Ontwerp2daagse Zuidwestelijke Delta Schetsen voor de lange termijn
Ontwerp2daagse Zuidwestelijke Delta Schetsen voor de lange termijn
Ontwerp2daagse Zuidwestelijke Delta Schetsen voor de lange termijn
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
<strong>Delta</strong>programma | <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong><br />
Werkdocument<br />
<strong>Ontwerp2daagse</strong><br />
<strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong><br />
<strong>Schetsen</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>lange</strong><br />
<strong>termijn</strong><br />
22 en 23 juni 2010, Werkplaats <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> Goes<br />
1
Inhoudsopgave<br />
Inleiding 5<br />
1 Perspectief op <strong>de</strong> klimaatbestendigheid van <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong>: sediment en water 9<br />
2 Veiligheid - Lange <strong>termijn</strong> veiligheidsalternatieven <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong>’ 23<br />
3 Estuarium - Alternatieven <strong>voor</strong> een ‘zo compleet mogelijk’ estuarien systeem 31<br />
4 Infrastructuur - De <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> als ‘port’ en poort 37<br />
5 Stad - Vasthou<strong>de</strong>n en loslaten 43<br />
6 Contactzones - Verschillen<strong>de</strong> kwaliteiten in <strong>de</strong> contactzones land-water 47<br />
7 Opstap naar een vervolg 53<br />
3
Inleiding<br />
Doel<br />
Vanaf <strong>de</strong> zomer van 2010 start <strong>de</strong> Lange Termijn (LT) Verkenning ZW <strong>Delta</strong> in het ka<strong>de</strong>r van het <strong>Delta</strong>programma. On<strong>de</strong>rzoek,<br />
ontwerp en communicatie gaan vanaf dat moment hand in hand, met als uitkomst een aantal mogelijke toekomstbeel<strong>de</strong>n<br />
2050 - 2100 <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ZW <strong>Delta</strong>. Deze toekomstbeel<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n als alternatieven in een afwegingsproces betrokken.<br />
De essentie van <strong>de</strong> LT Verkenning is <strong>de</strong> verbinding van <strong>de</strong> veiligheidsopgave met <strong>de</strong> ecologische en economische opgaven<br />
waar <strong>de</strong> ZW <strong>Delta</strong> zich <strong>voor</strong> geplaatst ziet. In <strong>de</strong> aanloop naar <strong>de</strong> LT Verkenning heeft in <strong>de</strong> maand april 2010 een serie<br />
gesprekken plaatsgevon<strong>de</strong>n met vertegenwoordigers van <strong>de</strong> belangrijkste sectoren die bij <strong>de</strong> toekomst van <strong>de</strong> ZW <strong>Delta</strong><br />
zijn betrokken. Het resultaat van die gesprekken, waarin <strong>de</strong> kansen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> diverse sectoren (natuur, visserij, toerisme &<br />
recreatie, wonen-diensten-cultuur, industrie-havens-logistiek en landbouw) op <strong>de</strong> <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong> zijn opgesomd, vormen<br />
een inhou<strong>de</strong>lijke agenda <strong>voor</strong> <strong>de</strong> LT Verkenning. De essentie van <strong>de</strong>ze gesprekken is in een kort filmpje samengevat (zie<br />
DVD in <strong>de</strong> omslag). De bedoeling van <strong>de</strong> <strong>Ontwerp2daagse</strong> was om die agenda-verkenning te completeren met een aantal<br />
toekomstschetsen van <strong>de</strong> hand van ontwerpers, en om al schetsend een aantal thema’s (gebruiksfuncties) en lagen (watersysteem,<br />
ecologie) met elkaar te verbin<strong>de</strong>n.<br />
De <strong>Ontwerp2daagse</strong> lever<strong>de</strong> toekomstschetsen op <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ZW <strong>Delta</strong> als geheel (inclusief afstemming met omgeving: <strong>Delta</strong>programma<br />
Rijnmond, Voor<strong>de</strong>lta) en een aantal uitwerkingen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> <strong>Delta</strong>wateren. Met het watersysteem (veiligheid,<br />
waterkwaliteit, dynamiek) als vertrekpunt werd doorgedacht richting kansen <strong>voor</strong> diverse vormen van natuur en grondgebruik<br />
(landbouw, wonen, werken, toerisme & recreatie) en specifieke ruimtelijke karakters en kwaliteiten. De schetsen kunnen<br />
(later in het LT Verkenningsproces) als schot <strong>voor</strong> <strong>de</strong> boeg dienen bij het ontwikkelen van alternatieven die in een afwegingsproces<br />
wor<strong>de</strong>n betrokken. De opgave van <strong>de</strong> <strong>Ontwerp2daagse</strong> is te zien als een actualisatie en een verdieping (op basis van <strong>de</strong><br />
<strong>Delta</strong>themagesprekken en <strong>de</strong> afstemming met <strong>de</strong> opties <strong>voor</strong> het veilig en ‘klimaatproof’ maken van het Rijnmondgebied) van<br />
het ontwerp-on<strong>de</strong>rzoek ‘Toekomstbeeld ZW <strong>de</strong>lta’ van H+N+S en <strong>Delta</strong>res van 2009 (Zie www.zw<strong>de</strong>lta.nl).<br />
Presentatie tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>Ontwerp2daagse</strong><br />
5
6<br />
Tenslotte: <strong>de</strong> <strong>Ontwerp2daagse</strong> had het karakter van een<br />
‘jamsessie’; een vrije oefening op basis van een eerste kennismaking<br />
met <strong>de</strong> complexe materie. De ontwerpers zijn<br />
niet eerst bedolven on<strong>de</strong>r materiaal. De opgave en <strong>de</strong> uitgangspunten<br />
wer<strong>de</strong>n aan het begin toegelicht en met het<br />
gepresenteer<strong>de</strong> gingen <strong>de</strong> ontwerpteams aan het werk. Er<br />
was een leestafel met daarop <strong>de</strong> relevante on<strong>de</strong>rzoeken en<br />
publicaties <strong>voor</strong> <strong>de</strong> LT Verkenning <strong>Delta</strong>programma.<br />
Opzet<br />
Het eerste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>Ontwerp2daagse</strong> stond in het teken<br />
van het formuleren van <strong>de</strong> opgave. In een aantal korte presentaties<br />
kwam <strong>de</strong> kern van <strong>de</strong> opgave <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong><br />
<strong>voor</strong> het voetlicht:<br />
• Planvormingenprojectenin<strong>de</strong>ZW<strong>Delta</strong>,Uitvoeringsprogramma<br />
(Joost Schrijnen)<br />
• <strong>Delta</strong>programma ZW <strong>Delta</strong> (Martie van Essen)<br />
• Watersysteem en estuariene dynamiek (Ies <strong>de</strong> Vries)<br />
• Lange <strong>termijn</strong> opties <strong>voor</strong> <strong>de</strong> veiligheid van<br />
Rijnmond-Drechtste<strong>de</strong>n (Dirk van Schie)<br />
• De Voor<strong>de</strong>lta als kansrijk gebied (Saskia Huijs)<br />
• Opgave en gevraagd resultaat <strong>Ontwerp2daagse</strong><br />
(Jandirk Hoekstra)<br />
Er werd gewerkt in gemeng<strong>de</strong> teams. Aan een ontwerper<br />
van buitenaf werd steeds een provinciaal/ gemeentelijk<br />
ontwerper gekoppeld. Elk van <strong>de</strong> teams kreeg een opgave<br />
met een eigen invalshoek:<br />
Team Invalshoek<br />
Steef Buijs (Buijs Advies)/ Hans van Engen (DLG) Veiligheid, ruimte <strong>voor</strong> <strong>de</strong> rivier, zoet water<br />
Alphons van Win<strong>de</strong>n (Stroming)/ Leo van <strong>de</strong> Brand Estuariene dynamiek, ecologie, intergetij<strong>de</strong>ngebied,<br />
(Provincie Zeeland) kustzones<br />
Enno Zui<strong>de</strong>ma (EZS) Infrastructuur, havens transport en logistiek<br />
Boris Hocks (POSAD)/ Judith Bax (Gemeente Dordrecht) Verste<strong>de</strong>lijking, ‘grote’ programma’s (wonen, werken, T&R)<br />
Pieter Schengenga (H+N+S)/ Ronald Kramps Landschap, cultuurhistorie, dijkzones, ‘dunne’ programma’s<br />
(Provincie Noord-Brabant) (wonen, werken, T&R), landbouw
Per team is <strong>de</strong> bandbreedte aan <strong>de</strong>nkbare en plausibele oplossingsrichtingen<br />
(minstens twee uitersten per invalshoek)<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong> (plm 2050 - 2100) op twee schaalniveaus<br />
in beeld gebracht: op het niveau van <strong>de</strong> ZW <strong>Delta</strong> als<br />
geheel en op het niveau van één van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong>wateren, die in<br />
<strong>de</strong> oplossingsrichting een cruciale rol speelt. Tot slot van <strong>de</strong><br />
<strong>Ontwerp2daagse</strong> wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten aan een bre<strong>de</strong> groep<br />
van ‘<strong>Delta</strong>werkers’ gepresenteerd.<br />
Resultaat<br />
Dit ‘werkdocument’ is een bun<strong>de</strong>ling van het resultaat<br />
van <strong>de</strong> <strong>Ontwerp2daagse</strong>. De presentatie van Ies <strong>de</strong> Vries<br />
van <strong>Delta</strong>res, die belangrijke input <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ontwerpteams<br />
vorm<strong>de</strong>, is opgenomen in dit werkdocument. Het spreekt<br />
vanzelf dat een tweedaagse slechts een eerste verkenning<br />
van toekomstbeel<strong>de</strong>n oplevert. <strong>Schetsen</strong> aan <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong>beel<strong>de</strong>n<br />
houdt in dat een bepaal<strong>de</strong> gedachtegang tot het<br />
uiterste wordt vastgehou<strong>de</strong>n en in beeld gebracht. Op die<br />
manier wordt <strong>de</strong> breedte van het speelveld van mogelijke<br />
toekomstige ontwikkelingen verkend. Het on<strong>de</strong>rzoeken en<br />
Stappen in het proces van LT Verkenning ZW <strong>Delta</strong> Nationaal <strong>Delta</strong>programma<br />
Plan van aanpak ZWD/NDP + Kabinetsbesluit 9 juli 1 e NDP<br />
9-7-10<br />
(werk)<br />
hypothese<br />
<strong>voor</strong>zet<br />
Probleem<br />
( (Analyse<br />
analyse<br />
huidige<br />
situatie)<br />
1 e generatie<br />
alternatieven<br />
1) ‘0’ situatie +<br />
autonoom<br />
2) Klimaat<br />
3) Veiligheid<br />
4) Ruimtelijke<br />
economie<br />
5) Estuarium<br />
Trechteren<br />
naar<br />
afweging<br />
28/29-10 Zomer 2011<br />
2010<br />
Voortdurend<br />
Interactie<br />
<strong>de</strong>el en geheel<br />
met name door<br />
het<br />
ontwerp en het<br />
on<strong>de</strong>rzoek<br />
&<br />
keuze<br />
2 e generatie<br />
alternatieven<br />
Stappen in het proces van LT Verkenning <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> Nationaal <strong>Delta</strong>programma<br />
in beeld brengen van <strong>de</strong> ‘uitersten’ en <strong>de</strong> hoeken van het<br />
speelveld is nodig om bestuurlijke keuzen gefun<strong>de</strong>erd te<br />
kunnen maken. Een aantal van <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n is controversieel<br />
in het licht van <strong>de</strong> huidige opvattingen en het bestaan<strong>de</strong><br />
beleid. Ze dienen om <strong>de</strong> tongen los te maken en zeker niet<br />
om nu al keuzes te maken.<br />
In het proces van <strong>de</strong> LT Verkenning <strong>Delta</strong>programma wor<strong>de</strong>n<br />
alternatieve toekomstbeel<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong> in een<br />
cyclisch proces van on<strong>de</strong>rzoek, ontwerp en afweging in diverse<br />
ron<strong>de</strong>s gegenereerd (zie figuur 1). Ze wor<strong>de</strong>n daarbij<br />
steeds aangescherpt en verfijnd, ook op basis van een participatieproces<br />
met <strong>de</strong> be<strong>lange</strong>ngroepen in <strong>de</strong> ZW <strong>Delta</strong>. De<br />
toekomstschetsen van <strong>de</strong> <strong>Ontwerp2daagse</strong> wor<strong>de</strong>n betrokken<br />
bij het ontwikkelen van <strong>de</strong> alternatieven. We (Werkplaats/<br />
Programmabureau) zijn er van overtuigd dat ‘beel<strong>de</strong>n’ <strong>de</strong> discussie<br />
over <strong>de</strong> complexe werkelijkheid en <strong>de</strong> samenhang in <strong>de</strong><br />
ZW <strong>Delta</strong> erg kunnen helpen, niet in <strong>de</strong> laatste plaats in het<br />
proces van <strong>de</strong> menings- en draagvlakvorming met <strong>de</strong> bewoners<br />
van <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong>.<br />
Start 2 e ron<strong>de</strong><br />
7
1. Perspectief op <strong>de</strong> klimaatbestendigheid van <strong>de</strong><br />
<strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong>: sediment en water<br />
Ies <strong>de</strong> Vries en Jan Mul<strong>de</strong>r<br />
22 juni 2010<br />
Doel en status<br />
Het perspectief op <strong>de</strong> klimaatbestendigheid van <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong><br />
<strong>Delta</strong> is toegespitst op <strong>de</strong> rol van sediment en water<br />
en vormt <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke basis <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ontwerp2daagse <strong>Zuidwestelijke</strong><br />
<strong>Delta</strong> op 22 en 23 juni 2010. De ontwerp2daagse is<br />
<strong>de</strong> basis <strong>voor</strong> een eerste oefening van ontwerpend on<strong>de</strong>rzoek<br />
om <strong>de</strong> ruimtelijke opgaven <strong>voor</strong> veiligheid en ecologie te verbin<strong>de</strong>n<br />
met het sociaal-economische domein. In <strong>de</strong> ontwerp-<br />
2daagse gaat het <strong>voor</strong>al om het ont<strong>de</strong>kken van <strong>de</strong> fysieke<br />
ruimte <strong>voor</strong> economische ontwikkeling.<br />
Doel van het on<strong>de</strong>rbouwend inhou<strong>de</strong>lijk perspectief is om<br />
als referentiedocument te dienen <strong>voor</strong> het <strong>de</strong>elprogramma<br />
<strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> van het nationale <strong>Delta</strong>programma. Het<br />
vormt een logisch vervolg op <strong>de</strong> nota ‘<strong>Delta</strong>verban<strong>de</strong>n’, die<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> actuele planstudies <strong>de</strong> waterhuishoudkundige samenhang<br />
en interacties, en <strong>de</strong> kansen <strong>voor</strong> synergie beschrijft.<br />
Enabling and<br />
constraining<br />
Lagenbena<strong>de</strong>ring opgebouwd uit <strong>de</strong> basislaag, netwerklaag en occupatielaag<br />
Het perspectief is opgebouwd uit <strong>de</strong> opties <strong>voor</strong> een <strong>lange</strong><br />
<strong>termijn</strong> duurzame, klimaatbestendige inrichting van <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong><br />
<strong>Delta</strong> en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> mogelijke speelruimte daarin en<br />
gaat in op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> drie aspecten:<br />
1. sediment en veiligheid<br />
2. waterkwaliteit, ecologie en productiviteit<br />
3. zoetwater<strong>voor</strong>ziening<br />
De drie aspecten kenmerken <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> ‘basislaag’ van<br />
<strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong>. De basislaag maakt <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong><br />
lagenbena<strong>de</strong>ring die in <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> nota Ruimte is geïntroduceerd.<br />
Het perspectief volgt daarmee <strong>de</strong> filosofie van <strong>de</strong>ze<br />
bena<strong>de</strong>ring die is opgebouwd uit basislaag, netwerklaag en<br />
occupatielaag.<br />
private<br />
public<br />
9
10<br />
De essentie van <strong>de</strong> lagenbena<strong>de</strong>ring is het verschil in<br />
dynamiek en kwetsbaarheid tussen <strong>de</strong> lagen. De <strong>lange</strong><br />
tijdschaal waarop veran<strong>de</strong>ringen plaatsvin<strong>de</strong>n (trage dynamiek)<br />
gekoppeld aan een grote kwetsbaarheid in <strong>de</strong> basislaag<br />
tot een snelle wisseling van bewoning en gebruik<br />
(hoge dynamiek) in <strong>de</strong> occupatielaag. Die snelle wisseling<br />
wordt veroorzaakt door het benutten van <strong>de</strong> basislaag <strong>voor</strong><br />
economische ontwikkeling en groei en zorgt bij onzorgvuldig<br />
gebruik tot uitputting van grondstoffen en aantasting<br />
van <strong>de</strong> basislaag.<br />
Aanpak en werkwijze<br />
De grondslag <strong>voor</strong> het ontwerpend on<strong>de</strong>rzoek dat is toegepast<br />
in <strong>de</strong> ontwerp2daagse volgt <strong>de</strong> lagenbena<strong>de</strong>ring door<br />
eerst <strong>de</strong> laagdynamische on<strong>de</strong>rlaag in te richten en <strong>de</strong> <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />
èn beperkingen hiervan bij <strong>de</strong> ontwikkeling van<br />
het economie en gebruik van <strong>de</strong> beschikbare ruimte te benutten.<br />
Voor <strong>de</strong> <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong> dient een goe<strong>de</strong>, stabiele en veilige<br />
on<strong>de</strong>rgrond gewaarborgd te wor<strong>de</strong>n en als uitgangspunt<br />
te dienen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> wensen en be<strong>lange</strong>n in <strong>de</strong> occupatielaag.<br />
Het inrichten van <strong>de</strong> tussenliggen<strong>de</strong> netwerklaag met on<strong>de</strong>r<br />
an<strong>de</strong>re dijken, dammen, stormvloedkeringen, duinen<br />
en rivieren en ook aangeleg<strong>de</strong> aan- en afvoerroutes <strong>voor</strong><br />
zoetwater is bij <strong>de</strong> ontwerpen verbon<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> kansen<br />
<strong>voor</strong> herstel van <strong>de</strong> uitwisseling tussen zee en rivier via <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>lta. De analyse om tot mogelijke oplossingen te komen<br />
is een iteratief proces dat start vanuit <strong>de</strong> huidige situatie,<br />
hoe die situatie is ontstaan (verle<strong>de</strong>n) en <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> toekomst (perspectieven). Daarnaast vraagt<br />
<strong>de</strong> lagenbena<strong>de</strong>ring ook om het verschil in tijdschalen<br />
tussen <strong>de</strong> basislaag en <strong>de</strong> netwerk- en occupatielaag te<br />
betrekken in <strong>de</strong> analyse en ontwerpen.<br />
Voor elk van <strong>de</strong> drie aspecten wordt <strong>de</strong> aanpak gevolgd van<br />
‘terugkijken, leren en <strong>voor</strong>uitzien’. Historische en huidige<br />
feiten en retrospectieve natuurwetenschappelijke analyse<br />
geven inzicht in <strong>de</strong> rand<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> speelruimte<br />
(perspectieven) <strong>voor</strong> <strong>de</strong> toekomst. Afhankelijk van het<br />
on<strong>de</strong>rwerp wordt meer of min<strong>de</strong>r ver teruggekeken. Zo is<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> geomorfologische ontwikkelingsperpectieven die<br />
van belang zijn <strong>voor</strong> het toepassen van sedimentatie en<br />
erosieprocessen <strong>voor</strong> waterveiligheid, inzicht nodig in <strong>de</strong><br />
paleogeografische ontstaansgeschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong><br />
<strong>Delta</strong>.<br />
Voor <strong>de</strong> analyse van waterkwaliteit en ecologische productiviteit<br />
is terugkijken interessant naar <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> direct vóór<br />
<strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> <strong>de</strong>ltawerken (60-er jaren van <strong>de</strong> vorige<br />
eeuw) waarin het gebied nog in open verbinding stond met<br />
<strong>de</strong> Noordzee en <strong>de</strong> rivieren Rijn, Maas en Schel<strong>de</strong>. Een perio<strong>de</strong><br />
gekenmerkt door een veelheid aan estuariene overgangszones<br />
maar ook met het ‘toppunt’ van riviervervuiling.<br />
Voor <strong>de</strong> beschrijving van <strong>de</strong> toekomstige opties <strong>voor</strong> het<br />
<strong>de</strong>r<strong>de</strong> aspect, <strong>de</strong> aan- en afvoer van zoetwater en <strong>de</strong> toekomstige<br />
mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> zoetwater<strong>voor</strong>ziening, volstaat een<br />
beschrijving van <strong>de</strong> afgelopen 2 à 3 <strong>de</strong>cennia. Want zó recent<br />
zijn het zoete Haringvliet, Hollandsch Diep en het Volkerak-<br />
Zoommeer, die een spectaculaire ontwikkeling van hoogren<strong>de</strong>ren<strong>de</strong><br />
en intensive teelten in <strong>de</strong> landbouw in <strong>voor</strong>al het<br />
noor<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>el van het gebied mogelijk maakte.<br />
De balans tussen aan- en afvoer van sediment, water en opgeloste<br />
voedingsstoffen vormt het fundament van <strong>de</strong> analyse.<br />
De sedimentbalans, waterbalans, en stoffenbalans geven<br />
zicht op <strong>de</strong> omvang van import en export en daarmee <strong>de</strong><br />
verversingstijd, welke <strong>voor</strong>ra<strong>de</strong>n het systeem kan bergen of<br />
opnemen en die <strong>de</strong> natuurlijke buffercapaciteit bepalen en<br />
hoe groot <strong>de</strong> interne dynamiek is, ofwel <strong>de</strong> snelheid waarmee<br />
geologische, morfologische of ecologische processen plaatsvin<strong>de</strong>n<br />
(turnover). Al <strong>de</strong>ze processen samen bepalen <strong>de</strong> veerkracht<br />
en robuustheid van het gehele systeem van <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta.<br />
De drie aspecten – sediment, waterkwaliteit en zoetwater<strong>voor</strong>ziening<br />
– hangen met elkaar samen en <strong>de</strong> samenhang<br />
en meerwaar<strong>de</strong> dient beschouwd te wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> betekenis<br />
ervan <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta te beschrijven. Dit is <strong>de</strong> ‘integraliteitsopgave’<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong>. De integraliteitsopgave<br />
heeft een inhou<strong>de</strong>lijke en een procesmatige kant.<br />
De inhou<strong>de</strong>lijke vraag kan geformuleerd wor<strong>de</strong>n als: ‘Hoe ziet<br />
een toekomstbestendige inrichting van <strong>de</strong> ZW-<strong>Delta</strong> er uit die<br />
over 50 jaar geen extra majeure investeringen nodig heeft om<br />
on<strong>voor</strong>ziene (negatieve) aspecten te compenseren?’<br />
De procesmatige opgave is: ‘Hoe wor<strong>de</strong>n afzon<strong>de</strong>rlijke ontwikkelingen<br />
met elkaar in verband gebracht om optimale<br />
meerwaar<strong>de</strong> te creëren? En hoe wordt dit georganiseerd, zowel<br />
bestuurlijk als met <strong>de</strong> omgeving?’
