november - home.euphonynet.be
november - home.euphonynet.be
november - home.euphonynet.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
www.desiervisoverpelt.<strong>be</strong><br />
Aqua<br />
Noord<br />
Limburg<br />
1972 - 2009<br />
Redactie, verantw. uitgever en verzendingsdienst :<br />
A.N.L. p/a Luc Schetz, Dorpsstraat 17/1, 3950 Bocholt<br />
http://www.aquanoordlimburg.<strong>be</strong><br />
België - Belgique<br />
P.B. - P.P.<br />
3950 BOCHOLT<br />
BC 30190<br />
Maandelijks tijdschrift voor<br />
aquarium-, terrarium- en<br />
vijverliefheb<strong>be</strong>rs<br />
Jaargang 36 nr. 11 - 2009<br />
Verschijnt niet in juli & augustus<br />
<strong>novem<strong>be</strong>r</strong><br />
Afgiftekantoor<br />
Bocholt<br />
P 702030
Wat bieden wij U :<br />
Aqua Noord-Limburg<br />
de vereniging voor alle<br />
aquarium-, terrariumen<br />
vijverliefheb<strong>be</strong>rs<br />
✔ Een eigen tijdschrift (jaarlijks 10 edities)<br />
✔ Het B.B.A.T.-tijdschrift Aquariumwereld<br />
Maandelijks interessante, leerrijke en educatieve<br />
bijeenkomsten zoals :<br />
✔ Debatavonden<br />
✔ Lezingen<br />
✔ Beginnersvergaderingen<br />
✔ Knutselvergaderingen voor doe-het-zelvers<br />
✔ Dialezingen en videovoordrachten<br />
✔ Verrassingsvergaderingen<br />
✔ Uitgebreide video- en diatheek<br />
✔ Maandelijks een gratis tombola<br />
✔ Een aquateam voor praktische bijstand<br />
✔ En vooral een gezellige vriendensfeer met veel plezier<br />
Daarbij ook nog :<br />
✔ Diverse uitstappen en trips<br />
✔ Excursies en <strong>be</strong>zoeken ”achter de schermen”<br />
Alle artikels mogen overgenomen worden mits vermelding van herkomst<br />
en auteur. Niets mag echter gewijzigd worden aan de inhoud zonder uitdrukkelijke<br />
toestemming van de auteur.<br />
Alle artikels en advertenties vallen onder de verantwoordelijkheid van de<br />
respectievelijke auteurs of adverteerders.<br />
Café<br />
’t Misverstandt<br />
Dirk Janssen<br />
Kraanstraat 10<br />
3900 Overpelt<br />
Tel. 011 66 44 59
Ledenvergadering donderdag 26 <strong>novem<strong>be</strong>r</strong> ’09<br />
Filmavond + opstellen programma 2010<br />
Tijdens deze vergadering zullen we verschillende films kunnen <strong>be</strong>kijken uit<br />
onze videotheek. Verder zal het programma voor volgend jaar <strong>be</strong>sproken<br />
worden.<br />
Je <strong>be</strong>nt zoals steeds welkom in ons lokaal<br />
zaal Holheide,<br />
Bremstraat 25 - Overpelt.<br />
De vergadering start om 20.00 uur.<br />
Tot dan,<br />
het <strong>be</strong>stuur
Aquarium<br />
De bodem<br />
internet<br />
De bodem van het aquarium is een niet te onderschatten deel wanneer men<br />
van plan is een rijkelijk <strong>be</strong>plant aquarium te installeren. Ook is het kiezen<br />
van de juiste bodem afhankelijk van de vissen die men wil gaan houden. In<br />
het eerste deel gaan we in op het afstemmen van de bodem met <strong>be</strong>trekking<br />
tot de <strong>be</strong>planting.<br />
Enkele richtlijnen waar onmiddellijk meet moet worden rekening gehouden:<br />
Gebruik NOOIT zand dat men vindt op een bouwplaats. Dit <strong>be</strong>vat meestal<br />
stoffen die niet thuishoren in het aquarium. Ook kan het zijn dat het soort<br />
substraat dat er in zit ervoor zorgt dat ons water te hard wordt. Kalkgesteente<br />
of marmerstof zijn zo enkele van die mogelijke stoffen.<br />
Hoe donkerder het substraat hoe <strong>be</strong>ter voor onze vissen. Een witte<br />
‘on<strong>be</strong>plante’ bodem zorgt voor meer stress bij onze vissen. Onze siervissen<br />
heb<strong>be</strong>n veel liever een donkere bodem onder hen dan een witte weerkaatsende.<br />
Wie van plan is bodem<strong>be</strong>woners te houden moet ervoor zorgen dat de bodem<br />
uit zeer fijn grind <strong>be</strong>staat (zand als deklaag is dan een goede keuze).<br />
Vissen die een zanderige bodem opprijs stellen zijn: Ancistrus dolichopterus,<br />
corydoras-soorten, dwergcichliden voor het uitgraven van hun nestplaats en<br />
jongen, botia’s, …<br />
Voor het gebruik ALTIJD het substraat goed UITWASSEN. Desnoods afkoken,<br />
zodat alles proper kan worden gebruikt. Zorg dat het meeste stof dat je hebt<br />
bij het plaatsen van substraat verwijderd is. Veelvuldig spoelen is aldus de<br />
boodschap!!<br />
Soorten substraat<br />
Er zijn verschillende soorten van substraat (kiezel, grind, zand, …) te koop<br />
in onze aquariumwinkels. Elk van deze substraten heb<strong>be</strong>n specifieke kenmerken<br />
(nadelen en voordelen).<br />
Grof substraat (grote kiezelgrootte): Dit is het soort substraat dat men <strong>be</strong>st<br />
als onderlaag gaat gebruiken. Reden hiervoor is dat waterplanten die wortels<br />
vormen zich daaraan gemakkelijk kunnen gaan hechten. Ook zorgt een<br />
grote kiezel ervoor dat de bodem minder snel gaat dichtslib<strong>be</strong>n wat de planten<br />
ook zeker ten goede komt. Het is immers zo dat een bodem zuiver <strong>be</strong>staande<br />
uit zand snel dicht slaagt en dat de waterplanten en meer <strong>be</strong>paalt<br />
de wortels ervan niet meer verder kunnen uitgroeien. Gevolg hiervan is dat<br />
de plant niet aan zijn nodige voeding komt en dat deze dus gaat verkommeren.<br />
Nadeel van deze hele grote kiezel is meestal dat wanneer men een<br />
fijnere deklaag gebruikt, na verloop van tijd de kleinere kiezel of het zand<br />
door de openingen van de grote kiezel valt waardoor de grotere kiezel van<br />
boven komt te liggen. Gebruik daarom nooit een hele grote kiezel als basis<br />
en een hele kleine kiezel (zand) als deklaag. Een ander nadeel kan zijn dat<br />
wanneer je van plan <strong>be</strong>nt veel bodem<strong>be</strong>woners te houden (algeneters,<br />
corydoras, botia’s) deze dieren zich vaak kunnen kwetsen aan te grove kiezels<br />
omdat deze dikwijls scherpe kantjes heb<strong>be</strong>n. Sommige cichliden houder<br />
ervan in de bodem te zoeken achter voedsel. Een grove kiezel als toplaag<br />
is hier dus niet aan te raden.<br />
Voor<strong>be</strong>eld van dit grof substraat is HS Humagran (keramische korrel dat<br />
zorgt voor de aanhechting van de plantenwortels<br />
Kiezel ( 3 – 6 mm): Deze kiezel is nog vrij groot maar is al veel kleiner dan<br />
het hierboven <strong>be</strong>sproken grove substraat. De <strong>be</strong>ste kleuren voor een zoetwater<br />
aquarium is bruin. Hoe donkerder men het substraat neemt hoe minder<br />
schichtig uw vissen zullen zijn. Ook bij dit substraat ervoor zorgen dat<br />
het niet te scherp is. Voor de meeste bodem<strong>be</strong>woners is dit soort van kiezel<br />
nog iets te groot om goed te kunnen grondelen. Houdt men alleen karperzalmen<br />
of vissen die zich in het midden van het aquarium ophouden kan<br />
men deze bodem zeker als deklaag gebruiken. Planten zullen ook mooie<br />
uitlopers kunnen vormen.<br />
Grind (1 – 2 mm): Dit is het soort grind dat juist nog iets groter is dan het
zand. Wie niet zo voor zand is maar toch een fijne zachte bodem wenst, kan<br />
dit grind gebruiken. Alle bodemvissen heb<strong>be</strong>n genoeg met deze grote. Het<br />
vormt een perfecte deklaag, vult alle leegte en open plaatsen goed op.<br />
Zand: Het zand is dikwijls zeer decoratief bij discusaquaria. Als nadeel kan<br />
direct gezegd worden dat na verloop van tijd het zand, dat als deklaag werd<br />
gebruik op groter substraat, snel tussen het grote substraat zal verdwijnen.<br />
Zeker als de laag niet dik genoeg werd gelegd. Wanneer men zand zuiver<br />
