Het subjectieve van de geschiedwetenschap - Groniek
Het subjectieve van de geschiedwetenschap - Groniek
Het subjectieve van de geschiedwetenschap - Groniek
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
Strupp<br />
Maar heeft Huizinga nu nog een historiografische<br />
functie behalve om als bron<br />
voor leuke citaten te dienen? Is er een<br />
relatie tussen Huizinga en <strong>de</strong> cultuurhistorische<br />
stromingen die sinds <strong>de</strong> vroege<br />
jaren tachtig op internationaal niveau een<br />
centrale rol zijn gaan spelen?<br />
<strong>Het</strong> antwoord op <strong>de</strong>ze vragen is niet<br />
los te koppelen <strong>van</strong> <strong>de</strong> interpretatie <strong>van</strong><br />
Huizinga's concept <strong>van</strong> cultuurgeschie<strong>de</strong>nis<br />
en <strong>van</strong> een beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> zijn<br />
standplaats in <strong>de</strong> historiografische traditie.<br />
Want hoewel Huizinga, geboren in<br />
1872 in Groningen en gestorven in februari<br />
1945 in ballingschap in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong><br />
Arnhem, naast Jacob Burckhardt als <strong>de</strong><br />
protagonist <strong>van</strong> <strong>de</strong> klassieke cultuurgeschie<strong>de</strong>n<br />
is geldt en in geen lexiconartikel<br />
over dit on<strong>de</strong>rwerp zon<strong>de</strong>r vermelding<br />
blijft, zal men in zijn theoretische geschriften<br />
tevergeefs op zoek gaan naar<br />
een kant en klare <strong>de</strong>finitie <strong>van</strong> het begrip<br />
cultuur of een 'recept' voor cultuurgeschiedschrijving.<br />
Ook zijn <strong>geschiedwetenschap</strong>pelijke publicaties bie<strong>de</strong>n<br />
in dit opzicht weinig uitkomst: <strong>de</strong> Huizinga <strong>van</strong> Herfsttij <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
is niet <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> als die <strong>van</strong> <strong>de</strong> Erasmus-biografie of <strong>de</strong> Homo Lu<strong>de</strong>ns. Constanten<br />
<strong>van</strong> zijn geschiedopvatting en zijn concept <strong>van</strong> cultuurgeschie<strong>de</strong>nis<br />
zijn pas op een tamelijk hoog niveau <strong>van</strong> abstractie zichtbaar.<br />
De wetenschappelijke carrière <strong>van</strong> Huizinga begint met een mislukking:<br />
na een studie in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse letteren aan <strong>de</strong> universiteit <strong>van</strong> Groningen<br />
was Huizinga begin 1896 <strong>van</strong> plan een dissertatie te schrijven over 'gewaarwordingen<br />
<strong>van</strong> licht en geluid in <strong>de</strong> Indogermaansche talen,.2 <strong>Het</strong> was een<br />
vraagstelling die niet alleen moeilijk te bewerken zou zijn geweest, maar die<br />
ook niet strookte met <strong>de</strong> contemporaine taalwetenschap. Huizinga stapte<br />
er dan ook <strong>van</strong>af en promoveer<strong>de</strong> in 1897 op <strong>de</strong> komische figuur <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
vidusaka in het Oudindisch toneel.<br />
Johan Huizinga als Petrus <strong>van</strong> Goens bij <strong>de</strong> maskera<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />
1894. Uit: Anion <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Lem, Johan HIlizinga. Leven en<br />
werk in beel<strong>de</strong>n en docull1e11tell (Amsterdam 1993).<br />
2 J. Huizinga, 'Mijn weg tot <strong>de</strong> historie', in: i<strong>de</strong>m, Verzamel<strong>de</strong> Werken I (Haarlem 1948)<br />
23.<br />
484
<strong>Het</strong> <strong>subjectieve</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>geschiedwetenschap</strong><br />
Deze episo<strong>de</strong> maakt twee dingen dui<strong>de</strong>lijk. Ten eerste was Huizinga<br />
qua opleiding geen historicus in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne zin <strong>van</strong> het woord. Weliswaar<br />
bevatte zijn rooster in Groningen ook historische colleges - en volgens<br />
zijn herinneringen was hij al <strong>van</strong> jonge jaren af bijzon<strong>de</strong>r geboeid door<br />
<strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis - maar een gedifferentieer<strong>de</strong> <strong>geschiedwetenschap</strong>pelijke<br />
opleiding, zoals ze in Duitsland in <strong>de</strong>ze tijd in <strong>de</strong> historische eminaria<br />
gebruikelijk was, had hij niet doorlopen. <strong>Het</strong> zou in Ne<strong>de</strong>rland in die<br />
tijd nergens mogelijk zijn geweest. 3<br />
Op die manier was Huizinga aan het<br />
ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> zijn studie echter ook veel min<strong>de</strong>r door een bepaal<strong>de</strong> historische<br />
school beïnvloed en stond hij open voor alie mogelijke methodische en<br />
inhou<strong>de</strong>lijke suggesties. Ten twee<strong>de</strong> laat Huizinga's belangstelling voor het<br />
oorspronkelijke taalwetenschappelijke on<strong>de</strong>rwerp al vroeg zijn neiging tot<br />
<strong>subjectieve</strong> vraagstellingen zien: het zijn <strong>de</strong> waarnemingen <strong>van</strong> feiten en<br />
hun gevolgen, niet <strong>de</strong> feiten zelf, die hem bezighou<strong>de</strong>n.<br />
Na zijn promotie was Huizinga enkele jaren als leraar en als indoloog<br />
werkzaam, vóórdat hij in 1905 op interventie <strong>van</strong> zijn leermeester P. J. Blok<br />
professor voor algemene en va<strong>de</strong>rlandse ge chie<strong>de</strong>nis in Groningen werd.<br />
Zijn leeropdracht bevatte <strong>de</strong> gehele Ne<strong>de</strong>rlandse en internationale geschie<strong>de</strong>nis<br />
sinds <strong>de</strong> vroege Mid<strong>de</strong>leeuwen - een reuzentaak maar voor Huizinga<br />
ook meteen een kans om afte wijken <strong>van</strong> encyclopedische overzichten <strong>van</strong><br />
historische data en feiten. Hij gaf <strong>de</strong> voorkeur aan colleges die als 'capita<br />
selecta' op <strong>geschiedwetenschap</strong>pelijke problemen waren georiënteerd. De<br />
theoretische achtergrond <strong>van</strong> zijn concept <strong>van</strong> geschie<strong>de</strong>nis had hij met<br />
beroep op <strong>de</strong> Duitse neokantianen in zijn oratie over het aesthetische bestand<strong>de</strong>el<br />
<strong>van</strong> geschiedkundige voorstellingen geopenbaard: hij ging er <strong>van</strong>uit<br />
'dat <strong>de</strong> waarneming <strong>van</strong> het historische zich het best laat uitdrukken als<br />
een gezicht op, beter wellicht nog een evocatie <strong>van</strong> beel<strong>de</strong>n,.4 Deze beel<strong>de</strong>n<br />
wor<strong>de</strong>n niet na<strong>de</strong>r ge<strong>de</strong>finieerd maar zijn dui<strong>de</strong>lijk niet gesystematiseerd in<br />
<strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> wetten ofin objectieve begrippen vast te leggen. <strong>Het</strong> hele proces<br />
<strong>van</strong> het eerste i<strong>de</strong>e voor een on<strong>de</strong>rwerp via het on<strong>de</strong>rzoek en schrijven tot<br />
het eindproduct <strong>van</strong> het boek wordt door <strong>de</strong>ze <strong>subjectieve</strong>, ook esthetisch<br />
