02.08.2013 Views

LASTENBOEK

LASTENBOEK

LASTENBOEK

SHOW MORE
SHOW LESS

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

dossier<br />

lot<br />

ontwerp<br />

bouwheer<br />

<strong>LASTENBOEK</strong><br />

Dossier: 1


VOORWERP VAN DE AANNEMING :<br />

Dossier: 2<br />

De aanneming heeft tot doel het verbouwen van een rijwoning volgens de voorschriften van het Algemeen Bestek,<br />

Bijzonder Bestek, de plannen en de aanwijzingen die door de architect en bouwheer gedurende de werken worden<br />

gegeven.<br />

Er wordt aangenomen dat de aannemer, door het feit dat hij een bieding indient, kennis heeft genomen van de<br />

betrokken plannen en beschrijving, en dat hij ter plaatse de toestand en omgeving aanpalend aan het gebouw heeft<br />

nagegaan.<br />

Alle levering van de materialen en alle werkzaamheden, die nodig zijn voor een totale afwerking, worden beschouwd<br />

als zijnde inbegrepen in de bieding.<br />

De aard van het werk eist een aangepaste vakkennis en ervaring van werklieden die met het werk belast worden; er zal<br />

dus van de aannemer verwacht worden dat hij dergelijke mensen ter beschikking stelt.


Dossier: 3<br />

00. GEMEENSCHAPPELIJKE CLAUSULES EN BEPALINGEN .<br />

00.01.10 Preambule<br />

00.01.11. Aannemingsdokumenten: Bestekken, Plannen, Beschrijving, enz.<br />

Documenten van toepassing:<br />

-Algemeen bestek voor de uitvoering van privé-werken.<br />

ALGEMENE VOORWAARDEN<br />

TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN<br />

Uitgave NCB,FAB,WTCB<br />

-Bijzonder Bestek (N900 openbare werken)<br />

-Plannen<br />

-Details ruwbouw vlg opgave architekt volgens noodzaak<br />

-Stabiliteitsstudie (later toegevoegd door stabiliteitsbureel)<br />

Aard van de overeenkomst.<br />

De overeenkomst is een gemengde opdracht. D.w.z. een opdracht voor een totale prijs, samengesteld uit werken,<br />

waarvan opgegeven de hoeveelheden in de meetstaat zijn aangeduid en de wijzigingen, welke de bouwheer zich het<br />

recht voorbehoud, in overleg met de architekt.<br />

Deze worden verrekend op basis van eenheidsprijzen en uitgevoerd volgens prijslijst, welke de inschrijver bij zijn<br />

inschrijving dient te voegen.<br />

Tijdens de werken en na de uitvoering wordt door de aannemer in detail de uitgevoerde werken in vorderingsstaat<br />

voorgelegd.<br />

De hoeveelheden worden tegensprekelijk voor akkoord gekontroleerd en aangenomen door bouwheer en architekt.<br />

Er worden geen prijsherzieningen toegepast, noch voor uurlonen, noch voor materialen.<br />

Bij de inschrijving hoort een begroting met aanduiding van hoeveelheden en eenheidsprijzen.<br />

De opgegeven hoeveelheden zijn enkel opgegeven ten titel van inlichting. Zij zijn nooit als bestellingshoeveelheid<br />

bedoeld.<br />

De aannemer blijft verantwoordelijk voor het nazicht van de opgegeven hoeveelheden en totalen vooraleer hij de<br />

werken aanvangt, en dient de nodige aanpassingen of vergissingen te corrigeren en te signaleren aan de architekt en<br />

bouwheer.<br />

De aannemer duidt in zijn inschrijving de referentie van de publikatie van zijn registratie aan, samen met zijn<br />

registratienummer.<br />

00.01.12. Begin der werken.<br />

De termijn wordt vastgelegd op …. werkdagen, tenzij anders overeengekomen wordt. De werken dienen voltooid<br />

voor de kontraktuele einddatum.<br />

Bij overschrijden van deze termijn wordt een verwijlvergoeding aangerekend van twee-duizend frank per kalenderdag,<br />

afdwingbaar zonder verdere schriftelijke in gebreke stelling.<br />

De aanvang der werken : ……………….<br />

Einde der werken : …………………………..<br />

00.01.13. Uitvoeringsdokumenten.<br />

Detail en werktekeningen. Indien blijkt, gedurende de werken, dat bijkomende details of tekeningen nodig zijn, worden<br />

deze gemaakt door de ontwerper. De architekt heeft het recht om voor de aanvang der werken detailtekeningen<br />

toe te voegen en bindend te laten uitvoeren.


00.01.14. Wijzigingen tijdens de uitvoering der werken.<br />

Dossier: 4<br />

De bouwheer behoudt zich het recht voor de in het bestek voorziene werken te wijzigen, aan te vullen of gedeeltelijk<br />

uit te voeren, met een maximum van 30% in min en meer.<br />

De verrekening van deze werken gebeurt vlg. eenheidsprijzen. De termijnwijziging wordt verhoudingsgewijze<br />

verrekend.<br />

00.01.15. Borgtocht.<br />

De borg bedraagt 5% van het totaal der werken, afhoudbaar van elke vorderingsfaktuur.<br />

De borg wordt vrijgemaakt als volgt :<br />

2.5% bij de voorlopige oplevering.<br />

2.5% bij de definitieve oplevering.<br />

00.01.16. Betaling der werken.<br />

De eerste 75% van de betalingen geschieden na het voorleggen van de vorderingsstaat.<br />

De laatste 25% van de betalingen wordt eerst vrijgemaakt als volgt:<br />

22.5 % bij aanvaarding van voorlopige oplevering<br />

2.5 % blijft staan als waarborg 1 jaar na V.O..<br />

00.01.17. Waarborg.<br />

De waarborgtermijn omvat 1 jaar voor alle werken. Tijdens de waarborgtermijn herstelt de aannemer de gebreken, met<br />

aanvang van deze werken binnen de periode van 1 week na schriftelijke kennisgeving door bouwheer/architekt.<br />

Voor regeninfiltraties dient de herstelling te gebeuren binnen de 24 uur na verwittiging.<br />

00.01.18. Verzekeringswaarborg.<br />

Voor de aanvang der werken legt de aannemer aan de bouwheer een verzekeringswaarborg voor, waaruit blijkt dat hij<br />

van bij de aanvang der werken een kontrakt heeft gesloten van verzekering tegen de gevolgen van zijn<br />

aansprakelijkheid bij arbeidsongevallen, alsmede tegen de gevolgen van zijn burgerlijke aansprakelijkheid bij<br />

ongevallen, die door de werken aan derden overkomen.<br />

00.01.19. Algemene opmerkingen.<br />

1. Voor al de beschreven werken zijn de nodige schoorwerken, stellingen, enz. te voorzien, in die mate, dat alle<br />

vooruitgang van uitvoering regelmatig en volkomen veilig uit te voeren en te volgen zijn.<br />

2. Bij verbouwing of wijzigingen dient het uitnemen of afbreken van bakstenen, timmer, dakbedekking,<br />

natuursteen enz., met de meeste zorg te gebeuren, aangezien door het bestek en meetstaat aangeduide elementen<br />

kunnen worden herbruikt. In geen geval worden te herbruiken elementen naar beneden geworpen.<br />

3. Benevens bijzondere beschermingswerken zorgt de aannemer in ieder geval voor het afdekken en beschermen<br />

van omliggende gebouwdelen, publieke eigendom en het te verbouwen gebouw. Al de beschadigingen aan het<br />

gebouw, belendende gebouwen, of publieke eigendom zijn te herstellen op kosten van de aannemer, door<br />

gespecialiseerde werklieden, aanvaard door de architekt.<br />

4. Elk artikel,vermeld in de AB en/of BB, omvat al de materialen, leveringen en arbeid.<br />

00.01.50. Uitvoering van de werken gedurende het winterseizoen.<br />

Zie Algemeen bestek.


Dossier: 5<br />

01.00.00. VOORBEREIDING DER BOUWWERKZAAMHEDEN.<br />

01.00.10. Inrichten van de bouwplaats{xe "01.01.11 Inrichten van de bouwplaats"}<br />

Algemeen<br />

Dokumenten van toepassing zijn :<br />

typebestek 100 van 1984 - art.30, 37, 40 en 43<br />

MB d.d. 10.08.1977 - art. 30, 31, 32, 33, 34, 35;<br />

VLAREM en het plaatselijk politiereglement<br />

Uitvoering<br />

Bij aanvang der werken<br />

Tijdens de werken<br />

a. Veiligheid en orde op de bouwplaatsen<br />

Tijdens de uitvoering der werken houdt de aannemer de bouwplaats proper. Alle<br />

puin, vuilnis, afval en gruis moet regelmatig verwijderd worden op zijn kosten.<br />

Het tussentijds opruimen en reinigen omvat het tussentijds opruimen van overschotten van<br />

bouwmaterialen, afval, materieel, enz. en reinigen van de lokalen :<br />

indien bovenvermelde zaken de uitvoering van werken van aannemers der andere loten<br />

kunnen hinderen of beletten of als de architekt erom vraagt.<br />

Reinigen voor de voorlopige oplevering omvat het kompleet opruimen van bouwmaterialen,<br />

afval, materieel, enz. en het gebruiksklaar reinigen van de uitgevoerde werken.<br />

b. Signalisatie van de bouwplaatsen en inplanting der bouwwerken<br />

Bouwlijnen, hoogtepeilen en oriëntatiepunten: de aannemer moet zich in verbinding stellen<br />

met<br />

de bevoegde overheid voor de bouwlijn en de bouwniveaus.<br />

Werkentracé: de architekt geeft nauwkeurig op plan de grenzen van het bouwwerk. De<br />

aannemer paalt het gebouw uit, en signaleert aan de architekt de afwijkingen die op het<br />

plan voorkomen en die in tegenspraak zijn met de eigendomsgrenzen van de geburen.<br />

(c.Lokalen ter beschikking gesteld van het bestuur)<br />

(Bij aanvang der werken, het ter beschikking stellen van volgende uitrusting, op kosten van<br />

de<br />

aannemer:-een lokaal voor de werfvergaderingen ( een grote tafel en stoelen ).<br />

Indien andere aannemers gedurende zijn werken of na hem op de bouwplaats moeten<br />

werken, kan de aannemer verplicht worden de verwezenlijkte aansluiting te handhaven. In<br />

dat<br />

geval heeft hij recht op een vergoeding voor het achtergelaten materiaal en verbruik.)<br />

d.Personeel aanneming. Art. 35.<br />

e.Dagboek der werken<br />

De aannemer zal samen met de architekt en bouwheer wekelijks op de werf een dagboek bij<br />

houden met de nodige aantekeningen die enkel bindend zijn bij ondertekening door de 3<br />

partijen.<br />

Onderhoud van de werfinrichting en betalen van taksen of vergoedingen uit hoofde van de<br />

aanneming (o.a. milieutaks voor storten afval, huur van het openbare terrein, kosten voor de<br />

nodige signalisatie op het openbare terrein in overeenstemming met de plaatselijke<br />

reglementering<br />

van gemeente en politie, … ).


Na de werken<br />

Aard van de overeenkomst<br />

Dossier: 6<br />

Vóór de voorlopige oplevering, reinigt de aannemer alle lokalen waar hij de werken heeft<br />

uitgevoerd en alle bouwwerken die hij heeft uitgevoerd.<br />

- het opruimen en het reinigen van toegangswegen;<br />

- de aannemer herstelt eveneens alle schade aan bouw- en wegeniswerken;<br />

- de aannemer verwijdert alle zaken nodig voor de inrichting van de bouwwerf.<br />

Totale Prijs (TP).:De kosten voor deze post dienen gespreid te worden over de duur van aanneming, evenredig met de<br />

waarde van de reeds uitgevoerde werken.


01.00.40. STUDIES.<br />

01.00.41.A Stabiliteitsstudie: TP<br />

Dossier: 7<br />

ZAL DOOR DE BOUWHEER WORDEN TOEGEWEZEN LOS VAN DE AANNEMING RUWBOUW<br />

Algemeen<br />

De aannemingsdokumenten van toepassing:<br />

-Plannen<br />

-Bijzonder Bestek<br />

-Meetstaat<br />

-Detailtekeningen<br />

Uitvoering<br />

01. Technische konceptie en studie.<br />

De konceptie van de bouwwerken behoort tot de bevoegdheid van de architekt, de uitvoering van de aannemer. De<br />

stabiliteitsstudie wordt door een raadgevend ingenieursbureel uitgevoerd in opdracht van de aannemer met akkoord<br />

architekt. De aannemer is verantwoordelijk voor de uitvoering van de stabiliteitsstudie tegenover de bouwheer. Een<br />

grondsondering is er niet maar kan op aanvraag van de stabiliteitsingenieur uitgevoerd worden.<br />

De volgende taken worden verplicht gesteld aan het stabiliteits-bureel:<br />

- voorbereidend bezoek aan de werf (en studie sondering).<br />

- voorbereidend gesprek met architekt over conceptie en details vooraleer de studie aan te vatten.<br />

- uitwerking voorstel voor te leggen aan de architekt ten laatste 3 weken voor de uitvoering.<br />

- indien nodig de conceptuele aanpassingen aan het voorstel op aanvraag bouwheer en architekt.<br />

- definitieve plannen en ijzerstaat over te maken aan architekt en aannemer<br />

ten laatste 2 weken voor de aanvang der werken.<br />

- opsturen plannen en kontrole plannen ivm de prefab vloeren en predallen naar de firma’s<br />

- begeleiding aannemer en uitleg bij de aanvang werf.<br />

- min.van 3 werfbezoeken (grondwerken-tussentijds-einde)<br />

- kontrole en oplevering bij einde stabiliteitswerken.<br />

- verantwoordelijkheid bij gebreken tijdens de periode van de tienjarigeaansprakelijkheid.<br />

Toepassing :<br />

De studie betreft :<br />

- funderingen<br />

- konstructieve kontrole op materiaalkeuze dragende en nietdragende muren<br />

- dimensionering dragende muurdikte en oplegzones van de balkkonstrukties<br />

- balken en kolommen in (on)gewapend beton of metaal<br />

- vloeren : volle grond, geprefabr. vloerplaten, prédallen, en houten vloerenkonstrukties<br />

- trappen in gewapend beton<br />

- gewapende betondelen allerlei: bordessen,steun en dekplaten enz.<br />

- kontrole op de dimensionering van de dakkonstruktie<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Totale Prijs (TP).<br />

OPMERKING: DE STABILITEITSTUDIE HEEFT VOORRANG OP DE<br />

ARCHITECTUURTEKENINGEN EN MEETSTAAT !!!<br />

01.00.41.B Bodemonderzoek.<br />

Het bodemonderzoek ten laste van de bouwheer zal uitgevoerd worden op aanvraag van de stabiliteitsingenieur.


01.01.40 Plaatsbeschrijvingen<br />

Dossier: 8<br />

DOOR BOUWHEER TOEGEWEZEN AAN LANDMETER: TE ONDERTEKENEN DOOR AANNEMER EN<br />

BELANGENDE EIGENAARS VOOR HET BEGIN DER WERKEN


Dossier: 9<br />

DEEL II - TECHNISCHE BEPALINGEN<br />

HOOFDSTUK 01 - VOORAFGAANDE WERKEN EN SLOOPWERKEN<br />

01.01.10 Voorlopige omheining<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Bij de aanvang van de werken plaatst de aannemer een voorlopige omheining om de bouwplaats af te sluiten, volgens de<br />

voorschriften van art. 11.21 van STS 11 - uitgave 1990. Deze afsluiting wordt voorzien van de nodige afsluitbare toegangen.<br />

Uitvoering :<br />

De omheining wordt voldoende stevig uitgevoerd, onderhouden en zonodig hersteld. Zij wordt voorzien van de nodige<br />

signalisatie, verlichting en beveiliging volgens de geldende reglementering en overeenkomstig de voorschriften van art.<br />

11.24 van STS 11 -uitgave 1990. Het bekomen van de vergunning en te betalen taksen zijn ten laste van de aannemer.<br />

01.01.11.A Voorlopige omheining in overeenstemming met de gemeentelijke voorschriften<br />

Omschrijving :<br />

Inplanting, materiaal, afmetingen en uitrusting zijn in overeenstemming met de geldende gemeentelijke voorschriften.<br />

De omheining blijft eigendom van de aannemer en wordt weggenomen zodra dit, op grond van de vordering van de<br />

werken en mits akkoord van de architect, mogelijk is.<br />

Materiaal :<br />

De omheining bestaat tenminste uit<br />

geprefabriceerde panelen uit stalen buizen, waartegen een verzinkt draadnet is bevestigd. De hoogte van de omheining<br />

is tenminste 1,80 m.<br />

Uitvoering :<br />

Toepassing :<br />

Afsluiting van de bouwplaats ten opzichte van het openbaar terrein en de afsluiting van de ingepalmde straatzone voor de<br />

werfinrichting t.o.v. de niet gebruikte straatzone, bij gebruik van de openbare weg<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Opgenomen bij de kosten voor de werfinrichting 01.00.10<br />

01.01.50 Stellingen en steigers<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De stellingen en steigers beantwoorden aan de bepalingen van het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming<br />

(ARAB).<br />

Ze worden aldus opgevat dat ze de werklieden volkomen veiligheid bieden en tevens de architect en bouwheer (het<br />

Bestuur) in staat stellen de werken van dichtbij te volgen.<br />

Borstweringen en handgrepen zijn te voorzien rond de werkvloeren.<br />

Uitvoering :<br />

De stellingen worden, afhankelijk van de uitvoeringsvolgorde steeds aangebracht over gebouwdelen die als geheel<br />

behandeld worden. Ze worden er zo lang behouden tot alle beschreven werken voltooid en gecontroleerd zijn door de<br />

bouwheer en architect (het Bestuur).


Dossier: 10<br />

Alle openingen welke nodig zijn om de stellingen te verankeren moeten bij het demonteren terug in de oorspronkelijke staat<br />

hersteld worden. Elk rechtstreeks contact van metaal en parement wordt vermeden door tussenvoeging van speciale (of<br />

houten) stukken.<br />

(De stellingen en steigers aan de straatzijde worden voorzien van de nodige signalisatie, verlichting en beveiliging volgens de<br />

geldende reglementering. Het bekomen van de vergunning en te betalen taksen zijn ten laste van de aannemer.)<br />

01.01.90 Werfaansluitingen: TP<br />

Opmerking :<br />

Water: De aannemer kan gebruikmaken van de aanwezige waterleiding.<br />

Elektriciteit: De aannemer kan gebruikmaken van de aanwezige elektriciteit<br />

Verbruikskosten zijn ten laste van de bouwheer.<br />

Volstaan de aanwezige voorzieningen niet voor de werfinrichting dan maakt de aannemer voorafgaandelijk aan de<br />

aanvang der werkzaamheden zijn wensen kenbaar bij de bouwheer.<br />

01.04.10 Slopen van constructies<br />

Algemeen<br />

0mschrijving :<br />

Vooraleer de eigenlijke sloopwerken aan te vangen laat de aannemer alle asbesthoudende materialen verwijderen, volgens de<br />

richtlijnen van Art. 148 decis 2.5 van het ARAB, door een erkende afbraakfirma. Hierna voert de aannemer zorgvuldig de<br />

afbraakwerken uit volgens de door hem opgemaakte en door de architect ambtenaar goedgekeurde werkplanning.<br />

De afbraak vangt aan op het dak en gaat verder van boven naar onder.<br />

Al de afbraakmaterialen, zonder uitdrukkelijke andere vermelding in het bestek, blijven na afbraak eigendom van de<br />

aannemer.<br />

De aannemer is verantwoordelijk voor alle schade door de afbraakwerken veroorzaakt aan de omliggende gebouwen (en<br />

openbaar terrein) en aan de opritten. Beschadigingen door de aannemer veroorzaakt zullen in de oorspronkelijke toestand en<br />

op zijn kosten worden hersteld.<br />

Gedurende de uitvoering van de werken zal hij alle voorzorgsmaatregelen treffen teneinde geen enkele boven- en<br />

ondergrondse nutsleiding (elektriciteit, gas, water, telefoon, T.V.-distributie, e.a.) te beschadigen door neervallende<br />

brokstukken of door het opstellen van tuigen of welkdanige handeling.<br />

De aannemer draagt de kosten voor werken, leveringen, testmetingen, uitgevoerd door de betrokken<br />

distributiemaatschappijen, indien deze nodig worden bevonden.<br />

Inbegrepen :<br />

- (het treffen van de nodige beschermingsmaatregelen, bij de werkzaamheden waarbij asbestvezels kunnen<br />

vrijkomen.(ARAB decis 2.5.9 en 2.5.10),)<br />

- het treffen van de nodige beschermingsmaatregelen voor de aanpalende, niet te slopen, gebouwdelen.<br />

- het treffen van de nodige veiligheidsmaatregelen aan de straatzijde volgens de geldende reglementeringen van de<br />

gemeente. Alle bijhorende kosten dienaangaande zijn ten laste van de aannemer.<br />

- de vereiste aanpassings- en dichtingswerken aan de afvoerleidingen ter hoogte van de rioleringsaansluitingen,<br />

- het vervoeren van het puin buiten de werf. Geen puin, vuilnis of afval mag op de werf gelaten worden.<br />

- Resterende putten worden doorgeschoten teneinde waterverzameling te vermijden.


Dossier: 11<br />

De putten worden opgevuld met te verdichten zandgrond van de uitgravingen tenzij stabiliteitsstudie andere<br />

eisen steld.<br />

01.04.30 Slopen van gewapend beton<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Afbreken met aangepaste middelen van gewapend beton, met inbegrip van de vereiste stellingen en schoringen.<br />

Beschadigingen aan te behouden constructiedelen worden door de aannemer en op zijn kosten hersteld in hun<br />

oorpsronkelijke toe-stand.<br />

Beschermen van ondergrondse en/of in de beton gevatte leidingen allerhande, met aanwending van alle daartoe benodigde<br />

materialen en manuren.<br />

Er wordt uiterst omzichtig tewerk gegaan.<br />

Inbegrepen :<br />

- het vervoeren van het puin buiten de werf<br />

01.04.31 Slopen van gewapend beton VH m³<br />

Toepassing :<br />

Volgens plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : netto te slopen hoeveelheid.<br />

01.04.40 Slopen van metselwerk<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Uitbreken van metselwerkdelen van binnen- en/of buitenmuren uit om het even welk steenmateriaal (baksteen,<br />

betonblokken, parement, breukstenen, enz...), dorpels, muurblokken, natuursteenplinten, verankeringen, haken,<br />

spouwopvullingen, en alle andere bevattende constructiedelen; het verwijderen van overtollige dragende- en niet-dragende<br />

muren, alsook het verwijderen van niet betrouwbare slechte muurdelen, zowel binnen- als bovendaks en ongeacht de hoogte.<br />

Met aanwenden van de benodigde stellingen, beveiligingen, schoren en stutten van te behouden delen.<br />

Op het slopen van asbesthoudende elementen zijn de bepalingen van Art. 148 decis 2.5 van het ARAB van toepassing.<br />

Inbegrepen :<br />

- het afvoeren van het puin buiten de werf.<br />

01.04.41 Slopen van metselwerk VH m³<br />

Omschrijving :<br />

Wegbreken van gemetselde binnen- en buitenwanden, onder-en bovengronds.


