31.07.2013 Views

HUMORISTISCH WEEKBLAD VAN VOORUIT

HUMORISTISCH WEEKBLAD VAN VOORUIT

HUMORISTISCH WEEKBLAD VAN VOORUIT

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>HUMORISTISCH</strong><br />

<strong>WEEKBLAD</strong><br />

<strong>VAN</strong> <strong>VOORUIT</strong><br />

0,50 FR. PER NUMMER<br />

Abonnement 1 jaar fr. 25.00<br />

Abonnement 6 maanden fr. 12.50<br />

Abonnement 3 maanden fr. 6.25<br />

Postcheck « Het Licht » ar. 56733<br />

.REDAKTIE •<br />

64, St. Pietersnieuwstraat<br />

Gent — Telefoon 157.40<br />

Verschijnt den DONDERDAG VIERDE JAARGANG Nummer 10 — 5 JULI 1934<br />

• •<br />

. ; -<br />

DE MAN TOT JASPAR:<br />

" Geef u maar verder geen moeite, tot de finaal geraakt ge toch niet! „


2<br />

Vooruit'8<br />

nieuwe kalender<br />

Ons bijblad «Vooruit» meent<br />

waarschijnlijk dat de evenementen<br />

zich te vlug opvolgen en de tijd te<br />

j razendsnel voorbij vliegt, want we<br />

[lazen er verleden week een berichitje,<br />

in, dat ons niet alleen een<br />

zonderlingen kijk geeft op den<br />

gang der tijden maar ook nog<br />

nieuwe horizonten en toekomstmogelijkheden<br />

opent.<br />

«Vooruit» meldde namelijk:<br />

« Prosper Clays werd te Gent<br />

geboren den lOn Januari 1934,<br />

deed uitstekende studies als<br />

advokaat, doch ging, van<br />

eigen middelen leven. Hij werd<br />

armmeester in 1862 en daarna<br />

voorzitter van het bureel van<br />

weldadigheid. Het is dan vooral<br />

dat hij zich deed kennen<br />

als den vriend der ouderlingen.<br />

Het is in 1912 dat men<br />

zrjn naam heeft gegeven aan<br />

don straat.»<br />

Als het nu al zoo ver gekomen<br />

is, dat men sterft en zijn naam<br />

geeft aan een straat nog vóór men<br />

geboren is, vragen we ons af waarom<br />

we morgen niet het standbeeld<br />

zouden inwijden van onzen aanstaanden<br />

eerste-minister, die in<br />

1935 de krisis zal oplossen en eerst<br />

in 1950 moet geboren worden.<br />

Of denkt men misschien dat<br />

deze krisis nog tot in 1914 zal aanslepen<br />

om uit te draaien op een<br />

oorlog in 1870? Dat men daar eens<br />

goed over nadenke, want zoo men<br />

lichtzinnig blijft oordeelen over de<br />

groote problemen van den dag,<br />

zou men in 1789 nog een zonderlinge<br />

revolutie kunnen beleven...<br />

i Tram als moederhuis<br />

In Rome heeft een vrouw het leven<br />

geschonken aan een kind in<br />

een tram. Onmiddellijk werd de<br />

tram bebloemd en zette zijn weg<br />

voort onder grooten bijval van het<br />

publiek.<br />

Wij hebben er natuurlijk niets<br />

tegen dat een kind gebaard wordt<br />

in den tram. Maar wij vinden het<br />

gevaarlijk voor de goede zeden dat<br />

er feest van gemaakt wordt.<br />

Ten eerste zullen vrouwen die<br />

wensshen gevierd te worden, hun<br />

best doen om in een tram verlost<br />

te worden, en dan zal men weldra<br />

de trams moeten sluiten voor kinderen<br />

beneden 21 jaar.<br />

Ofwel er zal een gewoonte ontstaan<br />

niet alleen van kinderen te<br />

baren in de tram, maar ook van<br />

ze daar te ontvangen. En dan<br />

komt er nog erger zedenbederf<br />

van!<br />

De schoonste droom<br />

Om zijn verjaardag te vieren<br />

heeft M. Jean zijn vrienden Dupont<br />

en Block uitgenoodigd.<br />

Na een fijn soepeetje wordt als<br />

nagerecht een heerlijke taart opgediend.<br />

De twee gasten, twee lekkerbekken,<br />

veroberen gansch de<br />

taart.<br />

Na afloop van het feestje komen<br />

Block en Dupont gelijktijdig bij<br />

hun gastheer en verzoeken hem<br />

zijn huishoudster het recept te vragen<br />

van die taart.<br />

— Hebt ge ze dan zoo lekker gevonden?<br />

Wel ik heb nog één<br />

prachtexemplaar in de kelder<br />

staan, wie van u wil ze hebben.<br />

— Ik, zei Dupont.<br />

| — Ik zei Block.<br />

— Weet ge wat, zei de gastheer.<br />

Slaapt allebei hier, en degene die<br />

den mooisten droom heeft, krijgt<br />

de taart. Akkoord?<br />

's Morgens bij het ontbijt vertelt<br />

Dupont, die een hevig anti-semist<br />

is, zrjn droom.<br />

Ik heb gedroomd dat een engel<br />

mij dezen nacht bij Jezus-Christus<br />

;t>racht. Deze vroeg me wat ik van<br />

de Joden dacht, en toen ik antwoordde<br />

dat het de slechtste menschen<br />

waren die op aarde leefden,<br />

feliciteerde hij mij, en verleende<br />

|mrj het recht eeuwig in den hemel<br />

te verblijven.<br />

— Dat is wonder, zei nu Block.<br />

ik heb juist dezelfde droom gehad<br />

en ik heb tot me zelf gezegd: Dupont<br />

is in den zevenden hemel...<br />

Hij komt vast niet meer terug. Dan<br />

ben ik opgestaan en heb de taart<br />

©pgegete»»-*<br />

BUITENLANDSCH OVERZICHT<br />

Alles is kalm in Duitschland<br />

Trots alle moeilijkheden, die het<br />

gevolg zijn van het vorig regiem,<br />

komt Duitschland stilaan de politieke<br />

en ekonomische krisis, om<br />

niet te spreken van de moreele krisis<br />

te boven.<br />

Den laats ten tijd werden allerlei<br />

valsche geruchten verspreid over<br />

twisten onder de Hitlerianen zelf.<br />

Wij kunnen die ophitsingen ten<br />

stelligste logenstraffen.<br />

Hitier blijft de afgod van zijn<br />

troepen en van het volk. Zijn generaals<br />

Roehm, Heines, Ernst, enz.<br />

zorgen voor de vestiging van het<br />

nationaal-socialisme.<br />

Wrj berichten hiermede tevens<br />

dat wij niet straffeloos deze leiders<br />

zullen laten bekladden.<br />

Er wordt verteld dat Roehm,<br />

Heines, en hun vrienden al te gader,<br />

vuige homosexueelen zijn.<br />

Dat is schandelijk gelogen. Hit-<br />

Ier heeft integendeel zijn medewerkers<br />

gekozen onder de helden met<br />

een vlekkelooze ziel. Hij heeft lang<br />

genoeg samengeleefd met Roehm<br />

om te weten dat deze niets op zijn<br />

zedelijk geweten heeft.<br />

Daar hebt ge Heines, b. v. Hij<br />

werd destijds ter dood veroordeeld,<br />

maar door Hitier tot generacJ benoemd.<br />

Hitier weet wat hij doet.<br />

Het eenige dat waar is in al de<br />

DE PRINS <strong>VAN</strong> LUIK GEDOOD?<br />

Verleden week waren wij bijna<br />

zot van vreugde en wisten geen<br />

weg met onze vaderlandsche geestdrift<br />

omwille van de doopplechtigheid<br />

van onzen verschgebakken<br />

doorluchtigen prins van Luik.<br />

Ten einde onze vurigheid iets af<br />

te koelen namen we de «Gazette<br />

van Gent» ter hand, verzekerd er<br />

een roerend en objektief verslag te<br />

vinden over de ceremonie in de<br />

kerk. Een roerend verslag — omdat<br />

de Gazette het patriotisme in<br />

pacht heeft.<br />

Een objektief verslag — omdat<br />

de Gazette anti-klerikaal is en dus<br />

niets overdrijft waar het kerkelijke<br />

zaken betreft.<br />

Maar wat kregen we daar nu te<br />

lezen in dat blad van 30 Juni!<br />

We konden schier onze oogen<br />

niet gelooven!<br />

Het was om dood te vallen!<br />

Lees trouwens zelf, want onze alteratie<br />

is nog niet over en het<br />

speeksel ontbreekt ons om het u<br />

hier met stokkende stem te verhalen:<br />

DE DOODPLECHTIGHEID <strong>VAN</strong><br />

DEN PRINS <strong>VAN</strong> LUIK<br />

(Vervolg van bladz. 1.)<br />

Een tweede peloton lanciers,<br />

onder bevel van luitenant-generaal<br />

Termonia, sluit den<br />

stoet, die op gansch den doortocht<br />

luidruchtig wordt toegejuicht<br />

en weldra op de Koninklijke<br />

plaats is aangekomen.<br />

Het regent bloemen naar het<br />

koninklijk rijtuig... «Leve de<br />

Koning! Leve de Koningin!<br />

Leve de Prins van Luik! ><br />

De Prins van Luik dood? En het<br />

volk juicht? En werpt met bloemen?<br />

