Bijlage 5 Archeologisch onderzoek - Ruimtelijkeplannen.nl
Bijlage 5 Archeologisch onderzoek - Ruimtelijkeplannen.nl
Bijlage 5 Archeologisch onderzoek - Ruimtelijkeplannen.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
GEMEENTE VALKENSWAARD<br />
PLANGEBIED KERKAKKERSTRAAT TE DOMMELEN<br />
Bureau<strong>onderzoek</strong> en<br />
Inventariserend veld<strong>onderzoek</strong> (verkennende fase)<br />
BAAC rapport V-10.0140 april 2010
GEMEENTE VALKENSWAARD<br />
PLANGEBIED KERKAKKERSTRAAT TE DOMMELEN<br />
Bureau<strong>onderzoek</strong> en<br />
Inventariserend veld<strong>onderzoek</strong> (verkennende fase)<br />
BAAC rapport V-10.0140 april 2010<br />
Status<br />
concept<br />
Auteur(s)<br />
W.A. Bergman<br />
ARCHEOLOGIE BOUWHISTORIE CULTUURHISTORIE
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
Colofon<br />
ISSN<br />
Auteur(s)<br />
Redactie<br />
Cartografie<br />
1873-9350<br />
W.A. Bergman<br />
drs. mw. J. de Winter<br />
R.B. Sperwer<br />
Copyright Ravensburgh Vastgoedontwikkeling te Eindhoven / BAAC bv te Deventer<br />
Eindcontrole drs. mw. J. de Winter 26-04-2010<br />
Autorisatie<br />
(senior archeoloog)<br />
drs. mw. J. de Winter 26-04-2010<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of<br />
op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Ravensburgh Vastgoedontwikkeling te<br />
EINDHOVEN en/of BAAC bv te Deventer.<br />
BAAC bv<br />
Onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie<br />
Postbus 2015<br />
7420 AA Deventer<br />
Tel.: (0570) 67 00 55<br />
Fax: (0570) 61 84 30<br />
E-mail: deventer@baac.<strong>nl</strong><br />
2<br />
Graaf van Solmsweg 103<br />
5222 BS ‘s-Hertogenbosch<br />
Tel.: (073) 61 36 219<br />
Fax: (073) 61 49 877<br />
E-mail: denbosch@baac.<strong>nl</strong>
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
Administratieve gegevens<br />
Onderzoekgegevens<br />
Type <strong>onderzoek</strong> Bureau<strong>onderzoek</strong> en Inventariserend veld<strong>onderzoek</strong> (verkennende fase)<br />
Datum opdracht 26 april 2010<br />
Datum veldwerk 8 april 2010<br />
Datum rapportage 26 april 2010<br />
Uitvoerder BAAC bv, vestiging Deventer<br />
Postbus 2015<br />
7420 AA Deventer<br />
0570-670055<br />
Projectleider W.A. Bergman<br />
w.bergman@baac.<strong>nl</strong><br />
BAAC-rapport V-10.0140<br />
Opdrachtgever Ravensburgh Vastgoedontwikkeling<br />
Mevr. A. Paddenburg<br />
Postbus 7668<br />
5601 JR Eindhoven<br />
040-2466640<br />
Bevoegde overheid Gemeente Valkenswaard<br />
W. Coolen<br />
Postbus10100<br />
5550 GA Valkenswaard<br />
040-2083657<br />
Beheer documentatie BAAC bv<br />
Locatiegegevens<br />
Provincie Noord-Brabant<br />
Gemeente Valkenswaard<br />
Plaats Dommelen<br />
Toponiem Kerkakkerstraat<br />
Kadastrale gegevens Gemeente Valkenswaard, sectie G nrs. 2506 en 4397 (gedeeltelijk)<br />
Kaartblad 47B<br />
Oppervlakte 1,1 ha<br />
RD-coördinaten 158.017 / 373.485<br />
158.098 / 373.511<br />
158.146 / 373.412<br />
158.010 / 373.332<br />
Gegevens Archis Onderzoeksmeldingsnummer 40345<br />
Onderzoeksnummer 30802<br />
AMK-terrein n.v.t.<br />
Waarnemingnummer(s) n.v.t.<br />
Vondstmeldingsnummer(s) n.v.t.<br />
Periode(s)<br />
3
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
4
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
Inhoudsopgave<br />
Administratieve gegevens 3<br />
Inhoudsopgave 5<br />
1 I<strong>nl</strong>eiding 7<br />
1.1 Onderzoekskader 7<br />
1.2 Ligging van het gebied 7<br />
2 Bureau<strong>onderzoek</strong> 9<br />
2.1 Werkwijze 9<br />
2.2 Landschappelijke ontwikkeling 9<br />
2.3 Bewoningsgeschiedenis 10<br />
2.3.1 I<strong>nl</strong>eiding 10<br />
2.3.2 Archeologie 13<br />
2.4 <strong>Archeologisch</strong>e verwachting 13<br />
2.4.1 Algemeen 13<br />
2.4.2 Verwachting paleolithicum tot de Romeinse tijd 14<br />
2.4.3 Verwachting Romeinse tot de late middeleeuwen 14<br />
2.4.4 Verwachting late middeleeuwen tot heden 14<br />
3 Inventariserend Veld<strong>onderzoek</strong> 15<br />
3.1 Werkwijze 15<br />
3.2 Veldwaarnemingen 15<br />
3.3 Verkennend boor<strong>onderzoek</strong> 16<br />
3.3.1 Lithologie en bodemopbouw 16<br />
3.3.2 <strong>Archeologisch</strong>e indicatoren 17<br />
3.4 <strong>Archeologisch</strong>e interpretatie 17<br />
4 Conclusie en aanbevelingen 19<br />
4.1 Conclusie 19<br />
4.2 Aanbevelingen 19<br />
Geraadpleegde bronnen 21<br />
Begrippe<strong>nl</strong>ijst 23<br />
<strong>Bijlage</strong>n<br />
<strong>Bijlage</strong> 1 overzicht van geologische en archeologische tijdvakken<br />
<strong>Bijlage</strong> 2 indicatieve waarden met AMK-terreinen, waarnemingen en <strong>onderzoek</strong>en<br />
<strong>Bijlage</strong> 3 boorpuntenkaart met archeologische verwachting<br />
<strong>Bijlage</strong> 4 boorstaten<br />
5
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
6
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
1 I<strong>nl</strong>eiding<br />
1.1 Onderzoekskader<br />
In opdracht van Ravensburgh Vastgoedontwikkeling heeft het <strong>onderzoek</strong>s- en<br />
adviesbureau BAAC bv een archeologisch bureau<strong>onderzoek</strong> en inventariserend<br />
veld<strong>onderzoek</strong> met behulp van boringen (verkennende fase) uitgevoerd in het<br />
plangebied Kerkakkerstraat te Dommelen.<br />
Aa<strong>nl</strong>eiding voor dit <strong>onderzoek</strong> is nieuwbouw in het gebied, waarbij grondverzet zal<br />
plaatsvinden. De diepte van de bodemingrepen is nog onbekend. De minimale<br />
bodemverstoring bij de realisatie van de nieuwbouw is te verwachten tot in de Chorizont<br />
van de bodem, waarbij dus een gerede kans bestaat dat eventueel aanwezige<br />
archeologische waarden verstoord of vernietigd worden.<br />
Het doel van een bureau<strong>onderzoek</strong> is het verwerven van informatie over bekende of<br />
verwachte archeologische waarden binnen een omschreven gebied aan de hand van<br />
bestaande bronnen. Met behulp van de verworven informatie wordt een specifiek<br />
archeologisch verwachtingsmodel opgesteld.<br />
Het inventariserend veld<strong>onderzoek</strong> in de vorm van een verkennend boor<strong>onderzoek</strong><br />
