Handleiding - networx.at

TEMA
Handleiding
- 1 -

- 2 -

AFMETINGEN
- 3 -

OVERZICHT ONDERDELEN
- 4 -

OVERZICHT RESERVEONDERDELEN
Nr. Benaming Artikelnr.
37 Deurglas Z34177
38 Scharnier bovenkant Z34175
39 Scharnier onderkant Z34178
40 Voordeurhendel compleet B16340
42 Speksteen rechts Z34186
43 Speksteen links Z34188
44 Steenwaterpasser B16437
45 Steenhouder B16438
46 Bevestigingsbuis Z34187
47 Steenhouder L01807
48 Deksel speksteen B16348
49 Deksel staalbehuizing B16341
50 Bovendeksel (verbinding achter) B16355
52 Roosterbediening Z34173
53 Regelknophendel Z34174
54 Hendelinvoer Z34205
55 Roosterbediening (kamerluchtafhankelijk) Z34190
57 Plat afdichtingsprofiel 8x2 klevend 103693
58 Afdichtingsprofieltouw Dm 12 100485
59 Schijfveer Diam. 12,5 108908
60 Schijfveer Diam. 16 100699
61 Madeschroef M5 111637
62 Madeschroef M5 111696
63 Zeskantige moer M10 100483
64 Zeskantige moer M10 106283
65 Cilinderpin 111791
67 ISK schroef M03 111790
68 Instelschroef M05 111789
69 Instelschroef M05 104060
70 Afgeveerd drukstuk 111727
71 Drukveer 111545
72 Afstandhouder Z10037
73 Afstandhouder Z26185
74 Afstandhouder Z28059
75 Afstandhouder Z28501
Nr. Benaming Artikelnr.
1 Aansluiting rookgaspijp Z10020
2 Kookdeksel Z10021
3 Deursluiting B12322
4 Schudderschijf Z25948
5 Glashouder L00475
6 Bout Z32642
7 Instelplaat L01136
8 Aslade L00867
9 Houthouder Z33583
10 Luchttoevoerrregulator B16029
11 Teflon afstandhouder Z33757
12 Luchtregeling (kamerluchtafhankelijk) B16017
13 Tandwielbuis (kamerluchtafhankelijk) B16187
14 Geleiderplaat (kamerluchtafhankelijk) Z33951
15 Geleiderplaatklamp (kamerluchtafhankelijk) Z33952
16 Roosterarm L01403
17 Voorzijdebekleding achter Z33705
18 Voorzijdebekleding rechts Z33706
19 Voorzijdebekleding Z33707
20 Deflector bodemplaat Z33712
21 Deflector bovenplaat Z33713
22 Asladedrager L01412
23 Schudderrooster Z33681
24 Deurondersteuningsplaat L01413
25 Deurstopplaat L01414
26 Veerhouder L01415
27 Deurstop bodemplaat L01416
28 Vergrendelingsarm L01493
29 Pootveer Z33858
30 Achterpaneelklamp speksteen Z34203
31 Staalbehuizing rechts B16353
32 Staalbehuizing links B16354
33 Achterpaneel speksteen Z34204
35 Voordeur Z34049
36 Scharnierplaat L01800
- 5 -

INHOUDSOPGAVE
Afmetingen ……………………………………………..3
Overzicht onderdelen ……………………………………………………………4-5
Verklaring van de symbolen .........................................................................6
Verpakking 7
Technische gegevens 7
1.Belangrijke informatie
Algemene waarschuwing en veiligheidsinformatie …………………………… 8
Voorafgaand aan de opstelling.......................................................................8
2. Wat u moet weten over de verwarming
Geschikte brandstoffen ...............................................................................10
Hoeveelheden brandstof .............................................................................10
Maximale hoeveelheid brandstof ................................................................10
Propere verbranding 11
Verbranding van hout .................................................................................11
3. Installatie van de kachel
De kachel aansluiten ..................................................................................12
Een externe verbrandingsluchttoevoer aansluiten .....................................12
4.Bediening
Vuur aanmaken ..........................................................................................13
Aslade .........................................................................................................14
Schuifregelaar (ideale stand) 14
Functieschema van schuifregelaar 14
5. Assembleeropties
Rookgaspijpaansluiting van boven- naar achteraansluiting verplaatsen ....15
6. Onderhoud en reiniging
Algemeen onderhoud .................................................................................16
Oppervlaktestructuur en -reiniging .............................................................16
Convectieluchtopeningen ...........................................................................16
De rookgaskanalen reinigen ..........................................................................16
7. Problemen oplossen
Wat te doen als ...? 17
8. Garantie
Wij garanderen 18
Garantiebewijs 19-20
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN
Belangrijke mededeling
Praktische tips
Zie tekening voor hulp
6
.

