II Inhoud EN ISO 10077-2
II Inhoud EN ISO 10077-2
II Inhoud EN ISO 10077-2
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
I Berekening van de U-waarde (Uw) van raamsystemen<br />
<strong>II</strong> <strong>Inhoud</strong> <strong>EN</strong> <strong>ISO</strong> <strong>10077</strong>-2<br />
<strong>II</strong>.1 Algemene berekeningsmethode<br />
<strong>II</strong>.1.1 Algemeen principe<br />
<strong>II</strong>.1.2 Bepaling van het warmtetransport<br />
<strong>II</strong>.1.3 Warmteovergangsweerstand bij horizontaal warmtetransport<br />
<strong>II</strong>.2 Randvoorwaarden<br />
<strong>II</strong>.3 Behandeling van volle secties<br />
<strong>II</strong>.4 Luchtholten<br />
<strong>II</strong>.4.1 Ongeventileerde luchtholten<br />
<strong>II</strong>.4.1.1. Rechthoekige holtes<br />
<strong>II</strong>.4.1.2. Niet-rechthoekige holtes<br />
<strong>II</strong>.4.2 Geventileerde luchtholten<br />
<strong>II</strong>.4.2.1. Zwak geventileerde luchtholten en groeven met smalle sectie<br />
<strong>II</strong>.4.2.2. Sterk geventileerde luchtholten en groeven met grote sectie<br />
<strong>II</strong>I Toepassingen op <strong>EN</strong> <strong>ISO</strong> <strong>10077</strong>-2: normvoorbeeld 4<br />
<strong>II</strong>I.1 Randvoorwaarden<br />
<strong>II</strong>I.2 Andere secties<br />
<strong>II</strong>I.3 Luchtholten<br />
<strong>II</strong>I.4 Resultaten THERM<br />
<strong>II</strong>I.5 Berekening van de warmtedoorgangscoëfficiënt van het raamprofiel<br />
<strong>II</strong>I.6 Besluit
Thermische kwaliteit van raamprofielen<br />
In een eerste paragraaf zal worden besproken hoe de berekening van de U-waarde<br />
van een raamsysteem tot stand komt. De tweede paragraaf handelt over de<br />
berekeningsmethode van raamprofielen besproken in norm <strong>EN</strong> <strong>ISO</strong> <strong>10077</strong>-2. In de<br />
derde paragraaf wordt gedemonstreerd aan de hand van normvoorbeelden dat<br />
THERM voldoet aan de nauwkeurigheidseisen van de norm. De volgende paragraaf<br />
toont de invloed van de insteekdiepte van een isolatiepaneel ten opzichte van de<br />
warmtedoorgangscoëfficiënt van een raamprofiel.
I Berekening van de U-waarde (Uw) van raamsystemen<br />
De warmtedoorgangscoëfficiënt van een raamsysteem wordt als volgt bepaald:<br />
U<br />
w<br />
UA+ UA+ ψL<br />
=<br />
A + A<br />
g g f f g<br />
g f<br />
met U w : de warmtedoorgangscoëfficiënt van het raamsysteem (W/m²K)<br />
U g : de warmtedoorgangscoëfficiënt van de beglazing (W/m²K)<br />
U : de warmtedoorgangscoëfficiënt van het raamprofiel (W/m²K)<br />
f<br />
ψg : de lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt van de afstandhouder (W/mK)<br />
A f : de oppervlakte raamprofiel (m²)<br />
A g : de zichtbare oppervlakte van de beglazing (m²)<br />
L : de zichtbare lengte van de afstandshouder in de beglazing (m)<br />
g
<strong>II</strong> <strong>Inhoud</strong> <strong>EN</strong> <strong>ISO</strong> <strong>10077</strong>-2<br />