heeft tot doel inzicht te krijgen in de vormeenheden van het landschap, voor zover<br />
deze van invloed zijn op de locatiekeuze in het verleden en om de intactheid van het<br />
bodemprofiel te bepalen.<br />
Tijdens het <strong>onderzoek</strong> dienen de volgende <strong>onderzoek</strong>svragen te worden beantwoord:<br />
• Zijn binnen het plangebied bekende archeologische waarden aanwezig? Zo ja, zijn<br />
er gegevens bekend over de omvang, ligging, aard en datering hiervan?<br />
• Wat is de verwachte bodemopbouw in het gebied en zijn er gegevens bekend over<br />
bodemverstorende ingrepen in het verleden binnen het plangebied?<br />
• Wat is de specifieke archeologische verwachting voor het gebied?<br />
• Hoe is de bodemopbouw en is deze nog intact?<br />
• Is vervolg<strong>onderzoek</strong> nodig om de door het bureau<strong>onderzoek</strong> en verkennend<br />
boor<strong>onderzoek</strong> in beeld gebrachte gebieden met een archeologische verwachting<br />
en een intact bodemprofiel nader te <strong>onderzoek</strong>en en zo ja, in welke vorm?<br />
Het <strong>onderzoek</strong> is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie,<br />
versie 3.1. 1<br />
1.2 Ligging van het gebied<br />
1 SIKB 2006.<br />
2 AHN 2010.<br />
Het plangebied ligt ten oosten van de bebouwing aan de Kerkakkerstraat 12 tot en met<br />
24 en ten westen van Het Laar 19 tot en met 31 te Dommelen. Het plangebied wordt<br />
aan de noord- en zuidzijde begrensd door tuinen. Het plangebied is in gebruik als<br />
grasveld, bos en is deels bebouwd en verhard. De oppervlakte bedraagt circa 1,1<br />
hectare. In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied weergegeven. De hoogte van het<br />
plangebied ligt op circa 24,6 m +NAP. 2 Vanwege de ligging in bebouwd gebied kan de<br />
hoogte enigszins vertekend zijn.<br />
7
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
Figuur 1.1 Ligging van het plangebied. 3<br />
3 ANWB 2004.<br />
8
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
2 Bureau<strong>onderzoek</strong><br />
2.1 Werkwijze<br />
Tijdens het bureau<strong>onderzoek</strong> is aan de hand van bestaande bronnen een<br />
archeologische verwachting voor het plangebied opgesteld. Bij de inventarisatie van de<br />
archeologische waarden is gebruik gemaakt van gegevens uit het Centraal<br />
<strong>Archeologisch</strong> Archief (CAA) en het Centraal Monumenten Archief (CMA) van de<br />
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), evenals de Indicatieve Kaart van<br />
<strong>Archeologisch</strong>e Waarden (IKAW). Hierbij is het <strong>Archeologisch</strong> Informatie Systeem<br />
(ARCHIS-II) gebruikt. Er is contact gelegd met de heemkundekring Weerderheem. Met<br />
name voor de recentere archeologische periodes zijn diverse historische bronnen<br />
geraadpleegd. Literatuur en kaarten over de geologie, geomorfologie en de<br />
bodemopbouw van het <strong>onderzoek</strong>sgebied is eveneens bestudeerd om op basis van<br />
locatiekeuze-theorieën een uitspraak te doen over de kans op aanwezigheid van<br />
archeologische resten.<br />
In navolgende paragrafen worden de resultaten van het bureau<strong>onderzoek</strong> beschreven.<br />
Het hoofdstuk wordt afgesloten met een synthese in de vorm van een specifieke<br />
archeologische verwachting. Een opsomming van de geraadpleegde literatuur en<br />
gebruikte kaarten is terug te vinden in de literatuurlijst. Voor een tabel met een<br />
overzicht van geologische en archeologische tijdvakken wordt verwezen naar bijlage 1.<br />
2.2 Landschappelijke ontwikkeling<br />
4 RCE 2010.<br />
5 De Mulder et al. 2003.<br />
6 Idem.<br />
Voor het plangebied is geen geologische kaart met schaal 1:50.000 uitgebracht.<br />
Volgens de gemorfologische kaart van Nederland 4 is het plangebied vanwege de<br />
ligging in bebouwd gebied niet gekarteerd maar door geomorfologische eenheden uit<br />
de omgeving te extrapoleren kunnen een terrasafzettingsvlakte bedekt met dekzand<br />
(vormeenheid 4M20a) of lage dekzandruggen (vormeenheid 3K14) worden verwacht.<br />
Terrasafzettingen bestaan uit grof zand en grind en zijn door de Maas en de Rijn in het<br />
Vroeg- tot Midden Pleistoceen afgezet. De rivierafzettingen worden gerekend tot de<br />
Formatie van Sterksel. 5 Het klimaat is tijdens de laatste ijstijd (Weichselien, 115.000 -<br />
10.000 jaar geleden) van invloed geweest op het huidige landschap. In het begin van<br />
het Weichselien was er nog vrij veel vegetatie, waardoor de zandverstuivingen slechts<br />
een lokaal karakter hadden. In het Midden-Weichselien was de vegetatie vrijwel<br />
verdwenen, waardoor op grote schaal verstuiving van zand kon optreden. Dit door de<br />
wind afgezette zand wordt dekzand genoemd. Het dekzandreliëf bestaat voor het<br />
grootste gedeelte uit dekzandruggen en dekzandwelvingen. De ruggen zijn vaak<br />
duidelijk te zien en kunnen meer dan 1,5 meter boven hun omgeving uitsteken. De<br />
dekzandwelvingen zijn minder geaccidenteerd. Behalve deze reliëfrijke gebieden zijn<br />
er ook gebieden waar het dekzand in de vorm van vlakten is afgezet onder vochtige<br />
omstandigheden of is lokaal verspoeld door het water van de in het voorjaar smeltende<br />
sneeuwmassa’s. Het dekzandpakket wordt gerekend tot de Formatie van Boxtel. 6<br />
Kenmerkend voor dekzand zijn de afgeronde korrels en het goed gesorteerde fijne<br />
zand.<br />
9
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
In het Holoceen (vanaf 10.000 jaar geleden tot heden) werd door het warmer en vochtiger<br />
wordende klimaat het dekzandreliëf door vegetatie vastgelegd. In deze periode is<br />
geologisch gezien weinig veranderd ten opzichte van de situatie aan het eind van het<br />
Pleistoceen.<br />
Volgens de bodemkaart van Nederland 7 komt er binnen het plangebied een hoge<br />
zwarte enkeerdgrond met grondwatertrap VII voor. Bij grondwatertrap VII ligt de<br />
gemiddeld hoogste grondwaterstand op meer dan 80 cm beneden maaiveld (cm -mv)<br />
en de gemiddeld laagste grondwaterstand op meer dan 120 cm –mv. Enkeerdgronden<br />
zijn zandgronden met een niet-vergraven, dikke humushoudende bovengrond (Aahorizont<br />
