LASTENBOEK
LASTENBOEK
LASTENBOEK
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
dossier<br />
lot<br />
ontwerp<br />
bouwheer<br />
<strong>LASTENBOEK</strong><br />
Dossier: 1
VOORWERP VAN DE AANNEMING :<br />
Dossier: 2<br />
De aanneming heeft tot doel het verbouwen van een rijwoning volgens de voorschriften van het Algemeen Bestek,<br />
Bijzonder Bestek, de plannen en de aanwijzingen die door de architect en bouwheer gedurende de werken worden<br />
gegeven.<br />
Er wordt aangenomen dat de aannemer, door het feit dat hij een bieding indient, kennis heeft genomen van de<br />
betrokken plannen en beschrijving, en dat hij ter plaatse de toestand en omgeving aanpalend aan het gebouw heeft<br />
nagegaan.<br />
Alle levering van de materialen en alle werkzaamheden, die nodig zijn voor een totale afwerking, worden beschouwd<br />
als zijnde inbegrepen in de bieding.<br />
De aard van het werk eist een aangepaste vakkennis en ervaring van werklieden die met het werk belast worden; er zal<br />
dus van de aannemer verwacht worden dat hij dergelijke mensen ter beschikking stelt.
Dossier: 3<br />
00. GEMEENSCHAPPELIJKE CLAUSULES EN BEPALINGEN .<br />
00.01.10 Preambule<br />
00.01.11. Aannemingsdokumenten: Bestekken, Plannen, Beschrijving, enz.<br />
Documenten van toepassing:<br />
-Algemeen bestek voor de uitvoering van privé-werken.<br />
ALGEMENE VOORWAARDEN<br />
TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN<br />
Uitgave NCB,FAB,WTCB<br />
-Bijzonder Bestek (N900 openbare werken)<br />
-Plannen<br />
-Details ruwbouw vlg opgave architekt volgens noodzaak<br />
-Stabiliteitsstudie (later toegevoegd door stabiliteitsbureel)<br />
Aard van de overeenkomst.<br />
De overeenkomst is een gemengde opdracht. D.w.z. een opdracht voor een totale prijs, samengesteld uit werken,<br />
waarvan opgegeven de hoeveelheden in de meetstaat zijn aangeduid en de wijzigingen, welke de bouwheer zich het<br />
recht voorbehoud, in overleg met de architekt.<br />
Deze worden verrekend op basis van eenheidsprijzen en uitgevoerd volgens prijslijst, welke de inschrijver bij zijn<br />
inschrijving dient te voegen.<br />
Tijdens de werken en na de uitvoering wordt door de aannemer in detail de uitgevoerde werken in vorderingsstaat<br />
voorgelegd.<br />
De hoeveelheden worden tegensprekelijk voor akkoord gekontroleerd en aangenomen door bouwheer en architekt.<br />
Er worden geen prijsherzieningen toegepast, noch voor uurlonen, noch voor materialen.<br />
Bij de inschrijving hoort een begroting met aanduiding van hoeveelheden en eenheidsprijzen.<br />
De opgegeven hoeveelheden zijn enkel opgegeven ten titel van inlichting. Zij zijn nooit als bestellingshoeveelheid<br />
bedoeld.<br />
De aannemer blijft verantwoordelijk voor het nazicht van de opgegeven hoeveelheden en totalen vooraleer hij de<br />
werken aanvangt, en dient de nodige aanpassingen of vergissingen te corrigeren en te signaleren aan de architekt en<br />
bouwheer.<br />
De aannemer duidt in zijn inschrijving de referentie van de publikatie van zijn registratie aan, samen met zijn<br />
registratienummer.<br />
00.01.12. Begin der werken.<br />
De termijn wordt vastgelegd op …. werkdagen, tenzij anders overeengekomen wordt. De werken dienen voltooid<br />
voor de kontraktuele einddatum.<br />
Bij overschrijden van deze termijn wordt een verwijlvergoeding aangerekend van twee-duizend frank per kalenderdag,<br />
afdwingbaar zonder verdere schriftelijke in gebreke stelling.<br />
De aanvang der werken : ……………….<br />
Einde der werken : …………………………..<br />
00.01.13. Uitvoeringsdokumenten.<br />
Detail en werktekeningen. Indien blijkt, gedurende de werken, dat bijkomende details of tekeningen nodig zijn, worden<br />
deze gemaakt door de ontwerper. De architekt heeft het recht om voor de aanvang der werken detailtekeningen<br />
toe te voegen en bindend te laten uitvoeren.
00.01.14. Wijzigingen tijdens de uitvoering der werken.<br />
Dossier: 4<br />
De bouwheer behoudt zich het recht voor de in het bestek voorziene werken te wijzigen, aan te vullen of gedeeltelijk<br />
uit te voeren, met een maximum van 30% in min en meer.<br />
De verrekening van deze werken gebeurt vlg. eenheidsprijzen. De termijnwijziging wordt verhoudingsgewijze<br />
verrekend.<br />
00.01.15. Borgtocht.<br />
De borg bedraagt 5% van het totaal der werken, afhoudbaar van elke vorderingsfaktuur.<br />
De borg wordt vrijgemaakt als volgt :<br />
2.5% bij de voorlopige oplevering.<br />
2.5% bij de definitieve oplevering.<br />
00.01.16. Betaling der werken.<br />
De eerste 75% van de betalingen geschieden na het voorleggen van de vorderingsstaat.<br />
De laatste 25% van de betalingen wordt eerst vrijgemaakt als volgt:<br />
22.5 % bij aanvaarding van voorlopige oplevering<br />
2.5 % blijft staan als waarborg 1 jaar na V.O..<br />
00.01.17. Waarborg.<br />
De waarborgtermijn omvat 1 jaar voor alle werken. Tijdens de waarborgtermijn herstelt de aannemer de gebreken, met<br />
aanvang van deze werken binnen de periode van 1 week na schriftelijke kennisgeving door bouwheer/architekt.<br />
Voor regeninfiltraties dient de herstelling te gebeuren binnen de 24 uur na verwittiging.<br />
00.01.18. Verzekeringswaarborg.<br />
Voor de aanvang der werken legt de aannemer aan de bouwheer een verzekeringswaarborg voor, waaruit blijkt dat hij<br />
van bij de aanvang der werken een kontrakt heeft gesloten van verzekering tegen de gevolgen van zijn<br />
aansprakelijkheid bij arbeidsongevallen, alsmede tegen de gevolgen van zijn burgerlijke aansprakelijkheid bij<br />
ongevallen, die door de werken aan derden overkomen.<br />
00.01.19. Algemene opmerkingen.<br />
1. Voor al de beschreven werken zijn de nodige schoorwerken, stellingen, enz. te voorzien, in die mate, dat alle<br />
vooruitgang van uitvoering regelmatig en volkomen veilig uit te voeren en te volgen zijn.<br />
2. Bij verbouwing of wijzigingen dient het uitnemen of afbreken van bakstenen, timmer, dakbedekking,<br />
natuursteen enz., met de meeste zorg te gebeuren, aangezien door het bestek en meetstaat aangeduide elementen<br />
kunnen worden herbruikt. In geen geval worden te herbruiken elementen naar beneden geworpen.<br />
3. Benevens bijzondere beschermingswerken zorgt de aannemer in ieder geval voor het afdekken en beschermen<br />
van omliggende gebouwdelen, publieke eigendom en het te verbouwen gebouw. Al de beschadigingen aan het<br />
gebouw, belendende gebouwen, of publieke eigendom zijn te herstellen op kosten van de aannemer, door<br />
gespecialiseerde werklieden, aanvaard door de architekt.<br />
4. Elk artikel,vermeld in de AB en/of BB, omvat al de materialen, leveringen en arbeid.<br />
00.01.50. Uitvoering van de werken gedurende het winterseizoen.<br />
Zie Algemeen bestek.
Dossier: 5<br />
01.00.00. VOORBEREIDING DER BOUWWERKZAAMHEDEN.<br />
01.00.10. Inrichten van de bouwplaats{xe "01.01.11 Inrichten van de bouwplaats"}<br />
Algemeen<br />
Dokumenten van toepassing zijn :<br />
typebestek 100 van 1984 - art.30, 37, 40 en 43<br />
MB d.d. 10.08.1977 - art. 30, 31, 32, 33, 34, 35;<br />
VLAREM en het plaatselijk politiereglement<br />
Uitvoering<br />
Bij aanvang der werken<br />
Tijdens de werken<br />
a. Veiligheid en orde op de bouwplaatsen<br />
Tijdens de uitvoering der werken houdt de aannemer de bouwplaats proper. Alle<br />
puin, vuilnis, afval en gruis moet regelmatig verwijderd worden op zijn kosten.<br />
Het tussentijds opruimen en reinigen omvat het tussentijds opruimen van overschotten van<br />
bouwmaterialen, afval, materieel, enz. en reinigen van de lokalen :<br />
indien bovenvermelde zaken de uitvoering van werken van aannemers der andere loten<br />
kunnen hinderen of beletten of als de architekt erom vraagt.<br />
Reinigen voor de voorlopige oplevering omvat het kompleet opruimen van bouwmaterialen,<br />
afval, materieel, enz. en het gebruiksklaar reinigen van de uitgevoerde werken.<br />
b. Signalisatie van de bouwplaatsen en inplanting der bouwwerken<br />
Bouwlijnen, hoogtepeilen en oriëntatiepunten: de aannemer moet zich in verbinding stellen<br />
met<br />
de bevoegde overheid voor de bouwlijn en de bouwniveaus.<br />
Werkentracé: de architekt geeft nauwkeurig op plan de grenzen van het bouwwerk. De<br />
aannemer paalt het gebouw uit, en signaleert aan de architekt de afwijkingen die op het<br />
plan voorkomen en die in tegenspraak zijn met de eigendomsgrenzen van de geburen.<br />
(c.Lokalen ter beschikking gesteld van het bestuur)<br />
(Bij aanvang der werken, het ter beschikking stellen van volgende uitrusting, op kosten van<br />
de<br />
aannemer:-een lokaal voor de werfvergaderingen ( een grote tafel en stoelen ).<br />
Indien andere aannemers gedurende zijn werken of na hem op de bouwplaats moeten<br />
werken, kan de aannemer verplicht worden de verwezenlijkte aansluiting te handhaven. In<br />
dat<br />
geval heeft hij recht op een vergoeding voor het achtergelaten materiaal en verbruik.)<br />
d.Personeel aanneming. Art. 35.<br />
e.Dagboek der werken<br />
De aannemer zal samen met de architekt en bouwheer wekelijks op de werf een dagboek bij<br />
houden met de nodige aantekeningen die enkel bindend zijn bij ondertekening door de 3<br />
partijen.<br />
Onderhoud van de werfinrichting en betalen van taksen of vergoedingen uit hoofde van de<br />
aanneming (o.a. milieutaks voor storten afval, huur van het openbare terrein, kosten voor de<br />
nodige signalisatie op het openbare terrein in overeenstemming met de plaatselijke<br />
reglementering<br />
van gemeente en politie, … ).
Na de werken<br />
Aard van de overeenkomst<br />
Dossier: 6<br />
Vóór de voorlopige oplevering, reinigt de aannemer alle lokalen waar hij de werken heeft<br />
uitgevoerd en alle bouwwerken die hij heeft uitgevoerd.<br />
- het opruimen en het reinigen van toegangswegen;<br />
- de aannemer herstelt eveneens alle schade aan bouw- en wegeniswerken;<br />
- de aannemer verwijdert alle zaken nodig voor de inrichting van de bouwwerf.<br />
Totale Prijs (TP).:De kosten voor deze post dienen gespreid te worden over de duur van aanneming, evenredig met de<br />
waarde van de reeds uitgevoerde werken.
01.00.40. STUDIES.<br />
01.00.41.A Stabiliteitsstudie: TP<br />
Dossier: 7<br />
ZAL DOOR DE BOUWHEER WORDEN TOEGEWEZEN LOS VAN DE AANNEMING RUWBOUW<br />
Algemeen<br />
De aannemingsdokumenten van toepassing:<br />
-Plannen<br />
-Bijzonder Bestek<br />
-Meetstaat<br />
-Detailtekeningen<br />
Uitvoering<br />
01. Technische konceptie en studie.<br />
De konceptie van de bouwwerken behoort tot de bevoegdheid van de architekt, de uitvoering van de aannemer. De<br />
stabiliteitsstudie wordt door een raadgevend ingenieursbureel uitgevoerd in opdracht van de aannemer met akkoord<br />
architekt. De aannemer is verantwoordelijk voor de uitvoering van de stabiliteitsstudie tegenover de bouwheer. Een<br />
grondsondering is er niet maar kan op aanvraag van de stabiliteitsingenieur uitgevoerd worden.<br />
De volgende taken worden verplicht gesteld aan het stabiliteits-bureel:<br />
- voorbereidend bezoek aan de werf (en studie sondering).<br />
- voorbereidend gesprek met architekt over conceptie en details vooraleer de studie aan te vatten.<br />
- uitwerking voorstel voor te leggen aan de architekt ten laatste 3 weken voor de uitvoering.<br />
- indien nodig de conceptuele aanpassingen aan het voorstel op aanvraag bouwheer en architekt.<br />
- definitieve plannen en ijzerstaat over te maken aan architekt en aannemer<br />
ten laatste 2 weken voor de aanvang der werken.<br />
- opsturen plannen en kontrole plannen ivm de prefab vloeren en predallen naar de firma’s<br />
- begeleiding aannemer en uitleg bij de aanvang werf.<br />
- min.van 3 werfbezoeken (grondwerken-tussentijds-einde)<br />
- kontrole en oplevering bij einde stabiliteitswerken.<br />
- verantwoordelijkheid bij gebreken tijdens de periode van de tienjarigeaansprakelijkheid.<br />
Toepassing :<br />
De studie betreft :<br />
- funderingen<br />
- konstructieve kontrole op materiaalkeuze dragende en nietdragende muren<br />
- dimensionering dragende muurdikte en oplegzones van de balkkonstrukties<br />
- balken en kolommen in (on)gewapend beton of metaal<br />
- vloeren : volle grond, geprefabr. vloerplaten, prédallen, en houten vloerenkonstrukties<br />
- trappen in gewapend beton<br />
- gewapende betondelen allerlei: bordessen,steun en dekplaten enz.<br />
- kontrole op de dimensionering van de dakkonstruktie<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Totale Prijs (TP).<br />
OPMERKING: DE STABILITEITSTUDIE HEEFT VOORRANG OP DE<br />
ARCHITECTUURTEKENINGEN EN MEETSTAAT !!!<br />
01.00.41.B Bodemonderzoek.<br />
Het bodemonderzoek ten laste van de bouwheer zal uitgevoerd worden op aanvraag van de stabiliteitsingenieur.
01.01.40 Plaatsbeschrijvingen<br />
Dossier: 8<br />
DOOR BOUWHEER TOEGEWEZEN AAN LANDMETER: TE ONDERTEKENEN DOOR AANNEMER EN<br />
BELANGENDE EIGENAARS VOOR HET BEGIN DER WERKEN
Dossier: 9<br />
DEEL II - TECHNISCHE BEPALINGEN<br />
HOOFDSTUK 01 - VOORAFGAANDE WERKEN EN SLOOPWERKEN<br />
01.01.10 Voorlopige omheining<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
Bij de aanvang van de werken plaatst de aannemer een voorlopige omheining om de bouwplaats af te sluiten, volgens de<br />
voorschriften van art. 11.21 van STS 11 - uitgave 1990. Deze afsluiting wordt voorzien van de nodige afsluitbare toegangen.<br />
Uitvoering :<br />
De omheining wordt voldoende stevig uitgevoerd, onderhouden en zonodig hersteld. Zij wordt voorzien van de nodige<br />
signalisatie, verlichting en beveiliging volgens de geldende reglementering en overeenkomstig de voorschriften van art.<br />
11.24 van STS 11 -uitgave 1990. Het bekomen van de vergunning en te betalen taksen zijn ten laste van de aannemer.<br />
01.01.11.A Voorlopige omheining in overeenstemming met de gemeentelijke voorschriften<br />
Omschrijving :<br />
Inplanting, materiaal, afmetingen en uitrusting zijn in overeenstemming met de geldende gemeentelijke voorschriften.<br />
De omheining blijft eigendom van de aannemer en wordt weggenomen zodra dit, op grond van de vordering van de<br />
werken en mits akkoord van de architect, mogelijk is.<br />
Materiaal :<br />
De omheining bestaat tenminste uit<br />
geprefabriceerde panelen uit stalen buizen, waartegen een verzinkt draadnet is bevestigd. De hoogte van de omheining<br />
is tenminste 1,80 m.<br />
Uitvoering :<br />
Toepassing :<br />
Afsluiting van de bouwplaats ten opzichte van het openbaar terrein en de afsluiting van de ingepalmde straatzone voor de<br />
werfinrichting t.o.v. de niet gebruikte straatzone, bij gebruik van de openbare weg<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Opgenomen bij de kosten voor de werfinrichting 01.00.10<br />
01.01.50 Stellingen en steigers<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
De stellingen en steigers beantwoorden aan de bepalingen van het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming<br />
(ARAB).<br />
Ze worden aldus opgevat dat ze de werklieden volkomen veiligheid bieden en tevens de architect en bouwheer (het<br />
Bestuur) in staat stellen de werken van dichtbij te volgen.<br />
Borstweringen en handgrepen zijn te voorzien rond de werkvloeren.<br />
Uitvoering :<br />
De stellingen worden, afhankelijk van de uitvoeringsvolgorde steeds aangebracht over gebouwdelen die als geheel<br />
behandeld worden. Ze worden er zo lang behouden tot alle beschreven werken voltooid en gecontroleerd zijn door de<br />
bouwheer en architect (het Bestuur).
Dossier: 10<br />
Alle openingen welke nodig zijn om de stellingen te verankeren moeten bij het demonteren terug in de oorspronkelijke staat<br />
hersteld worden. Elk rechtstreeks contact van metaal en parement wordt vermeden door tussenvoeging van speciale (of<br />
houten) stukken.<br />
(De stellingen en steigers aan de straatzijde worden voorzien van de nodige signalisatie, verlichting en beveiliging volgens de<br />
geldende reglementering. Het bekomen van de vergunning en te betalen taksen zijn ten laste van de aannemer.)<br />
01.01.90 Werfaansluitingen: TP<br />
Opmerking :<br />
Water: De aannemer kan gebruikmaken van de aanwezige waterleiding.<br />
Elektriciteit: De aannemer kan gebruikmaken van de aanwezige elektriciteit<br />
Verbruikskosten zijn ten laste van de bouwheer.<br />
Volstaan de aanwezige voorzieningen niet voor de werfinrichting dan maakt de aannemer voorafgaandelijk aan de<br />
aanvang der werkzaamheden zijn wensen kenbaar bij de bouwheer.<br />
01.04.10 Slopen van constructies<br />
Algemeen<br />
0mschrijving :<br />
Vooraleer de eigenlijke sloopwerken aan te vangen laat de aannemer alle asbesthoudende materialen verwijderen, volgens de<br />
richtlijnen van Art. 148 decis 2.5 van het ARAB, door een erkende afbraakfirma. Hierna voert de aannemer zorgvuldig de<br />
afbraakwerken uit volgens de door hem opgemaakte en door de architect ambtenaar goedgekeurde werkplanning.<br />
De afbraak vangt aan op het dak en gaat verder van boven naar onder.<br />
Al de afbraakmaterialen, zonder uitdrukkelijke andere vermelding in het bestek, blijven na afbraak eigendom van de<br />
aannemer.<br />
De aannemer is verantwoordelijk voor alle schade door de afbraakwerken veroorzaakt aan de omliggende gebouwen (en<br />
openbaar terrein) en aan de opritten. Beschadigingen door de aannemer veroorzaakt zullen in de oorspronkelijke toestand en<br />
op zijn kosten worden hersteld.<br />
Gedurende de uitvoering van de werken zal hij alle voorzorgsmaatregelen treffen teneinde geen enkele boven- en<br />
ondergrondse nutsleiding (elektriciteit, gas, water, telefoon, T.V.-distributie, e.a.) te beschadigen door neervallende<br />
brokstukken of door het opstellen van tuigen of welkdanige handeling.<br />
De aannemer draagt de kosten voor werken, leveringen, testmetingen, uitgevoerd door de betrokken<br />
distributiemaatschappijen, indien deze nodig worden bevonden.<br />
Inbegrepen :<br />
- (het treffen van de nodige beschermingsmaatregelen, bij de werkzaamheden waarbij asbestvezels kunnen<br />
vrijkomen.(ARAB decis 2.5.9 en 2.5.10),)<br />
- het treffen van de nodige beschermingsmaatregelen voor de aanpalende, niet te slopen, gebouwdelen.<br />
- het treffen van de nodige veiligheidsmaatregelen aan de straatzijde volgens de geldende reglementeringen van de<br />
gemeente. Alle bijhorende kosten dienaangaande zijn ten laste van de aannemer.<br />
- de vereiste aanpassings- en dichtingswerken aan de afvoerleidingen ter hoogte van de rioleringsaansluitingen,<br />
- het vervoeren van het puin buiten de werf. Geen puin, vuilnis of afval mag op de werf gelaten worden.<br />
- Resterende putten worden doorgeschoten teneinde waterverzameling te vermijden.
Dossier: 11<br />
De putten worden opgevuld met te verdichten zandgrond van de uitgravingen tenzij stabiliteitsstudie andere<br />
eisen steld.<br />
01.04.30 Slopen van gewapend beton<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
Afbreken met aangepaste middelen van gewapend beton, met inbegrip van de vereiste stellingen en schoringen.<br />
Beschadigingen aan te behouden constructiedelen worden door de aannemer en op zijn kosten hersteld in hun<br />
oorpsronkelijke toe-stand.<br />
Beschermen van ondergrondse en/of in de beton gevatte leidingen allerhande, met aanwending van alle daartoe benodigde<br />
materialen en manuren.<br />
Er wordt uiterst omzichtig tewerk gegaan.<br />
Inbegrepen :<br />
- het vervoeren van het puin buiten de werf<br />
01.04.31 Slopen van gewapend beton VH m³<br />
Toepassing :<br />
Volgens plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³.<br />
meetcode : netto te slopen hoeveelheid.<br />
01.04.40 Slopen van metselwerk<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
Uitbreken van metselwerkdelen van binnen- en/of buitenmuren uit om het even welk steenmateriaal (baksteen,<br />
betonblokken, parement, breukstenen, enz...), dorpels, muurblokken, natuursteenplinten, verankeringen, haken,<br />
spouwopvullingen, en alle andere bevattende constructiedelen; het verwijderen van overtollige dragende- en niet-dragende<br />
muren, alsook het verwijderen van niet betrouwbare slechte muurdelen, zowel binnen- als bovendaks en ongeacht de hoogte.<br />
Met aanwenden van de benodigde stellingen, beveiligingen, schoren en stutten van te behouden delen.<br />
Op het slopen van asbesthoudende elementen zijn de bepalingen van Art. 148 decis 2.5 van het ARAB van toepassing.<br />
Inbegrepen :<br />
- het afvoeren van het puin buiten de werf.<br />
01.04.41 Slopen van metselwerk VH m³<br />
Omschrijving :<br />
Wegbreken van gemetselde binnen- en buitenwanden, onder-en bovengronds.
