Was de eerste middeleeuwse monnik een vrouw? - Groniek
Was de eerste middeleeuwse monnik een vrouw? - Groniek
Was de eerste middeleeuwse monnik een vrouw? - Groniek
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
64<br />
Diem<br />
teksten is niet willekeurig; er zijn talrijke manuscri pten met <strong>een</strong> <strong>de</strong>rgelijke<br />
collectie bewaard gebleven of in mid<strong>de</strong>leeuwse bibliotheekcatalogi<br />
beschreven.<br />
Als onze <strong>monnik</strong> nu in <strong>de</strong>ze teksten zou duiken, zou hem waarschijnlijk<br />
heel gauw opvallen dat <strong>de</strong> beschrijvingen van het vroegste kloosterlijke<br />
leven eigenlijk nauwelijks iets te maken hebben met zijn eigen leefwereld<br />
vijf eeuwen later. Hij zou lezen over <strong>monnik</strong>en die elkaar pogen te<br />
overtreffen in ascetische topprestaties, in vasten, onafgebroken gebed en<br />
totale minachting van het lichaam, wier heiligheid <strong>een</strong> uur in <strong>de</strong> wind<br />
stonk omdat zij zich nooit wasten en hun kleren droegen totdat ze in<br />
stukken van hun lichamen vielen. Hij zou <strong>de</strong> indruk krijgen dat <strong>de</strong> vroegste<br />
monastieke auteur <strong>een</strong> obsessie had<strong>de</strong>n met seks en in alle <strong>de</strong>tails moesten<br />
beschrijven hoe <strong>de</strong> woestijnva<strong>de</strong>rs hun hele leven tegen hun seksuele<br />
begeerte moesten vechten of worstel<strong>de</strong>n met symptomen van hun<br />
onoverwonnen seksualiteit zoals nachtelijke zaadlozingen of spontane<br />
erecties. De wereld die in <strong>de</strong>ze teksten beschreven staat, was vol met<br />
bedreigen<strong>de</strong> <strong>de</strong>monen in alle mogelijke verschijningsvormen maar bij<br />
voorkeur in <strong>de</strong> gedaanten van aantrekkelijke <strong>vrouw</strong>en die rond <strong>de</strong> arme<br />
woestijn<strong>monnik</strong>en h<strong>een</strong> dansten. Het monastieke bestaan was <strong>een</strong> bestaan<br />
van vlucht - voor <strong>de</strong> stad, <strong>de</strong> civilisatie, <strong>vrouw</strong>en - en <strong>een</strong> bestaan van<br />
voortduren<strong>de</strong> ascetische strijd. Het was nauwelijks georganiseerd ofbepaald<br />
door <strong>een</strong> geschreven leefregel. Gem<strong>een</strong>schappelijk monastiek leven bestond<br />
wel, maar vooral omdat <strong>de</strong> ascetische strijd gemakkelijker in we<strong>de</strong>rzijdse<br />
bescherming te voeren was dan in <strong>een</strong>zaamheid. Het vorm<strong>de</strong> g<strong>een</strong> waar<strong>de</strong><br />
op zich.<br />
An<strong>de</strong>rzijds zou onze <strong>monnik</strong> <strong>een</strong> aantal centrale en voor hem volkomen<br />
vanzelfspreken<strong>de</strong> aspecten van zijn eigen kloosterlijk bestaan helemaal<br />
niet terugvin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> vroegste monastieke teksten. Het gezamenlijke<br />
kloosterlijke gebed, het opus Dei, dat het ritme van zijn leven dag in dag uit<br />
bepaal<strong>de</strong> en tot aan zijn dood zou bepalen, speelt er nauwelijks <strong>een</strong> rol.<br />
Terwijl woestijn<strong>monnik</strong>en hun uiterste best <strong>de</strong><strong>de</strong>n om <strong>een</strong> perifeer bestaan<br />
te lei<strong>de</strong>n, zo ver mogelijk weg van stad en beschaving, was onze <strong>monnik</strong>,<br />
juist als trotse <strong>monnik</strong> in Fulda, zich er heel erg van bewust, dat hij in het<br />
centrum van <strong>de</strong> Karolingische wereld leef<strong>de</strong>. In politiek opzicht, want het<br />
koninklijke klooster Fulda was <strong>een</strong> van <strong>de</strong> steunpilaren van <strong>de</strong> macht van<br />
<strong>de</strong> Karolingers, in economisch en administratiefopzicht, want het klooster<br />
was zeker <strong>een</strong> van <strong>de</strong> rijkste grondbezitters en daarmee ook <strong>een</strong><br />
administratiefcentrum, en ook in <strong>een</strong> 'hiernamaals-economisch' opzicht,
Ontstaan van het westerse kloosterwezen<br />
Hct kloostcr van Sint Simcon,<strong>de</strong> pilaarheilige, ofascetische superslar. Gebouwd in <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> eeuw. Uil:<br />
R. Fossier ed., The illlls/rated his/ory of/he Middle Ages. I: 350-950 (Cambridge 1998) 312-313.<br />
want het gebed dat op <strong>de</strong> heilige plaats van het klooster door <strong>de</strong> <strong>monnik</strong>en<br />
werd uitgevoerd, werd geacht niet all<strong>een</strong> het zielenheil maar ook het aardse<br />
geluk van <strong>een</strong>ie<strong>de</strong>r te waarborgen die giften offamiliele<strong>de</strong>n aan het klooster<br />
gaf. De politieke stabiliteit van het hele Rijk berustte in hoge mate op <strong>de</strong><br />
geïnstitutionaliseer<strong>de</strong> heiligheid van het klooster en <strong>de</strong> door <strong>de</strong> <strong>monnik</strong>en<br />
aldaar gelever<strong>de</strong> gebedsprestatie.<br />
Met grote waarschijnlijkheid werd onze <strong>monnik</strong> door zijn (a<strong>de</strong>llijke)<br />
ou<strong>de</strong>rs op <strong>een</strong> leeftijd van zes jaar als <strong>een</strong> soort collectieve investering in<br />
het zielenheil van <strong>de</strong> familie als puer oblatus aan het klooster geschonken.<br />
Ook <strong>de</strong>ze praktijk van monastieke rekrutering zou hij in die ou<strong>de</strong> teksten<br />
helemaal niet terugvin<strong>de</strong>n. Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> scholing die hij zelf<br />
geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>eerste</strong> jaren van zijn kloosterlijk bestaan heeft doorlopen.<br />
Samen met zijn me<strong>de</strong>-oblaatjes heeft hij niet all<strong>een</strong> geleerd om te lezen en<br />
te schrijven, maar hij heeft ook naast <strong>de</strong> Bijbel en <strong>de</strong> kerkva<strong>de</strong>rs juist die<br />
Latijnse klassieken bestu<strong>de</strong>erd, die door <strong>de</strong> <strong>monnik</strong>enva<strong>de</strong>rs telkens weer<br />
65
66<br />
Diem<br />
