ZAAN / IJ-OEVERS - Deltaproof
ZAAN / IJ-OEVERS - Deltaproof
ZAAN / IJ-OEVERS - Deltaproof
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
Proeftuin klimaat in de stad<br />
<strong>ZAAN</strong> / <strong>IJ</strong>-<strong>OEVERS</strong><br />
eindrapport 5 september 2012
PROEFTUIN KLIMAAT IN DE STAD<br />
<strong>ZAAN</strong> / <strong>IJ</strong>-<strong>OEVERS</strong><br />
eindrapport 5 september 2012<br />
In opdracht van<br />
Deltaprogramma,<br />
Nieuwbouw en Herstructurering<br />
Begeleidingsteam<br />
Met medewerking van
INHOUD<br />
SAMENVATTING & CONCLUSIES<br />
Hoofdstuk 1. DE STUDIELOCATIE<br />
1.1 Planningscontext<br />
1.2 Thematische analyse<br />
Hoofdstuk 2. WATERVEILIGHEID<br />
2.1 Context van het Deltaprogramma<br />
2.2 De waterbestendige stad<br />
2.3 Een geval apart: Tuindorp Oostzaan<br />
2.4 Maatregelen in de tweede laag voor Zaan / <strong>IJ</strong>-oevers<br />
2.5 Effectiviteit van de maatregelen<br />
Hoofdstuk 3. KLIMAATBESTENDIGE COMBINATIES VOOR <strong>ZAAN</strong> / <strong>IJ</strong>-<strong>OEVERS</strong><br />
3.1 Waterbestendig, schoon & karaktervol<br />
3.2 Combinatiekaart Zaan / <strong>IJ</strong>-oevers<br />
3.3 Ruimtelijk concept<br />
Hoofdstuk 4. DEELTUITWERKING HEMBRUG TERREIN, <strong>ZAAN</strong>STAD<br />
4.1 Principes en concept<br />
4.2 Uitwerking<br />
Hoofdstuk 5. DEELUITWERKING CORNELIS DOUWESWEG / NDSM TERREIN, AMSTERDAM<br />
5.1 Principes en concept<br />
5.2 Uitwerking<br />
5.3 Intermezzo speciale deeluitwerking:Waterpark NDSM<br />
5.4 Uitwerking vervolg<br />
Hoofdstuk 6. TOTAALBEELD PROEFTUIN <strong>ZAAN</strong> / <strong>IJ</strong>-<strong>OEVERS</strong><br />
6.1 Fasering, simulatie van een ontwikkeling in stappen<br />
6.2 Waterveiligheid toekomstige situatie<br />
B<strong>IJ</strong>LAGEN<br />
Procesaanpak & sfeerimpressie workshops; Geraadpleegde bronnen; Colofon<br />
03<br />
07<br />
08<br />
10<br />
17<br />
18<br />
19<br />
21<br />
22<br />
24<br />
27<br />
28<br />
30<br />
31<br />
33<br />
34<br />
38<br />
45<br />
46<br />
52<br />
58<br />
61<br />
67<br />
68<br />
73<br />
75
PROEFTUINEN<br />
Het Deelprogramma Nieuwbouw en Herstructurering (DPNH) organiseert in<br />
samenwerking met één of meer gemeenten “proeftuinen klimaat in de stad”. In<br />
de proeftuinen wordt via de weg van ontwerpend onderzoek het werken aan een<br />
duurzame en toekomstbestendige inrichting van de stad gestimuleerd. Bij de<br />
proeftuinen komen de thema’s: waterveiligheid, wateroverlast en gezondheid aan de<br />
orde. Het doel van de proeftuinen is tweeledig:<br />
• Het leren van de praktijk en het testen van de methode, aanpak en ontwikkelde<br />
instrumenten voor het DPNH<br />
• Draagvlak krijgen voor de aanpak om water, bodem en de effecten van<br />
klimaatverandering vroegtijdig in het proces van gebiedsontwikkeling mee te<br />
nemen.<br />
Deze proeftuin richt zich op de metropoolregio Amsterdam en het Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers<br />
gebied in het bijzonder. In dit gebied is binnen de klimaatadaptatie vooral de<br />
waterbestendigheid en meerlaagsveiligheid als thema aan de orde. In deze proeftuin<br />
is samengewerkt met de gemeenten Amsterdam en Zaanstad, met Waternet en<br />
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.<br />
Opdracht aan DE URBANISTEN was om de proeftuin Zaan/<strong>IJ</strong> zowel inhoudelijk als<br />
procesmatig te begeleiden. Centraal in de proeftuin staan twee ontwerpsessies op<br />
locatie. Het formuleren van de opgave, het voorbereiden van de ontwerpsessies en<br />
het verzorgen van een eindrapportage maken eveneens deel uit van de opdracht.<br />
OPGAVE<br />
In de proeftuin staat voor het Ministerie de volgende opgave centraal:<br />
Een duurzame en evenwichtige waterfront ontwikkeling van het Zaan/<strong>IJ</strong>-oeversgebied<br />
als onderdeel van de metropoolregio Amsterdam, waarbij recht wordt<br />
gedaan aan de verschillende identiteiten van het gebied. Deze ontwikkeling draagt<br />
bij aan het uitbouwen van een bijzonder vestigingsklimaat en daarmee aan de<br />
(inter-)nationale economische concurrentiepositie van de metropoolregio en<br />
Nederland.<br />
SAMENVATTING & CONCLUSIES<br />
De complexiteit van de opgave betreft de ruimtelijke ontwikkeling van een gebied in<br />
een milieugevoelige omgeving met cultureel en industrieel erfgoed, rijksbufferzones,<br />
industriële en logistieke activiteiten, zakelijke en creatieve bedrijvigheid in<br />
combinatie met de wens om meer woningbouw te realiseren met behoud van de<br />
economische functie.<br />
Expliciet onderdeel van de opgave is de klimaatbestendigheid (wateropgave en<br />
overstromings-risico’s). De metropoolregio Amsterdam is een van de weinige<br />
gebieden in Nederland waar zo’n grote druk op de ruimte staat. Transformatie<br />
en verdere verdichting is in dit gebied een van de belangrijkste manieren om tot<br />
nadere verdichting en vernieuwing van het stedelijk gebied te komen. Inpassing<br />
van de wateropgave is daarmee ingewikkeld. Zaan/<strong>IJ</strong> betreft een transformatie en<br />
verdichtingsopgave waarbij meer verhard oppervlak zal worden gemaakt. Dit vraagt<br />
om extra inspanningen met betrekking tot waterberging.<br />
Tevens ligt het gebied in dijkring 44, dat een lager beschermingsniveau kent<br />
(1: 1.250) dan de rest van Amsterdam en Zaanstad (1: 10.000). De gebiedspilot<br />
“De Waterbestendige stad” die in het kader van het Deltaprogramma het concept<br />
meerlaagsveiligheid nader heeft onderzocht, heeft voor dit gebied op hoofdlijnen<br />
een aantal strategieën en principes opgetekend waarmee de ontwikkelingen op de<br />
<strong>IJ</strong>-oevers een aanvullende bescherming kan worden gegeven.<br />
Voor de proeftuin Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers worden een tweetal wateropgaven interessant<br />
bevonden om via ontwerpend onderzoek nader uit te werken:<br />
• Waterveiligheid: kunnen de concepten ontwikkeld in de gebiedspilot<br />
meerlaagsveiligheid ook daadwerkelijk worden toegepast in Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers? Zijn<br />
ze inpasbaar in de geldende ruimtelijke concepten van Zaan/<strong>IJ</strong>? Passen deze bij<br />
de aard van de transformatieopgave? Hoe kom je tot kostenoptimalisatie? Hoe<br />
veranker je de opgave in het stedenbouwkundig plan en de regelgeving?<br />
• Waterberging in een transformatiegebied waarin sterk verdicht gaat worden:<br />
Wat is de bergingsopgave, hoe pas je deze in en hoe krijgt het ruimtelijk<br />
meerwaarde?<br />
3
Het vertrekpunt voor deze opgave vormt de afgeronde gebiedspilot “De<br />
Waterbestendige stad”. Hieruit blijkt dat het omvangrijkste risico voor Amsterdam<br />
schuilt in een breuk in de Lekdijk. Ook voor de <strong>IJ</strong>-oevers is de schade dan groot. De<br />
schade bij het falen van de sluizen bij <strong>IJ</strong>muiden is eveneens groot, maar de kans<br />
dat dit gebeurt, is aanzienlijk kleiner. Een breuk in de Markermeerdijk heeft geen<br />
noemenswaardige gevolgen voor de <strong>IJ</strong>-oevers. Het advies vanuit de gebiedspilot<br />
is om in elk geval de (te zwakke) Lekdijk te versterken, om vervolgens op de<br />
tweede en derde laag maatregelen te nemen. De maatregelen die dan genoemd<br />
worden voor de <strong>IJ</strong>-oevers zijn: het lokaal beschermen van kwetsbare en vitale<br />
functies, nieuwbouw in transformatiegebieden op veilige hoogte aanleggen (met<br />
overstroombaar openbaar gebied), gerichte dijkverlegging eventueel gecombineerd<br />
met nieuwbouw (klimaatdijk) en het veiligstellen van evacuatieroutes.<br />
Deze maatregelen zijn gepositioneerd op de kaart van Amsterdam, maar ze zijn nog<br />
weinig specifiek op locatie en weinig precies in hun mogelijke ruimtelijke uitwerking.<br />
De maatregelen vormen bij elkaar een omvangrijk pakket waarvan onderzocht moet<br />
worden in hoeverre er wat nodig is. Dan is de hemelwateropgave er nog niet bij<br />
betrokken en is er evenmin bekend wat de effecten van hevige piekbuien op het<br />
gebied zullen zijn. Het vermoeden is dat de effecten binnen het onderzoeksgebied<br />
zeer gedifferentieerd zullen zijn.<br />
Een essentieel verschil voor de waterveiligheid is om te beginnen of de Lekdijk<br />
versterkt wordt. Als dat namelijk het geval is, dan is er sprake van een aanzienlijk<br />
kleinere kans waarvoor maatregelen in de tweede en derde laag getroffen worden<br />
en dan zal er ook een andere kosteneffectiviteit gelden, dan als de Lekdijk niet<br />
versterkt wordt. In eerste instantie zijn beide scenario’s naast elkaar gelegd voor de<br />
Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers, om vervolgens ruimtelijke maatregelen te doordenken. in Hoofdstuk<br />
twee worden deze afwegingen toegelicht.<br />
De Proeftuin biedt een uitstekende gelegenheid om met gemeente Zaanstad<br />
en Amsterdam een vervolgstap te zetten waarin het onderzoek naar<br />
waterbestendigheid wordt aangescherpt, verfijnd en gecompleteerd met de<br />
hemelwateropgave. In het gebied Zaan/<strong>IJ</strong> kunnen maatregelen worden getest op<br />
hun relevantie, concreet worden gemaakt en worden verbonden aan een ruimtelijke<br />
meerwaarde.<br />
4<br />
We stellen ons kort gesteld drie vragen in het ontwerpend onderzoek:<br />
• Welke waterveiligheidsrisico’s loopt het gebied Zaan/<strong>IJ</strong> nu werkelijk en waar zijn<br />
welke maatregelen dan relevant?<br />
• Waar kan werk met werk gemaakt worden en zijn slimme koppelingen mogelijk<br />
zodat meerdere problemen tegelijk worden opgelost?<br />
• Waar liggen de ruimtelijke kansen en de prioriteiten?<br />
De studie kijkt tot het jaar 2050. Ten aanzien van te verwachten demografische<br />
ontwikkelingen en de daarbij behorende woningbouwopgave, lijkt het niet<br />
zinvol verder te kijken dan het jaar 2050. Voor dit jaartal zijn ook gegevens van<br />
klimaatscenario’s beschikbaar. Daarbij is het effect vanuit de rivieren op de Zaan/<strong>IJ</strong>oevers<br />
nihil, omdat op rijksniveau is besloten dat de afvoercapaciteit van de Lek niet<br />
wordt vergroot.