1. Sediment<br />
De scheiding van water en land is <strong>de</strong> essentie van het ontstaan<br />
van <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> en <strong>de</strong> ontwikkeling ervan tot <strong>de</strong><br />
situatie van vandaag. Tij<strong>de</strong>ns het Holoceen, dat <strong>de</strong> afgelopen<br />
elfduizend jaar omvat, ging <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> jaartemperatuur<br />
op aar<strong>de</strong> omhoog. Dit had tot gevolg dat grote hoeveelhe<strong>de</strong>n<br />
landijs aan <strong>de</strong> polen afsmolten en <strong>de</strong> zeespiegel wereldwijd<br />
steeg. In zuidwest Ne<strong>de</strong>rland ongeveer 25 meter vanaf 7000<br />
jr <strong>voor</strong> Christus.<br />
Zeespiegelstijging in het Holoceen vanaf 7000 <strong>voor</strong> Christus<br />
De zeespiegelstijging heeft <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse kustontwikkeling<br />
in hoge mate gestuurd. In <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta bedroeg <strong>de</strong> zeespiegelstijging<br />
in het begin van het Holoceen meer dan 75 cm per eeuw.<br />
In <strong>de</strong> loop van het Holoceen nam <strong>de</strong> stijging af tot ongeveer 5<br />
cm in <strong>de</strong> afgelopen eeuwen. De stijging van <strong>de</strong> zeespiegel op<br />
dit moment is 2 mm per jaar, ofwel 20 cm per eeuw.<br />
7000 <strong>voor</strong> Christus – Calais transgressie: inundatie door snelle zeespiegelstijging<br />
en een strandwal die zeewaarts ligt van <strong>de</strong> huidige kustlijn<br />
De <strong>de</strong>lta in <strong>de</strong> afgelopen 10.000 jaar biedt een beeld van een<br />
<strong>de</strong>lta gevormd door kustsediment. Na <strong>de</strong> inundatie door <strong>de</strong><br />
snelle zeespiegelstijging rond 7000 <strong>voor</strong> Christus ontstond<br />
een kustlagune opgevuld met kustsediment waarop een kustveenmoeras<br />
kon ontstaan achter een nagenoeg gesloten<br />
kustwal. Sedimentatie en erosie hou<strong>de</strong>n elkaar in evenwicht<br />
tot 200 na Christus. Daarna zorgen menselijke ingrepen in <strong>de</strong><br />
<strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> <strong>voor</strong> het ontwateren van het zoute veen,<br />
inklinking met als gevolg opnieuw overstroming vanuit zee.<br />
In <strong>de</strong> Romeinse tijd, rond 500 na Christus, overstroomt vrijwel<br />
het hele gebied en moeten bewoners wegtrekken uit het<br />
gebied. Pas vanaf 1000 na Christus is het gebied voldoen<strong>de</strong><br />
opgeslibt <strong>voor</strong> nieuwe bewoning. Vanaf 1200 begint men met<br />
systematische bedijking, maar tot en met 1953 zijn er vele<br />
overstromingen waarvan er zo’n vijftig <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis halen<br />
als grote watersnoodrampen. De geschie<strong>de</strong>nisvan <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta<br />
kenmerkt zich door bedijken, overstromingen, bouwen en<br />
verlaten van dorpen. Een strijd tegen het water.<br />
10.000 jaar dynamiek in <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta’<br />
11
12<br />
Toch zag <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta zag er in <strong>de</strong> 16e eeuw an<strong>de</strong>rs uit dan <strong>de</strong><br />
huidige <strong>de</strong>lta. De oorspronkelijke <strong>de</strong>ltawateren waren goed<br />
doorwaadbare kreken met grote wantijen. Zo trokken in 1575<br />
<strong>de</strong> Spanjaar<strong>de</strong>n door het Zijpe vanuit Tholen om Zierikzee te<br />
veroveren. Nu is het Zijpe 23 meter diep en kent een sterke<br />
getij<strong>de</strong>stroming.<br />
De <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> in <strong>de</strong> 16e eeuw. Inzet: De Spanjaar<strong>de</strong>n trekken op<br />
naar Zierikzee door het Zijpe in 1575<br />
Ook <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong> is tot <strong>de</strong> 16e eeuw een ondiep en<br />
rustig water. De vaarweg naar Antwerpen is maar 1 à 2<br />
meter diep. Bij <strong>de</strong> eerste lodingen in <strong>de</strong> 18e eeuw is <strong>de</strong><br />
Westerschel<strong>de</strong> bij Terneuzen 22 meter diep, terwijl <strong>de</strong> geul<br />
nu 55 meter diep is.<br />
De <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> in <strong>de</strong> 18e eeuw<br />
Vanaf 1000 na Christus start een nieuw opslibbingsproces<br />
na het ontwateren van het veen en bedijking. Door telkens<br />
<strong>de</strong> opgeslibte buitendijkse gron<strong>de</strong>n in te pol<strong>de</strong>ren ontstaan<br />
<strong>de</strong> eilan<strong>de</strong>n zoals we die nu nog herkennen. Door <strong>de</strong> dijken<br />
schuren <strong>de</strong> <strong>de</strong>ltawateren steeds meer uit en wordt sediment<br />
afgevoerd naar zee. De <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> wordt een erosiebekken,<br />
<strong>de</strong> eilan<strong>de</strong>n lager dan <strong>de</strong> opgeslibte buitendijkse<br />
gebie<strong>de</strong>n. Een verstar<strong>de</strong> <strong>de</strong>lta.<br />
De verstoring in <strong>de</strong> sedimentatie en erosie is goed zichtbaar<br />
bij het vergelijken van <strong>de</strong> situatie 1000 jaar na Christus en<br />
die van 2000 na Christus waarin <strong>de</strong> huidige dijken zijn weggedacht.<br />
Dynamische en verstar<strong>de</strong> <strong>de</strong>lta
De sedimentbalans is te kwantificeren door <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta ‘zon<strong>de</strong>r<br />
werken’ anno 1000 te vergelijken met <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta ‘met werken’<br />
anno 2000. De huidige <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> kenmerkt zich<br />
door:<br />
1. een enorm sedimenttekort, zowel <strong>de</strong> passieve sedimentvraag<br />
binnendijks (door maaivelddaling) als <strong>de</strong> actieve<br />
sedimentvraag buitendijks (zandhonger),<br />
2. (nagenoeg) geen import van buitenaf, noch vanuit zee,<br />
noch via <strong>de</strong> rivier<br />
3. <strong>de</strong> afwezigheid van interne ‘landschapsvormen<strong>de</strong>’ dynamiek<br />
doordat er te weinig getij<strong>de</strong> stroming is <strong>voor</strong> het<br />
oorspronkelijke sedimenttransport naar <strong>de</strong> ondiepere <strong>de</strong>len,<br />
‘tegen <strong>de</strong> zwaartekracht’ in.<br />
4. Waar nog sediment in beweging is (interne dynamiek)<br />
wordt het in <strong>de</strong> verschiilen<strong>de</strong> bekkens interne herver<strong>de</strong>eld<br />
‘met <strong>de</strong> zwaartekracht mee’ maar er komt niets bij en het<br />
het tekort aan sediment is chronisch. De interne herver<strong>de</strong>ling<br />
heet zandhonger: sediment verdwijnt van <strong>de</strong> plaatran<strong>de</strong>n<br />
en <strong>de</strong> geulen vullen op.<br />
De zandhonger in <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong> is die geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> afgelopen<br />
100 jaar is opgebouwd is 400-600 miljoen m3 en daar<br />
komt ie<strong>de</strong>r jaar 0,75 miljoen m3 bij. De huidige sedimentstromen<br />
zorgen <strong>voor</strong> 1,5 miljoen m3 erosie van <strong>de</strong> plaatran<strong>de</strong>n en<br />
daar staan 0,15 miljoen m3 suppleties tegenover.<br />
De <strong>de</strong>lta is het resultaat van een <strong>lange</strong> perio<strong>de</strong> met een<br />
trage opbouw van het gebied door natuurrlijke processen<br />
van sedimentatie en erosie, gevolgd door een relatief korte<br />
perio<strong>de</strong> van menselijk ingrijpen met een ritme van rampen<br />
tot gevolg. De <strong>de</strong>lta in <strong>de</strong> huidige situatie kenmerkt zich<br />
door ingepakte <strong>de</strong>ltawateren en ingepakte eilan<strong>de</strong>n.<br />
Schema afsluitingen <strong>Delta</strong>plan 1953<br />
Het ontstaan van <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> zoals we die nu<br />
kennen is het resultaat van een aaneenschakeling van<br />
menselijk han<strong>de</strong>len en kent een ritme van watersnoodrampen<br />
tot 1953:<br />
• Als er in <strong>de</strong> Romeinse tijd geen ontwatering van het<br />
veen was geweest was <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta nu een aaneengesloten<br />
veenwei<strong>de</strong>gebied geweest, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ltawateren<br />
• Als in <strong>de</strong> 16e en 17e eeuw geen militaire inundaties en<br />
buitendijkingen had<strong>de</strong>n plaatsgevon<strong>de</strong>n was <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta<br />
nu een aaneengesloten zeeklei-pol<strong>de</strong>rland geweest,<br />
zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ltawateren<br />
• Als <strong>de</strong> nieuwe Waterweg niet was gegraven had <strong>de</strong><br />
Europoort nu op <strong>de</strong> koppen van Goeree en Voorne<br />
gelegen?<br />
• Als het verlandingsplan van Johan van Veen uit 1942<br />
was uitgevoerd was <strong>de</strong> <strong>de</strong>ltta nu een pol<strong>de</strong>r, zon<strong>de</strong>r<br />
<strong>de</strong>ltawateren<br />
• Als het oorspronkelijke <strong>de</strong>ltaplan was uitgevoerd<br />
was er nu één groot Zeeuws zoet meer, zon<strong>de</strong>r estuariene<br />
dynamiek<br />
Door het natuurlijke sedimentatieproces na te bootsen met<br />
opspuitingen en suppleties kan <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> hou<strong>de</strong>n<br />
zoals die nu is. Hierin verschilt <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong><br />
met <strong>de</strong> Wad<strong>de</strong>n. Deze kunstmatige dynamiek is overigens van<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> or<strong>de</strong>grootte als <strong>de</strong> vroegere, maar nu afwezige, natuurlijke<br />
dynamiek (Mul<strong>de</strong>r en van Heteren, 2009). Dit vraagt<br />
wel een bewuste keuze.<br />
Naar <strong>de</strong> toekomst toe is het uitgesloten dat <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong><br />
<strong>Delta</strong> weer kan wor<strong>de</strong>n omgevormd naar een natuurlijke<br />
meegroeien<strong>de</strong> <strong>de</strong>lta. Natuurlijke aangroei van intergetij<strong>de</strong>gebie<strong>de</strong>n<br />
is, in combinatie met <strong>de</strong> huidige waterveiligheid,<br />
niet mogelijk. Een geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk open <strong>de</strong>lta en/of<br />
bekkenverruiming zal lei<strong>de</strong>n tot<br />
• kustlijnverlenging, en daardoor <strong>de</strong> noodzaak van veel<br />
nieuwe primaire waterkering<br />
• grotere actieve sedimentvraag: extra zandhonger, meer<br />
plaaterosie, uitbreiding van dit probleem naar an<strong>de</strong>re bekkens<br />
De enige twee remedies zijn ‘fixeren’ en ‘suppleren’. Deze<br />
remedies gecombineerd met een toekomstige open <strong>de</strong>lta<br />
(‘zon<strong>de</strong>r werken’) maken <strong>de</strong> zuidwestelijke intensief in beheer<br />
en leveren extra veiligheidsrisico’s op. Deze remedies<br />
zijn en blijven ook <strong>de</strong> enige twee opties <strong>voor</strong> instandhouding<br />
van <strong>de</strong> huidige buitendijkse morfologische toestand<br />
(cf zandhonger Oosterschel<strong>de</strong>, studie Autonoom Neerwaartse<br />
Trend Oosterschel<strong>de</strong>) in een gesloten <strong>de</strong>lta.<br />
13
14<br />
Voor <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong> ligt alles an<strong>de</strong>rs. Daar is door <strong>de</strong> eeuwen<br />
heen sprake van een trendmatig toenemend getijvolume,<br />
getijdynamiek en getijdoordringing. De kwaal is ‘versteiling’:<br />
enerzijds bre<strong>de</strong> en diepe geulen, an<strong>de</strong>rzijds hoog opslibben<strong>de</strong><br />
platen en schorren, en <strong>voor</strong>al: weinig hier tussenin. Vooral<br />
<strong>de</strong> laagdynamische, ecologisch waar<strong>de</strong>volle intergetij<strong>de</strong>gebie<strong>de</strong>n<br />
zijn het kind van <strong>de</strong> rekening. Daarmee is <strong>de</strong> kwaal<br />
van <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong>, versteiling, precies tegengesteld aan<br />
<strong>de</strong> kwaal in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>ltawateren: vervlakking door zandhonger.<br />
Maar het effect is hetzelf<strong>de</strong>: verlies van ecologisch<br />
waar<strong>de</strong>volle intergetij<strong>de</strong>gebie<strong>de</strong>n (en toenemend veiligheidsrisico).<br />
En vaarwegverdieping zowel als zeespiegelstijging<br />
versterken <strong>de</strong> trend en dus <strong>de</strong> kwaal. Het is, in <strong>de</strong> context<br />
van klimaatadaptatie, onverstandig om <strong>de</strong> effecten van vaarwegverdieping<br />
te bagatelliseren. Toegankelijkheid van Antwerpen<br />
kan lei<strong>de</strong>n tot extra veiligheidsrisico’s en verlies aan<br />
natuurwaar<strong>de</strong>n. Vanuit het sedimentperspectief zijn <strong>de</strong> drie<br />
doelen (toegankelijkheid enerzijds en veiligheid, natuurlijkheid<br />
an<strong>de</strong>rzijds) intrinsiek tegengesteld en daardoor moeilijk<br />
verenigbaar.<br />
Ontpol<strong>de</strong>ring (estuariumverruiming) is niet zon<strong>de</strong>r meer, onomstre<strong>de</strong>n,<br />
<strong>de</strong> effectieve remedie om <strong>de</strong>ze onverenigbaarheid<br />
te overbruggen (nog afgezien van <strong>de</strong> maatschappelijke acceptatie).<br />
Door (grootschalige) estuariumverruiming wordt <strong>de</strong> komberging<br />
groter, zal initieel <strong>de</strong> getij-amplitu<strong>de</strong> afnemen en<br />
dus het veiligheidsrisico vermin<strong>de</strong>ren; en <strong>de</strong> nieuwe arealen<br />
intergetij<strong>de</strong>gebied leveren natuurwinst op. Echter,<br />
door grootschalige ontpol<strong>de</strong>ring wordt op <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong><br />
<strong>de</strong> passieve binnendijkse sedimentvraag veran<strong>de</strong>rd in een<br />
actieve buitendijkse sedimentvraag (zandhonger). Opslibbing<br />
van <strong>de</strong> ontpol<strong>de</strong>r<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n zal ten koste kunnen<br />
gaan van bestaan<strong>de</strong> intergetij<strong>de</strong>gebie<strong>de</strong>n. Ook het getijvolume<br />
zal toenemen waardoor, zeewaarts van <strong>de</strong> ontpol<strong>de</strong>ring,<br />
extra erosie kan optre<strong>de</strong>n, waardoor op <strong>de</strong> <strong>lange</strong>re<br />
<strong>termijn</strong> <strong>de</strong> getijdoordringing en <strong>de</strong> getij-amplitu<strong>de</strong> weer<br />
kunnen toenemen. Landwaarts van <strong>de</strong> ontpol<strong>de</strong>ring, dus<br />
bovenstrooms, vindt eerst extra sedimentatie plaats. Maar<br />
dit kan op <strong>de</strong> <strong>lange</strong>re <strong>termijn</strong>, door <strong>de</strong> toename van getijdoordringing<br />
en getij-amplitu<strong>de</strong>, omslaan naar erosie. Zo<br />
zijn <strong>de</strong> intiële en <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong> effecten van ontpol<strong>de</strong>ring<br />
waarschijnlijk tegengesteld (Jeuken et al., 2008), en kan<br />
initiële natuurwinst in <strong>de</strong> ontpol<strong>de</strong>r<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n gepaard<br />
gaan met verlies van bestaan<strong>de</strong> natuurwaar<strong>de</strong>n el<strong>de</strong>rs in<br />
het estuarium.<br />
De enige wellicht min<strong>de</strong>r omstre<strong>de</strong>n benutting van natuurlijke<br />
sedimentdynamiek is het systeem van zogenaam<strong>de</strong><br />
‘wisselpol<strong>de</strong>rs’ of ‘oppol<strong>de</strong>ren’. De kleinschalige ontpol<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />
gebie<strong>de</strong>n moeten dan in volledig open verbinding<br />
komen met het estuarium, zodat er met het getij ook weer<br />
klei en zand naar <strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n kan wor<strong>de</strong>n gevoerd. De<br />
verwachting is dat dit proces tientallen jaren zal duren,<br />
zodat alleen een natuurbestemming in die tijd mogelijk<br />
is. Na verloop van tijd ligt het gebied weer hoog genoeg<br />
en kan het weer <strong>voor</strong> enkele hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n jaren van <strong>de</strong> natuurlijke<br />
dynamiek wor<strong>de</strong>n afgekoppeld. (Stroeken en van<br />
Win<strong>de</strong>n, 2009). Dit systeem is <strong>voor</strong>al een interessante mogelijkheid<br />
<strong>voor</strong> een verbre<strong>de</strong> waterkeringszone, waarmee<br />
overigens <strong>de</strong> initiële natuurwinst op <strong>de</strong> <strong>lange</strong>re <strong>termijn</strong><br />
weer wordt gecombineerd met extra veiligheid.<br />
Conclusies sediment <strong>Zuidwestelijke</strong><br />
<strong>Delta</strong><br />
1. De <strong>de</strong>lta kent een groot, historisch opgebouwd<br />
sedimenttekort.<br />
2. Het sedimenttekort neemt toe door <strong>de</strong> zeespiegelstijging<br />
3. Herstel morfologisch evenwicht is mogelijk met<br />
grootschalige zandsuppleties (kunstmatige zandimport)<br />
4. Volledig herstel van morfologische dynamiek is<br />
onmogelijk zon<strong>de</strong>r veiligheidsrisico<br />
5. Behoud van areaal aan getij<strong>de</strong>platen kan alleen<br />
door gerichte plaatselijke interne herver<strong>de</strong>ling<br />
van sediment via gerichte grootschalige suppleties<br />
en/of fixeren van sediment<br />
6. Lokaal zijn kansen zoals een open Haringvliet<br />
op <strong>termijn</strong> en het benutten van <strong>de</strong> <strong>voor</strong><strong>de</strong>lta<br />
<strong>voor</strong> zandwinning.
