Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
178 HOE HOOGER ONZE I<strong>DE</strong>ALEN STIJGEN, <strong>DE</strong>S TE HOOGER STIJGEN WIJ ZELF.<br />
maar in den grond redelijk en eerlijk, zei dat<br />
hij het niet verkoos te doen, — en ging heen<br />
en dèèd het. Ik heb altijd van dien dwarsen<br />
broeder méér gehouden dan van dien zoetsappigen.<br />
Tuk op zijn onaf hankelijkheid, wilde<br />
hij den schijn niet hebben als liet hij zich<br />
bevelen als een slaaf; zelfs niet door zijn vader,<br />
van wien hij toch veel scheen te houden. Wat<br />
hem goed scheen wilde hij als vrijwillig doen,<br />
als uit eigen beweging, een poosje na zijn<br />
plompe weigering.<br />
Ik zeg: als vrijwillig, als uit eigen beweging,<br />
want hij overdreef zijn liefde tot onafhankelijkheid.<br />
Maar die broeder wordt ons dan ook<br />
niet voorgesteld als de volmaakte mensch,<br />
maar als verreweg de betere van twee onvolmaakten.<br />
En ik meen : waar wij staan tegenover<br />
karakters die dwang, hoe zacht en redelijk<br />
ook, voelen als een soort van vrijheids-schennis,<br />
welnu, daar moeten wij niet dwingen, maar<br />
op andere wijze den stuggen wil buigen tot<br />
het goede. Er is een toon van vragen, van<br />
vriendelijk suggereeren, die vluggeren zekerder<br />
tot het doel leidt dan bevelen, dwingen, doen<br />
gelden van gezag.<br />
En welk is dan dat doel ?... We hebben<br />
het nu over het opvoeden van kleine kinderen...<br />
Den wil breken van het kind, dat een vrij<br />
individu is? Het als een marionet laten dansen<br />
naar onze pijpen ? Het commandeeren : links,<br />
rechts, voorwaarts, marsch! — op straffe van<br />
dit of dat, alléén om 't pleizier van een zwakkere<br />
dan wij te te commandeeren? Bah, ik word<br />
kregel als ik aan zulke drijfveeren denk. En<br />
ofschoon wel niemand ze zal willen of durven<br />
bekennen, toch zijn er velen die er geen andere<br />
hebben of kennen.<br />
Wat dan? Het doel der opvoeding in't algemeen,<br />
en dat der gehoorzaamheid in 't bijzonder,<br />
is eenvoudig: het kind leeren gaan in de richting<br />
van het goede. Maar daar „het goede" en<br />
„dwang" denkbeelden zijn die elkander eigenlijk<br />
uitsluiten, behoort de opvoeding die wij onzen<br />
kinderen geven eigenlijk te zijn een zacht uitnoodigen<br />
door woord en voorbeeld, öm te komen<br />
töt het goede ... Let wel, ik spreek wederom<br />
van niets dan van kinderen, wier ouders het<br />
in hun macht hebben het jonge plantje van<br />
den beginne af in de rechte richting te leiden.<br />
Forsche middelen mogen al eens noodig zijn<br />
waar de opvoeding reeds verkeerd was. De<br />
beginnende opvoeding behoeft niet verkeerd te<br />
te zijn; en het is mijn innige overtuiging dat<br />
waar het begin goed en redelijk was, de rest<br />
van zelf een over 't algemeen vredig en zacht<br />
verloop heeft, zelfs bij minder gemakkelijke<br />
karakters.<br />
* »<br />
*<br />
Tot zoover beschouwde ik de zaak uit een<br />
meer zedelijk oogpunt. Maar ook uit een louter<br />
verstandelijk heeft de methode der mama in<br />
kwestie alles tegen zich.<br />
Ik cursiveerde zoo even de woorden : volgens<br />
zijn natuur en zijn goed recht. Inderdaad, het<br />
jonge kind bezit een onverzadelijke begeerte<br />
naar kennen en weten door eigen onderzoek.<br />
Alles in zijn wereldje is hem voorwerp van<br />
studie, de houten maasbal uit moeders naaimand<br />
zoowel als haar borduurschaar en haar<br />
fijn porceleinen kopje of vaasje. Van gevaren<br />
heeft het geen begrip, óók niet van de betrekkelijke<br />
waarde der dingen. En voor zooverre<br />
er nu, in 't belang van 't kind zoowel als in<br />