Voor het nagaan van de thermische prestatie van raamprofielen wordt beroep<br />
gedaan op <strong>EN</strong> <strong>ISO</strong> <strong>10077</strong>-2. De methode geldt bovendien voor de koudebrugwerking<br />
bij de aansluiting van het kozijn op de beglazing of op het paneel.<br />
Eventuele koudebrugeffecten tussen het raamprofiel en de ruwbouw vallen buiten<br />
het bestek van deze norm.<br />
We gaan na of THERM voldoet aan de nauwkeurigheidseisen die in de norm gesteld<br />
worden.<br />
<strong>II</strong>.1 Algemene berekeningsmethode<br />
<strong>II</strong>.1.1 Algemeen principe<br />
De methode wordt uitgevoerd door gebruik te maken van een 2-dimensionale<br />
methode conform met <strong>ISO</strong> 10211-1: Berekening van koudebruggen in gebouwen –<br />
Berekening van warmtestromen en oppervlaktetemperaturen Deel 1: Algemene<br />
methoden.<br />
De belangrijkste warmtestroom in een sectie is loodrecht ten opzichte van het<br />
binnen- en buitenoppervlak. De emissiefactor ε van de oppervlakken grenzend aan<br />
de luchtholten wordt gelijk verondersteld aan 0.9. Als er eventueel andere waarden<br />
worden gebruikt zullen zij duidelijk beschreven worden in het technische rapport<br />
van het raamsysteem.<br />
<strong>II</strong>.1.2 Bepaling van het warmtetransport<br />
De beglazing of het ondoorzichtig deel van het profiel wordt vervangen door een<br />
isolatiepaneel met een warmtegeleidingscoëfficiënt van λ = 0.035 W/mK met een<br />
randafstand b1 van minstens 5 mm en een insteekdiepte van maximum 15 mm. De<br />
zichtbare lengte van het isolatiepaneel moet minstens 190 mm bedragen en een dikte<br />
hebben die overeenkomt met die van het oorspronkelijke glas. Het uiteinde van het<br />
isolatiepaneel wordt als adiabatisch beschouwd.
Figuur 1 – raamprofiel met isolatiepaneel<br />
( figuur C.1 uit <strong>ISO</strong> <strong>10077</strong>-2)<br />
De 2-dimensionale thermische geleidingscoëfficiënt 2D<br />
L f van het geheel wordt<br />
afgeleid uit het berekeningsprogramma THERM (zie normvoorbeelden). De<br />
warmtedoorgangscoëfficiënt van het raamprofiel wordt als volgt bepaald:<br />
U<br />
f<br />
met<br />
L −U<br />
. b<br />
=<br />
b<br />
2D<br />
f p p<br />
f<br />
U f : de warmtedoorgangscoëfficiënt van het raamprofiel (W/m²K)<br />
2D<br />
L f : de warmtegeleidingscoëfficiënt van het raamprofiel (W/mK)<br />
U p : de warmtedoorgangscoëfficiënt van het isolatiepaneel (W/m²K)<br />
b f : de lengte van het raamprofiel (m)<br />
b : de zichtbare lengte van het isolatiepaneel (m)<br />
p<br />
<strong>II</strong>.1.3 Warmteovergangsweerstand bij horizontaal warmtetransport<br />
De warmteoverdracht vanuit de omgeving kan plaatsvinden door convectie en door<br />
straling. We maken onderscheid tussen de situatie binnen en buiten.<br />
Buitenshuis wordt de convectieve warmteoverdracht hoofdzakelijk bepaald door de<br />
wind (gedwongen convectie), terwijl deze binnenshuis bepaald wordt door<br />
natuurlijke convectie.
