HISTORIE | KLINKENDE NAMEN BIJZONDERE INSTRUMENTEN ...
HISTORIE | KLINKENDE NAMEN BIJZONDERE INSTRUMENTEN ... HISTORIE | KLINKENDE NAMEN BIJZONDERE INSTRUMENTEN ...
NMF JUBILEUMMAGAZINE 25 jaar J U B I L E U M M A G A Z I N E inclusief het complete Jubileum programma HISTORIE | KLINKENDE NAMEN BIJZONDERE INSTRUMENTEN | INTERVIEWS VIOOLBOUW 1
- Page 2 and 3: FOTO DIRK RIETVELD NMF JUBILEUMMAGA
- Page 4 and 5: NMF JUBILEUMMAGAZINE Stichting Nati
- Page 6 and 7: 6 Theo Olof Theo Op 9 oktober 2012
- Page 8 and 9: NMF JUBILEUMMAGAZINE Van alle 22 wi
- Page 10 and 11: Muziekinstrumenten kosten geld: vee
- Page 12 and 13: NMF JUBILEUMMAGAZINE Het NMF bezit
- Page 14 and 15: NMF JUBILEUMMAGAZINE 14 Jiri Taihut
- Page 16 and 17: NMF JUBILEUMMAGAZINE eigenlijk toe
- Page 18 and 19: NMF JUBILEUMMAGAZINE 18 de keuze va
- Page 20 and 21: NMF JUBILEUMMAGAZINE de keuze van d
- Page 22 and 23: NMF JUBILEUMMAGAZINE de keuze van d
- Page 24 and 25: NMF JUBILEUMMAGAZINE 24 1990 1989 -
- Page 26 and 27: NMF JUBILEUMMAGAZINE Tim en Jonatha
- Page 28 and 29: FOTO FLORIS E. BOSCH NMF JUBILEUMMA
- Page 30 and 31: NMF JUBILEUMMAGAZINE Veel minder be
- Page 32 and 33: NMF JUBILEUMMAGAZINE 32 FOTO NMF 19
- Page 34 and 35: NMF JUBILEUMMAGAZINE - een achttal
- Page 36 and 37: NMF JUBILEUMMAGAZINE Samen met zijn
- Page 38 and 39: NMF JUBILEUMMAGAZINE De Nederlandse
- Page 40 and 41: BIJZONDERE NMF-MUSICI Carla Leurs
- Page 42 and 43: NMF JUBILEUMMAGAZINE Matthieu Besse
- Page 44 and 45: NMF JUBILEUMMAGAZINE In totaal dus
- Page 46 and 47: Over geld, musici 46 Dana en Mikhai
- Page 48 and 49: NMF JUBILEUMMAGAZINE 48 Bijzondere
- Page 50 and 51: NMF JUBILEUMMAGAZINE De organisatie
NMF<br />
JUBILEUMMAGAZINE<br />
25 jaar<br />
J U B I L E U M M A G A Z I N E<br />
inclusief<br />
het complete<br />
Jubileum<br />
programma<br />
<strong>HISTORIE</strong> | <strong>KLINKENDE</strong> <strong>NAMEN</strong><br />
<strong>BIJZONDERE</strong> <strong>INSTRUMENTEN</strong> | INTERVIEWS<br />
VIOOLBOUW<br />
1
FOTO DIRK RIETVELD<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
7<br />
Resultaten uit het verleden<br />
bieden geen garanties voor<br />
de toekomst<br />
15<br />
de keuze van de NMF-medewerkers<br />
Bijzondere instrumenten uit<br />
de collectie van het NMF<br />
FOTO FELIX BROEDE<br />
9<br />
klinkende namen<br />
25 jaar NMF<br />
25 NMF-musici<br />
19 tot en met 21 april 2013<br />
Weekend van het NMF<br />
90<br />
61
Het oudste<br />
stenen huis van<br />
Amsterdam<br />
de instrumentencollectie<br />
Hollandse<br />
instrumenten<br />
28<br />
bijzondere NMF-musici<br />
Het Brackman Trio 25<br />
Carla Leurs 40<br />
Gwyneth Wentink 54<br />
Ingrid van Dingstee 59<br />
Quintijn van Heek 62<br />
Jeanita Vriens en<br />
Geneviève Verhage 66<br />
Svenja Staats 71<br />
JUBILEUMAGENDA<br />
Lezingencyclus<br />
Weekend van het NMF<br />
Huisconcertserie<br />
Jubileumconcert<br />
Muziekdiner<br />
Luisterconcours<br />
87<br />
Inhoud<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
25 jaar welluidenheid 5<br />
Resultaten uit het verleden bieden<br />
geen garanties voor de toekomst 7<br />
25 jaar NMF - 25 jaar NMF-musici 9<br />
Bestaansrecht en uitgangspunt 10<br />
Bijzondere instrumenten 15<br />
25 jaar NMF in vogelvlucht 23 | 32 | 65<br />
Hollandse instrumenten 28<br />
Over geld, musici en donateurs 47<br />
De organisatie 50 | 56 | 61<br />
Belangrijke rol 68<br />
Nieuwe NMF-CD 82<br />
Bijzondere donateurs aan het woord<br />
De schenker van een Vuillaume-cello 49<br />
Het testament van nicht Mies 58<br />
Ellie Kruitbosch 64<br />
Digna Schade van Westrum 70<br />
Maria Kuster 74<br />
Annemieke en Adalbert Heuwekemeijer 82<br />
Marijke en Ronald Dijkstra 85<br />
Klinkende namen<br />
Johannes Leertouwer 13 Jaap ter Linden 16<br />
Janine Jansen 19 Christianne Stotijn 21<br />
Isabelle van Keulen 26 Viola de Hoog 27<br />
Liza Ferschtman 31 Simone Lamsma 34<br />
Vesko Eschkenazy 36 Lavinia Meijer 37<br />
Sonja van Beek 41 Quirine Viersen 42<br />
Daniel Rowland 45 Lisanne Soeterbroek 52<br />
Hannes Minnaar 55 Pieter Wispelwey 60<br />
Antoinette Lohmann 67 Cecilia Bernardini 68<br />
Tjeerd Top 69 Frederieke Saeijs 72<br />
Ernst Reijseger 73 David Kweksilber 78<br />
Rick Stotijn 81 Rosanne Philippens 86<br />
Dana Zemtsov 91<br />
25 jaar<br />
3
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Stichting<br />
Nationaal Muziekinstrumenten Fonds<br />
Postbus 11912<br />
1001 GX Amsterdam<br />
Sint Annenstraat 12<br />
1012 HE Amsterdam<br />
t 020 622 1255<br />
f 020 622 1256<br />
e info@muziekinstrumentenfonds.nl<br />
i www.muziekinstrumentenfonds.nl<br />
www.facebook.com/muziekinstrumentenfonds<br />
www.twitter.com/instrumentfonds<br />
De Stichting is statutair gevestigd te Amsterdam<br />
Inschrijving Kamer van Koophandel en Fabrieken te<br />
Amsterdam nr. 41205257<br />
BTW nummer NL 0090.56.002.B.01<br />
bankrelatie<br />
ABN-AMRO Bank 55 50 28 666<br />
fotografie<br />
NMF / www.sjaakramakers.com<br />
tenzij anders vermeld<br />
grafisch ontwerp & productie<br />
www.conceptcommunicatie.nl<br />
Alle musici die zijn afgedrukt in dit jubileum-<br />
magazine hebben of hadden tot voor kort een in-<br />
strument of strijkstok van het NMF in bruikleen,<br />
tenzij anders vermeld.<br />
foto omslag<br />
St. Annenstraat 12 in Amsterdam,<br />
het kantoor van het NMF.<br />
Alle rechten voorbehouden.<br />
Een ieder die meent rechten te kunnen ontlenen aan<br />
deze uitgave, wordt vriendelijk verzocht contact met<br />
ons op te nemen.<br />
4<br />
Comité van Aanbeveling<br />
dr. J.E. Andriessen<br />
oud-voorzitter Nationaal Muziekinstrumenten<br />
Fonds, oud-minister van Economische Zaken<br />
jhr. drs. P.A.C. Beelaerts van Blokland<br />
oud-Commissaris van de Koningin in de Provincie<br />
Utrecht<br />
Anner Bijlsma<br />
cellist<br />
mr. M.J. Cohen<br />
oud-burgemeester Amsterdam<br />
mr. J.H.M. Deiters<br />
oud-directeur Concertgebouw N.V.<br />
Hans Heg<br />
muziekjournalist<br />
Philippe Herreweghe<br />
dirigent<br />
Janine Jansen<br />
violiste<br />
mr. P.J. Kalff<br />
oud-voorzitter Raad van Bestuur<br />
ABN AMRO Bank N.V.<br />
prof. dr. Ton Koopman<br />
dirigent<br />
Herman Krebbers<br />
violist<br />
mr. C.J.A. van Lede<br />
oud-voorzitter Raad van Bestuur Akzo-Nobel N.V.<br />
prof. drs. R. de Leeuw<br />
oud-algemeen directeur Rijksmuseum<br />
Cornélie Möller<br />
Max Möller & Zoon<br />
drs. George Möller<br />
oud-voorzitter Raad van Bestuur Robeco Groep N.V.<br />
dr. H.O.C.R. Ruding<br />
oud-minister van Financiën<br />
prof. Frans de Ruiter<br />
voorzitter CvB Koninklijk Conservatorium Den Haag<br />
dr. M. Sanders<br />
oud-directeur Concertgebouw N.V.<br />
W.E. Scherpenhuijsen Rom<br />
oud-voorzitter Bestuur van het<br />
Koninklijk Concertgebouworkest<br />
drs. Mischa Spel<br />
muziekredacteur NRC Handelsblad<br />
Het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) is een<br />
onafhankelijke stichting die al sinds 1925 toezicht<br />
houdt op het inzamelen van geld voor goede doelen.<br />
De taak van het CBF is het bevorderen van een<br />
verantwoorde fondsenwerving en besteding door<br />
middel van het beoordelen van de fondsenwervende<br />
organisaties en het verstrekken van informatie en<br />
advies aan overheidsinstanties en publiek. Wanneer<br />
u het CBF-keur ziet afgebeeld, kunt u er als gever<br />
vanuit gaan dat er verantwoord met uw gift wordt<br />
omgegaan.<br />
www.cbf.nl<br />
Het NMF is door de Belastingdienst aangewezen als<br />
een ANBI, een Algemeen Nut Beogende Instelling.<br />
Het NMF hoeft daarom geen erfbelasting of schenkingsrecht<br />
te betalen. Donateurs van het NMF<br />
kunnen hun giften aftrekken van de inkomsten- of<br />
vennootschapsbelasting (uiteraard binnen de geldende<br />
regels).<br />
www.belastingdienst.nl<br />
www.anbi.nl<br />
Beschermheer Z.K.H. Prins Constantijn<br />
FOTO RVD
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
25 jaar<br />
welluidendheid<br />
De verleiding om bij een voorwoord voor een<br />
jubileummagazine alle wapenfeiten te noemen,<br />
is groot. Die feiten vindt u echter verderop<br />
in deze publicatie. Ik laat het daarom bij<br />
een paar.<br />
Zoals zo vele instituties kwam ook ons Nationaal<br />
Muziekinstrumenten Fonds voort uit een<br />
goed, liefdadig idee van een bevlogen mens:<br />
Pieter Moerenhout. Hij werd snel bijgestaan<br />
door violist eo Olof, die gedurende tien jaar<br />
onze eerste voorzitter was. Helaas moesten wij<br />
in oktober 2012 afscheid van hem nemen.<br />
Het Koninklijk Huis hee het NMF altijd een<br />
warm hart toegedragen, getuige onder andere<br />
het Beschermheerschap van Z.K.H. Prins<br />
Claus vanaf 1992, in 2004 opgevolgd door zijn<br />
zoon Z.K.H. Prins Constantijn. Hun interesse<br />
stimuleert zowel de medewerkers van het bureau<br />
als zij die op NMF-instrumenten spelen.<br />
Door de jaren heen zagen ruim 1.750 musici<br />
(van coryfeeën als Emmy Verheij en Janine Jansen<br />
tot het jongste lid van Coosje Wijzenbeek’s<br />
Fancy Fiddlers) hun vaardigheden door NMFinstrumenten<br />
en NMF-strijkstokken groeien.<br />
Hoe brachten we het zo ver?<br />
Daarvoor hoef je eigenlijk alleen maar eens<br />
een ‘presentatieconcert’ bij te wonen, dat het<br />
NMF voor zijn donateurs organiseert. De<br />
toewijding, het enthousiasme, de vreugde die<br />
een kind uitstraalt dat zich op een écht mooie<br />
viool mag uitleven. Een musicus die zich met<br />
uitstekend materiaal kan vereenzelvigen met<br />
de creativiteit van de componist. Dát ontroert<br />
de luisteraar, de donateur, ons allen! Gelukkig<br />
maar, want zonder sponsors, donateurs,<br />
de vele steunpilaren van ons NMF kunnen we<br />
niet veel. U jubileert mee! En er liggen nog altijd<br />
violen op zolders………..<br />
Het NMF wil nog jaren vooruit. Elk jaar staan<br />
nieuwe gegadigden te trappelen! Er liggen nog<br />
vele welluidende jaren voor ons. Verandert er<br />
dan niets? Jawel, crisis of geen crisis, de wachtlijst<br />
in het voordeliger segment is korter geworden<br />
door de groei van de NMF-collectie.<br />
Daardoor kan het NMF zich ook meer richten<br />
op musici die al verder in hun carrière zijn en<br />
een nog beter (en dus kostbaarder) instrument<br />
nodig hebben. Dus, aanschaf van minder instrumenten,<br />
maar hogere kosten. Daarnaast<br />
wil het NMF meer gaan doen aan de presentatie<br />
bij een optreden. Een verzorgd uiterlijk,<br />
een leuk, goed bedacht verklarend praatje. Een<br />
pracht instrument verdient immers een stijlvol<br />
optreden.<br />
Kortom, hoera, hoera, we zijn jarig, en hoe!<br />
We leven bewust, stijlvol en welluidend verder,<br />
met u allen!<br />
Prof. ir. W. Dik<br />
voorzitter<br />
5
6<br />
Theo Olof Theo<br />
Op 9 oktober 2012 is eo Olof, eerste voorzitter<br />
en bijna een kwart eeuw lang voorvechter<br />
van het NMF, op 88-jarige leeijd overleden.<br />
eo was niet alleen een uiterst beminnelijk<br />
mens en een fantastische violist, hij was ook een<br />
onvermoeibare ambassadeur van het NMF. Hij<br />
is door zijn inzet en persoonlijkheid van onschatbare<br />
waarde voor het NMF geweest. Nadat<br />
Pieter Moerenhout bijna een kwart eeuw geleden<br />
het NMF had opgericht, kwam eo al snel<br />
in beeld.<br />
Door zijn kwaliteiten als mens en musicus was<br />
eo ook toen al een bekende Nederlander. Hij<br />
voelde zich erg aangesproken door de doelstelling<br />
van het NMF en aarzelde niet om zich met<br />
hart en ziel voor de toen nog nieuwe stichting in<br />
te zetten. eo werd de eerste voorzitter van het<br />
NMF. Nadat hij in 1997 deze functie had neergelegd<br />
bleef hij als voorzitter van het Comité<br />
van Aanbeveling een onvermoeibare voorvechter<br />
voor de Stichting. Als hij de kans kreeg, brak<br />
Olof verzorgde jarenlang een masterclass voor het NMF.<br />
Hier is hij met Cecilia Bernardini in Cristofori, Amsterdam 2001<br />
hij in elk televisie- of radio-optreden dat hij had<br />
een lans voor het Muziekinstrumenten Fonds.<br />
eo bleef tot aan zijn dood betrokken bij het<br />
NMF. Hij kwam met zijn lieve vrouw Noor naar<br />
het jaarlijkse Presentatieconcert tot het echt niet<br />
meer ging, hij belde met enige regelmaat naar<br />
kantoor en een enkele maal aten we in Arti een<br />
broodje om even bij te praten: over het NMF,<br />
maar ook over het leven.<br />
Met het overlijden van eo verdwijnt een<br />
unieke persoonlijkheid bij het NMF. Een persoonlijkheid<br />
die zeer gemist zal worden. eo<br />
lee voort in de harten van velen die bij het<br />
NMF betrokken waren en zijn. En door zijn viool<br />
die zich in de collectie van het NMF bevindt<br />
(een François Louis Pique, Parijs 1797) zal er bij<br />
ons ook altijd een tastbaar monument van eo<br />
overblijven.<br />
Marcel Schopman<br />
FOTO NMF
Resultaten uit<br />
het verleden<br />
bieden geen<br />
garanties voor<br />
de toekomst<br />
door Marcel Schopman<br />
directeur NMF<br />
“Gaat het goed met het NMF?” krijg ik vaak<br />
als vraag. In een tijd waarin het voortbestaan<br />
van vele culturele instellingen onder grote<br />
druk staat, is dat geen merkwaardige vraag.<br />
Culturele instellingen zien zich gedwongen<br />
om veel meer dan voorheen een beroep te<br />
doen op fans en vrienden, op particuliere donateurs<br />
dus, om overeind te kunnen blijven.<br />
Immers, de eigen vaste inkomsten zijn vaak<br />
bij lange na niet genoeg om te kunnen blijven<br />
functioneren. Dat is bij het NMF niet anders.<br />
De bescheiden overheidssubsidie aan het<br />
NMF van nog geen € 80.000 is met ingang van<br />
2012 komen te vervallen. Dat betekent dat de<br />
enige vaste inkomsten van het NMF de bruikleeninkomsten<br />
van musici zijn. Deze inkomsten<br />
maken tegenwoordig ruim 10% van de<br />
totale inkomsten van het NMF uit. Het overgrote<br />
deel komt dus van de gulle gevers van<br />
het NMF. Van hen dus, die muzikaal talent een<br />
warm hart toedragen.<br />
Het NMF is – in tegenstelling tot veel culturele<br />
clubs - al lang gewend om steun te vragen aan<br />
particulieren – en met succes! Want de groep<br />
donateurs van het NMF groeit nog steeds. Al<br />
die steun hee na een kwart eeuw geresulteerd<br />
in één van de grootste instrumentenfondsen<br />
ter wereld.<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Tegelijkertijd is de opmerking dat ‘resultaten<br />
uit het verleden geen garantie bieden voor<br />
de toekomst’ een waarheid als een koe. Want<br />
ondanks de gulle steun van veel donateurs en<br />
de goede resultaten van de afgelopen jaren, begint<br />
het NMF elk jaar nancieel gezien weer bij<br />
nul. Garanties dat we in het nieuwe jaar weer<br />
geld binnen krijgen, hebben we niet. Elk jaar<br />
moeten er weer mensen gevonden en overtuigd<br />
worden om hun steun aan jonge musici<br />
te geven.<br />
Het NMF is, kortom, heel dankbaar voor alle<br />
donateurs die ons de afgelopen jaren gesteund<br />
hebben. Maar we hebben uw steun de komende<br />
jaren ook nodig, niet alleen om de collectie<br />
te kunnen beheren en musici te begeleiden in<br />
hun ontwikkeling, maar ook om de collectie<br />
uit te breiden. Nog steeds ja, want er staan nog<br />
musici op de wachtlijst.<br />
Ja, het gaat goed met het NMF. Ongeveer 400<br />
musici spelen op een instrument van ons. We<br />
willen zo mogelijk nóg meer mensen aan een<br />
beter instrument helpen. Helpt u mee?<br />
7
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Van alle 22 winnaars van de<br />
Nederlandse Muziekprijs hebben<br />
maar liefst 10 winnaars voor<br />
kortere of langere tijd een<br />
instrument van het NMF in<br />
bruikleen gekregen.<br />
Janine Jansen, die als klein<br />
meisje ooit een NMF-instrument<br />
bespeelde, won deze prijs in<br />
2003.<br />
8<br />
FOTO KASSKARA
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
25 jaar NMF<br />
25 NMF-musici<br />
NMF-musici uitgelicht<br />
1988 Johannes Leertouwer<br />
1989 Jaap ter Linden<br />
1990 Janine Jansen<br />
1991 Christianne Stotijn<br />
1992 Isabelle van Keulen<br />
1993 Viola de Hoog<br />
1994 Liza Ferschtman<br />
1995 Simone Lamsma<br />
1996 Vesko Eschkenazy<br />
1997 Lavinia Meijer<br />
1998 Sonja van Beek<br />
1999 Quirine Viersen<br />
2000 Daniel Rowland<br />
2001 Lisanne Soeterbroek<br />
2002 Hannes Minnaar<br />
2003 Pieter Wispelwey<br />
2004 Antoinette Lohmann<br />
2005 Cecilia Bernardini<br />
2006 Tjeerd Top<br />
2007 Frederieke Saeijs<br />
2008 Ernst Reijseger<br />
2009 David Kweksilber<br />
2010 Rick Stotijn<br />
2011 Rosanne Philippens<br />
2012 Dana Zemtsov<br />
www.muziekinstrumentenfonds.nl<br />
In de 25 jaar dat het NMF bestaat hee de<br />
stichting al ruim 1.750 musici voor kortere of<br />
langere tijd aan een instrument geholpen. Veel<br />
violisten en cellisten, maar ook pianisten, harpisten<br />
en blazers. Uit elk van de 25 NMF-jaren<br />
presenteren we u één aansprekende naam.<br />
Sommigen van hen speelden slechts een paar<br />
maanden op een instrument van het NMF, anderen<br />
deden dat vele jaren. Dat hee veelal te<br />
maken met de leeijd waarop de musicus bij<br />
het NMF aanklopt. Voor jonge mensen, die<br />
zich nog sterk ontwikkelen, is een instrument<br />
vaak een tijdelijk iets, een hulpstuk dat hen<br />
verder brengt bij hun doel. Eenmaal volwassen<br />
en gerijpt blij het instrument vaak veel langer<br />
bij de bespeler. Alle musici uit onderstaand<br />
overzicht kregen van het NMF de kans zich<br />
verder te ontwikkelen. Als zij een instrument<br />
inleverden, deden ze dat allen op vrijwillige<br />
basis.<br />
De belangrijke rol van het NMF in het Nederlandse<br />
muziekleven is ook duidelijk uit het<br />
volgende. De Nederlandse Muziekprijs is de<br />
hoogste onderscheiding die door het Ministerie<br />
van OCW aan een musicus, werkzaam in<br />
de klassieke muziek in Nederland, kan worden<br />
uitgereikt. Van de 22 winnaars van deze<br />
hoogste onderscheiding (exclusief vocalisten)<br />
die er sinds de oprichting in 1981 geweest zijn,<br />
25 jaar<br />
hebben maar liefst 10 winnaars voor kortere<br />
of langere tijd een instrument van het NMF<br />
in bruikleen gekregen. Het Nationaal Vioolconcours<br />
Oskar Back is voor toptalent: violisten<br />
van 17 t/m 26 jaar die op het hoogste<br />
niveau willen uitvoeren. Van de twaalf keer<br />
dat het Concours sinds de oprichting van het<br />
NMF gehouden is, was de winnaar negen keer<br />
bruiklener van het NMF.<br />
In dit magazine vindt u een aantal van de bijzondere<br />
musici die een instrument van het<br />
NMF in bruikleen hadden: één musicus uit elk<br />
jaar dat het NMF bestond.<br />
Alle musici die op dit moment een instrument<br />
van het NMF bespelen vindt u op de website.<br />
9
Muziekinstrumenten kosten geld: veel geld. Vaak<br />
zoveel dat musici en muziekstudenten zich de aanschaf<br />
ervan niet kunnen veroorloven. En dat terwijl<br />
een goed instrument geen luxe is, maar een absolute<br />
noodzaak voor iemand wiens vak het is te<br />
musiceren.<br />
Dat betekent dat veel musici hulp nodig hebben.<br />
Het NMF is destijds opgericht om dat probleem op<br />
te lossen. En vandaag de dag geldt die oorspronkelijke<br />
doelstelling nog onverkort: het NMF geeft<br />
jaarlijks ongeveer 400 kwalitatief hoogstaande muziekinstrumenten<br />
en 350 strijkstokken in bruikleen<br />
aan professionele musici en aan hen die dat willen<br />
worden.<br />
10<br />
FOTO JANNEMIEKE OOSTRA<br />
Nicolas van Poucke, Ella van Poucke en Gerard Spronk<br />
Presentatieconcert 2007<br />
Doelstellingen<br />
Het NMF is een organisatie die in grote lijnen<br />
drie specieke doelen hee;<br />
- het uitlenen van instrumenten aan musici.<br />
De nadruk ligt hierbij op het helpen van<br />
jong talent, conservatoriumstudenten en beroepsmusici.<br />
Maar ook topsolisten die dure<br />
instrumenten nodig hebben, krijgen hulp<br />
van het NMF. Zo wordt het hoogstaande Nederlandse<br />
muziekleven structureel gesteund.<br />
- het behouden en ontwikkelen van cultureel<br />
erfgoed. Het NMF rekent het tot zijn taak de<br />
instrumenten uit de historisch belangrijke<br />
Nederlandse vioolbouwschool te behouden<br />
voor het nageslacht en deze ook bespeelbaar<br />
te laten zijn. Zo wordt de hoogstaande collectie<br />
Nederlandse instrumenten geconserveerd,<br />
uitgebreid en beluisterbaar gemaakt<br />
en gehouden.<br />
Bestaan<br />
uitgangs<br />
- het bieden van educatie. Het NMF begeleidt<br />
muziekstudenten bij het maken van de<br />
juiste keuze van een instrument en/of stok.<br />
Het NMF hee ondervonden dat er aan dit<br />
aspect in de traditionele muziekopleidingen<br />
te weinig aandacht wordt besteed, terwijl<br />
dit juist van wezenlijk belang is. Daarnaast<br />
biedt het NMF de NMF-musici ondermeer<br />
de mogelijkheid podiumervaring op te<br />
doen, mee te doen aan CD/DVD-opnames<br />
en te participeren in klanktesten.<br />
De doelgroep:<br />
beroepsmusici en zij die dat<br />
willen worden.<br />
Het NMF wil beroepsmusici en hen die dat<br />
willen worden helpen. Zij kunnen een beroep<br />
doen op het NMF om een instrument in<br />
bruikleen te krijgen. Dit geldt voor zowel klassieke<br />
als niet-klassieke musici. Bovendien kan<br />
men voor bijna elk instrument een aanvraag<br />
indienen, zodat met recht kan worden gezegd<br />
dat het NMF het gehele Nederlandse muziekleven<br />
steunt.<br />
De aanvraag<br />
Een musicus die een aanvraag wil doen moet<br />
voldoende kwaliteit hebben om beroepsmusicus<br />
te zijn of dat te worden. Hij komt in aanmerking<br />
voor een instrument dat past bij zijn<br />
artistieke niveau en hij mag niet zelf in staat
srecht<br />
punt&<br />
zijn een dergelijk instrument aan te schaffen.<br />
Het NMF vindt het belangrijk dat alle<br />
muziekinstrumenten van het fonds door het<br />
publiek gehoord kunnen worden. Dat betekent<br />
dat NMF-musici een actieve rol in het<br />
Nederlandse muziekleven moeten vervullen.<br />
Buitenlanders die met voldoende regelmaat op<br />
de Nederlandse podia optreden, kunnen een<br />
aanvraag bij het NMF indienen als zij aan de<br />
overige eerder genoemde criteria voor bruikleen<br />
voldoen.<br />
De procedure<br />
Een instrument dient schrielijk aangevraagd<br />
te worden. Na ontvangst van de aanvraag<br />
vindt er een intakegesprek plaats. Het NMF<br />
probeert dan enerzijds een beeld te krijgen<br />
van motivatie, capaciteiten en verlangens van<br />
de potentiële NMF-musicus, terwijl anderzijds<br />
de do’s en don’ts van het NMF uitvoerig worden<br />
uitgelegd. Na deze voorselectie bespreekt<br />
de Commissie Aanvragen en Instrumenten<br />
de aanvraag. Deze commissie bestaat uit een<br />
achttal deskundigen en brengt een niet-bindend<br />
advies uit aan het bestuur dat uiteindelijk<br />
beslist over de aanvraag.<br />
Cultureel Erfgoed<br />
Het NMF heeft in zijn 25-jarig bestaan<br />
een belangrijke collectie Nederlandse instrumenten<br />
samengesteld, die een museale<br />
waarde heeft. Het NMF bezit instrumenten<br />
uit het tijdperk van de eerste belangrijke Nederlandse<br />
bouwperiode tot aan nu, een periode<br />
van ruim 300 jaar. Hoewel het Haags<br />
Gemeentemuseum (middels de collectie verzameld<br />
door de bankier Daniël Scheurleer)<br />
een nog veel grotere verzameling bezit, heeft<br />
de collectie van het NMF het voordeel dat<br />
deze (in tegenstelling tot die in Den Haag)<br />
zichtbaar is en bespeeld wordt: indachtig het<br />
oorspronkelijke doel van een muziekinstrument.<br />
Een muziekinstrument is immers een<br />
gebruiksvoorwerp.<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Jarenlang is het belang van de Hollandse<br />
school en de instrumenten die zij maakte onderschat.<br />
Pas nadat met name buitenlandse<br />
beleggers hun oog lieten vallen op deze instrumenten<br />
en violen in grote aantallen naar het<br />
buitenland verdwenen en (dus) in prijs stegen,<br />
kwam de aandacht voor deze ten onrechte vergeten<br />
groep weer op. Het NMF speelt bij de<br />
hernieuwde aandacht voor eigen erfgoed een<br />
leidende rol. De prijs/kwaliteitverhouding van<br />
deze instrumenten is nog steeds aantrekkelijk<br />
en mede daarom hee het NMF een grote belangstelling<br />
voor Hollandse instrumenten.<br />
Cindy Albracht<br />
11
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Het NMF bezit ondermeer instrumenten van<br />
belangrijke instrumentenbouwers als Pieter<br />
Rombouts, Hendrik Jacobs, Johannes Cuypers,<br />
Max Möller, Eberhard Uebel, Jaap Bolink,<br />
Serge Stam, Daniel Royé en vele anderen.<br />
Ook als cultureel erfgoed beschouwt het<br />
NMF de verzameling instrumenten die afkomstig<br />
is of bespeeld is geweest door belangrijke<br />
Nederlandse musici. Zo bezit het NMF de<br />
Pique viool van eo Olof, de Carlo Bergonzi<br />
viool die Herman Krebbers tientallen jaren<br />
hee bespeeld, twee violen (een Jaap Bolink<br />
en een Federico Goldnagl) uit de collectie van<br />
Isabelle van Keulen en een aantal andere instrumenten<br />
met een bijzondere aomst.<br />
Op de uitgebreide website van het NMF kunt<br />
u een overzicht raadplegen van alle instrumenten<br />
die de collectie omvat, onder het kopje<br />
‘Collectie’.<br />
12<br />
Catharina Ungvari<br />
FOTO NIC LIMPE<br />
Het NJO speelt ieder jaar op strijkstokken van het NMF<br />
Het NMF bezit de Pique viool van Theo Olof, de Carlo Bergonzi<br />
viool die Herman Krebbers tientallen jaren heeft bespeeld,<br />
twee violen (een Jaap Bolink en een Federico Goldnagl) uit<br />
de collectie van Isabelle van Keulen, de vleugels van dirigent<br />
Anton Kersjes en pianist George van Renesse en een aantal<br />
andere instrumenten met een bijzondere afkomst.<br />
www.muziekinstrumentenfonds.nl/collectie
Educatie<br />
Het oorspronkelijke doel van het NMF was<br />
uitsluitend het in bruikleen geven van muziekinstrumenten<br />
aan talentvolle musici, met<br />
als oogmerk om hun carrière een krachtige<br />
impuls te geven. Later werd “additionele” hulp<br />
geboden door het organiseren van masterclasses,<br />
CD-opnames en het geven van concerten.<br />
Hierdoor werd de NMF-musici extra<br />
leermomenten geboden om verder te komen<br />
in hun vak. Het is duidelijk dat de aandacht<br />
die het NMF in het aankoopbeleid wil geven<br />
aan musici die al verder zijn in hun carrière,<br />
gepaard moet gaan met een verdergaande begeleiding<br />
van deze musici op andere gebieden.<br />
Te denken valt aan podiumpresentatie, ondersteuning<br />
bij het zoeken naar management,<br />
ondersteuning bij marketing, CD-contracten,<br />
promotionele zaken en dergelijke. Het NMF<br />
onderzoekt momenteel op welke wijze deze<br />
steun het beste verleend kan gaan worden.<br />
Door het sterk gestegen aantal NMF-concerten<br />
in de afgelopen jaren gee het NMF aan<br />
steeds meer musici de kans om podiumervaring<br />
op te doen.<br />
Speciaal van belang is ook de mogelijkheid die<br />
het NMF biedt om authentieke en bijzondere<br />
instrumenten te bespelen. Het NMF leent op<br />
projectbasis klassieke- en barokstrijkstokken<br />
uit: dit gee de musicus een unieke kans vertrouwd<br />
te raken met een andere, historiserende<br />
manier van spelen.<br />
1988<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Johannes Leertouwer<br />
Johannes kreeg in 1988 een viool van Cornelis<br />
Kleynman, gebouwd in Amsterdam<br />
rond 1683, uit de collectie van het NMF.<br />
Hij was daarmee één van de allereerste<br />
bruikleners van het NMF, waarvan ook zijn<br />
NMF-registratienummer 0009 getuigt.<br />
Johannes Leertouwer was naast solist later<br />
ook concertmeester bij Anima Eterna van<br />
Jos van Immerseel en bij het orkest van de<br />
Nederlandse Bachvereniging. Hij is hoofdvakdocent<br />
viool aan het Conservatorium<br />
van Amsterdam en sinds 2009 is hij ook<br />
chef-dirigent en artistiek leider van Nederlands<br />
nieuwste symfonieorkest, de Nieuwe<br />
Philharmonie Utrecht.<br />
13<br />
FOTO MARCO BORGGREVE
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
14<br />
Jiri Taihuttu studeert flamencogitaar bij<br />
Eric Vaarzon Morel aan het Conservatorium<br />
van Amsterdam. Daarnaast speelt hij in de<br />
populaire band The Wild Things, waarmee<br />
hij in De Wereld Draait Door verscheen.