DE WATERBESTENDIGE <strong>ZAAN</strong> / <strong>IJ</strong>-<strong>OEVERS</strong><br />
De inundatieniveaus zijn op een aantal locaties van de Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers zeer ferm. Een<br />
gedetailleerde inundatiekaart toont dat waterniveaus op een aantal locaties meer<br />
dan 1 meter kunnen worden bij de doorbraak van de Lekdijk. De inundatiekaarten<br />
van Deltares voor het pilotproject “De waterbestendige stad” liet voor het <strong>IJ</strong>-oever<br />
gebied “minder dan 0,5 meter” inundatieniveau zien, met uitzondering van Tuindorp<br />
Oostzaan. Dit vanwege een zeer globale hoogtemetingen en een uitgemiddeld<br />
grondniveau. Een gedetailleerde AHN-kaart van het gebied laat aanzienlijke<br />
hoogteverschillen in het gebied zien (voor Nederlandse begrippen), ook als we<br />
Tuindorp Oostzaan niet meetellen: ruim 1,5 meter tussen het hoogste en laagste<br />
punt.<br />
Tuindorp Oostzaan, dat in alle overstromingssimulaties tot nu toe pregnant naar<br />
voren komt, blijkt bij navraag bij experts en na bestudering van gedetailleerde<br />
hoogtegegevens een opgelost probleem. Vrijwel geheel rondom deze diepe polder<br />
ligt een versterkt, bebouwd gebied dat op +2 meter NAP is gelegen en daarmee<br />
hoogwaterbescherming biedt. De enige locatie die overstroombaar is betreft de<br />
westzijde, langs de A10. Deze locatie wordt momenteel bij de aanleg van de tweede<br />
Coentunnel eveneens op hoogte van + 2 meter NAP gebracht en daarmee wordt een<br />
compartimenteringskering rond Tuindorp Oostzaan gesloten.<br />
Parallel aan de proeftuin is door HKV in opdracht van STOWA een verkenning<br />
meerlaagsveiligheid gedaan waarin ook Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers is opgenomen. HKV<br />
heeft berekend wat het verwachte schadeprofiel van Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers is. Er is<br />
berekend welke schade er is te verwachten en dat is afgezet tegen een kostenefficiënte<br />
ingreep. Dijken zijn daarin anders gewaardeerd dan adaptieve<br />
maatregelen. Waardevermeerdering van het gebied is eveneens in een aantal<br />
gradaties meegenomen. Bovendien is de kans op een doorbraak van de Lekdijk<br />
meegenomen, bij de huidige norm (1: 1.250) en een versterking tot norm 1: 10.000.<br />
De kosteneffectiviteit van maatregelen die alleen ten behoeve van het Zaan/<strong>IJ</strong>gebied<br />
worden genomen is beperkt. Versterking van de Lekdijk is veruit de meest<br />
kosteneffectieve maatregel op een hoger schaalniveau en zal de effectiviteit voor<br />
maatregelen aan de Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers zelfs nog verder verkleinen.<br />
SLIMME COMBINATIES<br />
Daarom is het interessant om combinaties van maatregelen te treffen waarbij<br />
gebiedsontwikkeling wordt ingezet om waterbestendigheid “mee te nemen” waarbij<br />
dan een (beperkte) medefinanciering zou kunnen gelden. De meest kansrijke<br />
koppeling is te maken met bodemsanering: Afdekken, schoonmaken en afgraven<br />
zijn ingrepen die direct invloed hebben op waterveiligheid. Afdekken is tevens<br />
ophogen en kan als veilige terp worden vormgegeven. Schoonmaken is geschikt voor<br />
“veilige gronden” en kan tevens ingezet worden om de economische vertraging die<br />
momenteel plaats vindt nuttig te gebruiken om beplanting in te zetten voor reiniging.<br />
Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen permanente groenvoorzieningen<br />
waarbij de biologische reiniging tevens structurerend groen oplevert en tijdelijke<br />
groenvoorzieningen waarbij de biologische reiniging een tijdelijk landschap oplevert.<br />
Tot slot zijn er locaties waarbij afgraven van de ondiepe verontreiniging leidt tot een<br />
schonere diepe laag. Deze locaties worden overstromingsgevoeliger en tevens natter.<br />
Op zeer gerichte plekken kan dit een doelbewuste strategie zijn, bijvoorbeeld omdat<br />
dit het water beter beleefbaar maakt, identiteit verschaft middels uitgesproken<br />
beplantingstypen en tevens het hemelwater kan opvangen uit de directe omgeving.<br />
PRIORITEITEN & KANSEN<br />
Als we met deze kennis terugkeren naar het Zaan/<strong>IJ</strong>-oever gebied dan zijn er<br />
duidelijke verschillen te maken. Twee gebieden zijn uitgewerkt omdat ze bijzonder<br />
kansrijk lijken:<br />
1. De Amsterdamse zone aan de Cornelis Douwesweg & NDSM ligt grotendeels op<br />
veilige hoogte. Op de overgang naar de lager gelegen delen aan de <strong>IJ</strong>-oever wordt<br />
een continue recreatieve fietsroute met zicht op het <strong>IJ</strong> voorgesteld. De lagere delen<br />
lenen zich in samenhang met gebiedsontwikkeling uitstekend voor verschillende<br />
combinaties van maatregelen. Doordat hier drie zeer verschillende karakteristieken<br />
zijn aan te treffen, kunnen deze uitvergroot worden ten opzichte van elkaar.<br />
2. Op het Zaanse Hembrugterrein kan een combinatie van biologische<br />
bodemsanering op de locatie en interne verplaatsing van deze gronden worden<br />
ingezet om een “veilige dijkring” rond het terrein op te trekken. Dit kan effectief<br />
omdat het grootste deel van de buitenrand van het terrein al vrijwel op veilige<br />
hoogte ligt, waaronder de monumentale zuidrand.<br />
5
Beide deelgebieden worden uitgebreid toegelicht in respectievelijk hoofdstuk 4 en 5.<br />
Het overige Zaan/<strong>IJ</strong>-oever gebied wordt enkel op hoofdlijnen behandeld. In<br />
hoofdstuk 3 wordt het leidend concept en de toepasselijke klimaatcombinaties<br />
toegelicht en in hoofdstuk 6 is te zien welk totaalbeeld hieruit kan voortvloeien.<br />
Er zijn grofweg drie typen locaties te onderscheiden in het gebied:<br />
transformatielocaties, de bestaande volksbuurten en de diepe polder Tuindorp<br />
Oostzaan. We lichten elk tot slot, kort toe:<br />
De Amsterdamse ontwikkelingslocaties Overhoeks en Buiksloterham hebben ieder<br />
reeds hun eigen wijze van omgang met bodemsanering die zich –al dan niet bewust-<br />
verhouden tot waterveiligheid. De Zaanse Achtersluispolder lijkt als “eilandenrijk”<br />
met terpen, overstroombare locaties en drijvend bouwen een zeer interessante<br />
locatie voor toekomstige ontwikkelingen. Het is echter ook een weersbarstige locatie<br />
met veel versnipperd eigendom en laagwaardige bedrijvigheid. De haalbaarheid van<br />
dit perspectief is daarmee niet vanzelfsprekend. Momenteel is er vooral sprake van<br />
een temporisering van ontwikkelingsambities, waardoor er tijd is om over dit gebied<br />
nog eens goed door te denken.<br />
De bestaande volksbuurten aan de Zaan zoals het Havenkwartier en de<br />
Amsterdamse Van der Pekbuurt zijn niet eenvoudig waterbestendig te maken.<br />
Op deze locaties zal de nadruk moeten liggen op het veilig stellen van cruciale<br />
netwerken die van belang zijn voor rampenbeheersing en een snel herstel zoals het<br />
electriciteitsnet en de drinkwatervoorziening.<br />
Tuindorp Oostzaan tot slot is na realisatie van het tweede Coentunnelproject<br />
waterveilig en kan worden geschrapt uit de alarmerende overstromingskaarten. Voor<br />
de hemelwaterproblematiek is het mogelijk om een combinatie van maatregelen in<br />
te zetten: sloop nieuwbouw met verplaatsing van de sportvelden en realisatie van<br />
extra wateroppervlak en kleinschalige overstroombare buitenruimte (waterpleintjes)<br />
in het historische tuindorp. Op pagina 21 wordt deze “special case” apart toegelicht.<br />
6
Hembrugterrein, omstreeks 1979. de j.m. den uylweg is nog niet aangelegd. [nägele, 1979]<br />
steenHuismeurs 45<br />
Hoofdstuk 1. DE STUDIELOCATIE<br />
7
8<br />
Situatie 1850 geprojecteerd op locatie<br />
0<br />
500m 1.000m 2.000m
De Gouden Eeuw: een beschermde ‘gateway’<br />
naar de wereldzeeën<br />
De 19e eeuw: een bloeiende industrielocatie<br />
aan het water<br />
De 21e eeuw: een spannend thuis voor<br />
ondernemende stedelingen<br />
1.1 INLEIDING<br />
Om te beginnen maken we in dit eerste hoofdstuk een opsomming van een aantal<br />
relevante thematische kaarten van de Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers. Ze zijn niet uitputtend en zeker<br />
niet compleet, maar laten een aantal relevante thema’s zien die normaliter sectoraal<br />
(en technisch) worden opgelost alvorens de gebiedsontwikkeling wordt toegepast.<br />
Het betreft de bodemverontreiniging, overlastlocaties hemelwater en tot slot<br />
overstroombare gebieden bij een dijkdoorbraak, ook wel inundatiekaart genoemd.<br />
Dit tonen we samen met meer ‘tradionele’ kaarten voor de stedenbouwer: de<br />
RO kaart die we uit het MIRT Zaan/<strong>IJ</strong> en de structuurvisies van Amsterdam en<br />
Zaanstad hebben gedestilleerd; de territoriale verantwoordelijkhedenverdeling<br />
tussen verschillende overheden aangaande waterhuishouding/veiligheid en<br />
gebiedsontwikkeling in het gebied; een projectie van de historische situatie in 1850<br />
over de huidige situatie.<br />
Tezamen vormen ze de ingrediënten waarmee we voor de Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers een<br />
toekomstperspectief willeb schetsen waarin werk met werk gemaakt wordt. Waarin<br />
hemelwateropvang net zo ruimtelijk is als een woonmilieu en bodemverontreiniging<br />
net zo veel aanleiding is voor een groenstructuur als een gewenste fietsverbinding.<br />
Het start echter met een karaktervolle locatie aan het water die in de loop van de<br />
tijd zeer sterk is veranderd. In de 19e eeuw was een groot deel van het gebied nog<br />
water, de open verbinding via de Zuiderzee naar de wereldzeeën die in de eeuwen<br />
daarvoor veel voorspoed aan Nederland had gebracht. In de industriële tijd werd<br />
er met driftig ingepolderd, een directe verbinding met de Noordzee gemaakt,<br />
fabrieken en werven aan het water opgericht. In de 21e eeuw zijn de meeste van<br />
deze industriële activiteiten verdwenen uit het gebied en is de omgeving eromheen<br />
veranderd van een open polder in een volledig verstedelijkt en bewoond landschap.<br />
Wat rest is een post-industriële locatie met karaktervolle gebouwen aan een<br />
magnefieke waterpartij.<br />
Wat er ook rest is een omvangrijke bodemvervuiling in vele gradaties, een harde,<br />
door beton gedomineerde omgeving en veel bebouwing in slechte staat. Geen<br />
eenvoudig te ontwikkelen gebied. Opvallend is daarbij dat de dijk, die het gebied<br />
aan de noordzijde begrenst, het oudste element in het gebied is dat reeds in 1850<br />
al vrijwel volledig op zijn huidige plek lag. Ook nu laten we de dijk onaangeroerd<br />
en bedenken hoe we een nieuwe geschiedenislaag aan het dynamische voorland<br />
kunnen toevoegen.<br />
9
10<br />
Planvorming tot 2040: Compilatie MIRT Zaan/<strong>IJ</strong> + structuurvisies van Amsterdam en Zaanstad<br />
0<br />
500m 1.000m 2.000m
Legenda LEGENDA<br />
1.2 THEMATISCHE ANALYSE<br />
INFRASTRUCTUUR (MIRT)<br />
LANDSCHAP (MIRT)<br />
GRONDGEBRUIK (MIRT/structuurvisie Amsterdam)<br />
OV knooppunt (Grond-)water gerelateerd project<br />
Trein<br />
Metropolitane plek (structuurvisie Amsterdam)<br />
HOV nieuw, nieuw, bovengronds bovengronds<br />
Nieuwe etsroute<br />
HOV nieuw, nieuw, ondergronds ondergronds<br />
Regionale etsroute (structuurvisie Amsterdam)<br />
HOV bestaand<br />
Autoweg Auto verbreden verbreden<br />
Ruigtegebied / struinnatuur (structuurvisie Amsterdam)<br />
Water knooppunt<br />
Corridor (structuurvisie Amsterdam)<br />
Waterverbinding nieuw nieuw<br />
Waterverbinding bestaand bestaand<br />
Dijk<br />
Gemengd riool<br />
entegrens<br />
Wateroverlast locatie, beperkt<br />
GRONDGEBRUIK (MIRT/structuurvisie Amsterdam)<br />
Wateroverlast locatie<br />
beheerder waterhuishouding<br />
Monumenten<br />
Kritieke afstand tot open water<br />
eemraadschap Hollands Noorderkwartier<br />
rdam)<br />
eemraadschap Amstel, Gooi en Vecht<br />
Zoekgebied energie (windturbines)<br />
aterstaat<br />
Werken<br />
ngd riool<br />
overlast locatie, beperkt<br />
overlast locatie e Amsterdam)<br />
e afstand tot open water<br />
INFRASTRUCTUUR (MIRT)<br />
OV knooppunt<br />
Water knooppunt<br />
LANDSCHAP (MIRT)<br />
Stadspark<br />
Kwaliteitsimpuls stadspark (structuurvisie Amsterdam)<br />
Ecologische verbinding<br />
LANDSCHAP (MIRT)<br />
Gemeentegrens<br />
GRONDGEBRUIK (MIRT/structuurvisie Amsterdam)<br />
ooppunt (Grond-)water gerelateerd projectgerelateerd<br />
project<br />
Monumenten<br />
Grens beheerder waterhuishouding<br />
Metropolitane plek (structuurvisie Amsterdam)<br />
Zoekgebied energie (windturbines)<br />
Metropolitane plek (structuurvisie Amsterdam)<br />
ieuw, bovengronds<br />
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier<br />
Nieuwe etsroutefietsroute<br />
Werken<br />
ieuw, ondergronds<br />
Regionale Hoogheemraadschap etsroute (structuurvisie fietsroute Amstel, Gooi Amsterdam) en Vecht (structuurvisie Amsterdam)<br />
Werken-wonen<br />
estaand<br />
erbreden<br />
knooppunt<br />
verbinding nieuw<br />
Ruigtegebied / struinnatuur (structuurvisie Amsterdam)<br />
Wonen - werken<br />
Rijkswaterstaat<br />
Ontwikkelingslocaties<br />
Corridor (structuurvisie (structuurvisie Amsterdam) Amsterdam) Buiksloterham en NDSM<br />
Dijk<br />
Stadspark<br />
Transformatielocaties<br />
Buiksloterham en NDSM<br />
verbinding bestaand<br />
Kwaliteitsimpuls stadspark (structuurvisie Amsterdam)<br />
Kwaliteitsimpuls stadsstraten<br />
erdam)<br />
ie Amsterdam)<br />
Ruigtegebied / struinnatuur (structuurvisie Amsterdam)<br />
Kwaliteitsimpuls stadspark (structuurvisie Amsterdam)<br />
Ecologische verbinding verbinding<br />
GRONDGEBRUIK (MIRT/structuurvisie Amsterdam)<br />
Zoekgebied energie (windturbines)<br />
Werken-wonen<br />
Wonen - werken - werken<br />
Ontwikkelingslocaties<br />
Buiksloterham en NDSM<br />
Ontwikkelingslocaties Buiksloterham en NDSM<br />
Transformatielocaties<br />
Transformatielocaties Buiksloterham en NDSM<br />
Buiksloterham en NDSM<br />
Kwaliteitsimpuls stadsstraten<br />
Kwaliteitsimpuls stadsstraten<br />
Monumenten<br />
Zoekgebied energie (windturbines)<br />
Werken<br />
Werken-wonen<br />
Wonen - werken<br />
Ontwikkelingslocaties<br />
Buiksloterham en NDSM<br />
Transformatielocaties<br />
Buiksloterham en NDSM<br />
Kwaliteitsimpuls stadsstraten<br />
LEGENDA<br />
INFRASTRUCTUUR (MIRT)<br />
LANDSCHAP (MIRT)<br />
Zaanstad<br />
OV knooppunt (Grond-)water gerelateerd project<br />
Trein<br />
Metropolitane plek (structuurvisie Amsterdam)<br />
HOV nieuw, bovengronds<br />
Nieuwe etsroute<br />
HOV nieuw, ondergronds<br />
Regionale etsroute (structuurvisie Amsterdam)<br />
HOV bestaand<br />
Ruigtegebied / struinnatuur (structuurvisie Amsterdam)<br />
Auto verbreden<br />
Corridor (structuurvisie Amsterdam)<br />
Water knooppunt<br />
Waterverbinding nieuw<br />
Stadspark<br />
Waterverbinding bestaand<br />
Grenzen van verantwoordelijkheid<br />
Dijk<br />
Legenda<br />
Ecologische verbinding<br />
Gemeentegrens<br />
Grens beheerder waterhuishouding<br />
Grens beheerder waterhuishouding<br />
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier<br />
