04.05.2013 Views

Tips voor Goed Verenigingsbestuur - Koninklijke Van Gorcum

Tips voor Goed Verenigingsbestuur - Koninklijke Van Gorcum

Tips voor Goed Verenigingsbestuur - Koninklijke Van Gorcum

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Tips</strong> <strong>voor</strong><br />

<strong>Goed</strong> <strong>Verenigingsbestuur</strong><br />

Ervaringen, inzichten en handvatten <strong>voor</strong> de praktijk<br />

Artikelen verschenen op een persoonlijk weblog 'goedverenigingsbestuurtips'<br />

in de periode oktober 2006 – november 2010<br />

Theo Jonkergouw


© 2013, <strong>Koninklijke</strong> <strong>Van</strong> <strong>Gorcum</strong> BV, Postbus 43, 9400 AA Assen.<br />

U mag dit werk kopiëren, verspreiden en doorgeven, maar er geen aanpassingen in doen<br />

en het niet gebruiken <strong>voor</strong> commerciële doeleinden. Wel moet u bij het gebruik van dit<br />

werk de naam van de auteur vermelden en de titel van deze bundel, maar niet zodanig<br />

dat de indruk gewekt wordt dat de rechthebbenden daarmee instemmen met uw werk of<br />

uw gebruik van het werk. Indien het werk of een van de elementen in het werk zich in<br />

het publieke domein onder toepasselijke wetgeving bevinden, dan is die status op geen<br />

enkele wijze beïnvloed door de licentie. Onder geen beding worden volgende rechten<br />

door de licentie-overeenkomst in het gedrang gebracht:<br />

Het <strong>voor</strong>gaande laat de wettelijke beperkingen op de intellectuele<br />

eigendomsrechten onverlet.<br />

De morele rechten van de auteur<br />

De rechten van anderen, ofwel op het werk zelf ofwel op de wijze waarop<br />

het werk wordt gebruikt, zoals het portretrecht of het recht op privacy.<br />

Bij hergebruik of verspreiding moet u de licentie<strong>voor</strong>waarden van dit werk kenbaar<br />

maken aan derden.<br />

Deze bundel verschijnt als aanvulling op Twee kapiteins op één schip, het boek van Theo<br />

Jonkergouw over het duo directeur - <strong>voor</strong>zitter. Deze bundel van meer dan honderd korte<br />

artikelen behandelt andere thema's van belang <strong>voor</strong> leiders van non-profitorganisaties in<br />

het algemeen en verenigingen in het bijzonder:<br />

Besturen; Opvolging en benoeming; Bureau van de vereniging; Minder conflict en<br />

gezondere werkrelaties; Verenigingen; Vrijwilligers en leden; Succes; Toekomst;<br />

Congressen.<br />

Meer informatie over Twee kapiteins op één schip vindt u op www.vangorcum.nl<br />

2


Inhoudsopgave<br />

Ten geleide ......................................................................................................... 9<br />

Verenigingen, een wereld om over te schrijven... ..............................................10<br />

Besturen ....................................................................... 12<br />

Penisverlenging bestraft ........................................................................................13<br />

Hoe een <strong>voor</strong>zitter de fout in kan gaan ....................................................................<br />

<strong>Van</strong> passant tot partner .........................................................................................15<br />

Hoe te werken aan een goede relatie tussen <strong>voor</strong>zitter en directeur ............................<br />

Een goede vergadering ..........................................................................................17<br />

<strong>Tips</strong> <strong>voor</strong> prettig, efficiënt en effectief vergaderen .....................................................<br />

Besturen in balans ................................................................................................19<br />

<strong>Tips</strong> om effectief, efficiënt en prettig een vereniging te besturen .................................<br />

Beter besturen in balans ........................................................................................21<br />

<strong>Tips</strong> <strong>voor</strong> een effectiever en efficiënter gebruik van vergadertijd .................................<br />

<strong>Goed</strong> <strong>Verenigingsbestuur</strong> - een nieuwe site!.............................................................23<br />

Wat mijn nieuwe website te bieden heeft <strong>voor</strong> verenigingsprofessionals: het<br />

verenigingswiel .....................................................................................................<br />

<strong>Goed</strong> verenigingsbestuur meer dan ooit nodig ..........................................................25<br />

<strong>Tips</strong> om goed op koers te blijven, <strong>voor</strong>al in moeilijke tijden ........................................<br />

<strong>Verenigingsbestuur</strong> bezwijkt bijna onder hooiberg! ...................................................27<br />

Hoe kan het bestuur er zelf <strong>voor</strong> zorgen dat het overeind en de vereniging behouden<br />

blijft? Een diagnose en een remedie ........................................................................<br />

Verenigingsdirecteur, een zwaar beroep!?! - 1 .........................................................29<br />

Welke zijn de 'zwaartepunten' in het beroep van verenigingsdirecteur? .......................<br />

Verenigingsdirecteur is een zwaar beroep - 2 ...........................................................31<br />

Dus welke tien eigenschappen heeft dit schaap met vijf poten nodig <strong>voor</strong> een geslaagde<br />

taakvervulling? - eigenschappen 1 t/m 3 .................................................................<br />

Verenigingsdirecteur is een zwaar beroep - 3 ...........................................................33<br />

Dus welke tien eigenschappen heeft dit schaap met vijf poten nodig <strong>voor</strong> een geslaagde<br />

taakvervulling? – eigenschappen 4 t/m 7 .................................................................<br />

Verenigingsdirecteur is een zwaar beroep - 4 ...........................................................35<br />

Dus welke tien eigenschappen heeft dit schaap met vijf poten nodig <strong>voor</strong> een geslaagde<br />

taakvervulling? – eigenschappen 8 en 9 ..................................................................<br />

Verenigingsdirecteur is een zwaar beroep - 5 ...........................................................38<br />

Dus welke tien eigenschappen heeft dit schaap met vijf poten nodig <strong>voor</strong> een geslaagde<br />

taakvervulling? – eigenschap 10 .............................................................................<br />

Opvolging en benoeming ............................................... 40<br />

Op zoek naar een nieuwe directeur .........................................................................41<br />

Vragen van het bestuur aan de kandidaat ................................................................<br />

Requiem <strong>voor</strong> de Grote Kale Leider .........................................................................42<br />

<strong>Tips</strong> om niet te belanden op het Kerkhof der Gesneuvelde Grote Reputaties………………………<br />

Voorzitter gezocht ................................................................................................44<br />

<strong>Tips</strong> om de beste kandidaat te zoeken en te vinden...................................................<br />

Directeur kondigt vertrek aan ................................................................................46<br />

Wat is de optimale houdbaarheid van een directeur? .................................................<br />

Ode aan Bode ......................................................................................................48<br />

Reflecties bij de dood van een markant vakbondsleider .............................................<br />

Op zoek naar een nieuwe <strong>voor</strong>zitter ........................................................................50<br />

<strong>Tips</strong> <strong>voor</strong> het vinden van een goede <strong>voor</strong>zitter ..........................................................<br />

<strong>Van</strong> welkom tot bonjour: de gaande en de komende man/vrouw aan de top ................52<br />

Wisseling van <strong>voor</strong>zitter en/of directeur ...................................................................<br />

3


Zitvlees ...............................................................................................................55<br />

Waardoor ontstaat het, welke bijwerkingen heeft het, hoe het te bestrijden? ...............<br />

Vereniging en <strong>voor</strong>zitter ........................................................................................59<br />

Voorzitter gezocht en gevonden - hij komt van buiten! ..............................................<br />

Vereniging en directeur - 1 ....................................................................................62<br />

Directeur beroepsvereniging vertrekt, opvolger gezocht.............................................<br />

Vereniging en directeur - 2 ....................................................................................66<br />

Nieuwe directeur beroepsvereniging gezocht! ...........................................................<br />

Bureau van de vereniging .............................................. 68<br />

De prijs van loyaliteit ............................................................................................69<br />

Hoe opbranden te <strong>voor</strong>komen ................................................................................<br />

Leve het Bureau ...................................................................................................71<br />

Zeven redenen om als vereniging te kiezen <strong>voor</strong> bureau-ondersteuning ......................<br />

Kies compact: weg uit het woud van de vage verwachtingen .....................................73<br />

Hoe ook bij verenigingen heldere verwachtingen kunnen bijdragen aan betere<br />

werkrelaties en prestaties ......................................................................................<br />

Vereniging en Bureau - 1 .......................................................................................75<br />

Medezeggenschap .................................................................................................<br />

Vereniging en Bureau - 2 .......................................................................................77<br />

Bezuinigen moet, maar hoe? <strong>Van</strong> kaasschaaf tot volledige uitbesteding! ......................<br />

Vereniging en Bestuur/Bureau - 3 ...........................................................................79<br />

Kloofdichters en organizers rukken op! ....................................................................<br />

Minder conflict en gezondere werkrelaties ..................... 81<br />

De geïsoleerde directeur ........................................................................................82<br />

Hoe bij veranderingen gezond overeind te blijven .....................................................<br />

De opmars van coaching .......................................................................................83<br />

De <strong>voor</strong>delen van coaching ....................................................................................<br />

Een 'designed alliance' tussen directeur en <strong>voor</strong>zitter ................................................85<br />

Hoe coaching kan bijdragen aan een toekomstbestendig team van directeur en<br />

<strong>voor</strong>zitter .............................................................................................................<br />

Coaching: elke dag luisterdag ................................................................................88<br />

De coach als luistermens: wat aandacht krijgt groeit .................................................<br />

Coaching en mediation als middelen om vertrouwen te herstellen ...............................91<br />

Hoe een nieuwe chronische ziekte, afnemend vertrouwen, epidemische vormen<br />

aanneemt en werk schept <strong>voor</strong> coaches en mediators ...............................................<br />

Deze directeur moet weg! ......................................................................................94<br />

Waarop te letten bij bemiddeling ............................................................................<br />

Strootje trekken ...................................................................................................97<br />

En andere manieren om een conflict op te lossen ......................................................<br />

Mediation op school, jong geleerd, oud gedaan ........................................................99<br />

Hoe scholieren beter met conflicten leren omgaan ....................................................<br />

Een rookmelder op elke werkplek! ........................................................................ 101<br />

Hoe conflicten vroegtijdig te signaleren, escalatie te <strong>voor</strong>komen en ze te zien als<br />

kansen om verder te komen ...................................................................................<br />

De HSL: aanleg steeds duurder, oplevering steeds later .......................................... 104<br />

Hoe competitie en verwaarlozing van culturele verschillen contraproductief uitwerken ...<br />

Conflictbemiddeling. Probeer eens mediation! ........................................................ 106<br />

Tien redenen om te kiezen <strong>voor</strong> mediation als manier om je conflict op te lossen ..........<br />

Vereniging en conflict .......................................................................................... 109<br />

Directeur pleegt kamikaze .....................................................................................<br />

De mensenluisteraar ........................................................................................... 111<br />

Hoe luisteren uit de schaduw van het praten te halen ................................................<br />

Zieke Teams, wie is de (volgende) zondebok? ........................................................ 113<br />

Bij het overlijden van Marianne Frederiksson ............................................................<br />

4


De dag van het respect - 1 .................................................................................. 115<br />

Hoe we respect concreet kunnen maken... ...............................................................<br />

De dag van het respect - 2 .................................................................................. 117<br />

Hoe we respect concreet kunnen maken... ...............................................................<br />

De dag van het respect - 3 .................................................................................. 119<br />

Hoe we respect concreet kunnen maken... ...............................................................<br />

Vertrouwen op je werkplek .................................................................................. 121<br />

I TRUST U - een charmante gids om op je werk mee te werken aan vertrouwen ...........<br />

Verenigingen ................................................................. 124<br />

Open brief aan de VPN ........................................................................................ 125<br />

Een uitnodiging aan alle verenigingsprofessionals om mee te bouwen aan de VPN ........<br />

Het lijkt wel een vereniging! ................................................................................ 127<br />

Wat hebben verenigingen en medezeggenschapsorganen met elkaar gemeen? .............<br />

Ode aan de beroepsvereniging ............................................................................. 130<br />

Wat maakt een beroepsvereniging toch zo aantrekkelijk? ..........................................<br />

Onze club gaat nooit verloren............................................................................... 133<br />

Nederland verenigingsland - een fotoboek over honderd jaar verenigingsleven .............<br />

Focus op verenigingen ........................................................................................ 135<br />

Talloze manieren om ideeën over- en ervaringen met verenigingen uit te wisselen .......<br />

De Beroepsvereniging: een eigen netwerk! ............................................................ 137<br />

De eerste steen is gelegd .......................................................................................<br />

Vereniging: welke blunders belemmeren ons succes? .............................................. 139<br />

Een uitnodiging tot- en een pleidooi <strong>voor</strong> een kritisch zelfonderzoek ............................<br />

Vereniging als <strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> bedrijfsleven ........................................................... 140<br />

Pleidooi <strong>voor</strong> een evenwichtige mix van drie -ships ...................................................<br />

Vereniging en sex: leven als Letterman? ............................................................... 143<br />

Sex lessen van David Letterman .............................................................................<br />

Vereniging en beroep: de beroeps-vereniging - 1 ................................................... 145<br />

De vier functies van een beroepsvereniging .............................................................<br />

Vereniging en beroep: de beroeps-vereniging - 2 ................................................... 147<br />

Enkele verschillen tussen beroepsvereniging en brancheorganisatie ............................<br />

Vereniging en beroep: de beroeps-vereniging - 3 ................................................... 149<br />

Nog meer verschillen tussen beroepsvereniging en brancheorganisatie ........................<br />

Vereniging en beroep: de beroeps-vereniging - 4 ................................................... 151<br />

Wie zijn de echte eigenaren van de vereniging? ........................................................<br />

Vereniging en beroep: de beroeps-vereniging - 5 ................................................... 154<br />

Wie kan er eigenlijk <strong>voor</strong>zitter worden van een beroepsvereniging? En waarop dient<br />

dan zoal te worden gelet? ......................................................................................<br />

Vereniging en beroep: de beroeps-vereniging - 6 ................................................... 157<br />

Het jaarlijks congres als hoogtepunt. Voorbeeld: de APA............................................<br />

Vereniging en beroep: de beroeps-vereniging - 7 ................................................... 160<br />

In gesprek met enkele Canadese beroepsverenigingen ..............................................<br />

Vereniging en beroep: de beroeps-vereniging - 8 ................................................... 163<br />

Beroepsverenigingen hebben niet zo'n beste reputatie! .............................................<br />

Vereniging en beroep: de beroeps-vereniging - 9 ................................................... 165<br />

Internationale ronde tafels in Toronto ......................................................................<br />

Vereniging en beroep: de beroeps-vereniging - 10 .................................................. 168<br />

Veel aandacht <strong>voor</strong> innovatie in het ASAE congresprogramma, Toronto, 15 - 18<br />

augustus 2009 .....................................................................................................<br />

Vereniging en beroep: de beroeps-vereniging - 11 .................................................. 170<br />

Houd beweging in je organisatie en verbind je activiteiten aan feiten in de buitenwereld<br />

(connectie aan context) .........................................................................................<br />

Vereniging en beroep: de beroeps-vereniging - 12 .................................................. 174<br />

Hoe werken beroepsverenigingen aan hun strategie, hoe navigeren zij door hun<br />

toekomst? ............................................................................................................<br />

5


Verenigingen op de kaart ..................................................................................... 175<br />

Een nationale verenigingen dag, iets <strong>voor</strong> ons land? ..................................................<br />

Vereniging en beroep: de beroeps-vereniging - 13 .................................................. 177<br />

Hoeveel beroepsverenigingen zijn er eigenlijk in Nederland? ......................................<br />

Vrijwilligers en leden .................................................... 179<br />

Let's Go MADD. Zonder Vrijwilligers Staat Alles Stil ................................................. 180<br />

Hoe vrijwilligerswerk de samenleving op gang houdt .................................................<br />

Liefdewerk oud papier: Werf, verwelkom, boei en bind de vrijwilliger ........................ 182<br />

Een goed <strong>voor</strong>nemen <strong>voor</strong> het nieuwe jaar: maak passieve leden tot actieve leden.<br />

Hoe vrijwilligers te werven en te houden? ................................................................<br />

Een vereniging met één doel! ............................................................................... 186<br />

Hoe vrijwilligers onze stad trakteren op veel vermaak ...............................................<br />

<strong>Van</strong> rouwen over verloren vertrouwen naar bouwen aan nieuw vertrouwen ............... 188<br />

Hoe verenigingen kunnen bijdragen aan behoud van vertrouwen ................................<br />

Connecting - Op zoek naar 'het ideale lidmaatschap' ............................................... 191<br />

Hoe kunnen verenigingen leden vinden, boeien en binden? ........................................<br />

Ledenwerving - 1................................................................................................ 195<br />

Honderd-en-een manieren om nieuwe leden te werven..............................................<br />

Ledenwerving - 2................................................................................................ 197<br />

Wat te doen als ledenaanwas niet vanzelf gaat? .......................................................<br />

Ledenwerving - 3................................................................................................ 200<br />

Kies <strong>voor</strong> AIDA als middel om de deuren en ramen van je vereniging te<br />

openen en nieuwe leden binnen te laten komen ........................................................<br />

Ledenwerving - 4................................................................................................ 202<br />

Het cadeaulidmaatschap en het gratis kennismakingslidmaatschap .............................<br />

Ledenwerving - 5................................................................................................ 204<br />

Hoe pakken omroepverenigingen ledenwerving aan? .................................................<br />

Ledenwerving - 6................................................................................................ 206<br />

Ledenwerving is levensnoodzaak: belangrijke elementen in ledenwerving ....................<br />

Ledenwerving - 7................................................................................................ 208<br />

Doe eens wat terug <strong>voor</strong> je club via leden-werven-leden! ..........................................<br />

Ledenwerving - 8................................................................................................ 210<br />

Volhouden, herhalen, leren en variëren. Ga soepel om met taaie kost! ........................<br />

Vrijwilligersorganisaties als werk-gevers ................................................................ 212<br />

Hoe werven zij vrijwilligers en hoe houden zij hen (tevreden)? ...................................<br />

Succes ........................................................................... 216<br />

Een kip met betrokkenheid en een varken met commitment .................................... 217<br />

Hoe de succeskans van veranderingsprocessen te vergroten ......................................<br />

Kleine vereniging, hoge kwaliteit? Dat kan! ........................................................... 220<br />

Kwaliteit werkt .....................................................................................................<br />

De smaak van kwaliteit ....................................................................................... 222<br />

Hoe organiseren we ons uitblinken? ........................................................................<br />

Kiezen <strong>voor</strong> succes - 1 ........................................................................................ 224<br />

Zeven criteria om als vereniging te werken aan succes ..............................................<br />

Kiezen <strong>voor</strong> succes - 2 ........................................................................................ 226<br />

De bronnen van inspiratie <strong>voor</strong> het '7 Measures' onderzoeksproject: welke zijn de<br />

fundamentele verschillen tussen een goede en een geweldige vereniging? ...................<br />

Kiezen <strong>voor</strong> succes - 3 ........................................................................................ 228<br />

Een vereniging van, door en <strong>voor</strong> de leden. Kenmerk nr.1: A customer service culture ..<br />

Kiezen <strong>voor</strong> succes - 4 ........................................................................................ 231<br />

Een vereniging, gedreven door missie en niet door geld. Kenmerk nr.2: Alignment of<br />

products and services with mission .........................................................................<br />

Kiezen <strong>voor</strong> succes - 5 ........................................................................................ 233<br />

Data, data, data. Kenmerk nr. 3: Data-driven strategies............................................<br />

6


Kiezen <strong>voor</strong> succes - 6 ........................................................................................ 235<br />

Ongoing conversations. Kenmerk nr. 4: Dialogue and engagement .............................<br />

Kiezen <strong>voor</strong> succes - 7 ........................................................................................ 237<br />

The great go-between. Kenmerk nr. 5: CEO as a broker of ideas ................................<br />

Kiezen <strong>voor</strong> succes - 8 ........................................................................................ 239<br />

The will to act. Kenmerk nr.6: Organizational adaptability ..........................................<br />

Kiezen <strong>voor</strong> succes - 9 ........................................................................................ 242<br />

Partnering for the right purpose. Kenmerk nr. 7: Alliance building...............................<br />

Kiezen <strong>voor</strong> succes - 10....................................................................................... 244<br />

Waarom ik schrijf over 'The 7 Measures': Kennis delen is kennis vermenigvuldigen .......<br />

Kiezen <strong>voor</strong> succes - 11....................................................................................... 246<br />

Niet uitverkoren, wel uitgedaagd! ...........................................................................<br />

Kiezen <strong>voor</strong> succes - 12....................................................................................... 248<br />

Hoe zelf aan de slag te gaan met de '7 Measures of Success': Een handleiding .............<br />

Kiezen <strong>voor</strong> succes - 13....................................................................................... 251<br />

Ook de beroepsvereniging doet het! Een eigen platform als startpunt ..........................<br />

Toekomst ...................................................................... 253<br />

Verenigen met toekomst ..................................................................................... 254<br />

Vijf stappen om verrassingen in de toekomst te <strong>voor</strong>komen .......................................<br />

<strong>Goed</strong>e <strong>voor</strong>nemens <strong>voor</strong> het nieuwe jaar ............................................................... 256<br />

Hoe te zorgen dat een <strong>voor</strong>nemen leidt tot resultaat .................................................<br />

Een jaar om eens echt goed te leven .................................................................... 258<br />

Wat gaan we volgend jaar met onze tijd doen, hoe kijken we volgend jaar naar onze<br />

tijd, hoe gaan we onze tijd leven en beleven?...........................................................<br />

<strong>Goed</strong>e <strong>voor</strong>nemens in de herkansing!.................................................................... 260<br />

<strong>Tips</strong> om je goede <strong>voor</strong>nemens een serieuze kans te geven .........................................<br />

Vereniging en toekomst - 1 .................................................................................. 263<br />

Met strategie door de toekomst ..............................................................................<br />

Vereniging en toekomst - 2 .................................................................................. 265<br />

Trends als houvast <strong>voor</strong> vertrouwen in de toekomst. Ook <strong>voor</strong> verenigingsdirecteuren!<br />

Vereniging en toekomst - 3 .................................................................................. 267<br />

<strong>Van</strong> samenwerking naar fusie - wat zijn kritische succesfactoren? ...............................<br />

Vereniging en toekomst - 4 .................................................................................. 268<br />

Fusiegolf in verenigingsland! ..................................................................................<br />

Vereniging en toekomst - 5 .................................................................................. 270<br />

Fuseren als topsport - bouwstenen <strong>voor</strong> succesvol fusiemanagement ..........................<br />

Vereniging en toekomst - 6 .................................................................................. 272<br />

Workshop Fusies in Verenigingsland was een succes .................................................<br />

Congressen ................................................................... 274<br />

Congresseren in Chicago ..................................................................................... 275<br />

1001 manieren <strong>voor</strong> verenigingsprofessionals om bij te tanken: een impressie van de<br />

Annual Meeting 2007 van de American Society of Association Executives ASAE ............<br />

Congresseren in de Bush - 2007 ........................................................................... 277<br />

Impressie van het derde Verenigings Management Congres. En hoe nu verder met de<br />

'7 Measures'? .......................................................................................................<br />

Congresseren in San Diego - 1 ............................................................................. 280<br />

Hoe doen de Amerikanen het? ................................................................................<br />

Congresseren in San Diego - 2 ............................................................................. 282<br />

Oh what a day at San Diego Bay! ...........................................................................<br />

Congresseren in de Bush - 2008 ........................................................................... 284<br />

Niet samenwerken bestaat niet ...............................................................................<br />

Vereniging en congres - 1 .................................................................................... 286<br />

Je congres is je visitekaartje, maar <strong>voor</strong> wie eigenlijk? ..............................................<br />

Vereniging en congres - 2 .................................................................................... 289<br />

7


Impressie van het vijfde Verenigingsmanagement Congres, 5 november 2009 .............<br />

Het ASAE congres in Los Angeles - 1 ..................................................................... 292<br />

Enkele observaties en reflecties ..............................................................................<br />

Het ASAE congres in Los Angeles - 2 ..................................................................... 294<br />

Enkele observaties en reflecties ..............................................................................<br />

Het ASAE congres in Los Angeles - 3 ..................................................................... 296<br />

Enkele observaties en reflecties ..............................................................................<br />

Geld verdienen aan je congres? ............................................................................ 298<br />

Kijk naar de ASAE! ................................................................................................<br />

Over de auteur ............................................................................................... 300<br />

8


Ten geleide<br />

Op 10 oktober 2006 plaatste Theo Jonkergouw zijn eerste artikel “De geïsoleerde<br />

directeur” op zijn weblog. Tot 6 november 2010 heeft hij met veel plezier artikelen op dit<br />

weblog geplaatst; 122 in totaal.<br />

Een weblog is een eigen medium: het gaat om doorgaans korte teksten al dan niet met<br />

ondersteunende illustraties, waarbij via trefwoorden op allerlei onderwerpen doorgeklikt<br />

kan worden en waar lezers direct op kunnen reageren. Door de snelheid, het gemak van<br />

plaatsing en het meer interactieve karakter kan zo'n tekst luchtiger, vluchtiger en<br />

informeler zijn dan die van gedrukte media. De teksten die Theo plaatste zijn anders. Ze<br />

zijn langer, informatief en beschouwend van karakter. Hij had zijn eigen genre. Zijn<br />

artikelen starten bij een concrete situatie, stijgen daar via reflectie bovenuit en eindigen<br />

met praktische aanbevelingen <strong>voor</strong> vergelijkbare situaties. De artikelen zijn bovendien<br />

goed onderbouwd door literatuur. Hiermee behouden de teksten hun waarde, niet in de<br />

laatste plaats omdat ze prikkelen. Ze geven niet alleen praktische tips, maar zetten ook<br />

aan tot reflectie.<br />

Na Theo's overlijden in mei 2012 is zijn weblog niet meer toegankelijk. Wij hebben<br />

daarom zijn artikelen gebundeld in dit document. We hebben geen selectie gemaakt. Wel<br />

hebben we de artikelen thematisch gerangschikt om de leesbaarheid te vergroten.<br />

Binnen deze thema's hebben we de artikelen die een serie vormen na elkaar geplaatst en<br />

de overige artikelen op volgorde van verschijnen. Daardoor kan verwezen worden naar<br />

eerdere artikelen die later in dit document opgenomen zijn. Sommige artikelen passen in<br />

meerdere categorieën. We hebben er toch telkens één gekozen.<br />

Wel zijn alle verwijzingen naar tijdsaanduidingen die niet meer relevant zijn, zoals<br />

aankondigingen van congressen die inmiddels gehouden zijn, verwijderd, als ook<br />

verwijzingen naar de eigen websites die uit de lucht zijn. De enige uitzondering is het<br />

artikel '<strong>Goed</strong> verenigingsbestuur een nieuwe site' omdat de beschrijving ervan<br />

inhoudelijk kan inspireren.<br />

Hoewel elk artikel eenrichtingsverkeer lijkt te zijn, werd elk artikel afgesloten met de<br />

expliciete uitnodiging te reageren, bij <strong>voor</strong>beeld: '…hoop ik dat u mij deelgenoot maakt<br />

van uw bevindingen. Ik leer graag van u en stel uw feedback dus zeer op prijs. Ik kijk<br />

ernaar uit...!' Het directe contact met de lezer kwam ook tot uiting door hem of haar bij<br />

<strong>voor</strong>beeld direct aan te sporen deel te nemen aan bijeenkomsten: 'Noteer deze datum!'<br />

Deze aansporingen zijn ook verwijderd.<br />

Onze grote dank gaat uit naar Gitte Brock die deze uitgave mede tot stand heeft<br />

gebracht.<br />

Wij wensen u veel leesplezier en hopen dat u uw <strong>voor</strong>deel kunt doen met deze<br />

informatie.<br />

Leiden, Mirjam Sprangers<br />

Utrecht, Dinie Naezer-Heerschop<br />

September 2012<br />

9


Verenigingen, een wereld om over te<br />

schrijven...<br />

4-9-2009<br />

Verenigingen zijn wezenlijke onderdelen van de samenleving. Vele verenigingen, <strong>voor</strong>al<br />

branche-, beroeps- en belangenbehartiging verenigingen, zijn belangrijke spelers op het<br />

maatschappelijke middenveld. Het zijn ook werelden op zichzelf, die in veel opzichten<br />

overeenkomen met andere maatschappelijke actoren zoals bedrijfsleven, overheden en<br />

(andere) not-for-profit organisaties, maar er in andere opzichten lichtjaren van<br />

verschillen.<br />

Omdat verenigingen gaan over de samenleving en <strong>voor</strong>al over mensen, hun streven, hun<br />

slagen en falen, de in- en externe structuren, procedures en processen waarin zij<br />

genoodzaakt zijn te werken, zijn zij een boeiend onderwerp om over te schrijven. Dat<br />

doe ik dus.<br />

Morgen, 5 september, begint de Week van het Schrijven. Ons land kent een miljoen<br />

amateurschrijvers, er bestaan 1.3 miljoen weblogs en er zijn 400.000 twitteraars actief.<br />

De amateurschrijvers schrijven fictie, non-fictie, poëzie en ongetwijfeld nog veel meer.<br />

Een miljoen mensen schrijven af en toe wat, een derde van hen doet dat serieus,<br />

sommigen zelfs dagelijks, aldus Louis Stiller, bedenker en organisator van de Week van<br />

het Schrijven, hoofdredacteur van Schrijven Magazine, schrijvenonline.org en docent aan<br />

de schrijversvakschool Amsterdam. De website schrijvenonline.org wordt maandelijks<br />

door 100.000 mensen bezocht.<br />

Ik ben met mijn blog en met mijn andere schrijfactiviteiten (tijdschriften, in het bijzonder<br />

VM maar ook op andere weblogs en op LinkedIn) een van die vele amateurs. Waarom<br />

schrijven mensen? Er zijn een aantal motieven te onderscheiden:<br />

Schrijven is een uitstekende manier om je gedachten te ordenen.<br />

Je kunt je gevoelens van je afschrijven.<br />

Schrijven is gewoon leuk om te doen.<br />

Schrijven is zingevend.<br />

Tijdens het schrijven zijn mensen gelukkiger; het heeft een positief effect op het<br />

gebied in de hersenen, waar de emotionele zelfcontrole huist. Aldus een door Stiller<br />

genoemd onderzoek, verricht aan de Universiteit van Californië.<br />

Waarom schrijf ik? Primair omdat ik het leuk vind; lezen en schrijven zijn activiteiten, die<br />

mij een heel gelukkig gevoel geven. Dit authentieke motief geldt onverkort, ook als ik<br />

zou weten dat niemand zou lezen wat ik schrijf. Het geluksgevoel geldt <strong>voor</strong>al als ik kan<br />

lezen en schrijven tussen hectische dagen van werken en reizen door. Dan zijn het als<br />

het ware oasen, waarin ik mij heerlijk voel.<br />

Een tweede reden is dat ik graag kennis en ervaringen deel met anderen, op allerlei<br />

manieren, in elk geval ook via schrijven. En als het nu zo zou zijn, dat niemand mijn<br />

10


schrijfsels leest, dan zou ik dat, vanuit dit tweede motief, natuurlijk wel jammer vinden.<br />

Maar ook als ik wel word gelezen, dan weet ik eigenlijk toch niet hoe het wordt gelezen<br />

en geïnterpreteerd en wat het effect daarvan is. Dus, dan val ik toch terug op mijn<br />

primaire motief: ik vind het gewoon ontzettend leuk om te doen!<br />

Ik heb schrijven altijd, vanaf mijn kindertijd, leuk gevonden en het ook altijd gedaan.<br />

Geen fictie maar beschouwend en beleidsgericht werk, stof <strong>voor</strong> debat, <strong>voor</strong> de opleiding<br />

en vorming van professionals. Het moest altijd wel ergens over gaan en toe leiden. De<br />

vormen waren heel divers: ingezonden stukken, columns (vele jaren), boeken,<br />

beleidsnota's, pamfletten, echte artikelen in tijdschriften (onder andere in VM, als het om<br />

de verenigingsprofessie gaat), websites (van mezelf en van derden), eigen weblog en<br />

diverse LinkedIn discussiegroepen, in het bijzonder het Platform Beroepsverenigingen.<br />

In alle eerlijkheid, ik kom tijd tekort, alleen al om te schrijven en me dus extra happy te<br />

voelen. Maar laat ik niet klagen, ik ga nu eerst met vakantie, zonder laptop, en dat<br />

betekent extra tijd om te lezen, ook heerlijk!<br />

11


Besturen<br />

12


Penisverlenging bestraft<br />

Hoe een <strong>voor</strong>zitter de fout in kan gaan<br />

31-10-2006<br />

Niet lachen, het gaat om een serieuze zaak, die zich onlangs afspeelde in een van de<br />

nieuwe lidstaten van de Europese Unie. Roemenie, Boekarest om precies te zijn. Nog<br />

preciezer: de Roemeense voetbalclub Steaua Boekarest. Wat is er gebeurd?<br />

Een medewerker van de club heeft operatief zijn geslachtsdeel laten verlengen. Het<br />

persbericht, waaruit ik put (NRC, 25 oktober 2006) zegt niet of het om een speler ging<br />

en hoe dit feit wereldkundig is geworden. In elk geval heeft de <strong>voor</strong>zitter van de club Gigi<br />

Becali er lucht van gekregen. Hij heeft de penis-man op staande voet ontslagen omdat<br />

'we de mens moeten laten zoals God hem geschapen heeft'. Een interessante uitspraak<br />

als je hem wat breder toepast. Een uitspraak waartegen, lijkt, me, niet zonder kans op<br />

succes beroep mogelijk is. Maar dit terzijde.<br />

Gigi Becali staat bekend als een strenggelovig man. Bovendien schijnt hij vermogend te<br />

zijn, hij heeft in zijn land namelijk al verschillende kerken laten bouwen.<br />

Het verschijnsel van de rijke <strong>voor</strong>zitter van een voetbalclub is ons bekend vanuit onder<br />

meer Italië, Spanje en recentelijk ook het Verenigd Koninkrijk (waar Russen de macht<br />

overnemen). Met hun rijkdom hebben zij niet alleen hun positie verworven maar ook de<br />

club in hun macht, bij <strong>voor</strong>beeld omdat zij menig speler hebben gekocht. Nu is de<br />

voetbalwereld ongetwijfeld een wereld apart, waar (dikwijls zeer vermogende) <strong>voor</strong>zitters<br />

autocratisch en soms gewoonweg dictatoriaal optreden. Daarbij grijpen zij vaak in op de<br />

werkvloer, zoals in het geval van de man met de verlengde penis, met <strong>voor</strong>bijgaan aan<br />

de bedrijfshiërarchie, die via de directeur ondergeschikt is aan het bestuur van de<br />

vereniging.<br />

Als zo'n club nog een vereniging is, dan is dat natuurlijk een farce. Het is immers veeleer<br />

een bedrijf, soms met een beursnotering, met niet al te veel maar wel erg dure<br />

medewerkers, de spelers en een grote professionele staf om hen heen. Een vereniging<br />

van enige omvang heeft tenminste een bureau en exploiteert soms ook een of meer<br />

bedrijven. Voorbeelden zijn de ANWB (de grootste vereniging van ons land), de<br />

Consumentenbond, de vakbonden, de politieke partijen, brancheorganisaties en<br />

beroepsorganisaties.<br />

In alle gevallen zal in de loop van de ontwikkeling van een vereniging worden besloten<br />

tot het in dienst nemen van medewerkers, onder wie een directeur die namens het<br />

bestuur zorg draagt <strong>voor</strong> de goede gang van zaken in en <strong>voor</strong> de vereniging. Deze<br />

ondersteuning van het bestuur - doorgaans bureau genoemd - is een fase in de<br />

professionalisering van de vereniging: het werk wordt teveel en in een aantal opzichten<br />

te specialistisch <strong>voor</strong> de leden van het bestuur om het zelf te blijven doen, naast hun<br />

baan, gezin en andere zaken.<br />

De verhouding tussen bestuur en bureau in het algemeen en tussen <strong>voor</strong>zitter en<br />

directeur is een interessante. Zij zijn beiden belangrijk, de eerste gekozen, de tweede<br />

benoemd; zij runnen samen de tent. Maar als er geen zindelijke bestuurs- en<br />

organisatiecultuur is met duidelijke spelregels, en persoonlijkheid en eigen stijl vrij spel<br />

13


hebben, dan kan er veel mis gaan. De ervaring leert dat besturen en <strong>voor</strong>al hun<br />

<strong>voor</strong>zitters zich liever bezig houden met de uitvoeringspraktijk - want is lekker concreet -<br />

dan met hun taken als bestuurder.<br />

Kort gezegd: het bestuur houdt zich bezig met het WAT, dus met de missie, de koers,<br />

het beleid. De directeur houdt zich bezig met de vertaling daarvan in actieplannen,<br />

vereiste competenties en gedrag <strong>voor</strong> de actieve leden van de vereniging en de<br />

professionele staf die het bestuur terzijde staat. Het bureau is het territorium van de<br />

directeur, juist daar<strong>voor</strong> is hij aangesteld. Hij legt verantwoording af aan het bestuur.<br />

Kortom, de directeur gaat over het HOE van het beleid. HOE gaat uitgevoerd worden<br />

WAT het bestuur heeft besloten.<br />

Naarmate de vereniging groeit (en dus een heuse organisatie wordt) ontwikkelt zij zich<br />

vrijwel noodzakelijk via de vijf fasen van het professionaliseringsmodel, zoals zo helder<br />

beschreven in onder meer 'Architectuur van verenigingen; bouwstenen <strong>voor</strong><br />

organisatieontwikkeling' (2005, Dialoog Uitgevers) door Frans Huizenga en Peter Tack. Ik<br />

geef deze vijf fasen kort weer.<br />

1. Executief dagelijks bestuur: er zijn nog geen betaalde krachten in dienst. Het bestuur<br />

en andere leden van de vereniging doen alles zelf (commissies en dergelijke).<br />

2. Directief dagelijks bestuur: enkele medewerkers worden, eventueel via een<br />

secretariatenbureau, aangetrokken <strong>voor</strong> financiële- en ledenadministratie.<br />

Kennisintensieve ondersteuning wordt ad hoc ingehuurd. De dagelijkse leiding van de<br />

vereniging berust bij het Dagelijks Bestuur (DB of kernbestuur).<br />

3. Beleidsvoerend dagelijks bestuur: de dagelijkse leiding wordt overgedragen aan een<br />

directeur. Uitvoerende activiteiten worden aan het bureau overgelaten. De rol van het DB<br />

verandert: het formuleren van beleidskaders <strong>voor</strong> de uitvoering.<br />

4. Voorwaardenscheppend dagelijks bestuur: het bureau gaat steeds meer beleidsmatige<br />

ondersteuning leveren aan het bestuur. Het DB legt zich toe op het scheppen van<br />

<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> een beleidsvoerend bureau.<br />

5. Toezichthoudend bestuur: het bureau, inmiddels sterk ontwikkeld met een aantal<br />

specialisten in dienst, organiseert de beleidsvoering. Dit vereist een bestuur dat goed in<br />

staat is om de strategische lijnen uit te zetten en op basis daarvan toezicht te houden.<br />

Deze ontwikkeling is logisch maar vraagt om bestuurders, die in staat en bereid zijn om<br />

rolvast te opereren. Een medewerker ontslaan omdat hij zijn penis heeft laten verlengen<br />

is een <strong>voor</strong>beeld van hoe het absoluut niet moet. Met ingang van fase drie blijft het<br />

bestuur, de <strong>voor</strong>zitter incluis, hoe gelovig en vermogend ook, met zijn handen en<br />

woorden van de bureaumedewerkers af. Die behoren tot het domein van de directeur.<br />

14


<strong>Van</strong> passant tot partner<br />

Hoe te werken aan een goede relatie tussen <strong>voor</strong>zitter en directeur<br />

16-12-2006<br />

De volgende situatie zal u niet onbekend <strong>voor</strong>komen: u bent al enige tijd directeur van<br />

de vereniging en op een gegeven moment eindigt de zittingstermijn van uw <strong>voor</strong>zitter en<br />

benoemt de Ledenraad respectievelijk de Algemene Leden Vergadering diens opvolger. In<br />

het verenigingsleven zijn zowel vrijwilligers als medewerkers passanten, maar de<br />

<strong>voor</strong>zitter is wel een heel bijzondere. Meestal zult u deze persoon wel kennen, persoonlijk<br />

of van een afstand. U hebt ongetwijfeld ook een opinie over hem (ik bedoel hier ook<br />

haar). Als het zo is, dat u de opvolger al kent, bij <strong>voor</strong>beeld omdat hij deel uitmaakte van<br />

een commissie, dan zult u hem na zijn aantreden beslist 'beter' leren kennen.<br />

Wat het effect van dit 'beter' kennen op u ook moge zijn, feit is dat <strong>voor</strong>zitter en<br />

directeur als regel een aantal jaren samen de verenigingskar zullen moeten trekken. In<br />

de praktijk wordt weliswaar erkend dat de relatie tussen beiden van groot belang is maar<br />

ik vraag me af of dit inzicht vaak genoeg gepaard gaat met inspanningen van beide<br />

kanten om vanaf dag één in die relatie te investeren.<br />

De verhouding tussen <strong>voor</strong>zitter en directeur is van zo wezenlijk belang <strong>voor</strong> groei en<br />

bloei van uw vereniging, zeker in een wereld die steeds verandert en uitdaagt, dat beide<br />

passanten zich eigenlijk in een partnership zouden moeten verbinden om zo de<br />

vereniging samen beter te dienen. De vorming van zo'n partnership is temeer van belang<br />

omdat de relatie tussen beiden heel kwetsbaar is en licht kan eroderen, <strong>voor</strong>al om de<br />

volgende redenen:<br />

Beiden zijn als regel persoonlijkheden met een krachtig ego en een neiging tot type A<br />

gedrag (buitengewoon gedreven, competitief). Dus is cohesie niet vanzelfsprekend en<br />

kan het gemakkelijk juist de verkeerde kant op gaan.<br />

De onderwerpen waar zij zich mee bezig houden zijn vaak complex en van groot<br />

belang, waardoor al gauw een hogedrukpan atmosfeer kan ontstaan, met veel stress<br />

en schade <strong>voor</strong> de relatie. Hoe competitiever de omgeving, des te groter het risico<br />

van ontsporing.<br />

In zijn boek 'High-Impact governing in a nutshell; 17 questions that board members and<br />

CEO's frequently ask' - een uitgave van de American Society of Association Executives<br />

(ASAE) - noemt Doug Eadie, een man met veel ervaring op dit gebied, vier factoren die<br />

van essentieel belang zijn <strong>voor</strong> een goede, gezonde relatie tussen <strong>voor</strong>zitter en directeur.<br />

Ik geef ze hier kort weer en zal in andere hoofdstukken op een enkel onderdeel nader<br />

ingaan.<br />

De filosofie en de houding van de directeur. Deze moeten in lijn zijn met de<br />

opvattingen van het bestuur over besturen en over het partnership. Het bestuur moet<br />

dus verdraaid goed weten wat <strong>voor</strong> iemand het zoekt. Voorts moet het de beoogde<br />

directeur stevig ondervragen totdat het echt weet wat het wil weten. Ook moet het<br />

referenties over hem trekken.<br />

Een vaste commissie die als opdracht heeft om het partnership te monitoren en te<br />

onderhouden. Hiermee laat het bestuur zien dat het de kwaliteit van deze werkrelatie<br />

uitermate serieus neemt.<br />

15


De samenwerking tussen de <strong>voor</strong>zitter en de directeur. De liefde moet ook hier van<br />

beide kanten komen. Wat de directeur betreft, deze dient over aanzienlijke sociale en<br />

diplomatieke vaardigheden te beschikken. Daarmee kan hij een ferme bijdrage<br />

leveren aan het smeden van een alliantie met zijn <strong>voor</strong>zitter. Essentieel is dat de<br />

directeur zich echt inspant om te begrijpen wat zijn <strong>voor</strong>zitter wil bereiken en dat hij<br />

hem daarbij helpt. Voorts ondersteunt hij zijn <strong>voor</strong>zitter bij de <strong>voor</strong>bereiding van de<br />

bestuursvergaderingen, zodat deze effectief en succesvol zijn.<br />

Evaluatie van de performance van de directeur door het bestuur. Deze dient werkelijk<br />

serieus te worden genomen in het belang van de kwaliteit van het partnership. Het<br />

verdient aanbeveling hier<strong>voor</strong> een vaste commissie van het bestuur in het leven te<br />

roepen. Het bestuur zal duidelijk dienen te maken op welke punten de directeur welke<br />

toegevoegde waarde dient te leveren en waar hij dus zijn tijd aan dient te besteden.<br />

16


Een goede vergadering<br />

<strong>Tips</strong> <strong>voor</strong> prettig, efficiënt en effectief vergaderen<br />

23-3-2007<br />

Er wordt in ons land wat afvergaderd. Gemiddeld 15% van de werktijd. Voor managers<br />

ligt het percentage rond de 50. Er is een heuse vergadercultuur, ons land is een en al<br />

praatpolder. Vergaderen zit ons in het bloed, in de genen, sinds onze <strong>voor</strong>ouders<br />

aangewezen waren op overleg en consensus om de voeten droog te houden. We zijn ook<br />

letterlijk een echt polderland.<br />

Vergaderen, overleg en afstemming in allerlei vormen en formaten, we kunnen niet<br />

zonder. De complexiteit van de samenleving, van de organisaties daarbinnen inclusief<br />

gezinnen en andere relatievormen maakt overleg, informatie- en meningsuitwisseling en<br />

afstemming van acties onvermijdelijk. Onze maatschappij is steeds meer een groot<br />

conglomeraat van onderhandelingshuishoudens. Dat vraagt bijpassend gedrag en<br />

vaardigheden.<br />

Ook verenigingen leveren een ferme bijdrage aan het vergadervolume in ons land. Vooral<br />

<strong>voor</strong> dit type organisaties is vergaderen belangrijk: aan de ene kant leveren vrijwilligers<br />

bijdragen in allerlei organen zoals besturen (centraal en onderdelen zoals afdelingen en<br />

regio's), adviesraden, commissies en werkgroepen. Aan de andere kant is er een bureau,<br />

een werkapparaat, met zijn eigen wetmatigheden, behoeften, eisen en gebruiken. Ten<br />

slotte is er de afstemming tussen vrijwilligers en professionals.<br />

Vergaderen is dus onvermijdelijk in verenigingsland. Maar het kan efficiënter en<br />

effectiever, evenals elders in ons polderland, in bedrijven, bij overheden en andere<br />

organisaties. Veel tijd wordt besteed aan informatie uitwisseling. Dat kan vaak beter via<br />

e-mail. Ik geef hier een aantal tips om de toegevoegde waarde van een vergadering te<br />

vergroten.<br />

Stel noodzaak en concreet doel vast. Zo maar vergaderen om te vergaderen, omdat<br />

het nu eenmaal gepland is, is pure tijdverspilling.<br />

Bepaal wie aan de vergadering moeten deelnemen en bij welk agendapunt. Cruciaal<br />

<strong>voor</strong> deelname is iemands verwachte toegevoegde waarde. Het is vaak niet nodig dat<br />

alle deelnemers de gehele tijd present zijn.<br />

Kies een handig vergadermoment. Dat wil zeggen, verstoor zo min mogelijk het<br />

primaire proces van de organisatie respectievelijk de persoonlijke verplichtingen van<br />

de betrokken vrijwilligers.<br />

Bevorder een goede <strong>voor</strong>bereiding. Dat houdt in dat stukken tijdig (bij <strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong><br />

het weekend of vier werkdagen van te voren) worden toegestuurd aan de beoogde<br />

deelnemers. Wie de vergadering niet heeft <strong>voor</strong>bereid heeft, boud gezegd, geen recht<br />

van spreken. Verdieping en besluitvorming staan centraal.<br />

Bevorder actieve participatie. De <strong>voor</strong>zitter opereert als regisseur. Hij werkt enerzijds<br />

langs de lijn van de procedure en anderzijds nodigt hij de aanwezigen uit tot to-thepoint<br />

inhoudelijke bijdragen. Dat houdt de bijeenkomst levendig.<br />

Bevorder BOB: beeldvorming, opinie, besluitvorming. Zorg dat informatie snel wordt<br />

uitgewisseld, inventariseer beelden en opinies, doe een rondje verdieping, bundel de<br />

diverse optieken en stuur gericht op besluitvorming.<br />

17


De kwaliteit van een vergadering is een verantwoordelijkheid van alle deelnemers. De rol<br />

van de <strong>voor</strong>zitter is evenwel een bijzondere. Door de toepassing van de tips hierboven<br />

kan hij van grote toegevoegde waarde zijn, dat wil zeggen dat de opbrengsten van de<br />

vergadering hoger zijn dan de kosten (tijd, geld, energie, frustratie).<br />

De opbrengst van een vergadering bestaat niet alleen uit besluiten maar ook uit<br />

versterkte samenwerking en uit de satisfactie van de deelnemers. Wat dit laatste aspect<br />

betreft: de deelnemers hebben een leuke en vruchtbare tijd met elkaar gehad en dat is<br />

de reden dat ze volgende keer weer graag zullen komen, goed <strong>voor</strong>bereid en wel!<br />

Meer weten over vergaderen? Zie bij <strong>voor</strong>beeld het hoofdstuk 'Leiden van 'vergaderingen'<br />

in de bundel 'Essentie van Leiderschap' onder redactie van Willem Mastenbroek en Loek<br />

Wijchers. Zie ook http://vergadertechnieken.startpagina.nl en<br />

www.leren.nl/rubriek/loopbaan/vaardigheden_op_het_werk/vergaderen/<strong>voor</strong>zitten/<br />

18


Besturen in balans<br />

<strong>Tips</strong> om effectief, efficiënt en prettig een vereniging te besturen<br />

27-3-2008<br />

Vooral (gedeeltelijk) nieuwe verenigingsbesturen worstelen nogal eens met de vraag hoe<br />

samen te werken, doelen te stellen en er zo aan te werken, dat zij worden gerealiseerd.<br />

Onlangs heb ik op een zaterdag een bestuur (vijf personen; een parttime directeur en<br />

een fulltime verenigingsmanager) van een beroepsvereniging van academisch gevormde<br />

professionals bijgestaan om een werkbaar antwoord te vinden op deze vraag/vragen. Ik<br />

noem mijn aanpak, die gericht is op professionalisering van verenigingen, Besturen in<br />

Balans. Hij bestaat uit een aantal elementen, waarvan ik de belangrijkste hieronder<br />

opsom. Mijn verhaal over strategie - dit is <strong>voor</strong>al een kwestie van beslissen wat je niet<br />

gaat doen - laat ik hier achterwege.<br />

A. Doelen en portefeuillehouders: balans tussen willen en kunnen<br />

Stel een beperkt (maximaal drie) doelen vast die ieder onderschrijft en waaraan ieder<br />

zich verbindt.<br />

Vorm samen een eerste indruk in welke acties (dossiers) deze doelen kunnen worden<br />

vertaald, zodat zij gaan leven <strong>voor</strong> de (nieuwe) bestuurders.<br />

Wijs de doelen toe aan de daar<strong>voor</strong> het meest in aanmerking komende portefeuille.<br />

Mocht de portefeuillehouder vertrekken, dan is continuïteit in de actie verzekerd.<br />

Vorm tandems van portefeuillehouders, partnerships: de primaire (vorige bullet) en<br />

degene die het meest met het onderwerp verwant is. Er is dan zowel<br />

complementariteit als back-up.<br />

Creëer eventueel per tandem een supportgroep van betrokken en deskundige leden.<br />

Participatie werkt bindend.<br />

Maak samen een globaal tijdpad vanaf een moment in de toekomst naar het hier en<br />

nu. Wanneer moet er welk resultaat zijn (bij <strong>voor</strong>beeld een plan ten behoeve van de<br />

Ledenraad) en wie gaat wat doen met ingang van aanstaande maandag?<br />

Twee personen (portefeuillehouder Kwaliteit Vereniging) en verenigingsmanager<br />

werken de afspraken volgende week samen uit en sturen ze aan iedereen toe. De<br />

eerste stenen zijn gelegd.<br />

B. Teamvorming en verantwoordelijkheid: balans tussen collectief en individueel<br />

Uitgangspunt is dat het bestuur als collectiviteit verantwoordelijk is. Met andere<br />

woorden, niemand kan denken, ik doe mijn werk goed, zij daar doet dat niet maar<br />

dat is niet mijn pakkie an! Integendeel. Denk in elk geval ook aan de<br />

bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering. Die houdt een ieder verantwoordelijk <strong>voor</strong><br />

het falen van al zijn collega's. Dus, als ieder zijn werk goed doet en erop toeziet dat<br />

de anderen dat ook doen, dan heb je zo'n verzekering niet nodig.<br />

Samenwerking is essentieel, met name vanuit persoonlijke en gezamenlijke<br />

verbinding aan de samen gekozen doelen. Ga met elkaar na wat samenwerking <strong>voor</strong><br />

eenieder betekent en hoe deze zo vorm en inhoud te geven dat allen zich er wel bij<br />

voelen en dat iedereen en ook hun samenwerking gaat werken.<br />

19


Spreek samen een aantal spelregels af hoe in de praktijk - er zijn immers tal van<br />

beïnvloedende omstandigheden - samen te werken, zowel collectief als in de<br />

subteams alsook met het bureau.<br />

Kernwaarde van de bestuurscultuur dient te zijn, dat men elkaar open en respectvol<br />

aanspreekt op nakoming van afspraken. Vrijwilligheid mag niet ontaarden in<br />

vrijblijvendheid. De <strong>voor</strong>zitter en de portefeuillehouder Kwaliteit zien erop toe dat<br />

deze cultuur van aanspreken (bespreken, uitspreken) een welkome plaats krijgt in de<br />

hoofden, harten en handen (vaardigheden) van de bestuurders.<br />

Besluit elke vergadering met een evaluatie over de effectiviteit, de doelmatigheid en<br />

de sfeer ervan. Trek lessen en leer. Memoreer volgende keer de lessen en begin met<br />

de toepassing van het geleerde.<br />

Trek minstens eenmaal per jaar uit <strong>voor</strong> een systematische evaluatie van het werken<br />

als bestuur en als bestuurder. Deze zelfevaluatie vindt in de praktijk niet vaak plaats.<br />

Het is een oefening in zelfkritiek, nederigheid en <strong>voor</strong>al gezamenlijk leren.<br />

C. <strong>Goed</strong> vergaderen: balans tussen bijpraten en besluiten<br />

Veel vergaderingen gaan niet over beleid maar over van alles en nog wat. Veel tijd<br />

gaat op aan vertellen waar men geweest is, wie men gesproken heeft, wat men gaat<br />

doen enzo<strong>voor</strong>t. Zonde van de tijd, want daar gaat besturen niet over. Het kan<br />

handig zijn om de agenda van bestuursvergaderingen wat type uitwisseling betreft te<br />

structureren in drie categorieën:<br />

Informatieverstrekking (= bijpraten). Elke portefeuillehouder rapporteert beknopt op<br />

één A4; eventuele vragen van collega's worden door hem of haar beantwoord.<br />

Beeldvorming (brainstorming). Zorg dat er tenminste een startpapier is met een zo<br />

helder mogelijke omschrijving van de kwestie, het probleem.<br />

Besluitvorming. Dit is de kern van de output van een bestuursvergadering. Een<br />

andere, zeker niet onbelangrijke output, is het goede gevoel waarmee de deelnemers<br />

de vergadering verlaten en (dus) de motivatie om er volgende keer weer te zijn en<br />

een bijdrage te leveren. Geen besluit zonder een daartoe strekkend <strong>voor</strong>stel,<br />

eventueel vergezeld van een of meer adviezen van commissies.<br />

D. <strong>Goed</strong> vergaderen: balans tussen verleden en toekomst<br />

Veel vergaderingen gaan niet over beleid, in elk geval meestal niet over de toekomst<br />

in termen van beleid en plannen. Het gaat veel over wat geweest is en over wat nu<br />

speelt. Dat kost veel tijd. Ik adviseer om de agenda te structureren volgens drie<br />

perspectief-categorieën:<br />

Het verleden: hierbij gaat het <strong>voor</strong>namelijk om rapportage.<br />

Het heden: welke belangrijke actuele onderwerpen (dossiers) spelen er?<br />

De toekomst: strategie.<br />

Kortom, de combinatie van C en D levert een mooie matrix op, volgens welke de<br />

beschikbare tijd en energie kunnen worden geleid en ingezet. Ik beveel deze aanpak van<br />

harte aan. Als bestuur weet je waar je <strong>voor</strong> staat, wat je te doen staat, hoe je dat doet<br />

en met wie, wat er van je verwacht wordt en hoe je via overzichtelijk gestructureerde<br />

agenda's <strong>voor</strong> je vergaderingen de <strong>voor</strong>tgang bewaakt, voedt en bevordert.<br />

20


Beter besturen in balans<br />

<strong>Tips</strong> <strong>voor</strong> een effectiever en efficiënter gebruik van vergadertijd<br />

13-5-2009<br />

Gebruik van vergadertijd kan altijd beter. Het moet ook beter, immers onze tijd<br />

is schaars en kostbaar en er komen vele zaken op ons af, die we niet zo maar<br />

kunnen laten passeren. Dat geldt niet alleen <strong>voor</strong> werk- en managementteams maar ook<br />

en <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> besturen van verenigingen. Het gaat hier immers om vrijwilligers. En die<br />

hebben, ook als ze niet meer '<strong>voor</strong> de kost hoeven te werken' heus niet allemaal alle tijd<br />

van de wereld. Bovendien, ook al heb je wel tijd, besteed hem dan wel.<br />

Vorig jaar schreef ik het artikel 'Besturen in balans. <strong>Tips</strong> om effectief, efficiënt en prettig<br />

een vereniging te besturen' (27 maart 2009). Het maakt deel uit van mijn aanpak van<br />

professionalisering van verenigingen. Besturen in Balans bestaat uit de volgende vier<br />

elementen:<br />

A. Doelen en portefeuillehouders: balans tussen willen en kunnen.<br />

B. Teamvorming en verantwoordelijkheid: balans tussen collectief en individueel.<br />

C. <strong>Goed</strong> vergaderen: balans tussen bijpraten en besluiten.<br />

D. <strong>Goed</strong> vergaderen: balans tussen verleden en toekomst.<br />

Ik besluit mijn artikel met de conclusie dat de combinatie van C en D een mooie matrix<br />

oplevert, volgens welke de beschikbare tijd en energie kunnen worden geleid en ingezet.<br />

Kortheidshalve verwijs ik <strong>voor</strong> de uitwerking van deze vier elementen naar het artikel<br />

Besturen in Balans. Op grond van enkele recente ervaringen wil ik er nu een paar<br />

aanvullingen op geven.<br />

E. <strong>Goed</strong> vergaderen: de toekomst gaat <strong>voor</strong> het verleden. Het gaat hier om een<br />

aanvulling op de balans tussen verleden en toekomst (D).<br />

Ik onderscheid het verleden, het heden en de toekomst. Bij het verleden gaat het<br />

<strong>voor</strong>namelijk om rapportage en, zo voeg ik er aan toe, vaak ook om de notulen met de<br />

besluiten- en actielijsten van de vorige keer. De ervaring leert dat het verslag altijd vrij<br />

<strong>voor</strong>aan op de agenda staat en dat er nogal wat tijd aan wordt besteed: de tekst zelf,<br />

naar aanleiding van, inhoudelijke uitweidingen over onderwerpen, die al zijn<br />

geagendeerd en later aan de orde komen enzo<strong>voor</strong>t.<br />

De onderwerpen die er echt toe doen staan een stuk lager op de agenda. Door allerlei<br />

soms werkelijk oeverloos gepraat in het begin van de vergadering, over het verslag maar<br />

ook bij <strong>voor</strong>beeld doordat de <strong>voor</strong>zitter royaal de tijd neemt om over zijn<br />

wederwaardigheden te vertellen en daarmee de toon zet, komen die andere onderwerpen<br />

onder druk. Of ze worden niet behandeld en doorgeschoven (soms meerdere malen) of<br />

ze worden afgeraffeld en besloten terwijl sommige bestuursleden de bijeenkomst al<br />

verlaten hebben.<br />

Mijn ervaring is dat het helpt om het verleden, in elk geval het verslag, aan het eind van<br />

de agenda te plaatsen. Uitgangspunt daarbij is dat eerder gemaakte afspraken worden<br />

nagekomen - een kwestie van vertrouwen, afspraak is afspraak - tenzij betrokkene tijdig<br />

en beargumenteerd meldt dat hij/zij er niet in is geslaagd het actiepunt uit te voeren. De<br />

21


<strong>voor</strong>tgang van projecten kan natuurlijk en bij <strong>voor</strong>keur prima worden verantwoord in<br />

beknopte schriftelijke portefeuillerapportages (valt onder C). Dit alles is een kwestie van<br />

bestuurscultuur (zie artikel 'Besturen in balans', sub D).<br />

Mijn ervaring is ook dat het helpt om zaken die de toekomst betreffen bovenaan de<br />

agenda te plaatsen. Dit draagt bij aan de focus van het bestuur en helpt het bestuur om<br />

zijn taak hoogst serieus te nemen. Hier ligt een belangrijke taak <strong>voor</strong> de directeur.<br />

F. <strong>Goed</strong> vergaderen: eigen onderwerpen gaan <strong>voor</strong> de onderwerpen van anderen.<br />

Vaak gebeurt het dat de <strong>voor</strong>zitter of een ander bestuurslid na de opening van<br />

de vergadering meteen aandacht vraagt <strong>voor</strong> dat wil zeggen meteen inhoudelijk begint te<br />

praten over een bijeenkomst waar hij/zij net is geweest, een ontvangen spoedbrief van<br />

organisatie X of Y enzo<strong>voor</strong>t. Er wordt aandacht gevraagd met een beroep op de urgentie<br />

van de kwestie, maar is het onderwerp ook belangrijk?<br />

In de praktijk gaan de andere bestuursleden al dan niet gretig in op het ingebrachte<br />

onderwerp, zeker als het om een conflictueus of (anderszins) sensationeel bericht gaat.<br />

Ik vind dit redelijk rampzalig, het gaat immers ten koste van de reeds aanwezige agenda<br />

en de daarop staande <strong>voor</strong>bereide onderwerpen. Het kan natuurlijk zijn dat het te berde<br />

gebrachte onderwerp al geagendeerd staat of kan worden ondergebracht bij een punt op<br />

de agenda. Dan hoort het daar thuis.<br />

Ik bepleit een ordelijke gang van zaken, niet star maar zeker niet chaotisch. Een agenda<br />

is een belangrijk hulpmiddel <strong>voor</strong> rationeel gedrag: wat is informatieverstrekking (=<br />

bijpraten), wat is beeldvorming (= discussie) en wat is besluitvorming (de kern van de<br />

output van een bestuursvergadering)? (zie artikel 'Besturen in balans', sub C) Dus als<br />

iemand iets te berde wil brengen, is de vraag: met welk doel wil je dat, wat <strong>voor</strong> type<br />

uitwisseling betreft het, bij welk punt kunnen we het erover hebben?<br />

Eigen onderwerpen gaan <strong>voor</strong> de onderwerpen die afkomstig zijn van anderen. Houd je<br />

aan je eigen strategie, je eigen prioriteiten, je eigen keuzen om goed door de toekomst<br />

heen te komen. Dus zet niet alleen de toekomst bovenaan op de agenda, maar <strong>voor</strong>al<br />

ook je eigen doelen, waaraan je als bestuur werkt. Laat je niet afleiden door berichten<br />

van buiten en besteed hier niet teveel tijd aan.<br />

De tijd die je er wel aan besteedt - wat moeten we ermee, wat betekent dit <strong>voor</strong> ons<br />

beleid enzo<strong>voor</strong>t - zou ik willen maximeren op 25% van de beschikbare vergadertijd. En<br />

breng het onderwerp dan daar onder, waar het hoort, meteen of <strong>voor</strong> een volgende<br />

vergadering. En laat intussen een of enkele portefeuillehouders ermee aan de slag gaan,<br />

als het bestuur heeft vastgesteld, dat het 'er iets mee moet' en binnen welk kader.<br />

Dan kunnen er volgende keer meteen spijkers met koppen worden geslagen. Dat is<br />

efficiënt, effectief en wel zo prettig. Als bestuursleden hebben we immers een opdracht.<br />

En omdat het om onze eigen tijd gaat, willen we die zo prettig en nuttig mogelijk<br />

gebruiken, in het belang van onszelf en in het belang van onze leden, nu en door de<br />

toekomst. Want <strong>voor</strong> hen bestaat de vereniging en als bestuursleden dienen wij de<br />

vereniging.<br />

22


21-11-2008<br />

<strong>Goed</strong> <strong>Verenigingsbestuur</strong> - een nieuwe<br />

site!<br />

Wat mijn nieuwe website te bieden heeft <strong>voor</strong> verenigingsprofessionals: het<br />

verenigingswiel<br />

Wie <strong>voor</strong> het eerst een website lanceert heeft een gevoel dat (enigszins) vergeleken kan<br />

worden met de geboorte van een kind: verlossing, opluchting, trots, dankbaarheid, blij<br />

dat de klus geklaard is. De draagtijd was lang en de bevalling zwaar. Uitdrukkingen als<br />

deze heb ik nogal eens gehoord. En ik herken me er wel in. Ik heb het enkele keren<br />

meegemaakt, nu <strong>voor</strong> de derde keer.<br />

Mijn eerste website (medio 2006) gaat over coaching en mediation: www.PHPW.nl. PHPW<br />

staat <strong>voor</strong> praten helpt, praten werkt. Op de homepage staan twee links, een naar mijn<br />

weblog www.goedverenigingsbestuurtips.nl en een naar mijn nieuwste website<br />

www.goedverenigingsbestuur.nl.<br />

Waarom toch al deze sites? PHPW is mijn winkel, de Praktijk <strong>voor</strong> <strong>Goed</strong><br />

<strong>Verenigingsbestuur</strong> is daarbinnen een speciaal loket. Ik heb dat in het leven geroepen<br />

omdat ik vele jaren binnen verenigingen heb gewerkt (als directeur, als bestuurslid en<br />

<strong>voor</strong>zitter, als vrijwilliger op andere posities) en van mening ben dat ik met deze<br />

achtergrond extra toegevoegde waarde kan leveren aan verenigingen, in alle<br />

hoedanigheden waarin ik optreed: als adviseur, als begeleider van discussies in het<br />

bestuur (over strategische plannen, dilemma's, conflicten), als coach en als mediator.<br />

Overigens ben ik nog steeds bestuurlijk en operationeel actief binnen diverse<br />

verenigingen.<br />

Als u mijn nieuwe site bezoekt wordt u meteen Welkom geheten bij het Verenigingswiel.<br />

Rechtsboven leest u over mijn diensten, over mijzelf en hoe u contact met mij kunt<br />

opnemen. Het wiel zelf bestaat uit een aantal segmenten met de volgende trefwoorden<br />

(met de klok mee): leden, medewerkers, bestuur, professionals, <strong>voor</strong>zitter, afdelingen,<br />

buitenwereld, organisatie, directeur, bureau, vrijwilligers, directeur, centrale organisatie,<br />

vereniging. Een enkel woord komt twee maal <strong>voor</strong>, maar dan is de insteek anders. En<br />

natuurlijk is er inhoudelijk nu en dan enige overlap, als gevolg van de innerlijke<br />

samenhang.<br />

Als u een van deze woorden aanklikt komt u bij een korte tekst die bestaat uit drie<br />

gedeelten: Uw vragen (uit het leven gegrepen), Ter inspiratie (een aantal stellingen,<br />

opvattingen), Combinatietrefwoorden (te lezen in combinatie met het reeds aangeklikte<br />

trefwoord). De gekozen woorden zijn een selectie op het niveau van de organisatie en de<br />

dynamiek van de relaties tussen bestuur en leden, directie en medewerkers, vereniging<br />

en bureau, bestuur en directie enzo<strong>voor</strong>t. Binnen deze relaties en spanningsvelden<br />

krijgen allerlei concrete onderwerpen zoals ledenwerving, plannen maken, sponsoring<br />

enzo<strong>voor</strong>t hun concrete invulling. Veel ogenschijnlijk eenvoudige zaken zijn nu eenmaal<br />

niet (goed) te doen zonder een open oog <strong>voor</strong> 'het grotere plaatje'.<br />

Om het wiel heen staan drie begrippenparen: stilstand en verandering, continuïteit en<br />

verandering, harmonie en conflict. Per paar geef ik een aantal informaties en<br />

23


opvattingen, waardoor u zich hopelijk aangesproken voelt. Ik wil met deze drie paren<br />

aangeven dat 'het grotere plaatje' zelf ook weer onder druk staat respectievelijk te<br />

maken heeft met omgevingsfactoren van nog meer algemene en dus minder grijpbare<br />

aard.<br />

Ik hoop dat vele verenigingsprofessionals en ook -amateurs het Wiel in eigen hand<br />

nemen; dat zij ermee aan de slag gaan en er hun <strong>voor</strong>deel mee kunnen doen.<br />

_______________<br />

Naschrift: De sites www.PHPW.nl en www.goedverenigingsbestuur.nl zijn door Theo<br />

Jonkergouw zelf in de loop van 2011 uit de lucht gehaald. Zijn weblog<br />

www.goedverenigingsbestuurtips.nl is in 2012 postuum opgeheven (MS).<br />

24


22-2-2009<br />

<strong>Goed</strong> verenigingsbestuur meer dan ooit<br />

nodig<br />

<strong>Tips</strong> om goed op koers te blijven, <strong>voor</strong>al in moeilijke tijden<br />

