Duurzaamheidsmeter Gent
Duurzaamheidsmeter Gent
Duurzaamheidsmeter Gent
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
8. GEZONDHEID, LEEFBAARHEID EN TOEGANKELIJKHEID 180<br />
8.1.1.c Inrichtingsgebonden functies<br />
Max. Score 1.1 1.2 1.3 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5<br />
13<br />
Doel van de maatregel<br />
Het vermijden, voorkomen en verminderen van de schadelijke gevolgen (hinder inbegrepen) van blootstelling<br />
aan lawaai van inrichtingen om zo de menselijke gezondheidsrisico’s rond de site te beperken.<br />
Uitleg van de maatregel<br />
In principe zijn economische sites in het kader van de VLAREM-regelgeving gesitueerd in een gebied 5⁰<br />
“Industriegebieden, dienstverleningsgebieden, gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare<br />
nutsvoorzieningen en ontginningsgebieden tijdens de ontginning’’<br />
In gebieden op minder dan 500 m van een economische site (de gebieden 2⁰, 3⁰, 9⁰ in de tabel) en in bufferzones<br />
(gebied 8⁰ in de tabel) worden hogere richtwaarden gehanteerd dan in woon- en recreatiegebieden of<br />
landelijke gebieden (de gebieden 1⁰, 4⁰, 6⁰ en 7⁰ in de tabel). Bovendien zijn de eisen aan het specifieke<br />
geluid van een inrichting in deze gebieden geen functie van het oorspronkelijke omgevingsgeluid.<br />
In de praktijk komen in deze gebieden echter dikwijls woonfuncties of andere geluidgevoelige functies (scholen,<br />
kinderkribbes, natuurgebieden, landelijke gebieden ...) voor. Als de stedelijke overheid oordeelt dat deze<br />
functies een blijvend karakter hebben, dan is het vanuit duurzaamheidoogpunt zinvol om voor deze gebieden<br />
strengere dan de wettelijke geluideisen te formuleren. In een eerste (en belangrijkste) stap kan opgelegd<br />
worden dat voor één of meerdere van de gebieden 2⁰, 3⁰, 8⁰ of 9⁰ in de tabel de richtwaarden voor<br />
woongebieden gehanteerd worden. In een tweede stap kan voor één of meerdere van deze gebieden opgelegd<br />
worden dat het specifieke geluid beperkt blijft tot het oorspronkelijke omgevingsgeluid in het geval dit<br />
lager is dan de richtwaarde.<br />
GEBIED<br />
Milieukwaliteitsnormen in<br />
dB(A) in open lucht<br />
Overdag ‘s Avonds ‘s Nachts<br />
1° Landelijke gebieden en gebieden voor verblijfsrecreatie<br />
Gebieden of delen van gebieden op minder dan 500 m gelegen van industriegebie-<br />
40 35 30<br />
2° den niet vermeld sub 3° of van gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en<br />
openbare nutsvoorzieningen<br />
Gebieden of delen van gebieden op minder dan 500 m gelegen van gebieden voor<br />
50 45 45<br />
3° ambachtelijke bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen, van dienstverleningsgebieden<br />
of van ontginningsgebieden, tijdens de ontginning<br />
50 45 40<br />
4° Woongebieden 45 40 35<br />
5°<br />
Industriegebieden, dienstverleningsgebieden, gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen<br />
en openbare nutsvoorzieningen en ontginningsgebieden tijdens de ontginning<br />
60 55 55<br />
5bis° Agrarische gebied 45 40 35<br />
6° Recreatiegebieden, uitgezonderd gebieden voor verblijfsrecreatie 50 45 40<br />
7°<br />
Alle andere gebieden, uitgezonderd: bufferzones, militaire domeinen en deze waarvoor in<br />
bijzondere besluiten milieukwaliteitsnormen worden vastgelegd<br />
45 40 35<br />
8° Bufferzones 55 50 50<br />
9°<br />
Gebieden of delen van gebieden op minder dan 500 m gelegen van voor grindwinning<br />
bestemde ontginningsgebieden tijdens de ontginning<br />
55 50 45<br />
Criteria-eisen<br />
De stedelijke overheid bepaalt of in één of meerdere van de gebieden 2⁰, 3⁰, 8⁰ of 9⁰ een woonfunctie of een<br />
andere geluidgevoelige functie met blijvend karakter voorkomt. Als dit niet het geval is, dan kan wordt dit<br />
deelaspect niet in de score opgenomen. In het andere geval gelden onderstaande criteria-eisen:<br />
9 Voor die gebieden 2⁰, 3⁰, 8⁰ of 9⁰ (grenzend aan de site of deel van de site) waarin een woonfunctie<br />
of een andere geluidgevoelige functie (scholen, kinderkribbes, natuurgebieden, landelijke gebieden<br />
...) met permanent karakter voorkomt, worden de richtwaarden van een woongebied 4⁰ of in voorkomend<br />
geval landelijk gebied 1⁰ gehanteerd.<br />
of<br />
13 Voor die gebieden 2⁰, 3⁰, 8⁰ of 9⁰ (grenzend aan de site of deel van de site) waarin een woonfunctie<br />
of een andere geluidgevoelige functie ((scholen, kinderkribbes, natuurgebieden, landelijke gebieden<br />
...) met permanent karakter voorkomt, wordt het specifiek geluid van een inrichting bovendien<br />
beperkt tot het oorspronkelijke omgevingsgeluid, indien dit lager is dan de richtwaarden voor een<br />
woongebied 4⁰ of in voorkomend geval landelijk gebied 1⁰.