Spijkenisse Buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl
Spijkenisse Buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl
Spijkenisse Buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3. Bodem en waterhuishouding<br />
3.1. I<strong>nl</strong>eiding<br />
In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de opbouw en kwaliteit van bodem en water.<br />
Deze abiotische omstandigheden zijn in belangrijke mate bepalend voor de gebruiksmogelijkheden<br />
en de aanwezigheid van natuur- en landschapswaarden. Allereerst wordt de ontstaansgeschiedenis<br />
beschreven, waarna de huidige situatie aan bod komt. Dit hoofdstuk wordt afgesloten<br />
met de toekomstige ontwikkelingen en het sectorale wensbeeld.<br />
3.2. Ontstaansgeschiedenis<br />
Tot 4000 v. Chr. bestaat het oostelijk deel van Voorne-Putten voornamelijk uit kwelders en kleidekken.<br />
Daarna komt op de kleidekken veen tot ontwikkeling. Dit proces zet zich voort tot circa<br />
1000 na Chr. Vanaf dat moment wordt door de zee en de rivieren klei op het veen afgezet.<br />
Daarnaast wordt veen afgeslagen als gevolg van overstromingen. Dit proces gaat voort tot de<br />
inpoldering van de verschillende gebieden in de 14 e , 15 e en 16 e eeuw (zie ook hoofdstuk 4, paragraaf<br />
4.2 Ontginningsgeschiedenis).<br />
3.3. Huidige situatie<br />
3.3.1. Bodem<br />
Bodemopbouw<br />
De ontstaansgeschiedenis is goed terug te vinden in de huidige bodemopbouw (zie figuur 3.1).<br />
Het plangebied bestaat voor het grootste deel uit jonge zeekleigronden op veen en of zavel.<br />
Daarnaast is op een aantal plaatsen nog veen aanwezig. Oude kreeklopen zijn herkenbaar in<br />
de bodemsoort (kreekgronden).<br />
Maaiveldhoogte<br />
De maaiveldhoogte ten oosten van de Bernisse loopt gemiddeld af van noord naar zuid (van<br />
0,5 m -NAP naar 2 m -NAP). Ten westen van de Bernisse neemt de gemiddelde maaiveldhoogte<br />
toe van noord naar zuid (van 2 m -NAP tot 0,5 m +NAP). De bodemopbouw (veen en<br />
klei-op-veen), gecombineerd met de drooglegging in het gebied, heeft bodemdaling tot gevolg<br />
gehad. Aangenomen wordt dat de bodemdaling circa 10 cm per eeuw bedraagt.<br />
3.3.2. Waterhuishouding<br />
Onderstaande watersysteembeschrijving is gebaseerd op het waterstructuurplan Voorne-Putten<br />
(2002) en de door de waterbeheerders aangeleverde gegevens.<br />
Oppervlaktewater<br />
Het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer en het beheer van de keringen is in handen van<br />
het waterschap Hollandse Delta. Op 1 januari 2005 zijn de voormalige waterschappen gefuseerd.<br />
Het gebied waarop beide bestemmingsplannen betrekking heeft, ligt in twee afwateringsgebieden<br />
die van elkaar worden gescheiden door de Bernisse: Voorne-Oost en Putten. De Bernisse<br />
(in de jaren '70 vergraven voor verbetering van de zoetwatervoorziening) maakt deel uit van het<br />
boezemstelsel, maar valt buiten het plangebied. Delen van het Brielse Meer en het Voedingskanaal<br />
vallen wel binnen het plangebied. Deze wateren behoren eveneens tot het boezemstelsel<br />
en vormen een belangrijke schakel in de zoetwatervoorziening voor het gehele eiland<br />
Voorne-Putten, Delfland en de industrie in het Europoort-Botlekgebied.<br />
Adviesbureau RBOI<br />
Rotterdam / Middelburg<br />
13<br />
231.12764.01<br />
<strong>Spijkenisse</strong>