Toepassing :<br />
B. Bovengrondsmetselwerk: zie plannen en detailmeetstaat<br />
C. Uitnemen van metselwerk: facadesteen gemene muur + aanwerken dagkanten<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³.<br />
meetcode : hoeveelheid metselwerk volgemeten.<br />
01.05.11 Verwijderen van dakranden en slabben VH m<br />
Dossier: 12<br />
Omschrijving :<br />
Wegbreken van zinken slabben en loketten / loden slabben en loketten / dakrandprofielen andere dan natuursteen<br />
Afmetingen : zie detailmeetstaat<br />
Uitvoering :<br />
Volgende elementen worden gestapeld voor herbruik : geen<br />
Toepassing :<br />
A. Verwijderen van dekstenen uit pannen: gemene muren: zie plannen en detailmeetstaat<br />
B. Verwijderen van dakrandprofielen: gemene muren: zie plannen en detailmeetstaat<br />
C. Verwijderen van slabben: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m.<br />
meetcode : netto weg te breken lengte zonder rekening te houden met de overlappingen en de breedte van de<br />
profielen.<br />
01.06.20 Uitbreken van rioleringsputten en ontvangtoestellen<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
Volledig uitbreken van rioleringsputten en ontvangtoestellen, bijhorende deksels, funderingen, buisstukken, enz...<br />
Putten van allerlei afmetingen en ongeacht de samenstellende materialen en de bodemdiepte.<br />
Vervoer van puin buiten de werf.<br />
01.06.21 Uitbreken van rioleringsput TP<br />
0mschrijving :<br />
Uitbreken van een rioleringsput uit om het even welk materiaal tot 10cm onder de vloerplaat<br />
Materiaal :<br />
Type : enkele put / dubbele put / syphon put / prefab. put.<br />
Uitvoering :<br />
De ontstane putten worden opgevuld met te verdichten zand en genoegzaam aangedamd om de 10cm om alle latere<br />
verzakkingen te vermijden.<br />
Toepassing :
Dossier: 13<br />
Volgens situatie ter plaatsen, de architect moet van elke put op de hoogte gebracht worden om de werking of de<br />
niet werking ervan te kunnen vaststellen.<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Totale prijs<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : stuk.<br />
meetcode: Wegbreken met inbegrip van de deksel en opvullen met te verdichten zand.<br />
01.06.32 Supprimeren van regenput TP<br />
Omschrijving :<br />
De bodem van de regenput wordt doorschoten. Het gedeelte van de put tot 0,20 m onder het vloerveld wordt volledig<br />
weggebroken.<br />
Uitvoering :<br />
De ontstane putten worden opgevuld met te verdichten zand en genoegzaam aangedamd om de 10cm om alle latere<br />
verzakkingen te vermijden.<br />
Toepassing :<br />
Regenput onder afgebroken veranda.<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : stuk.<br />
meetcode: Wegbreken met inbegrip van de deksel en opvullen met te verdichten zand.<br />
01.06.50 Uitbreken van rioleringsleidingen<br />
Algemeen<br />
0mschrijving :<br />
Uitbreken van niet meer bruikbaar, verstopte en/of gebroken rioleringsleidingen van allerlei maten en in allerlei materialen.<br />
Inbegrepen :<br />
- alle uitgravingen, aanvullingen, doorkappingen.<br />
- het uitbreken van alle funderingen.<br />
- het treffen van alle voorzorgen opdat het hemelwater bij regenbuien en/of vuil water gedurende deze werken<br />
afdoende en wel geevacueerd wordt, met aanwending van alle daartoe benodigde materialen, middelen en prestaties.<br />
- het afdoende afdichten van de graafputten indien deze tijdelijk blijven openliggen om aldus de veiligheid op de werf<br />
te vrijwaren.<br />
- het verwijderen van het puin buiten de werf.<br />
01.06.51 Uitbreken van rioleringsleiding VH/m<br />
Omschrijving :<br />
Uitbreken van een rioleringsleiding uit om het even welk materiaal<br />
Diameter : variabel<br />
Uitvoering :<br />
De ontstane putten worden opgevuld met afgegraven grond en genoegzaam aangedamd om alle latere verzakkingen te<br />
vermijden.
Dossier: 14<br />
Toepassing :<br />
Volgens situatie na graafwerken.<br />
Volgens situatie ter plaatsen, de architect moet van elke leiding op de hoogte gebracht worden om de werking of<br />
de niet werking ervan te kunnen vaststellen.<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m. netto lengte<br />
01.07.20 Uitnemen van buitenramen en -deuren<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
Uitnemen van allerlei buitenramen en buitendeuren met inbegrip van alle bijhorigheden zoals muurbekledingen,<br />
omlijstingen, bevestigingsmiddelen, ankerdoken, klossen, storeplanken, beschotwerk, ... en het glaswerk.<br />
Ramen of deuren die niet onmiddellijk worden vervangen, van de te bewaren ruimten, moeten onmiddellijk winddicht<br />
afgesloten worden.<br />
De aannemer wordt er in het bijzonder op attent gemaakt dat bij deze uitbraakwerken, de grootste voorzichtigheid aan de dag<br />
dient gelegd te worden voor het behoud in hun ongeschonden staat van de tabletten, plafonds, muur- en plafondplakwerk,<br />
eventuele binnenmuurbehangwerken en verfwerken, alsook van alle roerende en onroerende goederen. Hij neemt daartoe<br />
alle voorzorgsmaatregelen evenals ter beveiliging van personen in -en buiten het gebouw.<br />
Alle ontstane beschadigingen aan raamaanslagen, meubilair, goederen, plakwerk, plafonds, muren, tabletten, faïence, enz...<br />
dienen op kosten van de aannemer hersteld in hun oorspronkelijke toestand.<br />
Indien het werk zulks vereist zullen de venstertabletten voorzichtig uitgenomen en teruggeplaatst worden, waarbij elke<br />
beschadiging aan te behouden constructiedelen door de aannemer zal hersteld worden.<br />
Inbegrepen :<br />
- het vervoer van alle puin buiten de werf.<br />
01.07.21 Uitnemen van buitenschrijnwerk VH/ m²<br />
Omschrijving :<br />
Uitnemen van buitenschrijnwerk uit hout, het glaswerk, venstertabletten inbegrepen.<br />
De venstertabletten blijven voor hergebruik op de werf en worden gestapeld op een door de bouwheer aangewezen<br />
plaats.<br />
Toepassing :<br />
Ramen en deuren: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m²<br />
meetcode : weg te breken oppervlakte<br />
01.09.40 Opbreken van stenen bevloeringen<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
Opbreken van stenen bevloeringen in tegels van allerlei maten en structuren, ongeacht het type, de afmetingen, de<br />
samenstelling en legwijze.<br />
Inbegrepen :
- het herstellen van de door de aannemer beschadigde te behouden constructiedelen.<br />
- het vervoeren van het puin buiten het Staatsdomein.<br />
01.09.41 Opbreken van stenen vloer VH m²<br />
Dossier: 15<br />
Omschrijving :<br />
Opbreken van vloertegels met dekvloer / vloertegels met dekvloer en draagvloer<br />
Uitvoering :<br />
Tegels + de dekvloer wordt opgebroken net zoals de draagvloer.<br />
Tegels + de dekvloer wordt opgebroken tot op de draagvloer, deze wordt ontdaan van alle onzuiverheden.<br />
Toepassing :<br />
A2. Kelder(rioleringssleuven): tegel + dekvloer + draagvloer: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m².<br />
meetcode : netto op te breken oppervlakte.<br />
01.09.50 0pbreken van houten bevloeringen<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
Opbreken van houten bevloeringen van allerlei houtsoorten, maten en structuren, ongeacht het type, de afmetingen, de<br />
samenstelling en legwijze.<br />
Inbegrepen :<br />
- het verwijderen van alle bevestigingsmiddelen.<br />
- het herstellen van de door de aannemer beschadigde te behouden constructiedelen.<br />
- het vervoeren van het puin buiten de werf.<br />
01.09.51 Opbreken van houten vloer VH m²<br />
Omschrijving :<br />
Opbreken van planken vloer + struktuur / planken vloer.<br />
Toepassing :<br />
A. Plankenvloer + struktuur: nieuw trapgat zolder: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m².<br />
meetcode : op te breken oppervlakte.
Dossier: 16<br />
HOOFDSTUK 02 - GRONDWERKEN EN BIJZONDERE FUNDERINGEN<br />
02.01.10 Verwijderen van teelaarde<br />
Algemeen<br />
Uitvoering :<br />
De teelaarde wordt over de volledige dikte verwijderd voor de andere uitgravingen uitgevoerd worden.<br />
02.01.12 Afgraven en stapelen van teelaarde VH m³<br />
Uitvoering :<br />
De teelaarde wordt afgegraven op een dikte van max. 0.4 m (zie detailmeetstaat) en<br />
Werken zullen door bouwheer worden uitgevoerd.<br />
Toepassing :<br />
A. gebouwzone: zie plannen en detailmeetstaat<br />
B. terreinzone en terras: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³<br />
meetcode : netto af te graven oppervlakte.<br />
02.02.10 Uitgravingen<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
De uitgravingen hebben betrekking op het verwezenlijken van de bouwput en sleuven voor de op te richten gebouwen. De<br />
uitgravingen voor de voorafgaande werken, rioleringen en omgevingswerken maken geen deel uit van dit artikel.<br />
Uitvoering :<br />
De uitgravingen worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van aflevering I art.1 en 2. Ze worden uitgevoerd in het<br />
droge.<br />
(Het verlagen van de grondwaterstand en het afvoeren van het oppervlaktewater zijn inbegrepen in dit artikel. De verlaging<br />
van het grondwater wordt pas stopgezet wanneer de bouwconstructie voldoende tegendruk biedt en mits akkoord van de<br />
verantwoordelijke stabiliteitsingenieur.)<br />
02.02.11 Uitgravingen voor grondstabilisatie VH m³<br />
Uitvoering :<br />
De afmetingen van de sleuf/bouwput maken het mogelijk alle werken gemakkelijk uit te voeren en te controleren. De<br />
werkruimte tussen de wanden van de bouwput en deze van het bouwwerk bedraagt aan de basis ten minste 0,40 m. Het<br />
roeren van de aanpalende grond is niet toegelaten.<br />
Toepassing :<br />
Naast gemene muur van de rechter buur; vermoedelijk geroerde grond en in voortuin rond oude uit te nemen<br />
mazouttank.<br />
Aard van de overeenkomst :
Dossier: 17<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³<br />
meetcode : Het volume van de stabilisatiesleuf/bouwput wordt begrensd door de buitenomtrek van de<br />
funderingszolen met een minimum van 0.40 m buiten de wanden van de kelders en geventileerde<br />
ruimten, zonder rekening te houden met taluds, de diepte van de uitgraving wordt gerekend tot de<br />
aanzet van kelder of geventileerde ruimte.<br />
02.02.12 Uitgravingen voor funderingszolen VH m³<br />
Uitvoering :<br />
Iedere funderingszool wordt aangezet op vorstvrije diepte en minstens 0,80 m onder het toekomstige maaiveld, volgens<br />
voorschriften van de stabiliteitsingenieur.<br />
Toepassing :<br />
A. Uitgravingen funderingszolen gebouw: zie plannen en detailmeetstaat<br />
B. Uitgravingen funderingszolen terras (vorstranden b=20cm): zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³<br />
meetcode : het volume wordt gemeten volgens de theoretische minimum doorsnede zonder rekening te houden met<br />
taluds of gebeurlijke meerbreedte van de sleuven. Meerbreedte voor bekistingen en bestrijkingen of<br />
overdikten van 5 cm ter vervanging ervan zijn een last van dit artikel.<br />
02.02.13 Uitgravingen voor onderschoeiïngen VH m³<br />
Uitvoering :<br />
De uitgravingen voor het ondervangen of onderbouwen van bestaande funderingen worden uitgevoerd in afwisselende<br />
moten van hoogstens 1,00 m lengte. De tussenafstand van de moten bedraagt minstens twee maal de lengte van een moot en<br />
wordt gevormd door ongeroerde grond of reeds ondervangen stroken. De te behouden fundering of grond worden gestut<br />
zodat elke zetting van het bouwwerk of de bodem vermeden wordt. De afmetingen van de sleuf maken het mogelijk de<br />
onderschoeiïngswerken gemakkelijk te controleren. De werkruimte tussen de wanden van de sleuf en deze van de bestaande<br />
constructies bedraagt aan de basis ten minste 1,00 m.<br />
Toepassing :<br />
Tuinmuur/gemene muur indien nodig na uitgravingen: niet voorzien<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Opgenomen in de post: 02.06.21: Onderschoeiing met ongewapend beton (VH m³).<br />
02.03.10 Aanvullingen<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
De aanvullingen hebben betrekking op het wederaanvullen rond de bouwput en sleuven van het op te richten gebouw. De<br />
aanvullingen voor voorafgaande werken, rioleringen en omgevingswerken maken geen deel uit van dit artikel.<br />
Uitvoering :<br />
De wederaanvullingen worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van aflevering I art. 1. Ze mogen slechts<br />
aanvangen na het akkoord van de bouwheer en architect nadat de voorgeschreven bepleisteringen en bestrijkingen op de<br />
ondergrondse constructies uitgevoerd zijn.
Dossier: 18<br />
02.03.11 Aanvullingen met grond voortkomend van de uitgravingen: sleuven VH m³<br />
Uitvoering :<br />
De aanvullingen worden uitgevoerd in lagen van maximum 0,20 m dikte en mechanisch aangedamd.<br />
Toepassing :<br />
Zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³.<br />
meetcode : Het volume wordt gerekend in aangedamde toestand tot het peil na afgraven van de teelaarde, begrensd<br />
door de buitenomtrek van de funderingszolen of tot 0,50 m buiten de wanden van kelders en geventileerde<br />
ruimten, zonder rekening te houden met taluds.<br />
02.03.13 Aanvullingen met te verdichten zand VH m³<br />
Materiaal :<br />
Het zand voor de aanvullingen beantwoordt aan de bepalingen van index C.2.3.2 van het T.B. 150 : zand voor<br />
onderfundering.<br />
Het zand wordt door de aannemer geleverd.<br />
Uitvoering :<br />
De aanvullingen worden uitgevoerd in lagen van maximum 0,20 m dikte en mechanisch aangedamd tot de volgende<br />
draagkracht: samendrukbaarheidsmodulus M1 groter of gelijk aan 17 MN/m².<br />
Toepassing :<br />
Aanvullingen met aan te voeren te verdichten zand: onder plaat op volle grond d=5cm<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³<br />
meetcode : Het volume wordt gerekend in aangedamde begrensd door de binnenomtrek van de funderingsmuren,<br />
zonder rekening te houden met taluds.<br />
02.03.14 Aanvullingen met gestabiliseerd zand. VH m³<br />
Materiaal :<br />
De aanvulling bestaat uit grof zand waaraan per m³ niet verdicht zand, minimum 100 kg cement met sterkteklasse 32,5 wordt<br />
toegevoegd. Het zand beantwoordt aan de bepalingen van index C.2.3.2. van het T.B. 150 : zand voor onderfunderingen.<br />
Uitvoering :<br />
Het mengsel wordt mechanisch bereid. De mengtijd bedraagt ten minste 1 minuut.<br />
De aanvulling wordt aangebracht in lagen van max. 0,20 m dikte en mechanisch aangedamd tot de volgende draagkracht :<br />
samendrukbaarheidsmodulus M1 groter dan of gelijk aan 17/35 MN/m².<br />
De aannemer maakt het gebruik van deze stabilisatie kenbaar aan de architect voor het uitvoeren van de werken.<br />
Toepassing :<br />
Voor de stabilisatie van de geroerde grondzones onder de funderingszolen: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³.
Dossier: 19<br />
meetcode : Het volume wordt gerekend in aangedamde toestand, begrensd door de binnenomtrek van de<br />
funderingsmuren, zonder rekening te houden met taluds.<br />
02.03.20 Ophogingen<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
De ophogingen hebben betrekking op de aanvullingen binnen het op te trekken gebouw<br />
Uitvoering :<br />
De ophogingen worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van aflevering 1 art. 1 § 2. Ze mogen slechts aanvangen<br />
na het akkoord van de leidende ambtenaar nadat de voorgeschreven bepleisteringen en bestrijkingen op de ondergrondse<br />
conctructies uitgevoerd zijn.<br />
02.03.21 Ophogingen met grond voortkomend van de uitgravingen VH m³<br />
Uitvoering :<br />
De ophogingen worden uitgevoerd in lagen van maximum 0,20 m dikte en mechanisch aangedamd tot de volgende<br />
draagkracht : samendrukbaarheidsmodulus M1 groter dan of gelijk aan 11 MN/m².<br />
Toepassing :<br />
zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³.<br />
meetcode : Het volume wordt gerekend in aangedamde toestand, begrensd door de binnenomtrek van de omringende<br />
wanden.<br />
02.06.10 Onderschoeiingen met metselwerk<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
Het metsel- en bepleisteringsmortel behoort tot de categorie M1 van NBN B14-001 en heeft de volgende samenstelling :<br />
minimum 400 kg cement (kwaliteit HSR) per m³ droog zand (1 deel cement voor 3 delen zand).<br />
Hulpstoffen in de mortels worden slechts toegelaten mits akkoord van de leidende ambtenaar : bindingsvertragers zijn niet<br />
toegelaten.<br />
Uitvoering :<br />
Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401.<br />
Het metselwerk wordt uitgevoerd in afwisselende werkmoten van hoogstens 1,00 m lengte. De tussenruimte tussen de<br />
werkmoten bedraagt minstens twee maal de lengte van een werkmoot en wordt gevormd door ongeroede grond of reeds<br />
ondervangen stroken. De verschillende werkmoten van het metselwerk worden in verband uitgevoerd en degelijk in elkaar<br />
verbonden.<br />
Eenmaal uitgevoerd moet het onderschoeiingswerk een doorlopend geheel vormen. Het onderschoeiingsmetselwerk wordt<br />
over zijn volledige breedte goed en degelijk aangedrukt tegen de onderkant van de zuiver gemaakte bestaande fundering.<br />
Eventuele achterliggende tussenruimten worden bij het metselen meegaand aangevuld en degelijk verdicht.<br />
Alle muurvlakken in aanraking met de grond worden bepleisterd met een dikte van 10 mm.<br />
Na voldoende droging wordt de bepleistering bestreken met 2 lagen vernis geaktiveerd met steenkoolpek of bitumen (NBN<br />
B46-101) à rato van minimum 200 g per m² en per laag; beide lagen verschillen van kleur.<br />
Er mag slechts overgegaan worden tot het ondermetselen van nieuwe werkmoten nadat het onderschoeiingsmetselwerk<br />
voldoende verhard is en mits de toelating van de leidende stabiliteitsingenieur (ambtenaar).<br />
Indien tegen het onderschoeiingsmetselwerk moet aangevuld worden zal dit ten spoedigste na uitvoering van elke moot<br />
geschieden nadat de bepleistering en bestrijking is aangebracht.
02.06.11 Onderschoeiing met baksteenmetselwerk VH m³<br />
Materiaal :<br />
De volle bakstenen beantwoorden aan NBN B24-001 en index 02.11A van T.B.<br />
Uitvoering :<br />
Een wapening wordt voorzien tusen elke laag metselwerk.<br />
Toepassing :<br />
Tuinmuur/gemene muur: n.v.t.<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³.<br />
meetcode : netto uit te voeren volume gerekend volgens de muurdikte.<br />
De wapeningen inbegrepen<br />
02.06.20 Onderschoeiïngen met beton<br />
Algemeen<br />
Dossier: 20<br />
Materiaal :<br />
Uit te voeren met ongewapend of gewapend beton.<br />
Uitvoering :<br />
Uitvoeren van de onderschoeiïng in moten van hoogstens 0.80 m lang. De tussenruimte tussen de werkmoten bedraagt<br />
minstens de lengte van twee werkstroken, zij wordt gevormd door ongeroerde grond en of reeds ondervangen moten.<br />
Eenmaal uitgevoerd vormt de onderschoeiïng een doorlopend geheel.<br />
Zowel het ongewapende als het gewapende beton wordt door wapeningsstaven met elkaar verbonden.<br />
De aansluitvlakken van het beton worden steeds mechanisch afgebikt, dit voor de aansluitende moot gestort wordt.<br />
02.06.21 Onderschoeiing met ongewapend beton VH m³<br />
Materiaal :<br />
Betonsamenstelling : door de aannemer te bepalen waarvan de karakteristieke weerstand R'wk minstens gelijk is aan 20<br />
N/mm² na 28 dagen.<br />
Uitvoering :<br />
Het beton wordt gestort in lagen van maximum 20 cm dik en verdicht. Op het verwerken zijn de voorschriften van index<br />
26.0 van T.B. 104 van toepassing. Er wordt steeds in de massa getrild. De continuïteit tussen de verschillende moten wordt<br />
verzekerd door wapeningen die mogen omgeplooid worden. Deze wapeningen worden, na het ontkisten en uitgraven van de<br />
volgende moot, recht geplooid om de verbinding te vormen.<br />
Deze verbindingswapeningen worden in hoogtezin alle 20 cm geplaatst en dragen over een afstand van minstens 20 cm in de<br />
betonmassa. De wapeningen zijn van de staalklasse BE 400S.<br />
Alle bekistingen en het ontkisten zijn in de eenheidsprijs van het beton begrepen. In de werksleuf wordt de bekisting op 20<br />
cm van de te onderschoeien fundering geplaatst, alsook 10 cm hoger dan het ondervlak van deze fundering. Het beton wordt<br />
gestort gelijk met de bovenrand van deze verhoogde bekisting.<br />
De lengte van de moten is maximum : 1 m.<br />
Toepassing :<br />
Tuinmuur(voortuin)/gemene muur: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³.
meetcode : Netto uit te voeren volume.<br />
De wapeningen worden aangerekend onder art. 02.06.23.<br />
02.07.10 Aardingen<br />
Algemeen<br />
Dossier: 21<br />
Omschrijving :<br />
De aardingen worden verwezenlijkt volgens de richtlijnen van art. 69 van het Algemeen Reglement op de Electrische<br />
Installaties (B.S. dd. 29.4.8 en errata in B.S. dd. 1.9.81) en van het Ministerieel Besluit dd. 6.10.81 betreffende de<br />
aardelectrode (B.S. dd. 13.10.81) aangevuld door het Ministerieel Besluit dd. 14.12.81 (B.S. dd. 22.12.81).<br />
02.07.11 Aardingslus VH m<br />
Materiaal :<br />
De aardingslus bestaat uit :<br />
een volle draad vervaardigd uit blank gehard electrolytisch koper met een minimum doorsnede van 35 mm² of een vertinde<br />
koperdraad van 10 mm² bekleed met een loodmantel. Het geheel heeft een geometrische doorsnede van 35 mm².<br />
Uitvoering :<br />
De aardingslus wordt gelegd op de bodem van de funderingssleuf onder de buitenmuren en bedekt met een laag zuiver zand.<br />
De uiteinden van de lus moet bereikbaar blijven voor onderzoek en worden aangesloten op een koperen klemplaat en tevens<br />
voorzien van een aardingsonderbreker. Indien de aardingslus is samengesteld uit meerdere in serie geplaatste geleiders<br />
moeten de uiteinden van elke geleider en hun verbinding eveneens bereikbaar blijven voor onderzoek. Het kruisen doorheen<br />
de fundering naar de klemmen gebeurt in een soepele PVC buis om elk contact met de fundering te vermijden. De<br />
spreidingsweerstand wordt gemeten vóór het gieten van het funderingsbeton.<br />
Toepassing :<br />
Zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m.<br />
meetcode : Netto uit te voeren lengte.
