Spijkenisse Buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl

Bijlage 1. Beleidskader 5
Als insteek voor het handhaven wordt gebiedsgericht onderscheid gemaakt tussen het buitengebied
en de zes kernen. Doelen zijn een uniformering van de handhavingsaanpak van strijdige
situaties en het vaststellen van een nulsituatie ten behoeve van de planning en programmering
van de structurele handhaving van de bestemmingsplannen.
Het handhavingsplan geeft aan dat bij de start van het nieuwe bestemmingsplan buitengebied
het van belang is dat de gemeente bij strijdige situaties dit door middel van een aanschrijving
aan betrokkenen laat weten. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat afwijkt van het
nieuwe bestemmingsplan op het tijdstip dat het plan rechtskracht krijgt, mag worden voortgezet
(overgangsrecht). Het overgangsrecht is niet van toepassing indien dit gebruik al in strijd was
met het voorheen geldende plan en daartegen wordt of nog kan worden opgetreden. Het is van
belang dat tijdig, voordat sprake is van een nieuw bestemmingsplan, inzicht is in het huidige
gebruik van gronden en bouwwerken, dat niet kan worden aanvaard.
Gebiedsgerichte verkenning Voorne-Putten en Rozenburg (2003)
De gemeenten op Voorne-Putten en de gemeente Rozenburg hebben in 2001 besloten tot het
opstellen van een gebiedsgerichte verkenning voor hun grondgebied, gebaseerd op gemeenschappelijke
doelstellingen, waarin de eigen positie van Voorne-Putten en Rozenburg voor nu
en de toekomst wordt bepaald. Gemeenschappelijke aspecten zijn:
- de cultuurhistorie;
- het investeren in het buitengebied, de toekomst van de landbouw in dit gebied;
- water als sturend mechanisme;
- het handhaven van het voorzieningenniveau in de kleine kernen;
- de ontsluiting en bereikbaarheid zowel in het gebied als naar de omgeving.
Op basis van een analyse van sterke en zwakke punten in het gebied, kansen en bedreigingen
en een kwantificering van een aantal ruimteclaims zijn vier modellen voor de toekomstige ontwikkeling
geschetst. Op basis van deze modellen is een ruimtelijk concept ontwikkeld. Dit bestaat
uit een groene ruggengraat (duinen, de Brielse Maas en de Bernisse) en de grote en
kleine kernen. Er worden drie zones onderscheiden met een verschillende ruimtelijke dichtheid.
De bovenste zone is dicht en schermt als het ware het industriegebied af. Het omvat wonen en
werken in een parkachtige omgeving, alsmede wonen in het groen en werken in het groen. De
onderste zone is het open, grootschalige landbouwgebied, tevens stiltegebied. Tussen deze
twee zones in ligt een halfopen gebied met (kleinschalige) landbouw, met landelijk wonen en
met toeristisch-recreatieve en groenblauwe netwerken.
Voor het bestemmingsplan Buitengebied Bernisse-Spijkenisse zijn de volgende basisgedachten,
die aan het ruimtelijk concept ten grondslag liggen, relevant.
Natuur en groen
De grote, natuurlijke eenheden (inclusief ANL-gebieden) worden versterkt. De ecologische verbindingen
worden aanzienlijk verruimd. Op deze wijze ontstaat een stevige structuur als basis
voor water en natuur. Een eventuele waterberging in één van de lage polders kan deel uitmaken
van deze structuur. De cultuurhistorisch waardevolle gebieden blijven zoveel mogelijk in
stand.
De Bernisse wordt zoveel mogelijk "opgerekt" en de hoge delen aan weerszijden van de Bernisse
in het groen gezet. De ANL-gebieden tussen het Kanaal door Voorne en de Bernisse en
tussen de Bernisse en Spijkenisse worden, als de landbouw daar verdwijnt, ingericht als open
moeraszones die aansluiten op de brede ecologische zones en de verzwaarde noordrand. Een
deel daarvan wordt ingericht als waterrijk gebied.
Bedrijven
De bedrijventerreinen worden gelokaliseerd in de dichte rand van het eiland, onder andere
langs de N218 bij Spijkenisse. De zone Geervliet-Spijkenisse (mogelijkheden bezien voor uitbreiding
wonen en bedrijventerreinen) vormt een locatie waarvoor nader onderzoek noodzakelijk
is.
Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg
231.12764.01
Spijkenisse