gevorm<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n geleid. Huizinga begrijpt geschiedschrijving letterlijk als<br />
3 eh. Strupp,'Die Organisation historischer Lehre und Forschung in <strong>de</strong>n ie<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n<br />
bis 1940', in: M. Mid<strong>de</strong>ll e.a. (ed.), Historische lnstitute im internationalen Vergleich<br />
(Leipzig 2001) 199-220.<br />
4 Huizinga, 'Mijn weg tot <strong>de</strong> historie', 35. Zie ver<strong>de</strong>r J. Huizinga, '<strong>Het</strong> aesthetische<br />
bestand<strong>de</strong>el <strong>van</strong> geschiedkundige voorstellingen', in: i<strong>de</strong>m, Verzamel<strong>de</strong> Werken VII<br />
(Haarlem 1950) 3-28.<br />
485
486<br />
Strupp<br />
het opnieuw levendig en 'aanschouwelijk' maken <strong>van</strong> het verle<strong>de</strong>n. De op<br />
feiten georiënteer<strong>de</strong> contemporaine politieke ofeconomische geschie<strong>de</strong>nis<br />
kon hem maar weinig boeien.<br />
<strong>Het</strong> <strong>subjectieve</strong> <strong>van</strong> Huizinga's concept <strong>van</strong> wetenschap werd in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
twee <strong>de</strong>cennia geconcretiseerd in een reeks <strong>van</strong> boeken en artikelen<br />
over het <strong>subjectieve</strong> in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis zelf: met verschillen<strong>de</strong> thematische<br />
zwaartepunten ging het steeds opnieuw om waarnemingen, voorstellingen<br />
en neigingen <strong>van</strong> mensen uit het verle<strong>de</strong>n. In een groot artikel uit 1911 over<br />
het ontstaan <strong>van</strong> het Ne<strong>de</strong>rlandse nationale bewustzijn verweet Huizinga<br />
<strong>de</strong> nationalistische contemporaine historiografie <strong>de</strong> categorie <strong>van</strong> <strong>de</strong> natie<br />
op een ahistorische manier op <strong>de</strong> eeuwen vóór 1648 toe te passen. Volgens<br />
hem toon<strong>de</strong> dit een gebrek aan begrip voor <strong>de</strong>.bijzon<strong>de</strong>re geestelijke ban<strong>de</strong>n<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwse mens met zijn heerser.' In 1915, in zijn oratie aan <strong>de</strong><br />
Rijksuniversiteit <strong>van</strong> Lei<strong>de</strong>n, thematiseer<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> culturele betekenis <strong>van</strong><br />
historische i<strong>de</strong>alen of'<strong>de</strong>n invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis op <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis'.<br />
Dergelijke historische i<strong>de</strong>alen waren voor hem in het verle<strong>de</strong>n geprojecteer<strong>de</strong><br />
voorstellingen <strong>van</strong> 'voortreffelijkheid'. Hij liet aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
e<strong>van</strong>gelische armoe<strong>de</strong>, <strong>de</strong> pastorale, het Mid<strong>de</strong>leeuwse rid<strong>de</strong>rwezen en <strong>de</strong><br />
bewon<strong>de</strong>ring voor hel<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> klassieke Oudheid hun reële historische<br />
betekenis in <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen zien. 6<br />
Vanzelfsprekend ligt dit concept ook ten grondslag aan het bekendste<br />
boek <strong>van</strong> Huizinga: Herfsttij <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>leeuwen, <strong>de</strong> in 1919 verschenen 'studie<br />
over levens- en gedachtenvormen <strong>de</strong>r veertien<strong>de</strong> en vijftien<strong>de</strong> eeuw in<br />
Frankrijk en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n'.? <strong>Het</strong> besef<strong>van</strong> <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> het zelfbeeld<br />
<strong>van</strong> een maatschappij is echter ook een kenmerk <strong>van</strong> zijn één jaar daarvoor<br />
gepubliceer<strong>de</strong> boek over <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis en het maatschappelijke karakter<br />
5 ). Huizinga,'Uit <strong>de</strong> voorgeschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> ons nationaal besef, in: i<strong>de</strong>m, Verzamel<strong>de</strong><br />
Werken 1/ (Haarlem 1948) 97-160.<br />
6 ). Huizinga, 'Over historische levensi<strong>de</strong>alen', in: i<strong>de</strong>m, Verzamel<strong>de</strong> Werken IV (Haarlem<br />
1949) 411-432 (citaten: 412,414).<br />
7 ). Huizinga, 'Herfsttij <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>leeuwen. Studie over levens· en gedachtenvormen<br />
<strong>de</strong>r veertien<strong>de</strong> en vijftien<strong>de</strong> eeuw in Frankrijk en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n', in: i<strong>de</strong>m, Verzamel<strong>de</strong><br />
Werken III (Haarlem 1949) 3-435. De originele tekst is nu weer makkelijk<br />
toegankelijk in: i<strong>de</strong>m, Herfsl/ij <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>leeuwen. Studie over levens- en gedachtenvormen<br />
<strong>de</strong>r veertien<strong>de</strong> en vijftien<strong>de</strong> eeuw in Frankrijk en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, bezorgd<br />
door A. <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Lem (Amsterdam 1997). Zie ook). Tollebeek, 'De Mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
dromen. Huizinga, Herfsl/ij en <strong>de</strong> esthetiek <strong>van</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis', in: i<strong>de</strong>m, De ijkmees/ers.<br />
Opstellen over <strong>de</strong> geschiedschrijving in Ne<strong>de</strong>rland en België (Amsterdam<br />
1994) 179-202.
<strong>Het</strong> <strong>subjectieve</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>geschiedwetenschap</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten <strong>van</strong> Amerika, Mensch en Menigte in Amerika.<br />
De problemen <strong>van</strong> dit soort geschiedschrijving zijn in Herfsttij <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
bijzon<strong>de</strong>r goed zichtbaar. Huizinga gaat uit <strong>van</strong> een eenvoudige<br />
stelling, namelijk dat <strong>de</strong> Renaissance in het noor<strong>de</strong>lijke Europa eer<strong>de</strong>r indicaties<br />
voor een geestlijke verstarring <strong>van</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwse maatschappij<br />
en cultuur vertoon<strong>de</strong> dan <strong>van</strong> een begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne tijd. Hij tekent<br />
een kleurrijk panorama <strong>van</strong> het geestelijk leven in <strong>de</strong> late Mid<strong>de</strong>leeuwen,<br />
<strong>van</strong> kunst en literatuur, godsdienst en hoofse ceremonies - een 'schil<strong>de</strong>rij in<br />
woor<strong>de</strong>n,.8 <strong>Het</strong> boek is een esthetisch genot voor lezers, maar ook een intellectuele<br />
uitdaging. Op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> inhoud waren eigentijdse critici echter<br />
al <strong>van</strong> mening, dat Huizinga 'het zo gewonnen materiaal tot het uiterste<br />
belasten moest, om een zo volledig en scherp beeld te geven,.9 An<strong>de</strong>rs geformuleerd:<br />