VERPAKKING
Uw eerste indruk is belangrijk voor ons!
De verpakking van uw nieuwe kachel biedt een uitstekende bescherming tegen schade. Schade aan de
kachel en accessoires kunnen tijdens het transport echter toch voorkomen.
Controleer daarom a.u.b. de kachel bij ontvangst op schade en volledigheid! Meld gebreken
onmiddellijk aan uw handelaar! Let er tijdens het uitpakken goed op dat de stenen en keramische
panelen intact blijven. Op het materiaal kunnen gemakkelijk krassen ontstaan. Natuursteen valt
buiten de garantie.
De verpakking van uw nieuwe kachel is voor een groot deel milieuneutraal.
Het in de verpakking gebruikte hout is niet oppervlaktebehandeld en mag daarom in uw kachel
worden verbrand. Het karton en de PE-folie kunt u via de gemeentelijke vuilophaaldienst laten
recyclen.
TECHNISCHE GEGEVENS
Als kachel van type 1 is aansluiting mogelijk op een schoorsteen die al wordt gebruikt door andere kachels
op vaste of vloeibare brandstof, zolang de afmetingen van de schoorsteen niet in strijd zijn met DIN 4705
(deel 3).
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen (mm) en gewichten (kg)
Hoogte: 990
Breedte: 494
Diepte van het lichaam 482
Gewicht met stalen behuizing: 132 kg
Gewicht met spekstenen behuizing:
Uitlaatdiameter voor rookgasbuis:
164 kg
130
Nominale nuttige warmte volgens
EN13240:
Kleinste thermische uitvoer
6 kW
3 kW
Kamerverwarmingscapaciteit,
afhankelijk
van isolatie van het huis
Brandstofdebiet
Efficiëntie
CO2-inhoud
CO-uitstoot rel. 13% O
Stofuitstoten
70 - 160 m³
1,6 kg/h
83,2 %
9,6 %
774 mg/Nm³
22 mg/Nm³
7
De
eigenaar
van kleine
vuursyste
men of de
persoon
die
gemachtig
d is voor
het kleine
vuursyste
em dient
de
technisch
e
document
atie te
bewaren
en op
verzoek
aan de
autoriteite
n of de
schoorste
envegers
over te
dragen.
Uitlaatwaarden voor meervoudig gebruik van de
schoorsteen volgens DIN 4705 of voor de maatvoering
van de schoorsteen volgens DIN 4705.
Uitlaatmassadebiet 5,6 g/sec
Uitlaattemperatuur 217,4 °C
Min. uitlaattegendruk bij nomin. nuttige warmte 12 Pa
NEDERLANDS