De <strong>Goed</strong> Heilig Man blijkt tot <strong>voor</strong> kort in het Limburgse land over enkele erg<br />

actieve trawanten te hebben beschikt. De gemeente Echt-Susteren kent namelijk een<br />

heuse 'Sinterklaasaffaire', die landelijk grote aandacht heeft getrokken: twee wethouders<br />

gaven, buiten de gemeenteraad om en in strijd met diverse wetten (Gemeentewet,<br />

Algemene Bestuurswet en Grondwet), aanzienlijke bedragen subsidie - ik heb in de NRC<br />

zowel € 55.000 als € 360.000 gelezen - aan 25 verenigingen, die worden geleid door<br />

politieke vrienden. Het geld was afkomstig uit Essent-dividend.<br />

De beide wethouders zijn inmiddels afgetreden evenals enkele fractie<strong>voor</strong>zitters en een<br />

in Echt-Susteren wonende gedeputeerde, die, hoewel uit hoofde van zijn functie belast<br />

met het financiële toezicht op de gemeente, vrolijk aan het Sinterklaasspel meedeed.<br />

Overigens, achteraf heeft de gemeenteraad de illegaal verstrekte subsidies alsnog<br />

goedgekeurd, op <strong>voor</strong>stel van de burgemeester!<br />

Het is heel prettig om als vereniging over een waardevol en nuttig netwerk te<br />

beschikken, maar de keerzijde hiervan is aanzienlijk verleidings- en besmettingsgevaar.<br />

De verleiding om dingen te doen die eigenlijk niet kunnen is groot, <strong>voor</strong>al als de subsidie-<br />

en/of sponsorstroom opdroogt wegens recessierampen. Juist in moeilijke tijden komt het<br />

aan op vindingrijkheid, met tegelijkertijd een rechte rug, integriteit en transparantie. Dit<br />

is allemaal gemakkelijk gezegd, de uitdaging zit hem natuurlijk in het leven volgens<br />

deze kernwaarden van het verenigingswezen.<br />

Dus, wat kun je als bestuurder of directeur zoal doen om, ook en juist in moeilijke<br />

tijden, zowel op koers als in het goede spoor te blijven? Ik noem wat mogelijkheden:<br />

Collegiaal overleg, met bestuursleden/directeuren van zuster- of andere<br />

verenigingen, al dan niet binnen het kader van de Verenigingsprofessionals Nederland<br />

(VPN). Dit kan in de vorm van eenmalige of meer permanente themagroepen. Bij<br />

<strong>voor</strong>beeld over omgaan met dilemma's, beroepsethiek, integriteit, transparantie,<br />

aansprakelijkheid en dergelijke. Niet in abstracte zin, maar concreet, in termen van<br />

gedrag in concrete situaties.<br />

Intervisie. Regelmatig, bij <strong>voor</strong>beeld eenmaal per kwartaal, met collega's en een<br />

externe begeleider. Het gaat hierbij om kwesties die liggen op het grensvlak van<br />

persoonlijke en organisatieontwikkeling. Het omgaan met dilemma's en <strong>voor</strong>al met<br />

ethische onderwerpen hoort hier thuis.<br />

Vertrouwenspersoon, mentor of coach, bij <strong>voor</strong>keur iemand die geen deel uitmaakt<br />

van de organisatie waar je werkt of het netwerk waarvan je deel uitmaakt. Deze<br />

formule levert zowel afstand ten opzichte van je werksituatie als vertrouwelijkheid en<br />

dus veiligheid op, zodat je in alle openheid kunt spreken.<br />

Het Bestuurderscentrum, ontmoetingsplaats en klankbord <strong>voor</strong> bestuurders en andere<br />

verenigingswerkers. Zie www.bestuurderscentrum.nl.<br />

De speciale site van de Zaak over verenigingen en stichtingen, www.verenigingen.nl;<br />

per 19 februari staan er enkele artikelen van mij op, die betrekking hebben op het<br />

25


vinden en houden van goede nieuwe bestuursleden: Op zoek naar een nieuw<br />

bestuurslid en Begeleiden van een nieuwe bestuurder.<br />

Het vaktijdschrift VM/Verenigingsmanagement, het vaktijdschrift <strong>voor</strong> professionals<br />

van verenigingen, branche- en beroepsorganisaties. Voor wie nog wijzer wil worden<br />

met/via VM adviseer ik de volgende bronnen.<br />

VM-wijzer 2009. In dit handige zakformaat boekje zijn tal van hulpbronnen te vinden,<br />

die van belang kunnen zijn bij het op koers en in het goede spoor blijven.<br />

www.vm-online.nl is een handige en nuttige aanvulling op en uitbreiding van de VMwijzer.<br />

26


14-7-2009<br />

<strong>Verenigingsbestuur</strong> bezwijkt bijna onder<br />

hooiberg!<br />

Hoe kan het bestuur er zelf <strong>voor</strong> zorgen dat het overeind en de vereniging behouden<br />

blijft? Een diagnose en een remedie<br />

Veel mensen nemen teveel hooi op hun vork. Daar<strong>voor</strong> betalen zij na verloop van tijd<br />

een prijs, meestal betalen ze met verlies aan kwaliteit van leven en in het bijzonder hun<br />

gezondheid. Ook bestuurders nemen vaak teveel hooi op hun vork. En ook zij betalen<br />

een prijs: frustratie, demotivatie, ineffectiviteit, verloop, geen nieuwe gegadigden <strong>voor</strong><br />

bestuursvacatures. Besturen is immers vervelend werk, je gaat ervan klagen, het is niet<br />

leuk en niet gezond.<br />

De intrigerende vragen zijn natuurlijk waar dat hooi zoal uit bestaat, waar het vandaan<br />

komt en hoe je invloed uit kunt oefenen op de aanvoer van al dat hooi.<br />

Over deze hooikwestie mocht ik onlangs een workshop verzorgen tijdens een<br />

netwerkavond van de Amsterdamse Kamer van Koophandel. Er was flinke belangstelling<br />

<strong>voor</strong> de workshop en iedereen deed enthousiast mee. In dit artikel heb ik de inbreng van<br />

de deelnemers dan ook graag verwerkt. Ik ga nu achtereenvolgens op de drie vragen in.<br />

Waaruit bestaat dat hooi eigenlijk?<br />

Heel erg veel zaken, in elk geval alleen al de organisatie en de (ontbrekende) mensen<br />

daarin.<br />

Taken die <strong>voor</strong>tvloeien uit de statuten, zoals jaarplan, begroting, jaarrekening,<br />

ledenvergaderingen e.d.<br />

Verantwoordelijkheden die door bestuursleden te zwaar worden opgenomen, waaraan<br />

te zwaar wordt getild. Bang om tekort te schieten, fouten te maken?<br />

Beleid, ambities. Bestuurders willen teveel zonder dat er voldoende en geschikte<br />

menskracht is om het ook echt uit te voeren.<br />

Gewoontegedrag: blijven doen wat je al jaren deed, dus niet kiezen <strong>voor</strong> oud vóór<br />

nieuw: we gaan pas iets nieuws doen als we eerst iets ouds opruimen!<br />

Waar komt al dat hooi vandaan?<br />

Het bestuur zelf. Het wil teveel, het is dus zijn eigen saboteur!<br />

Eigen normen: het bestuur wil alles goed, heel goed doen. De lat ligt te hoog, alles<br />

wat het bestuur doet moet pico bello zijn, een tien met een griffel plus een zoen van<br />

de juf! De lat ligt zo hoog, dat het bestuur er zelf onderdoor gaat!<br />

De leden komen met van alles en nog wat aan, klachten, wensen, gezeur en gedoe.<br />

De omgeving: Er komen allerlei impulsen, verzoeken, verleidingen en verplichtingen,<br />

van buiten, van andere verenigingen, burgers, bedrijven, overheden. Daar moet het<br />

bestuur wat mee, vinden de bestuursleden.<br />

Lastige bestuursleden zijn er in soorten en maten. Nogal wat bestuursleden creëren<br />

zelf een hoop werk door: hun perfectionisme, hun creativiteit, hun gebrekkige<br />

vermogen tot zelfstandig werken en/of samenwerken. Kortom, veel hooi wordt in<br />

eigen kring geproduceerd!<br />

27


Hoe kun je invloed uitoefenen op de aanvoer van hooi?<br />

Sta stil bij wat echt nodig is <strong>voor</strong> het <strong>voor</strong>tbestaan van de club. Focus daarop en<br />

neem vervolgens een aantal dappere en heldere besluiten.<br />

Stel je beleidsambities bij. Strategie is <strong>voor</strong>al kiezen wat je niet doet!<br />

Laat bepaalde gewoonten los, neem er afstand van. Kies <strong>voor</strong> ruimte, ruimte <strong>voor</strong><br />

rust, <strong>voor</strong> een pas op de plaats, <strong>voor</strong> reflectie op de toekomst en hoe daarmee om te<br />

gaan, ruimte om te bewegen, ruimte <strong>voor</strong> nieuwe initiatieven.<br />

Wees duidelijk naar leden welke diensten/activiteiten worden geschrapt, tenzij...<br />

Zeg ook nee tegen allerlei verlokkingen van buiten. Nee is het meest<br />

arbeidsbesparende woord dat bestaat!<br />

Leg de lat minder hoog. Maak een onderscheid in categorieën output: wat moet een<br />

tien hebben, wat mag een zesje krijgen, wat mag daar tussenin?<br />

Delegeer werk aan anderen, bij <strong>voor</strong>keur aan werkgroepen die de portefeuillehouders<br />

in het bestuur ondersteunen.<br />

Als die anderen er niet zijn, gebruik het hooi dan als lokmiddel om werkpaarden<br />

binnen te halen, mensen bij de club te betrekken en hen (tijdelijk) een bijdrage te<br />

laten leveren.<br />

Met andere woorden: werf geen vrijwilligers vanuit schaarste denken en frustratie maar<br />

vanuit een ruime en positieve optiek. We hebben een prachtige hooiberg en daarin<br />

bevinden zich een hoop waardevolle en nuttige dingen, klussen; deze klus lijkt me prima<br />

geschikt <strong>voor</strong> jou, daar kun je je helemaal in kwijt. Wij, een stel enthousiaste mensen,<br />

vinden het leuk als je meedoet! Wat let je?<br />

_______________<br />

Noot: bovenstaand artikel schreef ik op verzoek van de redactie van<br />

www.verenigingen.nl; het is ook verschenen in de nieuwsbrief d.d. 13 juli 2009 van V&S<br />

(Verenigingen en Stichtingen). De publicatie hier is met toestemming van V&S<br />

opgenomen. De titel is 'Bestuur van vereniging stikt bijna in hooiberg'.<br />

28


Verenigingsdirecteur, een zwaar<br />

beroep!?! - 1<br />

Welke zijn de 'zwaartepunten' in het beroep van verenigingsdirecteur?<br />

28-10-2009<br />

Een verenigingsdirecteur komt 's avonds laat uit zijn kantoorgebouw; hij heeft een<br />

vergadering van zijn bestuur bijgewoond, alvast wat eerste nazorg gedaan en<br />

opgeruimd. Net toen hij zijn fiets van het slot wilde doen werd hij aangesproken door een<br />

onguur uitziend type: 'je geld of je leven!' Ach, antwoordde de directeur, neemt u maar<br />

wat u wilt. Ik heb geen van beide! Ik ben verenigingsdirecteur, weet u. Dat wil zeggen<br />

dat ik niet alleen geen geld heb maar ook geen leven!<br />

Hoe zwaar is het vak van verenigingsdirecteur eigenlijk? En ja, wat is zwaar? Het is niet<br />

zwaar in de zin dat je eraan 'kapot' gaat, zoals in de discussie over de verhoging van de<br />

pensioenleeftijd vorige maand te berde is gebracht door Wouter Bos. Tijdens een PvdA<br />

bijeenkomst in Venlo zei hij dat de beste manier om de problemen van mensen met<br />

zware beroepen op te lossen, is te zorgen dat zwaar werk niet meer bestaat.<br />

Wat zouden verenigingen moeten zonder verenigingsdirecteur? Bos doelde hier dan ook<br />

zeker niet op deze functie of dit beroep. Het beroep van verenigingsdirecteur is niet<br />

zwaar op de manier waarop het werk van een mijn- of havenarbeider of medewerker in<br />

de zorg <strong>voor</strong> demente bejaarden bij<strong>voor</strong>beeld zwaar kan zijn. Toch kan ook het vak van<br />

verenigingsdirecteur zwaar zijn, zij het op een geheel andere manier.<br />

Ik noem een aantal 'zwaartepunten':<br />

Het niveau van de functie en daarmee de verantwoordelijkheid <strong>voor</strong> de goede gang<br />

van zaken op een heel breed terrein en bovendien ook over een lange termijn.<br />

Verenigingsdeskundige Peter Tack plaatst de verenigingsdirecteur op het niveau van<br />

de Raad van Bestuur in het bedrijfsleven. Hij schrijft: 'Werkend <strong>voor</strong> een branche- of<br />

beroepsvereniging fungeer je op het niveau van een raad van bestuur met reikwijdte,<br />

externe contacten en zelfstandigheid die je bij een groot bedrijf misschien pas na<br />

jaren zult bereiken.' (VM, september 2006, pag. 18). Hij heeft het overigens niet over<br />

de arbeids<strong>voor</strong>waarden, die zijn in verenigingsland doorgaans echt lager dan in het<br />

bedrijfsleven.<br />

De positie op het snijvlak van vereniging en bureau: de directeur is aan de ene kant<br />

de 'hoogste bediende' van de vereniging en tegelijkertijd haar dienaar. In de<br />

metafoor van de zandloper bevindt zijn positie zich precies op het dunne en<br />

kwetsbare tussenstuk. Het is zeker een functie met een flink afbreukrisico.<br />

De spin in het web, de hoeveelheid rollen die de directeur vervult en de daaraan<br />

gekoppelde rolverwachtingen en werkzaamheden: directeur van het bureau,<br />

algemeen secretaris van de vereniging en ambtelijk secretaris van het bestuur<br />

(algemeen en dagelijks); aanspreekpunt <strong>voor</strong> kaderleden, de vrijwilligers die allerlei<br />

organen van de vereniging bemensen; aanspreekpunt <strong>voor</strong> de leden; speler in de<br />

maatschappelijke en politieke arena, vertegenwoordiger van de vereniging 'naar<br />

buiten'. Ook hier schuilt een aanzienlijk afbreukrisico, zeker als de directeur geen<br />

scherpe grenzen stelt en deze scherp bewaakt of als zij/hij zelf te enthousiast bezig is<br />

29


met hooi op de vork te laden. Dan kan de spin in het web wel eens muteren in kop<br />

van Jut.<br />

De verhouding met de leden van het bestuur, in het bijzonder de <strong>voor</strong>zitter. Als er<br />

een te groot verschil is in persoonlijkheid, werk- en communicatiestijl, en als de<br />

directeur en/of de <strong>voor</strong>zitter niet over de vaardigheden beschikken om deze<br />

verschillen en hun effect op elkaars functioneren bespreekbaar en hanteerbaar te<br />

maken, dan kan er chronische frictie ontstaan en slijt de directeur extra snel, zowel<br />

psychologisch als lichamelijk. Menig directeur loopt dan tegen haar/zijn grenzen aan<br />

en moet <strong>voor</strong> zekere en soms lange tijd een 'time out' nemen.<br />

De hoeveelheid uren en de hoeveelheid werk die de directeur in een uur stopt. Wie<br />

overdag een bureau runt, afspraken heeft binnen en buiten de deur en dan ook 's<br />

avonds (en bij menige vereniging ook nog in het weekend) nog besprekingen moet<br />

bijwonen, die loopt geheid het risico op een gegeven moment met de bekende 'lege<br />

accu' te worden geconfronteerd. En dan heb ik het nog niet over het werk <strong>voor</strong> en na<br />

de besprekingen (meteen en over langere tijd). En ik heb het ook niet over het nut en<br />

de sfeer van al die besprekingen, waar 'ze' jou zo graag bij wilden hebben!<br />

Dit is geen uitputtende lijst. En natuurlijk zijn er allerlei factoren die maken dat de<br />

werksituatie van de directeur minder zwaar of juist zwaarder is. Je passie geeft je<br />

vleugels en het enthousiasme van bestuur, kaderleden en medewerkers geeft je energie.<br />

Dus dan kun je wel een stootje hebben. Maar niet onbeperkt!<br />

Je bent er als directeur zelf verantwoordelijk <strong>voor</strong> dat je 'een leven' hebt en ook 'geld'<br />

verdient, zodat je een eventuele boef, die je overvalt niet teleur hoeft te stellen.<br />

30


Verenigingsdirecteur is een zwaar<br />

beroep - 2<br />

11-11-2009<br />

Dus welke tien eigenschappen heeft dit schaap met vijf poten nodig <strong>voor</strong> een geslaagde<br />

taakvervulling? - eigenschappen 1 t/m 3<br />

Over leiderschap wordt terecht al lang en ook veel geschreven. Meestal gaat het dan<br />

over leiderschap in het bedrijfsleven of de politiek. Artikelen die gaan over de eisen<br />

waaraan een verenigingsdirecteur moet voldoen zijn verhoudingsgewijs vrij schaars.<br />

Gelukkig heeft een respectabele Canadese ervaringsdeskundige, Jack Shand, daar nu wat<br />

verandering in gebracht. Hij heeft een waardevol overzichtsartikel geschreven, dat ik las<br />

via de vm-online nieuwsbrief. Dank dus aan VM!<br />

Het artikel heet 'Ten characteristics of association executive leadership'. Ik heb het met<br />

plezier en instemming gelezen en, omdat ik er veel in herken uit mijn eigen ervaring, wil<br />

ik de inhoud ervan graag delen. Het gaat om kenmerken die verenigingsdirecteuren,<br />

waar zij dan ook werken, met elkaar gemeen hebben en die bestuursleden van belang<br />

vinden als zij een directeur willen aanstellen. Aan de hand van deze tien criteria kunnen<br />

besturen het onderscheid zien tussen een leider en een doorsnee manager.<br />

Leiders dienen over alle tien eigenschappen te beschikken. Zij mogen meer positieve<br />

kenmerken hebben maar zeker niet minder! Elk bestuur zoekt immers een schaap met<br />

minstens vijf poten! In enkele artikelen zal ik deze kenmerken behandelen. Dit is het<br />

eerste.<br />

1. Advocate and Champion, pleitbezorger en <strong>voor</strong>vechter, strijder. Verenigingen en<br />

liefdadigheidsinstellingen hebben op dit punt drie algemene doelen met elkaar gemeen:<br />

geef ons invloed, zet ons op de kaart en zorg dat we aan tafel kunnen zitten. Het gaat<br />

dan om beïnvloeding van overheid of enigerlei andere publieksgroep.<br />

Een effectieve verenigingsdirecteur is een inspirerende, gerespecteerde en<br />

geloofwaardige woordvoerder. Je kunt op heldere wijze complexe onderwerpen<br />

samenvatten en over het voetlicht brengen. Je maakt daarbij gebruik van de expertise en<br />

het gezag van ter zake kundige leden, om daarmee duidelijk te maken hoe het<br />

onderwerp mensen raakt.<br />

2. Ego in Check, het Ik onder controle. Ook al beschik je over nog zo geweldige<br />

leiderskwaliteiten, je deelt je leiderschap altijd met vrijwilligers. Je beweegt je <strong>voor</strong>al<br />

achter de schermen. Als je een effectieve leider bent, bereik je de beste resultaten als je<br />

(a) werkt met een 'inclusief team', dat leden, medewerkers en diverse andere<br />

belanghebbenden omvat en (b) actief werkt aan een positieve samenwerkingsrelatie met<br />

het bestuur van je vereniging.<br />

Hoed je er<strong>voor</strong> je te gedragen alsof je alles beter weet, want dat gaat je op den duur je<br />

kop kosten. Je mag de leden nooit hun 'sense of ownership' ontnemen. En pas er ook<br />

<strong>voor</strong> op dat je je niet 'ontkoppelt' van de leden. En mocht ja dat qua intentie niet (willen)<br />

doen, wees er dan toch alert op dat anderen je gedrag niet toch zo percipiëren. Voorkom<br />

31


dus negatieve beeldvorming over jezelf. Geef er geen aanleiding toe. Integendeel, je<br />

dient een rolmodel te zijn, zowel binnen als buiten de organisatie.<br />

3. Future Focus. Blik naar de toekomst. Als leider vereenzelvig je je met visie en missie<br />

van je organisatie. Je geeft je eigen kijk op de benutting van kansen die zich <strong>voor</strong> je<br />

organisatie <strong>voor</strong>doen. Je bent altijd doelbewust. Je erkent de waarde van strategische<br />

planning en je draagt er zorg <strong>voor</strong> dat verwachtingen worden bepaald, te leveren<br />

goederen en diensten worden geprioriteerd en dat resultaten meetbaar zijn.<br />

Je beschikt over de discipline om tijd vrij te maken om na te denken over de toekomstige<br />

behoeften van je organisatie. Je waakt er<strong>voor</strong> om teveel op te gaan in het routinewerk<br />

van alledag. In de woorden van leiderschap goeroe Warren Bennis: 'routine work<br />

smothers all creative planning and fundamental change'.<br />

Je bent flexibel, past je gemakkelijk aan en je kunt mee veranderen naarmate de<br />

toekomst duidelijk maakt dat dit nodig is. Je hebt gevoel <strong>voor</strong> trends, je ziet ze tijdig<br />

aankomen, je begrijpt hun implicaties en je kunt helder uitleggen aan je leden, bestuur<br />

en medewerkers hoe zij ertoe kunnen bijdragen dat de vereniging zich effectief begeeft<br />

op de weg van haar huidige positie naar de toekomst die zij in een visie heeft verwoord.<br />

Leiders 'plan the work and work the plan'. Het doel is richtinggevend en alles bepalend.<br />

Want als je geen doel hebt, is elke richting een goede, elke inspanning nuttig en elke<br />

activiteit een succes!<br />

De overige kenmerken, die ik in volgende artikelen behandel, zijn: Intelligence, Learning<br />

commitment, Management skills, Politically intuitive, Relationship management, Selfawareness,<br />

Values and fit.<br />

32


Verenigingsdirecteur is een zwaar<br />

beroep - 3<br />

19-11-2009<br />

Dus welke tien eigenschappen heeft dit schaap met vijf poten nodig <strong>voor</strong> een geslaagde<br />

taakvervulling? – eigenschappen 4 t/m 7<br />

Verenigingsdirecteuren dienen over tenminste tien positieve eigenschappen te<br />

beschikken, aldus de Canadese ervaringsdeskundige (als directeur en als recruiter van<br />

directeuren in opdracht van zeer vele verenigingsbesturen) Jack Shand. De eerste drie<br />

behandelde ik in het <strong>voor</strong>gaande artikel. Het betreft: (1) Advocate and champion, (2)<br />

Ego in check en (3) Future focus. In dit artikel laat ik de volgende vier (de nummers 4, 5,<br />

6 en 7) de revue passeren.<br />

4. Intelligence, intelligentie, een goed verstand. Het gaat om het cognitief vermogen om<br />

te leren van ervaring, een goede redenering te kunnen opbouwen, belangrijke informatie<br />

te onthouden en goed om te kunnen gaan met de eisen van het leven van alledag.<br />

Verenigingsbesturen verwachten dat hun directeur goed onderbouwde opties ontwikkelt<br />

en de benodigde informatie opspoort zodat de organisatie in alle opzichten goede<br />

beslissingen kan nemen. Je moet dus echt slim zijn om, in deze tijd van steeds maar<br />

uitdijende informatie, deze opdracht goed te kunnen vervullen.<br />

Leiding geven aan een not-for-profit organisatie is een veel eisende aangelegenheid.<br />

Organisaties hebben steeds hogere verwachtingen, zijn politiek lastig en hebben nogal<br />

eens te maken met conflicterende agenda's. Menige directeur heeft aan het eind van<br />

haar (v/m) werkdag dan ook vaak een langere to-do lijst dan aan het begin ervan.<br />

Intelligentie houdt dan ook in dat je leert om je balans te vinden tussen de druk om aan<br />

de ene kant te beantwoorden aan de verwachtingen in alle aspecten van ons leven en<br />

aan de andere kant het beperkte aantal beschikbare uren.<br />

5. Learning Commitment, blijven leren. Leiders zijn ten diepste overtuigd van het belang<br />

van blijven leren. Zij zijn leergierige mensen: zij lezen, ontdekken, studeren en zij<br />

zoeken aansluiting bij nieuwe mensen en dingen. Zij hechten ook grote betekenis aan<br />

fouten maken als kans om van te leren. Een leider leert van (zijn) fouten<br />

en vervolgt haar weg, niet van plan om dezelfde fout nogmaals te maken.<br />

6. Management Skills, vaardigheden van de manager. Deze dragen bij aan haar<br />

effectiviteit. Het gaat om de vaardigheid specifieke resultaten te bereiken en de<br />

organisatie succesvol te maken. Denk aan strategische planning en qua adequaat gedrag<br />

aan integriteit.<br />

Management vaardigheden zijn te onderscheiden in interne en externe. Tot de interne<br />

vaardigheden behoren: kunnen plannen, strategisch handelen, leiding geven aan<br />

bureau/medewerkers, samenwerking kunnen faciliteren, consensus kunnen<br />

bewerkstelligen, en bekwaam zijn in financiële aangelegenheden. Externe vaardigheden<br />

zijn het initiëren, ontwikkelen en bevorderen van relaties en allianties met overheden,<br />

media en andere organisaties.<br />

33


Verenigingsbesturen verwachten dat hun directeur over bekwaamheden beschikt, die het<br />

gehele spectrum van management disciplines omvatten. Want daarmee zal de directeur<br />

moeten werken aan het bereiken van de twee belangrijkste resultaten: (1) meetbare<br />

waarde toevoegen aan de leden en (2) de juiste dingen doen met de beschikbare<br />

middelen.<br />

7. Politically Intuitive, politieke intuïtie. De beste leiders beschikken over een<br />

ongelooflijke intuïtie. Zij voelen meteen aan of iets onzin is. Verenigingsdirecteuren<br />

hebben mensenkennis en zij zijn politiek ervaren. Zij weten wie vriend en wie vijand is,<br />

wanneer zij moeten vechten en wanneer zij moeten inbinden. Zij beschikken over een<br />

goed gevoel <strong>voor</strong> (veranderingen in) richting en anticiperen er al op nog <strong>voor</strong>dat ze<br />

zichtbaar zijn.<br />

Een verenigingsdirecteur, die zo goed is als hier bedoeld, moet er wel <strong>voor</strong> oppassen dat<br />

zij niet te ver <strong>voor</strong> haar leden uit loopt, want dat kan ertoe leiden dat het bestuur haar<br />

terug fluit. Dat laat onverlet dat het bestuur het betreffende idee enkele jaren later<br />

alsnog overneemt. 'The wise leader knows the right time to introduce change'.<br />

De resterende drie kenmerken behandel ik in volgende artikelen. Het betreft:<br />

Relationship Management, Self-Awareness en Values and Fit. In het laatste artikel<br />

besteed ik <strong>voor</strong>ts aandacht aan wat (a.s.) leiders, die onzeker zijn of zij wel aan al deze<br />

tien criteria voldoen, kunnen doen; welke stappen zij kunnen zetten 'to audit their<br />

leadership potential and skills'.<br />

34


Verenigingsdirecteur is een zwaar<br />

beroep - 4<br />

22-11-2009<br />

Dus welke tien eigenschappen heeft dit schaap met vijf poten nodig <strong>voor</strong> een geslaagde<br />

taakvervulling? – eigenschappen 8 en 9<br />

Het beroep van verenigingsdirecteur is zwaar. Het is zwaar in objectieve zin vanwege de<br />

vele rollen die zij (v/m) dient te vervullen in een allesbehalve eenvoudige context. Het is<br />

meestal ook zwaar in subjectieve zin, dus qua beleving. Dit wil niet zeggen dat zij niet<br />

veel plezier kan beleven aan haar werk, in tegendeel. Maar het blijft een zware klus,<br />

zeker als zij haar beroep niet alleen uitoefent vanuit een sterke idealistische<br />

gedrevenheid maar dit ook wil doen met een hoge graad van professionaliteit.<br />

Menige directeur ploetert in betrekkelijke eenzaamheid <strong>voor</strong>t, dag in dag uit, zij doet er<br />

vaak een schepje bovenop, want er zijn zieke collega's, er doen zich plotselinge<br />

tegenslagen of juist kansen <strong>voor</strong>. De verwachtingen (niet in het minst die van haar zelf)<br />

zijn hoog en het perspectief is lonkend. Intussen hoopt het hooi op haar vork zich op en<br />

raakt zij er na verloop van tijd onder bedolven. De hitte van de dag, de tropenjaren, de<br />

vergeten balans van haar gezondheid, zij eisen hun tol.<br />

Om gedurende lange tijd een geslaagd verenigingsdirecteur te zijn, zonder er<br />

tegelijkertijd een stevige gezondheidsprijs <strong>voor</strong> te betalen, is nogal wat nodig. De<br />

Canadese ervaringsdeskundige - ervaring als verenigingsdirecteur en als werver en<br />

selecteur van verenigingsdirecteuren in opdracht van besturen van verenigingen - Jack<br />

Shand onderscheidt maar liefst tien eigenschappen, waarover een verenigingsdirecteur<br />

dient te beschikken.<br />

In de twee vorige artikelen heb ik er al zeven behandeld: (1) Advocate and Champion,<br />

(2) Ego in Check, (3) Future Focus, (4) Intelligence, (5) Learning Commitment, (6)<br />

Management Skills en (7) Politically Intuitive. In dit artikel volgen (8) Relationship<br />

Management en (9) Self-Awareness. In het volgende artikel gaat het over (10) Values<br />

and Fit en besteed ik aandacht aan enkele stappen die (a.s.) leiders van verenigingen<br />

kunnen zetten om uit te vinden of zij wel aan al deze criteria voldoen.<br />

8. Relationship Management, het managen van belangrijke relaties. Het gaat hierbij om<br />

vier cruciale relaties, waar de verenigingsdirecteur zorgvuldig en zorgzaam mee om dient<br />

te gaan, wil zij succes hebben in haar werk. Het zijn de volgende:<br />

(a) De leden. Zij dienen ervan overtuigd te zijn dat de vereniging waarde biedt. Het is de<br />

taak van de leider om hen en de onderdelen van de vereniging waarin zij actief zijn goed<br />

op de hoogte te brengen en te houden van wat de organisatie heeft gedaan, waar zij<br />

mee bezig is en wat gedaan gaat worden. De leden dienen duidelijk te zien dat de<br />

organisatie steeds beter wordt. Leden worden en zijn betrokken, de organisatie laat zien<br />

dat leden de eigenaren zijn van de organisatie omdat zij haar agenda bepalen.<br />

(b) Het bestuur. Dit bestaat uit gekozen leden. Het bestuur vertegenwoordigt de<br />

achterban, het spreekt namens de leden en het is wettelijk verantwoordelijk <strong>voor</strong> de<br />

organisatie. Bovendien is het bestuur formeel de werkgever van de directeur. Als je als<br />

35


directeur het gezag van je bestuur niet erkent, dan bega je een kapitale blunder. Als<br />

directeur ben je een niet-autoritaire 'masterful servant' van het bestuur en tegelijkertijd<br />

de coach en trainer van de vrijwilligers. Als je directeur wordt/bent, is het heel<br />

verstandig en handig om een effectief partnership met de <strong>voor</strong>zitter van je bestuur uit te<br />

werken.<br />

(c) Je medewerkers. Ook met hen dien je een prima werkrelatie te hebben. Je neemt de<br />

beste mensen in dienst die je kunt vinden en je laat hun zien hoe zij zinvol kunnen<br />

bijdragen aan de organisatie. Je toont je waardering <strong>voor</strong>- en zorg om hen (caring). Je<br />

draagt zorg <strong>voor</strong> een harmonieuze werksfeer tussen de medewerkers onderling en tussen<br />

jou en hen. Als je intern 'de boel' niet goed op orde hebt, <strong>voor</strong>al in personeel opzicht,<br />

dan komt dit het bestuur onvermijdelijk ter ore en kan het je in het ergste geval het<br />

vertrouwen van het bestuur kosten met als resultaat: einde oefening!<br />

(d) Externe stakeholders, partijen dus die de organisatie nodig heeft om haar resultaten<br />

te behalen. Denk aan overheidsambtenaren, leveranciers of samenwerkingspartners. Als<br />

verenigingsdirecteur is het bruggen bouwen naar andere organisaties een van je<br />

kerntaken.<br />

9. Self-Awareness, inzicht in jezelf. De verenigingsdirecteur is in haar bureau natuurlijk<br />

ook teamleider. Ook in haar organisatie is een diversiteit van ervaring, kennis en<br />

persoonlijkheden aanwezig. Daarom doet zij er goed aan om haar eigen sterke punten te<br />

kennen en te weten op welke sterke punten van anderen zij een beroep kan doen, zodat<br />

haar team effectief werkt aan de te behalen resultaten. Niet iedereen is immers op alle<br />

terreinen van het werk even goed of heeft er evenveel feeling <strong>voor</strong> c.q. affiniteit mee.<br />

Daarnaast heeft iedereen een eigen persoonlijke stijl, manieren van zich gedragen in<br />

bepaalde situaties. We weten allemaal dat hetzelfde gedrag (van jou als directeur bij<br />

<strong>voor</strong>beeld) door verschillende personen heel verschillend kan worden geduid. Wat de een<br />

ziet als zelfvertrouwen kan in de ogen van iemand anders <strong>voor</strong>al arrogantie zijn.<br />

Dus doe je er als verenigingsdirecteur verstandig aan om open te staan <strong>voor</strong> de<br />

percepties van mensen: hun sympathieën en antipathieën, hun sterke en hun minder<br />

sterke kanten. Door hier<strong>voor</strong> open te staan leer je als directeur wat je goed doet; wat je<br />

nog dient te ontwikkelen om beter te worden; en hoe je anderen nodig hebt om dingen<br />

gedaan te krijgen.<br />

Feedback is het leerinstrument bij uitstek. We krijgen het vanaf het moment dat we op<br />

de wereld zijn, in alle omgevingen waarin we ons bevinden, en lang niet altijd op een<br />

prettige en (dus) productieve manier. Dus worden we vaak defensief en leren we niets<br />

met als gevolg dat we (ooit!) gaan vast lopen. Het lichaam wil niet meer, anderen willen<br />

jou niet meer, jij kunt het niet meer. Dan is het crisis.<br />

Functioneringsgesprekken, beoordelingen, assessments, open feedback van<br />

collega's/medewerkers, persoonlijke mentoren en coaches, dit alles kan ons helpen te<br />

leren over ons zelf, zodat we van meer waarde kunnen zijn <strong>voor</strong> de mensen om ons heen<br />

en <strong>voor</strong> de organisatie waarin we werken. De <strong>voor</strong>waarde om zelf-bewustzijn te<br />

ontwikkelen is dat je eerlijk en realistisch bent ten aanzien van jezelf.<br />

Inzicht in jezelf heeft nog een belangrijk neven-effect: je schat de bijdragen van anderen<br />

beter op hun waarde en je erkent dat de rijkste organisaties beschikken over een mix<br />

36


van vaardigheden en persoonlijkheden. Zij beschikken niet alleen over deze mix, zij<br />

koesteren deze ook!<br />

37


Verenigingsdirecteur is een zwaar<br />

beroep - 5<br />

26-11-2009<br />

Dus welke tien eigenschappen heeft dit schaap met vijf poten nodig <strong>voor</strong> een geslaagde<br />

taakvervulling? – eigenschap 10<br />

Vaak is het <strong>voor</strong> een verenigingsdirecteur niet gemakkelijk om, bij <strong>voor</strong>beeld tijdens een<br />

receptie of feestje, in een of twee minuten uit te leggen wat haar functie inhoudt, wat zij<br />

(v/m) nu eigenlijk precies doet. Het is immers een vak, dat niet zo'n concreet<br />

beroepsbeeld heeft als dat van tandarts bij <strong>voor</strong>beeld. En het is ook niet simpel om aan<br />

te geven wat je nodig hebt, over welke kwaliteiten je moet beschikken om dat zo lastig<br />

te omschrijven beroep goed te kunnen uitoefenen.<br />

Gelukkig heeft de ter zake kundige Canadees Jack Shand ons, wat de laatste vraag<br />

betreft, een handreiking gedaan. Hij heeft, puttend uit zijn rijke ervaring als<br />

verenigingsdirecteur en als zoeker en selecteur van verenigingsdirecteuren in opdracht<br />

van besturen van verenigingen, een lijst van tien eigenschappen opgesteld. Negen heb ik<br />

er al behandeld in de drie <strong>voor</strong>gaande artikelen. In dit artikel besteed ik aandacht aan<br />

het laatste kenmerk.<br />

10. Values and Fit, in hoeverre passen de waarden van de directeur en de waarden van<br />

de organisatie die zij gaat dienen bij elkaar? Degene die bij een vereniging gaat werken,<br />

brengt wellicht waarden mee als: besluitvorming op basis van consensus, resultaten<br />

bereiken door mensen, hard werken. Not-for-profit organisaties zoals<br />

verenigingen stellen wellicht waarden centraal zoals: alles draait om onze leden of<br />

waarden die heel specifiek gekoppeld zijn aan hun achterban of aan de zaak die zij<br />

bepleiten (bij <strong>voor</strong>beeld bekommernis om misdeelden in de samenleving).<br />

Welke waarden een directeur of andere persoon die leiding gaat geven aan de<br />

organisatie ook meebrengt, het is van groot belang dat zij de waarden van de organisatie<br />

onderschrijft. Zij dient als directeur affiniteit te hebben met de waarden en het doel van<br />

de organisatie en deze te respecteren. Anders is het eenvoudigweg niet mogelijk om haar<br />

effectief te leiden. Zo is het bij <strong>voor</strong>beeld hoogst onwaarschijnlijk dat een atheïst wordt<br />

ingehuurd als directeur van een gemeenschap van gelovigen. Ook zul je niet gauw een<br />

jager zien als directeur van een club die zich richt op het welzijn van dieren.<br />

Het ligt dus <strong>voor</strong> de hand om als organisatie te zoeken naar een directeur die waarden<br />

aanhangt en koestert die aansluiten bij de waarden, doelen en behoeften van de<br />

vereniging, zoals: een goed gevoel <strong>voor</strong> en begrip van de leden, een solide netwerk in<br />

overheidskringen (met het oog op promotie van de vereniging en van haar<br />

kernboodschappen) en een buitengewone staat van dienst die van nut kan zijn met het<br />

oog op toekomstige behoeften van de vereniging (fondsenwerving bij <strong>voor</strong>beeld). Tot<br />

zover kenmerk nummer tien.<br />

Stel nu dat je al verenigingsdirecteur bent of aspiraties in die richting koestert. En stel<br />

dat je onzeker bent over de vraag of je wel beschikt over al deze kenmerken. Dan kun je<br />

enkele stappen zetten om je leiderschapspotentieel en -vaardigheden te laten<br />

doorlichten.<br />

38


(A). Regelmatige, bij <strong>voor</strong>keur jaarlijkse prestatiebeoordeling door je bestuur, in elk<br />

geval door je <strong>voor</strong>zitter. Deze kan haar (v/m) oor daartoe te luisteren leggen bij haar<br />

collega-bestuursleden, stafleden, kaderleden in de vereniging, externe relaties. Hoewel<br />

deze aanpak wat bedreigend kan lijken (en ook niet vaak <strong>voor</strong>komt) is zij wel zeer<br />

gewenst. In de woorden van Shand: 'Regular performance appraisal of the CEO is the<br />

only way to maximize the strategic performance of a not-for-profit organization'. Hij ziet<br />

dus een direct verband tussen een periodieke prestatiebeoordeling van de directeur en<br />

de strategische prestatie van de vereniging.<br />

Wat ik overigens het meest gewenst vind is feedback in het dagelijkse werkleven. Daar<br />

leer je het meest van, zeker als de feedback volgens de 'regelen van de kunst' gegeven<br />

wordt en bij <strong>voor</strong>keur op jouw verzoek! Waar het om gaat is dat de feedback je helpt om<br />

erachter te komen welke dingen je goed doet, welke sterke kanten van jezelf je in je rol<br />

laat zien en aan welke eigenschappen/vaardigheden je moet gaan werken om beter te<br />

worden. Deze aanpak draagt bij aan je motivatie.<br />

(B) Beoordeling van leiderschaps- en managementstijl. Leiders worden niet geboren<br />

maar gemaakt. Dat gebeurt <strong>voor</strong>al door de kansen in je leven en loopbaan te<br />

grijpen teneinde je leiderschapspotentie en -vaardigheden te ontwikkelen en aan te<br />

scherpen. Scoor jezelf, al dan niet met de hulp van een assessment bureau, op de tien<br />

eigenschappen en vind uit op welke punten je jezelf nog verder zou kunnen en willen<br />

ontwikkelen.<br />

Deze exercitie is een waardevolle investering in jezelf en ook <strong>voor</strong> je werkgever, omdat<br />

daardoor duidelijk wordt op welke terreinen uitgaven <strong>voor</strong> opleiding en professionele<br />

ontwikkeling het grootste rendement zullen hebben. En, voeg ik eraan toe, vraag ook<br />

mensen in je naaste omgeving om jou naast de tien punten meetlat te leggen. Dat lijkt<br />

een eng verzoek en dat is het misschien ook. Het getuigt echter ook van moed en van<br />

een grote openheid <strong>voor</strong> visie en perspectief van anderen en van een aanzienlijke<br />

bereidheid om van hen te leren. Veel plezier en succes!<br />

39


Opvolging en benoeming<br />

40


Op zoek naar een nieuwe directeur<br />

Vragen van het bestuur aan de kandidaat<br />

22-12-2006<br />

In ons land is het niet gebruikelijk dat verenigingen hun directeur een tijdelijke<br />

aanstelling geven. Meestal gaat het van stond af aan om een vast dienstverband. Ik heb<br />

de ervaring dat menig directeur vele jaren in dienst blijft, veelal tot aan zijn (vervroegd)<br />

pensioendatum. Voor het bestuur, dat bestaat uit personen die meestal maar een<br />

beperkt aantal jaren actief bij de vereniging betrokken zijn, is het dus een majeure<br />

onderneming als zij <strong>voor</strong> de opgave komen te staan een nieuwe directeur te benoemen.<br />

De organisatie zal immers vele jaren aan deze persoon 'vastzitten'.<br />

In mijn artikel '<strong>Van</strong> passant tot partner' schreef ik dat filosofie en houding van de<br />

directeur een van de vier factoren is die van belang zijn <strong>voor</strong> een goede en gezonde<br />

relatie tussen <strong>voor</strong>zitter en directeur, het duo dat de verenigingskar trekt. Deze filosofie<br />

en houding dienen dus echt in lijn te zijn met de opvattingen van het bestuur over<br />

besturen en over het partnership van <strong>voor</strong>zitter en directeur daarbij. Het bestuur moet<br />

dus verdraaid goed weten wat <strong>voor</strong> iemand het zoekt. Het moet de kandidaat-directeur<br />

bovendien stevig ondervragen totdat het echt weet wat het weten wil en referenties over<br />

hem natrekken.<br />

Voorbeelden van vragen, zoals opgenomen in 'High-impact governing' (zie artikel '<strong>Van</strong><br />

passant tot partner') zijn:<br />

Wat zijn, naar uw ervaring, de kenmerken van een echt effectief bestuur? Meer<br />

specifiek, geeft u eens een beschrijving van rol en werk (governing) van zo'n bestuur<br />

(board).<br />

Wilt u beschrijven hoe u ertoe bijdroeg dat het laatste bestuur, dat u diende, zijn<br />

capaciteit tot effectiever besturen ontwikkelde?<br />

Welke concrete stappen zou u, als u onze directeur zou zijn, willen zetten om ons te<br />

helpen een bestuur te worden dat er significant meer toe doet? (a higher-impact<br />

governing body)<br />

Kunt u factoren noemen, die belemmerend zouden kunnen zijn <strong>voor</strong> de ontwikkeling<br />

van ons bestuurlijk vermogen en hoe zouden we volgens u daarmee om kunnen<br />

gaan?<br />

Strategische planning en jaarbudget behoeven natuurlijk <strong>voor</strong>bereiding. Op welke<br />

specifieke punten en hoe zou het bestuur daarin naar uw mening betrokken dienen te<br />

worden?<br />

Als u uw ervaring nagaat, wat zijn dan de kenmerken van een positieve en<br />

productieve werkrelatie tussen bestuur en directeur?<br />

Welke stappen kunt u als onze directeur zetten om er<strong>voor</strong> te zorgen dat deze<br />

werkrelatie gezond blijft?<br />

Wij willen als bestuur uw functioneren als directeur evalueren. Wat zijn volgens u de<br />

kenmerken van dit proces, willen we het echt goed doen?<br />

Vragen als hierboven gesteld, dient het bestuur m.i. ook te stellen aan een kandidaat<br />

<strong>voor</strong> het <strong>voor</strong>zitterschap. Want de <strong>voor</strong>zitter is immers de andere helft van het<br />

partnership dat, kostbaar en kwetsbaar tegelijkertijd, van zo groot belang is <strong>voor</strong> het<br />

succes van de vereniging.<br />

41


Requiem <strong>voor</strong> de Grote Kale Leider<br />

<strong>Tips</strong> om niet te belanden op het Kerkhof der Gesneuvelde Grote Reputaties<br />

29-12-2006<br />

Het kan verkeren. Jaren is hij de Grote Man, de Voorzitter, het<br />

Boegbeeld en dan is het, <strong>voor</strong> wie niet tot de ingewijden behoort,<br />

plotseling met hem gedaan. De weg van standbeeld naar mestvaalt is<br />

soms angstwekkend kort en, zo luidt het gezegde: 'wie hoog stijgt kan<br />

diep vallen'. Het volk heeft een uitermate kort geheugen <strong>voor</strong> het goede, een hoge<br />

meetlat <strong>voor</strong> anderen en kent altijd nog enthousiaste beoefenaren van het vak van<br />

timmerman, specialisatie stoelpoten zagen.<br />

Ik heb het hier over Jorien van den Herik, sinds kort ex-<strong>voor</strong>zitter van Feyenoord.<br />

Volgens eigen plan zou hij in 2008 aftreden als <strong>voor</strong>zitter. De club wordt dan 100 en hij<br />

65. Door de sportieve, zakelijke en bestuurlijke malaise is hij deze maand, via een 'coup'<br />

van de directie, na 15 jaar <strong>voor</strong>zitterschap, tot aftreden gedwongen. Ik ken hem niet<br />

persoonlijk maar heb hem door de jaren heen gevolgd in de pers. En daar figureerde hij,<br />

als boegbeeld van zijn club, niet alleen vaak maar ook op opvallende wijze.<br />

Hoe kreeg hij dat <strong>voor</strong> elkaar? Ik noem, in willekeurige volgorde, een aantal factoren:<br />

De Redder. Hij heeft, om te beginnen, toen hij vijftien jaar geleden aantrad, de club<br />

van de financiële ondergang gered. Hij heeft altijd <strong>voor</strong> zijn club gestaan, dwars<br />

tegen de opvattingen van andere grote clubs en de KNVB in.<br />

De Prominentie. Hij heeft door de jaren heen tal van prominente functies vervuld:<br />

<strong>voor</strong>zitter Vrienden van Feyenoord (sponsorclub; 1984); <strong>voor</strong>zitter Beheersstichting<br />

Feyenoord (1988); president-commissaris Stadion Feyenoord (1989);<br />

penningmeester (1991) en <strong>voor</strong>zitter (1992) Stichting Feyenoord ; <strong>voor</strong>zitter Raad<br />

van Commissarissen Feyenoord Rotterdam NV en <strong>voor</strong>zitter bestuur Stichting<br />

Feyenoord (2004).<br />

Het Ego. Hij heeft een uitgesproken dominant ego en kan, naar eigen zeggen, alleen<br />

maar bestuurder zijn in de rol van <strong>voor</strong>zitter.<br />

De Verschijning. Hij is een opvallende verschijning qua uiterlijk en kleding.<br />

Het Geld. Hij is een vermogend man, met belangen in Europa en Amerika. Hij heeft<br />

acht jaar geleden een lening aan de club verstrekt met, naar verluidt, een veel te<br />

hoge rente. Hij is woonachtig in Antwerpen en Nicosia, Cyprus en erg veel op<br />

zakenreis.<br />

De Verdenking. Het Openbaar Ministerie heeft Feyenoord en <strong>Van</strong> den Herik verdacht<br />

van belastingfraude en valsheid in geschrifte. De FIOD heeft zich stevig met beide<br />

bemoeid (sinds 1998). Beide zijn twee maal vrijgesproken, beide keren is het OM in<br />

beroep gegaan. Deze maand zijn zij door de Hoge Raad definitief vrij gesproken.<br />

De Verdwijning. Ik doel hier op de Commissie van Advies, ingesteld door de directie<br />

van Feyenoord. De Commissie stond onder leiding van ex-<strong>voor</strong>zitter Kerkum. Zij heeft<br />

snel gewerkt. Zij diende een bindend advies uit te brengen over de toekomstige<br />

structuur van Feyenoord. De afloop: <strong>Van</strong> den Herik heeft het veld geruimd, de<br />

directie wordt <strong>voor</strong>taan het boegbeeld. Hun <strong>voor</strong>zitter is 'tegen wil en dank als een<br />

aap van hun rug' gevallen, aldus Hans Blankert, formateur van de nieuwe Raad van<br />

Commissarissen.<br />

42


Zeker is dat <strong>Van</strong> den Herik in de vijftien jaar van zijn <strong>voor</strong>zitterschap veel <strong>voor</strong> de club<br />

heeft betekend en er een groot stempel op heeft gedrukt. Door de financiële malaise<br />

staat Feyenoord intussen onder curatele van de KNVB. Hijzelf is van boegbeeld geworden<br />

tot kop van Jut, tot boksbal van een deel van de supportersaanhang en door de directie<br />

uitgerangeerd. Wie later in zijn carrière een of enkele fouten maakt, loopt het grote risico<br />

dat al het goede en mogelijk zelfs excellente dat hij daar<strong>voor</strong> deed, gemakshalve terzijde<br />

wordt geschoven.<br />

Hoe zou de 'schade' aan <strong>voor</strong>zitters, directeuren of anderen in een vergelijkbare positie<br />

kunnen worden <strong>voor</strong>komen of beperkt? Ik noem een aantal opties:<br />

Niet teveel petten. Kies <strong>voor</strong> scheiding van machten in plaats van concentratie ervan<br />

bij een persoon. De petten impliceren per definitie een afbreukrisico.<br />

Voorkom communicatiegaten. Macht is niet een bezit van iets maar primair een<br />

relatie tussen twee of meer partijen. Dat geldt dus ook <strong>voor</strong> samenwerking tussen<br />

twee hiërarchisch ongelijke partijen. Vooral een nogal vaak afwezige <strong>voor</strong>zitter doet<br />

er daarom goed aan te investeren in de relatie met zijn directie. Daarmee kan worden<br />

<strong>voor</strong>komen dat afstand tussen beiden ontstaat of groter wordt.<br />

Scheidt vereniging, stichting en bedrijf. Dit is een verbijzondering van het eerste<br />

punt. Het let nauw, gezien de invloed van cultuur en economische belangen.<br />

Vermijd belangenverstrengeling van zakelijk en privé, ook de schijn ervan.<br />

Boegbeeld, gezicht en ego. Het is een verleidelijke maar ook riskante combinatie,<br />

zowel <strong>voor</strong> de persoon als <strong>voor</strong> de organisatie. In een situatie van conflict legt de<br />

nuance het al snel af tegen het zwart-wit van de gewenste duidelijkheid.<br />

Ego afslankcursus. Bij wijze van goed risico management is inperking van de<br />

prominentiebehoefte van uw ego aan te bevelen. Raadpleging van een personal coach<br />

is een serieus alternatief <strong>voor</strong> deze 'cursus'. Effect op dit punt is bevorderlijk <strong>voor</strong> de<br />

kans van slagen van de overige tips.<br />

Houdbaarheidsdatum. Deze wordt <strong>voor</strong> topfunctionarissen steeds korter. Vijf jaar is in<br />

Verenigingsland een mooie termijn, plus of minus twee jaar. Beste advies: vertrek op<br />

het hoogtepunt, dat dient in elk geval de herinnering aan al het goede dat u tot stand<br />

hebt gebracht.<br />

43


Voorzitter gezocht<br />

<strong>Tips</strong> om de beste kandidaat te zoeken en te vinden<br />

10-1-2007<br />

Voorzitters moeten, net als directeuren, schapen met vijf poten zijn. Halfgoden ongeveer<br />

als je de profielen leest in advertentieteksten en achterliggende stukken. Dus, als<br />

eenmaal zo'n zeldzaam creatuur gevonden is, is dat een goede reden <strong>voor</strong> blijdschap.<br />

Niet zo vorig jaar, op de Gallaudet University, 800 Florida Avenue, Washington DC. Deze<br />

universiteit is opgericht in 1864. Zij ligt op een steenworp afstand van het Capitool. Zij is<br />

de enige universiteit <strong>voor</strong> doven en slechthorenden ter wereld (www.gallaudet.com). De<br />

laatste vijf jaar telt de universiteit tussen de 1800 en 2.000 studenten. Alle colleges<br />

worden er gegeven in gebarentaal. Begin 2006 werd daar door de Board of Trustees een<br />

nieuwe <strong>voor</strong>zitter benoemd. Waarom ontbrak daar dan toch de verwachte blijdschap over<br />

de nieuwe aanwinst?<br />

Het is een goed gebruik dat de <strong>voor</strong>zitter van deze universiteit doof is, dat wil zeggen,<br />

niet een beetje doof maar stokdoof! En dat was de nieuw aangetreden <strong>voor</strong>zitter Jane<br />

Fernandes niet. Zij had de pech dat haar ouders konden horen en dat zij gebarentaal pas<br />

op latere leeftijd had geleerd. Met andere woorden, zij voelde zich ook thuis in de wereld<br />

van de horende. En dat is strijdig met de identiteit van de dove. Er was al eens eerder<br />

een horende <strong>voor</strong>zitter geweest en die heeft toen na felle - muisstil want in gebarentaal -<br />

demonstraties onder het motto 'Dove Voorzitter Nu' moeten vertrekken. Er kwam toen<br />

dus een echt dove <strong>voor</strong>zitter. Die ging na verloop van tijd met pensioen en werd<br />

opgevolgd door Fernandes. Na vele maanden van protest op de mooie campus, de<br />

arrestatie van 130 demonstranten, een mars naar het Capitool, hongerstaking door<br />

studenten en hun ouders (meestal ook doof en alumnus van Gallaudet) en<br />

ondersteunende acties op doveninstituten elders in de Verenigde Staten, stuurde het<br />

bestuur zijn <strong>voor</strong>zitter weg. Inmiddels is er een (interim-)president, Robert R. Devila, die<br />

per brief Welcome message uitzond. Daarin nodigt hij de ontvangers uit om via zijn video<br />

message in Inside Gallaudet op de hoogte te stellen van zijn plannen.<br />

Over welke competenties en kwaliteiten dient een <strong>voor</strong>zitter van zo'n instelling te<br />

beschikken? Hoe wordt zo'n <strong>voor</strong>zitter geworven, geselecteerd en geïntroduceerd?<br />

Hoeveelste keus is de uiteindelijke kandidaat? Hoe anders mag de bestuurder zijn, in<br />

welke opzichten en in welke mate mag hij afwijken van degenen over wie hij de scepter<br />

gaat zwaaien c.q. die hij gaat dienen? Hoe oprecht is de kritiek van de demonstranten?<br />

Hoe recht is de rug van de benoemende instantie? Vragen te over. Vragen die er zeer toe<br />

doen en waarmee zorgvuldig, dus met inschakeling van alle belangrijke stakeholders,<br />

dient te worden omgegaan.<br />

Ik geef hier enkele tips (geïnspireerd door een artikel in MIT Sloan Management Review,<br />

autumn 2001, pag. 91-95), die ertoe kunnen bijdragen dat de beste kandidaat,<br />

eventueel een wat 'afwijkende' figuur indien beargumenteerd, kan worden gezocht,<br />

gevonden en geaccepteerd als <strong>voor</strong>zitter (respectievelijk directeur; <strong>voor</strong> deze<br />

professional geldt het zelfde).<br />

Uitdagingen, problemen, doelstellingen. Grijp elke opvolging aan om de<br />

bedrijfssituatie aan een goede analyse te onderwerpen. Waar staan we <strong>voor</strong>? Wat<br />

<strong>voor</strong> iemand hebben we daar<strong>voor</strong> nodig?<br />

44


Samenstelling zoekcommissie. Kies hier<strong>voor</strong> personen, die de organisatie goed<br />

kennen, haar historie, sterke en zwakke punten, uitdagingen in de toekomst enz.<br />

Zie erop toe dat diverse functionele gebieden vertegenwoordigd zijn.<br />

Uitbesteding. Laat geen essentiële taken over aan een executive search firma en<br />

verwacht er niet teveel van. Vaak worden de beste kandidaten ingebracht vanuit<br />

de organisatie zelf, door de leden van het bestuur. Zij kennen de branche en de<br />

mensen die ertoe doen.<br />

Kijk breed. Eis niet dat kandidaten per se al ervaring hebben in de functie die nu<br />

vacant is. Vaak heeft de juiste persoon <strong>voor</strong> de organisatie die ervaring nog niet.<br />

Vergeet niet, ook de nu succesvolle zijn ooit zonder die ervaring begonnen!<br />

Prestige en performance. Laat u niet teveel leiden door de performance van de<br />

organisatie, die de kandidaat nu leidt. Deze is immers van tal van factoren<br />

afhankelijk. Succes bij vereniging A wil niet zeggen dat hij ook bij B succes zal<br />

hebben. Zoek uit hoe geschikt en goed de kandidaat-op-zichzelf is, los van zijn<br />

context.<br />

Interne of externe kandidaat. Staar u hierop niet blind. Aan elk van beide<br />

dimensies kleven <strong>voor</strong>- en nadelen. Geen van beide garandeert succes.<br />

45


Directeur kondigt vertrek aan<br />

Wat is de optimale houdbaarheid van een directeur?<br />

26-2-2007<br />

Groot nieuws: beleggers<strong>voor</strong>man Peter Paul de Vries, directeur van de Vereniging van<br />

Effectenbezitters (VEB; www.veb.net) kondigde medio februari zijn vertrek in oktober<br />

a.s. aan. De Vries was 12 jaar lang directeur, het boegbeeld van de VEB. De NRC, de<br />

krant van de nuance, was kennelijk even de kluts kwijt. Op de <strong>voor</strong>pagina van 14<br />

februari stond namelijk dat De Vries weg gaat als <strong>voor</strong>zitter, op pagina<br />

19 is hij scheidend directeur. Inderdaad, de rolverdeling tussen<br />

<strong>voor</strong>zitter en directeur is niet bij alle verenigingen dezelfde. Bij de VEB<br />

was De Vries geen <strong>voor</strong>zitter maar wel onbetwist de <strong>voor</strong>man.<br />

Met zijn vertrek wil De Vries, naar eigen zeggen, de verzuring <strong>voor</strong> zijn. Haring, melk,<br />

grond, het weer, mensen, het kan allemaal verzuren. Ook het leven en het werk kunnen<br />

worden verzuurd, onaangenaam gemaakt aldus <strong>Van</strong> Dale. De Vries zegt: 'ik wil de<br />

situatie <strong>voor</strong>komen dat ik op een gegeven moment moet vertrekken omdat de VEB<br />

genoeg heeft van mij of omdat ik genoeg heb van de VEB. Zover is het nu nog niet.'<br />

Nog niet. Hij zal het ongetwijfeld wel hebben voelen aankomen. Hoe leuk en uitdagend<br />

een baan ook is, er komt een moment waarop je je afvraagt hoe lang hij dat nog blijft; of<br />

het geen tijd wordt <strong>voor</strong> een nieuwe uitdaging, een andere omgeving, waarin op de<br />

ervaring van de eerdere job kan worden gekapitaliseerd en nieuwe wegen kunnen<br />

worden ingeslagen. De Vries (bijna 40) werkt sinds zijn afstuderen als bedrijfseconoom in<br />

Rotterdam, bijna achttien jaar dus, bij de VEB, waarvan twaalf jaar als directeur. Hij<br />

werd dat op zijn 28ste. Tijd <strong>voor</strong> verandering.<br />

Er zijn meestal diverse redenen <strong>voor</strong> een directeur om te vertrekken. Die hebben deels te<br />

maken met de persoon in kwestie, deels met ontwikkelingen in de organisatie en deels<br />

met de wisselwerking tussen beide. Bij <strong>voor</strong>beeld:<br />

De directeur is echt uitgekeken op de organisatie: elk jaar dezelfde cyclus, dezelfde<br />

kunstjes doen, grotendeels dezelfde mensen op kantoor en in de verenigingsorganen,<br />

de taaie cultuur, geen inhoudelijke uitdaging meer. Kortom, klaar <strong>voor</strong> verzuring.<br />

De vereniging beweegt zich naar een nieuwe fase van ontwikkeling, bij <strong>voor</strong>beeld<br />

verdere professionalisering. In het geval van de VEB: De Vries heeft de club goed op<br />

de kaart gezet, een grote bijdrage geleverd aan de verbetering van de rechtspositie<br />

van de (particuliere) aandeelhouder en tegen de beschermingsconstructies van het<br />

bedrijfsleven. De VEB heeft een stevig apparaat (25 professionals), een stevige<br />

financiële basis en een grote ledengroei geboekt (nu ruim 40.000 leden), zij het dat<br />

dit ledental nog aan de bescheiden kant is, afgezet tegen een aantal van 1,5 miljoen<br />

beleggers in ons land.<br />

De wisselwerking tussen vereniging en directeur. Hierin kunnen beide actief partij<br />

zijn. Zij kunnen in goed overleg besluiten dat de organisatie nu toe is aan een nieuwe<br />

fase van haar ontwikkeling en dat daar een ander type directeur bij hoort. De VEB<br />

heeft strategisch gekozen <strong>voor</strong> een meer op service gerichte organisatie om zo het<br />

draagvlak onder beleggers te vergroten.<br />

46


Voor de houdbaarheidsdatum van een directeur is geen strikt en eenduidig criterium te<br />

geven. Daar<strong>voor</strong> bevindt hij of zij zich teveel in het centrum van de dynamiek van de<br />

organisatie. In dit centrum is een directeur enerzijds handelende partij en anderzijds<br />

ook 'de gevangene' van het systeem. Kortom, het is niet altijd eenvoudig en mogelijk<br />

om de regie over de eigen levensduur in de functie in de hand te houden.<br />

Het concept levenscyclus van een baan kan overigens wel een aanknopingspunt bieden<br />

bij de beantwoording van de vraag of het nog geen tijd is <strong>voor</strong> vertrek. Deze cyclus kent,<br />

aldus Manfred Kets de Vries in zijn 'Leiderschap ontraadseld' (2001) drie fasen:<br />

binnenkomst, consolidatie en neergang. Ik licht elke fase kort toe.<br />

Binnenkomst. Uitgangspunt is dat het bestuur die kandidaat heeft uitverkoren, die de<br />

organisatie het beste kan leiden naar de toekomst die het <strong>voor</strong> ogen heeft. De nieuwe<br />

directeur krijgt, zeker als hij van buiten komt, te maken met hoge en vaak<br />

onrealistische verwachtingen, gehechtheid van de medewerkers aan hun vertrokken<br />

baas en zijn nalatenschap, romantisering van het verleden, snel optredende<br />

desillusies bij medewerkers en leden van de vereniging als de verwachtingen niet<br />

blijken uit te komen, verklaring tot zondebok. De startfase is dus een opwindende<br />

periode, waarin de van buiten afkomstige directeur angst kent in relatie tot het waar<br />

maken van de hoge verwachtingen en waarin hij snel wil scoren om een goede<br />

reputatie te vestigen.<br />

Consolidatie. De nieuwe directeur heeft een thema gevonden, een strategie die zowel<br />

past bij zijn persoonlijke stijl als bij zijn bedrijfsomgeving. Hij heeft resultaten bereikt<br />

en de prestaties van de vereniging verbeterd. Hij heeft het gevoel dat hij de zaak in<br />

de hand heeft. Hij heeft een vaste machtsbasis: steun van zijn bestuur,<br />

betrokkenheid van het managementteam en een netwerk van effectieve allianties. Hij<br />

kan steeds meer zijn dromen gaan verwezenlijken. Hij bevindt zich op een<br />

hoogvlakte, hij is er vrijwel alleen, hoogstens omgeven door personen die het met<br />

hem eens zijn. Het succes kan echter de wortels van een ramp al in zich dragen.<br />

Neergang. Kenmerken zijn onder meer kortzichtig en arrogant leiderschap,<br />

preoccupatie met eigen ideeën en (dus) niet willen luisteren naar ideeën van anderen,<br />

geen innovatie, afnemende opwinding, teruglopende prestaties. De directeur is vast<br />

komen te zitten in een bepaalde formule, die past bij 'zijn thema', een formule die hij<br />

steeds weer heeft herhaald. Daarmee blokkeert hij zowel nieuwe ontwikkelingen van<br />

binnenuit als nieuw bloed van buitenaf. Als deze fase te lang duurt kan zij ernstige<br />

gevolgen hebben <strong>voor</strong> de organisatie.<br />

De houdbaarheidsdatum ofwel de optimale zittingsduur van een directeur ligt, gezien de<br />

levenscyclusfasen, rond de zeven jaar (plus of min twee jaar). Bij zijn aantreden wilde De<br />

Vries een jaar of vijf, zes directeur zijn. Dat werd dus het dubbele. De verleiding is vaak<br />

groot om langer te blijven 'zitten'; bovendien kan, met steeds wisselende besturen, de<br />

machtsbasis onaantastbaar lijken. Totdat er een andere <strong>voor</strong>zitter aantreedt, gemor<br />

onder het personeel ontstaat of beide. Wie het dan heet onder de voeten wordt en niet<br />

'weg kan', gaat een moeilijke tijd tegemoet met opties als degradatie, ontslag en zelfs<br />

'sterven in het harnas'.<br />

Een opvolging die gepland is verloopt als regel soepel. Een zekere overlapping in<br />

aanwezigheid van de vertrekkende en de nieuwe directeur is aan te bevelen. Zo zal het<br />

bij de VEB zeker ook gaan. De advertentie <strong>voor</strong> een nieuwe directeur stond op 17<br />

februari al in de krant. De Vries gaat pas in oktober weg. Bovendien is hij bereid enige<br />

tijd de helpende hand te blijven bieden. Ik wens allen, de VEB en de gaande en komende<br />

directeuren een goede opvolging en een <strong>voor</strong>spoedige toekomst.<br />

47


Ode aan Bode<br />

Reflecties bij de dood van een markant vakbondsleider<br />

14-1-2007<br />

Enkele dagen geleden overleed Herman Bode. Hij had een traditionele vakbondscarrière:<br />

hij begon als arbeider, was actief als vrijwilliger (kaderlid), werd bezoldigd bestuurder bij<br />

de katholieke metaalarbeidersbond, ging vervolgens hogerop naar een zetel in het<br />

bestuur van het NKV en werd tenslotte, na de fusie (1981) van NKV en NVV tot FNV,<br />

vice<strong>voor</strong>zitter. In 1985 ging hij met pensioen.<br />

Bode wordt in de necrologieën geroemd om zijn grote gevoel <strong>voor</strong> sociale<br />

rechtvaardigheid en solidariteit en om zijn militante rol in het<br />

werknemersprotest tegen <strong>voor</strong>nemens en plannen van werkgevers en<br />

overheid, die aan de verworvenheden t.a.v. die waarden wilden tornen.<br />

Wie hem ooit heeft zien en horen spreken, hetzij <strong>voor</strong> menigten hetzij in<br />

vergaderzaaltjes, weet dat Bode een bijzondere indruk maakte: zijn rijzige<br />

gestalte (een beer van een vent), zijn kleding (manchesterpak), zijn<br />

stemgeluid, zijn vocabulaire en, niet te vergeten, zijn grote kennis van de sociale<br />

zekerheid.<br />

Bode was de laatste arbeider in de top van de gehele vaderlandse vakbeweging. De<br />

instroom van hoger opgeleiden (zogenaamde 'gestudeerde types'), die van HBO of<br />

universiteit vrijwel rechtstreeks medewerker worden bij een bond en vandaar na verloop<br />

van tijd het bestuurlijke circuit ingaan, was toen al geruime tijd gaande en is sindsdien<br />

alleen maar sterker geworden, overigens om heel verklaarbare en begrijpelijke redenen.<br />

In het verlengde daarvan komt het ook steeds vaker <strong>voor</strong> dat vakbondsbestuurders<br />

(ruim) <strong>voor</strong> hun pensioenleeftijd vertrekken naar een baan elders, veelal aan de andere<br />

zijde van het groene laken of naar een respectabele positie in het openbaar bestuur.<br />

Vakbondsbestuurder ben je dus niet meer <strong>voor</strong> het leven. Ook dat is heel verklaarbaar en<br />

begrijpelijk, want de vakbeweging is een in alle opzichten gevestigd en in de heersende<br />

sociaaleconomische orde geïntegreerd instituut. Transfers horen er dus gewoon bij. Toch<br />

vind ik het opmerkelijk dat vakbondsbestuurders zelden een goede pers hebben.<br />

Ik wijd dit artikel aan Bode omdat hij deel uitmaakte van de populatie, die <strong>voor</strong>werp was<br />

van mijn proefschrift: 'Vakbondsleiders in Nederland; van vijand en indringer tot<br />

bondgenoot en steunpilaar' (1982). In 1983 verscheen een handelsuitgave onder de titel<br />