van minimaal 50 cm dik). Deze dikke humushoudende bovengrond wordt ook<br />
wel een plaggendek of esdek genoemd. Dit plaggendek is ontstaan door het<br />
eeuwe<strong>nl</strong>ang opbrengen van gemengde plaggen en potstalmest op de akkers. De<br />
plaggen werden gestoken op nabij gelegen gras-, bos- of heidepercelen en in de<br />
potstal gelegd om de uitwerpselen en urine van het vee op te vangen. Vaak werd ook<br />
het nederzettingsafval vermengd met de plaggen, waardoor in plaggendekken vaak<br />
zogenaamd mestaardewerk voorkomt. De plaggen werden met de uitwerpselen en het<br />
nederzettingsafval vervolgens als mest op de akkers gebracht. Op een akkercomplex<br />
op arme zandgrond konden zo gedurende langere tijd gewassen worden verbouwd,<br />
zonder dat de bodemvruchtbaarheid daarbij uitgeput raakte. De oogsten konden<br />
daardoor op peil blijven.<br />
De hoge zwarte enkeerdgronden hebben meestal een zandig tot zwak lemig<br />
plaggendek. De nabijheid van zwarte enkeerdgronden bij heideontginningen<br />
suggereert dat de zwarte kleur vooral het gevolg is van het gebruik van heideplaggen.<br />
Ter plaatse van de plaggendekken kan het originele maaiveld zijn opgehoogd met<br />
minimaal 0,5 m en lokaal zelfs meer dan 1 m, terwijl het maaiveld in de afgeplagde<br />
gebieden rondom het akkercomplex juist is verlaagd. Bij hele dikke plaggendekken (> 1<br />
m) is soms sprake van een bruin plaggendek in de ondergrond en een donkerbruin tot<br />
zwart plaggendek in de top van de bodem. Dit kan wijzen op een meerfasige opbouw<br />
van het plaggendek, waarbij verschillende brongebieden voor het strooisel zijn<br />
afgeplagd.<br />
Voor het gebied is geen ontgrondingsvergunning afgegeven. 8<br />
2.3 Bewoningsgeschiedenis<br />
2.3.1 I<strong>nl</strong>eiding<br />
De eerste mensen vestigden zich op de hogere delen in het landschap zoals<br />
dekzandruggen, meestal in de buurt van een waterloop. Uit archeologisch <strong>onderzoek</strong><br />
blijkt dat terrasafzettingsvlaktes minder geliefd waren als vaste woonplaats. Vaste<br />
woonplaatsen kwamen voor vanaf het neolithicum. Vanaf deze periode ging de mens<br />
zich steeds meer toeleggen op het verbouwen van voedsel en het houden van vee. De<br />
vondsten uit de perioden vóór het neolithicum duiden vaak op een tijdelijk kamp dat<br />
seizoensmatig werd bewoond, afhankelijk van het voedselaanbod. De hoger gelegen<br />
gebieden kenden een toenemende bevolkingsdichtheid en zijn vaak voortdurend<br />
7 RCE 2010.<br />
8 Provincie Noord Brabant 2007.<br />
10
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
bewoond geweest tot in de Romeinse tijd. De bevolkingsdichtheid nam aan het einde<br />
van de Romeinse tijd sterk af, en nam in de middeleeuwen weer toe. 9<br />
Door de toenemende bevolking in de middeleeuwen veranderde het landschap en<br />
werd het steeds meer in cultuur gebracht. Bos werd gekapt en veen werd ontgonnen.<br />
Als gevolg van begrazing door schapen kreeg het potentieel aan natuurlijke vegetatie<br />
geen groeikans meer en ontstonden heidevelden. Betere gronden werden gebruikt als<br />
landbouwgrond. Verspreid in het landschap werden kleine boerenbedrijven gevestigd<br />
op verhoogde plaatsen waarop landbouw werd bedreven. Bij uitputting van de bodem<br />
werd plaggenmest opgebracht en ontstonden essen. Met de komst van kunstmest zijn<br />
veel heidevelden ontgonnen tegen het eind van de negentiende eeuw, waardoor oude<br />
bouwlandcomplexen niet verder werden uitgebreid.<br />
Dommelen omvat grondgebied tussen de riviertjes Dommel en Keersop. Het dorp is<br />
vernoemd naar eerstgenoemd riviertje. 10 De huidige dorpskern bestaat uit het<br />
samenkomen van de gehuchten De Berg, Hof, Keersop, Papenhoek, Heij en<br />
Groenstraat. 11 Vanaf 1970 zijn vele nieuwbouwwijken tussen de oorspronkelijke<br />
gehuchten verrezen. 12<br />
De oudst bekende nederzetting nabij de Kerkakkerstraat ontstond in de zevende eeuw<br />
en breidde zich tot de tiende eeuw uit tot 3 á 4 boerderijen. De bewoning duurt tot in de<br />
elfde/twaalfde eeuw. 13 Op de plaats van dit oude nederzettingsterrein wordt een<br />
begraafplaats aangelegd waarop later een houten en weer later een bakstenen kapel<br />
wordt opgericht. Tijdens het "Kempenproject" is een groot gedeelte van de akkers,<br />
waarop later de wijk De Kerkakkers werd gebouwd archeologisch onderzocht. Tijdens<br />
deze opgravingen werden resten gevonden van een tweede middeleeuwse<br />
nederzetting. In westelijke richting naar de Keersop ontstond een nederzetting met<br />
maximaal drie boerderijen. De oudste sporen van deze nederzetting dateren rond<br />
1050. De boerderij uit de jongste nederzetting dateert uit de periode 1125-1175. Deze<br />
‘hove’ wordt gezien als geografisch middelpunt voor de benaming van de gehuchten<br />
Westerhoven en Geenhoven. Op een kaart uit 1898 14 (figuur 2.1) is zichtbaar dat het<br />
plangebied aan het begin van de twintigste eeuw bestaat uit bouwland. De eerste<br />
kadastrale kaart uit de periode 1820-1832 15 (figuur 2.2) geeft een vergelijkbaar beeld<br />
weer. Op de kaarten is geen bebouwing ter plaatse van het plangebied aangegeven.<br />
In de eerste helft van de twintigste eeuw wordt bebouwing direct ten westen van het<br />
plangebied weergegeven. In de tweede helft van de twintigste eeuw komt eerste<br />
spaarzame bebouwing binnen het plangebied. 16<br />
9<br />
De Bont 1993.<br />
10<br />
Van Berkel en Samplonius 2006.<br />
11<br />
Provincie Noord-Brabant 1983.<br />
12<br />
Wikipedia 2010.<br />
13<br />
Idem.<br />
14<br />
Uitgeverij Robas Producties 1989.<br />
15 WatWasWaar 2010.<br />
16 Idem.<br />
11
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
Figuur 2.1 Uitsnede van de topografische kaart uit 1898. De ligging van het plangebied is met de rode<br />
contour aangegeven. De witte vlakken zijn bouwland en het donkergroene vlak direct ten<br />
noorden van het plangebied is bos. Direct ten zuiden van het plangebied loop een weg.<br />
Figuur 2.2 Uitsnede van de kadastrale kaart uit 1820-1832. De ligging van het plangebied is met de rode<br />
contour aangegeven.<br />
12