Toepassing :<br />

B. Bovengrondsmetselwerk: zie plannen en detailmeetstaat<br />

C. Uitnemen van metselwerk: facadesteen gemene muur + aanwerken dagkanten<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : hoeveelheid metselwerk volgemeten.<br />

01.05.11 Verwijderen van dakranden en slabben VH m<br />

Dossier: 12<br />

Omschrijving :<br />

Wegbreken van zinken slabben en loketten / loden slabben en loketten / dakrandprofielen andere dan natuursteen<br />

Afmetingen : zie detailmeetstaat<br />

Uitvoering :<br />

Volgende elementen worden gestapeld voor herbruik : geen<br />

Toepassing :<br />

A. Verwijderen van dekstenen uit pannen: gemene muren: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. Verwijderen van dakrandprofielen: gemene muren: zie plannen en detailmeetstaat<br />

C. Verwijderen van slabben: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m.<br />

meetcode : netto weg te breken lengte zonder rekening te houden met de overlappingen en de breedte van de<br />

profielen.<br />

01.06.20 Uitbreken van rioleringsputten en ontvangtoestellen<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Volledig uitbreken van rioleringsputten en ontvangtoestellen, bijhorende deksels, funderingen, buisstukken, enz...<br />

Putten van allerlei afmetingen en ongeacht de samenstellende materialen en de bodemdiepte.<br />

Vervoer van puin buiten de werf.<br />

01.06.21 Uitbreken van rioleringsput TP<br />

0mschrijving :<br />

Uitbreken van een rioleringsput uit om het even welk materiaal tot 10cm onder de vloerplaat<br />

Materiaal :<br />

Type : enkele put / dubbele put / syphon put / prefab. put.<br />

Uitvoering :<br />

De ontstane putten worden opgevuld met te verdichten zand en genoegzaam aangedamd om de 10cm om alle latere<br />

verzakkingen te vermijden.<br />

Toepassing :


Dossier: 13<br />

Volgens situatie ter plaatsen, de architect moet van elke put op de hoogte gebracht worden om de werking of de<br />

niet werking ervan te kunnen vaststellen.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Totale prijs<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : stuk.<br />

meetcode: Wegbreken met inbegrip van de deksel en opvullen met te verdichten zand.<br />

01.06.32 Supprimeren van regenput TP<br />

Omschrijving :<br />

De bodem van de regenput wordt doorschoten. Het gedeelte van de put tot 0,20 m onder het vloerveld wordt volledig<br />

weggebroken.<br />

Uitvoering :<br />

De ontstane putten worden opgevuld met te verdichten zand en genoegzaam aangedamd om de 10cm om alle latere<br />

verzakkingen te vermijden.<br />

Toepassing :<br />

Regenput onder afgebroken veranda.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : stuk.<br />

meetcode: Wegbreken met inbegrip van de deksel en opvullen met te verdichten zand.<br />

01.06.50 Uitbreken van rioleringsleidingen<br />

Algemeen<br />

0mschrijving :<br />

Uitbreken van niet meer bruikbaar, verstopte en/of gebroken rioleringsleidingen van allerlei maten en in allerlei materialen.<br />

Inbegrepen :<br />

- alle uitgravingen, aanvullingen, doorkappingen.<br />

- het uitbreken van alle funderingen.<br />

- het treffen van alle voorzorgen opdat het hemelwater bij regenbuien en/of vuil water gedurende deze werken<br />

afdoende en wel geevacueerd wordt, met aanwending van alle daartoe benodigde materialen, middelen en prestaties.<br />

- het afdoende afdichten van de graafputten indien deze tijdelijk blijven openliggen om aldus de veiligheid op de werf<br />

te vrijwaren.<br />

- het verwijderen van het puin buiten de werf.<br />

01.06.51 Uitbreken van rioleringsleiding VH/m<br />

Omschrijving :<br />

Uitbreken van een rioleringsleiding uit om het even welk materiaal<br />

Diameter : variabel<br />

Uitvoering :<br />

De ontstane putten worden opgevuld met afgegraven grond en genoegzaam aangedamd om alle latere verzakkingen te<br />

vermijden.


Dossier: 14<br />

Toepassing :<br />

Volgens situatie na graafwerken.<br />

Volgens situatie ter plaatsen, de architect moet van elke leiding op de hoogte gebracht worden om de werking of<br />

de niet werking ervan te kunnen vaststellen.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m. netto lengte<br />

01.07.20 Uitnemen van buitenramen en -deuren<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Uitnemen van allerlei buitenramen en buitendeuren met inbegrip van alle bijhorigheden zoals muurbekledingen,<br />

omlijstingen, bevestigingsmiddelen, ankerdoken, klossen, storeplanken, beschotwerk, ... en het glaswerk.<br />

Ramen of deuren die niet onmiddellijk worden vervangen, van de te bewaren ruimten, moeten onmiddellijk winddicht<br />

afgesloten worden.<br />

De aannemer wordt er in het bijzonder op attent gemaakt dat bij deze uitbraakwerken, de grootste voorzichtigheid aan de dag<br />

dient gelegd te worden voor het behoud in hun ongeschonden staat van de tabletten, plafonds, muur- en plafondplakwerk,<br />

eventuele binnenmuurbehangwerken en verfwerken, alsook van alle roerende en onroerende goederen. Hij neemt daartoe<br />

alle voorzorgsmaatregelen evenals ter beveiliging van personen in -en buiten het gebouw.<br />

Alle ontstane beschadigingen aan raamaanslagen, meubilair, goederen, plakwerk, plafonds, muren, tabletten, faïence, enz...<br />

dienen op kosten van de aannemer hersteld in hun oorspronkelijke toestand.<br />

Indien het werk zulks vereist zullen de venstertabletten voorzichtig uitgenomen en teruggeplaatst worden, waarbij elke<br />

beschadiging aan te behouden constructiedelen door de aannemer zal hersteld worden.<br />

Inbegrepen :<br />

- het vervoer van alle puin buiten de werf.<br />

01.07.21 Uitnemen van buitenschrijnwerk VH/ m²<br />

Omschrijving :<br />

Uitnemen van buitenschrijnwerk uit hout, het glaswerk, venstertabletten inbegrepen.<br />

De venstertabletten blijven voor hergebruik op de werf en worden gestapeld op een door de bouwheer aangewezen<br />

plaats.<br />

Toepassing :<br />

Ramen en deuren: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m²<br />

meetcode : weg te breken oppervlakte<br />

01.09.40 Opbreken van stenen bevloeringen<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Opbreken van stenen bevloeringen in tegels van allerlei maten en structuren, ongeacht het type, de afmetingen, de<br />

samenstelling en legwijze.<br />

Inbegrepen :


- het herstellen van de door de aannemer beschadigde te behouden constructiedelen.<br />

- het vervoeren van het puin buiten het Staatsdomein.<br />

01.09.41 Opbreken van stenen vloer VH m²<br />

Dossier: 15<br />

Omschrijving :<br />

Opbreken van vloertegels met dekvloer / vloertegels met dekvloer en draagvloer<br />

Uitvoering :<br />

Tegels + de dekvloer wordt opgebroken net zoals de draagvloer.<br />

Tegels + de dekvloer wordt opgebroken tot op de draagvloer, deze wordt ontdaan van alle onzuiverheden.<br />

Toepassing :<br />

A2. Kelder(rioleringssleuven): tegel + dekvloer + draagvloer: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : netto op te breken oppervlakte.<br />

01.09.50 0pbreken van houten bevloeringen<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Opbreken van houten bevloeringen van allerlei houtsoorten, maten en structuren, ongeacht het type, de afmetingen, de<br />

samenstelling en legwijze.<br />

Inbegrepen :<br />

- het verwijderen van alle bevestigingsmiddelen.<br />

- het herstellen van de door de aannemer beschadigde te behouden constructiedelen.<br />

- het vervoeren van het puin buiten de werf.<br />

01.09.51 Opbreken van houten vloer VH m²<br />

Omschrijving :<br />

Opbreken van planken vloer + struktuur / planken vloer.<br />

Toepassing :<br />

A. Plankenvloer + struktuur: nieuw trapgat zolder: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : op te breken oppervlakte.


Dossier: 16<br />

HOOFDSTUK 02 - GRONDWERKEN EN BIJZONDERE FUNDERINGEN<br />

02.01.10 Verwijderen van teelaarde<br />

Algemeen<br />

Uitvoering :<br />

De teelaarde wordt over de volledige dikte verwijderd voor de andere uitgravingen uitgevoerd worden.<br />

02.01.12 Afgraven en stapelen van teelaarde VH m³<br />

Uitvoering :<br />

De teelaarde wordt afgegraven op een dikte van max. 0.4 m (zie detailmeetstaat) en<br />

Werken zullen door bouwheer worden uitgevoerd.<br />

Toepassing :<br />

A. gebouwzone: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. terreinzone en terras: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³<br />

meetcode : netto af te graven oppervlakte.<br />

02.02.10 Uitgravingen<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

De uitgravingen hebben betrekking op het verwezenlijken van de bouwput en sleuven voor de op te richten gebouwen. De<br />

uitgravingen voor de voorafgaande werken, rioleringen en omgevingswerken maken geen deel uit van dit artikel.<br />

Uitvoering :<br />

De uitgravingen worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van aflevering I art.1 en 2. Ze worden uitgevoerd in het<br />

droge.<br />

(Het verlagen van de grondwaterstand en het afvoeren van het oppervlaktewater zijn inbegrepen in dit artikel. De verlaging<br />

van het grondwater wordt pas stopgezet wanneer de bouwconstructie voldoende tegendruk biedt en mits akkoord van de<br />

verantwoordelijke stabiliteitsingenieur.)<br />

02.02.11 Uitgravingen voor grondstabilisatie VH m³<br />

Uitvoering :<br />

De afmetingen van de sleuf/bouwput maken het mogelijk alle werken gemakkelijk uit te voeren en te controleren. De<br />

werkruimte tussen de wanden van de bouwput en deze van het bouwwerk bedraagt aan de basis ten minste 0,40 m. Het<br />

roeren van de aanpalende grond is niet toegelaten.<br />

Toepassing :<br />

Naast gemene muur van de rechter buur; vermoedelijk geroerde grond en in voortuin rond oude uit te nemen<br />

mazouttank.<br />

Aard van de overeenkomst :


Dossier: 17<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³<br />

meetcode : Het volume van de stabilisatiesleuf/bouwput wordt begrensd door de buitenomtrek van de<br />

funderingszolen met een minimum van 0.40 m buiten de wanden van de kelders en geventileerde<br />

ruimten, zonder rekening te houden met taluds, de diepte van de uitgraving wordt gerekend tot de<br />

aanzet van kelder of geventileerde ruimte.<br />

02.02.12 Uitgravingen voor funderingszolen VH m³<br />

Uitvoering :<br />

Iedere funderingszool wordt aangezet op vorstvrije diepte en minstens 0,80 m onder het toekomstige maaiveld, volgens<br />

voorschriften van de stabiliteitsingenieur.<br />

Toepassing :<br />

A. Uitgravingen funderingszolen gebouw: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. Uitgravingen funderingszolen terras (vorstranden b=20cm): zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³<br />

meetcode : het volume wordt gemeten volgens de theoretische minimum doorsnede zonder rekening te houden met<br />

taluds of gebeurlijke meerbreedte van de sleuven. Meerbreedte voor bekistingen en bestrijkingen of<br />

overdikten van 5 cm ter vervanging ervan zijn een last van dit artikel.<br />

02.02.13 Uitgravingen voor onderschoeiïngen VH m³<br />

Uitvoering :<br />

De uitgravingen voor het ondervangen of onderbouwen van bestaande funderingen worden uitgevoerd in afwisselende<br />

moten van hoogstens 1,00 m lengte. De tussenafstand van de moten bedraagt minstens twee maal de lengte van een moot en<br />

wordt gevormd door ongeroerde grond of reeds ondervangen stroken. De te behouden fundering of grond worden gestut<br />

zodat elke zetting van het bouwwerk of de bodem vermeden wordt. De afmetingen van de sleuf maken het mogelijk de<br />

onderschoeiïngswerken gemakkelijk te controleren. De werkruimte tussen de wanden van de sleuf en deze van de bestaande<br />

constructies bedraagt aan de basis ten minste 1,00 m.<br />

Toepassing :<br />

Tuinmuur/gemene muur indien nodig na uitgravingen: niet voorzien<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Opgenomen in de post: 02.06.21: Onderschoeiing met ongewapend beton (VH m³).<br />

02.03.10 Aanvullingen<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

De aanvullingen hebben betrekking op het wederaanvullen rond de bouwput en sleuven van het op te richten gebouw. De<br />

aanvullingen voor voorafgaande werken, rioleringen en omgevingswerken maken geen deel uit van dit artikel.<br />

Uitvoering :<br />

De wederaanvullingen worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van aflevering I art. 1. Ze mogen slechts<br />

aanvangen na het akkoord van de bouwheer en architect nadat de voorgeschreven bepleisteringen en bestrijkingen op de<br />

ondergrondse constructies uitgevoerd zijn.


Dossier: 18<br />

02.03.11 Aanvullingen met grond voortkomend van de uitgravingen: sleuven VH m³<br />

Uitvoering :<br />

De aanvullingen worden uitgevoerd in lagen van maximum 0,20 m dikte en mechanisch aangedamd.<br />

Toepassing :<br />

Zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : Het volume wordt gerekend in aangedamde toestand tot het peil na afgraven van de teelaarde, begrensd<br />

door de buitenomtrek van de funderingszolen of tot 0,50 m buiten de wanden van kelders en geventileerde<br />

ruimten, zonder rekening te houden met taluds.<br />

02.03.13 Aanvullingen met te verdichten zand VH m³<br />

Materiaal :<br />

Het zand voor de aanvullingen beantwoordt aan de bepalingen van index C.2.3.2 van het T.B. 150 : zand voor<br />

onderfundering.<br />

Het zand wordt door de aannemer geleverd.<br />

Uitvoering :<br />

De aanvullingen worden uitgevoerd in lagen van maximum 0,20 m dikte en mechanisch aangedamd tot de volgende<br />

draagkracht: samendrukbaarheidsmodulus M1 groter of gelijk aan 17 MN/m².<br />

Toepassing :<br />

Aanvullingen met aan te voeren te verdichten zand: onder plaat op volle grond d=5cm<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³<br />

meetcode : Het volume wordt gerekend in aangedamde begrensd door de binnenomtrek van de funderingsmuren,<br />

zonder rekening te houden met taluds.<br />

02.03.14 Aanvullingen met gestabiliseerd zand. VH m³<br />

Materiaal :<br />

De aanvulling bestaat uit grof zand waaraan per m³ niet verdicht zand, minimum 100 kg cement met sterkteklasse 32,5 wordt<br />

toegevoegd. Het zand beantwoordt aan de bepalingen van index C.2.3.2. van het T.B. 150 : zand voor onderfunderingen.<br />

Uitvoering :<br />

Het mengsel wordt mechanisch bereid. De mengtijd bedraagt ten minste 1 minuut.<br />

De aanvulling wordt aangebracht in lagen van max. 0,20 m dikte en mechanisch aangedamd tot de volgende draagkracht :<br />

samendrukbaarheidsmodulus M1 groter dan of gelijk aan 17/35 MN/m².<br />

De aannemer maakt het gebruik van deze stabilisatie kenbaar aan de architect voor het uitvoeren van de werken.<br />

Toepassing :<br />

Voor de stabilisatie van de geroerde grondzones onder de funderingszolen: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.


Dossier: 19<br />

meetcode : Het volume wordt gerekend in aangedamde toestand, begrensd door de binnenomtrek van de<br />

funderingsmuren, zonder rekening te houden met taluds.<br />

02.03.20 Ophogingen<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

De ophogingen hebben betrekking op de aanvullingen binnen het op te trekken gebouw<br />

Uitvoering :<br />

De ophogingen worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van aflevering 1 art. 1 § 2. Ze mogen slechts aanvangen<br />

na het akkoord van de leidende ambtenaar nadat de voorgeschreven bepleisteringen en bestrijkingen op de ondergrondse<br />

conctructies uitgevoerd zijn.<br />

02.03.21 Ophogingen met grond voortkomend van de uitgravingen VH m³<br />

Uitvoering :<br />

De ophogingen worden uitgevoerd in lagen van maximum 0,20 m dikte en mechanisch aangedamd tot de volgende<br />

draagkracht : samendrukbaarheidsmodulus M1 groter dan of gelijk aan 11 MN/m².<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : Het volume wordt gerekend in aangedamde toestand, begrensd door de binnenomtrek van de omringende<br />

wanden.<br />

02.06.10 Onderschoeiingen met metselwerk<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

Het metsel- en bepleisteringsmortel behoort tot de categorie M1 van NBN B14-001 en heeft de volgende samenstelling :<br />

minimum 400 kg cement (kwaliteit HSR) per m³ droog zand (1 deel cement voor 3 delen zand).<br />

Hulpstoffen in de mortels worden slechts toegelaten mits akkoord van de leidende ambtenaar : bindingsvertragers zijn niet<br />

toegelaten.<br />

Uitvoering :<br />

Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401.<br />

Het metselwerk wordt uitgevoerd in afwisselende werkmoten van hoogstens 1,00 m lengte. De tussenruimte tussen de<br />

werkmoten bedraagt minstens twee maal de lengte van een werkmoot en wordt gevormd door ongeroede grond of reeds<br />

ondervangen stroken. De verschillende werkmoten van het metselwerk worden in verband uitgevoerd en degelijk in elkaar<br />

verbonden.<br />

Eenmaal uitgevoerd moet het onderschoeiingswerk een doorlopend geheel vormen. Het onderschoeiingsmetselwerk wordt<br />

over zijn volledige breedte goed en degelijk aangedrukt tegen de onderkant van de zuiver gemaakte bestaande fundering.<br />

Eventuele achterliggende tussenruimten worden bij het metselen meegaand aangevuld en degelijk verdicht.<br />

Alle muurvlakken in aanraking met de grond worden bepleisterd met een dikte van 10 mm.<br />

Na voldoende droging wordt de bepleistering bestreken met 2 lagen vernis geaktiveerd met steenkoolpek of bitumen (NBN<br />

B46-101) à rato van minimum 200 g per m² en per laag; beide lagen verschillen van kleur.<br />

Er mag slechts overgegaan worden tot het ondermetselen van nieuwe werkmoten nadat het onderschoeiingsmetselwerk<br />

voldoende verhard is en mits de toelating van de leidende stabiliteitsingenieur (ambtenaar).<br />

Indien tegen het onderschoeiingsmetselwerk moet aangevuld worden zal dit ten spoedigste na uitvoering van elke moot<br />

geschieden nadat de bepleistering en bestrijking is aangebracht.


02.06.11 Onderschoeiing met baksteenmetselwerk VH m³<br />

Materiaal :<br />

De volle bakstenen beantwoorden aan NBN B24-001 en index 02.11A van T.B.<br />

Uitvoering :<br />

Een wapening wordt voorzien tusen elke laag metselwerk.<br />

Toepassing :<br />

Tuinmuur/gemene muur: n.v.t.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : netto uit te voeren volume gerekend volgens de muurdikte.<br />

De wapeningen inbegrepen<br />

02.06.20 Onderschoeiïngen met beton<br />

Algemeen<br />

Dossier: 20<br />

Materiaal :<br />

Uit te voeren met ongewapend of gewapend beton.<br />

Uitvoering :<br />

Uitvoeren van de onderschoeiïng in moten van hoogstens 0.80 m lang. De tussenruimte tussen de werkmoten bedraagt<br />

minstens de lengte van twee werkstroken, zij wordt gevormd door ongeroerde grond en of reeds ondervangen moten.<br />

Eenmaal uitgevoerd vormt de onderschoeiïng een doorlopend geheel.<br />

Zowel het ongewapende als het gewapende beton wordt door wapeningsstaven met elkaar verbonden.<br />

De aansluitvlakken van het beton worden steeds mechanisch afgebikt, dit voor de aansluitende moot gestort wordt.<br />

02.06.21 Onderschoeiing met ongewapend beton VH m³<br />

Materiaal :<br />

Betonsamenstelling : door de aannemer te bepalen waarvan de karakteristieke weerstand R'wk minstens gelijk is aan 20<br />

N/mm² na 28 dagen.<br />

Uitvoering :<br />

Het beton wordt gestort in lagen van maximum 20 cm dik en verdicht. Op het verwerken zijn de voorschriften van index<br />

26.0 van T.B. 104 van toepassing. Er wordt steeds in de massa getrild. De continuïteit tussen de verschillende moten wordt<br />

verzekerd door wapeningen die mogen omgeplooid worden. Deze wapeningen worden, na het ontkisten en uitgraven van de<br />

volgende moot, recht geplooid om de verbinding te vormen.<br />

Deze verbindingswapeningen worden in hoogtezin alle 20 cm geplaatst en dragen over een afstand van minstens 20 cm in de<br />

betonmassa. De wapeningen zijn van de staalklasse BE 400S.<br />

Alle bekistingen en het ontkisten zijn in de eenheidsprijs van het beton begrepen. In de werksleuf wordt de bekisting op 20<br />

cm van de te onderschoeien fundering geplaatst, alsook 10 cm hoger dan het ondervlak van deze fundering. Het beton wordt<br />

gestort gelijk met de bovenrand van deze verhoogde bekisting.<br />

De lengte van de moten is maximum : 1 m.<br />

Toepassing :<br />

Tuinmuur(voortuin)/gemene muur: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.


meetcode : Netto uit te voeren volume.<br />

De wapeningen worden aangerekend onder art. 02.06.23.<br />

02.07.10 Aardingen<br />

Algemeen<br />

Dossier: 21<br />

Omschrijving :<br />

De aardingen worden verwezenlijkt volgens de richtlijnen van art. 69 van het Algemeen Reglement op de Electrische<br />

Installaties (B.S. dd. 29.4.8 en errata in B.S. dd. 1.9.81) en van het Ministerieel Besluit dd. 6.10.81 betreffende de<br />

aardelectrode (B.S. dd. 13.10.81) aangevuld door het Ministerieel Besluit dd. 14.12.81 (B.S. dd. 22.12.81).<br />

02.07.11 Aardingslus VH m<br />

Materiaal :<br />

De aardingslus bestaat uit :<br />

een volle draad vervaardigd uit blank gehard electrolytisch koper met een minimum doorsnede van 35 mm² of een vertinde<br />

koperdraad van 10 mm² bekleed met een loodmantel. Het geheel heeft een geometrische doorsnede van 35 mm².<br />

Uitvoering :<br />

De aardingslus wordt gelegd op de bodem van de funderingssleuf onder de buitenmuren en bedekt met een laag zuiver zand.<br />

De uiteinden van de lus moet bereikbaar blijven voor onderzoek en worden aangesloten op een koperen klemplaat en tevens<br />

voorzien van een aardingsonderbreker. Indien de aardingslus is samengesteld uit meerdere in serie geplaatste geleiders<br />

moeten de uiteinden van elke geleider en hun verbinding eveneens bereikbaar blijven voor onderzoek. Het kruisen doorheen<br />

de fundering naar de klemmen gebeurt in een soepele PVC buis om elk contact met de fundering te vermijden. De<br />

spreidingsweerstand wordt gemeten vóór het gieten van het funderingsbeton.<br />

Toepassing :<br />

Zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m.<br />

meetcode : Netto uit te voeren lengte.


