Spijkenisse Buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl

Bijlage 1. Beleidskader 9
Cultuurhistorie
Nota Belvedère (1999)
Deze nota geeft de visie van het kabinet weer op de wijze waarop met de cultuurhistorische
kwaliteiten bij de toekomstige inrichting van Nederland moet worden omgegaan. Tevens wordt
aangegeven welke maatregelen daartoe moeten en kunnen worden getroffen. Belvedère geeft
vooralsnog geen eigen (bindend) beleid aan, maar moet doorwerken op de andere beleidsvelden.
Een deel van het plangebied is aangewezen als "Belvedèregebied".
Landbouw
Agrarische Gebiedsvisie Voorne-Putten (2003)
De WLTO heeft namens de agrarische ondernemers in Voorne-Putten haar visie gegeven op
de toekomst van Voorne-Putten. De bedoeling is dat deze agrarische gebiedsvisie de komende
jaren door de overheid wordt gebruikt als basis voor haar plannen.
De agrarische sector is in de omgeving van Voorne-Putten de economische drager van het
landschap met een belangrijk aandeel in de werkgelegenheid. De sector heeft in de loop van
honderden jaren het landschap gevormd en wil dit op een economisch gezonde wijze blijven
doen. De ondernemers verwachten dat de overheid hun ondernemerschap stimuleert door onder
meer planologische duidelijkheid te bieden. Verder vraagt de agrarische sector de overheid
mee te werken aan het bieden van ruimte voor duurzame agrarische investeringen.
Voor een goede ontwikkeling van de bedrijven is niet-agrarische bewoning in het buitengebied
vaak een belemmering. Het aantal burgerwoningen in het buitengebied zou tot een minimum
beperkt moeten blijven. De agrarische sector vraagt de overheid dan ook in deze een terughoudend
beleid te voeren en rekening te houden met schade voor omliggende bedrijven.
De agrarische sector is zich bewust van de huidige maatschappelijke problemen op het gebied
van water (wateroverlast in natte periodes, verdroging in droge periodes, verzilting). De sector
wil dan ook graag constructief meedenken over mogelijke oplossingen. Denk daarbij vooral aan
het bergen van overvloedig regenwater en het snel en adequaat afvoeren daarvan.
De agrarische ondernemers zijn zich ervan bewust dat niet in alle gebieden gekozen kan worden
voor een uitsluitend agrarische bestemming van de grond. Het huidige landbouwareaal is
echter de minimale basis voor een gezonde agrocluster in het gebied. Het noodzakelijke ruimtebeslag
voor andere functies dan landbouw moet dan ook zo beperkt mogelijk blijven om de
agrarische sector in het gebied gezond te houden. Bij eventuele grondonttrekkingen moet dit direct
planologisch vastgelegd worden en worden onderbouwd met een Landbouw Effect Rapportage.
Het combineren van de agrarische functie met de realisatie van natuur- en landschapswaarden,
recreatiefaciliteiten, zorgboerderijen en waterberging als tijdelijke opvang is alleen wenselijk als
aanvulling op het agribusinesscomplex. Agrarische bedrijven moeten hiertoe zelf het initiatief
kunnen nemen.
Tenslotte vraagt de sector aan de overheid betrokken te worden bij discussies over de toekomst
in toekomstige inrichting van het gebied. Voor de agrarische ondernemers is daarbij het drieluik
profit (economische verantwoordelijkheid), planet (ecologische verantwoordelijkheid) en people
(sociale verantwoordelijkheid) het uitgangspunt. Voor alle drie voelt de agrarische sector zich
verantwoordelijk. Dat betekent dat de agrarische sector op al deze aspecten aanspreekbaar is
en zich met de maatschappij en overheid wil inzetten voor een gezonde en duurzame ontwikkeling
van het landelijk gebied.
Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg
231.12764.01
Spijkenisse