NEDERLANDS
1. BELANGRIJKE INFORMATIE
Lees a.u.b. deze instructies voor installatie en
bediening. Nationale regelgeving en wetgeving in acht
nemen evenals de plaatselijke regels en regelgeving.
ALGEMENE WAARSCHUWING EN
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Neem de inleidende algemene waarschuwingen in acht
- Lees de gehele handleiding aandachtig voordat u de
kachel in gebruik neemt.
- Gebruik alleen goedgekeurd transportmaterieel met
voldoende draagvermogen voor het verplaatsen van
uw kachel.
- Uw kachel is niet geschikt voor gebruik als ladder
ofvaste steiger.
- De verbranding van brandstof maakt hitte-energie vrij
die leidt tot intense verhitting van de
kacheloppervlakken, deuren, deur- en
bedieningshendels, rookgaspijpen en mogelijk de
voorkant. Raak deze delen niet aan zonder geschikte
beschermende kleding of materiaal, bijv.
hittebestendige handschoenen of manieren van
bedienen (koude hand).
- Maak uw kinderen bewust van dit specifieke gevaar
en houdt hen tijdens het stoken op afstand van de
kachel.
- Verbrand alleen de goedgekeurde materialen
zoalsgenoemd in het hoofdstuk 'Schoon stoken'.
- Het verbranden of invoeren van licht ontvlambare of
explosieve materialen zoals spuitbussen e.d. in de
verbrandingskamer of de opslag daarvan naast de
kachel is vanwege explosiegevaar streng verboden.
- Draag geen lichte of ontvlambare kleding bij het
verwarmen.
- Het plaatsen van niet-hittebestendige voorwerpen op
de kachel is verboden.
- Leg geen kleding op de kachel om te drogen.
- Droogrekken met kleding e.d. dienen op voldoende
afstand van de kachel te worden geplaatst vanwege
brandgevaar!
- Als u kachel brandt, is het gebruik van licht
ontvlambare en ontplofbare stoffen in dezelfde of in
nabijgelegen ruimtes verboden.
VOORAFGAAND AAN DE
OPSTELLING
1.1 Draagkracht van de vloer:
Verzeker u voor opstelling van de kachel ervan dat
de onderliggende structuur het gewicht van de
kachel kan dragen.
Er mogen geen wijzigingen aan de stookinstallatie
worden uitgevoerd. Dit leidt tot een vervallen van de
garantie.
VEILIGHEIDSAFSTANDEN (minimum afstanden)
1. Tot niet-ontvlambare voorwerpen
a > 400 mm b > 100 mm
2. Tot ontvlambare voorwerpen en tot dragende muren van
gewapend beton
a > 800 mm b > 200 mm
1.2 Aansluiting kachelpijp
Rookgaspijpen vormen een bijzondere bron van
gevaar wat betreft rookgaslekken en vonken. Win
het advies in van een erkend gespecialiseerd
bedrijf voor het ontwerp en de montage.
Neem a.u.b. de installatierichtlijnen voor met hout
beklede muren in acht bij het aansluiten van uw
rookgaspijpen aan de kachel.
8 NEDERLANDS

1.3 Let op de vorming van rookgas (atmosferische
inversie) en wegvallende trek bij ongunstig weer.
Te lage toevoer van verbrandingslucht kan leiden tot
rook in de kamers of tot rookgaslekken. Bovendien
kunnen gevaarlijke afzettingen in de kachel en de
schoorsteen optreden.
Als er rookgas ontsnapt, laat het vuur dan uitdoven en
controleer of alle luchtinvoeropeningen vrij zijn en of
de rookgaspijpen en de kachelpijp schoon zijn.
Waarschuw bij twijfel uw schoorsteenveegbedrijf, want
slecht werkende trek kan met de schoorsteen te
maken hebben.
1.4 Duw de kooltjes bij elkaar om een een bed van vuur te
vormen als u nieuwe brandstof toevoegt.
1.5 Gebruik alleen geschikte gereedschappen voor het
hanteren van de kooltjes en let erop dat er geen
kooltjes uit de verbrandingskamer op ontvlambaar
materiaal vallen.
1.6 Gebruik het meegeleverde materiaal voor het openen
van de deuren van uw kachel, bijv. hittebestendige
handschoenen.
9
1.7 Kachels type 1 (BA 1):
Deze mogen alleen worden gebruikt met de deur
van de verbrandingskamer gesloten.
1.8 De verbrandingskamerdeur mag alleen worden
geopend om brandstof bij te vullen en moet daarna
weer worden gesloten, omdat anders andere
verbrandingsinstallaties die op de schoorsteen zijn
aangesloten in gevaar kunnen komen. 1.8.1 De
verbrandingskamerdeur moet gesloten blijven als
de kachel buiten gebruik is.
1.9 Vervuiling van de schoorsteen, d.w.z. afzettingen
van licht ontvlambaar materiaal zoals roet en teer
en vervolgens schoorsteenbrand kunnen optreden
als er natte brandstof wordt gebruikt en er te veel
vocht is tijdens het gebruik.
Indien dat gebeurt, bel dan de brandweer en breng
u zelf en andere bewoners op veilige afstand van
het gevaar.
Opmerking: De afmetingen van de
verbrandingskamerdeur maken het noodzakelijk, in
het bijzonder bij naverbranding in volle gang, dat deze
niet te abrupt wordt geopend, om te voorkomen dat
vlamtoppen naar buiten komen.
Belangrijke informatie over
RUIMTELUCHTONAFHANKELIJK en
RUIMTELUCHTONAFHANKELIJK GEBRUIK:
Uw kachel is getest als ruimteluchtafhankelijke (niet
luchtdichte) kachel overeenkomstig EN 13240 en
voldoet in Nederland niet aan de eisen voor
ruimteluchtonafhankelijk gebruik. In combinatie met
kamerluchtinstallaties (bijv. gecontroleerde
ventilatiesystemen, afzuigsystemen, enz.) moet ervoor
worden gezorgd dat de kachel en het
kamerluchtsysteem wederzijds worden bewaakt en
beschermd (bijv. door middel van een differentiële
drukregulator, enz.). Een verbrandingsluchttoevoer
van ong. 40 m3/u moet gewaarborgd zijn. Neem a.u.b.
de betreffende plaatselijke regels en regelgeving in
acht, in overleg met uw schoorsteenveegbedrijf.