verdoemd wer<strong>de</strong>n. 2<br />
Onze <strong>monnik</strong> zou waarschijnlijk tot <strong>de</strong> conclusie komen dat ondanks<br />
alle verheven retoriek over het voorbeeldig bestaan van <strong>de</strong> sancti patres<br />
(heilige va<strong>de</strong>rs) het kloosterwezen van zijn tijd nauwelijks in <strong>de</strong> traditie<br />
van <strong>de</strong> woestijnva<strong>de</strong>rs wortelt.<br />
Het klooster als unisex-experiment<br />
Maar waar kwam het mid<strong>de</strong>leeuwse klooster dan vandaan? Dit artikel zal<br />
twee aspecten van <strong>de</strong> ontstaansgeschie<strong>de</strong>nis van het klooster als institutie<br />
belichten: ten <strong>eerste</strong> zal aangetoond wor<strong>de</strong>n dat het mid<strong>de</strong>leeuwse klooster<br />
uitein<strong>de</strong>lijk veel meer in <strong>de</strong> traditie van <strong>vrouw</strong>elijke monastieke<br />
gem<strong>een</strong>schappen stond dan in <strong>de</strong> traditie van het laat-antieke<br />
woestijn<strong>monnik</strong>endom. Metaforisch gesproken: iemand als Paula (t 404),<br />
<strong>een</strong> a<strong>de</strong>llijke dame die in het kielzog van <strong>de</strong> kerkva<strong>de</strong>r Hiëronimus <strong>een</strong><br />
aantal kloosters stichtte, zou veel eer<strong>de</strong>r kunnen claimen <strong>de</strong> <strong>eerste</strong><br />
'mid<strong>de</strong>leeuwse' <strong>monnik</strong> te zijn dan <strong>de</strong> '<strong>eerste</strong> woestijnrnonnik' Paulus <strong>de</strong><br />
Heremiet, wiens levensbeschrijving door Hiëronimus in vrijwel ie<strong>de</strong>re<br />
Vita Patrum-collectie te vin<strong>de</strong>n is.<br />
Het twee<strong>de</strong> aspect is nauw met het <strong>eerste</strong> verbon<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> hele geschie<strong>de</strong>nis<br />
van het ontstaan van hetWesterse kloosterwezen in <strong>de</strong> vroege mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
kan beschouwd wor<strong>de</strong>n als <strong>een</strong> permanent sociaal experiment met het<br />
doel <strong>een</strong> perfecte oftenminste nagenoeg perfecte gesloten gem<strong>een</strong>schap te<br />
organiseren en haar voortbestaan te waarborgen. Ontwikkelingen in dit<br />
experimentele proces wer<strong>de</strong>n bepaald door veran<strong>de</strong>ringen in <strong>de</strong> externe<br />
omstandighe<strong>de</strong>n maar ook in <strong>de</strong> noties van 'perfectie' en haalbaarheid. Een<br />
van <strong>de</strong> meest fascineren<strong>de</strong> aspecten van dit sociale experiment is dat zowel<br />
het experiment zelf als ook het resultaat, namelijk het mid<strong>de</strong>leeuwse<br />
klooster, in principe niet gen<strong>de</strong>r-specifiek is. In <strong>een</strong> perio<strong>de</strong> waarin <strong>de</strong><br />
functies, <strong>de</strong> status en <strong>de</strong> rolpatronen van <strong>vrouw</strong>en en mannen muurvast<br />
lagen en hemelsbreed verschil<strong>de</strong>n, ontstond er <strong>een</strong> institutie die principieel<br />
g<strong>een</strong> verschil maakte tussen <strong>vrouw</strong>en en mannen, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> eisen aan hen<br />
2 Een uitstekend overzicht over <strong>de</strong> functie van het klooster in <strong>de</strong> Karolingische<br />
wereld geeft Mayke <strong>de</strong> Jong, 'Carolingian Monasticism: the Power of Prayer', in<br />
Rosamond McKitterick ed., The New Cambridge Medieval History, vol. 2<br />
(Cambridge 1995),622-653 en 995-1002. Voor <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> oblatie<br />
(maar ook het vroege kloosterwezen in het algem<strong>een</strong>), zie i<strong>de</strong>m, In Samuel's Image.<br />
Chi/d Ob/a/ion in /he Early Medieval West (Lei<strong>de</strong>n, New York en Keulen 1996).
Ontstaan van het westerse kloosterwezen<br />
stel<strong>de</strong>, hen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> functies toewees en aan hun werk <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> waar<strong>de</strong><br />
verl<strong>een</strong><strong>de</strong>. De enige voorwaar<strong>de</strong> voor zowel <strong>vrouw</strong>en- als mannengem<strong>een</strong>schappen<br />
was <strong>de</strong> strikte scheiding van <strong>de</strong> seksen. Uitgerekend <strong>de</strong><br />
kerk, die al si nds haar vroegste geschie<strong>de</strong>nis alle posities van macht en<br />
toegang tot het sacrale voor mannen reserveer<strong>de</strong>, ontwikkel<strong>de</strong> nu <strong>een</strong><br />
machtige instelJing die <strong>vrouw</strong>en en mannen principieel <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> rechten<br />
verl<strong>een</strong><strong>de</strong>.<br />
Dit neemt natuurlijk niet weg dat er wel <strong>de</strong>gelijk verschillen tussen<br />
<strong>vrouw</strong>en- en mannenkloosters beston<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>ze verschillen wer<strong>de</strong>n in<br />
<strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd groter: all<strong>een</strong> mannen kon<strong>de</strong>n tot priester gewijd wor<strong>de</strong>n<br />
en <strong>de</strong> mis lezen en op <strong>een</strong> gegeven moment wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meeste <strong>monnik</strong>en<br />
in<strong>de</strong>rdaad tot priesters gewijd. Nonnen bleven op die manier altijd afhankelijk<br />
van externe priesters die voor hen <strong>de</strong> mis lazen en <strong>de</strong> sacramenten<br />
bedien<strong>de</strong>n. 3 Behalve dit had<strong>de</strong>n <strong>monnik</strong>en altijd meer contacten met <strong>de</strong><br />
buitenwereld dan nonnen. Reizen<strong>de</strong> <strong>monnik</strong>en waren gewoon, reizen<strong>de</strong><br />
nonnen <strong>een</strong> hoge uitzon<strong>de</strong>ring. De over<strong>een</strong>komsten waren <strong>de</strong>salniettemin<br />
altijd groter dan <strong>de</strong> verschillen. Door <strong>de</strong> hele mid<strong>de</strong>leeuwen h<strong>een</strong> was er<br />