dat van moeders porcelein, beperkende bepa<br />
lingen noodig zijn, moeten wij die grondvesten<br />
op den gezonden lust tot onderzoek van het<br />
kind, en niet op onze lief hebberijen. Ik bedoel:<br />
dat wij de bepalingen niet moeten vermenigvuldigen<br />
om der wille onzer liefhebberijen,<br />
maar onze liefhebberijen verminderen öf er<br />
de kinderen niet meê lastig vallen, ten einde<br />
de veelheid van bepalingen te voorkomen.<br />
Natuurlijk mogen kleine kinderen, in hun<br />
eigen belang, niet aan scharen en messen, aan<br />
brandende lampen, kokende ketels en heete<br />
kachels komen. Welnu, doe hen voelen dat<br />
die voorwerpen pijn doen. Ik heb mijn kleine<br />
kinderen flinkweg een prik gegeven met een<br />
naald, en toen zij au! zeiden zei ik: „ja, dat<br />
is pik-pik, en dat doet au-au!" En hen een<br />
schaar en een mes toonende, zei ik: „dat is<br />
óók pik-pik, wil je voelen dat het au-au doet ?"<br />
Maar zij bedankten feestelijk voor het aanbod,<br />
en nooit zijn er bij mij ongelukken gebeurd<br />
met naalden, spelden, scharen of messen. Zoo<br />
heb ik hen ook het kleine teere wijsvingertje<br />
gehouden in de vlam eener kaars, tot zij een<br />
lichte pijn gevoelden, en hen gewaarschuwd<br />
tegen alles wat „vuur" was. Een aanbod om<br />
't vingertje tegen de heete kachel te leggen<br />
waarin „vuur" was, werd eveneens afgeslagen;<br />
op het water, dat de hitte van het vuur overneemt,<br />
werd gewezen; — en ook licht, vuur<br />
en kokende stoffen hebben mijn overal vrij<br />
rondloopende kinderen nooit kwaad gedaan.<br />
Zij beperkten hun onderzoekingen in die richting<br />
van zelf, omdat ik in deze hun onderzoek<br />
bijtijds had geleid.<br />
Natuurlijk staan wij er op dat voorwerpjes<br />
waar wij aan hechten, niet door onderzoekende<br />
kinderhandjes worden verfrommeld en gebroken.<br />
Maar 't kind voelt en ziet de waarde van die<br />
dingen niet, en zou ze dus, al onderzoekend,<br />
breken en beduimelen, zonder het minste boos<br />
opzet. Dus: sluit.die voorwerpjes in een kast;<br />
of zoo gij ze op schoorsteenen en tafeltjes hebt<br />
staan, sluit dan uw schatkamer af: in de huisof<br />
kinderkamer behooren geen dingen die aanleiding<br />
geven tot onaangename wrijving, tot<br />
verbod en verzet. Zoolang uw kind nog niet<br />
begrijpt dat hij sommige voorwerpjes moet<br />
ontzien, omdat Vader en Moeder daaraan gehecht<br />
zijn zooals hij zelf gehecht is aan een<br />
pop, een paardje of zoo iets, zoolang mag hij<br />
niet worden getergd met dingen die zijn weetlust<br />
prikkelen en waaraan hij niet raken mag.<br />
Althans zoo min mogelijk, 't Kan wezen dat<br />
er in een huisgezin noodzakelijk eenige dingen<br />
in gebruik zijn waaraan het kind om goede<br />
redenen niet komen mag, terwijl men het nog<br />
niet kan uitleggen waarom niet. In dat geval<br />
moet er een bepaald verbod worden uitgevaardigd,<br />
dat te meer kans heeft in acht genomen<br />
te worden, naarmate het kind overigens<br />
meer vrijheid van doen heeft. Want in zijn<br />
kleine hersentjes heeft er dan misschien een<br />
denkproces plaats dat ongeveer hierop neerkomt:<br />
„Vader en moeder, die mij overigens niets<br />
noodeloos verbieden, zullen wel een goede reden<br />
hebben om mij dat juist te verbieden; misschien<br />
ziet er wel iets van pik-pik en au-au aan vast!"<br />
Maar — 't kan óók wezen dat juist het „verbod"<br />
een kleinen deugniet prikkelt tot tóch doen; —<br />
denk aan de verboden vrucht in 't Paradijs!<br />
En daarom, over 't algemeen, is het het veiligst<br />
geen verboden noodzakelijk te maken.<br />
En vooral niet ze vermenigvuldigen! Want<br />
gesteld het kind heeft den goeden wil ze all e