Spijkenisse Buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl

Bijlage 1. Beleidskader 10
Mogelijkheden en draagvlak voor plattelandsontwikkeling op Voorne Putten (2002)
Dit rapport van de WLTO, afdeling Voorne-Putten, vormt een vervolg op het gebiedsgerichte
Plan van Aanpak Voorne-Putten-Rozenburg, dat de provincie Zuid-Holland eind 1999 heeft uitgebracht.
In dit Plan van Aanpak staat de WLTO als projecttrekker genoemd bij een aantal
deelprojecten op het gebied van agrarisch natuurbeheer, agrotoerisme/recreatief medegebruik
en streekproducten. Het rapport vormt een overkoepeld plan voor deze deelprojecten.
De volgende tien conclusies zijn uit het onderzoek naar voren gekomen.
1. Op Voorne-Putten bestaat vooral animo voor agrarisch natuurbeheer en plattelandstoerisme.
Alhoewel de volksaard enigszins behoudend is, is er zeker vernieuwingszin.
2. Ondernemers die hun landbouwactiviteiten willen verbreden zullen zelf initiatief moeten tonen,
zich goed moeten informeren en bedreigingen omzetten in kansen.
3. Om plattelandsvernieuwing te behouden en verder te ontwikkelen, is het van belang dat
een professionele en duurzame ondersteuning voor plattelandsvernieuwing aanwezig is.
4. De animo voor agrarisch natuurbeheer is redelijk. Er is vooral belangstelling voor weidevogelbescherming,
oever- en slootkantenbeheer, akker- en weiderandenbeheer, opvang van
ganzen en andere wintergasten en onderhoud van landschapselementen.
5. Bij het ontwikkelen van (nieuwe) natuurplannen zouden overheden en natuurorganisaties
combinaties met de agrarische bedrijfsvoering moeten overwegen.
6. Het instellen van een organisatie voor agrarisch natuurbeheer ligt momenteel niet voor de
hand.
7. Er zijn voldoende mogelijkheden, perspectieven en initiatieven voor agrotoeristische activiteiten.
8. De agrarische bedrijven dragen grotendeels zorg voor de kwaliteit van het landschap en
de leefbaarheid van het platteland. Overheden dienen de komende jaren agrarische bedrijven
te blijven ondersteunen bij verbreding van de agrarische activiteiten. De gemeenten
kunnen hieraan bijdragen door de randvoorwaarden en regels helder en eenduidig te maken.
9. De belangstelling voor streekproducten is niet zo groot.
10. De biologische landbouw is momenteel marginaal aanwezig. Een verdere toename van
een biologische land- en tuinbouw is niet erg waarschijnlijk.
Wandelpadenplan Zuid-Holland
Het wandelpadenplan heeft als oogmerk een provinciedekkend en aaneensluitend netwerk van
wandelpaden te realiseren. Gezien de toegenomen vraag naar wandelmogelijkheden en de
toegenomen druk op bestaande paden, is zowel de bescherming van bestaande onverharde
paden als het aanleggen van nieuwe wandelpaden in het bestaande wandelnetwerk van belang.
Het gaat daarbij om paden van bovenlokaal belang. In dat kader hebben Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland in februari 2004 te beschermen wandelpaden aangewezen met een
totale lengte van 431 km. De bescherming van wandelpaden vormt de eerste fase van de uitvoering
van het Wandelpadenplan. Voor het realiseren van nieuwe wandelverbindingen die het
wandelnetwerk compleet dienen te maken, wordt een Uitvoeringsprogramma Wandelpadenplan
Realisatie Nieuwe Wandelpaden gemaakt. De regio kan bij deze tweede fase een inbreng hebben.
Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg
231.12764.01
Spijkenisse