Brrr! We walgen uit al onze<br />

krachten, voor zulken cynischen<br />

anarchistenpraat!<br />

En om de godslastering aan de<br />

majesteitsschennis te paren vervolgt<br />

«De Gazette van Gent» dan<br />

verder:<br />

«Aan Astrid, doorluchtige en<br />

geliefde Koningin.<br />

Aan haar, het geluk van de<br />

moederschap en de genegenheid<br />

van haar volk!<br />

Redder der wereld, red haar!<br />

Heilige Astrid, help haar! »<br />

Iedereen begrijpt, dat, waar een<br />

ongodsdienstig blad gelijk de Gazette<br />

zoo'n taal voert, er alleen<br />

een grove schimpscheut mee bedoeld<br />

is.<br />

berichten die in het buitenland<br />

worden verspreid, is, dat von<br />

Schleicher overleden is; zijn dood<br />

werd veroorzaakt door een ongelukkig<br />

toeval; een Hitleriaan kwam<br />

von Schleicher bezoeken om hem<br />

de groeten van Hitier te brengen;<br />

toen eensklaps een schot afging.<br />

Om alles te zeggen, het *geluk is<br />

te wijten aan de onvoorzichtigheid<br />

van generaal von Schleicher. Hij<br />

stond namelijk in den weg van<br />

den kogel.<br />

Toen ging een tweede schot af.<br />

En nu was het de vrouw van von<br />

Scheicher die den kogel wilde tegenhouden.<br />

* * *<br />

Bij het ter perse gaan vernemen<br />

wij dat Roehm, Heines en Ernst,<br />

de intieme vrienden van Hitier<br />

aan tering zrjn gestorven.<br />

Hitier, die als een echte Ariër,<br />

niet de gewoonte heeft dooden te<br />

bekladden, heeft de eer u mede te<br />

deelen dat het alle drie smeerlappen<br />

waren.<br />

Hij meldt tevens op voorhand<br />

dat al wie in de toekomst zal gefusilleerd<br />

worden, een homosexueel<br />

is.<br />

Heil de mannen van de nieuwe<br />

beschaving!<br />

Heil den Ariër Hitier!<br />

Een nieuw anarchistisch blad<br />

"De Gazette van Gent„<br />

En welke schimpscheut! Ze I ontegengesprekelijk<br />

een smeerlapperij<br />

aan het adres der kerk!<br />

Heilige Astrid! Hoe durft men<br />

het aan den katholieken godsdienst<br />

zóó te bezwadderen door<br />

een heilige te aanroepen ^ie niet<br />

bestaat! En hoe waagt men het,<br />

het protestantsche Zweden zoo<br />

diep in zijn geloofsbelijdenis te beleedigen?<br />

Het staatsgevaarlijke proza der<br />

Gazette van Gent gaat alle palen<br />

te buiten. Het besmet het heiligen-syndikaat<br />

met heidensche figuren<br />

en geeft aan Astrid een...<br />

doodgeboren kind!<br />

Pouah! Pouah! Pouah!<br />

En we zijn er van overtuigd dat<br />

alle eerlijke Belgen met ons mee<br />

pouahen!<br />

Minister Devèze moet dadelijk<br />

De Gazette van Gent in de kazernen<br />

verbieden! En minister Bovesse<br />

moet in het belang der openbare<br />

veiligheid de drie lezers, die<br />

het Gentsch blaadje nog telt, doen<br />

achtervolgen en bewaken.<br />

Er is geen plaats in ons vaderland<br />

voor anarchisten en ketters!<br />

Weg met de anti-monarchisten<br />

die onzen aanstaanden vorst tot<br />

een kinderlijkje herleiden!<br />

Pat had twee kaarten bemachtigd<br />

voor het nieuwe tooneelstuk,<br />

dat de volgende week zou gespeeld<br />

worden. Het zou een fijn avondje<br />

worden en met zijn meisje had hij<br />

reeds een heel plannetje gemaakt.<br />

Toen de bewuste dag aanbrak,<br />

zond zijn meisje hem bericht dat<br />

ze onmogelijk kon komen.<br />

Wat moest hij doen?<br />

Vlug naar een vriend telefoneeren.<br />

Reeds vier kennissen had hij opgebeld<br />

maar geen enkel kon hem<br />

vergezellen.<br />

Toen hij de vijfde maal opbelde<br />

had hij geluk.<br />

Zijn vriend Tom nam de uitnoodiging<br />

aan op voorwaarde dat hij,<br />

Pat, accepteerde met hem vóór de<br />

vertooning te soupeeren.<br />

En Pat aanvaardde.<br />

Toen 's avonds na een lekkeren<br />

maaltijd, Tom de rekening vroeg,<br />

stelde Tat met verwondering vast,<br />

dat zijn vriend geen centime<br />

drinkgeld aan den kellner gaf.<br />

Buitengekomen vroeg hij daar de<br />

reden van.<br />

— Ziet u sprak Tom, ik handel<br />

KOEKOEK<br />

De middellijn<br />

CLAUDETTE COLBERT EN<br />

CLEOPATRA<br />

Er heerschte onlangs eenige<br />

consternatie te Hollywood in het<br />

kamp van Cecil B. De Mille. Men<br />

weet dat daar thans een grootscheepsche<br />

film over het intieme<br />

leven van Cleopatra wordt gemonteerd.<br />

Claudette Colbert zal er de<br />

Egyptische vorstin in zijn. Maar<br />

stel u nu voor dat Cecil De Mille<br />

op een schoonen dag — 't zal wel<br />

een schoonen dag geweest zijn —.<br />

aan miss Colbert zegde dat zij zich<br />

had te kleeden volgens de opgegeven<br />

patroons.<br />

En...<br />

Op die patroons staat de Egyptische<br />

vorstinne alleen gekleed met<br />

een lendendoekje. Al wat zich boven<br />

de... middellijn bevond blijft<br />

onbedekt.<br />

— A, maar neen, zegde Claudette...<br />

Z.óó kleed ik mij niet...<br />

— A maar ja, zoo kleedt gij u<br />

wel, risposteerde de heer Cecil de<br />

Mille.<br />

En het eind van het dispuut was<br />

dat Caudette wat boven de middellijn<br />

is lichtjes zal omsluieren...<br />

Maar intusschen, wij vermoeden<br />

dat meer dan één vedette graag de<br />

patroons naar de letier zou hebben<br />

uitgevoerd...<br />

Kwestie van hebben en van toonen,<br />

waarschijnlijk.<br />

• • •<br />

Dit is een bericht uit de «Volksgazet».<br />

Die dat heeft geschreven<br />

is niet vriendelijk voor wat Claudette<br />

boven de middellijn heeft.<br />

Heeft hij het gezien! Of gevoeld?<br />

En dan die middellijn, hoe is die<br />

bedoeld? Horizontaal of vertikaal?<br />

Van je vrienden<br />

«De Standaard» brengt verslag<br />

uit over de eerste vergadering van<br />

de Kamer, waar de heer Max eenige<br />

muilperen toediende aan den<br />

heer de Broqueville.<br />

«Maar de h. de Broqueville<br />

schijnt verjongd...» schrijft «De<br />

Standaard».<br />

Hetgeen beteekent dat hij zijn<br />

kabinet heeft samengesteld gelijk<br />

men dat van een grijsaard verwachten<br />

kon.<br />

Het middel<br />

SCHRIJVER TOT VRIEND. —<br />

Het is hopeloos, telkens sturen de<br />

uitgevers mij het manuscript terug.<br />

Dat ontneemt me waarlijk den<br />

moed om een nieuw werk te beginnen.<br />

VRIEND. — Weet ge wat ge doen<br />

moet, opdat zoo iets zich in de<br />

toekomst niet meer voor doet?<br />

SCHRIJVER. — Neen!<br />

VRIEND WEL. — Wel in 't vervolg<br />

schrijft ge den naam en t*<br />

adres van den afzender niet meer<br />

op het manuscript, dan zendt men<br />

het niet terug.<br />

WAAROM HIJ DRINKGELD GAF<br />

uit principe. Ik vind dat drinkgeld<br />

den persoon kleineert die het geeft<br />

en deze die het aanvaardt. Daarom<br />

geef ik er nooit in geen enkele omstandigheid.<br />

Daarop trokken ze samen naar<br />

het theater.<br />

Na het eindigen der voorstelling<br />

stond Tom er op de vestiaire te betalen.<br />

En tot groote verwondering<br />

van Pat gaf hij de vrouw tien fr.<br />

in plaats van de reglementaire<br />

twee frank.<br />

Pat begreep er niets van. Enkele<br />

uren tevoren had zijn vrekkige<br />

vriend nog wel bekend nooit drinkgeld<br />

te gven en nu gaf hij zoo maar<br />

tien frank.<br />

Hij moest daar meer van weten.<br />

Als ze enkele meter ver gewandeld<br />

waren, vroeg Pat dan ook:<br />

— Jongen, wat scheelt u eigenlijk?<br />

Ge geeft eerst geen speldekop<br />

aan den kellner en nu al meteens.,<br />

tien frank aan die vrouw! Waar<br />

zijn uw principes?<br />

Waarop de andere antwoordde:<br />

— Domkop, hebt ge misschien<br />

niet gezien welk mooie overjas ze<br />

me gegeven heeft?


