Leidse nieuwsbrief|01.04 - Universiteit Leiden
Leidse nieuwsbrief|01.04 - Universiteit Leiden
Leidse nieuwsbrief|01.04 - Universiteit Leiden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Leiden</strong> Law Magazine<br />
Nieuwsbrief Faculteit der Rechtsgeleerdheid, <strong>Universiteit</strong> <strong>Leiden</strong><br />
In december 2009 verschenen twee pennenvruchten<br />
van professor Rikki Holtmaat,<br />
werkzaam bij het Europa Instituut in <strong>Leiden</strong>.<br />
Het gaat om twee totaal verschillende publicaties.<br />
De eerste is een juridische analyse in<br />
boekvorm getiteld ‘Seksuele intimidatie; de<br />
juridische gids’. De tweede is een onderzoeksrapport<br />
geschreven voor het Ministerie<br />
van Buitenlandse zaken, getiteld: ‘Women’s<br />
Human Rights and Culture. From a firm<br />
deadlock to a fruitful dialogue.’ Reden voor<br />
LLM om met deze veelzijdige hoogleraar een<br />
gesprek te voeren. Enthousiast vertelt zij<br />
over haar zeer diverse werkzaamheden.<br />
Sinds wanneer bent u aan de <strong>Leidse</strong><br />
Rechtenfaculteit verbonden?<br />
Ik werk hier al sinds 1986, vanaf 1998 gedurende<br />
1 dag in de week.<br />
In 2003 ben ik 1 dag per week hoogleraar<br />
Internationaal Non-Discriminatierecht<br />
geworden. Officieel werk ik parttime voor de<br />
<strong>Universiteit</strong> en daarnaast als freelance<br />
onderzoeker. Maar sinds 2006 ben ik eigenlijk<br />
fulltime voor de faculteit aan het werk.<br />
Dat is het gevaar van parttime werken bij de<br />
universiteit, dat lukt eigenlijk niet. Alleen al<br />
het bijhouden van je vak en van je netwerken<br />
kost veel tijd. Een van de dingen die ik<br />
er de afgelopen jaren bij heb gedaan is het<br />
voorzitterschap van de – ze zoekt snel de<br />
officiële naam op – Universitaire<br />
Klachtencommissie seksuele intimidatie,<br />
Maart 2010<br />
Inhoud<br />
Benoemingen | 3<br />
Symposium ‘Het zwijgen van de Hoge Raad’ | 4<br />
Voorstudie voor Studiecommissie Belastingstelsel | 5<br />
Cleveringa postzegel | 5<br />
Rapport Commissie Davids | 6<br />
Nieuwe inrichting faculteitskamer | 6<br />
Promotie Pauline Schuyt | 7<br />
Prijzen | 8<br />
Telders Book Support Moldavië | 9<br />
Leids bewijsrechtelijk preadvies NVVR | 10<br />
Oratie Joanne van der Leun | 10<br />
Promotie Patrick van der Meij | 11<br />
Agenda | 11<br />
Publicaties | 12<br />
Rikki Holtmaat: ‘Stap eens uit je eigen systeem’<br />
agressie, geweld en intimidatie. Daarvoor<br />
heb ik een omgangscode geschreven voor de<br />
omgang tussen docenten en studenten en de<br />
klachtenregeling van de universiteit herzien.<br />
Waren zo’n omgangscode en<br />
klachtenregeling nodig?<br />
Een omgangscode lijkt overbodig, maar<br />
docenten en studenten weten vaak niet waar<br />
de grenzen liggen. Docenten laten studenten<br />
bijvoorbeeld allerlei klusjes doen zonder hen<br />
daarvoor te betalen en scheppen daarmee de<br />
verwachting dat dat de student wel ten goede<br />
zal komen, of studenten zijn veel te amicaal.<br />
Een correcte ‘omgangscultuur’ blijkt niet<br />
overal vanzelfsprekend.<br />
Het enorme belang van een goede klachtenafhandeling<br />
bleek bovendien weer tijdens<br />
mijn onderzoek voor het boek over seksuele<br />
intimidatie. Een groot deel van de juridische<br />
procedures gaat niet zozeer over de klacht<br />
zelf, maar over fouten die worden gemaakt<br />
in het voortraject voorafgaand aan de procedure.<br />
Wat gaat er dan zoal mis?<br />
Het is vooral belangrijk dat iedereen weet<br />
wat hij moet en mag doen. Vaak is bijvoorbeeld<br />
niet duidelijk wie bevoegd is om het<br />
feitenonderzoek naar aanleiding van de<br />
klacht te doen. Vooral klachten over seksuele<br />
intimidatie en discriminatie liggen enorm<br />
gevoelig. Zij gaan over een kwetsende of<br />
bedreigende bejegening, en vaak gaat het om<br />
het woord van de één tegen het woord van<br />
de ander. Wat je veel ziet gebeuren is dat<br />
vertrouwenspersonen voor mediator gaan<br />
spelen, of – goedbedoeld – iemand confronteren<br />
met zijn gedrag, zonder daarbij te denken<br />
aan de vertrouwenspositie of geheimhouding<br />
ten opzichte van de klager.<br />
Klachtencommissies maken elementaire fouten,<br />
bijvooorbeeld door het beginsel van<br />
hoor en wederhoor niet te respecteren. Het<br />
gaat ook mis indien er met een klacht juist<br />
helemaal niets gebeurt.<br />
<strong>Universiteit</strong> <strong>Leiden</strong>. <strong>Universiteit</strong> om te ontdekken.
Vervolg pagina 1<br />
U heeft voor dit boek over seksuele<br />
intimidatie de Nederlandse<br />
jurisprudentie in kaart gebracht. Dat<br />
had u voor een eerder boek ook al<br />
gedaan. Zijn er ontwikkelingen te<br />
signaleren in de jurisprudentie?<br />
Onze indruk is dat het aantal procedures is<br />
gestegen. Mijn student-assistent Ingrid<br />
Leijten vond 165 zaken over een periode van<br />
10 jaar, tegen 113 procedures in de 15 jaar van<br />
mijn vorige onderzoek. Dat lijkt te duiden<br />
op een toename van het aantal zaken, maar<br />
helemaal zeker is dat niet. Tegenwoordig<br />
vinden we ook meer jurisprudentie door de<br />
toegenomen mogelijkheden om databanken<br />
digitaal te doorzoeken. Ik zou graag eens<br />
echt goed kwantitatief onderzoek laten doen<br />
om te kijken of het aantal zaken over seksuele<br />
intimidatie inderdaad toeneemt.<br />
Hetzelfde geldt voor de aard van de zaken.<br />
Ook daarvan heb ik de indruk dat die is veranderd,<br />
maar om dat echt aan te tonen is<br />
ook nader kwantitatief onderzoek nodig.<br />
Lastig is dat seksuele intimidatie vrijwel<br />
nooit het hoofdonderwerp van de procedure<br />
is. Meestal komt het onderwerp zijdelings<br />
aan bod in procedures betreffende ontslag,<br />
schadevergoeding, onrechtmatige daad,<br />
enzovoorts. Vroeger ging het vooral om ontslagzaken,<br />
waarbij geprocedeerd werd tussen<br />
werkgever en slachtoffer. Nu zie je een verschuiving<br />
naar meer procedures tussen<br />
werkgever, en dan vooral de overheidswerkgever,<br />
en de pleger van seksuele intimidatie.<br />
Er is vooral ook een verschuiving richting<br />
een beroep op de zorgplicht van de werkgever.<br />
De werknemer wil in een veilige omgeving<br />
werken en spreekt zijn werkgever<br />
daarop aan. Vooral in dat soort procedures<br />
is wat voorafging aan de rechtzaak van<br />
belang. Heeft de werkgever de klacht over<br />
seksuele intimidatie serieus genomen en netjes<br />
afgehandeld? Een probleem is daarbij<br />
natuurlijk wel wat je precies onder seksuele<br />
intimidatie verstaat.<br />
Is dat dan niet duidelijk?<br />
Nee, niet zonder meer. Niet iedere gedraging<br />
of uiting met een seksuele connotatie is ook<br />
meteen problematisch. Je moet dat altijd in<br />
zijn context bekijken. Een foto van een bijna<br />
blote dame op een billboard langs de snelweg<br />
leidt niet tot seksuele intimidatie, terwijl<br />
een dergelijke foto in het kantoor van de<br />
secretaresse wel intimiderend kan zijn.<br />
Daarom is het eerste deel van dit boek erop<br />
gericht om het verschijnsel ‘seksuele intimidatie’<br />
te duiden. We moeten er voor zorgen<br />
dat juristen met het begrip uit de voeten<br />
kunnen en dat we niet een soort ‘moraalpo-<br />
2<br />
We moeten niet<br />
een soort<br />
‘moraalpolitie’ krijgen.<br />
litie’ krijgen. In een openbare context – denk<br />
bijvoorbeeld aan een café – zal van seksuele<br />
intimidatie lang niet altijd sprake zijn. Je kan<br />
dan alleen een pleger op zijn gedrag aanspreken,<br />
maar de caféhouder heeft geen mogelijkheid<br />
om zijn klanten te instrueren<br />
omtrent hun gedrag. Die instructiebevoegdheid<br />
is van essentieel belang om het probleem<br />
structureel aan te kunnen pakken.<br />
Ik zie drie contexten waarin gedragingen en<br />
uitingen met een seksuele connotatie echt<br />
