Computertomografie - Selexyz
Computertomografie - Selexyz
Computertomografie - Selexyz
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Computertomografie</strong>
De serie Medische Beeldvorming en Radiotherapie bestaat uit de volgende delen:<br />
r <strong>Computertomografie</strong><br />
r Fysica voor de medische beeldvorming en radiotherapie<br />
r Nucleaire geneeskunde<br />
r Pathologie in de radiologie<br />
r Radiobiologie en stralingsbescherming<br />
r Radiologie*<br />
r Radiotherapie bij de oncologische patiënt<br />
r Magnetic Resonance Imaging (MRI)*<br />
r Techniek in de radiotherapie<br />
r Sociale vaardigheden<br />
(* in voorbereiding)
<strong>Computertomografie</strong><br />
Techniek, onderzoek en stralingshygiëne<br />
redactie<br />
Marcel Hakkert<br />
Gert Tempelman<br />
Tom Dam<br />
José Dol-Jansen<br />
Sija Geers-van Gemeren<br />
ELSEVIER GEZONDHEIDSZORG, AMSTERDAM
<strong>Computertomografie</strong> is een vervolg op en afgeleid van de boeken Techniek in de radiologie en<br />
Radiodagnostisch onderzoek. Van Techniek in de radiologie is de tweede en tevens laatste druk<br />
verschenen in 2003. Radiodagnostisch onderzoek is verschenen in 1997.<br />
Vanaf 2010 worden deze twee boeken vervangen door drie nieuwe delen:<br />
1 <strong>Computertomografie</strong><br />
2 Magnetic Resonance Imaging*<br />
3 Radiologie*<br />
(* in voorbereiding)<br />
© Elsevier gezondheidszorg, Amsterdam 2010<br />
Omslagontwerp: Twin Design, Culemborg<br />
Basisontwerp binnenwerk: Martin Majoor, Arnhem<br />
Elsevier gezondheidszorg is een imprint van Reed Business bv, Postbus 152, 1000 AD<br />
Amsterdam.<br />
Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die<br />
nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen<br />
aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich<br />
gaarne aanbevolen.<br />
Waar dit mogelijk was, is aan auteursrechtelijke verplichtingen voldaan. Wij verzoeken<br />
eenieder die meent aanspraken te kunnen ontlenen aan in dit boek opgenomen teksten en<br />
afbeeldingen, zich in verbinding te stellen met de uitgever.<br />
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit<br />
deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,<br />
of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch,<br />
door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke<br />
toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen<br />
uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912, dient men de daarvoor<br />
wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051,<br />
2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze<br />
uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912)<br />
kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten<br />
Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro). Voor het overnemen van<br />
(een) gedeelte(n) van deze uitgave ten behoeve van commerciële doeleinden dient men zich<br />
te wenden tot de uitgever.<br />
ISBN 978 90 352 3185 6<br />
NUR 891
Voorwoord<br />
Voor u ligt de eerste editie van het boek <strong>Computertomografie</strong>. Dit boek is een vervolg<br />
op, en afgeleid van de boeken Techniek in de radiologie en Radiodiagnostisch onderzoek.<br />
Vanaf 2010 zijn deze boeken vervangen door drie nieuwe delen, die sterk zijn uitgebreid<br />
en geactualiseerd: <strong>Computertomografie</strong>, Magnetic Resonance Imaging* en Radiologie*.<br />
<strong>Computertomografie</strong> bestaat uit drie onderdelen: deel 1 Techniek, deel 2 Onderzoek en<br />
deel 3 Stralingshygiëne. Na het behandelen van de basisprincipes en technieken van de<br />
CT volgt een uitgebreide beschrijving van de ontwikkeling van axiaal naar spiraal en van<br />
single-slice naar multi-slice CT, automatic exposure control, CT- protocollen, en multislice<br />
CT bij kinderen. Speciale aandacht is er voor dosisbesparende maatregelen.<br />
<strong>Computertomografie</strong> maakt deel uit van de boekenserie Medische Beeldvorming en<br />
Radiotherapie. De serie is oorspronkelijk ontstaan vanuit een gezamenlijk project<br />
van de Raad Beroepsopleiding Radiologisch Laboranten en de Vereniging van Opleidingsinstituten<br />