KOEKOEK.<br />

Ezelarijen<br />

uit de pers<br />

Leve de dooden<br />

«De Standaard» schrijft:<br />

«Voor de eerste maal wellicht,<br />

sinds het bestaan van ons stedelijk<br />

feestpaleis, werd dit jaar, aan<br />

onze moedertaal, de haar toekomende<br />

plaats in de publiciteit toegekend.<br />

Zoo hebben we kunnen<br />

vaststellen dat affiches regelmatig<br />

ook met afzonderlijken Nederlandschen<br />

tekst verschijnen. Deze gelukkige<br />

kentering .meenen we op<br />

de eerste plaats te mogen toeschrijven<br />

aan den zoo pas afgestorven<br />

afgevaardigde-beheerder, h. Nellens,<br />

een Antwerpenaar, die onze<br />

t- -1 zeer genegen was.»<br />

Men kan niet anders dan alle<br />

Vlamingen aanzetten spoedig het<br />

voorbeeld van Nellens te volgen.<br />

Carnouille<br />

Uit een rede van Carnoy in den<br />

Senaat, bij de bespreking van de<br />

regeeringsverklaring:<br />

«Onder diegenen die u in het<br />

land begroeten, zijn er die hun<br />

laatsten adem uitblazen en het<br />

morituri te salutant van vroeger<br />

mogen herhalen. Wij, in het parlement,<br />

wij groeten u, met hoop<br />

en met vertrouwen.»<br />

Vóór wij dat gelezen hadden,<br />

dachten wij dat er een grens was<br />

aan de zeeverachtigheid van geleerde<br />

bollen.<br />

Uit het bulletin van<br />

vragen en antwoorden<br />

MINISTERIE <strong>VAN</strong> P. T. T.<br />

Vraag nr 69 van den heer BECE-<br />

LAERE, 29 Mei 1934.<br />

Zijne Excellentie den heer MinEster<br />

gelieve zich tegewaardigen mij<br />

te zeggen of het in de bedoeling<br />

van Zijne Excellencie ligt een begin<br />

te zullen willen maken met de<br />

oprichting van den Raad voor Televisie<br />

toegevoegd aan het Berek van<br />

ons Belgische Nationaal Radio-Instituut<br />

en mij bij deze geschikte<br />

gelegenheid welwillend mede te<br />

willen deelen welke gepaste maatregelen<br />

Zijne Excellencie den Minester<br />

voornemens is te zullen willen<br />

treffen om te willen beletten<br />

dat de oogen onzer schoone kristene<br />

Vlaamsche jeugd zouden worden<br />

bezoedeld en vuig besmet door<br />

de vertooning van wufte en bij<br />

voorkeur weinig gekleede vrouwspersonen,<br />

die de ziekelijke hartstochten<br />

van onze door den cinema<br />

reeds diep verdorven jongelingschap<br />

nog woester zouden doen<br />

oplaaien.<br />

Ook een<br />

zuiveringsproces C<br />

Uit DE STANDAARD van Zaterdag<br />

30 Juni 1934.<br />

TWEE VLAMINGEN WINNEN<br />

DEN «BEKER DER WAKKERE<br />

BOERIN»<br />

Het heeft ons ten zeerste verwonderd<br />

dat «De Standaard» bij<br />

dit stuk niet hetzelfde kommentaar<br />

maakt als dat waarvan de berichten<br />

uit Duitschland vergezeld gingen.<br />

Nochtans meenen wij, dat<br />

twee Vlamingen die den beker winnen<br />

van de wakkere boerin veel<br />

gelijkenis moeten vertoonen met de<br />

jonge lieden, die werden gevonden<br />

bij de slapende stormtroepleiders.<br />

Waarom dringt «De Standaard»<br />

niet aan op een zuiveringsproces?<br />

De wenk<br />

— HIJ. — Juffrouw, denkt ge<br />

dat ik aan uw papa, als schoonzoon<br />

zou bevallen?<br />

ZIJ. — Zeker.<br />

HIJ. — O! wat ben ik dan gelukkig.<br />

ZIJ. — Maar ge moet weten dat<br />

papa en ik altijd van smaak verschillen.<br />

VERKOOPER. — En hier mijnheer<br />

hebt ge een uitstekende brievenopensnij<br />

der.<br />

KLANT. — Dank u, zooiets heb<br />

lk thuis... mijn vrouw.<br />

Berijmde schelmerijen (126)<br />

Antwoord van Mr Max op<br />

de regeeringsverklaring<br />

Ik wil, Mijnheeren, hier vandaag<br />

Een antwoord geven op de vraag,<br />

Of wy, die geenen zetel kregen,<br />

Voor uw « combien » zijn of er tegen.<br />

Want ja, Mijnheeren, weet het goed ;<br />

Wij, liberalen, hebben moed<br />

En durven u de waarheid zeggen,<br />

De vingers op de wonden leggen.<br />

Welnu, vooreerst dan dient gezeid —<br />

Wij konstateerden het met spyt, —<br />

Dat gy de beste onzer leden<br />

In uw regeering hebt vermeden.<br />

Wie hebt gij in de plaats gezet ?<br />

Wat gaf ons toch uw kinderbed ?<br />

Wel, wilt het in uw hersens prenten,<br />

Gy naamt een bundel voddeventen,<br />

Wat kerels van den derden rang;<br />

Dat paste bij uw heerschersdrang.<br />

Gij meent, wij zullen deze snullen,<br />

Gelijk we 't willen, kunnen kullen.<br />

En ik, die zelf geen Vlaming ben,<br />

Ik wil 't u zeggen : ik erken,<br />

Dat het een schande ook mag heeten,<br />

Dat gij de Vlamen hebt vergeten,<br />

Door geenen Vlaamschen liberaal<br />

Met u te nemen op 't oksaal.<br />

Daarbij, wij hebben geen vertrouwen<br />

By ietwat nader overschouwen,<br />

In uw programma, dat gewis,<br />

Een brouwsel van puur water is.<br />

Ik zou u wel eens willen vragen :<br />

« Wat gaat gij doen, de naaste dagen,<br />

Wat is het middel, dat gy stelt,<br />

Om weer te raken aan wat geld' ?<br />

Wat zijn uw financieele plannen ?<br />

Of gaat ge weer een valstrik spannen<br />

En volmacht vragen, om in 't end,<br />

Te hooren dat gij weer bekent,<br />

Dat al uw loffelyk probeeren,<br />

Om zonder ons wat te regeeren<br />

Weer heeft geleid tot niemendal ?<br />

Wy* kennen, ja, dat liedje al.<br />

En zegt, hoe staat het met deflatie ?<br />

Dat dient geweten door de natie.<br />

En nog, wat zult ge nu gaan doen,<br />

Met die beruchte vier millioen ?<br />

En dan... och, 'k zou zoovele dingen<br />