03.01.20 Folies.<br />

Algemeen<br />

Dossier: 22<br />

HOOFDSTUK 03 - OPEN RUWBOUW<br />

Omschrijving :<br />

De folies vormen een scheidingslaag tussen de grond en de vloeropbouw<br />

Materiaal :<br />

De folies bestaan uit een dun doorgaand vel met eenvormige dikte, vervaardigd uit waterdichte onrotbare kunststof.<br />

Uitvoering :<br />

De folies mogen niet kleven of gescheurd zijn. Zij worden gestapeld op een beschutte plaats. De folies worden geplaatst met<br />

een overlapping van minstens 0,30 m. Ze worden voldoende opgetrokken tegen de muren. De aannemer neemt de nodige<br />

voorzorgen tegen beschadiging van de folie. De beschadigde delen worden hersteld met een bijkomend stuk folie, steeds met<br />

minstens 0,30 m overlapping.<br />

03.01.21 Polyethyleenfolie. VH m²<br />

Materiaal :<br />

Polyethyleenfolie met een minimum dikte van 0,2 mm.<br />

Toepassing :<br />

Onder en boven ondervloerisolatie: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : netto ontwikkelde oppervlakte zonder rekening te houden met overlappingen.<br />

03.01.30 Vloeren op volle grond.<br />

Algemeen<br />

Uitvoering :<br />

De vloeren worden aangelegd op een aangedamde effen droge en zuivere bodem, geprofileerd en vlak afgetrokken. De<br />

randbekistingen zijn in dit artikel begrepen. De vloeren worden los van de, bestaande, wanden gelegd door tussenvoegen<br />

van stroken visqueenfolie (geëxpandeerd polystyreen van minstens 5 mm dik).<br />

03.01.33 Vloer uit licht gewapend beton op volle grond. VH m³<br />

Materiaal :<br />

Betonsamenstelling : 300 kg cement sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN<br />

B11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-102.<br />

Dikte 12 / 15 cm.<br />

De wapening beantwoordt aan NBN A24-303 en-304 en bestaat uit :<br />

een wapeningsnet uit staal BE 500S of DE 500 BS met afmetingen 150 x 150 x 6 mm.<br />

Tenzij een andere opgave door de stabiliteitsingenieur.<br />

Uitvoering :<br />

Het beton wordt vervaardigd en verwerkt volgens index 26.0.1. en 26.0.3. van het T.B. 104.<br />

Wapening volgens opgave stabiliteitsstudie.


Dossier: 23<br />

De netten worden geplaatst met een overlapping van een volledige maas in beide richtingen en aan de hoeken gebonden.<br />

De nodige afstandshouders worden geplaatst om de vereiste betondekking te bekomen.<br />

Toepassing :<br />

A. vloer op volle grond woning (15cm): zie plannen en detailmeetstaat<br />

B1. vloer op volle grond voortuin (12cm): zie plannen en detailmeetstaat<br />

B2. vloer + vorstrand vloer op volle grond terras(12cm): zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m3.<br />

meetcode : Netto uit te voeren volume. De wapeningen en de afstandshouders zijn inbegrepen in de post<br />

03.03.62.A Netwapeningen.<br />

03.01.40 Niet gewapende funderingen.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Het betreft : alle niet gewapende zolen en funderingsvoeten welke op de plans zijn aangeduid.<br />

De fundering voor rioleringen en omgevingswerken maken geen deel uit van dit artikel.<br />

Uitvoering :<br />

Het beton wordt vervaardigd en verwerkt volgens index 26.01 en 26.03 van het T.B. 104 en uitgevoerd op een droge<br />

horizontale bodem. Het bovenvlak wordt horizontaal en effen afgewerkt tot op de vereiste peilen.<br />

03.01.41 Niet gewapende funderingen uit schraal beton. VH m³<br />

Materiaal :<br />

Betonsamenstelling : 300 kg cement, sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN<br />

B11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-103.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat met voorrang stabiliteitsstudie<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : Netto uit te voeren volume.<br />

De wapeningen en de afstandshouders zijn inbegrepen in de post 03.03.62.B Netwapeningen.<br />

03.01.50 Lichtgewapende fundering.<br />

Omschrijving :<br />

Het betreft alle licht-gewapende zolen en funderingsvoeten/balken welke op de plans zijn aangeduid.<br />

De funderingen voor rioleringen en omgevingswerken maken geen deel uit van dit artikel.<br />

Uitvoering :<br />

Het beton wordt vervaardigd, verwerkt en afgewerkt volgens index 26.0.1, 26.0.3 en 26.0.4 van het T.B. 104 en uitgevoerd<br />

op een droge horizontale bodem. Het bovenvlak wordt horizontaal en effen afgewerkt tot op de vereiste peilen. De wapening<br />

wordt aangebracht volgens de richtlijnen van het stabiliteitsplan.


Dossier: 24<br />

03.01.51 Lichtgewapende fundering/funderingsbalken/sokkels uit schraal beton VH m³<br />

Materiaal :<br />

Betonsamenstelling : 300 kg cement, sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN<br />

B11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-103.<br />

De wapening beantwoordt aan NBN A24-303 en -304 en bestaat uit :<br />

een wapeningsnet uit staal BE 500 S of DE 500 BS met afmetingen 150 x 150 x 6 x mm, met voorrang voor het<br />

stabiliteistplan.<br />

Uitvoering :<br />

De netten worden geplaatst met een overlapping van een volle maas en aan de hoeken gebonden.<br />

De nodige afstandshouders worden geplaatst om de vereiste betondekking te bekomen.<br />

Toepassing :<br />

Zie plannen en detailmeetstaat met voorrang voor stabiliteitsstudie<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : Netto uit te voeren volume, incl. wapening.<br />

De wapeningsnetten en de afstandshouders zijn in de post 03.03.62.B.<br />

03.02.10 Metselwerk in fundering in contact met de grond.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

Funderingsmetselwerk uit bouwelementen aangepast aan het modulestelsel volgens NBN B 04-001.<br />

De metselmortel behoort tot de categorie M2 van NBN B14-001 en heeft de volgende samenstelling : minimum 300 kg<br />

cement (kwaliteit HSR) per m³ droog zand ( 1 deel cement voor 4 delen zand ).<br />

Hulpstoffen in de mortels worden slechts toegelaten mits akkoord van de leidende ambtenaar; bindingsvertragers zijn niet<br />

toegelaten.<br />

Uitvoering :<br />

Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401 en volgens de voorschriften van STS 22.<br />

In geval van muurbepleistering mag slechts overgegaan worden tot wederaanvulling na het akkoord van de leidende<br />

architect en nadat de voorgeschreven bepleisteringen en bestrijkingen op de ondergrondse constructies uitgevoerd zijn en<br />

voldoende verhard zijn.<br />

03.02.12 Funderingsmetselwerk uit zware betonblokken in contact met de grond VH m³.<br />

Materiaal :<br />

De zware volle betonblokken beantwoorden aan NBN B 21-001.<br />

Uitvoering :<br />

Het metselwerk voor funderingen, inbegrepen de omtrekmuren van de kelders of kruipkelders wordt in verband uitgevoerd.<br />

Toepassing :<br />

A. Dikte 29cm: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. Dikte 19cm: zie plannen en detailmeetstaat<br />

C. Dikte 14cm: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :


Dossier: 25<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : Netto uit te voeren volume gerekend volgens nominale muurdikten. Openingen kleiner dan 0,5 m²<br />

worden niet afgetrokken.<br />

Muurbepleistering en teren voor delen, van de buitenomtrek, in contact met de grond opgenomen in<br />

de post 03.04.34 Cementering en teren.<br />

03.02.92 Kelderverluchting: zie post 06.01.14<br />

03.04.30 Waterdichte cementeringen.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Rekening houdend met de vloerpeilen van de ingegraven constructies en met het hoogste peil van het grondwater zal een<br />

cementering worden aangebracht welke alle waarborgen biedt voor een volmaakte waterdichtheid.<br />

Uitvoering :<br />

De dichtheidslaag moet zo laat mogelijk worden uitgevoerd en bij voorkeur nadat de ruwbouw is voltooid. Zij mag niet<br />

aangebracht worden bij stortregen, bij temperaturen onder het vriespunt of wanneer nachtvorst te verwachten is.<br />

Voor het aanbrengen van de bezetting wordt de ondergrond gereinigd zodat geen enkel spoor van vet, olie,<br />

ontkistingsprodukt en zand- of mortelafval voorkomt.<br />

Gladde ondergronden worden over het gehele oppervlak gebikt. Op het aldus voorbereide oppervlak wordt met de borstel<br />

een hechtingslaag van rijke cementspecie aangebracht.<br />

De eigenlijke cementering wordt aangebracht in meerdere lagen. Een nieuwe laag wordt pas aangebracht nadat de vorige<br />

laag voldoende verhard is, zuiver is en bevochtigd werd; een tijdspanne van 12 uur tussen het aanbrengen van twee<br />

opeenvolgende lagen is gewenst. Elke laag wordt continu uitgevoerd. Wanneer lassen onvermijdelijk zijn, moeten de<br />

verschillende lagen trapsgewijze worden gelegd zodat ze elkaar steeds 20 tot 30 cm overlappen. De laatste laag wordt vlak<br />

geëffend en glad afgestreken.<br />

Alle hoeken worden goed afgerond : de kromtestraal mag niet minder dan 4 cm bedragen : de afronding wordt uitgevoerd bij<br />

het aanbrengen van de eerste pleisterlaag.<br />

Bij doorboringen moet een soepele voeg worden aangebracht zodat de dichtingslaag goed aansluit rond het element dat er<br />

doorheen voert.<br />

Wanneer de oppervlakken blootstaan aan sterke bezonning of aan droge wind, zal de vers aangebrachte mortelspecie tegen<br />

uitdroging beschermd worden.<br />

03.04.32 Cementering en teren: buitenomtrek funderingswanden. VH m²<br />

Materiaal :<br />

Voor funderingsmetselwerk in contact met de grond worden de buitenvlakken bepleisterd met mortel behorende tot de<br />

categorie M1 van NBN B14-001 met volgende samenstelling : minimum 400 kg cement (kwaliteit HSR) per m³ droog zand,<br />

hetzij 1 deel cement voor 3 delen zand. De dikte van de bepleistering is minstens 10 mm. Na verharding wordt de<br />

bepleistering beschermd met hetzij 2 lagen steenkoolpek, hetzij met 2 lagen met bitumen geaktiveerde vernis (NBN B46-<br />

101) à rato van 200 à 400 g per m² per laag, deze beide vernislagen verschillen van kleur.<br />

Uitvoering :<br />

Na verharding wordt de bepleistering beschermd hetzij met 2 lagen steenkoolpek, hetzij met 2 lagen met bitumen<br />

geaktiveerde vernis (NBN B46-101) à rato van 200 à 400 g per m² per laag en deze beide vernislagen verschillen van<br />

kleur.<br />

De vertikale oppervlakten worden effen afgewerkt.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat


Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.<br />

Dossier: 26<br />

03.03.10 Beton voor ter plaatse gestort gewapend beton met vrije samenstelling.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

Het beton beantwoordt aan :<br />

- de voorschriften van NBN B 15-101, B 15-102, B 15-103, B 15-104 en van indexen 26.0.1, 26.0.2, 26.0.3, 26.0.4<br />

van T.B. 104 wat betreft grondstoffen, berekeningen, constructieve voorschriften en uitvoering;<br />

- de voorschriften van Aflevering 4.1 - Betonwerken - Deel 1 - Betonkwaliteit wat betreft de betonkwaliteit en de<br />

kontrole ervan.<br />

De samenstelling van het beton is naar vrije keuze van de aannemer. De leidende stabiliteitsingenieur moet voorafgaandelijk<br />

in kennis worden gesteld van deze samenstelling.<br />

Het gebruik van hulpstoffen wordt toegestaan, mits voorafgaande goedkeuring van de leidende stabiliteitsingenieur.<br />

De hulpstoffen moeten voldoen aan de normen van de reeks NBN T61.<br />

De aannemer verstrekt een lijst van inlichtingen volgens NBN T61- 002, hoofdstuk 2.<br />

Uitvoering :<br />

De aannemer rekent de bekistings- en ontkistingskosten mee in de prijs van het beton.<br />

Eventuele grindnesten of beschadigingen aan het beton worden uitgekapt, grondig gereinigd en zorgvuldig hersteld door<br />

middel van een adekwate mortel.<br />

Alle beton in aanraking met de grond wordt bestreken met hetzij 2 lagen steenkoolpek, hetzij met 2 lagen met bitumen<br />

geaktiveerde vernis (NBN B 46-101) à rato van minimum 200 g per m² en per laag; beide lagen verschillen van kleur.<br />

Voorwaarden van toepassing van semi-prefabrikatie<br />

De aannemer kan voorstellen om elementen van de betonconstructie te prefabriceren, maar de architect en/of<br />

stabiliteitsingenieur behoudt het recht deze semi-prefabricatie te weigeren als ze onvoldoende waarborgen biedt inzake<br />

conceptie of uitvoering.<br />

03.03.12 Beton voor gewoon gewapend beton met vrije samenstelling VH m3/st.<br />

Materiaal :<br />

Het gebruik van cement sterkteklasse 42,5 is verplichtend.<br />

De vereiste karakteristieke weerstand R'wk bedraagt 30 N/mm².<br />

Uitvoering :<br />

De gladde bekistingen vernoemd onder "Toepassing" , worden uitgevoerd met een bekisting uit of gelijkwaardig aan<br />

gebakeliseerde multiplex-panelen. De hoeken van kolommen, wanden en balken zullen door een hoeklat afgeschuind<br />

worden.<br />

Bij het ter plaatse storten van zichtbaar blijvend beton op zichtbaar blijvend metselwerk wordt, zowel horizontaal als<br />

verticaal door tussenplaatsing van een wegneembaar latje, een voeg van 10 mm breed en 20 mm diep gemaakt, welke<br />

naderhand met het metselwerk mee opgevoegd wordt.<br />

Toepassing :<br />

A. Sokkels gewapend beton: kolomvoeten, opleg balken: volgens studie<br />

B1.Kolommen gewapend beton fundering: volgens studie<br />

B2.Kolommen gewapend beton : volgens studie<br />

C.Balken, lintelen gewapend beton: volgens studie<br />

D. (Vloer)platen ter plaatsen gegoten: volgens studie<br />

E.Traptreden in gewapend beton: volgens studie


Z. Reserve<br />

Dossier: 27<br />

Voor alle toepassingen zie plannen en detailmeetstaat, met voorrang van de stabiliteitsstudie.<br />

* Volgende betonelementen worden glad bekist :<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³/st volgens de indeling van de opmeting.<br />

meetcode : In de eenheidsprijs is de uitvoering van uitsparingen- en doorvoeropeningen begrepen.<br />

In de eenheidsprijs is de standaard bekisting begrepen..<br />

In de eenheidsprijs is een standaard bewapening; 120kg TOR 40 staal en 30 kg A 37 staal,<br />

begrepen.<br />

03.05.10 Geprefabriceerde elementen uit gewapend beton.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Het betreft elementen uit gewapend beton waarvan de prefabricatie verplicht is.<br />

De berekeningen en de plans van deze elementen worden geleverd overeenkomstig de bepalingen van het TB 100 art. 3 § 3.<br />

De berekeningen geschieden volgens de richtlijnen van NBN B15-103, en de in aanmerking te nemen acties zijn volgens de<br />

reeks NBN BO3. Voor de berekeningswijze en de maximaal toegelaten waarden van de doorbuigingen zijn de bepalingen<br />

van het TB 110 - deel III § 1.5 van toepassing.<br />

De W.T.C.B. brochure " Aanbevelingen voor de berekening en uitvoering van geïndustrialiseerde bouwwerken in beton" is<br />

van toepassing.<br />

Materiaal :<br />

Het beton en de wapeningen beantwoorden aan :<br />

- de voorschriften van Aflevering 4.1 - Betonwerken - Deel 1 -Betonkwaliteit wat betreft de betonkwaliteit en de<br />

controle ervan.<br />

- De voorschriften van NBN B15-101, B15-102, B15-103, B15-104 en van indexen 26.0.1, 26.0.2, 26.0.3, 26.0.4 van<br />

TB 104, wat betreft gronstoffen, berekening, contructieve voorschriften en uitvoering.<br />

De betonsamenstelling wordt door de aannemer bepaald en voorafgaandelijk aan de leidende stabiliteitsingenieur<br />

medegedeeld.<br />

Het cement is minstens van de sterkteklasse 42,5.<br />

Het wapeningstaal beantwoordt aan de reeks NBN A24 en aan de voorschriften van bijlage 1 van omzendbrief nr 546-17.<br />

Het gebruik van hulpstoffen wordt toegestaan, mits voorafgaande<br />

goedkeuring van de stabiliteitsingenieur.<br />

De hulpstoffen moeten voldoen aan de normen van de reeks NBN T61.<br />

De aannemer verstrekt een lijst van inlichtingen volgens NBN T61- 002, hoofdstuk 2.<br />

Uitvoering :<br />

De controle van de betonkwaliteit gebeurt volgens Aflevering 4.1 Betonwerken - Deel Betonkwaliteit.<br />

Deze controle geschiedt in principe door een beperkt aantal monsternemingen.<br />

03.05.11 Geprefabriceerde elementen uit gewapend beton, andere dan vloerelementen.<br />

VH st<br />

Omschrijving :<br />

De lintelen worden verplicht geprefabriceerd.<br />

Materiaal :<br />

De betonkwaliteit R'wk zal minstens 40N/mm² bedragen.


Dossier: 28<br />

De gestandaardiseerde afmetingen en toleranties voor kolommen en balken zijn vastgesteld in de Fe-Be Brochure<br />

"Standaardisatie van de geprefabriceerde elementen in beton voor gebouwen".<br />

Uitvoering :<br />

Alle zichtbaar blijvende vlakken van de elementen worden uitgevoerd in een gladde bekisting uit of gelijkwaardig aan<br />

gebakeliseerde multiplex-panelen. De stabiliteitsingenieur/architect heeft, benevens reden van betonkwaliteit, bepaald door<br />

de betondruksterkte, het recht van geprefabriceerde elementen om reden van gebrekkig uitzicht te weigeren. Gebreken in het<br />

uitzicht zijn ondermeer, in willekeurige volgorde :<br />

- opvallende kleurverschillen binnen eenzelfde betonelement of tussen naastliggende betonvlakken;<br />

- zichtbare niet-gewenste hernemingsvoegen of aflijning tussen betonneringsfazen;<br />

- grind- of zandnesten, grote of talrijke luchtbellen, aflopen van cementpap;<br />

- afbarsting of afscheuring.<br />

Elementen die op duidelijke en in ernstige mate één of meer van deze gebreken vertonen worden geweigerd. Het uitvoeren<br />

van herstellingen aan het betonoppervlak is principieel verboden.<br />

Toepassing :<br />

A. deurlintelen: zie plannen en detailmeetstaat met voorrang voor stabiliteitsplan<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : st<br />

meetcode : In de eenheidsprijs zijn begrepen : de wapeningen, de bevestigings- en de opleggingsmiddelen, het<br />

beton en de wapeningen die ter plaatse worden aangebracht ter verwezenlijking van de stabiliteit van<br />

het geheel.<br />

03.05.40 Samengestelde vloerplaten.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Het betreft dragende vloerplaten met een monolitisch karakter, samengesteld uit verschillende elementen, elk met hun<br />

specifieke eigenschappen en functies.<br />

De berekeningen en de plans van deze vloerplaten worden geleverd overeenkomstig de bepalingen van TB 100 art 3 § 3.<br />

De berekeningen geschieden volgens de richtlijnen van NBN B15-103, en de in aanmerking te nemen acties zijn volgens de<br />

reeks NBN B03. Voor de berekeningswijze en de maximaal toegelaten waarden van de doorbuigingen zijn de bepalingen<br />

van het T.B. 110 - deel III § 1.5. van toepassing.<br />

Uitvoering :<br />

De bovenzijde van de samengestelde vloerplaat moet in overeenstemming zijn met de peilen en dikte van de afwerking van<br />

de vloeren zoals aangegeven op de architectuurplans.<br />

03.05.41 Vloerplaten uit balken en vulblokken. VH m²<br />

Omschrijving :<br />

De dokumenten betreffende de werken worden door de aannemer geleverd overeenkomstig Art. 3 § 3 van TB 100 van 1984<br />

- 2de geval.<br />

De vloerplaat beantwoordt aan NBN 539. Ze is van het type P2 met versterkingslaag en bestaat uit geprefabriceerde balkjes,<br />

vulblokken en een ter plaatse gestorte gewapende druklaag.<br />

Materiaal :<br />

De vloerplaten moeten berekend worden voor een gebruiksbelasting van 3 KN/m².<br />

De draagbalkjes zijn uit spanbeton.<br />

Het beton en zijn wapeningen beantwoorden aan :<br />

- de voorschriften van NBN B15-101, B15-102, B15-103, B15-104 en van index 26.1 van TB 104 wat betreft<br />

grondstoffen, berekeningen, constructieve voorschriften en uitvoering.