ongewenst zijn. Het gaat dan om betaalde<br />
arbeid, gezondheidszorg en onderwijs. In die<br />
gevallen heeft de werknemer, patiënt, of<br />
leerling, groot belang bij een veilige context.<br />
Hij kan immers niet weglopen. En juist in<br />
die gevallen is er goede grond zowel voor een<br />
verbods- als voor een instructienorm. Wat er<br />
is toegestaan of juist verboden, verschilt echter<br />
weer per context. Zo zijn relaties op het<br />
werk bijvoorbeeld meer geaccepteerd dan<br />
een relatie tussen arts en patiënt of tussen<br />
docent en leerling.<br />
Bent u tevreden over dit boek?<br />
Jazeker. Het was een heel lastige puzzel,<br />
omdat er moeilijk systeem aan te brengen<br />
was in de zeer diverse jurisprudentie. Ik ben<br />
op een gegeven moment een heel weekend<br />
op de faculteit aan een grote tafel gaan zitten<br />
en heb al mijn materiaal herschikt.<br />
Uiteindelijk heb ik er voor gekozen om per<br />
hoofdstuk een andere rechtsverhouding uit<br />
de doeken te doen: acties van werkgevers /<br />
besturen tegen plegers, acties van slachtoffers,<br />
en acties van mensen die menen ten<br />
onrechte van seksuele intimidatie te zijn<br />
beschuldigd. Het is echt een bruikbaar handboek<br />
voor juristen geworden en het geeft<br />
goed de stand van zaken weer op dit<br />
moment. Het behandelt vragen als: wat is de<br />
definitie van seksuele intimidatie, hoe zit het<br />
met de bewijslast en, hoe oordelen rechters<br />
nu?<br />
En uw andere onderzoek, lijkt dat op uw<br />
onderzoek naar seksuele intimidatie?<br />
Nee, de twee onderzoeken lijken eerlijk<br />
gezegd in geen enkel opzicht op elkaar. Mijn<br />
rapport ‘Women’s Human Rights and<br />
Culture’ is juist geschreven voor niet-juristen.<br />
Dat rapport is vooral bedoeld als praktische<br />
gids voor Nederlandse diplomaten en<br />
ontwikkelingswerkers om een dialoog over<br />
mensenrechten van vrouwen op gang te<br />
kunnen brengen. Dat was ook mijn opdracht<br />
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.<br />
Ik heb in dit onderzoek bewust geprobeerd<br />
afstand te nemen van juridische argumenten<br />
en van juridische constructies; om als het<br />
ware ‘uit mijn eigen denksysteem’ te stappen.<br />
Wat was de aanleiding voor het<br />
onderzoek?<br />
De aanleiding was gelegen in twee zeer vervreemdende<br />
situaties. De eerste was een uitnodiging<br />
door de Nederlandse mensenrechtenambassadeur<br />
Arjan Hamburger, om<br />
aanwezig te zijn bij een gesprek met de<br />
(vrouwelijke) Iranese Minister van Mensenen<br />
Vrouwenrechten. Dat leek wel een<br />
gesprek tussen doven en leidde tot niets. De<br />
delegatie verweet ons groot disrespect ten<br />
opzichte van vrouwen (denk aan de blote<br />
dames langs de snelweg!), terwijl wij niet<br />
veel verder kwamen dan het hameren op het<br />
belang van de ondertekening van mensenrechtenverdragen.<br />
Iets soortgelijks overkwam me enige tijd<br />
later in Denemarken. Daar was ik op uitnodiging<br />
van een Deens<br />
Mensenrechteninstituut, dat samen met<br />
Arabische Mensenrechteninstituten een dialoog<br />
op gang wilde brengen naar aanleiding<br />
van de Deense cartoonaffaire. Ook dat was<br />
een bizarre ervaring. Enige vorm van dialoog<br />
kwam niet op gang.<br />
Wanneer je de discussie over mensenrechten<br />
van vrouwen voert vanuit een juridisch perspectief,<br />
loop je kennelijk snel vast. Juristen<br />
constateren dat er sprake is van een ‘botsing<br />
van grondrechten’ (bijv. seksegelijkheid en<br />
recht op godsdienstvrijheid) en dat is het<br />
dan. De discussie zit muurvast. We blijken
niet in staat om een echte dialoog te voeren.<br />
Insteek van mijn onderzoek was om er achter<br />
te komen wat de voorwaarden daarvoor<br />
zijn.<br />
Wat zijn volgens u die voorwaarden voor<br />
het voeren van zo’n dialoog en het<br />
voorkomen van een ‘deadlock’ in de<br />
discussie?<br />
Ik heb me afgevraagd: ‘Waarom zo’n kloof?’<br />
Het probleem zit er volgens mij in dat beide<br />
partijen de begrippen Mensenrechten en<br />
Cultuur zien als een statisch, onveranderlijk<br />
gegeven. Maar onze ideeën over mensenrechten<br />
zijn nog maar zo’n 200 jaar jong en<br />
voortdurend in beweging. Bovendien<br />
bestaan er veel misverstanden over mensenrechten.<br />
Niet-westerse diplomaten en politici<br />
denken vaak dat onze mensenrechten<br />
zeer individualistisch van aard zijn of gezinsondermijnend<br />
en daarmee in strijd zijn met<br />
hun cultuur.<br />
Voor het begrip ‘cultuur’ geldt iets soortgelijks.<br />
Ook dat wordt vaak neergezet als statisch<br />
en monolitisch gegeven, zowel door de<br />
niet-westerse landen zelf, als door westerse<br />
landen wanneer zij spreken over de cultuur<br />
van de ander. Zo spreken we over ‘de’<br />
Arabische cultuur. Cultuur is echter niet ‘af’<br />
maar voortdurend in beweging. Wie het<br />
dynamische karakter van zowel mensenrechten<br />
als cultuur onderkent, ziet kansen om<br />
met de ander in gesprek te raken.<br />
En hoe moet zo’n gesprek dan praktisch<br />
vorm krijgen?<br />
We zullen eerst bij onszelf te rade moeten<br />
gaan wat de noties en waarden zijn waarop<br />
onze mensenrechten zijn gebaseerd en de<br />
achtergronden daarvan kunnen uitleggen<br />
aan een gesprekspartner. Je probeert dan<br />
niet zozeer om je eigen gelijk te halen<br />
(hameren op het tekenen van verdragen),<br />
maar legt aan de ander uit wat de fundamentele<br />
normen zijn waaraan wat jou<br />
betreft niet te tornen valt én waar die normen<br />
vandaan komen. Vervolgens is de vraag<br />
aan de gesprekspartner hoe binnen zijn of<br />
haar cultuur invulling kan worden gegeven<br />
aan die mensenrechten. En wat fundamentele<br />
waarden binnen die cultuur zijn. Zijn<br />
die nu echt zo anders dan die waarop mensenrechten<br />
zijn gebaseerd? Het rapport biedt<br />
enerzijds die achtergrondinformatie en is<br />
anderzijds een gids voor de diplomaat.<br />
Alles draait dus om hoe je jezelf opstelt en je<br />
bereidheid om misverstanden uit de weg te<br />
helpen. Diplomaten zullen hun aannames<br />
over mensenrechten moeten expliciteren en<br />
uitleggen. Bijvoorbeeld dat een land bereid<br />
moet zijn een stukje van zijn soevereiniteit<br />
op te geven, maar dat het vooral gaat om een<br />
positieve verplichting richting de eigen burgers,<br />
waaraan landen zelf nader invulling<br />
kunnen geven. Vandaar ook dat ik in mijn<br />
rapport vooral een koppeling leg met het<br />
relatief onbekende Vrouwenverdrag. In nietwesterse<br />
landen is de visie op gelijkheid van<br />
mannen en vrouwen niet heel eenduidig.<br />
Het Vrouwenverdrag gaat ook uit van een<br />
brede visie op gelijkheid. Er is veel ruimte<br />
voor materiële gelijkheid en veel diversiteit,<br />
verandering en dynamiek. Vrouwenrechten<br />
bieden dus bij uitstek een kans om op een<br />
eigen manier met de invulling daarvan aan<br />
de slag te gaan.<br />
Wat gaat u doen nu deze twee grote<br />
onderzoeksprojecten afgerond zijn?<br />
Beide onderzoeken hebben nog wel wat<br />
staartjes. Naar aanleiding van het<br />
Mensenrechtenrapport is een mozaïekvoorstel<br />
ingediend bij NWO en hoop ik dat er<br />
een AIO zal kunnen worden aangesteld voor<br />
vervolgonderzoek. Het rapport is heel<br />
enthousiast ontvangen. Het Ministerie kijkt<br />
nu bijvoorbeeld naar mogelijkheden om het<br />
breder te verspreiden. Over seksuele intimidatie<br />
publiceer ik nog enkele vervolgartikelen<br />
en organiseer ik in het najaar een tweedaagse<br />
PAO aan onze faculteit.<br />
Verder ben ik alweer druk binnen de twee<br />
Europese ‘expert netwerken’ waar ik deel<br />
van uitmaak. Daaruit komen soms ingewikkelde<br />
onderwerpen voort, zoals het idee van<br />
‘multiple discrimination’ dat uit de VS is<br />
overgewaaid. Dat is discriminatie waarbij<br />