NEDERLANDS
2. WAT U MOET WETEN OVER DE
VERWARMING
GESCHIKTE BRANDSTOFFEN EN
HOEVEELHEDEN BRANDSTOF
Uw kachel is algemeen geschikt voor het stoken van droog
brandhout. U kunt ook brandstoffen zoals houtbriketten
stoken.
Gebruik alleen droge brandstof (vochtinhoud tussen 14
en18 %). Het verbranden van afval van enige soort, in het
bijzonder van plastic, beschadigt uw kachel en
schoorsteen en is verboden door wetten voor vermindering
van uitstoot.
HOEVEELHEDEN BRANDSTOF
De kachel is uitgerust met een ontwerpspecifieke
platte vuurkamer. Dit betekent dat er maar één laag
brandstof op de basiskooltjes mag worden gelegd.
Neem a.u.b. in acht dat het vullen met grotere
hoeveelheden brandstof tot productie van meer
warmte leidt en tot hogere verhitting van de kachel
dan waarvoor hij is ontworpen. Dit kan leiden tot
schade aan uw kachel.
HOUTSOORTEN
Verschillende houtsoorten hebben verschillende
brandstofwaarden. Loofhout is bijzonder geschikt. Dat
brandt met een constante vlam en vormt lang blijvende
kooltjes. Naaldhout bevat meer hars en verbrandt sneller,
zoals alle zachte houtsoorten, en heeft de neiging vonken
te verspreiden.
Houtsoort
Brandstofwaarde
Kwh/m3
Brandstofwaarde
Kwh/kg
Esdoorn
Berk
Beuk
Eik
Vlier
Es
Spar
Lariks
Populier
Robinia
Spar
Iep
Wilg
1900
1900
2100
2100
1500
2100
1700
1700
1200
2100
1400
1900
1400
4,1
4,3
4,0
4,2
4,1
4,2
4,4
4,4
4,1
4,1
4,5
4,1
4,1
MAXIMUM HOEVEELHEDEN
BRANDSTOF
Hout:
2 stukken van ong. 0,8 kg
Houtbriketten (gebroken):
2 stukken van ong. 0,8 kg
De opbrengst van uw kachel regelt u met de
schuifregelaar. Deze schuifregelaar moet u naar eigen
inzicht gebruiken, omdat de opbrengst van uw kachel ook
afhankelijk is van de trek in de schoorsteen.
Gebruik de hittebestendige handschoen als u de
schuifregelaar hanteert.
De roosterhefboom (pagina 4-5, onderdeel 16) mag
uitsluitend worden bediend met de roosterhaak.
- 10 - NEDERLANDS

NEDERLANDS
Oog in oog staan met de uitdagingen van onze tijd
betekent verantwoordelijkheid nemen. Het handhaven van
onze natuurlijke omgeving is nu één van onze
belangrijkste opgaven. Onze producten
vertegenwoordigen ontwikkelingen volgens de nieuwste
stand der techniek. Dit is een eerste vereiste voor het
schoon, efficiënt en probleemloos werken van onze
kachels.
PROPERE VERBRANDING
Propere verbranding vereist:
1. DROOG EN ONBEHANDELD BRANDHOUT
Richtlijn: tussen 14 en18% relatieve houtvochtigheid.
Hout dat 2 – 3 jaar lang is opgeslagen en geventileerd.
Een kachel is geen vuilverbrandingsovern. De garantie
vervalt indien afval of niet-goedgekeurde materialen
zoals plastic, behandeld hout e.d. worden gestookt!
Dit leidt tot schade aan de kachel en schoorsteen en
tot milieuverontreiniging!
Hout
Plantengroei
Verrotting of
verbranding van
h t
- 11 -
2. DE JUISTE HOEVEELHEID EN AFMETINGEN VAN
HET BRANDHOUT
- Te veel brandhout leidt tot oververhitting.
Het belast het materiaal te veel en leidt tot slechte
rookgaswaarden.
- Te weinig brandhout of te grote blokken betekent dat de
kachel niet de optimale temperatuur kan bereiken.
Ook in dit geval zijn de rookgaswaarden slecht.
- De juiste hoeveelheid brandhout is:
Voor hout ≈ 1,6 kg (2 blokken - 25 cm lang) per laag
(richtlijn) voor genomineerde verwarmingswaarde.
Voor minimale thermische opbrengst ≈ 0,8 kg (1 blok - 25
cm lang)
Opmerking: In uw kachel mogen alleen hout en
houtbriketten worden verbrand. Plastic, behandeld
hout (bijv. spaanplaat), steenkolen en textiel mogen
niet worden verbrand.
VERBRANDING VAN HOUT
Het schoon verbranden van hout is hetzelfde chemische
proces als natuurlijke verrotting, d.w.z. de vrijgekomen
CO2 (koolstofdioxide) vormt geen belasting of verhoging
van de oorspronkelijke hoeveelheid CO2 in de atmosfeer.
Hoeveelheid
CO2 in
atmosfeer