Op alle tonen kunnen zingen,<br />

Maar 'k zeg u liever, kort en goed,<br />

Wy strooien in uw eten roet.<br />

Wij hebben lak aan uw regeering;<br />

Z' is tegen 't land een samenzwering.<br />

Maar toch, ik voeg 't er spoedig by :<br />

Ondanks dit alles zullen wy,<br />

Die veel bezwaren wel wat remmen<br />

En toch voor uw regeering stemmen !...•<br />

PARLEMENTAIRE SNIPPERS<br />

De laatste verkiezingen liggen al<br />

een tijdje achter den rug. De volgende<br />

verkiezingen zullen nog wel<br />

een tijdje op zich laten wachten.<br />

Dat wil zeggen, in parlementaire<br />

taal, dat er voor het oogenblik<br />

hoegenaamd nog geen sprake van<br />

is rekenschap te moeten geven aan<br />

de kiezers.<br />

Nog nooit hebben de parlementariërs<br />

zulken geest van onafhankelijkheid<br />

aan den dag gelegd... tegenover<br />

hun kiezers.<br />

»* •<br />

Er is dan ook geen enkel<br />

Vlaamsch volksvertegenwoordiger<br />

die het nog in zijn hoofd zou krijgen<br />

in het Parlement de taal te<br />

gebruiken van zijn kiezers.<br />

De taal der Vlamingen dient geëerbiedigd,<br />

nondeku. Overal: in de<br />

school, in de besturen, op de universiteit,<br />

in het leger, in het gerecht.<br />

De parlementsleden hebben er<br />

voor gezorgd dat zulks gebeure.<br />

Waarom zouden ze dan zelf het<br />

Vlaamsch niet mogen aan hun<br />

hielen lappen... als hun kiezers het<br />

toch niet kunnen hooren.<br />

• • *<br />

't Is trouwens tijd dat er eens<br />

iemand anders zich gaat bezighouden<br />

met de behartiging der Vlaamsche<br />

belangen.<br />

Waarom zouden de Brusselaars<br />

niet eens gaan coquetteeren met<br />

het Vlaamsch?<br />

Dat is al gebeurd.<br />

Verleden week diende de h.<br />

Dierckx, Brusselsch minister van<br />

Vervoer en P. T. T., liberaal, twee<br />

wetsontwerpen in. Beide titels las<br />

hij voor in de beide landstalen.<br />

Een der titels las hij eerst voor in<br />

het Nederlandsch.<br />

De Vlaamsche ministers doen het<br />

omgekeerde, die coquetteeren met<br />

het Fransch.<br />

• * •<br />

De h. Heyman ook. Maar hij<br />

heeft een goed excuus. De h. Heyman<br />

(Hendrik), ten onrechte bijgenaamd<br />

de frak, want hij is zijn<br />

frak, zijn ministerfrak, kwijt.<br />

De h. Heyman dus, heeft zich<br />

zware offers getroost aan geld, tijd<br />

en moeite toen hij minister was,<br />

om Fransch te leeren spreken.<br />

Dat is geen schande, verre van<br />

daar.<br />

Gelijk Demostenes met een kei<br />

in den mond ging schreeuwen tegen<br />

de stem der golven op, zoo deklameerde<br />

op de koer van 't mi­<br />

nisterie Hendrik Heyman voor de<br />

lijsters en de merels in de boomen<br />

van het Akademiepaleis.<br />

In het Fransch, meneer!<br />

* • »<br />

Het ware natuurlijk zonde moest<br />

al die moeite noodeloos zijn gebeurd.<br />

Daarom gaat de h. Heyman voort<br />

met het houden van tweetalige<br />

redevoeringen, zooals ten tijde<br />

van zijn ministerschap.<br />

— Je vais vous lire le rapport<br />

dans les deux lanCHues nationales,<br />

zegt hij en begint in het Fransch.<br />

Hij is er dadelijk zoodanig in<br />

dat hij zelfs bij het Vlaamsch gedeelte<br />

nog een muilken Fransch<br />

weet te gebruiken.<br />

— Deze kredieten hebben betrekking<br />

op het dienstjaar dix neuf<br />

cent trente quat!, zei hij verleden<br />

week, maar de Walen waren te slaperig<br />

om zoo iets op prijs te stellen.<br />

De Fronters ook trouwens.<br />

* • •<br />

Met dit alles dienen we den h.<br />

Hendrik Heyman nog bij de goeden<br />

te rekenen.<br />

Hij wil zrjn Fransch onderhouden,<br />

maar vergeet het Vlaamsch<br />

daarom niet... heelemaal.<br />

Maar de h. Desmedt van Roeselare-Thielt<br />

onthoudt zich enkel<br />

en uitsluitend in het Fransch, in<br />

het zoogezegd Fransch.<br />

't Is eigenlijk waar, waarom zou<br />

de h. Desmedt daartoe niet evenveel<br />

recht hebben als minister Sap?<br />

Minister Sap is ook verkozen in<br />

het arrondissement Roeselare-<br />

Thielt, maar probeer nog eens een<br />

Vlaamsch antwoord te krijgen als<br />

gij hem aanspreekt.<br />

«De Standaard» heeft wel te<br />

schrijven over de prestige-politiek<br />

die de Vlamingen zouden moeten<br />

voeren met hun taal.<br />

De h. Sap is misschien lezer van<br />

«De Standaard», maar hij is vooral<br />

baas van «De Standaard».<br />

Jan Boon moet naar Sap luisteren,<br />

maar Sap moet niet luisteren<br />

naar Jan Boon.<br />

Dat ware de verkeerde wereld.<br />

Sinds wanneer spellen de knechten<br />

de les aan hun baas. En sinds<br />

wanneer zouden de bazen naar hun<br />

knechten moeten luisteren?<br />

* * •<br />

Die prestigepolitiek met de<br />

Vlaamsche taal dat is trouwens<br />

schoone flauwe kul. Larie.<br />

De h. De Schrijver heeft daar<br />

vroeger aan meegedaan. Dat was<br />

geloof ik ten tijde van de bestuurlijke<br />

taalwet.<br />

Als er nu geïnterpelleerd wordt<br />

over den diefstal van het zijluik<br />

van het Lam Gods spreekt hij<br />

Fransch.<br />

Hij denkt zeker dat Vlaamsche<br />

primitieven aan zich zelf prestige<br />

genoeg hebben.<br />

* * •<br />

Er is trouwens nog meer.<br />

De Minister de h. Maistreau verstaat<br />

geen Vlaamsch.<br />

Hij heeft te Gent gestudeerd,<br />

maar dat was ten tijde van den<br />

Flambeau.<br />

Bovesse verstaat ook geea<br />

Vlaamsch.<br />

