1 DE VUILNISKAR ZINGT HALLELUJA Poëzie voor ... - SeniorenNet
1 DE VUILNISKAR ZINGT HALLELUJA Poëzie voor ... - SeniorenNet
1 DE VUILNISKAR ZINGT HALLELUJA Poëzie voor ... - SeniorenNet
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>DE</strong> <strong>VUILNISKAR</strong> <strong>ZINGT</strong> <strong>HALLELUJA</strong><br />
<strong>Poëzie</strong> <strong>voor</strong> jong en ouder<br />
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------<br />
De vuilniskar zingt halleluja, de zeehond traint de oppasser, de aardbeientaart<br />
is jarig, de bomen veroorzaken wind: in deze poëzie <strong>voor</strong> jong en ouder krijgt<br />
taal een halve draai om de oren, zodat een en ander eens vanuit een ongewone<br />
invalshoek wordt bekeken. Door de ogen van de dichter krijgen de dingen een<br />
kleurtje, zodat ze soms zelfs ophouden gewoon ding te zijn. Dat proberen deze<br />
gedichten te doen: vuilniswagens te doen zingen. Gesnopen?<br />
1
INTRO<br />
Harley Babyson<br />
LIED<br />
1 Lied <strong>voor</strong> als het sneeuwt<br />
2 Lied <strong>voor</strong> als het lente wordt<br />
3 Vers <strong>voor</strong> mijn buurmeisje<br />
4 Mijn buurjongen wil in een vers<br />
HELP! WOORD OVERBOORD!<br />
5 Paul Van Ostaijen in de klas<br />
6 Badsprinkhaan<br />
7 Woordenaar<br />
8 Huppeldepup<br />
FEEST!<br />
9 Hij komt!<br />
10 Oudjaar<br />
11 De bejaarde aardbeientaart<br />
SNUITERS<br />
12 Gespikkeld Opperhoofd<br />
13 Vakantiegangster<br />
14 De koning van Kapseizië<br />
15 Tuimelpitten<br />
16 De Wielewap<br />
17 De Mandarijnenman<br />
18 Schrikkelkind<br />
BEESTIG!<br />
19 Zebrapad<br />
20 Koud kunstje<br />
21 Het Herejeetjesdier<br />
22 Hazenpad<br />
23 Poes poes poes poes<br />
24 Schuldpad<br />
25 Geheimzonnig gedicht<br />
26 Hotel Virginie<br />
MOOI WEER VANDAAG<br />
27 Vliegeren<br />
28 Alle regen van de kleurenboog<br />
29 Regen<br />
2
30 Zo boos dat ik blaas!<br />
VERWEND NEST<br />
31 Winkeldochter<br />
32 Alles moet dubbel<br />
33 Ziek<br />
VEEL GELUK!<br />
34 Zevenslaper<br />
35 Hink-stap-slok<br />
36 Talisman<br />
37 Spijkers met koppen<br />
38 Heen en terug<br />
VOOR MEKAAR!<br />
(REIS IN JE HOOFD)<br />
39 Spice Boy<br />
40 Space Girl<br />
41 PS : Spicy Twospace<br />
RIJMLAP<br />
42 Rijmlap<br />
43 Eerlijke vlinder<br />
44 Een molen<br />
DRIE DROMEN<br />
45 Winter<br />
46 Zomer<br />
47 Galgenmaal<br />
3
INTRO<br />
Je moet er jaren<br />
<strong>voor</strong> sparen <strong>voor</strong> je hem tus-<br />
sen je knieën hebt.<br />
4
LIED<br />
Lied <strong>voor</strong> als het sneeuwt<br />
Klikkerdeklakker.<br />
Het sneeuwt op de akker.<br />
Ik sleur een slee<br />
met een kind erop mee.<br />
Kippenhok en kolenkit.<br />
Alles is wit wit wit.<br />
Ik sleur een slee.<br />
Kerstkind doet mee<br />
met een slee in de sneeuw.<br />
Klikkerdeklakker.<br />
Word wakker, word wakker.<br />
Maak plaats <strong>voor</strong> ons twee.<br />
Klikkerdeklakker.<br />
Het sneeuwt op de akker.<br />
Hei, glij je mee?<br />
5
Lied <strong>voor</strong> als het lente wordt<br />
De vuilniskar zingt halleluja.<br />
De stad barst los in lente.<br />
De bruine beer verlaat zijn hol.<br />
De ijsboer telt weer naarstig centen.<br />
Mijn mama plant een parasol,<br />
pardoes tussen . . . KRAK! AI!<br />
Een rode tulp roept hard om hulp<br />
en scheldt haar dan de huid vol.<br />
Ja, al ben je nog zo'n mooie tulp<br />
in nog zo'n grote tuin,<br />
als de lente er weer komt,<br />
ben je beter een ajuin.<br />
6
Vers <strong>voor</strong> mijn buurmeisje<br />
Wat dacht je.<br />
Zo zijn ze.<br />
Een lief lachje.<br />
Zo zei ze:<br />
toen ik het las,<br />
wou ik dat het over mij was.<br />
Zeg, vers tien,<br />
is dat nog vrij?<br />
Laat eens wat zien<br />
en schrijf over mij.<br />
Of gewoon vers drie,<br />
over mijn poppemie.<br />
Zo ben ik.<br />
Wat dacht je.<br />
Toen zei ze:<br />
ik mag je.<br />
7
Mijn buurjongen wil in een vers<br />
Kop met oren,<br />
hier en daar een sproet.<br />
Neus vanvoren,<br />
die hij altijd volgen moet.<br />
Zijn linkeroorlel<br />
is een schiereilandje kippenvel.<br />
Benen om te staan.<br />
Voeten om te gaan.<br />
Vingers doen het meeste werk<br />
bij deze rare vlerk.<br />
Een mond om te houden.<br />
Soms is hij verkouden.<br />
Haren om in te krabben.<br />
Wie is die gekke gabber?<br />