altijd sprake van één kloosterwezen waarin <strong>vrouw</strong>en- en mannengem<strong>een</strong>schappen<br />
elkaar gemakkelijk we<strong>de</strong>rzijds kon<strong>de</strong>n beïnvloe<strong>de</strong>n.<br />
Caesarius van Arles en het begin van het Westerse<br />
monastieke experiment<br />
Aan het begin van het mid<strong>de</strong>leeuwse kloosterwezen staat <strong>een</strong> syn these van<br />
verschillen<strong>de</strong> tradities van christelijk ascetisch en monastiek leven. Een<br />
sleutelrol hierin speel<strong>de</strong> bisschop Caesarius van Arles (t 542). Caesarius<br />
leef<strong>de</strong> in <strong>een</strong> perio<strong>de</strong> waarin <strong>de</strong> volksverhuizingen tot <strong>een</strong> <strong>de</strong>finitieve<br />
machtsovername door <strong>de</strong> Germaanse koninkrijken in het Westen van het<br />
Romeinse Rijk leid<strong>de</strong>n en waarin alles wat er nog van centrale<br />
gezagstructuren over was in staat van ontbinding verkeer<strong>de</strong>. De kerk<br />
verkreeg in die perio<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> ene kant bijna universele macht, maar werd<br />
tegelijkertijd verscheurd door diepe theologische conflicten die vaak tot<br />
bloe<strong>de</strong>ns toe uitgevochten wer<strong>de</strong>n. 4 Als bisschop was Caesarius bij gebrek<br />
3 Het meest handige overzichtswerk over <strong>de</strong> kerkelijke structuur in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
en haar theologische achtergron<strong>de</strong>n is Arnold Angenendt, Das Frühmittelalter.<br />
Die abendländische Christenheit von 400 bis 900 (StuttgartlBeriijn/Keulen 1990).<br />
4 Zie voor <strong>een</strong> overzicht over <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> Kerk aan het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> late<br />
oudheid: Robert Austin Markus, The End ofAncient Christianity (Cambridge 1990).<br />
67
68<br />
Diem<br />
aan an<strong>de</strong>re gezagstructuren feitelijk <strong>de</strong> heerser over <strong>de</strong> stad. Hij moest<br />
zorgen voor het welzijn van <strong>een</strong> stad die tij<strong>de</strong>ns zijn episcopaat eerst <strong>de</strong>el<br />
uitmaakte van het Visigotische, later van het 0 trogotische en tenslotte van<br />
het Frankische Rijk en tussendoor ook nog door <strong>de</strong> Bourgondiërs belegd<br />
werd. Desalniettemin vond Caesarius ook nog tijd om intensief aan <strong>de</strong><br />
hervorming van het kloosterwezen in zijn diocees te werken. Hij had twee<br />
doelstellingen: aan <strong>de</strong> ene kant wil<strong>de</strong> hij ervoor zorgen dat kloosters <strong>de</strong>el<br />
gingen uitmaken van <strong>de</strong> kerkelijke structuren in zijn diocee . Monastiek<br />
leven moest <strong>een</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het algem<strong>een</strong> christelijk leven wor<strong>de</strong>n. De<br />
kloof tussen kloosterlijke en algem<strong>een</strong>-christelijke normen en waar<strong>de</strong>n<br />
moest zo klein mogelijk gehou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> diepgewortel<strong>de</strong> scheiding<br />
tussen echte asceten en gewone Christen te overkomen. In <strong>de</strong> vroege<br />
monastieke geschie<strong>de</strong>nis had die scheiding vaak tot zware conflicten geleid<br />
toen asceten claim<strong>de</strong>n <strong>de</strong> enige ware christenen te zijn. 5<br />
Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant wil<strong>de</strong> Caesarius ervoor zorgen dat <strong>de</strong> kloosterlijke<br />
theologie en <strong>de</strong> programmatische i<strong>de</strong>eën waarop het kloosterleven berustte,<br />
binnen <strong>de</strong> marge van <strong>de</strong> zuivere kerkelijke leer bleven. Dit probleem bleek<br />
het moeilijkst te zijn. Het voornaamste knelpunt lag in <strong>een</strong> theologisch<br />
<strong>de</strong>bat dat hon<strong>de</strong>rd jaar eer<strong>de</strong>r tussen <strong>de</strong> kerkva<strong>de</strong>r Augustin us en <strong>de</strong><br />
na<strong>de</strong>rhand ketters verklaar<strong>de</strong> theoloog Pelagius gevoerd werd. De strijd<br />
ging over <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> mens zijn zielenheil all<strong>een</strong> door Gods gena<strong>de</strong> of<br />
ook door zijn eigen goe<strong>de</strong> werken en christelijk leven kon bereiken. Voor<br />
Augustin us stond vast dat <strong>de</strong> mens door <strong>de</strong> wn<strong>de</strong>val verdoemd is en dat<br />
all<strong>een</strong> <strong>een</strong> kleine groep door Gods gena<strong>de</strong> verlossing zal vin<strong>de</strong>n. Het lot<br />
van <strong>de</strong> mens is al bij voorbaat door <strong>de</strong> alweten<strong>de</strong> God bepaald. Dit concept<br />
werd <strong>een</strong> christelijk dogma en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re opvatting, datje door goe<strong>de</strong> werken,<br />
<strong>een</strong> leven volgens <strong>de</strong> wetten of<strong>een</strong> ascetische strijd ervoor kunt zorgen dat<br />
je in <strong>de</strong> hemel komt, werd on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> noemer 'Pelagianisme' tot ketterij<br />
verklaard. Voor het <strong>monnik</strong>endom, dat zich juist in die perio<strong>de</strong> ook in<br />
West-Europa wil<strong>de</strong> vestigen, was dit <strong>een</strong> heftige provocatie, want het<br />
monastieke leven berustte voor <strong>een</strong> groot ge<strong>de</strong>elte op het streven om door<br />
ascese en versterving (mortificatio) <strong>een</strong> staat van perfectie te bereiken, die<br />
5 De meest recente biografie van Caesarius of Arles is geschreven door William E.<br />
Klingshirn, Caesarius of Ar/es. The Making of a Christian Community in Lale<br />
All/ique Gaul (Cambridge J994). Klingshirn publiceer<strong>de</strong> ook nog <strong>een</strong> separaat<br />
on<strong>de</strong>rzoek over Caesarius' kloosterpolitiek: 'Caesarius's Monastery for Women in<br />
Arles and the Composilion of the "Vita Caesarii''', Revue Bénédicrine 100 (1990)<br />
441-481.