Strategie en leiding van de vakbeweging in Nederland. In deze studie hield ik me bezig<br />

met de relaties tussen economische orde, vakbeweging en vakbondsleiderschap. Wat is<br />

en doet een vakbondsleider, hoe word je het, hoe ziet je carrière binnen de vakbeweging<br />

eruit, is er leven na de vakbeweging en zo ja, hoe ziet dat er dan uit?<br />

In vele landen bestaat geen vrijheid van meningsuiting en van vereniging en<br />

vergadering. Vakbondsleiders worden daar gevangen gezet, gemarteld en vermoord. Niet<br />

zo in ons land. Hier is het klassenconflict gepacificeerd, er is arbeidsvrede, er zijn legio<br />

organen van overleg en samenwerking met werkgevers en staat, de vakbeweging hoort<br />

er gewoon bij, zij is, zonder overigens een indrukwekkende organisatiegraad, een van de<br />

steunpilaren van ons maatschappelijk systeem. Zij wordt niet alleen gefinancierd door de<br />

48


contributies van haar leden en door de opbrengsten van haar beleggingen, maar ook<br />

door financiële ondersteuning van werkgeverszijde (het zogenaamde vakbondstientje).<br />

De Amerikaanse politieke socioloog Wright Mills heeft eens de volgende vergelijking<br />

gemaakt: zoals de ondernemer het arbeidsgedrag van de werknemers organiseert en<br />

reguleert, zo organiseert en reguleert de vakbondsleider de rebellie van de werkende<br />

bevolking. De arbeider heeft in deze optiek dus eigenlijk twee bazen: zijn werkgever<br />

beheerst zijn arbeidsgedrag en de vakbondsbestuurder beheerst zijn<br />

arbeidsprotestgedrag.<br />

In deze optiek gaat de werknemer gebukt onder een dubbele heteronomie. Deze heeft<br />

hem niet alleen niet bevrijd maar hem zelfs afhankelijker en ondergeschikter gemaakt.<br />

Want het wordt hem zo moeilijker gemaakt om via acties het productieproces te<br />

ontregelen of de boel in de bond op stelten te zetten. De vakbeweging is ook nooit een<br />

echte vriend geweest van uitbreiding van werknemersmacht. Deze zou immers gaan ten<br />

koste van de vakbondsmacht. En het is nu juist de combinatie van staatsmacht,<br />

economische macht en vakbondsmacht die stabiliteit geeft aan de samenleving.<br />

De visie van Wright Mills moge gedateerd overkomen, feit is dat ons land een oase van<br />

arbeidsrust is waaraan de vakbeweging een grote bijdrage heeft geleverd en nog steeds<br />

levert. Het bijzondere van Bode was dat hij binnen dit kader toch altijd de<br />

protestwaakvlam aan hield en dat hij deze nu en dan, op zijn geheel eigen wijze, flink liet<br />

opfikken.<br />

49


Op zoek naar een nieuwe <strong>voor</strong>zitter<br />

<strong>Tips</strong> <strong>voor</strong> het vinden van een goede <strong>voor</strong>zitter<br />

4-5-2007<br />

Voor elke vereniging is een goede <strong>voor</strong>zitter van belang. Hoe 'goed' wordt ingevuld is<br />

natuurlijk wel van invloed op de scope van het zoek- en selectieproces. Cruciaal is wat<br />

het bestuur wil met de organisatie en hoe, met welke personen, het dat wil realiseren.<br />

Soms gebeurt het dat een kandidaat van het bestuur ferme<br />

tegenwind ondervindt. Dit was eerder dit jaar het geval met de<br />

Vereniging Natuurmonumenten (875.000 leden,<br />

www.natuurmonumenten.nl) toen bekend werd dat het bestuur<br />

ervan het <strong>voor</strong>nemen had om ex-minister van Landbouw Veerman<br />

aan de Verenigingsraad van Natuurmonumenten <strong>voor</strong> te dragen<br />

<strong>voor</strong> het <strong>voor</strong>zitterschap, ter opvolging van Herman Wijffels. De<br />

tegenwind kwam van de Partij <strong>voor</strong> de Dieren wegens het haars<br />

inziens meest dier-, natuur- en milieu-onvriendelijke beleid in de parlementaire<br />

geschiedenis.<br />

Soms gebeurt het dat een bestuur, na een lange aanloop, besluit tot een breuk met de<br />

tot dan toe gevolgde aanpak van vacaturevervulling en daar<strong>voor</strong> van de leden applaus<br />

ontvangt. Dit is bij <strong>voor</strong>beeld het geval met het Nederlands Instituut van Psychologen<br />

NIP (www.psynip.nl), de beroepsorganisatie van psychologen in ons land (ruim 12.000<br />

leden). Binnen het NIP is het, evenals binnen menige andere beroepsgroep van<br />

universitair opgeleiden, decennia lang gebruikelijk geweest dat de <strong>voor</strong>zitter een<br />

hoogleraar was, gerekruteerd uit de eigen ledenaanhang. Het hoogleraarschap werd<br />

expliciet gezien als faciliterend <strong>voor</strong> overleg met universiteiten, politici, ambtenaren e.d.<br />

Voorts kende het bestuur als regel tenminste nog een andere hoogleraar en wel <strong>voor</strong> de<br />

portefeuille wetenschappelijke aangelegenheden.<br />

De koerswijziging van het NIP is in die zin bijzonder, dat met ingang van<br />

dit jaar gekozen is <strong>voor</strong> werving van zowel <strong>voor</strong>zitter als vice-<strong>voor</strong>zitter<br />

buiten de eigen kring, met gebruikmaking van een extern searchbureau,<br />

het Nationaal Register <strong>voor</strong> Commissarissen en Toezichthouders<br />

(www.nationaalregister.com). Dit heeft erin geresulteerd dat op 1 maart<br />

2007 twee personen zijn benoemd, die niet uit de achterban <strong>voor</strong>tkomen<br />

maar die wel ieder een belangrijke bestuurlijke taak krijgen. De <strong>voor</strong>zitter is Jan<br />

Boelhouwer, psycholoog (pas onlangs lid geworden), vier jaar lid van Gedeputeerde<br />

Staten van Noord-Brabant en aansluitend vier jaar Tweede Kamer lid <strong>voor</strong> de PvdA tot<br />

aan de laatste Kamerverkiezingen. Vice-<strong>voor</strong>zitter is Nelly Altenburg, zelfstandig adviseur<br />

na een lange loopbaan in de vakbeweging (<strong>voor</strong>al AbvaKabo).<br />

Beide <strong>voor</strong>zitters beschikken over aanzienlijke expertise en netwerken. De <strong>voor</strong>zitter<br />

(een dagdeel per week) zal zich <strong>voor</strong>al richten op de buitenwereld, de vice-<strong>voor</strong>zitter<br />

(een dagdeel per twee weken) zal zich meer bezighouden met de interne organisatie. Het<br />

NIP heeft namelijk onlangs een moderniseringsslag gemaakt en het verwacht met deze<br />

sociale innovatie een flinke stap <strong>voor</strong>waarts te zetten met de promotion en<br />

belangenbehartiging <strong>voor</strong> de leden en hun vak.<br />

50


Er zijn verschillende manieren om bestuursleden in het algemeen en <strong>voor</strong>zitters in het<br />

bijzonder te werven. In alle gevallen is het natuurlijk wel van belang dat eerst duidelijk<br />

wordt gemaakt wat van de beoogde bestuurder wordt verwacht en aan welke eisen hij of<br />

zij dus dient te voldoen. Ik noem de volgende manieren om te werven:<br />

Adverteren in het verenigingsblad, op de eigen site en dergelijke.<br />

Algemene oproepen doen tijdens vergaderingen van ledenraad en andere organen.<br />

Beoogde kandidaten persoonlijk aanspreken, een appel op hen doen. Strelend <strong>voor</strong><br />

het ego.<br />

Het zoekproces uitbesteden (bij <strong>voor</strong>beeld als het bestuur zelf geen (geschikte)<br />

kandidaten heeft gevonden en/of een ander type bestuurder wordt gewenst, zoals bij<br />

het NIP.<br />

Natuurlijk komen in de praktijk mengvormen van deze varianten <strong>voor</strong>.<br />

Er zijn ook verschillende vijvers waarin kan worden gevist om kandidaten te zoeken. Ik<br />

noem er een aantal:<br />

De eigen aanhang, de leden dus. In het geval van het NIP: alleen psychologen.<br />

Alleen die leden die in hun vak een bepaalde status hebben bereikt, bij <strong>voor</strong>beeld<br />

hoogleraren of, zoals bij de ingenieursorganisaties (www.kivi-niria.nl), iemand die zijn<br />

sporen op hoog niveau in het bedrijfsleven heeft verdiend en dus beschikt over een<br />

groot netwerk.<br />

Alleen vrouwelijke leden, omdat de aanhang van de vereniging <strong>voor</strong> minstens tweederde<br />

vrouw is, zoals bij de Vereniging <strong>voor</strong> Gedragstherapie en Cognitieve Therapie<br />

VGCt (www.vgct.nl).<br />

De kader- ofwel kernleden van de vereniging, de rank and file, zij die zich al bewezen<br />

hebben in de vereniging.<br />

Het bestuur als kleinste orgaan binnen de vereniging. De <strong>voor</strong>zitter komt dus uit zijn<br />

midden. Bij <strong>voor</strong>beeld de (of een) vice-<strong>voor</strong>zitter schuift een zetel op.<br />

Binnen de vereniging en wel uit het uitvoeringsapparaat: de directeur promoveert tot<br />

<strong>voor</strong>zitter (het omgekeerde komt ook <strong>voor</strong>).<br />

Dezelfde optie als hier<strong>voor</strong>, maar de directeur wordt tevens <strong>voor</strong>zitter. Zie bij<br />

<strong>voor</strong>beeld ANWB en diverse omroepverenigingen.<br />

Buiten de vereniging, maar wel van dezelfde opleidings- en<br />

werkervaringsachtergrond, op basis waarvan de vereniging organiseert. In het<br />

<strong>voor</strong>beeld van het NIP: de nieuwe <strong>voor</strong>zitter.<br />

Buiten de vereniging, maar van een andere opleidings- en ervaringsachtergrond. In<br />

het <strong>voor</strong>beeld van het NIP: de vice-<strong>voor</strong>zitter.<br />

51


7-3-2008<br />

<strong>Van</strong> welkom tot bonjour: de gaande en<br />

de komende man/vrouw aan de top<br />

Wisseling van <strong>voor</strong>zitter en/of directeur<br />

In mijn jeugd kende ons regionaal dagblad een rubriek De Gaanden en De Komenden.<br />

Die rubriek bevatte (korte) lijsten van personen, die hetzij in onze stad waren komen<br />

wonen hetzij waren verhuisd naar een andere. Dat was geografische mobiliteit, op een<br />

buitengewoon bescheiden schaal. Mensen waren nog honkvast, zowel qua wonen als qua<br />

werkgever. Hoe anders is het nu, veler bewegingspatroon krijgt steeds meer nomadische<br />

trekken: even ergens je kampement opslaan, contacten leggen, fourageren, uitrusten en<br />

weer vertrekken, want we moeten verder. Blijven waar je wortels zijn, het wordt<br />

afwijkend gedrag. Wortel schieten waar je langs komt, dat lukt amper want vraagt<br />

investering in mensen, de tijd ontbreekt daar<strong>voor</strong>. Doorgaan dus, want, echt waar, we<br />

moeten verder.<br />

Een bijzondere categorie vormen de moderne huurlingen aan de top van het<br />

internationale bedrijfsleven. Vaak komen zij van buiten en hebben zij geen enkele<br />

affiniteit met het bedrijf dat zij gaan leiden. Loyaliteit ontbreekt (dus) ook. Zij worden<br />

binnengehaald als het bedrijf het water tot de lippen staat, zij kunnen dus extreme<br />

inkomenseisen stellen. Zij doen (meestal) wat van hen verwacht wordt: saneren en de<br />

aandeelhouderswaarde opvoeren. Voorts heel goed <strong>voor</strong> zichzelf zorgen: salaris,<br />

bonussen, optie- en aandelenpakketten, fabelachtige vertrekregelingen. Als ware<br />

roofridders vertrekken zij met een mooie buit, op weg naar het volgende slachtoffer.<br />

Gelukkig bestaat de wereld uit nog wat meer dan het bedrijfsleven. Ik<br />

vond het dus mooi nieuws toen ik in het Technisch Weekblad (TW) van<br />

23 februari las dat Ed Nijpels, tot mei Commissaris van de Koningin in<br />

Friesland, op 16 januari jl. door de Onri is benoemd tot haar <strong>voor</strong>zitter.<br />

Onri staat <strong>voor</strong> Orde van Raadgevend Ingenieurs, het is de<br />

branchevereniging van ingenieursbureaus. Ingenieurs zijn mensen die houden van hun<br />

vak en er trots op zijn. Zij zullen dus zeker niet iemand aanstellen als hun leider, die<br />

geen affiniteit met hun vak heeft. Nijpels heeft dat zeker wel. In het TW zegt hij:<br />

'Thema's als milieu, mobiliteit, klimaat en infrastructuur lopen als rode draad door mijn<br />

professionele leven. Daarom voel ik mij ook verbonden met een club als Onri.' En:<br />

'Ingenieurs hebben Nederland gemaakt en zullen Nederland ook klaarmaken <strong>voor</strong> de<br />

toekomst.' Nijpels zal 2 dagen per week <strong>voor</strong> deze vereniging gaan werken. Daarnaast<br />

wordt hij trouwens ook <strong>voor</strong>zitter van Thuiswinkel.org. In beide gevallen is hij de eerste<br />

<strong>voor</strong>zitter, die niet afkomstig is uit de achterban van de organisaties die hij binnenkort<br />

gaat leiden. Met zijn grote netwerk zal hij aanzienlijke toegevoegde waarde kunnen<br />

hebben <strong>voor</strong> beide organisaties.<br />

Bij (algemene) brancheorganisaties komt het al wel vaker <strong>voor</strong>, dat zij geleid worden<br />

door iemand, die niet uit eigen kring afkomstig is en die toch grote loyaliteit ontwikkelt<br />

en zich niet gedraagt als een roofridder, iets wat trouwens bij dit type organisatie vrijwel<br />

onmogelijk is. Neem MKB Nederland, dat al een aantal jaren wordt geleid door oud<br />

politicus en bestuurder Loek Hermans; zijn <strong>voor</strong>ganger was overigens ondernemer Hans<br />

52


de Boer, dus wel iemand uit eigen kring. Maar als het brancheorganisaties betreft, waarin<br />

een bepaalde professie de boventoon voert, zoals het ingenieursvak, dan komt dit veel<br />

minder vaak <strong>voor</strong>. Onri is een <strong>voor</strong>beeld van een redelijk ingrijpende wijziging in een<br />

lange traditie.<br />

Wat <strong>voor</strong> <strong>voor</strong>zitters geldt, geldt vaak ook <strong>voor</strong> directeuren. Neem een fraai <strong>voor</strong>beeld<br />

als Ajax. Toen <strong>voor</strong>zitter Jaake een aantal jaren geleden aantrad, werd alom geroepen<br />

dat dat toch niets kon worden, want de man had geen voetbalachtergrond. Nu wordt<br />

directeur Fonteijn ontslagen, ondanks zijn geslaagde staat van dienst op commercieel<br />

vlak, onder meer met hetzelfde verwijt - geen voetbalachtergrond - en door een bestuur<br />

dat binnenkort zelf aftreedt. Hoezo moet je hebben gevoetbald om een goed<br />

commercieel manager te zijn? Het kan verkeren.<br />

Bij beroepsorganisaties ligt het vaak nog veel gevoeliger. Ik heb het zelf diverse malen<br />

meegemaakt, ook bij zusterverenigingen in binnen- en buitenland, dat in het<br />

hoofdbestuur van zo'n club op een gegeven moment de vraag wordt opgeworpen<br />

waarom de directeur niet van hetzelfde beroep is als de leden van de vereniging! 'Die<br />

man is niet een van ons, hij begrijpt ons (dus) niet, hij kent onze wereld niet', dus, is de<br />

boodschap, wat kan hij dan eigenlijk <strong>voor</strong> ons betekenen?! Ik vind dit een vorm van<br />

gesloten, exclusief denken, waarbij men zichzelf als beroepsgroep (vaak niet ten<br />

onrechte) wel erg bijzonder vindt maar daarmee tegelijkertijd denkt alle wijsheid ook in<br />

pacht te hebben.<br />

Ooit werd ik aangesteld als directeur van de beroepsorganisatie van psychologen, het<br />

NIP, terwijl ik geen psycholoog ben. De verklaring van <strong>voor</strong>zitter Prof. dr. Wim Hofstee<br />

was helder: psychologen hebben we al genoeg in onze vereniging, op ons bureau hebben<br />

we andere deskundigheden en kwaliteiten nodig. Mijn Duitse collega was advocaat, hij<br />

heeft een grote bijdrage geleverd aan de Duitse Psychologenvereniging. Maar na een<br />

aantal jaren kwam er een persoon in het bestuur, die met felheid het ideologische paard<br />

bereed, dat de directeur 'een van ons' moet zijn. In die tijd was ik ook secretarispenningmeester<br />

van de Europese Federatie van Psychologenverenigingen. Op een<br />

gegeven moment kwam deze ideologische amazone ook daar aan boord en, jawel,<br />

hetzelfde verhaal aan mijn adres. Wat daar achter zit? Mijn diagnose naar aanleiding van<br />

deze en andere gevallen: Een behoefte aan conflict, want een hunkering naar macht <strong>voor</strong><br />

zichzelf. En niet per se dat wat het beste is <strong>voor</strong> de organisatie!<br />

Het Nederlands Instituut van Psychologen (opgericht in 1938, nu ruim 12.000 leden en<br />

40 medewerkers) heeft enkele jaren geleden uit zijn statuten geschrapt dat <strong>voor</strong>zitter en<br />

vice-<strong>voor</strong>zitter van het bestuur psycholoog behoren te zijn. Dat is <strong>voor</strong> een<br />

beroepsvereniging een zeer <strong>voor</strong>uitstrevende stap. Niet alleen was er tot nog toe geen<br />

enkele directeur psycholoog (meestal jurist), nu is het dus mogelijk om ook de<br />

belangrijkste bestuurders (financiële vergoeding) van buiten de eigen kring aan te<br />

stellen.<br />

Per 1 maart 2007 werden volgens de nieuwe statuten <strong>voor</strong> het eerst <strong>voor</strong>zitter en vice<strong>voor</strong>zitter<br />

benoemd. Weliswaar was de <strong>voor</strong>zitter een psycholoog (maar tot zijn<br />

benoeming nog geen lid) dr. Jan Boelhouwer, vier jaar lid van Gedeputeerde Staten van<br />

Noord Brabant en aansluitend vier jaar PvdA Tweede Kamerlid. Daarna werd hij niet<br />

herkozen. Inmiddels zijn kamerleden doorgeschoven naar het kabinet en hebben anderen<br />

de Kamer verlaten <strong>voor</strong> functies elders, met als gevolg dat Boelhouwer weer diende aan<br />

te treden als parlementariër. Jammer <strong>voor</strong> het NIP, dat moest dus al weer heel snel op<br />

zoek naar een nieuwe <strong>voor</strong>zitter. Omdat het NIP zoekt naar personen met politieke<br />

53


netwerken en merites, ligt het <strong>voor</strong> de hand dat het wederom een gewezen politicus zal<br />

zijn. Deze zal, als alles naar wens gaat, op 27 maart a.s. door de Ledenraad van het NIP<br />

worden gekozen.<br />

De vice<strong>voor</strong>zitter van het NIP, Nelly Altenburg, is geen psycholoog. Zij is zelfstandig<br />

adviseur na een lange loopbaan in de vakbeweging (<strong>voor</strong>al AbvaKabo). Met het<br />

aantreden van haar nieuwe collega zal het NIP dus een historische fase ingaan: een<br />

tweehoofdige bestuurlijke leiding en een directeur, geen van allen psycholoog. Ik wens<br />

de club veel <strong>voor</strong>spoed. Overigens, helemaal uniek is de stap van het NIP nu ook weer<br />

niet, immers de Landelijke Huisartsen Vereniging heeft enige tijd geleden oud-politicus<br />

Steven van Eijk gekozen tot <strong>voor</strong>zitter, ook niet iemand uit eigen kring.<br />

Veel branche- en beroepsverenigingen hebben een probleem met hun imago en met hun<br />

politieke effectiviteit. Hun successen dienen zij te behalen in de wereld om hen heen,<br />

daar hebben zij mensen <strong>voor</strong> nodig, die daarin de weg weten en er over waardevolle<br />

contacten beschikken: geen roofridders maar fatsoenlijke huurlingen! Als de vereniging<br />

en het bureau dan vervolgens zo worden ingericht dat er met de resultaten van hun<br />

bijdragen snel en goed kan worden gewerkt, dan gloren er nieuwe kansen <strong>voor</strong> deze<br />

spelers op het maatschappelijke middenveld.<br />

54


Zitvlees<br />

Waardoor ontstaat het, welke bijwerkingen heeft het, hoe het te bestrijden?<br />

18-12-2008<br />

Zitvlees, bisonkit aan de bibs, de bibs op het pluche, het pluche dag en nacht, te land ter<br />

zee en in de lucht! Mensen zeggen vaak: ik zit in het onderwijs, ik zit in de ICT, ik zit in<br />

het bestuur van... Hoe langer je ergens zit, hoe meer je vlees zitvlees kan worden. Of<br />

zou het zo zijn dat je vlees al <strong>voor</strong>bestemd was <strong>voor</strong> een zittend bestaan, om zitvlees te<br />

worden? Zodat je je gewonnen geeft aan de predestinatie, het lot? De geest is sterk,<br />

maar ja, het vlees is zwak, dat zit liever. Zou dat het zijn?<br />

Zitvlees komt <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> in het bestuur, <strong>voor</strong>al in de sport en in de politiek. Zitvlees<br />

hebben, betekent macht hebben. Macht doet vervolgens weer allerlei dingen met je, als<br />

je niet oppast, hoe integer je ook bent. Macht erotiseert en macht corrumpeert. Clichés,<br />

jawel, maar ook waarheden als koeien. Macht is <strong>voor</strong> ego's, ego's die zich <strong>voor</strong> jou en mij<br />

drie slagen in de rondte werken, die zich te pletter reizen, vergaderen, lobbyen, recepties<br />

bezoeken, netwerken Het is ontroerend. Iemand met zitvlees verdient respect als<br />

persoon en waardering <strong>voor</strong> wat hij doet, <strong>voor</strong> mij en talloze anderen. Zo stelt de<br />

zitvlezige het graag <strong>voor</strong>.<br />

Laten we eens enkele zitvlezigen bekijken. Ik laat de speciale categorie der dictators (bij<br />

<strong>voor</strong>beeld Mugabe) terzijde. Dat geldt ook <strong>voor</strong> de vele Arabische leiders, zoals de<br />

Algerijnse president Bouteflika, die onlangs via een grondwetswijziging <strong>voor</strong> elkaar heeft<br />

gekregen dat hij in april 2009 kan opgaan <strong>voor</strong> een derde termijn. Hij is nu 72 en regeert<br />

sinds 1999. Een bekende Marokkaanse krant schreef: 'Hij verandert van een president in<br />

een koning (…) en hij blijft zitten tot hij dood gaat.'<br />

Ook richt ik me niet speciaal op koningshuizen, hoewel het toch wel erg sneu is <strong>voor</strong><br />

Prins Charles, onlangs 60 geworden, dat hij De Eeuwige Kroonprins is, die met lede ogen<br />

moet aanzien dat zijn 82-jarige moeder Elizabeth nog steeds actief in touw is. Het zou<br />

toch mooi zijn als hij omstreeks onze pensioenleeftijd eindelijk eens aan zijn carrière zou<br />

kunnen beginnen. Dan is Willem-Alexander met zijn moeder Beatrix beter af. Zal zij nu<br />

met Kerst of Nieuwjaar haar aftreden aankondigen?<br />

In Marokko zijn de Makhzen de machthebbers van het land. Het is een scheldwoord. Wie<br />

eenmaal van de snoepjes van de Makhzen heeft gegeten, kan niet meer ophouden met<br />

eten! Zij genieten grote privileges, die <strong>voor</strong> ons on<strong>voor</strong>stelbaar zijn (de Volkskrant, 24<br />

november 2008, Buitenland, pag. 5). Dat verklaart waarom de meeste leiders zo lang<br />

blijven zitten: omdat het zo lekker zit en omdat de snoepjes zo ontzettend lekker zijn. En<br />

dan de VS, Alaska, waar Ted Stevens (85 jaar) onlangs, na 40 jaar, zijn zetel in de<br />

senaat van de VS kwijt raakte, nadat in een corruptieonderzoek bekend was geworden<br />

dat hij schuldig was aan zevenvoudige valsheid in geschrifte.<br />

We hebben ook een aansprekend <strong>voor</strong>beeld van zitvlees in eigen land, <strong>voor</strong>malig judoka<br />

Anton Geesink, al heel erg lang lid van het Internationaal Olympisch Comité (115 leden).<br />

Hij wil in 2009, tijdens het IOC congres in Kopenhagen, herkozen worden. Vijf jaar later,<br />

in 2014, zal hij 80 zijn en volgens het charter afscheid moeten nemen, 'tenzij ik om<br />

dispensatie vraag. Want ik vind het nog prachtig en ik voel me nog hartstikke goed',<br />

aldus Geesink. Anton blijft <strong>voor</strong>lopig dus zitten.<br />

55


Els van Breda Vriesman (67), <strong>voor</strong>zitter van de wereldhockeyfederatie FIH, werd eind<br />

november tot haar grote teleurstelling niet herkozen in deze functie. En dus raakte zij<br />

ook haar positie als IOC lid kwijt. Eerder al verliet oud-wielerbaas Hein Verbruggen het<br />

IOC, uit eigen beweging. Resteren nu nog Anton en prins Willem-Alexander. Els werd in<br />

de hockeyfederatie verslagen door haar enige tegenkandidaat, de Spanjaard Leandro<br />

Negre (62), tevens <strong>voor</strong>zitter van de Europese hockeyfederatie. Negre, die al 20 jaar<br />

deel uitmaakt van het bestuur van de FIH, wil nu plots verandering in het beleid! Volgens<br />

insiders heeft hij daar tot op heden erg weinig van laten blijken. Wat zal hij nu als<br />

<strong>voor</strong>zitter dan anders gaan doen dan blijven zitten?<br />

Onlangs trad Frans Koffrie (70) na vijftien jaar af als <strong>voor</strong>zitter van de <strong>Koninklijke</strong><br />

Nederlandse Gymnastiek Unie KNGU, 280.000 leden, de nummer vier van de<br />

Nederlandse sport (na voetbal, tennis en golf). Tot zijn eigen schaamte moest hij<br />

bekennen na zeven maanden zoeken geen opvolger te hebben. Koffrie heeft resoluut<br />

geweigerd zijn (onbetaalde) 'dienstverband' sinds 1994 met nog een jaar te verlengen,<br />

want vijftien jaar is al ontzettend lang. Bovendien is hij nog internationaal bestuurder<br />

(FIG) en doet hij de externe betrekkingen <strong>voor</strong> Rotterdam 2010. Hij is dus niet<br />

verdwenen maar zal een eventuele opvolger (betaald?) niet meer kunnen inwerken.<br />

En dan is er natuurlijk de politiek (de partij, een vereniging dus), ook zo'n terrein waarop<br />

menig <strong>voor</strong>man (nadruk op de tweede lettergreep) met zitvlees te vinden is. En daar<br />

staan meestal wel opvolgers klaar, soms zelfs kroonprinsen! Ed van Thijn, politiek PvdA<br />

coryfee in ruste, 45 jaar actief in de politiek en zojuist teruggetreden als lid van de<br />

Eerste Kamer, heeft enkele maanden geleden een mooi boek gepubliceerd:<br />

'Kroonprinsenleed. Machtswisselingen in de politiek'. Voorin het boek staat een citaat:<br />

'Als God een politicus wil straffen, maakt hij hem of haar tot kroonprins van een zittend<br />

leider.'<br />

Een leiderswisseling vormt vaak een groot pijnpunt in de politiek, in welke variant die<br />

zich ook <strong>voor</strong>doet; of het nu de 'ideale' is, na jarenlange <strong>voor</strong>bereiding, of een schoonschip-operatie,<br />

waarbij de <strong>voor</strong>ganger wordt afgedankt en vervolgens doodgezwegen.<br />

<strong>Van</strong> Thijn beschrijft het zich vastklampen aan de macht, het zwarte gat, de angst van de<br />

partij, oude 'olifanten' en aanstormend talent. Hij beschrijft beroemde en beruchte<br />

naoorlogse opvolgingskwesties in buiten- en binnenland.<br />

Er zijn, zo schrijft <strong>Van</strong> Thijn, weinig <strong>voor</strong>beelden bekend van kopstukken, die een politiek<br />

zachte dood zijn gestorven. Macht verslaaft. Hoe langer men zit, hoe moeilijker het valt<br />

om afscheid te nemen. (...) Afscheid nemen van de macht doet pijn. Het lijkt een wet<br />

van Meden en Perzen: opvolgers maken, als het even kan, korte metten met het erfgoed<br />

van hun <strong>voor</strong>gangers (pag. 14-15). Dit verschijnsel (vadermoord) doet zich overigens<br />

ook nogal eens <strong>voor</strong> in het bedrijfsleven. De opvolgers zetten zich tegen hun <strong>voor</strong>gangers<br />

af met termen als waterscheiding, 'la rupture', of het roer moet helemaal om.<br />

Hoe langer iemand partijleider is, hoe groter zijn macht. The winner takes it all. Helmut<br />

Kohl was ruim 25 jaar alleenheerser binnen de CDU, hij was gewend alles en iedereen<br />

naar zijn hand te zetten. Buiten hem om was er geen carrière te maken. Dankzij hem<br />

kon Angela Merkel, een indringer, iemand van buitenaf volgens de subtop van de partij,<br />

de olifanten, als een komeet omhoog schieten. Nadat Kohl het leiderschap had verloren<br />

bleef hij waar hij was en deed hij wat hij deed (pag. 63). Macht is een drug,<br />

machthebbers zijn junks, geil op- en verslaafd aan de macht. Het is <strong>voor</strong> hen heel erg<br />

moeilijk om, als het einde van hun periode nadert (of al gepasseerd is), de realiteit onder<br />

ogen te zien.<br />

56


<strong>Van</strong> Thijn vertelt over de overdracht van de leiding van de PvdA door Joop den Uyl aan<br />

Wim Kok, waarin Joop toch nog even had geprobeerd Kok eerst nog eens een jaartje te<br />

laten meelopen. Dat opzetje ging niet door, Joop verdween onherroepelijk naar de<br />

achterbank (pag. 98). Anet Bleich, door <strong>Van</strong> Thijn aangehaald, noemt vier factoren,<br />

die het Den Uyl zo zwaar maakten om terug te treden, ook al hadden velen hem dat wel<br />

geadviseerd. Deze factoren zijn:<br />

1. Verslaving aan de macht, de behoefte aan bevestiging, de behoefte om te scoren. De<br />

speeches en ovaties op partijcongressen, de spontane eerbewijzen op straat, de hitte van<br />

de camera's, de spanning van het debat.<br />

2. De man en zijn missie, als een Mozes het beloofde land willen binnengaan. Die missie<br />

is nog niet voltooid, dus...<br />

3. Het zwarte gat en de zeer menselijke angst daarin te vallen. Is er nog leven na de<br />

politiek? Is er nog leven na leiderschap? Als politiek het leven is, is stoppen de dood. Dat<br />

zou (een jaar) later ook blijken.<br />

4. Een zeker gevoel van onmisbaarheid. Kan ik wel weg? Zal de partij niet splijten? Is de<br />

zaak van 'onze mensen' dan nog wel in goede handen? Zal de partij niet buigen <strong>voor</strong><br />

rechts?<br />

In het bedrijfsleven is de maximale houdbaarheidsdatum van een leider of<br />

bestuurs<strong>voor</strong>zitter ongeveer zeven jaar. Daarna is de uitdaging eraf en gaat de <strong>voor</strong>zitter<br />

zich vervelen, gaat hij op zoek naar spanning: overnames, reorganisaties, opsplitsingen<br />

en dergelijke. Toplieden moeten dus niet te lang aanblijven, niet alleen om deze reden,<br />

maar ook om te <strong>voor</strong>komen dat het succes hen naar het hoofd stijgt. In politieke en<br />

(internationale) sportorganisaties is dat anders. Mensen worden bij wijze van spreken<br />

<strong>voor</strong> het leven benoemd, rijgen de ene termijn aan de andere en worden een met hun<br />

zitvlees.<br />

Machtshonger, machtswellust, narcisme, ijdelheid, eerzucht, geldingsdrang,<br />

prestatiedrang, dominantie, arrogantie, hebzucht, dwangneurose, behoefte aan<br />

erkenning en bevestiging, noem maar op, het zijn allemaal factoren die bijdragen aan<br />

iemands (nadruk op man) streven om aan de macht te komen en er te blijven! Uit<br />

studies van leiders (bedrijven en politiek, o.a. een recent boek van David Owen, arts en<br />

<strong>voor</strong>malig minister van buitenlandse zaken van het Verenigd Koninkrijk) is bekend dat<br />

aan vele leiders een steekje los is, dat sommigen zelfs heuse medische en psychiatrische<br />

problemen hebben. Ook in De Prooi (over ABN-AMRO) is veel onsmakelijks over de<br />

mensen-in-het-leiderschap te lezen.<br />

Terwijl Jan en Alleman worden getest <strong>voor</strong> een functie, kunnen veel van deze lieden<br />

zonder test of assessment op hoge posities terecht komen en er geruime tijd blijven! Dat<br />

wil natuurlijk helemaal niet zeggen dat zij in die positie geen geweldig goede dingen<br />

kunnen doen. Integendeel. Maar na verloop van tijd worden de bijwerkingen van het<br />

zitvlees wat al te schadelijk <strong>voor</strong> de omgeving (soms een heel land of zelfs een groot deel<br />

van de wereld). Hij gaat immers steeds meer geloven in zijn eigen verhaal, zijn kijk op<br />

de werkelijkheid en zijn eigen excellentie.<br />

Wat kun je doen ter <strong>voor</strong>koming van bijwerkingen van zitvlees? Ik noem er een aantal:<br />

Stel zittingstermijnen, bij <strong>voor</strong>beeld maximaal twee keer vier jaar, en houd je<br />

daaraan.<br />

Laat je niet gijzelen door zogenaamde schaarste aan leiderschap, in die zin dat alleen<br />

de huidige leider in deze tijd de juiste man op de juiste plaats is.<br />

57


Laat je niet leiden door angst <strong>voor</strong> verlies van kansen. Angst werkt blikvernauwend,<br />

terwijl een open blik op de brede horizon juist zo waardevol is.<br />

Laat je niet verblinden door successen van de leider, blijf nuchter en bij de les.<br />

Wees alert op zijn relationeel schadelijk gedrag zoals vijandschappen, rancune, vetes,<br />

corruptie, paranoia, nepotisme e.d.<br />

Vorm een kerngroep van mensen die hem aanspreken op zijn gedrag. Denk ook aan<br />

functioneringsgesprekken. Waarom niet? De leider is toch geen God?<br />

Zorg dat je niet afhankelijk wordt van zijn begunstiging, kies eerder <strong>voor</strong> eigen<br />

autonomie dan <strong>voor</strong> een carrière, die je verdient met hielenlikkerij.<br />

Stel grenzen aan zijn dominant en autocratisch gedrag, <strong>voor</strong>al via het nu volgende<br />

punt.<br />

Organiseer tegenspraak en tegenwicht, <strong>voor</strong>al als hij zijn eigen zwakheden niet kent<br />

en zijn eigen checks and balances niet op orde heeft.<br />

Begin tijdig met de <strong>voor</strong>bereiding van de opvolging, zonder in de valkuilen van het<br />

kroonprinsdom te vallen. Dat is niet eenvoudig, zoals het boek van <strong>Van</strong> Thijn laat<br />

zien, maar is de moeite waard omdat de zittende leider doorgaans heus niet uit<br />

zichzelf zal vertrekken.<br />

Bied de terugtredende leider tijdig een detrainingsprogramma aan, ter <strong>voor</strong>koming<br />

van het zwarte gat en als brug naar een ander bestaan. Hopelijk helpt dit ook om zijn<br />

opvolger de ruimte te laten.<br />

Dit overzicht is ongetwijfeld niet compleet. En dit alles is natuurlijk gemakkelijker gezegd<br />

dan gedaan. Het gaat mij om de benadering van leiderschap en opvolging. Veel ongemak<br />

is niet te vermijden, gezien het type mensen dat tot posities van macht wordt<br />

aangetrokken en gezien de steeds grotere betekenis die aan leiders wordt gegeven. Het<br />

gaat hier niet alleen om politieke en (internationale) sportverenigingen. De processen,<br />

mechanismen en gedragingen die ik hier de revue liet passeren doen zich, in meer of<br />

mindere mate, in vele bedrijven en ook in vele andere verenigingen en eveneens in<br />

stichtingen <strong>voor</strong>. Er zijn tal van <strong>voor</strong>zitters en directeuren die hun club beschouwen als<br />

hun koninkrijk en die zich conform gedragen.<br />

58


Vereniging en <strong>voor</strong>zitter<br />

Voorzitter gezocht en gevonden - hij komt van buiten!<br />

7-5-2010<br />

Op 10 mei wordt Jaap Smit (53 jaar), als enige kandidaat, de nieuwe <strong>voor</strong>zitter van het<br />

CNV (opgericht in 1909; 335.000 leden). Ik vind dit een moedige stap, zowel van de<br />

federatie als van Smit. Immers, Smit komt van buiten en heeft totaal geen<br />

vakbondservaring. Dat gold ook <strong>voor</strong> zijn <strong>voor</strong>ganger Rene Paas, een Groningse CDA<br />

wethouder. Paas werd in 2005 <strong>voor</strong>zitter, zonder polderervaring. Hij dacht die wel snel in<br />

te halen. Na vier jaar stapte hij op, hij gaf aan dat hij het lastig vond om als<br />

buitenstaander een vakbond te leiden. Na zijn vertrek van het CNV werd hij <strong>voor</strong>zitter<br />

van Divosa, de vereniging van directeuren van sociale diensten.<br />

Smit is natuurlijk een andere persoon, met een andere gevarieerde achtergrond, ook<br />

beroepsmatig. Hij was dominee, consultant bij onder meer KPMG en directeur van<br />

Slachtofferhulp Nederland. Deze job heeft hij, naar verluidt, heel goed gedaan.<br />

Daarnaast was hij onder meer een tijd <strong>voor</strong>zitter van de Raad van Toezicht van De Rode<br />

Hoed. Mensen die hem kennen zeggen dat hij uitermate geschikt is als boegbeeld van<br />

het CNV. Overigens heeft hij ook al kenbaar gemaakt Haagse politieke ambities te<br />

hebben!<br />

Bij de FNV zou zo'n <strong>voor</strong>zitterskandidaat (nog) absoluut niet mogelijk zijn. De cultuur is<br />

daar anders, strijdbaarder, minder gericht op harmonie en verzoening, meer op conflict<br />

en strijd. Waarschijnlijk zouden er, binnen het veel grotere FNV, diverse interne<br />

kandidaten <strong>voor</strong> het <strong>voor</strong>zitterschap zijn. Bij het CNV was er geen een. Bert van<br />

Boggelen, waarnemend <strong>voor</strong>zitter sinds het vertrek van Paas, had er tenminste geen zin<br />

in. Hij weet hoe moeilijk het is om tien autonome bonden, alle met eigen ideeën en<br />

belangen, aan te sturen. Als je <strong>voor</strong>zitter van de federatie bent moet je constant<br />

onderhandelen om tot een gezamenlijk standpunt te komen. Het is een ingewikkeld spel<br />

dat vraagt om goed leiderschap. Bij gebrek aan interne kandidaten ging men dus op zoek<br />

naar kandidaten buiten de deur. En vond Jaap Smit.<br />

<strong>Van</strong> Boggelen had niet alleen geen zin in het <strong>voor</strong>zitterschap, hij gaat bovendien na elf<br />

jaar weg bij het CNV; hij staat op de veertiende plaats van de kieslijst van Groen Links.<br />

Smit heeft er wel zin in. Hij zegt gewoon in het diepe te springen en om die sprong iets<br />

makkelijker te kunnen maken heeft hij in zijn sollicitatie strategisch iets heel handigs<br />

gedaan. Hij bracht een belangrijke <strong>voor</strong>waarde in.<br />

Hij stelde 'de heren aan tafel' de fundamentele vraag: zitten hier autonome<br />

bonds<strong>voor</strong>zitters of zit hier een club die gezamenlijk wil werken aan een sterk CNV? Hij<br />

zei vervolgens: 'ik kom hier alleen als u allen <strong>voor</strong> de tweede optie kiest. Dat deden ze,<br />

gelukkig!' Ik ben natuurlijk heel erg benieuwd of de heren hun verbale instemming ook in<br />

praktijk zullen brengen. In vakbondsland zou dat een godswonder zijn. Mogelijk heeft<br />

Smit als theoloog een hotline met het Opperwezen, misschien zelfs wel, wegens goed<br />

gedrag, tegen lokaal tarief! Die verbinding kan hij wel eens meer dan hem lief is nodig<br />

hebben.<br />

De vakbeweging is in de loop van haar geschiedenis - globaal sedert 1900 - <strong>voor</strong> vele<br />

van haar bestuurders een springplank geweest naar een respectabele positie elders in de<br />

59


samenleving. Ik heb dit kunnen vaststellen in mijn proefschrift 'Vakbondsleiders in<br />

Nederland. <strong>Van</strong> vijand en indringer tot bondgenoot en steunpilaar' (1982). De<br />

handelsuitgave heeft als titel 'Strategie en leiding van de vakbeweging in Nederland'<br />

(1983).<br />

In mijn studie bracht ik over de periode 1906 - 1979 de loopbanen van alle bestuurders<br />

van de toen bestaande drie vakcentrales in kaart. Ik relateerde de ontwikkeling in deze<br />

loopbanen aan de fase van professionalisering waarin de vakcentrale zich bevond. Deze<br />

hield op haar beurt weer verband met de mate waarin de vakbeweging deel ging<br />

uitmaken van de heersende maatschappelijke orde. Hoe meer zij maatschappelijk<br />

geïntegreerd raakte, hoe meer haar bestuurders de vakbeweging <strong>voor</strong> hun<br />

pensioenleeftijd verlieten en hun loopbaan elders (<strong>voor</strong>al in de politiek en in aan de<br />

verzorgingsstaat gelieerde ambtelijke organisaties) <strong>voor</strong>tzetten, overigens nog niet in het<br />

bedrijfsleven. De overstap daarheen kwam pas later, bij <strong>voor</strong>beeld toen CNV <strong>voor</strong>zitter<br />

Jan Lanser na zijn pensionering een aantal commissariaten 'verzamelde'.<br />

Lange tijd was er veel kritiek op dergelijke overstappen. Hoe meer richting bedrijfsleven,<br />

hoe zwaarder de beschuldiging van klassenverraad, <strong>voor</strong>al in de kring van het NVV, een<br />

van de <strong>voor</strong>lopers van de FNV. Ik vind het een teken van <strong>voor</strong>tgaande integratie van de<br />

vakbeweging in de maatschappij, dat nu ook mensen van buiten worden aangetrokken<br />

om de hoogste positie te bekleden. Natuurlijk, Paas en Smit behoren allebei tot de<br />

christelijke 'zuil', maar dit laat onverlet dat het nooit <strong>voor</strong>kwam dat op dit niveau iemand<br />

werd benoemd die niet <strong>voor</strong>tkwam uit de eigen gelederen, hetzij 'de rank and file', hetzij<br />

het kantoorapparaat. Hier kwamen immers geleidelijk aan steeds meer hoger<br />

opgeleiden te werken; deze waren nodig om de vakbeweging te kunnen laten<br />

meedraaien in de omvangrijke overlegmachines van Nederland Polderland.<br />

Dus, als Smit aangeeft politieke ambities te hebben, dan is daar niets mis mee. In<br />

tegendeel. Laat hem een fantastisch boegbeeld zijn <strong>voor</strong> het CNV. Laat hem zich<br />

ontplooien en bijdragen tot groei en bloei van de centrale. Mobiliteit is een groot goed.<br />

Vier jaar hard en effectief werken kan heel wat opleveren. Teveel verenigingen hebben te<br />

lijden (gehad) van <strong>voor</strong>zitters met zetelzucht, met grote hoeveelheden bisonkit aan hun<br />

broek.<br />

Opvolging van de belangrijkste 'man' leidt vaak tot gedonder. Dit is het CNV bespaard<br />

gebleven want het had geen interne kandidaat, laat staan kandidaten. Bij de FNV zou dat<br />

zeker anders zijn. Daar zou een echte opvolgingsstrijd ontbranden, dat is daar al eens<br />

vertoond. Ook niets mis mee. Democratie gedijt bij pluralisme en concurrentie. Dat geldt<br />

ook <strong>voor</strong> de politiek. De overdracht van het leiderschap binnen de PvdA van Bos naar<br />

Cohen is in die partij en in vele partijen, ook in het buitenland, ongekend. Lees het boek<br />

van Ed van Thijn 'Kroonprinsenleed' (2008). En niet te vergeten de opvolging van Blair<br />

door Brown bij de Britse Labour partij.<br />

Opvolging in de top van het 'grote' bedrijfsleven, een 'leiderschapswissel', kent een<br />

geheel eigen dynamiek, <strong>voor</strong>al als er enkele kroonprinsen zijn. Het gaat immers om<br />

'mensen met een sterk karakter en een geheel eigen stijl', aldus KPN Presidentcommissaris<br />

Risseeuw onlangs. Bij KPN wordt Scheepbouwer volgend jaar opgevolgd (nu<br />

nog twee van de vier kroonprinsen over). We zien het ook bij Philips, waar begin volgend<br />

jaar Kleisterlee zal worden opgevolgd en onlangs bestuurslid Ragnetti opstapte,<br />

hoogstwaarschijnlijk omdat hij niet de opvolger zal zijn.<br />

60


Stel dat deze bedrijven een of meer interne kroonprinsen hebben, wie zegt dan dat ze<br />

uiteindelijk niet toch een persoon van buiten zullen benoemen? De Raad van<br />

Commissarissen van Philips heeft al gesprekken gevoerd met externen! Waarom ook<br />

niet? En het was Scheepbouwer, die in 2001 als buitenstaander aantrad bij het<br />

<strong>voor</strong>malige staatsbedrijf KPN, en die het in betrekkelijk korte tijd, weliswaar met harde<br />

hand, wegvoerde van de rand van de afgrond en omvormde tot een bloeiend bedrijf.<br />

Dus wens ik het CNV alle goeds met haar nieuwe <strong>voor</strong>zitter van buiten, Jaap Smit.<br />

61


Vereniging en directeur - 1<br />

Directeur beroepsvereniging vertrekt, opvolger gezocht<br />

21-7-2010<br />

Verenigingsdirecteuren in Nederland opgelet! Er komt een vacature aan. Per einde van<br />

dit jaar vertrekt mr. Rein Baneke als directeur van het Nederlands Instituut van<br />

Psychologen (NIP, ruim 12.000 leden, meer dan 50 werknemers), de beroepsvereniging<br />

van psychologen. Baneke is dan 30 jaar in dienst geweest van het NIP, waarvan veertien<br />

jaar als directeur. Het bestuur is inmiddels aan de slag om in zijn opvolging te <strong>voor</strong>zien.<br />

Baneke was bij het NIP aanvankelijk werkzaam als juridisch medewerker met een zeer<br />

brede portefeuille: verenigingsrecht, gezondheidsrecht, beroepsethiek, arbeidsrecht,<br />

cao's, individuele belangenbehartiging en nog veel meer. Een groot deel van dit werk is<br />

hij tijdens zijn directeurschap blijven doen, ook al zijn al vele jaren diverse juristen op<br />

het NIP bureau werkzaam. Er was immers werk in overvloed, hij was er een kei in en<br />

hield ervan.<br />

Baneke is een typisch <strong>voor</strong>beeld van een interne kandidaat, die tot directeur wordt<br />

bevorderd, niet omdat hij het zelf wil maar omdat het hem wordt gevraagd. Dit type<br />

kandidaat is veelal zeer kundig op zijn vakgebied, beschikt over een groot netwerk en<br />

kent de vereniging goed. Voor veel besturen is de vraag of zo'n persoon ook een<br />

bekwaam manager is secundair. Aan deze kwaliteit wordt de laatste tijd in<br />

selectieprocedures terecht meer aandacht geschonken. Een bestuur denkt<br />

soms <strong>voor</strong>deliger uit te zijn, omdat de directeur immers ook altijd nog kan worden<br />

ingeschakeld bij allerlei juridische kwesties die niet zozeer de leden als de belangen van<br />

de vereniging betreffen.<br />

Baneke is geen psycholoog. Dat gold ook <strong>voor</strong> mij, die hem als directeur <strong>voor</strong>ging. Het<br />

gold ook <strong>voor</strong> mijn <strong>voor</strong>ganger. En het geldt overigens ook <strong>voor</strong> de <strong>voor</strong>zitter en<br />

vice<strong>voor</strong>zitter van het NIP, Hans Kombrink respectievelijk Nelly Altenburg. Zij hebben<br />

een politieke c.q. vakbondsloopbaan achter zich. Het NIP heeft deze uitzonderlijke<br />

situatie in de topleiding mogelijk gemaakt door een statutenwijziging in het kader van<br />

een modernisering van de organisatie (zie ook mijn artikel 'Op zoek naar een nieuwe<br />

<strong>voor</strong>zitter').<br />

Een van de belangrijkste taken van het bestuur is de werving en aanstelling van een<br />

goede directeur, aan wie het een groot deel (zo niet alle) van zijn bevoegdheden kan<br />

delegeren. Een goede directeurkeuze is een van de meest cruciale manieren waarop een<br />

bestuur waarde kan toevoegen aan de organisatie. Opstelling van een degelijk profiel,<br />

dat niet in de opsomming van allerlei algemene competenties blijft hangen en dat past<br />

bij de behoeften van de vereniging in de komende vijf jaar is de eerste stap. Die<br />

behoeften dienen zo specifiek mogelijk in kaart te worden gebracht opdat de daar<strong>voor</strong><br />

best geschikte kandidaat kan worden geworven. Wat <strong>voor</strong> directeur vindt het bestuur dat<br />

het NIP nodig heeft en waarom? Deze fase kan absoluut niet worden uitbesteed aan een<br />

searchbureau.<br />

Als deze eerste stap gezet is, waar gaat het NIP bestuur dan zoeken om een opvolger te<br />

vinden? In het bureau, in de vereniging, bij zusterverenigingen, bij verenigingen van een<br />

andere signatuur/type, in managementkringen, bij searchbureaus? Bij de KNVB volgt<br />

62


Bert van Oostveen per 1 september Henk Kesler op als directeur (<strong>voor</strong>zitter raad van<br />

bestuur; het traditionele bestuur heet hier Raad van Toezicht). <strong>Van</strong> Oostveen werkte al<br />

jaren in een diversiteit van functies binnen de KNVB en Kesler kondigde twee jaar<br />

geleden zijn afscheid al aan. Een ideale situatie!<br />

Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat het bestuur van het NIP zo'n ideale situatie gegeven is<br />

en een kandidaat vindt binnen het bureau, zowel qua geschiktheid als beschikbaarheid.<br />

Ik zeg dit zonder het profiel te kennen maar vanuit mijn ervaring met vergelijkbare<br />

situaties. Kandidaten van binnen hebben diverse <strong>voor</strong>delen maar hun kandidatuur <strong>voor</strong><br />

hun nieuwe functie kent ook diverse nadelen, zo leert de ervaring. Een interne kandidaat<br />

is echter niet op <strong>voor</strong>hand kansloos. Veel hangt daarbij af van de concrete situatie en<br />

hoe bestuur en directie omgaan met risicofactoren, die eventueel kleven aan de<br />

benoeming. Maar nogmaals, dan moeten er wel kandidaten zijn.<br />

Het lijkt mij ook niet waarschijnlijk dat het bestuur een kandidaat vindt die in een<br />

eerdere fase van haar/zijn loopbaan op het bureau werkte, vertrok naar elders en nu<br />

terugkeert in de hoogste functie. Zulke bewegingen zijn mogelijk in het bedrijfsleven,<br />

zoals een tijd geleden gebeurde bij Starbucks en binnenkort zal plaats vinden bij Philips.<br />

Frans van Houten, tot eind 2008 topman bij chipfabrikant NXP, destijds een dochter van<br />

Philips, zal eind 2011 bestuurs<strong>voor</strong>zitter Gerard Kleisterlee opvolgen. Trouwens ook de<br />

nieuwe hoofdredacteur van de Volkskrant Philippe Remarque is een kandidaat 'van<br />

buiten' die eerder 'binnen' werkte. Hoofdredacteur Pieter Broertjes promoveerde hem<br />

naar verluidt weg als correspondent naar Washington toen hij als 'man van binnen'<br />

enkele jaren geleden een kritische notitie schreef over de koers van de krant.<br />

Een kandidaat van buiten lijkt mij het meest <strong>voor</strong> de hand liggend. <strong>Van</strong> buiten betekent<br />

hier 'van buiten het bureau'. Dit sluit niet uit dat een kandidaat wordt gevonden in het<br />

ledenbestand, het gebied dus tussen 'binnen in enge zin' en 'buiten in ruime zin'. Dit is<br />

omvangrijk en divers, zowel wat toepassingsgebieden betreft alsook wat betreft de<br />

functies waarin psychologen werkzaam zijn. Dit geldt natuurlijk ook <strong>voor</strong> vrijwel alle<br />

andere opleidings- en beroepsgroepen. Velen van hen bekleden leidinggevende functies<br />

in een grote verscheidenheid van instellingen en organisaties.<br />

Het is verleidelijk om iemand te benoemen die haar/zijn sporen elders al heeft verdiend<br />

in een vergelijkbare positie. Echter dat kan soms flink tegenvallen. Bestuursleden en ook<br />

vele anderen zijn geneigd om resultaten toe te schrijven aan degene die de leiding heeft.<br />

Maar hiermee gaat men <strong>voor</strong>bij aan het grote aantal factoren dat van invloed is op<br />

succes. Men ziet over het hoofd dat iemand weliswaar heel succesvol kan zijn geweest<br />

in organisatie A, maar dat dit niet wil zeggen dat deze zelfde persoon ook heel succesvol<br />

zal zijn in organisatie B of C. Met andere woorden: 'resultaten behaald in het verleden<br />

zijn geen garantie <strong>voor</strong> de toekomst'! En laten we bovendien niet vergeten dat het <strong>voor</strong><br />

bepaalde onderwerpen lang kan duren <strong>voor</strong>dat resultaat zichtbaar wordt. Soms kan een<br />

opvolger dat op zijn lijst van verdiensten schrijven!<br />

In de ASAE studie '7 Measures of Success' (zie mijn serie artikelen 'Kiezen <strong>voor</strong> succes')<br />

gaat het in hoofdstuk 6 'Old Saws and Fresh Cuts' over conventional wisdom. Een van die<br />

vaak verkondigde opinies is dat de directeur 'should be an association professional and<br />

come from outside the organization and its membership.' (pag. 66) (Noot: met<br />

association professional wordt een persoon bedoeld die leidinggeven aan verenigingen als<br />

vak heeft. In ons land kennen wij in dit verband de verenigingsdirecteur en de<br />

verenigingsmanager). Het onderzoek geeft geen steun aan deze stelling.<br />

63


Slechts drie van de negen verenigingen in de geselecteerde groep handelden volgens<br />

deze stelling toen zij hun huidige directeur aanstelden. Twee verenigingen hadden hun<br />

huidige directeur gevonden in hun ledenbestand en vier hadden een interne (in het<br />

werkapparaat) kandidaat gekozen. Echter, pikant is dat twee van deze verenigingen <strong>voor</strong><br />

een interne kandidaat kozen na een kort directeurschap van iemand van buiten. Ik<br />

herinner mij een vergelijkbare situatie een aantal jaren geleden bij de Nederlandse Ski<br />

Vereniging. Met flink wat ophef werd na het vertrek van directeur Ram (naar de<br />

Nederlandse Doping Autoriteit) een kandidaat van buiten met een mooie staat van<br />

dienst binnen gehaald. Binnen een jaar was deze directeur exit en was een interne<br />

kandidaat hem opgevolgd.<br />

Maar belangrijker dan de achtergrond van de directeuren in de onderzoeksgroep en de<br />

weg waarlangs zij op de directeurstoel kwamen is dat 'They matched themselves to the<br />

personality of the organization and understood what it expected of them'. Dat klinkt mooi<br />

maar tegelijk ook cryptisch. Want kom er maar eens achter wat nu precies 'de<br />

persoonlijkheid van de organisatie' is. Een grote beroepsvereniging heeft <strong>voor</strong> de<br />

personen die er de leiding over hebben veel weg van een veelkoppig monster met<br />

octopusachtige kenmerken.<br />

De omvang van het ledental is natuurlijk niet zonder belang. Maar wat er echt toe doet is<br />

de arbeidsdelige structuur, zowel in de top (federaal bijna) als aan de basis, waar de<br />

structuur is geleed volgens historisch gegroeide doelgroepsegmentatie. Er is een enorme<br />

diversiteit aan belangen, er zijn vele divergerende processen, er zijn tal van<br />

coördinatiemechanismen nodig om 'de boel bij elkaar te houden' en <strong>voor</strong>uit te brengen.<br />

Er spelen, evenals trouwens in vrijwel elke andere grote organisatie, vele politieke<br />

processen tussen de onderdelen van de organisatie.<br />

Een vereniging, zeker een beroepsvereniging, neigt tot behoudzucht, omdat de 'zittende<br />

leden' de weg in de organisatie en het spel kennen. Zonder iemand te kort te willen doen<br />

ben ik van mening dat al die groepen erop uit zijn om hun belang op zijn minst te<br />

beschermen en als het even kan uit te bouwen. Dat is hun goed recht en ook hun<br />

verantwoordelijkheid ten overstaan van hun achterban. Het effect is wel dat ruimte <strong>voor</strong><br />

nieuwe initiatieven zoals de ontwikkeling van nieuwe werkvelden dient te worden<br />

bevochten door hen (directeur, bestuur) die naar het bredere belang kijken en verder<br />

dan de dag van morgen.<br />

In de serie artikelen 'Verenigingsdirecteur is een zwaar beroep' schreef ik over 'de<br />

zwaarte van het beroep' van verenigingsdirecteur. Inderdaad, het is een flinke job<br />

waar<strong>voor</strong> je veel in huis moet hebben. Een goede directeur hoeft echter niet per se uit de<br />

eigen achterban te komen zoals twee beroepsverenigingen - de Nederlandse Vereniging<br />

<strong>voor</strong> Psychiatrie en de Vereniging <strong>voor</strong> Gedragstherapie en Cognitieve Therapie - laten<br />

zien.<br />

Maar als er meerdere kandidaten zijn en als zich, bij gelijke kwaliteit, een goede<br />

kandidaat uit de eigen achterban bevindt, een kandidaat dus die qua CV naadloos<br />

aansluit bij de specifieke eisen van het bestuur <strong>voor</strong> de directiefunctie in de komende vijf<br />

jaar, dan zou ik haar/hem zeker niet laten lopen.<br />

In tegendeel, ik ben er, mede op basis van ervaring, van overtuigd dat de<br />

gemeenschappelijke opleidings- en beroepsachtergrond, hoe algemeen ook, van zo'n<br />

kandidaat een belangrijke toegevoegde waarde kan leveren in haar/zijn functioneren. Al<br />

was het alleen maar vanwege het feit dat vertrouwen gemakkelijker wordt geschonken:<br />

64


je bent immers een van hen, je weet hoe zij denken, je kent hun taal, je hebt hetzelfde<br />

DNA.<br />

Dit DNA kan dus een bevorderende factor zijn <strong>voor</strong> je effectiviteit als directeur. Waar het<br />

echter in de kern op aan komt is je persoonlijkheid en wat je aan gevraagde bagage -<br />

<strong>voor</strong>al sociale vaardigheden - meebrengt. Ik ben heel benieuwd naar het profiel <strong>voor</strong> de<br />

nieuwe NIP directeur en niet minder naar de persoon die de functie zal gaan bekleden. Ik<br />

wens het NIP bestuur veel succes bij de uitvoering van deze belangrijke taak.<br />

65


Vereniging en directeur - 2<br />

Nieuwe directeur beroepsvereniging gezocht!<br />

5-10-2010<br />

Stel, je bent het bestuur van een beroepsvereniging van academici, je directeur is na<br />

vele jaren toe aan een ander soort leven. Hij heeft je zijn wens daartoe al anderhalf<br />

jaar geleden verteld. Dit <strong>voor</strong>jaar volgde zijn concretisering: per 1 januari 2011 wil ik<br />

ermee stoppen. Deze aanpak gaf je royaal gelegenheid om te werken aan de werving van<br />

een opvolger. En nu heb je brieven van 70 geïnteresseerden op je bureau. De functie<br />

directeur bij jouw vereniging moet dus wel een heel gewilde job zijn!<br />

In het <strong>voor</strong>gaande artikel 'Vereniging en directeur – 1' schreef ik dat de aanstelling van<br />

een goede directeur een van de belangrijkste taken van het bestuur is. Een goede<br />

directeurkeuze is een van de cruciale manieren waarop een bestuur waarde kan<br />

toevoegen aan de organisatie. Het is een type werk, dat je niet kunt uitbesteden aan een<br />

searchbureau, zonder dat je als bestuur eerst heel goed je huiswerk hebt gemaakt. Dit<br />

houdt in dat je weet wat je huiswerk is.<br />

Het is daarbij in elk geval volstrekt onvoldoende om bij de opstelling van het profiel te<br />

blijven hangen in algemene competenties. Integendeel, je moet je juist goed verdiepen<br />

in de organisatie, zowel vereniging als bureau, om aan de weet te komen waar de<br />

behoeften van de organisatie <strong>voor</strong> de komende vijf à tien jaar liggen. Die behoeften<br />

dienen heel specifiek in kaart te worden gebracht zodat scherp kan worden gezocht naar<br />

de persoon die hierbij het beste past. Deze exercitie is zo indringend dat zij mogelijk tot<br />

bijstelling van het strategisch plan en aanpassing van de organisatie kan leiden.<br />

Een directievacature komt in Verenigingsland niet vaak <strong>voor</strong>. Het is dus een uitgelezen<br />

kans <strong>voor</strong> een bestuur om een aantal zaken bij de kop te pakken. Niet omdat de<br />

vertrekkende directeur daartegen zou zijn, maar gewoon omdat er nu ruimte komt en<br />

het bestuur op een andere en diepere manier naar en in de organisatie kijkt: waar staat<br />

zij nu, waaraan heeft zij behoefte, wat <strong>voor</strong> soort leider hebben we daar<strong>voor</strong> nodig, wat<br />

hebben we haar of hem te bieden (niet alleen salarieel) nu en over vijf jaar?<br />

Het bestuur hoeft dit huiswerk natuurlijk niet allemaal in zijn eentje te doen. Het doet er<br />

verstandig aan om allerlei mensen op het bureau, in de vereniging en ook relaties te<br />

interviewen om te horen hoe belanghebbenden vanuit verschillende invalshoeken naar de<br />

organisatie kijken. Wat zij zouden doen als ze op de directeursstoel zouden zitten, wat zij<br />

goed en wat zij minder goed vinden. En natuurlijk is het aan te bevelen als de<br />

vertrekkende directeur een testament nalaat, hetzij als document hetzij via een of enkele<br />

exitgesprekken.<br />

Uit eigen ervaring weet ik dat het om een zware functie gaat. Je bent immers niet alleen<br />

de manager van het bureau, maar ook de ambtelijk en/of algemeen secretaris van de<br />

vereniging en dus in elk geval in laatste instantie aanspreekpunt <strong>voor</strong> alle onderdelen<br />

van de vereniging. Je bent ook het aanspreekpunt <strong>voor</strong> 'de buitenwereld' in de meest<br />

brede zin van het woord. En, als je directeur bent geworden in het bureau waarin je eerst<br />

een expertstaffunctie had in een vak waarvan je houdt en waarin je goed bent, dan is de<br />

kans groot dat je daar tijdens je directeurschap met een been in blijft staan en ook<br />

lopen.<br />

66


Het bestuur kijkt dus naar de organisatie - zowel vereniging als bureau - door alle brillen<br />

die hem zijn aangereikt. Het maakt lijsten van sterke punten, van gesignaleerde<br />

kwesties, van dilemma's, van scenario's en van oplossingen. Het bedenkt vragen aan de<br />

hand waarvan het de kandidaten stevig aan de tand kan voelen. Het vraagt hun kijk op<br />

de inrichting van de functie directeur (splitsen in directeur en algemeen secretaris? zoals<br />

vaak gebeurt), de inrichting van het bureau en van het bureaumanagement, de<br />

samenwerking met het bestuur, de dienstverlening aan <strong>voor</strong>al de decentrale onderdelen<br />

van de vereniging, waarin groepen leden samen een deel van hun toegevoegde waarde<br />

creëren.<br />

Als het bestuur de longlist van 70 geïnteresseerden heeft teruggebracht tot laten we<br />

zeggen tien, dan kan de sollicitatiecommissie hun in de gesprekken allerlei vragen en<br />

dilemma's <strong>voor</strong>leggen, waar de vereniging mee worstelt. Hoe zou de geachte kandidaat<br />

de kwestie aanpakken? Als het een serieuze kandidaat is, dan heeft zij zich goed<br />

geïnformeerd over de organisatie waar zij directeur wil worden. Zij heeft goed due<br />

diligence gedaan, zodat zij niet alleen goede antwoorden kan geven maar, beter nog, ook<br />

en <strong>voor</strong>al heel goede vragen kan stellen aan haar gesprekspartners. En, mocht zij de<br />

uitverkorene worden, dan is de kans wel heel klein dat zij <strong>voor</strong> onaangename<br />

verrassingen komt te staan.<br />

Hopelijk laat het bestuur zich bij de keuze van een nieuwe directeur inspireren door<br />

Weggeman's boek 'Leidinggeven aan professionals? Niet doen!'. Een vereniging met<br />

vrijwel uitsluitend academisch geschoolde leden en een verenigingskantoor met ruim 50<br />

medewerkers, van wie velen academisch geschoold zijn en werk op dit niveau doen, is<br />

niet eenvoudig te managen. Dus is het aan te bevelen om de uitverkorene(n) gesprekken<br />

te laten voeren met vertegenwoordigers van diverse belangrijke groepen in de<br />

vereniging en met medewerkers van het bureau. Vooraf dient het bestuur de<br />

verwachtingen van alle betrokkenen ten aanzien van deze fase helder en expliciet te<br />

formuleren en er instemming <strong>voor</strong> te krijgen.<br />

Het bestuur doet er ook wijs aan om ten aanzien van een beoogde kandidaat een serieus<br />

due diligence onderzoek te doen. Dit klinkt zwaar maar de praktijk wijst uit dat het geen<br />

overbodige luxe is. Ook het bestuur wil immers niet <strong>voor</strong> verrassingen komen te staan,<br />

hoe enthousiast het ook is over de uitverkorene. Dit deel van de procedure betreft niet<br />

alleen het CV maar ook de levenswandel van de persoon (schulden, verslaving, fraude,<br />

ongewenste intimiteiten, ethische kwesties en dergelijke) en ook haar managementstijl,<br />

haar emotionele intelligentie en haar relatie met besturen/haar meerderen in eerdere<br />

werkkringen. Kortom, een directeur selecteren en aanstellen is een majeure operatie en<br />

het is er een die een grote betekenis heeft <strong>voor</strong> de vereniging, de leden en de<br />

werknemers die <strong>voor</strong> haar werken.<br />

67


Bureau van de vereniging<br />

68


De prijs van loyaliteit<br />

Hoe opbranden te <strong>voor</strong>komen<br />

5-12-2006<br />

Welke directeur van een (klein) verenigingsbureau kent niet de situatie waarin hij/zij<br />

lange tijd teveel van zichzelf vraagt om de tent draaiende te houden, het congres te<br />

organiseren, het zoveelste jubileum te vieren of waar te nemen <strong>voor</strong> collega's die er niet<br />

zijn vanwege ziekte, vakantie of anderszins? Wie kent niet de situatie waarin hij/zij het<br />

medewerkers eigenlijk kwalijk neemt als die zich niet net zo uit de naad werken als<br />

hij/zij?<br />

Hart <strong>voor</strong> de zaak en hard <strong>voor</strong> jezelf, dat is de meetlat van veel toegewijde directeuren<br />

en hun medewerkers. Ik werd onlangs weer eens geconfronteerd met de kosten van deze<br />

meetlat. Ik ken een instelling op godsdienstige grondslag. Zij verleent onderdak aan vele<br />

goede doelen en is een centraal punt in het netwerk van humanitaire initiatieven in de<br />

betreffende stad. De instelling kent een bestuur en een klein kantoor, de<br />

spreekwoordelijke anderhalve man en een paardenkop: drie dames, van wie een de<br />

leiding heeft - ik noem haar hier directeur - en een man (conciërge).<br />

Toen ik kort geleden contact had met twee van de drie dames bleken beiden overwerkt.<br />

Een van haar, de rechterhand van de directeur, was al een maand met burn out thuis,<br />

maar checkt nog wel regelmatig haar mailbox. De directeur zelf, ook burn out, vertelde<br />

me nog wel door te gaan, zij het halve dagen en slechts met de dingen die zij zelf<br />

verkiest te doen. De derde dame, dit terzijde, was onlangs teruggekeerd van<br />

zwangerschaps- en bevallingsverlof. De directeur, nu bijna 5 jaar in dienst, vertelde me<br />

dat het zo niet langer kan en dat de organisatie nu maar eens moet worden doorgelicht.<br />