Pierlot verstaat geen gebenedijd<br />

woord Vlaamsch.<br />

Als men eens als voorwaarde stelde<br />

voor het ministerschap geen<br />

Vlaamsch te kennen dan ware de<br />

taalkwestie in het Parlement ineens<br />

opgelost.<br />

Want de Vlaamsche Kamerleden<br />

zouden weten wat hen te doen<br />

staat.<br />

Zij kennen hun wereld en zouden<br />

Fransch spreken.<br />

* * •<br />

Ondertusschen gaat de Antwerpenaar<br />

Joris in een andere richting.<br />

Hij stemde voor de inlijving van<br />

Evere, Ganshoren en Ste Agatha-<br />

Berchem bij de Brusselsche olievlek.<br />

In afwachting dat Vilvoorde,<br />

Eppegem, Mechelen en Berchembij-Antwerpen<br />

hetzelfde lot ondergaan.<br />

Dat is ook een midel om de taalkwestie<br />

op te lossen.<br />

Een veel radikaler dan het vorige.<br />

De Broqueville heeft zich vergist.<br />

Hij had den h. Joris in de regeering<br />

moeten nemen.<br />

Als liberaal flamingant.<br />

De langste<br />

De vraag is opgerezen of 21 Juni<br />

ofwel 22 Juni de langste dag van<br />

het jaar is. Als de Hollandsche bladen<br />

deze twistvraag onder oogen<br />

krijgen zal het debat gemakkelijk<br />

tot 21 Juni 1935 kunnen voortgezet<br />

worden, en dan zal men het weten.<br />

Verantwoordelijke uitgever : JORIS<br />

HAMERS. Gent. — Red. en Adm.<br />

St. Pietersnieuwstraat, 64, Gent.<br />

3


BABY-AU TOTJES<br />

— Neemt u me niet kwalijk, d ame, maar we verkoopen hier geen<br />

welkt (Ric et Rac).<br />


EKONO<br />

ine brandweer-alarm<br />

ormekbacr glas zit.<br />

(Dub. Opin.y<br />

LCJERIJKANTOOR<br />

n hisvader, meneer...<br />

ieaJKt lot toch echt is!<br />

(Ric en Rac)<br />

•Al VOOR KINDERS<br />

il/an Ukkepuk<br />

>n Wouter<br />

Funk King<br />

KOEKOEK.<br />

•— Is 't een goeie waakhond?<br />

— En of: we moeten hem altijd<br />

slaappoeders geven om hem in<br />

slaap te krijgen.<br />

(Everybody's)<br />

A<br />

DE IJVERIGE VERTEGENWOORDIGER<br />

•— Ik ben de vertegenwoordiger van de firma Kalf, ik kom u<br />

'n zeer voordeelige offerte maken in zagen, vijlen, koorden met<br />

knoopen, enz., enz. (Ric et Rac)<br />

HOOFDSTUK VIII<br />

Nu er een kind in huis was, had Wouter aanleiding om<br />

dit jaar heel wat van het Kerstfeest te maken. Een van de<br />

voornaamste dingen was het verzorgen van een kerstboom. Hij<br />

zocht den mooisten uit, dien hij vinden kon, bracht hem zelf<br />

in den wagen naar huis en zette het voetstuk in een kistje,<br />

zoodat hij kon blijven staan. Hij en Grootma versierden den<br />

boom met glinsterende dingetjes en kleine electrische lichtjes.<br />

Grootmoeder pofte maïskorrels en maakte er lange dragen van<br />

en hing de witte strengels over de takken.<br />

— Is het niet geweldig, moeder! riep Wouter uit en ging<br />

achteruit om zijn werk beter te kunnen overzien. Ukkepuk<br />

zal het vast prachtig vinden.<br />

— Toen gij zoo klein waart, hadt ge nog geen kerstboom,<br />

Wouter. Wij hingen uw kous op en het Kerstmannetje vergat<br />

nooit om er een suikerklontje of een appel in achter te laten —<br />

5<br />

rrnnnl<br />

BESCHULDIGDE. — Eén maand arrest! voor 't van de trap<br />

gooien van zóó'n kerel? Maar meneer de rechter, kijkt u dien vent<br />

toch eens goed aan!<br />

RECHTER. — Twee maanden!! (Ric et Rac).<br />

— Weet ge niet dat 't heel onbeleefd is, met uw handen in<br />

uw zak tegen een dame te praten?<br />

— 't Zou nog veel onbeleefder zijn als ik ze er uit nam: mijn.<br />

bretels zijn gebroken!<br />

(Everybody's)<br />

of een paar wantjes, zooals deze en ze haalde een paar heel<br />

kleine wantjes te voorschijn, die ze zelf voor Ukkepuk had<br />

gebreid van grijze wol met een rooden band om den pols. Zij<br />

werden aan den boom gehangen en uit de laden van zijn schrijfbureau<br />

en van de hoogste planken uit de kast haalde Wouter<br />

heel wat pakjes, die aan den boom werden gehangen of er onder<br />

werden gelegd. Hij was menig keertje voor den kleinen<br />

jongen gaan winkelen en had het grootste pleizier van zijn leven<br />

gehad met Kerstcadeautjes uit te zoeken en se in gekleurd<br />

papier te wikkelen.<br />

Wat was het moeilijk om tot Kerstmorgen te wachten en<br />

toen deze eindelijk aangebroken was, sneeuwde het zóó, dat<br />

de raamposten ondergesneeuwd waren. Wouter was zoo<br />

uitgelaten als een jongen. Grooma glimlachte. Ze kon zich<br />

zoo goed den tijd herinneren, dat hij op Kerstmorgen voor dag<br />

en dauw opstond, om te zien, wat het Kerstmannetje in C.-i<br />

nuiskamer voor hem had achtergelaten. Nauwelijks was<br />

Ukkepuk wakker of Wouter nam hem mee naar beneden en<br />

naar den boom. Ukkepuk's oogen werden groot van verbazing,<br />

toen de overgordijnen opzij werden geschoven en de lichtjes<br />

op de tafels sprankelden en glansden als sterretjes. Hij stak<br />

zijn handjes uit om ze te grijpen, maar Wouter zette hem<br />

op de sofa, nam een groen blikken trompetje van den boom en<br />

gaf het hem.<br />

Wc', was Ukkepuk blij! Hij sloeg er mee tegen de schemerlamp<br />

en vond, dat het een mooi geluid gaf.<br />

— Neen, neen, zei Wouter, zoo niet. Ik zal u wel eens laten<br />

zien, hoe het moet en hij nam het trompetje in zijn hand en<br />

blies er op. Het gaf een mooi geluid. Ukkepuk luisterde beleefd,<br />

maar toen hij het trompetje weer in zijn handen kreeg, waa<br />

lüj blij er mee tegen een stoel te kunnen timmeren.<br />

vervolgt)..