gebruikt <strong>be</strong>staat de kans dat de bodem na een jaar is dichtgeslibd en dat<br />
planten stoppen met groeien. Er treed dan als het ware bodemverrotting op.<br />
Wat men wel kan doen is <strong>be</strong>paalde plaatsen zo inrichten dat men een combinatie<br />
krijgt van verschillende deklagen. Daar waar geen planten staan kan<br />
men zand gebruiken daar waar wel planten komen te staan gebruikt men<br />
dan een ander soort van substraat. Dit substraat is zeergeliefd bij bodem<strong>be</strong>woners<br />
net als dwergcichliden.<br />
Voedingsbodem versus substraat<br />
Wie zichzelf niet instaat voelt om een zwaar <strong>be</strong>plant aquarium te onderhouden<br />
hoeft geen extra toevoegingen te doen aan zijn bodem. Wie daarentegen<br />
wel een zwaar <strong>be</strong>plant aquarium wenst moet na of zelfs tijdens het plaatsen<br />
van de basis (bv grove kiezel) een soort van voedingsbodem toevoegen.<br />
Deze voedingsbodem zorgt ervoor dat de planten rechtstreeks van een<br />
optimale voeding kunnen genieten zonder dat men onmiddellijk moet bijmesten<br />
met pilletjes. LET WEL OP, GEBRUIK GEEN TUINMESTSTOFFEN!!<br />
Soms hoor je wel eens van mensen die zelf een voedingsbodem heb<strong>be</strong>n<br />
samengesteld met potgrond of turf dat ze in een tuincentra heb<strong>be</strong>n gekocht.<br />
Groot is hun verbazing dat na een maand er een algenplaag heerst en dat<br />
de planten niet groeien. Er is speciale aquariumaarde in de winkel te koop.<br />
Volg de dossering die ze op de zak heb<strong>be</strong>n aangegeven. Wanneer je zak<br />
bijna leeg is kan je <strong>be</strong>st alles gebruiken want nadoseren is hier niet mogelijk.<br />
Na het toedienen van de aquariumaarde op de basislaag kan je het hele<br />
oppervlak afdekken met de gekozen deklaag, meestal een kleinere kiezel.<br />
Door dit te doen heb je ineens een goede basis voor een mooi planten<strong>be</strong>stand.<br />
Bodem versus vissen<br />
Zoals hierboven al reeds enkele malen is aangegeven kan je de bodem ook<br />
afstemmen op de vissen die je wilt houden. De meeste bodem<strong>be</strong>wonende<br />
vissen houden van een zachte fijne bodem. Een bodem met korrelgrootte 1<br />
– 2 mm is zeer goed. Wie kiest voor een zandige bodem zit zeker goed.<br />
Waarom is het nu zo <strong>be</strong>langrijk om een zachte en fijne korrelige bodem te<br />
heb<strong>be</strong>n? Wel, vissen zoals de corydoras zoeken van nature uit naar voedsel<br />
in op de bodem. Ze filteren als het ware het zand dat door hun kieuwen terug<br />
naar buiten wordt gestuwd. Een tweede punt is dat hun buikjes 90 % van de<br />
dag over de bodem sleept. Scherpe en hoekige steentjes kunnen verwonden.<br />
Ook de baardraden die deze vissen heb<strong>be</strong>n zijn gevoelig aan scherpe<br />
kantjes.<br />
Net als bodem<strong>be</strong>wonende vissen houden cichliden van een fijne bodem.<br />
Ook omdat ze daar zoeken naar voedsel door het zand ook weer te filter via<br />
de kieuwen. Zeker de Pelvicachromis taeniatus houdt zich overdag hier mee<br />
<strong>be</strong>zig. Een andere reden waarom dwergcichliden en cichliden in het algemeen<br />
houden van een zandige bodem is omdat ze vaak kuiltjes uitgraven<br />
om een hun jongen in te deponeren of eitjes in te leggen. Bij een te grove<br />
bodem zal hen dat niet lukken. Vaak zien ze dan ook af om tot kweken over<br />
te gaan.<br />
Bij baarzen kan het nuttig zijn om een grove bodem te gebruiken omdat ze<br />
vaak graven en zo de planten kunnen loswrikken. Maar zelf helpt de grofste<br />
bodem ook niet. Hier dient men dan andere methoden toe te passen om de<br />
planten te laten staan.<br />
Dikte van de bodem<br />
Voor een goed planten<strong>be</strong>stand mag je toch rekenen op een 10 cm bodem<br />
voor achteraan in het aquarium naar voren toe mag je bodem een 2 – 4 cm<br />
dik zijn. Hou hier bij de inrichting van je aquarium rekening mee. Op sommige<br />
plaatsen kan je met speciale effecten plaatsen heb<strong>be</strong>n waar je bodem<br />
misschien 20 cm hoog is en op andere plaatsen maar 1 cm. Denk eraan dat<br />
planten wel iets of wat van grond (substraat) nodig heb<strong>be</strong>n om hun wortels<br />
te laten groeien. Laat je bodem ook altijd wat naar voor toe afhellen. Zo zal<br />
het vuil naar voor toe te zien zijn en dus makkelijker te worden verwijderd<br />
mocht dit nodig zijn.<br />
Levensduur<br />
Een bodem houdt het ongeveer 4 jaar uit en dan heeft hij z’n <strong>be</strong>ste tijd wel<br />
gehad. Tenzij je natuurlijk gedurende die jaren je aquarium al wat veranderd<br />
hebt en je bodem al een paar keer hebt omgedraaid. Je kan dit zien doordat<br />
aan de voorzijde van het aquarium glas groene plekken ontstaan. Vaak treedt<br />
er na langere perioden verrotting op. Wanneer je met je vinger diep in de<br />
bodem duwt en je zit lucht<strong>be</strong>llen ontstaan dan is dit het teken dat in de bodem<br />
een gisting proces <strong>be</strong>zig is (= rotten van de bodem).<br />
Onderhoud<br />
Heb je veel planten staan dan hoeft je de bodem niet af te zuigen. Veel
mensen denken dat alle molm en zaken zo snel mogelijk van de bodem<br />
dienen te worden gezogen. Niks is minder waar. Wanneer je een dicht planten<strong>be</strong>stand<br />
hebt en je <strong>be</strong>zit een aantal slakjes meer<strong>be</strong>paald puntslakje, dan<br />
kan je die molm <strong>be</strong>ter laten voor wat hij is. Dit puntslakje leeft in de bodem<br />
en zorgt ervoor dat de molm die op de bodem ligt wordt ondergewerkt in het<br />
grind. Gevolg hiervan is dat je planten een extraatje aan voedingstoffen tot<br />
hun <strong>be</strong>schikking krijgen. Wat een mooi ecosysteem heeft de natuur toch<br />
uitgedokterd. Pro<strong>be</strong>er dit dan ook goed te handhaven.<br />
Is de molmophoping echter te groot dan dient er te worden ingegrepen en<br />
dus een deel hiervan te worden verwijderd (opgezogen).<br />
Vissen worden te groot<br />
Vaak hoort men vertellen van mensen<br />
dat hun vissen te groot worden voor het<br />
aquarium en dat ze daardoor de andere<br />
irriteren, aanvallen of zelf opeten. Het is<br />
niet alleen de te groot geworden vis,<br />
maar ook de mede<strong>be</strong>woners die er onder<br />
lijden. Zo’n situaties moet men ten<br />
allen tijden pro<strong>be</strong>ren te vermijden.<br />
Hoe kan men zulke stress voor vissen<br />
vermijden?<br />
Men kan zulke situaties vermijden door vooraf goed te informeren bij de<br />
handelaar, boeken, rondvragen enz. Koop niet te snel, kijk desnoods zelf in<br />
een boek dat je ter <strong>be</strong>schikking hebt in de aquariumzaak zelf. Onze siervissen<br />
<strong>be</strong>reiken in een aquarium meestal nooit hun volledige lengte, maar<br />
Vallisneria asiatica<br />
toch is informeren aan te raden.<br />
Hier volgen enkele vissen waarvan de mensen meestal verwachten dat ze<br />
kleiner blijven.<br />
Nederlandse naam Latijnsen naam max. grootte<br />
Haaibar<strong>be</strong>el Balantiocheilus melanopterus 35 cm<br />
/ Myxocyprinus asiaticus 65 cm<br />
Rode piranha Serrasalmus altus 30 cm<br />
Haaimeerval Pangasius hypophthalmus 32 cm<br />
Haaimeerval Pangasius sp. 60 cm<br />
Arowana Osteoglossum bicirrhosum 120 cm<br />
Zilverbladvis Monodactylus argenteus 25 cm<br />
Minihaai Arius seemani 30 cm<br />
Mesvissen (indische mesvis) Chitala ornata 100 cm<br />
/ Channa gachau 35 cm<br />
Zoengoerami Helostoma temminckii 30 cm<br />
