Management van overheid en non-profit Examennummer: 68500 ...
Management van overheid en non-profit Examennummer: 68500 ...
Management van overheid en non-profit Examennummer: 68500 ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Managem<strong>en</strong>t</strong> <strong>van</strong> <strong>overheid</strong> <strong>en</strong> <strong>non</strong>-<strong>profit</strong><br />
Exam<strong>en</strong>nummer: <strong>68500</strong><br />
Datum: 10 december 2011<br />
Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur<br />
Dit exam<strong>en</strong> bestaat uit 7 pagina’s.<br />
De opbouw <strong>van</strong> het exam<strong>en</strong> is als volgt:<br />
- 40 meerkeuzevrag<strong>en</strong> (maximaal 40 punt<strong>en</strong>)<br />
Heeft u minimaal 28 vrag<strong>en</strong> correct beantwoord, dan heeft u e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de behaald.<br />
De antwoord<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> ingevuld te word<strong>en</strong> op bijgevoegd exam<strong>en</strong>papier.<br />
Schrijf duidelijk leesbaar.<br />
Toegestane hulpmiddel<strong>en</strong><br />
- Ge<strong>en</strong><br />
Wij w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> u veel succes!<br />
1386 <strong>68500</strong>.ex_v1
1386 <strong>68500</strong>.ex_v1<br />
<strong>Managem<strong>en</strong>t</strong> <strong>van</strong> <strong>overheid</strong> <strong>en</strong> <strong>non</strong>-<strong>profit</strong> - Exam<strong>en</strong>nummer <strong>68500</strong> - 10 december 2011<br />
Meerkeuzevrag<strong>en</strong> (40 punt<strong>en</strong>)<br />
De antwoord<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> ingevuld te word<strong>en</strong> op bijgevoegd<br />
exam<strong>en</strong>papier.<br />
Voor e<strong>en</strong> correct antwoord: 1 punt<br />
1. Met welk vraagstuk hield<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappers Fayol als Taylor zich bezig?<br />
a. effici<strong>en</strong>cy <strong>van</strong> de organisatie<br />
b. formuler<strong>en</strong> <strong>van</strong> de missie <strong>en</strong> visie<br />
c. stijl<strong>en</strong> <strong>van</strong> leidinggev<strong>en</strong><br />
2. Welke theorie <strong>van</strong> McGregor past bij de vooronderstelling dat de gemiddelde m<strong>en</strong>s<br />
e<strong>en</strong> afkeer <strong>van</strong> werk<strong>en</strong> heeft?<br />
a. theorie X<br />
b. theorie Y<br />
c. theorie Z<br />
3. Sylvie heeft in haar stijl <strong>van</strong> leidinggev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> laag belang voor productie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoog<br />
belang voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>.<br />
Hoe wordt deze stijl <strong>van</strong> leidinggev<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd volg<strong>en</strong>s het model <strong>van</strong> Blake <strong>en</strong><br />
Mouton?<br />
a. country club managem<strong>en</strong>t<br />
b. teammanagem<strong>en</strong>t<br />
c. verarmd managem<strong>en</strong>t<br />
4. Uit welke 2 compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bestaat e<strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tie?<br />
a. kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> will<strong>en</strong><br />
b. opleiding <strong>en</strong> reflectievermog<strong>en</strong><br />
c. taak <strong>en</strong> ambitie<br />
NCOI Opleidingsgroep 1
1386 <strong>68500</strong>.ex_v1<br />
<strong>Managem<strong>en</strong>t</strong> <strong>van</strong> <strong>overheid</strong> <strong>en</strong> <strong>non</strong>-<strong>profit</strong> - Exam<strong>en</strong>nummer <strong>68500</strong> - 10 december 2011<br />
5. Gonnie vindt in het in haar werk heel belangrijk bij e<strong>en</strong> groep te hor<strong>en</strong>. Ze vindt het<br />
bijvoorbeeld prettig haar collega’s thuis uit te nodig<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> et<strong>en</strong>tje.<br />
Hoe wordt deze behoefte <strong>van</strong> Gonnie g<strong>en</strong>oemd in de behoeftepiramide <strong>van</strong> Maslow?<br />
a. sociale acceptatie<br />
b. waardering<br />
c. zelfverwez<strong>en</strong>lijking<br />
6. Wanneer kan in e<strong>en</strong> organisatie gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> over indoctrine?<br />
a. Als e<strong>en</strong> organisatie e<strong>en</strong> formeel trainingsprogramma heeft.<br />