2. Waterkwaliteit, ecologie en<br />
productiviteit<br />
De huidige waterkwaliteit, ecologie en natuurlijke productiviteit<br />
van <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> wordt bepaald door <strong>de</strong><br />
scheiding van <strong>de</strong> <strong>de</strong>ltawateren door <strong>de</strong> <strong>de</strong>ltawerken.<br />
Infrastructuur <strong>de</strong>ltawerken 2010<br />
De verschillen tussen <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>ltawerken en<br />
die van erna is goed te vergelijken uit meetgegevens<br />
anno1968 en na 1989 tot nu toe. Daaruit kunnen zowel<br />
<strong>de</strong> waterbalans als <strong>de</strong> balans van opgeloste (mest)stoffen<br />
wor<strong>de</strong>n afgeleid <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta ‘zon<strong>de</strong>r werken’en <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta<br />
‘met werken’.<br />
Lange <strong>termijn</strong> trends opgelost stikstof in <strong>de</strong> Rijn bij Lobith<br />
Lange <strong>termijn</strong> trends opgelost fosfaat in <strong>de</strong> Rijn bij Lobith<br />
Lange <strong>termijn</strong> trends opgelost fosfaat in Grevelingen, <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong><br />
15
16<br />
Met een eenvoudig spreadsheetmo<strong>de</strong>l zijn <strong>de</strong> jaargemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />
balansen gekwantificeerd op basis van <strong>de</strong> calibratiecurves<br />
<strong>voor</strong> chlori<strong>de</strong>, stikstof en fosfaat <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>ltawateren<br />
(Figuur 1).<br />
berekend<br />
chlori<strong>de</strong>concentraties <strong>de</strong>ltawateren (gCl/l)<br />
18,00<br />
15,00<br />
12,00<br />
9,00<br />
6,00<br />
3,00<br />
0,00<br />
0,00 6,00 12,00 18,00<br />
gemeten<br />
Figuur 1 calibratiecurves <strong>voor</strong> chlori<strong>de</strong>, stikstof en fosfaat in <strong>de</strong> <strong>de</strong>ltawateren<br />
De huidige <strong>de</strong>lta kenmerkt zich in vergelijking met <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta<br />
anno 1968 door:<br />
1. Compartimentering, waardoor het water een <strong>lange</strong>re verblijftijd<br />
heeft en min<strong>de</strong>r verversing plaatvindt. De veel<br />
<strong>lange</strong>re waterverblijftij<strong>de</strong>n gel<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> het zoete Volkerak-Zoommeer,<br />
het zoute Grevelingen en Veerse Meer,<br />
en in min<strong>de</strong>re mate ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong>.<br />
2. Een sterke afname van <strong>de</strong> aanvoer, <strong>de</strong> doorvoer en <strong>de</strong><br />
concentraties van meststoffen via <strong>de</strong> (veel schonere)<br />
rivieren naar zee en <strong>voor</strong>al: <strong>de</strong> bijna volledige blokkering<br />
van <strong>de</strong> doorvoer van riviervrachten naar <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke<br />
<strong>de</strong>ltawateren. De afwenteling van opgeloste voedingsstoffen<br />
is veel kleiner gewor<strong>de</strong>n. Voor een <strong>de</strong>el<br />
totN (mgN/l)<br />
berekend<br />
stikstofconcentraties <strong>de</strong>ltawateren (mgN/l)<br />
5,00<br />
4,00<br />
3,00<br />
2,00<br />
1,00<br />
stikstofconcentraties en retentie in ZWD-zuid<br />
0,00<br />
0,00 1,00 2,00 3,00 4,00 5,00<br />
gemeten<br />
berekend<br />
fosfaatconcentraties <strong>de</strong>ltawateren (mgP/l)<br />
0,20<br />
0,16<br />
0,12<br />
0,08<br />
0,04<br />
0,00<br />
0,00 0,04 0,08 0,12 0,16 0,20<br />
gemeten<br />
is <strong>de</strong> doorstroming van voedingsstoffen een natuurlijk<br />
proces, maar <strong>de</strong> uitspoeling vanuit landbouwgron<strong>de</strong>n<br />
beteken<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> jaren ’90 een overmaat aan voedingsstoffen<br />
die zich ophoopten in <strong>voor</strong>al Volkerak-Zoommeer.<br />
3. Een grotere gevoeligheid <strong>voor</strong> eutrofiering en daarmee<br />
een kwetsbaar<strong>de</strong>r ecosysteem, doordat fysische controle<br />
van <strong>de</strong> productiviteit (lichtlimitatie door troebeling,<br />
groeilimitatie door uitspoeling/verversing) is vervangen<br />
door biologische controle (groeilimitatie door<br />
graas), of helemaal is weggevallen (overmatige groei<br />
van blauwalgen in het Volkerak-Zoommeer).<br />
Figuur 2 De stikstof- en fosfaatbalansen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijke <strong>de</strong>ltawateren (Nieuwe Waterweg, Haringvliet, Hollandsch Diep en Krammer-Volkerak) in 1968 en in<br />
3,00<br />
<strong>de</strong> huidige situatie<br />
2,50<br />
2,00<br />
concentratie N<br />
retentie N<br />
0,20<br />
0,15<br />
concentratie P<br />
mobilisatie P<br />
1,50<br />
1,00<br />
0,10<br />
0,50<br />
0,00<br />
0,05<br />
-0,50<br />
0,00<br />
GM OS VM GM OS VM<br />
GM OS VM GM OS VM<br />
totN (mgN/l)<br />
12,00<br />
8,00<br />
4,00<br />
0,00<br />
-4,00<br />
stikstofconcentraties en retentie in ZWD-noord<br />
NW HV HD KV NW HV HD KV<br />
<strong>de</strong>lta 1968 huidige <strong>de</strong>lta<br />
<strong>de</strong>lta 1968 huidige <strong>de</strong>lta<br />
concentratie N<br />
retentie N<br />
totP (mgP/l)<br />
totP (mgP/l)<br />
0,80<br />
0,60<br />
0,40<br />
0,20<br />
0,00<br />
fosfaatconcentratie en mobilisatie in ZWD-noord<br />
concentratie P<br />
mobilisatie P<br />
NW HV HD KV NW HV HD KV<br />
<strong>de</strong>lta 1968 huidige <strong>de</strong>lta<br />
fosfaatconcentraties en mobilisatie in ZWD-zuid<br />
<strong>de</strong>lta 1968 huidige <strong>de</strong>lta
totN (mgN/<br />
totN (mgN/l)<br />
8,00<br />
4,00<br />
0,00<br />
-4,00<br />
3,00<br />
2,50<br />
2,00<br />
1,50<br />
1,00<br />
0,50<br />
0,00<br />
-0,50<br />
NW HV HD KV NW HV HD KV<br />
<strong>de</strong>lta 1968 huidige <strong>de</strong>lta<br />
stikstofconcentraties en retentie in ZWD-zuid<br />
concentratie N<br />
retentie N<br />
GM OS VM GM OS VM<br />
<strong>de</strong>lta 1968 huidige <strong>de</strong>lta<br />
Figuur3 De stikstof- en fosfaatbalansen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke <strong>de</strong>ltawateren (Grevelingenmeer, Oosterschel<strong>de</strong> en Veerse Meer) in 1968 en in <strong>de</strong> huidige situatie<br />
(let op het verschil in schaal: in ‘noord’ zijn <strong>de</strong> concentraties 4 keer hoger dan in ‘zuid’).<br />
Met <strong>de</strong> term ‘retentie’ wordt het zelfreinigend vermogen<br />
(stikstofverwij<strong>de</strong>ring) door <strong>de</strong>nitrificatie aangeduid.<br />
De relatieve retentie is <strong>voor</strong>al afhankelijk van<br />
een <strong>lange</strong> waterverblijftijd (bij<strong>voor</strong>beeld Krammer-<br />
Volkerak en Grevelingenmeer in <strong>de</strong> huidige situatie).<br />
De som van retentie en resteren<strong>de</strong> concentratie reflecteert<br />
<strong>de</strong> totale externe belasting, namelijk het<br />
<strong>de</strong>bietgewogen gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van <strong>de</strong> stikstofconcentraties<br />
van alle inkomen<strong>de</strong> <strong>de</strong>bieten. Voor fosfaat hebben<br />
<strong>de</strong>ltawateren geen zelfreinigend vermogen en is<br />
er <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> zoute <strong>de</strong>ltawateren juist interne belasting<br />
door P-mobilisatie vanuit <strong>de</strong> waterbo<strong>de</strong>m. In<br />
<strong>de</strong> fosfaatplaatjes reflecteert <strong>de</strong> ro<strong>de</strong> balk <strong>de</strong> externe<br />
belasting en is <strong>de</strong> resulteren<strong>de</strong> concentratie <strong>de</strong> <strong>de</strong>bietgewogen<br />
som van externe en interne belasting.<br />
totP (mgP/<br />
totP (mgP/l)<br />
0,40<br />
0,20<br />
0,00<br />
0,20<br />
0,15<br />
0,10<br />
0,05<br />
0,00<br />
NW HV HD KV NW HV HD KV<br />
<strong>de</strong>lta 1968 huidige <strong>de</strong>lta<br />
fosfaatconcentraties en mobilisatie in ZWD-zuid<br />
concentratie P<br />
mobilisatie P<br />
GM OS VM GM OS VM<br />
<strong>de</strong>lta 1968 huidige <strong>de</strong>lta<br />
Het belang van fysische controle wordt treffend geïllustreerd<br />
door het Grevelingenmeer. De meststoffenbelasting<br />
van dit meer is extreem laag, niet veel hoger dan van een<br />
voedselarm hei<strong>de</strong>vennetje. Ter vergelijking: <strong>de</strong> jaarlijkse<br />
meststoffenbelasting van het VZM is 40 keer zo hoog, en<br />
dat is vergelijkbaar met een met drijfmest bemeste maisakker<br />
(<strong>de</strong>ze vergelijkingen betreffen stikstof, <strong>voor</strong> fosfaat<br />
zijn <strong>de</strong> verhoudingen an<strong>de</strong>rs). Door <strong>de</strong> lage belasting<br />
(en het grote zelfreinigend vermogen) is <strong>de</strong> stikstofconcentratie<br />
in het Grevelingenmeer heel laag, ook <strong>de</strong> productiviteit<br />
is laag, en <strong>de</strong> waterkwaliteit heel goed. Het meer<br />
is een voedselarm (oligotroof) ‘eiland’ temid<strong>de</strong>n van een<br />
voedselrijkere omgeving. De stikstofconcentratie is zelfs<br />
lager dan in <strong>de</strong> kustzone; via <strong>de</strong> Brouwersspuisluis is er<br />
daardoor netto stikstofimport vanuit zee. Het Grevelingenmeer<br />
heeft stikstofhonger en ontvangt bemesting via <strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong><strong>de</strong>ur! Toch gaat <strong>de</strong> kwaliteit van het Grevelingenmeer<br />
langzaam achteruit. Op <strong>de</strong> waterbo<strong>de</strong>m accumuleert organisch<br />
en zuurstofloos slib en verstikt <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mfauna.<br />
En <strong>de</strong>ze verslibbing en verstikking breidt uit naar steeds<br />
ondiepere zones, zelfs tot 5-6 m, dat wil zeggen tot boven<br />
<strong>de</strong> spronglaag. Het Grevelingenmeer kent daarmee<br />
een paradoxale combinatie van een constante uitsteken<strong>de</strong><br />
waterkwaliteit door <strong>de</strong> lage externe belasting (oligotrofe<br />
waterkolom) en een trendmatige verslechtering van <strong>de</strong><br />
ecologische toestand van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m (polysaprobe bo<strong>de</strong>m).<br />
De oorzaak van <strong>de</strong>ze Grevelingenparadox is <strong>de</strong> afwezigheid<br />
van fysische controle: nauwelijks verversing, geen getij,<br />
stagnant water.<br />
17
18<br />
Voor <strong>de</strong> toekomst lijkt <strong>de</strong> remedie eenduidig: herstel van <strong>de</strong><br />
uitwisseling tussen <strong>de</strong> geschei<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ltawateren (<strong>de</strong>compartimentering).<br />
Een optimale uitwisseling en verversing<br />
vraagt herstel van uiwisseling tussen <strong>de</strong> <strong>de</strong>ltawateren, uitwisseling<br />
met zee (getijdynamiek) en uitwisseling met <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> bovenloop van <strong>de</strong> rivier (rivierdynamiek en zoet-zout<br />
gradiënten).<br />
Het onmid<strong>de</strong>llijke en spectaculaire herstel van het Veerse<br />
Meer door uitwisseling met <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong> via <strong>de</strong> Katse<br />
Heule illustreert dat <strong>de</strong>ze remedie effectief kan zijn.<br />
Toch kan <strong>de</strong>compartimentering niet ongelimiteerd wor<strong>de</strong>n<br />
toegepast en is <strong>voor</strong>al het herintroduceren van zoet-zout<br />
gradiënten aan grenzenstellen<strong>de</strong> rand<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n gebon<strong>de</strong>n.<br />
Binnen <strong>de</strong> rand<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong> van waterveiligheid kan <strong>de</strong><br />
volgen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nering wor<strong>de</strong>n opgesteld <strong>voor</strong> <strong>de</strong> noodzakelijke<br />
cq optimale condities <strong>voor</strong> zoute ecosystemen:<br />
• in een zout Volkerak-Zoommeer en/of an<strong>de</strong>re zoute <strong>de</strong>ltawateren<br />
zoals <strong>de</strong> Grevelingen zullen geen estuariene condities<br />
heersen met sterke getijstroming, daar<strong>voor</strong> zijn <strong>de</strong><br />
realiseerbare getij<strong>de</strong>bieten veel te klein;<br />
• het wor<strong>de</strong>n dus zoutwatermeren, met een ge<strong>de</strong>mpt getij<br />
(30 tot 70 cm), en met <strong>voor</strong>al windgeïnduceer<strong>de</strong> stroming,<br />
en dus geen troebelheid door slibopwerveling;<br />
• <strong>de</strong> meren zijn potentieel heel hel<strong>de</strong>r, met vele meters<br />
zichtdiepte, vergelijkbaar met <strong>de</strong> huidige Grevelingen,<br />
Veerse Meer (en Kom vd Oosterschel<strong>de</strong>);<br />
• <strong>de</strong> keerzij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> grote potentiële hel<strong>de</strong>rheid en afwezigheid<br />
van sterke getijstroming is dat <strong>de</strong> meren zowel<br />
stratificatie- als eutrofiëringsgevoelig zullen zijn, en <strong>de</strong><br />
meststoffenbelasting vanuit Brabant en <strong>de</strong> rivieren zal<br />
(te) hoog blijven;<br />
• <strong>de</strong> enige manier om <strong>de</strong> eutrofiëring, hoge algenconcentraties,<br />
on<strong>de</strong>r die omstandighe<strong>de</strong>n in toom te hou<strong>de</strong>n is<br />
graas, graascontrole door mosselen, oesters, enz.; en <strong>de</strong><br />
har<strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong> daar<strong>voor</strong> is dat het zoutgehalte hoog<br />
genoeg moet zijn, minimaal 10-12 gCl/l. Bij een zoutgehalte<br />
langdurig lager dan 10 gCl/l gaan die mosselen<br />
gewoon dood;<br />
• bij 100 m3/s of meer rivierwater zal het zoutgehalte<br />
in <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta on<strong>de</strong>r die 10 gCl/l zakken, met<br />
als primair ecologisch effect het wegvallen van graascontrole<br />
en het daardoor optre<strong>de</strong>n van hoge algenconcentraties.<br />
Deze situatie <strong>de</strong>ed zich <strong>voor</strong> in het Veerse<br />
Meer vóór <strong>de</strong> opening van <strong>de</strong> Katse Heule (niet door<br />
rivierwater, maar door <strong>de</strong> forse pol<strong>de</strong>rwaterbelasting).<br />
Conclusies waterkwaliteit<br />
1. Externe belasting: zoet is vies, zout is schoon:<br />
<strong>de</strong> <strong>de</strong>ltawerken en har<strong>de</strong> scheding tussen zoet en<br />
zout hebben <strong>de</strong> zoete <strong>de</strong>ltawateren viezer en <strong>de</strong><br />
zoute <strong>de</strong>ltawateren schoner gemaakt. Zoet rivierwater<br />
bevatte vroeger (1968) 3x zoveel stikstof<br />
en 8x zoveel fosfaat als nu. Alleen pol<strong>de</strong>rwater<br />
bevat veel fosfaat door zoute kwel en stikstof<br />
door intensieve landbouw.<br />
2. Compartimentering: min<strong>de</strong>r verversing, min<strong>de</strong>r<br />
veerkracht: <strong>de</strong>ltawatereen zijn nu ecologisch<br />
kwetsbaar en gevoelig <strong>voor</strong> teveel voedingsstoffen<br />
(eutrofiëring) en stagnant water (stratificatie<br />
of gelaagdheid van zuurstofhou<strong>de</strong>nd en zuurstofarm<br />
water)<br />
3. Interne belasting: <strong>de</strong> nalevering van fosfaat uit<br />
ou<strong>de</strong> zeebo<strong>de</strong>ms neemt af in het Volkerak-Zoommeer<br />
4. Grevelingen paradox: het voedselarmer wor<strong>de</strong>n<br />
van <strong>de</strong> Grevelingen in combinatie met <strong>de</strong> zeer geringe<br />
waterverversing leidt tot een bijzon<strong>de</strong>r arm<br />
ecosysteem<br />
5. Grenzen aan herstel: rivierwater kan slechts<br />
mondjesmaat <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta in kan en in <strong>de</strong> <strong>de</strong>ltawateren<br />
is slechts een geringe getijdynamiek mogelijk:<br />
dit bepaald <strong>de</strong> grenzen aan herstel van estuariene<br />
dynamiek.
2.1. Productiviteit <strong>de</strong>lta en Ka<strong>de</strong>rrichtlijn Water<br />
Een punt van overweging is <strong>de</strong> aanvoer van extra voedingsstoffen<br />
vanuit <strong>de</strong> rivieren naar <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> in<br />
combinatie met een (beperkt) herstel van estuariene dynamiek.<br />
Herstel van rivierdynamiek, zoet-zout gradiënten en<br />
<strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> aanvoer van nutriënten wor<strong>de</strong>n gewenst geacht<br />
<strong>voor</strong> herstel van groten<strong>de</strong>els verdwenen habitats (bij<strong>voor</strong>beeld<br />
zeegrasarealen) en <strong>voor</strong> vergroting van <strong>de</strong> productiviteit<br />
en daardoor <strong>de</strong> draagkracht <strong>voor</strong> schelpdieren(kweek)<br />
en steltlopers. Door <strong>de</strong> extra aanvoer van <strong>voor</strong>al stikstof<br />
wordt ook het (nu on<strong>de</strong>rbenutte) zelfreinigend vermogen<br />
van <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta beter benut waardoor <strong>de</strong> doorstroming van voedingsstoffen<br />
naar <strong>de</strong> Voor<strong>de</strong>lta en kustzone sterk verbeterd.<br />
Daarnaast wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> overgangen in concentratie voedingsstoffen<br />
gelei<strong>de</strong>lijker en verbeterd <strong>de</strong> ruimtelijke spreiding<br />
van voedingsstoffen. Op <strong>de</strong>ze manier krijgt <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong><br />
<strong>Delta</strong> haar oorspronkelijke ecologische functie als een zelfreinigend<br />
stelsel van samenhangen<strong>de</strong> estuaria weer groten<strong>de</strong>els<br />
terug. De <strong>de</strong>lta kan opnieuw <strong>de</strong> oorspronkelijke plaats<br />
en functie terug in <strong>de</strong> grotere ruimtelijke context begrensd<br />
door <strong>de</strong> bovenloop van <strong>de</strong> rivier en <strong>de</strong> zee. De koppeling van<br />
<strong>de</strong> <strong>de</strong>lta op schaal van <strong>de</strong> stroomgebie<strong>de</strong>n van Rijn, Maas en<br />
Schel<strong>de</strong> is van belang <strong>voor</strong> het verbeteren van <strong>de</strong> productie-<br />
en transformatiefunctie, en herstel van verschei<strong>de</strong>nheid van<br />
habitats en biodiversiteits.<br />
De <strong>de</strong>ltawateren wor<strong>de</strong>n weer functionele overgangswateren<br />
tussen rivier en zee!<br />
Hoewel niet al <strong>de</strong>ze ‘herstelclaims’ bewezen zijn, laat staan<br />
kwantitatief on<strong>de</strong>rbouwd, en dus <strong>voor</strong>alsnog als hypothesen<br />
moeten wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld, zullen (toekomstige) KRW-normen<br />
er wel ruimte <strong>voor</strong> moeten bie<strong>de</strong>n. Een rigoureuze toepassing<br />
van het afwentelingverbod zou niet alleen kunnen<br />
lei<strong>de</strong>n tot onrealistische, niet handhaafbare normen, maar<br />
zelfs het herstel van functionele en ren<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> stroomgebiedrelaties<br />
in <strong>de</strong> weg kunnen staan.<br />
2.2. <strong>Delta</strong>natuur en Natura2000<br />
Geomorfologische rand<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n en perspectieven zijn<br />
bepalend <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kansen op behoud van bestaan<strong>de</strong> natuurwaar<strong>de</strong>n<br />
en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ontwikkelingsmogelijkhe<strong>de</strong>n van nieuwe<br />
natuur.<br />
“Al is <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring geen nieuw gegeven in <strong>de</strong> natuur, het<br />
tempo van <strong>de</strong>ze (klimaat)veran<strong>de</strong>ring baart zorgen. Zeker in<br />
het licht van <strong>de</strong> relatief starre instandhoudingsdoelen die vanuit<br />
<strong>de</strong> wetgeving zijn geformuleerd. Gevreesd wordt dat <strong>de</strong>ze<br />
doelen niet bestand zijn (letterlijk en figuurlijk) tegen klimaatveran<strong>de</strong>ring.<br />
Het effect van klimaatveran<strong>de</strong>ring vertalen<br />
naar een han<strong>de</strong>lingsperspectief <strong>voor</strong> het behoud en <strong>de</strong> ontwikkeling<br />
van natuurwaar<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta is een nog nauwelijks<br />
ontgonnen terrein.”<br />
“Het koppelen van dit perspectief aan <strong>de</strong> ingrepen die wor<strong>de</strong>n<br />
uitgewerkt <strong>voor</strong> het vergroten van <strong>de</strong> veiligheid vormt<br />
een belangrijke uitdaging.”<br />
(citaten uit Erkman en Beurskens, 2009).<br />
Er zijn drie categoriën van <strong>de</strong>ltanatuur:<br />
1. oorspronkelijke <strong>de</strong>ltanatuur die on<strong>de</strong>r druk staat<br />
2. ‘ou<strong>de</strong>’ <strong>de</strong>ltanatuur met perspectieven (niet on<strong>de</strong>r druk)<br />
3. ‘nieuwe’ <strong>de</strong>ltanatuur als gevolg van <strong>de</strong> <strong>de</strong>ltawerken<br />
Nieuwe <strong>de</strong>ltanatuur is on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re zichtbaar in <strong>de</strong> Grevelingen:<br />
hot spot <strong>voor</strong> viseten<strong>de</strong> vogels, zeldzame orchi<strong>de</strong>eën<br />
Grevelingen: hot spot <strong>voor</strong> viseten<strong>de</strong> vogels<br />
Populatienetwerk van <strong>de</strong> harlekijnorchis rond Schouwen en Goeree rond <strong>de</strong><br />
Grevelingen<br />
19
20<br />
Opties <strong>voor</strong> <strong>de</strong> toekomst <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
<strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong><br />
1. Herstel van getij en morfodynamiek ‘in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> glorie<br />
• niet mogelijk bij handhaven veiligheid niet<br />
mogelijk en <strong>voor</strong> herstel van <strong>de</strong> waterkwaliteit ook<br />
niet nodig. Wel zijn er lokaal kansen (Haringvliet,<br />
Voor<strong>de</strong>lta)<br />
2. De <strong>de</strong>ltawateren kun je ecologisch robuust maken door<br />
herstel van <strong>de</strong> uitwisseling tussen rivier en zee en het<br />
verbin<strong>de</strong>n van zeegatdynamiek met rivierdynamiek.<br />
Gecontroleer<strong>de</strong> estuariene dynamiek is te herstellen<br />
door:<br />
• Sturen van morfodynamiek door gericht (grootschalig)<br />
te suppleren en fixeren<br />
• Zorgen <strong>voor</strong> gestuur<strong>de</strong>, met zeespiegelstijging mee<br />
stijgen<strong>de</strong> peilen en uitwisseling tussen <strong>de</strong>ltawate-<br />
ren<br />
• Benutten van voedingsstoffen in pol<strong>de</strong>rwateren<br />
<strong>voor</strong> impuls in verarm<strong>de</strong> <strong>de</strong>ltawateren<br />
(Grevelingen, Oosterschel<strong>de</strong>)<br />
3. Gesloten <strong>de</strong>lta met vaste (lage) peilen<br />
• geen veerkracht, steeds kwetsbaar<strong>de</strong>re <strong>de</strong>ltawateren<br />
en beheerintensief<br />
Optie 2 is het meest kansrijk en vraagt maatwerk in combinatie<br />
met zorgvuldig volgen van ecologisch herstel.<br />
Figuur 3 Beschikbaarheid van zoet water <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilan<strong>de</strong>n<br />
3. Zoetwater<strong>voor</strong>ziening<br />
De <strong>Delta</strong>werken hebben <strong>de</strong> beschikbaarheid van zoet water<br />
in <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> sterk verbeterd. Figuur<br />
3 toont <strong>de</strong> regionale waterbalansen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> zomerperio<strong>de</strong>.<br />
In <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n grenzend aan het het zoete Haringvliet, Hollandsch<br />
Diep en Volkerak-Zoommeer kan zoet water uit het<br />
hoofwatersysteem wor<strong>de</strong>n ingelaten <strong>voor</strong> het handhaven van<br />
een hoog zomerpeil (groen: peilbeheer in) en <strong>voor</strong> het verdunnen<br />
en afvoeren van <strong>de</strong> zoute kwel (rood: doorspoelen).<br />
Het chlori<strong>de</strong>gehalte in <strong>de</strong> sloot is daardoor zo laag, dat het<br />
slootwater geschikt is om mee te beregenen. Dit maakt <strong>de</strong><br />
teelt van hoogren<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> gewassen mogelijk. Schouwen-Duiveland<br />
illustreert <strong>de</strong> situatie die vóór <strong>de</strong> <strong>de</strong>ltawerken ook in<br />
<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re gebie<strong>de</strong>n aanwezig was: <strong>de</strong> waterbalans is beperkt<br />
tot het afvoeren van neerslagoverschot en zout kwelwater, er<br />
is geen zoet aanvoerwater beschikbaar, het chlori<strong>de</strong>gehalte<br />
in <strong>de</strong> sloot is veel te hoog <strong>voor</strong> beregening, en er is dus op dit<br />
eiland (en el<strong>de</strong>rs in Zeeland) alleen traditionele akkerbouw<br />
mogelijk.<br />
De komen<strong>de</strong> <strong>de</strong>cennia zullen het zout maken van het Volkerak-<br />
Zoommeer en effecten van klimaatveran<strong>de</strong>ring <strong>de</strong> beschikbaarheid<br />
van zoet water echter nadrukkelijk gaan beïnvloe<strong>de</strong>n.<br />
Daarnaast zal ook <strong>de</strong> vraag naar zoetwater toenemen<br />
met <strong>de</strong> trend naar meer hoogren<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>, zoutgevoelige en<br />
watervragen<strong>de</strong> teelten. De verzilting zal toenemen. Het aanbod<br />
van zoet water zal vaker lager zijn dan nu het geval is,<br />
terwijl <strong>de</strong> vraag zal blijven stijgen. In <strong>de</strong> toekomst zullen in<br />
<strong>de</strong> zomer vaker watertekorten optre<strong>de</strong>n.