/ Cyphotilapia frontosa 30 cm<br />
Rode oscar Astronotus ocellatus 30 cm<br />
/ Phractocephalus hemiliopterus 120 cm<br />
Sommige meervalsoorten / tot 40 cm<br />
Zijstreepbar<strong>be</strong>el Puntius lateristriga 18 cm<br />
Asokabar<strong>be</strong>el Puntius asoka 17 cm<br />
Dit zijn maar enkele voor<strong>be</strong>elden. De<br />
regels bij de aankoop van sommige vissen<br />
is INFORMEER eer je tot de AAN-<br />
KOOP overgaat!!<br />
Anubias barteri<br />
Wanneer je toch al met het probleem<br />
kampt kan je misschien vragen aan een<br />
aquariumzaak of ze het te groot geworden<br />
exemplaar willen overnemen. Ga ook eens te rade bij aquariumclubs.<br />
Biedt dit geen oplossing dat zit er niks anders op dan een groter aquarium<br />
aan te schaffen.<br />
Verzorging en kweek van Pelvicachromis taeniatus<br />
‘Nigeriagreen’<br />
Pelviachromis subocellatus en aanverwante<br />
Tekst: W. H. Bijker<br />
Wie kent ze niet, de familie van de kersenbuiken en nauwe verwanten? Velen<br />
van ons heb<strong>be</strong>n ze al eens gehouden en misschien ook wel gekweekt.<br />
Vaak is daar niet eens zoveel voor nodig, omdat de omstandigheden die<br />
deze vissen eisen om zich voort te planten niet zo hoog gegrepen zijn. Een<br />
klein aquarium vanaf 50 cm lengte is vaak al voldoende, normaal leidingwater,<br />
wat schuilplaatsen in de vorm van wat gestapelde stenen, bloempotjes<br />
e.d. en eventueel wat summiere <strong>be</strong>planting en u kunt vooruit.<br />
Ik <strong>be</strong>n van mening, dat de temperatuur wel wat hoger mag liggen dan de<br />
vaak aangegeven 23° tot 25° Celsius. Twee à drie graden hoger <strong>be</strong>vordert
de <strong>be</strong>reidheid tot afzetten vaak wel en <strong>be</strong>nadert de natuurlijke omstandigheden<br />
veel <strong>be</strong>ter. Zeker in combinatie met een wekelijkse waterverversing van<br />
eenderde tot de helft. Als u aan kweken denkt, dan is het wel zaak om de<br />
waterwaarden zo constant mogelijk te houden, dus ook een binnenfilter mag<br />
in een kleiner bakje niet ontbreken. De temperatuur, waarin u deze vissen<br />
houdt, mag <strong>be</strong>st wat hoger liggen. Als u gemiddeld 26° Celsius aanhoudt<br />
dan zit u goed. Alhoewel sommige Pelvicachromis-soorten zich bij waterwaarden<br />
van 7 tot 10 dH en een pH van rond de 7 <strong>be</strong>st lekker zullen voelen<br />
en zelfs voort zullen planten, is een iets lagere dH en pH aan<strong>be</strong>velenswaardig.<br />
Bij deze waterwaarden zal het een en ander met de voortplanting veel<br />
soepeler verlopen. Helaas blijkt, dat vele auteurs dingen van elkaar overnemen,<br />
zonder echte kennis van zaken te heb<strong>be</strong>n of zich wat verder in de<br />
des<strong>be</strong>treffende soort verdiept te heb<strong>be</strong>n. Jammer... Deze zaken zijn in wat<br />
recentere lectuur <strong>be</strong>st terug te vinden. Met name die geschreven is door<br />
reislustige aquaristen, die vaak ter plekke zijn geweest.<br />
Pelvicachromis<br />
Deze visfamilie was vroeger <strong>be</strong>kend onder de naam Pelmatochromis naast<br />
het nog steeds <strong>be</strong>staande geslacht Nanochromis. Sinds de revisie van het<br />
geslacht door de Belgische drs. Thys Vandenoudenaerde in 1967 heet het<br />
dus nu Pelvicachromis. Af en toe kom je de oude naam nog wel eens tegen<br />
in combinatie met bijvoor<strong>be</strong>eld 'Kri<strong>be</strong>nsis' voor P. pulcher. Pelmatochromis<br />
<strong>be</strong>staat dus niet meer en is in de volgende soorten onderverdeeld:<br />
Pelvicachromis (vijf soorten met hun diverse variëteiten), Parananochromis<br />
(drie soorten), Thysochromis (twee soorten), Anomalochromis (één soort),<br />
Chromidotilapia (acht soorten) en Limbochromis (twee soorten). Verder vermeld<br />
ik dan nog het geslacht Nanochromis (acht soorten), omdat die nauw<br />
verwant zijn. Afgezien van Thysochromis en Chromidotilapia zijn al deze<br />
soorten tot de dwergcichliden te rekenen en zijn ze ook bijna zonder uitzondering<br />
in een gezelschapsaquarium te houden. De meestal mooier gekleurde<br />
vrouwtjes worden vaak niet groter dan acht cm, de mannetjes ongeveer tien<br />
cm. Het grootteverschil zit hem in het feit, dat de meeste van deze soorten<br />
holenbroeders zijn en het vrouwtje voornamelijk <strong>be</strong>last is met de directe broedzorg<br />
en dus door de ingang van het broedhol moet kunnen. De kleuren van<br />
de vrouwtjes zijn soms werkelijk fantastisch, met name in de buikstreek, die<br />
qua kleur kan variëren van lichtroze tot paars of metallicgroen tot metallicblauw<br />
(hoezo kersenbuik?).<br />
Tijdens de balts wordt deze felgekleurde buikpartij aan het mannetje gepresenteerd<br />
onder het trillen van het lichaam, dat in een u-vorm getrokken wordt;<br />
buik naar voren. Verder licht bij de dames in de rugvin een brede zone op,<br />
die metallicgeel, goud- of zilverkleurig kan zijn, al naargelang de soort. Dan<br />
verkleurt de achterste lichaamshelft bij de balts naar paarsblauw tot zwart.<br />
Bij P. subocellatus verkleurt de voorste lichaamshelft net zo, even afgezien<br />
van de onderste helft van het kieuwdeksel, dat goudgeel is. Ze worden niet<br />
voor niets vaak de koraalvissen van het zoete water genoemd, alhoewel ik<br />
vind dat dit ook voor vele andere zoetwatervissen opgaat.<br />
Al met al dus hele leuke en interessante vissen die voor zowel <strong>be</strong>ginners als<br />
meer ervaren liefheb<strong>be</strong>rs vele mooie uren voor het aquarium <strong>be</strong>loven. Het<br />
kan dus <strong>be</strong>st een wat kleiner bakje zijn, maar toch is een wat groter aquarium<br />
natuurlijk <strong>be</strong>ter. Een Afrika-aquarium speciaal voor deze vissen in combinatie<br />
met bijvoor<strong>be</strong>eld wat Afrikaanse killyvissen en wat Afrikaanse<br />
bar<strong>be</strong>eltjes. Als voor<strong>be</strong>eld een muilbroeder<br />
uit de Chromidotilapia-groep,<br />
een holenbroeder uit de Pelvicachromisof<br />
Nanochromis-groep en als opensubstraatbroeder<br />
Anomalochromis<br />
thomasi. Dit geheel weer aangevuld met<br />
Afrikaanse planten en de nodige schuilplaatsen<br />
en u hebt een mooi geheel.<br />
Uiteraard moet de bak wel zo groot zijn,<br />
dat de diverse cichlidensoorten hun eigen<br />
territorium kunnen afbakenen. Uit<br />
mijn ervaring weet ik, dat wanneer er geen legsel of jongen verdedigd worden<br />
alle vissen lekker door elkaar zwemmen. Al is er altijd wel sprake van<br />
een zekere onderlinge rangorde. U kunt natuurlijk net als ik de diverse soorten<br />
per stel in eigen bakken houden met wat levendbarenden als gezelschap.<br />
Die zorgen ervoor, dat de wat schuwe dwergcichliden zich wat meer<br />
vertonen, verdelgen algen en maken zich dus ook nog nuttig.Ikzelf gebruik<br />
hiervoor guppy's (Lebistus reticutatus), die aardig aanjongen en mij al een<br />
hele guppenstam opgeleverd heb<strong>be</strong>n.<br />
Na deze algemene informatie kom ik dan aan bij de kweek van Pelvicachromis<br />
taeniatus 'Nigeriagreen' en Pelvicachromis subocellatus. Toen ik omstreeks<br />
septem<strong>be</strong>r 2002 de aquariumhobby weer oppakte, <strong>be</strong>sloot ik weer te <strong>be</strong>ginnen<br />
met cichliden. Die heb<strong>be</strong>n nu eenmaal mijn grootste <strong>be</strong>langstelling, met<br />
name de dwergcichliden. Mijn eerste bakje was 50 x 30 x 30 cm, waarin ik<br />
na enig gezoek een stel kersenbuiken (Pelvicachromis pulcher) onderbracht.<br />