De stralingswarmteoverdracht gebeurt buitenshuis naar de bodem en naar de koude<br />
hemelkoepel, terwijl deze binnenshuis gebeurt naar alle andere wanden.<br />
De overgangsweerstand varieert naargelang de plaats langs het binnenoppervlak.<br />
Voor de binnenoppervlakken loodrecht op het hoofdoppervlak van het raamprofiel,<br />
het gedeelte dat dus ‘niet zichtbaar’ is als men recht voor het raam staat, wordt er<br />
gerekend met een grotere overgangsweerstand omwille van de lagere<br />
stralingsoverdracht. De overgangsweerstand bedraagt dan 0.20 m²K/W. Deze<br />
overgangsweerstand wordt ook geprojecteerd onder een hoek van 90° tot een lengte<br />
van maximum 30 mm. Zie voor concrete voorbeelden figuur 2.<br />
Buiten Binnen<br />
Overgangsweerstand m²K/W m²K/W<br />
Normaal 0.04 0.13<br />
Verhoogd (in hoeken) 0.04 0.20<br />
Tabel 1 – Overgangsweerstanden voor horizontaal warmtetransport<br />
(tabel B.1 uit <strong>ISO</strong> <strong>10077</strong>-2)<br />
Figuur 2 – schematische voorstelling van oppervlakken met een verhoogde<br />
oppervlakteweerstand ten gevolge van verminderde straling en convectie<br />
(figuur B.1 uit <strong>ISO</strong> <strong>10077</strong>-2)<br />
Legende figuur 2<br />
Alle dimensies in mm<br />
richting van de warmtestroom (1)<br />
binnenoppervlakken (2)
De verhoogde warmteovergangsweerstand wordt toegepast over de lengte waarover<br />
de afmetingen b en d gelden, wanneer b even groot is dan diepte d, maar niet groter<br />
dan 30 mm.<br />
Voorbeeld A: b = d wanneer d ≤ 30 mm<br />
De lengte b waarover de verhoogde warmteovergangsweerstand geldt, is gelijk aan<br />
afmeting d wanneer de diepte of afmeting van de binnenhoek kleiner is dan 30mm.<br />
Voorbeeld B: b = 30 mm wanneer d> 30 mm<br />
De lengte b waarover de verhoogde warmteovergangsweerstand geldt, is gelijk aan<br />
30 mm wanneer de afmeting of de diepte van de binnenhoek meer dan 30 mm<br />
bedraagt.<br />
Voorbeeld C: schuine hoek; b = 30 mm wanneer d> 30 mm<br />
De lengte b waarover de verhoogde warmteovergangsweerstand geldt, is gelijk aan<br />
30 mm wanneer de loodrechte afstand d van de afschuining tot aan het horizontale<br />
oppervlak groter is dan 30 mm<br />
<strong>II</strong>.2 Randvoorwaarden<br />
De binnen- en buitenovergangsweerstanden worden gegeven in tabel 1.<br />
Over de temperaturen wordt er in de norm niets expliciet gezegd, maar voor de<br />
normvoorbeelden wordt er wel gerekend met een binnentemperatuur van 20°C en<br />
een buitentemperatuur van 0°C.<br />
<strong>II</strong>.3 Behandeling van volle secties<br />
De ontwerpwaarden van de warmtegeleidingscoëfficiënten zijn gegeven in annex A<br />
van de norm.<br />
Groep Materiaal ρ<br />
(kg/m³)<br />
λ<br />
(W/mK)<br />
380<br />
160<br />
120<br />
50<br />
17<br />
0.17<br />
0.18<br />
0.13<br />
0.40<br />
Volle Koper<br />
8900<br />
secties Aluminium(legeringen)<br />
2800<br />
Messing<br />
8400<br />
Staal<br />
7800<br />
Roestvrij staal<br />
7900<br />
PVC(polyvinylchloride), stijf<br />
1390<br />
Hard hout<br />
700<br />
Zacht hout<br />
500<br />
Glasvezel<br />
1900<br />
Beglazing Soda lime glass 2500 1,00
PMMA (polymethylmethacrylaat)<br />
1180<br />
polycarbonaat<br />
1200<br />
Dichtingen Neopreen<br />
1240<br />
voor water EPDM (ethyleen propyleen dieen monomeer) 1150<br />
en wind Silicone<br />
1200<br />
PVC, flexibel<br />
1200<br />
Elastomeer schuim, flexibel<br />
60-80<br />
Tabel 2a –De warmtegeleidingscoëfficiënt van verschillende materialen<br />
( tabel A.1 uit <strong>ISO</strong> <strong>10077</strong>-2)<br />
Groep Materiaal ρ<br />
(kg/m³)<br />