Het bestuur moet nu veel werk van het bureau overnemen, het moet nu maar eens zien<br />

wat er allemaal wordt gedaan!<br />

Hoe kan het toch dat zo'n treurige situatie telkens weer ontstaat? Want het gaat niet om<br />

een uitzondering, ook al wordt er vaak niet openlijk over gesproken. 'De publieke opinie'<br />

en ook bestuur en collega's leggen de oorzaak van 'het falen' nogal eens bij 'het<br />

slachtoffer' zelf. Ik noem een aantal factoren, die allemaal tot op zekere hoogte een rol<br />

spelen en samen leiden tot de crisis.<br />

Idealisme: mensen die gaan werken bij een ideële instelling hechten een groot belang<br />

aan de waarde die de instelling uitdraagt. Zij ervaren passie in hun werk.<br />

Ideologie: als je maar hard en goed door werkt, moet het lukken. Falen is zwak.<br />

Binding aan personen: in een kleine organisatie is er een nauwe band tussen<br />

bureaumedewerkers en vrijwilligers. Je weet dus niet alleen waar<strong>voor</strong> maar ook <strong>voor</strong><br />

wie je werkt.<br />

Hoge meetlat: je voelt je heel verantwoordelijk, je wilt die vrijwilligers (en andere<br />

relaties) niet teleurstellen, ja je wilt zelfs waardering en erkenning ontvangen.<br />

Aandacht doet groeien en geeft energie.<br />

Omvang team: dit is klein, mogelijk te klein in relatie tot het flinke takencomplex. Bij<br />

ziekte, vakantie e.d. komt het werk op de overblijvende Mohikanen neer, hoewel die<br />

volstrekt geen reserve hebben. Vaak lopen ze zelf op hun tandvlees.<br />

Grensbewaking: hoe goed worden de eigen grenzen (energie, capaciteit) bewaakt en<br />

hoe ligt dat <strong>voor</strong> de taken in de functie en de taken van het bureau als geheel?<br />

69


Early warning: welke mechanismen kent de organisatie om vroegtijdig signalen op te<br />

pikken en daarna preventief te interveniëren?<br />

Levenscyclus van functie: het vorige punt is <strong>voor</strong>al van belang <strong>voor</strong> de<br />

leidinggevende, die een aantal jaren geleden een vliegende start heeft gemaakt, veel<br />

heeft opgezet en geconsolideerd, graag meer wil (inhoud bij <strong>voor</strong>beeld) maar verzuipt<br />

in een stuwmeer van triviale klussen, 'gewoon omdat er niemand anders <strong>voor</strong> is' en<br />

het 'ook allemaal toch moet gebeuren'.<br />

Het hoeft niet per se fout te gaan, ook al zijn een aantal objectieve niet gunstige<br />

omstandigheden aanwezig. Ik geef enkele suggesties:<br />

Missie en doel: de missie is de toetssteen <strong>voor</strong> alles wat de organisatie doet. Hoe<br />

scherper zij vertaald is in doelen en hoe gerichter de focus op de doelen is, hoe<br />

minder kans op verlies aan arbeidsvreugde, levenskwaliteit en resultaat. Dit geldt ook<br />

<strong>voor</strong> een ideële organisatie. Ook de daar verantwoordelijken zullen moeten beseffen<br />

dat niet alles kan en dat die dingen die zij wel verkiezen te doen, waarschijnlijk juist<br />

beter zullen worden gedaan.<br />

Specialisatie en focus: bevrijd om te beginnen de directeur van alle ballast die er om<br />

zijn/haar kernzaken zit geklonterd. Geef hem/haar de kans te doen waar hij/zij <strong>voor</strong><br />

is aangenomen. Specialisatie en focus dus.<br />

Grensbewaking: dit is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de directeur<br />

zelf. Maar het kan geen kwaad als het bestuurslid met de portefeuille<br />

personeelszaken de directeur hierbij een handje helpt. Dit kan bij <strong>voor</strong>beeld in<br />

functioneringsgesprekken en, als de <strong>voor</strong>zitter de bestuurder is aan wie de directeur<br />

rapporteert, in beoordelingsgesprekken.<br />

Ondersteuning van buiten: een effectief middel om de directeur kritisch betrokken te<br />

houden zowel bij zichzelf als bij de organisatie is personal coaching. De coach biedt<br />

een veilige omgeving, een luisterend oor en een waardevol klankbord. Coaching gaat<br />

om zingeving aan je leven en je werk, om resultaat en steeds vaker ook om<br />

vernieuwing in verband met het inspelen op snelle veranderingen in en rondom de<br />

organisatie. In de woorden van minister Zalm: 'Het is leuk om iemand te hebben die<br />

je een spiegel <strong>voor</strong>houdt, die je de goede vragen stelt. Ik vond dat heel plezierig, ook<br />

om jezelf scherp te houden.' Tenslotte, coaching kost geld maar burn out is veel<br />

duurder!<br />

70


Leve het Bureau<br />

Zeven redenen om als vereniging te kiezen <strong>voor</strong> bureau-ondersteuning<br />

9-5-2007<br />

Je mist het pas als het er niet is. Dat geldt <strong>voor</strong> heel veel dingen, waar we<br />

vanzelfsprekend van aannemen dat ze er zijn, bij <strong>voor</strong>beeld elektriciteit, water en al onze<br />

lichaamsfuncties. Elk letsel of gemis confronteert ons met onze kwetsbaarheid. We<br />

zeggen dan 'ik wist niet dat....zo belangrijk is; er zijn nu zoveel dingen die ik niet meer<br />

kan'. Vult u maar in.<br />

Tientallen jaren ben ik directeur geweest van diverse beroepsverenigingen. Deze<br />

organisaties hadden en hebben elk hun eigen bureau met medewerkers <strong>voor</strong> tal van<br />

taken. Als directeur beschikte ik bovendien altijd over een of enkele bekwame<br />

rechterhanden. Zalig. Maar hoe groot was het gemis toen ik daarna, in mijn vrije tijd,<br />

weer eens <strong>voor</strong>zitter werd van een club zonder apparaat? De Rijnlandse Ski Vereniging<br />

(www.rskiver.nl).<br />

Weldra was ik niet alleen <strong>voor</strong>zitter maar ook secretaris, omdat de regulier aftredende<br />

persoon zijn prioriteiten elders legde. Dus heb ik gedurende een termijn van drie jaar<br />

bijna de gehele tijd twee functies vervuld, zonder enige ondersteuning. Dat viel zwaar.<br />

Ook de beide collegae in het bestuur hadden hun handen vol. Ik heb het hier over een bij<br />

uitstek uitvoerend bestuur, dat leiding geeft aan een niet zo grote vereniging (ongeveer<br />

450 leden) van <strong>voor</strong>namelijk vijftig-plussers. Wij steunden elkaar en stonden er<br />

uiteindelijk toch, ieder <strong>voor</strong> zijn eigen portefeuilles, alleen <strong>voor</strong>. De vereniging<br />

organiseert elk jaar minstens zes skireizen en tal van andere sportieve en recreatieve<br />

activiteiten. Er wordt enthousiast aan deel genomen.<br />

De overgang van 'verwend directeur' naar 'zelf handen uit de mouwen stekende<br />

<strong>voor</strong>zitter' vond ik groot. Wat ik gemist heb is de mij zo vertrouwde professionele<br />

ondersteuning vanuit een Bureau. Ik schrijf het met opzet met de hoofdletter B. Ik weet<br />

uit ervaring dat besturen, leden en ook medewerkers op gezette tijden kritiek hebben op<br />

het ondersteunend apparaat van (<strong>voor</strong>al landelijk opererende) verenigingen. Maar als het<br />

alternatief is 'geen Bureau', dan doe mij er a.u.b. maar wel een!<br />

Ik noem zeven redenen waarom het belangrijk is om als vereniging over een<br />

ondersteuningsapparaat te beschikken.<br />

1. Het Bureau vormt het kernbestanddeel van de as ofwel naaf van het bekende<br />

Propellermodel (zie onder meer het boek 'Professioneel verenigingsmanagement' onder<br />

redactie van Peter Tack en Petra Beusmans). De propeller is een metafoor <strong>voor</strong> de<br />

diverse terreinen van aandacht, beleid en actie, die elke vereniging met elkaar in balans<br />

moet brengen. Deze drie terreinen (in het model vertegenwoordigd door propellerbladen)<br />

zijn: externe positionering van strategische belangen, collectief organiseren en<br />

individueel profiteren. De as bestaat uit enerzijds de organisatie van de vereniging en<br />

anderzijds het Bureau. Samen vormen zij de infrastructuur van de vereniging. Zonder<br />

verbinding en werking van een as hebben de bladen van de propeller geen functie. Dus<br />

een Bureau is bijzonder instrumenteel <strong>voor</strong> het functioneren en welslagen van een<br />

vereniging.<br />

71


2. Zeker bij een vereniging van enige omvang, om nog maar te zwijgen van grote<br />

verenigingen die als zodanig amper meer herkenbaar zijn (ANWB, Consumentenbond en<br />

dergelijke die meer een imago hebben van serviceorganisatie en pressiegroep), is het<br />

eenvoudigweg onmogelijk om de taken uitsluitend met vrijwilligers uit te voeren. Neem<br />

alleen al de vragen van leden en derden die dagelijks langs allerlei kanalen bij het<br />

Bureau binnen komen. De taken van de vereniging zijn aan de ene kant gewoon te talrijk<br />

en te complex en aan de andere kant zijn de benodigde vrijwilligers volstrekt<br />

onvoldoende beschikbaar.<br />

3. Een grote vereniging kan <strong>voor</strong> haar functioneren op centraal niveau absoluut niet<br />

zonder een professioneel ondersteuningsapparaat. Vaak gaat dit apparaat ook<br />

ondersteunende werkzaamheden verrichten <strong>voor</strong> de besturen van onderdelen van de<br />

vereniging zoals vakafdelingen en secties, opdat deze op hun beurt de drie taakgebieden<br />

<strong>voor</strong> hun achterban goed behartigen binnen het <strong>voor</strong> dit onderdeel relevante domein. Met<br />

andere woorden, het propellermodel is ook op decentraal niveau aan de orde en veelal<br />

een must. Mocht de centrale organisatie (nog) geen ondersteuning verlenen aan de hier<br />

bedoelde decentrale onderdelen, dan zullen deze doorgaans niet aarzelen om hun eigen<br />

mini-bureautje in het leven te roepen.<br />

4. In een vereniging is het (in toenemende mate) een komen en gaan van vrijwilligers,<br />

uitzonderingen daargelaten. Het Bureau draagt zorg <strong>voor</strong> de continuïteit, ook al doen zich<br />

ook daar personele mutaties <strong>voor</strong>. Vergelijk het met een land dat tijdelijk zonder<br />

regering zit, de ambtelijke structuren staan er borg <strong>voor</strong> dat in elk geval de primaire<br />

processen doorgaan.<br />

5. Een vereniging heeft als zodanig - afgezien van belangrijke personen uit de<br />

geschiedenis van de vereniging - geen geheugen. Het Bureau fungeert als zodanig. Daar<br />

zijn de personen en de documenten, inclusief de lijsten met namen van eertijds<br />

betrokken vrijwilligers en anderen, die kunnen worden geraadpleegd. Daar bevindt zich<br />

materiaal om van te leren. Bij <strong>voor</strong>beeld om nog eens te checken wanneer, onder welke<br />

condities, door wie en met welk resultaat een bepaalde actie, campagne enz. is<br />

ondernomen, <strong>voor</strong>dat men het wiel opnieuw gaat uitvinden en bij<strong>voor</strong>beeld eenzelfde<br />

teleurstelling over zich afroept.<br />

6. Een vereniging heeft als zodanig - afgezien van individuele personen - veelal geen<br />

organisatorisch geweten. Natuurlijk heeft een vereniging statuten en reglementen en<br />

mogelijk zelfs een gedragscode. In het dagelijks functioneren van een vereniging kan het<br />

allicht gebeuren dat (nieuwe) vrijwilligers met <strong>voor</strong>stellen komen <strong>voor</strong> acties, die niet<br />

door de beugel kunnen. Redenen kunnen zijn opportunisme, eigen belang c.q. belang<br />

van het bedrijf waar men werkt, scoringsdrift of het natuurlijk gewoon niet weten wat de<br />

regels zijn. In dergelijke gevallen kan het Bureau een heilzaam corrigerend effect<br />

hebben.<br />

7. Het Bureau is, bij een organisatie van enige omvang en organisatorische rijpheid, een<br />

belangrijk apparaat <strong>voor</strong> de uitvoering van secretariële, administratieve en meer<br />

specialistische beleidstaken van centraal bestuur en van decentraal besturen. Zo'n<br />

Bureau is onmisbaar <strong>voor</strong> verdere professionalisering van de vereniging van uitvoerend<br />

via directief en beleidsvoerend naar <strong>voor</strong>waardenscheppend of toezichthoudend, zoals zo<br />

mooi aangegeven in het boek Architectuur van Verenigingen van de hand van Frans<br />

Huizenga en Peter Tack.<br />

72


13-10-2007<br />

Kies compact: weg uit het woud van de<br />

vage verwachtingen<br />

Hoe ook bij verenigingen heldere verwachtingen kunnen bijdragen aan betere<br />

werkrelaties en prestaties<br />

Onlangs woonde ik een bijeenkomst van leidinggevenden (drie niveaus) bij. Het hoogste<br />

niveau was de net aangetreden nieuwe directeur. Het laagste niveau bestond uit een<br />

aantal teamleiders. De bijeenkomst was een reguliere, die door de directeur werd<br />

aangegrepen om zich aan de goegemeente <strong>voor</strong> te stellen. Maar dat niet alleen! Zij wist<br />

dat er onder de teamleiders nogal wat onbehagen bestond over een aantal zaken in de<br />

organisatie en zij wilde daar wat mee doen. En dat deed zij ook.<br />

Zij vroeg: wat verwachten jullie van mij, wat willen jullie eigenlijk van mij? De<br />

antwoorden luidden: openheid en eerlijkheid; makkelijk te benaderen; niet allemaal via<br />

via, korte lijnen. Dat gaf <strong>voor</strong>alsnog voldoende duidelijkheid. Bovendien had het 't<br />

<strong>voor</strong>deel dat de teamleiders zich hadden kunnen uiten. Een geuite emotie is immers een<br />

zakkende emotie, de heftigheid gaat er allengs af. Gehoord worden, erkenning, respect,<br />

aandacht, dat zijn belangrijke kernwoorden in (gespannen) communicatie.<br />

Gehoord de antwoorden gaf de directeur klip en klaar aan wat zij verwacht van de<br />

teamleiders. Haar credo luidde: een positieve instelling; openheid, doe iets met wat je<br />

hoort in de wandelgangen, dik het niet aan; wees je bewust van je verantwoordelijke<br />

positie, zoek en vind je evenwicht tussen druk van boven en druk van onder; wees<br />

manager en voer opdrachten van je meerderen loyaal uit; heb er <strong>voor</strong>al lol in. Als je<br />

geen lol (meer) hebt in je werk moet je er serieus aan denken of je hier nog wel op je<br />

plek bent. Zo, dat was gezegd en het maakte indruk. Er is door haar, niet onbelangrijk,<br />

ook goede opvolging aan gegeven.<br />

Verwachtingen benoemen, expliciteren en specificeren, over en weer, daar gaat het om.<br />

Er gaat zo vreselijk veel fout of althans minder goed dan gehoopt en verwacht, louter en<br />

alleen omdat hieraan volstrekt onvoldoende aandacht wordt geschonken. Dat is echt<br />

overal aan de orde, in relaties thuis, op het werk, dus ook in verenigingen, zowel bij<br />

betaalde als vrijwillige medewerkers. Misverstanden, communicatiestoornissen,<br />

conflicten, onderpresteren, noem maar op, het is schering en inslag. Jammer, heel<br />

jammer. Relaties tussen mensen en dus de verwachtingen die zij over en weer van<br />

elkaar hebben en of en hoe zij daarover met elkaar communiceren, zijn van essentieel<br />

belang <strong>voor</strong> het welslagen ervan. En daarmee <strong>voor</strong> het succes van de organisatie en <strong>voor</strong><br />

de kwaliteit van het (werk)leven van degenen die er werken.<br />

Over dit onderwerp stond een waardevol hoofdartikel in de Harvard Business Review<br />

(april 2007). De titel luidde What your leader expects of you and what you should expect<br />

in return (auteur Larry Bossidy). Het gaat hier om de relatie tussen een meerdere en<br />

degene die aan hem/haar rapporteert. Dat kunnen, in verenigingsverband, dus ook de<br />

<strong>voor</strong>zitter en zijn directeur zijn. Maar <strong>voor</strong> mij gaat het om alle relaties, waarin mensen<br />

met elkaar te maken hebben en dus leven met verwachtingen van elkaar. Bossidy, een<br />

73


man met een grote staat van dienst in het bedrijfsleven, spreekt van de 'CEO Compact, a<br />

set of expectations both from and for a leader'. Het gaat om 'the reciprocal actions<br />

between a leader and a follower'.<br />

Ik zal nu de hoofdlijn van het artikel weergeven. Het kent twee onderdelen: A. Wat<br />

verwacht ik van degenen die aan mij rapporteren? en B. Wat kunnen zij verwachten van<br />

mij? Het gaat in alle gevallen niet om karakterkenmerken maar om gedrag, om<br />

gedragingen die elk <strong>voor</strong> zich al krachtig zijn en die met elkaar een groot effect hebben<br />

op prestatie, groei en de resultaten op lange termijn. Ik geef nu een korte samenvatting.<br />

A. Wat verwacht ik van degenen die aan mij rapporteren?<br />

Mijn medewerkers weten wanneer een situatie vraagt om hun betrokken aandacht. Zij<br />

genereren ideeën in de wetenschap dat sommige van de beste aanvankelijk idioot<br />

kunnen lijken. Zij zijn bereid tot samenwerking en plaatsen daarbij het lange-termijn<br />

belang van de organisatie boven de korte-termijn doelen van hun eigen afdeling. Zij<br />

nemen initiatieven, zelfs als de uitkomst ervan onzeker is.<br />

Zij ontwikkelen leiderschap in hun medewerkers en zij doen dit <strong>voor</strong>al door zich<br />

persoonlijk bezig te houden met de formulering van doelen en criteria <strong>voor</strong> hun<br />

functioneren en met de beoordeling van de medewerkers in het kader van die doelen en<br />

criteria. Zij blijven actief op de hoogte van wat er in de wereld gebeurt en zij anticiperen<br />

op de mogelijke doorwerking van gesignaleerde ontwikkelingen op de organisatie en haar<br />

positie in de markt.<br />

Zij werken actief aan hun eigen groei en ontwikkeling door zich open te stellen <strong>voor</strong><br />

nieuwe mensen en ideeën en door uitdagende opdrachten te aanvaarden. En met<br />

betrekking tot al deze onderwerpen gedragen zij zich zo, zowel in goede als in moeilijke<br />

tijden.<br />

B. Wat kunnen degenen die aan mij rapporteren van mij verwachten?<br />

Als leidinggevende geef ik helder richting en koers aan. Ik stel doelen (goals and<br />

objectives) en ik geef frequente, specifieke en onmiddellijke feedback. Ik ben<br />

besluitvaardig, op het juiste moment. Ik gedraag me eerlijk en oprecht. Ik bied mijn<br />

medewerkers een billijk honoreringssysteem.<br />

Ook al heb ik een baas, die helaas niet is zoals hier geschetst, en ben ik zelf ook<br />

leidinggevende, dan hoeft niets mij ervan te weerhouden om een 'compact' te maken<br />

met mijn eigen medewerkers, en daarmee het goede <strong>voor</strong>beeld te geven! Het resultaat<br />

zal, aldus Bossidy, in elk geval zijn dat de prestaties van zowel mijn team als van de<br />

organisatie als geheel zullen verbeteren en dat zij een versnellende invloed hebben op de<br />

groei van medewerkers afzonderlijk.<br />

Samenvattend: Niet al het goede komt van boven, dus neem in elk geval je eigen<br />

verantwoordelijkheid en kies <strong>voor</strong> Compact! Wordt vervolgd.<br />

74


Vereniging en Bureau - 1<br />

Medezeggenschap<br />

8-12-2009<br />

Het is de Week van de Medezeggenschap. Wat heeft een vereniging daar nu mee te<br />

maken? Die houdt zich toch bezig met Zeggenschap? Zeggenschap van de leden via hun<br />

ledenvergadering of ledenraad over haar visie, koers, beleid en de taken van het bureau.<br />

Maar pas op, er kan zomaar plotseling Medezeggenschap bij komen. Dat geldt <strong>voor</strong>al<br />

<strong>voor</strong> de directeur die, waarschijnlijk onbewust, leeft naar de uitspraak 'Ik wens u veel<br />

personeel'! Hoe kan het gebeuren dat Medezeggenschap penetreert in het domein van de<br />

Zeggenschap?<br />

Het gaat goed met de vereniging, zij floreert zelfs! Het ledental neemt toe, er worden<br />

meer activiteiten georganiseerd die <strong>voor</strong> het merendeel goed worden bezocht en<br />

gewaardeerd, er komt meer geld binnen. Fantastisch. Wat ook gebeurt is dat het bureau<br />

groter wordt qua mensen en vierkante meters. Er gaat ook veel geld uit, <strong>voor</strong>al aan<br />

salariskosten.<br />

De formatie wordt uitgebreid, het aantal fte's nadert de 35, het aantal parttimers neemt<br />

toe. Plots blijkt het aantal werknemers groter dan 50 en dus heeft de directeur<br />

er 'plotseling' een nieuwe taak bij: de instelling van een ondernemingsraad. Als zij (v/m)<br />

deze klus achter de rug heeft zal zij zich aan de wet op de ondernemingsraden (WOR)<br />

dienen te houden en komt er een vergadercircuit bij in haar agenda. Het<br />

medezeggenschap vergadercircuit naast het managementteam-, werk- en ander<br />

bureauoverleg en naast natuurlijk het vergadercircuit van de Zeggenschap.<br />

Met de, bij een werknemertal van 50, wettelijk verplichte instelling van een OR wordt het<br />

leven van de verenigingsdirecteur er zeker niet eenvoudiger op. Hoewel, of je leven er<br />

veel zwaarder door wordt heb je als directeur <strong>voor</strong> een groot deel zelf in de hand:<br />

respecteer je mensen en de wet, dat helpt al een heleboel. Als je dat niet doet, roep je<br />

heel veel extra problemen over je af. Dat heb ik in een eerder leven gemerkt bij de VARA<br />

(waar de OR beschikte over bovenwettelijke bevoegdheden) en ook vorig jaar toen ik,<br />

mede in opdracht van een OR, een conflictanalyse deed in een penitentiaire instelling.<br />

De OR kent veel bevoegdheden, heeft informatie- en initiatiefrecht, adviesrecht, heeft<br />

opschortende werking- (art. 25 WOR) en instemmingsrecht, dus veto (art. 27 WOR). De<br />

WOR is de sterkste medezeggenschapswet ter wereld. De kantongerechten en de<br />

Ondernemingskamer hebben vele zaken op de rol, aangespannen door de OR omdat hun<br />

directie de wet met voeten trad en de OR bruuskeerde. Dus iedere directeur is een<br />

gewaarschuwd mens.<br />

Onlangs woonde ik een interessante studieavond bij van de Sectie Mediation van het<br />

Nederlands Instituut van Psychologen (NIP). Het onderwerp was Mediation en<br />

Medezeggenschap. OR deskundige Lex Wobma verzorgde een deel van de avond met een<br />

presentatie over de OR, wettelijk en in de praktijk. Zijn informatie was niet alleen nuttig<br />

<strong>voor</strong> mensen, die als A&O psycholoog werken op het terrein van de arbeidsverhoudingen<br />

en/of de medezeggenschap, maar ook <strong>voor</strong> verenigingsprofessionals, wier vereniging zo<br />

floreert dat een OR dient te worden ingesteld.<br />

75


De WOR stamt van 1950 en werd herzien in 1979. Bij deze herziening is de OR<br />

verzelfstandigd; sinds 1950 was de directeur namelijk <strong>voor</strong>zitter van de OR omdat de OR<br />

een orgaan van en <strong>voor</strong> de onderneming is. De wet van 1979 kent niet alleen een<br />

zelfstandige OR maar ook een overlegvergadering van directeur (bestuurder van de<br />

onderneming) en OR. De OR behield, als vertegenwoordigend overleg, evenwel haar<br />

dubbelkarakter: het belang van de organisatie en het belang van het personeel.<br />

Wie een OR 'in huis haalt' doet er verstandig aan een aantal potentiële conflictbronnen<br />

onder ogen te zien. Ik noem er een aantal:<br />

OR en directeur gaan onhandig of onverstandig om met het dubbelkarakter van de<br />

OR.<br />

De directeur betrekt de OR te laat bij belangrijke maatregelen zoals reorganisatie,<br />

verhuizing van het bureau e.d.<br />

De OR kan allerlei typen macht in het geweer brengen zoals ordeningsmacht<br />

(samenspel met de bedrijfsleiding), defensiemacht (bewaken van afspraken,<br />

verworven rechten, toetsen van nieuwe maatregelen), hindermacht (blokkeren,<br />

barrières opwerpen) en agressieve tegenmacht (eisen stellen).<br />

De communicatie-, conflict- en onderhandelingsstijl van de OR, en daarmee ook die<br />

van de directeur! Als beide partijen conflictontwijkers zijn, wat gebeurt er dan<br />

eigenlijk?<br />

Veel conflicten worden uitgevochten op betrekkingsniveau in plaats van<br />

op inhoudsniveau.<br />

De verhouding tussen informeel en formeel (overlegvergadering) overleg.<br />

De interne (machts)verhoudingen binnen de OR, met name tussen het bestuur (de<br />

elite) van de OR en de overige OR leden. Punt van aandacht: de ambtelijk secretaris.<br />

De verhouding tussen OR en achterban.<br />

De betrokkenheid van de vakbonden bij de kandidaatstelling <strong>voor</strong>- en het<br />

functioneren van de OR.<br />

De bemensing van de OR, kwantitatief. 35% van de OR zetels in ons land is vacant.<br />

De bemensing van de OR, kwalitatief; het niveau van de mensen. Kunnen zij<br />

meedenken in grote lijnen of prefereren zij geneuzel. Wel (detail)commentaar maar<br />

geen inhoudelijke bijdrage.<br />

De macht van de OR, die gedomineerd wordt door mensen die al lang bij de<br />

organisatie werken, alles en iedereen kennen versus de relatieve ongeïnformeerdheid<br />

van <strong>voor</strong>al een nieuwe directeur.<br />

Dit is geen uitputtende lijst van mogelijke conflictbronnen. Zonder nu meteen alles in<br />

termen van problemen te zien vind ik het, ook in verband met de<br />

medezeggenschap, raadzaam om je af te vragen hoeveel personeel je als<br />

vereniging eigenlijk zelf wilt hebben en wat de consequenties van een groeiend<br />

personeelsbestand zoal kunnen zijn. Aan je vereniging heb je als directeur(-secretaris)<br />

doorgaans je handen al meer dan vol!<br />

76


Vereniging en Bureau - 2<br />

Bezuinigen moet, maar hoe? <strong>Van</strong> kaasschaaf tot volledige uitbesteding!<br />

2-2-2010<br />

In deze tijd ontkomen de meeste verenigingen er niet aan om hun uitgaven scherp tegen<br />

het licht te houden en aanzienlijke kostenbesparingen door te voeren. Immers hun<br />

inkomsten lopen terug als gevolg van opzeggingen en, als het om bij <strong>voor</strong>beeld<br />

sportverenigingen gaat, ook als gevolg van het afhaken van sponsors en<br />

van gemeenten die geen gaten meer willen vullen. En het ziet ernaar uit dat het niet om<br />

een eenmalig of kortstondig dipje gaat. Het wordt een jarenlange periode van strak<br />

broekriemwerk.<br />

Omdat 'het bureau' de plaats is waar de meeste kosten worden gemaakt (personeel,<br />

huur gebouw, ICT) wordt doorgaans <strong>voor</strong>al daar pijn geleden. Toch wordt altijd juist van<br />

de medewerkers gevraagd om suggesties en <strong>voor</strong>stellen te doen <strong>voor</strong> besparingen,<br />

bezuinigingen, kostenreducties en inkomstenvermeerdering. Ik heb een aantal van<br />

dergelijke periodes meegemaakt. Het is heel bijzonder om te zien welke speciale<br />

dynamiek zo'n opdracht los maakt.<br />

Een gebruikelijke aanpak van de directeur is om iedereen/alle afdelingshoofden een<br />

kaasschaaf te geven om zo een bepaald percentage besparing te vinden. Dat kan op<br />

korte termijn soelaas bieden als er in eerdere jaren nog niet (bij herhaling) geschaafd is.<br />

Op een gegeven moment is alle vel, vlees en vet er wel af en zit er niets anders op dan<br />

tot op en in het bot te gaan. En natuurlijk kunnen investeringen worden uitgesteld of kan<br />

juist versneld in de richting van een alliantie of fusie worden gestreefd om besparingen te<br />

realiseren en meer en betere ledenbaten te kunnen bieden.<br />

Verenigingen die hun zaken goed op orde hebben en bij <strong>voor</strong>beeld elk jaar aan<br />

'purposeful abandonment' doen, hebben geen behoefte aan deze exercitie. Immers, zij<br />

houden, op grond van beleid, elk jaar al hun activiteiten en kosten tegen het licht, doen<br />

een grondige evaluatie, trekken conclusies, nemen besluiten en voeren die prompt<br />

uit. Zulke verenigingen zijn proactief, worden zelden verrast en als dat toch het geval is,<br />

dan hebben zij snel een reactie klaar. Zij werken volgens de aanpak van ASAE's 'zeven<br />

criteria <strong>voor</strong> succes', waarover ik de serie artikelen 'Kiezen <strong>voor</strong> succes' heb geschreven.<br />

Een in ons land als radicaal en onaanvaardbaar geachte maatregel is de salarisbevriezing<br />

of zelfs -verlaging. Wat gebeurt er als het bestuur de directeur en haar medewerkers<br />

vraagt om eens een week zonder salaris te werken? Ik heb dit <strong>voor</strong>beeld vorig najaar<br />

diverse malen gehoord, toen ik in de VS was. In het bedrijfsleven komt het daar nogal<br />

eens <strong>voor</strong> maar ook in verenigingsland.<br />

Het verenigings<strong>voor</strong>beeld waarop ik doel betreft de Association for Conflict Resolution<br />

(ACR, 5.000 leden, acht medewerkers, vele vrijwilligers). Op de slotdag van het ACR<br />

congres (7-10 oktober) in Atlanta werd onder meer aandacht besteed aan het zware jaar<br />

2009. Bestuursleden hadden, niet ongebruikelijk in de VS, extra gelden gedoneerd aan<br />

hun behoeftige vereniging. Welnu, dan kun ja het toch niet maken als personeel om niet<br />

ook een geste te doen: een week werken zonder loon! Zo geschiedde. De directeur<br />

maakte dan ook niet zonder trots melding van deze bijdrage van hem en zijn mensen.<br />

77


Echter, sinds tijdens het congres een nieuw bestuur aantrad, heeft dit een ferm besluit<br />

genomen. Het werd mij als lid van de ACR onlangs per e-mail meegedeeld door de<br />

nieuwe president van de vereniging, Michael Aloi. De boodschap luidt dat het bestuur op<br />

31 januari 2010 het verenigingskantoor op Wisconsin Avenue in Washington D.C. zal<br />

sluiten en dat het per 1 februari daaropvolgend zal worden geopend op nummer 12100<br />

Sunset Hills Road, in Reston, Virginia.<br />

Dit is echter niet zomaar een verhuisbericht. De e-mail vertelt namelijk ook dat het<br />

bestuur alle ondersteuningsactiviteiten heeft uitbesteed aan een op dit adres gevestigde<br />

full service Association Management Company (de Drohan Management Group DMG). Er<br />

worden meteen zes nieuwe ACR stafcontacten bij vermeld: operations, membership<br />

services, marketing, finance, communications en information management.<br />

Het nieuwe bestuur noemt twee redenen <strong>voor</strong> zijn ingrijpende besluit. Allereerst is er het<br />

belang van 'significant cost savings'. Het bestuur schrijft: 'we simply could not afford to<br />

continue with our previous organizational structure'. Het gaat om een aanzienlijke<br />

reductie van de overhead. Ook wil het bestuur 'membership services' vergroten. Het<br />

bestuur verwacht beide doelen mede te bereiken door de beschikbaarheid van relevante<br />

expertise, grotere doelmatigheid en professionaliteit van DMG.<br />

Opmerkelijk is dat in de e-mail met geen woord wordt gerept over de medewerkers<br />

anders dan indirect in de zin 'Making a decision that results in a change of staffing is<br />

never easy'. Dus geen erkenning, dank o.i.d. Dat zal ongetwijfeld wel ten overstaan van<br />

de medewerkers zijn gebeurd, maar had in een bericht aan de leden ook niet misstaan.<br />

Dus, kaasschaaf of dieper ingrijpen tot op en in het bot, samenwerken of fuseren, geheel<br />

of gedeeltelijk uitbesteden, het zit er allemaal aan te komen. Vooral <strong>voor</strong> kleinere<br />

(beroeps)verenigingen met hoge pretenties zullen vormen van aanzienlijke uitbesteding<br />

steeds meer in beeld komen. Want, eerlijk gezegd, welk bestuur wil nou niet de<br />

geweldige combinatie van structureel lagere kosten en meer en betere services <strong>voor</strong> de<br />

leden?<br />

78


Vereniging en Bestuur/Bureau - 3<br />

Kloofdichters en organizers rukken op!<br />

26-5-2010<br />

Onlangs heb ik weer een nieuw woord geleerd: kloofdichter. Ik las het in de kop van<br />

een krantenartikel. Omdat ik het niet kende las ik het aanvankelijk verkeerd. Mijn eerste<br />

associatie was dat het zou gaan over schrijvers die gedichten maken over kloofverschijnselen,<br />

zowel in de natuur als in metaforen. Daarna dacht ik dat het artikel<br />

misschien wel zou gaan over een Talibaanachtige actiegroep, die ten strijde trekt<br />

tegen het in het dagelijks leven alom aanwezige decolleté.<br />

Maar niets van dit alles. Het artikel ging over de afstand tussen leiding en leden in de<br />

vakbeweging, meer in het bijzonder binnen de grootste vakbond in de publieke sector, de<br />

FNV bond AbvaKabo (350.000 leden). Dit thema is een van de oudste binnen de<br />

vakbeweging, er is in de tweede helft van de vorige eeuw veel sociologisch en sociaalpsychologisch<br />

onderzoek naar verricht. We weten hoe het zit en hoe het werkt, maar dat<br />

wil niet zeggen dat er in de praktijk veel verandert.<br />

Steeds immers zijn er weer andere leiders, andere leden, veranderen hun<br />

omstandigheden en hun opvattingen. De vakbondsleiders hebben niet alleen te maken<br />

met hun eigen achterban maar ook met hun overlegpartners, de werkgevers en de<br />

vertegenwoordigers van de staat. Een respectabele vakbeweging laat zich veel gelegen<br />

liggen aan deze partners. De vakbeweging is niet <strong>voor</strong> niets een van de 'sociale partners'<br />

zoals het zo fraai heet.<br />

Wie veel verkeert in andere kringen en mede daardoor (te) veel rekening houdt met<br />

andere belangen - denk aan de uitdrukking 'wie met pek omgaat wordt ermee besmet' -<br />

verliest onwillekeurig de belangen van de eigen achterban uit het oog. Of gaat ze anders<br />

wegen, plaatsen in het grote spel. Aan de basis van dit proces ligt <strong>voor</strong> mij Michels'<br />

fameuze ijzeren wet van de oligarchie (1911).<br />

Deze ijzeren wet houdt kort gezegd het volgende in: er ontstaat een kleine, zelfstandige<br />

en zelfgenoegzame groep van politieke leiders die, op de golven van een democratische<br />

beweging omhoog getild, aan de massa hun wil opleggen. Dit proces is volgens Michels<br />

het karakteristieke en onvermijdelijke verkiezingsproces van alle democratie. Zijn<br />

sociologische verklaringsmodel steunt op twee pijlers: (a) de noodzaak van organisatie<br />

en (b) de verzelfstandiging van het leiderschap. In zijn betoog staat de ontwikkeling van<br />

het leiderschap centraal.<br />

Terug naar 'de Kloofdichters' bij de AbvaKabo. In het <strong>voor</strong>jaar heeft zich onder deze<br />

naam een groep ontevreden leden gevormd. Zij beklaagden zich erover dat de top van<br />

de bond te weinig oog heeft <strong>voor</strong> de leden op de werkvloer. De top is doorgeschoten met<br />

zijn managementdenken, biedt onvoldoende weerstand tegen de marktwerking in de<br />

zorg en de post en springt onvoldoende op de bres om de sociale <strong>voor</strong>zieningen te<br />

behouden. De bond bevindt zich, zo blijkt, in een spagaat: aan de ene kant de gematigde<br />

polderaars en aan de andere kant de leden die hardere acties wensen. Anders gezegd: de<br />

bond als brede maatschappelijke instelling versus een actieve ledenvereniging, die alleen<br />

de belangen van de leden vertegenwoordigt.<br />

79


Wat nu bij de AbvaKabo is gebeurd is uniek in de geschiedenis van de vaderlandse<br />

vakbeweging. 'De Kloofdichters' hebben zich kandidaat gesteld <strong>voor</strong> het bondsbestuur en<br />

zij hebben een historische overwinning geboekt! Twee van de Kloofdichters veroverden<br />

een plaats in het Dagelijks Bestuur, dat overigens onder leiding blijft staan van de <strong>voor</strong><br />

vier jaar herkozen Edith Snoey. In het onbezoldigd hoofdbestuur veroverden de<br />

kloofdichters zeven van de elf zetels.<br />

En nu maar hopen dat de nieuwe bestuursleden de rug recht houden en niet besmet<br />

raken! De wereld ziet er van boven immers anders uit dan van onderen. Zij zullen hierbij<br />

ongetwijfeld worden geholpen door de uit de VS overgewaaide methode van actievoeren<br />

die 'organizing' heet. Andy Stern, vijftien jaar lang de leider van de grootste Amerikaanse<br />

vakbond in de publieke sector (SEIU), trad op 19 mei op als sterspreker op het<br />

bondscongres van de AbvaKabo, waar de Kloofdichters hun zege boekten. Stern is de<br />

bedenker van deze activistische methode. In de VS is deze methode de strategie om te<br />

overleven.<br />

Stern heeft het structurele ledenverlies van zijn bond en ook dat van bonden in de<br />

marktsector, gekeerd door de focus van het vakbondswerk te verleggen van politiek en<br />

beleidswerk naar ledengroei. Bij organizing gaat de bond in de vuurlinie liggen.<br />

Organizers gaan direct naar de werkvloer en horen uit de eerste hand wat de<br />

werknemers dwars zit. Samen kiezen zij dan een doel waarop actie wordt gevoerd. Stern<br />

zegt dat zijn bond hierdoor de snelst groeiende ter wereld is. 'We hebben 2.2. miljoen<br />

leden. Vorig jaar kwamen er alleen al 90.000 nieuwe leden bij'. Dit heeft de bond de<br />

laatste tien jaar een miljard dollar opgeleverd. En dit terwijl de bond bovendien de<br />

contributie heeft verhoogd. Maar de werknemers krijgen er zichtbaar wat <strong>voor</strong> terug.<br />

Het kan in ons land een heftige tijd gaan worden, alleen al in de publieke sector. Het<br />

nieuwe kabinet kan, welke politieke signatuur het ook heeft, de borst nat maken als het<br />

in de publieke sector gaat hakken en snijden. De AbvaKabo wordt activistischer, zowel op<br />

het niveau van zijn bestuur als bij zijn achterban. De schoonmakers met hun bonden<br />

hebben ons laten zien waar organizing toe kan leiden: veel troep en overlast <strong>voor</strong> het<br />

publiek en een mooi resultaat <strong>voor</strong> zichzelf!<br />

80


Minder conflict en gezondere<br />

werkrelaties<br />

81


De geïsoleerde directeur<br />

Hoe bij veranderingen gezond overeind te blijven<br />

10-10-2006<br />

Enkele dagen geleden nam ik deel aan een conferentie van verenigingsprofessionals.<br />

Tijdens de borrel na afloop raakte ik in gesprek met de directeur van een middelgrote<br />

brancheorganisatie. Voor het gemak noem ik hem even Karel. Karel voelt zich al een tijd<br />

vrij ongemakkelijk, hij bevindt zich in een spanningsveld dat nieuw <strong>voor</strong> hem is. Hij zegt<br />

zich er wel doorheen te zullen slaan maar ik vind het niet overtuigend klinken. Ik<br />

informeer of hij wel goed slaapt en daarop antwoordt hij dat dat wel beter zou kunnen.<br />

Verder heeft hij nog wat klachten zoals af en toe pijn op de borst en last van zijn<br />

onderrug. Stress, zegt hij, hoort er bij als je een verantwoordelijke functie hebt; het gaat<br />

ook wel weer over.<br />

Ik vraag hem wat hem bezig houdt. Hij vertelt dat hij al een jaar of twaalf bij deze club<br />

werkt en dat hij voelt geen greep meer op de organisatie te hebben, integendeel hij voelt<br />

zich er juist door klem gezet en heeft het gevoel geen kant meer op te kunnen, er alleen<br />

<strong>voor</strong> te staan. Nieuwe en goed opgeleide medewerkers in zijn bureau stellen openlijk<br />

kritische vragen over zijn leidinggevende capaciteiten. Voorts heeft hij sinds een half jaar<br />

een nieuwe <strong>voor</strong>zitter die zich hardop afvraagt wat het bureau nu eigenlijk <strong>voor</strong> al dat<br />

geld levert aan de leden van de vereniging. Op mijn vraag aan Karel hoe hij de kennelijk<br />

toch wel grote en hem onbekende stress managet zegt hij dat hij dat eigenlijk niet goed<br />

weet. Hij heeft amper vrienden meer als gevolg van het harde werken; enkele jaren<br />

geleden is hij gescheiden. Dus neemt hij wat vaker een stevige borrel…<br />

Ik vraag hem hoe hij zijn situatie ziet over een jaar of drie, als er nog niets is veranderd;<br />

daarop weet hij geen antwoord. Eigenlijk weet hij het wel, het zal misschien niet zo goed<br />

met hem aflopen als hij niets doet, dat zegt hij na enig gepeins. Ik vertel hem dat ik de<br />

situatie waarin hij zich bevindt heel goed ken, zowel uit eigen ervaring als uit de ervaring<br />

van collega's in binnen- en buitenland. Ik vertel hem ook dat ik van het fenomeen<br />

verenigingen mijn specialisme heb gemaakt.<br />

Omdat hij kennelijk geen klankbord of praatpaal heeft in zijn eigen privé- en<br />

werkomgeving, vraag ik hem of hij wel eens heeft gedacht aan gesprekken met een<br />

personal coach. Ik vertel hem dat dit geen psychotherapeut is en wat hij van een<br />

personal coach kan verwachten. Hij is sceptisch maar zit zo klem dat hij de benefit of the<br />

doubt geeft, temeer omdat ik uit eigen ervaring weet waar ik het over heb. Dat geeft<br />

hem vertrouwen, hij zegt zich daarbij veilig te voelen. Hij wil wel een proefgesprek. Ik<br />

geef hem mijn kaartje en ik zie hoe hij me even later met een wat minder gespannen<br />

gezicht dan toen ik hem ontmoette, de hand drukt. Hij bedankte me hartelijk <strong>voor</strong> mijn<br />

aandacht, hij had in tijden niet zo open en persoonlijk over zichzelf kunnen spreken.<br />

In alle eerlijkheid, het gaf me een goed gevoel hem via vragen een opkikker te geven en<br />

perspectief te bieden. Het wordt tijd dat Karel de regie neemt over zijn werkleven en<br />

daar ga ik als coach hem bij helpen.<br />

82


De opmars van coaching<br />

De <strong>voor</strong>delen van coaching<br />

18-1-2007<br />

Coaching wordt gedemocratiseerd. Tot <strong>voor</strong> kort hoorden we alleen over ministers en<br />

leden van raden van bestuur, die een coach hadden. Nu vallen ook lagere goden en<br />

gewone mensen in de prijzen. Een variant betreft namelijk de introductie in ons land van<br />

individuele coaching van jonge criminelen in het kader van Multidimensional Treatment<br />

Foster Care MTFC, bedacht en ontwikkeld in Oregon en inmiddels al gepraktiseerd in<br />

Zweden en Engeland (de Volkskrant 18 januari 2007).<br />

Een week eerder lanceerde de Christelijke Hogeschool Ede het plan om jaarlijks een<br />

twintigtal 'talentvolle' studenten te selecteren, die door 'christen-coaches' worden klaar<br />

gestoomd <strong>voor</strong> sleutelposities in de maatschappij (de Volkskrant 13 januari 2007).<br />

Inmiddels zijn er ook bevallingscoaches, financiële coaches, studiecoaches enzo<strong>voor</strong>t.<br />

De proliferatie van het verschijnsel coach lijkt veel op een minstens verbale hype, een<br />

modieus verschijnsel, net zoals lange tijd met de woorden manager en management is<br />

gebeurd. Neem willekeurig welk woord, zet er manager of management achter, en dan<br />

maar denken dat het een stuk gewichtiger klinkt. Iedereen manager, iedereen coach!<br />

De steeds grotere aandacht <strong>voor</strong> coaching heeft weliswaar een modieus aspect maar is<br />

zeker ook van wezenlijke betekenis. Dit moge blijken uit het symposium over de<br />

toekomst van de verzorgingsstaat, dat de Sociaal-Economische Raad (SER) en de<br />

Wetenschappelijke Raad <strong>voor</strong> het Regeringsbeleid (WRR) samen organiseerden op 16<br />

januari 2007 onder de titel 'Naar een nieuwe sociale investeringsagenda'. In de woorden<br />

van SER <strong>voor</strong>zitter Rinnooy Kan 'Als je wilt profiteren, moet je je blijven ontwikkelen. Dat<br />

geldt ook aan de top. Elke Nederlander moet tot aan het maximum van zijn kunnen<br />

worden opgeleid'. Het gaat om 'een leven lang leren'.<br />

En, wil ik eraan toevoegen, het gaat er <strong>voor</strong>al om dat mensen leren leren, dus dat zij<br />

leren hoe zij zichzelf kunnen blijven ontwikkelen. Dit leren betreft niet alleen de<br />

vaktechnische competenties maar ook en <strong>voor</strong>al persoonlijke en sociale competenties,<br />

waardoor iemand zichzelf kan redden, weerbaar wordt en blijft en goed toegerust een<br />

waardevolle bijdrage kan blijven leveren aan de verbanden waarvan hij deel uitmaakt. Ik<br />

doel hier op competenties zoals zelfmanagement (inderdaad management),<br />

samenwerking, conflictvaardigheid, onderhandelen, resultaatgerichtheid, klantgerichtheid<br />

en ondernemerschap.<br />

Dit geldt uiteraard ook <strong>voor</strong> branche-, beroeps- en andere verenigingen - en <strong>voor</strong> hun<br />

leden - die hun plaats en rol in de maatschappij willen behouden en eventueel<br />

uitbouwen. Daartoe zoeken zij eigen antwoorden op de uitdagingen waar<strong>voor</strong> zij zich<br />

gesteld zien en grijpen en ontwikkelen de kansen die zij krijgen. Het is daarom van groot<br />

belang dat verenigingen niet alleen optreden als belangenbehartiger <strong>voor</strong> hun leden maar<br />

dat zij ook serieus invulling geven aan hun rol als werkgever. Dit houdt in dat zij<br />

investeren in hun medewerkers, zodat de organisatie toekomstbestendig wordt. Coaching<br />

kan daarbij goede diensten bewijzen.<br />

83


Coaching is een van de meest onderschatte instrumenten op HRM gebied. Toegevoegd<br />

aan training kan coaching de effectiviteit daarvan enorm verhogen. Een trainer is erop<br />

gericht om 'het beste van wat hij weet' bij zijn cliënt naar binnen te brengen. De coach<br />

wil daarentegen 'het beste uit zijn cliënt' naar boven halen. Bij training krijgen alle<br />

cursisten in beginsel hetzelfde materiaal aangeboden. Coaching is <strong>voor</strong>al een individuele<br />

manier van leren, die gericht is op het boven water krijgen van (nog verborgen)<br />

kwaliteiten en op het opruimen van belemmeringen <strong>voor</strong> het werkelijk gebruik van die<br />

kwaliteiten.<br />

Coaching heeft nog een andere belangrijk kenmerk, dat bijdraagt aan de effectiviteit<br />

ervan. In coaching leert de cliënt werkelijk leren. Hij leert leren. Dit gaat aanzienlijk<br />

dieper dan het niveau van vaardigheden en handelen. Het commitment, dat in coaching<br />

wordt bereikt, wordt gekoppeld aan de doelen van de organisatie of afdeling (het wat) en<br />

aan de competenties (het hoe) die nodig zijn <strong>voor</strong> de functie.<br />

Personal coaching gaat over zingeving en resultaat in relatie tot het werk (hiertoe beperk<br />

ik me in dit verband). Reflectie op het eigen functioneren en op de eigen persoon is<br />

daarbij wezenlijk. Het gaat bij zingeving en resultaat dus ook over de bijdragen van de<br />

medewerkers en de leiding aan vernieuwing, overleving, succes en excellentie van de<br />

organisatie.<br />

Personal coaching heeft een aantal <strong>voor</strong>delen <strong>voor</strong> medewerker, leidinggevende en<br />

organisatie. Ik noem er enkele met betrekking tot de medewerker:<br />

heeft een beter gevoel van richting en focus;<br />

heeft meer zelfkennis (inclusief kennis van eigen emoties) en zelfbewustzijn;<br />

neemt meer verantwoordelijkheid <strong>voor</strong> zijn gedrag en <strong>voor</strong> de effecten ervan op<br />

anderen;<br />

heeft geleerd op een coachende manier met zichzelf om te gaan;<br />

kan beter omgaan met anderen (feedback in plaats van kritiek) en hen beïnvloeden;<br />

is sterker gemotiveerd;<br />

is creatiever;<br />

is veerkrachtiger;<br />

kan beter omgaan met veranderingen.<br />

84


31-7-2007<br />

Een 'designed alliance' tussen directeur<br />

en <strong>voor</strong>zitter<br />

Hoe coaching kan bijdragen aan een toekomstbestendig team van directeur en <strong>voor</strong>zitter<br />

De houdbaarheid van topmannen in het Europese is nog maar 5.7 jaar, aldus een<br />

onderzoek onder bestuurs<strong>voor</strong>zitters door adviesbureau Booz Allen Hamilton. Een op de<br />

twee bestuurs<strong>voor</strong>zitters van grote bedrijven haalt het einde van zijn contract niet. En<br />

een op de drie moet <strong>voor</strong>tijdig weg omdat hij niet genoeg presteert of ruzie heeft met de<br />

Raad van Commissarissen. Nog eens ruim een op de vijf ruimt het veld als gevolg van<br />

fusie of overname (NRC, 22 mei 2007).<br />

Bestuurs<strong>voor</strong>zitters worden tegenwoordig anders afgerekend dan <strong>voor</strong>heen, aldus de<br />

onderzoeker. Vroeger werden topmannen beoordeeld op basis van prestaties uit het<br />

verleden. Als je het goed had gedaan, zat je gebeiteld. Nu word je beoordeeld op basis<br />

van verwachtingen <strong>voor</strong> de toekomst: 'Ben jij de juiste man om een nieuwe strategie<br />

vorm te geven en uit te voeren? En ben je in staat om op korte termijn prestaties te<br />

laten zien?'<br />

Maar verenigingsland is geen vennootschapsland. Ook al komt bij verenigingen (inclusief<br />

federaties) het dualisme tussen Bestuur (<strong>voor</strong>heen de directeur) en Raad van Toezicht<br />

(<strong>voor</strong>heen bestuur) vaker <strong>voor</strong>. Op dit gebied is het er nog erg rustig en hoeven weinig<br />

directeuren <strong>voor</strong> hun leven te vrezen, ook al wordt ook daar de toekomst steeds<br />

belangrijker en soms ook urgenter.<br />

Al zit de directeur <strong>voor</strong>lopig nog stevig op rozen en is de functie van <strong>voor</strong>zitter van de<br />

vereniging nog op basis van vrijwilligheid, toch verdient het aanbeveling om een stevig<br />

team te vormen en ferm en doelbewust samen op te trekken. Want de toekomst van<br />

beroeps-, branche- en andere verenigingen is geenszins vanzelfsprekend. Er is werk aan<br />

de winkel, bij <strong>voor</strong>beeld in de vorm van scenario ontwikkeling.<br />

Het gebeurt zelden dat directeur en <strong>voor</strong>zitter tegelijkertijd aantreden. Meestal is een<br />

van hen al in functie. In alle gevallen is het wennen: aan elkaar als mens, aan elkaars<br />

waarden en normen, communicatie- en werkstijlen, aan taakopvattingen. Het is hun<br />

gezamenlijke opdracht om de vereniging te dienen en haar te leiden naar succes.<br />

Daar<strong>voor</strong> is goede samenwerking nodig. Deze ontstaat vaak niet vanzelf.<br />

Voorzitter en directeur zijn op vier manieren aan elkaar verbonden en van belang <strong>voor</strong><br />

elkaar:<br />

Zij hebben een formele relatie, als werkgever en werknemer.<br />

Zij hebben een formele relatie, conform de statuten, als <strong>voor</strong>zitter en directeur.<br />

Zij zijn partners, trekken samen de kar, zijn samen verantwoordelijk <strong>voor</strong> de<br />

vereniging, ieder <strong>voor</strong> zijn eigen domein.<br />

Zij zijn mensen die in hun werk de bevrediging van belangrijke behoeften nastreven.<br />

Directeur en <strong>voor</strong>zitter - ik bedoel hier ook steeds de situatie waarin de directeur<br />

<strong>voor</strong>zitter is van de Raad van Bestuur en de <strong>voor</strong>zitter de hoofdspeler is van de Raad van<br />

85


Toezicht - dienen de waarde van samenwerking en de heilzame effecten ervan, <strong>voor</strong><br />

beide spelers en <strong>voor</strong> bestuur en bureau, te onderkennen en bewust na te streven. Hun<br />

verantwoordelijkheid strekt zich ook uit tot hun onderlinge communicatie. De kwaliteit<br />

hiervan is van invloed op hun arbeidsvoldoening, motivatie en prestatie en daarmee op<br />

het succes van hun vereniging.<br />

De relatie van ieder duo <strong>voor</strong>zitter-directeur is maatwerk. Idealiter maken zij een<br />

'designed alliance': zij spreken samen af wie en wat zij <strong>voor</strong> elkaar moeten en willen<br />

betekenen om zoveel mogelijk uit hun samenwerkingsrelatie te halen. De praktijk laat<br />

vaak een ander beeld zien. In een artikel in het blad VM/Verenigingsmanagement (april<br />

2007, Casus met Coach, pag. 54-57; zie www.vm-online.nl) geef ik hiervan een<br />

<strong>voor</strong>beeld. Een verenigingsdirecteur krijgt na twee jaar een nieuwe <strong>voor</strong>zitter 'boven<br />

zich'. De directeur begint zich na verloop van tijd te ergeren aan bepaald gedrag van zijn<br />

<strong>voor</strong>zitter. Maar hij doet er niets mee, iemand op zijn gedrag aanspreken vindt hij<br />

moeilijk, gaat hij uit de weg. Hij is bang <strong>voor</strong> conflicten.<br />

Deze directeur weet dat conflictontwijking geen effectief gedrag is en toch stelt hij het<br />

maken van een afspraak met zijn baas, over dit onderwerp, steeds uit. Hij gaat zich<br />

allengs ongelukkiger voelen. Zijn eigen werk en de samenwerking met zijn baas hebben<br />

eronder te lijden. <strong>Van</strong> Chris Argyris is de stelling dat het probleem niet is dat mensen<br />

niet weten wat zij moeten doen maar dat zij niet doen wat zij weten! Dat geldt ook <strong>voor</strong><br />

de directeur in deze casus.<br />

Hij kent het onderscheid tussen 'beleden strategie' en 'gehanteerde strategie'. Vaak<br />

bestaat tussen beide een discrepantie. Om dit gat te dichten is bij onze directeur een<br />

ingrijpende verandering nodig. Dat moet hij zelf doen, maar hij kan het niet alleen. Op<br />

advies van een vriend bezoekt hij een personal coach. Immers, als leden van raden van<br />

bestuur en bewindspersonen zich door zo'n professional laten bijstaan, waarom hij dan<br />

niet?<br />

Zo gezegd, zo gedaan. In enkele gesprekken met zijn coach vervangt onze directeur zijn<br />

aanvankelijke vraag 'Hoe kan ik minder last hebben van het hinderlijke gedrag van mijn<br />

baas' door de vraag 'Hoe kan ik bevorderen dat mijn baas...' Aan de hand van een<br />

huiswerkopdracht gaat de directeur uitzoeken hoe hij zich in de betreffende situatie kan<br />

gedragen op een manier die wel effectief is. Hij ziet wat hem te doen staat maar weet<br />

nog niet hoe het te doen, in casu hoe een gesprek met zijn baas over diens gedrag, waar<br />

hij vreselijk tegen op ziet, aan te pakken.<br />

De coach richt zich <strong>voor</strong>al op de weerstand van de directeur; deze zorgt er immers <strong>voor</strong><br />

dat het verschil tussen beleden en gehanteerde strategie in stand blijft. Het gaat hierbij<br />

om vragen als:<br />

Waarom doe ik iets anders dan dat ik weet dat ik zou moeten doen?<br />

Wat levert het me op om op deze manier mijn vragen en problemen in stand te<br />

houden?<br />

Wat is de zin of het nut hiervan?<br />

Waar ben ik bang <strong>voor</strong>?<br />

Wat weerhoudt me om te doen wat ik weet dat ik moet doen?<br />

Wat heb ik nodig om het gat tussen weten en handelen te verkleinen?<br />

Wat kan ik daar<strong>voor</strong> doen?<br />

86


De weerstand van onze directeur heeft te maken met zijn sterke behoefte aan een<br />

harmonieuze en blijvende samenwerkingsrelatie. Hij is bang <strong>voor</strong> conflicten. Zijn<br />

aanname is dat het gedrag van zijn baas onveranderbaar is, dat feedback geven dus<br />

geen zin heeft en bovendien kan leiden tot conflicten en daarmee wellicht tot het einde<br />

van de samenwerkingsrelatie. Herkenning van deze trits factoren als basis <strong>voor</strong> nieteffectief<br />

gedrag is cruciaal.<br />

Onze directeur beseft dat hij dit niet-effectieve gedrag <strong>voor</strong>al laat zien in vrijwel alle<br />

situaties met de volgende twee kenmerken:<br />

Er zijn personen in aanwezig, die belangrijk <strong>voor</strong> hem zijn.<br />

Er wordt van hem confronterend gedrag gevraagd.<br />

De coachrelatie biedt hem een veilige context om te oefenen met het gewenste gedrag.<br />

Door zijn weerstand niet te bestrijden maar te aanvaarden krijgt hij de sleutels in handen<br />

<strong>voor</strong> echte verandering. En passant reflecteren coach en directeur ook nog over het<br />

waarom van het gedrag van de <strong>voor</strong>zitter. Deze reflectie levert enkele interessante<br />

invalshoeken op. Onze directeur neemt zijn verantwoordelijkheid en verzoekt zijn baas<br />

om een gesprek. Omdat inzicht op zich nog niet leidt tot verandering van gedrag, oefent<br />

hij dit gesprek met zijn coach. Een ideale leersituatie.<br />

Tijdens het gesprek met zijn baas zegt onze directeur op respectvolle wijze wat hem<br />

hindert aan diens gedrag, hoe hij daar zelf mee omgaat en hoe hij dat graag op een<br />

andere wijze wil gaan doen, in het belang van de kwaliteit van beider samenwerking en<br />

in het belang van de vereniging. Uiteraard nodigt hij zijn baas uit om op zijn beurt te<br />

zeggen wat hij ten opzichte van zijn directeur op zijn hart heeft. De <strong>voor</strong>zitter reageert<br />

positief en opgelucht. Ook hij blijkt ermee te zitten dat het tussen hen niet zo goed loopt.<br />

Zij spreken af om <strong>voor</strong>taan elk bilateraal overleg te besluiten met een evaluatie van de<br />

samenwerking in de <strong>voor</strong>bije weken en tijdens het overleg. Met dit gesprek hebben<br />

beiden geïnvesteerd in hun relatie als <strong>voor</strong>zitter-directeur, als partners in de<br />

samenwerking die samen de kar trekken en als mensen. Zij zullen elkaar ondersteunen<br />

in hun streven naar effectief gedrag. Daar nemen zij beiden verantwoordelijkheid <strong>voor</strong>.<br />

Wat kan hun vereniging zich nog meer wensen?<br />

87


Coaching: elke dag luisterdag<br />

De coach als luistermens: wat aandacht krijgt groeit<br />

25-9-2007<br />

Net als de meeste mensen heb ik twee oren en een mond. Dat wil niet<br />

zeggen dat ik daarom minder praat dan dat ik luister. Dat geldt ook <strong>voor</strong><br />

leden en <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> kaderleden en bestuurders van verenigingen. Die<br />

houden van praten, overtuigen en overreden. Luisteren is een schaars<br />

aanwezige sociale vaardigheid.<br />

Luisteren is een keuze. Ik houd van luisteren. Ik heb het geleerd en ben er nog niet op<br />

uitgeleerd. Want luisteren kan veel opleveren. Een <strong>voor</strong>beeld: Zondag 2 september was<br />

het De Nationale Luisterdag, althans wat Radio 4 betreft, klassieke muziek dus. Heerlijk.<br />

De muziek werd echt luister bijgezet. In deze sfeer zijn talloze <strong>voor</strong>beelden te noemen.<br />

Het wordt al wat anders als het gaat om het luisteren van en naar mensen. Mensen die<br />

geboren en getogen zijn in het Noorse Bergen - een van hen is een goede vriend van me<br />

- praten heel erg veel, van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Ze maken er zelf<br />

grappen over zoals: Weet je waarom mensen uit Bergen niet onder water kunnen<br />

zwemmen? Geestig, deze zelfspot.<br />

Veel praten belemmert volgens mij goed luisteren. Wie veel praat stelt als regel amper<br />

vragen, wacht het antwoord niet af of neemt het gesprek meteen over en mist<br />

ontegenzeggelijk veel informatie. Dat is van belang als het gesprek een doel heeft of<br />

plaats vindt in het kader van een vriendschappelijke relatie. Soms lijkt het erop dat<br />

mensen vertrekken vanuit de gedachte dat er toch niemand naar hen luistert en dat zij<br />

dus maar beter meteen zelf aan het praten kunnen gaan.<br />

Als ik toevallig in het gezelschap ben van iemand die <strong>voor</strong>tdurend praat, amper een<br />

vraag stelt en mij niet uitnodigt om verbinding te maken, dan haak ik af. Eerst mentaal,<br />

daarna fysiek. Daar is mijn leeftijd te kostbaar <strong>voor</strong>. Mensen naar wie wordt geluisterd,<br />

voelen zich gekend en begrepen. Zij voelen zich veiliger, zekerder en ontwikkelen<br />

daarmee vertrouwen. Wat aandacht krijgt groeit is een mooi motto <strong>voor</strong> de luistermens.<br />

Luisteren kunnen we allemaal, het is een vaardigheid die ook te leren is. En natuurlijk<br />

zijn er mensen die geboren luisteraars zijn, echte luister-talenten. Luisteren is, anders<br />

dan u misschien denkt, absoluut geen passieve bezigheid. Integendeel, luisteren is actief,<br />

is interactie. Actief luisteren houdt, aldus Laura Whitworth c.s. in hun boek Co-actief<br />

Coachen. Nieuwe vaardigheden <strong>voor</strong> professioneel en zakelijk coachen (2004, pag. 49)<br />

in:<br />

Verduidelijken wat de ander zegt.<br />

Signaleren van lichaamstaal.<br />

Opvangen van de gevoelens achter de woorden.<br />

Alert zijn op de context van het gesprek.<br />

Coaches kunnen doorgaans van nature al aardig goed luisteren. Bovendien hebben zij<br />

deze vaardigheid nog extra ontwikkeld via opleiding en training. Luisteren is het<br />

88


uitgangspunt van coaching, het is als het ware de poort waar alle coaching doorheen<br />

gaat.<br />

Actief luisteren, dat is een kernvaardigheid van de coach. Het gaat aan de ene kant om<br />

het met alle zintuigen opnemen van informatie (woorden, emoties, lichaamstaal, de<br />

omgeving) en anderzijds de impact van die informatie: wat doen we met de informatie<br />

die we ontvangen. Bij het luisteren van de coach gaat het dus om aandacht en impact. Ik<br />

verwijs hier naar boven genoemd boek.<br />

Het luistermodel van Whitworth c.s. onderscheidt drie luisterniveaus:<br />

1. Innerlijk luisteren. U luistert naar de woorden van de ander maar concentreert zich<br />

<strong>voor</strong>al op wat ze <strong>voor</strong> u betekenen. Het gaat om uw gedachten, oordeel, gevoelens<br />

en conclusies over uzelf en anderen. U voert een gesprek in uzelf en wilt van daaruit<br />

meer informatie van buiten. U verzamelt informatie om uw eigen behoeften te<br />

bevredigen. Denk aan allerlei vragen die bij u opkomen als u aankomt in de<br />

vertrekhal van een vliegveld of in een restaurant. Dit niveau verschaft u informatie<br />

over uzelf en over wat er om u heen gebeurt. U zoekt dingen uit en wilt ze begrijpen.<br />

Als u cliënt bent in coaching, dan luistert u op dit niveau. Dat wordt ook van u<br />

verwacht omdat het <strong>voor</strong> u van belang is om te kijken naar uzelf en uw leven:<br />

verwerken, nadenken en begrijpen.<br />

2. Gericht luisteren. Dit is het niveau van de coach, hij concentreert zich namelijk<br />

helemaal op u, zijn cliënt. Het is ook het niveau van mensen die heel erg in elkaar<br />

opgaan, bij <strong>voor</strong>beeld geliefden. U ziet hen <strong>voor</strong> u. Aandacht en impact draaien om<br />

hen zelf. Zo niet bij de coach, hij is met zijn bewustzijn volledig bij zijn cliënt. Hij<br />

kaatst, als een perfecte spiegel, de energie en informatie van de cliënt terug, zodat<br />

deze de impact van het luisteren voelt. Dit niveau, waarop de meeste coaching plaats<br />

vindt, is 'het niveau van empathie, creativiteit, verduidelijking, samenwerking en<br />

innovatie. Er is sprake van een rechtstreeks kanaal tussen coach en cliënt. Op dit<br />

niveau hebben coaches zichzelf, hun agenda, hun gedachten en hun meningen<br />

uitgeschakeld.' (pag. 51). De coach luistert als het ware twee keer naar de cliënt:<br />

eerst naar diens aanvankelijke woorden en vervolgens naar zijn reactie op de respons<br />

van de coach.<br />

3. Universeel luisteren. Dit is een 360 graden luisteren, het omvat alles wat u kunt<br />

waarnemen met al uw zintuigen. Dit niveau omvat de actie, het gebrek aan actie en<br />

de interactie. Niveau twee is te vergelijken met een permanente radioverbinding<br />

tussen twee mensen. Niveau drie is een radioveld: de radiogolven zijn onzichtbaar,<br />

maar toch kunnen we erop vertrouwen dat ze bestaan, omdat we muziek horen<br />

komen uit de radio. Onze antenne pikt de golven op en zet ze, als we de ontvanger er<br />

goed op afstemmen, om in bruikbare informatie. Hulde aan Marconi zodat deze<br />

metafoor mogelijk is. Als u luistert op dit niveau hebt u als <strong>voor</strong>deel dat u beter<br />

toegang hebt tot uw intuïtie, dus tot extra informatie. Luisteren wordt hier ook wel<br />

'omgevingsluisteren' genoemd (pag. 53). De coach registreert bij zijn cliënt diens<br />

temperatuur, energieniveau, hoeveelheid licht, zowel in letterlijke als in figuurlijke<br />

zin. Hij stelt, vertrouwend op zijn zintuigen, daarover vragen aan de cliënt. Stand-up<br />

comedians, musici, acteurs, cursusleiders, zij allen hebben het vermogen om op<br />

niveau drie te luisteren en te voelen hoe een publiek verandert in reactie op wat zij<br />

doen.<br />

Luisteren is het Alpha en Omega van coaching. Het succes van coaching staat of valt<br />

hiermee. De coach luistert naar de cliënt, met diens agenda, diens coachvraag in zijn<br />

achterhoofd. Hij is alert op signalen van <strong>voor</strong>tgang, weerstand en turbulentie. Hij switcht<br />

89


<strong>voor</strong>tdurend tussen de niveaus twee en drie. In en als gevolg van zijn luisteren (impact)<br />

maakt de coach keuzes met betrekking tot richting en focus van de coaching. Daar<strong>voor</strong><br />

gebruikt hij zijn coachingvaardigheden.<br />

In dit artikel wilde ik benadrukken hoe belangrijk luisteren is en welke niveaus er zijn.<br />

Wij allen willen gezien, gehoord, begrepen en erkend worden, aandacht ontvangen. Daar<br />

groeien we van. In personal coaching staat de cliënt centraal. Daar ontvangt hij waar hij<br />

naar hunkert en wat in de buitenwereld een steeds schaarser goed wordt: aandacht,<br />

oprechte, belangeloze aandacht <strong>voor</strong> de ander.<br />

90


21-11-2007<br />

Coaching en mediation als middelen om<br />

vertrouwen te herstellen<br />

Hoe een nieuwe chronische ziekte, afnemend vertrouwen, epidemische vormen<br />

aanneemt en werk schept <strong>voor</strong> coaches en mediators<br />

Dagelijks worden nieuwe verenigingen opgericht. Volgens het AD van dinsdag 13<br />

november jl. wordt er dezer dagen een vereniging opgericht van gedupeerde christelijke<br />

beleggers. Tientallen gelovigen blijken miljoenen te zijn kwijtgeraakt aan<br />

nepbeleggingen. En het begon nog wel zo mooi met vrijwilligerswerk van een Nederlands<br />

echtpaar op een prachtig landgoed in de Franse bergen, pal tegen de Zwitserse grens.<br />

