03.05.2013 Views

dpo_4835.pdf

dpo_4835.pdf

dpo_4835.pdf

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

D E<br />

A F V A L<br />

."DER<br />

NEDERLANDEN.


268 LM<br />

G E S C H I E D E N I S<br />

V A N D E N<br />

A F V A L<br />

D E R<br />

V E R E E N I G D E<br />

NEDERLANDEN<br />

V A N DE<br />

SPAANSCHE REGERING,<br />

UIT HET HOOGDUITSCH<br />

V A N<br />

FREDRIK SCHILLER.<br />

( Dienende tot opheldering van dit vak in de<br />

Viderlandfche Historie, )<br />

E E R S T E D E E L .<br />

*<br />

TE AMSTERDAM, BY<br />

JOHANNES ALLART.<br />

MDCCX.CI.


GESCHIEDENIS<br />

VAN DEN<br />

A F V A L<br />

DER<br />

[VERENIGDE NEDERLANDEN;<br />

SPAANSCHE REGERING.<br />

E E R S T E BOEK.<br />

I N L E I D I N G .<br />

Onder de merkwaardige gebeurenisfen, I.<br />

welke de Zestiende Ecu zo zeer boven BOEK.<br />

andere hebben doen uitblinken, verdient, »<br />

mijns bedunkens, de Grondvesting der<br />

Nederlandfche Vrijheid een aanzienlijke<br />

plaats. Immers, indien de fchitterende<br />

daden van eergierigheid en verderflijke<br />

heerschzügt regtmatige aanfpraak óp onze<br />

verwondering hebben, hoe veel meer dan<br />

ene gebeurenis, waarin men de verdrukte<br />

mcnfchclijkheid ziet worftelen om hare<br />

edellte regten te befchermen; terwijl mef<br />

I. DEEL. A<br />

VAN DE


ï.<br />

BOEK.<br />

fl DE AFVAL DEft,<br />

de goede zaak zig ongewone kragten ver«<br />

enigen, en de hulpmiddelen van beradeii<br />

wanhoop over de gedugte kunften der<br />

dwingelandij in enen ongelrjken ftrijd zegevierem<br />

Groot en bemoedigend is het<br />

gedagt, dat 'er tegen de trotfchc aanmatigingen<br />

van Vorstelijke magt eindelijk nog<br />

ene hulp voorhanden is 5 dat derzelver<br />

best overlegde ontwerpen tegen de menfchelijke<br />

vrijheid in duigen kunnen fpatten;<br />

dat een kloekmoedige tegenftand den<br />

opgeheven arm eens Geweldenaars kan<br />

doen bukken, en manlijke Itandvastigheid<br />

deszelfs fchriklijke hulpmiddelen ten laat*<br />

•ften uitputten. Nooit trof mij deze waarheid<br />

zo levendig r als bij de Gefchiedenis<br />

van dien gedenkwaardigen Opfland, waardoor<br />

de Verenigde Nederlanden voor altoos<br />

van de Spaanfche Kroon wierden afgefcheurd;<br />

en het fcheen mij wel der 7<br />

moeite waardig te beproeven , dit fchone<br />

gedenkteken van burgerlijke kragt voor<br />

het oog der wereld op te rigten ; ten<br />

einde in het hart mijner Lezeren een aangenaam<br />

gevoel van zig zeiven te verwekken<br />

, en een nieu, onwedeifpreeklijk bewijs<br />

aan den dag te brengen , wat menfchen<br />

voor de goede zaak durven wagen.,<br />

en door eendragt in ftaat zijn uit te voeten.<br />

't Is geenszins het buitengewone,. of<br />

het eigenlijk zo genoemde heldhaftige dezer<br />

gebeurenis, dat mij noopte om dezelve<br />

te befchrijven. De Jaarboeken<br />

des menschdoms hebben ons meer ondeï~


KEDÉRLANDrER 5<br />

nemingen van dien aart nagelaten, welke<br />

zig in den aanleg nog ftouter, en in<br />

de uitvoering nog glansrijker vertonen.<br />

Men zag meer dan énen Staat met enen<br />

gedugten flag nederploffcn , en andere<br />

met ene verheven vlugt oprijzen; Men<br />

verwagte hier ook gene van die zeldfame,<br />

reusagtige menfchen, gene dier ver-<br />

Dazende daden, welke in de Gefchiedenis<br />

van vroeger tijden zo menigvuldig<br />

Voorkomen. Die tijden zijn geweest;<br />

zulke menfchen zyn 'er niet meer. In<br />

den zagten fchoot der bcfchaafdheid zijn<br />

die kragtcn in flaap geraakt ^ welke in die<br />

oude tijden werkten, en voor dezelve<br />

noodzakelijk waren. Met vernederende<br />

verwondering btfchonwcn wij tans die<br />

reuzen-beelden, even als een verzwakte<br />

grijzaart de manlijke oefeningen der jeugd<br />

tóchout. Maar zo is het niet gelegen<br />

met de Gebeurenis, waarvan wij fpreken*<br />

Her Volk, dat wij hier op het toneeJ<br />

zien verfchijnen, was het vrcedfaamfte<br />

•cart den aardbodem, en minder, dan alle<br />

zijne naburen, vatbaar voor dien heldengeest<br />

, die zelfs aan de geringfte bedrijven<br />

een verhevener vlugt geeft. De<br />

nooddwang der omftandigheden deed het<br />

zijn eigen kragt gevoelen , en voor<br />

enen rijd ene grootheid aannemen,<br />

welke het anders niet zoüde gehad<br />

hebben, en .mogelijk nimmer zal wederkrijgen.<br />

De kragt derhalven, waarmede<br />

hetzelve gewerkt heeft, is onder<br />

«ns niet verloren; de gelukkige uitflagy<br />

A *<br />

t<br />

BOEK,


4 DE AFVAL DER<br />

l waarmede deszelfs hachlijke onderneming<br />

6 O EK. bekroond wierd, is ook ons niet ontzegd,<br />

wanneer eens zulke tijden wederkeerden,<br />

en gelijke omftandigheden ons tot gelijke<br />

daden riepen. Het is dus juist het mangel<br />

aan heldengrootheid, welk deze Gebeurenis<br />

bijzonder en leerzaam doet zijn;<br />

en daar anderen hun werk 'er van maken<br />

, om de overmagt van het vernuft<br />

boven het geval te betogen, heb ik<br />

mij voorgefteld een tafereel op te han-*<br />

gen, waarin de nood aan het vernuft leven<br />

gaf, en het geval helden vormde.<br />

Had men ooit vrijheid, om in menfchelijke<br />

zaken ene hoger Voorzienigheid<br />

te brengen, men had die zekerlijk<br />

bij deze gefchiedenis: zo zeer fchijnt<br />

dezelve tegen alle rede en tegen alle<br />

ondervinding aan te lopen. FILIPS DE<br />

T w E D E , de magrigfle Vorst van zijnen<br />

tijd; wiens gedugte overmagt geheel Europa<br />

dreigde te verflinden ; wiens fchatten<br />

den verenigden rijkdom van • alle<br />

Christen - Mogendheden overtroffen; wiens<br />

vloten in alle zcën het meeflerfchap voerden<br />

; — een Vorst, aan wiens gevaarlijke<br />

oogmerken talrijke legers ten dienfte<br />

tonden; legers, welke door lange en<br />

bloedige oorlogen, en door ene Romein-<br />

"che krijgstugt gehard, door enen geest<br />

/an volks - hoogmoed gedreven , en door<br />

i le herinnering aan behaalde overwinnin­<br />

I gen aangefpoord, op eer en buit vlam-<br />

» len , en zig onder den ondernemenden<br />

;eest van hunne. Hoofden als gedienfiige<br />

i


NEDERLANDEN. S<br />

leden beweegden: — deze gedugte Vorst,<br />

onveranderlijk overgegeven aan één halftarrig<br />

, voornemen ; aan éne onderneming,<br />

die den rustelozen arbeid van zijne<br />

gehele regering uitmaakte; en alle deze<br />

fchrikbarende middelen op een enig<br />

doel gerigt, 't welk hij nogtans ten laatften<br />

, aan den avond yan zijn leven, zonder<br />

het bereikt te hebben , moet opgeven!<br />

— Dezen FILIPS DE TWEDE zien<br />

wij met ene zwakke Natie in enen oorlog,<br />

welken hij niet kan ten einde brengen.<br />

En met welk ene Natie? Hier, een<br />

vredelievend Volk van Visfchers en Herders,<br />

neêrgezeten in enen vergeten hoek van<br />

Europa, welken het met grote moeite<br />

den golven ontweldigd heeft; een volk,<br />

voor welk de Zee zijn beftaan, zijn rijkdom<br />

, en zijne plaag is; welks hoogde<br />

goed zijne vrijwillige armoede, welks<br />

roem zijne deugd is. Daar, een goedaartig,<br />

befchaafd , handeldryvcnd Volk,<br />

in ruimte levende van de welige vrugten<br />

ener gezegende vlijt; wakende voor wetten<br />

, welke hunne weldocnfters waren.<br />

Te midden van de gelukkige rust des<br />

voorfpoeds begeven zij zich buiten den<br />

kleinen kring hunner behoeften , en beginnen<br />

naar hoger voldoening te haken.<br />

De nieuwe waarheid, welke tans over Europa<br />

begon op te dagen, fchiet enen<br />

yrugtbaarmakenden ftraal in deze gunstige<br />

lugtftreck, en met blijdfehap ontvangt<br />

de vrije burger het licht, waarvoor<br />

onderdrukte , treurige Haven zig verfchui»<br />

A 3<br />

I.<br />

BOEK.


6 DE AFVAL DER.<br />

t len. Een losfe vrolijkheid, veelal her<br />

flOEK. gevolg van overvloed en vrijheid, noopc<br />

hen om het gezag van verjaarde begrippen<br />

te toetfen , en enen fchandelijken keten<br />

te verbreken. De harde tugtroede<br />

der Dwingelandij wankt boven hunne hoofden<br />

; een willekeurig geweld dreigt de<br />

grondzuilen van hun geluk om ver te<br />

fmijten; hij, die de Handhaver hunner<br />

wetten moest zijn, wordt hun Tijran.<br />

Eenvoudig in hunne ftaatkunde, zo wel<br />

als in hunne zeden, durven zy het wagen<br />

Dm zig op een verouderd verdrag te beroepen,<br />

en den Heer der beide Indien om<br />

bet regt der Natuur aan te fpreken. Een<br />

ïaam beflist de geheele uitkomst der dingen.<br />

Men noemde te Madrid oproer,<br />

vat te Brusfel flegts ene wettige handelvijze<br />

heette : de bezwaren van Braband<br />

'orderden enen wijzen Staatsman tot middeaar;<br />

FILIPS DE TWEDE zond enen beul;<br />

n daarmede werd het teken tot den oor-,<br />

3g gegeven. Een dwingelandij zonder<br />

*\ oorbeeld tast leven en bezittingen aan.<br />

1 )e wanhopige burger , wien flegts tusf<br />

:hen twe zoorten van dood de keus werd<br />

É elaten, kiest den edelen dood op het<br />

1 agveld. Een welvarend, vrolijk Volk<br />

E emint den vrede, maar het wordt oori<<br />

)gzugtig, wanneer het arm wordt. Het<br />

b ekommert zig nu niet langer om een iev<br />

:n, dat alles, wat begerenswaardig is,<br />

JT oet derven. De woede des oproers flaat<br />

O' rer tot in de verst afgelegen gewesten;<br />

«del en verkering Haan ffilj de fchepe*<br />

5i;


NEDERLANDEN. ?<br />

^ontwijken de havens; de handwerksman<br />

yerlaat zijn werkplaats, de landman de<br />

verwoeste velden. Duizenden nemen de<br />

vlugt naar vreemde landen ; duizenden<br />

laten hun leven op het moordfchavot,<br />

en nieuwe duizenden vervangen dezelven:<br />

Godlijk tog moet ene leer zijn , waarvoor<br />

men zo rustig kan fterven. 'Er ontbreekt<br />

nu nog de laatfte hand, om het werk<br />

te voltoojen : de verlichte, ondernemendegeest,<br />

welke met dit gewigtige tijdftip<br />

weet voordeel te doen, en de vrugt van<br />

?<br />

t geval tQt een plan van wijsheid ce<br />

vormen.<br />

WILLEM, DE ZWIJGER, een twede<br />

MÜTUS, trekt zig de grote zaak der Vrijheid<br />

aan. Boven een vreesagtig eigenbelang<br />

verheven, zegt hij den troon alle ftrafbaare<br />

pligten op; ontdoet zig van den luister<br />

zijns Vorftelijken rangs; vernedert zig tot<br />

ene vrijwillige armoede, en is niets meer<br />

*lan een Burger der Wereld. Pe goede<br />

zaak wordt aan den hachlijken kans des<br />

oorlogs gewaagd: maar een opgeraapte<br />

hoop huurelingen is tegen de gedugte aanvallen<br />

ener geoefende krijgsmagt niet heiland.<br />

Twemaal voert hij zijne moedeloze<br />

benden tegen den Dwingeland aan 3<br />

twemaal begeven zij hem; maar zijn moed<br />

begeeft hem niet. FILIPS zendt hem<br />

telkens zo veel verfterking toe , als zij<br />

ne gruwelijke fchraapzugt bedelaars maakt,<br />

Ballingen, uit hun vaderland gevlugt, zoe<<br />

ken een ander vaderland ter zee, en verzadiging<br />

van wraak en honger ann de,<br />

A 4<br />

1.<br />

EOEICo


t<br />

8 DE AFVAL DER<br />

fchepen van hunnen vijand. Weldra wor­<br />

TOEK den Zeefchuimers in Zeehelden hervormd-<br />

, uit eenen hoop Rooffchcpen ontflaat een<br />

Zeemagt; en uit Moerasfen verheft zig<br />

ene Republiek. Zeven Gewesten verbreken<br />

te gelijk hunne banden , en maken<br />

enen nieuwen jeugdigen Staat uit,<br />

magtig door eendragt, door zijne wateren<br />

en door wanhoop. Een plegtige uitfpraak<br />

der Natie ontzet den Dwingeland<br />

van den troon ; de Spaanfche naam verdwijnt<br />

uit alle wetten. Nu is 'er een<br />

ftap gedaan, waarvoor gene vergiffenis<br />

meer te vinden is; de nieuwe Republiek<br />

wordt gedugt, om dat zij niet weder te<br />

rug kan gaan. Partijfchappen rukken hare<br />

banden los ; zelfs haar vreeslijk element,<br />

de Zee, met haren Onderdrukker<br />

als t ware zamenfpannende , dreigt<br />

Jaar zwak begin enen vroegtijdigen on-<br />

( iergang. Zij gevoelt hare kragten voor<br />

'< le overmagt haars Vijands bezwijken , en<br />

1 verpt zig biddende neder voor de mag.<br />

\ igfte Tronen van Europa, om ene op-<br />

1 >ermagt weg te fchenken, welke zij niet<br />

m befchermen. Na vele vrugteloze aan­<br />

1 keken, (zo veragtelijk was deze Repu-<br />

»hek m hare opkomst, dat zelfs de heb-<br />

l ugt van andere Koningen die jonge<br />

»loem verfmaadde,) gelukt het haar ein-<br />

l elijk , hare gevaarlijke Kroon enen<br />

t Vreemdeling op te dringen. Nieuwe ftra-<br />

! ;n van hoop beuren haren kwijnenden<br />

I i©ed weder op: maar het noodlot gaf<br />

r aar in dezen nieuwen Landsvader enen<br />

i


NEDERLANDEN, 9<br />

Verrader; en in den dringendften nood,<br />

terwijl de onverbidlijke vijand voor de<br />

poorten Is, tast KAREL VAN ANJOU de<br />

vrijheid aan, tot welker befcherming hij<br />

was ingeroepen. Daarceboven wordt door<br />

een moorddadige hand de Stuurman van<br />

het roer gerukt. Nu fchijnt haar noodlot<br />

beflist; in WILLEM VAN ORANJE haar<br />

enige Schuts-Engel verloren: maar het<br />

fchip vliegt tegen den itorm in , en heeft<br />

des Stuurmans hulpe niet meer nodig.<br />

FILIPS ziet de vrugt verloren van ene<br />

daad, welke hem zijn Vorflelijke eer<br />

kostte , en misfchien niet weinig de hei.<br />

melijke trotschheid van zijn gemoed<br />

vernederde. Hardnekkig en met enen<br />

twijfelagtigen uitflag worftelt de Vrijheid<br />

met de Dwingelandij; 'er vallen bloedige<br />

veldflagen voor; een edele rij van Hek<br />

den vervangt elkander op het veld der<br />

eer; Vlaanderen en Braband waren de<br />

fchool, welke voor de volgende eeuwen<br />

veldheren kweekte. Een langdurige verderflijke<br />

oorlog verwoestte den zegen der<br />

velden ; overwinnaar en overwonnenen<br />

vernielden elkander, terwijl de opkomende<br />

Water-Staat de vlugtende nijverheid in<br />

zijnen fchoot lokte, en op de puinhopen<br />

zijner naburen het heerlijke gebou zijner<br />

grootheid vestigde. Veertig jaren duurde<br />

een oorlog, wiens gelukkig einde het<br />

dervend oog van FILIPS niet verheugde; die<br />

een Paradijs in Europa vernielde, en uit<br />

deszelfs puinhopen een ander deed opkomen;<br />

die den bloem der krijgshaftige<br />

A 5<br />

r.<br />

BOEK,


I.<br />

BOEK.<br />

I© DL' AFVAL DEK.<br />

jeugd bedorf, een geheel wereld-deel verrijkte<br />

, en den bezitter van het goudrijke<br />

Peru arm maakte. Deze Vorst, welke,<br />

.zonder zijn land te drukken, negen honderd<br />

tonnen gouds jaarlijks konde verfpillen;<br />

die nog veel meer door de kunften der<br />

dwingelandij afperste; bezwaarde zijn ontvolkt<br />

land met een fchuld van honderd en<br />

veertig millioenen dukaten. Een onverzoenlijke<br />

haat tegen de vrijheid ver-<br />

flond alle die fchatten, en krenkte nutteloos<br />

zijn Koninglijk leven ; maai -<br />

de<br />

Hervorming groeide aan onder de verwoestingen<br />

van zijn zwaard, en de nieuwe<br />

Republiek Hak uit burgerbloed hare<br />

zegevanen om hoog. Deze ongewone<br />

zwaai der dingen fchijnt zeer nabij<br />

aan een wonder te komen; doch vele<br />

omftandigheden liepen 'er te zamen, om<br />

de magt des Konings te fnuiken, en de<br />

opkomst van den nieuwen Staat te begunfti*<br />

gen. Ware het gehele gewigt van zijne<br />

magt op de Verenigde Gewesten nedergeftort,<br />

het zonde met hunnen Godsdienst<br />

en hunne Vrijheid gedaan zijn geweest.<br />

Doch zijne eigene eergierigheid kwam hunne<br />

zwakheid te hulp, daar deeze hein noodzaakte<br />

zijne magt te verdelen. Door de kostba?<br />

re ftaatkunde, om in alle Kabinetten van<br />

Europa verfpieders te onderhouden ; door<br />

het onderfteunen van de Franfcbe Ligue;<br />

door den opffand der Moren in Granada;<br />

de Verovering van Portugal, en den bon<br />

?an het pragtige Eskuriaal, werden zij*<br />

AS, zo het fcheen, onmetelijke fchattea


NEDERLANDEN. ft<br />

aitgeput, 't welk hem buiten ftaat ftelde<br />

om niet ernst en nadruk in het veld te E<br />

handelen. De Duitfche en ltaliaanfche „<br />

krijgsbenden, welke zig alleen op hoop<br />

van buit onder zijne banieren hadden begeven<br />

, floegen aan het muiten, omdat<br />

men ophield met haar te betalen, en<br />

verlieten troulooslijk hunnen Veldheer in<br />

het beflisfende ogenblik , toen zij hem van<br />

dienst moesten zijn. Deze gedugte werktuigen<br />

der onderdrukking keerden nu<br />

hunne gevaarlijke magt tegen hem zclvai,<br />

en woedden vijandlijk in die Gewesten<br />

, welke hem getrou gebleven waren.<br />

De ongelukkige uitrusting tegen Groot-<br />

Bnttanje , waaraan hij, als een dolle fpeïer,<br />

het gehele vermogen van zijn Rijk<br />

Waagde , voltooide zijne verzwakking ;<br />

niet de Onvcrwinnelijke Vloot gingen de<br />

fchattingen der beide Indien , en de kern<br />

der Spaanfche Kri'gsmagt verloren.<br />

Dog juist naarmate dat de Spaanfche<br />

magt verzwakte , nam de Republiek toe<br />

in kragt en bloei, Het verlies, welk de<br />

nieuwe Godsdienst, de dwingelandij der<br />

Inquifitie, de woedende roofzugt der<br />

zoldaten , de verwoestingen van enen<br />

langdurigen oorlog , onophoudelijk in<br />

Braband , Vlaanderen en Henegouwen,<br />

de wapenplaatfcn en voorraadkamers van<br />

dezen kostbaren Oorlog, veroorzaakten,<br />

maakte het natuurlijkerwijze van jaar<br />

tot jaar bezwaarlijker, de legermagt te<br />

onderhouden en aan te vullen. De<br />

Katholijke Nederlanden hadden reeds een<br />

sniUioen burgers verloren, en de plat-<br />

g<br />

OEIC,


SOEK<br />

13 DE AFVAL DER<br />

getrapte velden verfchaften geen onderhoud<br />

meer aan hunne bouwers. Span-<br />

, je zelf kon weinig volk meer leveren.<br />

Dit Land, fchielijk tot voorfpoed op.<br />

genegen, waarvan ledigheid een gevolg<br />

was, had zeer veel in zijne bevolking<br />

geleden, en kon de verzendingen van men.<br />

fchen naar de Nieuwe Wereld en de Nederlanden<br />

niet lang uithouden. Weinigen<br />

van deze menfchen zagen hun Vaderland<br />

weder ; en deze weinigen hadden hetzelve<br />

als jongelingen verlaten, en kwamen<br />

nu als verzwakte grijzaarts weder. Het<br />

goud, gemener geworden, maakte de zolda.<br />

ten fteeds duurder. De hand over hand toenemende<br />

bekoorelijkheid der weelde maakte<br />

de tegengeftelde deugden fchaarfer. Ge.<br />

heel anders was het met de Nederlanders<br />

gelegen. Alle die duizenden, welken de<br />

wreedheid van 'sKonings Stadhouder uit<br />

de Zuidelijke Nederlanden, de vervolging<br />

der Hugenoten uit Frankryk , en de gewetensdwang<br />

uit andere landen van Euro.<br />

pa verdreyen, kwamen tot hun over. De<br />

gantfche Christen-wereld was hunne werf.<br />

plaats. De geestdrijverij zo wel van den<br />

vervolger, als van de vervolgden, werkte<br />

hun in de handen. De geestvervoeren.<br />

de drift ener nieu verkondigde Leer, de<br />

wraakzugt, de honger en de wanhoop<br />

trokken uit alle oorden van Europa geluk,<br />

zoekers onder hunne banieren. Alles,<br />

wat voor de Nieuwe Leer gewonnen was;<br />

wat van overheerfching geleden, of in<br />

het toekomende daarvoor te vreezen had,<br />

was ene wezenlijke aanwinst voor deze


NEDERLANDEN.<br />

nieuwe Republiek. Elke mishandeling, I.<br />

van enen Dwingeland geleden, gaf het BOEK.'<br />

Burgerregt in Holland. Alles vloeide toe<br />

naar een land, waar de Vrijheid haren<br />

heuchlijken ftanderd had geplant, waar<br />

de gebannen Godsdienst op agting, veiligheid,<br />

en wraak aan zijne onderdrukkers<br />

ftaat konde maken. Wanneer wij den toevloed<br />

van alle Volken in het tegenwoordige<br />

Holland befchouwen, welke bij hunne<br />

intrede binnen deszelfs grondgebied hunne<br />

regten als menfchen wederkrijgen, dan<br />

kan men zig verbeelden , hoe het toen<br />

gefield was, toen het gehele overige Europa<br />

nog onder enen beklaaglijken gewetensdwang<br />

zugtte; toen Amflerdam bijna<br />

de enige vrijplaats voor alle gevoelens<br />

was. Vele honderden huisgezinnen borgen<br />

hunne rijkdommen in een Land, dat<br />

door den Oceaan en de Eendragt tevens<br />

befchermd werd. Het Republikeinfche Leger<br />

werd voltallig, zonder dat men nodig<br />

had handen aan den ploeg te onttrekken.<br />

Te midden van het gedruis der<br />

wapenen bloeiden handel en nering, en<br />

de geruste burger genoot bij voorraad alle<br />

de vrugten der vrijheid, die met vreemd<br />

bloed eerst bevogten wierd. Ten zelfden<br />

tijde, toen de Republiek nog worflelde<br />

om tot fland te komen, breidde zij<br />

de grenzen van haar gebied over dei]<br />

Oceaan uit, en boude in flilte aan hare<br />

Oost-Indifche tronen.<br />

Nog meer: Spanje voerde dezen oorlog<br />

met onvrugtbaar, dood goud, dat niet<br />

weêr te rug kwam in de hand van hem ;


.<br />

*4 DE AFVAL DER<br />

die het uitgaf, maar dat den prils van alle<br />

BOEK . noodwendigheden in Europa deed fteige-<br />

- ren. De fchatkamcren der Republiek waren<br />

Nijverheid en' Koophandel. Het eerfte<br />

Verminderde, de laatfh vermeerderde door<br />

den tijd. , Juist naarmate dat de hulpbronnen<br />

der Regering bi} den langdurigen<br />

oorlog uitgeput werden, begon de<br />

Republiek eigenlijk haren oogst in tezamelen.<br />

Het was een gezaai, dat wel<br />

wat laat, maar' honderdvoudig wedergaf;<br />

de boom daartegen , van welken<br />

FILIPS zig vrugten afrukte, was een afgehouwen<br />

tronk , die nooit weder groende.<br />

Het ongunlrigë noodlot van FILIPS wiU<br />

de, dat juist alle die fchatten , welken hij<br />

ten ondergang der Nederlanden verfpilde ,<br />

dienden om dezelven nog rijker te maken.<br />

De ftceds vlietende llfoom van het Spaanfche<br />

goud had rijkdom en weelde door<br />

geheel Europa verfprcid; maar Europa<br />

ontving zijne vermeerderde benodigdheden<br />

grotendeels uit de handen der Nederlanders<br />

, welke destijds van den handel der<br />

gehele wereld meester waren, en den prijs,<br />

van alle waren bepaalden. FILIPS was niet<br />

in Haatom, gedurende dezen oorlog- r<br />

den handel der Republiek met zijne<br />

Qnderdaanen te beletten; zelfs was dit<br />

zijn zaak niet. Hij zelf betaalde hun<br />

ie kosten Van hunne verdediging; want<br />

:1e oorlog» welke hen verderven moest,<br />

vermeerderde den aftrek hunner waaren.<br />

De ontzaehlijke zoramen, welke aan<br />

ïijne vloten en legers beftccd werden*-


NEDERLANDEN. 15<br />

kwamen merendeels in de fchatkamer van<br />

de Republiek , die met de Vlaamfche<br />

en Brabandfche Handelfteden verbonden<br />

was. Al wat FILIPS tegen de Nederlanders<br />

ondernam , werkte middelbaar<br />

vóór bun. Hij vermogt niets tegen dezen<br />

Vijand, om dat hij deszelfs land<br />

niet door enen muur konde affluiten. Alle<br />

die onnoemelijke fehatten, in enen<br />

veertigjarigen oorlog verfpild, waren in de<br />

vaten der Danaïden gegoten, en in een'<br />

grondelozen put verzonken.<br />

De trage voordgang van dezen oorlog<br />

deed den Koning van Spanje even zo veel<br />

fchade, als zij den Nederlanderen voordeel<br />

aanbragt. Zijne legermagt was voor het<br />

grootfle gedeelte zamengefteld uit het<br />

overblijffel van die overwinnende benden,<br />

welke onder KAREL DEN VIJFDEN<br />

hunne laurieren geplukt hadden. Een veeljarige<br />

dienst gaf hun regt tot rust: velen<br />

hunner, weiken de oorlog verrijkt<br />

had, verlangden vol ongedulds hunne<br />

feaardfteden weder te Zien, en de overige<br />

dagen van een afgefloofd leven in<br />

gemak te eindigen. Hun vorige ijver»<br />

hun heldenvuur en hunne krijgstugt, verfiaauden,<br />

naarmate dat zij rekenden aan<br />

eer en pligt voldaan te hebben, en de<br />

vrugten van zo vele veldtogten eindelijk<br />

begonnen in te zamelen. Hier kwam bij,<br />

dat lieden, welke gewoon waren, door de<br />

Woede hunner aanvallen eiken tegenfland<br />

te overwinnen, verdriet moesten krijgen<br />

h\ enen oorlog, die meer tegen elemen*<br />

r.<br />

BOEKi


I.<br />

H O E K<br />

IS OE AFVAL DËR<br />

ten, dan tegen menfchen gevoerd wierdi<br />

. meer het geduld oefende, dan de begeerte<br />

- naar roem verzadigde ; waarbij men minder<br />

met gevaar, dan met zwarigheden<br />

en gebrek te itrijden had. Noch hun<br />

moed, noch hunne langdurige ondervinding<br />

konden hun te ftade komen in eert<br />

Land, welks natuurlijke gefteldheid vaak<br />

den lafharrigften der inborelingen voordelen<br />

op hun deed behalen. Op enert<br />

vreemden bodem eindelijk, kwam één nederlaag<br />

hun duurder te Haan, dan vele<br />

overwinningen op enen vijand, welke<br />

hier t'huis was, hun voordeel konden<br />

doen. Bij de Nederlanders had juist het<br />

tegengeftelde plaats. In enen zo langdungen<br />

oorlog, waarin geen beflisfende flag<br />

voorviel, moest de zwakker vijand ten<br />

jaatften van den flerker leren; moesten<br />

kleine nederlagen hen aan het gevaar gewennen<br />

, kleine overwinningen hunnen<br />

moed aanvuren. Bij den aanvang van den<br />

burger-oorlog had de legermagt der Republiek<br />

zig naaulijks voor de Spaanfche in<br />

t veld durven vertonen; maar de langdurigheid<br />

van denzelven oefende haren moed<br />

en hare kragten. Gelijk 'sKonings legers<br />

verdriet in het ftrijden kregen, zo nam<br />

het vertrouwen der Nederlanderen met hunne<br />

verbeterde krijgstugt en ondervinding<br />

toe. Eindelijk , na dat een halve eeu<br />

verlopen was, gingen meesters en leerlingen,<br />

zonder overwonnen te hebben,<br />

als gelyke Kampvechters, uit elkander.<br />

Ook


NEDERLANDEN. \y<br />

Ook Werd 'er in den gehelen loop de- ï.<br />

èes oorlogs van den kant der Nederlande­ BOES.<br />

ren meer geregeld en eenftemmig gehandeld,<br />

dan van den kant des Koning.?.<br />

Voor dat de eerstgenocmden hun eerite<br />

Hoofd verloren, was het beftuur der Nederlanden<br />

door niet minder dan vijf verfcheidene<br />

handen gegaan. De- befluiteloosheid<br />

der Hcrtoginnc VAN PA^MA bragt het<br />

Kabinet van Madrid in verwarring, en liet<br />

hetzelve binnen korten tijd bijna alle ftaatsregelen<br />

doorlopen. Dc onbuigfame gcllrenghcid<br />

des Hertogen van A L B A , dc zagtheid<br />

van zijnen opvolger REQUESENS, de listen<br />

en ftreken van Don j u AN VAN OOS­<br />

TENRIJK, en de levendige en krijgshaftige<br />

geest desPrinfen VAN PARMA, gaven aan<br />

dezen oorlog even Zo vele tegenflrijdige lig*<br />

tingen ; terwijl het ontwerp' des Afvals in<br />

het enige hoofd, waarin het klaar cn duidelijk<br />

huisvestte, ilceds het zelfde bleef.<br />

De grootfte misflag was, dat men altoos het<br />

tijdftip verzuimde, waarin men van zijne<br />

grondregels gebruik moest maken. In 't.<br />

begin van den opftand, toen de overmagt<br />

ogenfchijnlijk nog aan de zijde des Ko~<br />

nings was; toen een fpoedig befluit eit<br />

manlijke ftandvastigheid deii opltand in<br />

zijne geboorte hadden kunnen fmoren,<br />

liet men den teugel des beftuurs in<br />

de handen ener vrouwe flaplijk heen en<br />

tveder flingeren. Nadat de opftand<br />

werkelijk Was uitgeborfren , de kragten<br />

des Konings en der Tegenpartij reeds<br />

meer elkander evenaarden , en ene ver*<br />

I. DEEL, g


I.<br />

*OEK.<br />

l8 DE AFVAL DËtt<br />

ftandige toegeeflijkheid alleen den nakerm<br />

den burger-oorlog konde afweren, viet<br />

het Stadhouderfchap enen man te beurt ?<br />

wien juist deze enige deugd tot dien post<br />

ontbrak. Enen zo waakzamen opziener,<br />

als WILLEM DE ZWIJGER was, ontging<br />

geen van die voordelen , welke hem<br />

door de verkeerde flaatkunde zijns vijands<br />

aangeboden werden, en met ilille<br />

naarftigheid ftreefde hij langfaam naar<br />

het doel van zijne grote onderneming.<br />

Maar waarom verfcheen FILIPS DE<br />

TWEDE niet zelf in de Nederlanden ?<br />

Waarom wilde hij liever alle onnatuurlijke<br />

middelen uitputten, om flegts het enige<br />

niet te beproeven, dat niet misfen konde?<br />

Om de bukenfporïge magt des Adels<br />

te fnuiken, was 'er geen natuurlijker<br />

middel , dan de perfoonlijke tegenwoordigheid<br />

van den Heer. Bij de Hoogheid<br />

zelve moest alle grootheid van bijzondere<br />

perfonen dalen , alle ander aanzien<br />

verdwijnen. In plaats dat nu de<br />

waarheid door zo vele onzuivere kanalen<br />

langfaam en troebel naar den ver afgelegen<br />

troon vloeide , en de dralende<br />

tegenweer aan het werk des gevals tijd<br />

gunde om tot een werk van verftand<br />

te rijpen , zoude zijn eigen fcherpziend<br />

oog waarheid van dwalingen hebben<br />

•onderfcheiden; niet zijne menschlievendheid,<br />

maar alleen bedaarde Staatkunde<br />

zou den lande een millioen Burgers befpaard<br />

hebben. De Plakaten, hoe nader<br />

2ij aan hunne bron waren, zouden des


NEDERLANDEN; ïa<br />

ïe kragtiger zijn geweest, en de pijlen<br />

des opflands, hoe nader aan hun doel, BOEK.<br />

waren des te kragtelozer en zagter neergekomen.<br />

Het kost oneindig meer het<br />

kwaad, dat men tegen enen afwezigen<br />

vijand ligtelyk beftaan kan, hem in<br />

het aangezicht toe te brengen. De<br />

opfland fcheen in den beginne zelfs<br />

voor zijnen eigen naam te fchrikken , eh<br />

bediende zig enen tijdlang van het kunftig<br />

verzonnen voorwcndfcl, dat men de<br />

zaak van den Souvercin tegen de willekeurige<br />

aanmatigingen zyns Stadhouders<br />

handhaafde. De verfchijning van<br />

FILIPS in Brusfel had op éénmaal van dit<br />

gochelfpel een einde gemaakt. Men had<br />

dan zyn voorgeven moeten nakomen, of<br />

het masker affmijten-, en zig door zijne<br />

ware gedaante veroordelen^ En welke<br />

verligting ware het niet voor de Nederlanden<br />

geweest, bij aldien zijne tegenwoordigheid<br />

hen flegts voor die onheilen<br />

had gefpaard, waarmede zij buiten<br />

zijn weten en tegen zynen wil gedrukt<br />

werden! Welk een voordeel voor<br />

hem zclvcn, al had die tegenwoordigheid<br />

tot niets anders gediend, dan om<br />

het oog te hebben op de uitgave dier<br />

onnoemelijke zommen,- welke, tot de<br />

benodigdheden van den Oorlog onregtmatiglijk<br />

geheven ^ onder de handen zijner<br />

bedienden te zoek raakten! Het geen zijne<br />

Vertegenwoordigers door het onnatuurlijke<br />

middel yan vrees moesten afperfen, h&A<br />

de Vorst in aller gemoederen reeds gef<br />

B 2


ï.<br />

BOEK.<br />

tfö DE AFVAL DÉR<br />

reed gevonden. Het gene de eerstgenoemde!*'<br />

tot voohverpen van haat maakte , had hem,<br />

op zijn hoogst, gevreesd gemaakt: want<br />

het misbruik van aangeboren magt drukt op<br />

Verre na zo fmei'telijk tiiet, als het misbruik<br />

van gegeven magt. Zijne tegenwoordigheid<br />

zou" duizenden behouden<br />

hebben , al ware hij niets anders dan<br />

een huishoudelijk Despoot geweest; en<br />

fchoon hij ook zelfs dat niet ware geweest<br />

, zou dc vrees voor zijnen per-,<br />

foon hem een Landfchap behouden hebben<br />

, dat door den haat en de minagting<br />

voor zijne werktuigen verloren<br />

ging.<br />

Even zo wel, als de onderdrukking<br />

van het Nederlaridfche Volk de gemene<br />

zaak werd van alle menfchen , welke<br />

hunne regten gevoelden , is het te denken<br />

, dat ook de ongehoorzaamheid en<br />

afval dezes Volks alle Vorsten waakfaam<br />

zouden hebben gemaakt, om in de regten<br />

Van hunnen Nabuur hunne eigene te befchermen.<br />

Maar de nijd tegen Spanje<br />

behield voor dit maal het overwigt ovct<br />

het Staatkundige medegevoel , en de voorhaamfte<br />

Mogendheden van Europa begunstigden<br />

, meer of min, 't zy Openbaar of<br />

heimelyk, de zaak der Vrijheid. Keizer<br />

M A X I M I L I A A N D E T W E D E , fcllOOU<br />

door banden van bloedverwantfchap aan<br />

het Huis van Spanje verknogt, gaf billijke<br />

reden tot de befchuldiging, van de<br />

partij der Afvalligen heimelijk toegedaan<br />

te zijn. Door het aanbod van zijne


NEDERLANDEN. Ot<br />

bemiddeling, erkende hij ftilzwijgend enig ï.<br />

regt in hunne bezwaren, 't welk hen j<br />

moest aanmoedigen , om destc ilijver .<br />

daarop te blijven liaan, Onder enen<br />

Keizer, welke het Spaanfche Hof oprcgtclijk<br />

genegen ware geweest, zoude<br />

de Prins VAN ORANJE niet ligtclijk zo<br />

veel manfehap en geld uit Pujtschland<br />

gekregen hebben. Frankrijk , zonder<br />

openlijk en uitdrukkelijk den vrede te<br />

breken , {lelde enen Prins van den bloq?<br />

de aan het hoofd der Nederlanderen,<br />

en de krijgsverrigtingen van dezen werden<br />

grotendeels met Fransch geld en.<br />

volk uitgevoerd. ELIZABET van Engeland<br />

oefende flegts ene gcregtc wraak<br />

en wedervergelding , met de wederfpannigen<br />

tegen hunnen wettigen Heer in hare<br />

befcherming te nemen; en fchoon<br />

eigenlijk hare geringe hulp ten hoogften<br />

daartoe kon dienen , om den gehelen ondergang<br />

der Republiek te verhoeden, was<br />

dit evenwel reeds oneindig veel in een<br />

tijdilip, waarin hui} uitgeputte moed<br />

door hoop alleen nog kon ftaande blijven.<br />

Met deze beide Mogendheden ilond<br />

FILIPS toenmaals nog in een verbond van<br />

Vrede, en beide werden zij zijne Verraders.<br />

Tusfchcn den Herken en den zwakken<br />

is opregtheid dikwijls geen deugd;<br />

m e<br />

hem , die gevreesd wordt, k° n zelden<br />

die fijner banden te ftade, welke gelijken<br />

met huns gelijken verenigen. FILIPS<br />

had zelf de waarheid uit den ftaatkundigen<br />

omgang verbannen , de zedelijkheid 1<br />

B 3<br />

BOEK.


22 DE AFVAL DER<br />

ï. tusfchcn Koningen vernietigd, en List tot-<br />

BOEK, de Godheid van het Kabinet gemaakt.<br />

Zonder zig ooit regt over zijne meerderheid<br />

te verheugen, moest hij zijn gehele<br />

leven worftélen met den nijd, welken zij<br />

hem bij anderen verwekte. Europa liet<br />

Jhem boeten voor het misbruik van een<br />

magt, waarvan hij inderdaad nooit het<br />

yolkomen gebruik had gehad,<br />

Wanneer men tegen de ongelijke magt<br />

van beide Partijen, welke ons in den<br />

eerden opflag zo zeer verbaast, alle de<br />

toevallen in rekening brengt, welke ten<br />

j ladele van deze, en ten voordele van<br />

;ene werkten, zo verdwijnt het Boven,<br />

latuurlijke van deze gebeurenis, maar<br />

iet Buitengemene blijft; en dan heeft<br />

pen enen juisten maatdaf gevonden , om<br />

Ie eigenlijke verdiende dezer Republieks-.<br />

jezinden, ten aanzien hunner Vrijheid, te<br />

;unnen opgeven. Men moet egter niet<br />

lenken, dat ene zo naaukeurige berc-<br />

i ening der kragten de onderneming zelve<br />

1: ; voorafgegaan, of dat zij, reeds bij<br />

l et afdeken in deze gevaarlijke zee,<br />

e kust hebben geweten , waaraan zij vcr-<br />

V olgens landden. Met die rijpheid , dout-<br />

h cid en heerlijkheid, waarin dit werk bij<br />

z jne voltoojing praalde, vertoonde het<br />

z g geenszins in-, het plan van zijnen<br />

O ntwerper, even zo weinig als ene vol-,<br />

k amen fcheuring in 't Geloof zich voor-<br />

4 :n geest van L UT HER vertoonde,-toen<br />

ij tegen de Aflaatskraarri opkwam. Welk<br />

m onderfcheid tusfehen den nederigen<br />

I<br />

ï


NEDERLANDER 53*<br />

optogt dier Geuzen te Brusfel , die<br />

om een menschlievende behandeling, als<br />

om een genade, fineken, en de gedugte<br />

Majefteit van enen Vrijen Staat, die<br />

met Koningen, als met zijns gelijken,<br />

in onderhandeling treedt, en in minder<br />

tijds dan een ecu' den troon zijner vorige<br />

Dwingelanden wegfehenkt! De onzigtbare<br />

hand van het noodlot dreef den afgclchoten<br />

pijl in enen hoger kring, en in ene<br />

geheel andere {trekking voord, dan hem<br />

bij het affcMeten gegeven was. In den<br />

fchoot van het gelukkige Braband werd<br />

de Vrijheid geboren , welke, als een<br />

pasgeboren kind aan hare Moeder ontrukt<br />

, het veragtc Holland gelukkig moest<br />

maken. Dog, de onderneming zelve moei<br />

ons daarom niet kleiner toefchijnen, on<br />

dat zij anders uitviel, dan de bedoeling<br />

was geweest. Van deze dwaasheid moes'<br />

ons een gemeenzame omgang met d<<br />

tegenwoordige en verleden wereld ge<br />

nezen hebben. De mensen bewerkt<br />

befchaaft en vormt den ruwen iteen<br />

welken de tijden aanvoeren; tot hem be<br />

hoort het ogenblik en tijdftip, maar he<br />

geval rolt de gebeurenisfen. Indien d<br />

driften, welke zig bij deze gebeuren,<br />

werkfaam betoonden , flegts het wer<br />

niet onwaardig waren, waaraan zij, zor<br />

der het te weten , dienstbaar waren<br />

indien de kragten, welke dezelve hie<br />

pen uitvoeren, en dc enkelde bedrijven<br />

uit welker vereniging dezelve op en<br />

wonderbare wijze ontllond* flegts o<br />

B 4<br />

t<br />

BOEK»<br />

»<br />

i<br />

e P<br />

s '•> i


H DÉ AFVAL DER<br />

zig zelve edele kragten, fchone en gro-<br />

SOEK , te bedrijven waren, dan i s de gebeu-<br />

. rems groot, gewigtig en nuttig voor ons,<br />

en mogen wij over de ftoutc geboorte<br />

van het geval verbaasd ftaan, 0f een<br />

hoger verftand daarin eerbiedigen<br />

De Gefchiedenis der Wereld is zig<br />

zelve gelyk , even als de wetten der Natuur,<br />

en eenvoudig, even als de ziel des<br />

menfchen. De zelfde gegeven onhandigheden<br />

brengen de zelfde verfcnijnfelen<br />

weder voort Op dien eigen grond,"<br />

waarop tans de Nederlanders aan hunne<br />

fcpaanlche Dwingelanden het hoofd boden,<br />

hadden voor vyftienhonderd jaren<br />

Jiunne ftamvaders, de Batavieren en Belgen,<br />

tegen hunne Romeinfche Geweldenaars<br />

geftreden. Dezen, even als genen<br />

onwillig onder enen trotfehen Overheerfcher<br />

ftaande en op gelyke wijze<br />

van roofzugtige Landvoogden mishandeld,<br />

wierpen met gelijke koenheid het flaaf-<br />

[chc juk af, en waagden den kans in<br />

sen even ongelijken ftrijd. De zelfde<br />

! rotschheid van Veroveraars, de zelfde<br />

3 loge vlugt der Natie had plaats in de<br />

i Spanjaarden der zestiende, en in de Ro-<br />

] nemen der eerftc eeu; de zelfde dappcr-<br />

;i ïeid en krijgstugt in beide legers: de<br />

:elfde vrees voor hunne wapenen. Daar.<br />

:icn wij, even als hier, list met over-'<br />

nagt kampen, e n ftandvastigheid, door<br />

'endragt onderfteund, ene ontzaglijke magt<br />

fmatten vvelke zig door verdeling ve?wakt<br />

had. Daar, zo wel als hier,


NEDERLANDEN. &5<br />

ïaa"de bijzondere haat de Natie in het<br />

harnas: een enkeld mensch, voor zijnen<br />

tijd geboren, ontdekt haar het gevaarlijke<br />

geheim harer fterkte, en doet haar verkropt<br />

misnoegen tot ene bloedige verklaring<br />

uitbersten. „ Bekent het Batavieren!"<br />

dus fprak CLAUDIUS CIVILIS zijne medeburgers<br />

in het heilige woud aan, „worden<br />

„ wij van deze Romeinen nog, gelijk voor<br />

„ heen, als Bondgenoten en Vrienden,<br />

* of niet veel meer als Haven behandeld 1<br />

I.<br />

BOE K.<br />

?<br />

" Wij zijn aan hunne Amtenaren en Stc-<br />

„ dehouders overgeleverd, die , nadat zi<br />

'„ zig met ons goed en bloed verzadigc [<br />

i hebben, van anderen worden vervangen<br />

die de zelfde geweldenarij, flegts onde:<br />

„ andere namen , herhalen. Komt 'e<br />

, al eens een Opperbevelhebber, dez<<br />

',' drukt ons door zijn pragtig en kostbaa l<br />

„ gevolg, en door zijnen nog ondraaghj<br />

'„ ker hoogmoed. De wervingen ftaai 1,<br />

weder voor de deur , die Kinders va 1<br />

hunne Ouders, Broeders van elkander<br />

voor altoos af fchcuren, en uwe wal<br />

kere jonge manfehap aan de Romeir<br />

£ fche geilheid ten prooie geven. Tam T<br />

• Batavieren ! is de tijd voor u geborei !.<br />

" Nooit ftond het met Rome zo veeg<br />

als op dit ogenblik. Laat u door di e<br />

„ namen van Legioenen genen fchrik aar i-<br />

jaagen: in hunne Legers vindt men ni< !t<br />

^ dan oude lieden en buit. Wij hebbe n<br />

,', Voetvolk en Ruiterij. De Germane n<br />

„ zijn op onze hand, en de Gallen zij n<br />

gezind om met ons het juk af te werpej h<br />

i 5


ï,<br />

KOEK,<br />

DE AFVAL DER<br />

„ Laat Syrië, en Azie, cn het Oosten,<br />

„ waar men Koningen van noden heeft<br />

hun dienen, 'Er zijn nog onder ons,<br />

„ die geboren zijn, vóór dat men den<br />

„ Romein fchatring betaalde. De Goden<br />

„ houden het met de dapperfteri." Door<br />

enen plegtigen eed wordt de zamenzwemg<br />

gewijd, even als het Verbond der<br />

Geuzen; zij vermomt zig ook looslijk, gelijk<br />

dit, met den grijns van onderdanigheid,<br />

en fchuilt agter de Majefteit eens groten<br />

mams. De benden van CIVILIS zweren<br />

bij den Rhijn trou aan VESPASIAAN<br />

in Syne, gelijk het Bondgenootfchap aan<br />

riLips DEN TWEDEN. De zelfde<br />

ftnjdplaats geeft het zelfde bellek van<br />

verdediging, de zelfde toevlugt voor de<br />

wanhoop aan de hand Beiden vertrouwen<br />

hun weifelend geluk aan een gunftig<br />

element. Iu gelijke benaaudheid redt<br />

CIVILIS door een gemaakte overftromhig<br />

zijn Eiland, gelijk vijftienhonderd jaren later<br />

WILLEM VAN ORANJE de Stad Leijden.<br />

De dapperheid der Batavieren bragt<br />

de zwakheid van de Heren der Wereld aan<br />

den dag, even gelijk de loflijke moed hunner<br />

Naneven de pragtige uittering van<br />

het Spaanfche Rijk voor het OOP- van geheel<br />

Europa ontdekte. De zelfde vindingrijke<br />

geest bij de Legerhoofden van beide<br />

tijdperken doch den Oorlog even zo<br />

hardnekkig voordduren, en bijna even zo<br />

twijfelagtig eindigen. Eén onderfcheid<br />

is -hier egter te vinden: de Romeinen<br />

en Batavieren oorloogden raenfch©.


NEDERLANDEN. %J<br />

lijk, want zij voerden geen'. Oorlog om<br />

den Godsdienst. (*)<br />

Eer wij ons in deze grote Omwenteling<br />

verder begeven, moeten wij enige<br />

fchreden in de oude Gefchiedenis des<br />

Lands te rug gaan, om dien (laat van<br />

zaken, welken wij ten tijde dezer merkwaardige<br />

verandering aantreffen, te zien,<br />

geboren worden.<br />

Het ogenblik, waarin dit Volk in de<br />

Gefchiedenis der Wereld zijne intrede doet,<br />

is het tijdffip van deszelfs ondergang: het<br />

verkreeg zijn Staatkundig beftaan van zij.ne<br />

Overwinnaars. Dit üitgeftrektc gewest,<br />

dat ten Oosten door Duitschland, ten<br />

Zuiden door Frankrijk, ten Noorden en<br />

Westen door de Noordzee bepaald wordt,<br />

De Rhyn<br />

maakte deszelfs grensfeheiding uit. Tei<br />

linkerhand van die Rivier woonden de Belgen:;<br />

aan hare regter hand de Friezen:<br />

en de Batavieren op het Eiland , 't wel!<br />

hare beide armen ten dien tijde met der l<br />

£*) TACITUS. Hiftor. L. IV. V,<br />

(f) J. C/ESAR de Bello GaU. L. ï, TACIÏ<br />

de Mori'bus German. en Hist. L. IV.<br />

BOEK


DE AFVAL DER<br />

ï. Oceaan, vormden (*} Alle deze Natiën<br />

BOEK, werden, de ene na de andere, aan de<br />

Romeinen onderworpen: ondertusfehen geven<br />

hare overwinnaars zelve ons de loffelvk,<br />

fte getmgenisfen van derzelver dapperheid,<br />

De Belgen, fchnjft CAESAR (ö7 warei<br />

de emgften onder de Galjifchc Volken<br />

Welke de inrukkende Tcutonen en Cimbren<br />

van hunne grenzen weerden. De Batavieren<br />

zegt TACXTÜS Cf), overtroffen<br />

m heldenmoed alle volken omftreeks<br />

den R W Dit woeste Volk betaalde<br />

zijne fchatting in zoldaten , en werd van<br />

zijne Overwinnaars, gelijk zwaard, en<br />

P'jl, flegts tot den flag bewaard. De<br />

Romeinen zelve verklaarden de Bataafse<br />

Ruiterij voor het beste gedeelte<br />

ran hun leger. Langen tijd waren zij, ge s f<br />

1<br />

1<br />

1<br />

<<br />

t<br />

ta<br />

»? de Zwitfers, de Lijfwagt der<br />

xomein che Keizers; hun wilde \ioed<br />

rerfchnk/e den Dader , daar zij in volle<br />

vapenmsnng over den Donau zwommen,<br />

Je zelfde Batavieren hadden AGRICOM<br />

»P fijnen togt naar Brittanje verzeld',<br />

n hem in de verovering van dit eiland ge-<br />

C*) Over de oude verdeling dezer landen<br />

raadplege de weetgrage Lezer het voortrede<br />

7*J1A A , l Eerwaardigen Engelberts , ^enaamd<br />

: Aloude Staat en Gefchiedenis der V>r<br />

cenigde Nederlanden. ^<br />

CS) De Bello Gal!,<br />

U) Hisr. L. IV. c. i2.


tiÉ'DERLANDEfi. 2 0<br />

holpen ( * ). Dc Friezen werden het laatst<br />

van allen overwonnen , en heriïelden zig ,<br />

het eerst weder in de vrijheid. De moe- .<br />

rasfen , waarin zij woonden , maakten de<br />

Veroveraars later belust, cn kwamen hun<br />

duurder te ftaan. De Romein D R U S U S ,<br />

Welke in deze oorden den krijg voerde,<br />

«roef een kanaal van den Rhijn m de<br />

Flevo, tans de Zuiderzee, waardoor dc<br />

Romeinfche vloot in dc Noordzee doordrong,<br />

en Uit deze door dc monden vart<br />

de Eems en dc Wczer een' gemakhjker<br />

weg naar het binnenfte van Duitschland<br />

vond (f).<br />

Vier ecuwen lang vinden wij de Batavieren<br />

in de legers der Romeinen, dog<br />

na de tijden van HONORIÜS verdwijnt<br />

dcrzelver naam Uit de Gefchiedenis. Wij<br />

Zien hun eiland overftroomd van dc Franken<br />

, welke zig vervolgens weder in het<br />

naburige Bclgien verliezen. De Friezen<br />

hebben het juk van hunnen verafgelegen<br />

en magtelozen Beheerfchcr verbroken 3<br />

cn komen weder te voorfchijn als ceii vrij<br />

Völk, dat zelf veroveringen maakt, zig<br />

door zijne eigene gebruiken en een over<br />

fchot van Romeinfche wetten beftuurt.<br />

en zijne grenzen tot over den linke)<br />

oever des Rhijns uitbreidt. In 't algemeci<br />

(*)DIONCASS. S. LXIX. TAC. Agric. C. %6.<br />

TAC. Annal. II. 15. .<br />

C§) TACIT. Annnl. II. 8. Su#rbN. P<br />

©aud. Cap. 1. YS» 3,<br />

h<br />

I O K K .<br />

I


3° DÈ AFVAL DElt<br />

i. heeft Friesland onder alle de Gewesten<br />

BOEK . van Nederland het minst van de inval-<br />

• Icn van vreemde volken, van vreemde<br />

gewoonten en wetten geleden* en, eeuwen.<br />

kng, fporen van zijne oorfpronkehjke<br />

gedeldheid , zijnen volksgeest<br />

en zijne zeden behouden, welke noe<br />

ten huidigen dage niet geheel verdwenen<br />

zijn,<br />

Het tijdperk der Volksverhuizingen<br />

Vernietigt den oorfpronkelijken vorm vande<br />

meeste dezer Natiën ; 'er ontdaan andere<br />

vermengingen, en andere inrigtingen-<br />

De deden en legerplaatfen der Romeinen<br />

verdwijnen in de algemene Verwoesting,<br />

en met dezen zo vele gedenktekens van<br />

hunne grote kunst van regeren, door de<br />

Vlijt van vreemde handen voltooid. De<br />

verlatene dijken moeten weder voor de<br />

woede der dromen en den indringenden<br />

Oceaan zwigten. De Wonderen van<br />

menfchen handen , de kundige kanalen-<br />

I Irogen weder uit; de wateren veranderen<br />

ïunnen loop ; het vaste land en de zee<br />

) 'erwarren hunne grenzen * en de natuur<br />

an den grond verandert met zijne be-<br />

j roners. De zamenhang van beide tijden<br />

i :hijnt vernietigd , en met een nieu ge^<br />

{ agt van menfchen begint ene nieuwe<br />

g efchiedenisi<br />

Het Rijk der Franken, dat uit de<br />

P uinhopen van het Romeinfche Galliè'n<br />

O pkwam , had in de zesde en zevende<br />

e ;u alle Nederlandfche gewesten ingeü<br />

M , cn het Christelijke geloof in deze


NEDERLANDEN. gt<br />

Janden gevestigd. Friesland , het' laatite T.<br />

van allen, werd na enen hardnekkigen oor­ BOEK,<br />

log eindelijk door KAREL MARTEL,<br />

die voor het Euangelie met zijne wapenen<br />

den weg baande , der Frarikifche krone onderworpen.<br />

KAREL DÉ GROTE verenigde<br />

alle dezen landen, welke van toen af eert<br />

deel uitmaakten van die uitgebreide Mo-»<br />

narchie, welke deze Veroveraar uitDuitschland,<br />

Frankrijk ert Lombardijen ichiep.<br />

Toen naderhand dit grote Rijk onder deszelfs<br />

nakomelingen weder verdeeld wicrd,<br />

werden ook de Nederlanden, nu eens tot<br />

Duitfche, dan eens tót Frankifche, dan<br />

weder tot Lotharingfche Provinciën gemaakt<br />

, en eindelijk vinden wij dezelve<br />

onder de beide namen van Friesland en<br />

Neder-Lotharingen.<br />

Met de Franken kwam ook de Leenregering,<br />

een vrugt van Noordfchen grond,<br />

in deze landen, en ontaartte zo wel hier*<br />

als overal elders. De vermogendile Leenmannen<br />

onttrokken zig van tijd tot tijd<br />

aan de Kroon , en de Koninglijke<br />

Amtenaren fleepten de landfehappen,<br />

welken zij befchermen moesten , als een<br />

Wettig erfgoed naar zig. Dan deze afvallige<br />

Leenmannen konden zig niet,<br />

dan met hulp van hunne Onderhorigen,<br />

tegen den Vorst ftaande houden, en de bij-<br />

Hand , welken dezen verleenden , moest<br />

door nieuwe Lenen gekogt worden.<br />

De Geestlijkheid werd door vrome veroveringen<br />

en gefchenken magtig, en vcrworf<br />

zig weldra een onafhan.kc.1 ijk bc«


ï.<br />

& O E!',<br />

3* DË AFVAL DE^<br />

ilaan in hare Abtdijen cn Bisfchoplijka<br />

zetels. Op die wijze waren de Ne*<br />

, derlanden in de tiende , elfde , twaalfde<br />

cn dertiende eeuwen in verfcheidene kleine<br />

onafhankelijke Staten gefplitst, welker<br />

Heren nu eens aan liet Duitfche Keizerrijk,<br />

dan eens aan de Frankifche Koningen<br />

hulde deden. Door koop, huwelijk<br />

ken, verwantfehap, of ook door overhering,<br />

werden vaak 't grootst gedeelte van dezelven<br />

weder onder een' hoofdfiam verenigd; en<br />

•in de vijftiende eeu zien wij het Huis<br />

van Bourgondiën in bezit van het grootfte<br />

gedeelte der Nederlanden (*). FILIPS DE<br />

GOEDE, Hertog van Bourgondiën, had,<br />

met meer of minder regt, airede elf Gewesten<br />

onder zijn gebied gebragt, welke door<br />

KAREL DEN STOUT EN, zijnen zoon,<br />

door magt van wapenen met nog twe<br />

nieuwe vermeerderd wierden. Dus ontftond<br />

ongemerkt een nieuwe Staat in Europa,<br />

waaraan niets meer dan de naam ontbrak,<br />

om het bloeiendfte Koningrijk van dit Werelddeel<br />

uit te maken. Deze uitgeftrekte<br />

bezittingen maakten den Bourgondifchen<br />

Hertog tot enen gedugtcn nabuur voor<br />

Frankrijk , en bragt den (routen , onrustïgen<br />

geest van KAREL in verzoeking, om<br />

het ontwerp ener verovering te maken, welr<br />

ke het gehele ingefloten land van de Zuiderzee<br />

en den mond des Rhijns af tot in den<br />

Elzas toe zoude bevatten. Dc onuitputtelijke<br />

C*) Grat. Annal. L. L p. 2. 3.


&ÏEDERLANDE1N. gg<br />

ïïjke middelen van dezen Vorst kunnen f.<br />

énigszins deze vermetele herfenfchim goed- BOEK*<br />

maaken: een gëdugfe legermagt dreigde<br />

dezelve tot dadelijkheid te brengen.<br />

Reeds beefde Zwitferland voor zijne vrijheid<br />

, maar het trouloze geluk verliet<br />

KAREL in drie vreeslijke veldflagert, en<br />

de dolle Veroveraar raakte onder dc levenden<br />

cn de doden verloren<br />

De enige erfgenaam van KAREL DEM<br />

STOUTEN, MARIA, de rijkiïe Prinfes<br />

van dien tijd, en de rampzalige HELENE,<br />

die het ongeluk over deze Landen<br />

bragt, hield tans de gehele wereld<br />

ih verwagting opgetogen, Twe magtigê'<br />

(*) Een Hofjonker, welke hem had zie»<br />

vallen , en de Overwinnaars , enige dagen na<br />

den flag , op de plaats verleide, redde hem nog<br />

uit ene veragtelijke vergetelheid. Men trok<br />

zijin lijk, naakt en door wonden deerlijk misvormd<br />

, uit een moeras, waarin het vast gevroren<br />

was , en herkende hem nog met vele<br />

moeite aan enige tanden, welken hij milie, en<br />

aan de nagelen van zijne vingers, welken hij<br />

gewoon was langer , dan andere mentenen,<br />

te dragen. Dat 'er evenwel, onaangezien deze<br />

kenmerken , nog fteeds dezulken zijn geweest<br />

, welke aan zijnen dood twijfelden, en<br />

zijne wederverfchyning te gemoete zagen, blijkt<br />

uit een plaats in den brief, waarin LODEWYK<br />

DE ELFDE van de Bourgondifche Staten vorderde,<br />

dat zij weder onder de kroon van Frankrijk,<br />

zouden terug keeren. „ Ingevalle," dus luidt die<br />

plaats, „ Hertog KAREL nog in leven is ,<br />

„ zijt gij van uwen eed aan mij weder ontfla-<br />

„ gen." C OM IN ES T. III. Preuves desMemoires<br />

4P5, 497-<br />

I. DEEL. Q


I<br />

BOEK.<br />

$4 DÊ AFVAL DEK.<br />

Vorsten, L O D E W Y K D E E L F D E , Koning<br />

van Frankrijk, voor den jongen<br />

Daufijn, zijnen Zoon, en M A X I MI LI A A N<br />

V A N O O S T E N R Y K , Zoon van Keizer<br />

F R E D E R I K D E N D E R D E N , deden zig<br />

op als mededingers naar haar bezit. Hij,<br />

wien zij hare hand zou fchenken , moest<br />

de magtiglte Vorst van Europa worden,<br />

en nu begon dit werelddeel voor 't<br />

eerst te vrezen voor zijn evenwigt.<br />

L O D E W Y K , de magtigfte van beiden,<br />

konde zijn aanfpraak door de kragt der<br />

wapenen onderfteunen ; maar het Nederlandfche<br />

Volk , dat over de hand van zijne<br />

Vorstin befchikte, ging dezen gedugteiï<br />

Nabuur voorbij, en befloot ten voordele van<br />

M A X I M I L I A A N , wiens afgelegene Staten<br />

en bepaalde magt voor 's Lands vrijheid<br />

min gevaarlijk fchenen : ene bedrieglijke<br />

ftaatkunde, welke door ene zonderlinge<br />

fchikking des Hemels het ongeluk verhaastte<br />

, in plaats van hetzelve voortekomen!<br />

FILIPS DE S C H O O N E , Zoon van<br />

M A R I A en M A X I M I L I A A N , geraakte<br />

door zijne Spaanfche Bruid in het<br />

bezit van dat uitgeftrekte Rijk, dat onlangs<br />

door F E R D I N A N D en I S A B E L L A<br />

geftigt was ; en zijn Zoon, K A R E L<br />

V A N OOSTENRIJK, was geboren Heer<br />

van het Koningrijk Spanje, de beide<br />

Siciliën, dc nieuwe Wereld en de Nederlanden.<br />

Het gemeen raakte hier,, vroeger<br />

dan in de overige Leenrijken, van zij-


HP lijflijke flavemij öntflagën, en verkreeg<br />

wel ras een eigen burgerlijk be- BOEKi<br />

ftaan. De gunstige ligging des Lands<br />

aan de Noordzee en groote bevaarbare<br />

wateren, deed fpoedig den Koophandel<br />

opkomen, welke de menfchen<br />

in Steden bijeen verzamelde, de nijverheid<br />

opwekte * vreemdelingen lokte, en<br />

Welvaart en overvloed onder hen verfpreidde:<br />

Hoe veragtelijk ook dë borlogzugtige<br />

Itaatkunde dier tijden op elke<br />

nuttige handtering nederzag, konden<br />

egter de Landsheren de wezenlijke<br />

voordelen, welke hun daaruit toevloeiden<br />

; niet miskennen. De toenemende<br />

bevolking hunner Landen , de menigvuldige<br />

giften, welke zij onder de verfchillende<br />

benamingen van Tol, Weggeld,<br />

Bruggeld, Markt - geld, enz. vati<br />

inlanders en uithecmfchen afpersten, waren<br />

voor hun te zoete lokazen;<br />

dan dat zij onverfchillig zouden gebleeven<br />

zijn omtrent de Oorzaken, waaraan<br />

zij die te danken hadden. Hunne<br />

eigen hebzugt maakte hen tot voorftanders<br />

van den Koophandel, en de<br />

onkunde zelve, gelijk meermalen gebeurt<br />

, holp zo lang, tot dat eindelijk<br />

ene gezonde ftaatkunde in derzeïver plaats<br />

kwam; In vervolg van tijd zogten zij<br />

zelfs de Lombardifche Kooplieden aan,><br />

befchonken de Steden met grote voorregten<br />

en een eigen regtsgebied,- waardoor'<br />

deze in aanzien en invloed grootlijks<br />

toenamen; De gedurige oorlogen/<br />

e 2<br />

ïi


BOEK.<br />

'5* 5>E AFVAL DER<br />

welken de Graven onder elkander erï<br />

met hunne naburen voerden, maakten<br />

hen afhankelijk van de gunst der Steden<br />

, welke zig door haren rijkdom belangrijk<br />

maakten, en die voor de onderftand-gelden,<br />

door haar verleend, aanzienlijke<br />

voorregten wisten te bedingen.<br />

Van tijd tot tijd groeiden de Voorregten<br />

der Gemeenten aan, toen dc Kruistogten<br />

den Adel tot ene kostbare uitrusting<br />

noodzaakten, toen de voortbrengfels van<br />

het Oosten langs enen nieuwen weg in<br />

Europa kwamen, en de inrukkende weelde<br />

den Vorftcn nieuwe behoeften veroorzaakte.<br />

Zo vinden wij reeds in de<br />

elfde cn twaalfde eeu enen gemengden<br />

regeringsvorm in deze landen, waar de<br />

magt van den Vorst door den invloed<br />

van de Standen , te weten den Adel,<br />

de Geestelijkheid, en de Steden , merkelijk<br />

bepaald is. Deze , welke Staten<br />

genaamd werden , kwamen zo dikwijls<br />

te zamen, als het belang der Provincie<br />

zulks vorderde. Zonder hunne toeftemming<br />

golden gene nieuwe wetten, mogt<br />

geen oorlog gevoerd, gene nieuwe tollen<br />

geheven, gene verandering in de<br />

munt gemaakt, en geen vreemdeling tot<br />

enig deel van het ftaatsbeftuur toegelaten<br />

worden. Deze Voorrechten hadden alle<br />

Landfchappen met elkander gemeen; ander<br />

• i waren verfchillende naar de onderfcheidene<br />

Gewesten. De regering was<br />

erflijk, maar de Zoon trad niet in de<br />

regten des Vaders, dan na alvorens de


NEDERLANDEN. 37<br />

Staatsgeftcldhcid plcgtig bezworen te heb­ I.<br />

ben (*). , SOEK,<br />

Nood is de eerfte wetgever; alle .<br />

noodzakelijkheden, welken men in deze<br />

ftaatsgeltcldheid ontmoet, zijn oorfpronkelijk<br />

noodzakelijkheden van den Koophandel<br />

geweest. Dus is de gehele inrigting<br />

van de Republiek op Koophandel gegrond<br />

, en hare wetten zijn later dan<br />

haar handel. Het laatfte Artiekcl van deze<br />

ftaatsinrigting, waardoor Uitlandcrs buiten<br />

bedieningen gefloten worden, is een<br />

natuurlijk gevolg van alle de voorgaande.<br />

Eene zo ingewikkelde en kunflige betrekking<br />

van den Vorst tot het Volk,<br />

welke in elke Provincie , en dikwijls in<br />

elke enkelde Stad nog weer bijzonder<br />

was , vorderde mannen , welke den<br />

vurigften ijver voor de onderhouding van<br />

's Lands vrijheden met de grondigfte<br />

kennis van dezelve verenigden: beide zaken<br />

, die niet wel in enen vreemdeling<br />

konden öhderfteld worden. Deze wet<br />

gold voor het overige voor elk Landfchap<br />

in 't bijzonder, zo dat in Braband<br />

geen Vlaming , in Zeeland geen<br />

Hollander mogt worden aangeltcld , en<br />

zij bleef ook naderhand nog ftand houden,<br />

na dat reeds alle deze Gewesten<br />

onder één Hoofd verenigd waren.<br />

Van alle de overigen genoot Braband<br />

de ruimfte vrijheid. Deszelfs Voorregten<br />

C*0 GROTIUS L. I. 3.<br />

C g


|i O EK.<br />

3§ DE AFVAL DER<br />

werden op zo hogen prijs gefchat, dac<br />

vele moeders uit de aangrenzende landfchappen<br />

tegen den tijd van hare verlosfing<br />

derwaards trokken, om daar hare<br />

kinders te baren, en dezelven hierdoor,<br />

alle de Voorregten van dit gelukkige<br />

Land ;< deelagtig te maken; „ op dezelfde<br />

„ wijze," zegt STRADA, „ als men ge-<br />

„ wasfen van een ongunftige lijgtftreek<br />

„ in enen beter grond veredelt (*)."<br />

Na dat het Huis yan Bourgondie verfcheidene<br />

Gewesten onder zijne heerfchappij<br />

verenigd had, werden de bijzondere<br />

Provinciale Gerechtshoven, welke<br />

tot dus verre onafhankelijke rcgtbanken<br />

waren geweest, naar een algemeen<br />

Gerechtshof te Mechclen gewezen ,<br />

k welk de onderfcheidcne leden tot een<br />

enkeld lighaam verbond, en alle burgerlijke<br />

en lijfftraffelijke zaken door een<br />

onherroepelijke uitfpraak befliste. De<br />

Souvereiniteit der enkelde Provinciën werd<br />

weggenomen , en de Oppermagt had<br />

tans zijnen zetel in den Raad van<br />

Mechelen.<br />

Na den dood van KAREL DEN STOU-<br />

TEN verzuimden de Staten niet, hun<br />

voordeel te doen met de verlegenheid<br />

hunner Hertoginne, die door de wapenen<br />

van Frankrijk bedreigd zijnde tans van<br />

(*) De faeüo Belg.Dec. I. L. II. 34. GUICCI-<br />

ARDINI. Descr. Belg. " • •' " :


NEDERLANDEN, tg<br />

hun afhankelijk was (*). De Staten L<br />

van Holland en Zeeland noodzaakten i<br />

haar, een groot Privilegie te onder- .<br />

tekenen, welk hun de gewigtigfte regten<br />

der Souvereiniteit verzekerde. De<br />

ftoutheid der Gentenaren ging zo ver,<br />

dat zij de gunftelingen van MARIA,<br />

welke het ongeluk hadden gehad hun te<br />

mishagen , op eigen gezag voor hunnen<br />

regtbank fleepten, en onder het oog<br />

yan deze Vorflin onthalsden.<br />

Gedurende de korte regering der Herto«-inne<br />

MARIA tot aan haar huwelijk,<br />

verkreeg de Gemeente een vermogen ,<br />

't welk haar al zeer nabij aan enen<br />

vrijen Staat deed komen. Na het affterven<br />

van zijne Gemalin nam MAXIMILI­<br />

AAN op eigen gezag, als Voogd over<br />

zijnen Zoon, de Regering op zig. De<br />

Staten , door deze inbreuk in hunne<br />

regten beledigd, wilden zijn gebied niet<br />

erkennen , cn konden ook niet verder<br />

o-ebragt worden, dan om hem enen bepaalden<br />

tijd, en onder beëdigde voor=<br />

waarden , als Stadhouder te dulden.<br />

MAXIMILIAAN verbeeldde zig, na<br />

dat hij Roomsch Koning geworden was.<br />

de flaatsgefteldheid te kunnen overtreden<br />

Hij leide den Gewesten buitengewoon<br />

belastingen op, gaf bedieningen aan Bour<br />

gondiërs en Duitfchcrs, en bragt vreem<br />

r<br />

de Krijgsbenden in het Land. Maa<br />

(<br />

met de magt van den Regent was oo<br />

(*; Memoires de PHILIPPE DE CPWINE i<br />

C 4<br />

lOEK.


.<br />

« O E K,<br />

4* BE AFVAL DER.<br />

dc yverzugt dezer Republieksgezinden<br />

toegenomen. Hce Volk vatte de wapenen<br />

op, toen hij met een fterk gevolg<br />

van Vreemdelingen binnen BruS»<br />

zijne intrede deed; maakte zig meester<br />

van zijnen perfoon, en zettede hem op<br />

het Slot gevangen. In wêerwil der vermogende<br />

voorfprake van het Keizerlijke<br />

en Roomfchc Hof, verwierf hij zine<br />

vrijheid niet weder, voor dat men der<br />

Natie wegens dc punten in verfchil,<br />

verzekerdheid had gegeven.<br />

De veiligheid van leven en goederen,<br />

welke uit zagter wetten, en ene gelijke<br />

handhaving van het regt ontftond? had<br />

de nijverheid en vlijt jp deze Landen<br />

aangewakkerd. In enen- geftadigen Üriid<br />

met den Oceaan en buiten hunne oevers<br />

rijzende ftroomen , welke tegen het lager<br />

land woedden, en wier geweld door<br />

dammen en kanalen gebroken moest' worden<br />

had dit Volk al vroeg geleerd ,<br />

op de Natuur rondom zig te letten<br />

een magtige hoofdftof door vlijt en<br />

ftandvastigheid te trotfeeren , en, even<br />

als de Egyptenaar, die den Nijl tot zijnen<br />

leermeester had, in enen kunstrijken<br />

tegenweer zijne vindingskracht en fchranderheid<br />

te oefenen. De natuurlijke<br />

vrugtbaarheid van het Land, welke door<br />

den akkerbou en de veeteelt bevorderd<br />

werd, vermeerderde tevens de bevolking.<br />

Deszelfs gelukkige liggmg a a n de<br />

£ee en de groote bevaarbare Rivieren<br />

yan Duitschland en Frankrijk, welke ^


NEDERLANDEN, 4r<br />

deekelijk hier in de Zee vallen; zo ve­ I.<br />

le kundige Kanalen, welke het Land 5 BOEK<br />

heen en weder doorfnijden , gaven leven .<br />

aan de Scheepvaart; en dc naauwer<br />

gemeenfchap der Provinciën, welke daardoor<br />

zo gemakkelijk werd gemaakt, wekte<br />

ras enen geest van Koophandel in<br />

deze Volken op.<br />

De naburige kusten van Brittanje en<br />

Denemarken waren de eerfte, die zij met<br />

hunne fchepen bezogten. Dc Engelfche<br />

wol, door dezen medegebragt, verfchaftc<br />

werk aan duizend vlijtige handen<br />

in Brugge , Gent en Antwerpen, en<br />

reeds in het midden der twaalfde<br />

ecu werd in Frankrijk en Duitschland<br />

Vlaamsch linnen gedragen. ïn de elfde<br />

eeu vinden wij reeds Friefche Schepen<br />

in de Belt , en zelfs in de Lcvantfche<br />

Zee. Ja, dit ondernemende Volk waagde<br />

het, om , zonder kompas, onder<br />

den Noor<strong>dpo</strong>ol door, tot aan den Noordelijken<br />

punt van Rusland, te ftevencn.<br />

Van de Wendifche Steden kregen de<br />

Nederlanden een deel des Levantfchen<br />

handels , welke destijds nog uit de Zwarte<br />

Zee door het Rusfifche Rijk naar de<br />

Oostzee ging. Toen deze in de dertiende<br />

eeu begon ten gronde te gaan ;<br />

toen de Kruistogten enen nieuwen weg<br />

door de Middellandfche Zee voor de Indifche<br />

waren openden, de Italiaanfche<br />

Steden dezen vrugtbaren tak van handel<br />

naar zig trokken, en in Duitschland het<br />

grote Hanze-vcrbond<br />

C 5<br />

werd opgerigt,


BOEK.<br />

4^ PE AFVAL DER<br />

werden de Nederlanden de gewigtige<br />

Stapelplaats tusfchen 't Noorden en Zuiden.<br />

Het gebruik van 't kompas was<br />

nog niet algemeen, en men zeilde nog<br />

langfaam en niet zonder omwegen langs<br />

de kusten. De Havens van de Oostzee<br />

waren in de wintermaanden grotendeels<br />

toegevroren, en voor gene vaartuigen<br />

toegankelijk. Die fchepen derhalven<br />

, welke dep verren weg van de<br />

Middellandfche Zee en de Belt, in een<br />

zelfde jaargetijde, niet wel konden afleggen,<br />

kozen geredelijk ene plaats van<br />

vereniging, in het midden van beide delen<br />

gelegen. Agter zig een onmetelijk<br />

vast land hebbende, waarmede zij door<br />

de vaarbare Aromen verbonden waren ,<br />

terwijl tegen het Westen en Noorden<br />

de Oceaan door veilige Havens voor<br />

hun geopend was, fchenen deze Gewesten<br />

opzettelijk tot een verzamelplaats<br />

der Volken, en tot een middenpunt van<br />

den Handel gefchapen. De voornaamfte<br />

Nederlandfche Steden werden tot Stapelplaatfen<br />

gemaakt. Portugezen , Spanjaarden<br />

, Italianen , Franfchen , Britten ,<br />

Duitfchers, Decnen en Zweden vloeiden<br />

hier zamen met voortbrengfels uit alle<br />

oorden der wereld. De menigte en<br />

naarijver der verkoperen verminderden den<br />

prijs der waaren ; de nijverheid werd<br />

aangewakkerd, dewijl de markt voor de<br />

deur was. Met den noodzakelijken omloop<br />

van geld kwam de wisfelhandel op,<br />

welke ene nieuwe vrugtbare bron yafl


NEDERLANDEN. 43<br />

rijkdom opeqde. Dc Lands - Vorsten , I.<br />

die eindelijk hun waar belang beter begonnen<br />

te kennen, moedigden den Koop­<br />

SOEli.<br />

man door de grootfte vrijheden aan, en<br />

wisten hunnen handel door voordelige<br />

verdragen met buitenlandfche Mogendheden<br />

te befchermen. Toen in de vijftiende<br />

ecu dc meeste enkelde Provinciën zig<br />

onder énen Heer vereenigden , hielden<br />

pok derzelver fchadelijke oorlogen tegen<br />

elkander op , en derzelver gcfchcidcne<br />

voordelen werden thans door ene gemcenfchappelijke<br />

Regering naauwcr verbonden.<br />

Haar handel en welvaart<br />

groeiden aan in den fchoot van enen<br />

ïangdurigen Vrede, waartoe de overmagt<br />

harer Vorsten de naburige Koningen<br />

noodzaakte. De Bourgondifche vlag werd<br />

in alle Zeen geëerbiedigd (*) ; het<br />

aanzien van den Vorst gaf aan de onderneemingen<br />

der Ingezetenen nadruk ;<br />

en maakte dien van elk bijzonder perfoon<br />

tot de aangelegenheid van enen<br />

gedugtcn Staat. Een zo magtige befcherming<br />

(telde hen weldra in (laat,<br />

om zelfs het Hanze - verbond te verlaten<br />

cn dezen trotfehen Vijand door<br />

alle Zeën te vervolgen. De Hanzcfche<br />

Koopvaarders, welken dc Spaanfche Kust<br />

toegefloten werd, moesten ten laatften<br />

tegen hunnen wil in Vlaanderen te<br />

markt komen, en de Spaanfche waaren<br />

pp Nederlandfchen (lapel ontvangen.<br />

(*) Memoires de COMINES L. III, Ch. 5,


4v DE AFVAL DER<br />

I. Brugge in Vlaanderen was in de veer­<br />

SOEK. tiende en vijftiende eeu het middenpunt<br />

van den gehelen Europifchen handel ,<br />

en de grote markt van alle Natiën.<br />

In 't jaar 1468 telde men honderd en<br />

vijftig Koopvaardij fchepen , welke op<br />

eenmaal dc haven van Sluis binnenliepen.<br />

Behalveh het rijke Magazijn van<br />

het Hanzc-verbond, waren hier nog vijftien<br />

Genootfchappen van Koophandel met<br />

hunne Kantoren, benevens vele Factorijen<br />

en Handelhuizen uit alle Landen van Europa.<br />

Hier was dc ftapêl van alle Noordfche<br />

voordbrengfels voor het Zuiden, en<br />

van alle Zuidelijke en Levantfche voor het<br />

Noorden. Deze gingen met Hanzcfche<br />

Schepen door de Zond, en over den<br />

Rijn naar O'pper-Duitschlahd , of werden<br />

op wagens ter zijde af naar Bronswijk<br />

en Lunenburg vervoerd.<br />

Het is de zeer natuurlijke loop der<br />

menfchelijke zaken , dat deze welvaartvan<br />

ene buitenfporige dertelheid gevolgd<br />

werd. Het verleidende voorbeeld van<br />

FILIPS DEN SCHONEN konde dit tijdperk<br />

flegts verhaasten. Het Hof der<br />

Bourgondifche Hertogen was het wellus-»<br />

tigfte en pragtigfte van Europa, zelfs<br />

Italië niet uitgezonderd. Dc kostbaare<br />

kleding der Groten , welke vervolgens<br />

tot een model voor de Spaanfche verftrekte<br />

, en eindelijk met de Bourgondifche<br />

gebruiken tot het Oostcnrijkfche<br />

Hof overging,<br />

Volk ? en de<br />

kwam welras onder het<br />

geringfte burger kleedde


N E D E R L A N D E N . *5<br />

tig in zijden ftoffen (.*> „ Op den<br />

„overvloed," zegt c o MINES , ( een ] iOEK<br />

Schrijver, die omtrenc het midden der .<br />

vijftiende eeu de Nederlanden doorgereisd<br />

heeft) „ was de hoogmoed ge-<br />

„ volgd. De pragt en praal in kleding<br />

„ werd van beiderlcie kunne tot de bui-<br />

,', tenfporigfte verkwisting gedreven. Toe<br />

„ zo hogen trap, als hier, was de weel-<br />

(*) FILIPS DE GOEDE was te groot een<br />

verkwister , om fchatten te vergaderen : des<br />

met tegengaande vond KAREL DE STOUTE<br />

in deszelfs nalatenfchap, aan tafelgereedfchap „<br />

kleinoodién, boeken, tapijten en lijnwaat, een<br />

erooter voorraad opeengehoopt , dan drie rijke<br />

Vorftëlijke huizen toenmaals te zamen bezaten<br />

, en bovendien nog enen fchat van driemaal<br />

honderd duizend Daalders in baren gelde.<br />

De rijkdom van dezen Vorst en het Bourgondifche<br />

Volk lag op de flagvelden bij Granfon<br />

, Murten en Nancy ten toon gefpreid.<br />

Hier'trok een zoldaat van de Zwitfers KAREI,<br />

DEN STOUTEN den beroemden Diamant van<br />

den vinger, welke langen tijd voor den grootflen<br />

van Europa is doorgegaan, die nog lieden<br />

als de twed'e aan de Franfche Kroon<br />

prijkt, cn die toen door den onkundigen vinder<br />

voor enen gulden verkogt werd. De<br />

Zwitfers verruilden het gevonden Zilver tegen<br />

Tin, het Goud tegen Koper, en fcheurden de<br />

kostbaarfte tenten van goudftof in ftukken.<br />

De waarde van den buit , welke aan Zilver,<br />

Goud en edele Geftecnten gemaakt werd,<br />

•wordt op drie millioenen gefchat. KAREI.<br />

en zijn leger waren niet als vijanden , die<br />

vegten willen , maar als overwinnaars, die zig<br />

na behaalde zege optooijen , ten (Wijde geicokken.<br />

COMINES I. 253. 259. 265.<br />

L


t<br />

SOEK<br />

4& DE AFVAL DER,<br />

„ de der tafel nog bij geen ander Volff<br />

„ geftegen. De zedeloze .gemeenfchap<br />

„ van beide geflagten in Badftoven eri<br />

„ foortgelijke plaatfen van bijeenkomst i<br />

„ welke den wellust aanprikkelen , had<br />

„ alle fchaamte verbannen: en het is<br />

„ niet de gewoone dertelheid der Gro-<br />

„ ten, waarvan wij hier fpreken ; de<br />

„ geringde Vrouwen gaven zig onbepaald<br />

aan deze buitenfporighedeti<br />

„ over (*)."<br />

Dan , hoe veel aangenaamer is nier<br />

zelfs deze buitenfpoorighëid voor den'<br />

menfehenvriend, dan de treurige ingetogenheid<br />

des gebreks, en de barbaarfche<br />

deugd der domheid, welke toenmaals<br />

geheel Europa ter neder drukten!<br />

Het Bourgondifche tijdvak fchijnt weldadig<br />

tusfehen die duistere eeuwen door,<br />

gelijk een aangename lentedag tusfehen<br />

het nog gure weder van den afgaanden<br />

winter.<br />

Maar juist deze bloeiende welvaart<br />

bragt eindelijk de Vlaamfche Staten ten<br />

val. Gent en Brugge , dronken vari<br />

vrijheid en overvloed, kondigen den<br />

Beheerfcher van elf Provinciën, FILIPS<br />

DEN GOEDEN, den Oorlog aan, welke<br />

zo ongelukkig geëindigd , als vermetel<br />

ondernomen werd. Gent alleen verloor<br />

in den flag bij Havre vele duizenden<br />

Volks, en moest den toorn<br />

van zijnen Overwinnaar met ene Geld-<br />

(*) Memoires de M. PHILIPPE DE COMINES<br />

T. h L. I, C. L. V. C. p. S


NEDERLANDEN, 4?<br />

boete van viermaal honderd duizend<br />

Goudguldens verzoenen; alle de Leden<br />

der Regering en de voornaamfte Burgers<br />

van de Stad, ten getale van twe<br />

duizend, moesten in het blote hemd,<br />

barrevoets, en met ongedekten hoofde,<br />

den Hertog een Franfche mijl verre te<br />

gemoet gaan , en hem op de kniën om<br />

genade fmeken. Bij deze gelegenheid<br />

werden hun enige dierbaare Voorregten<br />

ontnomen , 't welk een onherftelbaar<br />

verlies was voor hunnen gehelen toekomenden<br />

handel. Niet veel gelukkiger<br />

oorloogden zij, in 't jaar 1482, tegen<br />

M A X I M I L I A A N V A N O O S T E N R Y K ,<br />

om hem de Voogdijfchap over zijnen<br />

Zoon te ontweldigen, welke hij zig<br />

wederregtelijk had aangematigd : de Stad<br />

Brugge zettede in 't jaar 1487 den Aartshertog<br />

zeiven gevangen, en liet enigen<br />

zijner voornaamfte Staatsdienaren ter dood<br />

brengen. Keizer F R E D E R I K D E D E R D E<br />

rukte, om zijnen Zoon te wreeken, met<br />

een Leger binnen hun grondgebied, en<br />

hield de haven van Sluis tien jaren<br />

lang gefloten , waardoor hun Handel<br />

ganfchelijk geftremd werd. Amfterdam<br />

en Antwerpen, welke reeds lang den<br />

bloei der Vlaamfche Steden met nijdige<br />

ogen hadden aangezien, verleenden hem<br />

hierin den gewigtigften bijftand. _ De Italianen<br />

begonnen hunne eigene zijden waren<br />

naar Antwerpen te koop te brengen,<br />

en de Vlaamfche Linnenwevers, welke<br />

zig in Engeland hadden neergezet, zonden<br />

insgelijks hunne waren derwaards.<br />

i<br />

B O E ff.


I.<br />

BOEK.<br />

4§ DE AFVAL DER<br />

waardoor de Stad Brugge twe voorname<br />

takken van Handel verloor. Hare<br />

hooggaande trotschheid had reeds lang<br />

het Hanze-verbond beledigd, 't welk<br />

haar nu ook verliet , en zijn Magazijn<br />

naar Antwerpen overbragt. In 't jaar<br />

1516 vertrokken alle vreemde Kooplieden,<br />

zodat 'er flegts enige weinige Spanjaarden<br />

overbleven : doch haar welvaart<br />

verkwijnde langfaam , even als dezelve<br />

was opgekomen.<br />

Antwerpen kreeg in de zestiende eeu<br />

den handel, welke door de dertelheid<br />

der Vlaamfche Steden verdreven was ,<br />

Weder; en onder de Regering van<br />

KAREL DEN VIJFDEN was zij de levendigfte<br />

en aanzienlijkfte Stad in de Christenwereld.<br />

Een Rivier als de Schelde ,<br />

welker naburige wijde mond eb en vloed<br />

met de Noordzee gemeen heeft, en die<br />

in ftaat is om de zwaarfte Schepen tot<br />

onder de muren te brengen, maakte<br />

haar tot de natuurlijke verzamelplaats<br />

van alle Schepen, welke deze kusten bezogten.<br />

Hare Vrijmarkten trokken handelaars<br />

uit alle Landen. (*) De nijverheid<br />

der Natie was in den aanvang dezer<br />

eeu tot den hoogflen bloei gerezen»<br />

De Akker- en Vlasbou, de Veeteelt,<br />

de Jagt en de Visfcherij verrijkten den<br />

Landman; Kunsten, Handwerken en Handel<br />

(*) Twee zulke Markten, duurden veertig<br />

dagen, en alle waaren welken aldaar geveild<br />

Werden, waren tolvrij."


N E D E R L A N D E N ! *ö<br />

del de Steden. Het duurde niet lang,<br />

öf men zag de vrugten van den Vlaam- ;<br />

fchcn en Brabandfchen vlijt in Arabiën , .<br />

in Perziën en Indiën. Hunne fchepen<br />

bedekten den Oceaan , en wij zien dezelve<br />

in de Zwarte Zee met de Genuezen<br />

om het meesterfchap ftrijden. Die<br />

eigenaartige onderfcheidde den Nederlandfchen<br />

Zeeman , dat hij in alle tijden<br />

van 't jaar onder zeil ging, en niec<br />

overwinterde.<br />

Na dat de nieuwe weg om het Voorgebergte<br />

van Afrika was uitgevonden „<br />

en de Portugeefche Oostindifche handel dcii<br />

Levaritfchch ondermijnde, ontvingen de*<br />

Nederlanden dc wonde niet, welke hierdoor<br />

aan de Italiaanfche Staten werd<br />

toegebragt; de Portugezen zettedën ïrt<br />

Braband hunnen (tapel op, en de Specerijen<br />

van Kalikuta pronkten thans op 1<br />

de markt van Antwerpen (*). Herwaards<br />

vloeiden de Wcst-indifche waren 4<br />

waarmede de trotfehc traagheid der<br />

Spanjaarden de Ncderlaridfché nijverheid<br />

betaalde. De Oost-indifche ftapel trok<br />

de beroemdfte Huizen van koophandel<br />

uit' Florence, Lucca en Genua; eri uic<br />

Augsburg de Fuggërs en Welzcrs, herwaards.<br />

Hcrwaards bragt ook tans hec<br />

Hanzë-verbönd zijne Noórdfche waaren<br />

( * ) De waarde der Specerijen en Apotckerswaaren<br />

, welke van Lisfabon derwaarös verzonden<br />

werden , zouden , volgens opgave van<br />

GuicciARDiNi, een millioen kronen belopersl<br />

hebbeii.<br />

I; DEET, D<br />

SOEK;


50 DE AFVAL DER<br />

,<br />

I, en de Engelfche Maatfchappij zettede zig<br />

BOEK. hier neder. Natuur en kunst fchenen<br />

hier haren gehelen rijkdom ten toon te<br />

fpreiden. Het was een pragtig fchoutoneel<br />

van de werken des Scheppers en<br />

der menfchen.<br />

Hun roem verbreidde zig weldra de<br />

gehele wereld door, Op het einde dezer<br />

een verzogt een gezelfchap van<br />

Turkfche Kooplieden de vrijheid om zig<br />

hier neder te zetten, en de voortbrengfels<br />

van het Oosten over Griekenland<br />

herwaards te brengen. Met den handel<br />

der waaren nam ook de geldhandel toe.<br />

Hunne wisfelbrieven waren aan alle hoeken<br />

der aarde gangbaar. Men wil, dal:<br />

Antwerpen toenmaals in minder tijd dan<br />

een maand meer en groter handel deed,<br />

dan Venetiën , gedurende hare beste<br />

tijden, in twe gehele jaren.<br />

In het jaar 1491 hield het gehele<br />

I lanze-verbond in deze Stad zijne pleg-<br />

:ige Vergadering , welke te voren nergens<br />

dan in Lubek was gehouden. In<br />

£<br />

A A R<br />

J 153 T werd de Beurs geboud,<br />

destijds de pragtiglte van geheel Europa,<br />

i ïïi welke aan haar trotsch opfchrift bemtwoordde.<br />

Huizen, welke een eeu vroe-<br />

I rer voor honderd kronen verhuurd wer-<br />

I len, waren nu tot agthonderd en duilend<br />

in prijs gefteigerd'. De Stad tel-<br />

4 le nu honderd duizend Inwoners. Hec<br />

i ;ewoel, en de menigte van menfchen,<br />

i relke zig hier in 't oneindige zamen-<br />

4 rong, gaat alle geloof te boven. Twee


Ï\ T<br />

E HERLANDEN. *r<br />

tot derdehalf honderd masten werden f.<br />

meermalen te gelijk in hare havens ge­ BOEK,<br />

zien ; geen dag verliep 'er, dat 'ër<br />

niet vijfhonderd fchepen kwamen en<br />

afgingen; öp marktdagen liep het getal<br />

tot agt- en negen-honderd. Dagelijks reden<br />

twehonderd en meer Karosfen door<br />

hare poorten ; meer dan tweduizend,<br />

vragtwagens zag men ieder week uic<br />

Duitschland, Frankrijk cn Lotharingen<br />

aankomen , zonder de boerenkarren cn<br />

korenwagens mede te rekenen , wier<br />

getal gewoonlijk tot tienduizend beliep.<br />

Dertigduizend handen werden alleen door<br />

de Engelfche maatfchappij van Kooplieden<br />

in deze Stad bezig gehouden.<br />

Aan markrgelden, tollen en cijnzen won<br />

de Regering jaarlijks bij de twe millioenen;<br />

een fom 4 welke in die tijden nog veel<br />

meer dan thans betekende. Wij kunnen<br />

Ons van het vermogen der Natie een derfM<br />

beeld maken, wanneer wij horen, dat de<br />

buitengewone fchattingen, welke zij aan<br />

K A R E L DEN VfjFDEN tot zijne veelvuldige<br />

oorlogen moest opbrengen, op veertig<br />

millioenen gouds gerekend worden.<br />

Dezen bloeienden welvaart hadden de<br />

Nederlanders even zo zeer aan hunne<br />

vrijheid, als aan de natuurlijke ligging<br />

des Lands te danken. Onzekere wetten en<br />

het willekeurige beftuur van enen roofzugtigen<br />

Vorst zouden alle voordelen<br />

vernietigd hebben, welken erie gunftige<br />

gefteldheid in zo ruime mate óver dezelve<br />

had verfpreid. Alleen de ón-<br />

D a


DE AFVAL DER<br />

i fchendbare heiligheid der wetten kan cfeti<br />

BOE K. burger van de vrugten zijns vlijts verze-<br />

. keren , en hem dat gelukkige vertrouwen<br />

inboezemen, dat<br />

le werkzaamheid.<br />

de ziel is van al­<br />

Het vernuft dezer Natie, door den<br />

geest des koophandels en den omgangmet<br />

zo vele Volken ontwikkeld, blonk<br />

uit in nuttige uitvindingen: in den fchoot<br />

des overvloeds en der vrijheid kwamen<br />

alle edele kunften tot rijpheid. Uit her<br />

verlichte Italiën, waar cos MUS DE ME­<br />

DICI s in korten tijd de goudene eeu herfteld<br />

had, bragten de Nederlanders de Schilderkunst,<br />

de Boukunst, de Houtfneê- en<br />

Graveer-kunst in hun Vaderland over, wel •<br />

ke hier in enen nieuwen grond nieuwen<br />

bloei verkregen. De Nederlandfche fchool,<br />

ene Dogter der Italiaanfche, dong wel<br />

dra met hare Moeder naar den prijs,<br />

en ftelde, in gemeenfehap met deze,<br />

de wet aan de fchone kunften in geheel<br />

Europa. De Fabrijken en kunften,<br />

waarop de Nederlanders hunnen welvaars<br />

voornamelijk geboud hebben, en gedeeltelijk<br />

nog bouwen, hebben gene verdere<br />

melding van noden. Het tapijtenweven, het<br />

fchilderen met olijverw,. de kunst om op<br />

^las te fchilderen, zelfs de zak- en zon-uuriverken,<br />

zijn, volgens de fteüing van GUIO<br />

I : i A R D i N i, oorfpronkelijk Nederlandfche<br />

i litvindingen; ook heeft men aan hun<br />

( le verbetering van het Kompas te<br />

< lanken , welks fïreken nu nog onder Nelerlandfche<br />

namen bekend zijn. In 'r


NEDERLANDEN. 53<br />

jaar 1428. werd de Boek-drukkunst in I.<br />

Haarlem uitgevonden, en het lot wil­ BOEK.<br />

de dat deze nuttige kunst een eeu<br />

later haar Vaderland met de Vrijheid<br />

befchenken moest. Met het vrugtbaarfte<br />

vernuft tot nieuwe uitvindingen paarden<br />

zij een gelukkig talent, om vreemde<br />

cn reeds in wezen zijnde dingen te verbeteren<br />

: men zal weinige kimden en<br />

handwerken vinden , welke niet of op<br />

dezen grond geteeld, of altans tot groter<br />

volkomenheid gebragt zijn.<br />

Tot dus verre maakten deze Gewesten<br />

den benijdenswaardigften Staat van Europa<br />

uit Geen der Bourgondifche Hertogen<br />

had in 't hoofd gekregen, de ftaatsgcfleldheid<br />

omver te floten; zelfs de ondernemende<br />

geest van KARE L DEN STOUTEN,<br />

welke enen butenlandfchen vrijen Staat de<br />

flavernij bereidde, had haar ongerept gelaten.<br />

Alle deze Vorften groeiden in gene<br />

hoger verwagting op, dan pm over een<br />

Republiek te gebieden , en geep hunner<br />

Landen konde hun ene andere ondervinding<br />

opleveren, Behalven dat bezaten<br />

deze Vorsten niets, dan wat de Nederlanden<br />

hun gaven ; gene legers, dan<br />

welke de Natie voor hun in het veld<br />

bragt; gene rijkdommen, dan welke de<br />

Staten hun inwilligden. Maar nu veranderde<br />

alles van gedaante. Nu waren<br />

zij in handen van enen Heer geraakt,<br />

wien andere werktuigen en andere hulpmiddelen<br />

ten dienfte ftonden; die ene<br />

D 3


ï.<br />

SOEK.<br />

54 DE AFVAL DER<br />

vreemde magt tegen hen in de wapenen<br />

konde brengen (*). KAREL DE VIJFDE<br />

(*) De onnatuurlijke vereniging van twe zo<br />

tegenftrijdige Natiën , als de Nederlanders en<br />

Spanjaarden zijn , konde nimmer gelukkig uitvallen.<br />

Ik kan mij niet bedwingen, van hier de<br />

vergelyking te plaatfen , welke GROTIUS in<br />

ene kragtige taal tusfehen deze beiden heeft<br />

gemaakt. „Met de n-burige volken, zegt hij,<br />

„konden de Nederlanders ligtlijk in vriendfehap<br />

„ leven , daar deze van enen zelfden oorfprong<br />

„met hun, en door de zelfde wegen en middelen<br />

groot geworden waren. Maar de Spanjaar-<br />

„den en Nederlanders weken in de meeste din-<br />

„ gen van elkander af," en daar, waar zij overeenkwamen,<br />

botften zij te fterker tegen een.<br />

„Beiden hadden van eeuwen her in den oorlog<br />

„uitgeblonken alleen de laatften waren thans<br />

„ door de rust aan de wapenen ontwend , terwijl<br />

„de eerften door hunne veldtogten in Italiën<br />

„en Africa in oefening gehouden waren. De<br />

„zugt tot gewin maakte den Nederlander meer<br />

„tot den vrede genegen, maar egter niet ongevoelig<br />

voor beledigingen. Geen volk is min-<br />

„ der gezet op het maken van veroveringen<br />

„maar ook geen verdedigt beter zijn eigendom'<br />

„Van hier dat aantal van Heden in enen oord<br />

„opeengepakt, eerst aan de zee en de rivieren<br />

„ verlterkt , en vervolgens met vreemde aanko-<br />

„ melingen en eigene bevolking opgevuld. Dus<br />

„zijn zij agt honderd jaren na de Noordfehe<br />

„ Volksverhuizing beveiligd gebleven , zonder door<br />

„ vreemde wapenen overwonnen of beroofd te<br />

„worden. Spanje daarentegenverwisfelde meermalen<br />

„van Heren, cn had, totn het eindelijk in de<br />

„handen der Gothcn viel, vrij veel door het karakter<br />

en de zeden van hunne overwinnaars<br />

„geleden. Bij het flot van alle die vermengiu


NEDERLANDEN. £5<br />

gebood willekeurig in zijne Spaanfche<br />

Staten; in de Nederlanden was hij niet<br />

meer dan de eerde Burger. De volkomenfte<br />

onderwerping in het Zuidelijke ge-<br />

„gen wordt dit volk ons befchreven als het ge-<br />

"duldigfte bij den arbeid, het onverfchrokkenlte<br />

in gevaren, even zeer belust op rijkdom als<br />

op eer , trotsch genoeg om anderen te verag-<br />

„ten, opmerkfaam en erkentelijk voor weldaden<br />

„van anderen , maar tevens zo wraakgierig en<br />

„uitgelaten in overwinningen, als of tegen den<br />

„vijand noch eer , noch geweten golden. Van<br />

„dit alles hebben de Nederlanders niets; zij zijn.<br />

„ flim, doch niet bedrieglijk ; in het midden tusfehen<br />

Frankrijk en Duitschland gelegen , hebben<br />

zij door ene zagter mengeling de gebreken<br />

en deugden dier beide volken verenigd; zij la-<br />

„ten zig niet ligtelijk bedriegen, noch ftraffe-<br />

„loos beledigen. Ook in Godsdienltigheid ge-<br />

„ ven zij den Spanjaarden niet toe : het Chris-<br />

„ tendom eenmaal aangenomen hebbende, waren zij<br />

„door de wapenen der Noormannen niet wedet<br />

„daarvan af te trekken; geen gevoelen, dooi<br />

„ de Kerk veroordeeld, had tot dus verre dc<br />

„ zuiverheid van hun geloof befmet. Ja zo vei<br />

„ging hunne vrome milddadigheid , dat mer<br />

" genoodzaakt was de hebzugt hunner Geestelij<br />

"ken door wetten te beteugelen. Eerbied et<br />

", onderdanigheid aan de Landsheren warci bei<br />

"de volken aangeboren; alleen met dit onder<br />

" fcheid , dat bij de Nederlanders de Wet meer l<br />

" dan de Vorst. De Kastilianen willen voorzichtige<br />

"dan de overige Spanjaarden geregeerd worden,<br />

"maar zij gunnen niet gaarne aan anderen dh<br />

"vrijheden, waartoe zij zig zeiven geregtig< i<br />

„ agten. Hierom was het een zo moeilijke zaal<br />

"voor een' gemenen Heer van die onderfchei<br />

",dene volken , de oplettendheid en zorg tus<br />

"fchen beiden zodanig te verdeler., dat noch d i<br />

„voorrang der Kastilianen den Nederlanderen \ I<br />

D 4<br />

ï.<br />

BOEK.


50 DE AFVAL DER<br />

I decltc van zijn gebied moest hem klef»,<br />

SOEK. agting voor de regten van den onderdaan<br />

inboezemen; maar hier leerde men hem<br />

dezen te ontzien. Hoe meer hij aldaar<br />

het vermaak van een onbepaalde magt<br />

genoot, en hoe hooger het gevoelen<br />

was, 't welk hem van zig zeiven werd<br />

gegeven, des te minder moest het hem<br />

fmaken, zig hier tot de befcheidene<br />

menschlijkheid te vernederen; des te<br />

meer moest hij zig geneigd gevoelen,<br />

om dezen hinderpaal uit den weg te<br />

ruimen. 'Er wordt reeds een grote deugd<br />

vereischt, om dc magt, welke tegen onze<br />

meest geliefde wenfehen gekant is,<br />

niet als vijandig te beftrijden. Eer wij<br />

ons naar de blinde noodzakelijkheid<br />

fchikken, veranderen wij haar liever in<br />

een vrijwerkend wezen , 't welk wij<br />

kunnen te keer gaan ; hoe veel meer<br />

ian, wanneer het de Vrijheid is, welke<br />

mze Vrijheid beperkt?<br />

De ovennagt van KAREL maakte<br />

\ evens het wantrouwen , altoos een<br />

i re volg van zwakheid, bij de Nedcr-<br />

] anders gaande. Nooit hadden zij fter-<br />

1 ;er voor hunne ftaatsgefteldheid geijverd,<br />

1 looit meer zwarigheden tegen de reg­<br />

t en van hunnen Vorst gemaakt; nooit<br />

\ /aren zij omflagtiger in hunne verdraen<br />

geweest. Wij vinden onder zijne<br />

}) de ogen ftak , noch de gelijkheid van dezen<br />

r> den hoogmoed der Kastilianen beledigde. Gitoi.<br />

i TIUS. Annal. Belg. L. i.


NEDERLANDEN, 57<br />

regering de hevigfte uitbarftingen van den<br />

Republickeinfchen geest, en de eifchen ,<br />

der Natie vaak gedreven tot een mis- .<br />

bruik, dat aan de Happen, door de<br />

Koningrijke magt gedaan , enen glimp<br />

van billijkheid konde geven. Een Vorst<br />

befchouwt ftc-eds de burgerlijke vrijheid<br />

als een gedeelte vap zijn gebied,<br />

dat hem ontvreemd is, en dat hij<br />

moet tragten te herwinnen. Voor den<br />

Burger is de Oppcrheerfchappij een geweldige-<br />

vloed, welke zijne regten overftroomt.<br />

De Nederlanders dekten zig tegen<br />

hunne zee door dijken, en tegen<br />

hunne Vorlten door grondwetten. De gehele<br />

Wereldlijke gefchiedenis is een<br />

fteeds herhaalde ftrijd tusfehen dc heersenzugt<br />

cn dc vrijheid om deze» betwisten<br />

plek gronds, gelijk derzelver Natuurlijke<br />

gefchiedenis niets anders is, dan een ftrijd<br />

tusfehen de Elementen cn de lighamen<br />

om dc ruimte.<br />

De Nederlanders gevoelden wel ras,<br />

dat zij de Provincie van ene Monarchie<br />

geworden waren. Zo lang hunne vorige<br />

Heren geen hoger doel hadder., dan<br />

voor hunnen welftand te zorgen, geleek<br />

hun Staat naar het ftille geluk van een<br />

verenigd huisgezin, welks hoofd de<br />

Vorst was. KAREL DE VIJFDE voer-,<br />

de hen op het toneel der ftaatkundige<br />

wereld. Nu maakten zij een lid uit<br />

van dat reusagtige Üglitwpn , dat door<br />

de eerzugt van énen tot zijn werktuig<br />

gebruikt werd. Zij hielden op het doe}<br />

O 5<br />

I.<br />

10 E K.


ï.<br />

BOEK<br />

ft<br />

58 DE AFVAL DER<br />

van zig zclven te zijn ; het middenpunt<br />

van hun beflaan was in de ziel van<br />

hunnen Vorst verplaatst. Daar zijne gehele<br />

regering flegts éne beweging naar<br />

buiten, of één Staatkundig bedrijf was,<br />

moest hij voor alle andere dingen meester<br />

van zijne leden zijn , om zig met nadruk<br />

en fpoed daarvan te kunnen bedienen.<br />

Hij kon zig dus met gene mogelijkheid<br />

met het omflagtige kunstwerktuig van<br />

hun inwendig burgerlijk leven bemoejen,<br />

of hunne eigendommelijke voorregten<br />

met die naaugezette opmerkfaamheid<br />

behartigen, welke hunne Republiek infche<br />

omflagtigheid vorderde, Met den<br />

ftouten flap van enen Aljeenheerfcher<br />

vertrapte hij het kunflige gebou van<br />

ene wormen-wereld. Hij moest zig het<br />

gebruik van hunne kragten gemaklijker<br />

maken door eenheid. De Raad tc<br />

Mechelen was tot hier toe een onafhankelijke<br />

Vierfchaar geweest; tans onderwierp<br />

hij denzelven aan een Koninglijk<br />

Geregtshof, dat hij te Brusfel vestigde,<br />

en dat het werktuig van 's Vorsten wil<br />

was. In het hart van hun Staatsber<br />

ftuur voerde hij vreemdelingen in ,<br />

Welken hij de gewigtigfle bedieningen in<br />

handen gaf. Lieden, die alleen van<br />

s<br />

s Konings genade afhingen, moesten noodwendig<br />

flegte handhavers zijn van regten,<br />

Welke hun behalven dat weinig bekend<br />

waren. De toenemende onkosten zijner<br />

oorlogzugtige regering noodzaakten hem<br />

zijne hulpmiddelen te vermeerderen. Met


NEDERLANDEN. $9<br />

yerfmading van de heiligfte Voorregten, I.<br />

legde hij den Landen ongewone bclastin- • SOEK.<br />

gen op. De Staten moesten, om bun .<br />

aanzien te bewaren, dat gene wel bewilligen<br />

, wat hij zo befchciden was<br />

geweest van niet met geweld te willen<br />

invorderen: de gehele Gefchiedenis der<br />

regeering van dezen Vorst in de Nederlanden<br />

is genoegzaam een aaneengeschakeld<br />

verflag van gevraagde, geweigerde,<br />

cn eindelijk evenwel ingewilligde fchattingen.<br />

Tegen de Staatsgefteldhcid voerde hij<br />

vreemd Krijgsvolk in hun Land, liet in<br />

de Provinciën werven voor zijne legers<br />

, en wikkelde haar in oorlogen,<br />

welke voor haar belang onvcrfchillig,<br />

zo niet fchadelijk waren , cn waarin zij<br />

niet hadden toegeftemd. Hij ftrafte als<br />

Monarch de misftappen van enen vrijen<br />

Staat, cn de gedugte ftraf der Gentenaren<br />

vertoonde hun de grote verandering,<br />

welke hunne ftaatsgelteldheid airede geleden<br />

had. Zommige gefchiedfehrijvers<br />

befchuldigen hem, dat hij getragt zoude<br />

hebben, de gewigtigftc Vrijbrieven der<br />

Provinciën uit de kloosters cn vertrekken,<br />

waar dezelve bewaard werden, heimelijk<br />

te laten opligten: een lage cn<br />

veragtelijke daad voor enen zo groten<br />

Vorst, maar tevens een bewijs»,<br />

deze brieven nog vreesde!<br />

dat hij<br />

De welvaart des Lands was voor z


€9 DE AFVAL DE li<br />

I. KAREL'S verftandige Staatkunde den ge-<br />

r-OEK. zondheidsregel des Jighaams zekerlijk niet<br />

overtrad, waaraan hij nodig vond zig<br />

ftiptelijk te houden. Gelukkig treffen<br />

•vaak de tegenftrijdige bedoelingen der<br />

heerschzugt en der belangeloze menschlievendheid<br />

het zelfde wit, en de burgerlijke<br />

welvaart, welke het doel is van<br />

enen M A R C U S A U R E L I U S , wordt<br />

onder enen LODEWIJK en AUGUS­<br />

TUS toevalligerwijze bevorderd. De<br />

regering van enen denkenden Despoot<br />

heeft daarom niet zelden de fehone<br />

buitenzijde van dat gezegende land,<br />

waarvan een Wijsgeer de Wetgever was;<br />

en deze betoverende fchijn is in ftaat<br />

om het oordeel des Gefchiedfchrijvers<br />

te misleiden. Maar laat hem dk bevallige<br />

bekleedfel opligten, zo zal een nader<br />

inzien hem leren, hoe weinig bij<br />

de magt van d.en Staat het welzijn der<br />

ingezetenen ter harte genomen is, cn<br />

hoe veel nog een bloejend rijk van<br />

een gelukkig rijk verfchilt. K A R E L<br />

D E VIJFDE was volkomen overtuigd,<br />

dat Koophandel de fterkte der Natie<br />

Was, en vrijheid de grondflag van ha^<br />

ren Koophandel. Hij ontzag hare vrijheid,<br />

om dat hij hare fterkte nodig had.<br />

Staatkundiger, maar niet regtvaardiger,<br />

dan zijn Zoon, onderwierp hij zijne<br />

grondftellingen aan de noodzaaklijkheid<br />

van plaats en omftandigheden, en trok<br />

te Antwerpen ene verordening in, welke<br />

hij met magt en geweld te Madrid en


NEDERLANDEN, ót<br />

Lisfabon zoude hebben ftaande gehouden. ï.<br />

Het gene de regeering van KAREL BOEK*<br />

» BEN VIJFDEN voor de Nederlanden<br />

bijzonder merkwaardig maakt, is de grote<br />

Geloofs - omwenteling , welke onder<br />

hen voorviel , en met welke wij ons,<br />

als de voorname oorzaak van den namaals<br />

gevolgdcn oplrand, wat omftandiger<br />

zullen bezie; houden: deze Geloofsomwenteling<br />

baande het eerst den toegang<br />

voor het willekeurig gezag tot<br />

het binnenfte heiligdom der Nederlandfche<br />

daatsgedcldheid, bragt dit gezach in<br />

verzoeking om een mecsterftuk van zyn<br />

bekwaamheid te vertoonen, en gaf het<br />

zekere houding van wettigheid, terwijl<br />

het, ten zelfden tyde, den Republiekeinfchen<br />

geest op een gevaarlijke deilte<br />

plaatde. Even gelijk dees laatde in anarchie<br />

en oproer ontaarte, beklom de<br />

eerde , het monarchaal geweld namelyk,<br />

den hoogden top van het despotismus.<br />

Niets is natuurlijker, dan de overgang,<br />

van burgerlijke vrijheid tot vrijheid van<br />

geweten. De mensch, of het volk ,<br />

dat door ene gelukkige Staatsgedeldheid<br />

eenmaal de waardij der menschheid heeft<br />

leren kennen; dat de wet, die over<br />

hetzelve uitfpraak moet doen, gewoon<br />

is geworden te beoordelen , of zelf<br />

daarvan de rnker is; welks geest door<br />

werkfaamheid opgeklaard; welks gevoel<br />

door het genot des levens gaande gemaakt;<br />

welks natuurlijke moed door inwendige<br />

veiligheid en welvaart verheven


& D'Ë AFVAL DER<br />

t is geworden; zulk een volk en zulk eer!<br />

BOEE. niensch zullen zig niet zo gemaklijk als<br />

anderen aan de blinde heerfchappij vart<br />

een willekeurig geloof overgeven , en zig<br />

eer dan anderen daarvan weder ontdaan.<br />

Nog ene andere omftandigheid moest dén<br />

voortgang van den nieuwen Godsdienst<br />

in deze Landen begunftigen. Italicn,<br />

toenmaals de zetel van de grootfte befchaafdheid<br />

des Geestes, een land, waar<br />

anders altoos de hevigfte partijfchappen<br />

van Staat gewoed hebben , waar een<br />

hete lugtsgefteldheid het bloed tot de<br />

buitenfporigfte driften verhit; Italiën ,•<br />

zoude men kunnen tegenwerpen, bleef<br />

bijna onder alle Europifche landen het<br />

meest bevrijd van deze nieuwigheid.<br />

Maar voor een Romanesk volk, 't welk<br />

foor enen warmen en lieflijken hemel ,<br />

ioor ene welige, immer jeugdige en<br />

mraer lachende Natuur , en door de<br />

neest verfcheidene betoveringen der Kunst<br />

n een eeuwigdurend genot der zinnen<br />

verd gehouden, paste beter een Gods-<br />

( lienst, wiens pragt en ftaatfie de zin-<br />

i ïen boeit, wiens geheimvolle raadfelen<br />

i :oor de verbeelding een oneindig veld<br />

>pcnen, wiens voornaamfte leringen doof<br />

: childeragtige gedaanten op ene aange-<br />

i ïame wijze tot de ziel indringen. Een<br />

i rolk daarentegen, dat door de bezig-<br />

] ïeden des burgerlijken levens tot ene<br />

4 mdigterlijke werkfaamheid afgedaald, meer<br />

] H duidelijke denkbeelden dan in beelden<br />

] eeft, en zijn menfehenverftand ten ko


NEDERLANDEN.<br />

te der verbeeldingskragt befchaaft; zulk I.<br />

een volk zal meer behagen vinden in BOEK.<br />

een geloof, dat het onderzoek minder<br />

vreest, dat minder op Verborgenheden<br />

dan op Zedenleer aandringt, minder door<br />

het oog gezien dan door het verftand<br />

begrepen kan worden; met één woord:<br />

de Katholijke Godsdienst zal over het<br />

geheel beter voor een volk van Kunitenaars,<br />

de Proteflantfche beter voor<br />

een volk van Kooplieden pasfen.<br />

Dit vooronderfteld zijnde , moest de<br />

nieuwe Leer, welke door LUTHER in<br />

Duitschland, en door KALVYN in Zwitferland<br />

verbreid werd , in dc Nederlanden<br />

den gunftigftcn grond aantreffen.<br />

De weg, waardoor zij derwaards geraakte<br />

, was de. zelfde , waardoor de<br />

Pest uit het Oosten komt , waardoor<br />

wijsheid en dwaasheid tot ons komen,<br />

de weg des Koophandels. De eerfte<br />

zaden derzelve werden door de Proteftantfche<br />

Kooplieden, welke te Amfterdam<br />

en Antwerpen bijeen kwamen *<br />

in de Nederlanden geftrooid. De Duitfche<br />

en Zwitferfche Krijgsbenden, door<br />

KAREL in deze landen gebragt, en<br />

de grote menigte van Franfche, Duitfche<br />

en Engeifche vlugtelingen, welke<br />

het zwaard der vervolging, dat in hun<br />

Vaderland op hen wagtte^, in de<br />

vrijheden van Vlaanderen zogtèn te ontvlieden<br />

, bevorderden derzelver verfpreiding.<br />

Een groot deel des Nederlandfchen<br />

Adels ftudeerde desüjds nog te


f.<br />

H ï>]t AFVAL DER<br />

Geneve, terwijl de Hoge School vari<br />

BOEK . Leuven toen nog genen opgang had<br />

. gemaakt, en die van Douai nog eerst<br />

geftigt moest worden; de ftudercndc<br />

jeugd bragt de nieuwe Godsdienstbegrippen,<br />

welke daar openlijk geleerd<br />

werden, in hun Vaderland met zig te<br />

rug. Bij een onvermengd befloten volk<br />

konden deze eeriïe zaden verdrukt worden.<br />

De toevloed van zo vele en zo<br />

ongelijke Natiën in de Höllandfche eri<br />

Brabandfche Stapelplaatfen moest derzelver<br />

eer/len wasdom voor het Oog der<br />

Regering ongemerkt laten , cn.<br />

1<br />

&<br />

onder<br />

het dekkleed der verborgenheid verhaasten.<br />

^ Ene verfcheidenheid in gevoelens<br />

kon ligtlijk veld winnen, waar geen algemeen<br />

Volkskarakter , gene eenheid<br />

van zeden en wetten was. In een<br />

land, eindelijk, waar arbeidfaamheid dc'<br />

meest geroemde deugd, en bedelarij<br />

de veragtelijkfte ondeugd was, moest<br />

een Orde van lediglopers , de Monnikenftand<br />

, voorlang ergernis gegeven<br />

hebben. De nieuwe Godsdienst, welke<br />

daartegen ijverde, won dus reeds onbegnjplijk<br />

veel daardoor, dat hij in dif<br />

fluk het gevoelen des völks op zijn<br />

zijde had. Schötichriften., vol van bitterheid<br />

eh fpottemij, welke door de<br />

Dnlangs uitgevonden Drukkunst enen"<br />

neller omloop kregen; gelijk mede vercheidene,<br />

toenmaals de Provinciën rondrwervende,<br />

Redenaarsbenden , Rederijers<br />

genaamd, welke in Toneelfpelen<br />

i<br />

of


!<br />

NEDERLANDEN, 3?<br />

of gezangen dc misbruiken van hunnen<br />

.tijd befpottelijk maakten , bragtcn niet<br />

weinig toe, om het gezag der Roomfche<br />

Kerk te ondermijnen, cn der nieuwe<br />

Lerc enen gundigen ingang in dc<br />

gemoederen des volks te bereiden.<br />

Het ging.met de eerde voordelen, welken<br />

zij behaalde, ongemeen ,fncl, en het'<br />

getal der ^enen, welke in korten tijd,<br />

voornamelijk in de Noordelijke Provinciën,<br />

zig voor de nieuwe Sekte verklaarden<br />

, is verbazend : maar de Buitenlanders<br />

wonnen het daarin nog verre van<br />

de geboren Nederlanders. KAREL DE<br />

VYFDE, welke bij deze grote gcloofs-fchcuring<br />

de partij had genomen,<br />

welke een Defpoot voldrekt moet nemen,<br />

delde de derkde middelen in<br />

het werk, om dezen aanwasfenden vloed<br />

te keren. Tot geluk voor den verbeterden<br />

Godsdienst was de Staatkundige<br />

geregtighcid aan de - zijde van<br />

zijnen vervolger. Dc dam,- welke dc<br />

mcnfchclijke rede zo vele eeuwen lang<br />

van de waarheid afgehouden had, was<br />

te fchielijk weggebroken, dan dat de losgelaten<br />

droom de hein aangewezene<br />

oevers niet zou overtreden hebben.<br />

De herlevende geest van vrijheid en onderzoek,<br />

welke zig binnen de palen van<br />

Godsdiendige punten had moeten houden,<br />

onderzogt tans ook dc regten der Koningen.<br />

Daar men in den beginne<br />

ilegts ijzeren ketens verbrak , wilde<br />

men ten laatdcn ook de billijkdc<br />

en noodzakelijkilc banden verfcheuren.<br />

L DEEL. L"<br />

I.<br />

BOEK»


66 DE AFVAL DER<br />

i De boeken der H. Schrift , welke<br />

ÜOEK. meer en meer algemeen geworden waren<br />

, moesten tans zo wel vergif aan<br />

de fporeloosfte dweperij, als licht en<br />

voedfel aan de opregtfte waarheidsliefde<br />

verfchaffen. De goede zaak moest<br />

den verkeerden weg van oproer kiezen<br />

, en dit had die gevolgen, welken<br />

het immer hebben zal, zo lang<br />

menfchen menfchen zullen blijven. Ook<br />

de kwade zaak, welke met de andere<br />

niets dan het onwettige middel<br />

gemeen had, door deze verwantfchap<br />

driester geworden, vericheen in gezelfchap<br />

van deze, en werd met haar<br />

verwisfeld. LUTHER had tegen het<br />

aanbidden van de Heiligen geijverd;<br />

nu heette elke baldadige guit, die in<br />

de Kerken en Kloosters brak , en dc<br />

Altaren beroofde, een Lutheraan. Partijfchap<br />

, roofzugt , woestheid, ontugt,<br />

ftaken zig in zijn kleed; de godloosfte<br />

booswigten verklaarden voor den<br />

regter tot zijne Sekte te behoren.<br />

De Hervorming had den Bisfchop van<br />

Rome tot dei; ftaat van een' mensch,<br />

die dwalen kan, vernederd; nu wilde<br />

een razende bende", door honger aangedreven<br />

, alle onderfcheid van ftand<br />

vernietigd hebben. Natuurlijk was het,,<br />

dat een leer, welke zig aan den<br />

Staat alleenlijk van hare nadelige zijde<br />

vertoonde , enen Vorst niet met zig<br />

konde bevredigen, die reeds vele redenen<br />

had, om haar te verdelgen ;<br />

en geen wonder dus, dat hij de wa-


.NEDERLANDEN. tf?<br />

ftenen tegen haar gebruikte, welken zij<br />

zelve hem had opgedrongen.<br />

KAREL moet zig in de Nederlanden<br />

reeds als enen vrijmagtigen Vorst<br />

bcfchoud hebben, daar hij de geloofsvrijheid<br />

, welke hij in Duitschland veroorloofde<br />

, niet mede tot deze landen<br />

uiritrekte. Terwijl hij, door de kragtdadige<br />

tegenweer der Duitfche Vorften<br />

genoodzaakt , den nieuwen Godsdienst<br />

aldaar ene vreedfame oefening<br />

verleende, liet hij denzelvcn hier door<br />

de wreedlïe Plakaten vervolgen. Het<br />

lezen der Euangelistcn cn Apostelen,<br />

alle openbare en heimelijke bijeenkomften<br />

, welke maar enigszins tot den<br />

Godsdienst betrekking hadden, alle gefprekken<br />

van deze foort, 't huis cn<br />

over tafel, werden in deze Plakaten<br />

onder ftrenge .ftraffen verboden. In alle<br />

Provinciën des Lands werden bijzondere<br />

regtbanken ingefteld, om voor de uitvoering<br />

der Plakaten te waken Al<br />

wie onregtzinnige gevoelens aankleefde,<br />

wierd, zonder aanzien van rang, uit<br />

zijn amt gezet. Al wie bewezen wierd<br />

Kctterfche lcerftellingen verbreid, of ook<br />

flegts de geheime zamenkomften dei-<br />

Hervormers bijgewoond te hebben ,<br />

werd ter dood veroordeeld; de mannen<br />

onthalsd, en de vrouwen levende begraven.<br />

Wederafvallende Ketters werden<br />

ten vure gedoemd. Zelfs kon de<br />

herroeping van den misdadigen deze gedugte<br />

vonnisfen niet vernietigen. Wie<br />

zijne dwaling afzwoer, had niets daar-<br />

E 2<br />

I.<br />

BOEK.


I<br />

'BOEK<br />

m AFVAL DER<br />

bij gewonnen, dan, ten hoogden, een<br />

zagter foort van dood. (*.) -<br />

De leengoederen- van de veroordeelden<br />

vervielen aan- de fehatkist, tegen<br />

alle regten. des Lands, volgens<br />

welke het. den- erfgenamen vrijflond<br />

dezelven voor weinig gelds te losfen.<br />

Tegen een uitdrukkelijk dierbaar voorregt<br />

van den Nederlandfchen burger,<br />

volgens welk hij nier, buiten zijne Provincie<br />

kon te regt gefield worden ,<br />

werden de fchuldigen buiten de grenzen<br />

van hun vaderlandsch regtsgebied gevoerd<br />

, en door vreemde vierfcharen<br />

veroordeeld. Zo moest Godsdienst<br />

de hand der Dwingelandije beltieren<br />

om vrijheden , welke voor den<br />

wereldlijken arm beveiligd waren, met<br />

heilige klaauvven zonder gevaar en<br />

tegenfpraak aantetasten..<br />

KAREL DE VYFDE, door den<br />

voorfpoed zijner wapenen in Duitschland<br />

flout geworden, meende nu ' alles<br />

te kunnen wagen, en was ernflig daarop<br />

bedagt, om de Spaanfche Inquifitie<br />

in de Nederlanden te planten.<br />

Alleen de fchrik voor dien naam bragt<br />

reeds te Antwerpen plotslijk enen fin-<br />

Hand iii den handel te wege. De voorr<br />

naamfle vreemde kooplieden waren van<br />

gedagten de Stad te verlaten. 'Er werd<br />

niets meer gekogt of verkogt. De prijs<br />

der .huizen daalde, de handwerken, fronr<br />

(*) THUAN. Hist. p. i. :L. VI. 300.<br />


N E D E R L A N D E R<br />

'den ffil. Het geld verdween uit de I.<br />

handen des burgers. De ondergang BOER.<br />

dezer bloeiende koopfiad ware onvermijdelijk<br />

geweest, bijaldien KAREL,<br />

door de voorflellingen der Landvoogdesfe<br />

overgehaald, deze gevaarlijke onderneming<br />

niet had laten varen. Men beval<br />

dan dit Geregtshof, met uitlandlche<br />

kooplieden oogluiking te gebruiken, en<br />

dc Inquifitie kreeg den naam van Geestelijke<br />

Regters: Dog in de overige<br />

Provinciën ging deze regtbank voord<br />

te woeden met de onmenfchelijkfte<br />

dwingelandij, welke hem eigen is. Men<br />

heeft berekend , dat, gedurende de regering<br />

van KAREL DEN V.YFDEN, vijftig<br />

duizend menfchen, alleen ter zake<br />

van den Godsdienst, door beuls handen<br />

zijn omgebragt. (*)<br />

Slaat men het oog op de geweldige<br />

handelwijze van deezen Vorst, zo kan<br />

men kwalijk begrijpen , wat den opftand,<br />

welke onder de volgende regeringmet<br />

zo veel woede uitborst, onder<br />

zijn beftuur in bedwang hebhe gehou-<br />

(*) VAN METEREN I. D. Boek 56, 57.<br />

GROTius .Ann. Belg. I. 12. de laatfte noemt<br />

honderd duizend. S.<br />

Gegrond is hieromtrent de aanmerking vnn den<br />

oordeelkundigen Schrijver van: De Opkomst en<br />

B'loèi der Vereenigde Nederlanden : „ Onder de-<br />

„zen, zëgthij, zijn ook buiten twijfel vele op-<br />

Iroerigen geweest, die de godvrugt, ja misfehien<br />

de dweperij, llegt's' tot een' dekmantel gebruikten,<br />

om heimelijk hunne gevaarlijke aanflagen<br />

i te fmeden. De mislukte ondernemingen det


,<br />

KOEK<br />

7-0 DE AFVAL DER<br />

den. Ene nadere opheldering zal deza<br />

omftandigheid verklaren. KAREL'S gedugte<br />

overmagt in Europa had den<br />

fSederlandfchen handel tot ene hoogte<br />

gebragt, welke door denzelven nooit te voren<br />

bereikt was. Het ontzag voor zijnen<br />

naam ze.ttede alle havens voor hunne<br />

Schepen open, maakte alle Zeën voor<br />

hun lehoon-, en bezorgde hun de voordehgfte<br />

verdragen van koophandel met<br />

bmtcnlandfchc Mogendheden. Voomaamlijk<br />

door hem maakten zij een einde van<br />

de opperhecrfchappij van het Hanzeverbond<br />

in de Oostzee. De Nieuwe Wereld,<br />

Spanje, Italië, Duitschland, welke<br />

van nu voordaan énen Heer inet<br />

hun gemeen hadden, konden even als<br />

Provinciën van hun eigen Vaderland<br />

gerekend worden , en lagen alle voor<br />

hunne onderneemingen open. Hij had<br />

verder de nog overige zes Provinciën<br />

met de Bourgondifche ervcnis verenigd,<br />

en dezen Staat ene uitgebreidheid, een<br />

ftaatkundig gewigt gegeven, waar door<br />

dezelven een plaats naast de ecrile Rijken<br />

van Europa bekleedde. (*) Ilier-<br />

„Herdoperen, zo wel te Amfterdnm als te Mun-<br />

„ïter, vertonen een ijslijk mengfel van bijgeloof,<br />

„ fchijnheiligheid, en ontugt. VEXT.<br />

(*) Hij had ook eens het voornemen , om<br />

hen tot een Koningrijk te verheffen ; maar het<br />

wezenlijke verfchil der Provinciën tusfehen el- '<br />

kander 't welk zig van de ftaatsgelïeldheid<br />

cn zeden tot de maten en gewigten uitllrekte,<br />

deden hem van dit voornemen afzien. Van<br />

jaeer belang voor hun had de dienst kunnea'


NEDERLANDEN. 7 1<br />

door vleide hij den nationalen hoog­ l<br />

moed van dit volk. Na dat Gelder­ BOF, K.<br />

land, Utrecht, Friesland en Groningen<br />

aan zijn gebied gevoegd waren hielden<br />

alle binnenlandfche oorlogen in dese<br />

Provinciën op, welke zo langen tijd<br />

derzelver handel ontrust hadden: een<br />

onafgebroken vrede van binnen het<br />

haai- alle de vrugten van hare arbeidfaamheid<br />

inzamelen. KAREL was dus<br />

een weldoener dezer volken. levens<br />

had de glans zijner overwinningen<br />

hunne ogen verblind; de roem van<br />

hunnen Opperheer, welke ook op hun<br />

-afdaalde, had hunne republieksgezmde waakfaamheid<br />

in flaap gewiegd; de gedugte<br />

luister van onverwinnelijkheid, waarmede<br />

de Beheerfcher van Duitschland, Frankrijk,<br />

Italië cn Afrika omgeven<br />

bragt de fchrik onder de partijen.<br />

was :<br />

Li • -<br />

behalven dat, wie weet niet, hoe vee ij<br />

zijn , welken hij bun door het Bourgondifch<br />

verdrag bewees, waarin hunne betrekking tot he t<br />

Duitfche Rijk werd vastgelteld. Volgens d: t<br />

verdras; moesten de zeventien Provinden tot d<br />

gemene behoeften des Duitfchen Rijks twems» 1<br />

zo veel als een Keurvorst , en tot enen Turl<br />

fchen oorlog driemaal zo veel opbrengen -, do g<br />

daarvoor zouden zij de vermogende befchermn, g<br />

van dat Rijk genieten, en in geen van hum- e<br />

bijzondere voorregten benadeeld worden. E e<br />

omwenteling, welke onder zijnen Zoor. h :t<br />

• Staatswezen der Provinciën veranderde maak :e<br />

dit verdrag weder te niet , welk uit hoof< le<br />

van het geringe nut , daaruit voordgefprooter ><br />

gene verdere melding verdient.<br />

E 4<br />

S.


.<br />

SOEK<br />

van KAREL m deze landen, welke<br />

hïj volgens Zijn eigen getuigenis, tot<br />

tien ondcrfcheidene leren-<br />

1<br />

l<br />

3<br />

i<br />

<<br />

j<br />

1<br />

i<br />

t<br />

6<br />

bezogt 'had<br />

hielden de misnoegden in toom; "de her*<br />

haalde vertoningen van ftreng en vaardig<br />

regt hielden den fchrik voor het<br />

oppermagtig g e z a g "lëvendfe KAREL<br />

emdehjk, was in de Nederlanden gel<br />

boren, -on beminde hef volk, m welks<br />

iehoor hy- opgevoed was. "Hunne zcdert<br />

gevielen hem; .het- natuurlijke van hun<br />

karakter en hunnen' omgang' verfchafte<br />

hem ene aangename Vwisfcling van<br />

de ftrcnge Spaanfche 'deftigheid. Hit<br />

[prak hunne taal, 'en fchikte zig in zijn<br />

ponder lemr: naar hunne gebruiken,<br />

let lastige Ceremonieel,' een • onnatuur,<br />

üjke fcbeidsmuur tusfehen Koning en<br />

/ode, was uit Brusfer verbannen. Geer*<br />

ïorfchc en trotfehc vreemdeling beletede<br />

hun den toegang tot hunnen Vorstle<br />

weg tot hem liep door hunne eirene<br />

landsoeden, aan welken, hij zijlen<br />

perfoon vertroude.<br />

m gaarne met hun;<br />

Hij fmk veel<br />

zijn vóórkomen<br />

vas bevallig zijne redenen innemend/<br />

)ezc kleine kunstgrepen verwierven henl<br />

iunne hefdc, en. inmiddels.: dat zijne<br />

oofgienge handen bezig waren in hune-<br />

bezittingen te wroeten, zijne Je ers hunne koornvelden vertrapten, zijne^<br />

I<br />

Ï<br />

7* DE AFVAL DER<br />

ff " ,en<br />

5 h<br />

> hi<br />

> zi<br />

) b<br />

»rgcr of Vorst<br />

•Hg durft onderwinden, dien het £3<br />

' Sff,<br />

1 S<br />

e<br />

' T.<br />

ver<br />

wondering ' tot zi* te


NEDERLANDEN. f)<br />

Stadhouders presten , en zijne beulen<br />

flflgtten, wist hij zig door ene vriendlijke<br />

houding van hunne harten te verzekeren.<br />

• Gaarne' had KAREL gezien, dat deze<br />

genegenheid der Natie op zijnen Zoon<br />

EILIPS ware overgeërfd; om geene<br />

andere redert liet hij hem, nog in<br />

zijne jeugd ,, uit Spanje komen ,• en<br />

vertoonde hem in Brusfel zijn toekomend<br />

volk. Op den plegtigcn dag<br />

van zijnen afftand, beval hij hem deze<br />

Landen aan als de kostelijkfte parels aan<br />

Zijne kroon, en vermaande hem ernflelijk,<br />

hunne' 'ftaa'tsgeitcldheid te ontzien.<br />

FILIPS DE TWEDE was in alles ^<br />

Wat menschlijk is, het tegenbeeld van zijnen<br />

Vader. Eerzugtig, gelijk deze, maar<br />

minder bekend met menfchen en derzelver'<br />

waarde, had hij zig een denkbeeld van<br />

de koninglijke magt gevormd, dat de menfchen<br />

flegts als fiaaffche werktuigen<br />

der willekeur behandelt , en door eiken<br />

ilap van vrijheid beledigd wordt. In<br />

Spanje geboren , en onder de ijzeren<br />

tugtroedc der Monniken opgevoed, cischre<br />

hij ook van anderen de droevige<br />

eenvormigheid en den dwang , welke<br />

afjjn' karakter uitmaakten. De vrolijke<br />

ftouthcid der Nederlanders was<br />

niet minder aanllotelijk voor zijne gemocdsgefteldheid<br />

, " dan hunne regten<br />

zy'ne "foeerschzugt griefden. Hij- fprak<br />

gene andere dan de Spaanfche taal,<br />

ckilde rondom zig genen dan Spanjaarden<br />

, en was ftijfzinnig aan hunne<br />

>"•'•' E 4 v<br />

I.<br />

BOEK


74 BE AFVAL DER<br />

I.<br />

gebruiken gchegt. IIcc was te ver­<br />

BOEK. geefs, dat het vindingrijke vernuft van<br />

alle Vlaamfche fteden, wetten hij doortrok,<br />

zig om ftrijd beijverde om zijne<br />

tegenwoordigheid door kostbare feesten<br />

te veréren Q*% FILIPS aanfehoude<br />

d« alles met een donker gelaat; al<br />

de verkwistende pragt, alle luide uitboezemmgen<br />

van de betamclijkfte vr&uode<br />

waren niet in ftaat om enen cnkelden<br />

lach van welgevallen op zijn<br />

aangezigt te lokken.<br />

KAREL miste gansch cn al zijn<br />

oogmerk , met zijnen Zoon aan de<br />

Vlamingen voor te ftelicn. Zij zouden<br />

deszelfs juk in 't vervolg veel minder<br />

drukkend gevonden hebben , bij aldien<br />

lij zijnen voet nooit in hun Land had<br />

?ezet; maar zijn gelaat kondigde hun<br />

i ictzelvc aan; zijne intrede in Brusfel-<br />

l leed hem alle harten verliezen. Des<br />

J ÈeiÉers vriendelijke infchikkelijkheid met"<br />

I lit volk diende tans alleenlijk daar.<br />

t oe, om den hoogmoedigen ernst van<br />

5 ijnen<br />

i en..<br />

Zoon des te hatelijker te maa-<br />

Tans hadden zij het voorwerp<br />

£ ezien, dat naderhand oorzaak van hun<br />

£ jden werd. Die heilige fchrik, welken<br />

C nbekendheid eu verre afftand hem zouen<br />

verfchaft hebben, was met zijne verè<br />

:hijning verdwenen. Hij vertoonde zich<br />

aor hun geheugen als een mensch gelijk<br />

v<br />

('*) Dè Stad Antwerpen alleen verfpilde ter<br />

^zer gelegenheid tweemaal honderd en zestig dui-<br />

Zi ihd goudguldens. VVN METEIIEN, I. D. i. B.


NEDERLANDEN. 75<br />

zij, en als een klein mensch. In<br />

zijn aangezigt hadden zij den verdervelijken<br />

aanflag tegen hunne vrijheid<br />

gelezen, . welke reeds toen in zijn<br />

hart woelde. Zij waren voorbereid om<br />

enen Dwingeland in hem te vinden,<br />

en gereed om hem het hoofd te<br />

bieden.<br />

Qe Nederlanden waren de eerfte<br />

troon, van welken KAREL DE VIJFDE<br />

afftapte. In ene plegtige Vergadering re<br />

Brusfel, ontfloeg hij de Algemene Staten<br />

van hunnen eed, en droeg hun<br />

FILIPS, zijnen Zoon, op. „Bijaldien<br />

„ mijn dood," dus fprak hij bij het<br />

flot tot dezen, „ u in het bezit<br />

„ dezer Landen gefteld had, moest zulk<br />

„ een rijke ervenis mij reeds een<br />

„ regtmatige aanfpraak op uwe dank-<br />

„ baarheid, geven. Maar nu, daar ik u<br />

„ dezelve uit ene vrije keuze affta,<br />

, daar ik den dood vooruitloope, om u<br />

„ te fpoediger het genot van dezelve te<br />

„ bezorgen, nu begere ik van u, dat gij<br />

„ aan dit volk betaalt, wat gij oordeelt<br />

„ mij daarvoor verder fehuldig te zijn,<br />

„ Andere Vorsten achten zig gelukkig<br />

hunne kinderen met de kroon, well,<br />

ke de dood hun afvordert, te ver-<br />

„ blijden; deze vreugde wil ik nog<br />

„ zelf genieten; ik wil u zien le-<br />

„ ven en regeren. Weinigen zijn mij<br />

„ hierin voorgegaan; weinigen zullen<br />

„ mijn voorbeeld volgen. Maar mijn<br />

„ gedrag zal prijslijk, zijn, wanneer<br />

I.<br />

B QEKJ


76 DE AFVAL DEÏè<br />

L „ uw coekomend leven mijn vertrou-<br />

S OEI; . „ wen billijkt; wanneer gij nooit af-<br />

-„wijkt van de wijsheid, welke gij<br />

* dusverre beleden hebt; wanneer M<br />

„ onveranderlijk volhardt in de zuiver-<br />

„ heid vaö geloof , welke de fterkfte<br />

*» "eunpuaar uws troons is. Ik eindige<br />

met den wensch , dat de I Je~<br />

B mei u ook enefl Zoon fchenke<br />

» aan wien gij het gebied kunt, maar*<br />

si niet behoeft afteflaan."<br />

Nadat de Keizer geëindigd had, viel<br />

FILIPS voor hem op de knieën, drukte<br />

zijn aangezigt op deszelfs hand,<br />

en ontving den vaderlijken zegen Zijne<br />

ogen waren tans voor de laatfte<br />

maal met tranen bcvogtigd. Alles ween,<br />

dc, wat 'er omtrent wast Het was een<br />

onvergetelijk ogenblik (*).<br />

Op dit aandoenlijke -guichclfpcl vols-"<br />

de dadelijk een ander. FILIPS ont-<br />

Jing van de vergaderde Staten de<br />

hulde; hij zelf leidc den eed af ,<br />

welke hem in de volgende woorden<br />

werd voorgehouden: „Ik, FILIPS, door<br />

„ Gods genade Prins van Spanje, bei-<br />

„ de Siciliën enz: belove cn zwere<br />

« d a r ik i n d e<br />

T banden , Graaffchap-'<br />

pen, Hertogdommen enz. een o-ocd<br />

„ en regtvaardig Heer zal zijn ; b<br />

das<br />

, ik allen Edelen, Steden, Gemeen»<br />

, ten en' Onderdanen hunne Privilegiën<br />

(*) STRADA Dec. I. L. ï. 4,5. VA'N ma4<br />

J<br />

- THUA.\ Hifi:. P. L L. XVL


NEDERLANDEN. 7?<br />

uilen Vrijheden, hun van mijne Voori,<br />

zaten verleend, en verder hunne<br />

gewoonten, herkomens, gebruiken eii<br />

„ wetten, welken zij tans allen in t<br />

„ gemeen, en ieder in 't bijzonder,<br />

l] hebben en bezitten, getrouwelijk zal<br />

houden en doen onderhouden ; en<br />

5' verder al dat gene doen, wat een<br />

„ goed en regtvaardig Vorst en Heer<br />

„ van regtswegen te doen verfchuldigd<br />

], is. Zo waarlijk hclpe mij God en<br />

„ alle zijne Heiligen!"<br />

De vrees, welke de willekeurige<br />

hcerfchappij des Keizers had ingeboezemd<br />

, en het wantrouwen der Landsfténden<br />

op zijnen Zoon, zijn reeds<br />

duidelijk te zien in dit formulier van<br />

den eed, welk met veel meer behoedfaamheid<br />

en bepaling was ontworpen.,<br />

dan dat, waarmede KAREL DE<br />

VIJFDE zelf, en alle Bourgondifche<br />

Hertogen 's Lands regten bezworen hadden:<br />

FILIPS moest nu ook de onderhouding<br />

hunner gebruiken en gewoonten<br />

beloven, 't welk vóór hem nooit<br />

gevergd was. In den eed , welken<br />

de Staren hem zwoeren, werd hen-<br />

•gene andere gehoorfaamheid beloofd.<br />

dan die met de regten des Land:<br />

bellaanbaar was. Zijne Amtenaren mog<br />

ten alleenlijk dan onderwerping en hulp(<br />

verwagten , wanneer zij de hun op<br />

gedragen amten gemoedelijk waarnamen<br />

Eindelijk werd FILIPS in dezen hul<br />

digingseed der Staten alleenlijk d<br />

L<br />

3 O EK


BOEK<br />

7% DE AFVAL 'DER<br />

Natuurlijke, de Geboren Vorst, en niet<br />

U v e r e m<br />

• ,f<br />

, o f<br />

Heer genoemd, gelijk de<br />

. Keizer wel gewenscht had. Bewijzen<br />

genoeg, hoe gering de vcrwagtingen<br />

waren welken men had aangaande de<br />

regtvaardigheid en grootmoedigheid van<br />

den nieuwen Landsheer!<br />

Na het aflopen van dit laatfte be­<br />

drijf verliet KAREL DE VIJFDE Z I J N E<br />

komnglijke woning te Brusfel, en betrok<br />

een gemeen huis, tot dat hij<br />

de reize naar zijne voorgemelde wijkplaats<br />

konde aannemen. Daarheen bragt<br />

hij zijne eerzugt in veiligheid, dewijl<br />

de nieuwe ftrijd met den tegenfpoed<br />

voor dezelve te hachelijk was Het<br />

onzigtbare Wezen, dat dc gebeurtenisien<br />

der wereld beftuurt, vindt fomajds<br />

goed met den hoogmoed der mensenkinderen<br />

t e f<br />

P°"en, en in zijne<br />

chaal te wegen wat wij voortrefljjk<br />

(<br />

* godhjk heten. Dat merkwaardige<br />

]<br />

even, t welk der Gefchiedenis voor<br />

•ele eeuwen haren loop voorfchreef,<br />

t<br />

mdigde met een armhartige klooster-<br />

t<br />

igt. bne kmderagtige boete was het<br />

| )on van zo vele lastige jaren, en<br />

d e ondankbaarheid van hem, voor wien-<br />

a leen zij befteed waren.<br />

FILIPS DE TWEDE ontving de Ne­<br />

d erlanden in den fterkften bloei van<br />

b mne welvaart. Hij was de eerfte<br />

v; n derzelver Vorsten, die hen volta<br />

Ihg aanvaardde. Zij beftonden van<br />

m i af me zeventien landfehappen: de


NEDERLANDEN. 79-<br />

Vier Hertogdommen Braband, Limburg, r.<br />

Luxemburg, Gelder; de zeven Graaf- SOEK.<br />

fchappen Artois, Henegouwen , Vlaanderen<br />

, Namen, Zutfen, Holland cn<br />

Zeeland; het Markgraaffchap Antwerpen<br />

, en de vijf Heerlijkheden Friesland,<br />

Mechelcn, Utregt, Ovenjsfel en<br />

-Groningen, welke verenigd enen groten<br />

en magtigen Staat uitmaakten, me,<br />

ten opzigtc van inwendig leven en<br />

rijkdom, met de eerfte Koningrijken<br />

van Europa naar den prijs konden<br />

dingen. Hun handel had tans het<br />

hoogfte toppunt bereikt. Hunne goud<br />

mijnen waren boven den grond, maarzij<br />

waren onuitputtclijker en rijker dan<br />

alle mijnen van zijn Amerika. Deze<br />

zeventien Provinciën , welke te zamen genomen<br />

naaulijks het vijfde deel van Italië<br />

uitmaken , cn zig niet boven driehonderd<br />

Vlaamfche mijlen uitftrekken, bragten haren<br />

Bcheerfcher niet veel minder op,<br />

dan geheel Brittanje zijnen Koningen,<br />

vóórdat dezen nog dc geestlijke goederen<br />

aan hunne kroon getrokken hadden.<br />

Driehonderd en vijftig Steden , door genot<br />

en arbeid levendig, waaronder vele<br />

fterk zonder bolwerken, en gefloten zonder<br />

muren; zesduizend en driehonderd<br />

grote vlekken; kleiner dorpen, meierijën en<br />

Merkten zonder tal, verenigen dit gebied<br />

tot een enig bloeiend landfchap (*). Tan<<br />

(*) STRADA Dcc.<br />

8<br />

i. L. I. i- 5i » TnuAf<br />

II. 482.


v<br />

BOEIi<br />

•<br />

8 0<br />

DE AFVAL DER<br />

had dc Natie juist den middag van<br />

. haren uister bereikt: vlijt en over-<br />

• vloed hadden het vernuft des burgers<br />

verheven,. zij u e denkbeelden opgeklaard'<br />

zijne neigingen veredeld; elke bloei<br />

van den geest kwam met den bloei<br />

des Lands te voorfchijn. Een bedaarder<br />

bloed , door ene ureneer lugtssefteldheid<br />

bekoeld, laat dc drifter? hier<br />

minder woeden : bedaardheid van geest<br />

matigheid,' cn ftandvastig geduld, ge'<br />

ichenken van dezen noordelijker aardgordel<br />

; redelijkheid, regtvaardigheid en<br />

goede rrou , noodzakelijke deugden<br />

voor zijnen handel, cn de lieflijke<br />

vrugten zijner vrijheid ; waarheid, goedwilligheid<br />

cn patriotfche hoogmoed,<br />

fpelen hier in zagter mengelingen met<br />

menschlijkc ondeugden. Geen volk ter<br />

wereld wordt gemakhjker beheerscht<br />

door enen verftandigen Vorst, en geen<br />

moeilijker door enen bedrieger of<br />

Dwingeland. Nergens is de volks-ftem<br />

ene zo onfaalbarc beoordeclfter der<br />

regering als hier. Ware Staatkunde<br />

Kan geen roemrugtiger proefftuk ondernemen<br />

en zwakke , kunftige<br />

politiek heeft geen dimmer te vrezen.<br />

Een Staat als deze kon met reuzenfterkte<br />

handelen en volhouden ,<br />

wanneer de dringende nood deszelfs<br />

kragt opëischte; wanneer een<br />

verftandig en .wel overlegd beftuur<br />

deszelfs bronnen opende. KAREL I>E<br />

VIJF-


NEDERLANDEN fct<br />

V I J F D E liet zijn Zoon erie magt in<br />

deze landen, welke niet veel van j<br />

éne gematigde Alieenheerfching vcrfchil- ,<br />

de. Het koninglijke gezag had zig<br />

merkelijk boven het vrije ftaatsbeftuur<br />

verheven, en dit zamengeftelde kunstwerktuig<br />

konde nü bijna even zo fnel<br />

en zeker in beweging gebragt wordèn<br />

j als een geheel onderworpen.<br />

Staat. Dë talrijke, , anders zo vermogende<br />

Adel, volgde tans den Vorst<br />

gewillig in zijne oorlogen, of vrijde<br />

ter verkrijging van bedieningen in<br />

tijden van vrede om den vriende-<br />

•lijken lach der Majefteit. De loze<br />

Staatkunde van de Kroon had nieuwe<br />

goederen der inbeelding gefchapen ,<br />

waarvan zij alleen de uitdeling had.<br />

Nieuwe driften en nieuwe denkbeelden<br />

van geluk verdrongen eindelijk de<br />

ruwe eenvoudigheid der Rtpublieksgezinde<br />

deugd. Hoogmoed week voor praalzugt,<br />

vrijheid voor eer i bekrompen<br />

onafhankelijkheid voor ene wellustige<br />

lachende flavernij. Als onbepaald Landvoogd<br />

van enen önbepaalden Heer<br />

het Land te onderdrukken , öf te<br />

plunderen, was een vermogender aanlokfel<br />

voor de fchraap- en eerzugt<br />

der Groten, dan het honderdfte en<br />

düizendfte deel der Oppermagt op den<br />

rijksdag met hem te delen. Een groot<br />

gedeelte van den Adel was daarenboven<br />

ih armoede cn zware fchülden<br />

gedompeld. Onder het fchoonfehijnend<br />

I; D E E E. F<br />

t<br />

IOEK*


B O E K .<br />

#2 0E AFVAL DE K<br />

voonvendfel van eerbewijzingen , had<br />

K A R E L D E V I J F D E reeds de gevaarlijkfte<br />

Leenmannen van de Kroon, door<br />

kostbare gezantfchappcn aan vreemde<br />

Hoven, gekortwiekt. Dus werd W I L L E M<br />

V A N O R A N J E met de Keizerlijke<br />

Kroon naar Duitschland, en de Graaf<br />

V A N E G M O N D naar Engeland gezonden<br />

, om de huwelijksverbindnisfen<br />

vm FILIPS met Koningin M A R I A te<br />

fluiten. Beiden verzelderi ook vervolgens<br />

den Hertog V A N A L B A naar<br />

Frankrijk , om den vrede • tusfehen de<br />

i Msfcfe Kronen en de nieuwe verbind-<br />

] n's van hunnen Koning met Mada-<br />

I ne<br />

t 3n<br />

E L I Z A B E T<br />

van deze<br />

te<br />

reis<br />

fluiten. De kosbeliependriemaal-<br />

I onderd-duizend guldens, waarvan de<br />

}• .oning hun genen penning vergoed-<br />

è e. Toen de Prins van Oranje, in<br />

P laats van den Hertog van Savoyen,<br />

\ eldheer was geworden y moest hij:<br />

leen de kosten dragen , welken deze<br />

•aardigheid noodzakelijk medebragt. —<br />

V /anneer 'er vreemde Gezanten of<br />

V orsten te Brusfel kwamen , moesten<br />

d ; Nederlandfche Groten de eer van<br />

h innen Koning ophouden, die alleen<br />

ff ijsde , en voor niemand open tafel<br />

hi eid. De Spaanfche Staatkunde had<br />

m >g kunstiger middelen uitgevonden<br />

OJ i de rijkfte geflagten des Lands<br />

ki igfamerhand te fnuiken. Alle jaren<br />

ve rfcheen een der Kastiliaanfche Gro-<br />

rei t te Brusfel, welke daar enen ftaac<br />

vc erde en verteringen maakte, die zijn


NEDERLANDEN. ff*<br />

Vermogen verre te boven gingen. Hierin<br />

vöor hem onder te doen , ware in<br />

Brusfel voor ene onuitwischbare fchande<br />

gerekend. Om ftrijd beijverde zig<br />

elk om hem te overtreffen , en verfpilde<br />

in dezen kostbaren wedftrijd zijn<br />

vermogen; terwijl de Spanjaard nog<br />

in tijds naar huis keerde, en de<br />

verkwisting van een enkeld jaar door<br />

ene vierjarige zuinigheid weder goed<br />

maakte. Met eiken aankomeling om<br />

den prijs van rijkdom te kampen ,<br />

was' het zwak van den Ncderlandfcheu<br />

Adel , waarvan dc Regering voor zig<br />

een zeer goed gebruik wist te maken.<br />

Evenwel hadden deze kunstenarijen<br />

geenszins dat gelukkige gevolg, welk<br />

men zig daarvan beloofd had; want<br />

juist die drukkende last van fchulden<br />

maakte den Adel te fterker op elke<br />

nieuwigheid belust, daar hij, die alles<br />

verloren had, in ene algemene verwoesting<br />

niets • dan voordeel had te<br />

Wagten (*).<br />

De Geestelijkheid was vaii oudsher<br />

een fteun der Koninglijke magt, en<br />

dit moest zij zijn. Zij had haren<br />

gouden tijd, wanneer 's menfchen<br />

geest gekluisterd was, en wij zien<br />

haar , evctt als die, van kleinmoedigheid<br />

en zinlijkheid enen rijken oogst<br />

inzamelen. Burgerlijke onderdrukking<br />

maakt den Godsdienst noodzakelijker' éri<br />

Q"j RtiD ANUS L. 1. 2:<br />

F a<br />

l<br />

BOËKi


t<br />

) O E Ki<br />

84 DE AFVAL DES.<br />

dierbaarder; blinde overgeving aan het<br />

geweld eens Dwingelands bereidt de<br />

• gemoederen tot een blind, gemakkelijk<br />

geloof, en de Wereldlijke dwingelandij<br />

krijgt hare dienlten van dc<br />

Geestelijke met woeker weder betaald.<br />

De Bisfchoppen cn Prelaten in het<br />

Parlement waren ijverige handhavers der<br />

Koninglijke magt, en fteeds bereid om<br />

de belangen des Burgers aan het nut<br />

van de Kerk en aan het Staatsbelang^<br />

van den Vorst opteofferen.<br />

Talrijke en dappere Bezettingen hielden<br />

de Steden in vrees, welke tevens<br />

door Godsdienfh'ge knibbelarijen<br />

en partijfchappen verdeeld 3 en van<br />

hare magtigfte fteunfels zo onzeker<br />

waren. Hoe weinig was 'er derhalven<br />

nodig, om dit overwigt te bewaren<br />

, en hoe onbegrijpelijk groot<br />

moest de misflag zijn, waardoor hetzelve<br />

verloren trina; !<br />

Zo groot als de invloed van FI­<br />

LIPS in deze Landen was, zo groot<br />

was het aanzien , welk het Spaanfche<br />

Rijk ten dien tijde in geheel Europa ver^<br />

worven had. Geen Staat durfde op<br />

het flagvcld een' kans met hetzelve<br />

wagen. Frankrijk, deszelfs gevaarlijkfle<br />

nabuur, door enen zwaren oorlog,<br />

en nog meer door inwendige partijfchappen<br />

, welke onder ene kindfche<br />

regering het hoofd opftaken, verzwakt,<br />

fnelde reeds met rasfe fchreden<br />

ftaar het ongelukkige tijdperk, welk


NEDERLANDEN.<br />

hetzelve, bijna een halve eeu iang,<br />

tot een toneel van gruwelen en jam- ,<br />

mer heeft gemaakt. ELizA-BET VAN ,<br />

ENGELAND had genoeg te doen om<br />

haren eigen, nog wankelen, troon tegen<br />

de aanvallen der Partijen , en<br />

hare nieuwe, nog niet bevestigde, Kerk<br />

tegen de heimelijke aanflagen der uitgedrevenen<br />

te befchermen. Op hare<br />

fcheppende ftem moest deze Staat eerst<br />

uit de duisternis te voorfchijn komen,<br />

en de levende kragt, waarmede hij<br />

zijnen mededinger onder den yoet<br />

wierp, van de verkeerde Staatkunde<br />

van dezen ontvangen. Het Duitfche<br />

Keizerlijke huis was door de dubbelde<br />

banden van bloed cn ftaatsbelang<br />

aan het Spaanfche verknogt; en het<br />

toenemende krijgsgeluk van so LIMAN<br />

trok zijne aandagt meer naar het Oosten<br />

, dan naar het Westen van Europa<br />

; dankbaarheid en vrees verzekerden<br />

FILIPS van de Italiaanfche Vorr<br />

ften, en zijne Creaturen regeerden het<br />

Conclave. De Noordfche Rijken lagen<br />

nog in enen nagt van woestheid,<br />

of begonnen pas ene gedaante<br />

te ontvangen, cn het Staatkundige ftelfel<br />

van Europa kende dezelven niet.<br />

De bekwaamde Krygsbevelhcbbers, talrijke<br />

legers, aan overwinnen gewoon,<br />

ene gedugte Zeemagt, en de rijke<br />

goudbron, welke nu eerst regt begon<br />

geregeld en zeker uit de West-,<br />

indiën toe te vloeien — welke fchqk-<br />

F 3<br />

I.<br />

SOEK.


I<br />

BOEK.<br />

P -BE AFVAL DEÏ\<br />

barende werktuigen in de vaste en<br />

zekere hand van enen verdandigen<br />

Vorst! Onder zulk een gunfh'g ge*<br />

fternte aanvaardde FILIPS de regering.<br />

Voor dat wij hem zien handelen°,'<br />

moeten wij met een viugtig oog in<br />

zijne ziele zien, om daar enen den,<br />

tel tot zijn daatkundig leven te zoeken.<br />

Vrolykheid en goedwilligheid<br />

ontbraken in- dit hart. Zijn bloed<br />

en zijne eerde fombere jaren hadden<br />

hem de eerstgenoemde geweigerd, en<br />

gene menfchen konden hem °de 'laatje<br />

geven, daar hem de lieflijkde en<br />

lerkde band der gezelligheid ontbrak<br />

rwe denkbeelden, zijn Ik, en 't geen<br />

i Joven dezen Ik was, vervulden zij­<br />

I len bekrompen geest : Eigenbaat en<br />

Godsdienst waren de inhoud en het<br />

( •pfchrift van zijn gehele leven. Hij<br />

\ ras Koning en Christen , en beiden<br />

V /as hij degt; mensch voor menfchen<br />

V 'as hij nooit, om dat hij van zig<br />

2 elven alleenlijk naar boven, nooit<br />

n aar beneden klom. Zijn geloof was<br />

f< >mber en wreed , want zijn Godheid<br />

V as<br />

3 ;ze<br />

een verfchrikkclijk wezen.<br />

had hij niets meer te<br />

Van<br />

ont-<br />

Vi mgen, maar wel te vrezen. Den<br />

é :nngen man verfchijnt de Godheid<br />

al 5 trooster, als verlosfer; voor hem<br />

w is dezelve een opgeregt fchrikbeeld,<br />

ee n droevige vernederende beperking<br />

va n zijn menschlijk alvermogen. Zim<br />

tzag voor dezelve was ^te diepU


NEDERLANDEN.<br />

toe minder het zig op andere wezens<br />

verdeelde: hij beefde flaafsch BOEK»<br />

voor God, omdat God het eenigfte<br />

was, waarvoor hij behoefde te beven.<br />

KAREL DE VIJFDE ijverde<br />

voor den Godsdienst , omdat de Godsdienst<br />

voor hem arbeidde ; FILIPS<br />

deed het , omdat hij werkelijk aan<br />

denzelven geloofde. De eerfte Het,<br />

om lecrfhikken, te vuur cn te zwaard<br />

tegen duizenden woeden; en hij<br />

zelf dreef in den perfoon van den<br />

Paus, zijnen gevangen, den fpot met<br />

het leerftelfel, waaraan hij menfchenbloed<br />

opofferde: FILIPS befloot niet<br />

dan met tegenzin en gewetensangst<br />

tot den regtvaardigflen oorlog tegen<br />

dezen, en gaf alle vrugten zijner overwinning<br />

over , even als een beronhebbend<br />

kwaaddoener zijnen roof. De<br />

Keizer was een Barbaar door uitzigt<br />

op voordeel ; zijn Zoon uit gevoel<br />

De eerfte was een fterke en vei<br />

lichte geest, maar misfchien een des<br />

te flegter mensch ; de andere was<br />

een bekrompen en zwak hoofd, maar<br />

hij was regtvaardiger.<br />

Beiden egter zouden, mijns bedunkens<br />

, beter menfchen hebben kunnen<br />

zijn dan zij werkelijk waren,<br />

en evenwel in 't geheel naar de<br />

zelfde .maatregels gehandeld hebben.<br />

Dat gene, wat wij aan het karakter<br />

des perfoons wijten, is zeer dikwijls<br />

de zwakheid, de noodzakelijk<br />

F 4


I.<br />

SOEK.<br />

8<br />

$ DE AFVAL DÉR<br />

afwijking der algemene menschlijfce m<br />

tuur. Een gebied Van deze uitgeftrektneid<br />

was ene al te fterke verzoeking<br />

voor den menschlijken hoogmoed<br />

, en een ai te zware taak<br />

voor menschlijke kragten. Algemeen<br />

fit 'in - 'J?<br />

, 1 0<br />

( i e v r i<br />

°S<br />

h e i d<br />

i<br />

van<br />

eik m t bijzonder te paren, is het<br />

werk van- den oneindigen Geest, die<br />

zig over alle delen alomtegenwoordig<br />

Verfpreidt Maar hoe redt de menscfc<br />

zig m het geval van den Schepper?<br />

De mensen komt de bepaaldheid van<br />

zijn verftand door foortverdeling te hulpeven<br />

als de Natuur-ondcrzoekcr Mi<br />

hij kenmerken en enen regel<br />

welke voor zijn zwak oog het<br />

V3§t,<br />

over,<br />

nen gemakhjker. maakt, én tot wel-<br />

j ce alle denkbeelden moeten gebrast wor-<br />

I fen; dezen geeft de Godsdienst hem<br />

tan de hand. Zij vindt hoop en<br />

«es in elk menschüjk hart gezaaid.<br />

Ferwijl zy Zig m d e z e 4<br />

t en verzekert , deze hartstogten<br />

i _en voorwerp dienstbaar maakt,<br />

am<br />

heeft<br />

2 ij milhoenen zelffhmdige wezens in<br />

C en eenvormig Algemeen veranderd.<br />

ï *u wordt de Beheerfcher niet meer<br />

C oor de oneindige vcrfcheidenheid der<br />

r mensehlijke willekeur in verwarring<br />

z ebragt; nu is Vr een algemeen<br />

V. waad, en een algemeen goed, \<br />

v 'elk hïj tonen en wegnemen kan:<br />

'i welk OOK daar, waar hij niet i s,<br />

e ytfemmig met hem werkt; nu %\


NEDERLANDEN,<br />

?<br />

er ene<br />

Vrijheid<br />

grènsfcheiding , waarbij • de I,<br />

ftüitaat; een eerwaardige hei­ BOE*<<br />

lige ïijn , naar welke alle itrijdige<br />

bewegingen van den wil zig ten laatften<br />

moeien bepaalen. Het gemene doel<br />

van den Dwingeland en van het Priesterdom<br />

is Eenvormigheid; en Eenvormigheid<br />

is een noodzaaklijk huipmiddef<br />

voor de armoede en beperktheid<br />

van den mensch. FILIPS moest<br />

meer Dwingeland zijn, dan. zijn Vader<br />

, naar maate zijn geest bekrompener<br />

was ; of, met andere woorden,<br />

hij moest zig des te zorgvuldiger _ aan<br />

algemene regels houden, hoe mindei<br />

hij tot de foorten en eenlingen kor<br />

afdalen. Wat volgt n« uit ai<br />

alles? FILIPS DE TWEDE kor I<br />

niets meer ter harte gaan dan d<<br />

gelijkvormigheid in 't Geloof en ii 1<br />

de Staatsgeflcldheid, omdat hij zonde t<br />

die niet kon rcgcrai.<br />

En<br />

met<br />

egter zoude<br />

meer zagtheid<br />

hij<br />

en<br />

zijne regerin; •><br />

toegeeflijkhci 1<br />

begonnen hebben , bijaldien hij tiezei<br />

re vroeger had aanvaard. In h< t<br />

oordeel, dat men gewoon is ovc r<br />

dezen Vorst te vellen, fchijnt me n<br />

niet genoeg op ene omllandigheid i e<br />

letten , welke nogtans bij de g<<br />

fchiedenis van zijnen g^est en vs n<br />

zijn hart billijkerwijze in aanmerkir g<br />

dient genomen te worden. FILII 5<br />

telde bijna dertig jaren, toen hij dc n<br />

Spaanfcacu troon beklom, en zi.<br />

F 5


BOEK<br />

9» DE AFVAL DER<br />

r. vroeg-rijp verftand had vóór den tijd<br />

zijne meerderjarigheid verhaast. Een<br />

geest als de zijne, welke zijne rijp.<br />

heid gevoelde, e n m a a r ajte £<br />

meenfaam met grote uitzigten was<br />

geworden kon het juk van kinderlijke<br />

onderwerping niet anders dan<br />

met tegenzin dragen; de iterker geest<br />

des Vaders en de willekeur des<br />

Aüeenheerfchers moest den met zig<br />

zeiven ingenomen hoogmoed van de-<br />

St Z<br />

A°°<br />

i<br />

|<br />

1<br />

l<br />

l<br />

li<br />

•<br />

e<br />

i\<br />

b<br />

k<<br />

k<<br />

dj<br />

bi<br />

nc<br />

tb<br />

°P<br />

n ,, d<br />

r ukken<br />

' Het aandeel,<br />

welk den Vader hem aan het rijks'<br />

beftuur toeftond, was juist toereikende<br />

om zijnen geest van lager<br />

driften • aftetrekken, en den ifrengen<br />

:rnst van zijn karakter te bewaen,<br />

maar ook gering genoeg om<br />

'J n<br />

verlangen naar de onbepaalde<br />

nagt deste . rterker gaande te maen.<br />

Joen hij dezelve -werkelijk in<br />

ander kreeg had zij het bekoor-<br />

Jke der meuheid voor hem verlot<br />

Die zoete dronkenfchap van<br />

ien jongen Vorst , die mee de hooge<br />

raagt verrast wordt; die vrolijke<br />

ïdwelmmg, welke de ziel voor el,<br />

t e<br />

• fê aandoening opent, en weli<br />

de menschheid reeds menige welige<br />

fligring heeft afgetroggeld, was<br />

! p hem<br />

oit bij<br />

federt lang<br />

hem geweest.<br />

voorbij , 0f<br />

Zijn karak-<br />

' was gezet, toen het geluk hem<br />

deze zware proef ftelde, en ziibevestigde<br />

grondftellingen wedei


NEDERLANDEN.<br />

ftonden deze weldadige roering. Hij<br />

had vijftien jaren tijds gehad , om<br />

zig "tot dezen • overgang vuuia.ue- .<br />

reiden; en in plaats van bij de tekenen<br />

van zijnen nieuwen ftand', naar de<br />

wijze der jeugd, opgetogen te blijven<br />

ftaan, of den morgen van zijne regering<br />

in den roes eener ledige ijdelheid<br />

doortebrengen , bleef hij- gelaten<br />

en ernsthafrig genoeg, om<br />

daadlijk in het grondige bezit van zijne<br />

magt te treden , en door het<br />

volkomenfte gebruik van dezelve z :<br />

g over<br />

het lang gemis daarvan te w-vken.<br />

FILIPS DE TWEDE zag zig niet<br />

zo dra, door den vrede van Chateau in<br />

CambrHis, in het geruste bezit van<br />

zijn Rijk , of hij gaf zig geheel<br />

en al aan het grote werk der Geloofs-zuivering<br />

over, en bevestigde de<br />

vrees, welke zijne Nederlandfche onderdanen<br />

reeds had bevangen. De<br />

Plakaten, welke zijn Vader tegen de<br />

Ketters had laten uitgaan, werden in<br />

volle kragt vernieud, en fchrikkelijke<br />

Regtbankcn , waaraan niets dan de<br />

naam der Inquifïtie ontbrak , zorgden<br />

, dat dezelve wierden nagekomen.<br />

Doch bij fcheen zijn werk nog maar<br />

ten halven voltooid te hebben , zo<br />

lang hij de Spaanfche Inquifitie niet<br />

in hare ganfche gedaante in deze<br />

landen konde overbrengen ; een onderneming<br />

, welke den Keizer r<br />

I.<br />

BOEK.<br />

ecdg<br />

^eerlijk mislukt was,


ï.<br />

ftOEK.<br />

99 BE AFVAL DEü<br />

. De Spaanfche Inquifitie is ene in<br />

ngting yan enen geheel nieuwen aar<br />

en en e b i J z dere fQJ ^ « ^<br />

1<br />

]<br />

c<br />

i<br />

i<br />

z<br />

g<br />

d<br />

li<br />

h<br />

dc<br />

te<br />

he<br />

M<br />

m<br />

g c<br />

gehelen omloop der rijden geen voo2<br />

beeld wordt gevonden / en lelke met<br />

gene geestelijke, gene wereldlijke vSrï<br />

fchaar kan vergeleken worden. I n q uiime<br />

is er geweest, federt dat de reden<br />

zig aan het heilige waagde; federt dat<br />

er twijfelaars en hervormers geweest<br />

mi maar eerst in het midden van<br />

de dertiende eeu, na dat enige voo"<br />

beelden van afval aan de GeesteSe<br />

nagt enen fchrik hadden aangejaagd<br />

Igtte INNOCENTIUS DE S i<br />

aar ene eigene Regtbank, en fcheur!<br />

e<br />

op ene onnatuurlijke wijze het<br />

,eestl,jke opzigt en onderwijs<br />

rei<br />

Rc<br />

Sp<br />

gei<br />

J<br />

van de<br />

raffende magt. Om te beter ver!<br />

ekerd te zijn, dat geen menfehen-<br />

V<br />

°wr PI n f ne<br />

, in<br />

iP raak<br />

^r Natuur<br />

? wrede- itrengheid van hare inftel-<br />

Jgen zou verijdelen, onttrok hij<br />

ar aan d c Bisichoppen en de We-<br />

Idhjke Geestelijkheid , welke door<br />

handen des burgerlijken levens nog<br />

veel aan de menfchlijkheid g egt<br />

was, en droeg haar op aan<br />

oimiken ; ene basterdfoort ?<br />

van<br />

mfcfaen, die de heilige aandoenin-<br />

" der Natuur hebben afgezwoi,<br />

dienstbare Creaturen van den<br />

-omfchen ifoel. Duitschland, Italië<br />

mje Portugal en Frankrijk oS<br />

i haar: een Franciskaner Monnik


N E D E R L A N D E N ; 9$<br />

zat bij het gëdugte oordeel over de<br />

Tempelheren als regter ; aan _ enige , SOEK*<br />

weinige Staten gelukte het haar buiten te ,<br />

fluiten, of aan de Wereldlijke Hoogheid<br />

te onderwerpen. De Nederlanden<br />

waren tot aan de regering vart<br />

KAREL DEN VIJFDEN van dezelve<br />

verfchoond gebleven; hunne Bisicnoppen<br />

oefenden de geestelijke ragt, en<br />

in buitengewone gevallen vervoegde<br />

men zig bij vreemde Inquifitie-gengten<br />

, de Franfche Provinciën te<br />

Parys , en de Duitfche te Keulen.<br />

(*) j|l u„.<br />

Maar de Inquifitie, welke hier bedoeld<br />

wordt, kwam uit het Westen<br />

van Europa, zijnde anders in haren<br />

oorfprong en anders van gedaante.<br />

De laatrte Moorfche troon was m<br />

de vijftiende eeu in Granada gevallen,<br />

cn de Saraceenfche Godsdienst<br />

had eindelijk voor de overmagt vart<br />

den Christelijken moeten wijken. Maar<br />

het Euangelij was in dit jongtte<br />

Christelijke rijk nog nieü en niet<br />

bevestigd, en in de troebele vermenging<br />

van ongelijke wetten en zeden,<br />

hadden de Godsdienilen zig nog<br />

niet vaneen gefcheiden. Het zwaard der<br />

vervolging had wel vele duizenden<br />

van huisgezinnen naar Afrika gedreven<br />

, maar een veel groter aantal.<br />

(*) HOPPER Memoires des foubleï d*<br />

ftrys-Bas. in vit» VigU *5«<br />

i.


1<br />

êOEK<br />

i loei HPC « • Koomfche<br />

i e t<br />

i<br />

genoeg, dit wev<br />

o l k<br />

2r? «ö« den uitwenden<br />

i<br />

o m vaü een nieu geloof te dwin-<br />

£ e" , or hetzelve door de zwakke<br />

t<br />

d TZeZeTT^ P^hedeTtt<br />

k<br />

e zegepialende kerk te verenigen- hor<br />

*P 'er o p a a n, o m<br />

V;<br />

rc<br />

g enen ouden Godsdienst uit te<br />

g»* en ene hardnekkige gezind!<br />

hi<br />

«' te overwinnen, welke doS t<br />

Ja<br />

igfaamwèrkende kragt va„ ? .<br />

in<br />

v a n<br />

deqzplfc 4 ^ T eeuwen<br />

W:<br />

deszelfs zeden, fpraak e n<br />

du<br />

? '"gedrukt, en door', den lord<br />

fel<br />

renden invloed van den vaderknl"<br />

oe<br />

en grojid en hemel i„ IZSl<br />

vo<br />

emng bleef. Wilde de Kerk ene<br />

kei<br />

kome zegen over den %£i<br />

we<br />

J<br />

\ Godsdienst behalen, e n ,J e .<br />

zeJ<<br />

gro<br />

OUC<br />

Êm *m<br />

s<br />

t?Ë AFVAL fiËH<br />

g c J f e f d e<br />

<br />

d e<br />

«he im<br />

te dienen. Zo lano- w "<br />

ftStfË Wa<br />

f, n


NEDERLANDEN<br />

den vorm van het zedelijke karakter,<br />

waaraan het ten fterkften fcheen<br />

eeheo-t te zijn , geheel in ftukken<br />

flaan. &<br />

Zij moest in de inwendigfte<br />

diepten der ziele deszelfs geheime<br />

wortelen uitgraven, alle deszelfs fporen<br />

in den kring des huislijken levens<br />

en der burger-wereld uitwisfchen;<br />

alle herinnering aan denzelven laten<br />

uitfterven, en, ware het mogelijk,<br />

zelfs het gevoel voor deszelfs indrukken<br />

doden. Vaderland en bloedverwanten<br />

, geweten en eer, het heilige<br />

gevoel der maatfchappij en dei<br />

Natuur zijn fteeds de eerften en de<br />

naasten, met welke de Godsdienfter<br />

zig vermengen, van welken zij fterk<br />

te ontvangen, en aan welken zij dii<br />

geven. Deze verbindnis moest ni \<br />

verbroken, de oude Godsdienst moe=<br />

BOEK»<br />

van de heilige aandoeningen der Na<br />

tuur met geweld losgefcheurd wor<br />

den; al zoude het ook de heiligheid<br />

dezer aandoeningen zelve kosten. Zo<br />

danig werd de Inquifitie ingerigt, wel i<br />

ke wij, om haar van de meer mer<br />

fchelijke vierfcharen van dien naai<br />

to onderfcheiden, de Spaanfche no<<br />

men. De oprigting van dezelve vu<br />

voor onder het beftuur van den Kaï<br />

dinaal XIMENES; een Domimkanc ï<br />

Monnik, TORQUEMADA, openc<br />

het eerst dit afgrijslijke Geregts-hof r<br />

grondvestte deszelfs verordeningen, € e<br />

bragt daardoor over zijne Ordende »<br />

n<br />

n<br />

!<br />

C


t<br />

fcOEK.<br />

i<br />

1 e nquifice g af h e m d e n flcu^<br />

\<br />

<<br />

N<br />

^<br />

'et werktuï ' zi<br />

Z l p e<br />

Ie fterke i r c r K e L<br />

band<br />

J<br />

was,<br />

t e v e n<br />

J ?<br />

e n<br />

waardoor<br />

'<br />

hii<br />

e verinogendcn vasthield. De Z e ReS<br />

t<br />

i<br />

2<br />

V e r e m g d e<br />

ü erlX ht ^ ^ twe<br />

g t e<br />

Het v.ïï i " S^hvaagd wierd.<br />

Z><br />

- onder een blind geloof te doen<br />

b<br />

«Ken en de vrijheid Van den<br />

g<<br />

est door ene dode eenvormigheid<br />

te<br />

ë<br />

*• DÊ AFVAL DËt<br />

2Jr<br />

V / e r d<br />

dit werktuig van we-<br />

ski ^ k<br />

?"« ~<br />

verklaren der goederen in de koninglij-<br />

aarlS ff<br />

g e<br />

^ eE<br />

, n ; r<br />

k W a m e ö<br />

h<br />

' ^ een g<br />

gi-<br />

e t d o e i<br />

' ^ doo;<br />

• seftgt beoogd Werd; de werktuigen<br />

da<br />

f c h l i k è n<br />

H breL^-- ' fthande.<br />

;t bre dde z,jn onnatuurlijk rechtsge-<br />

bii<br />

uil FV\<br />

d C § C h e i m f t e<br />

gedagfen<br />

E l k e<br />

fol d harstogc Hond in zijne<br />

%: vnendfehap, huwelijksliefde \ n<br />

all<br />

neigingen der Natuur wist het toe<br />

zijl<br />

va] üaSTt^ \ ?^ lev<br />

fiiê<br />

zig<br />

feh<br />

kCn;<br />

«* Waar het t^T^<br />

^ B n d e ^ e «<br />

van iet geweten door vrees- een<br />

emeraehdg geloof aan zijne" overal<br />

' ^<br />

ge#


NEDERLANDEN. $*)<br />

•genwoordigheid kluisterde de vrijheid 1.<br />

van den wil , zelfs in het binnenfte BOEK.<br />

der ziele. Het deed alle ingevingen<br />

der menschlijkheid bukken onder het<br />

formulier van een willekeurig geloof;<br />

alle aanfpraak op zijn geflagt was voor<br />

enen Ketter verfpeeld; met de geringfte.<br />

ontrou aan de Kerk , had hij<br />

zijn geflagt verloren. Den aangeborenen<br />

afkeer, waarmede de Schepper ons<br />

wijslijk tegen onnatuurlijke zonden gewapend<br />

heeft, droeg het willekeurig<br />

op een ellendig Priesterwerk over; een<br />

zedig twijfelen aan dc onfeilbaarheid<br />

van den Paus werd geftraft als vadermoord<br />

, en gefchandvlekt als fodomy.<br />

Geen toeval kon hetzelve van<br />

zijn offer ontzetten ; deszelfs vonnisfen<br />

werden aan lijken en fchilderijen uitgevoerd<br />

; het graf zelf was geen<br />

fchuilplaats voor den arm der Inquifitie<br />

, cn dc fchuld des vaders bleef<br />

voordleven<br />

geflagten.<br />

in dc ellende van gehele<br />

De vermetelheid van de vonnisfen<br />

der Inquifitie kan alleen overtroffen<br />

worden door de onmenschlijkheid ?<br />

waarmede zij dezelve uitvoert. Zij<br />

valt de zinnen aan met nieuwe, uk*<br />

gezogtc, en onderaardfche verfchrikkingen,<br />

ontleend van de fpoken , welken<br />

zij zelve in ecne kranke en kinderagtige<br />

verbeelding gevestigd heeft ;<br />

cn vermengt de wezenlijke ontzetting<br />

over het tegenwoordige met een gufe<br />

I. DEEL. G


9« DE AFVAL DER.<br />

t chelfpel uit toekomende werelden. Ter­<br />

BOEK wijl zij het belachelijke met het verfchrikkelijke<br />

verenigt, en door enen<br />

misfehjken opfchik het oog vermaakt.»<br />

maakt zij de deelnemende aandoening<br />

kragtloos door de kitteling van ene<br />

andere: zij verdrinkt het medelijden<br />

m fpot en veragting. In enen plegtigen<br />

optogt wordt de misdadige naar<br />

de geregtsplaats gevoerd; een rode<br />

bloedvlag waait voorop; het verenigde<br />

gebrom van alle klokken verzelt<br />

den trein ; vooraf gaan Priesters in<br />

nisgewaad, en zingen een geestlijk<br />

] ied; op dezen volgt de gedoemde<br />

Zondaar, gekleed in een geel ge-<br />

1 vaad , met zwarte Duivels - beelden bei<br />

'childerd; op zijn hoofd draagt hij<br />

< ne papieren muts, welke in een<br />

I aenschlijke figuur uitloopt, om wel-<br />

1 e vlammen vuurs flikkeren, en afrijsiijke<br />

helfchc geesten heen vliegen;<br />

et beeld des Gekruiligden wordt" af-<br />

i<br />

ekeerd van den eeuwig verdoemde,<br />

edragen; voor hem geldt de verlosng<br />

niet meer; zijn ftervelijk lijf i s<br />

i<br />

en vure, en zijne onftervelijke ziel<br />

i sr helfche vlammen gewijd; de mond<br />

d hem toegeftopt, om te beletten,<br />

d it hij zijne fmert niet door een<br />

is :rzagtend klagen koele, het verdor­<br />

d st medelijden door zijne aandoen-<br />

v ke _ gefchiedenis opwekke , en de<br />

Vi :heimen van het heilige gerigt aan<br />

Üj<br />

O dag brenge. Hem volgt de Geestg<<br />

è


NEDERLANDEN^ 99<br />

iïjkheid in ftaatfij - klederen, de Over­ t<br />

heid en de Adel ; de Vaders, wel- i OEK<br />

ke hem geoordeeld hebben , fluiten -<br />

den affchuwelijken trein. Men zou zig<br />

Verbeelden een lijk te zien , dat ten<br />

grave gebragt wordt, en het is een<br />

levend mensen, wiens ongelukken thans<br />

het volk op ene zo wrede _ wijze<br />

moeten vermaken. Gewoonlijk zijn^ deze<br />

regtsoefeningen voor hoge Feesten<br />

beflemd, waar toe men een bepaald<br />

getal van zulke ongelukkiger!<br />

in de gevangenisfen van het heilige<br />

Huis befpaartj, om door de menigte<br />

Van offers aan het bedrijf meer luister<br />

bij te zetten , en dan zijn zelfs<br />

de Koningen tegenwoordig : deze zitten<br />

met ongedekten hoofde op enen<br />

lager' ftoel» dan de Opper - Inqüifitie*<br />

meester , aan wien zij op zulk een' dag<br />

den rang afftaan: cn wie zou niet<br />

beven voor een Vierfchaar, waar voor<br />

de Oppermagt zelve moet onderdoen? (*)<br />

De grote Gcloofs - Omwenteling door<br />

tuïHEii en KALVIJN veroorzaakt » bragt de<br />

noodzakelijkheid Weder te voorfchijn, welke<br />

aan dit Geregts - Hof zijn beflaan had ge^<br />

geven; en 't geen oorfpronkelijk alleen<br />

was uitgevonden om het kleine<br />

Koningrijk Granada van de zwakk?<br />

(*) BURGUND. Hist. Belg. 126. 127. HOPPER.<br />

65. 66. 67. GROT. Annal. Belg. L. i< Esfay W<br />

les meeuw/Tom. III. Inquifition.<br />

G s


tam DE AFVAL DER<br />

I. overblijffels der Joden en Saracenen te<br />

BOEK, zuiveren , werd thans een noodzaakelijk<br />

middel voor de ganfche Katholijke<br />

Christenheid Alle Inquifitie - Hoven<br />

in Portugal, Italië , Duitschland<br />

en Frankrijk namen den vorm van<br />

het Spaanfche aan ; dit volgde de Europeanen<br />

naar de Indien, en vestigde<br />

te Coa een Vierfchaar, welker<br />

onmenschlijke rechtsplegingen ons nog, bij<br />

het lezen van de befchrijving daarvan, ene<br />

rilling door de leden jagen. Overal<br />

volgde de verwoesting haar op den<br />

voet ; maar in geen oord van de wereld<br />

heeft zy ooit zo fterk als in Spanje<br />

gewoed: de doden , door haar<br />

geofferd, raken in vergetelheid,- de<br />

^eflagtcn der menfchen worden weer<br />

aeriteld, en ook de landen, door<br />

ïaar overweldigd en ontvolkt, krijgen<br />

3 ncttertijd hunnen bloei weder; maar<br />

I ;euwen zullen 'er verlopen, 'eer ha-<br />

1 e fporen uit het karakter der Spanjaar-<br />

< len zijn uitgewischt. Ene vurige, voor-<br />

t reflijke Natie heeft zij midden op den we«-<br />

t er volmaking gefluit, het vernuft uit ene<br />

1 lemeïsftreek, waar het te huis hoor-<br />

C e , verbannen, en ene fomberheid,<br />

t veo als die op graflieden rust, agter ge­<br />

]; iten in den geest eens volks , 't<br />

V reik boven vele andere, die dit 'vVer<<br />

:ld - deel bewonen, tot vreugde o-e. li :hapen was.<br />

ir<br />

De eerfte Inquifitie - Meester werd<br />

het Jaar 1522 door KAREL OEN


NEDERLANDEN. ï*f<br />

VIJFDEN in Braband aangefteld. Eni­ I.<br />

ge Priesters werden hem als hel- B DEK.<br />

pers toegevoegd ; doch hij zelf was _<br />

een Wereldlijke. Na den dood • van<br />

ADRIAAN DEN ZESDEN, befchikte deszelfs<br />

Opvolger, CLEMENS DE ZE­<br />

V E N D E , drie ïnqmfiteurs voor alle<br />

Nederlandfche Provinciën, en pAULUS<br />

DE DERDE bragt dit getal weder<br />

tot twe , welke tot aan het, begin<br />

der onrust ftand hielden. In 't Jaar<br />

1530 werden, met voorkennis en goedvinden<br />

der Staten , de Plakaten tegen<br />

de Ketters uitgegeven , welke tot alle<br />

volgende den grond leiden , en waarin<br />

uitdrukkelijk melding van de Inquifitie<br />

gemaakt werd. In 't Jaar 1550 zag<br />

K A R E L DE VITFDE Zjg door den<br />

fnellen aanwas fier fckten genoodzaakt<br />

deze Plakaten tc vernieuwen en fcherpcr<br />

te maken; en bij deze gelegenheid<br />

was het, dat de ftad Antwerpen<br />

zig tegen dc Inquifitie verzettede , cn<br />

ook gelukkig van dezelve vrij raakte.<br />

Maar de geest van deze Nederlandfche<br />

Inquifitie was naar den aart<br />

des Lands menschlijker , dan in het<br />

Spaanfche gebied, en geen uitlander,<br />

veel minder een Dominikaan , had tot<br />

nog toe dezelve bediend. Tot rigtfnoer<br />

dienden haar de Plakaten, welken<br />

ieder kende ; en juist daarom vond<br />

men haar minder hatelijk, om dat<br />

zij, hoe ftreng ook in het vonnisfen<br />

, nogtans minder willekeurig fcheen ,<br />

* C 3


i<br />

|OEK.<br />

r<br />

ï©a DÊ AFVAL DER.<br />

en zig niet, gelijk de Spaanfche<br />

Inquifitie, , in het kleed der geheimenis<br />

verftak.<br />

Maar juist deze laatfte zogt ri-.<br />

LIPS in de Nederlanden in te voeren<br />

, om dat zij hem het gefchiktfte<br />

werktuig fchcen te zijn om den<br />

geest dezes Volks te bederven, en<br />

tot ene willekeurige Regering voor<br />

te bereiden. Hij maakte een begin<br />

met de Geloofsverordeningen zijns<br />

Vaders ftrenger te maken , de magt<br />

der Inquifitie - Meesters hoe langer hoe<br />

meer uit te breiden, hun gezag wik<br />

lekeuriger , en van het burgerlijke<br />

beltuur onafhangelijker te maken.<br />

Binnen kort ontbrak aan deze Vierfchaar<br />

weinig meer van de Spaanfche<br />

Inquifitie, dan de naam en Dotninikanen.<br />

Bloot vermoeden was geloeg<br />

om enen Burger uit den fchoot<br />

ier openbare ruste, en uit den kring<br />

/an zijn huisgezin weg te rukken %<br />

< ;n het zwakfte getuigenis gaf regt<br />

| )m hem op de pijnbank te bren-<br />

I ren. Wie in dezen afgrond neder-,<br />

'iel, kwam nooit weder; alle wek<br />

< laden der wetten hielden voor hem<br />

< >p : de moederlijke zorg der Gereg--<br />

| igheid liet hem varen: aan gene<br />

| ijde van de wereld oordeelde hem<br />

1 loosheid en dolheid naar wetten, wel-<br />

i e voor menfchen niet gelden: de<br />

t misdadiger vernam nooit wie zijn aanklaer,<br />

; en. zeer zelden wat zijn misdrijf was j<br />

I


NEDERLANDEN. «°S<br />

een helfche kunstgreep , welke den<br />

rampzaligen noodzaakte naar zijn ver­ BOEK.'<br />

grijp te raden, en door de bedwelming<br />

der pijnen , of uit verdriet van zo<br />

lano- levend begraven te zijn, wanbedrijven<br />

te belijden, welke mogelijk nooit<br />

begaan , of altans den Regter niet bekend<br />

geworden waren : de goederen der<br />

gedoemden werden verbeurd verklaard,<br />

en de aanbrenger door vergiffenis - brieven<br />

en beloningen aangemoedigd: generhande<br />

voorregt, gene burgerlijke geregtigheid<br />

, gold tegen dit heilig geweld; wien<br />

het aantastte, die wasvoorden wereldlijken<br />

arm verloren : dezen had het geen verder<br />

aandeel aan zijne regtsplegingen gelaten<br />

, dan met eerbiedige onderwerping<br />

de vonnisfen ter uitvoer te brengen.<br />

De gevolgen van zodanige inftelling moesten<br />

onnatuurlijk en ij slijk zijn: het gantfche<br />

tijdlijke geluk, ja zelfs het leven<br />

van den onbefproken man was nu in d<<br />

hand van eiken gewetenlozen deugnie<br />

gefteld. Elk verborgen vijand, elk be<br />

nijder werd tans tot ene onzigtbare ei I<br />

zekere wraak uitgelokt. Het was me t<br />

veiligheid van bezittingen, met troü 11 l<br />

de verkering gedaan. Alle banden vai 1<br />

voordeel, van bloed en van liefde wa<br />

ren verbroken; een aanftekend wantrou<br />

wen vergiftigde het gezellige leven; d<br />

gevreesde tegenwoordigheid van den ene 1<br />

of anderen verfpieder ftuitte den opfla r<br />

-><br />

in het oog, en de ftem in de kee<br />

1,<br />

Men geloofde aan geen eerlijk mensc<br />

tl<br />

G 4


104 DE AFVAL DER<br />

i. meer, en werd zelf niet meer voor zo-<br />

BOEK . d a n i<br />

g gehouden. Goede naam, landge-<br />

. nootfchap , broederfchap , de eed zelfs ,<br />

en alles, wat van menfchen voor heilig<br />

gehouden wordt, had zijne waarde<br />

verloren. Aan dit noodlot gaf men ene<br />

grote bloeijende Koopftad over, waarin<br />

honderdduizend bezige menfchen door<br />

den enigen band van vertrouwen zamen<br />

woonden: ieder onontbeerlijk voor den<br />

anderen, en ieder dubbelhartig, verdagt:<br />

allen door den geest der winzugt<br />

tot elkander getrokken , en uit elkander<br />

gedreven door vrees; alle grondzuilen<br />

der gezelligheid omver gerukt, waar<br />

gezelligheid de grond is van alle leven en<br />

duurfaamheid. (*)<br />

t Geen wonder, dat een zo onnatuurlijke<br />

regtbank, welke zelfs voor den lijdzamen<br />

geest der Spanjaarden onverdraagelijk<br />

was geweest, enen vrijen Staat in oproer<br />

bragt. Doch de fchrik, welken deze inboezemde<br />

, werd nog vermeerderd dooide<br />

Spaanfche krijgsmagt, die, ook na<br />

de herftelling van den vrede , op de been<br />

werd gehouden, en, tegen de grondwetten<br />

des Lands, de grensfteden vervul­<br />

de. Men had KAREL DEN VIJFDEN deze invoering<br />

van vreemde legers vergeven,<br />

zo lang men de noodzakelijkheid daar van<br />

konde zien , en meer Haat maakte op<br />

Zijne goede gezindheid. Maar tans zag<br />

O GROTIUS L. I,


NEDERLANDEN. 105<br />

men in deze benden niets anders dan de 1.<br />

gedugte toerustingen der onderdrukking, j<br />

en de werktuigen ener gehate geestelijke .<br />

dwingelandij. Ene aanzienlijke ruiterij,<br />

uit in borelingen opgerigt, was tot beicherming<br />

des Lands toereikend, en<br />

maakte deze uitlanders onnodig. De losbandigheid<br />

en roofzugt dezer Spanjaarden,<br />

welke' nog veel agterftallige foldij te vorderen<br />

hadden , en zig op kosten van<br />

den burger betaling verichaften , voltooiden<br />

de verbittering des Volks, en<br />

vervoerden den gemencn man tot wanhoop.<br />

Toen vervolgens het algemene gemor<br />

de Regering bewoog , hen van de<br />

grenzen zamen te trekken , en op de<br />

Zeculche Eilanden te verplaatfen, waaide<br />

Schepen tot hunnen aftogt werden uitgerust<br />

, ging hun moedwil zo verre ,<br />

dat de inwoners hunnen arbeid aan de<br />

dijken Haakten , cn liever hun Vaderland<br />

aan de Zee ten prooic wilden ge­ IO EK.<br />

ven , dan langer de bcestagtigc onbefchofthcidgen.<br />

van dit razende volk verdra­<br />

Zeer gaarne had FILIPS deze Spanjaarden<br />

in het land gehouden, om doo:<br />

middel van dezelve aan zijne Plakatei<br />

meer kragts bij te zetten , en de nieuw<br />

inrigtingen te onderlteunen , welke lr<br />

voornemens was in het Nederlandfch<br />

Staatswezen , te maken. Zij waren voc<br />

hem zo veel als waarborgen van de a<br />

gemene rust, en een keten , waaraa<br />

hij de Natie gekluisterd hield. Daaroi<br />

G<br />

5<br />

1 a i r a


i<br />

I.<br />

3<br />

<<br />

]<br />

j<br />

3<br />

C<br />

C<br />

|<br />

a<br />

i 1<br />

liet hij ook niets onbeproefd, om den<br />

aanhoudenden aandrang van 's Lands Staten<br />

, welke deze Spanjaarden verwijderd<br />

wilden hebben , te ontgaan, en nam<br />

alle gelegenheden en alle middelen van<br />

list en overreeding bij de hand. Dan eens<br />

vreesde hij enen onvervvagten aanval van<br />

Frankrijk, dat ondertusfchen door woedende<br />

partijfchappcn jammerlijk verfcheurd ,<br />

üaaulijks in ftaat was om het tegen enen inandfchen<br />

vijand uit te houden ; dan eens<br />

noesten zij zijnen zoon Don KARLOS aan<br />

Ie grenzen inhalen , terwyl hij nooit van<br />

ms was hem uit Kastiliën te laten gaan,<br />

iun onderhoud zou der Natie niet tot last<br />

*jn; hij zelf wilde uit zijn eigen Kas<br />

Me kosten daarvan draagen. Om hen met<br />

es te beter fchijn in het land te houen<br />

, hield hij opzettelijk hunne agterallige<br />

foldij te rug, daar hij hen rog<br />

nders aan de inlandfche krijgsbenden,<br />

melken hij volkomen voldoening gaf,<br />

S<br />

ewisfelijk zoude voorgetrokken hebben.<br />

C >m de vrees der Natie in flaap te wie-<br />

g sn, en het algemene misnoegen te be­<br />

v ëdigen , wilde hij het opperbevel over<br />

i :ze benden aan de beide lievelingen des<br />

V olks, den Prinfe van Oranje, en den<br />

G rave van Egmond opdragen; doch bei-<br />

d< in wezen dit aanbod van de hand , met<br />

d< : edelmoedige verklaring, dat zij nim-<br />

m sr befluiten zouden tegen de wetten des<br />

L: mds te dienen. Hoe meer de Koninf<br />

n verlangen liet blijken om zijne Spat£<br />

%<br />

jas rden in het land te houden , des te<br />

HOEK.<br />

io5 DE AFVAL DER


NEDERLANDEN.<br />

fterker bleven de Staten op derzelver verwiidering<br />

aandringen. Op de eerst volgen- ,<br />

de Staten-Vergadering te Gent moest hij, •<br />

midden in den kring zijner hovelingen, dc<br />

volgende vrije taal der waarheid horen:<br />

Waar toe vreemde handen ter onzer befcherming?"<br />

voegde de Sijndicus van<br />

Gent hem toe. „ of is het misfchien<br />

„ daarom, op dat de overige Wereld<br />

ons voor tc zwak, of wel voor te<br />

„lafhartig houde , om ons zeiven te<br />

verdedigen? waar toe vrede gemaaKt ,<br />

" zo de lasten van den oorlog ons ook<br />

" nog in vrede drukken? In den oor-<br />

" log fcherpte de nood ons geduld , m<br />

* den vrede zugten wij onder deszelfs lrjden.<br />

Of zullen wij dit losbandige<br />

" Krijgsvolk in -toom houden , daar uwe<br />

" ei-ene tegenwoordigheid zo veel met<br />

heeft vermogt? Hier ftaan uwe onder-<br />

" danen uit Kamerik en Antwerpen, en<br />

" klagen over ceweld. Thionvüle en Ma-<br />

" rienburg liggen woest ; en daartoe<br />

" hebt gij on! tog den vrede niet gege-<br />

" ven op dat onze fteden tot woestij<br />

" nen zouden worden, gelijk zij nood<br />

" wendig worden moeten, mdien gi<br />

" haar niet van deze plonderaars verlost<br />

" Of wilt gij u misfehien tegen enen on<br />

" verwagten aanval onzer naburen in d<br />

" weer ftellen ? deze voorzorg is wijs<br />

f m a a r het gerugt van hunne toerustin<br />

" zal ver genoeg hunne wapenen vooruii<br />

;; &en. Waarom met zware koste<br />

„ vreemdelingen in foldij gehouden , cü<br />

I.<br />

SOEK<br />

\ T 1<br />

•y e


i°8 DE AFVAL DER<br />

t ,, eert land niet zullen verfchonen , dat<br />

BOEK. ,, zij morgen weer verlaten moeten ? No-<br />

3, Jaan dappere Nederlanders tot uwen<br />

„ dienst, aan welken uw Vader, in<br />

„ veel hachlijker tijden , de Republiek<br />

„ betroude: waarom zoudt gij tans<br />

„ twijfelen aan de trou van lieden , die<br />

»<br />

(<br />

1<br />

(<br />

9<br />

t<br />

2<br />

2<br />

C<br />

f<br />

1<br />

z<br />

33<br />

33<br />

33<br />

33<br />

33<br />

33<br />

33<br />

33<br />

33<br />

z o v e l c<br />

eeuwen lang aan uwe Voorva-<br />

» d e r e n<br />

.<br />

r r o u<br />

gf<br />

z[<br />

P gebleven ? zouden<br />

„ zij niet in ftaat zijn om den oorlog zo<br />

, a n<br />

S g<br />

u k<br />

te houden , tot dat uwe<br />

:, bondgenoten zig bij h imns vanen voeg;-<br />

, den, of gij zelf uit de nabuurfchap<br />

„ hulpe zond ?" Deze taal was voor<br />

len Koning al te ongewoon , en hare<br />

vaarheid al te blijkbaar, dan dat hij<br />

tezelve dadelijk konde beantwoorden:<br />

i Ik _ben ook een Uitlauder," riep hij<br />

indelijk uit, „ waarom niet liever mij<br />

elven ten lande uitgejaagd?" Met dce<br />

woorden rees hij van zijnen ftoel<br />

p, en verliet de vergadering; doch den<br />

Jreker. werd zijne iloutheid vergeven,<br />

we dagen later liet hij aan de Staten<br />

jnentwege de verklaring doen , „ dat,<br />

bij aldien hij eerder geweten had , dat<br />

deze Krijgsbenden hun tot last ftrekten,<br />

hij reeds toeftel zoude gemaakt hebben,<br />

om dezclven met zig naar Spanje<br />

te nemen; dit was nu te laat, om<br />

dat zij zonder betaling niet zouden<br />

vertrekken ; maar hij beloofde hun op<br />

het heiligfte, dat deze last hen niet<br />

langer^dan vier maanden meer drukken<br />

zoude." Dan, niet tegenllaande deze


NEDERLANDEN. i°9<br />

belofte, bleef dit volk, in plaats van<br />

vier, nog agttien maanden in het land ,<br />

en zij zouden denkelijk nog langer gebleven<br />

zijn , zo niet de omftandigheden<br />

des Rijks hen in een ander werelddeel<br />

noodzakelijk hadden gemaakt. (*)<br />

De gewcldadigc invoering van Vreemden<br />

in de voornaamfte Amten des Lands, gaf<br />

ftof tot nieuwe klagten tegen de Regering.<br />

Van alle dc voorregten der Nederlanden<br />

ftak geen den Spanjaarden zo zeer<br />

in de ogen , als dat , waar door Vreemdelingen<br />

buiten bedieningen gefloten waren<br />

; en geen van allen hadden zij ijveriger<br />

gepoogd te ondermijnen, (t) Italië,<br />

de beide Indien , en alle Provinciën var<br />

deze uitgeftrekte Monarchie ftonden vooi<br />

hunne fchraapzugt en eerzugt open; al<br />

leen van de rijkften onder allen waren zi<br />

door een onveranderlijke grondwet uitge<br />

floten. Men wist den Koning te overtui<br />

gen , dat zijne Könihglijke magt in dez<br />

landen nimmer bevestigd konde worden<br />

zo lang hij zig niet van vreemde werk<br />

tuigen daartoe mogt bedienen. Reec 1<br />

L<br />

B O E ff.'<br />

I<br />

»<br />

S<br />

was de Bisfchop van Atrecbt , een Boui<br />

gondiër van geboorte, den Vlaminge n<br />

wederregtelijk opgedrongen , en tans zot 1-<br />

de ook dc Graaf van Feria , een Kastil i*<br />

aan , zitting en ftem in den Raad va n<br />

(*) BURGÜÜND, L. i. p. 38. 39- 4°-<br />

DAN. L. I. P. I. METEREN, D. I. B. 47.<br />

(•() RE ID AN , L. 1. p. 1.<br />

R e i<br />

'


tto DE AFVAL DER<br />

I Staten bekomen. Maar deze ondenurtnine<br />

vond kragtiger tegenfland , dan de vleiers<br />

des Komngs hem hadden voorgelleld en<br />

zijne willekeurige magt zag zig ditmaal<br />

door de flnnheid des Prinfen van Oranje<br />

en de flandvastigheid der Staten . te leur<br />

gefield (*) ' ^<br />

Met deze voortekens begon FILIPS<br />

zijn bcftuur over de Nederlanden, en<br />

Zodanig waren derzelver bezwaren , toen<br />

hij van zins was dezelve te verlaten.<br />

Reeds lang verdroot het hem in een land',<br />

Waar hij een vreemdeling was ; waar zo<br />

vele voorwerpen zijne neigingen beledigden,<br />

_ en zijn heerschzugtigen geest zo<br />

dikwijls met grote vrijpostigheid aan de<br />

wetten der vrijheid herinnerd werd. De<br />

vrede met Frankrijk vergunde hem'eindelijk<br />

zijn vertrek ; de toerustingen van s o-<br />

LIMAN trokken hem naar het Zuiden, en<br />

m begon ook Spanje zijnen Heer te mis-<br />

1 en. De keuze van enen Opper - Landvoogd<br />

over de Nederlanden was de grote<br />

i<br />

aak j welke hem nu nog bezig hield<br />

<<br />

>edert het ontflag van Koningin MARIA<br />

an Hongarijen , had E M A N U E L P H I-<br />

\<br />

IBERT van Savoijen deze plaats be­<br />

L<br />

leed, welke egter, zo lang de Ko-<br />

k<br />

mg in de Nederlanden zelf tegenwoordig<br />

n<br />

as, meer aanzien dan wezenlijken invloed<br />

w<br />

if- 's Konings afwezigheid maakte de-g<br />

;lve tot het gewigtigrte Amt, en he£<br />

Zl<br />

O GROT. Annal. L. i. p. 13.


NEDERLANDEN. i n<br />

roemrijkite doel, waarnaaf de cerzugt I.<br />

eens Burgers kon ftreven. Zij ftond tans JOEC.<br />

:<br />

ledig door het vertrek van den Hertog , •<br />

welke door den vrede van Chateau in<br />

Cambrefis weder in 't bezit van zijne landen<br />

was gefteld. Het bijna onbepaalde<br />

gezag, dat den Landvoogd moest gegeven<br />

worden; de bekwaamheden en kundigheden ,<br />

welken een zo omflagtige en netelige post<br />

vorderde; en vooral de gewaagde aanflagen<br />

der Regering tegen de Vrijheid des<br />

Lands, welker uitvoering van hem moest<br />

afhangen, maakten noodwendig deze<br />

keus ten hoogden moeijclijk. De wet,<br />

welke Uitlanders buiten bedieningen floot,<br />

maakte in den Opper - Landvoogd ene<br />

uitzondering. Daar hij niet uit alle zeventien<br />

Provinciën tevens geboortig konde<br />

Zijn , behoefde hij tot gene van allen te<br />

behoren; want de nayver eens Brabanders<br />

zoude aan enen Vlaming, die een halve<br />

mijl van zijne grenzen t* huis hoorde,<br />

geen groter regt daarop hebben toegeftaan,<br />

dan aan enen Siciliaan, die in<br />

een ander land, en onder enen anderen<br />

hemel woonde. Egter fchecn het belang<br />

van de Kroon zelf, in dit geval, voorenen<br />

Nederlandfchen burger te zijn. Een geboren<br />

Brabander, bij voorbeeld, wiens<br />

Vaderland zig met een onbepaald vertrouwen<br />

aan hem overgaf, konde , bij aldien<br />

hij een verrader ware , den dodelijken<br />

ilag reeds ten halven volbragt hebben<br />

, eer dat een Uitlander op het nieuwe<br />

fpeeltuig had geleerd te fpelen ,


I.<br />

"2 DE AFVAL DER<br />

O EK,<br />

R • """.<br />

<<br />

t<br />

1<br />

\<br />

n<br />

d<br />

«<br />

r<br />

d<br />

vr<br />

L<br />

•J<br />

LL<br />

J VGH<br />

upiettenct was. Had<br />

de Regering m éne Provincie hare oogmerken<br />

doorgezet, zo was de tegenkanting<br />

der ovengen ene ftoutheid, welke<br />

zij regt had om ten ftrengften te ftraffen.<br />

in het gemeenfchaplijke geheel, welk de<br />

Provinciën tans uitmaakten, 'waren de<br />

bijzondere inngtingen van ieder als 't ware<br />

verfmolten ; de gehoorfaamheid van ene<br />

enkelde was een wet voor elke der ovengen,<br />

en het voorregt, dat één niet<br />

m Haat was te bewaren ,<br />

dc anderen verloren.<br />

was voor alle<br />

Onder de Nederlandfche Groten , wel-<br />

^<br />

G r<br />

°PP - L a<br />

"dvoogdij konden<br />

togen, was de verwagting en wensch<br />

Ier Natie verdeeld tusfehen den Graaf<br />

*n Egmond cn den Prins van Oranje<br />

velke door even aanzienlijke geboorte<br />

laar toe geroepen , door gelijke verdiensen<br />

daartoe geregtigd , endoor gelijke<br />

d e s V o k s<br />

«* dezen post welkom<br />

aien een luisterrijke rang had beiden<br />

aast den troon geplaast, cn wanneer<br />

Vorsten oog in de eerfte plaats onder<br />

e waardigften zogt, moest het noodenoig<br />

0p enen van deze beiden vallen<br />

'aar wij in 't vervolg van deze Gefchiemis<br />

die twe namen meermalen zullen<br />

oeten aanhalen, kan de aandagt des<br />

ezers niet te vroeg op dezelven gevesi<br />

rd worden.<br />

WILLEM D E EERSTE, Prins van<br />

O<br />

ranje, was gefproten uit het Vorst-


NEDERLANDEN, lij<br />

lijke huis van Nasfau, Welk reeds<br />

agt eeuwen gebloeid, met dat van j !OEK»<br />

Oostenrijk enen tijd lang om den ,<br />

voorrang geftreden , en aan het Duitfche<br />

Ryk enen Keizer gegeven had.<br />

Behalven vele rijke bezittingen in de<br />

Nederlanden, welke hem tot enen<br />

Burger van dezen Staat 9 en geboren<br />

leenman van Spanje maakten , bezat<br />

hij in Frankrijk nog het orffhangelijke<br />

Vorstendom Oranje, 't welk RE-<br />

NATUS VAN CHALON hem bij uitenten<br />

wille had nagelaten (*). WIL­<br />

L E M werd in 't jaar 1533 te Dillenburg<br />

, in het Graaffchap Nasfau,<br />

van ene Gravinne S T O L L B E R G , geboren.<br />

Zijn Vader, de Graaf van Nasfiiu,<br />

van den zelfden naam , had den<br />

Protestantfchen Godsdienst aangenomen,<br />

en liet ook zijnen zoon daarin op-<br />

Voeden ; maar K A R E L DE V Y F D E ,<br />

die den knaap reeds vroeg genegen<br />

was , nam hem, nog zeer jong zijnde,<br />

aan zijn Hof, en liet hem in<br />

den Roomfchcn Godsdienst opwasfen.<br />

Deze Vorst , welke reeds in het<br />

Deze RENATUS VAN CHALON , was<br />

een volle Neef van VVILLEM, en een Zoon van<br />

Graaf IIENDEIK VAN NASSAU, welke met de<br />

erfgename van den Huize van CIIALON op eene<br />

reis, door hem nis gezant naar Frankryk gedaan,<br />

gehuwd was. Hy kwam by de belegering van<br />

St. Didier om 't leven , en zyne Weduwe, Prinfes<br />

ANNA VAN LOTHARINGEN, was de gene, die<br />

den jongen WILLEM voor het eerst te Brusfel<br />

kragt.<br />

I. DEEL. II<br />

L


ïï"4 DE AFVAL DER<br />

kind den toekomenden groten man onc-<br />

BOEK , dekte , hield hem negen jaren in<br />

. zijn gezelfchap , verwaardigde hem<br />

mee zijn eigen onderwijs in zaken<br />

van regeling, cn vereerde hem met<br />

een vertrouwen boven zijne jaren.<br />

Hem alleen was het vergund bij<br />

den Keizer te blijven , wanneer deze<br />

aan vreemde gezanten gehoor gaf:<br />

een .bewijs, dat hij reeds in zijn<br />

vroege jeugd moet begonnen hebben<br />

den roemrijken naam van ZWYGER te<br />

verdienen. Zelfs fchaamde de Keizer<br />

zig niet, openlijk te bekennen , dat<br />

deze jongeling hem meermalen raadflagen<br />

had opgegeven, die aan zijne<br />

eigene fchranderheid ontglipt waren.<br />

Wat mogt men niet verwagten van<br />

den geest eens mans , die in zodanige<br />

fchool gevormd was % en wat<br />

niet van het hart van dien man ,<br />

welke reeds als kind, zo nabij- den<br />

troon, niet had opgehouden een goed<br />

mensch te zijn !<br />

W I L L E M was drie-en . twintig jaren<br />

oud, toen KAREL afftand van<br />

de regering deed, en had reeds twe<br />

openbare bewijzen der hoogfle agting<br />

van dezen ontvangen. Hem was met<br />

uitfluiting van alle de Groten aan<br />

het Hof, den hoogstaanzienlijken post<br />

opgedragen, om de keizerlijke Kroon aan<br />

FERDINAND overtebrengen. Toen de<br />

Hertog van Savojen, welke over het<br />

Keizerlijke leger in de Nederlanden


NEDERLANDEN. Jïïf<br />

het bevel voerde, door zaken van<br />

zijn eigen land naar Italië geroepen<br />

wierd, vertroude de Keizer aan hem<br />

het Opperbevel over deze krijgsbenden<br />

; en zulks in wêerwil der tegenbedenking<br />

van zijnen gehelen Krijgsraad<br />

, wien het al te veel gewaagd<br />

fcheen , den ervaren Franfchen Veldheer<br />

enen jongeling tot opvolger te<br />

geven. Hem , die afwezig en generhande<br />

aanbeveling had, gaf de Vorst<br />

de voorkeur boven de gelauwerde fchaar<br />

zijner helden, en de uitkomst gaf<br />

hem geen redeïi om zig dezer keuze<br />

te beklagen.<br />

De buitengewone gunst, waarin deze<br />

Prins bij den Vader gellaan had, zoude<br />

alleen reeds een gewigtige reden<br />

zijn geweest, om hem van het ver*<br />

trouwen des Zoons uit te fluiten.<br />

Het fcheen dat FILIPS zig tot een<br />

wet gemaakt had , den Spaanfchen Adel<br />

aan den Nederlandfchen te wreken<br />

wegens den voorrang, welken KAREL<br />

DE VYFDE fteeds aan den laatstgenoemden<br />

gegeeven had. Maar van meeï<br />

gewigt waren de geheime beweegredenen,<br />

welken hem van den Prins afke­<br />

rig maakten. WILLEM VAN ORANJE<br />

Was een van die fchrale en bleke<br />

menfchen, gelijk CAESAR hen noemt,<br />

welke 's nagts niet flapen , en te<br />

veel denken; die ook de onverfchrokkendfle<br />

harten aan 't wankelen kunnen<br />

brengen. De ftille rust van een<br />

Ha<br />

I<br />

BOEK»


I<br />

ROEK.<br />


NEDERLANDEN,' 117<br />

dat zij werkelijk kwamen. Zo zeer L<br />

als zijn gemoed boven fchrik cn vreug- ] BOEK.'<br />

de verheven was, zo zeer was het .<br />

aan de vrees onderworpen; maar zijfie<br />

vrees kwam vroeger dan het gevaar<br />

, en hij was bedaard in den<br />

iiood, om dat hij in de rust gebeefd had.<br />

Met volle handen ltrooide WILLEM zyn<br />

jreld, maar als het den tijd betrof, was hij<br />

gierig op een ogenblik. Het uur van den<br />

maaltijd was zijn enigfte uur van uitfpanjjing,<br />

maar dit behoorde ook geheel aan zijn<br />

hart, zijn gezin en zijne vrienden : een<br />

•redelijke tijdkorting, welke hij het Vaderland<br />

aftrok. Hier ontfronfelde hij<br />

zijn gelaat bij den wijn, welke door<br />

een vrolijk hart en door matigheid gekruid<br />

werd, en de ernftigfte zorg kon<br />

hier de gulle vrolijkheid van zijnen geest<br />

niet benevelen. Zijne hofhouding was<br />

pragtig; een talrijke ftoet van bedienden<br />

, de menigte, en het aanzien der genen<br />

, welke zijnen perfoon omringden,<br />

deden zijne woonplaats naar het hof van<br />

enen onaf hanklijken Vorst gelijken. Ene gulle<br />

gastvrijheid, het grote tovermiddel<br />

der Demagogen , was de Godin van zijn i<br />

Palcis. Vreemde Prinfen en Gezanten |<br />

vonden hier ' een onthaal, welk alles<br />

overtrof, wat het weelderige Nederlanc' l *<br />

hun kon opleveren. Ene ootmoedige onderwerping<br />

aan de Regering nam de berisping<br />

en het vermoeden weg , 't well I<br />

deze levenswijze omtrent zijne oogmerken<br />

konde verwekken. Maar deze ver<br />

kwistingen hielden de eer zijns naams O]<br />

H 3


I.<br />

SOEK.<br />

Il8 DE AFVAL DER<br />

bij het Volk, dat nooit fterker gekit*<br />

teld wordt, dan wanneer het de fc batten<br />

van zijn land voor vreemdelingen<br />

ten toon gefpreid ziet; en de hoge<br />

top van geluk, waarop men hem<br />

zag, vermeerderde de waardij der<br />

gemeenfaamheid, tot welke hij zig<br />

vernederde. Geen mensen was meer<br />

tot het hoofd ener zamenzwering ge­<br />

boren , dan WILLEM DE ZWIJGER.<br />

Een doordringend gevestigd gezigt op het<br />

verledene, het tegenwoordige, en het<br />

toekomende, het geredelijk aangrijpen<br />

van elke gelegenheid, heerfchappij over<br />

de harten der menfchen , verbazende<br />

ontwerpen, welke den befc.houwer van<br />

verre niets dan gedaante en evenredigheid<br />

vertonen , ftome berekeningen,<br />

ivelke tot beneden aan den langen<br />

keten der toekomst aflopen, Honden<br />

?nder het beftuur ener verlichte en<br />

mje deugd, welke zelfs nog op<br />

len rand met ftevigen tred blijft<br />

van delen.<br />

Een mensch als deze, kon voor zij­<br />

1 len gehelen leeftijd ondoorgrondelijk<br />

Slijven, maar niet voor den grootften<br />

] cenner der gemoederen, niet voor den<br />

vantrouwenden geest<br />

•4 DE TWEDE<br />

zijner eeu.<br />

zag fpoedig<br />

Fien<br />

liep in een karakter, welk, onder-<br />

^ Ie goedaartigen , naast aan zijn eigen<br />

] ;wam. Had hij hem niet zo gron-<br />

< lig doorkeken, 'er zou geen re­<br />

c ien uittedenken zip, waarom hij zijn<br />

\ ertrouwen onthield aan enen man*


NEDERLANDEN.' Hg<br />

in wicn bijna alle eigenfchappen zig<br />

verenigden , welken hij hec hoogst BOEK.<br />

fehattede en best wist te waarderen.<br />

Doch 'er was tusfehen W I L L E M en<br />

FILIPS nog een ander punt van overeenkomst,<br />

dat van meer gewigt was.<br />

WILLEM had zijne ftaatkunde bij<br />

den zelfden meester geleerd, en was,<br />

gelijk te vrezen ftond , een bekwamer<br />

leerling geweest. Hij was bekend<br />

geworden met die gevaarlijke<br />

kunften , waardoor tronen vallen cn<br />

oprijzen: niet om dat hij den Vorst<br />

van MACHIAVEL tot zijné ftudie had<br />

gemaakt , maar om dat hij hét levendige<br />

onderwijs van enen Vorst had<br />

genooten , welke denzelven indedaad<br />

oefende. FILIPS had hier met een partij te<br />

doen, die op zijne ftaatkunst was<br />

afgeregt , en dien bij ene goede<br />

zaak ook de hulpmiddelen der kwade<br />

ten dienlte ftonden. En juist deze<br />

laatftc omftandigheid geeft ons de reden<br />

aan de hand, waarom hij on<br />

der alle menfchen van zijnen tijd<br />

dezen op het onverzocnelijkfte haatte<br />

en zo onnatuurlijk vreesde. Ongeluk<br />

kie hadt de Keizer ten zelfden tij<br />

de toen hij voor zijnen Zoon d<<br />

kostelijke bloem plantte, ook teven I<br />

den worm opgekweekt, welke dcrzel<br />

ver bloesfem afknaagde.<br />

De argwaan,<br />

teeen den Prins<br />

welken men<br />

hadt opgevat,<br />

reed I<br />

wcr i<br />

vermeerderd door de twijfelagtige U<br />

H 4


L<br />

BOE K<br />

tM DE AFVAL, DER><br />

grippen omtrcnc zijnen Godsdienst. WIL.<br />

, LEM geloofde aan den Paus , zo<br />

• lang de Keizer , zijn weldoener,<br />

leefde; maar men was met reden<br />

bedugc, dat ' de zugt voor de Hervormde<br />

leer , welke hem in zijn<br />

jeugd was ingeboezemd, hem niet geheel<br />

en al verlaten had. Aan welke<br />

Kerk hij ook in zekere tijdperken<br />

van zijn leven de voorkeur gegeven<br />

_ hebbe, zo konden zij tog<br />

alle zig daar mede vergenoegen, dat<br />

met een hem geheel had gehad.<br />

Wij zien hem in latere jaren bijna<br />

met even zo weinig bedenking dc<br />

leer van CALVIJN omhelzen, als hij<br />

in zijn vroege jeugd het Roomfche<br />

geloof met het Lutherfche verwisfcld<br />

had: hij verdedigde tegen dc Spaanfche<br />

dwingelandij mesr de menschlijk;<br />

regten der Proteftantcn, dan hunne<br />

gevoelens; niet hun geloof, maar<br />

hun lijden had hem tot hunnen broeder<br />

gemaakt (<br />

Deze algemeene gronden van wantrouwen<br />

fchijnen gebillijkt te worden<br />

door ene toevallige ontdekking, welke<br />

zijne ware gevoelens aan den dag<br />

bragt. WILLEM was als gijzelaar<br />

Jcs, vredes van Chateau in Cambre-<br />

C) STRADA Dec. f. L. f. p. 24. & L. in<br />

p. 55. fq. GROT. Ann. L. I. REIDAN. L. IK '<br />

p. 59. MEURS Guliel. Auriac. L. I. p. 2 fa'<br />

.|iüRG, 65. 66,<br />

1 h


NEDERLANDEN. 121<br />

fis, waaraan hij zelf mede<br />

had, in Frankrijk gebleeven,<br />

gearbeid J,<br />

en had B O EK.<br />

door de onvoorzigtigheid van HEN- _<br />

DIUK DEN TWEDEN, welke meende<br />

met enen vertrouweling des Konings<br />

van Spanje te fpreken, enen<br />

heimelijken aanilag vernomen, welken<br />

het Franfche Hof met het Spaanfche<br />

tegen de Proteftantcn van beide Rijken<br />

beraamd had. In aller ijl ging<br />

de Prins deze gewigtige tijding aan<br />

zyne vrienden te Brusfel, welken dezelve<br />

zo van nabij betrof, bekend<br />

maaken, en de brieven, daarover gcwisfcld,<br />

vielen ongelukkig den Koning<br />

van Spanje in handen FI­<br />

LIPS werd minder verrast door deze<br />

beflisfende verklaring van WILLEM'S<br />

gezindheid, dan onthutst door het<br />

verijdelen van zijnen aanflag; maar de<br />

Spaanfche Groten, welke het ogenblik<br />

nog niet hadden vergeten , toen de<br />

grootfte der Keizers by het laatfte<br />

bedrijf zijns levens op de fchouders<br />

van dezen Prins leunde, verzuimden<br />

deze gunftige gelegenheid niet, om<br />

den verrader van een ftaatsgeheim<br />

geheel en al buiten de gunst van<br />

bannen Koning te fluiten.<br />

Van geen minder edele afkomst<br />

dan WILLEM, was LAMORAL, Graaf<br />

van Egmond en Prins van Gavre,<br />

(*3 STRADA Dec. h L. III. p. 56. THUAN,.<br />

J, -ioio. REID. L. L p. 2,<br />

H 5


l<br />

ifi* DE AFVAL DER<br />

zijnde een aframmeling van de Her­<br />

V. O E K. togen van Gelderland, wier dapperheid<br />

in den oorlog de wapenen van<br />

het Huis van Oostenrijk had afgemat.<br />

Zijn geflagt pronkte in 's Lands<br />

Jaarboeken: een zijner voorouderen had<br />

reeds onder MAXIMILIAAN het Stadhouderfchap<br />

van Holland bekleed. Zijn<br />

huwelijk met de Hertogin SA BI NA<br />

VAN BEIEREN vermeerderde den luister<br />

zijner geboorte, en maakte hem<br />

magtig door aanzienlijke verbindenisfen.<br />

KAREL DE VIJFDE had hem in 't<br />

jaar 1546 te Utrecht, Ridder van het<br />

Gulden Vlies geflagen. De oorlogen<br />

van dezen Keizer waren de fchool<br />

van zijnen toekomenden roem, en de<br />

ilag bij Sint Quintin, en die bij<br />

Grevelingen, maakten hem tot den Held<br />

van zijne ecu. Elke zegen des vre»<br />

des, welke door handeldrijvende volken<br />

op het dankbaarfte gevoeld wordt,<br />

was ene herinnering aan de overwinning<br />

, waardoor dezelve verworven<br />

was; en de Vlaamfche . hoogmoed<br />

ftofte, gelijk een trotfche moeder, op<br />

den heerlijken Lands-Zoon, die de<br />

verwondering van geheel Europa to:<br />

zig trok. Negen kinders, welke onder<br />

de ogen zijner medeburgeren opgroeiden<br />

, vermeerderden en verftcrlcen<br />

de banden tusfehen hem cn zijn Vaderland<br />

, en de algemeene liefde voor<br />

hem oefende zig in het befchouwen<br />

van hun, die hem her, dierbaarfte


NEDERLANDEN. 123<br />

waren. Elke openbare verfchijning<br />

van EGMOND 'was een zegepraal;<br />

ieder oog, dat op hem geflagen was,<br />

verhaalde zijn leven; in de grootfpraken<br />

over zijne Krijgsgevaren leefden zijne daden<br />

; de moeders hadden hem bij<br />

Ridderlijke fpelen aan hare kinders getoond;<br />

weigemanierdheid, ene edele<br />

houding en gemeenfaamheid, de beminnenswaardige<br />

1<br />

I.<br />

ÏOEK,<br />

deugden der Ridderfchap,<br />

gaven bevalligheid aan zijne verdicnften<br />

; door enen vriendelijken groet<br />

of handdruk verbond zig zijn overlopend<br />

hart aan eiken burger ; op een<br />

ongedwongen gelaat vertoonde zig zijne<br />

vrije ziel ; zijne openhartigheid ontzag<br />

even zo min zijne geheimen, als zijne<br />

milddadigheid zijne goederen , eft<br />

elke gedagte, welke de zijne was,<br />

behoorde dadelijk aan allen : zijn<br />

Godsdienst was zagt en menschlijk,<br />

maar niet zeer gezuiverd, om dat<br />

dezelve niet van het verfland maar<br />

van het hart zijn licht ontving; het<br />

was een zinlijke, gemaklijke Godsdienst;<br />

een Soldaten-geloof, getrou<br />

aan de Kerk , gelijk zijn degen aan<br />

den Koning; om dat het zelve bij<br />

der hand moest zijn in den nood<br />

van 't gevegt, en om dat men gereder<br />

vrugten plukt van het geheugen,<br />

dan van het oordeel. EGMOND bezat<br />

meer geweten dan gronden; zijn<br />

hoofd had zig zijn Wetboek niet<br />

zelf gegeven % maar flegts ingeprent j


I<br />

SOEK.<br />

I<br />

Ï24 DE AFVAL DER<br />

hierom kon de blote naam van een<br />

daad hem de daad verbieden. De menfchen<br />

waren bij hem liegt of goed; een<br />

mengeling van beiden kende hij niet;<br />

m zijne zedenlere vond tusfehen goed<br />

en kwaad geen middenweg plaats,<br />

daarom was by hem ene enkele goede<br />

zijde vaak genoeg om ten voordeele van<br />

iemand te befiisfen: hij verenigde alle:<br />

gaven, die den Held uitmaaken;<br />

hy was beter foldaat dan de Prins<br />

van Oranje, maar als Staatsman was<br />

hij ver beneden dezen; Oranje zag<br />

de wereld, zo als ze werklijk was,<br />

maar EGMOND in den tover-fpiegel<br />

yan ene verfraaide verbeelding. Menfchen,<br />

welke door het geluk verrast<br />

ivorden met ene beloning, waarvoor<br />

dj genen natuurlijken grond in hunie<br />

bedrijven vinden,<br />

j ijk verzogt, om<br />

worden zeer ligt-<br />

het noodzakelijke<br />

'erband tusfehen oorzaak cn uitwer-<br />

j dng uit het oog te verliezen, en<br />

i n de . natuurlijke gevolgen der din­<br />

i gen die hoger wonderkragt te vin-<br />

» len, waarop zij ten laatften, drest<br />

< :n dol, gelijk een CJESAR op zijn<br />

i jcluk, Vertrouwen. Van dit flag van<br />

: nenfehen was<br />

'an verdienften,<br />

EGMOND : dronken<br />

welken de dankbaar-<br />

] ïeid jegens hem te ver gedreven had,<br />

< Iwaalde hij in dit zoete gevoel ,<br />

I ven als in ene aangename wereld<br />

r<br />

an dromen, onbezorgd daar heen,<br />

lij vreesde niets, om dat hij op het on-


N E D E R L A N D E N . -<br />

135<br />

wïsfe onderpand vertroude, welk het L<br />

lot hem in de algemene liefde had ] SOEK.<br />

gegeven , en hij geloofde aan regt- ,<br />

vaardigheid, omdat hij gelukkig was.<br />

Zelfs de fchrikkelijkfte ondervinding<br />

der Spaanfche trouloosheid was niet<br />

in ftaat om dit vertrouwen in 't<br />

vervolg uit zijne ziel te verbannen,<br />

en op het moordfchavot was hoop<br />

nog zijn laatfte gevoel. Ene tedere<br />

bezorgdheid voor zijn gezin hield<br />

zijnen patriotfchen moed aan kleiner<br />

pligten gekluisterd : dewijl hij voor<br />

goed en leven te vrezen had, konde<br />

hij voor de Republiek niet veel<br />

wagen. WILLEM VAN ORANJE zeide<br />

zijnen Vorst de hulde op , omdat<br />

het willekeurige geweld zijnen hoogmoed<br />

gaande maakte ; hij gaf vrijheid,<br />

niet om dat hij van eerzugt<br />

vrij was, maar om dat zijn hoger<br />

eerzugt veragtte dezelve te ontvangen.<br />

EGMOND bezat ijdele verwaandheid,<br />

daarom ftelde hij prijs op Vorllelijke<br />

gunst. De eerfte was een Burger<br />

van de wereld , de laatfte niet meer<br />

dan een Vlaming (*)•<br />

FILIPS DE TWEDE ftond bij den<br />

Overwinnaar van St. Quintin nog in de<br />

fchuld, en de Opper-Landvoogdij over de<br />

Nederlanden fcheen de enige waardige<br />

beloning voor zo fchitterende verdien-<br />

(*) GROT. Annal. L. I. pg. 7. STRADAL. I,<br />

23. & . III. 84.


345 DE AFVAL DEU<br />

I. ften te zijn. Geboorte en aanzien*,<br />

BOEK. de ftemme des volks en perfoonlijke<br />

bekwaamheid, fpraken even zo luid<br />

ten voordeele van EGMOND als van<br />

ORANJE, en bijaldien deze voorbijgegaan<br />

wierd, kon niemand dan de<br />

eerfte hem in den weg geftaan hebben.<br />

Twe mededingers, zo gelijk van<br />

verdienften, hadden FILIPS bij zijne<br />

keuze verlegen kunnen maken, indien<br />

het hem anders in den zin gekomen<br />

ware, zig voor enen: van de. beiden<br />

te verklaaren. Maar juist die<br />

voorregten , waardoor zij hun regt<br />

laarop onderfteunden, waren de reden<br />

waarom hij hen buiten floot; en juist<br />

ioor het vurig verlangen der Natie, om<br />

len tot dien post verheven te zien, had-<br />

i len zij hunne aanfpraak op denzelven om»<br />

] ïerftelbaar verloren. FILIPS kon in<br />

I le Nederlanden genen Landvoogd heb-<br />

1 >en, welken de goede wil en de<br />

1 aagt des volks ten dienste ftonden,<br />

e n welken het door ene zo lcven-<br />

c ige genegenheid aan zig verbonden<br />

t ad. EGMOND'S afkomst van de Gel-<br />

i erfche Hertogen, maakte hem tot<br />

e tien geboren vijand van het Huis<br />

v m Spanje; en de hoogfte magt fcheen<br />

g evaarlijk in de handen van enen<br />

n ian, die het eens in 't hoofd zou<br />

k innen _ krijgen , dc onderdrukking van<br />

e; ïen zijner voorouderen, aan den zoon<br />

V! m den onderdrukker te wreken. Het


NEDERLANDEN. 12?<br />

voorbijgaan van deze lievelingen des<br />

volks, kon noch de Natie noch hen<br />

zeiven beledigen, want het heette,<br />

dat de Koning beiden voorbij ging, om<br />

dat hij genen den anderen mogt<br />

voortrekken. (*)<br />

Dc te leurgeftelde hoop op de Landvoogdij<br />

, benam den Prins van Oranje<br />

nog niet alle hoop om zijnen invloed<br />

in de Nederlanden beter te vestigen.<br />

Onder de overigen , welke tot<br />

deze waardigheid in aanmerking kwamen,<br />

was mede CHRISTINA, Hertogin<br />

van Lotharingen , en Moei des Ko<br />

nings, welke als middelares van den<br />

vrede van Chateau in Cambrefis, zig<br />

bij de Kroon ten hoogden verdienstelijk<br />

had gemaakt. WILLEM had hei<br />

OOP" op de Dogter van deze, er<br />

hoopte door een kragtdadige voorfpraal<br />

voor de Moeder zijn oogmerk te bereiken<br />

: maar hij begreep niet , da<br />

hij juist door zijne voorfpraak har<<br />

zaak bedorf. De Hertogin CHRISTINi<br />

moest agterftaan, niet zo zeer, ge<br />

liik men voorgaf, om dat de afhange<br />

lijkheid harer landen van Frankrijk haa<br />

bij het Spaanfche Hof verdagt maak<br />

te , als wel , om dat zij bij he<br />

Volk van Nederland en den Prins va 1<br />

r.<br />

BOEK.<br />

i<br />

f<br />

t<br />

i<br />

Oranje welkom was. (f)<br />

(*) STRADA, Dec. i. L. i. 24.<br />

C R 0<br />

' i<br />

Aunal. p. 12.<br />

(f)BURGUND. L. I. 23. fq. STRADA DCl<br />

ï. L. 1. •24. 25.


BOEK.<br />

ia8 DE AFVAL DER<br />

Terwijl elk nog in verwagting waê<br />

opgetogen , wie in 't vervolg over<br />

het lot der Nederlanden befchikken<br />

zoude, verfchijnt op de grenzen des<br />

Lands de Hertogin MARGAREET V A N<br />

PARMA , door den Koning uit het<br />

afgelegen Italië ontboden , om het beftuur<br />

over deze Gewesten te voeren.<br />

MARGAREET was een natuurlijke<br />

i<br />

dogter van KAREL DEN VIJFDEN,<br />

uit ene Nederlandfche Freule VAN<br />

GEEST, in 't jaar 1522 geboren. Om<br />

dc eer van haar huis te verfchonen ,<br />

werd zij in den beginne in 't verborgen<br />

opgevoed; doch hare Moeder 3<br />

welke meer trotsheid dan eer bezat,<br />

gaf zig luttel moeite om het geheim<br />

van hare afkomst bewaard te<br />

houden, en ene Koninglijke opvoeding<br />

verried des Keizers dogter. Nog<br />

een kind zijnde, werd zij aan de<br />

Landvoogdes MARGAREET, hare Oudmoei,<br />

naar Brusfel ter opvoeding gezonden<br />

, welke haar, toen zij agt<br />

(aren oud was, ontviel, en door<br />

I vi AR IA , Koningin van Hongarijen,<br />

i jen Zuster van den Keizer, vervangen<br />

werd. Haar Vader had haar<br />

•eeds in haar vierde jaar aan enen<br />

ö<br />

rins van Ferrara verloofd; doch toen<br />

leze verbindenis in vervolg van tijd<br />

1 e nicte liep, werd zij ter gemalinne<br />

^eftemd voor ALEXANDER DE MEj<br />

MCIS, den nieuwen Hertog van Flo-<br />

1 ence, welk huwelijk ook na de ze-


NEDERLANDEN. ta£<br />

gepralende wederkomst des Keizers uit I.<br />

Afrika werkelijk te Napels voltrokken BOElC<br />

werd. Reeds in het eerfte jaar van<br />

enen ongelukkigen egt verloor zij, door enen<br />

geweldigen dood, dezen gemaal, welken<br />

zij niet beminnen konde, en voor de<br />

derde maal moest hare hand voor<br />

haars Vaders ftaatkunde woekeren. Oc-<br />

TAVIUS FARNESE, een Prins van<br />

dertien jaren , en neef van PA LI-<br />

LUS DEN D E R D E N , verkreeg met<br />

haar de Hertogdommen van Parna<br />

en Piacenza ten bruidfchat, en MAR­<br />

GAREET werd, door een zonderling<br />

noodlot, nu hare jaren hebbende, uitgetroud<br />

aan een kind , gelijk zij<br />

voorheen als kind aan eenen man verhandeld<br />

was. Haar weinig vroulijke geest<br />

maakte deze laatfte verbindenis nog<br />

onnatuurlijker , want hare neigingen<br />

waren manlijk , en hare gehele wijze<br />

van leven was een befpotting<br />

van haar geflagt. In navolging van<br />

hare voedftermoeder , de Koningin van<br />

Hongaryen, cn van hare oud-moei,<br />

de Hertogin MARIA VAN BOURGON-<br />

DiëN, welke in deze liefhebberij<br />

den dood vond , beminde zij met<br />

drift dc jagt, en had haar lichaam<br />

hierin dermate gehard, dat zij alle<br />

de ongemakken en vermoeinisfen aan<br />

dat leven eigen, trots enen man,<br />

konde verduren. Haar gang zelfs bragt<br />

zo weinig vroulijke bevalligheid mede<br />

,- dat men eer in de verzoeking<br />

I, DEEL. I


t$o DE AFVAL DER<br />

I. kwam om haar voor enen verkleden<br />

BOEK man , dan voor ene manlijke vrou<br />

te houden; en de Natuur, mee welke<br />

zij door deze aartverplaatfing gefpot<br />

had, wreekte zig eindelijk ook aan<br />

haar door ene manlijke ziekte, het<br />

voeteuvel. Deze zo zonderlinge eigenfehappen<br />

gingen gepaard met een<br />

dom Monniken-geloof, welk IGNATIus<br />

LOYOLA, haar biegtvader en<br />

leermeester , de eer had gehad in<br />

hare ziel te planten: onder de liefdewerken<br />

en boetdoeningen, waarmede<br />

zij hare trotsheid kruifigde , is<br />

ene van de merkwaardigften, dat zij<br />

in de vasten - avond - week van ieder<br />

iaar zeker aantal van armen, welken<br />

op het ftrengfte verboden werd zig voorif<br />

te reinigen , eigenhandig de voelen<br />

wiesch-, hun aan tafel als een<br />

lienstmaagd bediende, en hen met rij-<br />

H te gefchenken onthaalde.<br />

'Er is niet veel meer dan deze laatfte<br />

| rek Uit haar karakter noodig, om te begrijpen,<br />

waarom de Koning aan haar boven<br />

I ille mededingfters de voorkeur gaf; want<br />

1 )ij deze keus had hij altans niets<br />

r •I an de liefde der Natie te vrezen :<br />

( log deze zijne voorkeur werd tevens<br />

< bor de beste gronden der Staatkun-<br />

( le gebillijkt. MARGAREET was in<br />

c e Nederlanden geboren, en ook daarin<br />

i pgevoed; zij had hare eerfte jeugd<br />

t hdcr dit volk gefleten, en veel van<br />

è eszelfs zeden aangenomen. Twe Land-


NEDERLANDEN. 131<br />

voogdesfen , onder wier oogen zij I.<br />

was opgegroeid, hadden haar van tijd BOEK<br />

tot tijd bekend gemaakt met de ilaats-,<br />

regelen, naar welke dit vrije volk . best<br />

beituurd wierd , en konden haar daarin<br />

1 ten voorbedde , dienen : het ontbrak<br />

haar niet aan geest en enen<br />

bijzonderen lust tot het beftuur van<br />

zaken, dat zij hare voedftermoeders afgezien<br />

en vervolgens , in de Italiaanfche<br />

fchoole tot groter volkomenheid<br />

gebragt had. De Nederlanders<br />

waren fints verfcheidene jaren aan het<br />

bewind van vrouwen gewoon, en FI­<br />

LIPS vleide zig misfehien, dat het<br />

fcherpe werktuig der Dwingelandije,<br />

waarvan • hij zig nu tegen - hen wilde<br />

bedienen, in de handen van ene<br />

yrou zagter fhijden zoude. Men wil,<br />

dat het • believen van zijnen vader 4<br />

welke destijds nog in leven en voor<br />

deze dogter ingenomen was, bij deze<br />

keus min of meer in aanmerking<br />

is gekomen ; gelijk het ook waarfchijnelijk<br />

is, dat hij den Hertog van<br />

Panna, wien hij toen ter tijd een<br />

verzoek moest afïlaan, door deze eer,<br />

aan deszelfs Gemalin bewezen , heeft<br />

willen paaien. Daar dc landerijen der<br />

Hertoginne door zijne Italiaan fche ftaten<br />

omringd , en ten allen tijde aan<br />

zijne wapenen blootgefteld waren, konde<br />

hij tevens met zo veel minder<br />

gevaar, de hoogfte magt in hare handen'<br />

vertrouwen : en tot zijne volkomene<br />

I.' 2


t<br />

BOEK.<br />

i*z DE A F V A L DER<br />

gerustheid bleef nog ALEXANDEK<br />

FARNESE, haar Zoon, als een on-<br />

i derpand van hare trou, aan zijn Hof.<br />

Alle deze redenen te zamen waren<br />

gewigtig genoeg, om 's Konings keus<br />

op haar te bepalen , en zij waren<br />

zelfs volkomen beflisfend , dewijl zij<br />

door den Bisfchop van Atrecht en<br />

den Hertog van Alba onderfteund werden<br />

: de laatfte fcheen dit te doen,<br />

omdat hij alle overige mededingers<br />

haatte of benijdde; de eerfte, omdat<br />

zijne heerschzugt waarfchijnelijk reeds<br />

toen de grote voldoening in 't oog<br />

had, welke in de zwakke ziel van<br />

deze Vorstin voor hem gereed lag (*).<br />

FILIPS ontving de nieuwe Landvoogdes<br />

met een pragtig gevolg aan<br />

de grenzen des lands , en voerde<br />

haar in grote ftaatfij naar Gent, waar<br />

de Algemene Staten vergaderd waren.<br />

Daar hij niet voornemens was, om<br />

fpoedig weer in de Nederlanden te<br />

komen , wilde hij, nog eer hij dezelve<br />

geheel verliet, der Natie door<br />

ene plegtige Dagvaart genoegen geven<br />

, en zijne gemaakte fchikkingen<br />

op ene wettige wijze nader bekragtigen.<br />

Hier vertoonde hij zig voor<br />

de laatfte maal aan zijne Nederlan-<br />

(*) BURGUND. L. I. 23. STRADA Dec. L<br />

L. I. 24. VAN MET EREN, II. 61. Recueil<br />

& Memorial des troubles des Pays-bas. fautfo-<br />

re H O P F E R O ) T. II. Vita YIGLI 118. 1^.


NEDERLANDEN. 133<br />

ders, welke van nu voordaan hun I.<br />

lot uit de verborgene verheid, even 30EK.<br />

als uit de handen der onderaardfehen ,<br />

te wagten hadden. Om dezen . plegtigen<br />

dag des te meer luisters bytezetten<br />

, floeg hij elf nieuwe Ridders<br />

van het Gulde Vlies, liet zijne<br />

Zuster op enen ftocl nevens zig<br />

zitten, cn toonde haar den volke<br />

als deszelfs toekomflige Voogdes. Alle<br />

bezwaren des volks over de geloofs-plakaten<br />

, de Inquifitie , het agterlaten<br />

van de Spaanfche foldaten,<br />

de opgelegde lasten, en de wederregtelijke<br />

invoering van vreemdelingen<br />

in 's lands bedieningen , kwamen op<br />

dezen Land-dag ter bane, en werden<br />

wederzijds met drift verhandeld; enigen<br />

op ene listige wijze afgewezen<br />

of in fchijn opgeheven , anderen<br />

door magtfpreuken afgeflagëri. Dewijl<br />

de Koning in de lands-taal een<br />

vreemdeling was, fprak hij door den mond<br />

des Bisfchops van Atrecht tot de Natie;<br />

telde haar met veel grootfpraak alle de<br />

weldaden van zijn beftuur op, verzekerde<br />

haar van zijne genade voor het<br />

toekomende, en beval den Staten nog<br />

eenmaal op het ernftigfte de handhaving<br />

des Katholijken geloofs, en de<br />

uitroejing der Ketterij. Hij beloofde<br />

hun, dat het Spaanfche Krijgsvolk<br />

binnen weinige maanden de Nederlanden<br />

zoude ruimen , indien men<br />

hem flegts tijd wilde<br />

I 3<br />

vergunnen, dat


I.<br />

BOEK.<br />

DE AFVAL DÉR<br />

hij zig van de menigvuldige uitgaven<br />

des laatfieh ooriogs hciTrelde \<br />

om aan deze benden 'de agterftallige<br />

foldij te kunnen betalen : hunne<br />

landswetten ' zouden ongefchonden blijven<br />

, de belastingen hen niet boven<br />

vermogen drukken, en de Inquifitie<br />

zoude haar amt met regtvaardighcid<br />

en gematigdheid waarnemen. Hij voegde<br />

hierbij, dat hij in de keuze van<br />

ene Landvoogdesfe voornaamlijk met den<br />

wensch der natie • was te 1<br />

rade gegaan<br />

, en zig tot ene inboreling bepaald<br />

had, welke in derzelver zeden<br />

en gewoonten ingewijd, en uit Vaderlandsliefde<br />

haar genegen was : hij<br />

vermaande haar des, zijne keus door<br />

hare dankbaarheid te • vereren , en aan<br />

zijne Zuster, de Hertoginne, even als<br />

aan hem zeiven te gehoorzamen. Bijaldien<br />

, zeide hij ten befluite •, onverwagte<br />

belctfelen zijne terugkomst<br />

mogten tegenhouden, zo beloofde hij<br />

hun, Prins KAREL, zijn' zoon, in<br />

zijne plaatfe te zenden, die in Brusfel<br />

zijn verblijf zoude memen (*).<br />

Enige kloekmoedige leden dezer Vergadering<br />

waagden nog een laatfte poging<br />

voor de vrijheid - van geweten.<br />

Elk volk, dus was hun gevoelen,'<br />

moest naar zijn eigen Nationaal karakter,<br />

even als ieder mensch naar zijne lichaams<br />

- gefteldheid , behandeld worden;<br />

(*) BURG. L. I. 34. 37. STRADA L. 32.


NEDERLANDEN. 135<br />

dus zoude men, bij voorbeeld, het L<br />

Zuiden onder enen zekeren graad van BOEK.<br />

dwang nog voor gelukkig houden,<br />

welke voor het Noorden onverdraagelijk<br />

zoude zijn. Nimmer, voegden<br />

zij 'er bij, zouden de Vlamingen<br />

in een juk bewilligen, waaronder<br />

de Spanjaarden misfchien geduldig bukten,<br />

en, zo men hun hetzelve wilde opdringen<br />

, zouden zij liever het uiterfte<br />

wagen. Dit voorftel werd door eenigen<br />

van 's Konings Raden onderfteund,<br />

welke met ernst op verzagting van<br />

die fchrikkelijke Geloofs-plakaten aandrongen;<br />

maar FILIPS bleef onverbiddelijk:<br />

„ liever niet heerfchen," was<br />

zijn antwoord , „ dan over Ketters<br />

„ heerfchen (*)."<br />

Volgens ene " inrigting, reeds door<br />

KAREL DEN VIJFDEN gemaakt, waren<br />

der Landvoogdesfe drie Raadsvergaderingen<br />

of Kamers, toegevoegd, welke de waarne<br />

ming der Staatszaken onder zig verdeelden<br />

Zo lang FILIPS zelf in de Nederlandei j<br />

tegenwoordig was , hadden deze dri<<br />

Vergaderingen zeer veel van hare mag<br />

verloren, en de eerfte van dezelven<br />

de Raad van State, had bijna ge<br />

heel ftilgezeten: tans, nu_ hij he l<br />

hegt der regering weder uit de han<br />

den gaf, verkregen zij haar vorij<br />

aanzien weder. In den Raad vat<br />

State, welke over oorlog en vrede<br />

(*) BENTIVOCL. L. I. p. io„<br />

\ 4<br />

j


I.<br />

BOEK.<br />

136 DE AFVAL DE li<br />

en de veiligheid van buiten het opzigt<br />

had, zaten de Bisfchop van<br />

Atrecht , de Prins van Oranje, de<br />

Graaf van Egmond , de Prelident<br />

van den Geheimen Raad , VIGLIUS<br />

VAN ZUICHEM, VAN AIJTTA, en de<br />

Graaf van Barlaimont, Prefident van<br />

den Raad der Geldmiddelen. Alle de<br />

Ridders van het Gulden Vlies , alle<br />

de leden van den Geheimen Raad<br />

en den Raad der Geldmiddelen, gelijk<br />

ook die van den groten Raad<br />

te Mechelen , welke reeds door K A-<br />

R.EL DEN VIJFDEN aan den Geheimen<br />

Raad te Brusfel onderworpen<br />

was, hadden zitting en Hem in den<br />

Raad van State , wanneer zij van<br />

de Landvoogdesfe uitdrukkelijk daar geroepen<br />

werden, Het befluur van 'sKonings<br />

inkomften en Domeinen behoorde<br />

aan den Raad der Geldmiddelen,<br />

en de Geheime Raad hield zig bezig<br />

met het Regts-wezen en de burgerlijke<br />

orde, en verleende brieven van<br />

vrijdom en vergiffenis. De ledigffaande<br />

Stadhouders-plaatzen in de Provinciën<br />

werden of van nieus vervuld,<br />

of de ouden bevestigd: Vlaanderen en<br />

Artois behield de Graaf van Egmond;<br />

Holland, Zeeland, Utregt en<br />

Westfriesland met het Graaffchap Bourgondië<br />

de Prins van Oranje ; de<br />

Graaf van Aremberg, Oost - Friesland<br />

Overysfel en Groningen ; de Graaf<br />

ran Mansveld, Luxemburg;' Bnrkimont,


NEDERLANDEN. 137<br />

Namur ; de Marquis van Bergen L<br />

Henegouwen , Chateau in Cambrefis BOEK,<br />

en Valencyn ; de Baron van Montigny,<br />

Doornik en het Doornikfchc:<br />

andere Provinciën werden aan anderen<br />

gegeven , welke onzer opmerking minder<br />

waardig zijn. FILIPS VA IS MOKT-<br />

MOREN c IJ, Graaf van Hoorn, wien<br />

de Graaf van Megen in het Stadhouderfchap<br />

over Gelderland cn Zutfen<br />

was opgevolgd, werd als Admiraal<br />

der Nederlandfche Zeemagc<br />

aangefteld. Elke Provinciale Stadhouder<br />

was tevens Ridder van het Gulden<br />

Vlies, en Medelid van den Raad<br />

van State. Elk had in de Provincie,<br />

welke hij beftuurde, het bevel<br />

over het krijgsvolk, welke dezelve<br />

dekte, en het hoofd-opzigt over dc Burgerlijke<br />

regering , en het regts-wezen:<br />

uitgenomen alleen Vlaanderen ; waai<br />

de Stadhouder<br />

zeggen had.<br />

in regtszaken niets te<br />

Braband alleen ftonc i<br />

onmiddelijk onder de Landvoogdes,<br />

welke, volgens oud gebruik , te Brus<br />

fel haar beften dig verblijf nam. Da<br />

6<br />

r<br />

de Prins van Oranje als Stadhoude<br />

r<br />

was aangefteld, was eigenlijk ftrijdi; ><br />

met<br />

wijl<br />

de<br />

hij<br />

Conftitutie des Lands, dc<br />

een vreemdeling was; , maa r<br />

enige landgoederen,<br />

Provinciën hier en<br />

welke hij in d<br />

daar bezat, c<br />

f<br />

als Voogd over zijnen Zoon l>eftuui<br />

de, een langdurig verblijf in dit land i<br />

en voornaamlijk 'het<br />

ï 5<br />

onbepaalde ve:


D E A F V A L D.ER<br />

L trouwen der Natie in zijne denkwij­<br />

R OEIt. ze , vergoedden aan wezenlijke bevoegdheid<br />

, wat hem aan ene toevallige<br />

ontbrak (*).<br />

De nationale magt der Nederlanderen,<br />

welke wanneer zij voltallig was, uit<br />

drieduizend paarden moest beftaan, dog<br />

tans niet veel over de tweduizend<br />

beliep, werd in veertien benden verdeeld<br />

, over welke, behalvcn de Stadhouders<br />

der Provinciën, nog de Hertog<br />

van Aarfchot, de Graven van<br />

Hoogftraten, Bosfu, Roeux en Brederode<br />

het opperbevel voerden. Deze<br />

ruiterij , welke door alle zeventien<br />

Provinciën verdeeld was , moest<br />

alleen maar. voor onverwagte toevallen<br />

gereed ftaan: hoe weinig zij<br />

ook tot grote ondernemingen toereikend<br />

ware, was zij nogtans ter bewaringe<br />

. van de binnenlandfche rust<br />

^enoegfaam. Zij v/as van enen beproefden<br />

moed, en de vorige oor-<br />

j ogen hadden den roem van hare<br />

i iapperheid door geheel Europa ver­<br />

1 breid (f). Behalven deze moest 'er<br />

1 ïog voetvolk worden aangenomen, dog<br />

1 vaartoe de Staten tot hier toe niet<br />

] :onden befluiten. Van de buitenland-<br />

i che troepen waren nog enige Duit-<br />

(*) VAN METEREN L D. L Boek 46.<br />

1 iLRGUND. L. I. p. 7. 25. 30. 34. STRAD.A<br />

I .. I. 20.<br />

(f) BURGUND. L. I. 26. STRADA L.<br />

I 21. HOPPER ig, 19. THUAN. T. II. 489,


NEDERLANDEN. i39<br />

fche Regimenten in dienst, welke ï.<br />

op hunne betaling wagtten. De vier­ ROEK<br />

duizend Spanjaarden, over welke zo<br />

veel bezwaar gemaakt werd, ftonden<br />

onder twe Spaanfche Bevelhebbers,<br />

MENDOZA en ROMERO, en lagen<br />

in de crensfteden in bezetting.<br />

Onder de Nederlandfche Groten,<br />

welken de Koning bij de begeving<br />

van deze plaatfcn boven anderen uitkipte<br />

, Haan de namen des Graven<br />

van Egmond en des Prinfen van<br />

Oranje boven aan. Hoe diep ook<br />

toen reeds de haat tegen deze beiden<br />

, en bijzonderlijk tegen den laatften,<br />

bij hem geworteld ware , gat<br />

hij hun evenwel nog deze openbare<br />

blijken van zijne gunst, omdat zijne<br />

wraak nog niet rijp was, en hel<br />

volk hen bijna afgodisch vereerde.<br />

Beider goederen werden vrij van be<br />

festingen verklaard; (*) dc voordcliglh<br />

Stadhouderfchappen werden hun gege<br />

ven; door het aangeboden bevel oye<br />

de agtergcblevene Spanjaarden, ftreeld*<br />

hij hen met een vertrouwen, well<br />

hi zeer verre af was van wezen<br />

lijk in hun te Hellen: maar tei l<br />

zelfden tijde, dat hij den Prins doo f<br />

deze openbare bewijzen zijner ^ agtin; r<br />

verpligtte, wist hij hem in 't ge<br />

heim des te gevoeliger te kwetfer<br />

Uit vrees, dat ene verbmdtems mc t<br />

(*) Als mede die van den Graye van Hoorn»


BOEK.<br />

140 DE AFVAL DE 11<br />

het magtige Huis van Lotharingen<br />

dezen verdagcen Leenman tot (louter<br />

aanflagen mogt verleiden, ftremde hij<br />

het huwelijk, dat tusfehen dezen en<br />

ene Prinfes uit dat Huis Hond aangegaan<br />

te worden, en verijdelde deszelfs<br />

hoop, welke zo nabij hare<br />

vervulling was : een grievende fpijt,<br />

Welke de Prins hem nooit vergeven<br />

heeft (*). De haat tegen W I L L E M<br />

vermeesterde éénmaal geheel en al<br />

zijne aangeborene kunst van veinzen,<br />

en deed hem enen flap begaan, waar­<br />

in wij FILIPS DEN T WED EN geheel<br />

niet meer herkennen. Toen hij<br />

te Vlisfingen aan boord ging, en de<br />

Groten des lands zig op het ftrand<br />

rondom hem fchaarden, vergat hij<br />

Zig zeiven zo ver, dat hij den Prins<br />

op ene onbefchofte wijze bejegende,<br />

en hem openlijk voor de oorzaakder<br />

Vlaamfche onlusten uitkreet. De<br />

Prins antwoordde op ene bedaarde<br />

wijze , dat 'er niets gebeurd was,<br />

't welk de Staten niet uit eigene<br />

seweeging en uit de billijkte oorza-<br />

j ten gedaan hadden. „ Neen," zeide<br />

'ILIPS , terwijl hij 's Prinfen hand<br />

rreep , en dezelve hevig fchudde ,<br />

, niet de Staten, maar gij, gij, gij|«<br />

Je Prins flond verflomd, en zonder<br />

e wagten, tot dat de Koning aan<br />

loord was , wenschte hij hein een<br />

(*) WATSON T. 1. 137-<br />

I


NEDERLANDEN. 14*<br />

goede reis, en ging naar de Stad<br />

te rug (*). Zo maakte perfoonlij- j<br />

ke haat de verbittering ongeneesbaar,<br />

welke deze regtfchapen en edele man<br />

reeds voor lang tegen den onderdrukker<br />

van een vrij volk in zijnen boezem<br />

droeg; en deze dubbelde ter.<br />

ging bragt ten laatflen die grote onderneming<br />

tot rijpheid, welke der<br />

Spaanfche Krone op zeven van hare<br />

edelfte ftenen te ftaan kwam.<br />

FILIPS had zijn waar karakter<br />

niet weinig verzaakt, daar hij de<br />

Nederlanden nog met zo veel goedertierenheid<br />

verliet. De wettige vorm<br />

ener dagvaart , de bereidwilligheid om<br />

zijne Spanjaarden uit het 1<br />

L<br />

land te<br />

voeren , de infchikkelijkheid om_ in<br />

de gewigtigfte lands-amten de lievelingen<br />

des volks te zetten , eindelijk,<br />

de opoffering, welke hij aan hunne<br />

ftaatsgefteldheid deed, door den Graaf<br />

van Feria weêr uit den Raad van<br />

State te nemen, waren oplettendheden<br />

, waaraan zijne groothartigheid zig<br />

nooit weder fchuldig maakte ; dog<br />

hij had tans meer dan ooit de genegenheid<br />

der Staten nodig, ten einde<br />

met hunne hulp, ware het mo-<br />

(*) Vie £? Genéalogie de Guillaume I.<br />

Prime d'Orange. Dit boek , welk ik niet<br />

meer in handen heb , en waarvan ik den<br />

tytel niet nader kan opgeven, is onder Koning<br />

WILLEM DEN DERDEN van Engeland<br />

gefchreven, en ook aan hem opgedragen.<br />

IOEK.


I.<br />

BOK K.<br />

r#é DE A F Y A L D E R<br />

gelijk, den zwaren last van fchulderi<br />

weg te nemen ,. welke nog van dc vorige<br />

oorlogen op de Nederlanden rustte<br />

: met zig door kleine opofferingen<br />

aangenaam bij hen te maken,<br />

hoopte hij misfchien zijne onregtvaardige<br />

handelwijze te vergoeden. Hij<br />

tekende zijn affcheid met blijken van<br />

genade , want hij wist , in welke<br />

handen hij hen liet: de vreeslijke<br />

tonelen des doods , welke hij dit<br />

ongelukkige volk had toegedagt, moesten<br />

den helderen glans der Majefteit<br />

niet verduisteren , die , gelijk de<br />

Godheid, hare voetftappen alleen met<br />

weldoen tekent; die fchrikkelijke roem<br />

was voor zijne Plaatsbekleders befternd.<br />

Evenwel werd door de herïfelling<br />

van den Raad van State de<br />

Nederlandfche Adel meer gevleid, dan<br />

hij werkelijkcn invloed daardoor kreeg."<br />

De Gefchiedfchrijver STRADA, welke<br />

van alles , wat de Landvoogdes betrof,<br />

uit de eigene papieren van<br />

deze best konde onderrigt zijn, (*) heeft<br />

ons enige punten bewaard uit het<br />

geheime narigt, welke haar door de<br />

Spaanfche Regering werd gegeven. Wanïeer<br />

zij merkte, vindt men onder<br />

inderen hierin , dat de Raden' door<br />

sartijfchappen verdeeld,. of, 't geen<br />

i<br />

] log erger was, door geheime on-<br />

< lerhandelingen', vóór de zitting, af-<br />

.(*) STRADA' L. IL 49. & L. ï- 31,


NEDERLANDEN. 143<br />

fpraak met elkander gemaakt hadden, I.<br />

. .. „:: J« 13 nn/-Icwr>r


L<br />

BOEK.<br />

»44 DE AFVAL DER.<br />

het gelijke regt der ftemmen, de<br />

meerderheid niet zelden op de zijde<br />

van het onverftand weten te krijgen.<br />

Een twede regel, door cle Landvoogdes<br />

waartenemen, was, den zodamgen<br />

leden van den Raad , welke<br />

tegen ene fchikking geftemd hadden<br />

, ^ nadrukkelijk voortehouden , dat<br />

zij die fchikking , in gevalle dezelve<br />

kwame doortegaan, even zo bereidwillig<br />

moesten bevorderen , als<br />

of zij de ijveriglte voorftanders van<br />

dezelve geweest waren ; daardoor zouden<br />

zij niet alleen het volk omtrent<br />

den bewerker van zodanige wet in het<br />

onzekere laten , maar ook de kibbelarijen<br />

onder de leden doen ophouden<br />

, en bij het ftemmen ene grote<br />

vrijheid invoeren (*).<br />

Ongeagt alle deze voorzorgen, had<br />

FILIPS de Nederlanden niet gerust<br />

tunnen verlaten , zo lang hij wist<br />

| lat de overmagt in den Raad van<br />

t a t e<br />

l „ en de gehoorfaamheid der Pro­<br />

i vinciën in handen van den verdagten<br />

j \del was. Om dus ook van dezen<br />

1 :ant ^ zijne vrees te doen bedaren,<br />

< « zig tevens van de Landvoogdesfe<br />

I e verzekeren, onderwierp hij haar<br />

I :elve, en in haar alle Lands-zaken<br />

| an het opper-toezigt van den Bis­<br />

{ shop van Atrecht, in welken enigen<br />

man<br />

(*) STRADA Dec. I. L. L 31.


NEDERLANDEN. '145<br />

man hij den gedugtflen aanhang een<br />

genoegfaam tegenwigt gaf. Naar dezen<br />

werd de Hertogin , als naar een<br />

onfeilbaar orakel der Majefteit, gewezen,<br />

en in hem had zij enen ltrengen<br />

waarnemer van haar beftuur. Onder<br />

alle ftervelingen van dien tijd maakte<br />

GRANVELLE de enigfte uitzondering,<br />

welken het wantrouwen van FILIPS<br />

DEN TWEDEN fchijnt geleden te<br />

lebben; verzekerd dat deze in Brusfel<br />

was , kon hij" in Segoviën flapen.<br />

Hij vertrok uit de Nederlanden<br />

in September des jaars 1559. Een<br />

ftorm deed zijn vloot vergaan, terwijl<br />

hij zelf bij Laredo in Biscajcn<br />

behouden aan land kwam; en zijne<br />

fombere blijdfchap dankte den God des<br />

behouds door ene affchuwelijke gelofte.<br />

Het gevaarlijke beftuur der Nederlanden<br />

was in de handen van enen<br />

Priester en ene vrou gegeven, en de<br />

laffe Dwingeland vlood van het kwaad,<br />

dat hij had uitgevoerd, en ontdook<br />

in zijnen bid-floel te Madrid dc beden<br />

, de klagten en de vervloekin*<br />

gen van zijn volk.<br />

# *<br />

I. DEEL, K<br />

I.<br />

BOEIT.


n.<br />

BOEK.<br />

T W E D E B O E K .<br />

LANDVOOGDIJ VAN MARGAREET<br />

VAN P A R M A.<br />

A<br />

Jt^-NTONIUS PERENOT, Bisfchop<br />

van Atrccht , naderhand Aartsbisfchop<br />

van Mechelen , cn Opper - kerkvoogd<br />

der Verenigde Nederlanden, dien de<br />

haat zijner tijdgenoten ons onder den<br />

naam van Kardinaal GRANVRLLE vereeuwigd<br />

heeft , werd in den jare<br />

1516 te Befancon in het Graaffchap<br />

Bourgondië geboren. Zijn Vader, N 1 KO­<br />

LA A s PERENOT, de Zoon van enen<br />

fmid (*), was door eigen verdienfte<br />

tot den rang van Geheimfchrijver der<br />

Hertoginne MARGAREET VAN SA-<br />

(*) Dit is eer verdigtfel, dn, uit den<br />

algemenen ha?t tegen den Krrdinrrl gefproten<br />

, zig langen tijd , en genoegfaam tot<br />

in onze dfgen heeft voordgeplrnt. Men<br />

weet tpns uit egte befcheiden, dut GR AN­<br />

TE LLE'S Vader in Franfche Comté uit een<br />

aanzienlijk geflagt, oorfpronklijk van Genua,<br />

gefproten was. VÏRT.


DE AFVAL DER NEDERLANDEN. '147<br />

VOJE , toenmaals Landvoogdes der ÏT.<br />

Nederlanden , opgeklommen: hier werd 3 0EK.<br />

hij aan KAREL DEN VIJFDEN als<br />

een bekwaam Staatsman bekend, welke<br />

hem in zijnen dienst nam , en bij de<br />

gewigtigfte onderhandelingen gebruikte.<br />

Twintig jaren arbeidde hij in het Kabinet<br />

des Keizers, bekleedde * de waardigheid<br />

van deszelfs Geheimraad cn<br />

Zegelbewaarder, deelde in alle de<br />

ftaatsgcheimen van dezen Vorst, en<br />

verworf zig een groot vermogen (*).<br />

ANTONIUS PERENOT erfde de waardigheden<br />

, den invloed, en de Staatkunde<br />

van dezen zijn' Vader, en gaf<br />

reeds in zijne vroege jeugd blijken van<br />

de grote bekwaamheid, welke hem<br />

namaals ene zo roemrijke loopbaan geopend<br />

heeft. Hij had op verfcheidene<br />

Hoge Scholen de talenten befchaafd,<br />

waarmede hij zo mildelijk van de Natuur<br />

begiftigd was , en in beide deze<br />

opzigten had hij veel vooruit boven<br />

zijnen Vader. Weldra toonde hij in<br />

Haat te zijn, om zig door eigen<br />

kragt ltaande te houden op de plaats,<br />

waarop eens anders verdienften hem gefield<br />

hadden. Hij was vier en twintig<br />

jaren oud, toen hij van den Keizer<br />

, als deszelfs Gevolmagtigde, naar<br />

de Kerkvergadering van Trente werd<br />

gezonden , cn hier vertoonde hij de<br />

eerfte proeven zijner welfprekendheid,<br />

f*) VAN MÏTEREN CO. JTRABA 47»<br />

K a


•548 DE AFVAL DER<br />

II. welke hem in 't vervolg zulk een' magtigen<br />

. invloed op twe Koningen verfchafte.<br />

.KAREL gebruikte hem nog in verfcheidene<br />

moeilijke Gezantfchappen, welken<br />

hij tot groot genoegen van zijnen<br />

Meester uitvoerde; en toen eindelijk<br />

deze Keizer den fcepter aan zijnen Zoon<br />

afitond, maakte hij dit kostbare gefchenk<br />

volkomen , door hem enen Staatsdienaar<br />

toetevoegen,<br />

fcepter hielp voeren.<br />

welke hem dien<br />

GRANVELLE opende zijne nieuwe<br />

loopbaan daadlijk met het grootfte meesterltuk<br />

van zijn ftaatkundig vernuft,<br />

met namelijk uit de gunst van zulk een'<br />

BOEK Vader in de gunst van zulk een' Zoon<br />

zo gemaklijk over te glijden. Spoedig<br />

gelukte het hem, dezelve inderdaad<br />

te verdienen. Bij de geheime<br />

onderhandeling, welke de Hertogin van<br />

Lotharingen tusfehen de Franfche en<br />

Spaanfche Ministers in Peronne bewerkt<br />

had, beraamde hij met den Kardinaal<br />

van Lotharingen de zamenzwering tegen<br />

de Protelïanten , welke naderhand<br />

te Chateau in Cambrefis , waar hij<br />

mede aan de vredes - onderhandelingen<br />

arbeidde , tot rijpheid gebragt , maar<br />

ook aldaar verraden werd.<br />

Een doordringend, veelbevattend verftand,<br />

ene ongemene vaardigheid in<br />

grote ingewikkelde zaken , en de uitgebreidfte<br />

geleerdheid was met enen<br />

lastdragenden vlijt, en een onvermoeid<br />

1558. geduld; de ondernemendfte geest met


NEDERLANDEN. 149<br />

ene alles wikkende voorzigtigheid, in n.<br />

dezen man op ene wonderlijke wijze 1<br />

verenigd. Bij dag en bij nagt, flaap- .<br />

loos en nugtercn, werkte hij voor den<br />

Staat; het gewigtige en het geringe<br />

werd bij hem met dezelfde gemoedhjke<br />

zorgvuldigheid overwogen, en men<br />

kon met waarheid van hem zeggen ,<br />

dat hij den last des Rijks op manlijke<br />

fchouders torste. Niet zelden<br />

hield hij vijf Geheimfchrijvers te gelijk<br />

bezig, en allen in verfchillende<br />

talen, waarvan hij gezegd wordt zeven gefproken<br />

te hebben. Het geen door een<br />

wèlwikkend verlland langfaam tot rijpheid<br />

was gebragt, verkreeg kragt en bevalligheid<br />

in zijnen mond; en de waarheid<br />

door ene vermogende tovertaal verzeld,<br />

fleepte alle Hoorders met geweld weg.<br />

Zijn trou was onkrenkbaar , omdat<br />

gene der driften , welke den^ enen<br />

mensch van den anderen afhangelijk maken<br />

, ooit zijn gemoed in verzoeking<br />

bragt. Hij had flegts een enig mensch<br />

van noden , en, om dezen enigen<br />

fchat te bewaren, waagde hij het gehele<br />

mcnschdom. Met ene verwonderlijke<br />

fcherpheid van geest had hi;<br />

de ziel vah zijnen Meester befpied, er [<br />

hij kende vaak reeds in de wezenstrek<br />

ken de gehele rij der gedagtcn , cvei<br />

als in de eerfte fchaduwtrekken he<br />

beeld, dat nog ftaat gevormd te wor<br />

den.<br />

dezen<br />

Met hulprijke kunst, kwam hi i<br />

trager geest te gemoet; vorm<br />

K 3<br />

iOEK.


I?o DE AFVAL DER<br />

II. de de onrijpe vrugr , die nog op<br />

BOEK deszelfs lippen was , tot volkomene<br />

gedagten, en gunde hem grootmoedig<br />

het zoete zelfbedrog van eigene vinding?<br />

hij verftond de moeilijke kunst van<br />

zijn eigen verftand te verkleinen, en<br />

zijn vernuft aan enen ander toeteeigenen.<br />

Gelijk ene onnatuurlijke moeder<br />

die haar eigen kind verzaakt,<br />

deed hij aflland van de geda°ten<br />

waarvan hij zelf de uitvinder was'<br />

om dezelve aan zijnen Heer, als des-<br />

Zelfs oorfpronglijk eigendom toetekennen.<br />

Das heerschte hij over FILIPS, omdat<br />

hij zijne heerfchappij verborg, en op<br />

deze wijze alleen kon FILIPS beheerscht<br />

worden. Te vreden met ene ftille<br />

naar wezenlijke magt, haakte hij 'niet<br />

( mverzadefijk naar nieuwe tekenen van<br />

lezelve, welke gewoonlijk het wenfehe-<br />

] ïjkfte doel zijn van kleine geesten ;<br />

1 naar elke nieuwe waardigheid paste<br />

} tem, als of zij nooit van hem ge-<br />

ƒ bheiden ware geweest. Geen wonder,<br />

C at zulke buitengemene hoedanigheden<br />

l em de gunst van zijnen Heer verwier­<br />

V en : doch een nog gewigtiger erf-<br />

I eel van flaatkundige geheimen en on-<br />

d ervindingen, welken KAREL D E VIJF-<br />

I E in een bij uitflek bezig leven op­<br />

g gaan en in dit hoofd ter bewaringe<br />

g :legd had, maakte hem voor zijnen<br />

OJ wolger volftrekt onontbeerelijk. Hoe<br />

Z( er ook deze laatfte, met zig zeiven<br />

jn genomen, gewoon was op zijn eigen


NEDERLANDEN. ï5*<br />

rerftand te vertrouwen, zo noodzaaklijk II.<br />

was het evenwel voor zijne fchroonv i 01K.<br />

a£tige, kruipende Staatkunde, enen fter- -<br />

ker *eest in den arm te nemen, en<br />

haar "efren befluiteloosheid door gezag,<br />

eens anders voorbeeld, en raadopvolsing<br />

te gemoet te komen. Generhande<br />

Staatszaken, gene dingen, welke<br />

'sKonings huis betroffen , kwamen ,<br />

zo lang FILIPS in de Nederlanden<br />

tegenwoordig was, tot ftand , zonder<br />

da* GRANVELLE 'er deel in had;<br />

en toen de Koning de reis naar Spanje<br />

ftond aantenemen, liet hij aan de<br />

nieuwe Landvoogdesfe in dezen Dienaar<br />

een even zo gewigtig gefchenk<br />

na, als hem zeiven van den Keizer,<br />

zijnen Vader , in hem was nagelaten.<br />

Hoe gewoonlijk men ook willekeurige<br />

Vorsten hun vertrouwen ziet fchenken<br />

aan zodanigen van hunne fchepfels,<br />

die door htm uit het Hof zijn opgebeurd,<br />

en wier vormers zij zijn, werder<br />

'er nogthans zulke uittekende gaven ver<br />

eischt, om de agterhoudende eigenliefde var I<br />

een karakter, als dat van FILIPS was<br />

zo verre te overwinnen , dat dezelve n I<br />

vertrouwen , ja in een volkomen ver<br />

trouwen overging. . Het genngfe bhjl<br />

van de billijkfre eigenliefde, wsurdoo r<br />

hij zijn eigendom aan ene gedagte ><br />

welke doodden Koning eenmaal al s<br />

de zijne was aangenomen , fchee .1<br />

weêroii te eifchen , zou den Diena r<br />

zijnen gehelen invloed gekost hebbes i.<br />

K 4


II.<br />

BOE K.<br />

*S* DE AFVAL DER<br />

Het ftond dezen vrij aan de laagte<br />

driften van wellust, gierigheid, wrik!<br />

mSr' A - V<br />

n tm<br />

T<br />

cl t e<br />

S<br />

maar de _ emgfte , welke hem inderdaad<br />

b c z i e l d e j d e a a n g e n a m e b e w u s [_<br />

Heid van eigene voortreflijkheid en vermogen<br />

, moest hij zorgvuldiglijk voor<br />

het agterdogtige oog van den Vorst<br />

verbergen. Vrijwillig' ftond hij af van<br />

alle voorregten, welken hij in eigendom<br />

bezat, om dezelve van de grootmoedigheid<br />

des Konings andermaal te<br />

ontvangen. Zijn geluk mogt uit o-een andere bron dan deze voordvloefen •<br />

geen ander mensch mogt aanfpraak op<br />

zijne dankbaarheid hebben. Het Pur<br />

>er hem uit Rome toegezonden , wil­<br />

(<br />

le hy „iet aannemen, voor dat hij<br />

s Konings toeftcmming uit Spanje be-<br />

1 comen had: terwijl hij hetzelve aan<br />

< len voet van den troon nedcrleide,<br />

i cheen hij het als 't ware eerst ui<br />

C e handen van den Vorst te ontvan-<br />

I en (*). Minder Staatsman dan hij,<br />

r gtte de Hertog van Alba zig te Ant­<br />

v werpen een ftandhceld op , en fchreef<br />

z jnen eigen naam onder de zegetekens<br />

v 'eiken hij als een werktuig der Kroone<br />

b ehaald had; maar A L B A ging m e t d e<br />

O igenade van zijnen Heer ten grave- hu­<br />

h id met ene roekeloze hand in het Regaal<br />

V m de Kroon getast , door onmiddehïk<br />

Ui t de bron der onfterflijkheid te fcheppen.<br />

(,*) STRADA 65.<br />

vieren;


NEDERLANDEN; 153<br />

Driemaal verwisfelde GRANVELLE II.<br />

van Heer, en driemaal gelukte het j 10 EK.<br />

hem tot de hoogde gunst opteklim- •<br />

men. Even gcmaklijk, als .hij den<br />

diep gewortelden trots van enen zelfheerfcher,<br />

en het ftijve Egoïsmus van<br />

enen Despoot had weten te beduren,<br />

wist hij ook de zwakke verwaandheid<br />

ener Vrouwe ftaande te houden. Zijne<br />

verrigtingen met de Landvoogdesfe<br />

werden gewoonlijk , ook dan, wanneer<br />

zij in één huis bij elkander waren ,<br />

door briefjes afgedaan; een gebruik,<br />

dat men zegt uit de tijden van AU­<br />

GUSTUS en TIBERIUS herkomftig te<br />

zijn. Wanneeer de Landvoogdes m 't<br />

naau was gebragt , werden zodanige<br />

briefjes tusfehen den Dienaar cn haar,<br />

vaak van uur tot uur, gewisfeld. Waarfchijnelijk<br />

verkoos hij dit middel , om<br />

den waakfamen nijd des Adels te bedriegen<br />

, welke zijnen invloed op de<br />

Landvoogdes niet geheel moest kennen;<br />

misfehien dagt hij ook langs dien weg<br />

zijne raadflagen voor de aatstgenoemde<br />

duurfamer te maken, en zig in<br />

geval van nood met de fchriftelijke<br />

blijken tegen befchuldiging te dekken.<br />

Maar de waakfaamheid van den Adel<br />

ftelde deze voorzigtigheid te leur, en<br />

weldra werd het in alle Provinciën<br />

bekend, dat niets<br />

dienaar gefchiedde.<br />

zonder den Staats­<br />

GRANVELLE bezat alle hoedanigheden<br />

eens volmaakten Staatsmans voor<br />

K 5


154 DE AFVAL DER<br />

11. Rijken, die tot een eigendunklijk be­<br />

BOEK. ltuur overhellen : maar volftrekt p-enen<br />

yoor vrije Staten, die Koningen hebben.<br />

Opgevoed tusfehen den troon<br />

en den biegritoel kende hij gene andere<br />

betrekkingen tusfehen menfchen,<br />

lan heerfchappij en onderwerping, en<br />

] iet inwendige gevoel van zijn eigen<br />

I neerderheid boezemde hem menfehen-<br />

1 reragting in. Het ontbrak zijner ftaat-<br />

1 mn.le aan zagtheid, de enige deugd,<br />

velke haar hier onontbeerelijk was. Nooit<br />

1 veek zij af van haar eens gezette<br />

3 igtfnoer , dewijl zij zig reeds in<br />

( le jeugd van zijnen geest had ge-<br />

^ ormd , en dewijl het bezwaarlijk valt,<br />

an enen vroeg ontvangen indruk te<br />

{ :heiden. Hij was oplopend en woest<br />

\ an aart, en wapende met de koning-<br />

1 jke volmagt de natuurlijke heftigheid<br />

x an zijn gemoed, en de driften van zijen<br />

geestlijken (land. Onder het be-<br />

i mg van de Kroon bewimpelde hij<br />

2 ijn eigen eerzugt , en maakte de<br />

erwijdering tusfehen de Natie en den<br />

* honing onherftelbaar, dewijl hij dan<br />

V oor dezen onontbeerelijk bleef. Hij zogt<br />

a m den Adel zijne eigene geringe afk<br />

:>mst te wreeken, en ftelde , gelijk al-<br />

le die genen , welke het geluk door<br />

# :rdienften gedwongen hebben , de<br />

ïorregten van geboorte beneden die,<br />

Vv aardoor hij tot aanzien geftegen<br />

f \ Proteftanten erkenden hem<br />

mnen onverzoenlijkiten vijand ;<br />

was.<br />

voor<br />

alle<br />

1


NEDERLANDEN. 155<br />

lasten, welke het land drukten, wer­ II.<br />

den aan hem toegefchrcven, en allen , lOEK»<br />

drukten des te onverdraagelijker, om- .<br />

dat zij van hem kwamen; ja zelfs<br />

wordt hij . befchuldigd, :de zagter gezindheden,<br />

welke het dringend aanhouden<br />

der Staten den Vorst eindelijk hadden<br />

afgeperst, tot Ürengheid te rug<br />

gebragt te hebben. De Nederlanden<br />

vervloekten hem , als den gedugtften<br />

vijand hunner vrijheid, en de eerfte<br />

oorzaak van al den jammer, welke<br />

hun namaals is overgekomen (*)<br />

Klaarblijklijk had FILIPS de Provinciën<br />

nog* te vroeg verlaten. De nieu­<br />

'559*<br />

we maatregelen der Regering waren<br />

voor dit volk nog te vreemd , en<br />

konden door hem alleen gezag en nadruk<br />

verkrijgen ; de nieuwe Kunstwerktuigen<br />

, welken hij liet fpelen , moesten<br />

door een gedugte fterke hand<br />

aan den gang gebragt, derzelver eerfte<br />

bewegingen vooraf geholpen, en<br />

door gehoorfaamheid eerst bevestigd<br />

worden. Tans ftelde hij dezen Staatsdienaar<br />

bloot aan alle driften, welke<br />

in ééns ophielden de banden der<br />

Koninglijke tegenwoordigheid te gevoelen<br />

; liet aan den zwakken arm van<br />

enen onderdaan een werk over, waaronder<br />

de Hoogheid zelve met hare<br />

(*) STRADA Dec. I. L. Ü. 47. 4*«<br />

49V 50. THUAN. L. VI. 301. BURGUN*<br />

BIU.1.


'156 DE AFVAL DER<br />

II. magtige fteunfels zou hebben kunnen be­<br />

BOEK. zwijken , en maakte enen ftaatkundigen<br />

misflag tot ene misdaad in de verkeerde<br />

keuze van zijnen dienaar.<br />

Het land bloeide inderdaad, en een<br />

algemene welvaart fcheen te getuigen<br />

van het geluk des vredes, welken het<br />

voor korten tijd deelagtig was geworden<br />

; het uitwendige voorkomen van<br />

rust bekoorde het oog : maar het<br />

was niet dan blote fchijn , en van<br />

binnen fmeulde de gevaarlijkfte twedragt.<br />

Wanneer de Godsdienst in een<br />

land aan 't wankelen is, wankelt hij<br />

niet alleen; de moedwil had met het<br />

heilige begonnen, en eindigde met het<br />

onheilige. De gelukte aanval tegen<br />

de Gecstlijke overheerfching, had lust<br />

en floutheid ingeboezemd om alle gezag<br />

in 't gemeen aantetasten, en wetten<br />

zo wel als Icerftcllingen , pligten<br />

zo wel als gevoelens, te onderzoeken.<br />

Deze dweepagtige moed , dien men<br />

m zaken , de eeuwigheid betreffende,<br />

had geleerd te oefenen , kon zijn<br />

roorwerp veranderen ; deze kleinagting<br />

van leven en goederen, kon van vreesigtige<br />

burgers dolle oproermakers maten.<br />

Ene vroulijke regering van bij-<br />

I ia veertig jaren, had aan' de Natie<br />

i gelegenheid gegeven , om hare regten<br />

I e doen gelden ; aanhoudende oorlo­<br />

i gen , waarvan de Nederlanden het to-<br />

I leel waren , hadden ene zekere los­<br />

\ bandigheid ingevoerd, en het regt van


NEDERLANDEN. 157<br />

den flerkflen voor burgerlijke orde in II.<br />

de plaats gefield; de Provinciën wa­ ÏOEK.<br />

ren opgevuld met vreemde gelukzoekers<br />

en vlugtelingen, louter menfchen,<br />

die aan geen vaderland, geen geflagt,<br />

geen eigendom meer gebonden waren,<br />

en die nog het zaad des oproers uit<br />

hun ongelukkig land herwaards overbragten.<br />

De gedurige tonelen van<br />

foltering en dood hadden de tedere<br />

banden der zedelijkheid verbroken, en<br />

aan het karakter der Natie ene onnatuurlijke<br />

ongevoeligheid gegeven. Door<br />

alle de verfchrikkingen der menschlijke<br />

natuur op deze moordtonelen blootteftellen,<br />

en de gemoederen met dezelve<br />

gemeenfaam te maken , verloor<br />

de Regering haar meest vermogend<br />

behoedmiddel, den fchrik voor het onbekende.<br />

Nu waren 'er voor het misdruk<br />

gene verfchrikkingen meer agtergehouden ;<br />

het oog telde dezelve , de gewoonte<br />

benam haar de kragt , en het verftand<br />

was in ftaat gefield om dezelve te wegen.<br />

.<br />

Dan, met dit alles Zou<br />

[<br />

de opkanc<br />

nog fchroomagtig zijn gebleven , er :<br />

langs den grond gekropen hebben<br />

had hij niet in den Adel enen fleur<br />

gevonden , waarmede hij zig op eet 1<br />

gedugte wijze verhief. KAREL DI<br />

VIJFDE had de Nederlandfche Grotei 1<br />

verw end, daar hij hen tot deelgenote! 1<br />

van zijnen roem maakte, hunnen volks<br />

hoogmoed voedde door den voorrang<br />

>


158 DE AFVAL DEK.<br />

II. welken hij hun boven den Kasriliaan»<br />

BOEK. fchcn Adel gaf, en in alle delen zijns<br />

Rijks voor hunne eerzugt een veld<br />

opende. In den laatften Franfchen<br />

oorlog hadden zij aan zijnen Zoon dezen<br />

voorrang wezenlijk verdiend ; de<br />

voordelen , welken de Koning uit den<br />

vrede van Chateau in Cambrefis inoogstte<br />

, waren grotendeels het werk van<br />

hunne dapperheid geweest, en nu waren<br />

zij op ene gevoelige wijze verftoken<br />

van den dank, waarop zij<br />

met zo veel reden ftaat gemaakt hadden.<br />

Hier kwam bij , dat door de<br />

affcheiding des Duitfchen Keizerrijks<br />

van het Spaanfche rijk, en den min<br />

krijgshaftigen geest der nieuwe Regering,<br />

hun werkkring over het geheel<br />

kleiner geworden , en 'er buiten hun<br />

Vaderland weinig meer voor hun te<br />

vinnen was. FILIPS Melde tans zijie<br />

Spanjaarden aan, waar KAREL<br />

>E VIJFDE Nederlanders gebruikt had.<br />

UI* die hartstogten, welken de voige<br />

Regering bij hun verwekt en<br />

verkfaam gemaakt had, hadden zij tans<br />

1 den vrede bij zig behouden ; en deze<br />

ssbandige driften, die het aan haar regt-<br />

r ïatig voorwerp ontbrak, vonden on-<br />

I elukkig in de bezwaren des Vader*<br />

1; tnds een ander. Nu haalden zij die<br />

a mfpraken, welke enen tijd lang door<br />

n ieuwe driften verdrongen waren, uit<br />

d f vergetelheid te voorfchijn. Bij de<br />

Ia atfte vervulling der openftaande plaat


NEDERLANDEN. *59<br />

fen had de Koning genoegfaam niet<br />

dan misnoegden gemaakt ; want zelfs<br />

die genen, welke met amten waren<br />

begunfligd, waren weinig beter te vreden<br />

dan die, welken hij had voorbijgegaan,<br />

omdat zij op beteren hadden<br />

ftaat gemaakt. WILLEM VAN ORAN-<br />

J E had vier Stadhouderfchappen , zonder<br />

nog andere kleineren medeterekenen,<br />

die te zamen genomen de<br />

waarde van een vijfde beliepen; maar<br />

WILLEM had zijn uitzigt op Braband<br />

en Vlaanderen gevestigd. Hij en de<br />

Graaf van Egmond zagen voorbij,<br />

wat hun werkelijk ten dele was gevallen<br />

, en dagten flegts daaraan , dar<br />

de Landvoogdij hun was ontgaan. Het<br />

grootfte gedeelte van den Adel had<br />

zig zelf in fchulden geftoken, of zig<br />

door de Regering daartoe laten vervoeren.<br />

Tans, daar hun de hoop<br />

benomen was, om zig door voordelige<br />

amten te herftellen , zagen zij<br />

zig op eenmaal aan gebrek blootgefteld,<br />

dat hun te gevoeliger fmcrt<br />

veroorzaakte , hoe meer de pragtige<br />

levenswijze van den welgezeten burger<br />

hetzelve deed in 't oog lopen. In<br />

den uiterften nood, waartoe het met<br />

hun gekomen was, hadden velen zelfs<br />

tot een misdrijf de band geboden:<br />

hoe zouden zij dus de verleidende<br />

aanbiedingen der Kalvinisten hebbes<br />

kunnen wederftaan, welke hunne voorfpraak<br />

en befchcrming met zware fom-<br />

IL<br />

SOES,


II.<br />

BOEK.<br />

l5o DE AFVAL DER<br />

men betaalden? Velen eindelijk, voor<br />

wien gene redding meer overig was,<br />

vonden hunne laatfte tocvlugt in de<br />

algemene verwoesting, en Honden elk<br />

oogenblik gereed , om den brand in<br />

de Republiek te Heken. (*)<br />

Deze gevaarlijke gefteldheid der gemoederen<br />

werd door de ongelukkige<br />

nabuurfchap van Frankrijk nog meer<br />

verergerd. Het gene FILIPS voor de<br />

Nederlanden te vrezen had, was daar<br />

reeds werkelijk gebeurd. In het lot<br />

van dit Rijk kon hij het lot zijner<br />

Nederlanden afgebeeld zien, en de<br />

geest des oproers kon aldaar een verleidend<br />

voorbeeld vinden. Gelijke toevallen<br />

hadden onder FRANCISCUS DEN<br />

EERSTEN en HENDRIK DEN TWE-<br />

DEN de zaden van verandering in dit<br />

Rijk geftrooid; ene gelijke razernij der<br />

vervolgingen, en een gelijke geest van partijfchap<br />

hadden deszelfs wasdom bevorderd<br />

, en die tedere vrugt tot enen<br />

reus aangekweekt. Tans worstelden Hugenoten<br />

en Katholijken in enen zeer<br />

twijfelagtigen ftrijd ; woedende partijen<br />

rukten dit gehele Rijk uit zijne gewrigten,<br />

en fleepten dezen magtigen Staat<br />

met geweld tot op den oever van zijnen<br />

Ondergang. Hier , zo wel als<br />

daar , konden eigenbelang , heerschzugt<br />

en<br />

C) Vita VIGLII T. II. Recueil des troubles<br />

des Pays-bis, P. HOPPER 22. STRA­<br />

DA 47.


NEDERLANDEN. tSi<br />

«h geest van partij fchap zig in het<br />

kleed van godsdienst en vaderlandsliefde<br />

vermommen, en de driften van enige<br />

weinige burgers de gehele Natie<br />

in de wapens brengen: de grenzen<br />

van beide landen lopen in Fransch<br />

Vlaanderen in één; het oproer kan,<br />

gelijk een verbolgen zee, töt hier<br />

toe zijne golven werpen ; zou de<br />

overgang aan hetzelve belet worden<br />

door een land, welks taal, zeden ert<br />

geaartheid tusfehen Galliën en Belgiën<br />

als in 't midden ftond ? Tot nog<br />

toe had de Regering geen onderzoek<br />

naar hare Proteftantfche onderdanen<br />

in deze landen gedaan ; maaf<br />

zij weet, dat deze nieuwe fekte eeti<br />

zamenhangende grote republiek is, welke<br />

hare wortelen . door alle Rijken<br />

der Christenheid verfpreidt; ert de geringfte<br />

fchudding daadlijk in alle hare<br />

delen gevoelt. Het zijn dreigende<br />

Volkanen, die ^ door onderaardfche<br />

wegen verbonden , zig in ene gedugtë<br />

Sympathie ten gelijken tijde aahfteken.<br />

De Nederlanden moesten vöor alle<br />

Volken openftaan , omdat zij van alle<br />

volken leefden. Kon zij enen handeidrijvenden<br />

ftaat zo gemaklijk fluiten<br />

als hare Spaanfche Staten ? Bijaldieri<br />

zij deze Gewesten van hunne dwa ;<br />

ling in 't geloof Wilde zuiveren;<br />

zo moest zy beginnen met haar ip<br />

Frankrijk uitteroeicn (*).<br />

C*) STRADA L. III. 71. 72. 73,<br />

I. DEEL. L<br />

BOEK»


BOEK.<br />

1(5ï DE AFVAL DEIl<br />

Jtt 'Zodanig' vond GRANVELLE de Ne*<br />

derlanden,<br />

aanvaardde.<br />

toen hij zijne bediening<br />

I56o. De eenvormigheid van het Pausdom<br />

in deze Landen terug te brengen, het<br />

gezag van den Adel en de Staten te<br />

fnuiken, en op de puinhopen der republikeinfche<br />

vrijheid de Koninglijke<br />

magt te verheffen , was de grote bedoeling<br />

der Spaanfche Staatkunde , en<br />

de last van den nieuwen Staatsdienaar.<br />

Maar deze onderneming vond hinderpalen,<br />

ter wegneminge van welke, nieuwe<br />

middelen uitgedagt, nieuwe kunstwerktuigen<br />

in beweging gebragt moesten<br />

worden. De Inquifitie en de<br />

Bloed-plakaten fchenen wel genoegfaam<br />

te zijn, om de befmetting der ketterij<br />

tegen te gaan; maar dezen ontbrak<br />

het aan toezieners, en gene aan<br />

voldoende werktuigen van haar uitgebreid<br />

regtsgebied. Hier te Lande hield<br />

he oorfpronklijke Kerk-inrigting van<br />

vroegere tijden , toen de Provinciën<br />

nin volkryk waren , de Kerk nog ene<br />

ilgemene rust genoot, en het toezigt op<br />

lezelve gemakkelijker was, nog 'ftand.<br />

ien reeks van eeuwen, welke de gelele<br />

inwendige gefteldheid dezer Gewesten<br />

veranderd had, had dezen vorm<br />

ran het Geestelijke beftuur onveranderd<br />

ïelaten, die behalven dat, door de<br />

Privilegiën der Provinciën tegen de<br />

willekeur van. derzelver beheerfchers gedekt<br />

was. Alle de zeventien Provinciën


NEDERLANDEN. I'S'*<br />

.waren onder vier Bisfchoppen ver­ ft<br />

deeld, welke te Atrecht, Doornik, BOEK,<br />

Kamerijk en Utrecht hunnen ftoél<br />

hadden, en aan de Aartsftiften van<br />

Rheims en Keulen ondergefchikt waren.<br />

FILIPS DE GOEDE, Hertog van<br />

Bourgondië, was wel, bij de toenemende<br />

bevolking dezer Landen , op<br />

ene uitbreiding van de Geestelijke<br />

magt bedagt geweest , maar had dit<br />

ontwerp in de dronkenfchap van een<br />

vrolijk leven weder vergeten. KA­<br />

REL DE STOUTE werd door eet*<br />

zugt en lust tot veroveringen, van de<br />

inwendige belangen zijner Landen afgetrokken<br />

j en MAXIMILIAAN had<br />

reeds te vele vérfchillen met de Staten<br />

, om ook nog dezen ftrijd te wagen;<br />

Ene onftuimige regering belettede KA­<br />

REL DEN VIJFDEN de Uitvoering<br />

van dit uitgeftrekte plan, dat FILIPS<br />

DE TWEDE tans als een erfenis var<br />

alle deze Vorften overnam (*). Nu<br />

was het tijdftip gekomen, dat de<br />

dringende nood der Kerke deze nieu­<br />

wigheid verfchonen, en de ftilte var<br />

den vrede derzelver uitvoering begün<br />

ftigen konde. Met de verbazende<br />

Volksmenigte , welke zig uit allé oorden<br />

van Europa in de Nederlandfche<br />

Steden te Zameh pakte, was ene vermenging<br />

van Godsdienften en gevoe I<br />

lens ontftaan, welke door zo Weinig* I<br />

.f*) BURCÜND. 45* STRADA 42*.<br />

La<br />

l


n.<br />

BOEK.<br />

164 DE AFVAL DER<br />

ogen onmogelijk meer gade geflagen<br />

konden worden. Daar het getal der<br />

Bisfchoppen zo klein was, moest derzelver<br />

gebied zig veel te ver uitftrekken,<br />

en vier menfchen waren niet<br />

langer in ftaat, om voor de zuiverheid<br />

van geloof in een zo wyd uitgeftrekt<br />

gebied te waken. Het regtsgebied,<br />

dat de Aartsbisfchoppen van Keulen en<br />

Rheims in de Nederlanden oefenden, was<br />

reeds lang een aanftoot voor de Regering<br />

geweest, welke dit Land nog<br />

niet als haar eigendom kon befchouwen<br />

, zo lang het gewigtigfte gedeelte<br />

i Ier magt in vreemde handen was.<br />

l Om hun deze magt te ontweldigen, de<br />

I jeloofs-onderzoeken door nieuwe kragt-<br />

) iadige werktuigen te verlevendigen, en<br />

i evens het getal van zijne aanhange-<br />

1 ingen op den Rijksdag te vergroten,<br />

| rond men geen beter middel, dan her<br />

;etal der Bisfchoppen te vermeerderen.<br />

| /Iet dit plan beklom FILIPS DE TWE-<br />

I E den troon ; maar ene verandering<br />

ii 1 het Geestelijke gebied moest bij<br />

d e Staten den fterkften tegenftand vin-<br />

d en , zonder welke dezelve tog niec<br />

v 'el kon ondernomen worden. Men<br />

k on wel voorzien , dat de Adel nim-<br />

| ter m ene inftelling zou bewilligen,<br />

v 'aardoor 's Konings partij enen zo<br />

11 erken aanwas bekwam, en hun zei-<br />

V ;n de' overmagt in de Staten - ver-<br />

g idering benomen wierd. De inkomen,<br />

waarvan deze nieuwe Bisfchop-


NEDERLANDEN. iSg<br />

pen leven zonden, moesten den Ab­ ir.<br />

ten en Monniken worden afgenomen, JOEK;<br />

en deze maakten een aanzienlijk gedeelte<br />

der Landsflenden uit: wij zwijgen<br />

, dat hij alle de Proteftanten te<br />

vrezen had, welke niet in gebreke<br />

zouden gebleven zijn, om , op den<br />

Landsdag, hem heimelijk tegen te werken.<br />

Te weinig gewoon den regten<br />

weg der waarheid en geregtigheid inteflaan<br />

, wanneer voor de logen<br />

nog een klein fluippad open was,<br />

nam hij ook nu zijne toevlugt tot bedrog<br />

, en het gehele werk werd te<br />

Rome op de heimelijklle wijze be-<br />

lloken. FRANS SONNOY, een Priester<br />

uit Leuven, en welafgerigt dienaar<br />

van GRANVELLE, verftheen voor<br />

PAÜLUS DEN VIERDEN, en gaf<br />

hem te kennen, hoe uitgellrekt deze<br />

Landen waren, hoe gezegend en volkrijk<br />

, hoe vrolijk in hun geluk. Maar,<br />

zeide hij verder , in het onmatige<br />

genot der vrijheid wordt het ware<br />

geloof verwaarloosd , en de Ketters<br />

komen op. Om dit kwaad te fluiten<br />

, moet de Roomfche ftoel een<br />

buitengewoon middel te werk ftellen.<br />

Het viel niet moeielijk den Bisfchop<br />

van Rome tot ene nieuwigheid te bewegen<br />

, die den kring van zijn eigen<br />

regtsgebied zou vergroten, PAU-<br />

LUS DE VIERDE Helde daarop een<br />

regtbank aan van zeven Kardinalen ,<br />

welke deze gewigtige zaak in oyer-<br />

l


\6ê DE AFVAL DER<br />

II. weging moesten nemen; dog 't geen<br />

SOEI ;. de dood hem belettede, werd door<br />

r zijnen opvolger PIUS DEN VIERDEN<br />

voltooid (*). De Koning ontving de<br />

heimelijke tijding nog in Zeeland, voor<br />

dat hij naar Spanje onder zeil ging,<br />

en de Staatsdienaar werd in 't geheim<br />

met de gevaarlijke uitvoering be-<br />

> last. Het nieuwe Geestelijke gebied<br />

wordt bekend gemaakt; by de tegenwoordige<br />

vier Bisdommen zijn dertien<br />

nieuwe bijgevoegd, naar de zeventien<br />

Gewesten des Lands, en vier derzelven<br />

tot Aartsftiften verheven. Zes van<br />

die Bisfchoplijke zetels , namelijk die<br />

van Antwerpen, 's Hertogenbosch, Gent,<br />

Yperen , en Roermonde ftaan onder<br />

het Aartsftift van Mechelen; vijf andere<br />

, Haarlem , Middelburg, Leeuwarden<br />

, Deventer en Groningen , onder<br />

het Aartsftift van Utregt; en de<br />

vier overigen, Atrecht, Doornik, St.<br />

Omer en Namen , welke nader aan<br />

Frankrijk liggen , en taal, geaartheid<br />

en zeden met dat Land gemeen hebben<br />

, onder het Aartsftift van Kamerijk.<br />

Mechelen , in 't midden van<br />

Braband en van alle zeventien Provinciën<br />

gelegen , is de Hoofdzetel van alle<br />

de overigen , en, benevens verfcheidene<br />

rijke Abtdijen , de beloning van<br />

GRANVELLE. De inkomften der nieu-<br />

OOBURGUND. 46. VAN METEREN «ar.<br />

Vita vict. T. ï. 34..


N E D E R L A N D E N .<br />

167<br />

we Bisdommen worden uit de fchac- II.<br />

ten der Kloosters en Abtdijen geno­ BOEK<br />

men , welke door vrome liefdadigheid<br />

federt eeuwen hier zijn opgeftapeld.<br />

Zommige Abten verkrijgen zelfs de<br />

Bisfchoplijke waardigheid, die met het<br />

bezit van hunne Klooster- en Prelaatfchappen<br />

ook de Item ter Staten-vergadering<br />

behouden , welke aan dezen<br />

gehegt is. Met elk Bisdom zijn<br />

te gelijk negen Prebenden verbonden,<br />

welke aan de bekwaamfte Regtsgeleerden<br />

en Godgeleerden gefchonken worden<br />

, om de Inquifitie en den Bisfchop<br />

in hun geestelijk amt te onderfteunen.<br />

Twe van dezen, die zig<br />

door kundigheid, ondervinding en onbefproken<br />

wandel dezen voorrang waardig<br />

gemaakt hebben, zyn werkelijke<br />

Inquifiteurs, en hebben de eerfte fteni<br />

in die vergaderingen, Den Aartsbisfchop<br />

van Mechelen, als Opperkerk<br />

voogd- van alle zeventien Provinciën ,<br />

is de volmagt gegeven om Aartsbis<br />

fchoppen naar welgevallen aantcftel<br />

Jen en aftezetten, en de Roomfch<<br />

ftoel geeft alleenlijk de goedkeuring (*)<br />

In alle andere tijden zoude d<<br />

Natie ene zodanige verbetering in he t<br />

(fl BURGUND. 49- 5°' DlNOTH. de<br />

bello civili Belg. L. !. 8. GROT. 15.<br />

E I D<br />

Vit. VIGL. 34- STRADA 23. R '<br />

HOPPER Recueil des troubles des Pays-bas,<br />

ÜB vita VIGL. T. II. 23. 28, 0<br />

L 4<br />

6<br />

"


ïï.<br />

té* DE AFVAL DER<br />

Kerkwezerj met dankbare goedkeuring<br />

SOEK . aangenomen hebben, daar dezelve door<br />

. de noodzakelykheid intefchikken , ea<br />

voor den Godsdienst en ter . verbeteringe<br />

der Monniken geheel 'onontbeerlijk<br />

was. Tans gaven de omftandigheden<br />

der tijden haar dc hatclijkfte<br />

gedaante. Algemeen was het misnoegen<br />

, waar mede zij ontvangen wierd.<br />

De Conftitutie, riep men, is de bodem<br />

ingeflagen, de regten des volks<br />

en de bijzondere voorregten der enkelde<br />

ftanden gefchonden , de Inquifitie<br />

ftaat voor de deur, die haar<br />

bloedgerigt van nu af hier, gelijk<br />

in Spanje , zal openen. Met beven<br />

bcfchout het volk deze nieuwe<br />

dienaars der willekeur en der vervolging.<br />

_ De Adel ziet de Koninklijke<br />

magt in de Staten-vergadering door<br />

veertien magtige Hemmen' verfterkt, en<br />

den fterkften ftut der Volks-vrijheid,<br />

het evenwigt tusfehen de Koninglijke<br />

en burgerlijke magt, weggenomen. De<br />

Dude^ Bisfchoppen beklagen zig over<br />

vermindering van hunne goederen , en<br />

beperking van hun regtsgebicd; de Ab^<br />

ien en Monniken hebben hunne magt en<br />

inkomften tevens verloren , en daar re°en<br />

Irenge opzieners over hun gedrag betomen.<br />

Adel en Volk , Priesters en<br />

] _*eken, komen te zamen tegen deze<br />

i remene vijanden<br />

i roor een klein<br />

op, en terwijl alles<br />

eigenbelang in de<br />

veer is, fchijnt ene gedugte ftem,


NEDERLANDEN. %S(f<br />

i eT Vaderlandsliefde gehoord te wor-<br />

den C * )<br />

C<br />

Van alle Provinciën is Braband het<br />

fterkfte hier tegen gekant. Dc onfchendbaarheid<br />

van hare Kerklijke inr<br />

rigtino- is een der voorregten , welken<br />

zi? zig in den merkwaardigen Vrijheids-brief<br />

der Blijde Inkomfte heeft<br />

voorbehouden; grondwetten, die de Vorst<br />

niet kan fchenden, zonder de INatie<br />

van hare gehoorfiamheid jegens hem<br />

te ontdaan. Te vergeefs beweerde de<br />

Hogcfchool te Leuven , dat in onftuimige<br />

tijden der Kerke een Privilege<br />

zijne kragt verloor, dat haar in<br />

vreedfame tijden gegeven was. Door de<br />

invoering der nieuwe Bisdommen werd hei<br />

ganfche gebou van hare vrijheid gefchud<br />

De Prelaatfchappcn, welke nu aan de<br />

Bisfchoppen kwamen, moesten van m BOEK<br />

af enen anderen regel volgen , dat<br />

het welzijn der Provincie, waarvan zi<br />

de ftenden waren. Uit vrije Vader<br />

land-lievende burgers ontftonden tans werk<br />

tuiden van den Roomfchen ftoel, ei<br />

afhangelingen van den Aarts-bisfehop<br />

die nog daarenboven, als eerfte Pre<br />

laat van Braband (f), bijzonderlijk ove<br />

hun te gebieden had. Het was me<br />

de vrijheid van ftemmen gedaan, de<br />

wijl de Bisfchoppen, als de gedier<br />

(*) GROT. I$- feq.. Vita VIGL. T. I<br />

28. feq.<br />

' (t) Abt van Affligem.<br />

V §<br />

[.<br />

» r t<br />

II.


H.<br />

BOEK.<br />

t?» DE AFVAL DER<br />

flige verklikkers van het Hof, elk<br />

befchroomd maakten. „ Wie," zeide<br />

men, „ zal het voordaan wagen, in<br />

„ tegenwoordigheid van zulke verfpie-<br />

„ ders, ter vergadering de Item te<br />

„ verheffen , of de regten der Na-<br />

„ tie tegen de roofgierige aanvallen<br />

„ der Regering in befcherming te ne-<br />

„ men? Zij zullen de hulpbronnen<br />

„ der ^ Provinciën opfporen , en de<br />

„ geheimen, van onze vrijheid en van<br />

„ onzen eigendom aan de Kroon ver-<br />

„ raden. Den weg tot alle eeramten<br />

„ zullen zij affluiten; weldra zullen<br />

„ wij hen van zijne Hovelingen zien<br />

„ gevolgd worden ; de kinders van bui-<br />

„ tenlanders zullen voordaan den Raad<br />

„ innemen, en het belang hunner be-<br />

„ gunftigers zal hunne gehuurde ftemmen<br />

„ befturen." „ Welk een geweld !"<br />

rervoigden de Monniken , „ de heili-<br />

„ ge ftigtingen der Godvrugt om<br />

„ te keren , den onfehendbaren wil<br />

, der ftervenden te verbreken , en,<br />

, 't geen vrome milddadigheid in de-<br />

I , ze bewaarplaatfcn voor ongelukkigen<br />

5 , had weggelegd, voor de dartelheid<br />

3 , dezer Bisfchoppen te laten dienen ,<br />

) , en de trotfche pragt van dezen<br />

i , met den roof der armoede te verr<br />

J , groten!" Niet alleen de Abten en<br />

ï /Ionniken, welken het ongeluk wer-,<br />

l elijk trof, van door deze ver­<br />

r andering te lijden, maar alle fami-<br />

1 ën, die tot in de laatsttoekomende


NEDERLANDEN, Ï7*<br />

Seflagten zig met enigen fchijn van<br />

hoop konden vleiën om dat voordeel<br />

eenmaal te genieten, gevoelden dit verlies<br />

van hunne hoop niet wfcw *<br />

dan of zij het werkelijk geleden hadden<br />

, en het leed van enige Prelaten<br />

werd de zaak van gehele ge-<br />

flagten (*), . . . . , a n<br />

In deze algemene beweging hebben<br />

de Gefchiedfchrijvers ons de heimelyke<br />

gangen van Prins WILLEM laten waarnemen<br />

, die zijn best deed om deze<br />

ondereen woelende driften op een zeker<br />

doel te rigten. Door aanfloking<br />

van hem gefchiedde het, dat de Brabanders<br />

de Landvoogdes om enen voor<br />

fbraak en befchermer verzogten , de<br />

wijl zij alleen onder alle de overig.<br />

Nederlandfche onderdanen het ongelul<br />

hadden, van in den zelfden pertoo; |<br />

hunnen Bezorger en Heer te verem<br />

eren Hunne keus kon op meman d<br />

andèrs , dan op den Prins van Oranje<br />

vallen. Maar de flimheid van GRAP •<br />

VELL E wist dezen ftrik te brekei 1.<br />

„ Wie dit amt verkrijgt," gaf hij i n<br />

den Raad van Staten te verftaan •><br />

zal, hope ik, begrijpen dat 1 'ij<br />

Braband met den Koning van Spai 1-<br />

" ie deelt (+>" Het lang uitblijven vs n<br />

'sPaufen open-brief, die door misve r-<br />

{*) BÜRGUND. 55' 5


II.<br />

HOEK<br />

V?% DE AFVAL DER<br />

Jand tusfehen het Roomfche en Spaanfche<br />

Hof te Rome op de lange<br />

baan werd gefchoven, gaf den misnoegden<br />

tijd, om zig tot één doel<br />

te verenigen. Zeer heimelijk vaardigden<br />

de Staten van Braband enen bui­<br />

tengewonen Gezant af, aan PIUS DEN<br />

VIERDEN<br />

i<br />

]<br />

t<br />

i<br />

i<br />

1<br />

, om te Rome zelve hunne zaak<br />

te bevorderen. Deze Gezant werd met<br />

gewigtige brieven van aanbeveling van<br />

den Prins van Oranje voorzien , en<br />

kreeg aanzienlijke geldfommen mede,<br />

om zig tot den Vader der Kerke<br />

den weg te banen. Te gelijk ging<br />

van de Stad Antwerpen een open<br />

brief af aan den Koning van Spanje<br />

waarin hem de nadruklijkfte voordellen<br />

werden gedaan, om deze bloeiende<br />

Koopftad van die nieuwigheid te<br />

verfehonen. 'Zij erkennen daarin, dat'<br />

s Vorllen oogmerk het beste, en de<br />

aanllelhng der nieuwe Bisfchoppen tot<br />

het in ftand houden van den waren<br />

Godsdienst, zeer prijslijk is; dog hiervan<br />

konde men de Buitenlander-s niet<br />

overtuigen, van welken tog de bloei<br />

dunner ftad afhing. De ongegrondfb<br />

;erugten waren in dit opzigt even<br />

zo gevaarlijk als de waaragtiglle. Het<br />

:erfle gezantfehap werd nog tijdig geïoeg<br />

door de Landvoogdes ontdekt<br />

:n verijdeld ; op het twede verkreeg<br />

le Stad Antwerpen zo veel', dat zij,<br />

ot aan de perfoonlijke overkomst des'<br />

[onings, gelijk het heette, van ha-


NEDERLANDEN. m<br />

ren Bisfchop verfchoond zoude blij­<br />

ven (*). i<br />

Het voorbeeld en de goede uitflag .<br />

van Antwerpen was voor alle overige<br />

Steden , welken een Bisfchop was<br />

toegedagt, de leus tot tegenkanting.<br />

Het is een merkwaardig bewijs, hoe<br />

ver destijds de haat tegen de Inquifitie<br />

, en de eendragt der Nederlandfche<br />

Steden gegaan is, dat zij liever<br />

van alle voordelen wilden afzien,<br />

welke de zetel eens Bisfchops voor<br />

hunne inwendige zaken gewislijk moest<br />

medebrengen, dan dien gehaten regtbank<br />

door hare toeftemming bevorderen<br />

, en het voordeel van 't geheel<br />

tegenwerken. Deventer, Roermonde en<br />

Leeuwarden verzetteden zig ftandvastiglijk,<br />

en dreven het ook gelukkig<br />

door; den overigen lieden werden de<br />

Bisfchoppen, in weerwil van alle tegenfpraak,<br />

met geweld opgedrongen.<br />

Utregt, Haarlem, St Omer, en Middelburg<br />

waren de eerften , welke hun<br />

de poorten openden; de overige lieden<br />

volgden het voorbeeld van dezen<br />

; maar te Mechelen en 's Hertogenbosch<br />

werden de Bisfchoppen met<br />

zeer weinig agting ontvangen. Toen<br />

GRANVELLE in de eerstgenoemde ftad<br />

zijne plegtige intrede deed, kwam<br />

(*) BURGUND. 60, 61. VAN METE­<br />

REN 59. Vita VIGL. T. 29, 30. STRADA<br />

III. 79. THÜAN. II. 488.<br />

II.<br />

iOEK


li.<br />

BOEK.<br />

ï?4 «E AFVAL DE II<br />

zelfs nier een der . Edelen te vöorfchijn<br />

, en aan zijne zegepraal ontbrak<br />

alles, dewijl die genen uitbleven,<br />

over welken dezelve gevierd werd (*)!<br />

Inmiddels was ook de beftemde<br />

tijd verlopen, binnen welken de Spaanfche<br />

zoldaten het Land moesten ruimen<br />

, en 'er was nog geen fchijn<br />

van_ hun aanftaande vertrek. Met<br />

fchrik ontdekte men de ware oorzaak<br />

van dit dralen, ert de vreesagdge<br />

argwaan bragt hetzelve met<br />

de Inquifitie in een ongelukkig verband.<br />

Het verlengde verblijf van dit<br />

Krijgsvolk maakte den Staatsdienaar<br />

alle overige nieuwigheden moeielijker,<br />

dewijl de Natie daardoor waakfaam<br />

en wantrouwend gemaakt wierd;<br />

en evenwel wilde hij zig niet gaarne<br />

van dezen magtigen bijftand beroven<br />

, welke hem in een Land, waarin<br />

alles hem haatte , en bij de uitvoering<br />

van enen last , waarbij alles<br />

hem regenfprak, onontbeerlijk fcheen.<br />

Dog eindelijk zag de Landvoogdes<br />

zig door het algemene gemor genoodzaakt,<br />

ernfHg bij den Koning op het<br />

terug roepen van dit Krijgsvolk aantedringen.<br />

Zij fchreef naar Madrid,<br />

dat de Provinciën eenftemmig verklaard<br />

hadden, zig nimmer weder te zullen<br />

laten dwingen, om aan de Regering<br />

(*) Vita VIGL. T. II. Uecueil des trou*<br />

bles des Pays-Bs«, par HOPPER 24.


NEDERLANDEN. 175<br />

de gevraagde buitengewone lasten in*<br />

tewilligen , zo lang men _ haar in<br />

dit opzigt geen woord hield. ^ Het<br />

gevaar van enen opfland was vrij - wat<br />

dringender, dan dat van enen inval<br />

der Franfche Protedanten; en bijaldien<br />

in de Nederlanden een oproer ontftond,<br />

waren deze benden evenwel te<br />

zwak, om hen in toom te houden,<br />

en in de fchatkist was geen geld<br />

genoeg om nieuwen te werven. Nog<br />

zogt de Koning, door uitftel van antwoord<br />

, ten minden tijd te winnen,<br />

en de herhaalde aanzoeken der Landvoogdesfe<br />

zouden nog vrugteloos zijn<br />

gebleven, had niet, tot geluk der<br />

Provinciën , een verlies , kort te voren<br />

van de Turken geleden, hem<br />

genoodzaakt dit Krijgsvolk in de Middellandfche<br />

Zee te gebruiken. Hij bewilligde<br />

dan eindelijk in derzelver vertrek:<br />

zij werden in Zeeland ingefcheept,<br />

en het vreugde - gejuich van<br />

alle Provinciën volgde hunne kielen<br />

(*).<br />

Intusfchen heerschte GRANVELLE<br />

met een bijna onbepaald gezag in<br />

den Raad van State. Alle amten j<br />

wereldlijke en geestelijke, werden dooi<br />

hem begeven ; zijn goedvinden golc l<br />

tegen de verenigde dem der geheh<br />

Vergadering. De Landvoogdes zelv<<br />

(*) STRADA 61, 62, 63*<br />

II.<br />

SOEK.


Ut<br />

BOEK<br />

*?6 D E A F V A L D E R<br />

hing van hem af. Hij had het m<br />

weten te befchikken, dat haar het<br />

bewind flegts voor twe jaren was<br />

opgedragen; door welken kunstgreep<br />

hij haar altoos onder zijne magt<br />

hield (*> Zelden gebeurde het, dat<br />

aan de overige leden enige zaak van<br />

belang in, overweging wierd gegeven ,<br />

en zo dit al gebeurde ; waren het<br />

zaken „ die reeds lang befloten waren,<br />

en waartoe men alleen de nutloze<br />

plegtigheid van hunne toeftem^<br />

mmg wilde hebbem Wanneer een<br />

brief aan den Koning voorgelezen wierd *<br />

had VIGLIUS last, om zodanige pkuu><br />

fen over te flaan * welke door den<br />

Staatsdienaar ondcrflreept waren: Het<br />

gebeurde namelijk meermalen, dat deze<br />

brieven de naaktheid van den ftaat;<br />

of de verlegenheid van de Landvoogdesfe<br />

openbaarden j 't welk men niet<br />

gaarn bekend had gemaakt aan leden,<br />

op wier trou geen ftaat was te maken.<br />

Kwam het geval, dat de partijen<br />

den Staatsdienaar meester wierden i<br />

en met nadruk op een punt bleven<br />

taan , dat hij niet wel meer afflaan<br />

konde , dan zond hij hetzelve aan<br />

het Kabinet van Madrid ter beflisfinge<br />

waardoor hij ten minften tijd won -j<br />

en verzekerd Was van onderfteuning te<br />

raden (f> Wanneer men den Graaf<br />

van<br />

C) V A N METEREN 6t. BURGUND. 37,<br />

W VAN METEREN 6U


NEDERLANDEN.<br />

Van BARLAIMÖNT , den Prefident VIG- Ik<br />

-MUS en weinige anderen uitzonderd , BOEK.<br />

kan men zeggen, dat alle de overige<br />

Staatsraden ene ijdele vertoning<br />

maakten , en zijn . gedrag met hun<br />

fehikte zig naar den geringen prys,<br />

welken hij op hunne vricndfchap en<br />

onderdanigheid ftelde. Geen wonder,<br />

dat menfchen, wier trotschheid door de<br />

vlciendfte onderfcheidingen van oppermagtige<br />

Vorftcn zo ten fterkften vertroeteld<br />

was; die ene verwaandheid,<br />

welke den Vorst ten vriend houdt,<br />

met Ariflokratifche fierheid verenigden:<br />

en wien de eerbiedvolle onderdanigheid<br />

hunner medeburgeren als Goden des<br />

Vaderlands wierookte 5 over deze trotschheid<br />

van een mensch van gemene<br />

afkomst ten hoogllcn gebelgd waren<br />

Velen van hun had GRANVELLI<br />

perfoonüjk beledigd. Het was der t<br />

Prins van Oranje niet onbekend, da<br />

hij zijn huwelijk met de Prinfesfe vai l<br />

Lotharingen verhinderd had , en en<<br />

andere verbindenis met de Prinfesfi<br />

van Saxen hadt getragt te fluiten<br />

Den, Grave. van Hoorn had hij he f<br />

Stadhouderfchap over Gelderland e;<br />

t<br />

Zutfcn ontnomen, cn ene Abtdij, wel<br />

ke dc Graaf van Egmond voor cnei<br />

l<br />

zijner bloedverwanten begeerd had<br />

><br />

voor zig behouden. Van zijne over<br />

magt verzekerd, agtte hij het nie<br />

8 '*•<br />

eens tier moeite waardig , voor dei (<br />

Adel de klcinagting te verbergen, wel<br />

I; DEEL. M


II.<br />

BOEK<br />

[f9 DE AFVAL DER<br />

ke het rigtfnoer van zijn gehele befiuur<br />

was: de Prins van Oranje was<br />

de enigfte $ dien hij nog zijne veinzerij<br />

waardig keurde. Al ware het<br />

dat hij zig werkelijk boven alle wetten<br />

der vrees en welvoegelijkheid verheven<br />

rekende, zo bedroog hem tog<br />

hierin zijne roekeloze trotschheid, en<br />

hij beging geen' minder' misflag tegen<br />

de lïaatkunde, dan hij tegen de<br />

befcheidenheid zondigde. 'Er kon in<br />

den tocnmaligen ftaat van zaken naaulijks<br />

een flegter regel door 'de Regering<br />

gevolgd worden, dan die van<br />

den Adel te verftoten. Zij had in<br />

hare magt derzelver neigingen te vleien<br />

, hen door list en ongemerkt<br />

voor haar plan te winnen, cn de<br />

vrijheid der Natie door hun zeiven<br />

te laten onderdrukken. Tans herinnerde<br />

zij hen geheel ontijdig aan<br />

hunne pb'gten, hunne waardigheid en<br />

hunne magt, noopte hen zelfs om<br />

Patriotten te worden , en ene eerzugt<br />

, welke zij onbedagt afwees, naar<br />

de zijde der ware grootheid te fttren.<br />

Om de Gcloofsverordeningen doortezetten,<br />

had zij den kragtiafter: bij-<br />

•ftand der Stadhoudcren nodig ; maar<br />

geen wonder, dat dezen weinig ij vers<br />

betoonden om haar deze hulp te<br />

bewijzen. Het is veeleer hoogstwaarfdhïjnlijk,<br />

dat zij in ftilte hun best<br />

deden , om de zwarigheden voor den<br />

Staatsdienaar te vermeerderen, en zij-


NEDERLANDEN.' 179<br />

ne maatregels te verijdelen , ten einde<br />

door zijnen tegcnfpoed het ver- } lOÊK,<br />

trouwen des Konings te wraken, en ,<br />

zijn beftuur aan de Spotternij prijs<br />

te geven. Ongetwijfeld moest aan de<br />

flaauheid van hunnen ijver de fnelle<br />

voortgang worden toegefchreven, welken<br />

de Hervorming, in fpijt der bloed-plakaten<br />

, gedurende zijn beftuur, in de<br />

Nederlanden gemaakt heeft. Van den<br />

Adel verzekerd, had hij de woede des<br />

volks kunnen veragten, welke kragteloos<br />

op den gedugten voormuur des<br />

troons afftuit. Het verdriet van den<br />

Burger toefde langen tijd tusfehen tranen<br />

en ftille zugten , tot dat de<br />

kunften cn het voorbeeld der Edelen<br />

hetzelve deden uitberften (*).<br />

Intusfchen werden door de menig­ 156U<br />

te der nieuwe arbeiders de geloofsonderzoeken<br />

met nieuwe werkfaamheid<br />

voordgezet, en de plakaten tegen de<br />

Ketters met ene gedugte gehoorfaamheid<br />

uitgevoerd. Dog dit afgrijslijke<br />

middel had het tijdflip laten voorbijgaan<br />

, waarin het moest aangewend<br />

worden ; de Natie was reeds ,te edel<br />

om ene zo bcestagtige behandeling te<br />

Verdurem De nieuwe Godsdienst konde<br />

nu al niet anders, dan door den<br />

dood van alle zijne belijders , uitgeroeid<br />

wórden. Alle die ftrafoefenin-<br />

GROT, .8—14. STRADA, 5-JJ<br />

M a


II.<br />

BOEK<br />

idd t)È - AFVAL DElt<br />

gen waren tans zo vele bekorende'<br />

tonelen van zijne voortreffelijkheid, zo<br />

vele fchouplaatfen van zijné zegepraal en<br />

van zijne fchitterende deugd. De heldhaftigheid<br />

, waarmede de lijders dert<br />

dood ondergingen , won harten voor het<br />

geloof, waarvoor zij ftierven. Uit het<br />

bloed van énen omgebragtcn ontftonden<br />

tien nieuwe belijders. Niet flegts in<br />

fteden en dorpen, maar op de openbare<br />

wegen en ftratcn , in fchepen<br />

en op wagens , werd over . het gezag<br />

van den Paus , over dc Heiligen,<br />

over het Vagevuur, over den Aflaat<br />

getwist; werden preken gehouden<br />

en menfchen bekeerd. Van het<br />

platte land en uit de ftcden kwam<br />

het gemeen toefchietcn, om de gevangenen<br />

der Inquifitie uit de handen<br />

der Geregtsdienarcn te fcheuren; en<br />

de Overheid, welke het waagde haar<br />

gezag door geweld te handhaven ,<br />

werd met ftenen begroet. Bij hopen<br />

verzelde men de Proteftantfche<br />

leeraars, welke door de Inquifitie<br />

vervolgd werden , droeg hen op<br />

de fchouders naar de Kerk en uit<br />

de Kerk, en verborg hen, met levensgevaar,<br />

voor hunne vervolgers. De<br />

eerfte Provincie, welke van den tuimel<br />

des oproers werd aangetast, was,gelijk<br />

men gevreesd had , Fransch<br />

Vlaanderen. Een Franfche Kalvinist,<br />

LAUNOI genaamd, ftond te Doornik<br />

op als een wonderdoener, betaalde


NEDERLANDEN. l8t<br />

enige vroulicdcn , op dat zij zouden II.<br />

voorgeven ziekten te hebben, en bege­ BOEK»<br />

ren van hem genezen te worden. Hij<br />

predikte in de bosfehen buiten de<br />

ftad, trok het gemeen met gehele fcharen<br />

derwaards, en ontltak het vuur<br />

van opftand in de gemoederen. Het<br />

zelfde gefchiedde te Lille en Valencijn<br />

, in welke laatfte Had die Apostels<br />

door de Overheid in verzekering werden<br />

genomen. Dog terwijl men draalde<br />

met hen te ftraffen, groeide hun<br />

aanhang dermate aan , dat hij fterk<br />

genoeg was, om de gevangenis open<br />

te breken , en het Gcregt zijnen prooi<br />

met geweld te ontrukken. Eindelijk<br />

bragt dc Regering Krijgsvolk in de<br />

ftad, dat de rust hcrftelde. Dan ; dit<br />

weinigbeduidende voorval had op éénmaal<br />

het kleed des gcheims, waaronder de<br />

aanhang der Proteftanten dusverre was<br />

verborgen geweest, weggenomen , en<br />

den Staatsdienaar hun verbazend aantal<br />

laten opmaken. Te Doornik alleen<br />

had men vijfduizend van dezelve, bij<br />

zulk een preek, tegenwoordig gezien,<br />

en te Valencijn niet veel minder,<br />

Wat kon men niet van de Noordelijke<br />

Provinciën verwagten, waar de<br />

vrijheid groter, en de Regering verder<br />

van de hand was , en waar de<br />

nabijheid van Duitschland en Denemarken<br />

de bronnen der befmettüig vermeerderde?<br />

Een enkele wenk had de-<br />

'2e gedugte menigte uit de duisterni;<br />

M 3


*82 DE AFVAL D E11<br />

II te voprfchijn gebragt. Hoe veel gró-<br />

BOEK, ter was misfchïèn het getal van dié<br />

. genen, welke in hun hart der nieuwe<br />

fekte waren toegedaan , en flegts op<br />

een gunftiger ogenblik wagtten, om 'er<br />

openlijk voor uit te komen (*)?<br />

Deze ontdekking bragt de Land-,<br />

voogdes in de uitcrfte ongerustheid. De<br />

flegte handhaving der Plakaten, een uitgeputte<br />

fchatkist, die haar noodzaakte<br />

nieuwe lasten uittefchrijven, en de verdagte<br />

bewegingen der Hugenoten aan<br />

de Franfche grenzen,, maakten hare bekommering<br />

nog groter. Tevens ontving<br />

zij bevel van Madrid , om tweduizend<br />

Nederlandfche ruiters tot vcrfterking van<br />

het leger der Koninginne Moeder naar<br />

Frankrijk te zenden, welk* in de benaaudheid<br />

van den Religie - oorlog hare<br />

tOevlugt tOt FILIPS DEN TWEDEN<br />

had genomen. Elke geloofs-zaak, tot<br />

wat land zij ook behoorde, was voor<br />

FILIPS zijne eigen zaak. Hij nam<br />

dezelve zo na ter harte, als enig<br />

toeval van zijn eigen huis, eh ftond<br />

in zulken gevalle altoos gereed, om<br />

rijn eigendom, ten behoeve van vreemlen,<br />

opteofferen. Was het eigenbelang',<br />

( lat hem hierin beftuurde , het was ten<br />

\ ninften Koninglijk en groot, en het<br />

(*) BURG U N D, 53. 5 S. STRXD A<br />

L. III. • 75- 7*. 77- DiNOTH. d e byio<br />

C»y, Bel?. L. I. 25.


NEDERLANDEN. 183<br />

ftoutmoedig uithouden van dezen grondregel<br />

wint weder zo zeer onze bewondering,<br />

als de fchadelijkheid van<br />

denzelven onze goedkeuring verloren<br />

heeft. ,<br />

De Landvoogdes gaf in den Raad<br />

van State 's Konings begeerte te kennen<br />

, waar zij van den kant des<br />

Adcls den fterklïen tegenftand ontmoette.<br />

De Graaf van Egmond en de<br />

Prins van Oranje zeiden , dat het<br />

tans geheel en al ten ontijde was,<br />

om de Nederlanden van Krijgsvolk<br />

te ontbloten, daar 'er veeleer alle<br />

reden was , om nieu volk te werven.<br />

De naburige bewegingen var<br />

Frankrijk dreigden elk ogenblik ener<br />

aanval , en de inwendige gistingen dei<br />

Provinciën ried de Regering tans mee<br />

dan ooit op hare hoede te zijn<br />

Tot hier toe , zeiden zij verder, Ü)\ I<br />

de Duitfche Proteitanten ledige aan<br />

fchouwers van den ftrijd hunner ge<br />

loofsbroederen geweest, maar zullen z j<br />

dit ook dan blijven, wanneer wij d 2<br />

magr hunner vijanden door onze hul<br />

verfterken? Zullen wij niet hunn S<br />

wraak tegen ons gaande maken, en hunn I<br />

wapenen in het Noorden tier Nedei<br />

landen roepen? Genoegfaam de g<<br />

hele Raad van State verenigde zi l<br />

met dit gevoelen ; de voorftelhnge n<br />

waren nadrukkelijk en niet te wede<br />

leggen. De Landvoogdes zelve, gehj k<br />

ook de Staatsdienaar, moesten de waa<br />

M 4<br />

II.<br />

BOEK.


B OE K<br />

i§4 ©E AFVAL DER.<br />

II. heid daar van gevoelen, en hun eigen<br />

belang fcheen hun de uitvoering van<br />

's Konings bevel te verbieden. Zouden<br />

zij, door de verwijdering van hec<br />

grootite gedeelte der Krijgsmagt, de Inquifitie<br />

van haren enigen lleun beroven,<br />

en zig zeiven , zonder bij*<br />

itand, in een oproerig land, aan de<br />

willekeur van enen trotfehen Adel weerloos<br />

overgeven? Terwijl de Landvoogdes,<br />

tusfehen den wil des Konings, den<br />

aandrang van hare Raden, en haar<br />

eigen vrees verdeeld , in 't geheel geen<br />

bcflisfend befluit' durft nemen , ftaat<br />

de Prins van Oranje op, en ftelt<br />

voor, de algemene Staten bijeen te<br />

roepen. Geen dodelijker flag 'had het<br />

gezag van den Koning kunnen lijden ,<br />

dan dit inroepen der " Natie, een in<br />

het tegenwoordige tijdftip zo verleidende<br />

herinnering aan haar magt cn<br />

hare regten. De Staatsdienaar begreep.<br />

;eer wel het gevaar, dat hem bo-<br />

/en het hoofd hing; hij gaf der<br />

i dertoginne enen wenk, om de raad­<br />

]<br />

pleging aftebreken en de Vergadering<br />

e fcheiden. Hij fchrcef naar Ma-<br />

Irid , dat de Regering, niet verlerflijker<br />

tegen zig zelve konde haulelen,<br />

dan met toeteftaan dat de<br />

Ugemene Staten vergaderden. Zulk<br />

en ftap ware ten allen tijde onoegelijk,<br />

aangezien zij de Natie in ver-<br />

i oeking brengt, om de regten van<br />

i e Kroon te onderzoeken en te be*


NEDERLANDEN. 1B5<br />

paaien; maar tans ware dezelve meer II.<br />

dan ooit , te verwerpen ; rans, nu BOEK,<br />

de geest van oproer zig reeds alomme<br />

had vertoond; tans, nu de<br />

Abten , getergd door het verlies hunner<br />

inkomften , niets onbeproefd zouden<br />

laten, om het gezag der Bisfchoppen<br />

te fnuiken; nu de gantfche<br />

Adel en alle gevolmagdgden van (le<br />

Steden door dc kunsten van den Prins<br />

van Oranje beftuurd wierden , en de<br />

misnoegden op den hijrtand der Natie<br />

vasten ftaat konden maken. Dit<br />

voorftel , waaraan ten minften gene<br />

bondigheid ontbrak , kon niet niisfen<br />

de verwagte uitwerking op \s Konings<br />

gemoed te hebben. Dc Vergadering<br />

der Staten werd eens voor altoos<br />

afgeflagen , de ftraf bedreigingen tegen<br />

de Ketters met alle fcherpheid verr<br />

nieud , cn dc Landvoogdes aangemaand<br />

pm de verzogte hulpbenden fpocdig<br />

over te zenden.<br />

Dan, hiertoe was dc Raad van<br />

State niet te bewegen. Alles, wat<br />

deze toeftond, was, in plaats van hulpbenden<br />

, geld aan de Koninginne Moeder<br />

te zenden, dat haar in het tegenwoordige<br />

tijdftip nog ruim zo welkom<br />

was, Om evenwel de Natie<br />

met een fchaduw-beeld van Republikeinfche<br />

vrijheid te verblinden, befchreef<br />

zij de Stadhouders der Provinciën<br />

, en de Ridders van het Gulden<br />

Vlies tot ene buitengewone ver<br />

M 5


II.<br />

BOEK.<br />

"(*) BURGUND. 63. 65. Vita VIGL.<br />

1. II. 2§. 26. STXABA 82.<br />

v I<br />

\ e<br />

I»ö DE AFVAL DER<br />

gadering te Brusfel , om over de tegenwoordige<br />

gevaren en behoeften van<br />

den Staat te raadplegen. Na dat de<br />

Prefident VIGLIUS hun het onderwerp<br />

van die bijeenkomst had opengelegd,<br />

werden hun drie dagen tijds ter overweginge<br />

vergund. In dien tusfchentijd<br />

nep de Prins van Oranje hen<br />

in zijn Mof bijeen , en ftelde hun de<br />

noodzakelijkheid voor, om zig nog vóór<br />

de zitting te verenigen , en gezamenlijk<br />

de maatregels te beramen , naar<br />

welke bij het tegenwoordige gevaar<br />

Van den Staat gehandeld moest worden.<br />

De meesten Hemden dit voordel<br />

toe; dog B A R L A I M O N T , met enfee<br />

weinige aanhangers van den Kardinaal<br />

J R A N V E L L E , had' moeds genoeg om<br />

In deze bijeenkomst de Kroon en<br />

len Staatsdienaar voortefpreken. „ Het<br />

„ was," zeide hij , „ hunne zaak<br />

, niet , zig in het beftuur van de<br />

, Regering t e ft eken . e n d e z e v Q o^<br />

, lopige vereniging der ftemmen ware<br />

, ene onwettige en ftrafbare aanma-<br />

> tiging, waaraan hij zig niet be-<br />

, geerde fchuldig te maken." Ene<br />

erklaring, waardoor de gehele bijenkomst<br />

vrugteloos eindigde '(*). De<br />

.andvoogdes ,' door den Graaf' van<br />

iarlaimont van dit voorval onderrigt,<br />

ffst de Ridders, gedurende hun ver-


NEDERLANDEN. 187<br />

blijf in de ftad , zo kunftig bezig<br />

te houden , dat zij tot verdere onderhandelingen<br />

genen tijd konden vinden.<br />

Rgter werd met hare toeftemming<br />

nog in die zitting beflotcn,<br />

dat FLORENTIUS VAN M ONT MO­<br />

RE NC IJ, Heer van Montignij , ene<br />

reis naar Spanje zou doen , om den<br />

Koning van den tegenwoordigcn ftaat<br />

van zaken te onderrigten. Maar de<br />

Landvoogdes zond hem enen anderen<br />

geheimen bode vooruit, die den Koning<br />

vooraf van alles verwittigde, wat<br />

bij die zamenroeping tusfehen den Prms<br />

van Oranje en de Ridders verhandeld<br />

was. De Vlaamfche Afgevaardigde werd<br />

te Madrid gevleid met dc ij dele verzekering<br />

van 's Konings gunst , cn zijne<br />

vaderlijke genegenheid omtrent de Nederlanden<br />

; de Landvoogdes kreeg last .<br />

om de geheime verbindenisfen var<br />

den Adel met alle magt te belet<br />

ten , en zo veel mogelijk onenigheid<br />

onder deszelfs voornaamfte I leder<br />

te verwekken (*).<br />

Naijver, eigenbelang en l<br />

verfchil var<br />

Godsdienst hadden velen der Groten lan<br />

gen tijd van een gefcheiden ; he<br />

gemene lot van hun verminderd ge<br />

zag, en de haat tegen den Staats<br />

dienaar had hen weder verenigd. Z< I<br />

lang de Graaf van Egmond cn d<<br />

Prins van Oranje mededingers naar d<br />

(*) STRADA L. III. 84.<br />

II.<br />

B O t X.


188 DE AFVAL DER<br />

II. Landvoogdij waren , kon het niet mis,<br />

KOEK. jen, of zij moesten op de onderscheidene<br />

wegen, welken elk van hun<br />

daartoe infloeg, e ] k a n d e r z b m t i j d s h i n_<br />

derhjk zijn. Beiden hadden elkander<br />

op het pad des roems en bij den<br />

troon ontmoet; beiden ontmoetten elkander<br />

weder in de Republiek, waar<br />

zij naar denzelfden prijs, namelijk de<br />

gunst van hunne medeburgers, dongen.<br />

Karakters, welke zo zeer tegen elkander<br />

gekant waren moesten zig vaak van<br />

elkander fcheiden, maar de kragtige<br />

overecnfl-emming van den nood bran<br />

hen even zo ras weder bijeen. Elk<br />

hunner was onontbeerlijk voor den<br />

mder , en de behoefte lcide tusfehen<br />

leze twe menfchen enen band, welken<br />

i urn hart niet zoude gelegd hebben (*)<br />

Jog juist op deze ongelijkheid hun-<br />

| te? gemoederen grondde dc Landvoogdes<br />

haar plan; en gelukte het haar,<br />

ezen te fcheiden, zo had zij te*<br />

ens den gehelen Nederlandfchen Adel<br />

i twee partijen verdeeld. Door ge­<br />

f denken en kleine oplettendheden,<br />

V /aarmede zij deze beiden bij uitflui-<br />

t: ng vereerde, zogt zij den nijd en<br />

h et wantrouwen der overigen tegen<br />

h in gaande te maken; en terwijl zij<br />

& 31 Grave van Egmond enen voor-<br />

rr ng boven den Prins van Oranje<br />

fc heen te geven , hoopte zij zijne<br />

(*) BüRGUND. 45. ?TRA»A S3. $4.


NEDERLANDEN. l§o<br />

trou bij den laatstgenoemden verdagt II.<br />

te maken. Het geval wilde , dat SOEK,<br />

zij juist omtrent dezen tijd enen buiteno-ewonen<br />

Gezant naar Frankfort, ter<br />

verkiezing van enen Roomfchen Koning,<br />

moest zenden; hiertoe verkoos zij den<br />

Hertog van Aarfchot, den openbaren<br />

vijand van den Prins, om in hem<br />

als 't ware een voorbeeld te geven,<br />

'hoe luisterrijk men den haat tegen<br />

den laatstgenoemden beloonde.<br />

De aanhang van Oranje had, in plaats<br />

van enige vermindering te lijden, een<br />

gewigtige aanwinst gekregen, in den<br />

Graaf van Hoorn , die als Admiraal<br />

van de Nederlandfche Zee-magt den<br />

Koning naar Biscayen had verzeld<br />

cn tans weder zitting in den Raad<br />

van State had genomen. De onrustige<br />

Republiekeinfche geest van HOORN<br />

kwam de ftoute ontwerpen van ORAN­<br />

TE cn EGMOND te ge moet, cn weldra<br />

vormde zig tusfehen deze drie<br />

vrienden een gedugt Dricmanfchap, dat<br />

de Koninglijke magt in dc Nederlanden<br />

aan 't wankelen bragt, maar aie<br />

op dezelfde wijze voor alle drie ein<br />

digde.<br />

Intusfchen was ook MONTIGNI<br />

van zijn Gezantfchap terug gekomen ><br />

en bragt<br />

gunftigfte<br />

den Raad van State d<br />

gevoelens van den Konin: j<br />

r<br />

mede. Maar dc Prins van Ofanj<br />

had door een geheim kanaal tijdinge<br />

i<br />

uit Madrid ontvangen , die veel mee<br />

f


Ii<br />

JiOEK.<br />

190 DE AFVAL DER<br />

geloof verdienden, en dat berigt geheel<br />

tcgenfpraken. Hierdoor werd hij 011derrigt<br />

van aile de kwade treken , welken<br />

G R A N V E L L E hem en zijne vrienden<br />

aan het Hof gefpceld had, en<br />

de hatelijke benamingen, waarmede<br />

het gedrag van den Nederlandfchen<br />

Adel beftempeid wierd. '£ r was geen<br />

hulp voor handen, zolang deze Staatsdienaar<br />

niet buiten bewind was cr e-<br />

i , V-,,<br />

d i t o n t<br />

werp, hoe ftout<br />

I<br />

•(<br />

l<br />

i<br />

t<br />

t<br />

X<br />

V<br />

V<br />

O<br />

te<br />

&<br />

en<br />

hachelijk hetzelve ook fcheen te zijn,<br />

hield hem tans geheel bezig. 'Er<br />

werd tusfehen hem cn de Graven<br />

ran Hoorn en Egmond befloten, op<br />

iaam van den gehelen Adel enen airemenen<br />

brief aan den Koning afevrtardigcn,<br />

den Staatsdienaar daarin<br />

litdrukkelijk aanteklagen , en ten<br />

lerkften op deszelfs verwijdering aandringen.<br />

De Hertog van Aarfchot<br />

nen deze voorflag door den Graaf<br />

an Egmond werd medegedeeld, ver»<br />

nerp denzelven , met de trotfche<br />

srkkriHg, ' dat hij niet gezind was<br />

M<br />

n<br />

zig<br />

te<br />

van<br />

laten<br />

Egmond of Oranje wet-<br />

voorfchrijven ; dat hij<br />

Vi >or zig niets tegen G R A N V E L L E<br />

h:<br />

te<br />

K<br />

zi<br />

g c<br />

id meebrengen, en dat het buindicn<br />

zeer vermetel zoude zijn den<br />

oning voortefchrijven , wat hij met<br />

ne Dienaars moest doen. Een foorthjk<br />

antwoord ontving<br />

de n Graaf van Aremberg.<br />

Oranje van<br />

Het zij nu<br />

da t het zaad van wantrouwen, door


N E D E R L A N D E N . IQ*<br />

de Landvoogdes tusfehen den Adel<br />

gezaaid, reeds wortelen had gefchofen,<br />

of dat de vrees voor de magt<br />

van' den Staatsdienaar zwaarder woog,<br />

dan de afkeer van zijn beltuur, zeker<br />

is het dat de gehele Adel befchroomd<br />

en zonder te befluiten op dezen voorflag<br />

terug week. Deze mislukte verwagtwe<br />

floeg nogtans hunnen moed niet<br />

ter°neder: de brief werd gefchrevcn, en<br />

door hun alle drie ondertekend ( ).<br />

GRANVELLE komt daar in voor<br />

als de eerfte oorzaak van alle bewegingen<br />

in de Nederlanden. Zij verklaren<br />

, dat, zolang de hoogfte magt<br />

in zo fchuldige handen was, zij met<br />

in Haat waren , om de Natie en<br />

den Koning met vrugt te dienen.<br />

Daarentegen zoude alles weder in de vo-<br />

ÏVTQ ruste komen, alle tegenftand ophouden,<br />

en het volk weder liefde<br />

voor de Regering krijgen, zodra zij­ BOEK.<br />

ne Majefteit goedvond dezen man het<br />

roer van ftaat uit de handen te nemen.<br />

Ia dat geval, voegden zij ei<br />

bij , zoude het hun noch aan invloed,<br />

noch aan ijver haperen, om het ge<br />

zag des Konings, en de zuiverheu<br />

des Geloofs, die hun niet minde:<br />

hcü> waren, dan den Kardinaal GRAN<br />

VELLE, in deze Landen te handha<br />

ven (t)-<br />

C*) STRADA 85. 86.<br />

Cf) BURG. L. I. 67. HOPPER 3<<br />

STRADA 87. THUAN II. ^9-<br />

I<br />

m


ir.<br />

192 DÉ AFVAL DÉ li<br />

Hoe heimelijk deze brief ook wierd<br />

BOEK: algezonden , bekwam evenwel de Hertogin<br />

nog tijdig genoeg narigt daarvan<br />

, om de uitwerking, welke dezelve<br />

, tegen alle vermoeden , op<br />

s Konings gemoed misfchien maken<br />

konde, door enen anderen, dien zij<br />

m allerijl vooruit zond, te verijdelen.<br />

Enige maanden verliepen, voor<br />

dat het antwoord uit Madrid kwam<br />

opdagen. Dit was zagt, dog onbepaald.<br />

„ De Koning," dus luidde het,<br />

,-, was met gewoon zijne Staatsdienaars ^<br />

„ op de aanklagte van vijanden, onver-<br />

„ hoord te veroordelen. Zelfs de een-<br />

„ voudige natuurlijke billijkheid vorderde,<br />

i, dat de aanklagers van den Kardinaal van<br />

„ algemene befchuldigingcn tot enkelde<br />

bewijzen overgingen , en zo zij genen<br />

lust hadden om dit fchriftliik<br />

„ te doen, dan mogt één uit hun<br />

„ midden naar Spanje overkomen, waar<br />

,, bij met alle behoorlijke befcheidenheid<br />

zoude behandeld worden (*)"<br />

Behalvert dezen brief, welke aan alle<br />

drie tevens gerigt was, ontving<br />

EGMOND nog voor zig enen eio-enhandigen<br />

brief van den Koning, waarin<br />

deze te kennen gaf , dat het<br />

hem aangenaam zou zijn, in 't bijzonder<br />

pan hem onderrigt te worden omtrent<br />

(*) Vit: VIGL; T. U. 3 2. 33. GROT;<br />

!0. JiURGUND. 68.


NEDERLANDEN. 1&$<br />

ttent<br />

brief<br />

roerd.<br />

het gene in dien algemenen<br />

ÏT.<br />

flegts oppervlakkig was aange- .<br />

OËK;<br />

Ook Was aan de Landvoog-..<br />

desfe ftiptlijk voorgefchreven, wat zij aan "<br />

alle drie tevens, en aan den Graaf<br />

van Egmond in 't bijzonder, moest<br />

antwoorden. De Koning kende zijne<br />

lieden. Hij wist, hoe gemaklijk men iet<br />

op den Graaf van Egmond kon verwinnen<br />

, wanneer men met hem alleen te<br />

doen had , daarom zogt hij hem naar<br />

Madrid te lokken , waar hij van het oog<br />

cn beftuur van een meer verlicht hoofd<br />

verwijderd was. Hij wist, dat men van<br />

dit karacïer meer kon verkrijgen , wanneer<br />

men hem liet zien , dat men meer<br />

van hem vcrwagtte ; daaröm keerde hij<br />

zier in 't bijzonder tot hem. Naardien<br />

hij hem met dit vleiende bewijs van vertrouwen<br />

boven zijne beide vrienden onderfchcidde<br />

, maakte hij de betrekkingen<br />

ongelijk., waarin zij alle drie tot den<br />

troon ftonden. Hoe konden Zij nu zig<br />

lang met gelijken • ijver tot het zelfde<br />

doel vereënigen , daar hunne drangredcnen<br />

hiertoe . niet meer de zelfde bleven ?<br />

De waakfitamheid van ORANJE verijdelde,<br />

'c is waar, voor deze reis dit plan;<br />

maar het gevolg van deze gefchiedenis<br />

zal doen zien , dat het zaad, welk hier<br />

geftrooid werd, niet geheel was veriaren<br />

gegaan. (*)<br />

(*) STRADA. 88;<br />

I. D U L , N


ï94 DE AFVAL DElt<br />

II. De drie verbondene vrienden namerl<br />

I! O E K. in 's Konings antwoord geen genoegen<br />

, en waagden het ene twede<br />

proef te nemen. „ Het had hun", fchrevcn<br />

zij, „ niet weinig bevreemd , dat<br />

„ zijne Majefteit hunne voorftellen zo<br />

„ luttel aandagts had waardig gekeurd.<br />

,-, Niet als aanklagers van den Staatsdie-<br />

„ naar, maar als Raden van zijne Maje-<br />

„ fteit, wier pligt het was, hunnen<br />

„ Heer van den toeftand zijner Staten te<br />

„ onderrigten , hadden zij dien brief aan<br />

„ hem gefchi'even. Het was hun niet te<br />

„ doen , om den Staatsdienaar ongeluk-<br />

„ kig te maken : veeleer zouden zij met<br />

„ vermaak hem aan elk ander oord<br />

>, der Wereld , buiten de Nederlanden ,<br />

„ vergenoegd cn gelukkig zien. Dog<br />

„ daarvan waren zij volkomen overtuigd ,<br />

„ dat de tegenwoordigheid van dezen<br />

„ Staatsdienaar met de algemene rust volftrekt<br />

onbellaanbaar was. De tegen-<br />

,, woordige gevaarlijke toeftand des Va-<br />

, derlands liet genen hunner toe hetzelve<br />

i, te verlaten, en om G R A N V E L L E ' S wil<br />

, een verre reis naar Spanje te doen.<br />

, Bijaldien derhalven zijne Majesteit niet<br />

, goedvond huu fchriftelijk verzoek aan-<br />

, tpnemen ,• verzogten zij voordaan ver-<br />

i , 1'choond te zijn van de Vergadering biji<br />

, tewonen, waar zij flegts het verdriet<br />

J , hadden van den Staatsdienaar aante-<br />

1 , treffen, buiten ftaat om of den Ko.<br />

i , ning, of den Lande van enig nut te<br />

, zijn, en dus veragtelijk jn hunne eigene<br />

i


NEDERLANDEN. *95"<br />

ij offen waren. Ten bëfluke vcrzogten zij,<br />

H dat zijne Majefteit hunne onopgefmukte<br />

ft eenvoudigheid een beste moge nemen ,<br />

„ naardien "luiden van hun flag meer prijs<br />

, daarop ftelden, om regt te handelen ,<br />

?<br />

„ dan om iierlijk te ipreektn. (*)" Dit was<br />

ook de inhoud eens bijzonderen briefs van<br />

E G M O N D , waarin hij voer den brief<br />

van -s Konings hand zijnen dank betuigde.<br />

Op dit twede fchrijven kwam tot<br />

antwoord: „ Men zoude hunne voorftellen<br />

„ in overweging nemen \ inmiddels ver-<br />

9, zogt men, dat zij mogten voordgaan de<br />

„ Vergaderingen van den Raad van Staten<br />

als voorheen bij te wonen."<br />

" Het bleek duidelijk , dat de Koning in<br />

't minste niet gezind was om hun verzoek<br />

ïntewilligen ; "hierom bleven zij ook van<br />

nu af uit de Vergadering, en ve nokken<br />

zelfs uit Brusfel. Op ccne wettige<br />

wijze den Staatsdienaar te verwijderen ,<br />

was hun niet gelukt \ zij beproefden dit<br />

nu op ene andere manier, waarvan beter<br />

gevolg te wagten was. Bij alle gelegenheden<br />

bewezen zij cn hun aanhang<br />

hein in 't openbaar die vcragting, welke<br />

zij voor hem gevoelden , en wisten alles<br />

, wat hij ondernam, belachlijk te maken.<br />

Door die vernederende behandeling<br />

hoopten zij den hoogmoed van dezen<br />

Priester te kwellen , en van zijne gekwetfte<br />

eigenliefde misfehien dat gene te verwer-<br />

(*-) Vit» vi*L. T. Kt 34- 3?.<br />

ffr<br />

B O K £


II.<br />

HOEK.<br />

EfE AFVAL DER.<br />

ven , wat hun door andere middelen<br />

mislukt was. Zij bereikten dit oogmerk<br />

. wel niet, maar het middel , door hun<br />

uitgedagt, bragt tog eindelijk den Staatsdienaar<br />

ten val.<br />

De ftemme des Volks liet zig luider<br />

tegen hem horen , zodra men vernam ,<br />

dat hij de agting van den Adel verloren<br />

had , cn dat mannen, welken men gewoon<br />

was blindeling na te volgen, in.<br />

de veragting vart dezen Staatsdienaar voorgingen.<br />

De lage manier, waarop de<br />

Adel hem behandelde, wijdde hem , om<br />

zo te ipreken , aan de algemene veragting<br />

, en gaf den laster, die zelfs het<br />

heilige niet verfchoont, volmagt om zijn eer<br />

aantetasten. De verandering in het<br />

Kerkelijke beftuur, de hoofdklagte der<br />

Natie , had den t grond, gelegd tot zijn<br />

geluk: dit was een misdaad, waarvoor gene<br />

verfchoning gevonden kon worden. Het<br />

algemene misnoegen zogt zig in haat tegen<br />

hem te ontlasten , en alle geheime en<br />

openbare lijders kwamen aan deze algemene<br />

bron te zamen. Elk nieuw<br />

fchoufpel van ftrafoefening , waarmede<br />

de Inquifitie maar arte mild was,<br />

hield den haat tegen hem in ene vcrfchrikkelijke<br />

werking, en eindelijk werden<br />

alle rampen, ook die hunnen oorfprong<br />

aan oude herkomens en gewoonten verfchuldigd<br />

waren , op zyn reekening gefteld.<br />

Vreemdeling in een Land , waar hij met geweld<br />

was ingedrongen ; alleen, onder<br />

duizenden van vijanden ; van alle zijne<br />

werktuigen onzeker," van den afwezi-


NEDERLANDEN. *S7<br />

gen Vorst flegts met enen zwakken Ha<br />

arm onderfteund; met de Natie , wel­ BOEK.<br />

ke hij moest gewinnen , door louter<br />

trouloze leden verbonden ; alleen menfchen<br />

, wier hoogfte belang het_ was ,<br />

zfme daden te vcrvalfchcn — en eindelijk<br />

toegevoegd aan ene Vrou, die den last van<br />

den algemenen vloek niet met hem delen<br />

konde, ftond hij daar, blootgefteld<br />

aan den moedwil, den ondank, de<br />

partij zugt , den nijd , en aan alle drft-<br />

•ten van een tomeloos ,, losgelaten<br />

volk; een voorbeeld, dat in de Gefchiedenis<br />

nog niet vertoond was, Het<br />

is aanracréenswaaidig , dat de haat s<br />

«hen hij zig op den hals haalde , de<br />

hefchuldigingen verre overtreft, welke<br />

tegen hem konden ingebragt worden;<br />

dat het voor zijn befchuldigers zwaar, ja<br />

onmogelijk was, door enkclde bewijzen<br />

het vonnis van veroordeling te regtvaardigen<br />

, 't welk algemeen over hen I<br />

geveld werd. Voor en na hem fleepw<br />

de dweperij hare offers naar het al<br />

taar; voor en na hem ftroomde bur<br />

gerbloed, werden de regten der men<br />

fchen met voeten getreden , en vee 1<br />

jammes aangeregt. Onder KAREL DEI l<br />

VIJFDEN had de dwingelandij door har<br />

nieuwheid gevoeliger<br />

onder den Hertog van<br />

tot enen veel hoger<br />

moeten treffen j<br />

ALBA werd zj |<br />

trap van onm<br />

tuurlijkhcid gebragt , zo dat het bf<br />

ftuur van GRANVELLE, m vergel!<br />

Jting van dat zijns opvolgers ,<br />

N 3<br />

nc g


II.<br />

BOEK.<br />

19$ D E A F V A L D E K<br />

genadig was ; en egter vinden wijnergens,<br />

dar de luiden van dien tijd<br />

de perfoonlijke verbittering en veragting<br />

in 't openbaar tegen dezen laat.<br />

ften zo ver gedreven hebben , als zij<br />

zig tegen deszelfs Voorzaat véroorloofden.<br />

Om zijne lage geboorte door den<br />

glans van hoger aanzien te bedekken,<br />

en hem door enen verhevenor ftand<br />

veelligt ook tegen den moedwil zijner,<br />

vijanden te befchutten, had dc Landvoogdes<br />

te Rome bewerkt, dat hij<br />

met het 'Kardinaals purper bekleed<br />

wierd; maar juist die zelfde waardigheid<br />

, welke hem naauwcr aan het<br />

Roomfche Hof verbond, maakte hem<br />

des te meer vreemdeling in de Nederlanden.<br />

' Dit purper was een nieuwe<br />

misdaad te Brusfel , en een gehate<br />

dragt, welke als 't ware openlijk<br />

de beweeggronden aan den dag leide,'<br />

volgens welke hij in 't vervolg ftond<br />

te handelen. Noch zijn eerwaardige<br />

rang, welke alleen vaak den fchendigften<br />

booswigt heilig maakt; noch zijne<br />

hoge bedieningen ; noch zijne agtingswaardige<br />

talenten; zelfs niet eens<br />

zijn gedugt vermogen , dat zig dagelijks<br />

door zo bloedige proeven liet zien ,<br />

waren in ftaat om hem tegen fmadelykc<br />

beledigingen te beveiligen. Schrik en fpefci<br />

terny, het vreeslijke en het belachelijke,<br />

waren in zijn voorbeeld, op enq


NEDERLANDEN. l')Q,<br />

©nnatuurlijke wijze verenigd (*). Hatelijke<br />

gèrugten brandmerkten zijne eer;<br />

men tijgde hem moorddadige aanflagen<br />

aan tegen het leven van EG­<br />

MOND en ORANJE : het ongelooflijkfte<br />

vond geloof; de fehrikkelijkfte.<br />

dingen , wanneer ze hem golden,<br />

baarden gene verwondering meer. De<br />

Natie was reeds tot dien trap van<br />

verwildering gekomen , waardoor de<br />

tegenftrijdigfte aandoeningen elkander<br />

verdragen ,' cn de fijne fcheidlijncn van<br />

betamelijkheid cn redelijkheid vernietigd<br />

worden. Dit geloof aan buitengewone<br />

misdrijven is meest altoos een<br />

C *) De Adel liet , op het voorbeeld<br />

des Grr.ven van E G M O N D , hunne bedienden<br />

een gemene liverei dragen, wierop eéï<br />

zotskap gedikt was. Geheel Brusfel verklaarde<br />

dien voor den Kardinaals - hoed , er<br />

elke verfchijning van zodanige bediender<br />

gaf nieuwe ftof tot gelach. Deze z.otskaj<br />

werd naderhand , om dat het Hof zij<br />

daaraan ergerde , in enen bondel pijlen ver<br />

anderd : een toevallige fpotternij, die eet BOEK<br />

zeer ernftig einde nam, en waaruit wa;r<br />

fchijnlijk het wapen Y?D de Republiek ge<br />

boren b. {fita VIGL. T. IL 35 THÜAN<br />

489.) Het aanzien des Kardinaals zon]<br />

eindelijk tot die laagte, dat men hem open<br />

lijk een fpotprent in de hand ftak, welkhem<br />

vertoonde, zittende op eieren , waarui<br />

Bisfchoppen werden uitgebroed. Boven hen<br />

zweefde een Duivel, met dit omichrift<br />

Deze is mijn Zoon , hoort hem",<br />

N 4<br />

V<br />

li.


BOEK.<br />

2oO DE A F V A L D E R<br />

gewisfe voorbode van derzelver nabij<br />

zijnde verfchijning (* ).<br />

Dog in dat zelfde zeldfame lot van<br />

dezen man vindr men te gelijk iets<br />

groots, iets verhevens, dat den onpartijdigen<br />

befchouwer vermaak en,<br />

verwondering baart.' Hij ziet hier ene<br />

Natie, die, door genen fchijn verbünd,<br />

door gene vrees teruggehouden, ftand'<br />

vastig, onverbiddelijk V en zander affpraak<br />

eenftemmig, het misdrijf Üraft,<br />

dat door de gewelddadige "invoeringvan<br />

dezen vreemdeling ' tegen hare<br />

waardigheid begaan was. Eeuwig onvermengd,<br />

en eeuwig alleen, zien wij<br />

hem , gelijk een vreemd, tegenftrijlig<br />

lighaam, over de oppervlakte zyve-<br />

/en, welke weigert hein aantencmen.<br />

£elfs de fterke hand van den Vorst,<br />

lie zijn vriend en befchermer is , be-<br />

*mdt zig onvermogend om hem tegen<br />

len wil der Natie te behouden, 'nu<br />

leze eenmaal beflotcn heeft hem te<br />

•erfioten. Hare ftem is' zo verfehrikelijk,<br />

dat zelfs het eigenbelang zijen<br />

gewisfen buit veragt; dat zijne<br />

weldaden gefchuwd worden , als vrugsn<br />

van enen vervloekten boom. Geik<br />

een vergiftige, lugt, hegt de<br />

:hande. der algemene verfoeijing op<br />

era. De dankbaarheid oordeek zig<br />

an hare pligcen jegens hem onrilagen;<br />

ijne aanhangers mijden hem , zijne<br />

i C) HOPPER, L. I. 35.


NEDERLANDEN. 201<br />

vrienden zijn tot zwijgen gebragt. Zo<br />

vreeslijk wreekte het volk zijne<br />

Edelen en zijne gekwetfte hoogheid aan<br />

den grootftcn Vorst van den aardbodem.<br />

De Gefchiedenis heeft dit zonderlinge<br />

voorbeeld flegts een enkelde keer<br />

in den Kardinaal MAZARIN herhaald,<br />

maar het was naar den geest_ van beide<br />

tijden en Natiën verfcheiden. De<br />

ppperfte Magt kon genen van beiden<br />

tegen de befpotting beveiligen \ dog<br />

Fiankrijk gevoelde verligting , als het<br />

om zijnen Pantalon lachte , daar de<br />

Nederlanden door het gelach tot op-<br />

Hand werden gebragt. Het eerfte zag<br />

zig uit ene langdurige flavernij, _ onder<br />

het beftuur van RICHELIEU, in ene<br />

plotfelijke ongewone vrijheid gefteld:<br />

de laatften gingen uit ene lange cr<br />

aangeborene vrijheid in ene ongewone<br />

flavernij over: het was natuurlijk, da<br />

le 1'ronde (*) weder in on denver<br />

«hg , en de Nederlandfche onlusten ii l<br />

llcpublicksgezinde vrijheids - ijver eindig<br />

len. De opftand der Parijzcnaars wa<br />

;en vrugt der armoede ; uitgelaten ><br />

naar niet dapper; baldadig zonde<br />

r<br />

•;ragt; onedel cn laag, gelijk de bron<br />

J<br />

waaruit hij voortvloeide. Het morrci 1<br />

der Nederlanderen was de trotfche ei ï<br />

vermogende ftem des rijkdoms. Moed<br />

wil en honger bezielden de eerften<br />

(*) Dus noemt men die partij der Parijfenasri<br />

\Yflke zich tegen den Kardinaal MAZARIN ve<br />

konden had.<br />

N 5<br />

II.<br />

B O E R<br />

\


202 DE AFVAL DER<br />

II. wraak , bezittingen, leven en GooV<br />

BOEK . dienst de laatfien. Hebzugt was de<br />

- drijfveer vau MAZARIN; °hecrschzugt<br />

die van GRANVELLE. Gene was menfchelijk<br />

en zagt; deze ongevoelig en<br />

wreed. De Franfche Stadsdienaar zogt<br />

in dc genegenheid zijner Koninginne ene<br />

toevlugt tegen den haat der Groten en,<br />

de woede des Volks ; de Nederlandfche<br />

Staatsdienaar tartte den haat van<br />

een gehele Natie, om énen te behagen.<br />

Tegen MAZARIN waren alleen<br />

Partijen en het Graan, dat door dezelven<br />

gewapend werd; tegen GRANVELLE<br />

de gehele Natie. Onder den eerften<br />

zogt het Parlement heimelijk tot een<br />

magt tc geraken , op welke het geen<br />

regt had; onder den laatfien {treed<br />

het voor een regtmatige magt, welke<br />

hij op een listige wijze poogde te vernietigen.<br />

Gene" had met de Prinfen<br />

van den bloede en de Pairs van het<br />

Rijk, gelijk deze met den inlandfchen<br />

Adel en de Standen te worftclen: maar<br />

daar de eerstgenoemden hunnen gemeden<br />

vijand, alleen daarom, den voet<br />

zogten te ligten, om zig zeiven in<br />

djne plaats te zetten, wilden de<br />

aatften de plaats zelve vernietigen,<br />

m een magt verbreken, die geen<br />

i mkeld<br />

i lebben.<br />

mensch alleen in handen moest<br />

Terwijl dit onder het volk omging,<br />

1 >egon ^ de Staatsdienaar aan het Hof<br />

r<br />

an de Landvoogdesfe te 'wankelen.


NEDERLANDEN. 3tf<br />

Dc herhaalde bezwaren over zijl*<br />

magt moesten haar tog eindelijk aan BOEK-<br />

't veriland gebragt hebben , hoe<br />

weinig men hare magt erkende. Dat<br />

men den Staatsdienaar , en met<br />

haar, zijne Gebiedercs, vreesde, mx>est<br />

hare trotschheid beledigen : de vloek<br />

zelfs, dien hij op zig laadde, moest<br />

haren nijd en hare ijvcrzugt gaande<br />

maken. Misfchicn was . zij ook wel<br />

bedugt, dat de algemene afkeer, welke<br />

hem betoond werd, tegen naar<br />

zelve irogt gekeerd worden, of dat<br />

zijn langduriger verblijf den geercigden<br />

opftand eindelijk mogt doen ïosberftcn.<br />

De lange verkering met hem , zijne<br />

onderrigting en zijn voorbeeld, hadden<br />

haar eindelijk in ftaat gefield,<br />

om zonder hem te regeren. _ Zijn gezag<br />

begon haar lastig te zijn, naarmate<br />

hij min noodzakelijk voor haai<br />

werd; cn zijne misflagen , voor wel<br />

ke hare gunst, dus verre, tot cel<br />

dekkleed had geftrekt, werden zigt<br />

baar, naarmate deze verkoelde. Zi<br />

was nu even zo zeer geneigd , on<br />

deze gebreken- optczocken , en ten breed<br />

ften ïmtcmeten, als zij voorheen gewees<br />

was om dezelve te bedekken. In deze z<<br />

ongunftige gclleldheid voor den Kardi<br />

naai , begor.ncn de menigvuldige e<br />

dringende vertogen des Adels eindelij<br />

ingang bij baar te vinden , 't welk des t<br />

gemakkelijker gefchiedde , daar zij tf<br />

Vens hare vrees daarin wisten te mei;


ÏL<br />

R O E K .<br />

-04 DE AFVAL DER<br />

gen. „ Men kon zig niet begrijpen",<br />

zeide onder anderen de Graaaf van E G ­<br />

M O N D , „dat de Koning, ten gevalle<br />

„ van énen mensch, die zelfs geen<br />

„ Nederlander was , en van wien men<br />

„ dus _ wist dat zijn geluk' met het<br />

„ welzijn dezer landen niets te doen<br />

„ had, alle zijne Nederlandfche onderda-<br />

„ nen konde laten lijden; ten gevalle<br />

„ van enen vreemdeling, dien zijne ge-<br />

„ boorte tot enen onderdaan des Kei-<br />

„ zers , zijn purper tot een fchepfel<br />

„ van het lloomfche Hof maakte. Hem<br />

„ alleen", voegde de Graaf 'er bij,<br />

„ had G R A N V E L L E het te danken ,<br />

„ dat hij zig nog onder de levenden<br />

„ bevond ; dog voortaan zoude hij deze<br />

zorg aan de Landvoogdcsfe overla-<br />

,, ten, en wilde hiermede haar gewaar-<br />

, fchuvvd hebben." Dewijl het grootfte<br />

ledeelte van den Adel, uit verdriet<br />

jver de minagting, welke hun daar<br />

setoond werd , van tijd tot tijd uit de<br />

vergadering van den Raad van State<br />

I e rug bleef, verloor het willekeurige<br />

redrag des Staats-dienaars ook nog den<br />

i<br />

j aatflen Republiekfchen fchijn , welke het-<br />

:elve tot hier verzagt had, en de le-<br />

( ligheid in den Raad ffelde zijne trot-<br />

i che hcerfchappij in hare volle hatelijk-<br />

1 leid ten toon. De Landvoogdes on-<br />

( iervond nu , dat zij enen Heer boven<br />

2 ig had, en van dit ogenblik af was<br />

C e verwijdering van den Staatsdienaar<br />

efloten» Zij vaardigde ten dien einde<br />

\


NEDERLANDEN. 205<br />

haren Geheim - fchrijver , THOMAS AR­ II.<br />

M E N TE ROS, naar Spanje af, om den BOEK<br />

Koning van alles , wat den Kardinaal<br />

betrof, te onderrigten , hem aile die<br />

duidelijke verklaringen van den Adel<br />

voorteleggen , en op deze wijze hem<br />

wit zig zeiven het befluit tot deszelfs<br />

verwijdering te doen nemen. Het gene<br />

zij in haren brief niet durfde vertrouwen<br />

, Was ARMENTEROS gelast , Op<br />

ene bekwame manier te laten invloeien,<br />

in het mondelijk berigt , 't welk de<br />

Koning waarfchijnelijk van hem zoude<br />

vragen. ARMENTEROS volvoerde zijnen<br />

last met alle bekwaamheid van<br />

enen volmaakten Hoveling; doch, een<br />

mondgefprek van vier uren, kon het<br />

werk van vele jaren, de goede gedagten<br />

van FILIPS aangaande zijnen Dienaar<br />

, in zijn gemoed niet omver floten.<br />

Langen tijd ging deze Vorst met<br />

de flaatkunde en zijn vooroordeel te rade,<br />

tot dat eindelijk GRANVELLE zelf<br />

zijn dralend befluit te gemoet kwam,<br />

en uit zig zeiven zijn ontflag verzogt,<br />

welk hij vreesde niet langer te kunnen<br />

ontgaan. Het geen de haat der gehele<br />

Nederlandfche Natie niet vermogt had,<br />

werd door de vcragtelijke behandeling<br />

des Adels uitgewerkt; hij kreeg eindelijk<br />

tegenzin in ene magt, welke<br />

niet meer gevreesd werd , en hem<br />

meer aan fchandc, dan aan nijd<br />

blootflelde. Veelligt was hij, gelijk<br />

zommigen gemeend hebben, bedugt


II.<br />

BOEK.<br />

aoö DE AFVAL DER<br />

voor zijn leven , dat zekerlijk met een mee?<br />

dan ingebeeld gevaar gedreigd werd ; veelligt<br />

wilde hij zijn ontflag liever ónder<br />

den naam van een gefchenk , dan als<br />

een bevel van den Koning ontvangen,<br />

en zijnen val , die onvermijdelijk was, naar<br />

het voorbeeld van enen beroemden Romein,<br />

met eer doen. FILIPS zelf, wilde,<br />

zo het fchijnt, den Nederlanderen liever<br />

tans grootmoedig ene | bede toeftaan,<br />

dan dezelve naderhand als ene eisch<br />

afgeven , en met enen flap, waartoe<br />

de nood hem dwong, ten minften nog<br />

dank bij hun verdienen. Zijne vrees<br />

won het van zijne eigenzinnigheid, cn<br />

de voorzigtigheid zegepraalde over zijnen<br />

hoogmoed.<br />

GRANVELLE behoefde geen ogenblik<br />

te twijfelen, hoe het befluit des<br />

Konings was uitgevallen. Weinige dagen<br />

na de terugkomst van ARMENTEROS<br />

zag hij het ontzag cn de vleierij verdwijnen<br />

van de weinige gezigten , die<br />

hem tot dus verre nog dienstvaardig<br />

hadden toegelachen ; het laatfte kleine<br />

hoopjen van • baatzoekende ögendienaars<br />

verliet zijnen perfoon ; zijn dorpel werd<br />

verlaten ; hij zag, dat de vrugtbaarmakende<br />

warmte hem begeven had.<br />

De laster, die hem gedurende zijn gehele<br />

beftuur zo mishandeld had , verfchoonde<br />

hem ook niet in het ogenblik<br />

, toen hij het zelve hederleide.<br />

Men durft beweren, dat hij kort te


NEDERLANDEN. 207<br />

Voren , eer hij van zijne bediening afihmd<br />

deed, gcwcnscht zoude hebben<br />

zig mee ORANJE cn EGMOND te<br />

verzoenen , en zelfs aangeboden _ hebben<br />

, bij aldicn hij tot dien prijs op<br />

hunne vergiffenis hopen mogt, enen<br />

knieval voor hun te doen (*> Het<br />

is laag en vcragtelijk, de gedagtems<br />

* van cenen meer dan gentenen man met<br />

zulk een voorgeven te bezwalken ; maar<br />

het is nog veragteiijker en lager hetzelve<br />

aan de n'akomclingfchap overteleveren.<br />

G R A N V E L L E onderwierp zig<br />

aan 's Konings bevel met ene betamelijke<br />

gelatenheid. Reeds ccnigc maanden<br />

te voren had hij naar Spanje aan<br />

den Hertog van A L B A gefchrevcn , dat<br />

deze hem , in gevalle hij de Nederlanden<br />

ruimen moest, ene wijkplaats<br />

te Madrid wilde gereed maken. Langen<br />

tijd ftond ALBA in overweging,<br />

of het raadïir.m ware, cr.cn zo gevaarlijken<br />

mededinger van 's Konings gunst<br />

bij zig te nemen, of enen zo gewigtigen<br />

vriend, een zo kostelijk werktuig<br />

°van zijnen ouden haat tegen de<br />

Nederlandfche Groten , afcewijzen. De<br />

wraak zegepraalde over zijné vrees, en<br />

hij onderllcundc nadrukkelijk de bclangei<br />

van GRANVELLE bij den Koning. Maai<br />

zijn aangewende dienst bleef vrugteloos<br />

AR ME NT EROS had den Koning overtuigd<br />

CO REI DAN. 4.<br />

II.<br />

BOEK.


II.<br />

BOEK<br />

sa>3 DE AFVAL DER<br />

dat het verblijf van dezen Staatsdienaar<br />

te Madrid alle de bezwaren der<br />

• Nederlandfche Natie , waaraan men hem<br />

had opgeofferd, weder heviger zou doen<br />

opkomen , dewijl men voordaan de<br />

„ bron zelve, waarvan hij tot hiertoe<br />

„ de wateren flegts bedorven had ,<br />

„ door hem vergiftigd zoude agten." Hij<br />

werd dan naar het Graaffchap Bourgondic<br />

, zijn Vaderland, gezonden, waartoe<br />

zig juist een gefchikt voorvvendfel opdeed.<br />

De Kardinaal gaf aan zijn vertrek<br />

uit Brusfel den fchijn van een kleine<br />

reis, waarvan hij eerstdaags ftond terug<br />

te komen. Dog ten zelfden tijde<br />

kregen alle de leden van den Raad,<br />

welke zig onder zijn beftuur van de<br />

Vergadering hadden onthouden , bevel<br />

van 't Mof, om zig daar weder te<br />

laten vindem Offchoon nu deze laatfte<br />

omftandigheid zijne terugkomst in 't geheel<br />

niet waarfchijnlijk maakte , en men<br />

dezen vond flegts voor een armhartige<br />

trotschheid aanzag , floeg egter de verst<br />

afzijnde mogelijkheid van zijne wederkomst<br />

de vreugde zeer ter neder , welke<br />

over zijn vertrek gevierd werd. De<br />

Landvoogdes zelve fchijnt in twijffel te<br />

zijn geweest, wat zij van dit gerugt<br />

geloven moest, want zij vernieude in<br />

enen Brief aan den Koning alle voorftellen<br />

en redenenen , welke hem te<br />

rug moesten houden, om dezen Staatsdienaar<br />

te laten wederkomen. GRAN­<br />

VELLE zelf zogt in zijne Briefwisfe-<br />

ling


NEDERLANDEN. Sfi^<br />

Kng mee BARLAIMONT en VIGLIUS n.<br />

dit gerugt levendig te houden, cn zij­ BOEK;<br />

ne vijanden ten minften nog door ijdele<br />

dromen te verfchrikken , daar hij<br />

hen door zijne tegenwoordigheid niet<br />

meer kon plagen. Ook was de vrees<br />

voor den invloed van dezen man zo<br />

buiten mate groot, dat men hem eindelijk<br />

ook uit zijn eigen Vaderland<br />

verjaagde even als of deze reuzengedaante<br />

, wanneer zij zo nabij de<br />

Nederlanden bleef, dc vrijheid der Natie<br />

nog met hare vervaarlyke fchaduwe<br />

zoude verflinden.<br />

Toen PIUS DE VIERDE gefiorven<br />

was, deed GRANVELLE een reis<br />

naar Rome , om de verkiezing van<br />

enen Paus bijtcwonen , cn tevens aldaar<br />

enige zaken waartenemen voor zijnen<br />

Heer , wiens vertrouwen hij befiendig<br />

bleef behouden. Kort daarna maakte<br />

deze hem Onderkoning van Napels,<br />

xvaar hij bezweek voor de verleidingen<br />

van dat gewest, en enen geest , die<br />

door geen toeval had kunnen gebogen<br />

worden, door den wellust liet overmees :<br />

teren. Hij was twe-en zestig jaren oud,<br />

toen de Koning hem weder in Spanje<br />

deed komen , waar hij voordging dé<br />

Italiaanfche zaken met onbepaalde magt<br />

te bezorgen. Een fombere ouderdom,'<br />

en dc trotfche ingenomenheid met een<br />

zestigjarig bewind , maakten hem tot<br />

enen ftrengen en onbillijken regter over<br />

de gevoelens van anderen; tot enen 1<br />

I; DEEL. O


m<br />

SOEK.<br />

21© DE AFVAL DEK.<br />

flaaf van aangenomene inftellingen, en<br />

enen lastigen lofredenaar van vorige rijden.<br />

Maar de fiaatkunde van het einde<br />

der eeu was niet meer de fiaatkunde<br />

van derzelver aanvang. De jeugd van<br />

het nieuwe Ministerie werd ras enen<br />

zo gebiedenden Opziener moede , en<br />

FILIPS zelf begon enen Raadgever te<br />

fchuwen, die alleen zijns Vaders daden<br />

lofwaardig vond. Desniettegenftaande<br />

vertroude hij aan hem nog ten laatfien<br />

zijne Spaanfche landen, toen de<br />

verovering van Portugal hem naar Lisfabon<br />

riep. Hij ftierf' eindelijk op<br />

ene Italiaanfche reis te Mantua, in het<br />

drie-en zeventigfte jaar zijns ouderdoms,<br />

en in het volle genot van zijnen<br />

roem , nadat hij veertig jaren onafgebroken<br />

het vertrouwen van zijnen<br />

Koning bezeten , en , door ene<br />

verbindenis zonder voorbeeld, vrijheid<br />

en Vorftelijke gunst in zig verenigd<br />

had (*).<br />

GRANVELLE was gevallen, zo als<br />

geen gunflcling valt : niet om dat zijn<br />

kortftondig geluk uitgebloeid was; niet<br />

door den ligten wind van grilligheid ;<br />

neen , maar hij viel door de eendragt<br />

van eene verwonderlijke magt, door<br />

de vertoornde ftem ener ganfche Natie.<br />

Maar hoe was het mogelijk, dat<br />

een man, die het moeilijkfte fpeeltuig<br />

C*) STRADA Dec. I. L. HL IV. p. 88—p8.


NEDERLANDEN",'<br />

to kunftig behandeld had, zo ongelukkig<br />

op een veel gemaklijker fpeelde<br />

? Wist hij, die de waakfame agterdogt<br />

van enen fomberen Despoot<br />

had kunnen misleiden, geen middel<br />

om zich voor een vrolijk Volk te vermommen<br />

? Hoe hoger hij rijst door<br />

de verwonderlijke vriendfehap van enen<br />

Vorst, welke bij hem hare onbeftendigheid<br />

verleerde , des te meer vernedert<br />

het hem , dat hij deze Koninglijke<br />

vriendfehap blootftelde aan de<br />

fchande , om haar onvermogen voor<br />

de wereld openteleggen ; dat hij zijnen<br />

Koninglijken Befchermer noodzaakte,<br />

hem met afgekeerdeu aangezigte opteofferen.<br />

Terftond na het vertrek van den<br />

Staatsdienaar, zag men alle die gelukkige<br />

gevolgen, welke men zig van<br />

deszelfs verwijdering beloofd had. De<br />

misnoegde Heren namen weder zitting<br />

in den Raad van State , en met<br />

dubbelden ijver de zorg der ftaatsza»<br />

ken ter hand, om gene aanleiding<br />

te geven, dat men den afgezetten Dienaar<br />

terug verlangde , en om , door<br />

een gelukkig gevolg van het tegenwoordige<br />

beftuur, te tonen, dat men<br />

hem misfen konde. Het was ongemeen<br />

1564,<br />

druk bij de Landvoogdes. Allen beijverden<br />

zig om ftrijd , om elkander in<br />

bereidwilligheid, onderdanigheid en dienstvaardigheid<br />

te overtreffen : tot laat in<br />

den nagt werd het werk voortgezet t<br />

O a<br />

IT.<br />

BOEK»


II.<br />

SlOEK.<br />

Ï564.<br />

DE AFVAL DEK<br />

'er heerschte de gröotfte eendragt tusfehen<br />

de drie hoge Kollegiën , en de<br />

beste verftandhouding tusfehen het Hof<br />

en de Staten. Men kon van de goedhartigheid<br />

des Nederlandfchen Adels alles<br />

verkrijgen , zodra deszelfs eigenzinnigheid<br />

en hoogmoed door vertrouwen en<br />

inschikkelijkheid gevleid wierd. De Landvoogdes<br />

maakte zig de eerfte blijdfchap<br />

der Natie ten nutte , om haar<br />

de toeftemming in enige lasten , welke<br />

men van haar onder het vorige<br />

beduur niet had kunnen verkrijgen , afteperfen.<br />

De vermogende invloed van den<br />

Adel op het volk onderfleunde haar<br />

hierin op het kragtigfte , en weldra<br />

zag zij der Natie het geheim af, dat<br />

men flegts veel moest vragen , om altoos<br />

wat te krijgen. Zij zelve zag<br />

zig met blijdfehap van hare langdurige<br />

flavernij ontheven ; de onderlinge naijver<br />

van den Adel vcrligtte haar den last<br />

van het Staatsbeftuur, en deszelfs innemende<br />

onderdanigheid liet haar al het<br />

zoet van hare heerfchappije fmaken (*).<br />

GRANVELLE was nu gevallen, maar<br />

•zijn aanhang ftond nog. Zijne fiaatkunde<br />

leefde in zijne gunfteüngcn , welke<br />

hij in den Geheimen Raad en in den<br />

Raad der Geldmiddelen agter liet. De<br />

haat blaakte nog onder de partijen ,<br />

nadat het hoofd reeds lang verdreven<br />

(*) HOPPER 38. BURGUND. 78. jg.<br />

STRADA 95. 98. GROT. IJ.


NEDERLANDEN. 213<br />

was, en de namen van Oranje- en<br />

Koningsgczinden, van Patriotten en Kar- B<br />

dinaalsgezinden, gingen nog (leeds voord _<br />

den Raad te verdelen , cn het vuur<br />

van twedragt aan den gang te houden.<br />

VlGLIUS V A N ZUICHEM V A N AIJTTA,<br />

Prefident van den Geheimen Raad, lid<br />

van den Raad van State en Zegelbewaarder<br />

, werd tans voor den gewigtigftcn<br />

perfoon in den Raad, en<br />

voor' den fterkften fteun der Kroon aangezien.<br />

Deze verdienftelïjke grijsaart,<br />

dien wij enige kostbare bijdragen tot<br />

de Gefchiedenis van den Ncderlandfchen<br />

opftand te danken hebben , cn wiens<br />

vertroude briefwisfeling met zijne vrienden<br />

ons in het verhaal daarvan meermalen<br />

tot gids verftrekt heeft, was<br />

een der gröotfte Regtsgeleerden van zijnen<br />

tiid, tevens ook een Godgeleerde<br />

en Gecstlijke , en had reeds onder den<br />

Keizer de gewigtigfte amten bekleed.<br />

De omgang met de gcleerdfte mannen,<br />

op welke dat tijdperk mag roemen ,<br />

en aan wier hoofd zig E R A s M U S van<br />

Rotterdam bevond, gevoegd bij verfcheidene<br />

reizen , welken hij in 's Keizers<br />

gezclfehap gedaan had, hadden den kring<br />

zijner kundigheden en waarnemingen uitgebreid<br />

, en zijne grondbeginfels in vele<br />

opzigten boven zijne tijden verheven.<br />

De roem van zijne geleerdheid verbreidde<br />

zig door zijnen gehelen leeftijd, en<br />

heeft zijnen naam tot de nakomelingfchap<br />

overgebragt. Toen in 't jaar 1548<br />

O 3<br />

II.<br />

O EK.


DE AFVAL DER<br />

II. op den Rijksdag te Augsburg de ver­<br />

BOEK eniging der Nederlanden met het Duit-<br />

, fche rijk zoude vastgefteld worden, zond<br />

KAREL DE VIJFDE dezen Staatsman derwaards<br />

, om voor de belangen der Provinciën<br />

optekomen, en het was voornamelijk<br />

zijne bekwaamheid, die de onderhandelingen<br />

ten voordele der Nederlanden<br />

beftuurde. Na 's Keizers dood<br />

was v i G L i u s bij uitflek de enige ,<br />

Welken FILIPS uit de nalatenfchap zijns<br />

Vaders ontving , en een van die weinigen<br />

, in welken' hij deszelfs nagedagtenis<br />

vereerde. Het geluk van GRAN­<br />

VELLE , aan wien een vroege kennis<br />

hem verbonden had , verhief ook hem<br />

tevens; maar hij deelde niet in den<br />

val van zijnen Begunltiger, omdat hij<br />

niet in deszelfs heerschzugt en haat<br />

had gedeeld. Een twintigjarig verblijf<br />

in de Provinciën, alwaar de gewigtigfte<br />

zaken hem toevertroud geweest<br />

waren , de beproefdfte trouw jegens zijnen<br />

Vorst, en de ijverigfte verkleefdheid<br />

aan het Katholijkc geloof, maakten<br />

hem tot een voornaam werktuig der<br />

alleenheerfching in de Nederlanden (*).<br />

V i G L i u s was een Geleerde , maar<br />

geen Denker; een ervaien Staatsman,<br />

maar geen verlicht verftand ; en. hij bezat<br />

gene genoegfame fterkte van geest<br />

om de ketenen van vooroordeel, gelijk<br />


NEDERLANDEN. 215<br />

zijn vriend ERASMUS, te verbreken,<br />

en nog minder genoegfame flimheid om<br />

dezelve, gelijk zijn voorganger GRAN­<br />

VELLE, aan zijn hartstogt dienstbaar<br />

te maken. Te zwak en te kleinmoedig<br />

om de ftoutere leiding van zijn eigén<br />

verftand te volgen, vertroude hij<br />

zig liever aan het gemaklijker pad<br />

des gewetens : een zaak was regt,<br />

zodra zij bij hem pligt was. Hij was<br />

een van die regtfchapene menfchen, welke<br />

voor de listigen onontbeerlijk zijn :<br />

het bedrog maakte ftaat op zijne eerlijkheid.<br />

Ene halve eeu later zoude hij<br />

enen onfterflijken naam van de vrijheid<br />

behaald hebben , welke hij nu holp onderdrukken.<br />

In den Geheimen Raad te<br />

Brusfel diende hij de dwingelandij ; in<br />

het Parlement te Londen, of jn de<br />

Vergadering van Holland, zou hij mis-<br />

fchien als THOMAS MORUS en OLDEN-<br />

BARNEVELD zijn geftorven.<br />

Enen niet min gedugten tegenpartijder.<br />

danviGLius, hadden de Patriotten aar<br />

BOEK.<br />

den Prefident van den Raad der Geldmiddelen,<br />

den Graaf van BARLAIMONT<br />

Weinig hebben ons de Gefehiedfchrij<br />

vers aangaande de verdienden en d<<br />

gevoelens van dezen man nagelaten; d<<br />

verblindende grootheid van zijnen Voor<br />

ganger, den Kardinaal GRANVELLE<br />

verdonkerde hem s nadat deze van he<br />

toneel was afgetreden, hield het over<br />

wigt van de tegenpartij hem onder<br />

maar ook flegts dat weinige,<br />

O 4<br />

wat w:<br />

i I i<br />

II.


P.E AFVAL DER.<br />

II. van hem aantreffen, verfprcidt een gun?<br />

2 0E K. ftig licht over zijn karakter. Meer dan<br />

-r eens • deed de Prins van Oranje, moeite<br />

om hem van den Kardinaal aftctrekken,<br />

en tot zijne partij overtehalen :. bewijs<br />

genoeg, dat deze op dien aanwinst<br />

enigen prijs frelde. Alle zijne pogingen<br />

daartoe mislukten hem :. een blijk<br />

dat hij met geen oubeftendig karakter<br />

te doen had. Meer dan eens zien wij<br />

hem, alleen, onder alle de leden van,<br />

den Raad , tegen de bovendrijvende<br />

partij opkomen, en het belang van de<br />

Kroon , dat reeds in gevaar was om opgeofferd<br />

te worden, tegen den algemenen<br />

aanval befchermen. Toen de Prins<br />

Van ^Oranje de Ridders van het Gulden<br />

Vlies ten zijnen huize vergaderd had ,<br />

om over de affchaffing der Inquifitie<br />

bij voorraad een befluit te nemen, was<br />

B A RL AIM ONT de- eerfte , die van het<br />

onwettige van dit gedrag repte , en de<br />

eerfte, die 'er de Landvoogdes kennis<br />

yan gaf. Enigen tijd daarna vraagde,<br />

de Prins hem , of de. Landvoogdes van<br />

die bijeenkomst wist? en BARLAIMONT<br />

aarfeldc geen ogenblik met hem de waarheid<br />

te. zeggen. Alle flappen, die wij van.<br />

hem ontdekken, tonen ons enen man<br />

die zig noch door voorbeeld , noch'<br />

door. menfehenvrees laat omzetten;, die<br />

met onvvankelbaren moed en onverwinnelijke<br />

ftandvastigheid aan die partij, welke<br />

hij eenmaal gekozen heeft, getrou, blijft;<br />

maar die tevens te trotsch en te wil-


NEDERLANDEN. 217<br />

lekcurig dagt, om ene andere , dan<br />

deze te kiezen (*).<br />

Behalven deze worden nog onder den<br />

aanhang des Konings te Brusfel genoemd<br />

de Hertog van AAR SCHOT; benevens de<br />

•Graven van MANSVELD, ME GEN, en<br />

AREMBERG, alle drie geboren Nederlanders,<br />

cn die dus met den gehelen Neder?<br />

aandl'chcn Adel, gelijk het fcheen, dezelfde<br />

redenen hadden, om de geestelijke<br />

dwingelandij en het eenhoofdige geweld<br />

in hun Vaderland tegen te gaan. Het<br />

tcgengeftelde van hun gedrag moet ons<br />

des te meer bevreemden, omdat wij<br />

hen met de voornaamfte leden der tegenpartij<br />

in betrekking van vriendfehap<br />

vinden, cn niets minder dan onverschillig<br />

omtrent 1 de gemene lasten des<br />

Vaderlands. Maar zij vonden in zig<br />

zclvcn geen vertrouwen, genen heldenmoed<br />

genoeg, om enen ongelijken ftrijd<br />

met ene zo veel magtiger partij te<br />

wagen. Uit bekrompen voorzigtigheid<br />

onderwierpen zij hun regtmatig misnoegen<br />

aan de wet der noodzaaklijkheid,<br />

en leiden hunne hoogmoed liever ene<br />

harde offerande op, dewijl hunne vertroetelde<br />

verwaandheid geen andere kor<br />

brengen. Tc overleggend en te wijs<br />

om het zekere goed , dat zij van de<br />

vrijwillige grootmoedigheid huns Herer<br />

reeds bezaten , van zijne regtvaardigheie I<br />

(*) STRADA 82. 83. BURGUND. 91<br />

'4 68. Vita VIGL. 40.<br />

O 5<br />

II.<br />

BOEK,


ai» DE AFVAL DER<br />

II. of vrees eerst te willen afdwingen, of<br />

BOEI :. een werkelijk geluk afteitaan , om de<br />

- fchaduwe van een ander te behouden<br />

, maakten zij zig veel liever het<br />

gunfh'ge ogenblik ten nutte, om voordeel<br />

te doen met hunne ftandvastigheid,<br />

welke tans bij den algemenen afval<br />

des Adels in prijs geftegen was. Weinig<br />

gevoel van waren roem hebbende,<br />

lieten zij hunne eerzugt beflisfen, welke<br />

partij zij kiezen zouden ; en kleine<br />

eerzugt bukt veel liever onder het harde<br />

juk van dwang, dan onder de zagte<br />

heerfchappij van enen fterken geest.<br />

Het was een klein gefchenk, wanneer<br />

zij zig aan den Prins van Oranje overgaven<br />

; maar de verbindenis met den<br />

Vorst maakte hen des te gedugter vijanden<br />

voor hem. Daar ging hun naam<br />

onder den talrijken aanhang en in den<br />

glans van hunnen mededinger verloren;<br />

aan de verlaten zijde van het Hof fchitterde<br />

hunne fehrale verdiende. Het gene<br />

den grootfïen hoop des Adels afvallig<br />

van de Kroon maakte , hield<br />

deze weinigen getrou. De eerden wilden<br />

gene wetten van enen Heer, de<br />

laatfien<br />

gen.<br />

niet van huns gelijken ontvan­<br />

De huizen van Nasfau en Croi,<br />

tot welk laatfte de Hertog van Aarfchot<br />

behoorde , waren reeds federt<br />

verfcheidene regeringen elkanders mededingers<br />

naar aanzien en waardigheid geweest;<br />

en deze naijver had tusfehen


NEDERLANDEN. 219<br />

dezelven een oude familie-haat aangekweekt<br />

, welke door verdeeldheid in het j<br />

ftuk van Godsdienst ten laatfien onver- .<br />

zoenlijk werd. Het huis van Croi<br />

bezat federt ondenkelijke jaren bij uitftek<br />

den roem van Godsdienftigheid en Paapfche<br />

heiligheid ; de Graven van Nasfau<br />

hadden zig voor de nieuwe fekte<br />

verklaard. Reden genoeg, dat FTLIPS<br />

VAN CROI, Hertog van Aarfchot, de<br />

voorkeur gaf aan ene partij , die het<br />

meest tegen den Prins van Oranje gekant<br />

was. Het Hof verzuimde den<br />

fchonen kans niet, om uit dezen onderlingen<br />

haat zijn voordeel te trekken,<br />

en enen vijand van zo veel gewigt tegen<br />

het toenemend aanzien van het<br />

Nasfaufche huis te ftcllen. De Graven<br />

van Mansveld en Megen waren tot hiertoe<br />

de vertroudfte vrienden des Graven van<br />

Egmond geweest. Zij hadden ; te gelijk<br />

met hem hunne ftem tegen den Staatsdienaar<br />

opgeheven ^ te gelijk met hem<br />

de Inquifitie en de Plakaten bedreden ,<br />

en het in opregtheid met hem gehouden<br />

tot hier toe , tot op de uiterfte<br />

grenzen van hunnen pligt. Tans, op den<br />

fcheidweg van 't gevaar, gingen deze drie<br />

vrienden van elkander.- EGMOND'S onbezonnen<br />

'deugd fleepte hem onwederftandlijk<br />

voord , op het pad, dat ten<br />

verderve leidde ; zijne gewaarfchuwde<br />

vrienden begonnen nog ter goeder ure<br />

op ene goede terugkomst bedagt te zijn.<br />

s<br />

Er zijn ons nog brieven overgebleven,<br />

11<br />

1 O E IC.


TI.<br />

3SOEK.<br />

220 DE AFVAL DER<br />

die tusfehen den Graaf van Egmond<br />

en Mansveld gewisfeld zAjh , en die,<br />

lchoon in een later tijdvak gefchreven<br />

ons egter ene getrouwe fchilderij van<br />

hunne betrekkingen ten dien tijde opleve­<br />

ren. „ Ben ik," antwoordde MANSVETD<br />

t i<br />

aan zijnen vriend, die hem vriendlijke<br />

yerwijtingen over zijnen afval tot de<br />

partn des Konings gedaan had, „ ben<br />

„ ik voormaals van oordeel gen-eest,<br />

dat de affehaffing der Inquifitie , de<br />

„ verzagting der Plakaten , en de ver-<br />

„ wijdenng van den Kardinaal GRAN-<br />

V E L L E , voor het algemeen welzijn<br />

, noodzakelijk waren, de Koning heeft<br />

J , aan dit ons verlangen reeds voldaan,<br />

5 , en de oorzaak onzer klagte is weg-<br />

» , genomen. Wij hebben reeds te veel<br />

5 , tegen den hoogmoed van den Vorst,<br />

3 , cn het gezag der Kerke ondernomen;<br />

J , het is, hoog tijd om intcpalmen,<br />

d a<br />

y - °P<br />

w<br />

i<br />

d e<br />

» Koning, wanneer hij<br />

9 i komt, met een .vrolijk gelaat, zon­<br />

3' der angstvalligheid, ontmoeten kunnen.<br />

y<br />

Wat mij betreft, ik ben voor zijnen<br />

y<br />

toorn _ niet bevreesd ; gerustlijk durve<br />

yi<br />

ik mij op zijn bevel naar Spanje bege­<br />

y<br />

ven , cn mijn vonnis van zijne regt-<br />

M<br />

vaardigheid en goedheid verwagten.<br />

y><br />

Ik zeg dit niet, als twijfelende , of<br />

•>•><br />

Graaf Egmond dat zelfde, van zig<br />

n<br />

zoude kunnen verzekeren ; dog Graaf<br />

•>•><br />

Egmond zal wèl doen , dat i hij de­<br />

v><br />

ze zijne zekerheid meer en meer be-<br />

r><br />

vestige , en het vermoeden van zijne


NEDERLANDEN. WIJ<br />

r<br />

daden verwijdere. Verneme ik ," du; '• II.<br />

leidt het flot", ,, dat hij mijne ver • BOE K'.<br />

„ maningen ter harte neemt, zo blijf<br />

„ het bij' onze vriendfehap; maar zo niet<br />

dan voel. ik mij fterk genoeg, on<br />

„ alle menfchelijke betrekkingen aan mij<br />

,, nen pligt en mijne eer opteoffcren (_*).'<br />

De vermeerderde magt des Adels ftel<br />

de de Republiek bijna aan een grote r<br />

kwaad bloot, dan dat, welk zij doe r<br />

het verdrijven des Staatsdienaars pas om<br />

komen was. Door ene langdurige wee<br />

de verarmd, welke te gelijk hunne z<<br />

den bedorven had, en waarmede z<br />

reeds te gemeenfaam waren geworden •><br />

om haar nu eerst te laten varen , bi<br />

zweken zij voor de gevaarlijke gelegel ï-<br />

beid, om hunne heerfchende neigir g<br />

roetegeven , en den kwijnenden glai is<br />

van hun geluk weder te herftellcn. Ve r-<br />

kwisting bragt winzugt mede , en dc; :e<br />

den woeker. Geestelijke en wcreldlijl<br />

amten raakten veil; Ereposten , Prh i-<br />

legiën en Vrijbrieven werden aan de mee: it<br />

biedenden verkogt ; met de geregtighc id<br />

zelve werd handel gedreven. Wie do or<br />

den geheimen Raad veroordeeld wa ' •><br />

werd door den Raad van State wee er<br />

vrijgefproken ; wat de ene weigerd< :<br />

»<br />

was bij den anderen voor geld te vi :r-<br />

krijgen. Dc Raad van State wie rp<br />

naderhand wel de fchuld op de V ve<br />

andere Hoven , maar zijn eigen vo< >r-<br />

(*) STRADA I5pi


5.22 DE AFVAL DER<br />

II. beeld was het, waardoor deze aange.<br />

n o E K doken werden. De vindingrijke fchraapzugt<br />

opende nieuwe bronnen van gewin<br />

Leven, Vrijheid en Godsdienst<br />

werden, even als landerijen, voor vaste<br />

lommen verzekerd; voor goud waren<br />

moordenaars en kwaaddoeners vrij , en<br />

de Natie werd door de loterijen en<br />

lombaardtafelen bedolen. Zonder aanmerking<br />

van rang of verdiende, zag men<br />

de bedienden en afhangelingen der leden<br />

van den Raad van State, en der<br />

Provinciale Stadhouders tot de gewigtigfte<br />

bedieningen verheven. Wie iets<br />

bij 't Hof te verzoeken had, moest<br />

zig door de Stadhouders en hunne onderbedienden<br />

derwaards den weg banen.<br />

Generhande kunstgrepen van verleiding<br />

werden 'er gefpaard, om den Geheimfchrijver<br />

der Hertoginne , T HOM AS AR­<br />

MEN TEROS, enen tot hiertoe onbefproken<br />

en eerlijken man, mede in deze<br />

ongeregeldheden te liepen. Door<br />

gemaakte betuigingen van genegenheid<br />

:n vriendfehap, wist men zig in zijn<br />

vertrouwen te dringen, en zijne grondseginfels<br />

door een los leven te onder-<br />

i nijnen. Het verderflijke voorbeeld dak<br />

:ijne zeden aan, en nieuwe behoeften<br />

icgepraalden over zijne voorheen on-<br />

J :reukbaare deugd. Nu werd hij blind<br />

oor misbruiken , waaraan hij mede-<br />

'Hgtig _ was , en fchoof een gordijn voor<br />

I<br />

c c misdrijven van anderen , om daar<br />

s gter tevens de zijnen te verbergen. Met


NEDERLANDEN. ftüS<br />

2ijne kennis cn medewerking beroofde<br />

men den Koninglijken fchat , en verijdelde<br />

de oogmerken der regering, door<br />

een (lege beftuur van hare hulpmiddelen.<br />

Ondertusichcn leefde dc Landvoogdes<br />

in enen zoeten waan van heerlchappij<br />

en werkfaamheid, welken de vleierij<br />

der Groten op ene kundige wijze<br />

wist te koesteren. De eerzugt der<br />

partijen fpeelde met het zwak ener<br />

vrouwe, en kogt haar ene wezenlijke<br />

magt af, voor die wezenloze tekens<br />

en een nederig vertoon van afhangelijkheid.<br />

Welras behoorde zij geheel<br />

aan de partij , en veranderde ongemerki<br />

hare grondbeginfels. Op ene wijze,<br />

geheel drijdig met haar vorig gedrag,<br />

bragt zij tans vragen, welke tot d(<br />

andere Hoven behoorden , of voordellen,<br />

haar in 't geheim door VIGLIU:<br />

gedaan, wederregtelijk in den Raad vai I<br />

State, waar de partij de overham l<br />

had, even als zij denzelven voormaals ><br />

onder het beduur van G R A N V E L L E<br />

wederregtelijk had voorbijgegaan. Ge<br />

noegfiam alle zaken en alle invloe i<br />

kwamen tans aan dc Stadhouders. Al<br />

le fmeekfehriften werden aan hun op<br />

gedragen , alle gunden door hun uil<br />

gedeeld. Het ging zo<br />

aan de Regeringen der<br />

ver, dat • z j<br />

Steden regtzs<br />

ken onttrokken , en die voor hunne .1<br />

regtbank bragten. Het gezag der Pre<br />

vinciale Geregten verminderde, naarmat e<br />

het hunne toenam ; en met het geza<br />

l<br />

II.<br />

B OE IC.


m<br />

HOEK<br />

45| DE A F V A L D E R<br />

der Regering lagen regtsoefening en bati<br />

, geïfijke orde ter neder. De kleinere<br />

. Geregtshoven volgden weldra het voorbeeld<br />

van de regering des Lands. De<br />

geest, welke den Raad van State te<br />

Brusfel beheerschte, verfpreidde zig welhaast<br />

door aile Provinciën. Kuiperijen i<br />

verfchoningen van misdrijven, roof, omkoping<br />

van het regt, werden algemeen<br />

in de Regtbanken des Lands :<br />

de zeden raakten in verval, en de nieuwe<br />

fekten bedienden zig van deze losbandigheid,<br />

om haren kring te vergroten.<br />

De verdraagfamcr gevoelens van<br />

Godsdienst bij den Adel, die of zelf<br />

de nieuwe leer beguniligden , of ten<br />

minden de Inquifitie als een werktuig<br />

der dwingelandij verfoeiden , hadden de<br />

ftrenghcid der Geloofs- Plakaten vernietigd<br />

• door de vrijbrieven , welken men<br />

aan verfcheidene Proteftanten verleende,<br />

werden het heilige Geregt zijne best»<br />

offers ontnomen. Doof geen ding kon<br />

de Adel voordaan zijn nieu aandeel aan<br />

de _ regering des Lands den Volke voordeliger<br />

aanprijzen, dan wanneer zij het<br />

gehate Geregtshof der Inquifitie aan hetzelve<br />

ten offer bragten ; cn daartoe<br />

bewoog hen nog meer hunne eigene<br />

neiging, dan het voorfchrift der Staatkunde.<br />

De Natie ging ogcnbliklijk<br />

van den drukkendften dwang der onverdraagfaa'mheid<br />

in enen ftaat van vrijheid<br />

over, welken zij reeds te zeer<br />

Ontwend was, om hem met gematigdheid


NEDERLANDEN.<br />

heid te dragen. De Inquifitiemeesters, II.<br />

ran den bijftand der Regering verfto- BOEK.<br />

ken, zagen zig meer befpot, dan gevreesd.<br />

Te Brugge liet de Stadsregering<br />

zelfs enigen van de Dienaren der<br />

Inquifitie, welke enen Ketter in hcgtcnis<br />

wilden nemen, te water en brood<br />

zetten. Omtrent dien zelfden tijd werd<br />

te Antwerpen , alwaar het Gemeen ene<br />

vergecffche poging gedaan had, om<br />

enen Ketter uit de handen van het<br />

heilige Gercgt te ontzetten , een met<br />

bloed gefchreven papier openlijk op de<br />

markt aangeplakt, houdende, dat een<br />

aantal menfchen zig te zamen verzworen<br />

had, om den dood van dezen<br />

ongciukkigen te wreken (*).<br />

De Geheime Raad en de Raad der<br />

Geldmiddelen, in welke VIGLIUS en<br />

SARLAIMONT voorzaten, hadden zig<br />

van het bederf, waarvan de gehele<br />

Raad van State aangeftoken was, nog<br />

grotendeels zuiver gehouden. Een nieü<br />

aanzoek bij den laatstgenoemden was<br />

wederom mislukt; tans deed men zijn<br />

best om in die beide Hoven enige<br />

nieuwe Leden intcdringen, welke<br />

'der partije meer toegedaan waren. In<br />

dien tijd deed zig in het rijk der<br />

o-eleerdheid Zekere BALDTJINUS op,<br />

een geboren Vlaming, die zig in de<br />

Regtskunde enen fchitterenden roem ver-<br />

(*) HOPPER 40. GROT. 17. Vita vict.<br />

39. BURG. 80, 8f. 88. STRADA 99. 10©.<br />

I. DE KL. P


32


NEDERLANDEN. é27<br />

gijnen aanflag wist pptefchikken, zij II.<br />

deden gene werking op het ge­ BOEK*<br />

moed van dezen man, die te verftandig<br />

en te zedig dagt, om enen zekeren<br />

ftaat van middclmaatigheid aan enen<br />

twijffelagtigcn ftaat van grootheid opteofferen.<br />

^Ecn gelijke poging mislukte<br />

den Graaf van Hoorn bij enen Duitfchen<br />

Regtsgclccrdcn, met name CASs<br />

ANDER, dien dc verwilderde zeden<br />

van het Hof fpoedig naar zijn Vaderland<br />

deden te rug keren (*><br />

Daar het der partij niet gelukte»'<br />

noch om den Geheimen Raad cn den<br />

Raad der Geldmiddelen in hare belangen<br />

te krijgen, noch ook om htire<br />

aanhangers in deze twe Vergaderingen<br />

te dringen, zo bleef haar geen ander<br />

middel over, dan beiden geheel<br />

en al buiten- werkfaamheid te breno-cn,<br />

cn derzelver werk in den _ Raad<br />

van State te doen overgaan. Om dit ontwerp<br />

ter uitvoer te brengen, zogt de Prins<br />

van Oranje zig van den Raad van<br />

State te verzekeren. ,, Men noemt hen<br />

„ wel Raden £ dus liet hij zig meermalen<br />

tegen zijnen aanhang uit, „ maar<br />

„ anderen hebben de magt in handen.<br />

Wanneer men geld nodig heeft, om<br />

' het krijgsvolk te betalen, of wanneer<br />

het te doen is om de inkruipen-<br />

,= de ketterij te weren , of om het<br />

„ Volk in orde te houden, dan be-<br />

C'O BrucuND. 89. 90. 91. GROT. 18.<br />

P a


II.<br />

.6 O E K.<br />

. i<br />

ssJ JDE AFVAL DER<br />

„ dient men zig van hun, daar zi)<br />

„ noch over het geld, noch over de<br />

„ wetten, het opzigt hebben, maar<br />

„ alleen de werktuigen zijn, waardoor<br />

„ de beide andere Kollegiën op den<br />

„ Staat werken. En evenwel zouden zij<br />

„ alleen tot het gehele beftuur der Re-<br />

„' gering, welke men geheel nodeloos<br />

„ onder drie verfcheidene Kollegiën ver-<br />

„ deeld heeft, genoegfaam zijn , zo zij<br />

„ zig flegts onder elkander wilden ver-<br />

„ binden, om dezen afgefcheurden tak<br />

„ van Regering weder den Raad van<br />

„ State intelijvcn, ten einde het gehele<br />

„ lichaam door éne ziel in werking ge-<br />

„ bragt wierd." Men beraamde vooraf<br />

en in ftilte een plan, volgens 't welk<br />

twaalf nieuwe Vlies-Ridders in den Raad<br />

van State gebragt, de regtsoefening aan<br />

het Hof van Mechelen, aan 't welk dezelve<br />

regtmatig behoorde, wedergegeven,<br />

en de brieven van Vrijdom, Vergiffenis<br />

enz. aan den Prefident V I G L I U S<br />

>vergelaten, dog het geldbeftuur hun<br />

dleen in handen zou gefteld worden.<br />

Vlen voorzag zeer wei, alle de zwarigïeden<br />

, welke door het wantrouwen van<br />

j iet Hof, en den naijver over de toenenende<br />

magt der Edelen, tegen deze<br />

ïieuwigheid zouden in den weg geleed<br />

1 vorden: om dezelve derhalven bij de<br />

I landvoogdes doortedringen, maakte men<br />

I :nige van de voornaamfte Officieren<br />

( >p , om het Hof te Brusfel door<br />

1 lerke aanmaaningen om hunne agter-<br />

i tallige zoldij te ontrusten 7 en in geval


NEDERLANDEN. ssp<br />

van weigering' met enen opftand te drei­ II.<br />

gen. Men bewerkte dat de Landvoog­ BOEK.<br />

des met menigvuldige Verzoekfchriften en<br />

Memoriën wierd aangevallen, waarin<br />

over uilftel van regt geklaagd, en hoog<br />

opgegeven werd van het gevaar, 't welk<br />

van de dagelijks toenemende Ketterij<br />

te dugten was. Men verzuimde gene<br />

gelegenheid, om haar den verwarden toeftan<br />

d der Burgerlijke orde , der Regtspleging<br />

en der Geldmiddelen zo akelig<br />

aftefchüderen , dat zij uit de bedwelming,<br />

waarin zij tot hiertoe was<br />

gewiegd geweest, met fchrik ontwaakte<br />

(*). Zij riep alle drie Kollegiën te<br />

Zamen, om te bcraadflagen, door welke<br />

middelen deze verwarringen te verhelpen<br />

waren. De meertlcrheid der<br />

ftemmen kwam hierop uit, dat men<br />

enen buitengewonen Gezant naar Spanje<br />

moest zenden , die den Koning in<br />

ene uitvoerige en levendige fchüdery<br />

den waren ftaat van zaken onder het oog<br />

zoude brengen , cn, ware het mogelijk,<br />

hem tot betere maatregelen bewegen.<br />

VIGLIUS, die van het geheime<br />

plan der partij niet het minfte<br />

gemerkt, had, verklaarde zig tegen dit gevoelen.<br />

„ Het kwaad," zeide hij, „ waar-<br />

„ over men klaagde, was zekerlijk grooi<br />

„ en niet te veragten ; maar ongenees-<br />

„ lijk was het niet. Het regt werc<br />

„ flegt bediend ; maar uit gene ande<br />

(*) BURGUND. 92—94. HOPPER 4*<br />

Vit. vi CL. 5. 87. 88.<br />

P 3<br />

s*


II.<br />

BOEK,<br />

230 DE AFVAL DER<br />

„ re oorzaak, dan omdat de Adel zelf<br />

„ het gezag der Overheid , door hun<br />

„ minagtend gedrag omtrent dezelve ,<br />

„ verminderde, en de Stadhouders haar<br />

„ niet genoeg onderfleunden. De Ket-<br />

„ terij nam de overhand, omdat de<br />

„ Wereldlijke arm de Geestrijke . in het<br />

„ gedrang liet zitten , en het 'gemene<br />

Volk, naar het voorbeeld van den<br />

,, Adel, den eerbied voor zijne Over-<br />

, heid had ukgefchud. Niet zo zeer<br />

, het flegte'' beltuur der geldmiddelen ,<br />

, maar veelmeer de vorige oorlogen en<br />

, de ftaatsbehoeften des Konings had-<br />

, den de Provinciën met dezen last van<br />

, fchulden bezwaard, waarvan zij door<br />

, billijke fchattingen langfamerhand we-<br />

, der ontheven konden worden. Wan-<br />

, neer de Raad van State zijne gunst-<br />

, en vergiffenis-brieven verminderde; wan-<br />

, neer dezelve de verbetering van ze-<br />

, den van zig zeiven begon, en meer<br />

, agting voor de wetten toonde; kortom,<br />

, wanneer flegts dc Kollegiën en de<br />

, Stadhouders eerst hunne pligten be-<br />

, tragtten , zo zouden deze klagten<br />

, weldra ophouden. Waartoe dan een<br />

, nieuwe Afgevaardigde naar Spanje gezonden,<br />

daar tog niets nieus gefchied<br />

was, om dit buitengewone middel<br />

te regtvaardigeh ? Bijaldien men evenwel<br />

daarop bleef (laan , zo wilde<br />

hij zig tegen de algemene (tem niet<br />

verzetten; alleen maakte hij dit beding<br />

, dat de voorname last van den


NEDERLANDEN. 231<br />

Afgezant daarin beftaan zoude, om<br />

" den Koning tot ene fpoedige over?<br />

„ komst te bewegen (*)?"<br />

Over de keuze van den Afgevaardigden<br />

waren alle Hemmen ééns. Onder<br />

alle Nederlandfche Groten fcheen de<br />

Graaf van Egmond de enigfte te zijn,<br />

die gefchikt was om aan beide partijen<br />

tevens genoegen te geven. Zijn<br />

verklaarde haat tegen de Inquifitie, zijne<br />

vadcrlandfche en vrije gevoelens ,<br />

en dc onbevlekte eerlijkheid van zijn<br />

karakter, waren voor de Republiek genocgfame<br />

waarborgen voor zijn gedrag.<br />

Uit welke gronden hij welkom bij den<br />

Koning moest zijn , is reeds boven tc<br />

kennen gegeven. Daar bij Vorften vaak<br />

reeds het eerfte voorkomen beflist, kon<br />

EGMOND' S innemende lichaamsgcliake<br />

zijne welfprekendheid onderlteuncn , en,<br />

aan 't "'een hij veorteftcllen had, ene<br />

hulp bijzetten, welke de regtvaardigfte<br />

zaak bij Koningen niet kan ontberen.<br />

EGMOND zelf verlangde dit gezantfchap<br />

, om enige familie - zaken met der<br />

Koning te vereffenen (t).<br />

De Kerkvergadering van Trente wa<<br />

intusfehen ook geëindigd, en derzelvei<br />

bcfluiten aan de gehele Katholijke Chris<br />

eenheid bekend gemaakt. Maar dez<<br />

befluiten, wel verre van aan het oog<br />

merk der Vergadering te voldoen ,<br />

I<br />

ei<br />

(*) BURGUND. 95- 9


632 DE AFVAL DER<br />

ö. dc verwagting der Godsdienstpartijen te<br />

BOEK , vervullen, hadden de fcheuring tusfehen<br />

. beide Kerken nog veel groter, en de<br />

verdeeldheid in 't geloof onherftelbaar<br />

en altoosdurend gemaakt.<br />

De dvveperij was reeds op enen gewenschten<br />

weg om tot het gezonde<br />

verftand terug te keren , toen her<br />

denkbeeld tot deze Kerkvergadering geboren<br />

wierd. De fteeds toenemende<br />

voorfpoed der Hervorming , welke reeds<br />

begon Staten in den Staat optcrigten,<br />

en die het ene Noordfche rijk. na het<br />

andere van het Pausdom aftrok, verijdelde<br />

de barbaarfche middelen, welken<br />

ene woeste ftaatkunde gercedlyk tegen<br />

haar had zamengeraapt. Het dringende<br />

gevaar, waarvan de Geestlijke Dwingelandij<br />

zig omringd zag, had die<br />

bloedige middelen tot redding in zekeren<br />

zin geregtvaardigd: de nood gaf<br />

dezelve aan dc hand , om dat ene kwade<br />

zaak alleen door ene andere kwade zaak<br />

kan ftaande gehouden worden; en de<br />

ftaatkunde ried dezelve aan , zo lan**<br />

bewezen kon worden , dat zij voldoende<br />

waren. Het doden van een<br />

lid, dat gemist kon worden, behield<br />

misfehien het gehele lichaam 5 maar dit<br />

lid moest verfchoond worden , zodra<br />

betzelve het edelfte was. Deze zelfde<br />

handelwijze, welke zig tegen de eerfte<br />

?pkomst der fekte liet aanprijzen, kon<br />

jij den aanwas van dezelve ligtelijk de<br />

rerwerpelijkfte zijn. In verfchcidene lan-


NEDERLANDEN. 233<br />

den, gelijk in Frankrijk, cn, over het II.<br />

geheel genomen, ook in Duitschland, BOEK.<br />

ftond het Proteftantfchc gedeelte des<br />

Volks met het Katholijke reeds in<br />

evenwigt ; in andere woog het dit<br />

geheel en al over. Waar het in<br />

getal voor het andere moest wijken,<br />

had het misfehien de gehele nijverheid<br />

en den welvaart van den Staat<br />

in handen, en de Regering kon hetzelve<br />

niet laten onderdrukken, zonder<br />

zig tevens van hare nuttigfte onderdanen<br />

te beroven. Grote cn wijduitgeftrekte<br />

rijken, gelijk het Spaanfche<br />

was, konden dit verlies van burgers<br />

ligter dragen , of gevoelden altans<br />

hetzelve later; daar integendeel<br />

kleinere Staten , gelijk Savoijen , de<br />

Nederlanden enz. daardoor te gronde<br />

moesten gaan. Deze derhalvenweinig<br />

daarmede geholpen , dat zij, om<br />

het gezonde deel te redden, het aangeftoken<br />

opofferden , moesten veeleer<br />

zorgvuldig daarop bcdagt zijn, om ook<br />

zelfs het laatfte nog te bewaren, en<br />

dit, zo mogelijk, tot een nuttig lid<br />

tc maken. Van hier dc zagtere gezindheden<br />

in het ftuk van Godsdienst bi<br />

de Vorftcn van den tweden cn derden<br />

rang; van hier de oorfprong dei<br />

grotere verdraagfaamheid in kleinere Sta-<br />

t e l<br />

Bij de geweldige cn algemene fchud<br />

ding , welke het gehele Godsdienftig»<br />

Behaara beroerde, kon het<br />

P 5<br />

niet mis


=34 DE AFVAL DER<br />

ir. fen, of enige van deszelfs zwakke delen<br />

moesten ontdekt worden, üe ftoute<br />

cn gelukkige aanvallen der Hervormers<br />

op de Geesdijke Dwingelandij<br />

hadden eindelijk den Katholijken<br />

zeiven de ogen geopend, ten opzigte<br />

van het zedenbederf hunner Geestlijkheid,<br />

en van verfcheidene misbruiken<br />

der Kerke , welke de aantijgingen<br />

der Geloofsverbeteraars enigermate fchencn<br />

te billijken. Eenparig kwam men<br />

daarin overeen , dat de Kerk ene<br />

zuivering nodig had , om dc edele<br />

eenvoudigheid van haren oorfprong te<br />

herftellen , en al het vreemde en<br />

willekeurige weg te nemen, waarmede<br />

een lange reeks van eeuwen dc zuivere<br />

Leer misvormd had. Beide deze<br />

oogmerken hoopte men, naar het<br />

voorbeeld van vroegere tijden, door ene<br />

algemene Kerkvergadering te bereiken,<br />

welke in de vereniging van hare<br />

aardfche werktuigen den Hcmelfchen<br />

ftigter des Christendoms verbeeldde. Hier<br />

moesten de verfchilpunten nog eenmaal<br />

ter toetfe gebragt worden, dc tegenpartijen<br />

van de Moederkerk haare<br />

bezwaren met Republickeinfche vrijheid<br />

voordragen, en dan tot de uitfpraken<br />

van den Heiligen Geest gewezen worden<br />

, welke, door den mond der Vergadering,<br />

zijne mening openbaarde.<br />

Nog gewigtiger waren de ftaatkundige<br />

redenen, waarom de Vorften zodanig<br />

ene Kerkvergadering wenschten. De


NEDERLANDEN. 335<br />

willekeurige aanmatigingen van den Room- II.<br />

fchen ftoel hadden reeds lang dc reg­ BOE K.<br />

ten dezer Vorften gefchonden, en derzelver<br />

hoogmoed gekwetst; tans, nu<br />

deze gedugte Aanvaller hunner tronen,<br />

tot de dicpfte afhanklijkheid van<br />

hun gedaald was, tans hadden zij het<br />

in hunne hand, deze aanftotclijke Pnestermagt<br />

binnen betamelijker palen terug<br />

te brengen, het Opperhoofd van<br />

't Kerklijke beftuur door zijne eigene<br />

werktuigen te beteugelen, en hem<br />

door dc Geestïijkheid hunner Landen<br />

wetten voor te fchrijven. Alle deze<br />

redenen bewecgden KAREL DEN VIJF­<br />

DEN, ten ftèrkften voor het houden<br />

van deze Vergadering te ijveren;<br />