'zijn' vijftien<strong>de</strong> eeuw zou geen verband hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> historische<br />
werkelijkheid. Huizinga zelf heeft dit achteraf in die zin gerechtvaardigd, dat<br />
hij niet <strong>van</strong> plan was geweest om een omvatten<strong>de</strong> cultuurgeschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
veertien<strong>de</strong> en vijftien<strong>de</strong> eeuw te schrijven, maar een bewust eenzijdig boek<br />
- geen handboek, maar een interpretatie, zon<strong>de</strong>r ruimte voor bijvoorbeeld<br />
politieke of economische factoren. Als men <strong>de</strong>ze argumentatie accepteert,<br />
rijst echter <strong>de</strong> vraag, in hoeverre een <strong>de</strong>rgelijk 'beeld' <strong>van</strong> een perio<strong>de</strong> nog<br />
toegankelijk is voor historisch-wetenschappelijke kritiek. Moet Herfsttij <strong>de</strong>r<br />
Mid<strong>de</strong>leeuwen uitein<strong>de</strong>lijk alleen maar naar zijn artistieke indruk wor<strong>de</strong>n<br />
beoor<strong>de</strong>eld? Vele contemporaine recensie in e<strong>de</strong>rland en in het buitenland<br />
vertonen een zekere ra<strong>de</strong>loosheid in hun omgang met het boek. In<br />
<strong>de</strong> internationale mediëvistiek werd het geenszins meteen als methodisch<br />
innovatief en vooruitwijzend opgepakt.<br />
Sinds <strong>de</strong> vroege jaren twintig is er in het historisch oeuvre <strong>van</strong> Huizinga<br />
sprake <strong>van</strong> een heroriëntatie op meer traditionele vraagstellingen en vormen<br />
<strong>van</strong> presentatie. De in 1924 verschenen biografie <strong>van</strong> Erasmus, artikelen<br />
over <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse geschie<strong>de</strong>nis in <strong>de</strong> vroegmo<strong>de</strong>rne tijd en tenslotte<br />
zijn boekje over <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse cultuur in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw uit 1932<br />
komen dichter bij <strong>de</strong> traditionele intellectuele geschie<strong>de</strong>nis. Huizinga was<br />
niet in staat om een twee<strong>de</strong> historisch magnum opus te schrijven en in <strong>de</strong><br />
jaren <strong>de</strong>rtig stond <strong>de</strong> actuele cultuurkritiek voorop, <strong>de</strong> 'diagnose <strong>van</strong> het<br />
geestelijk lij<strong>de</strong>n <strong>van</strong> onzen tijd', zoals <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rtitel <strong>van</strong> zijn commercieel<br />
8 F. W. N. Hugenho!tz,'Herfsttij <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>leeuwen 1919-1969', in:). Huizinga, Helfsttij<br />
<strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>leeuwen (Haarlem 1975) xviii.<br />
9 A.). C. Rüter, 'Over Huizinga', in: i<strong>de</strong>m, Historische studies over mens en samenleving<br />
(Assen 1967) 466.<br />
487
488<br />
Strupp<br />
meest succesvolle boek <strong>van</strong> 1935 luidt. JO Deze cultuurkritiek is uit een methodisch<br />
oogpunt min<strong>de</strong>r interessant en verschilt niet veel <strong>van</strong> soortgelijke<br />
publicaties uit <strong>de</strong> jaren tussen <strong>de</strong> wereldoorlogen.<br />
'Cultuur' is een sleutelbegrip dat door Huizinga zelf weinig wordt<br />
geproblematiseerd. Hij gebruikte het naast an<strong>de</strong>re zon<strong>de</strong>r zichzelf in het<br />
begin als cultuurhistoricus of zijn werken als cultuurgeschiedschrijving te<br />
<strong>de</strong>finiëren. Met behulp <strong>van</strong> het e<strong>de</strong>rlandse 'beschaving' kon hij makkelijk<br />
<strong>de</strong> ingewikkel<strong>de</strong> i<strong>de</strong>ologische connotaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> Duitse begrippen 'KuJtur'<br />
en 'Zivilisation' of het Engelse 'culture' en 'civilization' vermij<strong>de</strong>n die in <strong>de</strong><br />
jaren na 1900 <strong>de</strong>el uit maakten <strong>van</strong> <strong>de</strong> politieke en intellectuele gevechten<br />
in Europa. 11 Als Huizinga het in zijn boeken en lezingen over cultuur heeft,<br />
dan gaat het vooral om het karakter of <strong>de</strong> geestelijke gesteldheid <strong>van</strong> een<br />
historische perio<strong>de</strong> en min<strong>de</strong>r om prestaties in kun t, literatu ur of muziek.<br />
Maar uitein<strong>de</strong>lijk is hij met zijn pogingen dit holistisch concept hel<strong>de</strong>r<br />
te <strong>de</strong>finiëren niet veel ver<strong>de</strong>r gekomen dan het beschrijven <strong>van</strong> culturele<br />
elementen, vel<strong>de</strong>n en i<strong>de</strong>eën. Pas in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> zijn cultuurkritiek wordt<br />
'cultuur' theoretisch opgehoogd en verkrijgt het een normatieve dimensie. 12<br />
<strong>Het</strong> i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> cultuur als een bepaald niveau <strong>van</strong> ethisch bewustzijn en<br />
ze<strong>de</strong>lijk han<strong>de</strong>len leidt echter af <strong>van</strong> <strong>de</strong> bruikbaarheid <strong>van</strong> het begrip voor<br />
praktisch historisch on<strong>de</strong>rzoek.<br />
Voor <strong>de</strong> historicus Huizinga is cultuur slechts één <strong>van</strong> ver chillen<strong>de</strong><br />
begrippen die hem in zijn theoretische overwegingen bezighou<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong><br />
vroege jaren twintig peelt tij<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> 'levenspraktische' dimensie <strong>van</strong> het<br />
historisch besef3 een overheersen<strong>de</strong> rol voor hem. In <strong>de</strong>ze context introduceer<strong>de</strong><br />
hij in 1920, in een artikel naar aanleiding <strong>van</strong> plannen tot <strong>de</strong><br />
stichting <strong>van</strong> een e<strong>de</strong>rlands Historisch Museum, voor het eerst het i<strong>de</strong>e<br />
<strong>van</strong> een 'historische sensatie,.14<br />
<strong>Het</strong> is een moeilijk uit te leggen en nauwelijks vertaalbaar begrip. Een<br />
10 J. Huizinga, 'In <strong>de</strong> schaduwen <strong>van</strong> morgen. Een diagnose <strong>van</strong> het geestelijk lij<strong>de</strong>n<br />
<strong>van</strong> onzen tijd', in: i<strong>de</strong>m, Verzamel<strong>de</strong> Werken VII, 313-428.<br />
11 Zie). Fisch, 'Kultur, Zivilisation', in: O. Brunner e.a. (ed.), Geschichtliche Grundbegriffe.<br />
Historisches Lexikon zur politisch-sozialen Sprache in Deutschland 7 (Stuttgart<br />
1992) 679-774.<br />
12 Zie ook W. E. Krul, 'Huizinga's <strong>de</strong>finitie <strong>van</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>ni " in: ). Huizinga, De<br />
taak <strong>de</strong>r cultuurgeschie<strong>de</strong>nis (Groningen 1995) 223-224.<br />
13 Deze formulering is gebaseerd op <strong>de</strong> 'Historik' <strong>van</strong> ). Rüsen, Historische VernunJt.<br />
Gnmdzüge einer Historik I: Die Grundlagen <strong>de</strong>r Geschichtswissenschaft (Göttingen<br />
1983).<br />
14 ). Huizinga, '<strong>Het</strong> historisch museum', in: i<strong>de</strong>m, Verzamel<strong>de</strong> Werken 11,559-569.