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
2.3.2 Archeologie<br />
De archeologische verwachting voor het plangebied is volgens Cultuurhistorische<br />
Waardenkaart (CHW) van de provincie Noord-Brabant middelhoog tot hoog. Op de<br />
Indicatieve Kaart van <strong>Archeologisch</strong>e Waarden (IKAW) is af te lezen dat de<br />
archeologisch verwachting hoog is. Als bijlage 2 is een kaart opgenomen met daarop<br />
gecombineerd de IKAW, <strong>Archeologisch</strong>e Monumenten Kaart (AMK), ARCHISmeldingen<br />
en <strong>onderzoek</strong>smeldingen. Binnen een straal van 500 m rondom het<br />
plangebied bevinden zich geen monumententerreinen. Op circa 400 m ten<br />
noordwesten van het plangebied zijn tijdens een opgraving in 1978 door de toenmalige<br />
Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodem<strong>onderzoek</strong> resten aangetroffen die dateren uit<br />
de vroege middeleeuwen tot in de nieuwe tijd. 17 Op circa 500 m ten noordwesten van<br />
het plangebied zijn bij een opgraving door het instituut voor pre- en protohistorie 18 een<br />
mesolithische vuursteenvindplaats en sporen van nederzettingen uit de bronstijd,<br />
ijzertijd, Romeinse tijd en vroege en late middeleeuwen aangetroffen. 19 Door RAAP is<br />
bij een veldkartering een fragment laat middeleeuws aardewerk gevonden. 20<br />
Door de heemkundekring Weerderheem is geen nadere informatie verstrekt.<br />
2.4 <strong>Archeologisch</strong>e verwachting<br />
2.4.1 Algemeen<br />
Het plangebied ligt op een terrasafzettingvlakte, waar dekzand is op afgezet. Op de<br />
afzettingen is een zwarte enkeerdgrond is gevormd. Enkeerdgronden liggen vaak nabij<br />
oude nederzettingen of hoeven en de kans op het aantreffen van vindplaatsen is op<br />
deze gronden zeer hoog. <strong>Archeologisch</strong>e vondsten en bewoningssporen kunnen bij<br />
een enkeerdgrond op dekzand worden verwacht aan de basis van het plaggendek en<br />
in de top (Ah-, E-, Bh- en Bs-horizonten) van een eventueel daar onder begraven<br />
bodemprofiel (meestal een humuspodzol). De plaggenbemesting kwam vanaf<br />
ongeveer de 13 e eeuw in zwang, zodat vooral vindplaatsen uit de vroege<br />
middeleeuwen en eventueel voorafgaande periodes bewaard zijn gebleven. Vanwege<br />
de dikte van het plaggendek zullen eventuele vindplaatsen veelal nog intact aanwezig<br />
zijn, omdat ze door de ophoging geleidelijk buiten het bereik van het eergetouw en de<br />
keerploeg (sinds de 15 e -16 e eeuw) zijn geraakt. De oudere grondbewerking met<br />
eergetouw zal hooguit de bovenste 15 cm van de oude bodem hebben geroerd en<br />
nauwelijks verstoringen van de originele bodem hebben veroorzaakt. Eventueel<br />
mestaardewerk uit de middeleeuwen en uit recentere perioden is meestal van elders<br />
aangevoerd en duidt dan geen vindplaats ter plaatse aan. De grondwaterstand ligt laag<br />
en het profiel is daardoor goed ontwaterd. Hierdoor zullen vooral organische resten en<br />
botmateriaal minder goed geconserveerd zijn. Hoewel plaggendekken een goede<br />
conserverende eigenschap vormen voor de archeologische waarden in de ondergrond<br />
is de conserveringsgraad ervan in het plangebied afhankelijk van de dikte van het dek<br />
en de invloed van grondbewerking.<br />
17 Archis-waarnemingnummers 14215 en 30466<br />
18 Het toenmalige IPP, Amsterdam. Nu AAC/projectenbureau.<br />
19 Archis-waarnemingnummer 33654 en <strong>onderzoek</strong>snummer 919<br />
20 Archis-waarnemingnummer 53043<br />
13
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
2.4.2 Verwachting paleolithicum tot de Romeinse tijd<br />
Uit de periode paleolithicum – vroeg neolithicum kunnen met name vondststrooïngen<br />
van vuurstenen artefacten, houtskoolpartikels of vondstconcentraties behorende tot<br />
tijdelijke kampementen van jagerverzamelaars voorkomen. In de loop van het<br />
neolithicum en in de daarop volgende periodes gingen de mensen sedentair leven en<br />
kunnen sporen van nederzettingsterreinen bestaande uit individuele huis- of<br />
boerderijplaatsen met erven, afvalkuilen, waterputten en aardewerkstrooïng worden<br />
verwacht. Bij nederzettingsterreinen kunnen ook grafvelden voorkomen.<br />
Vanaf de late bronstijd worden doden hoofdzakelijk gecremeerd en de as in urnen<br />
begraven al dan niet voorzien van een grafmonument (grafheuvel). Uit deze periode<br />
kunnen grafvelden naast de nederzettingsterreinen verwacht worden. Aanvankelijk<br />
heeft het nederzettingspatroon bestaan uit verspreide groepjes boerderijen met een<br />
kleine oppervlakte bouwland. Het bouwlandareaal was zeer beperkt: één tot enkele<br />
hectaren. Tot in de ijzertijd kunnen zogenaamde zwervende erven voorkomen. Dit<br />
betekent dat huis en erf vaak verplaatst werden en verspreid over een hoger gelegen<br />
gebied relatief veel archeologisch resten kunnen worden aangetroffen. De verwachting<br />
op het aantreffen van resten vanaf de steentijd tot de Romeinse tijd is hoog.<br />
2.4.3 Verwachting Romeinse tot de late middeleeuwen<br />
Hoger gelegen gebieden kenden een toenemende bevolkingsdichtheid en zijn vaak<br />
voortdurend bewoond geweest tot in de Romeinse tijd. Aan het einde van de Romeinse<br />
tijd nam de bevolkingsdichtheid sterk af. Ten noordwesten van het plangebied zijn<br />
echter wel resten uit vroege middeleeuwen aangetroffen. De verwachting op het<br />
aantreffen van resten uit de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen is hoog.<br />
2.4.4 Verwachting late middeleeuwen tot heden<br />
Akkerland vormde het hart van een areaal intensief gebruikt cultuurland en is tevens<br />
het hart van de locale agrarische same<strong>nl</strong>eving. Aanvankelijk zullen boerderijen en<br />
nederzettingen midden in een bouwlandcomplex gestaan hebben, maar om het<br />
akkercomplex beter te kunnen bewerken werd vooral in de middeleeuwen de<br />
bebouwing verplaatst naar de randen van de bouwlandcomplexen. Het plangebied was<br />
tot in de twintigste eeuw als bouwland in gebruik en volgens historisch kaartmateriaal<br />
onbebouwd. De verwachting op het aantreffen van sporen uit de late middeleeuwen en<br />
de nieuwe tijd laag.<br />
14