voor Radiologisch Laboranten. Dit gezamenlijke project, genaamd<br />
Samenwerkingsverband Leermiddelen, had als opdracht het initiëren en ondersteunen<br />
van nieuw lesmateriaal voor radiologisch laboranten. Elsevier gezondheidszorg<br />
werd als uitgever aangezocht. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport<br />
heeft financiële ondersteuning gegeven aan dit initiatief met als reden het beoogde<br />
doel te bereiken door de deskundige inzet van alle betrokkenen. De samenwerking<br />
is in een later stadium uitgebreid door toetreding van de MBRT-opleidingen binnen<br />
het Hoger Gezondheidszorg Onderwijs. Het samenwerkingsverband Leermiddelen<br />
is opgeheven en de serie Medische Beeldvorming en Radiotherapie wordt onder leiding<br />
van de uitgever in stand gehouden en uitgebreid.<br />
De hoofdredactie van de boeken <strong>Computertomografie</strong>, Magnetic Resonance Imaging en<br />
Radiologie is speciale dank verschuldigd aan de deelredactie van het boek <strong>Computertomografie</strong>.<br />
In zeer korte tijd hebben de leden van de deelredactie de herziening<br />
en uitbreiding van het boek tot stand gebracht. De deelredactie heeft laten zien dat<br />
samenwerking tot een prachtig resultaat leidt.<br />
* in voorbereiding<br />
De hoofdredactie, Tom Dam, José Dol-Jansen en Sija Geers-van Gemeren
Dankwoord<br />
De deelredactie wil graag haar dank uitspreken aan de volgende instanties en<br />
personen:<br />
Siemens Healthcare, Philips Medical Systems, General Electric Healthcare en<br />
Toshiba Medical Systems voor het genereus leveren van informatie en afbeeldingen,<br />
de firma TeraRecon voor het leveren van de zeer fraaie beelden in het hoofdstuk<br />
Postprocessing.<br />
Alle auteurs voor de prettige samenwerking, in het bijzonder Matthijs Hagenbeek<br />
en Kees Verlooij, die beiden als invaller in een heel laat stadium in hoog tempo een<br />
zeer goed product afgeleverd hebben.<br />
De hoofdredactie in de persoon van José Dol, Sija Geers-van Gemeren en Tom<br />
Dam, en Elsevier gezondheidszorg in de persoon van Rolf de Weert en Mirjam Blom<br />
voor de begeleiding bij de totstandkoming van dit leerboek.<br />
Annemarie Tempelman-Lammers van Toorenburg, Anita Hakkert-Willner en<br />
Eline Hakkert voor hun geduld en adviezen.<br />
Gert Tempelman en Marcel Hakkert<br />
zomer 2010
Medewerkers<br />
Jaap van der Burgh<br />
J. van der Burgh, auteur van de hoofdstukken 17, 18, 19, 20 en 27, heeft<br />
geneeskunde gestudeerd aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. De opleiding<br />
Radiologie volgde hij in het UMC Groningen met aansluitend een fellowship<br />
Cardiovasculaire en Interventieradiologie. Vanaf 2004 is hij werkzaam als (interventie)radioloog<br />
in het Scheper Ziekenhuis te Emmen.<br />
Ingrid van Dam<br />
I.M. van Dam, medeauteur van hoofdstuk 28, begon in 1989 in het Elisabeth Gasthuis<br />
te Haarlem aan haar opleiding tot radiodiagnostisch laborant. Na het behalen<br />
van haar diploma bleef ze hier tot begin 1994 werken. Vanaf dat moment werkt ze<br />
in het Wilhelmina Kinderziekenhuis te Utrecht, tegenwoordig onderdeel van het<br />
Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU), op de afdeling kinderradiologie<br />
als allround-, echo- en CT-laborante. Ze is medeverantwoordelijk voor het maken<br />
van de kinder-CT-protocollen.<br />
Samen met haar coauteurs, dr. R.A.J. Nievelstein (kinderradioloog in het<br />
WKZ/UMCU) en dr. A.J. van der Molen (radioloog in het LUMC in Leiden) is ze<br />
actief bezig met het optimaliseren van kinder-CT-protocollen door middel van de<br />
handleiding Multi-slice-CT op de kinderleeftijd en het geven van presentaties en<br />
klinische lessen over deze in hun ogen belangrijke materie.<br />
Esmier van Dijk<br />
E.T. van Dijk, medeauteur van hoofdstuk 29, begon in 1995 aan de opleiding<br />
MBRT bij de Hogeschool Haarlem te Haarlem. Sinds de afronding van deze<br />
opleiding in 1999 is zij werkzaam in het HagaZiekenhuis in Den Haag op de<br />
afdelingen Radiologie en Nucleaire Geneeskunde als radiodiagnostisch laborant<br />
en medisch nucleair werker.