<strong>Het</strong> <strong>subjectieve</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>geschiedwetenschap</strong><br />
historische sensatie wordt uitgelokt door dingen uit het verle<strong>de</strong>n zoals een<br />
ou<strong>de</strong> oorkon<strong>de</strong>, een schil<strong>de</strong>rij of gebouw, in principe alles wat een gevoel<br />
<strong>van</strong> 'oudheid' en, als men er überhaupt -letterlijk! - 'gevoelig' voor is, <strong>van</strong><br />
een direct contact met het verle<strong>de</strong>n verschaft. Daarbij gaat het nog niet om<br />
historisch inzicht in wetenschappelijke zin. <strong>Het</strong> is eer<strong>de</strong>r een eerste stap<br />
die tot wetenschappelijke belangstelling voor het verle<strong>de</strong>n kan lei<strong>de</strong>n. Bij<br />
Huizinga zelf is dui<strong>de</strong>lijk dat een <strong>de</strong>rgelijke ervaring vooral door culturele<br />
voorwerpen wordt uitgelokt. Huizinga is op het i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> <strong>de</strong> 'historische sensatie'<br />
in <strong>de</strong>),aren twintig nog teruggekomen zon<strong>de</strong>r haar werking dui<strong>de</strong>lijker<br />
te maken. ' Uitein<strong>de</strong>lijk moet men haar opvatten als een soort metafoor<br />
voor <strong>de</strong> 'historische aanleg' die volgens Huizinga bij ie<strong>de</strong>reen individueel<br />
en in gehele maatschappijen aanwezig is.<br />
In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren twintig hield Huizinga zich weer sterker<br />
met wetenschapstheoretische kwesties bezig. De 'historische vorm' verdrong<br />
daarbij gelei<strong>de</strong>l ijk het'beeld', en - dit is een belangrijke versch uiving - <strong>de</strong>ze<br />
vorm werd nu sterker in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis zelfgezocht. Terwijl in <strong>de</strong> oratie <strong>van</strong><br />
1905 <strong>de</strong> historicus op basis <strong>van</strong> zijn voor teLlingen een beeld <strong>van</strong> het verle<strong>de</strong>n<br />
construeert, is Huizinga nu steeds meer met <strong>de</strong> vraag bezig ofer oorspronkelijke<br />
historische vormen in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis zelfaanwezig zijn en hoe <strong>de</strong>ze<br />
vormen te begrijpen zijn. In <strong>de</strong> vroege jaren veertig culmineert dit, ook on<strong>de</strong>r<br />
<strong>de</strong> indruk <strong>van</strong> <strong>de</strong> actuele politieke gebeurtenissen, in zijn klacht over het<br />
vormverlies <strong>van</strong> <strong>de</strong> jongste geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong>af circa 1820, een 'vormverlies'<br />
dat voor hem ook het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> cultuurgeschiedschrijving betekent. 16 In<br />
verband met het probleem <strong>van</strong> <strong>de</strong> vorm ging Huizinga opnieuw ook met<br />
Duitse wetenschapstheoretische werken in <strong>de</strong>bat en <strong>van</strong> groot belang waren<br />
<strong>de</strong> schriftelijke en persoonlijke contacten met <strong>de</strong> literatuurwetenschapper<br />
André JoLies in Leipzig. Jolles, een vriend <strong>van</strong> Huizinga, publiceer<strong>de</strong> in 1930<br />
met zijn boek Einfache Formen over negen literaire standaardvormen, een<br />
tot <strong>de</strong> dag <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag bruikbare voorloper <strong>van</strong> structuralistische literatuurwetenschap.<br />
Jolles ging er <strong>van</strong>uit dat geschie<strong>de</strong>nis net als literatuur niet<br />
zon<strong>de</strong>r taalkundig-literaire patronen een betekenjs kan verkrijgen. Huizinga<br />
<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze mening niet, maar een systematische in<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> historische<br />
vormen buiten hun taalkundige structuur is hem nooit gelukt. Zo formuleer<strong>de</strong><br />
hij in zijn college over <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen in 1927: 'Om een cultuur<br />
15 J, Huizinga, 'De taak <strong>de</strong>r cultuurgeschie<strong>de</strong>nis', in: i<strong>de</strong>m, Verzamel<strong>de</strong> Werken VII,<br />
69-73.<br />
16 J. Huizinga,'Over vormveran<strong>de</strong>ring in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis', in: i<strong>de</strong>m, Verzamel<strong>de</strong> Werken<br />
VII, 192-206.<br />
489
Strupp<br />
Literatuurwetenschapper André jolles, auteur <strong>van</strong><br />
Einfache Fom/en. Uit: Anton <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Lem. johan<br />
HI/izinga (Amsterdam 1993).<br />
te leeren kennen uitgaan <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
vormen waarin zij zich zelf zag:<br />
<strong>de</strong> soc. begrippen en vormen, <strong>de</strong><br />
lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n. - zoek <strong>de</strong><br />
(cultureele) elementen, krachten,<br />
factoren, figuren: 17<br />
Maar hoe<br />
moet men <strong>de</strong> sociale begrippen<br />
<strong>van</strong> een tijdperk vastleggen? Wat<br />
zijn culturele elementen en hoe<br />
nemen culturele krachten een<br />
concrete gestalte aan? Huizinga<br />
had geen dui<strong>de</strong>lijk antwoord<br />
op <strong>de</strong>ze vragen en potentiële<br />
hulpwetenschappen die in <strong>de</strong>ze<br />
tijd eveneens met het probleem<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> vorm bezig waren, zoals<br />
psychologie of sociologie, bezag<br />
hij kritisch.<br />
In 1938 verscheen met Homo<br />
Lu<strong>de</strong>ns het laatste grote histori<br />
sche boek <strong>van</strong> Hujzinga.ln zekere zin i het een samenvatting <strong>van</strong> historische<br />
en theoretische motieven uit zijn werk en naast Herfsttij <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
zeker het bekendste <strong>van</strong> zijn boeken. <strong>Het</strong> probleem <strong>van</strong> <strong>de</strong> vorm krijgt een<br />
nieuw perspectief, want zijn poging tot een
<strong>Het</strong> <strong>subjectieve</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>geschiedwetenschap</strong><br />
<strong>Het</strong> valt niet mee om Huizinga met dit concept <strong>van</strong> cultuurgeschie<strong>de</strong>nis<br />
binnen <strong>de</strong> historiografie te plaatsen. Zon<strong>de</strong>r twijfel is er sprake <strong>van</strong> een<br />
dui<strong>de</strong>lijk verschil met werken uit <strong>de</strong> klassieke politieke of economische<br />
geschie<strong>de</strong>nis. Huizinga's boeken hebben geen narratieve structuur en vertellen<br />
geen lineair verhaal. Ze zijn ook niet 'populair' geschreven zoals <strong>de</strong><br />
Duitse cultuurgeschie<strong>de</strong>nissen uit <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw. 'Vernieuwers' zoals<br />
Marc Bloch en Lucien Febvre in Frankrijk, Fre<strong>de</strong>rick Jackson Turner of<br />
Charles Beard in Amerika, en ook <strong>de</strong> tegenwoordig zeer omstre<strong>de</strong>n Duitse<br />
'Volksgeschichte', verschillen niet alleen door hun keuze <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rwerpen<br />
<strong>van</strong> Huizinga, maar vooral door hun weten chappelijke motivatie.<br />
Huizinga's werken hebben nauwelijks programmatische pretenties, maar<br />
zijn het resultaat <strong>van</strong> een intuïtieve, directe relatie met het verle<strong>de</strong>n. Hijzelf<br />
heeft het ooit als 'een zweven over <strong>de</strong> tuinen <strong>van</strong> <strong>de</strong>n geest' gekarakteriseerd.<br />
'Scherp omlijn<strong>de</strong> nieuwe formules aanbie<strong>de</strong>n voor ou<strong>de</strong> is mijn zaak niet.<br />
Lei<strong>de</strong>rschap heb ik nooi t gezocht .. .'.19 Zowel zijn theoretische geschriften als<br />
ook <strong>de</strong> historische studies zijn documenten <strong>van</strong> een zoektocht, getuigen <strong>van</strong><br />
een geestelijke discussie met het verle<strong>de</strong>n en zijn functie voor het individu<br />
en <strong>de</strong> maatschappij. Een uitgewerkte 'theorie <strong>van</strong> <strong>de</strong> cultuurgeschie<strong>de</strong>nis'<br />
bevatten ze niet. Wie zijn theoretische geschriften in chronologische volgor<strong>de</strong><br />
en in samenhang met zijn historische studies leest, zal het een boeien<strong>de</strong><br />
intellectuele ervaring vin<strong>de</strong>n om zich in zijn verschillen<strong>de</strong> perspectieven in<br />
te leven. Als men echter <strong>de</strong>ze 'geïndividualiseer<strong>de</strong>' interpretatie <strong>van</strong> zijn werk<br />
accepteert, laat Huizinga zich niet achteraf schematisch als 'va<strong>de</strong>r' <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
mentaliteitsgeschie<strong>de</strong>nis ofan<strong>de</strong>re mo<strong>de</strong>rne cultuurhistorische stromingen<br />
toe-eigenen. In <strong>de</strong> eerste <strong>de</strong>cennia na <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog was <strong>de</strong> vraag<br />
naar <strong>de</strong> wetenschappelijke actualiteit <strong>van</strong> Huizinga, dat wil zeggen naar <strong>de</strong><br />