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
3 Inventariserend Veld<strong>onderzoek</strong><br />
3.1 Werkwijze<br />
Aan de hand van het bureau<strong>onderzoek</strong> is een specifiek archeologisch<br />
verwachtingsmodel opgesteld. Bij het inventariserend veld<strong>onderzoek</strong> is dit model<br />
getoetst. Het inventariserend veld<strong>onderzoek</strong> bestond uit een verkennend<br />
boor<strong>onderzoek</strong> waarbij 10 boringen per hectare zijn gezet, waarbij de boorpunten<br />
vanwege het huidige grondgebruik zijn bepaald door de situatie ter plaatse. Er is<br />
gekeken in hoeverre de bodem nog intact is en daarmee is ook informatie verkregen<br />
over de gaafheid en conserveringstoestand van eventuele archeologische<br />
vindplaatsen. Daarnaast geeft het boor<strong>onderzoek</strong> informatie over de aard van de<br />
bodem.<br />
De boringen zijn gezet met een edelmanboor met een diameter van 7 cm tot minimaal<br />
25 cm in de nog niet door bodemvorming veranderde ondergrond (C-horizont). In het<br />
plangebied zijn 11 boringen gezet. De locaties (x, y) zijn ingemeten met een GPS.<br />
Hoewel het verkennende <strong>onderzoek</strong> niet specifiek is gericht op het opsporen van<br />
archeologische indicatoren is wel op de aanwezigheid daarvan gelet. De bodemlagen<br />
zijn met de hand en op het oog onderzocht op de aanwezigheid van archeologische<br />
indicatoren. <strong>Archeologisch</strong>e indicatoren (bv. aardewerk, hutte<strong>nl</strong>eem, vuursteen, metaal,<br />
houtskool en al dan niet verbrand bot) kunnen een aanwijzing zijn voor de<br />
aanwezigheid van een archeologische vindplaats ter plaatse of in de nabijheid van de<br />
boring met indicator. De bodemlagen zijn lithologisch 21 en bodemkundig 22 beschreven.<br />
Het veld<strong>onderzoek</strong> heeft plaatsgevonden op 8 april 2010. In navolgende paragrafen<br />
worden de resultaten van het veld<strong>onderzoek</strong> beschreven. Het hoofdstuk wordt<br />
afgesloten met een archeologische interpretatie. De locaties van de boringen staan<br />
weergegeven op de boorpuntenkaart (bijlage 3). De boorstaten bevinden zich in bijlage<br />
4.<br />
3.2 Veldwaarnemingen<br />
Door de aanwezige bebouwing, verharding en begroeiing (figuur 3.1) waren aan het<br />
maaiveld geen aanwijzingen zichtbaar die zouden kunnen duiden op de aanwezigheid<br />
van archeologische resten in de bodem.<br />
21 NEN 1989.<br />
22 De Bakker en Schelling 1989.<br />
15
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
Figuur 3.1 Zicht op het plangebied, vanaf linksboven met de klok mee: bebouwing en oprit in het zuidwestelijke deel<br />
van het plangebied, een verharde strook ten oosten van een bedrijfshal in het zuiden van het plangebied,<br />
speelveld in het zuidoosten van het plangebied en een grasveld met bos in het noordelijke deel van het<br />
plangebied.<br />
3.3 Verkennend boor<strong>onderzoek</strong><br />
3.3.1 Lithologie en bodemopbouw<br />
Van de geplaatste boringen zijn vijf boringen (boringen 1 tot en met 5) op een verhard<br />
terreindeel gezet en zes in onverharde delen. Het terrein is verhard met tegels, klinkers<br />
en beton. Boring 2 is op 40 cm beneden maaiveld vastgelopen in een pui<strong>nl</strong>aag. Ter<br />
plaatse van de boringen 3, 4 en 5 is onder de verhardingslaag opgebrachte grond en/of<br />
sterk gevlekt zand aangetroffen dat op 45 á 50 cm beneden maaiveld met een scherpe<br />
grens overgaat in het ongeroerde zand van de C-horizont.<br />
In boring 1 zijn onder een verstoorde laag vanaf 70 cm beneden maaiveld een<br />
begraven A-horizont en een verploegde B-horizont aangetroffen. De top van de Chorizont<br />
ligt hier op 110 cm beneden maaiveld. Boring 6 is tot 65 cm beneden maaiveld<br />
verploegd. Onder deze A/Bp-horizont komt een BC-horizont voor. De boringen 7, 8 en<br />
9 zijn in een bos geplaatst, waarbij in boring 7 tussen 30 en 40 cm beneden maaiveld<br />
een B-horizont voorkomt. Ter plaatse van de boringen 8 en 9 gaat de licht gevlekte Ahorizont<br />
met een scherpe grens over in de C-horizont op respectievelijk 30 en 50 cm<br />
beneden maaiveld. De bovengrond ter plaatse van de boringen 10 en 11 is sterk<br />
gevlekt en gaat binnen 50 cm beneden maaiveld direct over in de C-horizont. De hoge<br />
mate van gevlektheid duidt vermoedelijk op vermenging van de oorspronkelijke<br />
bovengrond met de C-horizont. De C-horizont bestaat uit geel, matig fijn zand al dan<br />
niet met roestvlekken.<br />
16
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
3.3.2 <strong>Archeologisch</strong>e indicatoren<br />
Bij controle van het opgeboorde bodemmateriaal zijn geen archeologische indicatoren<br />
aangetroffen.<br />
3.4 <strong>Archeologisch</strong>e interpretatie<br />
In het plangebied kan, gezien het voorkomen van sterk gevlekte en daarmee<br />
verstoorde bodemlagen en een A/C profiel in circa 70 procent van het plangebied, de<br />
archeologische verwachting worden bijgesteld naar een lage verwachting voor alle<br />
perioden. In het noordwestelijke deel en het zuidwestelijke deel blijft de kans op het<br />
aantreffen van sporen in de ondergrond hoog. De verwachtingszones zijn<br />
weergegeven in bijlage 3.<br />
17
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
18
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
4 Conclusie en aanbevelingen<br />
4.1 Conclusie<br />
Naar aa<strong>nl</strong>eiding van het bureau<strong>onderzoek</strong> werd binnen het plangebied een<br />
enkeerdgrond op dekzand verwacht. <strong>Archeologisch</strong>e resten werden verwacht aan de<br />
basis van het plaggendek tot in de top van de C-horizont. Tijdens het inventariserend<br />
veld<strong>onderzoek</strong> is geen plaggendek aangetroffen. In de ondergrond is wel dekzand<br />
aanwezig, maar de overgang van de verstoorde bovengrond naar het dekzand verloopt<br />
met uitzondering van de boringen 1, 6 en 7 steeds abrupt. In het plangebied zijn geen<br />
archeologische resten aangetroffen die duiden op bewoningssporen. In boring 1 is<br />
echter wel houtskool aangetroffen dat kan duiden op resten van een tijdelijk<br />