03.01.20 Folies.<br />
Algemeen<br />
Dossier: 22<br />
HOOFDSTUK 03 - OPEN RUWBOUW<br />
Omschrijving :<br />
De folies vormen een scheidingslaag tussen de grond en de vloeropbouw<br />
Materiaal :<br />
De folies bestaan uit een dun doorgaand vel met eenvormige dikte, vervaardigd uit waterdichte onrotbare kunststof.<br />
Uitvoering :<br />
De folies mogen niet kleven of gescheurd zijn. Zij worden gestapeld op een beschutte plaats. De folies worden geplaatst met<br />
een overlapping van minstens 0,30 m. Ze worden voldoende opgetrokken tegen de muren. De aannemer neemt de nodige<br />
voorzorgen tegen beschadiging van de folie. De beschadigde delen worden hersteld met een bijkomend stuk folie, steeds met<br />
minstens 0,30 m overlapping.<br />
03.01.21 Polyethyleenfolie. VH m²<br />
Materiaal :<br />
Polyethyleenfolie met een minimum dikte van 0,2 mm.<br />
Toepassing :<br />
Onder en boven ondervloerisolatie: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m².<br />
meetcode : netto ontwikkelde oppervlakte zonder rekening te houden met overlappingen.<br />
03.01.30 Vloeren op volle grond.<br />
Algemeen<br />
Uitvoering :<br />
De vloeren worden aangelegd op een aangedamde effen droge en zuivere bodem, geprofileerd en vlak afgetrokken. De<br />
randbekistingen zijn in dit artikel begrepen. De vloeren worden los van de, bestaande, wanden gelegd door tussenvoegen<br />
van stroken visqueenfolie (geëxpandeerd polystyreen van minstens 5 mm dik).<br />
03.01.33 Vloer uit licht gewapend beton op volle grond. VH m³<br />
Materiaal :<br />
Betonsamenstelling : 300 kg cement sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN<br />
B11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-102.<br />
Dikte 12 / 15 cm.<br />
De wapening beantwoordt aan NBN A24-303 en-304 en bestaat uit :<br />
een wapeningsnet uit staal BE 500S of DE 500 BS met afmetingen 150 x 150 x 6 mm.<br />
Tenzij een andere opgave door de stabiliteitsingenieur.<br />
Uitvoering :<br />
Het beton wordt vervaardigd en verwerkt volgens index 26.0.1. en 26.0.3. van het T.B. 104.<br />
Wapening volgens opgave stabiliteitsstudie.
Dossier: 23<br />
De netten worden geplaatst met een overlapping van een volledige maas in beide richtingen en aan de hoeken gebonden.<br />
De nodige afstandshouders worden geplaatst om de vereiste betondekking te bekomen.<br />
Toepassing :<br />
A. vloer op volle grond woning (15cm): zie plannen en detailmeetstaat<br />
B1. vloer op volle grond voortuin (12cm): zie plannen en detailmeetstaat<br />
B2. vloer + vorstrand vloer op volle grond terras(12cm): zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m3.<br />
meetcode : Netto uit te voeren volume. De wapeningen en de afstandshouders zijn inbegrepen in de post<br />
03.03.62.A Netwapeningen.<br />
03.01.40 Niet gewapende funderingen.<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
Het betreft : alle niet gewapende zolen en funderingsvoeten welke op de plans zijn aangeduid.<br />
De fundering voor rioleringen en omgevingswerken maken geen deel uit van dit artikel.<br />
Uitvoering :<br />
Het beton wordt vervaardigd en verwerkt volgens index 26.01 en 26.03 van het T.B. 104 en uitgevoerd op een droge<br />
horizontale bodem. Het bovenvlak wordt horizontaal en effen afgewerkt tot op de vereiste peilen.<br />
03.01.41 Niet gewapende funderingen uit schraal beton. VH m³<br />
Materiaal :<br />
Betonsamenstelling : 300 kg cement, sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN<br />
B11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-103.<br />
Toepassing :<br />
zie plannen en detailmeetstaat met voorrang stabiliteitsstudie<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³.<br />
meetcode : Netto uit te voeren volume.<br />
De wapeningen en de afstandshouders zijn inbegrepen in de post 03.03.62.B Netwapeningen.<br />
03.01.50 Lichtgewapende fundering.<br />
Omschrijving :<br />
Het betreft alle licht-gewapende zolen en funderingsvoeten/balken welke op de plans zijn aangeduid.<br />
De funderingen voor rioleringen en omgevingswerken maken geen deel uit van dit artikel.<br />
Uitvoering :<br />
Het beton wordt vervaardigd, verwerkt en afgewerkt volgens index 26.0.1, 26.0.3 en 26.0.4 van het T.B. 104 en uitgevoerd<br />
op een droge horizontale bodem. Het bovenvlak wordt horizontaal en effen afgewerkt tot op de vereiste peilen. De wapening<br />
wordt aangebracht volgens de richtlijnen van het stabiliteitsplan.
Dossier: 24<br />
03.01.51 Lichtgewapende fundering/funderingsbalken/sokkels uit schraal beton VH m³<br />
Materiaal :<br />
Betonsamenstelling : 300 kg cement, sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN<br />
B11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-103.<br />
De wapening beantwoordt aan NBN A24-303 en -304 en bestaat uit :<br />
een wapeningsnet uit staal BE 500 S of DE 500 BS met afmetingen 150 x 150 x 6 x mm, met voorrang voor het<br />
stabiliteistplan.<br />
Uitvoering :<br />
De netten worden geplaatst met een overlapping van een volle maas en aan de hoeken gebonden.<br />
De nodige afstandshouders worden geplaatst om de vereiste betondekking te bekomen.<br />
Toepassing :<br />
Zie plannen en detailmeetstaat met voorrang voor stabiliteitsstudie<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³.<br />
meetcode : Netto uit te voeren volume, incl. wapening.<br />
De wapeningsnetten en de afstandshouders zijn in de post 03.03.62.B.<br />
03.02.10 Metselwerk in fundering in contact met de grond.<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
Funderingsmetselwerk uit bouwelementen aangepast aan het modulestelsel volgens NBN B 04-001.<br />
De metselmortel behoort tot de categorie M2 van NBN B14-001 en heeft de volgende samenstelling : minimum 300 kg<br />
cement (kwaliteit HSR) per m³ droog zand ( 1 deel cement voor 4 delen zand ).<br />
Hulpstoffen in de mortels worden slechts toegelaten mits akkoord van de leidende ambtenaar; bindingsvertragers zijn niet<br />
toegelaten.<br />
Uitvoering :<br />
Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401 en volgens de voorschriften van STS 22.<br />
In geval van muurbepleistering mag slechts overgegaan worden tot wederaanvulling na het akkoord van de leidende<br />
architect en nadat de voorgeschreven bepleisteringen en bestrijkingen op de ondergrondse constructies uitgevoerd zijn en<br />
voldoende verhard zijn.<br />
03.02.12 Funderingsmetselwerk uit zware betonblokken in contact met de grond VH m³.<br />
Materiaal :<br />
De zware volle betonblokken beantwoorden aan NBN B 21-001.<br />
Uitvoering :<br />
Het metselwerk voor funderingen, inbegrepen de omtrekmuren van de kelders of kruipkelders wordt in verband uitgevoerd.<br />
Toepassing :<br />
A. Dikte 29cm: zie plannen en detailmeetstaat<br />
B. Dikte 19cm: zie plannen en detailmeetstaat<br />
C. Dikte 14cm: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :
Dossier: 25<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³.<br />
meetcode : Netto uit te voeren volume gerekend volgens nominale muurdikten. Openingen kleiner dan 0,5 m²<br />
worden niet afgetrokken.<br />
Muurbepleistering en teren voor delen, van de buitenomtrek, in contact met de grond opgenomen in<br />
de post 03.04.34 Cementering en teren.<br />
03.02.92 Kelderverluchting: zie post 06.01.14<br />
03.04.30 Waterdichte cementeringen.<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
Rekening houdend met de vloerpeilen van de ingegraven constructies en met het hoogste peil van het grondwater zal een<br />
cementering worden aangebracht welke alle waarborgen biedt voor een volmaakte waterdichtheid.<br />
Uitvoering :<br />
De dichtheidslaag moet zo laat mogelijk worden uitgevoerd en bij voorkeur nadat de ruwbouw is voltooid. Zij mag niet<br />
aangebracht worden bij stortregen, bij temperaturen onder het vriespunt of wanneer nachtvorst te verwachten is.<br />
Voor het aanbrengen van de bezetting wordt de ondergrond gereinigd zodat geen enkel spoor van vet, olie,<br />
ontkistingsprodukt en zand- of mortelafval voorkomt.<br />
Gladde ondergronden worden over het gehele oppervlak gebikt. Op het aldus voorbereide oppervlak wordt met de borstel<br />
een hechtingslaag van rijke cementspecie aangebracht.<br />
De eigenlijke cementering wordt aangebracht in meerdere lagen. Een nieuwe laag wordt pas aangebracht nadat de vorige<br />
laag voldoende verhard is, zuiver is en bevochtigd werd; een tijdspanne van 12 uur tussen het aanbrengen van twee<br />
opeenvolgende lagen is gewenst. Elke laag wordt continu uitgevoerd. Wanneer lassen onvermijdelijk zijn, moeten de<br />
verschillende lagen trapsgewijze worden gelegd zodat ze elkaar steeds 20 tot 30 cm overlappen. De laatste laag wordt vlak<br />
geëffend en glad afgestreken.<br />
Alle hoeken worden goed afgerond : de kromtestraal mag niet minder dan 4 cm bedragen : de afronding wordt uitgevoerd bij<br />
het aanbrengen van de eerste pleisterlaag.<br />
Bij doorboringen moet een soepele voeg worden aangebracht zodat de dichtingslaag goed aansluit rond het element dat er<br />
doorheen voert.<br />
Wanneer de oppervlakken blootstaan aan sterke bezonning of aan droge wind, zal de vers aangebrachte mortelspecie tegen<br />
uitdroging beschermd worden.<br />
03.04.32 Cementering en teren: buitenomtrek funderingswanden. VH m²<br />
Materiaal :<br />
Voor funderingsmetselwerk in contact met de grond worden de buitenvlakken bepleisterd met mortel behorende tot de<br />
categorie M1 van NBN B14-001 met volgende samenstelling : minimum 400 kg cement (kwaliteit HSR) per m³ droog zand,<br />
hetzij 1 deel cement voor 3 delen zand. De dikte van de bepleistering is minstens 10 mm. Na verharding wordt de<br />
bepleistering beschermd met hetzij 2 lagen steenkoolpek, hetzij met 2 lagen met bitumen geaktiveerde vernis (NBN B46-<br />
101) à rato van 200 à 400 g per m² per laag, deze beide vernislagen verschillen van kleur.<br />
Uitvoering :<br />
Na verharding wordt de bepleistering beschermd hetzij met 2 lagen steenkoolpek, hetzij met 2 lagen met bitumen<br />
geaktiveerde vernis (NBN B46-101) à rato van 200 à 400 g per m² per laag en deze beide vernislagen verschillen van<br />
kleur.<br />
De vertikale oppervlakten worden effen afgewerkt.<br />
Toepassing :<br />
zie plannen en detailmeetstaat
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m².<br />
meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.<br />
Dossier: 26<br />
03.03.10 Beton voor ter plaatse gestort gewapend beton met vrije samenstelling.<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
Het beton beantwoordt aan :<br />
- de voorschriften van NBN B 15-101, B 15-102, B 15-103, B 15-104 en van indexen 26.0.1, 26.0.2, 26.0.3, 26.0.4<br />
van T.B. 104 wat betreft grondstoffen, berekeningen, constructieve voorschriften en uitvoering;<br />
- de voorschriften van Aflevering 4.1 - Betonwerken - Deel 1 - Betonkwaliteit wat betreft de betonkwaliteit en de<br />
kontrole ervan.<br />
De samenstelling van het beton is naar vrije keuze van de aannemer. De leidende stabiliteitsingenieur moet voorafgaandelijk<br />
in kennis worden gesteld van deze samenstelling.<br />
Het gebruik van hulpstoffen wordt toegestaan, mits voorafgaande goedkeuring van de leidende stabiliteitsingenieur.<br />
De hulpstoffen moeten voldoen aan de normen van de reeks NBN T61.<br />
De aannemer verstrekt een lijst van inlichtingen volgens NBN T61- 002, hoofdstuk 2.<br />
Uitvoering :<br />
De aannemer rekent de bekistings- en ontkistingskosten mee in de prijs van het beton.<br />
Eventuele grindnesten of beschadigingen aan het beton worden uitgekapt, grondig gereinigd en zorgvuldig hersteld door<br />
middel van een adekwate mortel.<br />
Alle beton in aanraking met de grond wordt bestreken met hetzij 2 lagen steenkoolpek, hetzij met 2 lagen met bitumen<br />
geaktiveerde vernis (NBN B 46-101) à rato van minimum 200 g per m² en per laag; beide lagen verschillen van kleur.<br />
Voorwaarden van toepassing van semi-prefabrikatie<br />
De aannemer kan voorstellen om elementen van de betonconstructie te prefabriceren, maar de architect en/of<br />
stabiliteitsingenieur behoudt het recht deze semi-prefabricatie te weigeren als ze onvoldoende waarborgen biedt inzake<br />
conceptie of uitvoering.<br />
03.03.12 Beton voor gewoon gewapend beton met vrije samenstelling VH m3/st.<br />
Materiaal :<br />
Het gebruik van cement sterkteklasse 42,5 is verplichtend.<br />
De vereiste karakteristieke weerstand R'wk bedraagt 30 N/mm².<br />
Uitvoering :<br />
De gladde bekistingen vernoemd onder "Toepassing" , worden uitgevoerd met een bekisting uit of gelijkwaardig aan<br />
gebakeliseerde multiplex-panelen. De hoeken van kolommen, wanden en balken zullen door een hoeklat afgeschuind<br />
worden.<br />
Bij het ter plaatse storten van zichtbaar blijvend beton op zichtbaar blijvend metselwerk wordt, zowel horizontaal als<br />
verticaal door tussenplaatsing van een wegneembaar latje, een voeg van 10 mm breed en 20 mm diep gemaakt, welke<br />
naderhand met het metselwerk mee opgevoegd wordt.<br />
Toepassing :<br />
A. Sokkels gewapend beton: kolomvoeten, opleg balken: volgens studie<br />
B1.Kolommen gewapend beton fundering: volgens studie<br />
B2.Kolommen gewapend beton : volgens studie<br />
C.Balken, lintelen gewapend beton: volgens studie<br />
D. (Vloer)platen ter plaatsen gegoten: volgens studie<br />
E.Traptreden in gewapend beton: volgens studie
Z. Reserve<br />
Dossier: 27<br />
Voor alle toepassingen zie plannen en detailmeetstaat, met voorrang van de stabiliteitsstudie.<br />
* Volgende betonelementen worden glad bekist :<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³/st volgens de indeling van de opmeting.<br />
meetcode : In de eenheidsprijs is de uitvoering van uitsparingen- en doorvoeropeningen begrepen.<br />
In de eenheidsprijs is de standaard bekisting begrepen..<br />
In de eenheidsprijs is een standaard bewapening; 120kg TOR 40 staal en 30 kg A 37 staal,<br />
begrepen.<br />
03.05.10 Geprefabriceerde elementen uit gewapend beton.<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
Het betreft elementen uit gewapend beton waarvan de prefabricatie verplicht is.<br />
De berekeningen en de plans van deze elementen worden geleverd overeenkomstig de bepalingen van het TB 100 art. 3 § 3.<br />
De berekeningen geschieden volgens de richtlijnen van NBN B15-103, en de in aanmerking te nemen acties zijn volgens de<br />
reeks NBN BO3. Voor de berekeningswijze en de maximaal toegelaten waarden van de doorbuigingen zijn de bepalingen<br />
van het TB 110 - deel III § 1.5 van toepassing.<br />
De W.T.C.B. brochure " Aanbevelingen voor de berekening en uitvoering van geïndustrialiseerde bouwwerken in beton" is<br />
van toepassing.<br />
Materiaal :<br />
Het beton en de wapeningen beantwoorden aan :<br />
- de voorschriften van Aflevering 4.1 - Betonwerken - Deel 1 -Betonkwaliteit wat betreft de betonkwaliteit en de<br />
controle ervan.<br />
- De voorschriften van NBN B15-101, B15-102, B15-103, B15-104 en van indexen 26.0.1, 26.0.2, 26.0.3, 26.0.4 van<br />
TB 104, wat betreft gronstoffen, berekening, contructieve voorschriften en uitvoering.<br />
De betonsamenstelling wordt door de aannemer bepaald en voorafgaandelijk aan de leidende stabiliteitsingenieur<br />
medegedeeld.<br />
Het cement is minstens van de sterkteklasse 42,5.<br />
Het wapeningstaal beantwoordt aan de reeks NBN A24 en aan de voorschriften van bijlage 1 van omzendbrief nr 546-17.<br />
Het gebruik van hulpstoffen wordt toegestaan, mits voorafgaande<br />
goedkeuring van de stabiliteitsingenieur.<br />
De hulpstoffen moeten voldoen aan de normen van de reeks NBN T61.<br />
De aannemer verstrekt een lijst van inlichtingen volgens NBN T61- 002, hoofdstuk 2.<br />
Uitvoering :<br />
De controle van de betonkwaliteit gebeurt volgens Aflevering 4.1 Betonwerken - Deel Betonkwaliteit.<br />
Deze controle geschiedt in principe door een beperkt aantal monsternemingen.<br />
03.05.11 Geprefabriceerde elementen uit gewapend beton, andere dan vloerelementen.<br />
VH st<br />
Omschrijving :<br />
De lintelen worden verplicht geprefabriceerd.<br />
Materiaal :<br />
De betonkwaliteit R'wk zal minstens 40N/mm² bedragen.
Dossier: 28<br />
De gestandaardiseerde afmetingen en toleranties voor kolommen en balken zijn vastgesteld in de Fe-Be Brochure<br />
"Standaardisatie van de geprefabriceerde elementen in beton voor gebouwen".<br />
Uitvoering :<br />
Alle zichtbaar blijvende vlakken van de elementen worden uitgevoerd in een gladde bekisting uit of gelijkwaardig aan<br />
gebakeliseerde multiplex-panelen. De stabiliteitsingenieur/architect heeft, benevens reden van betonkwaliteit, bepaald door<br />
de betondruksterkte, het recht van geprefabriceerde elementen om reden van gebrekkig uitzicht te weigeren. Gebreken in het<br />
uitzicht zijn ondermeer, in willekeurige volgorde :<br />
- opvallende kleurverschillen binnen eenzelfde betonelement of tussen naastliggende betonvlakken;<br />
- zichtbare niet-gewenste hernemingsvoegen of aflijning tussen betonneringsfazen;<br />
- grind- of zandnesten, grote of talrijke luchtbellen, aflopen van cementpap;<br />
- afbarsting of afscheuring.<br />
Elementen die op duidelijke en in ernstige mate één of meer van deze gebreken vertonen worden geweigerd. Het uitvoeren<br />
van herstellingen aan het betonoppervlak is principieel verboden.<br />
Toepassing :<br />
A. deurlintelen: zie plannen en detailmeetstaat met voorrang voor stabiliteitsplan<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : st<br />
meetcode : In de eenheidsprijs zijn begrepen : de wapeningen, de bevestigings- en de opleggingsmiddelen, het<br />
beton en de wapeningen die ter plaatse worden aangebracht ter verwezenlijking van de stabiliteit van<br />
het geheel.<br />
03.05.40 Samengestelde vloerplaten.<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
Het betreft dragende vloerplaten met een monolitisch karakter, samengesteld uit verschillende elementen, elk met hun<br />
specifieke eigenschappen en functies.<br />
De berekeningen en de plans van deze vloerplaten worden geleverd overeenkomstig de bepalingen van TB 100 art 3 § 3.<br />
De berekeningen geschieden volgens de richtlijnen van NBN B15-103, en de in aanmerking te nemen acties zijn volgens de<br />
reeks NBN B03. Voor de berekeningswijze en de maximaal toegelaten waarden van de doorbuigingen zijn de bepalingen<br />
van het T.B. 110 - deel III § 1.5. van toepassing.<br />
Uitvoering :<br />
De bovenzijde van de samengestelde vloerplaat moet in overeenstemming zijn met de peilen en dikte van de afwerking van<br />
de vloeren zoals aangegeven op de architectuurplans.<br />
03.05.41 Vloerplaten uit balken en vulblokken. VH m²<br />
Omschrijving :<br />
De dokumenten betreffende de werken worden door de aannemer geleverd overeenkomstig Art. 3 § 3 van TB 100 van 1984<br />
- 2de geval.<br />
De vloerplaat beantwoordt aan NBN 539. Ze is van het type P2 met versterkingslaag en bestaat uit geprefabriceerde balkjes,<br />
vulblokken en een ter plaatse gestorte gewapende druklaag.<br />
Materiaal :<br />
De vloerplaten moeten berekend worden voor een gebruiksbelasting van 3 KN/m².<br />
De draagbalkjes zijn uit spanbeton.<br />
Het beton en zijn wapeningen beantwoorden aan :<br />
- de voorschriften van NBN B15-101, B15-102, B15-103, B15-104 en van index 26.1 van TB 104 wat betreft<br />
grondstoffen, berekeningen, constructieve voorschriften en uitvoering.