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier<br />
Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht<br />
Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht<br />
Rijkswaterstaat<br />
Dijk<br />
Gemengd riool<br />
Wateroverlast locatie, beperkt<br />
Wateroverlast locatie<br />
Kritieke afstand tot open water<br />
Kwaliteitsimpuls stadspark (structuurvisie Amsterdam)<br />
AGV<br />
GRONDGEBRUIK (MIRT/structuurvisie Amsterdam)<br />
Monumenten<br />
Zoekgebied energie (windturbines)<br />
Werken<br />
Werken-wonen<br />
Wonen - werken<br />
Ontwikkelingslocaties<br />
Buiksloterham en NDSM<br />
Transformatielocaties<br />
Buiksloterham en NDSM<br />
Kwaliteitsimpuls stadsstraten<br />
HHNK<br />
RWS<br />
Amsterdam<br />
0<br />
500m 1.000m 2.000m<br />
11
12<br />
Grondgegevens ontleend<br />
aan zonekaart<br />
Geen dieptespecicatie<br />
Grondgegevens ontleend<br />
aan zonekaart<br />
Geen dieptespecicatie<br />
Kwetsbare plekken en risicolocaties: Ondiepe bodemverontreiniging<br />
Grondgegevens ontleend<br />
aan puntmetingkaart<br />
Ondiepe laag: 0 - 50 cm<br />
Grondgegevens ontleend<br />
aan puntmetingkaart<br />
Ondiepe laag: 0 - 50 cm<br />
Verdeelstation<br />
Verdeelstation<br />
Legenda<br />
Basisschool en kinderopvang<br />
Verzorgingstehuis<br />
Basisschool en kinderopvang<br />
Verzorgingstehuis<br />
Gasleiding<br />
Hoogspanningskabel<br />
Gasleiding<br />
Hoogspanningskabel<br />
Risicobedrijf<br />
Risicobedrijf<br />
Propaaninrichting /<br />
Propaaninrichting Gasinstallatie /<br />
Gasinstallatie<br />
Basisschool en kinderopvang<br />
Propaaninrichting /Gasinstallatie<br />
Bodemvervuiling<br />
Bodemvervuiling<br />
Lichte vervuiling Lichte vervuiling<br />
BODEMVERVUILING<br />
Lichte vervuiling<br />
Matige vervuiling<br />
Matige vervuiling Matige vervuiling<br />
Zware vervuiling<br />
Zware vervuiling<br />
Zeer zware zware vervuiling vervuiling<br />
Zeer zware vervuiling
Geen gegevens<br />
Grondgegevens Verdeelstation ontleend<br />
aan puntmetingkaart<br />
Diepe laag: 50 - 200 cm<br />
Legenda<br />
Verzorgingstehuis<br />
Gasleiding<br />
Hoogspanningskabel<br />
Risicolocaties-2: Diepe bodemverontreiniging<br />
Risicobedrijf<br />
Propaaninrichting /<br />
Bodemvervuiling<br />
Gasinstallatie<br />
Lichte vervuiling<br />
Bodemvervuiling BODEMVERVUILING<br />
Matige vervuiling<br />
Lichte vervuiling<br />
Matige vervuiling Zware vervuiling<br />
Zware vervuiling<br />
Zeer zware vervuiling<br />
Zeer zware vervuiling<br />
13
14<br />
-3,45 m<br />
-0,40 m<br />
-0,20 m<br />
+1,10 m<br />
-1,50 m<br />
Systeem oppervlaktewater en waterpeilen<br />
Legenda<br />
-1,00 m<br />
-0,90 m<br />
-0,85 m<br />
Pomp<br />
Stromingsrichting<br />
Dijk<br />
Grens Noorder <strong>IJ</strong>-polder<br />
Bestaand oppervlaktewater<br />
Dieper gelegen polder<br />
hoogtegegevens AHN 2010<br />
-59 - -40 cm<br />
-79 - -60 cm<br />
-99 - -80 cm<br />
-119 - -100 cm<br />
-139 - -120 cm<br />
-159 - -140 cm<br />
-179 - -160 cm<br />
-199 - -180 cm<br />
-219 - -200 cm<br />
-239 - -220 cm<br />
-269 - -240 cm<br />
-299 - -270 cm<br />
-349 - -300 cm<br />
-399 - -350 cm<br />
< -400 cm<br />
-0,70 m
Op de kaart zijn gebieden aangegeven die gevoelig zijn voor “water op straat”. Lage<br />
punten in het maaiveld verder verwijderd van het oppervlaktewater zijn het gevoeligst<br />
voor overlast.<br />
In Amsterdam betreft het twee laagst gelegen gebieden in Tuindorp Oostzaan en de<br />
Vander Pekbuurt. Het gemengde riool in beide wijken biedt kansen om in de toekomst<br />
met aanleg van een gescheiden stelsel dit probleem aan te pakken. De twee locaties<br />
aan het water, onder andere NDSM, zullen in de transformatieopgave moeten worden<br />
meegenomen. We doen hiervoor concrete voorstellen op pagina 56 t/m 61.<br />
In Zaanstad concentreren de problemen zich in de Havenbuurt, Hembrugterrein en<br />
Zuiderhout. In de laatste zijn de afstanden tot open water te ver. De Havenbuurt<br />
loopt bij extreme neerslag leeg in de volkstuinen, waarmee er overlast is, maar wel<br />
geconcentreerd. Op Hembrugterrein is een onduidelijke rioleringsituatie die vraagt<br />
om een ontwerp van de hemelwateropvang bij transformatie van het gebied. Een<br />
voorstel hiervoor is te vinden op pagina 38 t/m 41.<br />
Gemeentegrens<br />
Grens beheerder waterhuishouding<br />
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier<br />
Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht<br />
Overlastlocaties hemelwater<br />
Rijkswaterstaat<br />
Dijk<br />
Legenda<br />
Gemengd riool riool<br />
Wateroverlast locatie, beperkt locatie, beperkt<br />
Wateroverlast locatie Wateroverlast locatie<br />
Kritieke afstand tot open water Kritieke afstand tot open water<br />
0<br />
15<br />
500m 1.000m 2.000m
Deze hoogtekaart met gedetailleerde AHN-gegevens, is geactualiseerd met de<br />
vastgestelde pannen Overhoeks, Buiksloterham en tweede Coentunnel.<br />
Deze actualisatie is een ingetekende interpretatie van DE URBANISTEN.<br />
16<br />
Hoogtekaart<br />
Legenda
Hoofdstuk 2. WATERVEILIGHEID<br />
Inundatiekaart<br />
Bij een doorbraak Lekdijk:<br />
Waterpeil +1,40 meter NAP<br />
Legenda<br />
Dijk<br />
boven NAP +140 NAP cm +140 cm, droog<br />
Inundatie -20 cm 20 cm<br />
Inundatie -30 cm 30 cm<br />
Inundatie -40 cm 40 cm<br />
Inundatie -50 cm 50 cm<br />
Inundatie -60 cm 60 cm<br />
Inundatie -80 cm 80 cm<br />
Inundatie -100 cm 100 cm<br />
Inundatie -120 cm 120 cm<br />
Inundatie -140 cm 140 cm<br />
Inundatie -180 cm 180 cm<br />
Inundatie -220 cm 220 cm<br />
Inundatie 300 cm<br />
-300 cm<br />
-410 cm<br />
-540 cm<br />
17
2.1 DE CONTEXT VAN HET DELTAPROGRAMMA<br />
In dit hoofdstuk aandacht voor het kader waarbinnen dit ontwerpend onderzoek<br />
gebeurt: het Deltaprogramma. Op dit moment zijn op nationaal niveau mogelijke<br />
strategieën voor het land opgetekend die verkennen op welke wijze Nederland<br />
waterveilig gehouden kan worden voor de toekomst. Komend jaar worden uit de<br />
mogelijke strategieën de meest kansrijke strategieën geselecteerd en uitgewerkt.<br />
Deze leiden tot een Nationale Deltabeslissing in 2015. Deze beslissing is van groot<br />
belang voor de gebieden die direct worden beïnvloed door de keuzes die kunnen<br />
worden gemaakt. Dit zijn de gebieden die onder directe invloed van de dynamiek<br />
van de rivieren en de zee staan. Amsterdam is geen van beide. Toch zijn ook hier<br />
directe gevolgen te verwachten….<br />
Alle kwestbare locatie van Nederland bij elkaar opgeteld, waarbij alles misgaat.<br />
bron: Deltares<br />
n het Deelprogramma<br />
18<br />
faalkans per dijkvak (per jaar):<br />
> 1/500<br />
1/500 - 1/1.000<br />
1/1.000 - 1/2.000<br />
1/2.000 - 1/4.000<br />
1/4.000 - 1/10.000<br />
< 1/10.000<br />
44<br />
domino effect<br />
c-keringen die overstromen<br />
44<br />
dijkring<br />
focus op de Lekdijk<br />
Als de Lekdijk doorbreekt stroomt het water over de lage dijkjes van het Amsterdam<br />
Rijnkanaal (ARK) Amsterdam binnen. Ook de Markermeerdijk kan bezwijken, evenals<br />
de sluizen bij <strong>IJ</strong>muiden. Die kansen verschillen nogal, evenals de gevolgen die ze<br />
hebben. Een doorbraak in de Lekdijk wordt voor Amsterdam gezien als het meest<br />
reële risico omdat de kans op doorbraak groter is dan bij de andere dijken en de<br />
gevolgen zijn groot: dichtbevolkte gebieden zoals de Bijlmer, Watergraafsmeer en<br />
<strong>IJ</strong>-oevers, lopen onder water. Recentelijk zijn daar nog nieuwe inzichten bij gekomen<br />
die dit beeld versterken. In de projectgroep “Veiligheid Nederland in Kaart” is de<br />
Lekdijk nader onderzocht en daaruit blijkt dat er een aantal zwakke schakels in deze<br />
dijk zitten die een relatief grote doorbraakkans hebben. Daarnaast is er sprake van<br />
een zogenaamd domino-effect. Een doorbraak in de Lekdijk heeft gevolgen buiten<br />
de eigen dijkring, die de Lekdijk beschermt. Als deze in dijkring 44 of 15 doorgaat,<br />
dan stromen de keringen die 15 en 44 scheiden van 14 eenvoudigweg over omdat<br />
ze veel te laag zijn. Het betreft hier de keringen van het Amsterdam Rijnkanaal en<br />
de gekanaliseerde Hollandse <strong>IJ</strong>ssel. Behalve delen van Amsterdam stroomt dan<br />
ongeveer de halve oostelijke Randstad onder water….<br />
14<br />
15<br />
14<br />
44 15<br />
44<br />
Overzicht van de faalkansen per dijkvak van de Lekdijk + de systeemwerking tussen<br />
dijkringen 14, 15 & 44 ten gevolge van een doorbraak in de Lekdijk.<br />
bron: projectbureau VNK2 met nabewerking door DE URBANISTEN
Globale verbeelding van het overstromingsscenario<br />
doorbraak Lekdijk.<br />
bron: Deltares & DRO Amsterdam<br />
Inmiddels is dankzij gedetailleerde<br />
berekeningen een genuanceerder beeld<br />
beschikbaar. Bovendien is bekend dat Tuindorp<br />
Oostzaan, dat hier nog prominent op de kaart<br />
staat, hoogstwaarschijnlijk niet onder water zal<br />
lopen. Zie hiervoor ook pagina 21.<br />
Doorbraak Lekdijk,<br />
vier potentiële breuklocaties zijn doorberekend op hun<br />
hydraulische belasting op de waterkering (HKV)<br />
De verschillende doorbraaklocaties naast elkaar gezet en vergeleken op kans en gevolg<br />
ouwing uitgangspunten bron: twee DHV werkscenario’s<br />
& Deltares<br />
Maatregelen in de tweede laag voor een waterbestendig Amsterdam<br />
Versterking Lekdijk is de meest kosteneffectieve<br />
maatregel voor Amsterdam<br />
Dan blijft er over het verkleinen van restrisico<br />
in de diepe polders en de Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers<br />
de noordelijke <strong>IJ</strong>-oevers de haven, zuidzijde <strong>IJ</strong><br />
de diepe polders in Oost<br />
2.2 DE WATERBESTENDIGE STAD<br />
In de studie waterbestendige stad is voor Amsterdam een beeld geschetst<br />
welke maatregelen er genomen moeten worden om de stad te wapenen tegen<br />
de negatieve gevolgen van een mogelijke overstroming. De meest logische en<br />
kosteneffectieve maatregel is daarbij het versterken van de Lekdijk. Daarnaast<br />
kunnen er echter ook beschermende maatregelen worden genomen in de ruimtelijke<br />
ordening van de stad, evenals het veilig stellen van evacuatie routes naar veiliger<br />
oorden. Officieel heten dit maatregelen in de tweede (RO) en derde (evacuatie)<br />
laag. De eerste laag is het verder versterken van de dijken, zoals de Lekdijk. Uit de<br />
waterbestendige stad kwamen drie locaties boven drijven voor Amsterdam die<br />
verder onderzoek behoeven: de diepe polders aan de oostzijde van de stad, omdat<br />
ze meteen 3 tot 4 meter onder water staan (waarvan de Watergraafsmeer de meest<br />
prominente onderzoekslocatie is); de westelijke havengebieden vanwege de vitale<br />
functies die hier staan (energiecentrales bijvoorbeeld) en de gevaarlijke stoffen die<br />
hier zouden kunnen wegdrijven; en tot slot de noordelijke Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers inclusief<br />
Tuindorp Oostzaan, vanwege de vele mensen die hier wonen en de koppeling die<br />
hier zou gemaakt kan worden met gebiedsontwikkeling: werk met werk maken,<br />
veiligheid en gebiedstransformatie gaan wellicht goed samen.<br />
de meest kosten-effectieve maatregel voor<br />
Amsterdam is een maatregel in de eerste laag:<br />
de versterking van de Lekdijk<br />
Versterking Lekdijk is de me<br />
maatre<br />
Dan blijft er over het verk<br />
in de diepe polders<br />
19
Om deze reden is Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers er verder uitgelicht om de kansen die in de<br />
gebiedsontwikkeling liggen zo optimaal mogelijk te combineren met de realisatie<br />
van een waterveilig Nederland. De waterpeilen die we als uitgangspunt hebben<br />
genomen zijn in afkomstig van een doorbraak in de Lekdijk. In een samengesteld<br />
(ramp)scenario zijn vier breslocaties gehanteerd langs de noordelijke Lekdijk van<br />
dijkring 44 (bron: HKV). Het resultaat hieruit is een waterpeil van +1,40 m NAP ter<br />
hoogte van de gehele Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers. Ongeacht het toekomstige klimaatscenario<br />
en de mate van zeespiegelstijging gaat het Deltaprogramma er vanuit dat dit niveau<br />
gelijk blijft. Dit omdat het een uitgangspunt is dat de hoeveelheid water door de Lek<br />
in de toekomst niet zal toenemen. Als er meer water bij de Duitse grens in Nederland<br />
binnenkomt zal dit water over andere rivieren (zoals de grotere Waal) gestuurd<br />
worden in plaats van over de Lek. Om deze reden wordt in dit rapport, het waterpeil<br />
+1,40 m NAP telkens gehanteerd. Hiervan zijn de inundatieniveaus (hoeveelheid<br />
water die op het maaiveld komt te staan bij een overstroming) afgeleid.<br />
Maatregelen die uit de waterbestendige stad naar voren kwamen voor de <strong>IJ</strong>-oevers:<br />
- Beperkte verlegging van de dijk ter bescherming van Tuindorp Oostzaan (zie volgende pagina voor verfijning)<br />
- Waterbestendig bouwen aan het waterfront/ combineren met transformatie<br />
- Benutten van bestaande infrastructuur als waterkering of vertragingsmaatregel (drempels voor onderdoorgangen)<br />
- Lokaal beschermen van vitale functies en gevaarlijke stoffen<br />
Het Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers: rood omlijnde maatregelen gebied is in deze in de proeftuin tweede verder laag op onderzocht hoofdlijnen en verfijnd.<br />
bron afbeeldingen en berekening: HKV<br />
Beperkte verlegging van de dijk ter bescherming van tuindorp Oostzaan (eerste laag)<br />
Waterbestendig bouwen/ transformeren waterfront<br />
Benutten van bestaande infrastructuur als waterkering of vertragingsmechanisme (drempels voor onderdoorgangen)<br />
20<br />
Er is ook gekeken naar een mogelijke doorbraak van de sluizen van <strong>IJ</strong>muiden. De kans<br />
dat dit gebeurt is erg veel kleiner dan de kans dat de Lekdijk doorgaat, namelijk<br />
1: 10.000. Het waterpeil is nauwelijks hoger dan bij een doorbraak van de Lekdijk.<br />
Al zal dat met het stijgen van de zeespiegel in de toekomst wel iets toenemen. Een<br />
korte berekening (bron: Deltares) leert dat in het geval van 85 cm zeespiegelstijging<br />
in 2100 -het zogenaamde W-(klimaat)scenario- het te verwachten waterpeil ter<br />
hoogte van de Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers +1,65 m NAP is. Het aantal te verwachten slachtoffers<br />
is wel hoger, omdat een zeestorm heel plotseling komt waardoor de reactietijd<br />
kleiner is. Ook is het schadelijk effect van zout water groter. Daar staat weer<br />
tegenover dat de afstand tot het veilige gebied achter de dijk erg klein is aan de<br />
Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers. Men kan snel naar veilige gebieden achter de dijk vluchten. Dit zou<br />
een dempend effect kunnen hebben op het aantal slachtoffers.<br />
Alles bij elkaar is besloten om in dit onderzoek het waterpeil behorend bij een<br />
Lekdijkdoorbraak verder als uitgangspunt te nemen omdat het risico verreweg het<br />
grootst is. Kortweg omdat de kans hierop, vanwege de zwakke schakels erg groot<br />
is (volgens de laatste VNK berekeningen 1: 400 !) en omdat de schade in de buurt<br />
blijft van het falen van de sluizen bij <strong>IJ</strong>muiden. Zelfs bij een zwaar klimaatscenario in<br />
2100 (W-scenario) is het waterpeil slechts 25 centimeter hoger dan het gehanteerde<br />
referentiepeil bij een Lekdijkdoorbraak. Dit voorkomt dat dit onderzoek op al te<br />
hypothetische aannames is gebaseerd. Het gehanteerde risico is reëel. Mogelijke<br />
maatregelen worden hierna verder verkend.<br />
Vier potentiële breuklocaties in de Lekdijk<br />
van dijkring 44 (afbeelding rechtsonder), zijn<br />
doorberekend op hun hydraulische belasting<br />
op de waterkering van de Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers<br />
(afbeelding erboven).<br />
Het effect hiervan op de waterstand ter<br />
hoogte van de Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers (+ 1,40 m NAP)<br />
is het uitgangspunt voor de gedetailleerde<br />
inundatiekaart in dit hoofdstuk (zie pagina 17)<br />
die de basis vormt voor de maatregelen die<br />
we voorstellen in deze studie.<br />
3. Onderbouwing uitgangspunten twee werkscenario’s
1960 tuindorp Oostzaan: doorbraak regionaal systeem<br />
De 4. Gebiedskenmerken overstroming in Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers<br />
Tuindorp Oostzaan in 1960, ontstond doordat een waterleiding sprong die<br />
in de regionale kering lag. Het vrijkomende water verzwakte de dijk die uiteindelijk bezweek<br />
waardoor het water vrijelijk naar binnen kon stromen. De locatie is aangegeven op het<br />
tweede kaartje met een cirkel (B). Inmiddels liggen er geen waterleidingen meer in de dijken.<br />
2.3 EEN GEVAL APART: TUINDORP OOST<strong>ZAAN</strong><br />
1. 2. 3. 4.<br />
A<br />
B<br />
Op de inundatiekaarten springt in het noorden van Amsterdam Tuindorp Oostzaan er<br />
meestal uit als de precaire locatie, waar bij een dijkdoorbraak sprake is van een snel<br />
ondergelopen polder die bovendien ook nog diep is, met veel schade en slachtoffers<br />
als mogelijk gevolg. Bij nadere beschouwing van de hoogtegegevens (AHN, bron:<br />
Waternet) blijkt echter dat er vrijwel rondom de gehele polder sprake is van een<br />
stevig bebouwd gebied dat op + 2m NAP of hoger ligt. Enkel aan de westzijde waar<br />
de A10 ligt is sprake van een “gat” in deze onofficiële compartimenteringskering. Bij<br />
de aanleg van de tweede Coentunnel door Rijkswaterstaat, die momenteel wordt<br />
uitgevoerd, wordt het Coentunnelcircuit (de weg westelijk van Tuindorp Oostzaan)<br />
opgehoogd tot + 2m NAP (kaartje 2, cirkel A). Ook de oorzaak van de overstroming<br />
uit 1960 komt niet meer terug (zie bijschrift bij foto’s). Daarmee zijn de problemen<br />
uit het verleden verholpen en is onze veronderstelling dat Tuindorp Oostzaan<br />
als waterveilig mag worden beschouwd. Hierdoor kan deze diepe polder uit de<br />
inundatiekaarten van overstromingsscenario’s worden gehaald.<br />
Rest de hemelwateropgave. Hiervoor is een reeks aan oplossingen denkbaar. Aan<br />
de oostzijde, waar sprake is van een bijzondere stedenbouwkundige structuur, kan<br />
binnen deze hoofdpopzet een serie waterpleinen voor lokale wateropvang zorgen.<br />
De westzijde is van minder kwaliteit. Een deel van het corporatiebezit aan kleine<br />
woningen wordt gesloopt en vervangen door een open bouwblok met sportvelden<br />
aan de binnenzijde. Door deze iets dieper te leggen kunnen ze als piekberging<br />
dienen. De huidige velden ten westen hiervan kunnen vervolgens worden bebouwd,<br />
waarbij extra open water wordt gerealiseerd. Tesamen zorgen deze maatregelen<br />
ervoor dat Tuindorp Oostzaan zijn eigen hemelwateropgave kan oplossen.<br />
Inundatiekaart TOZ voor aanleg tweede Coentunnel. Anno 2012 zijn twee oorzaken voor overstroming verholpen ...waardoor deze inundatiekaart TOZ ontstaat. En een oplossing voor hemelwateropvang.<br />
21
2.4 MAATREGELEN IN DE TWEEDE LAAG VOOR <strong>ZAAN</strong> / <strong>IJ</strong>-<strong>OEVERS</strong><br />
In navolging op de “Waterbestendige stad” kunnen maatregelen in de tweede<br />
laag voor de Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers verder worden verfijnd en specifieker gemaakt. We<br />
kunnen twee typen maatregelen onderscheiden: Ten eerste de maatregelen die<br />
ervoor zorgen dat belangrijke netwerken veilig worden gesteld. dit zorgt ervoor dat<br />
schade wordt geminimaliseerd. Niet alleen ten tijde van de overstroming, maar ze<br />
zijn ook vooral van belang voor een snel herstel na een overstroming. Ten tweede<br />
zijn er maatregelen om vastgoed te beschermen. Dit zijn maatregelen die goed te<br />
combineren zijn met transformatie opgaven. We gaan op beiden wat dieper in.<br />
1. Veilig stellen van vitale netwerken in volgorde van belangrijkheid:<br />
a. Electriciteit: droog houden van knooppunten in de openbare ruimte.<br />
b. Drinkwater: het is de vraag of het leidingennetwerk bestand is tegen extra druk.<br />
c. Gas: dit leidingennetwerk is niet bestand tegen extra druk.<br />
Geleidelijke vervanging door een warmtenetwerk maakt het minder kwetsbaar.<br />
d. Riolering: scheiden van HWA en vuilwater is minder kwetsbaar.<br />
Openbare ruimte kan zo worden vormgegeven dat het water in de goede richting<br />
wegstroomt naar het <strong>IJ</strong> of de Zaan.<br />
Als de openbare ruimte onder water staat, 6. Werkscenario 2: het verleidelijke vergezicht<br />
komt de electriciteitsvoorziening al snel in gevaar<br />
5. Werkscenario 1: het slimme stappenplan<br />
22 5. Werkscenario 1: het slimme stappenplan<br />
kscenario 2: het verleidelijke vergezicht<br />
5. Werkscenario 1: het slimme stappenplan<br />
5. Werkscenario 1: het slimme stappenplan<br />
2. Combinaties met vastgoed<br />
Deze zijn vooral interessant als het gecombineerd kan worden met logische<br />
maatregelen vanuit een stedenbouwkundig plan. Aan de Zaan en het <strong>IJ</strong> zijn<br />
genoeg voorbeelden beschikbaar die typologisch als referentie kunnen dienen.<br />
Dat wil overigens niet zeggen dat ze momenteel ook werkelijk als waterwerend<br />
functioneren. Maar in de typologieën die kunnen worden aangetroffen is te zien<br />
dat maatregelen prima ruimtelijk te integreren zijn, mits de juiste maten worden<br />
gehanteerd in relatie tot de aanwezige context.<br />
Maatregelen die kunnen worden opgenomen in bebouwing:<br />
Sokkels, plinten, terpen waterwerende muren, wetproof bouwen (bijvoorbeeld<br />
overstroombare begane grond), floodproof bouwen (bijvoorbeeld drijvende huizen).<br />
De meest eenvoudige maatregel is een contractuele afspraak voor aanvaarden van<br />
eigen risico als men in dit gebied gaat bouwen/wonen werken...<br />
voorbeelden van integratie van hoogteverschillen die ook als waterwering kunnen worden ingezet zoals: De groene<br />
rand van het Hembrugterrein, de Noordzijde van de Oostelijke Handelskade, een woonblokje op het Funenterrein,<br />
de <strong>IJ</strong>-zijde van recente ontwikkelingen op Buiksloterham, de Silodam, de stadsblokken op Java-eiland, etcetera.
0 - 25 cm 25 - 50 cm 50 - 100 cm 100 - 300 cm<br />
drinkwatervoorziening veilig stellen<br />
riolering loskoppelen van hemelwateropvang<br />
schadecontract / eigen risico<br />
Overzicht van maatregelen in de tweede laag voor de Zaan / <strong>IJ</strong>-oevers gerelateerd aan inundatieniveaus<br />
electriciteitsnetwerk veilig stellen<br />
gasleidingen rubuust maken of vervangen voor (rest)warmtenetwerk<br />
waterdichte sokkel gebouwen<br />
gebouwen op droge terpen<br />
In dit overzicht is te zien welke maatregelen bij welk niveau van overstroming van<br />
toepassing zijn.<br />
Zo worden tot 25 cm gebouwen nauwelijks aangetast en komt een gasleiding vanaf<br />
30 cm onder dusdanige druk te staan dat breuken kunnen optreden. Vanaf 40 cm<br />
water zullen electriciteitsaansluitingen in de openbare ruimte kortsluiting krijgen<br />
omdat de schakelkasten onder water lopen. Vanaf 50 cm worden waterwerende<br />
muren zinvol en voor een waterwerende plint is weer meer inundatieniveau nodig<br />
omdat het een zwaar middel is, waar eerste meer eenvoudige maatregelen aan<br />
vooraf gaan, zoals een beetje extra grond (terpje).<br />
waterwerende ommuring om bebouwing<br />
gebouwen op waterdichte plint<br />
drijvend bouwen in binnenhavens<br />
wetproof bouwen / overstroombare begane grond drijvend bouwe<br />
permanent wate<br />
23
2.5 EFFECTIVITEIT VAN DE MAATREGELEN<br />
Tot slot van dit waterveiligheidshoofdstuk wordt een globale effectiviteitsberekening<br />
toegelicht. In opdracht van STOWA en Waternet heeft bureau HKV een aantal<br />
berekeningen uitgevoerd. Daarin is de te verwachten schade aan Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers ten<br />
gevolge van een dijkdoorbraak uitgedrukt in economische waarde, waaraan een<br />
benodigde investering voor een waterveiligheidsmaatregel kan worden gerelateerd.<br />
Er zijn twee typen maatregelen uitgedrukt in benodigde investering: Schadeneutraal<br />
bouwen (A) of een extra compartimenteringskering (B). Deze investeringen worden<br />
gerelateerd aan de kans op een doorbraak en de te verwachten schade, waarmee de<br />
effectiviteit van de investering wordt bepaald.<br />
De schade is berekend op basis van de huidige economische waarde van het<br />
gebied (op basis van CPB gegevens) maar ook gerelateerd aan een mogelijke<br />
waardevermeerdering in de toekomst (2x, 5x en 10x). Bovendien zijn er twee<br />
uitgangssituaties berekend: een situatie zonder versterking Lekdijk (huidige situatie)<br />
en een situatie met versterking van de Lekdijk (berekend als een factor 10 verkleining<br />
van de overstromingskans). Voor de Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers geldt dat een ingreep in de<br />
Lekdijk positieve gevolgen heeft voor de waterveiligheid van de locatie. Andersom<br />
geredeneerd betekent het, dat dan voor maatregelen in het gebied zelf, de kosteneffectiviteit<br />
naar verhouding afneemt.<br />
Deze berekeningen staan weergegeven in de tabel en zijn gedaan voor vier<br />
deelgebieden: twee transformatie/ ontwikkelingslocaties aan het <strong>IJ</strong> (A2 en A3)<br />
en twee bestaande stedelijke gebieden (A1 en A4). Voor de twee bestaande<br />
stedelijke gebieden is gekeken of de aanleg van een compartimenterende kering<br />
kosteneffectief kan zijn (B1 en B2). Op de luchtfoto staan de locaties van de vier<br />
deelgebieden en de twee compartimenteringskeringen aangegeven. De rode<br />
markeringen in de tabel geven de meest waarschijnlijke getallen aan. Dit hangt direct<br />
samen met de meest relevante waardetoenames voor de deelgebieden.<br />
24<br />
Voor de bestaand stedelijke gebieden is uitgegaan van handhaving van de huidige<br />
economische waarde of een kleine toename. De beschikbare financiële middelen<br />
zijn dan bijvoorbeeld beperkt tot maximaal 250.000 euro voor het gebied A1, rond<br />
de Zaanmonding als we uitgaan van het huidige risiconiveau van de Lekdijk. Als<br />
de Lekdijk wordt versterkt dalen de middelen tot 10% (!) van dit bedrag. Daarvoor<br />
zijn in beperkte mate waterveilige voorzieningen te treffen (A1), maar is geen<br />
compartimenteringskering te bouwen (B1).<br />
Voor de transformatielocaties (A2 en A3) is de investeringsruimte groter, zeker<br />
als er wordt gerekend met een toekomstige waardestijging ten opzichte van de<br />
huidige situatie met 2 tot 5 maal. Dit bedrag kan tot bijna 3 miljoen oplopen voor<br />
de Amsterdamse <strong>IJ</strong>-oever (A3). Daarbij is uitgegaan van een waardevermeerdering<br />
van 5x de huidige economische waarde, met de huidige risicosituatie van de Lekdijk.<br />
De ondergrens voor hetzelfde gebied, bij een waardevermeerding van 2x en een<br />
versterkte Lekdijk, is een investeringsruimte van 80.000 euro (!).<br />
Met deze bandbreedtes lijkt het zinvol om de investeringruimte eerder te zien als<br />
een aantrekkelijke aanvulling op een integrale project-exploitatie, dan als een<br />
kostendekking voor waterveilige maatregelen.<br />
Daarom zijn we op zoek gegaan naar slimme combinaties die samen met<br />
maatregelen voor waterveiligheid een meerwaarde kunnen opleveren...
De te verwachten schade bij<br />
een Lekdijk doorbraak,<br />
uitgedrukt in economische<br />
waarde van de deelgebieden<br />
De te verwachten schade bij een Lekdijk doorbraak uitgedrukt in economische waarde van de deelgebieden<br />
Bron: HKV<br />
25
Waterveiligheid<br />
Hemelwateropvang<br />
Hoofdstuk 3. KLIMAATBESTENDIGE COMBINATIES VOOR <strong>ZAAN</strong> / <strong>IJ</strong>-<strong>OEVERS</strong><br />
+<br />
0<br />
Sanering vervuilde grond<br />
Ruimtelijke Ordening<br />
500m 1.000m 2.000m<br />
0<br />
27<br />
500m 1.000m 2.000m
3.1 WATERBESTENDIG, SCHOON & KARAKTERVOL<br />
De meerwaarde van maatregelen voor waterveiligheid wordt groter als ze gepaard<br />
worden aan andere klimaatopgaven. Op de proeftuinlocatie lijkt met name de<br />
aanpak van de bodemvervuiling een interessante combinatiemogelijkheid te<br />
bieden. Er zijn zeer uiteenlopende methoden om de vervuiling te lijf te gaan. Zij<br />
verhouden zich ieder op geheel eigen wijze tot waterveiligheid, mogelijkheden<br />
voor extra regenwateropvang in het gebied en de actuele dip in grootschalige<br />
vastgoedontwikkelingen.<br />
De studielocatie Zaan/ <strong>IJ</strong>-oevers is stevig en op veel verschillende wijzen vervuild. In<br />
het kader van deze proeftuin gaan we niet in op de verschillende typen vervuiling,<br />
maar beperken we ons tot een aantal eenvoudige hoofdlijnen. Er zijn grof weg drie<br />
manieren te onderscheiden om bodemverontreiniging aan te pakken: afdekken,<br />
afgraven en biologisch schoonmaken op de plek zelf.<br />
1.<br />
De eerste is ‘domweg’ afdekken met schone grond. Voor bewoning is ongeveer<br />
1 meter afdeklaag nodig en voor werken ongeveer 0,5 meter. Dat is duur omdat de<br />
schone grond moeten worden ingebracht. Het voordeel is wel dat met afdekking<br />
ook ophoging plaats vindt, waardoor veelal meteen een waterveiligheidsmaatregel<br />
wordt getroffen.<br />
2.<br />
Afgraven is vooral handig als er sprake is van ondiepe verontreiniging en er dus<br />
schone grond onder ligt. Hierdoor stijgt het inundatieniveau, wat kan worden<br />
ondervangen door waterveiligheidsmaatregelen aan de bebouwing te treffen. Deze<br />
zijn moeilijk kosteneffectief te maken en dus alleen haalbaar als er ook ruimtelijke<br />
winst wordt gehaald doordat bijvoorbeeld een plint wordt ingezet om meer privacy<br />
voor woningen op de begane grond te genereren of als een begane grond wordt<br />
gebruikt voor minder kwetsbare/kostbare functies. Deze lager gelegen locaties zijn<br />
wel weer extra geschikt voor hemelwateropvang, zeker als ze er op worden ingericht.<br />
Als de grond die wordt afgegraven vervolgens binnen het gebied wordt ingezet om<br />
locaties op te hogen, dan worden er flinke kosten bespaard. Die grond moet dan wel<br />
worden schoongemaakt en dat kan volgens de derde methode…<br />
28<br />
3.<br />
Als er meer tijd voor een transformatie wordt uitgetrokken (waardoor de huidige<br />
crisis als een kans kan worden gezien) dan is biologisch reinigen van de grond een<br />
optie. Er zijn vele specifieke groensoorten die geschikt zijn voor het reinigen van<br />
allerlei vervuilingstypen. Er kunnen tijdelijke parken op vrijkomende terreinen<br />
worden ingericht, waarbij er meteen aandacht kan worden gegeven aan het<br />
inrichten van een permanent raamwerk van groenstructuren waarvoor eveneens<br />
grondzuiverende soorten kunnen worden ingezet.<br />
Interessant is dat bij een combinatie van ophogen, afgraven, biologisch zuiveren en<br />
hemelwateropvang de mogelijkheid ontstaat om met behulp van beplantingstypen<br />
en hun specifieke ‘klimaatfunctie’ een leesbaar landschap vorm te geven van laag &<br />
nat versus hoog & droog.<br />
Combineren dient meerdere doelstellingen,<br />
waarvan de eerste drie direct uit het Deltaprogramma afkomstig zijn:<br />
- Werk met werk maken / kosteneffectiviteit<br />
- Verbinden van sectoren / waterbeheer en RO<br />
- Investeren in de toekomst / voorkomen van afwenteling<br />
- Karaktervolle ruimte maken / versterken van identiteit
Drie manieren van omgang met bodemverontreiniging / strategieën:<br />
1.<br />
2.<br />
3a.<br />
3b.<br />
schematische weergave verontreiniging<br />
afdekken met schone grond<br />
afgraven en schoonmaken op locatie<br />
biologisch schoonmaken met tijdelijke aanplant<br />
biologisch schoonmaken met permanente aanplant<br />
werken wonen<br />
gemengd gebied<br />
park<br />
29
3.2 COMBINATIEKAART <strong>ZAAN</strong> / <strong>IJ</strong>-<strong>OEVERS</strong><br />
Maatregelen<br />
30<br />
Waterveiligheid<br />
inundatiegebied<br />
droog & veilig gebied<br />
diverse maten van<br />
bodemverontreiniging<br />
open water<br />
deelgebieden,<br />
transformatie & ontwikkelingslocaties<br />
maatregelenpakket combi<br />
schone grond & waterveiligheid<br />
veilig stellen electriciteitsnetwerk<br />
veilig stellen drinkwatervoorziening<br />
overstroombaar gebied, vastleggen eigen risico<br />
beschermende mini-dijkring<br />
bouwen op terpen<br />
beschermende sokkel/plint<br />
drijvend bouwen<br />
Hemelwateropvang<br />
afstroomrichting hemelwater<br />
lineaire opvang, infiltratie<br />
en transport naar open water<br />
opvangmaatregelen in gebied<br />
(waterbestendige eenheid)<br />
opvang en infiltratie<br />
in groenvoorziening<br />
Bodemsanering<br />
afdekken en ophogen<br />
afgraven en intern verplaatsen<br />
zuivering door tijdelijk groen<br />
zuivering door permanent groen<br />
Toepasbaarheid bodemstrategie:<br />
in beperkte mate<br />
op meerdere plekken in het deelgebied<br />
op het merendeel van het deelgebied
Specifieke deellocaties / identiteiten<br />
Ei van Hembrug/<br />
beschermende mini-dijkring<br />
Eilandenrijk Achtersluis<br />
De zachte Zaan / <strong>IJ</strong>-oever<br />
Pieren met vistas op het <strong>IJ</strong><br />
Gradiëntenlandschap NDSM<br />
Strips op sokkels<br />
Tuindorp Oostzaan<br />
met eigen hemelwateropvang<br />
Legenda<br />
open water<br />
inundeerbaar gebied<br />
hogere gronden / veilig<br />
diepe polder<br />
fietsverbinding aan het water<br />
hoog gelegen infrastructuur<br />
groenstructuur / parkzone<br />
hemelwateropvang / infiltratiegebied<br />
special: waterpark<br />
3.3 RUIMTEL<strong>IJ</strong>K CONCEPT <strong>ZAAN</strong> / <strong>IJ</strong>-<strong>OEVERS</strong><br />
De klimaatbestendige combinaties worden vooral ingezet<br />
om specifieke plekken & karaktervolle ruimte te maken.<br />
31
32<br />
Hembrugterrein<br />
deeluitwerking 1
5: Productie wapens<br />
01<br />
meentelijk 8 rijksmonument monument<br />
1899<br />
ij wapendepot munitiefabriek / kantoor<br />
aan het Zijkanaal g,<br />
en d van gebied het 3: terrein met Productie links 5: Productie munitiewapens<br />
et laboratorium). Helemaal<br />
g van de opzichter van de<br />
41-1996:<br />
de munitiefabriek.<br />
eg gebied waar<br />
en.<br />
an de kleinschalige<br />
n de voormalige<br />
uw 1).<br />
rrein door de aanleg<br />
atie in kaart op<br />
ehele noordelijke<br />
stad<br />
Hembrugterrein, omstreeks 2002. [eurometaal]<br />
56 rijksmonument<br />
14 rijksmonument<br />
1896 1901<br />
opslag magazijn van gietkasten mobilisatievoorraden<br />
gebied gebied 6: beproevingsgebied<br />
5: Productie wapens<br />
Hoofdstuk 4. DEELTUITWERKING HEMBRUGTERREIN, <strong>ZAAN</strong>STAD<br />
Zones oP Het Hembrugterrein<br />
structuur<br />
1.6 Flora en fauna<br />
wATERfRONT pROdUCTIEgEBIEd<br />
impressie van de nieuwe balkenhaven aan het noordzeekanaal, in het eerste kwart van de twintigste eeuw. rechts is de spoorlijn amsterdam-Zaandam te zien met de Hembrug, met pal hiernaast de eerste fabrieksgebouwen van de<br />
artillerie inrichtingen op het Hembrugterrein. [Holleman, 2006]<br />
18 Hembrugterrein Zaanstad<br />
de Havenstraat, ten oosten van het Hembrugterrein langs Zijkanaal g<br />
(Voorzaan). Het is goed te zien dat het terrein is opgehoogd.<br />
RANdEN<br />
57 gemeentelijk 29 a/b gemeentelijk monument monument<br />
1896 1900<br />
sasgebouw, controle, kardoezen opslag en drukkerij<br />
lichtbakken gebied 4: Productie patronen<br />
gebied 3: Productie munitie<br />
Hoofdstructuur artillerie inrichtingen: verbinding van de drie fabrieken,<br />
begeleid door een klinkerstrook, groen en bovengrondse leidingen.<br />
HOOfd- EN SECUNdAIRE STRUCTUUR<br />
1.5 Hoogbouw<br />
Het gehele terrein valt buiten de Schiphol- en straalcontouren (150m-grens).<br />
Voor het gebied is hoogbouw mogelijk, zodanig dat het passend is binnen he<br />
positieve advisering heeft van het Adviesteam Hoogbouw.<br />
De plekken waar hoogbouw mogelijk is volgen uit het Beeldkwaliteitsplan en als<br />
het betreffende initiatief een meerwaarde voor de stad is én positieve adviserin<br />
Hoogbouw.<br />
Aanvullend geldt dat in gebieden waar een vorm van supervisie actief is, zoals bij<br />
een hoogbouwinitiatief overgelaten wordt aan het betreffende programma. Dit<br />
gelden voor het Hembrugterrein.<br />
De<br />
BOS<br />
aanwe<br />
door d<br />
75 betrek<br />
voorna<br />
de 189 ton<br />
onderd<br />
Natura<br />
sch aangew<br />
Habita<br />
Natuur geb<br />
Het K<br />
genoem<br />
en dus<br />
Het Kle<br />
groot<br />
van dit<br />
tracé van de voormalige spoorlijn op het militair terrein. rechts zijn aarden loofbo<br />
wallen, waartussen munitiedepots waren.<br />
bosstru<br />
69 rijksmonument<br />
41 rijksmonument<br />
1901 1897 - 1900<br />
munitiemagazijn, bureelgebouw ‘kleine munitiefabriek<br />
boerderij’<br />
gebied gebied 3: Productie 1: waterfront munitie formeel<br />
smalspoor. de hoofdroutes maken grofweg een kruisvorm.<br />
op het Hembrugterrein is een duidelijk onderscheid te Het waterfront bestaat uit een strook representatieve een open opzet nabij het plofbos, waarin voorzieningen<br />
de oudste wegen langs het Hembrugterrein zijn de<br />
de hoofdstructuur op het terrein bestaat uit twee Bijlage Ontwikkelkader de oost-west Nieuw as Hembrug loopt vanaf November de oude 2011 laadplek bij Zijkanaal<br />
maken tussen het industriecomplex van de artillerie<br />
gebouwen langs het noordzeekanaal, waarin vroeger de tegen de impact van eventuele ontploffingen zijn genomen<br />
Hemkade langs het noordzeekanaal en de Havenstraat onderdelen. ten eerste het oude tracé van het kopspoor g, door alle productiegebieden (munitie, patronen,<br />
inrichtingen en het beboste gedeelte, dat grotendeels portiersloges, kantoren en schaftlokalen van de fabrieken (gebouwafstand, aarden wallen, sloten, groenstructuren en<br />
langs Zijkanaal g. Vanaf de vestiging van de artillerie dat bij Zaandam aantakte op de spoorlijn naar amsterdam. wapens) en eindigt met een knik op het spoortracé. dit<br />
samenvalt met het militair terrein (algemeen<br />
waren ondergebracht. Voorbij het beeldbepalende<br />
bliksemafleiders). In alle delen van het industriecomplex<br />
inrichtingen<br />
Verdedigingspark<br />
was de Havenstraat<br />
en sectorpark<br />
lange<br />
Zaandam)<br />
tijd de enige<br />
aan de<br />
Het is<br />
gebouw<br />
een op<br />
429<br />
zichzelf<br />
(patronenfabriek<br />
staande lange<br />
uit<br />
lijn<br />
de<br />
in<br />
jaren<br />
het gebied.<br />
vijftig) verandert<br />
de is de<br />
vond<br />
belangrijkste<br />
omvangrijke<br />
route<br />
sloop<br />
over<br />
plaats,<br />
het terrein<br />
zonder<br />
van<br />
dat<br />
de artillerie<br />
de<br />
verharde noordzijde verbinding hiervan. met Het Zaandam. gebied de van wegen de artillerie inrichtingen sporen het zijn waterfront verdwenen, in een maar groenzone, de structuur die de is nog monding dominant van inrichtingen, herkenbaarheid die precies van tussen het geheel de (verdwenen) en de delen grote verloren ging.<br />
functioneerden is verbijzonderd behalve aan als de hoofdverbinding waterkant, dit waterfront tevens als vormt los- aanwezig. Zijkanaal Van g waarde in het noordzeekanaal zijn de lange doorzichten begeleidt. langs Het is het een productiehallen en de magazijnen doorliep. over deze as<br />
en laadkade. de derde de kenmerkende westgrens van zone het van terrein het terrein. is de Provinciale de zones terrein, informeel die op geen gebied, andere met verschillende plek zo sterk soorten aanwezig gebouwen, zijn. is het Het fabriekscomplex bos heeft een in historisch zijn geheel gedeelte, te overzien, van beproeving maar de<br />
weg vloeien n203, tot in 1983 elkaar tevens over, maar het spoortracé tussen bos van en de waterfront lijn / ten noorden groenstructuren van de dr. en j.m. verkavelingsrichtingen.<br />
den uylweg, op het kruispunt zichtlijnen (plofbos) lopen en niet opslag door (algemeen tot buiten het Verdedingspark Hembrugterrein. en<br />
amsterdam-Zaandam. productiegebied is de een noordgrens groot contrast is de in dr. karakter, j.m. den wat vooral Provincialeweg met oud Zaenden, is nog een restant van de zichtlijn sectorpark mondt Zaandam), aan de westzijde met veel uit monumenten, op het ketelhuis. een dat diverse<br />
100 © steenHuismeurs Hembrugterrein bV, sePtember Zaanstad2010.<br />
uylweg, te maken aangelegd heeft omstreeks met het dichte 1990, groen. die de de noordpunt structuren van (wegen, het spoortracé Het productiegebied aanwezig. omvat de installaties van de voormalige heeft aanleg te maken en uiteenlopende met de hoofdstoomleidingen, gebouwtypes en die -vormen. ook de naar<br />
het terrein bovengrondse afsnijdt. leidingennetwerk en groen) en zichtlijnen artillerie inrichtingen. de oorspronkelijke indeling, met centrale het oosten oost-west en as westen volgen. toe Ze is lopen het bos rechtstreeks cultuurhistorisch naar het van<br />
aangegeven op de kaart hiernaast vormen de verbindende ten tweede naast elkaar zijn er de de wapen-, belangrijkste patronen- routes en van munitiefabrieken<br />
de interne ketelhuis minder toe. belang aan de (schietbanen, oostzijde loopt spoorlijn, de zichtlijn mobilisatiecomplex)<br />
niet door tot<br />
elementen tussen de zones. naast een verbindende functie wegenstructuur. bleef herkenbaar deze in zijn de (tegenwoordig) ruimtelijke opzet. te herkennen deze bestaat aan<br />
een verharding van twee of drie stelconplaten naast elkaar,<br />
het water, en heeft maar het buigt vooral met betekenis een knik als af naar leegte Zijkanaal (buffer) g. en gebied<br />
tussen de zones.<br />
met klinkerstroken gebouwen, een en aaneenschakeling een begeleidende van groenstructuur.<br />
fabriekshallen uit de hoofdverbinding omgeving met een in de open noordzuid-richting landschapsopbouw. loopt van de<br />
meentelijk 56 rijksmonument monument 112 gemeentelijk fungeren 57 gemeentelijk diverse structuren monument echter monument ook als begrenzing 162 gemeentelijk respectievelijk 69 rijksmonument uit een monument open structuur van vrijstaande 191 van 75 relatieve stilte en beslotenheid in een hectische 33<br />
197<br />
Bron: DHV
De luwe gedeelten van het Hembrug-terrein vallen samen<br />
met de groene randen aan de oost-, west- en noordzijde.<br />
De eenheden zijn ondergeschikt aan de huidige groene<br />
4.1 uitstraling PRINCIPES van het Hembrugbos EN en lenen CONCEPT zich voor een HEMBRUGTERREIN<br />
introverte en minder publieke programmering. Gedacht<br />
wordt aan bijvoorbeeld dienstverlening, woningbouw of<br />
atelierruimtes.<br />
Het hart van het luwe gedeelte is het Hembrugbos met zijn<br />
bunkers en zeldzaamheden. Dit gedeelte is alleen bereikbaar<br />
voor voetgangers en fietsers. Het is het rustpunt van<br />
het Hembrug-terrein en voor de Zaankanters. En stelsel<br />
van paden en lanen verbindt het bos met de rest van het<br />
terrein en met de randen, zodat een goede doorlaatbaarheid<br />
is gegarandeerd.<br />
Leidende ontwerpvraag:<br />
Hoe kunnen we het bestaande plan voor de gebiedsontwikkeling, klimaatbestendig maken?<br />
7 Boskavels<br />
3 Campus<br />
De driedimensionale grensen van de ontwikkeleenheden<br />
8 Enclaves aan de oostzijde<br />
4 Uitwisselzone<br />
1 Front<br />
De ontwikkeleenheden zijn:<br />
7. Boskavels: vrije kavels in een groene setting.<br />
8. Enclaves aan de oostzijde: hergebruik van de<br />
kazernes en toevoegen nieuwe enclaves.<br />
9. Hembrugbos: recreatie bos met divers padenstelsel.<br />
5 Bospaviljoens<br />
2 Ladder<br />
6 Kop v/d Kaap<br />
Uitgangssituatie: het ontwerp van Palmbout urban landscapes<br />
34<br />
39<br />
Workshopschets
Op het Hembrugterrein is de problematiek van de bodemvervuiling zeer dominant.<br />
Daarbij zijn de cultuurhistorische waardevolle gebouwen en het centrale bosgebied<br />
belangrijke te behouden kwaliteiten. Voor het Hembrugterrein is een ruimtelijk plan<br />
gemaakt door Palmbout urban landscapes dat voor de gemeente Zaanstad een hard<br />
uitgangspunt is. De vraag die we hier voor de ontwerpsessie hebben gesteld is: “Hoe<br />
kunnen we dit bestaande plan voor gebiedsontwikkeling klimaatbestendig maken?”<br />
Planbeeld ontwerpvoorstel<br />
Een moeilijkheid is saneren terwijl veel gebouwen er al staan. Daarom is gekozen<br />
om per deellocatie vervuilde grond af te graven en te vervangen door schone<br />
grond. Ontwikkelingen zullen in een aantal kleinere stappen worden gedoseerd. Een<br />
campus milieu is als eerste ontwikkeling gedacht. Het idee is om de vervuilde grond<br />
hier weg te halen en te verplaatsen binnen het gebied naar de oostelijke randlocatie.<br />
Deze locatie is aanzienlijk later in de ontwikkeling gedacht. Hierdoor kan hier op<br />
biologische wijze worden schoongemaakt. En daarmee wordt de locatie in de loop<br />
van de tijd eveneens gradueel opgehoogd, wat deze –op dit moment lage- plek<br />
tevens waterbestendig kan maken.<br />
Een groot deel van de buitenrand van Hembrug zou zo op termijn eenvoudig op<br />
veilige hoogte kunnen worden gebracht waarmee het lager gelegen binnendeel<br />
meteen beschermd is voor overstromingen. De monumenten staan allemaal bijna op<br />
