Spijkenisse Buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl

Afweging sectorale wensbeelden 80
Het dempen van sloten is niet alleen nadelig voor het waterbergend vermogen, maar kan ook
het landschappelijk waardevolle verkavelingspatroon aantasten. Een dergelijke ingreep is dus
ruimtelijk relevant en kan in het bestemmingsplan nader worden geregeld. In de volgende paragraaf
wordt hier op ingegaan.
Het bestemmingsplan heeft de mogelijkheid om gronden (mede) te bestemmen voor waterberging.
In dit bestemmingsplan zal dit echter niet plaatsvinden, omdat concrete, onderbouwde
plannen, die binnen de planperiode worden uitgevoerd, ontbreken. Als de plannen en het bijbehorende
instrumentarium concreet zijn geworden, kan dit via een partiële herziening van het
bestemmingsplan worden geregeld.
11.4. Behoud en ontwikkeling van natuur, landschap en cultuurhistorie
versus ontwikkeling van de landbouw
Eisen vanuit natuur, landschap en cultuurhistorie
Natuur, landschap en cultuurhistorie zijn laagdynamische functies met een grote gevoeligheid
voor veranderingen in het gebruik.
Natuur
Delen van het plangebied (reservaatgebieden, sloten, dijken en wielen) herbergen waardevolle
vegetaties. Daarnaast is het plangebied van betekenis voor weidevogels en ganzen. Voor flora
en fauna is het van belang dat aan de volgende eisen wordt voldaan:
- voortzetting van de bescherming van de Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden; dit is
vooral van belang voor het deel van het plangebied van de gemeente Bernisse;
- uitvoering geven aan het programma Deltanatuur teneinde de Ecologische Hoofdstructuur
in de noordelijke delta te versterken;
- het handhaven van de openheid en de rust en het tegengaan van verstoring in de weidevogelgebieden
en voedselgebieden voor ganzen;
- behoud van sloten, dijken, wielen en kreekrestanten vanwege de betekenis als groeiplaats
van bijzondere plantensoorten en leefgebied voor amfibieën en water- en moerasvogels;
- behoud van de graslanden (met een hoog, fluctuerend waterpeil voor de weidevogels en
ganzen).
Landschap
De landschappelijke waarden houden met name verband met het grondgebruik (akkerbouw op
de kleigronden, grondgebonden veehouderij op de veengronden), de openheid en het patroon
van wegen, dijken en bebouwing. Instandhouding van deze elementen is dan ook vanuit landschap
en cultuurhistorie het streven. Dit betekent dat aan behoud van het landschap de volgende
eisen worden gesteld:
- behoud van de openheid door instandhouding van de akker- en weidegronden en het tegengaan
van een verdere verdichting; een uitzondering vormt de noordrand, waar door
middel van hoogopgaande beplanting afscherming van het havengebied wenselijk is;
- behoud van het contrast tussen de open polders en de dijkbeplanting en -bebouwing;
- behoud en herstel van het kreken- en dijkenpatroon;
- behoud en bescherming van kleine landschapselementen (wielen, bosjes, erfbeplanting).
Cultuurhistorie
Voor wat cultuurhistorie betreft is de herkenbaarheid van de ontginningsgeschiedenis van belang.
Dit betekent dat het ontginnings- en verkavelingspatroon herkenbaar moet blijven. Cultuurhistorisch
waardevolle bebouwing (zoals karakteristieke boerderijen) dient behouden te blijven.
Tevens dienen de archeologisch waardevolle gebieden niet verloren te gaan.
Eisen vanuit de landbouw
Het grondgebruik in het plangebied bestaat in het veenweidegebied met name uit grondgebonden
veehouderij en af en toe akkerbouw. Op de kleigronden is het grondgebruik gevarieerder
(grondgebonden veehouderij, akkerbouw, tuinbouw en in beperkte mate fruitteelt).
Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg
231.12764.01
Spijkenisse