05.05.2013 Views

Winter 2012 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland

Winter 2012 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland

Winter 2012 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

nummer 120 | winter <strong>2012</strong><br />

TSC Contact<br />

Geestelijke verbetering TSC-patiënten<br />

Hoe is het nu met... Anouk<br />

TSC-Contactdag <strong>2012</strong><br />

www.stsn.nl


in dit nummer<br />

4 Een gevarieerd palet<br />

aan informatie –<br />

STSN Contactdag <strong>2012</strong><br />

9 Hoe is het nu met...<br />

Anouk<br />

12 Aanval op epilepsie<br />

15 Tien dingen die ik van<br />

Kester heb geleerd – 5<br />

19 Lara<br />

colofon<br />

Dagelijks bestuur STSN<br />

Hans Ploegmakers, voorzitter<br />

Marlies van Zuilen, secretaris<br />

Theo Rijkelijkhuizen, penningmeester<br />

Secretariaat STSN<br />

Marlies van Zuilen<br />

Telefoon: 06 52824660<br />

Couwenhoven 53-09, 3703 ES Zeist<br />

E-mailadres: info@stsn.nl<br />

Website: www.stsn.nl<br />

Redactie<br />

Francesco Dioguardi<br />

Corinne Kijl<br />

Cora Moret<br />

Yasmara Olyslag<br />

Jos Scheurink<br />

Vormgeving<br />

Robert van Dongen<br />

E-mailadres: dtp@robertvandongen.com<br />

Adres TSC Contact<br />

Van Humboldtstraat 107, 3514 GN Utrecht<br />

E-mailadres: redactie@stsn.nl<br />

TSC-Poli UMC Utrecht<br />

Polikliniek Interne Geneeskunde:<br />

Telefoon: 088-7555555<br />

Dr. B.A. Zonnenberg:<br />

Telefoon: 088-7553232, zoemer 1154<br />

TSC-Poli: elke week op afspraak<br />

Telefoon: 088-7553232<br />

Sylvia Tóth Centrum Utrecht<br />

Wilhelmina Kinderziekenhuis<br />

Secretariaat telefoon: 088-7553898<br />

Klinische Genetica<br />

Erasmus MC, Rotterdam<br />

Dr. Anneke Maat-Kievit<br />

Telefoon: 010-4636915<br />

(maandag, dinsdag en donderdag)<br />

20 Boekbespreking<br />

21 STSN-er in beeld:<br />

Robert van Dongen<br />

22 Tip en truchoek<br />

24 Bestuursmededelingen<br />

26 Sponsor de STSN<br />

ISSN 1570 - 5145 | jaargang 30 | nummer 120<br />

Multidisciplinaire<br />

TSC polikliniek voor kinderen<br />

Erasmus MC, Sophia<br />

Kinderziekenhuis,<br />

Rotterdam<br />

Dr. M.C.Y. de Wit, kinderneuroloog<br />

Drs. G.C.B. de Heus, kinderarts<br />

E-mail: tubereuzesclerose@erasmusmc.nl<br />

Telefoon: 010-7036341<br />

(polikliniek kinderneurologie)<br />

TSC-poli maandelijks op afspraak<br />

Bank<br />

Rabobank<br />

rekeningnummer: 11.89.41.127<br />

Deutsche Bank <strong>Nederland</strong> N.V.<br />

rekeningnummer: 56.84.43.640<br />

Voor België:<br />

KBC Bank Turnhout<br />

rekeningnummer: 730-1401238-69,<br />

t.n.v. STSN<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact


4<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact<br />

12<br />

Van de redactie,<br />

19<br />

24<br />

22<br />

Prettige feestdagen<br />

9<br />

15<br />

Als alles goed gegaan is heeft u dit nummer van TSC contact ontvangen voor de kerst, dus kunnen wij u fijne kerstdagen<br />

en een gelukkig nieuwjaar toewensen.<br />

Dit doen we graag namens de redactie, het bestuur van de STSN en alle vrijwilligers die afgelopen jaar weer tijd<br />

en energie hebben vrijgemaakt om zich in te zetten voor de belangen van alle TSC-patiënten.<br />

Zoals u elk kwartaal kunt lezen, is er altijd vraag naar vrijwilligers, op dit moment met name naar een goede<br />

beurscoördinator. Iemand die werkzaamheden voor de verschillende beurzen, waar de STSN zich presenteert, kan<br />

coördineren.<br />

Ook is kopij voor dit blad altijd welkom. Heeft u mooie, verassende of misschien verdrietige ervaringen met TSC,<br />

probeer het eens aan het papier toe te vertrouwen en stuur het op naar ons. Onze lezers vinden ervaringsverhalen<br />

meestal erg fijn om te lezen. Het geeft het gevoel van verbondenheid met andere patiënten, wij zijn niet de enige.<br />

In dit blad weer een aantal van die verhalen. Tevens een artikel over het onderzoekscentrum in Rotterdam en een<br />

verslag van de contactdag in oktober. Veel variatie dus weer. Wij zijn benieuwd hoe u dit nummer vindt. Schrijf ons<br />

eens. Het e-mailadres vindt u op pagina hiernaast.<br />

3


4<br />

Langzaam druppelen de deelnemers aan de landelijke STSN-<br />

Contactdag op 6 october <strong>2012</strong> Parc Spelderholt binnen. Zelfs<br />

de korte wandeling van parkeerplaats naar het gebouw van<br />

de Academie Spelderholt is niet zonder paraplu te doen, het<br />

valt werkelijk met bakken uit de hemel. Na een opwekkend<br />

kopje koffie staan beneden in het theater de eerste sprekers<br />

in de startblokken. Het begin van een afwisselende dag met<br />

veel bruikbare informatie.<br />

De voorstelling in het theater bestaat op zaterdag 6 oktober<br />

uit drie sprekers. Het zijn kinderneuroloog Prof. Dr. Willem-<br />

Frans Arts en onderzoeker Iris Overwater van het Rotterdamse<br />

Sophia kinderziekenhuis en internist Dr. Bernard Zonneberg<br />

van de TSC-polikliniek van het UMC Utrecht. Maar eerst geeft<br />

STSN-Contactdag op<br />

Parc Spelderholt<br />

Een gevarieerd palet aan<br />

informatie<br />

tekst John van Enckevort foto’s Bas van de Pol<br />

STSN-voorzitter Hans Ploegmakers de gastheer de gelegenheid<br />

zichzelf te presenteren. Parc Spelderholt is een ontwikkelcentrum<br />

voor jongeren met een functiebeperking. Vaak zijn<br />

het schoolverlaters van het ZMLK – VSO, die twee of drie jaar<br />

op het terrein in Beekbergen leren én leven. Met aandoenlijke<br />

verlegenheid vertellen de twee opgetrommelde studentes<br />

over hun (leer)activiteiten in deze prachtige omgeving.<br />

vrijwilligers pijlers onder<br />

het succes STSN<br />

STSN-voorzitter Hans Ploegmakers neemt vervolgens het<br />

woord. De belangstelling voor én de expertise van TSC groeit<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact


op alle fronten, zo vertelt hij. Gelukkig blijft een van de pijlers<br />

onder dit succes, de inzet van de vele vrijwilligers van<br />

de STSN, ook de komende jaren gewaarborgd. Ondanks<br />

dat Ploegmakers zelf, na vele jaren, de voorzittershamer<br />

overdraagt aan bestuurslid Jan-Paul Wagenaar. Die ziet zijn<br />

oude werkzaamheden weer opgepikt door nieuw bestuurslid<br />

Ton Cramer. Nu nog een penningmeester vinden en de<br />

bestuursploeg kan weer plankgas vooruit.<br />

Een hele emmer<br />

In die geest trapt ook Willem-Frans Arts het gaspedaal<br />

in. In vliegende vaart daalt hij met zijn publiek af van<br />

algemeen DNA naar de specifieke tekortkomingen van de<br />

TSC1 en TSC2 genen. Die zijn niet in staat om stimulering<br />

en remming prettig in evenwicht te houden, maar blijven<br />

voortdurend actief. Voor dit remprobleem zijn ondertussen<br />

medicijnen in ontwikkeling, zo vertelt Arts: rapamycine en<br />

everolimus. Met overtuigende resultaten bij proefdieren.<br />

De eerste wetenschappelijke onderzoeken bij TSC-patiënten<br />

geven eveneens een positief beeld.<br />

Hier kan internist Bernard Zonneberg mooi op inhaken. De<br />

werkzaamheid van medicijnen onderzoeken is niet eenvoudig,<br />

het moet in partjes onderzoek onder de loep worden<br />

genomen. Zonneberg is optimistisch, maar vergeet niet de<br />

extra narigheid te vermelden: “Het goed functionerende<br />

lichaam werkt immers met precies afgemeten vingerhoedjes,<br />

terwijl een medicijn quasi een hele emmer in het<br />

lichaam gooit. In de hoop dat voldoende ervan de juiste<br />

plek bereikt.” Het kanon en de mug dus. En het maakt je<br />

levenslang afhankelijkheid, stelt Zonneberg. “Een medicijn<br />

duwt als het ware een veer in, waardoor de fout in het<br />

lichaam wordt geneutraliseerd of zijn werking tot stilstand<br />

wordt gebracht. Stopt iemand met de medicatie, dan verdwijnen<br />

deze positieve gevolgen ook weer.”<br />

Placebo-groep<br />

Daarna is het de beurt aan onderzoeker Iris Overwater, die<br />

vooral vertelt over de trial met rapamycine die in Rotterdam<br />

is gestart. Doel is om de epilepsie-aanvallen van kinderen<br />

tussen de drie maanden en elf jaar in te dammen, en hun<br />

gedrags- en leerproblemen te verbeteren. Bij muizen lukte<br />

dat wonderwel, de met TSC geïnfecteerde diertjes werden<br />

door rapamycine weer aanvalsvrij en snapten de route<br />

van een doolhof snel weer net zo goed als hun gezonde<br />

broertjes en zusjes. Maar voorzichtig, mensen zitten ingewikkelder<br />

in elkaar. Overwater heeft wel al gemeten dat<br />

de meeste kinderen (17 van de 20) sinds de start van het<br />

onderzoek minder aanvallen of minder hevige aanvallen<br />

hebben, al laten enkele kinderen geen verbetering zien.<br />

optimisme op zijn<br />

plaats<br />

De gedrags- en leerproblemen verminderen eveneens, de<br />

kinderen zijn alerter en begrijpen meer. Voor goed meetbare<br />

resultaten begint de helft van de deelnemers met een<br />

half jaar rapamycine en de andere helft krijgt niets. Dat<br />

wordt in het tweede half jaar van het onderzoek omgedraaid.<br />

Optimisme is hier zeker op zijn plaats.<br />

Franse Vogezen<br />

De aanwezigen nemen de ingewikkelde materie gemakkelijk<br />

in zich op. Verwonderlijk is dat niet; ouders hebben<br />

door de onvermijdelijke rondgang langs ziekenhuizen en<br />

medische specialisten al veel kennis over TSC opgedaan.<br />

Dat bewijst ook de paneldiscussie die het ochtendprogramma<br />

afsluit. Hans Ploegmakers sprint met zijn microfoon<br />

heen en weer tussen de ouders in de zaal en de drie eerdere<br />

sprekers, die nu gezamenlijk op het podium staan. De<br />

betrouwbaarheid van het cognitie-onderzoek, de 10 pro-<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact 5