O, de rest is doodgewoon.<br />
Kan je zo raden:<br />
hij is de formidabele zoon<br />
van een moeder en een vader.<br />
Zo, het vers is uit.<br />
Er is nog één plaats open<br />
<strong>voor</strong> die vreemde snuiter.<br />
Hier wil hij zijn naam zien staan:<br />
. . . . . . . . . . . . . . .<br />
Gesnopen?<br />
8
HELP! WOORD OVERBOORD!<br />
Paul Van Ostaijen in de klas<br />
Drukke letters op een blad.<br />
Dansende woorden als dronken soldaten.<br />
Maar ikzelf moet altijd schoner schrijven<br />
en eindelik en typies mogen ook al niet.<br />
's Morgens groet ik ook de dingen:<br />
dag linkerbeen, dag zere teen.<br />
Maar beroemd? Vergeet het maar.<br />
Eerder betoeterd, zeggen ze allemaal.<br />
Ja, ik slaap als een rozeke<br />
en pluk gezwind uit het zoetekoeksdozeke.<br />
Zucht, krijg ik daar<strong>voor</strong> een prijs?<br />
Er hangt verdorie een oorvijg in de lucht.<br />
Wees dan maar dichter; doe maar de woorden<br />
marsjeren, reeds op je dertiende! Talent,<br />
beste dames, fijne heren, wordt nooit op z'n tijd<br />
erkend. Ach, ik word maar gewoon bediende.<br />
9
Badsprinkhaan<br />
In een glanzend bad<br />
dat geurt naar blauwe meisjesogen<br />
en bij volle rosse maan<br />
die onbekommerd dobbert<br />
zie je soms de badsprinkhaan.<br />
Hij danst dan in z'n dooie eentje<br />
van de warm- op de koudwaterkraan.<br />
Zelf glanst hij ook zo'n beetje<br />
en hij fluit graag naar de maan.<br />
Met een poot en een vleugel<br />
speelt hij de laatste viool.<br />
Want die snoeshaan durft alleen te komen<br />
als alle anderen er al lang van dromen.<br />
De badsprinkhaan is dus een nachthuisdier.<br />
Daarom kan je deze vreemde snoeshaan<br />
bijna nooit eens rustig gadeslaan,<br />
glijdend op een zeepje van plezier.<br />
10
Woordenaar<br />
Mijnkolen zegt hij!<br />
Duipsoker zegt zij!<br />
En dan wordt hij gloeiend kwaad.<br />
En dan wordt zij hartstikke boos.<br />
Je hebt weer een woord vermoord!<br />
gilt die vierkante oen van een broer.<br />
Help! Woord overboord!<br />
giert dat driedubbele kreng van een zus.<br />
Dan zit je daar<br />
met een kop als een biet<br />
en je handen in je haar.<br />
Spreken durf je niet.<br />
Alleen maar niks meer zeggen.<br />
Alleen maar hard met deuren slaan.<br />
Stomme tafelpoot!<br />
Uit de weg dikke kat!<br />
Ik gooi doopmijnen naar je kop!<br />
Ik leg koolsuiker onder je stoel!<br />
11
Huppeldepup<br />
Schapen en schelpen en schubben in de lucht.<br />
Soms een schip. Huppeldepup ligt op zijn rug<br />
en zucht. Dat is het enige gerucht.<br />
Daar komt de zon als een muntstuk terug.<br />
Klinkende munt.<br />
Blinkende munt.<br />
Zinkende munt.<br />
Vergulde munt die zich weer vlug<br />
in schapenwolken schubben hult.<br />
De avond valt.<br />
Een mug brengt nog een u.<br />
Huppeldepup plukt die u bij de lurven<br />
en vult hem met lucht.<br />
Hij stijgt weer met een zucht,<br />
zo hoog zou niemand durven.<br />
Schapen verdwalen.<br />
Schelpen verdwijnen.<br />
Schepen vergaan:<br />
de muggen rukken nu van overal aan.<br />
Vlugvlug neemt Huppeldepup<br />
nog een u op zijn rug<br />
- wat een luchtgewicht, zo'n uk! -<br />
en huppelt dan naar zijn hut<br />
bij de brug terug.<br />
12
FEEST!<br />
Hij komt!<br />
De roe is al verleden tijd,<br />
net als de wind die door antennes<br />
woei. Het probleem van Sint<br />
is nu dat hij soms de weg niet vindt<br />
op de E40, N20 en A17.<br />
En wat meer is: de goedheiligman<br />
beschikt niet over een paardengps.<br />
Zeg, heb jij hem ergens al gezien?<br />
Ah, daar komt hij eindelijk aan.<br />
Hij grijpt al naar zijn boek<br />
en bladert met een diepe zucht.<br />
Tja: hij is nog altijd <strong>voor</strong>t op zoek.<br />
Steek jezelf niet in de zak<br />
en zeg nooit dat zijn paard<br />
beschimmeld is, of je krijgt<br />
een tik van zijn staart.<br />
Door de schoorsteen<br />
kijkt hij diep in je hart:<br />
ziet het er bruin uit,<br />
gespikkeld groen of zwart?<br />
Nee: doe hem dan een stil plezier<br />
en leg naast raap en wortel<br />
<strong>voor</strong> zijn hongerige dier<br />
ook maar een wegenkaart klaar.<br />
13
Oudjaar<br />
Soms had je er aardig de pest in<br />
omdat ik zo bitter weinig zei<br />
en altijd mijn kleverige vingers<br />
op je mooie meubels en muren lei.<br />
Maar elke dag werd ik iets groter<br />