b. Als e<strong>en</strong> organisatie formele method<strong>en</strong> heeft om medewerkers te socialiser<strong>en</strong>.<br />
c. Als het managem<strong>en</strong>t formele bevoegdhed<strong>en</strong> heeft om medewerkers te beoordel<strong>en</strong><br />
op het functioner<strong>en</strong>.<br />
7. Greiner heeft de groei <strong>van</strong> organisaties beschrev<strong>en</strong>.<br />
Welke crisis ontstaat in dit model na de managem<strong>en</strong>tfase?<br />
a. autorisatiecrisis<br />
b. beheercrisis<br />
c. leiderschapscrisis<br />
8. Hofstede ziet de organisatiecultuur als e<strong>en</strong> ui met lag<strong>en</strong>. Hoe wordt hierin de buit<strong>en</strong>ste<br />
laag g<strong>en</strong>oemd?<br />
a. gedragscode <strong>en</strong> rituel<strong>en</strong><br />
b. held<strong>en</strong> <strong>en</strong> symbol<strong>en</strong><br />
c. norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong><br />
9. Welk cultuurtype <strong>van</strong> Deal & K<strong>en</strong>nedy is het meest toekomstgericht?<br />
a. bet your company culture<br />
b. process culture<br />
c. work hard/play hard culture<br />
10. Norm<strong>en</strong> zijn cultuurelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Van welk ander cultuurelem<strong>en</strong>t zijn norm<strong>en</strong> afgeleid?<br />
a. loyaliteit<br />
b. socialisatie<br />
c. waard<strong>en</strong><br />
11. Bax heeft 4 wetmatighed<strong>en</strong> opgeschrev<strong>en</strong> over weerstand<strong>en</strong>. Welke wetmatigheid is<br />
juist?<br />
a. Er moet nooit zoiets als e<strong>en</strong> cultuurshock plaatsvind<strong>en</strong>.<br />
b. Probeer bij e<strong>en</strong> krachtige cultuur zoveel mogelijk de verandering geleidelijk door<br />
te voer<strong>en</strong>.<br />
c. Probeer e<strong>en</strong> cultuurverandering altijd zo beperkt mogelijk te houd<strong>en</strong>.<br />
NCOI Opleidingsgroep 2
1386 <strong>68500</strong>.ex_v1<br />
<strong>Managem<strong>en</strong>t</strong> <strong>van</strong> <strong>overheid</strong> <strong>en</strong> <strong>non</strong>-<strong>profit</strong> - Exam<strong>en</strong>nummer <strong>68500</strong> - 10 december 2011<br />
12. Er zijn 4 machtsvorm<strong>en</strong>. Bij welke machtsvorm draait het om iemands cruciale positie<br />
in e<strong>en</strong> communicati<strong>en</strong>etwerk?<br />
a. informatiemacht<br />
b. persoonlijke macht<br />
c. positionele macht<br />
13. Er is veel discussie over het onderscheid tuss<strong>en</strong> politiek <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar bestuur. E<strong>en</strong> onderscheid<br />
is dat <strong>van</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> loyaliteit wordt verwacht aan hun politieke superieur<strong>en</strong>.<br />
Hoe wordt dit onderscheid g<strong>en</strong>oemd?<br />
a. Empirisch onderscheid<br />
b. Normatief onderscheid<br />
c. Wet<strong>en</strong>schappelijk onderscheid<br />
14. Wie vond dat politiek <strong>en</strong> bestuur gescheid<strong>en</strong> zak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn, omdat hij wil voorkom<strong>en</strong><br />
dat ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> zich teveel moet de politiek zoud<strong>en</strong> bemoei<strong>en</strong>?<br />
a. Lasswell<br />
b. Weber<br />
c. Wilson<br />
15. Hoe noemt m<strong>en</strong> het systeem waarbij ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> carrière mak<strong>en</strong> op basis <strong>van</strong> deskundigheid,<br />
diploma’s <strong>en</strong> ervaring?<br />
a. Patronagesysteem<br />
b. Meritsysteem<br />
c. Spoilssysteem<br />
16. Er zijn 3 fas<strong>en</strong> <strong>van</strong> parlem<strong>en</strong>taire verantwoording. Welke fase valt onder de vertrouw<strong>en</strong>sregel?<br />
a. Debatfase<br />
b. Inlichting<strong>en</strong>fase<br />
c. Santioneringsfase<br />
17. E<strong>en</strong> nieuwe Minister zegt in zijn speech dat hij dankbaar is voor de vele stemmers die<br />
hem gekoz<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Op die manier kan hij iets betek<strong>en</strong><strong>en</strong> in de Tweede Kamer.<br />
Welke machtsbron b<strong>en</strong>oemt de nieuwe Minister?<br />
a. Bevoegdhed<strong>en</strong><br />
b. Legitimiteit<br />
c. Leiderschap<br />
3 NCOI Opleidingsgroep
1386 <strong>68500</strong>.ex_v1<br />