Op de een of andere manier wilde het met deze vissen met de kweek niet zo<br />
lukken, ook niet na uitwisselen van verschillende vrouwtjes. Ik kreeg maar
geen stelletje bij elkaar dat wilde klikken en zo ja, dan vraten ze steeds het<br />
legsel na een dag of drie op. Dan deed het nogal kieskeurige mannetje de<br />
rest door zijn eventuele partner uit te moorden, wat tegen de verhouding bij<br />
deze soorten is. Niet zo'n succesvolle start met kweken dus. Toen ik dan ook<br />
in de gelegenheid kwam om deze vissen voor Pelvicachromis subocellatus<br />
om te wisselen hoefde ik mij niet te <strong>be</strong>denken.<br />
Ten eerste had ik deze soort nog nooit gehouden en nagekweekt en het gaf<br />
mij de gelegenheid om het met vissen te pro<strong>be</strong>ren, die iets meer van de<br />
verzorger eisen. Deze vissen vond ik bij de lokale handel, maar bleken uiteindelijk<br />
bij een liefheb<strong>be</strong>r, die ik ken, vandaan te komen, die deze soort al<br />
nakweekte. Daar kwam ik pas achter toen ik wat aquariumliteratuur bij hem<br />
ophaalde en in de gelegenheid was om zijn Afrikabak te <strong>be</strong>kijken. Ook bij dit<br />
stelletje wilde het niet zo vlotten en ik haalde een extra vrouwtje op. Dit dier<br />
gedroeg zich aanvankelijk ook als een vrouwtje en <strong>be</strong>gon samen met het<br />
mannetje bloempotjes uit te graven. Het gekke was echter, dat dit dier niet<br />
eenmaal de zo karakteristieke baltskleuren van het vrouwtje vertoonde. Het<br />
bleek dus ook een mannetje te zijn! Dit mannetje samengebracht met het<br />
vrouwtje en wonder boven wonder klikte het nu wel. Het eerste mannetje<br />
ging in ruil voor het tweede terug. Langzaam maar zeker <strong>be</strong>gon dit stel elkaar<br />
steeds <strong>be</strong>ter te verdragen en tegen elkaar te baltsen. Het initiatief lag<br />
hierbij bijna altijd bij het vrouwtje in haar mooiste kleuren. De twee bloempotjes<br />
werden <strong>be</strong>ide tegelijk in een <strong>be</strong>hoorlijk tempo uitgegraven. U moet<br />
zich daar niet bij voorstellen, dat de hele bak overhoop ligt, maar dat alleen<br />
het broedhol uitgespit wordt en dat dit grind in de directe omgeving weer<br />
wordt uitgespuwd. Omdat ik tijdens deze voor<strong>be</strong>reidingen de bakken moest<br />
verplaatsen in verband met een opknap<strong>be</strong>urt thuis, gaf ik niet zoveel aandacht<br />
aan deze vissen.<br />
Mijn aandacht lag meer bij de bak ernaast, waar Pelvicachromis taeniatus<br />
net een week een nestje had. Tot mijn verbazing echter gingen de<br />
subocellatussen na de verplaatsing gewoon door met het spitwerk alsof er<br />
niets ge<strong>be</strong>urd was. Voor deze verhuizing moest ik toch echt 90% van de<br />
waterinhoud verwijderen, anders werd de bak te zwaar om te tillen en dan<br />
praat ik nog niet over eventuele lekkage. In de daaropvolgende dagen bleef<br />
het vrouwtje voortdurend heen en weer zwemmen tussen de twee bloempotjes,<br />
die links en rechts voor in de bak stonden. Ik dacht dat het vrouwtje<br />
nog <strong>be</strong>zig was met het uitgraven. Een kleine week na de verplaatsing zie ik<br />
uit de verte de <strong>be</strong>ide ouderdieren boven een 'wolkje' zwemmen, vlak achter<br />
de voorruit. Als ik bij de bak kom, zie ik tot mijn verrassing een schooltje van<br />
ongeveer 50 jongen. Beide ouderdieren <strong>be</strong>waken de jongen zeer fanatiek<br />
en leiden de jongen voornamelijk in de buurt van de bodem door de bak. Af<br />
en toe leiden ze de jongen echter ook in wat hogere waterlagen, wat ze dan<br />
in conflict met de drie guppen brengt. De gupman mist na een paar dagen al<br />
een paar happen uit zijn staartvin, dus die vang ik dan maar uit en plaats<br />
hem in een eigen bakje om weer te herstellen. Tot overmaat van ramp <strong>be</strong>sluit<br />
een van de twee gupvrouwen, net twee dagen na het vrijzwemmen van<br />
de jonge subocellatus een nest jongen te werpen.<br />
Dit zorgt in het <strong>be</strong>gin bij de ouderdieren voor nogal wat verwarring, omdat de<br />
jonge gupjes natuurlijk niet op hun lichaamstaal reageren. Die <strong>be</strong>staat voornamelijk<br />
uit het schudden van het lichaam, waarop de jongen naar de bodem<br />
zakken en daar roerloos blijven liggen, totdat weer het sein veilig gegeven<br />
is door middel van het laten zakken van de borstvinnen. Na een paar<br />
dagen zien de ouderdieren het verschil en verjagen de jonge guppen. Ik heb<br />
niet kunnen constateren, dat ze opgegeten werden. Daar- entegen doen de<br />
gupvrouwen volgens mij zich af en toe wel te goed aan een afgedwaald<br />
kersenbuikje, daar die in een nogal los schoolverband rondgeleid worden.<br />
Nu ik dit schrijf, zijn er nog een stuk of twintig over die het ongetwijfeld wel<br />
zullen redden. Bij het eerste 'vrijzwemmen' waren ze ongeveer drie mm, nu<br />
na twee weken vijf à zes mm. Ik voer ze met Tetraminbaby en Artemianaupliën,<br />
die ze graag nemen, wat te zien is aan hun oranje buikjes. Gelukkig had ik<br />
de pekelkreeftjes al in de kweek voor de andere nestjes jonge vis. Ze zijn<br />
echter vrij moeilijk gericht te voeren in een ingerichte bak, dus ik vang de<br />
jongen er na een paar weken uit en plaats ze dan in een eigen bakje. De<br />
temperatuur tijdens de kweek was 26° à 27° Celsius, de GH en KH 8 en de<br />
pH 7.<br />
Rest mij nog te vertellen dat de wekelijkse waterverversing van 50% niet in<br />
goede aarde viel bij de ouderdieren, die kort daarna de grootste ruzie kregen,<br />
waardoor het mannetje de jongen twee dagen alleen rondleidde. Daarna<br />
werd er weer vrede gesticht en de <strong>be</strong>waking weer gezamenlijk gedaan.<br />
Zoals u uit het verhaal al kon opmaken, hadden Pelvicachromis taeniatus<br />
ook al voor nageslacht gezorgd. Die zaten in een bakje van 60 x 30 x 30 cm,<br />
samen met drie gupmannen en twee Ancistrus dolichopterus, die als<br />
vuilopruimers en algenverdelgers fungeerden. Intussen had ik links en rechts<br />
weer wat aquariums opgescharreld en ik heb er op het moment alweer vijftien.<br />
Pure noodzaak eigenlijk, omdat ik naast drie nesten jonge cichliden ook<br />
nog vier generaties jonge guppen heb.<br />
Door mijn hernieuwde enthousiasme had ik al diverse soorten dwergcichliden<br />
aangeschaft en daardoor kwam er van kweken natuurlijk niets terecht. Uiteindelijk<br />
<strong>be</strong>n ik weer gaan selecteren, zodat ik alleen Pelvicachromis<br />
subocellatus en Pelvicachromis taeniatus 'Nigeriagreen' overhield.<br />
Toen ik deze vissen nog samen had met mijn variëteit, papte het vrouwtje
Pseudoxiphophorus<br />
bimaculatus<br />
Verzekeringen<br />
Tonny Van Otterdijk n.v.<br />
Ven 10<br />
3930 Hamont-Achel<br />
Tel. 011 64 19 95<br />
tvonv@hotmail.com<br />
Betaalbare<br />
Kwaliteitsmeu<strong>be</strong>len<br />
• Salons<br />
• Eetkamers<br />
• Slaapkamers<br />
• Seniorkamers<br />
• Slaapkomfort<br />
• Relaxen<br />
DORPSSTRAAT 188<br />
3900 OVERPELT<br />
Tel. 011 64 17 80<br />
Fax 011 66 62 54<br />
Louis en Anne-Mie Dirkx-Fuchs<br />
ANL’S VERGADERLOKAAL<br />
WOENSDAG GESLOTEN<br />
Bremstraat 25 - 3900 Overpelt Tel. 011 64 38 24<br />
BISTRO<br />
Corridor<br />
Lekkere koffie, ’n frisse pint,<br />
allerlei gerechten uit eigen keuken en heerlijk Mövenpick-ijs<br />
’t zou straf zijn, als ge bij Corry en Jaak uw goesting niet vindt.<br />
Rodenrijt 123, 3930 Achel-Statie<br />
Tel. 011 806 222<br />
Fietsroutenetwerk knooppunt 218<br />
Donderdag gesloten.