kampement, maar kan evengoed een natuurlijke herkomst hebben. Vanwege de sterk<br />
verstoorde bodemopbouw in circa 70 procent van het plangebied is de kans klein dat<br />
hier archeologische waarden aanwezig zijn. Dit betekent dat door de voorgenomen<br />
ontwikkeling (ontgraving tot in de C-horizont) waarschij<strong>nl</strong>ijk geen resten worden<br />
bedreigd. In de overige 30 procent (bijlage 3) kunnen sporen in de ondergrond<br />
voorkomen.<br />
4.2 Aanbevelingen<br />
Op basis van de resultaten van onderhavig <strong>onderzoek</strong> adviseert BAAC bv om<br />
bodemingrepen in de zones met een hoge archeologische verwachting (bijlage 3) die<br />
dieper reiken dan 30 cm –mv te vermijden. Indien dit niet mogelijk is adviseert BAAC<br />
bv een proefsleuven<strong>onderzoek</strong> in deze zones. De oppervlakte van deze zone is<br />
globaal 3000 m 2 . Afhankelijk van de resultaten van het proefsleuven<strong>onderzoek</strong> kan het<br />
<strong>onderzoek</strong> uitgebreid worden naar de zone met een lage archeologische verwachting.<br />
Het doel van het proefsleuven<strong>onderzoek</strong> zal zijn het vaststellen van de fysieke en<br />
inhoudelijke kwaliteit en op basis daarvan de behoudenswaardigheid van een<br />
eventuele vindplaats te beoordelen.<br />
Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Dit betekent niet dat reeds<br />
gestart kan worden met bodemverstorende activiteiten of de daarop voorbereidende<br />
activiteiten. Het selectieadvies dient namelijk eerst beoordeeld te worden door de<br />
bevoegde overheid (gemeente Valkenswaard) en leidt tot een selectiebesluit.<br />
Hoewel getracht is een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de<br />
gebruikte <strong>onderzoek</strong>smethoden, kan de aanwezigheid van archeologische sporen of<br />
resten nooit volledig worden uitgesloten in de gebieden waarvoor geen<br />
vervolg<strong>onderzoek</strong> wordt aanbevolen. BAAC bv wil er daarom op wijzen dat men bij<br />
bodemverstorende activiteiten alert dient te zijn op de aanwezigheid van<br />
archeologische waarden (zoals vondstmateriaal en grondsporen). Bij het aantreffen<br />
van deze waarden dient hiervan melding te maken bij de minister (in praktijk de RCE)<br />
conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988.<br />
19
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
20
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
Geraadpleegde bronnen<br />
Bakker, H. de & J. Schelling, 1989. Systeem van bodemclassificatie voor Nederland.<br />
Staring Centrum, Wageningen.<br />
Berendsen, H.J.A., 1998. De vorming van het land. Van Gorcum, Assen.<br />
Berkel van, G en K. Samplonius, 2006. Nederlandse plaatsnamen herkomst en<br />
historie, Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.<br />
Bont, C. de, 1993. ‘Al het merkwaardige in bonte afwisseling’ Een historische<br />
geografie van Midden- en Oost-Brabant. Stichting Brabants Heem, Waalre.<br />
Mulder, E.F.J. de, M.C. Geluk, I.L. Ritsema, W.E. Westerhof, T.E. Wong, 2003. De<br />
ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen.<br />
Nederlands Centrum van Normalisatie (NEN), 1989. Classificatie van onverharde<br />
grondmonsters. NEN 5104. Delft.<br />
Provincie Noord-Brabant, 1983. Cultuurhistorische Inventarisatie Noord-<br />
Brabant./M.I.P. Gemeente Valkenswaard. Provincie Noord-Brabant, ’s-Hertogenbosch.<br />
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB), 2006.<br />
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.1. SIKB, Gouda.<br />
Geraadpleegde kaarten<br />
ANWB, 2004. Topografische atlas Noord-Brabant (1:25.000). ANWB, Den Haag.<br />
Provincie Noord-Brabant, 2007. Ontgrondingenkaart van de Provincie Noord-<br />
Brabant.<br />
Uitgeverij Robas Producties, 1989. Historische Atlas Noord-Brabant,<br />
Chromotopografische Kaart des Rijks 1:25.000. Den Ilp.<br />
Geraadpleegde websites<br />
AHN, 2010. Actueel Hoogtebestand Nederland, o<strong>nl</strong>ine geraadpleegd in april 2010 via<br />
www.ahn.<strong>nl</strong><br />
Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Noord-Brabant, 2010. Website<br />
geraadpleegd in april 2010 via http://brabant.esri<strong>nl</strong>.com/chw/<br />
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), 2010. Centraal <strong>Archeologisch</strong> Archief<br />
(CAA), het Centraal Monumenten Archief (CMA, de Indicatieve Kaart<br />
van<strong>Archeologisch</strong>e Waarden (IKAW), geomorfologische kaart en bodemkaart.<br />
Afkomstig van ARCHIS-II. Amersfoort. O<strong>nl</strong>ine geraadpleegd in april 2010.<br />
WatWasWaar, 2010. Website met historisch kaartmateriaal, o<strong>nl</strong>ine geraadpleegd in<br />
april 2010 via http://watwaswaar.<strong>nl</strong>/.<br />
Wikipedia, 2010. O<strong>nl</strong>ine encyclopedie, o<strong>nl</strong>ine geraadpleegd in april 2010 via<br />
http://<strong>nl</strong>.wikipedia.org.<br />
21
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
22
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
Begrippe<strong>nl</strong>ijst<br />
A-horizont Donkergekleurde bodemhorizont waarin humus door bodemdieren,<br />
planten,schimmels en bacteriën is omgezet en gemengd met de eventuele<br />
minerale delen<br />
A/C profiel Bodemprofiel waarin een humusrijke A-horizont direct gelegen is op het<br />
ongeroerde moedermateriaal (C-horizont).<br />
Archeologie Wetenschap die zich ten doel stelt om door middel van studie van de<br />
materiële nalatenschap inzicht te verwerven in alle facetten van menselijke<br />
same<strong>nl</strong>evingen in het verleden.<br />
B-horizont Een minerale (soms moerige) horizont in een bodem, waarin een of meer<br />
van de volgende kenmerken voorkomen:<br />
Inspoeling van kleimineralen, aluminium, ijzer of humus uit hoger liggende<br />
horizonten, al dan niet in combinatie (bijna) volledige homogenisatie met<br />
bovendien zodanige veranderingen dat:<br />
• Nieuwvorming van kleimineralen is opgetreden en/of<br />
• Aluminium en ijzer(hydro)oxiden zijn vrijgekomen, of<br />
• Een blokkige of prismatische structuur is ontstaan.<br />
C-horizont Weinig (C1) of niet (C2) door bodemprocessen veranderd sediment of<br />