Marcel Dijkshoorn<br />
M.L. Dijkshoorn, auteur van hoofdstuk 12, is werkzaam als research/specialistisch<br />
laborant CT-scan in het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Hij is<br />
met de opleiding tot radiodiagnostisch laborant in 1996 in dit ziekenhuis gestart<br />
en heeft sindsdien diverse functies op de afdeling Radiologie, met name CT-scan,<br />
bekleed. Daarnaast is hij parttime als applicatiespecialist en docent bij meerdere<br />
instituten betrokken. Hij heeft, als auteur en coauteur, tal van publicaties en<br />
presentaties op zijn naam staan.<br />
Matthijs Hagenbeek<br />
M. Hagenbeek is auteur van hoofdstuk 26. Hij heeft achtereenvolgens gewerkt<br />
in Capelle aan den IJssel, in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam,<br />
en de Isala Klinieken te Zwolle. Momenteel is hij in het Deventer Ziekenhuis<br />
werkzaam als gespecialiseerd laborant CT en echografie. In de Isala Klinieken<br />
heeft hij zijn opleiding tot echografist en de Post HBO CT gevolgd. Recentelijk is<br />
hij een aantal malen spreker geweest op symposia. De laatste drie jaar is hij als<br />
techniekdocent werkzaam voor het Emrin bij de Post HBO CT. Ook geeft hij een<br />
paar jaar incompanycursussen CT voor afdelingen radiotherapie en nucleaire<br />
geneeskunde. Vanaf dit jaar verzorgt hij ook incompanies CT voor Medusin.<br />
Marcel Hakkert<br />
M. Hakkert, redacteur, en auteur van diverse hoofdstukken, begon in 1980 op<br />
de afdeling radiologie van het Leyenburgziekenhuis in Den Haag (tegenwoordig<br />
HagaZiekenhuis) als leerling radiodiagnostisch laborant. Na zijn opleiding heeft<br />
hij een docentenopleiding gevolgd en enige tijd als docent bij de regionale opleidingen<br />
van Amsterdam en Utrecht gewerkt. Sinds geruime tijd is hij werkzaam<br />
als praktijkbegeleider op de afdeling Radiologie & Nucleaire Geneeskunde van<br />
het HagaZiekenhuis. In september 2010 maakt hij de overstap naar de MBRT<br />
Haarlem.<br />
Roy Irwan<br />
R. Irwan, auteur van hoofdstuk 6, Spiraal-CT/helical CT is momenteel werkzaam<br />
bij Toshiba Medical Systems te Zoetermeer. Bij dit Europese hoofdkantoor is hij<br />
verantwoordelijk voor wetenschappelijke activiteiten en productmanagement op<br />
het gebied van CT. Daarvoor is hij ruim vier jaar als universitair docent werkzaam<br />
geweest bij het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) op de<br />
afdeling Radiologie, met MRI als specialisatie.<br />
Gert Tempelman<br />
G. Tempelman is sinds 1996 werkzaam als radiodiagnostisch laborant in het<br />
Scheper Ziekenhuis, Emmen. Na de inserviceopleiding heeft hij zich gespecialiseerd<br />
in CT, echografie en MRI. Vanaf 2004 is hij freelance docent bij Emrin
opleiding Post HBO CT. In de periode van 2007-2009 was hij tevens werkzaam<br />
als docent op de MBRT te Groningen. Tegenwoordig is hij volledig werkzaam<br />
in het Scheper Ziekenhuis. Naast het werk in het Scheper Ziekenhuis is hij nog<br />
steeds freelance docent bij de MBRT te Groningen en Medusin.<br />
Alie Vegter<br />
A. Vegter, is sinds 1995 werkzaam in de radiodiagnostiek. In 2001 heeft ze niveau<br />
3 examen stralingshygïene gedaan. Binnen het Refaja Ziekenhuis te Stadskanaal<br />
is ze werkzaam als MBB’er en heeft ze zitting in de commissie stralenveiligheid.<br />
Verder is ze gastdocent op het gebied van stralingshygïene en heeft ze zitting in<br />
de sectie straling van de NVMBR.<br />
Kees Verlooij<br />
C. Verlooij, auteur van hoofdstuk 24 en 25, begon in 1980 als leerling radiodiagnostisch<br />
laborant in het Dijkzigt Ziekenhuis Rotterdam. Vanaf het begin heeft<br />
hij gewerkt met CT: de EMI Mark I, de Philips Tomoscan 310 en 350 en later de<br />
Siemens Somatom. Inmiddels was hij werkzaam als eerste laborant CT. Na twaalf<br />
jaar wisselde hij van baan en ging werken in het Academisch Ziekenhuis Leiden,<br />
het huidige Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). In 1992 volgde hij de<br />
opleiding Digitale Technieken aan de Hogeschool Haarlem. Vanaf 1995 was hij<br />
specialistisch laborant CT. Sinds 2000 is hij werkzaam als Clinical Application<br />
Specialist CT bij het hoofdkantoor van Toshiba Medical Systems Europe.<br />
Marcel Voet<br />
M. Voet startte in 1994 als radiodiagnostisch laborant. Hij volgde daartoe de<br />
inserviceopleiding aan de School voor Gezondheidszorg in Rotterdam Zuid en<br />
werkte in het Ruwaard van Putten Ziekenhuis in Spijkenisse. In 1999 verhuisde<br />
hij naar Drenthe, om in het Scheper Ziekenhuis in Emmen te gaan werken. Tot<br />
2005 volgde hij verscheidene specialisaties, waaronder CT, MR en PACS/RIS.<br />
In 2006 begon hij een nieuwe functie als productspecialist CT voor General<br />
Electric. In 2009 verliet hij dit bedrijf om na enkele maanden een deeltijdlaborantenbaan<br />
in het Scheper Ziekenhuis te combineren met een functie als docent<br />
CT aan de MBRT in Groningen.