INTERNE AGENDA 2009<br />
Do 15 januari Discussieavond + <strong>be</strong>spreking <strong>be</strong>stuurszaken<br />
Do 29 januari Clubuitstap Oud Dommelhof<br />
Do 12 februari Discussieavond + <strong>be</strong>spreking <strong>be</strong>stuurszaken<br />
Do 26 februari Rondetafelgesprek<br />
Do 12 maart Discussieavond + <strong>be</strong>spreking <strong>be</strong>stuurszaken<br />
Do 26 maart Bespreking Limburgse Huiskeuring 2008<br />
Do 9 april Discussieavond + <strong>be</strong>spreking <strong>be</strong>stuurszaken<br />
Do 30 april Vijvers<br />
Do 14 mei Discussieavond + <strong>be</strong>spreking <strong>be</strong>stuurszaken<br />
Do 28 mei Planten<br />
Do 11 juni Discussieavond + <strong>be</strong>spreking <strong>be</strong>stuurszaken<br />
Do 25 juni Filmavond<br />
juli/augustus vakantie<br />
Do 10 septem<strong>be</strong>r Discussieavond + <strong>be</strong>spreking <strong>be</strong>stuurszaken<br />
Do 24 septem<strong>be</strong>r Levendbarende / voer<br />
Do 8 okto<strong>be</strong>r Discussieavond + <strong>be</strong>spreking <strong>be</strong>stuurszaken<br />
Do 29 okto<strong>be</strong>r Rondetafelgesprek<br />
Do 12 <strong>novem<strong>be</strong>r</strong> Discussieavond + <strong>be</strong>spreking <strong>be</strong>stuurszaken<br />
Do 26 <strong>novem<strong>be</strong>r</strong> Filmavond + programma 2010<br />
Do 17 decem<strong>be</strong>r Discussieavond + <strong>be</strong>spreking <strong>be</strong>stuurszaken<br />
Foto’s uit de oude doos (Jos Hou<strong>be</strong>n)<br />
(Vervolg aquariumartikel)<br />
van de red aan met het mannetje van de green. Dit resulteerde een paar<br />
keer in een legsel, maar daar kwam door verstoring gelukkig niets van terecht.<br />
Het heeft geen zin om deze kruisingen van lokale rassen op de markt<br />
te brengen, want dan gaan de specifieke kenmerken natuurlijk verloren. Het<br />
heeft nog wel enige overredingskracht van het originele vrouwtje gekost om<br />
het bij<strong>be</strong>horende mannetje te verleiden. Het bakje <strong>be</strong>gon ook steeds <strong>be</strong>ter<br />
te draaien en de planten deden het dan ook prima. Het bakje is verder ingericht<br />
met twee stukjes kienhout, wat lavasteen en twee bloempotjes. Na wat<br />
mislukte pogingen met de bloempotjes voorin, heb ik ze naar achteren verplaatst<br />
en dat bleek succes te heb<strong>be</strong>n. Rechts achterin werd het bloempotje<br />
uitgespit en er ontstond een klein<br />
bultje voor de ingang. Het leek wel<br />
wat op zo'n bouwvakkerstentje,<br />
dat je wel eens op straat ziet met<br />
een hoop zand ervoor. De opening<br />
van dit potje was zo klein, dat<br />
ik helaas niet naar binnen kon<br />
schijnen met een zaklampje om<br />
te controleren hoe de zaken ervoor<br />
stonden. Bovendien zat het<br />
vrouwtje bijna voortdurend in de<br />
ingangsopening. Ze komt er alleen af en toe uit om wat te eten op te scharrelen<br />
en het mannetje <strong>be</strong>waakt dan de ingang. Hij verblijft overigens de meeste<br />
tijd voor de ingang, ook als het vrouwtje wel aanwezig is. Bij eerdere legsels,<br />
waar ik wel in de bloempot kon kijken, zag ik dat de eitjes barnsteenkleurig<br />
waren, terwijl de meesten van gele eitjes spreken. Holenbroedende vissen<br />
heb<strong>be</strong>n meestal ook vrij opvallend gekleurde eitjes, omdat die tenslotte goed<br />
<strong>be</strong>schut zijn.<br />
Naarmate de tijd vordert, komt het vrouwtje wat meer uit de bloempot en<br />
moet het mannetje er soms aan de vinnen bijtrekken om hem op zijn echtelijke<br />
taken te wijzen. Op 9 januari zit het vrouwtje voortdurend in de bloempot,<br />
op 22 januari zwemt ze dan eindelijk met de jongen rond, dertien dagen<br />
later dus. Ook hier zijn de waterwaarden hetzelfde als bij P. subocellatus. De<br />
voedering <strong>be</strong>gin ik direct, want de dooierzak is al opgeteerd. Dat wijt ik aan<br />
het vrij late vrij zwemmen, wat normaal al zo'n zeven tot acht dagen na de<br />
eiafzetting is. Daar ik nog geen pekelkreeftjes klaar had, <strong>be</strong>gin ik de voedering<br />
met Liquifry no. 1 en Tetraminbaby. De jongen zijn net als de meeste jonge<br />
cichliden licht gekleurd met donkere spikkeltjes, wat een goede camouflage<br />
oplevert. De jongen worden in een veel strakker schoolverband rondgeleid
dan de jongen van subocellatus en ook op een veel kleiner oppervlak. Na<br />
een kleine twee weken zuig ik de jongen af, omdat ik ook deze bak moet<br />
verplaatsen en bang <strong>be</strong>n, dat de ouders door de verstoring de jongen zullen<br />
opeten. Het blijken er uiteindelijk 24 te zijn, die in een apart bakje opgefokt<br />
worden en na een maand zo'n zeven mm groot zijn en al de zo karakteristieke<br />
lengtestreeptekening vertonen.<br />
Het uitvangen viel trouwens nog niet mee, omdat ze zelfs op zwart basaltsplit<br />
nauwelijks te zien zijn en bij het naderen van de afzuigslang uit elkaar<br />
stuiven. Overigens is de lichaamstaal hetzelfde als bij de andere kersenbuiksoorten.<br />
Het opfokbakje draaide al een week en werd bij het overzetten<br />
van de jongen aangevuld met water uit de bak waarin ze geboren waren.<br />
Het liefste laat ik de jongen minimaal drie weken bij de ouders in verband<br />
met de inprenting van het broedgedrag, zodat de jongen later ook goede<br />
ouders kunnen zijn. Zowel de ouderdieren als de jongen zijn na de scheiding<br />
verstoord, de moeder zocht nog lang naar haar verdwenen jongen, de jongen<br />
misten in het <strong>be</strong>gin de ouderlijke leiding. Bij de jongen plaats ik daarom<br />
wat jonge gupjes ter geruststelling, wat gelukkig ook helpt. Net zoals bij al<br />
mijn jonge vis ververs ik elke tweede dag de helft van het water, wat goed<br />
verdragen wordt.<br />
Intussen zit het vrouwtje alweer vijf dagen in de bloempot en er zal dus wel<br />
gauw weer een nestje verschijnen. Van deze vissen wil ik nog even een<br />
kleur<strong>be</strong>schrijving geven, daar die niet bij een breed publiek <strong>be</strong>kend is. Het<br />
vrouwtje heeft ongeveer dezelfde kleuren als van de normale kersenbuik.<br />
Dat wil zeggen: twee donkere lengtestrepen op een lichte ondergrond. Eén<br />
over het midden van de rug, gescheiden door de rugvin, en één over het<br />
midden van het lichaam vanaf de <strong>be</strong>k tot in het <strong>be</strong>gin van de staartvin. Alleen<br />
is de basiskleur wat witter dan bij de pulcher. De met een rode rand afgebiesde<br />
rugvin heeft verder een brede metallicgele zone en in het achterste kleurloze<br />
gedeelte kunnen zwarte oogvlekken aanwezig zijn. De kop heeft een<br />
gele bovenlip, die wel wat aan een snor doet denken. De onderlip is zwart,<br />
net als de keel. De onderste helft van het kieuwdeksel Brachypelmais Albopilosa ook felgeel. De<br />
buikzone is bij deze variëteit paarsrood, omringd door glanzende, groene<br />