Dossier: 29<br />

- de voorschriften van aflevering 4.1-Betonwerken - deel 1 -wat betreft de betonkwaliteit en de controle ervan. De<br />

vereiste karakteristieke weerstand (R'wk) van het beton bedraagt minstens 40 N/mm² na 28 dagen.<br />

De vulblokken bestaan uit holle blokken uit gebakken aarde<br />

Onder de draagbalkjes bevindt zich hetzelfde materiaal als dat van de vulelementen. Dit wordt verwezenlijkt bij de<br />

prefabricatie van de balkjes of door de vorm van de elementen.<br />

De onderzijde van de samengestelde vloer ligt in éénzelfde vlak.<br />

De constructiehoogte van de samengestelde vloerplaat bedraagt maximaal 16 cm.<br />

De dikte van de druklaag uit gewapend beton bedraagt minimaal 3 cm boven de vulblokken.<br />

De karakteristieke weerstand (R'wk) van de druklaag bedraagt ten minste 40 N/mm² na 28 dagen. De<br />

betonsamenstelling is aangepast aan de minimale dikte van de laag.<br />

Het voorspanstaal beantwoordt aan de voorschriften van de reeks NBN I 10.<br />

De wapening van de druklaag is minimaal een gelast netwerk, staalsoort BE 500S of DE 500BS, van 250 x 250 x 5 x 5 mm.<br />

Uitvoering :<br />

Voor het plaatsen van de draagbalkjes wordt dwars op de draagrichting een continue ondersteuning voorzien volgens de<br />

aanduidingen op de door de stabiliteitsingenieur goedgekeurde legplans.<br />

Deze ondersteuningen hebben een maximale tussenafstand van 1,50 m.<br />

De ondersteuning wordt zodanig gesteld dat, bij de plaatsing van de vloer, in het midden van de overspanning een tegenpeil<br />

ontstaat van 1/500 van de overspanning.<br />

De draagbalkjes en de vulblokken worden geplaatst in de volgorde en op de wijze zoals aangeduid op de door de<br />

stabiliteitsingenieur goedgekeurde legplans.<br />

Gebroken en ernstig beschadigde vulblokken mogen niet verwerkt worden.<br />

Wanneer de draagvloer steun neemt op een stalen ligger met de onderzijde in hetzelfde vlak van de vloer wordt<br />

gebruik gemaakt van balkjes met verdunde uiteinden. Voor de plaatsing van de balkjes wordt de onderflens<br />

omspannen met steengaas tot onder het oplegvlak van de balkjes.<br />

Het wapeningsnet wordt op de onderliggende elementen geplaatst zonder tussenvoeging van afstandhouders of steunblokjes.<br />

Voor het storten van de druklaag worden de vulblokken uit gebakken aarde nat gespoten tot verzadiging.<br />

De druklaag wordt in éénmaal over de volledige dikte uitgevoerd zodat deze één geheel vormt met de onderliggende<br />

elementen.<br />

De druklaag is doorlopend over de steunpunten te wapenen.<br />

Toepassing :<br />

Plat dak aanbouw: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m² volgens de gebruiksbelasting.<br />

meetcode : Nuttige oppervlakte. De oplegdiepte wordt niet meegerekend.<br />

Openingen kleiner dan 1 m² worden niet afgetrokken. In de eenheidsprijs zijn begrepen : de nodige<br />

verbindingsmiddelen zowel tussen de elementen onderling als met de randelementen (langs en dwars)<br />

de uitsparingen met hun versterkingen, de versterkte zones, de oplegmiddelen en de druklaag met<br />

haar wapening.<br />

03.03.60 Staal voor gewapend beton.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :


Dossier: 30<br />

Het staal beantwoordt aan de reeks NBN A24 en aan de voorschriften van bijlage 1 van omzendbrief nr 546-17.<br />

Uitvoering :<br />

De uitvoering beantwoordt aan NBN B15-104.<br />

03.03.61 Wapeningsstaven voor gewapend beton. VH kg<br />

Materiaal :<br />

Staven van volgende staalklassen, zijn voorzien :<br />

BE 400 S<br />

BE 500 S<br />

Uitvoering :<br />

De staalsoort BE 400 S mag vervangen worden door BE 500 S of DE 500 BS. Dit gebeurt zonder prijswijziging of<br />

verandering van sectie.<br />

De staalsoort BE 500 S mag vervangen worden door DE 500 BS.<br />

De overlapping van de staven is gelijk aan 40 x de diameter.<br />

De nodige afstandhouders worden voorzien om de vereiste betondekking te verwezenlijken, en zijn in de prijs begrepen.<br />

Toepassing :<br />

Volgens goedgekeurde wapeningsplans.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : kg, volgens staalklasse<br />

meetcode : hoeveelheid gerekend met de nominale diameters, volgens de wapeningsplans, welke de<br />

standaard voorziene wapening (03.03.12 ) overtreffen.<br />

03.03.62 Geprefabriceerde gelaste wapeningsnetten. VH m²<br />

Materiaal :<br />

De gebruikte draden en staven beantwoorden aan NBN A24-303 en -304, en zijn van klasse BE 500 S of DE 500 BS.<br />

Uitvoering :<br />

De netten worden in de fabriek gelast.<br />

Het gebruik van dubbelstaven wordt toegestaan.<br />

De overlappingslengte van de hoofdwapeningen van de geprefabriceerde netten wordt bepaald op de plannen. Wat de<br />

verdeelwapening betreft worden de netten met een overlapping van een volledige maas gelegd en aan de hoeken gebonden.<br />

De nodige afstandshouders worden voorzien om de vereiste betondekking te verwezenlijken. Voor een dubbel net worden<br />

stalen afstandshouder gebruikt.<br />

Toepassing :<br />

A. Vloer op volle grond woning: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. Funderingsstroken: zie plannen en detailmeetstaat<br />

C. Terrasplaat op volle grond: zie plannen en detailmeetstaat<br />

zie plannen en detailmeetstaat met voorrang voor stabiliteitsstudie.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : oppervlakte per nettype van de wapeningsplans. De afstandhouders worden niet in rekening gebracht.


03.06.10 Blanke staalconstructies.<br />

Algemeen<br />

Dossier: 31<br />

Omschrijving :<br />

De voorschriften van Aflevering VII - Deel 1 - Uitgave 1988 -Metaalconstructies, Technische voorschriften zijn van<br />

toepassing. Ze worden aangevuld met de normen van de reeksen NBN A 21 en NBN A 24.<br />

De berekeningen gebeuren volgens NBN reeks B 51.<br />

De in aanmerking te nemen belastingen beantwoorden aan NBN reeks B 03. Werkingen op constructies.<br />

De aannemer legt de detail- en werktekeningen betreffende de metaalconstructies voor aan de goedkeuring van het Bestuur.<br />

Deze documenten moeten geleverd worden binnen een termijn die de verwezenlijking van de werken toelaat volgens de<br />

geviseerde algemene planning en rekening houdend met de goedkeuringstermijnen<br />

bepaald in art. 3 § 3 van het T.B. 100 van 1984.<br />

Het blankmaken geschiedt overeenkomstig art. 6 van Aflevering X - Deel 1.<br />

03.06.11 Blank profielstaal te zandstralen en te menieën VH kg.<br />

Materiaal :<br />

Staalsoort : volgens opgave stabiliteitsstudie<br />

Kwaliteit (lasbaarheid) : volgens opgave stabiliteitsstudie<br />

De schilderwerken beantwoorden aan de voorschriften van Aflevering X - deel 1 (opgelegde formules) of Aflevering X -deel<br />

2 (prestatieverven).<br />

Uitvoering :<br />

Volgens opgave stabiliteitsstudie<br />

De schilderwerken worden uitgevoerd volgens art. 7 van Aflevering X - deel 1 (opgelegde formules) of volgens art. 5 van<br />

Aflevering X - deel 2 (prestatieverven).<br />

Verfsysteem op basis van prestatieverven :<br />

Het systeem omvat verschillende verflagen.<br />

De absolute minimale dikte van de droge verflagen is minstens 120 micron.<br />

Het voorgestelde systeem mag een metallisatie of een galvanisatie omvatten.<br />

De aan te wenden klasse is van het type A1 .<br />

De technische gegevens inzake samenstelling en eigenschappen van de verven dienen aan het Bestuur te worden<br />

medegedeeld.<br />

Toepassing :<br />

A. IPE 270 :zie plannen en detailmeetstaat, met voorrang voor de stabiliteitsstudie<br />

B. IPE 140 : zie plannen en detailmeetstaat, met voorrang voor de stabiliteitsstudie<br />

C. HEA 100 gehalveerd: zie plannen en detailmeetstaat, met voorrang voor de stabiliteitsstudie<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : kg.<br />

meetcode : Enkel de conventionele theoretische massa wordt in rekening gebracht. Deze wordt bepaald door<br />

berekening op basis van de stuklijsten opgemaakt door de aannemer in overeenstemming met de<br />

uitvoeringstekeningen. Er wordt uitsluitend rekening gehouden met de geometrische vorm van de<br />

stukken. De uitsnijdingen en openingen worden niet afgetrokken. Geen enkele massatoeslag voor<br />

lasnaden, bouten, moeren en rondellen, verbindingsdeuvels, afval en walstoleranties wordt in<br />

rekening gebracht.<br />

De volumemassa van het staal wordt conventionaal vastgesteld op 7.850 kg/m³.<br />

Zandstralen en menieën zijn in de prijs begrepen.<br />

03.06.12 Blanke kokerprofielen VH kg<br />

Omschrijving : zie vorige post


Materiaal : zie vorige post<br />

Uitvoering : zie vorige post<br />

Dossier: 32<br />

Toepassing :<br />

A. Rond diam. 140 + voet en kopplaat; gezandstraald+gemenied: zie plannen en detailmeetstaat, met voorrang<br />

voor de stabiliteitsstudie<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : kg.<br />

meetcode : Enkel de conventionele theoretische massa wordt in rekening gebracht. Deze wordt bepaald door<br />

berekening op basis van de stuklijsten opgemaakt door de aannemer in overeenstemming met de<br />

uitvoeringstekeningen. Er wordt uitsluitend rekening gehouden met de geometrische vorm van de<br />

stukken. De uitsnijdingen en openingen worden niet afgetrokken. Geen enkele massatoeslag voor<br />

lasnaden, bouten, moeren en rondellen, verbindingsdeuvels, afval en walstoleranties wordt in<br />

rekening gebracht.<br />

De volumemassa van het staal wordt conventionaal vastgesteld op 7.850 kg/m³.<br />

Kop- en voetplaten zijn in de prijs inbegrepen.<br />

Zandstralen en menieën zijn in de prijs begrepen.<br />

03.09.80 Stalen profielen voor metselwerk.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

De profielen worden gebruikt voor het plaatselijk ondersteunen van metselwerk boven raam- en deuropeningen.<br />

De in aanmerking te nemen belastingen beantwoorden aan de normen van de reeks NBN B 03 - Werkingen op konstrukties.<br />

De berekeningen gebeuren volgens de reeks NBN B 51.<br />

03.09.81 Gemetalliseerd profielstaal voor metselwerk. VH kg<br />

Materiaal :<br />

het profielstaal beantwoordt aan omzendbrief 576 - A/6.<br />

Staalsoort : AE 235.<br />

De vorm en afmetingen:<br />

Volgens voorschriften van de stabiliteitsstudie:<br />

L-profiel met sektie 80-80-8 / 150-150-15<br />

plat-ijzer met sektie 60x6 / 100x10 mm<br />

Kwaliteit ( lasbaarheid): A /B<br />

De verankeringen bestaan uit aangelaste doken 20x4 mm / aangelaste doken 60x6 mm<br />

De lasverbindingen en perforaties gebeuren uitsluitend in de werkplaats.<br />

Het blankmaken en metalliseren van het geheel geschiedt volgens art. 6 en 10 van aflevering X - Deel 1, aangevuld door<br />

NBN 755: Z40 / Z80 / ***<br />

Bij te schilderen gemetalliseerd profielstaal wordt de eerste laag zink-chromaatverf in de werkplaats aangebracht.<br />

Uitvoering :<br />

De zijdelingse opleg bedraagt minstens 15 cm.<br />

Beschadigingen aan de metallisatie moeten voorafgaandelijk worden hersteld met verwijderen van de roestvorming,<br />

plaatselijk blankschuren en herschilderen met koudmetallisatie.


Dossier: 33<br />

De verankering aan de ruwbouw gebeurt<br />

dragend op het naastliggend metselwerk<br />

en door middel van doken met een maximale tussenafstand van 50 cm. Het plooien van de doken bij de plaatsing is<br />

verboden.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat met voorrang voor stabiliteitsstudie<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : kg.<br />

meetcode: Enkel de conventionele theoretische massa van de profielen wordt in rekening gebracht. Deze wordt<br />

bepaald door berekening op basis van de lengte en de geometrische vorm van de profielen.<br />

De metallisatie en de bevestigingsmiddelen zijn in de eenheidsprijs begrepen.<br />

03.07.10 Blauwe steen<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De blauwe steen beantwoordt aan de voorschriften van aflevering III en TV 156 van het W.T.C.B.<br />

In de metselmortels worden hulpstoffen slechts toegelaten mits akkoord van de leidende architect of ambtenaar;<br />

bindingsvertragers zijn niet toegelaten.<br />

De aannemer legt voorafgaandelijk de deeltekeningen en de stuklijsten ter goedkeuring voor aan de architect; de schaal van<br />

de tekeningen is aangepast aan de aard van het werk.<br />

Uitvoering :<br />

De verwerking en de plaatsing van de blauwe steen beantwoorden aan de voorschriften van index I.5.2.2.6 van het T.B. 150.<br />

Na de plaatsing en tot de voorlopige oplevering wordt de steen beschermd tegen beschadiging of bevuiling.<br />

03.07.11 Massieven uit blauwe steen: dorpels/dekstenen VH m³.<br />

Materiaal :<br />

De blauwe steen behoort tot de klasse C<br />

De massieven worden in zo groot mogelijke lengte geleverd zodat het aantal voegen tot een minimum wordt beperkt, tenzij<br />

de aanbestedingsdokumenten een voegverdeling opleggen.<br />

Dorpels.<br />

De dorpels meten : zie detailmeetstaat<br />

De bovenvlakken worden geschuurd<br />

De zichtbare zijkanten worden geschuurd<br />

De maximumlengte van de dorpelstukken is 1,50 m.<br />

Aan de rugzijde wordt een opstand gelijmd<br />

De raamdorpels zijn voorzien van een druiplijst van 10 mm breedte en 6 à 7 mm diepte<br />

Algemeen<br />

De metselmortel behoort tot de categorie M2 van NBN B14-001 en heeft de volgende samenstelling : minstens 300 kg<br />

cement sterkteklasse 30 per m³ droog zand (1 deel cement voor 4 delen zand).<br />

De voegspecie voor dorpels is


Dossier: 34<br />

een elastische kit op basis van polysulfide op een voegvullingsband uit polyurethaanschuim, kleur : donkergrijs / blauwgrijs<br />

Uitvoering :<br />

A. Dorpels.<br />

De dorpels worden in een vol mortelbed geplaatst.<br />

Vlakke dorpels worden met lichte helling naar buiten toe geplaatst.<br />

Onder de dorpels wordt een vochtisolatie aangebracht.<br />

B. Dekstenen.<br />

De zichtvlakken worden gefrijnd à rato van 10 / 12 / 15 slagen per dm<br />

De elementen hebben een rechthoekige doorsnede<br />

De dekstenen worden voorzien van een druiplijst van 10 mm breedte en 6 à 7 mm diepte<br />

De dekstenen rusten op een vol mortelbed.<br />

Onder de dekstenen wordt een vochtisolatie geplaatst.<br />

Algemeen<br />

Het voegwerk voor de dorpels, dekstenen is inbegrepen.<br />

Het niet meegaand voegwerk voor parement is voorzien in art. 03.10.23.<br />

Toepassing :<br />

B. Blauwe hardsteen: dorpels met opkant: grijs geschuurd<br />

C. Blauwe hardsteen: dekstenen omrandingen recht: gefrijnd<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³<br />

meetcode : Netto volume<br />

Volumes kleiner dan 0,010 m³ worden voor 0,010 m³ in rekening gebracht.<br />

De vochtisolatie en het voegwerk voor dorpels zijn in de eenheidsprijs begrepen<br />

03.09.10 Dragend opgaand metselwerk.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

Metselwerk samengesteld uit bouwelementen aangepast aan het modulestelsel volgens NBN BO4-001.<br />

In de metselmortels worden hulpstoffen slechts toegelaten mits akkoord van de stabiliteitsingenieur of architect;<br />

bindingsvertragers zijn niet toegelaten.<br />

Uitvoering :<br />

Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401 en volgens de voorschriften van STS 22 - Deel 3.<br />

Op het einde van elke werkdag worden de bovenste lagen van het metselwerk afgedekt, deze bedekking moet de muur<br />

minstens 0,60 m beschermen, gerekend vanaf de top van de muur.<br />

Bij warm en droog weer moet het vers metselwerk regelmatig maar licht besproeid worden om uitdroging te voorkomen.<br />

Alle horizontale en verticale voegen worden vol gemetst.<br />

Het buitenspouwblad wordt verbonden met het binnenspouwblad door minstens 5 spouwhaken per m²; de diameter, lengte,<br />

vorm en aantal wordt bepaald in functie van de spouwbreedte en de aard en afmetingen van de spouwisolatie.<br />

Metselwerken en betonkolommen worden om de 0,60 m mechanisch met elkaar verbonden.<br />

Voor zichtbaar blijvend metselwerk worden de passtenen gezaagd en niet gekapt, stenen die onregelmatig zijn van vorm of<br />

uitzicht zullen niet verwerkt worden. De nodige voorzorgen worden genomen om aan het metselwerk een verzorgd en<br />

onbesmeurd uitzicht te geven en dit te behouden.


Dossier: 35<br />

03.09.12 Dragend opgaand metselwerk uit geperforeerde baksteen. VH m³<br />

Materiaal :<br />

De geperforeerde bakstenen beantwoorden aan NBN B23-003; zij hebben minder dan 40 % holle ruimte (NBN 476).<br />

De gemiddelde druksterkte van de stenen bedraagt minstens 15 N/mm².<br />

De metselmortel beantwoordt aan :<br />

categorie M2 van NBN B14-001 of heeft de volgende samenstelling : 300 kg cement sterkteklasse 32,5 per m³ droog<br />

zand (1 deel cement voor 4 delen zand ).<br />

De spouwankers zijn vervaardigd uit gegalvaniseerd staal. De diameter is minstens 4 mm. De lengte is derwijze dat<br />

zij dragen tot in het midden van het binnenspouwblad en van het parementvlak. Ze zijn voorzien van een druipplooi die<br />

zich in de luchtruimte van de spouw bevindt.<br />

Uitvoering :<br />

Achterliggende muren worden<br />

in metselverband aan de doorgaande muren gekoppeld.<br />

De muren worden tegen het betonskelet aangesloten met bandijzer 40 x 2 mm om de 0,60 m hoogte bevestigd aan de<br />

betonstructuur en over een afstand van 0,50 m ingewerkt in het metselwerk.<br />

Lateien worden opgelegd met een steundiepte van minstens 140 mm, volgens stabiliteitsplan.<br />

Van het metselwerk dat naderhand gevoegd, bepleisterd of betegeld wordt worden de voegen uitgekrabd tot 1 cm achter het<br />

dagvlak.<br />

Toepassing :<br />

A. dragend opgaand metselwerk, snelbouw 29/9/14<br />

B. dragend opgaand metselwerk, snelbouw 29/14/14<br />

C. dragend opgaand metselwerk, invulmetselwerk: snelbouw 29/19/14<br />

X. Uitvullingsmetselwerk, snelbouw 29/9/14, aanzet parament<br />

zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³ volgens muurdikte en aard.<br />

meetcode : Netto uit te voeren volume.<br />

Zijn inbegrepen in de eenheidsprijs :<br />

Bevestigingsmiddelen van achterliggende muren aan het betonskelet.<br />

De spouwankers voor spouwmuren.<br />

De klossen voor de bevestiging van het schrijnwerk.<br />

03.09.25 Niet dragend opgaand metselwerk uit cellenbetonblokken VH m³.<br />

Materiaal :<br />

De cellenbetonblokken beantwoorden aan NBN B21-002.<br />

De blokken worden in een krimpfolie geleverd en in droge toestand gehouden tot verwerking.<br />

De blokken zijn glad gestructureerd en hebben een witte kleur.<br />

De thermische geleidbaarheid bij 20° in droge toestand is maximum 0,13 W/mmk voor de categorie C3-05/0,16 w/mk<br />

voor de categorie C4-06.<br />

De hygrometrische krimp is maximum 0,4 mm per m.<br />

De metselmortel is<br />

een fabrieksmortel waarvan de technische fiche ter goedkeuring wordt voorgelegd.<br />

Uitvoering :


Dossier: 36<br />

met geprefabriceerde wapeningen bestaande uit een netwerk samengesteld uit geprofileerde langsdraden onderling<br />

verbonden door een doorlopende dwarswapening in diagonaalvorm of een gelijkwaardig systeem in de voegen van de<br />

doorgaande muur ingewerkt. Een gelijkaardige wapening wordt in de voeg van de doorgaande muur geplaatst. Ten opzichte<br />

van het verbindingspunt heeft de wapening een lengte van 0,50 m in elke richting. Er worden minstens 2 wapeningen per<br />

meter hoogte voorzien.<br />

Volgende muurdelen worden van een wapening voorzien : alle muren met cellenbetonblokken<br />

De muren en vertikale aansluitvoegen worden meegaand gevoegd<br />

Uitzettingsvoegen van 10 mm breedte worden voorzien op tussenafstanden van maximum 8 m. voor muurdikten kleiner dan<br />

150 mm, en maximum 12 m voor muurdikten groter dan 150 mm. Voor gewapende muurdelen worden deze afstanden groter<br />

volgens de gegevens van de fabrikant. De beide muurdelen worden aan elkaar verankerd met veerankers uit gegalvaniseerd<br />

staal waarvan de benen aan het metselwerk bevestigd worden door 2 gegalvaniseerde nagels van + 8 cm lengte.<br />

De voegen worden afgedicht met een elastische voegvulling op basis van polysulfiden aangebracht op een voegbodem uit<br />

synthetisch materiaal. De voegen worden glad afgestreken.<br />

Toepassing :<br />

Zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : Netto uit te voeren volume.<br />

Zijn inbegrepen in de eenheidsprijs :<br />

Verbindingselementen en/of - wapeningen van niet ingebonden achterliggende of kruisende muren.<br />

03.09.30 Parement.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

Voor de uitvoering worden stalen ter goedkeuring aan de bouwheer en architect voorgelegd.<br />

De stenen worden in zo groot mogelijke hoeveelheden op de werf aangevoerd en voor de verwerking vermengd zodat geen<br />

verschillen in kleur en textuur in de gevelvlakken te merken zijn.<br />

De aannemer onderzoekt vooraf het SO4 gehalte in en de verenigbaarheid van mortel en stenen zodat uitbloeiingen en<br />

verwering van voeg- en legmortel vermeden worden.<br />

Hulpstoffen in de mortel worden slechts toegelaten mits akkoord van de architect of stabiliteitsingenieur;<br />

bindingsvertragers zijn niet toegestaan.<br />

Uitvoering :<br />

Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens de bepalingen van NBN B24-401 en STS 22.<br />

Stenen met gebroken hoeken of kanten komen niet in het zichtvlak voor.<br />

De nodige voorzorgen worden genomen om een verzorgd en onbesmeurd uitzicht aan het metselwerk te geven en dit te<br />

behouden.<br />

Op het einde van elke werkdag worden de bovenste lagen van het metselwerk afgedekt, deze bedekking moet de muur<br />

minstens 60 cm beschermen, gerekend vanaf de top van de muur.<br />

Bij warm en droog weer moet het vers metselwerk regelmatig maar licht besproeid worden om uitdroging te voorkomen.<br />

Alle horizontale en verticale voegen worden vol gemetst.<br />

Stukken kleiner dan een halve steen worden niet verwerkt.<br />

Stenen voor zichtwerk mogen niet worden gekapt maar worden gezaagd.<br />

Voor de ventilatie van de spouwen worden boven de plint en de lateien en onder de dakrand om de 0.60 m stootvoegen<br />

opengelaten. Deze open stootvoegen worden gemarkeerd tot na de uitvoering van het voegwerk. worden getroffen om de<br />

spouw rein te houden.


