02.06.2013 Views

Bijlage van het beleidsplan - Vormingplus Antwerpen

Bijlage van het beleidsplan - Vormingplus Antwerpen

Bijlage van het beleidsplan - Vormingplus Antwerpen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

egio <strong>Antwerpen</strong><br />

<strong>Vormingplus</strong> regio <strong>Antwerpen</strong><br />

[ <strong>Bijlage</strong><br />

Beleidsplan 2011 - 2015]


Inhoudsopgave<br />

<strong>Bijlage</strong> A: Hoe <strong>het</strong> <strong>beleidsplan</strong> tot stand kwam<br />

<strong>Bijlage</strong> B: De gegevensverzameling<br />

Het profiel <strong>van</strong> de organisatie<br />

De bevraging <strong>van</strong> de stakeholders<br />

De SWOT-analyse<br />

<strong>Bijlage</strong> C: Het begrippenkader


ijlage A<br />

[Hoe Het tot stAnD kwAm]


2<br />

Hoe <strong>het</strong> <strong>beleidsplan</strong> tot stand kwam<br />

Fase 1. De start: beleidsbeslissing en planningsteam<br />

De Raad <strong>van</strong> Bestuur keurde op 5 februari 2009 <strong>het</strong> <strong>beleidsplan</strong>ningsproces goed. Daarin staat dat de volgende<br />

groepen deelnemen aan <strong>het</strong> proces.<br />

ͳ Het <strong>beleidsplan</strong>ningsteam, bestaande uit staf en coördinatieteam, organiseert <strong>het</strong> <strong>beleidsplan</strong>ningsproces en<br />

redigeert de teksten.<br />

ͳ De Raad <strong>van</strong> Bestuur fungeert als toetsgroep en beslissingsgroep tijdens <strong>het</strong> proces. Concreet betekent dit<br />

dat <strong>het</strong> coördinatieteam op elke Raad <strong>van</strong> Bestuur tijdens <strong>het</strong> proces verslag uitbrengt over de stand <strong>van</strong><br />

zaken. De bestuurders krijgen alle stukken per e-mail toegestuurd en kunnen bijsturen.<br />

ͳ Het leesteam wordt samengesteld door <strong>het</strong> <strong>beleidsplan</strong>ningsteam en leest de geproduceerde teksten. In <strong>het</strong><br />

leesteam zitten zowel deskundigen in <strong>het</strong> sociaal-cultureel werk als buitenstaanders. Hen wordt gevraagd om<br />

de teksten te becommentariëren.<br />

ͳ De medewerkersvergadering, bestaande uit alle medewerkers <strong>van</strong> <strong>Vormingplus</strong> regio <strong>Antwerpen</strong>. Zij komen<br />

vier keer per jaar samen en spreken zich uit over de beleidsteksten. Hun advies gaat rechtstreeks naar de<br />

Raad <strong>van</strong> Bestuur.<br />

ͳ De debatgroep, bestaande uit bestuurders, leden <strong>van</strong> de Algemene Vergadering, medewerkers, freelancers,<br />

vrijwilligers en stakeholders, komt twee maal samen tijdens <strong>het</strong> planningsproces. we leggen hen dwingende<br />

thema’s ter discussie voor (bijvoorbeeld de herformulering <strong>van</strong> de missie, de verfijning <strong>van</strong> de omgevingsanalyse,<br />

beleiduitdagingen, ...). De resultaten <strong>van</strong> de debatgroep liggen voor op de Raad <strong>van</strong> Bestuur.<br />

De stappen en de timing<br />

5 februari – 31 maart 2009: startfase<br />

De verschillende werkgroepen werden opgericht. Het coördinatieteam volgde cursussen over <strong>beleidsplan</strong>ning<br />

en toekomstverkennningen bij soCius.<br />

er was een informatieronde bij de medewerkers over <strong>het</strong> waarom, <strong>het</strong> nut, hun betrokkenheid en de mogelijke<br />

gevolgen <strong>van</strong> de <strong>beleidsplan</strong>ning.<br />

1 april – 30 juni 2009: fase gegevensverzameling<br />

ͳ (Her)formulering <strong>van</strong> de missie, rekening houdend met de onderzoeksresultaten <strong>van</strong> <strong>het</strong> HIVA.<br />

ͳ organisatieprofiel (verleden, heden, de voorbije <strong>beleidsplan</strong>nen, de juridische context).<br />

ͳ Bevraging <strong>van</strong> de stakeholders.<br />

ͳ Interne gegevensverzameling (via zelfevaluatie) kwaliscoop.<br />

ͳ externe gegevensverzameling (omgevingsanalyse socius met aanpassing aan eigen regio).<br />

ͳ Alle verzamelde gegevens worden in kaart gebracht in een swot-rooster.<br />

1 juli - 31 oktober 2009: fase beleidsuitdagingen<br />

ͳ Analyse <strong>van</strong> de gegevens<br />

ͳ Beleidsuitdagingen<br />

ͳ Beleidsopties<br />

ͳ swot analyse – swot correlatie<br />

1 november- 31 december 2009: fase doelstellingen<br />

ͳ opmaak <strong>van</strong> de strategische doelstellingen


Fase 2. 1 januari – eind februari 2010: Strategische fase<br />

ͳ medewerkers- en financieel plan<br />

ͳ toetsing aan decretale voorwaarden<br />

ͳ Actieplannen<br />

Fase 3. maart – april 2010: Afwerkingsfase<br />

bijlage A<br />

[hoe <strong>het</strong> tot stand kwam]<br />

3


ijlage B<br />

[De gegeVensVeRZAmelIng]


6<br />

DE GEGEVENSVERZAMELING<br />

De gegevensverzameling is de allerbelangrijkste fase bij de opmaak <strong>van</strong> een <strong>beleidsplan</strong>. De belangrijkste historische<br />

feiten <strong>van</strong> de organisatie brachten we samen.<br />

Het profiel <strong>van</strong> de organisatie<br />

we beschrijven de organisatie zoals ze in <strong>het</strong> verleden was en wat ze nu geworden is. Alle gegevens die daartoe<br />

bijdroegen, zetten we op een rijtje.<br />

Het verleden en <strong>het</strong> heden<br />

2004 - 2006<br />

Bij de start werden de oude werkingen verdergezet. we ontwikkelden een tweesporenbeleid: continueren <strong>van</strong><br />

de oude activiteiten en ontwikkelen <strong>van</strong> een langetermijnbeleid voor de opdrachten <strong>van</strong> <strong>het</strong> decreet.<br />

De coördinatiefunctie werd ontwikkeld: we brachten <strong>het</strong> aanbod <strong>van</strong> de verschillende gemeenten in de regio in<br />

kaart. De werktijd <strong>van</strong> <strong>Vormingplus</strong>-medewerkers werd verdeeld over de kerntaken.<br />

Het open aanbod in eigen huis kwam onder druk te staan ten voordele <strong>van</strong> de spreiding <strong>van</strong> <strong>het</strong> open aanbod in<br />

de regio, voornamelijk ingevuld door freelance medewerkers<br />

De eigen educatieve medewerkers werden meer ingezet om de kerntaken te realiseren: coördinatie en afstemming<br />

en ontwikkelen en begeleiden <strong>van</strong> een eigen aanbod.<br />

meer en meer vrijwilligers werden bij projecten betrokken en vervulden een actieve rol.<br />

2006 - 2009<br />

ͳ we ontwikkelden een visie over coördinatie en afstemming in de regio en een methode om vormingsbehoeften<br />

in kaart te brengen en te systematiseren (edubel).<br />

ͳ we ontwikkelden een methode om voortdurend <strong>het</strong> aanbod te inventariseren en om te zetten in een werkzaam<br />

systeem, -verbeterproject.<br />

ͳ Het coördinatie- en afstemmingswerk in de stad gebeurde <strong>van</strong>uit thematische invalshoeken.<br />

ͳ we ontwikkelden een visie over <strong>het</strong> eigen aanbod en prioriteitenstelling.<br />

ͳ we maakten een verklarende begrippenlijst.<br />

ͳ De krijtlijnen voor de allereerste cursuspool werden uitgewerkt.<br />

ͳ we ontwikkelden een nieuwe website.<br />

ͳ we ontwikkelden een kalender met een overzicht <strong>van</strong> alle niet-formele activiteiten in de regio.<br />

ͳ we verbeterden de infrastructuur.<br />

ͳ we zetten een project organisatieontwikkeling op (2006-2009).<br />

Bedenkingen administratie cultuur bij de werking,<br />

Bezoek naar aanleiding <strong>van</strong> <strong>het</strong> eerste <strong>beleidsplan</strong> en bedenkingen adviescommissie daarop, maart 2006, bezoek<br />

oktober 2005<br />

ͳ <strong>Vormingplus</strong> is zich bewust <strong>van</strong> haar decretale opdrachten en is zich bewust <strong>van</strong> vernieuwing en traditie en<br />

werkt strategisch verder aan de uitbouw <strong>van</strong> de werking.<br />

ͳ Het <strong>beleidsplan</strong> is vrij theoretisch, <strong>het</strong> dient meer afgestemd op de concrete realiteit in de regio.<br />

ͳ De werking is divers en betrokken op actuele tendensen en problemen, maar er dient verder gewerkt aan<br />

een geïntegreerd kader, een duidelijke visie ontbreekt.<br />

ͳ De werking in functie <strong>van</strong> de hele regio verder uitbouwen, rekening houdend met de specificiteit <strong>van</strong> <strong>Antwerpen</strong>,<br />

maar ook <strong>van</strong> de andere gemeenten.


ͳ De spreiding in de regio dient bekeken te worden in samenhang met de opdrachten ‘coördinatieopdracht en<br />

afstemming <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanbod’.<br />

ͳ De coördinatieopdracht dient een bredere invulling te krijgen, coördineren is meer dan dienstverlenend<br />

optreden.<br />

ͳ Het eigen aanbod herdenken en vernieuwen in functie <strong>van</strong> de noden enerzijds en <strong>het</strong> aanwezige aanbod in<br />

de regio anderzijds.<br />

ͳ Betere spreiding in de regio nastreven met als doel vorming dichter bij de mensen te brengen.<br />

ͳ Het eigen aanbod dient beter aan te sluiten op de behoeften in de regio en aanvullend te zijn op <strong>het</strong> reeds<br />

bestaande aanbod. nu realiseert men een breed aanbod, gegroepeerd per themagroep, maar een duidelijk<br />

kader ontbreekt. Visie op eigen aanbod verder uitwerken.<br />

ͳ Het eigen aanbod dient aanvullend te zijn op wat reeds bestaat in de regio.<br />

ͳ De rol die <strong>Vormingplus</strong> opneemt bij projecten duidelijk afbakenen en kaderen binnen de educatieve opdracht.<br />

ͳ <strong>Vormingplus</strong> dient zich verder te profileren en visie te ontwikkelen op haar opdrachten.<br />

ͳ Aanmoediging om educatieve dynamieken in de regio te ondersteunen.<br />

bijlage B<br />

[de gegevensverzameling]<br />

2007 - 2008<br />

De overheid introduceert een nieuw systeem <strong>van</strong> rapporteren: verslaggeving <strong>van</strong> <strong>het</strong> voorbije jaar, gekoppeld<br />

aan de planning <strong>van</strong> <strong>het</strong> volgende jaar.<br />

ͳ In Boom wordt een platform voor laaggeschoolden opgericht met als doel leerinitiatieven op mekaar afstemmen<br />

en nieuwe kansen initiëren.<br />

ͳ we ontwikkelen samen met socius en enkele andere <strong>Vormingplus</strong>sen een instrument om educatieve behoeften<br />

op te sporen.<br />

ͳ er worden eerste afspraken gemaakt rond prioritaire invalshoeken om <strong>het</strong> eigen aanbod te profileren.<br />

Het gaat om: stedelijk samenleven, maatschappelijke weerbaarheid, interculturaliseren, lerende gemeenschap<br />

ͳ Het open aanbod in eigen huis wordt afgebouwd ten voordele <strong>van</strong> de verdere spreiding in de regio.<br />

ͳ De cursuspool wordt verder uitgewerkt om zo <strong>het</strong> aanbodgericht cursuswerk verder te verspreiden in de<br />

regio.<br />

ͳ we kiezen ervoor om in samenwerkingsverbanden op een projectmatige manier te werken aan maatschappelijke<br />

kwesties zoals inburgering, leefbaarheid, democratie, interculturaliseren, cultuurparticipatie cultuurspreiding,<br />

basiskwalificaties voor kwetsbare, ondersteunen <strong>van</strong> vrijwillige inzet, de digitale kloof,…,<br />

ͳ we verspreiden een eerste activiteitenkalender, naast de vormingsbrochure, met daarin al de niet-formele<br />

educatie uit de regio.<br />

ͳ De activiteitenfiche wordt verder uitgewerkt tot een gebruiksvriendelijk (intern) instrument samen met <strong>het</strong><br />

gebruik <strong>van</strong> de cursuspool dat verder ingezet wordt in de regio.<br />

2008 - 2009<br />

ͳ De instrumenten voor inventarisatie en behoeftenonderzoek zijn in ontwikkeling, <strong>het</strong> instrument voor <strong>het</strong><br />

opsporen <strong>van</strong> behoeften zit al in de testfase. Het volgend werkjaar zal dit meer systematisch gebruikt kunnen<br />

worden.<br />

ͳ Het inventariseren <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanbod in de regio moet duidelijker in beeld gebracht worden.<br />

ͳ Het instrumentarium om <strong>het</strong> aanbod te inventariseren en behoeften in kaart te brengen staat op punt.<br />

ͳ onze werkingssporen worden afgebakend en verduidelijkt, de steunfunctie ten aanzien <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanbodgericht<br />

cursuswerk wordt verduidelijkt in een tekst en zal verder in praktijk gebracht worden.<br />

ͳ we moeten werk maken <strong>van</strong> <strong>het</strong> op punt zetten <strong>van</strong> evaluatiecriteria.<br />

ͳ Via onze nieuwe website wordt <strong>het</strong> niet-formele aanbod in de regio bekend gemaakt .<br />

ͳ De verspreiding <strong>van</strong> onze activiteitenkalender heeft effect in de regio.<br />

7


8<br />

Bedenkingen <strong>van</strong> de visitatiecommissie<br />

Algemeen besluit – visitatieverslag 2009:<br />

<strong>Vormingplus</strong> regio <strong>Antwerpen</strong> heeft <strong>het</strong> proces <strong>van</strong> <strong>het</strong> samengaan <strong>van</strong> acht organisaties en <strong>het</strong> opnemen <strong>van</strong><br />

de vier nieuwe opdrachten goed beheerst. Zowel op inhoudelijk als op organisatorisch vlak wordt blijk gegeven<br />

<strong>van</strong> een doordachte aanpak. er is een grote evolutie vast te stellen gedurende de voorbije beleidsperiode.<br />

Zeer kenmerkend is <strong>het</strong> willen en kunnen gebruik maken <strong>van</strong> de beleidsruimte en <strong>van</strong> de experimenteermogelijkheden.<br />

Dit vooral om <strong>het</strong> recht op niet-formele educatie ook te garanderen voor wie in onze maatschappij<br />

aan de rand <strong>van</strong> onderwijs en vorming blijft haperen. <strong>Vormingplus</strong> regio <strong>Antwerpen</strong> toont dat een bestuur in<br />

communicatie met <strong>het</strong> personeel en met de buitenwereld tot duidelijke, ook inhoudelijke, keuzes kan komen<br />

en zo menselijke en materiële middelen krachtig kan inzetten op prioritaire terreinen, met voldoende heldere<br />

werkprincipes.<br />

Algemene aandachtspunten:<br />

Algemeen gesproken dient meer aandacht besteed te worden aan de buitenstedelijke gebieden en, mogelijk<br />

samenhangend daarmee, aan de relatie met <strong>het</strong> verenigingsleven.<br />

De sociale <strong>het</strong>erogeniteit <strong>van</strong> <strong>het</strong> werkingsgebied is een gegeven dat beter verkend en geïntegreerd moet worden.<br />

Aanbeveling:<br />

ͳ evaluatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> bereikte publiek verbeteren door de registratie <strong>van</strong> méér rele<strong>van</strong>te deelnemerskenmerken<br />

en op die manier reeds bereikte deelgroepen scherper in kaart brengen.<br />

ͳ spreiding is een belangrijk aandachtspunt, beleidsintenties op dit vlak dienen zo snel mogelijk in de praktijk<br />

gebracht te worden.<br />

ͳ Vanuit een duidelijke visie op de rol <strong>van</strong> <strong>Vormingplus</strong> de eigen werking voldoende in beeld te brengen in<br />

functie <strong>van</strong> herkenbaarheid, zowel via de website, als via andere communicatiekanalen.<br />

ͳ werk maken <strong>van</strong> de geplande actualisering <strong>van</strong> <strong>het</strong> communicatie<strong>beleidsplan</strong> met aandacht voor doelgroepgerichte<br />

communicatie.<br />

ͳ op basis <strong>van</strong> een analyse <strong>van</strong> de effectiviteit <strong>van</strong> de huidige media-mix (onder andere over de meerwaarde<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> infopunt) verbeterprojecten inlassen waar nodig.<br />

ͳ Uitwerken <strong>van</strong> criteria en/of randvoorwaarden voor deelname aan beurzen.<br />

ͳ werk maken <strong>van</strong> de geplande actualisering <strong>van</strong> <strong>het</strong> communicatie<strong>beleidsplan</strong> met aandacht voor<br />

mensen via educatie te betrekken.<br />

ͳ Aanmoediging om de zoektocht verder te zetten naar werkvormen om op <strong>het</strong> domein <strong>van</strong> ‘samenleven’.<br />

ͳ Zoeken naar manieren om ook over de output <strong>van</strong> de projectwerking én <strong>van</strong> de andere opdrachten beter te<br />

rapporteren (in kwalitatieve termen en waar mogelijk ook ondersteund met kwantitatieve gegevens).


Het voorbije <strong>beleidsplan</strong> (2006-2009 (2010))<br />

bijlage B<br />

[de gegevensverzameling]<br />

Het <strong>beleidsplan</strong> 2006-2009 staan 10 beleidsuitdagingen die vertaald werden in 23 algemene doelstellingen, die<br />

op hun beurt onderverdeeld werden in concrete doelstellingen .De grote hoeveelheid aan diverse doelen maakt<br />

<strong>het</strong> <strong>beleidsplan</strong> moeilijk te hanteren en op te volgen.<br />

<strong>Vormingplus</strong> heeft tijdens deze beleidsperiode bijna alle algemene doelstellingen gerealiseerd.<br />

Behalve doelstelling 18 “<strong>het</strong> opstarten <strong>van</strong> een infopunt waarin alle vragen <strong>van</strong> partners, individuen en organisaties<br />

over niet-formele educatieve activiteiten in de regio kunnen beantwoord worden”<br />

Deze doelstelling werd niet gerealiseerd omdat uit de gevoerde interne discussies bleek dat voor de gebruiker<br />

<strong>van</strong> zulk een infopunt de term niet-formele educatie irrele<strong>van</strong>t is en we daardoor een soort onderwijswinkel<br />

zouden worden waar we dan met andere sectoren zouden moeten overleggen.<br />

Het blijkt dat een aantal concrete doelstellingen niet gerealiseerd werden. Dit is te wijten aan verkeerde inschattingen<br />

die gemaakt werden in een periode dat er nog geen realistisch intern beleid was inzake coördinatie<br />

en afstemming en prioritaire invalshoeken.<br />

De juridische context<br />

<strong>Vormingplus</strong> werd in september 2003 als volkshogeschool erkend door <strong>het</strong> ministerie <strong>van</strong> de Vlaamse gemeenschap,<br />

Afdeling Volksontwikkeling en Bibliotheekwerk. Daardoor valt <strong>Vormingplus</strong> onder de richtlijnen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

decreet over <strong>het</strong> sociaal-cultureel volwassenenwerk.<br />

De werking <strong>van</strong> <strong>Vormingplus</strong> wordt beoordeeld aan de hand <strong>van</strong> 13 parameters:<br />

ͳ <strong>het</strong> publieksbereik,<br />

ͳ de mate waarin de volkshogeschool kansengroepen bereikt, of via <strong>het</strong> werken met multiplicatoren <strong>van</strong> betekenis<br />

voor kansengroepen,<br />

ͳ de spreiding <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanbod over de regio,<br />

ͳ de wijze <strong>van</strong> bekendmaking <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanbod,<br />

ͳ de diversiteit <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanbod,<br />

ͳ de maatschappelijke verantwoording <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanbod,<br />

ͳ de beschikbare infrastructuur,<br />

ͳ de professionele uitbouw,<br />

ͳ de netwerkvorming,<br />

ͳ de samenwerking met gespecialiseerde instellingen,<br />

ͳ de eigen bijdrage aan <strong>het</strong> overleg met de volkshogescholen uit de andere regio’s,<br />

ͳ de wijze waarop de volkshogescholen de culturele en gemeenschapsvormende functie invult,<br />

ͳ <strong>het</strong> aantal uren programma’s.<br />

Vanaf 2009 wordt <strong>het</strong> aantal beoordelingselementen verhoogd tot 16 parameters:<br />

ͳ de wijze waarop de gemeenschapvormende functie invult,<br />

ͳ de diversiteit, met specifieke aandacht voor interculturaliteit,<br />

ͳ de manier waarop in de werking rekening gehouden wordt met principes <strong>van</strong> de integrale kwaliteitszorg.<br />

9


10<br />

<strong>Vormingplus</strong> volgt <strong>van</strong>af haar oprichting als vzw op 16/06/2003 de nieuwe vzw-wetgeving, die <strong>van</strong>af 1 januari<br />

2006 volledig <strong>van</strong> kracht wordt.<br />

<strong>Vormingplus</strong> valt onder de bepalingen en verplichtingen <strong>van</strong> een “grote” vzw.<br />

<strong>Vormingplus</strong> is gehouden tot <strong>het</strong> betalen <strong>van</strong> patrimoniumtaks in <strong>het</strong> geval dat <strong>het</strong> vermogen, <strong>het</strong> bedrag <strong>van</strong><br />

25.000 euro per jaar overstijgt. De aangifte dient spontaan en jaarlijks te gebeuren.<br />

<strong>Vormingplus</strong> valt eveneens onder de rechtspersonenbelasting, en dient daarvoor jaarlijkse een aangifte in bij<br />

de Registratie Personenbelasting (RPB). Als erkend en gesubsidieerde organisatie is <strong>Vormingplus</strong> vrijgesteld <strong>van</strong><br />

Btw, voor zover de jaarlijkse inkomsten niet in wanverhouding staan tot <strong>het</strong> jaarlijks toegekende subsidiebedrag.<br />

Als werkgever, huurder, verhuurder en omdat ze werkt met vrijwilligers dient <strong>Vormingplus</strong> een aantal verplichte<br />

verzekeringen af te sluiten, en handelend “als goede huisvader “ heeft <strong>Vormingplus</strong> dan ook een aantal bijkomende<br />

verzekeringen afgesloten.<br />

Als werkgever valt <strong>Vormingplus</strong> onder <strong>het</strong> Paritair Comité 329.01 en volgt de afgesloten CAo’s op. <strong>Vormingplus</strong><br />

hoort eveneens bij de RsZ-sector 262 (sociaal-culturele sector)


De bevraging <strong>van</strong> de stakeholders<br />

In de lente 2009 hebben we de stakeholders bevraagd. er waren 15 respondenten. we hebben hen vier vragen<br />

voorgelegd.<br />

1. wat maakt dat u besliste om met <strong>Vormingplus</strong> <strong>Antwerpen</strong> samen te werken?<br />

2. wat zijn volgens u sterke en zwakke kanten <strong>van</strong> <strong>Vormingplus</strong> <strong>Antwerpen</strong>?<br />

3. <strong>Vormingplus</strong> <strong>Antwerpen</strong> wil méér mensen in de ‘leerboot’ krijgen. welke mogelijkheden en kansen<br />

ziet u op dat vlak?<br />

4. wat moet de organisatie meer doen indien de middelen beschikbaar zouden zijn?<br />

1. wat maakte dat u besliste om met <strong>Vormingplus</strong> <strong>Antwerpen</strong> samen te werken?<br />

ͳ Decretale opdracht rond vorming en gemeenschapsvorming in vrije tijd. (4 antwoorden)<br />

ͳ laagdrempelige invalshoek door samenwerking is een meerwaarde. (2)<br />

ͳ Publieksbereik en promotie is een meerwaarde. (4)<br />

ͳ neutraliteit (1)<br />

ͳ wederzijdse versterking (4)<br />

ͳ Aanbod <strong>van</strong> projecten op artistiek en cultureel vlak (2)<br />

2. wat zijn volgens u sterke en zwakke kanten <strong>van</strong> <strong>Vormingplus</strong> <strong>Antwerpen</strong>?<br />

Sterkte Zwakte<br />

De aanwezige kennis en ervaring, er is expertise<br />

opgebouwd. (6)<br />

Facturering gebeurt veel te laat. (1)<br />

Het aanbod is groot, interessant en maatschappelijk Procedures worden door boekhouding niet opge-<br />

gericht. (6)<br />

volgd. (1)<br />

stimulerend bij artistieke projecten (1) De organisatiestructuur is ondoorzichtig. (1)<br />

De samenwerking met verschillende partners (3) Het is onduidelijk waarvoor <strong>Vormingplus</strong> staat: de<br />

identiteit moet duidelijker. (5)<br />

werken op maat en impulsen rond laagdrempeligheid<br />

(3)<br />

De kwaliteit <strong>van</strong> medewerkers verschilt. (1)<br />

goede samenwerking (4) <strong>Vormingplus</strong> is niet gekend. (1)<br />

Flexibiliteit <strong>van</strong> medewerkers (3) De beslissingsbevoegdheden zijn onduidelijk (2)<br />

Flexibiliteit in mogelijkheden tot samenwerken (4) <strong>Vormingplus</strong> profileert zich te weinig als vormingsaanbieder,<br />

ondanks <strong>het</strong> groot aantal medewerkers.<br />

(1)<br />

Focus ligt op minder populaire, maar wel maatschap- Visie op vorming en maatschappelijke opdracht is<br />

pelijk rele<strong>van</strong>te cursussen en onderwerpen. (3) onduidelijk. (2)<br />

enthousiaste medewerkers (4) onduidelijk wie de contactpersoon is. (1)<br />

bijlage B<br />

[de gegevensverzameling]<br />

11


12<br />

3. welke kansen ziet u voor <strong>Vormingplus</strong>?<br />

ͳ samenwerken met partners, zowel tijdelijk als permanent (5)<br />

ͳ Impulsen <strong>van</strong> onderuit (2)<br />

ͳ Brugfunctie tussen organisaties (5)<br />

ͳ ouders <strong>van</strong> kinderen bereiken (1)<br />

ͳ Communicatie voeren op verschillende terreinen, dichter bij mensen, wijk, huisarts, tv, ... (4)<br />

ͳ meer expertise opbouwen in de combinatie <strong>van</strong> vorming en doelgroepen (2)<br />

ͳ kwaliteitscontrole (1)<br />

ͳ laagdrempelige initiatieven ontwikkelen om de digitale kloof te dichten (1)<br />

ͳ leertrajecten met vrijwilligers in professionele organisaties (1)<br />

4. welk advies heeft u voor <strong>Vormingplus</strong>?<br />

ͳ Publicaties aantrekkelijker maken en verspreiden in verschillende milieus (1)<br />

ͳ e-zine met goede praktijkvoorbeelden, ook <strong>van</strong> andere <strong>Vormingplus</strong>sen, meer in de verf zetten (1)<br />

ͳ Plek <strong>van</strong> publiek debat (1)<br />

ͳ Allochtonen betrekken (1)<br />

ͳ welzijnsorganisaties betrekken en afstemmen (2)<br />

ͳ Bereikt publiek en eigen cursusaanbod openbreken (<strong>van</strong> blanke middenklasse naar kansengroepen) (3)<br />

ͳ organisaties aanspreken waar je <strong>van</strong> dienst kan zijn, mogelijk een jaarlijks overleg waaruit een pakket op<br />

aanvraag kan groeien (1)<br />

ͳ ondersteuning in tijd continueren (1)<br />

ͳ Duidelijke en herkenbare communicatie voeren, meer via intermediairen en <strong>het</strong> veld (2)<br />

ͳ Participatiedecreet biedt een mogelijkheid voor samenwerking (oCmw, ge<strong>van</strong>genis, …) (1)<br />

ͳ grotere financiële bijdrage in samenwerking met gespecialiseerde vormingsinstellingen en plaatselijke partners<br />

(2)<br />

ͳ meer laagdrempelig aanbod vorming voor kansarmen (1)<br />

ͳ (nog meer) gemeenschappelijke promotie maken (1)<br />

ͳ meer regionale en lokale steunpunten (2)


De tevredenheidsenquête<br />

In <strong>het</strong> voorjaar werd er een tevredenheidsenquête gehouden bij de medewerkers. Deze was identiek aan de<br />

enquête <strong>van</strong> 2006. op deze manier kunnen we een aantal vergelijkingen maken. De enquête werd niet ingevuld<br />

door <strong>het</strong> coördinatieteam. er waren in 2009 ook beduidend minder respondenten dan in 2006 (in 2006 32<br />

respondenten, in 2009 23).<br />

ͳ medewerkers zijn nu meer tevreden dan in 2006 over werkplek, taakinhoud, werkingsmiddelen en de invloed<br />

op de eigen werkplanning.<br />

ͳ De sfeer tussen collega’s op de werkvloer is verbeterd.<br />

ͳ De loyaliteit <strong>van</strong> de medewerkers t.a.v. de organisatie is dan weer 95% wat zeer hoog is.<br />

ͳ De motivatie <strong>van</strong> de medewerkers is verbeterd maar laat nog te wensen over.<br />

ͳ De appreciatie <strong>van</strong> de leiding is verhoogd. Het gebrek aan feedback op alle niveaus blijft echter een groot<br />

probleem.<br />

bijlage B<br />

[de gegevensverzameling]<br />

13


14<br />

De swot-analyse<br />

Coördinatie en Afstemming<br />

STERKTES KANSEN<br />

In bestaande samenwerkingen heeft <strong>Vormingplus</strong> een<br />

goede naam, wat <strong>het</strong> aangaan <strong>van</strong> nieuwe samenwerkingsverbanden<br />

vergemakkelijkt.<br />

- neutraliteit <strong>van</strong> <strong>Vormingplus</strong>.<br />

- Flexibiliteit.<br />

- onze brede waaier aan actieterreinen en aanbod<br />

(zie organiseer zelf en organiseer samen).<br />

- Financiële slagkracht.<br />

- <strong>Vormingplus</strong> is een unieke partner op <strong>het</strong> terrein<br />

<strong>van</strong> vorming.<br />

- De programmeergroep (organiseer zelf en organiseer<br />

samen) heeft een groot potentieel voor coördinatie<br />

en afstemming, maar evenzeer voor educatief<br />

werk.<br />

- Vanuit onze unieke positie liggen er nog vele kansen<br />

op <strong>het</strong> terrein <strong>van</strong>:<br />

* tewerkstelling<br />

* culturele participatie (Rhizomen)<br />

* opvoedingsondersteuning.<br />

- Aan te pakken problemen <strong>van</strong>uit de omgevingsanalyse<br />

zijn: vergrijzing, stijging aantal nieuwkomers,<br />

werkloosheid<br />

- tussen sector <strong>van</strong> basiseducatie en sociaal-cultureel<br />

werk (<strong>Vormingplus</strong>): de muurtjes tussen de belendende<br />

sectoren afbreken en structurele samenwerking<br />

aangaan.<br />

- met gepaste maatregelen (financieel, promotie, …)<br />

creëren <strong>van</strong>:<br />

* een positief leerklimaat<br />

* drempelverlaging<br />

* voorbeeld <strong>van</strong> een financiële maatregel: gratis aanbod<br />

voor bepaalde doelgroepen.<br />

- Beleidsbeïnvloeding is een taak die nog kan groeien.<br />

- In samenwerking met cultuurcentra gemeenschapsvormende<br />

projecten ontwikkelen (stad én streek).<br />

- Proactief stimuleren <strong>van</strong> <strong>het</strong> publiek debat.<br />

ZWAKTES BEDREIGINGEN<br />

- Het dubbelmandaat bij vele medewerkers (educatie/coördinatie),<br />

en de dubbele opdrachten bij<br />

<strong>Vormingplus</strong> zorgen voor tegenstrijdigheden.<br />

- …waardoor ons coördinatieprofiel dreigt verzwakt te<br />

worden. Bijvoorbeeld hebben we wel voldoende politiek<br />

inzicht om coördinerend op te treden?<br />

- onvoldoende duurzaamheid in <strong>het</strong> samenwerken:<br />

te veel werken aan projecten in plaats <strong>van</strong> continue<br />

trajecten.<br />

- onvoldoende kwaliteitszorg.<br />

- <strong>Vormingplus</strong> is nog te weinig herkenbaar op vele<br />

terreinen, ook bijvoorbeeld bij allochtonenverenigingen.<br />

- te weinig bereik <strong>van</strong> verenigingen, in tegenstelling<br />

tot samenwerking met koepels.<br />

- nog te weinig netwerking in de regio.<br />

- onze inventaris <strong>van</strong> educatieve aanbieders is te<br />

weinig gedetailleerd en up-to-date.<br />

- onduidelijkheid qua doelgroepfocus, zowel op de<br />

eerste als op de tweede lijn.<br />

- Intern: te weinig kennisoverdracht.<br />

- te zwakke positie t.a.v. (stedelijke) partner. wat als<br />

de stad <strong>Antwerpen</strong> andere prioriteiten gaat leggen?<br />

- onduidelijke opdrachten.<br />

- onvoldoende externe honorering (concurrentie die<br />

nog speelt).<br />

- Afhankelijk <strong>van</strong> <strong>het</strong> Vlaamse cultuurbeleid.<br />

- Decretale ambities versus de reële mogelijkheden<br />

<strong>van</strong> <strong>Vormingplus</strong>.


Vormingswerk<br />

THEMA BURGERSCHAP<br />

STERKTES KANSEN<br />

- we bereiken een sociale mix, we werken divers,<br />

zowel naar doelgroep als naar methodiek.<br />

- we zetten sociale leerprocessen op, we werken met<br />

sociaal leren (authentiek leren, contextueel leren,<br />

leren door interactie, …).<br />

- we kennen en respecteren de leefwereld <strong>van</strong> de<br />

doelgroep en anticiperen daarop (we kunnen een<br />

juiste probleemdefinitie maken).<br />

- we werken procesmatig via procesbegeleiding<br />

(maatwerk, aanbod aanpassen aan de specifieke<br />

vraag die zich stelt).<br />

- we werken projectmatig (terugblikken, evalueren,<br />

bijstellen, emancipatorisch en dus kritisch denken en<br />

handelen bevorderen).<br />

- Het interdisciplinair werken (meerlagigheid in projecten)<br />

zorgt voor een meerwaarde.<br />

- er bestaat een groot netwerk <strong>van</strong> bewoners met<br />

(actieve) burgerzin.<br />

- nieuwe migranten zijn vaak hooggeschoold en staan<br />

open voor vorming, zij vormen een potentiële groep<br />

actieve vrijwilligers in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> burgerparticipatie.<br />

- stemplicht voor nieuwkomers en de verkiezingen<br />

zijn kansen tot participatie.<br />

- werken rond duurzaamheid en specifiek rond economie<br />

en ecologie:<br />

- er is nog een leemte (qua actoren en methodieken)<br />

op vlak <strong>van</strong> groene economi(e)nderen, anders en<br />

minder consumeren.<br />

- werken aan de directe democratie rond milieubeleid<br />

vormt een uitdaging.<br />

- De poot duurzaamheid en ecologie zou net als interculturalisatie<br />

transversaal doorheen de organisatie<br />

kunnen lopen.<br />

ZWAKTES BEDREIGINGEN<br />

- onze thema’s en dienstverlening zijn onvoldoende<br />

bekend in de ‘buitenwereld’.<br />

- we werken te veel ad hoc en te weinig op de<br />

tweede lijn waardoor de consolidering <strong>van</strong> onze projecten<br />

vaak niet verzekerd is, dus is er weinig effect<br />

op langere termijn.<br />

- Het aanbod <strong>van</strong> <strong>Vormingplus</strong> moet meer aangepast<br />

worden aan de specifieke vraag en nood <strong>van</strong> de<br />

doelgroep.<br />

- er is te weinig competentie in ons team om onze<br />

projecten te analyseren, om er een studie over te<br />

maken die kan gepubliceerd worden of om op studiedagen<br />

aan potentiële partners toe te lichten.<br />

- De kloof tussen kansarmen en kansrijken wordt<br />

steeds groter.<br />

- De samenwerking tussen diverse (kansen)groepen is<br />

niet evident.<br />

- De verhouding tussen actoren en <strong>Vormingplus</strong> is<br />

soms moeilijk: op <strong>het</strong> terrein wordt <strong>Vormingplus</strong> nog<br />

teveel beschouwd als ‘concurrent’.<br />

- De kredietwaardigheid <strong>van</strong> vormingswerk wordt<br />

onderschat.<br />

- Het is moeilijk impliciete leervragen te detecteren.<br />

bijlage B<br />

[de gegevensverzameling]<br />

15


16<br />

THEMA CULTUUR<br />

STERKTES KANSEN<br />

- De originaliteit en eigenheid <strong>van</strong> de cultuurprojecten<br />

op vlak <strong>van</strong> inhoud, aanpak, opzet en methodiek.<br />

- Het bereik aan partners, vrijwilligers en deelnemers<br />

uit allerhande bevolkingsgroepen (ook maatschappelijk<br />

kwetsbare mensen, vrouwen in de middenleeftijd,<br />

…).<br />

- De flexibiliteit, vraaggerichtheid en knowhow in de<br />

samenwerking met partners.<br />

- laagdrempeliger werken in samenwerking met<br />

cultuurhuizen.<br />

- De steeds groter wordende groep ouderen, alleenstaanden,<br />

werklozen met een behoefte aan cultuurparticipatie<br />

en contacten.<br />

- Veel partners in <strong>het</strong> veld geloven in onze ‘cultuurtoeleiding’.<br />

- Actieve cultuurparticipatie bevordert de passieve<br />

cultuurparticipatie en actief burgerschap. en dus<br />

ook de verdraagzaamheid. De overheid subsidieert<br />

sociaal-artistieke projecten. een ware kans om zowel<br />

doelstellingen te realiseren als middelen ervoor te<br />

vinden. opletten wel voor de valkuil <strong>van</strong> stigmatering<br />

<strong>van</strong> achtergestelde groepen.<br />

ZWAKTES BEDREIGINGEN<br />

- De cultuurprojecten zijn te veel geconcentreerd in<br />

de stad en zijn niet gekend in de regio.<br />

- Verzelfstandiging, verduurzaming en meetbaarheid<br />

<strong>van</strong> onze cultuurprojecten lukt niet echt.<br />

- er zijn te weinig trekkers en uitwerkers <strong>van</strong> cultuurprojecten.<br />

THEMA ICT EN NIEUWE MEDIA<br />

- nood aan receptieve, consumptieve culturele activiteiten.<br />

- niet genoeg slagkracht in <strong>het</strong> ruime culturele veld<br />

waar een zeer groot aanbod aan cultuur is.<br />

STERKTES KANSEN<br />

- Inhoudelijke en methodische knowhow <strong>van</strong>:<br />

- de begeleiding <strong>van</strong> absolute beginners<br />

- de digitale kloof<br />

- de begeleiding en opleiding <strong>van</strong> vrijwilligers en<br />

freelancers.<br />

- Betrokkenheid en kwaliteitsbewaking <strong>van</strong> medewerkers<br />

en freelancers.<br />

- onderhouden <strong>van</strong> duurzame partnerrelaties.<br />

- Het werkveld benaderen <strong>van</strong>uit netwerken.<br />

- Vrijheid (tijd, financieel en beleidsmatig) om te<br />

experimenteren en te vernieuwen.<br />

- knowhow op <strong>het</strong> gebied <strong>van</strong> materialenbeheer.<br />

- goedkope projecten.<br />

- op korte tijd veel middelen beschikbaar hebben.<br />

- Digitale kloof verschuift <strong>van</strong> bezit en technische<br />

vaardigheden naar instrumentele en strategische<br />

vaardigheden.<br />

- Vragen tot samenwerking <strong>van</strong>uit kansengroepen.<br />

- leegte op <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> de tweede lijn: sensibilisering<br />

en opleiding <strong>van</strong> medewerkers, vrijwilligers en<br />

freelancers in <strong>het</strong> begeleiden <strong>van</strong> absolute beginners.<br />

- leemte in netwerk- en coördinatiefunctie.<br />

- gebrek aan middelen bij andere actoren.<br />

- Regionale leemtes op <strong>het</strong> gebied <strong>van</strong> computerinitiaties.<br />

ZWAKTES BEDREIGINGEN<br />

- trage reactiesnelheid (<strong>van</strong>uit de behoefte om te<br />

verdiepen).<br />

- geen degelijk zicht op (de kwaliteit <strong>van</strong>) <strong>het</strong> aanbod<br />

<strong>van</strong> andere spelers.<br />

- geen eigen grote poule aan deelnemers, waarop je<br />

projecten en experimenteren kan loslaten.<br />

- geringe motivatie, ervaring en competenties om te<br />

netwerken, los <strong>van</strong> een eigen educatief aanbod.<br />

- Dure cursussen.<br />

- een veelheid aan actoren met <strong>het</strong>zelfde uithangbord,<br />

maar andere vertrek- en eindpunten.<br />

- snelle evoluties in technologie.<br />

- Vermindering aan spontane cursusaanvragen.<br />

- Beperkte middelen bij potentiële partners.


THEMA SOCIALE VAARDIGHEDEN<br />

STERKTES KANSEN<br />

- Combinatie <strong>van</strong> procesbegeleiding en de inbreng<br />

<strong>van</strong> inhoud (theoretische kaders).<br />

- kansengroepen begeleiden (ervaring met laaggeschoolden<br />

en anderstaligen).<br />

- empowerende benadering binnen de mogelijkheden<br />

<strong>van</strong> de sociaal-culturele methodiek.<br />

- Degelijke probleemanalyse <strong>van</strong> een (vormings)vraag<br />

en formulering <strong>van</strong> een gepast antwoord in de vorm<br />

<strong>van</strong> een vorming op maat.<br />

- grote deskundigheid in begeleiden <strong>van</strong> sociale vaardigheden<br />

(beperkte keuze persoonlijke vaardigheden<br />

/ afbakening en complementariteit met stichting<br />

lodewijk de Raet).<br />

- onze schakelfunctie in levenslang leren ten aanzien<br />

<strong>van</strong> maatschappelijke uitdagingen benutten.<br />

- Complementaire samenwerking met rele<strong>van</strong>te actoren<br />

uitwerken.<br />

- goede netwerken, <strong>van</strong> hieruit trajecten opzetten.<br />

- Het team mensenwerk is gekend bij sommige<br />

partners (bij andere dan weer net niet) en heeft een<br />

goede naam, waardoor er een grote bereidheid tot<br />

samenwerken is.<br />

- grote vormingsbehoefte in onze regio.<br />

- <strong>Vormingplus</strong> heeft veel middelen tot zijn beschikking.<br />

ZWAKTES BEDREIGINGEN<br />

- onduidelijke profilering (imago), criteria en afbakening.<br />

- te weinig proactief werken (klopt met eerder vraag<br />

gestuurd werken en coördinatietaak).<br />

- niet efficiënt kunnen werken (ondersteuning).<br />

- onduidelijke visie voor mensenwerk (wat wel en<br />

wat niet?). Bijvoorbeeld shelter: organiseer zelf?<br />

eigen educatieve mensen, die <strong>het</strong>zij cursussen, <strong>het</strong>zij<br />

trajecten opzetten?<br />

- onvoldoende bereik doelgroep(en).<br />

- Interne concurrentie waardoor niet altijd <strong>het</strong> beste<br />

resultaat of de beste kwaliteit gehaald wordt.<br />

- met 2,5 Fte een grote regio dekken en onvoldoende<br />

specialisatie voor tweedelijnswerk (misschien ook<br />

niet wenselijk gezien keuze overheid ‘breed en niet<br />

gespecialiseerd’).<br />

THEMA AANBODGERICHT CURSUSWERK<br />

-Veelheid aan partners die werken op dezelfde terreinen.<br />

- Doelgroep komt niet af op ons aanbod.<br />

-sommige partners vertonen weinig bereidheid om<br />

mensen en middelen in te zetten op educatie of<br />

samenwerking voor een educatief traject.<br />

- sommige partners verwachten dat <strong>Vormingplus</strong><br />

voor <strong>het</strong> kostenplaatje opdraait.<br />

- Door enerzijds de focus op kansengroepen en<br />

anderzijds op open aanbodcursussen via CC, vallen<br />

kansen op inclusief werken voor en met Jan modaal<br />

weg.<br />

STERKTES KANSEN<br />

- we hebben veel ideeën, cursussen en freelancers.<br />

- we hebben financiële middelen en mankracht om<br />

minder evidente thema’s (zie prioritaire thema’s) te<br />

promoten en gemotiveerde partners te vinden.<br />

- onze vorming is op maat verkrijgbaar.<br />

- Door de koepelorganisaties te sensibiliseren kunnen<br />

zij de doelgroepen stimuleren en de vormingen voor<br />

de deelnemers goedkoper maken (gedeelde financiele<br />

ondersteuning).<br />

- er zijn nog veel ‘niet-gearticuleerde’ behoeften aan<br />

vorming.<br />

- er ligt nog een groot terrein open <strong>van</strong> lokale aanbieders<br />

die nog nooit met ons in zee gingen.<br />

ZWAKTES BEDREIGINGEN<br />

- we kunnen de kwetsbare groepen moeilijk bereiken,<br />

mede door de hoge prijzen.<br />

- we hebben te weinig freelancers <strong>van</strong> andere origine,<br />

dit komt <strong>het</strong> werken in ‘diversiteit’niet ten goede.<br />

- grote inspanningen (regio is ook heel groot) met<br />

soms weinig resultaat. overleg leidt vaak niet tot<br />

actie.<br />

bijlage B<br />

[de gegevensverzameling]<br />

- onze prioritaire thema’s schrikken partners en<br />

deelnemers af.<br />

- Allochtone organisaties werken <strong>het</strong> liefst met eigen<br />

mensen op eigen gekende locaties, <strong>het</strong> is moeilijk om<br />

ze als <strong>Vormingplus</strong> te bereiken, er is een grote stugheid.<br />

- terreinafbakening <strong>van</strong> de educatieve medewerkers,<br />

te weinig engagement voor organiseer zelf en organiseer<br />

samen. Afschermen <strong>van</strong> informatie.<br />

17


18<br />

Communicatie<br />

STERKTES KANSEN<br />

- groep communicatie bestaat uit drie voltijds equivalenten,<br />

met uiteenlopende competenties en complementaire<br />

expertises, waardoor er op een flexibele<br />

manier aan verschillende vragen gevolg kan gegeven<br />

worden.<br />

- De communicatiemiddelen worden steeds verbeterd<br />

en geprofessionaliseerd …<br />

- Vanuit de organisatie worden er voldoende (financiele)<br />

middelen voorzien voor communicatie.<br />

- er zijn regelmatig contacten met organisaties uit<br />

de regio, in functie <strong>van</strong> de bekendmaking <strong>van</strong> hun<br />

aanbod.<br />

- nieuwe communicatiemiddelen (e-zines, blogs,<br />

mailings, radio en tv, …) scheppen nieuwe mogelijkheden<br />

om sneller en meer gericht met verschillende<br />

doelgroepen te communiceren.<br />

- samenwerking met grote actoren uit de sector, zoals<br />

UitinVlaanderen, zorgt voor meer naambekendheid.<br />

ZWAKTES BEDREIGINGEN<br />

- we moeten ervoor zorgen dat we meer sturend en<br />

<strong>van</strong>af <strong>het</strong> begin <strong>van</strong> een project betrokken worden.<br />

- groep Communicatie wordt vaak kort op de bal<br />

ingeschakeld voor de uitwerking <strong>van</strong> activiteiten.<br />

- Het is moeilijk om de communicatie die medewerkers<br />

met hun externe contacten voeren, te stroomlijnen.<br />

- Verschillende opdrachten <strong>van</strong> <strong>Vormingplus</strong> zijn niet<br />

genoeg bekend bij mogelijke partners en opdrachtgevers.<br />

- meer aandacht besteden aan een éénvormige communicatie<br />

naar buiten.<br />

- er is nog te weinig naambekendheid bij potentiële<br />

partners en deelnemers.<br />

- we bereiken niet de volledige doelgroep.<br />

- De veelheid aan opdrachten en brede werking,<br />

maakt dat <strong>het</strong> niet makkelijk communiceren is waarvoor<br />

<strong>Vormingplus</strong> staat.<br />

- er is een overaanbod aan informatie, waardoor<br />

<strong>het</strong> moeilijk is om onze communicatie eruit te laten<br />

springen.<br />

- De reguliere communicatiemiddelen en -kanalen<br />

volstaan niet om kansengroepen te bereiken.


Ondersteuning<br />

STERKTES KANSEN<br />

- Diverse, polyvalente en flexibele medewerkers.<br />

- loyaal team.<br />

- kennis.<br />

- Veerkracht <strong>van</strong> team.<br />

- onze ondersteunende functie ter facilitatie zoals<br />

bijvoorbeeld <strong>het</strong> verhuren <strong>van</strong> onze lokalen aan<br />

Basiseducatie.<br />

- mogelijke inhoudelijke betrokkenheid.<br />

- Adviesmogelijkheid.<br />

- Positie kunnen innemen om afspraken en beslissingen<br />

hard te kunnen maken.<br />

- opstarten en opvolgen evaluatiesystemen.<br />

ZWAKTES BEDREIGINGEN<br />

- Back-up bij (langdurige) afwezigheden.<br />

- opvolgen <strong>van</strong> afspraken.<br />

- team moet altijd klaar staan.<br />

- Afhankelijkheid <strong>van</strong> staf en coördinatieteam (meer<br />

vrijheid bij educatief werk, dan bij ondersteuning).<br />

- scarabee, database is beperkt in mogelijkheden<br />

voor onze organisatie.<br />

- gebrek aan beleid rond ondersteuning.<br />

- gebrek aan respect (materiaal, jobinhoud, afspraken<br />

en beslissingen).<br />

- tegenstrijdige signalen.<br />

- onduidelijkheden rond bevoegdheden.<br />

- Relatie met huisbaas.<br />

bijlage B<br />

[de gegevensverzameling]<br />

19


ijlage C<br />

[Het BegRIPPenkADeR]


22<br />

AANBODGESTUURD WERKEN<br />

“Het hoofdaccent bij de sturing ligt eigenlijk bij <strong>het</strong> eigen ‘buikgevoel’, bij de eigen ambities. Je stelt je vragen<br />

als ‘wat willen we zelf’, ‘wat hebben we in huis’, ‘waar willen we rond werken’. Je doet dat niet ‘out of the blue’.<br />

Je ontwikkelt doorheen de jaren een visie op je organisatie, op je doelpubliek, op wat slaagkansen heeft, …<br />

Aanbod dat zo ontstaat, kan je uitproberen en kalibreren of fijn stellen door ‘trial and error’ … In deze manier<br />

<strong>van</strong> aanbod is <strong>het</strong> belangrijk dat je regelmatig nieuw aanbod ontwikkelt en uitprobeert, maar dat je er dan ook<br />

tegen kan als iets niet aanslaat. Dan moet je <strong>het</strong> ook gewoon kunnen loslaten. Aanbod bewijst zich doordat er<br />

‘een markt voor is’.”<br />

Van den Eeckhaut Gie, 2009, Leren in beeld brengen, een praktijkboek voor vormingsinstellingen, Brussel, SoCius<br />

ACTIE(GERICHT)-LEREN<br />

“Actie-leren betekent kortweg: leren door te doen. Actie-leren is een continu proces <strong>van</strong> leren en reflecteren,<br />

met als doel iets gedaan te krijgen. op deze manier leren houdt in: <strong>het</strong> vinden <strong>van</strong> een echte oplossing voor een<br />

bestaand probleem. Van sophocles is volgende uitspraak (415 voor Chr.): ‘Je moet dingen leren door ze te doen;<br />

want al denk je iets te kunnen, zekerheid krijg je pas wanneer je <strong>het</strong> probeert.’ maar ook in andere uitspraken<br />

toont sophocles zich een echte fan <strong>van</strong> actie-leren: ‘Hoe treurig is <strong>het</strong> kennis te hebben, als ze tot niets dient’.”<br />

http://www.groepsdynamiek.nl/actie-leren.html<br />

AGOGIE<br />

“Die beïnvloedingsprocessen, waarin welbewust en op deskundige wijze gestreefd wordt naar verbetering <strong>van</strong><br />

een bestaande toestand, althans naar een verandering <strong>van</strong> deze toestand in de wenselijk geachte richting.”<br />

www.fov.be/IMG/doc/begrippenlijst.doc<br />

“Agogen ijveren voor een maatschappij waarin elke volwassene aan bod kan komen. Agogen engageren zich op<br />

sociaal, politiek en/of cultureel vlak en streven naar een emanciperende samenleving. Het begeleiden, organiseren,<br />

ontwikkelen en evalueren <strong>van</strong> processen die hiertoe leiden, vormen <strong>het</strong> centrale thema <strong>van</strong> de Agogische<br />

wetenschappen.”<br />

www.vub.ac.be/infoover/onderwijs/bama/of-agowet.html<br />

BEHOEfTEGERICHT WERKEN<br />

“Veel behoeften blijven vaag, onbestemd, onuitgesproken, verborgen als we zelf niets ondernemen om erachter<br />

te komen. Behoeftegericht werken vertrekt bij een actieve dialoog met betrokkenen om de vage, subjectieve<br />

of soms toegeschreven behoeften op <strong>het</strong> spoor te komen. Ze behoeven verheldering, verscherping. Ze worden<br />

gearticuleerd tot werkbare educatieve behoeften waar een educatief aanbod ook een echt antwoord op kan<br />

bieden. op basis hier<strong>van</strong> programmeren zou je proactief en toekomstgericht kunnen noemen: je anticipeert in<br />

feite op toekomstige vragen, je investeert in <strong>het</strong> verhelderen en activeren er<strong>van</strong>. Bovendien is de kans groot dat<br />

een aanbod dat zo tot stand komt ook werkelijk zal aansluiten bij levende behoeften en verwachtingen, en dat<br />

er dus ook een reëel publiek voor bestaat.”<br />

Van den Eeckhaut Gie, 2009, Leren in beeld brengen, een praktijkboek voor vormingsinstellingen, Brussel, SoCius.<br />

CATEGORIAAL BELEID<br />

“synoniemen: doelgroepenbeleid en verticaal beleid<br />

Beleid waarbij, via specifieke maatregelen, de situatie <strong>van</strong> een bepaalde groep ondersteund of verbeterd wordt.<br />

Het uiteindelijke doel is gelijke kansen voor deze doelgroep. Categoriaal beleid is niet tegengesteld aan inclusief<br />

beleid maar inherent hieraan. Via categoriaal beleid wil men een inclusieve samenleving bereiken.”<br />

wiki.socius.be


CIVIELE SAMENLEVING, CIVIL SOCIETy<br />

“er is sprake <strong>van</strong> vier maatschappelijke actoren, namelijk individu, staat, markt en de civiele samenleving. De<br />

civiele samenleving is onafhankelijk <strong>van</strong> de staat en <strong>van</strong> de markt. Het steunt op alle verenigingen, organisaties<br />

en bewegingen die min of meer spontaan ontstaan zijn en die gemeenschappelijke bekommernissen, die in de<br />

privésfeer ontstaan, op <strong>het</strong> publieke terrein brengt.<br />

Voor de vierde actor bestaat een veelheid aan terminologie maar die door nuanceverschillen niet altijd als<br />

synoniem kunnen worden gebruikt:<br />

ͳ middenveld verwijst naar de organisaties die de vierde sfeer vorm geven;<br />

ͳ civiele samenleving/civil society verwijst naar de manier waarop de vierde sfeer in de samenleving georganiseerd<br />

wordt;<br />

ͳ publieke ruimte verwijst naar de fysieke ruimte die met deze vierde sfeer gepaard gaat.<br />

Velen connoteren de term middenveld met <strong>het</strong> verzuilde middenveld. In vergelijking tot middenveld brengt<br />

de term civiele samenleving / civil society <strong>het</strong> minst negatieve connotaties met zich mee, is <strong>het</strong> ruimst en <strong>het</strong><br />

meest genuanceerd.”<br />

wiki.socius.be<br />

CULTURELE MINDERHEID<br />

“Deze term doelt op een duidelijk onderscheiden bevolkingsgroep die een minderheid vormt in <strong>het</strong> land of de<br />

staat waarin ze verblijft. De term slaat tegelijk op een specifieke culturele realiteit en op een situatie <strong>van</strong> ongelijkheid<br />

ten opzichte <strong>van</strong> <strong>het</strong> overheersende culturele model. Culturele minderheid wordt ten onrechte vaak<br />

gebruikt als synoniem voor allochtoon.<br />

Voorbeeld. De categorieën mensen die hieronder begrepen kunnen worden, zijn onder andere holebi’s, Vlamingen<br />

in Brussel, woonwagenbewoners, ... De term culturele minderheden omvat dus groepen mensen die<br />

onderling zeer sterk verschillen.”<br />

wiki.socius.be<br />

DIVERSITEIT<br />

“Alle aspecten waarop mensen <strong>van</strong> elkaar kunnen verschillen. Diversiteit kan slaan op gender, seksuele geaardheid,<br />

leeftijd, levensbeschouwing, gezondheidstoestand, afkomst en herkomst en dergelijke.”<br />

wiki.socius.be<br />

“Verscheidenheid. Verschillen en gemeenschappelijkheden tussen mensen worden erkend en als waardevol<br />

beschouwd. Diversiteit uit zich op alle vlakken. een diversiteitsbeleid is dan een beleid dat de verschillen en<br />

gelijkenissen tussen mensen erkent én waardeert. Het is een beleid dat diversiteit integreert in de missie, visie,<br />

doelstellingen, maatregelen, procedures en producten <strong>van</strong> de organisatie.”<br />

Begrippenkader beleidsnota diversiteit stad Gent 2008-2013.<br />

DUURZAAMHEID, DUURZAME ONTWIKKELING<br />

“De oorspronkelijke definitie <strong>van</strong> duurzame ontwikkeling zoals deze in <strong>het</strong> Brundtlandrapport geïntroduceerd<br />

werd, luidt als volgt: “Duurzame ontwikkeling is ontwikkeling die tegemoet komt aan de noden <strong>van</strong> <strong>het</strong> heden<br />

zonder dat <strong>het</strong> de mogelijkheden <strong>van</strong> toekomstige generaties om in hun noden te voorzien in <strong>het</strong> gedrang<br />

brengt.” Drie domeinen worden als essentieel aangeduid:<br />

ͳ de omgeving (<strong>het</strong> ecologische perspectief): grenzen aan natuurlijke hulpbronnen, fragiliteit <strong>van</strong> ecologische<br />

systemen;<br />

ͳ de samenleving (<strong>het</strong> sociaal-culturele perspectief): begrijpen <strong>van</strong> en kunnen participeren in sociale en democratische<br />

instituties (mensenrechten, culturele diversiteit; interculturele tolerantie, maar ook gezondheid);<br />

ͳ de economie (<strong>het</strong> sociaal-economisch perspectief): <strong>het</strong> gaat hier zowel om potentieel als om de beperkingen<br />

<strong>van</strong> economische groei en de impact daar<strong>van</strong> op omgeving en samenleving.”<br />

‘Duurzaam leren en maatschappelijke participatie’, W. <strong>van</strong> Esch (eindredactie), J. Brandsma, R. Groenenberg en A. Dickhout,<br />

uitgave: CINOP, ’s-Hertogenbosch, juli 2006.<br />

bijlage C<br />

[<strong>het</strong> begrippenkader]<br />

23


24<br />

EMANCIPATIE<br />

emancipatie is <strong>het</strong> proces dat <strong>het</strong> individu in staat stelt zelfstandig te oordelen over de zin <strong>van</strong> zijn eigen<br />

bestaan en <strong>het</strong> zin te geven. Dit proces betreft <strong>het</strong> individu, zijn omgeving en de samenleving. emancipatie gaat<br />

ook over de bevrijding <strong>van</strong> wettelijke, sociale, politieke, morele of intellectuele beperkingen, de toekenning <strong>van</strong><br />

gelijke rechten, de gelijkstelling voor de wet, en <strong>het</strong> streven naar gelijkgerechtigdheid.<br />

www.fov.be/IMG/doc/begrippenlijst<br />

ERVARINGSGERICHT LEREN<br />

“Bij <strong>het</strong> ervaringsleren vertrekt men <strong>van</strong> de concrete ervaringen <strong>van</strong> de deelnemers. Deze ervaringen worden<br />

door de lerende tot onderwerp <strong>van</strong> reflectie gemaakt. Dit kan er toe leiden dat de lerende de tot dan toe<br />

gehanteerde inzichten en concepten aanpast of verandert. Zich baserend op deze herschikking aan inzichten en<br />

concepten kan de lerende via <strong>het</strong> uittesten en experimenteren, nieuwe concrete ervaringen opdoen die op hun<br />

beurt weer tot onderwerp <strong>van</strong> reflectie gemaakt worden.”<br />

‘Ons gedacht!Levenslang en levensbreed leren, F. Cockx, H. De Blende, R. Leenknegt, SoCiuS, 2005.<br />

ETNICITEIT<br />

“een sociaal-culturele identiteit, die een bepaalde groep mensen of een aantal bevolkingsgroepen verbindt. De<br />

leden <strong>van</strong> bepaalde bevolkingsgroepen identificeren zich met gezamenlijke factoren, zoals nationaliteit, stamverwantschap,<br />

religie, taal, cultuur of geschiedenis. Het gemeenschappelijke ‘erfgoed’ vormt de etniciteit.”<br />

wiki.socius.be<br />

ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN<br />

“Het woord etnisch-culturele minderheden komt weinig voor in <strong>het</strong> dagelijks taalgebruik en heeft veel verschillende<br />

invullingen (zoals bijvoorbeeld allochtonen, vluchtelingen, woonwagenbewoners, mensen zonder wettig<br />

verblijf). meestal gebruikt men <strong>het</strong> woord allochtoon. Beide termen hebben een negatieve bijklank gekregen.<br />

De term etnisch-culturele minderheid is meestal te beperkt wegens <strong>het</strong> voorkomen <strong>van</strong> <strong>het</strong> woord ‘etnie’. so-<br />

Cius tracht de term etnisch-culturele minderheid te vermijden. Het opteert voor de term culturele minderheid<br />

of culturele minderheden.”<br />

wiki.socius.be<br />

fACILITEREN VAN LEREN (PERSPECTIEVEN OP)<br />

ͳ mensen kunnen leren ‘om te leven’ (om te participeren). Het uitgangspunt is ‘wat iemand nog niet kan’<br />

en <strong>het</strong> individu dient ‘bijgehaald’ om te kunnen functioneren in de maatschappij. men vertrekt <strong>van</strong>uit een<br />

technisch instrumentele visie op leren in termen <strong>van</strong> kennisoverdracht, vaardigheidstrainingen of moraliserende<br />

attitudeveranderingen, en men verankert <strong>het</strong> leren aan <strong>het</strong> individu. In <strong>het</strong> sCVw moeten we voorzichtig<br />

omspringen met een al te eenzijdige en te sterke benadering <strong>van</strong> <strong>het</strong> leren <strong>van</strong>uit dat perspectief. Als<br />

daar<strong>van</strong> sprake is dan dient <strong>het</strong> ook ingebed in een emancipatieperspectief en dus ook verankerd aan de<br />

samenleving.<br />

ͳ Vanuit een emancipatieperspectief leren mensen ‘uit <strong>het</strong> leven’ (uit <strong>het</strong> participeren). op basis <strong>van</strong> ervaringen<br />

en reflectie verwerven mensen een beter inzicht in hun situatie en de (praktijk)gemeenschap(pen) waar<strong>van</strong><br />

ze deel uitmaken. maatschappelijke structuren, machts- en afhankelijkheidsrelaties worden onderwerp<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> leerproces. De vormingswerker doet er samen met lerenden aan analyse en kritiek, en treedt hierbij<br />

inspirerend en releverend op. De positie <strong>van</strong> de vormingswerker t.a.v. de deelnemers is ‘nevengeschikt’: hij/<br />

zij leert <strong>van</strong> de deelnemers, de deelnemers leren <strong>van</strong> hem/haar, de deelnemers leren <strong>van</strong> mekaar.<br />

ͳ leren in <strong>het</strong> leven, is leren door te participeren. Hier wordt <strong>het</strong> leren verankerd aan de omgeving. Het<br />

situeert zich in <strong>het</strong> deelnemen aan authentieke (levensechte) sociale praktijken die in een samenleving <strong>van</strong><br />

belang zijn zoals beroep, gezin, buurt, cultuur, politiek, enzovoort (de dagelijkse worsteling met bepaalde<br />

problemen). Het gaat om een sociaal proces waarbij mensen samen leren <strong>van</strong>uit hun gezamenlijk handelen,<br />

gedeelde reflectie en uitwisseling. omdat <strong>het</strong> zich in de realiteit afspeelt is wat geleerd wordt steeds al dan<br />

niet direct toepasbaar, wat nieuwe leermomenten oplevert, en geven mensen tegelijk en continu (en in rela-


tie tot mekaar) zin en betekenis aan wat gebeurt en aan <strong>het</strong> leven zoals <strong>het</strong> is.<br />

In de realiteit komen deze drie leerrichtingen nooit in hun zuiverste vorm voor en zijn er overlappingen. om<br />

zich bewust te worden <strong>van</strong> maatschappelijke en structurele afhankelijkheden (leren uit <strong>het</strong> participeren)<br />

dienen mensen te beschikken over de nodige competenties (leren om te participeren) en ‘ruimtes’ om daar<br />

mee bezig te zijn (leren door te participeren).<br />

Cockx F. (2007), Leren voor vormingswerk, Concepten voor <strong>het</strong> faciliteren <strong>van</strong> leren, Brussel, SoCius.<br />

fUNCTIES VAN HET SOCIAAL-CULTUREEL WERK<br />

Het sociaal-cultureel volwassenenwerk heeft vier kernfuncties, wat in <strong>het</strong> decreet werd opgenomen. Het gaat<br />

om een educatieve, gemeenschapsvormende, culturele en activerende functie. De koppeling <strong>van</strong> de educatieve<br />

aan de gemeenschapsvormende en de culturele functie behoort tot de parameters waarmee de overheid ons<br />

werk op haar waarde toetst. De educatieve functie is altijd aanwezig en staat dus centraal. we organiseren dus<br />

niet iets gemeenschapsvormends of iets cultureels of iets dat gericht is op engagement in de samenleving, zonder<br />

daarbij als begeleider bewust en intentioneel met <strong>het</strong> leren <strong>van</strong> mensen bezig te zijn.<br />

EDUCATIEVE fUNCTIE<br />

“educatie gaat in zijn essentie over <strong>het</strong> intentioneel op gang brengen en stimuleren <strong>van</strong> leerprocessen,<br />

in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> cursorisch werk of in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> processen <strong>van</strong> sociaal en communicatief leren.”<br />

“In <strong>het</strong> cursorisch vormingswerk organiseren en begeleiden sociaal-cultureel werkers processen samen<br />

met en voor deelnemers in cursusverband, om hen de kans te geven inzichten, vaardigheden en houdingen<br />

te verwerven of te veranderen. Deze vormingsprocessen kunnen rechtstreeks gericht zijn op de<br />

doelgroep, of onrechtstreeks via <strong>het</strong> vaardig maken <strong>van</strong> vrijwilligers of intermediairs. Hiervoor verwerft<br />

de sociaal-cultureel werker inzicht in de leefsituatie, motivatie en draagkracht <strong>van</strong> de doelgroep, en<br />

detecteert behoeften en leermogelijkheden.”<br />

“In processen <strong>van</strong> sociaal en communicatief leren komen deelnemers door te werken aan problemen<br />

met maatschappelijke rele<strong>van</strong>tie tot open leerprocessen. “In essentie gaat <strong>het</strong> om een reflectieproces<br />

waarbij actoren leren omgaan met handelingsdilemma’s … Immers in plaats <strong>van</strong> <strong>het</strong> overnemen <strong>van</strong><br />

inzichten <strong>van</strong> anderen, is <strong>het</strong> in complexe en veranderlijke situaties effectiever om mensen te leren als<br />

‘onderzoekers’ en ‘creatieve probleemoplossers’ met situaties om te gaan. Dat maakt competentieontwikkeling<br />

op eigen kracht mogelijk” (spierts 2000). De taak <strong>van</strong> de sociaal-cultureel werker is dan onder<br />

meer <strong>het</strong> scheppen <strong>van</strong> een ‘bedding’ voor de leerprocessen die de deelnemers zelf mee sturen.”<br />

Boven J., e.a. (2001), ‘Leren en werken als maatschappelijk assistent’, Vereniging <strong>van</strong> Vlaamse Sociale Hogescholen,<br />

Leuven/Apeldoorn.<br />

GEMEENSCHAPSVORMENDE fUNCTIE<br />

De gemeenschapsvormende functie gaat om <strong>het</strong> ontwikkelen (of instandhouden) <strong>van</strong> netwerken en <strong>het</strong><br />

sociaal weefsel. Cockx omschrijft <strong>het</strong> in ‘ons gedacht! sociaal-cultureel volwassenenwerk en gemeenschapsvorming’<br />

(2007) als volgt: “gemeenschapsvorming is <strong>het</strong> bewust, intentioneel en verantwoord<br />

ondersteunen en faciliteren <strong>van</strong> processen en praktijken die meer, betere of andere gemeenschap(pen)<br />

beogen.”<br />

Ons Gedacht, Sociaal-cultureel volwassenenwerk en de culturele functie, SoCius, 2009.<br />

CULTURELE fUNCTIE<br />

“De culturele functie gaat om <strong>het</strong> creëren <strong>van</strong>, deelnemen aan, genieten <strong>van</strong>, bewaren en reproduceren<br />

<strong>van</strong> cultuur en kunst.”<br />

http://www.fov.be/IMG/doc/begrippenlijst<br />

we onderscheiden drie interventiestrategieën om vorm te geven aan de culturele functie <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

sociaal-culturele volwassenenwerk: 1) <strong>het</strong> organiseren <strong>van</strong> cultuurconsumptie, 2) <strong>het</strong> realiseren <strong>van</strong><br />

cultuurproductie en 3) <strong>het</strong> faciliteren <strong>van</strong> cultuurkritiek. De specifieke bijdrage <strong>van</strong> de sector inzake cultuur<br />

is a) werkend op basis <strong>van</strong> de sociaal-culturele methodiek en b) balancerend op <strong>het</strong> spanningsveld<br />

tussen <strong>het</strong> werken aan aanpassing enerzijds en aan verandering anderzijds.<br />

Ons Gedacht, Sociaal-cultureel volwassenenwerk en de culturele functie, SoCius, 2009.<br />

bijlage C<br />

[<strong>het</strong> begrippenkader]<br />

25


26<br />

MAATSCHAPPELIjK ACTIVERENDE fUNCTIE<br />

we kiezen ervoor om educatie ook te verbinden aan de activerende functie, met name <strong>het</strong> aanzetten<br />

tot actief en verantwoord burgerschap i.f.v. de uitbouw <strong>van</strong> een duurzame maatschappij. we empoweren<br />

mensen hiertoe én we trachten ze te betrekken op de samenleving in functie <strong>van</strong> maatschappelijke<br />

verandering. Dat heet de empowerment- en de engagementstrategie. De social change strategie ,<br />

eigen aan de werking <strong>van</strong> bewegingen en verenigingen, is ons minder op <strong>het</strong> lijf geschreven. Dit is <strong>het</strong><br />

aangaan <strong>van</strong> de dialoog met, de actie en/of <strong>het</strong> X. evenwel kunnen delen <strong>van</strong> ons werk ermee te maken<br />

krijgen of ertoe leiden.<br />

wiki.socius.be<br />

Het is eigen aan <strong>het</strong> sociaal-cultureel werk – in tegenstelling tot verschillende actoren inzake sociaal en educatief<br />

werk – dat <strong>het</strong> multifunctioneel is. typisch voor <strong>het</strong> sociaal-cultureel volwassenenwerk is dat ze geen enkel<br />

<strong>van</strong> de vier functies op een monofunctionele en specialistische wijze in haar werking bewerkstelligt.<br />

‘Ons gedacht!Levenslang en levensbreed leren, F. Cockx, H. De Blende, R. Leenknegt, SoCiuS, 2005, p 11.<br />

GELIjKE KANSEN<br />

“er zijn geen belemmeringen die verbonden zijn aan sekse, handicap, afkomst, leeftijd, ... voor deelname aan<br />

<strong>het</strong> economische, politieke en sociale leven.”<br />

wiki.socius.be<br />

HORIZONTAAL BELEID, INCLUSIEf BELEID<br />

“synoniemen: inclusief beleid en mainstreaming<br />

Beleid dat in alle domeinen rekening houdt met verschillen tussen mensen in de maatschappij. of met andere<br />

woorden: maatregelen of initiatieven houden rekening met de verschillen tussen mensen en dit in om <strong>het</strong> even<br />

welk beleidsdomein. Het is verder een beleid dat achtergestelde groepen in eerste instantie actief inschakelt<br />

zonder een beroep te moeten doen op afzonderlijke structuren. Het beleid streeft ernaar hindernissen voor<br />

sociale participatie in de maatschappij te verwijderen. De verantwoordelijkheid tot aanpassing ligt niet bij een<br />

sociaal achtergestelde groep. Het is eerder de maatschappij die zich aanpast. Doel is dat iedereen naar best vermogen<br />

kan deelnemen aan <strong>het</strong> maatschappelijke leven. Uitgangspunt in deze benadering is dat diversiteit een<br />

meerwaarde is. In <strong>het</strong> algemeen geldt dat een horizontaal beleid wordt toegepast waar <strong>het</strong> kan, een categoriaal<br />

beleid indien nodig.”<br />

wiki.socius.be<br />

“In <strong>het</strong> discours rond diversiteit en gelijke kansen worden op verschillende beleidsniveau’s verschillende termen<br />

gehanteerd die verwijzen naar <strong>het</strong> horizontale karakter <strong>van</strong> die thema’s. men spreekt <strong>van</strong> een horizontaal, een<br />

transversaal, een inclusief, een integraal, een geïntegreerd of een mainstreamingsbeleid. Hoewel er verschillen<br />

zijn in de precieze invulling <strong>van</strong> deze termen en de graad <strong>van</strong> engagement die ze impliceren, wijzen ze allemaal<br />

op een aanpak die de grenzen tussen de verschillende doelgroepen en/of de verschillende beleidsdomeinen<br />

overstijgt. Categoriaal en horizontaal beleid sluiten elkaar niet uit en kunnen elkaar zelfs versterken.”<br />

Begrippenkader beleidsnota diversiteit stad Gent 2008-2013.<br />

ICT, INfORMATIETECHNOLOGIE, NIEUWE MEDIA<br />

Informatietechnologie (It), in nederland en België aangeduid als ‘informatie- en communicatietechnologie’<br />

(ICt), is <strong>het</strong> geheel <strong>van</strong> technische middelen, zoals informatiesystemen, telecommunicatie en computers,<br />

waardoor informatie snel kan worden opgeslagen en verspreid. media zijn communicatiemiddelen zoals krant,<br />

radio en tv. Vandaag worden vooral de digitale media als nieuwe media omschreven, zoals <strong>het</strong> internet, mobiele<br />

telefonie, digitale fotografie, digitale film, …


INCLUSIE<br />

“Het maatschappelijke proces dat opvattingen en structuren aanpast aan de verschillen tussen mensen, zodat<br />

alle burgers erbij kunnen horen (‘belonging’) en rechten en kansen hebben om evenwaardig te participeren<br />

in de samenleving (gRIPvzw). Het vertrekt <strong>van</strong>uit gelijkwaardigheid, niet-discriminatie en de meerwaarde <strong>van</strong><br />

diversiteit.<br />

Uitgangspunt is dat diversiteit geen belemmering is maar een basiskenmerk <strong>van</strong> de organisatie, buurt, samenleving.<br />

Verschillen maken deel uit <strong>van</strong> <strong>het</strong> leven en worden aanvaard. Belangrijk is de ingebouwde aandacht voor<br />

verscheidenheid in kansen, startposities of handicaps en een tweerichtingsverkeer tussen gelijkwaardige partners.<br />

Doelen, strategieën, zienswijzen, ... worden onderhandeld. Dialoog en gelijkwaardigheid zijn de essentiële<br />

kenmerken.”<br />

wiki.socius.be<br />

INfORMATIEGELETTERDHEID<br />

”Informatiegeletterheid gaat over <strong>het</strong> kunnen zoeken en vinden <strong>van</strong> juiste en correcte informatie, over <strong>het</strong> kunnen<br />

verwerken en <strong>het</strong> kunnen toepassen <strong>van</strong> die informatie. Informatiegeletterdheid is dus ook sterk verbonden<br />

met de vaardigheden om als burger volwaardig te kunnen functioneren. Informatiegeletterdheid gaat over<br />

vrije en gelijke toegang tot informatie voor iedereen. Vanuit die context bekeken is <strong>het</strong> een belangrijk maatschappelijk<br />

project.”<br />

wiki.informatiegeletterd.be<br />

INfORMEEL, NIET-fORMEEL, fORMEEL LEREN<br />

“onder formeel leren verstaan we alle vormen <strong>van</strong> leren binnen een gestructureerde leercontext. Het gaat niet<br />

alleen om <strong>het</strong> formele onderwijssysteem, maar ook om <strong>het</strong> gestructureerd leren via publieke, intermediaire en<br />

private opleidingssystemen (Viona, 2001, p 17).”<br />

Verklarende begrippenlijst in ‘Erkennen <strong>van</strong> verworven competenties in <strong>het</strong> sociaal-cultureel volwassenenwerk, visietekst’,<br />

SoCius, 2006.<br />

“Formeel leren is: “een leerproces dat plaatsvindt in een georganiseerde en gestructureerde omgeving (in een<br />

school, opleidingscentrum of op de werkplek) en uitdrukkelijk als leren wordt aangeduid (in termen <strong>van</strong> doelstellingen,<br />

tijd of middelen). Formeel leren is een bewuste keuze <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> standpunt <strong>van</strong> de lerende. Het leidt<br />

doorgaans tot een certificering.”<br />

Definitie CEDEFOP & European Commission Education and Culture DG. (2009). European Guidelines for validating non-formal<br />

and informal learning.<br />

“Niet-formeel leren wordt doelbewust geactiveerd binnen de gestructureerde context <strong>van</strong> de niet-formele educatie.<br />

Zowel lerende als begeleider hebben de bewuste intentie om te leren. De context is zodanig gestructureerd<br />

dat de participatie en inbreng <strong>van</strong> de deelnemers maximaal kans krijgen binnen <strong>het</strong> proces. niet formeel<br />

leren is met andere woorden <strong>het</strong> resultaat <strong>van</strong> interactieve en dialogale processen, waarbij de deelnemers<br />

zowel de inhoud, <strong>het</strong> proces als de finaliteit mee bepalen.”<br />

“Informeel leren laat zich samenvatten als <strong>het</strong> verwerven <strong>van</strong> kennis, vaardigheden en attitudes op grond <strong>van</strong><br />

de ervaringen die men opdoet in de confrontaties met de omgeving. Het informeel leren is <strong>het</strong> resultaat <strong>van</strong> de<br />

dagelijkse activiteiten <strong>van</strong> <strong>het</strong> individu in de persoonlijke, familiale, professionele en maatschappelijke context.”<br />

Verklarende begrippenlijst in ‘Erkennen <strong>van</strong> verworven competenties in <strong>het</strong> sociaal-cultureel volwassenenwerk, visietekst’,<br />

SoCius, 2006.<br />

INfORMELE EDUCATIE<br />

wanneer een omgeving ingericht wordt die niet uitsluitend op leren gericht is, maar waarbij de aanbieder wel<br />

bewust voorwaarden creëert die <strong>het</strong> leren aanmoedigen, ondersteunen en (mogelijks) leerprocessen op gang<br />

brengt, spreken we over informele educatie. Dit betekent echter niet dat <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> aanbiederperspectief <strong>het</strong><br />

faciliteren <strong>van</strong> <strong>het</strong> leren minder bewust, methodisch of minder verantwoord gebeurt …<br />

Cockx F. (2007), Leren voor vormingswerk, Concepten voor <strong>het</strong> faciliteren <strong>van</strong> leren, Brussel, SoCius.<br />

bijlage C<br />

[<strong>het</strong> begrippenkader]<br />

27


28<br />

INTERCULTURALISEREN, INTERCULTURALISATIE<br />

Interculturaliseren is: “Het opzetten <strong>van</strong> processen zodat er contact is tussen verschillende culturen waarbij<br />

wederzijdse wisselwerking (dialoog) <strong>van</strong> ideeën, waarden, normen en praktijken mogelijk is tussen gelijkwaardige<br />

partners. Die uitwisseling heeft een wederzijdse invloed op en kan leiden tot verandering <strong>van</strong> de betrokken<br />

culturen.”<br />

Interculturalisatie is: “Het voortdurende proces <strong>van</strong> interculturaliseren. Het betreft processen waarbij constructief<br />

wordt omgegaan met diversiteit.”<br />

wiki.socius.be<br />

KANSARM, KANSARMOEDE<br />

kansarm is: “minder kansen krijgen op succes dan de gemiddelde persoon. men noemt iemand kansarm als die<br />

op verschillende terreinen tegelijk in een achterstandspositie zit. De terreinen zijn bijv. inkomen, opleiding en<br />

vorming, huisvesting, welzijn en gezondheid, vrijetijdsbesteding en cultuur.”<br />

een synoniem voor kansarmoede is armoede. kansarmoede is: “een netwerk <strong>van</strong> sociale uitsluitingen dat zich<br />

uitstrekt over meerdere gebieden <strong>van</strong> <strong>het</strong> individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen <strong>van</strong> de<br />

algemeen aanvaarde leefpatronen <strong>van</strong> de samenleving. Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen’<br />

(Vrancken J., 2007). Armoede kenmerkt zich door een achterstand of uitsluiting op verschillende terreinen<br />

tegelijk, zoals opleiding en vorming, huisvesting, welzijn en gezondheid, vrijetijdsbesteding en cultuur, politieke<br />

en sociale zeggingskracht. meerdere risicofactoren samen bepalen dus of iemand in armoede leeft of terechtkomt.<br />

Armoede kan individuele en structureel maatschappelijke oorzaken hebben. Armoede wordt dikwijls <strong>van</strong><br />

generatie tot generatie doorgegeven. mensen in armoede geraken in <strong>het</strong> algemeen niet op eigen houtje uit die<br />

cirkel. Armoede is een relatief en gradueel fenomeen; men is arm in vergelijking met de gemiddelde levenswijze<br />

en levensstandaard <strong>van</strong> een samenleving. Dit betekent dat je dingen mist om in een bepaalde maatschappij op<br />

een redelijke manier te functioneren.”<br />

wiki.socius.be<br />

KANSENGROEPEN<br />

“synoniem: bijzondere doelgroep.<br />

groepen mensen die in onvoldoende mate participeren en die hiertoe ook onvoldoende kansen krijgen. Het zijn<br />

groepen die gediscrimineerd worden en positeive actie kunnen gebruiken. Deze term benadrukt dat maatschappelijke<br />

participatie door deze groepen bijzondere inspanningen en acties vergt. over welke groepen <strong>het</strong><br />

precies gaat, is afhankelijk <strong>van</strong> tijd en context en kan dus veranderen.”<br />

De mate waarin wij kansengroepen bereiken, of via <strong>het</strong> werken met multiplicators <strong>van</strong> betekenis zijn voor kansengroepen,<br />

is een <strong>van</strong> de parameters waarmee de overheid ons werk op haar waarde toetst.<br />

wiki.socius.be<br />

KERNTAKEN<br />

In <strong>het</strong> decreet worden onze kerntaken als volgt omschreven: 1) een gespreid eigen aanbod, 2) coördinatie <strong>van</strong><br />

de niet formele educatie, 3) communicatie <strong>van</strong> de niet-formele educatie.<br />

we willen echter de klemtoon verschuiven <strong>van</strong> educatie (aanbiederperspectief) naar leren (deelnemerperspectief).<br />

De term ‘leren’ is breder inzetbaar en minder gebonden aan systematische en intentionele vormen <strong>van</strong><br />

begeleid leren in agogisch voorgestructureerde settings of instellingen. Daarom omschrijven we onze kerntaken<br />

samenvattend als ‘<strong>het</strong> initiëren en faciliteren <strong>van</strong> niet-formele en informele leerprocessen verspreid over de<br />

ganse regio’. Verdeeld over onze decreetopdrachten gaat dat vervolgens om 1) <strong>het</strong> begeleiden <strong>van</strong> leerprocessen,<br />

2) <strong>het</strong> bevorderen <strong>van</strong> leerprocessen, wat we doen door derden te stimuleren, te adviseren, aan hen<br />

diensten te verlenen, en leerzame praktijken op mekaar af te stemmen, en 3) <strong>het</strong> mee bekend maken <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

niet-formele en informele leren in onze regio.


LAAGGELETTERDHEID, GELETTERDHEID<br />

”laaggeletterden zijn personen die, in tegenstelling tot analfabeten, wel kunnen lezen en schrijven, maar die<br />

beide vaardigheden niet voldoende onder de knie hebben om te kunnen functioneren in onze samenleving.<br />

om die reden wordt ook vaak gesproken <strong>van</strong> functioneel analfabetisme als synoniem voor laaggeletterdheid.<br />

laaggeletterdheid wordt ook wel in ruimere zin gezien, en slaat dan ook op <strong>het</strong> ontbreken <strong>van</strong> heel wat vaardigheden,<br />

waaronder ook rekenvaardigheden (laaggecijferheid) en basiscomputerkennis. laaggeletterdheid vormt<br />

een niet te onderschatten drempel op de arbeidsmarkt, voor <strong>het</strong> volgen <strong>van</strong> opleidingen en <strong>het</strong> actief deelnemen<br />

aan de maatschappij. In Vlaanderen zou 1 op 7 personen laaggeletterd zijn.”<br />

wiki.informatiegeletterd.be<br />

“geletterdheid is de kennis en vaardigheid die nodig is om via geschreven taal te communiceren en informatie<br />

te verwerken, de vaardigheid om met numerieke en grafische gegevens om te gaan en de vaardigheid voor <strong>het</strong><br />

gebruik <strong>van</strong> ICt.”<br />

http://www.ond.vlaanderen.be/geletterdheid/<br />

LAAGGESCHOOLD<br />

een werkzoekende wordt door de VDAB als laaggeschoold beschouwd als hij geen diploma of getuigschrift <strong>van</strong><br />

secundair onderwijs behaalde. ook werkzoekenden uit de leertijd (syntra)4 en <strong>het</strong> deeltijds beroepssecundair<br />

onderwijs worden als laaggeschoold beschouwd.<br />

Doelgroepen afbakenen op grond <strong>van</strong> de vroegere scholingsgraad is evenwel geen sluitend criterium. Zo wordt<br />

bijvoorbeeld de doelgroep <strong>van</strong> de basiseducatie ‘laaggeschoolde volwassenen’ ook omschreven als: “meerderjarigen<br />

voor wie een basisvorming noodzakelijk blijkt om maatschappelijk te functioneren of een verdere<br />

opleiding te volgen.”<br />

LEERCIRKEL VAN KOLB (1984)<br />

BESLISSEN<br />

DOEN<br />

BEDENKEN<br />

BEZINNEN<br />

experimenteren<br />

en toepassen<br />

concreet ervaren<br />

abstraheren en conceptualiseren<br />

observeren<br />

en reflecteren<br />

LEERZAME PRAKTIjKEN (OPGEZET EN BEGELEID DOOR VORMINGPLUS REGIO ANTWERPEN)<br />

met de term ‘leerzame praktijken’ geven we aan dat we ons methodisch niet inperken en dat mensen op vele<br />

manieren kunnen leren. we willen de idee loslaten dat mensen enkel leren omdat iemand hen ‘een vorming<br />

geeft’, wel integendeel. maar toch gaat <strong>het</strong> ons bij ‘leerzame praktijken’ ook niet om incidenteel leren. De begeleider<br />

gaat immers in alle gevallen altijd bewust, verantwoord en systematisch aan de slag. Cockx omschrijft <strong>het</strong><br />

in ‘leren voor vormingswerk. Concepten voor <strong>het</strong> faciliteren <strong>van</strong> leren’ (2007) als volgt:<br />

ͳ bewust handelen heeft te maken met doordacht en kritisch aan de slag gaan;<br />

ͳ verantwoord handelen wil zeggen dat <strong>het</strong> begeleiden aanvaardbaar moet zijn voor alle betrokken actoren,<br />

dat <strong>het</strong> beargumenteerd kan worden en dat er rekening gehouden wordt met ethische principes;<br />

ͳ methodisch handelen wil zeggen dat de begeleider intentioneel, systematisch en procesmatig <strong>het</strong> leren<br />

ondersteunt.<br />

bijlage C<br />

[<strong>het</strong> begrippenkader]<br />

29


30<br />

LEREN IN HET SOCIAAL-CULTUREEL VOLWASSENENWERK<br />

“leren is die bepaalde sociale praktijk <strong>van</strong> betekenisconstructie waarbij sprake is <strong>van</strong> <strong>het</strong> proces <strong>van</strong> relatief<br />

duurzame vermeerdering en/of veranderingen in kennis, vaardigheden, attitudes, denk- en handelingsschema’s<br />

alsook de participatie in welbepaalde praktijkgemeenschappen.”<br />

Cockx F. (2007), Leren voor vormingswerk, Concepten voor <strong>het</strong> faciliteren <strong>van</strong> leren, Brussel, SoCius<br />

LERENDE GEMEENSCHAP<br />

lerende gemeenschap of leergemeenschap is een gemeenschap die de cultuur <strong>van</strong> <strong>het</strong> leren door effectieve<br />

lokale partnerships tussen alle onderdelen <strong>van</strong> de gemeenschap bevordert en mensen en organisaties ondersteunt<br />

en motiveert om te leren.<br />

Mededeling <strong>van</strong> de Commissie - Een Europese ruimte voor levenslang leren realiseren, 2001<br />

MAATSCHAPPELIjK KWETSBARE GROEPEN<br />

“Alle groepen die zich op een of andere manier in een kwetsbare positie bevinden, zij <strong>het</strong> omwille <strong>van</strong> financiële,<br />

lichamelijke, sociale en andere redenen (Vos, 2003). Deze term benadrukt de kwetsbare positie <strong>van</strong> de<br />

groepen.”<br />

wiki.socius.be<br />

MAATSCHAPPELIjKE WEERBAARHEID VERSTERKEN, EMPOWERMENT<br />

maatschappelijke weerbaarheid versterken staat voor empoweren. “empowerment is <strong>het</strong> versterken <strong>van</strong> individuen,<br />

groepen, organisaties en gemeenschappen zodat ze meer greep krijgen op hun eigen situatie en hun<br />

omgeving. empowerment is een proces waarbij mensen of groepen hun capaciteiten ontwikkelen en gebruiken<br />

om in economisch, sociaal en politiek opzicht actief mee gestalte te geven aan hun eigen leven en dat <strong>van</strong><br />

de omgeving en gemeenschap waar<strong>van</strong> ze deel uitmaken. mensen verwerven meer controle en hun kritisch<br />

bewustzijn scherpt aan.”<br />

http://wiki.socius.be/wiki/Empowerment<br />

POSITIEVE ACTIE<br />

“ondersteunende maatregelen die genomen worden om achterstanden of belemmeringen <strong>van</strong> individu of<br />

groep weg te werken zonder anderen te benadelen. Positieve acties zijn een middel om feitelijk gelijke kansen<br />

te realiseren en te komen tot inclusie. De acties richten zich op <strong>het</strong> individu of de groep en niet op <strong>het</strong> systeem.”<br />

wiki.socius.be<br />

SOCIAAL-CULTURELE BENADERING VAN EDUCATIE<br />

In grote lijnen gaat <strong>het</strong> om <strong>het</strong> verschil tussen ‘leren om zich aan te passen aan de maatschappij’, om te voldoen<br />

aan de vereisten om mee te doen (klassiek) en ‘leren om de maatschappij te veranderen’, te verbeteren (sociocultureel).


In de verf gezette verschillen zijn:<br />

klassieke benadering sociaal-culturele benadering<br />

Verspreiden <strong>van</strong> modellen <strong>van</strong> verantwoordelijkheid<br />

visie op educatie Instrument: educatie is een middel om<br />

vooraf bepaalde doelen te bereiken, om<br />

een boodschap over te brengen.<br />

leerproces gesloten: de uitkomst is op voorhand<br />

gekend<br />

educatieve<br />

strategie<br />

overtuigingsstrategie: overdragen <strong>van</strong><br />

heersende kennis en inzichten<br />

doelgroep Deficiënt: aan de doelgroep worden<br />

tekorten toegeschreven<br />

Verspreiden <strong>van</strong> modellen <strong>van</strong> verantwoording<br />

Dialoog: educatie is gericht op <strong>het</strong><br />

bevorderen <strong>van</strong> participatie aan <strong>het</strong><br />

maatschappelijk debat.<br />

open: de uitkomst is niet op voorhand<br />

gekend.<br />

overlegstrategie: afwegen en verantwoorden<br />

<strong>van</strong> standpunten en posities<br />

Competent: rele<strong>van</strong>te kennis, inzichten<br />

en vaardigheden bij de doelgroep worden<br />

erkend<br />

leercontext educatief instituut Het dagelijkse leven<br />

organisatievorm top down / hiërarchisch zoals in klassieke<br />

instituten<br />

Horizontaal zoals in netwerken<br />

In de realiteit zijn er spanningen en overlappingen tussen beide benaderingen.<br />

Cockx F. (2007), Leren voor vormingswerk, Concepten voor <strong>het</strong> faciliteren <strong>van</strong> leren, Brussel, SoCius<br />

SOCIAAL-CULTURELE METHODIEK<br />

“De sociaal-culturele methodiek is een wijze <strong>van</strong> denken en handelen, die gesteund is op reflectie, ervaringsdeskundigheid<br />

en wetenschappelijke inzichten. Ze wordt gebruikt om individuen en groepen aan te spreken en<br />

te activeren in een of meerdere bestaansdimensies en in hun diverse leefsituaties; deze bestaansdimensies kenmerken<br />

de mens vooral als zin- en waardezoeker en als sociaal wezen; als doelstellingen staan <strong>het</strong> ontwikkelen<br />

<strong>van</strong> een eigen identiteit, <strong>het</strong> bevorderen <strong>van</strong> sociale integratie en maatschappelijke participatie en de opbouw<br />

<strong>van</strong> een democratische, duurzame en inclusieve samenleving voorop; daartoe worden op bewuste en doordachte<br />

wijze open kansen geschapen, die uitnodigen tot ontmoeting en informeel leren (en niet-formeel leren,<br />

onze toevoeging); er worden processen <strong>van</strong> kritische bewustwording, reflexieve verantwoording en persoonlijke<br />

bekwaming gestimuleerd; er wordt aangezet tot de ontwikkeling <strong>van</strong> sociale, culturele en communicatieve competenties<br />

en de vorming <strong>van</strong> sociale netwerken en culturele symbolen; in <strong>het</strong> scheppen en benutten <strong>van</strong> deze<br />

kansen zijn de betrokken personen en groepen actieve deelnemers, met wie de medewerkers in dialoog treden<br />

over de concrete doelen en de aanpak.”<br />

decreet <strong>van</strong> 4 april 2003 betreffende <strong>het</strong> sociaal-cultureel volwassenenwerk’.<br />

SOCIAAL-CULTURELE PRAKTIjKEN, SOCIAAL-CULTUREEL WERK<br />

“sociaal-culturele praktijken kunnen in principe overal tot stand komen. Ze ontwikkelen zich in <strong>het</strong> doelgericht<br />

handelen of interageren <strong>van</strong> mensen met hun omgeving, ingebed in een maatschappelijke en culturele context.<br />

kenmerkend voor sociaal-culturele praktijken is dat <strong>het</strong> gaat over processen <strong>van</strong> vormgeving en vernieuwing<br />

<strong>van</strong> individu en maatschappij. Deze processen leiden tot betekenisgeving, integratie in, participatie aan, inrichting<br />

<strong>van</strong> en richtinggeving aan <strong>het</strong> samenleven en een democratische, solidaire en duurzame samenleving met<br />

respect voor <strong>het</strong> anderszijn. “<br />

De Blende, H. & Dhont, F. (2005). Sociaal-culturele praktijken. In Y. Larock, F. Cockx, G. Gehre, G. Van den Eeckhaut, T.<br />

Vanwing, G. Verschelden (Eds.). Spoor Zoeken. Handboek sociaalcultureel werk met volwassenen (pp. 3-27) Gent: Academia<br />

Press.<br />

De Blende & Dhont (2005) definiëren sociaal-cultureel werk vervolgens als: “sociaal-culturele praktijken die een<br />

mate <strong>van</strong> formalisering, professionalisering en overheidsregulering vertonen.”<br />

we werden door de Vlaamse gemeenschap erkend op <strong>het</strong> decreet <strong>van</strong> 4 april 2003 betreffende <strong>het</strong> ‘sociaal-<br />

bijlage C<br />

[<strong>het</strong> begrippenkader]<br />

31


32<br />

cultureel volwassenenwerk’. De sector wordt er omschreven als ‘een onderdeel <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleidsveld sociaalcultureel<br />

werk’. De erkenning houdt in dat we gesubsidieerd worden door de gemeenschap. Het is in <strong>het</strong> licht<br />

daar<strong>van</strong> en <strong>van</strong> ons beroep ‘sociaal-cultureel werker’ (die een begeleider, vormer en agogisch dienstverlener is),<br />

dat we beleid voeren.<br />

SOCIAAL KAPITAAL<br />

sociaal kapitaal heeft betrekking op de hulpmiddelen die in een gemeenschap aanwezig zijn om de gezins- en<br />

sociale organisatie vorm te geven en die hun voedingsbodem vinden in acties, zoals gemeenschapsactiviteiten,<br />

sociale steun en participatie. elementen <strong>van</strong> sociaal kapitaal zijn de kwaliteit <strong>van</strong> sociale relaties, groepslidmaatschap,<br />

formele en informele netwerken, gedeelde normen, vertrouwen, wederkerigheid en inzet voor de<br />

gemeenschap. welke elementen in welke mate deel uitmaken <strong>van</strong> <strong>het</strong> sociaal kapitaal hangt af <strong>van</strong> de gehanteerde<br />

benaderingen. Het begrip werd onder andere door Coleman geïntroduceerd en gebruikt, maar <strong>het</strong> is<br />

vooral Putnam die ervoor zorgde dat <strong>het</strong> <strong>van</strong>af 2000 wereldwijd doordrong in hedendaags sociaal en sociaalcultureel<br />

werk.<br />

Coleman, J.S. (1990), Foundations of social theory. Cambridge, MA: Belknap Press.<br />

Putnam, R. (1993), Making democracy work. Civic traditions in modern Italy. Princeton: Princeton University Press.<br />

SOCIAAL LEREN<br />

sociaal leren is een manier om mensen actief te verbinden met ingrijpende veranderingsprocessen. In essentie<br />

gaat <strong>het</strong> om <strong>het</strong> bij mekaar brengen <strong>van</strong> mensen en groepen met verschillende achtergronden. Het geheel <strong>van</strong><br />

perspectieven, kennis en ervaringen dat hierbij ontstaat, is nodig om te komen tot een creatieve zoektocht naar<br />

antwoorden op vragen waar geen pasklare oplossingen beschikbaar zijn.<br />

‘De akoestiek <strong>van</strong> sociaal leren’, N. <strong>van</strong> der Hoeven, A. Wals, H. Blanken, essayreeks ‘Duurzame ontwikkelingen’, programma<br />

Leren voor Duurzame Ontwikkeling, 2004-2007, Utrecht<br />

STEDELIjKHEID<br />

“De steden kunnen de knooppunten zijn <strong>van</strong> maatschappelijke, economische, culturele en sociale vernieuwing.<br />

Zij verbinden <strong>het</strong> lokale met <strong>het</strong> mondiale en de manier waarop stedelijk leven vorm krijgt, is bepalend voor<br />

de manier waarop <strong>het</strong> kleurrijke Vlaanderen moderne maatschappelijke problemen aanpakt (...) De stad heeft<br />

altijd al een belangrijke rol gespeeld in de culturele, artistieke, intellectuele, maatschappelijke en politieke vernieuwing.<br />

De veelheid en de diversiteit <strong>van</strong> menselijke activiteiten zorgen voor inspiratie en creatie (...) stedelijkheid<br />

is een kwaliteit. Ze omschrijft de kenmerken <strong>van</strong> <strong>het</strong> samenleven in steden en maakt <strong>van</strong> <strong>het</strong> versterken<br />

<strong>van</strong> die kenmerken <strong>het</strong> doel <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid: densiteit, diversiteit en democratie. Dat leidt tot duurzame ontwikkeling.”<br />

Witboek Stedenbeleid ‘De eeuw <strong>van</strong> de stad. Over stadsrepublieken en rastersteden’. F. De Rynck (hoofdredactie), L. Boudry,<br />

P. Cabus, Eric Corijn, Christian Kesteloot en André Loeckx, Uitgave <strong>van</strong> Project Stedenbeleid, Administratie Binnenlandse<br />

Aangelegenheden, Ministerie <strong>van</strong> de Vlaamse Gemeenschap, 2003.<br />

SySTEEMWERELD VERSUS LEEfWERELD<br />

De systeemwereld is alles wat mensen ontwikkeld hebben aan instellingen en structuren op gebieden als economie,<br />

politiek, onderwijs, wetenschap, overheid, gezondheidszorg, verzorgingsstaat, rechtspraak, De leefwereld<br />

is <strong>het</strong> privédomein, waarin de mensen met elkaar omgaan buiten de systemen.<br />

Kunneman H., 1998, Postmoderne moraliteit.<br />

TRANSITIE<br />

“een transitie is een structurele maatschappelijke verandering die <strong>het</strong> resultaat is <strong>van</strong> op elkaar inwerkende<br />

ontwikkelingen op <strong>het</strong> gebied <strong>van</strong> economie, cultuur, technologie, instituties en milieu. transities zijn traagwerkende<br />

veranderingen die zowel harde vernieuwingen (bv. technologie) als zachte vernieuwingen (bv. beleid)<br />

vergen. een transitie bestaat uit één of meerdere systeeminnovaties die op hun beurt voortkomen uit product-,<br />

proces- of organisatorische innovaties. een systeeminnovatie betekent een verandering in de manier <strong>van</strong> werken,<br />

<strong>het</strong> zijn integrale structurele vernieuwingen.”


“Voor transities bestaan geen blauwdrukken, ze zijn eerder mogelijke ontwikkelingspaden waar<strong>van</strong> de richting<br />

en <strong>het</strong> tempo kunnen worden beïnvloed. toch kan een transitie gestuurd en gemanaged worden. Dit betekent<br />

in concreto <strong>het</strong> scheppen <strong>van</strong> voorwaarden waaronder maatschappelijke vernieuwing kan plaatsvinden, via de<br />

juiste initiatieven op <strong>het</strong> juiste moment.”<br />

http://www.wervel.be/landbouwbeleid-themas-93/626-140705-transities-en-transitiemanagement<br />

VRAAGGESTUURD WERKEN<br />

“Je presenteert je organisatie als een baken waar je allerlei vragen kan aan stellen die <strong>van</strong> ver of dichtbij met je<br />

doelgroep, je thema, je specialisatie te maken hebben. De vragen zelf stuur je niet, je zorgt wel dat je organisatie<br />

een sterk ‘merk’ wordt, waar mensen met vragen naar toe gezogen worden. Dat betekent dat je werkt<br />

met een heel open programmering, met veel witruimte, met een snel reactievermogen op de vragen die jullie<br />

bereiken‘. Vraaggestuurd werken is reactief.”<br />

Van den Eeckhaut Gie, 2009, Leren in beeld brengen, een praktijkboek voor vormingsinstellingen, Brussel, SoCius.<br />

bijlage C<br />

[<strong>het</strong> begrippenkader]<br />

33

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!