6<br />

cent van de patiënten waarbij de afwijking niet zichtbaar is<br />

in TSC1 of TSC2, het gebrek aan vermogen om ’s nachts een<br />

selectie te maken van alles wat er die dag is gebeurd, het<br />

komt in vogelvlucht allemaal aan bod.<br />

zevenhonderd kilometer<br />

fietsen<br />

De ondertussen hongerig geworden aanwezigen worden naar<br />

de lunch gestuurd met een filmpje van fotograaf van de dag<br />

Bas van de Pol. Als docent in Nijkerk op het Corlaer College<br />

begint Van de Pol met een groep leerlingen komende zomer<br />

aan een bijzondere uitdaging: zevenhonderd kilometer fietsen,<br />

van de Franse Vogezen terug naar Nijkerk. Met als extra<br />

doel zoveel mogelijk geld inzamelen voor de STSN. Het is<br />

een zoveelste bewijs dat de STSN onverminderd aan de weg<br />

timmert.<br />

Snoezelen<br />

Het weer is ondertussen behoorlijk opgeknapt, wat sommige<br />

deelnemers na de lunch en het bellen met het thuisfront<br />

verleidt om ook even op Parc Spelderholt rond te lopen.<br />

Langs de hertjes, of door de Belevingstuin. Voor het middagprogramma<br />

moeten de meeste deelnemers sowieso<br />

verkassen naar de overkant, naar Kasteel Spelderholt. Een<br />

mooie, deftige plek waar via zeven verschillende workshops<br />

de allerlaatste ontwikkelingen rondom TSC over het voetlicht<br />

worden gebracht. Die workshops vertonen een enorme varieteit.<br />

Zoveel zelfs, dat ouderparen zich opsplitsen om zoveel<br />

mogelijk kennis binnen te halen. Om snoezelen met je kind<br />

te leren (en dan niet met veel geregel vooraf, maar gewoon<br />

thuis), voor juridische en financiële bijspijkerlessen. Zeker<br />

interessant is de workshop ‘Mindfullness’, een effectieve therapievorm<br />

voor volwassenen met autismespectrumsyndroom<br />

ASS: de somberheid neemt af, het eindeloos nadenken,<br />

rumineren genoemd, stopt en het wordt gemakkelijk om<br />

lichamelijke grenzen aan te voelen. Er is verder een speciale<br />

workshop voor begeleiders. Mensen die bijvoorbeeld als<br />

leraar betrokken zijn en meer over de ziekte willen weten.<br />

Ook Iris Overwater is op Spelderholt gebleven en houdt<br />

spreekuur.<br />

Apothekersweegschaal<br />

Aanschuivend bij de workshop Nieuwkomers blijkt snel dat<br />

veel ouders voor elkaar herkenbare verhalen hebben. Zo<br />

heeft iedereen eerst tijd nodig om zelf de confrontatie met<br />

de ziekte en het leven met een ziek kind te verwerken. Pas<br />

als er enige stabiliteit is en rust ontstaat, komt de behoefte<br />

om contact met de stichting en met andere ouders te leggen.<br />

Ook in deze korte kennismaking vliegen de ervaringen<br />

door de kamer. Bijvoorbeeld over agressief kunnen worden<br />

van anti-epilepticum Keppra, en over de apothekersweegschaal<br />

die nodig is om een ketogeen dieet goed af te meten.<br />

Jonge ouders zoeken hard naar manieren om de wensen van<br />

hun kind, dat zich vaak niet goed kan uiten, te achterhalen.<br />

Gerechten op een placemat afdrukken of op een iPad laten<br />

zien, kan bijvoorbeeld helpen op eetgebied. Extra tip: zorg<br />

dat de ingrediënten in huis zijn, zelfs voor gerechten die het<br />

kind eigenlijk nooit aanwijst. Want je zult het net meemaken.<br />

gratis monstertjes<br />

Dubbelkoppige tandenborstel<br />

Tips voor alledag, daar zijn ouders eigenlijk altijd blij mee.<br />

Vandaar ook dat de workshop van tandarts Ewa Janknegt<br />

goed gevuld is. Want het is al niet gemakkelijk om de tanden<br />

van je kind elke dag te poetsen, een bezoek aan de tandarts<br />

kan een beproeving zijn. Janknegt vertelt dat geduld en<br />

langzaam kleine stapjes zetten het beste werkt. Dat toont<br />

ze aan met een prachtig filmpje waarin ze met zachte hand<br />

een autistische jongen in zeven minuten van een gewone<br />

stoel naar de tandartsstoel dirigeert. Zeer herkenbaar voor<br />

menig ouder. Na afloop stort iedereen zich op de gratis monstertjes<br />

die Janknegt heeft meegenomen om uit te delen.<br />

Opvallendste gadget is een dubbelkoppige tandenborstel, die<br />

een kies tegelijkertijd van twee kanten kan poetsen.<br />

Het programma is, zoals gebruikelijk op zulke dagen, iets uitgelopen.<br />

Voor de afsluiting verzamelt iedereen zich zo rond<br />

half vijf beneden in het Kasteel. Om nog even met elkaar<br />

na te praten, te proosten of om emailadressen uit te wisselen.<br />

Vanzelfsprekend zijn het de bestuursleden en de vaste<br />

vrijwilligers die anderhalf uur later de kasteeldeur in het slot<br />

laten vallen. n


Workshop wet en regelgeving<br />

tekst Ivo Jonker<br />

De workshop wordt verzorgd door MEE Veluwe. MEE is<br />

voor mensen met beperkingen en hun omgeving. Je<br />

kunt bij MEE terecht voor informatie, advies en ondersteuning<br />

bij doorverwijzing. MEE biedt gratis en onafhankelijke<br />

hulp bij onder andere samenwerking met<br />

gemeenten. Het eerste contact vindt meestal plaats via<br />

de telefoon, per e-mail of tijdens een inloopspreekuur bij<br />

een loket. Een medewerker van het Entreeteam beoordeelt<br />

in grote lijnen of u met uw vraag bij MEE op het<br />

juiste adres bent. Entreeteam: 055-5269200,<br />

info@meeveluwe.nl, www.meeveluwe.nl.<br />

MEE geeft ook ondersteuning bij wonen en samenleven<br />

en is een vraagbaak ten aanzien van jeugd en gezin,<br />

vrienden en relaties, leren en werk, vrije tijd en sport,<br />

regelgeving en geldzaken (onder andere bemiddeling bij<br />

bezwaar en beroep). Leidraad voor een bezwaar tegen<br />

een beslissing van het CIZ (Centrum Indicatiestelling<br />

Zorg) is de indicatiewijzer. Het CIZ neemt de laatste tijd<br />

sneller nieuwe beslissingen naar aanleiding van nieuwe<br />

feiten of ontwikkelingen in het ziektebeeld of de beperkingen.<br />

Hulp vanuit MEE vormt een onderdeel van de<br />

AWBZ en wordt gefinancierd door het College van<br />

Zorgverzekeringen. Na 2015 gaat dit veranderen, de<br />

gemeenten worden dan verantwoordelijk voor de financiering.<br />

Tot slot werd nog een tip gegeven: ter voorkoming<br />

van onder andere financiële problemen kan het<br />

verstandig zijn om voor het 18e levensjaar bewindvoering<br />

en evt. een mentor aan te vragen.<br />

Workshop snoezelen<br />

tekst Dirk Verdoes<br />

De workshop start met een klein voorstelrondje waarin je<br />

vertelt wie je bent en of je bekend bent met Snoezelen.<br />

De workshop wordt geleid door Anke Vermunt van<br />

Intrateach uit Etten-Leur. Het woord Snoezelen bestaat uit<br />

de twee woorden: Snuffelen en Doezelen. Snuffelen staat<br />

voor ontdekken, onderzoeken en het verkennen van de<br />

ruimte. Doezelen staat voor lekker ontspannen, genieten<br />

en tot rust komen. Het doel van Snoezelen is: de kinderen<br />

rust laten ervaren door zintuiglijke prikkels aan te bieden.<br />

Denk hierbij aan Zien, Horen, Voelen, Ruiken en Proeven.<br />

Enkele voorbeelden met voorwerpen die je kunt gebruiken<br />

zijn:<br />

• Zien: plastic flesjes met kralen, knopen, spliterwten,<br />

gekleurd water met contrasterende rietjes, water<br />

en badschuim, fluorescerende sterrenhemel, blacklight,<br />

discobal<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact<br />

• Horen: kartonnen kokers, plastic flesjes met wit<br />

schelpenzand, knoopjes, knikkers, water, notendoppen,<br />

tandenstokers etc.<br />

• Voelen: voeldoos (gedroogde bladeren, kastanjes,<br />

eikels, dennenappels), voelbloem (blaadjes met<br />

kurken, steentjes, mais, platic dopjes, noten), hangmat,<br />

ballonnendekbedhoes, voelbord (schuurborstels,<br />

nagelborsteltjes, sponzen, microvezeldoekjes,<br />

tandenborstels).<br />

• Ruiken: potjes met koffiebonen, fruittheebuiltjes,<br />

tomatenketchup, lavendel, sinaasappel, potjes met<br />

pindakaas, jam, kokos, cruesli, hagelslag, kaas,<br />

potjes met cola, sinaasappelsap, drinkyoghurt,<br />

melk, potjes met shampoo, schoonmaakmiddel,<br />

bodylotion.<br />

• Proeven: pannenkoeken, rozijntjes, brood, peperkoek<br />

etc.<br />

Door middel van het doelgericht aanbieden van de<br />

zintuiglijke stimulatie zal het kind tot rust komen en ontspannen,<br />

genieten en beleven, de wereld rondom zich<br />

ontdekken, lichaams- en ruimtebeleving verruimen, vaardigheden<br />

ontwikkelen. De meeste van de bovenstaande<br />

voorwerpen zijn niet al te duur en/of zelf te maken. De<br />

tip van de dag was de Action. In deze winkelketen kan<br />

je vaak slagen voor een vriendelijke prijs.<br />

Meer weten: http://www.iksnoezel.nl/<br />

Workshop nieuwkomers<br />

tekst Jos Scheurink<br />

Negen nieuwkomers kwamen bijeen op de bovenverdieping<br />

van Kasteel Spelderholt.<br />

Zeven ouders van jonge kinderen, waarvan enkelen al<br />

de bijeenkomst voor ouders met jonge kinderen met TSC<br />

hadden bijgewoond. Dat had hun over de streep getrokken<br />

om toch maar eens de contactdag te bezoeken. En<br />

een jong volwassene met zelf TSC was samen met haar<br />

vriend. Erja Brekelmans en Jos Scheurink probeerden het<br />

gesprek in goede banen te leiden. Maar zoals wel vaker<br />

bij de workshop voor nieuwkomers zorgde het voorstelrondje<br />

al voor zoveel gespreksstof dat de 75 minuten<br />

voorbij waren toen het voorstelrondje klaar was. Veel<br />

herkenning weer, zoals de huiver om geconfronteerd te<br />

worden met andere patiënten als je zelf nog bezig bent<br />

met het verwerken van de diagnose. Maar ook de moeite<br />

die het kost om familie, vrienden, buren uit te leggen<br />

wat TSC betekent voor je gezin. Ervaringen uitwisselen<br />

met anti-epileptica. En toevallig was er een stel dat<br />

wilde beginnen met het ketogeen dieet en een stel dat<br />

daar al enkele jaren ervaring mee heeft. Na de nodige<br />

tips en bemoedigende woorden ging de groep uiteen.<br />

De koffiepauze was helaas al voorbij, de volgende workshop<br />

wachtte.<br />

7


8<br />

Mindfulness voor volwassenen bij<br />

autismestoornissen<br />

tekst Els van Beurden, Sandra Visch<br />

De workshop, geleid door Nadia van Ham en Ignaas<br />

Bongers is beide keren ruim bezocht. Iedereen kwam<br />

met veel interesse om te horen wat Mindfullness zou<br />

kunnen bijdragen binnen de eigen situatie. De bijeenkomst<br />

startte met een voorgelezen verhaal. De vraag<br />

daarna was: wat vind je bijzonder aan het verhaal en<br />

wat valt je daarin op? Dan blijkt dat er heel verschillend<br />

op gereageerd wordt. De één geeft aan wat hij/zij letterlijk<br />

heeft gehoord, de ander interpreteert naar eigen<br />

inzicht en ervaring en een volgende reageert onverschillig<br />

en vraagt zich hardop af wat hij ermee moet.<br />

Waarom dit begin? Het laat zo goed zien wat mindfulness<br />

nastreeft, namelijk het zich doelbewust gewaar zijn<br />

van de fysieke en geestelijke ervaring van dit moment,<br />

zonder te oordelen en met bewuste aandacht. Dit betekent<br />

dat je probeert los te komen van de veelheid aan<br />

prikkels die je gedachten bepalen. Je piekert en dat is<br />

niet prettig. Door te accepteren wat er is en niet de druk<br />

te voelen van het te moeten oplossen of de situatie<br />

te willen veranderen, maar je focus te leggen op het<br />

accepteren en vriendelijk voor je zelf zijn. Mediteren kan<br />

daarbij een goede manier zijn om tot jezelf te komen.<br />

Het idee van de oefeningen, die we gezamenlijk deden,<br />

was steeds weer het richten van je aandacht op dat wat<br />

er op dit moment is, bijvoorbeeld je bewust worden<br />

van je ademhaling of wat je hoort. Aan het einde van<br />

de workshop kwam wel de opmerking dat een aantal<br />

mensen meer had verwacht. Voor de deelnemers bleek<br />

Mindfulness niet toepasbaar bij hun kind, maar de workshop<br />

was wel ontspannend!<br />

Sinds kort wordt Mindfulness toegepast als extra onderdeel<br />

van de behandeling van ASS (Autisme). Mindfulness<br />

is de laatste paar jaar erg populair geworden en toen<br />

is men gaan nadenken of het ook te gebruiken is bij<br />

Autisme. Met een paar aanpassingen bleek het inderdaad<br />

goed bruikbaar. De Mindfulness-training wordt in<br />

groepsverband gegeven aan volwassenen met een normaal<br />

IQ. Het wordt op dit moment ook ontwikkeld voor<br />

kinderen van 12 tot 21 jaar, met een normaal IQ. Bij een<br />

wat lager IQ zou de therapie wel individueel gegeven<br />

kunnen worden. Maar bij een erg laag IQ zal Mindfulnesstraining<br />

niet lukken. In de groep werden wel een paar tips<br />

uitgewisseld.<br />

Maar ouders (en brusjes) kunnen wel veel hebben aan<br />

de training, omdat zij vaak veel spanningen hebben. Bij<br />

de training leer je hoe je in de ‘zijn-modus’ komt, i.p.v. de<br />

‘doe-modus’, waar we vaak in staan.<br />

Workshop voor begeleiders<br />

tekst Francesco Dioguardi<br />

Speciaal voor begeleiders en professionals was er een<br />

sessie georganiseerd waarin Dr. Zonneberg uitleg gaf<br />

over TSC. Een deel van de aanwezigen heeft professioneel<br />

te maken met TSC bij patiënten. Een drietal is<br />

vrijwilliger in de begeleiding van een patiënt.<br />

Hoewel de groep niet groot was, werd het enthousiasme<br />

van Dr. Zonneberg bij de uitleg niet minder. Hij presenteerde<br />

een breed verhaal, van de genetische oorzaken<br />

van TSC, de gevolgen hiervan in de ontwikkeling van de<br />

patiënt en vooral de medische aandoeningen die kunnen<br />

ontstaan. Ruime aandacht is besteed aan angiofibromen<br />

in het hoofd en de nieren en de effecten hiervan zoals<br />

epilepsie en bloedingen. De aandacht die de afgelopen<br />

15 jaar aan TSC is gegeven, heeft geleid tot een veel<br />

betere kennis en behandeling, waardoor levensverwachting<br />

en kwaliteit van leven sterk verbeterd zijn.<br />

Deze aandacht werd mede mogelijk door de oprichting<br />

van de TSC-poli in het UMCU, waarbij de invloed van<br />

onze patiëntenvereniging op deze oprichting en groei<br />

van de poli volgens Dr. Zonneberg niet onderschat mag<br />

worden. Zonder onze actieve vereniging zou men zeker<br />

niet zover gekomen zijn.<br />

Concluderend: een interessante presentatie die volgend<br />

jaar hopelijk navolging vindt.