niet helemaal duidelijk is op welke grond<br />
wordt gediscrimineerd. Is dat vanwege<br />
iemands geslacht, ras, seksuele voorkeur of<br />
een combinatie? Er wordt nagedacht over de<br />
vraag of de EU daar ook iets aan zou moeten<br />
doen. Ik ben daar niet onmiddellijk voorstander<br />
van en zou graag eerst een fundamentele<br />
discussie aanzwengelen. Is de individualistische<br />
Amerikaanse benadering van<br />
dit soort problemen wel een oplossing voor<br />
Europa, waarin we vooral met publieke regelingen<br />
en sociale ondersteuning van zwakkeren<br />
werken? Je moet eerst goed bedenken<br />
wat het probleem nu eigenlijk is en niet al<br />
die problemen via hetzelfde juridische format<br />
willen oplossen.<br />
Is dat ook uw boodschap aan alumni?<br />
Ja, dat zou je kunnen zeggen. Juristen zijn<br />
systeemdenkers en proberen vaak ieder probleem<br />
via juridisch puzzelen op te lossen.<br />
Je moet bereid zijn om uit het bestaande systeem<br />
te stappen, een paar stappen terug te<br />
doen en je af te vragen: ‘Wat is nu eigenlijk<br />
precies het probleem?’ en ‘Is dit wel het antwoord?’<br />
Ik vind dat juristen dat te weinig<br />
doen. Sommige problemen laten zich nu<br />
eenmaal veel beter oplossen via niet-juridische<br />
weg. Dat zie je maar weer aan die vastlopende<br />
discussies over de mensenrechten<br />
wanneer je het probleem strikt vanuit juridisch<br />
perspectief benadert. Juristen moeten<br />
zich bovendien veel vaker de vraag stellen<br />
wat de rechtsgrond is voor juridiserend<br />
optreden. En daarvoor hebben we ook de<br />
input van anderen nodig, zoals van rechtstheoretici<br />
en rechtssociologen. ■<br />
Door Pauline Memelink<br />
b e n o e m i n g e n<br />
Jaap Polak nieuwe<br />
voorzitter Afdeling<br />
bestuursrechtspraak<br />
Raad van State<br />
De ministerraad heeft<br />
ingestemd met de<br />
voordracht tot benoeming<br />
van prof.mr.<br />
J.E.M. Polak als voorzitter<br />
van de Afdeling<br />
bestuursrechtspraak<br />
van de Raad van State.<br />
Met ingang van 1 mei 2010 volgt hij de<br />
huidige voorzitter mr. P. van Dijk op. Jaap<br />
Polak heeft zich vanaf zijn benoeming in<br />
1999 volop ingezet voor de rechtenfaculteit<br />
en zal bij het staats- en bestuursrechtelijke<br />
onderzoek en onderwijs betrokken<br />
blijven. Zo zal Jaap ook de komende jaren<br />
promovendi blijven begeleiden en verschillende<br />
colleges verzorgen in de master<br />
Staats- en bestuursrecht.<br />
Decaan vice-voorzitter<br />
Visitatiecommissie<br />
Gerechten 2010<br />
Prof.mr. C.J.J.M. Stolker is door de Raad<br />
voor de Rechtspraak benoemd tot vicevoorzitter<br />
van de Visitatiecommissie<br />
Gerechten 2010.<br />
Eens per vier jaar worden alle gerechten,<br />
met uitzondering van de Hoge Raad,<br />
bezocht door een visitatiecommissie waarvan<br />
ook externen deel uitmaken. De visitatie<br />
dient als verantwoording van de<br />
Rechtspraak aan de maatschappij en het<br />
parlement en bevordert de kwaliteitsverbetering<br />
in de gerechten. De eerste visitatie<br />
vond plaats in 2006. Ook daarvan<br />
maakte Stolker deel uit. De bezoeken vinden<br />
begin 2010 plaats. ■<br />
3
Geslaagd symposium over<br />
‘Het zwijgen van de Hoge Raad’<br />
Ruim honderd advocaten, wetenschappers<br />
en raadsheren verzamelden zich vrijdag 14<br />
december jl. in de grote zittingzaal van de<br />
Hoge Raad voor het symposium ‘Het zwijgen<br />
van de Hoge Raad’, georganiseerd door<br />
de afdeling civiel recht ter gelegenheid van<br />
de publicatie van de 25 e editie van het BWKJ.<br />
Onder voorzitterschap van professor<br />
Snijders traden als sprekers op mevrouw<br />
Van Duijvendijk-Brand, cassatieadvocaat bij<br />
Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn, raadsheer<br />
in de Hoge Raad Loth en professor<br />
Zwalve.<br />
Twijfels bij verlofstelsel<br />
Mevrouw Van Duijvendijk formuleerde een<br />
aantal bedenkingen bij het verlofstelsel in<br />
cassatie, zoals voorgesteld door de<br />
Commissie Hammerstein, met de aantekening<br />
dat discussies over de aard van het ‘verlof’<br />
een woordenspel opleveren. Zij bracht<br />
onder meer naar voren dat het moeilijker<br />
wordt cliënten in cassatie te adviseren, wanneer<br />
voor de selectie van zaken open criteria<br />
als ‘geen significant nadeel’ zullen worden<br />
gehanteerd.<br />
4<br />
Raadsheer Hammerstein repliceerde dat het<br />
voorstel van de naar hem vernoemde commissie<br />
ziet op invoering van een selectiekamer<br />
en niet op een verlofstelsel: iedereen kan<br />
(nog steeds) in cassatie. Ook noemde hij een<br />
voorbeeld van insignificant nadeel: de klacht<br />
dat de kinderalimentatie € 2 te hoog zou<br />
zijn vastgesteld.<br />
Mevrouw Van Duijvendijk stelde hier tegenover<br />
een aantal zaken waarin het belang<br />
nauwelijks groter was, maar onder het huidige<br />
regime niettemin een inhoudelijke<br />
behandeling kregen. Volgens mevrouw Van<br />
Duijvendijk ligt het – als gelet op het aantal<br />
‘kansloze’ zaken de kwaliteit van de ingestelde<br />
cassatieberoepen kennelijk te wensen<br />
overlaat – meer voor de hand om strengere<br />
eisen te stellen aan de cassatiebalie. Ze verwees<br />
daarbij naar het rapport van de commissie-Neleman.<br />
Van negatief selectiestelsel naar een<br />
positief selectiestelsel?<br />
Loth, lid van de strafkamer van de Hoge<br />
Raad, benadrukte nog eens de problematiek<br />
van de steeds toenemende werklast van de<br />
Raad. Zonder ingrijpen dreigt deze onbe-<br />
heersbaar te worden. Hij pleitte daarom<br />
voor ‘selectie aan de poort’. Het nieuw in te<br />
voeren artikel 80a RO moet het mogelijk<br />
maken zaken – al aan de poort – te selecteren.<br />
In eerste instantie zou daarmee volgens Loth<br />
een ‘negatief selectiestelsel’ ontstaan, waarin<br />
kansloze zaken worden ‘weggeselecteerd’, op<br />
basis van een prognose van de kans van slagen<br />
van de klacht(en). Mogelijk, aldus Loth,<br />
ontwikkelt dat stelsel zich in de toekomst tot<br />
een ‘positief selectiestelsel’ à la het<br />
Amerikaanse Supreme Court. De Hoge Raad<br />
zou dan zaken selecteren op grond van de te<br />
beantwoorden rechtsvraag. Loth benadrukte<br />
dat de kwestie of zich zo’n positief selectiestelsel<br />
zal ontwikkelen, koffiedik kijken is.<br />
Zwijgen door de eeuwen heen<br />
In een wervelende voordracht voorzien van<br />
beeldmateriaal benadrukte professor Zwalve<br />
ten slotte dat zwijgen over de motivering van<br />
uitspraken ooit de norm was. Hij verzette<br />
zich tegen de ‘analfabetische’ praktijk van<br />
dissenting opinions. Buiten de raadkamer<br />
spreekt het gerecht en dienen de rechters er<br />
het zwijgen toe te doen.<br />
Discussie<br />
In de discussie werd geaarzeld over het nut<br />
van de invoering van het selectiecriterium,<br />
naast de mogelijkheid van artikel 81 RO.<br />
Voorgesteld werd als selectiecriterium het<br />
begrip ‘kennelijk ongegrond’ te hanteren en<br />
op de mogelijkheid voor cassatieadvocaten<br />
in de dagvaarding of schriftelijke toelichting<br />
uitdrukkelijk aandacht te schenken aan de<br />
redenen om de zaak inhoudelijk te behandelen.<br />
Een interessante vraag die in dat verband<br />
rijst is of met het oog op een toetsing<br />
die in de feitelijke procedures nog geen rol<br />
behoefde te spelen, nieuwe feiten mogen<br />
worden aangevoerd.<br />
25 jaar BWKJ<br />
Tot besluit van het symposium wijdden<br />
redacteur mevrouw Houben en professor<br />
Hondius, redacteur van het eerste uur,<br />
lovende woorden aan het BWKJ, dat dit jaar<br />
jubileert met de vijfentwintigste editie.<br />
Bundel<br />
MI-167 Het zwijgen van de Hoge Raad.<br />
A.G. Castermans, I.S.J. Houden, K.J.O.<br />
Jansen, P. Memelink & J.H. Nieuwenhuis<br />
(red.) BWKJ-25, Kluwer 2009, ISBN 978-90-<br />
13-07029-3. ■