en al vlug was ik zo helemaal volwassen<br />
dat je al die kleine handafdrukken<br />
weer eigenhandig d' erin wou krassen.<br />
Ook kreeg je toen van mij een poot<br />
zodat het je elk jaar weer te binnen schoot<br />
hoe ooit die smeerpoetsvlek op je nieuwe jas<br />
die laatste avond van december was.<br />
14
De bejaarde aardbeientaart<br />
De aardbeientaart is weer eens jarig.<br />
Van alle mensen komen er gelukwensen.<br />
Ze dragen ieder een kaars op hun hoofd.<br />
Dat hadden ze allemaal beloofd.<br />
De taart blaast en blaast en blaast.<br />
Pffhoe-oooo!! Pffhoe-oooo!! Pffhoe-oooo!!<br />
Haar aardbeien worden er alsmaar roder van.<br />
Als alle kaarsen uit zijn,<br />
snijdt ze de mensen aan<br />
en slikt die dan lekker door:<br />
het hele happy-birthdaykoor!<br />
Dan wordt het weer stil<br />
in het aardbeientaartenhuis,<br />
en ook wel een beetje kouder:<br />
85 kaarsen is niet niks!<br />
Oef, weer een taartje<br />
dat een jaartje ouder is.<br />
'Hé! Hoe was het feest?<br />
Is het fijn geweest?'<br />
Daar komt het andere taartje al aan:<br />
met z'n aardbeidjes zal het nog veel beter gaan.<br />
15
SNUITERS<br />
Gespikkeld Opperhoofd<br />
Eenentachtig . . . tweeëntachtig . . . drieëntachtig . . .<br />
vijfentachtig . . . achtentachtig . . . ai mij,<br />
snotverdorie, toen de Inca's met confetti gooiden,<br />
stond ik wis en drie op de allereerste rij.<br />
Ze noemen mij Gespikkeld Opperhoofd.<br />
Ik ben de wonderjongen met de 100 sproeten.<br />
Buigen, onderdaan, de hoofdman zij geloofd!<br />
Hij heeft zelfs gouden spatten op zijn voeten.<br />
Al mijn verdriet giet ik in een vergiet<br />
en ik vergeet, want er is geen medicijn<br />
tegen die goudkoorts in mijn lijf:<br />
van zonne-energie genees je niet.<br />
16
Vakantiegangster<br />
Als je haar ziet,<br />
herken je haar niet.<br />
Soms heet ze Ellen, Fatima, Griet of Anje.<br />
Ze eet graag bananen met bruine stippen.<br />
Al haar badspullen zijn valavondzonoranje.<br />
Maar als je haar ziet,<br />
herken je haar niet.<br />
Vaak schrijft ze een brief of een kaart.<br />
Aan tafel eet ze doodgewoon brood mee.<br />
Op zondag bindt ze haar haren in een staart.<br />
Maar als je haar ziet,<br />
herken je haar niet.<br />
Je moet goed <strong>voor</strong> haar zorgen.<br />
Soms deelt ze geheimen met jou.<br />
Soms blijft ze maar tot overmorgen.<br />
Plotseling zie je haar niet.<br />
Dan denk je: waar is Griet?<br />
Plotseling kan je niet zonder Anje.<br />
Of wil je Ellen bellen.<br />
En ga je zonder Fatima naar oma Ria.<br />
Dan zet je een pruilsnuit,<br />
want je weet: de vakantie is uit.<br />
17
De koning van Kapseizië<br />
Twee grote gaten in zijn hoofd,<br />
maar da's uit pure schrik.<br />
Op vragen van zijn onderdanen<br />
antwoordt hij steeds met HIK!<br />
Hij valt pardoes van zijn stoel<br />
als hij de nieuwsberichten hoort.<br />
Op de troon gaat hij slechts zitten<br />
om er urenlang te kunnen pitten.<br />
Die koning snurkt en grolt<br />
en gromt, zakt opzij, dommelt in,<br />
ligt op apegapen. Ja, 't is al<br />
lang geleden dat hij nog eens<br />
zo echt op-en-top koning was<br />
in het koninkrijk Kapseizië.<br />
Want met een hoofd vol hikken<br />
en het haar vol strikken<br />
en ogen die zo zelden open zijn,<br />
laat iedereen hem rustig stikken.<br />
18
Tuimelpitten<br />
Repelsteel zit in een tuimelaar.<br />
In een tuimelaar zit Repelsteel.<br />
Iedereen schrikt zich een bult,<br />
want Repelsteel, die heeft een katapult<br />
waarmee hij tuimelpitten schiet<br />
naar Aimij! en Onee! en Doeniet!<br />
Repelsteel heeft zoveel tuimelpitten<br />
dat hij uren in de boom blijft zitten.<br />
Dan krijgt hij het in de buik<br />
en tuimelt als een kriskrasbladerkuik<br />
uit zijn luchtkasteel.<br />
O Repelsteel!<br />
19
De Wielewap<br />
Klapperdeklap.<br />
Daar op de trap<br />
zit de Wielewap.<br />
Eén vlugge hap<br />
en je bent er geweest:<br />
de Wielewap<br />
is een hapklaar dromenbeest.<br />
Hij woont boven aan de trap,<br />
bij de allerhoogste trede,<br />
net <strong>voor</strong> de deur van de wc.<br />
De dromen neemt hij ook dààrin mee.<br />
Elke avond - hùù! - één schrikseconde<br />
als je de Wielewap wil passeren.<br />
Heeft hij <strong>voor</strong> jou een droom gevonden,<br />
dan rukt hij ruw aan je kleren:<br />
'Hé! Slaapkop! Hier, pak-an:<br />
