WJA-007.CT.02.A.pdf

Bijlagen 

Bijlage 1 

Bijlage 2 

Bijlage 3 

Bijlage 4 

Bijlage 5 

Bijlage 6 

Bijlage 7 

Bijlage 8 

Bijlage 9 

Beschrijving U-polder 

Tekeningen varianten A, B en C 

RISMAN-analyse 

Verslag proeven damwandpolder 

Gegevens van folie en geotextiel en de detaillering van de ophanging 

Rapport GeoDelft 

Foto's damwandpolderproef 

Analyse van mogelijkheden voor het vlak maken van de damwand bij het 

bouwconcept van de damwandpolder 

Berekeningsresultaten stabiliteit secundaire wanden

Haalbaarheidsonderzoek damwand polder Bouwdienst RWS 

Bijlage 1 Beschrijving U-polder

DE U-POLDER. 

1. Constructie beschrijving. 

De U-polder is een folieconstructie waarbij de onder watertaluds, die 

noodzakelijk zijn bij een traditionele folieconstructie, ontbreken. De folie 

wordt zowel horizontaal als vertikaal in den natte aangebracht. In een 

ontgraven bouwkuip gevormd door verankerde tijdelijke damwanden, 

worden vertikale voorzetwanden aangebracht. De kokervormige voorzetwanden, 

opgebouwd uit zeer lichte damwanden, een opgelaste plaat en een 

bodemplaat, worden vooraf voorzien van een drainagesysteem en stuurdraden. 

Na het aanbrengen van een eventuele spreidlaag en een waterafsluitende 

cement/bentonietlaag tussen voorzetwand en tijdelijke damwand, 

wordt het foliepakket (op eigen gewicht) afgezonken. Het nog opgevouwen 

vertikale deel van de folie wordt d.m.v. de stuurdraden langs de voorzetwand 

opgetrokken. Ingesloten water tussen folie en voorzetwand wordt 

afgevoerd via het drainagesysteem. Na het aanbrengen van een ballastlaag 

op het folie wordt het waterpeil binnen de bouwkuip verlaagd tot onder de 

bovenkant van de ballastlaag. De ballastlaag zorgt voor het vertikale 

evenwicht van de folieconstructie en voor een goede waterdichte aansluiting 

van de folie op de voorzetwand. Nog doorsijpelend water wordt afgevoerd 

via het drainagesysteem. De horizontale stabiliteit boven de ballastlaag 

wordt gewaarborgd door steunbermen, gevormd door keerwanden of een 

Terre Armée constructie. De tijdelijke damwanden worden tenslotte 

getrokken en zijn weer geschikt voor hergebruik. 

2. Flexibiliteit. 

Compartimentering van een traject kan om verschillende redenen plaatsvinden. 

Overzichtelijkheid, beheersbaarheid, bestaande infrastructuur en 

hergebruik van materiaal zijn een aantal redenen. Indien geen obstakels zoals 

spoorlijnen, duikers etc. worden gekruist kan de bouw worden uitgevoerd 

als een continu proces. Bij het continue proces wordt op een gedeelte van 

de afgezonken en vertikaal opgetrokken folie de ballastlaag aangebracht. Het 

einde van de ballastlaag wordt voorzien van een gronddam welke boven het 

aanwezige bouwkuipwater uitsteekt. Nadat de waterstand binnen de 

afgescheiden kuip is verlaagd kan de afbouw starten. 

Een aansluiting tegen een vertikale wand of tegen een kunstwerk, b.v. 

tunneltoerit of spoorviaduct, is mogelijk d.m.v. een U-vormige waterdichte 

aansluitconstructie. 

3. Uitvoering. 

Een proefproject bij Ouddorp heeft aangetoond dat een U-polder zeer goed 

realiseerbaar is. Ook de al eerder genoemde aansluitconstructie is hier met 

succes toegepast. De bouw geschiedt rn.b.v. conventioneel materieel.

1 4. Duurzaamheid. 

De waterdichtheid van de folieconstructie wordt met behulp van een geoelektrisch 

onderzoek gecontroleerd waarbij gebruik gemaakt wordt van de 

elektrisch isolerende eigenschappen van de folie. Een door TNO uitgevoerd 

duurzaamheidsonderzoek geeft aan dat de folie zeker een paar honderd jaar 

als waterkering zal voldoen. Omdat de constructieve elementen 

bestaan vergt de U-polder weinig onderhoud. 

uit grond 

5. Geluidshinder. 

De vertikale wanden geven een goede geluidreductie. Door het ontbreken 

van heiwerk t.b.v. trekpalen zal de geluidshinder tijdens de bouw van de Upolder 

aanzienlijk minder zijn dan bij de traditionele betonnen bak. 

6. Grafische weergave U-polder principe 

-~~l---~---~ 

24215 24Z1S 

-niöö---- 1727S ~-'-----ïnj"S-----70-00-'-~ 

:::-:---1S77s----'--'-ll-- , 1


Bijlage 2 Tekeningen varianten A, B en C


Bijlage 3 RISMAN-analyse

I 

, 

Deelnemers 

J.d.Vries, R.Knulst, W.Hemelop, H.Kosterman, 

M.Laverman, L.Leeuw, W.Jansen, G.Wolsink, 

A.Jolink en M.terlouw (Bouwdienst) 

A.WiIlems en E.v.Haastregt (bureau RISMAN) 

Afschrift aan 

Verslag van bespreking "proef Damwandpolder" Nummer 

2703-2001-0009 

Opgemaakt door 

M.Terlouw 

Bewerkt door 

A.Willems I E. van Haastregt (bureau RISMAN) 

Datum bespreking 

18 januari 2001 

Doorkiesnummer 

030-2857853 

030-2957266 I 0348-435243 

Bijlage(n) 

Inleiding 

H. d. Vries opent de vergadering en heet een ieder, en in het bijzonder de heren van bureau RISMAN, 

van harte welkom. 

De vergadering is een vervolg op een bijeenkomst in maart 2000, en het lijkt nuttig om met alle 

betrokkenen de problematiek rondom de damwandpolder nog eens de revue te laten passeren. (E.e.a. 

toegespitst voor toepassing bij de RW 73) 

Doel is om de risicovolle onderdelen en processen van de damwandpolder boven water te krijgen, 

zodat deze in de "damwandpolderproef' meegenomen kunnen worden. 

De opzet van de vergadering is als volgt. Het proces wordt opgedeeld in vijf stappen, te weten het 

identificeren van (risicovolle) aandachtspunten voor de volledige polder, de 'belangrijkste' hiervan 

classificeren, het opstellen van een processchema, het vaststellen en eventueel kwantificeren van 

criteria en tot slot het toekennen van een innovatiescore aan de processen. 

Stap 1 Het identificeren van (risicovolle) aandachtspunten 

In deze stap worden aan de hand van een korte brainstormsessie de belangrijkste aandachtspunten 

geïdentificeerd vanuit een risicoanalytisch oogpunt. Het doel hiervan is om in een kort tijdbestek een 

schematisch overzicht te krijgen van de risicovolle aspecten van de damwandpolder. Benadrukt wordt 

dat deze stap geen volledige risico-inventarisatie oplevert en geen ordening aanbrengt in de mate van 

relevantie van de verschillende onderdelen. 

Stap 2 Het classificeren van de belangrijkste aandachtspunten 

In het schema van stap 1 worden de acht 'belangrijkste' aandachtspunten in willekeurige volgorde 

geselecteerd. Het zijn de onderdelen, waar men gevoelsmatig de grootste onzekerheid over heeft of 

waarvan op voorhand wordt verwacht dat hier de grootste moeilijkheden zullen ontstaan. Vervolgens 

wordt binnen deze lijst van acht aandachtspunten een ordening aangebracht die de volgorde van 

relevantie moet representeren (het 'prioriteren' van de aandachtspunten). Dit wordt voor zowel het 

project RW 73 als de HSL-Zuid gedaan. Op deze wijze ontstaat een beeld of de proef ook daadwerkelijk 

op de belangrijkste punten ingaat.

Stap 3 Het opstellen van een processchema 

In stap 3 wordt een processchema opgesteld van het realiseren van de damwand polder. Het 

processchema heeft als doel het kunnen koppelen van de risicovolle onderdelen aan de afzonderlijke 

activiteiten van de uitvoering. Door voor verschillende varianten een dergelijk schema op te stellen en in 

een latere stap (stap 5) deze koppeling te maken, kan een globaal beeld van de verschillen in 

risicoprofiel van de varianten worden verkregen. Tevens wordt inzicht verkregen welke 

aandachtspunten in de damwandpolderproef aan bod (moeten) komen. 

Stap 4 Het vaststellen van criteria 

In deze stap worden criteria opgesteld en daar waar mogelijk gekwantificeerd. Tijdens stap 3 is globaal 

inzicht verkregen in de aandachtsgebieden tijdens de damwandpolderproef. In stap 4 wordt vastgesteld 

in welke parameters dit vertaald kan worden en, indien mogelijk, wat de toleranties zijn. 

Stap 5 Het toekennen van een innovatiescore aan de processen 

Tijdens de laatste stap worden de activiteiten in het processchema van stap 3 voorzien van een 

innovatiescore. Deze score bestaat uit de combinatie van de mate van innovatie (orde van grootte; 

categorieën 1,2 en3) en de kosten in het geval dat deze activiteit faalt (orde van grootte; categorieën I, 11 

en 111). Deze innovatiescore geeft een gevoel voor de kwetsbaarheid van elk van de activiteiten en kan 

daarmee een handvat bieden voor de afweging of het economisch interessant is om hieraan een proef 

te wijden. 

Resultaten van de sessie 

Stap 1 Het identificeren van (risicovolle) aandachtspunten 

Tijdens de brainstormsessie zijn de volgende aandachtspunten geïnventariseerd: 

- inbrengen damwand (met eventuele opgelaste plaat) e.e.a. in verband met de grondgesteldheid in 

Limburg 

- damwand uit slot' uitvlakken damwand 

- corrosie damwand (levensduur 100 jaar) 

- groutankers- corrosie i.v.m. levensduur 

- zwerfstromen 

- levensduur folie 'lasnaden 

- vlakheid damwand 

- aansluitingen op bestaande betonconstructie 

- klemconstructie 

- verdichten zandpakket i.v.m. zettingen van aanvullingen voor en achter voorzetwanden 

- aanbrengen folie 

- aanbrengen voorzetwand 

- totale krachtenspel 

- calamiteiten in gebruiksfase o.a. door gevaarlijke vloeistoffen' brand' mechanische storingen 

- aanbrengen waterkelders m.b.t. stabiliteit' evenwicht 

- onderbrengen veiligheidsvoorzieningen 

- omgevingsbebouwing , geluidshinder 

- betonaansluitingen op damwand 

- vakbekwaamheid van de mens. 

- verbinding damwand' voorzetwand 

- aardbevingsbestendigheid 

- waterstanden 

- materieel 1.b.v. voorzetwand 'folie 

In figuur 1 is dit alles schematisch weergegeven. 

2

w 

"Tl 

I 

Stap 2 Classificeren van de belangrijkste aandachtspunten 

Uit de geïnventariseerde aandachtspunten van stap 1 worden acht punten geselecteerd die als 

'belangrijkst' worden ervaren. In figuur 1 zijn deze punten herkenbaar door een dikgedrukte weergave. 

De classificatie bestaat uit het op volgorde zetten van deze punten in afnemende mate van 

aandachtsbehoefte. Het resultaat is weergegeven in de onderstaande tabel. 

De classificatie is zowel voor het project RW 73 als voor HSL-Zuid gedaan. Eén van de redenen 

hiervoor is het relatief grote verschil in grondslag tussen beide projecten. Grofweg kan worden gezegd 

dat met de RW 73 grondslag de oostelijke helft van Nederland is behandeld en met de HSL grondslag 

de westelijke helft. De volgorde zoals deze voor de HSL-Zuid geldt, is opgenomen in de laatste kolom. 

RW 73 Classificatie HSL 

1 voorzetwand plaatsen + op zijn plek houden 2 

2 aanbrengen folie 3 

3 aansluiten op bestaande constructie 1 

RW 73 (constructie) HSL (fasering) 

4 inbrenqen damwand 7 

5 uitvlakken damwand 4 

6 zandpakket i.r.t. stabiliteit voorzetwand 5 

7 stabiliteit 1 evenwicht waterkelders 6 

Opgemerkt wordt dat in figuur 1 is te zien, dat de factor 'mens' eveneens tot de selectie behoort. 

Vanwege het feit dat de mens echter bij vrijwel alle onderdelen is betrokken en daarmee moeilijk als 

geïsoleerd aandachtspunt kan worden beschouwd, is besloten deze niet mee te nemen in de 

classificatie. De ervaring leert echter dat de factor mens wel een significant risicopunt is en dus wel 

degelijk als belangrijk aandachtspunt moet worden beschouwd. 

De damwandpolderproef richt zich met name op het plaatsen en het op zijn plek houden van de 

voorzetwand, het uitvlakken van de damwand en het zandpakket in relatie tot de stabiliteit van de 

voorzetwand. Uit de tabel blijkt dat dit voor de RW 73 de aandachtspunten 1, 5 en 6 betreft. Redenen 

voor het niet beproeven van de overige aandachtspunten zijn o.a.: 

Punt 2: het plaatsen van folie is eerder gedaan in de U-polder (Ouddorp). Uitgangspunt is dan ook dat 

bij de damwandpolder dezelfde techniek wordt gehanteerd. 

Punt 3: dit is in de proef niet of nauwelijks te toetsen. 

Punt 4: afgezien van het feit dat het inbrengen van een damwand een reeds beproefde techniek is, is er 

reeds een andere proef voorzien waarin dit onderdeel aan de orde komt. 

Punt 7: dit is met berekeningen te verifiëren. 

Stap 3 Opstellen van een processchema 

Voor het proces van de realisatie kunnen drie varianten worden onderscheiden: 

A: = intrillen voorzetwand (vooraf volledig tot m.v. of g.w.s. aanvullen) 

8: = inhangen voorzetwand 

C: = combinatie van A + 8 (aanvullen tot o.k. asfalt + intrillen voorzetwand) 

Het processchema voor de verschillende varianten bestaat uit de activiteiten: 

* damwand heien (eventueel met uitvulplaat) I ontgraven en damwand vlak maken. 

"Opgemerkt wordt dat het damwandslot niet aan de bouwputzijde moet zitten". 

* uitvlakken damwand i.r.t. aanbrengen folie 

4

I * aanvullen tot onderkant voorzetwand (afh. van gekozen variant A, B of C) 

In deze fase moet een splitsing worden gemaakt naar de drie varianten. 

I 

Variant A; 

Verder aanvullen tot MV of GWS => verdichten => trillen voorzetwand (staal 1 beton) => bovenkant 

fixeren (hor.! vert.) => polderpeil verlagen => ontgraven. 

..ê 

Variant B; 

Voorzetwand plaatsen + stellen => gelijktijdig aanvullen (max. verschil ± 1 m.) => verdichten => rest 

achter de voorzetwand aanvullen => polderpeil verlagen. 

Variant C; 

Aanvullen tot o.k. asfalt => verdichten =>intrillen wand => bovenkant fixeren => aanvullen tussen 

wanden => polderpeil verlagen. 

Stap 4 Vaststellen van criteria 

Voor elk van de activiteiten uit het processchema van stap 3 worden criteria vastgesteld op basis 

waarvan de damwandproef kan worden geêvalueerd. Tevens blijkt bij het opstellen van criteria of er 

eenduidigheid onder de deskundigen bestaat over het belang van sommige parameters en de 

toleranties die hieraan mogen worden gesteld. De criteria die nog een nadere toelichting behoeven, zijn 

dikgedrukt weergegeven. 

De criteria zijn: 

* Damwand: 

- grondkerend 

- normale constructie 

- toleranties => niet maatgevend 

* Ontgraven: 

- als bij Onderwaterbeton 

- kassen moeten schopschoon zijn 

* Damwand vlakmaken: 

- geen scherpe randen 1 punten 

- i.r.t. sterkte ± 5cmop 112 m. 

- overdruk i.v.m. verschil in hoogte aanvulling 

- zwaarder dan water 

- tot ontgravingsniveau (= onderkant folie) 

- mag waterdicht zijn 

- hoeft niet gronddicht te zijn (gaten < dan 1-5 cm.) 

* Folie: 

- diepteligging 

- afzinkbaar 

- dikte 1 sterkte 

- geen scheuren 

- maakbaarheid prefab en werkterreinen 

- geen slib of holle ruimtes onder folie 

- schone vloer 

5

I 

j 

- fabricage rek eis 300 % (dit impliceert een goed product). 

Opgemerkt wordt dat i.v.m. aanbrengen folie het verstandig is om trekdraden aan te brengen, dit 

om de folie zo strak mogelijk om de hoeken te kunnen trekken. 

* Bescherming t.b.v. afhangen: 

- zwaarder dan water 

- geen scherpe kanten I punten 

- geen naden 

- tot onderkant voorzetwand 

- vlakheid? 

- sterkte eis? hoe berekenen? Var. => treksterkte i.v.m. trillen. 

Var. => i.v.m. stoten voorzetwand 

- stijver dan folie 

- gronddicht 

* Voorzetwand: 

- sterkte 

- brandbestendigheid 

- vloeistofdicht 

- "visueel" vlak (o.k. ± 2 cm.) 

- krachtoverdracht => boven I onder 

- zanddicht 

- veiligheidsvoorzieningen 

- groutankers vervangbaar? 

* Aanvullen: 

max. 1 meter verschil ( zowel links als rechts) 

Zoals vermeld zijn er nog enkele criteria die een nadere toelichting behoeven. Hieronder is, na evaluatie 

van deze punten, kort weergegeven wat de belangrijkste discussiepunten zijn. 

1. mag waterdicht zijn hoeft niet gronddicht te zijn (gaten < dan 1-5 cm.) 

Deze twee criteria hebben een directe relatie. De formulering 'mag waterdicht zijn' is gekozen om 

de optie van een stalen plaat open te houden. De discussie richt zich vooral op de gatgrootte: om 

een eventuele overdruk van het water weg te nemen, is het beter dat de constructie voor het glad 

maken van de damwand waterdoorlatend is. Indien de gatgrootte echter te groot wordt, is deze niet 

langer grondkerend. In hoeverre moet de constructie gronddicht zijn? Indien de gaten te groot zijn, 

kan de folie erin bollen. Dit laatste kan op maaiveldniveau beproefd worden. 

2. fabricage rek-eis 300 % 

Aan het product wordt een fabricage rek-eis gesteld van 300%. Bij de uitvoering wordt geëist dat de 

folie maximaal 5% mag rekken (op advies van TNO), dit in verband met de duurzaamheid van de 

folie. De 'sterkte-eis' van de folie is van ondergeschikt belang indien er geotextiel voor komt. 

3. Opgemerkt wordt dat i.v.m. aanbrengen folie het verstandig is om trekdraden aan te brengen, 

dit om de folie zo goed mogelijk om de hoeken te kunnen trekken. 

Dit criterium heeft vooral te maken met de discussie over de ernst van plooien in de folie. Plooien 

zijn ongewenst omdat de ligging en de sterkte van de folie moeilijker te voorspellen zijn, hetgeen bij 

het plaatsen van de voorzetwand van belang is. 

4. sterkte eis in relatie tot trillen? hoe berekenen? Var. => treksterkte i.v.m. trillen. 

Wat is de sterkte-eis die aan de folie gesteld moet worden? Het is onvoldoende bekend hoeveel 

kracht er zal optreden. Met name de treksterkte van het geotextiel is van belang in het geval van het 

intrillen van de damwand. 

5. max. 1 meter verschil ( zowel links als rechts) 

Het min of meer gelijktijdig aanvullen van de grond voor en achter de wand in variant B is hier punt 

6

l' ! 

l 

~T 703-2001-0009 

van discussie. Er spelen twee zaken: enerzijds wat is het maximaal toelaatbare hoogteverschil voor 

en achter de wand en anderzijds hoe realiseren en controleren we het proces tijdens de uitvoering? 

Stap 5 Toekennen van een innovatiescore 

Tot slot wordt aan de afzonderlijke activiteiten in het processchema van stap 3 een innovatiescore 

toegekend. Dit is een combinatie van de mate van innovatie van het proces en het gevolg in termen van 

geld indien het betreffende proces faalt. Het doel hiervan is een gevoel te krijgen van de kwetsbaarheid 

van de verschillende activiteiten. Gekozen is de volgende categorieën hiervoor te hanteren: 

Innovatiescore van de afzonderlijke activiteiten / processen: 

1. Bekende techniek (routine) 

2. Prototype / getest 

3. Extrapolatie bestaande technieken 

4. Bekende onderdelen / nieuwe combinatie 

5. Nieuwe onderdelen. 

De gevolg klasse : 

I < orde fl. 100.00,- 

11 fI. 100.000,- - 1 Mfi. 