Caminada en De Kam schrijven<br />
voorstudie voor<br />
Studiecommissie Belastingstelsel<br />
Het kabinet is van oordeel dat er aanleiding<br />
bestaat het belastingstelsel opnieuw te<br />
bezien. Op verzoek van de door het kabinet<br />
ingestelde Studiecommissie Belastingstelsel<br />
schreven Koen Caminada (hoogleraar<br />
Empirische analyse van sociale- en fiscale<br />
regelgeving) en Flip de Kam (honorair hoogleraar<br />
Economie van de publieke sector,<br />
Rijksuniversiteit Groningen) een voorstudie<br />
over Belastingen als instrument voor inkomenspolitiek.<br />
Achtergrond<br />
De komende kabinetten zullen er niet aan<br />
ontkomen om met het oog op de houdbaarheid<br />
van de overheidsfinanciën naast bezuinigingen<br />
óók de lastendruk voor particuliere<br />
huishoudens en ondernemingen te verzwaren.<br />
De beleidsruimte hiervoor is aanwezig.<br />
Nederland hoort met zijn macro-economische<br />
belastingpeil van 38 procent van het<br />
bruto binnenlands product nu bij de middenmoters<br />
in West-Europa, mede doordat<br />
in de periode 1995–2007 het belastingpeil in<br />
geen van de dertig lidstaten van de OECD zo<br />
sterk is gedaald als in Nederland (met 4 procentpunten).<br />
Bij het opvoeren van het belastingpeil kunnen<br />
de lasten voor een deel worden verschoven<br />
naar de hogere inkomensgroepen.<br />
Zodoende wordt tegenwicht geboden aan de<br />
tendens van de afgelopen decennia, toen de<br />
herverdelende werking van het belastingstelsel<br />
per saldo is verminderd. Inmiddels vertoont<br />
de belastingdruk een tamelijk vlak verloop:<br />
de gemiddelde belastingdruk ligt voor<br />
70 procent van de huishoudens in het bereik<br />
van 30-38 procent. Dit beeld van een gematigd<br />
progressief belastingstelsel roept de<br />
vraag op via welke maatregelen de progressie<br />
– desgewenst – kan worden aangescherpt,<br />
zonder dat dit tot onaanvaardbaar grote verstoringen<br />
in de economie leidt.<br />
Fiscale gereedschapskist met 25 miljard<br />
euro gevuld<br />
Binnen de grenzen die aan nationaal fiscaal<br />
beleid zijn gesteld, menen de auteurs dat de<br />
belastingmix kan worden herschikt van<br />
heffingen op arbeid naar heffingen op kapitaal.<br />
De door de auteurs in kaart gebrachte<br />
technische mogelijkheden brengen samen<br />
ongeveer 25 miljard euro op (4 procent van<br />
het bbp), naar inschatting van de auteurs<br />
meer dan het dubbele van de benodigde las-<br />
tenverzwaring om de problematiek van de<br />
uit het lood geslagen overheidsfinanciën het<br />
hoofd te bieden. Dit biedt beleidsmakers de<br />
ruimte om selectief te winkelen in de door<br />
De Kam en Caminada rijkgevulde fiscale<br />
gereedschapskist.<br />
Aanbevelingen<br />
Behalve via verhoging van het toptarief van<br />
de inkomstenbelasting, kan de progressie<br />
verder toenemen door het mes te zetten in<br />
fiscale tegemoetkomingen waarvan vooral<br />
hogere inkomensgroepen profiteren. Meer<br />
progressie valt ook te bereiken door vermogenswinsten<br />
te gaan belasten die particulieren<br />
behalen bij de verkoop van grond, huizen<br />
(anders dan de eigen woning) en<br />
effecten. Hetzelfde doel wordt bevorderd<br />
door aftrekposten (van het inkomen) om te<br />
zetten in heffingskortingen (op de verschuldigde<br />
belasting). Het is gewenst de wildgroei<br />
in heffingskortingen terug te snoeien. Voor<br />
zover kortingen afhangen van de samenstelling<br />
van het huishouden, kunnen zij worden<br />
samengesmolten tot één inkomensafhankelijke<br />
gezinstoeslag.<br />
Om de lastendruk op inkomsten uit arbeid<br />
en kapitaal te herschikken, kan het tarief van<br />
de vennootschapsbelasting omhoog. Deze<br />
maatregel zal het vestigingsklimaat in ons<br />
land niet merkbaar schaden, zolang het gaat<br />
om een beperkte tariefverhoging.<br />
Diverse argumenten pleiten ten gunste van<br />
invoering van een uniform btw-tarief van 17<br />
procent. Het tarief van de energiebelasting<br />
kan verder omhoog, waarbij de laagste inkomens<br />
worden gecompenseerd.<br />
Het verdient verder aanbeveling om het<br />
tarief van erfbelasting (fors) te verhogen,<br />
omdat het hier bij uitstek gaat om een instrument<br />
dat de bestaande grote verschillen<br />
in vermogensbezit enigszins corrigeert. Bij<br />
de lokale heffingen bepleiten de auteurs een<br />
grotere rol voor de gemeentelijke onroerendezaakbelastingen.<br />
Een hoger tarief van de<br />
erfbelasting en de OZB zal het aandeel van<br />
vermogensheffingen in de belastingmix<br />
opkrikken.<br />
Deze voorstudie is te downloaden via de<br />
website van het Ministerie van Financiën:<br />
http://www.minfin.nl/Onderwerpen/Wonen<br />
_werk_en_inkomen/Studiecommissie_belast<br />
ingstelsel/Visie_wetenschappers. ■<br />
Door Koen Caminada en Flip de Kam<br />
Cleveringa<br />
postzegel<br />
Burgemeester Lenferink reikte op 17 januari<br />
2010 het eerste velletje ‘Cleveringazegels’<br />
uit aan mevr. H. ten Kate-<br />
Cleveringa, dochter van wijlen prof.mr.<br />
R.P. Cleveringa.<br />
Met een zelf ontworpen postzegel herdenkt<br />
de Leidsche vereeniging van postzegelverzamelaars<br />
dat 70 jaar geleden – kort<br />
voor het uitbreken van de Tweede<br />
Wereldoorlog – op 17 januari de ‘vereeniging’<br />
werd opgericht.<br />
De afbeelding van de heer Cleveringa<br />
wordt verbonden met het logo van de universiteit<br />
door de foto van verontwaardigde<br />
studenten bij het gebouw van de universiteit<br />
op 26 november 1940. Er brak een staking<br />
uit, Cleveringa werd gearresteerd en<br />
op 27 november werd de universiteit door<br />
de bezetter gesloten. De kleuren rood en<br />
blauw symboliseren, samen met de witte<br />
ondergrond van de postzegel, de nationale<br />
vlag die in een aantal donkere jaren niet<br />
(meer) mocht wapperen. ■<br />
Wilt u een velletje of losse zegels bestellen?<br />
Kijk dan op de website van de postzegelvereniging:<br />
http://www.lvpv.nl/cleveringa.htm<br />
5
Commissie Davids publiceert rapport over<br />
de politieke steun van Nederland aan de inval in Irak<br />
‘Volkenrecht houdt de wereld bij elkaar’<br />
Op dinsdag 12 januari 2010 presenteerde de<br />
Commissie Davids haar rapport inzake de<br />
voorbereiding en besluitvorming over de<br />
politieke steun van Nederland aan de inval<br />
in Irak. Nico Schrijver, hoogleraar internationaal<br />
publiekrecht aan deze faculteit, was<br />
als lid van de commissie nauw betrokken bij<br />
de totstandkoming van het rapport.<br />
Het rapport<br />
Het omvangrijke rapport behandelt onder<br />
meer de voorgeschiedenis, de politieke context,<br />
de volkenrechtelijke grondslag, de rol<br />
van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten<br />
en de Nederlandse militaire betrokkenheid<br />
bij de Amerikaans-Britse inval in Irak. De<br />
voornaamste bevindingen van de Commissie<br />
zijn onder meer dat een adequaat volkenrechtelijk<br />
mandaat voor de oorlog ontbrak<br />
en dat de Tweede Kamer onvolledig geïnformeerd<br />
was over het verzoek van de<br />
Verenigde Staten aan Nederland om een<br />
militaire bijdrage te leveren. Verder concludeerde<br />
de Commissie dat er onvoldoende<br />
bewijs was voor de hardnekkige geruchten in<br />
de media dat Nederland militair betrokken<br />
was bij de inval, terwijl de Nederlandse regering<br />
steeds verklaarde alleen politieke steun<br />
te verlenen.<br />
De commissie<br />
De onafhankelijke Commissie van onderzoek<br />
besluitvorming Irak, zoals de<br />
Commissie Davids formeel heet, is haar<br />
6<br />
werkzaamheden op 3 maart 2009 gestart op<br />
verzoek van de minister-president en de<br />
ministers van Defensie, Binnenlandse en<br />
Buitenlandse Zaken. De opdracht van de<br />
Commissie was onderzoek te doen naar de<br />
voorbereiding en besluitvorming, in de<br />
