18.07.2013 Views

Cercle Benelux d'Histoire de la Pharmacie - Kringgeschiedenis

Cercle Benelux d'Histoire de la Pharmacie - Kringgeschiedenis

Cercle Benelux d'Histoire de la Pharmacie - Kringgeschiedenis

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Cercle</strong> <strong>Benelux</strong> <strong>d'Histoire</strong> <strong>de</strong> <strong>la</strong> <strong>Pharmacie</strong><br />

Kring voor <strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> <strong>Pharmacie</strong> in <strong>Benelux</strong><br />

Redacteuren<br />

Rédaction<br />

BULLETIN No 35<br />

NOVEMBER - NOVEMBRE 1965<br />

Apoth.<br />

Dr. D.<br />

P.<br />

A.<br />

Van<strong>de</strong> Vyvere, Brugge.<br />

Wittop Koning, Amsterdam


— 419 —<br />

wwapii,


— 420 —


DEN HERBARIUS IN DYETSCHE<br />

en <strong>de</strong> verwantschap met<br />

HERBARIUS LATINUS en HERBARIUS IN LATINO CUM FIGURIS<br />

INLEIDING<br />

door<br />

L. J. VANDEWIELE<br />

Doctor in <strong>de</strong> farmaceutische wetenschappen<br />

Groot is <strong>de</strong> verwarring omtrent het z.g. Kruidboeck in dietsche en<br />

<strong>de</strong> aanverwante Herbaria : Herbarius <strong>la</strong>tinus en Herbariup in <strong>la</strong>tino<br />

cum, figuris. Vooreerst reeds voor wat <strong>de</strong> naam betreft; sommige bibliografen<br />

spreken over Aggregator practicus en Kruidboeck in dietsche;<br />

bei<strong>de</strong> namen wer<strong>de</strong>n willekeurig gegeven en komen op geen enkele<br />

titelpagina voor. Ook <strong>de</strong> chronologie, zoals we die in <strong>de</strong> literatuur<br />

aantreffen, vertoont een hopeloos kluwen.<br />

Vooruitlopend op <strong>de</strong> argumentatie, die ver<strong>de</strong>r aangevoerd wordt,<br />

kunnen we hier reeds me<strong>de</strong><strong>de</strong>len, dat <strong>de</strong> Herbaria, die tot <strong>de</strong>ze. groep<br />

behoren en in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>n<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n gedrukt, vijf in getal zijn. Vooreerst<br />

een Latijnse uitgave, zon<strong>de</strong>r titel, zon<strong>de</strong>r drukkersnaam noch<br />

p<strong>la</strong>ats, noch jaartal en die ik per analogie met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> zal noemen<br />

Herbarius in <strong>la</strong>tino (H.i.1.) werd, naar mijn oor<strong>de</strong>el, gedrukt te Kuilenburg<br />

door Jan Vel<strong>de</strong>ner ten <strong>la</strong>atste 1483. De tekst is Latijn, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschriften<br />

<strong>de</strong>r p<strong>la</strong>nten Latijn-Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>nds. Als twee<strong>de</strong> : Herbarius ~in<br />

<strong>la</strong>tino cum figuris (H.c.f.) gedrukt te Leuven door Jan Vel<strong>de</strong>ner in<br />

1484. De tekst is Latijn, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschriften Latijn-Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>nds. Als<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, een Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse uitgave, zon<strong>de</strong>r titel noch drukp<strong>la</strong>ats en die<br />

ik per analogie met <strong>de</strong> twee volgen<strong>de</strong> noem Herbarius in dyetsche


— 422 —<br />

(H.i.d.), werd gedrukt te Leuven door Jan Vel<strong>de</strong>ner in 1484. De tekst<br />

is Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>nds, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschriften Latijn-Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>nds. Als vier<strong>de</strong> Den<br />

herbarius In dyetsche, gedrukt te Antwerpen ca 1500 door Willem<br />

Vorsterman (Vorst.) en als vijf<strong>de</strong> Den herbarius In dyetsche in 1511<br />

gedrukt door Govaert Back (Back) te Antwerpen.<br />

Deze vijf uitgaven staan in nauw verband met <strong>de</strong> Herbarius <strong>la</strong>tinus<br />

(H.<strong>la</strong>t.) van Peter Schöffer, Latijnsche tekst met Latijnse-Duitse on<strong>de</strong>rschriften<br />

en waarvan <strong>de</strong> bibliografen beweren dat <strong>de</strong> Ed. princeps<br />

uitgegeven werd te Mainz in 1484 en an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong>ze uitgave betitelen<br />

als het prototype van al <strong>de</strong> gedrukte herbaria. Er is ongetwijfeld voor<br />

<strong>de</strong>ze uitgave een incompatibiliteit tussen 1484 en prototype, doch het<br />

is niet onmogelijk dat <strong>de</strong> ed. 1484 een voorganger heeft gehad.<br />

Vooraleer <strong>de</strong>ze gegevens on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> loep te nemen, hebben wij het<br />

geraadzaam geoor<strong>de</strong>eld <strong>de</strong> juiste situering van <strong>de</strong> Herbarius in dyetsche<br />

te bepalen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> schriften over p<strong>la</strong>nten in het Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>nds.<br />

Ten slotte wordt een overzicht gegeven van <strong>de</strong> inhoud, omdat wij <strong>de</strong><br />

overtuiging toegedaan zijn, dat <strong>de</strong>ze Herbarius niet voldoen<strong>de</strong> bekend<br />

is noch naar waar<strong>de</strong> geschat wordt, als oudste Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>nds gedrukte<br />

boek over p<strong>la</strong>nten en als oudste herbarium in sensu stricto (als p<strong>la</strong>tenp<strong>la</strong>ntenboek)<br />

in onze taal.<br />

Pre-dodoense Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse geschriften over p<strong>la</strong>nten<br />

Misschien is het nog wel zo, dat het Cruydt-Boeck van Dodoens<br />

door sommigen als het oudste Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse herbarium wordt aangezien.<br />

Is. Teirlinck (1) verhaalt van toen hij voor het eerst inzage nam van<br />

Den groten Herbarius met al sijn figueren die Ortus sanitatis ghenaemt<br />

is. Antw. C<strong>la</strong>es <strong>de</strong> Grave. In onser liever Vrouwen pant MCCCCC en<br />

XIIIJ : « Zeer be<strong>la</strong>ngrijk vond ik het — <strong>de</strong>s te be<strong>la</strong>ngrijker voor mij,<br />

daar ik dacht, met <strong>de</strong> meeste kruidkundigen van ons <strong>la</strong>nd, dat Dodoens'<br />

werk het oudste was, in 't Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndsch geschreven en in Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>nd<br />

gedrukt (te Antwerpen, 1554) ».<br />

Doch ook « Den groten Herbarius » is het oudste Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse<br />

kruidboek niet. Ons Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>nds kultuurpatrimonium is op dit gebied<br />

veel rijker dan men over het algemeen weet. Het loont zeker <strong>de</strong> moeite<br />

een overzicht te geven van <strong>de</strong> rijkdom aan Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse botanische<br />

geschriften, die wij bezitten. Deze lijst wil geen aanspraak<br />

maken op volledigheid; het is helemaal niet uitgesloten of beter het<br />

is zeker, dat nog an<strong>de</strong>re herbaria en krui<strong>de</strong>nlijsten zullen gevon<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n, want tot op he<strong>de</strong>n was <strong>de</strong> Mnl. vaklitteratuur zeker niet het<br />

troetelkind van <strong>de</strong> filologen.<br />

Prof. A. J. J. Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> heeft <strong>de</strong>stijds een lijst samengesteld van<br />

«Zuid- en Noordne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndsche kruid- en tuinboeken vóór 1800 » (2) .<br />

(1) Een Kruidboek van 1514. Den groten Herbarius met al syn figueren die Ortus<br />

sanitatis ghenaemt is. Eene verhan<strong>de</strong>ling door Is. Teirlinck. Jaarboek Dodonaea II,<br />

1890.<br />

(2) Prof. Dr. Alb. J. J. Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>, Zuid- en Noordne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndsche kruid- en tuinboeken<br />

vóór 1800. Kon. V<strong>la</strong>amsche Aca<strong>de</strong>mie voor Taal- en Letterkun<strong>de</strong>. Vers<strong>la</strong>gen en<br />

Me<strong>de</strong><strong>de</strong>elingen, Juni 1931.


— 423<br />

Deze lijst begint aldus : « Anonymus (XI-XIII eeuw). J. Jacobs is van<br />

oor<strong>de</strong>el dat het West-V<strong>la</strong>amsch Herbarium uit <strong>de</strong> Staats- en Universiteitsbibliotheek<br />

van Königsberg, dat ca 1220 gedateerd wordt, een<br />

afschrift is van een ou<strong>de</strong>r handschrift, dat omstreeks 1100, of nog<br />

beter in <strong>de</strong> <strong>la</strong>atste <strong>de</strong>ca<strong>de</strong> <strong>de</strong>r Xle eeuw, zou neergeschreven zijn. De<br />

kopiist uit <strong>de</strong> 13e eeuw zou <strong>de</strong> spelling van het ou<strong>de</strong>r handschrift<br />

volkomen geëerbiedigd hebben. »<br />

Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> heeft zich hiervoor geïnspireerd bij J. Jacobs, die een<br />

drietal verhan<strong>de</strong>lingen (3) geschreven heeft over wat hij noem<strong>de</strong> het<br />

Oud-westv<strong>la</strong>am,sch Herbarium, uit Koningsberg (4> . Met alle respekt<br />

voor het filologische en historische werk van Jacobs, kunnen we <strong>de</strong>ze<br />

hoogdraven<strong>de</strong> titel « Herbarium », die hij aan het hs. geeft, bezwaarlijk<br />

on<strong>de</strong>rschrijven, voor wat in feite slechts één b<strong>la</strong>d Latijnse p<strong>la</strong>ntennamen<br />

is, met interlineaire gebrekkig geschrevene V<strong>la</strong>amse vertaling<br />

van sommige dier p<strong>la</strong>ntennamen. Deze benamingen hebben ongetwijfeld<br />

een filologische en historische waar<strong>de</strong>, doch voor <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />

<strong>de</strong>r p<strong>la</strong>ntenkun<strong>de</strong> of <strong>de</strong>r geneeskun<strong>de</strong> en artsenijkun<strong>de</strong> is <strong>de</strong> waar<strong>de</strong><br />

zeer gering en een Herbarium is het stellig niet. Het heeft zijn be<strong>la</strong>ng,<br />

als oudste Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse geschrift met p<strong>la</strong>ntennamen en voor <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse<br />

benaming van p<strong>la</strong>nten heeft het een onmiskenbare waar<strong>de</strong>,<br />

want zoals gezegd, is het een lijst van Latijnse p<strong>la</strong>ntennamen, met<br />

interlineair boven sommige, niet allemaal, <strong>de</strong> Westv<strong>la</strong>amse naam. Zo<br />

treffen we daar o.m. aan : Artemesia-bivot; Alleluia-kukuckesloc; Atriplex-mel<strong>de</strong>;<br />

Arundo-rid; Porrum-poret; Petrosilinum-persele; Salveasalge<br />

enz.<br />

Dan vin<strong>de</strong>n we <strong>de</strong> benaming van het « Glossaire <strong>la</strong>tin-f<strong>la</strong>mand »<br />

uit <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw (hs.ca 1330), uitgegeven door L. Gilliodts-Van<br />

Severen (5) beter geformuleerd. Hier gaat het eveneens om een lijst van<br />

I atijnse p<strong>la</strong>ntennamen, met interlineair V<strong>la</strong>ams equivalent. De benaming<br />

Glossarium kunnen we voor een <strong>de</strong>rgelijke lijst on<strong>de</strong>rschrijven;<br />

een Herbarium is het evenmin. Hierin vin<strong>de</strong>n we o.m. vermeld :<br />

Anisum-anies; Jusquiamus-belsensaet; Petrocelinum-petercel; Porrumporei<strong>de</strong>;<br />

Salvia-saelje; Sambucus-vlie<strong>de</strong>rboem; enz.<br />

De juiste benaming voor <strong>de</strong>rgelijke lijsten geeft ons het Sloanehandschrift<br />

uit het British Museum (6) : « Incipit vocabu<strong>la</strong>rius Her-<br />

(3) J. Jacobs, Over <strong>de</strong> herkomst van het « Oudwestv<strong>la</strong>amsch » Herbarium uit Königsberg,<br />

Kon. VI. Aca<strong>de</strong>mie voor Taal- en Letterkun<strong>de</strong>, Vers<strong>la</strong>gen en Me<strong>de</strong><strong>de</strong>elingen, April<br />

1930. — J. Jacobs, Over <strong>de</strong> dateering van het Oudwestv<strong>la</strong>amsch Herbarium, Kon.<br />

VI. Aca<strong>de</strong>mie voor Taal- en Letterkun<strong>de</strong>, Versl. en Me<strong>de</strong>d., Maart 1931. — J.<br />

Jacobs, Over Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndsche Herbaria, Hul<strong>de</strong>album Is. Teirlinck. 1931, blz. 115.<br />

(4) Vele pogingen wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rnomen om een microfilm van dit ms. te bemachtigen.<br />

Ten <strong>la</strong>atste meld<strong>de</strong> mij Dr. M. Gysseling, dat Prof. Frings te Leipzig hem geschreven<br />

had, volgens me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling hem door Prof. Schirmunski te Leningrad verstrekt, dat <strong>de</strong><br />

Universiteitsbibliotheek te Königsberg verwoest werd tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> oorlog. Het hs.<br />

zal dus verloren zijn en wij moeten ons dan maar tevre<strong>de</strong>n stellen met <strong>de</strong> min<strong>de</strong>r<br />

ges<strong>la</strong>ag<strong>de</strong> afdruk bij Jacobs.<br />

(5) L. Gilliodts-Van Severen, Glossaire <strong>la</strong>tin-f<strong>la</strong>mand, Bulletin <strong>de</strong> <strong>la</strong> Commission royale<br />

d'histoire, Bruges, IV, 9, p. 169-208.<br />

(6) Vers<strong>la</strong>g door K. <strong>de</strong> Flou en E. Gailliard, hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> opgave en beschrijving <strong>de</strong>r<br />

handschriften in Enge<strong>la</strong>nd on<strong>de</strong>rzocht ten jare 1895. Nr. 52. British Museum Hs.<br />

n° Sloane 345, Vers<strong>la</strong>gen en Me<strong>de</strong><strong>de</strong>elingen <strong>de</strong>r Kon. VI. Aca<strong>de</strong>mie voor Taal- en<br />

Letterkun<strong>de</strong>, 1896.


— 424 —<br />

barum». Een vocabu<strong>la</strong>rium, een woor<strong>de</strong>nlijst, is <strong>de</strong>-juiste benaming,<br />

in zijn juiste verhouding ge<strong>de</strong>finieerd. Het heeft geenszins <strong>de</strong> pretentie<br />

een herbarium te zijn. Dit uitgebreid vocabu<strong>la</strong>rium is niet alleen zeer<br />

be<strong>la</strong>ngrijk voor <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse benaming van p<strong>la</strong>nten, het is<br />

ook rijk aan zeer ongewone Latijnse namen. Meestal gaan we bij<br />

i<strong>de</strong>ntifikatie van ou<strong>de</strong> p<strong>la</strong>ntennamen uit van <strong>de</strong> Latijnse naam naar<br />

<strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse; hier zijn we dikwijls genoodzaakt an<strong>de</strong>rsom te<br />

werken. Zo treffen we hier bv. aan : Azorcnes-huysloeck; Anagallusbevenelle;<br />

Ancusa vel Amphoba-akeleye; Bigiltum-suigegroen enz.<br />

Met meer recht zou<strong>de</strong>n we kunnen spreken van een Herbarium —<br />

niet in <strong>de</strong> eigenlijke zin, maar in <strong>de</strong> zin van een boek over enkelvoudige<br />

geneesmid<strong>de</strong>len — als we <strong>de</strong> « Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndsche Geneeskundige<br />

Recepten » door Dr. De Vreese (7) uitgegeven, overlopen; vooral voor<br />

wat betreft <strong>de</strong> Recepten uit het Gentse handschrift. Daarin vin<strong>de</strong>n we<br />

toch minstens enkele aanduidingen over groeiwijze en groeip<strong>la</strong>ats aangegeven,<br />

zo bv. N° 137 : « Luminaria es .j. dornin cru<strong>de</strong>kijn en<strong>de</strong> wast<br />

up hoü<strong>de</strong> grachten en<strong>de</strong> draghet gheluwe bloumen met cleenen b<strong>la</strong><strong>de</strong>ren<br />

en<strong>de</strong> es heet en<strong>de</strong> dro. in <strong>de</strong>n .j. grat». N° 139: « Buglossa of<br />

lingua bovis of ossentonghe en<strong>de</strong> wast wilt an die diken en<strong>de</strong> ghelijct<br />

<strong>de</strong>r wil<strong>de</strong>r virga pastoris, mer si es min<strong>de</strong>r van b<strong>la</strong><strong>de</strong>n en<strong>de</strong> hevet<br />

b<strong>la</strong>uwe bloumen». N° 143: « Eufragia es .j. cleene cru<strong>de</strong>kin en<strong>de</strong><br />

wast .j. spanne <strong>la</strong>nc en<strong>de</strong> draghet witte bloumen als muer». N° 141 :<br />

« Capillus veneris, umbilicus, cinba<strong>la</strong>ria, scotemcil<strong>la</strong>, citindon, adiantos.<br />

galienus orcont dat es ghetempert tusschen heet en<strong>de</strong> cout en<strong>de</strong><br />

sraet an <strong>de</strong>n kerken en<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>n masiere, en<strong>de</strong> es een cleene cruut<br />

ghelijc varent. dyascori<strong>de</strong>s seit dat es goet ghedronken jegen die gelzucht<br />

en<strong>de</strong> jegen die mil te en<strong>de</strong> es van al <strong>de</strong>n elemente ghelyc ghetempert<br />

». Dergelijke beschrijvingen doen ontegensprekelijk <strong>de</strong>nken<br />

aan <strong>de</strong> taal van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Herbaria, doch komen er al te weinig in voor<br />

(een 12-tal op 417 nummers) om het aan te durven er het etiket<br />

Herbarium op te p<strong>la</strong>kken.<br />

Ook Jacob van Maer<strong>la</strong>nt's Naturen Bloeme moet hier vermeld<br />

wor<strong>de</strong>n, vooral Boek VIII. dat han<strong>de</strong>lt over bomen (o.a. Dappele<br />

<strong>de</strong>r sonne entier mane, dama<strong>de</strong>r boem, Adaems boem, busboem<br />

kese<strong>la</strong>re, mespe<strong>la</strong>re, een boem die vighen draghet, boeke, essche, jenewerboem,<br />

moerboem, pijnboem, popeliere, eyke, len<strong>de</strong>, wijngaert enz.);<br />

Boek IX over specerijen en welrieken<strong>de</strong> krui<strong>de</strong>n (caneel, gharioffel<br />

naghel, notemusschaten bloeme, peper, wiroec enz.); en Boek X over<br />

geneeskrachtige krui<strong>de</strong>n (alsene, anijs, saffraen, cauwor<strong>de</strong>, comijn,<br />

venekei, beel<strong>de</strong>, mente, ra<strong>de</strong>le of wriesewon<strong>de</strong>, mecopijn enz.).<br />

(7) Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndsche Geneeskundige Recepten en Tractaten, Zegeningen en Tooverformules,<br />

uitgegeven door Dr. W. L. De Vreese, Gent. 1894. — Hierin vin<strong>de</strong>n we<br />

enkel een verzameling recepten. « De bezweringsformulieren waarmee <strong>de</strong>ze recepten<br />

ïn het Hs. afwisselen liet hij systematisch buiten beschouwing, daar hij ze voorbehield<br />

voor een volgen<strong>de</strong> aflevering van zijn werk, dat echter nooit voltooid werd ».<br />

Aldus W. Braekman, die <strong>de</strong> taak overgenomen heeft in « Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse zegeningen,<br />

bezweringsformulieren en toverp<strong>la</strong>nten », Kon. VI. Aca<strong>de</strong>mie voor Taal- en<br />

Letterkun<strong>de</strong>, 1963, Afl. 9, 10, 11, 12. Hierin treffen we weer meer<strong>de</strong>re interessante<br />

benamingen van p<strong>la</strong>nten aan. Braekman dateert het Hs. in het twee<strong>de</strong> kwart van<br />

<strong>de</strong> XVe eeuw.


— 425 —<br />

Van be<strong>la</strong>ng is eveneens Van<strong>de</strong> eygenscappen <strong>de</strong>r dingen <strong>de</strong>r eerwaerdighen<br />

mans bartolomeus engelsman, vooral Boek XVII « van<strong>de</strong>n<br />

geboemten en<strong>de</strong> cruy<strong>de</strong>n ». Deze vertaling van De proprietatibus rerum<br />

door Bartholomaeus Anglicus, werd in 1485 te Haarlem gedrukt door<br />

Jacob Bel<strong>la</strong>ert en is, na <strong>de</strong> Herbarius van Vel<strong>de</strong>ner, <strong>de</strong> oudste Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse<br />

inkunabel, die over p<strong>la</strong>nten han<strong>de</strong>lt. Be<strong>la</strong>ngrijk is dit boek niet<br />

alleen voor wat betreft <strong>de</strong> Mnl. benaming van p<strong>la</strong>nten en bomen,<br />

doch ook om <strong>de</strong> etymologie, die er meestal uitvoerig bijgegeven wordt.<br />

Het is niet alleen een medicinaal, doch ook een botanisch werk. Hier<br />

wor<strong>de</strong>n gegevens verstrekt over bemesten, kruisen, enten en snoeien,<br />

over <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> grondsoort, <strong>de</strong> vochtigheid, droogte en warmte,<br />

over <strong>de</strong> funktie van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> <strong>de</strong>len <strong>de</strong>r p<strong>la</strong>nten; zelfs <strong>de</strong> invloed<br />

van <strong>de</strong> stand <strong>de</strong>r maan bij zaaien en p<strong>la</strong>nten wordt beschreven (gewoonlijk<br />

wordt aangera<strong>de</strong>n te zaaien bij nieuwe maan, opdat het zaad<br />

samen met <strong>de</strong> maan zou groeien!)<br />

Het oudste werk in het Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>nds dat zichzelf Herbarium heet, is<br />

een fragment uit het hs. 15624-15641, uit <strong>de</strong> Kon. Bibliotheek van<br />

België te Brussel. De aanhef luidt : « Hier salmen verstaen in <strong>de</strong>sen<br />

boec die leringe van dyascori<strong>de</strong>s <strong>de</strong>n wisen meester en<strong>de</strong> van circuinstanse<br />

<strong>de</strong>n wisen meester, welke <strong>de</strong>sen boec gemaect hebben, die geheten<br />

es herbarijs» (8) . Deze Herbarijs geeft in 200 kapittels <strong>de</strong> beschrijving<br />

van een nog groter aantal p<strong>la</strong>nten, benevens enkele geneesmid<strong>de</strong>len<br />

uit het dierenrijk en een paar uit het <strong>de</strong>lfstoffenrijk. De Herbarijs<br />

legt vooral <strong>de</strong> nadruk op <strong>de</strong> geneeskundige aanwending van <strong>de</strong> beschreven<br />

simplicia, zoals trouwens al <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Herbaria. Het is geen boek<br />

over p<strong>la</strong>ntenkun<strong>de</strong>, maar een geneeskundig werk, daarom wordt ook<br />

meestal enkel een summiere beschrijving gegeven van <strong>de</strong> p<strong>la</strong>nt en haar<br />

groeip<strong>la</strong>ats en wordt <strong>de</strong> volle aandacht besteed aan het gebruik ervan<br />

als artsenij. Afbeeldingen van p<strong>la</strong>nten treffen we er niet aan, zodat we<br />

hier weer restrictie moeten maken voor <strong>de</strong> benaming Herbarium.<br />

Want een Herbarium in <strong>de</strong> oudste zin van het woord is een p<strong>la</strong>ntenp<strong>la</strong>tenboek,<br />

<strong>la</strong>ng voordat aan het begrip herbarium gedroogd of an<strong>de</strong>rs<br />

gekonserveerd p<strong>la</strong>ntenmateriaal verbon<strong>de</strong>n was.<br />

We zou<strong>de</strong>n zeker onrechtvaardig zijn, moesten we in <strong>de</strong>ze lijst van<br />

Predodoense Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse geschriften over p<strong>la</strong>nten geen melding maken<br />

van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse vertalingen van het Antidotarimn Nico<strong>la</strong>i. Een<br />

zestal Mnl. vertalingen zijn totnutoe hiervan bekend (9) . De tekst<br />

werd toegankelijk gemaakt door W. S. Van <strong>de</strong>n Berg en door vergelijking<br />

met <strong>de</strong> Latijnse tekst <strong>de</strong>r eerste gedrukte uitgave van het Antidotarium<br />

Nico<strong>la</strong>i, zeer bruikbaar gemaakt (10) . Hierin treffen we tal<br />

van Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse benamingen van p<strong>la</strong>nten aan.<br />

(8) Herbarijs. Een Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>nds handschrift uit <strong>de</strong> XlVe eeuw. Uitgegeven en<br />

gekommentarieerd door L. J. Van<strong>de</strong>wiele. (ter perse)<br />

(9) P. Boeynaems. Een onbeken<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse vertaling van het Antidotarium<br />

Nico<strong>la</strong>i, in Scientiarum Historia, jaargang 5, 1963, Nr 3, p. 118.<br />

(10) W. S. Van <strong>de</strong>n Berg, Eene Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndsche vertaling van het Antidotarium<br />

Nico<strong>la</strong>ï (Ms. 15624-15641, Kon. Bibl. te Brussel). Met <strong>de</strong>n Latijnschen tekst <strong>de</strong>r<br />

eerste gedrukte uitgave van het Antidotarium Nico<strong>la</strong>ï, Lei<strong>de</strong>n 1917.


— 426 —<br />

De Cyrurgie van Meester Jan Yperman' 11 », <strong>de</strong> Medicina van Jan<br />

Yperman (12) en het Boeck van Sufgien van Meester Thomaes Scellinck<br />

(13) mogen hier evenmin ontbreken, want al is het dat <strong>de</strong>ze werken<br />

door en voor chirurgijns wer<strong>de</strong>n geschreven en het accent hierin<br />

vooral gelegd wordt op <strong>de</strong> manuele ingrepen, toch komen een hele<br />

lijst van Mnl. p<strong>la</strong>ntennamen erin voor. Het was immers zo dat <strong>de</strong><br />

chirurgijns gerechtigd waren won<strong>de</strong>ndranken, pleisters, zalven en an<strong>de</strong>re<br />

uitwendige geneesmid<strong>de</strong>len te berei<strong>de</strong>n, zodat voor <strong>de</strong> samenstelling<br />

ervan heel wat krui<strong>de</strong>n met name genoemd wor<strong>de</strong>n.<br />

Vermel<strong>de</strong>n we terloops nog dat er van een tijdgenoot van <strong>de</strong> schrijver<br />

van <strong>de</strong> Herbarijs een manuskript berust in <strong>de</strong> Univ. Biblioteek te<br />

Utrecht nl. een leer van <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> door Broe<strong>de</strong>r Thomas, ca. 1300<br />

geschreven. Dit hs. werd tot op he<strong>de</strong>n niet uitgegeven, doch enkele<br />

citaten wor<strong>de</strong>n aangehaald door W. Daems (14) .<br />

In <strong>de</strong> strikte bepaling van een Herbarius (p<strong>la</strong>nten-p<strong>la</strong>tenboek) komt<br />

in het Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>nds als oudste herbarium <strong>de</strong> Herbarius in dyetsche in<br />

aanmerking. Het werd uitgegeven een 30-tal jaren voor <strong>de</strong> Ed. princeps<br />

van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse vertaling van <strong>de</strong> Ortus sanitatis (1514).<br />

Over <strong>de</strong> Herbarius in dyetsche somt Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> (15) volgen<strong>de</strong><br />

edities op :<br />

1482. Anonymus. Herbarius of Kruidboeck in dietsche. Antw.<br />

Mathias Goes. 1482. (Cit. door Pritzel, nr 10760, en door<br />

Is. Teirlinck).<br />

1511. Anonymus. Den Herbarius in <strong>de</strong>ytsche. Antwerpen, Gov.<br />

Bac. 1511 (Nr 1049 van Nyhoff en Kronenberg), 174 blz.<br />

S. d. Anonymus. Den Herbarius in dyetsche. Antwerpen. Willem<br />

Vosterman (Nr 1050 van Nyhoff en Kronenberg), ca 1511,<br />

174 blz.<br />

1484. Anonymus. Een Herbarius of Kruydboek. Kuylenborch, Joh.<br />

Vel<strong>de</strong>ner, 1484.<br />

Volgens Schreiber (Die Kraüterbücher <strong>de</strong>r XV und XVI<br />

Jahrhun<strong>de</strong>rts, München 1924, blz. VI) is dit kruidboek een Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndsche<br />

vertaling van <strong>de</strong>n Latijnschen herbarius van Peter Schoeffer,<br />

ook in 1484 te Mainz verschenen (Pritzel nr 10759).<br />

Er is in <strong>de</strong>ze bibliografie blijkbaar iets niet in <strong>de</strong> haak, want het<br />

komt zeer zon<strong>de</strong>rling voor, dat Herbarius of Kruidboeck in dietsche,<br />

volgens <strong>de</strong> auteur, te Antwerpen gedrukt in 1482, een vertaling zou<br />

zijn van <strong>de</strong> Herbarius van Peter Schoeffer waarvan <strong>de</strong> ed. principes,<br />

volgens <strong>de</strong> gangbare mening, te Mainz in 1484 zou gedrukt zijn.<br />

(11) Dr. E. C. Van Leersum, De «Cyrurgie» van Meester Jan Yperman. Naar <strong>de</strong><br />

Handschriften van Brussel, Cambridge, Gent en Lon<strong>de</strong>n, Lei<strong>de</strong>n, 1912.<br />

(12) C. Broeckx, Traite <strong>de</strong> Mé<strong>de</strong>cine pratique <strong>de</strong> Maître Jehan Yperman, publiée pour <strong>la</strong><br />

première fois d'après <strong>la</strong> copie f<strong>la</strong>man<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>la</strong> Bibliothèque <strong>de</strong> Bruxelles. Anvers, 1867.<br />

(13) E. C. Van Leersum. Het « Boeck van Surgien » van Meester Thomaes Scellinck<br />

van Thienen, Amsterdam, 1928.<br />

(14) W. Daems, Geneeskrui<strong>de</strong>n. Uitg. Littera scripta manet, Joppe, s.d.<br />

(15) Op. cit. blz. 631.


— 427 —<br />

Een van <strong>de</strong> twee data is zeker fout. Zelfs als we zou<strong>de</strong>n aannemen dat<br />

bei<strong>de</strong> boeken naar eenzelf<strong>de</strong> handschrift gedrukt zijn, kan er van een<br />

« vertaling » van Schoeffers Herbarius geen spraak zijn.<br />

Doch Schreiber — en na hem Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> — zijn niet <strong>de</strong> enige<br />

die <strong>de</strong> verwarring in leven hiel<strong>de</strong>n. Ook Tschirch ziet niet k<strong>la</strong>ar in <strong>de</strong><br />

verwantschap; eerst noemt hij « Den Herbarius in dietsche (s.l.e.d.)<br />

hol<strong>la</strong>nd» een vertaling van <strong>de</strong> Ortus sanitatis (16) en el<strong>de</strong>rs (1T) is volgens<br />

hem Herbarius in dyetsche een vertaling van <strong>de</strong> Herbarius van<br />

Peter Schöffer : « Als ein Vorlâufer <strong>de</strong>s Ortus sanitatis ist <strong>de</strong>r sog.<br />

Herbarius (Aggregator practicus) zu betrachten, das Werk eines unbekannten<br />

Verfassers (nicht Joc. <strong>de</strong> Dondis), das vielleicht schon im<br />

XlV.Jahrh., wohl von einem Deutschen, verfaszt wur<strong>de</strong>. Es erschien<br />

zuerst <strong>la</strong>teinisch 1484 in Mainz unter <strong>de</strong>n Titel Herbarius mit 150<br />

rohen Holzschnitten, dan 1485 und 1486 in Passau, dann unter <strong>de</strong>m<br />

Titel Herbo<strong>la</strong>rium 1491 in Vicenza und 1502 und 1509 in Venedig,<br />

endlich auch flàmisch und italienisch; ».<br />

Ook E. Sinc<strong>la</strong>ir Roh<strong>de</strong> neemt aan dat Herbarius in dyetsche een<br />

vertaling is van <strong>de</strong> Herbarius van Peter Schöffer (18) : « The Latin Herbarius.<br />

1484 Herbarius Maguntie impressus. Anno MCCCCLXXXIV.<br />

Printed at Mainz by Peter Schöffer. This is the book sometimes<br />

spoken of as Aggregator, but this word was never used as the actual<br />

title in any édition. The work is an Compi<strong>la</strong>tion from mediaeval<br />

writers and consists of homely herbal remedies. The figures of p<strong>la</strong>nts<br />

are pleasing and décorative. » Hij geeft ver<strong>de</strong>r als V<strong>la</strong>amse vertalingen<br />

: « 1484. Flemisch trans<strong>la</strong>tion printed by John Vel<strong>de</strong>ner Kiulenborg.<br />

1500 Edition evi<strong>de</strong>ntly a reprint of above printed by W. Osterman<br />

at Antwerp. »<br />

Wat echter nog meer te verwon<strong>de</strong>ren valt is dat <strong>de</strong> zo geprezene<br />

bibliograaf Chou<strong>la</strong>nt (ll,, op een zekere p<strong>la</strong>ats (p. 17) Herbarius in<br />

dyetsche 1484 als een vertaling aangeeft van <strong>de</strong> Herbarius van Peter<br />

Schöffer en op een an<strong>de</strong>re p<strong>la</strong>ats (p. 73) Den Herbarius in dyetsche<br />

van 1511 als een vertaling van <strong>de</strong> Ortus sanitatis!<br />

Het is nu eenmaal zo, dat <strong>de</strong> bibliografen hun lijsten opstellen op<br />

gezag van voorgaan<strong>de</strong> en zo moeten we dikwijls konstateren dat foutieve<br />

opgaven van hand tot hand wor<strong>de</strong>n overgeleverd. Een synoptische<br />

tabel van <strong>de</strong> uitspraken van enkele eminente bibliografen, met betrek<br />

op <strong>de</strong> Herbarius in dyetsche, zal voldoen<strong>de</strong> doen uitschijnen hoe groot<br />

<strong>de</strong> • verwarring dienaangaan<strong>de</strong> is en hoe noodzakelijk dit kluwen te<br />

ontwarren.<br />

(16) A. Tschirch, Handbuch <strong>de</strong>r Pharmakognosie, Leipzig 1910, Erster Band, Zweite<br />

Abteilung, p. 691.<br />

(17) Op. cit. p. 691.<br />

(18) Eleanour Sinc<strong>la</strong>ir Roh<strong>de</strong>, The Old English Herbals, London, 1922, p. 226.<br />

(19) Ludwig Chou<strong>la</strong>nt, Grafische Incunabeln für Naturgeschichte und Medizin, Leipzig<br />

1858.


1793 PANZER<br />

1826 HAIN<br />

1836 Bi Hulthemiana<br />

1858 CHOULANT<br />

1862 GRAESSE<br />

— 428 —<br />

SYNOPTISCHE TABEL'*)<br />

V.d.Goes<br />

—<br />

1473<br />

1473?<br />

(te vroeg)<br />

s.l.ni d.<br />

H.i.l.<br />

Vel<strong>de</strong>ner<br />

—<br />

—<br />

—<br />

Cuylenborch<br />

1484,85<br />

Cuylenborch<br />

1484,85<br />

H.U.<br />

Vel<strong>de</strong>ner<br />

Ultrajecti vel<br />

Culemburgi<br />

1484<br />

Culemburg 1484<br />

—<br />

Cuylenborch<br />

1484<br />

Cuylenborch<br />

1484<br />

1874 CAMPBELL — Culembourg Louvain<br />

148"* 1484-85<br />

Culembourg<br />

1484<br />

1877 PRITZEL<br />

1895 PROCTOR<br />

1897 PELLECHET<br />

1898 COPINGER<br />

1919 NIJHOFF<br />

1922 ROHDE<br />

1931 VANDEVELDE<br />

1932 POLAIN<br />

1938 KLEBS<br />

1482<br />

—<br />

—<br />

—<br />

—<br />

—<br />

1482<br />

—<br />

—<br />

—<br />

Louvain, not<br />

bef. 1484<br />

Louvain, 1484,6<br />

Culenburg<br />

ca. 1484<br />

Lovanii, ca<br />

14S4-85<br />

Lovanii, ca 1484<br />

—<br />

—<br />

Kuylenbotch<br />

1484<br />

Louvain ca. 1485<br />

Louvain ca. 1485<br />

Louvain 1484<br />

Louvain 1485-86<br />

Calemburgi<br />

J484<br />

Kuilenburg<br />

1484<br />

—<br />

—<br />

—<br />

Kiulenborg<br />

1484<br />

—<br />

Culemburg<br />

1484<br />

Kuilenburg<br />

1484<br />

H.U.<br />

Vorst.<br />

~"*<br />

—<br />

—<br />

um 1500<br />

vers 1500<br />

—<br />

—<br />

—<br />

—<br />

ca. 1511<br />

1500<br />

ca. 1511<br />

H.i.d.<br />

Back<br />

(*) PANZER G. W., Annales typographici, Norimbergae, 1793. Vol. I, p. 352.<br />

HAIN L., Repertorium bibliographicum, Stuttgart, 1826-1838. Nr. 8449.<br />

VOISIN A., Bibliotheca Hulthemiana ou Catalogue Méthodique <strong>de</strong> <strong>la</strong> Riche et Précieuse<br />

collection <strong>de</strong> livres et <strong>de</strong> manuscrits dé<strong>la</strong>issés par M. Ch. Van Hulthem, Gand,<br />

1836. Vol. I, N° 6711.,<br />

—<br />

—<br />

—<br />

—<br />

—<br />

1511<br />

—<br />

—<br />

—<br />

—<br />

—<br />

1511<br />

—<br />

1511<br />

~<br />


— 429 —<br />

CHOULANT L„ o.c. p. 14 N° 3; p. 15 N° 4; p. 17 N° 13; p. 17 N° 14, p. 73 N° 32.<br />

GRAESSE J. G. T., Trésor <strong>de</strong> livres rares et précieux, Dres<strong>de</strong>, 1862. III, p. 244 seqq.<br />

CAMPBELL M. F. A. G., Annales <strong>de</strong> <strong>la</strong> typographie néer<strong>la</strong>ndaise au XVe siècle, La<br />

Haye, 1874-1890. N° 916, N° 917, N° 918.<br />

PRITZEL G. A., Thesaurus Literaturae Botanicae omnium gentium, Lipsiae, 1877.<br />

nr 10759, nf 10760.<br />

PROCTOR R. G. C, Tracts on early printing, London, 1895-1897. Vol. III, p. 27; p. 74.<br />

I'ELLECHET M., Catalogue général <strong>de</strong>s Incunables <strong>de</strong>s Bibliothèques Publiques <strong>de</strong><br />

France, Paris, 1897. N° 1309.<br />

COPINGER W. A., Supplement to Hain's Repertorium Bibliographicum, London, 1898<br />

Part. II, N° 2915, N° 2916.<br />

NIJHOFF W.." - KRONENBERG M. E., Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndsche Bibliographie van 1500-1540,<br />

's-Gravenhage 1919. Nr 1049, Nr 1050.<br />

ROHDE E. S., o.c. p. 226.<br />

VAN DE VELDE A. J. J., o.c.<br />

POLAIN M. L., Catalogue <strong>de</strong>s livres imprimés au quinzième siècle <strong>de</strong>s bibliothèques<br />

<strong>de</strong> Belgique, Bruxelles, 1932. Nr 1876, nr 1877, nr 1879.<br />

KLEBS A. C, Incunabu<strong>la</strong> Scientifica et Medica. Osiris, Vol IV, part I, Bruges, 1938.<br />

Nr 506, 3.4.5.<br />

Uit <strong>de</strong>ze synoptische tabel kunnen we reeds enkele beschouwingen<br />

maken. De uitgave van <strong>de</strong>r Goes wordt betwijfeld, alleszins wat het<br />

jaartal betreft. Van <strong>de</strong> Herbarius in <strong>la</strong>tino wor<strong>de</strong>n sti<strong>la</strong>an twee verschillen<strong>de</strong><br />

edities bij Vel<strong>de</strong>ner erkend; <strong>de</strong> drukp<strong>la</strong>ats Kuilenburg wordt<br />

voor <strong>de</strong> oudste uitgaven vanaf Proctor betwist. Voor Herbarius in<br />

dyetsche Vel<strong>de</strong>ner wordt algemeen als drukp<strong>la</strong>ats Kuilenburg aangegeven,<br />

alleen Campbell betwijfelt dit. Voor Den herbarius In dyetsche<br />

Vorsterman is <strong>de</strong> mening ca. 1500, alleen Nijhoff (en door hem Van<br />

<strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>) verwart met <strong>de</strong> editie Back. Voor <strong>de</strong> uitgave Back is geen<br />

twijfel mogelijk (alle gegevens wor<strong>de</strong>n immers in titelp<strong>la</strong>at en koloton<br />

vermeld) doch Chou<strong>la</strong>nt verwart hier Herbarius met Ortus sanitatis.<br />

Om meer in <strong>de</strong>tail te tre<strong>de</strong>n en om systematisch te werk te gaan<br />

zullen we eerst (A) <strong>de</strong> Herbarius van Peter Schöffer behan<strong>de</strong>len, dan<br />

(B) <strong>de</strong> twee Latijnse uitgaven met Latijnse-Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse on<strong>de</strong>rschriften<br />

en vervolgens (C) <strong>de</strong> drie Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse uitgaven, om ten slotte (D)<br />

tot <strong>de</strong> konklusie te komen.<br />

A. Herbarius <strong>la</strong>tinus van Peter Schöffer<br />

Dit herbarium wordt ook Herbarius Moguntius geheten, omdat <strong>de</strong><br />

editio princeps, volgens <strong>de</strong> gangbare mening, in 1484 door Peter<br />

Schöffer te Mainz werd gedrukt : « Maguntiae impressus Anno<br />

MCCCCL*XXXIIII ». Soms wordt hij ook Aggregator practicus geheten,<br />

omdat hij zichzelf aldus noemt in <strong>de</strong> Inleiding : « Ob id presens<br />

opusculum suam sumpsit <strong>de</strong>nominationem Aggregator practicus <strong>de</strong><br />

simplicibus ». Het boek wordt on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in VII Particu<strong>la</strong>e. Het<br />

eerste particu<strong>la</strong> bevat 150 Capitu<strong>la</strong> en in ie<strong>de</strong>r ervan wordt een p<strong>la</strong>nt<br />

behan<strong>de</strong>ld, waarvan <strong>de</strong> afbeelding gegeven wordt, met Latijns-Duits<br />

on<strong>de</strong>rschrift. De zes overige Particu<strong>la</strong>e bestrijken 96 kapittels, doch<br />

afbeeldingen komen er niet meer in voor.<br />

Zoals we <strong>la</strong>ter zullen zien, is er een opvallen<strong>de</strong> gelijkenis waar te<br />

nemen met <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse uitgaven : <strong>de</strong> inleiding is tekstueel <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>,


— 430 —<br />

<strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling is i<strong>de</strong>ntiek en <strong>de</strong> 150 (20) afbeeldingen zijn op <strong>de</strong>tails na<br />

gelijk.<br />

Deze uitgave van Schöffer wordt door Chou<strong>la</strong>nt « das al teste Krâuterbuch<br />

mit Abbildungen », dus het eerste gedrukte kruidboek met<br />

afbeeldingen, geheten. Algemeen wordt aangenomen dat <strong>de</strong> Herbarius<br />

<strong>la</strong>tinus van P. Schöffer <strong>de</strong> titel verdient van prototype van <strong>de</strong> gedrukte<br />

herbaria (21) . Indien het jaartal voor <strong>de</strong> Ed. princeps aangegeven, nl.<br />

1484, juist is, dan moeten we betwijfelen of Schöffer wel <strong>de</strong> eerste is<br />

geweest, want in hetzelf<strong>de</strong> jaar geeft Vel<strong>de</strong>ner reeds een Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse<br />

editie uit, waaraan reeds twee Latijnse uitgaven bij <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> drukker<br />

voorafgingen en aldus zou<strong>de</strong>n we moeten veron<strong>de</strong>rstellen dat Schöffer<br />

bij Vel<strong>de</strong>ner in <strong>de</strong> leer is gegaan en niet omgekeerd of dat voor bei<strong>de</strong><br />

eenzelf<strong>de</strong> handschrift ten gronds<strong>la</strong>g heeft gelegen, waarnaar Vel<strong>de</strong>ner<br />

eerst en Schöffer nadien, zon<strong>de</strong>r afspraak, een boek hebben gedrukt.<br />

Zekerheid hebben we niet, te meer dat <strong>de</strong> mogelijkheid niet is uitgesloten,<br />

dat <strong>de</strong> Editie 1484 van Schöffer niet <strong>de</strong> Ed. Princeps is geweest.<br />

Hain geeft in zijn Repertorium bibliographicum het jaartal 1484 aan,<br />

doch- voegt eraan toe : « et fortasse vetustior ». Ook dit was het oor<strong>de</strong>el<br />

van Crevenna, zoals blijkt uit een annotatie, die we aantreffen in het<br />

v/erkboek voor <strong>de</strong>ze studie gebruikt (Kon. Bi. België, II 60940) : « Edition<br />

très rare. Voyez Catalogue raisonné <strong>de</strong> <strong>la</strong> bibliothèque <strong>de</strong> Crevenna,<br />

T. II, p. 140. Ce livre, qui contient 150 p<strong>la</strong>nches sur bois, a certainement<br />

été imprimé à Mayence par Pierre Schoeffer, qui perfectionna<br />

l'imprimerie à son berceau, s'il ne contribua pas à l'inventer. Je crois<br />

que ce n'est pas une édition différente <strong>de</strong> celle que ce célèbre imprimeur<br />

donna en 1484 <strong>de</strong> cet ouvrage. Seulement on voit <strong>de</strong>s exemp<strong>la</strong>ires<br />

comme le présent, sans l'indication <strong>de</strong> ville et <strong>de</strong> date qui se trouvent<br />

sur les titres <strong>de</strong>s autres exemp<strong>la</strong>ires. Ces titres ne manquent pas aux<br />

premiers <strong>de</strong> ces exempl., mais ils ont été omis à <strong>de</strong>ssin. C'est ici, je<br />

juge, le premier ouvrage <strong>de</strong> botanique qui ait été imprimé: il a été<br />

plusieurs fois réimprimé dans le 15me siècle. Voyez encore sur ce livre<br />

Panzer, Hain, Ebat, Brunet, La Sema, Gapf &c.&c. Crevenna pense<br />

qu,e c'est une édition différente <strong>de</strong> celle <strong>de</strong> 1484, et qu'elle est plus<br />

ancienne. Je connais un exempl. <strong>de</strong> ce livre chez Mr. <strong>de</strong> Meyer à<br />

Gand. C'est un exemp<strong>la</strong>ire très fatigué et en mauvais état provenant<br />

<strong>de</strong> <strong>la</strong> vente De Le Candile, où il a été acheté frs 23,50c. M. Le Candille<br />

l'avait payé fr.115. »<br />

Nemen we aan dat <strong>de</strong>ze annotatie waarheid spreekt, zoniet moet <strong>de</strong><br />

mening van al <strong>de</strong> bibliografen herzien wor<strong>de</strong>n en is <strong>de</strong> prioriteit van<br />

Schöffer op Vel<strong>de</strong>ner op zijn minst voor twijfel vatbaar.<br />

(20) Bij alle bibliografen vindt men voor alle uitgaven van <strong>de</strong> Herbarius dit getal 150<br />

terug, toch moet om nauwkeurig te zijn gezegd, dat in al <strong>de</strong> uitgaven, behalve die<br />

van Vorsterman en Back, 151 afbeeldingen staan, daar in Cap. XCII. waar gehan<strong>de</strong>ld<br />

wordt over moerbesien en brembesien, van bei<strong>de</strong> p<strong>la</strong>nten een afbeelding<br />

wordt gegeven.<br />

(21) Cfr. Catalogus Intern. Antiquariaat. Amsterdam. Early Herbals from the library<br />

of Dr. F. W. T. Hunger, p. 12 : Herbarius Latinus. Mainz, P. Schoeffer, 1484.<br />

Editio Princeps. The first herbal printed in Germany, which was the prototype for<br />

all following herbals up to the first part of the 16th century.


— 431 —<br />

B. De twee Latijnse uitgaven van Herbarius in <strong>la</strong>tino met<br />

Latijnse-Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse on<strong>de</strong>rschriften.<br />

In Bibliotheca Hulthemiana wordt een uitgave vernoemd door<br />

Mathijs van <strong>de</strong>r Goes te Antwerpen gedrukt in 1473 :<br />

T I, N° 6711 : « Aggregator practicus <strong>de</strong> simplicibus, in quo quivis<br />

liominum sibi ipsi subvenire poterit paucis <strong>de</strong>ductis expensis, adversus<br />

quamlibet egritudinem corpus humanum a vertice capitis ad p<strong>la</strong>ntas<br />

pedum ab intra corpus forasque affligentem. in —4°. fig. vél. Ce volume<br />

très-rare, imprimé avec <strong>de</strong>s caractères gothiques, sans date, lieu d'impression,<br />

sans chiffres, signatures et sans réc<strong>la</strong>mes, est probablement<br />

imprimé à Anvers, par Matthias Goes, vers 1473. Le rédacteur du<br />

catalogue <strong>de</strong> M. Servais a cru que les caractères ressemblent à ceux<br />

d'Ulric Zell, mais je me suis convaincu que cette ressemb<strong>la</strong>nce n'est<br />

nullement exacte, et les caractères sont ceux dont s'est servi Matthias<br />

Goes, dans ses dirférentes impressions. L'ouvrage est principalement<br />

remarquable par les 150 fig. <strong>de</strong> p<strong>la</strong>ntes, gravées en bois qu'on y trouve<br />

et qui sont probablement les premières <strong>de</strong> ce genre qui aient été mises<br />

dans un livre imprimé. Le nom <strong>la</strong>tin' et f<strong>la</strong>mand est ajouté à chaque<br />

figure <strong>de</strong> p<strong>la</strong>ntes. Vendu 121 francs à <strong>la</strong> vente <strong>de</strong> Servais à Malines,<br />

en 1808».<br />

Chou<strong>la</strong>nt (22) neemt dit over doch betwijfelt het drukjaar : « aber<br />

Goes druckte daselbst von 1482 bis 1490, daher jenes schon an sich<br />

unbestimmte und unbeg<strong>la</strong>ubigte Datum je<strong>de</strong>nfalls ein zu frühes ist ».<br />

De eerste reaktie bij een uitspraak, als <strong>de</strong>ze welke we in Bi.Hulthem.<br />

lezen, is natuurlijk dat niet <strong>de</strong> Herbarius van Schoffer, maar wel die<br />

van van <strong>de</strong>r Goes het prototype is geweest van al <strong>de</strong> kruidboeken met<br />

afbeeldingen en dat Schöffer bij Goes in <strong>de</strong> leer is gegaan!<br />

Doch bij na<strong>de</strong>r beschouwen zien we dat ongelukkiglijk het jaartal<br />

1473 geen steek houdt, want zoals Chou<strong>la</strong>nt opmerkt, Matthijs van<br />

<strong>de</strong>r Goes drukte van 1482 tot 1490. < 23 ><br />

Navraag in binnen- en buiten<strong>la</strong>nd, bij <strong>de</strong> meeste bibliotheken gespecialiseerd<br />

in botanische werken, kon het boek van van <strong>de</strong>r Goes niet<br />

te voorschijn brengen; het meren<strong>de</strong>el <strong>de</strong>r konservators antwoord<strong>de</strong>n<br />

dan ook dat zijhet bestaan van dit werk sterk betwistbaar achtten. Bij<br />

nazicht van <strong>de</strong> z.g. Goesuitgave (1473) uit <strong>de</strong> Bi.Hulth. bleek <strong>de</strong>ze<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> te zijn door Campbell (24) beschreven als « Vel<strong>de</strong>ner, Culemburg<br />

1484 », door Po<strong>la</strong>in (25) als « Vel<strong>de</strong>ner, Louvain c. 1485 » en door<br />

Klebs (26> als «Vel<strong>de</strong>ner, Louvain 1484». De vergelijking met an<strong>de</strong>re<br />

drukwerken van van <strong>de</strong>r Goes en Vel<strong>de</strong>ner <strong>la</strong>at geen twijfel over : <strong>de</strong><br />

z.g. Goes-uitgave van <strong>de</strong> Bi. Hulth. werd door Vel<strong>de</strong>ner gedrukt.<br />

We schrijven dus <strong>de</strong> editie Goes af als niet bestaan<strong>de</strong> en brengen<br />

<strong>de</strong>ze uitgave op het aktief van Jan Vel<strong>de</strong>ner.<br />

(22) o.c. p. 14<br />

(23) Dr. R. van Roosbroeck zegt eveneens dat Matthijs van <strong>de</strong>r Goes eerst rond 1480<br />

te Antwerpen met <strong>de</strong> drukkunst is begonnen (Gesch. van V<strong>la</strong>and. III, p. 364).<br />

(24) o.c. N° 917 — (25) o.c. N° 1877 — (26) o.c. N° 506. 5


— 432 —<br />

Er bestaat evenwel nog een an<strong>de</strong>re Latijnse uitgave met Latijnse-<br />

Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse on<strong>de</strong>rschriften, doch <strong>de</strong>ze heeft wel een titelprent, met<br />

als opschrift : HERBARIUS IN LATINO CUM FIGURIS. On<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong>ze tekst wor<strong>de</strong>n twee staan<strong>de</strong> leeuwen afgebeeld, die een schild<br />

torsen; het geheel is gevat in een ka<strong>de</strong>r, rijkelijk versierd en waarin<br />

het drukkersmerk van Jan Vel<strong>de</strong>ner is ingewerkt. Jaar en p<strong>la</strong>ats van<br />

uitgifte ontbreken echter.<br />

Vergelijken we nu <strong>de</strong>ze twee uitgaven; <strong>de</strong> eerste zullen we Herbarius<br />

in <strong>la</strong>tino (H.i.1.) noemen en <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> Herbarius in <strong>la</strong>tino cum figuris<br />

(H.c.f.). Op het eerste zicht zou men kunnen <strong>de</strong>nken met i<strong>de</strong>ntieke<br />

werken te doen te hebben, doch bij na<strong>de</strong>r inzicht vallen heel wat<br />

verschillen te bemerken. Het begint reeds bij <strong>de</strong> inleiding :<br />

H.i.1. : ROgatu plurimorum, inopum, nummorum egentium<br />

appotecas refutantium, occasione il<strong>la</strong><br />

quia necessaria ibi<strong>de</strong>m, ad corpus egrum, spec-<br />

H.c.f. : ROgatu plurimorum, inopum nummorum egentium, appotecas<br />

refutancium occasione il<strong>la</strong> quia necessaria<br />

idi<strong>de</strong>m ad<br />

In <strong>de</strong> tafel vooraan komen heel wat verschillen voor in schrijfwijze,<br />

waarvan hier enkele als voorbeeld :<br />

H.i.1.<br />

buragine<br />

buglossa<br />

berbaris<br />

celodonia<br />

eupatorio<br />

H.i.1.<br />

Absintheura alsem<br />

Altea witten<br />

hoemsch<br />

Arthimesia<br />

Arvoglossa<br />

Bethonich<br />

Witte wygaert<br />

Hontz tonghe<br />

Groot gainandre<br />

Steen rute<br />

Voghelnest<br />

Boelkens cruyt<br />

Weghe<br />

Gallericum<br />

Hanencam<br />

H.ci.<br />

boragine<br />

boglossa<br />

berdaris<br />

celidovia<br />

eupatico<br />

H.c.f.<br />

Absinthium alssem<br />

Altea witten<br />

hoenich<br />

Artimisia<br />

Arnoglossa<br />

Betonich<br />

Witte wijnghart<br />

Hontz tonghen<br />

Groet gamandre<br />

Steen ruet<br />

Vogel nest<br />

Bolkens kruyt<br />

Weehe<br />

Galletricum<br />

scar<strong>la</strong>ech<br />

H.i.1.<br />

Yreos<br />

pentaffilone<br />

spinacha<br />

siler montano<br />

serpentaria<br />

H.i.1.<br />

Jusquianus Bilsem<br />

Cruys distel<br />

Lachtith<br />

Mezereon<br />

MelHfoHum<br />

Maseleyne<br />

Petrosilinum<br />

Petercelie<br />

Wilt commun<br />

Mostaert saet<br />

Wilghen<br />

Saxifraga steenbre<br />

Onser vrauwen<br />

bed stro<br />

Valeriaen<br />

H.ci.<br />

yros<br />

pentafilone<br />

spinaca<br />

silere mont.<br />

serpentina<br />

Oolc in <strong>de</strong> on i<strong>de</strong>rschriften komen talrijke verschillen voor :<br />

H.ci.<br />

Jusquiamus Belsem<br />

Cruis distel<br />

Lattich<br />

Mezereone<br />

Millefolium<br />

Maseleine<br />

Petrosilium Petersilie<br />

Wilt comiin<br />

Mostert zaet<br />

Wilghe<br />

Saxsifraga steenbreck<br />

Unser vrauen<br />

bed stro<br />

Valeraen<br />

En toch is <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge invloed onmiskenbaar; zo treffen we in<br />

bei<strong>de</strong> edities, in <strong>de</strong> tafel vooraan Asa rabacca voor Asara bacca, Custute<br />

voor Cuscute, Mora bici voor mora baci (ofschoon in <strong>de</strong> tekst <strong>de</strong>ze


— 433 —<br />

<strong>la</strong>atste benaming gebruikt wordt), Rubea tinctura voor rubea tinctorum,<br />

Saffina voor savina. Dit valt ook voor in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschriften; bei<strong>de</strong>n<br />

hebben zij O<strong>de</strong>rmenich als vertaling voor Agrimonia, Betonich (resp.<br />

Bettonich) voor Betonie, Merenc<strong>la</strong>u voor Berenc<strong>la</strong>u, Versilz als vertaling<br />

voor Berberis, Encien voor Genciaen, Garbe voor Garwe, Mirretich<br />

als vertaling voor Radix, herst tonghe voor herts tonghe.<br />

Meteen zien we dat bei<strong>de</strong> edities na<strong>de</strong>r bij <strong>de</strong> Duitse uitgave staan<br />

dan <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse vertalingen. O<strong>de</strong>rmenich, Bethonich, Versilz,<br />

Baselich, Wilt Galien, Encien, Swertelwortel, Garbe, Mirretich, Schaer<strong>la</strong>ch,<br />

Lattich zijn zoveel woor<strong>de</strong>n die we in <strong>de</strong> Herbarius van Peter<br />

Schöffer eveneens ontmoeten, doch uit <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse vertaling wer<strong>de</strong>n<br />

geweerd. Dit overtuigt ons ervan dat bei<strong>de</strong> Latijnse edities ou<strong>de</strong>r<br />

zijn dan <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse. Wat ons nog in <strong>de</strong>ze overtuiging staaft is<br />

het feit dat in het door ons gebruikte werkboek Herbarius in <strong>la</strong>tino<br />

cum figuris (Kon. Bi. België m A 1811) heel wat nota's met <strong>de</strong> hand<br />

wer<strong>de</strong>n bijgeschreven, waarvan wij het meren<strong>de</strong>el in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse<br />

tekst terugvin<strong>de</strong>n. Dit boek heeft k<strong>la</strong>arblijkelijk gediend bij <strong>de</strong> vertaling.<br />

We geven in het hoofdstuk « Inhoud » <strong>de</strong>ze aantekeningen<br />

telkens aan.<br />

Stelt zich nu het probleem van datum en p<strong>la</strong>ats van uitgifte. Voor<br />

Herbarius in dyetsche Vel<strong>de</strong>ner staat het jaartal 1484 vast, daar dit in<br />

het kolofon vermeld wordt. Bei<strong>de</strong> Latijnse uitgaven (H.i.1. en H.c.f.)<br />

zijn ou<strong>de</strong>r en zijn het werk van Vel<strong>de</strong>ner. Om <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re konklusies<br />

te volgen-is het nodig <strong>de</strong> levensloop van Jan Vel<strong>de</strong>ner even te overlopen.<br />

Van <strong>de</strong> hand van A. Vincent hebben we een korte en overzichtelijke<br />

biografie in L'Imprimerie à Louvain jusque 1800 (27) : « A Louvain,<br />

Jean Vel<strong>de</strong>ner fut immatriculé à <strong>la</strong> Faculté <strong>de</strong> Mé<strong>de</strong>cine <strong>de</strong><br />

l'Université le 30 juillet 1473. Il était originaire <strong>de</strong> Wurzbourg, Bavière<br />

... Son premier ouvrage doit être le Belial <strong>de</strong> Jacques <strong>de</strong> Theramo, qui<br />

n'est pas daté, mais qui contient, en tête, une lettre <strong>de</strong> Cologne du<br />

7 août 1474, adressée" à J. Vel<strong>de</strong>ner « artis impressorie magistri », et<br />

qui a donc sans doute été imprimé peu après cette date. Son premier<br />

livre daté est <strong>de</strong> 1475 ... Et dès 1478, Vel<strong>de</strong>ner est installé à Utrecht<br />

(1478-1481), puis à Culembourg, non loin d'Utrecht (1483), où il<br />

donne, le 27 septembre 1483, le Spieghel onser behou<strong>de</strong>nine, illustré<br />

<strong>de</strong>s bois du fameux Spéculum sciés en <strong>de</strong>ux. Puis il disparaît. »<br />

Vel<strong>de</strong>ner verdwijnt dus na 1483 uit Kuilenburg, doch hij duikt terug<br />

op te Leuven, waar hij zijn Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse Herbarius uitgeeft in 1484.<br />

De traditie wil dat hij een Herbarius uitgegeven heeft te Kuilenburg;<br />

dit is dan <strong>de</strong> H.i.1., waarvoor we <strong>de</strong> terminus ad quem 1483 moeten<br />

aannemen. Daarna is hij terug naar Leuven gegaan, waar hij in eenzelf<strong>de</strong><br />

jaar, 1484, zijn twee<strong>de</strong> Latijnse Herbarius (H.c.f.) en onmid<strong>de</strong>llijk<br />

daarna zijn Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse uitgave publiceer<strong>de</strong>.<br />

De tekst, zoals uit voorgaan<strong>de</strong> blijkt, heeft hij helemaal moeten<br />

overdoen doch driemaal wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> houtblokken gebruikt voor<br />

<strong>de</strong> afbeeldingen, alleen wer<strong>de</strong>n enkele gebreken, die voorkomen in <strong>de</strong><br />

eerste druk bijgewerkt. Vee<strong>la</strong>l zijn het <strong>de</strong> wortels van <strong>de</strong> p<strong>la</strong>nten, die<br />

(27) Mémorial <strong>de</strong> l'Exposition d'art ancien à Bruxelles. Le Livre. L'Estampe. L'Edition<br />

en Brabant du XVe au XIXe siècle. Gembloux 1935, p. 49.


— 434 —<br />

geretoucheerd wer<strong>de</strong>n, wat meteen een argument te meer is voor <strong>de</strong><br />

chronologische volgor<strong>de</strong>, zoals wij die hebben opgegeven.<br />

C. De drie Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse uitgaven van « Den Herbarius In dyetsche »<br />

Zon<strong>de</strong>r titel, doch voorzien van zijn drukkersmerk en een kolofon<br />

heeft Vel<strong>de</strong>ner in 1484 <strong>de</strong> eerste vertaling gepubliceerd van <strong>de</strong> Herbarius<br />

in <strong>la</strong>tino. Het drukkersmerk treffen we aan na <strong>de</strong> tafel vooraan,<br />

op <strong>de</strong> b<strong>la</strong>dzij<strong>de</strong> juist voor <strong>de</strong> eerste afbeelding Absinthium Alsen. Het<br />

kolofon besluit <strong>de</strong> nare<strong>de</strong> : « Hyer endt in <strong>de</strong>n naem ihesus <strong>de</strong> verghering<br />

<strong>de</strong>zer practiken van simpel me<strong>de</strong>cijnen ... Amen. Ghemaect<br />

int iaer ons heeren .M.CCCC. en<strong>de</strong> . lxxxiiij ».<br />

Het gebruikte boek voor <strong>de</strong>ze studie is het Nr 1587 uit <strong>de</strong> Kon. Bi.<br />

van België. Het boek bes<strong>la</strong>at 209 folio's, 25 regels, groot —4°, got. :<br />

f os 1 tot 8 geven <strong>de</strong> inleiding met van 5 v. tot 8v. <strong>de</strong> inhoudstafel van<br />

het eerste <strong>de</strong>el, dat gaat tot f° 172. De <strong>de</strong>len 2 tot 7 gaan van 173r tot<br />

208r.; ie<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el begint met een inhoudstafel. In het eerste <strong>de</strong>el wor<strong>de</strong>n<br />

151 afbeeldingen van p<strong>la</strong>nten gegeven. Op <strong>de</strong> eerste pagina vergast<br />

Vel<strong>de</strong>ner ons op een houtsne<strong>de</strong>, voorstellend <strong>de</strong> stamboom van Kristus,<br />

met als legen<strong>de</strong> : egredietur virga <strong>de</strong> radice yesse. Deze houtsne<strong>de</strong> had<br />

Vel<strong>de</strong>ner reeds eer<strong>de</strong>r gebruikt in zijn Spieghel onser behou<strong>de</strong>nisse. '<br />

Daarna volgt Dye prologhe <strong>de</strong> oversetters uyt <strong>de</strong>n <strong>la</strong>tyn in dyetsche,<br />

waarvan <strong>de</strong> Unciaal een rijk versier<strong>de</strong> G is (Go<strong>de</strong>s vreese dije wyl mij<br />

omvaen ...).<br />

Op <strong>de</strong> <strong>la</strong>atste b<strong>la</strong>dzij<strong>de</strong> van het boek komt nog een houtsne<strong>de</strong> voor,<br />

<strong>de</strong> paradijsboom voorstellend met Adam en Eva en <strong>de</strong> s<strong>la</strong>ng, en met<br />

<strong>de</strong> legen<strong>de</strong> : muiier <strong>de</strong>cepit virum, ut secum comme<strong>de</strong>ret. Deze houtsne<strong>de</strong><br />

komt eveneens voor in Vel<strong>de</strong>ners Spieghel.<br />

De twee<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse uitgave van Den herbarius In dyetsche<br />

werd door Willem Vorsterman gepubliceerd. Het gebruikte werkboek<br />

behoort aan <strong>de</strong> Kon. Bi. te 's-Gravenhage, on<strong>de</strong>r nr 228 E 62; het<br />

bes<strong>la</strong>at 174 blz., 30 r., got. De titelprent draagt het opschrift : « Den<br />

herbarius In dyetsche », waaron<strong>de</strong>r een houtsne<strong>de</strong>, voorstellend een<br />

man die ligt op <strong>de</strong> grond; een boom spruit uit of neven hem uit en<br />

in <strong>de</strong> boom zit een an<strong>de</strong>r man; p<strong>la</strong>nten en dieren staan er eveneens<br />

op afgebeeld: Deze houtsne<strong>de</strong>, die toegeschreven wordt aan <strong>de</strong> beroem<strong>de</strong><br />

Haarlemse meester, die werkte voor <strong>de</strong> drukker Jacob Bel<strong>la</strong>ert,<br />

komt nog voor in een an<strong>de</strong>r werk van G. Back, nl. Questiones naturales<br />

Aristotilis.. Antverpiae (ca 1505). De betekenis van <strong>de</strong>ze prent is mij<br />

niet dui<strong>de</strong>lijk, misschien is het wel een vereenvoudig<strong>de</strong> weergave van<br />

<strong>de</strong> Virga <strong>de</strong> tadica Jesse, die in <strong>de</strong> Editie Vel<strong>de</strong>ner voorkomt? Zoals<br />

in <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>ner uitgave is ook <strong>de</strong> G uit <strong>de</strong> proloog versierd. De in<strong>de</strong>ling<br />

is <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> als bij Vel<strong>de</strong>ner; <strong>de</strong> tekst is ook i<strong>de</strong>ntiek, op enkele uitzon<strong>de</strong>ringen<br />

na, die ver<strong>de</strong>r in het hoofdstuk « Inhoud » wor<strong>de</strong>n aangestipt.<br />

In het eerste <strong>de</strong>el wor<strong>de</strong>n 150 p<strong>la</strong>nten afgebeeld, geen 151 want het<br />

kapittel XCII heeft hier slechts één afbeelding.<br />

Na « Amen » van <strong>de</strong> nare<strong>de</strong> staat : « Gheprent tantwerpen doer die<br />

camerpoert in<strong>de</strong>n gul<strong>de</strong>n eenhoren bi my Willem vorsterman », zon<strong>de</strong>r


— 435 —<br />

jaartal. Op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> pagina een gekroon<strong>de</strong> arend met op <strong>de</strong> borst<br />

het schild van <strong>de</strong> stad Antwerpen (het drukkersmerk van Willem Vorsterman,<br />

zie F. Van<strong>de</strong>r Haeghen, Marques typographiques, Anvers,<br />

Guil<strong>la</strong>ume Vorsterman, N° 2).<br />

Dat Vorsterman zijn boek gekopieerd heeft van <strong>de</strong> uitgave Vel<strong>de</strong>ner<br />

is aan bepaal<strong>de</strong> fouten merkbaar; <strong>de</strong> meest f<strong>la</strong>grante is wel bij cap XX,<br />

waar bei<strong>de</strong> werken beginnen : « dats salvia agrestis ». Vel<strong>de</strong>ner vergat<br />

het eerste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> zin : « Wil<strong>de</strong> savie of reynvaen dats salvia<br />

agrestis »; dit wordt s<strong>la</strong>afs door Vorsterman overgenomen.<br />

De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> uitgave is die van Govaert Back. Het door mij gebruikte<br />

boek is eigendom van <strong>de</strong> Kon. Bi 's-Gravenhage, on<strong>de</strong>r nr 228 E 4.<br />

Voor <strong>de</strong> beschrijving kunnen we gerust naar <strong>de</strong> editie Vorsterman<br />

verwijzen, daar een vluchtig overzicht zou doen besluiten dat we hier<br />

voor twee i<strong>de</strong>ntieke werken komen te staan. Zo lezen we dan ook in<br />

een annotatie op het schutb<strong>la</strong>d : « De p<strong>la</strong>ten en letters, zelfs die op<br />

<strong>de</strong>n tytel staan zijn <strong>de</strong> eigenste, welke Willem Vorsterman gebruikte<br />

tot <strong>de</strong>n uitgaaf van dit boek te Antwerpen omtrent 1500 öf 1501 uitgezon<strong>de</strong>rt<br />

alleen het <strong>la</strong>atste vignet ». Het <strong>la</strong>atste vignet, waarop <strong>de</strong><br />

annotatie doelt luidt als volgt :<br />

Hier voleyn<strong>de</strong>t in<strong>de</strong>n name gods <strong>de</strong>sen weerdigen<br />

boek dienem hiet <strong>de</strong>n Herbarius oft een vergheringhe<br />

<strong>de</strong>r simpel<strong>de</strong>r medicinen Dwélc<br />

een ygelic verstan<strong>de</strong>l rnensche van no<strong>de</strong>n is bi hem,<br />

te hebben om hem selven te helpen-want nie- _•.._<br />

mand vri en is van sieche<strong>de</strong>n En<strong>de</strong> is geprent<br />

in die vermeer<strong>de</strong> Stad van Antwerpen<br />

buyten <strong>de</strong> camerpoorte<br />

int voghelhuys Bi mi Govaert<br />

Back int iaer ons<br />

heren .M.CCCC.XI.<br />

<strong>de</strong>n xxviij.sten dach<br />

van November<br />

Laus Deo<br />

Op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> pagina treffen we dan nog een prent aan, voorstellend<br />

een vogelmuit, <strong>de</strong> letters g. b. en een schild van Antwerpen; het<br />

drukkersmerk van Govaert Back (zie F. Van<strong>de</strong>r Haeghen, Marques<br />

typographiques, Anvers, God.Back ou Bac, N° 2).<br />

Een vluchtig overzicht zou in<strong>de</strong>rdaad doen besluiten dat <strong>de</strong> uitgaven<br />

Vorsterman en Back i<strong>de</strong>ntiek zijn : tekst en in<strong>de</strong>ling van bei<strong>de</strong> boeken<br />

zijn immers i<strong>de</strong>ntiek; ie<strong>de</strong>re b<strong>la</strong>dzij<strong>de</strong> begint met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> regel; <strong>de</strong><br />

p<strong>la</strong>ten staan juist op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> p<strong>la</strong>ats; tot zelfs in bepaal<strong>de</strong> fouten, die<br />

k<strong>la</strong>kkeloos wor<strong>de</strong>n overgeschreven, is <strong>de</strong> kopiëring opvallend; zo b.v.<br />

in kap. 137 missen bei<strong>de</strong>n werken een opschrift en <strong>de</strong> tekst begint<br />

mid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> zin : « heeten is heet en<strong>de</strong> droghe in<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n graet ».<br />

Door <strong>de</strong> Ed. Vel<strong>de</strong>ner weten we dat <strong>de</strong> tekst luidt : « Steenbreke of<br />

saxifraga want hed <strong>de</strong>n steen breeckt also gheheêten is heet en<strong>de</strong><br />

droeghe in <strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n graet ». Bei<strong>de</strong> schrijven insquiamus voor iusquiamus,<br />

mandragorem voor mandragoram, nenufer voor neïiufar, partarie<br />

voor paritarie, stycados atrinum voor cifrinum. Ook in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r :


— 436 —<br />

schriften van <strong>de</strong> p<strong>la</strong>nten komen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> fouten in béi<strong>de</strong> werken voor.<br />

athonasia voor athanasia, iarcus voor iarus, branca ursima voor ursina,<br />

tartamus voor cartamus, taureo<strong>la</strong> voor <strong>la</strong>ureo<strong>la</strong>, nemyfar voor nenyfar,<br />

pentafylon oft quinque voor quinque folium, titectorum voor tinctorum<br />

Nochtans bij na<strong>de</strong>r beschouwen ontmoeten we tientallen verschillen.<br />

Reeds in <strong>de</strong> tafel vooraan valt het op dat Vorsterman meestal schrijft<br />

« is » en « of » terwijl Back gewoonlijk schrijft « es » en « oft ». Enkele<br />

voorbeel<strong>de</strong>n zullen volstaan om dui<strong>de</strong>lijk aan te tonen dat hier werkelijk<br />

twee verschillen<strong>de</strong> drukken voorhan<strong>de</strong>n zijn.<br />

In <strong>de</strong> tafel vooraan :<br />

Vorsterman Back<br />

Abzinthiam Absinthiam<br />

Geheel leliën geheel leleyen<br />

ioffrou mercke ioffrou merke<br />

ossentonge ossentonghe<br />

hanenkam hanencam<br />

populus poulus (sic)<br />

rosa roôsa<br />

en <strong>de</strong> tafel eindigt bij Vorsterman : Dat cl. en<strong>de</strong> tleste capittel <strong>de</strong>ser<br />

iersten partijkeien es van usnea of mos; terwijl dit bij Back luidt : Dat<br />

cl. ca. en<strong>de</strong> tleste capittel <strong>de</strong>sen eerste partikelen es van usnea of mos.<br />

Ook in <strong>de</strong> tekst is er op ontelbare p<strong>la</strong>atsen een opvallend verschil in<br />

<strong>de</strong> orthografie; zo b.v.<br />

Vorsterman Back<br />

Absinthium Absimthium<br />

ionffrou merck iouffrou merck<br />

arthimesia arthymesia<br />

atriplex ateriplex<br />

witte wigaert witte wijngaert<br />

en zo gaat <strong>de</strong> reeks ver<strong>de</strong>r, zodat er zeker geen spraak kan zijn van een<br />

heruitgave.<br />

D. Konklusie<br />

Uit wat voorafgaat kunnen we nu enkele konklusies trekken :<br />

1° De uitgave van <strong>de</strong>r. Goes moet als niet bestaan<strong>de</strong> afgeschreven<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

2° De eerste Latijnse uitgave van Vel<strong>de</strong>ner werd hoogstwaarschijnlijk<br />

te Kuilenburg gedrukt, ten <strong>la</strong>atste in 1483. De traditie wil immers<br />

dat Vel<strong>de</strong>ner in zijn Kuilenburgse tijd een kruidboek gedrukt heeft.<br />

In 1483 gaat hij uit Kuilenburg weg.<br />

3° De Herbarius in <strong>la</strong>tino, gedrukt door Vel<strong>de</strong>ner (drukkersmerk is<br />

aanwezig) in 1484, vóór <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse uitgave, waar in het kolofon<br />

het jaartal 1484 wordt vermeld, werd te Leuven, na zijn terugkomst<br />

gedrukt. Kuilenburg moet vervangen wor<strong>de</strong>n door Leuven.


— 437 —<br />

4° Voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse uitgave Vel<strong>de</strong>ner hebben we zekerheid wat<br />

betreft drukker (Vel<strong>de</strong>ners drukkersmerk) en jaartal (kolofon, 1484).<br />

De p<strong>la</strong>ats van uitgifte moet gekorrigeerd wor<strong>de</strong>n in Leuven.<br />

5° Den herbarius In dyetsche werd gedrukt door W. Vorsterman te<br />

Antwerpen, zoals uit het kolofon blijkt. Het jaartal blijft onzeker, doch<br />

waarschijnlijk rond 1500.<br />

6° De uitgave Back 1511 <strong>la</strong>at geen twijfel bestaan. Jaartal, p<strong>la</strong>ats,<br />

titel en drukker wor<strong>de</strong>n vermeld.<br />

7° Ofschoon geen absolute zekerheid hierover bestaat, valt het toch<br />

te betwijfelen of aan <strong>de</strong> Herbarius <strong>la</strong>tinus van P. Schöffer, <strong>de</strong> titel<br />

van prototype van al <strong>de</strong> gedrukte herbaria met afbeeldingen toekomt.<br />

Als <strong>de</strong> eerste Latijnse uitgave van Vel<strong>de</strong>ner een Kuilenburgse moet<br />

zijn, zoals <strong>de</strong> traditie het wil, dan moet <strong>de</strong>ze vóór <strong>de</strong> Ed. princeps<br />

van Schöffer (1484) tot stand gekomen zijn, ten ware <strong>de</strong>ze uitgave<br />

van 1484 niet <strong>de</strong> Ed. princeps zou zijn, wat nog moet bewezen wor<strong>de</strong>n.<br />

We kunnen enkel gissen nopens het manuskript, waaruit <strong>de</strong> Herbarius<br />

is ontstaan; was het van Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse of van Duitse oorsprong? Wel<br />

hellen we over naar <strong>de</strong> Duitse oorsprong, omdat in <strong>de</strong> Latijnse uitgave<br />

van Vel<strong>de</strong>ner enkele p<strong>la</strong>ntennamen onvertaald wer<strong>de</strong>n opgenomen.<br />

Werd het i<strong>de</strong>e van <strong>de</strong> p<strong>la</strong>ntennamen tweetalig weer te geven door het<br />

handschrift geïnspireerd of heeft Vel<strong>de</strong>ner <strong>de</strong>ze manier van voorstellen<br />

bij Schöffer afgekeken of is het an<strong>de</strong>rsom gegaan? Iets is zeker, <strong>de</strong><br />

assertie van al <strong>de</strong> bibliografen, over <strong>de</strong> prioriteit van Schöffer is op zijn<br />

minst voor twijfel vatbaar. ...-.-<br />

Samenvattend kunnen we dus <strong>de</strong> vijf uitgaven van <strong>de</strong> Herbarius in<br />

Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>nd als volgt beschrijven :<br />

H.L1.<br />

H.cf.<br />

H.i.d.<br />

Vorst.<br />

Back<br />

P<strong>la</strong>ntenafbeeldingen<br />

Titel<br />

geen<br />

Herbarius in <strong>la</strong>tino<br />

cum figuris<br />

geen<br />

Den herbarius In<br />

dyetsche<br />

Den herbarius In<br />

dyetsche<br />

Jaartal<br />

(Ten <strong>la</strong>atste 1483)<br />

(1484)<br />

1484<br />

(kolofon)<br />

(ca. 1500)<br />

1515<br />

(kolofon)<br />

P<strong>la</strong>ats<br />

(Kuilenburg)<br />

(Leuven)<br />

(Leuven)<br />

Antwerpen<br />

(kolofon)<br />

Antwerpen<br />

(kolofon)<br />

Druk£er<br />

(Vel<strong>de</strong>ner)<br />

Vel<strong>de</strong>ner<br />

(merk)<br />

Vel<strong>de</strong>ner<br />

(merk)<br />

W. Vorsterman<br />

(kolofon)<br />

Gov. Back<br />

(kolofon)<br />

De inkunabelen en post-inkunabelen, die wij hier bespreken, vertonen<br />

een gotisch karakter en verschillen hierin niet van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

inkunabelen in onze streken, waar <strong>de</strong> Renaissance in <strong>de</strong> boekdrukkunst<br />

vrij <strong>la</strong>at optreedt. We hebben hier te doen met <strong>de</strong> allereerste voorstellingen<br />

van p<strong>la</strong>nten in het gedrukte boek. Gelijkenis naar <strong>de</strong> natuur<br />

moet er niet in gezocht wor<strong>de</strong>n; het doel van <strong>de</strong> boekdrukker <strong>la</strong>g<br />

vooral in het <strong>de</strong>koratieve en dit vaak ten koste van <strong>de</strong> gelijkenis. De<br />

opkomen<strong>de</strong> drukkunst had van meet af aan een konkurrentiestrijd aan<br />

te gaan tegen <strong>de</strong> manuskripten. Deze waren meestal in goed verzorgd


— 438 —<br />

schrift opgesteld en vaak met prachtige miniaturen geïllumineerd. Had<br />

<strong>de</strong> boekdrukkunst het voor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vulgarisatie, <strong>de</strong> handschriften<br />

had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> miniaturen voor. Daarom was het <strong>de</strong> drukker op <strong>de</strong> eerste<br />

p<strong>la</strong>ats erom te doen mooie werken voort te brengen, met veel prenten<br />

versierd. Het probleem van <strong>de</strong> gelijkenis met <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> p<strong>la</strong>nt werd<br />

niet ernstiger opgevat, dan dit bij <strong>de</strong> miniaturisten het geval was geweest<br />

totdantoe. Daarom hebben wij bij i<strong>de</strong>ntifikatie van <strong>de</strong> p<strong>la</strong>nten<br />

weinig of niets aan <strong>de</strong>ze afbeeldingen; soms zijn <strong>de</strong>ze zo geï<strong>de</strong>aliseerd<br />

of zo naïef, dat er niets van <strong>de</strong> p<strong>la</strong>nt in te herkennen is; soms is er<br />

wel enige gelijkenis, doch kenschetsen<strong>de</strong> <strong>de</strong>tails, die onontbeerlijk zijn<br />

bij <strong>de</strong>terminering, ontbreken altijd.<br />

De zes boeken, die hier onze aandacht gaan<strong>de</strong> hou<strong>de</strong>n, hebben<br />

allemaal 151 (resp. 150) afbeeldingen van p<strong>la</strong>nten, die in ie<strong>de</strong>r van <strong>de</strong><br />

zes gelijk zijn. Alleen een zeer nauwkeurig vergelijken <strong>la</strong>at toe kleine<br />

verschillen te ont<strong>de</strong>kken. Ik <strong>de</strong>nk dat het voorbeeld van <strong>de</strong>ze afbeeldingen<br />

voorkwan op een handschrift, dat verborgen blijft of verloren<br />

ging en dat Schöffer en Vel<strong>de</strong>ner heeft geïnspireerd tot het drukken<br />

van een herbarium.<br />

Vergelijken we <strong>de</strong> Herbarius van P. Schöffer met <strong>de</strong> eerste Latijnse<br />

uitgaaf van Vel<strong>de</strong>ner, dan valt het onmid<strong>de</strong>llijk op, dat al <strong>de</strong> p<strong>la</strong>ten in<br />

spiegelbeeld staan, doch <strong>de</strong> gelijkenis is voor het overige zeer frappant.<br />

De twee<strong>de</strong> Latijnse uitgaaf van Vel<strong>de</strong>ner en ook zijn Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse,<br />

wer<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> houtblokken geprent, die hij voor zijn eerste<br />

uitgaaf heeft gebezigd, alleen werd in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse hier en daar —<br />

meestal aan <strong>de</strong> wortel<strong>de</strong>len — een weinig bijgewerkt, een werkwijze<br />

waarin Vel<strong>de</strong>ner zeer bedreven blijkt.<br />

De afbeeldingen van Vorsterman zijn opvallend verschillend van die<br />

van Vel<strong>de</strong>ner. De p<strong>la</strong>nt staat in een ka<strong>de</strong>r, in spiegelbeeld. Het beeld<br />

is meeif.gedrongen, min<strong>de</strong>r fijn afgewerkt en niet zo mooi. Nochtans<br />

is kopiëring dui<strong>de</strong>lijk. Het meest in het oogspringend on<strong>de</strong>rscheid valt<br />

op bij <strong>de</strong> p<strong>la</strong>at bij cap. 92, waar alleen <strong>de</strong> braambestak afgebeeld wordt;<br />

bij Vel<strong>de</strong>ner komt een moerbestak en een braambestak voor.<br />

Back-heeft Vorsterman gekopieerd, zo goed zelfs, dat we zou<strong>de</strong>n<br />

geneigd zijn te geloven dat <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> houtblokken wer<strong>de</strong>n gebruikt.<br />

Alleen superpositie van p<strong>la</strong>ten uit bei<strong>de</strong> werken, <strong>la</strong>at toe vast te stellen,<br />

dat <strong>de</strong> vormen niet altijd in elkaar passen.<br />

De verschillen<strong>de</strong> drukkers hebben dus ie<strong>de</strong>r voor zich p<strong>la</strong>ten gesne<strong>de</strong>n<br />

of <strong>la</strong>ten snij<strong>de</strong>n; ze hebben elkaar gekopieerd. Hun werk verraadt<br />

<strong>de</strong> hand van zeer bekwane kunstenaars, die door het aanbrengen van<br />

schaduwlijnen het beeld een ongewoon reliëf weten te geven. Op gebied<br />

van gelijkenis met <strong>de</strong> natuur, zijn zij evenwel niet ver<strong>de</strong>r gegaan<br />

dan hun voorgangers, <strong>de</strong> miniaturisten.<br />

Verantwoording.<br />

Om wille van het groot be<strong>la</strong>ng dat wij hechten aan dit allereerste<br />

Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse herbarium en tevens om het reit dat dit kultuurbezit meer<br />

vermaardheid verdient, heb ik het wenselijk geacht een korte samenvatting<br />

te geven van <strong>de</strong> inhoud ervan. Ik heb gemeend, dat een i<strong>de</strong>n-


— 439 —<br />

tifikatie van dè ! beschreven p<strong>la</strong>nten tevens tot zijn recht komt. De<br />

i<strong>de</strong>ntifikatie wordt zon<strong>de</strong>r kritiek gegeven. Het is niet <strong>de</strong> bedoeling<br />

echter <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntifikatieproeven zon<strong>de</strong>r kritiek aan te geven, zoals vee<strong>la</strong>l<br />

bij i<strong>de</strong>ntifikatieproeven geb'eurt, doch <strong>de</strong> konklusie is gebaseerd op <strong>de</strong><br />

kritiek die ik gegeven heb bij <strong>de</strong> uitgave van <strong>de</strong> « Herbarijs ». Voor<br />

wie dit probleem na<strong>de</strong>r wil indiepen, verwijs ik dan ook naar <strong>de</strong>ze<br />

studie, waar <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntifikatie werd gedaan op grond van <strong>de</strong> traditie,<br />

die er bestaan heeft in het gebruik van bepaal<strong>de</strong> p<strong>la</strong>nten in <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>.<br />

De Herbarius in dyetsche, zowel als <strong>de</strong> Herbarijs uit een Mnl.<br />

ms. uit <strong>de</strong> Kon. Bi. van België, zijn geen botanische werken, doch<br />

geneeskundige en <strong>de</strong> enige metho<strong>de</strong>, om <strong>de</strong>ze artsenijp<strong>la</strong>nten te <strong>de</strong>termineren<br />

bestaat in het achterhalen van het gebruik ervan in <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>,<br />

van eeuw tot eeuw. Wanneer <strong>de</strong> p<strong>la</strong>nt vóór Linnaeus en erna<br />

werd gebruikt, wordt <strong>de</strong> zaak eenvoudig; geraken we niet zover, dan<br />

wor<strong>de</strong>n wij genoopt tot <strong>de</strong> meest p<strong>la</strong>usiebele oplossing te besluiten.<br />

De volksgeneeskun<strong>de</strong>, die taaier vasthoudt aan bepaal<strong>de</strong> geneesmid<strong>de</strong>:<br />

len dan <strong>de</strong> officiële, kan ons in die gevallen heel dikwijls van dienst zijn.<br />

Om <strong>de</strong> « Inhou,d » van Den herbarius In dyetsche te beschrijven<br />

werd <strong>de</strong> uitgave Vel<strong>de</strong>ner als basis-werk gekozen; <strong>de</strong> afwijkingen in <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re uitgaven wer<strong>de</strong>n aangestipt.<br />