een lekker droompje van de Wielewap!'<br />
Maak dan maar dat je wegkomt,<br />
of hij gooit ermee zo hard hij kan.<br />
Want de dromen van de Wielewap,<br />
die zijn van klapperdeklapperdeklap!<br />
20
De mandarijnenman<br />
De mandarijnenman<br />
die doet er wat an.<br />
De mandarijnenman<br />
die kan er wat van.<br />
An en Han,<br />
Jan en Fran,<br />
vang-op, pak-an.<br />
De mandarijnenman<br />
is luilekkerlang.<br />
Huilebalketrijntje<br />
krijgt ook een mandarijntje.<br />
Eef-doe-niet-meer-mee<br />
krijgt er zelfs twee.<br />
Vang-op, pak-an.<br />
De mandarijnenman<br />
kan er wat van<br />
en doet er wat an.<br />
Als je niet vangen kan,<br />
dan krijg je levenslang.<br />
Als je 't niet lekker vindt,<br />
dan ben je geen mandarijnenkind.<br />
Vang!<br />
Pak-an!<br />
21
Schrikkelkind<br />
Schepen verwelken, bloemen vergaan.<br />
Soms heet ik Bart, soms eens Daan.<br />
Een schrikkelkind is een geval apart.<br />
Wedden dat het straalhard regent<br />
op negenentwintig februari?<br />
Of stevig waait en oorverdovend hagelt?<br />
Dat het een maandag is met bergen huiswerk?<br />
Op zo'n dag ben ik geboren,<br />
een dag die verdorie bijna niet bestaat.<br />
Soms heet ik Tore, soms eens Kaat.<br />
Straks ben ik,<br />
zonder dat iemand het merkt,<br />
heel erg oud.<br />
Want ik ben een schrikkelkind<br />
uit een sprokkelmaand.<br />
22
BEESTIG!<br />
Zebrapad<br />
De Oude Belgen leefden<br />
van de jacht en van de visvangst,<br />
maar hij, hij blijft in leven<br />
door de padden-<br />
oversteek.<br />
Ze zijn zo lelijk als de donder.<br />
Zoveel vieze wratten op één beest!<br />
Maar onder elke puinhoop schuilt een wonder<br />
of op zijn minst<br />
een prins.<br />
Per pad die ik help oversteken<br />
krijg ik een bloem <strong>voor</strong> in mijn korf.<br />
Mijn zebrapad is slijmerig en glad<br />
en wordt daarom ook nog wel genoemd:<br />
de paddenstoelgang.<br />
Ik regel dus als padvinder 't verkeer.<br />
Auto's stoppen <strong>voor</strong> een stoet vol wratten.<br />
Het meest opgeblazen ongedierte echter<br />
vind je onveranderlijk<br />
achter 't stuur.<br />
23
Koud kunstje<br />
Wie kijkt er eigenlijk naar wie?<br />
Wie houdt wie gevangen?<br />
De zeehond had het plotseling gevonden:<br />
al dat applaus was <strong>voor</strong> de oppasser bestemd.<br />
Want telkens als het dier een speelbal<br />
op zijn leuke snoet liet balanceren,<br />
gooide de man aan de kant<br />
(gekleed in een grappig apenpakje)<br />
hem een hapklare vis toe.<br />
Zo had de zeehond het de oppasser<br />
geduldig aangeleerd.<br />
Koud kunstje!<br />
Daarom vraag ik u:<br />
wie kijkt hier eigenlijk naar wie?<br />
Wie houdt nu wie gevangen?<br />
24
Het Herejeetjesdier<br />
Als ik je vertel over het herejeetjesdier,<br />
dat het niet onder zit, maar boven,<br />
en nog kleiner is dan een minimier,<br />
zul je mij dan wel geloven?<br />
Zou het echt bestaan?<br />
Heeft het voeten, kan het gaan?<br />
Enkele poten om mee weg te lopen<br />
of gewoon wat benen om te staan?<br />
Herejee!<br />
Ja, krab maar in je haren.<br />
Hé! Wat zit daar nu op je kop?!<br />
Warempel, en dan nog wel met z'n twee,<br />
zomaar helemaal gezellig bovenop.<br />
Oei, misschien zijn het er wel meer:<br />
drie of acht of tien of vier-en-<br />
twintig-duizend van die vreemde,<br />
wriemelende miniherejeetjesdieren.<br />
Kom eens hier.<br />
Ik los dat raadsel<br />
op je kop helemaal op.<br />
Jouw haar is zijn huis<br />
en dat is niet pluis.<br />
Die jeuk is echt niet meer leuk.<br />
Kijk: ik giet er doodgewoon<br />
wat van dat antiherejeetjesdierensop<br />
op. Nu zitten ze<br />
niet boven meer, maar onder.<br />
Zo beteuterd zijn ze nog nooit geweest.<br />
Da's <strong>voor</strong> jou een stuk gezonder;<br />
afgelopen herejeetjesdierenfeest.<br />
25
Hazenpad<br />
Whoeaahh!!<br />
Met een bokkensprong<br />
op het hazenpad!<br />
Pief poef paf.<br />
Zig zag af.<br />
De jager heeft niet opgelet.<br />
Het konijn is weer gered.<br />
Zig zag zoef het bokkenpad.<br />
Rif raf roef konijnenpret.<br />
26
Poes poes poes poes<br />
De rode hond: spaghetti aan je mond.<br />
Vegen uit de pan: word je ziek van.<br />
De hond in de pot: dan vang je bot.<br />
Gebraden haan: laat maar staan.<br />
Muizenissen in de kast?<br />
Opgepast, hou je hart maar vast.<br />