Dossier: 37<br />

Elk rechtstreeks contact tussen het binnen- en buitenspouwblad wordt vermeden. Het tussen te plaatsen materiaal moet<br />

verenigbaar zijn met de voegvulling van het schrijnwerk.<br />

BELANGRIJKE OPMERKING:<br />

Het parement wordt pas opgebouwd als het binnenspouwblad en de spouwisolatie verdiepingshoog uitgevoerd zijn.<br />

03.09.32 Parement uit machinale handvormsteen. VH m²<br />

Materiaal :<br />

De gevelbakstenen beantwoorden aan NBN B23-002.<br />

De parementstenen zijn handvormstenen die machinaal in vormbakken zijn gemouleerd.<br />

Ze hebben volgende fysische kenmerken :<br />

- gemiddelde / karakteristieke drukvastheid volgens NBN B24- 201: minimum 30 N/mm²<br />

- vorstbestendigheid volgens NBN B23-002 : Gc factor is volgens NBN B27-010 kleiner dan 2,5 en veroont geen<br />

schade (code 0) na de directe vriesproef volgens NBN B27-009, na impregnering onder 51 kPa.<br />

- kalkinsluitsels zijn niet toegelaten.<br />

Terca SAS Antraciet M65<br />

Afmetingen : 188 x 88 x 63<br />

Kleur : blauw zwart tot diep zwart.<br />

Terca Warneton rood<br />

Afmetingen : 215 x 102 x 40<br />

Kleur : rood<br />

De metselmortel behoort tot :<br />

categorie M2 van NBN B14-001 of heeft de volgende samenstelling : 300 kg cement per m³ droog zand (1 deel cement<br />

voor 4 delen zand).<br />

De spouwankers zijn vervaardigd uit gegalvaniseerd staal De diameter is minstens 4 mm. De lengte is derwijze dat zij<br />

dragen tot in het midden van het binnenspouwblad en van het parementvlak. Ze zijn voorzien van een druipplooi die<br />

zich in de luchtruimte van de spouw bevindt.<br />

Uitvoering :<br />

In het parementmetselwerk wordt een wapening aangebracht die voorzien is in art. 03.09.71. In dit geval wordt alleen<br />

de mortelcategorie M2 toegelaten.<br />

Het metselwerk wordt uitgevoerd in halfsteensverband<br />

De voegbreedte bedraagt +/-12 mm.<br />

De voegen worden uitgekrabd tot minimum 1 cm achter het dagvlak.<br />

De rollaag boven de raam- en deuropeningen wordt aan het binnenspouwblad verankerd door middel van :<br />

een continu L-profiel uit verzinkt / roestvrij staal, voorzien in art. 03.09.80.<br />

spouwhaken om de twee stootvoegen, begrepen in de eenheidsprijs van het parement.<br />

Toepassing :<br />

A. Gevelmetselwerk uitbreiding: Terca SAS Antraciet M65 : zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. Gevelmetselwerk (voor)tuinmuren: Terca Warneton rood 215x102x40 : zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².


Dossier: 38<br />

meetcode : Netto uit te voeren zichtbare oppervlakte zonder onderscheid te maken voor kant-, rol-, streklagen,<br />

dorpels, hoekstenen, sierlagen, kroonlijsten, enz.; dagkanten tot een halve steen worden echter niet<br />

bijgeteld ; uitsparingen kleiner dan 0,5 m² worden niet afgetrokken.<br />

Spouwankers en murfor-wapening inbegrepen.<br />

03.10.20 Niet-meegaand voegwerk.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De aannemer zal onder zijn verantwoordelijkheid vooraf de voegmortel onderzoeken op de verenigbaarheid van de mortels<br />

en de stenen zodat uitbloeiingen vermeden worden.<br />

De drukweerstand van de voegspecie is kleiner dan of gelijk aan deze van metselmortel.<br />

Er mogen geen kleurverschillen in het voegwerk merkbaar zijn.<br />

Uitvoering :<br />

Het voegwerk wordt aangevangen na de volledige voltooiing van de te voegen oppervlakten en na de aanvaarding van<br />

een proefoppervlak van 1 m² per type gevelsteen.<br />

Meerdere proefvlakken kunnen gevraagd worden.<br />

Het uitzicht, de vorm en de kleur van de voegen wordt bepaald door de ontwerper samen met de bouwheer.<br />

De uitzettingsvoegen worden open gelaten en zullen naderhand gedicht worden met elastische voeg welke hierin niet<br />

begrepen is.<br />

De aansluitingen van de parementwanden op de andere ruwbouwstructuren worden uitgevoerd met een verdiepte voeg.<br />

Voor de ventilatie van de spouwen worden om de 3 stenen de stootvoegen open gelaten boven de plint en de lateien en<br />

onder de dakrand.<br />

Na de voltooiing zullen de muren doelmatig beschermd worden tegen bevuiling en beschadiging.<br />

03.10.21 Niet-meegaand voegwerk met traditionele voegmortel. VH m²<br />

Materiaal :<br />

De voegmortel is<br />

van de categorie M3 van NBN B14-001 en heeft de volgende samenstelling : 250 kg cement sterkteklasse 32,5 en 50 kg<br />

vette poederkalk per m³ droog zand (2 delen cement en 1 deel vette poederkalk voor 9 delen zand).<br />

De menging mag aangepast worden tot het bekomen van de gewenste kleur en textuur.<br />

Kleur : Donkere voeg in de kleurtint van de gevelsteen: mangaan<br />

Uitvoering :<br />

Oppervlaktetextuur : glad<br />

Vorm : platvolle voeg<br />

Toepassing :<br />

A. Niet-meegaand voegwerk: gevelsteen handvormsteen uitbreiding: zie plannen en detailmeetstaat.<br />

B. Niet-meegaand voegwerk: gevelsteen handvormsteen (voor)tuinmuur: zie plannen en detailmeetstaat.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : Netto uit te voeren zichtbare oppervlakte zonder onderscheid te maken voor kant-, rol-, streklagen,<br />

dorpels, hoekblokken, sierlagen, kroonlijsten, enz.... Uitsparingen groter dan 0,5 m² worden<br />

afgetrokken.


03.11.10 Muurisolatie tegen opstijgend vocht.<br />

Algemeen<br />

Dossier: 39<br />

Omschrijving :<br />

Een dichtingslaag wordt aangebracht op alle plaatsen waar capillair vocht kan opstijgen in de bovenbouw.<br />

Uitvoering :<br />

De muurisolatie wordt aangebracht over het volledig te isoleren bouwdeel. De contactvlakken zijn voldoende zuiver en glad<br />

zodat perforaties worden voorkomen.<br />

03.11.17 Isolatie tegen opstijgend vocht met PE-folie TP.<br />

Materiaal :<br />

De vochtisolatie bestaat uit een laag polyethyleenfolie van minstens 0,900 g/cm³ aan polymeren. De rek bij breuk is<br />

minstens 400%.<br />

De folie is<br />

0,45 mm dik, weegt minstens 450 g/m² en heeft een generfd oppervlak.<br />

Of minstens 0,2 mm dik, weegt minstens 150 g/m² en heeft een wapeningsreliëf.<br />

Uitvoering :<br />

Onder de muurisolatie wordt een mortelafstrijklaag van 1 cm dikte aangebracht.<br />

De banen worden aangebracht met een overlapping van minimum 0,10 m. De overlappende stroken worden over het<br />

volledige oppervlak aan elkaar gekleefd. De te kleven oppervlakken moeten zuiver en droog zijn.<br />

Toepassing :<br />

Zie plannen en aanvullende schetsen in het werfboek.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Totale Prijs (TP)<br />

03.11.20 Vochtisolatie in spouwmuren voor afvoer van regen- en condensatiewater.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Een vochtisolatie wordt aangebracht aan de basis van de spouwmuren, overal waar de spouw wordt onderbroken en bij elke<br />

overgang van het buitenspouwblad van een binnen naar een buitenomgeving (vb. hoger opgaande muren, dakdoorsteken van<br />

schouwen e.d.). De aanslagen van ramen en deuren worden vertikaal ook voorzien van een strook vochtisolatie.<br />

Uitvoering :<br />

De vochtisolatie wordt geplooid met de afwatering naar buiten toe. De vochtisolatie dekt de volledige breedte van het<br />

buitenspouwblad af.<br />

Daar waar het buitenniveau niet horizontaal is, wordt de vochtisolatie trapsgewijze gelegd door boven elkaar geplaatste<br />

overlappende lagen. De plaatsing en plooiing van deze lagen verzekeren tevens een afwatering trapafwaarts.<br />

De vochtisolatie zal in de spouwen volledig gesteund zijn met een afgeschuinde, niet capillaire en onrotbare isolatiestrip.<br />

Precies boven deze vochtisolatie worden in het gevelmetselwerk de open stootvoegen gelaten.<br />

03.11.26 Vochtisolatie in spouwmuren met PE-folie. TP<br />

Materiaal :<br />

De vochtisolatie bestaat uit een laag polyethyleenfolie van minstens 0,900 g/cm³ aan polymeren. De rek bij breuk is<br />

minstens 400%.<br />

De folie is<br />

0,45 mm dik, weegt minstens 450 g/m² en heeft een generfd oppervlak.<br />

Of minstens 0,2 mm dik, weegt minstens 150 g/m² en heeft een wapeningsreliëf.<br />

Uitvoering :


Dossier: 40<br />

Het hoogteverschil tussen de laag in het binnenspouwblad en het buitenspouwblad bedraagt minstens 10 cm<br />

De vochtisoleerlaag is te plaatsen op de volledige dikte van de spouwmuur.<br />

In het geval dat de vochtisolatie niet kan ingewerkt worden in het binnenspouwblad wordt deze isolatie over een hoogte van<br />

minimum *15* cm tegen het binnenspouwblad gekleefd.De banen worden aangebracht met een overlapping van minimum<br />

0,10 m. De overlappende stroken worden over het volledige oppervlak aan elkaar gekleefd.<br />

Zie detailtekening: aanzet alle opgaande muren en ring rond dagopeningen en alle onderbrekingen in de<br />

spouwmuur.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Totale Prijs (TP).<br />

03.12.10 Thermische spouwmuurisolatie.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De platen mogen geen voedingsbodem vormen of doen ontstaan voor ongedierte, bacteriën of schimmels en tasten de andere<br />

bouwelementen niet aan; ze zijn tevens onrotbaar, niet ontvlambaar en blijvend waterafstotend.<br />

De platen hebben een hoogte van 0,60 m.<br />

De thermische geleidbaarheid wordt gemeten volgens NBN B62-201.<br />

Uitvoering :<br />

De platen worden in zo groot mogelijke afmetingen in verband en aaneengesloten geplaatst.<br />

Koudebruggen en vervormingen van de isolatielaag worden vermeden.<br />

Beschadigde plaatdelen mogen niet verwerkt worden.<br />

Perforaties van het isolatiemateriaal worden tot een minimum beperkt door een aangepaste keuze van de vorm en de<br />

plaatsingswijze van de spouwankers.<br />

Bij de aanzet op of onderbreking door de vochtisolatie worden de platen afgeschuind volgens de helling van de vochtisolatie.<br />

03.12.12 Isolatie uit geëxtrudeerd polystyreen VH/TP m².<br />

Omschrijving :<br />

Gedeeltelijke spouwvulling met platen uit geëxtrudeerd polystyreen.<br />

Richtmerk : DOW Floormate 200 Avance (CFK-vrij)<br />

Materiaal :<br />

De isolatieplaten beantwoorden aan de bepalingen van STS 08.82.41.<br />

Type geëxtrudeerd polystyreen PS-e 30.<br />

De thermische geleidbaarheid bedraagt hoogstens 0,035 W/mK bij 20°C.<br />

Dikte : 20 / 50 mm.<br />

De platen zijn voorzien van tand en groef.<br />

Uitvoering :<br />

De platen worden nauwsluitend tegen de binnenzijde van de spouw geplaatst.<br />

De platen worden aan de kanten recht versneden en sluiten perfect aan tegen de andere bouwelementen.<br />

Aan de hoeken wordt de isolatie op de volledige dikte doorgetrokken.<br />

Ter geleiding van de vochtisolatie tegen opstijgend vocht zullen de platen bij de aanzet parement schuin worden<br />

afgesneden zodat de PE-folie gesteund is en geen zakken kan vormen.<br />

Toepassing :<br />

A. Spouwisolatie d=5cm: aanzet parement: zie plannen en detailmeetstaat.<br />

C. Dorpelisolatie d=2cm: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).


Totale Prijs (TP)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : netto uit te voeren oppervlakte.<br />

Uitsparingen kleiner dan 0,50 m² worden niet afgetrokken.<br />

03.12.15 Spouwisolatie uit minerale vezels. VH m²<br />

Omschrijving :<br />

Gedeeltelijke spouwvulling met platen uit minerale vezels.<br />

Dossier: 41<br />

Richtmerk: Rockwool – Rockfit 434 / 201 Vario<br />

Materiaal :<br />

De thermische geleidbaarheid bedraagt ten hoogste 0,033 W/mK bij 10°C.<br />

De volumieke massa van de platen bedraagt ingeval van rotswol minstens 65 kg/m³; en ingeval van glaswol minstens<br />

45 kg/m³.<br />

De dikte van de platen bedraagt minstens 60 mm in de spouw en 2x60 mm achter de gevelbekleding in hout.<br />

De afstandhouders die op de spouwhaken bevestigd worden, zijn aangepast aan het isolatiemateriaal. Een model wordt ter<br />

goedkeuring aan de leidende ambtenaar voorgelegd.<br />

Uitvoering :<br />

De nodige zorg wordt besteed ter voorkoming van mortelbruggen.<br />

Hiertoe wordt, tijdens het verder optrekken van het binnenspouwblad, de spouw afgedekt met een plank.<br />

De nodige versnijdingen worden over de volledige dikte doorgetrokken; de platen worden aan de kanten recht versneden en<br />

sluiten perfect aan tegen de andere bouwelementen.<br />

Aan de hoeken wordt de isolatie over de volledige dikte doorgetrokken.<br />

De platen worden met zorg over de spouwankers gedrukt en met een lichte druk sluitend op en tegen elkaar geplaatst om<br />

dichte naden te bekomen.<br />

De platen worden nauwsluitend tegen de binnenzijde van de spouw geplaatst.<br />

Het aantal bevestigingspunten per plaat is minstens 3 stuks. (Rockfit)<br />

Aan raam- en deuraanslagen wordt de isolatie 1 à 2 cm doorgetrokken teneinde een goede aansluiting te hebben met het<br />

schrijnwerk.<br />

Tijdens de duur van de werken worden de spouwmuren afgedekt ter bescherming tegen de weersinvloeden. Ook de<br />

kopse kanten van de isolatieplaten voor de houten gevelbekleding moet ten alle tijden afgedekt worden ter<br />

bescherming tegen de weersinvloeden.<br />

Toepassing :<br />

A. Spouwisolatie Rockwool Rockfit 434 (60mm): zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. Spouwisolatie (gevelbekleding) Rockwool 201 Vario (2x60mm): zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.<br />

Uitsparingen kleiner dan 0,5 m² worden niet afgetrokken.<br />

03.12.22 Ondervloerisolatie uit geëxtrudeerd polystyreen. VH m²<br />

Omschrijving :


Dossier: 42<br />

Volledige ondervulling tussen funderingsmuren met platen uit geëxtrudeerd polystyreen.<br />

Richtmerk : DOW Floormate 200 Avance (CFK-vrij)<br />

Materiaal :<br />

De isolatieplaten beantwoorden aan de bepalingen van STS 08.82.41.<br />

De thermische geleidbaarheid bedraagt hoogstens 0,035 W/mK bij 20°C.<br />

Dikte : 50 mm.<br />

De platen zijn voorzien van tand en groef.<br />

Uitvoering :<br />

De platen worden nauwsluitend tegen de funderingsmuren geplaatst.<br />

De platen worden aan de kanten recht versneden en sluiten perfect aan tegen de andere bouwelementen.<br />

Aan de hoeken wordt de isolatie op de volledige dikte doorgetrokken.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : netto uit te voeren oppervlakte.<br />

Uitsparingen kleiner dan 0,50 m² worden niet afgetrokken.<br />

03.13.10 Akoestische isolatie tussen muren.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De platen mogen geen voedingsbodem vormen of doen ontstaan voor ongedierte, bacteriën of schimmels en tasten de andere<br />

bouwelementen niet aan; ze zijn tevens onrotbaar, niet ontvlambaar en blijvend waterafstotend.<br />

De platen hebben een hoogte van 0,60 m.<br />

De akoestische eigenschap wordt gemeten volgens NBN S01.400.<br />

Uitvoering :<br />

De platen worden in zo groot mogelijke afmetingen in verband en aaneengesloten geplaatst. Akoestische bruggen en<br />

vervormingen van de isolatielaag worden vermeden.<br />

Beschadigde plaatdelen mogen niet verwerkt worden.<br />

Perforaties van het isolatiemateriaal worden tot een minimum beperkt door een aangepaste keuze van de vorm en de<br />

plaatsingswijze.<br />

03.13.14 Scheidingslaag in minerale wol<br />

Merk: Isover sonebel 110<br />

Toepassing :<br />

Akoestische scheiding in ankerloze scheidingswand<br />

Beschrijving :<br />

De akoestische scheiding in de ankerloze scheidingswand wordt uitgevoerd door plaatsing van platen Isover sonebel<br />

110, bestaande uit glaswol, gebonden met een thermohardende binder en onbekleed.<br />

Specificaties:<br />

Volumieke massa : max. 20 kg/m³<br />

Afmetingen : 1200 X 600mm<br />

Dikte : 25 mm


R declared ( ISO/DIS 10456) 0,75 m².K/W<br />

Brandreactie : onbrandbaar ( A1 volgens NBN S 21-203)<br />

Dossier: 43<br />

Toepassing :<br />

Tussen oude gemene muur achterbouw met nieuw op te trekken muur: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.


Algemeen<br />

Dossier: 44<br />

03.14.20 TIMMERWERK<br />

Materiaal :<br />

Het timmerhout beantwoordt aan STS 04<br />

Het hout wordt voorafgaandelijk behandeld volgens een A1-procédé (S.T.S. 04.31).<br />

Het op de bouwplaats geleverde hout moet voldoende droog zijn overeenkomstig STS 04.1<br />

Uitvoering :<br />

De uitvoering en berekeningen beantwoorden aan STS 31.0 en STS 32.0.<br />

Al het hout dat in aanraking komt met metselwerk wordt geschilderd met 2 lagen menieverf.<br />

De stalen verbindingsstukken worden geschilderd met twee lagen menieverf.<br />

Het hout wordt afdoend beschermd tegen vocht en vuil.<br />

03.14.21 Balklagen uit hout. VH m<br />

Omschrijving :<br />

De balklagen vormen de dragende elementen van houten vloeren/luifels<br />

Materiaal :<br />

Het te gebruiken hout is: zie detailmeetstaat met voorrang voor de stabiliteitsstudie<br />

Het te gebruiken hout is<br />

Oregon nr. 416 van NBN 199 en van de kwaliteit "uitgekozen timmerhout" (selected Merchantable) / "timmerhout"<br />

(Merchantable) volgens de R-list uitgegeven door het Pacific Lumber Inspection Bureau, Seattle.<br />

De sekties van de balken zijn 175 x 38 / 230 x 38 , volgens de handelsmaten van het amerikaans naaldhout. Het geleverde<br />

hout moet binnen de nuttige afmetingen vallen van het amerikaans naaldhout.<br />

Noords grenen (PNG) nr.414 van NBN 199 en is van 2e kwaliteit (2e Com NBN 272, sortering volgens NBN 272.<br />

De secties van de balken zijn 175 x 38 volgens NBN reeks 219.<br />

De balken zijn geschaafd op twee zijden<br />

Uitvoering :<br />

De uitvoering beantwoordt aan STS 31.1.<br />

De balklagen worden stevig met het metselwerk of beton verankerd door middel van gemetalliseerde steunschoenen.<br />

Toepassing :<br />

A. Balklagen uit hout: Oregon/PNG 180*38 roostering vloervelden; herstellingen:<br />

B1.Balklagen uit hout: Oregon/PNG 230*60 plat dak lichtstraat:<br />

B2.Balklagen uit hout: Oregon/PNG 150*22 plat dak lichtstraat:<br />

B3.Balklagen uit hout: Oregon/PNG 125*22 plat dak lichtstraat:<br />

D1.Hellingslatten uit hout: plat dak lichtstraat:<br />

zie plannen en detailmeetstaat met voorrang van de stabiliteitsstudie.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m.<br />

meetcode : het netto lengte van de ongeschaafde balken wordt gemeten<br />

met inbegrip van de bevestigingsmiddelen<br />

03.14.22.B Beplating uit hout: watervastverlijmde multiplex. VH m²<br />

Omschrijving :<br />

Afwerking roostering voor vloervelden, bakgootbekledingen, dakranden, enz.


