inhoud module 1 de communicatiesituatie module 2 communiceren ...

Inhoud
Module 1 de coMMunicatiesituatie 9
1.1 Zakelijke communicatie 10
1.2 Het communicatiemodel 13
1.2.1 De zender 13
1.2.2 De boodschap en de code 14
1.2.3 Het medium 16
1.2.4 De ontvanger 16
1.2.5 De ruis 17
1.2.6 Feedback en actief luisteren 19
1.3 De communicatiecriteria 25
1.3.1 Helderheid 25
1.3.2 Correctheid 26
1.3.3 Gepastheid 27
1.3.4 Aantrekkelijkheid 32
1.3.5 Efficiëntie en effectiviteit 34
1.4 De communicatiesoorten 35
1.4.1 Non-verbale communicatie 35
1.4.1.1 Visuele communicatie 35
1.4.1.2 De gebaren, de beweging 36
1.4.1.3 De lichaamshouding 36
1.4.1.4 De mimiek 38
1.4.1.5 De functie 41
1.4.2 Verbale communicatie 43
1.4.2.1 Schriftelijke communicatie 43
1.4.2.2 Mondelinge communicatie 44
1.4.2.3 Intrapersoonlijke, interpersoonlijke en massacommunicatie 46
Module 2 coMMuniceren en plannen 48
2.1 Het communicatieplan 49
2.1.1 De opdracht 49
2.1.2 Het communicatiedoel 50
2.1.3 De analyse van het publiek 52
2.1.4 Het thema 52
2.1.5 Het communicatiemedium 53
2.1.6 De communicatiecontext 53
2.2 Wat is een bouwplan? 55
2.3 De standaardbouwplannen 57
2.3.1 De probleemstructuur 57
2.3.2 De maatregelstructuur 58
2.3.3 De evaluatiestructuur 59
2.3.4 De ontwerpstructuur 61
2.3.5 De onderzoeksstructuur 62
2.3.6 De handelingsstructuur 64
2.4 Een web van bouwplannen en structuren 72
// 3
Puur Zakelijk +
Inhoud

Inhoud
Module 3 Zakelijke teksten leZen 74
3.1 Wat zijn leesstrategieën? 75
3.2 De leesstrategieën 76
3.2.1 Voorspellend lezen 76
3.2.2 Oriënterend lezen (skimmen) 76
3.2.3 Globaal lezen 78
3.2.4 Zoekend lezen 79
3.2.5 Intensief en studerend lezen 81
3.2.6 Kritisch lezen 81
3.2.7 Structureel lezen 82
3.3 Zakelijke documenten lezen 90
3.3.1 De instructie 90
3.3.2 De huurovereenkomst 93
3.3.3 De algemene verkoopsvoorwaarden 98
3.3.4 Het stagecontract 102
Module 4 Zakelijke teksten schrijven 105
4.1 Het schrijfproces 106
4.2 De bouw van een zin 107
4.2.1 De beknopte bijzin 108
4.2.2 Pleonasme en tautologie 109
4.2.3 De contaminatie 111
4.2.4 De passieve vorm 112
4.2.5 De wij-vorm 113
4.2.6 De nomalisering of naamwoordstijl 114
4.3 De bouw van een alinea: de KUS-structuur 115
4.3.1 De kernzin 115
4.3.2 De uitwerking 115
4.3.3 Het standpunt 116
4.3.4 De eenkolommer 120
4.4 Een zakelijke e-mail schrijven 122
Module 5 de Zakelijke brief 126
// 4
Puur Zakelijk +
5.1 De briefschikking 128
5.1.1 Het briefhoofd 128
5.1.2 Het adres van de geadresseerde 128
5.1.3 De referentieregels 128
5.1.4 De aanspreking 128
5.1.5 De brieftekst 129
5.1.6 De afsluiting 129
5.1.7 Bijlage, Kopie, PS 129

5.2 Het verzoekschrift 131
5.2.1 Het verzoek om informatie 131
5.2.1.1 De prijsaanvraag 132
5.2.1.2 De aanvraag om het bezoek van een vertegenwoordiger 134
5.2.2 Het verzoek tot betaling 136
5.2.2.1 De herinnering 136
5.2.2.2 De maanbrief 139
5.2.2.3 De dreigbrief 139
5.2.3 Het verzoek om een stageplaats / 143
de aanvraag tot samenwerking met een bedrijf
5.3 De informatieve brief 144
5.3.1 De circulaire 144
5.3.2 Bevestiging van een mondeling gemaakte afspraak 150
5.3.3 De bestelbrief 150
5.4 De klachtenbrief 153
5.4.1 Wat is een klacht? 153
5.4.2 Het briefplan 154
5.4.3 Klachten beantwoorden 157
Module 6 coMMerciële coMMunicatie 165
6.1 De reclame 166
6.1.1 Wat is reclame? 166
6.1.2 Waarom een product kopen? – Het koopmotief 166
6.1.3 Reclame en woordspel 168
6.1.3.1 Het neologisme 168
6.1.3.2 Het rijm 169
6.1.3.3 De alliteratie 169
6.1.3.4 De repetitio 169
6.1.3.5 De imperatief 169
6.2 De advertentie 170
6.2.1 Wat is een advertentie? 170
6.2.2 Waaruit bestaat een advertentie? 171
6.2.2.1 De illustratie 171
6.2.2.2 De kopregel 172
6.2.2.3 Het hoofdtekstblok (de body copy) 172
6.2.2.4 De slagzin 172
6.2.2.5 Het logo 173
6.3 De mailing 176
6.3.1 Wat is een mailing? 176
6.3.2 De post-mailing 176
6.3.2.1 De envelop 176
6.3.2.2 De brief 176
6.3.2.3 De flyer, folder of brochure 181
6.3.2.4 De antwoordkaart, retourenvelop of feedbackstimulus 186
6.3.3 De elektronische mailing of e-mailing 188
Inhoud
// 5
Puur Zakelijk +

