Zes eeuwen rekenkamers in Brabant 1 - Thuis in Brabant
Zes eeuwen rekenkamers in Brabant 1 - Thuis in Brabant
Zes eeuwen rekenkamers in Brabant 1 - Thuis in Brabant
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Filips de Schone (1478-1506). (Collectie Rijksmuseum, <strong>in</strong><br />
bruikleen bij Noordbrabants Museum)<br />
44<br />
daarom de beschikk<strong>in</strong>g over de toren van de oude<br />
stadsmuur naast haar gebouw. Het archief werd<br />
<strong>in</strong> de toren ondergebracht.<br />
De Instructie voor de Rekenkamer van <strong>Brabant</strong><br />
uit 1541 bepaalde de samenstell<strong>in</strong>g van het vaste<br />
personeelsbestand op drie rekenmeesters (<strong>in</strong>clusief<br />
de voorzitter), twee auditeurs en een griffier.<br />
De rekenmeesters zagen toe op het ‘afsluiten’<br />
van de reken<strong>in</strong>gen, die door de auditeurs werden<br />
onderzocht. De griffier was verantwoordelijk<br />
voor alle correspondentie.<br />
<strong>in</strong>brabant TIJDSCHRIFT VOOR BRABANTS HEEM EN ERFGOED<br />
De Nederlanden<br />
Met het e<strong>in</strong>de van de Gelderse Oorlogen <strong>in</strong> 1543<br />
kwam ook Gelre onder het gezag van Karel V<br />
(1500-1558), die op dat moment al heerste over<br />
de Bourgondische Nederlanden. In 1546 zond de<br />
rekenkamer een van haar rekenmeesters naar<br />
Arnhem om daar ter plaatse de f<strong>in</strong>anciële beheers-<br />
en controletaken uit te oefenen. Na korte<br />
tijd keerde hij terug naar Brussel en werden de<br />
Gelderse particuliere ontvangers gedwongen<br />
om voortaan zelf de gang naar Brussel te maken<br />
en <strong>in</strong> het gebouw van de <strong>Brabant</strong>se Rekenkamer<br />
hun reken<strong>in</strong>gen te overleggen en te laten controleren.<br />
In Gelre groeide het verzet tegen deze regel<strong>in</strong>g.<br />
Vanaf 1555 kwam er vervolgens met tussen-<br />
pozen weer een rekenmeester vanuit Brussel<br />
naar Arnhem om de reken<strong>in</strong>gen ter plaatse af te<br />
horen. De kritiek op de ondergeschiktheid aan<br />
<strong>Brabant</strong> hield echter aan en zou uite<strong>in</strong>delijk gehoor<br />
v<strong>in</strong>den. Per ordonnantie van Karels opvolger Filips<br />
II (1527-1598) van 9 februari 1559 kwam er een<br />
vierde rekenkamer bij, die van Gelre. De nieuwe<br />
rekenkamer werd gevestigd <strong>in</strong> Arnhem en was alleen<br />
bevoegd <strong>in</strong> Gelre.<br />
Een aardig beeld van de positie van de rekenkamer<br />
<strong>in</strong> het staatsbestel zien we bij de vredesonderhandel<strong>in</strong>gen<br />
<strong>in</strong> 1576, die een e<strong>in</strong>de probeerden te maken<br />
aan de Nederlandse Opstand. Op 19 oktober<br />
van dat jaar begonnen deze onderhandel<strong>in</strong>gen op de<br />
Collatiezolder te Gent tussen de kon<strong>in</strong>gsgetrouwe<br />
gewesten (de Staten van <strong>Brabant</strong>, Vlaanderen,<br />
Henegouwen, Artesië, Namen, Utrecht, Mechelen,<br />
Doornik en het Doornikse Valenciennes, Rijsel,<br />
Douai en Orchies) aan de ene kant en de Staten van<br />
Holland en Zeeland en de Pr<strong>in</strong>s van Oranje voor de<br />
opstandige gewesten aan de andere kant. Er zaten<br />
achttien onderhandelaars aan tafel. Namens de<br />
kon<strong>in</strong>gsgez<strong>in</strong>de gewesten was dat voor de derde<br />
stand (de burgerij) onder meer Jan de Pennantz,<br />
voorzitter van de Rekenkamer van <strong>Brabant</strong>, die tevens<br />
als secretaris fungeerde.