Dossier: 45<br />

Materiaal :<br />

Watervast verlijmde multiplex<br />

Dikte 18 mm dik.<br />

Uitvoering :<br />

De uitvoering beantwoordt aan STS 32.11.<br />

De platen worden in zo groot mogelijk lengten aangevoerd en verwerkt.<br />

De stootvoegen worden schrankend boven de steunpunten uitgevoerd.<br />

Toepassing :<br />

B1 :Afwerking roostering plat dak lichtstraat: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B2 :Afwerking roostering vloervelden: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B4 :Afwerking dakranden voor aanbrengen dakrandprofiel gemene muur: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.<br />

03.14.25 Keperwerk uit hout. VH m<br />

0mschrijving :<br />

De kepers vormen de dragende elementen van gevelbekleding.<br />

Materiaal :<br />

Het te gebruiken hout is<br />

Oregon nr. 416 van NBN 199 en van de kwaliteit "uitgekozen timmerhout" (selected Merchantable volgens de R-list<br />

uitgegeven door het Pacific Lumber Inspection Bureau, Seattle.<br />

De sekties van de kepers zijn: 63 x 75 mm volgens de handelsmaten van het amerikaans naaldhout. Het geleverde hout moet<br />

binnen de nuttige afmetingen vallen van het amerikaans naaldhout.<br />

Noords grenen (PNG) nr.414 van NBN 199 en is van 2e kwaliteit (2e Com NBN 272), sortering volgens NBN 272.<br />

De sekties van de kepers zijn: 63 x 75 mm volgens NBN 219.<br />

Uitvoering :<br />

De uitvoering beantwoordt aan STS 31.2.<br />

Alle lassen worden schrankend ten opzichte van de steunen uitgevoerd en gebeuren door een schuine las met een lengte<br />

die gelijk is aan 2,5-maal de hoogte van de keper, deze las ligt boven het steunpunt en wordt genageld.<br />

De kepers worden hart op hart gemeten op 0,45 m geplaatst eerst horizontaal, daarna vertikaal zodat een dubbel<br />

keperwerk ontstaat met daartussen 2x60mm Rockwool 201 Vario<br />

Het werk omvat tevens het maken van de nodige ravelingen van doorbouwen en openingen.<br />

De metalen bevestigingsmiddelen krijgen dezelfde behandeling als de profielen.<br />

Toepassing :<br />

Keperwand voor gevelbekleding Oregon/PNG 63 x 75: zie plannen en detailmeetstaathellend dak<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m.<br />

meetcode : de netto lengten van de ongeschaafde balken wordt gemeten.<br />

De lassen en overlappingen worden niet meegerekend.<br />

Alle behandelde metalen verbindings- en veranke-ringselementen en het uitvullingsmateriaal voor de<br />

wandbevestiging zijn in de eenheidsprijs begrepen.


03.14.30 Dakschrijnwerk uit hout.<br />

Dossier: 46<br />

Materiaal :<br />

Het schrijnwerkershout en het timmerhout beantwoorden aan STS 04. De nominale afmetingen en toleranties zijn volgens<br />

NBN reeks 219. Timmerhout dat niet zichtbaar blijft wordt vooraf behandeld volgens een A 1 - procédé met bij te leveren<br />

attest (STS 04.31). Het schrijnwerkershout dat zichtbaar blijft wordt behandeld met de 1° laag van het C 2 procédé (STS<br />

04.33.2) vóór de plaatsing. De aannemer levert hiervan het attest, of bewijst in geval van het C 2 procédé dat de<br />

houtbescherming aangebracht werd.<br />

Het op de bouwplaats geleverd hout moet voldoende droog zijn overeenkomstig STS 04.1.<br />

Uitvoering :<br />

De uitvoering beantwoordt aan STS 32.<br />

Al het timmerhout dat ingemetseld wordt is geschilderd met menieverf. De stalen verbindingsstukken worden geschilderd<br />

met 2 lagen menieverf. het hout wordt afdoend beschermd tegen vocht en vuil.<br />

03.14.32.A Bekleding van Trespa Meteon . VH m²<br />

Omschrijving :<br />

Overstekende luifel en gevelbekleding lichtstraat<br />

Materiaal :<br />

Het timmerhout voor de buiten niet zichtbare delen is<br />

Oregon nr 416 van NBN 199 van de kwaliteit "timmerhout" (Merchantable)volgens de R-list uitgegeven door het Pacific<br />

Lumber Inspection Bureau - Seattle. De sectie van de gootklossen is 32 x 125mm.<br />

De onderbekledingen zijn een watervast verlijmde multiplexplaat voor buitenwerk overeenkomstig STS 04.51, dikte 15<br />

mm.<br />

De beplating voor de zichtbaar blijvende delen is uit :<br />

Trespa Meteon Metallics:<br />

kleur: M 51.0.1 satin<br />

dikte: 8mm<br />

Uitvoering :<br />

De Trespa Meteon bekleding op de zichtbare delen zal volgens de voorschriften van de leverende firma aangebracht<br />

worden in gelijke moten en met een zwarte tussennaad van +/- 10mm en dit door gebruik te maken van het systeem:<br />

Modulair TS 300-systeem (onzichtbare bevestiging met met geprononceerde voeg)<br />

Hoogte van de stroken: +/- 340mm<br />

Voeghoogte: 10mm<br />

Toepassing :<br />

Kasgoot voorgevel: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke hoeveekheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m²<br />

meetcode : grootste lengte, kopstukken inbegrepen met inbegrip van modulair TS 300-systeem met alle<br />

toebehoren voor hoeken en raam aansluitingen.<br />

07.04.12 Gevelbekleding in hout: Afzelia Doussié met inbegrip van<br />

keperwerk+onderdakmembraan+tengellatten. VH m²/m<br />

Omschrijving :<br />

Bekleding van voorzetwand tegen bestaande achtergevel. De bekleding wordt bevestigd op de keperwand (artikel 03.14.25,<br />

prijs in dit artikel inbegrepen) met thermische isolatie (artikel 03.12.15, prijs afzonderlijk) en bestaat uit drie lagen:<br />

1. onderdakmembraan: dampopen onderdakfolie (TYVEK)<br />

2. tengellatten


3. houten bekleding.<br />

Dossier: 47<br />

Materiaal :<br />

Het timmerhout voor de buiten niet zichtbare delen is<br />

Oregon nr. 416 van NBN 199 en van de kwaliteit "timmerhout" (Merchantable) volgens de R-list uitgegeven door het<br />

Pacific Lumber Inspection Bureau, Seattle.<br />

De sekties van de balken zijn volgens de handelsmaten van het amerikaans naaldhout. Het geleverde hout moet binnen de<br />

nuttige afmetingen vallen van het amerikaans naaldhout.<br />

Noords grenen (PNG) nr.414 van NBN 199 en is van 2e kwaliteit (2e Com NBN 272) , sortering volgens NBN 272. Het<br />

hout heeft de nominale secties overeenkomstig NBN reeks 219.<br />

Het timmerhout voor de buiten zichtbare delen is<br />

Afzelia Doussié, als alternatief Western Red Cedar kwaliteit “Tight Knotty”. Vochtgehalte voor de plaatsing van 15-<br />

18%. Het profiel van de planken mag geen vlakken, boorden of randen vertonen waarop water kan blijven staan. Goede<br />

afschuiningen of afrondingen zorgen voor een vlotte evacuatie van het regenwater. Scherpe kanten moeten daarom<br />

steeds afgerond worden met een straal van minimum 3mm. De minimale dikte van de planken bedraagt 19mm. De<br />

breedte van de planken bedraagt 180 – 220 mm. De breedte van de enkelvoudige overlapping in functie van type<br />

bekleding tussen 8 en 12%. Bij tand- en groefverbinding moet de tandbreedte 10% bedragen van de werkende breedte,<br />

in de verbinding wordt een speling van tenminste 2mm voorzien om het werken van het hout toe te laten. Tegen<br />

vergrijzing dient men het hout al een eerste maal af te werken met een buitenbeits (C2) of een CTOP-produkt. De<br />

vernageling mag enkel gebeuren met roestvrij stalen nagels.<br />

Onderdakmembraan:<br />

Het onderdakmembraan is een dampopen ongeweven vlies dat een ATG-goedkeuring bezit voor gebruik als<br />

onderdakfolie. Richtmerk: TYVEK onderdakfolie (leverancier Ravago Plastics, Moerenstraat 89, 2370 Arendonk, tel.<br />

014/67 20 01), Delta-Vent onderdakfolie (leverancier Dorken, Brusselsesteenweg 477, 1731 Zellik, tel. 02/466 02 75).<br />

Tengellatten:<br />

De tengellatten beantwoorden aan STS 04 en zijn uit PNG nr 414.<br />

De kwaliteit is 3e keuze volgens NBN 272.<br />

De houtsectie is 15 x 38 mm.<br />

De latten zijn behandeld volgens het Al-procédé (STS 04.31).<br />

Uitvoering :<br />

De horizontale buitenbetimmering wordt bevestigd op een dubbel regelwerk van eerst horizontale en daarna vertikale<br />

regels. De regels hebben een maat van 38x63 mm (nuttige afmeting droog) en hebben een preventieve<br />

beschermingsbehandeling gehad(homologatiecode A1). De afstand tussen de regels is bepaald op 50cm (maximaal<br />

60cm).<br />

Elke plank mag slechts met één bevestigingsmiddel op elke regel vastgemaakt worden. De koppen van de nagels<br />

worden juist gelijk met houtoppervlak ingeslagen zonder het houtoppervlak te beschadigen. Bij tand- en<br />

groefverbindingen moet men werken met een onzichtbare bevestiging.<br />

Vernageling met roestvrij stalen nagels, de lengte van de draadnagels bedraagt tenminste 2.5maal de dikte van de<br />

bekledingsplank.<br />

Bij horizontale bekleding moet het kopshout afgedekt worden met een houten lat om het opzuigen van water te<br />

beletten.<br />

Achter de buitenbetimmering moet een luchtspouw voorzien worden en mag er geen contact zijn tussen de betimmering<br />

en de isolatie (Rockwool Vario-platen). Men moet er voor zorgen dat het water onder aan de betimmering kan<br />

weglopen, deze opening aan de onderzijde moet voorzien zijn van een duurzaam muggengaas.<br />

De gevelbetimmering moeten minstens 15 cm boven het (plat)dakvlak stoppen. Hier moet een afschuining van de<br />

koppen voorzien worden(60°).<br />

Bij de aansluitingen van de gevelbekleding met ramen of andere materialen moet de nodige ruimte gelaten worden om<br />

direct contact te vermijden zodat er geen opzuiging van water kan zijn. Op deze plaatsen moeten maatregelen genomen<br />

worden (plaatsen van soepele dichtingsfolies of metalen slabben) om de waterdichting te verzekeren.


Dossier: 48<br />

Het onderdakmembraan wordt in zo groot mogelijke afmetingen in horizontale stroken geplaatst, vertrekkend van de<br />

bovenste gootrand. Het membraan wordt goed gespannen geplaatst, zonder verluchtingsspouw tussen isolatie en membraan.<br />

De stroken moeten minstens 150 mm overlappen. Loshangende stukken moeten steeds worden vermeden, aangezien ze<br />

storend geritsel kunnen veroorzaken.<br />

Beschadigde membramen mogen niet verwerkt worden.<br />

Ter hoogte van de kepers wordt het onderdakmembraan met een tengellat op het keperwerk genageld met verzinkte die<br />

minstens 27 mm in de keper dringen.<br />

Toepassing :<br />

A. Gevelbekleding bestaande achtergevel: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. Randen van de gevelbekleding<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke hoeveekheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m²/m<br />

meetcode : in de prijs zijn inbegrepen: het keperwerk, de betimmering, kopse afwerklatten als ook het<br />

muggengaas. Bij de randen zijn zowel de folies als de metalen profielen voor de waterdichting<br />

inbegrepen.


Dossier: 49<br />

HOOFDSTUK 05 - DAKWERKEN EN DAKWATERAFVOER<br />

05.01.10 Afschotlaag uit beton<br />

Algemeen<br />

Uitvoering :<br />

Na vooraf reinigen van het oppervlak wordt de afschotlaag aangebracht volgens de voorgeschreven hellingen en op de<br />

voorziene dikten. Het bovenvlak is effen; afwijkingen van meer dan 0,5 cm, gemeten met een lat van 3 m, worden niet<br />

toegelaten. Eventuele zettingsvoegen in de constructies worden eveneens in de afschotlaag uitgespaard.<br />

05.01.11 Niet-isolerende afschotlaag uit beton VH m²<br />

Materiaal :<br />

De afschotlaag is schraal beton als volgt samengesteld : 200 kg cement, sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of<br />

grind 4/14 of 4/28 volgens NBN B11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-103.<br />

Uitvoering :<br />

De afschotlaag wordt gestort met een helling van 1.5 cm/m; de minimale dikte bedraagt 4 cm.<br />

Het beton wordt met de rij afgetrokken en vlak afgestreken.<br />

De krimpvoegen worden na het uitharden gevuld met een beton van dezelfde samenstelling.<br />

Toepassing :<br />

Plat dak: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³<br />

meetcode : Netto uit te voeren volume.<br />

05.01.30 Dampschermen voor warm dak<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De dampschermen voor warm dak bestaan uit één of meerdere dampremmende scheidingslagen aangebracht in de<br />

dakopbouw en beantwoordende aan de gegevens van de TV 183 § 6.<br />

De dampschermen zijn verenigbaar met de isolatiematerialen en met de dakafdichting.<br />

Uitvoering :<br />

De dampschermen worden aangebracht volgens de bepalingen van de TV 183 § 6.3. De contactvlakken zijn zuiver en<br />

vlak zodat perforaties worden voorkomen.<br />

Bij de dakranden, opstanden en dakdoorbrekingen wordt de isolatie ingesloten tussen het dampscherm en de afdichting<br />

zoals voorzien in Afbeelding 17 van de TV 183.<br />

05.01.31 Dampscherm uit bitumenglasvlies VH m²<br />

Materiaal :<br />

De bitumenglasvlies V3.<br />

Uitvoering:<br />

Zie post. 05.05.20 Dakafdichtingen met plastomeerbitumen (APP)


Dossier: 50<br />

Toepassing :<br />

Plat dak uitbreiding: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m²<br />

meetcode : Netto uit te voeren geprojecteerde oppervlakte zonder rekening te houden met opstanden.<br />

05.01.40 Thermische isolatie van warm dak met platen<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De isolatieplaten zijn weersbestendig en dimentioneel maatvast.<br />

De anorganische en amorfe structuur mag geen voedingsbodem vormen of doen ontstaan voor ongedierte, bacteriën of<br />

schimmels en tasten de andere bouwelementen niet aan. Ze zijn tevens onrotbaar, niet ontvlambaar, niet onderhevig aan<br />

krimp en zijn blijvend waterafstotend.<br />

De thermische geleidbaarheid wordt gemeten volgens NBN B 62-201.<br />

Uitvoering :<br />

Alvorens de isolatieplaten aan te brengen worden de contact-vlakken tussen de isolatieplaten en de ondergrond gezuiverd en<br />

ontdaan van alle oneffenheden.<br />

De platen worden in zo groot mogelijke afmetingen in verband geplaatst. De nodige versnijdingen worden over de volledige<br />

dikte doorgetrokken; de platen worden versneden zodat ze volledig aansluiten tegen elkaar of tegen de andere<br />

bouwelementen. Beschadigde plaatdelen mogen niet verwerkt worden.<br />

Waar nodig worden de isolatieplaten opgetrokken tegen verticale opstanden.<br />

05.01.44 Thermische isolatie van warm dak met platen uit hard polyisocyanuraatschuim<br />

Materiaal :<br />

Richtmerk: Recticel Eurothane Powerdeck 24 : dikte=100mm<br />

Uitvoering :<br />

De plaatsing gebeurt volgens de voorschriften van de fabrikant.<br />

De isolatieplaten worden gelijmd op de draagstructuur.<br />

De dakbedekking wordt zo snel mogelijk aangebracht over het volledige oppervlak van de platen om schade ten gevolge van<br />

UV-straling te voorkomen.<br />

Toepassing :<br />

Plat dak: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Meetwijze :<br />

meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.<br />

Uitsparingen kleiner dan 1 m2 worden niet afgetrokken.<br />

05.03.51 Isolatieplaten uit minerale vezels voor plat (koud)dak VH m²<br />

Materiaal<br />

Richtmerk: Rockwool Deltaplaten<br />

De harde platen uit rotswol zijn drukvast .<br />

De thermische geleidbaarheid bedraagt ten hoogste 0,038 W/mK bij 10°C.<br />

De gemiddelde volumieke massa bedraagt minstens 45 kg/m³.<br />

De platen zijn onbekleed.<br />

De dikte van de platen bedraagt 120 mm.


Uitvoering :<br />

Voor hun verwerking worden de isolatieplaten droog opgeslagen op de bouwplaats.<br />

Dossier: 51<br />

De platen worden geklemd en mechanisch bevestigd volgens de voorschriften van de fabrikant.<br />

De isolatieplaten worden geplaatst op een droge ondergrond onmiddellijk voor het aanbrengen van de dakdichtingen; nat<br />

geworden platen worden van het dak verwijderd.<br />

Toepassing :<br />

A. Isolatie plat dak(lichtstraat): Rockwool Delta12cm: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : netto uit te voeren oppervlakte.<br />

05.05.20 Dakafdichtingen met plastomeerbitumen (APP)<br />

Algemeen<br />

Het betreft bitumineuze dakdichtingen met een eindlaag op basis van plastomeerbitumen met polyesterinlage (APP).<br />

De post ‘plat dak / dakdichting’ omvat alle noodzakelijke leveringen en werken voor het realiseren van de voorziene<br />

(soepele) dakdichtingsbanen op platte tot een waterdicht geheel. De onder deze post begrepen eenheidsprijzen dienen<br />

steeds te omvatten :<br />

B. het nazicht en voorbereiding van het draagvlak;<br />

C. de levering en verwerking van de dakdichtingslagen, inclusief alle noodzakelijke scheidingslagen,<br />

bevestigingsmiddelen en toebehoren;<br />

D. de gebeurlijke kosten voor de proeven op de waterdichtheid van de naden.<br />

Materialen<br />

De soepele dakafdichtingsbanen behouden hun goede mechanische en fysische eigenschappen bij koude en warmte, zij<br />

zijn bestand tegen chemicaliën en atmosferische invloeden en zijn geschikt voor toepassing binnen de gekozen<br />

dakopbouw. Een doorlopende BUtgb of EUtgb technische goedkeuring voor het gekozen dakdichtingssysteem is<br />

vereist.<br />

De plastomeerbitumendakbaan (APP) beantwoordt aan de bepalingen van NBN B 46-003 - Dakafdichting - Producten<br />

op basis van APP of SBS- polymeerbitumen (1991). Zij bevat een wapening van polyestervlies van ten minste 150 gr<br />

per m 2 .<br />

De onderlaag, bij een koudgekleefde uitvoering, is een bekleed bitumenglasvlies V3 volgens NBN B 46-002 of een<br />

onderlaag vermeld in de technische goedkeuring.<br />

Het plastomeer-afdichtingssysteem bezit een doorlopende BUtgb of EUtgb technische goedkeuring voor toepassing op<br />

de betrokken ondergrond. De bijproducten hebben steeds de goedkeuring van de fabrikant van de APP-dakbaan.<br />

Uitvoering<br />

De dakafdichtingen mogen enkel worden aangebracht door gekwalificeerde plaatsers, met ervaring inzake het leggen<br />

van de desbetreffende dakbanen. Zij dienen daarenboven de bepalingen vermeld in de technische goedkeuring en/of de<br />

voorschriften van de fabrikant stipt op te volgen.<br />

De onderlagen wordt geplaatst volgens de voorschriften van NBN B 46-001. De lagen worden geplaatst met een langse<br />

en dwarse overlapping van 10 cm. De overlapping van onder- en eindlaag lopen in dezelfde richting en zijn geschrankt.<br />

De naadoverlappingen worden zorgvuldig gelast over de volledige breedte van de naad en samengedrukt.<br />

De uitvoering is deelgekleefd. De opstanden worden steeds volledig gekleefd uitgevoerd met een aangepaste<br />

verlijming.<br />

Omgevingsinvloeden - beschermingsmaatregelen


Dossier: 52<br />

De plaatsing zal onderbroken en voorlopig beschermd worden bij vochtig weer (regen, sneeuw, mist) en/of bij<br />

temperaturen lager dan 5°C. Het werk mag in deze gevallen enkel voortgezet worden, mits voorafgaandelijke<br />

toestemming van de architect en naleving van de door de fabrikant bepaalde voorzorgen.<br />

Plaatsing - randvoorwaarden<br />

De opvatting van de dakafdichting dient overeen te stemmen met de voorziene dakopbouw. De aannemer zal voor de<br />

aanvang van het werk alle eventuele gebreken of onverenigbaarheden, die de kwaliteit van het werk in gedrang zouden<br />

kunnen brengen, signaleren aan de architect.<br />

De ondergrond zal droog zijn en een temperatuur van meer dan 2°C hebben.<br />

Hij zal goed glad, vlak en vast zijn.<br />

Hij zal vrij zijn van alle vreemde stoffen of lichamen (vet, kiezel, olie...).<br />

Hij zal chemisch en mechanisch met de dakdichting verenigbaar zijn.<br />

Hij zal beantwoorden aan de voorschriften van de NBN B 46-001 (1991).<br />

Keuring en waarborgen<br />

Na de uitvoering van de dakafdichting wordt ter beproeving van de waterdichtheid de daken onder water gezet<br />

gedurende ten minste 24 uur.<br />

De aannemer blijft gedurende een periode van 10 jaar, na de voorlopige oplevering, aansprakelijk voor een volledige<br />

waterdichtheid van de dakafdichting. De aannemer is tevens verantwoordelijk voor plooi- en/of blaasvorming.<br />

Gedurende deze periode van 10 jaar zijn alle leveringen en eventuele herstellingswerken ten laste van de aannemer.<br />

Doen de gebreken zich voor over meer dan 1/3e van het totale oppervlak, dan dient het dak integraal te worden<br />

vervangen.<br />

05.05.22 Deelgekleefde meerlaagse dakafdichting met plastomeerbitumen VH m²<br />

Materiaal<br />

De plastomeerbitumendakbaan (APP) bevat een wapening van polyestervlies van min. 150 gr/m 2 . De onderlaag is een<br />

gewapend bitumen met glasvlies V3 volgens NBN B 46-002 of een onderlaag vermeld in de technische goedkeuring.<br />