Inhoud
6.4 De website 190
6.4.1 Wat is een website? 190
6.4.2 Hoe een website beoordelen? 190
Module 7 Mondeling coMMuniceren 195
7.1 Het interview 196
7.1.1 Wat is een interview? 196
7.1.2 De soorten interviews 197
7.1.3 De vragen 198
7.2 Het introductiegesprek 205
7.2.1 Wat is een introductiegesprek? 205
7.2.2 Het stappenplan 205
7.3 Het baliegesprek 208
7.3.1 Wat is een baliegesprek? 208
7.3.2 Het stappenplan 208
7.4 Het functioneringsgesprek – Het beoordelingsgesprek 211
7.4.1 Het gesprek binnen een bedrijfscontext 211
7.4.1.1 Wat is een functionerings- en beoordelingsgesprek? 211
7.4.1.2 Hoe verloopt het functioneringsgesprek? 213
7.4.2 Het functioneringsgesprek binnen een schoolcontext 216
7.5 Het slechtnieuwsgesprek 220
7.5.1 Het interpersoonlijke gesprek 220
7.5.1.1 Wat is een slechtnieuwsgesprek? 220
7.5.1.2 De fases van het slechtnieuwsgesprek 220
7.5.1.3 Mogelijke valkuilen 223
7.5.2 De crisiscommunicatie 227
7.5.2.1 De crisissituatie 227
7.5.2.2 Doe de crisistest 228
7.5.2.3 Drie fases 228
Module 8 solliciteren 231
// 6
Puur Zakelijk +
8.1 De sollicitatiebrief 232
8.1.1 Wie ben ik? 232
8.1.2 Waar ga je zoeken? 239
8.1.3 Het beroepsprofiel 241
8.1.4 Hoe solliciteren? 244
8.1.5 De feitelijke brief 244
8.1.6 Het curriculum vitae 246
8.1.7 Het sollicitatieformulier 248
8.2 Het sollicitatiegesprek 254
8.2.1 De voorbereiding 254
8.2.2 Het interview 255

8.2.3 De positieve sollicitatie-indruk 257
8.2.4 Het interview-observatieformulier 257
8.2.5 De checklist 260
Module 9 het uitvoerige rapport 264
9.1 Het stagerapport 265
9.1.1 Het ervaringsgerichte stagerapport 265
9.1.2 Het probleemoplossende stagerapport 266
9.2 De geïntegreerde proef / het eindwerk / de scriptie 268
9.2.1 Waarom een geïntegreerde proef/eindwerk/scriptie? 268
9.2.2 Het stappenplan 268
9.3 De delen van een rapport 272
Module 10 de Mondelinge presentatie 279
10.1 Soorten presentaties 280
10.1.1 De speech 280
10.1.2 De lezing 280
10.1.3 De verkooppresentatie 280
10.1.4 De interne presentatie 280
10.2 De spreekangst 281
10.3 Het communicatieplan 282
10.3.1 De opdracht 282
10.3.2 Het doel 283
10.3.3 Het publiek 284
10.3.4 Het thema 284
10.3.5 De opbouw 285
10.3.6 De communicatiemedia 289
10.3.7 De communicatiecontext 290
10.4 Het spreekschema 291
Module 11 de vergadering en de notulen 295
11.1 Wat is een vergadering? 296
11.2 Soorten vergaderingen 297
11.2.1 De besluitvormende vergadering 297
11.2.2 De probleemoplossende vergadering 297
11.2.3 De informatieve vergadering 297
11.2.4 Het werkoverleg 297
11.2.5 De onderhandeling 297
Inhoud
// 7
Puur Zakelijk +

Inhoud
11.3 De voorbereiding van een vergadering 299
11.3.1 De agenda 299
11.3.2 De uitnodiging 299
11.3.3 De inrichting van het vergaderlokaal 302
11.4 Het verloop van een vergadering 303
11.4.1 De structuur 303
11.4.2 De taak van de voorzitter 304
11.4.3 De taak van de deelnemers 305
11.5 Coöperatief vergaderen 303
11.5.1 Wat is coöperatief vergaderen? 303
11.5.2 Hoe kun je horen en zien dat een vergadering coöperatief verloopt? 304
11.5.3 Werkvormen tijdens het coöperatief vergaderen 305
11.6 Vergaderen op afstand 311
11.7 De notulen 320
11.7.1 Wat zijn notulen? 320
11.7.2 Aandachtspunten voor de notulist 322
11.7.3 Aan welke eisen voldoet het perfecte verslag? 326
11.7.3.1 Overzichtelijk 326
11.7.3.2 Volledig 326
11.7.3.3 Beknopt 326
11.7.3.4 Objectief 326
11.7.3.5 Exact 326
11.7.3.6 Correct 326
Module 12 telefoneren 328
12.1 Het specifieke karakter van een telefoongesprek 329
12.2 De voorbereiding 331
12.3 De opbouw van het gesprek 332
12.4 Hoe herformuleer je? 333
12.5 De tussenschakel 335
12.5.1 Het antwoordapparaat 335
12.5.2 De telefonist(e) 337
12.6 De telefonische klachtenbehandeling 340
12.6.1 Wat is een klacht? 340
12.6.2 Klachten beluisteren: stappenplan 342
12.6.3 Telefonische klachten opvangen 344
12.6.4 Een klacht formuleren 347
begrippenregister 351
// 8
Puur Zakelijk +