e<br />

Uit het leven<br />

van den Platte<br />

Men zal er eens te meer de gewikstheid<br />

van den Platte door<br />

waardeeren : hoe ongelooflijk het<br />

ook klinke, de Platte was aan de<br />

krant gekomen! Simpele geesten<br />

kan zulks verwonderen, maar<br />

menschen gelijk grj en ik, die weten<br />

waar Abraham zijn mostaard<br />

heeft gehaald en hoe Eva in den<br />

appel heeft laten bijten, zullen bij<br />

dit nieuwtje minder ontsteld opkijken.<br />

Meer zeg ik daar vandaag niet<br />

over.<br />

Natuurlijk werd de Platte den<br />

eersten dag niet belast met het<br />

schrijven van hoofdartikels, hij<br />

moest gewoon stadsreportage maken.<br />

Men kon er van stonden op<br />

aan dat hij zulks met fatsoen doen<br />

zou. Hij zou niet tot die sufferds<br />

behooren die niks schrijven als er<br />

niks gebeurd is : de Platte was in<br />

staat om iets te doen gebeuren,<br />

juist omdat hij wat voor de krant<br />

zou kunnen schrijven. En de dagen<br />

dat ook hem die moed zou<br />

falen, zou hij er wel wat op weten<br />

te verzinnen.<br />

Voorloopig echter moest hij zich<br />

slechts houden aan de stipte weergave<br />

der feiten.<br />

Daar was in de stad, waar hij<br />

zijn beroep uitoefende, in een van<br />

de grootste hotels, juist een vermaard<br />

bokskampioen afgestapt.<br />

Hij was op weg om wereldkampioen<br />

te worden en was intusschen<br />

reeds kampioen van een der werelddeelen.<br />

In sportmilieu's noemde<br />

men den man Bill Kaoetsjoe en<br />

dit naam was heusch niet slecht<br />

gevonden, want onze kampioen<br />

was er eene, zoo taai als een kat<br />

en met een uithoudingsvermogen<br />

welke alle begrip te boven gaat.<br />

Als hij bij geval een oplawaaier<br />

om zijn ooren kreeg, dat hij van<br />

den schok tegen de wereld aandonderde,<br />

lag hij nog niet op den<br />

grond of hij veerde weer op, net<br />

als een bal die kaatsend terug de<br />

lucht ingaat.<br />

Deze man was de eerste dien de<br />

Platte tijdens zijn carrière van reporter<br />

zou interviewen. Hij meldde<br />

zich aan als manager en zoo<br />

geraakte hij bij den beroemden<br />

man, nog voor zijn konfraters er<br />

de weet van hadden.<br />

Nadat de Platte toegelicht had,<br />

dat het op een vergissing moest<br />

berusten, zoo men hem als manager<br />

had aangemeld, onthulde hij<br />

zijn waar beroep en hij deed het<br />

met zooveel brio, dat de bokskampioen<br />

hem zijn kneep niet langer<br />

euvel nam en met de grootste bereidwilligheid<br />

antwoordde op al de<br />

vragen die de Platte hem maar<br />

wilde stellen.<br />

Zoo zei dan de Platte ten slotte:<br />

— Maar Meneer, het zou voor<br />

onze lezers en vooral onze lezeressen<br />

wel interessant zijn te vernemen,<br />

om welke kwaliteiten ge<br />

zco hoog wordt geroemd?<br />

— Om mijn taaiheid, mijn lenigheid!<br />

— En waaraan schrijft ge die<br />

uitzonderlijke eigenschappen toe?<br />

— Ge wilt zeker vragen : aan<br />

wie?<br />

— Aan wie?<br />

— Zal ik u in drie woorden meedeelen<br />

: aan mijn mem!<br />

— Uw mem? De voedster die grj<br />

in uw jeugd hebt gehad?<br />

Ja man.<br />

— Zoo, zoo, knikte de Platte al<br />

sprekend, dat is interessant. Aan<br />

uw- mem en hoe kon die u zulke<br />

eigenschappen ingeven?<br />

— Met de moedermelk. Dat<br />

mensch had namelijk valsche boezems...<br />

Nog denzelfden dag ontscheepte<br />

ér in die zelfde stad een filmster.<br />

Ja, ja, een filmster dat is ook<br />

geen klein bier in dezen tijd. De<br />

filmster in kwestie, ik geef het toe,<br />

was er geen van aller eerste grootte,<br />

maar ze had al eenige jaren<br />

achter den rug, zoodus een beetje<br />

ondervinding en wat niet schaden<br />

kon, eenige ophefmakende schandaaltje<br />

meegemaakt.<br />

De Platte werd op haar afgezonden.<br />

Toen de Platte voor de filmster<br />

verscheen, liet ze een schreeuw.<br />

De Platte kon maar niet gissen wat<br />

er gaande was. Toen de dame weer<br />

op heuren positieven gekomen<br />

was, stotterde ze :<br />

— Meneer, ge moet me dat incident<br />

vergeven, maar zoo een<br />

schoon e jongen als gij zijt, heb ik<br />

nog maar zelden gezien. Waarom<br />

gade gij niet aan de film?<br />

Misprijzend trok de Platte de<br />

bovenlip op :<br />

— Aan de film? Ik wacht tot<br />

Chaplin dood is en dan begin ik.<br />

Ik wil dien mensch zijn broodje<br />

niet ontnemen.<br />

De filmster kon vooreerst geen<br />

v/oord meer uiten, bij zooveel bescheidenheid,<br />

maar de Platte herinnerde<br />

haar aan zijn opdracht.<br />

Daarop begon ze te vertellen.<br />

In 1920 was ze aan de film gekomen.<br />

In 1921 was de eerste graaf op<br />

haar verliefd geworden. Ze had<br />

den man geruïneerd en daarop was<br />

er een tweede opgedaagd, die uit<br />

pure verliefdheid zelfmoord gepleegd<br />

had.<br />

In 1923 was ze getrouwd, nog<br />

hetzelfde jaar had ze zich van dien<br />

man laten schelden, omdat hij<br />

snorkte 's nachts en het volgende<br />

jaar was ze dan hertrouwd met<br />

een prins, met wien ze het zes<br />

maanden in den huwelijken staat<br />

had uitgehouden.<br />

— Was het liedeken van de min<br />

zoo spoedig uit ?<br />

— Ja.<br />

— De historie met dezen prins<br />

zou ik graag uitvoerig in mijn krant<br />

vertellen.<br />

— Ik zal ze u vertellen met de<br />

bewijsstukken in de hand, de brieven.<br />

En bovendien zal ik u iets<br />

vertellen wat niemand nog weet.<br />

— En dat is?<br />

— Ik heb, van dien prins een<br />

zoon gehad!<br />

— Maar dat is destijds toch in<br />

al de bladen verschenen.<br />

— Inderdaad, dat was ik bijkans<br />

vergeten.<br />

— Ik meen me zelfs te herinneren<br />

gelezen te hebben, dat de<br />

prins een aardig fortuintje heeft<br />

gezet op naam van dien jongen.<br />

Dat zoontje moet nu al een aardige<br />

knaap zijn.<br />

— Zeker.<br />

— Dan zullen we zijn portret in<br />

de krant opnemen.<br />

— Dat gaat niet.<br />

— Dat gaat niet.<br />

— En waarom niet? De lezers<br />

zijn daar dol op!<br />

— Neen, het kan niet zijn.<br />

— Is het dan zoo een leelijk<br />

manneken?<br />

— Ver van daar. Het is een echte<br />

Adonis, goed gemaakt van<br />

ooren en pooteii. t<br />

— Waarom gaat het dan niet?<br />

— Omdat de kleine heelemaal<br />

niet op zijn vader trclit!<br />

De derde historie die de Platte<br />