Dossier: 29<br />
- de voorschriften van aflevering 4.1-Betonwerken - deel 1 -wat betreft de betonkwaliteit en de controle ervan. De<br />
vereiste karakteristieke weerstand (R'wk) van het beton bedraagt minstens 40 N/mm² na 28 dagen.<br />
De vulblokken bestaan uit holle blokken uit gebakken aarde<br />
Onder de draagbalkjes bevindt zich hetzelfde materiaal als dat van de vulelementen. Dit wordt verwezenlijkt bij de<br />
prefabricatie van de balkjes of door de vorm van de elementen.<br />
De onderzijde van de samengestelde vloer ligt in éénzelfde vlak.<br />
De constructiehoogte van de samengestelde vloerplaat bedraagt maximaal 16 cm.<br />
De dikte van de druklaag uit gewapend beton bedraagt minimaal 3 cm boven de vulblokken.<br />
De karakteristieke weerstand (R'wk) van de druklaag bedraagt ten minste 40 N/mm² na 28 dagen. De<br />
betonsamenstelling is aangepast aan de minimale dikte van de laag.<br />
Het voorspanstaal beantwoordt aan de voorschriften van de reeks NBN I 10.<br />
De wapening van de druklaag is minimaal een gelast netwerk, staalsoort BE 500S of DE 500BS, van 250 x 250 x 5 x 5 mm.<br />
Uitvoering :<br />
Voor het plaatsen van de draagbalkjes wordt dwars op de draagrichting een continue ondersteuning voorzien volgens de<br />
aanduidingen op de door de stabiliteitsingenieur goedgekeurde legplans.<br />
Deze ondersteuningen hebben een maximale tussenafstand van 1,50 m.<br />
De ondersteuning wordt zodanig gesteld dat, bij de plaatsing van de vloer, in het midden van de overspanning een tegenpeil<br />
ontstaat van 1/500 van de overspanning.<br />
De draagbalkjes en de vulblokken worden geplaatst in de volgorde en op de wijze zoals aangeduid op de door de<br />
stabiliteitsingenieur goedgekeurde legplans.<br />
Gebroken en ernstig beschadigde vulblokken mogen niet verwerkt worden.<br />
Wanneer de draagvloer steun neemt op een stalen ligger met de onderzijde in hetzelfde vlak van de vloer wordt<br />
gebruik gemaakt van balkjes met verdunde uiteinden. Voor de plaatsing van de balkjes wordt de onderflens<br />
omspannen met steengaas tot onder het oplegvlak van de balkjes.<br />
Het wapeningsnet wordt op de onderliggende elementen geplaatst zonder tussenvoeging van afstandhouders of steunblokjes.<br />
Voor het storten van de druklaag worden de vulblokken uit gebakken aarde nat gespoten tot verzadiging.<br />
De druklaag wordt in éénmaal over de volledige dikte uitgevoerd zodat deze één geheel vormt met de onderliggende<br />
elementen.<br />
De druklaag is doorlopend over de steunpunten te wapenen.<br />
Toepassing :<br />
Plat dak aanbouw: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m² volgens de gebruiksbelasting.<br />
meetcode : Nuttige oppervlakte. De oplegdiepte wordt niet meegerekend.<br />
Openingen kleiner dan 1 m² worden niet afgetrokken. In de eenheidsprijs zijn begrepen : de nodige<br />
verbindingsmiddelen zowel tussen de elementen onderling als met de randelementen (langs en dwars)<br />
de uitsparingen met hun versterkingen, de versterkte zones, de oplegmiddelen en de druklaag met<br />
haar wapening.<br />
03.03.60 Staal voor gewapend beton.<br />
Algemeen<br />
Materiaal :
Dossier: 30<br />
Het staal beantwoordt aan de reeks NBN A24 en aan de voorschriften van bijlage 1 van omzendbrief nr 546-17.<br />
Uitvoering :<br />
De uitvoering beantwoordt aan NBN B15-104.<br />
03.03.61 Wapeningsstaven voor gewapend beton. VH kg<br />
Materiaal :<br />
Staven van volgende staalklassen, zijn voorzien :<br />
BE 400 S<br />
BE 500 S<br />
Uitvoering :<br />
De staalsoort BE 400 S mag vervangen worden door BE 500 S of DE 500 BS. Dit gebeurt zonder prijswijziging of<br />
verandering van sectie.<br />
De staalsoort BE 500 S mag vervangen worden door DE 500 BS.<br />
De overlapping van de staven is gelijk aan 40 x de diameter.<br />
De nodige afstandhouders worden voorzien om de vereiste betondekking te verwezenlijken, en zijn in de prijs begrepen.<br />
Toepassing :<br />
Volgens goedgekeurde wapeningsplans.<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : kg, volgens staalklasse<br />
meetcode : hoeveelheid gerekend met de nominale diameters, volgens de wapeningsplans, welke de<br />
standaard voorziene wapening (03.03.12 ) overtreffen.<br />
03.03.62 Geprefabriceerde gelaste wapeningsnetten. VH m²<br />
Materiaal :<br />
De gebruikte draden en staven beantwoorden aan NBN A24-303 en -304, en zijn van klasse BE 500 S of DE 500 BS.<br />
Uitvoering :<br />
De netten worden in de fabriek gelast.<br />
Het gebruik van dubbelstaven wordt toegestaan.<br />
De overlappingslengte van de hoofdwapeningen van de geprefabriceerde netten wordt bepaald op de plannen. Wat de<br />
verdeelwapening betreft worden de netten met een overlapping van een volledige maas gelegd en aan de hoeken gebonden.<br />
De nodige afstandshouders worden voorzien om de vereiste betondekking te verwezenlijken. Voor een dubbel net worden<br />
stalen afstandshouder gebruikt.<br />
Toepassing :<br />
A. Vloer op volle grond woning: zie plannen en detailmeetstaat<br />
B. Funderingsstroken: zie plannen en detailmeetstaat<br />
C. Terrasplaat op volle grond: zie plannen en detailmeetstaat<br />
zie plannen en detailmeetstaat met voorrang voor stabiliteitsstudie.<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m².<br />
meetcode : oppervlakte per nettype van de wapeningsplans. De afstandhouders worden niet in rekening gebracht.
03.06.10 Blanke staalconstructies.<br />
Algemeen<br />
Dossier: 31<br />
Omschrijving :<br />
De voorschriften van Aflevering VII - Deel 1 - Uitgave 1988 -Metaalconstructies, Technische voorschriften zijn van<br />
toepassing. Ze worden aangevuld met de normen van de reeksen NBN A 21 en NBN A 24.<br />
De berekeningen gebeuren volgens NBN reeks B 51.<br />
De in aanmerking te nemen belastingen beantwoorden aan NBN reeks B 03. Werkingen op constructies.<br />
De aannemer legt de detail- en werktekeningen betreffende de metaalconstructies voor aan de goedkeuring van het Bestuur.<br />
Deze documenten moeten geleverd worden binnen een termijn die de verwezenlijking van de werken toelaat volgens de<br />
geviseerde algemene planning en rekening houdend met de goedkeuringstermijnen<br />
bepaald in art. 3 § 3 van het T.B. 100 van 1984.<br />
Het blankmaken geschiedt overeenkomstig art. 6 van Aflevering X - Deel 1.<br />
03.06.11 Blank profielstaal te zandstralen en te menieën VH kg.<br />
Materiaal :<br />
Staalsoort : volgens opgave stabiliteitsstudie<br />
Kwaliteit (lasbaarheid) : volgens opgave stabiliteitsstudie<br />
De schilderwerken beantwoorden aan de voorschriften van Aflevering X - deel 1 (opgelegde formules) of Aflevering X -deel<br />
2 (prestatieverven).<br />
Uitvoering :<br />
Volgens opgave stabiliteitsstudie<br />
De schilderwerken worden uitgevoerd volgens art. 7 van Aflevering X - deel 1 (opgelegde formules) of volgens art. 5 van<br />
Aflevering X - deel 2 (prestatieverven).<br />
Verfsysteem op basis van prestatieverven :<br />
Het systeem omvat verschillende verflagen.<br />
De absolute minimale dikte van de droge verflagen is minstens 120 micron.<br />
Het voorgestelde systeem mag een metallisatie of een galvanisatie omvatten.<br />
De aan te wenden klasse is van het type A1 .<br />
De technische gegevens inzake samenstelling en eigenschappen van de verven dienen aan het Bestuur te worden<br />
medegedeeld.<br />
Toepassing :<br />
A. IPE 270 :zie plannen en detailmeetstaat, met voorrang voor de stabiliteitsstudie<br />
B. IPE 140 : zie plannen en detailmeetstaat, met voorrang voor de stabiliteitsstudie<br />
C. HEA 100 gehalveerd: zie plannen en detailmeetstaat, met voorrang voor de stabiliteitsstudie<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : kg.<br />
meetcode : Enkel de conventionele theoretische massa wordt in rekening gebracht. Deze wordt bepaald door<br />
berekening op basis van de stuklijsten opgemaakt door de aannemer in overeenstemming met de<br />
uitvoeringstekeningen. Er wordt uitsluitend rekening gehouden met de geometrische vorm van de<br />
stukken. De uitsnijdingen en openingen worden niet afgetrokken. Geen enkele massatoeslag voor<br />
lasnaden, bouten, moeren en rondellen, verbindingsdeuvels, afval en walstoleranties wordt in<br />
rekening gebracht.<br />
De volumemassa van het staal wordt conventionaal vastgesteld op 7.850 kg/m³.<br />
Zandstralen en menieën zijn in de prijs begrepen.<br />
03.06.12 Blanke kokerprofielen VH kg<br />
Omschrijving : zie vorige post
Materiaal : zie vorige post<br />
Uitvoering : zie vorige post<br />
Dossier: 32<br />
Toepassing :<br />
A. Rond diam. 140 + voet en kopplaat; gezandstraald+gemenied: zie plannen en detailmeetstaat, met voorrang<br />
voor de stabiliteitsstudie<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : kg.<br />
meetcode : Enkel de conventionele theoretische massa wordt in rekening gebracht. Deze wordt bepaald door<br />
berekening op basis van de stuklijsten opgemaakt door de aannemer in overeenstemming met de<br />
uitvoeringstekeningen. Er wordt uitsluitend rekening gehouden met de geometrische vorm van de<br />
stukken. De uitsnijdingen en openingen worden niet afgetrokken. Geen enkele massatoeslag voor<br />
lasnaden, bouten, moeren en rondellen, verbindingsdeuvels, afval en walstoleranties wordt in<br />
rekening gebracht.<br />
De volumemassa van het staal wordt conventionaal vastgesteld op 7.850 kg/m³.<br />
Kop- en voetplaten zijn in de prijs inbegrepen.<br />
Zandstralen en menieën zijn in de prijs begrepen.<br />
03.09.80 Stalen profielen voor metselwerk.<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
De profielen worden gebruikt voor het plaatselijk ondersteunen van metselwerk boven raam- en deuropeningen.<br />
De in aanmerking te nemen belastingen beantwoorden aan de normen van de reeks NBN B 03 - Werkingen op konstrukties.<br />
De berekeningen gebeuren volgens de reeks NBN B 51.<br />
03.09.81 Gemetalliseerd profielstaal voor metselwerk. VH kg<br />
Materiaal :<br />
het profielstaal beantwoordt aan omzendbrief 576 - A/6.<br />
Staalsoort : AE 235.<br />
De vorm en afmetingen:<br />
Volgens voorschriften van de stabiliteitsstudie:<br />
L-profiel met sektie 80-80-8 / 150-150-15<br />
plat-ijzer met sektie 60x6 / 100x10 mm<br />
Kwaliteit ( lasbaarheid): A /B<br />
De verankeringen bestaan uit aangelaste doken 20x4 mm / aangelaste doken 60x6 mm<br />
De lasverbindingen en perforaties gebeuren uitsluitend in de werkplaats.<br />
Het blankmaken en metalliseren van het geheel geschiedt volgens art. 6 en 10 van aflevering X - Deel 1, aangevuld door<br />
NBN 755: Z40 / Z80 / ***<br />
Bij te schilderen gemetalliseerd profielstaal wordt de eerste laag zink-chromaatverf in de werkplaats aangebracht.<br />
Uitvoering :<br />
De zijdelingse opleg bedraagt minstens 15 cm.<br />
Beschadigingen aan de metallisatie moeten voorafgaandelijk worden hersteld met verwijderen van de roestvorming,<br />
plaatselijk blankschuren en herschilderen met koudmetallisatie.
Dossier: 33<br />
De verankering aan de ruwbouw gebeurt<br />
dragend op het naastliggend metselwerk<br />
en door middel van doken met een maximale tussenafstand van 50 cm. Het plooien van de doken bij de plaatsing is<br />
verboden.<br />
Toepassing :<br />
zie plannen en detailmeetstaat met voorrang voor stabiliteitsstudie<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : kg.<br />
meetcode: Enkel de conventionele theoretische massa van de profielen wordt in rekening gebracht. Deze wordt<br />
bepaald door berekening op basis van de lengte en de geometrische vorm van de profielen.<br />
De metallisatie en de bevestigingsmiddelen zijn in de eenheidsprijs begrepen.<br />
03.07.10 Blauwe steen<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
De blauwe steen beantwoordt aan de voorschriften van aflevering III en TV 156 van het W.T.C.B.<br />
In de metselmortels worden hulpstoffen slechts toegelaten mits akkoord van de leidende architect of ambtenaar;<br />
bindingsvertragers zijn niet toegelaten.<br />
De aannemer legt voorafgaandelijk de deeltekeningen en de stuklijsten ter goedkeuring voor aan de architect; de schaal van<br />
de tekeningen is aangepast aan de aard van het werk.<br />
Uitvoering :<br />
De verwerking en de plaatsing van de blauwe steen beantwoorden aan de voorschriften van index I.5.2.2.6 van het T.B. 150.<br />
Na de plaatsing en tot de voorlopige oplevering wordt de steen beschermd tegen beschadiging of bevuiling.<br />
03.07.11 Massieven uit blauwe steen: dorpels/dekstenen VH m³.<br />
Materiaal :<br />
De blauwe steen behoort tot de klasse C<br />
De massieven worden in zo groot mogelijke lengte geleverd zodat het aantal voegen tot een minimum wordt beperkt, tenzij<br />
de aanbestedingsdokumenten een voegverdeling opleggen.<br />
Dorpels.<br />
De dorpels meten : zie detailmeetstaat<br />
De bovenvlakken worden geschuurd<br />
De zichtbare zijkanten worden geschuurd<br />
De maximumlengte van de dorpelstukken is 1,50 m.<br />
Aan de rugzijde wordt een opstand gelijmd<br />
De raamdorpels zijn voorzien van een druiplijst van 10 mm breedte en 6 à 7 mm diepte<br />
Algemeen<br />
De metselmortel behoort tot de categorie M2 van NBN B14-001 en heeft de volgende samenstelling : minstens 300 kg<br />
cement sterkteklasse 30 per m³ droog zand (1 deel cement voor 4 delen zand).<br />
De voegspecie voor dorpels is
Dossier: 34<br />
een elastische kit op basis van polysulfide op een voegvullingsband uit polyurethaanschuim, kleur : donkergrijs / blauwgrijs<br />
Uitvoering :<br />
A. Dorpels.<br />
De dorpels worden in een vol mortelbed geplaatst.<br />
Vlakke dorpels worden met lichte helling naar buiten toe geplaatst.<br />
Onder de dorpels wordt een vochtisolatie aangebracht.<br />
B. Dekstenen.<br />
De zichtvlakken worden gefrijnd à rato van 10 / 12 / 15 slagen per dm<br />
De elementen hebben een rechthoekige doorsnede<br />
De dekstenen worden voorzien van een druiplijst van 10 mm breedte en 6 à 7 mm diepte<br />
De dekstenen rusten op een vol mortelbed.<br />
Onder de dekstenen wordt een vochtisolatie geplaatst.<br />
Algemeen<br />
Het voegwerk voor de dorpels, dekstenen is inbegrepen.<br />
Het niet meegaand voegwerk voor parement is voorzien in art. 03.10.23.<br />
Toepassing :<br />
B. Blauwe hardsteen: dorpels met opkant: grijs geschuurd<br />
C. Blauwe hardsteen: dekstenen omrandingen recht: gefrijnd<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³<br />
meetcode : Netto volume<br />
Volumes kleiner dan 0,010 m³ worden voor 0,010 m³ in rekening gebracht.<br />
De vochtisolatie en het voegwerk voor dorpels zijn in de eenheidsprijs begrepen<br />
03.09.10 Dragend opgaand metselwerk.<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
Metselwerk samengesteld uit bouwelementen aangepast aan het modulestelsel volgens NBN BO4-001.<br />
In de metselmortels worden hulpstoffen slechts toegelaten mits akkoord van de stabiliteitsingenieur of architect;<br />
bindingsvertragers zijn niet toegelaten.<br />
Uitvoering :<br />
Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401 en volgens de voorschriften van STS 22 - Deel 3.<br />
Op het einde van elke werkdag worden de bovenste lagen van het metselwerk afgedekt, deze bedekking moet de muur<br />
minstens 0,60 m beschermen, gerekend vanaf de top van de muur.<br />
Bij warm en droog weer moet het vers metselwerk regelmatig maar licht besproeid worden om uitdroging te voorkomen.<br />
Alle horizontale en verticale voegen worden vol gemetst.<br />
Het buitenspouwblad wordt verbonden met het binnenspouwblad door minstens 5 spouwhaken per m²; de diameter, lengte,<br />
vorm en aantal wordt bepaald in functie van de spouwbreedte en de aard en afmetingen van de spouwisolatie.<br />
Metselwerken en betonkolommen worden om de 0,60 m mechanisch met elkaar verbonden.<br />
Voor zichtbaar blijvend metselwerk worden de passtenen gezaagd en niet gekapt, stenen die onregelmatig zijn van vorm of<br />
uitzicht zullen niet verwerkt worden. De nodige voorzorgen worden genomen om aan het metselwerk een verzorgd en<br />
onbesmeurd uitzicht te geven en dit te behouden.
Dossier: 35<br />
03.09.12 Dragend opgaand metselwerk uit geperforeerde baksteen. VH m³<br />
Materiaal :<br />
De geperforeerde bakstenen beantwoorden aan NBN B23-003; zij hebben minder dan 40 % holle ruimte (NBN 476).<br />
De gemiddelde druksterkte van de stenen bedraagt minstens 15 N/mm².<br />
De metselmortel beantwoordt aan :<br />
categorie M2 van NBN B14-001 of heeft de volgende samenstelling : 300 kg cement sterkteklasse 32,5 per m³ droog<br />
zand (1 deel cement voor 4 delen zand ).<br />
De spouwankers zijn vervaardigd uit gegalvaniseerd staal. De diameter is minstens 4 mm. De lengte is derwijze dat<br />
zij dragen tot in het midden van het binnenspouwblad en van het parementvlak. Ze zijn voorzien van een druipplooi die<br />
zich in de luchtruimte van de spouw bevindt.<br />
Uitvoering :<br />
Achterliggende muren worden<br />
in metselverband aan de doorgaande muren gekoppeld.<br />
De muren worden tegen het betonskelet aangesloten met bandijzer 40 x 2 mm om de 0,60 m hoogte bevestigd aan de<br />
betonstructuur en over een afstand van 0,50 m ingewerkt in het metselwerk.<br />
Lateien worden opgelegd met een steundiepte van minstens 140 mm, volgens stabiliteitsplan.<br />
Van het metselwerk dat naderhand gevoegd, bepleisterd of betegeld wordt worden de voegen uitgekrabd tot 1 cm achter het<br />
dagvlak.<br />
Toepassing :<br />
A. dragend opgaand metselwerk, snelbouw 29/9/14<br />
B. dragend opgaand metselwerk, snelbouw 29/14/14<br />
C. dragend opgaand metselwerk, invulmetselwerk: snelbouw 29/19/14<br />
X. Uitvullingsmetselwerk, snelbouw 29/9/14, aanzet parament<br />
zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³ volgens muurdikte en aard.<br />
meetcode : Netto uit te voeren volume.<br />
Zijn inbegrepen in de eenheidsprijs :<br />
Bevestigingsmiddelen van achterliggende muren aan het betonskelet.<br />
De spouwankers voor spouwmuren.<br />
De klossen voor de bevestiging van het schrijnwerk.<br />
03.09.25 Niet dragend opgaand metselwerk uit cellenbetonblokken VH m³.<br />
Materiaal :<br />
De cellenbetonblokken beantwoorden aan NBN B21-002.<br />
De blokken worden in een krimpfolie geleverd en in droge toestand gehouden tot verwerking.<br />
De blokken zijn glad gestructureerd en hebben een witte kleur.<br />
De thermische geleidbaarheid bij 20° in droge toestand is maximum 0,13 W/mmk voor de categorie C3-05/0,16 w/mk<br />
voor de categorie C4-06.<br />
De hygrometrische krimp is maximum 0,4 mm per m.<br />
De metselmortel is<br />
een fabrieksmortel waarvan de technische fiche ter goedkeuring wordt voorgelegd.<br />
Uitvoering :
Dossier: 36<br />
met geprefabriceerde wapeningen bestaande uit een netwerk samengesteld uit geprofileerde langsdraden onderling<br />
verbonden door een doorlopende dwarswapening in diagonaalvorm of een gelijkwaardig systeem in de voegen van de<br />
doorgaande muur ingewerkt. Een gelijkaardige wapening wordt in de voeg van de doorgaande muur geplaatst. Ten opzichte<br />
van het verbindingspunt heeft de wapening een lengte van 0,50 m in elke richting. Er worden minstens 2 wapeningen per<br />
meter hoogte voorzien.<br />
Volgende muurdelen worden van een wapening voorzien : alle muren met cellenbetonblokken<br />
De muren en vertikale aansluitvoegen worden meegaand gevoegd<br />
Uitzettingsvoegen van 10 mm breedte worden voorzien op tussenafstanden van maximum 8 m. voor muurdikten kleiner dan<br />
150 mm, en maximum 12 m voor muurdikten groter dan 150 mm. Voor gewapende muurdelen worden deze afstanden groter<br />
volgens de gegevens van de fabrikant. De beide muurdelen worden aan elkaar verankerd met veerankers uit gegalvaniseerd<br />
staal waarvan de benen aan het metselwerk bevestigd worden door 2 gegalvaniseerde nagels van + 8 cm lengte.<br />
De voegen worden afgedicht met een elastische voegvulling op basis van polysulfiden aangebracht op een voegbodem uit<br />
synthetisch materiaal. De voegen worden glad afgestreken.<br />
Toepassing :<br />
Zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³.<br />
meetcode : Netto uit te voeren volume.<br />
Zijn inbegrepen in de eenheidsprijs :<br />
Verbindingselementen en/of - wapeningen van niet ingebonden achterliggende of kruisende muren.<br />
03.09.30 Parement.<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
Voor de uitvoering worden stalen ter goedkeuring aan de bouwheer en architect voorgelegd.<br />
De stenen worden in zo groot mogelijke hoeveelheden op de werf aangevoerd en voor de verwerking vermengd zodat geen<br />
verschillen in kleur en textuur in de gevelvlakken te merken zijn.<br />
De aannemer onderzoekt vooraf het SO4 gehalte in en de verenigbaarheid van mortel en stenen zodat uitbloeiingen en<br />
verwering van voeg- en legmortel vermeden worden.<br />
Hulpstoffen in de mortel worden slechts toegelaten mits akkoord van de architect of stabiliteitsingenieur;<br />
bindingsvertragers zijn niet toegestaan.<br />
Uitvoering :<br />
Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens de bepalingen van NBN B24-401 en STS 22.<br />
Stenen met gebroken hoeken of kanten komen niet in het zichtvlak voor.<br />
De nodige voorzorgen worden genomen om een verzorgd en onbesmeurd uitzicht aan het metselwerk te geven en dit te<br />
behouden.<br />
Op het einde van elke werkdag worden de bovenste lagen van het metselwerk afgedekt, deze bedekking moet de muur<br />
minstens 60 cm beschermen, gerekend vanaf de top van de muur.<br />
Bij warm en droog weer moet het vers metselwerk regelmatig maar licht besproeid worden om uitdroging te voorkomen.<br />
Alle horizontale en verticale voegen worden vol gemetst.<br />
Stukken kleiner dan een halve steen worden niet verwerkt.<br />
Stenen voor zichtwerk mogen niet worden gekapt maar worden gezaagd.<br />
Voor de ventilatie van de spouwen worden boven de plint en de lateien en onder de dakrand om de 0.60 m stootvoegen<br />
opengelaten. Deze open stootvoegen worden gemarkeerd tot na de uitvoering van het voegwerk. worden getroffen om de<br />
spouw rein te houden.