Een rubriek « Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n » werd inge<strong>la</strong>st, omdat <strong>de</strong> omvangrijkheid<br />

van het werk <strong>de</strong> volledige transcriptie niet toe<strong>la</strong>at. In <strong>de</strong>ze<br />

rubriek wor<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> technische geneeskundige woor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>finities,<br />

eigenaardige geneeswijzen en curiosa die erin voorkomen, overgeschreven,<br />

in <strong>de</strong> hoop dat niet alleen filologen en kultuurhistorici hier heel<br />

wat naar hun gading zullen in aantreffen, doch evengoed <strong>de</strong> geneeskundigen<br />

en botanici, om <strong>de</strong> Mnl. p<strong>la</strong>ntennamen en <strong>de</strong> vele medische<br />

termen die erin voorkomen. Ook <strong>de</strong> folkloristen zullen er ongetwijfeld<br />

menig onbekend volksgebruik en volksgeloof in aantreffen.<br />

Lijst van <strong>de</strong> gebruikte afkortingen<br />

H.<strong>la</strong>t. : Herbarius <strong>la</strong>tinus, Peter Schöffer, Mainz 1484 (of ou<strong>de</strong>r)<br />

H.i.1. : Herbarius in <strong>la</strong>tino, Jan Vel<strong>de</strong>ner, Kuilenburg, ten <strong>la</strong>atste 1483<br />

H.c.f. : Herbarius in <strong>la</strong>tino cum figuris, J. Vel<strong>de</strong>ner, Leuven 1484<br />

H.i.d. : Herbarius in dyetsche, J. Vel<strong>de</strong>ner, Leuven 1484<br />

Vorst.: Den herbarius In dyetsche, Willem Vorsterman, Antwerpen<br />

ca. 1500<br />

Back. : Den herbarius In dyetsche, Govaert Back, Antwerpen 1511<br />

INHOUD<br />

Vooreerst treffen we een ets aan, voorstellend <strong>de</strong> stamboom van<br />

Kristus met <strong>de</strong> legen<strong>de</strong> : egreditur virga <strong>de</strong> radice yesse. Volgt dan :<br />

Dye prologhe <strong>de</strong> oversetters uyt <strong>de</strong>n <strong>la</strong>tyn in dyetsche. Met een mooi<br />

versier<strong>de</strong> grote G begint <strong>de</strong> proloog, waaruit we het volgen<strong>de</strong> aanhalen:<br />

Go<strong>de</strong>s vrese dije wyl mij omvaen (omvatten), dat ick altijt werken<br />

moet bestaen (ten uitvoer brengen) daer duecht en<strong>de</strong> dye gods eere


— 440 —<br />

in ghescye Menich werven heb ie overdacht hoe grote proffitelicheit in<br />

<strong>de</strong> me<strong>de</strong>cyn leet hoe seere wyer in ghehou<strong>de</strong>n (verplicht) sijn diese ons<br />

eerst von<strong>de</strong>n En<strong>de</strong> hoe veel meer danckbarich wij sculdich sijn te sijn<br />

god van hemelrijc <strong>de</strong> hem <strong>de</strong> wijsheit in p<strong>la</strong>nte-... Ghebeen syn<strong>de</strong> van<br />

somineghe vrien<strong>de</strong>n uyt een dueg<strong>de</strong>lick versueck dat ick wou een<br />

cleenlick boeck van <strong>de</strong>n ghemeinen simpel me<strong>de</strong>cinen uuyt <strong>de</strong>n <strong>la</strong>tyn<br />

in dyetsche versetten en hebs niet gherne willen consenteren mids somineghe<br />

mesbruken dier uuyt mochten rysen Maer want daer oeck<br />

veel goeds uuyt mach comen zoe heb ick in <strong>de</strong>n naem <strong>de</strong>s heyleghen<br />

gheest bestaen (aanvaard) ... Hier en<strong>de</strong>t <strong>de</strong> voerspraeck (voorwoord)<br />

c!es o versetters.<br />

Deze tekst is dus van <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> vertaler; daarna begint <strong>de</strong><br />

vertaling van <strong>de</strong> proloog, die ook in <strong>de</strong> Latijnse uitgaven voorkomt :<br />

Dye voerspraeck <strong>de</strong>es meesters <strong>de</strong>es boeckx daer dit van wor<strong>de</strong> te<br />

wor<strong>de</strong> uuyt gheseyt es volght hier nae. Want veel lyen mids <strong>de</strong>r<br />

armoe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> apoteken en<strong>de</strong> vergheer<strong>de</strong> me<strong>de</strong>cyn (composita) overmidts<br />

haer<strong>de</strong>r costelickheit scouwen Soe hebben sommeghe vrien<strong>de</strong>n :<br />

die grote boeken ypocras. galienus. rasis. avicenna or<strong>de</strong>r ghelyken<br />

<strong>de</strong>rven<strong>de</strong> : my ghebe<strong>de</strong>n dat ie een verghering <strong>de</strong>r crachten van <strong>de</strong><br />

ghemeynste simpel me<strong>de</strong>cynen wou maken Al soe hoer duech<strong>de</strong>lijke<br />

bee<strong>de</strong> verhoren<strong>de</strong> hebbe ick uuyt <strong>de</strong>r meesteren boeken. Een verghering<br />

<strong>de</strong>r ghemeyn<strong>de</strong>r simpelle me<strong>de</strong>cynen ghemaeckt dye in hoven in<br />

boschen beem<strong>de</strong>n of an<strong>de</strong>re plecken. in manier van practiken. waer<br />

uuyt <strong>de</strong>zen boeck mach heeten <strong>de</strong> verghering <strong>de</strong>r simpel<strong>de</strong>r me<strong>de</strong>cinen<br />

in manier van practiken ... (aggregator practicus <strong>de</strong> simplicibus).<br />

Na nog enkele beschouwingen, geeft <strong>de</strong> schrijver <strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling van<br />

zijn werk : daer om wordt dit boeck in vij. partikelen ghe<strong>de</strong>ilt voer elc<br />

partikel hebben<strong>de</strong> sijn tafel die eerste partikel tracteert van <strong>de</strong> crachten<br />

<strong>de</strong>r cruy<strong>de</strong>n en<strong>de</strong> heeft cl. capittelen. <strong>de</strong> tweeste partikel tracteert van<br />

me<strong>de</strong>cynen die cameren maken en<strong>de</strong> heeft xij. capittelen Die <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

partikel es van welrieken<strong>de</strong> en<strong>de</strong> zeer sterken<strong>de</strong> me<strong>de</strong>cinen en<strong>de</strong> heeft<br />

xvi. capittelen. Dye vier<strong>de</strong> partikel es van vruchten zayen en<strong>de</strong> wortelen.<br />

en<strong>de</strong> heeft xxij. capittelen Dye vijf<strong>de</strong> partikel es van gunynen of <strong>de</strong>r<br />

ghelike en<strong>de</strong> heeft tyen capittelen. Die seste partikel es van manieren<br />

van soute van milien (schrijffout voor minen) en<strong>de</strong> ghesteynte en<strong>de</strong><br />

heeft xvi. capittelen Die sevenste en<strong>de</strong> <strong>de</strong> leste partikel <strong>de</strong>es boeckx<br />

es van ghedierten en<strong>de</strong> datter af compt en<strong>de</strong> heeft xx. capittelen in<br />

<strong>de</strong>zen sal sluten <strong>de</strong> meininghe <strong>de</strong>es boeckx in <strong>de</strong>n naem gods.<br />

Hierna volgt dan <strong>de</strong> schrijfwijze van <strong>de</strong> gebruikte afkortingen : Dits<br />

<strong>de</strong> manier <strong>de</strong>r vrem<strong>de</strong>r scriving in me<strong>de</strong>cinen en<strong>de</strong> dat bediet daer af.<br />

Een me<strong>de</strong>cyns pont scryft my (men) aldus .lb. dats xij .§.<br />

Een uncie scrijft men aldus .§. dats ij. loet<br />

Een dragma scrijft my dus .3. dats dat vieren<strong>de</strong>el van een loot<br />

Een scrupel scrijft my dus .£. dats <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van .i. 3<br />

Een hantvol scrijft men in <strong>la</strong>tyn .M.<br />

Een hantvol scrijft my in dietsche Hant. _<br />

Een qwart dats een vieren<strong>de</strong>ej. van .i. pon<strong>de</strong> scrijft my dus .qr.<br />

Een greyrï scryft men al dus g dats een g. van gheerste


— 441 —<br />

Een half scryft my dus s<br />

Elkx al even voel of van een yeghelyck alleven seens scrijft my<br />

aldus an<br />

Neemt scrijft mij aldus in <strong>la</strong>tyn Rp<br />

Neemt scrijft my dus in dietsche Rp<br />

Avicenna scrijft men dus A. of Avi.<br />

Serapio scrijft men dus Ser.<br />

Galienus scrijft my dus Ga<br />

P<strong>la</strong>tearius scrijft men dus P<strong>la</strong><br />

Pan<strong>de</strong>cta scrijft mij aldus Pan<br />

Hierme<strong>de</strong> hebben we dan meteen een overzicht van <strong>de</strong> bronnen<br />

waaruit <strong>de</strong> compi<strong>la</strong>tor het meest heeft geput : <strong>de</strong> werken van Avicenna,<br />

Serapio, Galenos en P<strong>la</strong>tearius en ook een boek Pan<strong>de</strong>cta geheten. Dit<br />

<strong>la</strong>atste werk was een soort woor<strong>de</strong>nboek, dat in die tijd -opgang maakte<br />

in <strong>de</strong> geneeskundige wereld en genaamd was Opus Pan<strong>de</strong>ctarum<br />

Medicinae, vanwaar <strong>de</strong> bijnaam Pan<strong>de</strong>ctinus of Pan<strong>de</strong>ctarius of Pan<strong>de</strong>cta.<br />

De schrijver ervan was Mathaeus Silviaticus, een arts uit Mantua<br />

of Salerno, gest. in 1342.<br />

Volgt dan <strong>de</strong> tafel van het eerste partikel : Dye eerste partikel <strong>de</strong>es<br />

boeckx spreeckt van <strong>de</strong> crachten <strong>de</strong>r cru<strong>de</strong>n in manier van ghenesinghe<br />

<strong>de</strong>r sieckten die ter apoteken dyenen en<strong>de</strong> heeft hon<strong>de</strong>rt en<strong>de</strong> vijftich<br />

capittelen.<br />

Na opsomming van <strong>de</strong> 150 kapittels treffen we dan het drukkersmerk<br />

aan van Jan Vel<strong>de</strong>ner.. Op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> pagina begint het eerste-<br />

Partikel, eerste capittel van het herbarium met een p<strong>la</strong>ntenafbeelding,<br />

waaron<strong>de</strong>r :<br />

ABSINTHIUM. ALSEN<br />

H.<strong>la</strong>t. Absintheum. Wermut<br />

H.i.1. Absintheum. Alsem<br />

H.c.f Absinthium. alssem. In <strong>de</strong> tafel : absintheum<br />

H.i.d. Absinthium. alsen, wit alsen. In <strong>de</strong> tafel : absinthium of<br />

alsem. In <strong>de</strong> tekst : Part. I, cap. 65 : alzen<br />

Vorst. Absinthium. alsen. In <strong>de</strong> tafel : van abzinthiam of alzem<br />

Back. Absinthium. alsen. In <strong>de</strong> tafel: van absinthiam oft alzem<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Alsen of wit alsen of absinthium es heet. in<strong>de</strong>n iersten<br />

graet droeg in<strong>de</strong>n twe<strong>de</strong>n theft eenen amperechteghen scerpen dats<br />

pontiken en<strong>de</strong> ai<strong>de</strong>r bittersten smaeck. int leste van<strong>de</strong>n lenten sal<br />

ment vergheren in <strong>de</strong> scaije dats in <strong>de</strong> lommere van<strong>de</strong>r zonnen Een<br />

iaer in groter macht machment hou<strong>de</strong>n » : Artem,isia absintium, L.;<br />

Absintalsem,<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Alopicia dat is wtvalling van haer en<strong>de</strong> tinea dats scorftheit of rappicheyt<br />

van hoef<strong>de</strong><br />

tsap van alsen oly van die kernen van persekens in die oren ghedaen<br />

do<strong>de</strong>t die wonnen<br />

Een pessarium dats een manier van instrument in die moeyer als een<br />

clisteer in<strong>de</strong>n ers.


— 442 —<br />

II ABROTANUM . AVERONDE<br />

H.<strong>la</strong>t. : Abrotanum. Stawortzel<br />

H.c.f. : Abrotanum averon<strong>de</strong>. In handschrift : of agheran<strong>de</strong><br />

H.i.d. : In <strong>de</strong> tekst : agherand. Part. I, cap. XV : agheran<strong>de</strong> of<br />

averon<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> tafel : abrotanum of agheran<strong>de</strong><br />

Vorst.: Abrotanum. averone. In <strong>de</strong> tekst : agerand, agherant, agherand<br />

Back. : Abrotanium. averoen. In <strong>de</strong> tafel : abrotanium<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Artemisia abrotanum, L.; Averon, citroenkruid, averuit<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

teghent wytvallen <strong>de</strong>s haers dats alopicia en<strong>de</strong> scorftheyt of schellinghe<br />

<strong>de</strong>s hoets (= hoofds) dats tinea es averon<strong>de</strong> ghelick alsen goet.<br />

<strong>de</strong>n baert of el<strong>de</strong>rs daer men gherne haer had<strong>de</strong> salmen striken met<br />

<strong>de</strong>sen om thaer of <strong>de</strong>n baert haest te doen wassen<br />

Teghen omdrainghe in<strong>de</strong> oghen dats vertigo of schinsel <strong>de</strong>r vlieghen<br />

in<strong>de</strong> oghen dats scotomia<br />

van buten strijckt daer op <strong>de</strong> borst met meysche boter (dit is boter<br />

geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> maand mei bereid, <strong>de</strong>ze gold voor bijzon<strong>de</strong>r werkzaam)<br />

Nota. In H. <strong>la</strong>t. komt hier een heel an<strong>de</strong>re afbeelding voor dan in <strong>de</strong><br />

overige besproken werken; we kunnen er evenmin enige gelijkenis met<br />

<strong>de</strong> averon in zien.<br />

IIJ ALTEA . WITTEN HOEMSCH<br />

H.<strong>la</strong>t. Altea. Ybiszwortzel<br />

H.c.f. Altea. Witten hoenich. In handschrift verbeterd in hoemsch<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Athaea officinalis L.; Heemst<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

sciatica dats een sterke pine van omtrent <strong>de</strong> hope ten knien werts<br />

morphea dats een pleckinghe die wit of zwert int vel es<br />

het gheneest apostonien (=verzwering) <strong>de</strong>r ooren die g<strong>la</strong>ndule heeten<br />

Teghen apostonien in <strong>de</strong> borst dats pleuresis : en<strong>de</strong> in <strong>de</strong> longhene<br />

dats periplemonia (H.c.f. heeft peripolmonia)<br />

HIJ GHEEL LELIËN OF ACORUS<br />

H.<strong>la</strong>t. Acorus. Gellilien<br />

H.c.f. In handschrift : proprius radix quod dicitur acorus<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : acorus of gheheel leliën<br />

Vorst. Gheel leliën. In <strong>de</strong> tafel : gheheel leliën<br />

Back. Gheel lelyen of acorus. In <strong>de</strong> tafel : gheheel lelyen. In <strong>de</strong><br />

tekst : gheel leliën oft acorus<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Iris Pseudo-acorus L.; Gele lis, pinksterbloem<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

hebben macht te openen verstopping <strong>de</strong>r leveren <strong>de</strong>r nieren of <strong>de</strong>r<br />

b<strong>la</strong>sen dat heet diuerticiem (=diureticum; H.c.f. heet virtus dyaretica)<br />

Teghen <strong>de</strong> witheyt van<strong>de</strong>n oghen die albugo heet<br />

(Een oplossing van acorus en an<strong>de</strong>ren geneesmid<strong>de</strong>len) salmen met<br />

een druppel smaels in een penne ghedaen aen <strong>de</strong> oghen beseghen<br />

Teghen pijn <strong>de</strong>r moyer siedt acorus en<strong>de</strong> sidt daer op


- —• 443- —<br />

Men seet als yemant acorus by hem draegt dat hy nimmermeer <strong>de</strong>n<br />

bloyen<strong>de</strong> lichaam of roet merizoen en crycht noch spasmum dats<br />

vertrecking <strong>de</strong>r leen<br />

V SULKER<br />

of Acetosa<br />

H.<strong>la</strong>t. Acetosa. Sueramprich<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : sulfer (sic). In <strong>de</strong> tekst : zulker<br />

Vorst. In <strong>de</strong> tafel : sulfer (sic)<br />

Back. In <strong>de</strong> tafel : solfer (sic)<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie :<br />

« Es som tam of domestike die in<strong>de</strong> hoven wast » : mogelijks Rumex<br />

acetosa L.; Veldzuring, hofzuring, huiszuring<br />

« som wilt buten wassen<strong>de</strong> » : wellicht Ruirçex acetosel<strong>la</strong> L.; Schapezuring<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Teghen sweeren<strong>de</strong> scorftheyt en<strong>de</strong> excorciacie of afvilling <strong>de</strong>s naghels<br />

dat self es oeck goet teghen plecking <strong>de</strong>s vels als morphea en<strong>de</strong><br />

ciupen<strong>de</strong> siecten of scorftheien als serpigo<br />

Serapio en<strong>de</strong> Avicenna segghen eest dat yemant van zulker aet oft<br />

ghesoyen daer af dronck en<strong>de</strong> <strong>de</strong>r na van scorpionen ghesteken ware<br />

ten sal hem niet letten, daer om eest goet teghen venijn<br />

Men seyt seghet Avi (cenna) eest dat men die wortel van suiker in <strong>de</strong>n<br />

hals leet <strong>de</strong>r ghenen die scrofule heft dat hyse quit wort<br />

VI AGRIMONIA<br />

H.<strong>la</strong>t. Agrimonia. O<strong>de</strong>rmenich<br />

H.i.1. en H.c.f. Agrimonia. O<strong>de</strong>rmenich<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel en <strong>de</strong> tekst : agrimonie<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Agrimonia Eupatoria L.; Agrimonie, leverkruid<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Agrimonie es goet om te pissen, open<strong>de</strong> verstoppinghe groen ghestoten<br />

en<strong>de</strong> met suiker water ghedronken es teghen qua<strong>de</strong> puusten als antrax<br />

en<strong>de</strong> teghen beten <strong>de</strong>r serpenten of <strong>de</strong>r verwoe<strong>de</strong>r hon<strong>de</strong>n buten op<br />

gheleyt eest oeck goet teghen dat selve<br />

VIJ LOECK<br />

of alleum<br />

H.<strong>la</strong>t. Alleum. knobe<strong>la</strong>uch<br />

H.i.d. Rustieren driakel, tam loeck of huusloeck, scor<strong>de</strong>on<br />

Vorst, en Back. Loock. In <strong>de</strong> tekst : loec, loeck, huysloock, <strong>de</strong>n<br />

rustieren drieakel<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie :<br />

« dats een p<strong>la</strong>nte wel bekent die es twerley als tam die in<strong>de</strong> hoven<br />

wast (tam loeck of huusloeck) » : Allium, sativum, L.; Knoflook<br />

« en<strong>de</strong> wilt die scor<strong>de</strong>on heet » : Teucrium scordium L.; Watergaman<strong>de</strong>r<br />

ofwel Teucrium, scorodonia L.; Wil<strong>de</strong> gaman<strong>de</strong>r


— 444 —<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Rp. loeck saet en<strong>de</strong> sayet en<strong>de</strong> tsaet dat daer af comt sayet voert dat<br />

doet V. of VI werven, dan sal dat leste loeck fenijn wor<strong>de</strong>n, daer om<br />

salmen loeck verp<strong>la</strong>nten en<strong>de</strong> niet versayèn om <strong>de</strong>ser saken wil en<strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>rs gheen alist dat die hoveners niet al en weten<br />

hets oeck <strong>de</strong>n rustieren goet die overdaechlick couwater drinken en<strong>de</strong><br />

grove spise en<strong>de</strong> cou eten daer om seet men dat loeck <strong>de</strong>r rustieren<br />

driakel es<br />

loeck corrigeert en<strong>de</strong> betert tdwater dat nae zijn eten ghedronken<br />

wordt; daer om eest <strong>de</strong>n sceepvaer<strong>de</strong>rs die dick quaet water drinken<br />

goet gheten<br />

VIIJ KRIEKEN OVER ZEE<br />

of boberellen dats alkakengi oft nae serapio kekengi.<br />

zijn <strong>de</strong> tweetste manier van nacht scaye<br />

H.<strong>la</strong>t. Alkakenge. Boberellen<br />

H.c.f. Alkakenge. Krieken over zee. In handschrift : of boberellen<br />

Vorst. Krieken van overzee of boberellen dats alkakengi oft nae<br />

serapio kekengi. In <strong>de</strong> tafel : alkekengi<br />

Back. oft nae serapio kakengi. In <strong>de</strong> tafel : alkekengi<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Physalis alkekengi L.; Jo<strong>de</strong>nkers, krieken-van-overzee<br />

(Behoort tot <strong>de</strong> So<strong>la</strong>naceeën, zoals hier reeds werd opgemerkt!)<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

zy hebben b<strong>la</strong>ers ghelijc <strong>de</strong>r nacht scayen : zy hebben manieren van<br />

bleeskens daer roye vruchten in zijn als wijn besien<br />

Teghen asma dats swaren azem<br />

IX REYNVAEN<br />

of athanasia of tanacetum som heetent ameos maer ameos<br />

es an<strong>de</strong>rs (<strong>de</strong>ze <strong>la</strong>atste zin is van <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> vertaler,<br />

komt niet voor in <strong>de</strong> Latijnse uitgaven)<br />

H.<strong>la</strong>t. Ameos. Reynfar. In <strong>de</strong> tekst : Ameos seu athanasia seu<br />

tanacetum<br />

H.c.f. Ameos. Reynvaen. In<strong>de</strong> tekst : Ameos seu athanasia seu<br />

tanacetum<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : Reijnvaen<br />

Vorst, en Back. Reynvaen athonasia of tanacetum<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Tanacetum, viügare L.;. Chrysanthenuyn, vulgare (L.)<br />

Bernh.; Boerenwonnjcruid, reinvaren<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

zap van reynvaen met honich ghemingt doet (=doodt) <strong>de</strong> breedc<br />

wormen in<strong>de</strong>n buuck die ascari<strong>de</strong>s cucurbitini heeten die van groven<br />

flumen comen<br />

Teghen <strong>de</strong> cou pisse oft teghen die gheen die met zwaricheyt pissen<br />

X DILLE<br />

of anetum<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Anethum, graveolens L.; Dille


— 445 —<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

dille'olie met ôlie van óelza'et (=papaverzaad) ghemingt op <strong>de</strong> s<strong>la</strong>pen<br />

van<strong>de</strong>n hoye (=hoofd) ghestreken doghet s<strong>la</strong>pen<br />

poyer van dilzaet in supenen vleessop oft pappen gheghev'en es goet<br />

<strong>de</strong>n vrouwen want het doet <strong>de</strong> melck in <strong>de</strong> borst overvloyen<br />

Aschen van dilzaet zijn goet op <strong>de</strong> spenen van<strong>de</strong>n eerse<br />

XI EPPE<br />

of ioffrou merck es apium<br />

H.<strong>la</strong>t. Apium. Eppe<br />

H.c.f. Apium. Eppe. In handschrift : of ioffrou merck<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : eppe of iffrou merke<br />

Vorst. Eppe oft ionffrou merck es apium. In <strong>de</strong> tafel : ioffrou merke<br />

Back. Eppe oft iouffrou merck is apium. In <strong>de</strong> tafel : ioffrou mercïce<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Eppe es veel<strong>de</strong>rleye<br />

als tam die in <strong>de</strong> hoven wast: Apiurn graveolens L.; Sel<strong>de</strong>rie, tuineppe<br />

En<strong>de</strong> wilt dat int wilt wast : Rammctdus ficaria L.; Speenkruid,<br />

kleine gouwe<br />

oeck een an<strong>de</strong>r esser dat int water wast : Ranunculus aquatilis L.;<br />

Water ranonkel, waterhanevoet<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

die <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>r soghen selen<strong>de</strong>r af wachten op dat kint <strong>de</strong> vallen<strong>de</strong><br />

zieckte niet en crijgt noch sot en wort want het ontbint <strong>de</strong> materie<br />

en<strong>de</strong> iaegse opwert die ganghen <strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>ren sijn nau daer om zijnse<br />

bereet <strong>de</strong> vallen<strong>de</strong> sieckte te crighen<br />

XIJ BIVOET OF ARTHIMESIA<br />

het heet mater herbarum dats moe<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r cru<strong>de</strong>n<br />

H.<strong>la</strong>t. Arthimesia. Bifoisz<br />

H .cf.' Artimesia. Bivoet<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : byvoet<br />

Back. Bivoet of arthymesia<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Artemisia vulgaris L.; Bijvoet, e<strong>de</strong>lruit<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Teghen tenasmonem dats appetijt van sciten son<strong>de</strong>r yet te connen<br />

doen die wt cou<strong>de</strong>r zaken compt leght griex peck op <strong>de</strong> colen en<strong>de</strong><br />

dien asem sal die sieck van on<strong>de</strong>r al <strong>de</strong>n eers ontfaen dan wermt bivoet<br />

in wijn en<strong>de</strong> lechten op eenen molensteen daer die sieck op sidt want<br />

het es gheproeft<br />

en<strong>de</strong> pessariseren poyer van bivoet en<strong>de</strong> van doye netelen es goet<br />

teghen apostonien die g<strong>la</strong>ndines heeten die ontrent <strong>de</strong>n ers oft dé<br />

coren comen bivoet in huus gheleet en<strong>de</strong> gheroeckt veriaecht <strong>de</strong> duvelie<br />

XIIJ SARASINE OF LANGHE HOELWORTEL<br />

of aristologia longa<br />

H.<strong>la</strong>t. Aristologia longa. Osterloczi<br />

H.c.f. Aristologia longa. Sarasine. In handschrift : sarosenoese


—. 446 —<br />

Vorst. Sarasine oft <strong>la</strong>nge hoelwortel. In <strong>de</strong> tafel : Sarasijne of <strong>la</strong>nghe<br />

hoelwortel<br />

Back. Sarasijne oft <strong>la</strong>nge hoelwortel/ In j<strong>de</strong> tafel : Sarasijne of <strong>la</strong>nge<br />

hoelwortele<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : holwortel es tweerleye<br />

als <strong>la</strong>ng hoelwortel : Aristolochia longa L.; Aristolochia parvifolia<br />

Sibth.; Gentene pijpbloem,<br />

en<strong>de</strong> ron<strong>de</strong> hoelwortel : (zie volgend kapittel)<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

<strong>de</strong>es wortel in huus gheroeckt veriaecht duvelie en<strong>de</strong> <strong>de</strong> duvels<br />

XIIIJ RONDE HOELWORTEL<br />

H.<strong>la</strong>t. Aristologia rotunda. hoilwortz<br />

H.c.f. Aristologia rotunda. Holwortel<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Aristolochia rotunda L.; Aristolochia pallida Willd.;<br />

Ron<strong>de</strong> aristolochia<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

<strong>de</strong> wortel salmen eer si blomen heeft vergheren : <strong>de</strong> wortel <strong>de</strong>r ron<strong>de</strong>r<br />

hoelwortelen es machtegher dan <strong>de</strong>r <strong>la</strong>ngher in te ghenesen<br />

XV WILDE NARDUS<br />

of asarum<br />

H.<strong>la</strong>t. Asarum. Haselwortz. In <strong>de</strong> tafel : Asarabacca<br />

H.i.1. Asarum. haselwortel. In <strong>de</strong> tafel : asa rabacca<br />

H.c.f. Asarum. Haselwortel. In <strong>de</strong> tafel : asa rabacca. In handschrift:<br />

of wijl<strong>de</strong> nardus<br />

H.i.d. In Part. I, cap. 47 : Asara baccara dats asarus of wild nardus<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Asarum, europaeuyn, L.; Mansoor, wil<strong>de</strong> nardus, hazelwortel<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Alles <strong>de</strong>es sijn goet seghen verstopping <strong>de</strong>r leveren, <strong>de</strong>r meiten en<strong>de</strong><br />

seghen <strong>de</strong>r gheelsucht of gheel vrouwe<br />

dits oeck goet seghen <strong>de</strong>r artetike seghen die sciatica dats. pijne in <strong>de</strong>r<br />

hope<br />

XVI MILDE OF MELDE<br />

. o f atriplex<br />

H.<strong>la</strong>t. Atriplex. Schisz mel<strong>de</strong><br />

Back. Mil<strong>de</strong> oft mel<strong>de</strong> oft ateriplex<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie :<br />

Mil<strong>de</strong> die in <strong>de</strong> hoven wast : Atriplex hortensis L.; Tuinmel<strong>de</strong>, tuinganzevoet<br />

die int wil<strong>de</strong>r wast : Atriplex hastata L.; Atriplex <strong>la</strong>tifolia Wahl.;<br />

Pijkvormjge mel<strong>de</strong><br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Gheeten es goet tseghen dissenteriam dats villingh <strong>de</strong>r <strong>de</strong>rmen


— 447 —<br />

XVIJ CALFS VOET OF AARON<br />

of aron of iarus<br />

H.<strong>la</strong>t. Aaron. Aron. In <strong>de</strong> tafel : <strong>de</strong> aaron vel iaro<br />

H.i.1. In <strong>de</strong> tafel : <strong>de</strong> aaron vel iaro<br />

H.c.f. Aaron. Aron. In handschrift : vel iarus vel iarcus pes caballinus<br />

Calfsvoet of aaron<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : calft voet of aaron<br />

Vorst, en Back. : iarcus<br />

I<strong>de</strong>ntificatie : Arum, macu<strong>la</strong>turn, L.; Arurn vulgare Lam.; Gevlekte<br />

aronskelk, kalfsvoet, aaronsbaard<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

oeck eest goet tseghen ficüs : dat siin sweren<strong>de</strong> hertheijen : omtrent<br />

<strong>de</strong>n ers. tseghen scrofu<strong>la</strong>s dat siin manieren van her<strong>de</strong> buijlkens oft<br />

dieren ware en<strong>de</strong> verher<strong>de</strong> apstonien<br />

aron met ossen mest gheminght gheneést fleersijn in <strong>de</strong>n voet<br />

XVIIJ MUYSOREN<br />

of auricu<strong>la</strong> muris of pilosel<strong>la</strong><br />

H.<strong>la</strong>t. Auricu<strong>la</strong> muris. muszore<br />

H.c.f. Auricu<strong>la</strong> muris. Muisoren. In handschrift : vel philoselle. Van<br />

een an<strong>de</strong>re hand : pilosel<strong>la</strong><br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : muys oore. In <strong>de</strong> tekst : mwijs ore, muys oore<br />

Back. Muys ooren<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Hieracium pilosel<strong>la</strong> L.; Langharig havikskruid, muisoor<br />

Nota :<br />

Op <strong>de</strong> afbeelding is <strong>de</strong> beharing <strong>de</strong>r b<strong>la</strong><strong>de</strong>ren geï<strong>de</strong>aliseerd weergegeven.<br />

Uit <strong>de</strong> vergelijking met <strong>de</strong> afbeelding die Dodoens (e.a.) ervan<br />

geeft is niet met zekerheid uit te maken of het hier gaat om Hieracium<br />

pilosel<strong>la</strong> L. (bij Dodoens Groot Pilosel<strong>la</strong> oft Groot nagelcruyt) ofwel<br />

om Gnaphalium dioïcum L.; Droogbloem, rozenkransje (bij Dodoens<br />

Cleyn nagelcruydt oft Twee<strong>de</strong> soorte van pilosel<strong>la</strong>)<br />

XIX NEECHBREE<br />

oft p<strong>la</strong>ntago oft sarnoglossa<br />

H.<strong>la</strong>t. Arvoglossa. wegebrei<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> tekst : arnoglossa sive p<strong>la</strong>ntago<br />

H.i.1. Arvoglossa. Wegheb<strong>la</strong><strong>de</strong>re. In <strong>de</strong> tafel : arnoglossa<br />

H.c.f. Arnoglossa. Wegheb<strong>la</strong><strong>de</strong>re. In handschrift : vel sarnaglossa.<br />

Van een an<strong>de</strong>re hand : p<strong>la</strong>ntago<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : weechbre<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> tekst : wegbre, weeghbree,<br />

weghebre, weghebree<br />

Vorst. Weechbree of p<strong>la</strong>ntago of sarnoglossa<br />

Back. Weeghbree<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : en<strong>de</strong> es twe<strong>de</strong>ran<strong>de</strong> als meeste en<strong>de</strong> minste<br />

meeste : P<strong>la</strong>ntago major L.; Grote weegbree<br />

minste : P<strong>la</strong>ntago <strong>la</strong>nceo<strong>la</strong>ta L.; Smalle weegbree, hondsribbe


— 448<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

buten salmen <strong>de</strong> lever striken of epithimeren met zap van weeghbree<br />

es goet tseghen een<strong>de</strong>ran<strong>de</strong> zeer dat heilich vier heet : of wilt vier segghen<br />

<strong>de</strong>r sommeghen<br />

es goet tseghen tvijsten en<strong>de</strong> stincken<strong>de</strong> mont tseghen heete colerike<br />

oft vierechteghe apstonien eest oeck goet<br />

XX (Geen on<strong>de</strong>rschrift)<br />

dats salvia agrestis<br />

Uit <strong>de</strong> tafel vooraan kunnen we <strong>de</strong> titel rekonstrueren : Wil<strong>de</strong> savie<br />

of reyn vaen dats salvia agrestis<br />

H.<strong>la</strong>t. Ambrosiana. Wil<strong>de</strong> selbe<br />

H.i.1. Ambrosiana. Wil<strong>de</strong> salvie<br />

H.c.f. Ambrosiana. Wil<strong>de</strong> salvie. In handschrift : of reyn vaen.<br />

In marge : Salvia agrestis tanacetum<br />

Vorst, en Back. hebben evenmin een on<strong>de</strong>rschrift en beginnen : dats<br />

salvia agrestis<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : dias (cori<strong>de</strong>s) seet dat ambrosiana heet een manier van<br />

bivoet die tanacetum heet.<br />

Welke p<strong>la</strong>nt hier beschreven wordt is mij niet dui<strong>de</strong>lijk. Over reyn<br />

vaen werd reeds in Cap. IX gehan<strong>de</strong>ld. Gewoonlijk wordt on<strong>de</strong>r wil<strong>de</strong><br />

savie Eupatorium cannabinum L. verstaan, doch over <strong>de</strong>ze p<strong>la</strong>nt han<strong>de</strong>lt<br />

cap. LIIJ. Zelfs Matthiolus, in zijn kommentaar op Dioskori<strong>de</strong>s<br />

moet erkennen dat hij niet weet wat door Ambrosia verstaan moet<br />

wor<strong>de</strong>n : « Ambrosia vagi nominis est & circa alias herbas fluctuans ».<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

wil<strong>de</strong> savie met an<strong>de</strong>r savie die in <strong>de</strong> hoven wast en<strong>de</strong> venkelzaet in<br />

wijn ghesoijen drinckt teghen emigraneam dats pijne in <strong>de</strong> een helft<br />

van<strong>de</strong>n hoije.<br />

XXI<br />

Hon<strong>de</strong>rt hoijen of wil<strong>de</strong> leliën of affodillus of albucium<br />

H.<strong>la</strong>t. Affodillus. Wild' swertel<br />

H.i.1. Affodillus. Hon<strong>de</strong>rt hoyen<br />

H.c.f. Affodillus. Hon<strong>de</strong>rt hoyen. In handschrift : 100 capita. 100<br />

hoef<strong>de</strong>. Van een an<strong>de</strong>re hand : wil<strong>de</strong> leleyen. albucium<br />

H.i.d. Affodillus of hon<strong>de</strong>rt hoef<strong>de</strong><br />

Vorst. Hon<strong>de</strong>rt hoyen oft wil<strong>de</strong> leliën oft affodillus of albucium<br />

Back. Hon<strong>de</strong>rt hoien oft wil<strong>de</strong> lelyen oft affodillus oft albricium<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Aspho<strong>de</strong>lus albus MUL; Witte affodiel, affodiellelie<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

es goet teghen die gheswillen omtrent <strong>de</strong>n oghen of teghen or<strong>de</strong>olum<br />

dats een <strong>la</strong>ng apstoinen <strong>de</strong>r ghersten ghelijck of een <strong>de</strong>in apstonie in<br />

dat en<strong>de</strong> <strong>de</strong>s oegscheles<br />

Teghen ghebrech in <strong>de</strong>r b<strong>la</strong>sen als coupis en<strong>de</strong> dissurie dats nu wat<br />

pissen en<strong>de</strong> over een uure noch wat &c.<br />

teghen <strong>de</strong> waterzucht wijt cou<strong>de</strong>r saken als leucofleumantia en<strong>de</strong><br />

yposarcham


— 449 —<br />

XXIJ WATERWILGHE<br />

of agnus castus es een boem<br />

H.<strong>la</strong>t. Agnus castus. schaiffmulle<br />

H.c.f. Water wilge<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Vitex' agnus-castus L.; K.uisboom,<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Een sponce in : en<strong>de</strong> wijt ghedout in <strong>de</strong>r siedinghe van waterwilghe<br />

op <strong>de</strong> manlijcheijt gheleijt bedwingt <strong>de</strong>r oncuyscheyt. Sommighen<br />

maken van <strong>de</strong>n b<strong>la</strong>ijeren een bed om dat si suver sou<strong>de</strong>n sijn<br />

tseghen litargiam dats een apstonie achter in <strong>de</strong> hersene<br />

XXIIJ BERNAGE<br />

of bernaidge of borago<br />

H.<strong>la</strong>t. Borago. borisz<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : bernaijdge, bernagije, bernaedse. Part. I, cap.<br />

LIX : bernaydze; Part. I, cap. XCVI : bernaydse; Part. IV,<br />

cap. X : boernagie. In <strong>de</strong> tafel : Bornagie<br />

Vorst, en Back. In <strong>de</strong> tafel : bernagie<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Borrago officinalis L.; Boragie, bernagie<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

oeck es si goet tseghen <strong>de</strong>n hertvanck : tseghen dat in onmacht gaen<br />

en<strong>de</strong> <strong>de</strong>n me<strong>la</strong>nconosen : met vlees of in mannier van pottagien gheten.<br />

tseghen sincopim dats in onmacht of van hem selven te gaen.<br />

XXIIIJ OSSEN TONGHE<br />

oft buglossa of lingua bovis dat es alle ens<br />

want het ghelijckt <strong>de</strong> tonghen van <strong>de</strong>n osse<br />

H.<strong>la</strong>t. Buglossa. Oschen zungen. In <strong>de</strong> tekst: buglossa sive lingua<br />

bovis<br />

H.i.1. Ossen tonghen<br />

H.cf. Ossen tonghen. In <strong>de</strong> tafel : boglossa<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : ossen tong of buglossa. In <strong>de</strong> tekst : ossentong<br />

Vorst. Ossen tonge. In <strong>de</strong> tafel : ossen tonge<br />

Back. Ossen tonge. In <strong>de</strong> tafel : ossentonghe<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Anchusa officinalis L.; Ossentong<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

dat self es oeck goet tseghen alco<strong>la</strong>m dat sijn pwijstkens in <strong>de</strong>n mont,<br />

son<strong>de</strong>rlinghe die <strong>de</strong>n ionghen kin<strong>de</strong>ren comen wijt hitten <strong>de</strong>s monts<br />

XXV BOTTONIE OF BETONIE<br />

dat es betonia<br />

H.<strong>la</strong>t. Betonica. Bethonich. In <strong>de</strong> tafel : bethonica<br />

H.i.d. Betonica. Bethonich. In <strong>de</strong> tafel : Bethonica<br />

H.c.f. Betonica. Betonich. In handschrift verbeterd in betonie<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : bettoni, bettonie<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Betonica officinalis L.; Stachys betonica (L.) Benth.;<br />

Stachys officinalis (L.) Trevisan; Koortskruid


— 450 —<br />

XXVI BEREN CLAUWE m<br />

of branca ursina -<br />

H.<strong>la</strong>t. Brauca ursina. Beren k<strong>la</strong>uw. In <strong>de</strong> tafel : Brauca ursina<br />

H.i.1. Brauca ursina. Meren c<strong>la</strong>u<br />

H.c.f. Brauca ursina. Meren c<strong>la</strong>u. Handschrift verbetert; Branca<br />

ursina. beren c<strong>la</strong>u<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : Beeren c<strong>la</strong>uwe. In <strong>de</strong> tafel : beren c<strong>la</strong>u<br />

Vorst. Branca ursima. In <strong>de</strong> tafel : berenc<strong>la</strong>u<br />

Back. Branca ursina. In <strong>de</strong> tafel : beerenc<strong>la</strong>u<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Heracleum, sphondylium. L.; Berenk<strong>la</strong>uw, varkenskool,<br />

heelknud<br />

XXVIJ BEETE<br />

of bleta of beeta<br />

H.<strong>la</strong>t. Bleta! Romse kole<br />

H.i.1. Bleta. Roomsch Kolen<br />

H.c.f. Bleta. Roomsch Kolen. In handschrift : of beeten<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : en<strong>de</strong> es twee<strong>de</strong>rlei<br />

als witte : Bèta cic<strong>la</strong> alba L.; Snijbiet, witte beet<br />

en<strong>de</strong> swerte : Mogelijks wordt hierdoor ro<strong>de</strong> bedoeld? Bèta vulgaris<br />

var. ruibra L.; Biet, ro<strong>de</strong> biet<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

es goet tseghen dat heijlich vier of tseghen ignem sacrum dats aleven<br />

seens : en<strong>de</strong> tseghen <strong>de</strong> erisipille dats een apstonie van vierechtegher<br />

coleren (=gal)<br />

oeck tseghen plecking of morphea<br />

oeck tseghen impetiginem dats een smetting in dat vel die rwitechtich<br />

of rou es<br />

XXVIIJ TEESKENS CRWIJT<br />

of bursa pastoris of sanguinaria<br />

H.<strong>la</strong>t. Bursa pastoris. Teschen krut. In <strong>de</strong> tekst : Bursa pastoris sive<br />

sanguinaria<br />

H.c.f. Bursa pastoris. Teschen cruyt. In handschrift: Sanguinaria<br />

of stop bloet<br />

H.i.d. In <strong>de</strong>' tekst : teskens crwijt. In <strong>de</strong> tafel : Teskens eruit of<br />

stop bloet. Part. V, cap. I : Bursa pastoris dats sanguinaria<br />

of na <strong>de</strong> sommeghe in duytsche teskens eruit<br />

Vorst, en Back. Teskens cruyt<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : si es tweerleye :<br />

<strong>de</strong> een heeft b<strong>la</strong>ijeren in maniere een<strong>de</strong>r teschen : Capscl<strong>la</strong> bursa<br />

pastoris Medik.; Th<strong>la</strong>psi bujrsa pastoris L.; Her<strong>de</strong>rstasje, teskenkruid<br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>r heet centinodia en<strong>de</strong> es een crwijt op <strong>de</strong>r er<strong>de</strong> crupen<strong>de</strong>;<br />

hebben<strong>de</strong> b<strong>la</strong>ijeren ghelijck rute en<strong>de</strong> zaet omtrent <strong>de</strong> b<strong>la</strong>ijeren.<br />

het heet oeck lingua passerina of muschen tonghe : Polygonum<br />

avicu<strong>la</strong>re L.; Varkensgras, duizendknoop, mussentong, vogelgras


— 451 —<br />

In <strong>de</strong> Pharmacopoea Galeno-chemico-medica van Wouter van Lis<br />

(1747) staat nog over <strong>de</strong> verwantschap van bei<strong>de</strong> p<strong>la</strong>nten : « Deszelfs<br />

(= Polygonum avicu<strong>la</strong>re) B<strong>la</strong><strong>de</strong>ren betonen <strong>de</strong> krachten van <strong>de</strong> Her<strong>de</strong>rs<br />

Tas ». ' ;<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Het es oeck een overste medicine <strong>de</strong>n dissentericis dat sijn die <strong>de</strong>n<br />

hchaem roet met scafteling van <strong>de</strong>rmen hebben.<br />

en<strong>de</strong> tseghen flegmonen dat sijn apstonien of pwijsten van heeten<br />

bloe<strong>de</strong> en<strong>de</strong> <strong>de</strong>n bloet spuen<strong>de</strong> menschen...buten op <strong>de</strong> <strong>de</strong>ermen soe<br />

leghe teskens crwijt weghebree : bolus armenus. en<strong>de</strong> wijt van <strong>de</strong>n<br />

eije met reghwater ghesoijen want het zeer hulpt<br />

XXIX BERBERUS<br />

of berberis of amiberberis<br />

H.<strong>la</strong>t. Berberus. Versilz. In <strong>de</strong> tafel : berbaris<br />

H.i.1. Berberus. Versilz. In <strong>de</strong> tafel : Berbaris<br />

H.c.f. Berberus. Versilz. In <strong>de</strong> tafel : berdaris. In handschrift : vel<br />

amiberberus<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : het es een spruijte met doemen<br />

Berberis vulgaris L.; Zuurbes, zuurdoorn<br />

XXX BASELIKE<br />

of baselicon of ozimum<br />

H.<strong>la</strong>t. Baselicon. baselich<br />

H.i.1. Baselicon. baselich<br />

H.c.f. Baselicon, Maselick (sic). In handschrift : vel osimum basilike.<br />

In <strong>de</strong> marge : Gariofi<strong>la</strong>ta<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : basilike<br />

Vorst, en Back. Osimum. In <strong>de</strong> tekst : ozimum<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : es tweerleije :<br />

die een es gariofi<strong>la</strong>ta want si eenen roeck van groffels naghelen<br />

heeft en<strong>de</strong> es heet in <strong>de</strong>n iersten graet en<strong>de</strong> droeg in <strong>de</strong>n .ij .<strong>de</strong>n : <strong>de</strong>ese<br />

es van meer<strong>de</strong>r macht : Geupi, urbanupi L.; Nagelkmid, gezegend<br />

kruid (waarover meer in cap. LXVIJ)<br />

Maer dat gheel ozimum es heet en<strong>de</strong> droeg in <strong>de</strong>n iersten graet :<br />

Ocym,um, basilicum, L.; Basiliekruid, balsemkruid. of mogelijks : Ocymiun,<br />

m^imurn, L.; Klein basiliekrujd, door Dodoens « Cleyn ; Basilicom<br />

» geheten : « dan sommige nocmense in Latijn oock Basilicon<br />

Garyophyl<strong>la</strong>tum, dat is Basilicom met reuck van Geroffels naegelen »,<br />

wat ons meteen het inzicht van <strong>de</strong> schrijver om gariofi<strong>la</strong>te- en ozimum<br />

als één soort voor te stellen, verdui<strong>de</strong>lijkt ,<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Sommeghe meijnen waert dat ijemant van basilike nutte en<strong>de</strong>r binnen<br />

dien selven daeghe van eenen scorpioen ghesteeken waer dat hi niet en<br />

sou daer af ghenesen. Maer het es al valsch<br />

tseghen <strong>de</strong>n lichaem (=ont<strong>la</strong>sting) wijt couwen son<strong>de</strong>rling als es lienteria<br />

dats <strong>de</strong>n hchaem van gheen onthouinghe <strong>de</strong>r spisen


— .452 -<br />

XXXI BRIONIE '<br />

of brionia<br />

sommeghe heetent wil<strong>de</strong> zewael of witte wigaert<br />

H.<strong>la</strong>t. Brionia. roselwortzel<br />

H.i.1. Brionia. Witte wygaert<br />

H.c.f. Brionia. Witte wijnghart<br />

Vorst. Brionia. Wil<strong>de</strong> zeewael of witte wigaert<br />

Back. Bryonia. Witte wijngaert<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Bryonia alba L.; Heggerank, witte brionie<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

gheneest verwan<strong>de</strong>lt en<strong>de</strong> opent pannoricium dats een scerpe apostonie<br />

aen <strong>de</strong>n naghel<br />

XXXIJ CICOREIJE<br />

of heemelslotel of cicorea<br />

H.<strong>la</strong>t. Cicorea. Sonnenwirbel<br />

H.i.1. Cicorea. Hemel slotel<br />

H.c.f. Cicorea. Hemelslotel. In handschrift : gout blomen<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : cicoreye, hemel sluetel<br />

Vorst. Cicoreije oft hemelslotel oft cicorea. In <strong>de</strong> tafel : cicoroye of<br />

hemel sluetel<br />

Back. Cijcoreije ofte hemelslotel oft cijcorea. In <strong>de</strong> tafel : cicoroye<br />

oft hemel sluetel<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : es tweerleije :<br />

te wetene die in <strong>de</strong> hoven wast : Cichorium intybus L.; Cikorei<br />

en<strong>de</strong> die int wilt wast : Cichorium, endivia L.; Wil<strong>de</strong> cikorei, bitterpeen<br />

(waarover meer in cap. Lil)<br />

XXXIIJ STEENMUNTE<br />

of catten mente of <strong>de</strong> sommeghe cattencrwijt dats<br />

ca<strong>la</strong>mentum : oeck heetet wil<strong>de</strong> poleij<br />

H.<strong>la</strong>t. Ca<strong>la</strong>mentum wil<strong>de</strong> polei, steinmintz<br />

H.i.1. Ca<strong>la</strong>mentum. Steen munte<br />

H.c.f. Ca<strong>la</strong>mentum. Steen munte. In handschrift : of catte cruut<br />

of munte of nepte oft wil<strong>de</strong> poleije<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : catten eruit, nepte, wil<strong>de</strong> poley of steenmunte<br />

of ca<strong>la</strong>mentum<br />

Vorst, catten cruyt, wil<strong>de</strong> poley<br />

Back. catten munte, catten cruyt, wil<strong>de</strong> poley<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : hets drierley te weten :<br />

(1°) een die hoeren roeck en<strong>de</strong> b<strong>la</strong>ijeren es ghelijck onser vrouwen<br />

wiechstroe dats poleije dan dat <strong>de</strong> b<strong>la</strong>ijeren meer<strong>de</strong>r siin : sommeghe<br />

noement wil<strong>de</strong> poleije : Thymus serpyllum L.; Wil<strong>de</strong><br />

tijm,, kwen<strong>de</strong>l<br />

(2°) die an<strong>de</strong>r heet nepita. Mogelijks Nepeta cataria L.; Cataria<br />

vudgaris Moench; Kattekruid, neppe, kattemunt


— 453 —<br />

(3°) <strong>de</strong>r <strong>de</strong>r<strong>de</strong> es ghelijc <strong>de</strong>r wil<strong>de</strong>r munten dan dat <strong>de</strong>r b<strong>la</strong>ijers<br />

<strong>la</strong>ngher dan <strong>de</strong>r munte sijn. Misschien wel Mentha rotundifolia<br />

L.; Rondb<strong>la</strong>dige munt.<br />

Men bemerke dat het steeds zeer moeilijk — om niet te zeggen<br />

onmogelijk — is, <strong>de</strong> muntsoorten bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> schrijvers te willen<br />

uiteenhalen.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

dit crwijt ghebroken met lutter eeckx (=azijn) en<strong>de</strong> souts ghemingt<br />

op <strong>de</strong>r polst van han<strong>de</strong>n en<strong>de</strong> voeten gheleet es goet seghen <strong>de</strong>r<br />

beefing of scuding int aenghaen <strong>de</strong>s corts<br />

dat self es goet tseghen <strong>de</strong>r pijn in <strong>de</strong> si<strong>de</strong> <strong>la</strong>ngs <strong>de</strong> hoep nierwerts<br />

en<strong>de</strong> heet sciatica alst daer op ghestreeken wort<br />

zoe doo<strong>de</strong>t <strong>de</strong> p<strong>la</strong>tte en<strong>de</strong> <strong>la</strong>nghe wormen in <strong>de</strong> ooren<br />

Een mannier oft eere clisteer waer of een poppeken in <strong>de</strong> moijer<br />

ghedaen van ca<strong>la</strong>mentum ghestoten met wijn ghemingt doodt en<strong>de</strong><br />

verdrijft <strong>de</strong>r vrucht in <strong>de</strong>n lichaem<br />

XXXIIIJ SANTORIE<br />

of centaurea sommeghe heetent eert galle<br />

H.<strong>la</strong>t. Centaurea. Dusent gul<strong>de</strong>n<br />

H.i.1. Centaurea. Dusent gul<strong>de</strong>n<br />

H.c.f. Centaurea. Dusent gul<strong>de</strong>n. In handschrift : of santiora<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : zantorie<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Si es tweerleije<br />

als <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>re : Centaurea centaiuium, L.; Groot dnizendguj<strong>de</strong>rikrvud<br />

en<strong>de</strong> <strong>de</strong> min<strong>de</strong>re : Centaurium, minus Moench.; Duizendgul<strong>de</strong>nkruid,<br />

koortsbloemen, galle <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong><br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Santorie es gheheilsem want doetmen satorie in eenen sien<strong>de</strong> ^zie<strong>de</strong>n<strong>de</strong>)<br />

pot daer vleesch in es dat in stucken ghesoijen es. die santorie doet<br />

die stucken weer om aen een heijlen<br />

XXXV WILTSOFFRAEN<br />

of cartamus<br />

het beste <strong>de</strong>es crwijts es dat zaet dat heeten<br />

<strong>de</strong> sommeghe papegaijzaet<br />

H.<strong>la</strong>t. Cartamus. wil<strong>de</strong> soffran<br />

H.i.1. en H.c.f. Cartamus. Wil<strong>de</strong> saffraen<br />

Vorst. Wilt soffraen of tartamus (sic). In <strong>de</strong> tekst : cartamus<br />

Back. Wilt sofferaen of tartamus (sic). In <strong>de</strong> tekst : cartamus<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Cartham,^ tinctorius L.; Saffloer, bastaardsaffraan<br />

Over <strong>de</strong> za<strong>de</strong>n zegt Chaumeton : « on.les appelle vulgairement graines<br />

<strong>de</strong> perroquet, parce que ces oiseaux en sont très friands » (Flore<br />

médicale, 1815, II, p. 168)<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

sommeghe meijnen hiel ieman in sijn hant.<strong>de</strong>r wortel van cartamus<br />

en<strong>de</strong> waer van eenen scorpioen ghesteekën.-hi en sal <strong>de</strong>r pijn niet<br />

ghevoelen : en<strong>de</strong> worpt hise wech hi salse ghevoelen


— 454 —<br />

XXXVI HONS TONGHE -<br />

of lingua canis of cinoglossa es gheseet van<br />

cinos dats een hont en<strong>de</strong>r glossos dats een tonghe<br />

H.<strong>la</strong>t. Cinoglossa. Hun<strong>de</strong>s zunge. In <strong>de</strong> tekst : cinoglossa .i. lingua<br />

canis<br />

H.i.1. Cinoglossa. Hontz tonghe<br />

H.c.f. Cinoglossa. Hontz tonghen. In handschrift : vel lingua. Honst<br />

tonghen<br />

Vorst. Hons tonghe<br />

Back. Honts tonge. In <strong>de</strong> tafel : Honts tonghe<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Dit crwijt es ghelijc <strong>de</strong>r weechbree an<strong>de</strong>rs dat <strong>de</strong>r hons<br />

tonghe heeft ribbekens in <strong>de</strong>r b<strong>la</strong>ijers : weghebree heeftse in <strong>de</strong> brekinghe<br />

: Cynoglossum officinale L.; Hondstong<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

daer in ghebaijt es goet tseghen gomorream dats dat men tseghen sinen<br />

wil sperma of sijn natuere qwijt wort<br />

Nempt honstonghe met dat hert van een cleijn vorsken met sijn<strong>de</strong>r<br />

niatricen oft moijer legse waer ghi wilt. En<strong>de</strong> weijnich daer na seldi<br />

alle <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>n van dier p<strong>la</strong>etzen vergheren Eest dat ghi oeck dit selve<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n dwijm of groeten teen van <strong>de</strong>n voet doet alle <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>n<br />

selen swighen en<strong>de</strong> en selen niet moghen bassen Oeck eest dat ghi dit<br />

self aen <strong>de</strong> hals ens honts bint alsoe dat hijt met synen wijl (1. mwijl)<br />

niet al en can ghecrighen die hont sal ghelick eenen raye (=krans,<br />

ron<strong>de</strong>, tol) om drayen toet dat hy valt op die eer<strong>de</strong> als of hij doet<br />

waer dijt es byonsen tij<strong>de</strong>n waer ghevon<strong>de</strong>n seet albertus van <strong>de</strong><br />

crachten <strong>de</strong>r cru<strong>de</strong>n<br />

XXXVIJ CAMILLE<br />

of camomil<strong>la</strong><br />

H.<strong>la</strong>t. Camomil<strong>la</strong>. Camillen. In <strong>de</strong> tafel : Cammomil<strong>la</strong><br />

H.i.1. en H.c.f. Camomil<strong>la</strong>. Camillen. In <strong>de</strong> tafel : Cammomil<strong>la</strong><br />

H.i.d. In Part. I, cap. LVIIJ : Camil blomen<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Matricaria champmil<strong>la</strong> L.; Echte kamille en/of Anthémis<br />

nobilis L.; Roomse kamille<br />

XXXVIIJ CAMEPITHEOS<br />

of <strong>de</strong> groete gaman<strong>de</strong>r het heet oeck groete camedreos<br />

H.<strong>la</strong>t. Camepitheos. grosz gammandre. In <strong>de</strong> tafel : camepiteos<br />

H.i.1. Camepitheos. groot gainandre. In <strong>de</strong> tafel : camepiteos<br />

H.c.f. Camepitheos. groet gamandre. In <strong>de</strong> tafel : camepiteos<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : grote gamandre of camepiteos<br />

Vorst. Camipiteos of <strong>de</strong> groete gamandre<br />

Back. Camipiteos oft die groot gamandre<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Ajuga chamaepitys (L.) Schreb.; Teucrium. chamaepitys<br />

L.; Akkerzenegroen<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

het gheneest <strong>de</strong> gheel vrouwe die sieckte <strong>de</strong>r nieren als neffoesis<br />

gheneest <strong>de</strong> won<strong>de</strong>n en<strong>de</strong> verbiedt die verbreedinghen <strong>de</strong>r formicen :


— 455 —<br />

dats een cleyn pwijste met ioeckskel met groeter pinen : met hitten<br />

en<strong>de</strong> barringhe<br />

XXXIX STEENRUTE "..-."<br />

of vrouwen conthaer of minnen haer : of ioufrouwen haer<br />

es een en<strong>de</strong> heet capillus veneris of adiantos. pan(<strong>de</strong>cta)<br />

en<strong>de</strong> iohannes mesüe in dit capittel segghen dat càpillus<br />

fontium : en<strong>de</strong> na <strong>de</strong> sommeghen coriandrum putei : hets een<br />

crwijt welckx b<strong>la</strong>ijeren sijn ka<strong>la</strong>n<strong>de</strong>rs b<strong>la</strong>ijeren ghelijck.<br />

dia(scori<strong>de</strong>s) heetet politricon : al <strong>de</strong>se namen comen op een wijt<br />

H.<strong>la</strong>t. Capillus veneris; steyn rute. In <strong>de</strong> tekst : capillus veneris alio<br />

nomine adiantas<br />

H.c.f. Capillus veneris. Steen ruet. In <strong>de</strong> tekst' v : Capillus veneris alio<br />

nomine adiantas. Pan. iohannes mesue cap. <strong>de</strong> capillo veneris<br />

dicitur capillus fontium et secundum quosdam coriandrum<br />

putei nuncupatus<br />

Vorst. Steenrute. iouffrouwen haer<br />

Back. Steenruyte. iouffrouwen haer<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Steenrute wast wijt <strong>de</strong>r sonnen in waterechteghe p<strong>la</strong>etze'n<br />

op vuchteghe muren of natte wan<strong>de</strong>n' bi fonteijnen. Adiantum<br />

capillus veneris L.; Venushaar, steenruit, maanvaren<br />

XL EIJWIJN OF SIBOLLEN<br />

'<br />

J : of cepe of cepa -<br />

H.<strong>la</strong>t. Cepe. Czwebeln<br />

H.i.1. en H.c.f. Cepe, Enyuin. In <strong>de</strong> tafel : cepia<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : eyijwn (sic). In <strong>de</strong> tekst : eijwiin<br />

Vorst. Eijwijn. In <strong>de</strong> tafel : eywijn<br />

Back. Eywijn<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « die <strong>la</strong>nghe en<strong>de</strong> roije es scerper dan <strong>de</strong> ron<strong>de</strong> en<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<br />

witte ». F. van Ravelingen : « De gemeynste en<strong>de</strong> bekentste van alle<br />

<strong>de</strong> bulben oft clisterachtige wortelen zijn <strong>de</strong> ayuynen... Som heetense<br />

hier te <strong>la</strong>n<strong>de</strong> Swevel na <strong>de</strong>n Hooch-Duytschen : somtijds ooc Enjuyn<br />

in Fransch Ciboule, Siboule, en<strong>de</strong> Ceboule ». De <strong>la</strong>nge kunnen we<br />

i<strong>de</strong>ntificeren met <strong>de</strong> Cepa oblonga, <strong>la</strong>ngen ayeuyn van Dodoens :<br />

Alliurn, fisttdosum L. De ron<strong>de</strong> : Alliurn, cepa L.; Ui, ajuin<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Eijwijn met <strong>de</strong>r swalewen neste en<strong>de</strong> hoenich ghemingt es goet op <strong>de</strong><br />

apstonie in <strong>de</strong> keele van buten gheleet<br />

Op <strong>de</strong> wijtvalling van <strong>de</strong>n haer striket zap van eijwijn op <strong>de</strong> p<strong>la</strong>etse :<br />

op <strong>de</strong>n baert ghestreken doet <strong>de</strong>n baert wassen : want wrijf ing met<br />

eijwijn opent <strong>de</strong>r gaetkens maken<strong>de</strong> <strong>de</strong>r p<strong>la</strong>etse beqwaem om dat haer<br />

te wassen : soet Sera (pio) bevon<strong>de</strong>n heeft.<br />

XLI KALANDER<br />

of corian<strong>de</strong>r of coriandrum<br />

Back. Coryan<strong>de</strong>r<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Coriandrum sativum L.; Korian<strong>de</strong>r, wan<strong>de</strong>lkruid


.— -456 —<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

versch corian<strong>de</strong>r es cout en<strong>de</strong> stupefactijf dats een mesleeckheijt of<br />

won<strong>de</strong>rleecheijt of s<strong>la</strong>epinghe water in <strong>de</strong>n lijf maken<strong>de</strong>, het doet<br />

sincopim hebben dats in onmacht gaen want ïiiet sijnen rueck verstivet<br />

<strong>de</strong> lochten en<strong>de</strong> win<strong>de</strong>n <strong>de</strong> te hoef<strong>de</strong> vlieghen<br />

het zap van corian<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> ooghen ghedropen es goet tseghen <strong>de</strong>r<br />

s<strong>la</strong>eing of clopping dats pulsatio in <strong>de</strong> ooghen .<br />

XLIJ CUSCUTA OF PODAGRA<br />

es sij<strong>de</strong> opt v<strong>la</strong>s of wranghe int v<strong>la</strong>s<br />

hets een dinck opt v<strong>la</strong>s gnewonnen<br />

H.<strong>la</strong>t. Custuta. Sy<strong>de</strong> uff f<strong>la</strong>sz<br />

H.i.1. Custuta. Wranghe<br />

H.c.f. Custuta. Wranghe. In handschrift : vel podagra of zi<strong>de</strong>. Een<br />

an<strong>de</strong>re hand verbetert custuta in cuscuta<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : zi<strong>de</strong> of wranghe. Part. I, cap. XXIIJ : Cuscuta<br />

of wranghe in <strong>de</strong> v<strong>la</strong>sse<br />

Vorst, es si<strong>de</strong><br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Cuscuta epilinum Weilie; V<strong>la</strong>swarkruid, wrangkruid<br />

XLIIJ CIPERUS<br />

H.<strong>la</strong>t. Cyperus. wild galien. In <strong>de</strong> tafel : ciperus<br />

H.i.1. Cyperus. Wild galien. In <strong>de</strong> tafel : ciperus<br />

H.c.f. Cyperus. Wilt Galien<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : cyperus<br />

Back Cyperus (ook in <strong>de</strong> tafel)<br />

-I<strong>de</strong>ntifikatie : « heds een driehoeckich crwijt ».<br />

Het meest kans maakt Cyperup longus L.; Cypergras, wil<strong>de</strong> galigaan,<br />

door Caspar Bauhinus genaamd Cyperus odoratus radice longa, sive<br />

Cyperus officinarum. Het hoeft evenwel gezegd dat in onze streken<br />

(zie o.a. Ph. Insulensis 1772) ook <strong>de</strong> Cyperus rotundus L. officinaal<br />

was. De afbeelding, die ons gewoonlijk weinig wijzer maakt, toont ons<br />

<strong>la</strong>nge rietachtige b<strong>la</strong><strong>de</strong>ren, aan <strong>de</strong> wortel zijn aanwassen getekend, wat<br />

misschien wel op Cyperus rotundus wijst.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

die sieding van ciperus met steenbreeck in wijn met een<strong>de</strong>r sputen in<br />

<strong>de</strong> manlike roije ghedaen breekt sekerleeck <strong>de</strong>n steen<br />

Tseghen litargiam dats vergheering of een apstonie van flumen achter<br />

in <strong>de</strong> hersene een <strong>de</strong> beste mé<strong>de</strong>cine Nem ciperus dat ghebroken es<br />

sie<strong>de</strong>t in <strong>de</strong> olie toet dat sij bicans verteert si. daer na settet op <strong>de</strong><br />

colen en<strong>de</strong> <strong>de</strong> sieke sal <strong>de</strong>n roeck doer noes en<strong>de</strong> mont ontfaen<br />

dicke (=dikwijls) van ciperus ghenut doet <strong>la</strong>zarus wor<strong>de</strong>n want het<br />

verbart dat bloet<br />

H.<strong>la</strong>t. Celidonia. Schelwortz<br />

XLIIIJ GOUWORTEL<br />

of sceelwortel of celidonià


— 457 —<br />

H.i.1. Celidonia. Scheelwortel. In <strong>de</strong> tafel : <strong>de</strong> celodonia<br />

H.ci. Qelidonia. Scheelwortel. In <strong>de</strong> tafel : <strong>de</strong> celodovia. In handschrift<br />

: gouwortel<br />

Back. Gouwortele ofte sçeelworttel<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Si es tweerleije te weeten<br />

(1°) meer<strong>de</strong>r : Chelidonium majus L.; Stinken<strong>de</strong> gouwe, schelkruid<br />

(2°) en<strong>de</strong> min<strong>de</strong>r : Ranunculus ficaria L.; Ficaria ranunculoï<strong>de</strong>s<br />

Moench.; Ficaria verna Huds.; Speenkruid, kleine gouwe<br />

« nochtans <strong>de</strong> een nempt men voer dan<strong>de</strong>r »<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

om <strong>de</strong> ston<strong>de</strong>n te doen comen en<strong>de</strong> <strong>de</strong> moijer te suveren siedt gouwortel<br />

daer in doet een sponcie dicke en<strong>de</strong> legse op <strong>de</strong> moijer. (er<br />

wordt opvallend veel gewerkt met een « sponcie » gedrenkt in een of<br />

an<strong>de</strong>r krui<strong>de</strong>nsap en gelegd op « <strong>de</strong> <strong>de</strong>rmen » of « op <strong>de</strong> moijer » enz.)<br />

XLV SCHIJTCRWIJT<br />

of sporie zaet of catapucii of roercrwijt of catapucia<br />

H.<strong>la</strong>t. Gathapucia. Sprinckwortz. In <strong>de</strong> tafel : catapucia<br />

H.i.1. Cathapucia. Sprincwortel<br />

H.ci. Cathapucia. Sprincwortel. In handschrift : of scijtcruut<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : scytcruit of catapucia. In <strong>de</strong> tekst : scijtcrwijt,<br />

scijtcrwit<br />

Vorst. Schijtcruyt of sporie zaet of catapucii of roercrwyt of catapucia.<br />

In <strong>de</strong> tafel : scytcruyt<br />

Back. Schijtcruyt of sporie saet oft catapucij oft roercrwyt oft<br />

catapucia. In <strong>de</strong> tafel : scytcruyt<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Euphorbia <strong>la</strong>thyris L.; Kruisb<strong>la</strong><strong>de</strong>rige wolfmelk, springkruid,<br />

schijtkruid<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

In dit kapittel wordt een recept gegeven van een « c<strong>la</strong>reijt » d. i. een<br />

krui<strong>de</strong>nwijn<br />

XLVI COUWORDEN<br />

of cucurbita : cucumeren of cucumer<br />

citrullen of citrulli : melonen of melo<br />

In <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse tekst : <strong>de</strong>eze .iiij. sijn <strong>de</strong> iiij. cou zaijen (<strong>de</strong>ze<br />

toevoeging ontbreekt in <strong>de</strong> Latijnse teksten)<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie :<br />

Couwor<strong>de</strong>n : Cucurbita pepo L.; Pompoen, kauwoer<strong>de</strong><br />

Cucumeren : Cuciunis sativus L.; Komkommer ,augurk<br />

Citrullen : Cucurbita citrullus L.; Citrullus vulgaris Schrad.;<br />

Cucrunis citrullus Ser.; Watermeloen<br />

Melonen : Cueujmis melo L.; Meloen<br />

XLVIJ WILT RIET<br />

of ca<strong>la</strong>mus aromaticus silvestris of ca<strong>la</strong>mus silvestris<br />

het heet ca<strong>la</strong>mus agrestis en<strong>de</strong> es een maniere van gherse


— 458 —<br />

I<strong>de</strong>ntifikatié : « <strong>de</strong> wortel <strong>de</strong>es wilts riet es seer rieken<strong>de</strong> en<strong>de</strong> ghelijck<br />

ca<strong>la</strong>mo aromatico dats welrieken<strong>de</strong> riet »<br />

Uit <strong>de</strong>ze passus valt te begrijpen dat het hier niet gaat om <strong>de</strong> ca<strong>la</strong>mus<br />

aromaticus, doch om een vervangmid<strong>de</strong>l. In <strong>de</strong> Ph. Insulensis<br />

1772 lezen we bij Ca<strong>la</strong>mus aromaticus : « Cum raro ad nos afferatur,<br />

Acorus veras ejus est succedaneus ». En Nico<strong>la</strong>es Lemery, bij Ca<strong>la</strong>mus<br />

verus seu amarus : « Dewyl <strong>de</strong>es ca<strong>la</strong>mus zeldzaem is, neemt men in<br />

zyne p<strong>la</strong>etse, in <strong>de</strong> theriakel en el<strong>de</strong>rs, <strong>de</strong>n Acorus verus, die doorgaens<br />

Ca<strong>la</strong>mus Aromaticus genaemt word ». Ik geloof dat van Prooijen hier<br />

<strong>de</strong> oplossing brengt waar hij zegt : « nu is het echter mogelijk dat<br />

on<strong>de</strong>r Ca<strong>la</strong>musolie in <strong>de</strong> oudheid niet werd verstaan <strong>de</strong> vluchtige olie<br />

van onzen kalmus, Acorus ca<strong>la</strong>mus, doch <strong>de</strong> welrieken<strong>de</strong> olie van uit<br />

Mid<strong>de</strong>n- en Zuid-Azië stammen<strong>de</strong> z.g. gembergras, Andropogon ca<strong>la</strong>mus<br />

aromaticus » (Schetsen uit <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Drogerijen. Ensche<strong>de</strong>,<br />

1933).<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

dat self es oeck goet teghen <strong>de</strong> leecking <strong>de</strong>r pissen als coupisse en<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>n siecten <strong>de</strong>r nieren<br />

XLVIIJ KEMP<br />

of canapus of canabs<br />

H.<strong>la</strong>t. Canapus. Hanff<br />

H.i.d., Vorst, en Back. In <strong>de</strong> tafel : kempe<br />

I<strong>de</strong>ntifikatié : Cannabis sativa L.; Hennep, kemp<br />

XLIX DAUCUS CRETICUS<br />

of vogelnest<br />

H.<strong>la</strong>t. Daucus creticus. Fogelnest<br />

H.i.1. en Back. Voghelnest<br />

I<strong>de</strong>ntifikatié : « daucus es tweeileije : te weeten<br />

(1°) daucus creticus en<strong>de</strong> es van meester cracht van welck daucus<br />

creticus men hier spreekt : Athamanta cretensis L.; Kandische<br />

belwortel<br />

(2°) dan<strong>de</strong>r es daucus asininus sommeghe heetent distel : het heet<br />

asininus want het die ezelen eeten : Daucus carota silvestris L.;<br />

Wil<strong>de</strong> peen<br />

L DIPTAMUS<br />

H.<strong>la</strong>t. Diptamus. Diptam<br />

H.i.1. Diptamus. Diptam. In <strong>de</strong> tafel : Dyptamus<br />

H.i.d., Vorst, en Back. In <strong>de</strong> tafel : Dyptamus<br />

I<strong>de</strong>ntifikatié : « in heet son<strong>de</strong>rling steenechteghe p<strong>la</strong>etsen wast hij » :<br />

Dictamnus albus L.; Dictamnus fraxinel<strong>la</strong> Pers.; Essenkruid, witte<br />

dictam,, diptam,<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Als dit crwijt van diptamus in hwijs ghestroijt wort zoe veriaeghet <strong>de</strong><br />

fenineghe dieren


— 459 —<br />

V-' LI CLEIJN SPORIE<br />

of Esu<strong>la</strong> minor<br />

H.<strong>la</strong>t. Esu<strong>la</strong> minor, klein wolffwortz<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : cleyn sporie of esule. In <strong>de</strong> tekst : sporie of<br />

esic<strong>la</strong> (wellicht een drukfout voor esu<strong>la</strong>)<br />

Vorst. Cleyn sporie<br />

Back. Cleyne sporie<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Euphorbia esu<strong>la</strong> L.; Euphorbia pinifolia Link.; Heksenmelk,<br />

stompb<strong>la</strong>dige wolfsmelk<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

in dat melc van sporie en es gheen goetheijt want het let hem dier<br />

nempt. <strong>de</strong>r <strong>la</strong>ntlopers hebben menegen menschen ghedoot met <strong>de</strong>ezen<br />

melcF overmits hoer<strong>de</strong>r cleijn<strong>de</strong>r const. men vraeg<strong>de</strong>r hen wat medicine<br />

dat waer dièse te drincken ghaven si antwor<strong>de</strong>n dat melck van esu<strong>la</strong><br />

met olie <strong>de</strong> olium sisaminum heet ghemingt waer me si <strong>de</strong>r sommeghe<br />

toet <strong>de</strong>r doot toe purgeer<strong>de</strong>n<br />

Nota :<br />

In dit kapittel wordt nog een recept van een « c<strong>la</strong>erijt », krui<strong>de</strong>nwijn,<br />

gegeven.<br />

LIJ ENDIVIE OF ADIVIE<br />

of endivia<br />

H.<strong>la</strong>t. Endivia. Genszczung<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : endivi en adivi<br />

Bemerk dat H.i.1., H.c.f., Vorst, en Back. eveneens vernoemen: adivie.<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Cichorum, Endivia L.; Wil<strong>de</strong> cikorei<br />

LIIJ BOELKENS CRWYT<br />

of eupatorium<br />

H.<strong>la</strong>t. Eupatorium. wild selbe o<strong>de</strong>r hertzcle<br />

H.c.f. Eupatorium. Bolkens kruyt. In handschrift : of boelkens cruyt<br />

H.i.d. Boelkens eruit dat es eupatorium<br />

Vorst, en Back. Boelkens cruyt<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Nota van <strong>de</strong> vertaler : « Eupatorium en es gheen wil<strong>de</strong><br />

savie soe <strong>de</strong> meneghe segghen want boelkens cruyt of eupatorium<br />

wast voel hogher syn b<strong>la</strong>yers noch synen smaeck en ghelict <strong>de</strong>r wil<strong>de</strong>r<br />

savien niet » : Eupatorium cannabinum, L.; Leverkruid, boeltjeskruid<br />

LIIIJ ALANT. ENULA<br />

H.<strong>la</strong>t. In <strong>de</strong> tafel : Enu<strong>la</strong> campana<br />

H.i.d. Part. I, cap. XXIIIJ : Enu<strong>la</strong> campana of a<strong>la</strong>nt<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Inu<strong>la</strong> heleniuni L.; A<strong>la</strong>nt, ga<strong>la</strong>nt<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

die voerghenoem<strong>de</strong> p<strong>la</strong>ester es goet tegen <strong>de</strong> pijn <strong>la</strong>ngs <strong>de</strong>r si<strong>de</strong>n neerwerts<br />

en<strong>de</strong> heet sciatica


-460-<br />

LV LEVER CRWYT<br />

of epatica<br />

H.<strong>la</strong>t. Epatica. Lebberkrut<br />

H.i.1. en H.cf. Levercruyt<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : leewerck eruit dats epatica<br />

Vorst. Levercruyt of epatica. In <strong>de</strong> tafel : leewerck cruyt<br />

Back. Lever cruyt oft epatica. In <strong>de</strong> tafel : Leeuwerccruyt<br />

I<strong>de</strong>ntificatie : « hets een eruit omtrent wateren of vochteghe steenen<br />

wassen<strong>de</strong> » : Marchantia polymprpha L.; Steenlevermos<br />

LVI WIT NYES CRWYT<br />

of elleborus albus of wit elleborus<br />

H.<strong>la</strong>t. Elleborus albus. wisz nisz wortz<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : wit niescruyt vel elleborus albus. In <strong>de</strong> tekst :<br />

wijt elleborus<br />

Vorst, en Back. Wit nyes cruyt. In <strong>de</strong> tafel : Wit niescruyt<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Elleborus es twerleye als wit en<strong>de</strong> swert : wit heetet want<br />

syn wortel wit es of want het <strong>de</strong>n witten humoer als flumen purgeret<br />

swert elleborus of <strong>de</strong>s heylich kerst cruyt heet het swart want swert<br />

humoer oft mé<strong>la</strong>ncolie purgert<br />

hier vindt men van elleborus albus en<strong>de</strong> int naeste capitel vind men<br />

van elleborus niger.<br />

Veratrum, album, L.; Witte nieswortel<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

<strong>de</strong> ou<strong>de</strong> medicins p<strong>la</strong>gen <strong>de</strong>s witten elleborus wortel te besegen so wi<br />

nu scamoneye besegen want die lichamen p<strong>la</strong>gen veel sterker te sine<br />

hoer ghewelt wel verdraghen<strong>de</strong>. maer nu syn f<strong>la</strong>uwer en<strong>de</strong> crancker<br />

zoe datze elleborus noch syn ghewelt niet en souwen verdraghen, iae<br />

met groter sorghen sou men moghen medicinen gheven die met hem<br />

ghesterekt waren <strong>de</strong>r om ensalmen cranken noch magher lyen son<strong>de</strong>rling<br />

elleborum album niet gheven dye nau ofte smal in <strong>de</strong> borst<br />

syn ensal ment oeck niet gheven want hed doet met ghewelt overgheven<br />

en<strong>de</strong> van on<strong>de</strong>r seer qwyt wor<strong>de</strong>n, mar flumechtighe vette lyen<br />

die lichtelick son<strong>de</strong>r lettzel overgheven mach ment gheven nochtans<br />

met groter sorghen<br />

c; goet teghen <strong>de</strong> iecht of fleersyn met venich alunir (?) ghemingt dat<br />

es een vochticheyt die sout es bison<strong>de</strong>r <strong>de</strong> van ghesoutene vischen<br />

ghemaeckt es als pekel herinck zop es (<strong>de</strong> Latijnse tekst is mij even<br />

ondui<strong>de</strong>lijk : cui marum almuri (?) admisceatur)<br />

LVIJ SWERT NIESCRWIJT<br />

of <strong>de</strong>s heylichs kerst crwijt want het op <strong>de</strong> kerstnacht<br />

bloijt : of elleborus niger<br />

H.<strong>la</strong>t. Elleborus niger. swartz nisz wortz<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : <strong>de</strong>s heylich kerst eruit of elleborus niger. In <strong>de</strong><br />

tekst : swert elleborus


— 461 —<br />

Vorst. Swert nies cruyt of <strong>de</strong>s heylichs kerstcruyt. In <strong>de</strong> tafel :<br />

theylich kerst eruit<br />

Back. Swert nyescruyt of <strong>de</strong>s heylichs kerstes cruyt. In <strong>de</strong> tafel :<br />

theilich kerst eruit<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Helleborns niger L.; Kerstroos, zwart nieskruid<br />

LVIIJ ADICK<br />

of ebulus<br />

H.<strong>la</strong>t. Ebulus. Atich<br />

H.i.1. Ebulus. Adic<br />

H.c.f. Ebulus Adic.|In handschrift : of cleen wijlt vlier<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : adick of cleyn wilt vlier<br />

Vorst. Adick oft ebulus. In <strong>de</strong> tafel : cleyn wilt vlier<br />

Back. Adic oft ebulus. In <strong>de</strong> tafel : cleyn wilt vlyer<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Sambucus ebulus L.; Kruidvlier, hadik<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

het gheneest tegen <strong>de</strong> artetike dats pine in <strong>de</strong> leen of iuncturen en<strong>de</strong><br />

teghen dat fleersijn in han<strong>de</strong>n en<strong>de</strong> voeten<br />

LIX ONDERHAVE OF EDERA TERRESTRIS<br />

H.<strong>la</strong>t. E<strong>de</strong>ra terrestris. gun<strong>de</strong>rebe<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : on<strong>de</strong>r ave of e<strong>de</strong>ra terrestris<br />

Vorst. On<strong>de</strong>rhave of edra terrestris. In <strong>de</strong> tafel : e<strong>de</strong>ra<br />

Back. On<strong>de</strong>rhane (sic) of edra terrestris. In <strong>de</strong> tafel : edra<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Glechoma he<strong>de</strong>racea L.; Hondsdraf, on<strong>de</strong>rhave<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

dat zap met <strong>de</strong>n cru<strong>de</strong> in <strong>de</strong> rechte oore ghedaen gheneest <strong>de</strong> pine<br />

<strong>de</strong>r tan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> slinke sy<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rhave met <strong>de</strong> scorsen van noten <strong>de</strong> niet te vollen rijp en svn in<br />

loege ghesoyen daer me dat hoeft ghewassen maket swart haer<br />

LX VELUWE OF WEGHE<br />

of e<strong>de</strong>ra arborea want het aen <strong>de</strong> bomen hangt also gheheeten<br />

of van eeten wordt gheheeten want het van <strong>de</strong> gheyten gheeten<br />

wort maken<strong>de</strong> in hem voel melckx hoer wortele es van cou<strong>de</strong>r<br />

naturen naken<strong>de</strong> <strong>de</strong> eer<strong>de</strong> si wast cout haer b<strong>la</strong>yeren bliven<br />

<strong>la</strong>ng groen syn<strong>de</strong> van bitteren amperechteghen of stiptiken<br />

smaeck<br />

H.<strong>la</strong>t. E<strong>de</strong>ra arborea. ebich<br />

H.c.f. E<strong>de</strong>ra arborea. Weehe. In handschrift : of Velouwe<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : velouwe of e<strong>de</strong>ra arborea<br />

Vorst. Weluwe of weghe oft e<strong>de</strong>ra arborea<br />

Back. Veluwe oft weghe oft e<strong>de</strong>ra arborea. In <strong>de</strong> tafel : edra arborea<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : E<strong>de</strong>ra of veluwe es tweerleye te weeten wit en<strong>de</strong> swart<br />

of menneken en<strong>de</strong> vrouwe die witte veluwe draegt witte vrucht, die<br />

swarte veluwe draegt swarte vrucht.


— 462 —<br />

Het gaat hier om He<strong>de</strong>ra helix L.; Klimop; boomveil. Het on<strong>de</strong>rscheid<br />

in zwarte en witte is niet zo dui<strong>de</strong>lijk, ofschoon Dodoens ook<br />

<strong>de</strong>ze in<strong>de</strong>ling aanneemt. De gewone klimop brengt zwarte bessen<br />

voort; er bestaan verschillen<strong>de</strong> variëteiten, waarvan sommige met gee<strong>la</strong>chtige<br />

bessen.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Met <strong>de</strong> veluwe plechmen die poëten te cronen in een teeken <strong>de</strong>s<br />

scerps verstant en<strong>de</strong> <strong>de</strong>r subtyl sinnen daer om so seet die grote albertus<br />

dat die grote alexan<strong>de</strong>r syn rid<strong>de</strong>rs met veluwen croen<strong>de</strong><br />

LXI GRISECOM OF DUVEN KERVEL<br />

hed heet fumus terre.<br />

H.<strong>la</strong>t. Fumus terre, ertrauch<br />

H.c.f. Fumus terre. Grisecom. In handschrift : of duven kervel<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : grisecom of duyven kervel<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Fumaria officinalis L.; Duivenkervel, aardrook<br />

LXIJ VENKEL<br />

of feniculus<br />

H.<strong>la</strong>t. Feniculus. fenchel<br />

H.i.1. en H.c.f. Feniculus. Vinkei<br />

Back. Venckel<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : F'oenicidum capil<strong>la</strong>ceum Gilib.; Anethum foeniculum<br />

L.; FoeniciuiMn vulgare Mill.; Foeniculum officinale AIL; Venkel<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Die serpenten als sij qway ooghen hebben striken hoer aen venkel<br />

LXIIJ EERTBEZIEN CRUIT<br />

of fragaria<br />

H.<strong>la</strong>t. Fragaria. erverkrut<br />

H.i.1. en H.c.f. eertbesiencruit<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : eerdtbesien eruit. In <strong>de</strong> tekst : fragraria<br />

Vorst, en Back. Eertbesien cruyt of fragraria<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Fragaria vesca L.; Aardbei, woudaardbei<br />

LXIIIJ ESCHEN<br />

of fraxinus<br />

H.<strong>la</strong>t. Fraxinus. Eschen baum<br />

Vorst, en Back. Esschen<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Fraxinus excelsior L.; Es. Mogelijks ook Fraxinus ornus<br />

L.; Ornus europaea Pers.; Manna-es<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

<strong>de</strong> scorse en<strong>de</strong> vetticheit die gelick fungen op <strong>de</strong>n esschen boem wast<br />

es bequaem <strong>de</strong>r medicinen<br />

die esschen blàyeren syn teghent fenin goet. want dat zap daer uyt<br />

gedaen te drinken ghegheven es tegen serpenten of fenin een grote


— 463 —<br />

medicin. alszo veel crachts hebben<strong>de</strong> dat serpenten hoer scaye noch<br />

smerghens noch savens en geneeken. eest dat men tuschen dat vier<br />

en<strong>de</strong> <strong>de</strong> eschen b<strong>la</strong>eren een.serpent leet liever sait int vier dan in <strong>de</strong><br />

b<strong>la</strong><strong>de</strong>rs loepen<br />

LXV WITTE STEENBREK<br />

of grana solis of milium. .solis<br />

H.<strong>la</strong>t. Grana solis. Steyn brech<br />

H.i.1. Grana solis. Steenbrec<br />

H.c.f. Grana solis. Steenbrec. In handschrift : vel milium solis<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : Witte steenbreke .j. grana solis. In <strong>de</strong> tekst :<br />

steenbrecke, steenbreck<br />

Vorst, en Back. In <strong>de</strong> tekst : steenbreeck cruyt, steenbreeke<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : w<strong>de</strong>kx saet es van <strong>de</strong>r meester cracht en<strong>de</strong> es wit ront<br />

'en<strong>de</strong> steenechtich wassen<strong>de</strong> in scerpe hoeghe p<strong>la</strong>etsen. Lithospermum<br />

officinale L.; G<strong>la</strong>d parelkruid, steenkruid<br />

LXVI HANENCAM OF GALLITRICUM<br />

of centrum galli<br />

H.<strong>la</strong>t. Galletricum. Schar<strong>la</strong>ch. In <strong>de</strong> tekst : Gallitritu alio nomine<br />

ceptrum galli<br />

H.i.1. Gallericum. Hanencam. In <strong>de</strong> tafel : Galletricum<br />

H.c.f. Galletricum. Scar<strong>la</strong>ech. In <strong>de</strong> tekst Galletricum alio nomine<br />

septratn galU. h\ handschïift •. et est species veibene of<br />

hanecam<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : gallitricum of hanekam<br />

Vorst, en Back. In <strong>de</strong> tafel : hanenkam<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Salvia horminum. L.; Bonte salie, e<strong>de</strong>le scharlei, of mogelijks<br />

ook Salvia sc<strong>la</strong>rea L.; Scarlei, muskaatsalie.<br />

« en<strong>de</strong> es die ierste manier van verbena »; <strong>de</strong> verwantschap is moeilijk<br />

te verstaan<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

mackt met een<strong>de</strong>r sponcien op <strong>de</strong> moyer een stoffing die in sieding<br />

van gallitricum van bivoet en<strong>de</strong> mater in wijne si ghedout dit salmen<br />

dycke doen want hijer met salmen die moyer die vercout es ai<strong>de</strong>r best<br />

bequaem maken om te ontfaen<br />

LXVIJ GARIOFILAET OF GARIOFEL CRUYT<br />

of gariofi<strong>la</strong>ta of sanamunda of avancia of <strong>la</strong>pagum dats al een<br />

H.<strong>la</strong>t. Garioffi<strong>la</strong>ta. Garioffel crut<br />

H.i.1. Garioffil<strong>la</strong>ta<br />

H.c.f. Garioffi<strong>la</strong>ta. Garioffi<strong>la</strong>et. In handschrift : vel <strong>la</strong>pagum vel<br />

sana munda vel anancia<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Geu,m, urbanum L.; Nagelkruid, nagelwortel, gezegend<br />

kruid


— 464 —<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

liet heet gariofi<strong>la</strong>et want het heeft roeck dye <strong>de</strong> groffels naghelen<br />

ghelijket<br />

LXVIIJ GANCIANE<br />

of genciaen dat cruyt heet oeck ganciaen<br />

H.<strong>la</strong>t. Genciana. Encien<br />

H.i.1. Genciana. Encien<br />

H.c.f. Genciana. Encien. In <strong>de</strong> tafel : Gentiana. In handschrift :<br />

of genciaen j<br />

Vorst, en Back. In <strong>de</strong> tafel : Ganciaen<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Gentiana lutea L.; Gentiaan<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Om <strong>de</strong> ston<strong>de</strong>n te doen comen maect een pessarium dat es in dye<br />

moijer ghelijck een clisteer in <strong>de</strong>n ers<br />

LXIX BREMPT<br />

of genesta<br />

H.<strong>la</strong>t. Genesta. Ginst<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : brem of genesta<br />

Vorst. Brempt oft genistra<br />

Back. Genestra<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « es een boemleen bringhen<strong>de</strong> gheel bloemkens voert of<br />

maenkens waren » : Spartium, scoparium, L.; Genista scoparia Lam.;<br />

Cytisus scoparius Link.; Sarothamnus scoparius Wim,.; Hei<strong>de</strong>brem<br />

« Hets een an<strong>de</strong>r manier van brem <strong>de</strong> genestria heet...gheliken<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>esen an<strong>de</strong>ren ghenoem<strong>de</strong>n brem Maer <strong>de</strong>ze brem es cleyn<strong>de</strong>r<br />

hebben<strong>de</strong> cleyn<strong>de</strong>r rijskens en<strong>de</strong> smael<strong>de</strong>rs die witte bloemkens<br />

draghen ». We vin<strong>de</strong>n bij P<strong>la</strong>tearius iets <strong>de</strong>rgelijks over «genestu<strong>la</strong>» :<br />

« similis est geneste sed minores habet stipites et angustiores et<br />

florem habet album, genesta vero croccum ». Misschien wordt hierme<strong>de</strong><br />

wel <strong>de</strong> Genesta sagittalis L.; Pijlbrem,, bedoeld?<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Tegen <strong>de</strong>n royen lichaem of dissinteriam dats met scaveling van<br />

<strong>de</strong>rmen<br />

LXX GHERS<br />

of gramen<br />

H.<strong>la</strong>t. Gramen. Grasz<br />

H.i.1. en H.c.f. Gramen. Gers<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : garse of gramen<br />

Vorst, en Back. In <strong>de</strong> tafel : gherse<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Mogelijks Triticurn, repens L.; Kweek, of een of an<strong>de</strong>r<br />

grassoort<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Als die hon<strong>de</strong>n hem willen purgeren of reynen soe etense dit cruyt


— 465 —<br />

LXXI TITELOSE<br />

of digitus hermetis of hermodactilus<br />

H.<strong>la</strong>t. Hermodattulus. zytlosz<br />

H.c.f. Hermodattulus. Titelose. In handschrift : vel digitus hermetis<br />

H.i.d. Part. I, cap. LXIJ : Tytelose dats hermodactilus<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « es een eruit dat bloeyt in dat en<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n herfst Die<br />

sommeghe heeft een witte bloeme. sommeghe heeft een bloeme ten<br />

swerten wert dalen<strong>de</strong>, en<strong>de</strong> dye sommeghe heeft een roye bloeme.<br />

Maer die <strong>de</strong> witte bloeme heeft die es die beste Dye an<strong>de</strong>re sijn al<br />

fenyn. » Colchicum, autumnale L.; Colchicum vernale Hoffm,.;<br />

Herfsttijloos (en an<strong>de</strong>re colchicüm-soorten)<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Nyemant en doele in <strong>de</strong>es wortel voer eyuyn tetene want sij es suete<br />

en<strong>de</strong> van ghenuechliken smake waer dan yemant dyer met bedroghen<br />

ware en<strong>de</strong> <strong>de</strong>es wortel gheeten had hij sal die self me<strong>de</strong>cinen nemen<br />

die men nemen zou als men fongien gheeten had<br />

LXXIJ BELSEM<br />

of iusquianus<br />

H.<strong>la</strong>t. Iusquiamus. Bilsen krut<br />

H.i.1. Iusquianus. Bilsem<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : Balsem of insquiamus<br />

Vorst. Iusquiamus. In <strong>de</strong> tafel : balsem of iusquiamus<br />

Back. In <strong>de</strong> tafel : Balsem of insquiamus<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Belsem es dierleye waer af dat swert es dat qwaeste<br />

Daer nae dat roye Maer dat wit es ghesont en<strong>de</strong> es dat gheen dat<br />

men in me<strong>de</strong>cinen besicht. Eest dat men dat wit niet en vindt zoe<br />

mach men die roye gheven. altijt nochtans dat swert scouwen<strong>de</strong><br />

Hyosciamus niger L.; Bilzenkruid<br />

Hyosciamus albus L.; Wit bilzenkruid<br />

Hyosciamus aureus L.; Ros bilzenkruid<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

dat sap belsem met roos water op dat voerhoeft gheleyt doet s<strong>la</strong>pen<br />

LXXIIJ YSOEP<br />

of yspe of ysopus<br />

H.<strong>la</strong>t. Isopus. Ysop<br />

H.i.1. Isopus. Yspe<br />

H.c.f. Isopus. Ysope<br />

Back. Ysope oft ijspe<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « es tweerlye als dat int wilt of in <strong>de</strong>n gheberchten wast<br />

en<strong>de</strong> dat in die hoven wast ». Dit heeft <strong>de</strong> schrijver uit Dioskori<strong>de</strong>s :<br />

« montanum et hortense »; waarin het on<strong>de</strong>rscheid bestaat is niet<br />

dui<strong>de</strong>lijk. Hyssopus officinalis L.; Hysop<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Teghen <strong>de</strong>n cou<strong>de</strong>n catar of cou vochtigheyt van dat hooft neerwert


— 466 —<br />

daelen<strong>de</strong> en<strong>de</strong> teghen die neervalling van <strong>de</strong>n huych gorgelt wijn met<br />

wenich eeck daer yspe roes b<strong>la</strong>yeren en<strong>de</strong> betram wortel in ghesoyen<br />

sijn daer nae heft <strong>de</strong>n huych op met <strong>de</strong>n vingher en<strong>de</strong> worpter wenich<br />

ghebroken gymbers met betram op.<br />

LXXIIIJ YREOS<br />

or yris<br />

H.<strong>la</strong>t. Ircos vel yris. Swertelwortzel. In <strong>de</strong> tafel : Yreos<br />

H.i.1. Ireos vel yris. Swertelwortel<br />

H.c.f. Ireos vel yris. Swertelwortel. In <strong>de</strong> marge : yris purpureus,<br />

yreos albus, g<strong>la</strong>diolus croceus<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : yreos of yris of swer<strong>de</strong>le<br />

Back. Yreos of iris<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Yreos of yris sijn van b<strong>la</strong>yeren ghelijck maer van bloemen<br />

sijnse on<strong>de</strong>rsceyen. yris heeft bloemen van verwen purpure of<br />

rootechtich. yreos heeft witte bloemen G<strong>la</strong>diolus dat heeft gheel<br />

bloemen Maer spatu<strong>la</strong> fetida en heeft gheen bloemen, <strong>de</strong>es iiij. sijn<br />

al een manier van lische in b<strong>la</strong>yeren ghenoecghelick...yreos en<strong>de</strong> yris<br />

besicht men dat een voer dat an<strong>de</strong>r ».<br />

Yreos : Iris florentina L.; Florentijnse lis<br />

Yris : Iris germanica L.; Duitse lis, b<strong>la</strong>uwe lis<br />

G<strong>la</strong>diolus : G<strong>la</strong>diolus communis L.; Zwaardlelie<br />

Spatu<strong>la</strong> fetida : Iris foetidissima L.; Stinken<strong>de</strong> lis (?, draagt immers<br />

wel bloemen)<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Teghen die duysternisse of vervelling dats pannus <strong>de</strong>r oghen maeckt<br />

een colirium<br />

Olie van yreos es goet tegen spasmam dats vertrecking <strong>de</strong>r genuen<br />

teghen <strong>de</strong> iecht teghen sciaticam dats pyn in <strong>de</strong> sy<strong>de</strong> van boven <strong>la</strong>nckx<br />

die hoepe dat been neerwert<br />

en<strong>de</strong> geneest gonoream dats dat men <strong>de</strong> nature quijt wort van selfs<br />

LXXV GENIVER<br />

of genever of iuniperus<br />

H.<strong>la</strong>t. Iuniperus. wecholter<br />

H.'i.l. Iuniperus. Genever<br />

H.c.f. Iuniperus. Genever. In handschrift : of geniver<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : genefer of iuniperus<br />

Back. In <strong>de</strong> tekst : genivere<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Als men geniver in medcinen vindt zoe salmen die<br />

vrucht verstaen die heet geniver besien of wakelbesien » : Juniperus<br />

communis L.; Jeneverbessenstruik<br />

LXXVI CRUIJSDISTEL<br />

of iringus<br />

H.<strong>la</strong>t. Iringus. krusz distel<br />

H.i.1. Iringus. Cruys distel. In <strong>de</strong> tafel : yringus


— 467 —<br />

H.c.f. Iringus; Cruisdistel. In . <strong>de</strong> tafel :yringus. In handschrift :<br />

vel secacul - -<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : yringius of secacul. In <strong>de</strong> tekst : yringus. Part. I,<br />

cap. XCV : Yringus dat sijn cruis distelen<br />

Vorst, cruijs distel of iringus<br />

Back. cruys dijstele of. yringus ' . -<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « yringus es een doren » « dye bloem van yringus die<br />

in<strong>de</strong>r verwen purpur es » : Eryngiurn campstre L.; Kruisdistel<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

We treffen hier een nota aan van <strong>de</strong> vertaler : « Dye wortel van yringus<br />

en heet niet secacul zo <strong>de</strong> sommeghe meynen. want sera(pio) maecter<br />

verschey<strong>de</strong>n capittelen af yringum set hij on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> cou me<strong>de</strong>cinen<br />

secacul on<strong>de</strong>r die heete mé<strong>de</strong>cine dit seyt symon ioannënsis in <strong>de</strong><br />

letter secacul sijn<strong>de</strong>r symonien (1. synonima)<br />

LXXVIJ LELIE<br />

of lilium<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « En<strong>de</strong> es domesticum dats in die hoven wassen<strong>de</strong> met<br />

witte bloemen » : Lilium candidum L.; Witte Lelie (?)<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n:<br />

Teghen malum mortuum en<strong>de</strong> es een manier van ^jway scorfheyt als<br />

swerte doijverweghe puysten omtrent dat been en<strong>de</strong> scënen comen of<br />

el<strong>de</strong>rs daer van dat die leen dorre of droghe wor<strong>de</strong>n<br />

LXXVIIJ HOPPEN CRUIJT<br />

of lupulus<br />

H.<strong>la</strong>t. Lupulus. Hoppen<br />

H.i.1. en H.c.f. Lupulus. Hoppen<br />

H.id. In <strong>de</strong> tafel : hoppe of lupulus<br />

Vorst, en Back. Hoppen cruyt<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Hurruilus Lupulus L.; Hop<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Dye sijroep... purgeren<strong>de</strong> die verbran<strong>de</strong> colerike lichtelick openen<strong>de</strong><br />

die verstopping <strong>de</strong>r lever <strong>de</strong>r milten en<strong>de</strong> cleynen ayeren <strong>de</strong> mëzefaice<br />

heeten<br />

LXXIX (Geen on<strong>de</strong>rschrift)<br />

of <strong>la</strong>pacium acutum<br />

Uit <strong>de</strong> verzameltafel kunnen we <strong>de</strong> titel rekonstrueren : Partike of<br />

<strong>la</strong>pacium acutum.<br />

H.<strong>la</strong>t. Lappacium acutum. spiczwegerich<br />

H.i.1. Lappacium acutum: Partike<br />

H.c.f. Lappacium acutum. Partike. In handschrift : clesse cruy<strong>de</strong> of<br />

par<strong>de</strong>lle. In <strong>de</strong> marge : rotundum docke b<strong>la</strong>ren<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst: partick<br />

Vorst, en Back. hebben wél een on<strong>de</strong>rschrift : Partike oft <strong>la</strong>pacium<br />

acutum<br />

:


— 468 —<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Lapacium es tweerleye als acutum. want hed scerpe<br />

b<strong>la</strong>yeren heeft » : Rumex obtusifolius L.; Riunex purpureus Poir.;<br />

Rid<strong>de</strong>rzuring « en<strong>de</strong> rotundum want hed ron<strong>de</strong> b<strong>la</strong>yeren heeft » :<br />

Rum,ex aquaticus L.; Rumex hydro<strong>la</strong>path'ûm, Huds.; Paar<strong>de</strong>zuring<br />

« Als men <strong>la</strong>pacium son<strong>de</strong>r yet meer in me<strong>de</strong>cinen seet zo salmen<br />

rotundum dat sijn docke b<strong>la</strong>yeren verstaen »'<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Tegen scrofulen dat sijn verghering in <strong>de</strong>n hals on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> oxelen of in<br />

<strong>de</strong> eghernis<br />

Teghen die watersucht die leucoflumentia heet : dats die watersucht<br />

van witte flumen die ait lichaem doer verspraeyt<br />

Lapacium acutum of partike es goet teghen scorfheit. teghen impetiginem<br />

dats rouicheit van <strong>de</strong>n veile en<strong>de</strong> 'fseghen serpiginem dats<br />

rouicheit <strong>de</strong> scerp es en<strong>de</strong> cruypt herwert en<strong>de</strong> ghens wert<br />

LXXX LACHTIKE<br />

of <strong>la</strong>ctuwe of <strong>la</strong>ctuca<br />

H.<strong>la</strong>t. Lactuca. <strong>la</strong>ttich<br />

H.i.1. Lactuca. <strong>la</strong>chtith<br />

H.c.f. Lactuca. Lattich. In handschrift : of <strong>la</strong>ctuwe<br />

Vorst. Lachtike of <strong>la</strong>ctuwe oft <strong>la</strong>ctuca<br />

Back. Lachtijke oft <strong>la</strong>tuwe<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « es tweerley »<br />

(1°) « als tamme die in <strong>de</strong> hoven wast » : Lactuca sativa L.; S<strong>la</strong><br />

tujns<strong>la</strong><br />

(2°) « en<strong>de</strong> wil<strong>de</strong> die in dat wilt wast » : Lactuca scario<strong>la</strong> L.; Wil<strong>de</strong><br />

<strong>la</strong>tuw<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Dat saet van <strong>la</strong>chtike met vrouwen melcke en<strong>de</strong> wit van<strong>de</strong>n eye op<br />

dat voerhoeft gheleet doet s<strong>la</strong>pen<br />

LXXXI LEVESCHE OF LEVISTICUM<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Ligusticum, levisticum, L.; Levisticum. officinale Koek.;<br />

Lavas, lubbestok<br />

LXXXIJ LAVENDULA<br />

oft <strong>la</strong>vendre<br />

H.i.1. en H.c.f. Lavendu<strong>la</strong>. <strong>la</strong>ven<strong>de</strong>l<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : <strong>la</strong>ven<strong>de</strong>re of <strong>la</strong>vendu<strong>la</strong><br />

Vorst. Lavendu<strong>la</strong>. Laven<strong>de</strong>l<br />

Back. Lavendu<strong>la</strong>. Lavendre. In <strong>de</strong> tafel : Laven<strong>de</strong>re<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Lavandu<strong>la</strong> vera D.C.; Lavaridu<strong>la</strong> officinalis Chaix; Echte<br />

<strong>la</strong>ven<strong>de</strong>l (niet uitgesloten : Lavandu<strong>la</strong> spica L.; Spijk)<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Maect oeck een caputpurgium dats een mé<strong>de</strong>cine om dat hoet<br />

(=hoofd) te rumen of een stamitatorium (1. sternutatorium) om te<br />

niesen


— 469 —<br />

LXXXIIJ LAUREOLA<br />

oft mezereon<br />

H.Iat. Laureo<strong>la</strong>. dripkrut,, ,„,_<br />

H.i.1. Laureo<strong>la</strong>. mezereon<br />

H.c.f. Laureo<strong>la</strong>. Mezereone. In handschrift : vel mesereon vel cocondium.<br />

In <strong>de</strong> tekst : appel<strong>la</strong>tur coconidium<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : <strong>la</strong>ureo<strong>la</strong> of drankers zaet. Part. I, cap. XV : saijen<br />

van mezereon dat dranckers zaet of in <strong>la</strong>tin coconidium heet<br />

Vorst. Taureo<strong>la</strong> (sicï of meseron. In <strong>de</strong> tafel : drankers saet<br />

Back. Tanreo<strong>la</strong> (sic) of meseron. In <strong>de</strong> tafel : dranckers saet<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « hets een boemken welckx saet <strong>de</strong>n me<strong>de</strong>cinen bequaem<br />

es en<strong>de</strong> heet drankers saet dats cocondium » « Mezereon es tweerley<br />

dat beste es dat veel b<strong>la</strong>yeren heeft die <strong>de</strong>n olijf b<strong>la</strong>yeren gheliken<br />

en<strong>de</strong> cleyn<strong>de</strong>r sijn » : Daphne niezereum, L.; Peperboompje<br />

Dodoens zegt erover : Chame<strong>la</strong>ea van Hooch-Duytsch<strong>la</strong>nt of Gemeyn<br />

Mezereon : « Oock zijn<strong>de</strong>r sommige die dit gewas Laureo<strong>la</strong> heeten...<br />

Dronckaerts besien ».<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

es goet teghen morfeam dat sijn lelike pleckinghe en<strong>de</strong> albara dats<br />

morfea die ongheneselijck es of bycans<br />

T VVVTTTT "fc/ÎÎPÏ T ÏCCT7<br />

LXX^\.iiij ivmijijidbii.<br />

of mellissa<br />

Algemeen werd mellissa, mellisse (met dubbele 1) geschreven.<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie :Melissa officinalis L.; Citroenkruid<br />

LXXXV GARWE<br />

of dusent b<strong>la</strong>t oft millefolium<br />

H.<strong>la</strong>t. Millefolium. Garbe<br />

H.i.1. Mellifolium. Garbe<br />

H.c.f. Millefolium. Garbe. In handschrift : garwe of dusentb<strong>la</strong>t<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : gherwe, gerwe<br />

Vorst. Garwe of duzet b<strong>la</strong>t. In <strong>de</strong> tafel : dusentb<strong>la</strong>t<br />

Back. Garwe ofte duzent b<strong>la</strong>t. In <strong>de</strong> tafel : duysentb<strong>la</strong>t<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « es een cruyt. welckx b<strong>la</strong>yeren <strong>de</strong>n venkel gheliken veele<br />

b<strong>la</strong>yeren hebben<strong>de</strong>, waer om dat dusent b<strong>la</strong>d heet... en<strong>de</strong> wast in<br />

broeckechtighe ste<strong>de</strong>n» : Achillea millefolium, L.; Dujzendb<strong>la</strong>d, garwe<br />

LXXXVI MALUWE<br />

of malva<br />

H.<strong>la</strong>t. Malva. bappel<br />

H.i.1. Malva. malve<br />

H.c.f. Malva. malve. In handschrift : malva silvestris vocatur altea<br />

vel bismalva vel malva viscus theutonice Maluwe Witte ho-<br />

: nich. In <strong>de</strong> tekst : silvestris qui malvavistus vel bismalva<br />

vocatur.


— 470 —<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « maluwe es tweerleye als domestica <strong>de</strong> in die hoven<br />

wast en<strong>de</strong> men bicans alom vindt dan<strong>de</strong>r es silvestris dats wil<strong>de</strong> maluwe<br />

of altea of malvaiuscus (1. malvaviscus) of bismalva dats witten<br />

hoemsch <strong>de</strong>es wast hoegher en<strong>de</strong> heft bre<strong>de</strong>r b<strong>la</strong>yeren hebben<strong>de</strong> een<br />

tay vochticheyt... van <strong>de</strong>ser es voer int ca. van hoemsche geseet ».<br />

Het gaat'"hier dus in dit kapittel om <strong>de</strong> malva domestica. Veel kans<br />

maakt <strong>de</strong> Malva silvestris L.; Groot kaasjeskruid, mpluw. Doch<br />

an<strong>de</strong>re malva-soorten komen eveneens in aanmerking o.a. Malva<br />

rotundifolia L.; Klein kaasjeskruid, <strong>de</strong> zogeheten Malva vulgaris<br />

van Fries.<br />

LXXXVIJ MUNTE<br />

of menta<br />

H.c.f. Menta. munte. In handschrift : Mentastrum est menta silvestris<br />

theutonice heeylich<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Munt es veel<strong>de</strong>ran<strong>de</strong> Te weten<strong>de</strong> domestica. of ortu<strong>la</strong>na<br />

Die in die hoven wast... Die an<strong>de</strong>r es silvestris die int wilt wast.<br />

en<strong>de</strong> heet mentastrum sommeghe heetense heyleghe ».<br />

Het is onmogelijk met zekerheid <strong>de</strong> muntsoorten bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> schrijvers<br />

te i<strong>de</strong>ntificeren. Voor domestica of ortu<strong>la</strong>na <strong>de</strong>nken we vooral aan<br />

Mentha rotundifolia L.; Rondb<strong>la</strong>dige munt of aan Mentha crispa L.;<br />

Echte kruisemunt.<br />

Voor mentastrum <strong>de</strong>nken we aan Mentha silvestris L.; Mentha<br />

longifoüa Huds.; Mentha candicans Cr.; Wil<strong>de</strong> munt, hertsmunt. Doch<br />

Mentha arvensis L.; Akkermunt is evenmin uitgesloten, te meer daar<br />

op <strong>de</strong> afbeelding <strong>de</strong> <strong>la</strong>ngwerpige tegenovergestel<strong>de</strong> b<strong>la</strong><strong>de</strong>ren, <strong>de</strong> kransjes<br />

bloemen aan <strong>de</strong> stengel en het b<strong>la</strong>drozet op het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> stengel<br />

sterk aan Mentha arvensis L. doen <strong>de</strong>nken.<br />

LXXXVIIJ MALLOTE OF MELLILOTUM<br />

of corona regia<br />

H.<strong>la</strong>t. Mellilotum. steynklee<br />

H.c.f. Mellilotum. Mallote. In handschrift : vel corona regia<br />

Back. Mallote oft mellulotum oft corona regya<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Trifolinm, melilotus officinalis L.; Melilotus arvensis<br />

Walls; Melilotus officinalis Medik.; Melilotus macrorhiza Pers.;<br />

Honigk<strong>la</strong>ver, steenk<strong>la</strong>ver<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Eest dat yemant sijn hant strijct met <strong>de</strong>n sap van mallote <strong>de</strong> sal sterkelic<br />

son<strong>de</strong>r letsel een gloyen<strong>de</strong> yser mogen in sijn hant draghen<br />

LXXXIX MATERE BIVOET<br />

of arthemisia of matricaria<br />

hed heet oeck an<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> moijer <strong>de</strong>r crui<strong>de</strong>n<br />

H.<strong>la</strong>t. Matricaria. Meter. In <strong>de</strong> tafel: matercaria. In <strong>de</strong> tekst: Matricaria<br />

id est arthimesia et dicitur alio nomine mater herbarum


— 471 —<br />

H.c.f. Matricaria. mater. In <strong>de</strong> tekst : Matricaria id. est arthimesia<br />

quod i<strong>de</strong>m est ut dicitur Pan<strong>de</strong>cta cap. <strong>de</strong> arthimesia et<br />

dicitur alio nomine mater herbarum<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel: matre'of matricaria. In <strong>de</strong> tekst: Mater, arthemesia,<br />

byvoet<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Pan<strong>de</strong>cta seet dat arthemesia dats byvoet die voer gheseet<br />

es in dat .XIJ. capittel en<strong>de</strong> matricaria dats mater daer men<br />

hier af seet sijn een. ick oversetter <strong>de</strong>es boeckx seg dat verschey<strong>de</strong>n<br />

cru<strong>de</strong>n sijn maer hed es een gheslechte van een<strong>de</strong>r macht in verscey<strong>de</strong>n<strong>de</strong>r<br />

ghedaenten » : Matricaria parthenium L.; Pyrethrum<br />

parthenivtm Smith.; Chrysanthemum, parthenium Bernh.; Moe<strong>de</strong>rkruid<br />

De verwarring tussen bijvoet en moe<strong>de</strong>rkruid is te verwon<strong>de</strong>ren, want<br />

al behoren bei<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> compositae, toch zijn <strong>de</strong> bloemen zeer verschillend.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Oeck mellisse met <strong>de</strong>n sap van hasen cullen dats testiculus satirionis<br />

in wijn ghesoyen en<strong>de</strong> op <strong>de</strong> moyere ghep<strong>la</strong>estert of dien roeck daer af<br />

on<strong>de</strong>r ontfaen helpt zeere te ontfaen nae <strong>de</strong> suvering <strong>de</strong>r moyer. Hed<br />

helpt oeck hier tou eest dat <strong>de</strong> vrou bayt in water daer bivoet mellisse<br />

en<strong>de</strong> mater in ghesoyen sijn. Dees iij. crui<strong>de</strong>n ghestoeten met scaveling<br />

van yvoren ghemingt daer af een poppeken eenen vingheer groet<br />

ghemaeckt en<strong>de</strong> in die ieffrouwe ghesteken doen <strong>de</strong> ston<strong>de</strong>n comen<br />

XC MAGELEYNE<br />

of maiorana of sansuscus<br />

H.<strong>la</strong>t. Maiorana. Mairon<br />

H.i.1. Maiorana. maseleyne<br />

H.c.f. Maiorana. maseleine. In handschr. : amaracus<br />

sansucus > P ersis<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : mageleyn<br />

Vorst. Saususcus<br />

Back. Saufuscus<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Origanurn, majorana L.; Majorana hortensis Moench.;<br />

Echte marjolein<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Maect .i. caputpurgium van dat poijer van mageleyn want dat doer <strong>de</strong>n<br />

nose op ghehaelt helpt zeer daer teghen en<strong>de</strong> tegen <strong>de</strong> vallen<strong>de</strong> siecte<br />

tegen <strong>de</strong> iecht tegen <strong>de</strong> wriving <strong>de</strong>s mont en<strong>de</strong> tegen emigraniam dats<br />

pyn in <strong>de</strong>en helft van <strong>de</strong>n hoye<br />

XCI MAELROVIE<br />

of marubium of prassium<br />

H.<strong>la</strong>t. Marubium. andaren. In <strong>de</strong> tafel : marubeum. In <strong>de</strong> tekst :<br />

marubium .i. prassium<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : maelrobie of marubium<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Marra.biurn, vulgare L.; Andoorn, witte malrove


— 472 —<br />

XCIJ MOERBESIE<br />

dat sijn mora celsi Mora baci dat sijn<br />

haeg besien of brem besien<br />

H.<strong>la</strong>t. Mora celsi. mulber. In <strong>de</strong> tafel : mora celsi et morabaci<br />

H.i.1. In <strong>de</strong> tafel : <strong>de</strong> moro celsi et mora bici<br />

H.c.f. Moracelsi. Moerbesien. In <strong>de</strong> tafel : <strong>de</strong> moro celsi et mora<br />

bici. In handschrift : Mora bici theutonice haghebesien of<br />

brembesien<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : mora bati, moeren<br />

Vorst. Moerbesyen, hage besien<br />

Back. Moerbesijen. Hagebesien<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Mora of moeren sijn twee<strong>de</strong>ran<strong>de</strong> te weten<strong>de</strong> dye eene<br />

die heeten mora celsi of domestica dat sijn moerbesien boemen<br />

dye sijn tweeran<strong>de</strong>. als zuete moerbesien die sijn heete en<strong>de</strong> natte,<br />

en<strong>de</strong> suer moerbesien die sijn dalen<strong>de</strong> ter couwen en<strong>de</strong> natheyt <strong>de</strong>es<br />

twe heeten domestica of tamme moerbesien die in <strong>de</strong> hoven op groete<br />

boemen wassen Dye an<strong>de</strong>re principael Mora of moeren heeten<br />

silvestria of wil<strong>de</strong> moerboemen die heeten mora bati dat sijn haghe<br />

besien of brem besien dats een dinck draghen »<br />

Als we rekapituleren, dan zien we dat er zijn :<br />

1° Mora celsi of domestica, moerbesienboemen, tamme moerbesien<br />

op grote boemen. Daarvan zijn er 2 soorten :<br />

a) zuete : Morup nigra L.; Zwarte moerbei<br />

b) suer : Mora alba L.; Witte moerbei. Hierover zegt Dodoens :<br />

« Den Witten moerbezieboom is <strong>de</strong>n gemeyenen oft Swerten<br />

in alles ghelijck / wtgheson<strong>de</strong>rt alleen <strong>de</strong> vruchten / die<br />

witt zijn / en<strong>de</strong> niet soo goet oft wijnachtich van smaeck /<br />

maer veel te smets / smoutachtich oft onlieflick soet in<strong>de</strong>n<br />

mont ».<br />

2° Mora baci, haeg besien of brem besien : Rubus fructicosus L.;<br />

Braambes<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

We treffen hier <strong>de</strong> afbeelding enerzijds van een moerbesietak aan en<br />

an<strong>de</strong>rzijds van een braambestak met stekels voorzien. Vorst, en Back.<br />

geven alleen <strong>de</strong> braambes-tak.<br />

XCIIJ MERCURIAL<br />

of mercurialis of linosostis som heetent smeer wortel<br />

H.<strong>la</strong>t. Mercurialis. bingelkrut<br />

H.c.f. Mercurialis. Mercuriael. In handschrift : of smeerwortel<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : smeerwortel of mercuriael (ook in <strong>de</strong> tekst)<br />

Vorst, en Back. Mercuriael of mercuryalis of knosostis (sic)<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Mercuriael es tweeran<strong>de</strong> als man en<strong>de</strong> vrou Dye vrou<br />

es dye meeste Dye man es dye minste en<strong>de</strong> heeft ron<strong>de</strong> saikens » :<br />

Mercurialis annua L.; Eenjarig bingelkruid<br />

Deze p<strong>la</strong>nt komt in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> litteratuur meestal voor als Mercurialis<br />

annua femina L. en Mercurialis annua mas L.


— 473 —<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Men seet dat dye b<strong>la</strong>yefs <strong>de</strong>r vrouwen ghewreven en<strong>de</strong> op dye <strong>la</strong>ncken<br />

gheleet of dat sap daer af ghedroncken doen een wijfke winnen, oeck<br />

<strong>de</strong> b<strong>la</strong>yers <strong>de</strong>s mans zoe ghebesicht doen een wijfken winnen<br />

XCIIIJ DOELWORTEL<br />

of mandragher oft mandragora<br />

In <strong>de</strong> tafel van H.i.d., Vorst, en Back. : Van mandragorem of<br />

doelworte<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Won<strong>de</strong>rlijk genoeg wordt geen on<strong>de</strong>rscheid gemaakt in<br />

mannelijke en vrouwelijke p<strong>la</strong>nt, zoals we dit in <strong>de</strong> meeste herbaria<br />

terugvin<strong>de</strong>n. Meestal is dan spraak vanMandragora officinarurn, L.;<br />

voor <strong>de</strong> mannelijke alruin en Mandragora au,tum,nalis Spreng., voor<br />

<strong>de</strong> vrouwelijke alruin.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Als yemant van <strong>de</strong>se wortelen neempt in eten of drincken dan wort<br />

hij zeer diepe oft vaste s<strong>la</strong>pen<strong>de</strong> Daer om beseghen <strong>de</strong> siruergijns hier<br />

af als sij eenich ledt af sni<strong>de</strong>n willen<br />

Alst van noye es eenich ledt te snienne of te barren en<strong>de</strong> men en<br />

willes niet ghevoelen zo gheeft i. 3. of ,j.s. 3 van <strong>de</strong>n sap <strong>de</strong>r wortelen<br />

met mellicratum dats wijn daer water en<strong>de</strong> honich in ghesoyen es.<br />

Dye scorsse on<strong>de</strong>r in dye porte als een suppositorium ghedaen doet<br />

s<strong>la</strong>pen<br />

(Over <strong>de</strong> mandragora-legen<strong>de</strong>, eigenaardig genoeg, wordt met geen<br />

woord gerept!)<br />

XCV HOF KERSE<br />

of nasturcium ortu<strong>la</strong>num<br />

H.<strong>la</strong>t. Nasturcium ortu<strong>la</strong>num. gartenkrasz. In <strong>de</strong> tafel : nastarcium<br />

H.c.f. Nasturcium ortu<strong>la</strong>num. Hofkersse. In handschrift : of sterckersse<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : hofkerse of nasturcium domesticum<br />

Vorst. Hofkerse of nasturcyum ortu<strong>la</strong>num. In <strong>de</strong> tafel : hoefkerse<br />

Back. In <strong>de</strong> tafel : nasturciam<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « es tweerleye als domesticum dats tamme kerse en<strong>de</strong><br />

wort ghesayt » : Lepidium, sativum L.; Tuinkers<br />

« En<strong>de</strong> wil<strong>de</strong> kerse die van self wast » : Cardamine pratensis L.;<br />

Koekoeksbloem,, wei<strong>de</strong>kers<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n : •<br />

Op <strong>de</strong>n karbunke dats een cleyne apstonie donker somwylen met groenheit<br />

somwilen met gheelheyt somwilen met roetheit ghemingt en<strong>de</strong><br />

heet een vierich apstonie als <strong>de</strong> pestilenciael apstonie En<strong>de</strong> op ignem<br />

persicum dats ignis sacer dat sijn roye puystkens maken<strong>de</strong> vierighe<br />

steeckingen


— 474 —<br />

XCVI WATER KERSE<br />

of nasturcium aquaticum of senation of eruca aque<br />

of pillu<strong>la</strong> aque dats al een eruit<br />

H.<strong>la</strong>t. Nasturcium aquaticum. bornkrasz. In <strong>de</strong> tekst: id est senacion<br />

H.c.f. Nasturcium aquaticum. Waterkerse. In handschrift : vel<br />

eruca aquosa vel pillu<strong>la</strong><br />

Back. In <strong>de</strong> tafel : waterkersse<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Sisymbriiyn Nasturtium, L.; Nasturtium officinale R.<br />

Br.; Waterkers<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

teghen die coupisse en<strong>de</strong> teghen die dissurie dats alle uren met pinen<br />

pissen sied water kerse met maelrovie in wijn en<strong>de</strong> legse soe op <strong>de</strong><br />

b<strong>la</strong>se on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n navel om te doen pissen en<strong>de</strong> <strong>de</strong>n steen oft graveel<br />

uyt te driven<br />

Rp. <strong>de</strong>es waterkerse rou met venkel en<strong>de</strong> peercel cruyt met <strong>la</strong>chtike<br />

met bernaydse mingse met venich eeckx en<strong>de</strong> olie van oliven en<strong>de</strong><br />

maketer af een so<strong>la</strong>et<br />

Dit eigenaardig woord « so<strong>la</strong>et » zou<strong>de</strong>n we kunnen verstaan als een<br />

opbeurend mid<strong>de</strong>l, iets dat so<strong>la</strong>es, genoegen, opwekking verschaft. Ik<br />

meen echter dat we moeten lezen sa<strong>la</strong>et, sa<strong>la</strong><strong>de</strong>, s<strong>la</strong>, want het recept :<br />

rouwe groenten met olie en azijn doen wel aan een s<strong>la</strong>-gerecht <strong>de</strong>nken.<br />

H.<strong>la</strong>t. zegt: «Et il<strong>la</strong> herba potest cru<strong>de</strong> sumi in sa<strong>la</strong>to cum foliis<br />

feniculi... ». De H.c.f. heeft dit foutief overgeschreven: «in so<strong>la</strong>to»<br />

wat <strong>de</strong> vertaler, zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>nken, in « so<strong>la</strong>et » heeft vertaald.<br />

XCVIT NIGELLA OF NIEL SUMMEGHE HETENT BALSEM<br />

H.<strong>la</strong>t. Nigel<strong>la</strong>. rate<br />

H.c.f. Nigel<strong>la</strong>. Balsem. In handschrift: of niel aliqui vocant nardum<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : Basem zaet secundum aliquos<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Agrostemrna githago L.; Lychnis githago Scop.; Bol<strong>de</strong>rik<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

balsem veel smaels ghenomen dat do<strong>de</strong>t<br />

tegen <strong>de</strong>n carbunkel dats een feninege apstonie vol viers doeter op<br />

orine meel van balsemsaet en<strong>de</strong> dat zap van b<strong>la</strong>yelose met eeck samen<br />

ghesoyen<br />

XCVIIJ APLOMPEN OFT PLOMPEN<br />

oft water rosen of zee bloemen oft water leliën dats nemifar<br />

H.<strong>la</strong>t. Nenufar. Seeblomen. In <strong>de</strong> tafel : nemifar<br />

H.c.f. Nenufar. Zeebloemen. In handschrift : of applompen of<br />

water rosen<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : applompen of nenufer<br />

Vorst, en Back. Aplompen, waterlelyen dats nemyfar<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « es tweeran<strong>de</strong> »<br />

« die een dracht witte bloemen die es <strong>de</strong> beste » : Nymphaea alba<br />

L.; Witte waterlelie


— 475 —<br />

. « die an<strong>de</strong>r draghet gheel bloemen maer die een es soe goet niet » :<br />

Nymphaea lu|tea L.; Nuphar lu,teurn Sibith.; Gele waterlelie<br />

XCIX WILDE MAGELEYNE OF ORIGANUM<br />

H.<strong>la</strong>t. Origanum. dost<br />

H.i.1. Origanum. Wil<strong>de</strong> maseleyne<br />

H.c.f. Origanum. Wil<strong>de</strong> maseleyne. In handschrift wordt <strong>de</strong> s van<br />

maseleyne verbeterd in g<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : mag<strong>de</strong>leyne<br />

Vorst, en Back. Wyl<strong>de</strong> mageleyne '<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « es twe<strong>de</strong>rleye »<br />

« als die gheen die wil<strong>de</strong> heet die bre<strong>de</strong>r b<strong>la</strong>yeren heft en<strong>de</strong> sterck<br />

werckt » : Origanurn, vulgare L.; Wil<strong>de</strong> m,arjolein, dost<br />

« dan<strong>de</strong>r heet tam of domesticum dye in <strong>de</strong> hoven wast en<strong>de</strong> heft<br />

min<strong>de</strong>r b<strong>la</strong>yeren oeck werket si sueteleeckxt <strong>de</strong>es salmen in medicinen<br />

doen » : Origanum dictamnus L.; Marjolein van Kreta<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

tcghen dat cou reuma dats vochtigheyt die int hoeft es Rp. een<br />

sackxken daer in dat die b<strong>la</strong>yers van<strong>de</strong>r wil<strong>de</strong>r mag<strong>de</strong>leynen'sijn ghedaen<br />

dan wérmet soe droeg in een panne en<strong>de</strong> leggheet opt hoet<br />

(=hoofd) en<strong>de</strong> <strong>de</strong>cket wel werm dat swete<br />

dit self gheneest tenasmonen uyt cou<strong>de</strong>r saken dats een sieckte die es<br />

dat men lost van schiten heft son<strong>de</strong>r jet connen te schiten en<strong>de</strong> dat<br />

<strong>de</strong>n eers oeck of dat eyn<strong>de</strong> uyt gheet als men op die cru<strong>de</strong>n sidt in die<br />

siedinghe<br />

C BEERTRAM<br />

of piretrum<br />

H.<strong>la</strong>t. Piretrum. bertrum<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : beetram of piretrum. In <strong>de</strong> tekst : bertram. Part.<br />

I, cap. LXXIIJ : betram<br />

Vorst. Beetram<br />

Back. In <strong>de</strong> tekst : pyretrum<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Anthémis pyrethrujm, L.; Anacyclus pyrethrurn, (L.) D.C.;<br />

Bertram<br />

Cl PIJONIE OF PIONIA<br />

H.<strong>la</strong>t. Pionia. bononigen wortzel (zie nota)<br />

H.i.1. en H.c.f. Pyonie<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : pionie of pionia<br />

Vorst. Pyonie of pionia<br />

Back. Pyonie of pyonia<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Paeonia officinalis L.; Pioen<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Teghen dye vallen<strong>de</strong> sieckte ghehanghen aen <strong>de</strong>n hals verwaertse van<br />

die vallen<strong>de</strong> sieckte als galienus seet van eenen kin<strong>de</strong> aen welx hals<br />

was <strong>de</strong>es wortel ghehanghen en<strong>de</strong> ten vielniet in dat evel. mer terstont<br />

als si van<strong>de</strong>n hals genomen was so vieldt in <strong>de</strong> vallen<strong>de</strong> sieckte


. — 476 -<br />

die roecking met <strong>de</strong>n zaye van pionie gemackt es goet tegen die<br />

besetenen en<strong>de</strong> <strong>de</strong>n vallen<strong>de</strong> mensch in <strong>de</strong> vallen<strong>de</strong> sieckte genesen<strong>de</strong><br />

hem lien.<br />

sayen van pionien in wijn of mellicratum dats wijn honich en<strong>de</strong> water<br />

te ga<strong>de</strong>r ghedronken syn seer goet tegen jucubum (1. incubum) dats<br />

een sieckte dat eenen dunck dat hem die mare rijt<br />

Nota :<br />

In H.<strong>la</strong>t. treffen we als vertaling voor Pionia het eigenaardig woord<br />

« bononigen » aan. We hebben hier waarschijnlijk te doen met een<br />

drukfout voor benignen. Hieronymus Bock segt immers ook : « Peonien<br />

rosen nennet man bey uns Benedicten rosen / Benignen rosen ».<br />

CIJ PEERCELLE OFT PETERCELLE<br />

of petrocilinum<br />

H.<strong>la</strong>t. Petrosilinum. petersilge<br />

H.i.1. Petrosilinum. petercelie<br />

H.c.f. Petrosilinum. Petersilie<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : peercelle of petercellen of petrocilium<br />

Vorst. Peercelle oft petercelie oft petrocilynum<br />

Back. Peercelle oft petercelye of petrocylijnum<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « es twe<strong>de</strong>ran<strong>de</strong> »<br />

« als domesticum of tamme die in <strong>de</strong> hoven wast » : Apiuin petroselinum,<br />

L.; Petroselinum sativum Hoffm.; Carum, petroselinum, (L.)<br />

Benth. et Hook; Peterselie<br />

« en<strong>de</strong> agreste of die int wilt wast » : Smyrnium olusatrum, L.; Grote<br />

eppe<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Hier is weer spraak van een « so<strong>la</strong>et »; zie hierover cap. XCVI<br />

CIIJ BOEMVAREN<br />

of wilt varen of polipodium<br />

H.<strong>la</strong>t. Polipodium, engelsusz<br />

H.c.f. Polipodium. Wilt varen. In handschrift : of boem varent<br />

Vorst. Polypodium of wylt varen<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Polypodium, vulgare L.; Eikvaren<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

teghen <strong>de</strong> arthetike dats pine in <strong>de</strong> iuncturen of leen<br />

CIIIJ PARIDANE<br />

of paritarie of paritaria<br />

H.<strong>la</strong>t. Paritaria. nacht und dag<br />

H.c.f. Paritaria. Paridane. In handschrift : of paritarie<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : paridaen<br />

Vorst. Parydane of paritarye of paritaria<br />

Back. Pardayne oft parytarye of paritarya<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Parietaria officinalis L.; G<strong>la</strong>skruid


— 477 —<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n 1 :<br />

Si es' dyaforetica dats sij doet sweten<br />

hee<strong>de</strong>n daeghs maken yeeLJien .torten of coeken van eyeren en<strong>de</strong> van<br />

paridaen b<strong>la</strong>yeren tegen die voerghenoem<strong>de</strong> letzelen<br />

gheneest dat heylich vier en<strong>de</strong> die cnaghen<strong>de</strong> apostonien als es herpestiomeus<br />

(in H.c.f. : herpostimenum)<br />

CV PORCELLEINE<br />

of portu<strong>la</strong>ca<br />

H.<strong>la</strong>t. Portu<strong>la</strong>ca. burczelkrut<br />

H.i.1. Portu<strong>la</strong>ca. Porceleyne<br />

H.c.f. Portu<strong>la</strong>ca. Porcëleine<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : porcelline of portu<strong>la</strong>ca. In <strong>de</strong> tekst : porceleyne,<br />

porceleyne<br />

Vorst, en Back. Porcelleyne<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Portu<strong>la</strong>ca oleracea (L.) sativa Haw.; Tuinpostelein<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Daer om es sij beest (1. best) teghen causam dats een seer heete corts<br />

ontrent dat herte<br />

r^\TT T>T TT Tp-\7T?<br />

oft sommeghe heetent onser vrouwen wiechstro dats pulegium<br />

H.<strong>la</strong>t. Polegium. poley<br />

H.i.1. Polegium. puleye<br />

H.c.f. Polegium. Puleye. In handschrift : vel pullegium<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : onser vrouwe wiech stroe. In <strong>de</strong> tekst : puley<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « dwelck es een cru<strong>de</strong>ken zeer wel rieken<strong>de</strong> » « es<br />

tweerleye »<br />

« als domesticum dat tamme : Mentha pulegium, L.; Pulegium vulgare<br />

MUI.; Polei<br />

« en<strong>de</strong> agreste of wilt » : Thyrnus serpyllum L.; WU<strong>de</strong> tijm,, (ook wel<br />

eens Pulegium L. of Pulegium <strong>la</strong>tifolium. Wordt in Brabant nog<br />

O.L.Vrouw bedsto geheten)<br />

CVIJ PORRUM<br />

zom heetent byes loeck of poerloeck<br />

zom poerey loeck of sommeghe porloeck<br />

H.<strong>la</strong>t. Porrum. Lauch<br />

H.i.1. Porrum. Biesloeck<br />

H.c.f. Porrum. Biesloock. In handschrift : of poerloec of porretlooc<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : pareye. In <strong>de</strong> tekst : pareij, parey<br />

Vorst. Byesloeck, poerloeck, poereiloeck, poerloeck<br />

Back. Byes looc of poerlooc, poereilooc, poerlooc<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « En<strong>de</strong> es twee<strong>de</strong>rleye als tam en<strong>de</strong> wilt » : Alliuun<br />

porrUjin, L.; Prei<br />

Door het wil<strong>de</strong>, waarop <strong>de</strong> naam byes loeck mogelijks s<strong>la</strong>at, werd


— 478 —<br />

waarschijnlijk Allium, schoenoprassum, L.; Bieslook, 'verstaan, waarvan<br />

ook Dodoens zegt : « Bies-Loock is een me<strong>de</strong>soorte van Pareye ».<br />

Ook wijst <strong>de</strong> afbeelding eer<strong>de</strong>r op bieslook dan op prei.<br />

CVIIJ VUIJF BLAT<br />

of vuijf vingher oft pentafilon oft quinque folium<br />

H.<strong>la</strong>t. Pentaffilon, funffinger<br />

H.i.1. Pentaffilon. Vive b<strong>la</strong>dren<br />

H.c.f. Pentaffilon. Vive b<strong>la</strong>dren. In <strong>de</strong> tafel : Pentafilon<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : vijf b<strong>la</strong>t<br />

Vorst. Vuyfb<strong>la</strong>t of vuijf vingher oft pentafylon oft quinque<br />

Back. Vijfb<strong>la</strong>t of vijf vinger oft pentafylon oft quinque<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Potentil<strong>la</strong> reptans L.; Vijfvingerkrujd<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

pannaricum dats een ai<strong>de</strong>r scerpste apstonie in dat in<strong>de</strong> oft op dat topten<br />

van<strong>de</strong>n vingher gheneeset alst daer op gheleet es<br />

Est dat oeck yemant met hem dracht soe helpet hem wilt oeck<br />

yemant van eenen prince oft coninck wat vercrighen over hem dit<br />

cruyt draghen<strong>de</strong> dat sal hem wel spreken<strong>de</strong> maken en<strong>de</strong> hij sal vercnghen<br />

dat hij begheert als albertus in <strong>de</strong>n boeck <strong>de</strong>r heymeliche<strong>de</strong>n<br />

van die crachten <strong>de</strong>r cru<strong>de</strong>n spreekt<br />

CIX BEVENELLE<br />

heet <strong>de</strong>es meester pinpinel<strong>la</strong> oft pinpinelle al eest dat die<br />

sommeghe van hem bey<strong>de</strong>n verscey<strong>de</strong>n cruy<strong>de</strong>n maken die<br />

crachten comen over een ick oversetterre <strong>de</strong>s boeckx sal<br />

van beyen wenich spreken soe <strong>de</strong>es meester seet Pimpinelle<br />

es ghelijck <strong>de</strong>r steenbreke an<strong>de</strong>rs dat pimpinelle es ghekeert<br />

Die steenbreke dats saxifraga en heeft gheen keerkens<br />

H.<strong>la</strong>t., H.i.1., H.c.f. : Pipinel<strong>la</strong>. bevenelle<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : bevenel<br />

Vorst. Pinpinel<strong>la</strong> oft pipinelle<br />

Back. In <strong>de</strong> tafel : pimpinel<strong>la</strong><br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : De schrijver is. zoals <strong>de</strong> meeste ou<strong>de</strong>re schrijvers in twijfel,<br />

toch menen we dat <strong>de</strong> bedoeling is : Pimpinel<strong>la</strong> saxifraga L.;<br />

Kleine pimpernel, kleine steenbreek. Op <strong>de</strong> afbeelding zijn <strong>de</strong> b<strong>la</strong><strong>de</strong>ren<br />

onregelmatig gezaagd en hebben <strong>de</strong> vorm van <strong>de</strong> b<strong>la</strong><strong>de</strong>ren<br />

van Kleine pimpernel.<br />

CX OELSAET<br />

oft mancop zaet of papaver<br />

H.<strong>la</strong>t. Papaver, maisz samen (zie nota)<br />

H.c.f. Papaver, oelsaet. In handschrift : mancopsaet<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : oelzat, oelzaet, oelsaye<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « dat wit es cout en<strong>de</strong> droeg in <strong>de</strong>n ij. graet Dat swert<br />

es cout in <strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n graet Dat saet son<strong>de</strong>rling. dat wit es beqwaem


— 479 —<br />

in me<strong>de</strong>cinen., ,dat swert en sal men niet geven want het doedt<br />

(=doodt) meer...Als (1. alle) oelsayen gheliken melcan<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong><br />

b<strong>la</strong>yers maer in <strong>de</strong> bloemen sijnse verscey<strong>de</strong>n want dat wit oelsaet<br />

heeft witte bloemen Dat swert oelsaet heeft swerte bloemen Dat<br />

roy oelsaet heeft roy bloemen. Oelsaet dat cornutum heet heeft<br />

gheel bloemen. Alle oelsayen bringen voert swerte sayen son<strong>de</strong>r dat<br />

wit oelsaet want dat heeft witte sayen...Opium maeckt men van<br />

swaert oelsaet en<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n zap van zee oelsaet of dat by<strong>de</strong>r zee<br />

wast »<br />

Wit oelsaet : Papaver somniferum L. var. album D.C.<br />

Swert — : Papaver somniferum L. var. nigrum, D.C.<br />

Roy — : Papaver rhoeas L.; K<strong>la</strong>proos<br />

Zee - : ?<br />

Cornutum : Chelidonium g<strong>la</strong>ucum L.; G<strong>la</strong>cum, f<strong>la</strong>vum Crantz.;<br />

Gele hoornpapaver<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Teghen verdroeghing <strong>de</strong>r leen als ethica dats vertering of eenen verteren<strong>de</strong><br />

corts<br />

Oelsaet heeft macht te s<strong>la</strong>pen, als men een p<strong>la</strong>ester maect van oelsaet<br />

van vrouwen melck en<strong>de</strong> van wit van<strong>de</strong>n eye dan legse op die s<strong>la</strong>pen<br />

van <strong>de</strong>n hoye. Die sommeghe om dit self te doen in die kin<strong>de</strong>rkens<br />

gheven wit oelsaet ghebroken met melke <strong>de</strong>n kin<strong>de</strong>rkens teten<strong>de</strong><br />

Nota:<br />

H.<strong>la</strong>t. heeft « maisz samen ». Hieron..Bock spreekt van « Magsamen<br />

nennt man auch Magie und Mön und ömsamen ».<br />

CXI POPEL BOEM<br />

of ulbenboem (zie nota) oft populus<br />

H.<strong>la</strong>t. Populus. ulbenbaum<br />

H.c.f. Populus. Popelboem. In handschrift : of popeliere<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : popelier, popel<br />

Back. In <strong>de</strong> tafel : poulus (sic)<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « van <strong>de</strong>sen boem comt herst of résina » : Populus nigra<br />

L.; Zwarte populier. (Deze geniet onze voorkeur, omdat die steeds<br />

officinaal is geweest en daaruit eeuwen<strong>la</strong>ng populierzalf werd gemaakt)<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

van die toppekens eer si b<strong>la</strong>yeren voert brenghen plecht men salve te<br />

makene... <strong>de</strong>es salve heet popelier salve, die welke in voel dinghen<br />

helpt. Sy heet populeon of popelier salve want si van die ooghen van<br />

popel ghemackt wort. en<strong>de</strong> es goet teghen scerpe cortselike hitte oeck<br />

es si goet <strong>de</strong>n ghenen dye niet en moeghen s<strong>la</strong>pen als si aen <strong>de</strong>n s<strong>la</strong>pe<br />

van <strong>de</strong>n hoye op die polsten en<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r dat hol van die voeten oft in<br />

die palme van hant ghestreken wort.<br />

Nota :<br />

Ulbenboem vgl. H.<strong>la</strong>t. ulbenbaum; in mo<strong>de</strong>rner Duits Alberbaum


— 480 —<br />

CXIJ WILDE PASTERNAKE<br />

of pastinaca silvestris of daucus asininus<br />

H.<strong>la</strong>t. Pastinaca silvestris. wild moren. In <strong>de</strong> tekst : pastinaca silvestris<br />

.i. daucus asininus<br />

H.i.1. Pastinaca silvestris. Wildmoren<br />

H.c.f. Pastinaca silvestris. wild moren. In <strong>de</strong> tekst : Pastinaca sil<br />

i. daucus asininus<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : wil<strong>de</strong> pasternake of pisternake sommeghe heeten<br />

wil<strong>de</strong> pasternake wilt daucum<br />

Vorst. Wyl<strong>de</strong> pasternake of pastinem silvestris<br />

Back. Wyl<strong>de</strong> pasternake of pastinem silvestris of daucus asininus<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Dai^cus carota silvestris L.; Wil<strong>de</strong> peen<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n:<br />

Teghen pleuresim dats een apstonie in <strong>de</strong>r borst<br />

die wortel van pasternake aen <strong>de</strong>n hals ghehanghèn es goet tegen syn<br />

gheswillen. oeck en mach een serpent hem niet scayen<br />

CXIIJ TAMME PASTERNAKE<br />

of hof pasternake of pastinaca domestica oft baucia<br />

H.<strong>la</strong>t. Pastinaca domestica. moren. In <strong>de</strong> tekst : Pastinaca domestica<br />

.i. baucia<br />

H.c.f. Pastinaca domestica. hofpasterne. In handschrift : vel baucia<br />

H.i.d. Part. I, cap. XCV : baucia dat es pisternake. Part. I, cap.<br />

LXXVI : Baucia dats tamme pasternake<br />

Vorst, en Back. Pastynaca<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Pastinaca silvestris Mill.; Wil<strong>de</strong> pastinaak. Er heerst<br />

echter veel verwarring bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> schrijvers tussen pastinaca en<br />

daucus.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Tamme pasternake... es meer bequaem in spisen dan in medicinen Sy<br />

heft macht voel goets bloets en<strong>de</strong> dicke te maken daer om doet ze<br />

vermeer<strong>de</strong>ringhe <strong>de</strong>r oncwijsheyt die van sieckten op staen oft <strong>de</strong>n<br />

me<strong>la</strong>nconosen es di goet rou of ghesoyen heeten (1. gheeten)<br />

besun<strong>de</strong>r die wortelen die welke es beruren<strong>de</strong> toet minnen want si<br />

mackt win<strong>de</strong>n si verwermt en<strong>de</strong> vochticht oft nat die welke drie<br />

ghemeynleck tot oncuyscheyt behoren<br />

CXIIIJ ROSEN<br />

of rosa<br />

H.i.d., Vorst, en Back. In <strong>de</strong> tafel : roosen<br />

Back. In <strong>de</strong> tafel : Roosa<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Rosa-soorten; Rozen<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

roy rosen salmen in medicinen verkyesen. van versche dat heyten groen<br />

rosen maeckt men veel dinghen als honich van rosen zuker van rosen.<br />

mulsa van rosen siroep van rosen olie van rosen en<strong>de</strong> roes water


— 481 —<br />

CXV RADIJS<br />

of raffanus<br />

H.<strong>la</strong>t. Raffanus. retich<br />

H.i.1. en H.c.f. Raffanus. Radys<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : Radize of rafamis<br />

Vorst. In <strong>de</strong> tafel : radize of rafamis<br />

Back. In <strong>de</strong> tafel : radijse of rafamis<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Cochlearia arrnoracia L.; Cochlearia rusticana Lam.;<br />

Armpracia rusticana Gartn.; Mierikswortel<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

dye sieding daer af ghegorghelt es goet teghen die squinancie dats een<br />

apstonie in <strong>de</strong>r kele<br />

CXVI RADIX ES TE VERSTAEN VOER TAM<br />

oft domesticum fadisc.oft die wortel van tam radijs<br />

H.<strong>la</strong>t. Radix, mirretich<br />

H.i.I. Radix. Mirretich<br />

H.c.f. Radix. Mirretich. In handschrift : Radijs domestica<br />

Back. Radyse<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie :Raphanus sativus niger L.; Ramenas<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Oeck dat water al <strong>la</strong>u ghenomen dan met een<strong>de</strong>r pennen oft met een<br />

eyken b<strong>la</strong>dt in <strong>de</strong>n mont ghekeetelt doet walghen<br />

In spisen die wortel ghesoyen es goet <strong>de</strong>n ptisicis dats die sweringhe in<br />

dye longhenen hebben : waer wijt si hoers lijfs qwijt wer<strong>de</strong>n en<strong>de</strong><br />

rwymt die borst van flumen<br />

dat water van tam radijs op een scorpioen gheduyt maeckt dat scorpioen<br />

onberuerleeck dat swillet en<strong>de</strong> barst oppe in mid<strong>de</strong>n<br />

CXVIJ RUTE<br />

of ruta<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « es tweerleye als tamme en<strong>de</strong> wil<strong>de</strong> dye welke wil<strong>de</strong><br />

heet piganum ».<br />

Tamme : Ruta graveolens L.; Ruta hortensis Mill.; Wijnruit<br />

Pigamum : Thalictrum, f<strong>la</strong>vuin L.; Gele poelruit<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

teghen dye leepe oft royooghen<br />

es yemant met groen rute omgort hij mach sekerleeck gaen om <strong>de</strong>n<br />

baseliske te doe<strong>de</strong>ne<br />

CXVIIJ ROSEN MARIJN<br />

of arbor marie of ros marinus<br />

H.<strong>la</strong>t. Ros marinus. rosenmarin<br />

H.i.1. Ros marinus. rosenmarine<br />

H.c.f. Ros marinus. rosenmarine. In handschrift : vel arbor marie


— 482 —<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : rosemarijn, rosemarin, rosemarijne, rosemarine<br />

Vorst. In <strong>de</strong> tafel : rosenmarijn of rosmarinus<br />

Back. In <strong>de</strong> tafel : rosemarijn of rosimarinus<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Rosmarinus officinalis L.; Rosmarijn<br />

CXIX RAPEN OF RAPA<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : raep<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « rapen syn tweerleye als tamme die gheseet syn en<strong>de</strong><br />

wil<strong>de</strong> die heeten rapol<strong>la</strong>...raepzaet doet men in confexien van<br />

dryakel... hets oeck een an<strong>de</strong>r mannier van rapen die cleyn als fighen<br />

tewor<strong>de</strong>n en<strong>de</strong> hoer wortel es min<strong>de</strong>r dan rapen »<br />

Tamme : Brassica napus L.; Raap<br />

Rapol<strong>la</strong>, waarvan het zaad <strong>de</strong>el uitmaakt van <strong>de</strong> triakel. Volgens<br />

<strong>de</strong> Ph. Lillensis 1775 zou<strong>de</strong>n dit <strong>de</strong> za<strong>de</strong>n zijn van koolzaad :<br />

« Brassica arvensis, napus sylvestris, Colsat. Ejus semina Theriacam<br />

ingrediuntur ». Dit zou dan wijzen op Brassica campestris<br />

L.; Koolzaad.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

hoe si(=<strong>de</strong> rapen) <strong>la</strong>nger sien hoe si bat voen<br />

CXX AELBESIEN<br />

oft ribes<br />

H.<strong>la</strong>t. Ribes. sant iohans drubgin<br />

H.i.d. en Vorst. In <strong>de</strong> tafel : aelbesien of rybes<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « hets een cru<strong>de</strong>ken vaer (1. waer) af die vrucht es roet<br />

en<strong>de</strong> suet met zuericheyt en<strong>de</strong> stipiciteyt » : Ribes ru,brum L.; Ro<strong>de</strong><br />

aalbes.<br />

CXXI MEEDE DAER MEN ME VERWET<br />

of rubea titectorum<br />

H.<strong>la</strong>t. Rubea tinctorum. klebekrut. In <strong>de</strong> tafel : Rubea tincturi<br />

H.i.1. Rubea tinctorum. Mee<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> tafel : Rubea tinctura<br />

H.c.f. Rubea tinctorum. Mee<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> tafel : Rubea tinctura<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : me<strong>de</strong><br />

Vorst, en Back. Mee<strong>de</strong> daer men me verwet oft titectorum<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Mee<strong>de</strong> es tweerleye als tamme oft <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>r en<strong>de</strong><br />

wil<strong>de</strong> oft die min<strong>de</strong>r die wortel <strong>de</strong>es cruyt es roet daer om heetse<br />

rubea » : Rubia tinctorum, L.; Meekrap. Het on<strong>de</strong>rscheid in meer<strong>de</strong>re<br />

en min<strong>de</strong>re moet waarschijnlijk gezocht wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> gekultiveer<strong>de</strong><br />

en <strong>de</strong> in het wild voorkomen<strong>de</strong> meekrap<br />

CXXIJ NACHTSCAYE<br />

oft so<strong>la</strong>trum oft strignum<br />

H.<strong>la</strong>t. So<strong>la</strong>trum. nachtscha<strong>de</strong><br />

H.i.1. So<strong>la</strong>trum. Nachtsca<strong>de</strong><br />

H.c.f. So<strong>la</strong>trum. Nachtsca<strong>de</strong>. In handschrift : vel strignum<br />

Vorst, en Back. Nachtscay. In <strong>de</strong> tafel : nachtschaye


— 483 —<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « es vier<strong>de</strong>rleye die een daer af eedt men die an<strong>de</strong>r niet<br />

die men eedt die heet tamme en<strong>de</strong> es een cruyt niet groet hebben<strong>de</strong><br />

veel riserkens waer af die b<strong>la</strong>yeren sijn <strong>de</strong>n b<strong>la</strong>yeren van basilike<br />

ghelick hoer saet es ront groen of swert maer alt (1. alst) rijp wordt,<br />

wor<strong>de</strong>t roet Als ment brect vindt men daer in voel vochticheyt <strong>de</strong>n<br />

smaeck daer af es stiptike »<br />

Over <strong>de</strong> drie an<strong>de</strong>re soorten wordt niet meer gerept. Dodoens kent<br />

ook <strong>de</strong>ze in<strong>de</strong>ling : « On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ges<strong>la</strong>chten van Nascaye oft So<strong>la</strong>num<br />

is het eerste en gemeynste Tam/... <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r zijn wilt/ en<strong>de</strong> som niet<br />

bekent/ som wt vreem<strong>de</strong> <strong>la</strong>n<strong>de</strong>n ghebracht : als zijn <strong>de</strong> Criecken over<br />

Zee/ s<strong>la</strong>epmaken<strong>de</strong> Nascaye/ dullebezien oft Groote Nascaye en<strong>de</strong><br />

meer an<strong>de</strong>r ».<br />

Het zal hier wel <strong>de</strong> bedoeling van <strong>de</strong> schrijver zijn te spreken over<br />

<strong>de</strong> tamme nachtscaye : So<strong>la</strong>num, nigrum, L.; So<strong>la</strong>num, miniatupi Bernh.;<br />

So<strong>la</strong>num, hiuiule Bernh.; Zwarte nachtscha<strong>de</strong>.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Nachtscaye nemt men sel<strong>de</strong>n voer voetsel maer als medicine om te<br />

vercoelen. (De zwarte nachtscha<strong>de</strong> is in<strong>de</strong>rdaad van sterkwisselen<strong>de</strong><br />

giftigheid en in sommige streken wordt ze als groente gegeten).<br />

CXXIIJ SPINAGIE<br />

of spinachia<br />

H.<strong>la</strong>t. Spinachia. benitz (zie nota). In <strong>de</strong> tafel : spinacha<br />

H.i.1. Spinachia. Spinagie. In <strong>de</strong> tafel : spinacha<br />

H.c.f. In <strong>de</strong> tafel : spinaca<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : spinagie of spinagia<br />

Vorst. Spinacya. In <strong>de</strong> tafel : spinagie. spinagia<br />

Back. In <strong>de</strong> tafel : spinagye oft spinagya<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Spinacia oleracea L.; Spinacia spinosa Moench.; Spinazie<br />

Nota:<br />

Hieron. Bock : « Bynetsch das man uber Rhein Spinnat nennet ».<br />

CXXIIIJ WILT COMIJN<br />

oft breet comijn. dats p<strong>la</strong>tociminum oft comijn <strong>de</strong>r rustieren<br />

oft siler montanum dats siseleos en<strong>de</strong> es al een<br />

H.<strong>la</strong>t. Siler montanum. wil<strong>de</strong> kommel. In <strong>de</strong> tekst : siler montanum<br />

.i. siselios<br />

H.i.1. Wilt commun<br />

H.c.f. Siler montanum. wilt comiin. In handschrift : vel syseleos<br />

vel p<strong>la</strong>tociminum vel cuminum rusticum of breet comijn<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : Wilt commyn<br />

Vorst, en Back. Wylt comijn. syseleos<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Laserpitimn, siler L.; Seselikruid<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

als een mensch of enich an<strong>de</strong>r dier van <strong>de</strong>sen cru<strong>de</strong>n edt als hi minnen<br />

wil of als hi mint so heipet hem terstont ontfaen


— 484 —<br />

. CXXV MOSTAERT SAET<br />

of sinapis<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « es twe<strong>de</strong>ran<strong>de</strong> »<br />

« dat een es welcks sayen buten syn swertechtic binnen wit » : Sinapis<br />

nigra L.; Brassica nigra Koch; Zwarte mosterd<br />

« dat an<strong>de</strong>r es welckx sayen buten en<strong>de</strong> binnen syn wit » : Sinapis<br />

alba L.; Witte mosterd<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

die wortel hier af aen <strong>de</strong>n hals ghehanghen es goet teghen <strong>de</strong>n tantsweer<br />

(= tandpijn)<br />

Tegen die vallen<strong>de</strong> sieckte en<strong>de</strong> tegen litargie dats een apstonie achter<br />

in die hersen minghet poyer van mostaert saet met ghinbeer poyer<br />

doeget in<strong>de</strong>n noze want het doet niesen en<strong>de</strong> verweckse soe op die<br />

litargie<br />

CXXVI SQUINANTUM<br />

dat es caf of hoy of stroe. dat dye kemelen eten<br />

gemeinlic heetet caf dat die kemelen eten<br />

H.<strong>la</strong>t. Squinantum. kameelgrasz. In <strong>de</strong> tekst : squinantum dicitur<br />

palea camelorum<br />

H.i.1. Squinantum. kemel gras<br />

H.c.f. Squinantum. kemel gras. In handschrift : invenitur in arabia<br />

H.i.d. In.<strong>de</strong> tafel : van hoy of stroe of caf dat <strong>de</strong> kemelen eeten en<strong>de</strong><br />

heet squinatum (sic). Part. II, cap. II : Squinantum dwelc <strong>de</strong><br />

sommeghe nomen hoy oft caf dàt <strong>de</strong> kemelen eeten<br />

Vorst. Squynantum'dat es caf of hoi... In <strong>de</strong> tafel : van hoy of van<br />

stroo... en<strong>de</strong> heet squinatum<br />

Back. I<strong>de</strong>m als Vorst., doch in <strong>de</strong> tafel : squinacum<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Andropogon schoenantus L.; Kemelshooi, welrieken<strong>de</strong><br />

bies<br />

CXXVIJ SERPENTINE<br />

oft serpentaria of dragontea <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>r of luf <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>r<br />

H.<strong>la</strong>t. Serpentaria. Naterwortz. In <strong>de</strong> tekst : serpentaria .i. draguntea<br />

H.c.f. Serpentaria. Serpentine. In handschrift : vel dragontea, In <strong>de</strong><br />

tekst : Serpentaria id est draguntea maior<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « dragontea es twerley »<br />

(1°) « als meer<strong>de</strong>r <strong>de</strong> serpentine heet want sij wast ghelijck een serpent<br />

of want het fenijn <strong>de</strong>r serpenten veriaecht » : Polygonum<br />

bistorta L.; Ad<strong>de</strong>rwortel<br />

(2°) « Dan<strong>de</strong>r heet dye min<strong>de</strong>re <strong>de</strong> heet aaron of pes vituli dats calfs<br />

voet en<strong>de</strong> heeft pleyn of effen b<strong>la</strong>yeren » : Arum, macidatum. L.;<br />

Arum, wdgare Lam,.; Gevlekte aronskelk, kalfsvoet. (Min<strong>de</strong>r kans<br />

maakt <strong>de</strong> Arum dracunculus L.; Aronspeerwortel, daar <strong>de</strong>ze nimmer<br />

pes vituli genaamd wordt)


— 485 —<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

serpentine met trifolium dats c<strong>la</strong>verb<strong>la</strong>t in <strong>de</strong> eer<strong>de</strong> ghegraven maect<br />

serpenten <strong>de</strong> roet en<strong>de</strong> groen syn. daer af men poijer maect welke in<br />

<strong>de</strong> banen<strong>de</strong> (= bran<strong>de</strong>n<strong>de</strong>) <strong>la</strong>mpe ghedaen doet scynen of voel serpenten<br />

waren.<br />

CXXVIIJ HASENCULLEN<br />

oft wolfs cullen of satyrion dats testiculus<br />

canis oft testiculus yulpis<br />

H.<strong>la</strong>t. Satirion. sten<strong>de</strong>lwortz. In <strong>de</strong> tekst : satirion .i. testiculus vulpis<br />

H.c.f. Satirion. Hasen cullen. In handschrift : of vossen cullen of<br />

wolfs cullen of honts cullen. In <strong>de</strong> tekst : Satirion i. testiculus<br />

vulpis<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : satirion, satierio. Part. I, cap. LXXXIX : Hasen<br />

cullen dits testiculus satirionis<br />

Vorst. Satirion dats testiculus canis oft testyculus vulpis<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « hebben<strong>de</strong> b<strong>la</strong>yers als die witte leliën oeck sulke bloemen<br />

» : Orchis-soorteiv Orchis .morio L.; Harlekijnsorchis; Orchis<br />

rrçascu<strong>la</strong> L.; Mannetjesorchis; Orchis militaris L.; Soldaatjes<br />

« hets noch een an<strong>de</strong>r manier van satiren <strong>de</strong> palma christi heet dats<br />

<strong>de</strong> palme van christus welckx b<strong>la</strong>yeren sijn ghelijck <strong>de</strong>r ierster ghe<strong>de</strong>nten<br />

of manier van satierion maer sy syn clein<strong>de</strong>r met swerte<br />

pleckxkens » : Orchis macujata L.; Gevlekte orchis<br />

-Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

vvaer dat een man aete dat meeste <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r wortelen van satirion dat<br />

hij een menneken winnen souwe. en<strong>de</strong> aet hij dat minste <strong>de</strong>el dat hij<br />

een wijfken winnen sou<strong>de</strong> Die vrouwen in ytalien gheven <strong>de</strong>es wortel<br />

ghebroken met gheyten melck om oncuyscheit te berueren<br />

CXXIX MOTTEN CRUYT<br />

of winter bloeme' segghén sommeghe of sticados citrinum<br />

oft absinthium marinum<br />

H.<strong>la</strong>t. Scicados citrinum. Motten crut. In <strong>de</strong> tekst : sticados citrinum<br />

est absintheum marinum<br />

H.i.1. Scicados citrinum. Motten eruit<br />

H.c.f. Scicados citrinum. Motten eruit. In <strong>de</strong> tekst : Scicados citrinum<br />

est absinthium marinum. In handschrift : vel absinthium<br />

marinum<br />

Vorst. Mottencruyt oft wynter bloemen. In <strong>de</strong> tafel: stycados atrinum<br />

Back. Stycados citrinum. In <strong>de</strong> tafel : stycados atrinum<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie :.Podp.eps zegt van Rhijn bloemen/ oft Mottencruyt : «De<br />

Rhijn bloernèri'zijn het Elichruson aengaen<strong>de</strong> heur goutverwighe<br />

cranssen van bloemen seer gelyck... Rhijn bloemen / oft Rheyn<br />

bloemen / en<strong>de</strong> Mottencruyt...Tinearia int Latijn : Dan <strong>de</strong> Apotekers<br />

heetent stoechas en<strong>de</strong> Stichas citrina » : Gnaphalium <strong>la</strong>nceo<strong>la</strong>tum,<br />

L.; Helichryson Stoechas D.C.; Langwerpige droogbloem<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Olie van motten cruyt doet <strong>de</strong>n baert <strong>de</strong> <strong>la</strong>ngsemleeck wast wassen


— 486 —<br />

die sieding van hem met eeck (= azijn) verbiet te comen<strong>de</strong> <strong>de</strong> knaghen<strong>de</strong><br />

apstonien als herpestioneum en<strong>de</strong> carbunculum dats een cleyn<br />

doncker apstonie met groenheit ofte gheelheit of oeck met grote roetheyt<br />

en<strong>de</strong> es een ai<strong>de</strong>r heetste apstonie<br />

Teghen heete apstonien <strong>de</strong>s wits van<strong>de</strong>n ooghen dat heet obtalmia<br />

CXXX STICADOS VAN ARABIEN<br />

dat es sticados arabicum<br />

H.<strong>la</strong>t. Scicados arabicum. von arabien<br />

H.i.1. Scicados arabicum. scicados van (!)<br />

Vorst, en Back. Stycados van arabien<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Lavenduja stoechas L.; Stechas<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Sticados van arabien purgeert <strong>de</strong> mé<strong>la</strong>ncolie en<strong>de</strong> die flumen hedt<br />

suvert die hersene. die genuen en<strong>de</strong> die leen daer die sinnen of verstant<br />

in rusten, son<strong>de</strong>rling eest goet teghen <strong>de</strong> siecten van <strong>de</strong>n hoye (=hoofd)<br />

CXXXI SPARGUS<br />

H.<strong>la</strong>t. Spargus. Spargen<br />

H.i.1. en H.c.f. Spargus. Spargen<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : Sparagus of spargus. In <strong>de</strong> tekst : sparghe<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Asparagus officinalis L.; Asperge<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Men seet dat die siedinghe van <strong>de</strong>n saye dooet (= doodt) die hon<strong>de</strong>n<br />

Die sommeghe segghen als men dye hoernen van een weer (= we<strong>de</strong>r,<br />

ram) in die eer<strong>de</strong> graeft dat <strong>de</strong>r sparghen wassen<br />

CXXXIJ SAVEL BOEM<br />

of seven boem of savina<br />

H.<strong>la</strong>t. Savina. Siebenbaum. In <strong>de</strong> tafel : saffina<br />

H.i.1. en H.c.f. Savina. savel boem. In <strong>de</strong> tafel : saffina<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Jujiiperus sabina L.; Sabina officinalis Garcke; Zevenboom,<br />

CXXXIIJ DONDERBAER<br />

Sommeghe hetent hwys loeck oft barba iovis dat semper<br />

viva also gheheeten want hij altijt leeft of groen es<br />

H.<strong>la</strong>t. Semper viva. Husz wortz. In <strong>de</strong> tafel spva vina<br />

H.i.1. Semper viva. Don<strong>de</strong>rbaer. In <strong>de</strong> tafel spva vina<br />

H.c.f. Semper viva. don<strong>de</strong>rbaer. In <strong>de</strong> tafel spva vina. In handschrift<br />

: barba jovis. huusloeck<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : donckerbaert oft semper viva<br />

Vorst. Don<strong>de</strong>rbaert huysloeck oft barba iovis dat semper viva. In <strong>de</strong><br />

tafel : donckerbaert<br />

Back. Barba ionis (sic) dat semper vina (sic)


-- 487 —<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Don<strong>de</strong>rbaer es twe<strong>de</strong>ran<strong>de</strong> »<br />

« als die meer<strong>de</strong>r die op tiecheldaken ghemeynlick wast. Sommeghe<br />

settense daer op om dat syer wassen sou. <strong>de</strong>es heet ghemeinlick don<strong>de</strong>rbaer<br />

» : Sempervivurn, tectorum, L.; Huislook<br />

« Dan<strong>de</strong>r es <strong>de</strong> min<strong>de</strong>r <strong>de</strong> heet vermicu<strong>la</strong>ris dats b<strong>la</strong>yerloese die op<br />

. die muren en<strong>de</strong> in steenechtighe p<strong>la</strong>etsen wast » : Sedum album, L.;<br />

Schotkruid of Sedum, acre L.; Geelbloemige muurpeper<br />

CXXXIIIJ SQUILLA<br />

heet oec cèpe mûris want het <strong>de</strong> musen doodt<br />

hets wilt eyuyn oft eyuyn van over see<br />

H.<strong>la</strong>t. Squil<strong>la</strong>. wil<strong>de</strong> zwebel<br />

H.c.f. Squil<strong>la</strong>. Squille. In <strong>de</strong> tekst : dicitur cèpe mûris quia mures<br />

interficit. In handschrift : cepa silvestris wylt ayuin vel cepe<br />

mûris quia eos necat<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Scil<strong>la</strong> maritima L.; Urginea maritima Baker; Urginea<br />

scil<strong>la</strong> Steinh.; Ornithogalurn scil<strong>la</strong> Ker-Gawl; Zeeajuin<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Squil<strong>la</strong> ghesoyen met eeck bereyt te drincken gegheven versterct tracheam<br />

arteriam dat es <strong>de</strong>n ganck in dye kele ter borst oft ter longhene<br />

wert vercleren<strong>de</strong> die stemme<br />

CXXXV VLIER OFT SAMBUCUS<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Sambucus nigra L.; Vlier<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Teghen die catar dat es vochticheyt van <strong>de</strong>n hoye ter borst dalen<strong>de</strong><br />

van soute flumen oft in ou<strong>de</strong> lien die coût van complexien syn Rp.<br />

wijn daer vlier en<strong>de</strong> <strong>la</strong>vendre in ghesoyen es<br />

Dickwil gheroken makense roetheit int aensicht<br />

CXXXVI WILGHE<br />

of salix<br />

H.<strong>la</strong>t. Salix. Wi<strong>de</strong>n<br />

H.i.1. Salix. Wilghen<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : Willeghe<br />

Vorst. In <strong>de</strong> tekst : willege<br />

Back. Wilighe of salix<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Salix alba L.; Schietwilg<br />

Nota:<br />

Mid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> tekst van H.i.d., Vorst, en Back. schakelt <strong>de</strong> vertaler<br />

over naar vlier; uit <strong>de</strong> Latijnse teksten is uit te maken dat het hier enkel<br />

een naamvergissing geldt en het wel over <strong>de</strong> wilg gaat. Zo moet b.v. <strong>de</strong><br />

zin « Die b<strong>la</strong>yers van vliere in die camer daer die sieke van <strong>de</strong>n cortze<br />

gheleet ghespraijt vercoelen » gelezen wor<strong>de</strong>n : « Die b<strong>la</strong>yers van<br />

wilghe... ». Ook in an<strong>de</strong>re herbaria vin<strong>de</strong>n we <strong>de</strong> aanbeveling, <strong>de</strong> ziekenkamers<br />

met wilgenb<strong>la</strong><strong>de</strong>ren te bestrooien, ter afkoeling.


— 488 —<br />

CXXXVIJ STEENBREKE<br />

of saxifraga want hed <strong>de</strong>n steen breeckt also gheheeten<br />

H.<strong>la</strong>t. Saxifraga. steynbreck. In <strong>de</strong> tafel :, sapifraga<br />

H.i.1. Saxifraga. steenbre<br />

H.c.f. Saxsifraga. steenbreck<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : Steenbreeck of saxifraga. Part. I, cap. LXIJ :<br />

Steenbreeck cruyt dats saxifragien<br />

i<strong>de</strong>ntifikatie : Saxifraga granu<strong>la</strong>ta L.; Steenbreekkruid<br />

Nota :<br />

Bij Vorst, en ook bij Back. treffen we geen on<strong>de</strong>rschrift aan en het<br />

kapittel begint : heeten is heet en<strong>de</strong> droghe in<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n graet<br />

CXXXVIIJ HERTS TONGHE<br />

of scolopendria of lingua cervina<br />

H.<strong>la</strong>t. Scolopendria. hirczczunge. In <strong>de</strong> tafel : stolopendria<br />

H.c.f. Stolopendria. herst tongne<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : herts tong<br />

Vorst. Herts tonge<br />

Back. Herts tonge of scolopendra<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Dees herts tonghe wast op die mueren in die fonteynen<br />

en<strong>de</strong> steenechteghe natte p<strong>la</strong>etsen en<strong>de</strong> en heeft noch bloemen<br />

noch saet Die B<strong>la</strong>yers sijn ghelijck boem varen, dat opperste<br />

<strong>de</strong>el es groen, dat uterste <strong>de</strong>el es bykans roet » : Scolopendrium officinale<br />

Sw.; Scolopendrium vulgare Sm.; Scolopendrium officinarum<br />

Willd.; Asplenium scolopendrium, L.; Tongvaren, hertstong<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Sommeghe meynen dat als men alleen herts tong aen <strong>de</strong>n hals <strong>de</strong>r<br />

vrouwen hangt dat sij die ontfanghing verbiedt<br />

CXXXIX HAES OOREN<br />

oft scabiosa<br />

H.<strong>la</strong>t. Scabiosa. pastenenkrut<br />

H.i.1. en H.c.f. Scabiosa. haes oren<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : hasen oor of scabiosa. In <strong>de</strong> tekst : haes ore,<br />

haes oore<br />

Vorst, en Back. In <strong>de</strong> tafel : hasen oor<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Scabiosa arvensis L.; Knautia arvensis (L.) Koch; Trichera<br />

arvensis Schrad.; Knau,tia, scnuiftkrujd<br />

Ook Dodoens verwijst voor Haes ooren naar Scabieuse. In het<br />

Frans noemt men dit kruid eveneens Oreille-d'âne.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Men seet dat sint urbaen ter be<strong>de</strong> een syn<strong>de</strong>r suster zeer begheren<strong>de</strong><br />

die cracht van haes oore te weten over screef sommeghe versen of<br />

regulen in <strong>la</strong>tyne dye cracht van haes oore besluten<strong>de</strong> welckx versen<br />

tenoer (= inhoud) of syn (= zin) in dietsche es : <strong>de</strong>es urbaen en weet<br />

niet die wer<strong>de</strong> van haes oore want sij reinet die borst of <strong>de</strong>n a<strong>de</strong>m...<br />

enz. — De Latijnsche tekst is echter veel mooier en luidt : Dicitur


— 489 —<br />

quando sanctus urbanus>ad peticionem cujusdam sororis sue anhe<strong>la</strong>ntis.<br />

super scabiose virtutes quam ipse continue utebatur. misit sibi super<br />

peticionem infrascriptos versus.<br />

Urbanus pro se<br />

Nescit precium scabiose<br />

Nam purgat pectus<br />

Quando comprimit erga senectus.<br />

Lenit pulmonem<br />

Purgat <strong>la</strong>terum regionem<br />

Apostema frangit<br />

Si locum bibita tangit<br />

Tribus uncta foris-<br />

Antracem libérât horis<br />

CXL SAVIE OF SELVE<br />

oft salvia<br />

H.<strong>la</strong>t. Salvia. S.elbe<br />

H.i.1. en H.c.f. Salvia. Salvie<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : savye<br />

Vorst, en Back. Savie oft silve. salvya. In <strong>de</strong> tekst : savye<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Salvia officinalis L.; Satie, selve<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Een caputpurgium dats een hoeft ruyminghe<br />

Die gokeleers (in <strong>de</strong> Latijnse tekst : magi) segghen dat van dye savye<br />

on<strong>de</strong>r dat mis (= mest) verrot wort gheboren een voghel die eens<br />

serpents stert heeft die welke stert es wit. van welckx asschen eest dat<br />

men in een <strong>la</strong>mpe leijt scynt of dat huys vol serpenten waren<br />

CXLI SPICA NARDI<br />

In H.<strong>la</strong>t., H.i.1. en H.c.f. wordt Spica nardi vertaald spicanard en<br />

in <strong>de</strong> tafel spica romana genoemd. In <strong>de</strong> tekst bij H.i.d. is ook nog<br />

sprake van spica indica<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Spica es drierley »<br />

« als spica nardi » (<strong>de</strong> H.<strong>la</strong>t. zegt hierbij : qui etiam aromatica dicitur):<br />

Andropogon nardus L.; Nardostachys jatamansi D.C.; Indische<br />

nardus<br />

« <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r es spica celtica dats roems spica » : Valeriana celtica L.;<br />

Celtische spijk, Celtische nardus<br />

« Die <strong>de</strong>r<strong>de</strong> es spica montana dye op die berghen wast » : Volgens<br />

De Wil<strong>de</strong>man zou dit zijn : Valeriana tuberosa L.<br />

In dit kapittel wordt gehan<strong>de</strong>ld over <strong>de</strong> Spica nardi, in het volgen<strong>de</strong><br />

over spica celtica. De in<strong>de</strong>ling in drie soorten werd overgenomen uit<br />

Dioskori<strong>de</strong>s.<br />

CXLIJ ROEMS SPICA<br />

of spica celtica of spica romana<br />

H.<strong>la</strong>t. Spica celtica. romsz spica


— 490 —<br />

H.i.1. en H.c.f. Spica celtica. Roomsch spica<br />

Vorst, en Back. Spica celtyca. spica romana<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Heds een p<strong>la</strong>nte die <strong>la</strong>nghe b<strong>la</strong>yeren heeft, en<strong>de</strong> root<br />

van verwen es. hebben<strong>de</strong> gheel bloemen » : Valeriana celtica L.;<br />

Celtische spijk, Celtische nardus<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Roems spica roijet men wt met die wortelen en<strong>de</strong> maeckter af mudsaer<strong>de</strong>kens<br />

van hant vollen (In het Latijn luidt dit : Et ipsa evellitur<br />

cum radicibus et fiunt ex ea fasciculi plene manus)<br />

CXLIIJ ONSER VROUWEN BEDSTROE<br />

of serpillum oft herpillum oft piper erraticum<br />

H.<strong>la</strong>t. Serpillum. quen<strong>de</strong>l<br />

H.i.1. Serpillum. onser vrauwen bed stro<br />

H.c.f. Serpillum. unser vrauen bed stro. In handschrift: pipererraticum<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : onser vrouwen bedstro of serpillum<br />

Vorst, pyper erraticum<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Het heet serpillum want hed cruypt op die eer<strong>de</strong> en<strong>de</strong><br />

es tweerleye als tam en<strong>de</strong> wilt. Tam of domesticum spraijt sijn<br />

rijskens op die eer<strong>de</strong>, wilt serpillum wast opwert ».<br />

Bij Dodoens treffen we <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling aan : Gemeynen quen<strong>de</strong>l,<br />

oft Wil<strong>de</strong>n Thymus an<strong>de</strong>rs Onser Vrouwen bedstroo (Serpillum<br />

vulgare) en Twee<strong>de</strong> of Recht opstaen<strong>de</strong> Quen<strong>de</strong>l (Serpillum<br />

erectum).<br />

De eerste is ongetwijfeld Thymus serpillum L.; Wil<strong>de</strong> tijm,, die we<br />

in het cap. CVI reeds meen<strong>de</strong>n te herkennen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> naam van<br />

Wilt puleye. Voor <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>nken we aan Thymus acinos L.;<br />

Ca<strong>la</strong>mintha acinos C<strong>la</strong>irv.; Satureia acinos Scheele; Steentijm. Doch<br />

ook aan <strong>de</strong> Thymus alpinus L. werd <strong>de</strong> naam Serpyllum erectum<br />

gegeven.<br />

Nota :<br />

De vertaler (lek oversetter <strong>de</strong>es boecks van <strong>de</strong>n <strong>la</strong>tyn in dietsche) is<br />

het omtrent <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntifikatie niet eens met <strong>de</strong> meester die <strong>de</strong> Latijnse<br />

tekst overgenomen heeft uit Pan<strong>de</strong>cta. waar Avicenna verkeerd geïnterpreteerd<br />

wordt. Hierover wordt in het <strong>la</strong>ng en het breed gediskuteerd.<br />

CXLIIIJ WOLLE CRUYT<br />

oft taxus barbatus of taxus basbascus<br />

H.<strong>la</strong>t. Taxus barbatus. Wulle<br />

H.i.1. Taxus barbatus. Wollen<br />

H.c.f. Taxus barbatus. Wolle<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : wolle eruit, wol cruyt<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « en<strong>de</strong> es tweerley als man en<strong>de</strong> vrou <strong>de</strong> man es wit die<br />

vrou es swert die man heeft <strong>la</strong>ngechtige b<strong>la</strong>yeren en<strong>de</strong> smal eenen<br />

dunnen steel en<strong>de</strong> cleyn oft dun saet. Die vrouwe heeft b<strong>la</strong>yers<br />

ghelijck cauliculus. ick meyn ghelijck oft een cleyn coelken waer


— 491 —<br />

maer scerper en<strong>de</strong> bre<strong>de</strong>r hebben<strong>de</strong> eenen steel eenen cubitus <strong>la</strong>ng<br />

en<strong>de</strong> scerp groen bloemen en<strong>de</strong> witte, oeck swert saet. waer af <strong>de</strong><br />

wortel hert es eenen vingher dicke en<strong>de</strong> wast int velt »<br />

In <strong>de</strong> Ph. Insulensis 1772 wordt hetzelf<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rscheid gegeven :<br />

1° Verbascum mas <strong>la</strong>tifolium luteum, geï<strong>de</strong>ntificeerd als Verbascum<br />

tapsu£ L.; dus Toorts, koningskaars<br />

2° Verbascum femina flore luteo magno : Verbascum, phlomoï<strong>de</strong>s<br />

L.; dus Windbloemtoorts, stalkaars<br />

Volstrekte zekerheid hebben we evenwel niet, daar <strong>de</strong> synonymie<br />

van Verbascum steeds verwarrend is geweest; er komen immers<br />

tussen voornoem<strong>de</strong> soorten veel overgangsvormen voor.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Die wortel helpt teghen alle loepen<strong>de</strong> saken dat sijn fluxen<br />

CXLV TOMENTILLE<br />

oft tormentil<strong>la</strong><br />

T-T /"» r ' I V»rT*nÉ»rt4*illn ' I ViTTn ia-r» 4-il T-r» rinr-»/-lor»riT-if4- • oc4- Pirviilir TtAvt-Mtn<br />

.•..•. .w..*. . - J. v^i j.Ai^ü Ltnu, j. v^i üi^/i* t-ü. j.ii iiuiiviaviiint. . vu L. OiiilllliJ LW-H.I.X1CV<br />

folii sed tormentil<strong>la</strong> habet 7 folia<br />

Vorst. Tormentylle. In <strong>de</strong> tafel : tormencille<br />

Back. In <strong>de</strong> tafel : tormencille<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « een cruyt ghelyck pentafilon dats vijf b<strong>la</strong>t an<strong>de</strong>rs dan<br />

dat tormentille heeft vij. biayers aisoe v. b<strong>la</strong>tt. v. b<strong>la</strong>yers heeft oeck<br />

die b<strong>la</strong>yers van tormentille sijn op beye sien ghekeert hebben<strong>de</strong> een<br />

roye rou gheclonte wortele ghelijck galegaen. maar sy en heeft gheen<br />

scerpheit hoer bloem es roet » :Tormentil<strong>la</strong> erecta L.; Potentil<strong>la</strong><br />

tormentil<strong>la</strong> Neck.; Tormentil, zevenb<strong>la</strong>d.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Om <strong>de</strong> ston<strong>de</strong>n te stoppen legt een sponcie op die moijer <strong>de</strong> in die<br />

siedinghe van poijer hier af in reechwater ghesteken es. of van die<br />

twe<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van tormentille en<strong>de</strong> een <strong>de</strong>el honichs salft op <strong>de</strong>n buyck<br />

want dat helpt om te ontfaen<br />

CXLVI VIOLEN<br />

oft violetten oft vio<strong>la</strong><br />

Back. Violen oft vyoletten oft vyo<strong>la</strong><br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : De meest voorkomen<strong>de</strong> in <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> in onze streken<br />

waren : Vio<strong>la</strong> tricolor L.; Driekleurig viooltje en Vio<strong>la</strong> odorata<br />

L.; Maarts viooltje.<br />

CXLVIJ VIRGA PASTORIS<br />

of wil<strong>de</strong> car<strong>de</strong>n<br />

H.<strong>la</strong>t. Virga pastoris. karten<br />

H.c.f. Virga pastoris. Kar<strong>de</strong>n. Het handschrift verbetert kar<strong>de</strong>n in<br />

wijl<strong>de</strong> kar<strong>de</strong>n<br />

Back. In <strong>de</strong> tafel : wil<strong>de</strong> caer<strong>de</strong>n<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Virga pastoris es tweerley als man en<strong>de</strong> vrouwe ».


— 492 —<br />

Zon<strong>de</strong>r twijfel gaat het hier om Dipsacus fullonum, L.; Kaar<strong>de</strong>ndistel,<br />

doch het on<strong>de</strong>rscheid in man en vrouw is niet zo dui<strong>de</strong>lijk.<br />

Wellicht bedoelt <strong>de</strong> schrijver een an<strong>de</strong>re Dipsacus-soort, immers in<br />

<strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> in onze streken waren nog gebruikt : Dipsacus <strong>la</strong>nciniatus<br />

L.;'Gekerf<strong>de</strong> kaar<strong>de</strong>ndistel; D. sativa L.; Tamme kaar<strong>de</strong>ndistel;<br />

D. pilosus L.; Kleine kaar<strong>de</strong>ndistel en D. silvestris L.; Wil<strong>de</strong><br />

kaar<strong>de</strong>ndistel.<br />

CXLVIIJ NETEL<br />

of urtica<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : In onze streken waren officinaal :<br />

Urtica urens L.; Kleine brandnetel<br />

Urtica dioïca L.; Grote brandnetel<br />

Urtica pikdifera L.; Roomse brandnetel<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Poppekens of pillen van on<strong>de</strong>r in dat en<strong>de</strong> ghedaen van honich en<strong>de</strong><br />

poijer van netelen gemaeckt doen ter cameren gaen<br />

Nota : H.<strong>la</strong>t. heeft bij Urtica. nessel, <strong>de</strong> afbeelding verwisseld met <strong>de</strong>ze<br />

van valeriana<br />

CXLIX VALERIAEN<br />

of valeriana veel lien heetent valeriaen wilt nardus<br />

nardum agrestem. fu dats valeriaen<br />

H.<strong>la</strong>t. Valeriana. gargewant<br />

H.c.f. Valeriana. valeraen<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : valériane of valeriana<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Valeriana officinalis L.; Valeriaan en Valeriana phu L.;<br />

Grote Valeriaan<br />

Nota :<br />

In H.<strong>la</strong>t. werd bij het cap. Valeriana, gargewant, <strong>de</strong> afbeelding verwisseld<br />

met die van Urtica<br />

CL USNEA<br />

dats mos op die boemen als eyken notboemen en<strong>de</strong><br />

op steenen wassen<strong>de</strong><br />

H.<strong>la</strong>t. Usnea. maisz<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : « Dat beste mos van allen es dat men vindt op <strong>de</strong>n<br />

notboem dwelck ai<strong>de</strong>r best rieken<strong>de</strong> es en<strong>de</strong> van witter verwen Dat<br />

qwaeste es dat ter swertheyen wert treckt »<br />

Het lijdt geen twijfel dat het hier gaat om het mos dat we in <strong>la</strong>tere<br />

schriften terugvin<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> naam muscus arboreus, usnea officinarum<br />

en muscus terrestris repens of muscus vulgatissimum : Parmelia<br />

physo<strong>de</strong>s Ach.; Boomkorstmos.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Op het ein<strong>de</strong> treffen we hier een eigenaardig woord aan : « Teghen die<br />

wiel<strong>de</strong> of die seericheit <strong>de</strong>r moijer ». Wellicht is « wiel<strong>de</strong> » te lezen


— 493 —<br />

« vuiel<strong>de</strong> » en 'Houdt dit woord verband met vullevrouwe, een woord<br />

dat Verdam uitlegt : naam van een ziekelijk verschijnsel. In <strong>de</strong> Latijnse<br />

teksten heet dit : confert dolorï matricis. Waarschijnlijk houdt Vullevrouwe<br />

verband met Lues'Venerea; Gualtherius van Lis' zegt in zijn<br />

Farmacopoea Galeno-Chemico-Medica op p. 292 : « Contra Fluorerh<br />

Venereum » « Om <strong>de</strong> pokkige vloed <strong>de</strong>r vrouwen te genezen ».<br />

Nota :<br />

Mid<strong>de</strong>n een Latijnse tekst ontmoeten we in H.c.f. nog een Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>nds<br />

s\noniem : Et <strong>de</strong>coctio usnee et herbe paralisi proprie slosselblomen.<br />

Hier en<strong>de</strong>t die eerste partikel <strong>de</strong>es boeckx.<br />

Hierna treffen we in H.i.d. weer <strong>de</strong> ets van stamboom van Christus,<br />

ditmaal zon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rschrift. In <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re uitgaven ontbreekt <strong>de</strong>ze<br />

p<strong>la</strong>at van Virga Jesse.<br />

Volgt daarna : Die tweeste partikel <strong>de</strong>s boeckx es van medicinen die<br />

ter cameren ofte stoel doen gaen of daer toe bereyen En<strong>de</strong> wort<br />

ghe<strong>de</strong>ilt in XIJ capittelen.<br />

Vervolgens wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> 12 kapittels opgesomd. In <strong>de</strong> Latijnse uitgaven<br />

z'jn <strong>de</strong> kapittels van net twee<strong>de</strong> en voigciiüc paiüKcis ecriLci doorlopend<br />

en genummerd van- I tot XCVI. Afbeeldingen wor<strong>de</strong>n vannu-,<br />

voortaan niet meer gegeven.<br />

Dat ierste capittel es van Aloë<br />

« Aloë es drierhan<strong>de</strong> »<br />

(1°) « Dat ierste aloë sucotrinum ghenoempt es dat alre beste dwelk<br />

men kennet by sin<strong>de</strong>r gheel<strong>de</strong>r of ro<strong>de</strong>r verwen en<strong>de</strong> alst.men<br />

breekt soe schinet in syn brekinghe oft waer ghebrakën soi 1<br />

f raen » : Het door verwarming aangedikte sap van het b<strong>la</strong>d van<br />

verschei<strong>de</strong>ne aioesoorten. Aloë ferox Mill.; A. vujgaris Lam.; A.<br />

africana Mill.; A. succotrina Lam,. (Aloë succotrina, naar <strong>de</strong><br />

p<strong>la</strong>ats van herkomst, het ei<strong>la</strong>nd Soccotera).<br />

(2°) « Dat twe<strong>de</strong> en<strong>de</strong> dat beste aloë naest sicotrinum es ghenoempt<br />

epaticum want hed <strong>de</strong>r leveren in siin<strong>de</strong>r verwen ghelijck welke<br />

tuschen swert en<strong>de</strong> gheel es als oft ghestolt bloet waer dat<br />

scijnt donker gheel en<strong>de</strong> bleec swert » : Aloë hepatica, leverkleurige<br />

aloë.<br />

(3°) « Dat argste van drien ghenoempt caballinum es seer swart<br />

medallen bitter van ghedaente weghen stinken<strong>de</strong> verveerlijclc<br />

en<strong>de</strong> anxtelijck van roeke ». Aloë caballinum, «omdat menze<br />

niet dan in paer<strong>de</strong>ziektens gebruikt; zy is <strong>de</strong> grofste, aerdachtigste,<br />

en slechtste van allen », aldus N. Lemery.<br />

Dat twe<strong>de</strong> capittel es van Agaricus<br />

« Agaricus. es ghelijck een fungie die men ons noempt pad<strong>de</strong>n stoel<br />

oft an<strong>de</strong>rs. campemolie wassen<strong>de</strong> bi <strong>de</strong> wortelen sommegher bomen<br />

die out sijn En<strong>de</strong> es twe<strong>de</strong>ran<strong>de</strong> te wetene man en<strong>de</strong> vrou. die vrouwe<br />

es die beste als hebben<strong>de</strong> ron<strong>de</strong> figure <strong>de</strong> welke als si droeg es es seer<br />

wit <strong>de</strong> man es qwaet ». N. Lemery kent pok dit on<strong>de</strong>rscheid : « Het is<br />

twee<strong>de</strong>rlei : 't eene, mannetje genaemt... Het word in <strong>de</strong> Geneeskun<strong>de</strong><br />

niet gebruikt. De Verwers bedienen ei zich van om zwart te verwen.


— 494 —<br />

Het an<strong>de</strong>re, 'twijfje genaemt... groeit op <strong>de</strong>n Lorkenboom ». Het gaat<br />

hier dus om Polyponis officinalis Fries; Boletus <strong>la</strong>ricis Jacq.; Lorkenzwam,<br />

e.a.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

sijn<strong>de</strong> goet tseghen <strong>de</strong>n daghelijch qwerneke oft qua<strong>de</strong>n meester. (In<br />

<strong>de</strong> Latijnse tekst heet dit : valet contra cotidianam). Het gaat hier<br />

waarschijnlijk over <strong>de</strong> dagelijkse koorts, doch <strong>de</strong> benaming « qwerneke<br />

cft qua<strong>de</strong>n meester » is mij onbekend.<br />

Dat <strong>de</strong>r<strong>de</strong> capittel es van coloquintida<br />

« Coloquintida es een appel eens cleyns boems heten<strong>de</strong> wil<strong>de</strong> couwor<strong>de</strong>n<br />

van alexandrijen » :De vrucht van Citrullus colocynthis Schrad.;<br />

Cucuinis colocynthis L.; Kolokwint<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

dat binnenste van coloquintida met bivoet ghesoijen en<strong>de</strong> dien wermen<br />

roec oft azem ontfaen on<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> ioffrou oft wijfleecheyt doet <strong>de</strong>n<br />

vrouwen hoer ston<strong>de</strong>n comen<br />

Dat vier<strong>de</strong> ca. es van cassia fistu<strong>la</strong><br />

Cassi fistule. In <strong>de</strong> tekst : cassifistile<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Cassia fistu<strong>la</strong>, pijpkassie (Fr. Casse en bâton) wordt<br />

geleverd door Cassia fistu<strong>la</strong> L.; Chinese kaneelboom,<br />

Dat .V. capittel es van Euforbio<br />

« Euforbium es een gumme eens boems in indien die welke gum men<br />

in die hondsdaghe vergheert » : Hars uit Euphorbia resinifera Berg.;<br />

Euphorbia officinaru,m, L.; Euforbium,<br />

Dat seste capittel es van mirabo<strong>la</strong>nen<br />

« Mirabo<strong>la</strong>ni syn vruchten over dje zee wassen<strong>de</strong> En<strong>de</strong> sy(n) vijf<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong><br />

: te wetene citrini. kebuli. indi. emblici. bellend ».<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie :<br />

Chebuli : <strong>de</strong> vruchten van Terminalia chebu<strong>la</strong> Retz.<br />

Citrini : waarschijnlijk <strong>de</strong> vruchten van Terminalia citrina Roxb.<br />

Indi : (ook nigri genaamd) : <strong>de</strong> vruchten van Termjnalia chebu<strong>la</strong><br />

Retz. (= chebuli), doch onrijp geplukt<br />

Emblici : <strong>de</strong> vruchten van Phyl<strong>la</strong>ntus emblica L.<br />

Bellerici : <strong>de</strong> vruchten van Terminalia bellerica Roxb.<br />

Dat seven<strong>de</strong> capittel es van manna<br />

« Manna es dou op sommege cru<strong>de</strong>n ghevon<strong>de</strong>n die diuretica heeten<br />

dat syn cru<strong>de</strong>n die macht hebben <strong>de</strong> verstoppinghe <strong>de</strong>r leveren en<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>n wech daer die urine dats pisse doer gheet te openen, <strong>de</strong>sen dauwe<br />

oft dit manna valt in een<strong>de</strong>r han<strong>de</strong> p<strong>la</strong>etse int eyn<strong>de</strong> van grieken en<strong>de</strong><br />

indien en<strong>de</strong> blieft op die cru<strong>de</strong>n hanghen<strong>de</strong> dan vergha<strong>de</strong>rt my<br />

(= men) ghelick oft honich waer Manna es van groter macht Maer<br />

sommegne lyen maken een<strong>de</strong>ran<strong>de</strong> bedrieghenisse vercopen<strong>de</strong> vervalste<br />

manna voer oprechteghe die welke sy som met zeem en<strong>de</strong> zuker


— 495 —<br />

maken, som met» f sappe van calissihout » :Het gekristalliseerd wondsap<br />

uit Fraxinus ornus L.; Manna-es.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

En<strong>de</strong> gheen dinck en es soeter dan rechtverdige manna<br />

Nota :<br />

Dauwe : Manna werd in <strong>de</strong> oudheid aangezien als hemelse dauw.<br />

Manardus noemt het aerum mei of aeromel. Christophorus <strong>de</strong> Honestis:<br />

« est ros qui <strong>de</strong> nocte cadit in Aegypto super fron<strong>de</strong>s aliquarum<br />

arborum ».<br />

Dat VIII capittel es van Reubarbarum<br />

« Rebarbe of rebarbarum..heet Reubarbarum want men vin<strong>de</strong>t in barbarien<br />

oft in indien oft in<strong>de</strong>n <strong>la</strong>n<strong>de</strong>n van over <strong>de</strong> zee En<strong>de</strong> tes een<br />

wortel swaer int ghewichte niet doergaet als men se brect hebben<strong>de</strong><br />

een mannier ghelick ribbekens ver<strong>de</strong>ylt hijer roet daer witechtich daei<br />

gheel. en<strong>de</strong> als mense knouet verhijtse. die als <strong>de</strong>se conditien heeft<br />

es te kiesen en<strong>de</strong> die contrarie en doech niet » : Rheum palmatum, L.;<br />

Rabarber<br />

Dat IX. capittel es van scamonea<br />

« Scamonea (in <strong>de</strong> tekst ook scamoneye) es een sap eens cruyts over<br />

<strong>de</strong> zee wassen<strong>de</strong> Nommer meer en si yemant op syn lyf soe stout dat<br />

hij scamoneye enighe mensche gheve ten sy dat si wel bereyt sy nae<br />

<strong>de</strong>r doctoren raet an<strong>de</strong>rs soe soud men se alle doe<strong>de</strong>n dier af namen<br />

Scamonea bereyt heet dyagridium » : Scammoniurnhars, gomhars van<br />

Convulvulus scammpnia L.<br />

Nota :<br />

Diagridium werd bereid door scammoniurnhars in een kweepeer te<br />

duwen en <strong>de</strong>ze in warme as te <strong>la</strong>ten bra<strong>de</strong>n.<br />

Dat .X. capittel es van sene b<strong>la</strong><strong>de</strong>ren<br />

« Sene wast over <strong>de</strong> zee » : Cassia senna Lam.; Cassia obovata Coll.;<br />

Cassia angustifolia Vahl.; Sene.<br />

Dat elfste capittel es van tamarindi<br />

In <strong>de</strong> tekst : tamarin<strong>de</strong>n<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Hoogstwaarschijnlijk da<strong>de</strong>ls, <strong>de</strong> vruchten van <strong>de</strong> da<strong>de</strong>lpalm,;<br />

Phoenix dactylifera L. — Tamr is immers een Arabisch woord<br />

voor dactylus en indus betekent uit Indie. Vroeger wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

tamarin<strong>de</strong>n aangezien voor vruchten van een wil<strong>de</strong> palmboom.<br />

Dat twelfste capittel es van suker<br />

« Sacarum oft zuker »<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

het saecht die borst en<strong>de</strong> es goet <strong>de</strong>r maghen<br />

Hier endt <strong>de</strong> twelfste partikel (schrijffout voor capittel van het<br />

twee<strong>de</strong> partikel).<br />

Die .III. partikel <strong>de</strong>es boeckx es van speciën of dinghen die wel<br />

rieken oft aromatif sijn die conforteren oft sterken en<strong>de</strong> heft XVI<br />

capittelen.


— 496 —<br />

Volgt dan (in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse uitgaven) <strong>de</strong> opsomming van <strong>de</strong> 16<br />

kapittels.<br />

Dat ierste capittel es van kaneel of cinamomum<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Kaneel, <strong>de</strong> verpulver<strong>de</strong> bast van <strong>de</strong> Kaneelboom; Cinnampmum,<br />

zey<strong>la</strong>nicum, Breyne.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

poeyer van kaneel met poeier van carvi in <strong>de</strong> spise ghemingt beqwamelijc<br />

doet men woeck in sausen of contsel om appetijt te crighen<br />

(Contsel — niet in Verdam — wordt in het Latijn salsamentum<br />

geheten, wil dus pekel betekenen)<br />

Dat .IJ. capittel es van cardamomum<br />

« Cardamomum es zaet eens boems hebben<strong>de</strong> twe<strong>de</strong>ran<strong>de</strong> manieren als<br />

smeeste en<strong>de</strong> dat minste dat dmeeste es dat beste en<strong>de</strong> heet domesticum<br />

in ghebou<strong>de</strong>n (= bearbei<strong>de</strong>) p<strong>la</strong>etsen wassen<strong>de</strong> dat minste heet<br />

silvaticum dats wilt dat meeste es aromaticum dat es wel rieken<strong>de</strong> in<br />

<strong>de</strong>r verwen ghee<strong>la</strong>ch(t)ich ten royen werd gaen<strong>de</strong> » :<br />

Cardamomum majus : Groot kardampm, paradijskoren; Aframomum<br />

meleguetta Rose<br />

Cardamomum minus : Elettaria cardamorruim (Roxb.) Maton var.<br />

minor; Echte kardamom<br />

Dat .IIJ. ca. es van soffraen i. crocus<br />

« Crocus dat heet sofferaen : heet (1. het) es twerley te wetene dat<br />

in<strong>de</strong> hoven wast son<strong>de</strong>r eneghe bouinghe en<strong>de</strong> dat in orienten dats in<br />

oest<strong>la</strong>nt wast niet son<strong>de</strong>r hovinghe » : Saffraan, <strong>de</strong> stempels van Crocus<br />

sativa L. Hoogstwaarschijnlijk bedoelt <strong>de</strong> schrijver met <strong>de</strong> « saffraen<br />

die in orienten dats in oest<strong>la</strong>nt wast » : Curcuma longa L.; Kurkuma,<br />

Indische saffraan.<br />

Dat .HIJ. ca. es van wel rieken<strong>de</strong> riet dwelc men<br />

heet ca<strong>la</strong>mus aromaticus<br />

« hets es een wortel eens boemkens wel rieken<strong>de</strong> » : Acorus ca<strong>la</strong>mus L.;<br />

Kalmpes<br />

Dat .V. capi. es van groffelnaghelen .i. garifoli<br />

H.c.f. Garioffili. In handschrift : groffel naghel<br />

H.i.d. Garifoli; moet beschouwd wor<strong>de</strong>n als een schrijffout voor<br />

gariofoli, zoals in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re Ned. uitgaven. Ver<strong>de</strong>r in <strong>de</strong><br />

tekst : gariofoli of grof f els naghelen, naghelen.<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Kruidnagel, <strong>de</strong> bloemknop van Caryophyllus aromaticus<br />

L.; Eugenia caryophyl<strong>la</strong>ta Thumb.; Kruidnagelboom.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Teghen opheffinghe <strong>de</strong>r moyeren opwert aen dat on<strong>de</strong>rscot dat heet<br />

dyafragma Nempt poyer van <strong>de</strong>sen naghelen in welrieken<strong>de</strong> wijn en<strong>de</strong><br />

doeghet van on<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>r met een<strong>de</strong>r wieken oft met een instru-


— 497 —<br />

ment doeghet in <strong>de</strong> moyer als een speute speuten<strong>de</strong> soe daer in : Oeck<br />

<strong>de</strong>n roeck van naghelen in wijn gheso<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r ontfaen es goet<br />

Groffels naghelen voer <strong>de</strong>n nose gheroken versterken die hersenen<br />

Dat VJ. capittel es van galegaen .i. ga<strong>la</strong>nga<br />

H.ci. Gal<strong>la</strong>nga. In handschrift : galegaen<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Ga<strong>la</strong>nga, <strong>de</strong> wortelstok van Alpinia officinarum Hance;<br />

Galgant.<br />

Dat VI}. capittel es van ganciane i. genciana<br />

H.ci. Genciana. In handschrift : ganciaen<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst: ganciaen<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Gentiana lutea L.; Gentiaan<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

een pille van on<strong>de</strong>r dats een suppositorium oft een pessarium dats een<br />

instrument daer men natticheyt van on<strong>de</strong>r in die mo<strong>de</strong>r doet als een<br />

spoyte ghemackt<br />

Nota :<br />

Gentiaan werd reeds besproken in Part. .1., cap. LXVIIJ<br />

Dat .VHJ.ste ca. es van kalissihout .i. liquiricia<br />

H.ci. Liquiritia. In handschrift : kalissiehout<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Glycyrrhiza g<strong>la</strong>bra L.; Zoethou,t<br />

Dat IX. capittel es van folie of macis<br />

H.ci. Macis. In handschrift : macis sijn scorssen buten omtrent <strong>de</strong>r<br />

note muscaten en<strong>de</strong> es dan folie gheheeten<br />

« som segghen dat syn blomen van noten muscaten dat es valscheit mar<br />

het syn scorsen buten omtrent <strong>de</strong> noten muscaten»: Foelie, <strong>de</strong><br />

arillus of ro<strong>de</strong> zaadmantel van <strong>de</strong> nniskaatnoot.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

knouwinghe van folie es goet om te hersenen te sterken<br />

Dat X. ca. es van noten muscaten .i. nux muscata<br />

« Nux muscata es not muscaten of not met scaten. het es een vrucht<br />

een<strong>de</strong>ran<strong>de</strong>s boems dye (in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse teksten is <strong>de</strong> zin on<strong>de</strong>rbroken,<br />

doch uit <strong>de</strong> Latijnse tekst blijkt : qui in India nascitur) : Muskaatnoot,<br />

<strong>de</strong> vrucht van Myristica moschata L.; Myristica f<strong>la</strong>grans<br />

Houtt.<br />

Dat .XI. capittel es van peper of piper<br />

« Piper of peper es drieran<strong>de</strong> : als swert peper : <strong>la</strong>ng peper en<strong>de</strong> wit<br />

peper, peper es een vrucht <strong>de</strong>s boems in indien wassen<strong>de</strong> som segghen<br />

datmen peper maeckt met bran<strong>de</strong>n swert Alsment vergheert om <strong>de</strong><br />

menichte <strong>de</strong>r serpenten daer bij sijn<strong>de</strong> maect men vier omtrent <strong>de</strong><br />

bomen » : Peper, <strong>de</strong> steenvruchten van Piper nigrum L. De drie pepersoorten<br />

komen van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> klimp<strong>la</strong>nt voort; <strong>de</strong> witte peper (leucopiper<br />

of piper album) zijn <strong>de</strong> onrijp geplukte vruchten, waarvan <strong>de</strong>


— 498 —<br />

vruchtvvand werd verwij<strong>de</strong>rd; <strong>de</strong> <strong>la</strong>nge peper (macropiper of piper<br />

longurn) wordt geplukt bij het begin van rijpen en <strong>de</strong> zwarte peper<br />

(me<strong>la</strong>nopiper of piper nigrum) zijn <strong>de</strong> onrijpgeplukte vruchten, waarvan<br />

<strong>de</strong> zaadhuid niet werd verwij<strong>de</strong>rd.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Maer sangwineis dat syn bloemeghe (1. bloe<strong>de</strong>ghe, zoals in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

Ned. uitgaven) lien en<strong>de</strong> <strong>de</strong>n colerinen want si van complexien heet<br />

syn es peper quaet ghenomen<br />

Dat .XIJ. capi. es van Repontike of reponticum<br />

« Repontike ofte reuponticum es ghenoech ghelick rebarben van dbinnenste<br />

weghen » : Rheum rhaponticnrn, L.; Stompe rabarber, rapontikwortel<br />

Dat XlIJ<strong>de</strong> capittel es van sandalen of sandali<br />

« Sandalum dat es sandalen sijn drierleye als wyt roet en<strong>de</strong> gheel dat<br />

beste es gheel en<strong>de</strong> bet na tgheel es troet nae dat roet es wit dat beste»<br />

Wit san<strong>de</strong>lhout : het geurige hout van Santalum album, L.; San<strong>de</strong>lboom,<br />

Rood san<strong>de</strong>lhout : van PterocarpuiS santalinus L.; San<strong>de</strong>lhou,tboom<br />

Geel san<strong>de</strong>lhout : het witte, dat door ou<strong>de</strong>rdom geel gewor<strong>de</strong>n is<br />

Dat XlIIJ<strong>de</strong> capittel es van tamariscus<br />

« Tamariscus dat es » (open plek in <strong>de</strong> Ned. uitgaven) : Tamarix gallica<br />

L.; Franse tamarisk. Volgens <strong>de</strong> Ph. Insulensis 1772 was <strong>de</strong>ze in onze<br />

streken <strong>de</strong> officinale.<br />

Dat .XV.ste ca. es van lijm of viscus<br />

H.c.f. Viscus. In handschrift : lijm<br />

« Viscus dat es lijm en<strong>de</strong> wast up eyken oeck op peer boemen dat beste<br />

lijm es dat men vind op eyken wassen<strong>de</strong> en<strong>de</strong> blijft <strong>la</strong>ng groen... Dat<br />

versch of ai<strong>de</strong>r ionckst es slecht of effen es en<strong>de</strong> binnen van verwen<br />

als porloeck buten groen dat salmen voer dat beste kiesen » : Viscum<br />

album. L.; Maretak, vogellijm,.<br />

Nota :<br />

De Ph. Insulensis 1772 zegt dienaangaan<strong>de</strong> : Viscum, Le Gui. Viscum<br />

est p<strong>la</strong>nta parasitica, fructicosa; multis arboribus innascens. Praefertur<br />

viscum Quercua. E fructu ejus, seu baccis, paratur Gluten (<strong>la</strong> Glu);<br />

paratur quoque Gluten es foliis Ilicis aquifolii. (Ilex aquifolium L.<br />

= Hulst).<br />

Dat XVI capittel es van ghingiber of zingiber<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : zingiber of ghinber. In <strong>de</strong> tekst : zhingbeer of<br />

zingibeer, ghingber. Part. I, cap. LXXIIJ : gymber<br />

« Ghingbeer of zingibeer es een wortel "in <strong>de</strong>n <strong>la</strong>n<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> zee<br />

wassen<strong>de</strong> » : Zingiber officinale Roscoe; Gember.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

poyer van ghingber met cattoene op <strong>de</strong>n eers gheleet es goet tegen


— 499 —<br />

tenasmonem Tenasmon es een sieckte van lust te hebben ter cameren<br />

te gaen son<strong>de</strong>r yet te doen<br />

Die IlIJ<strong>de</strong> partikel es van vruchten en<strong>de</strong> zayen <strong>de</strong>r cru<strong>de</strong>n en<strong>de</strong><br />

dat van hem compt. en<strong>de</strong> heeft XXIJ capittelen<br />

Volgt dan <strong>de</strong> tafel van <strong>de</strong> 22 kapittels.<br />

Dat jerste capittel es van aman<strong>de</strong>len of amigdale<br />

H.c.f. Amigdale. In handschrift : van aman<strong>de</strong>le<br />

« Amigdale of aman<strong>de</strong>len sijn twerleye als soet en<strong>de</strong> bitter .... bitter<br />

aman<strong>de</strong>len sijn beqwaem in me<strong>de</strong>cinen. soete aman<strong>de</strong>len sijn beqwaem<br />

tetene » : De za<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Aman<strong>de</strong>lboom : Prunus amygdalis (Batsch)<br />

var. amara en var. dulcis.<br />

Dat twee<strong>de</strong> capittel es van qweappelen en<strong>de</strong> van qwepeeren<br />

of citonia<br />

H.c.f. Citonia. In handschrift : van queappele<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : owe<strong>de</strong>n<br />

« Citonia of qweappelen sijn van on<strong>de</strong>rsceyen qwaliteiten te weten som<br />

suet som scerp of pontijck som amper oft stiptijck en<strong>de</strong> som suer » :<br />

De vruchten van Cydonia wjdgaris Pers. var. piriformjs Medik.; Kweepeer<br />

en var. maliformis Mill.; Kweeappel.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Musci<strong>la</strong>go es een<strong>de</strong>ran<strong>de</strong> vetticheyt of gheclontheyt dier my (= men)<br />

wyt treckt<br />

Kweeappelen genieten volgens <strong>de</strong> auteur <strong>de</strong> voorkeur : « Qwe peeren<br />

sijn oeck teghen dit goet nochtan zo zeer niet ».<br />

Dat <strong>de</strong>r<strong>de</strong> capittel es van cappers of capparis<br />

H.c.f. Capparis. In handschrift : van cappers<br />

« <strong>de</strong> wortel en<strong>de</strong> scorsen b<strong>la</strong>ers vruchten en<strong>de</strong> bloemen van cappers<br />

sijn goet in medicinen » : Capparis spinosa L.; Kapperboom,.<br />

Dat .HIJ. capittel es van castanien of castanea<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Het is niet uit te maken of hier Castanea sativa : Fagus<br />

castanea L.; Tarn<strong>de</strong> kastanjeboom, ofwel Castanea equina : Aesculus<br />

hippocastanum, L.; Wil<strong>de</strong> kastanjeboom, bedoeld wor<strong>de</strong>n, daar bei<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>el uitgemaakt hebben van <strong>de</strong> artsenijschat in onze streken.<br />

Dat vijfste capittel es van vighen van pineen of pinee<br />

en<strong>de</strong> van passelen of uve passule<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie :<br />

Ficus of vighen : Vijg, <strong>de</strong> vrucht van Ficus cariaca L.<br />

Pineen of pinee : De zaadkorrels uit <strong>de</strong> vruchten van Pinus pinea<br />

L.; Pijnboom,<br />

Uve passule sommeghe heetent corinthen ofte cleyn rosinen : In <strong>de</strong><br />

tafel : rosinen die passelen heeten : De gedroog<strong>de</strong> vruchten van<br />

Vitis apyrinea L., een wil<strong>de</strong> vorm van <strong>de</strong> Vitis vinifera L., die<br />

in onze streken op kleine schaal werd gekweekt in <strong>de</strong> vallei


— 500 —<br />

van <strong>de</strong> Maas. Gewoonlijk wor<strong>de</strong>n zowel rozijnen als krenten<br />

uvae passu<strong>la</strong>e genoemd, <strong>de</strong> eerste zijn<strong>de</strong> <strong>de</strong> grote, <strong>de</strong> krenten<br />

<strong>de</strong> kleine<br />

Dat VJ. ca. es van Juiube en<strong>de</strong> sebesten<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie :<br />

Juiube : Borstpruim, <strong>de</strong> vrucht van Zizypus jujuba Mill.<br />

Sebesten : Zwarte borstbes, <strong>de</strong> vrucht van Cordia myxa L.<br />

Dat VIJ ca. es van prumen of pruna<br />

« Pruna of prumen syn som swart som roet swerte prumen luttel hert<br />

syn<strong>de</strong> son<strong>de</strong>riing prumen van damasco sin <strong>de</strong> beste » : Pruimen, <strong>de</strong><br />

vruchten van Prunus domestica L.<br />

. Dat VIIJ. ca. es van anijs of anisum<br />

« hed es zaet eens crwyts also gheheeten dwelck es suet » : Pimpinel<strong>la</strong><br />

anisuni L.; Anijs.<br />

Dat :IX. ca. es van bakeleer oft bacca <strong>la</strong>uri<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : bakelere. In <strong>de</strong> tekst : bakeler<br />

« Bakeleer oft bacca <strong>la</strong>uri es <strong>de</strong> vrucht eens boems die <strong>la</strong>urier of <strong>la</strong>urus<br />

heet welkx bloems b<strong>la</strong>yeren oeck in medicinen goet syn... maer <strong>de</strong><br />

vrychten (1. vruchten) dat syn oeck grana <strong>la</strong>uri ghenoempt » : Be<br />

bessen van Laurier; Laurus nobilis L.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

die vruchten ghewreven in een panne verwermt en<strong>de</strong> met een saxken<br />

op thoeft gheleet es goet teghen fleumatike of couwe hersene<br />

Dat .X. capittel es van cubeben of cubebe<br />

« hed syn vruchten eens boems die in indien wast » : Piper' cubeba L.;<br />

Staartpeper.<br />

Dat .XJ. capittel es van Carvi<br />

« Hof comijn of carvi es saet eens crwyts alsoe ghenoempt » : Carum<br />

carvi L.; Karwij.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

dat zaet ghebruykt men in sausen om appetijt te crighen in me<strong>de</strong>cinen<br />

besicht men alleen dat zaet<br />

Dat .XIJ. capittel es van boenen of fabe<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Vicia faba L.; Boon (variëteit hier zon<strong>de</strong>r be<strong>la</strong>ng)<br />

Dat .XIIJ. capittel es van fenigrecum<br />

« Fenugrecum of fenigrieck of griex hoy » : Trigonel<strong>la</strong> foenunvgraecum<br />

L.; Grieks hooi, fenegriek.<br />

Dat XIIIJ capittel es van lizaet of semen lini<br />

H.c.f. Semen lini. In handschrift : van lijzaet<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : lyzaet, lizaet, lisaet


— 501 —<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Zaad van Liniun, usitatissimum L.; V<strong>la</strong>s.<br />

Dat XV. capittel es van lupinen of lupinus<br />

H.c.f. Lupinus; In handschrift : van lupinen<br />

« lupini sijn tweerleye alls suet en<strong>de</strong> bitter, dye bitter sijn son<strong>de</strong>rling<br />

<strong>de</strong>r medicinen beqwaem » : Lupinus albus L.; Witte lupine en Lupinus<br />

luteus L.; Gele lupine. (Bei<strong>de</strong> zijn hier officinaal geweest).<br />

Dat XVI. capittel es van milie oft milium<br />

H.c.f. Lilium (drukfout in handschr. verbeterd in Milium). In handschrift<br />

: van milie<br />

H.i.d. Part. I, cap. XXXIX : Milium solis dats witte steenbreeke<br />

« het es een saet » : Lithospermimi officinale L.; G<strong>la</strong>d parelkruid.<br />

Dat XVIJ. capittel es van noten of nux usualis<br />

en<strong>de</strong> hasenoten oft avel<strong>la</strong>ne<br />

« Nuces usuales oft noten die men daeglixch besicht heeten ghemeyn<br />

noten of okernoten » : De viuchten van Jug<strong>la</strong>ns regia L.; Nctebeom.<br />

« Avel<strong>la</strong>ne of haesnoten » : De vruchten van Corylus avel<strong>la</strong>na L.; Haze<strong>la</strong>ar.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

okernoten sijn onverteerlick voen<strong>de</strong> coleram beruerén<strong>de</strong> <strong>de</strong>n "hoeltsweer<br />

(= hoofdpijn) Sy syn contrary <strong>de</strong>n hoeft<br />

Noten Eywijn honich en<strong>de</strong> sout tsamen ghemingt ghenesen <strong>de</strong>s menschen<br />

oft hon<strong>de</strong>n beten<br />

Nota :<br />

In <strong>de</strong> tekst lezen wij over hazelnoten dat zij zijn « spegher van vertering<br />

». In <strong>de</strong> Latijnse tekst : « et est tardioris digestionis ». Waarschijnlijk<br />

te lezen « stegher », stugger.<br />

Dat .XVI IJ capittel es van gheerste of or<strong>de</strong>um<br />

H.i.d: In <strong>de</strong> tekst : gheerst<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Hor<strong>de</strong>um, vujgare L.; Gerst.<br />

Dat XIX capittel es van orobus of vitsen na <strong>de</strong> sommeghe<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : vitzen<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Vicia sativa L.; Wikke.<br />

Dat XX. capittel es van oliven of olive & olie van<br />

<strong>de</strong>n live olivarum of oleum<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : De vrucht van Olea euiopaea L.; Olijfboom.<br />

De schrijver heeft het ook over « swerte oliven », hierme<strong>de</strong> bedoelt<br />

hij rijpe olijven, in tegenstelling met <strong>de</strong>gene « die groen sijn », <strong>de</strong><br />

onrijpe dus.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Een p<strong>la</strong>ester van hem ghemaeckt verbiet sweren te commen dye vierechtighe<br />

apostonien of antrax heeten. Een p<strong>la</strong>ester van oliven b<strong>la</strong>yers<br />

ghemaeckt met honich en<strong>de</strong> op <strong>de</strong>n navel gheleyt doot <strong>de</strong> wormen:


— 502 —<br />

Een p<strong>la</strong>ester van hem met gheersten meel ghemaect es goet teghen<br />

<strong>de</strong>n ouwen lichaem en<strong>de</strong> teghen vloeyng <strong>de</strong>r vochticheyt wyt <strong>de</strong>r<br />

nioyeren.<br />

Deze <strong>la</strong>atste zin luidt in Latijn : « Et quando ex eis fit emp<strong>la</strong>strum cum<br />

farina or<strong>de</strong>i confert fluxui ventris anfiquo et fluxui humiditatum que<br />

e matrice émanant». Ou<strong>de</strong>n lichaem is dus wel ou<strong>de</strong> of <strong>la</strong>ngdurige<br />

buikloop.<br />

Dat XXJ. capittel es van appelen van granaten of poma granata<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tafel : Appelen van garnaten. Part. I, cap. LXIII :<br />

Ba<strong>la</strong>ustia dats die vallen bloem van <strong>de</strong>n granaet boem<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : De vruchten van Punica granatum L.; Granaatbooni,<br />

granaatappel.<br />

Dat XXIJ. capittel es van wyn of vinum en<strong>de</strong> eeck of acetum<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : In wijnen wordt volgend on<strong>de</strong>rscheid gemaakt : most,<br />

nouwen wijn, witten cleynen wijn, royen wijn die mid<strong>de</strong> tusschen<br />

wit en<strong>de</strong> swert es, swerten wijn en sueten wijn.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Eeck (= azijn) es goet teghen frenesie dat es een manier van heete<br />

apostonie voer in <strong>de</strong> hersenne.<br />

De vijfste partikel <strong>de</strong>s boeckx es van gummen in (1. en)<br />

dijsghelijck en<strong>de</strong> heeft X. capittelen<br />

Volgt dan <strong>de</strong> opsomming van <strong>de</strong> 10 kapittels.<br />

Dat ierste capittel es van camfer .j. camphora<br />

H.c.f. Camphora. In handschrift : campher oft camphora<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Oorspronkelijk was kamfer het ingedikte sap van Cinnam,om,uin<br />

camphora (L.) Nees; Laurus camphora L.; Kamferboom,.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Sij es goet tseghen gomorream : dats dat men tegen sijnen wil sperma<br />

of <strong>de</strong> nature qwyt wort<br />

dit self es oeck goet teghen dyabeticam : dat es dat men seere veel<br />

waters quijt wort<br />

Dat IJ. capittel es van dragagantam<br />

Dragagantam is een schrijffout voor dragagantum, zoals meermalen<br />

in <strong>de</strong> tekst voorkomt; ook wordt dragagamum en dragamentum gebruikt.<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Tagacant, wondgom uit <strong>de</strong> stammen van Astragalussoorten.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Dragagantum welck veel lyen qualyc scriven met een<strong>de</strong>r g. als dragantum...<br />

dragagamum es een gumme waer af <strong>de</strong> witte c<strong>la</strong>re en<strong>de</strong><br />

puere es van meester macht. Maer dragantum met ens ga. ghespelt es<br />

een<strong>de</strong>r an<strong>de</strong> er<strong>de</strong> of een aijer daer af en<strong>de</strong> heet vitriolum of coperroot.<br />

Daer om doense qualyck diet niet en besien wat sij scriven daer mocht


— 503 —<br />

groot quaet af cóïhmen. daer om avizeer ick u. (Deze uitleg komt van<br />

<strong>de</strong> vertaler; in <strong>de</strong> Latijnse uitgaven ontbreekt <strong>de</strong>ze uitleg en wordt er<br />

gesproken over Dragantum).<br />

Dat <strong>de</strong>r<strong>de</strong> capittel es van gummi arabicum<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : gum van arabien, gumme van arabyen<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Arabische gom, het vanzelf ingedikte sap van verschillen<strong>de</strong><br />

Acacia-soorten, vooral Acacia senegalensis (Lam.) Roberty.<br />

Dat vier<strong>de</strong> capittel es van <strong>la</strong>udanum<br />

« het es dau in sommeghe cru<strong>de</strong>n hangen<strong>de</strong> of inviseert » (zie nota) :<br />

Het klierenhars van Cistus villosus L. subsp. creticus (L.) Boiss. en<br />

an<strong>de</strong>re cistus-soorten; Laudanum of <strong>la</strong>bdanum<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Een suppoeste van <strong>la</strong>udanum ghemaeckt en<strong>de</strong> in <strong>de</strong>r moveren ghesteken<br />

sterckt <strong>de</strong> moijer helpen<strong>de</strong> oeck ontfanghen. (Hieruit blijkt dat<br />

ook een sche<strong>de</strong>zetkaars soms suppositorium werd geheten)<br />

Nota :<br />

« Inviseert » moet waarschijnlijk gelezen wor<strong>de</strong>n : invisceert, immers<br />

<strong>de</strong> Latijnse tekst luidt : Landalum (sic) est ros in quibusdam herbis<br />

inviscatus, dus een dauw (of beter een sap) dat als een dikgewor<strong>de</strong>n<br />

slijmerige massa aan <strong>de</strong> heester kleeft.<br />

Dat .V. capittel es van mastike of mastix<br />

« het es een gumme eens boems waer af te verkyesen es die wit en<strong>de</strong><br />

c<strong>la</strong>er es » : Mastikgom,, hartsachtige massa verkregen uit <strong>de</strong> bast van<br />

Pistacia lentiscus L.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Mastike gheknout in <strong>de</strong>n mont. (Mastikgom werd <strong>de</strong>stijds veel gebruikt<br />

als kauwmid<strong>de</strong>l — <strong>de</strong> naam mastix komt ook van masticando en bediedt<br />

kauwmid<strong>de</strong>l)<br />

Dat .VI. capittel es van mirre of mirra<br />

H.c.f. Mirra. In handschrift : mirre<br />

« hed es een gumme eens boems die in indien wast » : Mirre, gomhars<br />

uit <strong>de</strong> stam, van verschillen<strong>de</strong> ConuTuphora-species.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

hed bewaert oeck van putefactie (1. putrefactie) of ver<strong>de</strong>rvene <strong>de</strong>r om<br />

besalftmen of condicht men die doye lichamen met mirren en<strong>de</strong> so<br />

bewaertmense (In <strong>de</strong> Latijnse tekst : un<strong>de</strong> corpora condita cum mirra<br />

conservantur. Gondire corpora .= lijken balsemen) • -_-"-~~: -<br />

Dat VIJ. capittel es van peck of pix ;.\:~ r? .<br />

« Pix dat es peck dat es tweerleye als navalis dat heet scep peck en<strong>de</strong><br />

pix liquida dat heet terre in duytschen: zo <strong>de</strong> sommeghe seggheh. pix<br />

liquida of nat peck of ter... Scep peck"..: He't heet scep peck want men<br />

van<strong>de</strong>n sceep scrapt ». ' .'.:', I - ;'


— 504 —<br />

Pix liquida : Hotsteer, bereid door droge <strong>de</strong>stil<strong>la</strong>tie uit <strong>de</strong> stammen<br />

en wortels van enige harshou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> soorten uit <strong>de</strong> groep <strong>de</strong>r<br />

Abietineae.<br />

Pix navalis : scheepsteer, volgens <strong>de</strong> schrijver, van schepen afgeschraapt.<br />

B<strong>la</strong>ncardus geeft <strong>de</strong> etymologie : « Pix navalis quod navibus<br />

picandis adhibeatur non quod a navibus maritimis <strong>de</strong>rasa sit ».<br />

Toch werd <strong>de</strong> afgeschrapte teer van schepen in <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong><br />

aangewend, zoals Lemery getuigt : « Het Teer, dat men van <strong>de</strong><br />

schepen, die in zee zyn geweest, afgeschrapt, is meer opdroogen<strong>de</strong><br />

dan 't an<strong>de</strong>re, omdat het zout daer in getrokken is; dit Pek<br />

word Zopissa genaemt ». en bij Zopissa schrijft hij : « Is een<br />

teer of eene soort van zwart pek, dat men van <strong>de</strong> schepen<br />

aftrekt, nadat zy eene <strong>la</strong>nge reis over zee gehad hebben. Dit<br />

pek is allengsjes doordrongen van 't zeezout, dat aen 't zelve<br />

zyne eigenschap heeft me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>elt. Dit Teer is een mengsel<br />

van zwart pek, harst, smeer en teer on<strong>de</strong>r een gesmolten; <strong>de</strong><br />

Zeelie<strong>de</strong>n bedienen er zich van om <strong>de</strong> na<strong>de</strong>n of voegen van<br />

hunne schepen te teren of te stoppen, uit vreeze dat 't water<br />

daer in kome ». Hierdoor wordt het dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> schrijvers<br />

on<strong>de</strong>r scheepsteer feitelijk een mengsel verston<strong>de</strong>n en dat<br />

dit mengsel in<strong>de</strong>rdaad werd afgeschraapt van <strong>de</strong> schepen, na een<br />

zeereis.<br />

Dat VIII. ca. es van résina<br />

H.c.f. Résina. In handschrift rst<br />

« Résina heet herst zo <strong>de</strong> sommeghe seggen dwelc es on<strong>de</strong>rschey<strong>de</strong>n<br />

om verschei<strong>de</strong>nheit <strong>de</strong>r boemen daer men hem af haelt... <strong>de</strong> sommeghe<br />

segghen résina es swet (= zweet) eens boems die pinus of pijn boem<br />

heet ».<br />

Résina of hars zon<strong>de</strong>r meer, betekent in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> colophonium<br />

en hierme<strong>de</strong> bedoel<strong>de</strong> men (nu niet meer) : het uit Pinussoorten<br />

spontaan uitgevloei<strong>de</strong> hars, door <strong>de</strong> zonnewarmte gekon<strong>de</strong>nseerd.<br />

(Zie hierover mijn artikel in Pharm. Tijdschrift voor België,<br />

maart 1963 : « Warpout » uit « Den p<strong>la</strong>estere van Jérusalem ».<br />

Dat IX. capittel es van storas ca<strong>la</strong>mita<br />

« Storax es som nat en<strong>de</strong> som droeg... waer af men die roy storax<br />

ca<strong>la</strong>mita sal kyesen » (Ver<strong>de</strong>r heeft hij het over Storax liquida) : Styrax,<br />

het wondhars ujt stamyerwonding van Liquidambar orientalis Mill.<br />

Styrax wordt ca<strong>la</strong>mita geheten omdat het in rietstengels — in ca<strong>la</strong>mis<br />

— in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l gebracht werd. De styrax liquida wordt verkregen door<br />

het uitpersen van <strong>de</strong> schors van <strong>de</strong> Liquidambar orientalis Mill. Wat<br />

na <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> bewerking overblijft wordt dan styrax rubra of storax<br />

rubea geheten.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

wijn daer storax ca<strong>la</strong>mité in ghesoyen es ghehorghelt droecht <strong>de</strong> natticheit<br />

<strong>de</strong>s welken dat in <strong>de</strong> kele heet vini<strong>la</strong> (Vini<strong>la</strong> is ongetwijfeld een<br />

schrijffout, die in <strong>de</strong> overige Ne<strong>de</strong>rl. uitgaven overgeschreven wordt,


— 505 —<br />

voor uvu<strong>la</strong>, <strong>de</strong> huig. De Latijnse tekst heeft dan ook « humiditatum<br />

uve seu uvule <strong>de</strong>ssicat ».<br />

Storax liquida es zeer goet in p<strong>la</strong>estren ghedaen teghen een<strong>de</strong>ran<strong>de</strong><br />

sieckte <strong>de</strong>s hpets die tinea heet dat es een siecte int hoet en<strong>de</strong> es<br />

scorfte <strong>de</strong>s hoets met aschechteghe verwe en<strong>de</strong> met eyseliken roeck.<br />

Dat .X. capittel es van termentin of terbentina<br />

H.c.f. Serpentina (sic). Handschrift verbetert : Terpentijn.<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : termentine<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie :<br />

(1°) Venetiaanse terpentijn, balsem uit <strong>de</strong> stam van Laris <strong>de</strong>cidua<br />

Mill.<br />

(2°) Gewone terpentijn, verkregen uit verschillen<strong>de</strong> soorten van het<br />

ges<strong>la</strong>cht Pinus<br />

De seste partikel <strong>de</strong>es boeckx es van <strong>de</strong> ghes<strong>la</strong>chten <strong>de</strong>s<br />

souts van <strong>de</strong> minen <strong>de</strong>r eer<strong>de</strong>n en<strong>de</strong> van steenen en<strong>de</strong><br />

i CJ. VWT ,;uJn„<br />

Volgt <strong>de</strong> tafel <strong>de</strong>r 16 kapittels.<br />

Dat eerste capittel es van aluyn of alumen<br />

H.c.f. Alumen. In handschrift : Aluijn<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : allijn<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Alumen, aluin.<br />

Dat .IJ. ca. es van quickselver of argentum vivum<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : qwick selver<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Hydrargyrium, kwikzilver.<br />

Dat <strong>de</strong>r<strong>de</strong> capittel es van bolus armenus<br />

H.c.f. Bolus armenus. In handschrift : ro aer<strong>de</strong> van armenie<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : Bolus armenus of roy eer<strong>de</strong> van arménien. Part<br />

V., cap. I : Bolus armenus dat roy her<strong>de</strong> heet van ermeni<br />

« es een<strong>de</strong>ran<strong>de</strong> a<strong>de</strong>re <strong>de</strong>r eer<strong>de</strong>n » : Ro<strong>de</strong> bolus, ijzerhou<strong>de</strong>nd aluminiumsilicaat.<br />

Dat .HIJ. capittel es van ceruse of serusa<br />

H.c.f. Cerusa. In handschrift : van ceruse<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : cerusa<br />

« Ceruse es <strong>de</strong> bloem van<strong>de</strong>n loet » (= lood) : Loodwit, loodcarbonaat.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

die ceruse maken die crighen die (= dikwijls) <strong>de</strong> popelsie die vallen<strong>de</strong><br />

sieckte <strong>de</strong> iecht. het fleersijn dats <strong>de</strong> artikel dat es om qwaeye lochten<br />

die van <strong>de</strong>n loye comen.<br />

Dat V. capittel es van kalcke of calx<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : calck<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Calx, kalk.


— 506 —<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Calx viva dats onghebluste calck<br />

het es van noye dan nouwen benen<strong>de</strong> calck sij diet dwater niet<br />

gheneeckt en heb want dien es sterker dan die dwater gheneeckt heeft<br />

Dat .VI. capi. es van corael of corallis<br />

H.c.f. Corallus. In handschrift : van corael<br />

« Corael es tweerleye als root en<strong>de</strong> wit Men sal voer dbeste kyesen dat<br />

root groot en<strong>de</strong> cleer es hoet meer ten ro<strong>de</strong>n wert gheet en<strong>de</strong> gheen<br />

gaten of lutter heeft hoet beter es » : Koraal, <strong>de</strong> skeletten van holtedieren,<br />

die kalk afzetten.<br />

Dat .VIJ. capittel es van em'athites<br />

H.c.f. Emaciten. In handschrift : van bloetsteen<br />

H.i.d. Emathites <strong>de</strong> sommeghe noement bloet steen. In <strong>de</strong> tekst :<br />

ematites<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Hematiet, natuurlijk ijzeroxi<strong>de</strong>.<br />

Dat VIIJ. capi. es van litargirum<br />

H.c.f. Litargirum. In handschr. : van gout scuijm oft sulver scuijm<br />

« Litargirium es tweerleye als een dat heet spuma auri of gout scuym<br />

En<strong>de</strong> dan<strong>de</strong>r dat heet spuma argenti of silver scuym » : Lithargyrium,<br />

loodg<strong>la</strong>ns, loodglit, loodmonoxi<strong>de</strong>. Het on<strong>de</strong>rscheid in goud- en zilverschuim<br />

is gesteund op <strong>de</strong> uitwendige kleur, die geler kan zijn naar<br />

ge<strong>la</strong>ng <strong>de</strong> verontreiniging met koper hoger is.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

hed es oeck goet teghen pannum of duysterheit <strong>de</strong>r oogen met roos<br />

water daer af een colirium ghemaect. colirium es een me<strong>de</strong>cijn <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>n dickechtich op bey<strong>de</strong> en<strong>de</strong> donne es (Deze <strong>la</strong>atste zin is van <strong>de</strong><br />

hand van <strong>de</strong> vertaler en is onveran<strong>de</strong>rd overgenomen in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

Ne<strong>de</strong>rl. teksten, ofschoon <strong>de</strong> zin niet zo dui<strong>de</strong>lijk is, door <strong>de</strong> toevoeging<br />

« op bey<strong>de</strong> »).<br />

Dat IX. capittel es van <strong>la</strong>pis <strong>la</strong>zuli<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : <strong>la</strong>pis armenus<br />

« Lapis <strong>la</strong>zuli es eenen steen waer af te kyesen es die <strong>de</strong>n hemel in <strong>de</strong>r<br />

verwen best ghelijckt »: Lapis <strong>la</strong>zuli, <strong>la</strong>zuursteen, <strong>la</strong>zuriet, natuurlijk<br />

natriunT^luminiimisilicaat-natriumsuIfi<strong>de</strong>. Werd in <strong>de</strong> XVI He eeuw<br />

nog Lapis Armenus geheten.<br />

Dat X. capittel es van perlen .j. margarite<br />

H.c.f. Merili sive margarite. In handschrift : Perlen of margarite<br />

« Margarite vel parna (?) dat sijn perlen. hets eenen steen die in sommeghe<br />

visschen ghevon<strong>de</strong>n wort waer af men kyesen sal dye wit cleer<br />

en<strong>de</strong> blinken<strong>de</strong> es » : Margaritae, m,argrietparels, oesterparels.<br />

Dat elfste capittel es van solfer of sulfur<br />

H.c.f. Sulphur. In handschrift : Solphur of swavel<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : swaevel


— 507 —<br />

« Solfer es tweerleye als leven<strong>de</strong> solfer dat compt uuyt solfer eer<strong>de</strong><br />

En<strong>de</strong> doy solfer die met consten ghemaeckt wort » : Sulphur, zwavel.<br />

Nota :<br />

B<strong>la</strong>ncardus geeft het on<strong>de</strong>rscheid aldus : « Sulfur nativum seu vivum<br />

ex terra effoditur. Factitium vel ex vivo sulphure impuriori vi ignis<br />

e'ducitur, vel ex aquis sulphureis excoquitur ».<br />

Dat XIJ. capittel es van sout of sal<br />

i<strong>de</strong>ntifikatie : Sal commune, zout. natriumchlori<strong>de</strong>.<br />

Dat XIIJ. capittel es van tartarus<br />

H.c.f. Tartarus. In handschrift : van wijnsteen<br />

H.i.d. Tartarus es wijn steenen. In <strong>de</strong> tekst : wijn steen<br />

« Tartarus die van <strong>de</strong> puersten wijn es die es <strong>de</strong> beste » : Wijnsteen,<br />

kaliumbitartraat.<br />

Dat .XIIIJ. ca. es van tuchia<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Volgens <strong>de</strong> Ph. Gandavensis 1786 : « Tutie, seu Nihil<br />

giyseum. Gryse Niet, gryse Oogenniet. Est substantia pon<strong>de</strong>rosa, coloris<br />

cinerei vel fusci, insipida, inodora, e Zinci Mineris sublimata. » N.<br />

Lemery : « Tuthia. In 't Ne<strong>de</strong>rduitsch Tutie, Niet, Kleimei, Oogniet.<br />

Is een metaei-roet... het is vast aen aer<strong>de</strong> rolstokken, die men met<br />

voordacht opgehangen heeft boven aen <strong>de</strong> ovens <strong>de</strong>r Metaelgieteren, om<br />

<strong>de</strong>n damp van 't metael te ontfangen ». On<strong>de</strong>r tutia moeten we dus<br />

verstaan voor het natuurlijke : <strong>de</strong> kalmietsteen, natuurlijk zinkcarbonaat<br />

en voor het artificiële : onzuiver zinkoxi<strong>de</strong>. dat men verzamel<strong>de</strong><br />

in <strong>de</strong> schouwen van <strong>de</strong> ovens waar mineralen wer<strong>de</strong>n gesmolten.<br />

Dat .XV. ca. es van dragagantum of vitriolum<br />

H.c.f. Vitriolum. In handschrift : van vitriolum oft dragagantum<br />

oft cooperroets<br />

H.i.d. Copperroot, coperroet<br />

« Dragagantum of vitriolum of coperroot es alleseens en<strong>de</strong> es van<br />

een<strong>de</strong>r mynen <strong>de</strong>r er<strong>de</strong>n »<br />

Volgens <strong>de</strong> Pharm. Gandavensis 1787 is Vitriolum viri<strong>de</strong> seu Martis,<br />

groene vitriol en vitriol van yzer is koperrood. Het gaat hier dus om<br />

F203, rood ijzeroxi<strong>de</strong>.<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Een 3 . van coperroot ghedronken doet spuwen dat letzel dat van<br />

canpernolien compt<br />

Nota :<br />

De schrijver is niet logisch, daar hij in Part. V., cap. II een heel<br />

pleidooi houdt om te bewijzen dat tragacant, dragagantum moet geschreven<br />

wor<strong>de</strong>n, terwijl dragantum « es een<strong>de</strong>ran<strong>de</strong> er<strong>de</strong> of een aijer<br />

daer af en<strong>de</strong> heet vitriolum of coperroot » !<br />

Dat XVI. ca. es van viri<strong>de</strong> eris<br />

H.c.f. Viri<strong>de</strong> eris. In handschrift : spaensgroen


— 508 —<br />

« Viri<strong>de</strong> eris heeten sommeghe lien spaens groen » : Verdigris. Dit kon<br />

nativa seu fossilis zijn : kopergroen, dat voorkomt op gesteente dat<br />

koper bevat : natuurlijk gevorm<strong>de</strong> basisch kopercarbonaat, of kunstmatig<br />

bereid zijn t.t.z. afgeschraapt van p<strong>la</strong>ten koper die aan azijn of<br />

zuur druivensap wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rworpen : kopersubacetaat. (Zie hierover<br />

mijn artikel in Pharmaceutisch Tijdschrift voor België, januari 1964,<br />

« Sciltvarwe », een oud geneesmid<strong>de</strong>l.)<br />

De .VIJ. partikel <strong>de</strong>es boeckx en<strong>de</strong> <strong>de</strong> leste es van<br />

dieren of datter af compt en<strong>de</strong> heeft XX. capittelen<br />

Volgt dan <strong>de</strong> opsomming van <strong>de</strong> 20 kapittels.<br />

Dat ierste capittel van aneta in (1. en) van anser<br />

H.c.f. Aneta et anser. In handschrift : van een<strong>de</strong>n en<strong>de</strong> gansen<br />

H.i.d. Anas es een en<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> tafel : aneta dats een eyn<strong>de</strong><br />

Ghenten of gansen. In <strong>de</strong> tafel : ansere dats een ghent of<br />

een gans<br />

I<strong>de</strong>ntifikatie : Anas = eend. Anser = gans.<br />

Dat twee<strong>de</strong> ca. es van ossen of bos<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Bos of <strong>de</strong>n osse voedt met synen vleesche <strong>de</strong> mensche of an<strong>de</strong>r<br />

creaturen daer en es in <strong>de</strong>n osse niet ten es in verscheyen Orbarring<br />

(= gebruik) proffiteleeck (= nuttig), daer om sijn mes met eeck<br />

ghemingt es goet seet plinius <strong>de</strong>n XXVIIJ. boeck ca. XI. . syndér<br />

naeturlic hystorien. teghen dat fleersijn<br />

Dat IIJ. capittel es van gheeten id est capra<br />

H.c.f. Capra. In handschrift : van gheiten<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Capra of een gheite es ai<strong>de</strong>r snelst int loopen ai<strong>de</strong>r lichst int springhen<br />

ai<strong>de</strong>r scerpst int syen ai<strong>de</strong>r sueste in <strong>de</strong>n smaeck. ai<strong>de</strong>r ghesonsts<br />

int eeten en<strong>de</strong> ai<strong>de</strong>r sinlext indt voedsel, want int ghesichte in <strong>de</strong>n<br />

smaeck en<strong>de</strong> in <strong>de</strong>n roeck maket on<strong>de</strong>rscheet tusschen <strong>de</strong> cruy<strong>de</strong>n<br />

en<strong>de</strong> riseren of telgheren van <strong>de</strong>n boemen van welkes dunne soppekens<br />

eetet en<strong>de</strong> voedt hem selven. <strong>de</strong> gheyten leven XJ. iaer en<strong>de</strong><br />

bespringen melcan<strong>de</strong>ren toet dat se out sijn Som winnense twee gheytkens<br />

Gheiten pisse ghewermt in die oore ghedrupt gheneest pyn <strong>de</strong>r<br />

ooren.<br />

Dat .HIJ. capittel es van creeften .j. cancri<br />

H.c.f. Cancri fluviales. In handschrift : van creeften<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Water creeften dat syn creeeften (sic) die int suet water wonen... See<br />

creeften hebben <strong>de</strong>s self maecht oeck maer niet alsoe sterck<br />

Dat .V. capittel es van duven .j. columba<br />

H.c.f. Columba. In handschrift : van duven<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Columba dats .j. duve dats een seech (= zedige, zachte) vogel <strong>de</strong>r


-- 509 —<br />

minschen gheselscap beminnen<strong>de</strong> die hieten hier voermaels <strong>de</strong>sen vogel<br />

cncuysch vogel om dat hij dick <strong>de</strong> nesten besoect met cussen met<br />

minnen ontfanghet en<strong>de</strong> es zeer besich <strong>de</strong>r oncuy(s)heyt daer om heetse<br />

columba want sij roffent (= koppelt) wel hoer len<strong>de</strong>nen (= ges<strong>la</strong>chts<strong>de</strong>len).<br />

— De vertaling is eer<strong>de</strong>r gebrekkig; <strong>de</strong> Latijnse tekst doet beter<br />

<strong>de</strong> etymologie uitkomen : columba dicitur quasi colendo lumbos.<br />

Dat .VI. ca. es van een bever of castoreum<br />

H.c.f. Castor. In handschrift : van een beever<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Castor of castoreum es een bever dat een dyer es met <strong>de</strong> visshen on<strong>de</strong>r<br />

dwater wonen<strong>de</strong> en<strong>de</strong> oeck gaen<strong>de</strong> op die eer<strong>de</strong> het heet castor a<br />

castrando dats van luubbenne (= ontmannen), want syn cullen syn <strong>de</strong><br />

me<strong>de</strong>cinen beqwaem Alst <strong>de</strong>n iagheer ghewaer wort soe lubdt hij hem<br />

selven byten<strong>de</strong> hem selven sijn cullen af. (In <strong>de</strong> tijd dat dit kruidboek<br />

tot stand kwam en nog veel eeuwen <strong>la</strong>ter was men overtuigd dat<br />

castoreum, bevergeil, het produkt uit <strong>de</strong> perianale klieren van <strong>de</strong> bever,<br />

uit <strong>de</strong> testikels afgeschei<strong>de</strong>n werd.)<br />

Dat VIJ. capittel es van herten id est cervus<br />

H.c.f. Cervus. In handschrift : van I hertte<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Cervus es een hert dat een dyer es dat zeer <strong>la</strong>ng leeft Ja meeer dan<br />

hon<strong>de</strong>rt iaer hed es een dyer dat gheen galle en heeft dan in <strong>de</strong> <strong>de</strong>rmen<br />

daer om hevet bitter <strong>de</strong>rmen en<strong>de</strong> stincken<strong>de</strong> als aristotiles en<strong>de</strong> avicenna<br />

seggen dat bloet <strong>de</strong>s herts en stolt nummermeer In hoer herte<br />

vindt men beenen die toet veel sieckten son<strong>de</strong>rling die aen therte sijn<br />

beqwaem sijn en<strong>de</strong> men doetse in e<strong>de</strong>len confectien Men seet datter<br />

een<strong>de</strong>ran<strong>de</strong> steen in <strong>de</strong> herten ghevon<strong>de</strong>n wort die son<strong>de</strong>rling alsoe<br />

men seet helpt <strong>de</strong> vrouwen als sy baren.<br />

Dat VIIJ. capittel es van hedus<br />

In H.c.f. staat Dus, verbeterd in Edus. Met <strong>de</strong> hand werd een zin<br />

bijgeschreven die ondui<strong>de</strong>lijk gewor<strong>de</strong>n is : Edus I gheyte ... (onleesbaar)<br />

... capriolus. Dit <strong>la</strong>atste woord zou ons doen <strong>de</strong>nken dat het hier<br />

over een soort van wil<strong>de</strong> geit gaat, een gems. Doch volgens <strong>de</strong> tekst<br />

is dit niet zo : « Edus of edulus of een hueken edus ghenompt in <strong>la</strong>tyn<br />

ab e<strong>de</strong>ndo van eten<strong>de</strong> want het dick (= dikwijls) eet ».<br />

Een hueken, hoekijn, houkijn, huekijn, huekin, is volgens Verdam<br />

een bokje, geitje; verklw. huecskijn, hoecsijn.<br />

Haedus is <strong>de</strong> naam voor een jonge geitebok. De Pharm. Insulensis<br />

1772 schrijft : Capra, <strong>la</strong> chèvre; Mas Hircus, le bouc; femina Capra,<br />

<strong>la</strong> chèvre; fétus Haedus, le chevreau, dicitur.<br />

Ook geeft N. Lemery volgen<strong>de</strong> opsomming :<br />

Hircus, in 't Fransch Bouc, in 't Ne<strong>de</strong>rduitsch Bok, is 't mannetje<br />

van <strong>de</strong> Geit<br />

Caper, is een gesne<strong>de</strong>n Bok<br />

Capra, Chèvre, Geit, is 't wyf je van <strong>de</strong>n Bok<br />

Hoedus, Chevreau, is <strong>de</strong> jonge Bok


— 510 —<br />

Capell<strong>la</strong>, Chevrette, petite Chèvre, Geitje is <strong>de</strong> jonge Geit<br />

En bij Höedus schrijft hij : Hoedus, in 't Fransch Chevreau of<br />

Cabril, is een jonge Bok, of 't mannetjes jong van eene Geit, nog te<strong>de</strong>r,<br />

en bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zes maen<strong>de</strong>n; hy is goed om te eten; hy heeft veel<br />

vlug zout en olie in zich.<br />

Dat IX. capittel van haesen of lepus<br />

H.c.f. Lepus. In handschrift : van I hase of conijn<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Lepus es een hase dien seet men ten hebben tweran<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsceet als<br />

rnanlicheyt en<strong>de</strong> vrouwelicheyt (In <strong>de</strong> Latijnse tekst : Lepus dicitur<br />

habere utrumque sexum) <strong>de</strong>r hebben veel lyen als plinius ghemeint<br />

dat <strong>de</strong>n hase windt en<strong>de</strong> ghewor<strong>de</strong>n wort son<strong>de</strong>r mammekens (1. mannekens,<br />

in Lat. : sine mare) toe te doene Hasen syn dyeren also ghedrachtich<br />

dat <strong>de</strong> een gheboren sijn<strong>de</strong> ter stont dan<strong>de</strong>r ontfaen wort<br />

daer om eest alst ionck es een oorbaerlijck dier om teten. dat rontsel<br />

(Lat. coagulum) van <strong>de</strong>n hase es goet teghen venyn het stopt oeck<br />

<strong>de</strong>n lichaem Hoet rontzel ou<strong>de</strong>r es. hoet beter es hasen bloet saecht<br />

die pyn <strong>de</strong>r ooghen<br />

Dat X. capittel es van verken of poreus<br />

H.c.f. Poreus. In handschrift : van varken<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Poreus of verken wort met tan<strong>de</strong>n ghebooren en<strong>de</strong> es veel<strong>de</strong>ran<strong>de</strong>n<br />

sieckten on<strong>de</strong>rworpen Alst sieck es soe hou<strong>de</strong>t sijn hooft crum (=<br />

scheef) En<strong>de</strong> int slyck leeghet meer metter rechter sy<strong>de</strong>n dan met <strong>de</strong>i<br />

slincker sy<strong>de</strong>n Hed sijn <strong>de</strong> beste cud<strong>de</strong>kens (= jonge varkens) die<br />

in<strong>de</strong>n winter gheboren sijn en<strong>de</strong> die quaetste die in <strong>de</strong>n zomer. Poreus<br />

es een onrein dier gulsich alle stincken<strong>de</strong> onreine dinghen ghiericleken<br />

eet. en<strong>de</strong> daer om al es sijn vleesch goet te verteren, hed maket nochtans<br />

veel fluymechtighe overvloeyicheyen die bereet sijn haest te corrumperen<br />

Een verken of een soch wort vet met rusten En<strong>de</strong> dat sevenste<br />

<strong>de</strong>el sijn<strong>de</strong>r spysen wordt verkeert in haer. in bloet. en<strong>de</strong> in melck<br />

Dat .XJ. ca. es van calveren .j. vituli<br />

H.c.f. Vitulus. In handschrift : van calveren<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Vitullus of een calf ter stont alst gheboren es van sijn<strong>de</strong>r cracht<br />

weghen stellet hem om sijn<strong>de</strong>r moe<strong>de</strong>ren borsten te soeken. en<strong>de</strong> wort<br />

daer me ghevoedt <strong>de</strong>n calve ghelijck als <strong>de</strong>n peer<strong>de</strong> wort gheboren voer<br />

sijn verhooft een swerte puyste <strong>de</strong> welke <strong>de</strong> goekeleers of waersegghers<br />

segghen te sijn een onsteeckinghe <strong>de</strong>r minnen <strong>de</strong>es puyste treckt <strong>de</strong><br />

moijer ter stont af niet <strong>la</strong>ten<strong>de</strong> hoer ionck aen hoer borsten comen<br />

dyen etter en es al af Calvers sijn goet van voedsel licht te verteren<br />

en<strong>de</strong> doen groeyen<br />

Dat .XIJ. capittel es van vossen of vulpis<br />

H.c.f. Vulpis. In handschrift : van vossen


— 511 —<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n^'<br />

Vulpis of een vos es een scalck dier Als <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>n hem volghen zo<br />

vergheret en<strong>de</strong> borgt sijnen stért tusschen syn beenen En<strong>de</strong> alst siet<br />

dat niet ongaen en mach midts dat borghen sijn sterts, zo vergheret<br />

sijn pisse en<strong>de</strong> worptse en<strong>de</strong> spraetse op die hon<strong>de</strong>n die hem volghen<br />

welkes pissen stanck <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>n ververen<strong>de</strong> (= vrezen<strong>de</strong>) wiken weinich<br />

dar af vossen smeer en<strong>de</strong> vossen merch seet men es diureticum dats<br />

ontstoppen<strong>de</strong> doen<strong>de</strong> pissen daer om meent men dat seer goet es<br />

teghen <strong>de</strong>n steen <strong>de</strong>r nieren en<strong>de</strong> <strong>de</strong>r b<strong>la</strong>sen had yemant <strong>de</strong> tong<br />

van eenen vos in eenen rinck die en sou gheen duysternis in sijn ooghen<br />

li<strong>de</strong>n<br />

Dat XlIJ.ca. es van boteren of butirum<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Butirum of boter wort ghenomen van koeyen melck. van Gheiten<br />

nielck en<strong>de</strong> van scapen melck Boter resolveert en<strong>de</strong> rypt. daer om doet<br />

mense op apostonien achter <strong>de</strong> ooren als mense wil moruwen en<strong>de</strong><br />

rypen<br />

Dat XIIIJ. capittel es van rontsel .j. coagulum<br />

H.ci. Coagulum. In handschrift : van rontsel <strong>de</strong>s melc in <strong>de</strong> maghe<br />

gheronnen<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Coagulum of rontsel es een substantie <strong>de</strong>s melckx in <strong>de</strong> maghe gheronnen<br />

Rontsel van haesen es in <strong>de</strong>zen qualiteyten ai<strong>de</strong>r sterkxt<br />

Ook N. Lemery prijst nog <strong>de</strong>ze geronnen of gestrem<strong>de</strong> melk van <strong>de</strong><br />

haas : « Het stremsel of leb van <strong>de</strong>n Haes, in Latyn Coagulum leporis<br />

genaemt, is eene kaesachtige stoffe, die men op <strong>de</strong>n bo<strong>de</strong>m van <strong>de</strong><br />

maeg van eenen jongen Haes vast virid ... men gebruikt het uit en<br />

inwendig ».<br />

Dat XV. capittel es van kese of caseus<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Caseus es kese ghenompt caseus a carendo. want hed wort ver<strong>de</strong>ilt<br />

van <strong>de</strong> waterachtige substantie <strong>de</strong>s melckx cout grof en<strong>de</strong> hert te<br />

verduenne (= te verteren) ... daer om seet constantinus dat alle kese<br />

qwaet es ... Ou<strong>de</strong>n kèse en doeg niét met allen, want hij es verdroghen<strong>de</strong><br />

en<strong>de</strong> swaer te verteren<strong>de</strong> (Dit <strong>de</strong>nigrerend oor<strong>de</strong>el over kaas vin<strong>de</strong>n<br />

we bij <strong>de</strong> meest ou<strong>de</strong> schrijvers.)<br />

Dat XVI. ca. es van was of cera<br />

H.c.f. Cera. In handschrift : van was<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Cera of was es quaetste op <strong>de</strong>n gront van honich (In Latijn : Cera est<br />

fex mellis) was es toet viel dinghen nut hed es goet in voel me<strong>de</strong>cynen<br />

Dat XVIJ. capittel es van melck of <strong>la</strong>c<br />

H.c.f. Lac. In handschrift : van melke


— 512 —<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Lac of melck es een zuete blincken<strong>de</strong> vochticheit in dye borsten overmidts<br />

<strong>de</strong>r natuerleke hitten uuyt <strong>de</strong>n bloeye ghewonnen <strong>de</strong> materie<br />

van menstruen en<strong>de</strong> van melck es allenseens <strong>de</strong>r om maeckt die natuere<br />

dat melck om dat kint datter gheboren es buten met te voene. met<br />

menstrua waert in <strong>de</strong>r moe<strong>de</strong>r lichaem noch sijn<strong>de</strong> besloten ghewee(s)t<br />

dar om en sal dat melck niet sijn voer <strong>de</strong>n tyt van baerne noch <strong>la</strong>ng<br />

daer nae ten sij teghen natuere<br />

Dat XVIIJ. ca. es van honich .j. mei<br />

H.c.f. Mei. In handschrift : van honich oft seem<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Mei es honich of zeem en<strong>de</strong> es een ai<strong>de</strong>r suetsten vochticheyt van <strong>de</strong><br />

ai<strong>de</strong>r puerste en<strong>de</strong> suverste materie midts <strong>de</strong>r wijsheyt en<strong>de</strong> subtylheyt<br />

<strong>de</strong>r byen ghemaect<br />

Dat XIX. ca. es van spodium<br />

H.c.f. Spodium. In handschrift : van yvore ghebraent<br />

Bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n :<br />

Ofschoon <strong>de</strong> schrijver zijn kapittel begint met <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n : « Spodium<br />

cf yvoren ghebrant », zegt hij ver<strong>de</strong>r : « Spodium es olefanten been<br />

dat binnen merch heeft Maer olefanten tan<strong>de</strong>n en barrent men niet ».<br />

Hierin wijkt hij af van <strong>de</strong> gangbare mening of wellicht verspreekt hij<br />

zich over <strong>de</strong> in <strong>de</strong> praktijk toegepaste metho<strong>de</strong>?<br />

Dat XX. en<strong>de</strong> leste capittel <strong>de</strong>es boeckx es van seepen .j. sapo<br />

H.c.f. Sapo. In handschrift : van seepe<br />

H.i.d. In <strong>de</strong> tekst : zeepe<br />

De Herbarius in dyetsche eindigt aldus :<br />

Hyer endt in <strong>de</strong>n naem ihesus <strong>de</strong> verghering <strong>de</strong>ze practiken van<br />

simpel me<strong>de</strong>cinen by <strong>de</strong>r welken een yeghelijck mag op cort weinich<br />

verstans nemen van<strong>de</strong>n crachten <strong>de</strong>r simpel medicinen Nyemant en<br />

sij nochtans zoe stout op <strong>de</strong> pyn <strong>de</strong>r eewegher doot dat hij <strong>de</strong>es practijck<br />

qwalick son<strong>de</strong>rleeck roekeloes onbedacht of son<strong>de</strong>r groet verstant<br />

ghebruke... Nyemant en tast dyeper dan sijn ambacht streckt Al sal<br />

hem mellicht donken dat sy hier uuyt selen connen pracktizeren hed<br />

sal won<strong>de</strong>rleeck te werke gaen Maer connen sij hoer verstant daer toe<br />

ghesetten dat sij connen gheweten wanneer hoe<strong>la</strong>nghe en<strong>de</strong> in wat<br />

manieren sy <strong>de</strong>zer me<strong>de</strong>cinen lutter of veel selen ghebruken. zoe<br />

moghen sy nochtans in <strong>de</strong>r vreesen goeds hier met werken, voerhem<br />

nemen<strong>de</strong> die wor<strong>de</strong>n die mesue in sijn beghinzel sijn<strong>de</strong>r practiken<br />

aldus lu<strong>de</strong>n<strong>de</strong> seet. die heel vrese gods wil my helpen ten beghinzel<br />

myns werckx Minne noch nijt en sal mi omvaen dat ick van <strong>de</strong>n<br />

rechten wech sal dolen god es hier boven diet or<strong>de</strong>elt die hemelen<br />

berespent (= straffen het) die elementen wisent en<strong>de</strong> al ontginck alle<br />

<strong>de</strong>ze. <strong>de</strong> pyn <strong>de</strong>r hellen sout toch vin<strong>de</strong>n waer af ons wil hoe<strong>de</strong>n die<br />

va<strong>de</strong>r die soen en<strong>de</strong> dve heilighe gheest Amen Ghemaeckt int<br />

iaer ons heeren .M.CCCC.en<strong>de</strong>.lxxxiiij<br />

Op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> pagina treffen we dan nog een prent aan, Adam en<br />

Eva voorstellend bij <strong>de</strong> levensboom, waarrond een serpent gekronkeld<br />

ligt, dat aan Eva een appel aanbiedt; met als on<strong>de</strong>rschrift :<br />

MULIER DECEPIT VIRUM UT SECUM COMMEDERET


— 513 —<br />

SAMENVATTING<br />

De gegevens omtrent <strong>de</strong> inkunabel « Den herbarius in dyetsche » en<br />

aanverwante herbaria, vormen in <strong>de</strong> bibliografie een hopeloos kluwen.<br />

Het is <strong>de</strong> bedoeling van <strong>de</strong>ze studie, niet alleen <strong>de</strong>ze « Herbarius » op<br />

<strong>de</strong> juiste p<strong>la</strong>ats te situeren on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse geschriften over<br />

p<strong>la</strong>nten, doch ook <strong>de</strong> chronologie van dit werk en aanverwante werken<br />

vast te leggen. Hieruit blijkt dat <strong>de</strong> gangbare mening, als zou <strong>de</strong><br />

Herbarius <strong>la</strong>tinus van Peter Schöffer, waarvan <strong>de</strong> editio princeps in<br />

1484 te Mainz werd gedrukt, het prototype zijn van al <strong>de</strong> gedrukte<br />

herbaria, moet herzien wor<strong>de</strong>n. Het staat vast, dat Jan Vel<strong>de</strong>ner in dit<br />

zelf<strong>de</strong> jaar een Latijnse en een Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse editie heeft gepubliceerd<br />

en dat hij reeds vroeger een herbarium had gedrukt, waarvan <strong>de</strong> terminus<br />

ad quem in 1483 moet gep<strong>la</strong>atst wor<strong>de</strong>n. Deze prioriteit leidt dan<br />

ook tot <strong>de</strong> konklusie, dat aan <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>n<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eer toekomt, het<br />

prototype gedrukt te hebben, van al <strong>de</strong> herbaria, die <strong>la</strong>ter in Europa<br />

wer<strong>de</strong>n uitgegeven.<br />

RÊSUMË<br />

Les données au sujet <strong>de</strong> 1'incunable « Den herbarius in dyetsche » et<br />

herbiers apparentés, forment dans <strong>la</strong> bibliographie une pelotte désespérée.<br />

L'intention <strong>de</strong> cette étu<strong>de</strong>, est non seulement <strong>de</strong> situer cet<br />

« Herbarius » à sa juste p<strong>la</strong>ce dans les écritures néer<strong>la</strong>ndaises concernant<br />

les p<strong>la</strong>ntes, mais également <strong>de</strong> fixer <strong>la</strong> chronologie <strong>de</strong> cette œuvre et<br />

<strong>de</strong>s œuvres apparentés. Il ressort <strong>de</strong> ceci que l'opinion courante, que<br />

l'Herbarius <strong>la</strong>tinus <strong>de</strong> Pierre Schoeffer, duquel l'editio princeps imprimé<br />

à Mayence en 1484, serait le prototype <strong>de</strong> tous les herbiers imprimés,<br />

serait à revoir: Il est établi que Jean Vel<strong>de</strong>ner a publié dans <strong>la</strong><br />

même année une édition <strong>la</strong>tine et une édition néer<strong>la</strong>ndaise et qu'il<br />

avait déjà imprimé un herbier, qui n'est pas daté, mais dont le terminus<br />

ad quem doit être p<strong>la</strong>cé en 1483. Cette priorité mène à <strong>la</strong> conclusion,<br />

que l'honneur d'avoir imprimé le prototype <strong>de</strong> tous les herbiers, édités<br />

ultérieurement en Europe, revient aux Pays-Bas.<br />

ZUSAMMENFASSUNG<br />

Die Daten in bezug auf die Inkunabel ? Den herbarius in dyetsche »<br />

und anverwante Herbariums formen in die Bibliographie ein hilfloses<br />

Knàuel. Es est die Absicht dieser Studiën nicht allein dièses « Herbarius<br />

» auf <strong>de</strong>n richtigen P<strong>la</strong>tz zu stellen unter die Nie<strong>de</strong>rlândische<br />

Geschrifte über Pf<strong>la</strong>nzen doch ebenso die Chronologie dièses Werks<br />

und anverwannte Werke fest zu stellen. Es zeigt dasz dièse herschen<strong>de</strong><br />

Meinung als wahre <strong>de</strong>r Herbarius <strong>la</strong>tinus von Peter Schöffer, wovon<br />

die editio princeps in 1484 in Mainz gedrückt wur<strong>de</strong>, das prototype<br />

aller gedrückter Herbariums, zu hersehen wer<strong>de</strong>. Es steht fest dasz<br />

Jan Vel<strong>de</strong>ner im zelben Jahr ein Latinischer und ein Nie<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndischer<br />

Ausgabe herausgabte und dasz er schon früher ein Herbarium drückte<br />

wovon <strong>de</strong>n terminus ad quem in 1483 gep<strong>la</strong>tzt wer<strong>de</strong>n musz. Dieser<br />

prioritât konkludiert dann auch dasz die Ehre <strong>de</strong>n Prototype aller<br />

spàtere in Europa herausgegebene Herbariums gedrückt zu haben,<br />

die Nie<strong>de</strong>rlàn<strong>de</strong> zukommt.


SUMMARY<br />

— 514 -<br />

The data about the incunable « Den herbarius in dyetsche » and<br />

apparent herbals constitue in the bibliography a <strong>de</strong>sesperate clew. The<br />

meaning of this study is not only to situate the right p<strong>la</strong>ce of this<br />

herbarium in the writings about p<strong>la</strong>nts in the Nether<strong>la</strong>nds, but also to<br />

fixe the chronology of this work and apparents works. From this<br />

appears that the accepted opinion, that the Herbarius <strong>la</strong>tinus from<br />

Peter Schöffer, which editio princeps was printed in 1484 at Mainz,<br />

was the prototype of all the printed herbals, must be revised. It is<br />

certain that Jan Vel<strong>de</strong>ner publiced in the same year a Latin and a<br />

Dutch édition and that he printed earlier an herbarium, finished at<br />

<strong>la</strong>st in 1483. This priority conclu<strong>de</strong>s that the honnour of having printed<br />

the prototype of all the herbals, edited <strong>la</strong>ter in Europe, is due to the<br />

Nether<strong>la</strong>nds.<br />

INHOUDSTAFEL<br />

Inleiding<br />

Pre-dodoense Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse geschriften over p<strong>la</strong>nten<br />

Den herbarius In dyetsche<br />

A. Herbarius <strong>la</strong>tinus van Peter Schöffer<br />

B. De twee Latijnse uitgaven van Herbarius in <strong>la</strong>tino, met Latijnse-Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse<br />

on<strong>de</strong>rschriften<br />

C. De drie Ne<strong>de</strong>r<strong>la</strong>ndse uitgaven van « Den herbarius In dyetsche »<br />

D. Konklusie<br />

P<strong>la</strong>ntenafbeeldingen<br />

Verantwoording<br />

Lijst van <strong>de</strong> gebruikte afkortingen<br />

Inhoud<br />

Partikel I, van <strong>de</strong> crachten <strong>de</strong>r cru<strong>de</strong>n, heeft 150 capittelen<br />

Partikel II, van medicinen die ter cameren doen gaen, heeft 12 cap.<br />

Partikel III, van speciën die wel rieken, heeft 16 cap.<br />

Partikel IV, van vruchten en<strong>de</strong> zayen, heeft 22 cap.<br />

Partikel V, van gummen, heeft 10 cap.<br />

Partikel VI, van sout van <strong>de</strong> minen <strong>de</strong>r eer<strong>de</strong>n en<strong>de</strong> van steenen, heeft<br />

16 cap.<br />

Partikel VII, van dieren of datter af compt, heeft 20 cap.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!