3. INSTALLATIE VAN DE KACHEL
Verzeker u ervan dat het deflectorpaneel (pagina 4-5,
onderdeel 20) in de juiste positie zit voordat u begint met
installatie en na verplaatsing, reiniging en
onderhoudswerkzaamheden van/aan de kachel.
De klep in de rookgaspijp moet open staan.
Controleer bij deze kachel of de schoorsteentrek de
gespecificeerde waarde (10 Pa) bereikt.
Als hier problemen mee zijn, neem dan contact op met
uw schoorsteenveegbedrijf.
DE KACHEL AANSLUITEN
Ga voor nieuwe aansluitingen in een gemetselde schoorsteen
als volgt te werk:
1. Meet en markeer de kachelaansluiting (houd rekening met
dikte van vloerplaten) overeenkomstig natuurlijke afmetingen.
2. Beitel (boor) het gat in het metselwerk.
3. Breek door de wandbekleding heen.
Dicht de wandbekleding eerst af met minerale steenwol.
Pleister met hittebestendige cementspecie of soortgelijk
materiaal.
4. Positioneer de vloerplaat met de vloerbescherming (karton)
zodra de specie is gehard en na het verven.
5. De kachel kan nu voorzichtig op de vloerplaat worden
getild.
De kachel moet niet over onbeschermde vloeren worden
geschoven.
Sterk golfkarton of bijv. oud tapijt zijn handig
bij de montage en als basis. De kachel kan ook op dit
golfkarton of tapijt worden verschoven.
- 12 -

- 13 -
Voor een juiste aansluiting bevelen we de originele RIKA
rookgaspijpen aan.
De aansluiting mag niet doorsteken tot in het
schoorsteenkanaal! Dicht de spleet tussen rookgaspijp en
wandbekleding met keramische sealer.
De installatie moet voldoen aan de van toepassing zijnde
veiligheids- en bouwvoorschriften.
Neem in verband hiermee a.u.b. contact op met uw
schoorsteenveegbedrijf. Zij zullen u graag informeren.
Als u een systeemschoorsteen gebruikt (bijv.
geglazuurde chamotte), verzoeken we u de
aansluitinstructies van de fabrikant nauwkeurig op te
volgen.
EEN EXTERNE
VERBRANDINGSLUCHTTOEVOER
AANSLUITEN (OPTIONEEL)
- Sluit een Ø125 pijp (bijv. spiraalpijp of HT-pijp) aan op het
toevoermondstuk en maak deze vast met een pijpklem (niet
meegeleverd!).
- Om voldoende luchttoevoer te waarborgen, moet deze
leiding niet langer zijn dan 4 m en mag hij geen bochten
bevatten.
- Als de leiding naar buiten leidt, dan moet hij een windbreker
hebben.
Opmerking:
Merk a.u.b. op dat er problemen kunnen ontstaan in het geval
van luchttoevoer via een geïntegreerd
schoorsteenventilatiekanaal. Als de naar beneden stromende
verbrandingslucht wordt verhit, kan deze opstijgen en zo de
schoorsteen met een weerstand tegenwerken, waardoor
vervolgens de negatieve druk in de verbrandingskamer wordt
verlaagd. De schoorsteenfabrikant moet er voor garant staan
dat de weerstand voor de verbrandingslucht maximaal 2 Pa
is, zelfs onder de minst gunstige bedrijfsomstandigheden voor
de schoorsteen.
NEDERLANDS

