Spijkenisse Buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl

Landbouw 45
De bedrijven met een omvang van minder dan 32 nge hebben weinig toekomstperspectief in de
huidige opzet. Zij zullen of op korte termijn worden beëindigd of als nevenberoepbedrijf (hoofdberoep
elders) worden voortgezet. Maar ook de bedrijven met een omvang tussen de 32 en
70 nge zullen in de komende jaren alle zeilen moeten bijzetten om volwaardig te worden of te
blijven. De bedrijven die groter zijn dan 70 nge hebben zonder meer een serieus toekomstperspectief.
In Bernisse is 7% van de bedrijven zelfs groter dan 150 nge. In de regio en de provincie
ligt dat laatste percentage duidelijk hoger, namelijk 16 en 27%. Dit valt wellicht te verklaren
uit een groter aandeel van de tuinbouw hierin. In deze bedrijfstak zijn relatief veel moderne, kapitaalintensieve
bedrijven te vinden. In Bernisse is het aantal kleine bedrijven tot 32 nge en tussen
de 50 en 150 nge relatief hoog.
Bedrijfsoppervlak
In tabel 6.3 wordt de verdeling van alle bedrijven gegeven voor wat betreft hun bedrijfsoppervlakte.
Ook hier geldt dat de nevenberoepbedrijven en de verschillen in bedrijfstypen de uitkomsten
beïnvloeden, waardoor voorzichtigheid is geboden bij het vergelijken tussen Bernisse
en de omgeving.
Tabel 6.3 Bedrijfsoppervlakte van hoofd- en nevenberoepbedrijven in hectare, per
centage per groottecategorie
< 15 ha 15-30 ha 30-50 ha 50-100 ha > 100 ha
Bernisse 40 17 18 22 3
Regio 51 14 15 16 4
Provincie 71 12 11 5 1
Bron: CBS 2003.
Uit deze tabel blijkt dat in Bernisse meer dan de helft van de bedrijven kleiner is dan 30 ha. Tegelijkertijd
is bijna een kwart van de bedrijven groter dan 50 ha. Voor een volwaardig rundveehouderijbedrijf
wordt tegenwoordig uitgegaan van een minimale oppervlakte van 20 à 30 ha.
Voor een volwaardig akkerbouwbedrijf is de norm 50 ha. Een groot deel van de (hoofd- en nevenberoep)bedrijven
in Bernisse is vanuit dat oogpunt dus te klein.
Met het oog op de toekomst zijn schaalvergrotingsmogelijkheden wenselijk om een duurzaam
voortbestaan, bijvoorbeeld door verdere extensivering, mogelijk te maken.
Veebezetting
In Bernisse heeft het merendeel van de bedrijven met melkvee een veebezettingsgraad tussen
de 1 en 2 GVE. Dit is ongeveer gelijk aan de veebezettingsgraad op de melkveebedrijven in de
regio en in de provincie. Vergeleken met de provincie als geheel zijn er in Bernisse en in de regio
weinig bedrijven met een veebezetting hoger dan 2 GVE, namelijk 3% (provincie 17%).
6.2.4. Opvolgingssituatie
Volgens gegevens van het CBS over het jaar 2000 (er zijn geen recentere gegevens bekend)
heeft 76% geen opvolger, op 21% van de bedrijven was één opvolger bekend, en op de overige
3% van de bedrijven waren twee of drie bedrijfshoofden bekend.
In het jaar 2002 was 8 % van de bedrijfshoofden jonger dan 40 jaar, 37% tussen de 40 en 55
jaar oud en 55% ouder dan 55 jaar.
Een verklaring voor het betrekkelijk kleine aantal officieel geregistreerde opvolgers in dit gebied
met veel oudere bedrijfshoofden kan zijn dat de definitieve beslissing om wel of niet op te volgen
later genomen wordt dan vroeger. Tegenwoordig volgen agrarische jongeren eerst een gedegen
opleiding waarmee ook andere mogelijkheden op de arbeidsmarkt ontstaan, en pas
daarna wordt de keuze gemaakt het ouderlijk bedrijf wel of niet over te nemen. Over het algemeen
wordt er dan een aantal jaren in maatschap geboerd, waarbij geen sprake meer is van
een opvolgingssituatie, maar van gelijkwaardig ondernemerschap. Bij de meitelling blijkt bovendien
alleen naar de leeftijd van de oudste ondernemer te worden gevraagd. Dit verklaart wellicht
Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg
231.12764.01
Spijkenisse