dien dag te bewerken kreeg was<br />

een droeviger geschiedenis.<br />

Men had uit de vaart het lijk<br />

opgehaald van een meisje van 18<br />

jaar. Spoedig achterhaalde men<br />

wie het meisje was. Het lekte uit,<br />

— met al dat water, niet waar, —<br />

dat het meisje relfmoord had gepleegd,<br />

uit wanhoop of zoo iets.<br />

De Platte wou er meer van weten<br />

en ging de ouders van het meisje<br />

opzoeken. En de vader vertelde,<br />

het treurig wedervaren van zijn<br />

dochter...<br />

Van kleins-af bleek het meisje<br />

uiterst veel aanleg gehad te hebben<br />

om piano te ieeren. Toen ze<br />

tien jaar oud was, zorgde vader<br />

voor een uffra die pianoles wou<br />

geven aan zijn dochter. Zijn kind<br />

maakte geleidelijk vorderingen, en<br />

na acht jaar volstond de uffra<br />

niet meer. Er moest nu een soort<br />

van virtuoos komen. En een nieuwe<br />

piano.<br />

De piano kwa.-i, en de leeraar<br />

kwam.<br />

En na enkele maanden moest<br />

de dokter ontboden worden. Voor<br />

een kinderbed. En toen kwam ook<br />

de dokter.<br />

Deze brave man vroeg :<br />

— Kan ze niet trouwen met haar<br />

virtuoos?<br />

(Zie vervolg onderaan kol. 3)<br />

KOEKOEK<br />

VERTELL'NG <strong>VAN</strong> JOHN TAYLOR<br />

EEN WELGEMEENDE<br />

DEELNEMING!<br />

Een van mijn bevriende kennissen,<br />

en ik heb er niet een gering<br />

aantal, zekere Sam Levingsport,<br />

was op het bruiloftsmaal van een<br />

zijner intiemste vrienden geïnviteerd.<br />

Het ging er heel gezellig toe.<br />

Na het schitterend diner had er<br />

'n opwekkend danspartijtje plaats,<br />

waardoor Sam het genoegen had<br />

in nadere kennis te komen met een<br />

dame, waaraan hij weliswaar reeds<br />

was voorgesteld, maar die hem<br />

tijdens het diner opvallend had<br />

gadegeslagen. En daar hij haar<br />

niet onaardig vond, nam hij gedurende<br />

het bal de gelegenheid te<br />

baat haar ten dans te noodigen.<br />

Het was 'n wals. Maar onder het<br />

dansen zei ze plotseling:<br />

— Ach, meneer, neemt 't me niet<br />

kwalijk, laat ons ophouden, ik<br />

wordt duizelig.<br />

Als galante cavalier voldeed hij<br />

onmiddellijk aan dit verzoek en<br />

geleidde haar naar haar plaats.<br />

Na even op adem te zijn gekomen,<br />

vertelde zij dat, eenigen<br />

tijd geleden, zij zeer ziek was geweest,<br />

ja, op het punt was het<br />

tijdelijke met het eeuwige te verwisselen.<br />

Sam antwoordde natuurlijk heel<br />

deelnemend:<br />

— Is 't mogelijk, Juffrouw!<br />

En terwijl zij hem vriendelijk<br />

aankeek vroeg ze:<br />

— Sta mij toe, meneer, u een<br />

vraag te stellen... U zult tijdens<br />

het diner wellicht bemerkt hebben,<br />

dat ik eenigszins belangstellend<br />

naar u zat te kijken.<br />

— Inderdaad, juffrouw, ik meen<br />

het te hebben bemerkt.<br />

En toen verhaalde zij:<br />

— Ik zal u zeggen waarom. Verbeeld<br />

u, meneer, dat gedurende de<br />

gevaarlijkste oogenblikken van<br />

mijn ziekte, 'n jonge man dagelijks<br />

bij mijn dienstmeisje naar mijn<br />

toestand kwam vernemen, zonder<br />

nochtans zijn naam te doen kennen.<br />

Door deze bezoeken in verlegenheid<br />

gebracht, wenschte ik<br />

dadelijk na mijn herstelling de<br />

juiste persoonsbeschrijving van<br />

dien persoon te weten. En ik<br />

vernam dat hij van middelmatige<br />

gestalte was, bruinharig, gladgeschoren<br />

een hoornen bril droeg. Ik<br />

trachtte mij te herinneren of er<br />

tusschen mijn kennissen soms<br />

iemand was die met deze persoonsbeschrijving<br />

overeenkwam, maar<br />

tevergeefs!...<br />

Doch zoodra ik u zag, dacht ik<br />

dadelijk aan de gelijkenis met den<br />

persoon in kwestie... Een voorgevoel<br />

zegt me dat ik me niet bedrogen<br />

heb, en dat u die geheimzinnige<br />

deelnemer zijt...<br />

Stilte... Sam zat in verlegenheid.<br />

Daar hij niet antwoordde vroeg<br />

ze op 'n lief klinkend toontje:<br />

— Heb ik me vergist?<br />

Hij was geheel onthutst, en nog<br />

voor hij een woord uitbracht greep<br />

ze een van zijn handen en zei:<br />

— In dit geval, meneer, zou ik<br />

u niet genoeg kunnen bedanken<br />

voor uw groote belangstelling ten<br />

mijnen opzichte. De gedachte dat<br />

ik een onbekende vriend bezat,<br />

vervulde mij met vreugde. Mijn<br />

genegenheid voor u is er nu des te<br />

grooter om, daar u mij, meen ik,<br />

niet zoo van nabij kende. De halsstarrigheid<br />

waarmede gij uw naam<br />

geheim hield, getuigt van een bescheidenheid<br />

die ik niet genoeg<br />

kan waardeeren.<br />

Op dat moment niet wetend hoe<br />

er aan te ontkomen zonder nonsens<br />

uit te kramen, stamelt hij:<br />

— Juffrouw, ik ben... waarlijk...<br />

verlegen...<br />

En toen meteen zijn beide handen<br />

nemend, sprak ze met een<br />

tremelostem:<br />

— O, meneer, niet genoeg kan<br />

ik u mijn bewondering uitdrukken<br />

voor uw edelmoedig karakter!<br />

Maar nu was de maat vol, nu<br />

moest hij het besluit nemen haar<br />

de waarheid te zeggen, wat ook<br />

het resultaat zou zijn, en daar stak<br />

hij dus moedig van wal:<br />

— Waarde juffrouw, ik meen dat<br />

het mijn plicht is u de heele<br />

toedracht van de zaak bekend te<br />

maken. De vleiende woorden die<br />

gij mij hebt toegesproken, heb ik<br />

heusch niet verdiend.<br />

— Weihoe, meneer, zoudt grj uw<br />

bescheidenheid zoo ver durven<br />

drijven, door zelfs mijn dank...<br />

— Maar hier viel hij haar in de<br />

rede:<br />

— Ach, juffrouw, de waarheid is,<br />

dat ik door mijn patroon gelast<br />

was alle dagen naar uw toestand<br />

te vernemen, ik ben beambte brj<br />

een aannemer van begrafenissen.<br />

De zedeloosheid bij de nazi-leiders<br />

DE AUTHENTIEKE BRIEF<br />

<strong>VAN</strong> HITLER AAN ZIJN<br />

NIEUWEN S. A.-CHEF,<br />

LOETZE<br />

Onze serieuze korrespondent<br />

uit Berlijn meldt<br />

ons volgenden authentieken<br />

brief, door Hitier<br />

gericht aan Loetze, den<br />

plaatsvervanger van den<br />

gefusilleerden kapitein<br />

Roehm.<br />

Mijn liefste Loetze,<br />

Zware tekortkomingen van mijn<br />

stafoverste hebben mij genoodzaakt<br />

hem af te stellen en brutaal<br />

op te treden. Zijn nu zijn vrienden<br />

kwaad op mij, och, dat laat me<br />

koud. En 'k zing van «Zijde-gij<br />

— Neejfi», want hij is al getrouwd.<br />

— Sapristi! En hoe is dat toch<br />

gekomen?<br />

— Ze is heel ver gevorderd, ons<br />

Liezeken.<br />

— Ja, zes maanden... dat zie ik<br />

wel, zei de dokter.<br />

— Zoo bedoel ik het niet, sprak<br />

papa. Toen ze zes jaren les had<br />

gehad van de uffra zei deze :<br />

— Ik kan u niets meer leeren.<br />

Laat maar een virtuoos komen.<br />

Ze moest ook een nieuwe piano<br />

hebben. Er kwam een piano k<br />

queue...<br />

— O, riep de Platte uit, toen de<br />

man zijn verhaal wilde voortzetten,<br />

ik begrijp het al : de leeraar<br />

die kwam, was er ook eene a<br />

idem...<br />

kwaad op mij, gij zijt toch mijn<br />

Loetze!»<br />

Gij hebt u sedert talrijke jaren<br />

in de goede en kwade dagen gedragen<br />

als een trouwe en voorbeeldige<br />

leider van de stormtroepen en<br />

zelfs Roehm en zijn pederasten<br />

moesten van u getuigen dat ge hun<br />

hartedief, hun echt Loetze waart.<br />

Door u heden tot stafoverste te<br />

benoemen heb ik de vaste overtuiging<br />

dat ge door uw gehoorzaamheid<br />

en uw trouw van de stormtroepen<br />

het werktuig zult maken<br />

dat de natie noodig heeft. En zooals<br />

ik het mij voorstel zullen de<br />

S. A. mannen thuis niet meer<br />

moeten zanniken en zeggen:<br />

'k moet weer naar de kazerne...<br />

maar zullen ze blijmoedig en rondborstig<br />

kunnen getuigen: 'k ga bij<br />

mijn loetze... (en dan zijn ze steeds<br />

stipt op tijd!).<br />

Ik wensch tenslotte dat ge uw<br />

naam eer zult aandoen, liefdevol<br />

uw manschappen zult behandelen<br />

en ze met meer sukses dan uw<br />

voorganger tegen alle holen des<br />

verderfs zult vrijwaren.<br />

Ik hoop dat ge me verstaat en<br />

dat ik u paragraaf 175 (op de<br />

homosexualiteit) niet moet explikeeren,<br />

zoodat ik hier eindigen kan<br />

met den zin, die in alle bladen<br />

officieel en letterlijk zal gepubliceerd<br />

worden:<br />

«Bezield door blinde gehoorzaamheid<br />

en tucht moeten de<br />

stormtroepen er toe bijdragen<br />

een nieuw type van mannen<br />

te vormen!»<br />

Gansch aan u, mijn Loetze.<br />

ADOLF HITLER


KOEKOEK,<br />

De bladzijde van Pierken<br />

duo C&A Truti oLt^wijn,<br />

Oover den dop van de niewe prins<br />

— Geen nieuws op 't Westeiyk front.<br />

Pier?<br />

— Toet, da de niewe prins gedopt<br />

is.<br />

— Een nieuwe prins?<br />

— Wafeure gaazstte leesde gu? Ter<br />

is geen een serjeus Wat die zijn eige<br />

rekspekteert of...<br />

— Pardon, Pier, maar ik ben veertien<br />

dagen met verlof geweest, in een<br />

godvergeten nestje, dat met de weldaden<br />

van de drukkunst en van de<br />

radio nog niet verzoend is. En ik ben<br />

ginder aan niets gewaar geworden,<br />

dat er zich hier zulke ernstige gebeurtenissen<br />

hebben voorgedaan.<br />

— Haha, getot u feertien daagen uit<br />

tinkterlekter weel leeve teruchgetrokke?<br />

Ge ziet da da altijt gsfaarleik ist<br />

newaar? Tis geen da mijin faader alteit<br />

zecht, ge mooch nooit de voelinch<br />

nie ferlieze mee uw meedemensge<br />

zecht hy of agterlaaten van u te laaven<br />

aan de bronme van uwe tijt.<br />

— Uw vader beeft gelijk, Pier, maar<br />

af en toe voel ik soms behoefte al de<br />

intellektueele kraantjes toe te draaien<br />

en mij in een primitief natuurbad onder<br />

te dompelen. Niets is gezonder.<br />

— Ales goet en wel, maar valter<br />

daar iets te leeren in da bat?<br />

— Er valt overal iets te leeren.<br />

Pier. Op voorwaarde dat ge uw oogen<br />

opendoet.<br />

— Zuust... en ge doeter mü op peiaen...<br />

— Op wat?<br />

— Tis zeeker daarom da ze de boorlinchen<br />

onder tweiwaaterkraantse<br />

duuwen voorda ze hun oogen kunnen<br />

oopenen?<br />

— Inderdaad, Pier. En de Kerk<br />

volgt hierby een zeer wijae talktiek.<br />

Moesten de menschen eerst gedoopt<br />

werden wanneer ze de jaren van verstand<br />

bereikt hebben, er zouden waar-<br />

'Sak *yf~&-TKr**.<br />

schyniyk velen zyn, die zich op den<br />

dag der plechtigheid van deur vergissen<br />

en de lafenis der maag met de<br />

lafenis der ziel zouden verwarren.<br />

Daarom heeft de Roomsche administratie<br />

wöseiyk gehandeld met de<br />

menschen doffice in te haar boeken<br />

in te schryven, voordat ze zelfs het<br />

onderscheid kennen tusschen natuurmelk<br />

en fluitjesmelk. De eerste Christen,<br />

een zekere Jezus uit Galilea,<br />

werd gedoopt toen hy den ouderdom<br />

van dertig jaren bereikt had. De ervaring<br />

echter die men met hem opge<br />

loopen heeft, is niet al te bemoedigend,<br />

geweest. De man is in konflikt<br />

gekomen met heel zyn omgeving, familie,<br />

geburen en kennissen. Hy heeft<br />

zelfs enkele spreuken nagelaten, wier<br />

letterlyke toepassing aan sommige<br />

menschen onaangename ervaringen<br />

hebben bezorgd. Hoe het met hem afgeloopen<br />

is, hebt ge waarschyniyk in<br />

de les van Heilige Geschiedenis reeds<br />

geleerd.<br />

Begrypt ge nu, Pier, waarom men<br />

er definitief van afgezien heeft de<br />

mensehen onder 't wywaterkraantje<br />

te houden, nadat ze hun oogen leeren<br />

gebruiken hebben?<br />

— Nondeku, waar gadet gij gaan<br />

zoeken?...<br />

— Ik ben misschien een beetje afgedwaald,<br />

Pier. Laat me nog even het<br />

besluit uit myn predikatie trekken.<br />

— Teweeten!<br />

— Wanneer ge t ver wilt brengen<br />

in de maatschappij, doe dan in uw<br />

dageiykschen handel en wandel juist<br />

het tegenovergestelde van wat de eerste<br />

der Christenen deed.<br />

Vinde nie da we een beetse van ons<br />

onderwerp afgedwaald zyn?<br />

— 't Is mogeiyk, maar daaraan ziet<br />

ge dat zelfs de geboorte van een prins<br />

nog voor iets goed is.


<strong>HUMORISTISCH</strong><br />

<strong>WEEKBLAD</strong><br />

<strong>VAN</strong> <strong>VOORUIT</strong><br />

0,50 FR. PER NUMMER<br />

Abonnement 1 jaar fr. 25.00<br />

Abonnement 6 maanden fr. 12.50<br />

Abonnement 3 maanden fr. 6.25<br />

Postcheck « Het Licht » nr. 56733<br />

• • RKDAKTIE—<br />

64, 5t. Pietersnieuwstraat<br />

Gent — Telefoon 157.40<br />

Verschijnt den DONDERDAG VIERDE JAARGANG Nummer 10 — 5 JULI 1934<br />

Goede Jezus, geef ons leiders, die vol ijver zijn voor de goede zaak... die vol<br />

geestdrift zijn voor het goede... en die geen verlammenden invloed hebben<br />

op ons organisatieleven,, Eerw. Pater Keni» o. p.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!