periode van de zomer van 2002 tot de zomer<br />
van 2003, over de politieke steun van<br />
Nederland aan de inval in Irak in het algemeen,<br />
en over aspecten van volkenrechtelijke<br />
aard, aspecten van inlichtingen- en<br />
informatievoorziening, en aspecten van vermeende<br />
militaire betrokkenheid in het bijzonder.<br />
De leden van de commissie<br />
De voorzitter van de commissie was<br />
Willibrord Davids, voormalig president van<br />
de Hoge Raad. Naast Nico Schrijver hadden<br />
Monica den Boer, Cees Fasseur, Tim<br />
Koopmans, Marjan Schwegman, en Peter<br />
van Walsum zitting in de Commissie. Koos<br />
van der Bruggen trad op als secretaris.<br />
Inrichting nieuwe faculteitskamer<br />
Het onderzoek<br />
De Commissie heeft haar onderzoek gebaseerd<br />
op zowel openbare bronnen als op vertrouwelijk<br />
en staatsgeheim materiaal.<br />
Bovendien heeft zij 57 personen geïnterviewd<br />
die een belangrijke rol hebben<br />
gespeeld bij de besluitvorming. Dit waren<br />
onder andere premier Jan-Peter Balkenende,<br />
en Jaap de Hoop Scheffer, minister van<br />
Buitenlandse Zaken ten tijde van de inval in<br />
Irak, alsook voormalig Secretaris-generaal<br />
van de NAVO en sinds kort hoogleraar aan<br />
de <strong>Universiteit</strong> <strong>Leiden</strong>. De Commissie heeft<br />
ook een aantal medewerkers van het<br />
Ministerie van Buitenlandse Zaken geïnterviewd,<br />
onder wie Frank Majoor, destijds<br />
secretaris-generaal van Buitenlandse Zaken<br />
en Niels Blokker, medewerker van de juridische<br />
afdeling van Buitenlandse Zaken en<br />
hoogleraar internationaal institutioneel<br />
recht aan de <strong>Universiteit</strong> <strong>Leiden</strong>. De<br />
Commissie had ook een gesprek met Hans<br />
Blix, voormalig hoofd van UNMOVIC, het<br />
inspectieteam van de Verenigde Naties dat<br />
destijds na moest gaan of Irak massavernietigingswapens<br />
bezat. ■<br />
Meer informatie<br />
Het rapport is gratis is te downloaden via de<br />
website van de Commissie<br />
(https://www.onderzoekscommissie-irak.nl)<br />
en te koop via Uitgeverij Boom.
Promotie Pauline Schuyt<br />
Verantwoorde straftoemeting<br />
Donderdag 7 januari 2010 promoveerde<br />
Pauline Schuyt, universitair hoofddocent<br />
strafrecht aan onze faculteit, aan de<br />
Radboud <strong>Universiteit</strong> Nijmegen op het<br />
proefschrift getiteld: Verantwoorde straftoemeting.<br />
Haar promotor was prof.mr. Y.<br />
Buruma. Pauline Schuyt is juriste en neerlandica<br />
en sinds enige jaren aan de <strong>Leidse</strong><br />
faculteit werkzaam. Haar promotieonderzoek<br />
startte zij aan de Radboud <strong>Universiteit</strong><br />
in Nijmegen en zette zij bij haar overgang<br />
Prof.mr. Y. Buruma en mr. drs. Pauline Schuyt in Nijmegen<br />
naar <strong>Leiden</strong> daar voort. Haar proefschrift is<br />
dan ook, als blijk van verbondenheid met<br />
<strong>Leiden</strong>, opgenomen in de Meijers-reeks van<br />
de faculteit. De komst van vele collega’s uit<br />
<strong>Leiden</strong> op deze bijzondere dag in Nijmegen<br />
illustreerde te meer dat zij een zeer gewaardeerde<br />
collega is. In haar proefschrift weet<br />
Pauline Schuyt haar taalkundige en juridische<br />
achtergrond op innovatieve wijze te<br />
combineren door een ‘straftoemetingsgrammatica’<br />
te introduceren. Vijf concrete, aan<br />
de retoricus Kenneth Burke ontleende, vragen<br />
moeten de rechter in staat stellen de totstandkoming<br />
van de beslissing over de straf<br />
te verbeteren: wat, wie, hoe, effect en context.<br />
Daarnaast biedt het proefschrift een<br />
wetssystematische analyse van strafbeïnvloedende<br />
omstandigheden, een analyse die in<br />
het Nederlandse strafrecht tot dusver ontbrak<br />
en van grote waarde zal blijken te zijn<br />
voor de verdere ontwikkeling van het straftoemetingsrecht.<br />
■<br />
Door Ard Schoep<br />
7
p r i j z e n<br />
Scriptieprijzen 2009<br />
Dinsdag 12 januari 2010, tijdens de nieuwjaarsreceptie, maakte mr. dr.<br />
Carel Smith, voorzitter van de jury, de winnaars bekend van de<br />
Jongbloed facultaire scriptieprijs 2009. Dit zijn de beste scripties van<br />
de hele faculteit.<br />
De Jongbloed facultaire scriptieprijzen werden gewonnen door:<br />
1e prijs: mw. Lisette Valk. CVA-Ketenzorg: medische of juridische<br />
kopzorg? (prof.mr. Carel Stolker).<br />
2e prijs: mw. Andjelka Petreski. In de ban van World of Warcraft (mr.<br />
Franke van der Klaauw-Koops, eLaw@<strong>Leiden</strong>).<br />
3e prijs: dhr.ir. F.P.A. Dondorp. Elektronische handtekeningen (mr.<br />
Franke van der Klaauw, eLaw@<strong>Leiden</strong>)<br />
Prof.mr. Rogier Raas, hoogleraar Nederlands en Europees bank- en<br />
effectenrecht, maakte de winnaars van de Hazelhoff van Huet scriptieprijs<br />
bekend. De eerste prijs ging dit jaar naar Laurence Kool voor<br />
haar scriptie getiteld: ‘Welke ratings verdienen cra’s zelf?’ De prijs is<br />
geïnitieerd door de heer en mevrouw Hazelhoff-Van Huet.<br />
Lisette Valk en mr. dr. Carel Smith<br />
Jaap Schouten valt in de prijzen<br />
Jaap Schouten (student Fiscaal recht en roeier bij Njord) is 15 januari<br />
opnieuw tot sportman van het jaar 2009 gekozen. Hij prolongeerde<br />
daarmee zijn titel.<br />
<strong>Leidse</strong> student tweede VEB Scriptieprijs 2009<br />
Supriya Somair, afgestudeerd in ondernemingsrecht, heeft de<br />
(gedeelde) 2e prijs gewonnen van de VEB Scriptieprijs 2009 voor haar<br />
scriptie getiteld ‘Insider Trading and Civil Actions’.<br />
De scriptie, geschreven onder begeleiding van mw. mr. H.E. Wegman<br />
(Ondernemings-recht), gaat over de mogelijkheid om in Nederland<br />
een civiele actie in te stellen tegen personen die gebruik maken van<br />
insider trading (handel met voorwetenschap).<br />
Leids team wint prijs ‘Best Oralist’<br />
Op 6 februari 2010 vertegenwoordigden 5 studenten de <strong>Universiteit</strong><br />
<strong>Leiden</strong> tijdens nationale rondes van de Jessup Moot Court, de grootste<br />
pleitwedstrijd ter wereld.<br />
De prijs voor ‘Best Oralist’ (beste spreker) werd door de jury unaniem<br />
toegekend aan een lid van het <strong>Leidse</strong> team (Caitlin Lamboo) voor<br />
haar indrukwekkende presentatie. Het team eindigde uiteindelijk als<br />
tweede.<br />
8<br />
JPAO-prijzen<br />
De jaarlijkse JPAO prijzen werden tevens 12 januari 2010 uitgereikt.<br />
Beste externe docent was Ronald Huisman voor zijn bijdrage aan de<br />
cursus Financieel Management voor juristen. De beste interne docent<br />
was Christien de Kruif voor haar bijdrage aan de Basiscursus<br />
Bestuurs(proces)-recht.<br />
Best beoordeelde externe cursus was de Opfriscursus Echt Engels, verzorgd<br />
door Pete Redman. De best beoordeelde interne cursus was<br />
Civiel Bewijsrecht, verzorgd door Wilberdine Thoe Schwartzenberg<br />
en Willem Sprenger (vice-president rechtbank Rotterdam).<br />
Kijk voor het actuele postacademisch juridisch onderwijs op<br />
www.paoj.nl en in de bijgesloten folder.<br />
Ronald Huisman en Christien de Kruif<br />
Leids ICC Moot Court pleitteam wint beste ‘Non-Native<br />
Speaking Team’ Award<br />
Van 14 tot 19 februari 2010 vertegenwoordigde dit team de<br />
<strong>Universiteit</strong> <strong>Leiden</strong> tijdens de International Criminal Court Trial<br />
Moot Court competition.<br />
Het ICC Moot Court team van de <strong>Universiteit</strong> <strong>Leiden</strong> heeft de ‘Best<br />
Non-Native Speaking Team Award’ gewonnen in de derde editie van<br />
de International Criminal Court Trial Moot Court competition. Het<br />
team eindigde verdienstelijk als vierde, slechts één punt achter de drie<br />
Noord-Amerikaanse finalisten, waaronder Yale University. Bovendien<br />
eindigde het daarmee als beste Nederlands team.<br />
Het team werd gecoacht door Dr Robert Heinsch en Dr Carsten<br />
Stahn.