Glasrand-<br />
materialen<br />
PU (polyurethaan), hars<br />
Butyl(isobuteen)<br />
Polysulfide<br />
Silicoon, puur<br />
Polyisobutyleen<br />
Polyester hars<br />
Silica gel (dehydraterend)<br />
Silicoon schuim, lichte densiteit<br />
Silicoon schuim, middelmatige densiteit<br />
1200<br />
1200<br />
1700<br />
1200<br />
930<br />
720<br />
650-750<br />
750<br />
820<br />
0.18<br />
0.20<br />
0.23<br />
0.25<br />
0.35<br />
0.14<br />
0.05<br />
λ<br />
(W/mK)<br />
0.25<br />
0.24<br />
0.40<br />
0.35<br />
0.20<br />
0.13<br />
0.10<br />
0.12<br />
0.17<br />
Tabel 2b –De warmtegeleidingscoëfficiënt van verschillende materialen ( tabel A.1 uit<br />
<strong>ISO</strong> <strong>10077</strong>-2)<br />
<strong>II</strong>.4 Luchtholten<br />
Het warmtetransport in luchtholten wordt voorgesteld door een equivalente<br />
warmtegeleidingscoëfficiënt eq λ . Deze λ eq omvat zowel convectie als straling en<br />
hangt af van de geometrie van de luchtholte. Voor de exacte berekening van λ eq<br />
wordt er onderscheid gemaakt tussen ongeventileerde luchtholten en geventileerde<br />
luchtholten.<br />
<strong>II</strong>.4.1 Ongeventileerde luchtholten<br />
Luchtholten zijn ongeventileerd wanneer ze volledig afgesloten zijn of wanneer ze<br />
met een spleet van maximum 2 mm verbonden zijn aan binnen- of buitenomgeving.<br />
In alle andere gevallen wordt de luchtholte geordend bij de geventileerde<br />
luchtholten.
<strong>II</strong>.4.1.1. Rechthoekige holtes<br />
De bepaling van de equivalente warmtegeleidingscoëfficiënt gebeurt als volgt:<br />
λ =<br />
eq<br />
d<br />
R<br />
S<br />
met<br />
d : de lengte in de richting van het warmtetransport (m) (zie figuur 3)<br />
RS<br />
=<br />
h<br />
1<br />
+ h<br />
: de warmteweerstand van de luchtholte (m²K/W)<br />
a r<br />
h a : overgangscoëfficiënt voor convectie (W/m²K)<br />
h r<br />
: overgangscoëfficiënt voor straling (W/m²K)<br />
Figuur 3: richting van de warmtestroom (figuur 2 uit <strong>ISO</strong> <strong>10077</strong>-2)<br />
Bepaling van de overgangscoëfficiënt voor convectie<br />
C1<br />
Wanneer b< 5mm<br />
dan is ha<br />
=<br />
d<br />
Wanneer b≥5mmdan is<br />
met<br />
C = 0.025 W/mK<br />
1<br />
C 2 = 0.73 W/(m².K4/3) ⎧⎪ 1<br />
1/3<br />
max ⎪C⎫⎪ h = ⎨ ; ⎪<br />
a<br />
C2ΔT ⎬<br />
⎪ ⎪⎩d ⎪ ⎪⎭<br />
ΔT = het maximum temperatuursverschil in de luchtholte
Indien er geen verdere informatie beschikbaar is wordt er uitgegaan van een<br />
temperatuursverschil van 10K over de luchtholte. Na een eerste berekening met het<br />
berekeningsprogramma THERM worden de waarden herrekend met de<br />
temperaturen volgend uit de eerste berekening, deze worden in THERM afgelezen<br />
aan de hand van de functie ‘temperature at cursor’. Zo gaat men door tot het verschil<br />
tussen twee opeenvolgende berekeningen verwaarloosbaar is.<br />
Bepaling van de overgangscoëfficiënt voor straling<br />
h = 4σT<br />
EF<br />
3<br />
r m<br />
met<br />
σ = 5,67x10-8 W/(m2K4) (constante van Stefan-Boltzmann)<br />
−1<br />
⎛1 1 ⎞<br />
E = ⎜ + −1<br />
⎟<br />
⎜⎜⎝ε ε<br />
⎟<br />
⎠⎟<br />
1 2<br />
⎛ 2 ⎞<br />
⎟<br />
1 ⎜<br />
⎛ ⎞<br />
1 1 ⎜<br />
d⎟d F = + + −<br />
⎟<br />
⎜ ⎜ ⎟ ⎟<br />
2 ⎜ ⎜⎝ ⎟⎠⎟<br />
⎜⎜⎝ b b ⎟<br />
⎠⎟<br />
(hoekfactor)<br />
Als er geen verdere informatie beschikbaar is neemt men voor ε1= ε2<br />
= 0,9 en<br />
T = 283Kwat<br />
volgende formule oplevert:<br />
m<br />
⎛ 2 ⎞<br />
⎟<br />
⎜<br />
⎛ ⎞<br />
4 1 1 ⎜<br />
d⎟d h = + + −<br />
⎟<br />
⎜ ⎜ ⎟ ⎟<br />
r C<br />
⎜ ⎜⎝ ⎟⎠⎟<br />
⎜⎜⎝ b b ⎟<br />
⎠⎟<br />
met C 4 = 2,11 W/m²K<br />
<strong>II</strong>.4.1.2. Niet-rechthoekige holtes<br />