Inhoud<br />
Deel 1 Techniek 21<br />
1 Basisprincipe 23<br />
Marcel Hakkert<br />
1.1 Inleiding 23<br />
1.2 Het meten van straling door een object 23<br />
1.3 De berekening en weergave van het gemeten object 24<br />
2 Generaties en soorten scanners 27<br />
Marcel Hakkert<br />
2.1 Historie 27<br />
2.2 Eerstegeneratiescanner 28<br />
2.3 Tweedegeneratiescanner 28<br />
2.4 Derdegeneratiescanner 28<br />
2.5 Vierdegeneratiescanner 29<br />
2.6 Vijfdegeneratiescanners 30<br />
2.7 Spiraal-CT 31<br />
2.8 Single-slice- en multi-slicetechniek 33<br />
2.9 Dual-source-CT 36<br />
2.10 SPECT-CT en PET-CT 39<br />
Literatuur 40<br />
3 Bouw van de scanner 41<br />
Marcel Hakkert<br />
3.1 Inleiding 41<br />
3.2 Tafel 41<br />
3.3 Detector 43<br />
3.4 DAS 48<br />
3.5 Collimatoren 49<br />
3.6 Röntgenbuis 52
3.7 Filtering 58<br />
3.8 Generator 60<br />
Literatuur 62<br />
4 Reconstructieprincipe 63<br />
Gert Tempelman<br />
4.1 Beeldopbouw 63<br />
4.2 Pixels en voxels 69<br />
4.3 Hounsfieldunits 72<br />
5 Van axiaal naar spiraal en van single-slice naar multi-slice 77<br />
Marcel Voet<br />
5.1 Axiaal scannen 77<br />
5.2 Spiraal scannen 77<br />
5.3 Multi-slice scannen 81<br />
6 Spiraal-CT/helical CT/volume-CT 83<br />
Roy Irwan<br />
6.1 Algemeen 83<br />
6.2 Acquisitie, reconstructie en visualisatie 84<br />
6.3 Slice sensitivity profile (SSP) 93<br />
6.4 Detectortechnologie 94<br />
6.5 Cone-beam-CT 96<br />
6.6 Beeldkwaliteit bij helical CT 100<br />
Literatuur 105<br />
7 Window width/window level 107<br />
Gert Tempelman<br />
7.1 Window width 109<br />
7.2 Window level 109<br />
7.3 Keuze voor WW/WL 111<br />
7.4 Ruis 112<br />
7.5 Kernel 113<br />
8 Beeldkwaliteit 115<br />
Gert Tempelman en Marcel Voet<br />
8.1 Inleiding 115<br />
8.2 Spatiële resolutie 116<br />
8.3 Contrastresolutie 120<br />
8.4 Temporele resolutie 127
9 Artefacten 129<br />
Tekst: Marcel Voet<br />
Afbeeldingen: Marcel Voet, Marcel Hakkert<br />
9.1 Inleiding 129<br />
9.2 Fysicagerelateerde artefacten 129<br />
9.3 Patiëntgerelateerde artefacten 135<br />
9.4 Post-processing artefacten 137<br />
9.5 Acquisitiegerelateerde artefacten 139<br />
10 Automatic exposure control (AEC) 143<br />
Gert Tempelman<br />
10.1 Inleiding 143<br />
10.2 Vormen van modulatie 144<br />
10.3 Soorten AEC’s 147<br />
10.4 Fabrikanten van AEC’s 149<br />
10.5 Andere indeling 154<br />
10.6 Optimaal gebruik van de AEC 155<br />
11 CT-fluoroscopie 159<br />
Marcel Hakkert<br />
11.1 Inleiding 159<br />
11.2 Principe van CT-fluoroscopie 160<br />
11.3 Overwegingen met betrekking tot stralingsbescherming 160<br />
Literatuur 161<br />
12 Post-processing 163<br />
Tekst: Marcel Dijkshoorn<br />
Afbeeldingen: Marcel Hakkert, met dank aan TeraRecon<br />
12.1 Inleiding 163<br />
12.2 2D-technieken 166<br />
12.3 3D-technieken 171<br />
12.4 Workflow 183<br />
13 Kwaliteitscontrole 185<br />
Marcel Hakkert<br />
13.1 Inleiding 185<br />
13.2 Kwaliteitstests 186<br />
13.3 Soorten fantomen 187<br />
13.4 QC Light 188<br />
Literatuur 190
Deel 2 Onderzoek 191<br />
14 Contrastmiddelen 193<br />
Gert Tempelman<br />
14.1 Inleiding 193<br />
14.2 Intraveneuze jodiumhoudende contrastmiddelen 193<br />
14.3 Contra-indicaties 196<br />
14.4 Contrastnefropathie 198<br />
14.5 Suggesties ten aanzien van volumebeperkingen 199<br />
14.6 Rol van de laborant 200<br />
15 CT-hersenen en schedel 203<br />
Gert Tempelman<br />
15.1 Inleiding 203<br />
15.2 Anatomie (relevante) 203<br />
15.3 CT-onderzoek hersenen: blanco (standaard) 209<br />
15.4 CT-onderzoek hersenen, met contrast 213<br />
15.5 CT-onderzoek hersenen, hippocampus 216<br />
15.6 CT-onderzoek hersenen, COW (cirkel van Willis) 219<br />
15.7 CT-onderzoek hersenen, sinustrombose 223<br />
15.8 CT-onderzoek hersenen, schedelfractuur (trauma) 227<br />
15.9 CT-onderzoek aangezicht (trauma) 230<br />
15.10 CT-onderzoek sinus (neusbijholten) 233<br />
15.11 CT-onderzoek mastoïd/middenoor 236<br />
16 CT-wervelkolom 239<br />
Marcel Hakkert<br />
16.1 Anatomie 239<br />
16.2 Pathologie 241<br />
16.3 Cervicale wervelkolom (CWK) 243<br />
16.4 Thoracale wervelkolom (ThWK) 246<br />
16.5 Lumbale wervelkolom (LWK) 248<br />
17 CT-hals 251<br />
Jaap van der Burgh<br />
17.1 Inleiding 251<br />
17.2 Anatomie (relevante) 251<br />
17.3 CT-onderzoek schildklier 253<br />
17.4 CT-onderzoek speekselklieren 257<br />
17.5 CT-onderzoek halslymfeklieren 260<br />
17.6 CT-onderzoek hals, abcessen 263<br />
17.7 CTA-onderzoek carotiden 265<br />
17.8 CTV-onderzoek vena subclavia 268
18 CT-thorax 271<br />
Jaap van der Burgh<br />
18.1 Inleiding 271<br />
18.2 Anatomie (relevante) 271<br />
18.3 CT-onderzoek mediastinum 273<br />
18.4 CT-onderzoek longen ‘standaard’ 277<br />
18.5 CT-onderzoek longen HRCT 281<br />
18.6 CT-onderzoek hart en vaten (inclusief thoracale aorta) 284<br />
18.7 CT-onderzoek thoraxtrauma 287<br />
19 CT-abdomen 291<br />
Jaap van der Burgh<br />
19.1 Inleiding 291<br />
19.2 Anatomie (relevante) 291<br />
19.3 CT-onderzoek abdomen, ‘standaard’ 297<br />
19.4 CT-onderzoek abdomen, blanco 301<br />
19.5 CT-onderzoek abdomen, trauma 304<br />
19.6 CT-onderzoek lever, vier fasen 307<br />
19.7 CT-onderzoek pancreas (tumor) 312<br />
19.8 CT-onderzoek pancreas (pancreatitis) 316<br />
19.9 CT-onderzoek nieren, vier fasen (tumor) 319<br />
19.10 CT-onderzoek nieren (low-dose-urolithiasis) 323<br />
19.11 CT-onderzoek nieren (IVP) 325<br />
19.12 CT-onderzoek nieren, ‘split-bolus’ 328<br />
19.13 CT-onderzoek bijnieren (absolute en relatieve wash-in-/<br />
wash-outbepaling) 331<br />
19.14 CT-onderzoek dunne darm (CT-enteroclyse) 335<br />
19.15 CT-onderzoek genitalia interna 339<br />
20 Gecombineerde CT-onderzoeken 343<br />
Jaap van der Burgh<br />
20.1 Inleiding 343<br />
20.2 Anatomie (relevante) 343<br />
20.3 CT-onderzoek hals en thorax 343<br />
20.4 CT-onderzoek hals, thorax en abdomen 347<br />
20.5 CT-onderzoek thorax en abdomen 350<br />
20.6 CT-onderzoek thorax – vier fasen lever 353<br />
21 CT-extremiteiten 357<br />
Marcel Hakkert<br />
21.1 Inleiding 357<br />
21.2 Schouder 357<br />
21.3 Elleboog 360
21.4 Pols 362<br />
21.5 Bekken en heup 365<br />
21.6 Knie 368<br />
21.7 Enkel en voet 371<br />
22 CT-angiografie 375<br />
Marcel Hakkert<br />
22.1 Inleiding 375<br />
22.2 Contrastdynamiek 375<br />
22.3 Toediening van het contrast 380<br />
22.4 Timing 383<br />
Literatuur 385<br />
23 CT-angiografie body 387<br />
Marcel Hakkert<br />
23.1 Inleiding 387<br />
23.2 CTA thoracale aorta 389<br />
23.3 CTA longembolie 395<br />
23.4 CTA abdominale aorta 400<br />
23.5 CTA arteria renalis 405<br />
23.6 CTA abdominale vaten 409<br />
23.7 CTA aorta bekken, benen 415<br />
24 Cardiac CT 421<br />
Kees Verlooij<br />
24.1 Ontwikkeling van cardiac CT 421<br />
24.2 MDCT-vereisten voor cardiac CT 423<br />
24.3 Data-acquisitie in cardiac CT 425<br />
24.4 Prospectieve ecg-triggering en retrospectieve ecg-gating 427<br />
24.5 Pitch 432<br />
24.6 Rotatietijd en synchronisatie 432<br />
24.7 Hartslag 432<br />
24.8 Reconstructie 433<br />
24.9 Dosisreductie 434<br />
24.10 Nieuwste ontwikkelingen 435<br />
24.11 Aritmie 437<br />
24.12 Scanprocedure 437<br />
24.13 Algemene Anatomie van het hart en de<br />
Kransslagaders 443<br />
25 Triple-Rule-OutProtocol 449<br />
Kees Verlooij<br />
25.1 Inleiding 449<br />
25.2 Contrasttiming 449
25.3 Ecg-triggering 449<br />
25.4 Flashtechniek 450<br />
25.5 Wide-areadetector 450<br />
Literatuur 450<br />
26 CT-breinperfusie 451<br />
Matthijs Hagenbeek<br />
26.1 Inleiding 451<br />
26.2 Anatomie arteriën schedel 453<br />
26.3 CT-onderzoek breinperfusie 453<br />
26.4 Samenvatting 465<br />
Literatuur 466<br />
27 CT-geleide puncties en interventies 467<br />
Jaap van der Burgh<br />
27.1 Inleiding 467<br />
27.2 Onderzoek CT interventies 468<br />
28 Multi-slice-CT bij kinderen 475<br />
Ingrid van Dam, Rutger-Jan Nievelstein en Aart van der Molen<br />
28.1 Inleiding 475<br />
28.2 Voorbereiding voor een CT-onderzoek bij<br />
een kind 475<br />
28.3 Verschil in scantechniek bij kinderen 478<br />
28.4 Intraveneus contrast 483<br />
28.5 Protocollen 484<br />
28.6 Hoofd, protocollen 485<br />
28.7 Hals en thorax, protocollen 507<br />
28.8 Abdomen, protocollen 520<br />
28.9 CWK 529<br />
28.10 Extremiteiten 533<br />
28.11 Fotogalerij 537<br />
Literatuur 542<br />
29 PET-CT-onderzoek 543<br />
Marcel Hakkert en Esmier van Dijk<br />
29.1 Inleiding 543<br />
29.2 Fysica 544<br />
29.3 Fysiologie 544<br />
29.4 Indicaties 544<br />
29.5 Verloop van het onderzoek 546<br />
29.6 PET-CT whole body 548<br />
29.7 PET-CT myocard 551<br />
Literatuur 554
Deel 3 Stralingshygiëne 555<br />
30 Algemene begrippen stralingsfysica en dosis 557<br />
Alie Vegter<br />
30.1 Inleiding 557<br />
30.2 Stralingshygiëne 557<br />
30.3 Van geabsorbeerde dosis naar effectieve dosis 562<br />
31 CTDI en DLP 565<br />
Alie Vegter<br />
31.1 Inleiding 565<br />
31.2 CTDI (100) 565<br />
31.3 CTDI w 566<br />
31.4 CTDI vol 567<br />
31.5 DLP 567<br />
31.6 Effectieve dosis 567<br />
32 Risicoanalyse 569<br />
Alie Vegter<br />
32.1 Inleiding 569<br />
32.2 Zwangere patiënten en CT 570<br />
33 Dosis bij CT-onderzoeken 575<br />
Gert Tempelman<br />
33.1 Inleiding 575<br />
33.2 Gemiddelde effectieve dosis 575<br />
33.3 Totale stralingsbelasting 576<br />
34 Dosisbeperkende maatregelen 579<br />
Gert Tempelman<br />
34.1 Inleiding 579<br />
34.2 Maatregelen die direct van invloed zijn 579<br />
34.3 Maatregelen die indirect van invloed zijn 583<br />
34.4 Instellingen 584<br />
34.5 Protocollen 586<br />
35 Stralingshygiëne: discussie 587<br />
Marcel Hakkert<br />
Illustratieverantwoording 591<br />
Register 593
Deel 1 Techniek<br />
0 180
1 Basisprincipe<br />
Marcel Hakkert<br />
1.1 InleIDIng<br />
<strong>Computertomografie</strong> (CT) is een beeldvormende techniek, waarbij een object zonder<br />
superpositie wordt afgebeeld. Er wordt een zuivere dwarsdoorsnede verkregen, in<br />
tegenstelling tot bij conventionele tomografie, waarbij altijd sprake is van een vervaging<br />
door afbeelding van boven- en onderliggende structuren. De eerste klinische<br />
CT-onderzoeken werden in 1972 uitgevoerd. Sinds die tijd hebben de technische<br />
ontwikkelingen zich in een hoog tempo voorgedaan. Nog altijd staan ze niet stil;<br />
beelden kunnen steeds sneller en met een steeds hogere beeldkwaliteit vervaardigd<br />
worden.<br />
Het beeldvormende systeem bij computertomografie bestaat uit een stralingsbron,<br />
de röntgenbuis, en een detectiesysteem dat de verzwakking van de röntgenstraling<br />
meet. Buis en detectoren roteren om het object (de patiënt). Deze bevindt<br />
zich op een tafelblad dat door een behuizing (gantry) schuift, waarin zich de buis en<br />
detectoren bevinden. Gedurende de rotatie wordt het object bekeken vanuit verschillende<br />
projecties. Iedere projectie genereert een hoeveelheid meetwaarden (data) in de<br />
detectoren. Uit deze projecties worden verzwakkingen berekend. Uit deze verzwakkingswaarden<br />
wordt een beeld opgebouwd.<br />
1.2 HeT meTen van sTralIng Door een objecT<br />
In computertomografie (CT) wordt langs een lijn de opvallende en verzwakte straling<br />
achter het object gemeten. Berekening van deze verzwakking is relatief eenvoudig in<br />
het geval van een mono-energetische stralenbundel bij een homogeen object. In de<br />
praktijk is er echter sprake van een inhomogeen ‘object’, de patiënt, en van polyenergetische<br />
straling. Door filtering kan wel gestreefd worden naar een zo homogeen<br />
mogelijke bundel.
24 c o m p u t e r t o m o g r a f i e<br />
Er wordt een verzwakkingscoëfficiënt verkregen, maar wat heeft deze verzwakking<br />
veroorzaakt? De verzwakking langs een lijn is een integraal, een opsomming<br />
van verzwakkingen. Om de integraal langs een lijn te kunnen opdelen zijn voldoende<br />
projecties in verschillende richtingen nodig. Dit moet ten minste langs een rotatie<br />
van 180 graden zijn.<br />
röntgenbuis<br />
collimator<br />
collimator<br />
Figuur 1.1 Verzwakking door een object<br />
detector<br />
rotatie<br />
In(l 0 /l)<br />
intensiteitsprofiel<br />
verzwakkingsprofiel<br />
beeldreconstructiesysteem 1.3 De berekenIng en weergave van HeT gemeTen objecT<br />
Het object wordt uiteindelijk afgebeeld in een matrix. Om deze matrix te kunnen<br />
‘vullen’ moet eerst de verzwakking per punt in de matrix berekend worden. Deze<br />
waarde staat bekend als de CT-waarde, de hounsfieldunit (HU), naar de uitvinder van<br />
de computertomografie. De CT-waarde geeft de verzwakking ten opzichte van water<br />
weer. Water heeft een hounsfieldwaarde van 0, lucht van minus 1000. Hoe groter<br />
de verzwakkingscoëfficiënt van een bepaald punt, hoe hoger de hounsfieldwaarde.<br />
Elk punt (pixel, beeldelement) in de matrix heeft een hounsfieldwaarde toegewezen<br />
gekregen. Aan elke hounsfieldwaarde wordt een grijstint toegekend. Daarmee is het<br />
mogelijk het object weer te geven.
CT-waarde<br />
HU<br />
1000<br />
800<br />
600<br />
400<br />
200<br />
0<br />
-200<br />
-400<br />
-600<br />
-800<br />
-1000<br />
water<br />
lucht<br />
spongieus<br />
bot<br />
+4<br />
-4<br />
-1005<br />
longen<br />
compact<br />
bot<br />
50<br />
vet<br />
-550<br />
-995 -950<br />
-80<br />
-100<br />
Figuur 1.2 Hounsfieldwaarden van enkele weefsels<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
nier<br />
40<br />
20<br />
b a s i s p r i n c i p e 25<br />
bloed<br />
pancreas<br />
50 50<br />
Hoe groter de verschillen in hounsfieldwaarden tussen twee naastliggende<br />
details zijn, des te ‘gemakkelijker’ is het deze twee details onderscheiden weer te<br />
geven. Wanneer het contrast tussen twee naastliggende details niet zo groot is, is dit<br />
echter niet zo vanzelfsprekend. Ieder CT-systeem kan kwalitatief beoordeeld worden<br />
naar zijn vermogen om details gescheiden weer te geven. Dit oplossend vermogen<br />
wordt uitgedrukt in spatiële resolutie (het vermogen om kleine details met een hoog<br />
onderling contrast weer te geven) en contrastresolutie (het vermogen om grotere<br />
details met een gering onderling contrast weer te geven).<br />
Hoe worden de hounsfieldwaarden in de pixels berekend? Dit gebeurt door een<br />
projectie van een lijn van de detector naar de stralenbron. Er is dus sprake van een<br />
retroprojectie (backprojection) van ontvanger naar bron. Deze verzwakkingsprofielen<br />
worden vanuit diverse richtingen bepaald. Het profiel wordt bewerkt met een rekenkundig<br />
filter, het convolutiefilter of de kernel. 1 Er bestaan verschillende kernels, die<br />
ervoor zorgen dat uit de verkregen data (de profielen) CT-beelden met een specifieke<br />
spatiële of contrastresolutie kunnen worden gereconstrueerd. De presentatie van het<br />
beeld, de genoemde resoluties en de ruis, wordt mede bepaald door de kernelkeuze.<br />
1 De termen convolutiefilter en kernel worden in de literatuur beide gehanteerd. De term kernel<br />
zal geen aanleiding tot verwarring geven en verdient daarom de voorkeur. Daarentegen, wat<br />
betreft de term convolutiefilter: we hebben te maken met hardwarefilters, zoals het buisfilter,<br />
en softwarefilters, die onderscheiden moeten worden in het genoemde convolutiefiter, dat een<br />
bewerking op de ruwe data uitvoert, en een filter dat pas achteraf het gereconstrueerde beeld<br />
bewerkt. Laatstgenoemd filter dient alleen toegepast te worden wanneer ruwe data niet meer<br />
beschikbaar zijn.<br />
30<br />
60<br />
lever<br />
70<br />
50
26 c o m p u t e r t o m o g r a f i e<br />
Ieder CT-beeld bevat een bepaald bereik (range) van hounsfieldwaarden, die in<br />
een bepaald ‘window’ worden weergegeven. Door de grootte van het window en de<br />
centrale waarde ervan aan te passen, veranderen contrast en helderheid in het beeld.<br />
Samenvattend: de opvallende en doorgelaten straling langs een lijn wordt gemeten.<br />
Een dergelijk verzwakkingsprofiel wordt geretroprojecteerd van ontvanger (detector)<br />
naar bron (röntgenbuis). Ieder profiel wordt bewerkt met een kernel. Buis en detectoren<br />
roteren om het object. Er worden veel profielen vanuit diverse richtingen<br />
rondom het object bepaald. Met al deze backprojections is het mogelijk een plak<br />
(slice) uit het object te reconstrueren in een matrix. Deze matrix wordt gevuld met<br />
verzwakkingswaarden, die hounsfieldunits worden genoemd en worden weergegeven<br />
in grijstinten.<br />
In de hoofdstukken hierna wordt op ieder aspect in detail ingegaan.