bruikbaarheid <strong>van</strong> zijn i<strong>de</strong>eën voor concreet historisch on<strong>de</strong>rzoek, ook<br />
internationaal maar zel<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Zelfs in Ne<strong>de</strong>rland was in<strong>de</strong>rtijd<br />
geen sprake <strong>van</strong> een kritische discussie over zijn oeuvre. 'Mo<strong>de</strong>rne' sociaalhistorisch<br />
geïnteresseer<strong>de</strong> historici zetten zich tegen hem af. Hij gold al<br />
klassiek auteur en dit was niet als compliment bedoeld. lo<br />
De he<strong>de</strong>ndaagse geschiedschrijving staat heel dui<strong>de</strong>lijk in het teken <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
cultuur. De opbloei <strong>van</strong> cultuur als <strong>geschiedwetenschap</strong>pelijke categorie<br />
en als 'leidmotief' in <strong>de</strong> geestes- en sociale wetenschappen algemeen is een<br />
19 Huizinga, 'Mijn weg tot <strong>de</strong> historie', 41; i<strong>de</strong>m, 'De wetenschap <strong>de</strong>r geschie<strong>de</strong>nis/<br />
Aanhangsel', in: i<strong>de</strong>m, Verzamel<strong>de</strong> Werken VII, 172.<br />
20 Strupp,]ohan Huizinga, 280-287.<br />
491
<strong>Het</strong> <strong>subjectieve</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>geschiedwetenschap</strong><br />
en hun <strong>subjectieve</strong> ervaring, om <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> buitenwereld en haar<br />
interpretatie door een enkeling of een hele groep. De vertegenwoordigers<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze richting- inAmerika misschien Robert Darnton of atalie Zemon<br />
Davis, in Ne<strong>de</strong>rland prominent Willem Frijhoff <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vrije Universiteit,<br />
in Duitsland Richard <strong>van</strong> Dülmen uit Saarbrücken - zijn op zoek naar<br />
inzichten buiten het bestek <strong>van</strong> <strong>de</strong> sociale geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren zestig<br />
en zeventig met haar fixatie op abstracte maatschappelijke krachten en<br />
structuren.<br />
Daarnaast is vooral in Amerika een nieuwe vorm <strong>van</strong> 'Intellectual<br />
History' <strong>van</strong> belang, vertegenwoordigd bijvoorbeeld door <strong>de</strong> werken <strong>van</strong><br />
Dominick LaCapra of Lynn Hunt. Zij recipiëren ook literatuur- en taalwetenschappelijke<br />
theorieën uit <strong>de</strong> laatste <strong>de</strong>cennia. Cultuur wordt hier<br />
begrepen in een abstract-metaforische zin als tekst of systeem <strong>van</strong> tekens<br />
met een zelfreferentieel karakter, dat nauwelijks op een daarachter liggen<strong>de</strong><br />
historische werkelijkheid kan wor<strong>de</strong>n betrokken. Hun aanzet verschilt nog<br />
sterker <strong>van</strong> <strong>de</strong> klassieke concepten <strong>van</strong> cultuurgeschie<strong>de</strong>nis uit <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />
en vroege twintigste eeuw dan <strong>de</strong> antropologische richting.<br />
Hoe is nu <strong>de</strong> standplaats <strong>van</strong> iemand als Johan Huizinga in <strong>de</strong>ze ontwikkelingen<br />
te bepalen? Ten eerste kan men zich afvragen in hoeverre Huizinga<br />
- methodologisch of door zijn thema's <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoek - weer meer wordt<br />
gerecipieerd, met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, of en waar heel concreet sporen <strong>van</strong><br />
zijn werk in he<strong>de</strong>ndaagse cultuurhistorische boeken zichtbaar zijn. Ten<br />
twee<strong>de</strong> rijst <strong>de</strong> vraag of het werk <strong>van</strong> Huizinga dimensies bevat die tot<br />
nu toe te weinig aandacht hebben gekregen maar voor cultuurhistorisch<br />
on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> waar<strong>de</strong> zou<strong>de</strong>n kunnen zijn en een belangrijke rol voor <strong>de</strong><br />
tegenwoordige historiografische discussie zou<strong>de</strong>n kunnen spelen. Tenslotte<br />
is het interessant om te kijken of er verschuivingen in <strong>de</strong> interpretatie <strong>van</strong><br />
zijn concept <strong>van</strong> cultuurgeschie<strong>de</strong>nis zijn die door actuele ontwikkelingen<br />
zijn gemotiveerd. Gezien <strong>de</strong> hierboven beschreven - soms vage - noties<br />
<strong>van</strong> Huizinga en <strong>de</strong> heterogeniteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne concepten kan ik in het<br />
navolgen<strong>de</strong> op dit punt slechts enkele losse overwegingen bie<strong>de</strong>n.<br />
De balans <strong>van</strong> <strong>de</strong> concrete methodologische en inhou<strong>de</strong>lijke receptie<br />
<strong>van</strong> Huizinga in <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagse cultuurgeschiedschrijving valt beschei<strong>de</strong>n<br />
uit. Buiten Ne<strong>de</strong>rland zijn er, voor zover ik zie, geen historici die met hun<br />
concepten <strong>van</strong> cultuurgeschie<strong>de</strong>nis expliciet naar hem verwijzen. <strong>Het</strong> blijft<br />
beperkt tot korte referenties. <strong>Het</strong> werk <strong>van</strong> Huizinga onttrekt zich ook om<br />
<strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen aan een pragmatisch'gebruik'. Zijn cul tuurhistorische<br />
493
494<br />
Strupp<br />
'beel<strong>de</strong>n' blijven al geheel bestaan, maar vormen nauwelijks een vertrekpunt<br />
voor on<strong>de</strong>rzoek, evenmin als zijn individueel gevorm<strong>de</strong> theoretische<br />
i<strong>de</strong>eën. Wel zijn er verban<strong>de</strong>n te leggen tussen zijn begrip <strong>van</strong> cultuur en<br />
<strong>de</strong> antropologisch gefun<strong>de</strong>er<strong>de</strong> cultuurgeschiedschrijving <strong>van</strong> nu. Een<br />
<strong>de</strong>finitie zoals Richard <strong>van</strong> Dülmen haar hanteert - in zijn ogen moet cultuur<br />
niet als geïsoleer<strong>de</strong> sfeer wor<strong>de</strong>n begrepen maar als 'Gestaltungskraft<br />
<strong>de</strong>s Lebens' en dient <strong>de</strong> cultuurgeschie<strong>de</strong>nis 'die Wahrnehmungsweise,<br />
GefuWswelt, die Subjektivität <strong>de</strong>s Menschen,25 te behan<strong>de</strong>len - is niet ver<br />
verwij<strong>de</strong>rd <strong>van</strong> Huizinga.<br />
De he<strong>de</strong>ndaagse cultuurgeschie<strong>de</strong>nis is echter min<strong>de</strong>r holistisch dan<br />
<strong>de</strong> 'cultuurbeel<strong>de</strong>n' <strong>van</strong> Huizinga. Zo begrijpt Willem Frijhoff cultuur als<br />
een netwerk <strong>van</strong> relaties,<br />
'een voortdurend wisselend samenspel <strong>van</strong> specifieke, mens-, groeps- en<br />
situatiegebon<strong>de</strong>n relaties die een respons vormen op <strong>de</strong> impulsen die <strong>van</strong><br />
an<strong>de</strong>re mensen, groepen en situaties uitgaan en die daardoor netwerken<br />
<strong>van</strong> solidariteit, <strong>van</strong> voorstelJingswerel<strong>de</strong>n en waar<strong>de</strong>n doen ontstaan die<br />
gemeenschappelijk zijn aan groepen, regio's, lan<strong>de</strong>n, continenten, eventueel<br />
<strong>de</strong> mensheid in haar geheel,.26<br />
Net als bijvoorbeeld Peter Burke pleit ook Frijhoff voor on<strong>de</strong>rzoek naar<br />
cultuur als 'eenheid in verschei<strong>de</strong>nheid', buiten <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> discussies omtrent<br />
volkscultuur en elitecultuur. 27<br />
Frijhoff heeft dit methodologische concept in een monumentaal<br />
boek over het leven <strong>van</strong> het weeskind Evert Willemszoon in <strong>de</strong> praktijk<br />
gebracht. 28<br />
<strong>Het</strong> leven <strong>van</strong> <strong>de</strong> jongen is schaars gedocumenteerd. Geboren<br />
1607 in Woer<strong>de</strong>n, viel hij op door religieuze visoenen, kon een opleiding<br />
als predikant volgen en was na een intermezzo in Guinee in West-Afrika<br />
<strong>van</strong>af 1633 tot aan zijn overlij<strong>de</strong>n in 1647 in Nieuw-Amsterdam werkzaam.<br />
25 R. <strong>van</strong> Dülmen, 'Historische Kulturforschung zur Frühen euzeit. EntwickJung<br />
- Probleme - Aufgaben', Geschichte und Gesellschaft 21 (1995) 420-421.<br />
26 W. Frijhoff, Cultuur, mentaliteit: illusies <strong>van</strong> elites? (Nijmegen 1984) 30-31; zie ook<br />
recent W. Frijhoff, 'Toe-eigening als vorm <strong>van</strong> culturele dynamiek', Volkskun<strong>de</strong> 104<br />
(2003) 3-17.<br />
27 W. Frijhoff,' e<strong>de</strong>rlandse cultuur als object <strong>van</strong> geschiedschrijving. Een onmogelijke<br />
opgave?' Ons Elf<strong>de</strong>el 37 (1994) 89. Zie als korte inleiding in het concept <strong>van</strong><br />
Burke: ). <strong>de</strong> Boer en Th. <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Keuken, 'Peter Burke op glad ijs. Volk en elite in <strong>de</strong><br />
geschiedschrijving', Skript 15 (1993) 359-366 .<br />
28 W. Frijhoff, Wegen <strong>van</strong> Ever! Willemsz. Een Hollands weeskind op zoek naar zichzelf<br />
1607-1647 ( ijmegen 1995).
