26.07.2013 Views

HISTORIE | KLINKENDE NAMEN BIJZONDERE INSTRUMENTEN ...

HISTORIE | KLINKENDE NAMEN BIJZONDERE INSTRUMENTEN ...

HISTORIE | KLINKENDE NAMEN BIJZONDERE INSTRUMENTEN ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

NMF<br />

JUBILEUMMAGAZINE<br />

25 jaar<br />

J U B I L E U M M A G A Z I N E<br />

inclusief<br />

het complete<br />

Jubileum<br />

programma<br />

<strong>HISTORIE</strong> | <strong>KLINKENDE</strong> <strong>NAMEN</strong><br />

<strong>BIJZONDERE</strong> <strong>INSTRUMENTEN</strong> | INTERVIEWS<br />

VIOOLBOUW<br />

1


FOTO DIRK RIETVELD<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

7<br />

Resultaten uit het verleden<br />

bieden geen garanties voor<br />

de toekomst<br />

15<br />

de keuze van de NMF-medewerkers<br />

Bijzondere instrumenten uit<br />

de collectie van het NMF<br />

FOTO FELIX BROEDE<br />

9<br />

klinkende namen<br />

25 jaar NMF<br />

25 NMF-musici<br />

19 tot en met 21 april 2013<br />

Weekend van het NMF<br />

90<br />

61


Het oudste<br />

stenen huis van<br />

Amsterdam<br />

de instrumentencollectie<br />

Hollandse<br />

instrumenten<br />

28<br />

bijzondere NMF-musici<br />

Het Brackman Trio 25<br />

Carla Leurs 40<br />

Gwyneth Wentink 54<br />

Ingrid van Dingstee 59<br />

Quintijn van Heek 62<br />

Jeanita Vriens en<br />

Geneviève Verhage 66<br />

Svenja Staats 71<br />

JUBILEUMAGENDA<br />

Lezingencyclus<br />

Weekend van het NMF<br />

Huisconcertserie<br />

Jubileumconcert<br />

Muziekdiner<br />

Luisterconcours<br />

87<br />

Inhoud<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

25 jaar welluidenheid 5<br />

Resultaten uit het verleden bieden<br />

geen garanties voor de toekomst 7<br />

25 jaar NMF - 25 jaar NMF-musici 9<br />

Bestaansrecht en uitgangspunt 10<br />

Bijzondere instrumenten 15<br />

25 jaar NMF in vogelvlucht 23 | 32 | 65<br />

Hollandse instrumenten 28<br />

Over geld, musici en donateurs 47<br />

De organisatie 50 | 56 | 61<br />

Belangrijke rol 68<br />

Nieuwe NMF-CD 82<br />

Bijzondere donateurs aan het woord<br />

De schenker van een Vuillaume-cello 49<br />

Het testament van nicht Mies 58<br />

Ellie Kruitbosch 64<br />

Digna Schade van Westrum 70<br />

Maria Kuster 74<br />

Annemieke en Adalbert Heuwekemeijer 82<br />

Marijke en Ronald Dijkstra 85<br />

Klinkende namen<br />

Johannes Leertouwer 13 Jaap ter Linden 16<br />

Janine Jansen 19 Christianne Stotijn 21<br />

Isabelle van Keulen 26 Viola de Hoog 27<br />

Liza Ferschtman 31 Simone Lamsma 34<br />

Vesko Eschkenazy 36 Lavinia Meijer 37<br />

Sonja van Beek 41 Quirine Viersen 42<br />

Daniel Rowland 45 Lisanne Soeterbroek 52<br />

Hannes Minnaar 55 Pieter Wispelwey 60<br />

Antoinette Lohmann 67 Cecilia Bernardini 68<br />

Tjeerd Top 69 Frederieke Saeijs 72<br />

Ernst Reijseger 73 David Kweksilber 78<br />

Rick Stotijn 81 Rosanne Philippens 86<br />

Dana Zemtsov 91<br />

25 jaar<br />

3


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Stichting<br />

Nationaal Muziekinstrumenten Fonds<br />

Postbus 11912<br />

1001 GX Amsterdam<br />

Sint Annenstraat 12<br />

1012 HE Amsterdam<br />

t 020 622 1255<br />

f 020 622 1256<br />

e info@muziekinstrumentenfonds.nl<br />

i www.muziekinstrumentenfonds.nl<br />

www.facebook.com/muziekinstrumentenfonds<br />

www.twitter.com/instrumentfonds<br />

De Stichting is statutair gevestigd te Amsterdam<br />

Inschrijving Kamer van Koophandel en Fabrieken te<br />

Amsterdam nr. 41205257<br />

BTW nummer NL 0090.56.002.B.01<br />

bankrelatie<br />

ABN-AMRO Bank 55 50 28 666<br />

fotografie<br />

NMF / www.sjaakramakers.com<br />

tenzij anders vermeld<br />

grafisch ontwerp & productie<br />

www.conceptcommunicatie.nl<br />

Alle musici die zijn afgedrukt in dit jubileum-<br />

magazine hebben of hadden tot voor kort een in-<br />

strument of strijkstok van het NMF in bruikleen,<br />

tenzij anders vermeld.<br />

foto omslag<br />

St. Annenstraat 12 in Amsterdam,<br />

het kantoor van het NMF.<br />

Alle rechten voorbehouden.<br />

Een ieder die meent rechten te kunnen ontlenen aan<br />

deze uitgave, wordt vriendelijk verzocht contact met<br />

ons op te nemen.<br />

4<br />

Comité van Aanbeveling<br />

dr. J.E. Andriessen<br />

oud-voorzitter Nationaal Muziekinstrumenten<br />

Fonds, oud-minister van Economische Zaken<br />

jhr. drs. P.A.C. Beelaerts van Blokland<br />

oud-Commissaris van de Koningin in de Provincie<br />

Utrecht<br />

Anner Bijlsma<br />

cellist<br />

mr. M.J. Cohen<br />

oud-burgemeester Amsterdam<br />

mr. J.H.M. Deiters<br />

oud-directeur Concertgebouw N.V.<br />

Hans Heg<br />

muziekjournalist<br />

Philippe Herreweghe<br />

dirigent<br />

Janine Jansen<br />

violiste<br />

mr. P.J. Kalff<br />

oud-voorzitter Raad van Bestuur<br />

ABN AMRO Bank N.V.<br />

prof. dr. Ton Koopman<br />

dirigent<br />

Herman Krebbers<br />

violist<br />

mr. C.J.A. van Lede<br />

oud-voorzitter Raad van Bestuur Akzo-Nobel N.V.<br />

prof. drs. R. de Leeuw<br />

oud-algemeen directeur Rijksmuseum<br />

Cornélie Möller<br />

Max Möller & Zoon<br />

drs. George Möller<br />

oud-voorzitter Raad van Bestuur Robeco Groep N.V.<br />

dr. H.O.C.R. Ruding<br />

oud-minister van Financiën<br />

prof. Frans de Ruiter<br />

voorzitter CvB Koninklijk Conservatorium Den Haag<br />

dr. M. Sanders<br />

oud-directeur Concertgebouw N.V.<br />

W.E. Scherpenhuijsen Rom<br />

oud-voorzitter Bestuur van het<br />

Koninklijk Concertgebouworkest<br />

drs. Mischa Spel<br />

muziekredacteur NRC Handelsblad<br />

Het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) is een<br />

onafhankelijke stichting die al sinds 1925 toezicht<br />

houdt op het inzamelen van geld voor goede doelen.<br />

De taak van het CBF is het bevorderen van een<br />

verantwoorde fondsenwerving en besteding door<br />

middel van het beoordelen van de fondsenwervende<br />

organisaties en het verstrekken van informatie en<br />

advies aan overheidsinstanties en publiek. Wanneer<br />

u het CBF-keur ziet afgebeeld, kunt u er als gever<br />

vanuit gaan dat er verantwoord met uw gift wordt<br />

omgegaan.<br />

www.cbf.nl<br />

Het NMF is door de Belastingdienst aangewezen als<br />

een ANBI, een Algemeen Nut Beogende Instelling.<br />

Het NMF hoeft daarom geen erfbelasting of schenkingsrecht<br />

te betalen. Donateurs van het NMF<br />

kunnen hun giften aftrekken van de inkomsten- of<br />

vennootschapsbelasting (uiteraard binnen de geldende<br />

regels).<br />

www.belastingdienst.nl<br />

www.anbi.nl<br />

Beschermheer Z.K.H. Prins Constantijn<br />

FOTO RVD


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

25 jaar<br />

welluidendheid<br />

De verleiding om bij een voorwoord voor een<br />

jubileummagazine alle wapenfeiten te noemen,<br />

is groot. Die feiten vindt u echter verderop<br />

in deze publicatie. Ik laat het daarom bij<br />

een paar.<br />

Zoals zo vele instituties kwam ook ons Nationaal<br />

Muziekinstrumenten Fonds voort uit een<br />

goed, liefdadig idee van een bevlogen mens:<br />

Pieter Moerenhout. Hij werd snel bijgestaan<br />

door violist eo Olof, die gedurende tien jaar<br />

onze eerste voorzitter was. Helaas moesten wij<br />

in oktober 2012 afscheid van hem nemen.<br />

Het Koninklijk Huis hee het NMF altijd een<br />

warm hart toegedragen, getuige onder andere<br />

het Beschermheerschap van Z.K.H. Prins<br />

Claus vanaf 1992, in 2004 opgevolgd door zijn<br />

zoon Z.K.H. Prins Constantijn. Hun interesse<br />

stimuleert zowel de medewerkers van het bureau<br />

als zij die op NMF-instrumenten spelen.<br />

Door de jaren heen zagen ruim 1.750 musici<br />

(van coryfeeën als Emmy Verheij en Janine Jansen<br />

tot het jongste lid van Coosje Wijzenbeek’s<br />

Fancy Fiddlers) hun vaardigheden door NMFinstrumenten<br />

en NMF-strijkstokken groeien.<br />

Hoe brachten we het zo ver?<br />

Daarvoor hoef je eigenlijk alleen maar eens<br />

een ‘presentatieconcert’ bij te wonen, dat het<br />

NMF voor zijn donateurs organiseert. De<br />

toewijding, het enthousiasme, de vreugde die<br />

een kind uitstraalt dat zich op een écht mooie<br />

viool mag uitleven. Een musicus die zich met<br />

uitstekend materiaal kan vereenzelvigen met<br />

de creativiteit van de componist. Dát ontroert<br />

de luisteraar, de donateur, ons allen! Gelukkig<br />

maar, want zonder sponsors, donateurs,<br />

de vele steunpilaren van ons NMF kunnen we<br />

niet veel. U jubileert mee! En er liggen nog altijd<br />

violen op zolders………..<br />

Het NMF wil nog jaren vooruit. Elk jaar staan<br />

nieuwe gegadigden te trappelen! Er liggen nog<br />

vele welluidende jaren voor ons. Verandert er<br />

dan niets? Jawel, crisis of geen crisis, de wachtlijst<br />

in het voordeliger segment is korter geworden<br />

door de groei van de NMF-collectie.<br />

Daardoor kan het NMF zich ook meer richten<br />

op musici die al verder in hun carrière zijn en<br />

een nog beter (en dus kostbaarder) instrument<br />

nodig hebben. Dus, aanschaf van minder instrumenten,<br />

maar hogere kosten. Daarnaast<br />

wil het NMF meer gaan doen aan de presentatie<br />

bij een optreden. Een verzorgd uiterlijk,<br />

een leuk, goed bedacht verklarend praatje. Een<br />

pracht instrument verdient immers een stijlvol<br />

optreden.<br />

Kortom, hoera, hoera, we zijn jarig, en hoe!<br />

We leven bewust, stijlvol en welluidend verder,<br />

met u allen!<br />

Prof. ir. W. Dik<br />

voorzitter<br />

5


6<br />

Theo Olof Theo<br />

Op 9 oktober 2012 is eo Olof, eerste voorzitter<br />

en bijna een kwart eeuw lang voorvechter<br />

van het NMF, op 88-jarige leeijd overleden.<br />

eo was niet alleen een uiterst beminnelijk<br />

mens en een fantastische violist, hij was ook een<br />

onvermoeibare ambassadeur van het NMF. Hij<br />

is door zijn inzet en persoonlijkheid van onschatbare<br />

waarde voor het NMF geweest. Nadat<br />

Pieter Moerenhout bijna een kwart eeuw geleden<br />

het NMF had opgericht, kwam eo al snel<br />

in beeld.<br />

Door zijn kwaliteiten als mens en musicus was<br />

eo ook toen al een bekende Nederlander. Hij<br />

voelde zich erg aangesproken door de doelstelling<br />

van het NMF en aarzelde niet om zich met<br />

hart en ziel voor de toen nog nieuwe stichting in<br />

te zetten. eo werd de eerste voorzitter van het<br />

NMF. Nadat hij in 1997 deze functie had neergelegd<br />

bleef hij als voorzitter van het Comité<br />

van Aanbeveling een onvermoeibare voorvechter<br />

voor de Stichting. Als hij de kans kreeg, brak<br />

Olof verzorgde jarenlang een masterclass voor het NMF.<br />

Hier is hij met Cecilia Bernardini in Cristofori, Amsterdam 2001<br />

hij in elk televisie- of radio-optreden dat hij had<br />

een lans voor het Muziekinstrumenten Fonds.<br />

eo bleef tot aan zijn dood betrokken bij het<br />

NMF. Hij kwam met zijn lieve vrouw Noor naar<br />

het jaarlijkse Presentatieconcert tot het echt niet<br />

meer ging, hij belde met enige regelmaat naar<br />

kantoor en een enkele maal aten we in Arti een<br />

broodje om even bij te praten: over het NMF,<br />

maar ook over het leven.<br />

Met het overlijden van eo verdwijnt een<br />

unieke persoonlijkheid bij het NMF. Een persoonlijkheid<br />

die zeer gemist zal worden. eo<br />

lee voort in de harten van velen die bij het<br />

NMF betrokken waren en zijn. En door zijn viool<br />

die zich in de collectie van het NMF bevindt<br />

(een François Louis Pique, Parijs 1797) zal er bij<br />

ons ook altijd een tastbaar monument van eo<br />

overblijven.<br />

Marcel Schopman<br />

FOTO NMF


Resultaten uit<br />

het verleden<br />

bieden geen<br />

garanties voor<br />

de toekomst<br />

door Marcel Schopman<br />

directeur NMF<br />

“Gaat het goed met het NMF?” krijg ik vaak<br />

als vraag. In een tijd waarin het voortbestaan<br />

van vele culturele instellingen onder grote<br />

druk staat, is dat geen merkwaardige vraag.<br />

Culturele instellingen zien zich gedwongen<br />

om veel meer dan voorheen een beroep te<br />

doen op fans en vrienden, op particuliere donateurs<br />

dus, om overeind te kunnen blijven.<br />

Immers, de eigen vaste inkomsten zijn vaak<br />

bij lange na niet genoeg om te kunnen blijven<br />

functioneren. Dat is bij het NMF niet anders.<br />

De bescheiden overheidssubsidie aan het<br />

NMF van nog geen € 80.000 is met ingang van<br />

2012 komen te vervallen. Dat betekent dat de<br />

enige vaste inkomsten van het NMF de bruikleeninkomsten<br />

van musici zijn. Deze inkomsten<br />

maken tegenwoordig ruim 10% van de<br />

totale inkomsten van het NMF uit. Het overgrote<br />

deel komt dus van de gulle gevers van<br />

het NMF. Van hen dus, die muzikaal talent een<br />

warm hart toedragen.<br />

Het NMF is – in tegenstelling tot veel culturele<br />

clubs - al lang gewend om steun te vragen aan<br />

particulieren – en met succes! Want de groep<br />

donateurs van het NMF groeit nog steeds. Al<br />

die steun hee na een kwart eeuw geresulteerd<br />

in één van de grootste instrumentenfondsen<br />

ter wereld.<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Tegelijkertijd is de opmerking dat ‘resultaten<br />

uit het verleden geen garantie bieden voor<br />

de toekomst’ een waarheid als een koe. Want<br />

ondanks de gulle steun van veel donateurs en<br />

de goede resultaten van de afgelopen jaren, begint<br />

het NMF elk jaar nancieel gezien weer bij<br />

nul. Garanties dat we in het nieuwe jaar weer<br />

geld binnen krijgen, hebben we niet. Elk jaar<br />

moeten er weer mensen gevonden en overtuigd<br />

worden om hun steun aan jonge musici<br />

te geven.<br />

Het NMF is, kortom, heel dankbaar voor alle<br />

donateurs die ons de afgelopen jaren gesteund<br />

hebben. Maar we hebben uw steun de komende<br />

jaren ook nodig, niet alleen om de collectie<br />

te kunnen beheren en musici te begeleiden in<br />

hun ontwikkeling, maar ook om de collectie<br />

uit te breiden. Nog steeds ja, want er staan nog<br />

musici op de wachtlijst.<br />

Ja, het gaat goed met het NMF. Ongeveer 400<br />

musici spelen op een instrument van ons. We<br />

willen zo mogelijk nóg meer mensen aan een<br />

beter instrument helpen. Helpt u mee?<br />

7


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Van alle 22 winnaars van de<br />

Nederlandse Muziekprijs hebben<br />

maar liefst 10 winnaars voor<br />

kortere of langere tijd een<br />

instrument van het NMF in<br />

bruikleen gekregen.<br />

Janine Jansen, die als klein<br />

meisje ooit een NMF-instrument<br />

bespeelde, won deze prijs in<br />

2003.<br />

8<br />

FOTO KASSKARA


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

25 jaar NMF<br />

25 NMF-musici<br />

NMF-musici uitgelicht<br />

1988 Johannes Leertouwer<br />

1989 Jaap ter Linden<br />

1990 Janine Jansen<br />

1991 Christianne Stotijn<br />

1992 Isabelle van Keulen<br />

1993 Viola de Hoog<br />

1994 Liza Ferschtman<br />

1995 Simone Lamsma<br />

1996 Vesko Eschkenazy<br />

1997 Lavinia Meijer<br />

1998 Sonja van Beek<br />

1999 Quirine Viersen<br />

2000 Daniel Rowland<br />

2001 Lisanne Soeterbroek<br />

2002 Hannes Minnaar<br />

2003 Pieter Wispelwey<br />

2004 Antoinette Lohmann<br />

2005 Cecilia Bernardini<br />

2006 Tjeerd Top<br />

2007 Frederieke Saeijs<br />

2008 Ernst Reijseger<br />

2009 David Kweksilber<br />

2010 Rick Stotijn<br />

2011 Rosanne Philippens<br />

2012 Dana Zemtsov<br />

www.muziekinstrumentenfonds.nl<br />

In de 25 jaar dat het NMF bestaat hee de<br />

stichting al ruim 1.750 musici voor kortere of<br />

langere tijd aan een instrument geholpen. Veel<br />

violisten en cellisten, maar ook pianisten, harpisten<br />

en blazers. Uit elk van de 25 NMF-jaren<br />

presenteren we u één aansprekende naam.<br />

Sommigen van hen speelden slechts een paar<br />

maanden op een instrument van het NMF, anderen<br />

deden dat vele jaren. Dat hee veelal te<br />

maken met de leeijd waarop de musicus bij<br />

het NMF aanklopt. Voor jonge mensen, die<br />

zich nog sterk ontwikkelen, is een instrument<br />

vaak een tijdelijk iets, een hulpstuk dat hen<br />

verder brengt bij hun doel. Eenmaal volwassen<br />

en gerijpt blij het instrument vaak veel langer<br />

bij de bespeler. Alle musici uit onderstaand<br />

overzicht kregen van het NMF de kans zich<br />

verder te ontwikkelen. Als zij een instrument<br />

inleverden, deden ze dat allen op vrijwillige<br />

basis.<br />

De belangrijke rol van het NMF in het Nederlandse<br />

muziekleven is ook duidelijk uit het<br />

volgende. De Nederlandse Muziekprijs is de<br />

hoogste onderscheiding die door het Ministerie<br />

van OCW aan een musicus, werkzaam in<br />

de klassieke muziek in Nederland, kan worden<br />

uitgereikt. Van de 22 winnaars van deze<br />

hoogste onderscheiding (exclusief vocalisten)<br />

die er sinds de oprichting in 1981 geweest zijn,<br />

25 jaar<br />

hebben maar liefst 10 winnaars voor kortere<br />

of langere tijd een instrument van het NMF<br />

in bruikleen gekregen. Het Nationaal Vioolconcours<br />

Oskar Back is voor toptalent: violisten<br />

van 17 t/m 26 jaar die op het hoogste<br />

niveau willen uitvoeren. Van de twaalf keer<br />

dat het Concours sinds de oprichting van het<br />

NMF gehouden is, was de winnaar negen keer<br />

bruiklener van het NMF.<br />

In dit magazine vindt u een aantal van de bijzondere<br />

musici die een instrument van het<br />

NMF in bruikleen hadden: één musicus uit elk<br />

jaar dat het NMF bestond.<br />

Alle musici die op dit moment een instrument<br />

van het NMF bespelen vindt u op de website.<br />

9


Muziekinstrumenten kosten geld: veel geld. Vaak<br />

zoveel dat musici en muziekstudenten zich de aanschaf<br />

ervan niet kunnen veroorloven. En dat terwijl<br />

een goed instrument geen luxe is, maar een absolute<br />

noodzaak voor iemand wiens vak het is te<br />

musiceren.<br />

Dat betekent dat veel musici hulp nodig hebben.<br />

Het NMF is destijds opgericht om dat probleem op<br />

te lossen. En vandaag de dag geldt die oorspronkelijke<br />

doelstelling nog onverkort: het NMF geeft<br />

jaarlijks ongeveer 400 kwalitatief hoogstaande muziekinstrumenten<br />

en 350 strijkstokken in bruikleen<br />

aan professionele musici en aan hen die dat willen<br />

worden.<br />

10<br />

FOTO JANNEMIEKE OOSTRA<br />

Nicolas van Poucke, Ella van Poucke en Gerard Spronk<br />

Presentatieconcert 2007<br />

Doelstellingen<br />

Het NMF is een organisatie die in grote lijnen<br />

drie specieke doelen hee;<br />

- het uitlenen van instrumenten aan musici.<br />

De nadruk ligt hierbij op het helpen van<br />

jong talent, conservatoriumstudenten en beroepsmusici.<br />

Maar ook topsolisten die dure<br />

instrumenten nodig hebben, krijgen hulp<br />

van het NMF. Zo wordt het hoogstaande Nederlandse<br />

muziekleven structureel gesteund.<br />

- het behouden en ontwikkelen van cultureel<br />

erfgoed. Het NMF rekent het tot zijn taak de<br />

instrumenten uit de historisch belangrijke<br />

Nederlandse vioolbouwschool te behouden<br />

voor het nageslacht en deze ook bespeelbaar<br />

te laten zijn. Zo wordt de hoogstaande collectie<br />

Nederlandse instrumenten geconserveerd,<br />

uitgebreid en beluisterbaar gemaakt<br />

en gehouden.<br />

Bestaan<br />

uitgangs<br />

- het bieden van educatie. Het NMF begeleidt<br />

muziekstudenten bij het maken van de<br />

juiste keuze van een instrument en/of stok.<br />

Het NMF hee ondervonden dat er aan dit<br />

aspect in de traditionele muziekopleidingen<br />

te weinig aandacht wordt besteed, terwijl<br />

dit juist van wezenlijk belang is. Daarnaast<br />

biedt het NMF de NMF-musici ondermeer<br />

de mogelijkheid podiumervaring op te<br />

doen, mee te doen aan CD/DVD-opnames<br />

en te participeren in klanktesten.<br />

De doelgroep:<br />

beroepsmusici en zij die dat<br />

willen worden.<br />

Het NMF wil beroepsmusici en hen die dat<br />

willen worden helpen. Zij kunnen een beroep<br />

doen op het NMF om een instrument in<br />

bruikleen te krijgen. Dit geldt voor zowel klassieke<br />

als niet-klassieke musici. Bovendien kan<br />

men voor bijna elk instrument een aanvraag<br />

indienen, zodat met recht kan worden gezegd<br />

dat het NMF het gehele Nederlandse muziekleven<br />

steunt.<br />

De aanvraag<br />

Een musicus die een aanvraag wil doen moet<br />

voldoende kwaliteit hebben om beroepsmusicus<br />

te zijn of dat te worden. Hij komt in aanmerking<br />

voor een instrument dat past bij zijn<br />

artistieke niveau en hij mag niet zelf in staat


srecht<br />

punt&<br />

zijn een dergelijk instrument aan te schaffen.<br />

Het NMF vindt het belangrijk dat alle<br />

muziekinstrumenten van het fonds door het<br />

publiek gehoord kunnen worden. Dat betekent<br />

dat NMF-musici een actieve rol in het<br />

Nederlandse muziekleven moeten vervullen.<br />

Buitenlanders die met voldoende regelmaat op<br />

de Nederlandse podia optreden, kunnen een<br />

aanvraag bij het NMF indienen als zij aan de<br />

overige eerder genoemde criteria voor bruikleen<br />

voldoen.<br />

De procedure<br />

Een instrument dient schrielijk aangevraagd<br />

te worden. Na ontvangst van de aanvraag<br />

vindt er een intakegesprek plaats. Het NMF<br />

probeert dan enerzijds een beeld te krijgen<br />

van motivatie, capaciteiten en verlangens van<br />

de potentiële NMF-musicus, terwijl anderzijds<br />

de do’s en don’ts van het NMF uitvoerig worden<br />

uitgelegd. Na deze voorselectie bespreekt<br />

de Commissie Aanvragen en Instrumenten<br />

de aanvraag. Deze commissie bestaat uit een<br />

achttal deskundigen en brengt een niet-bindend<br />

advies uit aan het bestuur dat uiteindelijk<br />

beslist over de aanvraag.<br />

Cultureel Erfgoed<br />

Het NMF heeft in zijn 25-jarig bestaan<br />

een belangrijke collectie Nederlandse instrumenten<br />

samengesteld, die een museale<br />

waarde heeft. Het NMF bezit instrumenten<br />

uit het tijdperk van de eerste belangrijke Nederlandse<br />

bouwperiode tot aan nu, een periode<br />

van ruim 300 jaar. Hoewel het Haags<br />

Gemeentemuseum (middels de collectie verzameld<br />

door de bankier Daniël Scheurleer)<br />

een nog veel grotere verzameling bezit, heeft<br />

de collectie van het NMF het voordeel dat<br />

deze (in tegenstelling tot die in Den Haag)<br />

zichtbaar is en bespeeld wordt: indachtig het<br />

oorspronkelijke doel van een muziekinstrument.<br />

Een muziekinstrument is immers een<br />

gebruiksvoorwerp.<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Jarenlang is het belang van de Hollandse<br />

school en de instrumenten die zij maakte onderschat.<br />

Pas nadat met name buitenlandse<br />

beleggers hun oog lieten vallen op deze instrumenten<br />

en violen in grote aantallen naar het<br />

buitenland verdwenen en (dus) in prijs stegen,<br />

kwam de aandacht voor deze ten onrechte vergeten<br />

groep weer op. Het NMF speelt bij de<br />

hernieuwde aandacht voor eigen erfgoed een<br />

leidende rol. De prijs/kwaliteitverhouding van<br />

deze instrumenten is nog steeds aantrekkelijk<br />

en mede daarom hee het NMF een grote belangstelling<br />

voor Hollandse instrumenten.<br />

Cindy Albracht<br />

11


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Het NMF bezit ondermeer instrumenten van<br />

belangrijke instrumentenbouwers als Pieter<br />

Rombouts, Hendrik Jacobs, Johannes Cuypers,<br />

Max Möller, Eberhard Uebel, Jaap Bolink,<br />

Serge Stam, Daniel Royé en vele anderen.<br />

Ook als cultureel erfgoed beschouwt het<br />

NMF de verzameling instrumenten die afkomstig<br />

is of bespeeld is geweest door belangrijke<br />

Nederlandse musici. Zo bezit het NMF de<br />

Pique viool van eo Olof, de Carlo Bergonzi<br />

viool die Herman Krebbers tientallen jaren<br />

hee bespeeld, twee violen (een Jaap Bolink<br />

en een Federico Goldnagl) uit de collectie van<br />

Isabelle van Keulen en een aantal andere instrumenten<br />

met een bijzondere aomst.<br />

Op de uitgebreide website van het NMF kunt<br />

u een overzicht raadplegen van alle instrumenten<br />

die de collectie omvat, onder het kopje<br />

‘Collectie’.<br />

12<br />

Catharina Ungvari<br />

FOTO NIC LIMPE<br />

Het NJO speelt ieder jaar op strijkstokken van het NMF<br />

Het NMF bezit de Pique viool van Theo Olof, de Carlo Bergonzi<br />

viool die Herman Krebbers tientallen jaren heeft bespeeld,<br />

twee violen (een Jaap Bolink en een Federico Goldnagl) uit<br />

de collectie van Isabelle van Keulen, de vleugels van dirigent<br />

Anton Kersjes en pianist George van Renesse en een aantal<br />

andere instrumenten met een bijzondere afkomst.<br />

www.muziekinstrumentenfonds.nl/collectie


Educatie<br />

Het oorspronkelijke doel van het NMF was<br />

uitsluitend het in bruikleen geven van muziekinstrumenten<br />

aan talentvolle musici, met<br />

als oogmerk om hun carrière een krachtige<br />

impuls te geven. Later werd “additionele” hulp<br />

geboden door het organiseren van masterclasses,<br />

CD-opnames en het geven van concerten.<br />

Hierdoor werd de NMF-musici extra<br />

leermomenten geboden om verder te komen<br />

in hun vak. Het is duidelijk dat de aandacht<br />

die het NMF in het aankoopbeleid wil geven<br />

aan musici die al verder zijn in hun carrière,<br />

gepaard moet gaan met een verdergaande begeleiding<br />

van deze musici op andere gebieden.<br />

Te denken valt aan podiumpresentatie, ondersteuning<br />

bij het zoeken naar management,<br />

ondersteuning bij marketing, CD-contracten,<br />

promotionele zaken en dergelijke. Het NMF<br />

onderzoekt momenteel op welke wijze deze<br />

steun het beste verleend kan gaan worden.<br />

Door het sterk gestegen aantal NMF-concerten<br />

in de afgelopen jaren gee het NMF aan<br />

steeds meer musici de kans om podiumervaring<br />

op te doen.<br />

Speciaal van belang is ook de mogelijkheid die<br />

het NMF biedt om authentieke en bijzondere<br />

instrumenten te bespelen. Het NMF leent op<br />

projectbasis klassieke- en barokstrijkstokken<br />

uit: dit gee de musicus een unieke kans vertrouwd<br />

te raken met een andere, historiserende<br />

manier van spelen.<br />

1988<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Johannes Leertouwer<br />

Johannes kreeg in 1988 een viool van Cornelis<br />

Kleynman, gebouwd in Amsterdam<br />

rond 1683, uit de collectie van het NMF.<br />

Hij was daarmee één van de allereerste<br />

bruikleners van het NMF, waarvan ook zijn<br />

NMF-registratienummer 0009 getuigt.<br />

Johannes Leertouwer was naast solist later<br />

ook concertmeester bij Anima Eterna van<br />

Jos van Immerseel en bij het orkest van de<br />

Nederlandse Bachvereniging. Hij is hoofdvakdocent<br />

viool aan het Conservatorium<br />

van Amsterdam en sinds 2009 is hij ook<br />

chef-dirigent en artistiek leider van Nederlands<br />

nieuwste symfonieorkest, de Nieuwe<br />

Philharmonie Utrecht.<br />

13<br />

FOTO MARCO BORGGREVE


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

14<br />

Jiri Taihuttu studeert flamencogitaar bij<br />

Eric Vaarzon Morel aan het Conservatorium<br />

van Amsterdam. Daarnaast speelt hij in de<br />

populaire band The Wild Things, waarmee<br />

hij in De Wereld Draait Door verscheen.


de keuze van de NMF-medewerkers<br />

Aan veel van die<br />

instrumenten klee een<br />

bijzonder verhaal.<br />

Alle NMF-medewerkers<br />

stellen u één bijzonder<br />

instrument voor.<br />

M ANON V EENEND AAL<br />

Een flamenco gitaar, gebouwd door Gerundino Fernandez,<br />

Almeria 1981. Achterblad en ribben van<br />

Spaanse cypres, voorblad van Europees vurenhout.<br />

Rozet heeft een patroon dat goed herkenbaar is van<br />

deze bouwer. Origineel gesigneerd en gedateerd label.<br />

Gestempeld aan de binnenkant achterblad en<br />

halsklos. NMF-nummer 1187.<br />

Het is bijna zes jaar geleden dat er met de post<br />

een bijzonder pakketje werd bezorgd op de<br />

Sint Annenstraat. Of liever gezegd, een heel<br />

groot pakket, ter grote van een computer. Of<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Bijzondere instrumenten<br />

uit de collectie<br />

Een pakketje per post<br />

FOTO NMF<br />

een groot uitgevallen werkkalender. We pakten<br />

het uit en er bleek een gitaar in te zitten.<br />

Een octaafgitaar, bestemd voor het NMF. Deze<br />

gitaar kocht het NMF destijds speciaal voor<br />

Het Gitaarorkest Nederland.<br />

Kort geleden deed zich eenzelfde situatie voor.<br />

Ik deed de deur open, en er verscheen weer<br />

een groot postpakket met in vetgedrukte letters<br />

‘fragile’ erop.<br />

Kennelijk is het in de gitaarbranche heel normaal<br />

om instrumenten met de post te versturen,<br />

want er zat wéér een gitaar in! Deze keer<br />

betrof het de gitaar speciaal voor het jonge talentje<br />

Jiri Taihuttu. Deze bescheiden tiener uit<br />

het zuiden des lands had een jaar daarvoor de<br />

show gestolen op onze presentatieconcerten.<br />

Samen met zijn enthousiaste docent Eric Vaarzon<br />

Morel (een amencogitarist van naam),<br />

trad hij vier avonden achter elkaar op voor<br />

onze begunstigers en andere relaties. Iedereen<br />

was laaiend. Er was alleen één maar. Het<br />

instrument waarop hij speelde, was duidelijk<br />

toe aan vervanging. Het stak lelijk af tegen het<br />

prachtige instrument dat zijn leraar Eric bespeelde:<br />

een exemplaar dat nog van Paco Peña<br />

was geweest. Eric brak een lans voor Jiri en liet<br />

het publiek op subtiele wijze weten dat Jiri<br />

15


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

eigenlijk toe was aan een andere, betere amencogitaar:<br />

eentje die paste bij zijn ontwikkeling<br />

van dat moment.<br />

Kennelijk pikte het publiek het op, want er was<br />

een genereuze schenker (het Douglas Kane<br />

Fonds) te midden van alle gasten, die zich<br />

opwierp om het NMF een genereuze gi te<br />

doen, waarmee het NMF een gitaar voor Jiri<br />

zou kunnen aankopen. En zo geschiedde. Jiri<br />

mocht kiezen tussen een gitaar uit 1969 en één<br />

uit 1981. Een lastige keuze, want beide waren<br />

erg mooi, maar uiteindelijk koos Jiri voor de<br />

gitaar die slechts 14 jaar jonger is dan hijzelf.<br />

Om de schenker te bedanken, gaf hij samen<br />

met zijn leraar een concert. Een concert dat<br />

zoveel mooier was dan het jaar daarvoor! Het<br />

is fantastisch om te merken dat je met een<br />

goed instrument het verschil kunt maken.<br />

16<br />

1989<br />

Jaap ter Linden<br />

In 1989, dus een jaar na de oprichting van<br />

het NMF, kon een bijzondere cello van Giovanni<br />

Grancino (Milaan, 1703) door het<br />

Fonds worden aangekocht. Jaap ter Linden<br />

zou deze cello bijna 21 jaar bespelen. Daarna<br />

kocht Jaap een eigen instrument en ging<br />

de Grancino over in handen van Joris van<br />

den Berg, winnaar van het celloconcours<br />

van de eerste Cellobiënnale in Amsterdam<br />

in 2006. Jaap ter Linden behoort tot de pioniers<br />

van de Europese barokmuziekpraktijk.<br />

Hij stond aan de wieg van verschillende barokensembles,<br />

was medeoprichter van het<br />

ensemble Musica da Camera en eerste cellist<br />

van achtereenvolgens Musica Antiqua Köln,<br />

The English Concert en Ton Koopmans Amsterdam<br />

Baroque Orchestra. Jaap ter Linden<br />

is vooral solist en uitvoerder van kamermuziek,<br />

maar geniet sinds enkele jaren tevens<br />

bekendheid als dirigent.


FOTO ROBERT BENSCHOP<br />

de keuze van de NMF-medewerkers<br />

Een Weens juweel<br />

met Oosterse belletjes<br />

L ENNART VAN D ER SMAN<br />

Een fortepiano, gebouwd door Michael Rosenberger<br />

in Wenen, ca. 1820, NMF-nummer 1180. De kast<br />

gefineerd in notenhout, klavieromvang 6 octaven,<br />

FF-f4, 6 pedalen<br />

In de Leeuwenbergh te Utrecht, begin oktober<br />

2012, presenteerde een pianiste van internationaal<br />

niveau, Shuann Chai, de in het voorjaar<br />

door het NMF aangekochte fortepiano. Je<br />

moet een beetje geluk hebben, want in bijna<br />

tweehonderd jaar – geboortejaar omstreeks<br />

1820 – hee deze “Rosenberger” er ink van<br />

langs gekregen. Een expert, Edwin Beunk,<br />

hee het instrument prachtig gerestaureerd en<br />

weer in optimale staat gebracht. Dat lokt natuurlijk<br />

ook andere kopers. Met wat mazzel en<br />

hulp van particulieren en fondsen is het gelukt<br />

dit unieke instrument aan te kopen. Want een<br />

dergelijk juweel hoort vanzelfsprekend in de<br />

collectie van het Nationaal Muziekinstrumenten<br />

Fonds thuis!<br />

Over het leven van de pianobouwer Michael<br />

Rosenberger is weinig bekend, maar ik kan<br />

me zo voorstellen dat men veel bewondering<br />

voor hem had, daar in Wenen. Of misschien<br />

vonden ze hem ook wel een rare snuiter. Hij<br />

scheen namelijk verschillende typen instrumenten<br />

te hebben uitgevonden, zoals de Polyharmonikon.<br />

En hij scheidde van zijn vrouw,<br />

hetgeen natuurlijk ongehoord was. Maar bovenal<br />

is deze fortepiano een “gevalletje apart”.<br />

De klank van deze fortepiano is prachtig, dat<br />

benadrukten ook Bart van Oort, Paolo Giacometti<br />

en Kristian Bezuidenhout. Wat betre<br />

het exterieur keek ik vol verbazing naar de<br />

stokoude witte toetsen, de fraaie houtstructuur,<br />

de gouden versieringen en... die zes blinkende<br />

pedalen. Shuann Chai wist er wel raad<br />

mee. In Utrecht speelde ze ongelooijk mooi<br />

drie beroemde pianosonates van Ludwig van<br />

Beethoven: de Pathétique, de Mondschein en<br />

de Appassionata. Toen ze het publiek vertelde<br />

over de uniciteit van het instrument, presenteerde<br />

ze ook één voor één de pedalen die het<br />

instrument rijk is. De zesde pedaal was haar<br />

favoriet, zei ze lacherig, want hiermee openbaart<br />

zich misschien wel de guitigheid van Michael<br />

Rosenberger. Vlug kroop ze achter het<br />

instrument en demonstreerde ze de bijzondere<br />

pedaal met de Rondo alla Turca van Mozart. In<br />

de maat klonk er een luide trom met Oosterse<br />

belletjes; een geweldig eect!<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Een grote aanwinst dus, deze fortepiano. En<br />

met Shuann Chai hebben wij een fantastische<br />

pianiste gevonden die het instrument met veel<br />

enthousiasme bespeelt. Overigens is zij het<br />

met ons eens dat de “Rosenberger” periodiek<br />

toegankelijk moet zijn voor studenten en andere<br />

professionele pianisten. Kristian Bezuidenhout<br />

hee al aangegeven interesse te hebben<br />

in een project met dit instrument. Ik geef<br />

hem groot gelijk, die zesde pedaal met Turks<br />

kabaal is wel erg verleidelijk...<br />

17<br />

FOTO ROBERT BENSCHOP


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

18<br />

de keuze van de NMF-medewerkers<br />

Asko|Schönberg<br />

Maya Beiser<br />

Amsterdam Sinfonietta<br />

Anner Bijlsma<br />

Andreas Brantelid<br />

B’Rock<br />

Baroque Orchestra Gent<br />

Colin Carr<br />

Cello8ctet Amsterdam<br />

Conservatoriumorkest Amsterdam<br />

CvAPercussion<br />

Vincent Courtois<br />

Valter Dešpalj<br />

Roel Dieltiens<br />

Tan Dun<br />

Martin Fondse<br />

Sol Gabetta<br />

David Geringas<br />

Larissa Groeneveld<br />

Natalia Gutman<br />

Doris Hochscheid<br />

Xenia Jankovic<br />

Annsi Karttunen<br />

Jakob Koranyi<br />

LeineRoebana<br />

Floris Mijnders<br />

Johannes Moser<br />

Dai Myiata<br />

Truls Mørk<br />

Nederlands Jeugd Strijkorkest<br />

Nederlands Philharmonisch Orkest<br />

Nederlands Symfonie Orkest<br />

Nieuw Ensemble<br />

Kevin Olusola<br />

Jérôme Pernoo<br />

Ella van Poucke<br />

Ragazze Kwartet<br />

Ernst Reijseger<br />

Residentie Orkest<br />

Gabriel Schwabe<br />

Hidemi Suzuki<br />

Tsuyoshi Tsutsumi<br />

Quirine Viersen<br />

Raphael Wallfisch<br />

Jian Wang<br />

Paul Watkins<br />

Sietse-Jan Weijenberg<br />

Joann Whang<br />

Hans Woudenberg<br />

Kaori Yamagami<br />

Chu Yi-Bing<br />

26 oktober t/m 3 november 2012<br />

concerten, masterclasses, concours<br />

Muziekgebouw aan ’t IJ<br />

Bimhuis<br />

amsterdamsecellobiennale.nl<br />

Balancerend op één vinger<br />

Een 5-snarige cello, gebouwd door en gesigneerd: ‘Jaap<br />

Bolink en Annelies Steinhauer fecit in Lijstervreugde<br />

Hilversum’ “Bolstein”, NMF-nummer 1024.<br />

G EERTJE VAN D ER L IND EN<br />

Sinds de laatste editie van de Amsterdamse Cello<br />

Biënnale kennen alle cellisten in Nederland<br />

en wijde omgeving de cello ‘La Baleine’, balancerend<br />

op één vinger op de poster van dit succesvolle<br />

cellofestival.<br />

Wat niet iedereen weet is dat die vinger één<br />

van de vingers is van cellist Ernst Reijseger en<br />

dat die cello een bijzonder instrument is uit de<br />

collectie van het Nationaal Muziekinstrumenten<br />

Fonds. In 2009 klopte Ernst Reijseger aan<br />

bij het NMF omdat hij droomde van een cello<br />

met een extra lage bassnaar. Ernst speelde toen<br />

al jaren op een cello die Jaap Bolink voor hem<br />

bouwde in 1984, een instrument dat hem al 27<br />

jaar trouwe diensten had bewezen en dat hij<br />

niet kwijt wilde. Bij de regelmatige bezoeken<br />

aan Jaap Bolink en zijn vrouw Annelies Steinhauer<br />

had Ernst al vaker zitten losoferen over<br />

de mogelijkheden van een cello met een lage<br />

F-snaar. En omdat hij ook zeer gecharmeerd is<br />

van de instrumenten van Annelies Steinhaeur,<br />

werd het zijn wens om een cello met een lage 5e<br />

snaar te bespelen, gebouwd door Jaap én Annelies,<br />

die op dat moment al 40 jaar hun leven én<br />

atelier samen delen.<br />

La Baleine is het eerste instrument dat zij samen<br />

bouwden en voor zover bekend ook de eerste<br />

akoestische cello met een lage F-snaar. Johann<br />

Sebastian Bach schreef muziek voor een kleiner<br />

model 5-snarige cello waarbij het instrument<br />

werd verrijkt met een hoge e snaar. La Baleine<br />

is geen klein model, het is een fors instrument,<br />

vooral in de breedte. De cello kreeg de naam ‘La<br />

Baleine’, de walvis, vanwege zijn geluid.<br />

Het NMF besloot tot de opdracht van de bouw<br />

van deze cello door Jaap Bolink en Annelies


Steinhauer om zo een waardevol instrument<br />

aan de collectie te kunnen toevoegen. Ernst Reijseger<br />

hee in de jaren dat hij ‘de vijf-snaar’ nu<br />

bespeelt al zoveel musici, cellisten en niet-cellisten<br />

met dit instrument weten te inspireren dat<br />

wij hem zeer dankbaar zijn voor dit idee. Wie<br />

weet welke cellisten dit instrument nog zullen<br />

bespelen!<br />

De cello was net op tijd af, eind 2009, voor de<br />

opnames van de lmmuziek die Ernst Reijseger<br />

schreef voor de lm ‘Cave of Forgotten Dreams’<br />

van Werner Herzog. Een lm die internationaal<br />

lovende recensies en nominaties ontving. U<br />

hoort in deze muziek Harmen Fraanje op piano<br />

en kerkorgel, Sean Bergin, het Nederlands<br />

Kamerkoor en Ernst Reijseger op ‘de 5-snaar’.<br />

Daarna volgde een jaar van vele prijzen. Prijzen<br />

die Ernst ontving voor werk met zijn trouwe<br />

4-snarige Bolink, maar vierde met La Baleine:<br />

een ‘Edison Hedendaags Klassiek’ voor zijn<br />

2e solo album ‘Tell Me Everything’ (Winter &<br />

Winter), een Gouden Kalf voor zijn muziek bij<br />

de lm van Martijn Maria Smits ‘C’est déjà l’Été’,<br />

én de Franse prijs ‘Le Trophée des Arts Afro<br />

Caribéen’ voor het beste album dat hij maakte<br />

samen met Groove Lélé.<br />

1990<br />

Janine Jansen<br />

Op jonge leeftijd werd Janine Jansen al als<br />

een enorm viooltalent gezien. Want tijdens<br />

haar 12e jaar werd haar tijdens een benefietconcert<br />

voor het NMF in Concertzaal de<br />

Doelen in Rotterdam door niemand minder<br />

dan Prins Claus uit de collectie van het<br />

NMF een viool in bruikleen aangeboden.<br />

Het ging om een instrument vervaardigd<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

door de beroemde vioolbouwer Max Moller<br />

I (Amsterdam, 1928). Janine bleef enige<br />

jaren op dit instrument spelen. Haar reputatie<br />

als talent heeft zij natuurlijk volledig<br />

waargemaakt. Wat er daarna met haar gebeurde,<br />

weet bijna elke Nederlander wel na<br />

te vertellen…………..<br />

19


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

de keuze van de NMF-medewerkers<br />

Na 320 jaar weer heelhuids thuis<br />

FRITS S CHUTTE<br />

Een cello, gebouwd door Hendrick Jacobs, waarin<br />

mede herkenbaar de hand van Pieter Rombouts,<br />

Amsterdam ca. 1690. NMF-nummer 1146.<br />

Mijn eerste ontmoeting met deze cello staat<br />

me nog vers in het geheugen. Ik herinner me<br />

de elegante bouw, de hoge welvingen en de<br />

mooie staat waarin hij verkeerde. Het besef dat<br />

hij 320 jaar eerder op een steenworp afstand<br />

van ons kantoor was gebouwd en nu via vele<br />

omzwervingen weer ‘thuis’ was gekomen, gaf<br />

me een ander gevoel dan ik gewend was bij<br />

oude Franse of Italiaanse instrumenten. Ik<br />

nam de unieke cello mee om hem door experts<br />

te laten beoordelen en liep daarbij al vrij snel<br />

tegen interessante meningsverschillen aan. De<br />

ene expert was er grondig van overtuigd dat<br />

de cello grotendeels door de oude Hendrick<br />

Jacobs zelf was gebouwd, terwijl de ander weer<br />

sterk kon verdedigen waarom Jacobs’ leerling<br />

Pieter Rombouts er het meeste werk aan moest<br />

hebben gedaan. Deze leerzame discussie<br />

bracht me uiteindelijk in de catacomben van<br />

het Gemeentemuseum in Den Haag, waar we<br />

uitsluitsel hoopten te krijgen. Als kinderen in<br />

een snoepwinkel kon ik samen met een expert<br />

urenlang door de laden en kasten gaan waarin<br />

het museum de prachtige collectie strijkinstrumenten<br />

conserveert.<br />

Parallel aan dit enerverende onderzoek liep de<br />

beoordeling van de klankkwaliteiten. Ik kwam<br />

daarvoor onder andere bij Pieter Wispelwey<br />

thuis. Het was heel mooi om van zo dichtbij te<br />

kunnen zien en horen hoe Pieter steeds meer<br />

werd betoverd door de mogelijkheden van de<br />

cello. Hij raakte verzeild in de dynamiek en<br />

kleuren die de Jacobs in zijn mars bleek te hebben<br />

en leek niet meer op te kunnen houden<br />

20<br />

FOTO NMF<br />

Frits Schutte toont de Jacobs-cello aan het publiek tijdens een Presentatieconcert in<br />

Haarlem<br />

met spelen. Toen we uiteindelijk onze kandidate<br />

Harriet Krijgh bij het traject betrokken,<br />

wisten we dus al dat we te maken hadden met<br />

een juweel van een instrument. Samen met<br />

haar onderwierpen we de Jacobs aan een zware<br />

vergelijking in een grote concertzaal met ondermeer<br />

de onbetaalbare cello van een topcellist.<br />

De Jacobs bleek ook die proef perfect te<br />

doorstaan.<br />

Begin 2011 werd de aankoop een feit. Harriet,<br />

die in Wenen studeert, bracht de Jacobs afgelopen<br />

november weer even terug naar zijn geboorteplaats<br />

toen ze aan het concours van de<br />

Cellobiënnale in Amsterdam deelnam. En ja,<br />

samen met Hendrick won ze de eerste prijs!<br />

FOTO STEPHAN VANFLETEREN


Een contrabasklarinet van het merk Leblanc<br />

gebouwd in 2003, NMF-nummer 737.<br />

De basklarinet is gebouwd en aangekocht in 2003 en<br />

is van het merk Buffet Crampon (model BC 1193-2).<br />

NMF-nummer 728.<br />

De collectie van het NMF bestaat uit strijkinstrumenten<br />

en strijkstokken. Ook beschikt het<br />

NMF over vleugels en een aantal harpen. Veel<br />

mensen vragen zich af waarom het NMF geen<br />

blaasinstrumenten in zijn collectie hee. Dit<br />

hee, naast het feit dat veel blazers graag over<br />

een eigen, vaak nieuw, instrument beschikken,<br />

twee redenen. Allereerst blijkt dat wanneer<br />

blaasinstrumenten worden vergeleken met<br />

strijkinstrumenten de meeste strijkinstrumenten<br />

al honderden jaren min of meer hetzelfde<br />

worden gebouwd. Terwijl blaasinstrumenten,<br />

1991<br />

de keuze van de NMF-medewerkers<br />

Blazer tussen de strijkers<br />

M ARIE-THÉRÈS E K UIJKH OVEN<br />

met name die met kleppen, in de loop der jaren<br />

technisch verbeterd worden. Blaasinstrumenten<br />

worden na verloop van tijd dan ook<br />

niet méér waard, meestal dalen zij zelfs in<br />

waarde. De tweede reden is dat veel blaasinstrumenten<br />

gewoonweg minder duur zijn om<br />

aan te schaen. Musici kunnen zich, eventueel<br />

met een lening, al snel een eigen blaasinstrument<br />

veroorloven.<br />

Toch worden we regelmatig gebeld voor de<br />

bruikleen van twee specieke blaasinstrumen-<br />

Christianne Stotijn<br />

Heden ten dage is er geen Nederlandse<br />

zangeres die internationaal zoveel furore<br />

maakt als Christianne Stotijn: zij zingt over<br />

de hele wereld met de groten der aarde,<br />

zoals Bernard Haitink en Claudio Abbado.<br />

Veel minder bekend is dat Christianne ook<br />

viool heeft gestudeerd. In 1991 klopte zij<br />

bij het NMF aan en kreeg zij een viool,<br />

gebouwd door Giuseppe Fiorini (Zürich,<br />

1930) in bruikleen. Maar de liefde voor de<br />

stem won het van de liefde voor de viool en<br />

de viool kwam weer terug naar het Fonds.<br />

In de jaren erna werd het instrument bespeeld<br />

door leden van het Van Dingstee<br />

Kwartet, het Dudok Kwartet en het EnAccord<br />

Strijkkwartet.<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

David Kweksilber leent regelmatig de<br />

contrabasklarinet.<br />

ten. Er wordt dan gevraagd naar de basklarinet<br />

of de contrabasklarinet. Een basklarinet is een<br />

lage (bas) variant van de klarinet. Een moderne<br />

basklarinet hee een groter bereik dan een klarinet:<br />

in de laagte is de lage C de laagste toon.<br />

De contrabasklarinet gaat zelfs nog lager en is<br />

in tegenstelling tot andere klarinetsoorten van<br />

metaal in plaats van hout. Diverse ensembles<br />

doen met regelmaat een beroep om het NMF<br />

om voor een bepaald project de basklarinet of<br />

de contrabasklarinet te kunnen lenen. Nu het<br />

NMF het mogelijk maakt om voor een korte<br />

periode de basklarinet en de contrabasklarinet<br />

uit te lenen, zijn ensembles (zoals bijvoorbeeld<br />

het Nationaal Jeugd Orkest) niet beperkt tot<br />

stukken waar geen (contra)basklarinetpartij in<br />

voorkomt.<br />

21


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

de keuze van de NMF-medewerkers<br />

De viool van tante Beppie<br />

M ARC EL SCHO P MAN<br />

Een viool, gebouwd door Joseph & Antonio<br />

Gagliano, Napels ca.1780, NMF-nummer 806<br />

De viool die de broers Joseph en Antonio<br />

Gagliano rond 1780 samen bouwden werd<br />

in 1937 door de violist Piet Heuwekemeijer<br />

gekocht bij Max Möller I in Amsterdam voor<br />

1.500 gulden. Piet was toen lid van het Concertgebouworkest<br />

dat in die tijd onder leiding<br />

stond van Willem Mengelberg. Veel later zou<br />

Piet directeur van datzelfde orkest worden.<br />

Twintig jaar later adviseerde Eduard van Beinum,<br />

de opvolger van Mengelberg, Piet om<br />

een grotere viool te kopen. Zo geschiedde. In<br />

de tussentijd was Piet overigens al eens met<br />

ets en al bovenop de viool gevallen, die weliswaar<br />

in een kist zat, maar niet in een heel<br />

stevige. Met als resultaat een aantal scheuren<br />

in de lengterichting van het bovenblad bij de<br />

E-snaar, die door vioolbouwer Möller uiterst<br />

vakkundig gerepareerd werden. Ondanks dit<br />

ongeval en de waardevermindering die dat tot<br />

gevolg had, kon Piet de viool aan zijn nicht,<br />

22<br />

Beppie van Driel-Loyer, verkopen voor 4.000<br />

gulden. Zij was toen eerste violiste in het Radio<br />

Filharmonisch Orkest. Beppie zou de viool<br />

tot enkele weken voor haar dood, begin 2004<br />

blijven bespelen. Het was haar wens dat de viool<br />

terecht zou komen in de collectie van het<br />

Muziekinstrumenten Fonds.<br />

Mevrouw Van Driel-Loyer had weliswaar haar<br />

wens tot schenking aan haar familie kenbaar<br />

gemaakt, maar dat niet ocieel laten vastleggen.<br />

De consequentie daarvan was dat alle erfgenamen<br />

zich alsnog akkoord moesten verklaren<br />

met de schenking van deze kostbare viool.<br />

Dat bleek geen probleem te zijn. “Tante Beppie<br />

vond dat de viool naar het Fonds moest, dus<br />

daar gaan we voor zorgen”, zo verklaarde één<br />

van de erfgenamen. Hij bleek gelijk te hebben.<br />

Op een zonnige zondagmiddag eind 2004 verzamelden<br />

zich enige tientallen familieleden<br />

van Beppie en Piet in een zaaltje in Hilversum<br />

om de overdracht van de viool feestelijk<br />

te bekrachtigen. De oud-directeur van het<br />

Concertgebouworkest sprak en Tjeerd Top,<br />

toen net aangenomen als plaatsvervangend<br />

concertmeester van datzelfde orkest, speelde<br />

enige stukken op het instrument. Het portret<br />

van Beppie stond tijdens de hele ceremonie op<br />

het podium. Toen de laatste noot weerklonken<br />

had, stond het publiek als één man op om te<br />

klappen. Voor Tjeerd natuurlijk, maar vooral<br />

voor Beppie, om haar te bedanken voor de bijzondere<br />

schenking van de bijzondere viool.<br />

Inmiddels is de viool getaxeerd op € 120.000.<br />

Een eerste violiste uit het Radio Filharmonisch<br />

Orkest, het oude orkest van Beppie dus, speelt<br />

al een aantal jaren op het instrument. De cirkel<br />

is rond, met dank aan Beppie van Driel –<br />

Loyer.


In vogelvlucht<br />

25 jaar NMF<br />

Welke belangrijke<br />

zaken zijn er allemaal<br />

gepasseerd in de eerste<br />

25 jaar van het bestaan<br />

van het NMF?<br />

Welke mensen speelden<br />

hierbij een rol?<br />

De belangrijkste feiten<br />

van een kwart eeuw NMF<br />

in vogelvlucht.<br />

1988<br />

- er wordt besloten om niet alleen<br />

strijkinstrumenten te gaan<br />

verzamelen: op 25 april wordt daarom<br />

het Nationaal Muziekinstrumenten<br />

Fonds opgericht<br />

- in oktober van dat jaar komt het<br />

eerste instrument in de collectie:<br />

het is een viool met etiket “Julius<br />

Cesare Gigli” (Rome, 1750)<br />

1986<br />

- de oprichtingsakte van het<br />

Nationaal Strijkinstrumenten<br />

Fonds wordt getekend<br />

- Pieter Moerenhout is de<br />

initiatiefnemer van het Fonds<br />

- Theo Olof wordt de eerste voorzitter<br />

- een maand later wordt de eerste<br />

vleugel in de collectie opgenomen:<br />

een gloednieuwe Yamaha vleugel<br />

(Japan, 1987)<br />

- de eerste nieuwbouwviool, gebouwd<br />

door Willem Bouman (Den Haag,<br />

1988), wordt eigendom van het NMF<br />

FOTO ALLAN WARREN<br />

23<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

1987<br />

- Yehudi Menuhin wordt<br />

tot erevoorzitter van de<br />

stichting benoemd<br />

FOTO CATHY LEVESQUE


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

24<br />

1990<br />

1989<br />

- de eerste restauraties van muziekinstrumenten worden<br />

uitgevoerd: het gaat om een alt van Gagliano en een cello van<br />

Cuypers<br />

- op 25 mei vindt een benefietconcert in de Doelen in Rotterdam<br />

plaats: Z.K.H. Prins Claus overhandigt bij die gelegenheid een<br />

viool aan de dan 12-jarige Janine Jansen<br />

1993<br />

FOTO CATHY LEVESQUE<br />

- de componist Kees Olthuis schrijft<br />

het zogenaamde Willem Russell<br />

Strijkkwartet in opdracht van het<br />

NMF<br />

- op 13 januari vindt het<br />

introductieconcert van het<br />

NMF plaats, in de Schönbergzaal<br />

in Den Haag<br />

- het NMF krijgt een 3/4 viool viool van van<br />

Isabelle van Keulen, waarop zij<br />

als kind studeerde, in bruikleen<br />

1992<br />

- Z.K.H. Prins Claus aanvaardt<br />

het beschermheerschap van<br />

het NMF<br />

- Christian Timm wordt de eerste collectiebeheerder van het<br />

NMF<br />

- een deel van de collectie instrumenten van de violist<br />

Max Rodriguez wordt aangekocht: het betekent een<br />

enorme kwaliteitsimpuls voor de collectie van het NMF<br />

FOTO RVD FOTO UMG


<strong>BIJZONDERE</strong> NMF-MUSICI<br />

Het Brackman Trio<br />

Interview met twee leden van het<br />

Brackman Trio<br />

(Tim Brackman en<br />

Jonathan van IJzerlooij),<br />

vrijdag 26 oktober 2012<br />

door Marcel Schopman<br />

Negentien, achttien en zestien jaar zijn ze<br />

en gedrieën vormen ze al bijna vier jaar het<br />

Brackman Trio. Zo jong en toch al twee CD’s<br />

opgenomen. Dat duidt op een enorme wilskracht<br />

en doorzettingsvermogen en beloo<br />

wat voor de toekomst!<br />

Tim en Jonathan ontmoetten elkaar voor het<br />

eerst bij de Academie voor Muzikaal Talent<br />

van Erika Waardenburg: en vanaf het allereerste<br />

moment was daar de klik. Jonathan: “Het<br />

was bijna alsof je jezelf tegenkomt, maar dan<br />

aanvullend”. De persoonlijke, menselijke klik<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

was er eerst en onmiddellijk daarna de muzikale.<br />

Toen zusje Anne vervolgens aanschoof<br />

en hetzelfde met Jonathan beleefde, was al snel<br />

het pianotrio geboren: het Brackman Trio. In<br />

een tijd waarin het ene na het andere jonge<br />

strijkkwartet furore maakt, is het opmerkelijk<br />

te constateren dat het aantal pianotrio’s daar<br />

ver bij achterblij. Maar deze drie jonge veelbelovende<br />

musici maken wat dat betre veel<br />

goed. Want zij gooien zich met kwaliteit, hartstocht<br />

en overtuiging op hun muziek.<br />

Deze jonge musici willen zich nadrukkelijk als<br />

trio proleren en niet als solist. Al samenspelend<br />

voelden ze al snel dat ze ditzelfde doel hadden.<br />

Want als orkestmusicus voel je je maar een<br />

klein onderdeel van een groot geheel en kun je<br />

niet doen wat je echt wilt, zo vinden ze. Maar als<br />

solist daarentegen ben je eigenlijk teveel alleen<br />

en juist als kamermusicus is er die balans waar<br />

ze zich zo goed bij voelen. Of, zoals ze het zelf<br />

omschrijven, in het spelen in een trio kun je elkaar<br />

heel erg uitdagen, terwijl je elkaar ook heel<br />

erg kunt vertrouwen. Zo halen ze het beste uit<br />

zichzelf en elkaar. Ongetwijfeld hee dat ook te<br />

maken met hun heel goede persoonlijke relatie.<br />

Kamermuziek is het mooiste dat er is, dat staat<br />

voor hen als een paal boven water.<br />

“Als ik geen muziek kan maken<br />

word ik ongelukkig”<br />

FOTO HANS-EVERT BRACKMAN<br />

Zoals de meeste professionele musici zijn de<br />

leden van het Brackman Trio ook vroeg begonnen<br />

met het spelen van muziek. Tim wilde<br />

eigenlijk al met vioolspel beginnen op zijn 3e<br />

jaar, maar omdat hij het eng vond om op les te<br />

gaan werd dat twee jaar later. Anne, zijn jongere<br />

zusje, begon wel al op haar 3e aan uitles<br />

(behalve pianiste is zij ook uitiste). Jonathan<br />

begon op zijn 7e jaar met cello, maar was eerder<br />

al begonnen op de piano, de blokuit en<br />

op de lier.<br />

25


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Tim en Jonathan zijn al weer enige tijd bruikleners<br />

van het NMF en zijn beiden ook toe aan<br />

hun tweede NMF-instrument. Tim speelt op<br />

een viool van Claude Augustin Miremont (Parijs,<br />

1881), Jonathan hee van het fonds een<br />

cello gebouwd door Daniël Royé (Amsterdam,<br />

2004) in bruikleen. Volgens Jonathan is het feit<br />

dat je bij het NMF als het ware kan meegroeien<br />

met je ontwikkeling “supergoed”. Want op het<br />

moment dat je voelt dat je klankideaal niet<br />

meer gerealiseerd kan worden, bestaat er de<br />

mogelijkheid je instrument in te wisselen voor<br />

een ander, dat beter bij je past. Het juiste instrument<br />

speelt natuurlijk een hele essentiële<br />

rol, niet alleen om bijvoorbeeld de warmte en<br />

helderheid te vinden die bij je passen, maar<br />

ook of beide strijkinstrumenten goed bij elkaar<br />

passen. Een ensemble stelt nu eenmaal andere<br />

eisen aan het instrument dan wanneer je alleen<br />

speelt, want het mengen van de klanken is uiterst<br />

belangrijk. Dat Anne bij concerten altijd<br />

genoegen moet nemen met een andere piano<br />

is daarbij helaas een gegeven.<br />

Als je beide heren hoort praten, valt hun enorme<br />

gedrevenheid op. Ondanks de moeilijke<br />

tijd voor de kunstsector is er bij hen geen twijfel.<br />

Muziek is hun uitgangspunt, muziek is hun<br />

Het Brackman Trio bestaat uit<br />

Tim (Amsterdam, 1993 - viool) en<br />

Anne (Amsterdam, 1995 - piano) Brackman en<br />

Jonathan van IJzerlooij (Zeist, 1992 - cello).<br />

Beide strijkers spelen op instrumenten van het NMF.<br />

26<br />

einddoel en kamermuziek is de manier om dat<br />

te verwezenlijken. Natuurlijk gaan sommige<br />

dingen nu nog makkelijk: ze zijn jong en aanstormende<br />

talenten en nog op zoek naar hoe<br />

zich verder gaan ontwikkelen. Dat ze als trio<br />

gecoacht worden door Liza Ferschtman vinden<br />

ze geweldig. Dat ze zichzelf niet hoeven<br />

te verkopen, maar gevraagd worden om op<br />

1992<br />

te treden maakt het leven makkelijker. Maar<br />

ze zijn zich ervan bewust dat dat niet altijd<br />

zo zal blijven. “Er is altijd weer een volgende<br />

stap”, zegt Tim “je bent altijd op zoek, je bent<br />

nooit klaar”. Maar dat vinden ze ook goed en<br />

ze hebben ook alles over voor hun vak. Want,<br />

zo zegt Jonathan: “Als ik geen muziek kan maken<br />

word ik ongelukkig”. Dat geldt niet alleen<br />

Isabelle van Keulen<br />

Isabelle van Keulen won in 1984 de hoofdprijs<br />

in het concours ‘Young Musician of the<br />

Year’ in Genève. Dat was het begin van een<br />

internationale carrière. Van het NMF kreeg<br />

zij in 1992 een viool, gebouwd door Giuseppe<br />

Guarneri del Gesù (Cremona, 1736)<br />

in bruikleen. Deze viool is en was zonder<br />

twijfel het topstuk uit de collectie van het<br />

NMF. Hij is afkomstig uit de beroemde collectie<br />

‘Max Rodriguez’, bestaande uit een<br />

viertal Italiaanse meesterinstrumenten en<br />

zestien waardevolle strijkstokken. In 1992<br />

was de Rodriguez-collectie aan het NMF<br />

in bruikleen gegeven en Isabelle werd de<br />

eerste bespeelster. In 1997 besloot de eigenaar<br />

om vrijwel alle instrumenten uit de<br />

collectie Rodriguez aan onze stichting te<br />

schenken. Het is nog steeds de grootste<br />

schenking die ooit aan onze stichting is<br />

gedaan.<br />

FOTO MARCO BORGGREVE


FOTO MARTEN ROOT<br />

voor hem, maar voor alle drie de leden van het<br />

Brackman Trio. Het lijkt erop dat deze muzikale<br />

gelijkgestemde zielen hun passie nog lang<br />

gaan uitleven!<br />

1993<br />

Viola de Hoog<br />

Viola de Hoog speelde vanaf 1993 tot 2002<br />

op een cello van het NMF, gebouwd rond<br />

1690 door Pieter Rombouts in Amsterdam.<br />

Deze cello was door een particulier<br />

geschonken aan het NMF en Viola werd de<br />

eerste NMF-bespeelster. Jarenlang speelde<br />

zij daarna op andere instrumenten tot<br />

zij recentelijk, in 2011, voor een tweede<br />

maal bruikleenster van het NMF werd.<br />

Ditmaal van een cello die bijna een eeuw<br />

jonger was dan de vorige. Ze bespeelt nu<br />

een Italiaanse cello van Giovanni Battista<br />

Guadagnini, mogelijk gebouwd in Milaan,<br />

omstreeks 1750. Ook deze cello is, net als<br />

de viool die door Isabelle van Keulen bespeeld<br />

werd, afkomstig uit de collectie ‘Max<br />

Rodriguez’. Viola is nu vooral bezig met het<br />

spelen van kamermuziek, maar treedt ook<br />

op met Nederlandse en buitenlandse orkesten.<br />

Zij doceert barokcello en kamermuziek<br />

aan de conservatoria van Amsterdam en<br />

Utrecht en de Hochschule für Künste in<br />

Bremen.<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

25 jaar<br />

27


FOTO FLORIS E. BOSCH<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

C H RIS TIAN T IMM De collectie van het NMF omvat eind 2012 ruim<br />

meer dan 400 instrumenten. Het goedkoopste instrument<br />

heeft een waarde van € 8.000, het duurste<br />

is € 3,1 miljoen waard. Een overzicht van alle<br />

NMF-instrumenten en strijkstokken vindt u op onze<br />

website onder het kopje ‘Collectie’.<br />

28<br />

De instrumentencollectie<br />

Hollandse instrum<br />

Christian Timm was collectiebeheerder bij het NMF<br />

van 1992 – 1999. Daarna werd hij lid van de Instrumentencommissie.<br />

Als geen ander kent hij de collectie<br />

van het NMF. Op verzoek van het NMF heeft<br />

hij de collectie en de geschiedenis van het NMF ter<br />

gelegenheid van het Jubileum uitgebreid beschreven.<br />

Deze publicatie zal gedurende 2013 in delen<br />

op de website van het NMF gepubliceerd worden.<br />

Bijgaand alvast een voorproefje.<br />

Onze Gouden Eeuw bracht niet alleen beroemde<br />

schilders voort, maar tevens vooraanstaande<br />

vioolbouwers. Hoewel er ook gebouwd<br />

werd in steden als Haarlem, Leiden, Den Haag,<br />

Dordrecht en Utrecht concentreerde de bloeiperiode<br />

zich van 1650 tot 1728 in Amsterdam.<br />

Door de blokkade van de Vlaamse zeehavens<br />

tijdens de tachtigjarige oorlog verplaatste de<br />

economische bedrijvigheid zich meer en meer<br />

naar Amsterdam. Door immigratie vanuit verschillende<br />

Europese landen vond er een grote<br />

culturele opleving plaats. Op schilderijen uit<br />

het begin van de zeventiende eeuw zien we<br />

gedetailleerde aeeldingen van muziekinstrumenten<br />

als citers, gamba’s en violen in vele archaïsche<br />

vormen.<br />

De viool stond toen nog niet in groot aanzien,<br />

het was het instrument van speellieden in<br />

kroegen en op straat. Als gevolg van de toenemende<br />

welvaart ging de gegoede burgerij zich<br />

echter steeds meer interesseren voor de viool<br />

en het vioolspel, een Europese trend. Er ontstond<br />

grote vraag naar goed gebouwde strijkinstrumenten<br />

en naar gedrukte bladmuziek<br />

waardoor muziekuitgeverijen in Amsterdam<br />

en Haarlem werden opgericht. Ook de beroemde<br />

Italiaanse violist en componist Pietro<br />

Antonio Locatelli (1695-1764) vestigde zich<br />

als uitgever in Amsterdam.<br />

Door de handelsbetrekkingen met Venetië en<br />

Noord-Italië kwam de Amsterdamse vioolbouw<br />

onder Italiaanse invloed, met name van<br />

de scholen in Brèscia (Rogeri) en Cremona<br />

(Amati). Omstreeks 1650 was in Amsterdam<br />

de omschakeling naar de moderne Italiaanse<br />

viool een feit. Het is daarbij opvallend dat niet<br />

in eerste instantie de in de Duitstalige landen<br />

gangbare Tiroolse vioolbouw van Jacob Stainer<br />

(1617-1683) werd gevolgd.<br />

Ook in de aeeldingen op schilderijen werd<br />

deze ontwikkeling op de voet gevolgd, het archaïsche<br />

viooltype verdween letterlijk uit beeld<br />

om plaats te maken voor instrumenten naar<br />

Italiaanse standaard.<br />

De instrumenten uit de Amsterdamse School<br />

zijn nog steeds beroemd om hun warme klank<br />

en hun prachtige goudbruin getinte lakken.<br />

Kennis omtrent verven, lakken en vernis hebben<br />

de vioolbouwers ongetwijfeld opgedaan<br />

bij de kunstschilders uit die dagen.


enten<br />

Willem van der Sijde (Amsterdam, 1691)<br />

Een ander typerend kenmerk van hun instrumenten<br />

is de inleg van het buigzame walvisbalein<br />

(baardharen) langs de randen van onder-<br />

en bovenblad. De belangrijkste bouwers van<br />

de Amsterdamse School zijn:<br />

- Cornelis Wesselse Kleynman (1626-1686)<br />

- Jan Boumeester, geboren in Osnabrück in<br />

FOTO CATHY LEVESQUE<br />

1629, gevestigd in Amsterdam in 1653 en daar<br />

overleden in 1681<br />

- Hendrick Jacobs (1629-1704) en zijn beide<br />

stiefzonen:<br />

- Gijsbert Harmens Verbeeck (1642-1717) en<br />

- Pieter Rombouts (1667-1728)<br />

- en ten slotte Willem van der Sijde (1663 tot na<br />

1700).<br />

Van hen hebben naar schatting zo’n veertig<br />

instrumenten de tand des tijds doorstaan. Met<br />

het overlijden van Pieter Rombouts in 1728<br />

kwam een einde aan de bloeiperiode van de<br />

Amsterdamse School. De markt was blijkbaar<br />

verzadigd, mogelijk was er meer behoee aan<br />

onderhoud en restauratie.<br />

De opleving van het muziekleven zette zich<br />

echter voort in een interessante uitvoeringspraktijk<br />

die zich vanuit de salons van de regenten<br />

geleidelijk aan verplaatste naar openbare<br />

gelegenheden, zoals aan het einde van de achttiende<br />

eeuw naar het gebouw Felix Meritis aan<br />

de Keizersgracht en aan het einde van de negentiende<br />

eeuw naar het Concertgebouw.<br />

Uit de Amsterdamse School beschikt het NMF<br />

over zo’n vijien instrumenten.<br />

- Twee violen van Cornelis Kleynman, één uit<br />

omstreeks 1680 naar een model van Giovanni<br />

Battista Rogeri (Brèscia) en één uit omstreeks<br />

1690. Zijn werken staan iets achter bij die van<br />

Boumeester, Jacobs en Rombouts. Ook zijn ze<br />

moeilijk te onderscheiden van de instrumenten<br />

van bij voorbeeld Hendrick Jacobs<br />

- Van Hendrick Jacobs heeft het NMF vier violen<br />

uit de periode 1670 tot 1699 en een cello uit<br />

omstreeks 1692 waarin de invloed van Pieter<br />

Rombouts herkenbaar is. Hendrick Jacobs<br />

wordt gezien als de belangrijkste Oudhollandse<br />

meester. Zijn twee stiefzonen Gijsbert Verbeeck<br />

en Pieter Rombouts leerden het vak bij hem.<br />

Verbeeck maakte zich later zelfstandig in de<br />

Warmoesstraat, maar Rombouts bleef voor<br />

zijn stiefvader werken tot aan diens dood in<br />

1704 en zette het atelier zelfstandig voort.<br />

Het vroege werk van Hendrick Jacobs vertoont<br />

grote overeenkomsten met dat van Kleynman.<br />

Rond 1670 veranderde hij het concept waarbij<br />

zijn instrumenten wat forser werden van opzet.<br />

Dit komt tot uiting in een vollere welving, een<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

bredere inleg en kortere hoeken. Vanaf 1685<br />

vertonen zijn instrumenten kenmerken die<br />

duiden op de aanwezigheid van Pieter Rombouts<br />

in de werkplaats. Vooral de dieprode lak van<br />

Rombouts wordt geroemd<br />

- Van Gijsbert Verbeeck beschikt het NMF over een<br />

viool met een origineel etiket uit 1682<br />

- Van Pieter Rombouts over een barokviool in<br />

originele staat uit omstreeks 1710, een altviool<br />

uit circa 1700 en een cello uit de periode<br />

1690/1700 naar een verkleind model van Hendrick<br />

Jacobs<br />

- Van Willem van der Sijde over een viool uit<br />

1691. Ook hij behoort tot de beste Oudhollandse<br />

meesters, maar zijn werk is bijna niet te<br />

onderscheiden van dat van Jacobs en Rombouts.<br />

Verder beschikt het NMF nog over een anonieme<br />

viool uit de Amsterdamse School met een Amatietiket.<br />

In dit verband is het interessant om te vermelden<br />

dat in 1949 door Dirk Balfoort in het<br />

Haags Gemeentemuseum het internationaal<br />

opgezette ‘Concours Hendrik Jacobsz’ werd<br />

georganiseerd. Het gaf de Nederlandse vioolbouw<br />

een belangrijke impuls en bij deze<br />

gelegenheid werd de Nederlandse Groep van<br />

Vioolmakers opgericht. Veel informatie is te<br />

vinden in het prachtige jubileumboek ‘400 jaar<br />

vioolbouwkunst in Nederland’ uit 1999 van de<br />

Nederlandse Groep van Viool- en strijkstokkenmakers,<br />

de NGV.<br />

Uit de latere achttiende eeuw beschikken we<br />

nog over een drietal instrumenten van de vioolbouwer<br />

Jean Baptiste Lefèbvre, geboren in<br />

1730 in Lannoy bij Lille en overleden in Amsterdam<br />

in 1775. Hij was vanaf 1762 of eerder<br />

werkzaam in Amsterdam. Hoewel van Franse<br />

aomst is zijn werk zeker niet zo Frans georienteerd<br />

als dat van zijn tijdgenoot Johannes<br />

eodorus Cuypers in Den Haag.<br />

Lefèbvre is de laatste bouwer die balein als inleg<br />

gebruikte. Er zijn van hem twee bouwstijlen<br />

bekend.<br />

De Franse met zeer korte hoeken en een inleg<br />

die bijna tot het einde ervan doorloopt.<br />

Zijn enigszins harde lak varieert van geel naar<br />

bruin, maar is nooit rood.<br />

29


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Veel minder bekend is zijn type viool dat aansluit<br />

bij de Amsterdamse traditie met lange<br />

hoeken en een baleinen inleg. De kleine koppen<br />

zijn erg wisselend van model en de smalle<br />

f-gaten wat kort. Zijn zoon Jean Baptiste II<br />

(1769-1808) werkte bij hem in het atelier maar<br />

er zijn geen instrumenten met zijn etiketten<br />

bekend.<br />

Het NMF hee een Vlaamse viool toegeschreven<br />

aan Jean Baptiste Lefèbvre en waarschijnlijk<br />

gebouwd in Amsterdam omstreeks 1760.<br />

Verder nog een viool door hem gebouwd in<br />

Amsterdam rond 1770 en ten slotte een cello<br />

met etiket ‘Gagliano’ maar eveneens aan Lefèbvre<br />

toegeschreven.<br />

Den Haag<br />

In de tweede hel van de achttiende en het<br />

begin van de negentiende eeuw zorgden vader<br />

en twee zonen Cuypers in Den Haag voor<br />

een nieuwe opleving van de Nederlandse vioolbouw,<br />

aanvankelijk geheel onder Franse invloed.<br />

Johannes eodorus Cuypers werd in<br />

1724 geboren in Dornick bij Emmmerich.<br />

Over zijn jeugd is niets bekend. Hij vestigde<br />

zich in 1750 in Den Haag. Zijn bouwwijze week<br />

geheel af van de Amsterdamse School en sloot<br />

aan bij de Parijse bouwers uit die tijd. Het blij<br />

gissen hoe die invloed tot stand is gekomen.<br />

Men veronderstelt dat hij leerling geweest is<br />

van Joseph Benoît Boussu die omstreeks 1750-<br />

1780 in Brussel werkte. Waarschijnlijker is dat<br />

hij werd opgeleid door Jean Joseph Wattier<br />

die omstreeks 1724-1755 in Den Haag gevestigd<br />

was. Bewijzen hiervoor zijn er echter niet.<br />

Wel was onze Residentie in die tijd erg Frans<br />

georiënteerd. Er was een Franse opera en aan<br />

het hof en in diplomatieke kringen werd veel<br />

Frans gesproken. Ook de Franse violist Jean-<br />

Marie Leclair verkeerde van 1738 tot 1743 aan<br />

het Haagse hof, zie apart katern.<br />

Leopold Mozart (1719-1787), wiens vioolmethode<br />

in Nederlandse druk was verschenen,<br />

maakte met zijn wonderkinderen Wolfgang en<br />

Nannerl een tournee langs steden als Mannhein,<br />

Londen en Parijs. In 1765/66 maakten<br />

zij een tussenstop van enkele maanden in Den<br />

Haag waar zij aan het hof concerteerden. De<br />

tienjarige Wolfgang componeerde er zijn prille<br />

30<br />

zes sonates voor cembalo en viool KV 26-31.<br />

Terug nu naar Johannes eodorus Cuypers<br />

die vanaf 1750 tot aan zijn dood in 1808 in<br />

Den Haag werkte. Hij werd op latere leeijd<br />

bijgestaan door zijn zonen Johannes Franciscus<br />

(1766-1828) en Johannes Bernardus<br />

(1781-1814). Hoewel Franciscus van 1783 tot<br />

1823 in Amsterdam gevestigd was, bleef hij<br />

voor zijn vader werken.<br />

Vader Cuypers bouwde zijn meest verjnde<br />

instrumenten in zijn vroege periode. Maar<br />

omstreeks 1780 nam de Franse invloed in zijn<br />

bouwwijze af en werd zijn stijl en die van zijn<br />

zonen wat zwaarder, maar de kwaliteit werd er<br />

niet minder door.<br />

De familie Cuypers was bijzonder productief<br />

en bouwde prachtige violen, altviolen en<br />

celli met een wat harde transparante gele lak.<br />

Door hun krachtige toon vertegenwoordigen<br />

deze instrumenten een belangrijke standaard<br />

in de Nederlandse vioolbouw en genieten zij<br />

ook in het buitenland groot aanzien. Het NMF<br />

beschikt over een twaalal instrumenten van<br />

hen: acht violen, twee altviolen en twee celli<br />

waar onze bruikleners dankbaar gebruik van<br />

maken.<br />

Hoe ging het na deze bloeiperiode van de<br />

Haagse School nu verder met de vioolbouw in<br />

Nederland?<br />

In Utrecht werkten in de negentiende eeuw<br />

Lodewich Wilhelm Joannes Roumen (1777-<br />

1854), Cornelis Weel (1809-1871) van wie we<br />

over een cello uit 1861 beschikken en Herman<br />

Gerardus Duwaer (1842-1909) van wie we<br />

een viool uit 1886 in ons bezit hebben.<br />

Lodewich Wilhelm Johannes Roumen werd<br />

geboren in Maastricht en overleed te Kampen.<br />

Hij werkte in Kampen, Utrecht en Amsterdam.<br />

Van hem hebben we drie violen, gebouwd in<br />

Amsterdam in 1818, 1820 en 1822. Hij stond<br />

aanvankelijk onder invloed van Cuypers, maar<br />

ontwikkelde later een eigen stijl. Zijn zoon en<br />

leerling was Joannes Arnoldus Roumen, geboren<br />

in 1802 in Groningen en overleden in<br />

Amsterdam in 1876.<br />

Na Lefèbvre waren er in de eerste hel van de<br />

negentiende eeuw nog enkele andere Franse<br />

vioolbouwers in Amsterdam werkzaam, zoals<br />

Hubert Joseph de Lannoy (aomstig uit Lille<br />

en overleden in Amsterdam in 1820), Louis<br />

Bernardel (aomstig uit Mirecourt en overleden<br />

in Amsterdam in 1847), Charles Mennegand<br />

(aomstig uit Jarreville bij Nancy, die<br />

tot omstreeks 1857 in Amsterdam werkte en<br />

daarna naar Frankrijk terugkeerde) en Jules<br />

Joseph Grandjon (ook hij was aomstig uit<br />

Mirecourt en keerde in 1852 terug naar Parijs).<br />

Zo kwam er in het midden van de negentiende<br />

eeuw een einde aan de aanwezigheid van Franse<br />

vioolbouwers in onze hoofdstad.<br />

In 1844 kwam de Duitse contrabasbouwer Johannes<br />

Ernst Bachmann sr. naar Amsterdam.<br />

Van hem beschikken we over een contrabas<br />

(een viersnarig gambamodel) met de inscriptie<br />

‘J. Bachmann, Amsterdam 1882, no. 23’. Hij<br />

werd in 1816 in Niederhorn (Hessen) geboren<br />

en stierf in Amsterdam in 1886.<br />

Zijn zoon Johannes Ernst Bachmann jr. werd<br />

in 1851 in Amsterdam geboren. Hij werd opgeleid<br />

door zijn vader en ging daarna eerst in<br />

Duitsland werken. In 1878 vestigde hij zich in<br />

Sneek en een jaar later in Groningen waar hij<br />

in 1916 overleed. Van Bachmann jr. beschikken<br />

we over een tweetal violen uit zijn laatste<br />

werkperiode.<br />

Belangrijk waren verder de gebroeders Kok<br />

in Amsterdam: Johan Warnaar (1819-1889)<br />

en Gerrit (1829-1899). Zij hadden gewerkt bij<br />

Louis Bernardel en namen na diens dood in<br />

1847 zijn werkplaats over. Na het overlijden<br />

van Johan Warnaar zette Gerrit samen met<br />

Johannes Peereboom de zaak voort. Tegen het<br />

einde van de negentiende eeuw namen ze een<br />

Saksische vioolbouwer uit Markneukirchen in<br />

dienst. Het was Wilhelm Paul Kunze (1875-<br />

1957) die zich al in 1902 in Den Haag zelfstandig<br />

maakte. Van hem hebben we een cello<br />

aldaar gebouwd in 1923 en een drietal violen,<br />

waarvan één uit 1916 (opus 75) en één uit 1930<br />

(opus 183).<br />

Ook Karel van der Meer (Den Haag 1862-Bloemendaal<br />

1932) trok medewerkers uit het buitenland<br />

aan en zo werden de eerste stappen<br />

gezet naar een hernieuwde opleving van de<br />

Nederlandse vioolbouw, nu onder Duitse invloed.<br />

Het hield allemaal verband met de voltooiing<br />

van het Concertgebouw in 1882 en de<br />

oprichting van het Concertgebouworkest in


FOTO MARCO BORGGREVE<br />

1888; en wat later in 1904 met de oprichting<br />

van het Residentie Orkest in Den Haag.<br />

De musici van deze orkesten hadden behoee<br />

aan goede instrumenten en strijkstokken en<br />

het zorgvuldige onderhoud daarvan. Zij creeerden<br />

daarmee nieuwe werkgelegenheid voor<br />

vioolbouwers, stokkenmakers en restaurateurs.<br />

1994<br />

Liza Ferschtman<br />

Toen de grote violist Theo Olof zijn carrière<br />

beëindigde, bracht hij zijn viool onder bij<br />

het NMF. Het was een instrument gebouwd<br />

door François Louis Pique (Parijs, 1797). De<br />

toen pas 15-jarige Liza Ferschtman kreeg de<br />

mogelijkheid om op dit bijzondere instrument<br />

te spelen. Liza was toen al een enorm<br />

talent. Geboren als dochter van bekende<br />

Russische musici kreeg Liza Ferschtman<br />

haar eerste vioollessen op haar vijfde van<br />

Karel van der Meer was aanvankelijk als violist<br />

werkzaam in het pas opgerichte Concertgebouworkest<br />

ten tijde van Willem Kes. Daarnaast<br />

legde hij zich toe op de vioolbouw en het<br />

vervaardigen van uitstekende strijkstokken. Al<br />

in 1892 verliet hij het orkest en werkte hij in<br />

verschillende Amsterdamse ateliers. Wat later<br />

opende hij in de Van Baerlestraat een eigen<br />

niemand minder dan Philip Hirschhorn. In<br />

de jaren die sindsdien verstreken zijn, heeft<br />

zij de hoge verwachtingen volledig waargemaakt.<br />

Zo ontving zij in november 2006<br />

de Nederlandse Muziekprijs, de hoogste<br />

onderscheiding voor Nederlandse musici en<br />

ook daarna nam haar carrière een verdere<br />

vlucht.<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

zaak in het pand waar thans Broekmans & van<br />

Poppel gevestigd is. Van der Meer haalde al<br />

gauw een aantal jonge en veelbelovende bouwers<br />

naar Amsterdam om hem te assisteren<br />

bij de toenemende vraag. Het waren: Friedrich<br />

Ernst Schmidt, Paul Max Möller, Josef Joachim<br />

Vedral, Lorenz Krumbholz en Johann Stüber.<br />

De laatste drie zouden zich evenals Paul Kunze<br />

spoedig in Den Haag vestigen.<br />

Friedrich Ernst Schmidt werd in 1870 in<br />

Markneukirchen (Saksen) geboren en kwam<br />

omstreeks 1897 naar Amsterdam waar hij in<br />

1939 stierf. Het NMF beschikt over een viool<br />

van Ernst Albin Schmidt (Markneukirchen<br />

1863-Amsterdam 1939), maar de bouwer van<br />

deze viool is niet precies te achterhalen. Mogelijk<br />

gaat het om een naamsverwisseling met<br />

Friedrich Ernst Schmidt die zijn eerste voornaam<br />

nooit gebruikte. Deze viool is dus waarschijnlijk<br />

van hem.<br />

Om het nog wat ingewikkelder te maken was<br />

er ook nog een Paul Gerhard Schmidt (Hamburg<br />

1902-Lelystad 1981) die van 1929 tot<br />

1976 in Amsterdam werkte. Geen familie dus,<br />

maar wel medeoprichter van de NGV. Helaas<br />

hebben we geen instrument van hem.<br />

Paul Max Möller I (Markneukirchen<br />

1875-Amsterdam 1948) werd in 1900 door<br />

Karel van der Meer naar diens atelier in Amsterdam<br />

gehaald. Na enkele maanden besloot<br />

Möller eerst nog wat meer ervaring op te doen<br />

bij Max Möckel (1873-1937), een bekende<br />

Berlijnse bouwer in Sint Petersburg. In 1904<br />

keerde hij terug als chef in de werkplaats van<br />

Van der Meer. In 1913 opende hij zijn eigen<br />

atelier, vanaf 1925 in het inmiddels zo traditierijke<br />

pand Willemsparkweg 15.<br />

Na de Tweede Wereldoorlog bouwde hij<br />

veertien altviolen waarvan er een aantal in<br />

het Concertgebouworkest werd bespeeld.<br />

Het verhaal wil dat hij hiervoor het hout gebruikte<br />

van een oude esdoorn uit de tuin van<br />

het Rijksmuseum. In zijn atelier werden ook<br />

goede strijkstokken vervaardigd, vaak met<br />

het brandstempel ‘Max Möller, Amsterdam’ of<br />

‘Meunier à Paris’. Van deze belangrijke bouwer<br />

hee het NMF verschillende instrumenten in<br />

de collectie:<br />

31


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

32<br />

FOTO NMF<br />

1996<br />

- het eerste sponsordiner, het zogenaamde ‘Diner Orchestral’<br />

wordt georganiseerd, in de Olofskapel (is dat toeval?) in<br />

Amsterdam<br />

1997<br />

- Oud-minister dr. Koos Andriessen<br />

wordt voorzitter van het NMF, als<br />

opvolger van Theo Olof<br />

- de eerder deels in bruikleen gegeven<br />

collectie ‘Max Rodriguez’ wordt aan<br />

het NMF geschonken. Tot op de<br />

dag van vandaag is het de grootste<br />

schenking die het NMF ooit verkreeg<br />

Dr. Koos Andriessen en<br />

Pieter Moerenhout<br />

1999<br />

1995<br />

- Mr. Jan Deiters wordt de eerste<br />

directeur van het NMF<br />

- het kantoor van het NMF verhuist<br />

van Bunnik naar Amsterdam,<br />

naar het oudste stenen woonhuis,<br />

midden op de Amsterdamse<br />

Wallen<br />

- een cello gebouwd door<br />

Giuseppe Guarneri ‘Filius<br />

Andreae’ (Cremona, 1715)<br />

wordt door het NMF aangekocht. Het is tot op heden de<br />

duurste aankoop ooit<br />

- Frits Schutte volgt Christian Timm op als<br />

collectiebeheerder<br />

- het NMF wordt goedgekeurd door het CBF en krijgt daarom<br />

het CBF-keurmerk<br />

FOTO NMF<br />

FOTO CATHY LEVESQUE


2000<br />

- de cellist Yo-Yo Ma wordt<br />

erevoorzitter van het NMF<br />

- de instrumentencollectie van de<br />

dirigent Anton Kersjes gaat naar het<br />

NMF<br />

- Sabine Moors volgt Jan Deiters op als<br />

directeur<br />

FOTO NMF<br />

Herman Krebbers en Wim Dik in het Concertgebouw<br />

bij de overhandiging van de Bergonzi-viool<br />

FOTO MICHAEL O’NEIL<br />

FOTO NMF<br />

2001<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

- Prof. ir. Wim Dik volgt dr. Koos Andriessen op als derde<br />

voorzitter van het NMF<br />

- het Ministerie van OCW subsidieert het NMF voor het eerst<br />

2005<br />

Oprichter Pieter Moerenhout | voorzitter Wim Dik | directeur Sabine Moors<br />

- de Bergonzi-viool van Herman Krebbers<br />

wordt aangekocht door het NMF<br />

- Rose-Marie Bleekemolen neemt na bijna 10<br />

jaar afscheid van het bureau van het NMF<br />

2004<br />

- Z.K.H. Prins Constantijn<br />

wordt beschermheer van het<br />

NMF als opvolger van zijn in<br />

2002 overleden vader<br />

- Marcel Schopman volgt<br />

Sabine Moors op als derde<br />

directeur van het NMF<br />

33


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

- een achttal violen uit respectievelijk 1914,<br />

1919, 1920, 1924 (opus 20), 1925 (opus 32),<br />

1926, 1928 (opus 78) en 1931<br />

- vier altviolen uit achtereenvolgens 1925 (opus<br />

31), 1946 (opus 188) ex-Klaas Boon, 1946<br />

(opus 190) ex-Paul Godwin en 1946 (opus 191)<br />

ex-Louis Metz<br />

- en tot slot nog twee celli, één uit 1929 (opus<br />

119) en de andere uit 1946 (opus 190).<br />

Josef Joachim Vedral (1883-1965), aomstig<br />

uit Pasek (Bohemen), werkte vanaf 1903 bij<br />

Karel van der Meer in Amsterdam en in 1906<br />

korte tijd bij Paul Kunze in Den Haag. In 1907<br />

maakte hij zich daar zelfstandig in de Molenstraat<br />

op nummer 19, ook weer zo’n pand met<br />

een rijke vioolbouwgeschiedenis. Het NMF<br />

beschikt over een viool van hem, gebouwd in<br />

1940 naar een model van Guadagnini. Ook<br />

bouwde hij graag naar Stradivari.<br />

Verschillende bekende vioolbouwers hebben<br />

in het atelier van Vedral gewerkt, zoals Johann<br />

Stüber, Louis Blitz en Lorenz Krumbholz. De<br />

uit Tsjechië aomstige Josef Musil (1906-<br />

1979) was van 1931 tot 1971 zijn vaste medewerker,<br />

evenals zijn zonen Nicolaas (geboren<br />

1927) en Josef Joachim jr. (geboren 1931) die<br />

in 1955 het atelier van hun vader voortzetten.<br />

Sinds de dood van Nicolaas in 1984 leidde Josef<br />

jr. de zaak, samen met zijn zuster Anny.<br />

Ik herinner me nog goed hoe ik als aankomend<br />

conservatoriumstudent in het begin<br />

van de jaren vijig samen met mijn vioolleraar<br />

van de Stedelijke Muziekschool te Zwolle<br />

voor het eerst de zaak van Vedral binnenstapte<br />

om een betere viool uit te zoeken. Ik zie<br />

de oude Vedral nog voor me, evenals de toen<br />

nog jonge Josef en Anny. Nadat we onze keuze<br />

hadden laten vallen op een Mittenwalder met<br />

een bijzonder mooie krul, waren onze handen<br />

door het vele uitproberen wat plakkerig geworden.<br />

Opeens zette Anny in het achterkamertje<br />

een emaille schaal gevuld met water en<br />

handdoek en zeep voor ons klaar. Dit gebaar<br />

zal ik nooit vergeten! Ook de winkel met zijn<br />

prachtige houten vitrines en de vele foto’s van<br />

beroemde violisten die door Vedral reparaties<br />

hadden laten verrichten, maakten diepe<br />

indruk op me. Toen ik enkele jaren voor zijn<br />

dood in 2003 Josef Vedral jr. opnieuw ont-<br />

34<br />

moette, was zijn eerste vraag hoe het ging met<br />

die viool met die mooi gesneden krul. Helaas<br />

moest ik hem opbiechten dat ik deze inmiddels<br />

had ingeruild voor iets anders. Dat had ik<br />

volgens hem natuurlijk nooit mogen doen. In<br />

de winkel was in al die jaren niets veranderd<br />

en opeens viel het me op hoezeer Josef jr. op<br />

zijn vader leek, alsof zijn geest er nog steeds<br />

1995<br />

rondwaarde. Josef jr. had beslist gevoel voor<br />

humor; in die tijd van ons weerzien hield ik<br />

me nogal bezig met muziekconcoursen voor<br />

de jeugd, door hem steevast ‘de concoursen<br />

van de huilende moeders’ genoemd.<br />

Maar met het NMF had hij geloof ik niet zoveel<br />

op. Als ik nu bij tijd en wijle op mijn ets<br />

met elektrische trapondersteuning de Haagse<br />

Simone Lamsma<br />

Simone Lamsma werd bij het Nederlandse<br />

publiek vooral bekend op 30 augustus 2009,<br />

toen ze live optrad in het programma Zomergasten<br />

van de VPRO, waar Jaap van Zweden<br />

te gast was. Hij omschreef de toen 23-jarige<br />

violiste als één van de meest toonaangevende<br />

violisten ter wereld. Jaren daarvoor,<br />

rond haar 10e levensjaar, kreeg Simone<br />

al een viool van het NMF in bruikleen. Zij<br />

probeerde verschillende instrumenten uit,<br />

waaronder een Joseph Hel (Lille, 1894) maar<br />

speelde langer op een viool, gebouwd door<br />

Emile Germain (Parijs, 1891). In 2003 was<br />

ze winnares van het Nationaal Vioolconcours<br />

Oskar Back.<br />

FOTO OTTO VAN DEN TOORN


innenstad onveilig maak, kan ik het soms<br />

niet nalaten even door de Molenstraat te rijden<br />

en met veel respect nog eens een blik te<br />

werpen op de uitgestorven etalage van nummer<br />

19. Allerlei verhalen doen de ronde over<br />

wat er toch wel gebeurd is met de omvangrijke<br />

privécollectie van Vedral, maar het schijnt dat<br />

instrumenten hieruit met enige regelmaat en<br />

op discrete wijze door zijn erfgenamen in het<br />

buitenland worden geveild.<br />

Lorenz Krumbholz werd in 1886 geboren in<br />

Dürngrün (Markneukirchen) en stierf in 1942<br />

in Den Haag. Hij werkte eerst bij Otto Möckel<br />

(1869-1937) in Berlijn en in 1916 korte tijd<br />

bij Karel van der Meer in Amsterdam. Vanaf<br />

1917 was hij werkzaam bij Vedral in Den<br />

Haag en in 1935 maakte hij zich zelfstandig.<br />

Na zijn dood in 1942 werd de zaak tot 1980<br />

door zijn weduwe voortgezet. Aanvankelijk<br />

met de steun van Johann Stüber en spoedig<br />

daarop met de vaste medewerking van Loránd<br />

Rácz.<br />

In de Muzenstraat kocht ik bij hen in 1962 een<br />

viool gebouwd door Lorenz Krumbholz in<br />

1941. Met veel plezier heb ik deze viool een<br />

aantal jaren in Het Brabants Orkest bespeeld.<br />

Het instrument maakt thans deel uit van de<br />

NMF-collectie. Ook toen hun atelier naar de<br />

Elandstraat werd verplaatst kwam ik nog regelmatig<br />

bij hen om zaken voor mijn vioolleerlingen<br />

te regelen.<br />

Loránd Rácz werd in 1913 in Boedapest<br />

geboren en stierf in 1989 in Den Haag. Hij<br />

werkte bij Josef Vedral sr. en bij Lorenz Krumbholz.<br />

Tijdens het Concours Hendrik Jacobsz<br />

in 1949 kreeg hij een eervolle vermelding voor<br />

twee van zijn violen. Hij was lid van de NGV<br />

en van 1975 tot 1987 zelfs voorzitter.<br />

Otto Carel Blitz, geboren in 1946, was van<br />

1964 tot 1969 een leerling van hem. Ook Uli<br />

Schnorr, geboren in 1948, was vanaf 1966 zijn<br />

medewerker voordat hij zich in 1974 zelfstandig<br />

maakte in de Adelheidstraat.<br />

Johann Stüber werd in 1888 geboren in Crailsheim<br />

(Württemberg). Hij kreeg zijn opleiding<br />

in Markneukirchen en werkte eerst in<br />

verschillende ateliers in Duitsland en Zwitser-<br />

land. Vanaf 1913 werkte hij bij Karel van der<br />

Meer en Max Möller I in Amsterdam en vervolgens<br />

bij Josef Vedral sr. in Den Haag. Daar<br />

maakte hij zich in 1921 zelfstandig in het pand<br />

Noordeinde 150a. In 1930 behaalde hij een<br />

prijs in Brussel en in 1949 kreeg hij eervolle<br />

vermeldingen tijdens het Concours Hendrik<br />

Jacobsz. Hij was medeoprichter van de NGV.<br />

Van Stüber bevinden zich twee violen in de<br />

NMF-collectie, één daarvan gebouwd in Den<br />

Haag in 1936. Na een werkzaam leven keerde<br />

hij op hoge leeijd terug naar zijn geboorteplaats<br />

Crailsheim waar hij in 1976 stierf en<br />

waar een klein museum te zijner nagedachtenis<br />

werd ingericht.<br />

In zijn atelier aan het Noordeinde maakte hij<br />

ook strijkstokken. Het niet te bewijzen verhaal<br />

wil, dat hij voor de oorlog een stokkenmaker<br />

uit Markneukirchen zou hebben aangetrokken<br />

die zijn tijdelijke werkzaamheden voor<br />

hem combineerde met zomervakanties van<br />

zijn gezin op het Scheveningse strand. Waarschijnlijk<br />

dus een mythe.<br />

De in 1908 in Düsseldorf geboren Ernst Otto,<br />

een zwager van Stüber, werd na de oorlog<br />

diens medewerker en naderhand zijn opvolger.<br />

In 1964 werd hij lid van de NGV. Ernst<br />

Otto stierf in Den Haag in 1994. Zijn vader<br />

Wilhelm Otto (1875-1941) en zijn grootvader<br />

Louis Otto (1844-1920) bouwden in Düsseldorf<br />

op advies van Willem Mengelberg in<br />

1900 zes vijfsnarige contrabassen voor het<br />

Concertgebouworkest.<br />

Ook aan Johann Stüber heb ik nog persoonlijke<br />

herinneringen. Als conservatoriumstudent<br />

in de jaren vijig liet ik mijn strijkstokken<br />

nog wel eens door hem beharen. Het was een<br />

wat fors gebouwde en strenge Meister die in<br />

een smetteloze witte jas in zijn winkel stond;<br />

er kon voor mijn gevoel geen lachje af. Toen<br />

ik in de periode 1955-1961 regelmatig de internationale<br />

cursussen voor kamermuziek- en<br />

orkestspel in Schloss Weikersheim volgde,<br />

kwam ik tot de ontdekking dat zijn geboorteplaats<br />

Crailsheim daar niet zo ver vandaan<br />

ligt.<br />

Pas dertig jaar later, toen we met het Atheneum<br />

Kamerorkest o.l.v. Qui van Woerdekom<br />

een studieweek in Weikersheim hadden belegd,<br />

kwam ik achter het bestaan van het mu-<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

seum met zijn privécollectie in Crailsheim.<br />

Helaas hadden we wegens onze concertverplichtingen<br />

geen tijd het te bezoeken.<br />

Na de 1880-ers diende zich inmiddels alweer<br />

een jongere generatie vioolbouwers aan.<br />

In Amsterdam waren het Jan Willem Lindeman<br />

(1890-1971), de vader van Fred Lindeman<br />

(geboren 1932); de reeds genoemde<br />

Paul Gerhard Schmidt (1902-1981), werkperiode<br />

in Amsterdam 1929-1976; Erhard Uebel<br />

(1913-1958), vanaf ongeveer 1927 in Amsterdam<br />

werkzaam; en Guillaume Max Möller II<br />

(1915-1985).<br />

In Utrecht waren het de in Mittenwald opgeleide<br />

Abraham But (1906-1979) en Otto Stam<br />

(1913-1983), de vader van Serge Stam (geboren<br />

1947); in Haarlem Bernardus Nicolaas<br />

Loerakker (1919-1968), de vader van Vincent<br />

Loerakker (geboren 1949).<br />

In Enschede werkte Jan Hendrik Bolink<br />

(1913-1998) eerst als kunstschilder en vanaf<br />

1939 ook als vioolbouwer, de vader van Jaap<br />

Bolink (geboren 1946).<br />

Ook in Rotterdam was een groep vioolbouwers<br />

van deze generatie actief. Het waren<br />

Eugène Eberle sr. (1885-1936) en zijn zoon<br />

Eugène Eberle jr. (1915-1973); Robert Gustav<br />

Bernhard Fritz Jaenicke (1889-1965) die uit<br />

Berlijn aomstig was en zich in 1930 in Rotterdam<br />

vestigde; Jacques W. Hakkert (1897-<br />

1942) en Louis Blitz (1904-1996), de vader<br />

van Otto Carel Blitz (geboren 1946).<br />

Graag wil ik hier nog wat nader ingaan op<br />

de familie Hakkert. Philip Hakkert jr. (1859-<br />

1925) opende in 1880 een bescheiden muziekwinkel<br />

in Rotterdam. Samen met de<br />

voortvarende hulp van Elisabeth Knap (1868-<br />

1942) met wie hij in 1889 trouwde, wist hij er<br />

al gauw een bloeiende muziekhandel van te<br />

maken. Zoon Max (1894-1942) voelde zich<br />

aangetrokken tot de verkoop en reparatie<br />

van blaasinstrumenten, terwijl zoon Jacques<br />

(1897-1942) al heel jong vioolbouwer wilde<br />

worden. Hij werd daartoe opgeleid in Frankrijk,<br />

Duitsland en Engeland. Terug in Rotterdam<br />

opende hij een atelier waar hij naar eigen<br />

model meer dan honderd violen bouwde.<br />

35


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Samen met zijn broer Max richtte hij ook<br />

de Eerste Nederlandse Snarenfabriek op, de<br />

E.N.S. die tot circa 1955 hee bestaan. De<br />

zaak ‘Ph. Hakkert jr.’ werd in mei 1940 tijdens<br />

het bombardement geheel verwoest. De<br />

broers Max en Jacques kwamen samen met<br />

een aantal familieleden in 1942 in een concentratiekamp<br />

om. Alleen de vrouw van Max,<br />

Flora Hakkert geb. Sanders en hun dochter<br />

Ans kwamen na de oorlog terug. Met veel<br />

verve en doorzettingsvermogen nam Flora de<br />

wederopbouw van de zaak ter hand, daarin<br />

bijgestaan door haar neef David Sanders, de<br />

latere directeur van Muziek Hakkert, eerst aan<br />

de Schiekade en later aan de Westblaak.<br />

Als muziekschooldirecteur in Leiden heb ik er<br />

in de jaren zeventig heel wat uiten, klarinetten<br />

en Or-instrumenten aangekocht. Ook in<br />

de beginjaren van het NMF bracht ik er nog<br />

wel eens een blaasinstrument ter revisie naar<br />

toe. Muziek Hakkert werd in 2004 opgeheven,<br />

waarmee er een einde kwam aan een grote familietraditie<br />

van bijna honderdvijfentwintig<br />

jaar. De boedel werd overgenomen door Music<br />

all-in, een facilitair bedrijf aan het Slaak in<br />

Rotterdam.<br />

Erhard Uebel werd in 1913 in Erlbach bij<br />

Markneukirchen (Saksen) geboren. Aldaar<br />

opgeleid door zijn vader Gustav Uebel, kwam<br />

hij omstreeks 1927 naar Max Möller I in<br />

Amsterdam waar hij zich in 1934 zelfstandig<br />

maakte. Hij werd vooral bekend als uitstekend<br />

restaurateur waardoor hij slechts dertien violen<br />

bouwde. Twee hiervan respectievelijk uit<br />

1942 en 1947 zijn in het bezit van het NMF.<br />

In 1949 ontving Erhard Uebel tijdens het<br />

Concours Hendrik Jacobsz in Den Haag een<br />

eervolle vermelding voor zijn werk. Hij was<br />

medeoprichter van de NGV en stierf in 1958<br />

in Amsterdam.<br />

Guillaume Max Möller II (Amsterdam 1915-<br />

1985) kreeg zijn opleiding in Mittenwald en<br />

werkte vervolgens in Parijs en New York. In<br />

1933 werd hij assistent van zijn vader en in<br />

1948 nam hij diens zaak over. Hij was jurylid<br />

van het Concours Hendrik Jacobsz en medeoprichter<br />

van de NGV in 1949. Als expert genoot<br />

hij ook internationaal groot aanzien. In<br />

36<br />

FOTO NMF<br />

1996<br />

Vesko Eschkenazy<br />

Vesko Eschkenazy is sinds 1 januari 2000<br />

concertmeester van het Koninklijk Concertgebouworkest<br />

(KCO). Vóór zijn aantreden<br />

bij het KCO was Vesko Eschkenazy achtereenvolgens<br />

concertmeester bij het Radio<br />

Kamerorkest en bij het Nederlands Philharmonisch<br />

Orkest. Toen hij solliciteerde<br />

bij het KCO speelde Vesko al enige jaren<br />

op een instrument uit de collectie van het<br />

1950 was hij medeoprichter van de ‘Entente<br />

Internationale des Maîtres Luthiers et Archetiers<br />

d’Art’ (de EILA) en in 1995 publiceerde<br />

hij het gezaghebbende standaardwerk ‘e<br />

Violinmakers of the Low Countries’. In 1963<br />

werd het vijigjarig bestaan van de rma Max<br />

Möller & Zn. gevierd en in 1980 ging hij met<br />

pensioen. Evenals zijn vader bouwde Max<br />

Möller II uitstekende altviolen, waarvan er<br />

zich drie (gebouwd in 1949, 1950 en 1954) in<br />

de collectie van het NMF bevinden.<br />

Berend Max Möller III (Amsterdam<br />

1944-Huizen 1989) bezocht vanaf 1966 de vioolbouwschool<br />

in Mittenwald en deed daarna<br />

veel werkervaring op in buitenlandse ateliers.<br />

In 1973 werd hij assistent van zijn vader Max<br />

NMF: namelijk een viool, gebouwd door<br />

Jean Baptiste Vuillaume (Parijs, 1861). Een<br />

jaar na zijn aantreden bij het KCO kreeg hij<br />

een instrument van zijn eigen orkest aangeboden<br />

en werd de Vuillaume geretourneerd<br />

aan het NMF. Inmiddels speelt Hebe<br />

Mensinga, eerste concertmeester van Holland<br />

Symfonia, alweer jaren op deze viool.<br />

Möller II en in 1980 nam hij de zaak over, samen<br />

met zijn vrouw Cornélie. In het jaar dat<br />

hij onder tragische omstandigheden stierf bestond<br />

het atelier Max Möller & Zn. vijfenzeventig<br />

jaar.<br />

Met bewonderenswaardige moed zette Cornélie<br />

Möller de zaak voort met assistentie van<br />

onder anderen Harmut Leonhardt. Per 31<br />

juli 2006 werd de werkplaats echter denitief<br />

gesloten en kwam er een einde aan een honderdjarige<br />

traditie van drie generaties vioolbouwers.<br />

Dankjewel nog Cornélie voor alles<br />

wat je in die moeilijke tijd voor het NMF hebt<br />

gedaan.<br />

Inmiddels hee Andreas Post het pand Willemsparkweg<br />

15 betrokken. Hij werd in 1956<br />

in Gummersbach (Bergisches Land) ten oos-


ten van Keulen geboren. In 1985 vestigde hij<br />

zich aan de Mozartkade in Amsterdam. Ook<br />

aan hem is het NMF veel dank verschuldigd<br />

voor zijn grote expertise.<br />

Willem Bouman werd in 1922 in Leeuwarden<br />

geboren als zoon van de vioolbouwer Feiko<br />

Jacob Bouman (Groningen 1888-1951). De<br />

familie verhuisde in 1924 naar Den Haag en<br />

ging in 1938 terug naar Groningen. Willem<br />

studeerde aanvankelijk viool, onder anderen<br />

bij Adolphe Poth, de concertmeester van het<br />

Residentie Orkest. Daarnaast werkte hij in het<br />

atelier van zijn vader. Na de oorlog kreeg hij<br />

zijn opleiding tot vioolbouwer in Mittenwald<br />

en in 1951 vestigde hij zich in Den Haag, samen<br />

met zijn vrouw Irmengard.<br />

Hij was vanaf het prille begin nauw betrokken<br />

bij het NMF. In onze collectie bevinden zich<br />

vier violen van hem (gebouwd in 1956, 1988,<br />

1990 en 1992) en een cello (gebouwd in 1995).<br />

Naast het bouwen van instrumenten en het<br />

maken van strijkstokken was hij beëdigd makelaar<br />

en taxateur.<br />

Bij het verrichten van reparaties en restauraties<br />

deed hij veel historisch en wetenschappelijk<br />

onderzoek. Willem Bouman overleed in 2005<br />

en de zaak werd voortgezet door zijn vrouw Irmengard<br />

en hun kinderen Lies en Feiko, daarbij<br />

geassisteerd door ateliermedewerkers.<br />

Fred Lindeman (Amsterdam 1932) leerde<br />

het vak van z’n vader Jan Willem Lindeman<br />

(1890-1971). Deze werkte eerst als meubelmaker<br />

voor de architect Berlage en begon daarna<br />

als autodidact met het bouwen van violen. In<br />

1922 opende hij een atelier in de Rivierenbuurt.<br />

Het NMF beschikt over de enige altviool<br />

die hij daar in 1951 bouwde. Fred Lindeman<br />

werd in 1957 zijn medewerker en zette in<br />

1971 de zaak van zijn vader voort. Hij legt zich<br />

voornamelijk toe op reparaties en restauraties<br />

en geldt als een groot barokspecialist. Evenals<br />

zijn vader beschikt hij over veel kennis van de<br />

Oudhollandse vioolbouw. Hij hee daarover<br />

interessante artikelen gepubliceerd. Al vanaf<br />

de oprichting hee Fred Lindeman het NMF<br />

met raad en daad terzijde gestaan. Wij zijn<br />

hem daarvoor veel dank verschuldigd.<br />

Marten Cornelissen werd in 1936 in Apeldoorn<br />

geboren en opende daar in 1964 een<br />

atelier. In 1969 vertrok hij naar Northampton,<br />

Massachusetts (USA). Via de altviolist Kees<br />

Schild kwam het NMF met hem in contact. Inmiddels<br />

bevinden zich vier instrumenten van<br />

Marten Cornelissen in onze collectie. Twee violen<br />

naar het model van Stradivari gebouwd<br />

in 1967 (opus 65) en in 1986 (opus 340), een<br />

viool gebouwd in 2006 (opus 528) en nog een<br />

altviool (ex-Kees Schild). Gelet op het hoge<br />

opusgetal zal hij ongetwijfeld veel medewerkers<br />

in dienst hebben.<br />

FOTO MARCO BORGGREVE<br />

1997<br />

Lavinia Meijer<br />

Dat het NMF meer doet dan alleen strijkinstrumenten<br />

in bruikleen geven, wordt wel<br />

bewezen door de rol die het NMF speelt met<br />

haar harpcollectie. Zo is bijvoorbeeld Lavinia<br />

Meijer meer dan 10 jaar bruiklener van<br />

het NMF geweest.<br />

Lavinia kreeg in 1997 van het NMF een harp<br />

van het merk Lyon & Healy, model ‘Style 23’,<br />

in bruikleen. In 2009 won zij de Nederlandse<br />

Muziekprijs. Na haar debuut in Carnegie<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

In een volgend hoofdstuk zal ik nader ingaan<br />

op het werk van de Nederlandse vioolbouwers<br />

die tijdens en na de Tweede Wereldoorlog werden<br />

geboren en van wie het NMF instrumenten<br />

in de collectie hee.<br />

Hall in New York in 2007 werd ze regelmatig<br />

uitgenodigd om als soliste op te treden in<br />

Europa, Azië en Amerika.<br />

Maar ook andere zeer getalenteerde harpisten<br />

‘profiteren’ van het NMF. Gwyneth<br />

Wentink, Godelieve Schrama en Remy van<br />

Kesteren bijvoorbeeld zijn of waren bruiklener<br />

van het NMF.<br />

37


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

De Nederlandse vioolbouw na<br />

het Concours Hendrik Jacobsz<br />

(1949)<br />

In Utrecht werd de negentiende-eeuwse vioolbouwtraditie<br />

in de twintigste eeuw voortgezet<br />

door Abraham But en Otto Stam; na de Tweede<br />

Wereldoorlog door Serge Stam en door<br />

Lambert Houniet.<br />

Otto Stam werd in 1913 in Tilburg geboren.<br />

Na een opleiding als kunstschilder legde hij<br />

zich toe op de vioolbouw bij Erhard Uebel<br />

in Amsterdam. In 1936 vestigde hij zich in<br />

Utrecht waar hij in 1983 overleed. Vanaf 1964<br />

was hij lid van de NGV. Otto Stam bouwde<br />

veel altviolen. Het NMF beschikt over een<br />

viool van hem: zijn opus 17 gebouwd in 1947,<br />

het geboortejaar van zijn zoon Serge.<br />

Serge Stam wilde evenals zijn vader vioolbouwer<br />

worden. Van 1965 tot 1969 werd hij<br />

opgeleid in Mittenwald, daarna werkte hij bij<br />

René Morizot in Mirecourt en bij Bernard Millant<br />

in Parijs. In 1972 keerde hij terug naar de<br />

zaak van zijn vader in Utrecht, die hij in 1979<br />

samen met zijn vrouw Jacqueline overnam.<br />

Met het echtpaar Stam onderhoudt het NMF<br />

al vanaf de oprichting zeer goede contacten.<br />

Serge bouwde voor ons in 2004 een altviool,<br />

zijn opus 75. Als expert geniet hij groot aanzien.<br />

Hij is lid van de ‘Entente Internationale<br />

des Maîtres Luthiers et Archetiers d’Art’ en van<br />

de NGV. Verder is hij mederedacteur van het<br />

bekende naslagwerk ‘Taxe der Streichinstrumente’<br />

van Albert Fuchs.<br />

Lambert Houniet werd in 1941 in Amsterdam<br />

geboren en volgde van 1964 tot 1968 de<br />

Geigenbauschule in Mittenwald. Hij werkte<br />

korte tijd bij Vladimir Pilar in Hradec Kràlové<br />

(Tsjechië) en vanaf 1969 bij Charles Beare in<br />

Londen. In 1972 opende hij een eigen atelier<br />

in Edinburgh (Schotland) en in 1984 vestigde<br />

hij zich in Utrecht. Lambert Houniet houdt<br />

zich in de eerste plaats met nieuwbouw bezig<br />

en laat zich daarbij graag inspireren door de<br />

modellen van Stradivari, waarmee hij bij Beare<br />

in aanraking kwam. Hij is niet alleen lid van<br />

de NVG, maar ook van de ‘Entente Internatio-<br />

38<br />

Lambert Houniet (Utrecht, 1996)<br />

FOTO CATHY LEVESQUE


nale’ en het ‘Verband Deutscher Geigenbauer’.<br />

Het NMF plaatste een achttal nieuwbouwopdrachten<br />

bij hem. Het gaat daarbij om drie<br />

driekwart violen (opus 77 en 78 uit 1994 en<br />

opus 110 uit 2002), een kleine hele viool uit<br />

1996 (opus 81) en vier hele violen (opus 55 uit<br />

1990, opus 69 uit 1994 en de opussen 73 en 75<br />

uit 1995).<br />

In Hilversum werkt het echtpaar Annelies<br />

Steinhauer en Jaap Bolink. Zij richten zich<br />

uitsluitend op het bouwen van instrumenten.<br />

Het NMF onderhoudt al jarenlang uitstekende<br />

contacten met hen. Door schenking of bruikleen<br />

van particulieren en door het plaatsen<br />

van opdrachten beschikt het NMF over veel<br />

instrumenten van het echtpaar.<br />

Annelies Steinhauer werd in 1945 in Amsterdam<br />

geboren en ging in 1965 naar de Geigenbauschule<br />

in Mittenwald waar zij Jaap Bolink<br />

leerde kennen. In 1967 vertrokken zij uit Mittenwald<br />

en werkten zij in Nederland engeland<br />

en Duitsland. In 1970 vestigden zij zich in<br />

Amsterdam en in 1973 in Hilversum. Zowel<br />

Annelies als Jaap bouwen vanuit hun vakbekwaamheid<br />

naar eigen inzicht. Beiden zijn lid<br />

van de NGV. Van Annelies Steinhauer beschikt<br />

het NMF over een twaalal instrumenten: vijf<br />

violen, drie altviolen en vier celli. In chronologische<br />

volgorde:<br />

1971<br />

altviool opus 19, nog gebouwd in Amsterdam<br />

1979<br />

viool opus 30, gebouwd in ‘Lijstervreugde’ te<br />

Hilversum<br />

1981<br />

altviool opus 36<br />

1987<br />

viool opus 49 (behorende tot het violenpaar<br />

Luis van Doornum, zie ook Jaap Bolink opus<br />

115)<br />

1993<br />

viool opus 55<br />

1995<br />

viool opus 59, viool opus 60 en cello opus 61<br />

2000<br />

cello, opusnummer onbekend<br />

2002<br />

altviool, opusnummer onbekend<br />

2004<br />

driekwart cello opus 83<br />

2006<br />

cello opus 88.<br />

Jaap Bolink werd in 1946 in Enschede geboren.<br />

Hij was de zoon van Jan Hendrik Bolink<br />

(1913-1998) die eerst kunstschilder was en<br />

zich later toelegde op de vioolbouw. Het NMF<br />

hee één viool van hem in de collectie, gebouwd<br />

in Enschede in 1948.<br />

Evenals zijn vader wilde Jaap vioolbouwer<br />

worden, onder zijn leiding bouwde hij op<br />

dertienjarige leeijd zijn eerste viool. In 1963<br />

vertrok hij naar de Geigenbauschule in Mittenwald<br />

waar hij Annelies leerde kennen. In<br />

1970 openden zij een gezamenlijk atelier in<br />

Amsterdam en in 1973 namen zij hun intrek<br />

in villa ‘Lijstervreugde’ in Hilversum. Jaap Bolink<br />

was van 1987 tot 1997 secretaris van de<br />

NGV en is sindsdien voorzitter.<br />

Van hem hee het NMF achttien instrumenten<br />

in de collectie: zes violen, één altviool,<br />

negen celli, één violone en één contrabas. In<br />

chronologische volgorde:<br />

1969<br />

een viersnarige contrabas opus 46 en een cello<br />

opus 47, beide nog gebouwd in Amsterdam<br />

1974<br />

cello opus 71, gebouwd in Hilversum<br />

1984<br />

altviool opus 102 en cello opus 103<br />

1987<br />

cello opus 111 en viool opus 115 (behorende<br />

tot het violenpaar Louis van Doornum, zie<br />

Annelies opus 49)<br />

1990<br />

viool ‘Bols’ opusnummer onbekend<br />

1993<br />

cello opus 130 (ex-Louis van Doornum)<br />

1994<br />

cello opus 132<br />

1995<br />

viool ‘Birome’ opus 133, cello opusnummer<br />

onbekend en een viool met etiket<br />

‘Voor mijn vriendin Isabelle van Keulen’<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

1996/1997<br />

viool opus 139<br />

2001<br />

cello opus 150<br />

2003<br />

viool ‘De Lenny’ opus 154<br />

2005<br />

cello opus 159<br />

2007<br />

violone opus 164, het gaat hier om een kleine<br />

vijfsnarige contrabas met gewelfde bladen.<br />

In opdracht van de toen vijfenzeventigjarige<br />

Louis van Doornum te Dalfsen bouwden Jaap<br />

en Annelies in 1987 een ‘violenpaar’ met de<br />

bedoeling dat deze instrumenten ook echt bij<br />

elkaar zouden blijven; in het uitleenverkeer niet<br />

zo’n gemakkelijke opgave. Recentelijk werken ze<br />

samen aan een speciale opdracht van het NMF,<br />

de gezamenlijke bouw van een vijfsnarige cello.<br />

Voor zover ik kan nagaan is Jaap Bolink de laatste<br />

vioolbouwer die het vak bij zijn vader leerde.<br />

Opvallend is dat veel jonge bouwers zich bij gebrek<br />

aan een familietraditie richten op voorbeelden<br />

van de Italiaanse vioolbouw.<br />

Alex Oosten werd in 1946 in Dordrecht geboren.<br />

Hij was in de leer bij Willem Bouman<br />

en volgde evenals deze de Geigenbauschule in<br />

Mittenwald. Daarna werkte hij wederom bij<br />

Bouman en ook bij Otto Stam. In 1971 maakte<br />

hij zich in Rijswijk zelfstandig. Hij is lid van<br />

de NGV. Het NMF beschikt van hem over een<br />

zevenachtste viool gebouwd in 1986 en een altviool<br />

gebouwd in 1999.<br />

Uli Schnorr werd in 1948 geboren in Griesbach<br />

(Beieren) en kwam in 1966 als medewerker<br />

van Loránd Rácz naar Den Haag. In 1974<br />

maakte hij zich zelfstandig in de Adelheidstraat.<br />

Het NMF hee twee celli van hem. Eén<br />

gebouwd in 1999 naar een model van Lupot<br />

en één gebouwd in 2005 naar een model van<br />

Stradivari.<br />

Hans Peeters (contrabasbouwer) werd in 1950<br />

in Den Haag geboren en vestigde zich in 1972<br />

in Arnhem. Van hem beschikt het NMF over<br />

een viersnarige contrabas, aldaar gebouwd in<br />

1982.<br />

39


<strong>BIJZONDERE</strong> NMF-MUSICI<br />

Carla Leurs<br />

“Als ik op het podium sta, is er<br />

alleen nog maar die muziek”<br />

40<br />

Interview met Carla Leurs,<br />

dinsdag 6 november 2012<br />

door Marcel Schopman<br />

Kleine Carla was nog maar een paar jaar<br />

oud toen ze met de neus op de muziek<br />

werd gedrukt. Want weliswaar woonde<br />

ze met haar familie op een industrieterrein,<br />

ver weg van de bewoonde wereld,<br />

de muziek kwam toch op haar pad. In de<br />

box zong ze al liedjes van Abba. En vlak<br />

bij haar huis repeteerde in de ene hal de<br />

plaatselijke harmonie, in de andere de legendarische<br />

popgroep BZN. Kleine Carla<br />

vond het machtig interessant en hobbelde<br />

van het ene naar het andere gebouw, ondertussen<br />

pogend muziek uit haar kleine<br />

Carla Leurs (Heemskerk, 1978) is bespeelster<br />

van een bijzondere viool uit de<br />

collectie van het NMF. Het is een viool<br />

gebouwd door de ‘Franse Stradivarius’<br />

Nicolas Lupot (Parijs, 1808).<br />

Ze heeft ook een vioolstok gebouwd<br />

door Victor Fétique (Parijs, 1910) van<br />

het NMF in bruikleen.<br />

accordeon te persen. Op haar zesde ging<br />

ze naar de muziekschool, waar ze te klein<br />

voor de piano bleek. Ze mocht toen kiezen<br />

tussen blokuit en viool. “Iedereen<br />

koos voor blokuit, dus ik nam de viool<br />

maar, hoewel ik helemaal niet wist wat dat<br />

was”. Maar het klikte snel tussen haar en<br />

het nieuwe instrument. Vioolspelen, dat<br />

was wat ze wilde doen in haar leven. En<br />

zo geschiedde.


Een paar jaar geleden, na een verblijf van<br />

een aantal jaren in de Verenigde Ver V enigde Staten en<br />

ondermeer een een studie bij Itzhak Perlman,<br />

kwam Carla in contact met het NMF. Dat<br />

was was nodig, want de viool waar ze toen al<br />

een tijd op speelde, was eigendom van een een<br />

arts uit Zwitserland Zw Z itserland die zijn instrument<br />

terug wilde hebben. Een alternatief had<br />

ze niet. Op haar verjaardag in 2006 werd<br />

ze door het NMF gebeld. Er lag een viool<br />

voor haar, misschien wilde ze die proberen?<br />

Het bleek om een viool, gebouwd<br />

door Nicolas Lupot (Parijs, 1808) te gaan<br />

die uit de nalatenschap van de echtgenote<br />

van dirigent Anton Kersjes kwam. De<br />

Lupot was het ‘topstuk’ uit de collectie<br />

Kersjes. De viool hee hee een krachtig, onmiskenbaarmiskenbaar<br />

eigen karakter, waar lang niet<br />

iedere musicus mee uit de voeten voeten kan.<br />

De De echtgenote echtgenote van Kersjes wist de viool<br />

blijkbaar wel te ‘temmen’, hetgeen hetgeen ook<br />

gold voor Daniel Rowland (die de viool in<br />

2000 in bruikleen kreeg kreeg en er zes jaar op<br />

speelde), evenals voor Carla die de viool<br />

direct daarna ging bespelen. Beide spelers<br />

wisten binnen vijf minuten dat ‘het<br />

klikte’. Carla noemt noemt de viool lieozend lieozend<br />

haar ‘wole’. ‘wole’. Met een knipoog naar het<br />

Italiaanse ‘Lupo’ ‘Lupo’ (=wolf), maar vooral vooral ook<br />

omdat omdat de viool iets iets onstuimigs hee hee dat<br />

haar juist erg aanspreekt. Bovendien hee hee<br />

de viool last van een ‘wolf ’ op de G-snaar.<br />

Hiermee wordt een klankvervorming bedoeld<br />

die bij de beste instrumenten kan<br />

voorkomen en die wordt veroorzaakt<br />

veroorzaakt<br />

door conicterende conicterende trillingen. Soms Soms<br />

kan dat eect eect zo sterk sterk zijn, dat de afstelafstelling van de viool viool door een bouwer moet moet<br />

worden aangepast voordat er weer naar<br />

behoren op het het instrument kan worden<br />

gespeeld. Niet makkelijk, makkelijk, zo’n instrument,<br />

instrument,<br />

maar oh zo mooi!<br />

Inmiddels is Carla getrouwd, getrouwd, moeder<br />

geworden en na een jaartje jaartje Zw ZZwitserland itserland<br />

weer neergestreken neergestreken in Amsterdam. Amsterdam. Ze Ze<br />

speelde de afgelopen jaren jaren bijvoorbeeld<br />

bij het het Sinfonieorchester<br />

infonieorchester<br />

inf Basel en bij de<br />

Radio Kamer Filharmonie. Ook was ze<br />

plaatsvervangend concertmeester bij het<br />

London Philharmonic Orchestra, bij het<br />

Rotterdam Philharmonisch Orkest, het<br />

Nederlands Kamerorkest Kamerorkest en andere andere gerenommeerde<br />

ensembles en orkesten.<br />

Momenteel is ze concertmeester van van het<br />

Nederlands Symfonie Orkest. Het is een<br />

baan die ze ongelofelijk graag wilde hebbenben<br />

en waar ze heel gelukkig mee is. Naast<br />

die heerlijke baan hee hee ze nog de ambitie<br />

om “waanzinnige projecten” te doen, zo-<br />

1998<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

als alle Paganini Caprices authentiek uit<br />

te voeren. En ook wil ze graag haar mede<br />

musici inspireren, zowel jongeren als ouderen.<br />

Want, Wa W nt, zoals ze zegt, “als ik op het<br />

podium sta, is er alleen nog maar die muziek<br />

en dat is zo heerlijk. Ik geniet er heel<br />

erg van.” Een gelukkig mens, die Carla en<br />

een heel bijzondere violiste.<br />

Sonja van Beek<br />

Sonja van Beek behaalde eerste prijzen<br />

op de Iordens Viooldagen (1986 en 1988),<br />

op het Prinses Christina Concours (1988)<br />

en op het eerste Davina van Wely VioolVioolconcours (1991). In april 1993 werd ze<br />

winnares van het Nationaal Vioolconcours<br />

Oskar Back. Sonja bespeelde van 1990 tot<br />

1993 een viool, gebouwd door Nicola Gagliano<br />

‘Filius Alexandri’ (Napels, 1739) van<br />

het NMF. Daarna was ze even ‘bruiklener-<br />

af’ maar vanaf 1998 speelde zij bijna 10<br />

jaar lang opnieuw op een viool van het<br />

NMF. Het ging toen om een kostbare viool<br />

gebouwd door Santo Serafin (Venetië,<br />

1750). De viool werd in 1998 nog even<br />

een maand uitgeleend aan Theo Olof voor<br />

een afscheidsconcert van Theo en Herman<br />

Krebbers samen.<br />

41


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Matthieu Besseling (Amsterdam 1951) begon<br />

al op z’n twaalfde met het bouwen van violen<br />

onder leiding van Paul Gerhard Schmidt en<br />

zijn vader die in zijn vrije tijd amateurbouwer<br />

was. Ook toen hij medicijnen en altviool studeerde<br />

bleef hij violen bouwen. In 1977 opende<br />

hij een eigen atelier in Amsterdam. Hij is lid<br />

van de NGV. Het NMF hee drie instrumenten<br />

van hem in de collectie: een cello uit 1977,<br />

een viool uit 1994 en een altviool uit 1998.<br />

Hendrik Woldring (Muiderberg 1952) kreeg<br />

van 1974 tot 1977 zijn opleiding aan de Newark<br />

School of Violinmaking in Nottinghamshire<br />

(Engeland). Daarna vestigde hij zich eerst<br />

in Garsthuizen (Fivelingo) en in 1985 in Groningen,<br />

waar vóór hem Johannes Ernst Bachmann<br />

jr. en Feiko Jacob Bouman werkzaam<br />

waren geweest. Hij is lid van de NGV en het<br />

NMF beschikt over een viool van hem (gebouwd<br />

in 1999 naar een model van Guarneri<br />

del Gesù) en een cello met dubbele inleg (gebouwd<br />

in 2006 naar een model van Tecchler).<br />

Jaap Timmer (Tilburg 1954) volgde van 1987<br />

tot 1981 eveneens zijn opleiding tot vioolbouwer<br />

in Newark, daarna werkte hij enkele jaren<br />

in Kopenhagen. In 1983 vestigde hij zich in<br />

Deventer. In 1995 kreeg hij een ernstig autoongeluk<br />

waarna hij zijn beroep niet meer optimaal<br />

kon uitoefenen. In 1998 trok hij zich<br />

denitief terug in Bathmen bij Deventer. Hij<br />

was aangesloten bij de NGV. Het NMF hee<br />

een viool van hem uit 1993, gebouwd naar een<br />

model van Guarneri del Gesù en een viool afgebouwd<br />

in 1995/96.<br />

Johannes Jacobs (Middelburg 1954) kreeg<br />

van 1982 tot 1985 zijn opleiding aan de Welsh<br />

School of Instrumentmaking and Repair in<br />

Wales. In 1985 vestigde hij zich Middelburg.<br />

Hij is lid van de NGV. Hij bouwde een zestal<br />

instrumenten voor het NMF: in 1993 een viool,<br />

in 1995 een kleine hele viool, in 1999 een<br />

viool met verkorte snaarlengte en eveneens in<br />

1999 een viool voor de jubilerende NGV, maar<br />

daarna aangekocht door het NMF en een altviool<br />

in 2000.<br />

42<br />

René Zaal (Wageningen 1956) kreeg zijn opleiding<br />

aan de Newark School of Violinmaking<br />

in Engeland en werkte daarna enkele jaren bij<br />

de vioolbouwer Vincent Loerakker in Haarlem.<br />

Hij richtte zich vervolgens uitsluitend<br />

op de bouw en reparatie van contrabassen en<br />

opende achtereenvolgens ateliers in Arnhem<br />

(1983), Doesburg (1992) en Bemmel (1997).<br />

FOTO MARCO BORGGREVE<br />

1999<br />

René Zaal is lid van de NGV en maakte verschillende<br />

bassen voor het NMF:<br />

- een viersnarige bas (Arnhem 1988)<br />

- een viersnarige bas (vioolmodel, Arnhem 1994)<br />

- een eveneens viersnarige bas (Doesburg 1995)<br />

- een bas naar Italiaans model (Bemmel 2000,<br />

opus 25)<br />

Quirine Viersen<br />

Zonder anderen tekort te willen doen, kan<br />

men toch wel zeggen dat er twee Nederlandse<br />

cellisten zijn, die qua beroemdheid en<br />

carrière alle anderen achter zich hebben gelaten.<br />

Eén van hen is Quirine Viersen, dochter<br />

van Yke Viersen, cellist in het Koninklijk<br />

Concertgebouworkest. Viersen was soliste<br />

bij alle belangrijke Nederlandse orkesten en<br />

bij grote internationale orkesten. In 1994<br />

won Viersen als eerste Nederlander een prijs<br />

op het prestigieuze Tsjaikovsky Concours.<br />

In hetzelfde jaar ontving ze de Nederlandse<br />

Muziekprijs. Quirine speelt sinds 1999<br />

op een cello van Giuseppe Guarneri ‘Filius<br />

Andreae’ uit 1715 die ze in bruikleen kreeg<br />

van het NMF. Het NMF kocht deze cello van<br />

de beroemde cellist Heinrich Schiff. Het is<br />

nog steeds de duurste aankoop die het NMF<br />

ooit heeft verricht. Schiff had op zijn beurt<br />

de cello gekocht van cellist André Navarra,<br />

naar wie het instrument nog steeds is genoemd<br />

(’ex-Navarra’). Leuke bijkomstigheid<br />

is dat Navarra les gaf aan Schiff en Schiff<br />

op zijn beurt les gaf aan Quirine Viersen,<br />

die de cello al bespeelde voordat het NMF<br />

hem aankocht.


- een vijfsnarige bas (Bemmel 2007) naar een<br />

gambamodel van Johann Joseph Stadlmann<br />

(Wenen 1720-1781).<br />

Guust François werd in 1956 in Teteringen<br />

bij Breda geboren en vestigde zich in 1993 in<br />

Amsterdam. Van hem beschikt het NMF over<br />

de volgende instrumenten:<br />

- een barokcello gebouwd in 1977 (model ‘Servais’<br />

van Antonio Stradivari)<br />

- een barokaltviool eveneens gebouwd in 1997<br />

(model Spirito Sorsana werkperiode omstreeks<br />

1715-1740 in Cuneo zuidelijk van Turijn)<br />

- een cello gebouwd in 2001 (model Alessandro<br />

Gagliano, Napels omstreeks 1695-1735)<br />

- een barokcello gebouwd in 2004 (model Francesco<br />

Rugieri, Cremona omstreeks 1620-1695)<br />

- een driekwart cello gebouwd in 2005<br />

- een cello gebouwd in 2007 (model Giuseppe<br />

Baldantoni, Ancona 1784-1873)<br />

- een barokcello gebouwd in 2008 (model Andrea<br />

Amati, Cremona 1505/1510-1577).<br />

Daniël Royé (Amsterdam 1957) raakte al op<br />

jonge leeijd geboeid door bouw en reparatie<br />

van strijkinstrumenten. Hij kreeg daarbij hulp<br />

van Paul Gerhard Schmidt in Amsterdam en<br />

van Bram But in Utrecht. Ook werkte hij samen<br />

met de luitbouwer Nico van der Waals<br />

in Oudkarspel. Hij maakte zich zelfstandig<br />

in Amsterdam en bouwt instrumenten naar<br />

eigen model, ook maakt hij graag strijkstokken.<br />

Hij is lid van de NGV en het NMF hee<br />

dertien instrumenten van hem in de collectie:<br />

- een cello (Amsterdam 1985)<br />

- een viersnarige contrabas (1988)<br />

- een altviool gebouwd in 1998<br />

- een cello gebouwd in 2004<br />

- een zevenachtste cello eveneens uit 2004<br />

- een viersnarige driekwart contrabas gebouwd in<br />

2005<br />

- een altviool (model Stradivari) gebouwd in 2006<br />

- een cello eveneens uit 2006<br />

- twee viersnarige driekwart contrabassen gebouwd<br />

in 2006 en 2007<br />

- twee zevenachtste cello’s uit 2007 en 2010.<br />

Guust François (Amsterdam, 1997)<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

FOTO CATHY LEVESQUE<br />

43


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

In totaal dus twee altviolen, zeven cello’s en<br />

vier contrabassen.<br />

Harry Jansen, een bekend contrabasbouwer<br />

en handelaar in bassen, werd in 1959 in Apeldoorn<br />

geboren en vestigde zich in 1989 in Amsterdam.<br />

Het NMF beschikt over vier bassen<br />

van hem naar Napolitaanse voorbeelden. Twee<br />

gebouwd in 1979 en 2002 (naar een model van<br />

Vincenzo Panormo) en twee gebouwd in 2008<br />

(naar een model van Gagliano).<br />

Jan van der Elst (Dordrecht 1961) kreeg van<br />

1986 tot 1989 zijn opleiding aan de Newark<br />

School of Violinmaking in Engeland. Hij vestigde<br />

zich daarna in Dordrecht en is lid van de<br />

NGV. Het NMF beschikt over drie instrumenten<br />

van hem. Een viool (opus 23) gebouwd in<br />

1997 naar een model uit 1965 van Ansaldo<br />

Poggi (1893-1984), een belangrijke Italiaanse<br />

bouwer. Voor de lieebbers: Poggi was leerling<br />

van Giuseppe Fiorini (1861-1934) in<br />

München en Zürich, daarna vestigde hij zich<br />

in zijn geboorteplaats Medicina bij Bologna.<br />

Hij liet zich graag inspireren door voorbeelden<br />

van Stradivari en Guarneri. Ook Jan van<br />

der Elst bouwde in 1997 een altviool naar een<br />

model van Andrea Guarneri uit 1676. Verder<br />

beschikt het NMF nog over een viool van hem,<br />

zijn opus 26.<br />

Saskia Schouten (Tilburg 1961) bouwde onder<br />

toezicht van Paul de Vroe in Amstelveen<br />

haar eerste viool. In 1980 ging zij naar de vioolbouwschool<br />

in Cremona. Zij werkte enige<br />

tijd met enkele collega’s in de Toscane en was<br />

van 1983 tot 1985 als vioolbouwer verbonden<br />

aan het conservatorium van Palermo (Sicilië).<br />

Zij behaalde in 1986 haar diploma in Cremona<br />

en vestigde zich in Heusden, later in Hedikhuizen.<br />

Het vestingstadje Heusden en het<br />

dorpje Hedikhuizen liggen ten noorden van<br />

Vlijmen bij ’s-Hertogenbosch. Saskia Schouten<br />

is lid van de NGV en hee zich gespecialiseerd<br />

in de bouw van cello’s. Het NMF hee de volgende<br />

instrumenten van haar in de collectie:<br />

- een cello (Heusden, 1998) naar een model<br />

uit 1680 van de Cremonese bouwer Francesco<br />

Rugieri<br />

44<br />

- een altviool (Heusden 2003)<br />

- een cello (Heusden 2004) naar het model ‘Piatti’<br />

van Antonio Stradivari<br />

- een viool (Heusden 2006) naar een model van<br />

Camillo Camilli, Mantua omstreeks 1704-1754<br />

- een driekwart cello (Hedikhuizen 2008).<br />

Ronald de Jongh (Den Helder 1962) kreeg zijn<br />

opleiding bij Mathijs Heyligers in Cremona.<br />

In 1990 opende hij een atelier in Amsterdam<br />

waar hij zich vooral toelegt op nieuwbouw. Hij<br />

is lid van de NVG en het NMF hee vier instrumenten<br />

van hem in de collectie:<br />

- een tenorviool uit 1997 uitgevoerd in Vogelaugen-Ahorn,<br />

naar een model van de gebroeders<br />

Antonius en Hieronymus Amati uit 1592<br />

- een altviool gebouwd in 2004<br />

- een viool gebouwd in 1999, een kopie van de<br />

zich in onze collectie bevindende viool van Willem<br />

van der Sijde uit 1691<br />

- een viool eveneens gebouwd in 1999.<br />

Willibrord Crijnen (Veldhoven 1963) vestigde<br />

zich in 1985 in Amsterdam, maar vertrok<br />

in 1996 naar Marseille. Het NMF hee een<br />

altviool van hem, in 1995 in Amsterdam gebouwd<br />

naar een model van Gofriller (Venetië,<br />

begin achttiende eeuw). In Marseille bouwde<br />

hij in 1998 een barokcello naar een model van<br />

Giovanni Tononi (Bologna omstreeks 1650 tot<br />

1713) in de stijl van Niccolò Amati en in 2006<br />

een viool, een kopie van ‘Le Duc’ van Guarneri.<br />

Beide instrumenten zijn aangekocht door<br />

het NMF.<br />

Gudrun Kremeier bouwde in Amsterdam in<br />

2003 een viool naar een model van de belangrijke<br />

Cremonese vioolbouwer Carlo Bergonzi<br />

(1683-1747). Deze viool is door het NMF van<br />

haar aangekocht.<br />

Bas Maas & Chaïm Achttienribbe<br />

Bas Maas bouwde in Amsterdam in 2005 een<br />

viool voor het NMF naar een model van Johannes<br />

Cuypers uit 1801 en in 2007 een altviool,<br />

een asymmetrische interpretatie van een<br />

Max Möller I-model.<br />

Chaïm Achttienribbe vervaardigde in 2007<br />

eveneens in Amsterdam een altviool naar het<br />

model ‘Conte Vitale’ van Andrea Guarneri<br />

(Cremona, tweede hel zeventiende eeuw).<br />

Bas en Chaïm kregen hun opleiding aan de<br />

gerenommeerde Newark School of Violonmaking<br />

in Nottinghamshire (Engeland).<br />

Chaïm rondde zijn studies daar af in 2002.<br />

Een jaar later won Bas met zijn afstudeerviool<br />

de Benslow Music Trust Award. Tijdens hun<br />

opleiding doorliepen ze diverse stages in Amsterdam<br />

en Londen. Ook werkten ze beiden bij<br />

Loerakker Vioolbouwers in Haarlem.<br />

Sinds 2004 is het bedrijf van Bas Maas en Chaim<br />

Achttienribbe gevestigd in Amsterdam.<br />

Bas maakt uitsluitend nieuwe instrumenten,<br />

terwijl Chaïm zich concentreert op het restaureren<br />

van strijkinstrumenten en stokken. Hij<br />

werkte in 2008 tijdelijk aan het Rimsky-Korsakov<br />

Conservatorium in Sint-Petersburg. Ze<br />

zijn allebei lid van de Nederlandse Groep van<br />

Vioolbouwers.<br />

Ten slotte sta ik nog even stil bij Nederlandse<br />

bouwers die zich in het buitenland hebben gevestigd.<br />

Ik noemde reeds Marten Cornelissen<br />

die in 1969 naar de Verenigde Staten vertrok<br />

en Willibrord Crijnen die zich in 1996 in Marseille<br />

vestigde.<br />

Michiel de Hoog werd geboren in 1956 in<br />

Utrecht en ging in 1976 voor zijn vioolbouwopleiding<br />

naar Londen. Hij restaureerde in<br />

verschillende ateliers, eerst in Londen en daarna<br />

in Parijs. Van 1982 tot 1996 werkte hij zelfstandig<br />

als vioolbouwer in Chartres (Frankrijk)<br />

waar hij in 1994 een barokviool met<br />

bijbehorende strijkstok voor het NMF maakte.<br />

Van 1996 tot 2011 had hij zijn werkplaats in<br />

Dublin (Ierland) waar hij violen bouwde en<br />

restaureerde. Sinds 2012 hee hij zich in Zaandam<br />

gevestigd.<br />

Mathijs Heyligers ging na zijn middelbare<br />

school in 1975 naar Italië om vioolbouwer te<br />

worden. Hij kreeg zijn opleiding eerst aan de<br />

internationale vioolbouwschool in Cremona<br />

bij Giorgio Cè en vanaf 1977 in Parma bij<br />

Renato Scrollavezza en Pietro Sgarabotto. In<br />

1980 behaalde hij zijn einddiploma als meestervioolbouwer.<br />

Tijdens zijn opleiding tot vioolbouwer<br />

studeerde hij onder deskundige


leiding ook intensief viool, waardoor hij zijn<br />

bouwopdrachten beter op de betreende musicus<br />

kan afstemmen.<br />

Na het behalen van zijn diploma vestigde hij<br />

zich in Cremona en bouwde daar in 2001 een<br />

cello voor het NMF naar een model van de<br />

Venetiaanse bouwer Domenico Montagnana<br />

(overleden in 1750) en in 2002 een viool naar<br />

een voorbeeld uit 1662 van de Cremonese<br />

bouwer Andrea Guarneri (omstreeks 1626 tot<br />

1698).<br />

Volgende en voorgaande hoofdstukken kunt u vinden<br />

op het complete overzicht van de geschiedenis<br />

van het NMF op onze website.<br />

2000<br />

Daniel Rowland<br />

Daniel heeft al een lange geschiedenis<br />

met het NMF. In 1991 probeerde hij een<br />

tijdje een viool van Johannes Theodorus<br />

Cuypers (Den Haag, 1782) uit de collectie<br />

van het Fonds, maar die bleek hem niet<br />

te bevallen. In 2000 kwam er echter een<br />

viool, gebouwd door Nicolas Lupot (Parijs,<br />

1808) beschikbaar. Het was een geschenk<br />

van de dirigent Anton Kersjes. Deze viool<br />

beviel Daniel beter, want hij bleef er ruim<br />

zes jaar, tot begin 2006, op spelen. Daniel<br />

Rowland is wellicht wat (te) weinig bekend<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

in Nederland, maar in het buitenland des<br />

te meer. Hij werd geboren in Londen maar<br />

groeide op in Nederland. Hij is oprichter<br />

en artistiek leider van het Stift International<br />

Music Festival: een festival op een<br />

idyllische locatie in Twente met concerten<br />

in een 14e-eeuws kerkje. Sinds 2007 is hij<br />

de primarius van het vermaarde Londense<br />

Brodsky Quartet. Met dit kwartet treedt hij<br />

op over de hele wereld. Daniel is docent<br />

aan de Royal College of Music in Londen.<br />

45<br />

FOTO PATRICK ALLEN


Over geld, musici<br />

46<br />

Dana en Mikhail Zemtsov


Het NMF is een goed doel dat musici wil helpen bij<br />

hun ontwikkeling door hen een instrument ter beschikking<br />

te stellen. Dat kost geld, veel geld.<br />

Laten we voorop stellen dat het NMF van elke<br />

euro die binnenkomt, zoveel mogelijk aan de<br />

uiteindelijke doelstelling besteedt. In de eerste<br />

plaats is dat natuurlijk aan de aankoop van instrumenten.<br />

De collectie wordt nog steeds uitgebreid,<br />

want er is nog steeds vraag naar meer<br />

en betere instrumenten. In de tweede plaats<br />

kost ook het beheer van de ruim 400 instrumenten<br />

en ruim 350 strijkstokken veel aandacht<br />

en dus geld. De collectie van het NMF<br />

is eigenlijk een museumcollectie die zich elke<br />

dag op straat bevindt. Dat dat ingrijpende consequenties<br />

hee (en dus ook nanciële!) moge<br />

duidelijk zijn!<br />

Naast de kosten voor deze kernactiviteiten, zijn<br />

er nog andere uitgavenposten. Zo worden er<br />

bijvoorbeeld nogal wat evenementen georganiseerd,<br />

doorgaans tussen de 50 en 80 per jaar.<br />

Die evenementen zijn om minstens drie redenen<br />

belangrijk. Het gee de musicus een podium,<br />

het biedt de donateur de mogelijkheid om<br />

te zien wat er met zijn/haar steun gebeurt en<br />

het gee het NMF de mogelijkheid zich te promoten.<br />

Weliswaar geldt als uitgangspunt dat<br />

de directe kosten van elk evenement moeten<br />

worden terugverdiend, maar de evenementen<br />

moeten natuurlijk ook georganiseerd worden.<br />

en donateurs<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Verreweg het grootste deel van haar inkomsten<br />

ontvangt het NMF van particuliere donateurs<br />

en particuliere stichtingen. In totaal over<br />

de jaren heen bedraagt de bijdrage van deze<br />

groep bijna 90% van de totale inkomsten van<br />

het NMF. Daarnaast ontvangt het NMF steun<br />

van een aantal vermogensfondsen. Het NMF<br />

ontvangt geen subsidie van de overheid meer.<br />

Een klein gedeelte van de inkomsten bestaat<br />

uit de vergoeding van de musici die zij betalen<br />

aan het NMF. Deze vergoeding betalen zij voor<br />

de diensten die het NMF hen levert. De musici<br />

betalen ook verzekeringspremie voor het<br />

instrument dat zij in bruikleen hebben. Deze is<br />

aankelijk van de waarde van het instrument<br />

en wordt voor 100% doorbetaald aan onze verzekeraar,<br />

die het NMF de laagste premie van<br />

Nederland biedt. De bruikleenvergoeding bedroeg<br />

in 2012 € 570 per jaar per instrument en<br />

is bij lange na niet kostendekkend.<br />

Het NMF houdt zich uiteraard aan de richtlijnen<br />

die door het CBF zijn uitgegeven ten<br />

aanzien van de besteding van de aan haar toevertrouwde<br />

gelden. Het hee daarvoor in 1999<br />

het CBF-keurmerk gekregen. Gedetailleerde<br />

informatie over de inkomsten en uitgaven van<br />

het NMF kunt u vinden in onze jaarrekening,<br />

te raadplegen op onze website of op te vragen<br />

bij de stichting.<br />

47


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

48<br />

Bijzondere donateurs<br />

Bijzondere donateurs<br />

schenken<br />

bijzondere instrumenten<br />

Het NMF is iedereen die het<br />

NMF steunt, ongelofelijk<br />

dankbaar. Vooral particulieren<br />

en particuliere stichtingen zijn<br />

verantwoordelijk voor het feit<br />

dat de NMF-collectie inmiddels<br />

één van de grootste ter wereld is.<br />

Enkele begunstigers komen in dit<br />

magazine aan het woord.<br />

Donateur<br />

Anoniem<br />

schonk een<br />

Vuillaume-cello


“Een en dergelijk<br />

instrument heb<br />

je niet in<br />

eigendom”<br />

In november 2012 meldt zich een echtpaar bij<br />

het NMF. Meneer Meneer is amateurmusicus en blijkt<br />

in het het bezit van een een bijzondere cello gebouwd<br />

door Jean Baptiste Vuillaume Vui V llaume in Parijs, rond rond<br />

1845. 1845. De cello is voorzien van een een taxatie taxatie<br />

waarop als waarde waarde € 130.000 vermeld staat. Iedereen<br />

bij het het NMF is is even stil. Er worden wel<br />

vaker instrumenten instrumenten aan het NMF geschonken,<br />

maar dit is wel een een heel bijzondere schenking.<br />

Zoals altijd laten we een nieuwe taxatie taxatie ter<br />

controle doen. Een kleine kleine twee weken later<br />

komt er bericht: het instrument is inmiddels<br />

het dubbele waard, dus € 260.000. Een nog lanlangere stilte op kantoor. Wij ij i melden melden het nieuws<br />

aan de potentiële schenker. Hij ij i aarzelt geen<br />

moment. “Het brengt geen wijziging in mijn<br />

voornemen het instrument te schenken”, zo<br />

schrij schrij hij. Later stuurt hij ons een korte geschiedenis<br />

van zijn instrument.<br />

“In 1945 hee hee mijn vader de cello cello voor een<br />

vriendenprijsje over kunnen nemen. Als onwetend<br />

snotaapje van 13 jaar kreeg kreeg ik die cello cello<br />

met de boodschap “het is een hele mooie”.<br />

Ik ben bang dat dat het niet veel indruk hee hee<br />

gemaakt en dat dat ik er ook niet erg mooi op<br />

speelde. Ik weet wel dat mijn moeder moeder vanuit de<br />

keuken schreeuwde “niet zo vals!” Ik heb toen<br />

les gekregen van een cellist verbonden aan een<br />

van de radio-orkesten. Ik ben blijven spelen tot<br />

ik het huis uit uit ging, rond mijn 20e. Nadien is<br />

de cello zijn kist niet meer uitgeweest, totdat totdat<br />

in 1966 het Naardens Kamer Orkest werd opgericht.<br />

Een vriendin had de advertentie gelezen<br />

en zei: ”als jij gaat, ga ik ook”. In het begin<br />

was het een jammerlijke boel tot er een andere<br />

dirigent voor het orkest kwam kwam staan. Deze didirigent wilde dat dat je je partijen studeerde. Dat<br />

is mede aanleiding aanleiding geworden om om weer les te<br />

gaan nemen. In Naarden Naarden heb ik ook ook veel kwartet<br />

gespeeld met met een doorgewinterd doorgewinterd groepje<br />

die de kwartetliteratuur goed beheerste. Ik liep<br />

achteraan en zorgde dat ik op een “1” “1” weer<br />

aanwezig was. Hier ier kwam kkwam<br />

een eind aan aan toen<br />

we in 1975 naar Den Haag verhuisden. Daar<br />

ben ik gaan spelen in het het Collegium Musicum<br />

Haganum dat toen onder leiding stond van Jules<br />

van van Hessen. Ik ben les gaan nemen bij een een<br />

cellist van van het Residentie Orkest. Orkest. Daarnaast<br />

ben ik ook ook gaan spelen in het orkest Bellitoni<br />

dat toen onder leiding van Jules van Hessen<br />

en later Alexandru Lascae stond. Na een aantal<br />

jaren ben ik hier uitgestapt en heb het mij<br />

eenvoudiger gemaakt gemaakt door toetreding tot het<br />

dagorkest Carpe Diem (voor huisvrouwen en<br />

gepensioneerden). Daarnaast heb ik veel kakamermuziek gespeeld.”<br />

“Het bezit van de Vui VVuillaume llaume hee hee bij mij een een<br />

aantal keren tot gewetensbezwaren geleid.<br />

Moest er eigenlijk niet een professionele musicus<br />

op spelen? Ik heb mij door mijn omgeving<br />

toch laten verleiden er zelf op te blijven spelen.<br />

Nu is echter de tijd gekomen dat de fysieke en<br />

geestelijke aakeling aakeling begint toe te nemen en<br />

dat het instrument instrument een betere bespeler moet<br />

krijgen. Het middel daartoe was een schenking<br />

aan het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds.<br />

Het probleem was echter een vervangend instrument<br />

te vinden waar ik toch met plezier op<br />

FOTO CATHY LEVESQUE<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

zou kunnen blijven spelen. Via via ben ik nu in<br />

het bezit van een instrument, in 2011 gebouwd<br />

door de Roemeen Alexandru Gavaller.”<br />

“Het Muziekinstrumenten Muziekinstrumenten Fonds was erg blij<br />

met de schenking, zeker toen bleek dat de waarde<br />

alsmaar hoger werd bij de diverse taxaties.<br />

Vo VVoor or mijn vrouw vrouw en mij hee hee dat echter geen<br />

rol gespeeld. Een dergelijk instrument heb je<br />

niet in eigendom. Je hebt het in bruikleen van<br />

een begenadigd bouwer. Het Het legt de verplichtingting<br />

op dat er mooi op gespeeld wordt. Je mag<br />

een dergelijk instrument dan ook eigenlijk niet<br />

verkopen voor voor geldelijk geldelijk gewin. Mijn Mijn ijn i vrouw en<br />

ik hebben het idee dat het instrument nu in<br />

goede handen is en dat het goed bespeeld zal<br />

worden.”<br />

49


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

De organisatie<br />

Het bestuur<br />

In 2012 bestond het bestuur van het NMF uit zes<br />

leden. Het NMF streeft ernaar het bestuur zo samen<br />

te stellen dat alle noodzakelijke soorten kennis en<br />

contacten vertegenwoordigd zijn. Naast algemeen<br />

bestuurlijke elementen gaat het daarbij ook met<br />

name om kennis van het Nederlandse muziekleven<br />

en kennis van instrumenten. De bestuursleden hebben<br />

allen een gezamenlijke bevoegdheid met andere<br />

bestuurders.<br />

50<br />

Prof. ir. W. Dik<br />

voorzitter<br />

Voorzitter Raad van Advies Connekt<br />

Voorzitter Brabantse Stichting voor Ondernemendheid<br />

Voorzitter EU PowerNet team<br />

Ambassadeur Habitat for Humanity Nederland<br />

Freelance hoogleraar TU Del<br />

FOTO NMF<br />

Mr. J.W.P. Verheugt<br />

vice-voorzitter<br />

Voorzitter Adviescollege verlooetsing TBS<br />

Raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof te<br />

Amsterdam<br />

Rechter-plaatsvervanger in de rechtbank te Den<br />

Bosch<br />

Lid Raad van Toezicht van Het Gelders Orkest


FOTO NMF<br />

Dhr. H. Hollander, RA<br />

penningmeester<br />

Partner Cleantech & Sustainability services<br />

Penningmeester Exact Foundation (corporate<br />

responsibility)<br />

FOTO NMF<br />

Mr. D.C. Baron van Wassenaer<br />

secretaris<br />

Lid ING Senior Leadership Team<br />

Global Head of Clients & Network<br />

Regent Stichting Twickel, Delden<br />

Regent Stichting RCOAK, Amsterdam<br />

Voorzitter Stichting Jacoba van Wassenaer Fonds<br />

Voorzitter Stichting Bouwstenen voor Dierenbescherming,<br />

Leiden<br />

Vice-voorzitter Stichting Lemstra, Amsterdam<br />

Lid bestuur Ir. H.G. Boumeester Foundation<br />

Lid Raad van Advies Frans Hals Museum<br />

Mr. S.A. Reinink<br />

Algemeen Directeur Het Concertgebouw N.V.<br />

Voorzitter Stichting G. Ribbius Peletier jr.<br />

tot behoud van het Landgoed Linschoten<br />

Lid Raad van Toezicht Museum Speelklok<br />

Lid Raad van Advies Nexus Instituut<br />

Lid Raad van Advies Stichting Het Nationale<br />

Park De Hoge Veluwe<br />

Lid bestuur Stichting 4 mei concert<br />

Lid bestuur Stichting Tjardus Greidanus<br />

Samenstelling en rooster van herbenoeming<br />

Mw. drs. S.C. Wol<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Adviseur Gerzon Holding<br />

Lid bestuur WWF Schweiz<br />

Adviseur Artists for Nature Foundation<br />

Lid bestuur Stichting NatuurZijn<br />

Zakelijk leider Nederlandse Fluit Academie<br />

Voorzitter Stichting Mirador<br />

functie aangetreden herbenoeming<br />

Prof. ir. W. Dik 2001 2014<br />

Dhr. H. Hollander RA 2006 2014<br />

Mr. D.C. Baron van Wassenaer 2002 2015<br />

Mr. J.W.P. Verheugt 1994 2016<br />

Mr. S.A. Reinink 2008 2016<br />

Mw. drs. S.C. Wolff 2009 2013<br />

Het bestuur krijgt geen vergoeding voor zijn werkzaamheden.<br />

FOTO MARCO BORGGREVE<br />

FOTO NMF<br />

51


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

De Commissie<br />

Aanvragen en Instrumenten<br />

De Commissie Aanvragen en Instrumenten (kortweg:<br />

de Instrumentencommissie) is het belangrijkste<br />

permanente adviesorgaan van het NMF en<br />

bestaat uit deskundigen uit de muziekwereld. De<br />

belangrijkste taken van deze commissie zijn enerzijds<br />

het beoordelen van de aanvragen, anderzijds<br />

het adviseren over het aankoopbeleid en dus over<br />

de samenstelling van de collectie instrumenten.<br />

Daarnaast fungeert de commissie als denktank voor<br />

het bestuur en bureau.<br />

52<br />

Samenstelling en rooster van herbenoeming aangetreden herbenoeming<br />

Pieter Moerenhout oprichter NMF 1996 2014<br />

Christian Timm adviseur 1996 2014<br />

Coosje Wijzenbeek viooldocente 1996 2014<br />

Francis Wammes ex-directeur KAM 2012 2016<br />

Monique Bartels cellodocente 2004 2013<br />

Peter Stotijn contrabasdocent 2012 2016<br />

David Kuyken pianodocent 2009 2013<br />

Gisella Bergman altviooldocente 2009 2013<br />

LISANNE SOETERBROEK (SJAAK RAMAKERS).JPG<br />

2001<br />

Lisanne Soeterbroek<br />

Lisanne Soeterbroek is één van de talloze<br />

violisten die uit het klasje van Coosje Wijzenbeek<br />

stamt. Zij is een multi-talent, dat<br />

naast het vioolspelen ook veel andere kwaliteiten<br />

heeft. Tussen 2001 en 2005 speelde<br />

zij op de ‘Frans Mortelmans-viool II’, ge-<br />

bouwd door Jean Baptiste Vuillaume (Parijs,<br />

ca. 1860). Tegenwoordig is zij aanvoerster<br />

van de tweede violen van het Nederlands<br />

Kamerorkest en eerste violiste van het<br />

Vespucci Quartet.


De Raad van Advies<br />

De Raad van Advies bestaat uit 16 leden. Deze<br />

Raad is opgericht om het bureau bij te staan in<br />

allerlei zaken waarbij extra expertise gewenst<br />

of noodzakelijk is. De leden van deze Raad<br />

worden op onregelmatige basis geconsulteerd<br />

en worden voor onbepaalde tijd aangesteld. In<br />

de Raad zitten ondermeer musici, docenten,<br />

vioolbouwers en beleidsmakers.<br />

De samenstelling van de Raad van Advies<br />

per 1/1/2013<br />

Vera Beths<br />

violiste<br />

Jaap Bolink<br />

vioolbouwer<br />

Ferdinand Erblich<br />

altviolist<br />

Kees Hülsmann<br />

violist<br />

Rudolf Koelman<br />

violist<br />

Bouw Lemkes<br />

violist<br />

Cyril van Lennep<br />

adviseur, ex-bestuurslid<br />

Fred J. Lindeman<br />

vioolbouwer<br />

Andreas Post<br />

vioolbouwer<br />

Henk Rubingh<br />

violist<br />

Marien van Staalen<br />

cellist<br />

Serge Stam<br />

vioolbouwer<br />

Sven Arne Tepl<br />

altviolist, artistiek leider<br />

Nederlands Philharmonisch Orkest<br />

Jaring Walta<br />

violist<br />

Jan Wijn<br />

pianist<br />

Céleste Zewald<br />

klarinettiste<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Feest met een missie<br />

D OOR M ANON V EENEND AAL<br />

Sommigen vinden het vreselijk om weer een jaartje ouder te worden.<br />

Krampachtig worden felicitaties in ontvangst genomen. Het<br />

NMF daarentegen, is er trots op zijn 25-jarig bestaan te kunnen<br />

vieren. Weer een jaartje ouder, maar het is een waardig jubileum!<br />

Daarom vieren wij feest. Maar niet zomaar natuurlijk.<br />

We vieren feest met een missie. Hoe?<br />

In het jubileumjaar willen we ons donateursaantal verdubbelen.<br />

Wellicht zult u denken: in deze economisch moeilijke tijden? Dat<br />

wordt een zware dobber... Maar juist nu is het noodzakelijk om<br />

meer donateurs te werven. En juist nu beseen mensen die cultuur<br />

een warm hart toedragen dat het noodzakelijk is de musici<br />

van het NMF met zijn allen onvoorwaardelijk te blijven steunen.<br />

Helpt u mee?<br />

U kunt de musici van het NMF ondersteunen door:<br />

• te komen naar een van onze jubileumactiviteiten! Kijk voor<br />

meer informatie in de agenda in dit bulletin of op onze website<br />

www.muziekinstrumentenfonds.nl<br />

• een (extra) jubeldonatie te doen voor een van onze jubileumprojecten.<br />

Vanaf nu zijn deze projecten op onze website online<br />

en kunt u zelf kiezen waar u uw geld aan wilt besteden.<br />

• vrijwilliger te worden voor Het weekend van het NMF. Tijdens<br />

dit weekend organiseren wij samen met Vereniging Hendrick<br />

de Keyser 100 bijzondere concerten op 100 historische locaties<br />

door heel Nederland. Uiteraard geven onze musici deze unieke<br />

kamermuziekconcerten. Het NMF hee uw hulp nodig om de<br />

concerten in goede banen te leiden. Onze medewerkers kunnen<br />

immers niet op 100 plekken tegelijk zijn. Hee u interesse,<br />

dan hoor ik het graag!<br />

veenendaal@muziekinstrumentenfonds.nl<br />

53


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

<strong>BIJZONDERE</strong> NMF-MUSICI<br />

Gwyneth Wentink<br />

54<br />

Interview met Gwyneth Wentink,<br />

dinsdag 6 november 2012<br />

door Marcel Schopman<br />

FOTO DAAN NOPPEN<br />

“Van Michael<br />

Gwyneth Wentink (Utrecht, 1981) speelt<br />

harp. Al op haar 8e jaar kreeg zij een<br />

harp van het NMF in bruikleen.<br />

Inmiddels is zij aan haar vierde NMFharp<br />

toe, een Italiaanse harp van het<br />

merk Salvi, model Iris, gebouwd in 2010.<br />

Ja, Gwyneth Wentink is een gepassioneerde<br />

harpiste. Al vanaf haar vijfde jaar bespeelt ze<br />

het instrument. Een jaar later maakte ze haar<br />

eerste televisieopname. Als kado kreeg ze van<br />

de AVRO een grote knuel, waar ze heel blij<br />

mee was. Haar eerste concert met orkest was<br />

op haar 8e: samen met Abbie de Quant speelde<br />

ze het concert voor uit en harp van Mozart.<br />

Het was in die tijd dat ze met haar moeder<br />

bij het NMF binnenstapte om de eerste van<br />

in totaal vier harpen die ze van het NMF in<br />

bruikleen zou krijgen, op te halen. Tussen de<br />

periodes met de NMF-harpen door, speelde ze<br />

nog een aantal jaren op een harp van haar zelf:<br />

die had ze gewonnen toen ze (op haar 16e!) het<br />

belangrijkste harpconcours ter wereld in Tel<br />

Aviv won. Haar laatste NMF-instrument is een<br />

Salvi, die ze omschrij als heel direct en heel<br />

puur. Het is echt “haar” instrument in de zin<br />

dat de harp helemaal bij haar past. De klank<br />

is superrijk en ook qua formaat past de Salvi<br />

het beste bij haar. Bovendien wordt er helemaal<br />

geen kunststof verwerkt in de harp, zoals<br />

bij verschillende andere merken wel. Volgens<br />

Gwyneth hoor je dat.<br />

Er zijn misschien maar weinig klassieke musici<br />

die zo veelzijdig zijn als Gwyneth. Haar interesses<br />

zijn niet alleen divers van aard, ze zorgt<br />

er ook voor dat deze gerealiseerd worden. Dat<br />

kost haar veel tijd en energie, maar dat hee ze<br />

er graag voor over. Natuurlijk is ze allereerst<br />

een klassieke musicus. En ze vindt het heerlijk<br />

om “gewoon” Handel te spelen, of Boeieldieu,<br />

Godefroid, Debussy, Faure of Ginastera: componisten<br />

die belangrijke werken voor harp<br />

schreven. Maar al heel vroeg in haar carrière<br />

keek ze verder dan alleen naar de traditionele<br />

harpwerken. Vernieuwing en avontuur zijn<br />

altijd trefwoorden in haar leven geweest. Zo


verdiepte ze zich op jonge leeijd leeijd al in muziektherapie.<br />

Ook deed ze een aantal jaren aan<br />

meditatie: mede daardoor ontstond een grote<br />

interesse in India, die haar leven blijvend en<br />

ingrijpend zou beïnvloeden.<br />

Die interesse resulteert er nu, zoveel jaren later<br />

in, dat ze India als haar tweede thuis is gaan<br />

beschouwen. Ze Ze komt er al jaren met grote regelmaat<br />

en hee hee daar de harp geïntroduceerd<br />

in het het muziekleven: muziekleven: een een instrument dat dat men men<br />

daar helemaal niet kent. Op zoek naar dat instrument<br />

hee hee ze ze er in India uiteindelijk twee<br />

gevonden, één goede harp in Delhi, die die helaas<br />

de compound compound waar hij zich bevindt niet af<br />

kan en één harp in een een kist bij een een antiquair<br />

die Michael Michael Jackson ooit ooit na een tournee hee hee<br />

achtergelaten in Bombay. Komende december<br />

hoopt ze eindelijk eindelijk zelf een een harp naar India te<br />

brengen waarop ze daar dan kan blijven spelen.<br />

Natuurlijk speelt ze in dat land niet niet alleen<br />

westerse klassieke muziek. Ze speelt er vaak<br />

samen met de beroemde Indiase bansurispeler<br />

Pandit Hariprasad Chaurasia (een bansuri is<br />

een Indiase bamboeuit) bamboeuit) en met bijvoorbeeld<br />

de saxofonist George Brooks en Vijay ijay i Gathe,<br />

tabla (Indiase drum). Zo brengt ze de harp in<br />

de wereld van de Indiase muziek.<br />

Maar ze doet nog veel meer: zo is ze de initiinitiatiefneemster van een project met elektronica<br />

en visual visual arts, waarbij ze de Canto Ostinato<br />

van Simeon ten Holt uitvoert. Ze ziet ziet in dat dat<br />

project overigens ook overeenkomsten met met<br />

haar werk in India in de zin dat beide soorten<br />

muziek repetitief van karakter karakter zijn en dat beide<br />

projecten op hun manier manier vernieuwend zijn. En<br />

naast al deze projecten werkt ze ook nog als<br />

vaste kracht in het Orchestre Révolutionnaire<br />

et Romantique van John Eliot Gardiner. Daarbij<br />

speelt ze dan overigens op haar eigen Erard<br />

harp uit 1907, die ze zelf in een winkeltje in<br />

Parijs vond.<br />

Nederland hee hee een opvallende rol in de<br />

harpwereld, volgens Gwyneth. Dat is is niet in<br />

het minst te danken aan Gwyneth zelf, die de<br />

wereld als haar achtertuin beschouwt en die<br />

voortdurend onderweg is naar andere mensen,sen,<br />

andere musici en andere muziek. Musici<br />

zoals Hariprasad Chaurasia die haar uitdagen.<br />

“Samenwerken met met hem is en was een grote les<br />

in loslaten”, zegt Gwyneth. Ze wil graag dingen<br />

doen en maken die heel erg in het nu nu staan en<br />

de huidige maatschappij biedt haar die kansen<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Jackson tot John Eliot Gardiner”<br />

2002<br />

ook. En het instrument waarop ze speelt, de<br />

harp, is het het instrument instrument waarmee ze zich kan kan<br />

uiten. Geen wonder, dat het NMF zo graag en<br />

van ganse harte haar haar al zo lang een harp ter<br />

beschikking stelt. stelt. Als iemand dat verdient, is<br />

zij het wel!<br />

Hannes Minnaar<br />

Hannes Minnaar was nog jong (17) toen<br />

hij, als één van Nederlands aanstormende<br />

talenten onder de pianisten, bij het NMF<br />

aanklopte in 2002. Hij had behoefte aan<br />

een goed instrument om thuis op te kunnen<br />

studeren. Hannes kreeg van het NMF een<br />

gloednieuwe vleugel van het merk Kawai,<br />

model RX-5 met serienummer 24.19.858, in<br />

bruikleen. Het NMF had toen net een aantal<br />

nieuwe Kawai’s aangekocht. aangekocht. Voor conservatoriumstudenten<br />

prima om op te oefenen,<br />

voor het NMF aantrekkelijk vanwege de gunstige<br />

prijs/kwaliteitsverhouding.<br />

Zes jaar later won Hannes de 3e prijs bij<br />

de Koningin Elisabethwedstrijd in Brussel<br />

waarmee hij als beste Nederlander Nederlander ooit<br />

eindigde. Inmiddels heeft het Koninklijk<br />

Concertgebouworkest hem uitgenodigd om<br />

in 2013 onder leiding van Herbert Blomstedt<br />

het vierde pianoconcert van Beethoven uit<br />

te voeren.<br />

55


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Het bureau<br />

drs. Marcel Schopman<br />

directie<br />

Marcel is 54 jaar en in dienst bij the NMF<br />

sinds 2004. Hij is eindverantwoordelijk voor<br />

de dagelijkse gang van zaken van het NMF. Hij<br />

gee leiding aan het bureau. Behalve dat hij<br />

het gezicht van het NMF naar buiten toe is, is<br />

hij met name ook bezig met het voorbereiden<br />

en uitvoeren van beleid en met fondsenwerving.<br />

Hij is het eerste aanspreekpunt voor en<br />

met overheid, donateurs, fondsen, bedrijven<br />

en dergelijke en mede aanspreekpunt voor de<br />

pers. Marcel is van oorsprong milieueconoom,<br />

maar werkt al zijn hele leven in de klassieke<br />

muziek in verschillende commerciële en artistieke<br />

functies bij ondermeer Philips Classics,<br />

Deutsche Grammophon en Warner Music. De<br />

baan bij het NMF vindt hij de leukste baan ter<br />

wereld, vanwege de combinatie van het werken<br />

bij een goed doel en het werken in de muziek.<br />

Voor vragen aan Marcel, mail naar:<br />

schopman@muziekinstrumentenfonds.nl<br />

56<br />

Frits Schutte<br />

collectiebeheer<br />

Frits is 49 jaar en in dienst bij het NMF sinds<br />

1999. Hij is verantwoordelijk voor het samenstellen,<br />

onderhouden en plaatsen van de collectie<br />

muziekinstrumenten. Tot zijn hoofdtaken<br />

behoren het adviseren over de aanvragen<br />

van potentiële NMF-musici en het adviseren<br />

over de uitbreiding van de collectie. Hij is het<br />

eerste aanspreekpunt voor NMF-musici (als<br />

het gaat om hun instrumenten), vioolbouwers<br />

en handelaren. Frits is al ruim tien jaar<br />

werkzaam bij het NMF. Daarvoor had hij een<br />

veelzijdige carrière als violist (concertmeester<br />

bij een Spaans orkest), vioolpedagoog (met<br />

een bloeiende praktijk) en ondernemer (in een<br />

bedrijf dat zich bezig hield met de selectie en<br />

aankoop van muziekinstrumenten). Dat hij<br />

ook culinair zeer geïnteresseerd is, moge blijken<br />

uit het feit dat hij ook nog een tijdje kok in<br />

een gerenommeerd Goois restaurant was.<br />

Voor vragen aan Frits, mail naar:<br />

schutte@muziekinstrumentenfonds.nl<br />

drs. Geertje van der Linden<br />

collectiebeheer en evenementen<br />

Geertje is 36 jaar en in dienst bij het NMF<br />

sinds 2006. Zij verantwoordelijk voor het collectiebeheer<br />

en de evenementen van het NMF.<br />

Geertje is afgestudeerd orthopedagoge aan de<br />

VU. Ook studeerde ze een tijdje zowel hoorn<br />

als cello op het conservatorium. En kruipt tegenwoordig<br />

ook nog graag achter de cello, om<br />

kamermuziek te maken of in orkesten mee te<br />

spelen. Zo vormt ze samen met collega Manon<br />

een celloduo.<br />

Voor vragen aan Geertje, mail naar:<br />

vanderlinden@muziekinstrumentenfonds.nl<br />

de


organisatie<br />

drs. Manon Veenendaal<br />

fondsenwerving en promotie<br />

Manon is 34 jaar en in dienst bij het NMF<br />

sinds 2005. Zij is verantwoordelijk voor communicatie,<br />

promotie en particuliere fondsenwerving.<br />

Ze studeerde een jaar cello op het<br />

conservatorium, maar besloot zich breder te<br />

ontwikkelen dan alleen als uitvoerend musicus<br />

en ging Algemene Letteren studeren aan de<br />

UU, waarbij ze zich specialiseerde in kunstbeleid<br />

en -management. Voordat ze bij het NMF<br />

kwam werkte ze ondermeer bij ING<br />

Kunstzaken en bij Amsterdam Sinfonietta.<br />

Voor vragen aan Manon, mail naar:<br />

veenendaal@muziekinstrumentenfonds.nl<br />

Steven Heybroek<br />

nanciën en database<br />

Een dag per week is Steven Heybroek (54<br />

jaar) op kantoor van het NMF te vinden. Steven<br />

is deskundig in veel zaken – maar binnen<br />

het NMF concentreert hij zich al meer dan 20<br />

jaar lang op het verder ontwikkelen van ons<br />

gecompliceerde database systeem waarin alles<br />

over onze instrumenten, musici, donateurs,<br />

concerten en nanciën te vinden is. Daarnaast<br />

is hij sinds begin 2010 ook verantwoordelijk<br />

mr. Marie-érèse Kuijkhoven<br />

ocemanagement en boekhouding<br />

Marie-érèse is 42 jaar en in dienst bij het<br />

NMF sinds 2010. Zij studeerde notarieel recht<br />

in Amsterdam. Na haar afstuderen werkte ze<br />

ondermeer als kandidaat-notaris en notarieel<br />

jurist. Nu hee ze twee kinderen, Emma en<br />

Stein en een echt leuke baan bij het NMF, waar<br />

ze zich met verve hee gestort op het ocemanagement<br />

en de boekhouding.<br />

Ook de aandeling van legaten is haar verantwoordelijkheid.<br />

Voor vragen aan Marie-érèse, mail naar:<br />

mtk@muziekinstrumentenfonds.nl<br />

voor de nanciële administratie, iets wat hij<br />

bijvoorbeeld ook al heel lang doet voor een andere<br />

muzikale club, het Nederlands Kamerkoor.<br />

“Vergeleken met het Kamerkoor valt vooral op<br />

dat onze koekjes veel beter zijn”, zo beweert Steven.<br />

Een deskundig man, zullen we maar zeggen!<br />

Buiten het NMF ligt zijn hart o.a. bij zeilen<br />

en bergbeklimmen. Steven is van vele markten<br />

thuis, kortom.<br />

FOTO CONCEPT COMMUNICATIE<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Lennart van der Sman<br />

assistent fondsenwerving en promotie<br />

Wilt u liever met het NMF in het Russisch<br />

corresponderen? Dan is er goed nieuws voor<br />

u, want Lennart van der Sman (25 jaar) is<br />

sinds 2011 in deeltijd werkzaam bij het NMF.<br />

Lennart studeerde eerst Slavische talen en culturen<br />

aan de UVA en op dit moment kunstbeleid<br />

en -management in Utrecht. Daarnaast<br />

speelt hij cello in het VU-Orkest.<br />

Voor vragen aan Lennart, mail naar:<br />

ls@muziekinstrumentenfonds.nl<br />

Voor vragen aan Steven, mail naar:<br />

heybroek@muziekinstrumentenfonds.nl<br />

57


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

58<br />

Bijzondere donateurs aan het woord<br />

Donateur<br />

Anoniem echtpaar<br />

Mede mogelijk gemaakt:<br />

een Bergonzi-viool,<br />

voorheen eigendom van<br />

Herman Krebbers<br />

“Het testament<br />

van nicht Mies”<br />

“Als onze stille en bescheiden nicht Mies overlijdt,<br />

laat ze per testament een groot bedrag na<br />

aan het NMF. Dat is de aanleiding tot onze kennismaking<br />

met Marcel Schopman. Hij zoekt<br />

ons thuis op, toont zich zeer verheugd met de<br />

erfenis en vertelt enthousiast over “zijn” club.<br />

We hebben vaker contact, wonen concerten van<br />

bruikleners bij en worden geïnformeerd over de<br />

aankoop van de viool (een Bergonzi) die mede<br />

met het geld van Mies mogelijk is geworden.<br />

Tijdens een privéconcert in de Sint Annenstraat<br />

spelen Tjeerd Top en Lavinia Meijer voor ons<br />

en krijgen wij de gelegenheid het bijzondere levensverhaal<br />

van Mies te vertellen. We hebben<br />

het gevoel haar eindelijk recht te kunnen doen.<br />

Natuurlijk zijn wij donateur geworden en proberen<br />

we in eigen kring mensen te interesseren<br />

voor het NMF. Marcel, Manon en hun collega’s<br />

voelen inmiddels een beetje als familie.<br />

Bij ieder concert dat we bezoeken zijn ze present<br />

en zien we hoe ze hun missie met enthousiasme<br />

overbrengen op het publiek. Niks bonussen of<br />

dikke leaseauto’s voor dit stel! Deskundige idealisten<br />

zijn het en met hun warme, persoonlijke<br />

benadering en hun in onze ogen tomeloze inzet<br />

voor het fonds, is ons en uw geld wel besteed!”<br />

FOTO CATHY LEVESQUE


<strong>BIJZONDERE</strong> NMF-MUSICI<br />

Ingrid van Dingstee<br />

“Het moet goed,<br />

anders is het niet leuk”<br />

Interview met Ingrid van Dingstee,<br />

donderdag 25 oktober 2012<br />

door Marcel Schopman<br />

Ingrid van Dingstee, violiste. Eén van de vele<br />

musici in Nederland die stamt uit uit een muzikale<br />

familie, want samen met onder meer haar<br />

broer en zus vormt zij al jaren het Van Va V n Dingstee<br />

Kwartet. Kwa K rtet. Het is dat er niet nog een broertje<br />

of zusje in de familie familie was, was, anders anders zou deze wellicht<br />

ook lid van het kwartet geworden zijn. Nu<br />

is de vierde man een niet-familielid, Frederik<br />

Boits.<br />

Rond haar 7e levensjaar, toen ze al een aantal<br />

jaren viool speelde, zag Ingrid Jaap van Zwe- Zw Z eden<br />

op televisie spelen. “Dat kan ik nooit”,<br />

dacht ze en ondanks het feit dat ze haast niets<br />

liever deed dan vioolspelen, zag ze het het einde einde<br />

van haar passie al aankomen. Want: Wa W nt: “Het moet<br />

goed, anders is het niet leuk”. De pianolerares<br />

van haar moeder hoorde van haar overwegin-<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Het Van Dingstee Kwartet met v.l.n.r. Ewout, Ingrid, Marjolein van Dingstee en Frederik Boits<br />

gen, herkende haar talent en nam haar mee<br />

naar de beroemde vioolpedagoge Davina avina a van<br />

Wely. We W ly. Dat bezoek resulteerde in lessen van Jan<br />

Repko en een denitieve denitieve keuze voor de muziek.<br />

Ingrid Ingrid hee hee persoonsnummer 00010 in het<br />

computersysteem van het NMF en de eerste<br />

viool die ze leende leende hee hee instrumentnummer<br />

0005. Die nummers getuigen van het feit dat<br />

zij één van de eerste bruikleners van het NMF<br />

was, toen zij in 1990 bij het woonhuis van Pieter<br />

Moerenhout, de oprichter van het NMF<br />

aanklopte. Het Het bureau was toen nog bij Pieter<br />

aan huis in Bunnik gevestigd. Op de keukentafel<br />

lagen een aantal instrumenten en rondom<br />

die tafel mocht ze ze uitproberen. De winnaar<br />

werd een Italiaanse viool met met etiket “Julio Ce-<br />

59


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

sare Gigli”, ca. 1750, een enorme verbetering<br />

ten opzichte van de viool die ze toen in eigendom<br />

had en bespeelde. Vijien jaar oud was<br />

ze. Drie jaar later, nadat ze het Davina van<br />

Wely concours had gewonnen, was ze toe aan<br />

een volgende stap en aan een volgende viool<br />

van het NMF. Het werd een viool, gebouwd<br />

door Nicola Gagliano (Filius Alexandri) in<br />

Napels 1739 die net daarvoor door Sonja van<br />

Beek was ingeleverd.<br />

De Gagliano was niet alleen een bijzonder<br />

instrument, het had ook een bijzondere afkomst.<br />

Hij kwam uit de nalatenschap van de<br />

violist Joachim Röntgen (1906-1989), zoon<br />

van de componist Julius Röntgen. Het was een<br />

gouden match, want sindsdien zijn viool en<br />

bespeelster onafscheidelijk: ze kan zich geen<br />

ander instrument meer voorstellen. Ingrid had<br />

toen al een heel duidelijk beeld van de door<br />

haar gewenste klank: ze zocht eerder naar een<br />

Italiaanse dan naar een Franse klank, naar<br />

meer iets kamermuzikaals dan naar iets heel<br />

krachtigs, meer naar iets intiems en kleurrijk<br />

dan naar iets knallerigs. De Gagliano had al die<br />

goede eigenschappen. En de viool dwong haar<br />

op zoek te gaan naar de kleuren die ze met het<br />

instrument kon produceren. Dat kwam goed<br />

uit in haar conservatoriumtijd, want dat hielp<br />

haar haar techniek en voorstellingsvermogen<br />

te ontwikkelen.<br />

Vioolspelen vond en vindt ze heerlijk – ze was<br />

als jong kind een gretige leerling en nu is ze<br />

nog steeds een bevlogen musicus, die zich met<br />

name goed voelt in de kamermuziek en bij een<br />

klein interessant kamerorkest als Amsterdam<br />

Sinfonietta en als aanvoerster van Sinfonia<br />

Rotterdam. Artistiek gezien is zij helemaal<br />

waar ze wil zijn. En de viool waarop ze speelt<br />

voelt als de juiste voor haar. “Ik ben vreselijk<br />

verwend met deze Gagliano”, zegt ze. Alleen bij<br />

speciale gelegenheden, zoals kinderconcerten<br />

of concerten in de open lucht, speelt ze nog<br />

wel eens op haar oude viool, die ze nog steeds<br />

bezit. Want ze is veel te bezorgd dat er iets met<br />

haar Gagliano gebeurt………..<br />

60<br />

FOTO NMF<br />

2003<br />

Pieter Wispelwey<br />

De naam Pieter Wispelwey behoeft geen verdere<br />

introductie. In 1992 was hij de eerste<br />

cellist die de Nederlandse Muziekprijs won<br />

en sindsdien is zijn naam en faam tot grote<br />

hoogte gestegen. Pieter Wispelwey speelt<br />

doorgaans op een cello van Giovanni Battista<br />

Guadagnini uit 1760. Maar voor speci-<br />

ale projecten kan hij al sinds 2003 terecht<br />

bij het NMF om de unieke barokcello van<br />

Pieter Rombouts (Amsterdam, 1710) te gebruiken.<br />

Het instrument gebruikte hij voor<br />

zijn derde (!) CD-opname van de cellosuites<br />

van Johann Sebastiaan Bach, die onlangs<br />

verscheen.


de organisatie<br />

Het Blaauwlakenblok in Amsterdam behoort<br />

tot de oudste bebouwing van de stad. Het is<br />

het deel van de stad dat gelegen is tussen de<br />

Bijenkorf aan de Dam en de Oude Kerk. De<br />

oorsprong van de bebouwing hier gaat terug<br />

tot in de de 13e eeuw. De naam Blaauwlakenblok<br />

(en de nog bestaande Blaauwlakensteeg<br />

en Zwartlakensteeg) verwijst naar de productie<br />

van laken (geweven wollen stof) en naar de<br />

lakenververijen die hier gevestigd waren.<br />

In de tweede hel van de 20e eeuw raakte<br />

het Blaauwlakenblok in verval en bestonden<br />

er plannen om tot sloop over te gaan en<br />

er een parkeergarage te bouwen. Gelukkig is<br />

dat nooit doorgegaan. Er werd besloten tot<br />

een grootscheepse restauratie van het gehele<br />

blok. In 1995 werden de eerste gerestaureerde<br />

panden opgeleverd, waaronder het pand aan<br />

de Annenstraat 12. Het is het oudste stenen<br />

woonhuis van Amsterdam, gebouwd in 1565.<br />

Het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds<br />

betrok in de zomer van dat jaar als huurder<br />

dit bijzondere pand. De laatste gerestaureerde<br />

panden in het Blaauwlakenblok werden in de<br />

zomer van 2012, dus 17 jaar later opgeleverd.<br />

Het pand waarin het NMF gevestigd wordt<br />

is niet alleen belangrijk vanwege de status als<br />

oudste stenen huis. Het huis hee een voor<br />

Amsterdam unieke Vredeman de Vries gevel<br />

voorzien van in- en uitzwenkende S- en Cvormige<br />

natuurstenen banden en bezit een<br />

fraai houtskelet in de benedenruimte. In de gevel<br />

bevinden zich vijf gebeeldhouwde koppen,<br />

eveneens uit de tweede hel van de 16e eeuw.<br />

De drie onderste daarvan zijn kopieën: de<br />

kwaliteit van de oorspronkelijke originele koppen<br />

is zo groot, dat deze indertijd verwijderd<br />

zijn en zich nu in de collectie van het Rijksmuseum<br />

bevinden. Alleen het reliëf rechtsboven<br />

is nog origineel. Het huis is overigens gebouwd<br />

op de fundamenten van een nog ouder huis:<br />

een gedeelte van de nog bestaande tegelvloer<br />

in het voorhuis stamt uit het jaar 1380.<br />

Maar het meest bijzondere aan het pand is het<br />

plafond in het achtergedeelte. Tijdens de demontage<br />

van het pand werden op de balken en<br />

planken van het plafond grote delen van een<br />

decoratieve beschildering aangetroen. De<br />

beschildering bestond uit geschilderde vakken<br />

en lijsten, zogenaamd beslagwerk, met daarin<br />

bloemranken en sierlijke arabesken in rood,<br />

geel en zwart. Deze schilderingen zijn zeer bijzonder,<br />

want in de Noordelijke Nederlanden<br />

was tot nu toe dit soort woonhuisdecoratie uit<br />

de tweede hel van de 16e eeuw onbekend.<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Het oudste<br />

stenen huis van<br />

Amsterdam<br />

Het bijzondere oude pand in de binnenstad<br />

van Amsterdam, onder de rook van de Oude<br />

Kerk fungeert nu dus al 15 jaar als kantoor<br />

van het NMF. Sinds 2004 is dit unieke pand<br />

jaarlijks voor het publiek te bezichtigen op<br />

de Open Dag van het NMF. In het Jubileumjaar<br />

2013 zal er maandelijks een openbaar<br />

toegankelijk klassiek concert gegeven<br />

worden met jonge talenten die op muziekinstrumenten<br />

van het NMF spelen. Niet<br />

voor niets is de titel van deze concertserie<br />

“Jongste musici in het oudste huis van Amsterdam”.<br />

Vanwege de geringe omvang van<br />

het pand zullen er slechts 20 bezoekers per<br />

keer bij deze unieke huisconcerten toegelaten<br />

kunnen worden. Mocht u zelf met een<br />

gezelschap familie, vrienden of collega’s zo’n<br />

concert willen bijwonen, dan kunnen we dat<br />

ook speciaal voor u organiseren.<br />

Neem contact op met Manon Veenendaal<br />

voor meer info<br />

61<br />

FOTO FRANK LUCAS


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

<strong>BIJZONDERE</strong> NMF-MUSICI<br />

Quintijn van Heek<br />

“Mijn moeder moet maar vroeger<br />

62<br />

Schriftelijk interview met<br />

Quintijn van Heek,<br />

november 2012<br />

FOTO FAMILIE VAN HEEK<br />

“Ik ben de jongste uit een gezin met vijf kinderen.<br />

Ik weet niet of ik uit een echt muzikale<br />

familie kom. Muziek wordt wel belangrijk gevonden.<br />

Papa en mama hebben elkaar tijdens<br />

hun studie ontmoet bij het studentenmuziekgezelschap<br />

in Rotterdam. Een instrument spelen<br />

hoort er bij in ons gezin, maar we mochten<br />

wel allemaal zelf kiezen welk instrument<br />

dat werd. We worden ook allemaal verplicht<br />

om dagelijks even te oefenen, maar geen van<br />

mijn zussen en broers speelde vanaf het begin<br />

een uur per dag en later twee uur, of zelfs nog<br />

meer, op een dag. Dat is iets wat ik zelf wel doe.<br />

Mijn zus van 16 zit op de Nationale Balletaca-<br />

Quintijn van Heek (Vlissingen, 2003) is<br />

violist – of liever gezegd, hij wil violist<br />

worden. Want Quintijn is pas 9. Hij is<br />

daarmee op dit moment (najaar 2012)<br />

de allerjongste bruiklener van het NMF.<br />

Sinds de zomer speelt hij op een 3/4<br />

viool, gebouwd door Mathias Neuner<br />

(Mittenwald, ca. 1810) uit de collectie<br />

van het NMF.<br />

demie. Zij is al vanaf haar tiende doordeweeks<br />

uit huis. Hierdoor lijkt het misschien alsof<br />

wij gestimuleerd worden te kiezen voor een<br />

artistiek vak. Dat is juist niet zo. Mijn ouders<br />

vinden muziek en dans prachtig maar vinden<br />

eigenlijk dat wij, omdat we allemaal makkelijk<br />

leren, beter iets kunnen gaan studeren. Maar<br />

toch wil mijn zus danser worden. En zo wil ik<br />

violist worden, als ik tenminste goed genoeg<br />

ben!<br />

Ik ben begonnen met vioolspelen toen ik zes<br />

jaar was. Mijn mama hoorde van een kennis<br />

dat haar dochtertje al viool was gaan spelen


toen ze zes was en vroeg voor de grap aan<br />

mij of ik dat ook niet leuk zou vinden. En het<br />

leek mij meteen heel leuk dus vroeg ik de volgende<br />

dag of ze al had gebeld. Na een paar dagen<br />

zeuren was het geregeld en nog weer een<br />

paar weken later had ik mijn eerste les bij een<br />

privéleraar in Vlissingen. Ik denk niet dat hij<br />

veel kleine kinderen op les had gehad want ik<br />

kreeg een oud studieboek uit negentienhonderd-weinig<br />

mee en er werd gezegd dat ik ‘wel<br />

even snel’ noten moest leren lezen. Zo heb ik<br />

wel binnen een week noten leren lezen maar<br />

mama kocht via internet een leuker studieboek<br />

met cd. Na een paar lessen stapte ik over<br />

naar de Zeeuwse Muziekschool. Ik kreeg daar<br />

volgens de Suzuki-methode les van een superlieve,<br />

mega-enthousiaste juf Ellen. Ik denk dat<br />

ik door haar lessen steeds meer van de viool<br />

en vioolmuziek ben gaan houden. In eerste instantie<br />

was het toch vooral ‘toeval’ dat ik voor<br />

de viool had gekozen, ik had niet zo veel idee<br />

wat het instrument was, hoe de klank kon zijn.<br />

Bij de muziekschool zat ik in een speciale talentenklas.<br />

Je kreeg dan langer les en meer<br />

concerten. Dat was leuk. Ik heb heel veel geleerd<br />

en hele mooie stukken gespeeld. Maar ik<br />

was niet zo snel tevreden, ik wilde (en wil nog<br />

opstaan!”<br />

steeds) altijd maar meer; ik wilde heel graag in<br />

het Zeeuws Jeugdorkest maar was nog veel te<br />

jong. Ik denk dat ik de stukken best wel kon<br />

spelen maar zoals mijn grote zus (van intussen<br />

18), die wel in het ZJO zat, zei: ‘je hebt daar als<br />

ukje niets te zoeken’. En ik wilde violist worden!<br />

Dat zei ik al toen ik bij die eerste leraar in<br />

Vlissingen zat en dat is altijd gebleven!!<br />

Toen ik vorig jaar, op aanraden van een tante,<br />

naar een concert van de Fancy Fiddlers (o.l.v.<br />

Coosje Wijzenbeek) ging, wist ik wat ik wilde:<br />

een groep kinderen (jong en oud) die allemaal<br />

net zo veel oefenden als ik, die ook graag ver-<br />

der wilden komen en die zo enorm veel plezier<br />

hadden in het ‘samen muziek maken’. Ik wilde<br />

daarbij horen! In het gesprekje wat we een paar<br />

weken later met Coosje hadden, hoorde ik dat<br />

‘spelen bij de Fancy Fiddlers’ zou betekenen<br />

dat ik les zou gaan volgen bij Coosje en dat dat<br />

via de Sweelinck-Academie van het conservatorium<br />

van Amsterdam zou gaan. Intussen<br />

ben ik aangenomen bij het conservatorium<br />

van Amsterdam, speel ik dus mee in de Fancy<br />

Fiddlers, ben ik in de zomer zelfs mee geweest<br />

naar Zwitserland voor een studieweek en heb<br />

ik les van Coosje. Ik geniet van alles!<br />

Op vrijdag reis ik naar Hilversum (meer dan<br />

drie uur in de trein) voor les bij Coosje. Dat is<br />

wel heel anders dan de lessen die ik altijd heb<br />

gehad. Vroeger ging de meeste tijd van de les<br />

naar stukken/concerto’s. Nu zijn het vooral<br />

toonladders, etudes, dubbelgrepen en andere<br />

oefeningen. Maar toch vind ik het superleuk.<br />

Mijn mama vindt het alleen niet leuk dat ze ’s<br />

ochtends gewekt wordt (ik begin om half zeven<br />

’s ochtends te oefenen) door toonladders.<br />

Zij vond de vroegere stukken toch jner om<br />

bij wakker te worden!! Daar moet ze dan maar<br />

aan wennen…of eerder opstaan, net als papa.<br />

Op zaterdag heb ik in Amsterdam op het conservatorium<br />

Fancy Fiddlers, correpetitie en<br />

theorie. Tussendoor slaap ik bij opa en oma in<br />

Dieren (ook weer anderhalf uur met de trein).<br />

Fancy Fiddlers vind ik het leukst. Het is heerlijk<br />

om ‘samen te spelen’.<br />

Soms is er dan ook nog een concert op zondag.<br />

Dat is ook leuk. Het is alleen lastig om in zo’n<br />

weekend (vrijdag les, zaterdag conservatorium<br />

en zondag concert) toch genoeg te studeren. Ik<br />

ben veel tijd aan reizen kwijt.<br />

Mama is soms best wel streng maar dat is ze<br />

omdat ik dat wil. Ik wil bijvoorbeeld dat ze er<br />

op let dat ik op tijd begin met studeren, anders<br />

vergeet ik de tijd en dan ben ik boos op mezelf.<br />

Ze herinnert me er ook vaak aan dat ik niet te<br />

snel mag spelen, dat ik alles langzaam en precies<br />

moet studeren. Dat is soms vervelend, ik<br />

houd van ‘lekker snel’.<br />

Juf Ellen is nog steeds belangrijk voor me. Ze<br />

mailt me soms hoe het gaat. Ik vind het heel<br />

jammer dat ik geen les (zelfs niet zo af en toe)<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

meer van haar mag hebben maar Coosje zegt<br />

dat er ‘geen twee kapiteins op een schip kunnen<br />

staan’. Ben ik dan dat schip? Een klein<br />

roeibootje dan….nee, daar passen geen twee<br />

juen op! Vroeger riep ik dat ik een ‘beroemd’<br />

violist ging worden.<br />

Intussen kijk ik zo op tegen heel goede violisten<br />

dat ik denk dat ik dat misschien wel niet<br />

ga bereiken, dat ik waarschijnlijk wel niet goed<br />

genoeg ben. Maar ik wil wel graag zo goed mogelijk<br />

worden. En ik wil ook heel hard werken<br />

om te kijken hoe ver ik kan komen, wat er in<br />

mij zit.<br />

Ik werd heel gefrustreerd van mijn halve viooltje<br />

(en eerder nog meer van mijn kwart viooltje).<br />

Het is onmogelijk om een superklank uit<br />

zo’n sigarenkistje (dat zei mijn papa altijd) te<br />

krijgen, hoe hard je ook werkt. Juf Ellen zei zo<br />

af en toe ook ‘je zou eigenlijk een betere viool<br />

moeten hebben’. Maar papa en mama twijfelden<br />

steeds want het is toch een beetje een<br />

verplichting die je aangaat als je een viool in<br />

bruikleen hebt. Ik ben blij met mijn viool van<br />

het NMF, de klank is super. Maar heel misschien<br />

komt dat ook door de overgang van ½<br />

naar ¾ viool, dat weet ik eigenlijk niet.”<br />

63


Bijzondere donateurs<br />

64<br />

Donateur<br />

Ellie Kruitbosch<br />

“Niet alles is te koop”<br />

“Muziek is voor mij een zeer kostbaar onderdeel<br />

van het bestaan.Verweven met het leven.<br />

Muziek spreekt als woorden te kort schieten,<br />

gee vorm aan speciale gebeurtenissen.<br />

Muziek is medicijn. Het verhe je boven de alledaagsheid<br />

enz. enz.<br />

Toen mijn man zes jaar geleden stierf, wist ik<br />

zeker dat er bij zijn herdenkingsbijeenkomst<br />

live muziek moest zijn. Hij was theaterdirecteur<br />

geweest en had veel concerten, kamermuziekseries<br />

en elk jaar de Mattheus Passion<br />

georganiseerd.<br />

Daarom moest op zijn laatste dag echte muziek<br />

klinken.<br />

Door bemiddeling van de muziekschooldirecteur<br />

hee Gijs van Schoonhoven op het orgel<br />

gespeeld samen met zijn 16-jarige dochter op<br />

viool. Dat was zo’n waardevolle bijdrage aan<br />

dat afscheid!<br />

Drie jaar later werd ik 65. Dat wilde ik vieren.<br />

In een theater met musici. Feest voor mij en<br />

alle gasten en een stil eerbetoon aan mijn man.<br />

Toen heb ik contact gezocht met het Nationaal<br />

Muziekinstrumenten Fonds. Zij dachten met<br />

mij mee. Zorgden voor een voortreelijk trio.<br />

Dat gaf zo’n mooie dimensie aan mijn feest!<br />

Alle gasten gaven geen kado, maar een bijdrage<br />

aan het Fonds.<br />

Inmiddels ben ik vaste donateur. Niet alles is<br />

te koop, maar wel prachtige instrumenten voor<br />

talenten die ze kunnen laten klinken. Talenten<br />

moeten goede instrumenten hebben, waarmee<br />

ze wereldwijd zoveel positiefs brengen.<br />

Wat een rijkdom om daaraan via het NMF te<br />

kunnen bijdragen.”<br />

FOTO NMF


2008<br />

- de ANBI regeling gaat in: het NMF<br />

verkrijgt de ANBI status onmiddellijk<br />

- op 18 november vindt in een<br />

uitverkocht Concertgebouw in<br />

Amsterdam het Jubileumconcert ter<br />

gelegenheid van het 20-jarig bestaan<br />

van het NMF plaats<br />

- het NMF koopt een viool van Pietro<br />

Guarneri (II) (Venetië, 1725), vroeger<br />

in het bezit van Koningin Elisabeth<br />

van België. Het is de duurste viool die<br />

het NMF ooit heeft aangekocht<br />

2010<br />

- het NMF koopt zijn eerste Stradivarius.<br />

Het is een instrument gebouwd in<br />

Cremona rond 1716, met een anoniem<br />

bovenblad van later datum.<br />

Het instrument werd vroeger bespeeld<br />

door de violist Paul Godwin en is naar<br />

hem vernoemd<br />

FOTO UNIVERSAL MUSIC<br />

2012<br />

2009<br />

- de violist Theo Olof overlijdt in<br />

oktober. Hij is bijna 25 jaar lang<br />

één van de grootste pleitbezorgers<br />

van het NMF geweest<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

- het NMF wint de Transparantprijs<br />

voor het beste jaarverslag van een<br />

Goed Doel in Nederland<br />

- de instrumentencollectie van de<br />

Stichting Oskar Back wordt in<br />

eigendom overgedragen aan het<br />

NMF<br />

- het aantal donateurs van het NMF<br />

overschrijdt voor het eerst het aantal van 1.000<br />

- het NMF krijgt een viool van Willem van der Sijde<br />

(Amsterdam, 1691) in bruikleen van het Koninklijk Huis<br />

2011<br />

- 2011 wordt voor het NMF in financieel<br />

opzicht het beste jaar ooit<br />

2013<br />

25 jaar<br />

65<br />

FOTO NMF


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

<strong>BIJZONDERE</strong> NMF-MUSICI<br />

Jeanita Vriens en Geneviève Verhage<br />

66<br />

Interview met Jeanita Vriens en<br />

Geneviève Verhage,<br />

vrijdag 31 oktober 2012<br />

door Marcel Schopman<br />

FOTO MARCO BORGGREVE<br />

“De eerste 50 jaar<br />

zijn het moeilijkst”<br />

Het oorspronkelijk rond 2000 opgerichte Ragazze<br />

Kwartet (de naam werd bedacht door<br />

muziekpedagoge Coosje Wijzenbeek) is ongetwijfeld<br />

één van de meest getalenteerde, succesvolle<br />

en opvallende jonge strijkkwartetten<br />

van tegenwoordig. Geneviève, celliste van het<br />

kwartet is er al vanaf de oprichting bij, Jeanita,<br />

die de tweede violiste is, sinds een jaar of vijf,<br />

zes. Drie jaar geleden werd de keuze door de<br />

vier dames (de andere leden zijn Rosa Arnold,<br />

eerste viool en Annemijn Bergkotte, alt) gemaakt<br />

om er echt helemaal voor te gaan door<br />

zich aan te melden voor de Nederlandse Strijk-<br />

Jeanita Vriens (Utrecht, 1983) en Geneviève<br />

Verhage (Den Bosch, 1985) zijn<br />

beiden lid van het succesvolle Ragazze<br />

Kwartet.<br />

Jeanita (uiterst links op de foto) speelt<br />

op een Italiaanse viool van meer dan<br />

drie eeuwen oud. Geneviève (tweede van<br />

rechts) op een bijna tweeënhalve eeuw<br />

oude cello.<br />

Beide instrumenten maken deel uit van<br />

de collectie van het Nationaal Muziekinstrumenten<br />

Fonds.<br />

kwartetten Academie. Maar alles op zijn tijd:<br />

eerst wilden ze hun jaar in het buitenland afmaken,<br />

Geneviève in London, Jeanita in Wenen.<br />

Die buitenlandse ervaring was immers<br />

goed voor hun persoonlijke ontwikkeling. Bovendien<br />

wilden Jeanita en Geneviève eerst hun<br />

master afmaken waardoor ze sterkere musici<br />

in het kwartet zijn geworden.<br />

De keuze voor het samenwerken in een strijkkwartet<br />

was niet erg moeilijk: want tussen de<br />

leden van het kwartet klikt het sociaal en muzikaal<br />

heel erg goed. Maar omdat er naast het


kwartet niet of nauwelijks andere dingen mogelijk<br />

zijn, moet je ook zaken opoeren, zoals<br />

het spelen in een orkest. Maar daar is een reden<br />

voor want, zoals Geneviève zegt: “binnen<br />

de kamermuziek kan ik het beste mijn ei kwijt”.<br />

Het strijkkwartet is volgens de dames een<br />

soort instrument op zich: je kunt met elkaar<br />

samensmelten en op die manier met zijn vieren<br />

boven elkaar uitstijgen. Of, anders gezegd,<br />

het geheel is meer dan de som der delen. Zo<br />

breng je het kwartet samen op een hoger plan.<br />

Daar is dan wel veel talent en hard werken<br />

voor nodig. Zoals Jeanita het lachend zegt: “De<br />

eerste 50 jaar zijn het moeilijkst”. Maar een erg<br />

grote opgave is het niet voor de dames, want ze<br />

voelen zich in het kwartet als een vis in het water.<br />

Naast talent en hard werken zijn er natuurlijk<br />

ook goede instrumenten nodig. Geneviève<br />

speelt al jaren op een cello, gebouwd door Hippolyte<br />

Silvestre in Lyon (1865) uit de collectie<br />

van het NMF. Jeanita speelt sinds 2011 op een<br />

een viool, gebouwd door Giovanni Grancino<br />

in Milaan (1696) eveneens eigendom van het<br />

NMF. De Grancino was de laatste in een lange<br />

reeks van instrumenten die Jeanita probeerde.<br />

Weliswaar had ze al eerder een heel fraaie viool,<br />

gebouwd op de werkplaats van Gand en<br />

Bernardel (Parijs, 1891) van het NMF gekregen,<br />

maar deze viool paste niet bij de instrumenten<br />

van de andere kwartetleden. Hij was te<br />

omoerst en donker in vergelijking met Rosa’s<br />

heldere soloviool. In feite zocht Jeanita naar<br />

het laatste, ontbrekende puzzelstukje voor het<br />

kwartet. Met de Grancino hee ze die gelukkig<br />

gevonden. Geneviève omschrij het zo:<br />

“Jeanita’s klank is veel persoonlijker geworden<br />

met dit instrument. Soms speelt ze iets en dan<br />

denk ik: wat doet ze daar voor iets moois! Het<br />

instrument gee haar veel meer vrijheid”.<br />

Er lijkt een hausse aan jonge veelbelovende<br />

strijkkwartetten in Nederland te zijn, de laatste<br />

jaren. Toch maken de leden van het Ragazze<br />

zich zelf geen zorgen over concurrentie. Ze<br />

zijn erg gericht op het ontwikkelen van zichzelf<br />

en doen dat ook bijvoorbeeld door spannende<br />

samenwerkingen te zoeken met theater-<br />

en dansgroepen, of door met lichtontwerpers<br />

samen te werken. Hun podiumoptredens zijn<br />

dus altijd verrassend, origineel, niet-alledaags<br />

en kwalitatief hoogstaand. Of, zoals ze het zelf<br />

samenvatten: Jeanita en Geneviève willen het<br />

klassieke strijkkwartet spel op absoluut topniveau<br />

presenteren waarbij de presentatievormen<br />

niet-alledaags zijn en waarbij ze het experiment<br />

niet schromen.<br />

Al die bijzondere projecten leiden van vele<br />

kanten tot erkenning. De dames van het kwartet<br />

zijn niet alleen op het podium, maar ook<br />

op de beeldbuis regelmatig te bewonderen. En<br />

2004<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

binnenkort ook op CD, want onlangs werd<br />

een CD-contract afgesloten met een gerenommeerde<br />

platenmaatschappij. Ja, het moet wel<br />

heel raar lopen als we niet nog heel veel van<br />

dit topkwartet gaan horen in hun resterende<br />

minstens 37 jaar……………….<br />

Antoinette Lohmann<br />

Antoinette is altijd actief geweest op uiteenlopende<br />

muzikale terreinen, van salonmuziek<br />

tot Argentijnse tango, van Flairck<br />

tot hedendaagse muziek en van barok tot<br />

volksmuziek. Maar zij is vooral bekend op<br />

het terrein van de historische uitvoeringspraktijk<br />

op viool, altviool en viola d’amore.<br />

Daarnaast legt zij grote interesse aan de<br />

dag voor andere instrumenten, zoals de violino<br />

piccolo, de lira da braccio en de viola<br />

pomposa. Sinds een paar jaar is Antoinette<br />

ook een pleitbezorger van nieuw gecomponeerde<br />

muziek voor oude instrumenten.<br />

Antoinette speelde eerst vanaf 1994 op een<br />

nieuwe barokviool, gebouwd door Michiel<br />

de Hoog (Chartres, 1994). Daarna vanaf<br />

1995 op een viool, toegeschreven aan (en<br />

met etiket) ‘Georg Kloz in Mittenwald an<br />

der Iser17..’ (Mittenwald, ca. 1750). Tussen<br />

2004 en 2009 speelde zij op een andere viool<br />

van het Fonds: een viool gebouwd door<br />

Pieter Rombouts (Amsterdam, 1710).<br />

67


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Belangrijke rol<br />

De belangrijke rol van het NMF<br />

in het Nederlandse muziekle-<br />

ven blijkt ook duidelijk uit het<br />

volgende. De Nederlandse Mu-<br />

ziekprijs is de hoogste onder-<br />

scheiding die door het Ministe-<br />

rie van OCW aan een musicus,<br />

werkzaam in de klassieke mu-<br />

ziek in Nederland, kan worden<br />

uitgereikt. Van de 22 winnaars<br />

van deze hoogste onderschei-<br />

ding (exclusief vocalisten) die<br />

er sinds de oprichting in 1981<br />

geweest zijn, hebben maar liefst<br />

10 winnaars voor kortere of lan-<br />

gere tijd een instrument van het<br />

NMF in bruikleen gekregen.<br />

68<br />

2005<br />

Cecilia Bernardini<br />

Cecilia Bernardini speelt als barokvioliste<br />

met ensembles als La Serenissima, Zefiro,<br />

Dunedin Consort, Ensemble Cordia, New<br />

London Consort en The Orchestra of the Age<br />

of Enlightenment. Zij heeft enkele opnames<br />

op haar naam staan, waaronder Divertimenti<br />

van Mozart met ensemble Zefiro voor Sony<br />

Classics. Ze vormt bovendien sinds 2010 een<br />

duo met de fortepianiste Shuann Chai.<br />

Cecilia speelt sinds 2006 op een viool, gebouwd<br />

door Santo Serafin (Venetië, 1750).


2006<br />

Tjeerd Top<br />

Toen Tjeerd Top acht jaar was, hoorde hij zijn<br />

grote broer Edward viool spelen. Hij vond<br />

het prachtig; dat wilde hij ook wel kunnen.<br />

Tjeerd kreeg vioolles. Hij studeerde bij Qui<br />

van Woerdekom en Jaring Walta in Den Haag<br />

en bij Alexander Kerr in Amsterdam. Hij voltooide<br />

zijn opleiding eerste en tweede fase<br />

van het conservatorium met onderscheiding<br />

en in 2001 won hij het Nationaal Vioolconcours<br />

Oskar Back. In 2005 kwam Tjeerd<br />

bij het Koninklijk Concertgebouworkest in<br />

dienst als plaatsvervangend concertmeester.<br />

Een jaar later kocht het Nationaal Muziekin-<br />

strumenten Fonds de viool die Herman Krebbers<br />

vijftig jaar in zijn bezit heeft gehad en<br />

waarmee hij tientallen jaren in het Concertgebouworkest<br />

had gespeeld; een Bergonziviool<br />

(Cremona, ca. 1750). Tjeerd was de<br />

gedroomde kandidaat. Niet alleen had hij,<br />

gezien zijn kwaliteiten, recht op zo’n prachtig<br />

instrument, bovendien kwam de viool op<br />

deze manier weer “thuis” bij het orkest waar<br />

het eigenlijk hoorde. Inmiddels speelt Tjeerd<br />

op een ander instrument, eigendom van het<br />

Concertgebouworkest.<br />

FOTO NMF<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Het Nationaal Vioolconcours<br />

Oskar Back is voor toptalent:<br />

violisten van 17 t/m 26 jaar die<br />

op het hoogste niveau willen<br />

uitvoeren.<br />

Van de twaalf keer dat het Con-<br />

cours sinds de oprichting van<br />

het NMF gehouden is, waren er<br />

negen winnaars bruiklener van<br />

het NMF.<br />

69


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

70<br />

Bijzondere donateurs aan het woord<br />

Donateur én<br />

vrijwilliger<br />

Digna Schade van<br />

Westrum<br />

FOTO NMF<br />

“Vreugde en troost”<br />

“Tijdens een concert in 2005 in mijn vorige<br />

woonplaats Putten lagen er foldertjes van het<br />

NMF. Nieuwsgierig nam ik er een mee met een<br />

aanmelding als donateur tot gevolg. De doelstelling<br />

vind ik geweldig, jonge musici de kans<br />

geven om zich te ontwikkelen met een goed en<br />

passend instrument, maar ook oudere talenten<br />

helpen met een -vaak kostbaar- instrument dat<br />

nodig is voor hun carrière en optredens.<br />

In het gezin waarin ik opgroeide, speelde muziek<br />

een hoofdrol, er werd regelmatig gemusiceerd.<br />

Als kleuter mocht ik tot de pauze mee<br />

naar plaatselijke concerten. Muziek is voor mij<br />

een vreugde en een troost. Door het NMF te<br />

steunen heb ik het gevoel iets terug te kunnen<br />

doen voor de musici die me zoveel goede uren<br />

bezorgen en bezorgd hebben.<br />

Het donateurschap heb ik in de loop van de jaren<br />

uitgebreid, ook in praktische zin, omdat ik<br />

soms meehelp met activiteiten en werkzaamheden<br />

of met het promoten van het NMF tijdens<br />

een concert. Ik voel me betrokken en kijk altijd<br />

in programmaboekjes of er bij de bruikleners<br />

het NMF wordt genoemd. De website waarop<br />

o.a. alle musici te vinden zijn, raadpleeg ik met<br />

enige regelmaat.<br />

Waar ik grote bewondering voor heb is de bevlogenheid<br />

waarmee de medewerkers van het<br />

NMF zich inzetten. Die belangstelling en inzet<br />

gaan gewoon door, ook buiten de werktijden.<br />

Voor mij zijn ze een beetje familie geworden en<br />

dat is jn! “


<strong>BIJZONDERE</strong> NMF-MUSICI<br />

Svenja Staats<br />

Interview met Svenja Staats,<br />

woensdag 17 oktober 2012<br />

door Marcel Schopman<br />

Svenja Staats, violiste. Onlangs gaf ze een briljant<br />

solorecital voor 150 mensen in het Paleis<br />

Kneuterdijk van de Raad van State in Den Haag.<br />

Met evenveel gemak gee ze een interview over<br />

haar leven tot nu toe. Pas 16 is ze, maar ze hee<br />

al best veel te vertellen. En dat doet ze graag.<br />

Want interviews, zo zegt ze, horen bij een carrière<br />

als violiste en dus moet je dat ook leren.<br />

Bovendien, of ze het nu wil of niet, journalisten<br />

komen toch wel op haar af. Met name na het<br />

winnen van de eerste en de publieksprijs op het<br />

Prinses Christina Concours in 2011 is het niet<br />

meer stil om haar heen.<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Svenja begon al op haar 5e met vioolspelen.<br />

Hoewel geen van haar familieleden professioneel<br />

muziek maakte, was er wel veel muziek<br />

om haar heen. Een zus speelde cello, een broer<br />

viool, moeder was muzikaal. Er was niet heel<br />

veel nodig om Svenja naar de viool te laten<br />

grijpen. Sterker nog, er is niets liever dat ze<br />

wilde. En ook nu de kunsten in zwaar weer<br />

verkeren twijfelt ze geen moment aan datgene<br />

wat ze het liefste doet, nu en in de toekomst:<br />

namelijk muziek maken en door haar muziek<br />

iets overbrengen op het publiek. Communiceren<br />

met de mensen om haar heen, dat vindt<br />

ze belangrijk. Haar liefde voor de muziek wil<br />

ze graag delen met anderen. Maar desalniettemin<br />

staat ze met beide benen op de grond:<br />

dus het parool is wel eerst het Luzac College in<br />

Utrecht afmaken, waar ze dit najaar begonnen<br />

is en waar ze haar middelbare schoolopleiding<br />

wil afronden. Zodat ze straks de zekerheid van<br />

een goede opleiding in ieder geval in haar binnenzak<br />

hee.<br />

Maar vooralsnog lijken haar kaarten goed te<br />

liggen. Zo goed, dat ze nogal eens met Janine<br />

Jansen wordt vergeleken. Maartje van Weegen,<br />

die haar ooit interviewde, refereerde ook aan<br />

“Muziek maken is als het<br />

schilderen van een schilderij”<br />

FOTO WOUTER VAN BELLE<br />

deze Hollandse wereldster. Vervelend vindt ze<br />

dat helemaal niet, integendeel. Uiteraard beschouwd<br />

ze dat als compliment. Maar verder is<br />

en blij ze nuchter en constateert ze kalm dat<br />

ieder mens anders is en dat dus ook elke violiste<br />

anders is. En de muziek is ook steeds anders,<br />

want, zo zegt ze: “muziek maken is een beetje<br />

als het schilderen van een schilderij. Voor mijn<br />

gevoel is dat schilderij nooit af ”.<br />

Op haar tiende klopte Svenja al aan bij het<br />

NMF. Ze vertrok na haar bezoek aan het Fonds<br />

met een ¾ viool, gebouwd door Lambert Houniet<br />

in Utrecht (2002). Na een jaar was zij daar<br />

71


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

uitgegroeid. De opvolger van de Houniet werd<br />

een kopie van Guarnerius ‘Le Duc’ viool, gebouwd<br />

door Willibrord Crijnen in Marseille,<br />

2006. Haar viool werd, in haar eigen woorden,<br />

“haar vriend”, maar ondanks deze warme<br />

kwalicatie kwalicatie liep ze ook ook bij dit instrument naar<br />

verloop van tijd tegen tegen haar grenzen aan. In<br />

2011 kreeg ze daarom haar derde NMF-viool,<br />

een vroeg 20e eeuwse Italiaanse viool van Giulio<br />

Degani uit Venetië Ven V etië (1902). Op deze viool<br />

hoopt ze de komende jaren te kunnen blijven<br />

spelen en zich te kunnen blijven blijven ontwikkelen.<br />

To TTot, t, wellicht, een speelster van het niveau van<br />

Janine.<br />

72<br />

2007<br />

Frederieke Saeijs<br />

Na het winnen van de Long-Thibaud<br />

International Violin Competition in Parijs<br />

in 2005 kreeg Frederieke Saeijs internationale<br />

bekend heid. Deze First Grand Prize<br />

en verschillende andere onderscheidingen<br />

bracht haar uitnodigingen van over de hele<br />

wereld. Al jaren daarvoor, in 1993, meldde<br />

Frederieke zich bij het NMF en kreeg ze een<br />

Italiaanse viool met het etiket ‘Julio Cesare<br />

Gigli’, ca. 1750 in bruikleen. Het was één<br />

van de eerste violen die het NMF verwierf in<br />

zijn beginjaren. In 2006 probeerde ze een<br />

andere Italiaanse viool van het NMF, een<br />

Santo Serafin uit Venetië (1750), maar die<br />

paste niet bij haar. Maar toen, in 2008, vond<br />

het NMF haar droomviool: de ‘Ex-Reine-<br />

Elisabeth’ viool van Pietro Guarneri (II)<br />

(Venetië, 1725). De viool was de laatste<br />

decennia in bezit geweest van Carlo van<br />

Neste, een Belgische violist van wereldfaam.<br />

Koningin Elisabeth van België (1876<br />

- 1965) stelde Van Neste “uit vriendschap<br />

en dankbaarheid” het geld beschikbaar<br />

voor de aankoop van de viool. Daar heeft<br />

de viool ook zijn bijnaam aan te danken.<br />

Het is tot op heden de duurste viool die het<br />

NMF ooit heeft aangekocht.<br />

FOTO SUSSIE AHLBURG


2008<br />

Ernst Reijseger<br />

In 1958 werd in Bussum Ernst Reijseger<br />

geboren. Hij begon op zijn achtste met<br />

het spelen van de cello, maar raakte gefascineerd<br />

door alle muziekvormen die hij<br />

hoorde. Tegenwoordig mengt hij allerlei verschillende<br />

stijlen tot een nieuw geheel. Hij<br />

werkte samen met Eric Vloeimans, Sean Bergin,<br />

Martin van Duynhoven, Michael Moore<br />

en vele anderen. Ernst ontwikkelt zich tot<br />

een bekend persoon in de jazzscene. In 1985<br />

was hij winnaar van de prestigieuze Boy Edgar<br />

prijs en in 1955 won hij de Bird Award<br />

op het North Sea Jazz festival. In 2010<br />

krijgt Ernst een unieke cello van het NMF<br />

in handen. Uniek, niet alleen vanwege de 5<br />

snaren, maar vooral ook omdat het de eerste<br />

en tot nu toe enige co-productie is van het<br />

vioolbouw-echtpaar Bolink en Steinhauer.<br />

Ernst bespeelt dus een vijf-snarige cello, gebouwd<br />

door dit echtpaar en gesigneerd met:<br />

‘Jaap Bolink en Annelies Steinhauer fecit in<br />

Lijstervreugde Hilversum “Bolstein”’.<br />

FOTO MICHAEL HOEFNER<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

73


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

74<br />

Bijzondere donateurs aan het woord<br />

Donateur<br />

Maria Kuster<br />

schonk een<br />

Pierre Silvestre viool<br />

(Lyon, 1858)<br />

Het is merkwaardig dat er over het betekenen<br />

van partituren en partijen niets in het woordenboek<br />

te vinden is. Ter TTerwijl wijl het toch voor vrijwel<br />

alle musici een dagelijkse werkelijkheid werkelijkheid is. We We W<br />

hebben daarmee een manier in handen om frasering,<br />

articulatie, klank, dynamiek, expressie<br />

van van een compositie nauwgezet vorm te geven.<br />

Het is op op die die manier een techniek techniek die de essentie<br />

van de muziek wil wil vertalen in een klinkend<br />

resultaat. Het is is niet verwonderlijk dat dirigenten<br />

met hun eigen betekende partijen partijen naar een<br />

orkest komen. Ook kan de bestudering van<br />

oude betekeningen (en dat geldt geldt ook voor vingerzettingen)<br />

een een verrassend licht werpen op de<br />

kenmerken van een stijl en de bedoeling van de<br />

componist.<br />

“De betekening<br />

van van partijen”<br />

Maar natuurlijk zoeken we ook naar een manier<br />

waarop het karakter van ons eigen instrument<br />

zo mooi mogelijk naar buiten komt, en naar wat<br />

het beste past bij onze eigen ziel en ons temperament.<br />

Kortom, we hebben het over hele essentiële<br />

zaken wanneer het over betekening gaat. Betekening<br />

en betekenis liggen dan ook heel dicht<br />

bij elkaar. Daarom had er boven dit stukje net<br />

zo goed “De betekenis van het Nationaal ationaal a Muziekinstrumenten<br />

Fonds” kunnen staan. Want Wa W nt<br />

het Fonds Fonds is meer meer dan alleen alleen een uitleenorganisatie.<br />

Alles wat er over betekening staat geldt<br />

ook voor de manier waarop waarop het NMF zijn missie<br />

wil waarmaken. Het in kaart brengen van<br />

een talent, de kwaliteiten van de instrumenten<br />

herkennen, de goede verbinding leggen tussen<br />

instrument en bespeler, dit alles hee hee tot doel<br />

dat er een essentiële essentiële betekenis ontstaat.<br />

Ik ben er trots op donateur bij bij het NMF te kunnen<br />

zijn. Het voelt als een vertrouwd verlengstuk<br />

van wat muziek in mijn leven betekent. En<br />

ik ben ervan overtuigd dat het Fonds dat niet alleen<br />

voor mij, maar ook voor heel veel anderen<br />

zal blijven betekenen.”


FOTO MARIE-JOSÉ COOLS<br />

Hoffotograaf<br />

Vanaf 2004 staat er een musicus afgebeeld op de<br />

cover van het jaarverslag van het NMF. De maker<br />

van deze portretten is Sjaak Ramakers (Spekhol-<br />

zerheide, 1947) die men gerust “hoffotograaf” van<br />

het NMF mag noemen. Om het NMF zichtbaarder te<br />

maken heeft hij in bijna tien jaar tijd ongeveer 70<br />

musici voor het NMF gefotografeerd. Deze foto’s<br />

vormen als het ware het uithangbord van het NMF.<br />

Voor het Jubileumbulletin van het NMF vroegen we<br />

Sjaak om de naar zijn smaak best geslaagde foto’s<br />

te selecteren voor dit jubileummagazine.<br />

Interview met fotograaf Sjaak Ramakers,<br />

3 januari 2013<br />

www.sjaakramakers.com<br />

Sjaak Ramakers woont en werkt in de binnenstad<br />

van Utrecht. Onder de rook van de Dom<br />

hee hij zijn studio, waar het NMF de afgelopen<br />

jaren enige tientallen van zijn musici door hem<br />

hee laten fotograferen. Hij beschouwt zichzelf<br />

als een selfmade man. Na op zijn 14e jaar van<br />

de grasche school te zijn gestuurd, kwam hij in<br />

Utrecht bij een kleine fotostudio terecht. Twee<br />

jaar later belandde hij op de cliché afdeling van<br />

het Utrechts Nieuwsblad. Hij mocht daar de<br />

donkere kamer voor zijn eigen fotowerk gebruiken<br />

en zo ontdekte men zijn talenten als fotograaf.<br />

Hij was er net op het moment dat er spannende<br />

nieuwe ontwikkelingen waren: voor het<br />

eerst werd er een mode reportage voor de krant<br />

gemaakt en Sjaak mocht de fotograe doen.<br />

Voor het eerst werd er een nieuwe auto (de NSU<br />

Ro 80) op locatie gefotografeerd en Sjaak was<br />

erbij. Voor het eerst werden er reportages van<br />

popconcerten gemaakt en Sjaak fotografeerde<br />

de musici. Er kon in die tijd van alles.<br />

Nu fotografeert Sjaak al een halve eeuw en is<br />

-uiteraard- de fotowereld totaal veranderd.<br />

Waar in het begin van zijn carrière alles mogelijk<br />

leek, is er nu een geheel andere situatie<br />

ontstaan. Budgetten zijn gekrompen en met<br />

de opkomst van de mobiele telefoon hee<br />

bijna iedereen altijd een camera bij zich. De<br />

waardering voor professionele fotograe is<br />

daarom ook veel minder geworden: kwaliteit<br />

is vaak geen criterium meer. Iedereen denkt<br />

te kunnen fotograferen – en doet dat ook.<br />

Steeds minder mensen weten een goede foto<br />

te onderscheiden van een “best aardige”. Sjaak<br />

vergelijkt die veranderende situatie beeldend<br />

en enigszins spottend met de opkomst van de<br />

mobiliteit. “Vroeger was het een uitzondering<br />

als je een auto had: tegenwoordig hee iedereen<br />

een auto en staan we allemaal stil!”<br />

75


DE KEUZE VAN SJAAK RAMAKERS<br />

76<br />

Tijmen Huisingh


Anna van Poucke<br />

DE KEUZE VAN SJAAK RAMAKERS<br />

77


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Sjaak maakt er geen geheim van dat hij geen<br />

aniteit hee met klassieke muziek. Hij vindt<br />

het uitvoeren van muziek van dode componisten<br />

een beetje als het inkleuren van een kleurplaat.<br />

Met behulp van een doos potloden van<br />

Caran d’Ache kun je een mooi plaatje maken,<br />

maar dat is wel fundamenteel anders dan het<br />

zelf maken van een schilderij. Het zelf muziek<br />

schrijven en uitvoeren vindt hij veel creatiever.<br />

Maar het feit dat hij de voorkeur gee aan<br />

nieuwe, levende muziek hee geen invloed op<br />

het genoegen dat hij haalt uit het fotograferen<br />

van klassieke musici. Het bijzondere aan<br />

mensen fotograferen is namelijk dat je altijd<br />

wat van hen kunt leren. En een dag zonder<br />

leren is zonde, in zijn optiek. “Ik ben oprecht<br />

geïnteresseerd in andere mensen.” Het is dus<br />

niet voor niets dat hij zich specialiseert in<br />

portretten. Dat doet hij al sinds hij zijn studio<br />

in Utrecht hee, nu al bijna 30 jaar. Mode of<br />

auto’s of concerten fotografeert hij niet of nauwelijks<br />

meer. Mensen vindt hij veel interessanter.<br />

“Het contact met mensen zorgt dat het niet<br />

aanvoelt als werk”, zegt Sjaak.<br />

Om de musici te laten ontspannen laat hij hen<br />

altijd muziek maken voor de fotosessie begint.<br />

“Je mag pas weg als je voor mij gespeeld hebt”,<br />

zegt hij dan. Hij vindt het belangrijker een uur<br />

koe te drinken en dan te fotograferen dan<br />

anderhalf uur te hebben voor het fotograferen<br />

zelf. “Fotograe is een middel om tot gesprekken<br />

te komen”, zo omschrij hij het zelf. Die<br />

gesprekken voert hij overigens met evenveel<br />

gemak en liefde met bankiers of bouwvakkers<br />

die hij fotografeert, als met de musici.<br />

78<br />

2009<br />

David Kweksilber<br />

David Kweksilber is klarinettist en saxofonist,<br />

thuis in zowel gecomponeerde als<br />

geïmproviseerde muziek. Recensies roemen<br />

herhaaldelijk zijn grote virtuositeit.<br />

Als solist en ensemblespeler speelt Kweksilber<br />

in zulke verschillende gezelschappen<br />

als het Asko|Schönberg en de New Cool Collective<br />

Big Band. Ook richtte hij in 2008<br />

een eigen bigband op voor hedendaagse<br />

muziek met improvisatievormen. Hij speelt<br />

regelmatig samen met piano-improvisator<br />

en componist Guus Janssen. Diverse Nederlandse<br />

componisten schrijven werken voor<br />

hem. Kweksilber ontving zowel voor zijn<br />

klassieke spel als voor zijn spel in geïmproviseerde<br />

muziek een aantal prijzen.<br />

David maakt met grote regelmaat al jarenlang<br />

gebruik van één van de weinige NMFinstrumenten<br />

die op projectbasis te gebruiken<br />

is: de contrabasklarinet van het merk<br />

Leblanc. Het is een instrument dat voor<br />

een musicus door zijn spaarzame gebruik<br />

niet rendabel is om zelf aan te schaffen.<br />

Het NMF biedt daarom de gelegenheid dit<br />

instrument, evenals een basklarinet van<br />

het merk Buffet Crampon, voor korte periodes<br />

te huren.


Emma Breedveld<br />

DE KEUZE VAN SJAAK RAMAKERS<br />

79


DE KEUZE VAN SJAAK RAMAKERS<br />

80<br />

Vera Beumer


“Alles wat ik weet, is door te vragen of te<br />

doen: dat begint al vanaf het moment dat ik<br />

van school getrapt ben.” Ongetwijfeld leren<br />

de mensen die hij fotografeert ook van hem.<br />

Want Sjaak is bepaald niet bang om voor zijn<br />

ideeën en denkbeelden uit te komen. Zijn<br />

“modellen” bevinden zich in een kwetsbare<br />

positie voor zijn camera, maar Sjaak stelt zich<br />

FOTO MARCO BORGGREVE<br />

2010<br />

Rick Stotijn<br />

Rick Stotijn, telg uit de bekende muzikantenfamilie<br />

Stotijn, is een fenomenaal talent<br />

op de contrabas. Van 2001 tot 2005 bespeelde<br />

hij uit de collectie van het NMF<br />

een gloednieuwe contrabas, gebouwd door<br />

Derek High (Reutlingen, 2001). Dat instrument<br />

was nog een kleintje (een 7/8). Toen<br />

Rick groter werd, kreeg hij natuurlijk ook behoefte<br />

aan een groter instrument. Het werd<br />

een contrabas, gebouwd door René Zaal in<br />

Bemmel, 2007. Dit is een kopie naar een<br />

5-snarig gambamodel van J.J. Stadlmann.<br />

ook kwetsbaar op. Het gevolg daarvan is dat<br />

er vaak bijzondere sessies ontstaan. En voor<br />

het NMF resulteert dat dan uiteindelijk in het<br />

fotograsche verslag van die sessies, waarin<br />

musici geportretteerd worden zoals Sjaak ze<br />

ziet. Niet zozeer als musici sec, maar veel meer<br />

als mensen met een instrument: mensen die<br />

zijn studio binnenkomen met een schat in hun<br />

Een paar jaar later was hij toe aan een volgende<br />

stap. Na een zoektocht die ruim twee<br />

jaar duurde, vond het NMF een unieke bas<br />

van de broers Raffaele & Antonio Gagliano<br />

(Napels, 1846) voor Rick.<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

handen. Sjaak legt deze mensen en hun schatten<br />

vast: op zijn eigen, onnavolgbare wijze.<br />

81


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Bijzondere donateurs<br />

Nieuwe NMF-CD<br />

82<br />

Donateurs<br />

Annemieke en<br />

Adalbert<br />

Heuwekemeijer<br />

Wie speelt wat?<br />

Cellosuites van Bach vertolkt door 12 NMF-cellisten<br />

In het kader van het 25-jarig Jubileum<br />

presenteert het NMF in 2013 een unieke<br />

CD- productie, waarbij 12 musici van het<br />

NMF delen van de cellosuites van Bach<br />

uitvoeren. Onder de solisten bevinden<br />

zich grootheden als Pieter Wispelwey,<br />

Quirine Viersen en Jaap ter Linden naast<br />

aanstormende talenten als Joris van den<br />

Berg (winnaar Cellobiënnale 2006) en<br />

Harriet Krijgh (winnares Cellobiënnale<br />

2012) – en nog zeven andere cellisten.<br />

“Een stimulans”<br />

“Van de 25 jaar dat het Nationaal Muziekinstrumentenfonds<br />

bestaat hebben wij bijna de<br />

hel mee mogen beleven en dat in de breedste<br />

zin van het woord. De eerste contacten dateren<br />

uit de tijd dat onze nicht Beppie van Driel-<br />

Loyer, violiste in het Radio Filharmonisch<br />

Orkest, haar Gagliano uit de 18e eeuw na haar<br />

dood wilde schenken aan het NMF. De zaken<br />

dienden door ons geregeld te worden en dat<br />

is een boeiende en mooie ervaring geworden<br />

waaruit tot op heden nog dierbare contacten<br />

met het NMF zijn blijven bestaan.<br />

De respectvolle en meelevende manier waarop<br />

het NMF, met ons, onze nicht hebben begeleid<br />

bij het afscheid van haar geliefde instrument<br />

vond een waardige afsluiting in een “ociële”<br />

schenkingsbijeenkomst. Tijdens de feestelijke<br />

overdracht van het instrument lieten oom Piet<br />

Heuwekemeijer, ooit eigenaar en bespeler van<br />

de Gagliano in het KCO en Tjeerd Top de familie<br />

en vrienden nog eenmaal genieten van de viool.<br />

Ook de instrumenten die ze bespelen zijn<br />

bepaald niet de minste! Zo hoort u onder<br />

meer beroemde en kostbare cello’s<br />

van Giovanni Guadagnini, Giovanni Grancino,<br />

Giuseppe Guarneri, Jean- Baptiste<br />

Vuillaume, Hendrick Jacobs en Pieter<br />

Rombouts voorbij komen.<br />

Tegelijkertijd ontstonden de plannen om samen<br />

met het NMF recitals te organiseren in<br />

Dronten waar destijds de Stichting Concertino<br />

klassieke concerten verzorgde op de zondagmiddag.<br />

De eigen concerten die het NMF<br />

organiseert voor donateurs en andere muzieklieebbers<br />

dragen, mede door de unieke<br />

programmering, bij tot een dieper cultureel en<br />

vaak ook historisch bewustzijn. Ook dat is inspirerend<br />

en van educatieve waarde voor ieder<br />

die daarbij mag zijn.<br />

Wij wensen het Nationaal Muziekinstrumentenfonds<br />

nog vele succesvolle jaren toe, want<br />

het werk en zeker ook de stimulans die er vanuit<br />

gaat voor de gelukkige musici die van hun<br />

instrumenten gebruik kunnen maken, zijn van<br />

groot belang.”<br />

Wij dagen u uit. In het tekstboekje van<br />

deze 2 CD-set staat wel vermeld welke<br />

musici en instrumenten u kunt beluisteren,<br />

maar niet wie op welk instrument<br />

speelt en wie u op welke track hoort.<br />

Dus: wie speelt wat? Koop de CD, luister<br />

naar de muziek en raad wie op welke<br />

track te beluisteren valt. Met uw goede<br />

antwoord maakt u kans op een privéconcert<br />

van één van de musici van de<br />

CD!<br />

Deze 2 CD-set is vanaf 1 april te<br />

verkrijgen bij het NMF. Prijs €15.


Esther van der Eijk<br />

DE KEUZE VAN SJAAK RAMAKERS<br />

83


DE KEUZE VAN SJAAK RAMAKERS<br />

84<br />

Floreal Strijkkwartet


Donateurs<br />

Marijke en<br />

Ronald Dijkstra<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

“Niet alleen strijkers” FOTO<br />

Marijke en Ronald Dijkstra zijn sinds 2007 donateurs<br />

van het Muziekinstrumenten Fonds.<br />

Marijke is begaan met blaasinstrumentalisten,<br />

in het bijzonder met uitisten. De mogelijkheid<br />

om de aanschaf van zo’n instrument<br />

voor een getalenteerde student te bekostigen,<br />

was een van de redenen om het NMF te gaan<br />

steunen. Zelfs toen het NMF aangaf zijn beleid<br />

omtrent de ondersteuning van blazers te veranderen,<br />

bleven Marijke en Ronald het NMF<br />

toch trouw.<br />

“Wat ons nog steeds aanspreekt is, dat (jong)<br />

talent de kans krijgt om op een instrument te<br />

spelen dat normaal gesproken ver buiten hun<br />

bereik ligt.” Marijkes 50e verjaardag stond in<br />

het teken van het culturele erfgoed. Voor haar<br />

geen cadeaus, maar een inzameling voor ondermeer<br />

het NMF. Met als thema de Gouden<br />

Eeuw was er een lezing door een kunsthistoricus<br />

en een concert door twee (toen nog)<br />

studenten uit de gelederen van het Muziekinstrumenten<br />

Fonds. Ilonka Kolthof en Chiaki<br />

Omura speelden muziek die prachtig bij het<br />

thema van die dag paste.<br />

De mogelijkheid van scale steun bracht Ronald<br />

en Marijke ertoe het gedoneerde bedrag<br />

van die dag om te zetten in een notariële akte<br />

om zo de NMF-ondersteuning weer voor vijf<br />

jaar vast te zetten. “De informatievoorziening<br />

van het NMF en vooral de persoonlijke benadering,<br />

spreken ons erg aan. Wij hopen dat<br />

we het NMF nog lang kunnen ondersteunen<br />

en feliciteren hen dan ook van harte met dit<br />

jubileum.”<br />

85<br />

PAUL KRAMER


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

86<br />

2011<br />

Rosanne Philippens<br />

Rosanne Philippens is één van die talenten<br />

die nog maar net uit de wieg al naar de viool<br />

grijpt. Zij begon met vioolspelen op haar<br />

derde. Jaren later, in 2009, zou dit resulteren<br />

in het winnen van het Nationaal Vioolconcours<br />

Oskar Back. Tegenwoordig studeert<br />

Rosanne aan de Hanns Eisler Akademie in<br />

Berlijn. Rosanne speelde vanaf 2000 op een<br />

zeldzame viool van de Duitser Gustav Erhard<br />

Uebel (Amsterdam, 1942). Uebel kwam omstreeks<br />

1927 naar Amsterdam om bij Max<br />

Möller te gaan werken. In 1934 vestigde<br />

hij zich zelfstandig. Hij werd vooral bekend<br />

om zijn restauraties van hoog niveau, wat<br />

als consequentie had dat hij zelf slechts 13<br />

nieuwe violen maakte. Sinds 2011 speelt<br />

Rosanne op de viool van Michel Angelo<br />

Bergonzi (Cremona, ca. 1750) die voor haar<br />

door Tjeerd Top en daarvoor jarenlang door<br />

Herman Krebbers was bespeeld.<br />

FOTO MARCO BORGGREVE


Hoera, het NMF bestaat 25 jaar! Wij zullen dit uitbundig vieren omdat<br />

we trots zijn op wat wij bereikt heb-<br />

ben: al ruim 1.750 musici hee het<br />

NMF in de afgelopen jaren kunnen<br />

helpen en bovendien spelen ongeveer<br />

400 musici momenteel op instrumen-<br />

ten uit de collectie van het NMF.<br />

Het feit dat musici deze kans hebben,<br />

is uniek in de wereld.<br />

In het 26e jaar van het NMF is het nog<br />

steeds belangrijk om bij het publiek<br />

aandacht te vragen voor onze stich-<br />

* wijzigingen voorbehouden. Op onze website treft u de meest actuele informatie (zie het kopje ‘Agenda’).<br />

Uiteraard gaan de ‘normale’ NMF-evenementen ook gewoon door.<br />

Ook deze treft u aan op onze website.<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

AGENDA<br />

jubileum<br />

evenementen<br />

ting. Bovendien willen we alle relaties<br />

(zoals musici, trouwe donateurs,<br />

schenkers en inleners van instrumen-<br />

ten en vrijwilligers) bedanken voor<br />

hun trouwe steun aan het NMF.<br />

Daarom hebben we een aantal unieke<br />

jubileum evenementen voor u ontwik-<br />

keld. Daar ontmoeten wij u graag!<br />

Meldt u vandaag nog via e-mail aan<br />

voor een van de unieke<br />

evenementen:<br />

kaarten via www.muziekinstrumentenfonds.nl<br />

87


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Lezingencyclus<br />

Speciaal voor het Jubileumjaar hee het NMF<br />

een Lezingencyclus ontwikkeld. Het NMF organiseert<br />

lezingen waarbij experts u een unieke<br />

kijk gunnen op hun bijzondere werk. Over<br />

violen, haren, snaren, vleugels en antiek.<br />

88<br />

maart<br />

1<br />

Onder de vleugels<br />

Krakende vloeren en hoge plafonds, of juist<br />

een hypermoderne inspeelmachine en een<br />

hydraulische takel… De sfeer in de werkplaats<br />

van elke bevlogen pianotechnicus is een belevenis<br />

voor degene die het gegeven is om het<br />

heiligdom van de vakman te mogen betreden.<br />

Het NMF organiseert lezingen waarbij de experts<br />

u een unieke kijk gunnen op hun bijzondere<br />

werk. Op vrijdag 15 maart starten wij<br />

om 11 uur met de eerste lezing, die van Frank<br />

Bonarius van Andriessen Piano’s en Vleugels<br />

in Haarlem. Pianiste Mariana Izman zal op<br />

verschillende vleugels de lezing muzikaal illustreren.<br />

datum vrijdag 15 maart 2013<br />

tijd 11.00 uur (duur ± 1,5 uur)<br />

locatie Andriessen Piano’s en Vleugels,<br />

Botermarkt 18<br />

Haarlem<br />

spreker Frank Bonarius<br />

onderwerp vroege geschiedenis moderne<br />

vleugel<br />

prijs € 25 p.p.<br />

FOTO PAUL VAN POPPELEN<br />

mei<br />

2<br />

In de keuken van Coosje<br />

Het kon al even via de televisie, toen tijdens<br />

een documentaire van de NTR het 11-jarige<br />

talent Noa Wildschut op de voet werd gevolgd.<br />

De kijker werd daarbij een blik gegund in de<br />

lesruimte van gerenommeerd vioolpedagoge<br />

Coosje Wijzenbeek, op zich al vrij uniek. Stelt<br />

u zich nou eens voor dat u er werkelijk middenin<br />

zit…! Het kan echt, maar dan moet u<br />

wel eerst even door de keuken van Coosje<br />

lopen als zij op 24 mei in samenwerking met<br />

het NMF een lezing gee. Daarmee krijgt u de<br />

unieke kans om in het hol van de leeuw kennis<br />

te maken met de visie, de gereedschappen<br />

en de betrokkenheid die worden ingezet in de<br />

lespraktijk van deze gerenommeerde vioolpedagoge.<br />

datum vrijdag 24 mei 2013<br />

tijd 16:00 uur (duur ± 1,5 uur)<br />

locatie Witte Kruislaan 13-A,<br />

Hilversum<br />

spreker Coosje Wijzenbeek<br />

onderwerp de methodiek van een<br />

topdocent<br />

prijs € 25 p.p.<br />

FOTO SARAH WIJZENBEEK


3<br />

Het antiek van de toekomst<br />

Nederland kent enkele tientallen professionele<br />

vioolbouwers, waarvan een groot deel ook is<br />

vertegenwoordigd in onze collectie. Vioolbouwerechtpaar<br />

Jaap Bolink en Annelies Steinhauer<br />

doen op 11 oktober een boekje open<br />

over de bijzondere aspecten van hun vak door<br />

een lezing te geven op en rond de werkvloer<br />

van hun atelier in Hilversum.<br />

datum vrijdag 11 oktober 2013<br />

tijd 16:00 uur (duur ± 1,5 uur)<br />

locatie Heuvellaan 6, Hilversum<br />

sprekers Jaap Bolink en<br />

Annelies Steinhauer<br />

onderwerp hedendaagse vioolbouw<br />

prijs € 25 p.p.<br />

oktober<br />

kaarten via www.muziekinstrumentenfonds.nl<br />

FOTO NMF<br />

4<br />

Hollands Glorie in vioolbouw<br />

De Nederlandse vioolbouwgeschiedenis kent<br />

twee belangrijke periodes van bloei. De instrumenten<br />

uit de 17e-eeuwse Amsterdamse<br />

school en de 18e-eeuwse Haagse school leveren<br />

nu op internationale veilingen hoge bedragen<br />

op en verdwijnen dus vaak naar het buitenland.<br />

Het NMF maakt zich er sterk voor om<br />

Cultureel Erfgoed in Nederland te behouden<br />

en te laten bespelen. Het Gemeentemuseum in<br />

Den Haag beheert sinds begin vorige eeuw een<br />

bijzondere collectie met exemplaren uit deze<br />

twee scholen. Het NMF hee het museum bereid<br />

gevonden om in november mee te werken<br />

aan een unieke lezing, gegeven door experts<br />

Andreas Post en Serge Stam in het museum<br />

zelf. Niet alleen enkele van onze meest bijzondere<br />

Hollandse instrumenten zullen daar<br />

te zien en te horen zijn, maar ook een paar<br />

zeldzame instrumenten uit de collectie van het<br />

museum zullen tot klinken worden gebracht.<br />

najaar<br />

datum najaar 2013<br />

tijd onbekend<br />

locatie Gemeentemuseum Den Haag<br />

Stadhouderslaan 41, Den Haag<br />

sprekers Serge Stam en Andreas Post<br />

onderwerp Oud-Hollandse vioolbouw<br />

prijs € 25 p.p.<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

89<br />

FOTO GEMEENTEMUSEUM DEN HAAG


kaarten voor het weekend van het NMF vanaf 18 februari via www.muziekinstrumentenfonds.nl<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Weekend van het NMF<br />

i.s.m. Vereniging Hendrick de Keyser<br />

90<br />

april<br />

FOTO CELINE ADMIRAAL<br />

Een weekend met 100 huisconcerten van een<br />

klein uur met (minimaal) 100 NMF-musici<br />

overal in Nederland, in historische panden van<br />

de Vereniging Hendrick de Keyser. De concerten<br />

duren ongeveer 60 minuten, inclusief<br />

toespraak. De locaties zijn bijzonder want normaliter<br />

niet of slechts bij hoge uitzondering te<br />

bezoeken. De meeste van de panden worden<br />

bewoond door particulieren. De doelstellingen<br />

van het NMF en HdK komen in hoge mate<br />

overeen, want beide organisaties streven naar<br />

het behoud van Hollands cultureel erfgoed.<br />

FOTO KLAAS SCHOOF<br />

datum vrijdag 19 april<br />

tijd 20.00 uur<br />

datum zaterdag 20 april<br />

tijd 11.00, 15.00 en 20.00 uur<br />

datum zondag 21 april<br />

tijd 11.00, 15.00 en 20.00 uur<br />

locatie historische locaties van<br />

Vereniging Hendrick de Keyser<br />

musici musici van het NMF<br />

prijs € 25 p.p.


2012<br />

Dana Zemtsov<br />

FOTO ARJAN BRONKHORST<br />

FOTO ROOS ALDERSHOFF<br />

In de NRC werd ze in 2011 al omschreven<br />

als “de Janine Jansen van de altviool”. Na<br />

de European Competition for Strings in<br />

Luxembourg die ze op 13-jarige leeftijd<br />

won, schreef de pers ook al: ”She regularly<br />

enters musical competitions and tends to<br />

win”. Een ander belangrijk wapenfeit: in<br />

2010 vertegenwoordigde Dana Nederland<br />

bij de Eurovision Young Musicians Competition<br />

in Wenen. Dana heeft van het NMF<br />

sinds 2011 een Italiaanse altviool, mogelijk<br />

Milaan begin 19e eeuw, in bruikleen<br />

gekregen. Haar vader, Mikhail Zemtsov, is<br />

tijdelijk ook bruiklener van het NMF geweest!<br />

Hij is solo-altist bij het Residentie<br />

Orkest. De muziekwereld kent meerdere<br />

muzikale families, maar de familie Zemtsov<br />

lijkt qua aantallen muzikale familieleden<br />

alles en iedereen te verslaan. Naast het<br />

Zemtsov Altvioolkwartet, waarin Dana,<br />

haar vader, moeder en oom spelen, is er<br />

nog een groot aantal musici in de familie<br />

waarvan de meesten ook de altviool bespelen.<br />

Die muzikaliteit lijkt zijn oorsprong te<br />

vinden in oma van vaderskant die deze passie<br />

heeft doorgegeven. Waarom er zoveel<br />

altisten in de familie zitten, is moeilijk te<br />

zeggen. Voor Dana zelf is het het feit dat ze<br />

iets in de altviool terugvindt, dat bij haar<br />

persoonlijkheid past. Ze vindt het moeilijk<br />

exact te omschrijven, maar noemt de wat<br />

rustigere en minder indringende klank van<br />

de alt, ten opzichte van de scherpere klank<br />

van de viool.<br />

FOTO LAURENS EGGEN<br />

FOTO MARGARETA SVENSSON<br />

FOTO ROOS ALDERSHOFF<br />

FOTO ARJAN BRONKHORST<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

91


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Huisconcertserie<br />

Jongste musici in het oudste stenen huis van Amsterdam<br />

92<br />

het<br />

hele<br />

jaar<br />

25 jaar NMF: dat vieren we ook bij ons “thuis”.<br />

Het NMF hee de ontwikkeling van jong talent<br />

altijd hoog in het vaandel gehad en dat<br />

willen we in ons feestjaar nog eens benadrukken.<br />

Graag nodigen wij u daarom uit om onze<br />

jubileumconcertserie “Jongste musici in het<br />

oudste huis van Amsterdam” bij te wonen. Het<br />

podium is het unieke pand waar het NMF kantoor<br />

houdt: het oudste stenen woonhuis van<br />

Amsterdam, dat stamt uit 1565. Het bevindt<br />

zich middenin de beroemde rosse buurt van<br />

Amsterdam. De jongste NMF-talenten zullen<br />

hier voor u spelen op vloertegels die zelfs uit<br />

de veertiende eeuw stammen! Tijdens het concert<br />

zult u de kerkklokken van de nabijgelegen<br />

Oude Kerk kunnen horen luiden. Wegens de<br />

beperkte ruimte die ons kantoor biedt, is er<br />

een zeer beperkt aantal plaatsen beschikbaar.<br />

Dit huisconcert is dus letterlijk in huiselijke<br />

sfeer, of liever gezegd in kantoorsfeer. U zit<br />

tussen de computers en archiefmappen. Acht<br />

keer kunt u genieten van dit exclusieve concert...<br />

met verjaardagstaart.<br />

data 27 januari 2013,<br />

24 februari 2013,<br />

1 april 2013,<br />

28 april 2013<br />

26 mei 2013,<br />

29 september 2013,<br />

27 oktober 2013,<br />

24 november 2013<br />

tijd 10.30 – 12.00 uur<br />

locatie Kantoor NMF,<br />

Sint Annenstraat 12, Amsterdam<br />

musici jongste musici van het NMF<br />

prijs € 25 p.p.<br />

incl. koe/thee en<br />

huisgemaakte taart


Jubileumconcert<br />

Een feestelijk besluit van het Jubileumjaar van het NMF<br />

november<br />

Ons Jubileum vieren we uiteraard met een<br />

feestelijk concert in het najaar. In de Ridderzaal<br />

in Den Haag presenteren we u de<br />

beroemde Fancy Fiddlers onder leiding van<br />

Coosje Wijzenbeek. Voor de pauze spelen de<br />

huidige Fiddlers, na de pauze een ensemble<br />

samengesteld uit vorige generaties van de<br />

Fiddlers. Heel veel van deze jonge en oudere<br />

talenten spelen en speelden op instrumenten<br />

en stokken van het NMF.<br />

Het Jubileumconcert is gratis toegankelijk<br />

voor onze donateurs en vrienden (maximaal<br />

4 kaarten per donateur, donateurs hebben<br />

voorrang). Graag reserveren via reservering@<br />

muziekinstrumentenfonds.nl. Bestel nu<br />

kaarten, want wie het eerst komt, wie het eerst<br />

maalt!).<br />

kaarten via www.muziekinstrumentenfonds.nl<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Dit concert komt in plaats van de gebruikelijke<br />

presentatieconcerten aan het einde van<br />

het jaar.<br />

FOTO JAN KRANENDONK<br />

datum 10 november 2013<br />

tijd 14.00 uur<br />

locatie Ridderzaal, Binnenhof,<br />

Den Haag<br />

musicus Fancy Fiddlers<br />

prijs gratis toegang,<br />

maximaal 4 kaarten per besteller<br />

93


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

Muziekdiner<br />

94<br />

Een verrassend speelse muzikale maaltijd in<br />

Museum Speelklok<br />

juni<br />

Terug van weggeweest: een muzikaal diner<br />

van en voor het NMF. Topmusici en topamusement<br />

op een toplocatie, gelardeerd met<br />

hoogstaand culinair genoegen. Dit keer hee<br />

het NMF gekozen voor een wel heel toepasselijke<br />

locatie, namelijk het Museum Speelklok,<br />

huis van talloze unieke zelfspelende muziekinstrumenten.<br />

De instrumenten van het NMF<br />

spelen niet vanzelf, maar daarom hebben we<br />

een aantal fantastische NMF-musici voor dit<br />

evenement geregeld. De avond is bedoeld om<br />

ten behoeve van het NMF fondsen te werven.<br />

datum 4 juni 2013<br />

tijd 18.30 – 24.00 uur<br />

locatie Museum Speelklok,<br />

Steenweg 6, Utrecht<br />

prijs bedrijven<br />

tafel van 8 couverts<br />

€ 5.000 (incl. BTW)<br />

tafel van 10 couverts<br />

€ 6.000 (incl. BTW)<br />

particulieren<br />

€ 150 p.p.<br />

(prijzen incl. 3-gangen maaltijd,<br />

drank en concert)<br />

kaarten via www.muziekinstrumentenfonds.nl<br />

FOTO MUSEUM SPEELKLOK


Luisterconcours<br />

FOTO NMF<br />

FOTO GEORGE WELLMANS<br />

FOTOGRAAF ANTON HAVELAAR<br />

Frederieke Saeijs viool en<br />

Joris van den Berg cello<br />

Frits Schutte publiekscoach<br />

Bij het Luisterconcours is het publiek de kandidaat!<br />

De bezoekers gaan met elkaar de strijd<br />

aan om verschillende bijzondere instrumenten<br />

van het NMF te beluisteren.<br />

Op zaterdag 27 april worden er een aantal<br />

violen bespeeld door Frederieke Saeijs, oudprijswinnaar<br />

van het Nationaal Vioolconcours<br />

Oskar Back en NMF-musicus.<br />

Op zaterdag 24 augustus worden de cello’s<br />

bespeeld door niemand minder dan Joris van<br />

den Berg.<br />

Een professionele coach helpt het publiek aan<br />

tips en tricks. Waar moet u op letten om het<br />

Luisterconcours te winnen?<br />

datum zaterdag 27 april 2013<br />

tijd 20:00 uur<br />

locatie Waalse Kerk,<br />

Walenpleintje 159<br />

Amsterdam<br />

musicus Frederieke Saeijs viool<br />

prijs volwassenen €10,- p.p.,<br />

15 t/m 26 jaar €5,- p.p.,<br />

t/m 14 jaar gratis<br />

in het kader van de Stichting<br />

Nederlandse Vioolconcoursen<br />

april<br />

augustus<br />

NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

datum zaterdag 24 augustus 2013<br />

tijd 15:00 uur<br />

locatie Compagnietheater,<br />

Kloveniersburgwal 50,<br />

Amsterdam<br />

musicus Joris van den Berg cello<br />

prijs zie www.grachtenfestival.nl<br />

in het kader van<br />

het Grachtenfestival<br />

In deel 1 van het Luisterconcours gaat het er<br />

om de gestelde vragen zo goed mogelijk te<br />

beantwoorden.<br />

In de pauze kunt u onder het genot van een<br />

kop koe of thee bijkomen van de geleverde<br />

strijd.<br />

Na de pauze is er een kort concert van de<br />

musicus die de instrumenten voor de pauze<br />

voor u hee bespeeld.<br />

Afsluitend maakt het NMF de prijswinnaar<br />

van de dag bekend.<br />

de prijs<br />

een uniek privé-concert bij u thuis!


NMF JUBILEUMMAGAZINE<br />

96<br />

AGENDA<br />

jubileum<br />

evenementen<br />

januari 27 10.30 uur Jongste musici in het oudste huis in Amsterdam Amsterdam NMF kantoor<br />

februari 24 10.30 uur Jongste musici in het oudste huis in Amsterdam Amsterdam NMF kantoor<br />

maart 15 11.00 uur Onder de vleugels Lezingencyclus Haarlem Andriessen Vleugels<br />

april 1 10.30 uur Jongste musici in het oudste huis in Amsterdam Amsterdam NMF kantoor<br />

19 tot 21 zie programma Weekend van het NMF Nederland 101 locaties<br />

27 20.00 uur Luisterconcours<br />

(i.s.m. Nederlandse Vioolconcoursen)<br />

Amsterdam Waalse Kerk<br />

28 10.30 uur Jongste musici in het oudste huis in Amsterdam Amsterdam NMF kantoor<br />

mei 24 16.00 uur In de keuken van Coosje Lezingencyclus Hilversum<br />

26 10.30 uur Jongste musici in het oudste huis in Amsterdam Amsterdam NMF kantoor<br />

juni 4 18.30 uur Muziekdiner voor particulieren en bedrijven Utrecht Museum Speelklok<br />

augustus 24 15.00 uur Luisterconcours (i.s.m. Het Grachtenfestival) Amsterdam Compagnietheater<br />

september 29 10.30 uur Jongste musici in het oudste huis in Amsterdam Amsterdam NMF kantoor<br />

oktober 11 16.00 uur Het antiek van de toekomst Lezingencyclus Hilversum<br />

27 10.30 uur Jongste musici in het oudste huis in Amsterdam Amsterdam NMF kantoor<br />

november ntb Hollands Glorie in Vioolbouw Lezingencyclus Den Haag Gemeentemuseum<br />

10 14.00 uur Jubileumconcert Den Haag Ridderzaal<br />

24 10.30 uur Jongste musici in het oudste huis in Amsterdam Amsterdam NMF kantoor<br />

Voor tijden, toegangsprijzen en het bestellen van kaarten, zie onze website: www.muziekinstrumentenfonds.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!