />
dromen te verfchrikken , daar hij<br />
hen door zijne tegenwoordigheid niet<br />
meer kon plagen. Ook was de vrees<br />
voor den invloed van dezen man zo<br />
buiten mate groot, dat men hem eindelijk<br />
ook uit zijn eigen Vaderland<br />
verjaagde even als of deze reuzengedaante<br />
, wanneer zij zo nabij de<br />
Nederlanden bleef, dc vrijheid der Natie<br />
nog met hare vervaarlyke fchaduwe<br />
zoude verflinden.<br />
Toen PIUS DE VIERDE gefiorven<br />
was, deed GRANVELLE een reis<br />
naar Rome , om de verkiezing van<br />
enen Paus bijtcwonen , cn tevens aldaar<br />
enige zaken waartenemen voor zijnen<br />
Heer , wiens vertrouwen hij befiendig<br />
bleef behouden. Kort daarna maakte<br />
deze hem Onderkoning van Napels,<br />
xvaar hij bezweek voor de verleidingen<br />
van dat gewest, en enen geest , die<br />
door geen toeval had kunnen gebogen<br />
worden, door den wellust liet overmees :<br />
teren. Hij was twe-en zestig jaren oud,<br />
toen de Koning hem weder in Spanje<br />
deed komen , waar hij voordging dé<br />
Italiaanfche zaken met onbepaalde magt<br />
te bezorgen. Een fombere ouderdom,'<br />
en dc trotfche ingenomenheid met een<br />
zestigjarig bewind , maakten hem tot<br />
enen ftrengen en onbillijken regter over<br />
de gevoelens van anderen; tot enen 1<br />
I; DEEL. O
m<br />
SOEK.<br />
21© DE AFVAL DEK.<br />
flaaf van aangenomene inftellingen, en<br />
enen lastigen lofredenaar van vorige rijden.<br />
Maar de fiaatkunde van het einde<br />
der eeu was niet meer de fiaatkunde<br />
van derzelver aanvang. De jeugd van<br />
het nieuwe Ministerie werd ras enen<br />
zo gebiedenden Opziener moede , en<br />
FILIPS zelf begon enen Raadgever te<br />
fchuwen, die alleen zijns Vaders daden<br />
lofwaardig vond. Desniettegenftaande<br />
vertroude hij aan hem nog ten laatfien<br />
zijne Spaanfche landen, toen de<br />
verovering van Portugal hem naar Lisfabon<br />
riep. Hij ftierf' eindelijk op<br />
ene Italiaanfche reis te Mantua, in het<br />
drie-en zeventigfte jaar zijns ouderdoms,<br />
en in het volle genot van zijnen<br />
roem , nadat hij veertig jaren onafgebroken<br />
het vertrouwen van zijnen<br />
Koning bezeten , en , door ene<br />
verbindenis zonder voorbeeld, vrijheid<br />
en Vorftelijke gunst in zig verenigd<br />
had (*).<br />
GRANVELLE was gevallen, zo als<br />
geen gunflcling valt : niet om dat zijn<br />
kortftondig geluk uitgebloeid was; niet<br />
door den ligten wind van grilligheid ;<br />
neen , maar hij viel door de eendragt<br />
van eene verwonderlijke magt, door<br />
de vertoornde ftem ener ganfche Natie.<br />
Maar hoe was het mogelijk, dat<br />
een man, die het moeilijkfte fpeeltuig<br />
C*) STRADA Dec. I. L. HL IV. p. 88—p8.
NEDERLANDEN",'<br />
to kunftig behandeld had, zo ongelukkig<br />
op een veel gemaklijker fpeelde<br />
? Wist hij, die de waakfame agterdogt<br />
van enen fomberen Despoot<br />
had kunnen misleiden, geen middel<br />
om zich voor een vrolijk Volk te vermommen<br />
? Hoe hoger hij rijst door<br />
de verwonderlijke vriendfehap van enen<br />
Vorst, welke bij hem hare onbeftendigheid<br />
verleerde , des te meer vernedert<br />
het hem , dat hij deze Koninglijke<br />
vriendfehap blootftelde aan de<br />
fchande , om haar onvermogen voor<br />
de wereld openteleggen ; dat hij zijnen<br />
Koninglijken Befchermer noodzaakte,<br />
hem met afgekeerdeu aangezigte opteofferen.<br />
Terftond na het vertrek van den<br />
Staatsdienaar, zag men alle die gelukkige<br />
gevolgen, welke men zig van<br />
deszelfs verwijdering beloofd had. De<br />
misnoegde Heren namen weder zitting<br />
in den Raad van State , en met<br />
dubbelden ijver de zorg der ftaatsza»<br />
ken ter hand, om gene aanleiding<br />
te geven, dat men den afgezetten Dienaar<br />
terug verlangde , en om , door<br />
een gelukkig gevolg van het tegenwoordige<br />
beftuur, te tonen, dat men<br />
hem misfen konde. Het was ongemeen<br />
1564,<br />
druk bij de Landvoogdes. Allen beijverden<br />
zig om ftrijd , om elkander in<br />
bereidwilligheid, onderdanigheid en dienstvaardigheid<br />
te overtreffen : tot laat in<br />
den nagt werd het werk voortgezet t<br />
O a<br />
IT.<br />
BOEK»
II.<br />
SlOEK.<br />
Ï564.<br />
DE AFVAL DEK<br />
'er heerschte de gröotfte eendragt tusfehen<br />
de drie hoge Kollegiën , en de<br />
beste verftandhouding tusfehen het Hof<br />
en de Staten. Men kon van de goedhartigheid<br />
des Nederlandfchen Adels alles<br />
verkrijgen , zodra deszelfs eigenzinnigheid<br />
en hoogmoed door vertrouwen en<br />
inschikkelijkheid gevleid wierd. De Landvoogdes<br />
maakte zig de eerfte blijdfchap<br />
der Natie ten nutte , om haar<br />
de toeftemming in enige lasten , welke<br />
men van haar onder het vorige<br />
beduur niet had kunnen verkrijgen , afteperfen.<br />
De vermogende invloed van den<br />
Adel op het volk onderfleunde haar<br />
hierin op het kragtigfte , en weldra<br />
zag zij der Natie het geheim af, dat<br />
men flegts veel moest vragen , om altoos<br />
wat te krijgen. Zij zelve zag<br />
zig met blijdfehap van hare langdurige<br />
flavernij ontheven ; de onderlinge naijver<br />
van den Adel vcrligtte haar den last<br />
van het Staatsbeftuur, en deszelfs innemende<br />
onderdanigheid liet haar al het<br />
zoet van hare heerfchappije fmaken (*).<br />
GRANVELLE was nu gevallen, maar<br />
•zijn aanhang ftond nog. Zijne fiaatkunde<br />
leefde in zijne gunfteüngcn , welke<br />
hij in den Geheimen Raad en in den<br />
Raad der Geldmiddelen agter liet. De<br />
haat blaakte nog onder de partijen ,<br />
nadat het hoofd reeds lang verdreven<br />
(*) HOPPER 38. BURGUND. 78. jg.<br />
STRADA 95. 98. GROT. IJ.
NEDERLANDEN. 213<br />
was, en de namen van Oranje- en<br />
Koningsgczinden, van Patriotten en Kar- B<br />
dinaalsgezinden, gingen nog (leeds voord _<br />
den Raad te verdelen , cn het vuur<br />
van twedragt aan den gang te houden.<br />
VlGLIUS V A N ZUICHEM V A N AIJTTA,<br />
Prefident van den Geheimen Raad, lid<br />
van den Raad van State en Zegelbewaarder<br />
, werd tans voor den gewigtigftcn<br />
perfoon in den Raad, en<br />
voor' den fterkften fteun der Kroon aangezien.<br />
Deze verdienftelïjke grijsaart,<br />
dien wij enige kostbare bijdragen tot<br />
de Gefchiedenis van den Ncderlandfchen<br />
opftand te danken hebben , cn wiens<br />
vertroude briefwisfeling met zijne vrienden<br />
ons in het verhaal daarvan meermalen<br />
tot gids verftrekt heeft, was<br />
een der gröotfte Regtsgeleerden van zijnen<br />
tiid, tevens ook een Godgeleerde<br />
en Gecstlijke , en had reeds onder den<br />
Keizer de gewigtigfte amten bekleed.<br />
De omgang met de gcleerdfte mannen,<br />
op welke dat tijdperk mag roemen ,<br />
en aan wier hoofd zig E R A s M U S van<br />
Rotterdam bevond, gevoegd bij verfcheidene<br />
reizen , welken hij in 's Keizers<br />
gezclfehap gedaan had, hadden den kring<br />
zijner kundigheden en waarnemingen uitgebreid<br />
, en zijne grondbeginfels in vele<br />
opzigten boven zijne tijden verheven.<br />
De roem van zijne geleerdheid verbreidde<br />
zig door zijnen gehelen leeftijd, en<br />
heeft zijnen naam tot de nakomelingfchap<br />
overgebragt. Toen in 't jaar 1548<br />
O 3<br />
II.<br />
O EK.
DE AFVAL DER<br />
II. op den Rijksdag te Augsburg de ver<br />
BOEK eniging der Nederlanden met het Duit-<br />
, fche rijk zoude vastgefteld worden, zond<br />
KAREL DE VIJFDE dezen Staatsman derwaards<br />
, om voor de belangen der Provinciën<br />
optekomen, en het was voornamelijk<br />
zijne bekwaamheid, die de onderhandelingen<br />
ten voordele der Nederlanden<br />
beftuurde. Na 's Keizers dood<br />
was v i G L i u s bij uitflek de enige ,<br />
Welken FILIPS uit de nalatenfchap zijns<br />
Vaders ontving , en een van die weinigen<br />
, in welken' hij deszelfs nagedagtenis<br />
vereerde. Het geluk van GRAN<br />
VELLE , aan wien een vroege kennis<br />
hem verbonden had , verhief ook hem<br />
tevens; maar hij deelde niet in den<br />
val van zijnen Begunltiger, omdat hij<br />
niet in deszelfs heerschzugt en haat<br />
had gedeeld. Een twintigjarig verblijf<br />
in de Provinciën, alwaar de gewigtigfte<br />
zaken hem toevertroud geweest<br />
waren , de beproefdfte trouw jegens zijnen<br />
Vorst, en de ijverigfte verkleefdheid<br />
aan het Katholijkc geloof, maakten<br />
hem tot een voornaam werktuig der<br />
alleenheerfching in de Nederlanden (*).<br />
V i G L i u s was een Geleerde , maar<br />
geen Denker; een ervaien Staatsman,<br />
maar geen verlicht verftand ; en. hij bezat<br />
gene genoegfame fterkte van geest<br />
om de ketenen van vooroordeel, gelijk<br />
NEDERLANDEN. 215<br />
zijn vriend ERASMUS, te verbreken,<br />
en nog minder genoegfame flimheid om<br />
dezelve, gelijk zijn voorganger GRAN<br />
VELLE, aan zijn hartstogt dienstbaar<br />
te maken. Te zwak en te kleinmoedig<br />
om de ftoutere leiding van zijn eigén<br />
verftand te volgen, vertroude hij<br />
zig liever aan het gemaklijker pad<br />
des gewetens : een zaak was regt,<br />
zodra zij bij hem pligt was. Hij was<br />
een van die regtfchapene menfchen, welke<br />
voor de listigen onontbeerlijk zijn :<br />
het bedrog maakte ftaat op zijne eerlijkheid.<br />
Ene halve eeu later zoude hij<br />
enen onfterflijken naam van de vrijheid<br />
behaald hebben , welke hij nu holp onderdrukken.<br />
In den Geheimen Raad te<br />
Brusfel diende hij de dwingelandij ; in<br />
het Parlement te Londen, of jn de<br />
Vergadering van Holland, zou hij mis-<br />
fchien als THOMAS MORUS en OLDEN-<br />
BARNEVELD zijn geftorven.<br />
Enen niet min gedugten tegenpartijder.<br />
danviGLius, hadden de Patriotten aar<br />
BOEK.<br />
den Prefident van den Raad der Geldmiddelen,<br />
den Graaf van BARLAIMONT<br />
Weinig hebben ons de Gefehiedfchrij<br />
vers aangaande de verdienden en d<<br />
gevoelens van dezen man nagelaten; d<<br />
verblindende grootheid van zijnen Voor<br />
ganger, den Kardinaal GRANVELLE<br />
verdonkerde hem s nadat deze van he<br />
toneel was afgetreden, hield het over<br />
wigt van de tegenpartij hem onder<br />
maar ook flegts dat weinige,<br />
O 4<br />
wat w:<br />
i I i<br />
II.
P.E AFVAL DER.<br />
II. van hem aantreffen, verfprcidt een gun?<br />
2 0E K. ftig licht over zijn karakter. Meer dan<br />
-r eens • deed de Prins van Oranje, moeite<br />
om hem van den Kardinaal aftctrekken,<br />
en tot zijne partij overtehalen :. bewijs<br />
genoeg, dat deze op dien aanwinst<br />
enigen prijs frelde. Alle zijne pogingen<br />
daartoe mislukten hem :. een blijk<br />
dat hij met geen oubeftendig karakter<br />
te doen had. Meer dan eens zien wij<br />
hem, alleen, onder alle de leden van,<br />
den Raad , tegen de bovendrijvende<br />
partij opkomen, en het belang van de<br />
Kroon , dat reeds in gevaar was om opgeofferd<br />
te worden, tegen den algemenen<br />
aanval befchermen. Toen de Prins<br />
Van ^Oranje de Ridders van het Gulden<br />
Vlies ten zijnen huize vergaderd had ,<br />
om over de affchaffing der Inquifitie<br />
bij voorraad een befluit te nemen, was<br />
B A RL AIM ONT de- eerfte , die van het<br />
onwettige van dit gedrag repte , en de<br />
eerfte, die 'er de Landvoogdes kennis<br />
yan gaf. Enigen tijd daarna vraagde,<br />
de Prins hem , of de. Landvoogdes van<br />
die bijeenkomst wist? en BARLAIMONT<br />
aarfeldc geen ogenblik met hem de waarheid<br />
te. zeggen. Alle flappen, die wij van.<br />
hem ontdekken, tonen ons enen man<br />
die zig noch door voorbeeld , noch'<br />
door. menfehenvrees laat omzetten;, die<br />
met onvvankelbaren moed en onverwinnelijke<br />
ftandvastigheid aan die partij, welke<br />
hij eenmaal gekozen heeft, getrou, blijft;<br />
maar die tevens te trotsch en te wil-
NEDERLANDEN. 217<br />
lekcurig dagt, om ene andere , dan<br />
deze te kiezen (*).<br />
Behalven deze worden nog onder den<br />
aanhang des Konings te Brusfel genoemd<br />
de Hertog van AAR SCHOT; benevens de<br />
•Graven van MANSVELD, ME GEN, en<br />
AREMBERG, alle drie geboren Nederlanders,<br />
cn die dus met den gehelen Neder?<br />
aandl'chcn Adel, gelijk het fcheen, dezelfde<br />
redenen hadden, om de geestelijke<br />
dwingelandij en het eenhoofdige geweld<br />
in hun Vaderland tegen te gaan. Het<br />
tcgengeftelde van hun gedrag moet ons<br />
des te meer bevreemden, omdat wij<br />
hen met de voornaamfte leden der tegenpartij<br />
in betrekking van vriendfehap<br />
vinden, cn niets minder dan onverschillig<br />
omtrent 1 de gemene lasten des<br />
Vaderlands. Maar zij vonden in zig<br />
zclvcn geen vertrouwen, genen heldenmoed<br />
genoeg, om enen ongelijken ftrijd<br />
met ene zo veel magtiger partij te<br />
wagen. Uit bekrompen voorzigtigheid<br />
onderwierpen zij hun regtmatig misnoegen<br />
aan de wet der noodzaaklijkheid,<br />
en leiden hunne hoogmoed liever ene<br />
harde offerande op, dewijl hunne vertroetelde<br />
verwaandheid geen andere kor<br />
brengen. Tc overleggend en te wijs<br />
om het zekere goed , dat zij van de<br />
vrijwillige grootmoedigheid huns Herer<br />
reeds bezaten , van zijne regtvaardigheie I<br />
(*) STRADA 82. 83. BURGUND. 91<br />
'4 68. Vita VIGL. 40.<br />
O 5<br />
II.<br />
BOEK,
ai» DE AFVAL DER<br />
II. of vrees eerst te willen afdwingen, of<br />
BOEI :. een werkelijk geluk afteitaan , om de<br />
- fchaduwe van een ander te behouden<br />
, maakten zij zig veel liever het<br />
gunfh'ge ogenblik ten nutte, om voordeel<br />
te doen met hunne ftandvastigheid,<br />
welke tans bij den algemenen afval<br />
des Adels in prijs geftegen was. Weinig<br />
gevoel van waren roem hebbende,<br />
lieten zij hunne eerzugt beflisfen, welke<br />
partij zij kiezen zouden ; en kleine<br />
eerzugt bukt veel liever onder het harde<br />
juk van dwang, dan onder de zagte<br />
heerfchappij van enen fterken geest.<br />
Het was een klein gefchenk, wanneer<br />
zij zig aan den Prins van Oranje overgaven<br />
; maar de verbindenis met den<br />
Vorst maakte hen des te gedugter vijanden<br />
voor hem. Daar ging hun naam<br />
onder den talrijken aanhang en in den<br />
glans van hunnen mededinger verloren;<br />
aan de verlaten zijde van het Hof fchitterde<br />
hunne fehrale verdiende. Het gene<br />
den grootfïen hoop des Adels afvallig<br />
van de Kroon maakte , hield<br />
deze weinigen getrou. De eerden wilden<br />
gene wetten van enen Heer, de<br />
laatfien<br />
gen.<br />
niet van huns gelijken ontvan<br />
De huizen van Nasfau en Croi,<br />
tot welk laatfte de Hertog van Aarfchot<br />
behoorde , waren reeds federt<br />
verfcheidene regeringen elkanders mededingers<br />
naar aanzien en waardigheid geweest;<br />
en deze naijver had tusfehen
NEDERLANDEN. 219<br />
dezelven een oude familie-haat aangekweekt<br />
, welke door verdeeldheid in het j<br />
ftuk van Godsdienst ten laatfien onver- .<br />
zoenlijk werd. Het huis van Croi<br />
bezat federt ondenkelijke jaren bij uitftek<br />
den roem van Godsdienftigheid en Paapfche<br />
heiligheid ; de Graven van Nasfau<br />
hadden zig voor de nieuwe fekte<br />
verklaard. Reden genoeg, dat FTLIPS<br />
VAN CROI, Hertog van Aarfchot, de<br />
voorkeur gaf aan ene partij , die het<br />
meest tegen den Prins van Oranje gekant<br />
was. Het Hof verzuimde den<br />
fchonen kans niet, om uit dezen onderlingen<br />
haat zijn voordeel te trekken,<br />
en enen vijand van zo veel gewigt tegen<br />
het toenemend aanzien van het<br />
Nasfaufche huis te ftcllen. De Graven<br />
van Mansveld en Megen waren tot hiertoe<br />
de vertroudfte vrienden des Graven van<br />
Egmond geweest. Zij hadden ; te gelijk<br />
met hem hunne ftem tegen den Staatsdienaar<br />
opgeheven ^ te gelijk met hem<br />
de Inquifitie en de Plakaten bedreden ,<br />
en het in opregtheid met hem gehouden<br />
tot hier toe , tot op de uiterfte<br />
grenzen van hunnen pligt. Tans, op den<br />
fcheidweg van 't gevaar, gingen deze drie<br />
vrienden van elkander.- EGMOND'S onbezonnen<br />
'deugd fleepte hem onwederftandlijk<br />
voord , op het pad, dat ten<br />
verderve leidde ; zijne gewaarfchuwde<br />
vrienden begonnen nog ter goeder ure<br />
op ene goede terugkomst bedagt te zijn.<br />
s<br />
Er zijn ons nog brieven overgebleven,<br />
11<br />
1 O E IC.
TI.<br />
3SOEK.<br />
220 DE AFVAL DER<br />
die tusfehen den Graaf van Egmond<br />
en Mansveld gewisfeld zAjh , en die,<br />
lchoon in een later tijdvak gefchreven<br />
ons egter ene getrouwe fchilderij van<br />
hunne betrekkingen ten dien tijde opleve<br />
ren. „ Ben ik," antwoordde MANSVETD<br />
t i<br />
aan zijnen vriend, die hem vriendlijke<br />
yerwijtingen over zijnen afval tot de<br />
partn des Konings gedaan had, „ ben<br />
„ ik voormaals van oordeel gen-eest,<br />
dat de affehaffing der Inquifitie , de<br />
„ verzagting der Plakaten , en de ver-<br />
„ wijdenng van den Kardinaal GRAN-<br />
V E L L E , voor het algemeen welzijn<br />
, noodzakelijk waren, de Koning heeft<br />
J , aan dit ons verlangen reeds voldaan,<br />
5 , en de oorzaak onzer klagte is weg-<br />
» , genomen. Wij hebben reeds te veel<br />
5 , tegen den hoogmoed van den Vorst,<br />
3 , cn het gezag der Kerke ondernomen;<br />
J , het is, hoog tijd om intcpalmen,<br />
d a<br />
y - °P<br />
w<br />
i<br />
d e<br />
» Koning, wanneer hij<br />
9 i komt, met een .vrolijk gelaat, zon<br />
3' der angstvalligheid, ontmoeten kunnen.<br />
y<br />
Wat mij betreft, ik ben voor zijnen<br />
y<br />
toorn _ niet bevreesd ; gerustlijk durve<br />
yi<br />
ik mij op zijn bevel naar Spanje bege<br />
y<br />
ven , cn mijn vonnis van zijne regt-<br />
M<br />
vaardigheid en goedheid verwagten.<br />
y><br />
Ik zeg dit niet, als twijfelende , of<br />
•>•><br />
Graaf Egmond dat zelfde, van zig<br />
n<br />
zoude kunnen verzekeren ; dog Graaf<br />
•>•><br />
Egmond zal wèl doen , dat i hij de<br />
v><br />
ze zijne zekerheid meer en meer be-<br />
r><br />
vestige , en het vermoeden van zijne
NEDERLANDEN. WIJ<br />
r<br />
daden verwijdere. Verneme ik ," du; '• II.<br />
leidt het flot", ,, dat hij mijne ver • BOE K'.<br />
„ maningen ter harte neemt, zo blijf<br />
„ het bij' onze vriendfehap; maar zo niet<br />
dan voel. ik mij fterk genoeg, on<br />
„ alle menfchelijke betrekkingen aan mij<br />
,, nen pligt en mijne eer opteoffcren (_*).'<br />
De vermeerderde magt des Adels ftel<br />
de de Republiek bijna aan een grote r<br />
kwaad bloot, dan dat, welk zij doe r<br />
het verdrijven des Staatsdienaars pas om<br />
komen was. Door ene langdurige wee<br />
de verarmd, welke te gelijk hunne z<<br />
den bedorven had, en waarmede z<br />
reeds te gemeenfaam waren geworden •><br />
om haar nu eerst te laten varen , bi<br />
zweken zij voor de gevaarlijke gelegel ï-<br />
beid, om hunne heerfchende neigir g<br />
roetegeven , en den kwijnenden glai is<br />
van hun geluk weder te herftellcn. Ve r-<br />
kwisting bragt winzugt mede , en dc; :e<br />
den woeker. Geestelijke en wcreldlijl<br />
amten raakten veil; Ereposten , Prh i-<br />
legiën en Vrijbrieven werden aan de mee: it<br />
biedenden verkogt ; met de geregtighc id<br />
zelve werd handel gedreven. Wie do or<br />
den geheimen Raad veroordeeld wa ' •><br />
werd door den Raad van State wee er<br />
vrijgefproken ; wat de ene weigerd< :<br />
»<br />
was bij den anderen voor geld te vi :r-<br />
krijgen. Dc Raad van State wie rp<br />
naderhand wel de fchuld op de V ve<br />
andere Hoven , maar zijn eigen vo< >r-<br />
(*) STRADA I5pi
5.22 DE AFVAL DER<br />
II. beeld was het, waardoor deze aange.<br />
n o E K doken werden. De vindingrijke fchraapzugt<br />
opende nieuwe bronnen van gewin<br />
Leven, Vrijheid en Godsdienst<br />
werden, even als landerijen, voor vaste<br />
lommen verzekerd; voor goud waren<br />
moordenaars en kwaaddoeners vrij , en<br />
de Natie werd door de loterijen en<br />
lombaardtafelen bedolen. Zonder aanmerking<br />
van rang of verdiende, zag men<br />
de bedienden en afhangelingen der leden<br />
van den Raad van State, en der<br />
Provinciale Stadhouders tot de gewigtigfte<br />
bedieningen verheven. Wie iets<br />
bij 't Hof te verzoeken had, moest<br />
zig door de Stadhouders en hunne onderbedienden<br />
derwaards den weg banen.<br />
Generhande kunstgrepen van verleiding<br />
werden 'er gefpaard, om den Geheimfchrijver<br />
der Hertoginne , T HOM AS AR<br />
MEN TEROS, enen tot hiertoe onbefproken<br />
en eerlijken man, mede in deze<br />
ongeregeldheden te liepen. Door<br />
gemaakte betuigingen van genegenheid<br />
:n vriendfehap, wist men zig in zijn<br />
vertrouwen te dringen, en zijne grondseginfels<br />
door een los leven te onder-<br />
i nijnen. Het verderflijke voorbeeld dak<br />
:ijne zeden aan, en nieuwe behoeften<br />
icgepraalden over zijne voorheen on-<br />
J :reukbaare deugd. Nu werd hij blind<br />
oor misbruiken , waaraan hij mede-<br />
'Hgtig _ was , en fchoof een gordijn voor<br />
I<br />
c c misdrijven van anderen , om daar<br />
s gter tevens de zijnen te verbergen. Met
NEDERLANDEN. ftüS<br />
2ijne kennis cn medewerking beroofde<br />
men den Koninglijken fchat , en verijdelde<br />
de oogmerken der regering, door<br />
een (lege beftuur van hare hulpmiddelen.<br />
Ondertusichcn leefde dc Landvoogdes<br />
in enen zoeten waan van heerlchappij<br />
en werkfaamheid, welken de vleierij<br />
der Groten op ene kundige wijze<br />
wist te koesteren. De eerzugt der<br />
partijen fpeelde met het zwak ener<br />
vrouwe, en kogt haar ene wezenlijke<br />
magt af, voor die wezenloze tekens<br />
en een nederig vertoon van afhangelijkheid.<br />
Welras behoorde zij geheel<br />
aan de partij , en veranderde ongemerki<br />
hare grondbeginfels. Op ene wijze,<br />
geheel drijdig met haar vorig gedrag,<br />
bragt zij tans vragen, welke tot d(<br />
andere Hoven behoorden , of voordellen,<br />
haar in 't geheim door VIGLIU:<br />
gedaan, wederregtelijk in den Raad vai I<br />
State, waar de partij de overham l<br />
had, even als zij denzelven voormaals ><br />
onder het beduur van G R A N V E L L E<br />
wederregtelijk had voorbijgegaan. Ge<br />
noegfiam alle zaken en alle invloe i<br />
kwamen tans aan dc Stadhouders. Al<br />
le fmeekfehriften werden aan hun op<br />
gedragen , alle gunden door hun uil<br />
gedeeld. Het ging zo<br />
aan de Regeringen der<br />
ver, dat • z j<br />
Steden regtzs<br />
ken onttrokken , en die voor hunne .1<br />
regtbank bragten. Het gezag der Pre<br />
vinciale Geregten verminderde, naarmat e<br />
het hunne toenam ; en met het geza<br />
l<br />
II.<br />
B OE IC.
m<br />
HOEK<br />
45| DE A F V A L D E R<br />
der Regering lagen regtsoefening en bati<br />
, geïfijke orde ter neder. De kleinere<br />
. Geregtshoven volgden weldra het voorbeeld<br />
van de regering des Lands. De<br />
geest, welke den Raad van State te<br />
Brusfel beheerschte, verfpreidde zig welhaast<br />
door aile Provinciën. Kuiperijen i<br />
verfchoningen van misdrijven, roof, omkoping<br />
van het regt, werden algemeen<br />
in de Regtbanken des Lands :<br />
de zeden raakten in verval, en de nieuwe<br />
fekten bedienden zig van deze losbandigheid,<br />
om haren kring te vergroten.<br />
De verdraagfamcr gevoelens van<br />
Godsdienst bij den Adel, die of zelf<br />
de nieuwe leer beguniligden , of ten<br />
minden de Inquifitie als een werktuig<br />
der dwingelandij verfoeiden , hadden de<br />
ftrenghcid der Geloofs- Plakaten vernietigd<br />
• door de vrijbrieven , welken men<br />
aan verfcheidene Proteftanten verleende,<br />
werden het heilige Geregt zijne best»<br />
offers ontnomen. Doof geen ding kon<br />
de Adel voordaan zijn nieu aandeel aan<br />
de _ regering des Lands den Volke voordeliger<br />
aanprijzen, dan wanneer zij het<br />
gehate Geregtshof der Inquifitie aan hetzelve<br />
ten offer bragten ; cn daartoe<br />
bewoog hen nog meer hunne eigene<br />
neiging, dan het voorfchrift der Staatkunde.<br />
De Natie ging ogcnbliklijk<br />
van den drukkendften dwang der onverdraagfaa'mheid<br />
in enen ftaat van vrijheid<br />
over, welken zij reeds te zeer<br />
Ontwend was, om hem met gematigdheid
NEDERLANDEN.<br />
heid te dragen. De Inquifitiemeesters, II.<br />
ran den bijftand der Regering verfto- BOEK.<br />
ken, zagen zig meer befpot, dan gevreesd.<br />
Te Brugge liet de Stadsregering<br />
zelfs enigen van de Dienaren der<br />
Inquifitie, welke enen Ketter in hcgtcnis<br />
wilden nemen, te water en brood<br />
zetten. Omtrent dien zelfden tijd werd<br />
te Antwerpen , alwaar het Gemeen ene<br />
vergecffche poging gedaan had, om<br />
enen Ketter uit de handen van het<br />
heilige Gercgt te ontzetten , een met<br />
bloed gefchreven papier openlijk op de<br />
markt aangeplakt, houdende, dat een<br />
aantal menfchen zig te zamen verzworen<br />
had, om den dood van dezen<br />
ongciukkigen te wreken (*).<br />
De Geheime Raad en de Raad der<br />
Geldmiddelen, in welke VIGLIUS en<br />
SARLAIMONT voorzaten, hadden zig<br />
van het bederf, waarvan de gehele<br />
Raad van State aangeftoken was, nog<br />
grotendeels zuiver gehouden. Een nieü<br />
aanzoek bij den laatstgenoemden was<br />
wederom mislukt; tans deed men zijn<br />
best om in die beide Hoven enige<br />
nieuwe Leden intcdringen, welke<br />
'der partije meer toegedaan waren. In<br />
dien tijd deed zig in het rijk der<br />
o-eleerdheid Zekere BALDTJINUS op,<br />
een geboren Vlaming, die zig in de<br />
Regtskunde enen fchitterenden roem ver-<br />
(*) HOPPER 40. GROT. 17. Vita vict.<br />
39. BURG. 80, 8f. 88. STRADA 99. 10©.<br />
I. DE KL. P
32
NEDERLANDEN. é27<br />
gijnen aanflag wist pptefchikken, zij II.<br />
deden gene werking op het ge BOEK*<br />
moed van dezen man, die te verftandig<br />
en te zedig dagt, om enen zekeren<br />
ftaat van middclmaatigheid aan enen<br />
twijffelagtigcn ftaat van grootheid opteofferen.<br />
^Ecn gelijke poging mislukte<br />
den Graaf van Hoorn bij enen Duitfchen<br />
Regtsgclccrdcn, met name CASs<br />
ANDER, dien dc verwilderde zeden<br />
van het Hof fpoedig naar zijn Vaderland<br />
deden te rug keren (*><br />
Daar het der partij niet gelukte»'<br />
noch om den Geheimen Raad cn den<br />
Raad der Geldmiddelen in hare belangen<br />
te krijgen, noch ook om htire<br />
aanhangers in deze twe Vergaderingen<br />
te dringen, zo bleef haar geen ander<br />
middel over, dan beiden geheel<br />
en al buiten- werkfaamheid te breno-cn,<br />
cn derzelver werk in den _ Raad<br />
van State te doen overgaan. Om dit ontwerp<br />
ter uitvoer te brengen, zogt de Prins<br />
van Oranje zig van den Raad van<br />
State te verzekeren. ,, Men noemt hen<br />
„ wel Raden £ dus liet hij zig meermalen<br />
tegen zijnen aanhang uit, „ maar<br />
„ anderen hebben de magt in handen.<br />
Wanneer men geld nodig heeft, om<br />
' het krijgsvolk te betalen, of wanneer<br />
het te doen is om de inkruipen-<br />
,= de ketterij te weren , of om het<br />
„ Volk in orde te houden, dan be-<br />
C'O BrucuND. 89. 90. 91. GROT. 18.<br />
P a
II.<br />
.6 O E K.<br />
. i<br />
ssJ JDE AFVAL DER<br />
„ dient men zig van hun, daar zi)<br />
„ noch over het geld, noch over de<br />
„ wetten, het opzigt hebben, maar<br />
„ alleen de werktuigen zijn, waardoor<br />
„ de beide andere Kollegiën op den<br />
„ Staat werken. En evenwel zouden zij<br />
„ alleen tot het gehele beftuur der Re-<br />
„' gering, welke men geheel nodeloos<br />
„ onder drie verfcheidene Kollegiën ver-<br />
„ deeld heeft, genoegfaam zijn , zo zij<br />
„ zig flegts onder elkander wilden ver-<br />
„ binden, om dezen afgefcheurden tak<br />
„ van Regering weder den Raad van<br />
„ State intelijvcn, ten einde het gehele<br />
„ lichaam door éne ziel in werking ge-<br />
„ bragt wierd." Men beraamde vooraf<br />
en in ftilte een plan, volgens 't welk<br />
twaalf nieuwe Vlies-Ridders in den Raad<br />
van State gebragt, de regtsoefening aan<br />
het Hof van Mechelen, aan 't welk dezelve<br />
regtmatig behoorde, wedergegeven,<br />
en de brieven van Vrijdom, Vergiffenis<br />
enz. aan den Prefident V I G L I U S<br />
>vergelaten, dog het geldbeftuur hun<br />
dleen in handen zou gefteld worden.<br />
Vlen voorzag zeer wei, alle de zwarigïeden<br />
, welke door het wantrouwen van<br />
j iet Hof, en den naijver over de toenenende<br />
magt der Edelen, tegen deze<br />
ïieuwigheid zouden in den weg geleed<br />
1 vorden: om dezelve derhalven bij de<br />
I landvoogdes doortedringen, maakte men<br />
I :nige van de voornaamfte Officieren<br />
( >p , om het Hof te Brusfel door<br />
1 lerke aanmaaningen om hunne agter-<br />
i tallige zoldij te ontrusten 7 en in geval
NEDERLANDEN. ssp<br />
van weigering' met enen opftand te drei II.<br />
gen. Men bewerkte dat de Landvoog BOEK.<br />
des met menigvuldige Verzoekfchriften en<br />
Memoriën wierd aangevallen, waarin<br />
over uilftel van regt geklaagd, en hoog<br />
opgegeven werd van het gevaar, 't welk<br />
van de dagelijks toenemende Ketterij<br />
te dugten was. Men verzuimde gene<br />
gelegenheid, om haar den verwarden toeftan<br />
d der Burgerlijke orde , der Regtspleging<br />
en der Geldmiddelen zo akelig<br />
aftefchüderen , dat zij uit de bedwelming,<br />
waarin zij tot hiertoe was<br />
gewiegd geweest, met fchrik ontwaakte<br />
(*). Zij riep alle drie Kollegiën te<br />
Zamen, om te bcraadflagen, door welke<br />
middelen deze verwarringen te verhelpen<br />
waren. De meertlcrheid der<br />
ftemmen kwam hierop uit, dat men<br />
enen buitengewonen Gezant naar Spanje<br />
moest zenden , die den Koning in<br />
ene uitvoerige en levendige fchüdery<br />
den waren ftaat van zaken onder het oog<br />
zoude brengen , cn, ware het mogelijk,<br />
hem tot betere maatregelen bewegen.<br />
VIGLIUS, die van het geheime<br />
plan der partij niet het minfte<br />
gemerkt, had, verklaarde zig tegen dit gevoelen.<br />
„ Het kwaad," zeide hij, „ waar-<br />
„ over men klaagde, was zekerlijk grooi<br />
„ en niet te veragten ; maar ongenees-<br />
„ lijk was het niet. Het regt werc<br />
„ flegt bediend ; maar uit gene ande<br />
(*) BURGUND. 92—94. HOPPER 4*<br />
Vit. vi CL. 5. 87. 88.<br />
P 3<br />
s*
II.<br />
BOEK,<br />
230 DE AFVAL DER<br />
„ re oorzaak, dan omdat de Adel zelf<br />
„ het gezag der Overheid , door hun<br />
„ minagtend gedrag omtrent dezelve ,<br />
„ verminderde, en de Stadhouders haar<br />
„ niet genoeg onderfleunden. De Ket-<br />
„ terij nam de overhand, omdat de<br />
„ Wereldlijke arm de Geestrijke . in het<br />
„ gedrang liet zitten , en het 'gemene<br />
Volk, naar het voorbeeld van den<br />
,, Adel, den eerbied voor zijne Over-<br />
, heid had ukgefchud. Niet zo zeer<br />
, het flegte'' beltuur der geldmiddelen ,<br />
, maar veelmeer de vorige oorlogen en<br />
, de ftaatsbehoeften des Konings had-<br />
, den de Provinciën met dezen last van<br />
, fchulden bezwaard, waarvan zij door<br />
, billijke fchattingen langfamerhand we-<br />
, der ontheven konden worden. Wan-<br />
, neer de Raad van State zijne gunst-<br />
, en vergiffenis-brieven verminderde; wan-<br />
, neer dezelve de verbetering van ze-<br />
, den van zig zeiven begon, en meer<br />
, agting voor de wetten toonde; kortom,<br />
, wanneer flegts dc Kollegiën en de<br />
, Stadhouders eerst hunne pligten be-<br />
, tragtten , zo zouden deze klagten<br />
, weldra ophouden. Waartoe dan een<br />
, nieuwe Afgevaardigde naar Spanje gezonden,<br />
daar tog niets nieus gefchied<br />
was, om dit buitengewone middel<br />
te regtvaardigeh ? Bijaldien men evenwel<br />
daarop bleef (laan , zo wilde<br />
hij zig tegen de algemene (tem niet<br />
verzetten; alleen maakte hij dit beding<br />
, dat de voorname last van den
NEDERLANDEN. 231<br />
Afgezant daarin beftaan zoude, om<br />
" den Koning tot ene fpoedige over?<br />
„ komst te bewegen (*)?"<br />
Over de keuze van den Afgevaardigden<br />
waren alle Hemmen ééns. Onder<br />
alle Nederlandfche Groten fcheen de<br />
Graaf van Egmond de enigfte te zijn,<br />
die gefchikt was om aan beide partijen<br />
tevens genoegen te geven. Zijn<br />
verklaarde haat tegen de Inquifitie, zijne<br />
vadcrlandfche en vrije gevoelens ,<br />
en dc onbevlekte eerlijkheid van zijn<br />
karakter, waren voor de Republiek genocgfame<br />
waarborgen voor zijn gedrag.<br />
Uit welke gronden hij welkom bij den<br />
Koning moest zijn , is reeds boven tc<br />
kennen gegeven. Daar bij Vorften vaak<br />
reeds het eerfte voorkomen beflist, kon<br />
EGMOND' S innemende lichaamsgcliake<br />
zijne welfprekendheid onderlteuncn , en,<br />
aan 't "'een hij veorteftcllen had, ene<br />
hulp bijzetten, welke de regtvaardigfte<br />
zaak bij Koningen niet kan ontberen.<br />
EGMOND zelf verlangde dit gezantfchap<br />
, om enige familie - zaken met der<br />
Koning te vereffenen (t).<br />
De Kerkvergadering van Trente wa<<br />
intusfehen ook geëindigd, en derzelvei<br />
bcfluiten aan de gehele Katholijke Chris<br />
eenheid bekend gemaakt. Maar dez<<br />
befluiten, wel verre van aan het oog<br />
merk der Vergadering te voldoen ,<br />