Dossier: 37<br />
Elk rechtstreeks contact tussen het binnen- en buitenspouwblad wordt vermeden. Het tussen te plaatsen materiaal moet<br />
verenigbaar zijn met de voegvulling van het schrijnwerk.<br />
BELANGRIJKE OPMERKING:<br />
Het parement wordt pas opgebouwd als het binnenspouwblad en de spouwisolatie verdiepingshoog uitgevoerd zijn.<br />
03.09.32 Parement uit machinale handvormsteen. VH m²<br />
Materiaal :<br />
De gevelbakstenen beantwoorden aan NBN B23-002.<br />
De parementstenen zijn handvormstenen die machinaal in vormbakken zijn gemouleerd.<br />
Ze hebben volgende fysische kenmerken :<br />
- gemiddelde / karakteristieke drukvastheid volgens NBN B24- 201: minimum 30 N/mm²<br />
- vorstbestendigheid volgens NBN B23-002 : Gc factor is volgens NBN B27-010 kleiner dan 2,5 en veroont geen<br />
schade (code 0) na de directe vriesproef volgens NBN B27-009, na impregnering onder 51 kPa.<br />
- kalkinsluitsels zijn niet toegelaten.<br />
Terca SAS Antraciet M65<br />
Afmetingen : 188 x 88 x 63<br />
Kleur : blauw zwart tot diep zwart.<br />
Terca Warneton rood<br />
Afmetingen : 215 x 102 x 40<br />
Kleur : rood<br />
De metselmortel behoort tot :<br />
categorie M2 van NBN B14-001 of heeft de volgende samenstelling : 300 kg cement per m³ droog zand (1 deel cement<br />
voor 4 delen zand).<br />
De spouwankers zijn vervaardigd uit gegalvaniseerd staal De diameter is minstens 4 mm. De lengte is derwijze dat zij<br />
dragen tot in het midden van het binnenspouwblad en van het parementvlak. Ze zijn voorzien van een druipplooi die<br />
zich in de luchtruimte van de spouw bevindt.<br />
Uitvoering :<br />
In het parementmetselwerk wordt een wapening aangebracht die voorzien is in art. 03.09.71. In dit geval wordt alleen<br />
de mortelcategorie M2 toegelaten.<br />
Het metselwerk wordt uitgevoerd in halfsteensverband<br />
De voegbreedte bedraagt +/-12 mm.<br />
De voegen worden uitgekrabd tot minimum 1 cm achter het dagvlak.<br />
De rollaag boven de raam- en deuropeningen wordt aan het binnenspouwblad verankerd door middel van :<br />
een continu L-profiel uit verzinkt / roestvrij staal, voorzien in art. 03.09.80.<br />
spouwhaken om de twee stootvoegen, begrepen in de eenheidsprijs van het parement.<br />
Toepassing :<br />
A. Gevelmetselwerk uitbreiding: Terca SAS Antraciet M65 : zie plannen en detailmeetstaat<br />
B. Gevelmetselwerk (voor)tuinmuren: Terca Warneton rood 215x102x40 : zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m².
Dossier: 38<br />
meetcode : Netto uit te voeren zichtbare oppervlakte zonder onderscheid te maken voor kant-, rol-, streklagen,<br />
dorpels, hoekstenen, sierlagen, kroonlijsten, enz.; dagkanten tot een halve steen worden echter niet<br />
bijgeteld ; uitsparingen kleiner dan 0,5 m² worden niet afgetrokken.<br />
Spouwankers en murfor-wapening inbegrepen.<br />
03.10.20 Niet-meegaand voegwerk.<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
De aannemer zal onder zijn verantwoordelijkheid vooraf de voegmortel onderzoeken op de verenigbaarheid van de mortels<br />
en de stenen zodat uitbloeiingen vermeden worden.<br />
De drukweerstand van de voegspecie is kleiner dan of gelijk aan deze van metselmortel.<br />
Er mogen geen kleurverschillen in het voegwerk merkbaar zijn.<br />
Uitvoering :<br />
Het voegwerk wordt aangevangen na de volledige voltooiing van de te voegen oppervlakten en na de aanvaarding van<br />
een proefoppervlak van 1 m² per type gevelsteen.<br />
Meerdere proefvlakken kunnen gevraagd worden.<br />
Het uitzicht, de vorm en de kleur van de voegen wordt bepaald door de ontwerper samen met de bouwheer.<br />
De uitzettingsvoegen worden open gelaten en zullen naderhand gedicht worden met elastische voeg welke hierin niet<br />
begrepen is.<br />
De aansluitingen van de parementwanden op de andere ruwbouwstructuren worden uitgevoerd met een verdiepte voeg.<br />
Voor de ventilatie van de spouwen worden om de 3 stenen de stootvoegen open gelaten boven de plint en de lateien en<br />
onder de dakrand.<br />
Na de voltooiing zullen de muren doelmatig beschermd worden tegen bevuiling en beschadiging.<br />
03.10.21 Niet-meegaand voegwerk met traditionele voegmortel. VH m²<br />
Materiaal :<br />
De voegmortel is<br />
van de categorie M3 van NBN B14-001 en heeft de volgende samenstelling : 250 kg cement sterkteklasse 32,5 en 50 kg<br />
vette poederkalk per m³ droog zand (2 delen cement en 1 deel vette poederkalk voor 9 delen zand).<br />
De menging mag aangepast worden tot het bekomen van de gewenste kleur en textuur.<br />
Kleur : Donkere voeg in de kleurtint van de gevelsteen: mangaan<br />
Uitvoering :<br />
Oppervlaktetextuur : glad<br />
Vorm : platvolle voeg<br />
Toepassing :<br />
A. Niet-meegaand voegwerk: gevelsteen handvormsteen uitbreiding: zie plannen en detailmeetstaat.<br />
B. Niet-meegaand voegwerk: gevelsteen handvormsteen (voor)tuinmuur: zie plannen en detailmeetstaat.<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m².<br />
meetcode : Netto uit te voeren zichtbare oppervlakte zonder onderscheid te maken voor kant-, rol-, streklagen,<br />
dorpels, hoekblokken, sierlagen, kroonlijsten, enz.... Uitsparingen groter dan 0,5 m² worden<br />
afgetrokken.
03.11.10 Muurisolatie tegen opstijgend vocht.<br />
Algemeen<br />
Dossier: 39<br />
Omschrijving :<br />
Een dichtingslaag wordt aangebracht op alle plaatsen waar capillair vocht kan opstijgen in de bovenbouw.<br />
Uitvoering :<br />
De muurisolatie wordt aangebracht over het volledig te isoleren bouwdeel. De contactvlakken zijn voldoende zuiver en glad<br />
zodat perforaties worden voorkomen.<br />
03.11.17 Isolatie tegen opstijgend vocht met PE-folie TP.<br />
Materiaal :<br />
De vochtisolatie bestaat uit een laag polyethyleenfolie van minstens 0,900 g/cm³ aan polymeren. De rek bij breuk is<br />
minstens 400%.<br />
De folie is<br />
0,45 mm dik, weegt minstens 450 g/m² en heeft een generfd oppervlak.<br />
Of minstens 0,2 mm dik, weegt minstens 150 g/m² en heeft een wapeningsreliëf.<br />
Uitvoering :<br />
Onder de muurisolatie wordt een mortelafstrijklaag van 1 cm dikte aangebracht.<br />
De banen worden aangebracht met een overlapping van minimum 0,10 m. De overlappende stroken worden over het<br />
volledige oppervlak aan elkaar gekleefd. De te kleven oppervlakken moeten zuiver en droog zijn.<br />
Toepassing :<br />
Zie plannen en aanvullende schetsen in het werfboek.<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Totale Prijs (TP)<br />
03.11.20 Vochtisolatie in spouwmuren voor afvoer van regen- en condensatiewater.<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
Een vochtisolatie wordt aangebracht aan de basis van de spouwmuren, overal waar de spouw wordt onderbroken en bij elke<br />
overgang van het buitenspouwblad van een binnen naar een buitenomgeving (vb. hoger opgaande muren, dakdoorsteken van<br />
schouwen e.d.). De aanslagen van ramen en deuren worden vertikaal ook voorzien van een strook vochtisolatie.<br />
Uitvoering :<br />
De vochtisolatie wordt geplooid met de afwatering naar buiten toe. De vochtisolatie dekt de volledige breedte van het<br />
buitenspouwblad af.<br />
Daar waar het buitenniveau niet horizontaal is, wordt de vochtisolatie trapsgewijze gelegd door boven elkaar geplaatste<br />
overlappende lagen. De plaatsing en plooiing van deze lagen verzekeren tevens een afwatering trapafwaarts.<br />
De vochtisolatie zal in de spouwen volledig gesteund zijn met een afgeschuinde, niet capillaire en onrotbare isolatiestrip.<br />
Precies boven deze vochtisolatie worden in het gevelmetselwerk de open stootvoegen gelaten.<br />
03.11.26 Vochtisolatie in spouwmuren met PE-folie. TP<br />
Materiaal :<br />
De vochtisolatie bestaat uit een laag polyethyleenfolie van minstens 0,900 g/cm³ aan polymeren. De rek bij breuk is<br />
minstens 400%.<br />
De folie is<br />
0,45 mm dik, weegt minstens 450 g/m² en heeft een generfd oppervlak.<br />
Of minstens 0,2 mm dik, weegt minstens 150 g/m² en heeft een wapeningsreliëf.<br />
Uitvoering :
Dossier: 40<br />
Het hoogteverschil tussen de laag in het binnenspouwblad en het buitenspouwblad bedraagt minstens 10 cm<br />
De vochtisoleerlaag is te plaatsen op de volledige dikte van de spouwmuur.<br />
In het geval dat de vochtisolatie niet kan ingewerkt worden in het binnenspouwblad wordt deze isolatie over een hoogte van<br />
minimum *15* cm tegen het binnenspouwblad gekleefd.De banen worden aangebracht met een overlapping van minimum<br />
0,10 m. De overlappende stroken worden over het volledige oppervlak aan elkaar gekleefd.<br />
Zie detailtekening: aanzet alle opgaande muren en ring rond dagopeningen en alle onderbrekingen in de<br />
spouwmuur.<br />
Toepassing :<br />
zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Totale Prijs (TP).<br />
03.12.10 Thermische spouwmuurisolatie.<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
De platen mogen geen voedingsbodem vormen of doen ontstaan voor ongedierte, bacteriën of schimmels en tasten de andere<br />
bouwelementen niet aan; ze zijn tevens onrotbaar, niet ontvlambaar en blijvend waterafstotend.<br />
De platen hebben een hoogte van 0,60 m.<br />
De thermische geleidbaarheid wordt gemeten volgens NBN B62-201.<br />
Uitvoering :<br />
De platen worden in zo groot mogelijke afmetingen in verband en aaneengesloten geplaatst.<br />
Koudebruggen en vervormingen van de isolatielaag worden vermeden.<br />
Beschadigde plaatdelen mogen niet verwerkt worden.<br />
Perforaties van het isolatiemateriaal worden tot een minimum beperkt door een aangepaste keuze van de vorm en de<br />
plaatsingswijze van de spouwankers.<br />
Bij de aanzet op of onderbreking door de vochtisolatie worden de platen afgeschuind volgens de helling van de vochtisolatie.<br />
03.12.12 Isolatie uit geëxtrudeerd polystyreen VH/TP m².<br />
Omschrijving :<br />
Gedeeltelijke spouwvulling met platen uit geëxtrudeerd polystyreen.<br />
Richtmerk : DOW Floormate 200 Avance (CFK-vrij)<br />
Materiaal :<br />
De isolatieplaten beantwoorden aan de bepalingen van STS 08.82.41.<br />
Type geëxtrudeerd polystyreen PS-e 30.<br />
De thermische geleidbaarheid bedraagt hoogstens 0,035 W/mK bij 20°C.<br />
Dikte : 20 / 50 mm.<br />
De platen zijn voorzien van tand en groef.<br />
Uitvoering :<br />
De platen worden nauwsluitend tegen de binnenzijde van de spouw geplaatst.<br />
De platen worden aan de kanten recht versneden en sluiten perfect aan tegen de andere bouwelementen.<br />
Aan de hoeken wordt de isolatie op de volledige dikte doorgetrokken.<br />
Ter geleiding van de vochtisolatie tegen opstijgend vocht zullen de platen bij de aanzet parement schuin worden<br />
afgesneden zodat de PE-folie gesteund is en geen zakken kan vormen.<br />
Toepassing :<br />
A. Spouwisolatie d=5cm: aanzet parement: zie plannen en detailmeetstaat.<br />
C. Dorpelisolatie d=2cm: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).
Totale Prijs (TP)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m².<br />
meetcode : netto uit te voeren oppervlakte.<br />
Uitsparingen kleiner dan 0,50 m² worden niet afgetrokken.<br />
03.12.15 Spouwisolatie uit minerale vezels. VH m²<br />
Omschrijving :<br />
Gedeeltelijke spouwvulling met platen uit minerale vezels.<br />
Dossier: 41<br />
Richtmerk: Rockwool – Rockfit 434 / 201 Vario<br />
Materiaal :<br />
De thermische geleidbaarheid bedraagt ten hoogste 0,033 W/mK bij 10°C.<br />
De volumieke massa van de platen bedraagt ingeval van rotswol minstens 65 kg/m³; en ingeval van glaswol minstens<br />
45 kg/m³.<br />
De dikte van de platen bedraagt minstens 60 mm in de spouw en 2x60 mm achter de gevelbekleding in hout.<br />
De afstandhouders die op de spouwhaken bevestigd worden, zijn aangepast aan het isolatiemateriaal. Een model wordt ter<br />
goedkeuring aan de leidende ambtenaar voorgelegd.<br />
Uitvoering :<br />
De nodige zorg wordt besteed ter voorkoming van mortelbruggen.<br />
Hiertoe wordt, tijdens het verder optrekken van het binnenspouwblad, de spouw afgedekt met een plank.<br />
De nodige versnijdingen worden over de volledige dikte doorgetrokken; de platen worden aan de kanten recht versneden en<br />
sluiten perfect aan tegen de andere bouwelementen.<br />
Aan de hoeken wordt de isolatie over de volledige dikte doorgetrokken.<br />
De platen worden met zorg over de spouwankers gedrukt en met een lichte druk sluitend op en tegen elkaar geplaatst om<br />
dichte naden te bekomen.<br />
De platen worden nauwsluitend tegen de binnenzijde van de spouw geplaatst.<br />
Het aantal bevestigingspunten per plaat is minstens 3 stuks. (Rockfit)<br />
Aan raam- en deuraanslagen wordt de isolatie 1 à 2 cm doorgetrokken teneinde een goede aansluiting te hebben met het<br />
schrijnwerk.<br />
Tijdens de duur van de werken worden de spouwmuren afgedekt ter bescherming tegen de weersinvloeden. Ook de<br />
kopse kanten van de isolatieplaten voor de houten gevelbekleding moet ten alle tijden afgedekt worden ter<br />
bescherming tegen de weersinvloeden.<br />
Toepassing :<br />
A. Spouwisolatie Rockwool Rockfit 434 (60mm): zie plannen en detailmeetstaat<br />
B. Spouwisolatie (gevelbekleding) Rockwool 201 Vario (2x60mm): zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m².<br />
meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.<br />
Uitsparingen kleiner dan 0,5 m² worden niet afgetrokken.<br />
03.12.22 Ondervloerisolatie uit geëxtrudeerd polystyreen. VH m²<br />
Omschrijving :
Dossier: 42<br />
Volledige ondervulling tussen funderingsmuren met platen uit geëxtrudeerd polystyreen.<br />
Richtmerk : DOW Floormate 200 Avance (CFK-vrij)<br />
Materiaal :<br />
De isolatieplaten beantwoorden aan de bepalingen van STS 08.82.41.<br />
De thermische geleidbaarheid bedraagt hoogstens 0,035 W/mK bij 20°C.<br />
Dikte : 50 mm.<br />
De platen zijn voorzien van tand en groef.<br />
Uitvoering :<br />
De platen worden nauwsluitend tegen de funderingsmuren geplaatst.<br />
De platen worden aan de kanten recht versneden en sluiten perfect aan tegen de andere bouwelementen.<br />
Aan de hoeken wordt de isolatie op de volledige dikte doorgetrokken.<br />
Toepassing :<br />
zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m².<br />
meetcode : netto uit te voeren oppervlakte.<br />
Uitsparingen kleiner dan 0,50 m² worden niet afgetrokken.<br />
03.13.10 Akoestische isolatie tussen muren.<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
De platen mogen geen voedingsbodem vormen of doen ontstaan voor ongedierte, bacteriën of schimmels en tasten de andere<br />
bouwelementen niet aan; ze zijn tevens onrotbaar, niet ontvlambaar en blijvend waterafstotend.<br />
De platen hebben een hoogte van 0,60 m.<br />
De akoestische eigenschap wordt gemeten volgens NBN S01.400.<br />
Uitvoering :<br />
De platen worden in zo groot mogelijke afmetingen in verband en aaneengesloten geplaatst. Akoestische bruggen en<br />
vervormingen van de isolatielaag worden vermeden.<br />
Beschadigde plaatdelen mogen niet verwerkt worden.<br />
Perforaties van het isolatiemateriaal worden tot een minimum beperkt door een aangepaste keuze van de vorm en de<br />
plaatsingswijze.<br />
03.13.14 Scheidingslaag in minerale wol<br />
Merk: Isover sonebel 110<br />
Toepassing :<br />
Akoestische scheiding in ankerloze scheidingswand<br />
Beschrijving :<br />
De akoestische scheiding in de ankerloze scheidingswand wordt uitgevoerd door plaatsing van platen Isover sonebel<br />
110, bestaande uit glaswol, gebonden met een thermohardende binder en onbekleed.<br />
Specificaties:<br />
Volumieke massa : max. 20 kg/m³<br />
Afmetingen : 1200 X 600mm<br />
Dikte : 25 mm
R declared ( ISO/DIS 10456) 0,75 m².K/W<br />
Brandreactie : onbrandbaar ( A1 volgens NBN S 21-203)<br />
Dossier: 43<br />
Toepassing :<br />
Tussen oude gemene muur achterbouw met nieuw op te trekken muur: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m².<br />
meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.
Algemeen<br />
Dossier: 44<br />
03.14.20 TIMMERWERK<br />
Materiaal :<br />
Het timmerhout beantwoordt aan STS 04<br />
Het hout wordt voorafgaandelijk behandeld volgens een A1-procédé (S.T.S. 04.31).<br />
Het op de bouwplaats geleverde hout moet voldoende droog zijn overeenkomstig STS 04.1<br />
Uitvoering :<br />
De uitvoering en berekeningen beantwoorden aan STS 31.0 en STS 32.0.<br />
Al het hout dat in aanraking komt met metselwerk wordt geschilderd met 2 lagen menieverf.<br />
De stalen verbindingsstukken worden geschilderd met twee lagen menieverf.<br />
Het hout wordt afdoend beschermd tegen vocht en vuil.<br />
03.14.21 Balklagen uit hout. VH m<br />
Omschrijving :<br />
De balklagen vormen de dragende elementen van houten vloeren/luifels<br />
Materiaal :<br />
Het te gebruiken hout is: zie detailmeetstaat met voorrang voor de stabiliteitsstudie<br />
Het te gebruiken hout is<br />
Oregon nr. 416 van NBN 199 en van de kwaliteit "uitgekozen timmerhout" (selected Merchantable) / "timmerhout"<br />
(Merchantable) volgens de R-list uitgegeven door het Pacific Lumber Inspection Bureau, Seattle.<br />
De sekties van de balken zijn 175 x 38 / 230 x 38 , volgens de handelsmaten van het amerikaans naaldhout. Het geleverde<br />
hout moet binnen de nuttige afmetingen vallen van het amerikaans naaldhout.<br />
Noords grenen (PNG) nr.414 van NBN 199 en is van 2e kwaliteit (2e Com NBN 272, sortering volgens NBN 272.<br />
De secties van de balken zijn 175 x 38 volgens NBN reeks 219.<br />
De balken zijn geschaafd op twee zijden<br />
Uitvoering :<br />
De uitvoering beantwoordt aan STS 31.1.<br />
De balklagen worden stevig met het metselwerk of beton verankerd door middel van gemetalliseerde steunschoenen.<br />
Toepassing :<br />
A. Balklagen uit hout: Oregon/PNG 180*38 roostering vloervelden; herstellingen:<br />
B1.Balklagen uit hout: Oregon/PNG 230*60 plat dak lichtstraat:<br />
B2.Balklagen uit hout: Oregon/PNG 150*22 plat dak lichtstraat:<br />
B3.Balklagen uit hout: Oregon/PNG 125*22 plat dak lichtstraat:<br />
D1.Hellingslatten uit hout: plat dak lichtstraat:<br />
zie plannen en detailmeetstaat met voorrang van de stabiliteitsstudie.<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m.<br />
meetcode : het netto lengte van de ongeschaafde balken wordt gemeten<br />
met inbegrip van de bevestigingsmiddelen<br />
03.14.22.B Beplating uit hout: watervastverlijmde multiplex. VH m²<br />
Omschrijving :<br />
Afwerking roostering voor vloervelden, bakgootbekledingen, dakranden, enz.