veilige hoogte, hier is sprake van een beperkte inundatie. Het nieuwe vastgoed zou<br />
op veilige hoogte kunnen worden gebracht door een beperkte extra ophoging. De<br />
interne hoogteverschillen die dan ontstaan, kunnen eenvoudig worden opgevangen<br />
in de terreininrichting, bijvoorbeeld in wegprofielen.<br />
Als de gehele buitenrand van het Hembrug in de loop van de tijd op veilige hoogte<br />
wordt gebracht is er voor de opvang van hevige buien een interne locatie nodig<br />
die het hemelwater kan opvangen. Het noordelijke deel van het bos wordt daar<br />
geschikt voor geacht. Een bestaande opgetilde infrastructuur van leidingen in het<br />
zuidelijk deel van het gebied zou voor het transport van hemelwater vanaf de daken<br />
kunnen worden hergebruikt om de relatief grote afstand te overbruggen en om het<br />
watertransport beleefbaar te maken.<br />
In het “monumentale bos” is saneren van de vervuilde grond ook moeilijk. Afgraven<br />
en afvoeren zal onherstelbare schade aan het bos toebrengen, afdekken heeft<br />
eveneens een schadelijk effect. Daarmee is dit ruimtelijk en visueel aantrekkelijke<br />
bos moeilijk toegankelijk. Om het recreatieve potentieel van het bos te benutten, is<br />
een stelsel van verhoogde paden bedacht dat het mogelijk maakt om door het bos te<br />
bewegen, los van de vervuilde grond. Dit pad kan iets boven het maaiveld ‘zweven’<br />
of zou gecombineerd kunnen worden met een pad in de boomkruinen.<br />
Het voorstel wordt op de volgende pagina’s verder uitgewerkt.<br />
35
Overzicht van voorgestelde maaiveldpeilen en bijbehorende maatregelen<br />
Diepst gelegen deel geschikt maken voor piekberging hemelwater,<br />
aanpassen/ aanvullen beplantingstypen in het bosgebied.<br />
Ophogingslocatie wordt in stappen opgevuld met<br />
vervuilde grond, die eveneens stapsgewijs wordt<br />
gereinigd met tijdelijke groenaanplant.<br />
Dit plandeel (de Boskavels) is het laatst inde fasering<br />
gepland door de gemeente Zaanstad.<br />
De geprojecteerde hoogte correspondeert met het<br />
volume schoon te maken grond op de nevenliggende<br />
ontwikkelingslocatie.<br />
36<br />
Bestaand maaiveld reeds op waterveilige hoogte of eenvoudig<br />
op hoogte te brengen (bijvoorbeeld door nieuwe infrastructuur<br />
een decimeter hoger aan te leggen).<br />
Historische panden en monumenten kunnen goed worden<br />
geïntegreerd doordat slechts kleine hoogteverschillen hoeven<br />
te worden overbrugd.<br />
gemiddeld waterpeil <strong>IJ</strong> /<br />
inundatieniveau bij doorbraak Lekdijk
stapsgewijs ophogen en biologisch reinigen Op het geplande Campusterrein wordt<br />
de vervuilde grond vervangen door<br />
schone grond. Dit plandeel is het eerst<br />
gedacht in de tijd (door gemeente<br />
Zaanstad)<br />
De vervuilde grond wordt binnen de locatie gereinigd op het plandeel Boskavels,<br />
dat het laatst in de (ontwikkelings)tijd is gedacht.<br />
Uitwisselingsschema’s Hembrugterrein:<br />
grondverplaatsing & biologische reiniging<br />
in doorsnede en planschema<br />
Hemelwateropvangmaatregelen centraal in het<br />
bosgebied. Verzamelen in het diepst gelegen<br />
punt, aanpassen/ aanvullen beplantingstypen.<br />
De buitenzijde van de mini-dijkring watert af<br />
naar het open water.<br />
toepassing grondstrategieën<br />
zie uitwisselingsschema’s<br />
beschermende mini-dijkring<br />
plaatselijk ophogen<br />
Klimaatbestendige thema’s<br />
37
4.2 UITWERKING IN TWEE DOORSNEDEN<br />
Doorsnede 1<br />
schaal 1: 1.500<br />
1A<br />
intern verplaatsen vervuilde grond<br />
Combinatieschema<br />
38<br />
boskavels, op te hogen gebied (onderdeel mini-dijkring)<br />
infiltratie<br />
biologische reiniging van de grond door tijdelijke groenaanplant<br />
stapgewijs ophogen met vervuilde grond<br />
+ stapsgewijs biologisch reinigen<br />
intern verplaatsen vervuilde grond<br />
campus, nieuwbouw & historische panden<br />
hergebruik opgetilde leidingstraten<br />
voor transport hemelwater<br />
aanvullen met schone grond<br />
afgraven vervuilde grond<br />
hemelwater opvang<br />
aanvoer schone grond van buiten het gebied
cultuurhistorisch waardevol bosgebied, toegankelijkheid verbeteren (de hogere gronden zijn onderdeel mini-dijkring)<br />
infiltratie<br />
biologische reiniging van de grond door permanente groenaanplant<br />
infiltratie<br />
Havenstraat<br />
voor <strong>ZAAN</strong><br />
1A<br />
1B<br />
MHW +1,40 NAP (doorbraak Lekdijk)<br />
-0,40 NAP<br />
regulier peil<br />
1B<br />
39
Doorsnede2<br />
schaal 1: 1.500<br />
2A<br />
MHW +1,40 NAP<br />
-0,40 NAP<br />
regulier peil<br />
Combinatieschema<br />
40<br />
<strong>IJ</strong> Hemkade (onderdeel mini-dijkring)<br />
uitwisselzone, nieuwbouw & historische bebouwing<br />
cultuurhistorisch waardevol bosgebied<br />
zie doorsnede 1<br />
hemelwater opvang<br />
intern verplaatsen vervuilde grond<br />
hergebruik opgetilde leidingstraten voor transport hemelwater<br />
aanvullen met schone grond<br />
afgraven vervuilde grond<br />
aanvoer schone grond van buiten het gebied
osgebied plaatselijke verrijken met natte natuurtypen enclaves aan de oostzijde, op te hogen gebied (onderdeel mini-dijkring)<br />
hergebruik opgetilde leidingstraten voor transport hemelwater<br />
piekberging in diepste punt / plaatselijk vernatten van het bosgebied<br />
biologische reiniging van de grond door permanente groenaanplant<br />
ophogen met schone grond<br />
infiltratie<br />
aanvoer schone grond van buiten het gebied<br />
MHW +1,40 NAP (doorbraak Lekdijk)<br />
Doctor J.M. Den Uijlweg<br />
2A<br />
2B<br />
41<br />
2B
uitsnedes uit doorsneden, schaal 1: 500<br />
Doorsnede 1<br />
boskavels: +2,0 m NAP Campus: +1,50 / +1,15 m NAP bos: +0,30 m NAP<br />
Doorsnede 2<br />
42<br />
Hemkade: +1,15 / +1,50 m NAP Campus/uitwisselzone: +1,30 m NAP bos: +0,30 m NAP
os: +0,30 / +1,50 m NAP Havenstraat: +1,15 / +0,65 m NAP<br />
bos: +0,30 / -0,10 m NAP enclaves oost: +1,50 m NAP +0,65 m NAP<br />
43
44<br />
Cornelis Douwesweg / NDSM terrein<br />
deeluitwerking 2
Hoofdstuk 5. DEELUITWERKING CORNELIS DOUWESWEG / NDSM TERREIN, AMSTERDAM<br />
45
5.1 PRINCIPES EN CONCEPT CORNELIS DOUWESWEG / NDSM TERREIN<br />
Leidende ontwerpvraag:<br />
Hoe koppelen we de voorgestelde, globale klimaatbestendige ingrepen aan een plan en/of strategie voor gebiedsontwikkeling?<br />
Workshopschets<br />
46
De vraag die in de ontwerpsessie is gesteld is: “Hoe koppelen we de<br />
voorgestelde globale klimaatbestendige ingrepen aan een plan of strategie voor<br />
gebiedsontwikkeling?”. In de tweede workshop is in antwoord hierop, voor het<br />
gehele gebied een ontwerpvoorstel uitgetekend (zie schets pagina 46). We hebben<br />
dit voorstel verder verfijnd en aangescherpt.<br />
De Amsterdamse locatie is gedifferentieerd: de ruimtelijke verschijningsvorm, het<br />
programma, de hoogteligging en de mate van vervuiling varieert sterk. Dit wordt<br />
als aanleiding genomen om het gebied verder te differentiëren en te articuleren.<br />
Een continue fietspad vanaf Buiksloterham naar de Noorder-<strong>IJ</strong> plas (en verder naar<br />
Zaanstad) reigt het geheel aaneen.<br />
De fietsroute wordt aan de noordzijde grotendeels geflankeerd door een<br />
bedrijvenzone. Deze strook ten zuiden van de Cornelis Douwesweg ligt momenteel<br />
vrijwel volledig op een waterveilige hoogte van +2 meter NAP, waardoor het gebied<br />
tevens bescherming voor het achterliggende Tuindorp Oostzaan biedt. Het fietspad<br />
wordt op de veilige hoogte gepositioneerd. Aan de <strong>IJ</strong>-zijde van het fietspad gaat het<br />
maaiveld omlaag naar de verschillende, wisselende hoogtes die de terreinen nu<br />
al hebben. Hierdoor wordt het doorgaande fietspad, een grenspad tussen land en<br />
water. Vanaf het fietspad zijn de hoogteverschillen in het gebied goed te ervaren en<br />
wordt er een afwisslelend zicht op het <strong>IJ</strong> geboden.<br />
Als er meer precies wordt gekeken naar de locatie dan is het gebied te verdelen in<br />
drie deellocaties met een geheel eigen sfeer en andere relatie met het water.<br />
Het eerste gebiedsdeel ligt ruim boven de waterveilige +2 meter NAP en kent slechts<br />
een beperkte vervuiling. Het lijkt aantrekkelijk om op dit gebied, dat relatief ver weg<br />
in de ontwikkeling wordt gedacht, een vergroeningsstrategie te combineren met het<br />
biologisch zuiveren van de grond. In deze parkachtige omgeving die geleidelijk aan<br />
ontstaat, kan stapsgewijs een villamilieu worden ontwikkeld. Zeker het deel (circa<br />
50%) buiten de geluidshinder van de A10 kan zonder extra maatregelen worden<br />
ontwikkeld. Door uit te gaan van het bestaande stratenpatroon, dat verder wordt<br />
verdicht, is fasering eenvoudig. Aan de waterzijde kan het parkmilieu geleidelijk aan<br />
vernatten en een zachte oever aan het <strong>IJ</strong> vormen. Hier kunnen urban villa’s een plek<br />
vinden met in het midden een kleine marina in een bestaand havenbekken.<br />
Het tweede gebiedsdeel met de scheepsdokken is wisselend vervuild en heeft<br />
een heldere overgang tussen hoger gelegen gebied aan de Cornelis Douwesweg<br />
en het lager gelegen gebied rondom de scheepsdokken. Het fietspad markeert<br />
deze overgang en wordt deels dichter naar het water gehaald. Landinwaarts is<br />
hier sprake van een continuering van de gemengde stedelijke strook. Deze kan in<br />
stappen transformeren en verder gemengd van karakter worden. Aan de <strong>IJ</strong> zijde<br />
volgen bebouwd en onbebouwd elkaar abrupt op. De scheepsdokken worden open<br />
waterpartijen (met twee parkeerlagen op de bodem, voorstel Fortress) afgewisseld<br />
met stevige stedelijke stroken. Deze stroken liggen deels in overstroombaar gebied.<br />
Een waterveilige plint dramatiseert de harde overgang tussen land en water. Daar<br />
waar de diepte van de stroken groter wordt, is ook het maaiveld hoger. De diepte<br />
hier is vergelijkbaar met het Java eiland zodat er fraaie (waterveilige) binnentuinen<br />
passen. De overgang water en land is hier zachter van aard. Vanaf het fietspad<br />
ontstaat een afwisselend beeld met spannende ingekaderde vistas op het <strong>IJ</strong>.<br />
Het NDSM terrein ten slotte, is stevig vervuild en creëert een grote afstand tot water.<br />
Er is sprake van een tussenzone waarin een ondiep gelegen laag van vervuiling<br />
wordt afgegraven zodat een schonere laag vrijkomt waarop woningen gebouwd<br />
kunnen worden. Aan de waterkant wordt het terrein juist weer opgehoogd/<br />
afgedekt omdat hier ook diepere vervuiling aanwezig is. Dit worden waterveilige<br />
terpen. De grond die hier gebruikt wordt kan van elders worden gehaald, of binnen<br />
het terrein biologisch worden schoongemaakt, afhankelijk van de beschikbare<br />
tijd of traagheid in gebiedsontwikkeling. Het dieper gelegen tussengebied<br />
dramatiseert het hoogteverschil met het fietspad, maar is ook geschikt voor een<br />
natter leefmilieu, waar regenwater kan worden opgevangen. Een grondgebonden<br />
woonmilieu (referentie Borneo Sporenburg) geeft een intieme sfeer vorm, tussen<br />
een stedelijkestrook aan de Cornelis Douwesweg / Klaprozenweg aan de Noordzijde<br />
en de stevig bebouwde terpen aan het <strong>IJ</strong>. Op het NDSM-terrein bevinden zich een<br />
bijzonder park op de scheepshellingen aan het water. In dit park is de relatie met<br />
het water zo ervaarbaar mogelijk gemaakt. Het idee is om hier het hemelwater naar<br />
toe te brengen zodat ‘vanaf het land’ water in het park stroomt. Vanaf het <strong>IJ</strong> zorgen<br />
de peilfluctuaties ervoor dat het park in stappen onder water kan lopen. Zo loopt<br />
er vanuit twee zijden water het park in en zal bij wisselende weersomstandigheden<br />
een ander parkbeeld ontstaan. Dit “Waterpark” zal met het weer ook wisselen in<br />
toegankelijkheid.<br />
Alle drie de deellocaties en het waterpark zijn uitgewerkt op de volgende pagina’s.<br />
47
Overzicht van voorgestelde maaiveldpeilen en bijbehorende maatregelen<br />
48<br />
Tweede Coentunnel zorgt ervoor dat het gebied rondom<br />
Tuindorp Oostzaan als een compartimenteringskering<br />
wordt gesloten op + 2 m NAP<br />
Afgraven aan de <strong>IJ</strong>-zijde en ernaast<br />
ophogen zodat een zacht oplopende<br />
oever ontstaat met ruimte voor<br />
wetlands aan het <strong>IJ</strong>. De fietsroute<br />
ligt op de grens tussen landzijde en<br />
wetlands.<br />
Strekdammen zijn inundatiegebied,<br />
variabel van 10 tot 70 cm.<br />
bestaande maaiveldhoogtes Op te hogen plandeel waarmee de fietsroute op<br />
de grens tussen strekdammen en landzijde ligt<br />
met mooie vistas op het <strong>IJ</strong> en waarmee tevens<br />
een lager gelegen kom wordt beschermd.<br />
Kraanspoor<br />
op te hogen terp<br />
(reeds in uitvoering)<br />
Op te hogen terpen die voordat ze bebouwd worden dienen<br />
als biologische grondsaneringslocatie: nieuw groengebied<br />
Verlaagde kom tussen “hogere gronden”. De vervuilde<br />
toplaag van 50 cm wordt verwijderd, de schonere grond<br />
eronder is bewoonbaar. Het inundatieniveau wordt<br />
ongeveer 60 cm, een gebied voor nattere<br />
beplantingstypen + een locatie voor hemelwateropvang.<br />
NDSM loods<br />
Waterpark,<br />
zie pagina 58 t/m 60
Villawijkje aan het <strong>IJ</strong>,<br />
verkaveling gebaseerd op huidige stratenplan zodat stapsgewijze<br />
ontwikkeling mogelijk is (zie hoofdstuk 6 voor een mogelijke fasing)<br />
marina<br />
urban villa’s in wetlands<br />
Tuindorp Oostzaan<br />
drijvende wijk<br />
in binnenhaven<br />
stadsblokken aan de scheepdokken<br />
(vgl. dieptemaat Java-eiland)<br />
Gemengd gebied,<br />
bouwblokken gebaseerd<br />
op huidig stratenpatroon<br />
silogebouwen<br />
op strekdammen<br />
Intiem stedelijk laagbouwwijkje<br />
(vgl. maat Borneo-Sporenburg)<br />
Planbeeld ontwerpvoorstel<br />
De fietsroute langs het <strong>IJ</strong>,<br />
op de grens tussen landzijde<br />
en watermilieus<br />
Kraanspoor stadsblokken op terpen Waterpark<br />
drijvende wijk<br />
tussen strekdammen<br />
NDSM loods<br />
49
Urban villa’s op floodproof sokkel<br />
in wetlands aan het <strong>IJ</strong><br />
Floodproof sokkels en plinten<br />
verwerkt in kadeprofielen<br />
bouwen op terpen<br />
bouwen op terpen<br />
50<br />
intern verplaatsen<br />
van vervuilde grond<br />
ophogen met nieuwe schone grond,<br />
afdekken vervuiling (huidige strategie)<br />
biologisch reinigen grond,<br />
is tijdelijke parkruimte en in tijd ontstaat ruimte voor bebouwing van de terp<br />
Cornelis<br />
Douwesweg<br />
biologisch reinigen grond,<br />
in tijd ontstaat ruimte voor bewoning / villamilieu<br />
intern verplaatsen van vervuilde grond<br />
naar schoonmaakterp<br />
biologisch reinigen grond, tijdelijke functie<br />
afgraven vervuilde toplaag<br />
Tuindorp Oostzaan<br />
Cornelis<br />
Douwesweg<br />
inundeerbare kom<br />
intiem stedelijk woonmilieu en tevens opvanglocatie<br />
hemelwater met natte groentypen<br />
NDSM terrein<br />