<strong>Het</strong> <strong>subjectieve</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>geschiedwetenschap</strong><br />
Huizinga aan hel werk. Uit: Léon Hanssen, HlIizillga ell <strong>de</strong> troosl <strong>van</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis. Verbee/dillg en re<strong>de</strong><br />
(Meppel 1996).<br />
Deze biografie gebruikt Frijhoffals vertrekpunt voor breed on<strong>de</strong>rzoek naar<br />
<strong>de</strong> vroegmo<strong>de</strong>rne culturele en sociale 'vel<strong>de</strong>n' die Evert omgaven. Cultuur<br />
verschijnt als een proces <strong>van</strong> interactie tussen enkelingen en groepen die uit<br />
een repertoire <strong>van</strong> vorm- en betekeniselementen die kozen, die voor hun<br />
persoonlijke ontwikkeling bruikbaar bleken, op <strong>de</strong>ze elementen hun eigen<br />
stempel drukten varieer<strong>de</strong>n om ze tenslotte aan het gemeenschappelijke<br />
veld terug te geven.<br />
De acceptatie <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> begrippen <strong>van</strong> cultuur door verschillen<strong>de</strong><br />
sociale groepen binnen één tijdperk, net als <strong>de</strong> beperkte geografische<br />
en sociale gebie<strong>de</strong>n, staan voor dimensies <strong>van</strong> een antropologisch georiënteer<strong>de</strong><br />
cultuurgeschie<strong>de</strong>nis die met Huizinga's concept nauwelijks nog overeenkomsten<br />
vertoont - zowel <strong>van</strong> zijn historisch-pragmatisch begrip <strong>van</strong><br />
495
496<br />
Strupp<br />
cultuur als ook <strong>van</strong> het normatieve. Dat Frijhoff met zijn boek een jongen<br />
uit het volk als on<strong>de</strong>rwerp voor weten chappelijk on<strong>de</strong>rzoek kon kiezen,<br />
maakt ver<strong>de</strong>r dui<strong>de</strong>lijk dat er tegenwoordig an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rwerpen mogelijk<br />
zijn en historici heel an<strong>de</strong>re soorten <strong>van</strong> bronnen belangrijk vin<strong>de</strong>n. De<br />
resultaten <strong>van</strong> het grote 'I]kpuntproject' <strong>van</strong> NWO over 'Ne<strong>de</strong>rlandse cultuur<br />
in Europese context' uit <strong>de</strong> jaren negentig geven een goe<strong>de</strong> indruk <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong>ze ontwikkelingen. Politieke 'discour " 'bestuurscultuur', jeugdcultuur,<br />
feesten, consumptiecultuur of <strong>de</strong> cultuur <strong>van</strong> het boek en <strong>van</strong> <strong>de</strong> historische<br />
herinnering - op tal <strong>van</strong> gebie<strong>de</strong>n gaat het over on<strong>de</strong>rwerpen die<br />
in <strong>de</strong> klassieke cultuurgeschiedschrijving zó geen aandacht kregen, ook al<br />
bleef <strong>de</strong> bestuursgroep aan het i<strong>de</strong>aal <strong>van</strong> een cultuurhistorische synthese<br />
vasthou<strong>de</strong>n. 29<br />
Zo zijn er tenminste nog sporen te vin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> vraagstellingen<br />
die Huizinga bezighiel<strong>de</strong>n, net al bijvoorbeeld in <strong>de</strong> boeken over <strong>de</strong><br />
laatmid<strong>de</strong>leeuw een vroegmo<strong>de</strong>rne Ne<strong>de</strong>rland e hof- en stadscultuur <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> neerlandici Frits <strong>van</strong> Oostrom en Herman Pleij.30<br />
In Duitsland zijn er tot nu toe nauwelijks boeken verschenen die op een<br />
soortgelijke manier <strong>de</strong>tailon<strong>de</strong>rzoek met gedurf<strong>de</strong> cultuurhistorische herinterpretatie<br />
verbin<strong>de</strong>n en een mo<strong>de</strong>l voor toekomstig on<strong>de</strong>rzoek zou<strong>de</strong>n<br />
kunnen zijn, ondanks het succes <strong>van</strong> enkele meer gespecialiseer<strong>de</strong> studies. 31<br />
<strong>Het</strong> blijft wachten op het 'grote' cultuurhistorische boek maar het zou best<br />
wel kunnen zijn dat in grote en inmid<strong>de</strong>ls tamelijk onoverzichtelijke disciplines<br />
zoals <strong>de</strong> Duitse en meer nog <strong>de</strong> Angelsaksische <strong>geschiedwetenschap</strong><br />
zoiets niet eens meer mogelijk is.<br />
De ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>geschiedwetenschap</strong> sinds <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog<br />
staat <strong>de</strong> opkomst <strong>van</strong> historici zoals Huizinga en het ontstaan <strong>van</strong><br />
boeken zoals Herfsttij <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>leeuwen niet alleen in Duitsland in <strong>de</strong> weg.<br />
Een vroege en veel ver<strong>de</strong>r gaan<strong>de</strong> specialisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten geschie<strong>de</strong>nis<br />
- iets dat Huizinga al in 1920 bij <strong>de</strong> hervorming <strong>van</strong> het Aca<strong>de</strong>misch<br />
29 Zie alleen maar D. Fokkema en F. Grijzenhout (ed.), Ne<strong>de</strong>rlandse cultuur in Europese<br />
context 1650-2000. Rekenschap (Den Haag 2001), en <strong>de</strong> balans bij E. Jonker,<br />
'IJkpunten in hun hermeneutische context', in: Tijdschrift voor Geschie<strong>de</strong>nis 115<br />
(2002) 423-433.<br />
30 Zie hierover eh. Strupp, 'Der lange Schatten Johan Huizingas. eue Ansätze <strong>de</strong>r<br />
Kulturgeschichtsschreibung in <strong>de</strong>n ie<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n', Geschichte und Gesel/schaft 23<br />
( 1997) 56-64.<br />
31 Ik noem alleen maar <strong>de</strong> studie <strong>van</strong> U. Frevert, Ehremnänner. Das Duel/ in <strong>de</strong>r bürgerlichen<br />
Gesel/schaft (München 1991), en het meer recente heel positiefont<strong>van</strong>gen<br />
boek <strong>van</strong> r. Paulmann, Pomp und Politik. Monarchenbegegnungen in Europa zwischen<br />
Ancien Regime und Erstem Weltkrieg (Pa<strong>de</strong>rborn 2000).