<strong>Managem<strong>en</strong>t</strong> <strong>van</strong> <strong>overheid</strong> <strong>en</strong> <strong>non</strong>-<strong>profit</strong> - Exam<strong>en</strong>nummer <strong>68500</strong> - 10 december 2011<br />
18. De Minister <strong>van</strong> Financiële Zak<strong>en</strong> heeft beslot<strong>en</strong> dat het vaststell<strong>en</strong> <strong>van</strong> de belastingaanslag<strong>en</strong><br />
door belastinginspecteurs word<strong>en</strong> uitgevoerd. Welke formele bevoegdheid<br />
speelt hier?<br />
a. Attributie<br />
b. Delegatie<br />
c. Mandaat<br />
19. Wat is e<strong>en</strong> gevolg <strong>van</strong> de overgang <strong>van</strong> goverm<strong>en</strong>t naar governance?<br />
a. Afname <strong>van</strong> het aantal ZBO organisaties<br />
b. De autonomie <strong>van</strong> beleidsambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> is afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
c. De beheersmogelijkhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> de politieke top zijn verkleind<br />
20. Het analysekader <strong>van</strong> managem<strong>en</strong>t in het publieke domein is gebaseerd op 3 i’s. Welke<br />
3 i’s zijn dit?<br />
a. instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, issues, inzicht<strong>en</strong><br />
b. inzicht<strong>en</strong>, instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, invloed<br />
c. issues, instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, instituties<br />
21. Wat is e<strong>en</strong> voorbeeld <strong>van</strong> C<strong>en</strong>trale <strong>overheid</strong>?<br />
a. Koninklijk Huis<br />
b. politieke partij<strong>en</strong><br />
c. waterschapp<strong>en</strong><br />
22. Wat is e<strong>en</strong> juiste uitspraak over de publieke sector?<br />
a. Binn<strong>en</strong> de publieke sector bestaan ge<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de institutionele settings.<br />
b. De publieke sector zelf is niet institutioneel gelaagd.<br />
c. Publieke sector<strong>en</strong> zijn zelf niet e<strong>en</strong>duidig institutioneel omlijnd.<br />
23. Waardoor ontstaat in het maatschappelijk speelveld ‘lack of meaning’ met betrekking<br />
tot informatie?<br />
a. Door de grote hoeveelheid informatie die beschikbaar is.<br />
b. Door diffuse k<strong>en</strong>nis die ontstaan is.<br />
c. Doordat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d zijn opgeleid.<br />
24. Wat is niet k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor New Public <strong>Managem<strong>en</strong>t</strong>?<br />
a. dec<strong>en</strong>tralisatie<br />
b. topdown<br />
c. socialisatie<br />
NCOI Opleidingsgroep 4
1386 <strong>68500</strong>.ex_v1<br />
<strong>Managem<strong>en</strong>t</strong> <strong>van</strong> <strong>overheid</strong> <strong>en</strong> <strong>non</strong>-<strong>profit</strong> - Exam<strong>en</strong>nummer <strong>68500</strong> - 10 december 2011<br />
25. Wat is e<strong>en</strong> voorbeeld <strong>van</strong> semi-<strong>overheid</strong>?<br />
a. Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer<br />
b. universiteit<br />
c. zorginstelling<br />
26. Publiek <strong>Managem<strong>en</strong>t</strong> kan via 4 b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>. Bij welke b<strong>en</strong>adering<br />
is de waarde <strong>van</strong> publiek <strong>Managem<strong>en</strong>t</strong> draagkracht <strong>en</strong> creativiteit?<br />
a. bedrijfsmanagem<strong>en</strong>t<br />
b. beleidsmanagem<strong>en</strong>t<br />
c. organisatie <strong>en</strong> managem<strong>en</strong>t<br />
27. Wat is e<strong>en</strong> verschijningsvorm <strong>van</strong> beleidsmanagem<strong>en</strong>t?<br />
a. k<strong>en</strong>nismanagem<strong>en</strong>t<br />
b. kwaliteitsmanagem<strong>en</strong>t<br />
c. netwerkmanagem<strong>en</strong>t<br />
28. Wat is e<strong>en</strong> voorbeeld <strong>van</strong> e<strong>en</strong> publiek stafmanager bij e<strong>en</strong> adviser<strong>en</strong>d orgaan?<br />
a. directeur GGD<br />
b. directeur Personeelszak<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> inspectie<br />
c. directeur Voorlichting<br />
29. Welke ABD-compet<strong>en</strong>tie wordt gevraagd <strong>van</strong> e<strong>en</strong> publiek manager in de 21ste eeuw?<br />
a. coher<strong>en</strong>t bestur<strong>en</strong><br />
b. groei<br />
c. impact<br />