Schuifdeuren verdelen de ruimte in een woonkamer en een<br />

slaapkamer. De woonkamer straalt rust uit: een witleren<br />

bank, een paar mooie dingen aan de muur, een bureau met<br />

glazen blad en een opgeruimde eettafel met laptop erop.<br />

Een huis om je thuis te voelen.<br />

Zes jaar geleden woonde Anouk in Groningen, waar ze net<br />

was begonnen met haar rechtenstudie. Ze wilde notaris<br />

TSC speelt<br />

nauwelijks een<br />

rol in mijn leven<br />

Hoe is het nu met…<br />

Anouk<br />

Anouk Doornbos stond zes jaar geleden in het boekje<br />

‘Sterke portretten’. Anouk heeft TSC en is 26. Ze<br />

woont sinds januari <strong>2012</strong> in Utrecht, samen met<br />

twee grijs gestreepte katten, in een sfeervolle oude<br />

benedenwoning, vlakbij het Centrum.<br />

tekst Judith Zadoks foto’s Anouk Doornbos<br />

worden. Ze deelde een bovenhuis met een huisgenote, die<br />

ze weinig zag want die was meestal bij haar vriend. Niet<br />

echt gezellig, maar ook wel rustig. Ze ging regelmatig naar<br />

Woudrichem om haar ouders, broer en zus te zien, en niet<br />

te vergeten hond Torda waar ze nog steeds een bijzondere<br />

band mee heeft. TSC was toen al niet zo belangrijk meer in<br />

haar leven. Op haar zeventiende onderging ze een ingrijpende<br />

hersenoperatie, die haar van de epilepsie verloste. Anouk<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact 9


10<br />

had een vorm van epilepsie die met medicatie moeilijk te<br />

bedwingen was en die haar zo af en toe flink belemmerde.<br />

Van andere verschijnselen van TSC had ze nauwelijks last.<br />

Dus toen de epilepsie voorbij was, was ze wel klaar met<br />

TSC, zoals ze destijds zei. Dat was toen. Hoe gaat het nu met<br />

Anouk en wat is er ondertussen gebeurd in haar leven?<br />

Frysk Ynternasjonaal Kontakt<br />

Om mensen te leren kennen werd Anouk in Groningen lid<br />

van de Friese studentenvereniging Bernlef, want Fries is haar<br />

moedertaal. Toen ze bij Bernlef een cursus Fries schrijven<br />

volgde, werd ze zo enthousiast dat ze dacht ‘hier wil ik mee<br />

verder’. Na het eerste jaar stopte ze met haar studie Rechten<br />

en begon ze aan een studie Fries. Ze vond het hartstikke leuk<br />

en de studie koste haar weinig moeite. Ze haalde ook nog<br />

haar lesbevoegdheid in het Fries.<br />

Ondertussen genoot ze van het studentenleven. Het eerste jaar<br />

in Groningen was vooral wennen, van de beschermde omgeving<br />

thuis naar een eigen leven. In het begin belde ze haar<br />

moeder nog bijna dagelijks om alles te vertellen. Gaandeweg<br />

werd dat minder. Een jaar geleden woonde ze een paar maanden<br />

bij haar ouders omdat ze nog geen eigen huis in Utrecht<br />

had. Toen bleek wel dat ze zich echt had losgemaakt want,<br />

zo vertelt ze, ‘dat werkte niet meer nadat ik zo lang weg was<br />

geweest, om de kleinste dingen kregen we al ruzie’.<br />

In haar tweede studiejaar werd ze lid van FYK, het Frysk<br />

Ynternasjonaal Kontakt. Dat is een vereniging die contacten<br />

onderhoudt met andere minderheidstaalgebieden in Europa.<br />

In Duitsland zijn er bijvoorbeeld twee gebieden waar ze een<br />

variant van het Fries spreken en in Polen wordt naast Pools<br />

ook Kasjoebisch gesproken. Anouk: ‘Het inhoudelijke van de<br />

vereniging sprak me aan. Bij Bernlef ging het toch voorname-<br />

lijk om het bier drinken. Ik ben niet echt een uitgaanstype, al<br />

kan ik af en toe best feesten.’ Al gauw zat ze in de redactie<br />

van het ledenblad en kwam ze in het bestuur, eerst als secretaris<br />

en later als penningmeester. FYK is geen studentenvereniging,<br />

maar wel bedoeld voor jongeren tussen de 15 en<br />

35 jaar, dus er kwamen veel studenten. Ze ondernamen van<br />

alles met elkaar, zoals naar Friese toneelvoorstellingen maar<br />

ook sportieve activiteiten als wadlopen en het fietsen van de<br />

Friese Elfstedentocht, en Anouk was vaak in Leeuwarden te<br />

vinden, waar de vereniging haar borrels organiseerde.<br />

Utrecht<br />

Eenmaal afgestudeerd werkte Anouk een tijdje bij overheidsinstellingen<br />

in Friesland en Groningen, waaronder de provincie,<br />

het Kadaster en de Belastingdienst. Ze gaf ook Friese les,<br />

aan Friezen die het wilden leren schrijven en aan niet-Friezen<br />

die in Friesland kwamen wonen, zoals een Vlaamse vrouw<br />

die met een Fries getrouwd was. Ondertussen wist ze dat<br />

de leuke banen met een studie Fries niet voor het oprapen<br />

lagen, dus wilde ze opnieuw haar Rechtenstudie oppakken.<br />

Dat deed ze niet in Groningen, maar in Utrecht, vanaf<br />

september 2011. Anouk: ‘Ik voelde me thuis in Groningen,<br />

maar wilde graag wat centraler in het land wonen, weer wat<br />

dichter bij mijn familie. Een nieuwe studie was een goed<br />

moment om die stap te zetten.’<br />

Nu bellen we soms wel<br />

eens een week niet<br />

Weer een nieuw begin. Maar heel anders dan destijds in<br />

Groningen, met veel meer zelfvertrouwen dan zes jaar geleden.<br />

Anouk: ‘In Groningen heb ik wel geleerd om contacten<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact


te leggen. Vroeger was ik toch een grijs muisje. Ik ging nooit<br />

naar feestjes, ging nooit uit en sprak nooit af met vrienden.<br />

Het eerste jaar in Groningen was dat nog steeds zo, maar<br />

in het tweede jaar ging er een knop om en kwam ik los. Ik<br />

ging me afzetten tegen mijn ouders en kwam niet meer elk<br />

weekend thuis want ik had andere dingen te doen. Ik had<br />

altijd een hele nauwe band met ze, vooral met mijn moeder.<br />

Nog steeds is de band goed, maar het is wel anders geworden.<br />

Nu bellen we soms wel eens een week niet.’<br />

Volle agenda<br />

In Utrecht heeft ze een paar goede vrienden die eerst ook in<br />

Groningen woonden. Ze is bezig haar netwerk verder uit te<br />

breiden. Haar agenda is zo gevuld dat je je afvraagt hoe ze<br />

het allemaal voor elkaar krijgt. Naast haar studie werkt ze 24<br />

uur per week bij een bank, in hypotheken en verzekeringen.<br />

Ze is lid geworden van een orkest, waarin ze klarinet speelt.<br />

Het orkest is van alle markten thuis, van klassiek tot musical<br />

tot <strong>Nederland</strong>stalig, met daarna een biertje aan de bar. Om<br />

haar hoofd een beetje leeg te krijgen na haar werk, gaat<br />

Anouk drie keer per week fitnessen. Het kost haar allemaal<br />

weinig moeite want ze heeft van nature benijdenswaardig<br />

veel zelfdiscipline. En naast dit alles heeft ze ook nog tijd om<br />

gezellig met vrienden af te spreken, samen te eten of lekker<br />

los te gaan op de seventies en eighties party’s in de Winkel<br />

van Sinkel, een Utrechtse uitgaansgelegenheid.<br />

Voor haar bachelor Rechten moet ze nog twee jaar studeren.<br />

Daarna zou ze nog een master kunnen doen, maar daar voelt<br />

ze op dit moment weinig voor. Een opleiding tot notaris duurt<br />

jaren. ‘Eerst maar eens kijken of ik aan het werk kan komen,<br />

bij een bank of in het verzekeringswezen. Dan verdwijnt het<br />

Fries dus helemaal naar de achtergrond, maar die studie<br />

is niet voor niks geweest. Ik heb er veel van geleerd, niet<br />

alleen de taal maar vooral sociaal. En thuis spreek ik gewoon<br />

Fries tegen de katten.’<br />

TSC speelt nauwelijks nog een rol in haar leven. Anouk heeft<br />

een tijd de syrolimuszalf gebruikt tegen de huiduitslag in<br />

haar gezicht, die bij TSC hoort. Het beviel haar maar matig<br />

want de bijwerkingen zijn heftig. Je huid gaat ervan kapot.<br />

Dus geeft ze de voorkeur aan één of twee keer per jaar laseren<br />

om de angiofybromen weg te krijgen. Niet prettig, maar<br />

het resultaat is mooi.<br />

In 2008 is ze helemaal<br />

gestopt met de antiepileptica<br />

De epilepsie is verleden tijd. In 2008 is ze helemaal gestopt<br />

met de medicatie, de anti-epileptica. Het was niet meer<br />

nodig, na de operatie. Voor haar nieren blijft ze onder controle,<br />

maar dat ziet er allemaal nog prima uit. TSC is niet<br />

iets waar ze het vaak over heeft met haar vrienden. Als er<br />

een concrete aanleiding is, bijvoorbeeld een afspraak in het<br />

ziekenhuis, dan zegt ze wel waarvoor ze gaat. Maar het is<br />

niet echt onderwerp van gesprek, daarvoor is het te weinig<br />

aanwezig in haar leven.<br />

In de toekomst kan TSC weer een rol gaan spelen als ze kinderen<br />

zou willen. ‘Stel dat ik een vriend heb en we willen<br />

kinderen, dan zou ik misschien wel de gok nemen om dat<br />

gewoon op de natuurlijke manier te doen, dus niet via IVF.<br />

Dan is er dus een risico dat het kind TSC heeft. Ik heb een<br />

lichte vorm, maar het kan dan ook ernstiger zijn. Dat weet je<br />

niet van tevoren. Toch denk ik dat ik het zo zou doen want ik<br />

vind het mooi als een kind gewoon uit liefde geboren wordt<br />

en niet via allerlei technieken. En het risico op TSC neem ik<br />

dan voor lief. Maar zo ver is het niet, dus wie weet zie ik dat<br />

straks wel heel anders.’<br />

Voorlichting<br />

Anouk is actief voor de STSN en staat op beurzen. Eerst zat ze<br />

in de organisatie van de contactdag. Daar was ze in gestapt<br />

omdat ze vond dat er meer georganiseerd moest worden<br />

voor patiënten zelf, en niet alleen voor ouders/verzorgers.<br />

Uiteindelijk werd de organisatie van de contactdag praktisch<br />

te lastig met reistijd. Ze ontdekte dat ze goed was in voorlichting<br />

geven. Omdat ze zelf patiënt is, kan ze veel vertellen.<br />

Nu helpt ze met de organisatie van beurzen en geeft daar<br />

voorlichting aan het publiek, zo’n drie of vier keer per jaar.<br />

Bijvoorbeeld op de dag voor chronisch zieken in de Jaarbeurs.<br />

‘Daarin kan ik mijn ei kwijt en ik vind het belangrijk om iets<br />

te doen voor de stichting.’<br />

Terugkijkend constateert Anouk dat ze een stuk volwassener<br />

geworden is. Ze staat stevig in het leven en weet wat ze wil.<br />

Dat heeft ze geleerd door buiten de bekende, veilige kaders<br />

te stappen. ‘Durf je grenzen op te zoeken en daar overheen<br />

te gaan. Dat geeft zelfvertrouwen en brengt je verder.’ n<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact 11


12<br />

Samen met zijn ouders kan Thom (10) best veel. Staan,<br />

lopen, zwemmen en zich aankleden bijvoorbeeld. Maar<br />

zonder hulp van moeder Jacqueline en vader Kenneth is<br />

dat moeilijk of onmogelijk. De inwoner van Hoofddorp is<br />

een van de 500 tot 1000 kinderen in ons land met TSC, het<br />

<strong>Tubereuze</strong> Sclerose Complex. Die aandoening – zie kadertekst<br />

‘Kenmerken TSC’ - kan gepaard gaan met orgaanschade,<br />

bijvoorbeeld in de hersenen, nieren en het hart. “Drie jaar<br />

geleden kreeg Thom een hartstilstand”, vertelt Kenneth. “Het<br />

ene moment keek hij me rustig aan, het volgende zakte hij<br />

weg. Er drukte een goedaardige tumor op zijn hartspier. We<br />

begonnen te reanimeren en hebben 112 gebeld, en drie<br />

minuten later waren de ambulanciers bij ons thuis. Sindsdien<br />

draagt Thom een kastje in zijn lichaam, een implanteerbare<br />

cardioverter-defibrillator.”<br />

Kus en knuffel<br />

TSC heeft ook geestelijke consequenties. Het IQ van de patient<br />

kan laag zijn, tot beneden de 20, en dikwijls is er een<br />

ontwikkelingsachterstand. Kinderen leren later of helemaal<br />

niet praten en kunnen meestal niet mee in het reguliere<br />

Aanval op<br />

epilepsie<br />

Geestelijke en<br />

gedragsmatige<br />

verbetering<br />

TSC-patiënten<br />

Patiëntjes met de aandoening TSC boeken geestelijk en<br />

gedragsmatig vooruitgang nadat hun epilepsieaanvallen<br />

zijn verdreven. Daarom lopen in het Erasmus MC onderzoeken<br />

bij zowel kinderen als proefdieren om ook de<br />

moeilijkst te behandelen TSC-epilepsie te genezen.<br />

overgenomen uit<br />

Monitor Erasmus MC,<br />

Nr. 3 Oktober <strong>2012</strong><br />

tekst Gerben Stolk<br />

foto’s Levien Willemse<br />

onderwijs. De helft heeft autisme. “Dat laatste zien we niet<br />

bij Thom”, zegt Jacqueline. “Integendeel. Hij geeft vaak een<br />

kus of een knuffel. Thom heeft ook een warme band met<br />

zijn tweelingzus Gwenyth, die geen TSC heeft. Ze zijn allebei<br />

heel blij als ze elkaar zien. ”Toen in Thoms eerste levensjaar<br />

TSC werd vastgesteld, was het onmiddellijk klip en klaar voor<br />

zijn ouders: zolang het kon, zou hun zoon deel uitmaken van<br />

de familie. Doordeweeks verblijft hij overdag op een kinder<br />

medisch dagcentrum, maar hij woont thuis, gaat mee op<br />

vakantie en hoort er helemaal bij. Dat heeft wel een grote<br />

impact op zijn ouders, die Thom voortdurend bijstaan. “Thom<br />

moet bijvoorbeeld worden geholpen met eten en drinken en<br />

hij is nog niet zindelijk”, zegt Jacqueline. “Praten doet hij ook<br />

niet, behalve mama en papa zeggen. We willen het praten<br />

stimuleren door binnenkort met hem naar een logopedist<br />

te gaan voor spraakoefeningen, zeker nu hij de laatste tijd<br />

steeds meer begint te brabbelen. Aan de andere kant: Thom<br />

begrijpt wel veel. Als ik zeg dat hij naar boven moet om te<br />

douchen, maakt hij uit zichzelf aanstalten om naar de trap te<br />

gaan. Dat was niet de verwachting toen destijds de diagnose<br />

TSC werd gesteld.”<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact


Progressie<br />

Vrijwel iedere TSC-patiënt kampt ook met epilepsie. Bij de<br />

ene zijn de aanvallen relatief gemakkelijk met medicijnen te<br />

behandelen, bij de andere gaat dat heel moeilijk of is het zelfs<br />

onmogelijk. Heel belangrijk: epilepsie is vaak het aanhaakpunt<br />

om progressie te boeken. Kinderneuroloog Marie-Claire de Wit:<br />

“Kinderen doen het op termijn geestelijk beter als je hun epilepsie<br />

onder controle krijgt. Ze communiceren en leren beter<br />

en gedragen zich niet of minder autistisch. Het is meer dan<br />

aanvallen onderdrukken, het is een betere toekomst bieden.”<br />

‘Het is meer dan<br />

aanvallen onderdrukken,<br />

het is een betere toekomst<br />

bieden’<br />

Bijzonder hoogleraar Moleculaire Neurobiologie Ype Elgersma:<br />

“TSC is het gevolg van een mutatie in ofwel het TSC 1-gen of<br />

het TSC 2-gen, genen die overigens begin jaren negentig zijn<br />

geïdentificeerd in het Erasmus MC. Eigenlijk zijn het tumor<br />

supressor genen, die groei remmen. Maar in de hersenen zijn<br />

ze voornamelijk belangrijk voor de regulatie van de sterkte<br />

van synaptische contacten, ofwel de contacten tussen zenuwcellen.<br />

Door het verlies van een TSC gen worden de synapsen<br />

te veel versterkt, zodat bijvoorbeeld epilepsie en leerproblemen<br />

ontstaan.”<br />

Halt toeroepen<br />

In het Erasmus MC onderzoeken twee groepen of het stofje<br />

rapamycine epilepsie een halt kan toeroepen. De Wit doet<br />

dat met onderzoeker en aankomend arts Iris Overwater bij<br />

patiëntjes in het Erasmus MC-Sophia. Hun studie loopt nog en<br />

zal in 2014 harde resultaten opleveren. Elgersma en zijn collega-onderzoekers,<br />