4. BEDIENING
VUUR AANMAKEN
Om de uitstoot van vervuilende stoffen zo veel mogelijk te
reduceren, vragen wij omwille van het milieu onderstaande
instructies op te volgen.
1.
Als de kachel en de schoorsteen nog koud zijn of als er
atmosferisch een lage druk heerst, raden we u aan eerst wat
papier te verbranden, om de kou uit de kachel en de
schoorsteen te laten trekken.
2.
Om het vuur aan te steken, plaatst u niet-gecoat papier op de
bodem van de verbrandingskamer, vervolgens 0,5 kg
zachthoutsnippers en 1 kg hout (3 kleine blokken). Duw de
schuifregelaar naar rechts, op de stand vuur aanmaken.
primaire en secundaire luchttoevoer volledig open. (Zie
pagina 14 voor een functieschema van de schuifregelaar)
Gebruik a.u.b. geen glossy papier of papier van
tijdschriften. Dat brandt niet goed en de drukinkt
produceert zeer giftige stoffen in het rookgas.
- 14 -

- 15 -
3.
Steek nu het papier aan. Wacht tot de zachthoutsnippers
goed branden.
Een paar minuten later duwt u de schuifregelaar naar het
midden. De primaire luchttoevoer is nu volledig dicht en de
secundaire volledig open. Na weer een paar minuten duwt
u de schuifregelaar naar de ideale positie.
(Zie pagina 14 voor een functieschema van de
schuifregelaar)
4.
Voeg ong. 1,6 kg hout (2 blokken) toe na deze eerste
verbranding, afhankelijk van de gewenste thermische
opbrengst. Breng de schuifregelaar nu terug in de stand
vuur aanmaken; de primaire luchttoevoer is volledig open,
totdat het hout goed brandt. Regel de verbranding daarna
weer zoals beschreven onder punt 3.
Elke keer als u nieuw hout op het vuur plaatst, ga u op
dezelfde manier te werk.
OPMERKING:
Als er veel rook ontstaat als het hout wordt geplaatst,
kan er een explosief mengsel van gas en lucht ontstaan
en een ontbranding veroorzaken. Om
veiligheidsredenen wordt dan aanbevolen om opnieuw
met het aanmaken van het vuur te beginnen.
5.
De minerale stoffen in het hout (ong. 1%) blijven als residu
achter op de bodem van de verbrandingskamer. Dit is
uitstekende meststof voor alle tuinplanten; het is een
volledig natuurlijk product.
De as moet eerst worden opgeslagen en geblust met water.

NEDERLANDS
DE AFWERKLAAG VAN DE KACHEL HARDT PAS NA
EERSTE GEBRUIK DOOR DE HITTE VOLLEDIG UIT.
- Raak het oppervlak tijdens de verhitting niet aan.
Het is nog zacht.
Onze coatings zijn volgens een TÜV-rapport
onschadelijk; schade voor de gezondheid kan worden
uitgesloten. Toch raden we u aan uw huis na de eerste
keer stoken diverse malen te luchten.
- Stook de kachel intensief – dit verkort de
uithardingstijd.
- De uitharding van het oppervlak is volledig na enkele
goede verhittingsprocessen.
Zie hoofdstuk 2 voor alle informatie over
brandhoutsamenstelling en de juiste wijze van stoken.
ASLADE
(Pagina 4-5, onderdeel 8)
De aslade moet regelmatig wordt geleegd, om overvol raken
tot boven het rooster te voorkomen.
Stook de kachel zonder aslade.
Gevaar van oververhitting en vervallen van garantie.
Voorzichtig: De as kan achtergebleven kooltjes bevatten.
Werp daarom geen as in ontvlambare containers en
plaats de aslade niet op ontvlambare oppervlakken.
SCHUIFREGELAAR (IDEALE STAND)
(Pagina 4-5, onderdeel 53)
Brandstof Hout/houtbriketten
Primaire lucht
Secondaire lucht
Gesloten (0 %)
2/3 gesloten (66 %)
De positie ‘Vuur aanmaken’ mag alleen worden gebruikt voor
het aanmaken van het vuur en enkele minuten lang na het
toevoegen van nieuwe brandstof.
Omdat de prestaties van uw kachel ook afhankelijk zijn van
de trek op het rookgas, moet u de schuifregelaar naar eigen
inzicht instellen (de aangegeven ideale positie is slechts een
richtlijn).
Opmerking: Luchtregulator 100% dicht.
Het volledig dichtzetten van de luchtregulator
(nulstand van de schuifregelaar) tijdens het in
werking zijn leidt tot gevaar van ontbranding
en is strikt verboden.
- 16 -