Masters wederom zeer goed beoordeeld door studenten<br />
In de eerste editie van de Keuzegids Hoger Onderwijs Masters staan<br />
Rechtsgeleerdheid, Criminologie en Notarieel recht op de 1e plaats en<br />
Fiscaal recht op de 2e plaats. In deze nieuwe editie is men zeer lovend<br />
over de masters. De basisgegevens zijn ontleend aan landelijke databases<br />
– zoals die van Studiekeuze123, de officiële landelijke website voor<br />
het hoger onderwijs.<br />
Impressie uit de gids:<br />
Rechtsgeleerdheid: “De toppers zijn de beide vestigingen van de <strong>Leidse</strong><br />
universiteit.”<br />
Fiscaal Recht: “Wederom als topper beoordeeld door collega-hoogleraren.”<br />
Notarieel Recht: “<strong>Leiden</strong> is de topper. Deskundigen en studenten prijzen<br />
de docenten. Ook de inhoud oogst lof.”<br />
Criminologie: “<strong>Leiden</strong> belicht ten dele de forensische kant en biedt penologie:<br />
onderzoek naar de maatschappelijke reacties op misdaad en straf.”<br />
Leids team wint de International Air Law Moot Court<br />
Competition in Delhi<br />
Het <strong>Leidse</strong> Team behaalde in het eerste Air Law Moot Court de hoogste<br />
scores voor de memorials en zegevierde in de finale.<br />
Het team bestond uit Michel Adam (Zwitserland), Tridev Budia<br />
(Mauritius) en Mildred Trögeler (Duitsland). Een alumnus van het<br />
Instituut, Sagar Singamsetty Priyatham, was de coach van het <strong>Leidse</strong><br />
Team. ■<br />
Het <strong>Leidse</strong> team en hun coach tijdens de ontvangst bij de Ambassadeur, Z.E. Bob<br />
Hiensch.<br />
Telders Book Support<br />
Moldavië<br />
In september vertrok vanaf de faculteit een vrachtwagen vol boeken<br />
met bestemming Chisinau, Moldavië. De boeken werden gedoneerd<br />
door Telders Book Support, een initiatief van het Volkenrechtelijk<br />
Dispuut prof. mr B.M. Telders. Telders Book Support heeft sinds 1999<br />
duizenden Engels- en Franstalige internationaalrechtelijke boeken<br />
geschonken aan behoeftige rechtenfaculteiten in het voormalig<br />
Oostblok en Afrika. Eerke Steller, Dolf Grasveld en Tristan Peters vlogen<br />
de boeken achterna om ze over te dragen aan de universiteiten<br />
van Chisinau en Tiraspol.<br />
Tiraspol is de hoofdstad van het de facto onafhankelijke Transnistrië,<br />
in naam nog een Sovjetrepubliek. Er is weinig veranderd sinds de val<br />
van de muur. Lenin pronkt nog op het stadhuisplein en de juridische<br />
bibliotheek bevat uitsluitend verouderde Russische literatuur. De<br />
delegatie kon in een busje van de Organisatie voor Veiligheid en<br />
Samenwerking in Europa de gedemilitariseerde zone binnenkomen en<br />
de rivier de Dniester oversteken. Studenten worden geacht niet in het<br />
buitenland, en al zeker niet in het Westen te gaan studeren.<br />
Rechtenstudenten zijn niet gemotiveerd omdat er weinig juridisch<br />
werk is in het ministaatje. Heb je een goede afkomst, dan kan je op je<br />
23 ste rechter worden. Heb je die niet, dan mag je blij zijn met een baan<br />
als kapper of taxichauffeur. Veel studenten vertelden ons dat ze Engels<br />
studeerden om als tolk werk te vinden in het buitenland.<br />
Het onderwijs is beter in Chisinau, al ontbeert ook de rechtenfaculteit<br />
daar een goede bibliotheek. Eén student vertelde ons dat de politie tijdens<br />
de verkiezingsonrust razzia’s hield en studenten uit colleges<br />
haalde. Een vriend van hem kwam na twee weken vrij, psychisch en<br />
fysiek gebroken. Dit relativeerde de problemen waar <strong>Leidse</strong> studenten<br />
mee kampen behoorlijk. Wij waren blij onze medestudenten te kunnen<br />
helpen met de boekendonatie.<br />
Voor meer informatie over Telders Book Support en het Telders<br />
Dispuut: www.teldersdispuut.nl. ■<br />
9
Leids<br />
bewijsrechtelijk<br />
preadvies NVVR<br />
Op 22 januari 2010 hield de Nederlandse<br />
Vereniging voor Rechtsvergelijking haar<br />
jaarvergadering te <strong>Leiden</strong>. Prof.mr. W.D.H<br />
Asser, prof.mr. J.F. Nijboer en dr.mr. Y.E.<br />
Schuurmans schreven het op de jaarvergadering<br />
besproken preadvies ‘Bewijsrecht: het<br />
bewijs geregeld?’. De auteurs gelden als<br />
bewijsrechtelijke experts op hun vakgebied<br />
en zijn allen verbonden aan de <strong>Leidse</strong> rechtenfaculteit.<br />
Hun preadvies bouwt onder<br />
meer voort op de kennis die zij als docenten<br />
uitwisselen binnen het interdisciplinaire keuzevak<br />
Bewijsrecht. Zowel vanuit het civiele<br />
recht, het strafrecht als het bestuursrecht<br />
waren vooraanstaande rechtswetenschappers<br />
en praktijkjuristen op de dag afgekomen om<br />
over het onderwerp te discussiëren.<br />
Wat kan van partijen aan<br />
bewijsverzameling worden verlangd en<br />
waar begint en eindigt de<br />
verantwoordelijkheid van de rechter?<br />
Bewijs in het recht staat de laatste jaren<br />
volop in de belangstelling. Deskundigen volgen<br />
de rechtspraak kritisch, de rechtspraak<br />
kampt met grote zaaksdruk en de maatschappij<br />
verlangt in toenemende mate uitleg<br />
van het rechterlijk oordeel. Procedures moeten<br />
zorgvuldig zijn én binnen een redelijke<br />
termijn een einde vinden. Dat spanningsveld<br />
doet zich voor in zowel het civiele, bestuursrechtelijke<br />
als strafrechtelijke proces. Die<br />
ontwikkeling stelt in elk van de drie rechtsgebieden<br />
de vraag aan de orde hoe de taakverdeling<br />
is tussen rechter en partijen. Wat kan<br />
van partijen aan bewijsverzameling worden<br />
verlangd en waar begint en eindigt de verantwoordelijkheid<br />
van de rechter? De preadviseurs<br />
zien een ontwikkeling waarin partijen<br />
meer invloed krijgen op de bewijsverzameling,<br />
mede onder invloed van artikel 6<br />
EVRM. Ook wordt de motiveringsplicht van<br />
de rechter ten aanzien van de feiten steeds<br />
verder aangezet. Deze bewijsrechtelijke ontwikkelingen<br />
in Nederland zijn in het preadvies<br />
in kaart gebracht en gerelateerd aan ontwikkelingen<br />
in de ons omringende landen.<br />
Op de jaarvergadering konden onder meer<br />
de Engelse disclosure procedure en het beginsel<br />
van procedural justice, de grondige Duitse<br />
motiveringsplichten en de Franse waardering<br />
voor autoriteit op een kritisch debat rekenen.<br />
Van de studiemiddag zal een verslag verschijnen;<br />
het preadvies is te verkrijgen bij<br />
Wolf Legal Publishers. ■<br />
10<br />
Oratie Joanne van der Leun –<br />
Crimmigratie<br />
Op vrijdagmiddag 11 december 2009 sprak<br />
prof. dr. Joanne van der Leun, die op 15 april<br />
2008 het ambt van Hoogleraar Criminologie<br />
aanvaardde, haar oratie met de korte, doch<br />
veelzeggende titel ‘Crimmigratie’ uit.<br />
Vernieuwend onderzoek<br />
In een vol Groot Auditorium beschrijft en<br />
analyseert van der Leun dit zogeheten crimmigratie-proces,<br />
waarmee wordt gedoeld op<br />
de versmelting van strafrecht en immigratierecht.<br />
Ze richt zich hierbij in het bijzonder<br />
op het haar bekende terrein van de illegale<br />
migratie. Waar er aan dit proces van crimmigratie<br />
en alle daarmee gepaarde (problematische)<br />
ontwikkelingen voor wat betreft<br />
de Amerikaanse situatie door wetenschappers<br />
aldaar, waaronder de ‘bedenker’ van de<br />
term crimmigration Juliet Stumpf, reeds uitvoerig<br />
aandacht wordt besteed, staat onderzoek<br />
naar en het debat over crimmigratie in<br />