Dossier: 45<br />
Materiaal :<br />
Watervast verlijmde multiplex<br />
Dikte 18 mm dik.<br />
Uitvoering :<br />
De uitvoering beantwoordt aan STS 32.11.<br />
De platen worden in zo groot mogelijk lengten aangevoerd en verwerkt.<br />
De stootvoegen worden schrankend boven de steunpunten uitgevoerd.<br />
Toepassing :<br />
B1 :Afwerking roostering plat dak lichtstraat: zie plannen en detailmeetstaat<br />
B2 :Afwerking roostering vloervelden: zie plannen en detailmeetstaat<br />
B4 :Afwerking dakranden voor aanbrengen dakrandprofiel gemene muur: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m².<br />
meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.<br />
03.14.25 Keperwerk uit hout. VH m<br />
0mschrijving :<br />
De kepers vormen de dragende elementen van gevelbekleding.<br />
Materiaal :<br />
Het te gebruiken hout is<br />
Oregon nr. 416 van NBN 199 en van de kwaliteit "uitgekozen timmerhout" (selected Merchantable volgens de R-list<br />
uitgegeven door het Pacific Lumber Inspection Bureau, Seattle.<br />
De sekties van de kepers zijn: 63 x 75 mm volgens de handelsmaten van het amerikaans naaldhout. Het geleverde hout moet<br />
binnen de nuttige afmetingen vallen van het amerikaans naaldhout.<br />
Noords grenen (PNG) nr.414 van NBN 199 en is van 2e kwaliteit (2e Com NBN 272), sortering volgens NBN 272.<br />
De sekties van de kepers zijn: 63 x 75 mm volgens NBN 219.<br />
Uitvoering :<br />
De uitvoering beantwoordt aan STS 31.2.<br />
Alle lassen worden schrankend ten opzichte van de steunen uitgevoerd en gebeuren door een schuine las met een lengte<br />
die gelijk is aan 2,5-maal de hoogte van de keper, deze las ligt boven het steunpunt en wordt genageld.<br />
De kepers worden hart op hart gemeten op 0,45 m geplaatst eerst horizontaal, daarna vertikaal zodat een dubbel<br />
keperwerk ontstaat met daartussen 2x60mm Rockwool 201 Vario<br />
Het werk omvat tevens het maken van de nodige ravelingen van doorbouwen en openingen.<br />
De metalen bevestigingsmiddelen krijgen dezelfde behandeling als de profielen.<br />
Toepassing :<br />
Keperwand voor gevelbekleding Oregon/PNG 63 x 75: zie plannen en detailmeetstaathellend dak<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m.<br />
meetcode : de netto lengten van de ongeschaafde balken wordt gemeten.<br />
De lassen en overlappingen worden niet meegerekend.<br />
Alle behandelde metalen verbindings- en veranke-ringselementen en het uitvullingsmateriaal voor de<br />
wandbevestiging zijn in de eenheidsprijs begrepen.
03.14.30 Dakschrijnwerk uit hout.<br />
Dossier: 46<br />
Materiaal :<br />
Het schrijnwerkershout en het timmerhout beantwoorden aan STS 04. De nominale afmetingen en toleranties zijn volgens<br />
NBN reeks 219. Timmerhout dat niet zichtbaar blijft wordt vooraf behandeld volgens een A 1 - procédé met bij te leveren<br />
attest (STS 04.31). Het schrijnwerkershout dat zichtbaar blijft wordt behandeld met de 1° laag van het C 2 procédé (STS<br />
04.33.2) vóór de plaatsing. De aannemer levert hiervan het attest, of bewijst in geval van het C 2 procédé dat de<br />
houtbescherming aangebracht werd.<br />
Het op de bouwplaats geleverd hout moet voldoende droog zijn overeenkomstig STS 04.1.<br />
Uitvoering :<br />
De uitvoering beantwoordt aan STS 32.<br />
Al het timmerhout dat ingemetseld wordt is geschilderd met menieverf. De stalen verbindingsstukken worden geschilderd<br />
met 2 lagen menieverf. het hout wordt afdoend beschermd tegen vocht en vuil.<br />
03.14.32.A Bekleding van Trespa Meteon . VH m²<br />
Omschrijving :<br />
Overstekende luifel en gevelbekleding lichtstraat<br />
Materiaal :<br />
Het timmerhout voor de buiten niet zichtbare delen is<br />
Oregon nr 416 van NBN 199 van de kwaliteit "timmerhout" (Merchantable)volgens de R-list uitgegeven door het Pacific<br />
Lumber Inspection Bureau - Seattle. De sectie van de gootklossen is 32 x 125mm.<br />
De onderbekledingen zijn een watervast verlijmde multiplexplaat voor buitenwerk overeenkomstig STS 04.51, dikte 15<br />
mm.<br />
De beplating voor de zichtbaar blijvende delen is uit :<br />
Trespa Meteon Metallics:<br />
kleur: M 51.0.1 satin<br />
dikte: 8mm<br />
Uitvoering :<br />
De Trespa Meteon bekleding op de zichtbare delen zal volgens de voorschriften van de leverende firma aangebracht<br />
worden in gelijke moten en met een zwarte tussennaad van +/- 10mm en dit door gebruik te maken van het systeem:<br />
Modulair TS 300-systeem (onzichtbare bevestiging met met geprononceerde voeg)<br />
Hoogte van de stroken: +/- 340mm<br />
Voeghoogte: 10mm<br />
Toepassing :<br />
Kasgoot voorgevel: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke hoeveekheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m²<br />
meetcode : grootste lengte, kopstukken inbegrepen met inbegrip van modulair TS 300-systeem met alle<br />
toebehoren voor hoeken en raam aansluitingen.<br />
07.04.12 Gevelbekleding in hout: Afzelia Doussié met inbegrip van<br />
keperwerk+onderdakmembraan+tengellatten. VH m²/m<br />
Omschrijving :<br />
Bekleding van voorzetwand tegen bestaande achtergevel. De bekleding wordt bevestigd op de keperwand (artikel 03.14.25,<br />
prijs in dit artikel inbegrepen) met thermische isolatie (artikel 03.12.15, prijs afzonderlijk) en bestaat uit drie lagen:<br />
1. onderdakmembraan: dampopen onderdakfolie (TYVEK)<br />
2. tengellatten
3. houten bekleding.<br />
Dossier: 47<br />
Materiaal :<br />
Het timmerhout voor de buiten niet zichtbare delen is<br />
Oregon nr. 416 van NBN 199 en van de kwaliteit "timmerhout" (Merchantable) volgens de R-list uitgegeven door het<br />
Pacific Lumber Inspection Bureau, Seattle.<br />
De sekties van de balken zijn volgens de handelsmaten van het amerikaans naaldhout. Het geleverde hout moet binnen de<br />
nuttige afmetingen vallen van het amerikaans naaldhout.<br />
Noords grenen (PNG) nr.414 van NBN 199 en is van 2e kwaliteit (2e Com NBN 272) , sortering volgens NBN 272. Het<br />
hout heeft de nominale secties overeenkomstig NBN reeks 219.<br />
Het timmerhout voor de buiten zichtbare delen is<br />
Afzelia Doussié, als alternatief Western Red Cedar kwaliteit “Tight Knotty”. Vochtgehalte voor de plaatsing van 15-<br />
18%. Het profiel van de planken mag geen vlakken, boorden of randen vertonen waarop water kan blijven staan. Goede<br />
afschuiningen of afrondingen zorgen voor een vlotte evacuatie van het regenwater. Scherpe kanten moeten daarom<br />
steeds afgerond worden met een straal van minimum 3mm. De minimale dikte van de planken bedraagt 19mm. De<br />
breedte van de planken bedraagt 180 – 220 mm. De breedte van de enkelvoudige overlapping in functie van type<br />
bekleding tussen 8 en 12%. Bij tand- en groefverbinding moet de tandbreedte 10% bedragen van de werkende breedte,<br />
in de verbinding wordt een speling van tenminste 2mm voorzien om het werken van het hout toe te laten. Tegen<br />
vergrijzing dient men het hout al een eerste maal af te werken met een buitenbeits (C2) of een CTOP-produkt. De<br />
vernageling mag enkel gebeuren met roestvrij stalen nagels.<br />
Onderdakmembraan:<br />
Het onderdakmembraan is een dampopen ongeweven vlies dat een ATG-goedkeuring bezit voor gebruik als<br />
onderdakfolie. Richtmerk: TYVEK onderdakfolie (leverancier Ravago Plastics, Moerenstraat 89, 2370 Arendonk, tel.<br />
014/67 20 01), Delta-Vent onderdakfolie (leverancier Dorken, Brusselsesteenweg 477, 1731 Zellik, tel. 02/466 02 75).<br />
Tengellatten:<br />
De tengellatten beantwoorden aan STS 04 en zijn uit PNG nr 414.<br />
De kwaliteit is 3e keuze volgens NBN 272.<br />
De houtsectie is 15 x 38 mm.<br />
De latten zijn behandeld volgens het Al-procédé (STS 04.31).<br />
Uitvoering :<br />
De horizontale buitenbetimmering wordt bevestigd op een dubbel regelwerk van eerst horizontale en daarna vertikale<br />
regels. De regels hebben een maat van 38x63 mm (nuttige afmeting droog) en hebben een preventieve<br />
beschermingsbehandeling gehad(homologatiecode A1). De afstand tussen de regels is bepaald op 50cm (maximaal<br />
60cm).<br />
Elke plank mag slechts met één bevestigingsmiddel op elke regel vastgemaakt worden. De koppen van de nagels<br />
worden juist gelijk met houtoppervlak ingeslagen zonder het houtoppervlak te beschadigen. Bij tand- en<br />
groefverbindingen moet men werken met een onzichtbare bevestiging.<br />
Vernageling met roestvrij stalen nagels, de lengte van de draadnagels bedraagt tenminste 2.5maal de dikte van de<br />
bekledingsplank.<br />
Bij horizontale bekleding moet het kopshout afgedekt worden met een houten lat om het opzuigen van water te<br />
beletten.<br />
Achter de buitenbetimmering moet een luchtspouw voorzien worden en mag er geen contact zijn tussen de betimmering<br />
en de isolatie (Rockwool Vario-platen). Men moet er voor zorgen dat het water onder aan de betimmering kan<br />
weglopen, deze opening aan de onderzijde moet voorzien zijn van een duurzaam muggengaas.<br />
De gevelbetimmering moeten minstens 15 cm boven het (plat)dakvlak stoppen. Hier moet een afschuining van de<br />
koppen voorzien worden(60°).<br />
Bij de aansluitingen van de gevelbekleding met ramen of andere materialen moet de nodige ruimte gelaten worden om<br />
direct contact te vermijden zodat er geen opzuiging van water kan zijn. Op deze plaatsen moeten maatregelen genomen<br />
worden (plaatsen van soepele dichtingsfolies of metalen slabben) om de waterdichting te verzekeren.
Dossier: 48<br />
Het onderdakmembraan wordt in zo groot mogelijke afmetingen in horizontale stroken geplaatst, vertrekkend van de<br />
bovenste gootrand. Het membraan wordt goed gespannen geplaatst, zonder verluchtingsspouw tussen isolatie en membraan.<br />
De stroken moeten minstens 150 mm overlappen. Loshangende stukken moeten steeds worden vermeden, aangezien ze<br />
storend geritsel kunnen veroorzaken.<br />
Beschadigde membramen mogen niet verwerkt worden.<br />
Ter hoogte van de kepers wordt het onderdakmembraan met een tengellat op het keperwerk genageld met verzinkte die<br />
minstens 27 mm in de keper dringen.<br />
Toepassing :<br />
A. Gevelbekleding bestaande achtergevel: zie plannen en detailmeetstaat<br />
B. Randen van de gevelbekleding<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke hoeveekheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m²/m<br />
meetcode : in de prijs zijn inbegrepen: het keperwerk, de betimmering, kopse afwerklatten als ook het<br />
muggengaas. Bij de randen zijn zowel de folies als de metalen profielen voor de waterdichting<br />
inbegrepen.
Dossier: 49<br />
HOOFDSTUK 05 - DAKWERKEN EN DAKWATERAFVOER<br />
05.01.10 Afschotlaag uit beton<br />
Algemeen<br />
Uitvoering :<br />
Na vooraf reinigen van het oppervlak wordt de afschotlaag aangebracht volgens de voorgeschreven hellingen en op de<br />
voorziene dikten. Het bovenvlak is effen; afwijkingen van meer dan 0,5 cm, gemeten met een lat van 3 m, worden niet<br />
toegelaten. Eventuele zettingsvoegen in de constructies worden eveneens in de afschotlaag uitgespaard.<br />
05.01.11 Niet-isolerende afschotlaag uit beton VH m²<br />
Materiaal :<br />
De afschotlaag is schraal beton als volgt samengesteld : 200 kg cement, sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of<br />
grind 4/14 of 4/28 volgens NBN B11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-103.<br />
Uitvoering :<br />
De afschotlaag wordt gestort met een helling van 1.5 cm/m; de minimale dikte bedraagt 4 cm.<br />
Het beton wordt met de rij afgetrokken en vlak afgestreken.<br />
De krimpvoegen worden na het uitharden gevuld met een beton van dezelfde samenstelling.<br />
Toepassing :<br />
Plat dak: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³<br />
meetcode : Netto uit te voeren volume.<br />
05.01.30 Dampschermen voor warm dak<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
De dampschermen voor warm dak bestaan uit één of meerdere dampremmende scheidingslagen aangebracht in de<br />
dakopbouw en beantwoordende aan de gegevens van de TV 183 § 6.<br />
De dampschermen zijn verenigbaar met de isolatiematerialen en met de dakafdichting.<br />
Uitvoering :<br />
De dampschermen worden aangebracht volgens de bepalingen van de TV 183 § 6.3. De contactvlakken zijn zuiver en<br />
vlak zodat perforaties worden voorkomen.<br />
Bij de dakranden, opstanden en dakdoorbrekingen wordt de isolatie ingesloten tussen het dampscherm en de afdichting<br />
zoals voorzien in Afbeelding 17 van de TV 183.<br />
05.01.31 Dampscherm uit bitumenglasvlies VH m²<br />
Materiaal :<br />
De bitumenglasvlies V3.<br />
Uitvoering:<br />
Zie post. 05.05.20 Dakafdichtingen met plastomeerbitumen (APP)
Dossier: 50<br />
Toepassing :<br />
Plat dak uitbreiding: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m²<br />
meetcode : Netto uit te voeren geprojecteerde oppervlakte zonder rekening te houden met opstanden.<br />
05.01.40 Thermische isolatie van warm dak met platen<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
De isolatieplaten zijn weersbestendig en dimentioneel maatvast.<br />
De anorganische en amorfe structuur mag geen voedingsbodem vormen of doen ontstaan voor ongedierte, bacteriën of<br />
schimmels en tasten de andere bouwelementen niet aan. Ze zijn tevens onrotbaar, niet ontvlambaar, niet onderhevig aan<br />
krimp en zijn blijvend waterafstotend.<br />
De thermische geleidbaarheid wordt gemeten volgens NBN B 62-201.<br />
Uitvoering :<br />
Alvorens de isolatieplaten aan te brengen worden de contact-vlakken tussen de isolatieplaten en de ondergrond gezuiverd en<br />
ontdaan van alle oneffenheden.<br />
De platen worden in zo groot mogelijke afmetingen in verband geplaatst. De nodige versnijdingen worden over de volledige<br />
dikte doorgetrokken; de platen worden versneden zodat ze volledig aansluiten tegen elkaar of tegen de andere<br />
bouwelementen. Beschadigde plaatdelen mogen niet verwerkt worden.<br />
Waar nodig worden de isolatieplaten opgetrokken tegen verticale opstanden.<br />
05.01.44 Thermische isolatie van warm dak met platen uit hard polyisocyanuraatschuim<br />
Materiaal :<br />
Richtmerk: Recticel Eurothane Powerdeck 24 : dikte=100mm<br />
Uitvoering :<br />
De plaatsing gebeurt volgens de voorschriften van de fabrikant.<br />
De isolatieplaten worden gelijmd op de draagstructuur.<br />
De dakbedekking wordt zo snel mogelijk aangebracht over het volledige oppervlak van de platen om schade ten gevolge van<br />
UV-straling te voorkomen.<br />
Toepassing :<br />
Plat dak: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Meetwijze :<br />
meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.<br />
Uitsparingen kleiner dan 1 m2 worden niet afgetrokken.<br />
05.03.51 Isolatieplaten uit minerale vezels voor plat (koud)dak VH m²<br />
Materiaal<br />
Richtmerk: Rockwool Deltaplaten<br />
De harde platen uit rotswol zijn drukvast .<br />
De thermische geleidbaarheid bedraagt ten hoogste 0,038 W/mK bij 10°C.<br />
De gemiddelde volumieke massa bedraagt minstens 45 kg/m³.<br />
De platen zijn onbekleed.<br />
De dikte van de platen bedraagt 120 mm.