FUNCTIEDIAGRAM
SCHUIFREGELAAR
0 %
0 %
Nulstand
Primaire lucht
0 %
Secundaire
lucht
Regulator
secundaire
lucht
0 %
Ideale stand
Primaire lucht
0 %
Secundaire
lucht
66 %
Primaire lucht
Secundaire
lucht
Regulator
primaire lucht
100 %
Middelste
stand
Primaire lucht
0 %
Secundaire
lucht
100 %
100 %
Stand vuur
aanmaken
Primaire lucht
100 %
Secundaire
lucht
Er zit een hefboom op de achterkant van de regelaar die als
stop fungeert, om volledige sluiting van de schuifregelaar te
voorkomen. De luchtregulator kan worden gesloten door deze
hefboom naar voren te duwen. Volledig sluiting is alleen
toegestaan bij koude kachel en absoluut verboden tijdens het
in werking zijn (gevaar van ontbranding).
- 17 -
ERLANDS

NEDERLANDS
5. ASSEMBLEEROPTIES
ROOKGASPIJP VAN BOVEN-
AANSLUITING NAAR ACHTER-
AANSLUITING VERPLAATSEN
- Verwijder de twee schroeven die het deksel (pagina 4-5,
onderdelen 48/49) bovenop het achterpaneel (pagina 4-5,
onderdelen 31/32/33) bevestigen.
- Til het achterpaneel enigszins op en trek het naar achteren
toe los van de verankering aan de voorkant.
- Zaag met een metaalzaagblad het voorgestanste, ronde
deel uit de achterwand.
- Verwissel de rookgasaansluitingen en het kookdeksel
(pagina 4-5, onderdelen 1 & 2).
- Schroef het bovendeksel (pagina 4-5, onderdeel 50) met de
bijbehorende moeren en ringen op de gelaste stiften.
- Duw het achterpaneel uit de enigszins achterwaarts
getrokken positie terug op zijn plek en bevestig het met de
twee schroeven aan de achterwand.
- 18 -

6. ONDERHOUD EN REINIGING
ALGEMEEN ONDERHOUD
Uw kachel werd door ons ontwikkelteam ontworpen op
minimaal onderhoud en zeer lange levensduur. Van tijd tot
tijd is echter wel enig reinigen en controleren van
afdichtingen nodig.
De periodes tussen de inspecties zijn vooral afhankelijk
van de kwaliteit van het brandhout dat u gebruikt en de
gebruiksfrequentie.
Alle onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
moeten worden uitgevoerd op een volledig afgekoelde
kachel.
HERHALING
Gebruik alleen droog en onbehandeld hout dat goed
opgeslagen is geweest. Gebruik de juiste hoeveelheid hout.
Slechte kwaliteit brandstof kan de noodzakelijke
hoeveelheid onderhoudswerk meer dan verdubbelen.
OPPERVLAKTESTRUCTUUR EN -
REINIGING
Het glas in de deuren kunt u reinigen met RIKA
glasreiniger. RIKA glasreiniger is te koop bij uw
kachelspecialist. Vochtig hout kan oorzaak zijn van
extreme verroeting van het glas.
Het oppervlak van de kachel is hittebestendig en mag
alleen met een (mogelijk vochtige) doek worden gereinigd.
Gebruik alleen de originele coating voor reparaties; deze is
verkrijgbaar bij uw kachelspecialist. Reinig de coating niet
voor de eerste keer stoken!
- 19 -
CONVECTIELUCHTOPENINGEN
Zuig op regelmatige tijden de stofafzettingen uit de
convectieluchtopeningen.
Om te sterk geuren te voorkomen, moet u voor de start
van elk stookseizoen de kachel grondig reinigen.
DE ROOKGASKANALEN REINIGEN
(1 x per jaar)
- Verwijder de rookgaspijpen
- Roet- en stofafzettingen in de kachel en de pijpen
kunnen worden weggeborsteld en -gezogen.
- Controleer aan het begin en het einde van het
verwarmingsseizoen de afdichtingen van de
verbrandingskamer en de aslade.
Als ze beschadigd of versleten zijn, bestel dan een
vervangingsset.
Alleen intact afdichtingen waarborgen de perfecte
werking van uw kachel.