schub<strong>be</strong>n, terwijl de achterste lichaamshelft bijna zwart kleurt. De vrouwtjes<br />
van de Nigeriaanse variëteiten van P. taeniatus zijn vrij slank van vorm in<br />
vergelijking met pulcher en subocellatus. De lengte van mijn dier is zes cm.<br />
De basiskleur van het mannetje is bruingroen met een nettekening door zwart<br />
omrande schub<strong>be</strong>n. Hij kan echter ook de lengtestreeptekening vertonen.<br />
De tekening op de kop valt op door groen iriserende kleuren. Op het oog en<br />
achter het kieuwdeksel zijn metallicgroene kleuren te zien en ook op de bovenlip.<br />
De aarsvin is voornamelijk paars van kleur, zwart afgebiesd. Net als<br />
het lichaam is de rugvin bruingroen, alleen wat doorzichtiger, afgebiesd met<br />
een zwarte, gele en rode rand, van buiten naar binnen. In de spits toelopende<br />
lob zitten dan nog wat bruine spikkels. De staartvin is qua kleur in<br />
twee lob<strong>be</strong>n verdeeld en is achteraan afgerond. De bovenste lob loopt wat<br />
langer uit en <strong>be</strong>zit een varia<strong>be</strong>l aantal eivormige zwarte oogvlekken, in geel<br />
inge<strong>be</strong>d. Onderaan is hij bruin gespikkeld, afgebiesd met een gele, bruine<br />
en zwarte rand. Het mannetje is bij mij nu ongeveer negen cm. De Nigeriaanse<br />
stammen zijn wat slanker dan die uit Kameroen, zoals de Nanochromissoorten.<br />
Misschien volgen hier ook nog wat naamsveranderingen. Al met al<br />
<strong>be</strong>treft het hier dus vissen die qua kleur, mede door de verschillende<br />
variëteiten, veel te bieden heb<strong>be</strong>n. Subocellatus heeft weer een comeback<br />
gemaakt en verdient dat ook, een prachtige vis! Als u eens een bakje vrij<br />
hebt, denkt u dan eens aan deze vissen.<br />
Terrarium Internet<br />
Phyllium<br />
siccifolium<br />
(vrouw)<br />
Langstaarthagedisje / Takydromus Sexlineatus<br />
Herkenning .<br />
Een lang slank hagedisje (36/40 cm)<br />
met een ± 30 cm lange staart en ± 6 cm<br />
lang lichaam. Het lichaam is donkerbruin/olijfgroen<br />
gekleurd met <strong>be</strong>ige<br />
lengtestrepen.<br />
.<br />
Verspreidingsgebied !<br />
Zij leven oorspronkelijk in warme, zonnige graslanden en in open bossen<br />
van Zuidoost Azië.<br />
.<br />
Huisvesting !
Houd deze dieren in een groep van 4<br />
tot 8 dieren en geef ze een terrarium<br />
van tenminste 100x40x40 cm. Op de<br />
bodem neemt men zand, bosgrond of<br />
<strong>be</strong>ukensnippers. Plaats ook wat klimgelegenheden,<br />
<strong>be</strong>staande uit takken of<br />
een stenen achterwand. De opvulling van de bak met wat planten (gras,<br />
struikjes, droge rietbossen) of levende planten <strong>be</strong>staan.<br />
.<br />
Voeding ! Zij eten veel kleine insecten (vliegjes en sprinkhaantjes).<br />
Anolis Equestris/Ridder-anolis<br />
Nederlandse naam : Ridder-anolis<br />
Grootte : tot 48 cm<br />
Herkomst : Noord-Amerika<br />
Levenswijze : Boom<strong>be</strong>woner<br />
Wetgeving : Geen<br />
Terrarium inrichting, verlichting en<br />
verwarming:<br />
Voor twee jonge dieren is minimaal<br />
een terrarium van 70x40x40 cm of<br />
40 x 35 x 70 cm nodig. In de natuur komen deze dieren voornamelijk voor in<br />
licht vochtige gebieden (bossen). Het terrarium dient overeenkomstig de biotoop<br />
ingericht te worden met wat takken en een bodem<strong>be</strong>dekking die het<br />
vocht langere tijd vasthoudt. Ideaal hiervoor zijn schors snippers (Repti Bark).<br />
Verdere aankleding van het terrarium kan <strong>be</strong>staan uit diverse plastic planten.<br />
Uiteraard mag een drinkbakje niet ontbreken (Repti Rock Waterdish).<br />
Het water dient minimaal drie maal per week ververst te worden. Om de<br />
luchtvochtigheid in het terrarium op peil te houden kunt u het <strong>be</strong>ste om de<br />
dag even licht sproeien met Bio Mist. Voor de verlichting en verwarming<br />
komt een Repti Basking Spot Lamp in aanmerking. Het wattage van de lamp<br />
is natuurlijk afhankelijk van de grootte van het terrarium. Als aanvulling is het<br />
aan te <strong>be</strong>velen een TL te gebruiken die ultraviolet licht uitstraalt als vervanging<br />
van het zonlicht in de natuur (Reptisun 5.0). Uit ervaring is gebleken dat<br />
bij het gebruik van dit licht de kleuren van de dieren <strong>be</strong>ter tot uiting komen en<br />
zowel eet- als paargedrag gestimuleerd wordt. Beide lichtbronnen mogen<br />
12 tot 14 uur per dag branden. Eventuele bijverwarming, voor de nacht of<br />
tijdens de winter, kan in de vorm van een porseleinen warmtestraler (Ceramic<br />
Heat Emitter), een rode spotlamp (Infrared Heat Lamp), een warmtesteen<br />
(Repticare Rock Heater) of warmtemat (Vivarium Heat Mat).<br />
Geslachtsonderscheid:<br />
Mannen heb<strong>be</strong>n een dikkere staartwortel maar zijn verder moeilijk van de<br />
vrouwen te onderscheiden omdat ook de vrouwen een <strong>be</strong>hoorlijke keelwam<br />
heb<strong>be</strong>n.<br />
Voedsel: Twee keer per week dienen de dieren gevoerd te worden met grote<br />
krekels en/of sprinkhanen. Als richtlijn kunnen per keer per dier 10 krekels<br />
gegeven worden. Door een bakje met moriowormen in het terrarium te plaatsen<br />
heb<strong>be</strong>n de dieren ook tussen de voeder<strong>be</strong>urten wat te eten. Het is raadzaam<br />
om een bakje met Cricket Formula op de bodem van het terrarium te<br />
leggen zodat eventueel niet direct opgegeten krekels iets te eten heb<strong>be</strong>n en<br />
niet 's-nachts aan de hagedissen gaan knagen.<br />
Vitamines:<br />
Aangezien vitamines en kalk essentieel zijn voor de gezondheid van uw<br />
dieren is het noodzakelijk om bij iedere voeder<strong>be</strong>urt de insekten te<br />
<strong>be</strong>poederen met een vitamine- en calcium preparaat (Reptivite en Microstick<br />
Calcium Powder). Het makkelijkst gaat dit door de krekels vanuit het plastic<br />
verpakkingsdoosje over te zetten in een plastic zakje en daar dan het poeder<br />
aan toe te voegen. Vervolgens even schudden zodat het poeder aan de<br />
insekten kan hechten en dan het zakje leeg strooien in het terrarium. Wanneer<br />
niet voldoende kalk of D3 toegediend of opgenomen wordt kunnen er<br />
diverse gebreken op gaan treden zoals verweking van de botten. Vitamine<br />
in de vorm van een AD3-vloeistof kan aan het drinkwater worden toegevoegd.<br />
Temperatuur:<br />
Gemeten in de koudste hoek van het terrarium, dus zo ver mogelijk van de<br />
warmtebron vandaan, moet de temperatuur overdag ongeveer 24 to 26 graden<br />
<strong>be</strong>dragen. De temperatuur onder de warmtelamp mag tot ongeveer 35<br />
graden oplopen. 's-Nachts mag de algemene temperatuur niet onder de 18<br />
graden zakken.<br />
Combinatie:<br />
De dieren zijn goed samen te houden met Ameiva Chaitmanni (Chaitmanns<br />
Ameiva), Sceloporus Malachiticus (Smaragdstekelleguaan), Gekko Vittatus<br />
(Gestreepte Gekko) en Pachydactylus Bibroni (Bibrons Dikvingergekko).