De waterdichte dakafdichting heeft een doorlopende technische goedkeuring BUtgb of EUtgb.<br />

Specificaties dampscherm - onderlaag<br />

Dikte - mm 3<br />

Wapening - versterkt glasvlies<br />

Gewicht<br />

wapening<br />

van de - g/m² 50<br />

Verwekingspunt - °C 150<br />

Trekweerstand overlangs N/5cm 500<br />

- dwars N/5cm 180<br />

Scheurweerstand<br />

spijker<br />

bij overlangs N 60<br />

- dwars N 60<br />

Specificaties isolatielaag<br />

De thermische isolatie zal uitgevoerd worden met CFK-vrije platen in hard polyisocyanuraatschuim (RECTICEL<br />

EUROTHANE POWERDECK 24), dikte 100 mm.<br />

Dikte - mm 100 (of 2x50 mm)<br />

Volumegewicht - kg/m 3 30<br />

Brandreactie NBN S21-203 A1<br />

Bekleding onderzijde gecoat glasvlies<br />

Bekleding bovenzijde gebitumineerd glasvlies<br />

Gedeclareerde<br />

warmtegeleidingscoëfficiën<br />

t<br />

W/mK 0.025<br />

Druksterkte<br />

vervorming<br />

bij 10% overlangs kPa 120


Dossier: 53<br />

Afmetingen dwars mm 1200 x 600<br />

Specificaties eindlaag<br />

Dikte - mm 4<br />

Wapening glasvlies g/m² 55<br />

- niet-geweven<br />

polyester<br />

g/m² 150<br />

Verwekingspunt - °C 150<br />

Koude buigbaarheid<br />

(180°/ 5sec)<br />

°C -20<br />

Trekweerstand - overlangs N/ 5cm 675<br />

- - dwars N/ 5cm 625<br />

Rek tot breuk - overlangs % 50<br />

- - dwars % 50<br />

Afwerking<br />

bovenzijde<br />

leischilfers<br />

Wortelweerstand bevat<br />

wortelwerende<br />

middelen (m.b.t.<br />

groendaken).<br />

Uitvoering<br />

De dakafdichting wordt uitgevoerd volgens de bepalingen van TV 183 § 8.23.23 en § 8.25, volgens de<br />

koudkleefmetode (code PCc) en is als volgt samengesteld:<br />

1. al of niet een voorsmeerlaag in functie van de ondergrond, bestaande uit een kleefvernis (richtmerk<br />

DERBIPRIMER S)<br />

2. koudlijm, streepsgewijs aangebracht volgens de voorschriften van de fabrikant (richtmerk DERBIBOND S);<br />

3. dampscherm: V3 met gelaste naden (richtmerk DERBICOAT S);<br />

4. koudlijm, streepsgewijs aangebracht volgens de voorschriften van de fabrikant (richtmerk DERBIBOND S);<br />

5. isolatielaag hard polyisocyanuraatschuim (merk Recticel Eurothane Powerdeck 24) De isolatieplaten worden<br />

op het dampscherm gekleefd met bitumineuze koudlijm (4), streepsgewijs aangebracht met een tussenafstand<br />

van ongeveer 20 cm; waarbij er voor gezorgd wordt dat ter plaatse van beide plaatuiteinden een lijmstreep<br />

aanwezig is. De platen worden in halfsteens verband en met gesloten voegen geplaatst.<br />

6. koudlijm aangebracht over de volledige oppervlakte (richtmerk DERBIBOND S);<br />

7. onderlaag: V3 met gelaste naden (richtmerk DERBICOAT S); Deze laag wordt onmiddellijk na de plaatsing<br />

van de isolatie volvlakkig gekleefd op de isolatieplaten met behulp van een aangepaste bitumineuze koudlijm<br />

(6), volgens de richtlijnen van de lijmfabrikant. De compatibiliteit van de koudlijm met de isolatieplaten zal<br />

aangetoond worden door de lijmfabrikant.<br />

8. koudlijm aangebracht over de volledige oppervlakte (richtmerk DERBIBOND S);<br />

9. eindlaag: de APP dakafdichtingsbaan uitgerold in de koudlijm. De naden worden gelast. (richtmerk<br />

DERBIGUM SP-WW, wortelbestendig).<br />

10. ballastlaag: gerold grind / extensief dakbegroeningssysteem.<br />

De onderlaag wordt geplaatst volgens de voorschriften van NBN B 46-001. De onderlaag en eindlaag worden geplaatst<br />

met een langse en dwarse overlapping van 10 cm. De overlapping van onder- en eindlaag lopen in dezelfde richting en<br />

zijn geschrankt. De opstanden worden steeds volledig gekleefd uitgevoerd met een aangepaste verlijming.<br />

Vóór het aanbrengen van de ballastlaag wordt het dak, ter beproeving van de waterdichtheid onder water gezet<br />

gedurende ten minste 24 uur.<br />

Toepassing :<br />

Plat dak uitbreiding: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :


Dossier: 54<br />

meeteenheid : m²<br />

meetcode : Netto horizontaal gemeten dakoppervlakken; openingen met een dagmaat kleiner dan 1 m2 worden niet<br />

afgetrokken.<br />

De uitgevoerde oppervlakte van de dakopstanden worden gemeten vanaf de snijlijn met het dakvlak.<br />

Alle noodzakelijke beschermings- en scheidingslagen zijn in de eenheidsprijs begrepen.<br />

05.05.60 Ballast.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De ballast zal onder de te verwachten gebruiksbelasting de ondergelegen dakdichting niet beschadigen of te zeer indrukken.<br />

05.05.61.A Grindballast. VH m²<br />

Materiaal :<br />

Gewassen en gerold riviergrind, kaliber 14/22 of 14/28. De keitjes hebben geen scherpe kanten die de andere materialen<br />

zouden kunnen beschadigen. De ballast is ontdaan van alle zand en vuil.<br />

Uitvoering :<br />

Het grind wordt gelijkmatig verdeeld over het volledig dakoppervlak, onmiddellijk na plaatsing van de dichtingslaag.<br />

De laagdikte bedraagt : 6 cm.<br />

Het grind wordt gelijkmatig uitgespreid over het volledig dakoppervlak, onmiddellijk na plaatsing van de dichtingslaag.<br />

Het grind wordt blijvend tegengehouden ter plaatse van de dakwaterafvoeren en de dakranden (zie artikel<br />

kiezelvanger).<br />

Toepassing :<br />

Voor dakvlakken boven keuken en lichtbak volledig en boven de leefruimte voor een randstrook van 50cm: zie plannen<br />

en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m² volgens de dikte van de laag.<br />

meetcode : de horizontaal geprojecteerde oppervlakte van de dakvlakken, openingen met dagmaat kleiner dan 1 m²<br />

worden niet afgetrokken.<br />

05.05.61.B Ballast – extensief dakbegroeningssysteem. VH m²<br />

Algemeen<br />

Het dakbegroeningssysteem wordt over een oppervlakte van 7.5 m 2 geplaatst op het platte dak boven de leefruimte. De<br />

plaatsing gebeurt door de bouwheer, na afloop van de bouwwerken.<br />

Het dakbegroeningssysteem is een vierlaagse extensieve dagbegroening:<br />

eerste laag: drainage volgens DIN 4095, hemelwaterreservoir in de drainage laag zonder de dakbedekking dampdicht af<br />

te sluiten (dikte 54 mm)<br />

tweede laag: volkapillair filterdoek :<br />

derde laag: mineraal substraat - onder FLL controle geproduceerd (dikte 70 mm)<br />

vierde laag: vegetatie gekweekt op FLL substraat, planten zowel als zaadgoed<br />

De waterafvoer van het platte dak met dakbegroening is niet aangesloten op de regenwaterput.<br />

Waterverzadigd gewicht: ca. 110 kg/m 2<br />

Drooggewicht: ca. 70 kg/m 2<br />

Max. hemelwatervoorraad: ca. 40 lt/m 2<br />

Opbouwhoogte: ca. 12,5 cm


Leverancier:<br />

EGD N.V., Toekomststraat 10 d , 3560 Lummen, tel : 011/43.38.51<br />

Eerste laag: drainage<br />

Plaatsing van platen dienende als drainage en als waterreserve FLORADAK DHrs 13.<br />

Dossier: 55<br />

Afmeting : 125 x 100 cm, rondom met sponning, hoogte 54 mm (plaatsing op oppervlakte 375 x 200 cm: 6 platen)<br />

Materiaal : geëxpandeerd PS 30 vlamdovende vormdelen voorzien van tand en groef<br />

Aan de onderzijde van de platen zijn er uithollingen voorzien die de kanalisering van het wateroverschot voor zich<br />

neemt. De platen zelf zijn uitgehold zodanig dat wanneer de platen onder helling staan er steeds water in de reservoirs<br />

blijft staan.<br />

Eigenschappen : hemelwaterreservoir ca. 13 lt/m 2<br />

: drainerend, ook onder zware lasten, volgens DIN 4095<br />

: extra wortelbeluchting<br />

: thermische isolatie waarde R: 0,53 m 2 K/W<br />

: goed beloopbaar<br />

: vorstbestendig<br />

: uitstekende bescherming van de worteldoorgroeivaste constructie<br />

Tweede laag: filter<br />

Plaatsing van een filtervlies FLORADAK, volkapillair, stabiel filter<br />

Materiaal : polypropyleen, eenzijdig thermisch behandeld, gewicht : 150 gr/m 2<br />

Verwerking : min. overlapping 200 mm, op te zetten bij opgaand werk max. 40 mm<br />

Eigenschappen : waterdoorlaatbaarheid : bij een zuil van 10 cm water 70 lt/m2/sec<br />

: na waterverzadiging direct drainerend<br />

: max. hemelwateropname 2 lt/m 2<br />

: onrotbaar<br />

: duurzaam volkapillair<br />

: vegetatievriendelijk.<br />

Derde laag: mineraal substraat<br />

Plaatsing van een substraatlaag FLORADAK - mineraal substraat<br />

Dikte: 7 cm (ingeklonken)<br />

Bestanddelen van natuurlijke grondstoffen :<br />

- lava met gelijkmatige korrelopbouw, granulaat van 2/8<br />

- max. 15 % organische stoffen : uitgerijpt compost en turf<br />

Alvorens de substraatlaag te plaatsen, de drainageplaten vullen met water.<br />

Eigenschappen : hemelwatercapaciteit 3,5 lt/m 2 per cm substraat<br />

: drooggewicht ca. 860 kg/m 3<br />

: waterverzadigd gewicht ca 1210 kg/m 3<br />

: gelijkmatige korrelopbouw en vormvaste structuur<br />

: uitstekend drainerend<br />

: hoog poriëngehalte = hoog luchtvolume<br />

: uitstekend doorwortelbaar<br />

: laag zoutgehalte<br />

: vorststabiel<br />

: gering onderhoud<br />

: productie onder FLL controle<br />

Vierde laag: beplanting: wintergroene sedums met accenten van bloeiers en kruiden


Dossier: 56<br />

Een combinatie van wintergroene sedum scheuten min. 50 gr/m2 met zaadgoed van kruiden 3 - 5 gr/m 2 . Alle planten<br />

zijn volgens FLL voorschriften voorgekweekt in mineraal substraat. Een beplantingsplan wordt aan de architekt ter<br />

goedkeuring voorgelegd.<br />

05.06.10 Dakrand- en muurdekprofielen.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

Het dakrand- of muurdekprofiel is zo opgevat dat vervormingen door temperatuursschommelingen worden voorkomen.<br />

Uitvoering :<br />

De dakrand- en muurdekprofielen worden rechtlijnig aangebracht en in zo groot mogelijke lengten verwerkt.<br />

Het geheel verzekert een waterdichte aansluiting op de dakdichting.<br />

05.06.12 Dakrandprofiel uit aluminium. VH m<br />

Materiaal :<br />

De dakrandprofielen zijn industrieel geplooide profielen uit een aluminium Al.Mg.1 - legering of profielen uit een geperst<br />

aluminium Al.Mg.Si. 0,5 F 22 - legering.<br />

Ze zijn<br />

antraciet geanodiseerd min 20 micron<br />

De profielen zijn 3 m lang en de wanddikte bedraagt 2 mm.<br />

De hoogte van de voorzijde bedraagt 60 mm.<br />

Het dakrandprofiel bestaat uit<br />

een enkelvoudig afwerkingsprofiel met V-vormige gleuf.<br />

Uitvoering :<br />

Het enkelvoudig dakrandprofiel wordt ter hoogte van de sleufgaten bevestigd met roestvrije schroeven en plugs op de<br />

dakrand nadat een drukverdelingslaag uit hetzelfde materiaal als de dichtingslaag hieronder is aangebracht.<br />

Tussen de dakrandprofielen worden voegen van 3 mm gelaten en worden de passende verbindingsstukken<br />

geplaatst.<br />

Aan binnen- en buitenhoeken wordt een passend verbindingsstuk geplaatst.<br />

De verdere dakdichting wordt op het enkelvoudig profiel gekleefd.<br />

Bij afwerkingsprofielen met V-vormige gleuf wordt de bitumineuse dichtingsbaan in de gleuf gedrukt , waarna<br />

deze wordt opgegoten met geoxydeerd bitumen.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m volgens de hoogte aan de voorzijde.<br />

meetcode : geplaatste lengte. Verbindings- en bevestigings-elementen zijn in de eenheidsprijs begrepen.<br />

05.06.21 Vaste lichtkoepel met opstand. FH st<br />

Algemeen:<br />

Vaste bolvormige lichtkoepel in driewandig helder polycarbonaat met geïsoleerde opstand in glasvezelversterkt<br />

polyester.<br />

Richtleveranciers:<br />

AG Plastics Boerderijstraat 5, 8530 Harelbeke, tel.056/21 95 99<br />

Ravago Plastics, Bistweg 80, 2520 Broechem, tel. 03/470 12 12


Caroplast, Vijfwilgenstraat 23-25, 3440 Halle-Booienhoven, tel. 011/78 15 65<br />

Dossier: 57<br />

Specificaties koepel<br />

De koepel is vervaardigd uit helder slagvast polycarbonaat, bolvormig gevormd in een driewandige uitvoering. De<br />

koepel is afgewerkt met een omgezette verstijvingsrand aan de afwateringsboord. De dagmaat van de koepel heeft een<br />

diameter van 70 cm. De diameter van de dakuitsnijding bedraagt 90 cm.<br />

De koepel is voorzien van een inbraakpreventief bevestigingssysteem. De op de koepel aangebrachte montagedoppen<br />

verzekeren een waterdichte aansluiting. De bevestiging van de koepel op de opstand of het raam gebeurt met inox<br />

bevestigingsmaterialen. De warmtedoorgangscoëfficiënt van de opstand bedraagt hoogstens 2.1 W/m 2 K.<br />

Specificaties opstand<br />

De opstand is vervaardigd uit glasvezelversterkt polyester. De hoogte van de opstand is 30 cm. De opstand heeft een<br />

isolatiekern in polyurethaanschuim met een minimale dikte van 20 mm. De warmtedoorgangscoëfficiënt van de opstand<br />

bedraagt hoogstens 1.4 W/m 2 K.<br />

De binnenzijde is glad afgewerkt met een beschilderbare gelcoatlaag. De buitenzijde is ruw voor een goede hechting<br />

met de dakbedekking en een weersbestendige afwerkingscoating.<br />

Toepassing :<br />

Plat dak boven keuken<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfataire Hoeveelheid (FH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : st<br />

meetcode : Aantal volgens vorm en afmetingen. Koepel + prefab opstand.<br />

05.06.50 Slabben en loketten.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving<br />

De loketten worden aangewend om de naden tussen constructiedelen regendicht af te werken.<br />

Het betreft ondermeer aansluitingen tussen dak en opgaande muur, dak en schoorsteen, rond dakdoorgangen en aan bovenen<br />

zijranden van dakvlakken. Loketten zijn stukken die aan één kant in de muur worden bevestigd en aan de anndere kant<br />

vallen over de opstaande strook van een slab of een afdichtingsbaan.<br />

Uitvoering :<br />

De uitvoering beantwoordt aan STS 34 en waarborgt een waterdicht geheel.<br />

05.06.52 Loket en aansluitingsband uit lood VH m<br />

Materiaal :<br />

Het lood beantwoordt aan de voorschriften van STS 33.06.33.<br />

De dikte bedraagt :1,5 mm.<br />

De bevestigingshaken zijn verzinkt<br />

Uitvoering :<br />

De loketten worden uitgevoerd met een overlapping van ten minste 10 cm in geval van stroken en 6 cm bij traploketten. De<br />

bladloodstroken worden goed aangeklopt en strak afgesneden.<br />

De loketten bezitten een haakboord van 2 cm en worden ingewerkt in een vooraf gekapte, geslepen of uitgespaarde gleuf van<br />

2,5 cm diepte.<br />

Aantal bevestigingen : 3/4 haken per m bij loketstroken en 2 haken per traploket.<br />

Bij de aansluiting van opgaande muren met een hellend dakvlak worden de loketten in één rechte lijn volgens de<br />

dakhelling .<br />

De resterende voeg wordt gedicht met een elastisch blijvende kit klasse V volgens T.V. 107.


Toepassing :<br />

A. Loketten uit lood voor overgang muur-dak: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m<br />

meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.<br />

Inbegrepen het vrijmaken van de voeg en het aanbrengen van de kit.<br />

05.08.10 Regenafvoerbuizen.<br />

Algemeen<br />

Uitvoering :<br />

Dossier: 58<br />

De regenafvoerbuizen worden geplaatst volgens de voorschriften van hoofdstuk 3 van NBN 306 en STS 33.21.<br />

Bij de plaatsing wordt zorg gedragen dat de buizen vrij kunnen uitzetten.<br />

05.08.11 Regenafvoerbuizen uit zink VH m.<br />

Materiaal :<br />

De regenafvoerbuizen zijn vervaardigd uit electrolytisch zink met een zuiverheid van minimum 99,99 % met toevoeging van<br />

koper en titaan.<br />

De wanddikte van de buis bedraagt 0,7 mm.<br />

De buizen zijn : rond 90 mm .<br />

De lengte van de buiselementen bedraagt : 1 m.<br />

De buizen zijn gesoldeerd.<br />

De beugels zijn vervaardigd uit warm gegalvaniseerd staal, min. 450 g/m² volgens NBN 657.<br />

De sluiting van de beugels geschiedt met 1 scharnierpunt en 1 bevestigingsschroef. De bevestigings-schroeven zijn verzinkt<br />

/ uit roestvrij staal.<br />

De soldeerlegering bestaat uit minstens 40 % tin en bevat vrijwel geen onzuiverheden in het bijzonder antimoon.<br />

Uitvoering :<br />

De buizen worden op 2 cm voor het muurvlak geplaatst.<br />

De buiselementen zijn zodanig gevormd dat ze onderaan vernauwd zijn.<br />

Het knippen van de buiselementen onderaan is verboden.<br />

De penetratie van de verschillende stukken bedraagt min. 3 cm. Bij richtingsveranderingen dringen de buizen min. 8 cm in<br />

elkaar.<br />

Behalve de koude verbindingen voor de montage en de uitzetting worden alle buizen aan elkaar gesoldeerd.<br />

Het solderen beantwoordt aan de voorschriften van NBN 283 art. 1.7.<br />

De solderingen worden op een gezuiverde ondergrond uitgevoerd.<br />

De soldeernaden worden uitgevoerd in 3 opeenvolgende bewerkingen : voorbereiding van de oppervlakten met chloorzink of<br />

met hars, vertinnen en solderen.<br />

Er mag slechts 1 passtuk per afloop worden geplaatst.<br />

Elk buiselement wordt minstens 1 maal gesteund. De afstand tussen 2 steunpunten bedraagt maximum 2 m.


De eerste beugel bevindt zich op +/- 5 cm onder het laagste punt van de tapbuis.<br />

Ter hoogte van de onderafvoerbuis is de afvoerbuis voorzien van een neus.<br />

De overlangse naad is naar de muur gericht.<br />

Dossier: 59<br />

De regenafvoerbuizen worden luchtdicht op het rioleringsnet aangesloten.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m volgens doorsnede.<br />

meetcode : Netto te plaatsen lengte, gemeten in de as van de buis, bochten inbegrepen.<br />

05.08.20 Eindstukken van regenafvoerbuizen<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

De eindstukken zijn verbindingsstukken aan de voet van de regenafvoerleiding. Ze verzekeren een perfekte afwatering van<br />

het regenwater tussen de afvoerleiding en de riolering.<br />

05.08.21 Eindstuk uit gietijzer VH st.<br />

Materiaal :<br />

Het gietijzeren eindstuk beantwoordt aan de bepalingen van STS 33.06.51.2 - deel II materialen en NBN B54-104.<br />

Het eindstuk is recht<br />

De doorsnede is<br />

rond : 100 (voor ronde zinken regenafvoer 90)<br />

Uitzicht : effen<br />

Lengte : 1,00 m.<br />

De beugels zijn vervaardigd uit warm gegalvaniseerd staal, min. 450 g/m² volgens de reeks NBN I 07.<br />

De sluiting van de beugels geschiedt met 2 schroeven. De schroeven zijn uit inox.<br />

Uitvoering :<br />

De voegen tussen het eindstuk, de regenafvoerbuis en de ondergrondse riolering worden reukdicht opgevoegd met een<br />

dichtingsring .<br />

De zichtvlakken worden ontroest en voorzien van een grondlaag en twee afwerklagen verf op basis van alkydharsen.<br />

Toepassing :<br />

Zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : st<br />

meetcode : Aantal volgens vorm en afmetingen. Het schilderen is in de eenheidsprijs begrepen.<br />

05.08.30 Hulpstukken voor regenafvoer.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Het betreft de hulp- en verbindingsstukken welke een perfecte afwatering van het regenwater toelaten vanaf de opvang op de<br />

dakvlakken tot de afvoer.