<strong>Het</strong> <strong>subjectieve</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>geschiedwetenschap</strong><br />
statuut probeer<strong>de</strong> te voorkomen 32 - laat niet veel ruimte voor impulsen<br />
uit an<strong>de</strong>re sub-disciplines <strong>van</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis, om maar te zwijgen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
letteren, economie, rechten enz. En een historicus die op basis <strong>van</strong> één wat<br />
uitgebrei<strong>de</strong>r artikel een historische leerstoel verkrijgt en in <strong>de</strong> eerste jaren<br />
na zijn beroeping behalve recensies en korte voordrachten niets publiceert<br />
- toen Huizinga zijn 'tijd <strong>van</strong> rijping' als historicus had afgesloten en <strong>van</strong>af<br />
1914 met <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> universiteit <strong>van</strong> Groningen in <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />
eeuw, het eerste boek over Amerika en Herfsttij <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
boeken <strong>van</strong> zijn hand begonnen te verschijnen had hij <strong>de</strong> veertig gepasseerd<br />
- is nu helemaal niet meer voorstelbaar. De vermeer<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> het aantal<br />
wetenschappelijk werkzame historici, <strong>de</strong> exponentiele groei <strong>van</strong> boekpublicaties<br />
en vaktijdschriften, <strong>de</strong> conferenties, gespecialiseer<strong>de</strong> werkgroepen<br />
en vakverenigingen hebben tot een versplintering <strong>van</strong> <strong>de</strong> discipline als een<br />
geheel en een gestroomlijn<strong>de</strong> carrière voor <strong>de</strong> individuele historicus geleidt.<br />
De Duitse historicus Imanuel Geiss heeft al in 1981 gepleidt voor het behoud<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> 'innere Einheit' <strong>van</strong> het vak geschie<strong>de</strong>nis en voor een fase <strong>van</strong> consoli<strong>de</strong>ring<br />
<strong>van</strong> het recent geaccumuleer<strong>de</strong> weten. 33 Dit is dui<strong>de</strong>lijk niet gebeurd<br />
en zal alleen al met het oog op <strong>de</strong> wetenschappelijke banenmarkt ook in <strong>de</strong><br />
toekomst niet gebeuren. <strong>Het</strong> heeft weinig zin om daarover te klagen, want<br />
<strong>de</strong>ze ontwikkeling is toch niet te keren en natuurlijk heeft <strong>de</strong> verwetenschappelijking<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis ook positieve gevolgen gehad.<br />
Huizinga en zijn manier <strong>van</strong> geschiedschrijving herinneren echter aan<br />
<strong>de</strong> verliezen <strong>van</strong> het proces <strong>van</strong> professionalisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>geschiedwetenschap</strong>.<br />
Gezien het gebrek aan nieuwe 'cultuurhistorici grote_stij1'34 is<br />
het misschien juist een <strong>van</strong> zijn belangrijkste functies als een punt <strong>van</strong><br />
referentie voor <strong>de</strong> discipline als geheel te dienen. Misschien zijn on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
tegenwoordige voorwaar<strong>de</strong>n <strong>de</strong> boeken <strong>van</strong> klassieke auteurs zoals Huizinga<br />
32 Universiteitsbibliotheek Lei<strong>de</strong>n, Afd. Westerse handschriften, Archieven <strong>van</strong> Senaat<br />
en Faculteiten <strong>de</strong>r Leidsche Universiteit, DB 1,3, 1918-1922/6 (35-39): Memorandum<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Letteren voor <strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijsraad, 12-7-1920, <strong>van</strong> Huizinga<br />
geredigeerd: '<strong>Het</strong> is ongewenscht, dat <strong>de</strong> aspirant historicus zich <strong>van</strong> aan<strong>van</strong>g af<br />
bepaalt tot <strong>de</strong> historische vakken in engeren zin.'<br />
33 1. Geiss, 'Die hausgemachte Bildungskatastrophe', in: H. A. Glaser (ed.), Hochschulreform<br />
- und was nun? Berichte, Glossen, Perspektiven (Frankfurt am Main 1981)<br />
191-202 (citaten 199-200). Zie ook <strong>de</strong> opmerkingen over <strong>de</strong> <strong>geschiedwetenschap</strong>pelijke<br />
overproductie bij F. R. Ankersmit,'Tegen <strong>de</strong> verwetenschappelijking <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
geschiedbeoefening', in: F. <strong>van</strong> Besouwe. a. (ed.), Balans en perspectief Visies op <strong>de</strong><br />
<strong>geschiedwetenschap</strong> in Ne<strong>de</strong>rland (Groningen 1987) 55-72.<br />
34 A. M. <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Wou<strong>de</strong>, De 'nieuwe geschie<strong>de</strong>nis' in een nieuwe gedaante, in: Algemene<br />
Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, vol. 5 (Bussum 1980) 11.<br />
497
Strupp<br />
het makkelijkst in staat om Mediëvisten, historici <strong>van</strong> <strong>de</strong> vroegmo<strong>de</strong>rne<br />
tijd, Amerikanisten of historici die zich met contemporaine geschie<strong>de</strong>nis<br />
bezig hou<strong>de</strong>n in gesprek te brengen.<br />
Dit leidt tot <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> vraag, in hoeverre Huizinga een grotere rol in<br />
he<strong>de</strong>ndaagse cultuurhistorische discussies zou kunnen spelen. Met het oog<br />
op <strong>de</strong> methodologische aspecten <strong>van</strong> zijn werk valt het antwoord voor<br />
mij terughou<strong>de</strong>nd uit. Wel draaien juist in Duitsland veel <strong>van</strong> <strong>de</strong> recente<br />
discussies rond theoretische concepten <strong>van</strong> ou<strong>de</strong> en jonge, historische en<br />
an<strong>de</strong>re klassieke auteurs, <strong>van</strong> Burckhardt via Warburg en Max Weber tot<br />
Gramsci, Bourdieu, Geertz, Foucault of Luhmann. Friedrich Jaeger, een<br />
leerling <strong>van</strong> <strong>de</strong> geschiedtheoreticus Jörn Rüsen, heeft bijvoorbeeld herhaal<strong>de</strong>lijk<br />
gepleit voor een 'actualisering' <strong>van</strong> het cultuurbegrip <strong>van</strong> Max<br />
Weber en daarbij bewust een overinterpretatie <strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> elementen<br />
<strong>van</strong> zijn werk geaccepteerd. 35<br />
Bij een auteur zoals Weber die <strong>van</strong> begin af<br />
op methodologische werking gericht was zal dit een mogelijke vorm <strong>van</strong><br />
receptie kunnen zijn. Huizinga lijkt er weinig geschikt voor te zijn. Gezien<br />
het individuele karakter <strong>van</strong> zijn overwegingen over cultuur en geschiedschrijving<br />
zou het resultaat bijna onvermij<strong>de</strong>lijk een abstracte theorie zijn<br />
die nauwelijks nog verband zou hou<strong>de</strong>n met het werk <strong>van</strong> Huizinga zelf.<br />
Er zijn ook maar weinig geslaag<strong>de</strong> historiografische voorbeel<strong>de</strong>n die <strong>de</strong><br />
empirische vruch tbaarheid <strong>van</strong> zulke opzetten laten zien. Meestal blijft het<br />
beperkt tot eclectische impulsen.<br />
Niettemin zijn er aspecten, welke men <strong>van</strong> <strong>de</strong> intuïtieve geschiedschrijving<br />
<strong>van</strong> Huizinga in tegenstelling tot zijn tijdsgenoten zou kunnen oppakken:<br />
het bewustzijn voor <strong>de</strong> <strong>geschiedwetenschap</strong>peJijke rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> het<br />
<strong>de</strong>nken en voelen <strong>van</strong> mensen uit het verle<strong>de</strong>n en voor mogelijkhe<strong>de</strong>n om<br />
daar op een <strong>geschiedwetenschap</strong>pelijk verantwoor<strong>de</strong> manier on<strong>de</strong>rzoek naar<br />
te doen. Daarnaast had Huizinga oog voor <strong>de</strong> samenhang <strong>van</strong> wetenschappelijke<br />
vraagstellingen en maatschappelijke ontwikkelingen en ook voor<br />
bepaal<strong>de</strong> grenzen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijheid <strong>van</strong> interpretatie. Hij wees kortom op <strong>de</strong><br />
ethische verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>geschiedwetenschap</strong>per. Ver<strong>de</strong>r valJen<br />
nog op zijn nieuwsgierigheid naar en bre<strong>de</strong> belangstelling voor verwante<br />
wetenschappen zoals kunstwetenschap of antropologie: voor interdisci-<br />
35 F. Jaeger, Bürgerliche Mo<strong>de</strong>rnisierungskrise und historische Sinnbildung. Kulturgeschichte<br />