eventueel verweerd vast gesteente volgend op vast gesteente. Om te<br />
worden geclassificeerd als C-horizont dient het om soortgelijk materiaal te<br />
gaan als hetgeen waarin de A- en B-horizonten zijn ontwikkeld.<br />
Dekzand Fijnzandige afzettingen die onder koude omstandigheden voornamelijk door<br />
windwerking ontstaan zijn; de dekzanden uit de laatste ijstijd vormen in grote<br />
delen van Nederland een 'dek'<br />
Eolisch Door de wind gevormd, afgezet<br />
Fluviatiel Door rivieren gevormd, afgezet<br />
Fluvioperiglaciaal Door stromend water onder periglaciale omstandigheden afgezet.<br />
Formatie Een sedimentpakket dat qua herkomst en lithologische samenstelling een<br />
eenheid vormt.<br />
Holoceen Jongste geologisch tijdvak (vanaf de laatste IJstijd: ca. 8800 jaar v. Chr. tot<br />
heden)<br />
Horizont Een qua kleur, textuur en wordingsgeschiedenis homogene bodemlaag met<br />
karakteristieke eigenschappen<br />
Nederzetting (-sterrein) Woonplaats; de aard en samenstelling van het in het veld aangetroffen<br />
sporen en materiaal wordt geïnterpreteerd als resten van bewoning in het<br />
verleden.<br />
Saalien Voorlaatste glaciaal, waarin het landijs tot in Nederland doordrong<br />
(vorming stuwwallen), ca. 200.000-130.000 jaar geleden.<br />
Sediment Afzetting gevormd door accumulatie van losse gesteentefragmentjes (zoals<br />
zand of klei) en eventueel delen van organismen.<br />
Verwachtingskaart Kaart waarop gebieden staan aangegeven met een zekere archeologische<br />
verwachting; deze verwachting is gebaseerd op een wetenschappelijk model<br />
(gebaseerd op kennis over lokatiekeuze, fysische geografie, statistische<br />
relaties, etc.).<br />
Weichselien Geologische periode (laatste ijstijd, waarin het landijs Nederland niet<br />
bereikte), ca. 120.000-10.000 jaar geleden.<br />
23
BAAC bv Kerkakkerstraat V-10.0140 Dommelen, Kerkakkerstraat Dommelen<br />
24
<strong>Bijlage</strong> 1<br />
Overzicht van geologische en archeologische tijdvakken
Overzicht geologische en archeologische tijdvakken<br />
Ouderdom<br />
in jaren<br />
11.755<br />
12.745<br />
13.675<br />
14.025<br />
15.700<br />
29.000<br />
50.000<br />
75.000<br />
115.000<br />
130.000<br />
370.000<br />
410.000<br />
475.000<br />
850.000<br />
2.600.000<br />
Chronostratigrafie MIS Lithostratigrafie<br />
Holoceen 1<br />
Laat-<br />
Weichselien<br />
(Laat-<br />
Glaciaal)<br />
Midden-<br />
Weichselien<br />
(Pleniglaciaal)<br />
Vroeg-<br />
Weichselien<br />
(Vroeg-<br />
Glaciaal)<br />
Eemien<br />
(warme periode)<br />
Late Dryas<br />
(koud)<br />
Allerød<br />
(warm)<br />
Vroege Dryas<br />
(koud)<br />
Bølling<br />
(warm)<br />
Laat-<br />
Pleniglaciaal<br />
Midden-<br />
Pleniglaciaal<br />
Vroeg-<br />
Pleniglaciaal<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5a<br />
5b<br />
5c<br />
5d<br />
5e<br />
Saalien (ijstijd) 6<br />
Holsteinien<br />
(warme periode)<br />
Elsterien (ijstijd)<br />
Cromerien<br />
(warme periode)<br />
Pre-Cromerien<br />
Formaties: Naaldwijk<br />
(marien), Nieuwkoop<br />
(veen), Echteld (fluviatiel)<br />
Formatie<br />
van<br />
Kreftenheye<br />
Formatie<br />
van<br />
Urk<br />
Formatie<br />
van<br />
Sterksel<br />
Eem<br />
Formatie<br />
Formatie<br />
van Drente<br />
Formatie<br />
van Peelo<br />
Formatie<br />
van<br />
Boxtel<br />
Formatie<br />
van<br />
Beegden
Cal. jaren<br />
v/n Chr.<br />
1500<br />
450<br />
12<br />
0<br />
800<br />
2000<br />
4900<br />
5300<br />
8800<br />
35.000<br />
300.000<br />
1950<br />
815<br />
3755<br />
7020<br />
8240<br />
11.755<br />
12.745<br />
13.675<br />
14.025<br />
15.700<br />
75.000<br />
115.000<br />
130.000<br />
14 C jaren Chronostratigrafie<br />
0<br />
2650<br />
5000<br />
8000<br />
9000<br />
10.150<br />
10.800<br />
11.800<br />
12.000<br />
13.000<br />
Laat-<br />
Weichselien<br />
(Laat-<br />
Glaciaal)<br />
Midden-<br />
Weichselien<br />
(Pleniglaciaal)<br />
Vroeg-<br />
Weichselien<br />
(Vroeg-<br />
Glaciaal)<br />
Subatlanticum<br />
koeler<br />
vochtiger<br />
Pollen<br />
zones<br />
Vb2<br />
Vb1<br />
Va<br />
IVb<br />
Subboreaal<br />
koeler<br />
droger IVa<br />
Atlanticum<br />
warm<br />
vochtig<br />
Boreaal<br />
warmer<br />
Preboreaal<br />
warmer<br />
Eemien<br />
(warme periode)<br />
Saalien (ijstijd)<br />
III<br />
II<br />
Late Dryas LW III<br />
I<br />
Vegetatie<br />
Loofbos<br />
eik en hazelaar<br />
overheersen<br />
haagbeuk<br />
veel cultuurplanten<br />
rogge, boekweit,<br />
korenbloem<br />
Loofbos<br />
eik en hazelaar<br />
overheersen<br />
beuk>1% invloed<br />
landbouw<br />
(granen)<br />
Loofbos<br />
eik, els en hazelaar<br />
overheersen<br />
in zuiden speelt<br />
linde een grote rol<br />
den overheerst<br />
hazelaar, eik, iep,<br />
linde, es<br />
eerst berk en later<br />
den overheersend<br />
parklandschap<br />
Allerød LW II<br />
dennen- en<br />
berkenbossen<br />
Vroege Dryas<br />
open<br />
parklandschap<br />
LWI open vegetatie met<br />
Bølling<br />
kruiden en<br />
berkenbomen<br />
perioden met een<br />
poolwoestijn en<br />
perioden met een<br />
toendra<br />
perioden met bos<br />
en perioden met<br />
een subarctisch<br />
open landschap<br />
loofbos<br />
<strong>Archeologisch</strong>e<br />
perioden<br />
Nieuwe tijd<br />
Middeleeuwen<br />
Romeinse tijd<br />
IJzertijd<br />
Bronstijd<br />
Neolithicum<br />
Mesolithicum<br />
Laat-Paleolithicum<br />
Midden-Paleolithicum<br />
Vroeg-Paleolithicum<br />
Chronostratigrafie voor Noordwest-Europa volgens Zagwijn (1974), Vandenberghe (1985) en De Mulder et al.<br />
(2003). Lithostratigrafie<br />
volgens De Mulder et al. (2003). Mariene isotoop stadium (MIS) volgens Bassinot et al. (1994). Atmosferische data volgens Stuiver et al.<br />
(1998).<br />
Zuurstofisotoop calibratie (OxCal) versie 3.9 Bronk Ramsey (2003), toegepast op het Laat-Weichselien en het Holoceen.<br />
<strong>Archeologisch</strong>e periode-indeling en ouderdom volgens de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodem<strong>onderzoek</strong> (ROB).<br />
Vegetatie bewerkt volgens Berendsen (2000). Pollenzones volgens P. Vos & P. Kiden (2005).