Nederland nog relatief in de kinderschoenen.<br />
Met een prikkelende en overtuigende<br />
oratie levert Van der Leun echter een<br />
belangrijke bijdrage aan het op de kaart zetten<br />
van dergelijk onderzoek.<br />
Interdisciplinair onderzoek<br />
De rede was opgebouwd langs drie lijnen, de<br />
drie centrale vragen die zij in haar oratie<br />
behandelde. Uit deze drie vragen volgt direct<br />
het interdisciplinaire karakter van het<br />
onderzoeksterrein waar Van der Leun zich,<br />
geheel in de stijl van het eveneens onder<br />
meer door haar gecoördineerde onderzoeksprogramma<br />
Criminal Justice, op bevindt.<br />
Naast een empirische vraag die ziet op het in<br />
kaart brengen van crimmigratie-processen<br />
in Nederland behandelt Van der Leun eveneens<br />
een meer juridisch-normatieve vraag,<br />
naar de legitimiteit van een strafrechtelijke<br />
aanpak van illegaal verblijf. Bezien vanuit de<br />
door de jaren heen geformuleerde criteria<br />
voor strafbaarstelling illustreert van der<br />
Leun dat niet onomstotelijk kan worden<br />
geconcludeerd dat de keuze voor een strafrechtelijke<br />
aanpak van illegale migratie de<br />
meest aangewezen aanpak is. Hoewel in<br />
Nederland, aldus van der Leun, vooralsnog<br />
sprake is van selectieve crimmigratie is het<br />
vooralsnog niet gekomen tot een algemene<br />
strafbaarstelling van illegaal verblijf in<br />
Nederland. Dat is maar goed ook want, in<br />
antwoord op de derde – klassiek criminologische<br />
– vraag naar de effectiviteit van een<br />
strafrechtelijke respons, geeft Van der Leun<br />
aan dat waar het strafrecht wordt ingezet om<br />
illegale migratie tegen te gaan, dit in de<br />
praktijk niet het wondermiddel blijkt te zijn<br />
waar de autoriteiten wellicht op hoopten.<br />
Als concreet voorbeeld wordt de ongewenstverklaring<br />
(197 Sr) genoemd. Desondanks<br />
lijkt de symbolische werking die van een<br />
strafrechtelijke aanpak uitgaat – het probleem<br />
wordt serieus genomen zo zou blijken<br />
uit een harde strafrechtelijke aanpak – dikwijls<br />
op te wegen tegen dit gebrek aan effectiviteit.<br />
Toekomstig onderzoek<br />
Van der Leun eindigt haar rede met een<br />
opdracht: Een opdracht aan het adres van de<br />
wetgever en beleidsmakers om, ten faveure<br />
van de effectiviteit en legitimiteit van het<br />
illegalenbeleid, beter te kijken naar differentiatie<br />
van het beleidsinstrumentarium.<br />
Hoewel een strafrechtelijke aanpak in<br />
bepaalde gevallen de meest geëigende aanpak<br />
kan zijn, moet volgens Van der Leun<br />
voor het overgrote deel van het beleid ook,<br />
meer dan reeds gebeurt, worden gekeken<br />
naar het bestuursrecht en het ordeningsrecht.<br />
Waar haar oratie reeds een duidelijke<br />
illustratie is van het belang en de kracht van<br />
een interdisciplinaire blik op criminaliteit en<br />
migratie, geeft van der Leun aan dat dit<br />
slechts één voorbeeld was van de wijze<br />
waarop juridisch en sociaal wetenschappelijk<br />
onderzoek elkaar kunnen versterken en stelt<br />
ons met het oog op toekomstig onderzoek<br />
nog meer voorbeelden in het vooruitzicht! ■<br />
Door Maartje van der Woude
Promotie Patrick van der Meij<br />
Het strafrechtelijk vooronderzoek: een<br />
driehoeksverhouding onder spanning<br />
Bij de toepassing van het strafrecht staan<br />
grote belangen op het spel. De verdachte<br />
wordt beschuldigd, zijn vrijheid kan worden<br />
ontnomen en hij loopt het risico veroordeeld<br />
te worden tot soms hoge gevangenisstraffen.<br />
De raadsman die hem bijstaat zal<br />
daartegen het nodige in stelling brengen.<br />
Aan de andere kant streeft het Openbaar<br />
Ministerie er wel naar om een strafbaar feit<br />
tot opheldering te brengen.<br />
Bij alle betrokkenen is er veel aan gelegen<br />
om al zo vroeg mogelijk in het strafproces<br />
invloed op de gang van zaken uit te kunnen<br />
oefenen, omdat daar al een voorschot op de<br />
uitkomst van het proces wordt genomen.<br />
Tegen een bekennende verklaring, afgelegd<br />
bij de politie, valt soms weinig meer in te<br />
brengen. Dat resulteert allemaal in een toenemend<br />
belang van het vooronderzoek in<br />
strafzaken, ten koste van het onderzoek ter<br />
terechtzitting.<br />
Een driehoeksverhouding<br />
In dat vooronderzoek spelen drie procesdeelnemers<br />
een grote rol: de officier van justitie,<br />
de verdediging en de rechter-commissaris,<br />
die toezicht moet houden op de<br />
verrichtingen in het vooronderzoek. Die<br />
deelnemers aan het strafproces hebben<br />
natuurlijk allemaal hun eigen functies, taken<br />
en bevoegdheden, en werken soms samen,<br />
maar liggen elkaar ook wel eens dwars. Je<br />
zou kortom kunnen spreken van een driehoeksverhouding.<br />
Dat beeld stelde Patrick<br />
van der Meij voorop in zijn proefschrift<br />
waarop hij op 4 februari 2010 promoveerde:<br />
‘De driehoeksverhouding in het strafrechtelijk<br />
vooronderzoek’.<br />
Opdracht aan de wetgever<br />
Het probleem dat Van der Meij behandelt<br />
lijkt maar niet naar tevredenheid te kunnen<br />
worden opgelost. Het blijft tobben: in het<br />
vooronderzoek moeten belangrijke stappen<br />
worden gezet om de waarheid te achterhalen,<br />
maar verdachten moeten ook worden<br />
beschermd tegen al te voortvarend overheidsoptreden.<br />
Hoe moeten de rollen van de<br />
verschillende procesdeelnemers zich nu tot<br />
elkaar verhouden, om waarheidsvinding en<br />
rechtsbescherming beide te garanderen? Als<br />
de nadruk ligt op waarheidsvinding, bestaat<br />
het gevaar dat politie en OM ongestoord<br />
ingrijpende dwangmiddelen kunnen toepassen,<br />
maar als de nadruk op de rechtsbescherming<br />
ligt, blijven gepleegde feiten misschien<br />
onopgelost.<br />
Tijdens de verdediging bleek dit dilemma<br />
onverminderd actueel. De promotiecommissie<br />
was dan ook zó samengesteld dat<br />
daarin de verschillende invalshoeken duidelijk<br />
waren vertegenwoordigd. Ondanks de<br />
naar voren gebrachte overwegingen die een<br />
grotere nadruk op het verdedigingsbelang,<br />
dan wel het belang van de waarheidsvinding<br />
mogelijk achtten, blijft volgens Van der Meij<br />
een zorgvuldige afweging tussen die belangen<br />
essentieel. De crux zit hem in het begrip<br />
evenwicht. Van der Meij beschrijft in zijn<br />
proefschrift hoe in de afgelopen honderd<br />
jaar in wetgeving en literatuur voortdurend<br />
is geprobeerd evenwicht te creëren in de<br />
driehoeksverhouding tussen de officier van<br />
justitie, de verdediging en de rechter-commissaris.<br />
Die laatste komt een belangrijke rol toe in<br />
het bereiken van evenwicht, omdat hij de<br />
verschillende belangen tegen elkaar kan<br />
afwegen. De positie van de rechter-commissaris<br />
in strafzaken is daarom erg belangrijk.<br />
De conclusie bevat vooral een opdracht aan<br />
de wetgever: hij moet er steeds voor zorgen<br />
dat de verhoudingen in het strafrechtelijk<br />
vooronderzoek de deelnemers in staat stellen<br />
om hun functies te vervullen.<br />
Met die conclusie biedt Van der Meij nieuwe<br />
brandstof aan het debat over de inrichting<br />
van het vooronderzoek in strafzaken. Zijn<br />
bevindingen geven niet zo zeer een definitieve<br />
oplossing, maar reiken eerder bruikbare<br />
handvatten aan voor de ‘onverminderde<br />