Ontstaan van het westerse kloosterwezen<br />
<strong>een</strong> plaats in het paradijs kon garan<strong>de</strong>ren. 6<br />
De levensbeschrijving van Caesarius vertelt in <strong>een</strong> aardige vermenging<br />
van historische werkelijkheid en <strong>een</strong> buitengewoon intelligente parabel<br />
hoe Caesarius zijn carrière begon als <strong>monnik</strong> in het klooster Lérins (<strong>een</strong><br />
eilandklooster voor Cannes), dat hon<strong>de</strong>rd jaar eer<strong>de</strong>r als <strong>een</strong> soort<br />
buitenpost van het woestijnva<strong>de</strong>r-<strong>monnik</strong>endom opgericht was. Caesarius<br />
hoor<strong>de</strong> in Lérins tot <strong>de</strong> ascetische hardliners, wat hem niet all<strong>een</strong> zijn<br />
gezondheid kostte maar ook tot gevolg had dat hij in zijn functie als cellararius<br />
(<strong>een</strong> soort magazijnbeheer<strong>de</strong>r) al spoedig met het hele klooster ruzie kreeg,<br />
omdat hij zijn eigen hoge maatstaven ook op alle an<strong>de</strong>re <strong>monnik</strong>en wil<strong>de</strong><br />
toepassen. Hij werd het klooster uitgecomplimenteerd, officieel om bij<br />
familiele<strong>de</strong>n in Arles bij te komen van <strong>de</strong> gevolgen van overdreven vasten.<br />
Eenmaal in Arles was van <strong>een</strong> terugkeer in het klooster g<strong>een</strong> sprake meer.<br />
Hij ging zich bezig hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> theologie van Augustinus en maakte<br />
tegelijkertijd carrière binnen <strong>de</strong> kerk van Ar!es, om <strong>een</strong> paar jaar later haar<br />
bisschop te wor<strong>de</strong>n. De aanraking met <strong>de</strong> theologische 'stand van zaken'<br />
heeft hem op die manier van zijn ascetische rigorisme genezen.<br />
Eén van zijn taken als bisschop was <strong>de</strong> zorg voor en <strong>de</strong> supervisie over<br />
alle virgines sacratae in zijn diocees. Virgines sacratae waren maag<strong>de</strong>n en<br />
weduwen, die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> meest uit<strong>een</strong>lopen<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n, soms all<strong>een</strong>,<br />
soms in groepjes, soms in <strong>de</strong> kring van hun familie, min ofmeer afgesloten<br />
leef<strong>de</strong>n om hun maag<strong>de</strong>ljjkheid ofseksuele onthouding aan God te wij<strong>de</strong>n<br />
en om hun dagen met gebed door te brengen. Deze heilige maag<strong>de</strong>n leef<strong>de</strong>n<br />
in <strong>een</strong> permanente spanningsverhouding. Aan <strong>de</strong> ene kant ston<strong>de</strong>n zij in<br />
hoog aanzien als efficiënte bemid<strong>de</strong>laars tussen God en <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />
gem<strong>een</strong>schap. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant stond hun besluit om maag<strong>de</strong>lijk te<br />
blijven of(in het geval van weduwen) niet te hertrouwen vaak haaks op <strong>de</strong><br />
plannen van hun familie. Behalve dit werd hun maag<strong>de</strong>lijke levensstijl<br />
geregeld door <strong>de</strong> omgeving in twijfel getrokken.?<br />
Al snel nadat Caesarius bisschop werd, begon hij aan <strong>een</strong> voor zijn tijd<br />
volkomen uniek experiment. Hij gebruikte zijn positie als bisschop en het<br />
vermogen van zijn familie om op basis van zijn (nogal ambigue) ervaring<br />
als <strong>monnik</strong> en zijn pas verworven theologische kennis <strong>een</strong> klooster voor<br />
6 De beste toegang tot <strong>de</strong> receptie van Augustinus' leer van gena<strong>de</strong> en pre<strong>de</strong>stinatie<br />
in <strong>de</strong> vroege mid<strong>de</strong>leeuwen levert Con rad Leyser, Autharity and Asceticism fram<br />
Augustine to Gregary {he Great (Oxford 2000).<br />
7 Zie over virgines sacrataeSusanna Elm, 'Virgins afGod', The Making ofAscetism in<br />
Late Antiquily (Oxford 1994).<br />
69
70<br />
Oiem<br />
<strong>de</strong> virgines sacmtaete stichten, het nonnenklooster St. Johannes in Artes.<br />
De organisatie van dit kloo ter en <strong>de</strong> poging om het voortbestaan daarvan<br />
na zijn dood veilig te stellen, heeft hem geduren<strong>de</strong> zijn hele episcopaat<br />
bezig gehou<strong>de</strong>n.<br />
De voortgang van dit experiment is gedocumenteerd in verschillen<strong>de</strong><br />
bronnen die het van meer<strong>de</strong>re kanten belichten: <strong>de</strong> levensbeschrijving van<br />
aesarius, <strong>een</strong> vermanen<strong>de</strong> briefaan zijn nonnen, <strong>een</strong> pauselijke oorkon<strong>de</strong>,<br />
Caesariu ' testament en <strong>de</strong> kloo terregeJ.8 Caesariu ' poging om <strong>de</strong><br />
diversiteit van ste<strong>de</strong>lijke virgines sacratae tot <strong>een</strong> perfecte kloosterlijke<br />
gem<strong>een</strong>schap te tran formeren peel<strong>de</strong> zich in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> af waarin<br />
in Italië <strong>een</strong> an<strong>de</strong>re <strong>monnik</strong> (mogelijk <strong>een</strong> zekere Benedictus, maar dat is<br />
niet bewezen) <strong>een</strong> tekst schreef, die drie eeuwen later als Reguia Benedicti<br />
<strong>de</strong> bin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> norm voor het hele Westerse kloosterwezen werd. Ondanks<br />
<strong>de</strong> status die <strong>de</strong> Reguia Benedicti uitein<strong>de</strong>lijk bereikte, lijkt <strong>een</strong> typisch<br />
mid<strong>de</strong>leeuws klooster van enkele eeuwen later nog steeds meer op<br />
Caesarius' nonnenklooster St. johanne dan op <strong>een</strong> klooster zoals in <strong>de</strong><br />
Reguia Benedicti beschreven werd. De over<strong>een</strong>komsten en <strong>de</strong><br />
ontwikkelingslijnen tussen ae arius' gem<strong>een</strong>schap en het mid<strong>de</strong>leeuwse<br />
kloosterwezen zijn op drie verschillen<strong>de</strong> niveaus te vin<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> structuur<br />
en functie van het klooster, <strong>de</strong> juridische positie van het klooster en <strong>de</strong><br />
monastieke theologie.<br />
De structuur en functie van het klooster<br />
Woestijn<strong>monnik</strong>en in <strong>de</strong> late oudheid waren in <strong>eerste</strong> instantie met hun<br />
eigen perfectionering en zielenheil bezig. Er zijn weliswaar aanwijzingen<br />
dat asceten won<strong>de</strong>ren volbrachten en door <strong>de</strong> omgeving als heilige mannen<br />
vereerd wer<strong>de</strong>n, maar je ging in <strong>eerste</strong> instantie niet vóór je sociale<br />
omgeving <strong>de</strong> woestijn in maar tégen je sociale omgeving. 9 Virgines sacratae<br />
daarentegen legitimeer<strong>de</strong>n hun stap uit <strong>de</strong> familiaire verplichtingen juist<br />
8 De kloosterregel, <strong>de</strong> pau elijke oorkon<strong>de</strong>, alle brieven m.b.t. het klooster en <strong>een</strong><br />
aantal an<strong>de</strong>re bronnen zijn uitgegeven en in het Frans vertaald door Adalbert <strong>de</strong><br />
Vogüé en Joël Courreau, Caesarius von Arles, Oeuvres monastiques, vol. l, Sources<br />
Chrétiennes, vol. 345 (Paris 1988). De levensbe chrijving van aesarius en <strong>de</strong><br />
pauselijke oorkon<strong>de</strong> zijn in het Engels vertaald door William Klingshirn, Caesarius<br />
oJ Arles: LiJe, Testament, Lellers (Liverpool 1994).<br />
9 Zie daarover het inmid<strong>de</strong>l' klassieke artikel van Peter Brown, 'The Rise and the<br />
Function ofthe Holy Man', The Joumal of Roman tudies 6l (1971) 80-101.