Van aprilvis aan de lijn<br />
krijg je buikpijn.<br />
Ach, ga nu maar vlug naar bed.<br />
Ik heb een droom <strong>voor</strong> je klaargezet.<br />
Het is een schoonmaakpoes<br />
die alles vreet wat jij niet eet:<br />
pellen, vis, melk en vellen.<br />
Het is ook een katje<br />
dat met zachte handschoenen<br />
de dromen naast je kussen schikt<br />
en je 's ochtends niet te vroeg<br />
poeslief wakker spint.<br />
Psst!<br />
27
Schuldpad<br />
Ik draag de halve wereld op mijn rug.<br />
Het is mijn schild en mijn schuld.<br />
Mijn schild omdat ik de weekste ben.<br />
Mijn schuld omdat ik de oudste ben.<br />
Gooi me niet om,<br />
want ondersteboven<br />
zie ik er uit<br />
als een ongeboren ei.<br />
Dan wordt mijn schildgevoel nog groter.<br />
Schommelen is mijn ding niet.<br />
En ach:<br />
ook zonder dat schild<br />
blijf ik gewoon een pad.<br />
Ik zit met een padstelling.<br />
Daarom gaat alles zo traag,<br />
al lange jaren lang op deze aarde.<br />
28
Geheimzonnig gedicht<br />
Een vos loopt in het bos over het mos.<br />
Met zijn plumeau strijkt hij<br />
langsheen bestofte struiken.<br />
Hij heeft de kleur van avondzon.<br />
De zon verft het afgestofte bos ros.<br />
Een rosse vos loopt over het groene mos.<br />
Kip, kijk uit, want de vos<br />
vindt niets mooier dan een dooier.<br />
29
Hotel Virginie<br />
Het is muisstil in mijn hotel.<br />
De zomergasten zijn vertrokken<br />
naar een of ander buitenland.<br />
De zon gaat onder achter tralies.<br />
Ik moet mijn eigen liftboy zijn<br />
als ik in mijn molentje loop.<br />
In de gestreepte wereld kijkt niemand op<br />
van mijn gepiep om water en wat liefde.<br />
Nee, ze zijn me niet vergeten.<br />
Ze zijn alleen maar drie weken weg.<br />
Vreemde vingers zetten mijn hotel overhoop<br />
en een reuzenstem die ik niet ken, roept:<br />
Virginie! Virginie! Virginie!<br />
Dat mensenkind kent dus mijn naam.<br />
Potverkorrels,<br />
als manmuis blijft het wennen.<br />
30
MOOI WEER VANDAAG<br />
Vliegeren<br />
Er staat een draak boven de daken,<br />
wuivend op wind die nog net wat waait.<br />
Wat doet de draak<br />
als de wind valt?<br />
Er zucht wat wind in de struiken,<br />
verborgen <strong>voor</strong> de draak ginds heel hoog.<br />
Wat doet de wind<br />
als de draak aanvalt?<br />
Als de zon <strong>voor</strong>goed achter de wolken duikt,<br />
suist de draak als een staartster naar omlaag.<br />
31
Alle regen van de kleurenboog<br />
Groen is een wonder doen.<br />
Zonder geel blijft een ei<br />
niet heel. Is blauw altijd kou?<br />
Bruin woont in oktober<br />
in een boomkruin.<br />
Een sikkepit is altijd wit.<br />
Nooit wordt hij eens oker.<br />
Roodje staat soms<br />
in zijn blootje.<br />
Paars is de kleur<br />
van een snotterende kaars.<br />
Oranje kan je<br />
in een stoet doen lopen<br />
zonder franje.<br />
Het zwart zet ik apart.<br />
Het kan niet goed tegen<br />
een gedicht waarin het regent.<br />
32
Regen<br />
De regen daalt als een leger<br />
boze repelstelen neder.<br />
De waterman plast op mijn tenen,<br />
op mijn haren, op mijn kleren.<br />
Schooltassen.<br />
Regenplassen.<br />
Pijpenstelenmeester van 5B.<br />
Ik ga schuilen in de weecee.<br />
Bijna halfnegen<br />
en<br />
eindeloze regen.<br />
Waar moet al dat hemelwater heen?<br />
Schoolplassen.<br />
Regentassen.<br />
Bàààààhhhh!!!!!<br />
33
Zo boos dat ik blaas!<br />
Is de wind een heer of een dame?<br />
Raakt hij nooit eens buiten adem?<br />
Kan zij blozen en zich schamen?<br />
Of is het misschien een kind?<br />
Een zo-boos-dat-ik-blaas-kind?<br />
De wereld is zijn blokkendoos.<br />
Een struik is zijn huis.<br />
Een school daar fluit hij in.<br />
Een hoek daar giert hij om.<br />
Wie een hoed draagt, is abuis:<br />
blaast hij zo pak-aan pak-weg<br />
eraf eruit erop en erin,<br />
de huizenhoge hemel in.<br />
Ah, de wind zal wel een wolkje wezen,<br />
uit een kudde driftbuien weggevlucht.<br />
Hij slingert aan de trapeze<br />
en holderdeboldert met een zucht<br />
van de ene hoed naar de andere heer,<br />
van de ene dame naar de andere veer<br />
van de hoed van mevrouw Welgezind,<br />
met aan haar hand een slechtgemutst kind,<br />
een windekind.<br />
Dat kind is de baas over de wind.<br />
Het is het zo-boos-dat-blaas-kind.<br />
34
VERWEND NEST<br />
Winkeldochter<br />
