Spijkenisse Buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl

Afweging sectorale wensbeelden 79
en waterkwaliteit (eutrofiëring) de natuurwaarde van vegetaties zal afnemen. Zeldzame plantensoorten
zullen in aantal verminderen en de algemenere soorten nemen toe.
Water kan op verschillende manieren een rol spelen bij het verhogen van de natuurwaarden.
Voor de natte natuur zijn "plas-dras"-, moerasachtige of brakke situaties wenselijk. Door een
natuurlijke inrichting van kreken en andere waterlopen kan zowel een waardevolle vegetatie
zich ontwikkelen, de fauna meer verspreidingsmogelijkheden worden geboden als de kwaliteit
van het oppervlaktewater toenemen.
Een hoge grondwaterstand is ook gunstig voor de minder algemene weidevogels (zoals grutto
en tureluur) en andere vogelsoorten, onder meer omdat vochtige omstandigheden betere foerageermogelijkheden
bieden en door de hoge grondwaterstand het agrarisch gebruik minder intensief
zal worden.
Seizoensfluctuaties van het peil dragen eveneens bij aan meer natuurlijke omstandigheden.
Door het vasthouden van gebiedseigen water kan de inlaat van gebiedsvreemd water worden
beperkt.
Het in landschappelijk en cultuurhistorisch opzicht waardevolle verkavelingspatroon is gebaat
bij de instandhouding van het huidige slotenpatroon. De landschappelijke en cultuurhistorische
waarden hangen in belangrijke mate samen met het patroon van de waterlopen (sloten, kreken).
Versterking van functies onderling
Waterberging kan zeer goed samengaan met natuurontwikkeling. Peilverhoging en een groter
percentage aan open water (bijvoorbeeld door kreekontwikkeling) dragen bij aan een vergroting
van de waterberging en een toename aan veerkracht.
Door brakke hydrologische situaties in het plangebied toe te laten, kan zich hier bijzondere flora
en fauna ontwikkelen. Kreekherstel kan bijdragen aan het vergroten van het waterbergend vermogen
en de omstandigheden creëren voor een meer natuurlijke inrichting, waarbinnen ruimte
wordt geboden aan diverse planten- en diersoorten.
Scheiden van zoete en van zoute waterstromen (in plaats van mengen), is voor zowel de landbouw
als voor de natuur van belang. De landbouw is gebaat bij het zoet water, terwijl de zoutminnende
vegetatie tot ontwikkeling kan komen in de zoute delen.
Strijdigheid van functie-eisen
Een te grote drooglegging van de veengronden is voor geen enkele functie van belang. Wat
voor de ene functie een te grote drooglegging zal zijn, is voor de andere functie echter niet
groot genoeg. Een te grote drooglegging is echter op de langere termijn ook voor de landbouw
in de veengebieden ongunstig. Een te grote drooglegging veroorzaakt op termijn inklinking van
de veenbodem, zodat het waterpeil relatief gezien blijft stijgen.
Het dempen van sloten is vanuit een duurzaam waterbeheer niet gewenst. Het waterbergend
vermogen neemt hierdoor af en waardevolle water- en oevervegetaties verdwijnen. Ook wordt
zo het karakteristieke verkavelingspatroon aangetast. Het dempen van sloten kan echter wenselijk
zijn vanuit een zo optimaal mogelijk agrarisch grondgebruik.
Het fluctueren van het waterpeil met de seizoenen is wenselijk voor natuurbeheer, onder meer
omdat in de praktijk minder gebiedsvreemd water hoeft te worden ingelaten. Voor de landbouw
kan dit echter een verslechtering van de productieomstandigheden betekenen. Een ander gevolg
van het realiseren van meer waterberging betekent dat de gronden voor waterberging gevrijwaard
dienen te blijven van bebouwing.
Afweging en conclusie
Het bestemmingsplan heeft een beperkte invloed op het waterbeheer. Het peil wordt vastgesteld
door de waterbeheerder. Het bestemmingsplan speelt hierin geen rol. Op activiteiten die
het waterbeheer kunnen beïnvloeden, zijn de Keur en het peilbesluit van toepassing.
Met betrekking tot de waterhuishouding kunnen in het bestemmingsplan regels worden gesteld.
Om dubbele regelgeving zoveel mogelijk te voorkomen wordt dit tot een minimum beperkt. Alleen
in het geval dat een bredere afweging aan de orde is dan in het kader van het waterbeleid
mogelijk is, zal een afwegingsmogelijkheid in het bestemmingsplan worden opgenomen.
Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg
231.12764.01
Spijkenisse