Uitvoering :<br />
Voor hun verwerking worden de isolatieplaten droog opgeslagen op de bouwplaats.<br />
Dossier: 51<br />
De platen worden geklemd en mechanisch bevestigd volgens de voorschriften van de fabrikant.<br />
De isolatieplaten worden geplaatst op een droge ondergrond onmiddellijk voor het aanbrengen van de dakdichtingen; nat<br />
geworden platen worden van het dak verwijderd.<br />
Toepassing :<br />
A. Isolatie plat dak(lichtstraat): Rockwool Delta12cm: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m².<br />
meetcode : netto uit te voeren oppervlakte.<br />
05.05.20 Dakafdichtingen met plastomeerbitumen (APP)<br />
Algemeen<br />
Het betreft bitumineuze dakdichtingen met een eindlaag op basis van plastomeerbitumen met polyesterinlage (APP).<br />
De post ‘plat dak / dakdichting’ omvat alle noodzakelijke leveringen en werken voor het realiseren van de voorziene<br />
(soepele) dakdichtingsbanen op platte tot een waterdicht geheel. De onder deze post begrepen eenheidsprijzen dienen<br />
steeds te omvatten :<br />
B. het nazicht en voorbereiding van het draagvlak;<br />
C. de levering en verwerking van de dakdichtingslagen, inclusief alle noodzakelijke scheidingslagen,<br />
bevestigingsmiddelen en toebehoren;<br />
D. de gebeurlijke kosten voor de proeven op de waterdichtheid van de naden.<br />
Materialen<br />
De soepele dakafdichtingsbanen behouden hun goede mechanische en fysische eigenschappen bij koude en warmte, zij<br />
zijn bestand tegen chemicaliën en atmosferische invloeden en zijn geschikt voor toepassing binnen de gekozen<br />
dakopbouw. Een doorlopende BUtgb of EUtgb technische goedkeuring voor het gekozen dakdichtingssysteem is<br />
vereist.<br />
De plastomeerbitumendakbaan (APP) beantwoordt aan de bepalingen van NBN B 46-003 - Dakafdichting - Producten<br />
op basis van APP of SBS- polymeerbitumen (1991). Zij bevat een wapening van polyestervlies van ten minste 150 gr<br />
per m 2 .<br />
De onderlaag, bij een koudgekleefde uitvoering, is een bekleed bitumenglasvlies V3 volgens NBN B 46-002 of een<br />
onderlaag vermeld in de technische goedkeuring.<br />
Het plastomeer-afdichtingssysteem bezit een doorlopende BUtgb of EUtgb technische goedkeuring voor toepassing op<br />
de betrokken ondergrond. De bijproducten hebben steeds de goedkeuring van de fabrikant van de APP-dakbaan.<br />
Uitvoering<br />
De dakafdichtingen mogen enkel worden aangebracht door gekwalificeerde plaatsers, met ervaring inzake het leggen<br />
van de desbetreffende dakbanen. Zij dienen daarenboven de bepalingen vermeld in de technische goedkeuring en/of de<br />
voorschriften van de fabrikant stipt op te volgen.<br />
De onderlagen wordt geplaatst volgens de voorschriften van NBN B 46-001. De lagen worden geplaatst met een langse<br />
en dwarse overlapping van 10 cm. De overlapping van onder- en eindlaag lopen in dezelfde richting en zijn geschrankt.<br />
De naadoverlappingen worden zorgvuldig gelast over de volledige breedte van de naad en samengedrukt.<br />
De uitvoering is deelgekleefd. De opstanden worden steeds volledig gekleefd uitgevoerd met een aangepaste<br />
verlijming.<br />
Omgevingsinvloeden - beschermingsmaatregelen
Dossier: 52<br />
De plaatsing zal onderbroken en voorlopig beschermd worden bij vochtig weer (regen, sneeuw, mist) en/of bij<br />
temperaturen lager dan 5°C. Het werk mag in deze gevallen enkel voortgezet worden, mits voorafgaandelijke<br />
toestemming van de architect en naleving van de door de fabrikant bepaalde voorzorgen.<br />
Plaatsing - randvoorwaarden<br />
De opvatting van de dakafdichting dient overeen te stemmen met de voorziene dakopbouw. De aannemer zal voor de<br />
aanvang van het werk alle eventuele gebreken of onverenigbaarheden, die de kwaliteit van het werk in gedrang zouden<br />
kunnen brengen, signaleren aan de architect.<br />
De ondergrond zal droog zijn en een temperatuur van meer dan 2°C hebben.<br />
Hij zal goed glad, vlak en vast zijn.<br />
Hij zal vrij zijn van alle vreemde stoffen of lichamen (vet, kiezel, olie...).<br />
Hij zal chemisch en mechanisch met de dakdichting verenigbaar zijn.<br />
Hij zal beantwoorden aan de voorschriften van de NBN B 46-001 (1991).<br />
Keuring en waarborgen<br />
Na de uitvoering van de dakafdichting wordt ter beproeving van de waterdichtheid de daken onder water gezet<br />
gedurende ten minste 24 uur.<br />
De aannemer blijft gedurende een periode van 10 jaar, na de voorlopige oplevering, aansprakelijk voor een volledige<br />
waterdichtheid van de dakafdichting. De aannemer is tevens verantwoordelijk voor plooi- en/of blaasvorming.<br />
Gedurende deze periode van 10 jaar zijn alle leveringen en eventuele herstellingswerken ten laste van de aannemer.<br />
Doen de gebreken zich voor over meer dan 1/3e van het totale oppervlak, dan dient het dak integraal te worden<br />
vervangen.<br />
05.05.22 Deelgekleefde meerlaagse dakafdichting met plastomeerbitumen VH m²<br />
Materiaal<br />
De plastomeerbitumendakbaan (APP) bevat een wapening van polyestervlies van min. 150 gr/m 2 . De onderlaag is een<br />
gewapend bitumen met glasvlies V3 volgens NBN B 46-002 of een onderlaag vermeld in de technische goedkeuring.<br />
De waterdichte dakafdichting heeft een doorlopende technische goedkeuring BUtgb of EUtgb.<br />
Specificaties dampscherm - onderlaag<br />
Dikte - mm 3<br />
Wapening - versterkt glasvlies<br />
Gewicht<br />
wapening<br />
van de - g/m² 50<br />
Verwekingspunt - °C 150<br />
Trekweerstand overlangs N/5cm 500<br />
- dwars N/5cm 180<br />
Scheurweerstand<br />
spijker<br />
bij overlangs N 60<br />
- dwars N 60<br />
Specificaties isolatielaag<br />
De thermische isolatie zal uitgevoerd worden met CFK-vrije platen in hard polyisocyanuraatschuim (RECTICEL<br />
EUROTHANE POWERDECK 24), dikte 100 mm.<br />
Dikte - mm 100 (of 2x50 mm)<br />
Volumegewicht - kg/m 3 30<br />
Brandreactie NBN S21-203 A1<br />
Bekleding onderzijde gecoat glasvlies<br />
Bekleding bovenzijde gebitumineerd glasvlies<br />
Gedeclareerde<br />
warmtegeleidingscoëfficiën<br />
t<br />
W/mK 0.025<br />
Druksterkte<br />
vervorming<br />
bij 10% overlangs kPa 120
Dossier: 53<br />
Afmetingen dwars mm 1200 x 600<br />
Specificaties eindlaag<br />
Dikte - mm 4<br />
Wapening glasvlies g/m² 55<br />
- niet-geweven<br />
polyester<br />
g/m² 150<br />
Verwekingspunt - °C 150<br />
Koude buigbaarheid<br />
(180°/ 5sec)<br />
°C -20<br />
Trekweerstand - overlangs N/ 5cm 675<br />
- - dwars N/ 5cm 625<br />
Rek tot breuk - overlangs % 50<br />
- - dwars % 50<br />
Afwerking<br />
bovenzijde<br />
leischilfers<br />
Wortelweerstand bevat<br />
wortelwerende<br />
middelen (m.b.t.<br />
groendaken).<br />
Uitvoering<br />
De dakafdichting wordt uitgevoerd volgens de bepalingen van TV 183 § 8.23.23 en § 8.25, volgens de<br />
koudkleefmetode (code PCc) en is als volgt samengesteld:<br />
1. al of niet een voorsmeerlaag in functie van de ondergrond, bestaande uit een kleefvernis (richtmerk<br />
DERBIPRIMER S)<br />
2. koudlijm, streepsgewijs aangebracht volgens de voorschriften van de fabrikant (richtmerk DERBIBOND S);<br />
3. dampscherm: V3 met gelaste naden (richtmerk DERBICOAT S);<br />
4. koudlijm, streepsgewijs aangebracht volgens de voorschriften van de fabrikant (richtmerk DERBIBOND S);<br />
5. isolatielaag hard polyisocyanuraatschuim (merk Recticel Eurothane Powerdeck 24) De isolatieplaten worden<br />
op het dampscherm gekleefd met bitumineuze koudlijm (4), streepsgewijs aangebracht met een tussenafstand<br />
van ongeveer 20 cm; waarbij er voor gezorgd wordt dat ter plaatse van beide plaatuiteinden een lijmstreep<br />
aanwezig is. De platen worden in halfsteens verband en met gesloten voegen geplaatst.<br />
6. koudlijm aangebracht over de volledige oppervlakte (richtmerk DERBIBOND S);<br />
7. onderlaag: V3 met gelaste naden (richtmerk DERBICOAT S); Deze laag wordt onmiddellijk na de plaatsing<br />
van de isolatie volvlakkig gekleefd op de isolatieplaten met behulp van een aangepaste bitumineuze koudlijm<br />
(6), volgens de richtlijnen van de lijmfabrikant. De compatibiliteit van de koudlijm met de isolatieplaten zal<br />
aangetoond worden door de lijmfabrikant.<br />
8. koudlijm aangebracht over de volledige oppervlakte (richtmerk DERBIBOND S);<br />
9. eindlaag: de APP dakafdichtingsbaan uitgerold in de koudlijm. De naden worden gelast. (richtmerk<br />
DERBIGUM SP-WW, wortelbestendig).<br />
10. ballastlaag: gerold grind / extensief dakbegroeningssysteem.<br />
De onderlaag wordt geplaatst volgens de voorschriften van NBN B 46-001. De onderlaag en eindlaag worden geplaatst<br />
met een langse en dwarse overlapping van 10 cm. De overlapping van onder- en eindlaag lopen in dezelfde richting en<br />
zijn geschrankt. De opstanden worden steeds volledig gekleefd uitgevoerd met een aangepaste verlijming.<br />
Vóór het aanbrengen van de ballastlaag wordt het dak, ter beproeving van de waterdichtheid onder water gezet<br />
gedurende ten minste 24 uur.<br />
Toepassing :<br />
Plat dak uitbreiding: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :
Dossier: 54<br />
meeteenheid : m²<br />
meetcode : Netto horizontaal gemeten dakoppervlakken; openingen met een dagmaat kleiner dan 1 m2 worden niet<br />
afgetrokken.<br />
De uitgevoerde oppervlakte van de dakopstanden worden gemeten vanaf de snijlijn met het dakvlak.<br />
Alle noodzakelijke beschermings- en scheidingslagen zijn in de eenheidsprijs begrepen.<br />
05.05.60 Ballast.<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
De ballast zal onder de te verwachten gebruiksbelasting de ondergelegen dakdichting niet beschadigen of te zeer indrukken.<br />
05.05.61.A Grindballast. VH m²<br />
Materiaal :<br />
Gewassen en gerold riviergrind, kaliber 14/22 of 14/28. De keitjes hebben geen scherpe kanten die de andere materialen<br />
zouden kunnen beschadigen. De ballast is ontdaan van alle zand en vuil.<br />
Uitvoering :<br />
Het grind wordt gelijkmatig verdeeld over het volledig dakoppervlak, onmiddellijk na plaatsing van de dichtingslaag.<br />
De laagdikte bedraagt : 6 cm.<br />
Het grind wordt gelijkmatig uitgespreid over het volledig dakoppervlak, onmiddellijk na plaatsing van de dichtingslaag.<br />
Het grind wordt blijvend tegengehouden ter plaatse van de dakwaterafvoeren en de dakranden (zie artikel<br />
kiezelvanger).<br />
Toepassing :<br />
Voor dakvlakken boven keuken en lichtbak volledig en boven de leefruimte voor een randstrook van 50cm: zie plannen<br />
en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m² volgens de dikte van de laag.<br />
meetcode : de horizontaal geprojecteerde oppervlakte van de dakvlakken, openingen met dagmaat kleiner dan 1 m²<br />
worden niet afgetrokken.<br />
05.05.61.B Ballast – extensief dakbegroeningssysteem. VH m²<br />
Algemeen<br />
Het dakbegroeningssysteem wordt over een oppervlakte van 7.5 m 2 geplaatst op het platte dak boven de leefruimte. De<br />
plaatsing gebeurt door de bouwheer, na afloop van de bouwwerken.<br />
Het dakbegroeningssysteem is een vierlaagse extensieve dagbegroening:<br />
eerste laag: drainage volgens DIN 4095, hemelwaterreservoir in de drainage laag zonder de dakbedekking dampdicht af<br />
te sluiten (dikte 54 mm)<br />
tweede laag: volkapillair filterdoek :<br />
derde laag: mineraal substraat - onder FLL controle geproduceerd (dikte 70 mm)<br />
vierde laag: vegetatie gekweekt op FLL substraat, planten zowel als zaadgoed<br />
De waterafvoer van het platte dak met dakbegroening is niet aangesloten op de regenwaterput.<br />
Waterverzadigd gewicht: ca. 110 kg/m 2<br />
Drooggewicht: ca. 70 kg/m 2<br />
Max. hemelwatervoorraad: ca. 40 lt/m 2<br />
Opbouwhoogte: ca. 12,5 cm
Leverancier:<br />
EGD N.V., Toekomststraat 10 d , 3560 Lummen, tel : 011/43.38.51<br />
Eerste laag: drainage<br />
Plaatsing van platen dienende als drainage en als waterreserve FLORADAK DHrs 13.<br />
Dossier: 55<br />
Afmeting : 125 x 100 cm, rondom met sponning, hoogte 54 mm (plaatsing op oppervlakte 375 x 200 cm: 6 platen)<br />
Materiaal : geëxpandeerd PS 30 vlamdovende vormdelen voorzien van tand en groef<br />
Aan de onderzijde van de platen zijn er uithollingen voorzien die de kanalisering van het wateroverschot voor zich<br />
neemt. De platen zelf zijn uitgehold zodanig dat wanneer de platen onder helling staan er steeds water in de reservoirs<br />
blijft staan.<br />
Eigenschappen : hemelwaterreservoir ca. 13 lt/m 2<br />
: drainerend, ook onder zware lasten, volgens DIN 4095<br />
: extra wortelbeluchting<br />
: thermische isolatie waarde R: 0,53 m 2 K/W<br />
: goed beloopbaar<br />
: vorstbestendig<br />
: uitstekende bescherming van de worteldoorgroeivaste constructie<br />
Tweede laag: filter<br />
Plaatsing van een filtervlies FLORADAK, volkapillair, stabiel filter<br />
Materiaal : polypropyleen, eenzijdig thermisch behandeld, gewicht : 150 gr/m 2<br />
Verwerking : min. overlapping 200 mm, op te zetten bij opgaand werk max. 40 mm<br />
Eigenschappen : waterdoorlaatbaarheid : bij een zuil van 10 cm water 70 lt/m2/sec<br />
: na waterverzadiging direct drainerend<br />
: max. hemelwateropname 2 lt/m 2<br />
: onrotbaar<br />
: duurzaam volkapillair<br />
: vegetatievriendelijk.<br />
Derde laag: mineraal substraat<br />
Plaatsing van een substraatlaag FLORADAK - mineraal substraat<br />
Dikte: 7 cm (ingeklonken)<br />
Bestanddelen van natuurlijke grondstoffen :<br />
- lava met gelijkmatige korrelopbouw, granulaat van 2/8<br />
- max. 15 % organische stoffen : uitgerijpt compost en turf<br />
Alvorens de substraatlaag te plaatsen, de drainageplaten vullen met water.<br />
Eigenschappen : hemelwatercapaciteit 3,5 lt/m 2 per cm substraat<br />
: drooggewicht ca. 860 kg/m 3<br />
: waterverzadigd gewicht ca 1210 kg/m 3<br />
: gelijkmatige korrelopbouw en vormvaste structuur<br />
: uitstekend drainerend<br />
: hoog poriëngehalte = hoog luchtvolume<br />
: uitstekend doorwortelbaar<br />
: laag zoutgehalte<br />
: vorststabiel<br />
: gering onderhoud<br />
: productie onder FLL controle<br />
Vierde laag: beplanting: wintergroene sedums met accenten van bloeiers en kruiden
Dossier: 56<br />
Een combinatie van wintergroene sedum scheuten min. 50 gr/m2 met zaadgoed van kruiden 3 - 5 gr/m 2 . Alle planten<br />
zijn volgens FLL voorschriften voorgekweekt in mineraal substraat. Een beplantingsplan wordt aan de architekt ter<br />
goedkeuring voorgelegd.<br />
05.06.10 Dakrand- en muurdekprofielen.<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
Het dakrand- of muurdekprofiel is zo opgevat dat vervormingen door temperatuursschommelingen worden voorkomen.<br />
Uitvoering :<br />
De dakrand- en muurdekprofielen worden rechtlijnig aangebracht en in zo groot mogelijke lengten verwerkt.<br />
Het geheel verzekert een waterdichte aansluiting op de dakdichting.<br />
05.06.12 Dakrandprofiel uit aluminium. VH m<br />
Materiaal :<br />
De dakrandprofielen zijn industrieel geplooide profielen uit een aluminium Al.Mg.1 - legering of profielen uit een geperst<br />
aluminium Al.Mg.Si. 0,5 F 22 - legering.<br />
Ze zijn<br />
antraciet geanodiseerd min 20 micron<br />
De profielen zijn 3 m lang en de wanddikte bedraagt 2 mm.<br />
De hoogte van de voorzijde bedraagt 60 mm.<br />
Het dakrandprofiel bestaat uit<br />
een enkelvoudig afwerkingsprofiel met V-vormige gleuf.<br />
Uitvoering :<br />
Het enkelvoudig dakrandprofiel wordt ter hoogte van de sleufgaten bevestigd met roestvrije schroeven en plugs op de<br />
dakrand nadat een drukverdelingslaag uit hetzelfde materiaal als de dichtingslaag hieronder is aangebracht.<br />
Tussen de dakrandprofielen worden voegen van 3 mm gelaten en worden de passende verbindingsstukken<br />
geplaatst.<br />
Aan binnen- en buitenhoeken wordt een passend verbindingsstuk geplaatst.<br />
De verdere dakdichting wordt op het enkelvoudig profiel gekleefd.<br />
Bij afwerkingsprofielen met V-vormige gleuf wordt de bitumineuse dichtingsbaan in de gleuf gedrukt , waarna<br />
deze wordt opgegoten met geoxydeerd bitumen.<br />
Toepassing :<br />
zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m volgens de hoogte aan de voorzijde.<br />
meetcode : geplaatste lengte. Verbindings- en bevestigings-elementen zijn in de eenheidsprijs begrepen.<br />
05.06.21 Vaste lichtkoepel met opstand. FH st<br />
Algemeen:<br />
Vaste bolvormige lichtkoepel in driewandig helder polycarbonaat met geïsoleerde opstand in glasvezelversterkt<br />
polyester.<br />
Richtleveranciers:<br />
AG Plastics Boerderijstraat 5, 8530 Harelbeke, tel.056/21 95 99<br />
Ravago Plastics, Bistweg 80, 2520 Broechem, tel. 03/470 12 12
Caroplast, Vijfwilgenstraat 23-25, 3440 Halle-Booienhoven, tel. 011/78 15 65<br />
Dossier: 57<br />
Specificaties koepel<br />
De koepel is vervaardigd uit helder slagvast polycarbonaat, bolvormig gevormd in een driewandige uitvoering. De<br />
koepel is afgewerkt met een omgezette verstijvingsrand aan de afwateringsboord. De dagmaat van de koepel heeft een<br />
diameter van 70 cm. De diameter van de dakuitsnijding bedraagt 90 cm.<br />
De koepel is voorzien van een inbraakpreventief bevestigingssysteem. De op de koepel aangebrachte montagedoppen<br />
verzekeren een waterdichte aansluiting. De bevestiging van de koepel op de opstand of het raam gebeurt met inox<br />
bevestigingsmaterialen. De warmtedoorgangscoëfficiënt van de opstand bedraagt hoogstens 2.1 W/m 2 K.<br />
Specificaties opstand<br />
De opstand is vervaardigd uit glasvezelversterkt polyester. De hoogte van de opstand is 30 cm. De opstand heeft een<br />
isolatiekern in polyurethaanschuim met een minimale dikte van 20 mm. De warmtedoorgangscoëfficiënt van de opstand<br />
bedraagt hoogstens 1.4 W/m 2 K.<br />
De binnenzijde is glad afgewerkt met een beschilderbare gelcoatlaag. De buitenzijde is ruw voor een goede hechting<br />
met de dakbedekking en een weersbestendige afwerkingscoating.<br />
Toepassing :<br />
Plat dak boven keuken<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Forfataire Hoeveelheid (FH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : st<br />
meetcode : Aantal volgens vorm en afmetingen. Koepel + prefab opstand.<br />
05.06.50 Slabben en loketten.<br />
Algemeen<br />
Omschrijving<br />
De loketten worden aangewend om de naden tussen constructiedelen regendicht af te werken.<br />
Het betreft ondermeer aansluitingen tussen dak en opgaande muur, dak en schoorsteen, rond dakdoorgangen en aan bovenen<br />
zijranden van dakvlakken. Loketten zijn stukken die aan één kant in de muur worden bevestigd en aan de anndere kant<br />
vallen over de opstaande strook van een slab of een afdichtingsbaan.<br />
Uitvoering :<br />
De uitvoering beantwoordt aan STS 34 en waarborgt een waterdicht geheel.<br />
05.06.52 Loket en aansluitingsband uit lood VH m<br />
Materiaal :<br />
Het lood beantwoordt aan de voorschriften van STS 33.06.33.<br />
De dikte bedraagt :1,5 mm.<br />
De bevestigingshaken zijn verzinkt<br />
Uitvoering :<br />
De loketten worden uitgevoerd met een overlapping van ten minste 10 cm in geval van stroken en 6 cm bij traploketten. De<br />
bladloodstroken worden goed aangeklopt en strak afgesneden.<br />
De loketten bezitten een haakboord van 2 cm en worden ingewerkt in een vooraf gekapte, geslepen of uitgespaarde gleuf van<br />
2,5 cm diepte.<br />
Aantal bevestigingen : 3/4 haken per m bij loketstroken en 2 haken per traploket.<br />
Bij de aansluiting van opgaande muren met een hellend dakvlak worden de loketten in één rechte lijn volgens de<br />
dakhelling .<br />
De resterende voeg wordt gedicht met een elastisch blijvende kit klasse V volgens T.V. 107.
Toepassing :<br />
A. Loketten uit lood voor overgang muur-dak: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m<br />
meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.<br />
Inbegrepen het vrijmaken van de voeg en het aanbrengen van de kit.<br />
05.08.10 Regenafvoerbuizen.<br />
Algemeen<br />
Uitvoering :<br />
Dossier: 58<br />
De regenafvoerbuizen worden geplaatst volgens de voorschriften van hoofdstuk 3 van NBN 306 en STS 33.21.<br />
Bij de plaatsing wordt zorg gedragen dat de buizen vrij kunnen uitzetten.<br />
05.08.11 Regenafvoerbuizen uit zink VH m.<br />
Materiaal :<br />
De regenafvoerbuizen zijn vervaardigd uit electrolytisch zink met een zuiverheid van minimum 99,99 % met toevoeging van<br />
koper en titaan.<br />
De wanddikte van de buis bedraagt 0,7 mm.<br />
De buizen zijn : rond 90 mm .<br />
De lengte van de buiselementen bedraagt : 1 m.<br />
De buizen zijn gesoldeerd.<br />
De beugels zijn vervaardigd uit warm gegalvaniseerd staal, min. 450 g/m² volgens NBN 657.<br />
De sluiting van de beugels geschiedt met 1 scharnierpunt en 1 bevestigingsschroef. De bevestigings-schroeven zijn verzinkt<br />
/ uit roestvrij staal.<br />
De soldeerlegering bestaat uit minstens 40 % tin en bevat vrijwel geen onzuiverheden in het bijzonder antimoon.<br />
Uitvoering :<br />
De buizen worden op 2 cm voor het muurvlak geplaatst.<br />
De buiselementen zijn zodanig gevormd dat ze onderaan vernauwd zijn.<br />
Het knippen van de buiselementen onderaan is verboden.<br />
De penetratie van de verschillende stukken bedraagt min. 3 cm. Bij richtingsveranderingen dringen de buizen min. 8 cm in<br />
elkaar.<br />
Behalve de koude verbindingen voor de montage en de uitzetting worden alle buizen aan elkaar gesoldeerd.<br />
Het solderen beantwoordt aan de voorschriften van NBN 283 art. 1.7.<br />
De solderingen worden op een gezuiverde ondergrond uitgevoerd.<br />
De soldeernaden worden uitgevoerd in 3 opeenvolgende bewerkingen : voorbereiding van de oppervlakten met chloorzink of<br />
met hars, vertinnen en solderen.<br />
Er mag slechts 1 passtuk per afloop worden geplaatst.<br />
Elk buiselement wordt minstens 1 maal gesteund. De afstand tussen 2 steunpunten bedraagt maximum 2 m.
De eerste beugel bevindt zich op +/- 5 cm onder het laagste punt van de tapbuis.<br />
Ter hoogte van de onderafvoerbuis is de afvoerbuis voorzien van een neus.<br />
De overlangse naad is naar de muur gericht.<br />
Dossier: 59<br />
De regenafvoerbuizen worden luchtdicht op het rioleringsnet aangesloten.<br />
Toepassing :<br />
zie plannen en detailmeetstaat.<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m volgens doorsnede.<br />
meetcode : Netto te plaatsen lengte, gemeten in de as van de buis, bochten inbegrepen.<br />
05.08.20 Eindstukken van regenafvoerbuizen<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
De eindstukken zijn verbindingsstukken aan de voet van de regenafvoerleiding. Ze verzekeren een perfekte afwatering van<br />
het regenwater tussen de afvoerleiding en de riolering.<br />
05.08.21 Eindstuk uit gietijzer VH st.<br />
Materiaal :<br />
Het gietijzeren eindstuk beantwoordt aan de bepalingen van STS 33.06.51.2 - deel II materialen en NBN B54-104.<br />
Het eindstuk is recht<br />
De doorsnede is<br />
rond : 100 (voor ronde zinken regenafvoer 90)<br />
Uitzicht : effen<br />
Lengte : 1,00 m.<br />
De beugels zijn vervaardigd uit warm gegalvaniseerd staal, min. 450 g/m² volgens de reeks NBN I 07.<br />
De sluiting van de beugels geschiedt met 2 schroeven. De schroeven zijn uit inox.<br />
Uitvoering :<br />
De voegen tussen het eindstuk, de regenafvoerbuis en de ondergrondse riolering worden reukdicht opgevoegd met een<br />
dichtingsring .<br />
De zichtvlakken worden ontroest en voorzien van een grondlaag en twee afwerklagen verf op basis van alkydharsen.<br />
Toepassing :<br />
Zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : st<br />
meetcode : Aantal volgens vorm en afmetingen. Het schilderen is in de eenheidsprijs begrepen.<br />
05.08.30 Hulpstukken voor regenafvoer.<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
Het betreft de hulp- en verbindingsstukken welke een perfecte afwatering van het regenwater toelaten vanaf de opvang op de<br />
dakvlakken tot de afvoer.