de keuze van de NMF-medewerkers<br />
Aan veel van die<br />
instrumenten klee een<br />
bijzonder verhaal.<br />
Alle NMF-medewerkers<br />
stellen u één bijzonder<br />
instrument voor.<br />
M ANON V EENEND AAL<br />
Een flamenco gitaar, gebouwd door Gerundino Fernandez,<br />
Almeria 1981. Achterblad en ribben van<br />
Spaanse cypres, voorblad van Europees vurenhout.<br />
Rozet heeft een patroon dat goed herkenbaar is van<br />
deze bouwer. Origineel gesigneerd en gedateerd label.<br />
Gestempeld aan de binnenkant achterblad en<br />
halsklos. NMF-nummer 1187.<br />
Het is bijna zes jaar geleden dat er met de post<br />
een bijzonder pakketje werd bezorgd op de<br />
Sint Annenstraat. Of liever gezegd, een heel<br />
groot pakket, ter grote van een computer. Of<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Bijzondere instrumenten<br />
uit de collectie<br />
Een pakketje per post<br />
FOTO NMF<br />
een groot uitgevallen werkkalender. We pakten<br />
het uit en er bleek een gitaar in te zitten.<br />
Een octaafgitaar, bestemd voor het NMF. Deze<br />
gitaar kocht het NMF destijds speciaal voor<br />
Het Gitaarorkest Nederland.<br />
Kort geleden deed zich eenzelfde situatie voor.<br />
Ik deed de deur open, en er verscheen weer<br />
een groot postpakket met in vetgedrukte letters<br />
‘fragile’ erop.<br />
Kennelijk is het in de gitaarbranche heel normaal<br />
om instrumenten met de post te versturen,<br />
want er zat wéér een gitaar in! Deze keer<br />
betrof het de gitaar speciaal voor het jonge talentje<br />
Jiri Taihuttu. Deze bescheiden tiener uit<br />
het zuiden des lands had een jaar daarvoor de<br />
show gestolen op onze presentatieconcerten.<br />
Samen met zijn enthousiaste docent Eric Vaarzon<br />
Morel (een amencogitarist van naam),<br />
trad hij vier avonden achter elkaar op voor<br />
onze begunstigers en andere relaties. Iedereen<br />
was laaiend. Er was alleen één maar. Het<br />
instrument waarop hij speelde, was duidelijk<br />
toe aan vervanging. Het stak lelijk af tegen het<br />
prachtige instrument dat zijn leraar Eric bespeelde:<br />
een exemplaar dat nog van Paco Peña<br />
was geweest. Eric brak een lans voor Jiri en liet<br />
het publiek op subtiele wijze weten dat Jiri<br />
15
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
eigenlijk toe was aan een andere, betere amencogitaar:<br />
eentje die paste bij zijn ontwikkeling<br />
van dat moment.<br />
Kennelijk pikte het publiek het op, want er was<br />
een genereuze schenker (het Douglas Kane<br />
Fonds) te midden van alle gasten, die zich<br />
opwierp om het NMF een genereuze gi te<br />
doen, waarmee het NMF een gitaar voor Jiri<br />
zou kunnen aankopen. En zo geschiedde. Jiri<br />
mocht kiezen tussen een gitaar uit 1969 en één<br />
uit 1981. Een lastige keuze, want beide waren<br />
erg mooi, maar uiteindelijk koos Jiri voor de<br />
gitaar die slechts 14 jaar jonger is dan hijzelf.<br />
Om de schenker te bedanken, gaf hij samen<br />
met zijn leraar een concert. Een concert dat<br />
zoveel mooier was dan het jaar daarvoor! Het<br />
is fantastisch om te merken dat je met een<br />
goed instrument het verschil kunt maken.<br />
16<br />
1989<br />
Jaap ter Linden<br />
In 1989, dus een jaar na de oprichting van<br />
het NMF, kon een bijzondere cello van Giovanni<br />
Grancino (Milaan, 1703) door het<br />
Fonds worden aangekocht. Jaap ter Linden<br />
zou deze cello bijna 21 jaar bespelen. Daarna<br />
kocht Jaap een eigen instrument en ging<br />
de Grancino over in handen van Joris van<br />
den Berg, winnaar van het celloconcours<br />
van de eerste Cellobiënnale in Amsterdam<br />
in 2006. Jaap ter Linden behoort tot de pioniers<br />
van de Europese barokmuziekpraktijk.<br />
Hij stond aan de wieg van verschillende barokensembles,<br />
was medeoprichter van het<br />
ensemble Musica da Camera en eerste cellist<br />
van achtereenvolgens Musica Antiqua Köln,<br />
The English Concert en Ton Koopmans Amsterdam<br />
Baroque Orchestra. Jaap ter Linden<br />
is vooral solist en uitvoerder van kamermuziek,<br />
maar geniet sinds enkele jaren tevens<br />
bekendheid als dirigent.
FOTO ROBERT BENSCHOP<br />
de keuze van de NMF-medewerkers<br />
Een Weens juweel<br />
met Oosterse belletjes<br />
L ENNART VAN D ER SMAN<br />
Een fortepiano, gebouwd door Michael Rosenberger<br />
in Wenen, ca. 1820, NMF-nummer 1180. De kast<br />
gefineerd in notenhout, klavieromvang 6 octaven,<br />
FF-f4, 6 pedalen<br />
In de Leeuwenbergh te Utrecht, begin oktober<br />
2012, presenteerde een pianiste van internationaal<br />
niveau, Shuann Chai, de in het voorjaar<br />
door het NMF aangekochte fortepiano. Je<br />
moet een beetje geluk hebben, want in bijna<br />
tweehonderd jaar – geboortejaar omstreeks<br />
1820 – hee deze “Rosenberger” er ink van<br />
langs gekregen. Een expert, Edwin Beunk,<br />
hee het instrument prachtig gerestaureerd en<br />
weer in optimale staat gebracht. Dat lokt natuurlijk<br />
ook andere kopers. Met wat mazzel en<br />
hulp van particulieren en fondsen is het gelukt<br />
dit unieke instrument aan te kopen. Want een<br />
dergelijk juweel hoort vanzelfsprekend in de<br />
collectie van het Nationaal Muziekinstrumenten<br />
Fonds thuis!<br />
Over het leven van de pianobouwer Michael<br />
Rosenberger is weinig bekend, maar ik kan<br />
me zo voorstellen dat men veel bewondering<br />
voor hem had, daar in Wenen. Of misschien<br />
vonden ze hem ook wel een rare snuiter. Hij<br />
scheen namelijk verschillende typen instrumenten<br />
te hebben uitgevonden, zoals de Polyharmonikon.<br />
En hij scheidde van zijn vrouw,<br />
hetgeen natuurlijk ongehoord was. Maar bovenal<br />
is deze fortepiano een “gevalletje apart”.<br />
De klank van deze fortepiano is prachtig, dat<br />
benadrukten ook Bart van Oort, Paolo Giacometti<br />
en Kristian Bezuidenhout. Wat betre<br />
het exterieur keek ik vol verbazing naar de<br />
stokoude witte toetsen, de fraaie houtstructuur,<br />
de gouden versieringen en... die zes blinkende<br />
pedalen. Shuann Chai wist er wel raad<br />
mee. In Utrecht speelde ze ongelooijk mooi<br />
drie beroemde pianosonates van Ludwig van<br />
Beethoven: de Pathétique, de Mondschein en<br />
de Appassionata. Toen ze het publiek vertelde<br />
over de uniciteit van het instrument, presenteerde<br />
ze ook één voor één de pedalen die het<br />
instrument rijk is. De zesde pedaal was haar<br />
favoriet, zei ze lacherig, want hiermee openbaart<br />
zich misschien wel de guitigheid van Michael<br />
Rosenberger. Vlug kroop ze achter het<br />
instrument en demonstreerde ze de bijzondere<br />
pedaal met de Rondo alla Turca van Mozart. In<br />
de maat klonk er een luide trom met Oosterse<br />
belletjes; een geweldig eect!<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Een grote aanwinst dus, deze fortepiano. En<br />
met Shuann Chai hebben wij een fantastische<br />
pianiste gevonden die het instrument met veel<br />
enthousiasme bespeelt. Overigens is zij het<br />
met ons eens dat de “Rosenberger” periodiek<br />
toegankelijk moet zijn voor studenten en andere<br />
professionele pianisten. Kristian Bezuidenhout<br />
hee al aangegeven interesse te hebben<br />
in een project met dit instrument. Ik geef<br />
hem groot gelijk, die zesde pedaal met Turks<br />
kabaal is wel erg verleidelijk...<br />
17<br />
FOTO ROBERT BENSCHOP
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
18<br />
de keuze van de NMF-medewerkers<br />
Asko|Schönberg<br />
Maya Beiser<br />
Amsterdam Sinfonietta<br />
Anner Bijlsma<br />
Andreas Brantelid<br />
B’Rock<br />
Baroque Orchestra Gent<br />
Colin Carr<br />
Cello8ctet Amsterdam<br />
Conservatoriumorkest Amsterdam<br />
CvAPercussion<br />
Vincent Courtois<br />
Valter Dešpalj<br />
Roel Dieltiens<br />
Tan Dun<br />
Martin Fondse<br />
Sol Gabetta<br />
David Geringas<br />
Larissa Groeneveld<br />
Natalia Gutman<br />
Doris Hochscheid<br />
Xenia Jankovic<br />
Annsi Karttunen<br />
Jakob Koranyi<br />
LeineRoebana<br />
Floris Mijnders<br />
Johannes Moser<br />
Dai Myiata<br />
Truls Mørk<br />
Nederlands Jeugd Strijkorkest<br />
Nederlands Philharmonisch Orkest<br />
Nederlands Symfonie Orkest<br />
Nieuw Ensemble<br />
Kevin Olusola<br />
Jérôme Pernoo<br />
Ella van Poucke<br />
Ragazze Kwartet<br />
Ernst Reijseger<br />
Residentie Orkest<br />
Gabriel Schwabe<br />
Hidemi Suzuki<br />
Tsuyoshi Tsutsumi<br />
Quirine Viersen<br />
Raphael Wallfisch<br />
Jian Wang<br />
Paul Watkins<br />
Sietse-Jan Weijenberg<br />
Joann Whang<br />
Hans Woudenberg<br />
Kaori Yamagami<br />
Chu Yi-Bing<br />
26 oktober t/m 3 november 2012<br />
concerten, masterclasses, concours<br />
Muziekgebouw aan ’t IJ<br />
Bimhuis<br />
amsterdamsecellobiennale.nl<br />
Balancerend op één vinger<br />
Een 5-snarige cello, gebouwd door en gesigneerd: ‘Jaap<br />
Bolink en Annelies Steinhauer fecit in Lijstervreugde<br />
Hilversum’ “Bolstein”, NMF-nummer 1024.<br />
G EERTJE VAN D ER L IND EN<br />
Sinds de laatste editie van de Amsterdamse Cello<br />
Biënnale kennen alle cellisten in Nederland<br />
en wijde omgeving de cello ‘La Baleine’, balancerend<br />
op één vinger op de poster van dit succesvolle<br />
cellofestival.<br />
Wat niet iedereen weet is dat die vinger één<br />
van de vingers is van cellist Ernst Reijseger en<br />
dat die cello een bijzonder instrument is uit de<br />
collectie van het Nationaal Muziekinstrumenten<br />
Fonds. In 2009 klopte Ernst Reijseger aan<br />
bij het NMF omdat hij droomde van een cello<br />
met een extra lage bassnaar. Ernst speelde toen<br />
al jaren op een cello die Jaap Bolink voor hem<br />
bouwde in 1984, een instrument dat hem al 27<br />
jaar trouwe diensten had bewezen en dat hij<br />
niet kwijt wilde. Bij de regelmatige bezoeken<br />
aan Jaap Bolink en zijn vrouw Annelies Steinhauer<br />
had Ernst al vaker zitten losoferen over<br />
de mogelijkheden van een cello met een lage<br />
F-snaar. En omdat hij ook zeer gecharmeerd is<br />
van de instrumenten van Annelies Steinhaeur,<br />
werd het zijn wens om een cello met een lage 5e<br />
snaar te bespelen, gebouwd door Jaap én Annelies,<br />
die op dat moment al 40 jaar hun leven én<br />
atelier samen delen.<br />
La Baleine is het eerste instrument dat zij samen<br />
bouwden en voor zover bekend ook de eerste<br />
akoestische cello met een lage F-snaar. Johann<br />
Sebastian Bach schreef muziek voor een kleiner<br />
model 5-snarige cello waarbij het instrument<br />
werd verrijkt met een hoge e snaar. La Baleine<br />
is geen klein model, het is een fors instrument,<br />
vooral in de breedte. De cello kreeg de naam ‘La<br />
Baleine’, de walvis, vanwege zijn geluid.<br />
Het NMF besloot tot de opdracht van de bouw<br />
van deze cello door Jaap Bolink en Annelies
Steinhauer om zo een waardevol instrument<br />
aan de collectie te kunnen toevoegen. Ernst Reijseger<br />
hee in de jaren dat hij ‘de vijf-snaar’ nu<br />
bespeelt al zoveel musici, cellisten en niet-cellisten<br />
met dit instrument weten te inspireren dat<br />
wij hem zeer dankbaar zijn voor dit idee. Wie<br />
weet welke cellisten dit instrument nog zullen<br />
bespelen!<br />
De cello was net op tijd af, eind 2009, voor de<br />
opnames van de lmmuziek die Ernst Reijseger<br />
schreef voor de lm ‘Cave of Forgotten Dreams’<br />
van Werner Herzog. Een lm die internationaal<br />
lovende recensies en nominaties ontving. U<br />
hoort in deze muziek Harmen Fraanje op piano<br />
en kerkorgel, Sean Bergin, het Nederlands<br />
Kamerkoor en Ernst Reijseger op ‘de 5-snaar’.<br />
Daarna volgde een jaar van vele prijzen. Prijzen<br />
die Ernst ontving voor werk met zijn trouwe<br />
4-snarige Bolink, maar vierde met La Baleine:<br />
een ‘Edison Hedendaags Klassiek’ voor zijn<br />
2e solo album ‘Tell Me Everything’ (Winter &<br />
Winter), een Gouden Kalf voor zijn muziek bij<br />
de lm van Martijn Maria Smits ‘C’est déjà l’Été’,<br />
én de Franse prijs ‘Le Trophée des Arts Afro<br />
Caribéen’ voor het beste album dat hij maakte<br />
samen met Groove Lélé.<br />
1990<br />
Janine Jansen<br />
Op jonge leeftijd werd Janine Jansen al als<br />
een enorm viooltalent gezien. Want tijdens<br />
haar 12e jaar werd haar tijdens een benefietconcert<br />
voor het NMF in Concertzaal de<br />
Doelen in Rotterdam door niemand minder<br />
dan Prins Claus uit de collectie van het<br />
NMF een viool in bruikleen aangeboden.<br />
Het ging om een instrument vervaardigd<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
door de beroemde vioolbouwer Max Moller<br />
I (Amsterdam, 1928). Janine bleef enige<br />
jaren op dit instrument spelen. Haar reputatie<br />
als talent heeft zij natuurlijk volledig<br />
waargemaakt. Wat er daarna met haar gebeurde,<br />
weet bijna elke Nederlander wel na<br />
te vertellen…………..<br />
19
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
de keuze van de NMF-medewerkers<br />
Na 320 jaar weer heelhuids thuis<br />
FRITS S CHUTTE<br />
Een cello, gebouwd door Hendrick Jacobs, waarin<br />
mede herkenbaar de hand van Pieter Rombouts,<br />
Amsterdam ca. 1690. NMF-nummer 1146.<br />
Mijn eerste ontmoeting met deze cello staat<br />
me nog vers in het geheugen. Ik herinner me<br />
de elegante bouw, de hoge welvingen en de<br />
mooie staat waarin hij verkeerde. Het besef dat<br />
hij 320 jaar eerder op een steenworp afstand<br />
van ons kantoor was gebouwd en nu via vele<br />
omzwervingen weer ‘thuis’ was gekomen, gaf<br />
me een ander gevoel dan ik gewend was bij<br />
oude Franse of Italiaanse instrumenten. Ik<br />
nam de unieke cello mee om hem door experts<br />
te laten beoordelen en liep daarbij al vrij snel<br />
tegen interessante meningsverschillen aan. De<br />
ene expert was er grondig van overtuigd dat<br />
de cello grotendeels door de oude Hendrick<br />
Jacobs zelf was gebouwd, terwijl de ander weer<br />
sterk kon verdedigen waarom Jacobs’ leerling<br />
Pieter Rombouts er het meeste werk aan moest<br />
hebben gedaan. Deze leerzame discussie<br />
bracht me uiteindelijk in de catacomben van<br />
het Gemeentemuseum in Den Haag, waar we<br />
uitsluitsel hoopten te krijgen. Als kinderen in<br />
een snoepwinkel kon ik samen met een expert<br />
urenlang door de laden en kasten gaan waarin<br />
het museum de prachtige collectie strijkinstrumenten<br />
conserveert.<br />
Parallel aan dit enerverende onderzoek liep de<br />
beoordeling van de klankkwaliteiten. Ik kwam<br />
daarvoor onder andere bij Pieter Wispelwey<br />
thuis. Het was heel mooi om van zo dichtbij te<br />
kunnen zien en horen hoe Pieter steeds meer<br />
werd betoverd door de mogelijkheden van de<br />
cello. Hij raakte verzeild in de dynamiek en<br />
kleuren die de Jacobs in zijn mars bleek te hebben<br />
en leek niet meer op te kunnen houden<br />
20<br />
FOTO NMF<br />
Frits Schutte toont de Jacobs-cello aan het publiek tijdens een Presentatieconcert in<br />
Haarlem<br />
met spelen. Toen we uiteindelijk onze kandidate<br />
Harriet Krijgh bij het traject betrokken,<br />
wisten we dus al dat we te maken hadden met<br />
een juweel van een instrument. Samen met<br />
haar onderwierpen we de Jacobs aan een zware<br />
vergelijking in een grote concertzaal met ondermeer<br />
de onbetaalbare cello van een topcellist.<br />
De Jacobs bleek ook die proef perfect te<br />
doorstaan.<br />
Begin 2011 werd de aankoop een feit. Harriet,<br />
die in Wenen studeert, bracht de Jacobs afgelopen<br />
november weer even terug naar zijn geboorteplaats<br />
toen ze aan het concours van de<br />
Cellobiënnale in Amsterdam deelnam. En ja,<br />
samen met Hendrick won ze de eerste prijs!<br />
FOTO STEPHAN VANFLETEREN
Een contrabasklarinet van het merk Leblanc<br />
gebouwd in 2003, NMF-nummer 737.<br />
De basklarinet is gebouwd en aangekocht in 2003 en<br />
is van het merk Buffet Crampon (model BC 1193-2).<br />
NMF-nummer 728.<br />
De collectie van het NMF bestaat uit strijkinstrumenten<br />
en strijkstokken. Ook beschikt het<br />
NMF over vleugels en een aantal harpen. Veel<br />
mensen vragen zich af waarom het NMF geen<br />
blaasinstrumenten in zijn collectie hee. Dit<br />
hee, naast het feit dat veel blazers graag over<br />
een eigen, vaak nieuw, instrument beschikken,<br />
twee redenen. Allereerst blijkt dat wanneer<br />
blaasinstrumenten worden vergeleken met<br />
strijkinstrumenten de meeste strijkinstrumenten<br />
al honderden jaren min of meer hetzelfde<br />
worden gebouwd. Terwijl blaasinstrumenten,<br />
1991<br />
de keuze van de NMF-medewerkers<br />
Blazer tussen de strijkers<br />
M ARIE-THÉRÈS E K UIJKH OVEN<br />
met name die met kleppen, in de loop der jaren<br />
technisch verbeterd worden. Blaasinstrumenten<br />
worden na verloop van tijd dan ook<br />
niet méér waard, meestal dalen zij zelfs in<br />
waarde. De tweede reden is dat veel blaasinstrumenten<br />
gewoonweg minder duur zijn om<br />
aan te schaen. Musici kunnen zich, eventueel<br />
met een lening, al snel een eigen blaasinstrument<br />
veroorloven.<br />
Toch worden we regelmatig gebeld voor de<br />
bruikleen van twee specieke blaasinstrumen-<br />
Christianne Stotijn<br />
Heden ten dage is er geen Nederlandse<br />
zangeres die internationaal zoveel furore<br />
maakt als Christianne Stotijn: zij zingt over<br />
de hele wereld met de groten der aarde,<br />
zoals Bernard Haitink en Claudio Abbado.<br />
Veel minder bekend is dat Christianne ook<br />
viool heeft gestudeerd. In 1991 klopte zij<br />
bij het NMF aan en kreeg zij een viool,<br />
gebouwd door Giuseppe Fiorini (Zürich,<br />
1930) in bruikleen. Maar de liefde voor de<br />
stem won het van de liefde voor de viool en<br />
de viool kwam weer terug naar het Fonds.<br />
In de jaren erna werd het instrument bespeeld<br />
door leden van het Van Dingstee<br />
Kwartet, het Dudok Kwartet en het EnAccord<br />
Strijkkwartet.<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
David Kweksilber leent regelmatig de<br />
contrabasklarinet.<br />
ten. Er wordt dan gevraagd naar de basklarinet<br />
of de contrabasklarinet. Een basklarinet is een<br />
lage (bas) variant van de klarinet. Een moderne<br />
basklarinet hee een groter bereik dan een klarinet:<br />
in de laagte is de lage C de laagste toon.<br />
De contrabasklarinet gaat zelfs nog lager en is<br />
in tegenstelling tot andere klarinetsoorten van<br />
metaal in plaats van hout. Diverse ensembles<br />
doen met regelmaat een beroep om het NMF<br />
om voor een bepaald project de basklarinet of<br />
de contrabasklarinet te kunnen lenen. Nu het<br />
NMF het mogelijk maakt om voor een korte<br />
periode de basklarinet en de contrabasklarinet<br />
uit te lenen, zijn ensembles (zoals bijvoorbeeld<br />
het Nationaal Jeugd Orkest) niet beperkt tot<br />
stukken waar geen (contra)basklarinetpartij in<br />
voorkomt.<br />
21
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
de keuze van de NMF-medewerkers<br />
De viool van tante Beppie<br />
M ARC EL SCHO P MAN<br />
Een viool, gebouwd door Joseph & Antonio<br />
Gagliano, Napels ca.1780, NMF-nummer 806<br />
De viool die de broers Joseph en Antonio<br />
Gagliano rond 1780 samen bouwden werd<br />
in 1937 door de violist Piet Heuwekemeijer<br />
gekocht bij Max Möller I in Amsterdam voor<br />
1.500 gulden. Piet was toen lid van het Concertgebouworkest<br />
dat in die tijd onder leiding<br />
stond van Willem Mengelberg. Veel later zou<br />
Piet directeur van datzelfde orkest worden.<br />
Twintig jaar later adviseerde Eduard van Beinum,<br />
de opvolger van Mengelberg, Piet om<br />
een grotere viool te kopen. Zo geschiedde. In<br />
de tussentijd was Piet overigens al eens met<br />
ets en al bovenop de viool gevallen, die weliswaar<br />
in een kist zat, maar niet in een heel<br />
stevige. Met als resultaat een aantal scheuren<br />
in de lengterichting van het bovenblad bij de<br />
E-snaar, die door vioolbouwer Möller uiterst<br />
vakkundig gerepareerd werden. Ondanks dit<br />
ongeval en de waardevermindering die dat tot<br />
gevolg had, kon Piet de viool aan zijn nicht,<br />
22<br />
Beppie van Driel-Loyer, verkopen voor 4.000<br />
gulden. Zij was toen eerste violiste in het Radio<br />
Filharmonisch Orkest. Beppie zou de viool<br />
tot enkele weken voor haar dood, begin 2004<br />
blijven bespelen. Het was haar wens dat de viool<br />
terecht zou komen in de collectie van het<br />
Muziekinstrumenten Fonds.<br />
Mevrouw Van Driel-Loyer had weliswaar haar<br />
wens tot schenking aan haar familie kenbaar<br />
gemaakt, maar dat niet ocieel laten vastleggen.<br />
De consequentie daarvan was dat alle erfgenamen<br />
zich alsnog akkoord moesten verklaren<br />
met de schenking van deze kostbare viool.<br />
Dat bleek geen probleem te zijn. “Tante Beppie<br />
vond dat de viool naar het Fonds moest, dus<br />
daar gaan we voor zorgen”, zo verklaarde één<br />
van de erfgenamen. Hij bleek gelijk te hebben.<br />
Op een zonnige zondagmiddag eind 2004 verzamelden<br />
zich enige tientallen familieleden<br />
van Beppie en Piet in een zaaltje in Hilversum<br />
om de overdracht van de viool feestelijk<br />
te bekrachtigen. De oud-directeur van het<br />
Concertgebouworkest sprak en Tjeerd Top,<br />
toen net aangenomen als plaatsvervangend<br />
concertmeester van datzelfde orkest, speelde<br />
enige stukken op het instrument. Het portret<br />
van Beppie stond tijdens de hele ceremonie op<br />
het podium. Toen de laatste noot weerklonken<br />
had, stond het publiek als één man op om te<br />
klappen. Voor Tjeerd natuurlijk, maar vooral<br />
voor Beppie, om haar te bedanken voor de bijzondere<br />
schenking van de bijzondere viool.<br />
Inmiddels is de viool getaxeerd op € 120.000.<br />
Een eerste violiste uit het Radio Filharmonisch<br />
Orkest, het oude orkest van Beppie dus, speelt<br />
al een aantal jaren op het instrument. De cirkel<br />
is rond, met dank aan Beppie van Driel –<br />
Loyer.
In vogelvlucht<br />
25 jaar NMF<br />
Welke belangrijke<br />
zaken zijn er allemaal<br />
gepasseerd in de eerste<br />
25 jaar van het bestaan<br />
van het NMF?<br />
Welke mensen speelden<br />
hierbij een rol?<br />
De belangrijkste feiten<br />
van een kwart eeuw NMF<br />
in vogelvlucht.<br />
1988<br />
- er wordt besloten om niet alleen<br />
strijkinstrumenten te gaan<br />
verzamelen: op 25 april wordt daarom<br />
het Nationaal Muziekinstrumenten<br />
Fonds opgericht<br />
- in oktober van dat jaar komt het<br />
eerste instrument in de collectie:<br />
het is een viool met etiket “Julius<br />
Cesare Gigli” (Rome, 1750)<br />
1986<br />
- de oprichtingsakte van het<br />
Nationaal Strijkinstrumenten<br />
Fonds wordt getekend<br />
- Pieter Moerenhout is de<br />
initiatiefnemer van het Fonds<br />
- Theo Olof wordt de eerste voorzitter<br />
- een maand later wordt de eerste<br />
vleugel in de collectie opgenomen:<br />
een gloednieuwe Yamaha vleugel<br />
(Japan, 1987)<br />
- de eerste nieuwbouwviool, gebouwd<br />
door Willem Bouman (Den Haag,<br />
1988), wordt eigendom van het NMF<br />
FOTO ALLAN WARREN<br />
23<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
1987<br />
- Yehudi Menuhin wordt<br />
tot erevoorzitter van de<br />
stichting benoemd<br />
FOTO CATHY LEVESQUE
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
24<br />
1990<br />
1989<br />
- de eerste restauraties van muziekinstrumenten worden<br />
uitgevoerd: het gaat om een alt van Gagliano en een cello van<br />
Cuypers<br />
- op 25 mei vindt een benefietconcert in de Doelen in Rotterdam<br />
plaats: Z.K.H. Prins Claus overhandigt bij die gelegenheid een<br />
viool aan de dan 12-jarige Janine Jansen<br />
1993<br />
FOTO CATHY LEVESQUE<br />
- de componist Kees Olthuis schrijft<br />
het zogenaamde Willem Russell<br />
Strijkkwartet in opdracht van het<br />
NMF<br />
- op 13 januari vindt het<br />
introductieconcert van het<br />
NMF plaats, in de Schönbergzaal<br />
in Den Haag<br />
- het NMF krijgt een 3/4 viool viool van van<br />
Isabelle van Keulen, waarop zij<br />
als kind studeerde, in bruikleen<br />
1992<br />
- Z.K.H. Prins Claus aanvaardt<br />
het beschermheerschap van<br />
het NMF<br />
- Christian Timm wordt de eerste collectiebeheerder van het<br />
NMF<br />
- een deel van de collectie instrumenten van de violist<br />
Max Rodriguez wordt aangekocht: het betekent een<br />
enorme kwaliteitsimpuls voor de collectie van het NMF<br />
FOTO RVD FOTO UMG
<strong>BIJZONDERE</strong> NMF-MUSICI<br />
Het Brackman Trio<br />
Interview met twee leden van het<br />
Brackman Trio<br />
(Tim Brackman en<br />
Jonathan van IJzerlooij),<br />
vrijdag 26 oktober 2012<br />
door Marcel Schopman<br />
Negentien, achttien en zestien jaar zijn ze<br />
en gedrieën vormen ze al bijna vier jaar het<br />
Brackman Trio. Zo jong en toch al twee CD’s<br />
opgenomen. Dat duidt op een enorme wilskracht<br />
en doorzettingsvermogen en beloo<br />
wat voor de toekomst!<br />
Tim en Jonathan ontmoetten elkaar voor het<br />
eerst bij de Academie voor Muzikaal Talent<br />
van Erika Waardenburg: en vanaf het allereerste<br />
moment was daar de klik. Jonathan: “Het<br />
was bijna alsof je jezelf tegenkomt, maar dan<br />
aanvullend”. De persoonlijke, menselijke klik<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
was er eerst en onmiddellijk daarna de muzikale.<br />
Toen zusje Anne vervolgens aanschoof<br />
en hetzelfde met Jonathan beleefde, was al snel<br />
het pianotrio geboren: het Brackman Trio. In<br />
een tijd waarin het ene na het andere jonge<br />
strijkkwartet furore maakt, is het opmerkelijk<br />
te constateren dat het aantal pianotrio’s daar<br />
ver bij achterblij. Maar deze drie jonge veelbelovende<br />
musici maken wat dat betre veel<br />
goed. Want zij gooien zich met kwaliteit, hartstocht<br />
en overtuiging op hun muziek.<br />
Deze jonge musici willen zich nadrukkelijk als<br />
trio proleren en niet als solist. Al samenspelend<br />
voelden ze al snel dat ze ditzelfde doel hadden.<br />
Want als orkestmusicus voel je je maar een<br />
klein onderdeel van een groot geheel en kun je<br />
niet doen wat je echt wilt, zo vinden ze. Maar als<br />
solist daarentegen ben je eigenlijk teveel alleen<br />
en juist als kamermusicus is er die balans waar<br />
ze zich zo goed bij voelen. Of, zoals ze het zelf<br />
omschrijven, in het spelen in een trio kun je elkaar<br />
heel erg uitdagen, terwijl je elkaar ook heel<br />
erg kunt vertrouwen. Zo halen ze het beste uit<br />
zichzelf en elkaar. Ongetwijfeld hee dat ook te<br />
maken met hun heel goede persoonlijke relatie.<br />
Kamermuziek is het mooiste dat er is, dat staat<br />
voor hen als een paal boven water.<br />
“Als ik geen muziek kan maken<br />
word ik ongelukkig”<br />
FOTO HANS-EVERT BRACKMAN<br />
Zoals de meeste professionele musici zijn de<br />
leden van het Brackman Trio ook vroeg begonnen<br />
met het spelen van muziek. Tim wilde<br />
eigenlijk al met vioolspel beginnen op zijn 3e<br />
jaar, maar omdat hij het eng vond om op les te<br />
gaan werd dat twee jaar later. Anne, zijn jongere<br />
zusje, begon wel al op haar 3e aan uitles<br />
(behalve pianiste is zij ook uitiste). Jonathan<br />
begon op zijn 7e jaar met cello, maar was eerder<br />
al begonnen op de piano, de blokuit en<br />
op de lier.<br />
25
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Tim en Jonathan zijn al weer enige tijd bruikleners<br />
van het NMF en zijn beiden ook toe aan<br />
hun tweede NMF-instrument. Tim speelt op<br />
een viool van Claude Augustin Miremont (Parijs,<br />
1881), Jonathan hee van het fonds een<br />
cello gebouwd door Daniël Royé (Amsterdam,<br />
2004) in bruikleen. Volgens Jonathan is het feit<br />
dat je bij het NMF als het ware kan meegroeien<br />
met je ontwikkeling “supergoed”. Want op het<br />
moment dat je voelt dat je klankideaal niet<br />
meer gerealiseerd kan worden, bestaat er de<br />
mogelijkheid je instrument in te wisselen voor<br />
een ander, dat beter bij je past. Het juiste instrument<br />
speelt natuurlijk een hele essentiële<br />
rol, niet alleen om bijvoorbeeld de warmte en<br />
helderheid te vinden die bij je passen, maar<br />
ook of beide strijkinstrumenten goed bij elkaar<br />
passen. Een ensemble stelt nu eenmaal andere<br />
eisen aan het instrument dan wanneer je alleen<br />
speelt, want het mengen van de klanken is uiterst<br />
belangrijk. Dat Anne bij concerten altijd<br />
genoegen moet nemen met een andere piano<br />
is daarbij helaas een gegeven.<br />
Als je beide heren hoort praten, valt hun enorme<br />
gedrevenheid op. Ondanks de moeilijke<br />
tijd voor de kunstsector is er bij hen geen twijfel.<br />
Muziek is hun uitgangspunt, muziek is hun<br />
Het Brackman Trio bestaat uit<br />
Tim (Amsterdam, 1993 - viool) en<br />
Anne (Amsterdam, 1995 - piano) Brackman en<br />
Jonathan van IJzerlooij (Zeist, 1992 - cello).<br />
Beide strijkers spelen op instrumenten van het NMF.<br />
26<br />
einddoel en kamermuziek is de manier om dat<br />
te verwezenlijken. Natuurlijk gaan sommige<br />
dingen nu nog makkelijk: ze zijn jong en aanstormende<br />
talenten en nog op zoek naar hoe<br />
zich verder gaan ontwikkelen. Dat ze als trio<br />
gecoacht worden door Liza Ferschtman vinden<br />
ze geweldig. Dat ze zichzelf niet hoeven<br />
te verkopen, maar gevraagd worden om op<br />
1992<br />
te treden maakt het leven makkelijker. Maar<br />
ze zijn zich ervan bewust dat dat niet altijd<br />
zo zal blijven. “Er is altijd weer een volgende<br />
stap”, zegt Tim “je bent altijd op zoek, je bent<br />
nooit klaar”. Maar dat vinden ze ook goed en<br />
ze hebben ook alles over voor hun vak. Want,<br />
zo zegt Jonathan: “Als ik geen muziek kan maken<br />
word ik ongelukkig”. Dat geldt niet alleen<br />
Isabelle van Keulen<br />
Isabelle van Keulen won in 1984 de hoofdprijs<br />
in het concours ‘Young Musician of the<br />
Year’ in Genève. Dat was het begin van een<br />
internationale carrière. Van het NMF kreeg<br />
zij in 1992 een viool, gebouwd door Giuseppe<br />
Guarneri del Gesù (Cremona, 1736)<br />
in bruikleen. Deze viool is en was zonder<br />
twijfel het topstuk uit de collectie van het<br />
NMF. Hij is afkomstig uit de beroemde collectie<br />
‘Max Rodriguez’, bestaande uit een<br />
viertal Italiaanse meesterinstrumenten en<br />
zestien waardevolle strijkstokken. In 1992<br />
was de Rodriguez-collectie aan het NMF<br />
in bruikleen gegeven en Isabelle werd de<br />
eerste bespeelster. In 1997 besloot de eigenaar<br />
om vrijwel alle instrumenten uit de<br />
collectie Rodriguez aan onze stichting te<br />
schenken. Het is nog steeds de grootste<br />
schenking die ooit aan onze stichting is<br />
gedaan.<br />
FOTO MARCO BORGGREVE
FOTO MARTEN ROOT<br />
voor hem, maar voor alle drie de leden van het<br />
Brackman Trio. Het lijkt erop dat deze muzikale<br />
gelijkgestemde zielen hun passie nog lang<br />
gaan uitleven!<br />
1993<br />
Viola de Hoog<br />
Viola de Hoog speelde vanaf 1993 tot 2002<br />
op een cello van het NMF, gebouwd rond<br />
1690 door Pieter Rombouts in Amsterdam.<br />
Deze cello was door een particulier<br />
geschonken aan het NMF en Viola werd de<br />
eerste NMF-bespeelster. Jarenlang speelde<br />
zij daarna op andere instrumenten tot<br />
zij recentelijk, in 2011, voor een tweede<br />
maal bruikleenster van het NMF werd.<br />
Ditmaal van een cello die bijna een eeuw<br />
jonger was dan de vorige. Ze bespeelt nu<br />
een Italiaanse cello van Giovanni Battista<br />
Guadagnini, mogelijk gebouwd in Milaan,<br />
omstreeks 1750. Ook deze cello is, net als<br />
de viool die door Isabelle van Keulen bespeeld<br />
werd, afkomstig uit de collectie ‘Max<br />
Rodriguez’. Viola is nu vooral bezig met het<br />
spelen van kamermuziek, maar treedt ook<br />
op met Nederlandse en buitenlandse orkesten.<br />
Zij doceert barokcello en kamermuziek<br />
aan de conservatoria van Amsterdam en<br />
Utrecht en de Hochschule für Künste in<br />
Bremen.<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
25 jaar<br />
27
FOTO FLORIS E. BOSCH<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
C H RIS TIAN T IMM De collectie van het NMF omvat eind 2012 ruim<br />
meer dan 400 instrumenten. Het goedkoopste instrument<br />
heeft een waarde van € 8.000, het duurste<br />
is € 3,1 miljoen waard. Een overzicht van alle<br />
NMF-instrumenten en strijkstokken vindt u op onze<br />
website onder het kopje ‘Collectie’.<br />
28<br />
De instrumentencollectie<br />
Hollandse instrum<br />
Christian Timm was collectiebeheerder bij het NMF<br />
van 1992 – 1999. Daarna werd hij lid van de Instrumentencommissie.<br />
Als geen ander kent hij de collectie<br />
van het NMF. Op verzoek van het NMF heeft<br />
hij de collectie en de geschiedenis van het NMF ter<br />
gelegenheid van het Jubileum uitgebreid beschreven.<br />
Deze publicatie zal gedurende 2013 in delen<br />
op de website van het NMF gepubliceerd worden.<br />
Bijgaand alvast een voorproefje.<br />
Onze Gouden Eeuw bracht niet alleen beroemde<br />
schilders voort, maar tevens vooraanstaande<br />
vioolbouwers. Hoewel er ook gebouwd<br />
werd in steden als Haarlem, Leiden, Den Haag,<br />
Dordrecht en Utrecht concentreerde de bloeiperiode<br />
zich van 1650 tot 1728 in Amsterdam.<br />
Door de blokkade van de Vlaamse zeehavens<br />
tijdens de tachtigjarige oorlog verplaatste de<br />
economische bedrijvigheid zich meer en meer<br />
naar Amsterdam. Door immigratie vanuit verschillende<br />
Europese landen vond er een grote<br />
culturele opleving plaats. Op schilderijen uit<br />
het begin van de zeventiende eeuw zien we<br />
gedetailleerde aeeldingen van muziekinstrumenten<br />
als citers, gamba’s en violen in vele archaïsche<br />
vormen.<br />
De viool stond toen nog niet in groot aanzien,<br />
het was het instrument van speellieden in<br />
kroegen en op straat. Als gevolg van de toenemende<br />
welvaart ging de gegoede burgerij zich<br />
echter steeds meer interesseren voor de viool<br />
en het vioolspel, een Europese trend. Er ontstond<br />
grote vraag naar goed gebouwde strijkinstrumenten<br />
en naar gedrukte bladmuziek<br />
waardoor muziekuitgeverijen in Amsterdam<br />
en Haarlem werden opgericht. Ook de beroemde<br />
Italiaanse violist en componist Pietro<br />
Antonio Locatelli (1695-1764) vestigde zich<br />
als uitgever in Amsterdam.<br />
Door de handelsbetrekkingen met Venetië en<br />
Noord-Italië kwam de Amsterdamse vioolbouw<br />
onder Italiaanse invloed, met name van<br />
de scholen in Brèscia (Rogeri) en Cremona<br />
(Amati). Omstreeks 1650 was in Amsterdam<br />
de omschakeling naar de moderne Italiaanse<br />
viool een feit. Het is daarbij opvallend dat niet<br />
in eerste instantie de in de Duitstalige landen<br />
gangbare Tiroolse vioolbouw van Jacob Stainer<br />
(1617-1683) werd gevolgd.<br />
Ook in de aeeldingen op schilderijen werd<br />
deze ontwikkeling op de voet gevolgd, het archaïsche<br />
viooltype verdween letterlijk uit beeld<br />
om plaats te maken voor instrumenten naar<br />
Italiaanse standaard.<br />
De instrumenten uit de Amsterdamse School<br />
zijn nog steeds beroemd om hun warme klank<br />
en hun prachtige goudbruin getinte lakken.<br />
Kennis omtrent verven, lakken en vernis hebben<br />
de vioolbouwers ongetwijfeld opgedaan<br />
bij de kunstschilders uit die dagen.