111 > Mfi. (niet meer interessant) 

De toegekende scores aan de verschillende activiteiten worden hieronder beschreven: 

Damwand heien RW 73: 

zonder uitvlakplaat - ( 2/3 => 11) 

- damwand heien met uitvlakplaat - ( 3 => 11) wel slechter dan zonder uitvulplaat 

- Ontgraven - ( 1 => I) 

Damwand vlakmaken 

* staalplaat vooraf (1 => I) 

* stalenplaat achteraf (Product (5) - techniek ( 4 )) 

- losstaand => aansluitingsprobleem 

- risicopunt = scherpe randen / rek folie bij spleten (e.e.a. te controleren door 

duikers) 

- Bij ontdekken => I 

- Bij niet ontdekken (lijkt onwaarschijnlijk) => 1111I1 

* Houten schotten ( 4 ) => ( 111111) 

- hoe bevestigen aan staal 

- door beperkte levensduur kans op uitstekende punten 

- kosten te duur, staal oplossing is beter. 

* Bouwstaalmat tegen damwand (5) => 11/111 

- voldoet niet aan criteria 

- gaten te groot 

- randen (vlakheid en rek eis) 

7

-0; 

j 

* Geotextiel (4/5) => (111) 

- opspannings niveau onzeker 

- eventueel apart testen? 

Opgemerkt wordt dat het wellicht goed mogelijk is om de Bouwstaalmat te combineren met het 

Geotextiel. 

* Geolockprofiel (4 )=> (111) 

- vlakheids eis ( heel slap) 

Geconcludeerd wordt dat deze oplossing niet mogelijk is. 

Opmerkingen: 

- Houten schotten (valt af) 

- Geolockprofiel (valt af) 

- Stalen plaat (het beproeven waard) 

- Bouwstaalnet met geotexiel (het beproeven waard, maar wellicht iets lastiger dan stalen plaat) 

De innovatieve scores per variant geven de volgende resultaten. 

Variant A: => * verdichten ( 1) - ( 111) 

- droog 

- niet direct naast folie 

- als folie stuk gaat, nauwelijks te herstellen. 

* voorzetwand trillen (4)- (2/3, na de proef) 

- wat is kracht in geotextiel? 

- geotextiel kan 20% rek hebben 

- bezwijken textiel, niet altijd bezwijken folie tot gevolg 

- afstand X = parameter (zekerheid strakte folie) 

Als folie niet beschadigd: => I 

Als folie beschadigd: => 111(niet te herstellen) 

* vlakheids eis? 

- geldt voor beton meer dan voor stalen damwand, omdat bij staal later een 

beschermconstructie moet worden aangebracht 

* BK fixeren (1) (I) 

Variant B: => * voorzetwand plaatsen en stellen (31 4 ) - ( 11) 

- rechtstand (aanbrengen 1 aanvullen) is frame nodig? 

- folie beschadigen door scherpe wanden (wanden afronden) 

- merk je dat folie beschadigd is? (controle door duikers enlof elektrische meting) 

- afstand x = parameter. 

Variant B; => * gelijktijdig aanvullen (1) - ( I ) 

- bij ongelijk aanvullen gaat de wand uit het lood 

- folie moet vrij van voorzetwand zijn i.v.m. calamiteiten 

- wat is gelijktijdig en hoe controleer je dat? 

* Nat verdichten => bij betonoplossing (1 ) - ( 111) 

=> bij staaloplossing (1 ) - ( I ) 

- voorzetwand uit positie 

8

I 

I 

I 

j 

j 

- grondstabiliteit in polder weg 

- rüttelen alleen t.p.v. middenkanaal 

Variant C: * nat verdichten (minder ervaring als bij var. A) 

* intrillen wand (als bij var.A, maar gemakkelijker en korter) 

* b.k. fixeren ( als bij var. B) 

* aanvullen ( als bij var. B, maar kleinere hoeveelheid) 

Afweging maken op basis van meerdere aspecten 

Op basis van 

proef zijn: 

het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de belangrijkste aandachtspunten voor de 

- Vlak maken van de damwand 

- Maat x als parameter in varianten A en C 

- Gelijktijdig aanvullen, links en rechts van de voorzetwand 

- Invloed van het niet plaatsvast zijn van de vlakmaakconstructie op de maat x 

Het laatste punt is te beheersen door de druk in de kuip hoger te houden dan in de kas (afhankelijk van 

het soort vlakmaakconstructie). 

Het verschil in risicoprofiel tussen de varianten A en B is herkenbaar: in het geval van variant A liggen 

de onzekerheden vooral op geotechnisch gebied (kennisonzekerheid). Bij variant B zijn de 

onzekerheden 

ervaring). 

met name terug te vinden in de uitvoeringstechniek (onzekerheid door gebrek aan 

De uitkomsten van de sessie, zoals beschreven in voorliggend document, dienen slechts als handvat bij 

het nemen van beslissingen over de uit te voeren proef. Bovenstaande analyse heeft als insteek de 

kwetsbaarheid van en de onzekerheid over de uit te voeren activiteiten in het kader van de 

damwandpolder. Voor het nemen van daadwerkelijke beslissingen wordt aangeraden ook aspecten te 

beschouwen als: 

- technische randvoorwaarden 

- representativiteit van de proef (schaalvergroting) 

- haalbaarheid in de planning 

- kosten 

- 'value of information'. Eenvoudig gezegd de 'waarde van de proef. Hiermee wordt bedoeld dat een 

afweging moet worden gemaakt tussen enerzijds de verwachte opbrengst (in termen van kosten die 

naar verwachting niet gemaakt zullen worden door het falen van een activiteit) en anderzijds de 

kosten van de proef voor dit onderdeel. 

In de bijgevoegde tabellen is een voorzet hiervoor gedaan: de procesonderdelen zijn nogmaals 

weergegeven, gevolgd door de bijbehorende innovatiescore en gevolgschade bij falen. Door middel van 

kleuren is de mate van kwetsbaarheid tot uitdrukking gebracht: oplopend groen, geel, paars en rood, 

waarbij groen een relatief lage kwetsbaarheid representeert en rood een relatief hoge kwetsbaarheid. 

Tevens zijn kolommen met de bovenstaande aspecten toegevoegd. Door de cellen in deze kolommen 

te kwalificeren met bijvoorbeeld 'slecht', 'neutraal' en 'goed' (of eenvoudiger -, 0 of +) is snel een gevoel 

te krijgen voor de processen die (de meeste) aandacht tijdens de proef verdienen. 

Een kortere slag is tijdens de sessie uitgevoerd: voor elk van de processen is op basis van alle 

aspecten gekeken of deze interessant zijn voor de proef. Indien een proces op één van de aspecten 

slecht scoort, krijgt deze een lagere prioriteit. 

9

T 

! 

j 

"03.2001.0009 

De processen, die voor alle aspecten goed scoren en daarmee het meest in aanmerking komen voor de 

damwandpolderproef, zijn: 

- Combinatie van geotextiel en de bouwstaalmat tegen de damwand voor het vlak maken van de 

damwand; 

- Het droog verdichten in variant A en het nat verdichten in variant C. Hierbij wordt aangetekend dat 

het verdichten tijdens de proef niet als doel heeft het verdichten zelf te beproeven. Dit is echter een 

voorwaarde om een representatieve grondgesteldheid te bewerkstelligen; 

Het nat verdichten in variant B. Het voorstel is dit te beproeven indien er nog tijd beschikbaar is. 

Hierbij gaat het wel om het verdichten zelf (in relatie tot de stabiliteit van de voorzetwand) te 

beproeven; 

- Intrillen van de voorzetwand in variant C. 

In de analyse zijn de processen gevoelsmatig gekwalificeerd voor de genoemde aspecten. Voor een 

betere afweging wordt aanbevolen de aspecten in het algemeen en de kosten in het bijzonder van de 

verschillende onderdelen van de damwandpolderproef in kaart te brengen en deze af te zetten tegen de 

verwachte opbrengst van de proef. Ook moeten sommige van de opgestelde criteria nog nader worden 

uitgewerkt ten behoeve van de representativiteit van de damwandpolderproef. 

10

activiteit variant aandachtspunten I Innovatie-score I gevolg 

damwand heien zonder uitvlakplaat 213 11 

ontgraven 

2703-2001-0009 

met uitvlakplaat • Sloten uitwendig I 3 11 

damwand vlak I staalplaat achteraf, kan I· Scherpe punten + rek van 

maken los voor damwand folie bij spleten 

• Aansluitingsproblemen te 

verwachten 

opmerkingen kosten proef Itechno haalbaar Irepr. proef Ilijd 

haalbaar 

slecht 

slecht 

slecht 

slecht 

(voor 

lassen en 

heien) 

houten schotten I. Bevestiging aan staal • iIl7l1b;..;;i\'" /J te hoos kostcrlls I slecht 

• Beperkte levensduur nadelig 

indien bevestiging met 

se her delen 

bouwstaalmat tegen Gaten waarschijnlijk te groot goed goed 

damwand om door folie te overbruggen 

• Scherpe randen I 

geotextiel • Opspanningsniveau goed goed goed 

geolockprofiel • VJakheidseis (te slap 

materiaal) 

slecht 

11 

value of 

InformalIon 

slecht 

slecht (voor 

voorhangen)

2703-2001-0009 

Variant I Activiteit I Aandachtspunten I innovatie- I gevolg I opmerkingen Ikosten repr. tijd value of 

roef haalbaar Information 

A 1. verdichten • Droog Is een voorwaarde goed nvt 

voorzetwand • Niet direct naast foliel voor proef: grond 

intrillen • Folie nauwelijks te herstellen moet goed zïn. 

2. voorzetwand • Welke krachten komen in folie? I (follenlel met proef te goed goed Voor Igoed Igoed 

trillen • Hoeveel rekl beschermende geotextiel ~ha(llgd) reduceren naar 213 variant 

hebben (max 20%1)? IU .(folle bezwijken van de Cgoed, 

• Hoe groot is "X"? beschadigd,' geotextiel hoeft niet voor A 

• Welke vlakheid is haalbaar? (probleem speelt :nlelt~ altijd bezwijken folie minder 

meer bij betonwand) .herstellen) tot gevolg te hebben goed 

• Hoe weet je of folieJ eotextiel beschadigt? 

3. BK fixeren • slecht 

B. 1. plaatsen en • Is een frame nodig tijdens stellen en 11 Verlangde diepte is 

voorzetwand stellen gelijkmatig aanvullen? in de proef niet 

inhangen voorzetwand • Kan folie beschadigen door aanstolen met haalbaar 

scherpe randen (=> afrondingen!)? 

• Hoe weet je of folieJgeotextiel beschadigt? 

2. gelijktijdig 

aanvullen 

3. nat verdichten 

• 

• 

• 

• 

Hoe groot is "X" 

Wat is gelijktijdig en hoe controleer je dat 

Folie moet vrï blliven van voorzetwand 

Mogelijk stabiliteitsverlies voorzetwand 

• 

1·11I I alleen rütelen I.p.v. 

middenkanaal? 

I 

Igoed 

I 

Igoed 

Islecht 

Igoed 

Islecht 

Igoed Igoed 

C. 

combinatie 

1. nat verdichten • lastiger dan bij A.1 ZieA1 goed goed goed goed Igoed 

2. intrillen wand • als bij A2, maar korter en makkelijker goed goed goed goed goed 

3. BK fixeren • moeilïker dan bij A3 (makkelijker dan B.1) slecht 

4. aanvullen • minder dan B.2, dus makkelijker slecht 

12

--" 


Bijlage 4 Verslag proeven damwandpolder_::~~:

Bouwdienst RWS 

Verslag proeven DAMWANDPOLDER 

CA. 5 M 

binnenwerks 

< 

< 

4,8 M. 

10 M. binnenwerks 

:>< 

4,8 M. 

proefzijde A 

I...........- ............... _ 

I 6,0 m-MV. 

I 

~.......................... 

proefzijde B 

• •• • • • •• • •• • HARTLIJN DAMWAND VOOR DAMWANDKUIP 

_. -. _. _.. HARTLIJN VOORZETWAND 

Figuur 1 Bovenaanzicht damwandkuip 

VOORZIJDE DAMWAND 

GORD IN 

DAMWANDKUIP 

6M. 

TG.~.~ 

M.V. 

:> 

:> 

VOORZETWAND 

Figuur 2 Dwarsdoorsnede proefzijde A tijdens aanbrengen voorzetwand 

D.W. Hemelop 

17 mei 2001 

UITWENDIGE 

GORDINGEN 

WATERPEIL 

ZAND 

bijlage 4 

pagina 1 van 8



WATERPEIL 

Aan te brengen vanaf damwandzijde: 

a. FOLIE 

b. GEOTEXTIEL 

Zand in lagen van 

1 meter aanvullen 

FIXEREN 

Figuur 3 Dwarsdoorsnede proefzijde B met afdichtingspanelen bij proef 1 

D.W. Hemelop 

17 mei 2001 

~ 

I 

• 

• 

•I 

I GORDING 

M.V. 

G.W.S. 

- 

6M. 

DAMWAND 

AFDICHTINGSPANELEN 

(wapeningsnet + geql!~f~iel~ 

_l 

Onderkant afdichtingspanelen 

vrijhouden van bodem 

damwandkuip 

bijlage 4 

pagina 2 van 8



WATERPEIL 

Zand in lagen van 

1 meter aanvullen 

Vanaf damwandzijde aan te brengen: 

a. BESCHERMINGSDOEK 

b. FOLIE 

c. GEOTEXTIEL 

FIXEREN 

Figuur 4 Dwarsdoorsnede proefzijde B met afdichtingspanelen bij proef 2 

D.W. Hemelop 

17 mei 2001 

~ 

I 

I 

I GORDING 

I - 

I 

----........... .1 

~.I 

M.V. 

G.W.S. 

6M. 

DAMWAND 


(alleen wapeningsnet) 

_l 

Onderkant afdichtingspanelen 

vrijhouden van bodem 

damwandkuip 

bijlage 4 

pagina 3 van 8


.. .. 


~ .. .J 

AFDICHTINGSPANEEL 2,4 METER 

hoofdwapening 012-100 

BESCHERMINGSDOEK 

(doorgaand over panelen) 

Figuur 5 Langsdoorsnede over proefzijde B bij proef 1 



BESCHERMINGSDOEK 


Figuur 6 Langsdoorsnede over proefzijde B bij proef2 

O.W. Hemelop 

17 mei 2001 

•• 41 • & • •• 

FOLIE 


FOLIE 



(wapeningsnet + geotextiel) 


(alleen wapeningsnet) 

l AFDICHTINGSPANEEL 2,4 METER J 

hoofdwapening ,,25-150 

GEOTEXTIEL 




GEOTEXTIEL 


.•. HELLINGMEETBUIS 

.•. HELLINGMEETBUIS 

••..••• ll!,'" 

bijlage 4 

pagina 4 van 8 

•• ••• ~

I 

). 



5,7 M 

, 

11 

':0" •.•.•.•••.•.•.•.•.•.•.•.•. ~ 

................ \ 

-l- _J 

Figuur 7 Aanzicht afdichtingspaneel 

A 

WAPENINGNET BESPANNEN 

MET GEOTEXTIEL 

(alleen bij proef 1) 

GEOTEXTIEL OMSLAAN 

OVER TWEE MAZEN 

(alleen bij proef 1) 

RICHTING WAPENING 

ILANGS DWARS 

••• ~ 

.G:~TI~r 

BINNENZIJDE 

HOEKPROFIEL 

rondom paneel 

..DAMWAN:: . _ " _ ~ 

\"0 @_ . _ .':- . _ ~ 

\ \. GEOTEXTIEL OMSLAAN EN BEVESTIGEN 

~ MET KOORD DOOR OGEN 

(zie instructie GENAP op bijlage B) 

I DAMWANDZIJDE I 

Figuur 8 Detail A van afdichtingspaneel 

D.W. Hemelop 

17 mei 2001 

bijlage 4 

pagina 5 van 8

_-4 

~ 

Bouwdienst RWS bijlage 4 

~ Verslag proeven DAMWANDPOLDER 

--, 

j 

Tabel I Proef 1; peilingen aanvulling in lagen 

begin laag 1 laag 2 laag 3___ laag 4 laag 5 laag 6 

T 

l 

,. 

01 

02 

03 

04 

5,20 

5,35 

5,50 

5,60 

4,70 

4,60 

4,65 

4,80 

3,70 

3,70 

3,80 

3,75 

3,0~~ 

3,00 - 

3,00;;;;,;, 

3,05- 

2,15 

2,10 

2,05 

2,05 

1,00 

0,95 

0,95 

1,00 

0,00 

0,00 

0,00 

0,00 

~ 

05 

06 

5,35 

5,40 

4,75 

4,70 

3,75 

3,80 

2,95 

3,00 

2,10 

2,10 

1,00 

1,00 

0,00 

0,00 

." 07 5,25 4,70 3,80 3,10 2,15 1,05 0,00 

08 5,50 4,75 3,80 3,15 2,10 1,05 0,00 

Ji 

W1 5,50 4,90 3,80 2,95 2,00 0,95 0,00 

'! W2 5,45 5,00 3,90 2,95 2,00 0,95 0,00 

~ 

W3 

W4 

5,15 

5,55 

5,10 

5,15 

4,00 

4,00 

2,95 

3,00 

1,95 

1,95 

1,05 

1,05 

0,00 

0,00 

W5 5,70 5,15 4,05 3,05 1,95 1,05 0,00 

W6 5,65 5,00 3,95 3,05 2,00 1,05 0,00 

WP 1,80 1,30 0,65 0,60 0,55 0,60 

H 

G 

PBG 

PB5 

PB4 

PB3 

PB2 

PB1 

~7.: 

-~ 

N 

O OPSTELLING VERPLAATSINGSOPNEMERS 

o HELLINGMEETBUIS 

• LOCATIE PEILING 

'''"''GENT'E1'V' 

l L 

HOE1CPROfIUT.'.V.lfVt$TIGING 

FOUE EN GEOTEXT1U 

DI4J.l.WAHO PIlOfFKUlP -ti 

l!!!!!!!!!!!!!!!!!>_-_ 

Figuur 9 Situatie proefopstelling bij proef 1 -~ ----_. 

D.W. Hemelop 

17 mei 2001 

pagina 6 van 8

--.I 

~ Bouwdienst RWS bijlage 4 

A Verslag proeven DAMWANDPOLDER 

" 

A Tabel 11 Proef2; peilingen aanvulling in lagen 

1 

! 01 

02 

begin 

6,00 

5,70 

laag 1 

5,50 

5,30 

laag 2 

4,05 

4,05 

laag 3 

3,00 

2,95 

laag 4 

2,00 

2,00 

laag 5 

1,05 

1,00 

laag 6 

0,00 

0,00 

~ 03 5,90 5,50 4,10 2,95 2,00 1,00 0,00 

•• 

,. 

04 

05 

06 

5,80 

5,80 

5,70 

5,40 

5,45 

5,25 

4,05 

4,10 

4,10 

2,95 

2,95 

2,95 

2,00 

2,05 

2,10 

1,00 

1,05 

1,10 

0,00 

0,00 

0,00 

~JO 

07 6,00 5,35 4,05 3,00 2,20 1,10 0,00 

"' 

~ 

W1 5,20 5,10 4,05 3,00 2,00 1,05 0,00 

W2 5,50 5,10 4,05 3,00 2,00 1,05 0,00 

W3 5,10 4,95 4,00 2,95 2,00 1,10 0,00 

W4 5,20 5,10 4,00 3,00 2,05 1,00 0,00 

W5 5,60 5,05 4,05 3,00 2,05 1,00 0,00 

W6 5,50 5,20 4,10 3,05 2,05 1,00 0,00 

WP 1,10 0,85 0,80 0,70 0,65 0,40 

G 

F 

E 

D 

C 

B 

• OB 

• 02 

PROEFKUIP 

W6 • PB6 

H 

PB5 

PB4 

PB3 

PB2 

W1 • 

A 

PB1 o OPSTElLING VERPLAATSINGSOPNEMERS 

0 HELLINGMEETBUIS 

• 01 • LOCATIE PEILING 

u-MmWAGENGWD'''' 

Figuur 10 Situatie proefopstelling bij proef 2 

D.W. Hemelop 

17 mei 2001 

N 

"'UNGENT.O.v~ ~ 

L 

HOEkPROFlflT.I.V.IEVfSTIGING 

fOlIE EN GEOTEXTIEL 

DAMWAND PR.OEFKUlP 

----. 

pagina 7 van 8

" • 

j 



IJ ROE F 

.... _....,.,. 

