Spijkenisse Buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl

Landschap, cultuurhistorie en archeologie 30
Cultuurhistorie
De cultuurhistorische elementen en patronen zijn waardevol omdat ze in beginsel onvervangbaar
zijn. De kwetsbaarheden worden vooral bepaald door de ligging en het gebruik van de betreffende
elementen en patronen. Zo ligt aantasting van de historisch-geografische patronen niet voor de
hand, aangezien deze patronen (wegen, waterlopen, dijken) nog altijd als zodanig functioneren.
Aantasting van de herkenbaarheid van de patronen vormt echter een bedreiging. In dit verband
kan gedacht worden aan nieuwe wegen, nieuwe bebouwing en omvangrijke beplantingen die niet
passen binnen de bestaande patronen.
De waardevolle gebouwde elementen kunnen worden aangetast door onzorgvuldige uitbreiding
en restauratie, verwijdering of aantasting van omliggende beplantingen. Een andere mogelijke
bedreiging vormt het oprichten van sterk contrasterende elementen (bijvoorbeeld windturbines) in
de nabijheid van historische bebouwing.
Archeologie
De archeologische waarden kunnen worden bedreigd door grondwerkzaamheden die samengaan
met de aanleg van bijvoorbeeld wegen, bebouwing en watergangen. Ook peilverlaging kan
schadelijk zijn, aangezien dit leidt tot het oxideren van organisch materiaal in de bodem.
4.4.2. Gebiedsgerichte aanpak Voorne-Putten-Rozenburg
In het kader van de Gebiedsgerichte aanpak Voorne-Putten-Rozenburg (1999) zijn de volgende
beleidsdoelen en projecten vastgelegd:
- behoud samenhangend agrarisch gebied;
- verbeteren langzaamverkeerrelaties Spijkenisse-Bernisse;
- opwaardering en intensivering recreatief gebruik Bernissegebied;
- recreatief fietspad langs Haringvliet;
- realiseren ecologische samenhang Spuioevers;
- realiseren ecologische samenhang oevers Haringvliet;
- versterken natuurgebied Vierambachtenboezem;
- realisering Provinciale Ecologische HoofdStructuur (PEHS) door natuurvriendelijke oevers
langs hoofdwatergangen.
De genoemde projecten zullen in meer of mindere mate leiden tot een verdichting van het open
landschap. Veel hangt daarbij af van de uiteindelijke inrichting en het beheer van bijvoorbeeld
de nieuwe natuurelementen en de zone tussen Geervliet en Spijkenisse. Een belangrijk deel
van het buitengebied van Spijkenisse kenmerkt zich door waardevolle landschappelijke openheid.
De aanleg van beplantingen staat op gespannen voet met een dergelijke karakteristiek.
4.4.3. Herstel getij Haringvliet
In het kader van het beheer van het Haringvliet is besloten om de Haringvlietsluizen op een kier
te zetten. Hieraan ligt de intentie ten grondslag om het estuarieve karakter van het Haringvliet/Hollands
Diep/Biesbosch terug te brengen, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.
Het op een kier zetten van de sluizen heeft tot doel om hiermee ervaring op te doen ten
behoeve van een − wellicht − mogelijk verdere openstelling.
Het gedeeltelijk herstel van het getij op het Haringvliet zal leiden tot landschappelijke veranderingen
in het buitendijkse gebied. Op de lange termijn kunnen nieuwe slikken ontstaan en zal de
verruiging van de gorzen afnemen door overspoeling met zout(er) water. Het landschapsbeeld
krijgt daardoor een meer natuurlijker, dynamischer karakter (meer open water, minder opgaande
beplanting, seizoensvariaties, afwisseling tussen land en water).
Ook de aanpassing van het zoetwatersysteem, dat noodzakelijk is in verband met nieuwe inlaatpunten
voor zoetwater kan leiden tot veranderingen in het landschapsbeeld.
Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg
231.12764.01
Spijkenisse