13.05.2013 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

van deze Heerser niet gevestigd is op geweld en wapens, maar op rechtvaardigheid en het<br />

vrezen van de Here. Juist deze samenvoeging bewijst dat dit in de goede verhouding staat<br />

tot God en beantwoordt aan de vereisten van God. Dit zal de toekomstige Heerser doen. Dit<br />

is een Messiaanse trek en dat David niet spreekt van een koning, maar van een Heerser, dit<br />

is het teken dat wij met de laatste woorden van David buiten de menselijk politieke sfeer in<br />

de Messiaanse sfeer bewegen. Aan de komst van de rechtvaardige Heerser twijfelt de koninklijke<br />

zanger voor geen ogenblik, daarvoor is Gods verbond zijn waarborg. De Messias<br />

van wie David al zijn heil verwacht en naar wie al zijn behagen uitgaat (slot vs. 5) zal zeker<br />

uitspruiten, een beeld van een Heerser, van de eindtijd waarmee wij nog telkens zullen kennismaken.<br />

Dat hij hier te maken hebben met het woord van een echt profetische gedachte,<br />

blijkt uit het slot van het stuk. De deugnieten worden in (vs. 6a) als dorens weggegooid. Hier<br />

immers wordt aan de komst van de rechtvaardige Heerser die David in een visioen ziet, het<br />

oordeel verbonden. Het gevolg van zijn komst zal wezen dat er aan de deugnieten een einde<br />

zoals aan dorens zal komen om weggegooid en verbrand te worden. Het lijdt geen twijfel dat<br />

David de deugnieten onder zijn eigen volk op het oog heeft en zo vinden we hier reeds de<br />

gedachte uitgesproken wat de laatste profeten verhalen nl. dat de dag van de Messias de<br />

dag van gericht zal zijn waaraan geen vijand van God zal ontkomen. Deze gedachte is zo<br />

echt profetisch en zo in overeenstemming met de geest van de Godsopenbaringen dat David<br />

terecht in de aanhef zegt: "De geest van de Here spreekt in mij en Zijn Woord is op mijn<br />

tong." Het is een aangrijpend beeld wat hier voor ons getekend wordt. De stervende David<br />

verlustigt zich aan het profetische vergezicht dat de Messias komt, dat een heilstijd zal aanbreken,<br />

dat de goddeloze van de aarde verdelgd zal worden. Het is treffend dat David hier in<br />

zijn laatste ogenblikken niet roemt op eigen prestaties, maar over wat God eenmaal zal<br />

doen. David zoekt niet zijn heil in wat hij in deze wereld verworven heeft, maar wat God<br />

eenmaal in de tijd zal doen wanneer het hem behaagt. Het is duidelijk dat deze profetie van<br />

David aansluit bij die van Nathan, er naar terug wijst en zonder zin niet te verstaan is. 2 Sam.<br />

23 is het vervolg van 2 Sam 7. Ook geen wonder want juist in deze woorden van Nathan lag<br />

de grondslag voor al Davids — Messiaanse verwachtingen. Deze woorden uit 2 Sam. 27:1-7<br />

zijn van David zelf afkomstig en omdat hetzelfde geldt van het profetenwoord uit 2 Sam. 7<br />

hebben wij de geschiedenis geen geweld aangedaan toen we boven dit hoofdstuk schreven:<br />

"De <strong>Christus</strong>verwachting bij David". We hebben David daarin leren kennen als de profeet van<br />

de verwachting, die deze als een belofte ontvangen heeft en zodoende zichzelf daarin verheugd<br />

en zich daarmee gesterkt heeft. De Messiasgedachte is voor ons sterker geworden en<br />

deze zelf onlosmakelijk verbonden aan de stam van David.106 In Ps. 132 klaagt Israël zijn<br />

nood bij de Here, omdat er van al de beloftes aan David gegeven nl. een eeuwig koningschap<br />

en een altijddurend koningshuis niets terecht gekomen was. Daarom begint de Psalm<br />

ook met de bede dat de Here toch moet denken aan de moeite van David met betrekking tot<br />

de dienst van de Here. Vanaf vers 11 haalt de dichter woordelijk gedeelten aan uit 2 Sam. 7<br />

om de Here te herinneren aan zijn beloften: "Van de vrucht van uw lichaam zal Ek laten zitten<br />

op uw troon." Vers 12: ". . . dan zullen hun zonen ook voor eeuwig op uw troon zitten"<br />

Vers 17: "Daar zal ik voor David een Koning laten uitspruiten; "Vers 18: ". . . maar op hem<br />

zal zijn kroon schitteren" Zo ziet de dichter hier in profetisch vergezicht de toekomst van het<br />

Davidshuis, waaraan de Messiasbelofte verbonden is.<br />

De Messiasverwachting in de Psalmen<br />

Dr. Joh de Groot zegt dat wanneer wij op dit veel omstreden terrein betrachten schuchterheid<br />

en soberheid gepast is, omdat het een terrein is dat zich leent voor misverstand maar<br />

ook voor heerlijke zekerheid. De reden is dat wij niet weten wat de oude heilige schrijvers<br />

geweten of niet geweten, of vermoed hebben. Het wordt zeker het treffendste samengevat<br />

door prof. De Groot waar hij zegt dat veel Psalmen een bepaalde geheimzinnige "meerwaarde"<br />

bezitten en dat er tussen de woorden "stiltes" zijn die voor mensen met geopende oren<br />

meer kunnen betekenen dan een hele reeks van teksten. Als God Zichzelf openbaart als een<br />

God van heil en wij als Christenen belijden dat er geen heil is buiten de enige Naam onder<br />

de hemel tot zaligheid, dan moet alle openbaring, ook in het boek van de Psalmen, een<br />

openbaring in <strong>Christus</strong> zijn, en als de Psalmschrijvers kennis dragen van een gerechtigheid<br />

voor God, dan kan dat per slot van rekening geen andere gerechtigheid zijn als die in Chris-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!