05.08.31 Tapbuizen FH st.<br />
Zinken tapbuis (STS 33.23.1.) rechthoekig 90*90<br />
Toepassing :<br />
Nieuw dak: rechthoekig 90*90: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Forfaitaire Hoeveelheid (FH).<br />
Meetwijze : opgenomen bij de post 05.08.11<br />
05.08.33 Kiezelbak FH st.<br />
Toepassing :<br />
zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Forfaitaire Hoeveelheid (FH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : st.<br />
05.08.37 Spuwer FH st.<br />
Zinken spuwer (STS 33.23.1.) diameter 3 cm.<br />
Toepassing :<br />
zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Forfaitaire Hoeveelheid (FH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : st.<br />
Dossier: 60
06.01.10 Rioleringsleidingen.<br />
Algemeen<br />
Dossier: 61<br />
HOOFDSTUK 06 - RIOLERINGEN<br />
Omschrijving :<br />
Het betreft ingegraven afvoerleidingen bestemd voor afvoer van afvalwater en regenwater, afkomstig van leidingen,<br />
toestellen en putten.<br />
Materiaal :<br />
De rioleringsleidingen beantwoorden aan de bepalingen van STS 35.1.<br />
Uitvoering :<br />
De buizen worden gelegd volgens STS 35.11.05. Alle buizen welke beschadigd worden, zowel voor als tijdens het lossen als<br />
bij of na het plaatsen worden vervangen. Na het graafwerk wordt de bodem van de sleuf geëffend; de wanden worden<br />
zonodig geschoord teneinde inzakkingen te vermijden. De plaatsing van de buizen tussen twee putten of toestellen zal<br />
gebeuren met rechte stukken en in helling en vangt aan bij het laagste punt.<br />
De buizen worden over hun volledige lengte op de voorziene fundering ondersteund. De breedte van de fundering is<br />
minimaal gelijk aan de buitendiameter van de buis plus 30 cm.<br />
Bij muurdoorgangen worden de leidingen vrij geplaatst volgens STS 35.10.82. Onder funderingsplaten en zolen worden de<br />
rioleringen in een koker gelegd zodat boven de buis minimum 5 cm vrije ruimte blijft.<br />
De wederaanvulling van de sleuven mag slechts aanvangen na het uitvoeren van controleproeven op de waterdichtheid en na<br />
goedkeuring door de bouwheer en architect.<br />
De aannemer verwezenlijkt alle aansluitingen op leidingen, toestellen en putten.<br />
Voor de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan de bouwheer een tekening van het<br />
rioleringsstelsel zoals het is uitgevoerd. Deze tekening bevat de juiste ligging en de hoogtepeilen van de diverse<br />
leidingen, verzamelputten en aflopen.<br />
06.01.14 Rioleringsleidingen uit polyvinylchloride. VH m/st<br />
Materiaal :<br />
De leidingen met bijhorende koppelstukken en hulpstukken hebben een technische goedkeuring BUtgb of EUtgb of zijn<br />
Benor gekeurd.<br />
Diameter : ND 110<br />
Uitvoering :<br />
De buizen worden gefundeerd op :<br />
de ongeroerde (buiten de funderingsstroken) natuurlijke grond (figuur 1 van STS 35.45-11)<br />
Voor het samenvoegen van de buizen worden de mof en het spie-ëinde zorgvuldig gereinigd.<br />
Het rioleringsstelsel wordt voor de beproeving van de waterdichtheid in vakken verdeeld.<br />
De wederaanvullingen van de sleuven wordt uitgevoerd met grond voortkomend van de uitgravingen<br />
Toepassing :<br />
A. Rioleringsleidingen diam. 110: zie plannen en detailmeetstaat<br />
B. Rioleringsleidingen diam. 160: zie plannen en detailmeetstaat<br />
X. Hulpstukken en bochten : zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de aanvulling : grond voortkomend van de uitgraving<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).
Dossier: 62<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m volgens binnendiameter / stuks voor de hulpstukken<br />
meetcode : netto te plaatsen lengte van de leidingen, gemeten volgens de aslijn en tot de binnenkant van de put of het<br />
toestel.<br />
Hulpstukken: 06.01.14.X<br />
In de eenheidsprijs zijn begrepen : de uitgravingen, de schoor-en stutwerken, de funderingen, de<br />
leidingen, hulpstukken en toezichtstukken, de verbinding met de putten en toestellen, de<br />
muurdoorgangen en inkokeringen, de beproeving, de wederaanvullingen, het vervoer van de<br />
overtollige grond buiten de bouwplaats, alle werken voor het voorlopig afvoeren van het<br />
oppervlaktewater, de tekening van het rioleringsstelsel.<br />
Sleuven in de keldervloer zijn opgenomen bij de afbraakwerken.<br />
06.01.20 Wachtbuizen.<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
Het betreft ingemetselde of ingegraven buizen bestemd voor het doorvoeren van kabels of leidingen.<br />
Materiaal :<br />
De leidingen beantwoorden aan de bepalingen van STS 35.1<br />
Uitvoering :<br />
De ingegraven buizen worden gelegd volgens STS 35.11.05 en volgens voorschriften van de leverende<br />
nutsvoorzieningsmaatschappij. Alle buizen welke beschadigd worden, zowel vòòr als tijdens het lossen als bij of na het<br />
plaatsen worden vervangen. Na het graafwerk wordt de bodem van de sleuf geëffend; de wanden worden zonodig geschoord<br />
teneinde inzakkingen te vermijden. De plaatsing van de buizen tussen twee aansluitpunten of putten zal gebeuren met rechte<br />
stukken. De buizen worden over hun volledige lengte gefundeerd op een voldoende breed zandbed en hierin verzonken (STS<br />
35.45.12 fig. 2). In geval van gebundelde wachtbuizen worden de ruimten tussen de buizen eveneens opgevuld met zand. De<br />
aannemer verwezenlijkt alle aansluitingen, waarbij scherpe bochten vermeden worden. Bij de doorboringen van wanden<br />
worden maatregelen getroffen om waterinsijpeling te vermijden. De wederaanvulling van de sleuven mag slechts aanvangen<br />
na goedkeuring van de leidende ambtenaar.<br />
In de wachtbuizen bestemd voor kabels worden voorlopige, gegalvaniseerde stalen trektraden geplaatst teneinde de<br />
kabeldoorvoer te vergemakkelijken.<br />
Vòòr de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het Bestuur een tekening van het wachtleidingsstelsel.<br />
06.01.21 Wacht- en verluchtingsbuizen uit polyvinylchloride. VH/TP m/st<br />
Materiaal :<br />
De buizen met bijhorende koppel- en hulpstukken hebben een technische goedkeuring BUtgb of EUtgb of zijn Benor<br />
gekeurd.<br />
Diameter : ND 110<br />
Uitvoering :<br />
De wederaanvullingen, waar nodig, van de sleuven worden uitgevoerd met grond voortkomend van de uitgravingen<br />
Toepassing :<br />
B. Wachtbuizen uit pvc verluchtingsdoorvoer buis+gevelrooster in aluminium: zie plannen en detailmeetstaat<br />
C. Wachtbuizen vertikale verluchting dia. 110: zie plannen en detailmeetstaat<br />
E. Kelderverluchting T-stuk pvc diam. 210 + alu rooster: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Totale Prijs (TP).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m volgens binnendiamter./stuks<br />
meetcode : Netto te plaatsen lengte van de leidingen, gemeten volgens de aslijn.
Dossier: 63<br />
Er wordt een supplement aangerekend voor bochten + 0,20 m buis.<br />
In de eenheidsprijs zijn begrepen : de uitgravingen, de schoor- en stutwerken, de leidingen en<br />
hulpstukken, de verbinding met de aansluitputten, de muurdoorgangen, de wederaanvullingen, het<br />
vervoer van de overtollige grond buiten de bouwplaats, alle werken voor het voorlopig afvoeren van<br />
het oppervlaktewater, de tekening van het wachtbuizenstelsel.<br />
06.04.10 Gemetselde putten.<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
De funderingsplaat wordt uitgevoerd in schraal beton met volgende samenstelling : 300 kg cement sterkteklasse 32,5,<br />
800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN B 11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-<br />
103.<br />
De put wordt gemetseld met volle baksteen volgens NBN B24-0O1 en index 02.11A van het T.B. 104.<br />
De metselmortel heeft volgende samenstelling : 300 kg cement met sterkteklasse 32,5 per m³ droog zand (1 deel cement voor<br />
4 delen zand).<br />
De bepleisteringsmortel wordt bereid met 400 kg cement met sterkteklasse 32,5 per m³ droog zand (1 deel cement voor 3<br />
delen zand). Teneinde een waterdichte cementering te bekomen wordt aan het aanmaakwater een vochtwerend produkt<br />
toegevoegd dat de sterkte-eigenschappen van de cementpleister niet aantast en vrij is van organische stoffen en oliën ; het<br />
produkt wordt vooraf aan de leidende ambtenaar voorgelegd.<br />
Uitvoering :<br />
Alle werken worden uitgevoerd in het droge. Het verlagen van de grondwaterstand en het afvoeren van het oppervlaktewater<br />
zijn inbegrepen in dit artikel.<br />
De put wordt aangezet op een funderingsplaat die aan de vier zijden tot 10 cm buiten de metselwerkwand reikt.<br />
Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401.<br />
De put wordt aan de binnenzijde bepleisterd in meerdere lagen tot een dikte van 20 mm; de laatste laag wordt vlak geëffend<br />
en glad afgestreken; de hoeken zijn uitgerond.<br />
De muurvlakken in aanraking met de grond worden bepleisterd tot 10 mm dikte. Na voldoende verharding wordt de<br />
buitenbepleistering bestreken met 2 lagen vernis geactiveerd met steenkoolpek of bitumen (NBN B46-101) à rato van<br />
minimum 200 g per m² en per laag; beide lagen verschillen van kleur.<br />
Er mag slechts overgegaan worden tot wederaanvulling nadat de afgewerkte put gekeurd is door het Bestuur.<br />
06.04.11 Enkele gemetselde put. FH st<br />
Uitvoering :<br />
Binnenafmetingen : 41 X 41 cm.<br />
De dikte van funderingsplaat is 10<br />
De gemetselde wanden zijn 19 cm dik.<br />
De diepte van de put wordt bepaald door het peil van de rioleringsleidingen.<br />
Op de bodem van de put wordt een doorlopende halve buissectie van de hoofdleiding gelegd en omringd met een<br />
schuin geëffende betonlaag.<br />
Een put welke niet opgetrokken wordt tot het maaiveld wordt afgedekt met een gewapende betonplaat van 6 cm dikte.<br />
Een put opgetrokken tot het maaiveld wordt afgedekt met een berijdbare gietijzeren deksel (zie 06.05.30)<br />
De wederaanvullingen rond de put worden uitgevoerd met grond voortkomend van de uitgravingen<br />
Toepassing :<br />
Enkele gemetselde put: zie plannen en detailmeetstaat<br />
De gemetselde putten mogen vervangen worden door prefab putten van Dyka<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Forfaitaire Hoeveelheid (FH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : st volgens binnenafmeting.
Dossier: 64<br />
meetcode : De gegeven binnenafmetingen zijn de binnenmaten van de onbepleisterde put.<br />
In de eenheidsprijs zijn begrepen : de uitgravingen, het beton, het metselwerk, de bepleistering, de<br />
bestrijking en de wederaanvullingen.<br />
• De open buis / de ondergrondse afdekplaat is eveneens in de eenheidsprijs begrepen.<br />
• De deksel is ook in de eenheisprijs begrepen.<br />
06.04.40 Prefabgeulen met rooster<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
De prefabgeulen worden gevormd door een aaneenschakeling van afzonderlijke elementen en passtukken met roosters. De<br />
elementen worden voorzien van spie- en mofeind of van uitsparingen voor dichtingsstrippen.<br />
Uitvoering :<br />
De prefabgevel wordt aangezet op een fundering uit schraal beton alsvolgt samengesteld : 300 kg cement sterkteklasse 32,5,<br />
800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN B11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-<br />
103. Deze fundering steekt 10 cm uit op de wanden van de prefabgeul.<br />
Het samenvoegen van de prefabelementen gebeurt volgens de richtlijnen van de fabrikant met aangepaste middelen teneinde<br />
een waterdicht geheel te bekomen.<br />
De aansluiting op de riolering of putten gebeurt met speciaal voor dit doel geprefabriceerde elementen.<br />
De nodige grondwerken en het vervoer van de overtollige grond buiten de werf zijn inbegrepen.<br />
06.04.42 Prefabgeul uit polyesterbeton FH m<br />
Materiaal :<br />
Polyesterbeton bestaande uit kwarts en polyesterhars met volgende mechanische eigenschappen : druksterkte minstens 100<br />
N/mm2 treksterkte minstens 20 N/mm2 en chemisch bestendig. De prefabgeul beantwoordt aan dezelfde sterkteklasse als<br />
deze van het rooster.<br />
Binnensectie :<br />
100 mm breed en voorzien van uitgeholde bodem met verval.<br />
De nuttige lengte van de geulelementen is 1 m.<br />
De prefabgeul wordt afgedekt met een<br />
thermisch verzinkt sleuvenrooster beantwoordend aan de lastencategorie volgens DIN 19580 : klasse C : 250 kN<br />
De prefabgeul wordt bij elke uitlaat voorzien van een aangepaste zandvanger met hevel, rooster en rioolaansluiting : diameter<br />
100 mm.<br />
Uitvoering :<br />
De funderingslaag heeft een dikte van 15 cm. De prefabgeul wordt vlottend op de natte zetmortel geplaatst, er op lettend dat<br />
de voor- en achterkant van de goten zuiver blijven zodat een goede voegaansluiting bekomen wordt. De bovenzijde van het<br />
rooster ligt 3 à 5 mm lager dan het niveau van de aangrenzende bevloering.<br />
De zijkanten van de geul worden opgestort met een 10 / 15 cm brede beton laag over de volledige geulhoogte aangepast aan<br />
de aangrenzende bevloering. De samenstelling van het beton wordt door de aannemer bepaald, de karakteristieke weerstand<br />
R'wk bedraagt minstens 30 N/mm2 na 28 dagen. De bovenkant is vlak afgewerkt. De aannemer treft de nodige maatregelen<br />
om het indrukken en opdrijven van de geulen te beletten.<br />
Toepassing :<br />
Zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Forfaitaire Hoeveelheid (FH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m
Dossier: 65<br />
meetcode : Netto uit te voeren lengte met inbegrip van geulelementen, sleuvenrooster aansluiting op riolering en de<br />
nodige graaf en funderings/betonwerken<br />
06.04.50 Ontvangtoestellen.<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
Op de ontvangers voor het oppervlaktewater buiten het gebouw zijn de bepalingen van STS 35.12.1 van toepassing.<br />
Uitvoering :<br />
De ontvangers worden in de verharding ingewerkt op het gewenste peil en vastgezet met cementmortel van de categorie M2<br />
van NBN B 14-001 en heeft de volgende samenstelling : minstens 300 kg cement, sterkteklasse 32,5, per m³ droog zand (1<br />
deel cement voor 4 delen zand).<br />
volgnr.<br />
06.04.53 Buitenontvanger met klok. FH st<br />
Materiaal :<br />
De kloksterfput is vervaardigd uit<br />
gietijzer volgens NBN 830-01 of vormgietstaal volgens NBN A22-101 en beantwoordt aan de bepalingen van STS 35.12.12<br />
en DB 18.1 met een waterslot van minimum 60 mm. Buitenafmetingen 300 x 300 mm.<br />
Uitvoering :<br />
Het gietijzer wordt ontroest, geschilderd met een laag menieverf en afgeschilderd met 2 lagen verf op basis van alkydhars.<br />
De kleur is te bepalen door de ontwerper.<br />
Toepassing :<br />
zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Forfaitaire Hoeveelheid (FH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : stuk<br />
meetcode : netto uit te voeren hoeveelheid volgens aard en afmetingen.<br />
06.05.30 Berijdbare putdeksels.<br />
Algemeen :<br />
Omschrijving :<br />
Het betreft deksels met kaders op putten van allerlei aard, gelegen in zones waar een belasting van meer dan 15 kN mogelijk<br />
is.<br />
Materiaal :<br />
Het beton voor de omrandingen is als volgt samengesteld 350 kg cement van de sterkteklasse 42,5, 780 l rolgrind 4/28 en<br />
380 l zand voor beton.<br />
Uitvoering :<br />
Het kader of de omranding uit beton wordt in de verharding ingewerkt op het gewenste peil en vastgezet met cementmortel<br />
van de categorie M2 van NBN B 14-001 met volgende samenstelling: minstens 300 kg cement, sterkteklasse 32,5, per m³<br />
droog zand (1 deel cement voor 4 delen zand).
06.05.32 Rijwegdeksel uit gietijzer.<br />
Dossier: 66<br />
Materiaal :<br />
Het deksel en het kader beantwoorden aan NBN B54-101, sterkteklasse III, en is vervaardigd uit gietijzer volgens NBN 830-<br />
01 of uit vormgietstaal volgens NBN A22-101.<br />
Het rijwegdeksel moet weerstaan aan een belasting van 100 kN en wordt onbehandeld geleverd op de bouwplaats.<br />
Uitzicht : vol gewafeld.<br />
Minimum hoogte van het kader : 100 mm.<br />
Minimum buitenafmetingen van het kader : 600 x 600 mm.<br />
* Er worden in totaal 1 hefsleutel geleverd.<br />
Utvoering :<br />
Het kader wordt ingegoten in of vastgezet op een omranding uit licht gewapend beton.<br />
Deze omranding wordt zichtbaar in de bevloering geplaatst. Het gietijzer wordt ontroest, geschilderd met 1 laag menieverf<br />
en afgeschilderd met 2 lagen verf op basis van alkydhars. De kleur is te bepalen door de ontwerper.<br />
Toepassing :<br />
Zie detailmeetstaat: gemetselde put 06.04.11<br />
06.07.10 Regenputten<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
De regenputten beantwoorden aan STS 35.50.2 en 35.50.3.<br />
De put is bereikbaar voor toezicht en ruiming.<br />
Uitvoering :<br />
Alle werken worden uitgevoerd in het droge. Het verlagen van de grondwaterstand en het afvoeren van het oppervlaktewater<br />
zijn begrepen in dit artikel. Het peil van de bodem van de putten wordt bepaald zodanig dat de putten op hun maximale<br />
capaciteit functioneren. De aan- en afvoerleidingen worden waterdicht aangesloten op de put.<br />
De putten wordt aangezet op een funderingsplaat welke min. 10 cm rond de put uitsteekt. Er mag slechts overgegaan worden<br />
tot wederaanvulling nadat de afgewerkte put gekeurd is door het Bestuur. Na de uitvoering zullen de nodige maatregelen<br />
getroffen worden om het omhoogdrijven van de putten te voorkomen; daartoe worden zij desgevallend gevuld met drinkbaar<br />
water.<br />
Bij de voorlopige oplevering zullen de regenwaterputten volledig gekuist zijn.<br />
06.07.12 Regenput uit beton<br />
0mschrijving :<br />
De regenput bestaat uit één element<br />
Op de put wordt een mangat met binnenafmetingen 60 x 60 gemetseld.<br />
Materiaal :<br />
De put is uit gewapend beton. Het beton beantwoordt aan de voorschriften van Aflevering 4.1. de karakteristieke druksterkte<br />
bedraagt minstens 30 N/mm².<br />
Zijn nuttige inhoud is minstens +/-3200 liter.<br />
De regenwaterput is rechthoekig.<br />
Het mangat wordt gemetseld met volle baksteen volgens NBN B24-001 en index 02.11A van het T.B. 104.<br />
De metselmortel heeft volgende samenstelling : 300 kg cement met sterkteklasse 32,5 per m3 droog zand (1 deel cement<br />
voor 4 delen zand).<br />
De bepleisteringsmortel van het mangat wordt bereid met 400 kg cement met sterkteklasse 32,5 per m3 droog zand (1 deel<br />
cement voor 3 delen zand). Teneinde een waterdichte cementering te bekomen wordt aan het aanmaakwater een<br />
vochtwerend produkt toegevoegd dat de sterkteeigenschappen van de cementpleister niet aantast en vrij is van organische<br />
stoffen en oliën; het produkt wordt voorafgaandelijk aan de leidende ambtenaar voorgelegd.
Dossier: 67<br />
Uitvoering :<br />
De put wordt bestreken met 2 lagen vernis geactiveerd met steenkoolpek of bitumen (NBN B46-101) à rato van minimum<br />
200 g per m2 en per laag. Beide lagen verschillen van kleur.<br />
De gemetselde wanden van het mangat zijn 19 cm dik. Het mangat wordt aan de binnenzijde bepleisterd in meerdere lagen<br />
tot een dikte van 20 mm; de laatste laag wordt vlak geëffend en glad afgestreken; de hoeken zijn uitgerond. De muurvlakken<br />
in aanraking met de grond worden bepleisterd tot 10 mm dikte.<br />
Na voldoende verharding wordt de buitenbepleistering bestreken met 2 lagen vernis geactiveerd met steenkoolpek of<br />
bitumen (NBN B46-101) à rato van minimum 200 g per m2 en per laag; beide lagen verschillen van kleur.<br />
De wederaanvullingen rond de put worden uitgevoerd met grond voortkomend van de uitgravingen / te verdichten zand /<br />
gestabiliseerd zand.<br />
Toepassing :<br />
Zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Forfaitaire Hoeveelheid (FH)<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : st<br />
meetcode : plaatsing put met inbegrip van uitgrzvingen, aanvullingen en het mangat met deksel.<br />
06.08.10 Aansluiting op rioleringsstelsel.<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
De aansluiting wordt uitgevoerd met hulpstukken en bochtstukken uit hetzelfde materiaal als de aan te sluiten afvoerbuis.<br />
Uitvoering :<br />
Voor de uitvoering van de aansluiting zal de aannemer zich vergewissen van de ligging van de nutsleidingen.<br />
De aansluitopening heeft een gave doorsnede. Na de aansluiting mogen geen brokstukken achterblijven in de riolering<br />
06.08.12 Aansluiting op bestaande rioleringsstelsel. FH st<br />
Materiaal :<br />
De aansluiting gebeurt met een kort spruitstuk van dezelfde diameter als de aan te sluiten buis. Dit spruitstuk heeft een kraag<br />
zodat het niet in de riool kan schuiven.<br />
Uitvoering :<br />
De nieuwe rioleringsleidingen worden aangesloten op de bestaande rioileringsbuizen in de kelder. Er zijn twee punten<br />
waarop we aansluiten en dat zijn voor het regenwater in de kelder de oude regenwaterbuis aan de rand van het oude<br />
terras met de oude keuken en voor het vuil water de oude afvoeren van de voormalige wc nabij de traphal.<br />
Na uitvoering van de aansluiting en wederaanvulling of terug dichten van de gemaakte openingen worden de verhardingen<br />
in hun oorspronkelijke staat hersteld.<br />
Bij de rioleringsbuizen (06.01.14) zijn de buizen en hulpstukken geteld tot aan de achtergevel van de hoofdbouw<br />
Toepassing :<br />
Niet van toepassing tenzij bij gebrekkige doorstroming vanaf de eindonderbreker: zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Forfaitaire Hoeveelheid (FH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : stuk. Per aansluiting
Dossier: 68<br />
meetcode : Alle werkzaamheden nodig voor de aansluiting zijn hierin begrepen, zowel het kappen en dichten van<br />
openingen als de buizen met hulpstukken.<br />
Voor akkoord:<br />
Bouwheer Aannemer Architect<br />
Datum:<br />
Plaats: