Spijkenisse Buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl

Bijlage 1. Beleidskader 3
Bij de invulling van de behoefte aan wonen moet voorkomen worden, dat dit leidt tot het sluipend
volbouwen van landelijke tussengebieden. Daarom gelden de volgende uitgangspunten:
- voor het realiseren van landelijk wonen zijn ten eerste de Ruimte-voor-Ruimteregeling en
de Landgoederenregeling geschikte bestaande instrumenten;
- landelijk wonen hoeft niet beperkt te zijn tot huidige landelijke gebieden, maar kan ook ingevuld
worden door het herinrichten van bestaande stedelijke gebieden (bijv. Stadshavens).
De integrale gebiedsontwikkelingsplannen voor zoekgebieden landelijk wonen dienen als basis
voor bestemmingsplannen in het gebied.
Regels-voor-Ruimte (2005)
Op 8 maart 2005 hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland de nota Regels-voor-Ruimte
vastgesteld. Deze nota vormt naast de streekplannen het beoordelingskader voor gemeentelijke
ruimtelijke plannen en bevat beleidsregels ten behoeve van de goedkeuring van ruimtelijke
plannen. De nota vervangt de Nota Planbeoordeling 2002.
In het onderdeel "Landelijk gebied" wordt ingegaan op de regelingen ten behoeve van de ontwikkeling
van de agrarische sector alsmede de in de provincie gelegen waardevolle gebieden.
De regels ten aanzien van de agrarische bedrijvigheid in het landelijk gebied zijn zoveel mogelijk
vereenvoudigd. Ook is de regeling ten aanzien van de burgerwoning in het buitengebied
versoepeld, in die zin dat alleen in de agrarisch waardevolle gebieden (A+ en ANL, in aansluiting
op de systematiek van de streekplannen) nog wordt gewerkt met een maximale inhoudsmaat.
Deze inhoudsmaat is verruimd tot 650 m³. Daarnaast is deze inhoudsmaat niet langer inclusief
ondergrondse bebouwing.
Verder is de regeling ten aanzien van verblijfsrecreatie aangepast aan de nieuwe beleidslijn die
is geformuleerd door het ministerie van VROM.
De afstandsmaat burgerwoningen-glastuinbouwbedrijven van 25 m is komen te vervallen. Gebleken
is dat via milieuwetgeving voldoende maatregelen te nemen zijn om de volksgezondheid
te beschermen tegen schadelijke bestrijdingsmiddelen, zodat het niet langer als een provinciale
verantwoordelijkheid wordt gezien om een verplichte zonering voor te schrijven.
Ruimte-voor-ruimte in Zuid-Holland (2003)
Hoofddoel van "ruimte-voor-ruimte" is het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit in het landelijk
gebied door sloop van (agrarische) bedrijfsgebouwen die niet in het landschap passen en
daarmee de gewenste landschappelijke waarden teniet doen. Om dit doel te bereiken mogen in
ruil voor het duurzaam slopen van de bedrijfsgebouwen, op passende locaties één of meer
compensatiewoningen worden gebouwd. Ontstening staat in de regeling centraal. Ondergeschikte
doelstelling kan zijn de agrarische structuurverbetering.
De regeling bestaat uit drie onderdelen: een basisregeling voor agrarische gebouwen (geen
kassen), en twee aanvullende regelingen voor glastuinbouwbedrijven en niet-agrarische bedrijven.
Enkele bepalingen uit de basisregeling zijn:
- ter compensatie van de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen mogen onder voorwaarden
één of meer burgerwoningen worden gebouwd; de agrarische deskundige dient te beoordelen
of de agrarische functie niet meer kan worden vervuld;
- compensatie elders dient te worden geconcentreerd in of nabij de kern;
- compensatie ter plekke is mogelijk indien geen bijzondere waarden (landschappelijke, natuur-
of cultuurhistorische waarden) in het gebied of op het perceel aanwezig zijn;
- nieuwbouw mag alleen plaatsvinden indien de ruimtelijke kwaliteit in het gebied verbetert,
hetgeen moet blijken uit een ruimtelijke onderbouwing;
- voor het aantal terug te bouwen woningen geldt bij sloop van 1.000 tot 2.000 m² bedrijfsgebouwen
één woning, van 2.000 tot 3.000 m² twee woningen en bij sloop van meer dan
3.000 m² drie woningen (maximum);
- als compensatie voor te slopen kassen mag per 5.000 m² glas één woning worden gebouwd,
met een maximum van drie.
Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg
231.12764.01
Spijkenisse