Ontstaan van het westerse kloosterwezen<br />
met <strong>de</strong> dienst die zij daardoor voor <strong>de</strong> gem<strong>een</strong>schap <strong>de</strong><strong>de</strong>n en met <strong>de</strong><br />
verwachting dat hun in maag<strong>de</strong>lijkheid uitgevoer<strong>de</strong> gebed <strong>de</strong> hele<br />
gem<strong>een</strong>schap ten goe<strong>de</strong> zou komen. Ondanks het feit dat dit concept all<strong>een</strong><br />
met moeite in over<strong>een</strong>komst met <strong>de</strong> gena<strong>de</strong>leer van Augustin us te brengen<br />
was, werd het <strong>een</strong> hoekst<strong>een</strong> van Caesarius' kloosterlijk experiment. De in<br />
maag<strong>de</strong>lijkheid en onthouding leven<strong>de</strong> nonnen wer<strong>de</strong>n geacht niet all<strong>een</strong><br />
voor hun stichter maar ook voor <strong>de</strong> hele christelijke gem<strong>een</strong>schap te bid<strong>de</strong>n.<br />
Met dit gebed (en het geloof dat het ook werkt) legitimeer<strong>de</strong> het klooster<br />
zijn bestaan binnen <strong>de</strong> christelijke gem<strong>een</strong>schap en dit werd later <strong>een</strong><br />
basisprincipe voor alle mid<strong>de</strong>leeuwse kloosters. Het opus Dei is het<br />
voornaamste product van <strong>de</strong> kloosters geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> hele mid<strong>de</strong>leeuwen.<br />
In <strong>de</strong> ReguLa Benedicti vin<strong>de</strong>n wij weliswaar talrijke aanwijzingen over het<br />
gezamenlijke gebed, maar het i<strong>de</strong>e dat je dit gebed niet all<strong>een</strong> voor <strong>de</strong><br />
gem<strong>een</strong>schap zelf maar vooral voor ie<strong>de</strong>r<strong>een</strong> buiten het klooster moest<br />
opvoeren, is nergens geformuleerd.<br />
Ge<strong>de</strong>eltelijk op grond van <strong>de</strong> functie van het gebed gaf Caesarius aan<br />
zijn klooster <strong>een</strong> interne structuur die dui<strong>de</strong>lijk afweek van wat hij van<br />
Lérins ken<strong>de</strong> en waarschijnlijk veel meer wortel<strong>de</strong> in <strong>de</strong> traditie van <strong>de</strong><br />
virgines sacratae. Een aantal van <strong>de</strong>ze in zijn nonnenregel voor <strong>de</strong> <strong>eerste</strong><br />
keer in <strong>een</strong> kloosterregel geformuleer<strong>de</strong> afwijkingen van <strong>de</strong> monastieke<br />
tradities wer<strong>de</strong>n later kenmerkend voor het mid<strong>de</strong>leeuwse klooster: <strong>de</strong><br />
bepaling dat <strong>de</strong> hele gem<strong>een</strong>schap gezamenlijk in <strong>een</strong> slaapzaal moest<br />
slapen (dit wordt echter ook in <strong>de</strong> Reguia Benedieti genoemd), dat alle<br />
nonnen <strong>een</strong> habijt van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> kleur moesten dragen, dat het besluit om<br />
het in klooster te tre<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r g<strong>een</strong> omstandigheid teruggedraaid kan<br />
wor<strong>de</strong>n, dat er aan tafel voorgelezen werd, dat ie<strong>de</strong>r<strong>een</strong> in het klooster<br />
geacht werd te kunnen lezen en schrijven (ofhet te leren) en dat kloosters<br />
plaatsen waren waar boeken gekopieerd wer<strong>de</strong>n.<br />
De juridische situatie van het klooster<br />
In <strong>de</strong> late oudheid waren kloosters gem<strong>een</strong>schappen die ontston<strong>de</strong>n rond<br />
<strong>een</strong> charismatische oprichter. Het voortbestaan van <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>schap na<br />
<strong>de</strong> dood van <strong>de</strong> stichter was dan ook afhankelijk van het feit of nieuwe<br />
charismatische lei<strong>de</strong>rs hem kon<strong>de</strong>n opvolgen en <strong>de</strong> 'spirit' van <strong>de</strong> <strong>eerste</strong><br />
generatie in leven kon<strong>de</strong>n hou<strong>de</strong>n. Continuïteit speel<strong>de</strong> in laat-antieke<br />
kloosters g<strong>een</strong> centrale rol. Sommige kloosters verdwenen al weer snel,<br />
an<strong>de</strong>re, zoals bijvoorbeeld Lérins, <strong>de</strong><strong>de</strong>n het beter en bleven eeuwenlang<br />
71
72<br />
Diem<br />
bestaan. Voor Caesarius wa echter <strong>de</strong> vraag hoe het voortbestaan van zijn<br />
stichting gewaarborgd kon wor<strong>de</strong>n van vitale betekenis. Dit had<br />
verschillen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen: als iemand <strong>een</strong> instelling sticht, die <strong>de</strong> functie heeft<br />
om voor zijn eigen en het collectieve zielenheil te bid<strong>de</strong>n, dan stelt hij er<br />
<strong>een</strong> groot belang in dat dit gebed doorgaat, i<strong>de</strong>aliter tot aan het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<br />
tij<strong>de</strong>n. Ver<strong>de</strong>r maakt het helemaal g<strong>een</strong> goe<strong>de</strong> indruk als <strong>een</strong> instelling die<br />
juist <strong>een</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> kerkelijke structuur moet wor<strong>de</strong>n, later weer<br />
verdwijnt en daarmee het aanzien van <strong>de</strong> kerk beschadigt. Misschien i <strong>de</strong><br />
belangrijkste re<strong>de</strong>n echter dat bij dit klooster, an<strong>de</strong>rs dan bij <strong>een</strong> clubje<br />
woestijnasceten die ergens op <strong>een</strong> <strong>een</strong>zaam eiland settel<strong>de</strong>n, heel erg veel<br />
kapitaal in het spel was, in dit geval Caesarius' familievermogen en ook<br />
nog heel wat kerkelijk bezit. An<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> <strong>monnik</strong>en in Lérins of <strong>de</strong><br />
<strong>monnik</strong>en die <strong>de</strong> Reguia Benedieti volg<strong>de</strong>n, kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> nonnen niet buiten<br />
op het veld voor hun eigen levenson<strong>de</strong>rhoud werken. Zij waren afhankelijk<br />
van <strong>de</strong> inkomsten die <strong>de</strong> kloosterlijke bezittingen opbrachten. Terwijl <strong>de</strong><br />
nonnen zelf helemaal g<strong>een</strong> eigen bezit mochten hebben (iets wat uit <strong>de</strong><br />
mannelijke ascetische traditie komt en niet voor alle virgines sacratae gold)<br />