Niet-rechthoekige luchtholten (T-vorm, L-vorm, etc.) worden omgevormd tot<br />
rechthoekige luchtholten met dezelfde oppervlakte (A=A’) en een aangepaste diepte<br />
en breedte van de luchtholte, maar met dezelfde verhouding (d/b = d’/b’).<br />
Luchtholten met een dimensie die de 2 mm niet overschrijdt of luchtholten met een<br />
verbinding van 2 mm worden bekeken als 2 afzonderlijke luchtholten.
Figuur 4 - transformatie van een niet-rechthoekige luchtholte<br />
(figuur 3 uit <strong>ISO</strong> <strong>10077</strong>-2)<br />
A oppervlakte van de equivalente rechthoekige luchtholte<br />
d/b diepte en breedte van de equivalente rechthoekige luchtholte<br />
A’ oppervlakte van werkelijke luchtholte<br />
d’/b’ diepte en breedte van de werkelijke luchtholte<br />
De aangepaste breedte en diepte:<br />
b = A'b'/ d '<br />
d = A'd'/ b<br />
'
<strong>II</strong>.4.2 Geventileerde luchtholten<br />
<strong>II</strong>.4.2.1. Zwak geventileerde luchtholten en groeven met smalle sectie<br />
Groeven met een smalle sectie aan het binnen- en/of buitenoppervlak van de<br />
profielen en luchtholten verbonden aan de binnen- en/of buitenlucht met een spleet<br />
groter dan 2 mm, maar kleiner dan 10 mm worden geordend onder de zwak<br />
geventileerde luchtholten. De equivalente warmtegeleidingscoëfficiënt λ eq van deze<br />
soort luchtholten is het dubbel van de ongeventileerde luchtholten berekend volgens<br />
(<strong>II</strong>.2.4.1) met dezelfde afmetingen.<br />
Figuur 5 – voorbeelden van zwak geventileerde luchtholten<br />
(figuur 4 uit <strong>ISO</strong> <strong>10077</strong>-2)<br />
<strong>II</strong>.4.2.2. Sterk geventileerde luchtholten en groeven met grote sectie<br />
Wanneer de breedte van een groef of spleet verbonden met een luchtholte grenzend<br />
aan de omgeving, groter is dan 10 mm wil dat zeggen dat de ganse oppervlakte van<br />
de luchtholte in contact staat met de omgeving. Hierop zijn de gebruikelijke<br />
overgangscoëfficiënten van toepassing.<br />
Figuur 6 – voorbeelden van sterk geventileerde luchtholten (figuur 5 uit <strong>ISO</strong> <strong>10077</strong>-2)
<strong>II</strong>I Toepassingen op <strong>EN</strong> <strong>ISO</strong> <strong>10077</strong>-2: normvoorbeeld 4<br />
Om het rekenprogramma te controleren, worden 2 voorbeelden uit annex D van de<br />
norm berekend. De berekening van de 2-dimensionale thermische<br />
geleidingscoëfficiënt L 2D mag niet meer dan 3% verschillen van de resultaten<br />
gegeven in tabel D.3 van annex D.<br />
Het voorbeeld 4 is een houten opengaand raam vervaardigd uit zacht hout met 2<br />
rubberen dichtingen en beglazing met een dikte van 28 mm, dat in de berekening<br />
wordt vervangen door een isolatiepaneel. De aanzichtsbreedte van het raamprofiel<br />
bedraagt 110 mm . De randvoorwaarden zijn aangeduid op de figuur 7.<br />
Figuur 7 – Doorsnede tekening van normvoorbeeld 4<br />
De verklaring van de verschillende codes gebeurt in de volgende paragrafen.<br />
<strong>II</strong>I.1 Randvoorwaarden<br />
Het uiteinde van het raamprofiel en respectievelijk het isolatiepaneel is adiabatisch<br />
(code A).<br />
De binnenoppervlakte weerstand (stippenlijn op figuur 7; code B) bedraagt 0.13<br />
m²K/W, terwijl de verhoogde binnenoppervlakte weerstand (volle lijn op figuur 7;<br />
code C) 0.20 m²K/W bedraagt. De buitenoppervlakte weerstand (punt-streeplijn op<br />
figuur 7; code D) bedraagt steeds 0.04 m²K/W. In de tekening wordt aangegeven<br />
over welke afstanden deze overgangsweerstanden reiken.<br />
De binnentemperatuur bedraagt 20°C en de buitentemperatuur 0°C.
Oppervlakte Lijntype* Code* Weerstand<br />
Binnen punten B 0.13 m²K/W<br />
Verhoogd<br />
binnen<br />
volle C 0.20 m²K/W<br />
Buiten punt-streep D 0.04 m²K/W<br />
Tabel 3 - overgangsweerstanden normvoorbeeld 4 *Verwijzing naar figuur 7<br />
<strong>II</strong>I.2 Andere secties<br />
Het isolatiepaneel (E) heeft een warmtegeleidingscoëfficiënt van 0.035 W/mK.<br />
De EPDM (F) dichting heeft een warmtegeleidingscoëfficiënt van 0.25 W/mK.<br />
Het zachte hout (G) heeft een warmtegeleidingscoëfficiënt van 0.13 W/mK.<br />
Volle sectie Code* λ ( W / mK )<br />
Isolatiepaneel E 0.035<br />
EPDM F 0.25<br />
Zacht hout G 0.13<br />
Tabel 4 – warmtegeleidingscoëfficiënten volle secties *Verwijzing naar figuur 7<br />
<strong>II</strong>I.3 Luchtholten<br />
De berekening van luchtholte 1 wordt als voorbeeld gegeven. Ter bepaling van de<br />
equivalente warmtegeleidingscoëfficiënt van luchtholte 1 bepalen we eerst de<br />
overgangscoëfficiënt voor convectie en straling.<br />
De luchtholte heeft een rechthoekige vorm met b = 0.006 m en d = 0.054 m en is<br />
ongeventileerd.<br />
Bepaling van de overgangscoëfficiënt voor convectie<br />
Als b ≥ 5mm<br />
dan is<br />
⎪ ⎧<br />
1<br />
1/3 0,025<br />
⎫<br />
1/3<br />
max ⎪⎧C⎪⎫ ⎪⎛ ⎞<br />
⎪<br />
h = ⎨ ; 2Δ<br />
⎬<br />
⎪ = max ⎪<br />
⎨⎜ ⎟ ⎟;<br />
( 0,73 * ( 20 ) ⎪<br />
a<br />
C T<br />
⎜<br />
) ⎬<br />
⎪ ⎪⎩ d ⎪ ⎪⎭<br />
⎪⎝0,054⎠⎟ ⎪⎩ ⎪⎭<br />
⎪<br />
ha= max { 0.463;1.982} = 1.982 W / m² K<br />
met Δ T =20 K (veronderstelling)<br />
Bepaling van de overgangscoëfficiënt voor straling
⎛ 2 ⎞ ⎛ 2 ⎞<br />
⎜ ⎟ 0.054 0.054⎟<br />
⎜<br />
⎛ ⎞ ⎜ ⎛ ⎞<br />
4 1 1 ⎜<br />
d⎟ d<br />
h<br />
⎟ 2.11⎜11⎜ ⎟ ⎟<br />
r = C ⎜ + + ⎜ ⎟<br />
− ⎟= ⎜ + + ⎜ ⎟ − ⎟=<br />
2.227 / ²<br />
⎜ ⎜⎝ ⎠⎟ ⎟ ⎜ ⎝⎜0.006⎠⎟ ⎟<br />
W m K<br />
⎜ b b⎟<br />
⎜<br />
0.006⎟<br />
⎝ ⎠ ⎝ ⎠⎟<br />
Nu bepalen we de equivalente warmtegeleidingscoëfficiënt van luchtholte 1 in de<br />
voorlopige veronderstelling dat het temperatuursverschil in de luchtholte 20 K<br />
bedraagt.<br />
d 0.054<br />
λ eq = = = 0.227 W / mK<br />
R 0.238<br />
S<br />
met d = 0.054 m<br />
1 1<br />
RS= = = 0.238 m² K / W<br />
h + h 1.982 + 2.227<br />
c r<br />
De berekening van luchtholten 2 en 3 gebeurt volgens hetzelfde principe met als enig<br />
verschil dat luchtholte 3 een zwak geventileerde holte is en dus wordt de berekende<br />
equivalente warmtegeleidingscoëfficiënt verdubbeld.<br />
Vervolgens wordt de ganse structuur ingegeven in het softwareprogramma<br />
‘THERM’ en berekend. Hieruit kunnen we dan ook het exacte temperatuursverschil<br />
van elke luchtholte iteratief gaan bepalen, zoals al vermeld in 2.4.1.a. Na enkele<br />
stappen komen we tot de volgende resultaten voor de verschillende luchtholten:<br />
Holte b d Ti Te ha hr Rs λeq<br />
m m °C °C W/(m².K) W/(m².K) m²K/W W/mK<br />
1 0.006 0.054 14,9 4,5 1,593 2,227 0.262 0.2063<br />
2 0.005 0.034 13,3 3,0 1,588 2,264 0.260 0.1310<br />
3 0.005 0.018 4,8 1,1 1,389 2,398 0.264 0.1363<br />
Tabel 5 – De resulterende λ eq ’s van de holten van normvoorbeeld 4
<strong>II</strong>I.4 Resultaten THERM<br />
De U-waarden kunnen worden opgevraagd in THERM met het Calculation/show Ufactors<br />
menu:<br />
Figuur 8 – Resultaten uit THERM van normvoorbeeld 4<br />
De projectie-eigenschappen zijn totale lengte.<br />
Uit deze resultaten kunnen we L2D bepalen:<br />
2D<br />
L = U × Lengte = 0.356 W / mK<br />
therm<br />
<strong>II</strong>I.5 Berekening van de warmtedoorgangscoëfficiënt van het raamprofiel<br />
De warmtedoorgangscoëfficiënt van het raamprofiel wordt als volgt bepaald:<br />
L − U . b 0.356 −1.03 ⋅0.200<br />
Uf= 2D<br />
f<br />
bf<br />
p p<br />
=<br />
0.110<br />
2<br />
= 1.369 W / m K<br />
met<br />
2D<br />
L f = 0.356 W/mK<br />
b f = 0.110 m<br />
b p = 0.200 m<br />
1 1<br />
Up= = = 1.03 W / m² K<br />
d<br />
0.028<br />
Ri + + Re<br />
0.13 + + 0.04<br />
λ<br />
0.035
<strong>II</strong>I.6 Besluit<br />
De berekende warmtegeleidingscoëfficiënt van het raamprofiel 2D<br />
L f bedraagt 0.356<br />
2D<br />
W/mK. De L f opgegeven in de norm bedraagt 0.346 W/mK ± 3%.<br />
De berekende 2D<br />
L f moet dus liggen in het interval [0.336 W/mK; 0.356W/mK]. Aan<br />
deze voorwaarde is juist voldaan.<br />
De berekende warmtedoorgangscoëfficiënt van het raamprofiel U f bedraagt 1,369<br />
W/m²K . De U f opgegeven in de norm bedraagt 1,360 W/m²K ± 3% en zoals we<br />
kunnen zien in tabel 6 ligt de berekende U f ook binnen het interval.<br />
Norm Interval Berekend<br />
2D<br />
L f (W/mK) 0.346 [0.336; 0.356] 0.356<br />
U f (W/m²K) 1,360 [1,320; 1,400] 1,369<br />
Tabel 6 – Vergelijking resultaten normvoorbeeld 4