Daar kunnen hulpverleners uit de oorlogsgebieden verlost worden van hun trauma's. De<br />

instelling wordt geleid door een Nederlandse christen, ex-fysiotherapeut, die daar in de<br />

jaren '80 is neergestreken.<br />

Tijdens zijn vrijwilligerswerk hoort het echtpaar van een superaanbieding: investeren in<br />

een belegging die jaarlijks 30% rente zal opleveren. De ene helft daarvan gaat naar de<br />

investeerders, de andere naar een goed doel. De rest van het verhaal - één grote ellende<br />

met een nieuwe vereniging als <strong>voor</strong>lopig hoogtepunt - laat ik hier achterwege. Waar het<br />

om gaat is dat eerst vertrouwen is gewekt; dat dit vervolgens werd waar gemaakt, want<br />

er werd inderdaad rente uitgekeerd; dat dit via rondvertellen is verspreid en dat dit<br />

vervolgens ernstig werd beschaamd en plaats maakte <strong>voor</strong> diep wantrouwen.<br />

Vorige week was het de Week van de Chronisch Zieken. Er zijn veel chronische ziekten<br />

waaraan een mens kan lijden. Wetenschap, industrie, goede doelen organisaties en dus<br />

ook vele vrijwilligers zetten zich dagelijks in om dit lijden te verlichten en om, op termijn,<br />

de ziekte mogelijk uit te bannen. Over deze soort ziekten wil ik het hier niet hebben. Wel<br />

over een andere, maatschappelijke ziekte: afnemend vertrouwen, toenemend<br />

wantrouwen en de betekenis daarvan <strong>voor</strong> mens en samenleving.<br />

Enkele maanden geleden, tijdens het ASAE congres in Chicago woonde<br />

ik een keynote lecture bij van Stephen M.R. Covey, de zoon van Stephen<br />

R. Covey, de Covey dus, die toppers schreef met titels als De zeven<br />

eigenschappen van effectief leiderschap; De 8ste eigenschap, <strong>Van</strong><br />

effectiviteit naar inspiratie; Prioriteiten, Effectieve keuzes in leven en<br />

werk. Het verhaal van de zoon ging over The Speed of Trust, The One<br />

Thing That Changes Everything, wat ook de titel van het boek is dat hij schreef (Free<br />

Press, 2007). Ik vond het een boeiend verhaal en het boek heb ik van A tot Z gelezen. Ik<br />

vind het een rijk en inspirerend boek, mooi schematisch en gelardeerd met talrijke<br />

citaten en <strong>voor</strong>beelden, ook uit eigen gezin (zie ook mijn artikel 'Vertrouwen op je<br />

werkplek. I TRUST U – een charmante gids om op je werk mee te werken aan<br />

vertrouwen').<br />

De laatste maanden kan ik geen kranten of tijdschriften meer lezen zonder dat mijn<br />

aandacht onmiddellijk wordt getrokken door berichten over leugen en misleiding, list en<br />

bedrog, oplichting, valsheid in geschrifte, malversaties, misbruik, fraude, corruptie,<br />

diefstal, ontrouw, overspel of hoe het gewraakte gedrag ook moge heten, kortom<br />

geschaad vertrouwen, wantrouwen. Ik kom royaal aan mijn trekken, het is<br />

91


on<strong>voor</strong>stelbaar. Geen enkel maatschappelijk domein blijft er van gevrijwaard, zo lijkt het<br />

wel, of het nu gaat om de financiële markten, het bedrijfsleven, overheden, de sport, de<br />

goede doelen, of gezins- en andere privé relaties. Het fenomeen vreet zich als een<br />

kanker door alle lichamen van het maatschappelijk systeem. Het Magazine van het<br />

Amsterdams Medisch Centrum AMC wijdt er zelfs een hele serie artikelen aan,<br />

geschreven door wetenschappers en publicisten, onder het hoofd Vertrouwenscrisis.<br />

De inleidende tekst van deze serie luidt: 'Als vertrouwen het sociaal kapitaal van een<br />

samenleving is, wordt het Nederlands vermogen serieus bedreigd. Op tal van<br />

maatschappelijke terreinen lijkt het vertrouwen weg te sijpelen. Andere segmenten en<br />

mechanismen - marktwerking, individualisering, schaalvergroting - mogen zich juist<br />

verheugen in een overmatig vertrouwen, dat vaak niet minder schadelijk uitpakt'. En,<br />

ongetwijfeld niet toevallig, verzorgde David A. Shore, verbonden aan Harvard School of<br />

Public Health en samensteller van het boek The Trust Crisis in Health Care: Causes,<br />

Consequences and Cures (Oxford University Press 2007) in datzelfde AMC Magazine een<br />

indrukwekkend optreden. Kortom, trust is red-hot!<br />

Vertrouwen is een van de krachtigste vormen van motivatie en inspiratie. Mensen willen<br />

worden vertrouwd. Zij reageren op vertrouwen in hen. Zij gedijen als zij weten dat de<br />

ander (hun chef, collega, partner, ouder bij <strong>voor</strong>beeld) vertrouwen in hen stelt. Neem<br />

eens een persoon in gedachten met wie u een 'high trust relationship' hebt. Beschrijf<br />

deze relatie. In de woorden van Covey: 'What is it like? How does it feel? How well do<br />

you communicate? How quickly can you get things done? How much do you enjoy this<br />

relationship? '<br />

En denk nu aan iemand met wie u een 'low trust relationship' hebt. Stel u zelf de zelfde<br />

vragen. Plus: 'Does it flow quickly and freely...or do you feel like you're constantly<br />

walking on land mines and being misunderstood? Do you work together to get things<br />

done quickly...or does it take a disproportionate amount of time and energy to finally<br />

reach agreement and execution? Do you enjoy this relationship...or do you find it<br />

tedious, cumbersome, and draining?' Het verschil tussen beide typen relatie is voelbaar.<br />

Neem het <strong>voor</strong>beeld dat u iets verkeerds zegt of u niet goed uitdrukt. In een grootvertrouwen-relatie<br />

zal de ander toch begrijpen wat u bedoelt of ernaar vragen. In de<br />

andere relatie is het op uw tenen lopen en zal vrijwel alles verkeerd worden uitgelegd.<br />

Partijen, die financiële, emotionele of andere schade lijden als gevolg van ernstig<br />

geschonden vertrouwen zijn als gevolg daarvan vaak de wanhoop nabij. Zij worstelen<br />

met het dilemma hoe de draad van hun leven weer op te pakken enerzijds en af te<br />

rekenen met de ander anderzijds. Beide behoeften zijn legitiem en beide vragen veel<br />

energie, tijd, creativiteit en nog veel meer, <strong>voor</strong>al als beide partijen (bij <strong>voor</strong>beeld na<br />

echtscheiding) met elkaar te maken zullen hebben en, bij <strong>voor</strong>keur, samen nog goed<br />

door de befaamde ene deur willen kunnen (in het belang van de kinderen bij <strong>voor</strong>beeld).<br />

Vormen van coaching en ook mediation kunnen een grote steun bieden bij de klim uit het<br />

dal.<br />

Zonder vertrouwen geen succes. Covey onderscheidt vijf gebieden, niveaus ofwel<br />

contexten waarin vertrouwen een grote rol speelt, door hem <strong>voor</strong>gesteld als de '5 Waves<br />

of Trust' (pag. 33 en verder), verwijzend naar de metafoor van de steen in het water die<br />

rimpeling en concentrische cirkels veroorzaakt. De vijf waves zijn:<br />

1. Zelfvertrouwen. Het gaat hierbij enerzijds om het vertrouwen (confidence) dat we in<br />

onszelf hebben en anderzijds om ons vermogen om anderen ertoe te brengen<br />

92


vertrouwen te stellen in ons. Bij zelfvertrouwen gaat het om ons vermogen doelen te<br />

stellen en te bereiken, ons te houden aan commitments, to walk our talk. We willen<br />

vertrouwenswaard zijn <strong>voor</strong> zowel onszelf als <strong>voor</strong> anderen. Het onderliggende<br />

principe is geloofwaardigheid. Covey onderscheidt hier de '4 Cores of Credibility'.<br />

2. Relationeel vertrouwen. Hoe beginnen en voeden we 'trust accounts' met anderen?<br />

Het onderliggende principe is is hier 'consistent behavior'. Het gaat hier om '13 key<br />

behaviors'. Deze gedragingen zijn leerbaar en kunnen worden toegepast door<br />

iedereen op elk niveau binnen elke organisatie.<br />

3. Organisatie-vertrouwen. Hoe kunnen leiders zorgen dat er in hun organisatie, welke<br />

dan ook, vertrouwen ontstaat, blijft en groeit? Wie heeft geen ervaring met het<br />

dramatische verschil in omgang met collega's of leidinggevenden die je wel<br />

respectievelijk niet kunt vertrouwen?! Het onderliggende principe is hier alignment.<br />

Dit helpt de leider om structuren, systemen en symbolen van organisatie-vertrouwen<br />

te creëren, die vele van de zeer schadelijke en kostbare gedragingen doen<br />

afnemen en andere, positieve, juist bevorderen. Covey spreekt hier van<br />

organizational trust taxes en -trust dividends.<br />

4. Markt vertrouwen. Het belang van vertrouwen is hier evident. Reputatie is het<br />

onderliggende principe. Denk aan de merknaam van je bedrijf, deze weerspiegelt het<br />

vertrouwen dat klanten, investeerders en andere marktpartijen in het bedrijf hebben.<br />

Hetzelfde geldt <strong>voor</strong> jezelf als persoon, je personal brand. De invloed van brands op<br />

gedrag en loyaliteit van klanten is erg groot.<br />

5. Maatschappelijk vertrouwen. Het gaat hier om waardecreatie <strong>voor</strong> anderen en <strong>voor</strong> de<br />

samenleving in het algemeen. Het onderliggende principe is hier contribution. We<br />

leveren een bijdrage, 'geven terug' en daarmee leveren we een tegenwicht tegen<br />

achterdocht, cynisme en overgeleverde low-trust taxes in onze maatschappij.<br />

Bovendien inspireren we zo anderen om ook een steentje bij te dragen.<br />

Zoals ik bij implicatie al zei, we zijn wat betreft vertrouwen op een hellend vlak.<br />

Tegenkrachten zijn nodig. Geschaad zelfvertrouwen en geschaad vertrouwen in anderen<br />

hangen nauw samen. Vertrouwen kan worden opgebouwd, groeien en ook, als het een<br />

flinke knauw heeft gekregen, worden hersteld. Dat is niet eenvoudig maar niet<br />

onmogelijk. Personal coaching, conflict coaching en mediation kunnen hier waardevolle<br />

bijdragen leveren. Covey's '4 Cores' en zijn '13 key behaviors' bieden hier<strong>voor</strong> mooie<br />

aanknopingspunten.<br />

93


Deze directeur moet weg!<br />

Waarop te letten bij bemiddeling<br />

11-11-2006<br />

In alle verenigingen komen conflicten <strong>voor</strong>, bij <strong>voor</strong>beeld tussen onderdelen van de<br />

vereniging onderling of tussen een verenigingsonderdeel en het bureau respectievelijk<br />

zijn directeur. Nemen we het laatste geval. Er kan een moment komen dat de relatie<br />

tussen beide zozeer is verslechterd, dat een buitenstaander, een derde partij zich ermee<br />

moet gaan bemoeien. Dat kan en zal vaak de <strong>voor</strong>zitter zijn. Waar dient hij of zij zoal<br />

aan te denken om niet in zeven valkuilen tegelijk te stappen? Daar gaat dit artikel over.<br />

Eerst een <strong>voor</strong>beeld hoe het niet moet.<br />

Een parochie binnen de katholieke kerk is met een beetje goede wil te beschouwen als<br />

een vereniging: er zijn leden (de kerkgangers), er zijn vrijwilligers en er is een betaalde<br />

baas, een directeur, de pastoor. Deze pastoor is een zetbaas met een gelaagde<br />

hiërarchische lijn naar het Vaticaan en het Opperwezen. Zijn <strong>voor</strong>zitter is de bisschop, de<br />

baas van het bisdom waaronder de pastoor met zijn parochie ressorteert.<br />

Er is minstens een parochie in ons land waarmee het evident niet goed gaat. Dat is de<br />

parochie Sint Jan-Maria in Waalwijk. In oktober 2005 werd daar Karel van Roosmalen<br />

benoemd tot pastoor. Hij was de opvolger van Martin van Zutphen. Deze was<br />

buitengewoon geliefd, zijn opvolger heeft zich daarentegen vanaf dag een volstrekt<br />

onmogelijk gemaakt. Aldus de parochianen op een door bisschop Hurkmans van Den<br />

Bosch belegde bemiddelingsavond. De parochianen maken zich zorgen: de sfeer is enorm<br />

verslechterd, kerkgangers blijven weg (van 300 naar amper 150), het aantal vrijwilligers<br />

is meer dan gehalveerd (van 200 naar 80), de 'directeur' zegt zich van geen kwaad<br />

bewust te zijn en alleen maar God en de kerk te hebben gediend.<br />

Hoe heeft deze 'directeur' de leegloop van zijn club binnen een jaar <strong>voor</strong> elkaar<br />

gekregen? De 'leden', die aanwezig waren op deze bemiddelingsavond, de eerste van<br />

drie, noemen de volgende punten van kritiek:<br />

Hij gedraagt zich als een dictator. Hij alleen weet wat goed is, er is geen enkel<br />

overleg mogelijk.<br />

Hij toont geen enkele betrokkenheid met zijn mensen. Hij toont geen enkele<br />

belangstelling <strong>voor</strong> hun gezondheid (zie ook volgende punt). Hij zegt een herder te<br />

willen zijn, maar dat is hij niet. Zijn schaapjes lopen weg en hij doet niets om ze<br />

terug te halen.<br />

Hij stelt tradities boven mensen, zo bleek uit zijn reactie op de vraag van een<br />

parochiaan om wat minder wierook te gebruiken tijdens de mis omdat zijn<br />

ongeneeslijk zieke vrouw daar slecht tegen kan.<br />

Hij laat zich laatdunkend uit over zijn <strong>voor</strong>ganger. Deze heeft te veel gedoogd en<br />

daardoor de parochie in een chaos gestort.<br />

Hij zet vrijwilligers buitenspel of bejegent hen zo dat zij zelf opstappen.<br />

In een conflict vieren emoties hoogtij. In een bemiddelingsgesprek geven de leden er alle<br />

ruimte aan. Hun verwachtingen zijn hoog gespannen. Eindelijk worden ze gehoord en<br />

kan er hoop gloren op verandering en verlossing. Dus ligt er een grote<br />

verantwoordelijkheid bij de bemiddelaar, in dit geval de baas van de directeur, de<br />

94


<strong>voor</strong>zitter van het bisdom. Nadat alle klachten waren gespuid en telkens met hard<br />

applaus werden onderstreept nam de <strong>voor</strong>zitter het woord. Hij maakte het er niet beter<br />

op door zijn directeur te verdedigen, 'he stood by his man'! 'Ik zie dat de kloof tussen<br />

parochianen en pastoor steeds groter wordt, maar hij heeft ook zijn kwaliteiten. In zijn<br />

vorige parochie zouden ze hem graag terug willen hebben'. De aanwezigen vonden dit<br />

schandalig, ze verzochten de <strong>voor</strong>zitter om hem dan ook maar meteen terug te sturen.<br />

De <strong>voor</strong>zitter vond dit geen optie. 'De kloof kan volgens hem alleen via de christelijke<br />

weg worden verkleind. Dat zal tijd nodig hebben'. Desgevraagd gaf de directeur aan dat<br />

hij absoluut geen excuses zal maken. "Dat zou betekenen dat ik iets fout heb gedaan en<br />

dat is niet zo. Ik heb steeds God en de kerk gediend'.<br />

De directeur, de spil in het conflict, kreeg van zijn <strong>voor</strong>zitter nog even het woord en<br />

maakte daar een escalerend gebruik van door te zeggen: 'We moeten ons hart openen<br />

<strong>voor</strong> God. Dan voel je de steun om te overleven'. Deze escalerende duit in de<br />

communicatiezak was net wat de aanwezigen nog nodig hadden als stichtelijke<br />

uitsmijter. Het publiek werd rumoerig en cynisch. De laatste woorden van een van de<br />

leden waren: 'Ik hoopte dat de pastoor vanavond iets gehoord zou hebben dat hem<br />

raakte. Maar hij houdt een preek over liefde <strong>voor</strong> de Heer en hij geeft geen enkel<br />

antwoord op onze kritiek. Deze man kan niet communiceren'.<br />

De directeur moet vertrekken, aldus aanvoerder Pieter de Cock van het actiecomité. Dit<br />

roept de leden op om hun kerkbijdrage stop te zetten en zo de <strong>voor</strong>zitter onder druk te<br />

zetten. Inderdaad, macht van boven lokt tegenmacht van onder uit. Een conflict als dit<br />

stimuleert enorm de betrokkenheid van de leden, zij vechten <strong>voor</strong> hun club en voelen<br />

zich daarin niet serieus genomen en begrepen. Dus gaan zij ook het escalatiepad op,<br />

chantage van de <strong>voor</strong>zitter via een contributiestaking.<br />

Hoe had het nu anders en beter gekund? Ik geef wat suggesties.<br />

Maak kristalhelder wat het doel van de bijeenkomst is, een kwestie van 'management<br />

of expectations'. De termen bemiddeling, hoorzitting, informatieavond enz. roepen<br />

elk heel verschillende verwachtingen op.<br />

Organiseer geen bijeenkomsten als deze, waarbij het gaat om een conflict tussen<br />

twee partijen van respectievelijk een en 300 personen. Dit kan volksgerichtachtige<br />

situaties oproepen.<br />

Zet als <strong>voor</strong>zitter niet de directeur - 'een kleine man in het zwart, stoïcijns kijkt hij<br />

<strong>voor</strong> zich uit, de armen over elkaar' (allemaal informatieve lichaamstaal) - naast je.<br />

Dat trekt meteen de onpartijdigheid of liever de meerzijdige partijdigheid van de<br />

<strong>voor</strong>zitter in twijfel.<br />

Beleg een bijeenkomst zonder de directeur erbij.<br />

Stoom afblazen en erkenning geven aan emoties zijn van essentieel belang <strong>voor</strong> wie<br />

een conflict wil oplossen. Bied de klagers dus royaal de mogelijkheid om in<br />

<strong>voor</strong>gesprekken in kleine kring uiting te geven aan hun grieven.<br />

Neem als <strong>voor</strong>zitter van de vereniging geen bemiddelingsrol op je. Doe het zeker niet<br />

op deze manier. Houd je handen vrij <strong>voor</strong> een later moment. Schuw dan geen<br />

'moeilijke' besluiten. Het is immers niet ondenkbeeldig dat een directeur als deze<br />

doorgaat met niet-thuis te geven.<br />

Besteed aandacht aan de halsstarrige directeur en zoek uit wat maakt dat hij doet<br />

zoals hij doet. Mogelijk heeft hij hulp of begeleiding nodig van een personal coach of<br />

psychotherapeut. Zijn credo 'Ik dien God en de kerk' kan en mag in deze tijd geen<br />

legitimering zijn van kennelijk respectloze omgang met zijn medemensen, zijn leden.<br />

95


Besteed de leiding van de avond uit aan een conflict coach of mediator, die de<br />

bijeenkomst in goede banen leidt en dus in elk geval escalatie <strong>voor</strong>komt of<br />

vermindert.<br />

Maak een plan hoe dit conflict verder aan te pakken en welke professionele<br />

ondersteuning daarbij in te schakelen.<br />

Houd er rekening mee dat het in de praktijk toch anders loopt, maar dankzij het plan<br />

was je in elk geval gericht bezig en heb je jezelf ongetwijfeld ook een bundeltje 'alsdan'<br />

vragen gesteld.<br />

96


Strootje trekken<br />

En andere manieren om een conflict op te lossen<br />

21-11-2006<br />

Bij de luchtvaartmaatschappij China Eastern Airlines is al lang een conflict gaande over<br />

salarissen en vertrekregelingen van piloten. De maatschappij heeft, aldus een bericht in<br />

Metro van 17 november jl., er<strong>voor</strong> gekozen dit conflict op een <strong>voor</strong> ons heel bijzondere<br />

manier op te lossen. De piloten moeten namelijk strootjes trekken of loten wie het bedrijf<br />

mag verlaten en wie moet blijven. Het is on<strong>voor</strong>stelbaar dat in ons land een grote<br />

werkgever op deze wijze zijn arbeidsconflicten zou willen en kunnen oplossen. De<br />

Chinese oplossing is weliswaar <strong>voor</strong> ons ongewoon maar zij kent ook de charme van de<br />

eenvoud.<br />

In ons land beschikken wij over een aantal andere middelen om geschillen te beslechten.<br />

Omdat besturen en directeuren van verenigingen ook werkgever zijn en dus ook te<br />

maken hebben met arbeidsconflicten - bij <strong>voor</strong>beeld een directeur die moet vertrekken -<br />

geef ik in dit artikel een opsomming van de middelen die hun hier<strong>voor</strong> ten dienste staan.<br />

Ik noem ook enkele andere vormen van geschilbeslechting, die <strong>voor</strong>al op andere<br />

conflicten worden toegepast.<br />

In het veld van de geschilbeslechting kan een onderscheid worden aangebracht naar de<br />

rol en invloed die de conflictpartijen zelf hebben bij de oplossing van hun conflict. Globaal<br />

gesteld zijn drie varianten mogelijk:<br />

1. Boven de partijen: de gang naar de rechter via advocaten; arbitrage (in veel<br />

branches gebruikelijk); bindend advies van een geschillencommissie (bij <strong>voor</strong>beeld<br />

consumentenzaken).<br />

2. Tussen de partijen. Een bekende vorm van conflictbemiddeling is de<br />

pendeldiplomatie, bij <strong>voor</strong>beeld in de internationale politiek. Hiervan wordt vaak<br />

gebruik gemaakt als partijen erg met elkaar in conflict zijn, er veel op het spel staat<br />

en zij niettemin toch niet met elkaar praten. De pendelpersoon treedt op als<br />

onderhandelaar, hij bouwt met ieder van de afzonderlijke partijen een relatie op en<br />

werkt op basis daarvan een akkoord of compromis uit.<br />

3. Door de partijen zelf. Het <strong>voor</strong>beeld is mediation. Dit is een vorm van ADR:<br />

Alternative Dispute Resolution ofwel Anders Dan de Rechter. Partijen hebben het<br />

conflict in de wereld gebracht, zij hebben het in stand gehouden en eventueel<br />

uitgebouwd. Zij zijn dus de eigenaren van het conflict, de experts met betrekking tot<br />

hun conflict en dus ook de enigen die het kunnen oplossen. Zij zijn daar evenwel vaak<br />

niet meer toe in staat en bereid. Met behulp van een deskundige en onafhankelijke<br />

derde persoon, de mediator, lukt dat meestal wel.<br />

Mediation verschilt op een aantal punten wezenlijk van de andere vormen. Ik noem kort<br />

de belangrijkste verschillen:<br />

Mediation richt zich op de relatie tussen partijen en op hun toekomst. Andere vormen<br />

van conflictbeslechting richten zich op oplossing van het conflict uit het verleden: wie<br />

heeft gelijk, wie krijgt gelijk? Vaak is het een zaak van alles of niets.<br />

Mediation vervangt vechten tegen elkaar (win-verlies) dat verloopt via advocaten en<br />

rechtbank door samen zoeken naar de <strong>voor</strong> beiden optimale oplossing (win-win).<br />

97


Advocaten kiezen vanzelfsprekend partij <strong>voor</strong> hun cliënt, dus zijn partijdig. Zij hebben<br />

daardoor belang bij het conflict en het <strong>voor</strong>tduren ervan. Hun optreden draagt, alleen<br />

al door het feit dat zij jurist zijn, bij tot juridisering van het conflict en tot de<br />

verharding van standpunten, die dan uiteindelijk aan de rechter worden <strong>voor</strong>gelegd.<br />

De werkelijke bron van een conflict is doorgaans niet van juridische maar van<br />

psychologische aard: kwetsing, ontkenning, gebrek aan erkenning en dergelijke.<br />

Omdat deze niet aan bod komt graven partijen zich in via hun standpunten. De<br />

rechter doet een uitspraak over het hem of haar <strong>voor</strong>gelegde conflict zonder dat het<br />

werkelijke conflict wordt opgelost. De mediator is onpartijdig of, beter gezegd,<br />

meerzijdig partijdig, hij is er ter ondersteuning van beide (alle) partijen, hij haalt met<br />

de partijen de kern van het conflict naar de oppervlakte. Hij is een bruggenbouwer.<br />

Hij faciliteert dat partijen hun onderliggende conflict wel oplossen.<br />

Kortom, als u een advocaat inschakelt en naar de rechter gaat, geeft u uw conflict en<br />

dus ook de oplossing ervan definitief uit handen. De mediator is erop gericht dat de<br />

partijen zelf, met zijn hulp, hun conflict oplossen. Dit levert veel winst op, omdat in<br />

de te kiezen oplossing met veel meer behoeften van (beide) partijen door alle<br />

betrokkenen rekening wordt gehouden dan alleen met die ene behoefte, dat ene<br />

belang, dat in een standpunt is vertaald. En bovendien wordt de relatie er vaak beter<br />

van, want er is tijdens het mediation proces door partijen flink in geïnvesteerd.<br />

Tenslotte, mediation gaat snel (ruim de helft is binnen 2 maanden gereed) en kost<br />

relatief erg weinig vergeleken met de inschakeling van advocaat en rechter en andere<br />

oplossingen zoals arbitrage. En, zoals recente cijfers laten zien, het<br />

slagingspercentage is erg hoog (82% in de periode 1998-2005). Het is dus terecht<br />

dat de centrale overheid aan mediation inmiddels een officiële plaats heeft gegeven<br />

naast de rechtspraak.<br />

Dus, <strong>voor</strong>zitter, als u van uw directeur af wilt, beproef mediation. En directeur, als u van<br />

een medewerker af wilt, geef mediation een kans. Voorzitter en directeur, als u conflicten<br />

hebt met personen of onderdelen van uw vereniging, kies <strong>voor</strong> mediation. U zult er geen<br />

spijt van hebben.<br />

98


27-3-2007<br />

Mediation op school, jong geleerd, oud<br />

gedaan<br />

Hoe scholieren beter met conflicten leren omgaan<br />

Er is in ons land al een aantal jaren iets heel moois gaande: leerlingmediation. In een<br />

aantal steden, bij <strong>voor</strong>beeld Den Haag, zijn in het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs<br />

leerlingconflictbemiddelaars actief. Deze leerlingen helpen andere leerlingen om hun<br />

conflicten op te lossen. Zij blijken dat heel goed te kunnen. Dit inzicht is winst.<br />

Het is ook een groot <strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> volwassenen. Zij kunnen op dit punt heel wat van de<br />

jeugd leren. Immers, de belangrijkste vraag die ons allen regardeert is hoe wij omgaan<br />

met anderen, die in een of meer opzichten van ons verschillen, die anders zijn dan wij.<br />

Vorige week woonde ik een thema-avond bij over dit onderwerp, georganiseerd door de<br />

Sectie Mediation van het Nederlands Instituut van Psychologen (www.mediationpsynip.nl).<br />

De avond werd verzorgd door het bureau <strong>voor</strong> leerlingbemiddeling<br />

WELLESNIETES (wellesnietes@xs4all.nl) en door schoolmediator Michiel Hulsbergen. Aan<br />

de presentatie door Wellesnietes, actief in Den Haag en omgeving, werd een bijdrage<br />

geleverd door twee leerlingmediators. Zij vertelden uit eigen ervaring hoe leerling- ofwel<br />

peer-mediation in de praktijk werkt.<br />

De eigenschappen waarover een leerlingbemiddelaar volgens de leerlingen moet<br />

beschikken zijn: neutraal zijn, goed kunnen luisteren, goed kunnen praten, stevig in je<br />

schoenen staan, betrouwbaar zijn, een geheim kunnen bewaren. Niet iedere leerling is<br />

hier<strong>voor</strong> geschikt. Bemiddelaars zijn niet de leiders van de klas, de macho's of de<br />

populairste figuren of juist de stille en verlegen leerlingen. Het zijn juist, zo meldt de<br />

Atlasonderwijsgroep in Den Haag en Rijswijk, sociale kinderen, die een bepaald aanzien<br />

en vertrouwen hebben bij de andere leerlingen.<br />

Op een school van 800 leerlingen zijn ongeveer tien mediators nodig. Zij werken in<br />

koppels van twee. Zij zijn afkomstig uit alle klassen behalve de brugklas en zijn minimaal<br />

een jaar ouder dan de ruziemakers. Zij doen hun werk tijdens schooltijd en halen de<br />

gemiste lesstof in eigen tijd in.<br />

Leerlingen kiezen zelf hun bemiddelaars. Zij komen onder de hoede van de<br />

schoolcoördinator leerlingbemiddeling en van de trainers die hen gaan opleiden (twee<br />

volle dagen). De training gaat over samenwerking en teambuilding aan de ene kant en<br />

over conflicthantering en gesprekstechnieken aan de andere kant.<br />

Leerlingbemiddeling heeft een aanzienlijke meerwaarde <strong>voor</strong> de leerlingen. Het is een<br />

laagdrempelige service <strong>voor</strong> leerlingen. Zij praten immers gemakkelijker over zichzelf en<br />

hun conflicten met hun medeleerlingen dan met docenten, die vaak amper een idee<br />

hebben wat zich onder hun leerlingen afspeelt. Zij kunnen opener zijn omdat de<br />

bemiddelaars niet straffen en dezelfde 'taal' spreken als zijzelf. Straf haalt niet de angel<br />

uit het conflict, leerlingbemiddeling is daar wel op gericht.<br />

99


Leerlingbemiddeling binnen de school heeft een aantal positieve effecten:<br />

er zijn minder conflicten;<br />

conflicten worden in een steeds vroeger stadium gesignaleerd;<br />

conflicten worden sneller opgelost;<br />

er is een positief effect op de sfeer op school.<br />

Vroege conflictsignalering <strong>voor</strong>komt escalatie en een hoop extra werk en ergernis. Een<br />

actief conflictpreventiebeleid helpt jongeren om eerst eens goed na te denken <strong>voor</strong>dat ze<br />

de beuk erin zetten, getuige dit citaat van Michiel Hulsbergen: 'Ik pas wel op met<br />

ruziemaken, want dadelijk moet ik het nog uitpraten'!<br />

Leerlingmediation is een belangrijk onderdeel van schoolmediation. Deze laatste heeft<br />

betrekking op bemiddeling in conflicten tussen docenten, docenten en directie, docenten<br />

en ouders, docenten en leerlingen enzo<strong>voor</strong>t. Gemeenschappelijk element is de vraag<br />

hoe om te gaan met personen die van ons verschillen. Bij mediation gaat het om<br />

conflictoplossing door bemiddeling met tegelijkertijd, indien enigszins mogelijk,<br />

relatiebehoud.<br />

Conflicten zijn onvermijdelijk in een tijd van toenemende globalisering, van steden waar<br />

al de helft van de inwoners van allochtone herkomst is. Het is dus goed om kennis te<br />

nemen van de manieren waarop in diverse culturen wordt omgegaan met verschillen en<br />

op welke wijzen men er conflicten oplost. Daar kunnen wij ongetwijfeld veel van leren, bij<br />

<strong>voor</strong>beeld in mediations.<br />

Mensen gaan elkaar aardiger vinden als voldaan is aan twee <strong>voor</strong>waarden:<br />

zij verkeren veel in elkaars omgeving (proximity) en<br />

zij zien veel overeenkomsten met elkaar (similarity).<br />

Onder invloed van deze twee factoren gaan mensen elkaar meer waarderen en gedrag<br />

van anderen minder snel negatief interpreteren, aldus Michiel Hulsbergen in<br />

'Schoolmediation en integratiebevordering'' (Tijdschrift Conflicthantering, 2006, nummer<br />

7). 'It takes a village to raise a child'. Aan scholen worden nogal wat medeopvoedingstaken<br />

'gedelegeerd'. Als leerlingmediation een bijdrage levert aan de<br />

opvoeding tot sociale en relationele vrede, is dat enorme winst.<br />

100


Een rookmelder op elke werkplek!<br />

23-10-2007<br />

Hoe conflicten vroegtijdig te signaleren, escalatie te <strong>voor</strong>komen en ze te zien als kansen<br />

om verder te komen<br />

Het is weer zover. Er is de zoveelste DAG VAN in aantocht, nu is het de Nationale<br />

Rookmeldersdag, zaterdag 27 oktober. Vuur verwoest veel, een recent <strong>voor</strong>beeld:<br />

vannacht zijn het Armando museum en de kerk in Amersfoort waar het was gehuisvest<br />

door brand vernietigd. Plus nog een aantal panden eromheen. Sprinklers zouden, volgens<br />

de brandweer, de schade hebben kunnen beperken.<br />

Brand verwoest veel wat ons lief is. Conflicten doen dat ook. Brand en conflict hebben<br />

veel met elkaar gemeen: in de kiem zijn zij nog hanteerbaar, korte tijd later<br />

onbeheersbaar, want geëscaleerd. Met schade <strong>voor</strong> heel lange tijd. Niet alle vuur is<br />

immers sfeervol haard- of kampvuur en niet elk conflict is een onschuldig verschil van<br />

mening, belang of karakter. Integendeel. Wat tot ons komt via de media is slechts het<br />

topje van de spreekwoordelijke ijsberg.<br />

Ik beperk me hier tot conflicten op het werk, zoals die ook binnen verenigingen<br />

<strong>voor</strong>komen, in betaalde en in vrijwillige vorm. Als hier niet op een positieve en<br />

constructieve manier mee wordt omgegaan, zijn de gevolgen <strong>voor</strong> individuen, teams en<br />

de organisatie desastreus. Negatieve gevolgen van conflicten op het werk zijn: verspilde<br />

tijd, ongewenst verloop, sabotage/diefstal/schade, slechte beslissingen, verminderde<br />

motivatie en ziektekosten. Het aandeel van conflicten in de instroom in de WAO is 6%.<br />

Een-derde van de instroom in de WAO is het gevolg van psychische klachten; 20%<br />

hiervan wordt toegeschreven aan een arbeidsconflict of een verstoorde werkrelatie. Maar<br />

zoals gezegd, dit is waarschijnlijk slechts het topje van de ijsberg. (Ik verwijs hier naar<br />

C.K.W. de Dreu's boek 'Bang <strong>voor</strong> conflict? De psychologie van conflicten in organisaties'<br />

(2005, <strong>Van</strong> <strong>Gorcum</strong>, pag. 4-5).<br />

Conflicten zijn, aldus De Dreu, een inherent gevolg van organiseren en samenwerken en<br />

dus onlosmakelijk verbonden aan organisaties. Het zijn heel normale verschijnselen.<br />

Positieve gevolgen van een constructieve omgang met conflicten op het werk zijn: groter<br />

onderling respect en begrip, toegenomen sociale cohesie, verhoogde teameffectiviteit,<br />

verbeterde kwaliteit van groepsbeslissingen en verhoogde creativiteit en innovativiteit.<br />

Er zijn vele soorten conflicten. Een handig onderscheid, dat goed aansluit bij de beleving<br />

van velen die in teamverband werken, is dat tussen taakconflicten en sociaal-emotionele<br />

conflicten. Taakconflicten gaan over de manier waarop medewerkers binnen een<br />

samenwerkingsverband (afdeling, team enzo<strong>voor</strong>t) het werk uitvoeren, de beschikbare<br />

middelen verdelen en inzetten, doelen stellen en strategieën afstemmen. Hier vinden we<br />

dus verschillen van mening, irritaties en onderlinge strijd.<br />

Sociaal-emotionele conflicten gaan over de manier waarop medewerkers binnen een<br />

team of afdeling met elkaar omgaan. Het gaat hier om verschillen van mening, irritaties,<br />

onderlinge strijd over normen en waarden, omgangsvormen, botsende persoonlijkheden.<br />

Beide typen conflict kunnen (De Dreu, pag. 14-15) heel goed naast elkaar bestaan of in<br />

elkaar overlopen.<br />

101


Persoonlijke conflicten roepen meestal veel sterkere emoties op dan zakelijke, met als<br />

gevolg grotere schade en moeilijker oplosbaarheid. Oplossen kan dan alleen maar door<br />

begrip te tonen <strong>voor</strong> persoonlijke beleving en emoties. Omdat je over van alles en nog<br />

wat ruzie kunt krijgen, maken Martin Euwema en Ulrike Wild in hun boek Vuurhaarden,<br />

pyromanen en brandweermannen. Omgaan met conflicten op het werk (2006, Thema,<br />

pag. 26) een onderscheid in vier categorieën conflictkwesties met bijbehorende aanpak.<br />

Hun vierdeling is als volgt:<br />

Praktische problemen: open, creatief gesprek. Voorbeeld: Wat is de beste werkwijze<br />

in dit project? Hoe verdelen we de taken?<br />

Belangen: Onderhandelen. Voorbeeld: We hebben vandaag allebei de auto nodig. We<br />

solliciteren beiden naar dezelfde functie.<br />

Visie- of waarden: Dialoog en Programma. Voorbeeld: De visie op de koers van onze<br />

onderneming verschilt.<br />

Identiteit: wederzijds begrip en acceptatie. Voorbeeld: Jij hebt mij beledigd. Ik word<br />

door jou niet serieus genomen, genegeerd, afgewezen.<br />

Een conflict doorloopt een aantal fasen, het is altijd een dynamisch en emotioneel proces.<br />

Conflicten gaan daarom vaak met mensen op de loop. Elk conflict kent een aantal<br />

ingrediënten, elk daarvan is een aangrijpingspunt <strong>voor</strong> zowel escalatie als tijdig stoppen.<br />

Maurits Barendrecht en Peter Kamminga noemen in hun boek 'Effectief conflicten<br />

oplossen' (2004, Business Contact, pag. 18) de volgende:<br />

contact tussen mensen;<br />

afhankelijkheid;<br />

aanwezigheid van een conflictbron;<br />

belangen die niet meer met elkaar sporen;<br />

onvrede met deze situatie.<br />

Er zijn natuurlijk ook nog allerlei beletselen om het conflict op te lossen zoals:<br />

beelden die partijen van zichzelf en van elkaar hebben;<br />

emoties;<br />

escalatie;<br />

tactiek en strategie;<br />

omgevingsfactoren.<br />

Het gaat om het besef dat je een conflict hebt (zie de ingrediënten), dat je het niet uit de<br />

hand wilt laten lopen, dat je dus verantwoordelijkheid neemt <strong>voor</strong> zowel deze<br />

ongewenste situatie als <strong>voor</strong> het streven naar een meer gewenste, en dat je je niet laat<br />

weerhouden door allerlei beletselen. Dit besef is de eerste en belangrijkste <strong>voor</strong>waarde<br />

om positief met het conflict om te gaan. Dit is gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar<br />

afstand nemen van het conflict-in-de-dop, van het smeulende conflictvuur, helpt, bij<br />

<strong>voor</strong>beeld door je de volgende vragen (Barendrecht en Kamminga, pag. 87-88) te<br />

stellen, vragen die ik rookmelder-vragen noem:<br />

Waar sta ik nu? Waar staan we nu?<br />

Wat gebeurt er tussen ons?<br />

Zullen we even gas terugnemen en kijken wat er gebeurt?<br />

Waar komen we uit als we zo doorgaan?<br />

Kan ik een paar minuten krijgen om erover na te denken?<br />

Komen we hier samen uit of is er iemand die ons zou kunnen helpen?<br />

102


In het algemeen zoeken we in conflicten steun (bevestiging vaak - ik heb gelijk - en geen<br />

advies en zeker geen kritiek) bij anderen: praktisch, emotioneel, gericht op escalatie of<br />

op oplossing. Wat echt helpt is zowel emotionele steun vragen als een kritisch geluid, bij<br />

<strong>voor</strong>beeld van vriend of collega, in de zin van 'Zeg eens eerlijk, wat vind jij van mijn<br />

opstelling?' (Euwema en Wild, pag. 105-106).<br />

Hoe eerder we zelf ons conflict aanpakken en oplossen, hoe beter. We worden daardoor<br />

ook vaardiger in het onderkennen van signalen en het ingrijpen in eigen en andermans<br />

gedrag, dat even later met gemak uit de hand zou kunnen lopen. We kunnen onze<br />

conflicten hetzij zelf alleen hetzij met behulp van collega's of onze leidinggevende<br />

oplossen. Soms is hulp van buiten nodig, zowel om het conflict op de agenda te krijgen<br />

als om het op te lossen. Wezenlijk is de vraag (Euwema en Wild): Wat <strong>voor</strong> steun zoekt<br />

u?<br />

Wat zou de werkgever nu kunnen doen om te zorgen dat er niet alleen conflictrookmelders<br />

zijn op elke werkplek maar dat ze ook werken? Zodat mens, team en<br />

organisatie er wel bij varen. De Dreu doet de volgende aanbevelingen (pag. 89-90):<br />

1. Bied steun vanuit de organisatie, in de vorm van erkenning, waardering en<br />

vertrouwen. Dit verhoogt welbevinden, zelfvertrouwen en motivatie van de<br />

werknemer. Vooral de (direct) leidinggevende heeft een rol in het scheppen van een<br />

sfeer waarin verschillende visies op constructieve wijze worden bediscussieerd, zodat<br />

taakgerichte conflicten niet escaleren tot sociaal-emotionele conflicten. Coaching kan<br />

leidinggevenden helpen zich de hiertoe benodigde vaardigheden eigen te maken.<br />

2. Bevorder het welbevinden en de gezondheid van alle medewerkers door middel van<br />

bedrijfswelzijnsprogramma's. Zij helpen escalatie van conflicten te <strong>voor</strong>komen. Het<br />

belangrijkste onderdeel van zo'n programma kan de vertrouwenspersoon zijn, bij<br />

<strong>voor</strong>beeld in geval van (vermeende) onheuse bejegening door een leidinggevende of<br />

bij pesterijen en ongewenste intimiteiten.<br />

3. Bied training en opleiding aan zodat medewerkers zich de vaardigheden eigen maken<br />

om beter om te gaan met conflicten. Leer hen deze vaardigheden flexibel in te zetten.<br />

Het is om allerlei redenen, hierboven genoemd, zinvol om conflicten niet te vermijden<br />

en te negeren maar ze probleemgericht aan te pakken.<br />

4. Zet bedrijfsbemiddelaars in ter assistentie van conflictpartijen. Zij kunnen een vitale<br />

rol spelen in de vroegtijdige signalering van arbeidsconflicten; zij kunnen behulpzaam<br />

zijn bij het tijdig inzetten van het (samen) zoeken naar oplossingen; zij kunnen<br />

tenslotte ook behulpzaam zijn bij het proces van re-integratie en/of herplaatsing.<br />

Conflict coaching en eventueel zelfs al een lichte vorm van mediation zijn hier<br />

eveneens zeer op hun plaats.<br />

Over conflicten in organisaties en op het werk is on<strong>voor</strong>stelbaar veel onderzocht en<br />

geschreven. Helaas dringt daarvan nog veel te weinig door tot de organisaties en de<br />

mensen die er werken. Dat is jammer want er staat zo vreselijk veel op het spel: verlies<br />

aan arbeidsvreugde en veroorzaking van menselijk leed, ineffectieve teams en een<br />

organisatie die veel minder presteert dan zij zou kunnen. Investeren in mensen loont.<br />

Personal Coaching (één persoon) en Conflict Coaching (twee of meer personen) dragen<br />

aantoonbaar bij aan die waardevolle investering.<br />

Dus zeg ik: op elke werkplek een conflict-rookmelder en <strong>voor</strong> iedere leidinggevende en<br />

medewerker een training die leert hoe er in een zo vroeg mogelijk stadium mee aan de<br />

slag te gaan, zodat brandwonden en erger worden <strong>voor</strong>komen!<br />

103


De HSL: aanleg steeds duurder,<br />

oplevering steeds later<br />

9-12-2008<br />

Hoe competitie en verwaarlozing van culturele verschillen contraproductief uitwerken<br />

'Cultuur is een onderbelichte factor bij de planning van grote projecten. Toch is de<br />

bedrijfscultuur van grote invloed op het verloop en het slagen van een project. Dat bleek<br />

eens te meer bij de aanleg van de hogesnelheidslijn-zuid'. Aldus de inleiding van een<br />

artikel in het Technisch Weekblad (TW) van 29 november jl. In mijn dagbladen lees ik<br />

alleen maar over uitstel en hogere kosten als gevolg van toenemende veiligheidseisen.<br />

Niets over de rol van bedrijfsculturen. Heel bijzonder dat het juist een technisch blad is,<br />

dat hierover een boekje open doet.<br />

Het TW artikel baseert zich op het King-programma van Rijkswaterstaat en Prorail. King<br />

staat <strong>voor</strong> 'Kennis in het groot'. King brengt de cultuur van tien grote infrastructurele<br />

projecten in beeld. Cultuurvorming bij projecten verloopt heel anders dan wanneer een<br />

cultuur geleidelijk wordt opgebouwd in een bestaand bedrijf, aldus drs. ing. Jaap<br />

Verkade, manager cultuur bij het King programma.<br />

Binnen King is de gang van zaken bij de aanleg van de hogesnelheidslijn (de<br />

railverbinding tussen Amsterdam en Parijs) uitgebreid onder de loep genomen. Dit<br />

gebeurde onder meer in een groepsinterview met zeven managers van het team Hoge<br />

Snelheidslijn (HSL)-Zuid. Een van de markantste gebeurtenissen was de strijd tussen de<br />

HSL en Prorail over wie de railverbinding mocht gaan bouwen. HSL won, maar had, aldus<br />

Verkade, niet in de gaten tot welke grote problemen de verstoorde relatie met Prorail zou<br />

gaan leiden bij de oplevering.<br />

Dit conflict bleek van blijvende invloed op het ontstaan van de projectcultuur. Verkade<br />

zegt: 'Bij HSL moest alles anders, het moest juist niet zoals altijd gaan. De HSL<br />

projectorganisatie heeft in het begin bewust <strong>voor</strong> dynamische mensen met pioniersgeest<br />

gekozen. Ze moesten draagvlak winnen, het was HSL tegen de buitenwereld.' Zo<br />

ontstonden vanaf de start van het project twee partijen, waarbij de tegenstelling in<br />

culturen flink werd aangedikt: de HSL-ers als innoverende pioniers tegenover Prorail, dat<br />

door hen werd afgeschilderd als een logge organisatie, die alles wilde blijven doen als<br />

altijd.<br />

HSL-ers vonden zichzelf stoer, zij waren zich daar ook van bewust. Op dat moment<br />

zagen zij echter niet dat het op een later moment lastig zou worden om Prorail er weer<br />

bij te krijgen op het moment dat dat nodig was. De HSL organisatie sloot Prorail uit bij de<br />

besturing van het project. Mensen gingen elkaar daardoor mijden en er ontstonden bypasses.<br />

De manager, die ging over de aansluitingen, regelde zijn zaken niet met de<br />

directeur Uitvoering van HSL maar met de directeur van Prorail.<br />

Toen het HSL team de bouwopdracht op zak had wilde het zo snel mogelijk aan de slag.<br />

Het koos <strong>voor</strong> het principe: decentraal tenzij. De onderbouw (grindbed en rails) werd<br />

opgedeeld in zes trajecten, met op ieder traject een zelfstandig team. Dat leidde tot nog<br />

meer versnippering, maar nu binnen de eigen HSL organisatie. De onderbouwmanagers<br />

togen als kleine kwartiermakers het land in; ieder team hield zich alleen maar bezig met<br />

104


zijn eigen onderdeel. In een volgende fase van het project gingen de<br />

onderbouwmanagers zelfstandig contracten afsluiten met de aanleggers van de<br />

bovenbouw. Die contracten sloten niet goed op elkaar aan.<br />

Zo viel het project uiteen in vele onderdelen en ontstonden er subculturen. Voor de een<br />

bestond het HSL project uit het bouwen van een tunnel en een brug; <strong>voor</strong> een ander was<br />

de opdracht te zorgen dat er treinen gaan rijden; <strong>voor</strong> een derde was het een<br />

vernieuwde vorm van financiering. Er ontbrak een uiteindelijke projectverantwoordelijke,<br />

met gebrekkige communicatie als gevolg.<br />

Op een gegeven moment deden zich bij de aansluiting van verschillende deelprojecten<br />

echt grote problemen <strong>voor</strong>. Cultuur bleek toen een sta-in-de-weg <strong>voor</strong> een oplossing. Er<br />

moest veel tijd worden geïnvesteerd in het herstellen van menselijke verhoudingen. King<br />

cultuurmanager Verkade ziet hier parallellen tussen de verschillende projecten: (a) de<br />

relatie met de uiteindelijke beheerder blijkt vaak problematisch en (b) er is een neiging<br />

tot het ontstaan van subculturen, met vaak als gevolg wij-zij-denken, uitmondend in<br />

forse problemen.<br />

<strong>Van</strong> Einstein is de uitdrukking 'Everything that counts can't always be counted.'<br />

Ingenieurs, economen, bedrijfskundigen, managers en vele anderen zijn zo gespitst op<br />

dat wat zij kunnen kwantificeren, dat zij daarmee maar wat graag snel aan de slag gaan,<br />

ook zonder in het <strong>voor</strong>uitzicht gestelde bonussen! Zij verzuimen te investeren in<br />

samenwerking en in cultuur als de lijm, als cement dat het (nieuwe) gebouw tot stand<br />

brengt en overeind houdt. Mede hierdoor lopen projecten altijd uit en worden hun<br />

budgetten fors overschreden.<br />

Deze lieden onderschatten het belang van de mensen, die de nieuwe organisatie zullen<br />

moeten gaan dragen, van wie uiteindelijk vrijwel alles afhankelijk is. Cultuurwerk wordt<br />

door hen te gemakkelijk beschouwd als een kwestie van softe skills. Wie hier echter geen<br />

aandacht aan besteedt, wordt geconfronteerd met de 'hard truth of soft skills', zoals de<br />

titel van een boek van Peggy Klaus luidt. Verwaarlozing van cultuur is dan ook niet <strong>voor</strong><br />

niets een van de hoofdoorzaken, zo niet de hoofdoorzaak van mislukte (inclusief<br />

teruggedraaide) fusies.<br />

Deze harde waarheid geldt niet alleen <strong>voor</strong> bedrijven maar ook <strong>voor</strong> andere organisaties,<br />

zowel in de profit- als in de not-for-profit sfeer. En het feit, dat een uit fusie<br />

<strong>voor</strong>tgekomen organisatie (nog) niet is ontbonden, wil niet per se zeggen dat zij<br />

succesvol is. Dat geldt natuurlijk ook <strong>voor</strong> verenigingen en stichtingen. Het loont ook<br />

<strong>voor</strong> deze organisaties om de kost <strong>voor</strong> de baat te laten uitgaan.<br />

105


Conflictbemiddeling. Probeer eens<br />

mediation!<br />

Tien redenen om te kiezen <strong>voor</strong> mediation als manier om je conflict op te lossen<br />

2-3-2009<br />

Conflicten zijn aan de orde van de dag, de media lopen ervan over. Zij horen bij het<br />

leven van de mens en ook bij het leven van organisaties. Het is soms wel erg genant om<br />

te lezen over conflicten tussen bekende Nederlanders zoals tennisster Michaela Krajicek<br />

en haar vader en over het conflict tussen turnster Verona de Leur en de hare; Verona<br />

spande zelfs een kort geding tegen hem aan. En het kan natuurlijk allemaal nog veel<br />

erger, agressiever en gewelddadiger.<br />

Conflicten komen ook <strong>voor</strong> in verenigingen, want ook en <strong>voor</strong>al daar draait het om<br />

mensen. Het gaat om zakelijke en relationele conflicten tussen vrijwilligers onderling,<br />

tussen vrijwilligers en bestuur, binnen het bestuur, tussen bestuur/<strong>voor</strong>zitter en<br />

directeur, binnen het bureau, tussen bureau en onderdelen van de vereniging, tussen<br />

bestuur/bureau en (groepen) leden, tussen bureau en leveranciers enzo<strong>voor</strong>t enzo<strong>voor</strong>t.<br />

Die conflicten zijn natuurlijk niet allemaal manifest, aan de oppervlakte, maar daarom<br />

niet minder aanwezig, voelbaar, vretend aan welbevinden en energie van degenen wier<br />

conflict het is en van mensen in hun omgeving, die erin getrokken worden. Zeker<br />

escalerend conflictgedrag is besmettelijk.<br />

Verenigingen zijn gericht op consensus, overeenstemming, maar dat wil niet zeggen<br />

dat die ene stem er ook werkelijk altijd is. Ook in verenigingen is er conflictstof te over,<br />

zakelijk en relationeel, er zijn verschillende persoonlijkheden en stijlen van werken en<br />

gedrag, er zijn uiteenlopende opvattingen over van alles en nog wat, er zijn onderdrukte<br />

en sluimerende conflicten, veel spanning wordt geuit op indirecte wijze, soms zijn er ook<br />

hoog oplopende emoties, er is escalatie, er is ziekteverzuim van medewerkers en<br />

vrijwilligers geven de pijp aan Maarten.<br />

Zonde, het kan zo anders, zonder lijden en schade, met winst op diverse terreinen, niet<br />

in het minst een verbeterde relatie. Mijn bedrijf heet niet <strong>voor</strong> niets PHPW: Praten Helpt<br />

Praten Werkt. Deze bedrijfsnaam is een bewuste keuze, zij verwoordt mijn missie. De<br />

praktijk wijst het uit, in een gesprek kunnen emoties worden geuit en daarmee worden<br />

ze minder heftig, ze zakken, beider gevoel van machteloosheid vermindert, men krijgt<br />

zicht en grip op wat er aan de hand is, er komt ruimte <strong>voor</strong> realiteitszin, <strong>voor</strong> het<br />

perspectief van de ander.<br />

Dit is gevolg van het feit dat betrokkenen eindelijk eens goed met elkaar hebben<br />

gecommuniceerd, schoon schip hebben gemaakt, het verleden hebben opgeruimd en<br />

samen de blik op de toekomst richten. Steeds vaker met de hulp van een mediator.<br />

Mediation is een alternatieve vorm van conflictoplossing. Mediation behoort daarmee tot<br />

de categorie ADR: wat in het Engels staat <strong>voor</strong> Alternative Dispute Resolution en in onze<br />

taal <strong>voor</strong> Anders Dan Rechtspraak. De mediator staat, anders dan de rechter en een<br />

arbiter, niet boven maar tussen de partijen. Zijn vertrekpunt is hun autonomie en hun<br />

verantwoordelijkheid <strong>voor</strong> zowel de situatie waarin zij zich bevinden als <strong>voor</strong> de situatie<br />

die zij daar<strong>voor</strong> in de plaats willen hebben.<br />

106


De mediator begeleidt zijn cliënten op hun vaak moeilijke weg uit het dal van onbegrip,<br />

machteloosheid, vijandschap en haat via communicatie met elkaar naar de verbetering<br />

van de manier waarop zij met elkaar omgaan, naar een opener relatie en daarmee naar<br />

een soepele oplossing van hun conflict, als dat er überhaupt (nog) is. Ik wil niet<br />

generaliseren, maar vaak gaan ruzies nergens over, althans niet echt over iets<br />

inhoudelijks maar wel over bejegening, omgaan met elkaar, gevoelens van gekwetstheid<br />

en dergelijke. Praten Helpt Praten Werkt: PHPW. Het werkt echt, zeker als je, wanneer<br />

het niet meer op eigen kracht lukt, een mediator inschakelt om je daarbij te helpen.<br />

Natuurlijk is mediation niet <strong>voor</strong> elk geschil een geschikte wijze van aanpak. Er is een<br />

aantal belangrijke indicaties om te kiezen <strong>voor</strong> mediation. Deze worden door de mediator<br />

<strong>voor</strong> aanvang van de mediation gecheckt bij de beoogde deelnemers aan de mediation.<br />

De Toolkit Mediation (2005) noemt de volgende:<br />

1. Partijen/cliënten willen hun conflict oplossen.<br />

2. Zij willen bovendien hierover met elkaar onderhandelen respectievelijk met elkaar in<br />

gesprek gaan.<br />

3. Zij willen snel een einde aan het conflict.<br />

4. Zij hebben al lang een relatie (samenwerking of anderszins) met elkaar; zij vinden<br />

het belangrijk om deze relatie hetzij in stand te houden hetzij zorgvuldig te<br />

beëindigen. Het gaat niet zozeer om een inhoudelijk conflict maar veeleer om<br />

bejegening of verstoorde communicatie.<br />

5. Zij willen een eigen oplossing.<br />

6. Een uitspraak (van rechter of arbiter) lost het achterliggende conflict niet (helemaal)<br />

op.<br />

7. Zij vinden het belangrijk dat hun conflict in een sfeer van vertrouwelijkheid en<br />

geheimhouding wordt behandeld.<br />

8. Er zijn meer dan twee partijen bij het conflict betrokken.<br />

9. Er spelen meerdere conflicten (claims) tegelijkertijd een rol.<br />

10. De zaak is technisch en/of inhoudelijk ingewikkeld of specialistisch.<br />

Het gebeurt nogal eens dat mediation plaats vindt, bij <strong>voor</strong>beeld in een arbeidsconflict,<br />

nadat dit eerst al <strong>voor</strong> de rechter is geweest. Deze heeft gezegd: gaat u eerst maar eens<br />

kijken of u er samen uit komt, met de hulp van een mediator. In zo'n geval is de kans<br />

groot dat tenminste een van beide partijen - ik blijf de vechtterm partij gebruiken en<br />

bezig niet de neutralere term cliënt - eigenlijk daar helemaal geen zin in heeft.<br />

Het is (<strong>voor</strong>al) dan aan de mediator om, in het begin van de mediation, de motieven<br />

van partijen boven tafel te krijgen. Ik geef een <strong>voor</strong>beeld op het terrein van het<br />

arbeidsconflict, dat nogal eens <strong>voor</strong>komt. De ene partij, de werknemer die ontslag<br />

aangezegd heeft gekregen, heeft een hoop te winnen: hij wil ofwel zijn baan<br />

behouden ofwel met een zo gunstig mogelijke regeling het bedrijf verlaten.Ook de<br />

andere partij, de werkgever, heeft een hoop te winnen: zij wil een goede indruk maken,<br />

zodat de rechter, als partijen daar later (toch weer) bij terecht komen, de indruk zal<br />

hebben dat de werkgever serieus heeft geprobeerd er samen met zijn werknemer goed<br />

uit te komen; met als conclusie een lagere vertrekpremie. Het is dus aan de mediator om<br />

dit soort reigerdansen <strong>voor</strong> te zijn en snel helder te krijgen of partijen er werkelijk samen<br />

willen uitkomen, of zij hier<strong>voor</strong> een commitment willen afgeven, zich willen verbinden<br />

aan een gezamenlijke inspanning om te komen tot een oplossing die <strong>voor</strong> beiden<br />

aanvaardbaar is.<br />

107


Het is een goede gewoonte om dergelijke startafspraken vast te leggen in een<br />

Mediationovereenkomst, die door beide partijen (werkgever-werknemer, echtelieden,<br />

buren, enzo<strong>voor</strong>t) en door de mediator wordt getekend. Vaak begint de mediation al in<br />

de discussie over de vraag van de mediator 'Hoe wilt u gaan zitten?'<br />

(tafelschikking), 'Wat verwacht u van de mediation?' 'Wie van u wil beginnen?' De<br />

reacties van partijen, verbaal en non-verbaal, geven de mediator meteen al veel<br />

informatie over de interactie- en communicatiepatronen van de mensen bij hem/haar aan<br />

tafel.<br />

De mediation begint vast en zeker ook bij het maken van de startafspraken. Die gaan<br />

onder meer over het commitment, over de te betrachten vertrouwelijkheid, over de<br />

spelregels tijdens het gesprek en over te maken afspraken in de agenda. Elk van die<br />

onderwerpen kan aanleiding geven tot gedrag, wat kenmerkend is <strong>voor</strong> de wijze waarop<br />

partijen met elkaar omgaan, waarin zij standpunten innemen, die, zo leert de<br />

ervaring, meestal slechts één oplossing belichamen <strong>voor</strong> wat zij werkelijk willen, <strong>voor</strong><br />

hun wensen en belangen.<br />

In de loop van de mediation blijken door partijen zelf en samen meer en betere<br />

oplossingen te kunnen worden gevonden. Dat ene standpunt is namelijk de resultante<br />

van een door emotie gestuurd proces van blikvernauwing. Het is aan de mediator om<br />

cliënten te helpen hun 'blikken' weer te openen, hun creativiteit aan te boren en hen op<br />

een vruchtbare manier met elkaar om te doen gaan. Hun relatie wordt er vaak stukken<br />

beter door, dat is wezenlijke kwaliteitswinst. Bovendien leren cliënten ervan om in het<br />

vervolg en in andere situaties hun eventuele conflicten tijdig te onderkennen en effectief<br />

te hanteren. Mediation is action-learning, leren door te doen.<br />

Mediation voltrekt zich doorgaans in een beperkt aantal sessies, afhankelijk van het<br />

aantal partijen, de complexiteit van de problematiek die <strong>voor</strong>ligt en de mate van<br />

geëscaleerdheid van het conflict. Ik beperk me er hier toe het belang aan te geven<br />

van de eerste sessie. Deze is van wezenlijk belang, omdat in die eerste sessie tenminste<br />

impliciet het psychologisch contract wordt gesloten. Het gaat hierbij om de<br />

verwachtingen van deelnemers en mediator over hun geïnvolveerdheid en inbreng.<br />

Immers, als de ene partij het laat afweten, er wel bij zit maar niet meedoet, dan zal dit<br />

een ontmoedigend effect hebben op de ander.<br />

Die eerste sessie is <strong>voor</strong> alle deelnemers heel spannend. De cliënten krijgen de<br />

gelegenheid zich een indruk te vormen van de competentie van de mediator. Voor de<br />

mediator is het de eerste (en vaak de enige) kans om het vertrouwen van de cliënten te<br />

winnen en bij hen krediet op te bouwen. Er is veel te winnen, <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> en door<br />

degenen die met elkaar in conflict zijn. De mediator faciliteert hen om die winst te<br />

ontdekken en ook werkelijk te pakken. Zo bezien draagt mediation bij tot een vreedzame<br />

en effectieve wereld, waarin het prettig toeven is.<br />

108


Vereniging en conflict<br />

Directeur pleegt kamikaze<br />

23-12-2009<br />

Elk jaar gebeurt het wel een paar keer. Ik lees een interview met de een of andere<br />

hotemetoot en ik denk: oef, als dat maar goed afloopt, van die en die uitspraak kan hij<br />

nog wel eens flink spijt krijgen! Inderdaad, het is bijna altijd een HIJ, die zich via een<br />

interview in de nesten werkt.<br />

Het meest recente <strong>voor</strong>beeld betreft de directeur voetbalzaken van eerste divisie club<br />

ADO Den Haag, André Wetzel (58 jaar). In de Volkskrant van zaterdag 19 december jl.<br />

was driekwart pagina (pag. 23) aan hem gewijd, een grote foto van de man, niet bepaald<br />

gelukkig kijkend, ingekaderd door tekst. In die tekst liet de interviewer hem lekker<br />

leeglopen.<br />

Kenmerkende zinnen zijn: 'Het kan niet zo zijn dat mensen zonder verstand van voetbal<br />

het beleid gaan bepalen, ik voel me gepiepeld.' 'Ik wil geen marionet van de Raad van<br />

Commissarissen zijn (...) Ik laat niet over me heen lopen. De raad heeft mijn regie<br />

getorpedeerd. Heel Nederland kan zien dat ik de club zo niet kan managen. Als ik op<br />

deze wijze word gepasseerd, ontstaat er een onwerkbare situatie (...) Nu word ik beperkt<br />

in mijn bevoegdheden (...) Ik vind het onverstandig en frustrerend dat de Raad van<br />

Commissarissen in zijn wijsheid heeft besloten nu alles stil te leggen.'<br />

'Ik werd ten onrechte wel eens André Allmighty genoemd. Ik bespreek juist alles met de<br />

Raad van Commissarissen. Maar het kan niet zo zijn dat bestuurders die niet geschoold<br />

zijn in de voetballerij <strong>voor</strong> mij gaan bepalen hoe het beleid wordt uitgevoerd. Als ik de<br />

verantwoordelijkheid draag, moeten de bevoegdheden ook bij mij liggen.' Verder verwijt<br />

Wetzel de RvC slappe knieën, omdat de raad naar zijn mening toegeeft aan de harde<br />

kern van de fanatieke ADO fans. Wetzel vindt dat we het beleid van de club niet mogen<br />

laten bepalen door angst <strong>voor</strong> bepaalde supporters.<br />

Hij vervolgt: 'Ik begrijp dat de commissarissen vanwege de precaire financiële situatie bij<br />

de club wat dichter op de bedrijfsvoering gaan zitten. Maar dat is iets anders dan mensen<br />

(TJ: hij doelt op zichzelf en op trainer Atteveld) overrulen. (...) Dan verword je tot een<br />

voetbalbestuur of nog erger: een elftalcommissie. Dat accepteer ik niet. Het staat<br />

duidelijk in mijn contract dat ik het technisch beleid voer bij ADO, daar moeten de<br />

commissarissen vanaf blijven. Dan loop je bij mij tegen een muur. Ze gaan niet mijn<br />

werk doen.'<br />

'Op het moment dat de commissarissen mijn beleid doorkruisen moeten ze niet verbaasd<br />

zijn als ik een week later een dossier torpedeer waar zij de regie over voeren. Ik wil niet<br />

steeds botsen.' Enzo<strong>voor</strong>t.<br />

En inderdaad, zaterdag werd Wetzel geschorst en dinsdag jl. werd hij op staande voet<br />

ontslagen. Volgens directie en RvC heeft hij de club ernstig in diskrediet gebracht en hij<br />

heeft met zijn 'beledigende en schofferende opmerkingen' de club doelbewust schade<br />

berokkend. Volgens RvC <strong>voor</strong>zitter Jagersma heeft Wetzel zelfs afspraken geschonden.<br />

Wetzel meldde desgevraagd dat hij 'niet verrast (is) door dit ontslag naar aanleiding van<br />

de gedragingen van diverse mensen de laatste dagen.'<br />

109


Ik kan me <strong>voor</strong>stellen dat Wetzel zich opwindt over een bepaalde gang van zaken<br />

(betreft een speler). In elke vereniging, ook in de sport en zeker in 'het voetbal'<br />

gebeuren dingen waarover je je vreselijk kunt opwinden. Je kunt alle gelijk van de wereld<br />

hebben. En, door de machtsverhoudingen of om andere redenen, krijg je het niet altijd.<br />

Het is een zwaktebod en een suïcidale actie om solo de pers op te zoeken of in het<br />

<strong>voor</strong>gehouden aas te bijten.<br />

De vereniging heeft altijd en overal het primaat boven haar werknemers. Vergelijk de<br />

politiek en de ambtenaren. Het bestuur ofwel in het ADO bestuursmodel de RvT is de<br />

vertegenwoordiger van de vereniging. En in het geval van ADO maakt de eigenaar van<br />

de club, Mark van der Kallen, deel uit van de RvC. Dat is een extra pikant detail, waar je<br />

je als directeur heel goed van bewust dient te zijn.<br />

Het is <strong>voor</strong> een directeur een doodzonde om in het openbaar zijn bestuur niet alleen af-<br />

maar ook aan te vallen. Voor zo'n daad van de loyaliteit betaalt hij een zware prijs:<br />

ontslag op staande voet. Natuurlijk zal er meer aan de hand zijn geweest. Elk conflict<br />

heeft een <strong>voor</strong>geschiedenis, alle betrokkenen hebben daaraan een bijdrage geleverd,<br />

hetzij door iets te doen hetzij door niets te doen.<br />

In elke vereniging is de relatie tussen bestuur-<strong>voor</strong>zitter en directeur cruciaal. Zij vormen<br />

samen het gezicht van de organisatie, de een meer dan de ander, afhankelijk van de tak<br />

van 'sport' waarin zij opereren, hun boegbeeldkwaliteiten en wat zij qua rolverdeling<br />

hebben afgesproken. Als beiden het niet meer goed met elkaar kunnen vinden, dan doen<br />

zij er verstandig aan er een neutrale derde bij te halen.<br />

Mocht dat niet lukken of helpen, dan doet de directeur er goed aan om met een personal<br />

coach te bespreken wat hem dwars zit, wat hij er<strong>voor</strong> in de plaats wil, hoe hij dat wil<br />

bereiken en wat hij daar<strong>voor</strong> nodig heeft. Ik ken Wetzel niet maar ik kan me <strong>voor</strong>stellen<br />

dat een of enkele gesprekken met een personal coach hem zouden hebben doen afzien<br />

van zijn kamikazeactie en er een meer constructieve of in elk geval meer chique aanpak<br />

<strong>voor</strong> in de plaats zouden hebben gesteld.<br />

110


De mensenluisteraar<br />

Hoe luisteren uit de schaduw van het praten te halen<br />

10-11-2006<br />

De commercie is oneindig creatief in het verzinnen van thema's <strong>voor</strong> weken. Er zijn<br />

onder meer de week van het brood, de week van de lingerie, de weken van allerlei enge<br />

ziekten en er is nu de week van het luisterboek en het luistergeschenk. Daarom wijd ik<br />

dit artikel aan luisteren, de meest onderschatte en onontwikkelde communicatieve<br />

vaardigheid. Hoe kun je als bestuurder beter luisteren, wat is luisteren precies en<br />

waarom is het belangrijk om te luisteren. Luisteren, dat is wat <strong>voor</strong>zitter, directeur,<br />

vrijwilligers en betaalde medewerkers meer moeten doen. Minder praten, meer luisteren.<br />

De <strong>voor</strong>zitter luistert naar zijn leden, naar collega-bestuurders, naar zijn directeur, naar<br />

vrijwilligers in raden, commissies en werkgroepen, lokale en regionale besturen; hij<br />

luistert ook naar signalen uit de buitenwereld, naar stemmen in zijn binnenste en naar<br />

zijn lichaam. Voorzitter zijn van een club die er toe doet is immers ook een beetje<br />

topsport, dus vraagt dat aandacht en zorg <strong>voor</strong> geest en lichaam.<br />

De directeur luistert naar zijn medewerkers, zijn <strong>voor</strong>zitter, de vrijwilligers, de leden, de<br />

signalen uit de buitenwereld, naar stemmen in zijn binnenste en naar zijn lichaam. Want<br />

directeur zijn van een club die er toe doet, is niet niks, maar ook niet alles. Dus is het<br />

opletten geblazen, want als het erop aan komt staat iedereen, ook en juist de directeur,<br />

er alleen <strong>voor</strong>!<br />

Iedereen heeft een mond en twee oren. Dat wil echter helemaal niet zeggen dat mensen<br />

twee keer zoveel luisteren als praten. Integendeel. Praten hebben we geleerd, ons land is<br />

vergeven van de Brugmannen. Debatterende politici in verkiezingstijd spannen wel de<br />

kroon als het gaat om elkaar laten uitspreken en luisteren. Niet dus! Hoezo normen en<br />

waarden, fatsoenlijke omgangsvormen en respect?<br />

Luisteren hebben we, anders dan lopen, rekenen en praten, niet geleerd, anders dan in<br />

de zin van gehoorzamen: zeg, kom eens hier en luister jij eens goed naar me! Luisteren<br />

is essentieel <strong>voor</strong> echte, dat wil zeggen tweezijdige communicatie. Luisteren is werkelijk<br />

de meest onderschatte en onontwikkelde sociale vaardigheid. Hoe bestaat het!? Luisteren<br />

impliceert stilte en dat is een steeds schaarser artikel in onze wereld. Ik herinner me een<br />

citaat: "Beschaving is spreken met zachte stem omdat je bang bent dat je niet hoort wat<br />

de ander te zeggen heeft". Schitterend! Waar is er nog stilte, wie spreekt nog met zachte<br />

stem? Wie kan stilte in een gesprek verdragen? Praten zullen we, de blaren op onze tong.<br />

Gehoord zullen we worden. Ik dan, natuurlijk! Hoeveel mensen hebt u in uw naaste<br />

omgeving die echt naar u luisteren, die er echt alleen maar zijn <strong>voor</strong> u? En omgekeerd,<br />

naar hoeveel mensen in uw omgeving luistert u echt?<br />

Wat is dat eigenlijk, luisteren? Het is een geschenk dat we anderen kunnen geven. Het is<br />

een geschenk omdat luisteren vereist dat de luisteraar er moeite <strong>voor</strong> doet, zichzelf <strong>voor</strong><br />

een zekere tijd moet uitschakelen om zich helemaal te kunnen concentreren op de ander.<br />

Die ander koestert zich in je aandacht, problemen waar hij of zij het over had, voelen na<br />

enige tijd al een stuk lichter. Deze belangeloze concentratie op de ander is de kern van<br />

het vak van coach. Wat er ook net, kort <strong>voor</strong> de sessie gebeurd is, hij zet dat van zich af<br />

en is er uitsluitend <strong>voor</strong> de coachee.<br />

111


Luisteren is heel nuttig <strong>voor</strong> zowel luisteraar als spreker. Ik noem wat <strong>voor</strong>delen:<br />

De goede luisteraar hoort en begrijpt beter wat er wordt gezegd (bij <strong>voor</strong>beeld via de<br />

telefoon).<br />

Hij begrijpt beter de spreker en de situatie waar deze het over heeft.<br />

Dus kan hij er met meer gemak effectiever op reageren.<br />

<strong>Goed</strong>e luisteraars maken minder fouten (bij <strong>voor</strong>beeld in hun werk).<br />

Zij jagen minder mensen op de kast.<br />

Zij maken als regel gebruik van kwalitatief goede informatie.<br />

Zij leveren een positieve bijdrage aan degene die spreekt omdat deze door de<br />

luisteraar wordt aangemoedigd zijn gedachten en ideeën met hem te delen.<br />

Luisteren is niet iets wat we doen met een knop aan-uit. Er zijn namelijk verschillende<br />

niveaus, vormen van luisteren. Julie Starr onderscheidt in haar 'The coaching manual'<br />

(2003) de volgende vier vormen:<br />

Cosmetic listening: 'If it looks like I'm listening, I'm not really. I'm kind of some place<br />

else.'<br />

Conversational listening: 'I'm engaged in the conversation, listening, talking,<br />

thinking, talking, thinking etc.'<br />

Active listening: 'I'm very focused on what you're saying, recording facts, paying<br />

attention.'<br />

Deep listening: 'I'm more focused on you than me, I'm getting a sense of who you<br />

are now.'<br />

Het is mijn ervaring dat de bovenste twee niveaus zijn oververtegenwoordigd in het<br />

luisterrepertoire van de meeste mensen. Sterker nog, de meeste luisteraars zijn na het<br />

eerste woord van de ander al aan het bedenken wat zij zullen (terug) zeggen. Ze willen<br />

immers zelf praten. De monoloog beleeft gouden tijden, niet alleen als mensen bij elkaar<br />

zijn maar ook in de vele vormen van digitale communicatie die dezer dagen beschikbaar<br />

zijn.<br />

Het is ook mijn ervaring dat mensen, die trachten anderen te beïnvloeden, te overtuigen<br />

of iets te 'verkopen' vaak veel meer praten dan luisteren. Hoe meer ze praten, hoe<br />

minder kans ze zichzelf geven om informatie aan de ander te onttrekken. Dit kunnen<br />

<strong>voor</strong>zitters en andere bestuursleden, directeuren en andere verenigingsmensen zich<br />

aantrekken.<br />

Als we allemaal beter zouden luisteren, dan zou dat leiden tot een groter wederzijds<br />

begrip, een toename van nieuwe ideeën en een afname van conflicten. Dat is een mooi<br />

toekomstperspectief, maar is het offer niet wat groot <strong>voor</strong> de familie Brugman?<br />

Mijn advies is dus: Mensen, wordt een luistermens! Het gaat om uw mensen en om de<br />

toekomst van uw vereniging.<br />

112


Zieke Teams, wie is de (volgende)<br />

zondebok?<br />

Bij het overlijden van Marianne Frederiksson<br />

15-2-2007<br />

De succesvolle Zweedse schrijfster Marianne Frederiksson (1927-2007)<br />

is zondag 11 februari onverwacht aan een hartaanval overleden. Zij<br />

werd <strong>voor</strong>al bekend door haar familie-epossen. Bekende boeken zijn<br />

onder meer Het boek Eva; Anna, Hanna en Johanna; Simon; Als<br />

vrouwen wijs waren; Volgens Maria Magdalena; Het raadsel van de<br />

liefde.<br />

Een heel aardig boek, dat zij samen met haar dochter Ann (psycholoog<br />

en consultant) schreef, is in de pers Postumen niet genoemd. Het betreft De elf<br />

samenzweerders. Een managementboek <strong>voor</strong> iedereen die met anderen samenwerkt. Dit<br />

uit 1995 stammende boek, een gedramatiseerde documentaire, is verkrijgbaar in de<br />

reeks Zilver Pockets (3de druk, januari 2006). Het is zinnige en ontspannende kost <strong>voor</strong><br />

teamtrainers en team coaches en, zoals de ondertitel zelf al aangeeft, <strong>voor</strong> iedereen die<br />

samenwerkt met anderen.<br />

Het boek gaat over Afdeling Vijf, een fictieve administratieve afdeling binnen een grote<br />

organisatie. Deze afdeling dreigt langzaam ten onder te gaan, als het werkproces binnen<br />

de groep ernstig wordt verstoord. Onderlinge machtsverhoudingen, het aanwijzen van<br />

zondebokken, groepsdruk en impliciete regels spelen hierbij een grote rol. Angst <strong>voor</strong><br />

conflicten, slechte communicatie, versluierende vriendelijkheid en een teveel rekening<br />

houden met andere zaken zijn typerend <strong>voor</strong> de afdeling en mogelijk zelfs <strong>voor</strong> het hele<br />

bedrijf. Het fenomeen zondebok staat in het boek centraal.<br />

In het boek wisselen hoofdstukken elkaar af, waarin nu eens de afzonderlijke elf<br />

medewerkers worden geportretteerd, dan weer een episode afdelingsgebeurtenissen<br />

wordt beschreven of de beide auteurs met elkaar in discussie zijn. Het slot van het boek<br />

is bijzonder aardig, omdat daar nog eens even wordt aangegeven hoe de leiding ook had<br />

kunnen handelen respectievelijk een adviseur met de problematiek van de groep zou<br />

hebben kunnen omgaan, beide met beter resultaat uiteraard.<br />

Enkele belangrijke lessen uit het boek zijn de volgende:<br />

Wees je ervan bewust dat in ieder van ons een treiteraar schuilt. Dat <strong>voor</strong>komt een al<br />

te grote naïviteit en schade en schande.<br />

Beperk je niet tot een rationalistische kijk op mensen, groepen en hun<br />

besluitvorming. Er is namelijk veel wat langs deze weg niet te verklaren is.<br />

Heb oog <strong>voor</strong> de geschiedenis van een groep en <strong>voor</strong> haar daaruit <strong>voor</strong>tgekomen<br />

collectief onbewuste en haar mythen. Het spel dat in de groep wordt gespeeld is<br />

namelijk in overwegende mate onbewust.<br />

Let actief op de aanwezigheid van impliciete normen (werken als kit die de groep<br />

bijeen houdt), patronen van interactie en communicatie inclusief zondebokpatronen,<br />

groepspressie en informeel, mogelijk ondermijnend, leiderschap. Deze zijn op hun<br />

beurt namelijk allemaal aangrijpingspunten <strong>voor</strong> interventie.<br />

113


Deins niet terug als je als (nieuwe) leidinggevende in de rol van zondebok wordt<br />

geduwd. De leden van de groep en ook de groep als geheel projecteren veel van hun<br />

onvermogen en onvrede (ook) op degenen boven hen. Het hoort er bij, wees er dus<br />

op <strong>voor</strong>bereid, overigens niet door je op <strong>voor</strong>hand schrap te zetten. Dat werkt<br />

averechts.<br />

Erken je mensen en de groep als geheel in hun verdiensten <strong>voor</strong> de organisatie.<br />

Bezuinig nooit op waardering. Waardering is net als voeding of bemesting. Zij<br />

<strong>voor</strong>komt verwelking en beïnvloedt prestatievermogen en werkvreugde (pag. 128).<br />

Geef ook kritiek. Bereid die zorgvuldig <strong>voor</strong> en breng haar met respect, in de ik-vorm<br />

en zonder agressie. Wees helder en neem de tijd. Richt je op de dingen die de ander<br />

kan veranderen. Wees zakelijk, dus koppel kritiek aan werk. Spreek de ander aan op<br />

zijn verantwoordelijkheid. Dit alles lukt beter als er een goede waarderingscultuur is.<br />

Zorg dat je als leidinggevende niet alleen staat. Verzeker je van steun van je<br />

meerdere of zoek een mentor (pag. 149) of coach. Twee weten en zien immers meer<br />

dan een. Triviaal maar waar.<br />

Benut je contacten met deze mentor c.q. coach als klankbord <strong>voor</strong> ideeën, het geven<br />

van ondersteuning, vergroting van je zelfvertrouwen, kritiek op jezelf ten aanzien van<br />

je omgang met je valkuilen. Hiermee bouw je namelijk aan je persoonlijke en<br />

professionele ontwikkeling en daarmee ook aan de ontwikkeling van je organisatie.<br />

114


De dag van het respect - 1<br />

Hoe we respect concreet kunnen maken...<br />

12-11-2008<br />

Het vierde kwartaal staat bol van de themadagen, -weken en -maanden. Een kleine<br />

selectie: deze week is het de week van het gehandicapte kind, volgende week is het de<br />

week van de chronisch zieken, oktober was de maand van borstkanker (pink ribbon), het<br />

CDA wil een Nationale Spaarweek <strong>voor</strong> de Jeugd en donderdag 13 november is de Dag<br />

van het respect, georganiseerd door een daar<strong>voor</strong> in het leven geroepen stichting<br />

(www.dagvanrespect.nl). Deze dag is in het bijzonder gericht op scholieren. Het gaat om<br />

respect <strong>voor</strong> de mens, natuur en milieu en de samenleving.<br />

Respect, sommige mensen hebben er lak aan, anderen menen oprecht dat zij respectvol<br />

leven en handelen. De praktijk kan nogal eens afwijken van hun zelfbeeld en<br />

zelfrapportage. Onderzoek laat steeds weer zien dat wij in meerderheid vinden dat<br />

anderen er op allerlei gebieden een potje van maken maar dat wij zelf een toonbeeld zijn<br />

van deugd. Ik merk dat ook in mijn mediations, partijen zijn ten einde raad, zij voelen<br />

zich machteloos, niet in staat verandering te brengen in de situatie, bij <strong>voor</strong>beeld de<br />

relatie met een ondergeschikte of met een leidinggevende. 'Want hoe de ander zich<br />

gedraagt, daar kan ik met mijn verstand niet bij!'<br />

Ik vind het waardevol dat kinderen al zo vroeg mogelijk goed leren omgaan met waarden<br />

en houdingen als respect, vertrouwen, tolerantie, omgaan met verschillen van opvatting<br />

en belang. Ik ben dan ook een groot aanhanger van de toenemende praktijk van leerling<br />

mediation op scholen (zie mijn artikel 'Mediation op school, jong geleerd, oud gedaan.<br />

Hoe scholieren beter met conflicten leren omgaan'). En het is verbazingwekkend hoe snel<br />

bij <strong>voor</strong>beeld (vmbo) scholieren, na enkele dagdelen training, erin slagen in de rol van<br />

bemiddelaar (in duo's) hun medescholieren te helpen om hun eigen conflicten op te<br />

lossen. Ik gun het ook vele volwassenen om op die manier kwaliteit aan hun (werk)leven<br />

en dat van hun collega's te kunnen toevoegen.<br />

Op Hawai speelde de jonge Obama klassiek basketbal. Hij hield van spelen op pleintjes<br />

waar hem werd geleerd dat 'respect wordt verkregen met wat je doet, niet met wie je<br />

vader is' (de Volkskrant, 11 november 2008). Dit is een mooie uitspraak, toch kijk ik wat<br />

anders aan tegen respect. Dat komt je namelijk toe op grond van je mens-zijn.<br />

Respect betreft, (met dank aan William L. Ury) drie componenten: de persoon van de<br />

ander, de gevoelens van de ander en het standpunt van de ander:<br />

De persoon van de ander: elk mens heeft een diep gewortelde behoefte aan respect.<br />

Door daaraan tegemoet te komen schep je een klimaat <strong>voor</strong> onderhandeling,<br />

samenwerking. Respect is inherent aan je mens-zijn, dat hoef je dus niet te<br />

verdienen. Waardering en gezag kun je wel verdienen.<br />

De gevoelens van de ander: achter agressie gaat vaak woede schuil of angst. Probeer<br />

niet om emoties te bezweren, want dat leidt er niet toe dat je bezwaren worden<br />

gehoord. Toon respect <strong>voor</strong> de gevoelens door een antwoord dat de ander niet<br />

verwacht zoals 'Je bent kwaad. Je hebt het gevoel dat je tekort wordt gedaan. Dat<br />

kan ik me <strong>voor</strong>stellen. Zo zou ik er ook over denken.' Een dergelijke reactie (luisteren<br />

115


en oprecht begrip tonen) werkt al kalmerend. Je kunt de ander de wapens (van de<br />

woede) uit handen slaan door respect, niet met ruzie. Je excuses maken is misschien<br />

wel de meest effectieve uiting van respect.<br />

Het standpunt van de ander: luister naar de ander en respecteer zijn standpunt. Je<br />

hoeft het er niet mee eens te zijn. Het wil alleen maar zeggen dat je de opvatting van<br />

de ander beschouwt als een die er mag zijn. Je geeft zo te kennen dat je begrijpt hoe<br />

de ander de dingen ziet. Respect kun je uitdrukken in zinnen als 'dat is alleszins<br />

verdedigbaar', 'ik begrijp wat je bedoelt'. Door respect te tonen <strong>voor</strong> wat de ander<br />

zegt, raken de dingen geleidelijk aan hun emotionele lading kwijt. Daardoor geef je<br />

de ander psychologisch meer ruimte, zodat hij gemakkelijker een andere benadering<br />

accepteert.<br />

Respect is de belangrijkste pijler van vertrouwen in organisaties. Respect is de sleutel<br />

van de deur naar het hoofd en het hart van de ander. Respect is zinnig omdat het zowel<br />

juist als effectief is. Daarom: respecteer de persoon van de ander, de gevoelens van de<br />

ander en het standpunt van de ander. En help elkaar daarbij, <strong>voor</strong>al door feedback.<br />

116


De dag van het respect - 2<br />

Hoe we respect concreet kunnen maken...<br />

12-11-2008<br />

Donderdag 13 november, Dag van het Respect (www.dagvanrespect.nl). Ik vervolg nu<br />

mijn <strong>voor</strong>gaande artikel. Respect betreft zowel de persoon van de ander als zijn<br />

gevoelens en zijn opvattingen. Respect is de belangrijkste pijler van vertrouwen in<br />

organisaties. Respect is de deur naar het hoofd en het hart van de ander. Respect is<br />

zinnig, omdat het zowel juist als effectief is. Het is de moeite waard en erg leerzaam om<br />

elkaar te steunen bij het in praktijk brengen van respect.<br />

We denken wel vaak dat we weten wat we onder een bepaald begrip verstaan en dat we<br />

het over die betekenis eens zijn, maar in de praktijk blijkt maar al te vaak dat dit een<br />

illusie is. De verwachtingen zijn immers niet expliciet gemaakt. We hebben het algemene<br />

begrip respect, vertrouwen, efficiency, samenwerking enzo<strong>voor</strong>t niet vertaald in gedrag.<br />

We blijven hangen in algemene begrippen en vage intenties, nogal vrijblijvend, totdat er<br />

spanning op de situatie komt te staan en op degenen die daarin rollen vervullen. Dan<br />

ontstaan teleurstelling, verontwaardiging, boosheid, onmacht, conflict, escalatie, ziek zijn<br />

van conflict enzo<strong>voor</strong>t. Maar dit hoeft niet zo te zijn.<br />

Expliciteren van verwachtingen en het concreet maken van gewenst respectvol gedrag<br />

helpt al een hoop. Wat ook helpt is het maken van een onderscheid tussen de persoon en<br />

zijn optreden:<br />

Respecteer de persoon. Bevredig zijn behoefte aan erkenning, dat werkt<br />

ontwapenend.<br />

Respecteer zijn gezag en competentie.<br />

Bouw een relatie met de ander op, een relatie die niet louter zakelijk is. Neem de tijd<br />

<strong>voor</strong> een praatje, maak kleine gebaren van goede wil.<br />

Een goede persoonlijke verstandhouding is te vergelijken met een spaarrekening<br />

(vergelijk trust account, Covey, The Speed of Trust).<br />

Leg de basis <strong>voor</strong> een goede verstandhouding, nog <strong>voor</strong>dat er moeilijkheden<br />

ontstaan.<br />

Een ander belangrijk element in de respect-praktijk is luisteren.<br />

Naar iemand luisteren is de kleinste concessie die je kunt doen, en het is een heel erg<br />

belangrijke.<br />

Luisteren vergt geduld en zelfdiscipline, dus ga niet meteen reageren op wat de ander<br />

zegt. Houd de aandacht gericht op wat de ander te zeggen heeft. Dit geeft je een<br />

betere kijk op waar de ander mee bezig is. Mensen putten grote voldoening uit het<br />

luchten van hun hart.<br />

Alleen luisteren is niet genoeg. Laat ook blijken dat je gehoord hebt wat de ander zei,<br />

bij <strong>voor</strong>beeld door te parafraseren. Dat wil zeggen, je omschrijft op een korte,<br />

heldere manier wat de ander heeft gezegd. Bij <strong>voor</strong>beeld: 'Als ik je goed begrijp, zeg<br />

je...'; 'Wat ik je hoor zeggen is...'; 'Bedoel je dat…' Je gebruikt eigen bewoordingen,<br />

maar wel zoveel mogelijk de sleutelwoorden van de ander. Bovendien is het aan te<br />

bevelen om je, bij het teruggeven, niet te beperken tot de inhoud van wat hij heeft<br />

gezegd maar ook de onderliggende gevoelens te verwoorden. Je doet hiermee recht<br />

117


aan de betekenissen in de beleving van de spreker (met dank aan Hugo Prein,<br />

Mediation in praktijk; beroepsvaardigheden en interventietechnieken, 2004, Boom).<br />

Het valt niet mee om achterdochtig te blijven jegens iemand die bereid is naar je te<br />

luisteren en die respecteert wat je zegt. Bovendien is het veel makkelijker om te<br />

luisteren naar iemand die naar jou luistert. Respect wordt beantwoord met respect.<br />

Tenslotte wil ik het belang van zelfvertrouwen benadrukken.<br />

Respect <strong>voor</strong> de ander weerspiegelt je eigen kracht. Zorg dat de ander dit onderkent.<br />

Laat je respect daarom gepaard gaan met zelfvertrouwen. Met een onbevreesde<br />

indruk sla je de ander de wapens uit handen.<br />

Opkomen <strong>voor</strong> jezelf is niet in strijd met je respect <strong>voor</strong> de ander.<br />

Respect van iemand die kracht en zelfvertrouwen uitstraalt maakt meer indruk dan<br />

wanneer respect komt van iemand die zwak oogt. Dus: respecteer de wensen van de<br />

ander en kom op <strong>voor</strong> die van jezelf.<br />

Samenvattend: maak onderscheid tussen de persoon en zijn gedrag, maak werk van<br />

luisteren en ga uit van zelfvertrouwen. Dit alles maakt het gemakkelijker om de wensen<br />

van de ander te respecteren en op te komen <strong>voor</strong> die van jezelf.<br />

118


De dag van het respect - 3<br />

Hoe we respect concreet kunnen maken...<br />

17-11-2008<br />

Respect betreft per definitie zowel jezelf (zelfrespect) als de ander. Het gaat dan om: de<br />

persoon, zijn gevoelens en zijn opvattingen. Respect is de belangrijkste pijler van<br />

vertrouwen in organisaties. Respect is de deur naar het hoofd en het hart van de ander.<br />

Respect is zinnig omdat het zowel juist als effectief is. Het is de moeite waard en erg<br />

leerzaam om elkaar te steunen bij het in praktijk brengen van respect.<br />

In deze praktijk is het waardevol en handig om onderscheid te maken tussen de persoon<br />

en zijn gedrag, werk te maken van luisteren en uit te gaan van zelfvertrouwen. Dit alles<br />

maakt het gemakkelijker om de wensen van de ander te respecteren en op te komen<br />

<strong>voor</strong> die van jezelf. Hierover gingen mijn laatste twee artikelen.<br />

De praktijk kan heel aardig worden geleerd aan de hand van een spel, dat al enkele jaren<br />

op de markt is. Ik doel hier op 'Spelen met conflicten. Vijf kaartspellen om je<br />

conflictvaardigheid te verbeteren'. Het is gemaakt door Francine ten Hoedt en Marijke<br />

Lingsma. Ik had het genoegen de introductie van het spel (2006) door beide dames en<br />

uitgever Nelissen te mogen meemaken. Daarna heb ik het diverse mensen aanbevolen<br />

en er ook zelf mee gespeeld, bij <strong>voor</strong>beeld in een intervisiegroep van collega's met wie ik<br />

destijds de leergang Coaching op Conflicten (www.school<strong>voor</strong>coaching.nl) heb gedaan.<br />

Het is echt de moeite waard, <strong>voor</strong> ieder van ons, om conflictvaardiger te worden. Dus:<br />

verschillen van mening niet langer te verstoppen, te sussen of te negeren. Want door zo<br />

te doen kunnen verschillen van mening uitgroeien tot bittere conflicten. Conflicten<br />

worden, <strong>voor</strong>al in bedrijven, gezien als buiten-gewone situaties, ze zouden er eigenlijk<br />

niet moeten zijn. Terwijl conflicten juist broodnodig (kunnen) zijn om samenwerking te<br />

bevorderen, juist in situaties, waarin tussen medewerkers veel verschillen bestaan.<br />

Een conflict is, zo schrijven Francine en Marijke in hun handleiding bij het spel, een<br />

botsing van waarheden, die niet in een verhaal passen. Hoe meer waarheden, hoe meer<br />

facetten van het verhaal belicht worden. Het is de kunst om al die waarheden (<strong>voor</strong>al die<br />

van jezelf) kritisch te blijven bekijken en om het verhaal te vergroten, zodat alle<br />

waarheden erin passen.<br />

Het conflictspel is gericht op de ontwikkeling van de competentie conflictvaardigheid.<br />

Deze competentie heeft betrekking op het vermogen van een persoon om effectief om te<br />

gaan met eigen overtuigingen, emoties en opvattingen <strong>voor</strong>, tijdens en na een conflict<br />

met een ander. Het gaat dan over:<br />

1. Je bent in staat om een conflict zo snel mogelijk te herkennen als je van diverse<br />

situaties weet aan te geven wat de conflictkiemen zijn. Wat maakt het conflict tot een<br />

conflict? (spel 5, zie onder).<br />

2. Je begrijpt welke mechanismen in werking treden bij het ontstaan en in stand houden<br />

van een conflict (spel 4).<br />

3. Je kunt verschillende methoden en technieken gebruiken om over te brengen wat je<br />

wilt, zonder de situatie te verslechteren (spel 2 en spel 3).<br />

119


4. Je beheerst technieken die bijdragen tot verduidelijking van bepaalde situaties en<br />

standpunten (spel 1).<br />

De ontwikkeling van de competentie conflictvaardigheid verloopt in drie fasen:<br />

1. Bewust worden: waarnemen, signaleren.<br />

2. Experimenteren, doen, uitproberen; het goed in de vingers krijgen.<br />

3. Excelleren: expres escaleren en de-escaleren, grenzen verleggen, conflictcoaching.<br />

Het conflictspel bestaat uit spelinstructies en vijf spellen met kaarten:<br />

Spel 1: Ken je kracht: Laat de competentie conflictvaardigheid zien in<br />

competentiekaarten. Het gaat om zelfreflectie, zelfbeheersing, metacommunicatie over<br />

emoties, durf, zelfmanagement in conflicten, ontwikkelbereidheid en resultaatgericht<br />

onderhandelen.<br />

Spel 2: Ruzie mag: Bevat tips en uitdagingen om conflictvaardiger te worden. Enkele<br />

<strong>voor</strong>beelden: doe eens een stapje terug in houding en gedrag, durf nieuwsgierige vragen<br />

te stellen over wat hem of haar zo raakt, gebruik humor om meer ruimte te creëren, sta<br />

jezelf geen achterdeurtjes toe, toon waardering <strong>voor</strong> de relatie, wees in conflicten<br />

toekomstgericht enzo<strong>voor</strong>t (50 kaarten met verschillende tips).<br />

Spel 3: Respect, man!: Gaat over de kunst van het ruziemaken in (50) deescalatiekaarten<br />

met teksten als: aandacht geven, afstand nemen, bedanken, begrip<br />

tonen, boosheid benoemen, boosheid accepteren, coach inschakelen, complimentje<br />

geven, eerlijk zijn, eigen gevoel weergeven, erkenning geven, excuses aanbieden, gelijk<br />

geven, ik-boodschappen, in de ogen kijken enzo<strong>voor</strong>t.<br />

Spel 4: De rode knop: Gaat over de kunst van het ruziemaken in (50) escalatiekaarten.<br />

Voorbeelden: afkraken, belachelijk maken, dreigen met sancties, fysiek geweld,<br />

geïrriteerd doen, in de rede vallen, integriteit in twijfel trekken, klagen, liegen,<br />

minachting tonen, negeren, onrespectvol gedrag, roddelen, slachtoffer spelen, enzo<strong>voor</strong>t.<br />

Spel 5: Gelijk of Geluk?: Gaat over de vraag of je in deze situaties (staan op de<br />

achterzijde van de 50 kaarten) gaat <strong>voor</strong> harmonie of onvrede. Voorbeelden: een collega<br />

pikt je idee en gaat met de eer strijken, tijdens een vergadering laat een collega je<br />

steeds niet uitspreken, je manager geeft de leukste klussen steeds aan een ander, er<br />

wordt geroddeld over een van je teamgenoten, een collega komt drie van de vijf dagen<br />

te laat op het werk, enzo<strong>voor</strong>t.<br />

Elk spel is op diverse manieren te spelen: individueel, in een coach sessie, in een<br />

team(coaching), in mediation sessies. In mediation kunnen natuurlijk <strong>voor</strong>al de respect-<br />

en de rode knop kaarten heel verhelderend zijn. De handleiding bij het spel bevat<br />

spelinstructies <strong>voor</strong> al deze gebruikssituaties. Meer informatie is te vinden via<br />

www.trickline.nl onder de knop 'Spelen met conflicten' en op www.multimediacoach.nl<br />

In dit artikel ligt de nadruk op Respect. Dit spel laat echter zien dat respect niet op zich<br />

staat en in vele situaties aan de orde kan zijn. Het laat ook zien dat respectvol gedrag<br />

ook in conflictsituaties mogelijk is. Het laat bovendien zien dat het te leren is en dat is<br />

goed nieuws <strong>voor</strong> iedereen die vrede op aarde wil en bij zichzelf wil beginnen.<br />

120


Vertrouwen op je werkplek<br />

I TRUST U - een charmante gids om op je werk mee te werken aan vertrouwen<br />

6-3-2009<br />

Wie het nieuws volgt wordt overstelpt met <strong>voor</strong>beelden, die je de indruk geven dat<br />

vertrouwen in onze samenleving op tal van terreinen ver te zoeken is, steeds verder lijkt<br />

het wel. Vaak maakt ver zelfs plaats <strong>voor</strong> wan. Zelfs het vertrouwen in Het Toezicht is<br />

weg, aldus Inge Brakman, <strong>voor</strong>zitter van het Commissarissariaat <strong>voor</strong> de Media en<br />

commissaris bij Fortis, vanmorgen in de Volkskrant (5 maart; artikel Het old boys<br />

network loopt op zijn laatste benen. Deftig bijbaantje wordt serieus werk). Zij zegt: 'We<br />

moeten niet alleen oog hebben <strong>voor</strong> 'harde' onderwerpen zoals de jaarrekening, maar<br />

ook veel meer aandacht hebben <strong>voor</strong> bij <strong>voor</strong>beeld de cultuur binnen het bedrijf.<br />

Hebzucht aan de top zegt immers veel over een bedrijf.'<br />

De column van Michael Zeeman in dezelfde krant heeft als titel Vertrouwen kopen. Zijn<br />

opstapje is de American International Group (AIG) die het record geld zoek maken heeft<br />

gevestigd: honderd miljard dollar in een jaar naar de filistijnen! De politiek is nu, ook in<br />

ons land, druk bezig om het vertrouwen van het publiek en van de consumenten terug te<br />

winnen. Vertrouwen is het cement van de samenleving. Dus als het daar, zoals nu, aan<br />

schort, staat er meer op het spel dan de economie, aldus Zeeman.<br />

Bankiers hebben, aldus Zeeman, het vertrouwen geroutineerd weggestreept tegen de<br />

jaarcijfers; immers die laatste bepaalden de hoogte van hun bonussen. Vertrouwen is<br />

daarentegen een immaterieel begrip, waarvan de waarde niet op de gebruikelijke<br />

economische manier kan worden vastgesteld maar dat een on<strong>voor</strong>stelbare prijs heeft als<br />

er een tekort aan is. De gerenommeerde econoom prof. dr. Arnold Heertje heeft er vaak<br />

op gewezen, dat iets van onbecijferbare waarde moeilijker te vervangen is dan iets<br />

waarvan je zo de prijs kunt vaststellen. Economen kunnen van alles de prijs berekenen<br />

maar van niets de waarde kennen.<br />

Vertrouwen komt te voet en vertrekt te paard. Vertrouwen is niet te koop, wel te<br />

verwerven. Dat is in grote maatschappelijke verbanden een redelijk abstracte en<br />

verdraaid lastige bezigheid. Makkelijker en zeker zo belangrijk is het om te werken aan<br />

vertrouwen in het dagelijks leven, op de werkplek. Stephen M. R. Covey (de zoon van;<br />

trouwens deze zoon heeft zelf ook weer een zoon met dezelfde <strong>voor</strong>naam) heeft in zijn<br />

'The speed of trust' (2006) vijf waves onderscheiden, waarop aan vertrouwen kan<br />

worden gewerkt: 1. self trust; 2. relationship trust; 3. organizational trust; 4. market<br />

trust en 5. societal trust. Hij besluit zijn prachtige en inspirerende boek met een<br />

hoofdstuk 'Inspiring trust: How to extend 'Smart Trust', restore trust, and take the<br />

exponential leap of faith that makes all the difference...and why not extending trust is<br />

the greatest risk of all'.<br />

Vorige maand is in ons land een alleraardigst boek verschenen, dat hele praktische<br />

handvatten geeft om te werken aan vertrouwen op je werk. Het heeft de grappige titel I<br />

TRUST U, de ondertitel luidt managen vanuit vertrouwen. De auteur is Tica Peeman,<br />

directeur van VIStrainingen. Haar boek is een welkome aanvulling op boeken van meer<br />

algemene aard zoals de onlangs verschenen bundel (eerder in het AMC Magazine<br />

verschenen artikelen) De vertrouwenscrisis; over het krakend fundament van de<br />

samenleving. Pica's boek is verschenen bij Pearson Education Benelux.<br />

121


I TRUST U gaat over het loslaten van controle, over 'leiden zonder te leiden', ofwel<br />

coachend leiderschap, dienend leiderschap, in Tica's woorden: managen vanuit<br />

vertrouwen. Hoe doe je dat nou? Die vraag en de antwoorden daarop behandelt zij met<br />

groot enthousiasme en in een persoonlijke stijl, bijna spreektaal. Tica onderscheidt vier<br />

terreinen waarop dient te worden gewerkt en gebouwd aan vertrouwen:<br />

organisatieopzet, cultuur, leiderschap en communicatie. In hoofdstuk 6 geeft zij een<br />

fasering (vijf fasen) <strong>voor</strong> de (langdurige en duurzame) opbouw van vertrouwen: de<br />

vuurfase, de muurfase, de structuurfase, de cultuurfase en de natuurfase. In elke fase<br />

doorloopt zij de zojuist genoemde vier terreinen. Heel systematisch, heel prettig om te<br />

lezen.<br />

Tica schrijft op een aanstekelijke manier, in een heel persoonlijke stijl, soms bijna<br />

spreektaal, bij <strong>voor</strong>beeld als zij schrijft: 'ik gooi in dit boek alles over een andere boeg,<br />

dus waarom dit ook niet!' (pag. 61). Zij spreekt de lezer, soms buitengewoon direct en<br />

uitdagend, aan met jou en jij, bij <strong>voor</strong>beeld als zij het heeft over de paradox van het<br />

introduceren en verkopen van het concept 'vertrouwen in organisaties'. Zij schrijft 'dat<br />

dit door mensen moet gebeuren die wat hoger in de boom zitten. Daarmee bedoel ik dus<br />

jou. En jij hebt vaak je eigen weerstand. De grootste ommezwaai zit daarom volgens mij<br />

in jou: van een centraal sturende manager naar een faciliterende, meer op de<br />

achtergrond aanwezige manager. (...); je mag er nu <strong>voor</strong>al even op kauwen.' (pag. 67).<br />

Even later (pag. 95) promoveert zij de manager al tot cultureel attaché.<br />

Tica's boek is fraai vorm gegeven en het leest vlot. Haar informele spreektaalgebruik<br />

draagt daartoe bij; zo staat er aan het slot op pagina 106 plots in grote letters het woord<br />

hallelujah. En pagina 98 begint met de zin: 'Misschien is dit wel het spannendste<br />

hoofdstuk van dit boek.' Dit is spannend omdat ...' en dan gaat zij in op de drie taken<br />

van managers in een organisatie, die is gebouwd op vertrouwen: 1. verkopen van<br />

vertrouwen; 2. zelf een <strong>voor</strong>beeld zijn van betrouwbaarheid en 3. bouwen van<br />

(zelf)vertrouwen (pag. 97-132).<br />

Ook de inkijkjes die zij geeft in de VIS keuken - soms heeft het boek trekken van een<br />

film met onderbrekingen <strong>voor</strong> commercials, maar zeker niet op een storende manier, zie<br />

bij <strong>voor</strong>beeld pagina 80 over feedback en 94 over effectiviteitstrainingen <strong>voor</strong> mensen<br />

met een lichamelijke handicap, een mooi initiatief trouwens - en de geinige en soms<br />

ontwapenende confidenties waar zij de lezer op tracteert dragen bij aan de vlotte<br />

leesbaarheid. Voorbeelden: ...'Geen wonder dat daar een cultuur ontstaat van afwachten<br />

en naar boven wijzen. Zou ik ook doen... (correctie: heb ik ook gedaan).' (pag. 52). En<br />

...'Zo heb ik bij <strong>voor</strong>beeld veel te lang een trainer aangehouden, waar ik veel twijfels bij<br />

had. Uiteindelijk heb ik de knoop veel te laat doorgehakt. Dat was niet eerlijk; niet<br />

tegenover mezelf en <strong>voor</strong>al niet tegenover hem.' (pag. 141). En, over maatschappelijke<br />

betrokkenheid tonen en vertalen in een concreet plan: '... (Dit schrijf ik met enige<br />

schaamte op, omdat we binnen VIStrainingen veel ideeën hebben over maatschappelijke<br />

betrokkenheid, maar nog geen concreet plan.)' (pag. 174).<br />

'Poeh, het managen vanuit vertrouwen vraagt een hoop van een manager en dus een<br />

hoop van jou (...) Ik heb ook wel gemerkt dat het oplucht om jezelf niet meer groter<br />

<strong>voor</strong> te doen dan je bent. Want dat kost energie! Managen vanuit vertrouwen levert<br />

minder stress op omdat (...) En het went. Het went echt dat je niet meer van alles op de<br />

hoogte bent en dat dit okay is. Sterker nog, je krijgt er zelfs lol in.' (pag. 130). Waarna<br />

zij vertelt over wat er allemaal bij VIS was gebeurd tijdens haar zes weken verblijf op<br />

Bali. En dan sluit zij, na een metafoor over lekker surfend op de golven een nieuw idee<br />

122


edenken om je organisatie nog mooier en leuker te maken <strong>voor</strong> jezelf en je<br />

medewerkers het hoofdstuk af met 'KIJK! Het is HOOG water!' (pag. 131).<br />

Op pagina 127 geeft Tica haar visie op een wenselijke score <strong>voor</strong> managen vanuit<br />

vertrouwen. Zij gebruikt hier de BIG V. Een van de domeinen is openheid. Zij schrijft:<br />

'Waarschijnlijk heb je hier een hoge score op. Anders had je dit boek niet zo snel<br />

gekocht. Openheid is belangrijk, zeker als het gaat om ideeën en verandering en <strong>voor</strong>al<br />

gezien het feit dat bouwen van vertrouwen een nieuwe benadering is.' Tica, nu zal ik<br />

eens een confidentie doen. Let op! Op 27 januari bestelde ik bij<br />

www.Managementboek.nl enkele boeken, waaronder twee over het thema<br />

vertrouwen, het jouwe en Trust Me door Nick Morgan. Bij jouw boek stond aangegeven<br />

dat het pas vanaf 6 februari leverbaar zou zijn. Toen ik het op 18 februari nog niet had<br />

ontvangen heb ik opheldering gevraagd bij Managementboek. Ik ontving het de 20ste, ik<br />

ben het meteen gaan lezen en ik schrijf er nu een stuk over. Als dat geen openheid is...!<br />

Het boek ontleent zijn aantrekkelijkheid niet alleen aan de vormgeving en de persoonlijke<br />

schrijfstijl maar ook aan de citaten, waarmee het boek is doorspekt, onder meer bij de<br />

aanvang van hoofdstukken. Hier kraak ik een kleine kritische noot. Tica schrijft dat zij<br />

veel literatuur over vertrouwen (in organisaties) heeft gelezen. Wat mij opvalt is dat zij<br />

in haar teksten auteurs citeert of naar hun werk verwijst, terwijl zij niet te vinden zijn in<br />

haar literatuuroverzicht. Een <strong>voor</strong>beeld is de lange tekst over Situationeel Leiderschap,<br />

ontwikkeld door Paul Hersey en Ken Blanchard (pag. 112 - 117). Andere <strong>voor</strong>beelden zijn<br />

citaten aan het begin van of in de loop van de tekst, zoals van Manfred Kets de Vries<br />

(pag. 62), mijzelf (pag. 17) en de Dalai Lama (pag. 128).<br />

Omgekeerd komen namen van de literatuurlijst niet <strong>voor</strong> in de tekst, dat is overigens<br />

minder storend dan het omgekeerde. Ook schrijft zij nu en dan dat onderzoek heeft<br />

aangetoond dat..., zonder dat hier een verwijzing bij wordt gegeven (pag. 119). Deze<br />

tekortkomingen hadden niet gehoeven maar zijn waarschijnlijk het bijproduct van de<br />

gedrevenheid waarmee Tica dit boek geschreven heeft. Soms dacht ik, 'Jeetje, zo'n boek<br />

zou/had ik ook wel willen schrijven!' Kortom: warm aanbevolen. Meer weten over het<br />

boek, kijk op www.tiex.nl.<br />

123


Verenigingen<br />

124


Open brief aan de VPN<br />

Een uitnodiging aan alle verenigingsprofessionals om mee te bouwen aan de VPN<br />

26-6-2008<br />

In het juni 2008 nummer van het blad <strong>voor</strong> Verenigingsmanagement, VM, heb ik samen<br />

met beroepsverenigingsmanager Dinie Naezer-Heerschop een Open Brief aan de<br />

Verenigings Professionals Nederland (VPN) geplaatst (pag. 73).<br />

Waarom een open brief? We hebben hier<strong>voor</strong> gekozen omdat we vinden dat VM aan<br />

waarde kan winnen wanneer er een openlijke gedachtenwisseling plaats vindt tussen<br />

allen die deel uitmaken van de beroepsgroep van verenigingsprofessionals en die zich<br />

betrokken voelen bij groei en bloei van vak en professie. We hebben de brief gericht aan<br />

de VPN maar feitelijk bevat hij een oproep aan alle verenigingsprofessionals, die werken<br />

bij andere dan brancheverenigingen. Want brancheorganisaties zijn dominant in de<br />

aandacht en het beleid niet alleen van de VPN maar ook van haar<br />

samenwerkingspartners VM en de Academie <strong>voor</strong> Verenigingsmanagement AVVM.<br />

Historisch is dat ongetwijfeld goed te verklaren, maar veranderen doet het niet, als<br />

slechts enkele personen daar nu en dan op aandringen. Voor verandering is een andere<br />

aanpak nodig, is actie nodig vanuit de diverse categorieën verenigingen, die zich nu<br />

ondervertegenwoordigd weten in de VPN, VM en het curriculum van de AVVM. Dus<br />

hebben we er<strong>voor</strong> gekozen een <strong>voor</strong>stel te doen. Dit komt hierop neer:<br />

1. De VPN verbreedt haar domein naar andere typen verenigingen: beroepsverenigingen,<br />

ideële en charitatieve verenigingen, sportverenigingen, consumenten- en<br />

patiëntenverenigingen, verenigingen zoals politieke partijen, vakbonden enzo<strong>voor</strong>t. In<br />

een SWOT analyse van de VPN zouden vrijwel al deze typen vereniging <strong>voor</strong>komen in<br />

zowel het vak Zwakten als in het vak Kansen. Ter inspiratie: in het ASAE<br />

onderzoeksproject 7 Measures of Success bestonden de onderzoeksgroep en de<br />

controlegroep (elk negen verenigingen) uit vijf beroepsverenigingen, twee<br />

brancheverenigingen en twee 'individual membership' verenigingen.<br />

2. De VPN vormt per type vereniging een sectie in oprichting.<br />

3. De VPN nodigt haar bekende vertegenwoordigers van de diverse typen verenigingen<br />

uit om een initiatiefgroep te vormen <strong>voor</strong> een bepaalde sectie X in oprichting. Zij<br />

faciliteert deze initiatiefgroepen.<br />

4. De initiatiefgroep <strong>voor</strong> sectie X maakt een plan van aanpak. Zij gaat, als onderdeel<br />

daarvan, het betreffende domein in kaart brengen en verenigingsprofessionals<br />

daarbinnen organiseren. Zij inventariseert daarbij tevens op welke terreinen<br />

samenwerking toegevoegde waarde zou kunnen opleveren <strong>voor</strong> de deelnemers.<br />

5. De initiatiefgroep rapporteert periodiek aan het bestuur over de <strong>voor</strong>tgang en<br />

haalbaarheid van haar plan.<br />

Dinie en ik willen zelf het goede <strong>voor</strong>beeld geven door ons beschikbaar te stellen als<br />

leden van de initiatiefgroep VPN-Sectie Beroepsverenigingen i.o. Wij zijn allebei<br />

doorgewinterde beroepsverenigingsprofessionals en wij willen graag dat deze categorie<br />

125


verenigingen een stem krijgt binnen de VPN en dat zij door meer samenwerking leren<br />

van elkaar. Dus: 1) iedereen die bij een beroepsvereniging werkt en het belang van<br />

organisatie van beroepsverenigingsprofessionals inziet, is van harte welkom. En 2)<br />

iedereen die de sectie-idee als zodanig waardevol vindt en daarin aanleiding ziet om ons<br />

<strong>voor</strong>beeld te volgen <strong>voor</strong> zijn of haar categorie vereniging, laat van je horen en ga aan<br />

de slag.<br />

De VPN bestaat sinds 2001; aanvankelijk vertoefde zij onder de vlag van de ESAE, in<br />

2004 verzelfstandigde zij zich. Het ledental is op dit moment ruim 130. Of dit veel is,<br />

afgezet tegen het totaal aantal verenigingsprofessionals in ons land, laat ik in het<br />

midden. Het gaat erom of we de juiste personen als lid hebben, dus<br />

verenigingsprofessionals en niet alleen verenigingsmanagers, die werkzaam zijn bij<br />

secretariaatsbureaus, en aanbieders van diensten aan verenigingen. Ik ben niet bekend<br />

met het verloop van het ledental in de afgelopen vijf jaar; het bestuur spreekt van een<br />

sterke ledengroei de laatste jaren. Maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het<br />

ledental nog onvoldoende kritische massa heeft om te kunnen doen wat gedaan moet<br />

worden.<br />

Met onze open brief willen Dinie en ik bijdragen aan visie en beleid van de VPN om<br />

binnen enkele jaren een substantiële sprong <strong>voor</strong>waarts te maken. En, echte<br />

verenigingsmensen als we beiden zijn, zijn we van mening dat hier een opdracht ligt <strong>voor</strong><br />

de professionals zelf. Dan is het mooi als de VPN daar<strong>voor</strong> de lijnen uitzet, de kaders<br />

schept en de facilitering biedt.<br />

In augustus gaat een veertiental Nederlandse verenigingsprofessionals naar het ASAE<br />

congres in San Diego. Vorig jaar (Chicago) waren er zes Nederlanders. ASAE is ons grote<br />

<strong>voor</strong>beeld, de congressen in de VS zijn indrukwekkend, bij alle beroepsgroepen. Zulke<br />

zaken zijn bij Amerikanen in goede handen. De ASAE bestaat al tientallen jaren, zij telt<br />

op dit moment omstreeks 23.000 leden. Dat lijkt heel veel en dat is het ook. Maar<br />

misschien ook niet, want het is wel een vereniging <strong>voor</strong> een heel continent.<br />

De VS zijn sinds hun oprichting het land van de zelforganisatie, de vereniging dus, bij<br />

uitstek. Veel verenigingen hebben bureaus met een staf op nationaal (is federaal),<br />

staats- en stadsniveau. Andere verenigingen zijn alleen aanwezig op een van deze drie<br />

niveaus. Kortom, er is een gigantische verenigingsdichtheid, er moeten<br />

honderdduizenden verenigingsprofessionals zijn, de latente markt lijkt me gigantisch.<br />

Cijfers heb ik niet, de ASAE hoogstwaarschijnlijk wel. Want op basis daarvan kunnen<br />

targets worden gesteld ten aanzien van de vergroting van de penetratiegraad en het<br />

ledental.<br />

Het is een goede zaak dat een toenemend aantal verenigingsprofessionals erop uit trekt<br />

om te leren van de ASAE en van hun collega's uit andere landen.<br />

126


Het lijkt wel een vereniging!<br />

Wat hebben verenigingen en medezeggenschapsorganen met elkaar gemeen?<br />

5-11-2008<br />

In mijn werk heb ik nogal eens te maken met ondernemingsraden en andere organen<br />

van medezeggenschap. Om mij weer eens nader te bezinnen op het fenomeen<br />

medezeggenschap, heb ik op 28 oktober deelgenomen aan een congres in de Doelen te<br />

Rotterdam, georganiseerd door het blad OR-Info (www.orinformatie.nl). Het was een<br />

alleraardigste dag, deze Dag van de Medezeggenschap. Leerzaam en onderhoudend.<br />

Leerzaam omdat ik zovele déja-vu's beleefde.<br />

Ondernemingsraden zijn er vele in ons land, oneindig veel meer dan gemeenteraden. En<br />

zij zijn minstens zo belangrijk. Ik ken de OR al vele tientallen jaren, heb vroeger<br />

cursussen gegeven aan OR-leden en ben zelf ooit ook lid van de Raad van<br />

Commissarissen geweest van een bedrijf, op <strong>voor</strong>dracht van de OR. Dat was een<br />

leerzame ervaring, naar beide kanten toe en <strong>voor</strong>al ook wat betreft de interface, de<br />

communicatie tussen beide.<br />

Er valt, zo merkte ik op 28 oktober, blijkbaar nog steeds veel te leren, <strong>voor</strong>al omdat er in<br />

de taaie realiteit van de relatie tussen Zeggenschap en Medezeggenschap in de<br />

werkorganisatie zo weinig verandert, in weerwil van de turbulentie waarin vele bedrijven<br />

zich bevinden. Met vele moeizame, conflictueuze en onvruchtbare relaties vandien. Er<br />

zijn natuurlijk goede <strong>voor</strong>beelden, organisaties waar de OR zelfs wordt opgeheven en<br />

bedrijfsbestuur en werknemersvertegenwoordiging samen hebben gezocht naar<br />

alternatieven, die flexibeler, effectiever en prettiger zijn om mee te werken. Zij hebben<br />

deze alternatieven ook werkelijk gevonden en zijn of gaan er binnenkort mee aan de<br />

slag. Hulde aan de experimenteerders.<br />

Omdat ik ook nogal eens met verenigingen werk, heb ik in de loop van de congresdag<br />

vaak gedacht aan de vele verenigingen die ons land telt en aan de problemen waarmee<br />

zij worstelen. Ik ontdekte veel overeenkomsten met de ondernemingsraden. Er is<br />

weliswaar een belangrijk punt van verschil: de ondernemingsraad maakt deel uit van het<br />

bedrijf en heeft daarbinnen een duidelijke tegenspeler, onderhandelings- en<br />

gesprekspartner. De werknemers binnen de organisatie zijn te beschouwen als de<br />

doelgroep, de potentiële achterban van de OR.<br />

Ook vele verenigingen danken hun ontstaan en bestaan aan een potentiële achterban<br />

met behoeften en aan een tegenspeler met macht. Denk aan verenigingen van patiënten,<br />

huurders, consumenten, werknemers (vakbonden). Daarnaast zijn er natuurlijk legio<br />

verenigingen, die zelf een tegenstander of eigenlijk medestanders zoeken om de<br />

belangen van hun achterban te behartigen. Denk aan politieke partijen,<br />

sportverenigingen, brancheorganisaties en beroepsverenigingen.<br />

Ik ontdekte in presentaties, publikaties en gesprekken de volgende overeenkomsten met<br />

(vele) verenigingen:<br />

De OR is als het ware het bestuur van de 'vereniging' van werknemers in het bedrijf.<br />

Er is een grote kloof tussen bestuur en achterban. Er is weinig interesse <strong>voor</strong> (het<br />

werk van) de OR. Alleen in geval van een conflict neemt de interesse toe.<br />

127


De OR kent, net als tal van verenigingen, een beperkte ondersteuning, in de vorm<br />

van een (parttime) medewerker op het secretariaat. Terzijde: menige vereniging zou<br />

hier maar wat blij mee zijn! Dat geldt ook <strong>voor</strong> de faciliteiten (ook in tijd) die gelden<br />

<strong>voor</strong> OR-leden.<br />

Er is nogal wat verloop in de OR en er zijn vele en vaak langdurige vacatures. Dit kan<br />

ook <strong>voor</strong>delen hebben, bij <strong>voor</strong>beeld dat de OR zich beperkt tot zijn kerntaken en er<br />

efficiënter wordt gewerkt.<br />

Er is onvoldoende kwaliteit, zeker ten aanzien van het denken op strategisch niveau,<br />

om adequaat tegenspel te kunnen bieden aan de bestuurder van de onderneming.<br />

Ook de sociale en communicatievaardigheden zijn, ondanks alle trainingen, lang niet<br />

altijd aan de maat. Terzijde: dit geldt overigens ook <strong>voor</strong> menig bestuurder.<br />

De communicatie als zodanig schiet tekort, niet alleen naar de achterban en naar de<br />

bestuurder van de organisatie maar ook intern, in de OR zelf.<br />

Het leiderschap van de OR is te vaak gebrekkig, niet alleen qua visie en inspiratie<br />

maar ook in de praktijk van de omgang met moeilijke onderwerpen en met<br />

(moeilijke) mensen. Voorzitters met een dominante persoonlijkheid komen nogal<br />

eens <strong>voor</strong>. Daarmee is de goede zaak echter niet zonder meer gediend.<br />

Zij die lid zijn van de OR zijn, gezien de beperkte belangstelling <strong>voor</strong> het OR werk,<br />

niet per definitie de meest geschikte personen. Soms ziet een werknemer het OR<br />

lidmaatschap niet als een bijdrage aan de onderneming en aan de<br />

belangenbehartiging van zijn achterban maar puur als een middel om aan de sleur<br />

van de eigen job te ontsnappen en zichzelf te ontplooien, bij <strong>voor</strong>beeld via de<br />

aangeboden cursussen en trainingen en door contacten met de bestuurder en breder<br />

in het bedrijf. Daar is niets mis mee, eigen belang mag, maar als het daarbij blijft,<br />

getuigt het wel van cynisme.<br />

De OR beschikt over tal van faciliteiten, die maken dat zo'n club iets of zelfs heel veel<br />

kan <strong>voor</strong>stellen. Veel werk kan, met ondersteuning, in werktijd worden gedaan. Hoe<br />

anders is dat in de wereld van de echte vereniging, die tenminste ook alle hierboven<br />

genoemde problemen kent en het in vele gevallen moet doen zonder zo'n duidelijke<br />

gesprekspartner en zonder alle faciliteiten.<br />

Beide, vereniging en OR, zouden aan kwaliteit kunnen winnen, als zij zich meer<br />

rekenschap zouden geven van het belang van de HR component, het sociale- en<br />

personeelsbeleid. Dit zou om te beginnen kunnen door de volgende maatregelen:<br />

Benoem functies helder en aantrekkelijk, met nadruk op de uitdaging <strong>voor</strong> de persoon<br />

en het belang van de bijdrage aan het collectief. Geef aan wat nodig is <strong>voor</strong> een<br />

goede functievervulling en hoe de organisatie en de collega's daarbij zullen helpen.<br />

Werf actief door mensen in persoon aan te spreken, zodat de kans dat je de goede<br />

mensen binnen krijgt, toeneemt. Algemene oproepen in ledenbladen en op<br />

ledenvergaderingen hebben geen tot weinig effect. Mensen willen bij <strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong><br />

iets gevraagd worden.<br />

Pas procedures van solliciteren en selecteren toe, om aan te geven dat het om een<br />

serieuze zaak gaat. Vrijwilligerswerk, ook in de baas zijn tijd, is nooit vrijblijvend, in<br />

tegendeel.<br />

Schep duidelijkheid ten aanzien van het psychologisch contract van degene die<br />

verantwoordelijkheid wil gaan dragen met de club waarin hij dat gaat doen.<br />

Laat nieuwe leden niet aan hun lot over; bied hun een goede introductieperiode en<br />

wijs hun een mentor toe, zodat zij snel zijn ingewerkt, zich op hun gemak voelen en<br />

een bijdrage kunnen gaan leveren.<br />

128


Houd functioneringsgsprekken met alle leden van de OR en het verenigingsbestuur.<br />

Doel is te leren van (elkaars) ervaringen, ontwikkelpunten op het spoor te komen en<br />

afspraken te maken hoe daaraan te werken zodat aantoonbaar <strong>voor</strong>tgang wordt<br />

geboekt. Op deze manier wordt vrijwilligerswerk ook instrumenteel <strong>voor</strong> het werkloopbaanpad.<br />

Houd evaluaties van het collectief (de OR, het verenigingsbestuur), bij <strong>voor</strong>keur aan<br />

het eind van elke bijeenkomst en minstens een keer per jaar terugblikkend over de<br />

<strong>voor</strong>bije periode. Vragen zijn: hebben we de goede dingen gedaan? Hebben we ze op<br />

de goede manier gedaan? In goede harmonie? Wat hebben we ervan geleerd? Wat<br />

gaan we anders doen en hoe dan?<br />

Gelukkig hoeven verenigingen en ondernemingsraden het wiel niet uit te vinden. Ons<br />

land kent een groot aanbod van wielaanbieders: adviseurs, opleiders, trainers en coaches<br />

die samen met hen bestaande wielen op maat kunnen maken.<br />

129


Ode aan de beroepsvereniging<br />

Wat maakt een beroepsvereniging toch zo aantrekkelijk?<br />

8-2-2009<br />

De vraag hierboven heeft een nogal retorische inslag. Toegegeven, ik ben niet<br />

onbe<strong>voor</strong>oordeeld, ik heb immers vele jaren als directeur van beroepsverenigingen<br />

gewerkt en ik ben als vrijwilliger nog actief in enkele beroepsverenigingen. Bovendien<br />

ken ik tal van andere beroepsverenigingen van nabij, ook over de grens. Ook<br />

toegegeven, het is natuurlijk niet altijd rozengeur en maneschijn, maar er is veel wat ik<br />

wel heel aantrekkelijk vind.<br />

Ik wil mijn opvatting, dat beroepsverenigingen vele aantrekkelijke kanten hebben,<br />

illustreren aan de hand van een recent <strong>voor</strong>beeld. Ter inleiding even dit. Hoewel ik geen<br />

psycholoog ben, maak ik als belangstellend lid wel deel uit van de landelijke<br />

beroepsvereniging van psychologen, het NIP (12.000 leden; www.psynip.nl). Sterker<br />

nog, ik ben op verzoek toegevoegd lid geworden van de sectie Mediation van het NIP. In<br />

die hoedanigheid heb ik zelfs een tweeledige bestuursportefeuille: PR en vice<strong>voor</strong>zitter<br />

(interne organisatie).<br />

Een <strong>voor</strong>beeld van de aantrekkelijke kanten van de beroepsvereniging. Donderdag 5<br />

februari woonde ik een alleraardigst symposium (13.00 - 18.00 uur) bij over mediation<br />

(kennis en vaardigheden). Het was een coproductie van twee NIP secties: de sectie<br />

Arbeid & Gezondheid en de sectie Mediation. Plaats van handeling: het mooie<br />

Academiegebouw van de Utrechtse universiteit, Domplein, Utrecht. Aantal aanwezigen<br />

65, 35 personen hadden het bericht gekregen dat zij te laat waren met hun aanmelding,<br />

gezien de capaciteit van de zaal. Tussen de obligate koffie en thee <strong>voor</strong>af en de borrel<br />

met hapjes na afloop werd een geweldige high tea geserveerd, een lust <strong>voor</strong> oog en<br />

tong.<br />

Het programma bevatte <strong>voor</strong> mediators amper nieuws. Het was namelijk primair bedoeld<br />

<strong>voor</strong> de aanwezigen uit de andere sectie en <strong>voor</strong> nog diverse andere advocaten en<br />

juristen, met een kennelijke interesse in mediation. Niet per se om het beroep te gaan<br />

uitoefenen, maar zeker wel om te kijken welke kennis en vaardigheden bruikbaar zouden<br />

kunnen zijn in de huidige beroepsuitoefening. Overigens, mediation is <strong>voor</strong> menigeen,<br />

ook <strong>voor</strong> mij, een tweede beroep en carrière, waarin natuurlijk flink kan worden<br />

gekapitaliseerd op eerdere ervaringen in andere beroepen en rollen.<br />

Het programma was gevarieerd en het verliep geanimeerd. De dag<strong>voor</strong>zitter was nog<br />

niet klaar met zijn welkomstwoord of het conflict begon, achter zijn rug, al in volle<br />

hevigheid. Een rollenspel arbeidsconflict was namelijk het eerste inhoudelijke<br />

programmaonderdeel. Dit hete conflict (heet want heftige emoties), tussen een zeer<br />

ervaren docent en een nieuwe onderwijsmanager, beiden (vrouw) verbonden aan<br />

dezelfde hogeschool, duurde slechts vijf minuten. De docente liep namelijk kwaad weg!<br />

Het spel genereerde grote betrokkenheid van de zaal.<br />

Wij werden uitgenodigd om in tweetallen (a) ideeën te opperen over de diagnose van het<br />

probleem, hoe we het conflict zagen en (b) aan te geven waar wij aangrijpingspunten<br />

zagen <strong>voor</strong> conflictinterventies. Aansluitend nodigde een gerenommeerd mediator de zaal<br />

uit om te komen met suggesties ten aanzien van de vraag naar de diagnose en het<br />

130


verdere verloop van het conflict. Deze uitnodiging leverde een rijke en leerzame<br />

schakering op van observaties, opinies en <strong>voor</strong>stellen.<br />

Hierna volgden enkele meer theoretische onderdelen, gepresenteerd door een huisarts-<br />

mediator, een psycholoog arbeid & gezondheid en een advocaat. En natuurlijk tussen<br />

door ook de high tea. Het laatste deel van de middag werd besteed aan het vervolg van<br />

het rollenspel, maar nu met een mediator aan tafel. Het conflict ging aanvankelijk in alle<br />

hevigheid door maar de escalatie werd vrij vlug tot staan gebracht en afgezwakt door de<br />

interventies van de mediator.<br />

Ook nu werd na enige tijd het spel gestopt en konden vanuit de zaal vragen worden<br />

gesteld, suggesties worden gedaan enzo<strong>voor</strong>t. Het ging natuurlijk <strong>voor</strong>al om de vraag<br />

waarom de mediator had gekozen <strong>voor</strong> een bepaalde interventie en niet <strong>voor</strong> een andere.<br />

Samenvattend: de interventies hadden <strong>voor</strong>al als effect dat beide conflictpartijen zich<br />

gehoord voelden door de mediator en door de ander, waardoor de emotionele lading van<br />

hun (mis)communicatie verminderde en zij beter naar elkaar konden luisteren.<br />

Vervolgens kon het geschil eindelijk 'op een normale manier' op tafel komen. Met deze<br />

casus werd in korte tijd geïllustreerd waar het in mediation om gaat: mensen helpen om<br />

verbinding met elkaar tot stand te brengen; verbinding die zij wensen maar waarvan<br />

zij niet weten hoe dat te doen.<br />

Wat vond ik nu de aardige elementen van deze middag, elementen die ook, zij het niet<br />

altijd en allemaal, bij andere (beroeps)verenigingen <strong>voor</strong>komen? Ik noem de volgende:<br />

De zelfwerkzaamheid. Het zijn professionals, die als vrijwilliger het inhoudelijke<br />

programma maken en zelf ook uitvoeren. Voor de organisatorische aspecten van de<br />

uitvoering hebben zij natuurlijk steun van het Bureau van de vereniging.<br />

Deze professionals acteren als rolmodellen <strong>voor</strong> hun collega's, zij laten zien hoe leuk<br />

en waardevol het vak is; dat het een vak is waar je trots op kunt zijn en dat je<br />

verleidt je er steeds verder in te bekwamen.<br />

De prettige prijsstelling. € 75,00 <strong>voor</strong> leden, € 100,00 <strong>voor</strong> overigen, € 50,00 <strong>voor</strong><br />

student-leden en werkzoekende leden. Kom daar eens om bij al die peperdure<br />

congressen en workshops, die door de commerciële aanbieders worden<br />

geproduceerd.<br />

Een cadeautje: alle deelnemers ontvingen een exemplaar van het waardevolle boek<br />

Mediation in praktijk. Beroepsvaardigheden en interventietechnieken (3de druk,<br />

2007), van de hand van nestor dr. Hugo Prein, sinds 2007 erelid van de sectie.<br />

De gemoedelijke sfeer. Het zijn professionals in hun vak, maar als verenigingsofficial<br />

zijn zij 'amateur'; zo deed zich een komische situatie <strong>voor</strong>, het filmen waard, toen de<br />

twee hoofdpersonen van het programma samen het projectiescherm aan het<br />

verplaatsen waren vanwege de scherpe inschijn van de zon in de gordijnloze zaal.<br />

Een beroepsvereniging kent alleen individuele personen als lid. Deze personen<br />

vertegenwoordigen niemand anders dan zichzelf, zij zijn eigenaar van hun eigen<br />

ontwikkeling, zij zijn daar dus zelf verantwoordelijk <strong>voor</strong> en dienen zich bijgevolg<br />

persoonlijk tal van kosten en moeiten te getroosten. Het gaat dus om gemotiveerde<br />

en geïnvolveerde mensen. Dat maakt het de moeite waard hen te ontmoeten.<br />

De verbondenheid met elkaar, vanuit gedeelde waarden (inclusief ethiek) van het vak<br />

en van de wetenschappelijke onderbouwing ervan. Mediation is een vak, dat wordt<br />

uitgeoefend door personen met allerlei achtergrond qua opleiding en ervaring. Het<br />

is een vak dat stoelt op gedragswetenschappelijke inzichten en bevindingen.<br />

131


De open blik naar elkaar, de samenwerking als secties met elkaar. In feite is een club<br />

als het NIP een grote interne markt, dus er is veel synergie te behalen door<br />

samenwerking.<br />

De open blik naar personen met een andere discipline, bij <strong>voor</strong>beeld juristen<br />

(advocaat, notaris), cultureel antropologen, onderwijskundigen enzo<strong>voor</strong>t. Tien<br />

procent van het ledental van de sectie bestaat uit belangstellende leden. Dit feit<br />

maakt de sectie Mediation zo extra aantrekkelijk als community. Zo luidden de<br />

afsluitende woorden van de <strong>voor</strong>zitter van de sectie Mediation: 'Het grote <strong>voor</strong>deel<br />

van de sectie is dat je, als je lid wordt, er echt bij hoort'!<br />

132


Onze club gaat nooit verloren<br />

Nederland verenigingsland - een fotoboek over honderd jaar verenigingsleven<br />

29-4-2009<br />

Ooit gehoord van de katholieke geitenfokvereniging? Waaronder rangschik je zo'n club?<br />

Bij religieus geïnspireerde verenigingen, bij clubs die zich bezighouden met dieren of bij<br />

een beroepsgebonden vereniging (fokwerk)? Allemaal fout, het is een club <strong>voor</strong><br />

vrijgezelle jongens met een naam die 'zomaar' gekozen is. Ze doen graag rare stunts en<br />

staan daarom bekend als oudejaarsvereniging! (pag. 9).<br />

Ooit geweten dat Artis, de oudste dierentuin van ons land, ooit begon als<br />

wetenschappelijk genootschap? Leden van Artis legden vanaf 1838 geld bijeen om een<br />

verzameling dieren op te bouwen. Geleidelijk aan veranderde de doelstelling, maar er<br />

bleven nog lange tijd twee ingangen: een <strong>voor</strong> betalende bezoekers en een <strong>voor</strong> leden.<br />

(pag. 17) Nog een ander fraai <strong>voor</strong>beeld van een vereniging, opgericht in 1959 'ten<br />

dienste van wetenschap en volksgezondheid': de Nederlandse Vereniging van<br />

Tweelingen.<br />

En dan de omroep. Tijdens een ledenraadsvergadering van de VPRO in 1971 zorgden de<br />

leden er<strong>voor</strong>, dat er ook in de toekomst rokende mensen op televisie zouden verschijnen.<br />

Met 26 tegen 25 stemmen werd hier namelijk een motie verworpen, waarin de<br />

wenselijkheid werd uitgesproken het roken te vermijden in de beelduitzendingen (pag.<br />

174). En binnen de NCRV richtten ontevreden leden eind jaren 60 de EO op. Zij wilden<br />

actief evangeliseren, iets waarvan de NCRV juist meer afstand deed. 'De EO is biddend<br />

geboren', zij werd het toonbeeld van wat individuele leden in het omroepbestel <strong>voor</strong><br />

elkaar konden krijgen (pag. 218). En sinds kort levert Andries Knevel zijn bijdrage aan<br />

het ontstaan van mogelijk weer een nieuwe, echt christelijke omroepvereniging!<br />