ontwikkel<strong>de</strong> het klooster zich daarom tot <strong>een</strong> juridische persoon die niet<br />
all<strong>een</strong> zichzelf en alle kloosterlijke gebouwen bezat, maar waarschijnlijk<br />
ook omvangrijke landgoe<strong>de</strong>ren, huizen, slaven enzovoorts. Dit was aan <strong>de</strong><br />
ene kant <strong>een</strong> extra motivatie om <strong>de</strong> continuïteit veilig te stellen. Aan <strong>de</strong><br />
an<strong>de</strong>re kant beteken<strong>de</strong> bezit ook <strong>een</strong> gevaar, want het kon makkelijk <strong>de</strong><br />
nijd en <strong>de</strong> gierigheid van ie<strong>de</strong>r<strong>een</strong> aanwakkeren die van het nut van <strong>een</strong><br />
clubje bid<strong>de</strong>n<strong>de</strong> maag<strong>de</strong>n niet helemaal overtuigd was.<br />
De politiek van kloosters werd door <strong>de</strong> eeuwen h<strong>een</strong> bepaald door <strong>de</strong><br />
doelstelling om tot aan het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n voort te blijven bestaan, maar<br />
ook door <strong>de</strong> status van het klooster als <strong>een</strong> instelling met bezit en tenslotte<br />
<strong>de</strong> nogal precaire situatie van kloosters ten opzichte van wereldlijke maar<br />
ook kerkelijke begeerten naar macht en bezit. Het wekt daarom g<strong>een</strong><br />
verbazing dat <strong>de</strong> maatregelen die Caesarius nam om zijn klooster te<br />
beschermen <strong>de</strong> basis voor het politieke repertoire van kloo ters in <strong>de</strong><br />
mid<strong>de</strong>leeuwen vorm<strong>de</strong>n. Dit repertoire van mogelijkhe<strong>de</strong>n ter<br />
bescherming van bezit en rechten werd trouwens zeer succe vol toegepast:<br />
talrijke kloosters die sinds <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> eeuw gesticht wer<strong>de</strong>n, bestaan nog<br />
steeds en hebben <strong>een</strong> doorlopen<strong>de</strong> traditie.<br />
Het belangrijkste mid<strong>de</strong>l van Caesarius om <strong>de</strong> bestendigheid van zijn<br />
stichting te waarborgen was <strong>de</strong> kloosterregel die hij voor zijn gem<strong>een</strong>schap<br />
schreef. Met <strong>de</strong>ze tekst poog<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> meest voorname aspecten van het
Ontstaan van het westerse kloosterwezen<br />
De kerkva<strong>de</strong>r AlIgllstinus, wiens geschriften van grote invloed waren op Caesarius van "rles. Uit: R.<br />
Fossier ed., The illlls/rnted his/ory of file Middle Ages. I: 350-950 ( ambridge 1998) 49.<br />
73
74<br />
Diem<br />
leven in zijn klooster vast te leggen. De regel sluit uitdrukkelijk ie<strong>de</strong>re<br />
veran<strong>de</strong>ring ofverzwakking uit. och <strong>de</strong> nonnen, noch <strong>de</strong> abdis, noch <strong>de</strong><br />
bisschop ofan<strong>de</strong>re buitenstaan<strong>de</strong>rs mochten ook maar één woord aan <strong>de</strong><br />
tekst veran<strong>de</strong>ren. Caesarius liet daarom <strong>de</strong> tekst in zijn laat te versie door<br />
<strong>de</strong> handtekening van <strong>een</strong> aantal bi choppen en notabelen bevestigen. Zijn<br />
Reguia was, an<strong>de</strong>rs dan alle an<strong>de</strong>re vroegere regels, dui<strong>de</strong>lijk bedoeld als<br />
<strong>een</strong> normatieve tekst, <strong>een</strong> soort interne kloosterlijke wet. Hier, en niet in<br />
<strong>de</strong> Reguia Benedicti (volgens zelfbeschrijving maar <strong>een</strong> tekst voor beginners,<br />
aan te vullen en te modificeren door <strong>een</strong> willekeurig bun<strong>de</strong>l van an<strong>de</strong>re<br />
teksten) is het concept van <strong>de</strong> Reguia als monastieke norm en als recht van<br />
het klooster voor <strong>de</strong> <strong>eerste</strong> keer ontwikkeld. De Reguia Benedicti zal enkele<br />
hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n jaren later in<strong>de</strong>rdaad <strong>een</strong> soortgelijke status verkrijgen, hoewel<br />
dat door <strong>de</strong> tekst zelf helemaal niet geïmpliceerd is. 1O<br />
De twee<strong>de</strong> maatregel die Caesarius nam om zijn stichting te<br />
beschermen, was het verzoek om pauselijke bevestiging van zowel <strong>de</strong><br />
financiële basis van het klooster als ook van <strong>de</strong> geldigheid van <strong>de</strong> regel en<br />
<strong>de</strong> juridische positie ten opzich te van <strong>de</strong> bisschop en <strong>de</strong> kerk van Arles. Dat<br />
je <strong>een</strong> klooster op die manier door oorkon<strong>de</strong>n liet beschermen, was geheel<br />
nieuw. Mogelijk op grond van het feit dat Caesarius heel wat kerkelijk bezit<br />
voor zijn klooster verzilverd had, lukte het pas bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> poging om <strong>een</strong><br />
pauselijk privilege voor zijn stichting te verkrijgen. Latere kloosterpriviJeges<br />
bevatten weliswaar <strong>een</strong> bre<strong>de</strong>r repertoire van bepalingen, maar toch was<br />
het Caesarius die door zijn privilege <strong>een</strong> prece<strong>de</strong>nt heeft geschapen waar<br />
latere kloosterstichters met hun pogingen om rechten door <strong>de</strong> paus,<br />
bisschoppen ofkoningen te verkrijgen aan vast kon<strong>de</strong>n knopen. I J<br />
De monastieke theologie<br />
Waarsch ijnlijk was het moeilijkste (ech ter ook het meest interessante) aspect<br />
van Caesarius' monastieke experiment het omgaan met provocaties die<br />
voortkwamen uit discussies omtrent Augustinus' gena<strong>de</strong>leer en het besef<br />
van <strong>de</strong> onoverkomelijke menselijke zondigheid. Caesarius zelf zorg<strong>de</strong><br />
ervoor dat <strong>een</strong> licht gewijzig<strong>de</strong> versie van Augustinus' leer van erfzon<strong>de</strong>,<br />
10 Een inleiding in vroege kloosterregels geeft Adalbert <strong>de</strong> Vogüé, Les règles<br />
monastiques anciennes (400-700), Typologie <strong>de</strong>s sourees, Bd. 46 (Turnhout 1985).<br />
1 I Een recente studie over <strong>de</strong> juridische positie van kloosters in <strong>de</strong> vroege mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
levert Barbara H. Rosenwein, Negotialing Space: Powel; Reslraint, and Privileges of<br />
lmmunity in Early Medieval Europe (New Vork 1998).
Ontstaan van het westerse kloosterwezen<br />
gena<strong>de</strong> en pre<strong>de</strong>stinatie op het concilie van Orange in 529 tot christelijk<br />
dogma werd verklaard. Voor het kloosterwezen in het algem<strong>een</strong> maar ook<br />
voor zijn eigen experiment zaten er twee moeilijke kanten aanAugustinus'<br />
theologie: ten <strong>eerste</strong> <strong>de</strong> vraag wat voor zin het kloosterlijke leven heeft als je<br />
daardoor niet tenminste kan waarborgen dat je naar <strong>de</strong> hemel gaat; ten<br />
twee<strong>de</strong> <strong>de</strong> vraag wat voor <strong>een</strong> functie het klooster voor <strong>de</strong> christelijke<br />
gem<strong>een</strong>schap heeft, als <strong>de</strong> mensen die binnen het klooster leven toch niet<br />
heiliger, maar even wndig zijn als <strong>de</strong> gewone christenen buiten het klooster.<br />
Op g<strong>een</strong> van bei<strong>de</strong> vragen had Caesarius <strong>een</strong> antwoord dat helemaal<br />
overtuigt, maar het is tenminste dui<strong>de</strong>lijk dat zijn monastiek experiment<br />
door <strong>de</strong>ze belemmeringen beïnvloed werd.<br />
Eén maatregel was dat hij het hele concept van ascetisme uit zijn Reguia<br />
schrapte en in plaats daarvan <strong>een</strong> groot stuk uit Augustinus' eigen<br />
kloosterregel aan zijn nonnenregel toevoeg<strong>de</strong>: <strong>de</strong> basis van het kloosterlijke<br />
bestaan was nu niet meer <strong>de</strong> ascetische strijd maar het gem<strong>een</strong>schappelijke<br />
leven op basis van we<strong>de</strong>rzijdse lief<strong>de</strong> (caritas) en we<strong>de</strong>rzijdse hulp om <strong>de</strong><br />
zondigheid in bedwang te hou<strong>de</strong>n.<br />
Het twee<strong>de</strong> probleem is ingewikkel<strong>de</strong>r op te lossen: hoe kun je <strong>een</strong><br />
perfecte heilige en succesvol plaatsvervangend bid<strong>de</strong>n<strong>de</strong> gem<strong>een</strong>schap<br />
organiseren die bestaat uit niet perfecte mensen? Met grote waarschijnlijkheid<br />
bestaat er <strong>een</strong> samenhang tussen dit probleem en <strong>de</strong> toepassing<br />
van <strong>een</strong> reglement waarvoor Caesarius en zijn nonnenklooster vooral<br />
beroemd wer<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> totale clausuur. Eén van <strong>de</strong> centrale aspecten van<br />
Caesarius' nonnenregel is dat zijn nonnen niet all<strong>een</strong> levenslang gebon<strong>de</strong>n<br />
zijn aan hun kloosterlijk bestaan, maar dat zij ook het kloosterlijke gebouw<br />
on<strong>de</strong>r g<strong>een</strong> omstandigheid mogen verlaten. Een aanzienlijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />
nonnenregel organiseert <strong>de</strong>ze afsluiting en legt <strong>de</strong> hoogst uitzon<strong>de</strong>rlijke<br />
gevallen vast waarin buitenstaan<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> kloosterlijke ruimte mogen<br />
betre<strong>de</strong>n. De totale afsluiting werd waarschijnlijk ook al voor Caesarius<br />
door sommige virgines sacratae toegepast maar nooit zo consequent en<br />
doordacht als bij Caesarius. Op die manier schiep Caesarius het klooster<br />
als <strong>een</strong> ruimte die aan <strong>de</strong> ene kant helemaal buiten <strong>de</strong> wereld viel maar aan<br />
<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant toch binnen <strong>de</strong> christelijke gem<strong>een</strong>schap lag. Ie<strong>de</strong>r<strong>een</strong> kon<br />
<strong>de</strong> buitenmuren van zijn klooster bewon<strong>de</strong>ren, ie<strong>de</strong>r<strong>een</strong> wist dat er virgines<br />
sacratae inzaten; misschien was het zelfs mogelijk om <strong>de</strong> nonnen te horen<br />
zingen, maar niemand kon hen ooit zien, behalve als ze dood waren, want<br />
begraven wer<strong>de</strong>n ze in <strong>een</strong> ge<strong>de</strong>elte van het klooster dat voor buitenstaan<strong>de</strong>rs<br />
(maar niet voor leven<strong>de</strong> nonnen) toegankelijk was. Het klooster hoor<strong>de</strong><br />
75
76<br />
Diem<br />
niet meer bij <strong>de</strong> wereld, was <strong>een</strong> soort hemel op aar<strong>de</strong>. Voor <strong>de</strong> bewoners<br />
beteken<strong>de</strong> dit dat zij geheel vrij waren van alle zondige invloe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />
buitenwereld. Zij bevon<strong>de</strong>n zich in <strong>een</strong> soort permanente quarantaine,<br />
die hen weliswaar niet zon<strong>de</strong>loo maakte maar die toch hielp om zo dicht<br />
mogelijk bij <strong>een</strong> <strong>de</strong>rgelijke toestand te komen.<br />
De totale clausuur werd in het mid<strong>de</strong>leeuwse kloosterwezen nauwelijks<br />
toegepast. Het bleek waarschijnlijk niet realistisch te zijn om <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>schap<br />
levenslang totaal op te sluiten zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> bewoners gek wer<strong>de</strong>n,<br />
in opstand kwamen ofhet klooster uit vluchtten. Maar het concept om het<br />
klooster als <strong>een</strong> gesacraliseer<strong>de</strong> en van <strong>de</strong> buitenwereld afgesloten plaats te<br />
be chollwen, bepaal<strong>de</strong> <strong>de</strong> hele latere mona tieke geschie<strong>de</strong>nis. Het was<br />
mogelijk om <strong>de</strong> problemen van individuele zondigheid makkelijk te<br />
omzeilen als je <strong>de</strong> nadruk niet op <strong>de</strong> perfectionering van <strong>de</strong> <strong>monnik</strong>en of<br />
nonnen leg<strong>de</strong> maar op <strong>de</strong> sacraliteit van <strong>de</strong> plaats of<strong>de</strong> gem<strong>een</strong>schap. Deze<br />
sacraliteit werd vervolgens all<strong>een</strong> door het gepaste individuele gedrag van<br />
<strong>de</strong> bewoners van het klooster en <strong>de</strong> beschermen<strong>de</strong> respect van <strong>de</strong> mensen<br />
buiten het klooster in stand gehou<strong>de</strong>n. Voor Caesarius en latere<br />
kloosterstichters speel<strong>de</strong> het daarom (uitzon<strong>de</strong>ringen daargelaten) g<strong>een</strong><br />
rol meer wat zich binnen het individu afspeel<strong>de</strong>, zolang het maar niet tot<br />
zondig gedrag leid<strong>de</strong>. '2<br />
Eén van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen, waarom uitein<strong>de</strong>lijk toch <strong>de</strong> Reguia Benedicti<br />
ondanks alle anachronismen en gebreken <strong>de</strong> algemene monastieke norm<br />
werd, was dat <strong>de</strong>ze tekst ten opzichte van alle problemen rond pre<strong>de</strong>stinatie,<br />
perfectie, heiligheid enzovoort tamelijk neutraal was. Het kloosterwezen<br />
heeft met alle inconsistenties die met het monastieke bestaan verbon<strong>de</strong>n<br />
waren bijna duizend jaar kunnen overleven totdat <strong>de</strong> Augustijner <strong>monnik</strong><br />
Maarten Luther <strong>een</strong> poging <strong>de</strong>ed om or<strong>de</strong> te scheppen.<br />
12 In <strong>een</strong> aantal latere kloosterregels (vooral twee nonnenregels uit <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> eeuw,<br />
<strong>de</strong> Regula Donali en <strong>de</strong> Reguia Clliusdall'l ad virgines) zijn pogingen waar te nemen<br />
om dit experiment nog te verfijnen door <strong>een</strong> combinatie van <strong>een</strong> strikt zwijggebod<br />
(waardoor <strong>de</strong> nonnen hun zondigheid als het ware binnen hiel<strong>de</strong>n) en <strong>de</strong><br />
permanente biecht van alle zondige gedachtes, dromen, waarnemingen enzovoorts,<br />
in <strong>een</strong> soort zelfreinigend gem<strong>een</strong>schappelijk ritueel. Een studie over <strong>de</strong>ze<br />
nonnenregels is in voorbereiding.