7. PROBLEMEN OPLOSSEN
WAT TE DOEN ALS ...?
Probleem Oorzaak Oplossing
1. Keramisch glas beroet te snel
2. Kachel trekt niet goed
3. Kachel begint niet goed te branden
4. Kachel ruikt sterk en rookt buiten
5. Coating hardt niet uit
6. Vrijkomen van rookgas tijdens
bijvullen van hout en tijdens branden
-> Slechte luchtbeweging
-> Onjuiste regeling
-> Te veel brandstof
-> Vochtig hout
-> Onvoldoende trek van schoorsteen
-> Kachel is van binnen volledig beroet
-> Weersinvloeden
-> Onjuiste opwarming
-> Inbrandfase
-> Kachel is stoffig/vuil
-> Inbrandfase niet goed voltooid
-> Trek van de schoorsteen te zwak,
aansluiting rookgaspijp lekt
Hebt u ondanks bovenstaande informatie geen goede oplossing voor uw probleem gevonden, neem dan contact op met uw
kachelspecialist of met uw schoorsteenveegbedrijf.
- 20 -
Altijd: Iedere glasplaat moet van tijd tot tijd
(afhankelijk van het gebruik) met RIKA
glasreiniger worden gereinigd
Overleg met schoorsteenveger (mogelijk
verhogen van de schoorsteen)
Stel de schuifregelaar volgens de instructies
in (als de secundaire luchtregulator gesloten
is, beroet de glasplaat zeer snel, maar brandt
weer schoon zodra de werking correct is)
Zie 'Maximum hoeveelheden brandstof'
Zie ‘Propere verbranding’,
gebruik misschien houtbriketten
(zijn gelijkmatig droog)
Zie ‘Wat u moet weten over de verwarming’
Zie 'Onderhoud en reiniging'
Zie 'Vuur aanmaken'
Zie 'Vuur aanmaken'
Zie 'Bediening' (uitharding van coating)
Zie 'Convectieluchtopeningen'
Zie 'Bediening' (uitharden van coating)
Controleer de aansluiting en dicht opnieuw af
indien nodig
NEDERLANDS

NEDERLANDS
8. GARANTIE
Deze garantievoorwaarden zijn van toepassing op
Nederland en België.
Met het oog op tijdige beperking van de schade moet de
aanspraak op garantie van de kant van de
aanspraakmakende schriftelijk bij de RIKA-dealer worden
bekrachtigd, met gebruik van de factuur en vermelding van
de aanschafdatum, model, serienummer en reden van de
klacht.
GARANTIE
5 jaar op het gelaste kachellichaam. De garantie dekt
alleen materiaaldefecten en fabricagefouten, evenals op
gratis levering van reserveonderdelen. Arbeid en reistijden
maken geen deel uit van de garantie van de fabrikant.
Alleen originele onderdelen geleverd door de fabrikant
mogen worden gebruikt. Bij niet naleven hiervan vervalt de
garantie!
Een voorwaarde voor de garantie is dat de kachel op de
juiste wijze is geïnstalleerd en in werking gesteld,
overeenkomstig de gebruikershandleidingen die geldig
waren op het tijdstip van aanschaf. De aansluiting dient te
worden uitgevoerd door een specialist voor dit soort
kachels.
- 21 -
Aan SLIJTAGE onderhevige ONDERDELEN zijn
uitgesloten, zoals glas, coating, oppervlaktecoatings (bijv.
hendels, panelen), afdichtingen, brandbak, roosters,
trekplaten, deflectorplaten, bekledingen
verbrandingskamer (bijv. chamotte), keramiek, natuursteen,
ontbrandingselementen, verbrandingskamersensoren en
temperatuurregelaars.
Schade voortvloeiend uit het niet naleven van de
instructies van de fabrikant voor de bediening van het
systeem of daardoor veroorzaakt (bijv. oververhitting,
gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen, onjuist
aanbrengen van wijzigingen aan de kachel, te hoge
elektrische spanning, onjuist ingestelde trek op het
rookgas, condensatie, het niet of onjuist uitvoeren van
onderhoud en reiniging, onjuiste bediening door de
gebruiker of door derden, enz.) is eveneens uitgesloten.
Alle kosten die de fabrikant moet maken als gevolg van
onterechte aanspraken op garantie zullen op de
aanspraakmakende worden verhaald.
DE GARANTIE IS NIET VAN INVLOED OP DE
WETTELIJKE GARANTIEBEPALINGEN.

- 22 -

Klant:
Aan:
GUARANTEE/GARANTIE
- 23 -
Stempel
Marque
Z34185 – 30/11/2010