die zich op muizenonderzoek concentreren,<br />

kregen het onlangs al wel rond: met rapamycine wordt<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact<br />

epilepsie bij proefdieren ongedaan gemaakt. Hij vertelt: “Wij<br />

hebben laten zien dat we TSC-epilepsie volledig kunnen<br />

stoppen door muizen rapamycine te geven dat de effecten<br />

van het gemuteerde TSC-gen onderdrukt. De versterking van<br />

synaptische contacten verdwijnt.”<br />

Kenmerken TSC<br />

• Het is een genetische aandoening ten gevolge van<br />

een mutatie in het DNA. Twee op de drie patiënten<br />

hebben de afwijking niet gekregen van een van hun<br />

ouders. Het is dan een spontane mutatie.<br />

• In de hersenen kunnen zogeheten tubers ontstaan:<br />

afwijkingen in de grijze stof van de hersenen, met<br />

bijvoorbeeld leer- of gedragsproblemen als resultaat<br />

De grijze stof, een deel van het centraal zenuwstelsel,<br />

heeft als functie de verwerking van informatie.<br />

Tubers kunnen tot epilepsie leiden.<br />

• Er kunnen ook tumoren groeien in de hersenkamers.<br />

Dan bestaat het risico dat ze de afvoer van het hersenvocht<br />

afsluiten en kinderen een waterhoofd krijgen<br />

en veel druk op de hersenen.<br />

• In organen zoals hart of nieren kunnen – meestal<br />

goedaardige - tumoren groeien. Zo stijgt bijvoorbeeld<br />

de kans op hartritmestoornissen of bloedingen in de<br />

nieren.<br />

• De ziekte leidt vaak tot een achterstand in de ontwikkeling.<br />

Veel kinderen worden niet zelfstandig.<br />

• De aandoening kan worden gecontroleerd en behandeld<br />

in ENCORE. Dat is het expertisecentrum van het<br />

Erasmus MC voor specialistische zorg en wetenschappelijk<br />

onderzoek op het vlak van erfelijke neurocognitieve<br />

ontwikkelingsstoornissen. De ziekte kent vele<br />

symptomen, dus wordt de patiënt vanuit vele specialismen<br />

bijgestaan. Er kan bijvoorbeeld worden gekeken<br />

naar hart, nieren en ogen. Een kinderpsychiater<br />

heeft aandacht voor gedragsproblemen.<br />

13


14<br />

De epilepsie verdween<br />

volledig<br />

Als moleculaire neurobioloog wil Elgersma begrijpen hoe<br />

de hersenen werken op het meest elementaire niveau, het<br />

niveau van eiwitten die worden gestuurd door genen. Hoe<br />

komt het dat de een beter kan leren dan de ander? Waarom<br />

heeft persoon A een verstandelijke handicap en persoon B<br />

niet? Elgersma’s laboratoriumonderzoek gaat in beginsel over<br />

leren en geheugen bij proefdieren, maar heeft zich ontwikkeld<br />

richting vragen uit de kliniek van het Erasmus MC die<br />

relevant zijn voor verstandelijke handicaps en ziekten bij<br />

mensen. Mede daarom ontwikkelde hij muismodellen met<br />

de TSC 1- of TSC 2-mutatie die leer- en autismeproblemen<br />

lieten zien. “Recent zijn we er in geslaagd dit muismodel<br />

genetisch zo aan te passen, dat er ook epilepsie ontstaat.<br />

En het bijzondere is dat we zelf het moment kunnen kiezen<br />

waarop die epilepsie zich ontwikkelt. Dat maakt het mogelijk<br />

precies te bestuderen hoe de epilepsie precies ontstaat. En<br />

wat gebeurde er dus vervolgens toen wij rapamycine toedienden?<br />

De epilepsie verdween volledig.”<br />

Drankje<br />

De vreugde zou groot zijn als dat verband ook werd aangetoond<br />

bij kinderen. Onderzoeker Overwater: “Vermindert<br />

rapamycine de hoeveelheid epilepsieaanvallen bij dertig<br />

kinderen beneden de twaalf jaar die moeilijk of niet behandelbare<br />

epilepsie hebben vanwege TSC? Dat is onze onderzoeksvraag.<br />

Sommige deelnemers hebben dagelijks een of<br />

meer aanvallen. Het medicijn is een drankje dat gedurende<br />

een half jaar dagelijks een keer wordt ingenomen.” Wat zijn<br />

de verwachtingen? Kinderneuroloog De Wit: “Onderzoekers<br />

buiten het Erasmus MC hebben het medicijn eerder bij mensen<br />

getest voor hersentumoren en ook voor niertumoren die<br />

volwassenen kunnen krijgen als gevolg van TSC. Het werkt<br />

goed. De tumoren worden allemaal kleiner.” Overwater:<br />

“Epilepsie zal in elk geval niet zoals bij muizen van de ene op<br />

de andere dag over zijn. Misschien is er een positief effect,<br />

maar dat is nog niet zeker. We zijn hoopvol en zien bij sommige<br />

patiënten weleens positieve ontwikkelingen. Maar we<br />

constateren af en toe ook bijwerkingen, zoals verhoogde<br />

gevoeligheid voor infecties. Kortom, we moeten tot het eind<br />

van de studie wachten hoe het uitpakt.”<br />

Hoopvol<br />

Thom doet sinds juni mee aan het onderzoek. “Ook wij hebben<br />

goede hoop”, zegt vader Kenneth. “Bij Thom uit een epileptische<br />

aanval zich nooit in het klassieke beeld van iemand<br />

die stuiptrekkend en met schuim op zijn lippen op de vloer<br />

ligt. Zijn gezicht wordt wit en hij gaat zwaar ademhalen.<br />

Maar we weten dat er 24 uur per dag epileptische activiteit<br />

in zijn hoofd is. Hoe dan ook, we hebben de indruk dat Thom<br />

wat minder aanvallen heeft sinds hij meedoet aan het onderzoek.<br />

Maar we weten dat hij voorheen, toen hij het middel<br />

nog niet innam, ook perioden heeft gekend met minder aanvallen.<br />

We moeten simpelweg afwachten of de afname is te<br />

danken aan het medicijn of de natuur.” n<br />

Lab en kliniek<br />

Het is kenmerkend voor het Erasmus MC dat parallel<br />

aan elkaar in het laboratorium en in de kliniek een<br />

antwoord wordt gezocht op dezelfde vraag, in dit geval<br />

het effect van rapamycine op epilepsie. Kinderneuroloog<br />

Marie-Claire de Wit: “Zaken die in het lab naar voren zijn<br />

gekomen bij moleculair neurobiologen, kan ik als arts<br />

sneller naar patiënt en ouders doorvertalen en meenemen<br />

in de voorlichting. Andersom kunnen wij vragen<br />

en problemen van kinderen en ouders ook omzetten in<br />

onderzoeksvragen voor de collega’s in het laboratorium.<br />

Wat beïnvloedt bijvoorbeeld de kwaliteit van leven en<br />

welk probleem zou moeten worden opgelost?”<br />

Autisme tegengaan<br />

Kan rapamycine ook leerproblemen en autisme verhelpen<br />

bij muizen? Na de positieve onderzoeksresultaten<br />

voor epilepsie buigt bijzonder hoogleraar Moleculaire<br />

Neurobiologie Ype Elgersman zich inmiddels over díe<br />

vraag. In het Erasmus MC-Sophia gaat nu ook een<br />

onderzoek binnen dat thema van start. Onderzoeker Iris<br />

Overwater en kinderneuroloog Marie-Claire de Wit willen<br />

achterhalen of everolimus, uit dezelfde geneesmiddelenfamilie<br />

als rapamycine, bij TSC-patiënten een stimulerende<br />

invloed heeft op leren en onthouden. Het zou ook gedrag<br />

moeten verbeteren, vooral door autisme te temperen.<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact


Stout zijn, lekker nét niet<br />

doen zoals het moet<br />

Tien dingen die ik van Kester heb geleerd – 5<br />

Dit is de vijfde aflevering van het verhaal over wat Jurjen Tak als orthopedagoog heeft bijgeleerd van Kester, zijn zoon<br />

met TSC. Het thema van deze serie is: ‘Patronen’. Op de bijeenkomst van ouders met jonge kinderen op tien april<br />

bespraken we dit thema, waar veel ouders mee geconfronteerd worden.<br />

Prikkelverwerking,<br />

observeren, communicatie<br />

en structuur<br />

In de vorige afleveringen is uitgelegd<br />

dat kinderen met TSC vaak sterke<br />

behoefte hebben aan vaste patronen.<br />

Dat komt omdat TSC nogal eens leidt<br />

tot problemen met het verwerken van<br />

de prikkels die ze binnen krijgen: alles<br />

wat ze zien, horen en voelen. Als er<br />

veel gebeurt of als het gewoonweg<br />

te warm is, kunnen ze in problemen<br />

komen. Het kind probeert dat vaak zelf<br />

tekst en foto’s Drs. Jurjen A. Tak, orthopedagoog/klinisch psycholoog<br />

op te lossen, bijvoorbeeld door even<br />

weg te lopen – maar soms moet je als<br />

ouder ingrijpen, bijvoorbeeld als je kind<br />

iets vervelends of gevaarlijks doet. Dat<br />

noemen we dan ‘gedragsproblemen’,<br />

maar: is het niet veel vaker ‘moeilijk<br />

leesbaar gedrag’?<br />

Je moet goed observeren om te begrijpen<br />

waar je kind last van heeft. Het<br />

schakelen van de ene situatie naar de<br />

andere kan bijvoorbeeld moeilijk zijn.<br />

Je kind kan last hebben van vervelende<br />

stress, maar ook van leuke stress. Je<br />

kan je kind bij dit alles helpen door rust<br />

en structuur te bieden: je tempo en<br />

agenda aanpassen is een goed begin.<br />

Maar het is ook belangrijk te zoeken<br />

naar de juiste woorden (en daar heel<br />

lang mee te oefenen), en soms andere<br />

vormen van communicatie gebruiken,<br />

zoals een keukenwekker, een kalender<br />

of pictogrammen. De kunst is je af te<br />

stemmen op wat je kind écht begrijpt<br />

– en dan een stapje verder te gaan.<br />

Verder kan je proberen de ruimtes<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact 15


16<br />

waarin je kind leeft en de relaties die<br />

je kind aan moet gaan zo voorspelbaar<br />

mogelijk te laten zijn. Overgangen van de<br />

ene situatie naar de andere kan je verzachten<br />

door een vast dag- en weekritme<br />

aan te houden en lastige momenten<br />

van rituelen en liedjes te voorzien. Goed<br />

contact houden met iedereen die met<br />

je kind omgaat is belangrijk. Maar dan<br />

nog is hulp soms onmisbaar, zoals oudertraining,<br />

video-interactiebegeleiding of<br />

medicatie.<br />

Aan de andere kant blijft het ook nodig<br />

je kind juist te oefenen in het omgaan<br />

met onvoorspelbaarheid: teveel structuur<br />

levert immers een gewenning op<br />

die je kind óók kwetsbaar maakt. Een<br />

lastig pedagogisch dilemma. Tot zover<br />

de samenvatting van het voorafgaande:<br />

in deze aflevering gaat het over de fase<br />

waarin we alle structuur weer opnieuw<br />

mogen uitvinden: de puberteit. Een lang<br />

verhaal, deze keer!<br />

Je kind moet<br />

de relatie met<br />

jou én met<br />

zichzelf opnieuw<br />

uitvinden<br />

Puberteit<br />

Aan moeder Natuur kunnen we het rustig<br />

overlaten alle structuur weer even<br />

overhoop te gooien – je kind gaat sneller<br />

groeien, wordt mannelijker of vrouwelijker,<br />

gaat seksualiteit spannender vinden<br />

en de relatie met zijn leeftijdgenoten<br />

wordt veel belangrijker. Je kind moet de<br />

relatie met jou én met zichzelf opnieuw<br />

uitvinden. Oude patronen veranderen:<br />

opeens hangt er een briefje op de kamer<br />

van je kind: ‘Kloppen voor je binnen<br />

komt!’. Dan weet je: de volgende stap<br />

naar zelfstandigheid wordt gezet. Dat is<br />

de natuurlijke gang van zaken en het is<br />

ook normaal dat je daar als ouder even<br />

bij moet slikken. Want je moet jezelf als<br />

ouder ook opnieuw uitvinden. Overigens<br />

blijkt uit onderzoek dat dat in de meeste<br />

gezinnen prima afloopt: de puberteit is<br />

meestal geen fase vol rampen. Veruit de<br />

meeste kinderen doen het prima. Maar<br />

als je een kind hebt met problemen met<br />

prikkelverwerking, een verstandelijke<br />

beperking en een grote neiging om zich<br />

vast te bijten in patronen, dan zijn er<br />

zeker uitdagingen. Hoe gaat die weg<br />

naar grotere zelfstandigheid er uit zien?<br />

Seksuele opvoeding van<br />

aankleedkussen tot KDC<br />

Kinderen hebben een talent om van hun<br />

lijf te genieten. Of beter gezegd: om van<br />

lichamelijk contact te genieten. Knuffelen<br />

en stoeien is goed voor je gezondheid,<br />

je groei, de ontwikkeling van je hersens,<br />

je relaties en je emoties. Daar mogen<br />

we dus niet geringschattend over doen,<br />

bijvoorbeeld over kietelspelletjes op het<br />

aankleedkussen. Op dat moment leert<br />

het kind te genieten van zichzelf en de<br />

nabijheid van de ander – maar het leert<br />

(als het goed is) ook, dat als het kietelen<br />

te erg wordt, je dat kan laten merken,<br />

dat de ander dat ziet en dan stopt. Op<br />

die manier leert je kind vanaf het eerste<br />

begin dat het normaal is dat hij grenzen<br />

heeft – en dat het normaal is dat daar<br />

respect voor is.<br />

Hoe we in onze cultuur tegen de lichamelijkheid<br />

van kinderen aankijken verschilt<br />

per periode en ook per subcultuur,<br />

maar wetenschappelijk gezien kunnen<br />

we wel vaststellen dat kinderen bepaald<br />

geen aseksuele wezens zijn. Alleen moeten<br />

we niet door een volwassenenbril<br />

naar kinderseksualiteit kijken. Voor onze<br />

kinderen-met-een-bijzonderheid geldt<br />

datzelfde. Kester kreeg als peutertje een<br />

zogenaamde ‘borsteltherapie’ van een<br />

kinderfysiotherapeut en op het Kinder<br />

Dagcentrum ging hij snoezelen met<br />

groepsleiding en werden er oefeningen<br />

gedaan in waarnemen en voelen. Kester<br />

genoot daar enorm van. Hij lag in zijn<br />

slaap soms nog zijn armen te kriebelen.<br />

Maar ook lag hij in katzwijm als Pia<br />

Dijkstra op het journaal verscheen! En<br />

toen ik hem een keer begeleidde bij de<br />

kennismaking met een nieuwe groepsleidster<br />

zag ik hem ter plekke smelten<br />

voor de schoonheid van deze stralende<br />

Surinaamse. Tot zover alles normaal…<br />

zijn eerste<br />

scheerapparaat<br />

De confrontatie<br />

Toen de kinderarts bij een controle naar<br />

de lengte van het schaamhaar keek en<br />

vaststelde dat de puberteit begonnen<br />

was, was dat voor mij als ouder een<br />

lastig moment. Vragen die ik natuurlijk<br />

wel kende, werden nu concreet: wat<br />

gaat ‘volwassenheid’ eigenlijk betekenen<br />

voor hem? Wat voor relaties zal hij aan<br />

kunnen? Welke rol gaat seksualiteit daar<br />

in spelen? Ik moest weer even terugdenken<br />

aan die zin die me bij bleef van de<br />

eerste STSN-bijeenkomst: ‘Leven met een<br />

zekere onzekerheid’. Gelukkig konden we<br />

hier over praten met familie, vrienden en<br />

ook ouders die in vergelijkbare situaties<br />

zaten. Daarbij kwamen vragen aan bod<br />

waar je liever helemaal niet over na<br />

had willen denken in je leven: moeten<br />

we drastische maatregelen nemen om<br />

zwangerschappen te voorkomen, zoals<br />

een sterilisatie? Welke verantwoordelijkheid<br />

hebben we daar in? Wat staat de<br />

wet precies toe, en tot welke leeftijd?<br />

Ouders van kwetsbare meisjes hebben<br />

daar, heel begrijpelijk, nog meer zorgen<br />

over dan wij al over Kester hadden. In<br />

die tijd deed het me weer pijn om onze<br />

buurjongen, van Kester’s leeftijd, langs te<br />

zien komen – soms met vrienden, soms<br />

met een vriendin. Zover zou Kester in<br />

ieder geval niet komen. In iedere fase<br />

moet je weer opnieuw accepteren dat<br />

het leven van je kind is zoals het is – en<br />

op zoek gaan naar de schoonheid daarvan.<br />

Maar dat ging bij mij niet zonder<br />

verdriet: ik kwam aangeslagen thuis toen<br />

ik voor Kester zijn eerste scheerapparaat<br />

had gekocht.<br />

Kester verliefd: normaal én<br />

lastig<br />

Kester had ondertussen wel een probleem:<br />

de meeste leuke vrouwen die<br />

hij tegenkwam waren groepsleidsters…<br />

Lichamelijk contact met groepsgenotes<br />

was ook lastig – en werd, denk ik,<br />

beperkt door de groepsleiding. Maar<br />

zijn interesse was duidelijk: als we op<br />

de tandem langs een meisje fietsten<br />

dat hij leuk vond, ging hij opeens twee<br />

keer zo snel fietsen, soms nog achterom<br />

kijkend – even stoer doen. Heel gewoon,<br />

eigenlijk – maar het échte gewone lag<br />

buiten zijn bereik. Niet zo verwonderlijk<br />

dus, dat hij zich ging richten op meisjes<br />

van zijn cognitieve niveau: kinderen die<br />

veel jonger waren dan hij. Maar ja, die<br />

stonden alleen maar stomverwonderd<br />

te kijken naar Kester als die om hen<br />

heen stond te draaien. Nog een jaar<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact


De kortste weg naar de tent, omdat het kan...<br />

later legde Kester de combinatie met zijn<br />

penis en stond hij daarbij ongegeneerd<br />

over zijn broek te wrijven terwijl hij zo<br />

nu en dan contact zocht door ze een tikje<br />

op het hoofd te geven. De blikken van<br />

de ouders laten zich raden… Enfin, wij<br />

leerden welke plekken op het strand je<br />

beter kan vermijden (blijf weg van de<br />

schommels), wanneer je vooral niet in<br />

Artis moet komen (zondagmiddag werd<br />

een taboe in plaats van een vast uitje)<br />

en ons snel uit de voeten te maken als<br />

we toch in zulke confrontaties belandden.<br />

Soms hadden we nog net even tijd het<br />

aan de betreffende ouders uit te leggen.<br />

Meestal werd daar overigens begripvol<br />

op gereageerd.<br />

als je niet mag<br />

aanraken, wat<br />

mag dan wel?<br />

Maar: het was duidelijk dat Kester niet<br />

in staat was uit zichzelf te ontdekken<br />

welke regels hier gelden. We probeerden<br />

hem te leren dat hij wel mocht kijken,<br />

maar onbekenden niet mocht aanraken.<br />

Maar: een verbod is lastig voor een kind<br />

als Kester. Wat is dat eigenlijk, iets ‘niet<br />

mogen’? Als je er dieper over doordenkt,<br />

blijkt ‘niet doen’ eigenlijk een onbegrijpelijke<br />

instructie te zijn. Want een mens<br />

doet altijd wel wat. Dus: als je niet mag<br />

aanraken, wat mag dan wel?<br />

Masturberen moet je leren<br />

Op zoek dus weer naar structuur:<br />

regels, routine én de woorden daarvoor.<br />

‘Masturberen’ noemden we ‘piemelen’<br />

en de regel werd: ‘Piemelen mag je<br />

’s avonds in bed’. Groepsleiding stelde<br />

voor dat het ook op de WC mocht, maar<br />

dat vonden we geen goede omgeving.<br />

Bovendien, met een kind dat snel in<br />

patronen schiet, leek ons het vooruitzicht<br />

om in de Efteling op ieder toilet met<br />

een masturberende zoon te zitten niet<br />

echt geweldig. We spraken met iedereen<br />

goed door welke regels en woorden we<br />

zouden hanteren. Met de orthopedagoog<br />

bespraken we wat hij nodig zou kunnen<br />

hebben en zo kwamen er een paar zachte<br />

kussentjes in de slaapkamer. Als een<br />

echte puber regelde Kester het verder<br />

zelf: hij bonjourde ons zijn kamer uit als<br />

hij alleen wilde zijn. Maar z’n autistisch<br />

kant was ook duidelijk: het kreeg dwangmatige<br />

trekken. Dat werd wat minder<br />

toen het hem lukte een orgasme te<br />

bereiken. Dat was een opluchting, want<br />

ik ken uit de zorg genoeg verhalen van<br />

jongelui die dat niet lukt en dan zover<br />

gaan dat ze zich beschadigen. En wie<br />

leert zo’n jongeman of jongedame dan<br />

hoe dat moet? Dat vraagt veel overleg.<br />

Soms is de conclusie dat hulp geboden<br />

is door een seksuele dienstverlener voor<br />

gehandicapten (ja, die zijn er: prostituees<br />

voor het goede doel). Maar: dan moet de<br />

jongere wel weer ouder dan 18 jaar zijn.<br />

Stress en dwangmatige seks<br />

In de tijd dat Kester dwangmatig masturbeerde<br />

dachten we dat het de combinatie<br />

van zijn puberteit en zijn autisme was<br />

die dit gedrag veroorzaakte. We konden<br />

in die tijd niet meer met hem over straat<br />

omdat hij achter ieder meisje aanrende<br />

en dan niet te hanteren was. Toen hij<br />

verhuisde naar een plek met aanzienlijk<br />

minder stress, verdween de dwangmatigheid<br />

echter snel. Achteraf bleken de<br />

problemen in zijn situatie een veel grotere<br />

rol te hebben gespeeld dan iedereen<br />

in de gaten had. Hij had veel last van de<br />

onregelmatigheden in het busvervoer, de<br />

onvoorspelbaarheid in de aanwezigheid<br />

van groepsleiding en de heftige gedragsproblemen<br />

van andere groepsleden.<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact 17


18<br />

Ouders en professionals<br />

tobben ook met seksualiteit<br />

Als ouder wil je helemaal niet zo indringend<br />

met de seksuele ontwikkeling van<br />

je kinderen bezig zijn: je hebt ze opgevoed,<br />

voorgelicht en vooral proberen<br />

voor te leven hoe je met elkaar om moet<br />

gaan – en daarna wil je erop vertrouwen<br />

dat ze de rest zelf uitvinden. Dat willen<br />

ze zelf ook. Maar dat gaat bij een kind<br />

als Kester niet. We zijn blij dat hij steeds<br />

in voorzieningen geweest is (en nog is)<br />

waarin jongens en meisjes niet uit elkaar<br />

worden gehouden maar waar wel voldoende<br />

toezicht is. De recente drama’s<br />

in de jeugdzorg betreffende seksueel<br />

geweld laten zien dat toezicht echt nodig<br />

is, maar ook hoe moeilijk dit onderwerp<br />

nog ligt en dat professionals slecht<br />

geschoold zijn om hierover met ouders<br />

te praten. Maar ook tussen ouders ligt<br />

het soms moeilijk: Kester was totaal in<br />

de ban van een meisje uit zijn leefgroep<br />

en de liefde was wederzijds. Er was niet<br />

meer aan de hand dan samen naar Artis<br />

gaan – maar dat was de ouders van het<br />

meisje toch te veel: het contact werd<br />

afgebroken. Het leverde ons drie jaar<br />

gedragsproblemen op, iedere keer als<br />

er een associatie met het meisje naar<br />

boven kwam. En wat jammer… dan is je<br />

kind, met al z’n beperkingen, eindelijk<br />

gehecht aan een leeftijdsgenootje… Ons<br />

hart brak mee.<br />

Weer het pedagogisch<br />

dilemma<br />

Hoewel de seksuele ontwikkeling veel<br />

aandacht vraagt in de puberteit, is de<br />

grote lijn toch algemener: je kind wil z’n<br />

eigen weg gaan. Hoe doe je dat, als je<br />

een leven hebt dat helemaal door anderen<br />

wordt bepaald? Bij Kester begon het<br />

met ‘stout zijn’: op het strand zoeken<br />

naar peuken van sigaretten… Hij vond ze<br />

lekker ruiken en kwam er al snel achter<br />

dat wij het géén goed idee vonden als<br />

hij ze in z’n neus stak. Dat maakte het<br />

natuurlijk extra spannend. Hij werd er<br />

verrassend handig in om zogenaamd<br />

héél rustig met zijn rug naar ons toe<br />

op het strand te zitten en ondertussen<br />

door het zand te woelen op zoek naar<br />

een peuk – om dan met een grote grijns<br />

langs ons te rennen met zo’n ding in z’n<br />

neus. Enerzijds stout – anderzijds toch<br />

niet in staat het écht stiekem te doen<br />

en dat maakte het gelukkig hilarisch.<br />

We moesten hem echter ook afleren<br />

om zeep en shampoo te snoepen: véél<br />

herhaling, vaste uitdrukkingen… er zat<br />

niets anders op. Op de stoep moeten<br />

lopen – tja, waarom eigenlijk? Is dat niet<br />

iets voor kleine kinderen? Ons stralend<br />

aankijken en nadrukkelijk met één been<br />

naast de stoep lopen – erg onhandig,<br />

maar lekker nét niet doen zoals het<br />

moet: de puberteit in een notendop. En<br />

voor ons de vraag: hoeveel gevaar mag<br />

je je kind laten lopen? Dat is weer het<br />

pedagogische dilemma: je kind leiding<br />

geven of je kind het zelf laten ontdekken.<br />

We werden geholpen door een<br />

ongelukje: tijdens een wandeling was hij<br />

weer grenzen aan het opzoeken en werd<br />

daardoor aangereden door een fiets.<br />

Het liep goed af, maar hij schrok enorm:<br />

‘Boem au! Geschrokken!’ zei hij. Door<br />

deze ervaring had hij echt wat geleerd:<br />

sindsdien reageert hij prima op onze<br />

waarschuwing: ‘Nu komen, anders wordt<br />

het boem au!’<br />

Er moet wat te kiezen zijn<br />

Met broodbeleg kiezen hadden we al van<br />

jongs af aan geoefend. Maar er is meer<br />

te kiezen.<br />

Iedere ochtend krijg je je kleren aangereikt<br />

– maar wil ik die wel? Het was<br />

natuurlijk niet handig dat hij ’s nachts<br />

vijf keer z’n bed uitkwam, iedere keer<br />

in een andere outfit (binnenstebuiten of<br />

achterstevoren) en het opruimen van de<br />

chaos kostte zoveel tijd dat er toch een<br />

slot op de kast kwam, maar: we leerden<br />

wel dat Kester zelf wilde kiezen wat hij<br />

aan wilde. We leggen nu dus meerdere<br />

stellen kleren klaar, of laten hem zelf in<br />

de kast duiken, maar: onder toezicht.<br />

de volumeknop<br />

van zijn radio is<br />

vastgelijmd<br />

Muziek: zelf een CD opzetten kan hij<br />

bijna, maar nog niet helemaal. Ik heb<br />

een boek gemaakt met plaatjes van alle<br />

hoesjes van zijn muziek, zodat hij kan<br />

aanwijzen wat hij wil horen. Niet vergeten<br />

dat aan iedere nieuwe groepsleidster<br />

te vertellen en ook regelmatig te vragen<br />

of het wel gebruikt wordt…<br />

En hoe hard mag die muziek dan? In de<br />

puberteit kan het niet hard genoeg. Dus<br />

moet je leren met je omgeving rekening<br />

te houden. Voor een gewone puber al<br />

een heel karwei – bij Kester is dat nog<br />

niet gelukt en is de volumeknop van<br />

zijn radio nu vastgelijmd. Jammer, maar<br />

helaas… Wel verloopt het uitzetten van<br />

de radio ’s avonds voor het slapen op<br />

een betere manier: hij weet als we binnenkomen<br />

dat hij uit moet, maar hij<br />

krijgt de tijd dat zelf te doen. Zo blijft er<br />

wat te kiezen.<br />

Go your own way<br />

Op vakantie op de camping liep Kester<br />

vaak weg – als klein kind ging hij willekeurig<br />

op pad, later kreeg hij voorkeuren<br />

voor bepaalde plaatsen en nog wat later<br />

zag hij meer gevaar en bleef hij dichter<br />

bij de tent. Maar enkele jaren geleden<br />

was hij opeens weer regelmatig zoek. En<br />

als we hem vonden wilde hij niet mee<br />

terug. Hij had bepaalde routes in zijn<br />

hoofd (hij heeft ondanks zijn beperkingen<br />

een uitstekend geheugen voor plaatsen)<br />

en die moest en zou hij gaan. Bovendien:<br />

graag op de meest ingewikkelde manier:<br />

tussen bomen en bosjes door of over<br />

stapels heen, ook al was er een andere<br />

simpeler doorgang vlak naast. Waarom?<br />

Mijn jongste (nu bijna uit gepuberde<br />

zoon) zou zeggen: ‘Omdat het kan…’.<br />

Experimenteren, moeilijkheden opzoeken,<br />

je eigen weg gaan: hij beeldde<br />

zijn nieuwe fase letterlijk voor ons uit.<br />

Hij zocht zijn eigen weg. Dit is al een<br />

paar jaar gaande, maar toch blijven wij<br />

daar nog verder in leren: als we bij hem<br />

komen om met hem te gaan fietsen,<br />

moeten we nu steeds uitvinden wanneer<br />

hij alleen maar de stress heeft van de<br />

overgang (recept: kwartier wachten – dan<br />

rustig doorpakken: daarna gaat hij vrolijk<br />

mee) en wanneer hij gewoon echt geen<br />

zin heeft met ons mee te gaan (recept:<br />

onze agenda aanpassen – kijken wat hij<br />

wil: daarna is het gezellig of gaan we<br />

weg). We moeten goed kijken en goed<br />

luisteren. Veel van zijn wensen zijn niet<br />

te realiseren, maar we doen ons best<br />

om hem keuzes te geven waar dat kan<br />

en hem zo volwassen mogelijk te laten<br />

zijn. n<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact


Lara<br />

Een andere school<br />

Lara gaat de overstap maken naar ZMLK-onderwijs. We<br />

begonnen vol goede moed aan het nieuwe schooljaar, maar<br />

sneller dan verwacht was al duidelijk dat Lara het ‘niet gaat<br />

redden’ op haar huidige school (speciaal basisonderwijs). Al<br />

na een week kwamen de eerste spanningen bij Lara, daarna<br />

werd ze steeds verdrietiger, met huil- en driftbuien tot<br />

gevolg. “Ik wil niet naar school”, “het is te moeilijk”, “ik wil<br />

geen ‘taal’ doen, ik kan dat niet, ik kan geen letters leren”.<br />

Vreselijk om haar zo verdrietig te zien. Ik vind het enorm veel<br />

wat ze in korte tijd zou moeten leren: elke week een nieuw<br />

woordje lezen en letters en cijfers schrijven. En als ik zie wat<br />

Lara er van opgepikt heeft, vind ik dat superknap. Ze kan al<br />

een paar letters schrijven en sommige woordjes ‘lezen’, met<br />

wat hulp en een plaatje erbij.<br />

Toen ik het verdriet van Lara, na een paar weken school,<br />

aankaartte bij de juf, zei ze: ”Ja, ze kan als enige van de klas<br />

helemaal niet meekomen, de rest kan het wel, maar Lara<br />

heeft constant 1-op-1 aandacht nodig en daar heb ik geen<br />

tijd voor. Dus ik vind het niet vreemd dat ze verdrietig is”.<br />

Het was vast niet zo bot bedoeld, maar ik was niet in staat<br />

te reageren. Ik heb kort daarna een gesprek aangevraagd,<br />

maar dat liet even op zich wachten. In het gesprek, begin<br />

november, legde de juf uit waarom het niet goed gaat met<br />

Lara op school. Ze kan werkjes alleen met constante uitleg<br />

en hulp maken, ze is erg langzaam, het schrijven is nog te<br />

moeilijk en ze kan zich maar heel kort concentreren. En de<br />

onvermijdelijke boodschap volgde: deze school kan haar niet<br />

bieden wat ze nodig heeft, dus ze moet de overstap maken<br />

naar een andere (ZMLK-) school.<br />

Er is een ZMLK-school in Ede waar ze heen zou kunnen, de<br />

Wegwijzer, maar ik maak mij zorgen of ze daar wel aanslui-<br />

Ik kan<br />

geen<br />

letters<br />

leren<br />

Lara, bijna 7, is het dochtertje<br />

van Sandra en Marlon Visch en<br />

het zusje van Tessa (3,5). Sandra<br />

schrijft driemaandelijks over de<br />

leuke en minder leuke aspecten<br />

van leven met een kind met TSC.<br />

tekst en foto Sandra Visch<br />

ting heeft met andere kinderen. Lara heeft een IQ van 60,<br />

maar verbaal heeft ze een redelijk goed IQ (72) en toen we<br />

3 jaar geleden een gesprek hadden op de Wegwijzer werd<br />

ons verteld dat het verbale IQ daar rond de 40 ligt. Dus dat<br />

verschil was op dat moment echt (te) groot. Een andere<br />

zorg van mij is dat ze te weinig gestimuleerd zal worden. Ze<br />

kan zich nu erg optrekken aan andere kinderen en probeert<br />

dingen die anderen doen. Maar Lara neemt ook gedrag en<br />

spraak over van kinderen die verbaal minder sterk zijn: ze<br />

kopieert het. Dus ik vrees dat ze dit nog meer gaat doen<br />

op een ZMLK-school, en dat ze achteruit zal gaan. De intern<br />

begeleider van Lara’s school heeft aangeboden met ons mee<br />

te gaan naar een gesprek op de Wegwijzer, zodat zij ook een<br />

beter beeld krijgt van wat die school Lara te bieden heeft en<br />

wij dan onze zorgen kunnen bespreken. We hebben eigenlijk<br />

hele gewone wensen: dat ze op een (ZMLK) school terecht<br />

komt waar ze echt op haar plek is en waar ze kan blijven, en<br />

waar ze met plezier naartoe gaat!<br />

Plezier probeer ik elke dag te maken met de meiden. En op<br />

echt fijne genietmomenten kan ik heel lang vooruit. Zoals<br />

pas met ons gezin een weekendje België: Lara en Tessa<br />

die veel lol hadden, veel goede ontspannen momenten en<br />

een regenachtige dag in Plopsaland de Panne als absoluut<br />

hoogtepunt. We hadden ze goed voorbereid op alle regen<br />

die dag. En warm aangekleed en met poncho’s aan hebben<br />

ze de hele dag geen kik gegeven over de regen! Dat hadden<br />

we totaal niet verwacht, dus alleen daarop kijk ik al terug<br />

met een heerlijk gevoel. En Lara genoot echt enorm van de<br />

coole attracties en samen met Tessa van de ‘kabouter Klus’<br />

show. En aan het eind van de dag begon de zon te schijnen<br />

en danste en zong Lara bij een erg leuk optreden van K3! Een<br />

mooie afsluiter van een verrassend leuke dag. En wat ze het<br />

leukste vond: “Alles!!” n<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact 19


20<br />

Boekbespreking<br />

Een speciaal kind werkt<br />

als een vergrootglas<br />

‘Je kent ze de langste periode van je leven: je broers en zussen. In de regel heb je langer<br />

met ze te maken dan met je ouders, je vrienden of je partner(s). Laat je ze links liggen,<br />

dan is dat een keuze die niemand onverschillig laat’, zegt emeritus hoogleraar kinder- en<br />

jeugdpsychiatrie Frits Boer.<br />

In dit boekverslag wil ik graag het boek “Broers en zussen<br />

van speciale en gewone kinderen, invloed op ontwikkeling<br />

en gedrag” belichten. Geschreven door Frits Boer. Ten minste<br />

een derde van alle kinderen groeit op als broer of zus van<br />

een speciaal kind: kinderen met ADHD, autisme, emotionele<br />

stoornissen, cognitieve beperkingen, kanker, chronische<br />

ziekten en handicaps. Deze speciale kinderen beïnvloeden<br />

de ontwikkeling van hun broers en zussen en andersom.<br />

In “Broers en zussen van speciale en gewone kinderen”<br />

probeert Frits Boer de risico’s én de kansen te schetsen die<br />

verscholen liggen in de relatie tussen broers, zussen en hun<br />

speciale broer of zus. Zo hoopt hij dat wij, na het lezen van<br />

het boek, met meer inzicht over de gezinssituatie de risico’s<br />

in de ontwikkeling kunnen minimaliseren en de kansen in de<br />

ontwikkeling kunnen maximaliseren.<br />

Niet alleen over speciale kinderen<br />

Een speciaal kind werkt als een vergrootglas. De veranderingen<br />

die zich voordoen in een gezin met een speciaal kind<br />

zijn intensiveringen van de gewone processen. Die worden<br />

daardoor duidelijker zichtbaar. Dit maakt het boek dan ook<br />

zeer geschikt voor iedereen die meer wil weten over broers,<br />

zusters, hun relatie en de betekenis ervan.<br />

De kenmerken van een unieke relatie<br />

Het eerste gedeelte van het boek gaat over de broer/zus<br />

relatie in het algemeen. De titel verwijst naar het eerste en<br />

meest kenmerkende aspect van de verhouding tussen broers<br />

en zussen. Het is een gegeven relatie. De relatie tussen<br />

broers en zussen is niet door hen gekozen. Dit kenmerk is<br />

uniek. Dit is het eerste kenmerk van een broer/zus, broer/<br />

broer of zus/zus relatie. In totaal typeert Boer deze relatie<br />

met vijf kenmerken. Het tweede kenmerk is onbevangenheid.<br />

Juist omdat broers en zussen weten dat ze elkaars<br />

broers en zussen blijven, kunnen ze zich veel meer veroorloven<br />

ten aanzien van elkaar dan ten aanzien van vrienden en<br />

vriendinnen. Vriendjes kun je kwijtraken als je je misdraagt.<br />

Een derde kenmerk is ambivalentie. Broers en zussen moeten<br />

de beperkte ruimte en middelen van het gezin delen.<br />

Hierdoor bestaat er ook rivaliteit in hun relatie. Kinderen<br />

strijden bv. onderling om de aandacht en erkenning van<br />

de ouders. Aan de andere kant zijn zij soms ook op elkaar<br />

aangewezen bv. om samen te spelen of om zich af te zetten<br />

tegen hun ouders.<br />

tekst Carmen Scholtens<br />

Het vierde kenmerk van de relatie is variabiliteit. De broer/<br />

zus relatie kent een grote dynamiek. De deelnemers ontwikkelen<br />

zich, maar die ontwikkeling verloopt niet synchroon.<br />

Daardoor zijn ze aan de ene kant altijd hetzelfde, maar aan<br />

de andere kant ook altijd verschillend. Ook kunnen aanwezigheid<br />

of een opmerking van derden het contact tussen broer<br />

en zus veranderen. Het vijfde kenmerk is lotsverbondenheid.<br />

Het gezamenlijk opgroeien, dezelfde ouders hebben, veel<br />

met elkaar meemaken, dragen bij tot het gevoel bij elkaar te<br />

horen. De broer/zus relatie is de meest langdurige relatie die<br />

mensen kennen. Dat maakt deze relatie uniek.<br />

Er wordt ingegaan op de invloed van broer/zus per periode:<br />

van geboorte tot de volwassenheid. En ook op de positie<br />

die je als kind inneemt binnen het gezin en de invloed die<br />

dat kan hebben op je ontwikkeling. De beschrijving van<br />

dynamiek binnen een broer/zus relatie kan veel herkenning<br />

opleveren. Hoe het opgroeien met broers en zussen<br />

een bijdrage levert aan de vorming van het zelfbeeld en de<br />

persoonlijkheid, aan het leren omgaan met agressie, aan de<br />

ontwikkeling van een moreel besef en aan het vermogen om<br />

succesvol deel te nemen aan het sociale verkeer. Of dat altijd<br />

even positief is wordt ook beschreven.<br />

‘Gelukkige gezinnen lijken op elkaar, omdat de verschillen<br />

die er zijn pas zichtbaar worden wanneer er problemen<br />

komen. Hoe een speciaal kind geleidelijk aan de interactie<br />

en de ontwikkeling binnen een gezin beïnvloedt is pakkend<br />

in beeld gebracht. Elk kind is uniek. Doordat elke ziekte, aandoening,<br />

handicap of stoornis zijn eigen kenmerken met zich<br />

mee brengt, heeft dat ook gevolgen voor de invloed die het<br />

kan hebben op de ontwikkeling. Evenals het overlijden van<br />

een kind binnen een gezin. Alle situaties en hun kenmerken<br />

worden verduidelijkt, uitgediept en geïllustreerd met pakkende<br />

voorbeelden uit het dagelijkse gezinsleven. Dit maakt<br />

het geheel tot een makkelijk en herkenbaar dus pakkend en<br />

leesbaar boek. Aan het einde van elke hoofdstuk is één van<br />

Boers columns uit Balans Magazine opgenomen.<br />

Over de auteur<br />

Prof. dr. Frits Boer is emeritus hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie<br />

van het AMC in Amsterdam. Hij is expert op het<br />

gebied van de relatie tussen broers en zussen en publiceert<br />

hier regelmatig over voor vakgenoten en het algemene<br />

publiek. Zijn columns verschijnen in ‘Balans Magazine’. n<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact


Zou jij je aan de lezers willen voorstellen?<br />

Ik ben Robert van Dongen, getrouwd met Aureliane en<br />

vader van Otto (7) en Alice (4). Alice heeft TSC. Ik ben in<br />

Amsterdam geboren, maar ik heb tussen mijn derde maand<br />

en 27ste jaar in Brazilië gewoond.<br />

Kun je jezelf in vier woorden omschrijven?<br />

Grapjas, Pietje-precies, betrouwbaar en temperamentvol.<br />

Wat is je relatie met de STSN?<br />

Ik doe de vormgeving van het TSC Contactblad, sinds de<br />

zomereditie.<br />

Werk je ook en hoe geef je daar invulling<br />

aan?<br />

Ik ben zelfstandig grafisch vormgever. Ik kan in principe<br />

een breed scala aan soorten documenten ontwerpen, maar<br />

momenteel ben ik meer bezig met multimedia e-learning<br />

projecten.<br />

Heb je nog tijd voor hobby’s?<br />

Niet veel. Mijn nieuwe passie sinds kort is schaatsen, wat<br />

niet vanzelfsprekend is voor iemand die in het Noordoosten<br />

van Brazilië opgroeide. Verder hou ik van voetballen (wél<br />

vanzelfsprekend...).<br />

Hoe breng je het liefst de vakantie door?<br />

Vroeger gingen wij heel vaak op familiebezoek naar Brazilië,<br />

maar vorige keer vond Alice het niet zo leuk: te veel veranderingen.<br />

Het is daar in heel veel opzichten totaal anders dan<br />

hier. En ook zulke lange vliegreizen gaan wij minder vaak<br />

doen. Enkele recente hotelovernachtingen zijn ook mis gegaan,<br />

en daarom willen wij voortaan in de buurt blijven, ergens met<br />

de juiste voorzieningen.<br />

STSN-er in beeld<br />

Steun...<br />

volgens mij<br />

een van de<br />

belangrijskte<br />

rollen van<br />

de STSN<br />

Wat was de aanleiding dat je je als<br />

vrijwilliger aanmeldde bij de STSN?<br />

Ik wilde iets terug doen voor de stichting die ons zo goed en<br />

zelfs liefdevol ontvangen had. Door mijn achtergrond was ik in<br />

staat om te zorgen dat het Contactblad een lichtere, makkelijker<br />

leesbare vormgeving kreeg. Dit vind ik belangrijk, omdat<br />

ik het onderwerp al zwaar genoeg vind. Daarnaast wilde<br />

Aureliane het heel graag...<br />

Hoe denk je over de STSN?<br />

De STSN was voor mij, en is nog steeds, een onmisbare<br />

bron van steun in het acceptatieproces dat begon met de<br />

diagnostiek. Tijdens mijn eerste bijeenkomst (Contactdag<br />

voor ouders van een kind met TSC in 2009) zag ik dat mensen<br />

die hetzelfde meemaakten nog steeds konden lachen en<br />

niet continu bang waren voor de toekomst. Dit is volgens mij<br />

een van de belangrijkste rollen van de stichting.<br />

Wie zou je graag als volgende persoon<br />

willen aanmelden voor deze rubriek en<br />

waarom?<br />

Volgend jaar heeft de STSN een nieuwe penningmeester,<br />

Dave Tuijp. Ik denk dat het nu een goede gelegenheid is voor<br />

hem om zich aan de lezers voor te kunnen stellen. n<br />

Sluitingsdatum kopij nummer 121:<br />

10 februari 2013<br />

Redactieadres: Jos Scheurink,<br />

van Humboldtstraat 107,<br />

3514 GN Utrecht,<br />

redactie@stsn.nl<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact 21


22<br />

Er moet snel gepoetst<br />

worden en hij bijt op<br />

de tandenborstel<br />

Yasmara Olyslag ging op zoek naar slimme en handige hulpmiddelen.<br />

Rompers/body’s<br />

In het TSC-contactblad nr 114 heb ik in de<br />

tip en truchoek wat geschreven over grote<br />

maten rompers. Ik verwees naar de websites<br />

www.pienenpolle.nl, www.sensocare.nl<br />

en www.4care.nl. Maar onlangs<br />

kreeg ik van een ervaringsdeskundige een<br />

nieuwe tip over de rompers. Zij heeft voor<br />

haar volwassen kind diverse rompers/<br />

body’s gebruikt, maar die van adjustforyou<br />

hebben toch een betere pasvorm en zijn<br />

van mooiere kwaliteit. De rompers/body’s<br />

zijn wel iets duurder (vanaf € 31). In een<br />

dergelijke body blijft de luier heel goed zitten,<br />

ondanks dat het kind heel beweeglijk<br />

is en in een rolstoel zit. Ook voorkomt het<br />

volgens de moeder bepaald gedrag. Hij<br />

trekt nu niet meer de PEG sonde er uit. Zie<br />

www.adjustforyou.nl. De rompers zijn te<br />

verkrijgen als hemd, of met korte of lange<br />

mouwen en met of zonder (korte/lange) pijpen.<br />

Aangepaste tandenborstel<br />

Op de contactdag van 6 oktober jl. was er ook een workshop<br />

van een tandarts, verbonden aan het Universitair Medisch<br />

Centrum Groningen. Zij had diverse mondverzorgingsproducten<br />

mee, maar deze was erg interessant voor ons, aangezien<br />

Jochem niet graag zijn tanden poetst. Er moet snel gepoetst<br />

worden en hij bijt op de tandenborstel. De tandenborstel van<br />

dr. Barmans werkt prettig, maar het is wel een groot ding in<br />

zijn mond. Deze tandenborstel heeft in 3 dimensies borstelharen<br />

gepositioneerd staan waardoor<br />

binnen, buiten en bovenzijde<br />

in één beweging gereinigd<br />

worden. Vooral geschikt bij verminderde<br />

motoriek. De tandenborstel<br />

is er in 3 uitvoeringen:<br />

kinder (0-6), compact (6-12) en<br />

normaal (volwassen). De tandenborstel<br />

is te bestellen via<br />

www.cruc.nl en kost € 4,75.<br />

tip en truchoek<br />

tekst Yasmara Olyslag<br />

Communicatieplaat<br />

De communicatieplaat is handig en erg leuk voor jong en<br />

oud. Hij neemt op met de ingebouwde microfoon en speelt<br />

af. Per kleur kun je een boodschap ingeven. Bij het opnemen<br />

en afspelen knippert en brandt een LED lamp. Ook deze tip<br />

kreeg ik van een ervaringsdeskundige. Haar zoon ging heel<br />

laat praten. Zij leende deze communicatieplaat van de spelotheek.<br />

Het is voor kinderen geschikt die wel wat besef van<br />

gesproken taal hebben, want die kan je hiermee stimuleren<br />

om (meer) te praten. De ouders zeiden dan gekke woorden,<br />

waardoor het kind erg moest lachen. Uiteindelijk ging hij<br />

hierdoor zelf ook woorden zeggen. De plaat is te koop bij<br />

www.barryemons.nl en kost € 492 excl btw. Voor een goedkopere<br />

optie kan je ook denken aan de praatpapegaai Coco<br />

van fur real. Deze papegaai hebben wij zelf thuis en Jochem<br />

vindt deze papegaai erg interessant omdat hij praat, zingt<br />

en beweegt en reageert op aanrakingen. Ook deze papegaai<br />

heeft een napraat stand, maar zet daarbij wel een gek hoog<br />

stemmetje op. Maar het kan wel stimuleren om te gaan<br />

praten. Helaas is deze niet meer te koop in de winkels, maar<br />

nog wel via marktplaats e.d.<br />

Suprise!<br />

Kinderen van een laag ontwikkelingsniveau zijn vaak gericht<br />

op geluid. Zo vindt Jochem het leuk om iets in zijn hand te<br />

hebben, heen en weer te schudden en te wachten tot het<br />

geluid maakt. Een simpele manier om zo’n speelgoedje zelf<br />

te maken is het vullen van een leeg plastic suprise-ei met<br />

rijst of macaroni. Dat is een handzaam speeltje en het maakt<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact


ook nog eens heel leuk geluid. Dit idee heeft zijn broer voor<br />

hem bedacht en dat vond ik een leuke tip. Als je kind nog<br />

niet in staat is om de dop van een plastic flesje te draaien,<br />

dan kan je dat flesje ook vullen met rijst of macaroni. Ook<br />

een succes. Totdat Jochem de dop er af kon draaien en de<br />

kamer vol droge rijst lag.<br />

Wekker<br />

Liever geen kind om 6 uur naast je bed? Momo de aap, kan<br />

een oplossing zijn voor duidelijke afspraken. Wanneer zijn<br />

oogjes dicht zijn, ligt iedereen te slapen en wanneer Momo<br />

zijn oogjes open doet, is het weer feest. Je kind weet waar<br />

hij aan toe is en wanneer hij uit zijn bed mag komen. Momo<br />

is te gebruiken met of zonder junglegeluiden als wekker. De<br />

grote klok is analoog en de kleine klok is digitaal. Dus nog<br />

leerzaam ook. Door het afsluitkapje over de knopjes is valsspelen<br />

niet van toepassing voor de slimme kinderen. Het<br />

nachtlampje gaat na 30 seconden uit. De wekker werkt op 3<br />

AAA batterijen en is te verkrijgen in het roze of groen/geel.<br />

Zie www.gezinnig.nl, € 32,95.<br />

Aangepaste vakantiewoning<br />

Ben je op zoek naar een aangepaste vakantiewoning voor<br />

mindervaliden, dan heb ik een tip gekregen voor een paar<br />

geschikte woningen. Diverse Lions Clubs hebben vakantiewoningen<br />

in hun beheer speciaal ingericht voor mindervaliden<br />

voor een betaalbare prijs. Bijv. in Drenthe in het plaatsje<br />

Echten op het park Westerbergen. Of op het eiland Goeree-<br />

Overvlakkee op het Noordzeepark in Ouddorp. Of in het<br />

Noord-Brabantse Baarle Nassau op vakantiepark De Kievit.<br />

Zie www.villabuitengewoon.nl, www.leeuw-inn.nl,<br />

www.luckylion.nl. Ook de stichting Aangepaste Bungalows<br />

De Gelderse Vallei heeft drie aangepaste bungalows op het<br />

Welpennest in Rhenen. De contactpersoon is te bereiken op<br />

het telefoonnummer 0317-615236. n<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact 23


24<br />

bestuursmededelingen<br />

Nieuwe voorzitter,<br />

nieuwe penningmeester<br />

Bestuurswijzigingen<br />

Per 1 januari zullen er enkele wijzigingen in het<br />

STSN bestuur plaatsvinden. Jan-Paul Wagenaar zal<br />

dan de voorzittersfunctie overnemen van ondergetekende<br />

die vanaf 1985 met een korte onderbreking<br />

de kar trok. Ik ben ervan overtuigd dat ik met Jan-<br />

Paul een waardig opvolger heb gevonden. Ik wens<br />

hem bijzonder veel succes! Voor mij is het veel<br />

waard dat de continuïteit hiermee gegarandeerd is.<br />

Ik blijf overigens nog wel als bestuurslid actief met<br />

als speerpunten het vrijwilligersbeleid en externe<br />

contacten met bijv. het deskundigennetwerk, de<br />

poli’s, de onderzoekers, de <strong>Stichting</strong> Michelle. Jan-<br />

Pauls taken worden overgenomen door ons nieuwe<br />

bestuurslid Ton Cramer. In het vorige TSC Contact<br />

stelde hij zich aan de lezers voor. Verder zal onze<br />

huidige penningmeester, Theo Rijkelijkhuizen na zo’n<br />

10 jaar stoppen als STSN bestuurslid. Ook hier is de<br />

continuïteit zeer belangrijk. Wij zijn dan ook blij te<br />

kunnen melden dat we in Dave Tuijp de nieuwe<br />

penningmeester hebben gevonden. Hij zal zich in<br />

het volgend TSC Contact aan u voorstellen.<br />

Dave Tuijp t Ton Cramer t<br />

tekst Hans Ploegmakers<br />

s Jan Paul Wagenaar


Comité van Aanbeveling<br />

Recent is bekend geworden dat Prof. Dr. Willem Frans Arts<br />

toetreedt tot het Comité van Aanbeveling van de STSN. In<br />

september nam hij afscheid van het Erasmus MC als hoogleraar<br />

kinderneurologie en is hij met emeritaat gegaan. Wij zijn<br />

erg blij met zijn ja op ons verzoek. Op de laatste contactdag<br />

hield hij nog een boeiende inleiding en binnenkort zal een<br />

interview met hem worden gehouden voor in het volgende<br />

TSC Contact. Hiermee bestaat het Comité van Aanbeveling nu<br />

uit 5 leden.<br />

Willem Frans Arts<br />

Vrijwilligers<br />

Het moge inmiddels bekend zijn hoe belangrijk het is dat<br />

de STSN blijft beschikken over voldoende vrijwilligers. Het<br />

gaat om een veelheid van kleinere en grotere taken en<br />

activiteiten. Het is behalve nuttig en noodzakelijk ook ontzettend<br />

leuk om in de STSN als vrijwilliger mee te draaien.<br />

Meldt u aan als potentieel vrijwilliger of tip iemand uit uw<br />

omgeving. Het hoeft absoluut niet altijd zeeën van tijd te<br />

kosten, we hebben drukke en rustige taken. We werken ook<br />

met tijdelijke projecten. Voor veel zaken wordt tijdelijke hulp<br />

gevraagd, aansluitend bij wat u leuk vindt, resp. waar u goed<br />

in bent. Op 3 november kwam een groot deel van de STSN<br />

vrijwilligers bijeen in Waddinxveen om met elkaar te praten<br />

over het versterken van het vrijwilligerswerk van de STSN<br />

en gezellig met elkaar een vorkje te prikken. Een boeiende<br />

groep mensen! Erg stimulerend!<br />

Contactdag <strong>2012</strong><br />

De contactdag op Parc Spelderholt was weer een geweldige<br />

dag. Elders in dit blad vindt u een verslag. Als bestuur willen<br />

we ook op deze plaats de mensen van de organisatie bedanken<br />

en natuurlijk ook de inleiders en workshopbegeleiders<br />

die bijdroegen aan deze dag van ontmoetingen.<br />

We waren erbij<br />

Het bestuur was deze maanden vertegenwoordigd bij een<br />

aantal voor de STSN belangrijke bijeenkomsten. We noemen<br />

een voortgangsgesprek met onze samenwerkingspartner<br />

Novartis, een bijeenkomst van het Nationaal Plan<br />

Zeldzame Ziekten, de officiële opening van expertisecentrum<br />

Encore (Expertisecentrum voor Erfelijke NeuroCognitieve<br />

Ontwikkelingsstoornissen Rotterdam Erasmus MC), een<br />

voortgangsgesprek met UMC Utrecht over de zogenaamde<br />

TSC-zalf en een symposium in Leuven over TSC met sprekers<br />

als prof. Ype Elgersma (Encore Erasmus MC), prof. An<br />

Jansen (Universiteit Brussel), prof. Petrus de Vries (Universiteit<br />

Kaapstad ZA), prof. Chris Kingswood (Universiteit Brighton UK)<br />

en prof. David Franz (Universiteit van Cincinnati USA).<br />

Lustrumboek<br />

Het recente lustrumboek van de STSN, het verhaal van dertig<br />

jaar onderzoek naar TSC, wordt alom zeer gewaardeerd, zo<br />

hebben we mogen constateren. Omdat we het vorig jaar van<br />

deze uitgave redelijk veel exemplaren hebben laten drukken,<br />

gaan we het nu ruimer uitzetten. Als speciaal gebaar naar<br />

onze leden, sturen we met dit nummer van het TSC Contact<br />

alle leden een extra exemplaar toe. Aan u de uitdaging om<br />

met dit boek voor extra aandacht voor TSC en de STSN te<br />

zorgen. Dus geef het aan iemand die u graag wilt informeren<br />

over TSC en de STSN! Met het oog op onze internationale<br />

contacten laten we het lustrumboek ook vertalen in het<br />

Engels, zodat we met het boek een veel groter bereik krijgen<br />

en wij bovendien internationaal ook iets te bieden hebben.<br />

Dit was een van de aanbevelingen die een ad hoc groep uit<br />

de STSN onlangs heeft gedaan over nut en noodzaak van<br />

internationale kennisuitwisseling en samenwerking. n<br />

"Wat we niet weten<br />

kunnen we niet genezen"<br />

<strong>Stichting</strong> Michelle (partner van de STSN)<br />

steunt projecten die één of meer<br />

van de volgende doelstellingen nastreven:<br />

| de diagnostiek van TSC verbeteren<br />

| het TSC-ziekteproces leren kennen<br />

en doorgronden<br />

| gerichte behandeling van de<br />

aandoening<br />

www.stichtingmichelle.nl<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact 25


26<br />

Sponsor de STSN<br />

Nieuwe ideeën en initiatieven voor sponsoring blijven welkom!<br />

Ideeën voor sponsoring en fondsenwerving?<br />

Zoals ook al in het vorige contactblad stond is het duidelijk<br />

dat we de komende tijd nog actiever moeten zijn met<br />

fondsenwerving om de kwaliteit van ons vrijwilligerswerk te<br />

kunnen handhaven in deze tijden van bezuinigingen en terugschroeven<br />

van subsidies. Wij doen nog sterker dan voorheen<br />

als bestuur daarvoor een beroep op u! Een vrijwilliger als<br />

fondsenwerver die in overleg met het bestuur mogelijkheden<br />

verkent en initiatieven neemt, zouden we goed kunnen<br />

gebruiken. Iemand die kleine acties op zet, adverteerders<br />

voor het TSC Contact werft, mensen op ideeën brengt en prikkelt.<br />

Wie zou deze uitdaging wel eens willen aangaan? U kunt<br />

daarbij rekenen op advies en meedenken op de achtergrond.<br />

Ook liggen er al een paar ideeën ter verdere uitwerking.<br />

Een van de reacties: een geweldig initiatief!<br />

Een van onze leden werkt als docent op het Corlaer College<br />

te Nijkerk. Op de laatste STSN Contactdag verraste hij de aanwezige<br />

STSN-ers met een mededeling en bijbehorend filmpje<br />

over een initiatief van een aantal leerlingen: Corlaer Cycling<br />

4 STSN. De expeditie start op donderdag 13 juni en finisht<br />

21 juni 2013. Expeditie Corlaer gaat met 10 leerlingen en 3<br />

begeleiders wielrennen. Vanuit de Franse Vogezen fietsen de<br />

leerlingen 700 kilometer terug naar Nijkerk voor het goede<br />

doel STSN. Voor meer informatie, volg hen via facebook en<br />

twitter. U moet echt even het filmpje op facebook bekijken.<br />

Een geweldig initiatief!<br />

Periodieke schenking<br />

Aan de STSN een schenking doen kan in <strong>2012</strong> nog en in<br />

2013 een interessant fiscaal voordeel voor u betekenen.<br />

Omdat de STSN door de Belastingdienst wordt erkend (de<br />

ANBI-status), kunt u in één klap de STSN blij maken en tegelijk<br />

zelf een fiscaal voordeel hebben. Dat kunt u bijvoorbeeld<br />

via een akte van schenking bij de notaris regelen. Voor informatie<br />

kunt u altijd contact opnemen met onze penningmeester.<br />

Help ons helpen!<br />

tekst Hans Ploegmakers<br />

STSN opnemen in uw testament<br />

U kunt ons werk ook steunen door STSN op te nemen in uw<br />

testament. Zo laat u niet alleen iets na aan uw naasten, maar<br />

ook aan een goed doel. Giften uit een nalatenschap zijn – net<br />

als donaties – van steeds groter belang om ons werk voort te<br />

kunnen zetten. De overheid beperkt de subsidies aan patiëntenorganisaties<br />

zoals STSN. Zo wordt het behartigen van de<br />

belangen van mensen met TSC niet meer gesubsidieerd. De<br />

STSN zal ook zelf moeten zorgen voor de inkomsten die nodig<br />

zijn om de eigen organisatie in stand te houden. In deze tijden<br />

van bezuinigingen kunt u de STSN een zekerder toekomst<br />

geven door de stichting op te nemen in uw testament.<br />

Hoe kunt u STSN opnemen in uw<br />

testament?<br />

De eerste stap is het opstellen van een testament via een<br />

notaris. U kunt de STSN in uw testament aanwijzen als erfgenaam<br />

of (mede)erfgenaam. Het hoeft niet om grote bedragen<br />

te gaan, iedere bijdrage is welkom. Een andere manier<br />

is het toekennen van een legaat aan de STSN. Een legaat<br />

kan een vast bedrag in geld zijn, of een percentage van uw<br />

nalatenschap. Het kan ook bestaan uit effecten, kunst of<br />

onroerende goederen.<br />

Waar wordt uw bijdrage aan besteed?<br />

De STSN is door de Belastingdienst erkend als een Algemeen<br />

Nut Beogende Instelling (ANBI). Dit betekent dat de STSN<br />

over uw nalatenschap geen erfbelasting hoeft te betalen. Uw<br />

bijdrage komt daarom voor 100 % ten goede aan het werk<br />

voor de mensen met TSC, dat bestaat uit belangenbehartiging,<br />

voorlichting en lotgenotencontact. Tevens helpt u ons<br />

met uw gift bij het in stand houden van een kleine, efficiënte<br />

organisatie van en voor vrijwilligers.<br />

Misschien wilt u een specifieke bestemming geven aan<br />

uw bijdrage. In overleg met u bekijken we dan graag wat<br />

mogelijk is. Wilt u het onderzoek naar TSC steunen, dan kunt<br />

u de <strong>Stichting</strong> Michelle (partner van STSN) opnemen in uw<br />

testament.<br />

Nuttige informatie<br />

Over het opstellen van een testament: www.notaris.nl<br />

Over het nalaten aan goede doelen: www.nalaten.nl<br />

Over de fiscale aspecten: www.belastingdienst.nl en<br />

www.anbi.nl<br />

Over stichting Michelle: www.stichtingmichelle.nl<br />

Voor nadere informatie en vragen kunt u altijd contact opnemen<br />

met onze penningmeester via info@stsn.nl. n<br />

winter <strong>2012</strong> | TSC Contact


<strong>Stichting</strong><br />

<strong>Tubereuze</strong><br />

<strong>Sclerosis</strong><br />

<strong>Nederland</strong><br />

De STSN behartigt de belangen van alle mensen in<br />

<strong>Nederland</strong> die te maken hebben met TSC en de gevolgen<br />

daarvan. De STSN is een krachtige belangenbehartiger en<br />

serviceorganisatie die mensen met TSC informatie geeft en<br />

ondersteuning biedt bij het vinden van zorg op maat en bij<br />

het omgaan met de aandoening. En dat door:<br />

• Belangenbehartiging;<br />

• Voorlichting;<br />

• Lotgenotencontact.<br />

De kennis die hiervoor nodig is, verkrijgt de STSN in de eerste<br />

plaats van mensen met TSC (zijn niet altijd patiënten),<br />

hun ouders en verzorgers en daarnaast van zorgverleners<br />

(artsen, gedragsdeskundigen) en van wetenschappers. De<br />

STSN verzamelt en bundelt deze kennis die het fundament<br />

vormt van belangenbehartiging, voorlichting en lotgenotencontact.<br />

De STSN wil de functie van landelijk bekend ‘marktplein’<br />

vervullen voor mensen met TSC, hun ouders, verzorgers,<br />

partners en andere betrokkenen zoals zorgverleners en<br />

wetenschappers. Hier ontmoeten zij elkaar en vinden direct<br />

betrokkenen informatie en ondersteuning.<br />

De STSN behartigt de belangen van alle mensen met TSC. Zo<br />

staat zij bij zorgaanbieders op de bres voor kwaliteit van zorg<br />

door te pleiten voor een gedifferentieerd en goed zorgaanbod<br />

dat uitgaat van de vraag van de gebruiker. Aansluitend<br />

daaraan streeft de STSN in haar contacten met zorgverzekeraars<br />

naar een ideaal pakket van verzekerde zorg. Samen<br />

met andere patiëntenorganisaties voert de STSN een krachtig<br />

pleidooi voor de belangen van mensen met TSC.<br />

De STSN geeft voorlichting over de vele aspecten van leven<br />

met TSC. Onder meer in goed leesbare brochures, een eigen<br />

tijdschrift, of via de website. Zodat betrokkenen beter in staat<br />

zijn zelfstandig en bewust beslissingen te nemen.<br />

De STSN organiseert lotgenotencontacten. Zo staat niemand<br />

alleen en wordt bevorderd dat ervaringsdeskundigheid wordt<br />

gebruikt bij het verbeteren van de kwaliteit van zorg en van<br />

leven van mensen met TSC. Samenwerken is voor de STSN<br />

van groot belang. Voor haar partners is de STSN een waardevolle<br />

organisatie vanwege haar kennis van het omgaan en<br />

De <strong>Stichting</strong> <strong>Tubereuze</strong> <strong>Sclerosis</strong> <strong>Nederland</strong> (STSN) is een<br />

landelijke, internationaal samenwerkende organisatie<br />

van mensen met <strong>Tubereuze</strong> <strong>Sclerosis</strong> Complex (TSC), hun<br />

partners, ouders of verzorgers en familieleden en van bij<br />

de STSN aangesloten deskundigen.<br />

leven met TSC. De STSN zoekt de samenwerking, omdat door<br />

de bundeling van krachten meer resultaten kunnen worden<br />

geboekt.<br />

In samenwerking benutten partners over en weer kennis,<br />

ervaring en relaties. Voor wat betreft overstijgende<br />

vraagstukken zoals wachtlijsten of financiering (persoonsgebonden<br />

budgetten) wordt samengewerkt met<br />

organisaties die op deze terreinen actief zijn. Zo werkt<br />

de STSN samen met de Vereniging van Samenwerkende<br />

Ouder- en Patiëntenorganisaties (VSOP), de Chronisch zieken<br />

en Gehandicapten Raad <strong>Nederland</strong> (CG-Raad) en de<br />

<strong>Nederland</strong>se Patiënten Consumenten Federatie (NPCF).<br />

Organisaties die zich op landelijk niveau richten op de<br />

bredere patiëntenbeweging als geheel. Daarnaast wordt<br />

samengewerkt met patiëntenorganisaties die actief zijn op<br />

verwante terreinen, zoals de Epilepsievereniging <strong>Nederland</strong>,<br />

de Nierpatiëntenvereniging en de <strong>Nederland</strong>se Vereniging<br />

voor Autisme.<br />

De STSN zoekt ook de samenwerking met partners zoals<br />

zorginstellingen, hulpverleners, zorgverzekeraars en de<br />

wetenschappelijke wereld. Zo vervult de STSN een rol bij<br />

de ontwikkeling van effectieve zorg, medische- en sociale<br />

begeleiding of de bevordering van betere voorlichting en<br />

van wetenschappelijk onderzoek. En dat vereist goede contacten<br />

met onder meer de desbetreffende specialisten. Deze<br />

samenwerking had tot nu toe onder andere tot resultaat de<br />

oprichting van twee poliklinieken en van een expertiseteam<br />

‘gedrag’, onderzoek naar de genetische oorsprong van TSC en<br />

gedragskundig onderzoek.<br />

De STSN stelt zich vooral tot doel de realisatie van een optimale<br />

kwaliteit van leven en van zorg voor mensen met TSC,<br />

waarbij bovendien de verdere overerving van TSC zo veel<br />

mogelijk kan worden voorkomen. Hiertoe zijn nodig goede<br />

en volledige informatie, snelle diagnose, tijdige behandeling,<br />

zorg op maat en goede, persoonlijke begeleiding en<br />

ondersteuning bij het leren omgaan met deze aandoening.<br />

De STSN vindt verder dat mensen met TSC zoveel als hun<br />

aandoening toestaat zelf de regie in eigen hand moeten kunnen<br />

houden. n


www.stsn.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!