Tuindorp Oostzaan<br />
Uitwisselingsschema:<br />
grondverplaatsing & biologische reiniging in doorsnede
Klimaatbestendige thema’s<br />
toepassing grondstrategieën<br />
zie uitwisselingsschema’s<br />
Verschillende strategieën voor<br />
waterveiligheid gerelateerd aan<br />
locatiekenmerken.<br />
Zie doorsnede op pagina 48<br />
interne verplaatsing<br />
vervuilde grond<br />
permanente groenstructuur maakt vervuilde grond schoon en vangt hemelwater op<br />
hemelwateropvang door infiltratie<br />
directe afvoer naar open water<br />
verzamelen hemelwater in dieper gelegen wadi,<br />
overloop naar open water<br />
Uitwisselingsschema:<br />
grondverplaatsing & biologische reiniging in planschema<br />
biologische schoonmaak lokale vervuiling<br />
met tijdelijke groenaanplant<br />
aanvoer schone grond<br />
hemelwateropvang<br />
schoonmaakterp<br />
interne verplaatsing<br />
vervuilde grond<br />
51
5.2 UITWERKING IN DRIE DOORSNEDEN<br />
Doorsnede 1<br />
schaal 1: 1.250<br />
1A<br />
MHW +1,40 NAP (doorbraak Lekdijk)<br />
-0,40 NAP<br />
regulier peil<br />
Combinatieschema<br />
52<br />
<strong>IJ</strong><br />
urban villa’s in wetlands, de waterkant van het <strong>IJ</strong> wordt zachter & groener<br />
de <strong>IJ</strong>-oever loopt geleidelijk op, tussen water en fietspad ontstaat een “hellend vlak”<br />
afgraven vervuilde grond aan het <strong>IJ</strong><br />
biologische reiniging met permanente groenaanplant<br />
ophogen<br />
intern verplaatsen vervuilde grond<br />
het fietspad, grens tussen water & land<br />
recreatieve route aan het <strong>IJ</strong><br />
infiltratie<br />
aanvoer vervuilde grond vanaf NDSM terrein
innenstedelijk villa-wijkje, +2,60 m NAP Cornelis Douwesweg, +0,50 / +2,00 m NAP<br />
Tuindorp Oostzaan, -1,90 / -2,60 m NAP<br />
infiltratie<br />
biologische reiniging van de grond door permanente groenstructuur & tijdelijke groenaanplant (uitgeefbaar)<br />
1B<br />
1A<br />
1B<br />
53
Doorsnede 2<br />
schaal 1: 1.250<br />
2A<br />
-0,40 NAP<br />
regulier peil<br />
Combinatieschema<br />
54<br />
MHW +1,40 NAP (doorbraak Lekdijk)<br />
<strong>IJ</strong><br />
binnenhavens in de voormalige droogdokken, bovenop afgezonken parkeergarages (voorstel Fortress)<br />
inundeerbaar gebied, niveau: +1,15 / +1,30 m NAP, een beetje water op straat (tot 25 cm)
het fietspad, grens tussen water & land, +2,00 m NAP<br />
mooie vistas tussen de bebouwde pieren op het <strong>IJ</strong><br />
oppervlakkige afvoer hemelwater<br />
ophogen fietsroute<br />
aanvoer vervuilde grond vanaf NDSM terrein<br />
gemengd stedelijk gebied, +2,00 m NAP<br />
oppervlakkige afvoer hemelwater<br />
Cornelis Douwesweg, +0,50 m NAP<br />
opvang hemelwater, piekberging<br />
2B<br />
2A<br />
2B<br />
Tuindorp Oostzaan, -1,70 / -2,30 m NAP<br />
55
Doorsnede 3<br />
schaal 1: 1.250<br />
56<br />
3A<br />
MHW +1,40 NAP (doorbraak Lekdijk)<br />
-0,40 NAP<br />
regulier peil<br />
3B<br />
3A<br />
<strong>IJ</strong><br />
terassenkade aan het <strong>IJ</strong><br />
Combinatieschema<br />
oppervlakkige afvoer hemelwater<br />
ophogen met schone grond, afdekken van vervuilde grond<br />
hogere terp met stedelijke blokken (bestaand plan)<br />
aanvoer schone grond<br />
van elders op het NDSM terrein
lager gelegen intiem, groenstedelijk woonmilieu<br />
inundeerbaar gebied, niveau: 60 cm<br />
opvang hemelwater, piekberging<br />
afgraven vervuilde grond tot de schone(re) laag,<br />
het maaiveld niveau wordt hiermee met 50 cm verlaagd<br />
intern verplaatsen vervuilde grond<br />
het fietspad, grens tussen hoger & lager gelegen land<br />
zicht op lager gelegen terrein met doorkijkjes naar het <strong>IJ</strong><br />
oppervlakkige afvoer hemelwater<br />
ophogen fietsroute<br />
gemengd stedelijk gebied<br />
3B<br />
vervuilde grond<br />
gebruiken voor<br />
ophogen fietsroute<br />
langs het <strong>IJ</strong> Biologische reiniging van vervuilde grond met<br />
tijdelijke groenaanplant, op terp elders op NDSM<br />
terrein. Schone grond wordt intern hergebruikt<br />
(langs de <strong>IJ</strong>-oevers)<br />
57
5.3 UITWERKING SPECIAL: WATERPARK NDSM<br />
Hergebruik scheepshelling NDSM als waterpark waar het water op verschillende manieren te ervaren is:<br />
Subtiele peilfluctuaties van het <strong>IJ</strong> worden uitvergroot en regenwater wordt zichtbaar & ervaarbaar verzameld en tijdelijk vastgehouden.<br />
Impressie 1: waterpark bij droog weer en laag waterpeil <strong>IJ</strong>: -0,50 meter NAP<br />
58
Impressie 2: waterpark bij regen en hoog waterpeil <strong>IJ</strong>: -0,30 meter NAP<br />
waterpark<br />
NDSM<br />
59
Impressie 3: waterpark bij een wolkbreuk en extreem waterpeil <strong>IJ</strong>: -0,10 meter NAP<br />
60
5.4 UITWERKING VERVOLG<br />
zoom op NDSM, doorsnede 3, schaal 1: 500<br />
terp: +2,90 m NAP<br />
laagbouw kommetje: +0,80 m NAP wadi +0,30 m NAP<br />
terassenkade: +0,40 / +1,30 / +1,80 / +2,30 m NAP terp: +2,30 / +2,90 m NAP<br />
het fietspad +2,00 m NAP<br />
kade Kraanspoor: +1,30 m NAP binnenhaven aan het <strong>IJ</strong><br />
61
uitsnedes uit doorsneden 1 & 2 & 4, schaal 1: 500<br />
Doorsnede 2<br />
Doorsnede 4<br />
kades grote droogdokken: +1,15 / +1,30 m NAP<br />
strekdam: +1,15 m NAP kades kleine droogdokken: +0,70 m NAP<br />
62<br />
het fietspad: +2,00 m NAP
Doorsnede 1<br />
zachte <strong>IJ</strong>-oever: -0,50 m NAP, wetland... ...geleidelijk oplopend naar +2,30 m NAP hoogte voor het fietspad... ...en +2,60 m NAP bestaand maaiveld (MV)<br />
kades grote droogdokken: +1,15 / +1,30 m NAP oever Keerkringpark: +0,40 m NAP oplopend naar + 2,60 m NAP (MV)<br />
63
Doorsnede 4<br />
schaal 1: 1.800<br />
4A<br />
64<br />
Kraanspoor drijvend wijkje in binnenhaven, omarmd door twee parkdammen silodam gebouwen aan voormalige droogdokken<br />
variatie in openbaarheid van kades<br />
ruimte voor een stadsblok<br />
“koud” aan het water<br />
adaptieve bebouwingstypologieën:<br />
inundeerbaar gebied, niveau: +0,70 m NAP<br />
bescherming nodig, tot 70 cm water<br />
drijvend bouwen in permanent water wetproof bouwen (opgetild gebouw)<br />
waterdichte sokkel, hoog
oyale stadsblokken aan voormalige droogdokken, ruimte voor groene binnenterreinen (totale dieptemaat vergelijkbaar Java-eiland)<br />
binnenhavens in de voormalige droogdokken, bovenop afgezonken parkeergarages (voorstel Fortress)<br />
waterdichte sokkel, laag<br />
beschermende plint, laag<br />
inundeerbaar gebied, niveau: +1,15 / +1,30 m NAP<br />
een beetje water op straat (tot 25 cm)<br />
beschermende plint, laag<br />
mini-terp. plaatselijke ophoging<br />
drijvend wijkje in binnenhaven zachte parkoever, Keerkringpark<br />
grenzend aan villawijkje<br />
drijvend bouwen in permanent water<br />
4B<br />
4A<br />
4B<br />
65
LEGENDA TRANSFORMATIE LOCATIES GROENE STRUCTUREN<br />
66<br />
bestaande bebouwing<br />
bestaand groengebied<br />
open water<br />
Overhoeks, plannen DRO<br />
Buiksloterham, plannen DRO<br />
Hembrugterrein, plan Palmbout<br />
Stadsblokken aan de Cornelis Douwesweg,<br />
gemengd stedelijk gebied<br />
Stedelijke strekdammen<br />
aan de voormalige scheepsdokken<br />
dijvende woonwijkjes<br />
Intiem stedelijk laagbouwmilieu<br />
groenstedelijk villa-milieu<br />
schematische verkaveling<br />
Achtersluispolder en omgeving<br />
vrijliggend fietspad<br />
recreatieve hoofdroute<br />
zachte waterrijke oevers<br />
bodemzuiverende parkstructuur<br />
tijdelijke bodemzuiverende<br />
groenzone<br />
piekberging in groenstructuur /<br />
parken / sportvelden<br />
piekberging in reeks waterpleinen<br />
(Tuindorp Oostzaan)<br />
special 1: cultuurhistorisch<br />
waardevol bosgebied Hembrug<br />
special 2: waterpark op de<br />
scheepshelling NDSM
Als we de deeluitwerkingen doortrekken naar het gehele studiegebied van de<br />
proeftuin Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers dan is dit het totaalbeeld dat zou kunnen ontstaan.<br />
Het is een illustratie van het stedelijk milieu dat zou kunnen worden ontwikkeld<br />
door klimaattechnische onderwerpen zoals waterveiligheid, hemelwateropvang en<br />
bodemverontreiniging te combineren met de Ruimtelijke Ordening ambities zoals<br />
deze zijn geformuleerd in MIRT Zaan/<strong>IJ</strong> en de structuurvisies van Amsterdam &<br />
Zaanstad.<br />
We willen hiermee aantonen dat er niet alleen goede combinaties zijn te maken<br />
tussen verschillende doelstellingen, maar dat het zelfs een meerwaarde oplevert.<br />
Doordat er een uitgesproken ruimtelijke articulatie hoort bij de klimaatthema’s, kan<br />
het gebied een extra kwaliteitsimpuls worden gegeven: zoals de realisatie van meer<br />
differentiatie in hoogteverschillen, een typologische verrijking van bebouwingstypen<br />
en een karakteristieke openbare ruimte zoals het Waterpark.<br />
Tot slot van deze rapportage schetsen we hoe het studiegebied stapsgewijs zou<br />
kunnen transformeren naar 2050 toe.<br />
Hoofdstuk 6. TOTAALBEELD PROEFTUIN <strong>ZAAN</strong> / <strong>IJ</strong>-<strong>OEVERS</strong><br />
67
6.1 FASERING, SIMULATIE VAN EEN ONTWIKKELING IN STAPPEN<br />
Huidige situatie, anno 2012<br />
Legenda<br />
68<br />
Bestaande bebouwing<br />
Bestaand groengebied
Stap 1<br />
Legenda<br />
Nieuwe recreatieve fietsroute<br />
Tijdelijke fietsverbinding<br />
Biologische reiniging, tijdelijke groenaanplant<br />
Biologische reiniging, permanente groenstructuur<br />
Afgraven verontreiniging<br />
Nieuwe ontwikkelingen<br />
Sportvelden als piekberging<br />
69
Stap 2<br />
Legenda<br />
70<br />
Nieuwe recreatieve fietsroute<br />
Biologische reiniging, tijdelijke groenaanplant<br />
Biologische reiniging, permanente groenstructuur<br />
Afgraven verontreiniging<br />
Nieuwe ontwikkelingen<br />
Extra waterberging in open water<br />
Gelaagde biologische reiniging/ophoging in stappen
Stap 3<br />
Legenda<br />
Nieuwe recreatieve fietsroute<br />
Biologische reiniging, tijdelijke groenaanplant<br />
Biologische reiniging, permanente groenstructuur<br />
Afgraven verontreiniging<br />
Nieuwe ontwikkelingen<br />
Gelaagde biologische reiniging/ophoging in stappen<br />
71
Stap 4 & 5<br />
totaalbeeld 2050<br />
Legenda<br />
72<br />
Transformatie/herontwikkeling<br />
Nieuwe groengebieden en structuren<br />
Bestaande bebouwing<br />
Bestaand groengebied
Inundatiekaaart<br />
behorend bij het totaalbeeld<br />
Legenda<br />
Dijk<br />
boven NAP +140 NAP cm +140 cm, droog<br />
Inundatie -20 cm 20 cm<br />
Inundatie -30 cm 30 cm<br />
Inundatie -40 cm 40 cm<br />
Inundatie -50 cm 50 cm<br />
Inundatie -60 cm 60 cm<br />
Inundatie -80 cm 80 cm<br />
Inundatie -100 cm 100 cm<br />
Inundatie -120 cm 120 cm<br />
Inundatie -140 cm 140 cm<br />
Inundatie -180 cm 180 cm<br />
Inundatie -220 cm 220 cm<br />
Inundatie 300 cm<br />
-300 cm<br />
-410 cm<br />
-540 cm<br />
Waterpeil +1,40 meter NAP<br />
(doorbraak Lekdijk)<br />
6.2 WATERVEILIGHEID TOEKOMSTIGE SITUATIE<br />
73
B<strong>IJ</strong>LAGEN<br />
75
PROCES AANPAK<br />
Tijdens een startoverleg met de opdrachtgever van DPNH en het kernteam bestaand<br />
uit de gemeente Amsterdam en Zaanstad, Waternet en Hoogheemraadschap<br />
Hollands Noorderkwartier is de opgave voor de proeftuin gezamenlijk verfijnd.<br />
Tevens is de deelnemerslijst van personen opgesteld die uitgenodigd worden voor de<br />
ateliersessies.<br />
De twee ateliersessies zijn voorbereid door de benodigde achtergrondinformatie<br />
te verzamelen voor de eerste sessie en door dit materiaal te actualiseren en te<br />
verdiepen voor de tweede sessie. De ateliersessies zijn als volgt ingericht:<br />
Eerste atelier, visie waterbestendige Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers<br />
Tijdens het eerste atelier op locatie zijn oplossingen voor een waterbestendige Zaan/<br />
<strong>IJ</strong>-oevers in de breedte verkend. Daarbij zijn de drie vragen van pagina 5 onder de<br />
loep genomen tegen de achtergrond van twee waterveiligheidsrisico’s: doorbraak<br />
Lekdijk en falen sluizen bij <strong>IJ</strong>muiden. Er is gezocht naar slimme combinaties,<br />
ruimtelijke meerwaarde en de zin en onzin van verschillende waterbestendige<br />
ingrepen. Voor een doorbraak in de Lekdijk is een korte termijnperspectief<br />
gehanteerd: een slim stappenplan. Voor het falen van de sluizen bij <strong>IJ</strong>muiden is een<br />
verre tijdshorizon gehanteerd: het verleidelijke vergezicht.<br />
Hierbij is vertrokken vanuit de invalshoek van waterveiligheid. Andere<br />
klimaatonderwerpen kunnen tijdens de ateliersessie aan bod komen mits ze een<br />
goede combinatie opleveren of een duidelijke ruimtelijke meerwaarde kunnen<br />
toevoegen.<br />
Het atelier start met een plenaire introductie waarna de groep uiteen gaat om aan<br />
de eigen invalshoeken te werken. De twee groepen polariseren hun invalshoek:<br />
een pragmatisch realistische korte termijn stappenplan tegenover een visionair<br />
vergezicht. Het materiaal wordt daarna bijeengebracht in een plenaire sessie waarin<br />
de resultaten worden gepresenteerd en bediscussieerd. Naast conclusies op het<br />
visieniveau van de gehele Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers locatie, levert dit eerste atelier ook twee<br />
verdiepingslocaties op die tijdens het tweede atelier zijn uitgewerkt.<br />
76<br />
De resultaten van het eerste atelier leiden tot verdiepende vragen die in een twee<br />
sessies met HKV verder zijn uitgewerkt en onderbouwd. Dit materiaal is gebruikt om<br />
de opgave van de deeluitwerkingen en introductie van het tweede atelier vormk te<br />
geven.<br />
Tweede atelier, verdiepen twee locaties Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers<br />
Tijdens het tweede atelier op locatie worden oplossingen voor een waterbestendige<br />
Zaan/<strong>IJ</strong>-oevers in de diepte verkend op de twee voorbeeldige locaties. Daarbij<br />
vormen de drie vragen van pagina 5 wederom de onderliggende leidraad waarop<br />
in de voorbeelduitwerkingen antwoorden moeten worden geformuleerd. Er<br />
is doorgewerkt aan slimme combinaties, ruimtelijke meerwaarde en zinvolle<br />
“waterbestendige” ingrepen. Hierbij is naast waterbestendigheid ook naar<br />
bodemsanering gekeken. deze opgave is tijdens de eerste sessie nadrukkelijk<br />
naar voren gekomen. In dit atelier zijn concrete ontwerpvoorstellen op de kaart<br />
ingetekend.<br />
Het atelier start met een plenaire introductie waarna de groep uiteen gaat om aan<br />
één locatie te werken. de verdeling is deze keer niet thematisch maar territoriaal:<br />
een Zaanse en een Amsterdamse groep. Na het groepswerk volgt een plenaire sessie<br />
waarin de resultaten zijn gepresenteerd en bediscussieerd.<br />
Na afloop van iedere ateliersessie is het materiaal direct geëvalueerd met het<br />
kernteam om tot conclusies te komen en afspraken te maken over verdere<br />
uitwerking en de volgende stap in het proces. De resultaten uit de ateliersessies zijn<br />
verwerkt, aangescherpt en verbeeld in kaarten en ontwerpprofielen zoals dat is te<br />
vinden in dit eindrapport.