Ik zag mijn oude jonge vader staan<br />
in de weerschijn van een etalageraam:<br />
baardje van vier dagen, spijkerbroek,<br />
foute haren, onder zijn arm een boek.<br />
Zag hij mij? Ik hem wel.<br />
Zoals gewoonlijk dus. Een raadsel.<br />
We trilden samen mee op de rilling<br />
van dat etalageraam, maar toch apart.<br />
Kende hij nu nog mijn rug niet?<br />
(Ik heb er ogen in, zo herkenbaar).<br />
Wie zou het eerst gaan wuiven?<br />
De winkeldochter of de aartsvader?<br />
Plotseling was hij niet meer daar.<br />
Een schicht: begrijpelijk, ongrijpbaar.<br />
Mijn pa van glas verdween alweer<br />
zoals hij altijd al gekomen was.<br />
Ik keek weer naar mezelf, zijn dochter:<br />
in niets gelijkend op die kerel,<br />
wachtend aan de verre overkant,<br />
in een zee van zachte babykleren.<br />
Dat ik bij die ukkenwinkel stond,<br />
was weer puur toevallig, zou je zweren.<br />
Maar boven mijn middeleeuwen<br />
begon het jongensmuisjes te sneeuwen.<br />
Als enig kind heb ik een aardig broertje dood.<br />
35
Alles moet dubbel<br />
Jeejee! Altijd met z'n twee!<br />
Jij hebt mijn hoofd en ik jouw benen.<br />
Samen twintig tenen<br />
en onder in de kast<br />
wel een schoen of vier.<br />
Maar opgepast: je ziet van hier<br />
dat niet elk schoentje past.<br />
Op het ene staat de S van Sarah,<br />
op het andere natuurlijk ook.<br />
Het derde dan, dat is van Han:<br />
met de H van Hokuspook.<br />
Maar het vierde is vaak zoek.<br />
Dat wordt dan wel een rel,<br />
snap je wel,<br />
want ons vierde been<br />
wil ook wel ergens heen.<br />
Maar ach,<br />
alles bij elkaar<br />
vormen we een prachtig paar.<br />
We hebben heel veel dubbel<br />
en gelijken op elkaar<br />
als een druppel op een druppel.<br />
Raar maar waar.<br />
36
Ziek<br />
Gerén om kwart over acht<br />
naar dokter en apotheker van wacht.<br />
Pilletjes tegen de zwaartekracht,<br />
wedden dat je er morgen al om lacht?<br />
Dat suizen aan je oor is een teken.<br />
Ik hou ook je ogen <strong>voor</strong> bekeken.<br />
Moet ik een poepsnoep<br />
tussen je billetjes steken<br />
of heb je liever een bruisje<br />
uit het omhulsel te breken?<br />
Het is misschien je ziel,<br />
weet je wel,<br />
dat weke gerucht aan je linkeroorlel,<br />
dat schiereilandje kippenvel.<br />
Het was toén ook geen weer om een hond!<br />
Nou, ontbloot maar die kont:<br />
dat torpedosnoepje snàkt naar een mond.<br />
37
VEEL GELUK!<br />
Zevenslaper<br />
Slapen is verlangen naar een hemel,<br />
oefenen in heel langdradig leven,<br />
zonder dat er echt een eind aan komt:<br />
geen dood, geen afscheid.<br />
Het is alleen maar jammer van de wekker<br />
die je als een strenge teletijdmachine<br />
weer met een ruk uit je dromen wakkert,<br />
en in je kleren.<br />
Slapen met je navel naar de aarde<br />
is dromen zonder zwaartekracht,<br />
is een hele lange buiklanding<br />
zonder stukken, zonder brokken.<br />
Het is alleen maar jammer van die plotse zevensprong<br />
des ochtends vroeg, die zeven haasten<br />
waarmee alles rap-rap-rap<br />
alweer beginnen en gebeuren moet.<br />
Ja, dan heeft de zevenslaper meer geluk:<br />
aan de noordpool van zijn dromen<br />
duurt zijn zomer een hele winter lang.<br />
38
Hink-stap-slok<br />
Hink-stap-slok.<br />
Het record staat op naam van Marius.<br />
Marius drinkt een vol glas limonade leeg<br />
in één teug die twee seconden duurt.<br />
Zijn vorige record was cola.<br />
Hij hoopt wereldkampioen te worden<br />
in het hink-stap-slikken<br />
zonder te moeten hikken.<br />
Elke dag traint hij<br />
met gewoon water uit het kraantje.<br />
Ja, hij is een kraan in het drinken.<br />
Melk wil hij niet meer.<br />
Pas op: kampioen word je niet zomaar.<br />
Als je hikt: gele kaart!<br />
Als je morst: rode kaart!<br />
En limonade prikt ook zonder dorst.<br />
Het is een hele grote kunst,<br />
want bij elke fikse hink-stap-slok<br />
spetteren de tranen<br />
als vuurwerk uit je kop.<br />
Ja, het hink-stap-slikken<br />
is een sport apart.<br />
39
Talisman<br />
Talisman, ken jij er wat van?<br />
Breng me een beetje geluk.<br />
Maak dat ik toveren kan,<br />
want ik heb het veel te druk:<br />
kleurrijke adjectieven, stedentijd,<br />
verzamelingen, niet lijdt maar leid,<br />
oorlogen naar believen,<br />
en daarbovenop<br />
moet de hele spin Sebastiaan<br />
nog in mijn kop.<br />