30. Doordat de Geme<strong>en</strong>te Sass<strong>en</strong>heim de parkeertariev<strong>en</strong> in wijk A heeft verhoogd, ontstaat<br />
e<strong>en</strong> tekort aan parkeerplaats<strong>en</strong> in wijk B. Waar heeft dit effect mee te mak<strong>en</strong>?<br />
a. issues interferer<strong>en</strong> met elkaar<br />
b. issues zijn niet tastbaar.<br />
c. issues zijn omstred<strong>en</strong>.<br />
31. Wat is het systematisch bepal<strong>en</strong> wat er moet gebeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanton<strong>en</strong> wat wel <strong>en</strong> niet<br />
gebeurd is?<br />
a. Kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analyse<br />
b. Multidivisionele model<br />
c. Planning & control<br />
5 NCOI Opleidingsgroep
1386 <strong>68500</strong>.ex_v1<br />
<strong>Managem<strong>en</strong>t</strong> <strong>van</strong> <strong>overheid</strong> <strong>en</strong> <strong>non</strong>-<strong>profit</strong> - Exam<strong>en</strong>nummer <strong>68500</strong> - 10 december 2011<br />
32. Wat is e<strong>en</strong> voorbeeld <strong>van</strong> e<strong>en</strong> adhocratie?<br />
a. politieke partij<br />
b. reclamebureau<br />
c. ziek<strong>en</strong>huis<br />
33. Peter is manager <strong>en</strong> werkt in e<strong>en</strong> omgeving die e<strong>en</strong> externe focus heeft <strong>en</strong> eerder is<br />
gericht op controle dan op flexibiliteit.<br />
Welke managem<strong>en</strong>t rol kan Peter het best aannem<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s Quinn?<br />
a. brokerrole<br />
b. monitorrole<br />
c. producerrole<br />
34. Schein heeft e<strong>en</strong> lag<strong>en</strong>model ontwikkeld <strong>van</strong> organisatiecultuur. Welke laag is het<br />
meest zichtbaar <strong>en</strong> het makkelijkst te verander<strong>en</strong>?<br />
a. artefacts<br />
b. basic underlying assumptions<br />
c. espoused values<br />
35. Er bestaan diverse hybride organisaties. Hoe is e<strong>en</strong> uitkeringsinstantie te k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>?<br />
a. maatschappelijke organisatie<br />
b. street-level-bureaucratie<br />
c. uitvoeringsorganisatie<br />
36. Van welk type refer<strong>en</strong>tiekader is sprake bij het poldermodel?<br />
a. cognitiefkader<br />
b. normatiefkader<br />
c. regulatiefkader<br />
37. Bij incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> publiek managem<strong>en</strong>t staan verschill<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong> op het spel.<br />
Welke vraagstuk heeft te mak<strong>en</strong> met robuustheid?<br />
a. Is het betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg duidelijk dat er aandacht is voor hun problem<strong>en</strong>?<br />
b. Staat de reputatie <strong>van</strong> bestuurders op het spel?<br />
c. Zijn organisaties in staat goed sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>?<br />
38. Wilson heeft e<strong>en</strong> indeling gemaakt in soort<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>cies.<br />
Als er sprake is <strong>van</strong> slecht meetbare output <strong>en</strong> slecht meetbare outcome, welk soort<br />
ag<strong>en</strong>cie is dan pass<strong>en</strong>d?<br />
a. coping organization<br />
b. craft organization<br />
c. procedural organization<br />
NCOI Opleidingsgroep 6
1386 <strong>68500</strong>.ex_v1<br />
<strong>Managem<strong>en</strong>t</strong> <strong>van</strong> <strong>overheid</strong> <strong>en</strong> <strong>non</strong>-<strong>profit</strong> - Exam<strong>en</strong>nummer <strong>68500</strong> - 10 december 2011<br />
39. Publieke managers hebb<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de workflows. Bij welk type manager is de<br />
tijdsbesteding gefragm<strong>en</strong>teerd <strong>en</strong> relatief gepland?<br />
a. bedrijfsmanager<br />
b. beleidsmanager<br />
c. organisatiemanager<br />
40. Paul is beleidsmanager. Zijn collega’s vind<strong>en</strong> dat Paul erg goed kan omgaan met de<br />
informationele <strong>en</strong> communicatieve kant<strong>en</strong> <strong>van</strong> het werk. Hij vertaalt dit goed naar<br />
de beleidswereld. Welke compet<strong>en</strong>tie beheerst Paul?<br />
a. adaptief vermog<strong>en</strong><br />
b. interpretatief vermog<strong>en</strong><br />
c. verbind<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong><br />
7 NCOI Opleidingsgroep