Mabuya Quinquetaeniata/Vijfstreepskink<br />
Nederlandse naam : Vijfstreepskink<br />
Grootte : 20 tot 30 cm<br />
Herkomst : Oost Afrika<br />
Levenswijze : Bodem<strong>be</strong>woner<br />
Wetgeving : Geen<br />
Terrarium inrichting, verlichting en verwarming:<br />
Voor twee tot vier dieren is minimaal een<br />
terrarium van 60x30x40 cm nodig. In de<br />
natuur komen deze dieren voornamelijk<br />
voor in droge gebieden (woestijn).<br />
Het terrarium dient overeenkomstig de<br />
biotoop ingericht te worden met stukken<br />
steen (flagstones of zwerfkeien),<br />
gezandstraald hout (Premium<br />
Sandblasted Grapevine) en een schuilplaats<br />
in de vorm van een Cozy Cave<br />
of Habba Hut. Ook al gaat het hier om woestijn<strong>be</strong>woners, toch mag een<br />
drinkbak niet ontbreken (Repti Rock Waterdish). Als bodem<strong>be</strong>dekking kunnen<br />
we rood of wit zand gebruiken (Repti Sand). Voor de verlichting en verwarming<br />
komt een Repti Basking Spot Lamp in aanmerking. Het wattage<br />
van de lamp is afhankelijk van de grootte van het terrarium. Als aanvulling is<br />
het aan te <strong>be</strong>velen een TL te gebruiken die ultraviolet licht uitstraalt (Reptisun<br />
5.0). Het UV licht van deze lamp compenseert het gebrek aan natuurlijk<br />
zonlicht. Uit ervaring is gebleken dat bij het gebruik van dit licht de kleuren<br />
van de dieren <strong>be</strong>ter tot uiting komen en zowel het eet- als paargedrag gestimuleerd<br />
wordt. Beide lichtbronnen mogen 12 tot 14 uur per dag branden.<br />
Om aan de grote warmte<strong>be</strong>hoefte van deze woestijn<strong>be</strong>woners te voldoen<br />
kunnen we ook nog een warmtesteen (Repti Care Rock Heater) of<br />
verwarmingsmat (Vivarium Heat Mat) in het terrarium plaatsen. Als aanvullende<br />
warmtebron (voor 's-nachts of in de winter) kan een porseleinen<br />
verwarmingslamp (Ceramic Heat Emitter) of rode warmtespot (Infrared Heat<br />
Lamp) gebruikt worden.<br />
Geslachtsonderscheid:<br />
Mannen heb<strong>be</strong>n een gele staart en vrouwtjes een blauwe.<br />
Voedsel:<br />
Twee tot drie keer per week dienen de dieren gevoerd te worden met grote<br />
krekels en/of sprinkhanen. Als richtlijn kunnen per keer per dier 10 krekels<br />
gegeven worden. Door een bakje met buffalowormen in het terrarium te plaatsen<br />
heb<strong>be</strong>n de dieren ook tussen de voeder<strong>be</strong>urten wat te eten. Het is raadzaam<br />
om een bakje met Cricket Formula op de bodem van het terrarium te<br />
plaatsen zodat eventueel niet direct opgegeten krekels iets te eten heb<strong>be</strong>n<br />
en niet 's-nachts aan de hagedissen gaan knagen.<br />
Vitamines:<br />
Aangezien vitamines en kalk essentieel<br />
zijn voor de gezondheid van uw dieren<br />
is het noodzakelijk om bij iedere voeder<strong>be</strong>urt<br />
de insekten te <strong>be</strong>poederen met<br />
een vitamine- en calciumpreparaat<br />
(Reptivite en Microstick Calcium<br />
Powder). Het makkelijkst gaat dit door<br />
de krekels vanuit het verpakkingsdoosje<br />
over te zetten in een plastic zakje en<br />
daar dan het poeder aan toe te voegen.<br />
Vervolgens even schudden zodat het<br />
poeder aan de insekten kan hechten en dan het zakje leeg strooien in het<br />
terrarium. Wanneer niet voldoende kalk en vitamine D3 toegediend of opgenomen<br />
wordt kunnen er diverse gebreken op gaan treden zoals verweking<br />
van de botten.Vitamine in de vorm van een AD3-vloeistof kan aan het drinkwater<br />
worden toegevoegd.<br />
Temperatuur:<br />
Gemeten in de koudste hoek van het<br />
terrarium, dus zo ver mogelijk van de<br />
warmtebron vandaan, moet de temperatuur<br />
overdag ongeveer 26 tot 28 graden<br />
<strong>be</strong>dragen. De temperatuur onder de<br />
warmtelamp mag tot ongeveer 40 graden<br />
oplopen. 's-Nachts mag de algemene<br />
temperatuur niet onder de 18 graden<br />
zakken.<br />
Combinatie:<br />
De dieren zijn goed samen te houden<br />
met Agama aculeata (Tanzaniaanse<br />
agaam), Agama flavimaculata (Gele<br />
agaam), Eumeces schneideri (Ber<strong>be</strong>rskink)<br />
en Tarentola annularis (Grote<br />
muurgekko).
Vijverpraatje<br />
internet<br />
Fonteinkruid, een uitstekende zuurstofplant<br />
Fonteinkruid is een van de basisplanten van de<br />
vijver omdat het zo’n goede zuurstofleverancier is.<br />
Wij leggen uit in welk habitat deze plant gedijt en<br />
welke soorten er zoal zijn.<br />
Goede zuurstofplant<br />
Fonteinkruid (Potamogeton) is een waterplant met<br />
bladeren op of net onder het wateroppervlak. Boven<br />
het water steken alleen maar kleine, geelgroene<br />
à -bruine aren uit, waaraan van juni tot<br />
septem<strong>be</strong>r bloemetjes groeien. Op het wateroppervlak<br />
drijft dan geel stuifmeel.<br />
Fonteinkruid is haast onmisbaar in de vijver, want<br />
het is een ideale zuurstofleverancier. Denk echter<br />
niet: hoe meer, hoe <strong>be</strong>ter. Deze planten kunnen<br />
namelijk woekeren.<br />
Habitat van fonteinkruid<br />
Enerzijds gedijt fonteinkruid het <strong>be</strong>st in de zon of<br />
deels in de schaduw, anderszijds houdt de plant<br />
niet van tewarm water. Dat <strong>be</strong>tekent dat deze<br />
zuurstofplant niet geschikt is voor ondiepe vijvers die sterk opwarmen in de<br />
zomer.<br />
Normaal gezien moeten de bladeren er frisgroen uit zien. Hoe sterker de<br />
zon, hoe fletser en bruiner de bladeren worden. Hoe meer schaduw, hoe<br />
donkerder de bladeren zijn.<br />
Wat de watercondities <strong>be</strong>treft, naast niet te warm water, geeft fonteinkruid<br />
de voorkeur aan helder water, waar <strong>be</strong>st wat stroming in zit. De bladeren<br />
wuiven dan mooi. Het watermilieu mag zuur of lichtzuur zijn. Zorg voor vrij<br />
hard en dus kalkrijk water met wat ijzer in. Als het vijverwater te veel stikstof<br />
<strong>be</strong>vat, kan de plant afsterven.<br />
Fonteinkruid aanplanten<br />
Plant fonteinkruid op een diepte tussen 30 en 100 centimeters. Het is dus<br />
erg geschikt voor (middel)grote vijvers.<br />
Om woekeren tegen te gaan, plant je fonteinkruid <strong>be</strong>st in vijvermandjes gevuld<br />
met gewone vijverlava of -potgrond. Je kan meerdere plantjes in een<br />
groot vijvermandje planten of kleinere mandjes gebruiken waar je telkens<br />
één plant in zet. Voor <strong>be</strong>ide manieren geldt dat de afstand tussen twee planten<br />
fonteinkruid 15 centimeter <strong>be</strong>draagt.<br />
Winterharde zuurstofplant<br />
Je hoeft je geen zorgen te maken over de koude wintermaanden, want deze<br />
plant is winterhard tot een temperatuur van -20°. De plant vormt een wortelstok<br />