, - ~ ~ 

'!:~ " ~ 

bijlage 4 

e~ 

-'.--'_. .- 

~ 

- > 

~ ,. 

~~ 

~ 

_. ( .~.. 

~~ ~ 

f';; CD . 

~ ® 

0 0 '0 ~ ._. 

L2_9 .J [ëfQ] ;: 

_. ~l f 

\ 

Type 7M 0) ,.. 

13 M 

..... .- ..~_.._- v 

- 

~[- 

1°06 

I 0 0035] ~ qoo; 

- .._. __ .. .. 

25M SOM 

f> , 

Excentrisch moment Nm-kgm 60-6 125-12.5 270-27 500-50 

.. _.. ...- ... .- ~ 

_. 

I 

Maximale frequentie tpm 1800 :: ~: 1700 [ 1100 \ 

1700 

.... . .... ..~._-.-- " 

Maximale centrifugaalkracht kN-ton 213-21.3 

.~, ."' 

. 

0'0 • ...._-_ 

Maximale trekkracht aan de trekkop kN-ton 180-18 

(. 

I 

.. ~; ~. 

,j 

~j 

r: 

400-40 870-87 16QO·16( 

200-20 t;, : 400-40 400-40 

.. ".-.,. ..... ---, 

Totaal gewicht, zonder klem kg 1420 ,,' 2150 :} [; 4980 6000 

...... .. -",_ 

Gewicht in trilling. incl. klem kg 1110 

-. .,.," 

~l 

........ __.._ .. .. - I, h. _0.0 •• _____ ._ 

~~ 

1560 3600 

"'U'· 

6750 

l 

.. '1 

., 

!~ .;\:. 1 

Maximale amplitude mm 11 16 (: 

..-. 

15 15 

Hoogte, zonder klem 

mm 1300 1350 .~ 1800 2320 

~ 

[~ !i. "--' 

Lengte mm 1250 .~ 1350 2250 2300 

... ... .. .;; I,:; C •.. ._- 

~ .; 

Maximale breedte mm 600 :~' 600 100 720 

. " 0- •• L 

.-." 

f 

g~ te _ .. .....• ... -" 

Maximale taillebreedte mm 350 

320 350 

~;. 

),I! 

h 

Powerunit model 250 iii 250 t 450 J;> 600_ 

. 

.. 

;] 

.~.....•. .. .. ;~: ·'1 -- 

Type dieselmotor DAF ~: DAf 

_.~".-... ---~ .. _..- ' 

~I. 

1 

f~ 

~ 

350 

Cummins ~n Curnrnir 

'r.~ 

.,1, 

DNTD 620A DHT 825 NT 855 ID KTA 19 

.{I; 

" 

H -- ...- 

.~:;: g, 

:'~;~ 

Vermogen kW/HP 100/136 145/191 280/375 '} 448/600 

%!l 

-- 

......•. 

.. .-!---.- 

:~;. 

Maximale olieflow liter/min. 110 200 410 ~ 600 

f- .. , .... _.,. .. .. ~ f~ ..-l--- - 

& 

~~: 

';1 

Q 

Maximale werkdruk Bar 350 

350 1'1 350 

350 

'I' 

I/' ,,:1 

.. 

._.- 

!'1 I 

Afmetingen Ixbxh cm 340x120x190 fP40X120x190, tI360'~1~OX230~ ~ 470.(150)(~ 

._ ..... - •....,,_.-._-- ... ._.- 

Gewicht kg 3200 3200 U "'I 4200 I 5900 

Lengte hydraulische slangen meter 30 :;: 

.....• '-. 

it~ 

'l 30 

(i rl 

-_·",.,,-.··-.• -___ 0-'.- ."' ..._- .?: '" .,--- 

i 

30 

.~ 

,..--'- - 

45 

'-- 

Capaciteit universele klem kN-ton 550-55 R 550-55 1000-100 ........,_.,- k 

j 

--- 

2000-20' 

- 

Gewicht klem kg 340 

-' 

D,W. Hemelop 

17 mei 2001 

"J; 750 ~ 2100 

~340 r~ ,-,·~fu' '"" - '" 

pagina 8 van 8

A 

.. Bijlage 5 

À 

-,. 

• •• 

Ai 

,. 

Haalbaarheidsonderzoek damwandpolder Bouwdienst RWS 

Gegevens van folie en geotextiel en de detaillering van de ophanging

GENATEX 1000 

Technische gegevens 

Materiaal (Uv-stab.) : Polyethyleen bandjesweefsel 

Aantal draden per cm! 

binding : 9/6 per cm 1 8,5 1 8,5 Nm 

Gewicht/ru" : circa 190 gram 

Treksterkte per 5 cm 

strook (gem. waarde): : K = 175 daN 

I = 135 daN 

Rek bij breuk 

(gem. waarde) : K =25% 

1 =25% 

Wortelvastheid : bestand tegen afgegeven stoffen 

: niet bestand tegen worteldoorgroei 

(zoals elk verkrijgbaar Geotextiel)

Technische gegevens Genap 100~OO 

---------------------------------------------------------------------------------------------------- 

NORM Var. 

Samenstelling 

pp/pp 

Gewicht 477 gr/m2 EN 965 ± 10% 

Treksterkte EN ISO 10319 

Lengterichting 109,5 kN/m - 13% 

Breedte richting 109,8 kN/m -13% 

Rek bij breuk EN ISO 10319 

Lengterichting 19.1 % ±23% 

Breedterichting 11,8 % ±23% 

Doorponsweerstand 

(CBR waarden) 11 kN EN ISO 12236 - 30% 

Perforatieweerstand 10 mm EN 918 +20% 

Waterdoorlatendheid 

(h=10 cm) 28,8 1/m2/sec NBNB 29-001 -30% 

Zanddoorlaatbaarheid 

(basis 090) 200 urn NBNB 29-001 ±30% 

Dikte bij 2 kPa 1,53 EN 964/1 ± 10% 

Breedte van bet weefsel 5,15 m 

Rollengte 100 m 

Diameter rol 50 cm

Technische gegevens Aquatex zwart 1,0 mm drinkwaterkwaliteit 

(KIWAATA) 

Materiaal : Polyvinylchloride (PVC) 

Dikte : I,Omm±5% 

Kleur : zwart 

Gewicht : circa 1300 gram/m2 

Densiteit : volgens DIN 53479 1,23 gram/cm3 

Treksterkte : volgens DIN 53455 18 N/mm2 

Rek bij breuk : volgens DIN 53455 300 % 

Scheurweerstand : volgens DIN 53363 80 N/mm 

Hardheid : volgens DIN 53505 80 

Krimp bij hoge 

temperatuur : volgens DIN 53377 3 % (6 uur bij 800) 

Koudebestendigheid : volgens DIN 53361 - 200C. 

Bijzonder kenmerk : UV gestabiliseerd 

Indien te leveren in grotere breedtes dan 2 meter wordt hoogfrequent gelast. 

Lassterkte 75% van de boven vermelde normen.

TECHNISCHE GEGEVENS 

Materiaal : Genatex GëOtextiel500 gram per m- 

Afmeting : breedte 5,30 meter 

Treksterkte : lengte circa 33 kN/m 

dwarsrichting circa 31 kN/m 

Rek : lengte circa 60% 

dwarsrichting circa 70% 

UV-bestendigheid : goed 

Chemische bestendigheid : goed

GENATEX 1000 

Technische gegevens 

Materiaal (Uv-stab.) : Polyethyleen bandjesweefsel 

Aantal draden per cm! 

binding : 9/6 per cm / 8,5 / 8,5 Nm 

Gewicht/ru" : circa 190 gram 

Treksterkte per 5 cm 

strook (gem. waarde): :K = 175 daN 

I = 135 daN 

Rek bij breuk 

(gem. waarde) : K =25% 

1 25% 

Wortelvastheid : bestand tegen afgegeven stoffen 

: niet bestand tegen worteldoorgroei 

(zoals elk verkrijgbaar Geotextiel)

Technische gegevens Genap 100/100 

---------------------------------------------------------------------------------------------------- 

NORM Var. 

Samenstelling 

pp/pp 

Gewicht 477 gr/m2 EN 965 ± 10% 

Treksterkte EN ISO 10319 

Lengterichting 109,5 kN/m - 13% 

Breedte richting 109,8 kN/m - 13% 

Rek bij breuk EN ISO 10319 

Lengterichting 19.1 % ±23% 

Breedterichting 11,8 % ±23% 

Doorponsweerstand 

(CBR waarden) 11 kN EN ISO 12236 - 30% 

Perforatieweerstand 10 mm EN 918 +20% 

Waterdoorlatendheid 

(h=10 cm) 28,8 I/m2/sec NBNB 29-001 --30% 

Zanddoorlaatbaarheid 

(basis 090) 200 um NBNB 29-001 ±30% 

Dikte bij 2 kPa 1,53 EN 96411 ± 10% 

Breedte van het weefsel 5,15 m 

Rollengte 100 m 

Diameter rol 50 cm

Technische gegevens Aquatex zwart 1,0 rnrn drinkwaterkwaliteit 

(KIWAATA) 

Materiaal : Polyvinylchloride (PVC) 

Dikte :1,Omm±5% 

Kleur : zwart 

Gewicht : circa 1300 gramlm2 

Densiteit : volgens DIN 53479 1,23 gram/cm3 

Treksterkte : volgens DIN 53455 18 N/mm2 

Rek bij breuk : volgens DIN 53455 300 % 

Scheurweerstand : volgens DIN 53363 80 N/mm 

Hardheid : volgens DIN 53505 80 

Krimp bij hoge 

temperatuur : volgens DIN 53377 3 % (6 uur bij 800) 

Koudebestendigheid : volgens DIN 53361 - 20oe. 

Bijzonder kenmerk : UV gestabiliseerd 

Indien te leveren in grotere breedtes dan 2 meter wordt hoogfrequent gelast. 

Lassterkte 75% van de boven vermelde normen.

TECHNISCHE GEGEVENS 

~ 

Materiaal : Genatex ~otextiel 500 gram per m- 

~ 

Afmeting : breedte circa 5,30 meter 

Treksterkte : lengte circa 33 kN/m 

dwarsrichting circa 31 kN/m 

Rek : lengte circa 60% 

dwarsrichting circa 70% 

UV-bestendigheid : goed 

Chemische bestendigheid : goed

Ul Vl~ lJ;U~ rAA Jl J14 bb~lJI 

Damwand 

Hoek 120x 120x12 

zonder onze toestemming is nadruk verboden. 

benaming 

Detail klemconstructie 

folie - damwand met opgelost hoekprofiel 

Rijkswaterstaat 

Tek.nr. 

Blad nr. 

Tek.datum 

Revisie 

Touwzoom I/> 16 

Moerbout M12 x. 60 h.c.h. 200 mmo 

7A0108 

1 

15.01.2001 

Rev.datum 

Bestand 

010Bdomwandhoek 

Formaat A4 

School 

Getekend G.R. 

Gecontr. 

Ordernummer 

Genap B.V. Postbus 27. 7ü4DAA 's-Heerenberg NL 

Tel.+ 31(0)314661644 Fax +31(0)314662137

UbiUL Ul Ul~ lb:LJ tAA Jl Jl~ OO~lJI 't..:J ',' ~_J ..l.. 

FAXBERICHT 

Aan: Bouwdienst Rijkswaterstaat 

T.a.v.: 

Van: 

D.W. Hemelop 

Adrie Melchers 

Onze Ref.: FAXOI013 

FOLIECONSTRUCTIES 

Fax: 030 - 2858475 

Betreft: Bevestiging geotextiel aan wapeningnet. Pagina's: 1 

Geachte heer Hemelop, 

Datum: 6 februari 2000 

De geotexticlcn bestaan uit Genatex 1000, rondom VOOJ7.:ienvan een versterkte zoom. waarin 

elke halve meter een zeilring is geperst. Door deze zeilringen en om de staven in het 

wapeningnet kan een touw geregen worden om het geotextiel te bevestigen. 

De werkwijze laat zich als volgt samenvatten: 

1. Leg het geotextiel op een vlakke ondergrond die het geotextiel niet kan beschadigen; 

er is geen relevant verschil tussen boven- en onderkant van het geotextiel. 

2. Leg het wapeningnet in het midden van het geotextiel. 

3. Sla de zoom om en knoop het touw dichtbij een zeilring aan een staaf van het 

wapeningnet. 

4. Rijg het bijgeleverde touw door de zeilringen en om de staven van het wapeningnet. 

Trek het touw strak. maar beschadig de zeilringen en/of het geotextiel niet. 

S. Waarschijnlijk zal meer dan één bundel touw nodig zijn voor het afwerken van één 

paneel. 

Wij vertrouwen u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. 

Met vriendelijke groet, 

Genap B.V. 

Ir. A. W. Mclchcrs 

Manager Research & Dcvclopmcnt 

GcnapB.V. 

Postbus 27 

7040 AA 's-Heerenberg NL 

Goorscstraat 1 

7041 GA 's-Ilcercnberg NL 

Telefoon +31 (0)314661644 

Fax +31 (0)314662137 

E-mail: genap@genap.nl 

www.genap.nl 

Leveringen geschieden volgens 

Algemene Voowaarden 

GcnapB.V. 

KvK Arnhem 09028839 

ISO 9002/ VCA"

Bevestiging van het geotextiel om de wapeningnetten: 

De geotextielen bestaan uit Genatex 1000, rondom voorzien van een versterkte zoom waarin 

elke halve meter een zeilring is geperst. Door deze zeilringen en om de staven in het 

wapeningnet kan een touw geregen worden om het geotextiel te bevestigen. 

De werkwijze laat zich als volgt samenvatten: 

1.Leg het geotextiel op een vlakke ondergrond die het geotextiel niet kan beschadigen; er 

is geen relevant verschil tussen boven- en onderkant van het geotextiel. 

2. Leg het wapeningnet in het midden van het geotextiel. 

3. Sla de zoom om en knoop het touw dichtbij een zeilring aan een staaf van het 

wapeningnet. 

4. Rijg het bijgeleverde touw door de zeilringen en om de staven van het wapeningnet. 

Trek het touw strak, maar beschadig de zeilringen enJofhet geotextiel niet. 

5. Waarschijnlijk zal meer dan één bundel touw nodig zijn voor het afwerken van één 

paneel. 

Bevestiging van zeil en folie aan de damwand: 

(Zie hiervoor ook tekening 7A0109 van Genap B.V.) 

Methode A: volgens de geschetste montagewijze: 

1.Hang de polyester beschermdeken tegen de damwand. Bevestig deze tijdelijk door op 

regelmatige afstand een touw erdoor te steken en dit aan bijvoorbeeld de reling vast te 

knopen. 

2. Hang de folie voor de damwand. Bevestig deze tijdelijk door op regelmatige afstand een 

touw net onder de touwzoom door de folie te steken en dit aan bijvoorbeeld de reling 

vast te knopen. Hang de folie op de goede hoogte zodat de klemstrip net onder de 

touwzoom valt. 

3. Hang het geotextiel voor de damwand. Bevestig ook deze tijdelijk door op regelmatige 

afstand een touw net onder de touwzoom door de folie te steken en dit aan de reling 

vastte knopen. 

4. Steekterplaatse van de M12 bouten met een scherp voorwerp door de drie lagen heen 

en tik de bout met de strip door de drie lagen en het hoekprofiel heen. Draai de moer 

erop en draai deze handvast aan. 

5. Zodra alle bouten en moeren geplaatst zijn kunnen alle moeren vastgedraaid worden. 

Methode B:alternatief, met de bouten vastgezet op het hoekprofiel. 

1. Steek de bouten door de hoekprofielen in de richting van de bouwkuip en las ze 

(tijdelijk) vast door de boutkop op één plaats "vast te pikken". 

2. Hang cie.polyester beschermdeken tegen de damwand, prik ter plaatse van de bouten een 

gat enschuif de deken over de bouten. 

3. Hang op vergelijkbare wijze de folie en vervolgens het geotextiel. Hang deze twee op de 

goede hoogte zodat de klemstrip net onder de touwzoom valt! 

4. Plaats de klemstrip en de moeren en draai ze vast.

[)omwond 

Hoek 120x120x12 

zonder onze toestemming is nadruk verboden. 

benaming 

Detail klemconstructie 

folie - damwand met opgelast hoekprofiel 

Rijkswaterstaat 

Touwzoom fIJ 16 mmo 

Moerbout M12 x 60 h.o.h. 200 mmo 

Tek.nr. 7A0109 

Blad nr. 1 

Tek.dotum 15.oi,2001 

Revisie 

Rev.datum 

Bestond 

0109damwandhoek 

Fermoot A4 

Schaal 

Getekend G.R. 

Gecontr. 

Ordernummer 

Genop B.V. Postbus 27, 7040AA 's -Heerenberq NL 

Tel.+31(0)314661644 Fax +31(0)314662137


Bijlage 6 

Rapport GeoDelft

1 Inleiding 

Door de Bouwdienst van de Rijkswaterstaat is besloten om een zogenaamde damwandpolderproef 

uit te voeren. Een damwandpolder is een nieuw type polderconstructie dat mogelijk 

gaat worden toegepast in toekomstige aan te leggen verdiepte liggingen. De proef heeft tot doel 

inzicht te krijgen in een aantal aspecten voor de bouw van een damwandpolder. De 

werkzaamheden voor uitvoering van de proef zijn omschreven in het [1] "Globaal Werkplan 

proefDAMWANDPOLDER" (definitief versie 1). 

Om informatie te verkrijgen in de mate van de belasting op het geotextiel tijdens het intril1en 

van damwanden, is bij Leidschendam een proefkuip ingericht, zie bijlage A 1. De 

verplaatsingen die van het geotextiel optreden zijn met behulp van elektrische 

verplaatsingopnemers door GeoDelft gemeten. 

Er zijn twee proeven uitgevoerd: 

- de eerste proef waarbij stalen damwandplanken langs proefzijde A van de damwandkuip, 

zijn ingetrild heeft plaatsgevonden nadat de kuip met zand is gevuld; 

- bij de tweede proef zijn aan proefzijde A dichtgelaste damwandplanken zijn ingetrild. 

Tijdens beide proeven zijn langs zijde B afdichtingspanelen gebruikt bestaande uit een net van 

wapeningsstaal van verschillende dikte met daar overheen geotextiel gespannen. 

Ten behoeve van deze proeven is een damwandkuip gemaakt met afmetingen van 10 meter 

maal 5 meter en 6 meter diep die, na het uitgraven, waterdicht is gemaakt met een waterdichte 

pvc folie. Om deze folie te beschermen is er langs de wanden geotextiel opgehangen, waarna de 

kuip is volgestort met schoon zand. Bij de proeven zijn de effecten van twee soorten 

binnenwanden getest. Bij de eerste proef is gebruik gemaakt van normale damwandplanken, 

terwijl in de tweede proef een dicht gelaste damwandplank is gebruikt om daarmee een 

betonplank met een bepaalde dikte te simuleren. In beide proeven zijn aan zijde B de 

afdichtingspanelen geïnstrumenteerd met zes hel1ingmeetbuizen met elk een lengte van circa 

zes meter. 

In de eerste proef zijn op twee verschillende afstanden van damwandkuip kant A een dubbel 

standaard damwandprofiel ingetrild, daarna zijn er zes controlesonderingen gemaakt en is de 

kuip leeg gegraven. 

In de tweede proef zijn eveneens op twee verschillende afstanden van kant A enkele 

damplanken ingetrild. Hierbij is gebruik gemaakt van aan de onderkant dichtgelaste dubbele 

damplanken, waarmee een betonplank wordt gesimuleerd. 

Voor de uitgangspunten betreffende de inrichting en het meten van het monitoringsysteem 

wordt verwezen naar de GeoDelft offerte CO-3978 10/13, datum 2001-02-19 [3], met als 

aanvulling meer-zminderkosten ten behoeve van rekmetingen Damwandpolder te 

Leidschendam, dd: 12 maart 2001 met kenmerk CF-39781 0/20 [4]. 

Projectnummer 

CO-397810/19 

Datum 

2001 

Pagina 

1

2 Omvang van de werkzaamheden 

De werkzaamheden zoals deze zijn uitgevoerd zijn omschreven in het[l] "Globaal Werkplan 

proef DAMW ANDPOLDER" (definitief versie 1). 

2.1 laboratorium proeven 

Voorafgaande aan de proeven zijn een aantal eigenschappen van het geotextiel in combinatie 

met de bevestiging getest, hierbij zijn de volgende punten beoordeeld: 

trekkracht van de draadpotentiometer op het geotextiel 

bevestiging van de strip op het doek waaraan de draad is vast gemaakt 

toetsen breuk- en rek specificaties van het geotextiel. 