05.08.31 Tapbuizen FH st.<br />

Zinken tapbuis (STS 33.23.1.) rechthoekig 90*90<br />

Toepassing :<br />

Nieuw dak: rechthoekig 90*90: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfaitaire Hoeveelheid (FH).<br />

Meetwijze : opgenomen bij de post 05.08.11<br />

05.08.33 Kiezelbak FH st.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfaitaire Hoeveelheid (FH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : st.<br />

05.08.37 Spuwer FH st.<br />

Zinken spuwer (STS 33.23.1.) diameter 3 cm.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfaitaire Hoeveelheid (FH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : st.<br />

Dossier: 60


06.01.10 Rioleringsleidingen.<br />

Algemeen<br />

Dossier: 61<br />

HOOFDSTUK 06 - RIOLERINGEN<br />

Omschrijving :<br />

Het betreft ingegraven afvoerleidingen bestemd voor afvoer van afvalwater en regenwater, afkomstig van leidingen,<br />

toestellen en putten.<br />

Materiaal :<br />

De rioleringsleidingen beantwoorden aan de bepalingen van STS 35.1.<br />

Uitvoering :<br />

De buizen worden gelegd volgens STS 35.11.05. Alle buizen welke beschadigd worden, zowel voor als tijdens het lossen als<br />

bij of na het plaatsen worden vervangen. Na het graafwerk wordt de bodem van de sleuf geëffend; de wanden worden<br />

zonodig geschoord teneinde inzakkingen te vermijden. De plaatsing van de buizen tussen twee putten of toestellen zal<br />

gebeuren met rechte stukken en in helling en vangt aan bij het laagste punt.<br />

De buizen worden over hun volledige lengte op de voorziene fundering ondersteund. De breedte van de fundering is<br />

minimaal gelijk aan de buitendiameter van de buis plus 30 cm.<br />

Bij muurdoorgangen worden de leidingen vrij geplaatst volgens STS 35.10.82. Onder funderingsplaten en zolen worden de<br />

rioleringen in een koker gelegd zodat boven de buis minimum 5 cm vrije ruimte blijft.<br />

De wederaanvulling van de sleuven mag slechts aanvangen na het uitvoeren van controleproeven op de waterdichtheid en na<br />

goedkeuring door de bouwheer en architect.<br />

De aannemer verwezenlijkt alle aansluitingen op leidingen, toestellen en putten.<br />

Voor de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan de bouwheer een tekening van het<br />

rioleringsstelsel zoals het is uitgevoerd. Deze tekening bevat de juiste ligging en de hoogtepeilen van de diverse<br />

leidingen, verzamelputten en aflopen.<br />

06.01.14 Rioleringsleidingen uit polyvinylchloride. VH m/st<br />

Materiaal :<br />

De leidingen met bijhorende koppelstukken en hulpstukken hebben een technische goedkeuring BUtgb of EUtgb of zijn<br />

Benor gekeurd.<br />

Diameter : ND 110<br />

Uitvoering :<br />

De buizen worden gefundeerd op :<br />

de ongeroerde (buiten de funderingsstroken) natuurlijke grond (figuur 1 van STS 35.45-11)<br />

Voor het samenvoegen van de buizen worden de mof en het spie-ëinde zorgvuldig gereinigd.<br />

Het rioleringsstelsel wordt voor de beproeving van de waterdichtheid in vakken verdeeld.<br />

De wederaanvullingen van de sleuven wordt uitgevoerd met grond voortkomend van de uitgravingen<br />

Toepassing :<br />

A. Rioleringsleidingen diam. 110: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. Rioleringsleidingen diam. 160: zie plannen en detailmeetstaat<br />

X. Hulpstukken en bochten : zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de aanvulling : grond voortkomend van de uitgraving<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).


Dossier: 62<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m volgens binnendiameter / stuks voor de hulpstukken<br />

meetcode : netto te plaatsen lengte van de leidingen, gemeten volgens de aslijn en tot de binnenkant van de put of het<br />

toestel.<br />

Hulpstukken: 06.01.14.X<br />

In de eenheidsprijs zijn begrepen : de uitgravingen, de schoor-en stutwerken, de funderingen, de<br />

leidingen, hulpstukken en toezichtstukken, de verbinding met de putten en toestellen, de<br />

muurdoorgangen en inkokeringen, de beproeving, de wederaanvullingen, het vervoer van de<br />

overtollige grond buiten de bouwplaats, alle werken voor het voorlopig afvoeren van het<br />

oppervlaktewater, de tekening van het rioleringsstelsel.<br />

Sleuven in de keldervloer zijn opgenomen bij de afbraakwerken.<br />

06.01.20 Wachtbuizen.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Het betreft ingemetselde of ingegraven buizen bestemd voor het doorvoeren van kabels of leidingen.<br />

Materiaal :<br />

De leidingen beantwoorden aan de bepalingen van STS 35.1<br />

Uitvoering :<br />

De ingegraven buizen worden gelegd volgens STS 35.11.05 en volgens voorschriften van de leverende<br />

nutsvoorzieningsmaatschappij. Alle buizen welke beschadigd worden, zowel vòòr als tijdens het lossen als bij of na het<br />

plaatsen worden vervangen. Na het graafwerk wordt de bodem van de sleuf geëffend; de wanden worden zonodig geschoord<br />

teneinde inzakkingen te vermijden. De plaatsing van de buizen tussen twee aansluitpunten of putten zal gebeuren met rechte<br />

stukken. De buizen worden over hun volledige lengte gefundeerd op een voldoende breed zandbed en hierin verzonken (STS<br />

35.45.12 fig. 2). In geval van gebundelde wachtbuizen worden de ruimten tussen de buizen eveneens opgevuld met zand. De<br />

aannemer verwezenlijkt alle aansluitingen, waarbij scherpe bochten vermeden worden. Bij de doorboringen van wanden<br />

worden maatregelen getroffen om waterinsijpeling te vermijden. De wederaanvulling van de sleuven mag slechts aanvangen<br />

na goedkeuring van de leidende ambtenaar.<br />

In de wachtbuizen bestemd voor kabels worden voorlopige, gegalvaniseerde stalen trektraden geplaatst teneinde de<br />

kabeldoorvoer te vergemakkelijken.<br />

Vòòr de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het Bestuur een tekening van het wachtleidingsstelsel.<br />

06.01.21 Wacht- en verluchtingsbuizen uit polyvinylchloride. VH/TP m/st<br />

Materiaal :<br />

De buizen met bijhorende koppel- en hulpstukken hebben een technische goedkeuring BUtgb of EUtgb of zijn Benor<br />

gekeurd.<br />

Diameter : ND 110<br />

Uitvoering :<br />

De wederaanvullingen, waar nodig, van de sleuven worden uitgevoerd met grond voortkomend van de uitgravingen<br />

Toepassing :<br />

B. Wachtbuizen uit pvc verluchtingsdoorvoer buis+gevelrooster in aluminium: zie plannen en detailmeetstaat<br />

C. Wachtbuizen vertikale verluchting dia. 110: zie plannen en detailmeetstaat<br />

E. Kelderverluchting T-stuk pvc diam. 210 + alu rooster: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Totale Prijs (TP).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m volgens binnendiamter./stuks<br />

meetcode : Netto te plaatsen lengte van de leidingen, gemeten volgens de aslijn.


Dossier: 63<br />

Er wordt een supplement aangerekend voor bochten + 0,20 m buis.<br />

In de eenheidsprijs zijn begrepen : de uitgravingen, de schoor- en stutwerken, de leidingen en<br />

hulpstukken, de verbinding met de aansluitputten, de muurdoorgangen, de wederaanvullingen, het<br />

vervoer van de overtollige grond buiten de bouwplaats, alle werken voor het voorlopig afvoeren van<br />

het oppervlaktewater, de tekening van het wachtbuizenstelsel.<br />

06.04.10 Gemetselde putten.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De funderingsplaat wordt uitgevoerd in schraal beton met volgende samenstelling : 300 kg cement sterkteklasse 32,5,<br />

800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN B 11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-<br />

103.<br />

De put wordt gemetseld met volle baksteen volgens NBN B24-0O1 en index 02.11A van het T.B. 104.<br />

De metselmortel heeft volgende samenstelling : 300 kg cement met sterkteklasse 32,5 per m³ droog zand (1 deel cement voor<br />

4 delen zand).<br />

De bepleisteringsmortel wordt bereid met 400 kg cement met sterkteklasse 32,5 per m³ droog zand (1 deel cement voor 3<br />

delen zand). Teneinde een waterdichte cementering te bekomen wordt aan het aanmaakwater een vochtwerend produkt<br />

toegevoegd dat de sterkte-eigenschappen van de cementpleister niet aantast en vrij is van organische stoffen en oliën ; het<br />

produkt wordt vooraf aan de leidende ambtenaar voorgelegd.<br />

Uitvoering :<br />

Alle werken worden uitgevoerd in het droge. Het verlagen van de grondwaterstand en het afvoeren van het oppervlaktewater<br />

zijn inbegrepen in dit artikel.<br />

De put wordt aangezet op een funderingsplaat die aan de vier zijden tot 10 cm buiten de metselwerkwand reikt.<br />

Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401.<br />

De put wordt aan de binnenzijde bepleisterd in meerdere lagen tot een dikte van 20 mm; de laatste laag wordt vlak geëffend<br />

en glad afgestreken; de hoeken zijn uitgerond.<br />

De muurvlakken in aanraking met de grond worden bepleisterd tot 10 mm dikte. Na voldoende verharding wordt de<br />

buitenbepleistering bestreken met 2 lagen vernis geactiveerd met steenkoolpek of bitumen (NBN B46-101) à rato van<br />

minimum 200 g per m² en per laag; beide lagen verschillen van kleur.<br />

Er mag slechts overgegaan worden tot wederaanvulling nadat de afgewerkte put gekeurd is door het Bestuur.<br />

06.04.11 Enkele gemetselde put. FH st<br />

Uitvoering :<br />

Binnenafmetingen : 41 X 41 cm.<br />

De dikte van funderingsplaat is 10<br />

De gemetselde wanden zijn 19 cm dik.<br />

De diepte van de put wordt bepaald door het peil van de rioleringsleidingen.<br />

Op de bodem van de put wordt een doorlopende halve buissectie van de hoofdleiding gelegd en omringd met een<br />

schuin geëffende betonlaag.<br />

Een put welke niet opgetrokken wordt tot het maaiveld wordt afgedekt met een gewapende betonplaat van 6 cm dikte.<br />

Een put opgetrokken tot het maaiveld wordt afgedekt met een berijdbare gietijzeren deksel (zie 06.05.30)<br />

De wederaanvullingen rond de put worden uitgevoerd met grond voortkomend van de uitgravingen<br />

Toepassing :<br />

Enkele gemetselde put: zie plannen en detailmeetstaat<br />

De gemetselde putten mogen vervangen worden door prefab putten van Dyka<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfaitaire Hoeveelheid (FH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : st volgens binnenafmeting.


Dossier: 64<br />

meetcode : De gegeven binnenafmetingen zijn de binnenmaten van de onbepleisterde put.<br />

In de eenheidsprijs zijn begrepen : de uitgravingen, het beton, het metselwerk, de bepleistering, de<br />

bestrijking en de wederaanvullingen.<br />

• De open buis / de ondergrondse afdekplaat is eveneens in de eenheidsprijs begrepen.<br />

• De deksel is ook in de eenheisprijs begrepen.<br />

06.04.40 Prefabgeulen met rooster<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De prefabgeulen worden gevormd door een aaneenschakeling van afzonderlijke elementen en passtukken met roosters. De<br />

elementen worden voorzien van spie- en mofeind of van uitsparingen voor dichtingsstrippen.<br />

Uitvoering :<br />

De prefabgevel wordt aangezet op een fundering uit schraal beton alsvolgt samengesteld : 300 kg cement sterkteklasse 32,5,<br />

800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN B11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-<br />

103. Deze fundering steekt 10 cm uit op de wanden van de prefabgeul.<br />

Het samenvoegen van de prefabelementen gebeurt volgens de richtlijnen van de fabrikant met aangepaste middelen teneinde<br />

een waterdicht geheel te bekomen.<br />

De aansluiting op de riolering of putten gebeurt met speciaal voor dit doel geprefabriceerde elementen.<br />

De nodige grondwerken en het vervoer van de overtollige grond buiten de werf zijn inbegrepen.<br />

06.04.42 Prefabgeul uit polyesterbeton FH m<br />

Materiaal :<br />

Polyesterbeton bestaande uit kwarts en polyesterhars met volgende mechanische eigenschappen : druksterkte minstens 100<br />

N/mm2 treksterkte minstens 20 N/mm2 en chemisch bestendig. De prefabgeul beantwoordt aan dezelfde sterkteklasse als<br />

deze van het rooster.<br />

Binnensectie :<br />

100 mm breed en voorzien van uitgeholde bodem met verval.<br />

De nuttige lengte van de geulelementen is 1 m.<br />

De prefabgeul wordt afgedekt met een<br />

thermisch verzinkt sleuvenrooster beantwoordend aan de lastencategorie volgens DIN 19580 : klasse C : 250 kN<br />

De prefabgeul wordt bij elke uitlaat voorzien van een aangepaste zandvanger met hevel, rooster en rioolaansluiting : diameter<br />

100 mm.<br />

Uitvoering :<br />

De funderingslaag heeft een dikte van 15 cm. De prefabgeul wordt vlottend op de natte zetmortel geplaatst, er op lettend dat<br />

de voor- en achterkant van de goten zuiver blijven zodat een goede voegaansluiting bekomen wordt. De bovenzijde van het<br />

rooster ligt 3 à 5 mm lager dan het niveau van de aangrenzende bevloering.<br />

De zijkanten van de geul worden opgestort met een 10 / 15 cm brede beton laag over de volledige geulhoogte aangepast aan<br />

de aangrenzende bevloering. De samenstelling van het beton wordt door de aannemer bepaald, de karakteristieke weerstand<br />

R'wk bedraagt minstens 30 N/mm2 na 28 dagen. De bovenkant is vlak afgewerkt. De aannemer treft de nodige maatregelen<br />

om het indrukken en opdrijven van de geulen te beletten.<br />

Toepassing :<br />

Zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfaitaire Hoeveelheid (FH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m


Dossier: 65<br />

meetcode : Netto uit te voeren lengte met inbegrip van geulelementen, sleuvenrooster aansluiting op riolering en de<br />

nodige graaf en funderings/betonwerken<br />

06.04.50 Ontvangtoestellen.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

Op de ontvangers voor het oppervlaktewater buiten het gebouw zijn de bepalingen van STS 35.12.1 van toepassing.<br />

Uitvoering :<br />

De ontvangers worden in de verharding ingewerkt op het gewenste peil en vastgezet met cementmortel van de categorie M2<br />

van NBN B 14-001 en heeft de volgende samenstelling : minstens 300 kg cement, sterkteklasse 32,5, per m³ droog zand (1<br />

deel cement voor 4 delen zand).<br />

volgnr.<br />

06.04.53 Buitenontvanger met klok. FH st<br />

Materiaal :<br />

De kloksterfput is vervaardigd uit<br />

gietijzer volgens NBN 830-01 of vormgietstaal volgens NBN A22-101 en beantwoordt aan de bepalingen van STS 35.12.12<br />

en DB 18.1 met een waterslot van minimum 60 mm. Buitenafmetingen 300 x 300 mm.<br />

Uitvoering :<br />

Het gietijzer wordt ontroest, geschilderd met een laag menieverf en afgeschilderd met 2 lagen verf op basis van alkydhars.<br />

De kleur is te bepalen door de ontwerper.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfaitaire Hoeveelheid (FH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : stuk<br />

meetcode : netto uit te voeren hoeveelheid volgens aard en afmetingen.<br />

06.05.30 Berijdbare putdeksels.<br />

Algemeen :<br />

Omschrijving :<br />

Het betreft deksels met kaders op putten van allerlei aard, gelegen in zones waar een belasting van meer dan 15 kN mogelijk<br />

is.<br />

Materiaal :<br />

Het beton voor de omrandingen is als volgt samengesteld 350 kg cement van de sterkteklasse 42,5, 780 l rolgrind 4/28 en<br />

380 l zand voor beton.<br />

Uitvoering :<br />

Het kader of de omranding uit beton wordt in de verharding ingewerkt op het gewenste peil en vastgezet met cementmortel<br />

van de categorie M2 van NBN B 14-001 met volgende samenstelling: minstens 300 kg cement, sterkteklasse 32,5, per m³<br />

droog zand (1 deel cement voor 4 delen zand).


06.05.32 Rijwegdeksel uit gietijzer.<br />

Dossier: 66<br />

Materiaal :<br />

Het deksel en het kader beantwoorden aan NBN B54-101, sterkteklasse III, en is vervaardigd uit gietijzer volgens NBN 830-<br />

01 of uit vormgietstaal volgens NBN A22-101.<br />

Het rijwegdeksel moet weerstaan aan een belasting van 100 kN en wordt onbehandeld geleverd op de bouwplaats.<br />

Uitzicht : vol gewafeld.<br />

Minimum hoogte van het kader : 100 mm.<br />

Minimum buitenafmetingen van het kader : 600 x 600 mm.<br />

* Er worden in totaal 1 hefsleutel geleverd.<br />

Utvoering :<br />

Het kader wordt ingegoten in of vastgezet op een omranding uit licht gewapend beton.<br />

Deze omranding wordt zichtbaar in de bevloering geplaatst. Het gietijzer wordt ontroest, geschilderd met 1 laag menieverf<br />

en afgeschilderd met 2 lagen verf op basis van alkydhars. De kleur is te bepalen door de ontwerper.<br />

Toepassing :<br />

Zie detailmeetstaat: gemetselde put 06.04.11<br />

06.07.10 Regenputten<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De regenputten beantwoorden aan STS 35.50.2 en 35.50.3.<br />

De put is bereikbaar voor toezicht en ruiming.<br />

Uitvoering :<br />

Alle werken worden uitgevoerd in het droge. Het verlagen van de grondwaterstand en het afvoeren van het oppervlaktewater<br />

zijn begrepen in dit artikel. Het peil van de bodem van de putten wordt bepaald zodanig dat de putten op hun maximale<br />

capaciteit functioneren. De aan- en afvoerleidingen worden waterdicht aangesloten op de put.<br />

De putten wordt aangezet op een funderingsplaat welke min. 10 cm rond de put uitsteekt. Er mag slechts overgegaan worden<br />

tot wederaanvulling nadat de afgewerkte put gekeurd is door het Bestuur. Na de uitvoering zullen de nodige maatregelen<br />

getroffen worden om het omhoogdrijven van de putten te voorkomen; daartoe worden zij desgevallend gevuld met drinkbaar<br />

water.<br />

Bij de voorlopige oplevering zullen de regenwaterputten volledig gekuist zijn.<br />

06.07.12 Regenput uit beton<br />

0mschrijving :<br />

De regenput bestaat uit één element<br />

Op de put wordt een mangat met binnenafmetingen 60 x 60 gemetseld.<br />

Materiaal :<br />

De put is uit gewapend beton. Het beton beantwoordt aan de voorschriften van Aflevering 4.1. de karakteristieke druksterkte<br />

bedraagt minstens 30 N/mm².<br />

Zijn nuttige inhoud is minstens +/-3200 liter.<br />

De regenwaterput is rechthoekig.<br />

Het mangat wordt gemetseld met volle baksteen volgens NBN B24-001 en index 02.11A van het T.B. 104.<br />

De metselmortel heeft volgende samenstelling : 300 kg cement met sterkteklasse 32,5 per m3 droog zand (1 deel cement<br />

voor 4 delen zand).<br />

De bepleisteringsmortel van het mangat wordt bereid met 400 kg cement met sterkteklasse 32,5 per m3 droog zand (1 deel<br />

cement voor 3 delen zand). Teneinde een waterdichte cementering te bekomen wordt aan het aanmaakwater een<br />

vochtwerend produkt toegevoegd dat de sterkteeigenschappen van de cementpleister niet aantast en vrij is van organische<br />

stoffen en oliën; het produkt wordt voorafgaandelijk aan de leidende ambtenaar voorgelegd.


Dossier: 67<br />

Uitvoering :<br />

De put wordt bestreken met 2 lagen vernis geactiveerd met steenkoolpek of bitumen (NBN B46-101) à rato van minimum<br />

200 g per m2 en per laag. Beide lagen verschillen van kleur.<br />

De gemetselde wanden van het mangat zijn 19 cm dik. Het mangat wordt aan de binnenzijde bepleisterd in meerdere lagen<br />

tot een dikte van 20 mm; de laatste laag wordt vlak geëffend en glad afgestreken; de hoeken zijn uitgerond. De muurvlakken<br />

in aanraking met de grond worden bepleisterd tot 10 mm dikte.<br />

Na voldoende verharding wordt de buitenbepleistering bestreken met 2 lagen vernis geactiveerd met steenkoolpek of<br />

bitumen (NBN B46-101) à rato van minimum 200 g per m2 en per laag; beide lagen verschillen van kleur.<br />

De wederaanvullingen rond de put worden uitgevoerd met grond voortkomend van de uitgravingen / te verdichten zand /<br />

gestabiliseerd zand.<br />

Toepassing :<br />

Zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfaitaire Hoeveelheid (FH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : st<br />

meetcode : plaatsing put met inbegrip van uitgrzvingen, aanvullingen en het mangat met deksel.<br />

06.08.10 Aansluiting op rioleringsstelsel.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De aansluiting wordt uitgevoerd met hulpstukken en bochtstukken uit hetzelfde materiaal als de aan te sluiten afvoerbuis.<br />

Uitvoering :<br />

Voor de uitvoering van de aansluiting zal de aannemer zich vergewissen van de ligging van de nutsleidingen.<br />

De aansluitopening heeft een gave doorsnede. Na de aansluiting mogen geen brokstukken achterblijven in de riolering<br />

06.08.12 Aansluiting op bestaande rioleringsstelsel. FH st<br />

Materiaal :<br />

De aansluiting gebeurt met een kort spruitstuk van dezelfde diameter als de aan te sluiten buis. Dit spruitstuk heeft een kraag<br />

zodat het niet in de riool kan schuiven.<br />

Uitvoering :<br />

De nieuwe rioleringsleidingen worden aangesloten op de bestaande rioileringsbuizen in de kelder. Er zijn twee punten<br />

waarop we aansluiten en dat zijn voor het regenwater in de kelder de oude regenwaterbuis aan de rand van het oude<br />

terras met de oude keuken en voor het vuil water de oude afvoeren van de voormalige wc nabij de traphal.<br />

Na uitvoering van de aansluiting en wederaanvulling of terug dichten van de gemaakte openingen worden de verhardingen<br />

in hun oorspronkelijke staat hersteld.<br />

Bij de rioleringsbuizen (06.01.14) zijn de buizen en hulpstukken geteld tot aan de achtergevel van de hoofdbouw<br />

Toepassing :<br />

Niet van toepassing tenzij bij gebrekkige doorstroming vanaf de eindonderbreker: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfaitaire Hoeveelheid (FH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : stuk. Per aansluiting


Dossier: 68<br />

meetcode : Alle werkzaamheden nodig voor de aansluiting zijn hierin begrepen, zowel het kappen en dichten van<br />

openingen als de buizen met hulpstukken.<br />

Voor akkoord:<br />

Bouwheer Aannemer Architect<br />

Datum:<br />

Plaats:

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!