zoektocht naar evenwicht’ in de<br />
voorfase van het strafproces. ■<br />
Door Pim Geelhoed<br />
Agenda<br />
■ Woensdag 14 april<br />
Promotie mr. H.H. Kielman ‘Politiële<br />
gegevensverwerking en Privacy’.<br />
Promotores prof. dr. H.J. van den Herik<br />
en prof.mr. A.H.J. Schmidt<br />
■ Donderdag 15 april<br />
Promotie mr. E. Koops ‘Vormen van<br />
subsidiariteit’. Promotor: prof.mr. W.J.<br />
Zwalve<br />
■ Dinsdag 20 april<br />
Promotie dhr. Siewicz ‘Towards an<br />
Improved Regulatory Framework of<br />
Free Software’. Promotores: prof. dr.<br />
H.J. van den Herik en prof.mr. A.H.J.<br />
Schmidt<br />
■ Donderdag 22 april<br />
Promotie mw. R.Y.C. Ong LL.M.<br />
‘Mobile Communication and the<br />
Protection of Children’. Promotores:<br />
prof. dr. H.J. van den Herik en dr. B.W.<br />
Schermer<br />
■ Woensdag 12 mei<br />
Promotie drs. M.P. Lycklama à Nijeholt<br />
‘Goodwill and Value Creation of<br />
Acquisitions’. Promotores: prof. dr. J.G.<br />
Kuijl RA, en prof. dr. J.M.J. Blommaert.<br />
■ Vrijdag 28 mei<br />
Promotie dhr. G. van der Schyff<br />
‘Judicial Review of Legislation:<br />
Constitutionalism Personified in the<br />
United Kingdom, the Netherlands and<br />
South Africa’. Promotor: prof. dr. P.B.<br />
Cliteur<br />
■ Woensdag 9 juni<br />
Promotie drs. J.J.F.M. Borking<br />
‘Privacyrecht is code’. Promotor:<br />
prof.mr. H. Franken.<br />
■ Zaterdag 12 juni Alumni zomerdag<br />
Het hele jaar viert de <strong>Universiteit</strong><br />
<strong>Leiden</strong> haar 87e lustrum. Alle alumni<br />
zijn van welkom op de alumnizomerdag.<br />
Meer informatie zie<br />
www.alumni.leidenuniv.nl<br />
Actuele agenda zie www.law.leidenuniv.nl/agenda.html<br />
11
p u b l i c a t i e s<br />
■ Inbedding van Europese procesrechtelijke<br />
normen in de Nederlandse rechtsorde.<br />
M.V. Polak (red.). Ars Aequi Libri<br />
2010, ISBN 978-90-6916-714-5 (MI-170)<br />
12<br />
Straatsburg, Brussel en Luxemburg.<br />
Windrichtingen waaruit procesrechtelijke<br />
normen op ons afkomen.<br />
Procesrechtelijke regelgeving en rechtspraak<br />
van Europese herkomst verlangen<br />
invoeging in het Nederlands bestuursstraf-<br />
en burgerlijk procesrecht. Dit boek<br />
is gewijd aan de inbedding van supranationale<br />
strafrechtelijke normen in de<br />
Nederlandse rechtsorde. Hoe gaan wetgevers,<br />
rechter en bestuur in Nederland te<br />
werk bij hun pogingen Europese regelgeving<br />
en rechtspraak in te bedden in ons<br />
bestuurs-, straf- en burgerlijk procesrecht<br />
en welke lessen kunnen wij daaruit trekken?<br />
■ De criminologische kant van het ondernemen.<br />
Gudrun Vande Walle en Patrick<br />
Van Calster. Boom Juridische uitgevers,<br />
ISBN 978-90-8974-055-7<br />
De laatste jaren is er in de lage landen heel<br />
wat criminologisch onderzoek verricht<br />
naar organisatiecriminaliteit, financiële<br />
criminaliteit, corruptie en soortgelijke<br />
zaken. Hieruit vloeide een aantal waardevolle<br />
publicaties voort. Dit boek bevat vernieuwende<br />
bijdragen van Nederlandse en<br />
Belgische onderzoekers, waarin deze<br />
recente ontwikkelingen binnen het onderzoeksdomein<br />
van financieeleconomische<br />
criminaliteit centraal staan. Thema’s zijn<br />
onder meer milieucriminaliteit, transnationale<br />
criminaliteit, witwassen, fraude,<br />
voedselveiligheid, werknemerscriminaliteit<br />
en belangenvermenging. Ook wordt er<br />
aandacht besteed aan nieuwe functies binnen<br />
de handhavingsketen, zoals de forensisch<br />
auditor of de compliance officer.<br />
Daarnaast komt het integriteitsbeleid of<br />
het maatschappelijk verantwoord ondernemen<br />
als noodzakelijke aanvulling bij de<br />
reactieve benadering aan de orde.<br />
■ Dorsten naar gerechtigheid, Timo Slootweg.<br />
Paul Scholten. Kluwer, ISBN 978-<br />
90-13-07260-0.<br />
De publicatie bevat filosofisch-theologische<br />
beschouwingen over het recht. De<br />
nagelaten schriften van Paul Scholten<br />
(1875-1946) verdienen de volle aandacht<br />
van een ieder die zich beroepshalve of<br />
vanwege een wijsgerige of theologische<br />
belangstelling op de diepere grondslagen<br />
van het recht wil oriënteren.<br />
In deze heruitgave van werk van Paul<br />
Scholten zijn zowel de methodologie van<br />
de rechtsvinding (uit Asser-Scholten,<br />
Algemeen deel) als zijn meer beschouwelijke<br />
werk in één gebonden band samengebracht.<br />
Timo Slootweg plaatst Paul Scholten in<br />
zijn naschrift getiteld: Over de grondslag<br />
van de beslissing, tegen de achtergrond van<br />
zijn christelijk existentialisme en decisionisme.<br />
Daarmee voegt hij een uiterst interessante<br />
dimensie toe aan de actuele discussie<br />
over de betekenis van het recht in<br />
het bredere perspectief van ethiek en<br />
samenleving. Nu het moderne rationalisme<br />
op haar retour is, en de angst voor<br />
religie plaatsmaakt voor een hernieuwde<br />
interesse daarin, is de tijd gekomen om<br />
Scholten’s Beschouwingen opnieuw in<br />
overweging te nemen.<br />
■ Studies over crisis en crisisbeheersing.<br />
E.R. Muller, U. Rosenthal, I. Helsloot,<br />
E.R.G. van Dijkman. Kluwer, ISBN 978-<br />
90-1305-469-9<br />
Crisis en crisisbeheersing zijn steeds<br />
belangrijker voor publieke en private<br />
organisaties. Rampen, terrorisme, openbare<br />
ordeverstoringen, infectieziekten,<br />
overstromingen maar ook internationale,<br />
bestuurlijke en bedrijfscrises noodzaken<br />
organisaties tot cruciale beslissingen over<br />
leven en dood van burgers en medewerkers<br />
en over het voortbestaan van de eigen<br />
organisatie.<br />
In deze bundel beschrijven wetenschappers<br />
en practitioners de vele kanten van<br />
crises en crisisbeheersing. De verschillende<br />
vormen van crises worden belicht.<br />
Ingegaan wordt op enkele kernthema’s in<br />
de crisisbeheersing zoals oefenen en trainen,<br />
crisiscompetenties, media- en crisiscommunicatie,<br />
rol van burgers, nazorg en<br />
internationale aspecten van crisisbeheersing.<br />
De organisatie en structuur van de<br />
crisisbeheersing in Nederland komt uitgebreid<br />
aan de orde. De bundel wordt afgesloten<br />
met enkele aanbevelingen en toekomstvisies<br />
over crisis en crisisbeheersing.<br />
Deze bundel vormt het eerste deel over<br />
crisis en crisisbeheersing. In het tweede<br />
deel over dit onderwerp komen daadwerkelijke<br />
crisissituaties in Nederland in de<br />
periode 1945 tot 2008 aan de orde. ■<br />
<strong>Leiden</strong> Law Magazine<br />
Wilt u op de hoogte blijven van informatie<br />
over de Juridische Faculteit, zoals conferenties,<br />
nieuwe publicaties en personalia?<br />
Meld u dan aan per e-mail<br />
vvjf@law.leidenuniv.nl of telefonisch<br />
071 527 48 65. Vermeld hierbij uw naam,<br />
adres, telefoon en e-mailadres.<br />
Donateurs aan het LUF ontvangen het<br />
blad gratis.<br />
Colofon<br />
Redactie: Annet van der Helm, Joanne van<br />
der Leun, Pauline Memelink, Jelle Nijland<br />
en Michiel Tjepkema met medewerking<br />
van de Vereniging Vrienden van de<br />
Juridische Faculteit (VVJF) en het Leids<br />
<strong>Universiteit</strong>s Fonds (LUF)<br />
Redactie-adres: <strong>Leiden</strong> Law Magazine,<br />
Steenschuur 25, kamer b4.17,<br />
2311 es <strong>Leiden</strong><br />
E-mail: vvjf@law.leidenuniv.nl<br />
Website: www.law.leidenuniv.nl/alumni