6.2 Ontwerpgrepen - Universiteit Twente
6.2 Ontwerpgrepen - Universiteit Twente
6.2 Ontwerpgrepen - Universiteit Twente
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Leo Hendrik Baekeland was volgens deze visie100 uiteindelijk in staat<br />
zijn revolutionaire materiaal te bedenken doordat hij zelfs deel uitmaakte<br />
van verschillende ‘technological frames’. Door de combinatie<br />
van ideeën uit verschillende sociale groepen; de ontwikkelaars van celluloid<br />
aan de ene kant en de ontwikkelaars van fotografisch papier aan<br />
de andere kant, komt de chemicus tot een prestatie die de concurrentie<br />
uit de afzonderlijke groepen niet lukt (Bijker 1999). De Japanse ontwerper<br />
Toshiyuki Kita, van de eerder genoemde ‘Wink’ stoel, is in dit<br />
<strong>6.2</strong> <strong>Ontwerpgrepen</strong><br />
100 ) Bijker neemt met zijn theorie<br />
een middenpositie in bij het<br />
debat over ‘Design History’ of<br />
‘History of Design’. Technologische<br />
ontwikkelingen worden in deze visie<br />
deels verklaard door processen in<br />
de maatschappij én deels door de<br />
inbreng van de individuele ontwerper,<br />
die binnen die maatschappelijke<br />
ontwikkelingen de juiste aspecten<br />
weet te identificeren.<br />
101 ) Zie ook paragraaf <strong>6.2</strong>.5, hierna<br />
volgend.<br />
102 ) Zie ook hoofdstuk 4.1, hieraan<br />
voorafgaande.<br />
103 ) Zie paragraaf <strong>6.2</strong>.4, hierna<br />
volgend.<br />
verband ook een illustratief voorbeeld. Hij vestigde zich in 1979 vanuit<br />
Japan ook in deeltijd in Milaan om zich meer op de Westerse markt te<br />
richten. Zijn Japanse studio hield hij aan, zodat hij zich net als in het<br />
voorbeeld van Baekeland in twee verschillende ‘omgevingen’ bevond.<br />
De ‘Wink chair’ wordt dan ook wel gezien als een mooie symbiose van<br />
de organische, multifunctionele benadering uit het oosten en de technische<br />
vernieuwing en popart uit het Westen (Schriemer et al. 2009).<br />
De sturing vanuit het eigen referentiekader is ook zichtbaar in een<br />
door Masanori Umeda ontworpen kast voor Memphis [Figuur 6.47]. De<br />
japanner baseerde zijn figuratieve kast op de in zijn culturele omgeving<br />
populaire symbolen (Sparke 1988: p.126). Daardoor lijkt de kast op een<br />
robot [Figuur 6.49], terwijl de kasten van collega Ettore Sottsass op<br />
totempalen leken [Figuur 2.2 en 3.45].<br />
Ten slotte zien we deze ontwerpgreep ook terug in het conceptueel<br />
ontwerp [Figuur 6.48]. Ook hier valt de betekenisgevende component<br />
van de ontwerpgreep in toenemende mate samen met de functionele<br />
component: dat de boormachine van Peter van der Jagt de vorm van<br />
een overgedecoreerd laserpistool heeft, doet niet veel af aan de bruikbaarheid.<br />
Klussen zal met deze boormachine echter nooit meer hetzelfde<br />
zijn.<br />
213