Ontstaan van het westerse kloosterwezen<br />
De receptie van Caesarius in het<br />
vroegmid<strong>de</strong>leeuwse kloosterwezen<br />
Mid<strong>de</strong>leeuwse <strong>monnik</strong>en waren zich niet bewust van het feit dat hun<br />
kloosters zoals aangetoond in menig opzicht in <strong>de</strong> monastieke wereld van<br />
Caesarius van Arles en zijn nonnenklooster wortel<strong>de</strong>. De receptie van<br />
Caesarius' experiment en <strong>de</strong> ontwikkelingslijnen zijn ingewikkeld en nog<br />
niet volledig uitgezocht. Caesarius zelfvond zijn experiment voor <strong>een</strong> <strong>de</strong>el<br />
ook voor mannelijke kloostergem<strong>een</strong>schappen geschikt. Hij heeft daarom<br />
enkele centrale bepalingen van zijn nonnenregel samen met stukken uit<br />
<strong>een</strong> vermanen<strong>de</strong> brief aan zijn nonnen tot <strong>een</strong> wat kortere Regel voor<br />
<strong>monnik</strong>en verwerkt. De totale clausuur ontbreekt evenwel in dit<br />
programma. Niet all<strong>een</strong> Caesariu bouw<strong>de</strong> monastieke normteksten om<br />
voor het gebruik door het an<strong>de</strong>re geslacht. IJ De al genoem<strong>de</strong> Regel van<br />
Augustinus is in mannelijke en <strong>vrouw</strong>elijke vorm overgeleverd en het is<br />
tot op vandaag nog niet helemaal zeker welke versie <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />
was. Caesarius' opvolger Aurelianus (t 551) gebruikte grote stukken uit <strong>de</strong><br />
Nonnenregel van Caesarius om twee bijna i<strong>de</strong>ntieke kloo terregels te<br />
schrijven, <strong>de</strong> ene voor mannen, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re voor <strong>vrouw</strong>en. Aurelianus'<br />
dubbelregel vormt samen met Casesarius' Regel <strong>de</strong> enige poging om het<br />
concept van totale clausuur toe te passen. In <strong>een</strong> aantal an<strong>de</strong>re<br />
<strong>monnik</strong>enregels uit <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> eeuw zoals <strong>de</strong> Regula Tarnatensis en <strong>de</strong> Regula<br />
Ferreoli zijn even<strong>een</strong>s stukken uit <strong>de</strong> nonnenregel van Caesarius terug te<br />
vin<strong>de</strong>n. Intere sant word het dan in <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> eeuw, <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />
zogenaam<strong>de</strong> Irofrankische ofColumbaanse kJoosterbeweging die uitging<br />
van <strong>de</strong> kloosters die door <strong>de</strong> Ierse <strong>monnik</strong> Columbanus in het Frankische<br />
Rijk gesticht wer<strong>de</strong>n. a Caesarius' stichting van het klooster St. Johanne<br />
was <strong>de</strong> Columbaanse kloosterbeweging zeker het twee<strong>de</strong> bepalen<strong>de</strong><br />
moment voor het ontwikkeling van het mid<strong>de</strong>leeuwse kloo terwezen. 14<br />
De <strong>monnik</strong> Jonas van Bobbio (t na 659) vertelt in zijn Leven van<br />
Columbanus hoe talrijke mannen- en <strong>vrouw</strong>enkloosters on<strong>de</strong>r supervisie<br />
van het klooster Luxeuil (Columbanus' belangrijkste stichting) opgericht<br />
wer<strong>de</strong>n. Maar <strong>de</strong> Vita Columbani beschrijft ook dat binnen <strong>de</strong>ze nieuwe<br />
13 Er is nog nooit systematisch on<strong>de</strong>rzoek gedaan naar intertekstualiteit tussen<br />
kloosterregels voor nonnen en <strong>monnik</strong>en. Dil zou <strong>een</strong> i<strong>de</strong>aal on<strong>de</strong>rwerp voor <strong>een</strong><br />
ambitieuze doctoraalscriptie of voor <strong>een</strong> proefschrift zijn.<br />
14 Zie daarover Albrecht Diem, '<strong>Was</strong> be<strong>de</strong>utet reguJa Columbani?', in Maximilian<br />
Die enberger en Walter Pohl ed., Inlegralion und Herrschaft. Ethnische I<strong>de</strong>l1titäten<br />
und soziale Organisalion il11 Frühmillelalter (Wenen 2002) verschijnt binnenkort.<br />
77
78<br />
kloosterbeweging het concept van het klooster als ontoegankelijke, heilige<br />
en door God bescherm<strong>de</strong> plek <strong>een</strong> vast on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze nieuwe beweging<br />
was. Jonas bericht even<strong>een</strong>s hoe Luxeuil en an<strong>de</strong>re kloosters hun juridische<br />
situatie en hun bezittingen door privileges door wereldlijke en kerkelijke<br />
machthebbers probeer<strong>de</strong>n te beschermen. Dat <strong>de</strong> Irofrankische<br />
kloosterbeweging daarmee ook bij Caesarius aanknoopte, wordt bij Jonas<br />
niet gezegd. Maar er zijn aanwijzingen, zoals bijvoorbeeld het feit dat<br />
Caesarius'Nonnenregel wel <strong>de</strong>gelijk voor twee'Columbaanse' nonnenregels<br />
gebruikt werd. En niets duidt erop dat het concept van <strong>de</strong> acraliteit van <strong>de</strong><br />
kloosterlijke plaats en het i<strong>de</strong>e om als klooster door oorkon<strong>de</strong>n beve tig<strong>de</strong><br />
rechten te verkrijgen door Columbanus uit Ierland werd geïmporteerd,<br />
want wat wij over het Ierse <strong>monnik</strong>endom weten spoort nauwelijks met<br />
wat Jonas vertelt. Het is daarom beter ervan uit te gaan dat <strong>de</strong> Ierse<br />
<strong>monnik</strong>en en hun Frankische volgelingen zich hebben laten inspireren<br />
door wat zij in Gallië al aantroffen, en dat is zeker tot Caesarius' experiment<br />
van ingesloten virgines sacratae terug te voeren.<br />
Conclusie<br />
Mannelijke of <strong>vrouw</strong>elijke kloosterlijke gem<strong>een</strong>schappen slaag<strong>de</strong>n er op<br />
<strong>een</strong> volkomen unieke manier erin om institutionele continuïteit over<br />
hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n van jaren in stand te kunnen hou<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>ze tegen alle interne<br />
en externe bedreigingen te ver<strong>de</strong>digen. Daarmee wer<strong>de</strong>n zij mo<strong>de</strong>l en<br />
inspiratie voor talrijke an<strong>de</strong>re organisaties en gesloten gem<strong>een</strong>schappen<br />
binnen <strong>de</strong> Westerse cultuur. Het fascineren<strong>de</strong> is dat juist bij dit binnen <strong>de</strong><br />
hele Westerse geschie<strong>de</strong>nis meest geslaag<strong>de</strong> experiment om <strong>een</strong> i<strong>de</strong>ale<br />
institutie te organiseren het geslacht van <strong>de</strong> mensen die <strong>de</strong>el van die<br />
institutie uit maakten in principe g<strong>een</strong> rol speel<strong>de</strong>. Van kleine<br />
uitzon<strong>de</strong>ringen afgezien bestond er nooit <strong>een</strong> specifiek <strong>vrouw</strong>elijk of <strong>een</strong><br />
mannelijk kJoosterconcept.<br />
In zijn oorsprongen was het mid<strong>de</strong>leeuwse kloosterwezen het product<br />
van <strong>een</strong> synthese van mannelijke en <strong>vrouw</strong>elijke vormen van<br />
vroegchristelijk gem<strong>een</strong>schappelijk leven waarbij ondanks alle retoriek in<br />
kloosterlijke geschiedschrijving vastgesteld kan wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> <strong>vrouw</strong>elijke<br />
tradities bepalend waren.