Talisman, doe er wat an.<br />
Als ik je drie keer stevig kus,<br />
klaar jij dan die klus?<br />
Als ik je drie keer keihard zoen,<br />
wil jij er dan iets aan doen?<br />
40
Spijkers met koppen<br />
We kloppen een spijker in de wand<br />
om de koning van dit land<br />
aan op te hangen.<br />
Zijn koningin die moet daarnaast,<br />
maar dat heeft nog niet zo'n haast.<br />
Voor de frietjes van twaalf uur<br />
moet er niet zoveel meer aan de muur:<br />
een paus, het kruis van christus,<br />
die koningin dus, een bisschop,<br />
een prent van Griekenland,<br />
een palmtak en een helikop.<br />
Want op de pleisterplaats<br />
van al die grote mensen<br />
zou je in de klas ook wel eens<br />
een vliegend <strong>voor</strong>werp wensen.<br />
41
Heen en terug<br />
Als je vroeg opstaat<br />
en de brandweer links liggen laat<br />
kom je in de Koffiestraat.<br />
Van hier tot ginder<br />
is het nog een bochtje minder<br />
als je door het park gaat.<br />
In die verre Koffiestraat<br />
woont een pienter ventje<br />
dat elk wegje om te sluipen kent.<br />
‘Je moet zeker weten,’ zegt hij dan,<br />
‘ginder is nu hier en hier nu ginder’.<br />
En hij wijst je met een diepe zucht<br />
de lange weg van heen en weer terug.<br />
Als je echt heel erg moe bent, zegt hij<br />
dat hij nog een korter wegje kent.<br />
Om dat uit te leggen neemt hij je mee<br />
naar de Steeg-van-horen-zeggen.<br />
Luister dan maar goed<br />
hoe het verder moet.<br />
42
VOOR MEKAAR!<br />
(REIS IN JE HOOFD)<br />
Spice Boy<br />
Een blitse neus vanvoren,<br />
hier en daar een sproet<br />
verspreid tussen mijn oren.<br />
Mijn haar zoals het moet:<br />
plukje hier, plukje daar,<br />
komt weer elke ochtend <strong>voor</strong> mekaar.<br />
Ik wou ook nog een tatoe:<br />
iets met spinnen op mijn linkerwang,<br />
maar dat mag niet van mijn moe.<br />
Ach, wat is dat mens toch altijd bang.<br />
De benen, daar is nog wat werk aan,<br />
als ik wil dat wereldwijd<br />
de meiden telkens weer bezwijmen gaan<br />
tot spijt van wie ’t benijdt.<br />
Zo, dat ben ik, ten voeten uit.<br />
In Tokio, Chicago en Berlijn<br />
hangen affiches met mijn snuit.<br />
Zonder pochen: WE WANT JOCHEN!<br />
Maar ik kan niet overal tegelijk zijn.<br />
Daarom blijf ik <strong>voor</strong>lopig even thuis,<br />
met mijn platen en mijn luchtgitaar.<br />
Het is alleen maar per abuis<br />
dat ik nog niet beroemd ben:<br />
het scheelt nog één gevoelige snaar.<br />
43
Space Girl<br />
Als je als ster geboren bent,<br />
is het doodzondejammer<br />
dat er niemand is die je zo kent.<br />
Buitenaardse wezens weten beter:<br />
ze komen in mijn dromen<br />
en doen me weer vergeten<br />
hoe gewoontjes al de rest maar is.<br />
Wie nog ontdekt het wonderkind in mij?<br />
Hoeveel lentes, winters moet dat duren?<br />
Alles is er al, ik ben een megakei,<br />
maar dringt dat wel door tot bij mijn buren?<br />
Het ware papgemakkelijk als iemand zei:<br />
‘Kijk, verhip, hoe konden we zo blind zijn?<br />
Met die Space Girl in ons midden<br />
krijgen we de hele wereld klein!<br />
Vergeef ons, Elsje, en laat ons bidden’.<br />
Ach, al jaren ben ik onbegrepen.<br />
Maar na mijn dood zul je ze wel horen:<br />
‘Verrek, hadden we het maar geweten.<br />
Nu is het te laat: onze Els<br />
speelt de hoofdrol in de nieuwe Star Trek’.<br />
Voor Els wat wils, zeg ik maar:<br />
het komt nog allemaal <strong>voor</strong> elkaar.<br />
44
PS : Spicy Twospace<br />
En zo, geachte lezeres en lezer,<br />
veroverden Els & Jochen de wereld.<br />
Het was in het jaar 2000 en zoveel.<br />
Jochen werd een kraan van een gitaarkerel.<br />
Els kreeg zelfs applaus van de paus.<br />
Ze leefden nog lang en gelukkig<br />
en kregen een baby: Spicy Twospace.<br />
Hij werd vanzelf als ster geboren<br />
en had een blitse neus vanvoren.<br />
Zo zie je maar: met een gevoelige snaar<br />
en onder je hoofdkussen wat dromen<br />
komt alles wel <strong>voor</strong> mekaar.<br />
45
RIJMLAP<br />
Rijmlap<br />
eltsenien<br />
belzebub<br />
tiny tim<br />
seven up<br />
give me more<br />
huppelpup<br />
more hardcore<br />
just say yes<br />
appelmoes<br />
mis poes mis<br />
rise and shine<br />
meer couscous<br />
you are mine<br />
rodekool<br />
iedereen<br />
op parool<br />
grote teen<br />
laat me los<br />
donderjool<br />
cote à l’os<br />
rijmt zo zuur<br />