De resultaten van de trekkracht van de draadpotentiometers op het geotextie1 geven aan dat dit 

slechts 300 gram is, waardoor dit geen invloed op de metingen heeft. 

De bevestiging van strippen is zodanig dat deze niet mogen schuiven en door de afmetingen 

niet de meetresultaten mogen beïnvloeden. Naar aanleiding van deze test, is besloten tot de 

uitvoering zoals die is toegepast bij de proeven. 

De meetresultaten van de rekte st van het doek zijn weergegeven in bijlage X 4. 

Vermeld kan worden dat bij een belasting van circa 1,15 kN de verplaatsing 8 mm is, daarna is 

het doek uit de vatting getrokken, de beproefde lengte is 200 mm, hetgeen overeenkomt met 4% 

rek. Dit valt ruimschoots binnen de 19 % volgens de specificaties van de leverancier 

2.2 Praktijkproef 

Langs de lange zijden A van de 10 meter brede proefkuip zijn twee banen geotextiel van ca. 5 

meter breed en 6 meter lengte afgehangen. Op het geotextiel zijn in vier raaien naast elkaar en 

op drie niveaus dus op 2 keer 12 locaties de verplaatsingen absoluut t.o.v. de gording gemeten, 

zie bijlage X2-1 en X2-2. 

De kuip is in zes lagen van één meter volgestort en na elke meter zijn hellingmetingen in zes 

hellingmeetbuizen geplaatst tegen de afdichtingspanelen aan kant B hellingmetingen 

uitgevoerd. 

Vervolgens is het zandpakket verdicht en zijn er negen handsonderingen gemaakt en drie 

proctormonsters genomen. 

Bij de eerste proef zijn voor de eerste baan geotextiel op 1,00 meter afstand van de wand, 

dubbele damwandplanken ingetrild. Vervolgens zijn er voor de tweede baan geotextiel op een 

afstand, afhankelijk van de meetresultaten van de eerste verplaatsingsmetingen, op 0,30 meter 

van het geotextiel damplanken ingetrild. Na afloop van de eerste proef zijn er zes controle 

sonderingen met een rupsvoertuig uitgevoerd. 

Voor de tweede proef is de damwandkuip uitgegraven en het geotextiel door de opdrachtgever 

visueel geïnspecteerd. Het geotextiel is vervangen door twee nieuwe banen met voorzieningen 

voor de verplaatsingopnemers. Vervolgens is de damwandkuip opnieuw in 61agen van één 

meter volgestort en na elke meter aanvulling zijn er hellingmetingen in zes hellingmeetbuizen 

uitgevoerd. Daarna is het zand verdicht en zijn er net zoals bij de eerste proef damwanden 

ingetrild. 

Alleen bij deze proef zijn de stalen enkele damwandprofielen aan de onderkant dichtgelast. 

Omdat de planken aan zijde A niet op diepte getrild konden worden is besloten aan kant B 

tegenover het zwaarste afdichtingspaneel dit alsnog uit te voeren. 

Daarna zijn er vier controle sonderingen in de damwandkuip uitgevoerd. 

Projectnummer 

1 9 

Datum Pagina 

2

Na het ontgraven van de damwandkuip is het geotextie1 opnieuw door de opdrachtgever visueel 

geïnspecteerd. 

Bij de twee proeven zijn er op de twee banen geotextie1 van elk 5 bij 6 meter, op totaal 48 

plaatsen de verplaatsing gemeten. 

De verplaatsingen zijn gemeten ten op zichten van de damwandgording welke dient als 

referentie. Er is uitgegaan dat er geen verticale verplaatsingen in de gording kan optreden. 

Per locatie zijn op twee niveaus de absolute afstandverandering gemeten ten opzichte van de 

gording. Het verschil in de gemeten waarden is een maat voor de rek van het doek over een 

hoogte van 10 en 50 cm, met daarbij de totale rek over de diepte waar de verplaatsingopnemer 

aan het geotextiel is gekoppeld, bijlage X2-1 en X2-2. 

Tijdens de evaluatie bespreking van de eerste proef op donderdag 8 maart 2001, is besloten dat 

de verplaatsingopnemers op de posities A en H worden verplaatst van kant A naar kant B van 

de damwandkuip. Hierbij zijn twee keer zes opnemers op het zwaarste afdichtingspanee1 voor 

het geotextiel geplaatst. 

Tevens is besproken dat bij de tweede proef de hellingmeetbuizen tot boven aan de damwand 

uitsteken, en gefixeerd worden aan het stalen hoekprofiel. 

2.3 Planning 

Richtlijn voor de planning is het voorstel geweest van de heer Hernelop van de Bouwdienst van 

de RWS [2]. 

De werkzaamheden op locatie in Leidschendam zijn gestart woensdag 21 februari 2001 met de 

twee geotextielen in de damwandkuip af te hangen en zijn afgesloten met het afvoeren van het 

materiaal naar Delft op vrijdag 30 maart. 

Een voortgangsverslag van de eerste proef is weergegeven in bijlage DR 01 tot en met DR 04 

en voor de tweede proef in bijlage OR 05 tot en met OR 08, bestaande uit de dagrapportage van 

GeoOelft medewerker Marcel Busink die de gehele proefperiode op locatie aanwezig is 

geweest. 

--(GeoDelft 

~..~ 

Projectnummer 

CO-397810/19 

Datum 

april 2001 

Pagina 

3

_I 

_ -i 

3 Verp laatsingsmetingen 

3.1 Installatie en uitvoering verplaatsingsmetingen 

De installatie van de meetapparatuur heeft plaatsgevonden door op het geotextiel op vaste 

afstanden boven elkaar twee strippen per verplaatsingsmeting te bevestigen. Aan beide strippen 

wordt een roestvrijstalen stang van 0 6 mm in een beschermbuisje inwendig 0 10 en uitwendig 

o 12 mm tot boven de gording gebracht. Dit buisje is vast aan de gording gemonteerd en dient 

uitsluitend als bescherming van de roestvrijstalen stang. Deze stang is gemonteerd aan een 

draadpotentiometer of, wanneer het meetpunt bovenin op het doek is geplaatst, een lineaire 

verplaatsingopnemer, zie bijlage Xl. En deze opnemers zijn bevestigd op de gording welke als 

referentie voor de hoogte wordt aangehouden, zie bijlage X2-1 en X2-2. 

Het aanbrengen van de strippen op het geotextiel is uitgevoerd in een laboratoriumruimte van 

GeoDelft. 

De bevestiging van met de roestvrijstalen stangen en de beschermbuizen heeft op de locatie 

plaatsgevonden. 

De signaalkabels van de 48 opnemers zijn verlengd tot 25 meter. Deze 48 opnemers zijn 

aangesloten op een data acquisitiesysteem (zie hoofdstuk 6) dat geschikt is voor opslag van de 

48 kanalen. Gedurende de proeven was er een computer in de keetwagen van GeoDelft 

beschikbaar waarop de meetsignalen van de 48 opnemers zichtbaar zijn en een printer waarmee 

de resultaten direct konden worden geplot. 

Afmetingen van de twee textieldoeken: zijn circa 5,15 meter breed en 6,00 meter lang. De 

verplaatsingen zijn in de horizontale lijn van het doek, in vier raaien op drie verschillende 

niveaus van het doek gemeten, zie bijlage X3. 

De bevestigingspunten van de buitenste opnemer-raaien liggen horizontaal op 0,5 meter en van 

de binnenste op 1,95 meter van de zijkanten van het doek. De onderlinge afstand tussen de vier 

raaien is circa 1,25 meter. 

De drie niveaus zijn 1,00 meter, 2,00 meter en 4,00 meter minus bovenrand gording 

Op 1,00 meter onder de gording is de maximale verplaatsing klein, zodat daar in verband met 

de meetnauwkeurigheid een lineaire verplaatsingopnemers gebruikt is. Deze opnemers 

registreren een maximale verplaatsing van 100 mmo Voor de overige opnemers is gebruik 

gemaakt van de zogenaamde trekdraad-verplaatsingopnemers, deze opnemers hebben een 

bereik van 750 mmo 

Bij het meten van de verplaatsing is er voor gekozen dat op het 1,00 meter niveau over een 

hoogte van circa 100 mm de rek wordt bepaald en op de niveaus 2,00 en 4,00 meter over een 

hoogte van 500 mmo 

De proef bestaat uit twee delen, waarbij voor elk deel twee geïnstrurnenteerde geotextielen in 

de damwandkuip zijn gehangen, totaal dus vier geotextielen. De opnemers die bij de eerste 

proef zijn gebruikt, zijn bij de tweede proef opnieuw ingezet. Per doek zijn er 2 x 24 = 48 

opnemers gebruikt, die tweemaal zijn ingezet. 

Er is bij de proeven gebruik gemaakt van 16 stuks lineaire verplaatsingopnemers met een 

meetbereik van 100 mrn en 32 stuks trekdraad-verplaatsingopnemers met een meetbereik van 

750 mmo 

~- ···GeoDelft 

Projectnummer 

CO-397810/19 

Datum 

april 2001 

Pagina 

4

3.2 Meetresultaten 

3.2.1 Eerste proef 

In de bijlagen VI A tot en met VI H is weergegeven per locatie van A tot en met H de totale 

verplaatsing van acht keer zes opnemers over de gehele meetperiode van 1 tot en met 6 maart 

2001. De maximale verplaatsing welke gemeten is, bedraagt 95 mm op locatie D hetgeen 

overeen komt met 2,2 % rek. Op de grafieken is te zien dat op 6 uur vanaf tijdstip nul het zand 

tegen de onderkant van het geotextiel is aangebracht in verband met het opdrijven. 20 uur na 

nul (01-03 01, 6.00 uur) is er water in de damwandkuip gelaten en is op 28 uur begonnen met 

het aanvullen van het zand. Op maandag 05-03-01 is op tijdstip 120 uur vanaf nul begonnen 

met het verdichten en de volgende dag op tijdstip 143 is gestart met de eerste intrilproef 

Bijlagen VI rk A tot en met VI rk H geven per niveau het totale verplaatsingsverschil van twee 

opnemers over een hoogte van 100 en 500 mm, bij de acht locaties op 1,00 meter, 2,00 meter en 

4,00 meter min bovenkant damwandgording. 

Een detail van de totale verplaatsing van alle opnemers tijdens het intrillen van de 

damwandplanken is te zien in de bijlagen VI DA tot en met VI DH. 

3.2.2 Tweede proef 

Voor de tweede proef zijn de onderkanten van de gebruikte damwandplanken 

dichtgelast. 

voor het intrillen 

Bij deze proef zijn de 12 verplaatsingopnemers op de posities A en H verplaatst van kant A 

naar kant B van de damwandkuip en zijn gemonteerd op het zwaarste afdichtingspaneel 

het geotextiel. 

voor 

Omdat de planken aan zijde A niet op diepte getrild konden worden is besloten aan kant B van 

de damwandkuip tegenover het zwaarste afdichtingspaneel alsnog uit te voeren. 

In de bijlagen V2 A tot en met V2 H is weergegeven per locatie van A tot en met H de totale 

verplaatsing van acht keer zes opnemers over de gehele meetperiode van 19 tot en met 22 maart 

2001. Hieruit blijkt dat de diepste opnemer op locatie B de grootste verplaatsing heeft gehad 

namelijk 130 mm hetgeen overeen komt met 3 % rek dat ruimschoots binnen de specificaties 

valt van 19%. Op de grafieken is te zien dat op 92 uur vanaf tijdstip nul gestart is met het 

aanvullen van zand en op 142 uur is het zand verdicht, waarna vervolgens de volgende dag 

(dinsdag 22-03-01) op tijdstip 166 de tweede intrilproef is uitgevoerd. 

Bijlagen V2 rk A tot en met V2 rk H geven per niveau het totale verplaatsingsverschil van twee 

opnemers over een hoogte van 100 en 500 mm, bij de acht locaties op 1,00 meter, 2,00 meter en 

4,00 meter min bovenkant damwandgording. 

Een detail van de totale verplaatsing tijdens het intrillen van de damwandplanken bij de tweede 

proef is te zien in de bijlagen V2 DA tot en met V2 DH. 

··(GeoDelft 

.,:'- 

• 

Projectnummer 

CO-3978 10/19 

Datum 

april 2001 

Pagina 

5

4 Hellingmetingen 

Voor de monitoring van horizontale verplaatsingen van de verschillende grondlagen gebruikt 

GeoDelft de inclinometer in een hellingmeetbuis. De inclinometer wordt onder andere 

toegepast voor monitoring van de effecten van het boren van tunnels, ontgravingen en 

ophogingen. Daarnaast kan de deformatie van damwanden en andere constructies worden 

gecontroleerd. Het meetprincipe bestaat uit het laten zakken tot onder in de hellingmeetbuis van 

een hellingmeetinstrument aan een signaalkabel met een diepternarkering. De kabe1connector is 

aangesloten op een datalogger. Het meetinstrument wordt per 0,5 m omhoog getrokken, waarbij 

de hellingshoeken in twee richtingen loodrecht op elkaar worden uitgelezen en in een 

datalogger worden opgeslagen. De meting wordt herhaald met een 180 graden gedraaid 

meetinstrument om de meetfouten van het instrument te elimineren. Vervolgens zijn de 

meetgegevens in een PC uitgelezen en tot grafieken verwerkt. De presentatie van de nulmeting 

bestaat uit een grafiek die de afwijking ten opzichte van de verticaal van de meetbuis in twee 

richtingen loodrecht op elkaar aangeeft. De vervolgmetingen worden vergeleken met de 

nulmetingen en omgerekend naar een horizontale afwijking per meetdiepte. 

Specificatie hellingmeetinstrument: 

bereik : ± 53 graden (per 0,5 m: 399 mm) 

resolutie : 0,02 mm (per 0,5 m) 

absolute nauwkeurigheid (t.o.v. de verticaal) : ± 6 mm per 25 m (over 3 m 0,7 mm) 

relatieve nauwkeurigheid (t.o.v. de nulmeting): ± 2 mm per 25 m (over 3 m 0,3 mm). 

Een recente calibratie van de hellingmeter is bijgevoegd in de bijlagen 

4.1 Installatieen uitvoering 

De hellingmetingen worden per meting omgerekend naar de horizontale afwijking van de buis. 

Door sommatie van de metingen wordt de totale afwijking van de buis ten opzichte van de 

verticaal bepaald. 

Als referentiepunt wordt standaard de onderkant van de buis geplaatst in een stabiele grondlaag. 

Bij de opzet voor deze proeven is uitgegaan dat de bovenkant van de meetbuis vast is omdat dit 

gecontroleerd kan worden en de onderkant niet. 

De horizontale deformatie van de buis wordt bepaald door het verschil tussen de nulmeting en 

daaropvolgende metingen. 

De zes hellingmeetbuizen zijn gemonteerd op de achterzijde van de drie afdichtingspanelen 

welke zijn afgehangen tegen zijde B van de damwandkuip. Per paneel zijn er twee 

meetbuizen over de lengte van 5,70 m op het paneel bevestigd, zie bijlage A2. Deze 

meetbuizen zijn erop geplaatst voordat de panelen zijn afgehangen aan kant B van de 

damwandkuip. 

Per meter zandaanvulling in de damwandkuip is er in de zes hellingnieetbuizen een meting 

uitgevoerd. Vermeld dient te worden dat voor de horizontale referentie het hoekprofiel op 

de damwandgording zou worden aangehouden, dit is niet gebeurd bij de eerste proef 

waardoor de horizontale verplaatsing van de meetbuizen gecorrigeerd over het totale 

diepteprofiel moet worden. Een overzicht van de correcties is weergegeven in tabel 4.1. 

"(GeoDelft 

•..~ 

Projectnummer 

CO-397810/19 

Datum 

april 2001 

Pagina 

6

gemeten afstanden van de zes hellingmeetbuizen t.o.v. de damwand (in mm) 

nul- HMB 2e t::.l.o.v. 3e t::. t.o.v, 4e t::. t.o.V. Se Ll.t.o.V. 6e à 

t.o.v. 7e Ll.t.o.v. 

meting nulmeting nulmeting nulmeting nulmeting nulmeting nulmeting 

328 1 334 7 311 -17 314 -14 316 -12 312 -16 306 -22 

319 2 323 4 330 11 320 1 329 10 313 -6 309 ·10 

323 3 322 -I 323 322 -I 322 -I 322 -1 323 - 

319 4 324 5 323 4 323 4 323 4 323 4 320 1 

328 5 328 328 325 -3 326 -2 323 -5 318 -10 

328 6 324 -4 323 ·5 322 -6 321 -7 321 ·7 321 -7 

Tabel 4.1 Correcties horizontale afstand hellingmeetbuizen (eerste proef) 

Op de grafieken van de eerste proef is te zien dat bij de aanvang van de metingen de prefab 

panelen niet tegen de damwandplanken zijn aangesloten maar dat er een ruimte is geweest 

tussen de damwandplanken en afdichtingspanelen. Naarmate de horizontale belasting met het 

zand aanvullen groter is geworden, is deze ruimte er niet meer aanwezig. 

Bij de tweede proef zijn de bovenkanten van de hellingmeetbuizen wel gekoppeld aan het 

hoekprofiel waardoor er niet gecorrigeerd hoeft te worden. 



Het resultaat van de horizontale verplaatsingsmetingen in de zes meetbuizen voor de eerste 

proef is weergegeven in de bijlagen HMIA-Pl tot en met HM6B-Pl. Hierbij staat de Bmeetrichting 

aan. 

loodrecht op de lange wand van de damwandkuip en de A-richting er evenwijdig 

Deze bestaan uit grafieken waarop is aangegeven het verschil van de vervolgmetingen 

nulmeting tijdens de zes ophoogslagen van circa een meter. 

met de 

., 4.2.2 Tweede proef 

Het resultaat van de horizontale verplaatsingsmetingen in de zes meetbuizen voor de tweede 

proef is weergegeven in de bijlagen RMl A-P2 tot en met HM6B-P2. 

De B-meetrichting 

evenwijdig aan. 

staat loodrecht op de lange wand van de damwandkuip en de A-richting er 

Op de grafieken van deze proef is te zien dat bij de aanvang van de metingen de prefab panelen 

wel tegen de damwandplanken aangesloten zijn geweest. 

··(GeoDelft 

•••• 

.' 

Projectnummer 

CO-3978l0/19 

Datum 

apri12001 

Pagina 

7

5 Sonderingen 

5.1 Uitvoering Sonderingen 

Met de eerste proef is geprobeerd op maandag 5 maart de handsonderingen uit te voeren direct 

nadat het zandaanvulling had plaatsgevonden, maar door het drijfzandkarakter was dit niet 

mogelijk. 

Vervolgens zijn op 6 maart na het verdichten en voor het intrillen van de damplanken op vooraf 

vastgestelde locaties door de medewerkers van GeoDelft alsnog de vijfhandsonderingen 

gemaakt, en zijn aansluitend drie volumesteekringmonsters ten behoeve van proctorproeven 

genomen. 

Direct na de eerste proef zijn op 7 maart met een rupsvoertuig zes controlesonderingen tot een 

diepte van MV min 6 meter gemaakt. 

Na de tweede proef uitgevoerd op 22 maart zijn er de volgende dag eveneens vier controle 

sonderingen uitgevoerd. 



In de bijlage ReA en HeB is weergegeven de meetresultaten van de negen handsonderingen 

na het aanvullen en vervolgens verdichten. 

Bijlage PP geeft de resultaten weer van de aansluitend genomen monsters van de 

proctorproeven. 

__J In de bijlage Cl tot en C6 is het sondeeronderzoek na de intrilproeven van de 

controlesonderingen tot een diepte weergegeven. 

, 

5.2.2 Tweede proef 

In de bijlage C7 tot en CIO zijn de sondeergrafieken 

uitgevoerd na de tweede proef. 

weergegeven van het sondeeronderzoek 

..• GC!oDC!lft 

••••• 

.,' 

Projectnummer 

CO-3978 10/1 9 

Datum 

april 2001 

Pagina 

8

- 

1 ; 

6 D ata-acqu isitiesysteem 

De 48 verplaatsingopnemers zijn aangesloten op een data-acquisitiesysteem. Dit systeem 

verzorgt de opslag en aansturing van de 48 opnemers en via een GSM-verbinding het versturen 

van het meetgegevens naar een pc-aansluiting binnen GeoDelft. 

Het data-acquisitiesysteem bestaat uit de volgende elementen: 

meet- en controlemodule CRIO 

relay multiplexer AM416 

vibrating wire interface AVW 100 

RS232 interface 

GSM-module. 

De energievoorziening voor het systeem bestaat een 12 Volt accu. Voor de uitlezing van het 

data-acquisitiesysteem is speciale software beschikbaar waarmee via een GSM-modem, de 

meetgegevens kunnen worden binnengehaald. 

De CR 10 is een datalogger waarmee de complete meting wordt geregeld. In het geheugen 

bevindt zich het meetprogramma dat zorgt voor: 

opslag van het meetgegevens op de ingestelde wisselende waarnemingstijdstippen 

verzending van het meetgegevens via de GSM-module op de daarvoor ingestelde 

tijdstippen naar een computer op GeoDelft. 

De meetfrequentie van de metingen is ingesteld afhankelijk van de voortgang en de soort 

werkzaamheden op de proeflocatie. 

Op de proeflocatie is het mogelijk geweest om alle 48 kanalen met behulp van een laptop 

computer zichtbaar te maken en deze vervolgens uit te printen. 

··(GeoDelft 

.'.-- 

Projectnummer 

CO-3978 10119 

Datum 

april 2001 

Pagina 

9

.-' 

7 Conclusie 

Voor de uitvoering van de twee proeven geldt dat deze goed zijn verlopen. 

De verplaatsing opnemers en registratie apparatuur heeft naar tevredenheid gefunctioneerd. 

Alleen de opnemer op locatie E op een diepte van 4,25 is direct na de start van de datalogger er 

bij de tweede proef mee op gehouden. 

In tegenstelling van wat werd verwacht zijn de verplaatsingen zowel bij de eerste als de tweede 

proef beperkt gebleven. Bij de eerste proef is een maximale verplaatsing na het intrillen van de 

damplanken 95 mm en bij de tweede proef 130 mm dat overeenkomt met 3% rek wat 

ruimschoots binnen de specificaties van het geotextiel valt van 19%. 

··CGeoDelft 

.. .:-.. 

Projectnummer 

CO-3978l0/19 

Datum 

april 2001 

Pagina 

10

8 Referenties 

[1] Uitvoering Werkplan proeven DAMWANDPOLDER (definitief: versie 1) 

opgesteld door de heer D.W. Hemelop van de Bouwdienst RWS afdeling DIO, 

doe. nr. DWP-037, bijlage 1 bij bestek BDD-5911, dd: 15 februari 2001. 

[2] Planning proef damwandpolder, opgesteld door de heer D.W. Hemelop van de 

Bouwdienst RWS afdeling DIO, 

doe. nr. DWP-037, bijlage 1 bij bestek BDD-591l, dd: 15 februari 2001. 

[3] Offerte monitoring rekmetingen aan geotextiel te Leidschendam 

dd: 2001-02-19, met kenmerk CO-397810113. 

··(GeoDelft 

..- 

• 

Projectnummer 

CO-397810119 

Datum 

april 2001 

Pagina 

11

FILENAAM: OVZ1NSTR dgn 

.. 

3 

4 

5 

6 

- 

~ 

~ 

- 

100 J 

1 '" '" 

=: =: 

GeoDelft keetwagen 

1 2 J 

0\1 --

A B c o 

0.50 m 0.25 m 0.25 m 0.25 m 

; i-----~~rrl 

------- T111 

1 :=....l::r:....l 

I ~~~;q 

I "':Nc

E 

s..; 

11 

E F G H 

0.50 m 0.25 m 0.25 m 0.25 m O.SOm 

~i-----§~nl-- ---§~In~~'~~l~ §~III-------~~m 

I :=-l::r:...:I ::r:-l:I:-l :::...:I:I:-l :::...:1=....:1 

I ~;q~~ ~~~:q ~~~~ ~~~:G 

I -=N,...-i~ -:Nrti~ ....:NM~ "":NM...T 

0.50 m 

E 

u 

on 

N 

E 

on 

" 

N 

E 

o 

N 

65 75 115 

5 4 7 

E 

o ~ 

53 73 83 

E 

on " N 

I 

I 

I 

I I 

I 

i 

71 

i 

111 

-ö.~m-'----ï~~-----ï----ï~m-----ï----T.Rm-----ï----~5~-- 

FilENAAM: POSVERPOPN _ X2-:? ,dgn 

··(GeoDelft 

•..~ 

Stielljesweg 2, 2628 CK DELFT 

Postbus 69, 2600 AB DELFT 

REKMETINGEN AAN GEOTEXTIEL 

DAMWANDPOLDER LEIDSCHENDAM 

:::::5.00m 

Telefoon (015) 269 35 00 

Telefax (015) 261 08 21 

Homepage: 

www.geodelll.nl 

. POSITIE VERPLAATSINGOPNEMERS OP HET GEOTFXTIFt. 

datum gel 

2001-02-26 Rtm 

CQ-397810 

gez. 

IIÁh 

farm 

BIJL. X2-2 AA ..J

....

..-J 

--.. 

~ 

1 

•• 

1 

~ 

... , 

~ 

~ 

-- 

" 4.25 

~ 

-., 

"' 

..• 

.-1 

, 

.) 

1 

j 

, 

..i 

Verpl mm 

3.75 

.-' 2.25 

1.75 

1.10 

1.00 

--(GeoDelft 

.. .- 

90 

80 

70 

60 

50 

40 

30 

20 

10 

- 

-Y' 

k 

lP" 

r. 

[ r: 

::1.. 

~, 

../ »->: 

- ~ 

,,, 

, , 

..r-~ .~, . 

./ Irf 

-: t- r 

1/ ~ r 

r r 

UI 

~ ... ~ 

)r ~J" 

·10 

, , '-----L....l- , -L_L...L ..---l---l--lo 

40 80 

Tijd [uur] 

120 160 180 

Stieltjesweg 2, 2628 CK DELFT 


REKMETINGEN GEOTEXTIEL 

Damwandpolder Leidschendam 

Telefoon (015) 269 35 00 

Telefax (015) 2610821 

Homepage: 

www.geodelft.nl 

- 

datum gel. 

15-03-2000 8mdt 

gez. 

CO 397810 8mdt 

BI.H .. V1 C ,A4 

i 

form.

.. 

-~ 

Verpl mm 

4.25 

-- 

3.75 

-- 

2.25 

-- 

1.75 

-- 

1.10 

-- 

90 , I I I 

80 

70 

60 

50 

40 

30 

~ 

/ 

-"" V"" 

1.00 JA..,J.. 

..-1.. 

-- 

- 

•... . ,- 

20 

""1'''- 

-J 

1 .- 

- .....• 

i. ... .. j• 

, , I I L-L--L.. 

. 

... 

140 142 144 146 148 150 

Tijd [uur] 

.- "CGeoDelft Stieltjesweg 2, 2628 CK DELFT 


Telefoon 

Telefax 

(015) 269 35 00 

(015) 261 0821 

Homepage: 

www.geodelfl.nl 

datum 

15-03-2000 

get. 

Smdt 

gez. 

." 



CO 39781 0 Smdt 

no+"";!m~tin~ 'n/""q.t; o' r- ;"'l+";!! C! n rll"'mw~""lrlnhnkpn RI..IL V1 De .

~, 

.J 

) 

Verpl mm 

4.00 

2.00 

1.00 

·2 

t 

140 142 '44 

..• GeoDelft stleltjesweg 2, 2628 CK DELFT 

• _ Postbus 69, 2600 AB DELFT 

." 

Tijd [uur] 

Telefoon (015) 269 35 00 

Telefax (015) 261 08 21 

146 

Homepage: 

WWIN,geodelll. nl 



Locatie C, verplaatsing 0 niveau 4,002,00 en 1,00 m 

datum 

2001/03/30 

151) 

get. 

Vno 

gel 

CO - 397810 Vno 

lom 

BIJL. V1 Ne A4

-..tI 

-,. 

Jt 

~ 

-Îi 

-, 

J. 

... 

I 

l 

~ 

~ 

-" 

-"' 

j 

-) 

Verpl [mm] 

4.25 

3.75 

2.25 

1.75 

1.10 

1.00 

--(GeoDelft 

•..~ 

BQ 

I I 

-j 

I I 

70 

--.r 

.../" 

f. 

I 

J 

60 

50 

a 

30 

0 

0 

r~ 

j -/ ""'-c:~~ 

I) 

ft ft. 

v 

L---ro tr 

~" Ir 

.1 IJ 

. , 

..---. 

J 

.r:rr 

-r-c-, r- r- 

rJ 

I( 

, JJ-. 

.A ,»- t-- 

~ rr- , 

"1 

- 

- 

- 

- 

- 

0".. 

~ 

,.... 

~ 

'-" 

.,. 

l- 

t- 

., 0 

o 

, -L-L I 

40 

, , 

BQ 

I 

Tijd [uur] 

-L-J----L I 

120 

I L--l I 

J 

160 180 

Slielljesweg 2, 2628 CK DELFT 




Telefoon (015) 269 35 00 

Telefax (015) 2610821 

Homepage: 

www.geodellt.nl 

r: 

datum 

gel. 

15-03-2000 Srndt 

gez. 

C0397810 Smdt 

I BJ.JL~.V1.G ,A4 

i 

farm.

--~ 

1 

1 

i 

--~ 

.' 

Verpl(mm] 

BO 

ur' 

70 

4.25 

- .. 

3.75 60 - 

2.25 

- 50 r: 

1.75 

- 

1.10 

- 

- 

1.00 

40 

30 

k 

I I I I , 

>- 

r"JI 

~ 

;~ 

~ 

- 

----- 

.A.IW. 11 .I..ol I. , Al. 

f/IlJ'J! I 

V""

1 

I 

Verpl [mm] 

4.00 

2.00 

1.00 

·2 

-..• GeoDelft 

•..~ 

140 142 144 146 148 150 

Tijd [uur] 

Stleltjesweg 2, 2628 CK DELFT 



Telefoon (015) 269 3500 

Telefax (015) 261 08 21 

Hemepage: 

_.geodelfl.nl 


Locatie G, verplaatsing op niveau 4,00 2,00 en 1,00 m 

~ I 

j 

I 

1 

l 

-1 

datum gel. 

2001/03/30 Vno 

gez. 

Vno 

CO - 397810 

ferm. 

BIJL.V1 NG A4

--2001-03-01 14.2 

-2 

~ --2001-03-01 16.26 

E 

--2001-03-01 18.25 -3 

Cl) 

•.-i --2001-03-02 9.34 

::::l 

.a 

--2001-03-02 12.11 

-iJ -4 

c --2001-03-02 15.02 

Ct$ 

..Ic: 

c --2001-03-05 15.24 

 

> -5 

r-- 0 

.a 

. 

> 

0 -6 

~ .., 

/ 

+J 

-'~QOOolft 

..' 

 

+J 

0- -7 

 

•.-i 

'0 

-100 -80 -60 -40 -20 


-1 

-8 

-9 

o 20 40 60 

uitwijking t.O.V. de nulmeting [mm] 

GeoDelft 

keetwagen damwandkuip r8+ 

Postbus 69. 2600 AS OELFT 

SUeiljesweg 2. 2628 CK OELFT 

2 3 456 


HELLINGMETING, B-RICHTING . 

Telefoon (015) 269 50 00 

Telefax (015) 261 08 21 

meetrichting 

A+ 

80 100 

e 

--2001-03-01 14.26 

-- 2001-03-01 16.31 

-2 

--2001-03-01 18.29 -3 

til 

•.-1 --2001-03-02 9.38 

::l 

.0 

--2001-03-02 12.17 

-IJ -4 

I:: 

--2001-03-02 15.08 

lÓ 

~ 

I:: --2001-03-05 15.39 

al 

> 

,r- o 

-5 

.0 

w: 

.' 

'- 

> 

o -6 

-IJ 

al 

+J 

0. 

al 

•.-1 

'0 

-·~GODGfft 

.0' 

-100 -80 -60 -40 -20 

-1 

-7 

-8 

-9 

o 20 40 60 

uitwijking t.O.V. de nulmeting (rom] 

meetrichting 

GeoDelft 

keetwagen damwandkuip r8+ 

Postbus 69. 2600 AS DELFT 

StieJljesweg 2. 2628 CK DELFT 

REKMETJNGEN GEOTEXTIEL 


HELLINGMETING, B-RICHTING 

2 3 4 5 6 

Telefoon (015) 269 50 00 

Telefax (015) 2610821 

A+ 

Homepage: 

www.geodelft.nJ 

80 100 

datum gel. 

2001-03-05 WAAR 

CO-397810 

BIJL. HM2B-P1 

gez. 

rorm, 

A4

'- 

:: 

.:", ...• 

E 

--2001-03-01 14.34 

--2001-03-01 16.37 

-2 

--2001-03-01 18.35 -3 

(f) 

'M --2001-03-02 9.43 

::l 

.Q 

--2001-03-02 12.24 

+J -4 

c --2001-03-02 15.12 

ttl 

~ e --2001-03-05 15.56 

Q) 

> -5 

0 

.Q 

> 

0 -6 

+J 

Q) 

+J 

0. 

Q) 

'M 

'"0 

··(GeoDelft 

•...~ 

-100 -80 -60 -40 -20 


-1 

-7 

-8 

-9 

o 20 40 

uitwijking t.O.V. de nulmeting [rnrn) 

GeoDelft 

keetwagen damwandkuip rB+ 

Postbus 69. 2600 AB DELFT 

Stieltjesweg 2. 2628 CK DELFT 



2 3 456 

Telefoon (015) 269 50 00 

Telefax (015) 26108 21 

meetrichting 

A+ 

60 80 100 

Homepage: 

datum gel. 

www.geodellt.nJ 2001-03-05 WAAR 

CO-397810 

gez. 

form. 

BIJL. HM3B-P1 A4

--2001-03-01 14.39 

-2 

~ --2001-03-01 16.41 

E 

--2001-03-01 18.39 -3 

Cl) 

•..-j 

:;j 

..0 

--2001-03-02 9.5 

--2001-03-02 12.28 

.;J -4 

c --2001-03-02 15.16 

cÖ 

..I -5 

0 

»: ..0 

'- 

> 

0 -6 

;-.: 

-/ 

.;J 

Q) 

.;J 

0., 

Q) 

•..-j 

'0 

--(GeoOelft 

•..~ 

-100 -80 -60 -40 -20 

GeoDelft 

keetwogen 


-1 

-7 

-8 

-9 

o 20 40 

uitwijking t.O.V. de nulmeting [rom] 





damwandkuip 

,- 

" 

2 3 4 5 6 

Telefoon (015) 269 5000 

Telefax (015) 26108 21 

meetrichting 

r 

A+ 

8+ 

60 80 100 

Homepage: 

datum gel. 

www.geodelft.nl 2001-03-05 WAAR 

CO-397810 

gez. 

lorm. 

BIJL. HM4B-P1 A4

~ 

E 

en 

.,-1 

::J 

..Q 

--2001-03-01 14.44 

--2001-03-01 16.46 

-2 

--2001-03-01 18.43 -3 

--2001-03-02 9.55 

--2001-03-02 12.33 

-IJ -4 

c --2001-03-02 15.21 

 

0 

-5 

r"'"": 

~ . -. 

..Q 

> 

0 -6 

-IJ 

ClJ 

-IJ 

0.. 

ClJ 

.,-1 

'0 

'-(GGoDolft 

..'~ 

-100 -80 -60 -40 -20 

-7 

-8 

-9 

o 20 40 

uitwijking t.O.V. de nulmeting [mm] 

GeoDelft 

keetwagen damwandkuip 

meetrichting 

rA+ 

8+ 





HELLINGMETING, S-RICHTING 

2 3 456 

Telefoon (015) 269 SC 00 

Telefax (015) 26106 21 

60 80 100 

Homepage: 

datum get. 


Co-397810 

BIJL. HM5B-P1 

gez. 

fO/TTl. 

A4

'. 

E 

--2001-03-01 14.49 

--'2001-03-01 16.5 

-2 

--2001-03-01 18.48 -3 

til 

•..-l 

--2001-03-02 9.59 

::l 

.0 

--2001-03-02 12.38 

..., -4 

c 

co --2001-03-02 15.24 

~ 

C --2001-03-05 16.15 

Q) 

r. > -5 

0 

.. 

.0 

./ 

> 

0 -6 

..., 

Q) ..., 

Cl. 

Q) 

•..-l 

'0 

··CGeoOelft 

..'~ 

-100 -80 -60 -40 -20 

-1 

-7 

-8 

-9 

o 20 40 

uitwijking t.o.V. de nulmeting [mrn] 

GeoDelft 

keetwogen damwandkuip 

meetrichting 

rA+ 

8+ 



Stielljesweg 2. 2628 CK DELFT 



2 3 4 5 6 

Telefoon (015) 269 50 00 

Telefax (015) 2610821 

60 80 100 

Homepage: 

datum get. 

www.geodeln.nl 2001-03-05 WAAR 

CO-397810 

BIJL. HM6B-P1 

gez. 

form. 

A4

.~ 

~ 

~ 

1 ,! 

1 

~ 

~ 

Jj 

~ 

j 

~ 

~ 

"' 

-, 

- j 

1 

~ 

Verplmm 

4.25 

3.75 

2.25 

1.75 

1.10 

1.00 

··CGeoDelft 

•..~ 

40 

, 

I I I I I I I I 

20f---· ~ ==- 

00 

80 

d 

- IJ - 

(V 

40 

I 

'" 

iJ 

20 

~ 1. 

0 

i/;. 

.r: 

I'--r- I--- 

- 

- 

L 

.I 

I.rr ~ ~ - 

.1' 

J- 

...1-0 

J, .. - 

f- 

J, 

, 

I , -L.. 

I 

.1 I , 

40 80 

120 160 200 

Slielljesweg 2,2628 CK DELFT 




Tijd [uur) 

Telefoon (015) 269 35 00 

Telefax (015) 261 0821 

'"' 

Homepage: 

datum gel. 

www.geodelft.nl 26-03-2000 Smdt 

• .ol. 

CO 39781 0 

RUL \12 C 

- 

- 

gez. 

Smdt 

~,AJ1 

I 

form.

1 

I 

1 

J 

_.JI 

Verpl mm 

lJO 

120 

4.25 

-- 110 

100 

I 

3.75 

-- t--; - 

90 

..•• L .•.•• 

2.25 .Jf:... .. .. 

-- 80 

1.75 

- 

70 

60 

1.10 

-- 50 

1.00 

-- 

J 

~ 

- 

JO ~ 

./~ 

-.J'f 

J''' 

~ 

.. 

• ....1 

, 

~ 

~ 

, I , 

160 170 lBO 185 

Tijd [uur] 

datum gel. 

,- Postbus 69, 2600 AB DELFT Telefax (015) 261 0821 www.geodelfl.nl 26-03-2000 Smdt 

..• GeoDelft Slieltjesweg 2, 2628 CK DELFT Telefoon (015) 269 35 00 Homepage: 

.-- 

REKMETINGEN GEOTEXTIEL C0397810 Smdt 


~._"".~:~~,_J.;....,,,.... !~.r",.,~;.r" r' : h-;".~."" ,-J; ~~+~ "j" ~',. ~~~.,.J~,'-,.-~"",""""t R!Il. 

form. 

\12 D~ ... AA 

- 

gez.

."" 

~ 

), 

1 

1 

1 

-., 

Verpl mm 

14 

I 

~ 

12:- 

.. 10 

, 

j 

~ 

.-1/ 

4.00 

~ 2.00 

..i 

~ 

1.00 

6· 

·1 

I 

.. 

~ 160 164 166 171 176 180 

Tijd [uur} 

.I 

... 

_.1 

... 

_..1 

··,GeoDelft 

•..:.-. 

Stiel~esweg 2. 2628 CK DELFT 



Telefoon (015) 269 35 00 

Telefax (015) 261 08 21 

Homepage: 

WWN.geodellt nl 


Locatie C, verplaatsing op niveau 4,00 2,00 en 1,00 m 

-t 

I 

-1 

-j 

--j 

I 

-t 

Î 

-, ! 

J 

..j 

I 

-1-1 

Î 

datum 

gel. 

2001/03/30 Vno 

gez. 

Vno 

CO - 397810 

farm. 

BIJL.V2 Ne A4

·,Ja 

~ 

Jî 

I 

l 

! 

, . 

~ 

.. 120 

Verpl(mm) 

.A 

j 

~ 

" 

" 

-" 

" 

" 

4.25 

3.75 

2.25 

1.75 

1.10 

1.00 

100 

BQ 

60 

40 

" 

~ 

·20 

0 

L-.L..1.- 

40 BQ 

Tijd [uur] 

120 160 200 

.4 

j 

~ 

.- ·-CGeoDelft 

.' 





Telefoon (015) 269 35 00 

Telefax (015) 261 0821 

Homepage: 


datum 

gel. 

26-03-2000 Smdt 

gez. 

CO 39781 0 Smdt 

BUI.. V2G ,1'.'1 

I 

form. 

I

.~ 

~ 

~ 

1 

1 

l 

j 

~ 

... 

"' 

j 

'I 

J 

~ 

J 

" 

_-I 

'I 

.) 

Verpl [mm] 

4.25 

110 

100 

90 

3.75 BQ 

2.25 

1.75 

70 

60 

50 

1.10 40 

1.00 

.- ··CGeoDelft 

." 

30 

20 

160 170 100 185 

Tijd [uur] 

Slielljesweg 2, 2628 CK DELFT 




Telefoon (015) 269 35 00 

Telefax (015) 261 0821 

Homepage: 


datum 

gel. 

26-03-2000 Smdt 

C0397810 

gez. 

Smdt 

Iorrn, 

BI,JL. V2 DG A4 

i

,.,. 

"l 

~ 

I 

l 

j Verpl [mmJ 

1 

j 

" -" 

~ 

j 

.•. 

., 

.4 

~ 

." 

j 

4.00 

2.00 

1.00 

·2 

160 164 168 172 176 

180 

Tijd [uur] 

..• GeoDelft 5lieltjesweg 2, 2628 CK DELFT 

•• ,_ Postbus 69, 2600AB DELFT 


Telefoon (015) 269 3500 

Telefax (015) 261 08 21 

Homepage: 

www.geodeill.nl 


Locatie G, verplaatsing op niveau 4,00 2,00 en 1,00 m 

datum 

gel. 

2001/03/30 Vno 

CO - 397810 

gez 

Vno 

fonn 

BIJL. V2 NG A4

..iIIlIÎ 

-,. 

~ 

-, 

~ 

1, 

l 

Jo 

-,. 

''l 

~ 

-. 

j 

-, 

Ji 

,l 

'- 

11 

'" 

Velpl [mm] 

4.25 

3.75 

2.25 

1.75 

1.10 

1.00 

·,CGeoDelft 

•..--- 

100 

80 

60 

·20 

0 

0 -~!J 

0 

I , , I I 

.P 

- 

bi 

~J 

...~".l 

••..•.•• v _ 

dl 

,- 

r 

/,s '0- 

~ 

r 

&lil 

r: J 

~ I-- 

~ -- 

",..~I-- 

.1 

( r' f ~ I--- 

r...,.·' " 

, , J I J '-L-L , 

.Al "'\1..-~ f- 

-40 

o 40 80 120 '60 200 

Tijd [uur] 





Telefoon 

Telefax 

(015) 269 3500 

(015) 2610821 

Homepage: 

datum 

get. 

www.geodelft.nl 26-03-2000 Smdt 

C0397810 

RJ,I1., V2 H A,A 

I 

- 

gez. 

Smdt 

form.

3IÎ 

~ 

"'" 

1 

I 

1 

J 

-, 90 

jl 

Verpl [mm] 

--, 

j 4.25 

Ä 

" 

J 

.• 

-'" 

_.i- 

-'I 

__.1 

3.75 

2.25 

80 

60 

50 

1.75 40 

1.10 

1.00 

··(GeoDelft 

•..~ 

20 

10 

160 170 

Tijd [uur] 

180 1B5 





Telefoon (015) 269 3500 

Telefax (015) 2610821 

Homepage: 


datum 

gel. 

26-03-2000 Smdt 

I Detailmeting locatie H Intrillen~!chteda~~~~dpianken_.J BIJL. \/2 Di·~~t~_.j 

gez. 

C0397810 Smdt 

torrn,

~ 

~ 

A 

1~ 

1 

I 

" 

" 

r- 

Verpl[mm) ~ 

'0 

~ ;- 

t- 

4.00 

1 

: 

j 

- .. 

--'- 

- T 

2.00 

1.00 

,r ~I 

[ 

'60 '64 168 

...• GeoDelft Stleltjesweg 2, 2628 CK DELFT 

• _ Postbus 69, 2600 AB DELFT 

0" 


Tijd [uurl 

Telefoon (015) 269 35 00 

Telefax (015) 261 08 21 

-r-r:] 

H2 1/6 '80 

Homepage: 

WNW.geodelft.nl 

DAMWAND POLDER LEIDSCHENDAM 

Locatie H, verplaatsing op niveau 4,002,00 en 1,00 m 

datum 

get. 

2001/03/30 Vno 

gez. 

Vno 

CO - 397810 

rorm. 

BIJL. V2 NH A4

'- . 

("'=-'. 

* : 

.., 

E 

--2001-03-19 9.53 

--2001-03-19 12.07 

--2001-03-19 15.05 

en 

'M --2001-03-19 16.33 

;j 

..0 

--2001-03-20 9.47 

-IJ 

C --2001-03-20 11.34 

--2001-03-19 9.58 

E 

----2001-03-19 12.12 

ti) 

--2001-03-19 15.09 

r- 

''-..- 

.,..; 

:;$ 

.0 

+J 

s:: 

CO 

~ 

s:: 

Q) 

~ 

0 

.0 

~ 

--2001-03-19 

--2001-03-20 

--2001-03-20 

--2001-03-21 

--2001-03-19 

16.37 

9.52 

11.38 

16 

9.53 

0 -6 

./ 

+J 

Q) 

+J 

0.. 

Q) 

''''; 

'0 

"~IlOOQlft 

.., 

-100 -80 -60 -40 

-7 

-8 

-9 

-20 o 20 40 

uitwijking t.O.V. de nulmeting [rnrn] 

GeoDelft 

keetwogen damwandkuip r8+ 


Stielljesweg 2. 2628 CK DELFT 




2 3 4 5 6 

Telefoon (015) 269 50 00 

Telefax (015) 261 08 21 

meetrichting 

A+ 

60 80 100 

Homepage: 

datum gel. 

www.geodeltt.nl 2001-03-21 WAAR 

CO-397810 

gez . 

form. 

BIJL. HM2B-P2 A4

.-- 

, - 

~ : 

E 

(IJ 

-...; 

;j 

.0 

--2001-03-19 10.04 

-------·2001-03-19 12.19 

-2 

--2001-03-19 15.14 -3 

--2001-03-19 16.41 

--2001-03-20 9.57 

.;J 

c 

til 

.! 

0 

.0 

--2001-03-22 16.15 

> 

0 -6 

.;J 

Q) 

.;J 

0.. 

Q) 

-...; 

'0 

-7 

-8 

-9 

-100 -80 -60 -40 -20 o 20 40 60 80 '100 


uitwijking t.O.V. de nulmeting [rom) 

GeoDelft 

keetwagen damwandkuip 

meetrichting 

rA+ 





2 345 6 

Telefoon (015) 269 50 00 

Telefax (015) 26108 21 

B+ 

Homepage: 

datum gel. 

www.geodelrt.nl 2001-03-22 WAAR 

CO-397810 

BIJL. HM3B-P2 

gez. 

lorm. 

A4

E 

til 

.,..; 

:;$ 

..0 

.;.J 

--2001-03-19 10.1 

---2001-03-19 12.23 

-2 

--2001-03-19 15.18 -3 

--2001-03-19 16.45 

--2001-03-20 10.03 

c: --2001-03-20 11.5 

co 

~ c: --2001-03-21 16.13 

(l) 

> 

..0 

0 

> 

0 -6 

.;.J 

(l) 

.;.J 

0. 

(l) 

.,..; 

'0 

-100 -80 -60 -40 -20 o 20 40 

GeoDelft 

keetwagen 


-7 

-8 

-9 

uitwijking t.o.V. de nulmeting [mm] 


StieJtjesweg 2. 2628 CK DELFT 



damwandkuip r8+ 

2 3 456 

Telefoon (015) 269 50 00 

Telefax (015) 26108 21 

meetrichi"ing 

A+ 

60 80 100 

Homepage: 

datum gel. 

www.geodellt.nl 2001-03-21 WAAR 

CO-397810 

gez. 

foon. 

BIJL. HM4B-P2 A4

-100 -80 -60 -40 -20 o 20 40 

GeoDelft 

keetwagen 

-9 

uitwijking t.O.V. de nulmeting (mm) 



damwandkuip 




2 3 456 

Telefoon (015) 269 50 00 

Telefax (015) 2610821 

meetrichting 

rA+ 

B+ 

60 80 100 

Homepage: 

datum get. 


CO-397810 

gez. 

fonn. 

BIJL. HM58-P2 A4

~. 

-1 

-2 

--2001-03-19 10.2 

~ 

E 

til 

·M 

;j 

..Q 

+ol 

--2001-03-19 

--2001-03-19 

--2001-03-19 

--2001-03-20 

12.31 

15.32 

16.53 

10.16 

-3 

-4 

\ 

\ 

\ 

\ 

\ 

\ 

\ 

~ 

s:: --2001-03-20 12.03 

etl 

~ s:: --2001-03-21 16.3 

(l) i 

> -5 

0 I 

..Q 

> 

0 -6 

+ol 

(l) 

+ol 

0.. 

(l) 

·M 

'0 

··CGeoDelft 

•...~ 

-100 -80 -60 -40 -20 o 20 40 

GeoDelft 

keetwagen 

-7 

-8 

-9 

uitwijking t.o.v. de nulmeting [mm] 



./ REKMETINGEN GEOTEXTIEL 



domwandkuip 

\ 

/ 

2 3 4 5 6 

Telefoon (015) 269 50 00 

Telefax (015) 261 08 21 

meetrichting 

rA+ 

8+ 

Homepage: 

www.geodellt.nl 

60 80 100 

datum get. 

2001-03-21 WAAR 

Co-397810 

gez. 

fonn. 

BIJL. HM6B-P2 A4

) 

W A TER 

t.O.V. 

G E HAL T 

droge grond. 

E 

I1 Opdracht nr.: 397810/300 

boring nr. : 

Laborant : Schouw. 

datum : 07-03-2001 

P.L. : VNO 

Blad : 1 

Berekening Watergehalte t.O.V. droge grond 

Watergehalte = 

massa water 

------------------- x 100 % 

massa droge grond 

Diepte 

Grondsoort 

: - 

: ZAND, ZWAK SILTIG,ENKEL GRINDSTUK. 

Massa 

Massa 

schaal 

schaal 

Massa schaal 

+ monster ( nat ) 

+ monster (droog) 

Massa water 

: 

: 

: 

: 

171.06 

323.01 

309.49 

13.52 

gr. 

gr. 

gr. 

gr. 

Monster nr.: I 

BIJ4 I 

Watergehalte : 9.77 % Massa droge grond : 138.43 gr. 

I 

Volume steekring : 100.00 cm3 

Volumieke massa ( nat ) : 1.52 gr/cm3 

Volumieke massa (droog) : 1.38 gr/cm3 

Opmerkingen : 

Diepte : - 

Grondsoort : ZAND, ZWAK SILTIG. 

Massa 

Massa 

schaal 

schaal 

Massa schaal 



Massa water 

: 

: 

: 

: 

140.15 

302.15 

282.41 

19.74 

gr. 

gr. 

gr. 

gr. 

Monster nr. : I 

BIJ5 I 

Watergehalte : 13 .88 % Massa droge grond : 142.26 gr. 

I 


Volumieke massa ( nat ) : 1. 62 gr/ cm3 

Volumieke massa (droog) : 1.42 gr/cm3 

Opmerkingen : 

Diepte : CA. 10 CM 

Grondsoort : ZAND, ZWAK SILTIG. 

Massa 

Massa 

schaal 

schaal 

Massa schaal 



Massa water 

: 

: 

: 

: 

157.20 

310.70 

299.19 

11.51 

gr. 

gr. 

gr. 

gr. 

Monster nr. : I 

I 

METING2 I 

Watergehalte : 8.11 % Massa droge grond : 141.99 gr. 

I 


Volumieke 

Volumieke 

massa 

massa 

( nat ) 

(droog) 

: 

: 

1.54 

1.42 

gr/cm3 

gr/cm3 

Opmerkingen : 

.- Postbus 

1> 

··(GeODelft Stielljesweg 2, 2628 CK DELFT Teleloon (015) 269 35 00 Homepage: I datum gel. 

69, 2600 AB DELFT Telefax (015) 261 08 21 www.geodelfl.nl 

.' 

2001-03-30 Vno 

REKMETINGEN AAN GEOTEXTIEL CO - 39781 0 

DAMWANDPOLDER LEIDSCHENDAM tonm. 

BIJL. PP A4 

PROCTORPROEVEN VOOR DE 1e PROEF 

gez. 

Vno

I~ 

,. 

r 2 

~ 

-t 

I~ 0 

-.; 

"3 

~ 

~ 

::l 

-2 

I~-4 

" 

( -6 

"- 

-8 I: 

r -10 

[ -12 

r 

, 

-14 

, 

-16 

l 

., -18 

l 

J ·20 

t 

-22 

( 

-24 

·26 

-28 

-30 

408878 

r: 

- 

o 

CONUSWEERSTAND (MPa) 

MV': NAP.-0.l0 m 

10 

, 

. 

~ ._---._----_. 

) 

~. 

J-=== 

ç--:~ 

i 

J 

i 

. 

20 

~---'-------'- 

._---._--~--_._. 

.~-.--- 

, r--------i 

..•.• : 

.-._._--_._------ 

. 

. ~ ,-._---_._._--~-- 

:s ._-._---- 

--_ .._----_._~ 

: j 

: 

I ". .__._-i 

: 

, 

I i 

I 

, . 

.-~--_.~ 

I 

; 

:--- .._---.--- ..~_.- 

., 

I 

i -----~------ 

, I I ... 

. ! ... L.__ •__ -'-. __ 

" ....... 

i 

-.: .. ' 

.... ., 

I 

i 

, 

! 

! 

, 

.------_._i 

-._---_.-- 

, : 

: : , . 

: I ! 

i 

.' 

-+--. ---;-'---.-_. 

: 

: : ---_._- .,.-.'--- 

I 

: 

: , 

. -------;- ..----_ .. 

! 

i 

I, 

:' 

! 

! 

! 

i 

, 

• 

: ---- ------"-- --:-----:--_. 

: 

------_ .._-_ .._-- 

- ----r ---,-_._--._--- 

: 

i 

• 

i, 

t 

I 

-- 

! 

. 

.. I 

---------i 

I 

i 

I 

: 

! 

, 

: 

: 

: 

- 

.... .. 

: 

._-~-_._---i 

i . : 

'. 

I- ---- • ", : 

. 

-._-_.-. ,,--- 

- I-----~-_._: _._- _. - - .._--- 

, , 

: 

··(GeODelft GeoDelft 

REKMETJNGEN GEOTEXTIEL 

I CONTROLE SONDERINGEN 

lSONDERING 01 

! ! : : : 

I 

PosttllJs69 TeJSJD(ln .3"!>~\l3500 

d'''''' 

PLAATSELIJKE 

WRIJVING (MPa) 

30 0.0 0.1 

WRIJVINGSGETAL (%) 

0.2 0 2 4 6 8 10 

'" Elektrische sondering uitgevoerd volgens NEN 5140 klasse 2 

,~~BOel\\ Tele!a< ,"'5261082' 2001-03-07 Lws Conus nr. CKR1 0/1-436. voorzien van electrische opnemers voor 

conusweerstane en plaatselijke wrijving. 

CO-39781 0-300 Geodetische bijzonderheden: Meetbereiken: 

BIJL. C1 

10,m 

A3 

MV 

X 

y 

: NAP -0.10 

=0.0 m 

: 0.0 m 

m COI)U$weerstand· 

Plaalseli,ke wrijving: 

waterspanning: 

COl)ustlelling: 

50 I·JlP a 

0.7 MPa , 'APa 

350.0 maao

,.- 

•• 

( 

r 

r 

( 

( 

j 

! 

1 

1 

1 I 

1 

2 


o 

. 

MV= NAP-0.15 m 

o '-~-',--', ---. 

-h 

,.~. ~ 

-4 

-6--i~~- 

e- f.....---'--i- 

-8 

-10 - 

I 

, I 

10 

! 

: , 

: 

-c _____ .. _. 

'~ ! 

. 

- --_._----_. 

: 

-12 -- ----i ----I --~- 

: 

-14 

-16 

-18 : 

I 

'. 

-20 ---- 

-22 

-24 

-26 

-28 

-30 

406679 

- -_.,_.---~-~- ._-----~ 

"(GeODelft GecDel1l 

..,:,-, 

i 

i 

" 

; 

i1 

.. 

, 1 

._---_._-- ---- 

j ; 

, , 

REKMETINGEN GEOTEXTIEl 

CONTROLE SONDERINGEN 

SONDERING 02 

: 

Po~lbll$ 69 

2600 118 Oe~1 

, . 

" 

. ' 

. 

, 

1," 

, 

• 

: 

Teleloon 

TefllJa. 

i 

. 

: 

: 

, 

.31 1~269 3500 

.31152610821 

: 

• 

. 

20 

...' .. ". 

: 

. 

•, 

. 

; 

........ - 

2001-03-07 

. 

. 

CO-39781O-300 

BIJL. C2 

. 

: 

. ..-•... 

,,, 

Lws 

A3 

. 

.- 

PLAATSELIJKE 



30 0.0 0.1 0.2 0 2 4 6 8 10 

. . 

-,._-' -' -~...;~--:-: __ .,~;---- .. 

Elektrische sondering uitgevoerd volgens NEN 5140 klasse 2 

Conus nr. CKR1D/1-436, voorzien van electrische opnemers voor 

conusweerstand en plaatselijke wrijving. 

Geodetische bijzonderheden: 

MV =NAP-O.15m 

X =0.0 m 

y = 0.0 m 

Meetbereiken: 

Conusweerstand 

PfaalsehJke wnjV'''Q" 

walerspannmg 

Conushelling 

;0 

0.7 

lAF 

350.G :-I',P,',

~ 

2 

o 

-,., 

-4 

~ 

J 

-6 

-8 

-10 

-12 

-14 

J 

-16 

J -18 

J -20 

. .J -22 

-24 

, -26 

-28 

cONUSWEERSTAND (MPa) 

o 10 20 

MV= NAP-O.1 1 m 

-- ~~.._'- ---_.-._. __ ._.-- ---"-- .. ~'- 

- 

~ 

-1t:-- - 

, 

, 

, 

.------------ -- 

--------,_ ..- ~-----~-_. 

.. ' 

, -_. -_._~-_.'--~--.--- 

, ~ > • .._,~---_... .- 

~ 

I 

- > , 

• 

-- '.- 

, ; • 

, ~--_.. 

: 

• 

, 

: 

,. 

---------_ .._---- 

---~---_..._----_._-- 

----."--'---'-- ~'.-."- 

.. ---',---f------: -. ..- 

, 

I 

i 

; 

!' I .- ._-- . 

- ! : 

! i 

_._ .._'_.1._ .•.' . -_.: ..._-_. 

, 

i 

i 

'--: 

I 

i 

!" 

, 

i 

, 

._-~---~~_. 

I 

Ii 

I 1 

I i -----r-- I , 

i 

i 

I 

: 

i 

; 

i 

-;-----_.- 

• 

_.~----_..,....-- ...._--- 

: 

! "i -----_.-._-------- 

i 

: 

I- i -_.--- .. .---- .- 

I 

I 

: i " 

i I 

• 

• 

, , 

, : 

._- 

, 

, 

i 

" i 

-- _. .. .0' 

- --:..··-1-· .._------_.-- .." ... 

I 

i 

J -30 

; , ! 

408880 

";.2.eoDelft GeeDel1l 

,lEKMETINGEN GEOTEXTIEL 


'SONDERING 03 

POS,lbuS(;!i TeleloOf\ .311S2693500 

, 

. _.~,,- 

-, ..-.._. 

._--~-_. __ ..•_-~.-_. 

--_. _.' 

I 

-.-. ..._---~-_.- 

I 

.--_.-_.~------- 

.---"_.--------_ ....- 

---_.-- ... .- 

- 

___ -' __ -_0" __ " 

,., 

PLAATSELIJKE 


30 0.0 0.1 


0.2 0 2 4 

-r-----:--------' 

6 8 10 


2600 AB oen ll:!lela~ •.311S2610B21 2001-03-07 Lws Conus nr. CKR1D/1-436,voorzien van electriseneopnemers voor 

cenusweerstanden plaatselijke wrijving. 

CO-39781 0-300 Geodetische bijzonderheden: 

-,n 

Meetbereiken: 

MV = NAP -0.11 m corosweerstaoo: so MPa 

Plaalselijke wrilW'9 0,7 'APa 

X = 0.0 m 

BIJL. wa1erspanmng 

e3 , I.1Pa 

A3 y =0.0 m ConushellLng: 350.0 rnR2r~ 

H).?

I 

I 

PLAATSELIJKE WRIJVINGSGETAL (%) 

-.. CONUSWEERSTAND (MPa) 


, , 

J 0 10 

20 30 0.0 0.1 0.2 0 2 4 6 8 10 

2 

l ~~._-._---- .._---" .. -._ .."-- .._------- _. ----- 

~ 

§ 0 

,.... 

~ 

u 

-rt· MV= NAP:-0.17 m ._- ---' _._--- -_.' :---_.-- .. "-- 

- . 

--- 

1\ 

_.- .- -~,._.-._--~-~.- 

... ._._._--~ ..-- 

-_._---- •._-_.--------- ._. 

--1>'--- ...-_.- --,---. _ .. - .. 

_._-...:.----..:__ ..._--,---~- - 

---"-" ,----- 

-r- , 

r< 

-2 LJ:----.- ..-. , 

1- 

J'~ . 

: i >- -': 

.A 

-4 

4- ------,---'------ ...- - ---_.--_ .._--- 

------.--.--_. ~ 

• 

, 

. ' - 

~ 

; 

. 

. , 

_'-0 ..._-_._----- --- -------- 

. ~ 

L 

H 

" 

..~. , 

. 

) 

A 

-6 

"' 

- -8 

~ 

- 

: 

i 

I 

: 

i 

1 

I 

! 

: 

I 

- 

! 

.. 

, 

:- 

-- 

---_._-_._- _._--- 

- ------_._----- 

.._-_._----- ._-- .._--. 

---_.~---------- 

.- 

'- 

· 

• 

! , " 

. 

-, 

, 

-~ 

-10 1--- 

! 

, 

: 

i 

! 

... 

--_._-._- 

- 

~-_•.._-----_.- "-- 

· 

· 

, 

: : : 

• 

, 

. 

~ 

. " 

. 

• 

--',. "-_ .....-._--- ---- 

---, 

-12 

i 

1 

-, : , i . 

1 , 

f---~--.- .. - -~i 

i 

-' -14 I- 

i 

j ----l .._-_._--------. "---.- 

, 

.._------------- --------- ._----------- 

I . . 

J .--- 

.~._ ...- . - ._-------. 

~ I--'- 

I -I 

• 

, 

; 

, . 

J ! 

-16 ---'-,----: --;----:-- i , ..- .__ ..- .._ ..- ... .- -r- 

, i i J _._--- , 

-- 

J -18 

, 

J -20 - ,i 

, 

.i -22 

~ 

-24 

: 

: , i ._.__ ._----~-~-- 

. 

i 

! 

i 

i 

i 

I 

.-. ._- 

. 

! 

! 

; 

-.... . ------_.------.-"- . . -_._"-- _.' ~'--'~--'------' I·' 

- ---r-:---' --_._- ._~_.----_.__ .- .,... •.. .. "-' ..--, ..- ... ""'-'.,,-. __ . 

~---------:._---- 

, 

i j _ ..-._------_.-.- .. 

i 

! 

- , _. 

~ 

·26 

·28 

.' 

1 

,i 

• 

" 

: 

c 

" 

•.•. :._ •. 0 •• _ . 

i 

: 

I 

i 

! 

i 

: 

: 

, 

•••• 

, 

c 

1 

: 

----'._-. --- 

, 

. 

---_ ... _.- _._- 

....-._,------_ . ._--" 

_._--_ .•._-"- ._- 

: 

. 

. 

.;" 

. 

. 

: 

. 

: .. 

1 

! 

I .. --~_.- ._. .._---~----_.. - ..._--_._-~-_.~.- 

I 

, 

-"--- ..... - ...-,-'- .... "-- -- .' ... _--_._-- ..---~~---- ".0-.--'--' -- 

I . 

I-- _. -- •....- . -~- _. ._---_.- 

: 

i . . 

: 

-, i 

-30 

.DBB81 

,..'- 261Y.lA6De~1 

--CGGODelft GecD.1Il 

i I 

-. ----- --.-. ------ 

I 

I 

-----_ .•-,-- 

• 

. , 

dalulTI 

PO$Itus69 Te1etoon .3115.26935.00 

9" 


Tetela • • 3115.2610821 2001-03-07 Lw. Conus nr. CKR 10/1 .•436, voorzien van electrische opnemers voor 


'EKMETiNGEN GEOTEXTIEL CO-39781 0-300 Geodetische bijzonderheden: Meetbereiken: 

éONTROLE SONDERINGEN MV =NAP-0.17 m corwsweeesreoc: 50 I

( 2 

t~0 

!~ ·2 

Cl 

( ·4 

-( ·6 

, 

" 

l 

1 

( 

( 

î 

r 

, 

1 

1 

1 

1 

·8 

-10 

-12 

-14 

·16 

·18 

·20 

-22 

-24 

-26 

-28 

-30 

408882 

~ 

- f--- •••....•..• 


o 

~ 

-'--'-'--- 

10 

20 

"--- -- -----'. - 

.__ . .__ .... 

MV'= NAP-0.20 m _ .. _._----".- -- 

. 

- --- ---_._--_. '-~-'--'- -- 

~ • .-'._.- ._-_._--- - 

h 

,,.----r- 

, 

._~-- _._-"-~----- 

!~: 

y 

• 

_ .._ .. 

._---_._--_.------ 

. ~ ! ._.--.------ 

'/' 

; 

, 

I 

• 

.' 

- 

...._--- 

-------~------ 

--- - .--.._.--------,. 

~- --- --- _._---~~-,._-----_._._-,---- 

i 

, -- .--------~,-_ ..__ .-.~._- 

, 

; 

i 

! 

I 

i 

, I 

_.- '- -- .. 

e-c-- , 

- 

- 

- 

- 

. 

i 

---- 

" 

I, 

i 

I 

, 

---_.-'.----i 

, 

-r-r-r- 

- ! 

j 

---- 

1 

j 

, ; 

.: 

- 

~. __ .- 

I 

. 

- ...._------_._.- 

. 

._-- --~,--._ .._-- 

.--_.~-_.- - 

. 

.---_._------ 

-- - , ----_ ..... " --- ---._-- 

- , 

, 

! 

i 

"(GeODelft GeoDelIl 

..,~ ::'600 

; 

. . . 

I 

:1 ! 

, , . 

- 

-- 

• 

-. 

- 

PLAATSELIJKE 


30 0.0 0.1 


0.2 0 2 4 6 8 10 

datum ,or 

P05Ibu5(j!l 

AB Doill 

Teleloon 

Teleta, 

.31152693500 

.31152610821 2001-03-07 Lws Conusnr. CKR10/1-436. voorzien van eleclrische opnemers voor 


;Z 


REKMETINGEN GEOTEXTIEL CO-39781 0-300 Geodetische bijzonderheden: Meetbereiken: 

CONTROLE SONDERINGEN MV = NAP -0.20 m coeoswee-staoo: 50 1.1P;, 

lorm 

Plaatselijke wflJW\g' 0.7 lAP.'!. 

X = 0.0 m 

BIJL. e5 wararsoaomnç: , t.1P-, 

SONDERING 05 A3 

Y = 0.0 m Conush€Hlng: 350.0 mR::

i 

-. 

~ 

~a. 


o 10 20 

: .14 _""""_::::~:;;: :~" 0"' ~~~C:',~~~ 

_4-... .•. . - _"'_'~:~"-':'-". :''7:-~:::i3-'-:71~ 

~ :~'= ~ ~ ~:::' r;l ~ §.é~"~~~~~=:':~ 

" ·16 _3:~-'Ot 

~_':-: .. . -,,-~:'-''''':r='~ 

l:;EIi .•• :... • =:tr~ . " -: _::" ..m. • ":';== 

I~'"~~ c~1iIIJ.~~:~~~=.~?j;:; 

E~~h@!~~~ :~~~~iI~~ 

~r~=::~~~~i;f 2~==-:-:~:::~T;~ 

[~.,. 

11III =.".' ,~~~:--,=:~;~,~',:~', 

m 

~~I§;. :i~.,,;':~;:::;;~ ,,,,,,;::;, ,:'::: .I"rr% ~Et::::i1~S;": 

-22 '" """,ff", '''','' "~ ~lr,,'~TIITi0!fi"'ICi,.I,., 

.- .-._.- 

.1::':_._ 

:1.. :,_".::n:=~~ ~r::::~: 

~8 

"':-=...·IiIIiIII"7~~~~=~r" 

~ 

I. 

> -30 

I 409461 

I,~~eoDelft GeDOelI' 

.' 


I CONTROLE SONDERINGEN 

PO$lbut69 

2IiDDAeO~'" 

LEIDSCHENDAM 

'SONDERING 07 

.3115269351>0 

-31152610821 2001-03-23 Lws 

CO·39781 0-300 

,,' 

BIJL. C7 A3 

PLAATSELIJKE 


30 0,0 0,1 

~~~:=~~. ,~:~ 

~~:~~ ~;~:'E= 

~~=~E~f 

ç~~~~G~~~~ç~} 

.--,--.' .-. _ .. 

... :,~ =.:=-- ''::;'''':': 

. - w._. _ 

;~: _ .. ,,,:;~"~ 

~iJj:~~"fj;fu;jWfl1 

- 

§f:;S,;~1'l7~~g 

s:=::;;:t:::::~~,,,~~~:.;:; 

~~::~j:'::;~Ê2-Er:E::';~;'~ 

~i;~it:·~~~ 

~~:~~~~ill1 

~i~~~i:_:+"'~~~ 

J~~~~~P:f 

i-UU~~:.. , 

--::..·····dHi:r::: 

-- 

WRIJVINGSGET AL (%) 

0,2 0 2 4 6 8 10 


Conus nr. CKR1 0/1-110, voorzien van electrisene opnemers voor 



MV = VOORLOPIG 0,00 m 

X = 0,0 m 

y = 0,0 m 

Meetbereiken: 

ConusweerSlancf: 

Plaatselijke wriJvIng' 

Walerspanning: 

Conushelling: 

50 MPa 

1),7 MPa 

1 MPa 

350.0 mRaó

, 

sj 

!! -2 

'-, 

~ 

..I 

.J 

-4 

-6 

-8 

-lD 

-12 

-14 

-16 

J -18 

, 

~ -24 

~ -26 

_ -28 

" -3D 

409462 

-.(GeoDelft GeoDelfl 

1•.·•••. 


o 10 2D 

;EKMETINGEN GEOTEXTIEL LEIDSCHENDAM 


"ONDERING 08 

,0< 

Te"'IOQn .31'52693$00 

T.lela. 2001-03-23 Lw. 

CO·397810-3DD 

'" 

BIJL C8 A3 

PLAATSELIJKE 


30 D,D D,1 

;~~Si~::~~:~?~~ 

~~~. :~~~~~=è;~~ 

-S=:cC:'3::---::'-=---:"- 

~ ~._-- 

!§~k~~-~~f~~~ 

~~l~~ ~~:=~==~i:~~ 

§~ -~=- ~~-_. ~ 

~\~~=::~:~~i 

. -~-. '- 

Ë~;~~js~tj~ 


0,2 D 2 4 6 8 10 

~;~~~~~;o~~~~ 

~:~!~~Ei;~ 

i4~~~~~ li"fgjj;~~!;:: 

I·"' 

--.. 

:~'-- "-~~ 

.. 

-'.-. 

--._.~~~=. 

--_. _. 

.--,:.t'- 

-..... : 

- ..• =-'" +.- 

..~~;~.'~:. -~;~r§ 

=;~--~:.- .=- ~'~':'~ ::~; 

-_.- ...•..,.., ,.- 

--, ..,"-- =~~1~ ~=.~.-_._.~ -.._ 

--. ~ _.. ::= 

- --.. .._ 0';0"", 

:- ~~~~. ~;~~~ 

ZUUEU ._ 1:~jjk:i: 

.. - ". - !='" 

:... -_.-- _ ..•... _-. -,,- :; 

:::::I~._.::..• _ .. -- 

:::::1=:. ::=. .. 

- .' 

-·;iii.f 

Ig; .-. =~ ...I~ =:.:,-"l 

--- lli .. --.- 

.....: = :=,il~'~ 

- ~ _":.: __ ="" .. 

3Igl~-'~51=~ 

.. - _._. - 


Conus nr. CKR1D/1-110. voorzien van electrlsene opnemers voor 



MV = VOORLOPIG 0,00 m 

X = 0,0 m 

y = O,D m 

Meetbereiken: 

ccooewee-srano: 

Plaatselijke wriJvIng 

Waterspanning' 

Conushening: 

50 MPö 

0,7 MPa 

, MPi1 

350.0 mP;ao

JI 

-4 

cONUSWEERSTAND (MPa) 

o 10 20 

2., gi_,,}:t~~ 

=:::==:=:-~~.--~=-==~ .- 

o ~=, ~' c'"' ~ , '=~ _',= ':,~,' 

-6 

-28 

=",;;= ...•.....,...•. 

-30 L-rJ.i.t::;-;'=CI1••......• 

• 409467 

1··.~eoDelft GeoDelIl 

'" 

.... - - - -~ ,.._. 

" - ~tL ~"-~?~~==è-~ 

~~:~ :.-.. 

-~ ::0 '::: .' - ,~- :-i~E,~~~=' 

~~ ~1- - ,._ -:::::. 

Pc~ll>"s 69 

2600 /liS Oe~1 

,EKMETINGEN GEOTEXTIEL LEIDSCHENDAM 

I 


$ONDERING 09 

" .,- ~:~~~~'-. 

~ 

.··t.~~I~\~ 

go< 

.31 '~2r.9 3~OO 

.311!>2r.I0821 2001'03-23 Lws 

CO·397810·300 

." 

BIJL. Cg A3 

PLAATSELIJKE 


~~.'. 

'~~-', -.'~~~ 

30 0,0 0,1 

... ----,- co 

;... - - 

•• 0' __ :~ 

;;,.~ ~ ]~:;]-E 

~-r.:.. .u:-==~::.,_,:~~ 

~ ~": 

.....,..-j- --_.-- ..• 

~~:~3'~k~~~JJ 

=,,,,,,,,,''''',0' •.,. . 

::..~:~::a-,--.-_,_ ..~:;;:~; 

-~. _.;...;-:; "-:::1:-: 

". 

~:~~ ..~~~~ ;i~..~~;~; 

;;;:~, ' ==:: 

----.__ •.- .._.... 

= 

., ....•.. ~ - 

.._,~.-...- 

" 

-,---. 

=-,~:.._... ,_~~.:::o-"~ 

~-'~ ~~-;--,.~=:: 

.... ~::7: 


0,2 0 2 4 6 8 10 

• :- 

:::: 

=~~I 

-. ~~ 

- :--- 

., - ~ --':.- 

...: -

( 

I~ 

-4 

-6 

r -8 

.. 

r -10 

-" 

[ -12 

r -14 

"' 

r -16 

-( 

-18 

-20 

-22 

-24 

[ 

-26 

I~ -28 

r 

CONUSWEERSTAND (MPa) PLAATSELIJKE 


10 20 

30 

WRIJVING 

0,0 

(MPa) 

0,1 

0,2 ° 2 4 6 8 10 

° 

.,.,._. 

l 

_.... _. _.... .-, - __ or 

'0- 

....~.ç~~_ 

.._H~~=-:: __... 

I~ 

.-._- 

;=i~:::?::--;{~:=~0:+?~~Rj 

.. 

~-;~~~~=:~~=~k~~~1 

.. 

11II -~ 

15':1=.. 

EIII~~~~I 

_ _~o~".g~ 

~_ .. 

t:=:~~; ~'~7 ._-~:-_-= _... 

'::::~~:,,::I;~~~.~ ~~Df; 

~_. ,. --..". _ ..- 

~~~,~ê~=:~ . 

-~-. -_. --.f~~Ell;::~; 

~~;7.~.~ 

$i:~ITJTItffll~~....~~{ 

t:t11E~@ ;1~~~[,;__ 

- --~=_ ... 

•.• .;.;..;..::;=. - 

-30 

~ 409469 

d

1 

j 

- ... 


Bijlage 7 Foto's damwandpolderproef


Proef Damwandpolder 

METEN 

WETEN 

D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

IS 

pagina 1 van 24



Foto 1 Overzicht proefkuip met links (proefzijde A) de vlakgemaakte wand 

Foto 2 Damwandplank t.b.v, proefkuip met opgelaste stalen plaat 

D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina 2 van 24



Foto 3 Verplaatsingsopnemers op geotextiel aan proefzijde A (proef 1 ) 

Foto 4 / Foto 5 Bevestigingspunten verplaatsingsopnemers op geotextiel aan proef zijde A (proef 1 ) 

D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina3van 24



Foto 6 Afdichtingspaneel met opgespannen geotextiel en gemonteerde hellingmeetbuizen (proef 1 ) 

Foto 7/ Foto 8 Ophangen afdichtingspanelen aan proefzijde B (proef 1 ) 

D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina 4 van 24



D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

Beschermingsdoek over afdichtingspanelen 

aan proefzijde Baangebracht 

(proefl) 

Geotextiel aan proefzijde B 

aangebracht (proef 1 ) 

pagina 5van 24



Foto 13 / Foto 14 Hellingmeetbuizen in damwandkassen bij paneel 1 aan proefzijde B (proef 1 ) 

Foto 15/ Foto 16 Hellingmeetbuizen in damwandkassen bij paneel 2 aan proefzijde B (proef 1) 

Foto 17 / Foto 18 Hellingmeetbuizen in damwandkassen bij paneel 3 aan proefzijde B (proef 1) 

D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina 6 van 24



Foto 19 Proefkuip vullen met water (proef 1) 

D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina 7 van 24



Foto 21 Plaatsen geleiding t.b.v, intrillen voorzetwand op dagmaat 1,0 meter van voorkant 

proefzijde A ( proef 1 ) 

O.W. Hemelop 

23 mei 2001 

Foto 22 / Foto 23 Trillen voorzetwand fase 1 ( proef 1 ) 

pagina 8 van 24



Foto 24 tim Foto 27 Trillen tweede deel 

voorzetwand (fase 2, proef 1) 

D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina 9 van 24


Proef Oamwandpolder 

Foto 29 

Foto 28 De laatste loodjes 

Foto 30 Na gedane arbeid ... 

O.w. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina 10 van 24



Foto 31 Ontgraven proefkuip met zicht op proefzijde A (proef 1 ) 

Foto 32 Ontgraven proefkuip met zicht op proefzijde B (proef 1) 

D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina 11 van 24



Foto 35 Het toezicht Foto 34 Detail vrijgekomen afdichtingspaneel e12-100 

(proefl ) 

_.. ..~,::.::~:~~~:;;.·;{:.::~:S~ -,'~.~~_ ..:~~~:-:~ ':-.'.~? 

....-".-c-'-'-"-- . : ..-.~:--"" . _~~~ ..... __ ----=-_~~~ '_". ~~. 

':--.":,,,. 

.:... 

._-- ..-:>,:.>;:'-};.::;..,-::&~ .. ' ._,.••,\~~~~. 

.•• ~~-:;:~:{'.-·,=~-.~-cc::'·'· . •.. ~.~ 

-.~~~--,,"~,; '~! 

.~~~ ~::::~~'::O7 ~ 

Foto 36 Vrijgekomen afdichtingspaneele12-100 (proef 1 ) 

D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina 12 van 24



Foto 37 Proefzijde A ( proef 2 ) Foto 38 Montage afdichtingspanelen aan 

proefzijde B (proef 2 ) 

Foto 39 Montage verplaatsingsopnemers aan geotextiel t.p.v, zwaarste wapeningnet aan proefzijde B 

(proef2 ) 

D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina 13 van 24



Foto 40 t/ m Foto 44 Vullen van de doosprofielen tijdens 

aanvullen proefkuip (proef 2 ) 

o.w. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina 14 van 24



Foto 45 Vastmaken bovenkant hellingmeetbuizen aan hoekprofiel bij proefzijde B (proef2) 

Foto 46 /Foto 47 Aanvullen damwandkassen 

langs proefkuip (proef 2 ) 

D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina 15 van 24



Foto 48 Plaatsen dubbele geleidingt.b.v, intrillen voorzetwand (proef 2 ) 

Foto 49 Intrillen eerste enkele plank op dagmaat 1,0 meter langs proefzijde A (proef 2 ) 

D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina 16 van 24



Foto 50 Overzicht intrillen voorzetwand fase 1langs proefzijde A ( proef 2 ) 

Foto SI/Foto 52 Intrillen eerste dubbele plank op dagmaat 

1,0meter langs proefzijde A (proef 2 ) 

D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina 17 van 24



Foto 53 Intrillen dubbele normale plank en dubbel doosprofiellangs proef zijde B (proef 2 ) 

D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

Foto 54 I Foto 55 I Foto 56 

Effecten van opheien en 

wateroverspanning 

pagina 18 van 24



Foto 57 Intrillendoosprofiellangsproef zijde B (proef 2 ) 

D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina 19 van 24



D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

Foto59/Foto 60 Ontgraven proefkuip 

(proef2 ) 

pagina 20 van 24



Foto 61 't;Foto 6S Proefopstelling doordrukproef 

D.W. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina21 van 24



Foto 66 Onderzijde afdichtingspaneel na aanvullen (doordrukproef) 

Foto 67/ Foto 68 Details onderzijde 

afdichtingspaneel na aanvullen 

(doordrukproef) 

o.w. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina 22 van 24



Foto 69 Folie van proef zijde B na uitvoeren proef 2 

o.w. Hemelop 

23 mei 2001 

Foto 70/ Foto 71 Details indrukkingen van bevestiging verplaatsingsopnemers 

pagina 23 van 24



Foto72 Verwijderenproefkuip 

O.W. Hemelop 

23 mei 2001 

pagina 24 van 24


Bijlage 8 Analyse van mogelijkheden voor het vlak maken van de damwand bij het 

bouwconcept van de damwandpolder

NOTITIE 

Betreft: Analyse van mogelijkheden naar het vlak maken van 

de damwand bij het bouwconcept van de 

Datum: 

Van: 

Inleiding 

Damwandpolder. 

05-04-01 

G.M. Wolsink 

Bij de Damwandpolder moet de PVC folie afgezonken worden tegen een enigszins vlak 

oppervlak. Als de inkassingen van de damwand niet worden uitgevlakt wordt de folie in de 

inkassingen gedrukt waardoor te grootte rekken ontstaan. In deze notitie wordt gepoogd de 

voor- en nadelen van een aantal mogelijkheden op een rijtje te zetten. Denkbare varianten 

waarbij veel handelingen door duikers onder water verricht moeten worden zullen hier niet 

hoog scoren vanwege de hiermee gepaard gaan de kosten 

Algemeen 

De overspanning van de inkassing (ca.870 mm) kan via twee verschillende mechanismen 

worden overbrugd: a. via een buigligger, b. via membraanwerking (hangmatprincipe). 

De belasting wordt bepaald door de kerende hoogte. Deze kan maximaal ca. 13 m zijn (van 

maaiveld tot aanleg niveau folie). Als de inkassingen ongeveer gelijk met de rest van de 

aanvulling gevuld worden kan een veel geringere kerende hoogte worden gerealiseerd 

(minimaal ca. 1 m). De horizontale (korrel)belasting op de "vlakmaakconstructie" varieert 

dan globaal tussen 5 kN/m 2 en 65 kN/m 2 (Àn = 1- sinup), met

Gewelfwerking en hangmatwerking (geotextiel); invloed rütelen ?? 

Als ter oriëntatie even wordt afgezien van de gewelfwerking en hangmatwerking dan blijkt op 

zich niet zo'n grote plaatdikte in staal nodig te zijn om een inkassing te overspannen. 

Voor het geval dat de "vlakmaakconstructie" ter weerszijden is ingeklemd (b.v. vast gelaste 

stalen plaat) voldoet een dikte van 3 mm bij een verschilhoogte van 1 m. Een dikte van ca. 10 

mrn voldoet bij een verschilhoogte van ca. 13 m. 

Kan verder ook nog een membraan ontstaan (zoals bij een opgelaste stalen plaat mogelijk is; 

na het plaatselijk vloeien van de plaat) dan kan een verschilhoogte van ca. 13 m in 

combinatie met gewelfwerking opgenomen worden door een dunne plaat: 2 mm dik is dan al 

zeer ruim genoeg. 

Uit het bovenstaande volgt dus dat voor het geval membraanwerking gemobiliseerd kan 

worden met gemak een kerende hoogte van 13 m kan worden opgenomen. Dit heeft dan als 

voordeel dat het aanvullen van de kuip en de inkassingen niet gekoppeld is. 

Als daarentegen de belasting door buiging opgenomen moet worden opgenomen zijn de 

mogelijkheden wat beperkter. Uit een berekening m.b.v. PLAXIS blijkt overigens dat een 

stalen plaat van 6 mm dikte als buigligger voldoende is, dankzij de aanwezige gewelfwerking, 

om de verschildruk van 13 m op te nemen (de tweezijdig ingeklemde plaat vloeit dan nog 

niet); zoals bovenvermeld zou zonder gewelfwerking de plaat dan 10 mm dik moeten zijn. 

In het hierna volgende komen een aantal mogelijkheden aan de orde; de voor- en nadelen 

worden vermeld.

Afwegingen 

In de bijlage is een principe schets van een aantal varianten weergegeven. 

Variant 1: 

Bij deze variant is, over de hoogte van de folie, voor het inbrengen van de damwand een 

stalen plaat over de inkassingen gelast. 

Voordelen: 

Membraanwerking kan gemobiliseerd worden (13 m verschildruk te keren) waardoor 

volstaan kan worden met relatief dunne stalen plaat (ca. 2 m dikte is al voldoende). 

Eenvoudig bij de uitvoering; na inbrengen damwand direct een vlakke wand 

beschikbaar. 

De kuip en de inkassingen behoeven niet ongeveer gelijktijdig te worden aangevuld 

(kan na elkaar). 

Nadelen: 

De heibaarheid C.q. "trilbaarheid" wordt waarschijnlijk negatief beïnvloedt in de 

grondslag (zand en grind) t.p.v. de A73. De dikte van de opgelaste stalen plaat zal 

waarschijnlijk afhankelijk zijn van de mate van heibaarheid. 

Laswerkzaamheden benodigd; echter wel onder gecontroleerde droge omstandigheden 

(fabriekslassen). 

Variant 2: 

Bij deze variant wordt, over de hoogte van de folie, een t.O.V. de PVC-folie relatief stijf 

geotextiel op de damwand gespannen. 

Voordelen: 

Membraanwerking kan gemobiliseerd worden (13 m verschildruk te keren). 

Relatief goedkoop materiaalgebruik. 



Nadelen: 

, Het geotextiel moet in den natte (door duikers) op de damwand worden bevestigd. 

Variant 3: 

Bij deze variant wordt, over de hoogte van de folie, op een raster van steigerbuizen een 

geotextiel bevestigd. 

Voordelen: 

Membraanwerking kan gemobiliseerd worden (13 m verschildruk te keren). 



De constructie kan in den droge geprefabriceerd worden en daarna van bovenaf 

worden afgehangen. 

Nadelen: 

Een vrij dicht raster van steigerbuizen is noodzakelijk 

De steigerbuizen moeten op alle knopen worden vastgezet (vastlassen) 

Niet erg zuinig in materiaalgebruik. 

De aansluiting van de afzonderlijke rasters is een punt van zorg.

-~ 

Variant 4: 

Bij deze variant wordt, over de hoogte van de folie, op een wapeningsnet een geotextiel 

bevestigd (de randen omgeslagen). 

Bij deze variant zijn twee sub-varianten te onderscheiden: 

4 a.: opname belasting alleen door buigwerking (gewelfvorming wordt In dit geval 

onvoldoende betrouwbaar geoordeeld, b.v. als gevolg van het rütelen), 

4 b.: opname belasting primair door membraanwerking. 

Variant 4 a.: 

1 meter drukverschil -7 3 mm staalplaat (1= 2250 mm") -7 ~ 10 -200 mm (1= 2454 mm"). 

13 meter drukverschil -7 10 mm staalplaat (1= 83333mm 4 ) -7 ~ 25 -200 mm (1= 95874 mm"). 

Dit betreft de "hoofdwapening". 

Voordelen: 

Geen problemen aan de rand, mits deze rand opgelegd is op een wang van de 

damwand. 



Nadelen: 

Als de inkassingen pas later gevuld worden is een vrij zwaar wapeningsnet 

noodzakelijk. 

De aansluiting van de afzonderlijke wapeningsnetten is een punt van zorg. 

Gevaar van scherpe punten welke door het geotextiel heen de folie kan beschadigen. 

Variant 4 b.: 

Omdat nu de membraanwerking wordt gemobiliseerd IS ~ 16 - 200 mm voldoende om een 

verschildruk van 13 m op te nemen. 

Dit betreft de "hoofdwapening". 

Voordelen: 

Met een relatief licht wapeningsnet kan de volledige kerende hoogte worden 

opgenomen (13 m), waardoor het aanvullen van de kuip en de damwandkassen 

ontkoppeld is. 



Nadelen: 

Om de membraanwerking te realiseren moet het wapeningsnet aan de zijkanten 

vastgezet worden; of aan een ander net of aan de onderliggende damwand (duikers !?) 

De aansluiting van de afzonderlijke wapeningsnetten is een punt van zorg. 

Gevaar van scherpe punten welke door het geotextiel heen de folie kan beschadigen.

J 

Variant 5: 

Bij deze variant wordt, over de hoogte van de folie, een stalen plaat los tegen de damwand 

aangebracht welke onderling gekoppeld zijn d.m-v-Wendelachtige sloten. 

Bij deze variant zijn twee sub-varianten te onderscheiden: 

5 a.: opname belasting alleen door buigwerking, 

5 b.s opname belasting primair door membraanwerking. 

Variant 5 a.r 

1 meter drukverschil ~ 3 mm staalplaat (1= 2250 mm") 

13 meter drukverschil ~ 10 mrn staalplaat (1= 83333mm 4 ) 

Voordelen: 

Geen problemen aan de rand, mits deze rand opgelegd is op een wang van de 

damwand. 



Nadelen: 

Variant 5 b.r 

Omdat nu de membraanwerking wordt gemobiliseerd IS een dikte van 2 mm theoretisch al 

zeer ruim voldoende. 

Voordelen: 

Met een relatief lichte plaat kan de volledige kerende hoogte worden opgenomen (13 

m), waardoor het aanvullen van de kuip en de damwandkassen ontkoppeld is. 



Nadelen: 

Om de membraanwerking te realiseren moet de vlakke plaat langs een wand aan de 

beide uiteinden vastgezet worden. Het aantal punten waar dit moet gebeuren is echter 

beperkt. 

Variant 6: 

Bij deze variant wordt, over de hoogte van de folie, de inkassing van de damwand opgevuld. 

Het is echter de vraag hoe dit uitgevoerd moet worden? B.V. door duikers inplakken van een 

kunststofschuim. Een andere mogelijkheid is wellicht het inhangen van zandworsten. 

Voordelen: 

De inkassingen behoeven niet nagevuld te worden. 

Nadelen: 

Het vullen moet onderwater gebeuren (duikers I?); plakken zeer lastig. 

Haalbaarheid zeer twijfelachtig.

J 

Variant 7: 

Bij deze variant wordt, over de hoogte van de folie, in vooraf aangebrachte 

bevestigingssleuven schotten geschoven. De schotten kunnen b.v. vervaardigd zijn uit dunne 

betonnen prefab panelen. 

Voordelen: 

De grootte van de kerende verschilhoogte is afhankelijk van de sterkte van de panelen; 

13 m lijkt echter haalbaar. 

De panelen kunnen vanaf de bovenzijde in den droge worden ingeschoven. 

Nadelen: 

Als de bevestigingssleuven voor het in de grond brengen op de damwanden wordt 

gelast is dit gevoelig voor beschadigingen tijdens het heien c.q. trillen. 

De andere optie is deze bevestigingssleuven in den natte op de damwand te lassen 

(complex en duikers benodigd). 

Gevaar van scherpe punten welke de folie kan beschadigen. 

Het inschuiven van de schotten is storingsgevoelig als gevolg van mogelijke 

vervuiling van de bevestigingssleuven. 

Variant 8: 

Bij deze variant wordt in een gegraven cement-bentoniet wand een stalen damwand 

afgehangen. De cement-bentoniet zorgt dan voor een vlak oppervlak waartegen de PVC-folie 

afgezonken kan worden. 

Voordelen: 

Geen aparte vlakmaakconstructie nodig. 

Nadelen: 

Dubbele constructie (cement-bentoniet wand + stalen damwand) 

(Te) grote kwetsbaarheid bij ontgraven van cement-bentoniet 

relatief kostbare oplossing

.~. 

) 

Evaluatie 

Variant uitvoerbaarheid kosten: kosten: 

uitvoer-ing materiaal 

1 0 0 0 

2. - - ++ 

3. + - 0 

4.a. + 0 + 

4.b. 0 0 + 

5. a. ++ 0 0 

5. b. 0 0 0 

6. + - + 

7. -- - - 

8. ++ -- + 

Beoordeling (voor het uitvoeren van de damwandpolderproef): 

= slecht 

= matig 

o = neutraal 

+ = redelijk 

++ = goed 

In de tabel is variant 1 als -0- referentie genomen.

Bijlage: mogelijke technische oplossingen t.b.v. (enigszins) vlak maken 

van de damwand. 

7~ 

[ geotexti~ 

L..... ···············.· .... ~ 

~folie 

~...•...... ....•..... .... 

. . 

- 

I Variant 1 

van te voren met dunne plaat 

dichtgelaste inkassingen 

I Variant 2 

op de damwand geklemd 

geotextiel 

Variant 3 

geotextiel geklemd op een 

raster van steiger buizen 

• Variant 4 

wapeningsnet met daarop 

geotextiel geklemd 

I Variant 5 

losse stalen plaat met sloten 

I Variant 6 

opgevulde inkassingen

ingeschoven platen tussen 

opgelaste bevestigingen 

_/ cement- 

'\OtOOi.t '" .r"> I Variant 8 

..•.. /i:~~nnt;et ...•. v: "---!:

j 


Bijlage 9 Berekeningsresultaten stabiliteit secundaire wanden

.Î 

~I 

.. ~ 

- ...• 

Bijlage 9: Berekeningsresultaten stabiliteit 

secundaire wanden 

Variant 1:aanvulzand Eso=IE4,

Variant 1:aanvulzand Eso=lE4,

Figuur 1.3: Totale vervormingen 

Figuur 1.4: plastische punten 

8 van 69

Figuur 1.5: effectieve korrelspanning 

- =--- - .• - ~ - :>lil! , - ~ - - - - '!Ti 

1 r ft if".,j ,) te ,::rc) , , _*. ,.ct> " 't t[ (re, t· ,t, )l' r$ , t' ij ) ! J ct, «,. I , t ,,., 0 ti:! Mat' t yb·, , X t te rit, I , , ( • , i 

Figuur 1.6 verplaatsingen hoofdwand 

9 van 69

Figuur 1.7: momentenlijn hoofdwand 

Figuur 1.8: totale verplaatsingen voorzetwand 

10 van 69

Figuur 1.10: momentenlijn voonetwand 

11 van 69

. MET kelder 

Figuur 1.11: Vervormde mesh 

Figuur 1.12: Ankerkracht 

12 van 69



13 van 69


Figuur 1.16: verplaatsingen hoofdwand 

14 van 69



15 van 69

Figuur 1.19: alleen verplaatsingen voorzetwand 

Figuur 1.20: momentenlijn voorzetwand 

16 van 69 

:.' 

.. 

.e 

:.:....•; :" 

:-:" . 

", 

. .. ::: ,."" -.' 

....:; : ~:~; ::::-

Figuur 1.21:

Variant 2: aanvulzand Eso=5E3,



19 van 69



20 van 69


Figuur 2.7: totale verplaatsingen voonetwand 

21 van 69


22 van 69

. MET kelder 



23 van 69



24 van 69



25 van 69



26 van 69



27 van 69

Figuur 2.20: (jJ-c reductie 

28 van 69

Variant 3: aanvulzand Eso=1,5E4, q>=32,5°, onderzijde voorzetwand 8 m +NAP 

a. ZONDER kelder 



29 van 69


30 van 6~


31 van 69


32 van 69

,.- 

L 

'.' 

'. 

,< 

-v. c., 

.>, :~' ;I; ", 

:,'>':'~~

. MET kelder 



34 van 69



35 van 69



36 van 69



37 van 69



38 van 69

Figuur3.21:cp-c reductie 

39 van 69

Variant 4: aanvulzand Eso=lE4, q>=32,5°, onderzijde voorzetwand 10 m+NAP 

a. ZONDER kelder 



40 van 69


41 van 69


42 van 69

I", 

Ir.- 


-.: 

43 van 69


44 van 6~

. MET kelder 



45 van 69



46 van 69



47 van 69

-:-',: 

, ',. 



48 van 69 

' .• 

.~ 

.'",



49 van 69

Figuur 4.21:

Variant 5: aanvulzand Eso=lE4, .;..··. ".~ .... ',': .-.~ ..:"'.:::=.'-.; -,~ 

51 van 69 

" 

,:. -:..

Figuur 5.2: Uitvergroting vervormde mesh 


52 van 69



53 van 69



54 van 69



55 van 69

I"" 

I, 

\~ 

--. 

·., 



56 van 69

Figuur 5.12:Cj)-c reductie 

57 van 69

Variant 6: aanvulzand Eso=lE4,

Figuur 6.2: Uitvergroting vervormde mesh 


59 van 69


60 van 69


61 van 69

Figuur 6.9: totale verplaatsingen voonetwand 

62 van 69

Figuur 6.11: momentenlijn voorutwand 

63 van 69

. eindtoestand 

_~_'J{""",1Ioo 

~~~~~I- ...' 3 

«>I» - 

·10.00 

• .00 70.00 

•• ! / , • , , , ! ! I 1 I , " I ! , ! ( ! ! , • .I ' , " ! , , • , t • ! • ( I , , ! • I / ,.,"",,'!, I , ! , ! I ,,, , ! , , , I I l! I ! I,,,, I , I I • I ti, t I I , , , 

t.---.r~~'. 

--------.-:----~.PWo'=-.---. Iliil'--:"· "'~';;;'=;:;; ••••• 

==.•••:JIJSJ=,,-==.r.....;.;......--'---------;......-:--.,-'---.,..- 

=-~I.~e· ••.o IS>. l.3lv_ .••••••.. ,••)- ••..!~~ f~)---·--I:;;-e.- :-- _ ~i~12ll1 


Anehodnfo Ei 

Force : j692,100 !

~mIlllElil!lll:!lIIIzm:m:IIEl!lE!Elm ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• :;;·:E"t'[ixi]' 

~ 

=~:===-=:~~~~~i.!Ii=-, -~~~=---~=---,"~=--","~:::::-"-~::,:::-~~~j 


66 van 69

SèlJl';:Enll:II-I:'!ffl'!!l:' !lI'IiPM!ZIC!IHlllt:l§i:l~IIZl· IMmIFI'l3mZZlNIC"D~iIl' Dh'Zk!'8::':; êllli•••••••••••••••••••••••••••••••• (;.;:]li••I'XJi::I 

f"t"'~- __ \!-~ 

~~~~I~. 

":\.00 "'.r» 

I! f,!'! ! ,! 

'IR 

, 

'~AO .0.00 ...co -0.00 

3 

4«) 

! ! I, ! , I ,! ,I I f •• I •• f , , I , I ,,I ""'" ,.. 

, , , , 

t , 

'IR "IR ...•• 

., " r.!', , I. t , tI, I •• I , , ! , tI, , , tt , J • I " I , I I 1 t 

---------...,..~lzj;ölO;-~:----·_----,.,...,..------,... •..... _-.::.;..,--...;...,.;---------='--'-- .... - 

::L~r.:el:;*=:::~~~~Ht?3 ~.eofdwand 

f" t"'::t- _ "J- _ ~ 

~~~~I.T. 3 

.". 

"IR 

••• 

..•• 

, ! , ! I , , ! , I I , I I • t t 


67 van 69 

.htlx' 

-1

•• ~~ lIob 

~~~ ...• 

""" 

,.'" 

.'" 

"..'" 

I I I 

..00 

, 

->.00' 

r I 

'ifmo~---'-i 


,.. 

I t ! , "" ."" 

, ! 

, """ I """ 

I I ! 

! , I 1 

::J 

.... 

0"" 'AlO 

"" . 

.,'" 

I I 

I 

I 1 

I ! , I ft 

1 ' 7 

e-__...•..- Z$l%l_ 

68 van 69 

.•... 

_h,IXI

Multipliers IAdditionallnlo I Step Info I 

Step: 

PLASTIC STEP 

Prescribed displacements 

Contraction tunnel A 

Contraction tunnel B 

Lead system A 

Lead system B 

Soil weight 

Acceleration 

Strength redaction factor 

Time 

Figuur 6.22:

WJA-007.CT.02.A.pdf

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Delete template?

Save as template ?