bei Droysen, Burckhardt und Max Weber (Göttingen 1994) 28-29; i<strong>de</strong>m,<br />
'Der Kulturbegriff im Werk Max Webers und seine Be<strong>de</strong>utung für eine mo<strong>de</strong>rne<br />
Kulturgeschichte', Geschichte und Gesel/schaft 18 (1992) 371-393.<br />
498
<strong>Het</strong> <strong>subjectieve</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>geschiedwetenschap</strong><br />
plinariteit dus. Deze i<strong>de</strong>eën zou<strong>de</strong>n <strong>van</strong>daag <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> historiografische<br />
mainstream moeten zijn, maar het kan zeker geen kwaad er <strong>van</strong> tijd tot tijd<br />
nog eens aan te herinneren.<br />
Ver<strong>de</strong>r zijn er <strong>de</strong> boeken zelf. Anton <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Lem, <strong>de</strong> beste kenner <strong>van</strong> het<br />
Huizinga-archiefin Lei<strong>de</strong>n, schreefooit <strong>de</strong> fascinatie <strong>van</strong> Huizinga voor hem<br />
in een radio-interview toe aan '<strong>de</strong> geweldige kennis en <strong>de</strong> manier waarop<br />
het gezegd is'. <strong>Het</strong> beklemtonen <strong>van</strong> <strong>de</strong> esthetische kwaliteit <strong>van</strong> Huizinga's<br />
werken lijkt op het eerste gezicht banaal, maar aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant: 'What<br />
books do survive to give good reading more than seventy-five years after<br />
their first appearance?,36 Boeken te schrijven die op basis <strong>van</strong> hun literaire<br />
kwaliteit en hun visie boven <strong>de</strong> methodische en inhou<strong>de</strong>lijke mo<strong>de</strong>s <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> dag leesbaar en lezenswaard blijven, is misschien <strong>de</strong> grootste prestatie<br />
<strong>van</strong> een historicus. Uitein<strong>de</strong>lijk zijn het <strong>de</strong>ze boeken die buiten <strong>de</strong> nauwe<br />
grenzen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakwereld wor<strong>de</strong>n opgemerkt en op die manier bijdragen<br />
tot <strong>de</strong> maatschappelijke functie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>geschiedwetenschap</strong>. In dit opzicht<br />
kan Huizinga als weinig an<strong>de</strong>re historici uit zijn tijd een bron <strong>van</strong> inspiratie<br />
zijn, in het bijzon<strong>de</strong>r juist voor <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne cultuurgeschie<strong>de</strong>nis.<br />
Tenslotte blijft <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> repercussies <strong>van</strong> <strong>de</strong> contemporaine discussie<br />
over cultuurgeschie<strong>de</strong>ni voor het beeld <strong>van</strong> Huizinga en zijn werk.<br />
<strong>Het</strong> is zon<strong>de</strong>r meer dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> recente belangstelling voor hem in <strong>de</strong><br />
historiografie zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze achtergrond niet mogelijk zou zijn geweest. De<br />
publicatie <strong>van</strong> zijn briefwisseling, <strong>de</strong> Amerikaanse hervertaling <strong>van</strong> Herfsttij<br />
<strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>leeuwen (1996) of <strong>de</strong> stichting <strong>van</strong> het Huizinga-Instituut zou<strong>de</strong>n<br />
in <strong>de</strong> jaren zestig of zeventig nooit zijn gebeurd. Toen beland<strong>de</strong>n zijn<br />
Verzamel<strong>de</strong> Werken in <strong>de</strong> ramsj, <strong>van</strong>daag staan ze in <strong>de</strong> etalages <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
prominente antiquariaten. Wat <strong>de</strong> interpretatie <strong>van</strong> zijn boeken betreft laat<br />
<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne cultuurgeschiedschrijving op het eerste gezicht echter vooral<br />
<strong>de</strong> zwakke kanten <strong>van</strong> zijn werk zien. Er is het holistische i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> <strong>de</strong> 'cultuur<br />
<strong>van</strong> een tijdperk'. Daarnaast valt <strong>de</strong> selectie <strong>van</strong> bronnen op die aan<br />
<strong>de</strong> ene kant weliswaar afreken<strong>de</strong> met <strong>de</strong> eenzijdige fixatie op oorkon<strong>de</strong>n<br />
<strong>van</strong> Duitse historici, juist bij <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwse geschie<strong>de</strong>nis, maar aan <strong>de</strong><br />
an<strong>de</strong>re kant toch sterk beperkt bleef tot bewijzen <strong>van</strong> elitecultuur. Ook in<br />
<strong>de</strong> geschiedschrijving <strong>van</strong> en vooral in zijn beschouwingen over <strong>de</strong> cultuur<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> twintigste eeuw nam Huizinga vaak een elitair perspectiefin. Tegen<br />
<strong>de</strong> achtergrond <strong>van</strong> <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagse historiografie wor<strong>de</strong>n die bezwaren<br />
bijzon<strong>de</strong>r dui<strong>de</strong>lijk zichtbaar.<br />
36 D. G. Shaw, 'Huizinga's Timeliness', History al1d Theory 37 (1998) 245.<br />
499
500<br />
5trupp<br />
Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant is er sprake <strong>van</strong> een herwaar<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>subjectieve</strong>,<br />
individueel gemotiveer<strong>de</strong> elementen <strong>van</strong> Huizinga's concept <strong>van</strong><br />
geschie<strong>de</strong>nis. Een begrip als 'historische sensatie' is niet langer een uitgangspunt<br />
voor critici om hem als wereldvreem<strong>de</strong> geleer<strong>de</strong> op <strong>de</strong> ivoren toren<br />
af te schil<strong>de</strong>ren. Vandaag is het een i<strong>de</strong>e dat overeenkomt met belangrijke<br />
actuele geschiedtheoretische opzetten en bijvoorbeeld door <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />
geschiedtheoreticus Frank Ankersmit in verband met zijn overwegingen<br />
over <strong>de</strong> relatie <strong>van</strong> realiteit en representatie herhaal<strong>de</strong>lijk is geciteerd. 3<br />
?<br />
Voor <strong>de</strong> Belgische historici Jo Tollebeek en Tom Verschaffel was het een<br />
vertrekpunt voor hun boeien<strong>de</strong> 'apologie <strong>van</strong> <strong>de</strong> historische interesse,.38<br />
Een omvatten<strong>de</strong> herinterpretatie <strong>van</strong> het werk <strong>van</strong> Huizinga heeft tot nu<br />
toe echter niet plaatsgevon<strong>de</strong>n.<br />
Huizinga blijft ook tegen <strong>de</strong> achtergrond <strong>van</strong> <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagse cultuurgeschiedschrijving<br />
'een vreemd geval,.39 <strong>Het</strong> karakter <strong>van</strong> zijn oeuvre staat een<br />
gemakkelijk gebruik er<strong>van</strong> in <strong>de</strong> weg. Maar ook zon<strong>de</strong>r modieuze actualiseringen<br />
zullen Huizinga's werken in <strong>de</strong> toekomst nogvaak genoeg wor<strong>de</strong>n<br />
herlezen en als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> erfenis <strong>van</strong> <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne <strong>geschiedwetenschap</strong><br />
wor<strong>de</strong>n bediscussieerd.<br />
37 Zie o. m. Krul, 'Huizinga's <strong>de</strong>finitie <strong>van</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis', 270-276; F. R. Ankersmit,<br />
'Sprache und historische Erfahrung', iJl: K. E. Müller en J. Rüsen (ed.), Historische<br />
Sinnbildung. Problemstellungen, Zeitkonzepte, Wahmehmungshorizonte, Darstellungsstrategien<br />
(Rein bek 1997) 390-397; i<strong>de</strong>m, 'Historism and Postmo<strong>de</strong>rnism.<br />
A Phenomenology of Historical Experience', in: i<strong>de</strong>m, History and Tropology. The<br />
Rise and Fall ofMetaphor (Berkeley 1994) 182-238; i<strong>de</strong>m, De historische ervaring<br />
(Groningen 1993) 11-14,37-38; W. du Gardijn,'Geschie<strong>de</strong>nis tussen feit en sensatie',<br />
Aanzet 7 (1988-89) 37-59.<br />
38 J. TolJebeek en T. Verschaffel, De vreug<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Houssaye. Apologie <strong>van</strong> <strong>de</strong> historische<br />
interesse (Amsterdam 1992).<br />
39 Pieter Geyl in een brief aan zijn collega Gerretson <strong>van</strong> 31-12-1926, in: P. <strong>van</strong> Hees<br />
en G. Puchinger (ed.), Briefwisseling Gerretsol1- Geyll911-1958, vol. I (Baarn 1979)<br />
136.