côte d’azur<br />
filet puur<br />
tureluur<br />
so what’s new<br />
take a view<br />
who are you<br />
dat ben ik<br />
elckerlyc<br />
(dit refrein<br />
once again<br />
everyone<br />
don’t go dutch<br />
tout le monde<br />
kat en honden<br />
bis zum Ende<br />
you there freak<br />
tongue in cheek<br />
quant à toi<br />
quant à moi<br />
o ellende<br />
et voilà<br />
tu t’en vas)<br />
46
Eerlijke vlinder<br />
‘We heb je van je leven!’<br />
riep de mot ontgoocheld uit<br />
toen hij zichzelf bekeek. ‘Lieve God!<br />
Waarom mocht ik geen vlinder zijn<br />
en ben ik maar een doodgewone mot?’<br />
‘Ach ach,’ zei de vlinder troostend.<br />
‘Het zijn niet de kleuren die het hem doen,<br />
niet de kleren, niet de snit,<br />
maar alles wat vanbinnen zit.<br />
Soms voel ik me best wel mottig, hoor.’<br />
‘Maar jij bent zo mooi en leuk.<br />
En ik zo grijs en saai,’ zuchtte de mot.<br />
‘Je weet toch wat ze zeggen: vlinders in de buik.<br />
Wat een aardig compliment <strong>voor</strong> jou.<br />
En ik moet het maar stellen met motregen en kou.’<br />
‘Tja,’ zei de vlinder, ‘zo zit de wereld in elkaar.<br />
De een krijgt poeder en een schattig pakje,<br />
de ander moet het stellen met wat stekelhaar.<br />
Trek het je niet aan, wees blij dat je leeft,<br />
en dat een ander motje om je geeft.’<br />
‘Jij bent een eerlijke vlinder,’ zei de mot.<br />
‘Ik zou je een knuffel willen geven.’<br />
‘Mot je horen,’ zei de vlinder. ‘Ik vind jou<br />
ook niet minder. Maar pas op <strong>voor</strong> mijn poeder,<br />
anders zwaait het er wat van mijn moeder.’<br />
En de vlinder en de mot<br />
draaiden niet meer rond de pot.<br />
47
Molen<br />
Een molen is een huis<br />
dat de armen niet kruist.<br />
Een molen is te gek om los te lopen.<br />
Hij draait wat vierkant in het rond.<br />
Hij is soms even in zijn wiek geschoten,<br />
maar houdt van middelpunt en plattegrond.<br />
Een molen is een boetezegel<br />
met een kruis erdoor op het landschap.<br />
De tijd drukt zijn stempel, dateert<br />
en stuurt de molenaar dan wandelen.<br />
Een molen maalt wat om een baaldag.<br />
In de zachte meetkunde van zijn armen<br />
heeft hij al zoveel wind gevangen en<br />
om stil te vallen is de zwaartekracht te klein.<br />
Luister,<br />
een goede molen schuifelt ieder jaar<br />
een broodlengte <strong>voor</strong>uit,<br />
maar hij is echt te gek om zomaar los te lopen.<br />
48
DRIE DROMEN<br />
Winter<br />
Mijn hond woont in de winter:<br />
een ijstijger met haren pakje aan.<br />
Ik ben een trage trapper in de sneeuw.<br />
Op mijn slede liggen spek en bonen.<br />
Ginder kringelt rook uit een schouw.<br />
Dat is vast een warme keet<br />
waar ze straffe whisky schenken<br />
in deze woestenij van sneeuw en bomen.<br />
‘Het Hoge Noorden is best gezellig’<br />
brom ik met een diepe kelderstem.<br />
De barman knikt. Ik zet mijn muts af<br />
en wrijf stevig in mijn ruige handen.<br />
‘Hoe heet je hond ook weer?’ vraagt<br />
een bloedmooi meisje bij de kachel.<br />
En net als ik in haar ogen kijk<br />
en ‘Mirza’ zeggen wil, word ik wakker.<br />
Wat een afknapper.<br />
49
Zomer<br />
De zomer is een opera.<br />
Ik ben de zoon van een diva.<br />
Bloemkoolwolken boven huizen.<br />
Blauw dat alsmaar blauwer wordt.<br />
Hoge bomen borstelen de luchten af.<br />
Ik hoor er zijden wind in suizen.<br />
In de blauwte bidt een vliegtuig bovenal.<br />
Het hangt in spreidstand aan zijn spoor.<br />
Hardrockerig loop ik door de stad.<br />
In mijn hoofd gonst een voltallig koor.<br />
De zomer is een opera.<br />
Ik ben de zoon van een diva.<br />
50
Galgenmaal<br />
Een kraai wiekt door de lucht.<br />
De zon zakt bloedrood tussen wolken.<br />
De avond valt. Mijn maag rommelt<br />
als een doodstrom; ik kokhals.<br />
Dat geklop daarbuiten komt niet<br />
van een specht: een gespierde timmerman<br />
bouwt een schavot <strong>voor</strong> mij. Een boze kok<br />
slijpt een valmes de breedte van mijn hals.<br />
Rodekool: mijn purperen doodvonnis.<br />
Mijn leven rolt zich als een film<br />
<strong>voor</strong> mijn ogen af: ijs en hamburgers,<br />
kroket, ketchup en friet. Maar dit!<br />
De doodstraf wacht. Ik ben dapper.<br />
Straks komt de gevangenisaalmoezenier.<br />
Ik ben niet te bekeren. Hij mag mijn rodekool.<br />
Of de cipier. Vaarwel, vanuit mijn dodencel.<br />
51