<strong>Bijlage</strong> 2<br />
Indicatieve waarden met AMK-terreinen, waarnemingen<br />
en <strong>onderzoek</strong>en
375000<br />
374000<br />
373000<br />
372000<br />
156000<br />
403489405311<br />
13063<br />
15074<br />
32511<br />
34030<br />
200087 3405144976<br />
34043<br />
24956<br />
34078<br />
1368727804<br />
41123330464<br />
34081<br />
34080<br />
14022<br />
156000<br />
25394<br />
25538<br />
30877<br />
157000<br />
33212<br />
34058<br />
1402814214<br />
14020<br />
33165<br />
34181<br />
411589<br />
0 250 500 750 1.000 m<br />
157000<br />
30878<br />
25399<br />
33917<br />
19763409124<br />
30466<br />
33654<br />
919<br />
14215<br />
27404<br />
14141<br />
30442<br />
53071<br />
158000<br />
158000<br />
27046<br />
34546<br />
53043<br />
53059<br />
53063<br />
53051<br />
33522<br />
32497<br />
9244<br />
53061<br />
53045<br />
159000<br />
49183<br />
10642<br />
200088<br />
36246<br />
24541 34485<br />
36247<br />
24487<br />
31752<br />
38166<br />
37558<br />
159000<br />
34286<br />
37524<br />
15796<br />
53065<br />
35322<br />
53486<br />
14704<br />
31070<br />
12275<br />
405007<br />
32293<br />
34065<br />
414407<br />
2694717799<br />
4701852224<br />
403972<br />
15782<br />
32261<br />
403970<br />
404374<br />
15784<br />
15596<br />
18945<br />
18002<br />
15789<br />
19616 22556<br />
15790<br />
160000<br />
160000<br />
21137<br />
28790<br />
37733<br />
35273<br />
24516<br />
53049<br />
53047<br />
31156<br />
375000<br />
374000<br />
373000<br />
372000<br />
IKAW, AMK-terreinen en<br />
Archis waarnemingen<br />
Dommelen Valkenswaard,<br />
Kerkakkerstraat<br />
LEGENDA<br />
plangebied<br />
<strong>onderzoek</strong>smeldingen<br />
waarnemingen<br />
AMK-terreinen<br />
beschermd monument<br />
zeer hoge archeologische waarde<br />
hoge archeologische waarde<br />
archeologische waarde<br />
archeologische betekenis<br />
indicatieve waarden (IKAW)<br />
hoge indicatieve waarde<br />
middelhoge indicatieve waarde<br />
lage indicatieve waarde<br />
bebouwing<br />
water
<strong>Bijlage</strong> 3<br />
Boorpuntenkaart met archeologische verwachting
373500<br />
373400<br />
373300<br />
158000<br />
158000<br />
Dommelen Valkenswaard, Kerkakkerstraat<br />
boorpuntenkaart schaal 1:1500<br />
plangebied<br />
boorpunten<br />
topografische ondergrond<br />
6<br />
1<br />
7<br />
4<br />
2<br />
158100<br />
8<br />
9<br />
3<br />
5<br />
158100<br />
11<br />
10<br />
0 10 20 30 40 50 m<br />
hoge archeologische verwachting<br />
lage archeologische verwachting<br />
373500<br />
373400<br />
373300
<strong>Bijlage</strong> 4<br />
Boorstaten
oring: 10140-1<br />
beschrijver: WB, datum: 4-8-2010, X: 158.043, Y: 373.342, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 57B, boortype: Edelman-7 cm, doel<br />
boring: archeologie - verkenning, landgebruik: verhard, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Valkenswaard, plaatsnaam: Dommelen,<br />
opdrachtgever: Ravensburgh Vastgoedontwikkeli, uitvoerder: BAAC bv<br />
0 cm -Mv<br />
Lithologie: niet benoemd, niet benoemd, kalkloos<br />
Bodemkundig: interpretatie: verstoord<br />
Opmerking: tegel<br />
6 cm -Mv<br />
Lithologie: zand, zwak siltig, geel, matig grof, kalkloos<br />
Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond<br />
40 cm -Mv<br />
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (
oring: 10140-4<br />
beschrijver: WB, datum: 4-8-2010, X: 158.076, Y: 373.439, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 57B, boortype: Edelman-7 cm, doel<br />
boring: archeologie - verkenning, landgebruik: verhard, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Valkenswaard, plaatsnaam: Dommelen,<br />
opdrachtgever: Ravensburgh Vastgoedontwikkeli, uitvoerder: BAAC bv<br />
0 cm -Mv<br />
Lithologie: niet benoemd, niet benoemd, kalkloos<br />
Bodemkundig: interpretatie: verstoord<br />
Opmerking: tegel<br />
6 cm -Mv<br />
Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, lichtbruin, matig fijn, kalkloos<br />
Bodemkundig: interpretatie: verstoord<br />
Opmerking: sterk gevlekt<br />
50 cm -Mv<br />
Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeelgrijs, matig fijn, kalkloos<br />
Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken<br />
75 cm -Mv<br />
Lithologie: zand, zwak siltig, geel, matig fijn, kalkloos<br />
Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken<br />
Einde boring op 100 cm -Mv<br />
boring: 10140-5<br />
beschrijver: WB, datum: 4-8-2010, X: 158.105, Y: 373.427, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 57B, boortype: Edelman-7 cm, doel<br />
boring: archeologie - verkenning, landgebruik: verhard, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Valkenswaard, plaatsnaam: Dommelen,<br />
opdrachtgever: Ravensburgh Vastgoedontwikkeli, uitvoerder: BAAC bv<br />
0 cm -Mv<br />
Lithologie: niet benoemd, niet benoemd, kalkloos<br />
Bodemkundig: interpretatie: verstoord<br />
Opmerking: tegel<br />
6 cm -Mv<br />
Lithologie: zand, zwak siltig, witgrijs, zeer grof, kalkloos<br />
Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond<br />
20 cm -Mv<br />
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (
oring: 10140-7<br />
beschrijver: WB, datum: 4-8-2010, X: 158.069, Y: 373.473, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 57B, boortype: Edelman-7 cm, doel<br />
boring: archeologie - verkenning, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Valkenswaard, plaatsnaam: Dommelen, opdrachtgever:<br />
Ravensburgh Vastgoedontwikkeli, uitvoerder: BAAC bv<br />
0 cm -Mv<br />
Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijs, matig fijn, kalkloos<br />
Bodemkundig: natuurlijke (ongeploegde) A-horizont<br />
30 cm -Mv<br />
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm)<br />
Lithologie: zand, zwak siltig, bruin, matig fijn, kalkloos<br />
Bodemkundig: B-horizont met ingespoelde humus en ijzer/aluminium<br />
40 cm -Mv<br />
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm)<br />
Lithologie: zand, zwak siltig, geel, matig fijn, kalkloos, interpretatie: dekzand<br />
Bodemkundig: C-horizont<br />
Einde boring op 90 cm -Mv<br />
boring: 10140-8<br />
beschrijver: WB, datum: 4-8-2010, X: 158.096, Y: 373.490, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 57B, boortype: Edelman-7 cm, doel<br />
boring: archeologie - verkenning, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Valkenswaard, plaatsnaam: Dommelen, opdrachtgever:<br />
Ravensburgh Vastgoedontwikkeli, uitvoerder: BAAC bv<br />
0 cm -Mv<br />
Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijs, matig fijn, kalkloos<br />
Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont<br />
30 cm -Mv<br />
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (