6.2 Ontwerpgrepen - Universiteit Twente
6.2 Ontwerpgrepen - Universiteit Twente
6.2 Ontwerpgrepen - Universiteit Twente
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2.2 De aanloop<br />
23 ) Het ironische hiervan is dat Pruys<br />
zelf een orthodoxe aanhanger van<br />
het functionalisme was.<br />
24 ) Jencks gebruikt zelf de termen<br />
‘dual-coding’ en ‘double-coding’<br />
door elkaar.<br />
ontwerpen kwam hij tot de conclusie dat de mens een soort aangeboren<br />
voorkeur heeft voor herkenbaarheid: ‘Kortom, indien duidelijk is dat<br />
design als meest fundamentele grondbeginsel het streven naar aanpassing<br />
heeft, eerst de fysieke en daarna de psychische, met als doelstelling<br />
evenwicht, stabiliteit, harmonie en de afwezigheid van (in)spanning,<br />
dan is daarmee tevens duidelijk geworden op wat voor oersolide basis<br />
de voorkeuren voor kitsch en antiek berusten.’ (Pruys 1972: p.18). Volgens<br />
Pruys diende het productontwerp het gemak van de mens: nostal-<br />
gie is evolutionair gezien gewoon handig, want dan hoeft de gebruiker<br />
geen (mentale) inspanning te verrichten om een object te ‘duiden’. De<br />
herkenbaarheid van ‘The Long Island Duckling’ is in die visie dan ook<br />
een heel goed ontwerp: niemand zal zich noemenswaardig in hoeven<br />
te spannen om te beseffen dat het hier over eenden gaat. Zo bezien is<br />
de voorkeur voor kitsch en antiek waar Pruys het over heeft in wezen<br />
hetzelfde als de voorkeur voor ‘vernacular design’ van Venturi 23 .<br />
In 1977 publiceerde Charles Jencks in aanvulling op Venturi zijn The<br />
language of Post-Modern architecture, met daarin de theorie van de<br />
‘dual-coding’ 24 : een postmodern gebouw is een postmodern gebouw als<br />
het een dubbele symboolfunctie heeft. Het gebouw verwijst dan niet<br />
alleen naar zichzelf als gebouw, maar ook naar andere zaken buiten<br />
zichzelf, die het voor de toeschouwer of gebruiker meer betekenis<br />
moeten geven (Jencks 1984: pp.5-8). Als voorbeeld dient ‘the Portland<br />
Building’ in Chicago, van architect Michael Graves [Figuur 2.13]. Het<br />
gebouw voor de gemeentelijke diensten ontleent zijn statige uitstraling<br />
aan een paar opgeplakte ornamenten die op Griekse zuilen lijken en is,<br />
hoewel het niet van baksteen is gemaakt, toch in typische steenkleuren<br />
uitgevoerd. De gelaagde groene basis verwijst bovendien naar de statige<br />
trappen van een oud beursgebouw. Duidelijk externe betekenissen dus,<br />
die ook niet verwijzen naar de eigen constructie of het daadwerkelijke<br />
materiaalgebruik.<br />
Op deze manier toegepast ontstaat er natuurlijk wel snel een lachwekkende<br />
situatie, ongeveer zoals bij de Long-Island Duckling die Venturi<br />
aanhaalt. Jencks is zich bewust van de gevaren: ‘Underlying much of<br />
what I have been saying so far is the notion of the cliché - the fact that<br />
the architectural language, like the spoken one, must use known units<br />
of meaning.’ (Jencks 1984: p.52). Door te werken met herkenbare bete-<br />
73