en winterknoppen van waaruit hij in de lente terug <strong>be</strong>gint te schieten.<br />
Soorten fonteinkruid<br />
Zoals bij heel wat vijverplanten, is er keuze binnen het geslacht van het<br />
fonteinkruid. Er zijn verschillende soorten, waarvan we jullie de <strong>be</strong>kendste<br />
voorstellen. We vermelden ook of ze afwijken van het algemene habitat van<br />
fonteinkruid dat we hierboven <strong>be</strong>schreven heb<strong>be</strong>n.<br />
Drijvend fonteinkruid (Potamogeton natans)<br />
Zoals de naam al aangeeft, drijft dit soort op het wateroppervlak. De 12<br />
centimeter lange bladeren met lengtenerven zijn ovaal en stoten water af<br />
dankzij een wasachtig laagje. In het voorjaar zijn ze roodbruin van kleur.<br />
Afwijkingen? Geef dit fonteinkruid een plaats in de zon. Dit is een erg woekerende<br />
soort: plant hem enkel in manden en nooit in volle grond.<br />
Gekruld of gekroesd fonteinkruid (Potamogeton crispus)<br />
Deze variant groeit onder water met verschillende vertakkingen van bloem-
stengels. De bladeren zijn gegolfd en langwerpig; de lichtgroene hoofdnerf<br />
steekt af tegen het verder donkergroene blad. De bloemetjes bloeien boven<br />
het water uit, maar vallen niet echt op.<br />
Afwijkingen? Plaats deze variant niet in de zon, maar in halfschaduw. Dit<br />
soort ziet er met zijn wuivende bladeren heel mooi uit in licht stromend water.<br />
Alleen wil hij enkel bloeien in stilstaand water.<br />
Glanzig of glanzend fonteinkruid (Potamogeton lucens)<br />
Dit fonteinkruid vormt 15 centimeter glimmende, lange bladeren met duidelijk<br />
zichtbare nerven en gave, gegolfde randen. De meeste liggen in het water,<br />
alleen de bovenste bladeren <strong>be</strong>reiken het wateroppervlak. Het duurt misschien<br />
even voordat glanzend fonteinkruid goed aan de groei is, maar dan<br />
mag je wel zeker zijn dat je een vijverplant hebt die ontzettend veel zuurstof<br />
produceert.<br />
Afwijkingen? Deze plantjes plaats je <strong>be</strong>st 30 centimeter uit elkaar en plaats<br />
hem zo diep mogelijk in de vijver, omdat hij het water boven zich filtert.<br />
Minder <strong>be</strong>kende soorten zijn:<br />
Kamfonteinkruid (Potamogeton pectinatus)<br />
Doorgroeid fonteinkruid (Potamogeton perfoliatus)<br />
Dichtbladig fonteinkruid (Potamogeton densus)<br />
Langstelig fonteinkruid (Potamogeton praelongus)<br />
Rossig fonteinkruid (Potamogeton alpinus)<br />
Stomp fonteinkruid (Potamogeton obtusifolius)<br />
Krab<strong>be</strong>nscheer, een stekelige vijverplant<br />
Hou je van cactussen of planten zoals aloë vera? Dan is krab<strong>be</strong>nscheer een<br />
leuke aanvulling voor je vijver.<br />
Opvallende bladeren<br />
Met een <strong>be</strong>etje ver<strong>be</strong>elding lijkt het of er ananassen in het water liggen waarbij<br />
alleen de groene kroonbladeren deels boven water uitkomen...<br />
Krab<strong>be</strong>nscheer (Stratiotes aloides) vormt een bladrozet met smalle, stekelige<br />
bladeren. In het Grieks <strong>be</strong>tekent stratiotes ‘soldaat’: deze <strong>be</strong>naming verwijst<br />
naar de doornig getande, zwaardvormige bladeren.<br />
Habitat van krab<strong>be</strong>nscheer<br />
In de natuur tref je krab<strong>be</strong>nscheer aan in sloten, moerassen en veenplassen.<br />
Hij vormt er zelfs laagveen, omdat het een verlandingsplant is.<br />
Krab<strong>be</strong>nscheer is een van de slachtoffers van milieuvervuiling, want hij heeft<br />
een uitgesproken voorkeur voor zuiver en niet te voedselrijk water. Als<br />
krab<strong>be</strong>nscheer het naar zijn zin heeft, kan hij zich erg snel vermeerderen via<br />
uitlopers. Sommige plassen groeien zo volledig dicht met krab<strong>be</strong>nscheer.<br />
Wortelen of drijven?<br />
De vijverplant kan zowel in de bodem wortelen, als drijvend groeien. De<br />
maximumdiepte <strong>be</strong>draagt 60<br />
centimeter.<br />
De plant wordt zo’n 15 à 40 centimeter<br />
hoog en dit deels onder<br />
water. Jonge planten liggen<br />
meestal wat dieper in het water.<br />
Tegen de tijd dat de zomer aanbreekt,<br />
steken de bladeren half<br />
uit het water.<br />
Krab<strong>be</strong>nscheer in bloei<br />
Van mei tot juli staat krab<strong>be</strong>nscheer<br />
in bloei. Witte bloemen<br />
komen dan boven het watervlak uit piepen. Men maakt een onderscheid<br />
tussen mannelijke en vrouwelijke bloemen, die samen in de roze bloemschede<br />
zitten.<br />
Functionele drijver<br />
De plant heeft een <strong>be</strong>langrijke invloed op de waterkwaliteit van zijn leefmilieu:<br />
hij levert zuurstof en neemt voedingsstoffen op uit het water.<br />
Krab<strong>be</strong>nscheer in de vijver<br />
Geef krab<strong>be</strong>nscheer een plaats in de zon of in halfschaduw. Het watermilieu<br />
is bij voorkeur zuur of licht zuur.<br />
Je hoeft geen schrik te heb<strong>be</strong>n dat krab<strong>be</strong>nscheer zal woekeren in je vijver.<br />
Als er te veel stekelige planten in liggen naar je zin, dan kan je ze er trouwens<br />
gemakkelijk uithalen met een schepnet.<br />
Winterhard<br />
In de herfst sterft krab<strong>be</strong>nscheer af en zakt naar de bodem. Hij is winterhard<br />
en zal in het voorjaar terug opduiken dankzij winterknopen of jonge uitlopers.
LIMBEURS 2010<br />
Een organisatie<br />
van<br />
BBAT-LIMBURG<br />
EERSTE ZONDAG JULI 2010<br />
RUILEN - KOPEN - VERKOPEN VAN<br />
VISSEN, PLANTEN, TERRARIUMDIEREN EN<br />
MATERIALEN<br />
VOOR AQUARIUM, TERRARIUM EN TUIN-<br />
VIJVER<br />
INSTITUUT DON BOSCO<br />
Don Boscostraat<br />
Houthalen-Helchteren (België)<br />
van 10.00 tot 16.00 uur<br />
INFO<br />
e-mail: info@lim<strong>be</strong>urs.<strong>be</strong><br />
www.lim<strong>be</strong>urs.<strong>be</strong><br />
Tel. +32 (0)11 27 10 80<br />
Organisatie B.B.A.T. Limburg<br />
Het <strong>be</strong>stuur<br />
Secretaris - Penningmeester<br />
Marc Mentens, Korte Vrenenstraat 3, 3900 Overpelt<br />
Tel. 011 66 71 87 GSM 0485 46 02 87 marc.mentens@virusfree.<strong>be</strong><br />
Redacteur<br />
Luc Schetz, Dorpsstraat 17/1, 3950 Bocholt<br />
Tel. 089 46 28 78 GSM 0477 45 48 26 luc.schetz@<strong>euphonynet</strong>.<strong>be</strong><br />
Raadslid<br />
Jaak Van Bree, Thomas Watsonlaan 99, 3930 Hamont-Achel<br />
Tel. 011 64 17 90 jaak.vanbree@virusfree.<strong>be</strong><br />
Raadslid<br />
Rob Buntinx, Bosstraat 14, 3930 Hamont-Achel<br />
Tel. 011 62 19 61 GSM 0476 52 79 06<br />
Raadslid<br />
Rob Slenders, Achel-Statie 22, 3930 Hamont-Achel<br />
GSM 0479 64 89 77 rob.slenders@pandora.<strong>be</strong><br />
Erevoorzitter<br />
Willy Dilissen<br />
Rekeningnummer A.N.L. 001-3284041-85<br />
http://www.aquanoordlimburg.<strong>be</strong>