In <strong>de</strong> huidige situatie is <strong>de</strong> zoetwater<strong>voor</strong>ziening op alle<br />
schaalniveau’s erg inefficiënt. Het zoetspoelen van <strong>de</strong><br />
Nieuwe Waterweg (minimaal 1000 m3/s afvoeren om regionale<br />
inname van 40 m3/s mogelijk te maken, efficiëntie<br />
= 4%) is hèt <strong>voor</strong>beeld op nationaal niveau. In <strong>de</strong> regio,<br />
bij<strong>voor</strong>beeld op Goeree-Overflakkee, moet <strong>voor</strong> o.a. het<br />
verdunnen en afvoeren van <strong>de</strong> zoute kwel in <strong>de</strong> zomer zo’n<br />
100 miljoen m3 water wor<strong>de</strong>n ingelaten om 5 miljoen m3<br />
beregening mogelijk te maken (efficiëntie = 5%). Door een<br />
zout Volkerak-Zoommeer, maar <strong>voor</strong>al door klimaateffecten<br />
(bijv. 85% toename zoute kwel op Goeree-Overflakkee) zal<br />
het steeds moeilijker wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> landbouwzoetwater<strong>voor</strong>ziening<br />
op <strong>de</strong>ze manier vol te hou<strong>de</strong>n. Er moet dus wat<br />
gebeuren.<br />
Er is (waarschijnlijk) een klimaatbestendige landbouwwater<strong>voor</strong>ziening<br />
mogelijk, zowel bij een weerstandstrategie,<br />
als bij een strategie van meebewegen (cf NWP).<br />
Het <strong>voor</strong>tzetten van <strong>de</strong> (huidige) weerstandstrategie van<br />
verziltingsbestrijding in <strong>de</strong> toekomst is mogelijk, maar dat<br />
moet, en kan, dan wel efficiënter. Er zijn dan flinke investeringen<br />
nodig in zowel <strong>de</strong> nationale als <strong>de</strong> regionale<br />
waterhuishoudkundige infrastructuur, inclusief allerlei innovaties.<br />
Wanneer op alle schaalniveaus wordt ingezet op<br />
efficiëntieverhoging ontstaat er speelruimte om klimaateffecten<br />
op te vangen en om <strong>de</strong> regionale afhankelijkheid<br />
van <strong>de</strong> aanvoer van water uit het hoofdwatersysteem<br />
(HWS) te vermin<strong>de</strong>ren.<br />
Waterbesparing bij <strong>de</strong> boer heeft bij <strong>de</strong>ze strategie geen<br />
prioriteit.<br />
Er kan ook wor<strong>de</strong>n gekozen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> strategie van meebewegen:<br />
<strong>de</strong> verziltingsbestrijding wordt losgelaten; zout<br />
wordt geaccomo<strong>de</strong>erd in en niet meer geweerd uit <strong>de</strong> Waterweg<br />
(zoutindringing, externe verzilting) en/of ook niet<br />
meer uit het regionale watersysteem (zoute kwel, interne<br />
verzilting). Ook bij <strong>de</strong> keuze <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze strategie zijn grote<br />
investeringen nodig. Niet zozeer in <strong>de</strong> waterhuishoudkundige<br />
infrastructuur (wateraanbod), maar in <strong>de</strong> landbouw<br />
zelf (<strong>de</strong> watervraag). De landbouwwater<strong>voor</strong>ziening zal<br />
wor<strong>de</strong>n losgekoppeld van <strong>de</strong> waterhuishouding van het<br />
hoofdwatersysteem van rivieren en kanalen. Meebewegen<br />
leidt tot ontkoppeling. Dat kan ruimtelijk zijn (verplaatsing<br />
van teelten, ‘functie volgt peil’ of in dit geval: ‘functie<br />
mijdt zout’). Maar wellicht ontwikkelt zich een ten<strong>de</strong>ns<br />
(een markt) van vraag en aanbod van water via <strong>de</strong> waterketen<br />
(private levering) in plaats van <strong>de</strong> huidige waterhuishouding<br />
als publieke <strong>voor</strong>ziening.<br />
Waterbesparing bij <strong>de</strong> boer heeft bij <strong>de</strong>ze strategie een<br />
hoge prioriteit.<br />
Omdat <strong>de</strong> ‘han<strong>de</strong>lingsperspectieven’ van <strong>de</strong> twee strategieën<br />
totaal verschillend zijn, is een hybri<strong>de</strong> strategie binnen<br />
één waterhuishoudkundige eenheid waarschijnlijk niet<br />
verstandig; het levert meer ellen<strong>de</strong> dan <strong>voor</strong><strong>de</strong>el op (dubbele<br />
kosten, half ren<strong>de</strong>ment).<br />
De hoofdconclusie van <strong>de</strong> verkenning (<strong>de</strong> Vries et al., 2009)<br />
is dan ook dat met gebiedsgericht maatwerk dui<strong>de</strong>lijke keuzes<br />
moeten wor<strong>de</strong>n gemaakt, waarbij wel <strong>de</strong> ruimtelijke samenhang<br />
(rijk-regio en regio-regio) in het oog moet wor<strong>de</strong>n<br />
gehou<strong>de</strong>n. Zo zou een (ge<strong>de</strong>eltelijke) strategie van meebewegen<br />
op nationaal niveau (zoutindringing Waterweg, geen<br />
verhoogd peil IJsselmeer) goed samen kunnen gaan met een<br />
weerstandstrategie in <strong>de</strong> regio die inzet op een grotere mate<br />
van zelf<strong>voor</strong>ziening.<br />
Referenties<br />
• A. <strong>de</strong> Vries, J, Veraart, I. <strong>de</strong> Vries, G. Ou<strong>de</strong> Essink,<br />
GJ. Zwolsman, R. Creusen en H. Buijtenhek, 2009. Vraag<br />
en aanbod van zoet water in <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> -<br />
een verkenning, Rapport Programmabureau Kennis <strong>voor</strong><br />
Klimaat en Werkplaats <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong>,<br />
Wageningen.<br />
• Aylin Erkman & Koos Beurskens, 2009. Gespreksnotitie<br />
thema Natuur en Waterkwaliteit. Programmabureau<br />
<strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong><br />
• Jeuken, M.C.J.L., Z.B. Wang, D. Keiller, 2008. Impact of<br />
setbacks on the estuarine morphology. River, Coastal and<br />
Estuarine Morphodynamics 2008: 1125-1132<br />
• Jan Mul<strong>de</strong>r, Sytze van Heteren, 2009. Gulzige geulen en<br />
slinken<strong>de</strong> slikken in <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong>, een geologisch<br />
perspectief. <strong>Delta</strong>res rapport.<br />
• Stroeken en van Win<strong>de</strong>n, 2009. Oppol<strong>de</strong>ren.<br />
Terra Incognita en Bureau Stroming<br />
• Jon Coosen, Loes <strong>de</strong> Jong en Hans van Pagee, 2009.<br />
<strong>Delta</strong>verban<strong>de</strong>n: waterhuishoudkundige samenhang en<br />
interacties tussen projecten in <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong>,<br />
kansen <strong>voor</strong> synergie.<br />
• Jan Mul<strong>de</strong>r, Jelmer Cleveringa, Marcel taal, Bregje van<br />
Weesenbreek en Frans Klijn, 2010. Sedimentperspectief<br />
van <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong>. <strong>Delta</strong>res rapport.<br />
21
2. Lange <strong>termijn</strong> veiligheidsalternatieven <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong><br />
Team: Steef Buijs en Hans van Engen;<br />
Tekst: Steef Buijs/ Hans van Engen<br />
Uitgangsstelling<br />
De veiligheidsvraag <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Rijn-Maas-Schel<strong>de</strong>monding spitst<br />
zich in <strong>de</strong> toekomst toe op een samenloop van een piekafvoer<br />
van <strong>de</strong> rivieren bij een langdurige zware storm, bij een<br />
zeespiegel die <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> eeuw tot 1,5 m gestegen kan zijn.<br />
Essentieel daarbij is <strong>de</strong> vraag of we uit kunnen gaan van een<br />
systeem met open dan wel (semi)gesloten riviermondingen.<br />
Voor <strong>de</strong> rivierafvoer van Rijn en Maas gaat het primair om <strong>de</strong><br />
vraag hoe om te gaan met het Haringvliet. In <strong>de</strong> huidige situatie<br />
kan door het sluiten van <strong>de</strong> sluizen <strong>de</strong> zee buiten wor<strong>de</strong>n<br />
gehou<strong>de</strong>n.<br />
In het eerste hoofdalternatief blijft dat zo; in het twee<strong>de</strong><br />
hoofdalternatief wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> sluizen verwij<strong>de</strong>rd en krijgt <strong>de</strong><br />
rivier een vrije afvoer naar zee.<br />
Voor <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong> is vanuit Ne<strong>de</strong>rlands veiligheidsoogpunt<br />
het doorvoeren van <strong>de</strong> noodzakelijke aanpassingen<br />
(dijkverhoging) aan <strong>de</strong> zeespiegelstijging <strong>de</strong> beste oplossing<br />
gelet op <strong>de</strong> zeer beperkte rivierafvoer van <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong>, waardoor<br />
tij<strong>de</strong>lijke berging in geval van stormvloed op zee niet<br />
noodzakelijk is.<br />
Eerste hoofdalternatief<br />
Voor oplopen<strong>de</strong> rivierwaterstan<strong>de</strong>n achter <strong>de</strong> gesloten sluizen<br />
is bergingsruimte nodig om te <strong>voor</strong>komen dat waterstan<strong>de</strong>n<br />
hoger oplopen dan <strong>de</strong> dijken van het Haringvliet en <strong>de</strong><br />
ermee verbon<strong>de</strong>n wateren aan kunnen. Voor <strong>de</strong> berging is <strong>de</strong><br />
vergrote Biesbosch beschikbaar, aangevuld met het Volkerak,<br />
en mogelijk ook met het Grevelingen.<br />
De zee kan ook binnendringen via <strong>de</strong> Nieuwe Waterweg. Die<br />
kan ook wor<strong>de</strong>n afgesloten, maar <strong>de</strong> faalkans van <strong>de</strong> huidige<br />
Maeslandtkering is een probleem. Het is ook nog <strong>de</strong> vraag<br />
of - zelfs bij gesloten zeekeringen en maximale inzet van bergingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />
- alle dijken en buitendijkse bebouw<strong>de</strong><br />
gebie<strong>de</strong>n in het Rijnmond- en Drechtste<strong>de</strong>ngebied, hoog genoeg<br />
zijn. Ingrediënten <strong>voor</strong> een oplossing hier<strong>voor</strong> zijn:<br />
• een twee<strong>de</strong> Maeslandtkering, met een gecombineer<strong>de</strong><br />
faalkans die wel klein genoeg is;<br />
• vervangen van <strong>de</strong> Maeslandtkering door een (schut)sluis;<br />
• verhogen van dijken en buitendijkse gebie<strong>de</strong>n;<br />
• aan <strong>de</strong> landzij<strong>de</strong> afsluitbaar maken van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />
riviertakken.<br />
Een keuze uit (combinaties van) <strong>de</strong>ze ingrediënten levert<br />
subvarianten op van het eerste hoofdalternatief dat, zoals<br />
gezegd, wordt gekenmerkt door afsluitbaarheid van Haringvliet<br />
en Nieuwe Waterweg (en het Hartelkanaal) en het benutten<br />
van bergingsmogelijkhe<strong>de</strong>n in het Krammer-Volkerak<br />
(en eventueel Grevelingen). Daarbij moet het probleem van<br />
<strong>de</strong> faalkans van <strong>de</strong> Maeslandtkering nú wor<strong>de</strong>n aangepakt,<br />
als een conditie waaraan moet zijn voldaan <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re<br />
ontwikkeling van <strong>de</strong> veiligheidsalternatieven.<br />
Eerste hoofdalternatief<br />
23
24<br />
Twee<strong>de</strong> hoofdalternatief<br />
Een twee<strong>de</strong> hoofdalternatief ontstaat door het Haringvliet<br />
weer open te maken. Er zijn dan geen bergingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />
meer nodig (en ook niet mogelijk). Dit twee<strong>de</strong> hoofdalternatief<br />
kan op twee manieren wor<strong>de</strong>n bezien: (1) als keuze ten<br />
opzichte van het eerste hoofdalternatief, en (2) als onvermij<strong>de</strong>lijk<br />
vervolg (en dus niet als keuze) op het eerste hoofdalternatief.<br />
De eerste bena<strong>de</strong>ringswijze speelt op relatief korte <strong>termijn</strong> en<br />
betekent dat <strong>de</strong> noodzaak bergingsmogelijkhe<strong>de</strong>n te creëren<br />
kan wor<strong>de</strong>n ingeruild <strong>voor</strong> <strong>de</strong> noodzaak <strong>de</strong> dijken aanmerkelijk<br />
te versterken. De twee<strong>de</strong> gaat ervan uit dat op <strong>lange</strong>re<br />
<strong>termijn</strong> <strong>de</strong> bergingsmogelijkhe<strong>de</strong>n van Volkerak en Grevelingen<br />
tekort zullen schieten, dat uitbreiding met berging op <strong>de</strong><br />
Oosterschel<strong>de</strong> praktisch niet mogelijk is (en dat er ook geen<br />
an<strong>de</strong>re alternatieven beschikbaar zijn), en dijkverzwaring in<br />
combinatie met een open monding als enige overblijft.<br />
Twee<strong>de</strong> hoofdalternatief<br />
Welke van <strong>de</strong>ze twee bena<strong>de</strong>ringen <strong>de</strong> beste is, hangt af van<br />
<strong>de</strong> (verwachte) ontwikkeling van <strong>de</strong> zeespiegelstijging en van<br />
<strong>de</strong> toename van <strong>de</strong> rivierafvoeren. Gaan <strong>de</strong> ontwikkelingen<br />
snel, dan kan <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> waarover investeringen in berging<br />
kunnen wor<strong>de</strong>n uitgesmeerd zo kort wor<strong>de</strong>n dat direct kiezen<br />
<strong>voor</strong> het twee<strong>de</strong> hoofdalternatief meer kosten-effectief is.<br />
Gaat het langzaam, dan ligt <strong>de</strong> volgtij<strong>de</strong>lijkheid <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand:<br />
eerst het eerste hoofdalternatief en vervolgens overschakelen<br />
op het twee<strong>de</strong>.<br />
Een open Haringvliet leidt tot hogere rivierstan<strong>de</strong>n in het<br />
Rijnmond-Drechtste<strong>de</strong>ngebied dan een afsluitbaar Haringvliet.<br />
Als antwoord hierop zijn <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ingrediënten <strong>voor</strong>han<strong>de</strong>n<br />
als in het eerste hoofdalternatief: aanpakken faalkans<br />
Maeslandtkering, verhogen dijken en buitendijkse gebie<strong>de</strong>n,<br />
rivieren afsluitbaar maken. Aanpakken Maeslandtkering (toe-<br />
voeging twee<strong>de</strong> kering of vervang kering door schutsluis) is<br />
opnieuw een vaste conditie, terwijl <strong>de</strong> verhoging van dijken/<br />
buitendijkse gebie<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> afsluitbaarheid van <strong>de</strong> rivieren<br />
uitwisselbaar zijn.<br />
In tegenstelling tot het eerste hoofdalternatief, waarin het<br />
om betrekkelijk beschei<strong>de</strong>n verhoging van dijken en buitendijkse<br />
gebie<strong>de</strong>n gaat die kosten-effectiever is dan afsluitbaarheid<br />
van rivieren, gaat het in het twee<strong>de</strong> hoofdalternatief<br />
om zoveel verhoging, dat <strong>de</strong> rivierafsluitbaarheid het meest<br />
kosten-effectief lijkt te wor<strong>de</strong>n. Maar sub-varianten op dit<br />
punt vragen nog na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek <strong>voor</strong>dat dit <strong>de</strong>finitief kan<br />
wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd.<br />
Samenhang<br />
De hoofdalternatieven <strong>voor</strong> het Haringvliet maken, in het geval<br />
van het eerste hoofdalternatief, van <strong>de</strong> Nieuwe Waterweg,<br />
<strong>de</strong> stadswateren van Rijnmond-Drechtste<strong>de</strong>n, het Haringvliet,<br />
en Volkerak-Grevelingen vanuit veiligheidsoogpunt een<br />
samenhangend geheel waarvan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len niet los van<br />
elkaar kunnen wor<strong>de</strong>n bekeken.<br />
In het geval van het twee<strong>de</strong> hoofdalternatief geldt dat Volkerak<br />
en Grevelingen uit dit geheel kunnen wor<strong>de</strong>n losgemaakt,<br />
en dat keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n vanuit an<strong>de</strong>re gezichtspunten<br />
(waterkwaliteit, ecologie, recreatie, energie) ‘vrij’<br />
zijn ten opzichte van het Haringvliet-Waterweg complex.<br />
Daar<strong>voor</strong> in <strong>de</strong> plaats komt een nieuwe dwingen<strong>de</strong> relatie:<br />
<strong>de</strong> dijkverhogingen die nodig zijn <strong>voor</strong> een open Haringvliet<br />
reiken naar het oosten tot vér in het Rivierengebied.<br />
Zoetwater<strong>voor</strong>ziening en scheepvaart<br />
Voor <strong>de</strong> veiligheid maakt het geen verschil hoe <strong>de</strong> faalkans<br />
van <strong>de</strong> Maeslandtkering wordt aangepakt (een twee<strong>de</strong> kering<br />
of vervanging van <strong>de</strong> kering door een sluis). Voor <strong>de</strong> zoetwater<strong>voor</strong>ziening<br />
en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> scheepvaart maakt het wel verschil,<br />
maar een keus die vanuit <strong>de</strong>ze gezichtspunten wordt<br />
gemaakt kan ten aanzien van het veiligheidsgezichtspunt als<br />
‘vrij’ wor<strong>de</strong>n beschouwd.<br />
Een twee<strong>de</strong> Maeslandtkering behoudt <strong>de</strong> openheid <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
scheepvaart, maar lost het zoutindringingsprobleem niet<br />
op. Voor een schutsluis geldt het omgekeer<strong>de</strong>: <strong>de</strong> toegankelijkheid<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> scheepvaart blijft wel maar wordt fors bemoeilijkt,<br />
terwijl <strong>de</strong> zoutindringing volledig wordt gestopt.<br />
Wellicht kan <strong>de</strong> keus wor<strong>de</strong>n ontlopen door an<strong>de</strong>re technieken<br />
tegen <strong>de</strong> zoutindringing in te zetten: bellenschermen,<br />
beweegbare kleppen, drempels. Drempels hebben overigens<br />
ook scheepvaartconsequenties: kleinere schepen kunnen nog<br />
steeds ongehin<strong>de</strong>rd binnenkomen, maar <strong>voor</strong> grotere is <strong>de</strong><br />
toegang volledig geblokkeerd.
Stoppen van <strong>de</strong> zoutindringing via <strong>de</strong> Nieuwe Waterweg<br />
maakt <strong>de</strong> huidige aanvoer van minimaal ca 1.000 m3/sec rivierwater<br />
<strong>voor</strong> terugdringen van het zout overbodig. Dit water<br />
kan dan naar het Haringvliet wor<strong>de</strong>n afgeleid, waar het in<br />
het eerste veiligheidshoofdalternatief kan wor<strong>de</strong>n ingezet om<br />
<strong>de</strong> zout-zoetgrens bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> monding van het Spui te fixeren,<br />
zon<strong>de</strong>r dat daar<strong>voor</strong> veelvuldig <strong>de</strong> ‘kier’ hoeft te wor<strong>de</strong>n<br />
gesloten.<br />
Naast <strong>de</strong> effecten van <strong>de</strong> aanpak van <strong>de</strong> faalkans van <strong>de</strong><br />
Maeslandtkering op <strong>de</strong> zoetwater<strong>voor</strong>ziening moet ook nog<br />
wor<strong>de</strong>n gekeken naar <strong>de</strong> effecten van <strong>de</strong> veiligheidshoofdalternatieven<br />
zelf. In het hoofdalternatief met een afsluitbaar<br />
Haringvliet kan het zoetwatersysteem dat is uitgewerkt in het<br />
Uitvoeringsprogramma wor<strong>de</strong>n gehandhaafd. Het moet wel<br />
wor<strong>de</strong>n aangepast aan toenemen<strong>de</strong> zoute kwel in <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rs<br />
van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> (on<strong>de</strong>r invloed van <strong>de</strong> zeespiegelstijging).<br />
In het hoofdalternatief met een open Haringvliet is het niet<br />
<strong>lange</strong>r mogelijk zoetwater in te nemen <strong>voor</strong> het havengebied<br />
en het Westland via <strong>de</strong> route Spui-Bernisse-Brielse Meer. En<br />
het is ook niet meer mogelijk om direct vanuit het Haringvliet<br />
zoetwater in te nemen <strong>voor</strong> Goeree-Overflakkee. Er moet in<br />
dit geval dus ofwel een geheel nieuw systeem wor<strong>de</strong>n ontworpen,<br />
ofwel wor<strong>de</strong>n overgeschakeld op zelf<strong>voor</strong>ziening <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
betrokken gebruikers. Dit zijn varianten met verstrekken<strong>de</strong><br />
gevolgen. De Biesbosch en <strong>de</strong> daar aanwezige zoetwaterspaarbekkens<br />
kunnen in het twee<strong>de</strong> Hoofdalternatief waarschijnlijk<br />
zoet blijven, maar ook dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el vraagt na<strong>de</strong>r<br />
on<strong>de</strong>rzoek.<br />
Oosterschel<strong>de</strong> en Westerschel<strong>de</strong><br />
Ten opzichte van <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> veiligheidshoofdalternatieven<br />
<strong>voor</strong> het complex van wateren in het Rijnmond-Drechtste<strong>de</strong>ngebied<br />
en het noor<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong>, vormen <strong>de</strong><br />
veiligheidskeuzen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong> en <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong><br />
‘vrije’ kwesties die bovendien ook on<strong>de</strong>rling niet dwingend<br />
zijn gerelateerd.<br />
Voor <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong> zijn er op <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong> drie alternatieven:<br />
(1) handhaving van <strong>de</strong> kering (met steeds <strong>de</strong> nodige<br />
aanpassingen aan <strong>de</strong> zeespiegelstijging), (2) toevoegen van<br />
nieuwe doorlaatopeningen aan <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> kering (weggraven<br />
van Neeltje Jans), en (3) geheel verwij<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong><br />
kering. In alle gevallen is verzwaring van <strong>de</strong> dijken nodig,<br />
maar in alternatief (2) meer dan (1), en in alternatief (3)<br />
nog weer meer. Het zandhongerprobleem blijft bij (1) in volle<br />
omvang bestaan. Bij (2) wordt het enigszins afgezwakt; bij<br />
(3) kan <strong>de</strong> afzwakking substantieel zijn. We zou<strong>de</strong>n hier nog<br />
aan toe willen voegen dat er ook gedacht kan wor<strong>de</strong>n aan het<br />
vergroten van het ‘kom’-volume van het bekken en aan het<br />
aanvullen van zand door mid<strong>de</strong>l van kunstmatige suppleties<br />
(met <strong>de</strong> openingsgrootte van <strong>de</strong> kering zijn dat <strong>de</strong> drie sturingsvariabelen).<br />
In <strong>de</strong> toepassingen van <strong>de</strong>ze alternatieven of combinaties<br />
daarvan zit ook een veiligheidsargument: bij het in stand<br />
hou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> slikken en platen in <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong> zal <strong>de</strong><br />
golfoploop bij<strong>voor</strong>beeld bedui<strong>de</strong>nd lager zijn dan bij een<br />
geheel open watervlak. Vanuit <strong>de</strong> wens om mee te kunnen<br />
groeien met <strong>de</strong> zeespiegelstijging is het van belang om een<br />
a<strong>de</strong>quaat antwoord te vin<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> vraag naar zand die het<br />
huidige systeem kenmerkt.<br />
Onze <strong>voor</strong>keur gaat uit naar het on<strong>de</strong>rzoeken van het alternatief<br />
van het vergroten van <strong>de</strong> opening van <strong>de</strong> stormvloedkering<br />
in combinatie met aanvullen<strong>de</strong> zandsuppleties in het<br />
systeem en <strong>de</strong> vergroting van <strong>de</strong> capaciteit van het waterbekken,<br />
zodanig dat <strong>de</strong> zandhonger re<strong>de</strong>lijkerwijs gestild kan<br />
wor<strong>de</strong>n. Vooral het aspect van het vergroten van het bekken<br />
is het meest <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand liggend in het twee<strong>de</strong> hoofdalternatief,<br />
omdat hierbij <strong>de</strong>len van het Volkerak of Grevelingen<br />
aan het systeem van <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong> kunnen wor<strong>de</strong>n toegevoegd,<br />
zon<strong>de</strong>r dat dit ten koste gaat van <strong>de</strong> bergingsopgave<br />
ten behoeve van <strong>de</strong> rivierafvoer.<br />
25
26<br />
Voor <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong> is er vanuit Ne<strong>de</strong>rlands veiligheidsoogpunt<br />
geen re<strong>de</strong>n iets an<strong>de</strong>rs te overwegen dan steeds<br />
doorvoeren van <strong>de</strong> noodzakelijke aanpassingen aan <strong>de</strong> zeespiegelstijging.<br />
Op <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlands-Belgische grens is het al<br />
dan niet aanleggen van een stormvloedkering ten behoeve<br />
van Antwerpen een keus die in België moet wor<strong>de</strong>n gemaakt.<br />
Grote vraag is of een vier<strong>de</strong> verdieping ooit nog mogelijk (en<br />
nodig) kan zijn zon<strong>de</strong>r onaanvaardbare/onoplosbare gevolgen<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> veiligheid van het Ne<strong>de</strong>rlandse (en Belgische?)<br />
<strong>de</strong>el.<br />
Dijken<br />
In samenhang met keuzen <strong>voor</strong> dicht, afsluitbaar open, of<br />
geheel open hanteren we drie soorten dijken:<br />
• dijken klasse I die wor<strong>de</strong>n aangepast aan, en kunnen<br />
meegroeien met <strong>de</strong> zeespiegelstijging en bestand wor<strong>de</strong>n<br />
gemaakt tegen extreme waterhoogtes<br />
• dijken klasse II die wor<strong>de</strong>n aangepast aan en kunnen<br />
meegroeien met <strong>de</strong> zeespiegelstijging, maar wor<strong>de</strong>n afgeschermd<br />
van extreme waterhoogtes<br />
• dijken klasse III die niet (dwingend) hoeven te wor<strong>de</strong>n<br />
aangepast aan <strong>de</strong> zeespiegelstijging<br />
In <strong>de</strong> veiligheidshoofdalternatieven <strong>voor</strong> het noor<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>el<br />
houdt het Haringvliet in het ene geval klasse II dijken (als het<br />
Haringvliet afsluitbaar blijft); in het an<strong>de</strong>re geval krijgt het<br />
klasse I dijken (als het Haringvliet open wordt).<br />
De stadswateren in het Rijnmond-Drechtste<strong>de</strong>ngebied hou<strong>de</strong>n<br />
klasse II dijken als er geen afsluitbare keringen in <strong>de</strong><br />
rivieren komen; dat wor<strong>de</strong>n klasse III dijken als <strong>de</strong> rivieren<br />
wel afsluitbaar wor<strong>de</strong>n gemaakt.<br />
Wanneer in het Rijnmond-Drechtste<strong>de</strong>ngebied dijkring 14<br />
naar het zui<strong>de</strong>n wordt verlegd, moet <strong>de</strong> nieuwe ligging in samenhang<br />
wor<strong>de</strong>n bezien met <strong>de</strong> aanpak van <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijke<br />
Haringvlietdijk.<br />
Volkerak en Grevelingen lijken in alle gevallen met klasse III<br />
dijken toe te kunnen, mits zo hoog, dat <strong>de</strong> waterbergen<strong>de</strong><br />
functie in geval van nood-berging van rivierwater is gegaran<strong>de</strong>erd.<br />
Op dit punt is na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek nodig.<br />
De Oosterschel<strong>de</strong> houdt klasse II dijken als <strong>de</strong> kering blijft<br />
bestaan en krijgt klasse I dijken als <strong>de</strong> kering verdwijnt.<br />
Het Veerse Meer houdt in alle gevallen klasse III dijken.<br />
De Westerschel<strong>de</strong> houdt altijd klasse I dijken.<br />
Uitgangssituatie veiligheid Veiligheid hoofdalternatief 1 Veiligheid hoofdalternatief 2
Implicaties <strong>voor</strong> an<strong>de</strong>re aspecten in <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta<br />
Dynamiek<br />
Zijn <strong>de</strong> twee hoofdalternatieven vanuit een veiligheidsmotief<br />
min of meer neutraal ten opzichte van elkaar,<br />
vanuit an<strong>de</strong>re perspectieven gaat onze <strong>voor</strong>keur uit naar<br />
het hoofdalternatief waarin het Haringvliet opengemaakt<br />
wordt. Dat heeft te maken met het lonkend perspectief van<br />
een leven<strong>de</strong> <strong>de</strong>lta waarin <strong>de</strong> estuariene dynamiek meer kansen<br />
krijgt en invloed van <strong>de</strong> zee veel ver<strong>de</strong>r landinwaarts<br />
beleefbaar wordt. Het bijzon<strong>de</strong>re van dit hoofdalternatief<br />
is dat <strong>de</strong> vier wezenlijke componenten die het begrip estuariene<br />
dynamiek bepalen, in <strong>de</strong> meest dynamische vorm<br />
gestalte kunnen krijgen: rivierdynamiek, getij<strong>de</strong>dynamiek,<br />
zoutdynamiek en morfodynamiek. In al zijn facetten werkt<br />
<strong>de</strong>ze dynamiek over een kleine tachtig kilometer lengte in<br />
het <strong>de</strong>ltasysteem door. De Voor<strong>de</strong>lta kan hierbij fungeren<br />
als samenbin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> schakel tussen <strong>de</strong> grote open systemen<br />
van <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong> en het Haringvliet-Hollands Diep-<br />
Biesbosch. De ecologische potenties van een <strong>de</strong>rgelijk systeem<br />
zijn gigantisch; het is boven<strong>de</strong>n een robuust systeem<br />
Uitgangssituatie dynamiek<br />
Dynamiek hoofdalternatief 1 Dynamiek hoofdalternatief 2<br />
dat in staat is om veran<strong>de</strong>ringen in zich op te nemen. We<br />
zien in het alternatief van een open Haringvliet ook een<br />
avontuurlijker <strong>Delta</strong> ontstaan, waarbij <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />
karakteristieken van <strong>de</strong> grote wateren kleur kunnen geven<br />
aan verschillen<strong>de</strong> vormen van recreatief gebruik: ruigere<br />
vormen in Haringvliet en Westerschel<strong>de</strong> tegenover meer<br />
geborgen en vrien<strong>de</strong>lijker milieus van Grevelingen, Volkerak<br />
en bij<strong>voor</strong>beeld het Veerse Meer.<br />
27
28<br />
Infrastructuur en occupatie<br />
Met het opheffen van <strong>de</strong> Haringvlietdam en daarmee ook<br />
<strong>de</strong> N57 tussen Goeree en Voorne-Putten, wordt een belangrijke<br />
infrastructurele noord-zuid verbinding doorsne<strong>de</strong>n.<br />
Het is <strong>de</strong> vraag of dat erg is en/of dat er naar een alternatieve<br />
(brug)verbinding zou moeten wor<strong>de</strong>n gezocht.<br />
In <strong>de</strong> nabije toekomst zien we al een accentverschuiving<br />
naar <strong>de</strong> oostzij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> door <strong>de</strong> aanleg van <strong>de</strong> A4<br />
bij <strong>de</strong> Albrandswaard en ter hoogte van Steenbergen. Het<br />
afsluiten van <strong>de</strong> Haringvlietdam en N57 in hoofdalternatief<br />
II zal <strong>de</strong>ze ontwikkeling alleen maar versterken, waardoor<br />
<strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verste<strong>de</strong>lijkingsprogramma’s <strong>de</strong> grootste<br />
potenties aan <strong>de</strong> oostzij<strong>de</strong> liggen. Tussen Rotterdam en<br />
Antwerpen ligt dan een goed bereikbaar gebied, en juist<br />
waar <strong>de</strong> infrastructuur ‘schampt’ aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>ltawateren en<br />
<strong>de</strong> nieuwe programma’s <strong>voor</strong> dijkverzwaring liggen ons inziens<br />
<strong>de</strong> grootste mogelijkhe<strong>de</strong>n. Concreet gaat het dan<br />
om <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> Hoekse Waard, <strong>de</strong>len van het<br />
West-Brabantse Zeekleigebied (Steenbergen, Dinteloord)<br />
en Bergen op Zoom. Ook recreatieve ontwikkelingen kunnen<br />
hierbij een grote rol spelen. In algemene zin geldt<br />
daardoor dat <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n die nu in feite <strong>de</strong> achterkant van<br />
<strong>de</strong> <strong>Delta</strong> vormen, straks <strong>de</strong> <strong>voor</strong>kant zijn. Het ruimtelijk<br />
beeld dat hierbij ontstaat, is dat van een structuur waarbij<br />
<strong>de</strong> groenblauwe vingers van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> vanuit het westen<br />
naar het oosten doorsteken. En dat omgekeerd vanuit het<br />
oosten, vanaf nieuwe verste<strong>de</strong>lijkingsas, meer ro<strong>de</strong> vingers<br />
langs <strong>de</strong> huidige oost-west infrastructuur van bij<strong>voor</strong>beeld<br />
N59, N215, N286 en A58, ‘terug’ <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> insteken.
Toekomstbeeld verste<strong>de</strong>lijking<br />
Toekomstbeeld potenties oostflank <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong><br />
Toekomstbeeld infrastructuur<br />
Toekomstbeeld recreatie<br />
29
3. Alternatieven <strong>voor</strong> een ‘zo compleet mogelijk’<br />
estuarien systeem<br />
Team: Alphons van Win<strong>de</strong>n (Stroming) en Leo van <strong>de</strong> Brand (Prov. Zeeland);<br />
Tekst: Alphons van Win<strong>de</strong>n.<br />
Wat er speelt<br />
Het ecologisch functioneren van <strong>de</strong> <strong>de</strong>ltawateren laat te wensen<br />
over. Naast het gegeven dat <strong>de</strong> <strong>Delta</strong>werken uitstekend<br />
hebben gewerkt om <strong>de</strong> veiligheid van <strong>de</strong> bevolking te vergroten,<br />
wordt tegelijk breed on<strong>de</strong>rkend dat <strong>de</strong>ze ook ecologische<br />
en daarmee economische scha<strong>de</strong> met zich mee hebben<br />
gebracht. Deze gebreken wor<strong>de</strong>n ook wel beschreven als <strong>de</strong><br />
‘weeffouten’ van <strong>de</strong> <strong>de</strong>ltawerken. Op zich hoeft een foutje in<br />
een groot weefwerk geen probleem te zijn, als <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
inslag maar weer het goe<strong>de</strong> beeld laat zien en <strong>de</strong> weeffout<br />
niet keer op keer herhaald wordt.<br />
Welke mogelijkhe<strong>de</strong>n er zijn om het ecologisch functioneren<br />
te verbeteren is door ons on<strong>de</strong>rzocht in <strong>de</strong> hieron<strong>de</strong>r beschreven<br />
alternatieven. Vertrekpunt was <strong>de</strong> zoektocht naar een ‘zo<br />
compleet mogelijk’ estuarien systeem. Zo is het omschreven<br />
in het Plan van aanpak LT-verkenning ZW <strong>Delta</strong>. Uit <strong>de</strong>ze<br />
vraagstelling kunnen we opmaken dat het systeem nu blijkbaar<br />
niet compleet is en dat er <strong>de</strong> wens is om het completer<br />
te maken. Tegelijkertijd maakt <strong>de</strong> vraagstelling dui<strong>de</strong>lijk dat<br />
‘helemaal compleet’ niet tot <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n behoort, an<strong>de</strong>rs<br />
had <strong>de</strong> opgave wel ‘ontwikkel een compleet estuarien<br />
systeem’ geheten. Onze ambitie was om op <strong>de</strong> schaal die er<br />
blijkbaar <strong>voor</strong> <strong>de</strong> compleetheid van het systeem bestaat, op<br />
zoek te gaan naar een alternatief zo dicht mogelijk bij compleet.<br />
Wat is een estuarien systeem<br />
On<strong>de</strong>r een estuarien systeem verstaan wij het grensgebied<br />
tussen zee en rivier, waar het water van bei<strong>de</strong> elkaar ontmoet<br />
en mengt in <strong>de</strong> dagelijkse gang van het getij. Kernkwaliteiten<br />
van het estuarium zijn:<br />
• <strong>de</strong> grote dynamiek, zowel morfologisch (erosie en sedimentatie)<br />
als hydrologisch (getij en stroming) als ook<br />
maatschappelijk<br />
• <strong>de</strong> gelei<strong>de</strong>lijke overgangen van zoet naar zout en van<br />
voedselrijk naar voedselarm<br />
• <strong>de</strong> unieke landschappen die nergens an<strong>de</strong>rs <strong>voor</strong>komen<br />
(gorzen, platen, kreken, schelpenbanken etc).<br />
Zo compleet mogelijk houdt in ie<strong>de</strong>r geval in dat van <strong>de</strong>ze<br />
kwaliteiten er zoveel mogelijk een plek krijgen over een zo<br />
groot mogelijke oppervlakte in <strong>de</strong> ZW <strong>Delta</strong>.<br />
Nog enkele uitgangspunten<br />
Tij<strong>de</strong>ns het vaststellen van <strong>de</strong> alternatieven hebben we een<br />
aantal uitgangspunten geformuleerd. Dit waren on<strong>de</strong>rwerpen<br />
waar we al discussiërend tegen aan liepen en die we als leidraad<br />
bij het opstellen van <strong>de</strong> alternatieven hebben gebruikt:<br />
• De natuurontwikkeling is gebaat bij een systeembena<strong>de</strong>ring,<br />
waarbij <strong>de</strong> gehele ZW <strong>Delta</strong> als een systeem wordt<br />
gezien. Het estuariene systeem lijdt namelijk niet alleen<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> compartimentering die door <strong>de</strong> aanleg van <strong>de</strong><br />
dammen en dijken is ontstaan, maar ook on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> compartimentering<br />
in beheer en beleid, die samenhangt met<br />
<strong>de</strong> strakke regelgeving. Dit gaat al snel ten koste van <strong>de</strong><br />
dynamiek van het systeem. Natuurdoelen moeten daarom<br />
wor<strong>de</strong>n bepaald op het niveau van het hele systeem en<br />
niet per zeearm of nog kleinere eenheid.<br />
• Economische ontwikkeling inzetten als motor <strong>voor</strong> estuariene<br />
dynamiek en vice versa. Zo kan <strong>de</strong> economie wat<br />
betekenen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ecologie, maar tegelijkertijd zal <strong>de</strong><br />
ecologie <strong>de</strong> kwaliteiten van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> versterken, en daar<br />
profiteert <strong>de</strong> economie dan weer van.<br />
• Waar mogelijk veiligheid flexibel invullen. Ie<strong>de</strong>r <strong>de</strong>elgebied<br />
heeft nu <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> hoge veiligheidsnorm. Door in gebie<strong>de</strong>n<br />
aangepast te bouwen, of hoger te gaan wonen is<br />
het mogelijk <strong>de</strong> normen <strong>voor</strong> die gebie<strong>de</strong>n te verlagen.<br />
• Estuariene dynamiek spreekt niet echt tot <strong>de</strong> verbeelding<br />
van het grote publiek. Het is belangrijk om het besef over<br />
het belang ervan (langzaam) te laten groeien. Dit is mogelijk<br />
door <strong>de</strong> estuariene dynamiek via kleine stappen beleefbaar<br />
te maken in <strong>de</strong> leefomgeving van <strong>de</strong> mensen.<br />
• Zowel leven<strong>de</strong> sporen van dynamische processen als relicten<br />
zijn waar<strong>de</strong>vol.<br />
• Natuur zoveel mogelijk inzetten als bondgenoot om <strong>de</strong><br />
gevolgen van <strong>de</strong> klimaatveran<strong>de</strong>ring mee op te vangen<br />
(klimaatbuffers). Natuurlijke processen inzetten waar het<br />
kan en techniek alleen toepassen waar het niet an<strong>de</strong>rs<br />
kan.<br />
• De huidige problemen in het Volkerak-Zoommeer zijn al<br />
eer<strong>de</strong>r opgelost door het instellen van een zout meer met<br />
beperkt getij.<br />
31
32<br />
De alternatieven<br />
Bij het opstellen van <strong>de</strong> alternatieven hebben we per zeearm<br />
<strong>de</strong> belangrijkste kwestie die er speelt opgepakt en daar vanuit<br />
2 bena<strong>de</strong>ringen een oplossing <strong>voor</strong> gezocht. In <strong>de</strong> eerste<br />
staat het herstel van <strong>de</strong> dynamische omstandighe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>op<br />
en volgen daarop <strong>de</strong> functies die <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> maatschappij<br />
vervult. In het an<strong>de</strong>re alternatief zijn juist <strong>de</strong> functies lei<strong>de</strong>nd<br />
en volgt <strong>de</strong> dynamiek.<br />
Als we vanuit <strong>de</strong>ze 2 invalshoeken <strong>de</strong> problematiek van <strong>de</strong><br />
verschillen<strong>de</strong> zeearmen bekijken, dan zien we <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
mogelijkhe<strong>de</strong>n per bekken:<br />
Dynamiek lei<strong>de</strong>nd<br />
Functies lei<strong>de</strong>nd<br />
Oosterschel<strong>de</strong><br />
Problematiek: verlies platen door enorm groot sedimenttekort,<br />
dat door zeespiegelstijging alleen nog maar ver<strong>de</strong>r toeneemt.<br />
Alternatief 1 (dynamiek lei<strong>de</strong>nd): een Oosterschel<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>r<br />
platen en gorzen is geen optie. De stormvloedkering zal<br />
moeten wor<strong>de</strong>n verwij<strong>de</strong>rd en <strong>de</strong> kom vergroot. De import van<br />
zand vanuit zee zal zich dan herstellen en door <strong>de</strong> toegenomen<br />
stroomsnelhe<strong>de</strong>n zal zand vanaf <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m van <strong>de</strong> geulen<br />
weer opgewerkt wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> platen. Het zandtekort zal er<br />
niet helemaal door wor<strong>de</strong>n opgeheven, maar het is een heel<br />
eind op <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> weg. De veiligheid langs <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong> is<br />
in dit alternatief weer afhankelijk van <strong>de</strong> dijken.<br />
Alternatief 2 (functies lei<strong>de</strong>nd): om verlies van al <strong>de</strong> platen<br />
op <strong>termijn</strong> te <strong>voor</strong>komen is suppletie van in ie<strong>de</strong>r geval een<br />
<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> platen nodig. De overige laten we verdwijnen.<br />
Verkend zal moeten wor<strong>de</strong>n hoe met <strong>de</strong> kleinste hoeveelheid<br />
suppletie het maximale areaal aan platen beschermd kan<br />
wor<strong>de</strong>n. Het gewenste natuurherstel zal binnendijks moeten<br />
plaatsvin<strong>de</strong>n, bv langs historische kreken. Deze kunnen via<br />
doorlaatwerken met het estuarium wor<strong>de</strong>n verbon<strong>de</strong>n.<br />
Grevelingen<br />
Problematiek: stratificatie van <strong>de</strong> waterkolom en voedselarmoe<strong>de</strong><br />
door stagnatie.<br />
Alternatief 1 (dynamiek lei<strong>de</strong>nd): hebben we niet uitgewerkt.<br />
Het is uiteraard mogelijk om <strong>de</strong> Brouwersdam geheel<br />
of ge<strong>de</strong>eltelijk door te breken en het Grevelingen weer met<br />
zee te verbin<strong>de</strong>n, maar dit is een erg zwaar mid<strong>de</strong>l om <strong>de</strong><br />
heersen<strong>de</strong> problematiek te bestrij<strong>de</strong>n. Daarbij zou dat ten<br />
koste gaan van <strong>de</strong> recreatieve ontwikkeling die <strong>de</strong> Grevelingen<br />
<strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia heeft doorgemaakt. Ook heeft zich<br />
op <strong>de</strong> oevers van het Grevelingen bijzon<strong>de</strong>re natuur ontwikkeld,<br />
die past bij <strong>de</strong> zilte kwaliteiten van <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta.<br />
Alternatief 2 (functies lei<strong>de</strong>nd): <strong>de</strong> recreatie en natuurontwikkeling<br />
van <strong>de</strong> huidige situatie staan centraal. Door<br />
beperkte toestroom van zeewater en enig getij kunnen <strong>de</strong><br />
problemen waarschijnlijk goed<strong>de</strong>els wor<strong>de</strong>n opgelost. Daarbij<br />
is het mogelijk om het zoete, voedselrijke pol<strong>de</strong>rwater vanuit<br />
<strong>de</strong> sloten op Goeree-Overflakkee (<strong>de</strong>els) te spuien op het<br />
Grevelingen (nu gaat dat naar het Haringvliet), waardoor <strong>de</strong><br />
voedselsituatie ook sterk zal verbeteren. Wat <strong>de</strong> toename van<br />
het getij betreft moet er <strong>voor</strong> gewaakt wor<strong>de</strong>n dat daarmee<br />
niet <strong>de</strong> zandhonger toe gaat nemen. Er zal gezocht moeten<br />
wor<strong>de</strong>n naar het optimum tussen waterbeweging, voedseluitwisseling<br />
en zo weinig mogelijk erosie.
Haringvliet<br />
Problematiek: <strong>de</strong> afvoer van rivierwater komt in het gedrang bij<br />
een ver<strong>de</strong>r stijgen<strong>de</strong> zeespiegel.<br />
Alternatief 1 (dynamiek lei<strong>de</strong>nd): het Haringvliet wordt omgebouwd<br />
tot een open rivierarm, zon<strong>de</strong>r (stormvloed)kering<br />
en met klimaatdijken langs <strong>de</strong> oevers. Een <strong>de</strong>el van het land<br />
is buitendijks gelegd om ruimte te bie<strong>de</strong>n aan water tij<strong>de</strong>ns<br />
stormvloed en om sedimentatie en ophoging van <strong>de</strong> oevers<br />
mogelijk te maken. Het zeewater en het getij kunnen onbeperkt<br />
het Haringvliet weer indringen. Hiermee ontstaat in het<br />
Haringvliet een onon<strong>de</strong>rbroken gradiënt van <strong>de</strong> rivier naar <strong>de</strong><br />
zee met (zoetwater)getij in <strong>de</strong> Biesbosch en een brakwaterzone<br />
nabij Tiengemeten. Om dit mogelijk te maken zal behalve<br />
aanpassing van het Haringvliet ook <strong>de</strong> zoetwater<strong>voor</strong>ziening<br />
van Zuid Holland (Haven Rijnmond, Groene Hart, Delfland e.o.)<br />
moeten wor<strong>de</strong>n aangepast.<br />
Alternatief 2 (functies lei<strong>de</strong>nd): het Haringvliet behoudt zijn<br />
huidige kering om <strong>de</strong> veiligheid te garan<strong>de</strong>ren. De kier (of iets<br />
meer) functioneert om een brakwaterzone te realiseren. Overtollig<br />
rivierwater wordt tij<strong>de</strong>ns extreme situaties geborgen op<br />
<strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijke armen van <strong>de</strong> Zeeuwse <strong>Delta</strong>. Volkerak en Grevelingen<br />
wor<strong>de</strong>n daartoe ingericht en <strong>de</strong> dijken van <strong>de</strong>ze wateren<br />
en het Haringvliet zelf wor<strong>de</strong>n daar<strong>voor</strong> aangepast.<br />
Nieuwe Waterweg<br />
Problematiek: met <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>r stijgen<strong>de</strong> zeespiegel, zal <strong>de</strong> Maeslandkering<br />
steeds vaker dicht moeten, waardoor van een open<br />
haven geen sprake meer is.<br />
Alternatief 1 (dynamiek lei<strong>de</strong>nd): <strong>de</strong>ze meest noor<strong>de</strong>lijke<br />
zeearm van <strong>de</strong> ZW <strong>Delta</strong> is nu nog open (op extreme situaties<br />
na). Met name langs <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong> Maas zijn er op beperkte schaal<br />
zoetwatergetij<strong>de</strong>ngebie<strong>de</strong>n die hiervan profiteren. Vergroting<br />
van het areaal is wenselijk om <strong>de</strong> intergetij<strong>de</strong>nzone beter tot<br />
zijn recht te laten komen (veel gebie<strong>de</strong>n zijn in het verle<strong>de</strong>n<br />
opgehoogd met havenslib). Zo lang mogelijk open hou<strong>de</strong>n van<br />
<strong>de</strong> huidige open verbinding is vanuit dit alternatief wenselijk.<br />
Alternatief 2 (functies lei<strong>de</strong>nd): om <strong>de</strong> veiligheid te garan<strong>de</strong>ren<br />
zal <strong>de</strong> Maeslandkering steeds vaker dicht moeten en zullen<br />
aparte keringen in Spui, Merwe<strong>de</strong>, Dordtse Kil en Lek moeten<br />
wor<strong>de</strong>n aangelegd. Om <strong>de</strong> haven bereikbaar te hou<strong>de</strong>n zal <strong>de</strong>ze<br />
zeewaarts moeten verplaatsen, of <strong>de</strong> Maeslandkering zal ver<strong>de</strong>r<br />
stroomopwaarts moeten wor<strong>de</strong>n verplaatst. Een an<strong>de</strong>re variant<br />
van dit alternatief is het substantieel ophogen van alle dijken<br />
langs <strong>de</strong> Bene<strong>de</strong>nrivieren om <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> zeespiegel op die<br />
manier bij te hou<strong>de</strong>n.<br />
Westerschel<strong>de</strong><br />
Problematiek: door het herhaal<strong>de</strong>lijk uitbaggeren van <strong>de</strong><br />
Scheepvaartgeul is <strong>de</strong> sedimentbalans van <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong><br />
verstoord. Het getij dringt met steeds hogere waterstan<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r<br />
in het estuarium door, wat <strong>de</strong> veiligheid op <strong>de</strong> proef stelt.<br />
Daarmee dreigt het huidige twee-geulensysteem om te slaan in<br />
een één-geulsysteem.<br />
Alternatief 1 (dynamiek lei<strong>de</strong>nd): herstel van sedimentbalans<br />
door te stoppen met baggeren en <strong>de</strong> scheepvaart beperkingen<br />
op te leggen (kleinere schepen of la<strong>de</strong>n en lossen in<br />
havens die meer richting zee zijn gelegen). In beperkte mate<br />
zijn ontpol<strong>de</strong>ringen nodig in het oostelijk <strong>de</strong>el van het estuarium,<br />
zodat <strong>de</strong> komberging balans tussen <strong>de</strong> grootte van <strong>de</strong><br />
kom en het getijvolume wordt hersteld. Met dijken wordt <strong>de</strong><br />
veiligheid gerealiseerd.<br />
Alternatief 2 (functies lei<strong>de</strong>nd): <strong>de</strong> scheepvaart blijft toenemen.<br />
De sedimentbalans mag niet ver<strong>de</strong>r verstoord wor<strong>de</strong>n,<br />
moet zelfs hersteld wor<strong>de</strong>n. Daarom moet er op uitgebrei<strong>de</strong><br />
schaal ontpol<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> balans tussen kom<br />
en getij<strong>de</strong>nvolume te herstellen. Vanwege <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> zeespiegel<br />
is op <strong>termijn</strong> nabij Antwerpen een Measlandachtige<br />
kering nodig.<br />
Volkerak<br />
Problematiek: (NB vertrekpunt was dat <strong>de</strong> blauwalgenproblematiek<br />
al was opgelost) Dit gebied mist een eigen karakter en<br />
imago. Het is <strong>voor</strong>al een doorgangsgebied tussen het Bene<strong>de</strong>nrivierengebied<br />
en <strong>de</strong> ZW-<strong>Delta</strong>, zon<strong>de</strong>r eigen i<strong>de</strong>ntiteit.<br />
Alternatief 1 (dynamiek lei<strong>de</strong>nd): koppelen aan <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong>.<br />
Door het verwij<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> Philipsdam wordt het<br />
Volkerak weer een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het dynamische Oosterschel<strong>de</strong>systeem.<br />
Alternatief 2 (functies lei<strong>de</strong>nd): koppelen aan <strong>de</strong> Grevelingen.<br />
Door het verwij<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> Grevelingendam kan het<br />
Volkerak een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el wor<strong>de</strong>n van het meer statisch ingerichte<br />
Grevelingensysteem.<br />
In bei<strong>de</strong> alternatieven kan via het Volkerak een (beperkte)<br />
hoeveelheid zoet nutriëntenrijk Rijnwater naar Oosterschel<strong>de</strong><br />
en evt Grevelingen wor<strong>de</strong>n gestuurd. Hierdoor kan zich in het<br />
Volkerak een kleine brakwaterzone instellen.<br />
33
34<br />
Samengevat<br />
In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> twee alternatieve <strong>de</strong>nkrichtingen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
koersen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> zeearmen samengevoegd.<br />
Alternatief 1 (dynamiek lei<strong>de</strong>nd)<br />
• De Westerschel<strong>de</strong> is open en blijft open. De veiligheid<br />
wordt geregeld via dijken. Het blijft een belangrijke<br />
scheepvaartverbinding, maar <strong>voor</strong> kleinere schepen. Er<br />
wordt gezocht naar een manier om <strong>de</strong> balans tussen kom<br />
en getij<strong>de</strong>volume te herstellen door niet meer te baggeren<br />
en enige mate te ontpol<strong>de</strong>ren.<br />
• DeOosterschel<strong>de</strong>isheropend,<strong>de</strong>stormvloedkeringisverwij<strong>de</strong>rd<br />
en het getij heeft weer toegang. De sedimentbalans<br />
is groten<strong>de</strong>els hersteld. De veiligheid wordt geregeld<br />
via dijken. Het Volkerak staat in open verbinding met <strong>de</strong><br />
Oosterschel<strong>de</strong>. Hierdoor is <strong>de</strong> kom van <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong><br />
weer bijna op het historische niveau. Alleen het Markizaat<br />
en het Zoommeer zijn nog bedijkte zoutwatermeren.<br />
Via Volkerak dringt een zekere hoeveelheid zoet nutriëntenrijk<br />
rivierwater door tot in <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong>, wat <strong>de</strong><br />
schelpdierproductie ten goe<strong>de</strong> komt.<br />
Toekomstbeeld 1: dynamiek beleid<br />
• Het Grevelingen is ingericht als zout watermeer met een<br />
beperkte opening naar <strong>de</strong> zee. Er is enig getij en uitwisseling<br />
van water met zee. Vanuit <strong>de</strong> eilan<strong>de</strong>n wordt zoet,<br />
nutriëntenrijk pol<strong>de</strong>rwater aangevoerd. De Grevelingendam<br />
blijft bestaan.<br />
• Het Haringvliet is geheel open naar zee en er is een open<br />
riviermonding. Klimaatdijken zorgen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> veiligheid,<br />
in combinatie met een breed <strong>voor</strong>land, waar ruimte is om<br />
het water van stormvloe<strong>de</strong>n te bergen. Klei vanuit <strong>de</strong> rivieren<br />
en <strong>de</strong> zee bezinkt op het <strong>voor</strong>land langs <strong>de</strong> oevers,<br />
waardoor dit langzaam meegroeit met <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> zeespiegel.<br />
• De Nieuwe Waterweg is open, in <strong>de</strong> Nieuwe Maas, Bene<strong>de</strong>n-Merwe<strong>de</strong><br />
en bij Dordrecht ligt een stormvloedkering.<br />
De Ou<strong>de</strong> Maas, Spui en Dordtse Kil zijn open, met verhoog<strong>de</strong><br />
dijken, en staan in verbinding met het Haringvliet.
Alternatief 2 (functies lei<strong>de</strong>nd)<br />
• De Westerschel<strong>de</strong> wordt ver<strong>de</strong>r uitgediept, maar in combinatie<br />
met ontpol<strong>de</strong>ringen om <strong>de</strong> balans tussen komvolume<br />
en getij<strong>de</strong>nvolume op or<strong>de</strong> te hou<strong>de</strong>n.<br />
• In <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong> zorgt <strong>de</strong> Stormvloedkering <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
veiligheid. Het verlies aan platen wordt beperkt gehou<strong>de</strong>n<br />
door op uitgekien<strong>de</strong> plekken te suppleren. Daarnaast<br />
wordt er meer natuur binnendijks aangelegd. Via Volkerak-Zoommeer<br />
wordt een beperkte hoeveelheid nutrientenrijk<br />
water aangevoerd dat met name in <strong>de</strong> kom van<br />
<strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong> terecht komt.<br />
• Het Grevelingen is (evenals in <strong>de</strong> vorige variant) ingericht<br />
als zoutwatermeer met een beperkte opening naar <strong>de</strong> zee.<br />
Er is enig getij en uitwisseling van water met zee. Vanuit<br />
<strong>de</strong> eilan<strong>de</strong>n wordt zoet, nutriëntenrijk pol<strong>de</strong>rwater aangevoerd.<br />
De Grevelingendam is opgeruimd en het Volkerak<br />
staat in open verbinding met <strong>de</strong> Grevelingen, zodat een<br />
groot zoutwatermeer ontstaat met volop kansen <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
Toekomstbeeld 1: functies / gebruik lei<strong>de</strong>nd<br />
recreatie. In (zeldzame) situaties met extreem hoogwater<br />
in het Bene<strong>de</strong>nrivierengebied doet het gecombineer<strong>de</strong><br />
meer dienst als noodberging. Het gebied wordt hiertoe<br />
ingericht en <strong>de</strong> dijken en dammen zijn er <strong>voor</strong> aangepast.<br />
• In het Haringvliet is <strong>de</strong> zeekering beperkt open (<strong>de</strong> Kier)<br />
ten behoeve van <strong>de</strong> natuur. De kering blijft een belangrijke<br />
rol spelen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> veiligheid tegen <strong>de</strong> invloed vanuit<br />
zee. Overtollig rivierwater wordt zonodig tij<strong>de</strong>lijk in <strong>de</strong> ZW<br />
<strong>Delta</strong> geborgen.<br />
• In <strong>de</strong> Nieuwe Waterweg blijft <strong>de</strong> Maeslandkering dienst<br />
doen. Om niet alle dijken op te hoeven hogen zijn in Bene<strong>de</strong>n-Merwe<strong>de</strong>,<br />
Spui, Dordtse Kil en Lek stormvloedkeringen<br />
aangelegd die dicht gaan als er extreem hoogwater<br />
op <strong>de</strong> rivier dreigt. Bij een stijgen<strong>de</strong> zeespiegel zal die<br />
situatie steeds vaker <strong>voor</strong>komen, waardoor <strong>de</strong> haven meer<br />
en meer afgesloten raakt van zee. Het stroomopwaarts<br />
verplaatsen van <strong>de</strong> Maeslandkering is dan een mogelijkheid<br />
om <strong>de</strong> haven open te hou<strong>de</strong>n.<br />
35
4. De <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> als ‘port’ en poort<br />
Team: Enno Zui<strong>de</strong>ma<br />
De wan<strong>de</strong>len<strong>de</strong> haven<br />
Havens in <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> hebben verschillen<strong>de</strong> strategieën om te<br />
overleven, om <strong>de</strong> dynamiek van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> het hoofd te bie<strong>de</strong>n.<br />
Met hun strategieën tonen <strong>de</strong> havens en havenste<strong>de</strong>n<br />
zich overlevingskunstenaars. Shanghai, maar ook New York,<br />
plaatsten net als Rotterdam <strong>de</strong> echt grote havengebie<strong>de</strong>n ver<br />
uit <strong>de</strong> stad en weg van <strong>de</strong> oorspronkelijke havens.<br />
In <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> breidt <strong>de</strong> Rotterdamse haven zich<br />
uit naar zee, tenein<strong>de</strong> diepe zeehavens dichtbij grote dieptes<br />
op zee te brengen en nieuwe grote op- en overslaggebie<strong>de</strong>n<br />
te maken. De Maasvlakte 1 en 2 zijn hiervan het gevolg. De<br />
Antwerpse haven is van oudsher een stukgoed haven aan <strong>de</strong><br />
rivier in <strong>de</strong> stad. Ook hier zijn forse chemische productie, an<strong>de</strong>re<br />
productiegebie<strong>de</strong>n en inmid<strong>de</strong>ls ook nieuwe containerhavens<br />
in nieuwe complexen toegevoegd aan <strong>de</strong> havens die<br />
ooit langs <strong>de</strong> rivier lagen. De Antwerpse haven is beperkt in<br />
Diep vaarwater als ‘port en poort<br />
zijn ruimtelijke mogelijkhe<strong>de</strong>n vanwege haar ligging tegen <strong>de</strong><br />
grens met Ne<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong> nabijgelegen natuurgebie<strong>de</strong>n. En<br />
er speelt nog iets: Antwerpen kan door <strong>de</strong>ze ligging <strong>de</strong> uitbreiding<br />
naar <strong>de</strong> wateren met grote diepte niet maken, waar<br />
an<strong>de</strong>re havens dat wel doen. Het leidt ertoe dat <strong>de</strong> Antwerpse<br />
haven gesteund wordt mid<strong>de</strong>ls het steeds ver<strong>de</strong>r verdiepen<br />
van <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong>, zodat ook steeds grotere schepen<br />
steeds ver<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> kunnen binnenkomen.<br />
De <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> kent twee havens die wat betreft hun<br />
groeistrategie (diepgang en uitbreiding haven) een tegengestel<strong>de</strong><br />
koers lijken te bewan<strong>de</strong>len, terwijl zij bei<strong>de</strong> in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />
<strong>Delta</strong> liggen. De vraag is hoelang <strong>de</strong> strategie van <strong>de</strong><br />
Antwerpse haven volgehou<strong>de</strong>n kan wor<strong>de</strong>n: hoe lang kan <strong>de</strong><br />
Westerschel<strong>de</strong> uitgediept blijven wor<strong>de</strong>n? Hoe lang kunnen<br />
transport van olie en chemicaliën door <strong>de</strong> natuurrijke <strong>de</strong>lta?<br />
37
38<br />
Koers op 2100<br />
In <strong>de</strong> studie naar ‘infrastructuur, havens, transport en logistiek’<br />
bestaat het gekozen startpunt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong><br />
(2050 – 2100) uit een open verbinding van <strong>de</strong> rivieren met<br />
<strong>de</strong> zee via het Haringvliet. Dit heeft als direct gevolg dat <strong>de</strong><br />
ste<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Rijnmond en Drechtste<strong>de</strong>n veilig gesteld moeten<br />
wor<strong>de</strong>n. Klimaatdijken en stormvloedkeringen hou<strong>de</strong>n het<br />
overstromingsrisico in die gebie<strong>de</strong>n op 1:10.000. In gebie<strong>de</strong>n<br />
die, zoals <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en kernen in West-Brabant, hoog genoeg<br />
liggen, zijn geen grote aanpassingen nodig.<br />
De diepgang en grootte van schepen blijft toenemen. De<br />
haven van Antwerpen zal niet nog grotere doorvaartdieptes<br />
kunnen krijgen. De haven van Rotterdam kan dat wel, door<br />
<strong>de</strong> ligging ‘in’ zee. De haven van Antwerpen blijft een sterke<br />
haven, chemie en stukgoed blijven aanwezig. De all-round<br />
toegankelijkheid van Antwerpen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> grootste schepen<br />
staat wel on<strong>de</strong>r druk.<br />
Lange <strong>termijn</strong> optie open Haringvliet: veiligheid Rijnmond-Drechtste<strong>de</strong>n<br />
als kwestie<br />
Optie 2100: Randstad, Brabantse en Vlaamse ste<strong>de</strong>n beveiligd<br />
door klimaatdijken<br />
Dit vraagt om een fundamentele keuze:<br />
WESTWAARTS: moet Antwerpen nieuwe overslagterminals<br />
westelijk van Antwerpen ontwikkelen tenein<strong>de</strong> zeehaven <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> grootste schepen te blijven? Het beeld dat hier ontstaat<br />
is dat van een havenzeearm: bij Zeebrugge, Vlissingen of Terneuzen<br />
ontwikkelt Antwerpen een zeehaven met grote diepgang,<br />
inclusief binnenvaarttoegang, spoor, buistransport en<br />
snelweg. Die zeehaven werkt als één haven samen met <strong>de</strong><br />
haven van Antwerpen.<br />
OP EIGEN KRACHT: of moet Antwerpen consoli<strong>de</strong>ren en blijven<br />
doen waar zij goed in is binnen <strong>de</strong> grenzen die door <strong>de</strong> omgeving<br />
wor<strong>de</strong>n gedicteerd? In dit geval functioneert Antwerpen<br />
in een Europese havenregio met Rotterdam, Zeebrugge, Vlissingen<br />
en Gent, waarbij ie<strong>de</strong>re haven zijn eigen <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />
markt bedient.<br />
Deze twee opties waren on<strong>de</strong>rwerp van on<strong>de</strong>rzoek, waarbij<br />
steeds <strong>de</strong> vraag centraal stond: welke effecten hebben verschillen<strong>de</strong><br />
toekomstbeel<strong>de</strong>n op het gebruik van <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong><br />
<strong>Delta</strong>? Constanten binnen <strong>de</strong>ze keuze zijn dat <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong><br />
poort en ‘port’ blijft.<br />
Optie: westwaartse gang van <strong>de</strong> grote havencomplexen<br />
Optie: nieuwe vaarwegen over en langs <strong>de</strong> eilan<strong>de</strong>n
Beweging tussen havens<br />
Havens werken nu al veel samen, soms on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vlag,<br />
soms als concurrenten die beter samen kunnen optrekken om<br />
elkaar en <strong>de</strong> combinatie sterker te maken in <strong>de</strong> wereld. Op<br />
<strong>de</strong> <strong>lange</strong>re <strong>termijn</strong> zullen <strong>de</strong> Vlaamse en Ne<strong>de</strong>rlandse havens<br />
verregaand samenwerken. Dat levert veel transport op van<br />
goe<strong>de</strong>ren tussen <strong>de</strong> havens. Die transporten moeten snel en<br />
efficiënt verlopen. Tijdverlies door sluizen en files is tot een<br />
minimum te beperken. In 2050 – 2100 zal een veel groter<br />
<strong>de</strong>el van het transport per schip of spoor gaan dan nu het<br />
geval is.<br />
In het geval dat <strong>de</strong> haven van Antwerpen een westelijke <strong>de</strong>pendance<br />
zal krijgen zijn nieuwe routes <strong>voor</strong> transport met<br />
binnenvaart en spoor nodig: in dat geval zal <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong><br />
Rijn-Schel<strong>de</strong> verbinding via <strong>de</strong> Krammer–Volkeraksluizen een<br />
westelijk alternatief moeten krijgen. Bij rustig weer kan binnenvaart<br />
als alternatief langs <strong>de</strong> kust naar Rotterdam en vice<br />
versa. Een route ‘binnendoor’ kan gaan via het Kanaal door<br />
Walcheren; als alternatief is een kanaal Hansweert – Wemeldinge<br />
<strong>de</strong>nkbaar. De route gaat dan ver<strong>de</strong>r via het Mastgat tussen<br />
Duiveland en Tholen waarna <strong>de</strong> route vervolgd kan wor<strong>de</strong>n<br />
via <strong>de</strong> Krammer-Volkerak naar <strong>de</strong> Rijn of via een nieuw te<br />
maken kanaal door Goeree-Overflakkee naar het Haringvliet,<br />
en dan langs <strong>de</strong> Bernisse naar het Hartelkanaal in <strong>de</strong> haven<br />
van Rotterdam.<br />
Deze binnenvaartroute kan, met name in het <strong>de</strong>el van het Haringvliet<br />
naar <strong>de</strong> Rotterdamse haven, gecombineerd wor<strong>de</strong>n<br />
met een klimaatdijk aan <strong>de</strong> oostzij<strong>de</strong> van het kanaal. Hierdoor<br />
hoeft niet tweemaal <strong>de</strong> stormvloedkering / klimaatdijk<br />
te wor<strong>de</strong>n gekruist en wordt tijdwinst geboekt.<br />
Voor <strong>de</strong> spoorverbindingen geldt dat al verschillen<strong>de</strong> spoorverbindingen<br />
gereed zijn die een optie Westwaarts kunnen<br />
faciliteren. Dan zijn aanpassingen of uitbreidingen van het<br />
spoornet gewenst ter plaatse van <strong>de</strong> Drechtste<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> vorm<br />
van <strong>de</strong> verbinding Antwerpen – Betuweroute en bij Vlissingen<br />
– Sloe, in <strong>de</strong> vorm van een goe<strong>de</strong>renspoor in een tunnel door<br />
<strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong> naar Terneuzen – Zeebrugge – Gent.<br />
Voor het wegverkeer zal <strong>de</strong> A4/A12 van Rotterdam naar Antwerpen<br />
<strong>de</strong> westelijke variant vormen van <strong>de</strong> huidige verbinding<br />
via <strong>de</strong> A16/E19.<br />
Veiligheid ste<strong>de</strong>n Zuid-Holland<br />
De verbinding tussen <strong>de</strong> havens van Antwerpen en Rotterdam<br />
kruist altijd <strong>de</strong> huidige dijkring 14. Daarom ook is <strong>de</strong>ze van<br />
belang in dit on<strong>de</strong>rzoek. De dijkring 14 zal op voldoen<strong>de</strong> niveau<br />
moeten wor<strong>de</strong>n gebracht om het risico te beperken tot<br />
1:10.000. Het westelijke <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Haven van Rotterdam<br />
ligt buiten <strong>de</strong> dijkring, <strong>de</strong> eilan<strong>de</strong>n en Dordrecht en Rotterdam<br />
liggen er binnen.<br />
De veiligheid van Rijnmond en <strong>de</strong> Drechtste<strong>de</strong>n staat buiten<br />
kijf, maar <strong>de</strong> dijkring kan op verschillen<strong>de</strong> manieren versterkt<br />
wor<strong>de</strong>n.<br />
Voor <strong>de</strong> Drechtste<strong>de</strong>n speelt <strong>de</strong> optie van een klimaatdijk een<br />
rol, gecombineerd met een directe verbinding van <strong>de</strong> spoorlijn<br />
Rotterdam – Antwerpen met <strong>de</strong> Betuweroute. En dan is<br />
ook <strong>de</strong> vraag waar <strong>de</strong> klimaatdijk moet liggen: op <strong>de</strong> plek van<br />
<strong>de</strong> huidige rivierdijk, of net buiten <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> wijken van<br />
Dordrecht waardoor ruimte <strong>voor</strong> <strong>de</strong> rivier wordt gegeven op<br />
het Eiland van Dordrecht, of juist door Dordrecht langs het<br />
tracé van <strong>de</strong> N3. De Hoeksche Waard ligt geheel binnen <strong>de</strong><br />
dijkring.<br />
Voorne-Putten: hier zou <strong>de</strong> dijkring ruim of beperkt kunnen<br />
wor<strong>de</strong>n ingezet. De ruime tracering van <strong>de</strong> dijkring betreft <strong>de</strong><br />
huidige dijken langs Haringvliet, duinen en Brielse Maas. De<br />
beperkte tracering voert langs <strong>de</strong> mogelijk nieuwe binnenvaartroute<br />
waarvan aan <strong>de</strong> oostzij<strong>de</strong> een nieuwe klimaatdijk<br />
ligt.<br />
Optie: combinatie klimaatdijken – infrastructuur langs <strong>de</strong> Randstad<br />
39
40<br />
Twee <strong>voor</strong>zetten <strong>voor</strong> 2050<br />
Het ontwerpend on<strong>de</strong>rzoek in <strong>de</strong> workshop leid<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
twee integrale alternatieven: ‘Naar zee!’ en ‘Op eigen<br />
kracht’.<br />
Voorzet I: ‘Naar zee!’<br />
De westelijke ligging van <strong>de</strong> uitbreiding van <strong>de</strong> haven van Antwerpen<br />
leidt tot een nieuwe binnenvaartroute door <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong><br />
<strong>Delta</strong> tot in <strong>de</strong> Haven van Rotterdam. Deze route<br />
voert na enkele nieuwe doorsteken door Goeree-Overflakkee<br />
en Voorne-Putten.<br />
Het Schel<strong>de</strong> Rijnkanaal bij Bergen op Zoom komt in <strong>de</strong> kom<br />
van het Markiezaatsmeer die verbon<strong>de</strong>n wordt met <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong>.<br />
Een nieuwe spoorboog tussen het spoor Antwerpen-<br />
Rotterdam en <strong>de</strong> Betuweroute ligt in <strong>de</strong> Drechtste<strong>de</strong>n in een<br />
klimaatdijk naast <strong>de</strong> N3. Deze sluit aan op stormvloedkeringen<br />
in <strong>de</strong> Dordtse Kil en <strong>de</strong> Bene<strong>de</strong>n-Merwe<strong>de</strong>.<br />
Indien het havengebied van Zeebrugge en Terneuzen ook ver<strong>de</strong>r<br />
ontwikkelen als uitbreiding van Antwerpen, is een nieuwe<br />
Optie 2050: ‘Naar Zee’<br />
spoorverbinding vanuit Sloe on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong> door een<br />
optie om <strong>de</strong> havengebie<strong>de</strong>n met elkaar te verbin<strong>de</strong>n.<br />
Als gevolg van <strong>de</strong> nieuwe dynamiek van <strong>de</strong> havenuitbreiding<br />
ontstaat er waarschijnlijk ook meer druk op <strong>de</strong> provinciale<br />
wegen door <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> en daarmee op <strong>de</strong> ruimte tussen <strong>de</strong> toeristische<br />
(duin)koppen van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> aan zee en <strong>de</strong> voet van<br />
<strong>de</strong> <strong>Delta</strong> op het vaste land. In die tussenruimte kunnen plaatsen<br />
als Zierikzee, Goes en Wemeldinge zich juist richting het<br />
water ontwikkelen. Nieuwe woonmilieus zullen in dorpen en<br />
ste<strong>de</strong>n lei<strong>de</strong>n tot een beschei<strong>de</strong>n schaalsprong die tegelijk op<br />
moeten gaan met het ontwikkelen van een verbeter<strong>de</strong> verbinding<br />
met het water – een landschappelijke schaalsprong. Het<br />
provinciale wegennet over <strong>de</strong> eilan<strong>de</strong>n wordt via een nieuwe<br />
brug over het Haringvliet gekoppeld met <strong>de</strong> Rotterdamse regio.<br />
De weg ligt langs <strong>de</strong> nieuwe binnenvaartroute in of op<br />
een klimaatdijk.<br />
De <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> wordt een gewild woongebied <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
Euregio Antwerpen - Rotterdam.
Voorzet II: ‘Op eigen kracht’<br />
Antwerpen blijft een sterke haven en zoekt samenwerking<br />
met Rotterdam <strong>voor</strong> <strong>de</strong> afhan<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> meest grote schepen.<br />
De regio’s en havens versterken <strong>de</strong> verbindingen tussen<br />
<strong>de</strong> twee havens en ste<strong>de</strong>n, mid<strong>de</strong>ls een nieuwe A12 / A4 route<br />
vanuit <strong>de</strong> haven van Antwerpen naar die van Rotterdam. Het<br />
Schel<strong>de</strong> Rijnkanaal blijft van groot belang <strong>voor</strong> een efficiënte<br />
verbinding over water tussen <strong>de</strong> havens en tussen Antwerpen<br />
en <strong>de</strong> Rijn.<br />
De druk op <strong>de</strong> ruimte tussen Antwerpen en Rotterdam ligt met<br />
name in <strong>de</strong> zone Willemstad – Bergen op Zoom – Antwerpen.<br />
Door hier een landschappelijke kwaliteitssprong te maken<br />
mid<strong>de</strong>ls het koppelen van <strong>de</strong> vroegere waterlopen vanuit<br />
<strong>de</strong> bekkens van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> het land in, ontstaat een natuurrijk<br />
en recreatief aantrekkelijk gebied dat zich ver<strong>de</strong>r kan ontwikkelen<br />
als interessante woonregio op <strong>de</strong> overgang van <strong>Delta</strong><br />
naar zand.<br />
Optie 2050 ‘Consoli<strong>de</strong>ren’<br />
De waterveiligheid wordt in <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong>zet via een ruime<br />
dijkring gewaarborgd: ten zui<strong>de</strong>n van Dordrecht beschermt<br />
een nieuwe <strong>de</strong>ltadijk <strong>de</strong> hele stad en sluit aan bij <strong>de</strong> stuwen/<br />
stormvloedkeringen in <strong>de</strong> Dordtse Kil en <strong>de</strong> Bene<strong>de</strong>n-Merwe<strong>de</strong>.<br />
De dijk ligt rond <strong>de</strong> Hoeksche Waard en Voorne-Putten.<br />
41
5. Vasthou<strong>de</strong>n en loslaten<br />
Team: Boris Hocks en Judith Bax<br />
Wat houd je vast en wat laat je los, <strong>voor</strong>uitkijkend naar <strong>de</strong><br />
<strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> in 2100?<br />
Onze stelling is dat juist <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en dorpen – als economische<br />
en culturele brandpunten – hèt vaste gegeven zijn<br />
en daarmee een houvast bie<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> toekomstige ontwikkeling<br />
van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong>. Vanuit dit statement positioneren wij<br />
<strong>de</strong> <strong>Delta</strong> als groenblauw hart van een Ne<strong>de</strong>rlands-Vlaamse<br />
metropolitane regio met zo’n drie miljoen mensen en het<br />
grootste (gecombineer<strong>de</strong>) havencomplex ter wereld. Het <strong>de</strong>ltagebied<br />
kan <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze regio in <strong>de</strong> toekomst verschillen<strong>de</strong><br />
betekenissen krijgen.<br />
Visie<br />
Omgekeer<strong>de</strong> lagenbena<strong>de</strong>ring<br />
Historische kaarten tonen <strong>de</strong> dynamiek van <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong><br />
<strong>Delta</strong>: van oorsprong door <strong>de</strong> natuur, en in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> tijd<br />
steeds meer door <strong>de</strong> mens gevormd. De ste<strong>de</strong>n in en rondom<br />
<strong>de</strong> <strong>Delta</strong> zijn door <strong>de</strong> eeuwen heen op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> plek blijven<br />
liggen. Ze zijn weliswaar gegroeid en veran<strong>de</strong>rd, maar met <strong>de</strong><br />
ontwikkeling van mensen, economisch kapitaal en cultureel<br />
erfgoed zijn <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n alleen maar meer vast komen te liggen<br />
op hun plek.<br />
De typisch Ne<strong>de</strong>rlandse lagenbena<strong>de</strong>ring waarin <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlaag<br />
van bo<strong>de</strong>m en water een basis vormt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> netwerklaag en<br />
<strong>de</strong> occupatielaag wordt zo omgekeerd. De ste<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong><br />
zijn te zien als statische pinnen uit <strong>de</strong> occupatielaag waaron<strong>de</strong>r<br />
<strong>de</strong> dynamische bo<strong>de</strong>m- en waterlaag zijn vorm zoekt.<br />
<strong>Delta</strong> veran<strong>de</strong>rt, ste<strong>de</strong>n blijven op hun plaats<br />
Groenblauw hart van <strong>de</strong> bandstad<br />
Het estuarium, <strong>de</strong> eilan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> kusten in <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong><br />
<strong>Delta</strong> wor<strong>de</strong>n omringd door een ste<strong>de</strong>lijke band. De <strong>Delta</strong> als<br />
‘groenblauw hart’ en <strong>de</strong> omliggen<strong>de</strong> Hollands – Vlaamse ste<strong>de</strong>nring<br />
contrasteren met elkaar en zijn daarom tegelijkertijd<br />
een samenhangend geheel. Aan <strong>de</strong> ene kant bevin<strong>de</strong>n zich<br />
<strong>de</strong> economische functies, transportcorridors en het ste<strong>de</strong>lijk<br />
gebied van <strong>de</strong> ring. Daar tegenover staat het groenblauwe<br />
hart als gebied met een eigen kwaliteit en tal van recreatieve<br />
functies <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse en Belgische ste<strong>de</strong>lingen<br />
eromheen.<br />
Een ste<strong>de</strong>nconglomeraat rondom een groenblauw hart<br />
Perspectieven<br />
Waterbassin<br />
In een toekomst waarin zeespiegelstijging en verhoog<strong>de</strong> rivierafvoeren<br />
een plaats zullen moeten krijgen is een revisie<br />
van ons streng gecontroleer<strong>de</strong> watersysteem onvermij<strong>de</strong>lijk.<br />
De doorlaatcapaciteit van rivieren zal niet voldoen<strong>de</strong> zijn en<br />
meer<strong>de</strong>re dijktracés zijn te laag. Verschillen<strong>de</strong> van onze <strong>de</strong>ltawerken<br />
zullen misschien niet meer aan <strong>de</strong> eisen voldoen.<br />
Het strakke regime van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse water<strong>de</strong>fensie zal in<br />
<strong>de</strong> toekomst moeilijk <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gehele <strong>Delta</strong> houdbaar zijn. Ook<br />
hier kan het contrast gezocht wor<strong>de</strong>n: bescherm <strong>de</strong> cruciale<br />
<strong>de</strong>len (<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nring) en laat het groenblauwe hart floreren<br />
in zijn primaire functie als rivier<strong>de</strong>lta. Bij het beschermen van<br />
<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nring gebruiken we <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rnste dijken in combinatie<br />
met natuurlijke hoogtes zoals <strong>de</strong> Brabantse wal. Door<br />
43
44<br />
<strong>de</strong>len van het estuarium en een aantal van <strong>de</strong> eilan<strong>de</strong>n zoals<br />
Goeree en Schouwen-Duiveland ‘los te laten’ krijgen zowel <strong>de</strong><br />
<strong>Delta</strong>, als rivierafvoer, als <strong>de</strong> ecologische ontwikkeling meer<br />
ruimte. Dit betekent niet dat <strong>de</strong>ze eilan<strong>de</strong>n verdrinken, maar<br />
dat <strong>de</strong> dynamiek in <strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n groter wordt.<br />
Het uitdiepen van <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong> zal op <strong>de</strong> <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong><br />
waarschijnlijk niet houdbaar zijn, waardoor <strong>de</strong> haven van<br />
Antwerpen zijn mainportfunctie zal verliezen. Door <strong>de</strong> havenfuncties<br />
naar Zeebrugge te verhuizen blijft <strong>de</strong> economische<br />
kracht binnen <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nring. Antwerpen wordt dan een binnenvaartknooppunt.<br />
Dynamiek in het noor<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> Het groenblauwe hart als voedselschuur<br />
Voedselschuur en energiefabriek<br />
Het verbin<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> aan <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nring biedt veel kansen.<br />
In het licht van een terugvallen<strong>de</strong> globalisering als gevolg<br />
van <strong>de</strong> economische crisis en globale klimaatveran<strong>de</strong>ring is<br />
het interessant om te kijken of <strong>de</strong>ze koppeling ver<strong>de</strong>r uitgebuit<br />
kan wor<strong>de</strong>n. Is het mogelijk om (ge<strong>de</strong>eltelijk) regionaal<br />
zelf<strong>voor</strong>zienend te wor<strong>de</strong>n? Ten eerste is het interessant<br />
te on<strong>de</strong>rzoeken wat toekomstige mogelijkhe<strong>de</strong>n zijn op het<br />
gebied van voedselproductie. Wat zijn <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van<br />
voedsel verbouw en kweek op land en water?<br />
Daarnaast kan er on<strong>de</strong>rzocht wor<strong>de</strong>n in hoeverre <strong>de</strong> regio op<br />
het gebied van energie<strong>voor</strong>ziening zelfstandig kan wor<strong>de</strong>n.<br />
Kunnen we <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> en <strong>voor</strong><strong>de</strong>lta gebruiken om duurzame<br />
energie te produceren? Wat kunnen we met wind en water, <strong>de</strong><br />
twee <strong>voor</strong>naamste natuurlijke krachten van <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta? Windmolens<br />
passen bij <strong>de</strong> maat en schaal van het <strong>de</strong>ltalandschap.<br />
Ze kunnen op land gebruikt wor<strong>de</strong>n om <strong>lange</strong> lijnen (wegen,<br />
dammen, waterwegen) en contouren van eilan<strong>de</strong>n te accentueren.<br />
De <strong>voor</strong><strong>de</strong>lta biedt ruimte <strong>voor</strong> windmolenparken in<br />
zee. Met behulp van mo<strong>de</strong>rne technologieën, zoals het gebruik<br />
van restwarmte, kunnen <strong>de</strong> diverse havens in het gebied<br />
qua energie zelf<strong>voor</strong>zienend wor<strong>de</strong>n.<br />
Het groenblauwe hart als energielandschap
Natuurpark<br />
Het ‘vrijgelaten’ ge<strong>de</strong>elte van het estuarium kan een nieuwe<br />
ecologische waar<strong>de</strong> krijgen. Als aanvulling op <strong>de</strong> huidige vogelrichtlijngebie<strong>de</strong>n<br />
in <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> zal het gebied een aanzienlijke<br />
stepping stone wor<strong>de</strong>n in het internationale ecologische<br />
systeem. Diverse vogels en vissoorten zullen het gebied als<br />
habitat vin<strong>de</strong>n of als tij<strong>de</strong>lijk on<strong>de</strong>rkomen naar an<strong>de</strong>re habitatgebie<strong>de</strong>n<br />
over <strong>de</strong> wereld.<br />
De verruiging van <strong>de</strong> Zeeuwse eilan<strong>de</strong>n vraagt om aanpassing<br />
van lokale dorpen en ste<strong>de</strong>n. De estuariene dynamiek en<br />
‘vergroening’ van het landschap scheppen kansen <strong>voor</strong> een<br />
nieuwe oriëntatie van <strong>de</strong> dorpen en ste<strong>de</strong>n. Hierin spelen wa-<br />
Het noor<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> als natuurcomplex<br />
Het groenblauwe hart als recreatiepark<br />
ter en groen een belangrijke rol. De mogelijkheid van een<br />
overstroming vraagt om adaptieve maatregelen <strong>voor</strong> nieuwe<br />
ontwikkelingen. Op die manier kan <strong>de</strong>ze regio een proeftuin<br />
zijn <strong>voor</strong> <strong>de</strong> rest van Ne<strong>de</strong>rland - waar <strong>de</strong> problematiek van<br />
overstromingen zich ook zal aandienen in <strong>de</strong> toekomst.<br />
Recreatiepark<br />
Momenteel wordt <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> al veel gebruikt <strong>voor</strong> waterrecreatieve<br />
activiteiten. De groei naar een natuurlijker estuarium<br />
zal eraan kunnen bijdragen dat <strong>de</strong> eilan<strong>de</strong>n en watergeulen<br />
ook op het gebied van recreatie het hart van <strong>de</strong> metropolitane<br />
regio wordt. Door <strong>de</strong> bereikbaarheid te vergroten en<br />
<strong>voor</strong>zieningen toe te voegen kan het gebied een echt recreatief<br />
hart wor<strong>de</strong>n.<br />
Tot slot<br />
Deze schetsoefening geeft geen vastomlijnd toekomstbeeld.<br />
Wel biedt het een blik op mogelijke ontwikkelingsrichtingen<br />
van het <strong>de</strong>ltagebied vanuit het perspectief van <strong>de</strong> stad, het<br />
domein van <strong>de</strong> mens. De <strong>Delta</strong> als groenblauw hart van een<br />
Ne<strong>de</strong>rlands-Vlaamse Bandstad kun je zien als <strong>de</strong>nkmo<strong>de</strong>l. Met<br />
dit <strong>de</strong>nkmo<strong>de</strong>l kunnen <strong>de</strong> toekomstige gebruiksmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />
van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> en <strong>de</strong> relaties tussen <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> en het omliggen<strong>de</strong><br />
gebied ver<strong>de</strong>r doordacht wor<strong>de</strong>n.<br />
Oefenen met combinaties in toekomstbeel<strong>de</strong>n<br />
45
6. Verschillen<strong>de</strong> kwaliteiten in <strong>de</strong> contactzones land-water<br />
Team: Pieter Schengenga en Ronald Kramps<br />
Context: Onzekerheid<br />
Twijfel en onzekerheid ten aanzien van <strong>de</strong> werking van het<br />
watersysteem<br />
De context waarbinnen <strong>de</strong> planvorming rond <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong><br />
<strong>Delta</strong> plaatsvindt is fundamenteel an<strong>de</strong>rs dan ten tij<strong>de</strong><br />
van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong>werken. In vergelijking met nu lijkt het of ingrijpen<strong>de</strong><br />
beslissingen met betrekking tot <strong>de</strong> <strong>Delta</strong>werken<br />
gemakkelijker tot stand kwamen, met min<strong>de</strong>r twijfel over <strong>de</strong><br />
werking van het systeem. Dit komt natuurlijk door <strong>de</strong> urgentie<br />
om <strong>de</strong> veiligheid snel op or<strong>de</strong> te krijgen na ’53, maar ook<br />
door een sterk geloof in techniek en <strong>de</strong> maakbaarheid van<br />
het systeem.<br />
In discussies die nu plaatsvin<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> toekomst van <strong>de</strong><br />
<strong>Delta</strong> stellen <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundigen zich beschei<strong>de</strong>ner op. Twijfel,<br />
onzekerheid en gebrek aan kennis wor<strong>de</strong>n openlijk uitgesproken:<br />
hoe zit het nou precies met die zandhonger en hoe is <strong>de</strong><br />
sedimentbalans te beïnvloe<strong>de</strong>n? Heeft het systeem behoefte<br />
aan extra nutriënten, en zo ja, hoeveel/ waar/ wanneer? We<br />
zitten nog maar mid<strong>de</strong>n in het proces om het systeem te begrijpen,<br />
laat staan dat er nu al één ultieme oplossing gepresenteerd<br />
kan wor<strong>de</strong>n.<br />
De onzekerheid blijft. Naar mate we meer weten zullen ook<br />
weer nieuwe vragen opdoemen. Dit betekent:<br />
• dat er <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong> niet met één, maar met meer<strong>de</strong>re<br />
toekomstbeel<strong>de</strong>n / perspectieven gewerkt moet wor<strong>de</strong>n.<br />
• dat er, an<strong>de</strong>rs dan ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong>werken, in kleinere<br />
stappen naar toe gewerkt wordt.<br />
• dat er meer ruimte zal moeten komen <strong>voor</strong> langdurige experimenten<br />
om het systeem beter te begrijpen.<br />
• dat flexibiliteit nodig is!<br />
Onzekere economische ontwikkeling<br />
De economie staat er an<strong>de</strong>rs <strong>voor</strong> dan een aantal jaar gele<strong>de</strong>n.<br />
Het is niet dui<strong>de</strong>lijk wanneer en hoe <strong>de</strong>ze zich zal herstellen<br />
in <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren. Op <strong>de</strong> <strong>lange</strong>re <strong>termijn</strong> speelt<br />
<strong>de</strong> kwestie van <strong>de</strong> bevolkingsontwikkeling. Het is niet <strong>lange</strong>r<br />
vanzelfsprekend dat overal altijd sprake is van groei. Diverse<br />
regio’s hebben nu al met krimp te maken. De onzekerheid<br />
hierover vraagt om een an<strong>de</strong>re strategie ten aanzien van <strong>de</strong><br />
ruimtelijke ontwikkeling. In plaats van om ‘grote aantallen’<br />
zou het veel meer moeten gaan om ‘gelei<strong>de</strong>lijk koesteren’,<br />
(her)ont<strong>de</strong>kken en uitbouwen van specifieke kwaliteiten,<br />
waarmee een gebied zich kan on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Ruimtelijke<br />
transformaties zou<strong>de</strong>n zich moeten concentreren op een aantal<br />
plekken / gebie<strong>de</strong>n die zorgvuldig gekozen wor<strong>de</strong>n (energie<br />
bun<strong>de</strong>len).<br />
Stelling: Kwaliteit in contactzones<br />
land - water<br />
De specifieke kwaliteiten van <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong> bevin<strong>de</strong>n<br />
zich <strong>voor</strong> een groot <strong>de</strong>el in <strong>de</strong> contactzone land – water.<br />
Hier komt <strong>de</strong> essentie van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> tot expressie. Land en water<br />
zijn in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> afgelopen eeuwen steeds meer ‘met<br />
<strong>de</strong> rug naar elkaar’ gaan staan. Ste<strong>de</strong>n en dorpen kwamen<br />
door opeenvolgen<strong>de</strong> inpol<strong>de</strong>ringen steeds ver<strong>de</strong>r van het<br />
water te liggen. De dijk werd een steeds har<strong>de</strong>re grens. Met<br />
<strong>de</strong> huidige ontwikkelingen rond <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> dient <strong>de</strong> kans zich<br />
aan <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> contactzones land – water opnieuw te<br />
ont<strong>de</strong>kken en uit te bouwen. Gelei<strong>de</strong>lijk ontstaan zones waarin<br />
verschillen<strong>de</strong> vormen van gebruik mogelijk zijn, naast en<br />
met elkaar: natuur, bijzon<strong>de</strong>re (zoute) teelten, recreatie en<br />
wonen. Het (huidige en toekomstige) watersysteem bepaalt<br />
<strong>de</strong> condities <strong>voor</strong> het ruimtegebruik. Er is verschil tussen <strong>de</strong><br />
afzon<strong>de</strong>rlijke bekkens. Waar mogelijk kunnen noodzakelijke<br />
maatregelen in <strong>de</strong> dijkzone gekoppeld wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> ruimtelijke<br />
ontwikkeling.<br />
47
48<br />
Perspectieven watersysteem<br />
Om <strong>de</strong> mogelijke (water)condities van <strong>de</strong> randzones van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />
bekkens te verkennen is een aantal mogelijke perspectieven<br />
opgesteld. De perspectieven bevin<strong>de</strong>n zich elk op<br />
een an<strong>de</strong>re plek binnen het spectrum ‘open – gesloten’. In <strong>de</strong><br />
discussie over <strong>de</strong> toekomst van het watersysteem van <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong><br />
<strong>Delta</strong> wordt veel gebruik gemaakt van <strong>de</strong> termen<br />
‘open’ en ‘gesloten’. Natuurlijk zijn ook veel tussenvormen mogelijk,<br />
bij<strong>voor</strong>beeld een zo open mogelijk systeem met stormkeringen<br />
of een relatief gesloten bekken met doorlaatmid<strong>de</strong>len.<br />
Voor <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke bekkens zijn verschillen<strong>de</strong> keuzes mogelijk<br />
(die overigens wel met elkaar in verband staan). Dit betekent<br />
dat <strong>de</strong> termen ‘open’ of ‘gesloten’ nooit eenduidig van toepassing<br />
zijn op <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> als geheel. Wel zijn er accenten mogelijk.<br />
Figuur 1<br />
Figuur 2<br />
hoe?<br />
vernieuw houding met <strong>de</strong>lta<br />
stelling --> contactzones land-water<br />
onzeker:<br />
fysiek systeem<br />
economie (groei-krimp)<br />
keuzes vh, sediment,<br />
waterkwaliteit bepalen<br />
condities open<br />
Schema / variabelen<br />
vast<br />
Volkerak Zoommeer zout<br />
Meer hydrodynamiek Grevelingen<br />
Volkerak Zoommeer<br />
Grevelingen<br />
variabel<br />
hoogwaterberging Volkerak Zoommeer<br />
of Volkerak Zoommeer + Grevelingen<br />
hoogwaterberging Volkerak<br />
Zoommeer + Grevelingen<br />
Rijnmondring wel / niet<br />
gesloten<br />
tij<strong>de</strong>lijk of<br />
‘<strong>voor</strong> altijd’<br />
Oosterschel<strong>de</strong> stormvloedkering of open<br />
eenheid of<br />
gesloten<br />
Perspectief 1<br />
Het Haringvliet houdt zijn huidige kering, die echter zodanig<br />
wordt beheerd dat een zoet-zout overgang ontstaat direct<br />
achter <strong>de</strong> kering en een kleine getijslag. Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />
piekafvoer van <strong>de</strong> rivieren wordt geborgen op het Volkerak-<br />
Zoommeer. De dijken wor<strong>de</strong>n hier<strong>voor</strong> geschikt gemaakt.<br />
Op <strong>termijn</strong> betekent dit een forse verhoging. Het Volkerak-<br />
Zoommeer wordt zout met het oog op <strong>de</strong> verbetering van <strong>de</strong><br />
waterkwaliteit en krijgt een beperkte getijslag. Door mid<strong>de</strong>l<br />
van een constructie in <strong>de</strong> Brouwersdam wordt ook op <strong>de</strong> Grevelingen<br />
een kleine getij<strong>de</strong>beweging mogelijk, waardoor <strong>de</strong><br />
waterkwaliteit verbetert. De ‘Bergse Meren’ staan op zichzelf.<br />
In <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong> wordt door mid<strong>de</strong>l van lokale suppletie<br />
getracht het verlies aan platen door erosie tegen te gaan. Van<br />
echte morfo-dynamiek is alleen sprake in <strong>de</strong> <strong>voor</strong><strong>de</strong>lta. Natuurcompensatie<br />
in <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rs langs <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong> wordt<br />
telkens ingezet wanneer dat nodig is (relatie met vaargeulverdieping).<br />
Waar sprake is van uitwisseling van water tussen<br />
<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> bekkens vindt dit gecontroleerd plaats via<br />
verbindingen in <strong>de</strong> dammen.<br />
Perspectief 1 kent het accent ‘relatief gesloten en veel afzon<strong>de</strong>rlijke<br />
eenhe<strong>de</strong>n’. Vooral <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong> en <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong><br />
is <strong>de</strong> strategie ‘vertragen en compenseren van het<br />
verlies’. Dit klinkt niet erg aantrekkelijk.<br />
Perspectief 1: afzon<strong>de</strong>rlijke eenhe<strong>de</strong>n
Perspectief 2 (accent open)<br />
Het Volkerak-Zoommeer wordt door mid<strong>de</strong>l van een volledig<br />
open verbinding gekoppeld aan <strong>de</strong> Grevelingen waardoor bei<strong>de</strong><br />
bekkens als het ware één geheel gaan vormen. Een <strong>de</strong>el<br />
van <strong>de</strong> piekafvoer van <strong>de</strong> rivieren wordt binnen <strong>de</strong>ze nieuwe<br />
eenheid geborgen wanneer dat nodig is. Omdat het om een<br />
groot gebied gaat, kan <strong>de</strong> dijkverhoging beperkt blijven, ook<br />
op <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong>. Het spreekt <strong>voor</strong> zich dat dit nieuwe meer<br />
een zoute waterkwaliteit heeft. Vooral <strong>voor</strong> het Volkerak-<br />
Zoommeer betekent <strong>de</strong>ze omslag een grote verbetering. Door<br />
mid<strong>de</strong>l van een doorlaatwerk in <strong>de</strong> Brouwersdam wordt een<br />
kleine getij<strong>de</strong>beweging mogelijk. Door dit doorlaatwerk slim<br />
uit te voeren kan het niet alleen dienen als getij<strong>de</strong>centrale,<br />
maar ook als groot gemaal waarmee in natte tij<strong>de</strong>n extra<br />
water naar zee kan wor<strong>de</strong>n afgevoerd. Dit perspectief opent<br />
nieuwe mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> West Brabant, dat veel gunstiger<br />
aan <strong>de</strong> <strong>Delta</strong>wateren komt te liggen. Voor Bergen op Zoom<br />
geldt dit met name wanneer ook <strong>de</strong> barrières naar <strong>de</strong> Bergse<br />
Meren geslecht wor<strong>de</strong>n. De toekomst van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re bekkens<br />
is overeenkomstig perspectief 1.<br />
Perspectief 2 kent het accent ‘relatief open en min<strong>de</strong>r, maar<br />
wel grotere eenhe<strong>de</strong>n’.<br />
Perspectief 2: grotere eenhe<strong>de</strong>n Perspectief 3: open en gesloten<br />
Perspectief 3 (accent open en gesloten)<br />
Het Haringvliet is in dit perspectief een echte rivier die in<br />
permanente open verbinding staat met <strong>de</strong> zee. In tij<strong>de</strong>n van<br />
piekafvoer wordt het rivierwater alleen nog via het Haringvliet<br />
afgevoerd. De Rijnmondring (dicht of afsluitbaar) beschermt<br />
<strong>de</strong> sterk verste<strong>de</strong>lijkte Rijnmond tegen hoog water. De dijken<br />
rond het Haringvliet moeten in dit perspectief aanzienlijk verhoogd<br />
wor<strong>de</strong>n en zullen bovendien met <strong>de</strong> zeespiegelstijging<br />
mee moeten blijven groeien. Afhankelijk van <strong>de</strong> mate van<br />
zeespiegelstijging moet <strong>de</strong> dijkverhoging in oostelijke richting<br />
(stroomopwaarts langs <strong>de</strong> rivier) wor<strong>de</strong>n doorgezet. Het<br />
Haringvliet kent een grote getijslag en een zoet-zout overgang<br />
die, afhankelijk van <strong>de</strong> rivierafvoer, continu verschuift<br />
(ook ver naar het oosten bij lage afvoeren).<br />
Het Volkerak-Zoommeer wordt net als in perspectief 1 door<br />
mid<strong>de</strong>l van een volledig open verbinding gekoppeld aan <strong>de</strong><br />
Grevelingen waardoor bei<strong>de</strong> bekkens als het ware één geheel<br />
gaan vormen. Het verschil is dat <strong>de</strong> hoogwaterberging, en<br />
daarmee <strong>de</strong> dijkverhoging, vanuit <strong>de</strong> rivieren niet nodig is.<br />
Voor <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong> past bij dit perspectief een volledig<br />
open verbinding met <strong>de</strong> zee, zon<strong>de</strong>r stormvloedkering, die<br />
wordt verwij<strong>de</strong>rd wanneer <strong>de</strong>ze niet meer voldoet. Dit komt<br />
<strong>de</strong> morfo-dynamiek ten goe<strong>de</strong>, met gunstige effecten <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
platen. Forse dijkverhoging langs <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong> is <strong>de</strong> consequentie.<br />
Omdat doorgroei van <strong>de</strong> Antwerpse haven el<strong>de</strong>rs<br />
plaatsvindt, is <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tduren<strong>de</strong> verdieping van Westerschel<strong>de</strong><br />
niet <strong>lange</strong>r nodig. Sedimentatie en erosieprocessen krijgen<br />
volop <strong>de</strong> ruimte, ook langs <strong>de</strong> oevers.<br />
Perspectief 3 kent <strong>voor</strong> <strong>de</strong> meeste bekkens het accent ‘open’ en<br />
gaat daarin (veel) ver<strong>de</strong>r dan perspectief 2. Opvallend genoeg<br />
is dit tegelijkertijd gekoppeld aan een afsluitbare (of afgesloten)<br />
Rijnmond.<br />
49
50<br />
Contactzones land-water:<br />
elk een eigen kleur<br />
De perspectieven brengen <strong>de</strong> toekomstige water- en veiligheidscondities<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> bekkens in beeld, inclusief<br />
<strong>de</strong> onzekerhe<strong>de</strong>n daarin. Voor <strong>de</strong> contactzones tussen<br />
land en water dienen zich per bekken (gezien water en<br />
veiligheid) ook verschillen<strong>de</strong> kansen aan. Het typeren van <strong>de</strong><br />
randzones van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> bekkens vormt niet meer dan<br />
een eerste poging op het hoogste schaalniveau. Op een lager<br />
schaalniveau moet nauwkeuriger gekeken wor<strong>de</strong>n, waarbij uiteraard<br />
meer diversiteit ontstaat, ook binnen <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n van<br />
één bekken.<br />
Beeld contactzones land-water<br />
Haringvliet<br />
Condities watersysteem en onzekerhe<strong>de</strong>n (gezien <strong>de</strong> waterperspectieven):<br />
gesloten Haringvliet met berging op Volkerak<br />
Zoommeer of toch een open rivier? In het laatste geval moeten<br />
<strong>de</strong> dijken fors verhoogd en versterkt wor<strong>de</strong>n.<br />
Oeverzones Haringvliet<br />
Ruimtelijk perspectief contactzones:<br />
Mix van permanent groeien<strong>de</strong> klimaatdijk met meervoudig<br />
gebruik ten opzichte van gebie<strong>de</strong>n waar terughou<strong>de</strong>nd wordt<br />
omgegaan met ontwikkelingen (in elk geval achter <strong>de</strong> dijk)<br />
om in <strong>de</strong> toekomst versterking niet onmogelijk te maken.<br />
Start met klimaatdijk ter hoogte van concentratiepunten ste-<br />
<strong>de</strong>lijk gebied: Dordrecht en Hellevoetsluis. On<strong>de</strong>rzoek mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />
dijk ‘terug te leggen’ en aantal kerngebie<strong>de</strong>n <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong>ltanatuur te ontwikkelen in aansluiting op Biesbosch en<br />
monding Spui (incl. Tiengemeten).<br />
Principe terugleggen dijk en ontstaan van dijkzones<br />
Grevelingen / Volkerak Zoommeer:<br />
Condities watersysteem en onzekerhe<strong>de</strong>n: zout, goe<strong>de</strong> waterkwaliteit.<br />
Veel (alleen Volkerak-Zoommeer), beperkte of geen<br />
hoogwaterberging nodig? Koppeling of toch twee systemen?<br />
Oeverzones Volkerak<br />
Ruimtelijk perspectief contactzones:<br />
Waterrijke ontwikkeling van gebied aan bei<strong>de</strong> zij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />
dijk. Accent op recreatie en recreatief me<strong>de</strong>gebruik van natuur,<br />
landbouw, wonen. De dijk lost als het ware op in <strong>de</strong>ze<br />
gebie<strong>de</strong>n en wordt niet <strong>lange</strong>r gevoeld als har<strong>de</strong> grens (<strong>de</strong><br />
waterkeren<strong>de</strong> functie blijft natuurlijk behou<strong>de</strong>n). Grootschaliger<br />
en intensievere ontwikkelingen (waterrecreatie) aan<br />
West-Brabantse zij<strong>de</strong>, goed ontsloten vanaf <strong>de</strong> A4. Betrekken<br />
van West Brabant op <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> betekent <strong>voor</strong> dit gebied een<br />
grote kwaliteitsimpuls.<br />
Principe waterrijke contactzone
Oosterschel<strong>de</strong>:<br />
Condities watersysteem en onzekerhe<strong>de</strong>n:Op <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>l<strong>lange</strong><br />
<strong>termijn</strong> blijft <strong>de</strong> Oosterschel<strong>de</strong> een open systeem achter<br />
een stormvloedkering. Het zandhongerprobleem blijft bestaan.<br />
De afbraak van platen kan hooguit door gerichte<br />
suppletie vertraagd wor<strong>de</strong>n.<br />
Oeverzones Oosterschel<strong>de</strong><br />
Ruimtelijk perspectief contactzones:<br />
Oosterschel<strong>de</strong> als schatkist van <strong>de</strong> <strong>de</strong>lta: hét grootschalige<br />
natuurgebied + schelpdierencultures. Terughou<strong>de</strong>nd zijn met<br />
intensieve ontwikkelingen langs <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n, in verband met<br />
natuurwaar<strong>de</strong>n én onzekerheid over uitbreidingsruimte toekomstige<br />
dijken (wel of geen stormkering op <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong>?).<br />
On<strong>de</strong>rzoek inzetten van suppleties langs <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n als zichtbaar<br />
on<strong>de</strong>rhoudsprincipe. On<strong>de</strong>rzoek (tij<strong>de</strong>lijk) me<strong>de</strong>gebruik<br />
gesuppleer<strong>de</strong> zones.<br />
Overweging: Zoek uit wat <strong>de</strong> meest (kosten)effectieve suppletiestrategie<br />
is. Is dat het aanbrengen van zand op <strong>de</strong><br />
meest stabiele plekken (volgens sommigen oostelijk in het<br />
systeem)? Of is dat direct achter <strong>de</strong> kering omdat <strong>de</strong> transportafstand<br />
(winning 20 km uit <strong>de</strong> kust) dan beperkt blijft?<br />
Westerschel<strong>de</strong>:<br />
Condities watersysteem en onzekerhe<strong>de</strong>n: <strong>voor</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>l<strong>lange</strong><br />
<strong>termijn</strong> lijkt het dui<strong>de</strong>lijk: instandhouding en verdieping<br />
vaargeulen in combinatie met compensatiemaatregelen <strong>voor</strong><br />
natuur aan <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n. Voor <strong>de</strong> <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong> is verplaatsing<br />
van havenactiviteiten <strong>voor</strong>stelbaar. Westerschel<strong>de</strong> blijft een<br />
open, sedimentrijk systeem. Dijken zullen mee moeten groeien<br />
met <strong>de</strong> zeespiegelstijging.<br />
Oeverzones Westerschel<strong>de</strong><br />
Ruimtelijk perspectief contactzones:<br />
inzetten van sedimentatie als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> veiligheidsstrategie.<br />
Gelei<strong>de</strong>lijk bouwen aan systeem van dubbele<br />
dijkzones. Het landgebruik van het gebied tussen <strong>de</strong><br />
dijken veran<strong>de</strong>rt door <strong>de</strong> jaren heen. Tij<strong>de</strong>ns het sedimentatieproces:<br />
van buitendijkse slik en schor naar zilte teelten<br />
en (na binnendijken) reguliere landbouw, waarna het<br />
proces later opnieuw start. Natuur en landbouw liggen niet<br />
<strong>voor</strong> altijd vast op één plek. Altijd is er dynamisch natuurgebied<br />
in <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> locaties veran<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> tijd.<br />
Concept: wisselpol<strong>de</strong>rs.<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>Ontwerp2daagse</strong> werd gesuggereerd dat <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong><br />
een omslag doormaakt richting een ero<strong>de</strong>rend<br />
systeem, en dat daarom <strong>de</strong> hierboven genoem<strong>de</strong> sedimentatiestrategie<br />
niet zou werken. Zowel IMARES als CSO voeren<br />
op dit moment haalbaarheidsverkenningen uit, elk met<br />
een eigen bena<strong>de</strong>ring. Sedimentatie aan <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n wordt<br />
door hen kansrijk geacht, zelfs als <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong> netto<br />
een ero<strong>de</strong>rend systeem is.<br />
West Brabant in / aan <strong>de</strong> <strong>Delta</strong><br />
Één van <strong>de</strong> grootste kansen dient zich aan in West Brabant.<br />
Blijft het <strong>de</strong> ‘vergeten achterkant’ of is het gebied<br />
straks dé poort naar <strong>de</strong> <strong>Delta</strong>? De gunstige ligging aan<br />
het (inter)nationale wegennet biedt mogelijkhe<strong>de</strong>n om een<br />
aantal echte grootschalige recreatiehavens te ontwikkelen.<br />
Bergen op Zoom kan zijn ligging aan het water uitbuiten.<br />
Met <strong>de</strong> vaarmogelijkhe<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> kreken dringt <strong>de</strong> sfeer<br />
van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> diep door. De keuzes die ten aanzien van het<br />
hoofdwatersysteem gemaakt wor<strong>de</strong>n, openen nieuwe kansen<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> ruimtelijke ontwikkeling van een hele regio (of<br />
kunnen <strong>de</strong>ze juist blokkeren…).<br />
Oostflank <strong>Delta</strong> als afzon<strong>de</strong>rlijk vaargebied<br />
Oostflank <strong>Delta</strong> als ob<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van een groot vaargebied<br />
51
7. Opstap naar een vervolg<br />
De <strong>Ontwerp2daagse</strong> heeft een aantal hel<strong>de</strong>re <strong>de</strong>nklijnen richting<br />
<strong>de</strong> <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong> toekomst opgeleverd. Een aantal oplossingsrichtingen<br />
<strong>voor</strong> grote vraagstukken is verkend en in<br />
beeld gebracht. Het resultaat is schetsmatig en ‘ruw’ omdat<br />
het natuurlijk ging om verkenningen met het karakter van een<br />
quick-scan door <strong>de</strong> ontwerpers op basis van een eerste kennismaking<br />
met het materiaal.<br />
De <strong>de</strong>nkrichtingen en betooglijnen die zijn gespannen tussen<br />
he<strong>de</strong>n en toekomst komen ongetwijfeld van pas in <strong>de</strong> Lange<br />
Termijn Verkenning bij het componeren van <strong>de</strong> alternatieve<br />
toekomstbeel<strong>de</strong>n.<br />
De <strong>Ontwerp2daagse</strong> heeft ook een agenda opgeleverd van<br />
ontwerp- en on<strong>de</strong>rzoeksvraagstukken die <strong>voor</strong> het vervolg<br />
zullen moeten wor<strong>de</strong>n uitgewerkt wil niet <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> generatie<br />
toekomstbeel<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vraagstukken stuiten. We<br />
sluiten <strong>de</strong>ze rapportage af met een agen<strong>de</strong>rend lijstje van <strong>de</strong>rgelijke<br />
vraagstukken:<br />
• zijn verschillen<strong>de</strong> veiligheidsniveaus in <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> <strong>de</strong>nkbaar?<br />
Sommige <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> zijn dan omgeven<br />
door veilige <strong>Delta</strong>-dijken op voldoen<strong>de</strong> hoogte om <strong>de</strong><br />
zeespiegelstijging bij te hou<strong>de</strong>n; an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>len zou<strong>de</strong>n<br />
dan kunnen zijn omgeven door overstroombare dijken<br />
met daar binnen bebouwing op terpen;<br />
• is ge<strong>de</strong>eltelijke herintroductie van estuariene dynamiek<br />
<strong>voor</strong> alle bekkens van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong> eigenlijk wel mogelijk?<br />
Waar kan <strong>de</strong> transitie wel en waar levert hij eigenlijk te<br />
weinig op?;<br />
• het perspectief van vergrote ‘kom’-berging in <strong>de</strong> open<br />
bekkens: wanneer helpt een <strong>de</strong>rgelijke strategie werkelijk<br />
tegen het wegglij<strong>de</strong>n van het intergetij<strong>de</strong>gebied? Horen<br />
daar nog an<strong>de</strong>re maatregelen bij?<br />
• on<strong>de</strong>rzoek naar intelligente vormen van suppletie <strong>voor</strong><br />
veiligheid en ook <strong>voor</strong> plaatherstel; waar zou je zand<br />
moeten winnen en waar suppleren vanuit meekoppelen<strong>de</strong><br />
be<strong>lange</strong>n (ecologie, visserij, recreatie)?;<br />
• hoe om te gaan met <strong>de</strong> verhouding tussen ‘ou<strong>de</strong>’ (natuur<br />
van het intergetij<strong>de</strong>gebied) en ‘nieuwe’ <strong>Delta</strong>-natuur (<strong>de</strong><br />
natuur van <strong>de</strong> permanent zoute en zoete gebie<strong>de</strong>n met gefixeer<strong>de</strong><br />
waterstan<strong>de</strong>n); moet er gekozen wor<strong>de</strong>n of hebben<br />
ze wat met elkaar?;<br />
• hoe ziet <strong>de</strong> <strong>Delta</strong>-stad van <strong>de</strong> toekomst er uit?; op zoek<br />
naar een typologie van verste<strong>de</strong>lijkingsvormen in het<br />
grensgebied land-water die inspeelt op <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />
vormen van dynamiek (volledig getij, ge<strong>de</strong>mpt getij,<br />
bergingsruimte <strong>voor</strong> <strong>de</strong> rivier, stagnant meestijgend<br />
met <strong>de</strong> zeespiegel, stagnant gefixeerd);<br />
• welke toekomstbeel<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong>nkbaar <strong>voor</strong> <strong>de</strong>mografische<br />
ontwikkeling, leefstijlen en cultuur van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong>?;<br />
• Hoe grenst <strong>de</strong> ‘<strong>Delta</strong>-stad’ (het ste<strong>de</strong>lijk gebied Rotterdam<br />
– Antwerpen – Gent) aan het groen-blauwe mid<strong>de</strong>ngebied<br />
van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong>; wat zijn kansrijke functies en geëigen<strong>de</strong><br />
verschijningsvormen <strong>voor</strong> dat zeer aantrekkelijke<br />
overgangsgebied?;<br />
• vormenmultifunctioneleklimaatdijken(combinatiesvan<br />
superdijken met droge en natte infrastructuur) langs <strong>de</strong><br />
ran<strong>de</strong>n van het groen-blauwe mid<strong>de</strong>ngebied van <strong>de</strong> <strong>Delta</strong><br />
een kansrijk concept?<br />
53
Colofon<br />
© Programmabureau<br />
<strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong><br />
‘<strong>Ontwerp2daagse</strong><br />
<strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong>, <strong>Schetsen</strong><br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>lange</strong> <strong>termijn</strong>’<br />
een uitgave van het Programmabureau<br />
<strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong><br />
Postbus 5014<br />
4330 AK Mid<strong>de</strong>lburg<br />
info@zw<strong>de</strong>lta.nl<br />
www.zw<strong>de</strong>lta.nl<br />
website <strong>Delta</strong>programma:<br />
www.rijksoverheid.nl/<strong>de</strong>ltaprogramma<br />
Kaartbeel<strong>de</strong>n, ontwerpen en teksten:<br />
Ies <strong>de</strong> Vries (<strong>Delta</strong>res)<br />
Steef Buijs (Buijs Advies)<br />
Hans van Engen (DLG)<br />
Alphons van Win<strong>de</strong>n (Stroming)<br />
Leo van <strong>de</strong> Brand (Provincie Zeeland)<br />
Enno Zui<strong>de</strong>ma (EZS)<br />
Boris Hocks (POSAD)<br />
Judith Bax (Gemeente Dordrecht)<br />
Pieter Schengenga (H+N+S)<br />
Ronald Kramps<br />
(Provincie Noord-Brabant)<br />
Eindredactie: Jandirk Hoekstra<br />
Foto’s: Loes <strong>de</strong> Jong<br />
Vormgeving: Crevi dtp/ontwerpstudio<br />
Druk: Labor Grafimedia BV<br />
December 2010<br />
Dit werkdocument is een product van <strong>de</strong> Werkplaats <strong>Zuidwestelijke</strong><br />
<strong>Delta</strong>, laboratorium <strong>voor</strong> ontwerpend on<strong>de</strong>rzoek en<br />
podium <strong>voor</strong> gesprek over <strong>de</strong> toekomst van <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong><br />
<strong>Delta</strong>. De Werkplaats is een initiatief van het Programmabureau<br />
van <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong>.<br />
Deelnemen<strong>de</strong> partners in <strong>de</strong> <strong>Zuidwestelijke</strong> <strong>Delta</strong>:<br />
Ministerie van Infrastructuur en Milieu<br />
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie<br />
Provincie Zuid Holland<br />
Provincie Noord Brabant<br />
Provincie Zeeland<br />
Waterschap Hollandse <strong>Delta</strong><br />
Waterschap Brabantse <strong>Delta</strong><br />
Waterschap Schel<strong>de</strong>stromen