enten<br />
Willem van der Sijde (Amsterdam, 1691)<br />
Een ander typerend kenmerk van hun instrumenten<br />
is de inleg van het buigzame walvisbalein<br />
(baardharen) langs de randen van onder-<br />
en bovenblad. De belangrijkste bouwers van<br />
de Amsterdamse School zijn:<br />
- Cornelis Wesselse Kleynman (1626-1686)<br />
- Jan Boumeester, geboren in Osnabrück in<br />
FOTO CATHY LEVESQUE<br />
1629, gevestigd in Amsterdam in 1653 en daar<br />
overleden in 1681<br />
- Hendrick Jacobs (1629-1704) en zijn beide<br />
stiefzonen:<br />
- Gijsbert Harmens Verbeeck (1642-1717) en<br />
- Pieter Rombouts (1667-1728)<br />
- en ten slotte Willem van der Sijde (1663 tot na<br />
1700).<br />
Van hen hebben naar schatting zo’n veertig<br />
instrumenten de tand des tijds doorstaan. Met<br />
het overlijden van Pieter Rombouts in 1728<br />
kwam een einde aan de bloeiperiode van de<br />
Amsterdamse School. De markt was blijkbaar<br />
verzadigd, mogelijk was er meer behoee aan<br />
onderhoud en restauratie.<br />
De opleving van het muziekleven zette zich<br />
echter voort in een interessante uitvoeringspraktijk<br />
die zich vanuit de salons van de regenten<br />
geleidelijk aan verplaatste naar openbare<br />
gelegenheden, zoals aan het einde van de achttiende<br />
eeuw naar het gebouw Felix Meritis aan<br />
de Keizersgracht en aan het einde van de negentiende<br />
eeuw naar het Concertgebouw.<br />
Uit de Amsterdamse School beschikt het NMF<br />
over zo’n vijien instrumenten.<br />
- Twee violen van Cornelis Kleynman, één uit<br />
omstreeks 1680 naar een model van Giovanni<br />
Battista Rogeri (Brèscia) en één uit omstreeks<br />
1690. Zijn werken staan iets achter bij die van<br />
Boumeester, Jacobs en Rombouts. Ook zijn ze<br />
moeilijk te onderscheiden van de instrumenten<br />
van bij voorbeeld Hendrick Jacobs<br />
- Van Hendrick Jacobs heeft het NMF vier violen<br />
uit de periode 1670 tot 1699 en een cello uit<br />
omstreeks 1692 waarin de invloed van Pieter<br />
Rombouts herkenbaar is. Hendrick Jacobs<br />
wordt gezien als de belangrijkste Oudhollandse<br />
meester. Zijn twee stiefzonen Gijsbert Verbeeck<br />
en Pieter Rombouts leerden het vak bij hem.<br />
Verbeeck maakte zich later zelfstandig in de<br />
Warmoesstraat, maar Rombouts bleef voor<br />
zijn stiefvader werken tot aan diens dood in<br />
1704 en zette het atelier zelfstandig voort.<br />
Het vroege werk van Hendrick Jacobs vertoont<br />
grote overeenkomsten met dat van Kleynman.<br />
Rond 1670 veranderde hij het concept waarbij<br />
zijn instrumenten wat forser werden van opzet.<br />
Dit komt tot uiting in een vollere welving, een<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
bredere inleg en kortere hoeken. Vanaf 1685<br />
vertonen zijn instrumenten kenmerken die<br />
duiden op de aanwezigheid van Pieter Rombouts<br />
in de werkplaats. Vooral de dieprode lak van<br />
Rombouts wordt geroemd<br />
- Van Gijsbert Verbeeck beschikt het NMF over een<br />
viool met een origineel etiket uit 1682<br />
- Van Pieter Rombouts over een barokviool in<br />
originele staat uit omstreeks 1710, een altviool<br />
uit circa 1700 en een cello uit de periode<br />
1690/1700 naar een verkleind model van Hendrick<br />
Jacobs<br />
- Van Willem van der Sijde over een viool uit<br />
1691. Ook hij behoort tot de beste Oudhollandse<br />
meesters, maar zijn werk is bijna niet te<br />
onderscheiden van dat van Jacobs en Rombouts.<br />
Verder beschikt het NMF nog over een anonieme<br />
viool uit de Amsterdamse School met een Amatietiket.<br />
In dit verband is het interessant om te vermelden<br />
dat in 1949 door Dirk Balfoort in het<br />
Haags Gemeentemuseum het internationaal<br />
opgezette ‘Concours Hendrik Jacobsz’ werd<br />
georganiseerd. Het gaf de Nederlandse vioolbouw<br />
een belangrijke impuls en bij deze<br />
gelegenheid werd de Nederlandse Groep van<br />
Vioolmakers opgericht. Veel informatie is te<br />
vinden in het prachtige jubileumboek ‘400 jaar<br />
vioolbouwkunst in Nederland’ uit 1999 van de<br />
Nederlandse Groep van Viool- en strijkstokkenmakers,<br />
de NGV.<br />
Uit de latere achttiende eeuw beschikken we<br />
nog over een drietal instrumenten van de vioolbouwer<br />
Jean Baptiste Lefèbvre, geboren in<br />
1730 in Lannoy bij Lille en overleden in Amsterdam<br />
in 1775. Hij was vanaf 1762 of eerder<br />
werkzaam in Amsterdam. Hoewel van Franse<br />
aomst is zijn werk zeker niet zo Frans georienteerd<br />
als dat van zijn tijdgenoot Johannes<br />
eodorus Cuypers in Den Haag.<br />
Lefèbvre is de laatste bouwer die balein als inleg<br />
gebruikte. Er zijn van hem twee bouwstijlen<br />
bekend.<br />
De Franse met zeer korte hoeken en een inleg<br />
die bijna tot het einde ervan doorloopt.<br />
Zijn enigszins harde lak varieert van geel naar<br />
bruin, maar is nooit rood.<br />
29
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Veel minder bekend is zijn type viool dat aansluit<br />
bij de Amsterdamse traditie met lange<br />
hoeken en een baleinen inleg. De kleine koppen<br />
zijn erg wisselend van model en de smalle<br />
f-gaten wat kort. Zijn zoon Jean Baptiste II<br />
(1769-1808) werkte bij hem in het atelier maar<br />
er zijn geen instrumenten met zijn etiketten<br />
bekend.<br />
Het NMF hee een Vlaamse viool toegeschreven<br />
aan Jean Baptiste Lefèbvre en waarschijnlijk<br />
gebouwd in Amsterdam omstreeks 1760.<br />
Verder nog een viool door hem gebouwd in<br />
Amsterdam rond 1770 en ten slotte een cello<br />
met etiket ‘Gagliano’ maar eveneens aan Lefèbvre<br />
toegeschreven.<br />
Den Haag<br />
In de tweede hel van de achttiende en het<br />
begin van de negentiende eeuw zorgden vader<br />
en twee zonen Cuypers in Den Haag voor<br />
een nieuwe opleving van de Nederlandse vioolbouw,<br />
aanvankelijk geheel onder Franse invloed.<br />
Johannes eodorus Cuypers werd in<br />
1724 geboren in Dornick bij Emmmerich.<br />
Over zijn jeugd is niets bekend. Hij vestigde<br />
zich in 1750 in Den Haag. Zijn bouwwijze week<br />
geheel af van de Amsterdamse School en sloot<br />
aan bij de Parijse bouwers uit die tijd. Het blij<br />
gissen hoe die invloed tot stand is gekomen.<br />
Men veronderstelt dat hij leerling geweest is<br />
van Joseph Benoît Boussu die omstreeks 1750-<br />
1780 in Brussel werkte. Waarschijnlijker is dat<br />
hij werd opgeleid door Jean Joseph Wattier<br />
die omstreeks 1724-1755 in Den Haag gevestigd<br />
was. Bewijzen hiervoor zijn er echter niet.<br />
Wel was onze Residentie in die tijd erg Frans<br />
georiënteerd. Er was een Franse opera en aan<br />
het hof en in diplomatieke kringen werd veel<br />
Frans gesproken. Ook de Franse violist Jean-<br />
Marie Leclair verkeerde van 1738 tot 1743 aan<br />
het Haagse hof, zie apart katern.<br />
Leopold Mozart (1719-1787), wiens vioolmethode<br />
in Nederlandse druk was verschenen,<br />
maakte met zijn wonderkinderen Wolfgang en<br />
Nannerl een tournee langs steden als Mannhein,<br />
Londen en Parijs. In 1765/66 maakten<br />
zij een tussenstop van enkele maanden in Den<br />
Haag waar zij aan het hof concerteerden. De<br />
tienjarige Wolfgang componeerde er zijn prille<br />
30<br />
zes sonates voor cembalo en viool KV 26-31.<br />
Terug nu naar Johannes eodorus Cuypers<br />
die vanaf 1750 tot aan zijn dood in 1808 in<br />
Den Haag werkte. Hij werd op latere leeijd<br />
bijgestaan door zijn zonen Johannes Franciscus<br />
(1766-1828) en Johannes Bernardus<br />
(1781-1814). Hoewel Franciscus van 1783 tot<br />
1823 in Amsterdam gevestigd was, bleef hij<br />
voor zijn vader werken.<br />
Vader Cuypers bouwde zijn meest verjnde<br />
instrumenten in zijn vroege periode. Maar<br />
omstreeks 1780 nam de Franse invloed in zijn<br />
bouwwijze af en werd zijn stijl en die van zijn<br />
zonen wat zwaarder, maar de kwaliteit werd er<br />
niet minder door.<br />
De familie Cuypers was bijzonder productief<br />
en bouwde prachtige violen, altviolen en<br />
celli met een wat harde transparante gele lak.<br />
Door hun krachtige toon vertegenwoordigen<br />
deze instrumenten een belangrijke standaard<br />
in de Nederlandse vioolbouw en genieten zij<br />
ook in het buitenland groot aanzien. Het NMF<br />
beschikt over een twaalal instrumenten van<br />
hen: acht violen, twee altviolen en twee celli<br />
waar onze bruikleners dankbaar gebruik van<br />
maken.<br />
Hoe ging het na deze bloeiperiode van de<br />
Haagse School nu verder met de vioolbouw in<br />
Nederland?<br />
In Utrecht werkten in de negentiende eeuw<br />
Lodewich Wilhelm Joannes Roumen (1777-<br />
1854), Cornelis Weel (1809-1871) van wie we<br />
over een cello uit 1861 beschikken en Herman<br />
Gerardus Duwaer (1842-1909) van wie we<br />
een viool uit 1886 in ons bezit hebben.<br />
Lodewich Wilhelm Johannes Roumen werd<br />
geboren in Maastricht en overleed te Kampen.<br />
Hij werkte in Kampen, Utrecht en Amsterdam.<br />
Van hem hebben we drie violen, gebouwd in<br />
Amsterdam in 1818, 1820 en 1822. Hij stond<br />
aanvankelijk onder invloed van Cuypers, maar<br />
ontwikkelde later een eigen stijl. Zijn zoon en<br />
leerling was Joannes Arnoldus Roumen, geboren<br />
in 1802 in Groningen en overleden in<br />
Amsterdam in 1876.<br />
Na Lefèbvre waren er in de eerste hel van de<br />
negentiende eeuw nog enkele andere Franse<br />
vioolbouwers in Amsterdam werkzaam, zoals<br />
Hubert Joseph de Lannoy (aomstig uit Lille<br />
en overleden in Amsterdam in 1820), Louis<br />
Bernardel (aomstig uit Mirecourt en overleden<br />
in Amsterdam in 1847), Charles Mennegand<br />
(aomstig uit Jarreville bij Nancy, die<br />
tot omstreeks 1857 in Amsterdam werkte en<br />
daarna naar Frankrijk terugkeerde) en Jules<br />
Joseph Grandjon (ook hij was aomstig uit<br />
Mirecourt en keerde in 1852 terug naar Parijs).<br />
Zo kwam er in het midden van de negentiende<br />
eeuw een einde aan de aanwezigheid van Franse<br />
vioolbouwers in onze hoofdstad.<br />
In 1844 kwam de Duitse contrabasbouwer Johannes<br />
Ernst Bachmann sr. naar Amsterdam.<br />
Van hem beschikken we over een contrabas<br />
(een viersnarig gambamodel) met de inscriptie<br />
‘J. Bachmann, Amsterdam 1882, no. 23’. Hij<br />
werd in 1816 in Niederhorn (Hessen) geboren<br />
en stierf in Amsterdam in 1886.<br />
Zijn zoon Johannes Ernst Bachmann jr. werd<br />
in 1851 in Amsterdam geboren. Hij werd opgeleid<br />
door zijn vader en ging daarna eerst in<br />
Duitsland werken. In 1878 vestigde hij zich in<br />
Sneek en een jaar later in Groningen waar hij<br />
in 1916 overleed. Van Bachmann jr. beschikken<br />
we over een tweetal violen uit zijn laatste<br />
werkperiode.<br />
Belangrijk waren verder de gebroeders Kok<br />
in Amsterdam: Johan Warnaar (1819-1889)<br />
en Gerrit (1829-1899). Zij hadden gewerkt bij<br />
Louis Bernardel en namen na diens dood in<br />
1847 zijn werkplaats over. Na het overlijden<br />
van Johan Warnaar zette Gerrit samen met<br />
Johannes Peereboom de zaak voort. Tegen het<br />
einde van de negentiende eeuw namen ze een<br />
Saksische vioolbouwer uit Markneukirchen in<br />
dienst. Het was Wilhelm Paul Kunze (1875-<br />
1957) die zich al in 1902 in Den Haag zelfstandig<br />
maakte. Van hem hebben we een cello<br />
aldaar gebouwd in 1923 en een drietal violen,<br />
waarvan één uit 1916 (opus 75) en één uit 1930<br />
(opus 183).<br />
Ook Karel van der Meer (Den Haag 1862-Bloemendaal<br />
1932) trok medewerkers uit het buitenland<br />
aan en zo werden de eerste stappen<br />
gezet naar een hernieuwde opleving van de<br />
Nederlandse vioolbouw, nu onder Duitse invloed.<br />
Het hield allemaal verband met de voltooiing<br />
van het Concertgebouw in 1882 en de<br />
oprichting van het Concertgebouworkest in
FOTO MARCO BORGGREVE<br />
1888; en wat later in 1904 met de oprichting<br />
van het Residentie Orkest in Den Haag.<br />
De musici van deze orkesten hadden behoee<br />
aan goede instrumenten en strijkstokken en<br />
het zorgvuldige onderhoud daarvan. Zij creeerden<br />
daarmee nieuwe werkgelegenheid voor<br />
vioolbouwers, stokkenmakers en restaurateurs.<br />
1994<br />
Liza Ferschtman<br />
Toen de grote violist Theo Olof zijn carrière<br />
beëindigde, bracht hij zijn viool onder bij<br />
het NMF. Het was een instrument gebouwd<br />
door François Louis Pique (Parijs, 1797). De<br />
toen pas 15-jarige Liza Ferschtman kreeg de<br />
mogelijkheid om op dit bijzondere instrument<br />
te spelen. Liza was toen al een enorm<br />
talent. Geboren als dochter van bekende<br />
Russische musici kreeg Liza Ferschtman<br />
haar eerste vioollessen op haar vijfde van<br />
Karel van der Meer was aanvankelijk als violist<br />
werkzaam in het pas opgerichte Concertgebouworkest<br />
ten tijde van Willem Kes. Daarnaast<br />
legde hij zich toe op de vioolbouw en het<br />
vervaardigen van uitstekende strijkstokken. Al<br />
in 1892 verliet hij het orkest en werkte hij in<br />
verschillende Amsterdamse ateliers. Wat later<br />
opende hij in de Van Baerlestraat een eigen<br />
niemand minder dan Philip Hirschhorn. In<br />
de jaren die sindsdien verstreken zijn, heeft<br />
zij de hoge verwachtingen volledig waargemaakt.<br />
Zo ontving zij in november 2006<br />
de Nederlandse Muziekprijs, de hoogste<br />
onderscheiding voor Nederlandse musici en<br />
ook daarna nam haar carrière een verdere<br />
vlucht.<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
zaak in het pand waar thans Broekmans & van<br />
Poppel gevestigd is. Van der Meer haalde al<br />
gauw een aantal jonge en veelbelovende bouwers<br />
naar Amsterdam om hem te assisteren<br />
bij de toenemende vraag. Het waren: Friedrich<br />
Ernst Schmidt, Paul Max Möller, Josef Joachim<br />
Vedral, Lorenz Krumbholz en Johann Stüber.<br />
De laatste drie zouden zich evenals Paul Kunze<br />
spoedig in Den Haag vestigen.<br />
Friedrich Ernst Schmidt werd in 1870 in<br />
Markneukirchen (Saksen) geboren en kwam<br />
omstreeks 1897 naar Amsterdam waar hij in<br />
1939 stierf. Het NMF beschikt over een viool<br />
van Ernst Albin Schmidt (Markneukirchen<br />
1863-Amsterdam 1939), maar de bouwer van<br />
deze viool is niet precies te achterhalen. Mogelijk<br />
gaat het om een naamsverwisseling met<br />
Friedrich Ernst Schmidt die zijn eerste voornaam<br />
nooit gebruikte. Deze viool is dus waarschijnlijk<br />
van hem.<br />
Om het nog wat ingewikkelder te maken was<br />
er ook nog een Paul Gerhard Schmidt (Hamburg<br />
1902-Lelystad 1981) die van 1929 tot<br />
1976 in Amsterdam werkte. Geen familie dus,<br />
maar wel medeoprichter van de NGV. Helaas<br />
hebben we geen instrument van hem.<br />
Paul Max Möller I (Markneukirchen<br />
1875-Amsterdam 1948) werd in 1900 door<br />
Karel van der Meer naar diens atelier in Amsterdam<br />
gehaald. Na enkele maanden besloot<br />
Möller eerst nog wat meer ervaring op te doen<br />
bij Max Möckel (1873-1937), een bekende<br />
Berlijnse bouwer in Sint Petersburg. In 1904<br />
keerde hij terug als chef in de werkplaats van<br />
Van der Meer. In 1913 opende hij zijn eigen<br />
atelier, vanaf 1925 in het inmiddels zo traditierijke<br />
pand Willemsparkweg 15.<br />
Na de Tweede Wereldoorlog bouwde hij<br />
veertien altviolen waarvan er een aantal in<br />
het Concertgebouworkest werd bespeeld.<br />
Het verhaal wil dat hij hiervoor het hout gebruikte<br />
van een oude esdoorn uit de tuin van<br />
het Rijksmuseum. In zijn atelier werden ook<br />
goede strijkstokken vervaardigd, vaak met<br />
het brandstempel ‘Max Möller, Amsterdam’ of<br />
‘Meunier à Paris’. Van deze belangrijke bouwer<br />
hee het NMF verschillende instrumenten in<br />
de collectie:<br />
31
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
32<br />
FOTO NMF<br />
1996<br />
- het eerste sponsordiner, het zogenaamde ‘Diner Orchestral’<br />
wordt georganiseerd, in de Olofskapel (is dat toeval?) in<br />
Amsterdam<br />
1997<br />
- Oud-minister dr. Koos Andriessen<br />
wordt voorzitter van het NMF, als<br />
opvolger van Theo Olof<br />
- de eerder deels in bruikleen gegeven<br />
collectie ‘Max Rodriguez’ wordt aan<br />
het NMF geschonken. Tot op de<br />
dag van vandaag is het de grootste<br />
schenking die het NMF ooit verkreeg<br />
Dr. Koos Andriessen en<br />
Pieter Moerenhout<br />
1999<br />
1995<br />
- Mr. Jan Deiters wordt de eerste<br />
directeur van het NMF<br />
- het kantoor van het NMF verhuist<br />
van Bunnik naar Amsterdam,<br />
naar het oudste stenen woonhuis,<br />
midden op de Amsterdamse<br />
Wallen<br />
- een cello gebouwd door<br />
Giuseppe Guarneri ‘Filius<br />
Andreae’ (Cremona, 1715)<br />
wordt door het NMF aangekocht. Het is tot op heden de<br />
duurste aankoop ooit<br />
- Frits Schutte volgt Christian Timm op als<br />
collectiebeheerder<br />
- het NMF wordt goedgekeurd door het CBF en krijgt daarom<br />
het CBF-keurmerk<br />
FOTO NMF<br />
FOTO CATHY LEVESQUE
2000<br />
- de cellist Yo-Yo Ma wordt<br />
erevoorzitter van het NMF<br />
- de instrumentencollectie van de<br />
dirigent Anton Kersjes gaat naar het<br />
NMF<br />
- Sabine Moors volgt Jan Deiters op als<br />
directeur<br />
FOTO NMF<br />
Herman Krebbers en Wim Dik in het Concertgebouw<br />
bij de overhandiging van de Bergonzi-viool<br />
FOTO MICHAEL O’NEIL<br />
FOTO NMF<br />
2001<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
- Prof. ir. Wim Dik volgt dr. Koos Andriessen op als derde<br />
voorzitter van het NMF<br />
- het Ministerie van OCW subsidieert het NMF voor het eerst<br />
2005<br />
Oprichter Pieter Moerenhout | voorzitter Wim Dik | directeur Sabine Moors<br />
- de Bergonzi-viool van Herman Krebbers<br />
wordt aangekocht door het NMF<br />
- Rose-Marie Bleekemolen neemt na bijna 10<br />
jaar afscheid van het bureau van het NMF<br />
2004<br />
- Z.K.H. Prins Constantijn<br />
wordt beschermheer van het<br />
NMF als opvolger van zijn in<br />
2002 overleden vader<br />
- Marcel Schopman volgt<br />
Sabine Moors op als derde<br />
directeur van het NMF<br />
33
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
- een achttal violen uit respectievelijk 1914,<br />
1919, 1920, 1924 (opus 20), 1925 (opus 32),<br />
1926, 1928 (opus 78) en 1931<br />
- vier altviolen uit achtereenvolgens 1925 (opus<br />
31), 1946 (opus 188) ex-Klaas Boon, 1946<br />
(opus 190) ex-Paul Godwin en 1946 (opus 191)<br />
ex-Louis Metz<br />
- en tot slot nog twee celli, één uit 1929 (opus<br />
119) en de andere uit 1946 (opus 190).<br />
Josef Joachim Vedral (1883-1965), aomstig<br />
uit Pasek (Bohemen), werkte vanaf 1903 bij<br />
Karel van der Meer in Amsterdam en in 1906<br />
korte tijd bij Paul Kunze in Den Haag. In 1907<br />
maakte hij zich daar zelfstandig in de Molenstraat<br />
op nummer 19, ook weer zo’n pand met<br />
een rijke vioolbouwgeschiedenis. Het NMF<br />
beschikt over een viool van hem, gebouwd in<br />
1940 naar een model van Guadagnini. Ook<br />
bouwde hij graag naar Stradivari.<br />
Verschillende bekende vioolbouwers hebben<br />
in het atelier van Vedral gewerkt, zoals Johann<br />
Stüber, Louis Blitz en Lorenz Krumbholz. De<br />
uit Tsjechië aomstige Josef Musil (1906-<br />
1979) was van 1931 tot 1971 zijn vaste medewerker,<br />
evenals zijn zonen Nicolaas (geboren<br />
1927) en Josef Joachim jr. (geboren 1931) die<br />
in 1955 het atelier van hun vader voortzetten.<br />
Sinds de dood van Nicolaas in 1984 leidde Josef<br />
jr. de zaak, samen met zijn zuster Anny.<br />
Ik herinner me nog goed hoe ik als aankomend<br />
conservatoriumstudent in het begin<br />
van de jaren vijig samen met mijn vioolleraar<br />
van de Stedelijke Muziekschool te Zwolle<br />
voor het eerst de zaak van Vedral binnenstapte<br />
om een betere viool uit te zoeken. Ik zie<br />
de oude Vedral nog voor me, evenals de toen<br />
nog jonge Josef en Anny. Nadat we onze keuze<br />
hadden laten vallen op een Mittenwalder met<br />
een bijzonder mooie krul, waren onze handen<br />
door het vele uitproberen wat plakkerig geworden.<br />
Opeens zette Anny in het achterkamertje<br />
een emaille schaal gevuld met water en<br />
handdoek en zeep voor ons klaar. Dit gebaar<br />
zal ik nooit vergeten! Ook de winkel met zijn<br />
prachtige houten vitrines en de vele foto’s van<br />
beroemde violisten die door Vedral reparaties<br />
hadden laten verrichten, maakten diepe<br />
indruk op me. Toen ik enkele jaren voor zijn<br />
dood in 2003 Josef Vedral jr. opnieuw ont-<br />
34<br />
moette, was zijn eerste vraag hoe het ging met<br />
die viool met die mooi gesneden krul. Helaas<br />
moest ik hem opbiechten dat ik deze inmiddels<br />
had ingeruild voor iets anders. Dat had ik<br />
volgens hem natuurlijk nooit mogen doen. In<br />
de winkel was in al die jaren niets veranderd<br />
en opeens viel het me op hoezeer Josef jr. op<br />
zijn vader leek, alsof zijn geest er nog steeds<br />
1995<br />
rondwaarde. Josef jr. had beslist gevoel voor<br />
humor; in die tijd van ons weerzien hield ik<br />
me nogal bezig met muziekconcoursen voor<br />
de jeugd, door hem steevast ‘de concoursen<br />
van de huilende moeders’ genoemd.<br />
Maar met het NMF had hij geloof ik niet zoveel<br />
op. Als ik nu bij tijd en wijle op mijn ets<br />
met elektrische trapondersteuning de Haagse<br />
Simone Lamsma<br />
Simone Lamsma werd bij het Nederlandse<br />
publiek vooral bekend op 30 augustus 2009,<br />
toen ze live optrad in het programma Zomergasten<br />
van de VPRO, waar Jaap van Zweden<br />
te gast was. Hij omschreef de toen 23-jarige<br />
violiste als één van de meest toonaangevende<br />
violisten ter wereld. Jaren daarvoor,<br />
rond haar 10e levensjaar, kreeg Simone<br />
al een viool van het NMF in bruikleen. Zij<br />
probeerde verschillende instrumenten uit,<br />
waaronder een Joseph Hel (Lille, 1894) maar<br />
speelde langer op een viool, gebouwd door<br />
Emile Germain (Parijs, 1891). In 2003 was<br />
ze winnares van het Nationaal Vioolconcours<br />
Oskar Back.<br />
FOTO OTTO VAN DEN TOORN
innenstad onveilig maak, kan ik het soms<br />
niet nalaten even door de Molenstraat te rijden<br />
en met veel respect nog eens een blik te<br />
werpen op de uitgestorven etalage van nummer<br />
19. Allerlei verhalen doen de ronde over<br />
wat er toch wel gebeurd is met de omvangrijke<br />
privécollectie van Vedral, maar het schijnt dat<br />
instrumenten hieruit met enige regelmaat en<br />
op discrete wijze door zijn erfgenamen in het<br />
buitenland worden geveild.<br />
Lorenz Krumbholz werd in 1886 geboren in<br />
Dürngrün (Markneukirchen) en stierf in 1942<br />
in Den Haag. Hij werkte eerst bij Otto Möckel<br />
(1869-1937) in Berlijn en in 1916 korte tijd<br />
bij Karel van der Meer in Amsterdam. Vanaf<br />
1917 was hij werkzaam bij Vedral in Den<br />
Haag en in 1935 maakte hij zich zelfstandig.<br />
Na zijn dood in 1942 werd de zaak tot 1980<br />
door zijn weduwe voortgezet. Aanvankelijk<br />
met de steun van Johann Stüber en spoedig<br />
daarop met de vaste medewerking van Loránd<br />
Rácz.<br />
In de Muzenstraat kocht ik bij hen in 1962 een<br />
viool gebouwd door Lorenz Krumbholz in<br />
1941. Met veel plezier heb ik deze viool een<br />
aantal jaren in Het Brabants Orkest bespeeld.<br />
Het instrument maakt thans deel uit van de<br />
NMF-collectie. Ook toen hun atelier naar de<br />
Elandstraat werd verplaatst kwam ik nog regelmatig<br />
bij hen om zaken voor mijn vioolleerlingen<br />
te regelen.<br />
Loránd Rácz werd in 1913 in Boedapest<br />
geboren en stierf in 1989 in Den Haag. Hij<br />
werkte bij Josef Vedral sr. en bij Lorenz Krumbholz.<br />
Tijdens het Concours Hendrik Jacobsz<br />
in 1949 kreeg hij een eervolle vermelding voor<br />
twee van zijn violen. Hij was lid van de NGV<br />
en van 1975 tot 1987 zelfs voorzitter.<br />
Otto Carel Blitz, geboren in 1946, was van<br />
1964 tot 1969 een leerling van hem. Ook Uli<br />
Schnorr, geboren in 1948, was vanaf 1966 zijn<br />
medewerker voordat hij zich in 1974 zelfstandig<br />
maakte in de Adelheidstraat.<br />
Johann Stüber werd in 1888 geboren in Crailsheim<br />
(Württemberg). Hij kreeg zijn opleiding<br />
in Markneukirchen en werkte eerst in<br />
verschillende ateliers in Duitsland en Zwitser-<br />
land. Vanaf 1913 werkte hij bij Karel van der<br />
Meer en Max Möller I in Amsterdam en vervolgens<br />
bij Josef Vedral sr. in Den Haag. Daar<br />
maakte hij zich in 1921 zelfstandig in het pand<br />
Noordeinde 150a. In 1930 behaalde hij een<br />
prijs in Brussel en in 1949 kreeg hij eervolle<br />
vermeldingen tijdens het Concours Hendrik<br />
Jacobsz. Hij was medeoprichter van de NGV.<br />
Van Stüber bevinden zich twee violen in de<br />
NMF-collectie, één daarvan gebouwd in Den<br />
Haag in 1936. Na een werkzaam leven keerde<br />
hij op hoge leeijd terug naar zijn geboorteplaats<br />
Crailsheim waar hij in 1976 stierf en<br />
waar een klein museum te zijner nagedachtenis<br />
werd ingericht.<br />
In zijn atelier aan het Noordeinde maakte hij<br />
ook strijkstokken. Het niet te bewijzen verhaal<br />
wil, dat hij voor de oorlog een stokkenmaker<br />
uit Markneukirchen zou hebben aangetrokken<br />
die zijn tijdelijke werkzaamheden voor<br />
hem combineerde met zomervakanties van<br />
zijn gezin op het Scheveningse strand. Waarschijnlijk<br />
dus een mythe.<br />
De in 1908 in Düsseldorf geboren Ernst Otto,<br />
een zwager van Stüber, werd na de oorlog<br />
diens medewerker en naderhand zijn opvolger.<br />
In 1964 werd hij lid van de NGV. Ernst<br />
Otto stierf in Den Haag in 1994. Zijn vader<br />
Wilhelm Otto (1875-1941) en zijn grootvader<br />
Louis Otto (1844-1920) bouwden in Düsseldorf<br />
op advies van Willem Mengelberg in<br />
1900 zes vijfsnarige contrabassen voor het<br />
Concertgebouworkest.<br />
Ook aan Johann Stüber heb ik nog persoonlijke<br />
herinneringen. Als conservatoriumstudent<br />
in de jaren vijig liet ik mijn strijkstokken<br />
nog wel eens door hem beharen. Het was een<br />
wat fors gebouwde en strenge Meister die in<br />
een smetteloze witte jas in zijn winkel stond;<br />
er kon voor mijn gevoel geen lachje af. Toen<br />
ik in de periode 1955-1961 regelmatig de internationale<br />
cursussen voor kamermuziek- en<br />
orkestspel in Schloss Weikersheim volgde,<br />
kwam ik tot de ontdekking dat zijn geboorteplaats<br />
Crailsheim daar niet zo ver vandaan<br />
ligt.<br />
Pas dertig jaar later, toen we met het Atheneum<br />
Kamerorkest o.l.v. Qui van Woerdekom<br />
een studieweek in Weikersheim hadden belegd,<br />
kwam ik achter het bestaan van het mu-<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
seum met zijn privécollectie in Crailsheim.<br />
Helaas hadden we wegens onze concertverplichtingen<br />
geen tijd het te bezoeken.<br />
Na de 1880-ers diende zich inmiddels alweer<br />
een jongere generatie vioolbouwers aan.<br />
In Amsterdam waren het Jan Willem Lindeman<br />
(1890-1971), de vader van Fred Lindeman<br />
(geboren 1932); de reeds genoemde<br />
Paul Gerhard Schmidt (1902-1981), werkperiode<br />
in Amsterdam 1929-1976; Erhard Uebel<br />
(1913-1958), vanaf ongeveer 1927 in Amsterdam<br />
werkzaam; en Guillaume Max Möller II<br />
(1915-1985).<br />
In Utrecht waren het de in Mittenwald opgeleide<br />
Abraham But (1906-1979) en Otto Stam<br />
(1913-1983), de vader van Serge Stam (geboren<br />
1947); in Haarlem Bernardus Nicolaas<br />
Loerakker (1919-1968), de vader van Vincent<br />
Loerakker (geboren 1949).<br />
In Enschede werkte Jan Hendrik Bolink<br />
(1913-1998) eerst als kunstschilder en vanaf<br />
1939 ook als vioolbouwer, de vader van Jaap<br />
Bolink (geboren 1946).<br />
Ook in Rotterdam was een groep vioolbouwers<br />
van deze generatie actief. Het waren<br />
Eugène Eberle sr. (1885-1936) en zijn zoon<br />
Eugène Eberle jr. (1915-1973); Robert Gustav<br />
Bernhard Fritz Jaenicke (1889-1965) die uit<br />
Berlijn aomstig was en zich in 1930 in Rotterdam<br />
vestigde; Jacques W. Hakkert (1897-<br />
1942) en Louis Blitz (1904-1996), de vader<br />
van Otto Carel Blitz (geboren 1946).<br />
Graag wil ik hier nog wat nader ingaan op<br />
de familie Hakkert. Philip Hakkert jr. (1859-<br />
1925) opende in 1880 een bescheiden muziekwinkel<br />
in Rotterdam. Samen met de<br />
voortvarende hulp van Elisabeth Knap (1868-<br />
1942) met wie hij in 1889 trouwde, wist hij er<br />
al gauw een bloeiende muziekhandel van te<br />
maken. Zoon Max (1894-1942) voelde zich<br />
aangetrokken tot de verkoop en reparatie<br />
van blaasinstrumenten, terwijl zoon Jacques<br />
(1897-1942) al heel jong vioolbouwer wilde<br />
worden. Hij werd daartoe opgeleid in Frankrijk,<br />
Duitsland en Engeland. Terug in Rotterdam<br />
opende hij een atelier waar hij naar eigen<br />
model meer dan honderd violen bouwde.<br />
35
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Samen met zijn broer Max richtte hij ook<br />
de Eerste Nederlandse Snarenfabriek op, de<br />
E.N.S. die tot circa 1955 hee bestaan. De<br />
zaak ‘Ph. Hakkert jr.’ werd in mei 1940 tijdens<br />
het bombardement geheel verwoest. De<br />
broers Max en Jacques kwamen samen met<br />
een aantal familieleden in 1942 in een concentratiekamp<br />
om. Alleen de vrouw van Max,<br />
Flora Hakkert geb. Sanders en hun dochter<br />
Ans kwamen na de oorlog terug. Met veel<br />
verve en doorzettingsvermogen nam Flora de<br />
wederopbouw van de zaak ter hand, daarin<br />
bijgestaan door haar neef David Sanders, de<br />
latere directeur van Muziek Hakkert, eerst aan<br />
de Schiekade en later aan de Westblaak.<br />
Als muziekschooldirecteur in Leiden heb ik er<br />
in de jaren zeventig heel wat uiten, klarinetten<br />
en Or-instrumenten aangekocht. Ook in<br />
de beginjaren van het NMF bracht ik er nog<br />
wel eens een blaasinstrument ter revisie naar<br />
toe. Muziek Hakkert werd in 2004 opgeheven,<br />
waarmee er een einde kwam aan een grote familietraditie<br />
van bijna honderdvijfentwintig<br />
jaar. De boedel werd overgenomen door Music<br />
all-in, een facilitair bedrijf aan het Slaak in<br />
Rotterdam.<br />
Erhard Uebel werd in 1913 in Erlbach bij<br />
Markneukirchen (Saksen) geboren. Aldaar<br />
opgeleid door zijn vader Gustav Uebel, kwam<br />
hij omstreeks 1927 naar Max Möller I in<br />
Amsterdam waar hij zich in 1934 zelfstandig<br />
maakte. Hij werd vooral bekend als uitstekend<br />
restaurateur waardoor hij slechts dertien violen<br />
bouwde. Twee hiervan respectievelijk uit<br />
1942 en 1947 zijn in het bezit van het NMF.<br />
In 1949 ontving Erhard Uebel tijdens het<br />
Concours Hendrik Jacobsz in Den Haag een<br />
eervolle vermelding voor zijn werk. Hij was<br />
medeoprichter van de NGV en stierf in 1958<br />
in Amsterdam.<br />
Guillaume Max Möller II (Amsterdam 1915-<br />
1985) kreeg zijn opleiding in Mittenwald en<br />
werkte vervolgens in Parijs en New York. In<br />
1933 werd hij assistent van zijn vader en in<br />
1948 nam hij diens zaak over. Hij was jurylid<br />
van het Concours Hendrik Jacobsz en medeoprichter<br />
van de NGV in 1949. Als expert genoot<br />
hij ook internationaal groot aanzien. In<br />
36<br />
FOTO NMF<br />
1996<br />
Vesko Eschkenazy<br />
Vesko Eschkenazy is sinds 1 januari 2000<br />
concertmeester van het Koninklijk Concertgebouworkest<br />
(KCO). Vóór zijn aantreden<br />
bij het KCO was Vesko Eschkenazy achtereenvolgens<br />
concertmeester bij het Radio<br />
Kamerorkest en bij het Nederlands Philharmonisch<br />
Orkest. Toen hij solliciteerde<br />
bij het KCO speelde Vesko al enige jaren<br />
op een instrument uit de collectie van het<br />
1950 was hij medeoprichter van de ‘Entente<br />
Internationale des Maîtres Luthiers et Archetiers<br />
d’Art’ (de EILA) en in 1995 publiceerde<br />
hij het gezaghebbende standaardwerk ‘e<br />
Violinmakers of the Low Countries’. In 1963<br />
werd het vijigjarig bestaan van de rma Max<br />
Möller & Zn. gevierd en in 1980 ging hij met<br />
pensioen. Evenals zijn vader bouwde Max<br />
Möller II uitstekende altviolen, waarvan er<br />
zich drie (gebouwd in 1949, 1950 en 1954) in<br />
de collectie van het NMF bevinden.<br />
Berend Max Möller III (Amsterdam<br />
1944-Huizen 1989) bezocht vanaf 1966 de vioolbouwschool<br />
in Mittenwald en deed daarna<br />
veel werkervaring op in buitenlandse ateliers.<br />
In 1973 werd hij assistent van zijn vader Max<br />
NMF: namelijk een viool, gebouwd door<br />
Jean Baptiste Vuillaume (Parijs, 1861). Een<br />
jaar na zijn aantreden bij het KCO kreeg hij<br />
een instrument van zijn eigen orkest aangeboden<br />
en werd de Vuillaume geretourneerd<br />
aan het NMF. Inmiddels speelt Hebe<br />
Mensinga, eerste concertmeester van Holland<br />
Symfonia, alweer jaren op deze viool.<br />
Möller II en in 1980 nam hij de zaak over, samen<br />
met zijn vrouw Cornélie. In het jaar dat<br />
hij onder tragische omstandigheden stierf bestond<br />
het atelier Max Möller & Zn. vijfenzeventig<br />
jaar.<br />
Met bewonderenswaardige moed zette Cornélie<br />
Möller de zaak voort met assistentie van<br />
onder anderen Harmut Leonhardt. Per 31<br />
juli 2006 werd de werkplaats echter denitief<br />
gesloten en kwam er een einde aan een honderdjarige<br />
traditie van drie generaties vioolbouwers.<br />
Dankjewel nog Cornélie voor alles<br />
wat je in die moeilijke tijd voor het NMF hebt<br />
gedaan.<br />
Inmiddels hee Andreas Post het pand Willemsparkweg<br />
15 betrokken. Hij werd in 1956<br />
in Gummersbach (Bergisches Land) ten oos-
ten van Keulen geboren. In 1985 vestigde hij<br />
zich aan de Mozartkade in Amsterdam. Ook<br />
aan hem is het NMF veel dank verschuldigd<br />
voor zijn grote expertise.<br />
Willem Bouman werd in 1922 in Leeuwarden<br />
geboren als zoon van de vioolbouwer Feiko<br />
Jacob Bouman (Groningen 1888-1951). De<br />
familie verhuisde in 1924 naar Den Haag en<br />
ging in 1938 terug naar Groningen. Willem<br />
studeerde aanvankelijk viool, onder anderen<br />
bij Adolphe Poth, de concertmeester van het<br />
Residentie Orkest. Daarnaast werkte hij in het<br />
atelier van zijn vader. Na de oorlog kreeg hij<br />
zijn opleiding tot vioolbouwer in Mittenwald<br />
en in 1951 vestigde hij zich in Den Haag, samen<br />
met zijn vrouw Irmengard.<br />
Hij was vanaf het prille begin nauw betrokken<br />
bij het NMF. In onze collectie bevinden zich<br />
vier violen van hem (gebouwd in 1956, 1988,<br />
1990 en 1992) en een cello (gebouwd in 1995).<br />
Naast het bouwen van instrumenten en het<br />
maken van strijkstokken was hij beëdigd makelaar<br />
en taxateur.<br />
Bij het verrichten van reparaties en restauraties<br />
deed hij veel historisch en wetenschappelijk<br />
onderzoek. Willem Bouman overleed in 2005<br />
en de zaak werd voortgezet door zijn vrouw Irmengard<br />
en hun kinderen Lies en Feiko, daarbij<br />
geassisteerd door ateliermedewerkers.<br />
Fred Lindeman (Amsterdam 1932) leerde<br />
het vak van z’n vader Jan Willem Lindeman<br />
(1890-1971). Deze werkte eerst als meubelmaker<br />
voor de architect Berlage en begon daarna<br />
als autodidact met het bouwen van violen. In<br />
1922 opende hij een atelier in de Rivierenbuurt.<br />
Het NMF beschikt over de enige altviool<br />
die hij daar in 1951 bouwde. Fred Lindeman<br />
werd in 1957 zijn medewerker en zette in<br />
1971 de zaak van zijn vader voort. Hij legt zich<br />
voornamelijk toe op reparaties en restauraties<br />
en geldt als een groot barokspecialist. Evenals<br />
zijn vader beschikt hij over veel kennis van de<br />
Oudhollandse vioolbouw. Hij hee daarover<br />
interessante artikelen gepubliceerd. Al vanaf<br />
de oprichting hee Fred Lindeman het NMF<br />
met raad en daad terzijde gestaan. Wij zijn<br />
hem daarvoor veel dank verschuldigd.<br />
Marten Cornelissen werd in 1936 in Apeldoorn<br />
geboren en opende daar in 1964 een<br />
atelier. In 1969 vertrok hij naar Northampton,<br />
Massachusetts (USA). Via de altviolist Kees<br />
Schild kwam het NMF met hem in contact. Inmiddels<br />
bevinden zich vier instrumenten van<br />
Marten Cornelissen in onze collectie. Twee violen<br />
naar het model van Stradivari gebouwd<br />
in 1967 (opus 65) en in 1986 (opus 340), een<br />
viool gebouwd in 2006 (opus 528) en nog een<br />
altviool (ex-Kees Schild). Gelet op het hoge<br />
opusgetal zal hij ongetwijfeld veel medewerkers<br />
in dienst hebben.<br />
FOTO MARCO BORGGREVE<br />
1997<br />
Lavinia Meijer<br />
Dat het NMF meer doet dan alleen strijkinstrumenten<br />
in bruikleen geven, wordt wel<br />
bewezen door de rol die het NMF speelt met<br />
haar harpcollectie. Zo is bijvoorbeeld Lavinia<br />
Meijer meer dan 10 jaar bruiklener van<br />
het NMF geweest.<br />
Lavinia kreeg in 1997 van het NMF een harp<br />
van het merk Lyon & Healy, model ‘Style 23’,<br />
in bruikleen. In 2009 won zij de Nederlandse<br />
Muziekprijs. Na haar debuut in Carnegie<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
In een volgend hoofdstuk zal ik nader ingaan<br />
op het werk van de Nederlandse vioolbouwers<br />
die tijdens en na de Tweede Wereldoorlog werden<br />
geboren en van wie het NMF instrumenten<br />
in de collectie hee.<br />
Hall in New York in 2007 werd ze regelmatig<br />
uitgenodigd om als soliste op te treden in<br />
Europa, Azië en Amerika.<br />
Maar ook andere zeer getalenteerde harpisten<br />
‘profiteren’ van het NMF. Gwyneth<br />
Wentink, Godelieve Schrama en Remy van<br />
Kesteren bijvoorbeeld zijn of waren bruiklener<br />
van het NMF.<br />
37
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
De Nederlandse vioolbouw na<br />
het Concours Hendrik Jacobsz<br />
(1949)<br />
In Utrecht werd de negentiende-eeuwse vioolbouwtraditie<br />
in de twintigste eeuw voortgezet<br />
door Abraham But en Otto Stam; na de Tweede<br />
Wereldoorlog door Serge Stam en door<br />
Lambert Houniet.<br />
Otto Stam werd in 1913 in Tilburg geboren.<br />
Na een opleiding als kunstschilder legde hij<br />
zich toe op de vioolbouw bij Erhard Uebel<br />
in Amsterdam. In 1936 vestigde hij zich in<br />
Utrecht waar hij in 1983 overleed. Vanaf 1964<br />
was hij lid van de NGV. Otto Stam bouwde<br />
veel altviolen. Het NMF beschikt over een<br />
viool van hem: zijn opus 17 gebouwd in 1947,<br />
het geboortejaar van zijn zoon Serge.<br />
Serge Stam wilde evenals zijn vader vioolbouwer<br />
worden. Van 1965 tot 1969 werd hij<br />
opgeleid in Mittenwald, daarna werkte hij bij<br />
René Morizot in Mirecourt en bij Bernard Millant<br />
in Parijs. In 1972 keerde hij terug naar de<br />
zaak van zijn vader in Utrecht, die hij in 1979<br />
samen met zijn vrouw Jacqueline overnam.<br />
Met het echtpaar Stam onderhoudt het NMF<br />
al vanaf de oprichting zeer goede contacten.<br />
Serge bouwde voor ons in 2004 een altviool,<br />
zijn opus 75. Als expert geniet hij groot aanzien.<br />
Hij is lid van de ‘Entente Internationale<br />
des Maîtres Luthiers et Archetiers d’Art’ en van<br />
de NGV. Verder is hij mederedacteur van het<br />
bekende naslagwerk ‘Taxe der Streichinstrumente’<br />
van Albert Fuchs.<br />
Lambert Houniet werd in 1941 in Amsterdam<br />
geboren en volgde van 1964 tot 1968 de<br />
Geigenbauschule in Mittenwald. Hij werkte<br />
korte tijd bij Vladimir Pilar in Hradec Kràlové<br />
(Tsjechië) en vanaf 1969 bij Charles Beare in<br />
Londen. In 1972 opende hij een eigen atelier<br />
in Edinburgh (Schotland) en in 1984 vestigde<br />
hij zich in Utrecht. Lambert Houniet houdt<br />
zich in de eerste plaats met nieuwbouw bezig<br />
en laat zich daarbij graag inspireren door de<br />
modellen van Stradivari, waarmee hij bij Beare<br />
in aanraking kwam. Hij is niet alleen lid van<br />
de NVG, maar ook van de ‘Entente Internatio-<br />
38<br />
Lambert Houniet (Utrecht, 1996)<br />
FOTO CATHY LEVESQUE
nale’ en het ‘Verband Deutscher Geigenbauer’.<br />
Het NMF plaatste een achttal nieuwbouwopdrachten<br />
bij hem. Het gaat daarbij om drie<br />
driekwart violen (opus 77 en 78 uit 1994 en<br />
opus 110 uit 2002), een kleine hele viool uit<br />
1996 (opus 81) en vier hele violen (opus 55 uit<br />
1990, opus 69 uit 1994 en de opussen 73 en 75<br />
uit 1995).<br />
In Hilversum werkt het echtpaar Annelies<br />
Steinhauer en Jaap Bolink. Zij richten zich<br />
uitsluitend op het bouwen van instrumenten.<br />
Het NMF onderhoudt al jarenlang uitstekende<br />
contacten met hen. Door schenking of bruikleen<br />
van particulieren en door het plaatsen<br />
van opdrachten beschikt het NMF over veel<br />
instrumenten van het echtpaar.<br />
Annelies Steinhauer werd in 1945 in Amsterdam<br />
geboren en ging in 1965 naar de Geigenbauschule<br />
in Mittenwald waar zij Jaap Bolink<br />
leerde kennen. In 1967 vertrokken zij uit Mittenwald<br />
en werkten zij in Nederland engeland<br />
en Duitsland. In 1970 vestigden zij zich in<br />
Amsterdam en in 1973 in Hilversum. Zowel<br />
Annelies als Jaap bouwen vanuit hun vakbekwaamheid<br />
naar eigen inzicht. Beiden zijn lid<br />
van de NGV. Van Annelies Steinhauer beschikt<br />
het NMF over een twaalal instrumenten: vijf<br />
violen, drie altviolen en vier celli. In chronologische<br />
volgorde:<br />
1971<br />
altviool opus 19, nog gebouwd in Amsterdam<br />
1979<br />
viool opus 30, gebouwd in ‘Lijstervreugde’ te<br />
Hilversum<br />
1981<br />
altviool opus 36<br />
1987<br />
viool opus 49 (behorende tot het violenpaar<br />
Luis van Doornum, zie ook Jaap Bolink opus<br />
115)<br />
1993<br />
viool opus 55<br />
1995<br />
viool opus 59, viool opus 60 en cello opus 61<br />
2000<br />
cello, opusnummer onbekend<br />
2002<br />
altviool, opusnummer onbekend<br />
2004<br />
driekwart cello opus 83<br />
2006<br />
cello opus 88.<br />
Jaap Bolink werd in 1946 in Enschede geboren.<br />
Hij was de zoon van Jan Hendrik Bolink<br />
(1913-1998) die eerst kunstschilder was en<br />
zich later toelegde op de vioolbouw. Het NMF<br />
hee één viool van hem in de collectie, gebouwd<br />
in Enschede in 1948.<br />
Evenals zijn vader wilde Jaap vioolbouwer<br />
worden, onder zijn leiding bouwde hij op<br />
dertienjarige leeijd zijn eerste viool. In 1963<br />
vertrok hij naar de Geigenbauschule in Mittenwald<br />
waar hij Annelies leerde kennen. In<br />
1970 openden zij een gezamenlijk atelier in<br />
Amsterdam en in 1973 namen zij hun intrek<br />
in villa ‘Lijstervreugde’ in Hilversum. Jaap Bolink<br />
was van 1987 tot 1997 secretaris van de<br />
NGV en is sindsdien voorzitter.<br />
Van hem hee het NMF achttien instrumenten<br />
in de collectie: zes violen, één altviool,<br />
negen celli, één violone en één contrabas. In<br />
chronologische volgorde:<br />
1969<br />
een viersnarige contrabas opus 46 en een cello<br />
opus 47, beide nog gebouwd in Amsterdam<br />
1974<br />
cello opus 71, gebouwd in Hilversum<br />
1984<br />
altviool opus 102 en cello opus 103<br />
1987<br />
cello opus 111 en viool opus 115 (behorende<br />
tot het violenpaar Louis van Doornum, zie<br />
Annelies opus 49)<br />
1990<br />
viool ‘Bols’ opusnummer onbekend<br />
1993<br />
cello opus 130 (ex-Louis van Doornum)<br />
1994<br />
cello opus 132<br />
1995<br />
viool ‘Birome’ opus 133, cello opusnummer<br />
onbekend en een viool met etiket<br />
‘Voor mijn vriendin Isabelle van Keulen’<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
1996/1997<br />
viool opus 139<br />
2001<br />
cello opus 150<br />
2003<br />
viool ‘De Lenny’ opus 154<br />
2005<br />
cello opus 159<br />
2007<br />
violone opus 164, het gaat hier om een kleine<br />
vijfsnarige contrabas met gewelfde bladen.<br />
In opdracht van de toen vijfenzeventigjarige<br />
Louis van Doornum te Dalfsen bouwden Jaap<br />
en Annelies in 1987 een ‘violenpaar’ met de<br />
bedoeling dat deze instrumenten ook echt bij<br />
elkaar zouden blijven; in het uitleenverkeer niet<br />
zo’n gemakkelijke opgave. Recentelijk werken ze<br />
samen aan een speciale opdracht van het NMF,<br />
de gezamenlijke bouw van een vijfsnarige cello.<br />
Voor zover ik kan nagaan is Jaap Bolink de laatste<br />
vioolbouwer die het vak bij zijn vader leerde.<br />
Opvallend is dat veel jonge bouwers zich bij gebrek<br />
aan een familietraditie richten op voorbeelden<br />
van de Italiaanse vioolbouw.<br />
Alex Oosten werd in 1946 in Dordrecht geboren.<br />
Hij was in de leer bij Willem Bouman<br />
en volgde evenals deze de Geigenbauschule in<br />
Mittenwald. Daarna werkte hij wederom bij<br />
Bouman en ook bij Otto Stam. In 1971 maakte<br />
hij zich in Rijswijk zelfstandig. Hij is lid van<br />
de NGV. Het NMF beschikt van hem over een<br />
zevenachtste viool gebouwd in 1986 en een altviool<br />
gebouwd in 1999.<br />
Uli Schnorr werd in 1948 geboren in Griesbach<br />
(Beieren) en kwam in 1966 als medewerker<br />
van Loránd Rácz naar Den Haag. In 1974<br />
maakte hij zich zelfstandig in de Adelheidstraat.<br />
Het NMF hee twee celli van hem. Eén<br />
gebouwd in 1999 naar een model van Lupot<br />
en één gebouwd in 2005 naar een model van<br />
Stradivari.<br />
Hans Peeters (contrabasbouwer) werd in 1950<br />
in Den Haag geboren en vestigde zich in 1972<br />
in Arnhem. Van hem beschikt het NMF over<br />
een viersnarige contrabas, aldaar gebouwd in<br />
1982.<br />
39
<strong>BIJZONDERE</strong> NMF-MUSICI<br />
Carla Leurs<br />
“Als ik op het podium sta, is er<br />
alleen nog maar die muziek”<br />
40<br />
Interview met Carla Leurs,<br />
dinsdag 6 november 2012<br />
door Marcel Schopman<br />
Kleine Carla was nog maar een paar jaar<br />
oud toen ze met de neus op de muziek<br />
werd gedrukt. Want weliswaar woonde<br />
ze met haar familie op een industrieterrein,<br />
ver weg van de bewoonde wereld,<br />
de muziek kwam toch op haar pad. In de<br />
box zong ze al liedjes van Abba. En vlak<br />
bij haar huis repeteerde in de ene hal de<br />
plaatselijke harmonie, in de andere de legendarische<br />
popgroep BZN. Kleine Carla<br />
vond het machtig interessant en hobbelde<br />
van het ene naar het andere gebouw, ondertussen<br />
pogend muziek uit haar kleine<br />
Carla Leurs (Heemskerk, 1978) is bespeelster<br />
van een bijzondere viool uit de<br />
collectie van het NMF. Het is een viool<br />
gebouwd door de ‘Franse Stradivarius’<br />
Nicolas Lupot (Parijs, 1808).<br />
Ze heeft ook een vioolstok gebouwd<br />
door Victor Fétique (Parijs, 1910) van<br />
het NMF in bruikleen.<br />
accordeon te persen. Op haar zesde ging<br />
ze naar de muziekschool, waar ze te klein<br />
voor de piano bleek. Ze mocht toen kiezen<br />
tussen blokuit en viool. “Iedereen<br />
koos voor blokuit, dus ik nam de viool<br />
maar, hoewel ik helemaal niet wist wat dat<br />
was”. Maar het klikte snel tussen haar en<br />
het nieuwe instrument. Vioolspelen, dat<br />
was wat ze wilde doen in haar leven. En<br />
zo geschiedde.
Een paar jaar geleden, na een verblijf van<br />
een aantal jaren in de Verenigde Ver V enigde Staten en<br />
ondermeer een een studie bij Itzhak Perlman,<br />
kwam Carla in contact met het NMF. Dat<br />
was was nodig, want de viool waar ze toen al<br />
een tijd op speelde, was eigendom van een een<br />
arts uit Zwitserland Zw Z itserland die zijn instrument<br />
terug wilde hebben. Een alternatief had<br />
ze niet. Op haar verjaardag in 2006 werd<br />
ze door het NMF gebeld. Er lag een viool<br />
voor haar, misschien wilde ze die proberen?<br />
Het bleek om een viool, gebouwd<br />
door Nicolas Lupot (Parijs, 1808) te gaan<br />
die uit de nalatenschap van de echtgenote<br />
van dirigent Anton Kersjes kwam. De<br />
Lupot was het ‘topstuk’ uit de collectie<br />
Kersjes. De viool hee hee een krachtig, onmiskenbaarmiskenbaar<br />
eigen karakter, waar lang niet<br />
iedere musicus mee uit de voeten voeten kan.<br />
De De echtgenote echtgenote van Kersjes wist de viool<br />
blijkbaar wel te ‘temmen’, hetgeen hetgeen ook<br />
gold voor Daniel Rowland (die de viool in<br />
2000 in bruikleen kreeg kreeg en er zes jaar op<br />
speelde), evenals voor Carla die de viool<br />
direct daarna ging bespelen. Beide spelers<br />
wisten binnen vijf minuten dat ‘het<br />
klikte’. Carla noemt noemt de viool lieozend lieozend<br />
haar ‘wole’. ‘wole’. Met een knipoog naar het<br />
Italiaanse ‘Lupo’ ‘Lupo’ (=wolf), maar vooral vooral ook<br />
omdat omdat de viool iets iets onstuimigs hee hee dat<br />
haar juist erg aanspreekt. Bovendien hee hee<br />
de viool last van een ‘wolf ’ op de G-snaar.<br />
Hiermee wordt een klankvervorming bedoeld<br />
die bij de beste instrumenten kan<br />
voorkomen en die wordt veroorzaakt<br />
veroorzaakt<br />
door conicterende conicterende trillingen. Soms Soms<br />
kan dat eect eect zo sterk sterk zijn, dat de afstelafstelling van de viool viool door een bouwer moet moet<br />
worden aangepast voordat er weer naar<br />
behoren op het het instrument kan worden<br />
gespeeld. Niet makkelijk, makkelijk, zo’n instrument,<br />
instrument,<br />
maar oh zo mooi!<br />
Inmiddels is Carla getrouwd, getrouwd, moeder<br />
geworden en na een jaartje jaartje Zw ZZwitserland itserland<br />
weer neergestreken neergestreken in Amsterdam. Amsterdam. Ze Ze<br />
speelde de afgelopen jaren jaren bijvoorbeeld<br />
bij het het Sinfonieorchester<br />
infonieorchester<br />
inf Basel en bij de<br />
Radio Kamer Filharmonie. Ook was ze<br />
plaatsvervangend concertmeester bij het<br />
London Philharmonic Orchestra, bij het<br />
Rotterdam Philharmonisch Orkest, het<br />
Nederlands Kamerorkest Kamerorkest en andere andere gerenommeerde<br />
ensembles en orkesten.<br />
Momenteel is ze concertmeester van van het<br />
Nederlands Symfonie Orkest. Het is een<br />
baan die ze ongelofelijk graag wilde hebbenben<br />
en waar ze heel gelukkig mee is. Naast<br />
die heerlijke baan hee hee ze nog de ambitie<br />
om “waanzinnige projecten” te doen, zo-<br />
1998<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
als alle Paganini Caprices authentiek uit<br />
te voeren. En ook wil ze graag haar mede<br />
musici inspireren, zowel jongeren als ouderen.<br />
Want, Wa W nt, zoals ze zegt, “als ik op het<br />
podium sta, is er alleen nog maar die muziek<br />
en dat is zo heerlijk. Ik geniet er heel<br />
erg van.” Een gelukkig mens, die Carla en<br />
een heel bijzondere violiste.<br />
Sonja van Beek<br />
Sonja van Beek behaalde eerste prijzen<br />
op de Iordens Viooldagen (1986 en 1988),<br />
op het Prinses Christina Concours (1988)<br />
en op het eerste Davina van Wely VioolVioolconcours (1991). In april 1993 werd ze<br />
winnares van het Nationaal Vioolconcours<br />
Oskar Back. Sonja bespeelde van 1990 tot<br />
1993 een viool, gebouwd door Nicola Gagliano<br />
‘Filius Alexandri’ (Napels, 1739) van<br />
het NMF. Daarna was ze even ‘bruiklener-<br />
af’ maar vanaf 1998 speelde zij bijna 10<br />
jaar lang opnieuw op een viool van het<br />
NMF. Het ging toen om een kostbare viool<br />
gebouwd door Santo Serafin (Venetië,<br />
1750). De viool werd in 1998 nog even<br />
een maand uitgeleend aan Theo Olof voor<br />
een afscheidsconcert van Theo en Herman<br />
Krebbers samen.<br />
41
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Matthieu Besseling (Amsterdam 1951) begon<br />
al op z’n twaalfde met het bouwen van violen<br />
onder leiding van Paul Gerhard Schmidt en<br />
zijn vader die in zijn vrije tijd amateurbouwer<br />
was. Ook toen hij medicijnen en altviool studeerde<br />
bleef hij violen bouwen. In 1977 opende<br />
hij een eigen atelier in Amsterdam. Hij is lid<br />
van de NGV. Het NMF hee drie instrumenten<br />
van hem in de collectie: een cello uit 1977,<br />
een viool uit 1994 en een altviool uit 1998.<br />
Hendrik Woldring (Muiderberg 1952) kreeg<br />
van 1974 tot 1977 zijn opleiding aan de Newark<br />
School of Violinmaking in Nottinghamshire<br />
(Engeland). Daarna vestigde hij zich eerst<br />
in Garsthuizen (Fivelingo) en in 1985 in Groningen,<br />
waar vóór hem Johannes Ernst Bachmann<br />
jr. en Feiko Jacob Bouman werkzaam<br />
waren geweest. Hij is lid van de NGV en het<br />
NMF beschikt over een viool van hem (gebouwd<br />
in 1999 naar een model van Guarneri<br />
del Gesù) en een cello met dubbele inleg (gebouwd<br />
in 2006 naar een model van Tecchler).<br />
Jaap Timmer (Tilburg 1954) volgde van 1987<br />
tot 1981 eveneens zijn opleiding tot vioolbouwer<br />
in Newark, daarna werkte hij enkele jaren<br />
in Kopenhagen. In 1983 vestigde hij zich in<br />
Deventer. In 1995 kreeg hij een ernstig autoongeluk<br />
waarna hij zijn beroep niet meer optimaal<br />
kon uitoefenen. In 1998 trok hij zich<br />
denitief terug in Bathmen bij Deventer. Hij<br />
was aangesloten bij de NGV. Het NMF hee<br />
een viool van hem uit 1993, gebouwd naar een<br />
model van Guarneri del Gesù en een viool afgebouwd<br />
in 1995/96.<br />
Johannes Jacobs (Middelburg 1954) kreeg<br />
van 1982 tot 1985 zijn opleiding aan de Welsh<br />
School of Instrumentmaking and Repair in<br />
Wales. In 1985 vestigde hij zich Middelburg.<br />
Hij is lid van de NGV. Hij bouwde een zestal<br />
instrumenten voor het NMF: in 1993 een viool,<br />
in 1995 een kleine hele viool, in 1999 een<br />
viool met verkorte snaarlengte en eveneens in<br />
1999 een viool voor de jubilerende NGV, maar<br />
daarna aangekocht door het NMF en een altviool<br />
in 2000.<br />
42<br />
René Zaal (Wageningen 1956) kreeg zijn opleiding<br />
aan de Newark School of Violinmaking<br />
in Engeland en werkte daarna enkele jaren bij<br />
de vioolbouwer Vincent Loerakker in Haarlem.<br />
Hij richtte zich vervolgens uitsluitend<br />
op de bouw en reparatie van contrabassen en<br />
opende achtereenvolgens ateliers in Arnhem<br />
(1983), Doesburg (1992) en Bemmel (1997).<br />
FOTO MARCO BORGGREVE<br />
1999<br />
René Zaal is lid van de NGV en maakte verschillende<br />
bassen voor het NMF:<br />
- een viersnarige bas (Arnhem 1988)<br />
- een viersnarige bas (vioolmodel, Arnhem 1994)<br />
- een eveneens viersnarige bas (Doesburg 1995)<br />
- een bas naar Italiaans model (Bemmel 2000,<br />
opus 25)<br />
Quirine Viersen<br />
Zonder anderen tekort te willen doen, kan<br />
men toch wel zeggen dat er twee Nederlandse<br />
cellisten zijn, die qua beroemdheid en<br />
carrière alle anderen achter zich hebben gelaten.<br />
Eén van hen is Quirine Viersen, dochter<br />
van Yke Viersen, cellist in het Koninklijk<br />
Concertgebouworkest. Viersen was soliste<br />
bij alle belangrijke Nederlandse orkesten en<br />
bij grote internationale orkesten. In 1994<br />
won Viersen als eerste Nederlander een prijs<br />
op het prestigieuze Tsjaikovsky Concours.<br />
In hetzelfde jaar ontving ze de Nederlandse<br />
Muziekprijs. Quirine speelt sinds 1999<br />
op een cello van Giuseppe Guarneri ‘Filius<br />
Andreae’ uit 1715 die ze in bruikleen kreeg<br />
van het NMF. Het NMF kocht deze cello van<br />
de beroemde cellist Heinrich Schiff. Het is<br />
nog steeds de duurste aankoop die het NMF<br />
ooit heeft verricht. Schiff had op zijn beurt<br />
de cello gekocht van cellist André Navarra,<br />
naar wie het instrument nog steeds is genoemd<br />
(’ex-Navarra’). Leuke bijkomstigheid<br />
is dat Navarra les gaf aan Schiff en Schiff<br />
op zijn beurt les gaf aan Quirine Viersen,<br />
die de cello al bespeelde voordat het NMF<br />
hem aankocht.
- een vijfsnarige bas (Bemmel 2007) naar een<br />
gambamodel van Johann Joseph Stadlmann<br />
(Wenen 1720-1781).<br />
Guust François werd in 1956 in Teteringen<br />
bij Breda geboren en vestigde zich in 1993 in<br />
Amsterdam. Van hem beschikt het NMF over<br />
de volgende instrumenten:<br />
- een barokcello gebouwd in 1977 (model ‘Servais’<br />
van Antonio Stradivari)<br />
- een barokaltviool eveneens gebouwd in 1997<br />
(model Spirito Sorsana werkperiode omstreeks<br />
1715-1740 in Cuneo zuidelijk van Turijn)<br />
- een cello gebouwd in 2001 (model Alessandro<br />
Gagliano, Napels omstreeks 1695-1735)<br />
- een barokcello gebouwd in 2004 (model Francesco<br />
Rugieri, Cremona omstreeks 1620-1695)<br />
- een driekwart cello gebouwd in 2005<br />
- een cello gebouwd in 2007 (model Giuseppe<br />
Baldantoni, Ancona 1784-1873)<br />
- een barokcello gebouwd in 2008 (model Andrea<br />
Amati, Cremona 1505/1510-1577).<br />
Daniël Royé (Amsterdam 1957) raakte al op<br />
jonge leeijd geboeid door bouw en reparatie<br />
van strijkinstrumenten. Hij kreeg daarbij hulp<br />
van Paul Gerhard Schmidt in Amsterdam en<br />
van Bram But in Utrecht. Ook werkte hij samen<br />
met de luitbouwer Nico van der Waals<br />
in Oudkarspel. Hij maakte zich zelfstandig<br />
in Amsterdam en bouwt instrumenten naar<br />
eigen model, ook maakt hij graag strijkstokken.<br />
Hij is lid van de NGV en het NMF hee<br />
dertien instrumenten van hem in de collectie:<br />
- een cello (Amsterdam 1985)<br />
- een viersnarige contrabas (1988)<br />
- een altviool gebouwd in 1998<br />
- een cello gebouwd in 2004<br />
- een zevenachtste cello eveneens uit 2004<br />
- een viersnarige driekwart contrabas gebouwd in<br />
2005<br />
- een altviool (model Stradivari) gebouwd in 2006<br />
- een cello eveneens uit 2006<br />
- twee viersnarige driekwart contrabassen gebouwd<br />
in 2006 en 2007<br />
- twee zevenachtste cello’s uit 2007 en 2010.<br />
Guust François (Amsterdam, 1997)<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
FOTO CATHY LEVESQUE<br />
43
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
In totaal dus twee altviolen, zeven cello’s en<br />
vier contrabassen.<br />
Harry Jansen, een bekend contrabasbouwer<br />
en handelaar in bassen, werd in 1959 in Apeldoorn<br />
geboren en vestigde zich in 1989 in Amsterdam.<br />
Het NMF beschikt over vier bassen<br />
van hem naar Napolitaanse voorbeelden. Twee<br />
gebouwd in 1979 en 2002 (naar een model van<br />
Vincenzo Panormo) en twee gebouwd in 2008<br />
(naar een model van Gagliano).<br />
Jan van der Elst (Dordrecht 1961) kreeg van<br />
1986 tot 1989 zijn opleiding aan de Newark<br />
School of Violinmaking in Engeland. Hij vestigde<br />
zich daarna in Dordrecht en is lid van de<br />
NGV. Het NMF beschikt over drie instrumenten<br />
van hem. Een viool (opus 23) gebouwd in<br />
1997 naar een model uit 1965 van Ansaldo<br />
Poggi (1893-1984), een belangrijke Italiaanse<br />
bouwer. Voor de lieebbers: Poggi was leerling<br />
van Giuseppe Fiorini (1861-1934) in<br />
München en Zürich, daarna vestigde hij zich<br />
in zijn geboorteplaats Medicina bij Bologna.<br />
Hij liet zich graag inspireren door voorbeelden<br />
van Stradivari en Guarneri. Ook Jan van<br />
der Elst bouwde in 1997 een altviool naar een<br />
model van Andrea Guarneri uit 1676. Verder<br />
beschikt het NMF nog over een viool van hem,<br />
zijn opus 26.<br />
Saskia Schouten (Tilburg 1961) bouwde onder<br />
toezicht van Paul de Vroe in Amstelveen<br />
haar eerste viool. In 1980 ging zij naar de vioolbouwschool<br />
in Cremona. Zij werkte enige<br />
tijd met enkele collega’s in de Toscane en was<br />
van 1983 tot 1985 als vioolbouwer verbonden<br />
aan het conservatorium van Palermo (Sicilië).<br />
Zij behaalde in 1986 haar diploma in Cremona<br />
en vestigde zich in Heusden, later in Hedikhuizen.<br />
Het vestingstadje Heusden en het<br />
dorpje Hedikhuizen liggen ten noorden van<br />
Vlijmen bij ’s-Hertogenbosch. Saskia Schouten<br />
is lid van de NGV en hee zich gespecialiseerd<br />
in de bouw van cello’s. Het NMF hee de volgende<br />
instrumenten van haar in de collectie:<br />
- een cello (Heusden, 1998) naar een model<br />
uit 1680 van de Cremonese bouwer Francesco<br />
Rugieri<br />
44<br />
- een altviool (Heusden 2003)<br />
- een cello (Heusden 2004) naar het model ‘Piatti’<br />
van Antonio Stradivari<br />
- een viool (Heusden 2006) naar een model van<br />
Camillo Camilli, Mantua omstreeks 1704-1754<br />
- een driekwart cello (Hedikhuizen 2008).<br />
Ronald de Jongh (Den Helder 1962) kreeg zijn<br />
opleiding bij Mathijs Heyligers in Cremona.<br />
In 1990 opende hij een atelier in Amsterdam<br />
waar hij zich vooral toelegt op nieuwbouw. Hij<br />
is lid van de NVG en het NMF hee vier instrumenten<br />
van hem in de collectie:<br />
- een tenorviool uit 1997 uitgevoerd in Vogelaugen-Ahorn,<br />
naar een model van de gebroeders<br />
Antonius en Hieronymus Amati uit 1592<br />
- een altviool gebouwd in 2004<br />
- een viool gebouwd in 1999, een kopie van de<br />
zich in onze collectie bevindende viool van Willem<br />
van der Sijde uit 1691<br />
- een viool eveneens gebouwd in 1999.<br />
Willibrord Crijnen (Veldhoven 1963) vestigde<br />
zich in 1985 in Amsterdam, maar vertrok<br />
in 1996 naar Marseille. Het NMF hee een<br />
altviool van hem, in 1995 in Amsterdam gebouwd<br />
naar een model van Gofriller (Venetië,<br />
begin achttiende eeuw). In Marseille bouwde<br />
hij in 1998 een barokcello naar een model van<br />
Giovanni Tononi (Bologna omstreeks 1650 tot<br />
1713) in de stijl van Niccolò Amati en in 2006<br />
een viool, een kopie van ‘Le Duc’ van Guarneri.<br />
Beide instrumenten zijn aangekocht door<br />
het NMF.<br />
Gudrun Kremeier bouwde in Amsterdam in<br />
2003 een viool naar een model van de belangrijke<br />
Cremonese vioolbouwer Carlo Bergonzi<br />
(1683-1747). Deze viool is door het NMF van<br />
haar aangekocht.<br />
Bas Maas & Chaïm Achttienribbe<br />
Bas Maas bouwde in Amsterdam in 2005 een<br />
viool voor het NMF naar een model van Johannes<br />
Cuypers uit 1801 en in 2007 een altviool,<br />
een asymmetrische interpretatie van een<br />
Max Möller I-model.<br />
Chaïm Achttienribbe vervaardigde in 2007<br />
eveneens in Amsterdam een altviool naar het<br />
model ‘Conte Vitale’ van Andrea Guarneri<br />
(Cremona, tweede hel zeventiende eeuw).<br />
Bas en Chaïm kregen hun opleiding aan de<br />
gerenommeerde Newark School of Violonmaking<br />
in Nottinghamshire (Engeland).<br />
Chaïm rondde zijn studies daar af in 2002.<br />
Een jaar later won Bas met zijn afstudeerviool<br />
de Benslow Music Trust Award. Tijdens hun<br />
opleiding doorliepen ze diverse stages in Amsterdam<br />
en Londen. Ook werkten ze beiden bij<br />
Loerakker Vioolbouwers in Haarlem.<br />
Sinds 2004 is het bedrijf van Bas Maas en Chaim<br />
Achttienribbe gevestigd in Amsterdam.<br />
Bas maakt uitsluitend nieuwe instrumenten,<br />
terwijl Chaïm zich concentreert op het restaureren<br />
van strijkinstrumenten en stokken. Hij<br />
werkte in 2008 tijdelijk aan het Rimsky-Korsakov<br />
Conservatorium in Sint-Petersburg. Ze<br />
zijn allebei lid van de Nederlandse Groep van<br />
Vioolbouwers.<br />
Ten slotte sta ik nog even stil bij Nederlandse<br />
bouwers die zich in het buitenland hebben gevestigd.<br />
Ik noemde reeds Marten Cornelissen<br />
die in 1969 naar de Verenigde Staten vertrok<br />
en Willibrord Crijnen die zich in 1996 in Marseille<br />
vestigde.<br />
Michiel de Hoog werd geboren in 1956 in<br />
Utrecht en ging in 1976 voor zijn vioolbouwopleiding<br />
naar Londen. Hij restaureerde in<br />
verschillende ateliers, eerst in Londen en daarna<br />
in Parijs. Van 1982 tot 1996 werkte hij zelfstandig<br />
als vioolbouwer in Chartres (Frankrijk)<br />
waar hij in 1994 een barokviool met<br />
bijbehorende strijkstok voor het NMF maakte.<br />
Van 1996 tot 2011 had hij zijn werkplaats in<br />
Dublin (Ierland) waar hij violen bouwde en<br />
restaureerde. Sinds 2012 hee hij zich in Zaandam<br />
gevestigd.<br />
Mathijs Heyligers ging na zijn middelbare<br />
school in 1975 naar Italië om vioolbouwer te<br />
worden. Hij kreeg zijn opleiding eerst aan de<br />
internationale vioolbouwschool in Cremona<br />
bij Giorgio Cè en vanaf 1977 in Parma bij<br />
Renato Scrollavezza en Pietro Sgarabotto. In<br />
1980 behaalde hij zijn einddiploma als meestervioolbouwer.<br />
Tijdens zijn opleiding tot vioolbouwer<br />
studeerde hij onder deskundige
leiding ook intensief viool, waardoor hij zijn<br />
bouwopdrachten beter op de betreende musicus<br />
kan afstemmen.<br />
Na het behalen van zijn diploma vestigde hij<br />
zich in Cremona en bouwde daar in 2001 een<br />
cello voor het NMF naar een model van de<br />
Venetiaanse bouwer Domenico Montagnana<br />
(overleden in 1750) en in 2002 een viool naar<br />
een voorbeeld uit 1662 van de Cremonese<br />
bouwer Andrea Guarneri (omstreeks 1626 tot<br />
1698).<br />
Volgende en voorgaande hoofdstukken kunt u vinden<br />
op het complete overzicht van de geschiedenis<br />
van het NMF op onze website.<br />
2000<br />
Daniel Rowland<br />
Daniel heeft al een lange geschiedenis<br />
met het NMF. In 1991 probeerde hij een<br />
tijdje een viool van Johannes Theodorus<br />
Cuypers (Den Haag, 1782) uit de collectie<br />
van het Fonds, maar die bleek hem niet<br />
te bevallen. In 2000 kwam er echter een<br />
viool, gebouwd door Nicolas Lupot (Parijs,<br />
1808) beschikbaar. Het was een geschenk<br />
van de dirigent Anton Kersjes. Deze viool<br />
beviel Daniel beter, want hij bleef er ruim<br />
zes jaar, tot begin 2006, op spelen. Daniel<br />
Rowland is wellicht wat (te) weinig bekend<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
in Nederland, maar in het buitenland des<br />
te meer. Hij werd geboren in Londen maar<br />
groeide op in Nederland. Hij is oprichter<br />
en artistiek leider van het Stift International<br />
Music Festival: een festival op een<br />
idyllische locatie in Twente met concerten<br />
in een 14e-eeuws kerkje. Sinds 2007 is hij<br />
de primarius van het vermaarde Londense<br />
Brodsky Quartet. Met dit kwartet treedt hij<br />
op over de hele wereld. Daniel is docent<br />
aan de Royal College of Music in Londen.<br />
45<br />
FOTO PATRICK ALLEN
Over geld, musici<br />
46<br />
Dana en Mikhail Zemtsov
Het NMF is een goed doel dat musici wil helpen bij<br />
hun ontwikkeling door hen een instrument ter beschikking<br />
te stellen. Dat kost geld, veel geld.<br />
Laten we voorop stellen dat het NMF van elke<br />
euro die binnenkomt, zoveel mogelijk aan de<br />
uiteindelijke doelstelling besteedt. In de eerste<br />
plaats is dat natuurlijk aan de aankoop van instrumenten.<br />
De collectie wordt nog steeds uitgebreid,<br />
want er is nog steeds vraag naar meer<br />
en betere instrumenten. In de tweede plaats<br />
kost ook het beheer van de ruim 400 instrumenten<br />
en ruim 350 strijkstokken veel aandacht<br />
en dus geld. De collectie van het NMF<br />
is eigenlijk een museumcollectie die zich elke<br />
dag op straat bevindt. Dat dat ingrijpende consequenties<br />
hee (en dus ook nanciële!) moge<br />
duidelijk zijn!<br />
Naast de kosten voor deze kernactiviteiten, zijn<br />
er nog andere uitgavenposten. Zo worden er<br />
bijvoorbeeld nogal wat evenementen georganiseerd,<br />
doorgaans tussen de 50 en 80 per jaar.<br />
Die evenementen zijn om minstens drie redenen<br />
belangrijk. Het gee de musicus een podium,<br />
het biedt de donateur de mogelijkheid om<br />
te zien wat er met zijn/haar steun gebeurt en<br />
het gee het NMF de mogelijkheid zich te promoten.<br />
Weliswaar geldt als uitgangspunt dat<br />
de directe kosten van elk evenement moeten<br />
worden terugverdiend, maar de evenementen<br />
moeten natuurlijk ook georganiseerd worden.<br />
en donateurs<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Verreweg het grootste deel van haar inkomsten<br />
ontvangt het NMF van particuliere donateurs<br />
en particuliere stichtingen. In totaal over<br />
de jaren heen bedraagt de bijdrage van deze<br />
groep bijna 90% van de totale inkomsten van<br />
het NMF. Daarnaast ontvangt het NMF steun<br />
van een aantal vermogensfondsen. Het NMF<br />
ontvangt geen subsidie van de overheid meer.<br />
Een klein gedeelte van de inkomsten bestaat<br />
uit de vergoeding van de musici die zij betalen<br />
aan het NMF. Deze vergoeding betalen zij voor<br />
de diensten die het NMF hen levert. De musici<br />
betalen ook verzekeringspremie voor het<br />
instrument dat zij in bruikleen hebben. Deze is<br />
aankelijk van de waarde van het instrument<br />
en wordt voor 100% doorbetaald aan onze verzekeraar,<br />
die het NMF de laagste premie van<br />
Nederland biedt. De bruikleenvergoeding bedroeg<br />
in 2012 € 570 per jaar per instrument en<br />
is bij lange na niet kostendekkend.<br />
Het NMF houdt zich uiteraard aan de richtlijnen<br />
die door het CBF zijn uitgegeven ten<br />
aanzien van de besteding van de aan haar toevertrouwde<br />
gelden. Het hee daarvoor in 1999<br />
het CBF-keurmerk gekregen. Gedetailleerde<br />
informatie over de inkomsten en uitgaven van<br />
het NMF kunt u vinden in onze jaarrekening,<br />
te raadplegen op onze website of op te vragen<br />
bij de stichting.<br />
47
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
48<br />
Bijzondere donateurs<br />
Bijzondere donateurs<br />
schenken<br />
bijzondere instrumenten<br />
Het NMF is iedereen die het<br />
NMF steunt, ongelofelijk<br />
dankbaar. Vooral particulieren<br />
en particuliere stichtingen zijn<br />
verantwoordelijk voor het feit<br />
dat de NMF-collectie inmiddels<br />
één van de grootste ter wereld is.<br />
Enkele begunstigers komen in dit<br />
magazine aan het woord.<br />
Donateur<br />
Anoniem<br />
schonk een<br />
Vuillaume-cello
“Een en dergelijk<br />
instrument heb<br />
je niet in<br />
eigendom”<br />
In november 2012 meldt zich een echtpaar bij<br />
het NMF. Meneer Meneer is amateurmusicus en blijkt<br />
in het het bezit van een een bijzondere cello gebouwd<br />
door Jean Baptiste Vuillaume Vui V llaume in Parijs, rond rond<br />
1845. 1845. De cello is voorzien van een een taxatie taxatie<br />
waarop als waarde waarde € 130.000 vermeld staat. Iedereen<br />
bij het het NMF is is even stil. Er worden wel<br />
vaker instrumenten instrumenten aan het NMF geschonken,<br />
maar dit is wel een een heel bijzondere schenking.<br />
Zoals altijd laten we een nieuwe taxatie taxatie ter<br />
controle doen. Een kleine kleine twee weken later<br />
komt er bericht: het instrument is inmiddels<br />
het dubbele waard, dus € 260.000. Een nog lanlangere stilte op kantoor. Wij ij i melden melden het nieuws<br />
aan de potentiële schenker. Hij ij i aarzelt geen<br />
moment. “Het brengt geen wijziging in mijn<br />
voornemen het instrument te schenken”, zo<br />
schrij schrij hij. Later stuurt hij ons een korte geschiedenis<br />
van zijn instrument.<br />
“In 1945 hee hee mijn vader de cello cello voor een<br />
vriendenprijsje over kunnen nemen. Als onwetend<br />
snotaapje van 13 jaar kreeg kreeg ik die cello cello<br />
met de boodschap “het is een hele mooie”.<br />
Ik ben bang dat dat het niet veel indruk hee hee<br />
gemaakt en dat dat ik er ook niet erg mooi op<br />
speelde. Ik weet wel dat mijn moeder moeder vanuit de<br />
keuken schreeuwde “niet zo vals!” Ik heb toen<br />
les gekregen van een cellist verbonden aan een<br />
van de radio-orkesten. Ik ben blijven spelen tot<br />
ik het huis uit uit ging, rond mijn 20e. Nadien is<br />
de cello zijn kist niet meer uitgeweest, totdat totdat<br />
in 1966 het Naardens Kamer Orkest werd opgericht.<br />
Een vriendin had de advertentie gelezen<br />
en zei: ”als jij gaat, ga ik ook”. In het begin<br />
was het een jammerlijke boel tot er een andere<br />
dirigent voor het orkest kwam kwam staan. Deze didirigent wilde dat dat je je partijen studeerde. Dat<br />
is mede aanleiding aanleiding geworden om om weer les te<br />
gaan nemen. In Naarden Naarden heb ik ook ook veel kwartet<br />
gespeeld met met een doorgewinterd doorgewinterd groepje<br />
die de kwartetliteratuur goed beheerste. Ik liep<br />
achteraan en zorgde dat ik op een “1” “1” weer<br />
aanwezig was. Hier ier kwam kkwam<br />
een eind aan aan toen<br />
we in 1975 naar Den Haag verhuisden. Daar<br />
ben ik gaan spelen in het het Collegium Musicum<br />
Haganum dat toen onder leiding stond van Jules<br />
van van Hessen. Ik ben les gaan nemen bij een een<br />
cellist van van het Residentie Orkest. Orkest. Daarnaast<br />
ben ik ook ook gaan spelen in het orkest Bellitoni<br />
dat toen onder leiding van Jules van Hessen<br />
en later Alexandru Lascae stond. Na een aantal<br />
jaren ben ik hier uitgestapt en heb het mij<br />
eenvoudiger gemaakt gemaakt door toetreding tot het<br />
dagorkest Carpe Diem (voor huisvrouwen en<br />
gepensioneerden). Daarnaast heb ik veel kakamermuziek gespeeld.”<br />
“Het bezit van de Vui VVuillaume llaume hee hee bij mij een een<br />
aantal keren tot gewetensbezwaren geleid.<br />
Moest er eigenlijk niet een professionele musicus<br />
op spelen? Ik heb mij door mijn omgeving<br />
toch laten verleiden er zelf op te blijven spelen.<br />
Nu is echter de tijd gekomen dat de fysieke en<br />
geestelijke aakeling aakeling begint toe te nemen en<br />
dat het instrument instrument een betere bespeler moet<br />
krijgen. Het middel daartoe was een schenking<br />
aan het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds.<br />
Het probleem was echter een vervangend instrument<br />
te vinden waar ik toch met plezier op<br />
FOTO CATHY LEVESQUE<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
zou kunnen blijven spelen. Via via ben ik nu in<br />
het bezit van een instrument, in 2011 gebouwd<br />
door de Roemeen Alexandru Gavaller.”<br />
“Het Muziekinstrumenten Muziekinstrumenten Fonds was erg blij<br />
met de schenking, zeker toen bleek dat de waarde<br />
alsmaar hoger werd bij de diverse taxaties.<br />
Vo VVoor or mijn vrouw vrouw en mij hee hee dat echter geen<br />
rol gespeeld. Een dergelijk instrument heb je<br />
niet in eigendom. Je hebt het in bruikleen van<br />
een begenadigd bouwer. Het Het legt de verplichtingting<br />
op dat er mooi op gespeeld wordt. Je mag<br />
een dergelijk instrument dan ook eigenlijk niet<br />
verkopen voor voor geldelijk geldelijk gewin. Mijn Mijn ijn i vrouw en<br />
ik hebben het idee dat het instrument nu in<br />
goede handen is en dat het goed bespeeld zal<br />
worden.”<br />
49
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
De organisatie<br />
Het bestuur<br />
In 2012 bestond het bestuur van het NMF uit zes<br />
leden. Het NMF streeft ernaar het bestuur zo samen<br />
te stellen dat alle noodzakelijke soorten kennis en<br />
contacten vertegenwoordigd zijn. Naast algemeen<br />
bestuurlijke elementen gaat het daarbij ook met<br />
name om kennis van het Nederlandse muziekleven<br />
en kennis van instrumenten. De bestuursleden hebben<br />
allen een gezamenlijke bevoegdheid met andere<br />
bestuurders.<br />
50<br />
Prof. ir. W. Dik<br />
voorzitter<br />
Voorzitter Raad van Advies Connekt<br />
Voorzitter Brabantse Stichting voor Ondernemendheid<br />
Voorzitter EU PowerNet team<br />
Ambassadeur Habitat for Humanity Nederland<br />
Freelance hoogleraar TU Del<br />
FOTO NMF<br />
Mr. J.W.P. Verheugt<br />
vice-voorzitter<br />
Voorzitter Adviescollege verlooetsing TBS<br />
Raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof te<br />
Amsterdam<br />
Rechter-plaatsvervanger in de rechtbank te Den<br />
Bosch<br />
Lid Raad van Toezicht van Het Gelders Orkest
FOTO NMF<br />
Dhr. H. Hollander, RA<br />
penningmeester<br />
Partner Cleantech & Sustainability services<br />
Penningmeester Exact Foundation (corporate<br />
responsibility)<br />
FOTO NMF<br />
Mr. D.C. Baron van Wassenaer<br />
secretaris<br />
Lid ING Senior Leadership Team<br />
Global Head of Clients & Network<br />
Regent Stichting Twickel, Delden<br />
Regent Stichting RCOAK, Amsterdam<br />
Voorzitter Stichting Jacoba van Wassenaer Fonds<br />
Voorzitter Stichting Bouwstenen voor Dierenbescherming,<br />
Leiden<br />
Vice-voorzitter Stichting Lemstra, Amsterdam<br />
Lid bestuur Ir. H.G. Boumeester Foundation<br />
Lid Raad van Advies Frans Hals Museum<br />
Mr. S.A. Reinink<br />
Algemeen Directeur Het Concertgebouw N.V.<br />
Voorzitter Stichting G. Ribbius Peletier jr.<br />
tot behoud van het Landgoed Linschoten<br />
Lid Raad van Toezicht Museum Speelklok<br />
Lid Raad van Advies Nexus Instituut<br />
Lid Raad van Advies Stichting Het Nationale<br />
Park De Hoge Veluwe<br />
Lid bestuur Stichting 4 mei concert<br />
Lid bestuur Stichting Tjardus Greidanus<br />
Samenstelling en rooster van herbenoeming<br />
Mw. drs. S.C. Wol<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Adviseur Gerzon Holding<br />
Lid bestuur WWF Schweiz<br />
Adviseur Artists for Nature Foundation<br />
Lid bestuur Stichting NatuurZijn<br />
Zakelijk leider Nederlandse Fluit Academie<br />
Voorzitter Stichting Mirador<br />
functie aangetreden herbenoeming<br />
Prof. ir. W. Dik 2001 2014<br />
Dhr. H. Hollander RA 2006 2014<br />
Mr. D.C. Baron van Wassenaer 2002 2015<br />
Mr. J.W.P. Verheugt 1994 2016<br />
Mr. S.A. Reinink 2008 2016<br />
Mw. drs. S.C. Wolff 2009 2013<br />
Het bestuur krijgt geen vergoeding voor zijn werkzaamheden.<br />
FOTO MARCO BORGGREVE<br />
FOTO NMF<br />
51
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
De Commissie<br />
Aanvragen en Instrumenten<br />
De Commissie Aanvragen en Instrumenten (kortweg:<br />
de Instrumentencommissie) is het belangrijkste<br />
permanente adviesorgaan van het NMF en<br />
bestaat uit deskundigen uit de muziekwereld. De<br />
belangrijkste taken van deze commissie zijn enerzijds<br />
het beoordelen van de aanvragen, anderzijds<br />
het adviseren over het aankoopbeleid en dus over<br />
de samenstelling van de collectie instrumenten.<br />
Daarnaast fungeert de commissie als denktank voor<br />
het bestuur en bureau.<br />
52<br />
Samenstelling en rooster van herbenoeming aangetreden herbenoeming<br />
Pieter Moerenhout oprichter NMF 1996 2014<br />
Christian Timm adviseur 1996 2014<br />
Coosje Wijzenbeek viooldocente 1996 2014<br />
Francis Wammes ex-directeur KAM 2012 2016<br />
Monique Bartels cellodocente 2004 2013<br />
Peter Stotijn contrabasdocent 2012 2016<br />
David Kuyken pianodocent 2009 2013<br />
Gisella Bergman altviooldocente 2009 2013<br />
LISANNE SOETERBROEK (SJAAK RAMAKERS).JPG<br />
2001<br />
Lisanne Soeterbroek<br />
Lisanne Soeterbroek is één van de talloze<br />
violisten die uit het klasje van Coosje Wijzenbeek<br />
stamt. Zij is een multi-talent, dat<br />
naast het vioolspelen ook veel andere kwaliteiten<br />
heeft. Tussen 2001 en 2005 speelde<br />
zij op de ‘Frans Mortelmans-viool II’, ge-<br />
bouwd door Jean Baptiste Vuillaume (Parijs,<br />
ca. 1860). Tegenwoordig is zij aanvoerster<br />
van de tweede violen van het Nederlands<br />
Kamerorkest en eerste violiste van het<br />
Vespucci Quartet.
De Raad van Advies<br />
De Raad van Advies bestaat uit 16 leden. Deze<br />
Raad is opgericht om het bureau bij te staan in<br />
allerlei zaken waarbij extra expertise gewenst<br />
of noodzakelijk is. De leden van deze Raad<br />
worden op onregelmatige basis geconsulteerd<br />
en worden voor onbepaalde tijd aangesteld. In<br />
de Raad zitten ondermeer musici, docenten,<br />
vioolbouwers en beleidsmakers.<br />
De samenstelling van de Raad van Advies<br />
per 1/1/2013<br />
Vera Beths<br />
violiste<br />
Jaap Bolink<br />
vioolbouwer<br />
Ferdinand Erblich<br />
altviolist<br />
Kees Hülsmann<br />
violist<br />
Rudolf Koelman<br />
violist<br />
Bouw Lemkes<br />
violist<br />
Cyril van Lennep<br />
adviseur, ex-bestuurslid<br />
Fred J. Lindeman<br />
vioolbouwer<br />
Andreas Post<br />
vioolbouwer<br />
Henk Rubingh<br />
violist<br />
Marien van Staalen<br />
cellist<br />
Serge Stam<br />
vioolbouwer<br />
Sven Arne Tepl<br />
altviolist, artistiek leider<br />
Nederlands Philharmonisch Orkest<br />
Jaring Walta<br />
violist<br />
Jan Wijn<br />
pianist<br />
Céleste Zewald<br />
klarinettiste<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Feest met een missie<br />
D OOR M ANON V EENEND AAL<br />
Sommigen vinden het vreselijk om weer een jaartje ouder te worden.<br />
Krampachtig worden felicitaties in ontvangst genomen. Het<br />
NMF daarentegen, is er trots op zijn 25-jarig bestaan te kunnen<br />
vieren. Weer een jaartje ouder, maar het is een waardig jubileum!<br />
Daarom vieren wij feest. Maar niet zomaar natuurlijk.<br />
We vieren feest met een missie. Hoe?<br />
In het jubileumjaar willen we ons donateursaantal verdubbelen.<br />
Wellicht zult u denken: in deze economisch moeilijke tijden? Dat<br />
wordt een zware dobber... Maar juist nu is het noodzakelijk om<br />
meer donateurs te werven. En juist nu beseen mensen die cultuur<br />
een warm hart toedragen dat het noodzakelijk is de musici<br />
van het NMF met zijn allen onvoorwaardelijk te blijven steunen.<br />
Helpt u mee?<br />
U kunt de musici van het NMF ondersteunen door:<br />
• te komen naar een van onze jubileumactiviteiten! Kijk voor<br />
meer informatie in de agenda in dit bulletin of op onze website<br />
www.muziekinstrumentenfonds.nl<br />
• een (extra) jubeldonatie te doen voor een van onze jubileumprojecten.<br />
Vanaf nu zijn deze projecten op onze website online<br />
en kunt u zelf kiezen waar u uw geld aan wilt besteden.<br />
• vrijwilliger te worden voor Het weekend van het NMF. Tijdens<br />
dit weekend organiseren wij samen met Vereniging Hendrick<br />
de Keyser 100 bijzondere concerten op 100 historische locaties<br />
door heel Nederland. Uiteraard geven onze musici deze unieke<br />
kamermuziekconcerten. Het NMF hee uw hulp nodig om de<br />
concerten in goede banen te leiden. Onze medewerkers kunnen<br />
immers niet op 100 plekken tegelijk zijn. Hee u interesse,<br />
dan hoor ik het graag!<br />
veenendaal@muziekinstrumentenfonds.nl<br />
53
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
<strong>BIJZONDERE</strong> NMF-MUSICI<br />
Gwyneth Wentink<br />
54<br />
Interview met Gwyneth Wentink,<br />
dinsdag 6 november 2012<br />
door Marcel Schopman<br />
FOTO DAAN NOPPEN<br />
“Van Michael<br />
Gwyneth Wentink (Utrecht, 1981) speelt<br />
harp. Al op haar 8e jaar kreeg zij een<br />
harp van het NMF in bruikleen.<br />
Inmiddels is zij aan haar vierde NMFharp<br />
toe, een Italiaanse harp van het<br />
merk Salvi, model Iris, gebouwd in 2010.<br />
Ja, Gwyneth Wentink is een gepassioneerde<br />
harpiste. Al vanaf haar vijfde jaar bespeelt ze<br />
het instrument. Een jaar later maakte ze haar<br />
eerste televisieopname. Als kado kreeg ze van<br />
de AVRO een grote knuel, waar ze heel blij<br />
mee was. Haar eerste concert met orkest was<br />
op haar 8e: samen met Abbie de Quant speelde<br />
ze het concert voor uit en harp van Mozart.<br />
Het was in die tijd dat ze met haar moeder<br />
bij het NMF binnenstapte om de eerste van<br />
in totaal vier harpen die ze van het NMF in<br />
bruikleen zou krijgen, op te halen. Tussen de<br />
periodes met de NMF-harpen door, speelde ze<br />
nog een aantal jaren op een harp van haar zelf:<br />
die had ze gewonnen toen ze (op haar 16e!) het<br />
belangrijkste harpconcours ter wereld in Tel<br />
Aviv won. Haar laatste NMF-instrument is een<br />
Salvi, die ze omschrij als heel direct en heel<br />
puur. Het is echt “haar” instrument in de zin<br />
dat de harp helemaal bij haar past. De klank<br />
is superrijk en ook qua formaat past de Salvi<br />
het beste bij haar. Bovendien wordt er helemaal<br />
geen kunststof verwerkt in de harp, zoals<br />
bij verschillende andere merken wel. Volgens<br />
Gwyneth hoor je dat.<br />
Er zijn misschien maar weinig klassieke musici<br />
die zo veelzijdig zijn als Gwyneth. Haar interesses<br />
zijn niet alleen divers van aard, ze zorgt<br />
er ook voor dat deze gerealiseerd worden. Dat<br />
kost haar veel tijd en energie, maar dat hee ze<br />
er graag voor over. Natuurlijk is ze allereerst<br />
een klassieke musicus. En ze vindt het heerlijk<br />
om “gewoon” Handel te spelen, of Boeieldieu,<br />
Godefroid, Debussy, Faure of Ginastera: componisten<br />
die belangrijke werken voor harp<br />
schreven. Maar al heel vroeg in haar carrière<br />
keek ze verder dan alleen naar de traditionele<br />
harpwerken. Vernieuwing en avontuur zijn<br />
altijd trefwoorden in haar leven geweest. Zo
verdiepte ze zich op jonge leeijd leeijd al in muziektherapie.<br />
Ook deed ze een aantal jaren aan<br />
meditatie: mede daardoor ontstond een grote<br />
interesse in India, die haar leven blijvend en<br />
ingrijpend zou beïnvloeden.<br />
Die interesse resulteert er nu, zoveel jaren later<br />
in, dat ze India als haar tweede thuis is gaan<br />
beschouwen. Ze Ze komt er al jaren met grote regelmaat<br />
en hee hee daar de harp geïntroduceerd<br />
in het het muziekleven: muziekleven: een een instrument dat dat men men<br />
daar helemaal niet kent. Op zoek naar dat instrument<br />
hee hee ze ze er in India uiteindelijk twee<br />
gevonden, één goede harp in Delhi, die die helaas<br />
de compound compound waar hij zich bevindt niet af<br />
kan en één harp in een een kist bij een een antiquair<br />
die Michael Michael Jackson ooit ooit na een tournee hee hee<br />
achtergelaten in Bombay. Komende december<br />
hoopt ze eindelijk eindelijk zelf een een harp naar India te<br />
brengen waarop ze daar dan kan blijven spelen.<br />
Natuurlijk speelt ze in dat land niet niet alleen<br />
westerse klassieke muziek. Ze speelt er vaak<br />
samen met de beroemde Indiase bansurispeler<br />
Pandit Hariprasad Chaurasia (een bansuri is<br />
een Indiase bamboeuit) bamboeuit) en met bijvoorbeeld<br />
de saxofonist George Brooks en Vijay ijay i Gathe,<br />
tabla (Indiase drum). Zo brengt ze de harp in<br />
de wereld van de Indiase muziek.<br />
Maar ze doet nog veel meer: zo is ze de initiinitiatiefneemster van een project met elektronica<br />
en visual visual arts, waarbij ze de Canto Ostinato<br />
van Simeon ten Holt uitvoert. Ze ziet ziet in dat dat<br />
project overigens ook overeenkomsten met met<br />
haar werk in India in de zin dat beide soorten<br />
muziek repetitief van karakter karakter zijn en dat beide<br />
projecten op hun manier manier vernieuwend zijn. En<br />
naast al deze projecten werkt ze ook nog als<br />
vaste kracht in het Orchestre Révolutionnaire<br />
et Romantique van John Eliot Gardiner. Daarbij<br />
speelt ze dan overigens op haar eigen Erard<br />
harp uit 1907, die ze zelf in een winkeltje in<br />
Parijs vond.<br />
Nederland hee hee een opvallende rol in de<br />
harpwereld, volgens Gwyneth. Dat is is niet in<br />
het minst te danken aan Gwyneth zelf, die de<br />
wereld als haar achtertuin beschouwt en die<br />
voortdurend onderweg is naar andere mensen,sen,<br />
andere musici en andere muziek. Musici<br />
zoals Hariprasad Chaurasia die haar uitdagen.<br />
“Samenwerken met met hem is en was een grote les<br />
in loslaten”, zegt Gwyneth. Ze wil graag dingen<br />
doen en maken die heel erg in het nu nu staan en<br />
de huidige maatschappij biedt haar die kansen<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Jackson tot John Eliot Gardiner”<br />
2002<br />
ook. En het instrument waarop ze speelt, de<br />
harp, is het het instrument instrument waarmee ze zich kan kan<br />
uiten. Geen wonder, dat het NMF zo graag en<br />
van ganse harte haar haar al zo lang een harp ter<br />
beschikking stelt. stelt. Als iemand dat verdient, is<br />
zij het wel!<br />
Hannes Minnaar<br />
Hannes Minnaar was nog jong (17) toen<br />
hij, als één van Nederlands aanstormende<br />
talenten onder de pianisten, bij het NMF<br />
aanklopte in 2002. Hij had behoefte aan<br />
een goed instrument om thuis op te kunnen<br />
studeren. Hannes kreeg van het NMF een<br />
gloednieuwe vleugel van het merk Kawai,<br />
model RX-5 met serienummer 24.19.858, in<br />
bruikleen. Het NMF had toen net een aantal<br />
nieuwe Kawai’s aangekocht. aangekocht. Voor conservatoriumstudenten<br />
prima om op te oefenen,<br />
voor het NMF aantrekkelijk vanwege de gunstige<br />
prijs/kwaliteitsverhouding.<br />
Zes jaar later won Hannes de 3e prijs bij<br />
de Koningin Elisabethwedstrijd in Brussel<br />
waarmee hij als beste Nederlander Nederlander ooit<br />
eindigde. Inmiddels heeft het Koninklijk<br />
Concertgebouworkest hem uitgenodigd om<br />
in 2013 onder leiding van Herbert Blomstedt<br />
het vierde pianoconcert van Beethoven uit<br />
te voeren.<br />
55
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Het bureau<br />
drs. Marcel Schopman<br />
directie<br />
Marcel is 54 jaar en in dienst bij the NMF<br />
sinds 2004. Hij is eindverantwoordelijk voor<br />
de dagelijkse gang van zaken van het NMF. Hij<br />
gee leiding aan het bureau. Behalve dat hij<br />
het gezicht van het NMF naar buiten toe is, is<br />
hij met name ook bezig met het voorbereiden<br />
en uitvoeren van beleid en met fondsenwerving.<br />
Hij is het eerste aanspreekpunt voor en<br />
met overheid, donateurs, fondsen, bedrijven<br />
en dergelijke en mede aanspreekpunt voor de<br />
pers. Marcel is van oorsprong milieueconoom,<br />
maar werkt al zijn hele leven in de klassieke<br />
muziek in verschillende commerciële en artistieke<br />
functies bij ondermeer Philips Classics,<br />
Deutsche Grammophon en Warner Music. De<br />
baan bij het NMF vindt hij de leukste baan ter<br />
wereld, vanwege de combinatie van het werken<br />
bij een goed doel en het werken in de muziek.<br />
Voor vragen aan Marcel, mail naar:<br />
schopman@muziekinstrumentenfonds.nl<br />
56<br />
Frits Schutte<br />
collectiebeheer<br />
Frits is 49 jaar en in dienst bij het NMF sinds<br />
1999. Hij is verantwoordelijk voor het samenstellen,<br />
onderhouden en plaatsen van de collectie<br />
muziekinstrumenten. Tot zijn hoofdtaken<br />
behoren het adviseren over de aanvragen<br />
van potentiële NMF-musici en het adviseren<br />
over de uitbreiding van de collectie. Hij is het<br />
eerste aanspreekpunt voor NMF-musici (als<br />
het gaat om hun instrumenten), vioolbouwers<br />
en handelaren. Frits is al ruim tien jaar<br />
werkzaam bij het NMF. Daarvoor had hij een<br />
veelzijdige carrière als violist (concertmeester<br />
bij een Spaans orkest), vioolpedagoog (met<br />
een bloeiende praktijk) en ondernemer (in een<br />
bedrijf dat zich bezig hield met de selectie en<br />
aankoop van muziekinstrumenten). Dat hij<br />
ook culinair zeer geïnteresseerd is, moge blijken<br />
uit het feit dat hij ook nog een tijdje kok in<br />
een gerenommeerd Goois restaurant was.<br />
Voor vragen aan Frits, mail naar:<br />
schutte@muziekinstrumentenfonds.nl<br />
drs. Geertje van der Linden<br />
collectiebeheer en evenementen<br />
Geertje is 36 jaar en in dienst bij het NMF<br />
sinds 2006. Zij verantwoordelijk voor het collectiebeheer<br />
en de evenementen van het NMF.<br />
Geertje is afgestudeerd orthopedagoge aan de<br />
VU. Ook studeerde ze een tijdje zowel hoorn<br />
als cello op het conservatorium. En kruipt tegenwoordig<br />
ook nog graag achter de cello, om<br />
kamermuziek te maken of in orkesten mee te<br />
spelen. Zo vormt ze samen met collega Manon<br />
een celloduo.<br />
Voor vragen aan Geertje, mail naar:<br />
vanderlinden@muziekinstrumentenfonds.nl<br />
de
organisatie<br />
drs. Manon Veenendaal<br />
fondsenwerving en promotie<br />
Manon is 34 jaar en in dienst bij het NMF<br />
sinds 2005. Zij is verantwoordelijk voor communicatie,<br />
promotie en particuliere fondsenwerving.<br />
Ze studeerde een jaar cello op het<br />
conservatorium, maar besloot zich breder te<br />
ontwikkelen dan alleen als uitvoerend musicus<br />
en ging Algemene Letteren studeren aan de<br />
UU, waarbij ze zich specialiseerde in kunstbeleid<br />
en -management. Voordat ze bij het NMF<br />
kwam werkte ze ondermeer bij ING<br />
Kunstzaken en bij Amsterdam Sinfonietta.<br />
Voor vragen aan Manon, mail naar:<br />
veenendaal@muziekinstrumentenfonds.nl<br />
Steven Heybroek<br />
nanciën en database<br />
Een dag per week is Steven Heybroek (54<br />
jaar) op kantoor van het NMF te vinden. Steven<br />
is deskundig in veel zaken – maar binnen<br />
het NMF concentreert hij zich al meer dan 20<br />
jaar lang op het verder ontwikkelen van ons<br />
gecompliceerde database systeem waarin alles<br />
over onze instrumenten, musici, donateurs,<br />
concerten en nanciën te vinden is. Daarnaast<br />
is hij sinds begin 2010 ook verantwoordelijk<br />
mr. Marie-érèse Kuijkhoven<br />
ocemanagement en boekhouding<br />
Marie-érèse is 42 jaar en in dienst bij het<br />
NMF sinds 2010. Zij studeerde notarieel recht<br />
in Amsterdam. Na haar afstuderen werkte ze<br />
ondermeer als kandidaat-notaris en notarieel<br />
jurist. Nu hee ze twee kinderen, Emma en<br />
Stein en een echt leuke baan bij het NMF, waar<br />
ze zich met verve hee gestort op het ocemanagement<br />
en de boekhouding.<br />
Ook de aandeling van legaten is haar verantwoordelijkheid.<br />
Voor vragen aan Marie-érèse, mail naar:<br />
mtk@muziekinstrumentenfonds.nl<br />
voor de nanciële administratie, iets wat hij<br />
bijvoorbeeld ook al heel lang doet voor een andere<br />
muzikale club, het Nederlands Kamerkoor.<br />
“Vergeleken met het Kamerkoor valt vooral op<br />
dat onze koekjes veel beter zijn”, zo beweert Steven.<br />
Een deskundig man, zullen we maar zeggen!<br />
Buiten het NMF ligt zijn hart o.a. bij zeilen<br />
en bergbeklimmen. Steven is van vele markten<br />
thuis, kortom.<br />
FOTO CONCEPT COMMUNICATIE<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Lennart van der Sman<br />
assistent fondsenwerving en promotie<br />
Wilt u liever met het NMF in het Russisch<br />
corresponderen? Dan is er goed nieuws voor<br />
u, want Lennart van der Sman (25 jaar) is<br />
sinds 2011 in deeltijd werkzaam bij het NMF.<br />
Lennart studeerde eerst Slavische talen en culturen<br />
aan de UVA en op dit moment kunstbeleid<br />
en -management in Utrecht. Daarnaast<br />
speelt hij cello in het VU-Orkest.<br />
Voor vragen aan Lennart, mail naar:<br />
ls@muziekinstrumentenfonds.nl<br />
Voor vragen aan Steven, mail naar:<br />
heybroek@muziekinstrumentenfonds.nl<br />
57
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
58<br />
Bijzondere donateurs aan het woord<br />
Donateur<br />
Anoniem echtpaar<br />
Mede mogelijk gemaakt:<br />
een Bergonzi-viool,<br />
voorheen eigendom van<br />
Herman Krebbers<br />
“Het testament<br />
van nicht Mies”<br />
“Als onze stille en bescheiden nicht Mies overlijdt,<br />
laat ze per testament een groot bedrag na<br />
aan het NMF. Dat is de aanleiding tot onze kennismaking<br />
met Marcel Schopman. Hij zoekt<br />
ons thuis op, toont zich zeer verheugd met de<br />
erfenis en vertelt enthousiast over “zijn” club.<br />
We hebben vaker contact, wonen concerten van<br />
bruikleners bij en worden geïnformeerd over de<br />
aankoop van de viool (een Bergonzi) die mede<br />
met het geld van Mies mogelijk is geworden.<br />
Tijdens een privéconcert in de Sint Annenstraat<br />
spelen Tjeerd Top en Lavinia Meijer voor ons<br />
en krijgen wij de gelegenheid het bijzondere levensverhaal<br />
van Mies te vertellen. We hebben<br />
het gevoel haar eindelijk recht te kunnen doen.<br />
Natuurlijk zijn wij donateur geworden en proberen<br />
we in eigen kring mensen te interesseren<br />
voor het NMF. Marcel, Manon en hun collega’s<br />
voelen inmiddels een beetje als familie.<br />
Bij ieder concert dat we bezoeken zijn ze present<br />
en zien we hoe ze hun missie met enthousiasme<br />
overbrengen op het publiek. Niks bonussen of<br />
dikke leaseauto’s voor dit stel! Deskundige idealisten<br />
zijn het en met hun warme, persoonlijke<br />
benadering en hun in onze ogen tomeloze inzet<br />
voor het fonds, is ons en uw geld wel besteed!”<br />
FOTO CATHY LEVESQUE
<strong>BIJZONDERE</strong> NMF-MUSICI<br />
Ingrid van Dingstee<br />
“Het moet goed,<br />
anders is het niet leuk”<br />
Interview met Ingrid van Dingstee,<br />
donderdag 25 oktober 2012<br />
door Marcel Schopman<br />
Ingrid van Dingstee, violiste. Eén van de vele<br />
musici in Nederland die stamt uit uit een muzikale<br />
familie, want samen met onder meer haar<br />
broer en zus vormt zij al jaren het Van Va V n Dingstee<br />
Kwartet. Kwa K rtet. Het is dat er niet nog een broertje<br />
of zusje in de familie familie was, was, anders anders zou deze wellicht<br />
ook lid van het kwartet geworden zijn. Nu<br />
is de vierde man een niet-familielid, Frederik<br />
Boits.<br />
Rond haar 7e levensjaar, toen ze al een aantal<br />
jaren viool speelde, zag Ingrid Jaap van Zwe- Zw Z eden<br />
op televisie spelen. “Dat kan ik nooit”,<br />
dacht ze en ondanks het feit dat ze haast niets<br />
liever deed dan vioolspelen, zag ze het het einde einde<br />
van haar passie al aankomen. Want: Wa W nt: “Het moet<br />
goed, anders is het niet leuk”. De pianolerares<br />
van haar moeder hoorde van haar overwegin-<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Het Van Dingstee Kwartet met v.l.n.r. Ewout, Ingrid, Marjolein van Dingstee en Frederik Boits<br />
gen, herkende haar talent en nam haar mee<br />
naar de beroemde vioolpedagoge Davina avina a van<br />
Wely. We W ly. Dat bezoek resulteerde in lessen van Jan<br />
Repko en een denitieve denitieve keuze voor de muziek.<br />
Ingrid Ingrid hee hee persoonsnummer 00010 in het<br />
computersysteem van het NMF en de eerste<br />
viool die ze leende leende hee hee instrumentnummer<br />
0005. Die nummers getuigen van het feit dat<br />
zij één van de eerste bruikleners van het NMF<br />
was, toen zij in 1990 bij het woonhuis van Pieter<br />
Moerenhout, de oprichter van het NMF<br />
aanklopte. Het Het bureau was toen nog bij Pieter<br />
aan huis in Bunnik gevestigd. Op de keukentafel<br />
lagen een aantal instrumenten en rondom<br />
die tafel mocht ze ze uitproberen. De winnaar<br />
werd een Italiaanse viool met met etiket “Julio Ce-<br />
59
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
sare Gigli”, ca. 1750, een enorme verbetering<br />
ten opzichte van de viool die ze toen in eigendom<br />
had en bespeelde. Vijien jaar oud was<br />
ze. Drie jaar later, nadat ze het Davina van<br />
Wely concours had gewonnen, was ze toe aan<br />
een volgende stap en aan een volgende viool<br />
van het NMF. Het werd een viool, gebouwd<br />
door Nicola Gagliano (Filius Alexandri) in<br />
Napels 1739 die net daarvoor door Sonja van<br />
Beek was ingeleverd.<br />
De Gagliano was niet alleen een bijzonder<br />
instrument, het had ook een bijzondere afkomst.<br />
Hij kwam uit de nalatenschap van de<br />
violist Joachim Röntgen (1906-1989), zoon<br />
van de componist Julius Röntgen. Het was een<br />
gouden match, want sindsdien zijn viool en<br />
bespeelster onafscheidelijk: ze kan zich geen<br />
ander instrument meer voorstellen. Ingrid had<br />
toen al een heel duidelijk beeld van de door<br />
haar gewenste klank: ze zocht eerder naar een<br />
Italiaanse dan naar een Franse klank, naar<br />
meer iets kamermuzikaals dan naar iets heel<br />
krachtigs, meer naar iets intiems en kleurrijk<br />
dan naar iets knallerigs. De Gagliano had al die<br />
goede eigenschappen. En de viool dwong haar<br />
op zoek te gaan naar de kleuren die ze met het<br />
instrument kon produceren. Dat kwam goed<br />
uit in haar conservatoriumtijd, want dat hielp<br />
haar haar techniek en voorstellingsvermogen<br />
te ontwikkelen.<br />
Vioolspelen vond en vindt ze heerlijk – ze was<br />
als jong kind een gretige leerling en nu is ze<br />
nog steeds een bevlogen musicus, die zich met<br />
name goed voelt in de kamermuziek en bij een<br />
klein interessant kamerorkest als Amsterdam<br />
Sinfonietta en als aanvoerster van Sinfonia<br />
Rotterdam. Artistiek gezien is zij helemaal<br />
waar ze wil zijn. En de viool waarop ze speelt<br />
voelt als de juiste voor haar. “Ik ben vreselijk<br />
verwend met deze Gagliano”, zegt ze. Alleen bij<br />
speciale gelegenheden, zoals kinderconcerten<br />
of concerten in de open lucht, speelt ze nog<br />
wel eens op haar oude viool, die ze nog steeds<br />
bezit. Want ze is veel te bezorgd dat er iets met<br />
haar Gagliano gebeurt………..<br />
60<br />
FOTO NMF<br />
2003<br />
Pieter Wispelwey<br />
De naam Pieter Wispelwey behoeft geen verdere<br />
introductie. In 1992 was hij de eerste<br />
cellist die de Nederlandse Muziekprijs won<br />
en sindsdien is zijn naam en faam tot grote<br />
hoogte gestegen. Pieter Wispelwey speelt<br />
doorgaans op een cello van Giovanni Battista<br />
Guadagnini uit 1760. Maar voor speci-<br />
ale projecten kan hij al sinds 2003 terecht<br />
bij het NMF om de unieke barokcello van<br />
Pieter Rombouts (Amsterdam, 1710) te gebruiken.<br />
Het instrument gebruikte hij voor<br />
zijn derde (!) CD-opname van de cellosuites<br />
van Johann Sebastiaan Bach, die onlangs<br />
verscheen.
de organisatie<br />
Het Blaauwlakenblok in Amsterdam behoort<br />
tot de oudste bebouwing van de stad. Het is<br />
het deel van de stad dat gelegen is tussen de<br />
Bijenkorf aan de Dam en de Oude Kerk. De<br />
oorsprong van de bebouwing hier gaat terug<br />
tot in de de 13e eeuw. De naam Blaauwlakenblok<br />
(en de nog bestaande Blaauwlakensteeg<br />
en Zwartlakensteeg) verwijst naar de productie<br />
van laken (geweven wollen stof) en naar de<br />
lakenververijen die hier gevestigd waren.<br />
In de tweede hel van de 20e eeuw raakte<br />
het Blaauwlakenblok in verval en bestonden<br />
er plannen om tot sloop over te gaan en<br />
er een parkeergarage te bouwen. Gelukkig is<br />
dat nooit doorgegaan. Er werd besloten tot<br />
een grootscheepse restauratie van het gehele<br />
blok. In 1995 werden de eerste gerestaureerde<br />
panden opgeleverd, waaronder het pand aan<br />
de Annenstraat 12. Het is het oudste stenen<br />
woonhuis van Amsterdam, gebouwd in 1565.<br />
Het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds<br />
betrok in de zomer van dat jaar als huurder<br />
dit bijzondere pand. De laatste gerestaureerde<br />
panden in het Blaauwlakenblok werden in de<br />
zomer van 2012, dus 17 jaar later opgeleverd.<br />
Het pand waarin het NMF gevestigd wordt<br />
is niet alleen belangrijk vanwege de status als<br />
oudste stenen huis. Het huis hee een voor<br />
Amsterdam unieke Vredeman de Vries gevel<br />
voorzien van in- en uitzwenkende S- en Cvormige<br />
natuurstenen banden en bezit een<br />
fraai houtskelet in de benedenruimte. In de gevel<br />
bevinden zich vijf gebeeldhouwde koppen,<br />
eveneens uit de tweede hel van de 16e eeuw.<br />
De drie onderste daarvan zijn kopieën: de<br />
kwaliteit van de oorspronkelijke originele koppen<br />
is zo groot, dat deze indertijd verwijderd<br />
zijn en zich nu in de collectie van het Rijksmuseum<br />
bevinden. Alleen het reliëf rechtsboven<br />
is nog origineel. Het huis is overigens gebouwd<br />
op de fundamenten van een nog ouder huis:<br />
een gedeelte van de nog bestaande tegelvloer<br />
in het voorhuis stamt uit het jaar 1380.<br />
Maar het meest bijzondere aan het pand is het<br />
plafond in het achtergedeelte. Tijdens de demontage<br />
van het pand werden op de balken en<br />
planken van het plafond grote delen van een<br />
decoratieve beschildering aangetroen. De<br />
beschildering bestond uit geschilderde vakken<br />
en lijsten, zogenaamd beslagwerk, met daarin<br />
bloemranken en sierlijke arabesken in rood,<br />
geel en zwart. Deze schilderingen zijn zeer bijzonder,<br />
want in de Noordelijke Nederlanden<br />
was tot nu toe dit soort woonhuisdecoratie uit<br />
de tweede hel van de 16e eeuw onbekend.<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Het oudste<br />
stenen huis van<br />
Amsterdam<br />
Het bijzondere oude pand in de binnenstad<br />
van Amsterdam, onder de rook van de Oude<br />
Kerk fungeert nu dus al 15 jaar als kantoor<br />
van het NMF. Sinds 2004 is dit unieke pand<br />
jaarlijks voor het publiek te bezichtigen op<br />
de Open Dag van het NMF. In het Jubileumjaar<br />
2013 zal er maandelijks een openbaar<br />
toegankelijk klassiek concert gegeven<br />
worden met jonge talenten die op muziekinstrumenten<br />
van het NMF spelen. Niet<br />
voor niets is de titel van deze concertserie<br />
“Jongste musici in het oudste huis van Amsterdam”.<br />
Vanwege de geringe omvang van<br />
het pand zullen er slechts 20 bezoekers per<br />
keer bij deze unieke huisconcerten toegelaten<br />
kunnen worden. Mocht u zelf met een<br />
gezelschap familie, vrienden of collega’s zo’n<br />
concert willen bijwonen, dan kunnen we dat<br />
ook speciaal voor u organiseren.<br />
Neem contact op met Manon Veenendaal<br />
voor meer info<br />
61<br />
FOTO FRANK LUCAS
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
<strong>BIJZONDERE</strong> NMF-MUSICI<br />
Quintijn van Heek<br />
“Mijn moeder moet maar vroeger<br />
62<br />
Schriftelijk interview met<br />
Quintijn van Heek,<br />
november 2012<br />
FOTO FAMILIE VAN HEEK<br />
“Ik ben de jongste uit een gezin met vijf kinderen.<br />
Ik weet niet of ik uit een echt muzikale<br />
familie kom. Muziek wordt wel belangrijk gevonden.<br />
Papa en mama hebben elkaar tijdens<br />
hun studie ontmoet bij het studentenmuziekgezelschap<br />
in Rotterdam. Een instrument spelen<br />
hoort er bij in ons gezin, maar we mochten<br />
wel allemaal zelf kiezen welk instrument<br />
dat werd. We worden ook allemaal verplicht<br />
om dagelijks even te oefenen, maar geen van<br />
mijn zussen en broers speelde vanaf het begin<br />
een uur per dag en later twee uur, of zelfs nog<br />
meer, op een dag. Dat is iets wat ik zelf wel doe.<br />
Mijn zus van 16 zit op de Nationale Balletaca-<br />
Quintijn van Heek (Vlissingen, 2003) is<br />
violist – of liever gezegd, hij wil violist<br />
worden. Want Quintijn is pas 9. Hij is<br />
daarmee op dit moment (najaar 2012)<br />
de allerjongste bruiklener van het NMF.<br />
Sinds de zomer speelt hij op een 3/4<br />
viool, gebouwd door Mathias Neuner<br />
(Mittenwald, ca. 1810) uit de collectie<br />
van het NMF.<br />
demie. Zij is al vanaf haar tiende doordeweeks<br />
uit huis. Hierdoor lijkt het misschien alsof<br />
wij gestimuleerd worden te kiezen voor een<br />
artistiek vak. Dat is juist niet zo. Mijn ouders<br />
vinden muziek en dans prachtig maar vinden<br />
eigenlijk dat wij, omdat we allemaal makkelijk<br />
leren, beter iets kunnen gaan studeren. Maar<br />
toch wil mijn zus danser worden. En zo wil ik<br />
violist worden, als ik tenminste goed genoeg<br />
ben!<br />
Ik ben begonnen met vioolspelen toen ik zes<br />
jaar was. Mijn mama hoorde van een kennis<br />
dat haar dochtertje al viool was gaan spelen
toen ze zes was en vroeg voor de grap aan<br />
mij of ik dat ook niet leuk zou vinden. En het<br />
leek mij meteen heel leuk dus vroeg ik de volgende<br />
dag of ze al had gebeld. Na een paar dagen<br />
zeuren was het geregeld en nog weer een<br />
paar weken later had ik mijn eerste les bij een<br />
privéleraar in Vlissingen. Ik denk niet dat hij<br />
veel kleine kinderen op les had gehad want ik<br />
kreeg een oud studieboek uit negentienhonderd-weinig<br />
mee en er werd gezegd dat ik ‘wel<br />
even snel’ noten moest leren lezen. Zo heb ik<br />
wel binnen een week noten leren lezen maar<br />
mama kocht via internet een leuker studieboek<br />
met cd. Na een paar lessen stapte ik over<br />
naar de Zeeuwse Muziekschool. Ik kreeg daar<br />
volgens de Suzuki-methode les van een superlieve,<br />
mega-enthousiaste juf Ellen. Ik denk dat<br />
ik door haar lessen steeds meer van de viool<br />
en vioolmuziek ben gaan houden. In eerste instantie<br />
was het toch vooral ‘toeval’ dat ik voor<br />
de viool had gekozen, ik had niet zo veel idee<br />
wat het instrument was, hoe de klank kon zijn.<br />
Bij de muziekschool zat ik in een speciale talentenklas.<br />
Je kreeg dan langer les en meer<br />
concerten. Dat was leuk. Ik heb heel veel geleerd<br />
en hele mooie stukken gespeeld. Maar ik<br />
was niet zo snel tevreden, ik wilde (en wil nog<br />
opstaan!”<br />
steeds) altijd maar meer; ik wilde heel graag in<br />
het Zeeuws Jeugdorkest maar was nog veel te<br />
jong. Ik denk dat ik de stukken best wel kon<br />
spelen maar zoals mijn grote zus (van intussen<br />
18), die wel in het ZJO zat, zei: ‘je hebt daar als<br />
ukje niets te zoeken’. En ik wilde violist worden!<br />
Dat zei ik al toen ik bij die eerste leraar in<br />
Vlissingen zat en dat is altijd gebleven!!<br />
Toen ik vorig jaar, op aanraden van een tante,<br />
naar een concert van de Fancy Fiddlers (o.l.v.<br />
Coosje Wijzenbeek) ging, wist ik wat ik wilde:<br />
een groep kinderen (jong en oud) die allemaal<br />
net zo veel oefenden als ik, die ook graag ver-<br />
der wilden komen en die zo enorm veel plezier<br />
hadden in het ‘samen muziek maken’. Ik wilde<br />
daarbij horen! In het gesprekje wat we een paar<br />
weken later met Coosje hadden, hoorde ik dat<br />
‘spelen bij de Fancy Fiddlers’ zou betekenen<br />
dat ik les zou gaan volgen bij Coosje en dat dat<br />
via de Sweelinck-Academie van het conservatorium<br />
van Amsterdam zou gaan. Intussen<br />
ben ik aangenomen bij het conservatorium<br />
van Amsterdam, speel ik dus mee in de Fancy<br />
Fiddlers, ben ik in de zomer zelfs mee geweest<br />
naar Zwitserland voor een studieweek en heb<br />
ik les van Coosje. Ik geniet van alles!<br />
Op vrijdag reis ik naar Hilversum (meer dan<br />
drie uur in de trein) voor les bij Coosje. Dat is<br />
wel heel anders dan de lessen die ik altijd heb<br />
gehad. Vroeger ging de meeste tijd van de les<br />
naar stukken/concerto’s. Nu zijn het vooral<br />
toonladders, etudes, dubbelgrepen en andere<br />
oefeningen. Maar toch vind ik het superleuk.<br />
Mijn mama vindt het alleen niet leuk dat ze ’s<br />
ochtends gewekt wordt (ik begin om half zeven<br />
’s ochtends te oefenen) door toonladders.<br />
Zij vond de vroegere stukken toch jner om<br />
bij wakker te worden!! Daar moet ze dan maar<br />
aan wennen…of eerder opstaan, net als papa.<br />
Op zaterdag heb ik in Amsterdam op het conservatorium<br />
Fancy Fiddlers, correpetitie en<br />
theorie. Tussendoor slaap ik bij opa en oma in<br />
Dieren (ook weer anderhalf uur met de trein).<br />
Fancy Fiddlers vind ik het leukst. Het is heerlijk<br />
om ‘samen te spelen’.<br />
Soms is er dan ook nog een concert op zondag.<br />
Dat is ook leuk. Het is alleen lastig om in zo’n<br />
weekend (vrijdag les, zaterdag conservatorium<br />
en zondag concert) toch genoeg te studeren. Ik<br />
ben veel tijd aan reizen kwijt.<br />
Mama is soms best wel streng maar dat is ze<br />
omdat ik dat wil. Ik wil bijvoorbeeld dat ze er<br />
op let dat ik op tijd begin met studeren, anders<br />
vergeet ik de tijd en dan ben ik boos op mezelf.<br />
Ze herinnert me er ook vaak aan dat ik niet te<br />
snel mag spelen, dat ik alles langzaam en precies<br />
moet studeren. Dat is soms vervelend, ik<br />
houd van ‘lekker snel’.<br />
Juf Ellen is nog steeds belangrijk voor me. Ze<br />
mailt me soms hoe het gaat. Ik vind het heel<br />
jammer dat ik geen les (zelfs niet zo af en toe)<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
meer van haar mag hebben maar Coosje zegt<br />
dat er ‘geen twee kapiteins op een schip kunnen<br />
staan’. Ben ik dan dat schip? Een klein<br />
roeibootje dan….nee, daar passen geen twee<br />
juen op! Vroeger riep ik dat ik een ‘beroemd’<br />
violist ging worden.<br />
Intussen kijk ik zo op tegen heel goede violisten<br />
dat ik denk dat ik dat misschien wel niet<br />
ga bereiken, dat ik waarschijnlijk wel niet goed<br />
genoeg ben. Maar ik wil wel graag zo goed mogelijk<br />
worden. En ik wil ook heel hard werken<br />
om te kijken hoe ver ik kan komen, wat er in<br />
mij zit.<br />
Ik werd heel gefrustreerd van mijn halve viooltje<br />
(en eerder nog meer van mijn kwart viooltje).<br />
Het is onmogelijk om een superklank uit<br />
zo’n sigarenkistje (dat zei mijn papa altijd) te<br />
krijgen, hoe hard je ook werkt. Juf Ellen zei zo<br />
af en toe ook ‘je zou eigenlijk een betere viool<br />
moeten hebben’. Maar papa en mama twijfelden<br />
steeds want het is toch een beetje een<br />
verplichting die je aangaat als je een viool in<br />
bruikleen hebt. Ik ben blij met mijn viool van<br />
het NMF, de klank is super. Maar heel misschien<br />
komt dat ook door de overgang van ½<br />
naar ¾ viool, dat weet ik eigenlijk niet.”<br />
63
Bijzondere donateurs<br />
64<br />
Donateur<br />
Ellie Kruitbosch<br />
“Niet alles is te koop”<br />
“Muziek is voor mij een zeer kostbaar onderdeel<br />
van het bestaan.Verweven met het leven.<br />
Muziek spreekt als woorden te kort schieten,<br />
gee vorm aan speciale gebeurtenissen.<br />
Muziek is medicijn. Het verhe je boven de alledaagsheid<br />
enz. enz.<br />
Toen mijn man zes jaar geleden stierf, wist ik<br />
zeker dat er bij zijn herdenkingsbijeenkomst<br />
live muziek moest zijn. Hij was theaterdirecteur<br />
geweest en had veel concerten, kamermuziekseries<br />
en elk jaar de Mattheus Passion<br />
georganiseerd.<br />
Daarom moest op zijn laatste dag echte muziek<br />
klinken.<br />
Door bemiddeling van de muziekschooldirecteur<br />
hee Gijs van Schoonhoven op het orgel<br />
gespeeld samen met zijn 16-jarige dochter op<br />
viool. Dat was zo’n waardevolle bijdrage aan<br />
dat afscheid!<br />
Drie jaar later werd ik 65. Dat wilde ik vieren.<br />
In een theater met musici. Feest voor mij en<br />
alle gasten en een stil eerbetoon aan mijn man.<br />
Toen heb ik contact gezocht met het Nationaal<br />
Muziekinstrumenten Fonds. Zij dachten met<br />
mij mee. Zorgden voor een voortreelijk trio.<br />
Dat gaf zo’n mooie dimensie aan mijn feest!<br />
Alle gasten gaven geen kado, maar een bijdrage<br />
aan het Fonds.<br />
Inmiddels ben ik vaste donateur. Niet alles is<br />
te koop, maar wel prachtige instrumenten voor<br />
talenten die ze kunnen laten klinken. Talenten<br />
moeten goede instrumenten hebben, waarmee<br />
ze wereldwijd zoveel positiefs brengen.<br />
Wat een rijkdom om daaraan via het NMF te<br />
kunnen bijdragen.”<br />
FOTO NMF
2008<br />
- de ANBI regeling gaat in: het NMF<br />
verkrijgt de ANBI status onmiddellijk<br />
- op 18 november vindt in een<br />
uitverkocht Concertgebouw in<br />
Amsterdam het Jubileumconcert ter<br />
gelegenheid van het 20-jarig bestaan<br />
van het NMF plaats<br />
- het NMF koopt een viool van Pietro<br />
Guarneri (II) (Venetië, 1725), vroeger<br />
in het bezit van Koningin Elisabeth<br />
van België. Het is de duurste viool die<br />
het NMF ooit heeft aangekocht<br />
2010<br />
- het NMF koopt zijn eerste Stradivarius.<br />
Het is een instrument gebouwd in<br />
Cremona rond 1716, met een anoniem<br />
bovenblad van later datum.<br />
Het instrument werd vroeger bespeeld<br />
door de violist Paul Godwin en is naar<br />
hem vernoemd<br />
FOTO UNIVERSAL MUSIC<br />
2012<br />
2009<br />
- de violist Theo Olof overlijdt in<br />
oktober. Hij is bijna 25 jaar lang<br />
één van de grootste pleitbezorgers<br />
van het NMF geweest<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
- het NMF wint de Transparantprijs<br />
voor het beste jaarverslag van een<br />
Goed Doel in Nederland<br />
- de instrumentencollectie van de<br />
Stichting Oskar Back wordt in<br />
eigendom overgedragen aan het<br />
NMF<br />
- het aantal donateurs van het NMF<br />
overschrijdt voor het eerst het aantal van 1.000<br />
- het NMF krijgt een viool van Willem van der Sijde<br />
(Amsterdam, 1691) in bruikleen van het Koninklijk Huis<br />
2011<br />
- 2011 wordt voor het NMF in financieel<br />
opzicht het beste jaar ooit<br />
2013<br />
25 jaar<br />
65<br />
FOTO NMF
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
<strong>BIJZONDERE</strong> NMF-MUSICI<br />
Jeanita Vriens en Geneviève Verhage<br />
66<br />
Interview met Jeanita Vriens en<br />
Geneviève Verhage,<br />
vrijdag 31 oktober 2012<br />
door Marcel Schopman<br />
FOTO MARCO BORGGREVE<br />
“De eerste 50 jaar<br />
zijn het moeilijkst”<br />
Het oorspronkelijk rond 2000 opgerichte Ragazze<br />
Kwartet (de naam werd bedacht door<br />
muziekpedagoge Coosje Wijzenbeek) is ongetwijfeld<br />
één van de meest getalenteerde, succesvolle<br />
en opvallende jonge strijkkwartetten<br />
van tegenwoordig. Geneviève, celliste van het<br />
kwartet is er al vanaf de oprichting bij, Jeanita,<br />
die de tweede violiste is, sinds een jaar of vijf,<br />
zes. Drie jaar geleden werd de keuze door de<br />
vier dames (de andere leden zijn Rosa Arnold,<br />
eerste viool en Annemijn Bergkotte, alt) gemaakt<br />
om er echt helemaal voor te gaan door<br />
zich aan te melden voor de Nederlandse Strijk-<br />
Jeanita Vriens (Utrecht, 1983) en Geneviève<br />
Verhage (Den Bosch, 1985) zijn<br />
beiden lid van het succesvolle Ragazze<br />
Kwartet.<br />
Jeanita (uiterst links op de foto) speelt<br />
op een Italiaanse viool van meer dan<br />
drie eeuwen oud. Geneviève (tweede van<br />
rechts) op een bijna tweeënhalve eeuw<br />
oude cello.<br />
Beide instrumenten maken deel uit van<br />
de collectie van het Nationaal Muziekinstrumenten<br />
Fonds.<br />
kwartetten Academie. Maar alles op zijn tijd:<br />
eerst wilden ze hun jaar in het buitenland afmaken,<br />
Geneviève in London, Jeanita in Wenen.<br />
Die buitenlandse ervaring was immers<br />
goed voor hun persoonlijke ontwikkeling. Bovendien<br />
wilden Jeanita en Geneviève eerst hun<br />
master afmaken waardoor ze sterkere musici<br />
in het kwartet zijn geworden.<br />
De keuze voor het samenwerken in een strijkkwartet<br />
was niet erg moeilijk: want tussen de<br />
leden van het kwartet klikt het sociaal en muzikaal<br />
heel erg goed. Maar omdat er naast het
kwartet niet of nauwelijks andere dingen mogelijk<br />
zijn, moet je ook zaken opoeren, zoals<br />
het spelen in een orkest. Maar daar is een reden<br />
voor want, zoals Geneviève zegt: “binnen<br />
de kamermuziek kan ik het beste mijn ei kwijt”.<br />
Het strijkkwartet is volgens de dames een<br />
soort instrument op zich: je kunt met elkaar<br />
samensmelten en op die manier met zijn vieren<br />
boven elkaar uitstijgen. Of, anders gezegd,<br />
het geheel is meer dan de som der delen. Zo<br />
breng je het kwartet samen op een hoger plan.<br />
Daar is dan wel veel talent en hard werken<br />
voor nodig. Zoals Jeanita het lachend zegt: “De<br />
eerste 50 jaar zijn het moeilijkst”. Maar een erg<br />
grote opgave is het niet voor de dames, want ze<br />
voelen zich in het kwartet als een vis in het water.<br />
Naast talent en hard werken zijn er natuurlijk<br />
ook goede instrumenten nodig. Geneviève<br />
speelt al jaren op een cello, gebouwd door Hippolyte<br />
Silvestre in Lyon (1865) uit de collectie<br />
van het NMF. Jeanita speelt sinds 2011 op een<br />
een viool, gebouwd door Giovanni Grancino<br />
in Milaan (1696) eveneens eigendom van het<br />
NMF. De Grancino was de laatste in een lange<br />
reeks van instrumenten die Jeanita probeerde.<br />
Weliswaar had ze al eerder een heel fraaie viool,<br />
gebouwd op de werkplaats van Gand en<br />
Bernardel (Parijs, 1891) van het NMF gekregen,<br />
maar deze viool paste niet bij de instrumenten<br />
van de andere kwartetleden. Hij was te<br />
omoerst en donker in vergelijking met Rosa’s<br />
heldere soloviool. In feite zocht Jeanita naar<br />
het laatste, ontbrekende puzzelstukje voor het<br />
kwartet. Met de Grancino hee ze die gelukkig<br />
gevonden. Geneviève omschrij het zo:<br />
“Jeanita’s klank is veel persoonlijker geworden<br />
met dit instrument. Soms speelt ze iets en dan<br />
denk ik: wat doet ze daar voor iets moois! Het<br />
instrument gee haar veel meer vrijheid”.<br />
Er lijkt een hausse aan jonge veelbelovende<br />
strijkkwartetten in Nederland te zijn, de laatste<br />
jaren. Toch maken de leden van het Ragazze<br />
zich zelf geen zorgen over concurrentie. Ze<br />
zijn erg gericht op het ontwikkelen van zichzelf<br />
en doen dat ook bijvoorbeeld door spannende<br />
samenwerkingen te zoeken met theater-<br />
en dansgroepen, of door met lichtontwerpers<br />
samen te werken. Hun podiumoptredens zijn<br />
dus altijd verrassend, origineel, niet-alledaags<br />
en kwalitatief hoogstaand. Of, zoals ze het zelf<br />
samenvatten: Jeanita en Geneviève willen het<br />
klassieke strijkkwartet spel op absoluut topniveau<br />
presenteren waarbij de presentatievormen<br />
niet-alledaags zijn en waarbij ze het experiment<br />
niet schromen.<br />
Al die bijzondere projecten leiden van vele<br />
kanten tot erkenning. De dames van het kwartet<br />
zijn niet alleen op het podium, maar ook<br />
op de beeldbuis regelmatig te bewonderen. En<br />
2004<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
binnenkort ook op CD, want onlangs werd<br />
een CD-contract afgesloten met een gerenommeerde<br />
platenmaatschappij. Ja, het moet wel<br />
heel raar lopen als we niet nog heel veel van<br />
dit topkwartet gaan horen in hun resterende<br />
minstens 37 jaar……………….<br />
Antoinette Lohmann<br />
Antoinette is altijd actief geweest op uiteenlopende<br />
muzikale terreinen, van salonmuziek<br />
tot Argentijnse tango, van Flairck<br />
tot hedendaagse muziek en van barok tot<br />
volksmuziek. Maar zij is vooral bekend op<br />
het terrein van de historische uitvoeringspraktijk<br />
op viool, altviool en viola d’amore.<br />
Daarnaast legt zij grote interesse aan de<br />
dag voor andere instrumenten, zoals de violino<br />
piccolo, de lira da braccio en de viola<br />
pomposa. Sinds een paar jaar is Antoinette<br />
ook een pleitbezorger van nieuw gecomponeerde<br />
muziek voor oude instrumenten.<br />
Antoinette speelde eerst vanaf 1994 op een<br />
nieuwe barokviool, gebouwd door Michiel<br />
de Hoog (Chartres, 1994). Daarna vanaf<br />
1995 op een viool, toegeschreven aan (en<br />
met etiket) ‘Georg Kloz in Mittenwald an<br />
der Iser17..’ (Mittenwald, ca. 1750). Tussen<br />
2004 en 2009 speelde zij op een andere viool<br />
van het Fonds: een viool gebouwd door<br />
Pieter Rombouts (Amsterdam, 1710).<br />
67
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Belangrijke rol<br />
De belangrijke rol van het NMF<br />
in het Nederlandse muziekle-<br />
ven blijkt ook duidelijk uit het<br />
volgende. De Nederlandse Mu-<br />
ziekprijs is de hoogste onder-<br />
scheiding die door het Ministe-<br />
rie van OCW aan een musicus,<br />
werkzaam in de klassieke mu-<br />
ziek in Nederland, kan worden<br />
uitgereikt. Van de 22 winnaars<br />
van deze hoogste onderschei-<br />
ding (exclusief vocalisten) die<br />
er sinds de oprichting in 1981<br />
geweest zijn, hebben maar liefst<br />
10 winnaars voor kortere of lan-<br />
gere tijd een instrument van het<br />
NMF in bruikleen gekregen.<br />
68<br />
2005<br />
Cecilia Bernardini<br />
Cecilia Bernardini speelt als barokvioliste<br />
met ensembles als La Serenissima, Zefiro,<br />
Dunedin Consort, Ensemble Cordia, New<br />
London Consort en The Orchestra of the Age<br />
of Enlightenment. Zij heeft enkele opnames<br />
op haar naam staan, waaronder Divertimenti<br />
van Mozart met ensemble Zefiro voor Sony<br />
Classics. Ze vormt bovendien sinds 2010 een<br />
duo met de fortepianiste Shuann Chai.<br />
Cecilia speelt sinds 2006 op een viool, gebouwd<br />
door Santo Serafin (Venetië, 1750).
2006<br />
Tjeerd Top<br />
Toen Tjeerd Top acht jaar was, hoorde hij zijn<br />
grote broer Edward viool spelen. Hij vond<br />
het prachtig; dat wilde hij ook wel kunnen.<br />
Tjeerd kreeg vioolles. Hij studeerde bij Qui<br />
van Woerdekom en Jaring Walta in Den Haag<br />
en bij Alexander Kerr in Amsterdam. Hij voltooide<br />
zijn opleiding eerste en tweede fase<br />
van het conservatorium met onderscheiding<br />
en in 2001 won hij het Nationaal Vioolconcours<br />
Oskar Back. In 2005 kwam Tjeerd<br />
bij het Koninklijk Concertgebouworkest in<br />
dienst als plaatsvervangend concertmeester.<br />
Een jaar later kocht het Nationaal Muziekin-<br />
strumenten Fonds de viool die Herman Krebbers<br />
vijftig jaar in zijn bezit heeft gehad en<br />
waarmee hij tientallen jaren in het Concertgebouworkest<br />
had gespeeld; een Bergonziviool<br />
(Cremona, ca. 1750). Tjeerd was de<br />
gedroomde kandidaat. Niet alleen had hij,<br />
gezien zijn kwaliteiten, recht op zo’n prachtig<br />
instrument, bovendien kwam de viool op<br />
deze manier weer “thuis” bij het orkest waar<br />
het eigenlijk hoorde. Inmiddels speelt Tjeerd<br />
op een ander instrument, eigendom van het<br />
Concertgebouworkest.<br />
FOTO NMF<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Het Nationaal Vioolconcours<br />
Oskar Back is voor toptalent:<br />
violisten van 17 t/m 26 jaar die<br />
op het hoogste niveau willen<br />
uitvoeren.<br />
Van de twaalf keer dat het Con-<br />
cours sinds de oprichting van<br />
het NMF gehouden is, waren er<br />
negen winnaars bruiklener van<br />
het NMF.<br />
69
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
70<br />
Bijzondere donateurs aan het woord<br />
Donateur én<br />
vrijwilliger<br />
Digna Schade van<br />
Westrum<br />
FOTO NMF<br />
“Vreugde en troost”<br />
“Tijdens een concert in 2005 in mijn vorige<br />
woonplaats Putten lagen er foldertjes van het<br />
NMF. Nieuwsgierig nam ik er een mee met een<br />
aanmelding als donateur tot gevolg. De doelstelling<br />
vind ik geweldig, jonge musici de kans<br />
geven om zich te ontwikkelen met een goed en<br />
passend instrument, maar ook oudere talenten<br />
helpen met een -vaak kostbaar- instrument dat<br />
nodig is voor hun carrière en optredens.<br />
In het gezin waarin ik opgroeide, speelde muziek<br />
een hoofdrol, er werd regelmatig gemusiceerd.<br />
Als kleuter mocht ik tot de pauze mee<br />
naar plaatselijke concerten. Muziek is voor mij<br />
een vreugde en een troost. Door het NMF te<br />
steunen heb ik het gevoel iets terug te kunnen<br />
doen voor de musici die me zoveel goede uren<br />
bezorgen en bezorgd hebben.<br />
Het donateurschap heb ik in de loop van de jaren<br />
uitgebreid, ook in praktische zin, omdat ik<br />
soms meehelp met activiteiten en werkzaamheden<br />
of met het promoten van het NMF tijdens<br />
een concert. Ik voel me betrokken en kijk altijd<br />
in programmaboekjes of er bij de bruikleners<br />
het NMF wordt genoemd. De website waarop<br />
o.a. alle musici te vinden zijn, raadpleeg ik met<br />
enige regelmaat.<br />
Waar ik grote bewondering voor heb is de bevlogenheid<br />
waarmee de medewerkers van het<br />
NMF zich inzetten. Die belangstelling en inzet<br />
gaan gewoon door, ook buiten de werktijden.<br />
Voor mij zijn ze een beetje familie geworden en<br />
dat is jn! “
<strong>BIJZONDERE</strong> NMF-MUSICI<br />
Svenja Staats<br />
Interview met Svenja Staats,<br />
woensdag 17 oktober 2012<br />
door Marcel Schopman<br />
Svenja Staats, violiste. Onlangs gaf ze een briljant<br />
solorecital voor 150 mensen in het Paleis<br />
Kneuterdijk van de Raad van State in Den Haag.<br />
Met evenveel gemak gee ze een interview over<br />
haar leven tot nu toe. Pas 16 is ze, maar ze hee<br />
al best veel te vertellen. En dat doet ze graag.<br />
Want interviews, zo zegt ze, horen bij een carrière<br />
als violiste en dus moet je dat ook leren.<br />
Bovendien, of ze het nu wil of niet, journalisten<br />
komen toch wel op haar af. Met name na het<br />
winnen van de eerste en de publieksprijs op het<br />
Prinses Christina Concours in 2011 is het niet<br />
meer stil om haar heen.<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Svenja begon al op haar 5e met vioolspelen.<br />
Hoewel geen van haar familieleden professioneel<br />
muziek maakte, was er wel veel muziek<br />
om haar heen. Een zus speelde cello, een broer<br />
viool, moeder was muzikaal. Er was niet heel<br />
veel nodig om Svenja naar de viool te laten<br />
grijpen. Sterker nog, er is niets liever dat ze<br />
wilde. En ook nu de kunsten in zwaar weer<br />
verkeren twijfelt ze geen moment aan datgene<br />
wat ze het liefste doet, nu en in de toekomst:<br />
namelijk muziek maken en door haar muziek<br />
iets overbrengen op het publiek. Communiceren<br />
met de mensen om haar heen, dat vindt<br />
ze belangrijk. Haar liefde voor de muziek wil<br />
ze graag delen met anderen. Maar desalniettemin<br />
staat ze met beide benen op de grond:<br />
dus het parool is wel eerst het Luzac College in<br />
Utrecht afmaken, waar ze dit najaar begonnen<br />
is en waar ze haar middelbare schoolopleiding<br />
wil afronden. Zodat ze straks de zekerheid van<br />
een goede opleiding in ieder geval in haar binnenzak<br />
hee.<br />
Maar vooralsnog lijken haar kaarten goed te<br />
liggen. Zo goed, dat ze nogal eens met Janine<br />
Jansen wordt vergeleken. Maartje van Weegen,<br />
die haar ooit interviewde, refereerde ook aan<br />
“Muziek maken is als het<br />
schilderen van een schilderij”<br />
FOTO WOUTER VAN BELLE<br />
deze Hollandse wereldster. Vervelend vindt ze<br />
dat helemaal niet, integendeel. Uiteraard beschouwd<br />
ze dat als compliment. Maar verder is<br />
en blij ze nuchter en constateert ze kalm dat<br />
ieder mens anders is en dat dus ook elke violiste<br />
anders is. En de muziek is ook steeds anders,<br />
want, zo zegt ze: “muziek maken is een beetje<br />
als het schilderen van een schilderij. Voor mijn<br />
gevoel is dat schilderij nooit af ”.<br />
Op haar tiende klopte Svenja al aan bij het<br />
NMF. Ze vertrok na haar bezoek aan het Fonds<br />
met een ¾ viool, gebouwd door Lambert Houniet<br />
in Utrecht (2002). Na een jaar was zij daar<br />
71
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
uitgegroeid. De opvolger van de Houniet werd<br />
een kopie van Guarnerius ‘Le Duc’ viool, gebouwd<br />
door Willibrord Crijnen in Marseille,<br />
2006. Haar viool werd, in haar eigen woorden,<br />
“haar vriend”, maar ondanks deze warme<br />
kwalicatie kwalicatie liep ze ook ook bij dit instrument naar<br />
verloop van tijd tegen tegen haar grenzen aan. In<br />
2011 kreeg ze daarom haar derde NMF-viool,<br />
een vroeg 20e eeuwse Italiaanse viool van Giulio<br />
Degani uit Venetië Ven V etië (1902). Op deze viool<br />
hoopt ze de komende jaren te kunnen blijven<br />
spelen en zich te kunnen blijven blijven ontwikkelen.<br />
To TTot, t, wellicht, een speelster van het niveau van<br />
Janine.<br />
72<br />
2007<br />
Frederieke Saeijs<br />
Na het winnen van de Long-Thibaud<br />
International Violin Competition in Parijs<br />
in 2005 kreeg Frederieke Saeijs internationale<br />
bekend heid. Deze First Grand Prize<br />
en verschillende andere onderscheidingen<br />
bracht haar uitnodigingen van over de hele<br />
wereld. Al jaren daarvoor, in 1993, meldde<br />
Frederieke zich bij het NMF en kreeg ze een<br />
Italiaanse viool met het etiket ‘Julio Cesare<br />
Gigli’, ca. 1750 in bruikleen. Het was één<br />
van de eerste violen die het NMF verwierf in<br />
zijn beginjaren. In 2006 probeerde ze een<br />
andere Italiaanse viool van het NMF, een<br />
Santo Serafin uit Venetië (1750), maar die<br />
paste niet bij haar. Maar toen, in 2008, vond<br />
het NMF haar droomviool: de ‘Ex-Reine-<br />
Elisabeth’ viool van Pietro Guarneri (II)<br />
(Venetië, 1725). De viool was de laatste<br />
decennia in bezit geweest van Carlo van<br />
Neste, een Belgische violist van wereldfaam.<br />
Koningin Elisabeth van België (1876<br />
- 1965) stelde Van Neste “uit vriendschap<br />
en dankbaarheid” het geld beschikbaar<br />
voor de aankoop van de viool. Daar heeft<br />
de viool ook zijn bijnaam aan te danken.<br />
Het is tot op heden de duurste viool die het<br />
NMF ooit heeft aangekocht.<br />
FOTO SUSSIE AHLBURG
2008<br />
Ernst Reijseger<br />
In 1958 werd in Bussum Ernst Reijseger<br />
geboren. Hij begon op zijn achtste met<br />
het spelen van de cello, maar raakte gefascineerd<br />
door alle muziekvormen die hij<br />
hoorde. Tegenwoordig mengt hij allerlei verschillende<br />
stijlen tot een nieuw geheel. Hij<br />
werkte samen met Eric Vloeimans, Sean Bergin,<br />
Martin van Duynhoven, Michael Moore<br />
en vele anderen. Ernst ontwikkelt zich tot<br />
een bekend persoon in de jazzscene. In 1985<br />
was hij winnaar van de prestigieuze Boy Edgar<br />
prijs en in 1955 won hij de Bird Award<br />
op het North Sea Jazz festival. In 2010<br />
krijgt Ernst een unieke cello van het NMF<br />
in handen. Uniek, niet alleen vanwege de 5<br />
snaren, maar vooral ook omdat het de eerste<br />
en tot nu toe enige co-productie is van het<br />
vioolbouw-echtpaar Bolink en Steinhauer.<br />
Ernst bespeelt dus een vijf-snarige cello, gebouwd<br />
door dit echtpaar en gesigneerd met:<br />
‘Jaap Bolink en Annelies Steinhauer fecit in<br />
Lijstervreugde Hilversum “Bolstein”’.<br />
FOTO MICHAEL HOEFNER<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
73
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
74<br />
Bijzondere donateurs aan het woord<br />
Donateur<br />
Maria Kuster<br />
schonk een<br />
Pierre Silvestre viool<br />
(Lyon, 1858)<br />
Het is merkwaardig dat er over het betekenen<br />
van partituren en partijen niets in het woordenboek<br />
te vinden is. Ter TTerwijl wijl het toch voor vrijwel<br />
alle musici een dagelijkse werkelijkheid werkelijkheid is. We We W<br />
hebben daarmee een manier in handen om frasering,<br />
articulatie, klank, dynamiek, expressie<br />
van van een compositie nauwgezet vorm te geven.<br />
Het is op op die die manier een techniek techniek die de essentie<br />
van de muziek wil wil vertalen in een klinkend<br />
resultaat. Het is is niet verwonderlijk dat dirigenten<br />
met hun eigen betekende partijen partijen naar een<br />
orkest komen. Ook kan de bestudering van<br />
oude betekeningen (en dat geldt geldt ook voor vingerzettingen)<br />
een een verrassend licht werpen op de<br />
kenmerken van een stijl en de bedoeling van de<br />
componist.<br />
“De betekening<br />
van van partijen”<br />
Maar natuurlijk zoeken we ook naar een manier<br />
waarop het karakter van ons eigen instrument<br />
zo mooi mogelijk naar buiten komt, en naar wat<br />
het beste past bij onze eigen ziel en ons temperament.<br />
Kortom, we hebben het over hele essentiële<br />
zaken wanneer het over betekening gaat. Betekening<br />
en betekenis liggen dan ook heel dicht<br />
bij elkaar. Daarom had er boven dit stukje net<br />
zo goed “De betekenis van het Nationaal ationaal a Muziekinstrumenten<br />
Fonds” kunnen staan. Want Wa W nt<br />
het Fonds Fonds is meer meer dan alleen alleen een uitleenorganisatie.<br />
Alles wat er over betekening staat geldt<br />
ook voor de manier waarop waarop het NMF zijn missie<br />
wil waarmaken. Het in kaart brengen van<br />
een talent, de kwaliteiten van de instrumenten<br />
herkennen, de goede verbinding leggen tussen<br />
instrument en bespeler, dit alles hee hee tot doel<br />
dat er een essentiële essentiële betekenis ontstaat.<br />
Ik ben er trots op donateur bij bij het NMF te kunnen<br />
zijn. Het voelt als een vertrouwd verlengstuk<br />
van wat muziek in mijn leven betekent. En<br />
ik ben ervan overtuigd dat het Fonds dat niet alleen<br />
voor mij, maar ook voor heel veel anderen<br />
zal blijven betekenen.”
FOTO MARIE-JOSÉ COOLS<br />
Hoffotograaf<br />
Vanaf 2004 staat er een musicus afgebeeld op de<br />
cover van het jaarverslag van het NMF. De maker<br />
van deze portretten is Sjaak Ramakers (Spekhol-<br />
zerheide, 1947) die men gerust “hoffotograaf” van<br />
het NMF mag noemen. Om het NMF zichtbaarder te<br />
maken heeft hij in bijna tien jaar tijd ongeveer 70<br />
musici voor het NMF gefotografeerd. Deze foto’s<br />
vormen als het ware het uithangbord van het NMF.<br />
Voor het Jubileumbulletin van het NMF vroegen we<br />
Sjaak om de naar zijn smaak best geslaagde foto’s<br />
te selecteren voor dit jubileummagazine.<br />
Interview met fotograaf Sjaak Ramakers,<br />
3 januari 2013<br />
www.sjaakramakers.com<br />
Sjaak Ramakers woont en werkt in de binnenstad<br />
van Utrecht. Onder de rook van de Dom<br />
hee hij zijn studio, waar het NMF de afgelopen<br />
jaren enige tientallen van zijn musici door hem<br />
hee laten fotograferen. Hij beschouwt zichzelf<br />
als een selfmade man. Na op zijn 14e jaar van<br />
de grasche school te zijn gestuurd, kwam hij in<br />
Utrecht bij een kleine fotostudio terecht. Twee<br />
jaar later belandde hij op de cliché afdeling van<br />
het Utrechts Nieuwsblad. Hij mocht daar de<br />
donkere kamer voor zijn eigen fotowerk gebruiken<br />
en zo ontdekte men zijn talenten als fotograaf.<br />
Hij was er net op het moment dat er spannende<br />
nieuwe ontwikkelingen waren: voor het<br />
eerst werd er een mode reportage voor de krant<br />
gemaakt en Sjaak mocht de fotograe doen.<br />
Voor het eerst werd er een nieuwe auto (de NSU<br />
Ro 80) op locatie gefotografeerd en Sjaak was<br />
erbij. Voor het eerst werden er reportages van<br />
popconcerten gemaakt en Sjaak fotografeerde<br />
de musici. Er kon in die tijd van alles.<br />
Nu fotografeert Sjaak al een halve eeuw en is<br />
-uiteraard- de fotowereld totaal veranderd.<br />
Waar in het begin van zijn carrière alles mogelijk<br />
leek, is er nu een geheel andere situatie<br />
ontstaan. Budgetten zijn gekrompen en met<br />
de opkomst van de mobiele telefoon hee<br />
bijna iedereen altijd een camera bij zich. De<br />
waardering voor professionele fotograe is<br />
daarom ook veel minder geworden: kwaliteit<br />
is vaak geen criterium meer. Iedereen denkt<br />
te kunnen fotograferen – en doet dat ook.<br />
Steeds minder mensen weten een goede foto<br />
te onderscheiden van een “best aardige”. Sjaak<br />
vergelijkt die veranderende situatie beeldend<br />
en enigszins spottend met de opkomst van de<br />
mobiliteit. “Vroeger was het een uitzondering<br />
als je een auto had: tegenwoordig hee iedereen<br />
een auto en staan we allemaal stil!”<br />
75
DE KEUZE VAN SJAAK RAMAKERS<br />
76<br />
Tijmen Huisingh
Anna van Poucke<br />
DE KEUZE VAN SJAAK RAMAKERS<br />
77
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Sjaak maakt er geen geheim van dat hij geen<br />
aniteit hee met klassieke muziek. Hij vindt<br />
het uitvoeren van muziek van dode componisten<br />
een beetje als het inkleuren van een kleurplaat.<br />
Met behulp van een doos potloden van<br />
Caran d’Ache kun je een mooi plaatje maken,<br />
maar dat is wel fundamenteel anders dan het<br />
zelf maken van een schilderij. Het zelf muziek<br />
schrijven en uitvoeren vindt hij veel creatiever.<br />
Maar het feit dat hij de voorkeur gee aan<br />
nieuwe, levende muziek hee geen invloed op<br />
het genoegen dat hij haalt uit het fotograferen<br />
van klassieke musici. Het bijzondere aan<br />
mensen fotograferen is namelijk dat je altijd<br />
wat van hen kunt leren. En een dag zonder<br />
leren is zonde, in zijn optiek. “Ik ben oprecht<br />
geïnteresseerd in andere mensen.” Het is dus<br />
niet voor niets dat hij zich specialiseert in<br />
portretten. Dat doet hij al sinds hij zijn studio<br />
in Utrecht hee, nu al bijna 30 jaar. Mode of<br />
auto’s of concerten fotografeert hij niet of nauwelijks<br />
meer. Mensen vindt hij veel interessanter.<br />
“Het contact met mensen zorgt dat het niet<br />
aanvoelt als werk”, zegt Sjaak.<br />
Om de musici te laten ontspannen laat hij hen<br />
altijd muziek maken voor de fotosessie begint.<br />
“Je mag pas weg als je voor mij gespeeld hebt”,<br />
zegt hij dan. Hij vindt het belangrijker een uur<br />
koe te drinken en dan te fotograferen dan<br />
anderhalf uur te hebben voor het fotograferen<br />
zelf. “Fotograe is een middel om tot gesprekken<br />
te komen”, zo omschrij hij het zelf. Die<br />
gesprekken voert hij overigens met evenveel<br />
gemak en liefde met bankiers of bouwvakkers<br />
die hij fotografeert, als met de musici.<br />
78<br />
2009<br />
David Kweksilber<br />
David Kweksilber is klarinettist en saxofonist,<br />
thuis in zowel gecomponeerde als<br />
geïmproviseerde muziek. Recensies roemen<br />
herhaaldelijk zijn grote virtuositeit.<br />
Als solist en ensemblespeler speelt Kweksilber<br />
in zulke verschillende gezelschappen<br />
als het Asko|Schönberg en de New Cool Collective<br />
Big Band. Ook richtte hij in 2008<br />
een eigen bigband op voor hedendaagse<br />
muziek met improvisatievormen. Hij speelt<br />
regelmatig samen met piano-improvisator<br />
en componist Guus Janssen. Diverse Nederlandse<br />
componisten schrijven werken voor<br />
hem. Kweksilber ontving zowel voor zijn<br />
klassieke spel als voor zijn spel in geïmproviseerde<br />
muziek een aantal prijzen.<br />
David maakt met grote regelmaat al jarenlang<br />
gebruik van één van de weinige NMFinstrumenten<br />
die op projectbasis te gebruiken<br />
is: de contrabasklarinet van het merk<br />
Leblanc. Het is een instrument dat voor<br />
een musicus door zijn spaarzame gebruik<br />
niet rendabel is om zelf aan te schaffen.<br />
Het NMF biedt daarom de gelegenheid dit<br />
instrument, evenals een basklarinet van<br />
het merk Buffet Crampon, voor korte periodes<br />
te huren.
Emma Breedveld<br />
DE KEUZE VAN SJAAK RAMAKERS<br />
79
DE KEUZE VAN SJAAK RAMAKERS<br />
80<br />
Vera Beumer
“Alles wat ik weet, is door te vragen of te<br />
doen: dat begint al vanaf het moment dat ik<br />
van school getrapt ben.” Ongetwijfeld leren<br />
de mensen die hij fotografeert ook van hem.<br />
Want Sjaak is bepaald niet bang om voor zijn<br />
ideeën en denkbeelden uit te komen. Zijn<br />
“modellen” bevinden zich in een kwetsbare<br />
positie voor zijn camera, maar Sjaak stelt zich<br />
FOTO MARCO BORGGREVE<br />
2010<br />
Rick Stotijn<br />
Rick Stotijn, telg uit de bekende muzikantenfamilie<br />
Stotijn, is een fenomenaal talent<br />
op de contrabas. Van 2001 tot 2005 bespeelde<br />
hij uit de collectie van het NMF<br />
een gloednieuwe contrabas, gebouwd door<br />
Derek High (Reutlingen, 2001). Dat instrument<br />
was nog een kleintje (een 7/8). Toen<br />
Rick groter werd, kreeg hij natuurlijk ook behoefte<br />
aan een groter instrument. Het werd<br />
een contrabas, gebouwd door René Zaal in<br />
Bemmel, 2007. Dit is een kopie naar een<br />
5-snarig gambamodel van J.J. Stadlmann.<br />
ook kwetsbaar op. Het gevolg daarvan is dat<br />
er vaak bijzondere sessies ontstaan. En voor<br />
het NMF resulteert dat dan uiteindelijk in het<br />
fotograsche verslag van die sessies, waarin<br />
musici geportretteerd worden zoals Sjaak ze<br />
ziet. Niet zozeer als musici sec, maar veel meer<br />
als mensen met een instrument: mensen die<br />
zijn studio binnenkomen met een schat in hun<br />
Een paar jaar later was hij toe aan een volgende<br />
stap. Na een zoektocht die ruim twee<br />
jaar duurde, vond het NMF een unieke bas<br />
van de broers Raffaele & Antonio Gagliano<br />
(Napels, 1846) voor Rick.<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
handen. Sjaak legt deze mensen en hun schatten<br />
vast: op zijn eigen, onnavolgbare wijze.<br />
81
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Bijzondere donateurs<br />
Nieuwe NMF-CD<br />
82<br />
Donateurs<br />
Annemieke en<br />
Adalbert<br />
Heuwekemeijer<br />
Wie speelt wat?<br />
Cellosuites van Bach vertolkt door 12 NMF-cellisten<br />
In het kader van het 25-jarig Jubileum<br />
presenteert het NMF in 2013 een unieke<br />
CD- productie, waarbij 12 musici van het<br />
NMF delen van de cellosuites van Bach<br />
uitvoeren. Onder de solisten bevinden<br />
zich grootheden als Pieter Wispelwey,<br />
Quirine Viersen en Jaap ter Linden naast<br />
aanstormende talenten als Joris van den<br />
Berg (winnaar Cellobiënnale 2006) en<br />
Harriet Krijgh (winnares Cellobiënnale<br />
2012) – en nog zeven andere cellisten.<br />
“Een stimulans”<br />
“Van de 25 jaar dat het Nationaal Muziekinstrumentenfonds<br />
bestaat hebben wij bijna de<br />
hel mee mogen beleven en dat in de breedste<br />
zin van het woord. De eerste contacten dateren<br />
uit de tijd dat onze nicht Beppie van Driel-<br />
Loyer, violiste in het Radio Filharmonisch<br />
Orkest, haar Gagliano uit de 18e eeuw na haar<br />
dood wilde schenken aan het NMF. De zaken<br />
dienden door ons geregeld te worden en dat<br />
is een boeiende en mooie ervaring geworden<br />
waaruit tot op heden nog dierbare contacten<br />
met het NMF zijn blijven bestaan.<br />
De respectvolle en meelevende manier waarop<br />
het NMF, met ons, onze nicht hebben begeleid<br />
bij het afscheid van haar geliefde instrument<br />
vond een waardige afsluiting in een “ociële”<br />
schenkingsbijeenkomst. Tijdens de feestelijke<br />
overdracht van het instrument lieten oom Piet<br />
Heuwekemeijer, ooit eigenaar en bespeler van<br />
de Gagliano in het KCO en Tjeerd Top de familie<br />
en vrienden nog eenmaal genieten van de viool.<br />
Ook de instrumenten die ze bespelen zijn<br />
bepaald niet de minste! Zo hoort u onder<br />
meer beroemde en kostbare cello’s<br />
van Giovanni Guadagnini, Giovanni Grancino,<br />
Giuseppe Guarneri, Jean- Baptiste<br />
Vuillaume, Hendrick Jacobs en Pieter<br />
Rombouts voorbij komen.<br />
Tegelijkertijd ontstonden de plannen om samen<br />
met het NMF recitals te organiseren in<br />
Dronten waar destijds de Stichting Concertino<br />
klassieke concerten verzorgde op de zondagmiddag.<br />
De eigen concerten die het NMF<br />
organiseert voor donateurs en andere muzieklieebbers<br />
dragen, mede door de unieke<br />
programmering, bij tot een dieper cultureel en<br />
vaak ook historisch bewustzijn. Ook dat is inspirerend<br />
en van educatieve waarde voor ieder<br />
die daarbij mag zijn.<br />
Wij wensen het Nationaal Muziekinstrumentenfonds<br />
nog vele succesvolle jaren toe, want<br />
het werk en zeker ook de stimulans die er vanuit<br />
gaat voor de gelukkige musici die van hun<br />
instrumenten gebruik kunnen maken, zijn van<br />
groot belang.”<br />
Wij dagen u uit. In het tekstboekje van<br />
deze 2 CD-set staat wel vermeld welke<br />
musici en instrumenten u kunt beluisteren,<br />
maar niet wie op welk instrument<br />
speelt en wie u op welke track hoort.<br />
Dus: wie speelt wat? Koop de CD, luister<br />
naar de muziek en raad wie op welke<br />
track te beluisteren valt. Met uw goede<br />
antwoord maakt u kans op een privéconcert<br />
van één van de musici van de<br />
CD!<br />
Deze 2 CD-set is vanaf 1 april te<br />
verkrijgen bij het NMF. Prijs €15.
Esther van der Eijk<br />
DE KEUZE VAN SJAAK RAMAKERS<br />
83
DE KEUZE VAN SJAAK RAMAKERS<br />
84<br />
Floreal Strijkkwartet
Donateurs<br />
Marijke en<br />
Ronald Dijkstra<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
“Niet alleen strijkers” FOTO<br />
Marijke en Ronald Dijkstra zijn sinds 2007 donateurs<br />
van het Muziekinstrumenten Fonds.<br />
Marijke is begaan met blaasinstrumentalisten,<br />
in het bijzonder met uitisten. De mogelijkheid<br />
om de aanschaf van zo’n instrument<br />
voor een getalenteerde student te bekostigen,<br />
was een van de redenen om het NMF te gaan<br />
steunen. Zelfs toen het NMF aangaf zijn beleid<br />
omtrent de ondersteuning van blazers te veranderen,<br />
bleven Marijke en Ronald het NMF<br />
toch trouw.<br />
“Wat ons nog steeds aanspreekt is, dat (jong)<br />
talent de kans krijgt om op een instrument te<br />
spelen dat normaal gesproken ver buiten hun<br />
bereik ligt.” Marijkes 50e verjaardag stond in<br />
het teken van het culturele erfgoed. Voor haar<br />
geen cadeaus, maar een inzameling voor ondermeer<br />
het NMF. Met als thema de Gouden<br />
Eeuw was er een lezing door een kunsthistoricus<br />
en een concert door twee (toen nog)<br />
studenten uit de gelederen van het Muziekinstrumenten<br />
Fonds. Ilonka Kolthof en Chiaki<br />
Omura speelden muziek die prachtig bij het<br />
thema van die dag paste.<br />
De mogelijkheid van scale steun bracht Ronald<br />
en Marijke ertoe het gedoneerde bedrag<br />
van die dag om te zetten in een notariële akte<br />
om zo de NMF-ondersteuning weer voor vijf<br />
jaar vast te zetten. “De informatievoorziening<br />
van het NMF en vooral de persoonlijke benadering,<br />
spreken ons erg aan. Wij hopen dat<br />
we het NMF nog lang kunnen ondersteunen<br />
en feliciteren hen dan ook van harte met dit<br />
jubileum.”<br />
85<br />
PAUL KRAMER
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
86<br />
2011<br />
Rosanne Philippens<br />
Rosanne Philippens is één van die talenten<br />
die nog maar net uit de wieg al naar de viool<br />
grijpt. Zij begon met vioolspelen op haar<br />
derde. Jaren later, in 2009, zou dit resulteren<br />
in het winnen van het Nationaal Vioolconcours<br />
Oskar Back. Tegenwoordig studeert<br />
Rosanne aan de Hanns Eisler Akademie in<br />
Berlijn. Rosanne speelde vanaf 2000 op een<br />
zeldzame viool van de Duitser Gustav Erhard<br />
Uebel (Amsterdam, 1942). Uebel kwam omstreeks<br />
1927 naar Amsterdam om bij Max<br />
Möller te gaan werken. In 1934 vestigde<br />
hij zich zelfstandig. Hij werd vooral bekend<br />
om zijn restauraties van hoog niveau, wat<br />
als consequentie had dat hij zelf slechts 13<br />
nieuwe violen maakte. Sinds 2011 speelt<br />
Rosanne op de viool van Michel Angelo<br />
Bergonzi (Cremona, ca. 1750) die voor haar<br />
door Tjeerd Top en daarvoor jarenlang door<br />
Herman Krebbers was bespeeld.<br />
FOTO MARCO BORGGREVE
Hoera, het NMF bestaat 25 jaar! Wij zullen dit uitbundig vieren omdat<br />
we trots zijn op wat wij bereikt heb-<br />
ben: al ruim 1.750 musici hee het<br />
NMF in de afgelopen jaren kunnen<br />
helpen en bovendien spelen ongeveer<br />
400 musici momenteel op instrumen-<br />
ten uit de collectie van het NMF.<br />
Het feit dat musici deze kans hebben,<br />
is uniek in de wereld.<br />
In het 26e jaar van het NMF is het nog<br />
steeds belangrijk om bij het publiek<br />
aandacht te vragen voor onze stich-<br />
* wijzigingen voorbehouden. Op onze website treft u de meest actuele informatie (zie het kopje ‘Agenda’).<br />
Uiteraard gaan de ‘normale’ NMF-evenementen ook gewoon door.<br />
Ook deze treft u aan op onze website.<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
AGENDA<br />
jubileum<br />
evenementen<br />
ting. Bovendien willen we alle relaties<br />
(zoals musici, trouwe donateurs,<br />
schenkers en inleners van instrumen-<br />
ten en vrijwilligers) bedanken voor<br />
hun trouwe steun aan het NMF.<br />
Daarom hebben we een aantal unieke<br />
jubileum evenementen voor u ontwik-<br />
keld. Daar ontmoeten wij u graag!<br />
Meldt u vandaag nog via e-mail aan<br />
voor een van de unieke<br />
evenementen:<br />
kaarten via www.muziekinstrumentenfonds.nl<br />
87
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Lezingencyclus<br />
Speciaal voor het Jubileumjaar hee het NMF<br />
een Lezingencyclus ontwikkeld. Het NMF organiseert<br />
lezingen waarbij experts u een unieke<br />
kijk gunnen op hun bijzondere werk. Over<br />
violen, haren, snaren, vleugels en antiek.<br />
88<br />
maart<br />
1<br />
Onder de vleugels<br />
Krakende vloeren en hoge plafonds, of juist<br />
een hypermoderne inspeelmachine en een<br />
hydraulische takel… De sfeer in de werkplaats<br />
van elke bevlogen pianotechnicus is een belevenis<br />
voor degene die het gegeven is om het<br />
heiligdom van de vakman te mogen betreden.<br />
Het NMF organiseert lezingen waarbij de experts<br />
u een unieke kijk gunnen op hun bijzondere<br />
werk. Op vrijdag 15 maart starten wij<br />
om 11 uur met de eerste lezing, die van Frank<br />
Bonarius van Andriessen Piano’s en Vleugels<br />
in Haarlem. Pianiste Mariana Izman zal op<br />
verschillende vleugels de lezing muzikaal illustreren.<br />
datum vrijdag 15 maart 2013<br />
tijd 11.00 uur (duur ± 1,5 uur)<br />
locatie Andriessen Piano’s en Vleugels,<br />
Botermarkt 18<br />
Haarlem<br />
spreker Frank Bonarius<br />
onderwerp vroege geschiedenis moderne<br />
vleugel<br />
prijs € 25 p.p.<br />
FOTO PAUL VAN POPPELEN<br />
mei<br />
2<br />
In de keuken van Coosje<br />
Het kon al even via de televisie, toen tijdens<br />
een documentaire van de NTR het 11-jarige<br />
talent Noa Wildschut op de voet werd gevolgd.<br />
De kijker werd daarbij een blik gegund in de<br />
lesruimte van gerenommeerd vioolpedagoge<br />
Coosje Wijzenbeek, op zich al vrij uniek. Stelt<br />
u zich nou eens voor dat u er werkelijk middenin<br />
zit…! Het kan echt, maar dan moet u<br />
wel eerst even door de keuken van Coosje<br />
lopen als zij op 24 mei in samenwerking met<br />
het NMF een lezing gee. Daarmee krijgt u de<br />
unieke kans om in het hol van de leeuw kennis<br />
te maken met de visie, de gereedschappen<br />
en de betrokkenheid die worden ingezet in de<br />
lespraktijk van deze gerenommeerde vioolpedagoge.<br />
datum vrijdag 24 mei 2013<br />
tijd 16:00 uur (duur ± 1,5 uur)<br />
locatie Witte Kruislaan 13-A,<br />
Hilversum<br />
spreker Coosje Wijzenbeek<br />
onderwerp de methodiek van een<br />
topdocent<br />
prijs € 25 p.p.<br />
FOTO SARAH WIJZENBEEK
3<br />
Het antiek van de toekomst<br />
Nederland kent enkele tientallen professionele<br />
vioolbouwers, waarvan een groot deel ook is<br />
vertegenwoordigd in onze collectie. Vioolbouwerechtpaar<br />
Jaap Bolink en Annelies Steinhauer<br />
doen op 11 oktober een boekje open<br />
over de bijzondere aspecten van hun vak door<br />
een lezing te geven op en rond de werkvloer<br />
van hun atelier in Hilversum.<br />
datum vrijdag 11 oktober 2013<br />
tijd 16:00 uur (duur ± 1,5 uur)<br />
locatie Heuvellaan 6, Hilversum<br />
sprekers Jaap Bolink en<br />
Annelies Steinhauer<br />
onderwerp hedendaagse vioolbouw<br />
prijs € 25 p.p.<br />
oktober<br />
kaarten via www.muziekinstrumentenfonds.nl<br />
FOTO NMF<br />
4<br />
Hollands Glorie in vioolbouw<br />
De Nederlandse vioolbouwgeschiedenis kent<br />
twee belangrijke periodes van bloei. De instrumenten<br />
uit de 17e-eeuwse Amsterdamse<br />
school en de 18e-eeuwse Haagse school leveren<br />
nu op internationale veilingen hoge bedragen<br />
op en verdwijnen dus vaak naar het buitenland.<br />
Het NMF maakt zich er sterk voor om<br />
Cultureel Erfgoed in Nederland te behouden<br />
en te laten bespelen. Het Gemeentemuseum in<br />
Den Haag beheert sinds begin vorige eeuw een<br />
bijzondere collectie met exemplaren uit deze<br />
twee scholen. Het NMF hee het museum bereid<br />
gevonden om in november mee te werken<br />
aan een unieke lezing, gegeven door experts<br />
Andreas Post en Serge Stam in het museum<br />
zelf. Niet alleen enkele van onze meest bijzondere<br />
Hollandse instrumenten zullen daar<br />
te zien en te horen zijn, maar ook een paar<br />
zeldzame instrumenten uit de collectie van het<br />
museum zullen tot klinken worden gebracht.<br />
najaar<br />
datum najaar 2013<br />
tijd onbekend<br />
locatie Gemeentemuseum Den Haag<br />
Stadhouderslaan 41, Den Haag<br />
sprekers Serge Stam en Andreas Post<br />
onderwerp Oud-Hollandse vioolbouw<br />
prijs € 25 p.p.<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
89<br />
FOTO GEMEENTEMUSEUM DEN HAAG
kaarten voor het weekend van het NMF vanaf 18 februari via www.muziekinstrumentenfonds.nl<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Weekend van het NMF<br />
i.s.m. Vereniging Hendrick de Keyser<br />
90<br />
april<br />
FOTO CELINE ADMIRAAL<br />
Een weekend met 100 huisconcerten van een<br />
klein uur met (minimaal) 100 NMF-musici<br />
overal in Nederland, in historische panden van<br />
de Vereniging Hendrick de Keyser. De concerten<br />
duren ongeveer 60 minuten, inclusief<br />
toespraak. De locaties zijn bijzonder want normaliter<br />
niet of slechts bij hoge uitzondering te<br />
bezoeken. De meeste van de panden worden<br />
bewoond door particulieren. De doelstellingen<br />
van het NMF en HdK komen in hoge mate<br />
overeen, want beide organisaties streven naar<br />
het behoud van Hollands cultureel erfgoed.<br />
FOTO KLAAS SCHOOF<br />
datum vrijdag 19 april<br />
tijd 20.00 uur<br />
datum zaterdag 20 april<br />
tijd 11.00, 15.00 en 20.00 uur<br />
datum zondag 21 april<br />
tijd 11.00, 15.00 en 20.00 uur<br />
locatie historische locaties van<br />
Vereniging Hendrick de Keyser<br />
musici musici van het NMF<br />
prijs € 25 p.p.
2012<br />
Dana Zemtsov<br />
FOTO ARJAN BRONKHORST<br />
FOTO ROOS ALDERSHOFF<br />
In de NRC werd ze in 2011 al omschreven<br />
als “de Janine Jansen van de altviool”. Na<br />
de European Competition for Strings in<br />
Luxembourg die ze op 13-jarige leeftijd<br />
won, schreef de pers ook al: ”She regularly<br />
enters musical competitions and tends to<br />
win”. Een ander belangrijk wapenfeit: in<br />
2010 vertegenwoordigde Dana Nederland<br />
bij de Eurovision Young Musicians Competition<br />
in Wenen. Dana heeft van het NMF<br />
sinds 2011 een Italiaanse altviool, mogelijk<br />
Milaan begin 19e eeuw, in bruikleen<br />
gekregen. Haar vader, Mikhail Zemtsov, is<br />
tijdelijk ook bruiklener van het NMF geweest!<br />
Hij is solo-altist bij het Residentie<br />
Orkest. De muziekwereld kent meerdere<br />
muzikale families, maar de familie Zemtsov<br />
lijkt qua aantallen muzikale familieleden<br />
alles en iedereen te verslaan. Naast het<br />
Zemtsov Altvioolkwartet, waarin Dana,<br />
haar vader, moeder en oom spelen, is er<br />
nog een groot aantal musici in de familie<br />
waarvan de meesten ook de altviool bespelen.<br />
Die muzikaliteit lijkt zijn oorsprong te<br />
vinden in oma van vaderskant die deze passie<br />
heeft doorgegeven. Waarom er zoveel<br />
altisten in de familie zitten, is moeilijk te<br />
zeggen. Voor Dana zelf is het het feit dat ze<br />
iets in de altviool terugvindt, dat bij haar<br />
persoonlijkheid past. Ze vindt het moeilijk<br />
exact te omschrijven, maar noemt de wat<br />
rustigere en minder indringende klank van<br />
de alt, ten opzichte van de scherpere klank<br />
van de viool.<br />
FOTO LAURENS EGGEN<br />
FOTO MARGARETA SVENSSON<br />
FOTO ROOS ALDERSHOFF<br />
FOTO ARJAN BRONKHORST<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
91
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Huisconcertserie<br />
Jongste musici in het oudste stenen huis van Amsterdam<br />
92<br />
het<br />
hele<br />
jaar<br />
25 jaar NMF: dat vieren we ook bij ons “thuis”.<br />
Het NMF hee de ontwikkeling van jong talent<br />
altijd hoog in het vaandel gehad en dat<br />
willen we in ons feestjaar nog eens benadrukken.<br />
Graag nodigen wij u daarom uit om onze<br />
jubileumconcertserie “Jongste musici in het<br />
oudste huis van Amsterdam” bij te wonen. Het<br />
podium is het unieke pand waar het NMF kantoor<br />
houdt: het oudste stenen woonhuis van<br />
Amsterdam, dat stamt uit 1565. Het bevindt<br />
zich middenin de beroemde rosse buurt van<br />
Amsterdam. De jongste NMF-talenten zullen<br />
hier voor u spelen op vloertegels die zelfs uit<br />
de veertiende eeuw stammen! Tijdens het concert<br />
zult u de kerkklokken van de nabijgelegen<br />
Oude Kerk kunnen horen luiden. Wegens de<br />
beperkte ruimte die ons kantoor biedt, is er<br />
een zeer beperkt aantal plaatsen beschikbaar.<br />
Dit huisconcert is dus letterlijk in huiselijke<br />
sfeer, of liever gezegd in kantoorsfeer. U zit<br />
tussen de computers en archiefmappen. Acht<br />
keer kunt u genieten van dit exclusieve concert...<br />
met verjaardagstaart.<br />
data 27 januari 2013,<br />
24 februari 2013,<br />
1 april 2013,<br />
28 april 2013<br />
26 mei 2013,<br />
29 september 2013,<br />
27 oktober 2013,<br />
24 november 2013<br />
tijd 10.30 – 12.00 uur<br />
locatie Kantoor NMF,<br />
Sint Annenstraat 12, Amsterdam<br />
musici jongste musici van het NMF<br />
prijs € 25 p.p.<br />
incl. koe/thee en<br />
huisgemaakte taart
Jubileumconcert<br />
Een feestelijk besluit van het Jubileumjaar van het NMF<br />
november<br />
Ons Jubileum vieren we uiteraard met een<br />
feestelijk concert in het najaar. In de Ridderzaal<br />
in Den Haag presenteren we u de<br />
beroemde Fancy Fiddlers onder leiding van<br />
Coosje Wijzenbeek. Voor de pauze spelen de<br />
huidige Fiddlers, na de pauze een ensemble<br />
samengesteld uit vorige generaties van de<br />
Fiddlers. Heel veel van deze jonge en oudere<br />
talenten spelen en speelden op instrumenten<br />
en stokken van het NMF.<br />
Het Jubileumconcert is gratis toegankelijk<br />
voor onze donateurs en vrienden (maximaal<br />
4 kaarten per donateur, donateurs hebben<br />
voorrang). Graag reserveren via reservering@<br />
muziekinstrumentenfonds.nl. Bestel nu<br />
kaarten, want wie het eerst komt, wie het eerst<br />
maalt!).<br />
kaarten via www.muziekinstrumentenfonds.nl<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Dit concert komt in plaats van de gebruikelijke<br />
presentatieconcerten aan het einde van<br />
het jaar.<br />
FOTO JAN KRANENDONK<br />
datum 10 november 2013<br />
tijd 14.00 uur<br />
locatie Ridderzaal, Binnenhof,<br />
Den Haag<br />
musicus Fancy Fiddlers<br />
prijs gratis toegang,<br />
maximaal 4 kaarten per besteller<br />
93
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
Muziekdiner<br />
94<br />
Een verrassend speelse muzikale maaltijd in<br />
Museum Speelklok<br />
juni<br />
Terug van weggeweest: een muzikaal diner<br />
van en voor het NMF. Topmusici en topamusement<br />
op een toplocatie, gelardeerd met<br />
hoogstaand culinair genoegen. Dit keer hee<br />
het NMF gekozen voor een wel heel toepasselijke<br />
locatie, namelijk het Museum Speelklok,<br />
huis van talloze unieke zelfspelende muziekinstrumenten.<br />
De instrumenten van het NMF<br />
spelen niet vanzelf, maar daarom hebben we<br />
een aantal fantastische NMF-musici voor dit<br />
evenement geregeld. De avond is bedoeld om<br />
ten behoeve van het NMF fondsen te werven.<br />
datum 4 juni 2013<br />
tijd 18.30 – 24.00 uur<br />
locatie Museum Speelklok,<br />
Steenweg 6, Utrecht<br />
prijs bedrijven<br />
tafel van 8 couverts<br />
€ 5.000 (incl. BTW)<br />
tafel van 10 couverts<br />
€ 6.000 (incl. BTW)<br />
particulieren<br />
€ 150 p.p.<br />
(prijzen incl. 3-gangen maaltijd,<br />
drank en concert)<br />
kaarten via www.muziekinstrumentenfonds.nl<br />
FOTO MUSEUM SPEELKLOK
Luisterconcours<br />
FOTO NMF<br />
FOTO GEORGE WELLMANS<br />
FOTOGRAAF ANTON HAVELAAR<br />
Frederieke Saeijs viool en<br />
Joris van den Berg cello<br />
Frits Schutte publiekscoach<br />
Bij het Luisterconcours is het publiek de kandidaat!<br />
De bezoekers gaan met elkaar de strijd<br />
aan om verschillende bijzondere instrumenten<br />
van het NMF te beluisteren.<br />
Op zaterdag 27 april worden er een aantal<br />
violen bespeeld door Frederieke Saeijs, oudprijswinnaar<br />
van het Nationaal Vioolconcours<br />
Oskar Back en NMF-musicus.<br />
Op zaterdag 24 augustus worden de cello’s<br />
bespeeld door niemand minder dan Joris van<br />
den Berg.<br />
Een professionele coach helpt het publiek aan<br />
tips en tricks. Waar moet u op letten om het<br />
Luisterconcours te winnen?<br />
datum zaterdag 27 april 2013<br />
tijd 20:00 uur<br />
locatie Waalse Kerk,<br />
Walenpleintje 159<br />
Amsterdam<br />
musicus Frederieke Saeijs viool<br />
prijs volwassenen €10,- p.p.,<br />
15 t/m 26 jaar €5,- p.p.,<br />
t/m 14 jaar gratis<br />
in het kader van de Stichting<br />
Nederlandse Vioolconcoursen<br />
april<br />
augustus<br />
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
datum zaterdag 24 augustus 2013<br />
tijd 15:00 uur<br />
locatie Compagnietheater,<br />
Kloveniersburgwal 50,<br />
Amsterdam<br />
musicus Joris van den Berg cello<br />
prijs zie www.grachtenfestival.nl<br />
in het kader van<br />
het Grachtenfestival<br />
In deel 1 van het Luisterconcours gaat het er<br />
om de gestelde vragen zo goed mogelijk te<br />
beantwoorden.<br />
In de pauze kunt u onder het genot van een<br />
kop koe of thee bijkomen van de geleverde<br />
strijd.<br />
Na de pauze is er een kort concert van de<br />
musicus die de instrumenten voor de pauze<br />
voor u hee bespeeld.<br />
Afsluitend maakt het NMF de prijswinnaar<br />
van de dag bekend.<br />
de prijs<br />
een uniek privé-concert bij u thuis!
NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />
96<br />
AGENDA<br />
jubileum<br />
evenementen<br />
januari 27 10.30 uur Jongste musici in het oudste huis in Amsterdam Amsterdam NMF kantoor<br />
februari 24 10.30 uur Jongste musici in het oudste huis in Amsterdam Amsterdam NMF kantoor<br />
maart 15 11.00 uur Onder de vleugels Lezingencyclus Haarlem Andriessen Vleugels<br />
april 1 10.30 uur Jongste musici in het oudste huis in Amsterdam Amsterdam NMF kantoor<br />
19 tot 21 zie programma Weekend van het NMF Nederland 101 locaties<br />
27 20.00 uur Luisterconcours<br />
(i.s.m. Nederlandse Vioolconcoursen)<br />
Amsterdam Waalse Kerk<br />
28 10.30 uur Jongste musici in het oudste huis in Amsterdam Amsterdam NMF kantoor<br />
mei 24 16.00 uur In de keuken van Coosje Lezingencyclus Hilversum<br />
26 10.30 uur Jongste musici in het oudste huis in Amsterdam Amsterdam NMF kantoor<br />
juni 4 18.30 uur Muziekdiner voor particulieren en bedrijven Utrecht Museum Speelklok<br />
augustus 24 15.00 uur Luisterconcours (i.s.m. Het Grachtenfestival) Amsterdam Compagnietheater<br />
september 29 10.30 uur Jongste musici in het oudste huis in Amsterdam Amsterdam NMF kantoor<br />
oktober 11 16.00 uur Het antiek van de toekomst Lezingencyclus Hilversum<br />
27 10.30 uur Jongste musici in het oudste huis in Amsterdam Amsterdam NMF kantoor<br />
november ntb Hollands Glorie in Vioolbouw Lezingencyclus Den Haag Gemeentemuseum<br />
10 14.00 uur Jubileumconcert Den Haag Ridderzaal<br />
24 10.30 uur Jongste musici in het oudste huis in Amsterdam Amsterdam NMF kantoor<br />
Voor tijden, toegangsprijzen en het bestellen van kaarten, zie onze website: www.muziekinstrumentenfonds.nl