IMPRESSIE ATELIERSESSIE 1<br />
77
Ontwerpsessie Dagprogramma<br />
Ontwerpsessie 1, tijdsplanner: 1, tijdsplanner:<br />
Ontwerpgroep scenario 1<br />
het slimme stappenplan<br />
09.00 09.00 - 09.10- 09.10 inloop inloop en koffie en koffie<br />
09.10 09.10 - 09.40- 09.40 introductie introductie en context en context door Florian door Florian Boer Boer<br />
De eerste groep heeft zich bezig gehouden met een prioritering van maatregelen in<br />
09.40 09.40 - 09.45- 09.45<br />
09.45 09.45 - 11.30- 11.30<br />
11.30 11.30 - 11.40- 11.40<br />
11.40 11.40 - 12.10- 12.10<br />
verdeling verdeling in twee in scenario-groepen<br />
twee scenario-groepen<br />
uitwerking uitwerking twee scenario’s twee scenario’s in aparte in aparte groepen groepen<br />
ophangen ophangen materiaal materiaal en koffiepauze en koffiepauze<br />
plenaire plenaire terugkoppeling per groep per groep plus informatieve plus informatieve vragen vragen<br />
de ondergrond. Welke voorzieningen zijn onontbeerlijk en welke mogen wel degelijk<br />
enkele uren of zelfs dagen uitvallen. De groep stelt een rangorde op en formuleert<br />
een stapsgewijze bescheiden serie stappen om het gebied aan te pakken.<br />
12.10 12.10 - 12.50- 12.50 plenaire plenaire discussie discussie over maatregelen over maatregelen en concepten en concepten geschikt geschikt voor uitwerking voor uitwerking<br />
12.50 12.50 - 12.55- 12.55 selectie selectie twee voorbeeldlocaties twee voorbeeldlocaties voor verdieping voor verdieping<br />
12.55 12.55 - 13.00- 13.00 Nieuwe Nieuwe datum datum voor workshop voor workshop twee en twee afsluiting en afsluiting<br />
Deelnemerslijst:<br />
Jan Elsinga Ministerie van I & M<br />
Rob Koeze Waternet<br />
Piet Johan Radsma Waternet<br />
Egbert Baars Waternet<br />
Joyce Dankelman Waternet<br />
Patricia Bijvoet<br />
ogramma 7. Programma<br />
Ellen Monchen<br />
gemeente Amsterdam (DRO)<br />
gemeente Amsterdam (DRO)<br />
Marije Raap gemeente Amsterdam (OGA)<br />
Jan Heijink gemeente Zaanstad<br />
Mirte Rozemond gemeente Zaanstad<br />
Karel Bruin-Baerts Hoogheemraadschap<br />
Hollands Noorderkwartier<br />
Bas Kolen HKV<br />
Marit Zethof HKV<br />
Matti Janssen stagiair HKV/Waternet<br />
Rob Ruijtenberg STOWA<br />
Fransje Hooimeijer TNO<br />
Linda Maring Deltares<br />
Anyu Fang DE URBANISTEN<br />
Tim Peeters DE URBANISTEN<br />
Dirk van Peijpe DE URBANISTEN<br />
Florian Boer DE URBANISTEN<br />
78
Ontwerpgroep scenario 2<br />
het verleidelijke vergezicht<br />
De tweede groep schets drie mogelijke vergezichten die zich ieder anders tot het<br />
water en veiligheidsmaatregelen verhouden: watergerelateerd, defensief en een<br />
genuanceerdere tussenoplossing. Met name deze laatste en de ruimtelijke waliteit<br />
die daarin wordt herkend is in het ontwerpproces vervolgens verder verkend.<br />
Optie1: Verwelkom het water<br />
Optie 2: Beperk het water tot <strong>IJ</strong><br />
Optie 3: Dijk een stukje opschuiven<br />
Principe van het<br />
“Hellend vlak”<br />
79
IMPRESSIE ATELIERSESSIE 2<br />
80
Tijdsplanner: Dagprogramma<br />
Tijdsplanner:<br />
Ontwerpgroep 1<br />
Gebiedsuitwerking Hembrugterrein Zaanstad<br />
09.00 09.00 - 09.10 - 09.10 inloop inloop en koffie en koffie<br />
09.10 09.10 - 09.40 - 09.40 introductie introductie en context en context door door Florian Florian Boer Boer<br />
09.40 09.40 - 10.00 - 10.00 vragen vragen en opmerkingen<br />
en opmerkingen<br />
10.00 10.00 - 11.30 - 11.30 uitwerking uitwerking twee twee deelgebieden in aparte in aparte groepen groepen<br />
11.30 11.30 - 11.45 - 11.45 ophangen ophangen materiaal materiaal en koffiepauze en koffiepauze<br />
11.45 11.45 - 12.15 - 12.15 plenaire plenaire terugkoppeling per groep per groep plus informatieve plus informatieve vragen vragen<br />
12.15 12.15 - 13.00 - 13.00 plenaire plenaire discussie discussie en conclusies en conclusies<br />
Deelnemerslijst:<br />
Jan Elsinga Ministerie van I & M<br />
Kees Vlak Ministerie van I & M<br />
Martien Versteegh Ministerie van I & M<br />
Rob Koeze Waternet<br />
Piet Johan Radsma Waternet<br />
Egbert Baars Waternet<br />
Joyce Dankelman Waternet<br />
Patricia Bijvoet gemeente Amsterdam (DRO)<br />
Ellen Monchen gemeente Amsterdam (DRO)<br />
Mirte Rozemond gemeente Zaanstad<br />
Karel Bruin-Baerts Hoogheemraadschap<br />
Hollands Noorderkwartier<br />
Conny van Zuijlen Provincie Noord-Holland<br />
Marit Zethof HKV<br />
Matti Janssen stagiair HKV/Waternet<br />
Anyu Fang DE URBANISTEN<br />
Dirk van Peijpe DE URBANISTEN<br />
Florian Boer DE URBANISTEN<br />
De resultaten uit deze ateliersessie zijn zo concreet, uitgewerkt<br />
en bruikbaar dat ze “1 op 1” hebben gediend als onderlegger<br />
voor de deeluitwerkingen die in dit rapport zijn beschreven en<br />
geïllustreerd.<br />
Zie hiervoor hoofdstuk 4 (groep 1 ) en hoofdstuk 5 (groep 2).<br />
Ontwerpgroep 2<br />
Gebiedsuitwerking Cornelis Douwesweg / NDSM-terrein Amsterdam<br />
81
BRONNEN<br />
Bijeenkomsten:<br />
Startbijeenkomst Ministerie I&M, Waternet,<br />
HHNK, Amsterdam, Zaanstad: 20 januari<br />
Ontwerpsessie 1 + evaluatie met kernteam 14 maart<br />
Tussenoverleggen Ministerie I&M, STOWA, Waternet, HKV 27 maart + 24 april<br />
Ontwerpsessie 2 + evaluatie met kernteam 15 mei<br />
Bespreking conceptrapportage met kernteam 03 juli<br />
Evaluatie Ministerie I&M 03 juli<br />
Geraadpleegde experts en gebiedskenners (e-mail):<br />
Waternet: Rob Koeze, Egbert baars, Bas Molenkamp,<br />
Vincent Dijkdrenth<br />
waterschap HHNK: Karel Bruin-Baerts<br />
gemeente Zaanstad: Mirte Rozemond, Jan Heijink, Hans Grotenbreg,<br />
Yvonne van den Berg<br />
gemeente Amsterdam DRO: Patricia Bijvoet, Ellen Monchen,<br />
Camiel van Drimmelen<br />
gemeente Amsterdam OGA: Marije Raap<br />
gemeente Amsterdam IBA: Herman Heijen<br />
HKV: Bas Kolen, Marit Zethof<br />
Deltares: Marnix van der Vat<br />
TNO: Fransje Hooimeijer<br />
Rijkswaterstaat Noord-Holland: Peter Beuse<br />
82<br />
Rapportages:<br />
Ministerie van I&M, Deltaprogramma/Deelprogramma, Veiligheid / Nieuwbouw en<br />
herstructurering. Powerpointpresentatie Meerlaagsveiligheid, januari 2012.<br />
Ministerie van I&M, Brief Deltacommissaris, 30 januari 2012.<br />
Handreiking uitwerking veiligheids- en nieuwbouw & herstructureringopgave in<br />
gebiedsgerichte deelprogramma’s van het Deltaprogramma.<br />
Ministerie van I&M, Notitie Ruimtelijke inrichting en Waterveiligheid, 15 december<br />
2011. Input voor de ontwikkeling van gebiedsgerichte strategieën en onderdeel van<br />
de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie.<br />
Ministerie van I&M, Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, Hoogheemraadschap<br />
Hollands Noorderkwartier, Gemeente Amsterdam, Provincie Noord-Holland, DHV,<br />
Deltares, DE URBANISTEN, De Waterbestendige stad. Verkenning waterveiligheid<br />
regio Amsterdam, 1 november 2011. + De samenvatting: De Waterbestendige stad.<br />
Meerlaagsveiligheidsbenadering toegepast op de regio Amsterdam, 15 maart 2012.<br />
Ministerie van Binnelandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Provincie Noord-Holland,<br />
Stadsregio Amsterdam, gemeente Amsterdam, gemeente Zaanstad,<br />
MIRT Zaan/<strong>IJ</strong>. Concept eindrapportage, december 2011 en kaartenreeks, november<br />
2010.<br />
STOWA, HKV, Meerlaagsveiligheid: globale verkenningen aan de hand van<br />
voorbeelden. Toepassing basisvisie afwegingskader Meerlaagfsveiligheid,<br />
conceptversie, mei 2012.<br />
STOWA, HKV, Toepassing basisvisie afwegingskader Meerlaagsveiligheid; een<br />
methode om mee te werken in de praktijk. Rapport 23, augustus 2012.<br />
Projectbureau VNK2, Veiligheid Nederland in kaart, Overstromingsrisico dijkring 44<br />
Kromme Rijn, december 2011. + Overstromingsrisico systeem van dijkringen 14, 15<br />
en 44, conceptversie rapportage, juni 2012.<br />
Rijkswaterstaat Noord-Holland, HKV, Overstromingsberekeningen Noordzeekanaal.<br />
juli 2007
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, HKV, Hydraulische randvoorwaarden voor<br />
categorie c-keringen. Achtergrondrapport keringen langs het Amsterdam-Rijnkanaal<br />
en Noordzeekanaal (dijkring 13, 14 en 15). november 2008.<br />
Waternet, gemeente Amsterdam, Amsterdam Waterbestendig, 10 september 2010.<br />
Waternet, gemeente Amsterdam, Factsheets Water, 20 februari 2009.<br />
Wareco, Nat Structuurplan Noordzeeknaalboezem-west. augustus 2007.<br />
Rijkswaterstaat Nood-Holland, Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, Stadsdeel<br />
Amsterdam-Noord, Grontmij, Nat Structuurplan Noordzeekanaalboezem-oost. 19<br />
feruari 2010<br />
Rijkswaterstaat Nood-Holland, Waterschap Amstel, Gooi en Vecht,<br />
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Stadsdeel Amsterdam-Noord,<br />
Dienst Waterbeheer en riolering Amsterdam,<br />
Waterplan Amsterdam-Noord 2005-2010. samenvatting augustus 2005.<br />
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, samenvatting Deltavisie. versie<br />
februari 2012.<br />
Gemeente Amsterdam, Structuurvisie Amsterdam 2040, Economisch sterk en<br />
duurzaam. 17 februari 2011.<br />
Gemeente Zaanstad, Zichtbaar Zaans. Ruimtelijke structuurvisie, definitief ontwerp,<br />
1 februari 2012<br />
Gemeente Amsterdam, Atlas Haven-Stad 2007,<br />
Een toekomstperspectief voor de Westelijke <strong>IJ</strong>-oevers. 8 december 2007.<br />
Gemeente Amsterdam, DRO, vastgestelde <strong>IJ</strong>-oever plannen. powerpointpresentatie<br />
en kaarten, 2011.<br />
Gemeente Amsterdam, Projectbureau Noordwaarts, DRO, OGA, Nieuw<br />
Buiksloterham 2010, Rapportage grondexploitatie op basis van het EindejaarsRAG<br />
2010. februari 2011.<br />
Gemeente Amsterdam, Projectbureau Noordwaarts, DRO, Investeringsbesluit NDSMwerf.<br />
concept april 2012.<br />
Stadsdeel Amsterdam-Noord, Bureau Monumenten & Archeologie, De Noordelijke<br />
<strong>IJ</strong>-oever. een cultuurhistorische effectrapportage, augustus 2003.<br />
Gemeente Zaanstad, ROVB, provincie Noord-Holland, Ontwikkelkader nieuw<br />
Hembrug. Metropolitaan monument vol buitenkansen, oktober 2011.<br />
Gemeente Zaanstad, ROVB, provincie Noord-Holland, Palmbout urban landscapes,<br />
Beeldkwaliteitsplan Hembrugterrein. 26 mei 2011<br />
Gemeente Zaanstad, ROVB, Steenhuis/Meurs, Hembrugterrein, cultuurhistorische<br />
analyse. september 2010<br />
83
COLOFON<br />
Deelnemers<br />
Ministerie van I & M: Jan Elsinga, Kees Vlak, Martien Versteegh<br />
Waternet Rob Koeze, Piet Johan Radsma, Egbert Baars, Joyce Dankelman<br />
gemeente Amsterdam Patricia Bijvoet, Ellen Monchen, Marije Raap, Eric van der Kooij<br />
gemeente Zaanstad Mirte Rozemond, Jan Heijink<br />
Hoogheemraadschap<br />
Hollands Noorderkwartier Karel Bruin-Baerts, Mark Broos<br />
HKV Bas Kolen, Marit Zethof, Matti Janssen<br />
Provincie Noord-Holland Conny van Zuijlen<br />
STOWA Rob Ruijtenberg<br />
TNO Fransje Hooimeijer<br />
Deltares Linda Maring<br />
DE URBANISTEN Anyu Fang, Tim Peeters, Dirk van Peijpe, Florian Boer<br />
Kernteam<br />
Jan Elsinga<br />
Ellen Monchen / Patricia Bijvoet<br />
Mirte Rozemond / Jan Heijink<br />
Rob Koeze<br />
Karel Buin-Baerts<br />
Dirk van Peijpe / Florian Boer<br />
Team DE URBANISTEN<br />
Florian Boer<br />
Dirk van Peijpe<br />
Anyu Fang<br />
Eduardo Marin Salinas<br />
Tim Peeters<br />
84
ONTWERPEN MET WATER: EEN ZICHTBARE, ERVAARBARE, DYNAMISCHE KWALITEIT VOOR DE STAD<br />
DE URBANISTEN<br />
Jufferstraat 21<br />
3011 XL Rotterdam<br />
www.urbanisten.nl<br />
t. 06.50201080<br />
contactpersoon:<br />
florianboer@urbanisten.nl<br />
t. 06.46035775