I<br />
ei<br />
(*) BURGUND. 95- 9
632 DE AFVAL DER<br />
ö. dc verwagting der Godsdienstpartijen te<br />
BOEK , vervullen, hadden de fcheuring tusfehen<br />
. beide Kerken nog veel groter, en de<br />
verdeeldheid in 't geloof onherftelbaar<br />
en altoosdurend gemaakt.<br />
De dvveperij was reeds op enen gewenschten<br />
weg om tot het gezonde<br />
verftand terug te keren , toen her<br />
denkbeeld tot deze Kerkvergadering geboren<br />
wierd. De fteeds toenemende<br />
voorfpoed der Hervorming , welke reeds<br />
begon Staten in den Staat optcrigten,<br />
en die het ene Noordfche rijk. na het<br />
andere van het Pausdom aftrok, verijdelde<br />
de barbaarfche middelen, welken<br />
ene woeste ftaatkunde gercedlyk tegen<br />
haar had zamengeraapt. Het dringende<br />
gevaar, waarvan de Geestlijke Dwingelandij<br />
zig omringd zag, had die<br />
bloedige middelen tot redding in zekeren<br />
zin geregtvaardigd: de nood gaf<br />
dezelve aan dc hand , om dat ene kwade<br />
zaak alleen door ene andere kwade zaak<br />
kan ftaande gehouden worden; en de<br />
ftaatkunde ried dezelve aan , zo lan**<br />
bewezen kon worden , dat zij voldoende<br />
waren. Het doden van een<br />
lid, dat gemist kon worden, behield<br />
misfehien het gehele lichaam 5 maar dit<br />
lid moest verfchoond worden , zodra<br />
betzelve het edelfte was. Deze zelfde<br />
handelwijze, welke zig tegen de eerfte<br />
?pkomst der fekte liet aanprijzen, kon<br />
jij den aanwas van dezelve ligtelijk de<br />
rerwerpelijkfte zijn. In verfchcidene lan-
NEDERLANDEN. 233<br />
den, gelijk in Frankrijk, cn, over het II.<br />
geheel genomen, ook in Duitschland, BOEK.<br />
ftond het Proteftantfchc gedeelte des<br />
Volks met het Katholijke reeds in<br />
evenwigt ; in andere woog het dit<br />
geheel en al over. Waar het in<br />
getal voor het andere moest wijken,<br />
had het misfehien de gehele nijverheid<br />
en den welvaart van den Staat<br />
in handen, en de Regering kon hetzelve<br />
niet laten onderdrukken, zonder<br />
zig tevens van hare nuttigfte onderdanen<br />
te beroven. Grote cn wijduitgeftrekte<br />
rijken, gelijk het Spaanfche<br />
was, konden dit verlies van burgers<br />
ligter dragen , of gevoelden altans<br />
hetzelve later; daar integendeel<br />
kleinere Staten , gelijk Savoijen , de<br />
Nederlanden enz. daardoor te gronde<br />
moesten gaan. Deze derhalvenweinig<br />
daarmede geholpen , dat zij, om<br />
het gezonde deel te redden, het aangeftoken<br />
opofferden , moesten veeleer<br />
zorgvuldig daarop bcdagt zijn, om ook<br />
zelfs het laatfte nog te bewaren, en<br />
dit, zo mogelijk, tot een nuttig lid<br />
tc maken. Van hier dc zagtere gezindheden<br />
in het ftuk van Godsdienst bi<br />
de Vorftcn van den tweden cn derden<br />
rang; van hier de oorfprong dei<br />
grotere verdraagfaamheid in kleinere Sta-<br />
t e l<br />
Bij de geweldige cn algemene fchud<br />
ding , welke het gehele Godsdienftig»<br />
Behaara beroerde, kon het<br />
P 5<br />
niet mis
=34 DE AFVAL DER<br />
ir. fen, of enige van deszelfs zwakke delen<br />
moesten ontdekt worden, üe ftoute<br />
cn gelukkige aanvallen der Hervormers<br />
op de Geesdijke Dwingelandij<br />
hadden eindelijk den Katholijken<br />
zeiven de ogen geopend, ten opzigte<br />
van het zedenbederf hunner Geestlijkheid,<br />
en van verfcheidene misbruiken<br />
der Kerke , welke de aantijgingen<br />
der Geloofsverbeteraars enigermate fchencn<br />
te billijken. Eenparig kwam men<br />
daarin overeen , dat de Kerk ene<br />
zuivering nodig had , om dc edele<br />
eenvoudigheid van haren oorfprong te<br />
herftellen , en al het vreemde en<br />
willekeurige weg te nemen, waarmede<br />
een lange reeks van eeuwen dc zuivere<br />
Leer misvormd had. Beide deze<br />
oogmerken hoopte men, naar het<br />
voorbeeld van vroegere tijden, door ene<br />
algemene Kerkvergadering te bereiken,<br />
welke in de vereniging van hare<br />
aardfche werktuigen den Hcmelfchen<br />
ftigter des Christendoms verbeeldde. Hier<br />
moesten de verfchilpunten nog eenmaal<br />
ter toetfe gebragt worden, dc tegenpartijen<br />
van de Moederkerk haare<br />
bezwaren met Republickeinfche vrijheid<br />
voordragen, en dan tot de uitfpraken<br />
van den Heiligen Geest gewezen worden<br />
, welke, door den mond der Vergadering,<br />
zijne mening openbaarde.<br />
Nog gewigtiger waren de ftaatkundige<br />
redenen, waarom de Vorften zodanig<br />
ene Kerkvergadering wenschten. De
NEDERLANDEN. 335<br />
willekeurige aanmatigingen van den Room- II.<br />
fchen ftoel hadden reeds lang dc reg BOE K.<br />
ten dezer Vorften gefchonden, en derzelver<br />
hoogmoed gekwetst; tans, nu<br />
deze gedugte Aanvaller hunner tronen,<br />
tot de dicpfte afhanklijkheid van<br />
hun gedaald was, tans hadden zij het<br />
in hunne hand, deze aanftotclijke Pnestermagt<br />
binnen betamelijker palen terug<br />
te brengen, het Opperhoofd van<br />
't Kerklijke beftuur door zijne eigene<br />
werktuigen te beteugelen, en hem<br />
door dc Geestïijkheid hunner Landen<br />
wetten voor te fchrijven. Alle deze<br />
redenen bewecgden KAREL DEN VIJF<br />
DEN, ten ftèrkften voor het houden<br />
van deze Vergadering te ijveren;<br />