Het merendeel van de verenigingen in ons land was en is opbouwend van aard, maar<br />

minstens zo belangrijk waren de 'afschaffers' (pag. 14), denk aan de vele verenigingen<br />

tegen drankmisbruik. In het begin van de 20ste eeuw had elke stad minstens een - denk<br />

aan de verzuiling, bijna alles in drievoud - eigen geheelonthoudersclub. De oudste club<br />

was de in 1842 opgerichte Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing van<br />

Alcoholhoudende Dranken. Wie lid werd, moest een onthoudingsverklaring ondertekenen<br />

met daarin onder andere de volgende tekst (pag. 51): 'Ten einde door eigen <strong>voor</strong>beeld<br />

hiertoe mede te werken, verklaar ik geenen sterken drank te zullen gebruiken (behalve<br />

op <strong>voor</strong>schrift van eenen geneesheer) noch aan anderen te zullen schenken'.<br />

Bovenstaande wetenswaardigheden staan op de aangegeven<br />

pagina's in een pas verschenen boek (224 pagina's, formaat 16,5 x<br />

16,5 x 2,5 cm) met de titel Onze club gaat nooit verloren. Honderd<br />

jaar verenigingsleven. Het is samengesteld door Ingrid van der Vlis<br />

en uitgegeven bij Scriptum. In het colofon ontbreekt een jaar van<br />

verschijning (2008). Het boek bevat ook geen toelichting waarom<br />

het juist onlangs verscheen. Het is wel een helder en prettig<br />

leesbaar boek, het bevat geen statistieken maar wel tal van alleraardigste foto's uit het<br />

archief van Spaarnestad Photo. Het is een heel plezierig en onderhoudend fotoboek.<br />

133


De aanleiding tot verschijning nu is mogelijk het feit dat de Wet op de Vereniging in<br />

werking trad op 22 april 1855, nadat eerst het recht op vereniging en vergadering was<br />

vastgelegd in de Grondwet van 1848. Die 22ste april lijkt, aldus de auteur (pag. 13), het<br />

startpunt te zijn van het clubleven van veel Nederlanders. De eerste vereniging met<br />

rechtsgeldigheid, die in de Staatscourant vermeld stond, was de Vereniging tot Stichting<br />

van een Gesticht <strong>voor</strong> Minderjarige Idioten in Den Haag.<br />

Ons land kent een hoge verenigingsdichtheid, nog steeds staan tienduizenden<br />

verenigingen geregistreerd bij de Kamer van Koophandel en er komen dagelijks nog<br />

verenigingen bij. Soms verdwijnen ook verenigingen, met andere woorden het adagium<br />

Onze club gaat nooit verloren gaat niet altijd op. Bij <strong>voor</strong>beeld, zo staat te lezen op<br />

pagina 210-212, omdat er niemand meer kwam opdagen, de overheid de taak overnam,<br />

de leden elkaar de tent uitvochten of omdat er geen opvolgers werden gevonden.<br />

Omgekeerd waren er ook verenigingen, die zo groot werden, dat ze bijna aan hun eigen<br />

succes ten onder gingen, omdat ze nauwelijks meer als club herkenbaar waren. Veel van<br />

deze verenigingen - vakbonden, woningbouwverenigingen, liefdadigheidsorganisaties en<br />

omroepverenigingen - bestaan nog steeds maar zijn in een aantal gevallen omgezet<br />

in stichtingen, met grote kantoren en organisaties. 'Actief meedoen is minder gewenst en<br />

ook minder noodzakelijk' (pag. 212).<br />

Het (foto)boek wil een beeld geven van het rijke verenigingsleven in ons land, de kern<br />

van het actieve maatschappelijke middenveld, met een nadruk op de bloeiperiode van<br />

circa 1885 tot 1960. Het boek kent drie clusters van thema's. Allereerst schetst de auteur<br />

de ontwikkeling van het verenigingswezen volgens de lijn van nut tot vermaak. Zij geeft<br />

een historisch overzicht, opgedeeld naar de vier belangrijkste doelstellingen, die min of<br />

meer parallel liepen aan de historische ontwikkeling: belangenbehartiging, verheffing,<br />

geestelijke vorming, ontspanning.<br />

Het tweede cluster bevat een aantal grote thema's uit het verenigingsleven:<br />

ledenwerving en rituelen (inclusief het verenigingslied), clubtrots en uniformen,<br />

uitstapjes en zomerkampen, ruzies en fusies. Het derde en kleinere cluster gaat over het<br />

werken achter de schermen, want dit was een wezenlijk onderdeel van al die clubliefde.<br />

Denk aan de vrijwilligers, het-handen-uit-de-mouwen-steken, het leiding geven en het<br />

(eindeloze) vergaderen. Het boek is een enthousiast relaas van de emanciperende kracht<br />

van het verenigingswezen.<br />

Ik vind het een mooi cadeautje <strong>voor</strong> echte verenigingsmensen, in het bijzonder <strong>voor</strong> de<br />

al wat ouderen onder hen, die een jubileum vieren of die eindelijk, na vele jaren, hun<br />

verenigingsfunctie neerleggen. En het is natuurlijk ook heel aardig om hen, los van<br />

mijlpalen, gewoon eens op een leuke manier te verrassen. Dit fotoboek verdient een<br />

plaats in de collectie attenties <strong>voor</strong> de vrijwilliger.<br />

134


Focus op verenigingen<br />

Talloze manieren om ideeën over- en ervaringen met verenigingen uit te wisselen<br />

9-6-2009<br />

Ons land kent een hoge verenigingsdichtheid, die mijns inziens helaas nog onvoldoende<br />

gepaard gaat met een grote professionele aandacht van degenen die erin werken als<br />

directeur, staflid of bestuurder op centraal of afdelings- c.q. sectieniveau. Dat is jammer,<br />

want er valt nog een hoop te weten en te winnen. Ik stimuleer dat graag en laat dat in<br />

dit artikel zien aan de hand van een aantal <strong>voor</strong>beelden.<br />

Er is al vele jaren de Academie <strong>voor</strong> Verenigingsmanagement; haar aandacht richt<br />

zich vanouds <strong>voor</strong>al op de brancheorganisatie. In het kader van mijn permanente<br />

educatie heb ik jaren geleden bij Peter Tack met veel plezier de opleiding<br />

Verenigingsmanager II gevolgd. Elk jaar komen een aantal van mijn medecursisten<br />

bijeen tijdens een uiterst genoeglijk bijpraat-etentje en zien sommigen van ons<br />

elkaar bij andere gelegenheden.<br />

Sinds een aantal jaren bestaat het blad VM; dit brengt op aantrekkelijke wijze een<br />

breder spectrum van de verenigingswereld onder de aandacht. Nu en dan lever ik een<br />

bijdrage. Voor de geïnteresseerde lezer noem ik Casus met Coach (april 2007),<br />

Excellente verenigingen, de mensen achter het succes (februari 2008),<br />

Competentiemanagement <strong>voor</strong> succes(f)actoren, de mensen achter het succes 2<br />

(april 2008), Checklist Competentiemanagement (samen met Peter Tack, april 2008),<br />

Open brief aan de VPN (samen met Dinie Naezer-Heerschop, juni 2008).<br />

De VM-wijzer is een klein handig boekje, dat sinds enkele jaren wordt uitgegeven<br />

door uitgeverij VM. Zie <strong>voor</strong> de editie VM-2009 www.vm-wijzer.nl.<br />

Nu en dan publiceert deze uitgeverij goed verzorgde boekuitgaven, zodat aan een<br />

zichtbaar groeiend kennisbestand wordt gewerkt. (Noot: ik laat hier de <strong>voor</strong>namelijk<br />

juridische publikaties over de vereniging buiten beschouwing). De uitgever zorgt er<br />

verder <strong>voor</strong> dat enkele ASAE publikaties hier te verkrijgen zijn, <strong>voor</strong> het eerst tijdens<br />

het VM congres 2008.<br />

Jaarlijks wordt het VM congres gehouden, op 5 november dit jaar <strong>voor</strong> de 5de keer,<br />

in Theater Gooiland te Hilversum. Dit congres beschouw ik als het jaarlijkse<br />

hoogtepunt <strong>voor</strong> de verenigingsprofessional. Ik neem elk jaar deel, met genoegen.<br />

VM stimuleert al enkele jaren dat verenigingsprofessionals deelnemen aan de Annual<br />

Meeting, het jaarlijkse meerdaagse congres van de American Society of Association<br />

Executives ASAE & The Center for Association Leadership. Deelname hieraan verruimt<br />

onze blik aanzienlijk zoals ik al een aantal jaren mag vaststellen. Ik verwijs hier graag<br />

naar mijn artikelen over de congressen in Chicago (2007) en San Diego (2008). Dit<br />

jaar is Toronto de plaats.<br />

Ook is er een heuse beroepsvereniging, de VPN, helaas met een nog bescheiden<br />

ledental, afgezet tegen het enorme aantal mensen dat beroepsmatig werkzaam is<br />

(betaald en als onbezoldigd bestuurder) in de verenigingswereld.<br />

In toenemende mate manifesteren tal van commerciële aanbieders (zoals te vinden in<br />

de VM-wijzer) zich op de verenigingsmarkt, niet alleen tijdens het VM congres maar<br />

ook in de loop van het jaar. Zij adverteren in VM, in de VM-wijzer, op diverse sites en<br />

via e-mailings.<br />

135


In toenemende mate zijn ook digitale platforms beschikbaar. Ik noem er een aantal:<br />

www.verenigingen.nl, een initiatief van De Zaak. Enkele malen heb ik desgevraagd<br />

een bijdrage geleverd, zoals bij <strong>voor</strong>beeld te lezen in de Nieuwsbrief van 19 februari<br />

2009. Het onderwerp was: <strong>Tips</strong> <strong>voor</strong> een nieuw bestuur.<br />

www.vm-online.nl, een initiatief van uitgeverij VM. Ook hier heb ik onlangs enkele<br />

bijdragen geleverd aan discussies. Meer participatie van verenigingsprofessionals zou<br />

ik toejuichen.<br />

www.bestuurderscentrum.nl, bestuurdersnetwerk <strong>voor</strong> de professionele bestuurder.<br />

Aan de ontwikkeling en uitbouw van dit nog vrij recente platform wordt op<br />

ondernemende en uitnodigende wijze gewerkt. Sinds kort wordt er flink op<br />

gediscussieerd. Uiteraard heb ik me bij de Linkedin discussiegroep aangesloten<br />

en ook al enkele keren een duit in de zak gedaan.<br />

Platform Beroepsverenigingen, dit is een vorige maand gestarte discussiegroep op<br />

www.linkedin.nl. Het Platform is vorige maand opgericht door Dinie Naezer-Heerschop<br />

en mijzelf. We willen hiermee bijdragen aan een netwerkstructuur <strong>voor</strong> de ongeveer<br />

700 beroepsverenigingen in ons land, aan uitwisseling van kennis en ervaring, elkaar<br />

informeren en steunen. We willen, samen met de mensen die er werken, de<br />

beroepsvereniging in ons land toekomstbestendig maken, bijdragen aan haar succes,<br />

verenigingsmanagement ontwikkelen dat op haar kenmerken en ontwikkelingen is<br />

toegeschreven. Er is nog niet veel gediscussieerd in deze nog jonge groep. We<br />

nodigen alle lezers, <strong>voor</strong>al de professionals van beroepsverenigingen, uit bijdragen te<br />

leveren. Maar er is meer dan discussie op internet...<br />

De eerste live activiteit van het Platform Beroepsverenigingen is de workshop die wordt<br />

gehouden op dinsdag 23 juni a.s. in Utrecht. Wij zijn VM en het Bestuurderscentrum zeer<br />

erkentelijk <strong>voor</strong> de PR-mogelijkheden die zij ons op hun sites boden. Met deze historische<br />

bijeenkomst hopen Dinie en ik de eerste steen te leggen <strong>voor</strong> een duurzaam<br />

samenwerkingsverband van beroepsverenigingen in ons land.<br />

136


De Beroepsvereniging: een eigen<br />

netwerk!<br />

De eerste steen is gelegd<br />

7-7-2009<br />

Woensdag 23 juni was met recht een historische dag, niet zozeer<br />

<strong>voor</strong> de Vaderlandse Geschiedenis als wel <strong>voor</strong> de geschiedenis van<br />

de beroepsvereniging in ons land. Tweeëntwintig<br />

vertegenwoordigers van beroepsverenigingen, inclusief Dinie<br />

Naezer-Heerschop en ikzelf, waren van 15.30 tot 20.30 uur bijeen<br />

in de grote vergaderzaal van de beroepsvereniging <strong>voor</strong><br />

Gedragstherapie en Cognitieve Therapie VGCt, te Utrecht.<br />

Dinie en ik zijn de initiatiefnemers van het Platform Beroepsverenigingen en de<br />

organisatoren van deze eerste bijeenkomst van het Platform. Wij hebben als echte<br />

pionier-vrijwilligers alles zelf gedaan, met eigen handen en uit eigen middelen. Dit was<br />

<strong>voor</strong> ons een dierbare ervaring, na enkele jaren als betaalde krachten te hebben<br />

samengewerkt bij de VGCt.<br />

Bij de werving van deelnemers <strong>voor</strong> deze gratis bijeenkomst hebben wij wel dankbaar<br />

gebruik gemaakt van de ondersteunende publiciteit van VM (op de site en in het<br />

magazine) en van www.bestuurderscentrum.nl. De dag zelf werd gesponsord door de<br />

VGCt, een mooi en zeer gewaardeerd gebaar.<br />

In het programma was drie maal een half uur ingeruimd <strong>voor</strong> netwerken: aan begin en<br />

eind van het programma en tijdens de maaltijd. Het inhoudelijke programma had de<br />

vorm van een workshop, dus veel eigen en inter-activiteit. Dat begon al met de<br />

kennismaking en werd, na de maaltijd, <strong>voor</strong>tgezet met twee discussieronden in drie<br />

subgroepen. Voorafgaande aan de maaltijd verzorgde ik een presentatie over de 7<br />

Measures.<br />

De discussiegroepen hielden zich bezig met onderwerpen, die de deelnemers al eerder<br />

als belangrijk hadden genoemd <strong>voor</strong> hun vereniging. Deze onderwerpen waren geordend<br />

in clusters: missie, middelen en omgeving. In de subgroepen werd enthousiast<br />

gediscussieerd. Men vond de beschikbare tijd per ronde (half uur) echter veel te kort.<br />

Maar iedereen had er de smaak van te pakken en juist dat wilden we bereiken.<br />

De eerste steen van het netwerk is dus met smaak gelegd. Er is volop animo om als<br />

Platform verder te gaan en samen te werken aan de vorming van toekomstbestendige<br />

beroepsverenigingen. We zullen dat doen door drie tot vier bijeenkomsten per jaar te<br />

organiseren. Per bijeenkomst zal een onderwerp centraal staan en het zal bij <strong>voor</strong>keur<br />

worden ingeleid door een van de deelnemers. Bovendien hebben wij aan alle deelnemers<br />

gevraagd om ook andere beroepsverenigingen opmerkzaam te maken op het Platform.<br />

De workshop is door de grote meerderheid van de deelnemers beoordeeld als goed tot<br />

zeer goed. Dat geldt ook <strong>voor</strong> de meeste onderdelen van het programma. Iedereen gaf<br />

aan de workshop aan collega's te zullen aanbevelen. Dat bekrachtigt ons in ons<br />

<strong>voor</strong>nemen om door te gaan met het Platform, opdat het bijdragen gaat leveren<br />

137


aan professionalisering en vergroting van de kwaliteit van het verenigingsmanagement<br />

en het succes van de beroepsvereniging in ons land.<br />

Begin mei hebben Dinie en ik een discussiegroep op LinkedIn gestart. Daarop vindt tot op<br />

heden helaas nog amper uitwisseling plaats. Wij zullen zelf echter doorgaan met het<br />

entameren van discussies over onderwerpen, die de deelnemers hebben opgegeven als<br />

belangrijk <strong>voor</strong> hun vereniging en in hun dagelijks werk. Zo'n virtueel platform kan een<br />

belangrijke bijdrage leveren aan de continuïteit van het netwerk en bijdragen aan het<br />

<strong>voor</strong>tdurend gezamenlijk leren van elkaars kennis en ervaring.<br />

138


5-8-2009<br />

Vereniging: welke blunders belemmeren<br />

ons succes?<br />

Een uitnodiging tot- en een pleidooi <strong>voor</strong> een kritisch zelfonderzoek<br />

Enkele weken geleden las ik in ASAE's elektronische nieuwsbrief In Touch een stukje<br />

over klassieke verenigingsblunders. Met het ASAE congres volgende week (Toronto) in<br />

het <strong>voor</strong>uitzicht wil ik graag het lijstje weergeven, dat de auteur van het stukje (22 juli)<br />

opsomde.<br />

Ik zeg er meteen bij dat ik een aantal van die 'blunders' herken en ik ben er zeker van<br />

dat het lijstje kan worden uitgebreid. Immers, we hebben amper wetenschappelijke<br />

onderbouwing <strong>voor</strong> ons handelen, dus doen we veel via trial and error, en hebben we te<br />

maken met schaarste en (dus) politieke verhoudingen.<br />

Net als in het bedrijfsleven en de politiek en ongetwijfeld ook nog in tal van andere<br />

gebieden van samenleven en samenwerken dienen wij ons als verenigingsmensen de<br />

vraag te stellen tot welke slechte ideeën of algemene fouten we geneigd zijn, waar<strong>voor</strong><br />

we dus moeten oppassen en die we zouden moeten vermijden.<br />

Hier komt het lijstje. Voel je vrij om het aan te vullen, laat alle schroom achterwege! Met<br />

de opbrengst kan menige workshop zinvol en leerzaam worden gevuld zodat we er<br />

allemaal (nog) beter van worden. Het lijstje:<br />

We leunen te sterk op een beperkt aantal sleutelfiguren onder de vrijwilligers.<br />

In onze communicatie hebben we het veel meer over wat belangrijk is <strong>voor</strong> de<br />

vereniging dan wat van belang is <strong>voor</strong> de leden.<br />

We zijn te beducht (schijterig) <strong>voor</strong> juridische procedures, waardoor we onze club de<br />

kans ontnemen om met actieve en innovatieve ideeën stappen <strong>voor</strong>waarts te zetten.<br />

We vertrouwen te sterk op een bepaalde inkomstenbron (lidmaatschapsgelden, een<br />

jaarlijks evenement, een bepaald uitzonderlijk (gouden handboeien) produkt of<br />

dienst.<br />

We hechten onevenredig veel gewicht aan de opinies van vrijwilligers op<br />

leidinggevende posities in de vereniging over wat 'de leden vinden', zonder dat we die<br />

opinies tegen het licht houden door onderzoek onder onze leden.<br />

Ik wil er nog wel een paar aan toevoegen; zij behoren weliswaar niet tot de categorie<br />

blunders, maar zij zijn wel controversieel en in concrete gevallen verlaten betrokkenen<br />

zich op 'conventional wisdom' en baseren zij zich niet op DATA, zoals in de 7 Measures<br />

steeds weer wordt bepleit. Hier zijn ze:<br />

Een klein bestuur is beter dan een groot bestuur.<br />

Een directeur uit eigen kring is beter dan een directeur van buiten.<br />

Aan verschillende van deze onderwerpen besteed ik in andere artikelen aandacht. Dat<br />

geldt bij <strong>voor</strong>rang <strong>voor</strong> de twee laatste onderwerpen. In elk geval zal ik dan mijn<br />

'toelichting' geven bij de 'stellingen'. Die toelichting ontrbreekt overigens in de publicatie<br />

waarnaar ik in het begin van dit artikel verwees.<br />

139


Vereniging als <strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong><br />

bedrijfsleven<br />

Pleidooi <strong>voor</strong> een evenwichtige mix van drie -ships<br />

23-7-2009<br />

De wonderen zijn de wereld nog niet uit, ook niet in crisistijd. Of is het beter om te<br />

zeggen, dat zij er juist dan zijn en hun heilzame werk doen? Je zou het denken als je in<br />

het juli-augustus nummer van de Harvard Business Review een artikel (pag. 140 - 143)<br />

leest van de grote Henry Mintzberg. Het heet Rebuilding Companies as Communities.<br />

De inleidende tekst luidt: Companies must remake themselves into places of<br />

engagement, where people are committed to one another and to their<br />

enterprise. Opvallend is de term engagement, want heel treffend is het<br />

werkwoord engage de titel en het sleutelwoord van het ASAE congres, dat<br />

van 15 t/m 18 augustus 2009 plaats vindt in Toronto, Canada.<br />

Onder de huidige economische crisis ligt een veel ernstiger crisis: het bedrijfsleven hecht<br />

geen waarde meer aan community, gemeenschap, de behoefte van mensen om deel uit<br />

te maken van iets dat groter is dan zijzelf en waar zij zich om bekommeren. Tientallen<br />

jaren van korte-termijn management, <strong>voor</strong>al in de Verenigde Staten, hebben het<br />

gemeenschapsgevoel uitgehold. Dus is Mintzberg's boodschap, dat bedrijven nu <strong>voor</strong> de<br />

opgave staan 'to reengage their people. The practice of both management and leadership<br />

needs to be rethought'.<br />

Het enorm toegenomen individualisme heeft het gemeenschapsgevoel dramatisch<br />

uitgehold, <strong>voor</strong>al in het bedrijfsleven en in alle andere organisaties, die zich daaraan<br />

spiegelden. Community is de sociale lijm, die ons samenbindt <strong>voor</strong> een belang van<br />

hogere orde (the greater good). In de not-for-profit sector, zoals verenigingen, is deze<br />

verarming minder (drastisch) <strong>voor</strong>tgeschreden, waarschijnlijk omdat 'the mission may be<br />

more engaging, and the people more engaged'.<br />

Mintzberg introduceert het nieuwe begrip 'communityship' in de Engelse taal. Hij plaatst<br />

het tussen aan de ene kant individual leadership en aan de andere kant collective<br />

citizenship. Leiderschap wordt in en rond het bedrijfsleven teveel gezien als een zaak van<br />

een individu, egocentrisch, de 'held', terwijl het toch pas zijn betekenis krijgt in relatie<br />

tot een aantal mensen.<br />

Dus weg met het heroïsche leiderschap, met top down commanderen zonder kennis van-<br />

en betrokkenheid bij de werkvloer. In plaats daarvan doen we er goed aan te kiezen <strong>voor</strong><br />

'just enough leadership', een meer bescheiden vorm van leiderschap, die Mintzberg<br />

'engaged and distributed management' noemt. Hij schrijft 'A community leader is<br />

personally engaged in order to engage others, so that anyone and everyone can exercise<br />

initiative'.<br />

Is het geen goed idee om bedrijven opnieuw op te bouwen, niet top down en ook niet<br />

bottom up maar 'from the middle out'? Hij doelt hiermee op groepen van midden<br />

managers, die zich verenigen en cruciale veranderingen in hun organisatie in gang<br />

140


zetten. Mintzberg noemt enkele <strong>voor</strong>beelden uit de geschiedenis, de Amerikaanse en de<br />

Franse Revolutie, maar geeft hier helaas geen <strong>voor</strong>beelden die betrekking hebben op het<br />

bedrijfsleven. Wat hij wel benadrukt is dat grote veranderingen kunnen worden<br />

voltrokken als mensen ontdekken dat ze macht hebben om te handelen. Hij verwijst<br />

hierbij naar een recent boek van Peter Block 'Community: The Structure of Belonging'. Ik<br />

onderschrijf dit inzicht van harte.<br />

Ingrijpende veranderingen doorvoeren in grote, hiërarchische organisaties is verre van<br />

eenvoudig. Daar weten de duur betaalde bestuurders en managers alles van. Toch zijn er<br />

<strong>voor</strong> wie een community cultuur wil introduceren in het bedrijf wel een aantal<br />

aangrijpingspunten, een aantal fundamenten waarop kan worden gebouwd. Mintzberg<br />

noemt de volgende vier:<br />

1. Restanten van gemeenschapszin, die nog niet ten prooi zijn gevallen aan het<br />

heersende organisatiehandelen. Deze restanten zijn vaak te vinden bij het midden<br />

management. Daar bestaat nog grote toewijding aan (het lange termijn belang van)<br />

het bedrijf en aan het welbevinden van hun medewerkers.<br />

2. Een sfeer die bevorderlijk is <strong>voor</strong> vertrouwen, betrokkenheid en spontane vormen van<br />

samenwerking. Dus je personeel behandelen als menselijke wezens en niet als<br />

'human resources', die van de ene op de andere dag met duizenden op straat kunnen<br />

worden gezet; geen exorbitante beloningen <strong>voor</strong> het hogere management; respect<br />

<strong>voor</strong> het verleden van het bedrijf. Geen overdreven aandacht <strong>voor</strong> leiderschap.<br />

3. Een robuuste, onweerstaanbare en meeslepende cultuur. Zo'n cultuur is <strong>voor</strong> de<br />

organisatie wat persoonlijkheid is <strong>voor</strong> een mens. Een persoon zonder persoonlijkheid<br />

is 'flesh and bones but no life force, no soul'. Organisaties functioneren het best als<br />

betrokken en toegewijde mensen met respect <strong>voor</strong> elkaar op constructieve wijze<br />

samenwerken. Als je dit vernietigt, zoals in veel bedrijven is gebeurd, dan zakt het<br />

hele fenomeen bedrijfsleven in elkaar.<br />

4. Leiderschap in het midden en niet aan de top. 'Community leaders see themselves as<br />

being in the center, reaching out rather than down'. Zij faciliteren verandering omdat<br />

zij erkennen dat het meeste daarvan dient te gebeuren door anderen.<br />

Hoe ga je van een bedrijf als 'a collection of human resources' naar een instelling als 'a<br />

community of human beings' - van heroïsch leiderschap naar betrokken management?<br />

Mintzberg noemt de volgende vijf elementen, op basis waarvan hij samen met zijn<br />

collega's programma's heeft ontwikkeld.<br />

1. Begin community building met kleine groepen van betrokken managers. Wie<br />

verandering wil, heeft meer aan kleine groepen dan aan groot leiderschap of training<br />

van individuen. Hij noemt een <strong>voor</strong>beeld (management learning meetings) en<br />

verwijst <strong>voor</strong> meer informatie naar www.CoachingOurselves.com.<br />

2. Gemeenschapsgevoel krijgt meer diepgang en beklijft beter naarmate de managers in<br />

deze groepen reflecteren over de dingen die zij samen hebben meegemaakt. Dus<br />

onttrek je aan de hectiek, 'slow down and reflect', dat wil zeggen: stel jezelf en elkaar<br />

een aantal vragen. Kies <strong>voor</strong> 'thoughtful action'.<br />

3. Inzichten, <strong>voor</strong>tgekomen uit dergelijke reflecties, lokken vrijwel vanzelf kleine<br />

initiatieven uit, die kunnen uitgroeien tot grote strategieën. Mintzberg schrijft dat hij<br />

<strong>voor</strong>tdurend verbaasd is door 'how just the seed of an idea in the hands of engaged<br />

people who see both the operational specifics and the big picture can develop into a<br />

significant strategy or change in the organization'<br />

4. Als deze teams van het eerste uur verandering bevorderen, worden zij <strong>voor</strong>beelden<br />

<strong>voor</strong> andere groepen. Zo wordt het gemeenschapsgevoel door de gehele organisatie<br />

141


verbreid. Commitment wordt besmettelijk zodra mensen er de <strong>voor</strong>delen van<br />

ontdekken, zowel <strong>voor</strong> de organisatie als <strong>voor</strong> zichzelf.<br />

5. Een organisatie weet dat communityship stevig in haar verankerd is, als haar<br />

werknemers (of beter gezegd leden van de gemeenschap) ook buiten het bedrijf<br />

sociaal actief zijn, verantwoordelijkheden op zich nemen en bijdragen aan de wijdere<br />

gemeenschap, in wederzijds belang. Deze mensen realiseren zich maar al te goed<br />

hoezeer hun bedrijf belang heeft bij duurzame, goede relaties met de samenleving.<br />

Een gezonde samenleving kent een evenwicht tussen leadership, communityship en<br />

citizenship. Verenigingen wisten dit al lang en leefden er ook meestal naar, hoewel vele<br />

zich gedurende de <strong>voor</strong>bije decennia ongetwijfeld bedrijfslevenachtig zijn gaan gedragen.<br />

Het is dus <strong>voor</strong> ons als verenigingsmensen een mooie opsteker als een man van het<br />

formaat als Mintzberg en in een gerenommeerd en respectabel blad als de Harvard<br />

Business Review ten minste impliciet de verenigingsgemeenschap, zoals zij hoort te zijn,<br />

ten <strong>voor</strong>beeld stelt aan het bedrijfsleven.<br />

142


9-10-2009<br />

Vereniging en sex: leven als Letterman?<br />

Sex lessen van David Letterman<br />

Sex is overal, dus ook bij David Letterman, why not? Gisteren maakte ik een excursie<br />

door de CNN studio's in Átlanta, Georgia, VS. In de giftshop was de autobiografie van<br />

Letterman te koop. Daar staat zeker niet de onthulling in, die hij vorige week donderdag<br />

deed in zijn CBS Talkshow. Hij verraste daarmee stad en land (en misschien ook wel<br />

zijn vrouw), bijna 6 miljoen kijkers.<br />

Hij onthulde dat hij werd afgeperst <strong>voor</strong> $ 2 miljoen wegens sexuele relaties met enkele<br />

vrouwelijke Late Show teamleden. De afperser blijkt Joe Halderman te zijn, een producer<br />

van CBS' 48 Hours Mystery. Zijn vriendin Stephanie Birkitt, een van Letterman's<br />

medewerksters, woonde tot <strong>voor</strong> kort samen met Joe.<br />

Ik vind het interessant om te zien hoe het (hypocriete) Amerikaanse volk reageert op<br />

deze casus. Ik ga af op wat ik lees in de kranten. Het gaat aan de ene kant om schade<br />

aan zijn imago en aan de andere kant om onoirbaar gedrag op het werk. De volgende<br />

elementen worden genoemd.<br />

Imago:<br />

Letterman is een celebrity. Voor celebrities gelden andere regels dan <strong>voor</strong> topfiguren<br />

uit bedrijfsleven en politiek. Het publiek vindt celebrities als Letterman 'different' dus<br />

niet zo 'accountable for bad behaviour'.<br />

Letterman is niet alleen een celebrity maar bovendien een comediant.<br />

Letterman is geen sex symbol.<br />

Niemand ziet hem als een 'moral barometer for anything'.<br />

Intussen heeft hij openlijk, in zijn eigen programma, zijn excuses aangeboden aan<br />

zijn teamleden en ook aan zijn echtgenote.<br />

Hij had dit verhaal gewoon stil moeten houden en het ondershands moeten regelen,<br />

dat is volgens geciteerde advocaten, reputatiedeskundigen en professionele<br />

crisismanagers heel gebruikelijk, ook als de beschuldiging nergens op stoelt.<br />

Het publiek zou de zaak anders hebben bekeken, als de betreffende dames zelf met<br />

het onderwerp op de proppen waren gekomen.<br />

Door het zelf naar buiten te brengen deed Lettrerman een sllimme zet.: 'he took<br />

control of it and (he) is powerful enough… to choose to handle it in the way he<br />

wanted. He's got the longevity where people want to root for him'. Met andere<br />

woorden Letterman kan een flink potje breken, hij hoeft niet bevreesd te zijn <strong>voor</strong><br />

een blijvend effect op zijn kijkcijfers (en dus adverteerders). In dit opzicht was hij<br />

kort geleden NBC's Tonight Show <strong>voor</strong>bij gestreefd.<br />

Er komt weldra weer een ander celebrity schandaal en dat helpt het publiek om deze<br />

kwestie snel te vergeten.<br />

Bovendien, wat zijn show betreft, het publiek weet dat de helft van zijn gasten 'are in<br />

some stage of relationship transition if not turbulence.'<br />

Gedrag op het werk:<br />

143


De mijns inziens zuivere lijn van redeneren neemt afstand van al dergelijke<br />

elementen en richt zich op het gedrag dat dient te worden getoond op het werk.<br />

'When it comes to workplace behavior, the law cuts celebrity bosses no slack.' Voor<br />

de wet is iedereen gelijk, er staan dus ook geen mensen boven de wet!<br />

De leidinggevende plaatst de betreffende en trouwens ook alle andere<br />

ondergeschikten in een moeilijke positie vanwege mogelijke favoritisme. Bovendien<br />

kan het bedrijf nog worden aangeklaagd wegens 'sexual harassment'.<br />

Het verhaal kan nog een juridisch staartje krijgen wanneer andere leden van zijn<br />

team vaststellen, dat de betreffende dames 'were given advantages in the workplace.'<br />

Wat heeft dit Letterman verhaal nu te maken met het verenigingsleven? Heel veel, want<br />

waar leven is is sex, althans sexuele gevoelens en verlangens naar het daarbij passende<br />

gedrag. Ik heb nogal eens meegemaakt dat kaderleden en bureaumedewerkers met<br />

elkaar relaties aangingen die mijns inziens niet hoorden. Het begint onschuldig en kan<br />

allerlei vervelende gevolgen hebben.<br />

Vaker heb ik sexueel getinte relaties meegemaakt op het werk, tussen collega's onderling<br />

en tussen directeur en ondergeschikte. Alles moet kunnen, jawel, tot op zekere hoogte!<br />

Maar wat uiteindelijk altijd gebeurt is, dat de laagst geplaatste na verloop van tijd de<br />

organisatie verlaat.<br />

Stel dat je een relatie hebt met een ondergeschikte, wat doe je dan? Laat je je<br />

chanteren? Kom je er van tevoren al mee naar buiten? En zo ja hoe? Ik heb verschillende<br />

varianten meegemaakt.<br />

De variant die ik prefereer is meteen open kaart spelen: zeggen wat er aan de hand is,<br />

de gehanteerde spelregels aangeven; deze mogen niet afwijken van wat beleid is. Wat je<br />

mijns inziens niet moet doen is het aan sommigen wel en aan anderen niet vertellen. Die<br />

anderen voelen zich dan ABSOLUUT BUITEN GESLOTEN.<br />

Bovendien, hoeveel laat je te raden over en hoe lang? Werknemers 'zien' veel meer dan<br />

je denkt, zij gebruiken alle zintuigen. Het roddelcircuit draait overuren. Je kunt een tijd in<br />

de waan leven dat je <strong>voor</strong>zichtig bent, alle lof. Er is zeker een bepaalde periode waarin<br />

directeur en partner het eerst onderling eens moeten worden over hun gevoelens, hun<br />

plannen en hun communicatiestrategie.<br />

Maar als het moment van openbaarmaking daar is, wees dan niet selectief, maar laat<br />

iedereen delen in je nieuwe geluk. Ook je bestuur, in het bijzonder je <strong>voor</strong>zitter. Tsja, en<br />

als het niet om iets duurzaams gaat maar om een korte affaire, dan heb je een<br />

probleem, zeker als je al een partner (en klein kind) hebt, zoals Letterman. Dan moet je<br />

op een onprettige manier met je billen bloot.<br />

144


Vereniging en beroep: de beroepsvereniging<br />

- 1<br />

De vier functies van een beroepsvereniging<br />

9-7-2009<br />

Dit is het eerste van een reeks artikelen over de beroepsvereniging. Ons land kent een<br />

hoge verenigingsdichtheid, het telt ruim 100.000 (Kamer van Koophandel) geregistreerde<br />

verenigingen, de informele verenigingen dus niet meegerekend. Er zijn ongeveer 700<br />

geregistreerde beroepsverenigingen, in diverse soorten en maten. De Vereniging van en<br />

<strong>voor</strong> Verenigingsprofessionals Nederland VPN is er een van. Begin mei is het Platform<br />

Beroepsverenigingen opgericht, dat op 23 juni zijn eerste bijeenkomst hield.<br />

Er komen steeds meer beroepsverenigingen bij. Aanjagers hier<strong>voor</strong> zijn <strong>voor</strong>al de snelle<br />

ontwikkeling van wetenschap en technologie, de toenemende internationale concurrentie,<br />

het beleid van overheden alsmede de activiteiten van bedrijven en opleidingen, die<br />

respectievelijk afnemers en leveranciers zijn van beroepsbeoefenaren. Ik noem als<br />

bijzondere categorie bedrijven de zorgverzekeraars, die in het domein van de<br />

gezondheidszorg tot veel nieuwe en verscherpte beroepsverenigingactiviteiten (<strong>voor</strong>al<br />

ten aanzien van kwaliteiten van professionals) aanleiding geven.<br />

Vooral de technologie verandert de arbeid zo snel en ingrijpend, dat aan de ene kant<br />

arbeid wordt geautomatiseerd en uitgestoten en aan de andere kant de<br />

arbeidsdifferentiatie en -specialisatie doorgaat, met als gevolg nieuwe werkrollen en<br />

identiteiten. Deze leiden op hun beurt tot het ontstaan van nieuwe beroepen en, in het<br />

verlengde daarvan, tot nieuwe beroepsverenigingen.<br />

Kennelijk is de beroepsvereniging een aantrekkelijk en waardevol vehikel, aan de ene<br />

kant om <strong>voor</strong> de leden dingen gedaan te krijgen, bij <strong>voor</strong>beeld effectiever opereren in de<br />

markt en aan de andere kant om de leden beter aan de vereniging te binden. Als regel<br />

richten professionals zelf een beroepsvereniging op of overwegen zij dat te doen, zoals<br />

bij <strong>voor</strong>beeld onlangs Toezichthouders of Interieurstylisten. Een ander <strong>voor</strong>beeld is het<br />

initiatief van FNV Sport om in 2008 en 2009 bepaalde beroepsgroepen binnen de bond de<br />

mogelijkheid te geven zich te verenigen in een beroepsvereniging. Ook doet zich de<br />

situatie <strong>voor</strong> dat twee brancheverenigingen (de Landelijke Makelaars Vereniging LMV en<br />

de Register Vastgoed taxateurs RVT) gaan fuseren tot één beroepsvereniging.<br />

Beroepsverenigingen houden zich <strong>voor</strong>al bezig met belangenbehartiging <strong>voor</strong> hun leden.<br />

Deze mondt uit in activiteiten op de volgende gebieden:<br />

Gebruikswaarde van de professional. Het gaat hierbij om kennis, kunde en contacten<br />

van de leden, waardoor de samenleving van hun diensten gebruik maakt. Denk aan<br />

kennisoverdracht tijdens en na de (universitaire) studie en aan de kwaliteitsborging<br />

daarvan, opdat de beroepsactiviteit van de professional nut blijft houden <strong>voor</strong> de<br />

samenleving.<br />

Ruilwaarde van de professional. Hierbij gaat het om inkomen, ontplooiingskansen in<br />

het werk, invloed en status. Denk aan onderzoek, scholing en andere activiteiten,<br />

gericht op arbeidsmarktpositie en loopbaan van de professional.<br />

145


Representatie en maatschappelijke steun. Het is van belang dat maatschappelijke<br />

groeperingen die ertoe doen weet hebben van het belang van het beroep en van de<br />

representatieve beroepsvereniging als zijn gezaghebbende spreekbuis. Weet hebben<br />

betekent: kennen, herkennen en erkennen. Het gaat hierbij dus om verwerving van<br />

maatschappelijke steun ter bevordering van gebruiks- en ruilwaarde.<br />

Ondersteuning in de beroepsuitoefening. Deze kan vele vormen aannemen. Gangbare<br />

ingrediënten zijn de facilitering van kennis(overdracht) en kennissen (netwerk). De<br />

kennisoverdracht kan zowel in de diepte als de breedte zijn en plaats vinden via<br />

conferenties en studiedagen, tijdschriften en boeken en natuurlijk ook steeds meer<br />

via internet (bij <strong>voor</strong>beeld webinars). Netwerkvorming wordt natuurlijk gefaciliteerd<br />

door groepsvorming via secties, werkgroepen, taakgroepen, of afdelingen. Uiteraard<br />

kan de vereniging haar leden ook een veelheid van al dan niet ingekochte<br />

ledenservices aanbieden.<br />

146


Vereniging en beroep: de beroepsvereniging<br />

- 2<br />

Enkele verschillen tussen beroepsvereniging en brancheorganisatie<br />

10-7-2009<br />

Brancheorganisaties en beroepsverenigingen worden vaak in een adem genoemd. Er zijn<br />

inderdaad tal van overeenkomsten tussen deze beide verenigingstypen maar ook nogal<br />

wat verschillen. Een aantal ervan noem ik in dit artikel. In volgende artikelen zal ik nog<br />

meer verschilpunten noemen en op enkele ervan nader ingaan. Ik begin met het<br />

belangrijkste verschil: <strong>voor</strong> wie is de vereniging bedoeld, wie kan lid worden? Dit verschil<br />

heeft tal van implicaties <strong>voor</strong> het verenigingsmanagement.<br />

Een beroepsvereniging is een organisatie van natuurlijke personen, gewoon mensen<br />

zoals u en ik dus, die hetzelfde beroep uitoefenen en veelal ook de opleiding hebben<br />

gevolgd, die <strong>voor</strong>bereidt op dat beroep.<br />

Voorbeelden zijn: accountants, actuarissen, advocaten, architecten, artsen,<br />

belastingadviseurs, brandweerlieden, economen, informatici, ingenieurs, laboranten,<br />

leraren, maatschappelijk werkers, notarissen, ontwerpers, politieagenten, psychologen,<br />

rechters, tolken en vertalers, verpleegkundigen enzo<strong>voor</strong>t.<br />

Een brancheorganisatie is een vereniging van rechtspersonen zoals bedrijven of<br />

instellingen, die actief zijn in een bepaalde maatschappelijke sector. Voorbeelden zijn:<br />

autohandel, boekverkopers, chemische industrie, fondsenwervende instellingen,<br />

ingenieursbureaus, installatiebedrijven, makelaardij, schouwburgen en concertgebouwen,<br />

thuiszorg, uitgevers, vastgoedsector, ziekenhuizen, enzo<strong>voor</strong>t. Leden van een<br />

brancheorganisatie zijn vaak ook aangesloten bij MKB Nederland of VNO-NC.<br />

Het belangrijkste verschil tussen beide verenigingen is dus wie er lid is: in het ene geval<br />

een individuele beroepsbeoefenaar en in het andere geval een organisatie, waar<br />

natuurlijk tal van (vele verschillende soorten) beroepsbeoefenaren werken. Het gaat dan<br />

respectievelijk om een persoonlijk- en een ondernemingslidmaatschap. Natuurlijk zijn er,<br />

onder invloed van de dynamiek van zowel de markt als van de verenigingen zelf, die<br />

daarop inspelen en reageren, diverse mengvormen.<br />

In tal van beroepsverenigingen is het toelatingsbeleid namelijk gaandeweg zo geworden<br />

dat niet alleen individuele professionals maar ook (hun) kantoren (bedrijfs)lid kunnen<br />

zijn. Ook onze eigen VPN kent zo'n duaal stelsel. De VPN kende aanvankelijk slechts het<br />

persoonlijk lidmaatschap. Sinds enige tijd is daaraan het organisatielidmaatschap<br />

toegevoegd: secretariaatsbureaus, brancheorganisaties, beroepsverenigingen, zij kunnen<br />

allemaal lid worden.<br />

Uiteraard kennen verenigingen met een dergelijke lidmaatschapstructuur een bijpassend<br />

contributiestelsel. Inkomsten zijn in vele gevallen een belangrijke drijfveer <strong>voor</strong> de<br />

vereniging om tot het bedrijfslidmaatschap over te gaan.<br />

Er zijn natuurlijk ook diverse andere mengvormen, zo is bij <strong>voor</strong>beeld de KNMP<br />

(apothekers) zowel een beroepsvereniging als een brancheorganisatie. Het Nederlands<br />

147


uitgeversverbond is zowel brancheorganisatie als werkgeversvereniging en vakbond. In<br />

een later artikel kom ik nog terug op het effect van dergelijke mengvormen <strong>voor</strong><br />

profilering en functioneren van een vereniging, die meer dan een doel wil dienen.<br />

Terug nu naar de kern: lidmaatschap is als regel een kwestie van vrijwilligheid. Wat<br />

maakt het <strong>voor</strong> verschil <strong>voor</strong> de vereniging of het gaat om persoonlijke of om<br />

bedrijfsleden? Ik noem een aantal punten en ik doe dit vanuit de optiek van de<br />

beroepsvereniging:<br />

Wie beslist over mijn deelname aan de vereniging? In een beroepsvereniging ben ik dat<br />

zelf, ik sluit me aan omdat ik de behartiging van mijn belangen, immaterieel en vaak ook<br />

materieel, wil onderbrengen bij de club die er speciaal is <strong>voor</strong> mij en mijn<br />

beroepscollega's. <strong>Van</strong> een branchevereniging ben ik geen lid, want dat is het bedrijf waar<br />

ik werk, maar het kan zijn dat ik als vertegenwoordiger ervan wel deel neem aan het<br />

werk van een commissie, of werkgroep.<br />

Hoe is de motivatie <strong>voor</strong> het lidmaatschap van de vereniging? Voor de meeste beroepen<br />

is een of andere vorm van opleiding de aangewezen weg om er actief in te worden. Voor<br />

veel beroepen is die opleidingsweg lang tot zeer lang: HBO of WO met daarna een<br />

algemene en vervolgens een of meer specialistische opleidingen.<br />

Deze lange opleidingsweg komt <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> bij beroepen, waarin het contact met de<br />

cliënt zeer vertrouwelijk en persoonlijk is. Denk aan artsen, psychotherapeuten,<br />

psychiaters, advocaten, notarissen en accountants.<br />

Gedurende tientallen jaren heeft de aspirant-beroepsbeoefenaar zich <strong>voor</strong>bereid op zijn<br />

beroepspraktijk en op het daarbij vaak (zeker tot <strong>voor</strong> enige tijd vanzelfsprekend)<br />

behorende lidmaatschap van de daarbij passende beroepsvereniging. Vaak trouwens was<br />

deze persoon al vele jaren (student- of aspirant-) lid van de vereniging. Die vereniging is<br />

dus het professionele huis, waar hij vele collega's uit de diverse fasen van zijn opleiding<br />

(inclusief praktijkperioden) en beroepspraktijk ontmoet.<br />

Ik heb in dit artikel een aantal punten van verschil tussen beide typen vereniging<br />

behandeld. Het overzicht is echter nog niet compleet. Er zijn diverse andere<br />

verschilpunten die aantonen, dat de persoonlijke offers van de beroepsbeoefenaar<br />

aanzienlijk zijn, vergeleken met de offers van degene, die namens zijn bedrijf participeert<br />

in de bracheorganisatie.<br />

148


Vereniging en beroep: de beroepsvereniging<br />

- 3<br />

Nog meer verschillen tussen beroepsvereniging en brancheorganisatie<br />

12-7-2009<br />

Ook al worden brancheorganisaties en beroepsverenigingen vaak in een adem genoemd,<br />

dat wil niet zeggen dat zij identiek zijn. Tussen beide typen verenigingen bestaan zowel<br />

overeenkomsten als verschillen. Enkele verschilpunten behandelde ik al in het vorige<br />

artikel. In dit artikel geef ik hieraan een vervolg.<br />

Het belangrijkste verschil betreft de vraag <strong>voor</strong> wie de vereniging is bedoeld, wie lid kan<br />

worden, wie de leden dus zijn en van wie de vereniging derhalve is. Dit verschil heeft tal<br />

van implicaties <strong>voor</strong> het management van de vereniging.<br />

Wie betaalt contributie? Mijn lidmaatschap van mijn beroepsvereniging betaal ik zelf,<br />

zoals het bedrijf het zijne betaalt aan zijn brancheorganisatie. De persoon die het bedrijf<br />

vertegenwoordigt in de brancheorganisatie betaalt daar<strong>voor</strong> geen contributie.<br />

Natuurlijk komt het <strong>voor</strong> dat leden van een beroepsvereniging de contributie <strong>voor</strong> hun<br />

lidmaatschap geheel of gedeeltelijk kunnen declareren bij hun werkgever. <strong>Van</strong> belang<br />

hierbij is of deze werkgever het lidmaatschap ziet als een belangrijke bijdrage aan<br />

behoud en ontwikkeling van de professionele kwaliteiten van zijn medewerkers. Het<br />

slechts gedeeltelijk declarabel stellen van het contributiebedrag betreft dat deel ervan<br />

dat betrekking heeft op de belangenbehartiging door de beroepsvereniging. Dit deel komt<br />

niet <strong>voor</strong> vergoeding in aanmerking.<br />

Wie betaalt de kosten van deelname aan opleidingen, bij <strong>voor</strong>beeld in het kader van<br />

(verplichte) permanente educatie? De kans is groot dat dit in beide gevallen door de<br />

werkgever gebeurt, ook als je als beroepsbeoefenaar met enkele collega's een<br />

gezamenlijke praktijk voert en je je eigen werkgever bent. Het betreft hier niet alleen de<br />

kosten <strong>voor</strong> deelname aan de educatieve activiteit, maar ook de reiskosten en <strong>voor</strong>al de<br />

gederfde arbeidstijd.<br />

Vaak zijn opleidingen nodig in het kader van kwaliteitsborging van professionals, ook in<br />

de context van een bedrijf. De verantwoordelijkheid ligt evenwel primair bij de<br />

professional, hij is gehouden zijn professionele competenties, vakinhoudelijk, methodisch<br />

en qua houding en vaardigheden, tenminste op peil te houden en verder te ontwikkelen.<br />

Dus komen de kosten in eerste instantie en vaak ook feitelijk <strong>voor</strong> zijn rekening.<br />

Veel beroepsverenigingen voeren een kwaliteitsbeleid, waardoor zij hun leden uitdagen<br />

om bij te blijven en juist daardoor <strong>voor</strong>uit te komen. De verplichting om bij te blijven is<br />

bovendien vaak verankerd in de beroepscode van de vereniging.<br />

Wie zorgt dat de vereniging draait, wie bemensen de posities in het bestuur en in de<br />

besturen van diverse onderdelen, werkgroepen, commissies, of adviesraden, wie zijn<br />

actief als vrijwilliger?<br />

149


In een beroepsvereniging zijn dit, ook als de vereniging over een bureau met betaalde<br />

medewerkers beschikt, per definitie de leden van de vereniging, dus de<br />

beroepsbeoefenaren. Het gaat immers om hun vak en de daaraan gekoppelde belangen<br />

(wetenschappelijk, maatschappelijk, professioneel, organisatorisch). Zij zijn de werkelijke<br />

eigenaren van de vereniging. Hun commitment aan de organisatie en aan hun taken<br />

daarin is in het algemeen vrij hoog. Zij zijn er zich van bewust dat tekort schietend<br />

functioneren de effectiviteit van de vereniging kan schaden en negatieve invloed kan<br />

hebben op het imago van het beroep.<br />

In een branchevereniging zullen als regel een of meer vertegenwoordigers van het bedrijf<br />

of de werkgever actief zijn. De werkgever of de hoogste baas heeft eventueel zitting in<br />

het bestuur van de vereniging. Zijn deelname is doorgaans nog de meest continue. De<br />

participatie van andere bedrijfsvertegenwoordigers daarentegen is nogal eens wisselend<br />

als gevolg van aanvaarding van een andere functie, hetzij in het bedrijf hetzij elders.<br />

Wiens tijd wordt gebruikt bij participatie aan verenigingsactiviteiten, zoals bedoeld in het<br />

<strong>voor</strong>gaande punt?<br />

In de beroepsvereniging is het vrij algemeen de eigen tijd van de beroepsbeoefenaar.<br />

Het gaat vaak om activiteiten in de avond, op locatie, met een steeds langere reistijd,<br />

maar ook om de tijd thuis met het oog op <strong>voor</strong>bereiding en nazorg of telefonisch<br />

vergaderen.<br />

Voor de meeste werkgevers, zeker in het bedrijfsleven, is de tijd al lang <strong>voor</strong>bij dat hij<br />

het <strong>voor</strong> de reputatie van het bedrijf goed vond dat hij zijn mensen in werktijd om niet<br />

liet werken <strong>voor</strong> hun beroepsvereniging. In feite subsidieerde hij daarmee een of meer<br />

beroepsverenigingen, afhankelijk van de vraag welke categorieën professionals hij dit<br />

<strong>voor</strong>recht gunde.<br />

Inmiddels is dit privilege vrijwel overal verleden tijd. Immers, de rationalisatie heeft zijn<br />

tol geëist, ondersteunende lagen zijn uit de organisatie gesneden, de prestatiedruk is<br />

verhoogd en vele managers hebben een volstrekt andere opleidings- en<br />

beroepsachtergrond dan de professionals die zij onder hun hoede hebben. Dus is zo'n<br />

manager volstrekt niet gevoelig <strong>voor</strong> argumenten van professioneel-ideële aard. Het is<br />

jouw keuze, dus jij zorgt zelf maar dat je het <strong>voor</strong> mekaar krijgt.<br />

In de branchevereniging vindt in principe alle verenigingsparticipatie plaats in de tijd en<br />

op kosten van het bedrijf. Persoonlijk en professioneel commitment zijn secundair en<br />

doen zich <strong>voor</strong> als de bedrijfsvertegenwoordiger deel uitmaakt van een werkgroep of<br />

commissie, die zich richt op het terrein van zijn competentie en ambitie. Dan kan het<br />

professionele belang van de beroepsbeoefenaar, die zijn bedrijf vertegenwoordigt,<br />

samenvallen met het bedrijfsbelang. En de branchevereniging spint daar garen bij, in het<br />

belang van haar leden.<br />

Ik heb in dit artikel een aantal punten van verschil tussen beide typen vereniging<br />

behandeld. De persoonlijke offers van de beroepsbeoefenaar zijn aanzienlijk vergeleken<br />

met de offers van degene, die namens zijn bedrijf participeert in de brancheorganisatie.<br />

150


Vereniging en beroep: de beroepsvereniging<br />

- 4<br />

Wie zijn de echte eigenaren van de vereniging?<br />

16-7-2009<br />

Een vereniging is van iedereen die er lid van is. Maar sommige leden vertonen meer<br />

eigenaarschap ten opzichte van de vereniging dan de meeste anderen. Zij voelen zich<br />

verantwoordelijk <strong>voor</strong> hun club en leveren er daarom bijdragen aan. Zij nemen taken op<br />

zich en steken de handen uit de mouwen. Het zijn de vrijwilligers, zonder wie geen<br />

enkele vereniging kan, ook niet een vereniging met een professioneel bureau.<br />

Iedereen die als vrijwilliger (en onbezoldigd) deelneemt aan het werk van een<br />

vereniging, levert bijdragen en brengt offers. De vrijwilliger levert bijdragen: hij brengt<br />

kennis en expertise in en benut zijn netwerk <strong>voor</strong> de vereniging, bij <strong>voor</strong>beeld als het<br />

gaat om het vinden van sponsors of om dingen gedaan te krijgen. De vrijwilliger brengt<br />

ook offers: tijd, energie, geld (declareert bij <strong>voor</strong>beeld geen reiskosten) en hij geeft vaak<br />

<strong>voor</strong>rang aan de vereniging boven andere zaken die hij ook graag of eigenlijk liever zou<br />

hebben gedaan.<br />

Dit algemene gegeven geldt in het bijzonder in de beroepsvereniging. Hierin zijn immers<br />

mensen verenigd, wier persoonlijke en maatschappelijke identiteit sterk bepaald wordt<br />

door, zo niet samenvalt met hun professionele. Dit doet zich in sterkere mate <strong>voor</strong><br />

naarmate de professional meer in deze identiteit heeft geïnvesteerd, een lang en<br />

kostbaar opleidingstraject heeft gevolgd en verplicht is tot jaarlijkse permanente educatie<br />

activiteiten.<br />

Hoewel ik geen onderzoek ken dat de beroepsvereniging als onderwerp heeft, durf ik te<br />

stellen dat vele beroepsbeoefenaren sterk emotioneel betrokken zijn bij hun vereniging.<br />

Zij scoren hoog op de betrokkenheidsas (Zie CIVIQ, De vereniging op survival, 2005,<br />

pag. 53 en volgende), zij hebben <strong>voor</strong>al 'warme' motieven om lid te worden en te<br />

blijven; motieven dus die te maken hebben met de overtuiging van waaruit iemand lid<br />

wordt en is. De opbrengst van het lidmaatschap ligt <strong>voor</strong> deze leden <strong>voor</strong>al in de<br />

immateriële sfeer.<br />

Mensen die <strong>voor</strong>al lid zijn vanwege het nutsaspect hebben 'koude'<br />

lidmaatschapsmotieven. Zij scoren laag op de betrokkenheidsas. Zij 'kopen' bij de<br />

vereniging bepaalde producten of diensten of willen zich indekken tegen bepaalde<br />

toekomstige risico's. Bekende <strong>voor</strong>beelden zijn de ANWB (Wegenwacht) en de vakbond<br />

(juridische dienstverlening).<br />

Naast deze betrokkenheidsas is er ook een actieas. Deze geeft de bereidheid weer om<br />

zich actief <strong>voor</strong> de vereniging in te zetten. Wie hoog scoort op deze as wil tijd en energie<br />

inzetten en offers brengen <strong>voor</strong> zijn club. Ook hier geldt dat de beroepsvereniging van<br />

ouds vele leden kent, die hoog scoren op deze as.<br />

Combinatie van deze beide assen levert een typologie op van vier soorten leden. In het<br />

prachtige boek De vereniging op survival (hierna Survival genoemd) worden deze<br />

prototypen als volgt globaal aangeduid:<br />

151


a. Eigenaar, scoort hoog op beide assen. De eigenaar voelt zich nauw betrokken bij de<br />

vereniging en is bereid er veel <strong>voor</strong> te doen om de doelen van de vereniging te<br />

realiseren. Dit lid (hij/zij) is natuurlijk geen eigenaar in formele zin (bedrijf) maar voelt<br />

zich wel mede-eigenaar. Hij ervaart de verenigingsvorm en de verenigingsdemocratie<br />

ook als een bevestiging van die positie. De beroepsvereniging is bij uitstek het type<br />

vereniging met een hoog eigenaarsgehalte.<br />

De vereniging biedt deze leden immers 'een mogelijkheid om hun eigen identiteit te<br />

beleven, zich onderdeel te voelen van een sociaal verband en zich met de vereniging te<br />

vereenzelvigen. Vooral in de bestuursfuncties van de vereniging zijn veel eigenaarsleden<br />

te vinden'. Eigenaars zijn van wezenlijk belang <strong>voor</strong> het <strong>voor</strong>tbestaan van de vereniging,<br />

omdat zij fungeren als schakels tussen de verenigingsorganisatie en haar achterban.<br />

Natuurlijk is het van belang dat er <strong>voor</strong>tdurend vers bloed in deze ledencategorie komt,<br />

opdat de vereniging de aansluiting met de werkelijkheid en met nieuwe generaties niet<br />

verliest.<br />

b. Supporter of donateur, ook deze categorie leden koestert warme gevoelens tegenover<br />

de vereniging, deze leden steunen de organisatie en haar doelen. Zij doen dat echter niet<br />

door zelf de handen uit de mouwen te steken want daar hebben zij geen tijd <strong>voor</strong> of<br />

behoefte aan. Zij stellen wel andere middelen ter beschikking: geld om het werk uit te<br />

voeren en zij zijn bereid hun naam aan de organisatie te verbinden, bij <strong>voor</strong>beeld in het<br />

kader van een campagne.<br />

Leden kunnen meteen kiezen <strong>voor</strong> dit lidmaatschapsmotief of er later, na een periode<br />

actief te zijn geweest, <strong>voor</strong> kiezen. Survival stelt dat supporters <strong>voor</strong>al te vinden zijn bij<br />

campagne- en belangenorganisaties.<br />

c. Klanten (kopend en calculerend). Dit type lid heeft <strong>voor</strong>al een economisch motief. We<br />

vinden het met name in verenigingen met een sterk ontwikkeld dienstenpakket. Survival<br />

onderscheidt twee typen klanten, de kopende en de calculerende (pag. 55).<br />

De kopende klant kiest <strong>voor</strong> het direct beschikbare aanbod aan diensten en producten<br />

van de vereniging. Hij ziet het lidmaatschap als een soort 'klanten<strong>voor</strong>deelpas'. Hij weegt<br />

de kosten van het lidmaatschap (in elk geval de contributie) af tegen de baten: het<br />

directe financiële <strong>voor</strong>deel (korting) of het immateriële <strong>voor</strong>deel van de exclusieve<br />

toegang tot bepaalde producten. Dit type lidmaatschap is feitelijk 'een eenzijdige<br />

invulling van het oorspronkelijke 'samen sterk' - idee achter de vereniging'.<br />

De calculerende klant is lid om een geheel andere reden. Hij wil in tijden van nood een<br />

beroep kunnen doen op de belangenbehartiging van de vereniging. Hij ziet het<br />

lidmaatschap als een soort verzekering, waar<strong>voor</strong> hij wil betalen. 'Het collectieve nonprofit<br />

karakter van de vereniging kan daarbij een <strong>voor</strong>deel zijn (goedkoop en te<br />

vertrouwen)'.<br />

d. De onbetaalde medewerker. Vrijwilligerswerk bij een vereniging kan eigenlijk alleen<br />

maar als je er lid van bent. Je bent dan het lidtype 'eigenaar': je zet vanzelfsprekend je<br />

tijd en geld (contributie en vaak nog meer) in <strong>voor</strong> de vereniging. Er is ook nog een type<br />

vrijwilliger, dat geen lid is. Survival noemt hem de onbetaalde medewerker.<br />

Hij wil graag een leuke vrijwilligersklus doen <strong>voor</strong> een hem sympathieke organisatie, zij<br />

het dat hij er iets <strong>voor</strong> terug wil. De vereniging moet hem iets te bieden hebben, dat<br />

152


aansluit bij de eigen doelen, bij <strong>voor</strong>beeld: ontplooiing van eigen professionele<br />

vaardigheden, nieuwe vaardigheden opdoen, CV verbeteren. Dit geldt trouwens niet<br />

alleen <strong>voor</strong> hen maar ook <strong>voor</strong> de 'eigenaars', daarover een andere keer meer.<br />

Eigenlijk gaat het dus slechts om drie typen leden: eigenaars, supporters en klanten.<br />

Survival merkt terecht op dat niet elke vereniging elk type lid heeft (pag. 56). Sommige<br />

verenigingen bestaan uitsluitend uit eigenaars (kleine clubs, pioniers). Andere hebben<br />

vrijwel uitsluitend klanten (grote dienstverlenende belangenbehartigers zonder lokaal<br />

aanbod). In de beroepsvereniging komen alle drie de typen <strong>voor</strong> en, zo is mijn ervaring,<br />

is het eigenaarstype dominant.<br />

Het is <strong>voor</strong> elke vereniging van belang te weten waarom haar leden lid zijn, wat zij bij de<br />

vereniging zochten toen zij lid werden en wat zij er nu zoeken, wat zij van de vereniging<br />

verwacht(t)en, kortom welke de dynamiek is van de ruilrelatie tussen lid en vereniging.<br />

Welke (risico?) factoren zijn van invloed op het lidmaatschap?<br />

Hoe kan en wil juist de beroepsvereniging haar continuïteit veilig stellen en de belangen<br />

van haar leden en hun vak blijvend goed behartigen, als er zoveel dynamiek is in de<br />

wereld van arbeid en beroep? Een artikel hierover volgt.<br />

153


Vereniging en beroep: de beroepsvereniging<br />

- 5<br />

27-7-2009<br />

Wie kan er eigenlijk <strong>voor</strong>zitter worden van een beroepsvereniging? En waarop dient dan<br />

zoal te worden gelet?<br />

Je bent lid van een beroepsvereniging en je wilt een bijdrage leveren aan je club. Je wilt<br />

daar ook offers <strong>voor</strong> brengen, zoals tijd, energie en eventueel geld. Bij <strong>voor</strong>beeld de<br />

extra kosten die je maakt, kun of wil je niet declareren, of je geeft donaties. Je brengt<br />

bovendien je kennis en je netwerk in. Kortom de vereniging mag in haar handjes knijpen.<br />

Want zonder vrijwilligers maakt een vereniging weinig klaar, ook als zij over<br />

professionele, betaalde ondersteuning beschikt.<br />

Betekent dit dat je nu ook <strong>voor</strong>zitter kunt worden? Dat hangt ervan af. Hoe gaat je<br />

vereniging met vacatures en met kandidaten om? Heeft zij beleid met doelen per (paar)<br />

jaar, waar zij de geschikte mensen bij zoekt? Als zij - ik doel hier natuurlijk op het<br />

bestuur als vertegenwoordiger van de vereniging - geen beleid heeft en al dolblij is dat<br />

zich überhaupt iemand meldt, dan maak je een kans. Fijn <strong>voor</strong> jou, maar misschien ook<br />

niet. Want in wat <strong>voor</strong> club kom je terecht en wat wil je zelf eigenlijk? Vragen om niet al<br />

te gemakkelijk over te denken.<br />

In een beroepsvereniging worden bestuursleden en andere vrijwilligers vanouds gezocht<br />

in eigen kring, bij de eigen achterban. Het gaat immers om een club van mensen die,<br />

globaal gesproken en dus met inbegrip van allerlei (sub)specialismen, hetzelfde beroep<br />

uitoefenen, dezelfde of althans sterk vergelijkbare opleidingen hebben gevolgd, mensen<br />

kortom die een sterke gezamenlijke identiteitsbeleving en beroepscultuur hebben: wij<br />

verpleegkundigen, wij arbeidskundigen, wij laboranten, wij leraren, wij politieagenten,<br />

wij medisch specialisten, wij logopedisten, wij tolken en wij vertalers, wij<br />

brandweerlieden, wij accountants, wij fysiotherapeuten, wij directiesecretaressen en ga<br />

zo maar door.<br />

Als zulke beroepsbeoefenaren de behartiging van hun belangen in handen leggen van<br />

mensen, die zij daartoe uitverkiezen en benoemen, dan kan het welhaast niet anders of<br />

zij kiezen iemand uit de eigen beroepsgroep. Zo'n persoon weet immers, waarover zij<br />

(v/m) het heeft, zij kent het vak, heeft weet van- en ervaring in de beroepsuitoefening,<br />

zij kent veel mensen in het beroep.<br />

Kortom, zij is een van ons, zij denkt als wij, begrijpt ons, handelt als wij. Men deelt een<br />

buitengewoon belangrijk referentiekader. En, als betrokkene al geruime tijd 'meeloopt'<br />

ofwel actief is binnen de vereniging en er een goede pers heeft, dan is de keuze gauw<br />

gemaakt.<br />

Deze focus op het eigen beroepsdomein kent natuurlijk ook beperkingen, bij <strong>voor</strong>beeld<br />

een grote nadruk op het eigen belang, men denkt minder in termen van samenhang en<br />

samenwerking met andere partijen, men opereert met oogkleppen van eigen gelijk en<br />

met een beperkt blikveld. Brancheorganisaties hebben hier, door hun sterkere<br />

gerichtheid op de markt, veel minder last van. Hun leden zouden dat ook niet pikken,<br />

154


daar zijn het ondernemers en/of werkgevers <strong>voor</strong>. Hun blikveld is per definitie ruimer,<br />

vele beroepsdomeinen overstijgend. Het is ook commerciëler, gericht op winst.<br />

Terug nu naar de werving van bestuursleden uit eigen kring. Het kan natuurlijk gebeuren<br />

dat het niet allemaal zo vlotjes gaat om 'binnenshuis' iemand te vinden zodat de<br />

vereniging buiten de deur moet gaan kijken. Dit is met name het geval als het gaat om<br />

de positie en rol(len) van <strong>voor</strong>zitter, die hoe dan ook toch een belangrijk boegbeeld<br />

(eventueel samen met de directeur) is van de club.<br />

Redenen om dat te doen zijn:<br />

a) Men kan in eigen kring niemand vinden, die geschikt is <strong>voor</strong> de functie.<br />

b) Men kan in eigen kring niemand vinden, die bereid is om de functie op zich te nemen.<br />

Bij <strong>voor</strong>beeld omdat niemand het zich kan permitteren veel tijd uit te trekken <strong>voor</strong> een<br />

vrijwilligersjob naast een drukke betaalde baan, een gezin, sociale verplichtingen<br />

enzo<strong>voor</strong>t of omdat de vereniging zo'n wespennest is, dat niemand zich daarin wil<br />

begeven.<br />

c) Men kan in eigen kring niemand vinden, die bereid is om de functie onbezoldigd te<br />

doen, zonder een substantiële vergoeding. Dat geldt zeker als de vereniging veel leden<br />

kent die <strong>voor</strong> eigen rekening en risico werken, dus als zelfstandig ondernemer.<br />

d) Men kan in eigen kring wel iemand vinden, die bereid en beschikbaar is en in<br />

algemene zin geschikt om de functie op zich te nemen, maar die toch niet over de<br />

kwaliteiten beschikt die de vereniging nu juist in de komende drie jaar nodig heeft in het<br />

kader van de uitvoering van haar beleid. Of bij <strong>voor</strong>beeld om lang slepende (politieke)<br />

conflicten tussen belangrijke groepen (subspecialismen van het beroep) binnen de<br />

vereniging op te lossen, omdat de kandidaat 'behoort' tot een van de rivaliserende<br />

partijen. Zij wordt dan gezien als onvoldoende onafhankelijk.<br />

e) Men kan in eigen kring wel iemand vinden, die geschikt en bereid is om tegen betaling<br />

de functie op zich te nemen, maar de vereniging wil daar (nog) niet aan, ook niet na<br />

jaren van discussie, vanwege de veronderstelde effecten op andere vrijwilligers, die ook<br />

wel eens om geld zouden kunnen gaan vragen. Immers, vrije tijd is schaars en, zeker als<br />

je <strong>voor</strong> eigen rekening werkt, mis je omzet. Bovendien, als je gaat betalen, komen daar<br />

dan wel de 'goede' mensen op af?<br />

f) Men heeft vastgesteld, dat men minstens één bestuurslid nodig heeft, in elk geval de<br />

