Duurzaamheidsmeter Gent
Duurzaamheidsmeter Gent
Duurzaamheidsmeter Gent
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
7. ENERGIE 164<br />
De Europese commissie ontwikkelde het klimaatplan 20-20-20 met als doelstellingen: een verbetering van<br />
de kwaliteit van het milieu, een vermindering van de invoer van fossiele brandstoffen, en een verbetering van<br />
het concurrentievermogen en de werkgelegenheid door de ontwikkeling van nieuwe energie-efficiënte technologieën.<br />
De acties in het klimaatplan omvatten o.a. labeling van apparaten, een verbetering van de brandstofefficiëntie<br />
van auto’s en een efficiëntere elektriciteitsproductie- en distributie. Voor gebouwen wordt het<br />
klimaatplan 20-20-20 vertaald in de Europese richtlijn ‘Energieprestatie van gebouwen’, waarin kostenoptimale<br />
energieprestatiedoelstellingen opgelegd worden, en waarin bijna-energieneutrale gebouwen (NZEB,<br />
Nearly Zero Energy Buildings) als korte-termijn-doelstelling naar voor geschoven worden. Bijna energieneutrale<br />
gebouwen worden hierbij gedefinieerd als gebouwen met een hoge energieprestatie (gebouwgebonden<br />
energieverbruik voor verwarming, koeling, verlichting, sanitair warm water, bevochtiging en hulpenergie<br />
voor pompen, ventilatoren en sturingen, exclusief energieverbruik voor huishoudapparatuur, ictuitrusting,<br />
industriele uitrustingen, ...) waarvoor de energievraag in belangrijke mate met hernieuwbare<br />
energiebronnen (opwekking op de site of vlakbij) wordt ingevuld.<br />
Het realiseren van bijna-energieneutrale gebouwen is gebaseerd op een hiërarchische structuur van ontwerpmaatregelen.<br />
Deze hiërarchie ontstaat uit de verschillen in levensduur tussen maatregelen, en uit de<br />
afhankelijkheid van de effectiviteit van sommige maatregelen van de randvoorwaarden.<br />
De Trias Energetica legt drie hiërarchische niveaus vast:<br />
• beperk het energieverbruik door beperking van de vraag ;<br />
• gebruik hernieuwbare energiebronnen ;<br />
• gebruik eindige energiebronnen efficiënt.<br />
In eerste instantie wordt de energiebehoefte geminimaliseerd. Een goede daglichttoetreding, een regelbare<br />
zonnewering, een goede isolatiekwaliteit en luchtdichtheid van de gebouwschil, en een aangepaste<br />
ventilatiestrategie zijn hierbij de cruciale factoren. Gebouwschilmaatregelen hebben een zeer lange<br />
levensduur en vormen een noodzakelijke voorwaarde voor de toepassing van passieve klimaattechnieken.<br />
In tweede instantie moet nagegaan worden op welke manier kan gebruik gemaakt worden van hernieuwbare<br />
energiebronnen. Op gebouwniveau vormen thermische en fotovoltaïsche zonne-energie, windenenergie,<br />
biomassa en koude- en warmteopslag in de bodem, de basismogelijkheden.<br />
Pas als derde en laatste stap worden maatregelen ingezet om de eindige energiebronnen op een efficiënte<br />
manier in te zetten, waaronder:<br />
• energie-efficiënte verlichtingstoestellen ;<br />
• lage temperatuur verwarmingsystemen en hoge temperatuur koelsystemen ;<br />
• hybride ventilatie (combinatie mechanische – natuurlijke ventilatie) ;<br />
• vrije koeling ;<br />
• frequentiesturing op motoren, pompen, ventilatoren en het beperken van snelheden in leidingen en<br />
kanalen om de drukverliezen te beperken en zo het hulpenergieverbruik te minimaliseren ;<br />
• wkk<br />
...<br />
Volgende specifieke accenten worden aangebracht voor de toepassing op economische sites:<br />
• conform de herschikking van de EPBD (2010/31/EU) en in de lijn van de aard van de sites wordt in de<br />
criteria-eisen de economische evaluatie van deelmaatregelen geïntegreerd ;<br />
• het stramien van de bestaande Vlaamse regelgeving wordt gehanteerd en uitgebreid naar een breder<br />
toepassingsgebied. Deze regelgeving omvat:<br />
o Haalbaarheidsstudie naar alternatieve energiesystemen (Besluit van de Vlaamse regering van 23 november<br />
2007)<br />
o het Besluit energieplanning (14 mei 2004)<br />
o het Ministrieel Besluit houdende de uitwerking van de CO2-neutraliteit op de bedrijventerreinen (1 oktober<br />
2007).<br />
De aanpak van deze duurzaamheidsmeter bestaat erin om op vrijwillige basis het toepassingsbereik en het<br />
eisenniveau aan te passen, om zo een hoger ambitieniveau te bereiken.<br />
In deze analyse zijn de klemtonen (1) het management van de energiebalans en CO2-uitstoot op siteniveau,<br />
(2) het stimuleren van de beperking van de energievraag en (3) de inzet van hernieuwbare energiebronnen.<br />
(4) Ook het benutten van opportuniteiten rond de uitwisseling van restwarmte en restkoude en sitegebonden<br />
opwekking worden gevaloriseerd.<br />
De economische evaluatie gebeurt op basis van de interne rentevoet (IRR - internal rate of return) na belastingen.<br />
De interne rentevoet is de discontovoet die de netto actuele kosten (voor investeringen, onderhoud,