<strong>voor</strong>zitter, die de vereniging beter verder kan helpen dan dat iemand uit eigen kring dat<br />

zou kunnen doen. Deze keuze kan elementen bevatten van diverse hierboven genoemde<br />

overwegingen. In elk geval betreft het een parttime en betaalde functie.<br />

Deze keuze wordt <strong>voor</strong>al gemaakt als de vereniging een meer rationele en effectieve<br />

manier van omgaan met ieders belangen <strong>voor</strong>staat. En de keuze <strong>voor</strong> een betaalde<br />

parttime <strong>voor</strong>zitter die 'van buiten' komt wordt ook gemaakt als de vereniging serieuzer<br />

en effectiever dan tot nog toe werk wil maken van haar belangenbehartiging. De keuze<br />

valt dan als regel op een <strong>voor</strong>malig politicus of bestuurder, die over een relevant netwerk<br />

beschikt, de regels van het politieke en lobby-spel kent, deuren weet te openen en<br />

effectiever kan opereren omdat hij aan de andere kant van de tafel heeft gezeten<br />

155


In het juni nummer van VM staat een artikel (pag. 36-41), waarin wordt aangegeven dat<br />

brancheverenigingen nogal eens kiezen <strong>voor</strong> een politiek dier als <strong>voor</strong>zitter. Bij<br />

beroepsverenigingen komt dat nu en dan ook al <strong>voor</strong>, zoals ik naar aanleiding van dit<br />

artikel heb geschreven op het LinkedIn Platform Beroepsverenigingen.<br />

Tot slot wil ik nog enkele opmerkingen maken met betrekking tot de <strong>voor</strong>zitter 'van<br />

buiten':<br />

Zo'n <strong>voor</strong>zitter heeft vaak natuurlijk gezag, is neutraal en kan zich dus gemakkelijker<br />

onafhankelijk opstellen dan iemand uit eigen kring zou kunnen. Deze laatste zou<br />

immers toch lange tijd gezien worden in functie van zijn eventuele<br />

verenigingscarrière, als behorend tot een bepaald kamp en dergelijke.<br />

Een <strong>voor</strong>zitter van buiten kijkt fris en onbe<strong>voor</strong>deeld tegen de zaken aan en is veel<br />

beter in staat om eindeloze discussies en interne stammentwisten te beslechten. In<br />

het juni nummer van VM wordt daarvan een mooi <strong>voor</strong>beeld gegeven (pag. 15, 59-<br />

63) aan de hand van de beroepsvereniging NVvA (arbeidsdeskundigen).<br />

Als je een politicus, die op de lijst <strong>voor</strong> de verkiezingen <strong>voor</strong> de Tweede Kamer stond<br />

maar niet is herkozen, benoemt als <strong>voor</strong>zitter van je vereniging, moet je er rekening<br />

mee houden dat je na enige tijd toch afscheid van hem moet nemen, bij <strong>voor</strong>beeld als<br />

in de fractie zetels vrij komen als gevolg van deelname van de partij aan het kabinet.<br />

Dit overkwam het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), toen zijn kersverse<br />

<strong>voor</strong>zitter dr. Jan Boelhouwer na amper een jaar weer terug moest (verplichting) naar<br />

Den Haag. Daarna trok het NIP oud PvdA politicus en bestuurder Hans Kombrink aan.<br />

Het kan ook zijn, dat een <strong>voor</strong>zitter 'van buiten' uiteindelijk toch niet helemaal goed<br />

aansluiting vindt bij de club. Dat gebeurt niet alleen bij verenigingen (zoals onlangs<br />

bij het CNV) maar ook in het bedrijfsleven en bij overheidsdiensten. Niets bijzonders<br />

dus maar wel heel vervelend als je net hebt besloten om met goede kracht van buiten<br />

versterkt het professionele of politieke lobbypad op te gaan.<br />

In elk geval is het van belang om, bij het aantreden van een nieuwe <strong>voor</strong>zitter, goede<br />

afspraken te maken met de naast betrokkenen over wie wat gaat doen en hoe men<br />

goed op elkaar afgestemd blijft. Bij beroepsverenigingen van universitair opgeleiden<br />

is bij <strong>voor</strong>beeld de volgende formule denkbaar: de <strong>voor</strong>zitter is hoogleraar en<br />

onderhoudt de contacten met de wereld van opleiding en onderzoek, de VSNU en het<br />

departement van Onderwijs en Wetenschappen (OCW). De portefeuille van de<br />

vice<strong>voor</strong>zitter is <strong>voor</strong>al gericht op het bedrijfsleven (inclusief ministerie van EZ). De<br />

directeur doet, bij <strong>voor</strong>keur samen met enkele toegewijde en ter zake kundige<br />

(kader)leden, al het lobbywerk achter de schermen (<strong>voor</strong>al in de politiek) en stuurt<br />

het bureau aan.<br />

156


Vereniging en beroep: de beroepsvereniging<br />

- 6<br />

Het jaarlijks congres als hoogtepunt. Voorbeeld: de APA<br />

10-8-2009<br />

Ik heb dit jaar het (117de) jaarcongres bijgewoond van de American Psychological<br />

Association. De APA (www.APA.org) is een prestigieuze beroepsvereniging, zij telt ruim<br />

140.000 leden van wie er 100.000 de doctorstitel hebben. De vereniging telt bijna 60<br />

divisies, op basis van diverse (soorten van) specialismen in het vak. Leden kunnen van<br />

meerdere divisies lid zijn.<br />

Het beroep van psycholoog is een zogeheten 'learned profession', je hebt er heel wat<br />

opleiding <strong>voor</strong> nodig. En je hebt in de APA pas stemrecht als je gepromoveerd bent. De<br />

APA heeft een staf van 500 medewerkers, allemaal in het Office in Washington, vlakbij<br />

Capitol Hill. Onlangs zijn overigens 35 medewerkers ontslagen want de economische<br />

crisis doet zich voelen: leden zeggen op en het vermogen in aandelen is flink geslonken.<br />

Aan het congres is deel genomen door ruim 10.000 leden; <strong>voor</strong> aanvang stond de<br />

teller op ruim 7.000; ter plekke hebben zich nog 3.000 mensen gemeld. Dat kan de<br />

organisatie goed gebruiken, wil dit congres niet flink in de min komen. Andere jaren is<br />

het aantal deelnemers 14 tot 15.000, afhankelijk van waar het vierdaagse (nu 6 - 9<br />

augustus) congres plaats vindt (volgend jaar San Diego).<br />

Voor beoefenaren van een beroep dat stoelt op wetenschappelijke kennis, is het van<br />

belang dat zij hun vak bijhouden. Daartoe zijn zij verplicht, in elk geval vanuit de<br />

beroepscode van hun vereniging en, in het geval van de Amerikaanse psychologen, ook<br />

vanuit hun belang om hun 'license to practice' te behouden. Dit congres telde dan ook<br />

niet minder dan ruim 300 CE sessies (CE = continuing education). Bijwoning<br />

levert punten op.<br />

Zo'n congres is niet alleen een geweldige gelegenheid om je punten te halen en je ook<br />

los daarvan verder te ontwikkelen en veel mensen te ontmoeten. Het is ook <strong>voor</strong> de<br />

organisatie zelf een fantastische gelegenheid om zich te legitimeren, te laten zien<br />

waarom zij bestaat en wat zij doet en om op een positieve manier op het netvlies van de<br />

deelnemende leden te komen. Niets mooiers dan dat leden met een goed gevoel<br />

huiswaarts gaan. Dit draagt immers bij aan <strong>voor</strong>tzetting van hun lidmaatschap en aan<br />

positieve berichtgeving aan vrienden, collega's en bekenden.<br />

De organisatie maakt op verschillende manieren gebruik van de gelegenheid om een<br />

goede indruk te maken op de congresdeelnemers. Allereerst natuurlijk via een prima<br />

programma en een gesmeerd lopende organisatie (beginnend bij de registratie via<br />

internet en alle promotionele activiteiten ter bevordering van deelname). Maar ook door<br />

de layout en de inrichting van een deel van een heel grote hal. Onder de kop Resource<br />

Center zijn duidelijk herkenbaar de diverse aandachtsgebieden van de vereniging,<br />

eilandsgewijs, zichtbaar: Science, Practice, Education, Public Interest, Membership<br />

157


Services. Kortom, je laat zien dat je erover nagedacht hebt hoe je je visie, in praktijk<br />

brengt.<br />

Daarnaast was een groot deel van de hal ingeruimd <strong>voor</strong> alle publicaties van de APA<br />

(boeken en vele vaktijdschriften), buitengewoon indrukwekkend. Daaraan alleen al kun<br />

je zien dat het gaat om een beroep met vele specialismen - de proliferatie ervan gaat<br />

door - en een wetenschappelijke basis; dat men gepassioneerd op zoek is naar<br />

wetenschappelijke onderbouwing van de praktijk: evidence based, het parool van het<br />

medisch handelen, daar zijn psychologen ook al aardig mee op weg. Ook de<br />

aanwezigheid van tal van wetenschappelijke uitgeverijen getuigt hiervan. Overigens, het<br />

gaat niet alleen over wetenschap, het gaat ook veel over de praktijk en over de ethische<br />

aspecten daarvan.<br />

De organisatie van zo'n groot congres als dit is indrukwekkend, niet alleen vanwege de<br />

zichtbare logistiek: een gigantisch congresgebouw met een noord- en een zuidvleugel,<br />

gangen en roltrappen die je doen denken aan de metro in Parijs, en een tiental hotels<br />

met conferentieruimten eromheen, shuttlebussen, uitstekende bewegwijzering en<br />

ondersteunend personeel en materiaal.<br />

Ook het samenstellen van het congresprogramma is een majeure operatie. Aan de<br />

divisies wordt tijd toegewezen in overeenstemming met hun ledental. De divisies brengen<br />

dus, via eigen programmacommissies, als het ware hun eigen subcongressen in. Vaak<br />

werken zij daarbij samen met andere divisies of bepaalde andere onderdelen van de APA.<br />

In het congresprogrammaboek staat dan ook bij elk onderdeel vermeld welke de<br />

organiserende divisie is (c.q. zijn) respectievelijk welk onderdeel van de APA optreedt als<br />

'sponsor' (aangeboden door/onder auspiciën van).<br />

Het congresboek heeft de vorm en dikte van een echt telefoonboek, bijna 800<br />

pagina's van meestal twee of drie kolommen. Het aantal activiteiten is ruim 4200,<br />

waarvan het merendeel enigerlei vorm van presentatie is: minstens een uur, vaak twee<br />

(workshop, symposium). Andere activiteiten zijn onder meer 'invited addresses',<br />

postersessies, round tables, presidential addresses (elke divisie kan zoiets doen), social<br />

hours (idem), vergaderingen van executive committees (idem), business meetings<br />

(idem), uitreiking van onderscheidingen en prijzen (idem); ook zijn er bijeenkomsten<br />

waar geen presentatie wordt gegeven maar waar aan de gast allerlei vragen kunnen<br />

worden gesteld. Er was ook een interessant filmprogramma.<br />

Een aantal bijeenkomsten was gewijd aan de toekomst van de APA, de strategie, de<br />

uitdagingen waar<strong>voor</strong> de club zich gesteld ziet en hoe zij daarmee denkt om te gaan.<br />

President en CEO van de APA traden daarbij persoonlijk in de arena. Ook waren er<br />

sessies waar onderzoek onder het ledenbestand werd gepresenteerd en bediscussieerd.<br />

Kortom, waardevolle manieren om op een andere wijze dan gebruikelijk (zoals<br />

ledenraad) te praten over betekenis en functioneren van de club. Bij zo'n grote<br />

organisatie en in zo'n groot land kan het haast niet anders dan dat de afstand tussen lid<br />

en organisatie groot is. Bijeenkomsten als deze dragen ertoe bij om deze afstand te<br />

verkleinen en de betrokkenheid te vergroten.<br />

Maatschappelijke erkenning is <strong>voor</strong> elke beroepsgroep van groot belang. Mensen (o.a.<br />

leden) die daaraan bijdragen, worden dan ook extra in het zonnetje gezet. Dat gold<br />

nu <strong>voor</strong> een psycholoog, die tientallen jaren op Capitol Hill heeft gewerkt en vanuit die<br />

158


positie grote invloed heeft uitgeoefend op wetgeving, met name in de geestelijke<br />

gezondheidszorg.<br />

Een ander <strong>voor</strong>beeld is een lid van het Huis van Afgevaardigden. De man is al 30 jaar lid<br />

van de APA en nu al een flink aantal jaren lid van The House. In een boeiende toespraak<br />

gaf hij een intrigerende kijk in de keuken van het politieke bedrijf. Een nieuwe aanwinst<br />

<strong>voor</strong> de politieke invloed van de psychologie is een nog vrij jonge vrouw uit Californië,<br />

die onlangs Representative is geworden. Zij werd even in het verenigingszonnetje gezet<br />

tijdens het eindfeest.<br />

Waarom ben ik eigenlijk naar een congres van psychologen geweest, terwijl ik zelf niet<br />

tot deze beroepsgroep behoor? Er zijn twee antwoorden:<br />

1) <strong>Van</strong> 15 tot 18 augustus vindt het ASAE congres plaats, ook in Toronto, in hetzelfde<br />

congresgebouw. Aan dit congres neem ik al een aantal jaren deel (mijn eerste en<br />

enige keer was in 1986, Chicago). Toen ik begin dit jaar ontdekte dat ook de APA hier<br />

congresseerde heb ik me ook <strong>voor</strong> dit congres ingeschreven. En dit heeft te maken met<br />

de volgende reden.<br />

2) In de jaren tachtig was ik directeur van het Nederlands Instituut van Psychologen, het<br />

NIP, het kleinere zusje van de APA. Ik was ook secretary-general en treasurer van de<br />

Europese Federatie van psychologenverenigingen. In 1985 heb ik <strong>voor</strong> het eerst een APA<br />

congres bijgewoond (LA). Toen heb ik mijn Noorse collega Sverre Nielsen ontmoet, met<br />

wie ik sindsdien bevriend ben. Hij gaat elk jaar naar het APA congres, dus was het <strong>voor</strong><br />

mij erg aantrekkelijk om ook in te schrijven.<br />

Ik heb enorm genoten van dit congres, niet alleen door mijn deelname aan sessies<br />

over organisatievraagstukken en executive coaching, maar ook door de gesprekken met<br />

tal van mensen, waar<strong>voor</strong> 'insider' Sverre instrumenteel was. Ik heb me geen moment<br />

verveeld, integendeel; ik kwam tijd tekort, bij <strong>voor</strong>beeld om door te lezen in de nieuwe<br />

boeken die ik heb gekocht. Die boeken opende ik als gebruikelijk met grote<br />

gretigheid. Helaas moest ik ze nu steeds weer snel dicht doen, maar niet dan nadat ik er<br />

eerst bladwijzers en stickers in had gedaan. Klaar om door te gaan bij de eerstvolgende<br />

gelegenheid.<br />

159


Vereniging en beroep: de beroepsvereniging<br />

- 7<br />

In gesprek met enkele Canadese beroepsverenigingen<br />

17-8-2009<br />

Het is vrijdagochtend 14 augustus, de dag <strong>voor</strong> aanvang van de Annual Meeting, het<br />

jaarcongres van de American Society of Association Executives, ASAE, in Toronto. De<br />

Nederlanders zijn dit jaar met een nog grotere delegatie dan vorig jaar in San Diego, 15<br />

personen. Maandagavond 17 augustus blijkt, tijdens een receptie <strong>voor</strong> internationale<br />

deelnemers, dat er nog een handvol andere Nederlanders is, van wie sommigen in het<br />

buitenland wonen en werken. We zijn dus wederom de grootste buitenlandse delegatie.<br />

Daarom heeft Megan Friedman, stafmedewerker internationale betrekkingen ASAE, iets<br />

bijzonders <strong>voor</strong> ons bedacht.<br />

Wij zullen, in twee gescheiden groepen, de vrijdagochtend doorbrengen in gesprek met<br />

vertegenwoordigers van enkele Canadese verenigingen. De ene groep gaat op bezoek bij<br />

de beroepsvereniging van Certified Management Accountants (CMA) of Ontario,<br />

de andere bij de Canadian Urban Transit Association CUTA. Ik maakte deel uit van de<br />

eerste groep.<br />

Onze gesprekspartners waren Mervin Hiller, directeur en Sharon Armstrong, vice<br />

president en business development, beiden CMA en Josette Forde, hoofd afdeling<br />

contacten met secties & opleiding bij de Canadian Society of Association Executives<br />

CSAE, dus een zusterorganisatie van de ASAE. Desgevraagd hadden wij thuis al input<br />

geleverd <strong>voor</strong> het gesprek. Er lag een mooie agenda klaar, maar in twee uur tijd kun je<br />

met tien mensen aan tafel op zijn hoogst enkele onderwerpen en dan ook nog slechts<br />

oppervlakkig, bespreken. En zo ging het ook.<br />

We hebben het gehad over allerlei gebruikelijke onderwerpen, zoals werving, kwaliteit en<br />

behoud van vrijwilligers, de samenwerking met nogal zelfstandig opererende onderdelen<br />

van de vereniging (chapters), hoe je omgaat met concurrenten die zich ook op jouw<br />

leden richten, het belang van een puike reputatie. Ik geef nu enkele<br />

persoonlijke reflecties naar aanleiding van de bijeenkomst.<br />

Er is een groot verschil tussen een beroep dat al lang bestaat en dat bovendien wettelijk<br />

gereguleerd is aan de ene kant en een nog piepjong beroep als dat van<br />

verenigingsmanager aan de andere kant. Het accountantsberoep is van groot belang <strong>voor</strong><br />

het goed functioneren van de samenleving, het gaat om vertrouwen van de gehele<br />

samenleving in de organisatie waar<strong>voor</strong> de accountant werkt en ook om het vertrouwen<br />

in de deskundigheid en integriteit van de accountant. We hebben onder meer in de Enron<br />

affaire gezien, hoe accountants het daar hebben laten afweten. Het gerenommeerde<br />

kantoor Anderson is daar zelf aan ten onder gegaan.<br />

Dus is de reputatie van het beroep heel belangrijk. Er zijn in Ontario vele accountants en<br />

bovendien drie verenigingen, die zich op hen richten, waarvan CMA er een is. De ervaring<br />

leert dat, als er ook maar een schandaal ontstaat, dit terug slaat op de gehele<br />

beroepsgroep. Het managen van de reputatie en dus ook van percepties van het<br />

160


publiek is dus van wezenlijk belang. Het gaat om 'public trust' en 'In a regulated<br />

environment image is everything' aldus Hillier.<br />

En dus werkt de CMA via opleidingen niet alleen hard aan de technische deskundigheid,<br />

dus de basis van de accountant, maar ook aan zijn leiderschapscompetenties (44 stuks).<br />

Het gaat om een combinatie van calculation and communication, leidend tot<br />

accreditation.<br />

Kwaliteitsbeleid voert de CMA ook met betrekking tot degenen die posities bekleden in de<br />

vereniging. Zo dient de beoogde <strong>voor</strong>zitter van het bestuur een geaccrediteerde<br />

managementcursus te volgen aan een universiteit. De overige bestuursleden nemen<br />

verplicht deel aan een oriëntatiesessie. Anderen, op lagere niveaus in de<br />

verenigingshiërarchie (districten) volgen trainingen. Ook ad hoc vrijwilligers krijgen<br />

training.<br />

Het is een aanpak die mij zeer aanspreekt. Te vaak gebeurt het in beroepsverenigingen<br />

dat posities worden bekleed door mensen die van mening zijn dat ze best een vereniging<br />

kunnen besturen, ze hebben immers jarenlang een bedrijf, afdeling enzo<strong>voor</strong>t geleid.<br />

Deze houding van 'mij hoef je niets te vertellen' gaat <strong>voor</strong>bij aan de diverse wezenlijke<br />

verschillen tussen de wereld van de betaalde arbeid in bedrijven, die op winst zijn<br />

gericht en andere hiërarchische organisaties enerzijds en not-for-profit organisaties zoals<br />

verenigingen anderzijds. Dus verkijken zulke lieden zich vaak op wat ze kunnen bereiken<br />

gedurende hun zittingsperiode en op wat ze daar<strong>voor</strong> nodig hebben.<br />

De vertegenwoordiger van de CSAE, Josette Forde, werkt pas een paar jaar bij de<br />

vereniging. Zij is afkomstig uit het bedrijfsleven (farmacie) en (dus?) nog volop<br />

enthousiast en vitaal-ondernemend. Zij vindt het werken bij een vereniging van grote<br />

toegevoegde waarde <strong>voor</strong> haar loopbaan. Immers, je kunt en moet je met zo enorm veel<br />

terreinen bezig houden, je horizon wordt geweldig verbreed, niet alleen in de ruimte<br />

maar ook in de tijd (strategie).<br />

Op haar kantoor werken dertien mensen; de zeven regionale chapters worden geheel<br />

geleid door vrijwilligers, zij het met enige (aantal uren afhankelijk van ledental)<br />

ondersteuning door een AMC (Association Management Company). De laatste paar<br />

jaar heeft haar vereniging al een aantal dingen ingrijpend aangepakt, bij <strong>voor</strong>beeld de<br />

ook daar bestaande silo- en eiland mentaliteit. Deze is vervangen door meer<br />

samenwerking, structureel verankerd, en synergie, zodat de effectiviteit van de club als<br />

geheel toeneemt. En er staan mooie acties op de agenda.<br />

Elke vereniging heeft haar eigen kenmerken en uitdagingen. Het is echter een groot<br />

verschil of je werkt <strong>voor</strong> een club die een wettelijke basis heeft en waarvan de<br />

academische opgeleide leden lid moeten zijn willen ze hun beroep kunnen uitoefenen aan<br />

de ene kant en een club van heel divers opgeleide en <strong>voor</strong>al ook idealistische mensen<br />

aan de andere kant.<br />

Natuurlijk moet de CMA scherp blijven met het oog op de concurrentie met twee andere<br />

clubs, die zich op dezelfde doelgroep richten. Natuurlijk moet de CMA er alles aan doen<br />

opdat het imago van de accountancy niet bezoedeld raakt. En er zijn ongetwijfeld nog<br />

meer uitdagingen, maar wezenlijk is dat de vereniging er is <strong>voor</strong> een duidelijk<br />

gedefinieerd beroep, met een lange historie, een wettelijke basis en dus een betrekkelijk<br />

gegarandeerde status annex inkomen.<br />

161


Dat leidt onvermijdelijk tot een comfort-zone, met alle respect <strong>voor</strong> degenen die zich<br />

daarbinnen drie slagen in de rondte werken. Er blijven immers genoeg problemen en<br />

uitdagingen over. Hoe anders is dan het leven van de verenigingsmanager, die werkt<br />

<strong>voor</strong> een vereniging van verenigingsmanagers, een nog jong beroep? Noch beroep noch<br />

vereniging zijn bij het publiek bekend. Zij behoren, aldus Josette met een gepast gevoel<br />

<strong>voor</strong> humor, tot de 'best kept secrets'.<br />

Afgezien van het feit dat Josette slechts vrij kort aan boord is en (dus?) nog een vitale<br />

indruk maakte, is de strijd op alle fronten volop gaande: promotion bij de doelgroep,<br />

ledenwerving, vrijwilligersmanagement, kwaliteitsbevordering, bekendmaking bij<br />

werkgevers en het bredere publiek enzo<strong>voor</strong>t. Niks comfort-zone, hard werken, tegen de<br />

klippen op!<br />

Persoonlijk ben ik meer gecharmeerd van de CSAE- dan van de CMA situatie. Ik houd<br />

van de uitdaging, het ondernemerschap, het bouwen en uitbouwen. Ik voel me <strong>voor</strong>al<br />

meer thuis bij een emancipatiebeweging, een club van mensen die hun plaats zoeken en<br />

daar ruimte <strong>voor</strong> vragen, dan bij een club die de status quo, hoe belangrijk ook,<br />

beschermt. Dus alle lof en veel succes <strong>voor</strong> Josette en haar CSAE.<br />

Ik realiseer me nu dat dit een krachtige rode draad is in mijn leven. <strong>Van</strong>daar dat ik<br />

enkele maanden geleden, samen met Dinie Naezer-Heerschop, het Platform<br />

Beroepsverenigingen heb opgericht (zie ook mijn artikel 'De beroepsvereniging: een<br />

eigen netwerk! De eerste steen is gelegd').<br />

162


Vereniging en beroep: de beroepsvereniging<br />

- 8<br />

Beroepsverenigingen hebben niet zo'n beste reputatie!<br />

20-8-2009<br />

Deze week nam ik deel aan het driedaagse jaarcongres van de ASAE, de Amerikaanse<br />

beroepsvereniging van verenigingsdirecteuren, in Toronto. De vereniging telt 22.000<br />

leden, behorend tot ongeveer 11.000 organisaties. Het aantal deelnemers was 4.800,<br />

meer dan verwacht en minder dan de 6.500 van vorig jaar in San Diego.<br />

Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om bij presentatoren en congresdeelnemers,<br />

onder wie nogal wat secretariaatsbureaus (Association Management Companies), te<br />

informeren hoe zij tegen het fenomeen beroepsvereniging aankijken. Nou, daar werd<br />

amper iets positiefs over gezegd, <strong>voor</strong>al niet in vergelijking met brancheorganisaties.<br />

En, eerlijk gezegd, ik herkende vrijwel alles uit mijn eigen ervaring met diverse<br />

beroepsverenigingen. Dat sterkte me in mijn streven om via het Platform<br />

Beroepsverenigingen (zie einde van dit artikel) een bijdrage te leveren aan een versnelde<br />

professionalisering van dit bijzondere en waardevolle verenigingstype.<br />

Ik geef nu de belangrijkste punten uit mijn gesprekken weer.<br />

De missie is onhelder; meestal is onduidelijk welke resultaten ze nastreven. Bij<br />

brancheorganisaties is de missie als regel wel helder, want de leden van de<br />

vereniging, ondernemers, zijn winst-gedreven. Dus willen ze resultaten zien, eerder<br />

en duidelijker dan beroepsverenigingen.<br />

Beroepsverenigingen hebben doorgaans veel meer leden (individuen) dan<br />

brancheorganisaties (bedrijven). Dat hoeft niet per se een nadeel te zijn, maar het<br />

leidt er wel vaak toe dat de vereniging teveel mensen tevreden wil houden, <strong>voor</strong> alle<br />

groepen iets wil doen. Beroepsverenigingen willen teveel en kunnen dat, gezien de<br />

onheldere missie, vaak niet waar maken.<br />

Beroepsverenigingen zijn als regel lid-gedreven, het zijn vrijwilligers die de dienst<br />

uitmaken, in alle organen, ook als er een bureau is met een directeur.<br />

Brancheverenigingen daarentegen zijn veeleer stafgedreven, de leden verwachten dat<br />

directeur en bureau de kar trekken en resultaten leveren. De leden hebben zelf, als<br />

ondernemers, immers genoeg te doen. En zij weten hoe het werkt.<br />

Beroepsbeoefenaren zijn, enkele beroepsgroepen wellicht uitgezonderd, niet primair<br />

gericht op- en geïnteresseerd in het maken van winst c.q. het leveren van concrete<br />

resultaten binnen een bepaalde periode en worden daar ook niet salarieel op<br />

afgerekend. Zij zijn primair gericht op hun vak. Deze oriëntatie brengt met zich mee,<br />

dat zij aan de ene kant niet zo gericht zijn op vervulling van bestuursfuncties, die dan<br />

bovendien ook nog zo resultaatgericht worden ingevuld, terwijl zij anderzijds wel zelf<br />

de baas willen blijven in plaats van grote volmacht te geven aan de directeur en zijn<br />

staf.<br />

Dus duurt besluitvorming in beroepsverenigingen vaak vreselijk lang, wordt er<br />

alsmaar gewikt en gewogen, gedacht in enerzijds-anderzijds, wordt op eerdere<br />

besluiten teruggekomen. Vrijblijvendheid is troef! Dit doet zich <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> bij<br />

besturen van (internationale) wetenschappelijke verenigingen. Leden van deze<br />

163


verenigingen cultiveren vrijwel per definitie de eeuwige twijfel; bovendien komen zij<br />

doorgaans niet vaak bij elkaar en is de cohesie (dus) zwak. Als zo'n club al wordt<br />

ondersteund door een AMC (zie tweede alinea), dan heeft deze weinig in te brengen.<br />

Het verenigingsmodel, zoals wij dat nog steeds kennen, dateert van eeuwen geleden.<br />

Door de enorme toename van het gebruik van sociale media kunnen verenigingen<br />

aan alle kanten worden gepasseerd. De snelheid en massaliteit van deze media staan<br />

in scherp contrast met de traagheid van het traditionele verenigingsmodel. En, zoals<br />

gezegd, de traagheid van beroepsverenigingen is aan de hoge kant.<br />

Verenigingen zijn naar hun aard conservatief, zij hebben de neiging de bestaande<br />

orde te beschermen. Dat geldt ook <strong>voor</strong> beroepsverenigingen. Elke vereniging is<br />

immers niet alleen een sociaal maar ook een politiek systeem, het gaat om het spel<br />

tussen allerlei belangengroepen binnen de vereniging. Het gaat om de verdeling van<br />

macht en middelen, om de bescherming van belangen. Beroepsverenigingen zijn in<br />

dit opzicht geen haar beter dan andere verenigingen. De Middeleeuwse gilden zijn<br />

hun <strong>voor</strong>lopers.<br />

Beroepsverenigingen zijn een zootje, in hoge mate anarchistisch, allerlei onderdelen<br />

(secties, vakafdelingen, divisies enzo<strong>voor</strong>t) staan op hun autonomie en cultuur, zij<br />

hechten aan hun identiteit en hun belangen zoals zij die zien. Zij laten zich niet<br />

aansturen door het centrale bestuur. De relatie tussen centraal en decentraal is dan<br />

ook vaak vrij afstandelijk en weinig hartelijk. Als het verenigingsonderdeel in kwestie<br />

bovendien ook nog weinig ondersteuning ontvangt van het centrale bestuur en<br />

bureau, of van die ondersteuning niet zo'n hoge pet op heeft, dan is dit een reden te<br />

meer om onverdroten de eigen gang te gaan.<br />

Kortom, er zijn nogal wat factoren in het spel, die er samen toe bijdragen dat een<br />

beroepsvereniging problemen heeft met haar effectiviteit, dat zij aan de ene kant teveel<br />

belooft en aan de andere kant onderpresteert. Dat ondermijnt op den duur het<br />

vertrouwen van de leden in de organisatie. Waarom zouden zij lid blijven? Wat krijgen zij<br />

terug <strong>voor</strong> hun geld en inzet? Moeten zij echt alleen lid blijven omdat zij anders hun<br />

registratie verliezen en hun beroep niet meer kunnen uitoefenen? Wat is dat nu toch <strong>voor</strong><br />

een motivatie?<br />

De beroepsvereniging heeft mijn inziens nog een aantal slagen te maken op het pad van<br />

de professionalisering. De opkomst van de sociale media maakt deze uitdaging extra<br />

urgent.<br />

En, om het niet bij vrome <strong>voor</strong>nemens te laten, heb ik begin mei samen met collega<br />

Dinie Naezer-Heerschop (VGCt) het Platform Beroepsverenigingen opgericht (zie artikel<br />

'De beroepsvereniging: een eigen netwerk! De eerste steen is gelegd'. 23 juni vond de<br />

startbijeenkomst plaats, 27 oktober is de tweede bijeenkomst, in Wageningen.<br />

Onderwerp: strategische heroriëntatie beroepsvereniging. Casus: de vereniging van<br />

Wageningse studenten en afgestudeerden.<br />

164


Vereniging en beroep: de beroepsvereniging<br />

- 9<br />

Internationale ronde tafels in Toronto<br />

27-8-2009<br />

Na de bijeenkomsten van de Nederlandse deelnemers aan het ASAE congres met enkele<br />

Canadese beroepsverenigingen op vrijdagochtend 14 augustus (zie artikel'Vereniging en<br />

beroep – 7. In gesprek met enkele Canadese beroepsverenigingen') volgde een lunch in<br />

het Metro Convention Centre van Toronto. Er waren nu ook vertegenwoordigers van<br />

verenigingen uit andere landen (onder meer Australië, India, Turkije) aanwezig.<br />

Aansluitend volgden twee Ronde Tafel discussieronden.<br />

Elke ronde bestond uit twee gedeelten: a) discussie aan de tafels (20 tot 30 minuten) en<br />

b) plenaire rapportage en discussie (idem). Elke ronde kende drie gespreksonderwerpen,<br />

één per tafel. In de eerste ronde waren de gespreksonderwerpen: membership, branding<br />

and marketing, products and services. De onderwerpen <strong>voor</strong> de tweede ronde waren:<br />

technology, volunteers, operations and HR.<br />

Wat <strong>voor</strong> de ASAE als geheel geldt, ging ook nu op. Er zijn niet alleen<br />

verenigingsprofessionals bij aangesloten maar ook secretariaatsbureaus (zogeheten<br />

Association Management Companies, AMC's) en allerlei andere dienstverleners, zoals<br />

congresorganisatoren, softwareleveranciers, makers van badges en tassen, uitgevers en<br />

nog vele andere. Kortom, alles wat een vereniging nodig heeft en wat zij maar ten dele<br />

of in het geheel niet zelf kan doen, koopt zij in.<br />

Aan de tafels waaraan ik zat, was er ongeveer een evenwicht tussen verenigingsmensen<br />

en dienstverleners. De verenigingsmensen waren, naast mijzelf, onder meer de directeur<br />

van de Amerikaanse vereniging van anesthesiologen en de directeur van een grote<br />

Australische brancheorganisatie van bouwondernemers.<br />

Ik beperk me hier tot de weergave van de belangrijkste punten uit de discussie over<br />

lidmaatschap (onderwerp van mijn eerste tafel).<br />

Verenigingen zijn veel te veel geneigd te 'zenden', aan hun (beoogde) leden te<br />

vertellen waarom zij lid zouden moeten worden of blijven en wat de vereniging<br />

allemaal te bieden heeft qua producten, diensten en activiteiten. Deze communicatie<br />

(het verkopen van de club) dient zeker plaats te vinden, maar zij is per definitie<br />

eenzijdig.<br />

De andere en zeker zo belangrijke zijde van de medaille is het werkelijk in contact<br />

komen met de doelgroep, vragen stellen en luisteren naar wat zij te zeggen heeft,<br />

welke behoeften de leden van de doelgroep hebben en hoe daarop zou kunnen<br />

worden ingegaan, samen met hen. Baseer je op data, data, data, dus feiten, waar<br />

dan ook vandaan (zie 7 Measures of Success).<br />

De ontwikkeling van producten en diensten wordt dan een coproductie tussen staf en<br />

leden. Dat geldt ook <strong>voor</strong> het uittesten ervan. Uiteraard hoeft niet alles te lukken,<br />

juist van mislukkingen kan worden geleerd. Dit is een van de lessen uit het onderzoek<br />

naar excellente verenigingen (7 Measures of Success).<br />

165


Natuurlijk is er geen 'one size fits all solution', het blijft nodig om te denken in<br />

categorieën leden, met hen een open tweerichtingcommunicatie te onderhouden en<br />

samen met hen in te spelen op hun behoeften.<br />

Personen, die geen lid zijn van jouw organisatie, zijn dat vaak wel van een of meer<br />

(soms wel vijf) andere, alleen al op hun vakgebied. Dus is het van belang om hen niet<br />

te benaderen vanuit de gedachte dat zij geen lid willen worden. Zij hebben hun eigen<br />

keuzen gemaakt en die zijn in de loop van de tijd niet onveranderlijk, bij <strong>voor</strong>beeld in<br />

samenhang met het verloop van hun carrière.<br />

Het heeft ook niet zoveel zin om in competitie te gaan met die andere verenigingen,<br />

want ook zij bestaan op legitieme gronden, ook zij <strong>voor</strong>zien in behoeften<br />

en behartigen belangen. Het is veel zinniger om (samen met die clubs) na te gaan<br />

hoe complementariteit over en weer kan worden bevorderd, zodat ieders leden er<br />

baat bij hebben. Laat zien, bij <strong>voor</strong>keur samen, wat ieder te bieden heeft en hoe de<br />

clubs samen een compleet (?) aanbod van diensten, producten en activiteiten bieden.<br />

De vereniging is primair een community, een gemeenschap van beroepsgenoten en<br />

globaal gelijk gezinden. Dat is een belangrijke inherente waarde van het fenomeen<br />

vereniging. Vervolgens is het van belang om aan die community toegevoegde waarde<br />

te leveren. Daarbij behoort dan vanzelfsprekend de beïnvloeding van de perceptie<br />

van de leden, de perceived value.<br />

Het <strong>voor</strong>laatste punt laat onverlet, en het vorige punt onderstreept dit, dat je als<br />

vereniging periodiek - bij <strong>voor</strong>beeld elke maand of kwartaal - duidelijk aan je leden<br />

en andere stakeholders laat zien wat je in de betreffende periode <strong>voor</strong> hen hebt<br />

bereikt. Stel daartoe performance indicators, prestatie indicatoren, op. Zulke<br />

indicatoren richten de aandacht en de energie van de organisatie.<br />

Enkele van die indicatoren kunnen zijn de mate waarin de vereniging erin slaagt meer<br />

leden ertoe te bewegen als vrijwilliger op enigerlei wijze actief bij te dragen aan de<br />

vereniging. Bij <strong>voor</strong>beeld, sponsorgelden te werven, deelnemers te werven <strong>voor</strong><br />

bijeenkomsten (live of virtueel, denk aan webinars), en de inkomsten flink te doen<br />

toenemen. Veel Europese (beroeps)verenigingen blijven vaak teveel hangen in de<br />

sfeer van de intenties en de goede <strong>voor</strong>nemens. En bovendien willen zij vaak teveel<br />

tegelijk, zonder dat al dit willen voldoende operationeel is gemaakt (zie het<br />

<strong>voor</strong>gaande artikel Vereniging en beroep: de beroepsvereniging - 8).<br />

Intenties en het werken eraan zijn geenszins onbelangrijk. Maar uiteindelijk tellen de<br />

resultaten. In Noord Amerika is het dan ook niet ongebruikelijk dat het bestuur van<br />

een (<strong>voor</strong>al grote) (beroeps)vereniging prestatieafspraken maakt (te halen targets)<br />

met de Chief Executive Officer, de directeur, van de vereniging. Zijn beloning, in casu<br />

zijn bonus, wordt gerelateerd aan de mate waarin hij erin slaagt om met zijn<br />

organisatie de doelstellingen van het jaar te realiseren.<br />

Dit klinkt bekend in de oren, zij het dat het in ons land nog verre van gebruikelijk is.<br />

Maar wie weet zullen onze verenigingen in de loop der jaren ook dit gebruik gaan<br />

invoeren, hopelijk en waarschijnlijk zonder de vreselijk bizarre bijverschijnselen die<br />

we kennen uit het bedrijfsleven. Verenigingen zijn in mijn ogen organisaties waarin<br />

idealisme en professionaliteit samengaan, in het belang van de leden. Voor hebzucht<br />

en zelfverrijking is daarin geen plaats.<br />

Dit lijstje bevat ongetwijfeld tal van punten van herkenning, natuurlijk niet alleen <strong>voor</strong><br />

beroepsverenigingen. Maar het is toch ook geen gek resultaat van een half uur<br />

uitwisseling tussen mensen uit verschillende landen en takken van sport op het<br />

verenigingsveld. Het geheel van de rapportages van de beide rondes van alle tafels bood<br />

ons een welkome warming up <strong>voor</strong> het congres dat de volgende dag zou beginnen.<br />

166


Maar eerst zouden wij 's avonds nog kunnen genieten van een prima diner, ons<br />

aangeboden door de ASAE, in de ULTRA SUPPER CLUB, 314 Queen Street West. Hartelijk<br />

dank aan Megan Freedman, die deze dag <strong>voor</strong> de buitenlandse deelnemers organiseerde.<br />

167


Vereniging en beroep: de beroepsvereniging<br />

- 10<br />

1-9-2009<br />

Veel aandacht <strong>voor</strong> innovatie in het ASAE congresprogramma, Toronto, 15 - 18 augustus<br />

2009<br />

De Amerikaanse beroepsvereniging ASAE hield dit jaar haar jaarcongres in Toronto,<br />

Canada. Vorige jaren waren de locaties achtereenvolgens Boston, Chicago en San Diego<br />

(2008). Volgende jaren vindt het congres achtereenvolgens plaats in Los Angeles,<br />

St.Louis en Dallas. Het is <strong>voor</strong> steden heel belangrijk om congressen van grote<br />

verenigingen 'in huis' te hebben vanwege het economisch effect ervan op de lokale<br />

economie.<br />

Het is dan ook niet verwonderlijk dat zich op de beurs, die tegelijk met het congres en in<br />

hetzelfde gebouw wordt georganiseerd, altijd tientallen staten en steden van de VS zich<br />

presenteren als fantastische congresstad. Ook andere landen en steden presenteren zich<br />

daar, waaronder ons land, België, Dubai, Londen, Schotland, Singapore en Zuid Afrika.<br />

De honderden organisaties, die er zich presenteren, bieden allemaal producten en<br />

diensten aan, die beantwoorden aan behoeften van verenigingen en hun leden. De beurs<br />

heet dan ook met een fraaie term 'the association solutions marketplace (expo)'. De<br />

product categorieën zijn: adverteren/promotion, badges/tassen, audio-visuele producten,<br />

allerlei communicatiediensten, computer services, software <strong>voor</strong> ledenadministratie en<br />

registratiesystemen, luchtvaartbedrijven, autoverhuur, adviesbureaus, congresbureaus,<br />

toerismebureaus, secretariaatsbureaus (AMC's), verzekeraars, kantoorbehoeften in de<br />

meest diverse zin, dienstverlening aan leden enzo<strong>voor</strong>t. Al met al een indrukwekkende<br />

omvang en diversiteit.<br />

Waar het natuurlijk om gaat is het programma en de gesprekken eromheen. In het<br />

programma was dit jaar meer ruimte en serieuze aandacht <strong>voor</strong> innovatie dan tot nog<br />

toe. Meer presentaties en gesprekken gingen over change, over dingen anders doen en<br />

nieuwe dingen proberen. Mogelijk komen hier drie invloedslijnen samen: de Change<br />

mantra van Obama, de snelle opkomst van de Social Media en de ingrijpende<br />

economische crisis, die Noord Amerika treft.<br />

Zonder mislukkingen is innovatie onmogelijk. Ook over fouten en mislukkingen werd<br />

meer gesproken dan <strong>voor</strong>heen. De focus was toen erg op succes. Maar, zoals we allemaal<br />

weten, daar leer je niet zo veel van; want wat doe je als het succes er plots niet meer<br />

blijkt te zijn? Veel bedrijven en ondernemingen kiezen het zekere <strong>voor</strong> het onzekere en<br />

laten daarmee mogelijk grote kansen liggen.<br />

Kansen die je kunt ontdekken door nieuwe dingen te ondernemen. Uit de 7 Measures of<br />

Success weten we, dat excellente verenigingen productief omgaan met mislukkingen, het<br />

zijn <strong>voor</strong> hen geweldige leerervaringen, die diepgaand worden geanalyseerd en waarover<br />

openlijk wordt gesproken.<br />

Het is natuurlijk leuker om positieve en <strong>voor</strong>al succesverhalen rond te kunnen vertellen,<br />

maar toch zou het de moeite waard kunnen zijn om ook de dingen die niet zijn gelukt -<br />

168


stel dat we die hebben geprobeerd - met elkaar te delen in plaats van ze weg te stoppen.<br />

Als het wat normaler wordt om het ook over mislukkingen te hebben, wie weet dat we<br />

daarmee na verloop van tijd enorm zouden kunnen winnen aan creativiteit en<br />

productiviteit.<br />

Daar zouden veel verenigingen wel bij kunnen varen. Want de tijd waarin de meeste<br />

verenigingen zijn ontstaan en hebben bestaan, heeft echt 'zijn langste tijd' gehad. Oude<br />

en beproefde oplossingen zullen steeds minder werken en steeds sneller obsoleet<br />

worden. De omstandigheden zullen verenigingen dwingen tot innovatief handelen.<br />

169


Vereniging en beroep: de beroepsvereniging<br />

- 11<br />

12-10-2009<br />

Houd beweging in je organisatie en verbind je activiteiten aan feiten in de buitenwereld<br />

(connectie aan context)<br />

Atlanta, de snel groeiende hoofdstad van de Amerikaanse staat Georgia, met het drukste<br />

vliegveld ter wereld, is een prima context <strong>voor</strong> het negende congres van de<br />

beroepsvereniging ACR, de American Society for Conflict Resolution, dat daar vorige<br />

week plaats vond.<br />

Ik vind context een belangrijk onderwerp <strong>voor</strong> een beroepsvereniging, omdat zij haar<br />

missie en activiteiten (in casu congres en de te bespreken thema's) daaraan kan<br />

relateren. Dat kan helpen om de aandacht te trekken van de eigen aanhang, het publiek<br />

en de pers. Ik vind dat de ACR hier kansen heeft laten liggen. Daarom geef ik eerst mijn<br />

visie op de context, die mijns inziens relevant is <strong>voor</strong> een beroepsgroep, die haar<br />

bestaansgrond heeft in het oplossen van conflicten op andere wijze dan door juridische<br />

procedures of gebruik van geweld.<br />

De mijns inziens relevante Atlanta context bestaat <strong>voor</strong> mij uit tenminste twee<br />

belangrijke figuren en hun maatschappelijke en politieke nalatenschap. Ik doel hier op<br />

Martin Luther King Jr. ('I have a dream'), <strong>voor</strong>man van de beweging <strong>voor</strong><br />

gelijkberechtiging van Afro-Amerikanen, en op oud-president Jimmy Carter (geen tweede<br />

termijn, hij verloor helaas van Reagan). Beiden zijn Georgia prominenten, aan wie<br />

Atlanta aardig wat aandacht besteedt.<br />

Voorafgaande aan het congres van de ACR - een van de clubs waar ik lid van ben,<br />

permanente educatie duurt immers een leerleven lang - bezocht ik de met hen<br />

verbonden en aan hen gewijde locaties. Voor King is dat de in 1980 gevestigde National<br />

Historic Site. Deze omvat het bezoekerscentrum, de historische Ebenezer Baptisten Kerk,<br />

Het King Centrum (zijn tombe en de Freedom Hall), zijn geboortehuis en Firestation no.<br />

6: een museum dat de geschiedenis vertelt van de desegregatie van Atlanta's<br />

brandweer.<br />

Martin Luther King jr. is van on<strong>voor</strong>stelbaar grote betekenis geweest <strong>voor</strong> de<br />

burgerrechtenbeweging van de Afro-Amerikanen. Terecht heeft hij (in 1964) <strong>voor</strong> zijn<br />

werk de Nobel Prijs <strong>voor</strong> de Vrede ontvangen, net als trouwens Obama nu. Obama<br />

had mijns inziens zijn hoge bestaan nooit kunnen verwerven zonder de inzet en<br />

resultaten van deze grote vrijheidsstrijder en zijn beweging.<br />

King werd geboren op 15 januari 1929 en vermoord op 4 april 1968, op het balkon van<br />

zijn motel in Memphis. Toen John Kennedy een aantal jaren eerder werd vermoord<br />

(Dallas), zei King al dat hem dat ook zou gebeuren. En toch ging hij door met zijn werk.<br />

Hij was een man met een missie en een man met een beweging. Overigens werd zijn<br />

moeder in juni 1974 doodgeschoten, toen zij op zondagochtend het orgel bespeelde in de<br />

Ebenezer kerk.<br />

170


Ik heb diverse uren doorgebracht in het King museum, veel foto's en filmfragmenten<br />

gezien. Ik was er zeer van onder de indruk. Ik was al eerder getriggerd door de aandacht<br />

<strong>voor</strong> zijn boodschap (prachtige, kernachtige quotes) in diverse Amerikaanse steden waar<br />

ik de laatste paar jaar ben geweest, zoals San Francisco (in het museumkwartier) en San<br />

Diego (tegenover het Convention Center). King is terecht een nationale held van<br />

wereldbetekenis geweest. En dat is hij nog steeds.<br />

Terecht is zijn geboortedag, op ongebruikelijk snelle wijze (1980), via wet tot een van<br />

Amerika's 'patriotic holidays' geworden; zij het dat president Reagan de wet niet met erg<br />

veel enthousiasme tekende. Voor de beweging was de snel verworven status van<br />

nationale feestdag echter van groot belang, omdat het daardoor moeilijker werd <strong>voor</strong><br />

rechts om recente civil rights verworvenheden terug te draaien. Deze feestdag herinnert<br />

iedereen eraan, dat 'the march for justice remains incomplete' (Patriotism in America,<br />

1997, pag. 128).<br />

De civil rights movement van King c.s. (niet te vergeten Rosa Parks, die de<br />

Montgommery Bus Boycot in gang zette) heeft altijd mijn grote belangstelling gehad, niet<br />

alleen vanwege het doel maar zeker ook vanwege de gehanteerde middelen: geweldloze<br />

weerbaarheid. King was dan ook zeer geïnspireerd oor Mahatma Ghandi, die India langs<br />

deze weg naar onafhankelijkheid had geleid.<br />

Wie een gevoel wil krijgen <strong>voor</strong> de achtergronden van de Negro Revolution in 1963 leze<br />

King's 'Why we can't wait' (1963, vele malen herdrukt). Terug naar de plek die ik<br />

bezocht: met recht wordt daar ook veel aandacht besteed aan zijn echtgenote Coretta<br />

Scott King, de 'First Lady of the Modern Day Civil Rights Movement'. Tot haar dood begin<br />

februari 2006 heeft zij de boodschap van de beweging met verve uitgedragen.<br />

En dan is er president Jimmy Carter, de 'pindaboer' uit Georgia. Ook Carter ontving de<br />

Nobel Prijs <strong>voor</strong> de Vrede (2002), met name <strong>voor</strong> zijn werk in het Midden-Oosten. Onder<br />

zijn begeleiding werd inmiddels alweer enkele tientallen jaren geleden een vredesverdrag<br />

gesloten tussen Egypte en Israel, dat tot op de dag van vandaag heeft stand gehouden.<br />

Ik heb zijn Presidential Library & Museum bezocht. Ook dit is een indrukwekkende<br />

locatie: alles modern en tot in de puntjes verzorgd, gebruik makend van hedendaagse<br />

communicatie- en presentatietechnologie.<br />

Er is veel te zien en te leren over het Amerikaanse politieke systeem, over geschiedenis<br />

en beleid van de Amerikaanse regering in het algemeen en over de periode Carter in het<br />

bijzonder. Er is veel en prachtig gedocumenteerde informatie over leven en werk van zijn<br />

echtgenote Rosalynn, die zeker zo indrukwekkend is als haar man. Beiden zijn overigens<br />

nog steeds wereldwijd actief op het terrein van ontwikkelingssamenwerking (in het<br />

bijzonder de bestrijding van ziekten, rivierblindheid) en vredesinitiatieven. Voor meer<br />

informatie www.jimmycarterlibrary.gov. Zie ook Facebook (Jimmy Carter Presidential<br />

Library) en Twitter (Carter Library).<br />

Ik wil ter aanvulling nog een derde zeer bijzondere persoon noemen: Margaret (Peggy)<br />

Mitchell, op 8 november 1900 geboren in Atlanta en wereld beroemd geworden door haar<br />

boek Gone With the Wind (1935), waar<strong>voor</strong> zij in 1937 de prestigieuze Pulitzer Prize<br />

ontving. Het werd verfilmd door David Selznick. De film ging eind 1939 in première en<br />

kreeg 10 Oscars. Het is een boek over survival, waarom overleeft de een niet en de<br />

ander wel verschrikkelijke gebeurtenissen. Deze overlevingskwaliteit noemt zij<br />

'gumption'.<br />

171


Voordat Margaret dit boek schreef was zij actief en zeer productief als journaliste (onder<br />

eigen naam, zij was tweemaal gehuwd) <strong>voor</strong> de Atlanta Journal (Sunday Magazine), een<br />

zeer bijzondere prestatie, gegeven het ook ten aanzien van vrouwen in de twintiger jaren<br />

sterke conservatisme in het Zuiden van de VS. Zij overleed op 16 augustus 1949 na te<br />

zijn aangereden door een taxi, terwijl zij met haar man de straat over stak om samen de<br />

film Canterbury Tales te gaan zien.<br />

Ik noem Margaret als derde belangrijke persoon omdat zij al vanaf haar 19de als enige<br />

blanke actief was in de Afro-Amerikaanse gemeenschap van Atlanta. Daar was heel veel<br />

moed <strong>voor</strong> nodig. Na het succes van haar boek heeft zij buitengewoon veel<br />

liefdadigheidswerk gedaan, ook in de gezondheidszorg, <strong>voor</strong> deze bevolkingsgroep.<br />

Helaas heeft zij de strijd en de successen van de Civil Rights Movement niet mogen<br />

meemaken.<br />

Atlanta heeft een vrouwelijke burgemeester van Afro-Amerikaanse afkomst, Shirley<br />

Franklin. In 2010-2011 wordt, op een prachtige en centrale plaats in de stad, het Center<br />

for Civil & Human Rights Museum geopend. Atlanta kan nu met recht goede sier maken<br />

met de historie van een zware strijd, die <strong>voor</strong>al in het Zuiden van de VS is gestreden en<br />

die natuurlijk in het leven van alledag <strong>voor</strong> vele mensen nog niet af is.<br />

En nu kom ik terug op mijn stelling over het belang <strong>voor</strong> een beroepsvereniging om alert<br />

te zijn op mogelijkheden <strong>voor</strong> connectie aan context. Ik vind het nogal vreemd dat in de<br />

plenaire sessies van het ACR congres vorige week helemaal geen melding werd gemaakt<br />

van King, Carter of het nieuwe museum.<br />

Dat gold ook aan het feestelijke eind van het congres, zaterdagmiddag, toen de ACR<br />

Peacemaking Award werd uitgereikt aan Ambassador John W. McDonald. Er werd<br />

zelfs door niemand - noch de terugtredende <strong>voor</strong>zitter, noch zijn opvolger, noch de<br />

ambassador - melding gemaakt van het feit dat zojuist bekend was geworden dat aan<br />

Obama de Nobel Prijs <strong>voor</strong> de Vrede was toegekend. McDonald sloot zijn toespraak af<br />

met de krachtige tekst 'It is possible to make the impossible happen'. Daar had hij zelf<br />

drie fraaie <strong>voor</strong>beelden van gegeven. En Obama's loopbaan en de Prijs zijn daar in<br />

zekere zin ook <strong>voor</strong>beelden van.<br />

Ik realiseerde me pas na het congres wat ik had gemist: de connectie met belangrijke<br />

feiten in de omgeving. Misschien heeft het te maken met politieke correctheid. Ik vind<br />

dat professionaliteit zich daardoor niet zou mogen laten belemmeren. Misschien heeft het<br />

bestuur van de ACR er gewoon niet aan gedacht. Ik heb ook geen media activiteit gezien<br />

in de zin van persberichten bij <strong>voor</strong>beeld. Dat doet de ASAE, de Amerikaanse vereniging<br />

van verenigingsdirecteuren en andere verenigingsprofessionals, toch echt wel beter.<br />

Maar het is niet helemaal redelijk om de ACR te vergelijken met de ASAE. De ACR<br />

bestaat nog niet zo lang, zij is het product van fusie van een zevental verenigingen. Het<br />

ledental is 5.000. Op het bureau werken acht personen. Heel veel werk gebeurt door<br />

vrijwilligers. Maar er moet toch iemand of een commissie zijn, die aandacht heeft <strong>voor</strong><br />

kansen in de buitenwereld. Ik ga mijn kijk op de zaak <strong>voor</strong>leggen aan de ACR. Wie weet<br />

heb ik het helemaal bij het verkeerde eind of heb ik slecht gekeken of geluisterd. Maar ik<br />

was zeker niet de enige die connectie met context miste.<br />

Een organisatie, waar (nog steeds) beweging in zit, let heel goed op kansen in de<br />

buitenwereld om bij aan te sluiten. Als het even kan creëert zij zelfs dergelijke kansen.<br />

172


Het zijn even zovele mogelijkheden <strong>voor</strong> free publicity en natuurlijk <strong>voor</strong> communicatie<br />

met doelgroepen, die relevant zijn <strong>voor</strong> de beroepsgroep.<br />

Nogal wat beroeps- en ook andere verenigingen zijn in de loop der jaren lange tijd bezig<br />

met de eigen navel, dus te zeer op zichzelf en naar binnen gericht. Dat kan nodig en<br />

nuttig zijn, maar dient bij <strong>voor</strong>keur kort en goed te gebeuren, zonder de blik naar buiten<br />

te verwaarlozen.<br />

173


Vereniging en beroep: de beroepsvereniging<br />

- 12<br />

Hoe werken beroepsverenigingen aan hun strategie, hoe navigeren zij door hun<br />

toekomst?<br />

Wat missen we nu 27 oktober niet door gaat?<br />

22-10-2009<br />

Mijn collega Dinie Naezer-Heershop en ik proberen al enige tijd een netwerk van<br />

beroepsverenigingsprofessionals, een informele vereniging als het ware, van de grond te<br />

krijgen. We vinden dat door uitwisseling en samenwerking er <strong>voor</strong> deze clubs een wereld<br />

te winnen valt.<br />

Onze startbijeenkomst was op 23 juni 2009. Ik schreef hierover op het LinkedIn Platform<br />

Beroepsverenigingen en het artikel 'De beroepsvereniging: een eigen netwerk!'. We<br />

hadden thema's geïnventariseerd, waarin de deelnemers aan deze eerste bijeenkomst<br />

hadden aangegeven geïnteresseerd te zijn. Thema's die wij clusterden in (1) missie:<br />

visie, doel, leden, dienstverlening, belangenbehartiging, (2) middelen: organisatie,<br />

mensen, onderzoek, financiën en (3) omgeving: trends, uitdagingen,<br />

aanpassingsvermogen, allianties.<br />

We organiseerden een tweede bijeenkomst op 27 oktober. Onderwerp: strategische<br />

heroriëntatie (over scenario's, hoe in 2015 nog/meer aantrekkelijk te zijn <strong>voor</strong> je<br />

doelgroep). Gastheer: collega Paul den Besten, directeur van de Vereniging van<br />

Afgestudeerden en studenten van Wageningen Universiteit. Een onderwerp, waarvan wij<br />

hoopten en verwachtten dat het op grote belangstelling zou mogen rekenen. Ik heb er in<br />

diverse nieuwsbrieven aan de Platform-deelnemers en ook op deze plaats en op LinkedIn<br />

diverse malen over geschreven.<br />

Helaas, de belangstelling viel dermate tegen, dat we besloten de bijeenkomst van 27<br />

oktober af te blazen. Onze gastheer vond het terecht niet verantwoord om samen met<br />

zijn naaste collega Elvire Schlosser enkele dagen te besteden aan input maken<br />

(presentatie) en de dag zelf, waarop maar een handvol mensen zou komen. Kortom, er<br />

was een te grote wanverhouding tussen input en output. Dat is onprofessioneel.<br />

Wij allen vinden deze afgelasting jammer, echt jammer, want ook aan bijeenkomsten die<br />

worden afgeblazen, is veel werk besteed. Maar het belangrijkste is natuurlijk dat we een<br />

mogelijkheid <strong>voor</strong>bij moeten laten gaan, waarin we van elkaar hadden kunnen leren hoe<br />

we, iedere beroepsvereniging <strong>voor</strong> zich, door onze toekomst navigeren, en waar we de<br />

banden wat nauwer hadden kunnen aanhalen, nieuwe onderwerpen hadden kunnen<br />

bedenken enzo<strong>voor</strong>t.<br />

In elk geval gaan Dinie en ik door, we zijn immers pas net van start, tegenvallers horen<br />

bij het (verenigings-)leven en we vinden onze missie nog steeds de moeite waard.<br />

174


Verenigingen op de kaart<br />

Een nationale verenigingen dag, iets <strong>voor</strong> ons land?<br />

22-3-2010<br />

Nederland wordt door ons vaak vergeleken met de Verenigde Staten. Ik vind dit altijd<br />

belachelijk. Hoe zinvol is het om een klein relatief onbelangrijk Europees land te<br />

vergelijken met een geheel continent, dat uit ruim 50 staten bestaat? Beide hebben<br />

echter wel een kenmerk gemeen: een hoge verenigingsdichtheid, dus een hoge mate van<br />

zelforganisatie.<br />

Verschilpunt is overigens weer wel, dat Amerikaanse verenigingen doorgaans activistisch<br />

zijn: veel grassroots werk, gericht op politieke invloed, die zich dient te vertalen in<br />

maatregelen die door de vereniging worden gewild. In een gepolariseerd<br />

maatschappijtype met de facto een tweepartijenstelsel en direct kiesrecht komt het er<br />

dus op aan om diegene te bewerken, die afhankelijk is van jouw stem en portemonnee.<br />

De strijd om de hervorming van het Amerikaanse zorgstelsel gaf weer eens een mooie<br />

illustratie van deze gang van zaken. Als ik lid ben van het Congres, naar wie luister ik<br />

dan? Naar Obama, mijn collega's, mijn kiezers in de staat waar mijn thuisbasis is, hun<br />

diverse lobbygroepen, de ziektekostenverzekeraars, de farmaceutische industrie<br />

enzo<strong>voor</strong>t.<br />

Hoe anders is dat bij ons: een veelpartijenstelsel en een hele grote polder, <strong>voor</strong>namelijk<br />

gevuld met spelers op het brede maatschappelijke middenveld. Deze polder werkt als<br />

een stabiliserend systeem, met als centraal punt de Nationale IJskast (SER) op de<br />

Bezuidenhoutseweg. Veel branche-, beroeps- en andere verenigingen spelen al dan niet<br />

vol overgave het polderspel. Als je niet meedoet of andere spelregels volgt, dan plaats je<br />

jezelf buiten spel.<br />

In de Verenigde Staten is de American Associations Day al geruime tijd een jaarlijkse<br />

gelegenheid om de verenigingen en hun bijdrage aan de maatschappij op de kaart te<br />

zetten. Dit jaar vindt deze Dag plaats op dinsdag 23 en woensdag 24 maart. Dat is echt<br />

een ander soort aandacht dan in ons land wordt gevraagd <strong>voor</strong> de vrijwilliger (MAD-Day).<br />

Want hierbij staat <strong>voor</strong>al maatschappelijke erkenning <strong>voor</strong> de betekenis van de<br />

vrijwilliger in de hulp- en dienstverlening centraal. De vrijwilliger in beroeps-, branche-<br />

en vele andere verenigingen deelt niet in deze aandacht.<br />

Hoe ziet zo'n American Associations Day eruit? Plaats van handeling op de eerste dag<br />

is de Capital Room (lobby level) in het Hyatt Regency hotel in Washington. Organisator is<br />

de ASAE, de heel grote broer van de VPN, de vereniging van verenigingsprofessionals<br />

hier te lande. Dinsdag 23 maart begint om 12.00 uur met registratie (badges, gids met<br />

foto's, namen enzo<strong>voor</strong>t van de leden van het Congres, een mooi handig boekje); een<br />

welkomstwoord door de president & CEO van de ASAE; rapportage door de ASAE<br />

Commissie <strong>voor</strong> Public Policy; presentatie van 'hill visit materials'. Aansluitend vinden,<br />

onderbroken door een Networking Break, twee presentaties van elk een uur plaats.<br />

Beide hebben als onderwerp 'Plan your most Successful Legislative Year Ever: <strong>Tips</strong> for<br />

Creating the Ideal Advocacy Calendar'. In het eerste verhaal gaat het om het bewustzijn<br />

van de vraag wat je als vereniging per se nog wilt bereiken, <strong>voor</strong>dat het Congres in de<br />

175


herfst met reces en op campagne gaat; of hoe je gaat reageren als zich onverwachts een<br />

situatie <strong>voor</strong>doet, waarover in het Congres een stemming plaats vindt. Ben je daar dan<br />

klaar <strong>voor</strong>? Heb je je grassroots organisaties goed op orde?<br />

Het tweede verhaal richt zich op de campagnetijd en <strong>voor</strong>al op al datgene wat je als<br />

vereniging kunt doen om te weten welke wetgeving je wilt van het nieuwe Congres. Dus<br />

ook hier is het bekende grassroots werk van belang. Indutten is er niet bij! <strong>Van</strong> 17.00 tot<br />

19.00 uur vindt de American Associations Day Reception plaats in de Hyatt Regency<br />

Thornton Room (top floor level), aangeboden door het bestuur van de ASAE.<br />

Natuurlijk verschilt ons politieke en wetgevingssysteem in vele opzichten van het<br />

Amerikaanse. Maar de idee van een Nationale Dag van de Vereniging verdient het<br />

om ook hier te worden verkend op haar merites. Onderwerpen zouden in elk geval<br />

kunnen zijn: (1) Welke bijdragen leveren verenigingen aan welvaart en welzijn van ons<br />

land?; (2) welke wet- en regelgeving is er, die het verenigingen lastig maakt om<br />

effectiever aan hun doelen te werken?; (3) welke wetgevingsinitiatieven zouden we zelf<br />

op de politieke agenda kunnen en willen zetten?<br />

Zoiets beginnen duidt op een grote, misschien wel te grote ambitie. Toch zou ik het<br />

aardig vinden als de VPN er serieus over zou willen denken en mogelijk al een eerste<br />

stap in <strong>voor</strong>bereiding nemen. Wie anders in ons land zou het moeten doen? Of willen we<br />

echt doorgaan op de huidige voet, een voet die na de recessie misschien ingrijpend zal<br />

zijn veranderd.<br />

176


Vereniging en beroep: de beroepsvereniging<br />

- 13<br />

Hoeveel beroepsverenigingen zijn er eigenlijk in Nederland?<br />

5-4-2010<br />

Hoeveel beroepsverenigingen zijn er eigenlijk in ons land? Eerder schreef ik, op basis van<br />

informatie uit betrouwbare bron, dat ons land bijna 700 beroepsverenigingen kent, in<br />

omvang variërend van heel erg klein tot zeer groot. Nader onderzoek heeft me geleerd<br />

dat het aantal beroepsorganisaties bijna 2.100 bedraagt.<br />

De SBI code in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel is 9412. De code staat<br />

<strong>voor</strong> vijf aanduidingen: beroepsfederaties, beroepsorganisaties, beroepsverenigingen,<br />

federaties van beroepsverenigingen, verenigingen van vrije beroepsbeoefenaren. Ter<br />

vergelijking geef ik nog een paar cijfers: ons land telt bijna 6.700 bedrijfs- en<br />

werkgeversorganisaties (SBI code 9411) en ruim 350 werknemersorganisaties (SBI code<br />

9420).<br />

Vrijwel wekelijks worden nieuwe beroepsverenigingen opgericht, op initiatief van<br />

beoefenaren van een relatief nieuw beroep of omdat een aantal mensen zich, uit<br />

ontevredenheid, afsplitst van hun beroepsvereniging en zelf een nieuwe vereniging<br />

opricht. Soms houden beroepsverenigingen op te bestaan, bij <strong>voor</strong>beeld als gevolg van<br />

fusie.<br />

Al deze veranderingen in de wereld van de beroepsverenigingen zijn gevolg van de<br />

toegenomen dynamiek op de arbeidsmarkt, de invloed van regelgeving en het<br />

functioneren van de beroepen en hun verenigingen in die dynamiek en soms hectiek.<br />

In het <strong>voor</strong>jaar van 2009 zijn Dinie Naezer-Heerschop en ik het Platform<br />

Beroepsverenigingen begonnen. Zichtbare uitingen zijn tot nog toe een LinkedIn groep,<br />

een eerste bijeenkomst op 23 juni 2009, een tweede op 27 oktober 2009 over<br />

toekomstscenario's (helaas afgelast wegens onvoldoende aanmelding) en een derde, zeer<br />

geslaagde, op 16 februari 2010 over fusies in Verenigingsland.<br />

Ik heb in diverse artikelen aandacht aan deze bijeenkomsten besteed. Dat geldt ook <strong>voor</strong><br />

het verschijnsel beroepsvereniging als zodanig en de verschillen tussen dit type<br />

vereniging en andere verenigingstypen zoals de branchevereniging. Aan deze<br />

onderwerpen zal ik aandacht blijven geven.<br />

Inmiddels zijn Dinie en ik, daartoe uitgenodigd, in gesprek met het nieuwe bestuur van<br />

de VPN, de beroepsvereniging van en <strong>voor</strong> verenigingsprofessionals. Algemeen doel van<br />

het gesprek is meer eenheid en structuur te brengen in de organisatie van<br />

verenigingsprofessionals en -managers in ons land. Wij zijn daar, met het bestuur,<br />

<strong>voor</strong>stander van. We vinden dat de VPN daarin een leidende rol moet spelen. Ik verwijs<br />

hier naar een pleidooi van deze strekking in onze Open Brief aan de VPN in het magazine<br />

VM (juni 2008, pagina 7; zie ook eerder artikel met dezelfde titel).<br />

Een meer bijzonder doel van ons overleg met het VPN bestuur is het Platform minder<br />

persoonsafhankelijk te maken. Wij willen het bij <strong>voor</strong>keur organisatorisch verankeren in<br />

177


de VPN organisatie, de onzes inziens daar<strong>voor</strong> als vanzelfsprekend in aanmerking<br />

komende partij, waarbij de betreffende werkzaamheden worden uitgevoerd door het<br />

ondersteunende secretariaat of een andere dienstverlener. Dinie en ik blijven inhoudelijk<br />

betrokken bij het Platform, als leden van de (nog te formeren) programmacommissie, die<br />